Werkblad beschrijving interventie
Be InterACTive
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling
Contact NJi
Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Contact RIVM
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
13145
Be InterACTive
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Adres: Plaats: E-mail: Telefoon.: Fax: Website: (van de interventie)
Stichting Be InterACTive Huisadres Poolman: Tretjakovlaan 32 1064 PR Amsterdam
[email protected] 020-7370954
www.beinteractive.org
Contactpersoon
Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam: Marieke Poolman Beschrijving: Dieuwke Schokker,
Adres: Plaats: E-mail: Telefoon: Fax:
Huisadres Poolman: Tretjakovln 32 1064 PR Amsterdam
[email protected] 06-44718089
Wassenaarseweg 56 2333 AL Leiden
[email protected] 088-8662701 071-5181903
TNO
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM
Documentatie voor de erkenningscommissie
De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie:
Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd.
Deelcommissie
Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
Documentnummer
1. 2. 3. 4. 5.
Interventiebeschrijving
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
2
13145
Be InterACTive
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
Ja
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
Ja
Nee
Vraag 3.1
Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
Ja
Nee
Vraag 4.1
Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
Ja
Nee
Vraag 4.2
Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
Ja
Nee
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
Ja
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
Ja
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
Ja
Nee
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
Ja
Nee
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
Ja
Nee
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
3
13145
Be InterACTive
Samenvatting
Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Doel Be InterACTive verbetert de fitheid en gezondheid van de deelneemsters. • Deelneemsters gaan meer bewegen, worden zich bewust van het belang van een gezonde leeftijl en het overgewicht neemt af. Be InterACTive verbetert de sociale positie van de deelneemsters. • Het sociale netwerk van de deelneemsters wordt vergroot, ze krijgen een actieve rol binnen Be InterACTive (participatie) en hun zelfvertrouwen neemt toe.
Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is.
Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden.
Doelgroep Einddoelgroep zijn allochtone vrouwen uit achterstandsbuurten. Om hen te bereiken wordt de sociale netwerkbenadering gebruikt. Aanpak De kern van Be InterACTive is dat een groep allochtone vrouwen (12-20 personen) uit een achterstandsbuurt gedurende een cursusperiode wekelijks samen gaat bewegen. Een cursus duurt 10 weken. Elke week is er 1 uur looptraining en een half uur gezondheidsvoorlichting. De cursus wordt afgesloten met deelname aan een evenement. Na de eerste cursus kan de groep doorgaan met samen lopen doordat er een trainster uit de groep vrouwen wordt geworden en opgeleid. De interventie is zo opgezet dat tijdens de cursus en in de contacten met de vrouwen daaromheen wordt gewerkt aan sociale integratie en participatie. Materiaal Be InterACTive werkt aan een handleiding voor de interventie. Daarnaast is er een website en een film over de interventie. Onderzoek Onderzoeksbureau Markus & Van de Velde heeft in 2006 een evaluatie uitgevoerd onder 31 deelneemsters uit 5 cursussen. Bijna alle deelneemsters hebben de cursus als (zeer) plezierig ervaren: 94%. Ruim 82% heeft er (zeer) veel voldoening door gekregen. Wel vond de helft (52%) de cursus vermoeiend. Al met al is 87% van de deelneemsters (zeer ) tevreden met de cursus. De Marokkaanse vrouwen waardeerden de cursus nog wat hoger dan de overige deelneemsters. De meeste verbeterpunten die door de deelneemsters zijn genoemd, hebben betrekking op tijdstip, tijdsduur, communicatie en organisatie. Ook werd de suggestie gedaan om Marokkaanse vrouwen tot trainster op te leiden. Deze opleiding is er inmiddels gekomen. Minder vrouwen geven na de cursus aan dat ze te weinig bewegen, ze zijn zich gezonder gaan voelen en meer dan de helft voelt zich ook mentaal sterker. Bijna alle deelneemsters zijn gemotiveerd om door te gaan met sporten. Tot slot is er bijna een verdubbeling te zien van vrouwen het aantal keren per week dat de vrouwen een praatje maakt met iemand van buiten het gezin.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
4
13145
Be InterACTive
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden.
Overgewicht wordt veroorzaakt door een positieve energiebalans: er komt meer energie binnen met de voeding dan er wordt verbruikt. De body mass index (BMI, gewicht/lengte2) geeft aan of er sprake is van overgewicht of obesitas. Bij volwassenen spreekt men van een gezond gewicht bij een BMI tussen de 18,5 en 25 kg/m2, van overgewicht bij een BMI tussen de 25 en de 30 kg/m2 en van obesitas bij een BMI > 30 kg/m2. (Visscher et al, 2010a) Wereldwijd komt overgewicht steeds meer voor: de WHO schat dat er in 2005 ongeveer 1,6 miljard volwassenen overgewicht hadden en dat er 400 miljoen mensen met obesitas waren. Voor 2015 verwacht de WHO dat dit aantal verder toeneemt, naar resp. 2,3 miljard en 700 miljoen. (World Health Organisation, 2006) Ook in Nederland neemt overgewicht en obesitas toe, bij volwassen mannen en vrouwen, maar ook bij kinderen en ouderen (Schokker et al, 2007). De meest recente cijfers van het CBS, op basis van zelfgerapporteerde lengte en gewicht, laten zien dat in 2009 35,4% van de volwassenen overgewicht had en nog eens 11,8% obesitas (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010). Dit is waarschijnlijk nog een onderschatting, want zelf-gerapporteerde gegevens geven vaak een lagere schatting dan onderzoeken waarin lengte en gewicht gemeten worden (Visscher et al, 2006). Mensen met overgewicht hebben een hoger risico op allerlei gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2, spier- en gewrichtsproblemen en sommige soorten kanker, en een verminderde kwaliteit van leven (World Health Organisation, 2000). In een review en meta-analyse vonden Luppino et al (2010) een wederkerig verband tussen depressie en obesitas: het hebben van obesitas geeft een hoger risico op het ontwikkelen van een depressie, het hebben van een depressie een hogere kans op het ontstaan van obesitas. Naast voeding en bewegen is er steeds meer bewijs voor de invloed van sociale en psychische factoren op het ontstaan van overgewicht (Visscher et al, 2010b). Overgewicht en obesitas komen meer voor bij lageropgeleiden (Uiters & Verweij, 2010; Schokker et al, 2007) en bij Nederlanders met een allochtone achtergrond (Van Bakel & Zantinge, 2010; Brussaard et al, 2001; Leest et al, 2002). Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat zien dat integratie in de Nederlandse samenleving leidt tot minder overgewicht (Dagevos & Dagevos, 2008). Vooral allochtone vrouwen zijn een risicogroep (Van Bakel & Zantinge, 2010).
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
5
13145
Be InterACTive
Het SCP rapport ‘Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden’ (Keuzenkamp & Merens, 2006) stelt dat allochtone vrouwen, en dan met name de Turkse en Marokkaanse vrouwen, op zowel gezondheid (overgewicht, diabetes), leefstijl (beweging) als sociale integratie (niveau van onderwijs, startkwalificatie en taalvaardigheid) minder goed scoren dan autochtone Nederlandse vrouwen. Hosper en collega’s (2007) vonden in een cross-sectioneel onderzoek een verband tussen acculturatie en lichamelijke activiteit bij 1e en 2e generatie Turkse immigranten in Nederland. Daarbij geven zij aan dat barrières in de fysieke en sociale omgeving er voor zorgen dat acculturatie niet altijd samen gaat met toegenomen lichamelijke activiteit. Be InterACTive is ontwikkeld om de slechte gezondheidssituatie en sociale positie van allochtone vrouwen te verbeteren. Door samen buitenshuis te bewegen, werken de vrouwen aan hun gezondheid, doen zij nieuwe contacten op en zijn zij zichtbaar aanwezig in hun eigen wijk.
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).
Eind- en subdoelen van Be InterACTive: 1) Be InterACTive verbetert de fitheid en gezondheid van de deelneemsters. • Deelneemsters gaan meer bewegen. • Deelneemsters worden zich bewust van het belang van een gezonde leefstijl: gezonde voeding en beweging. • Het overgewicht van de deelneemsters neemt af door Be InterACTive. 2) Be InterACTive verbetert de sociale positie van de deelneemsters. • Het sociale netwerk van de deelneemsters wordt vergroot. • Deelneemsters krijgen een actieve rol binnen Be InterACTive (participatie). • Het zelfvertrouwen van de deelneemsters neemt toe.
3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Einddoelgroep Vrouwen uit achterstandsbuurten die gedeeltelijk in een sociaal isolement zitten. De verdere kenmerken van de doelgroep van Be InterACTive zijn afhankelijk van de samenstelling van de buurt waar Be InterACTive wordt ingezet. In de praktijk is het grootste deel van de deelneemsters van allochtone afkomst. De meerderheid is van Marokkaanse of Turkse afkomst en is moslim. Overige deelneemsters komen uit verschillende landen (zoals Nederland, Somalië, Soedan, Suriname, etc.). Hun leeftijd varieert van 18 tot boven de 65 jaar. Veel vrouwen leven in een sociaal isolement en hebben een slechte gezondheid (met name overgewicht). Intermediaire doelgroep Om de einddoelgroep te bereiken, wordt bij het opstarten van een nieuwe groep geworven bij sleutelorganisaties en -instellingen. Welke sleutelorganisaties dit precies zijn, is afhankelijk van de buurt waar de interventie wordt
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
6
13145
Be InterACTive
ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan allerlei organisaties die direct contact hebben met onze doelgroep zoals huisartsen, buurthuizen, fysiotherapiepraktijken, moskeeën, vrouwencentra, etc. Na de start van een groep gaat Be InterACTive in de groep op zoek naar een vrouw die de rol van ambassadrice voor de groep op zich kan nemen. Zij vormt een sleutelfiguur die na de start van de groep geïdentificeerd wordt. Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn.
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria De enige eis die deze interventie stelt aan de deelneemsters is dat zij kunnen lopen. Het trainingsprogramma wordt aangepast op de mogelijkheden en het niveau van de deelneemsters. 3.3 Toepassing bij migranten Be InterACTive is speciaal gericht op allochtone vrouwen. Om deze vrouwen te kunnen laten deelnemen, heeft Be InterACTive een lijst met voorwaarden opgesteld waar de interventie aan moet voldoen om allochtone vrouwen aan het sporten te krijgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een geschikte locatie (in de buurt, (sociaal) veilig) en het aanstellen van vrouwelijke trainsters in verband met de religieuze overtuigingen van de deelneemsters. Het is belangrijk om aan deze voorwaarden te voldoen, omdat anders de vrouwen simpelweg niet komen sporten. De volledige lijst met voorwaarden is te vinden in de Be InterACTive handleiding.
4. Aanpak van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
4.1 Opzet van de interventie De kern van Be InterACTive is dat een groep allochtone vrouwen (12-20 personen) uit een achterstandsbuurt gedurende een cursusperiode wekelijks samen gaat bewegen in de buurt. Een cursus duurt 10 weken, waarbij elke week 1 uur looptraining en een half uur gezondheidsvoorlichting gegeven wordt. De cursus wordt afgesloten met deelname aan een evenement. Na deze eerste cursus kan de groep doorgaan met samen lopen doordat er een trainster uit de groep vrouwen wordt geworven en opgeleid. De interventie is zo opgezet dat tijdens de cursus en in de contacten met de vrouwen daaromheen wordt gewerkt aan sociale integratie en participatie. Cursus: 10 weken, met elke week 1 uur looptraining en 0,5 uur gezondheidsvoorlichting. Afsluitend kunnen de vrouwen deelnemen aan een evenement. Na deze 10 weken kan een nieuwe serie van 10 weken volgen. 4.2 Inhoud van de interventie De activiteiten van Be InterACTive rusten op 3 pijlers, die hieronder nader worden toegelicht: bewegen, gezondheidsvoorlichting en sociale integratie / participatie. Bewegen De groep gaat wekelijks een uur samen lopen. Bij de eerste training ontvangen de deelneemsters een paar hardloopschoenen om op een verantwoorde wijze deel te nemen en blessures te voorkomen. De training begint vanaf een vast ontmoetingspunt in de buurt. Na een korte warming-up van ongeveer 5 minuten krijgen de vrouwen 10 minuten looptraining (coördinatie, houding,
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
7
13145
Be InterACTive
ademhaling) en vervolgens 30 a 40 minuten kern training (opbouw conditie). De laatste 5 minuten is de cooling down. De opbouw in de intensiteit van trainingen wordt door de trainster afgestemd op de individuele deelneemsters en aangepast op hun basisconditie. Uitgangspunt hierbij is dat vrouwen individueel vooruitgang boeken. Evenement Alle deelneemsters worden vier keer per jaar uitgenodigd voor deelname aan een hardloop- of wandelevenement. Daarmee krijgen zij een doel voor hun trainingen en wordt de doelgroep zichtbaarder in de samenleving. Voorbeelden van evenementen zijn de Dam tot Damloop in Amsterdam, de Utrechtse Marathon, de Nike Ladies Run in Hilversum, Maastrichts Mooiste en de Vondelparkloop in Amsterdam. Gezondheidsvoorlichting Per cursus krijgen de deelneemsters voorlichting over gezondheid door de trainster. Dit gebeurt vooraf, tijdens en na afloop van de trainingen. Tevens krijgt een loopgroep bij de eerste tien trainingen een voedingsvoorlichting van één uur waarin de principes van gezonde voeding worden uitgelegd. Daarnaast organiseert Be InterACTive eens per jaar weerbaarheidstrainingen op verschillende locaties in het land. De keuze van deze locaties is afhankelijk van de belangstelling. Deelneemsters aan de training worden uitgenodigd hieraan deel te nemen. De training besteed aandacht aan lichaamstaal, omgaan met agressie, huiselijk geweld, andere vormen van agressie en het gebruiken van de kracht van het eigen lichaam. Deze trainingen worden gegeven door trainers die zijn aangesloten bij de Beroepsvereniging Weerbaarheid & Zelfverdediging. Sociale integratie / Participatie De werving van deelneemsters voor een nieuw op te starten groep gebeurt (1) via vrouwen uit de doelgroep waar Be InterACTive al contact mee heeft en (2) via lokale organisaties die relaties hebben met de doelgroep, zoals huisartsen, fysiotherapiepraktijken, basisscholen, buurtcentra, moskeeën en consultatiebureaus. In deze contacten worden vrouwen uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst, waarop ambassadrices van Be InterACTive, vrouwen die zelf ooit als deelneemster begonnen, informatie geven. Als er een groep is opgestart, wordt de eerste cursus gegeven door een trainster van Be InterACTive. Zij speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de loopgroep en het werven van nieuwe deelneemsters. Na afloop van de eerste cursus streeft Be InterACTive er naar dat een vrouw uit de groep opgeleid wordt tot assistent trainer bij de Wandelbond of de Atletiekunie. Zij wordt dan de ambassadrice van de loopgroep. Door een vrouw uit de groep trainster te maken, wordt de groep zelfstandiger en krijgen de vrouwen, die vaak laagopgeleid zijn en niet eerder zelf geld hebben verdiend, meer zelfvertrouwen. Ook neemt het draagvlak in de buurt toe wanneer een bekend gezicht de trainingen geeft.
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante
• • •
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
Website: www.beinteractive.org Film over Be InterACTive (ca. 20 minuten), waarin de doelgroep aan het woord is Handleiding Be InterACTive (in ontwikkeling)
8
13145 websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke.
Be InterACTive
• • • •
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
Jaarplan Be InterACTive 2010 Onderzoeksrapport ‘Evaluatie Start to Run training voor vrouwen’ door J.W. van de Velde en E.J. Markus, Amsterdam (2006). Stageverslag onderzoek naar empowerment en participatie door Be InterACTive, door Chloe Lopez Cardoso Beschrijving in “Evaluatie van kansrijke beweegprogramma' s om lichaamsbeweging in de bevolking te bevorderen. Fase 2” door Leemrijse, Ooms en Veenhof van onderzoeksinstituut NIVEL
9
13145
Be InterACTive
B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar
De gezondheid van allochtone vrouwen in Nederland is minder goed dan die van autochtone vrouwen. Diverse aandoeningen en beperkingen komen vaker voor en er wordt meer zorg gebruikt door allochtone vrouwen. Veelvoorkomend zijn diabetes, overgewicht en obesitas; leefstijlgerelateerde aandoeningen. Uit de cijfers blijkt dat allochtone vrouwen minder sporten en bewegen dan autochtone vrouwen. (Keuzenkamp & Merens, 2006) Ook is er bij allochtone vrouwen vaker sprake is van een sociaal isolement (Keuzenkamp & Merens, 2006) en ervaren allochtonen in Nederland minder sociale cohesie dan autochtonen (Verweij & Ruijsbroek, 2009). Determinanten Bewegen, of lichamelijke activiteit, is een determinant van overgewicht (Visscher et al, 2010b). Als determinanten van lichamelijke activiteit worden de psychologische begrippen bewustzijn, kennis, houding en eigen effectiviteit genoemd (Wendel-Vos, 2008). Acculturatie is een begrip dat aangeeft in hoeverre immigranten in een andere cultuur zijn geïntegreerd. Oriëntatie op de Nederlandse cultuur en sociale contacten met autochtone Nederlanders zijn meetbare indicatoren voor acculturatie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008) en Hosper et al (2007) hebben onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat acculturatie samenhangt met toegenomen lichamelijke activiteit. Hosper et al geven aan dat barrières in de sociale en fysieke omgeving, zoals het hebben van kinderen, wonen in een onaantrekkelijke wijk of doen van lichamelijk actief werk, deze samenhang kan verstoren. Zij concluderen dat het daarom van belang is om de omgeving te betrekken bij het stimuleren van beweging bij allochtonen. Bij sociale isolatie is sprake van een gebrek aan sociale cohesie. Sociale cohesie is van invloed op gezondheid: de gezondheid van gemeenschappen met meer sociale cohesie is beter dan die van gemeenschappen waarin weinig sociale cohesie is. Sociale cohesie in de vorm van vriendschappen en contacten in de buurt, lijkt bewoners te beschermen tegen de negatieve effecten van wonen in achterstandwijken. Sociale participatie is een essentiële component van sociale cohesie. Andere componenten zijn gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie met een groep. (Ruijsbroek & Verweij, 2009) Beïnvloedbare factoren De psychologische determinanten bewustzijn, kennis, houding en eigen effectiviteit zijn veranderbaar. Ook sociale cohesie is te beïnvloeden, onder andere door sociale participatie te vergroten. Het veranderen van de fysieke omgeving is lastiger te realiseren, hoewel de perceptie van de fysieke omgeving beïnvloed kan worden. Modellen Om de doelen, doelgroep en opzet van de interventie te verbinden, is gebruik gemaakt van twee modellen. Het experiential learning model (Kolb, 1984) wordt gebruikt om de psychologische determinanten te beïnvloeden. Dit model wordt vaak ingezet bij doelgroepen, vaak laagopgeleiden of laaggeletter-
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
10
13145 onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie.
Be InterACTive
den, die niet volgens een rationele manier leren, maar door het gewenste gedrag te ervaren. Daarnaast maakt Be InterACTive voor het vergroten van sociale cohesie gebruik van de principes van community-organisatie (Van Assema & Harting, 2007). Op deze manier wordt aangesloten bij de omgeving en cultuur van de doelgroep. Vrouwen worden hiermee bereikt en gestimuleerd om te participeren. Hier onder worden beide modellen nader toegelicht. Experiential learning De doelgroep van Be InterACTive bestaat voor een groot deel uit laagopgeleide vrouwen. Laagopgeleiden leren vaak niet op een rationele manier. Het experiential learning model (Kolb, 1984) is een model dat laat zien op welke manier het ervaren van bepaald gedrag wordt omgezet in gewoonte. Het model begint bovenin de figuur met het ervaren van nieuw gedrag (bij Be InterACTive is dat lopen). Deze ervaring wordt -rechtsom in de figuur- met elkaar gedeeld, hoe voelt het nieuwe gedrag? Vervolgens wordt het gevoel dat het nieuwe gedrag oproept verwerkt. Daarna wordt gekeken hoe dit nieuwe gedrag gegeneraliseerd kan worden naar andere situaties. Tot slot wordt het nieuwe gedrag uitgevoerd en begint de cyclus opnieuw. Op deze manier worden houding en eigen effectiviteit ten aanzien van bewegen bij deelnemende vrouwen beïnvloed via een niet-rationele route. De overige psychologische determinanten, kennis en bewustzijn over gezond leven, worden vergroot door middel van interactie met de trainster. In het half uur voorlichting dat na de training wordt gegeven, wordt hier aandacht aan besteed. Principes van community-organisatie Door hun sociale isolement en lage opleidingsniveau is de doelgroep van Be InterACTive moeilijk te bereiken. Uit onderzoek naar lichamelijke activiteit onder jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland blijkt dat het voornamelijk bij Turkse jonge vrouwen van belang is om bij interventies rekening te houden met cultuurgebonden overtuigingen (Hosper et al, 2008). Om aan te sluiten bij de doelgroep maakt Be InterACTive gebruik van de principes die horen bij de community aanpak: participatie, intersectorale samenwerking en sociale netwerkbenadering (Van Assema & Harting, 2007). Participatie en empowerment Participatie in de gezondheidsbevordering kan worden gedefinieerd als een proces waarin de leden van een community betrokken zijn bij de besluitvorming over programma’s die van invloed zijn op hun gezondheid of hun gezondheidsgedrag (Van Assema & Harting, 2007). Participatie is een essentiële component van sociale cohesie (Ruijsbroek & Verweij, 2009). Als Be InterACTive een nieuwe groep wil starten, worden deelneemsters geworven (zie sociale-netwerkbenadering). De eerste 10 trainingen worden gegeven door een trainster van Be InterACTive. De trainster speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de loopgroep en het werven van
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
11
13145
Be InterACTive
nieuwe deelneemsters. Na deze eerste 10 trainingen streeft Be InterACTive er naar dat de training wordt gegeven door een vrouw uit de buurt. Zij krijgt een opleiding bij de Wandelbond of de Atletiekunie tot assistent trainster. De nieuw opgeleide trainster wordt niet alleen trainster en begeleidster van de groep, maar ook ambassadrice van de loopgroep. Zij wordt gestimuleerd haar lokale netwerk onder potentiële deelneemsters aan te wenden om deelneemsters te werven. Bij het starten van een volgende nieuwe groep, worden deze ambassadrices ingezet om nieuwe deelneemsters te werven. Empowerment Participatie en eigenaarschap, of verantwoordelijkheidsgevoel voor de interventie, zijn nauw verbonden met empowerment van de doelgroep. Empowerment wordt door de Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk (z.j.) gedefinieerd als “het versterken van mensen en groepen zodat ze kunnen deelnemen aan de samenleving. Via empowerment krijgen individuen, organisaties en gemeenschappen greep op hun eigen situatie en hun omgeving.” In de opstartfase van het project is de stichting Be InterACTive heel actief betrokken. Naarmate de groep stabieler wordt en er een trainster uit de eigen groep is opgeleid, trekt Be InterACTive zich steeds iets meer terug. Wel blijft Be InterACTive op de achtergrond betrokken om trainsters te coachen en te monitoren of het goed blijft gaan in de groep. Intersectorale samenwerking Intersectorale samenwerking kan gedefinieerd worden als het bijeenbrengen van hulpbronnen door twee of meer direct betrokken partijen (stakeholders) om problemen op te lossen die niet door één enkele partij te verhelpen zijn (Van Assema & Harting, 2007). Bij Be InterACTive krijgt intersectorale samenwerking vorm door de samenwerking met verschillende organisaties: - Het bestuur van een gemeente / stadsdeel wil allochtone vrouwen stimuleren om maatschappelijk actief te worden en om gezond te gaan leven, maar weet niet goed hoe deze vrouwen te bereiken zijn. - Lokale organisaties als buurthuizen, moskeeën, GGD worden vanaf het begin betrokken voor samenwerking in het bereiken van de doelgroep. Voor deze organisaties wordt een presentatie gegeven over de doelen en de werkwijze van Be InterACTive. - Nike wil graag maatschappelijk verantwoord ondernemen en stelt sportschoenen beschikbaar aan de deelneemsters van Be InterACTive. - Be InterACTive weet naar welke organisaties de vrouwen doorverwezen kunnen worden, bijvoorbeeld bij het zoeken naar werk, maar ook bij problemen als huiselijk geweld De kracht van de stichting Be InterACTive ligt in het benaderen van de doelgroep op een wijze die goed bij de doelgroep aansluit, het activeren en laten participeren van de doelgroep. Sociale-netwerkbenadering Een sociale-netwerkbenadering beoogt gezondheid en gezond gedrag te bevorderen door positieve netwerkkrachten in te schakelen. Een sociaal netwerk is het web van sociale relaties dat een lid van een community omringt. (Van Assema & Harting, 2007) Uit dit netwerk ontvangen mensen sociale steun en wordt de sociale norm bepaald (rolmodellen, vergelijking met anderen). Het sociale netwerk van mensen bepaalt hun mate van participatie in gemeenschap.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
12
13145
Be InterACTive
Werving Het sociale netwerk van vrouwen uit de doelgroep is heel belangrijk voor Be InterACTive. Dat begint al bij de werving van de deelneemsters. Werving gaat op 2 manieren: (1) via vrouwen uit de doelgroep waarmee Be InterACTive al een relatie heeft en (2) via lokale organisaties die relaties hebben met de doelgroep. Denk hierbij aan huisartsen, fysiotherapeuten, basisscholen, buurtcentra, moskeeën, consultatiebureaus, etc. Vrouwen worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst via mond op mond reclame, folders en posters. Vervolgens organiseert Be InterACTive een informatiebijeenkomst, bij voorkeur op de locatie waar de groep gaat starten. Tijdens deze bijeenkomst geven vrouwen die ooit zelf deelneemster waren (ambassadrices) informatie over Be InterACTive. Andere belangrijke doelgroep zijn de mannen die deel uitmaken van het sociale netwerk van de vrouwen. Door ook de mannen te informeren en te overtuigen van het belang van Be InterACTive, is de kans groter dat de vrouwen mee kunnen en mogen doen. Training Bij de trainingen is een belangrijke rol van de trainster om de deelneemsters te blijven stimuleren om te komen. Als een deelneemster afwezig is, wordt altijd even - aan vrouwen uit haar netwerk - nagevraagd waar ze is en waarom ze niet is gekomen. De trainster neemt eventueel zelf contact op met de deelneemster om te zorgen dat ze er in het vervolg weer bij is. Ook worden de deelnemende vrouwen gestimuleerd om andere vrouwen uit hun netwerk mee te nemen. Op deze manier ontstaat een netwerk van vrouwen die samen actief zijn, de deur uitkomen om te gaan bewegen, en daarnaast ook andere dingen kunnen bespreken. In dit netwerk ondersteunen en stimuleren de vrouwen elkaar om te bewegen, maar daarnaast ook met allerlei andere alledaagse dingen. Het sociale isolement waar een deel van de vrouwen in zat, wordt zo geleidelijk aan doorbroken. Fysieke omgeving Door de interventie uit te voeren in de buurt waar de vrouwen wonen, worden zij zich bewust van de mogelijkheden die de fysieke omgeving hen biedt. Daarnaast worden de vrouwen meer zichtbaar in hun omgeving, doordat zij vaker samen naar buiten gaan. Dit draagt bij aan hun sociale integratie in de buurt. Doel van Be InterACTive De combinatie van bewegen, het verhogen van kennis en bewustzijn over een gezonde leefstijl en het werken volgens de principes van de communityaanpak leidt tot empowerment van de deelneemsters, het verhogen van de sociale cohesie en betere fitheid en gezondheid van de vrouwen.
7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Allochtone vrouwen, die vaak een minder goede gezondheid en minder sociale cohesie ervaren, gaan wekelijks in een groep bewegen met Be InterACTive. Door het ervaren van beweging, het vergroten van kennis en bewustzijn t.a.v. een gezonde leefstijl en sociale participatie verbetert hun fitheid en gezondheid en wordt de sociale cohesie verhoogd.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
13
13145
Be InterACTive
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Een trainster van Be InterACTive geeft de eerste 10 trainingen aan een nieuwe groep vrouwen. Na deze 10 keer wordt gekeken of er een vrouw uit deze groep is die de trainster kan worden. Zij krijgt een opleiding bij de Wandelbond of bij de Atletiekunie tot assistent trainster. Be InterACTive zorgt voor ondersteuning en begeleiding van de nieuwe trainster. De opleiding bestaat uit 6 bijeenkomsten van 3 uur. Een gediplomeerde trainer van de Atletiekunie geeft theorie- en praktijkles. De deelneemsters krijgen een theorieboek en moeten zich voor elke les voorbereiden. Tijdens de cursus geven ze les aan elkaar. Aan het einde van de cursus worden ze getoetst door de docent. Ze zijn daarna verplicht om 25 uur stage te lopen bij een ervaren trainster. Daarna mogen ze alleen voor een groep staan. De weerbaarheidstrainingen worden gegeven door trainers die zijn aangesloten bij de Beroepsvereniging Weerbaarheid & Zelfverdediging.
Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinves-
8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er wordt gewerkt aan een handleiding waarin staat beschreven hoe de interventie is opgezet. Daarin wordt een overzicht gegeven van de (rand)voorwaarden waarmee rekening moet worden gehouden. De interventie is tot nu toe door Stichting Be InterACTive uitgevoerd in diverse gemeenten, maar nog niet door andere organisaties.
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Be InterACTive ondersteunt zowel de start als de continuïteit van de groepen. Nadat Be InterACTive een trainster heeft gevonden uit de groep zelf, blijft de stichting op de achtergrond aanwezig voor de begeleiding. Daartoe wordt twee á drie keer per jaar een bijscholing voor de trainsters en begeleidsters georganiseerd. In deze bijscholing worden alle trainsters op de hoogte gebracht van nieuwe loopontwikkelingen, de planning van evenementen, wervingsacties en nieuwe ontwikkelingen binnen Be InterACTive. Tijdens de bijscholing krijgen de trainsters gelegenheid om feedback te geven over hun groepen en worden de best practise locaties besproken. 8.4 Kosten van de interventie De Be InterACTive vrouwen betalen €30,- voor deelname aan de eerste cursus. De cursus bestaat uit: • 10 trainingen • voorlichting over goede voeding • voorlichting voor blessurepreventie • deelname aan een weerbaarheidstraining • een paar goede hardloopschoenen • deelname aan een lokaal of landelijk evenement (na het afronden van 10 trainingen) Als de vrouwen verder willen met Be InterACTive betalen zij in het vervolg €10,- per 10
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
14
13145 tering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals.
Be InterACTive
trainingen. Hieronder volgt een overzicht van de kosten voor de eerste reeks trainingen voor een nieuwe groep, de tweede reeks en vervolgreeksen. Zoals is te zien, nemen de kosten af omdat een eenmaal gevestigde groep veel minder ondersteuning vergt van Be InterACTive. Be InterACTive gaat uit van een jaarcyclus van 40 trainingen per groep. De onderstaande kosten laten zien hoe die kosten zijn opgebouwd voor zo’n cyclus (exclusief BTW) . Tweede 10 Vervolg 10 Eerste 10 Kostenpost (bedragen ex. BTW) trainingen trainingen trainingen Voorbereiding en werving € 500,-€ 500,-€ 300,-deelneemsters Looptrainster inclusief opleiding € 500,-€ 300,-€ 150,-en begeleiding gesponsord gesponsord esponsord T shirts door Nike door Nike door Nike gesponsord gesponsord gesponsord Hardloopschoenen door Nike door Nike door Nike Busvervoer naar recreatieloop
€
350,--
-
€
150,--
€
€
200,--
-
Administratieve ondersteuning
€
200,--
€
Totaal:
€ 1.900,--
Inschrijvingen recreatieloop (inclusief Be InterACTive T-shirt) Weerbaarheidtraining en voedingsvoorlichting
150,--
€
150,--
200,--
€
200,--
€ 1.150,--
€
800,--
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.
Opzet van het onderzoek Onderzoeksbureau Markus & Van de Velde heeft in 2006 een evaluatie van (toen nog) Start to Run voor vrouwen uitgevoerd (Van de Velde & Markus, 2006). In dit onderzoek werd zowel gekeken naar de effecten van deelname op lichamelijk, psychische en sociale resultaten als naar het proces (ervaringen, motivatie, succesfactoren en belemmeringen). In de eerste helft van 2006 zijn 5 cursussen uitgevoerd in verschillende buurten in Amsterdam. Bij deze cursussen werd vóór of op de eerste en op of na de laatste cursusdag een vragenlijst ingevuld door de deelneemsters. Trainers vulden per training een logboek in. Met een aantal deelneemsters, trainsters en een projectleider zijn na afloop van de cursus mondelinge interviews gehouden. De vragenlijsten werden ingevuld door resp. 31 (nulmeting) en 29 (vervolgmeting) vrouwen, een respons van 59%. Negen deelneemsters, 3 trainsters en 1 projectleider zijn geïnterviewd. Procesevaluatie De meeste vrouwen gaven aan mee te doen aan Start to Run omdat zij hun conditie / fitheid willen verbeteren, voor hun figuur en voor gezelligheid en plezier. Een kwart van hen gaf aan niet te zijn gaan sporten als Start to Run niet had bestaan. Ervaring en waardering Bijna alle deelneemsters hebben de cursus als (zeer) plezierig ervaren: 94%. Ruim 82% heeft er (zeer) veel voldoening door gekregen. Wel vond de helft (52%) de cursus vermoeiend. Wat de training voor de deelneemsters speciaal maakte, is vooral het groepselement: gezelligheid, samen sporten, motivatie. Daarnaast werden ook het buiten zijn, de adviezen
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
15
13145
Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
Be InterACTive
en het toegenomen zelfvertrouwen genoemd. Al met al is 87% van de deelneemsters (zeer ) tevreden met de cursus. Bijna 6 op de 10 deelneemsters zijn (zeer) tevreden over hun persoonlijke veranderingen. De Marokkaanse vrouwen waardeerden de cursus nog wat hoger dan de overige deelneemsters. Verbeterpunten en tips De meeste verbeterpunten die door de deelneemsters zijn genoemd, hebben betrekking op tijd (zoals op tijd komen en beginnen met hardlopen, meer tijd besteden aan hardlopen i.p.v. praten, andere cursustijden i.v.m. overige afspraken; in totaal 10x). Overige verbeterpunten die werden genoemd hebben betrekking op de organisatie en communicatie rondom trainingen (7x). Eén van de trainers gaf aan dat het bij Marokkaanse deelneemsters belangrijk is om veel geduld te hebben en dat het zinvol is om Marokkaanse vrouwen als trainster op te leiden, zodat zij nog beter kan aansluiten bij de leefwereld en gebruiken van de vrouwen. Deze opleiding is er inmiddels gekomen. Effectevaluatie De resultaten van het effectonderzoek laten zien dat minder vrouwen aangeven dat ze te weinig bewegen, dat vrouwen zich gezonder zijn gaan voelen en dat meer dan de helft van de vrouwen zich ook mentaal sterker voelt. Wat opvalt is dat deze effecten vooral voorkomen bij allochtone deelneemsters, vooral bij de Marokkaanse, en nauwelijks bij autochtone deelneemsters. Bijna alle deelneemsters zijn na de cursus gemotiveerd om door te gaan met sporten. Tot slot is er bijna een verdubbeling te zien van vrouwen het aantal keren per week dat de vrouwen een praatje maken met iemand van buiten het gezin. De sociale impact was het grootst bij de Marokkaanse vrouwen. Hoewel bij de vragen naar het effect van Start to Run bij de vrouwen om culturele en sociale redenen risico bestaat op sociaal wenselijke antwoorden, komen de resultaten overeen met de observaties van de trainsters. Dit versterkt de betrouwbaarheid van de resultaten.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
16
13145
Be InterACTive
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Ja
Nee
Vraag 11
Ja
Nee
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
17
13145
Be InterACTive
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en metaanalyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. positieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Jaar: Onderzoekstype: Belangrijkste resultaten: Bewijskracht van het onderzoek: Resultaten effectiviteit: Studie 2 Etc.
(Zie de handleiding bij dit werkblad.)
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
18
13145
Be InterACTive
11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of meta-analyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
19
13145
Be InterACTive
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie.
De naam van de interventie spoort aan om actief te worden (bewegen) en om interactief te worden (uit het sociale isolement komen).
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. Meld indien van toepassing: • De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. • Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
Be InterACTive wordt uitgevoerd in verschillende gemeenten. In 2010 zijn dit Amsterdam, Amstelveen, Kudelstaart, Den Haag, Lelystad, Amersfoort, Utrecht, Weert, Tiel, Vlaardingen, Eindhoven en Arnhem. In de grotere steden wordt de interventie vaak in meerdere wijken ingezet. Bij de organisatie zijn naast de stichting Be InterACTive nog een aantal andere organisaties betrokken. Zie het overzicht hier onder. Organisatie Stichting Be InterACTive Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) Lokale gemeenten, buurt-/ wijkcentra, vrouwencentra etcetera. Zie hier onder. Nike en Women Win
Functie Eigenaar project, financier looptrainingen (door bijdrage van gemeenten, sponsors, fondsen) Samenwerkingspartner, uitvoerder, financier vervolg cursus Samenwerkingspartners lokaal: werving, inschrijving, coördinatie Donateurs (schoenen en deel project)
Contact met de gemeente en lokale organisaties Wanneer een gemeente of stadsdeel Be InterACTive wil inzetten, legt Be InterACTive contact met de lokale organisaties, als buurthuizen, moskeeën, GGD en vrouwencentra. Deze organisaties zijn van essentieel belang voor het werven van de deelnemers. Voor deze lokale organisaties wordt een presentatie gegeven over de doelen en werkwijze van Be InterACTive. Daarna kunnen zij meewerken aan de werving van de doelgroep.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Een vergelijkbaar project is Start to Run, waarbij volwassenen kennis kunnen maken met de hardloopsport. Be InterACTive stamt af van deze interventie. Be InterACTive onderscheidt zich door de specifieke doelgroep waarop zij zich richt.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
20
13145
Be InterACTive
Aangehaalde literatuur Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Brussaard J.H., Van Erp-Baart M.A., Brants H.A., Hulshof K.F., Lowik M.R. Nutrition and health among migrants in The Netherlands. Public Health Nutr. 2001;4(2B):659-64. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2010). Gezondheid, leefstijl, gebruik van zorg. Binnengehaald 23 augustus 2010 van https://statline.cbs.nl. Dagevos, J. & Dagevos, H. (2008). Minderheden meer gewicht. Over overgewicht bij Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen en het belang van integratiefactoren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk (z.j.). Begrippenlijst sociaal-cultureel volwassenwerk. Binnengehaald 23 augustus 2010 van www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst.doc. Hosper, K., Klazinga, N.S. & Stronks, K. (2007). Acculturation does not necessarily lead to increased physical activity during leisure time: a crosssectional study among Turkish young people in the Netherlands. BMC Public Health, 3(7), 230. Hosper, K., Nierkens, V., van Valkengoed, I. & Stronks, K. (2008). Motivational factors mediating the association between acculturation and participation in sport among young Turkish and Moroccan women in the Netherlands. Preventive Medicine, 47(1), 95-100. Kamphuis, C.B.M. & Tiessen-Raaphorst, A. (2008) Beweeggedrag naar sociaaldemografische, sociaal-economische en sociaal-culturele kenmerken. In V.H. Hildebrandt, W.T.M. Ooijendijk & M. Hopman-Rock (red.). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2006/2007. (pp. 209-234). Leiden: TNO Kwaliteit van Leven. Keuzenkamp, S. & Merens, A. (2006) Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Kolb, D. (1984). Experiential learning: Experience as the source of learning and development. Englewood Cliffs, N.J.: Prentice Hall. Luppino, F.S., de Wit, L.M., Bouvy, P.F., Stijnen, T., Cuijpers, P., Penninx, B.W., Zitman, F.G. (2010). Overweight, obesity, and depression: a systematic review and meta-analysis of longitudinal studies. Arch Gen Psychiatry, 67(3), 220-9. Leest, L.A.T.M., Van Dis S.J., Verschuren W.M.M. Hart- en vaatziekten bij allochtonen in Nederland. Een cijfermatige verkenning naar leefstijl- en risicofactoren, ziekte en sterfte. (2002). Report No.: 261858006. Bilthoven: RIVM. Ruijsbroek, J.M.H. & Verweij, A. (2009). Wat is sociale cohesie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Sociale cohesie. Bilthoven: RIVM.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
21
13145
Be InterACTive
Schokker, D.F., Visscher, T.L.S., Nooyens, A.C.J., van Baak, M.A., & Seidell, J.C. (2007). Prevalence of overweight and obesity in the Netherlands. Obesity Reviews, 8(2), 101-8. Uiters, E. & Verweij, A. (2010). Zijn er verschillen naar sociaaleconomische status? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Lichaamsgewicht. Bilthoven: RIVM. Van Assema, P. & Harting, J. (2007). Community-projecten in Nederland : de eeuwige belofte? Maastricht: Universiteit Maastricht. Van Bakel, A.M. & Zantinge, E.M. (2010). Zijn er verschillen naar etniciteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Lichaamsgewicht. Bilthoven: RIVM. Van de Velde, J.W. & Markus, E.J. (2006). Evaluatie Start to Run training voor vrouwen. Verslag van een onderzoek uitgevoerd onder deelnemers en trainers van vijf hardloopgroepen in Amsterdam-Centruam, stadsdeel Geuzenveld, stadsdeel osdorp en de Zaanstreek. Amsterdam: Markus & van de Velde Onderzoek en Advies. Verweij, A. & Ruijsbroek, J.M.H. (2009). Zijn er verschillen naar sociaaleconomische status en etniciteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Sociale cohesie. Bilthoven: RIVM. Visscher, T.L., Viet, A.L., Kroesbergen, I.H., Seidell, J.C. (2006). Underreporting of BMI in adults and its effect on obesity prevalence estimates in the period 1998-2001. Obesity (Silver Spring), 14(11), 2054-63. Visscher T.L.S., Bakel A.M. van & Zantinge E.M. (2010a). Wat is overgewicht en wat is ondergewicht? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Lichaamsgewicht. Bilthoven: RIVM. Visscher T.L.S., van Son, G., Bakel A.M. van & Zantinge E.M. (2010b). Wat zijn de mogelijke oorzaken van overgewicht en ondergewicht? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Lichaamsgewicht. Bilthoven: RIVM. Wendel-Vos, G.C.W. (2008). Wat zijn de mogelijke oorzaken van onvoldoende lichamelijke activiteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl), Lichamelijke activiteit. Bilthoven: RIVM. World Health Organization (2000). Obesity: Preventing and managing the global epidemic. Report of a WHO consultation. Technical report series 894. Geneva: WHO. World Health Organization (2006). Factsheet no. 311. Obesity and overweight. Binnengehaald 23 augustus 2010 van www.who.int/mediacentre/factsheets/fs311/en/index.htm.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
22