Lang Leve de Liefde Onderbouw
Werkblad beschrijving interventie
Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad
Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies
[email protected] www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies www.effectiefactief.nl
[email protected]
Titel interventie
interventienummer
Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Soa Aids Nederland en Rutgers WPF Adres Keizersgracht 392 Postcode 1016 GB Plaats Amsterdam E-mail
[email protected] Telefoon 020-62 62 669 Fax Website www.langlevedeliefde.nl (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Suzanne Meijer Adres Keizersgracht 392 Postcode 1016 GB Plaats Amsterdam E-mail
[email protected] Telefoon 020-62 62 669 Fax Referentie in verband met publicatie Naam auteur Suzanne Meijer Titel interventie Lang Leve de Liefde Onderbouw Databank(en) Plaats, instituut Datum
Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad.
Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties
2
Titel interventie
interventienummer
Inhoud Colofon ..................................................................................................................................2 Samenvatting ........................................................................................................................4 Uitgebreide beschrijving ..................................................................................................... 6 1.
Probleemomschrijving ............................................................................................ 6
2.
Beschrijving interventie............................................................................................ 7
3.
Onderbouwing ........................................................................................................ 14
4.
Uitvoering .............................................................................................................. 20
5.
Onderzoek naar praktijkervaringen ...................................................................... 23
6.
Onderzoek naar de effectiviteit ............................................................................. 24
7.
Aangehaalde literatuur .......................................................................................... 26
3
Titel interventie
interventienummer
Samenvatting Doelgroep Leerlingen, 13-15 jaar oud, in de tweede klas van het voortgezet onderwijs – praktijk onderwijs, vmbo basis beroep, vmbo, havo en vwo. Doel Het doel van de interventie is het bevorderen van de seksuele gezondheid en het voorkómen van ervaringen met grensoverschrijdend gedrag, ongewenste zwangerschap en soa/hiv besmetting. Met het lespakket worden leerlingen ondersteund in een prettige, gewenste, en veilige seksuele ontwikkeling. Aanpak Lan Leve de Liefde Onderbouw, is een lespakket van zes op elkaar volgende en aansluitende lessen: Les 1: Over lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen tijdens de puberteit, bijvoorbeeld verliefdheid, seksuele identiteit. Les 2: Over relaties en intimiteit en vormen daarvan Les 3: Ontdekken en communiceren van eigen wensen en grenzen en die van een ander op het gebied van intimiteit Les 4: Voorwaarde voor prettige en gewenste seks en intimiteit Les 5: Veilig vrijen: Zwangerschap en soa en preventie daarvan (biologische kant) Les 6: Veilig vrijen: Anticonceptie en condoomgebruik Het lespakket wordt gegeven door de docenten biologie of verzorging of door de mentor. Materiaal Iedere leerling krijgt een mooi vormgegeven leerlingenmagazine met informatie, illustraties, ervaringen en meningen van jongeren, en invuloefeningen. Er zijn twee versies van het magazine: voor het praktijkonderwijs is de vorm aangepast door eenvoudiger taalgebruik, grotere lettertypes, rustigere vormgeving, minder tekst en meer illustraties en doe-opdrachten. Daarnaast wordt er per les een filmpje getoond over het onderwerp, met docudrama, en interviews met jongeren over hun ervaringen en hun meningen. De docenten gebruiken een handleiding met de lesaanpak en hoe discussie kan worden ingezet om het thema en de filmpjes te behandelen. Onderbouwing Het lespakket is gericht op het veranderen van kennis, risicoperceptie, attitude, subjectieve normen, en eigen effectiviteit zodat jongeren t.z.t in staat zijn om prettige, gewenste en veilige seksuele relaties aan te gaan. De werkvormen zijn gebaseerd op leertheorieën en sociale leertheorie. Leerlingen worden geactiveerd om de informatie actief te verwerken en toe te passen op zichzelf door bijvoorbeeld invuloefeningen. Door middel van modelling ‘leren’ de leerlingen van de ervaringen en meningen van peers, in bijvoorbeeld de docudrama op de dvd, fotostrip en de uitspraken in het magazine. Het lespakket sluit goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen en in de ervaringsverhalen en meningen is rekening gehouden met culturele, regionale, seksuele, en gender diversiteit. Rekening houdend met jongeren worden de oefeningen en de manier waarop de informatie wordt gegeven afgewisseld. 4
Titel interventie
interventienummer
Onderzoek In een gerandomiseerde effectevaluatie met een controlegroep zijn de determinanten gemeten met een voormeting, directe nameting en een follow-up 6-8 maanden na afloop. Multilevel regressieanalyses zijn uitgevoerd. Op de primaire uitkomstmaten waarop geen significant effect werd gevonden, was er veelal wel een positieve verandering in de experimentele groep, maar deze was niet significant groter in vergelijking met de controlegroep. Er zijn significante positieve interventieeffecten ten opzichte van de controleconditie gevonden op 8 van de 16 primaire uitkomstmaten: kennis over seksuele gezondheid, soa risicoperceptie, attitude, subjectieve norm, eigeneffectiviteit en intentie mbt condoomgebruik, en attitude en subjectieve norm mbt pilgebruik. Het positieve effect op condoom-intentie op de langere termijn is bijzonder bemoedigend, aangezien lange termijn effecten zelden worden gevonden bij dit soort interventies en aangezien de intentie de beste voorspeller is van gedrag.
5
Titel interventie
interventienummer
Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem en spreiding Begin 2000 waren er aanwijzingen dat de seksuele gezondheid van jongeren achteruit ging. Behalve toename van soa, steeg het aantal ongewenste zwangerschappen en abortussen en leken bepaalde subgroepen jongeren minder veilig te vrijen en hadden zij meer ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag (Seks onder je 25e, de Graaf e.a., 2005). Seksuele gezondheidsproblemen die jongeren in de puberteit kunnen treffen zijn onder te brengen in een aantal belangrijke thema’s, gebaseerd op de definitie van seksuele gezondheid van WHO (2002): 1. Een gezonde sociale, emotionele ontwikkeling van seksuele identiteit en seksueel zelfbeeld. 2. Seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksueel geweld, verbaal/fysieke dwang, beloning voor seksuele handelingen (ongewenste seks) 3. Ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (onveilige seks) Seksueel grensoverschrijdend gedrag Van de 14-15 jarigen geeft 18% aan te maken te hebben gehad met grensoverschrijdende seksuele ervaringen, waarvan 53% aangeeft dat het over ervaringen gaat zonder fysiek contact en 20% over fysieke ervaringen, de overige zijn een combinatie van de twee. De eerste keer seks gebeurt over het algemeen met wederzijdse instemming. Meisjes geven wat vaker aan dat ze bij de eerste keer werden overgehaald dan jongens (12 vs. 4%). Dwang lijkt vooral bij oudere partners waar men minder verliefd op is en die men korter kent te gebeuren (Timmerman, 2005). Van de 15-17 jarige jongeren heeft 2% wel eens geld of een andere beloning gekregen voor seks. Dit komt bij hoog opgeleiden minder voor. Beloning geven doet 4% van de jongens en 1% van de meisjes en laag opgeleid vaker dan hoog opgeleid (de Graaf e.a., 2005). Twintig procent van de laagopgeleide meisjes (vmbo) is wel eens gedwongen iets te doen of toe te laten op seksueel gebied (versus 13% bij hoger opgeleiden), bij jongens is dit 6%, dit kan variëren van ongewenste aanraking tot geslachtsgemeenschap. Vierenveertig procent van de laagopgeleide meisjes en 23% van de jongens heeft ervaring met ongewilde seksuele handelingen (Graaf et al., 2012). 19% van de laagopgeleide meisjes en 9% van de laagopgeleide jongens heeft wel eens spijt gehad van geslachtsgemeenschap (Graaf et al., 2012) Ongewenste zwangerschap In 2012 werden 6.264 meiden onder de 20 zwanger. Bijna twee derde kiest voor een abortus, wat neerkomt op 13% van alle abortussen. 2.203 meiden werden tienermoeder. Het aantal jongens dat tienervader werd is kleiner. Naar schatting worden jaarlijks bijna 700 jongens onder de 20 vader. Meiden van niet-Westerse herkomst hebben een hogere kans op een zwangerschap dan Nederlandse meiden. Meiden met een Antilliaanse, Surinaamse, Sub Sahara- Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse achtergrond worden naar schatting vier tot zes keer zo vaak zwanger als autochtoon Nederlandse meiden (Picavet & van der Vlugt, 2014) 6
Titel interventie
interventienummer
Soa Uit gegevens van de diverse soa-test centra in Nederland blijkt dat in 2011 bij 22% van de geteste heteroseksuele mannen tussen de 15 en 19 jaar één of meer soa is gevonden, bij jonge vrouwen was dit 19%. Ook bij de groep 20-24-jarigen werden veel soa gevonden: 16% van de heteroseksuele mannen en 14% van de vrouwen testte positief voor minimaal één soa. Chlamydia is de meest voorkomende soa. De meeste chlamydia komt voor bij jongeren tussen de 15 en 19 jaar: van de jongeren getest in de soa-centra had in 2012 20% van de meisjes en 18% van heteroseksuele jongens een chlamydia (Trienekens et al., 2011). Gevolgen Onvrijwillige seks en de gevolgen Seksueel geweld kan negatieve gevolgen hebben voor de lichamelijke gezondheid (zoals lichamelijk letsel, een zwangerschap of besmetting met een soa/hiv) en psychische en sociale problemen met zich meebrengen (zoals angst- en slaapstoornissen, posttraumatische stressreacties, gedragsproblemen, regressief gedrag, depressieve klachten, concentratieproblemen, seksualiserend gedrag, wantrouwen, eetproblemen, zelfverwonding, seksuele of relationele problemen). Zelfs bij de jongeren die aangeven geen ‘problemen’ te ervaren leidt seksueel overschrijdend gedrag tot gevoelens van verdriet, ongelukkig voelen, kwaad worden op zichzelf, schaamte en het zich niet meer goed bij seks voelen, vooral bij vrouwen en lager opgeleiden (Cense & van Dijk, 2010). Ongewenste tienerzwangerschap Jong ouderschap, in het bijzonder moederschap, maakt kwetsbaar en zorgt voor problemen op sociaal, lichamelijk, emotioneel, en financieel vlak. Soa, hiv en aids Een onbehandelde soa zoals chlamydia kan leiden tot onvruchtbaarheid onder vrouwen, risico’s voor het ongeboren kind (syfilis, gonorroe), kanker (HPV), orgaanschade (hepatitis) en zelfs tot de dood (hiv). Een chronische infectie met een virale soa zoals hiv, hepatitis of herpes, kan de kwaliteit van leven verlagen door wisselende ziekte-episodes of aanvallen en kan leiden tot psychosociale klachten en arbeidsuitval. Mensen met die leven met hiv, ontvangen veel stigmatiserende reacties in de eigen omgeving, de media, het uitgaansleven en in de gezondheidszorg. Zij lopen bovendien tegen vormen van discriminatie aan, bijvoorbeeld op het werk of tijdens reizen. Gevolgen voor de samenleving van seksueel ongezond gedrag onder jongeren Onprettige, onvrijwillige of onveilige seks heeft niet alleen gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. Voorbeelden zijn: Schooluitval en verminderde arbeidsproductiviteit, verminderde maatschappelijke participatie, kosten voor de gezondheidszorg (medische zorg, abortushulpverlening, soa/hiv-zorg en -behandeling, traumabehandeling), kosten voor politie en justitie (aangifte, opsporing en vervolging), kosten voor veiligheid (toezicht en handhaving) (Handreiking Gezonde Gemeente: gevolgen van seksueel ongezond gedrag, Loket Gezond Leven).
7
Titel interventie
interventienummer
Beschrijving interventie 2.1
Doelgroep Uiteindelijke doelgroep
De doelgroep van de interventie bestaat uit schoolgaande jongeren in de leeftijd van 13-15 jaar. De jongeren zitten in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs: praktijkonderwijs, vmbo basis beroep, vmbo, havo of vwo. De interventie kan ook worden ingezet in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) bijvoorbeeld in cluster 3, voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Deze groep jongeren komt voor wat betreft cognitieve capaciteiten overeen met de doelgroep praktijkonderwijs. Intermediaire doelgroep De intermediaire doelgroep van de interventie wordt gevormd door docenten. Het betreft docenten die lesgeven in aan de doelgroep van de interventie. Dit kunnen naast docenten biologie of verzorging, ook mentoren zijn. Selectie van doelgroepen De interventie richt zich op leerlingen van een klas binnen de doelgroep. Er zijn geen contra-indicaties. 2.2
Doel Hoofddoel
Het doel van de interventie is het bevorderen van de seksuele gezondheid en het voorkómen van ervaringen met grensoverschrijdend gedrag, ongewenste zwangerschap en soa/hiv besmetting. Met het lespakket worden leerlingen ondersteund in een prettige, gewenste, en veilige seksuele ontwikkeling. Subdoelen Het lespakket is gericht op jongeren van 13-15 jaar, de meeste van hen hebben nog geen seksuele relaties. De interventie richt zich dus op het behalen van doelen op voorbereidend gedrag en onderliggende determinanten van: 1. De realisatie van prettige relaties en respect voor ieders seksuele identiteit 2. De realisatie van (tzt) gewenste seks als je daar klaar voor bent en het duidelijk communiceren van wensen en grenzen 3. (Tzt) consequent en consistent gebruiken van anticonceptie en condooms Om deze te bereiken richt de interventie op de volgende subdoelen op determinantniveau: 1.
8
Titel interventie
• • • • • • • 2. • • • • •
interventienummer
Leerlingen hebben kennis en inzicht in lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen met betrekking tot de puberteit en seksualiteit. Leerlingen hebben kennis van de (werking van) mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen Leerlingen erkennen dat er meerdere vormen van relaties en seksuele voorkeuren bestaan Leerlingen staan positief tegenover homoseksualiteit en negatief tegenover homonegativiteit Leerlingen staan positief tegenover de keuzes van anderen mbt relaties Leerlingen ervaren dat anderen met dezelfde problemen kampen mbt verliefdheid, liefdesverdriet, vragen over lichamelijke veranderingen Leerlingen durven met anderen te praten over vragen die ze hebben mbt puberteit en seksuele ontwikkeling Leerlingen hebben kennis van wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is Leerlingen kennen hun eigen grenzen en wensen Leerlingen staan negatief tov seksueel grensoverschrijdend gedrag Leerlingen hebben een positieve houding tov duidelijk communiceren van eigen wensen en grenzen Leerlingen hebben een positieve houding tov dat anderen hun wensen en grenzen duidelijk communiceren Leerlingen weten dat hun peers negatief staan tegenover seksueel grensoverschrijdend gedrag Leerlingen voelen zich in staat om grenzen te stellen Leerlingen kunnen wensen en grenzen duidelijk maken
• • • 3. • Leerlingen hebben kennis van mentruele cyclus, zwangerschap en preventie van zwangerschap. • Leerlingen hebben kennis van anticonceptiemiddelen, de werking en hoe ze te verkrijgen. • Leerlingen hebben kennis van de belangrijkste soa, de overdracht en condooms ter preventie • Leerlingen erkennen de persoonlijke risico’s (ernst en kwetsbaarheid) van onveilig vrijen (zwanger worden en/of soa besmetting) • Leerlingen hebben een positieve attitude tav condoomgebruik en pilgebruik • Leerlingen ervaren dat anderen ook positief staan tov condoomgebruik • Meisjes ervaren dat anderen positief staan tov pilgebruik • Leerlingen voelen zich in staat om condoom te kopen, te gebruiken en met de partner te bespreken • Meisjes voelen zich in staat om de pil te vragen, en correct te gebruiken • Jongens voelen zich in staat om met hun partner afspraken te maken over pilgebruik • Leerlingen hebben de intentie om condooms te kopen en gebruiken (t.z.t.) • Meisjes hebben de intentie om anticonceptie te gebruiken indien nodig • Leerlingen kunnen een condoom correct omdoen
2.3
Aanpak Opzet van de interventie
De interventie of het lespakket bestaat uit een lessenserie van zes lessen van ieder één lesuur (ca. 50 minuten). De zes lessen van Lang Leve de Liefde Onderbouw vormen een logische en natuurlijke opbouw; het hele lespakket moet worden gegeven. De frequentie van de lessen wordt bepaald door de school en is afhankelijk van hoeveel lessen biologie of verzorging zij bieden, of hoeveel mentoruren in het geval dat de lessen door de mentor gegeven worden. Soms krijgen ze één les per week (6-weken), of twee 9
Titel interventie
interventienummer
lessen per week (3-weken). In een enkel geval wordt er gekozen voor een themaweek waarin de lessen in één week gegeven worden. Het lespakket bestaat uit lesmaterialen -een leerlingenmagazine, een dvd en een docentenhandleiding- die op elkaar aansluiten. Het leerlingenmagazine bevat samen met de docentenhandleiding opdrachten die zelfstandig of klassikaal worden uitgevoerd. De bijbehorende dvd maakt daarnaast een belangrijk onderdeel uit van het lesprogramma. In elke les wordt een aflevering getoond en besproken op basis van aanwijzingen in de docentenhandleiding. Een programma dat volledig en volgens de instructies in de docentenhandleiding is behandeld, biedt de meeste garantie op effectiviteit. De derde en vierde les kunnen voor leerlingen die met de versie vmbo, havo en vwo werken, ook worden vervangen door de digitale lessen die te vinden zijn op de website www.langlevedeliefde.nl. De digilessen bevatten dezelfde onderdelen als het analoge pakket. Locatie en uitvoerders De interventie wordt uitgevoerd in het tweede leerjaar van scholen voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo basis beroep, vmbo, havo, vwo). De lessen worden gegeven door de eigen docent. Meestal worden de lessen gegeven als onderdeel van het vak biologie of verzorging of tijdens mentorlessen door de mentor. Inhoud van de interventie De thema’s in de lessen zijn (1) seksuele ontwikkeling – o.a. puberteit, seksuele identiteit, homoseksualiteit, verliefdheid, verkering; (2) wensen, grenzen weerbaarheid, o.a. de eerste keer, internet, loverboys; en (3) veilig vrijen, zwangerschap, soa, anticonceptie en condooms. Elk thema wordt in twee lessen behandeld. De serie lessen is als volgt opgebouwd: Les 1 (seksuele ontwikkeling): Wat gebeurt er met jou? Puberteit, verliefdheid, seksuele identiteit, invloed van ouders en vrienden Les 2 (seksuele ontwikkeling): Waar ben jij aan toe? Versieren en verkering, uitmaken en liefdesverdriet, keuzes in relaties en vormen van intimiteit Les 3 (wensen en grenzen): Wat zijn jouw grenzen? Ontdekken van en communiceren over eigen wensen en grenzen, en van anderen, veilig internetten, ongewenste ervaringen en loverboys (eventueel te vervangen met digitale les: www.langlevedeliefde.nl) Les 4 (wensen en grenzen): Hoe maak je seks leuk? Eerste keer, voorwaarden voor gewenste, prettige en veilige seks, omgaan met seksuele problemen, en hulp zoeken (eventueel te vervangen met digitale les: www.langlevedeliefde.nl) Les 5: Veilig vrijen: Wat is dat? Voorkomen van zwangerschap en soa’s, (on)veilige seks en wat te doen Les 6: Veilig vrijen: Hoe doe je dat? Anticonceptiegebruik, condoomgebruik, en erover communiceren en omgaan met weerstand tegen condooms In iedere les wordt gebruikgemaakt van de volgende onderdelen: o Leerlingenmagazine: Het magazine is opgedeeld in zes hoofdstukken, een hoofdstuk per les. Het bevat ervaringsverhalen en meningen van jongeren, foto’s en informatieve illustraties en teksten, 10
Titel interventie
interventienummer
fotostripverhaal en getekende strips. Verder bestaat het magazine uit invuloefeningen zoals quiz met feedback, tips, ‘fun facts’ en FAQ (veel gestelde vragen en antwoorden). Er zijn twee versies van het leerlingenmagazine aangepast aan het leervermogen van de leerlingen (zie 2.1. doelgroep): 1. voor praktijkonderwijs en vmbo basis beroep 2. voor vmbo, havo en vwo. Het magazine voor praktijkonderwijs heeft een rustigere opmaak, minder tekst, grotere lettertypes, makkelijkere woorden, en meer doe-opdrachten. o DVD: Zes afleveringen van ieder ca. 7 minuten die aansluiten bij de zes lessen. De afleveringen hebben telkens eenzelfde opzet: één of twee jongeren aan woord over het thema van de les, een stukje docudrama, weer één of twee andere jongeren aan woord. Iedere aflevering sluit af met het onderdeel ‘Wat vind jij?’ Daarin reageren jongeren op een vraag die past bij het thema. Iedere les wordt een aflevering bekeken en besproken in de klas. o Docentenhandleidingen : Elke les bevat een uitgewerkte les opzet met werkvormen, bijvoorbeeld discussie, stellingen, vragen om het thema van de les en de aflevering van dvd te bespreken met de leerlingen en suggesties voor de lesaanpak. 2.4
Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep
Seks onder je 25ste onderzoek (de Graaf e.a. 2005) was een grootschalig participatief actieonderzoek. Naar aanleiding van de resultaten over de seksuele gezondheid onder jongeren, hebben stakeholders tot een gezamenlijk actieplan besloten, waaronder een herziening en vernieuwing van het lespakket Lang Leve de Liefde (2008-2012). In verschillende fasen van de interventieontwikkeling is nauw samengewerkt met de leerlingen en docenten als ook bijvoorbeeld GGD professionals. Daarnaast zijn op meerdere cruciale momenten experts op het gebied van wetenschappelijke ontwikkeling van gezondheidsbevorderende interventies geraadpleegd. Leerlingen zijn betrokken in: 1. Culturele sensitiviteit in het lespakket In 2009 zijn 8 focusgroepen zijn georganiseerd met leerlingen met een Antilliaanse, Arubaanse, Turkse of Marokkaanse afkomst, volgens het PEN-3 model van Airhihenbuwa (1995). Op basis van de resultaten is de inhoud van het nieuwe pakket aangepast aan een steeds meer divers wordende populatie jongeren (Vlasman, 2009; Laagland, 2009; Borghei, 2009; Ben Tarraf, 2009). 2. Pre-productieonderzoek onder leerlingen In 2010 is door middel van 9 focusgroepen (104 leerlingen, 13 scholen) de meningen over Lang Leve de Liefde (versie 3) en de wensen voor het nieuwe pakket geïnventariseerd. Hier is in de ontwikkeling rekening mee gehouden (Schutte, 2010). 3. Ontwikkeling dvd Interviews met 60 jongeren op 6 scholen (ervaringen, ideeën, gevoelens, en dilemma’s) zijn verwerkt in de filmpjes. Er is rekening gehouden met de diversiteit van leerlingen wat betreft gender, leeftijd, culturele en regionale achtergrond, en seksuele voorkeur. 11
Titel interventie
interventienummer
4. Quote onderzoek In 2011 zijn 28 jongeren geïnterviewd over hun ervaringen en meningen op het gebied van relaties en seksualiteit. Uitspraken uit deze interviews zijn gebruikt als quotes in het leerlingenmagazine. 5. Pretesten onderdelen pakket bij doelgroep De filmpjes zijn middels focusgroepen gepretest bij 18 leerlingen van twee scholen. Het leerlingenmagazine gepretest bij 92 leerlingen van 16 verschillende scholen. De reacties zijn erg positief en hebben waardevolle suggesties opgeleverd die zijn verwerkt in de definitieve druk (tweede druk 2012). Op basis van deze observaties op 4 praktijkscholen is de definitieve versie van het praktijkonderwijs magazine ontwikkeld, met meer doeopdrachten, rustigere vormgeving, minder abstracte, concretere illustraties en duidelijkere begrippen (eerste druk 2012). Docenten die het lespakket uitvoeren zijn ook uitvoerig betrokken bij de herziening en vernieuwing van Lang Leve de Liefde. 1.Implementatieonderzoek onder docenten die bestaande Lang Leve de Liefde gebruikten Middels kwantitatief vragenlijstonderzoek onder een steekproef van 130 docenten van 110 scholen (landelijk verspreid) die het lespakket Lang leve de liefde (versie 3) in de periode 2006 –2009 hebben aangeschaft is het gebruik van het lespakket onderzocht. De aanbevelingen zijn verwerkt in de ontwikkeling: de dvd maar ook het leerlingenmagazine moet worden vernieuwd, hebben een nieuw ‘jasje’ nodig, thema’s moeten worden geupdate, bv homoseksualiteit in de dvd; docenten van zogenaamde ‘witte scholen’ vragen bij de ontwikkeling van het nieuwe pakket rekening te houden met het feit dat sommige scholen-klassen vrijwel geen leerlingen van niet/Nederlandse afkomst hebben; in andere regio’s werd juist het belang van culturele diversiteit benadrukt; docenten willen graag meer variatie, bv een stripverhaal en meer zelfwerkzaamheid van de leerlingen. De trainingen door de GGD’s worden erg gewaardeerd (Schutte, 2009; Schnaars, 2009). 2. Behoefteonderzoek m.b.t. nieuwe lespakket. In 2010 15 docenten zijn geïnterviewd met betrekking tot hun wensen ten aanzien van het toekomstige pakket. Op basis van deze uitkomsten werden definitieve keuzes gemaakt t.a.v. het nieuwe programma: er worden twee versies leerlingenmagazines ontwikkeld: 1 versie voor praktijkonderwijs en vmbo basis beroep waarin zoveel mogelijk informatie en opdrachten worden geïntegreerd en 1 versie voor vmbo en havo/vwo waarbij wordt uitgegaan van een aantrekkelijk magazine format met aanvullende informatie en opdrachten via werkbladen en e-learninglessen. Men geeft de voorkeur aan een digitale handleiding (Schutte, 2010). 3. Behoefteonderzoek lespakket voor praktijkonderwijs Docenten uit het praktijkonderwijs en GGD-medewerkers van de GGD zijn betrokken bij de ontwikkeling van het lespakket voor praktijkonderwijs. De dvd hoefde niet aangepast te worden. Het leerlingenmagazine is wel aangepast aan het lage taalniveau, minimale concentratievermogen, korte spanningsboog en een IQ tussen de 60 – 80, door minder tekst, korte zinnen, groot lettertype, eenvoudig taalgebruik, afgebakende tekstblokjes, informatie in kleine delen aanbieden en herhalen, visuele ondersteuning van de tekst, (informatieve) expliciete afbeeldingen, teksten vaak afwisselen met diverse werkvormen en veel doe-werkvormen. 4. Pretest onderzoek onderdelen pakket 12
Titel interventie
interventienummer
De dvd ook gepretest bij een panel bestaande uit GGD professionals, docenten, vertegenwoordigers van landelijke expertisecentra en experts op het gebied van gedragsverandering van Universiteit Maastricht en TNO. De docentenhandleiding vmbo/havo/vwo is gepretest onder 10 docenten. 5. Behoefteonderzoek e-coaching docenten. Om de toekomstige implementatie van Lang Leve de Liefde te bevorderen is in samenwerking met de Universiteit Maastricht een e-coaching website ontwikkeld. Om de site goed te laten aansluiten op de mogelijkheden en wensen is kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder negen docenten en twee docentenopleiders van het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. De ondersteuning van docenten via de website lesgevenindeliefde.nl is middels interviews geëvalueerd onder 23 docenten. De resultaten worden verwerkt in de definitieve versie van de website (Schutte, 2009). Buitenlandse interventie NVT
2.5
Vergelijkbare interventies In Nederland uitgevoerd
Seksuele voorlichting wordt op vele verschillende manieren gegeven in het Nederlandse voortgezet onderwijs, meestal bij lessen biologie over voortplanting. Docenten passen vakmethodes biologie/verzorging toe of kiezen oude lesmaterialen uit eerdere seksuele voorlichtingspakketten. Lang Leve de Liefde is het meest samenhangende onderbouwde coherente lespakket. Vergelijkbare interventies die in Nederland worden uitgevoerd zijn: Lang Leve de Liefde MBO Lang Leve de Liefde Bovenbouw Het lesprogramma LLL-MBO is ontwikkeld door GGD Rotterdam-Rijnmond, in nauwe samenwerking met Universiteit Maastricht, Soa Aids Nederland (SANL), en docenten en leerlingen uit MBO. Het lesprogramma LLL-Bovenbouw is ontwikkeld door de Universiteit Maastricht, in nauwe samenwerking met de GGD Rotterdam-Rijnmond, Soa Aids Nederland, TNO Kwaliteit van Leven en verschillende docenten en leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (havo/vwo). Door deze intensieve samenwerking tussen SANL, GGD Rotterdam-Rijnmond en Universiteit Maastricht is nu een doorlopende leerlijn seksuele gezondheid ontstaan met drie lesprogramma’s afgestemd op verschillende onderwijsniveaus (onderbouw havo/vwo/vmbo en praktijkonderwijs en vmbo basis beroep, bovenbouw havo/vwo, en mbo) met als overkoepelende naam ‘Lang Leve de Liefde’. Zowel Lang Leve de Liefde MBO als Bovenbouw zijn opgenomen in de I-database en doorlopen momenteel (2014) het erkenningstraject van het Centrum Gezond Leven.
13
Titel interventie
interventienummer
Overeenkomsten en verschillen De belangrijke seksuele gezondheidsthema’s worden in alle drie de interventies behandeld: seksuele diversiteit, wensen en grenzen en veilig vrijen (condoomgebruik en anticonceptiegebruik). Er wordt in de interventies echter rekening gehouden met de grote verschillen met betrekking tot de seksuele ervaring en het leer- en denkniveau tussen jongeren van verschillende leeftijden en van verschillende opleidingsniveaus. De seksuele voorlichtingsprogramma’s ontwikkeld voor de bovenbouw havo/vwo (LLL-Bovenbouw) en voor het mbo (LLL-mbo) vormen daarom een belangrijke aanvulling op het al jaren bestaande en nu herziene Lang Leve de Liefde programma voor de onderbouw. Toegevoegde waarde Lang Leve de Liefde Onderbouw is de belangrijkste en meest gebruikte interventie in Nederland rondom seksuele gezondheidsbevordering voor deze setting en doelgroep die bovendien een lange geschiedenis heeft, een gewaardeerde plek heeft in het voortgezet onderwijs (ook de eerdere versies) en er bewijs is van effecten, zelfs op de lange termijn (zie 5. Effectevaluatie). Deze nieuwe versie is op basis van geleerde lessen uit het verleden en op basis van behoefte van het veld aan een update, ontwikkeld (Meijer e.a., 2005). Bovendien maakt dit lesprogramma onderdeel uit van het Lang leve de liefde programma, en vormt het samen met de LLL MBO en LLL Bovenbouw een doorlopende leerlijn Seksuele gezondheid. 2. Onderbouwing Oorzaken Seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksueel geweld, verbaal/fysieke dwang, beloning voor seksuele handelingen (ongewenste seks) Seksueel grensoverschrijdend gedrag (dader- en/of slachtoffergedrag) vindt eerder of meer plaats bij jongeren met: - een minder goede seksuele interactiecompetentie (d.i. gevoelig zijn voor de gevoelens en wensen van de ander, het kennen van de eigen gevoelens en wensen en het kunnen communiceren en realiseren hiervan) (de Graaf, 2009); - een positieve attitude t.a.v. provocatief gedrag en de verkrachtingsmythe (‘vrouwen vinden het fijn om tot seks gedwongen te worden); - traditionele genderrollen; - lage risicoperceptie/inschatting; - weinig actie controle; - en veel seksuele ervaring hebben. Empathie en emoties spelen ook een rol, minder goed kunnen anticiperen op wat de ander voelt of jij zelf zou kunnen voelen, leidt sneller tot grensoverschrijdend gedrag. De context, type partner (bij vaste partner wordt grensoverschrijding eerder geaccepteerd), situatie (bijv. bij alcoholgebruik gaan jongeren sneller over de grens) en onrealistische seksuele scripts/verwachtingen spelen ook een rol. Ambiguïteit in communicatie, bijvoorbeeld de grenzen worden niet duidelijk verbaal aangegeven, ‘symbolisch verzet’, leidt tot situaties met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Lage eigen-effectiviteit, lagere seksuele eigenwaarde, en het tevreden willen 14
Titel interventie
interventienummer
houden van de partner, jongeren die zichzelf niet in staat achten ongewenste seks te weigeren, hangt samen met ervaring met verbale manipulatie tot seks. Seks tegen je zin in een relatie is ‘part of the deal’ (Cense & van Dijk, 2010). Er heerst een dubbele moraal; een vrouw moet niet te makkelijk zijn maar uiteindelijk wel ja zeggen en mannen moeten lef hebben en initiatief tonen maar ook laten zien dat ze grenzen van de vrouw accepteren. Meiden leren vooral grenzen aangeven en zijn onvoldoende bewust van hun eigen wensen. Ze geven aan zich vaak overvallen te voelen door de situatie en ze willen de ander niet kwetsen. Ze houden vooral rekening met partner. Bepaalde vormen van grensoverschrijding vinden ze normaal. Jongens vinden het soms lastig grenzen te herkennen en zich kwetsbaar op te stellen (de Graaf e.a., 2009). Direct grensoverschrijdend gedrag zonder fysiek contact - (na) roepen, video opnames maken - wordt beïnvloed door ambigue communiceren en niet lekker in je vel zitten. Seksuele sensatie zoeken en seksuele vaardigheden zijn van invloed op verbale dwang uitoefenen. Situationeel misbruik wordt vooral door mannen uitgeoefend en bij meer alcohol gebruik en kijken naar gewelddadige porno. Dwang vindt vooral bij niet-westerse jongeren plaats en bij gewelddadige porno kijken, seksueel sensatie zoeken en een lage eigenwaarde. Zie voor meer informatie Cense & van Dijk, 2010; de Bruijn, Burrie, & Van Wel, 2006; DeGue, DiLillo, & Scalora, 2010; de Graaf, Van Dijk, & Wijsen, 2009; de Graaf e.a., 2005; Koss e.a., 2007; Kuyper e.a., 2009; O’Donohue, Yeater, & Fanetti, 2003; Sionean e.a., 2002; DiClemente, Crosby, & Wingood, 2002. Ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (onveilig vrijen) Ongewenste zwangerschap en soa-besmetting komen door onveilig vrijen. Veilig vrijen is gedefinieerd als consistent en consequent condoomgebruik en effectief anticonceptie gebruik. Condoomgebruik is onder hoog opgeleide jongens lager (69%) dan onder laag opgeleide jongens (76%), zowel bij de eerste als bij de laatste partner. Bij anale en orale seks is condoomgebruik veel lager. Jongeren hebben een lage persoonlijke risico inschatting voor soa/hiv. Naarmate jongeren meer seksuele ervaring en condoomervaring hebben, wordt de attitude t.a.v. condoomgebruik negatiever. De waargenomen sociale norm van condoomgebruik bij leeftijdgenoten is laag. Ook hebben jongeren moeite om de druk te weerstaan als iemand hen probeert over te halen tot onveilige seks (zie Schaalma & Kok, 2011). Weinig kennis over soa’s en condooms, negatieve condoom-attitude, lage eigeneffectiviteit (interactiecompetentie) vergroten de kans op onbeschermde seks (geen condoom gebruik). Zie voor meer informatie de Graaf e.a., 2005, 2012; Fortenberry e.a., 2002; Lam e.a., 2004; Schaalma & Kok, 2011; Schröder e.a., 2001. Veel vertrouwen in en aangenomen betrouwbaarheid van de partner is een andere factor van invloed op condoomgebruik. De helft van de jongeren stopt met condoomgebruik binnen 3 maanden waarvan 3⁄4 zegt dat dit in overleg gebeurde. Redenen om te stoppen zijn vooral 1) ‘andere anticonceptie’, 2) ‘condoom is minder lekker’, 3) ‘lange relatie en we vertrouwen elkaar’(de Graaf e.a. 2005). Een relatie wordt al snel als serieus bestempeld terwijl deze meestal niet langer dan 3 maanden duurt (Fortenberry e.a., 2002). Gebrek aan kennis en een idealisering van het moederschap of ambivalente gevoelens hierover en onrealistische ideeën over de gevolgen gerelateerd aan ongeplande zwangerschap (Buijinck e.a. 2010). Het ontbreken van toekomstperspectief, of onnadenkendheid (‘het overkomt me niet’), dragen bij aan ineffectief anticonceptiegebruik. 15
Titel interventie
interventienummer
Traditionele genderrollen en opvattingen over seks dragen bij aan ongeplande zwangerschappen. Onder leerlingen (en docenten) is er behoefte aan informatie over zwangerschap (Buijinck e.a., 2010). Onderliggende oorzaken van het ineffectief pilgebruik zijn: gebrek aan kennis en vooroordelen t.a.v. de pil (e.g. dik worden, onvruchtbaar worden, kans op kanker) en negatieve houding t.a.v. anticonceptie (e.g. te duur, gedoe, beperkt seksueel plezier, te veel planning, moreel verkeerd en slecht voor je reputatie), gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, lage risicoperceptie, en gebrek aan vaardigheden (planning; voorbereiding). Zie voor meer informatie Buijinck e.a., 2010; de Graaf e.a., 2005, 2012; Kirby, 2002; Berlo, Wijsen, & Vanwesenbeeck, 2005; Unger, Molina, & Teran, 2000. Aan te pakken factoren De determinanten of onderliggende gedragsfactoren waar de interventie zich op richt zijn determinanten die in het ASE-model (de Vries e.a. 1988) de belangrijke voorspellers van gedrag zijn: kennis, risicoperceptie, attitude of houding, sociale invloed of subjectieve norm, eigeneffectiviteit en intentie m.b.t. de gedragingen die leiden tot de overkoepelende thema’s seksuele identiteit, wensen en grenzen en veilig vrijen. Deze determinanten komen overeen met de determinanten die door Kirby e.a. (2006) genoemd worden als de belangrijkste in in effectieve seksuele voorlichting en soa/hiv preventie op scholen. In tabel 1 staat een overzicht van de thema’s, welke determinanten aangepakt worden en de bijbehorende subdoelen, deze zijn gelijk aan de subdoelen in 2.2. doelen. Met een * is aangegeven welke determinanten meegenomen zijn in de effectevaluatie. Thema Seksuele ontwikkeling
Determina nt Kennis
Attitude
Wensen en grenzen
Subjectieve norm Eigeneffectiviteit Kennis Attitude*
Subjectieve norm Eigeneffectiviteit
(sub)doel: Na het volgen van de 6 lessen LLL: Leerlingen hebben kennis en inzicht in lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen met betrekking tot de puberteit en seksualiteit. Leerlingen hebben kennis van de (werking van) mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen Leerlingen erkennen dat er meerdere vormen van relaties zijn en seksuele voorkeuren Leerlingen staan positief tegenover homoseksualiteit en negatief tegenover homonegativiteit Leerlingen staan positief tegenover de keuzes van anderen mbt relaties Leerlingen ervaren dat anderen met dezelfde problemen kampen mbt verliefdheid, liefdesverdriet, vragen over lichamelijke veranderingen Leerlingen durven met anderen te praten over vragen die ze hebben mbt puberteit en seksuele ontwikkeling Leerlingen hebben kennis van wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is Leerlingen kennen hun eigen grenzen en wensen Leerlingen staan negatief tav seksueel grensoverschrijdend gedrag Leerlingen hebben een positieve houding tov duidelijk communiceren van eigen wensen en grenzen Leerlingen hebben een positieve houding tov dat anderen hun wensen en grenzen duidelijk communiceren Leerlingen weten dat hun peers negatief staat tov seksueel grensoverschrijdend gedrag Leerlingen voelen zich in staat om grenzen te stellen
16
Titel interventie
interventienummer
* Veilig vrijen
Kennis
Risico Perceptie Attitude* Subjectieve norm* Eigeneffectiviteit * Intentie*
Tabel 1
Vaardigheden
Leerlingen hebben kennis van mentruele cyclus, zwangerschap en preventie van zwangerschap. Leerlingen hebben kennis van anticonceptiemiddelen, de werking en hoe te verkrijgen. Leerlingen hebben kennis van de belangrijkste soa, de overdracht en condooms ter preventie Leerlingen erkennen de persoonlijke risico’s (ernst en kwetsbaarheid) van onveilig vrijen (zwanger worden en/of soa besmetting) Leerlingen hebben een positieve attitude tav condoomgebruik en pilgebruik Leerlingen ervaren dat anderen ook positief staan tov condoomgebruik Meisjes ervaren dat anderen positief staan tov pilgebruik Leerlingen voelen zich in staat om condoom te kopen, te gebruiken en met de partner te bespreken Meisjes voelen zich in staat om de pil te vragen, en correct te gebruiken Jongens voelen zich in staat om met hun partner afspraken te maken over pilgebruik Leerlingen hebben de intentie om condooms te kopen en gebruiken (t.z.t.) Meisjes hebben de intentie om anticonceptie te gebruiken indien nodig Leerlingen kunnen een condoom correct omdoen
De interventie is een lespakket uit te voeren op scholen in klassen, dit geeft weinig ruimte voor het aanleren en oefenen van vaardigheden. Daarnaast is de doelgroep 13-15 jaar; de meeste zullen nog niet toe zijn aan seks, dus ligt de aandacht niet zozeer op het uiteindelijke gedrag (bijvoorbeeld condooms of anticonceptie gebruiken) maar op de onderliggende en voorspellende determinanten. Verantwoording Lang Leve de Liefde is planmatig en systematisch ontwikkeld met behulp van Intervention Mapping (IM) (Bartholomew e.a. 2011). In de ontwikkeling van het lesmateriaal is telkens is de link gelegd tussen de determinant, veranderdoel, de methodiek en uitgewerkte toepassing/werkvorm, en hiervoor is bewijs gezocht in de empirie, praktijk en theorie. De belangrijkste methodieken zijn afgeleid van: (1) actieve leertheorieën en elaboratie door actief informatie te verwerken (Elaboration Likelihood Model (ELM), Petty & Cacioppo, 2002), en (2) sociale leertheorie en modelling (Bandura, 1977). Er is goed aangesloten bij de belevingswereld van de jongeren door ervaringen en meningen van jongeren te verwerken in verhalen op papier en film, docudrama, quotes, fotostrips en getekende strips. Ook zijn de illustraties en foto’s herkenbaar. Er zijn zoveel mogelijk actieve en interactieve werkvormen gekozen die belangrijk worden geacht voor effectiviteit van interventies voor jongeren op het gebied van relaties en seks, bijvoorbeeld groepsdiscussie (zie Peters e.a., 2009). Steeds rekening gehouden met de culturele, seksuele, regionale en gender diversiteit door jongeren van diverse achtergronden aan het woord te laten komen, in tekst, foto’s, verhalen en meningen. Om de aandacht van de jongeren te behouden is er grote variatie in hoe deze ervaringen en meningen zijn vormgegeven: verwerkt in een docudrama, in de vorm van een interview, 17
Titel interventie
interventienummer
losse quotes, als een stelling waarover gediscussieerd kan worden, in een ballon bij een foto e.d. Hiervoor verwijzen we naar het leerlingenmagazine (www.langlevedeliefde.nl). De werkvormen worden in iedere les gebruikt en behandelen telkens het onderwerp of thema van de les. Het lesprogramma heeft een natuurlijke opbouw: puberteit en verliefdheid, relatievorming (les 1 en 2), wensen en grenzen, seksuele relaties (les 3 en 4), seksuele problemen en hulp en informatie, veilig vrijen (condoomgebruik en anticonceptie) (les 5 en 6). Voorbeeld 1: In de les over anticonceptie (les 5) is een van de doelen dat de leerlingen de juiste kennis hebben over anticonceptie. Specifiek geformuleerd: De leerlingen, na deze les: 1. Beschrijven hoe het voortplantingssysteem werkt van jongen en meisje; 2. Leggen uit wat je kunt doen om zwangerschap te voorkomen. Dit wordt hen geleerd door informatieverstrekking en elaboratie, hen wordt niet alleen de informatie gegeven maar zij gaan er ook actief mee aan de gang. De leerlingen nemen de menstruatiecyclus en bijbehorende tekst uit het leerlingenmagazine (p.30) door, zij lezen de e-mail ‘ Hoe kom ik aan de pil’ (p.39). Zij nemen het overzicht van anticonceptiemiddelen door (p. 40). Vervolgens zijn er verwerkingsopdrachten (p. 41) waarin zij de informatie moeten toepassen. Voorbeeld 2: In dezelfde les 5 wordt ook ingegaan op de attitude tav anticonceptie. Zowel in het bijbehorende docudrama, het ervaringsverhaal van Stella (p. 34), korte uitspraken van jongeren in ‘hoe zou jij je voelen?’ (p.34) wordt door middel van ‘geanticipeerde spijt’ de attitude aangepakt. In alle verhalen staat centraal hoe ‘rot’, hoeveel ‘stress’, en ‘zenuwen’ de hoofdpersoon had nadat hij/zij zonder voorbehoedsmiddel had gevreeën. Vervolgens worden de leerlingen gevraagd om zelf in te denken hoe zij zich zouden voelen in die situatie door middel van een invuloefening (p.34). In Tabel 2 staan alle werkvormen en de bijbehorende gedragsdeterminanten Deter-minant Kennis
Risicoperceptie
Methodiek Informatieoverdracht Visuele / schematische weergave Elaboratie Actief leren Bewustwording Confrontatie
Re-evaluatie van de omgeving Scenario gebaseerde risico informatie Personalisering van risico Modelling
Werkvorm/toepassing lespakket Informatieve teksten (magazine) ‘wist je dat’ / Fun facts/ weetjes/ FAQ (magazine) Informatieve illustraties (magazine) Invuloefeningen (magazine) Invuloefening /Quiz (magazine) Ervaringsverhaal (magazine en dvd) Meningen (magazine en dvd) ‘wist je dat’ / Fun facts/ weetjes/ FAQ (magazine) Discussie (klassikaal) Ervaringsverhaal (magazine en dvd) Ervaringsverhaal (magazine en dvd) Docudrama (dvd) Invuloefening (magazine) Meningen (magazine en dvd) Fotostrip (magazine) Docudrama (dvd) Ervaringsverhaal (magazine en dvd) Meningen (magazine en dvd)
18
Titel interventie
Attitude
Zelfevaluatie Elaboratie
Modelling
Confrontatie Argumenten Voor – en nadelen
Klassieke conditionering Perspectief van ander aannemen Geanticipeerde spijt / opluchting Modeling
interventienummer
Invuloefeningen (magazine) Discussie (klassikaal) Informatieve teksten en illustraties (magazine) Invuloefeningen (magazine) ‘wist je dat’ / Fun facts/ weetjes/ FAQ (magazine) Discussie (klassikaal) Fotostrip (magazine) Docudrama (dvd) Ervaringsverhalen (magazine en dvd) Meningen (dvd) Ervaringsverhalen (magazine en dvd) ‘wist je dat’ / Fun facts/ weetjes/ FAQ (magazine) Informatieve tekst (magazine) Meningen (magazine en dvd) Informatieve tekst (magazine) Meningen (magazine en dvd) Invuloefening (magazine) Herhaling (toegepast op condooms en condoomgebruik) Invuloefening (magazine) Docudrama (dvd) Ervaringsverhalen (magazine en dvd) Invuloefening (magazine) Fotostrip/strip (magazine) Docudrama (dvd) Ervaringsverhalen (magazine en dvd) Meningen (magazine en dvd)
Subjectieve norm
Norm/verwachtingen/ goedkeuring communiceren Sociale vergelijking Modeling
Fotostrip/strip (magazine) Docudrama (dvd) Ervaringsverhalen (magazine en dvd) Meningen (magazine en dvd)
Eigen effectiviteit / vaardigheden
Oefenen Coping strategieën bedenken
Condoom oefening (klassikaal) Tips (magazine) Invuloefening (magazine) Scenario (magazine en dvd) Invuloefening (magazine) Tips (magazine) Invuloefening (magazine) Tips (magazine) Instructie (magazine) Tips (magazine) Tips (magazine)
Sociale druk inoculatie
Voorbereidend eigen handelen
Doelen stellen Handelingsperspectief/ alternatief bieden
Tabel 2
Werkzame elementen -
Alle methodieken waarop de werkvormen en materiaal gebaseerd zijn, zijn effectief in het veranderen van de determinanten Gebruik van modelling in docudrama, ervaringsverhalen en om de meningen van jongeren te verwoorden 19
Titel interventie
-
-
interventienummer
Actieve en interactieve werkvormen, bijvoorbeeld groepsdiscussie en actieve informatieverwerking door oefeningen. Aansluiting met de doelgroep door gebruik te maken van ervaringsverhalen, uitspraken van jongeren Materiaal is aantrekkelijk voor en door jongeren, mooie vormgeving Materiaal aangepast aan het niveau van de jongeren (praktijkonderwijs en vmbo basis beroeps) Uitvoerbaar voor docenten biologie, verzorging, en mentoren
3. Uitvoering Materialen Voor de uitvoering van de interventie zijn beschikbaar: - Leerlingen magazines: een versie voor praktijkonderwijs en vmbo basis beroep en een versie voor vmbo, havo, vwo - Docentenhandleidingen: een versie voor praktijkonderwijs en vmbo basis beroep en een versie voor vmbo, havo, vwo - Dvd - Website www.langlevedeliefde.nl met twee digilessen Bladerbare en of downloadbare pdf’s van de leerlingenmagazines en docentenhandleidingen als ook de trailers van de film en van zijn te vinden op www.langlevedeliefde.nl, Over Lang Leve de Liefde, Onderbouw. - Website www.lesgevenindeliefde.nl ter ondersteuning van docenten bij het lesgeven - Vragendoos - Lang Leve de Liefde condooms Er is ook een Engelse versie van het leerlingenmagazine, de dvd en de docentenhandleiding ontwikkeld (versie vmbo, havo, vwo) om te worden ingezet in tweetalig en internationaal onderwijs. Voor de werving is ontwikkeld: - Digitale toolkit voor GGD professionals bestaande uit ondersteunend materiaal voor het werven van scholen alsook een PowerPoint voor het trainen van docenten. - Informatiefolder ‘Alles over Lang Leve de Liefde’ - Engelstalige informatiefolder ‘ Long Live Love’ - Posters: twee soorten voor in de klas of voor promotie
Type organisatie De interventie wordt uitgevoerd op scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Dit zijn praktijkscholen, vmbo, havo en vwo scholen. De interventie kan eventueel in Engelstalig voortgezet onderwijs worden uitgevoerd.
Opleiding en competenties 20
Titel interventie
interventienummer
Docenten die lesgeven in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, zijn in principe competent om seksuele voorlichting en dus de lessen Lang Leve de Liefde te geven. Uit onderzoek onder docenten is gebleken dat sommigen geconfronteerd worden met barrières in het lesgeven of bepaalde dilemma’s hebben ervaren of op anticiperen. Deze barrières/dilemma’s zijn: - creëren van een veilige sfeer, - lesgeven zonder schaamte - signaleren van problematiek - integreren sociale media - omgaan met homonegativiteit -omgaan met cultuurverschillen - omgaan met ervaringsverschillen. Voor docenten is een e-coaching omgeving op internet opgezet (www.lesgevenindeliefde.nl) waar docenten schriftelijke informatie kunnen vinden over deze dilemma’s en tips over hoe hiermee om te gaan. Ook worden met behulp van films docenten aan het woord gelaten die vertellen over hun ervaringen met deze dilemma’s en de oplossingen. Daarnaast is er een mogelijkheid voor docenten om een training in het geven van LLL, bij de GGD te volgen. De docentenhandleiding biedt verder handvatten voor docenten om de thema’s te bespreken, stellingen en vragen om een discussie te starten en in goede banden te leiden. Kwaliteitsbewaking GGD professionals worden elk jaar uitgenodigd voor training en workshops worden georganiseerd om docenten te trainen. De e-mailadressen gekoppeld aan de twee websites worden met regelmaat gebruikt door docenten voor vragen en opmerkingen die vervolgens worden meegenomen in het doorvoeren van aanpassingen. Ook evaluaties van GGD’ en van hun eigen docententrainingen Lang Leve de Liefde worden gebruikt voor het verkrijgen van zicht op waardering van de interventies en behoefte aan bijstellen. Voor de herdruk van het lesmateriaal wordt geïnventariseerd onder zowel GGD Professionals als docenten welke aanpassingen wenselijk zijn. Er is een uitgebreid systeem van monitoring van gebruik opgezet om inzicht te krijgen en te blijven monitoren hoe het gebruik van het lesprogramma evolueert. Soa Aids Nederland monitort het gebruik. Directe uitvoering wordt niet gemonitord, zoals gebruikelijk is in het onderwijs. Er is wel onderzoek gedaan naar de uitvoering in de onderwijspraktijk (zie 5. Onderzoek naar effectiviteit).
Randvoorwaarden Voorwaarde voor goede uitvoering van de lessen is dat docenten adequaat weten om te gaan met dilemma’s in het lesgeven zoals: omgaan met homonegatief gedrag, omgaan met ervaringsverschillen, omgaan met lastige vragen, creëren van en veilige sfeer etc. Niet alle docenten zijn hiertoe voldoende toegerust. Daarom is een ondersteunende website ontwikkeld www.lesgevenindeliefde.nl. Wenselijk is dat scholen de interventie niet eenmalig uitvoeren, maar structureel inbedden en opnemen in het curriculum. Met het opnemen van de thema’s seksualiteit en seksuele 21
Titel interventie
interventienummer
diversiteit in de kerndoelen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs, worden scholen gestimuleerd structureel aandacht te besteden aan het thema. Ook GGD’en spelen voor zover zij daartoe de capaciteit hebben, een belangrijke rol in het promoten van het gebruik van het lesprogramma en het ondersteunen van docenten. Zo geven GGD’ en informatie over het lespakket en kunnen zij een training voor docenten organiseren. Niet alle GGD’ en hebben voldoende tijd en middelen om deze taak vervullen. Implementatie Er is veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een systeem van implementatie. De implementatiesystematiek bestaat onder andere uit: - Een toolkit voor GGD’ en om het lesprogramma te promoten en implementatie te bevorderen. Onderdeel van deze toolkit is een training voor docenten. - Een training (train de trainer) voor GGD medewerkers - Een ‘adoptiebrochure’: een informatiefolder die de adoptie van het lespakket bevordert. - Een website met informatie over Lang leve de liefde waaronder bladerbare pdf’s om materiaal te kunnen inzien en trailers van de dvd en de docentenwebsite - Een ondersteunende website die implementatie door docenten bevordert door hen te ondersteunen in het omgaan met dilemma’s in het lesgeven over relaties en seksualiteit. - Er worden jaarlijks meerdere workshops georganiseerd of stands verzorgd tijdens belangrijke themadagen zoals het NIBI congres voor docenten Biologie, de ProDag voor docenten in het praktijkonderwijs, het congres Wereld Aids Dag, studiedagen georganiseerd door GGD’ en. Lisette Schutte zal hier op promoveren, oktober 2014 Zie Schutte 2010, Schutte 2012, Bertens, Schutte & van den Borne 2012, en Schutte 2014, voor meer informatie over de implementatie. Kosten Aanschaf materialen: - De leerlingen magazines kosten € 0,95 per stuk. Voor elke leerling moet een magazine worden aangeschaft. - De dvd kost € 15,00 per stuk. Dit is een eenmalige aanschaf. - De docentenhandleidingen zijn gratis te downloaden van www.langlevedeliefde.nl of www.lesgevenindeliefde.nl - De digilessen zijn gratis te gebruiken via www.langlevedeliefde.nl Naast deze basisproducten zijn er verschillende aanvullende producten verkrijgbaar: - De Lang Leve de Liefde vragendoos kost € 5,95 - De Lang Leve de Liefde condooms kosten € 15,00 voor twee dozen a 100 stuks - De Lang Leve de Liefde posters kosten € 4,95 per koker van 4 posters Training van GGD professionals wordt vooralsnog gratis aangeboden. Kosten in de uitvoer: de docent is een aantal uren kwijt aan het lespakket - Voorbereiding en uitvoeren lespakket: 10 uren 22
Titel interventie
interventienummer
4. Onderzoek naar praktijkervaringen Onderzoek en resultaten Soa Aids Nederland houdt de verspreiding en het bereik van het lespakket Lang Leve de Liefde bij. In december 2013, ruim een jaar na de lancering, gebruikten ruim 250 scholen het lespakket. Circa 45.000 leerlingenmagazines waren op dat moment gedistribueerd (cijfers EDG). Op kleine schaal is een kwalitatieve procesevaluatie gedaan door middel van focusgroep interviews. Hieruit bleek dat de jongeren te spreken zijn over het lesmateriaal en dat vooral de docudrama’s hen aanspreken. Wat betreft thema’s worden de onderdelen in de lessen die betrekking hebben op ‘wensen en grenzen’ het meest gereciteerd. A. Pepijn van Empelen (TNO), 2013, Eindverslag ZonMw B. De procesevaluatie onder leerlingen. De procesevaluatie was een onderdeel van de effectevaluatie (februari 2012- mei 2013). Procesvragen in de vragenlijst in eerste nameting (n=3762, 44 scholen). Scholen zijn gerandomiseerd over een controle groep en twee experimentele groepen: LLL+ het lespakket met ondersteuning e-coaching voor docenten en LLL het lespakket zonder ecoaching. Enkele vragen waren hetzelfde voor de experimentele en de controlegroep, en daarnaast waren er groepspecifieke vragen voor beide groepen. C. Resultaten Blootstelling aan seksuele voorlichting De experimentele groepen krijgen meer seksuele voorlichting dan controle groep (resp. 94% en 79%). Wat betreft blootstelling aan de onderwerpen en werkvormen scoren de beide experimentele groepen samen significant hoger dan de controlegroep. Wat betreft behandelde lesonderwerpen lijkt de implementatie in de LLL+ groep wat beter te zijn dan in de LLL groep. Ook wat betreft blootstelling aan werkvormen waren er verschillen tussen de condities, maar deze waren niet consistent in dezelfde richting; zo rapporteerde LLL+ groep vaker groepsdiscussie (resp. 63% LLL+ vs. 54% LLL) en vragendoos (37% vs. 22%), maar minder vaak oefenen/practicum 37% vs. 49%) en rollenspel (9% vs. 15%). Het percentage leerlingen dat aangaf dat zij in de les het magazine hebben gelezen, lag in beide groepen op 91% en verschilde niet tussen de groepen, ongeveer 94% van de LLL groep hadden de dvd-afleveringen gezien. Docentendata verzameld bij docenten in de controlegroep (selectieve respons) laat zien dat docentengebruik maken van onder andere zelfgemaakte lessen, of andere bijvoorbeeld lespakketten. Evaluatie-oordelen over LLL Het gemiddelde rapportcijfer voor elk van de drie programmaonderdelen (lessen, dvd en magazine) ligt voor beide experimentele groepen rond de 7. De minst positieve oordelen zijn ten aanzien van de herkenbaarheid van de dvd-situaties en van de interviews en de geloofwaardigheid van de acteurs. De LLL+ scoorden iets hoger dan de LLL groep.
23
Titel interventie
interventienummer
5. Onderzoek naar de effectiviteit Onderzoek in Nederland A. Pepijn van Empelen (TNO), 2013, Eindverslag ZonMw. B. Effectevaluatie Effectevaluatie uitgevoerd onder leerlingen van het tweede leerjaar van het VO. Scholen werden gerandomiseerd over de controle, experimentele conditie LLL+ met ondersteuning van een docenten e-coaching omgeving en de experimentele conditie LLL zonder ondersteuning. Om een evenredige verdeling te krijgen naar GGD regio en opleidingsniveau heeft er vooraf een stratificatie per regio en opleidingsniveau plaatsgevonden. Er zijn drie metingen (voormeting, directe nameting en 6-8 maanden follow-up) uitgevoerd tussen februari 2012 en mei 2013. Analyses. Multiple imputatie is gebruikt om incomplete variabelen aan te vullen. Voor het beantwoorden van onderzoeksvraag is middels multilevel regressieanalyse (leerlingen genest binnen scholen) nagegaan of experimentele (LLL/LLL+) versus controle leerlingen verschillen op veranderscores van de uitkomstmaten voor de korte termijn (voormeting – eerste nameting) en de lange termijn (voormeting – tweede nameting). In deze analyses zijn correcties uitgevoerd op basis van geslacht, etniciteit, schoolniveau en ervaring met geslachtsgemeenschap. C. Resultaten In totaal zijn 150 scholen benaderd; 59 (39%) namen deel, totaal 5480 leerlingen in klas 2: 14 scholen controle, 22 scholen in LLL+ conditie en 18 scholen in de LLL conditie. Aan de voormeting hebben in totaal 4623 leerlingen deelgenomen, verdeeld over LLL (1714), LLL+ (2061) en de controlegroep (848). Hiervan zijn 1724 leerlingen (37.3%) uitgevallen na de voormeting; er was meer uitval uit de LLL+ conditie (44.3%) dan uit de andere condities (LLL 30.6%, controlegroep 33.8%). Uitval kwam verder relatief meer voor onder leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond, leerlingen met seksuele ervaring, en in het vmbo. Tussen de drie condities waren er op de voormeting geen verschillen in de verdeling naar geslacht, etniciteit en seksuele ervaring. Wel was er een verschil naar schoolniveau: in de LLL+ conditie zaten relatief minder leerlingen op het vmbo dan in de andere condities (LLL+ 39,2%, LLL 49,7%, controlegroep 52,7%). Primaire uitkomstmaten. Er zijn significante positieve interventie-effecten van Lang Leve de Liefde (LLL+/LLL) ten opzichte van de controleconditie gevonden op 8 van de 16 bovenvermelde primaire uitkomstmaten (zie tabel 1). Er waren geen verschillen waren tussen de beide experimentele groepen. Positieve effecten Kennis rondom seksuele gezondheid: significante toename in de experimentele groepen (gemiddelde score = 4.4, F(4,1758) = 8.71, p <.001, partial Eta2 = .02). SOA risicoperceptie. Er was een significante toename in ervaren kans om een SOA op te lopen in de interventie, ten opzicht van de controle groep (groepsverschil Korte Termijn = .30, Lange Termijn = .14; F (2,1794) = 10.2, p < .005). Op condoomgebruik werd voor alle determinanten een verschil in het voordeel van Lang Leve de Liefde gevonden: attitude (groepverschil = .10; 95%CI 0.01-.19), subjectieve norm (groepverschil = .18; 95%CI 0.11-.26), eigeneffectiviteit 24
Titel interventie
interventienummer
(groepverschil = .21; 95%CI 0.13-.29) en intentie ten aanzien van condoomgebruik (groepverschil = .23; 95%CI 0.01-.19). Op lange termijn bleef het effect op intentie ten aanzien van condoomgebruik (en voorbereidende handelingen, zoals het beschikbaar hebben van condooms) behouden (groepsverschil = .12; 95%CI .04-.20). Voor pilgebruik zijn er positieve veranderingen in attitude (groepverschil = .17; 95%CI 0.07-.27) en subjectieve norm voor de meisjes (groepverschil = .15; 95%CI 0.04-.25). Tabel 1 (zie APPENDIX aan het eind van het werkblad voor de tabellen) geeft de gemiddelden per variabele (scores kunnen varieren tussen 1-5). Conclusie Het positieve effect op condoom-intentie op de langere termijn is bijzonder bemoedigend, aangezien lange termijn effecten zelden worden gevonden bij dit soort interventies en aangezien de intentie de beste voorspeller is van gedrag. Lang Leve de Liefde is met deze resultaten effectief op belangrijke aspecten van seksuele gezondheid. Op de primaire uitkomstmaten waarop geen significant effect werd gevonden, was er veelal wel een positieve verandering in de experimentele groep, maar deze was niet groter in vergelijking met de controlegroep.
Onderzoek naar vergelijkbare interventies Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze of een vergelijkbare interventie (in Nederland en in het buitenland) en wat zijn daarvan de uitkomsten? Vermeld ook reviews en meta-analyses. NVT
25
Titel interventie
interventienummer
6. Aangehaalde literatuur Airhihenbuwa, C.O. (1995). Health and culture: beyond the Western paradigm: Sage Publishers. Bandura, A. (1977) Social learning theory. Englewood Cliffs: Prentice-Hall. Bartholomew, L.K., Parcel, G. S., Kok, G., Gottlieb, N.H., & Fernández, M.E. (2011). Planning health promotion programs. An Intervention Mapping approach. (3rd ed.). San Francisco, CA: Jossey-Bass. Ben Tarraf, M. (2009). Gerichte seksuele gezondheidsvoorlichting door een verdieping in culturele achtergrond van de doelgroepen. Amsterdam: Vrije Universiteit. Berlo, van, W., Wijsen, C., & Vanwesenbeeck, I. (2005). Gebrek aan regie. Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschappen. In R. N. Groep (Ed.). Utrecht. Bertens, M., Schutte, L. & Van den Borne, M. (2012) Evaluatie docentenwebsite ‘Lesgeven in de Liefde’ behorend bij Lang Leve de Liefde. Soa Aids Nederland. Borghei, M. (2009). Hogere culturele sensitiviteit bij seksuele voorlichtingsprogramma's. Een onderzoek naar de culturele gedragsdeterminanten van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse meisjes in de tweede klas van het vmbo met als doel het verhogen van de culturele sensitiviteit van het lesprogramma ‘Lang Leve de Liefde’. Amsterdam: Vrije Universiteit. de Bruijn, P., Burrie, I., & Van Wel, F. (2006). A risky boundary: unwanted sexual behavior among youth. Journal of Sexual Aggression, 12, 81-96. Buijinck, G., Stals, M., Schutte, L., te Poel, F., & Meijer, S. (2010). Zwanger...en dan? Planmatige ontwikkeling van een aanvullende module rondom (on)bedoelde zwangerschap voor het lespakket Lang Leve de Liefde. Amsterdam: Fiom Soa Aids Nederland. Cense, M., & van Dijk, L. (2010). Niet zomaar seks. Jongeren over seks en grenzen. Utrecht: Rutgers WPF. DeGue, S., DiLillo, D., & Scalora, M. (2010). Are all perpetrators alike? Comparing risk factors for sexual coercion and aggression. Sex Abuse, 22, 402-426. DiClemente, R. J., Crosby, R. A., & Wingood, G. M. (2002). Enhancing STD/HIV prevention among adolescents: the importance of parenteral monitoring. Minerva Pediatr, 54(3), 171177. van Empelen, P. (2013) Eindverslag Effectevaluatie van de herziene versie Lang Leve de Liefde.Projectnummer 124270003, ZonMw, TNO. Fortenberry, J. D., Tu, W., Harezlak, J., Katz, B. P., & Orr, D. P. (2002). Condom use as a function of time in new and established adolescent sexual relationships. American Journal of Public Health, 92(2), 211 - 213. de Graaf, H., Kruijer, H., Acker, van, J., & Meijer, S. (2012). Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Delft: Eburon. de Graaf, H., Meijer, S, Poelman, J., & Vanwesenbeeck, I. (2005). Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Delft: Eburon. de Graaf, H., Van Dijk, L., & Wijsen, C. (2009). Leefstijlcampagne seksuele weerbaarheid. Voorbereidend literatuuronderzoek. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Kirby, D. (2002). Antecedents of adolescent initiation of sex, contraceptive use, and pregnancy. Am J Health Behav, 26(6), 473-485. Kirby, D., Laris, B.A. & Rollarie, L. (2006) Sex and HIV eduaction programs for youth: Their impact and improtant characteristics. Family Health International. Koss, M. P., Abbey, A., Campbell, R., Cook, S., Norris, J., & Testa, M. (2007). Revising the SES: a collaborative process to improve assessment of sexual aggression and victimization. Psychology of Women Quaterly, 31, 357-370. Kuyper, L., de Wit, J., Adam, P., Woertman, L., & van Berlo, W. (2009). Laat je nu horen! Een onderzoek naar grensoverschrijdende seksuele ervaringen en gedragingen onder jongeren. Utrecht: Universiteit Utrecht, Rutgers Nisso Groep. Laagland, T. Zwangerschapsinformatie: een broodnodig onderdeel van de les. Lesmateriaal op het gebied van tienerzwangerschap en de aansluiting op de behoeftes van vmbo- en mbo-
26
Titel interventie
interventienummer
docenten. Amsterdam: Vrije Universiteit, 2009. Lam, Amy G., Mak, Amy, Lindsay, Patricia D., & Russell, Stephen T. (2004). What Really Works? An Exploratory Study of Condom Negotiation Strategies. AIDS Educ Prev, 16(2), 160-171. Meijer, S., De Graaf, H, Vanwesenbeek, I & Poelman, J. (2005). Actieplan Seks onder je 25e. Participatie van onderzoek tot actie. Amsterdam: Soa Aids Nederland. O’Donohue, W. , Yeater, E.A., & Fanetti, M. (2003). Rape prevention with college males: The roles of rape myth acceptance, victim empathy, and outcome expectancies. Journal of Interpersonal Violence, 18, 513-531. Peters, G. J., Kok, G.J., (2009). GHB: From knowledge about determinants to evidence-based health promotion interventions, 311. In Psychology and Health 24 (Suppl. 1). Petty, R.E., Barden, J. & Wheeler, S. (2002) The elaboration likelihood model of persuasion: Health promotions that yield sustained behavrioral change. In R.J, DiClement, R.A. Crosby & M.C. Kegler (Eds). Emerging theories in health promotion practice and research: Strategies for improving public health (pp 71-99). San Francisco: Jossey-Bass. Picavet, C. & van der Vlugt, I. (2014) Factsheet Tienderzwangerschappen in Nederland. Rutgers WPF. Schaalma, H.P., & Kok, G. (2011). A school HIV-prevention program in the Netherlands. Case study 3 at the Wiley companion site for Bartholomew et al. from http://bcs.wiley.com/hebcs/Books?action=index&itemId=0470528516&bcsId=6246. Schnaars, A.L. (2009) Long Live Love. A Qualitative Implementation study about the current use of a school-based sex education program among teachers in the Netherlands. Maastricht: Maastricht University. Schröder, K. E. E., Hobfoll, S. E., & Jackson, A. P. (2001). Proximal and distal predictors of Aids risk behaviors among inner-city african american and european american women. Journal of Health Psychology, 6, 169-190. Schutte, L. (2009) An evaluation of the implementation of Long Live Love 3. Master of Public Health. Faculty of Health, Medicine and life Sciences. Maastricht University. Schutte, L. (2010) Lang leve de liefde. Hoe ver is de implementatie? In: Seksoa, 2010, jrg 1, nr 2. Schutte, L. (2009) Pre-production testing: Evaluatie en behoefte onderzoek naar LLL3 onder havo/vwo, vmbo en praktijkonderwijs leerlingen en docenten. Soa Aids Nederland. Schutte, L. (2012) Resultaten procesevaluatie interviews met docenten over e-coaching en Lang Leve de Liefde. Maastricht University. Schutte, L. (2010) Pre-production testing: Evaluatie en behoefte onderzoek naar LLL3 onder havo/vwo, vmbo en praktijkonderwijs leerlingen en docenten. L.Schutte, Soa Aids Nederland Schutte, L., Meertens, R., Mevissen, F., Schaalma, H., Meijer, S., Kok, G. (2014) Long Live Love. The implementation of a school-based sex-education program in the Netherlands. Health Education Research, (in publication). Sionean, C., DiClemente, R. J., Wingood, G. M., Crosby, R., Cobb, B. K., Harrington, K., Oh, M. K. (2002). Psychosocial and behavioral correlates of refusing unwanted sex among AfricanAmerican adolescent females. J Adolesc Health, 30(1), 55-63. Timmerman, G. (2005). A comparison between girls’ and boys’ experiences of unwanted sexual behaviour in secondary school. Educational Research, 47, 291–306. Trienekens, S.C.M., F.D.H. Koedijk, I.V.F. van den Broek, H.J. Vriend, E.L.M. Op de Coul, M.G. van Veen, M.A.B. van der Sande. (2011). Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2011. Bilthoven: RIVM Unger, J. B., Molina, G. B., & Teran, L. (2000). Perceived consequences of teenage childbearing among adolescent girls in an urban sample. J Adolesc Health, 26(3), 205-212. Vlasman, A. (2009) PEN-3 Model en de culturele gedragsdeterminanten bij (on)bedoelde tienerzwangerschap. Amsterdam: Vrije Universiteit. de Vries, H., Dijkstra, M. & Kuhlman, P. (1988) Self-efficacy: The third factor besides attitude and subjective norm as a predictor of behavioral intentions. Health Education Research, 3, 273282. Referenties mbt Lang Leve de Liefde Ben Tarraf, M. (2009). Gerichte seksuele gezondheidsvoorlichting door een verdieping in culturele achtergrond van de doelgroepen. Amsterdam: Vrije Universiteit.
27
Titel interventie
interventienummer
Bertens, M., Schutte, L. & Van den Borne, M. (2012) Evaluatie docentenwebsite ‘Lesgeven in de Liefde’ behorend bij Lang Leve de Liefde. Soa Aids Nederland. Borghei, M. (2009) Hogere culturele sensitiviteit bij seksuele voorlichtingsprogramma's. Een onderzoek naar de culturele gedragsdeterminanten van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse meisjes in de tweede klas van het vmbo met als doel het verhogen van de culturele sensitiviteit van het lesprogramma ‘Lang Leve de Liefde’. Amsterdam: Vrije Universiteit. Buijinck, G., Stals, M., Schutte, L., te Poel, F., & Meijer, S. (2010). Zwanger...en dan? Planmatige ontwikkeling van een aanvullende module rondom (on)bedoelde zwangerschap voor het lespakket Lang Leve de Liefde. Amsterdam: Fiom Soa Aids Nederland. van Empelen, P. (2013) Eindverslag Effectevaluatie van de herziene versie Lang Leve de Liefde.Projectnummer 124270003, ZonMw, TNO. Laagland, T. (2009) Zwangerschapsinformatie: een broodnodig onderdeel van de les. Lesmateriaal op het gebied van tienerzwangerschap en de aansluiting op de behoeftes van vmbo- en mbodocenten. Amsterdam: Vrije Universiteit. Meijer, S. De Graaf, H, Vanwesenbeek, I en Poelman, J. (2005). Actieplan Seks onder je 25e. Participatie van onderzoek tot actie. Amsterdam/Utrecht: Soa Aids Nederland/ Rutgers WPF. Schnaars, A.L. (2009) Long Live Love. A Qualitative Implementation study about the current use of a school-based sex education program among teachers in the Netherlands. Maastricht: Maastricht University. Schutte, L. (2009) An evaluation of the implementation of Long Live Love 3. Master of Public Health. Faculty of Health, Medicine and life Sciences. Maastricht University. Schutte, L. (2010) Lang leve de liefde. Hoe ver is de implementatie? In: Seksoa, 2010, jrg 1, nr 2. Schutte, L. (2009) Pre-production testing: Evaluatie en behoefte onderzoek naar LLL3 onder havo/vwo, vmbo en praktijkonderwijs leerlingen en docenten. Soa Aids Nederland. Schutte, L. (2012) Resultaten procesevaluatie interviews met docenten over e-coaching en Lang Leve de Liefde. Maastricht University. Schutte, L. (2010) Pre-production testing: Evaluatie en behoefte onderzoek naar LLL3 onder havo/vwo, vmbo en praktijkonderwijs leerlingen en docenten. L.Schutte, Soa Aids Nederland Schutte, L., Meertens, R., Mevissen, F., Schaalma, H., Meijer, S., Kok, G. (2014) Long Live Love. The implementation of a school-based sex-education program in the Netherlands. Health Education Research, (in publication). Vlasman, A. (2009) PEN-3 Model en de culturele gedragsdeterminanten bij (on)bedoelde tienerzwangerschap. Amsterdam: Vrije Universiteit.
28
Appendix bij 5 en 6 Tabel 1. Pooled results of multilevel analysis to assess interventie effects. Condoom
Attitude condoomgebruik Subjectieve norm condoomgebruik Eigeneffectiviteit tav. Gebruik en voorbereidende handelingen
Pil
0.100 (0.044)
0.012; 0.188
0.026
0.019 (0.047) 0.182 (0.038)
-0.075; 0.113 0.108; 0.256
0.000
0.76
0.080 (0.045)
-0.010; 0.170
2.87
0.209 (0.042)
0.126; 0.291
0.080 0.000
1.21 1.77
0.023 (0.053) 0.234 (0.037)
-0.085; 0.130 0.161; 0.308
0.000
Short-term
0.99
Long-term
1.26 1.53
Long-term Short-term Long-term
Short-term
0.685
0.673
Short-term Long-term Short-term
0.43
0.118 (0.041)
0.035; 0.200)
Attitude pil meisjes
1.59
0.174 (0.049)
0.077; 0.270
0.006 0.000
Long-term
1.46 1.61
0.019 (0.063) 0.145 (0.053)
-0.106; 0.143 0.042; 0.249
0.006
0.769
Subjectieve norm pil meisjes
Short-term Long-term Short-term
1.58
0.001 (0.082)
-0.166; 0.165
Eigeneffectiviteit Pil meisjes
1.59
0.137 (0.076)
0.013; 0.286
0.999 0.073
Long-term
1.30 0.09
-0.117 (0.089) 0.091 (0.078)
-0.293; 0.059 -0.066; 0.249
0.248
0.191
Intentie pil meisjes
Short-term Long-term Short-term
0.60
-0.009 (0.087)
-0.182; 0.165
Attitude jongens
2.72
0.138 (0.073)
-0.005; 0.281
0.919 0.058
Long-term Short-term
2.42 3.64
0.003 (0.083) 0.161 (0.091)
-0.161; 0.168 -0.021; 0.343
0.082
Lang term
2.51
-0.086 (0.112)
-0.323; 0.151
0.452
0.966
ICC
Group estimateb
95% confidence interval
p
Attitude tav. Eigen wensen
Short-term
0.31
0.056 (0.057)
-0.058; 0.169
0.333
0.37
-0.110 (0.058)
-0.225; 0.005
Attitude t.a.v wenzen ander
Long-term Short-term
0.38
0.075 (0.062)
-0.049; 0.198
0.061 0.232
0.30 0.09
-0.053 (0.054) 0.07 (0.045)
- 0.161; 0.054 -0.019; 0.159
0.37
-0.046 (0.060)
-0.167; 0.075
0.122 0.451
Short-term
0.49
-0.047 (0.037)
-0.121; 0.027
0.209
Long-term
1.38
-0.082 (0.051)
-0.185; 0.022
0.118
Long-term Eigeneffectiviteit grenzen stellen Homoneg
p
Group estimateb
Intentie tav gebruik en voorbereidende handelingen
Eigeneffectiviteit jongen
Wens/grens
95% confidence interval
ICC
Homonegativiteit
Short-term Long-term
0.326
a. G= gender (male, female), E=ethnicity (Dutch, non-Dutch), S=sexual experience (yes,no), Ed=education level (low, middle/high). Reference groups are printed in bold. + means a positive β-value, - means a negative β -value. b. A positive estimate means a larger improvement over time in scores for the interventie group.
Titel interventie
interventienummer
Tabel 2. Mean scores (SE) and change scores over time for the two groups.
onderwerp
Schalen (1-5, tenzij anders vermeld) Kennis (score: 1-6) SOA risicoperceptie
Condooms
Attitude condoomgebruik Subjectieve norm condoomgebruik Eigeneffectiviteit tav. Gebruik en voorbereidende handelingen Intentie tav gebruik en voorbereidende handelingen
Pil
Attitude pilgebruik meisjes Sociale invloed meisjes Eigeneffectiviteit meisjes Intentie meisjes Attitude jongens Eigeneffectiviteit jongens
Wens/Grens Attitude tav. Eigen wensen Attitude t.a.v wenzen ander Eigeneffectiviteit grenzen stellen Eigeneffectiviteit t.a.v. zoenen/condoomgebruik Attitude ten aanzien van grenzen seks
conditie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie
Baseline Mean 3.6 3.0 3.40 3.33 4,65 4,65 3,42 3,45 3,58 3,60 3,27 3,30
RAW SCORES Nameting Follow-up SE Mean SE Mean SE 4.2 4.4 4.4 4.4 3.40 3.48 3.63 3.55 0,03 4,64 0,03 4,63 0,03 0,01 4,74 0,01 4,66 0,02 0,02 3,46 0,03 3,50 0,03 0,01 3,67 0,02 3,61 0,03 0,03 3,65 0,03 3,82 0,04 0,01 3,87 0,01 3,85 0,03 0,03 3,39 0,03 3,28 0,04 0,01 3,65 0,02 3,43 0,03
DIFFERENCE SCORES Short term Long term Mean SE Mean SE 0.60 0.80 1.40 1.40 0.00 0.08 0.30 0.22 -0.01 0.03 -0.02 0.04 0.08 0.02 0.00 0.02 0,04 0,03 0,08 0,03 0,22 0,02 0,16 0,03 0,07 0,03 0,24 0,04 0,27 0,01 0,26 0,03 0,12 0,03 0,01 0,04 0,35 0,02 0,13 0,03
Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie
4,25 4,24 3,67 3,67 3,80 3,86 3,80 3,77 4,20 4,22
0,04 0,02 0,04 0,02 0,05 0,03 0,05 0,02 0,05 0,02
4,41 4,57 3,80 3,95 4,13 4,32 4,09 4,15 4,34 4,52 3,88 4,05
0,04 0,02 0,04 0,02 0,05 0,03 0,06 0,03 0,05 0,03 0,06 0,03
4,46 4,47 4,00 4,00 4,38 4,32 4,11 4,08 4,38 4,42 4,06 4,00
0,05 0,03 0,05 0,05 0,05 0,03 0,06 0,04 0,05 0,03 0,07 0,06
0,16 0,33 0,13 0,28 0,33 0,45 0,29 0,38 0,14 0,30
0,04 0,02 0,04 0,02 0,05 0,03 0,06 0,04 0,06 0,03
0,21 0,23 0,33 0,34 0,57 0,45 0,32 0,31 0,19 0,20
0,05 0,03 0,05 0,05 0,06 0,04 0,06 0,04 0,06 0,04
Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control Interventie Control
3,83 3,93 3,87 3,98 3,24 3,26
0,04 0,02 0,04 0,02 0,03 0,02
4,04 4,20 4,03 4,20 3,29 3,38
0,04 0,02 0,05 0,02 0,04 0,02
4,11 4,12 4,05 4,11 3,48 3,44 4,30 4,29 4,25
0,04 0,03 0,04 0,03 0,05 0,02 0,03 0,02 0,04
0,21 0,27 0,16 0,22 0,06 0,12
0,05 0,02 0,05 0,02 0,04 0,02
0,28 0,18 0,18 0,13 0,24 0,18
0,05 0,03 0,05 0,03 0,05 0,03
30
Titel interventie
interventienummer
Interventie Homoneg
Homonegativiteit
4,23 0,03 2,42 0,03 2,35 0,02
Control Interventie
31
2,36 0,04 2,26 0,02
2,37 0,04 2,23 0,03
-0,06 0,03 -0,10 0,01
-0,06 0,03 -0,12 0,03
Titel interventie
interventienummer
32