Financieel Management Examennummer: 62022 Datum: 19 november 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur
Dit examen bestaat uit 9 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald.
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Toegestane hulpmiddelen: - Niet-programmeerbare rekenmachine - Formulekaart
Wij wensen u veel succes!
5823 62022.ex.v1
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
Meerkeuzevragen (40 punten)
Vermeld het meest juiste antwoord. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Wat is de belangrijkste functie van de balans binnen het vakgebied managementaccounting? a. Risicobepaling b. Vermogensbepaling c. Winstbepaling 2. Solvabiliteit is de mate waarin een onderneming in staat is om: a. aan de verplichtingen op korte termijn te kunnen voldoen. b. aan de verplichtingen op lange termijn te kunnen voldoen. c. aan de verplichtingen op lange en korte termijn te kunnen voldoen. 3. Onderneming Global koopt een hoeveelheid productiemiddelen in tegen een bepaalde inkoopsprijs. Het gefabriceerde product wordt tegen een verkooprijs verkocht, waardoor er een positief prijsverschil ontstaat. Van wat voor soort winst is hier sprake? a. Kostprijswinst b. Ruilwinst c. Voorraadwinst De onderstaande tekst heeft betrekking op de vragen 4 t/m 5.
Onderneming Jalex koopt op 1 februari 2.000 stuks goederen in voor een stuksbedrag van € 20,-. Op 1 september van datzelfde jaar worden deze goederen weer verkocht. Het interestpercentage bedraagt 2% per maand. 4. Hoeveel bedragen de interestkosten op basis van samengestelde interest?
5823 62022.ex.v1
a. € 5.046,50 b. € 5.947,43 c. € 6.866,38
NCOI Opleidingsgroep
2
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
5. Wat gebeurt er met de interestkosten indien het interestpercentage 2% per week zou bedragen? a. De interestkosten worden dan lager. b. De interestkosten blijven dan gelijk. c. De interestkosten worden dan hoger. 6. Productiebedrijf Gralda heeft onlangs de productie opgevoerd, om zodoende meer omzet te behalen. Wat is het hiervan het gevolg met betrekking tot de proportioneel variabele kosten? a. Deze kosten nemen evenredig toe met de productie. b. Deze kosten nemen kwadratisch toe met de productie. c. Deze kosten nemen onevenredig toe met de productie. De onderstaande tekst heeft betrekking op de vragen 7 t/m 9
Markthandelaar Jan Roelofs verkoopt poffertjes op de markt in Rotterdam. De volgende kosten worden door hem gemaakt: Huur marktkraam € 700,- per maand Huur standplaats € 700,- per maand Per portie (20 poffertjes) € 0,20 aan meelproducten Per portie (20 poffertjes) € 0,05 aan olieproducten Verkoopprijs per portie (20 poffertjes) € 1,50 7. Hoeveel porties van 20 poffertjes moet markthandelaar Jan Roelofs per jaar verkopen, zodat de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten? a. 12.985 porties b. 13.440 porties c. 13.575 porties 8. Hoe worden de totale kosten van huur marktkraam en huur standplaats genoemd? a. Capaciteitskosten b. Resultaatkosten c. Werkelijke kosten 9. Hoeveel bedraagt de dekkingsbijdrage per portie poffertjes? a. € 0,25 b. € 1,25 c. € 1,50 10. Bij welk resultaat is de winst bij normale bezetting gebaseerd op het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs?
5823 62022.ex.v1
a. Bezettingsresultaat b. Budgetresultaat c. Transactieresultaat
NCOI Opleidingsgroep
3
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
11. Onderneming Platex heeft te maken met hoge constante kosten. Tijdens een gehouden vergadering heeft de directie besloten om geen personeel meer in vaste dienst te nemen, maar gebruik te maken van flexibele arbeidskrachten. Zij hoeven dan alleen ingezet te worden indien er piekmomenten in de productie zijn. Ook is gesproken over het afstoten van het eigen transport. Dit kan uitbesteed worden aan een extern bedrijf. Waarmee wil de directie van Platex de constante kosten verlagen? a. Financial leverage b. Operational leverage c. Outsourcing 12. Bij welk systeem is de winst uitsluitend afhankelijk van de afzet en niet van de productie? a. Absorption costing b. Commited costing c. Direct costing 13. Welk kengetal wordt gebruikt om inzicht te krijgen in de mate waarin de interestlasten invloed hebben op de winstgevendheid van de onderneming? a. Interestdekkingsgetal b. Intrinsieke waarde c. Weerstandsvermogen 14. Onderneming Hoba produceert flessen shampoo, waarvan de directe kosten per fles bekend zijn: Materiaal € 0,20 Machines € 0,05 Arbeid € 0,05 De normale jaarproductie bedraagt 3.750.000 flessen shampoo. De totale indirecte kosten bedragen € 1.500.000,- per jaar. Hoeveel bedraagt de kostprijs van een fles shampoo op basis van de enkelvoudige opslagmethode bij normale productie?
5823 62022.ex.v1
a. € 0,52 b. € 0,70 c. € 1,33
4
NCOI Opleidingsgroep
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
15. Van der Putten bv rapporteert in het jaarverslag de volgende kengetallen: RTV = 14% RVV = 10% De verhouding eigen vermogen : vreemd vermogen = 2 : 3 Er wordt geen rekening gehouden met belasting. Hoeveel bedraagt de rentabiliteit van het eigen vermogen (REV)? a. 18% b. 20% c. 22% 16. Op welke twee criteria is de portfolioanalyse van de Boston Consulting Group gebaseerd? a. Marktgroei en relatieve winstgroei b. Relatieve marktgroei en relatief marktaandeel c. Winstgroei en relatief marktaandeel 17. Jan van Klaveren wil een bedrijf overnemen in de horecabranche. Bij zijn beslissing daarover neemt hij het één en ander door met betrekking tot weersinvloeden, vanwege het grote terras. Ook speelt voor hem mee hoe de gemeente het horecabeleid uitvoert. Daarnaast vraagt hij zich af of hij goed horecapersoneel kan krijgen in deze tijd. Na bestudering van dat alles kan hij er geen waardering over uitspreken. Van welk soort risicohouding is hier sprake? a. Risicoafkeer b. Risico-indifferentie c. Risicovoorkeur 18. Klaas Hamer is een onderneming gestart en heeft een investeringsuitgave gedaan van € 368.000,- in verband met de aanschaf van een machine. Met deze machine kan Klaas een jaarlijkse omzet genereren van € 208.000,-. De jaarlijkse kosten bedragen € 138.000,-. Hoeveel jaar bedraagt de terugverdienperiode als aangenomen wordt dat de nettoontvangsten regelmatig over het jaar verspreid zijn? a. 1,77 jaar b. 2,67 jaar c. 5,26 jaar 19. Waarop dient bij toepassing van de nettocontantewaardemethode de disconteringsvoet te zijn gebaseerd?
5823 62022.ex.v1
a. Op de gemiddelde investeringskosten van de onderneming. b. Op de gemiddelde omzetkosten van een onderneming. c. Op de gemiddelde vermogenskosten van een onderneming.
NCOI Opleidingsgroep
5
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
20. De directieleden van onderneming Klijsen hebben besloten te investeren. Dit willen zij op een bescheiden schaal gaan doen, omdat zij eerst vooraf wat resultaten willen zien. Aan de hand van de resultaten kan worden besloten om deze investeringen uit te breiden. Wat voor soort 'option’ past de directie van onderneming Klijsen hier toe? a. Exit option b. Expansion option c. Wait-and-see-option 21. Welke soort afschrijving leidt tot het verschuiven van belastingbetaling naar de toekomst? a. Degressieve afschrijving b. Lineaire afschrijving c. Progressieve afschrijving 22. Van onderneming Grotex zijn de volgende gegevens van het afgelopen kwartaal bekend: De totale inkoophoeveelheid bedroeg 150.000 stuks De kosten per bestelling bedroegen € 500,De kosten van de voorraad per product bedroegen € 5,Wat gebeurt er met de optimale bestelgrootte indien een onderdeel uit de kosten per bestelling van Grotex zou toenemen? De bestelgrootte zal: a. afnemen b. gelijk blijven c. toenemen 23. De directie van productiebedrijf Lafora maakt een schatting van het aantal verkopen van haar product Klena per periode. Op grond van deze schatting worden de bestellingen gedaan bij de leveranciers. Volgens welke benaderingsmethode werkt de directie van productiebedrijf Lafora? a. Backflush b. Demand-pull c. Push-through 24. Onderneming Vival biedt een specifiek product aan, waaraan grote behoefte is. Men oefent een merkbare invloed uit op de marktcondities. Het beleid van Vival is gericht op iedere concurrent afzonderlijk. Hoe wordt de marktvorm genoemd waarin onderneming Vival opereert?
5823 62022.ex.v1
a. Monopolie b. Oligopolie c. Polypolie
6
NCOI Opleidingsgroep
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
25. Onderneming Quintis levert aan verschillende afnemers hetzelfde product. Vanwege verschillende klantcategorieën hanteert de directie van Quintis een andere prijs voor dezelfde producten. Hierbij liggen de kostenverschillen ten grondslag aan de verkoopprijsverschillen. Van welke vorm is sprake met betrekking tot dezelfde producten met een verschillende prijs bij Quintis? a. Prijsdifferentiatie b. Prijsdiscriminatie c. Productdifferentiatie 26. Welke procentuele verandering geeft de prijselasticiteit weer? De verhouding tussen de procentuele verandering afzet en ... a. de procentuele verandering totale opbrengsten. b. de procentuele verandering verkochte hoeveelheid. c. de procentuele verandering verkoopprijs. 27. Onderneming Koorneef wil een uitbreiding van de klantenkring waaraan zij hun bestaande producten kunnen verkopen. De directie besluit dan ook om nieuwe markten aan te boren. Van wat voor soort marktstrategie is hier sprake? a. Diversificatie b. Marktontwikkeling c. Marktpenetratie 28. Wat is één van de invalshoeken binnen de Balanced Scorecard? a. Doelstellingen b. Interne processen c. Ondernemingsactiviteiten 29. De directie van onderneming Petersen stelt voor een bepaalde periode een budget op. Men betrekt hierin de managers van de afdelingen. De directie wil hiermee bereiken dat de kans groter wordt dat de doelstellingen gehaald gaan worden. Welke soort middel past de directie van onderneming Petersen hier toe? a. Autorisatiemiddel b. Beoordelingsmiddel c. Motivatiemiddel 30. Hoe wordt het budget genoemd dat bestaat uit een geprognosticeerde resultatenrekening en een geprognosticeerde balans?
5823 62022.ex.v1
a. Financieringsbudget b. Liquiditeitsbudget c. Masterbudget
NCOI Opleidingsgroep
7
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
31. Wat is het fabricageresultaat? a. Het verschil tussen de werkelijk gemaakte kosten en de opbrengsten. b. Het verschil tussen de werkelijk gemaakte kosten en de standaardhoeveelheid. c. Het verschil tussen de werkelijk gemaakte kosten en de standaardkosten. 32. Productiebedrijf Johnson produceert slangen voor de oliesector. Over het afgelopen kwartaal is bekend dat bij werkelijke bezetting de productie 200.000 slangen bedroeg. Bij normale bezetting werden er 220.000 slangen geproduceerd. De constante kosten bedroegen € 210.000,-. Hoeveel bedroeg het bezettingsresultaat in het afgelopen kwartaal? a. - € 9.545,45 b. - € 19.090,91 c. - € 20.952,38 33. Bij welk budgetteringssysteem worden productramingen vertaald in noodzakelijke productieactiviteiten waarop de inzet van productiemiddelen gebaseerd wordt? a. Activity based budgeting b. Incremental budgeting c. Zero base budgeting De onderstaande tekst heeft betrekking op de vragen 34 t/m 35.
Onderneming Fiolax BV heeft over 2010 een bedrijfsresultaat behaald van € 1.000.000,Uit de resultatenrekening blijkt verder dat de omzet € 9.000.000,- bedroeg. Het totale vermogen van onderneming Fiolax BV op 31 december 2010 bedroeg € 15.000.000,-. 34. Hoeveel was de rentabiliteit van het eigen vermogen (RTV) van onderneming Fiolax BV per 31 december 2010, uitgedrukt in procenten? a. 6,6% b. 7,1% c. 7,3% 35. Welk schema kan worden gebruikt bij het beoordelen van de financiële situatie van een onderneming? a. De portfolioanalyse b. Het Dupontschema c. Het omgevingsvariabelenschema 36. Hoe wordt het efficiencyverschil gedefinieerd?
5823 62022.ex.v1
a. (Standaardhoeveelheid - Werkelijke hoeveelheid) x Standaardprijs b. (Standaardhoeveelheid - Werkelijke prijs) x Standaardhoeveelheid c. (Standaardhoeveelheid - Werkelijke prijs) x Werkelijke hoeveelheid
8
NCOI Opleidingsgroep
Financieel Management - Examennummer 62022 - 19 november 2011
37. Voor welke ondernemingsvorm is door de wetgever een publicatieplicht ingesteld? a. Een coöperatie b. Een maatschap c. Een vennootschap onder firma 38. De directie van onderneming Robix heeft de laatste periode behoorlijk wat reclamekosten gemaakt. Binnen Robix wordt afgesproken om per periode te kijken naar deze reclamekosten. De bedoeling is om per periode een beslissing te nemen met betrekking tot de reclamekosten. Met welke term worden deze reclamekosten aangeduid? a. Commited costs b. Discretionary costs c. Engineered costs 39. Met welke term wordt de kostentoerekening naar kostendragers aangeduid bij massaproductie? a. Activity based costing b. Direct costing c. Process costing 40. De verantwoordelijkheid van een manager hangt af van de structuur van de onderneming waarin hij werkt. Binnen welk bedrijfsonderdeel van de onderneming is de manager verantwoordelijk voor het genereren van opbrengsten?
5823 62022.ex.v1
a. Een investment center b. Een profit center c. Een revenue center
NCOI Opleidingsgroep
9