Werkblad beschrijving interventie
Halt! U valt
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling (vanaf 1 juni 2009 beschikbaar)
Contact NJi
Contact RIVM
Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Interventienummer
Halt! U valt
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Adres: Plaats: E-mail: Telefoon.: Fax: Website: (van de interventie)
Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam
[email protected] 020-5114511 020-6692831 www.veiligheid.nl
[email protected]
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: Merei Lugtenberg, Consument en Veiligheid Adres: Plaats: E-mail: Telefoon: Fax:
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM
Documentatie voor de erkenningscommissie Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd.
De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: 1. 2. 3. 4. 5.
Interventiebeschrijving
Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn X Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen
Documentnummer
Werkblad beschrijving interventie april 2009
2
Interventienummer
Halt! U valt
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop.
Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
X Ja
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en X Ja voorwaardelijke doelen?
Nee
X Ja
Nee
Vraag 3.2 Indien relevant: bevat de documentatie gegevens over indicatie- X Ja en contra-indicatiecriteria? (zie hiervoor ook de handleiding bij dit werkblad)
Nee
Vraag 4.1 Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
X Ja
Nee
Vraag 4.2 Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
X Ja
Nee
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
X Ja
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
X Ja
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
X Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
X Ja
Nee
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een over-
X Ja
Nee
Vraag 3.1 Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
Vraag 8
Werkblad beschrijving interventie april 2009
3
Interventienummer
Halt! U valt
drachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen? Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoe- X Ja rende en of ondersteunende organisaties zijn?
Werkblad beschrijving interventie april 2009
Nee
4
Interventienummer
Halt! U valt
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Doel Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Meer zelfstandig wonende ouderen nemen valpreventieve maatregelen zodat het risico op een val verminderd wordt en uiteindelijk het aantal valpartijen zal verminderen bij deze doelgroep. Om deze doelstellingen te bereiken zijn een drietal subdoelstellingen geformuleerd: - De doelgroep beseft dat vallen voor hen een persoonlijk risico vormt en herkent de risico's in hun directe omgeving - De doelgroep is vindt het belangrijk om valongevallen te voorkomen en weet dat ze zelf iets kan doen om valongevallen te voorkomen - De doelgroep kent de maatregelen die ze kan nemen om het risico op een val te verkleinen. - De doelgroep is in staat om maatregelen te nemen om het risico op een val te verkleinen.
Doelgroep Noem de doelgroep waar de interventie direct op gericht is .
'Halt! U valt' richt zich op zelfstandig wonende kwetsbare ouderen. Deze groep bestaat voor een groot deel uit ouderen van 75 jaar of ouder die al enige vorm van (thuis)zorg ontvangen.
Aanpak Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Halt! U valt’ is een multifactorieel valpreventieproject dat bestaat uit twee pijlers. A. Lokale activiteiten. 'Halt! U valt' wordt opgezet en uitgevoerd door lokale organisaties zoals; lokale overheid, welzijnswerk voor ouderen, GGD, thuiszorg, woningcorporaties en lokale gezondheidszorg (o.a. artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, apothekers). Met behulp van het 'Halt! U valt' handboek zetten zij planmatig een valpreventieproject op dat aansluit bij de activiteiten en mogelijkheden van de organisatie. Binnen Halt! U valt wordt gewerkt in een vaste volgorde: eerst aandacht voor bewustwording van het valrisico bij ouderen en in het verlengde daarvan het vergroten van kennis over valpreventieve maatregelen het stimuleren van en ondersteunen bij het nemen van valpreventieve maatregelen. B. Massamediale component. Om te zorgen dat het onderwerp, het voorkomen van een val, beter op de agenda komt bij ouderen worden de lokale activiteiten van 'Halt! U valt' jaarlijks (vanaf 2006) versterkt met een massamediale impuls vanuit Consument en Veiligheid. Voor de lokale projecten is specifiek ondersteuningsmateriaal beschikbaar om binnen de lokale 'Halt! U valt' activiteiten ook aan te sluiten bij de massamediale uitingen.
Materiaal
Werkblad beschrijving interventie april 2009
5
Interventienummer
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Halt! U valt
Voor elk van de uitvoerende organisaties is een ‘Halt! U valt’ handboek opgesteld. Het handboek ondersteund de lokale organisaties bij het nemen van een aantal stappen voor het opzetten van een lokaal valpreventieproject. In het handboek zijn geheel uitgewerkte valpreventieactiviteiten opgenomen, passend bij de uitvoerende organisatie. Ter ondersteuning van de preventieprojecten zijn er onder andere nieuwsbrieven, diverse brochures, checklists, landelijke campagnematerialen, promotiemateriaal voor lokale promotie.
Onderzoek Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden.
Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden
Er zijn circa 400 organisaties die een 'Halt! U valt' handboek besteld hebben bij Consument en Veiligheid (peildatum 2008). Een derde van de GGD'en actief is met 'Halt! U valt'. Uit onderzoek naar het bereik dat in vier gemeenten is uitgevoerd, blijkt gemiddeld circa 70% van de ouderen activiteiten van ‘Halt! U valt’ heeft opgemerkt en gemiddeld circa 20% aan activiteiten heeft deelgenomen. In de gemeente Arnhem is ‘Halt! U valt’ uitgevoerd onder de naam ‘Vallen? Liever niet!’ en daar is een effectevaluatie uitgevoerd. Tijdens de interventieperiode daalde het aantal valincidenten in en om huis met 56%. Daarnaast blijkt uit ander evaluatieonderzoek dat wijkbewoners zich het laatste jaar meer bewust zijn geworden van het feit dat zij zelf aan valpreventie kunnen werken en dat hun kennis over valpreventie is toegenomen. Ook gedragsveranderingen om de kans op een val te verkleinen, bijvoorbeeld meer bewegen of het gebruik van een loophulpmiddel, werden gemeld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
6
Interventienummer
Halt! U valt
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waar de interventie zich op richt en van wie het probleem is. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Geef, indien van toepassing, ook aan dat deze informatie er niet is.
Jaarlijks worden gemiddeld 92.000 ouderen (55-plussers) medisch behandeld voor de gevolgen van een val (LIS 2003-2007). 1.800 van hen zijn er zo ernstig aan toe dat zij komen te overlijden (NND 2003-2007). Veel ouderen worden als gevolg van een val opgenomen in het ziekenhuis, gemiddeld 36.000 per jaar (LMR 2003-2007). Het aantal valongevallen neemt toe met de leeftijd. De kans op een val waarna SEH-behandeling nodig is voor oudere ouderen vanaf 75 jaar (1 op 23) groter dan voor jongere ouderen tot en met 74 jaar (1 op 69). Dit laatste geldt ook voor ziekenhuisopname als gevolg van een val, waar twee derde van de slachtoffers 75 jaar of ouder is (64%, 23.000).
Maximaal 400 woorden.
De ernst van het letsel dat ouderen oplopen bij vallen wordt vaak onderschat. In ruim driekwart (77%, 27.000) van de ziekenhuisopnamen is er sprake van een fractuur, vaak aan heup, bekken of pols (LMR 2003-2007). Daarnaast zorgt de onverbiddelijke wet der natuur ervoor dat op latere leeftijd genezingsprocessen langzamer gaan en dat klachten vaak van blijvende aard zijn. Een valongeval heeft gevolgen voor de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en mobiliteit (Stel et al., 2004). Behalve lichamelijk letsel kan een valongeval ook psychosociale gevolgen hebben zoals sociale isolatie en valangst (CBO, 2004). Naast het persoonlijk leed betekenen deze ongevallen bij ouderen per jaar 470 miljoen euro aan directe medische kosten (Letsellastmodel 2006). De ernst, omvang en kosten van valongevallen bij ouderen maken activiteiten om vallen te voorkomen noodzakelijk. In de komende jaren zal het aantal ouderen snel toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat op de SEH terechtkomt ten gevolge van een val in 2030 gestegen is met 70%.
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Meer zelfstandig wonende ouderen nemen valpreventieve maatregelen zodat het risico op een val verminderd wordt en uiteindelijk het aantal valpartijen zal verminderen bij deze doelgroep. Om deze doelstellingen te bereiken zijn voor de einddoelgroep een drietal subdoelstellingen geformuleerd: - De doelgroep beseft dat vallen voor hen een persoonlijk risico vormt en herkent de risico's in hun directe omgeving - De doelgroep kent de maatregelen die ze kan nemen om het risico op een val te verkleinen. - De doelgroep is in staat om maatregelen te nemen om het risico op een val te verkleinen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
7
Interventienummer
Halt! U valt
Om ervoor te zorgen dat de professionals (intermediaire doelgroep) bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen voor de einddoelgroep beoogt Halt! U valt voor de intermediaire doelgroep dat zij: - het probleem onderkennen - weten dat zij een bijdrage kunnen leveren aan valpreventie, - in staat zijn een bijdrage te leveren aan valpreventie .
3. Doelgroep van de interventie
Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? 'Halt! U valt' richt zich op zelfstandig wonende kwetsbare ouderen. Er zijn in Nederland ongeveer 150.000 zelfstandig wonende kwetsbare ouderen. Deze ouderen komen vooral voor in de leeftijdsgroep 75-84 jaar (De Klerk, 2004). Met het ouder worden treedt een geleidelijke toename van chronische gezondheidsklachten op. Boven de 74 jaar kampt twee derde van de zelfstandig wonenden met een chronische ziekte of aandoening. Ook het aantal chronische aandoeningen neemt toe op oudere leeftijd. Bij een derde van de 75-plussers is sprake van comorbiditeit. Bij 80-plussers staat duizeligheid met vallen in de top vijf van chronische aandoeningen, 13% van de hoogbejaarden heeft er last van (De Boer, 2006). De toename van gezondheidsklachten heeft ook een toename van beperkingen in het dagelijks functioneren tot gevolg, waarbij beperkingen in de huishoudelijke verzorging en de mobiliteit het meest voorkomen (Berg Jeths et al., 2004). Afwezigheid van hulp vergroot de kans om na een val lang te blijven liggen. Bij deze ouderen is de mortaliteit hoger dan bij ouderen die directe hulp krijgen, zelfs als de val geen letsel veroorzaakte (NSW Health Department, 2001).
De zelfstandig wonende kwetsbare ouderen worden bereikt middels: - het inzetten van de juiste intermediairen die deze groep als doelgroep hebben bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties. - het inzetten van specifieke communicatie middelen bijvoorbeeld bladen van Woonzorg Nederland (groot deel 75+) en regionale televisie rond programma’s die goed bekeken worden door deze doelgroep. - activiteiten gekoppeld activiteiten die door deze doelgroep worden bezocht zoals Meer beweging van Ouderen, Bridgen enz. - via persoonlijke doorverwijzing bijvoorbeeld door verpleegkundige van de thuiszorg, ouderenadviseur enz.
De intermediaire doelgroep bestaat uit lokale overheid, welzijnswerk voor ouderen, GGD, thuiszorg, woningcorporaties en lokale gezondheidszorg (o.a. artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, apothekers).
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Beschrijf indicatie- en contra-indicatiecriteria indien van toepassing Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores.
Kwetsbare ouderen kunnen geselecteerd worden aan de hand van twee criteria: - al enige vorm van zorg ontvangend (mantelzorg, thuiszorg o.i.d) en/of - gebruik makend van een loophulpmiddel. Veelal zijn dit ouderen van 75 jaar en ouder. Deze ouderen hebben een grotere kans op een val hebben dan ‘jongere’ ouderen. Er leven in Nederland ruim 1 miljoen 75+ers waarvan nagenoeg 890.000 ouderen zelfstandig wonen.
3.3 Toepassing bij migranten Geef aan of de interventie
Binnen de interventie is speciaal voor ouderen met een allochtone achter-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
8
Interventienummer
(ook) geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
Halt! U valt
grond een folder ontwikkeld over medicijngebruik en het voorkomen van vallen: ‘Rechtop blijven staan met medicijnen, Medicijngebruik en vallen gaat vaak samen’. Het betreft één brochure waarin zowel in het (eenvoudig) Nederlands, Engels, Turks als het Arabisch ouderen worden geïnformeerd over de risico’s van de medicijnen in relatie met vallen.
4. Aanpak van de interventie 4.1 en 4.2 Opzet en inhoud van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
'Halt! U valt’ is een multifactorieel valpreventieproject dat bestaat uit twee pijlers: lokale en massamediale activiteiten. Lokale activiteiten 'Halt! U valt' wordt opgezet en uitgevoerd door lokale organisaties zoals; lokale overheid, welzijnswerk voor ouderen, GGD, thuiszorg, woningcorporaties en lokale gezondheidszorg (o.a. artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, apothekers). Met behulp van het 'Halt! U valt' handboek zetten zij een valpreventieproject op. De inhoud, omvang en uitvoering van de lokale activiteiten kan variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de uitvoerende organisatie, reeds bestaande activiteiten en de wensen en behoeften van de doelgroep. Halt! U Valt kent een aantal kernelementen die bij de opzet en uitvoering minimaal moeten worden meegenomen: 1. planmatige aanpak; het project beslaat alle fasen (verkenning, plan van aanpak, uitvoering, evalueren, verankeren) 2. fasering van valpreventie activiteiten: eerst aandacht voor bewustwording van het valrisico bij ouderen en in het verlengde daarvan het vergroten van kennis over valpreventieve maatregelen het stimuleren van en ondersteunen bij het nemen van valpreventieve maatregelen 3. multifactoriële aanpak: mix van activiteiten gericht op beweegstimulering en minstens twee andere relevante risicofactoren 4. lokale samenwerking met minimaal twee andere organisaties, waaronder een GGD Massamediale activiteiten Om te zorgen dat het onderwerp, het voorkomen van een val, beter op de agenda komt bij ouderen worden de lokale activiteiten van 'Halt! U valt' jaarlijks (vanaf 2006) versterkt met een massamediale impuls vanuit Consument en Veiligheid. Voor de lokale projecten is specifiek ondersteuningsmateriaal beschikbaar om binnen de lokale 'Halt! U valt' activiteiten ook aan te sluiten bij de massamediale uitingen.
Duur van de interventie Voor de uitvoering van ‘ Halt! U valt’ moet minimaal 2 jaar gerekend worden, waarvan ongeveer 9 maanden voorbereiding. Ook hierna zullen de lokale organisaties tijd moeten besteden aan continuering. Bij het uitwerken van de planning kan het zijn dat een deel van de voorbereiding al uitgevoerd is en daarom niet meegenomen hoeft te worden in deze planning. Locatie van uitvoering De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet voorgeschreven. Lokale partners beslissen gebaseerd op de plaatselijke uitgangssituatie wat de beste locaties zijn voor uitvoering van de gekozen activiteiten (dit kan variëren van buurthuis, zorg of andere instelling tot straat of huisbezoek).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
9
Interventienummer
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
Halt! U valt
Lokale uitvoering van ‘Halt! U valt’ Lokale organisaties maken bij de uitvoering gebruik van 'Halt! U valt’ handboeken. Voor elk van de organisaties is een handboek ontwikkeld dat specifiek is toegespitst op hun werkterrein, visie en activiteiten. Alle handboeken hebben dezelfde opbouw en sluiten op elkaar aan. De handboeken zijn zo geschreven dat organisaties ondersteund worden bij het nemen van een aantal stappen voor het opzetten van een lokaal valpreventieproject die aansluiten bij activiteiten en wensen van de organisatie en doelgroep. Deze stappen worden hieronder toegelicht. Stap 1; Verkennen van de uitgangssituatie - Voordat men begint met het besteden van aandacht aan valpreventie, wordt eerst:De doelgroep bepaald en afgebakend en de uitgangssituatie bepaald/ingeschat. In de handboek staat hierover informatie over de verschillende fasen waarin de doelgroep kan verkeren, willen ze, weten ze het en kunnen ze het. Op basis hiervan kan worden bepaald of de activiteit gericht moet worden op bewustwording, informeren of het ondersteunen bij het nemen valpreventieve maatregelen. - Geïnventariseerd wat er al gebeurt binnen de regio en met wie er samengewerkt kan worden. Intersectorale samenwerking wordt gestimuleerd en ondersteund, in elk handboek staat een tabel opgenomen waarin beschreven staat met welke organisatie samengewerkt kan worden op welk vlak het voordeel van de samenwerking is specifiek geschreven voor de betreffende handboekgebruiker. In het handboek wordt sterk geadviseerd om de GGD erbij te betrekken aangezien zij een coördinerende rol kunnen spelen binnen een lokaal samenwerkingstraject. Meer dan de helft (55%) van de intermediairs geeft aan samengewerkt te hebben met één of meerdere organisaties. 30% van de intermediairs geeft aan door andere organisaties gestimuleerd te worden om mee te doen. Veel genoemde organisaties om mee samen te werken zijn: gemeente, GGD, ouderenbonden, welzijnsorganisaties en beweegdocenten. 96% van de intermediairs is van plan vaker met één van deze organisaties samen te werken op het gebied van valpreventie (Slootmaker & Aken, 2008). - Geïnventariseerd welke activiteiten de organisatie reeds uitvoert en waar valpreventie opgenomen kan worden. Aandacht besteden aan valpreventie wil niet automatisch zeggen dat het moet gaan om het organiseren van geheel nieuwe activiteiten. Aandacht voor valpreventie past vaak binnen het bestaande aanbod en is makkelijk mee te nemen in regulier contact met ouderen. Enkele voorbeelden: - In veel gemeenten vult het welzijnswerk voor ouderen een pagina in het lokale huis-aan-huis blad. Op deze pagina kan ook een inhoudelijk artikel over valpreventie worden geplaatst, in het handboek is een voorbeeld artikel opgenomen. - Een reguliere bingo wordt omgevormd tot 'Halt! U valt' bingo waarin ook valpreventie een plek krijgt. - Het aanbod van beweegactiviteiten kan aangevuld worden met activiteiten die specifiek gericht zijn op valpreventie. - Lokaal gezorgd voor agendasetting. Ter ondersteuning hiervan kan Consument en Veiligheid ongevalcijfers voor GGD-regio’s leveren en GGD-en kunnen gebruik maken van ondersteuning bij het opnemen van het onderwerp val-ongevallen in de regionale ouderenmonitor. GGD’en worden daarnaast door Consument en Veiligheid ondersteund doormiddel van een Business Case waarmee Lokale overheden inzien wat de investering in valpreventie op kan leveren. Stap 2; Ontwikkelen plan van aanpak Bij het opstellen van valpreventieprogramma is een fasering in de tijd aan-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
10
Interventienummer
Halt! U valt
gebracht door bewustwording van de doelgroep vooraf te laten gaan aan promotie van oplossingen bij de doelgroep. In de fase van bewustwording wordt het thema vallen onder de aandacht gebracht met de bedoeling dat ouderen de problematiek op zichzelf gaan betrekken. Voorbeelden van activiteiten rondom bewustwording waar ondersteuning vanuit het handboek beschikbaar is, zijn: · persoonlijke mailing aan ouderen · posters ophangen en verspreiden · aanhaken bij de massamediale campagne · artikelen in de lokale media · persconferentie om bekendheid te geven aan de start van de campagne binnen de gemeente Na de bewustwording kan worden begonnen met de promotie van oplossingen. In het handboek (nb. in een aanvullende inlegvel dat begin 2010 is geschreven en wordt verspreid) wordt extra hulp geboden bij het samenstellen van een effectief pakket van activiteiten. Omdat vaak sprake is van complexe interacties van risicofactoren wordt in een Halt! U Valt project altijd een een combinatie van activiteiten uitgevoerd. In het handboek zijn activiteiten beschreven gericht op relevante risicofactoren voor vallen bij zelfstandigwonende kwetsbare ouderen, nl. lichaamsbeweging (balans, spierkracht en uithoudingsvermogen), medicijngebruik, inrichting van huis en omgeving en functionele beperkingen. In de handboeken zijn activiteiten opgenomen per factor die passend zijn bij de huidige activiteiten en mogelijkheden van de betreffende organisatie. Hieronder staan enkele voorbeelden van activiteiten die binnen ‘Halt! U valt’ projecten worden uitgevoerd. - Bewegen Bijvoorbeeld promotie van het huidige bewegingsaanbod of het opzetten van een beweegprogramma dat specifiek gericht is op valpreventie. - Verbeteren van de woninginrichting Bijvoorbeeld huisbezoek met veiligheids-check, waarna knelpunten worden opgelost door inzet van klussendienst. - Beperken van risicovolle handelingen Bijvoorbeeld door voorlichtingsbijeenkomsten, individueel advies door (para)medici. - Stimulering van gebruik van handige hulpmiddelen Bijvoorbeeld door kortingsacties voor veilige en handige hulpmiddelen of een rollatortraining met aandacht voor instructie en onderhoud. - Verantwoord medicijngebruik Bijvoorbeeld een minimale interventie strategie van huisartsen en apothekers om het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen te beperken. - Veiliger maken van de openbare ruimte Bijvoorbeeld door een wijkschouw van de ouderenbond met de wethouder. Hiervoor is een checklist opgenomen in het handboek.
Stap 3; Uitvoeren Betrek de doelgroep: 'Halt! U valt' gaat ervan uit dat het beste resultaat met valpreventie wordt geboekt wanneer de doelgroep zich optimaal aangesproken voelt en activiteiten aansluiten bij hun behoefte. Dit wordt dan ook op diverse manieren gestimuleerd en ondersteund o.a. doordat Consument en Veiligheid cursussen aanbied waarin ouderen opgeleid worden als groepsvoorlichters en een cursus voor ‘Halt! U valt’ adviseurs. De groepsvoorlichters verzorgen vervolgens aan andere ouderen een themabijeenkomst over het onderwerp valpreventie. De ‘Halt! U valt’ adviseurs bezoeken 75+ers en controleren de woning (en persoon) op valrisico’s, adviseren hierover en ondersteunen veelal bij het nemen van de juiste maatregel. Creëer bekendheid: Wanneer activiteiten georganiseerd worden, moet hier
Werkblad beschrijving interventie april 2009
11
Interventienummer
Halt! U valt
natuurlijk voldoende bekendheid aan gegeven worden. De 'Halt! U valt' handboeken geven hiervoor suggesties en ondersteuning zoals voorbeeldpersberichten en artikelen. In de campagneperiode wordt er via massamediale uitingen bekendheid gegeven aan het onderwerp en worden er campagne-pakketten beschikbaar gesteld waarin ook specifiek promotiemateriaal is opgenomen die lokale organisaties kunnen gebruiken om hun activiteit te promoten waarbij de link met de massamediale uiting duidelijk is. Stap 4; Evalueren Lokale organisaties worden gestimuleerd om ook te evalueren. Per activiteit wordt beschreven hoe dit zo eenvoudig mogelijk uitgevoerd kan worden, daarnaast zijn er diverse tips en materialen zoals voorbeeld evaluatieformulieren opgenomen in het handboek. Uitvoerders moeten per activiteit minimaal het bijbehorende evaluatieformulier invullen. Stap 6; Zorg voor continuering Het streven is dat valpreventie een vaste plaats krijgt in de dagelijkse werkzaamheden. In het handboek zit een checklist continuering opgenomen waarmee organisaties een handvat hebben om valpreventie structureel aandacht te blijven geven. Om te zorgen voor structurele aandacht moet valpreventie minimaal in het jaarplan van de uitvoerende organisatie worden opgenomen.
Uitvoering massamediale activiteiten. Vanuit Consument en Veiligheid wordt in samenwerking met diverse landelijke partners massamediale aandacht gegeven aan het voorkomen van vallen. Ouderen worden bereikt via een televisiespot, een advertentie in huisaan-huisbladen en/of radio- uitingen. Voor de lokale projecten is specifiek ondersteuningsmateriaal ontwikkeld: een campagnepakket om binnen de lokale 'Halt! U valt' activiteiten ook aan te sluiten bij de massamediale uitingen. Een voorbeeld van een campagnepakket is de testkoffer die vanaf 2008 te bestellen is bij Consument en Veiligheid. In de testkoffer zitten ‘doe en ervaar’ testen voor ouderen zodat zij op een interactieve én leuke manier inzicht krijgen in hun eigen lichaam en de beperkingen van het ouder worden. De intermediairen kunnen de testen afnemen bij de ouderen, waarbij het doel van de testen is ouderen duidelijk te maken dat zij zelf iets kunnen doen om vallen te voorkomen, namelijk door te werken aan hun conditie. De testen geven een indicatie over de fysieke gesteldheid met betrekking tot balans, spierkracht, zicht, bewegen en reactiesnelheid. Middels de bijhorende brochure kunnen door de lokale intermediaire per test-onderwerp adviezen en uitleg gegeven worden aan de ouderen. In de testkoffer zit ook een handleiding voor het gebruik van de testen en organisatie van een bijeenkomst en promotiemateriaal.
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Handboeken en handleidingen. • Halt! U valt Handboek voor de GGD • Halt! U valt Handboek voor de Lokale Gezondheidszorg • Halt! U valt Handboek voor de Lokale Overheid • Halt! U valt Handboek voor het Welzijnswerk voor ouderen • Halt! U valt Handboek voor de thuiszorg • Halt! U valt Handboek voor de woningcorporatie • Testkoffer Een goede conditie helpt vallen voorkomen • Handleiding : Een goede conditie helpt vallen voorkomen • Handleiding voorlichtingsbijeenkomst ‘Voorkom vallen! Zelf aan de slag’ • Handleiding Rollatorbijeenkomst Veilig op pad met de rollator : gebruik en
Werkblad beschrijving interventie april 2009
12
Interventienummer
Halt! U valt
onderhoud. • Inlegvel Basisvoorwaarden voor een effectieve uitvoering van Halt! U Valt (vanaf voorjaar 2010) Nieuwsbrief • Nieuwsbrief Valpreventie •Brochures: • Brochure Een goede conditie helpt vallen voorkomen • Rechtop blijven staan met medicijnen : medicijngebruik en vallen gaat vaak samen (meertalige brochure) • ‘Val niet thuis’ brochure • Veilig op pad met de rollator: informatie voor mensen die een rollator (gaan) gebruiken • ‘Halt! U valt’ campagnefolder • Factsheet Business case valpreventie.
Trainingen en workshops • Training ‘Halt! U valt' -adviseurs voor het uitvoeren van huisbezoeken • Training ‘Groepsvoorlichting aan senioren over valpreventie’ • Training Inzet van de campagne materialen (testkoffer). Checklists: • Checklist voor de ‘Halt! U valt’-adviseur • Samen een veilig blokje om • Hoe veilig is uw woning? Promotiemateriaal voor lokale promotie • Halt! U valt poster • Beeldmateriaal valpreventie • Promotiematerialen Een goede conditie helpt vallen voorkomen Diverse ondersteuningen bij lokale interventie • Huisje Weltevree • Presentatie Veilig en Zelfstandig blijven wonen De materialen van ‘Halt! U valt’ zijn te bestellen bij Consument en Veiligheid via www.veiligheid.nl.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
13
Interventienummer
Halt! U valt
B. Onderbouwing van de interventie
6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieen en/of onderzoeksliteratuur, een ratio of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en of beschermende factoren. Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden.
Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich?
Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen.
Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse.
Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken?
Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en/of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenland-
Risicofactoren voor vallen bij ouderen Factoren die een rol spelen bij valongevallen bij zelfstandig wonende ouderen kunnen grofweg ingedeeld worden in intrinsieke (biologische en gedrags) factoren en extrinsieke factoren (omgeving). Intrinsieke factoren Het is aangetoond dat mobiliteitsstoornissen (stoornissen in balans, lopen en spierkracht) gerelateerd zijn aan toegenomen valrisico (Stel, 2003; CBO, 2004). Er zijn aanwijzingen dat chronische gezondheidsproblemen als stoornissen in het gezichtsvermogen, artrose , afhankelijkheid bij uitvoering van Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) voetproblemen, de ziekte van Parkinson , risicofactoren zijn voor vallen (Lanting et al., 2005; Stel, 2003; WHO, 2007). Verder is het aannemelijk dat het doormaken van één of meer valincidenten in het voorgaande jaar een goede voorspeller is van toekomstig vallen. (CBO, 2004). Leefstijlfactoren die de kans om te vallen beïnvloeden zijn alcoholgebruik (minimaal vijftien glazen per week) (Lanting et al., 2005; Stel, 2003; Pluijm, 2001), gebruik van geneesmiddelen die onder andere het reactievermogen beïnvloeden (Lanting et al., 2005; Berg Jeths et al., 2004) en minder lichamelijke activiteit (Lanting et al. 2005; Stel, 2003; Berg Jeths et al., 2004; WHO, 2002). Naast alcohol, geneesmiddelen en lichamelijke activiteit zijn er ook algemene gewoonten die in de loop der jaren zijn ontstaan, die de kans om te vallen vergroten. Bijvoorbeeld haastig met beide handen vol de trap opgaan of op sokken lopen in huis en op de trap (Kennisnetwerk Valpreventie, 2007). Ook het gebruik van ongeschikte hulpmiddelen bij het lopen is een risicofactor (Dean & Ross, 1993). Extrinsieke factoren Woningen bevatten vaak risicofactoren voor vallen (Berg Jeths et al., 2004). Zo kunnen losse kleden en snoeren, slechte verlichting, gladde vloeren en drempels tot een val leiden (Kennisnetwerk Valpreventie, 2007; Velde, 2007). Bij vallen buitenshuis blijkt dat de omgevingsfactoren een veel grotere invloed uitoefenen dan bij vallen in huis (Van Laeken, 2003). Relatief beschouwd is de invloed van leefstijl en persoonsgebonden factoren op vallen buitenshuis dus kennelijk kleiner dan in huis. Voorbeelden van risicovolle omgevingsfactoren zijn ontoegankelijkheid van openbare gebouwen, afwezigheid van voldoende rustplaatsen, onveilige voetpaden (bijvoorbeeld door losliggende tegels), en de korte tijd waarop voetgangerslichten op groen staan, waardoor oversteken een haastklus wordt (Laeken, 2003).Daarnaast worden ook sociaal-economische risicofactoren genoemd, zoals lage sociaal economische status, gebrek aan sociale contacten en beperkte toegang/gebruik van (gezondheids)voorzieningen (WHO, 2007). Sociale isolatie, gebrek aan sociale steun en eenzaamheid kunnen tot vallen leiden door bevordering van immobiliteit (Laeken, 2003). De literatuur geeft geen eenduidig beeld van de bijdrage van risicofactoren aan de incidentie van vallen, deels doordat studies sterk uiteenlopen qua populatie, definities van risicofactoren en methodologie. Hoewel een val veroorzaakt kan worden door één risicofactor is een valongeval vaak het gevolg van interacties van meerdere factoren. Het risico om te vallen neemt toe naarmate er meer factoren aanwezig zijn (Laeken, 2003). Bij combinaties van factoren kan het risico oplopen tot 97% en bij afwezigheid van deze
Werkblad beschrijving interventie april 2009
14
Interventienummer
Halt! U valt
se versies van de interventie.
voorspellers is de kans slechts 10% (Pluijm, 2001)
Voor meer uitleg en informatie zie de handleiding bij dit werkblad.
Het nemen van valpreventieve maatregelen Valongevallen zijn vaak te voorkomen door eenvoudige maatregelen. Een paar voorbeelden: geen losse vloerkleden in huis, geen obstakels in huis op plekken waar veel gelopen wordt, goede verlichting die bijvoorbeeld ook vanuit bed te bedienen is, goede steunen in de badkamer, geen gladde of ongelijke vloer, geen losliggende stoeptegels of straatstenen om het huis, minder slaapmiddelen gebruiken en door meer bewegen en gezonde voeding een betere lichamelijke conditie opbouwen. Echter, het blijkt dat veel ouderen geen maatregelen ter preventie van vallen nemen omdat ze zich niet bewust zijn van de risico's, ze het belang er niet van inzien en/of niet goed op de hoogte zijn van mogelijke maatregelen. Onderzoek naar de veiligheidsbeleving van ouderen laat zien dat ouderen zich niet zo met veiligheid bezig houden (Vrolings & Gelissen, 2007). Als ze al aan veiligheid denken, dan denken ze aan andere vormen zoals bijvoorbeeld verkeersveiligheid of veiligheid met betrekking tot criminaliteit. Ze beseffen niet dat ze een verhoogd risico lopen op een valongeval. Door de sterke toename van de welvaart, de technologie en het peil van de gezondheidszorg is de gemiddelde levensverwachting sterk gestegen. Ouderen voelen zich tot op hoge leeftijd vitaal en maken zich amper zorgen over ongevallen. De persoonlijke relevantie voor valpreventie is laag. Valpreventie is iets voor de ‘oude’ buurvrouw (die vaak jonger is dan de betreffende senior) maar niet iets voor jezelf (Voorn & Berg, 2005; Yardley et al., 2006). Daardoor gaan ze niet uit zichzelf op zoek naar mogelijkheden om hun dagelijkse veiligheid te verbeteren (Centrum voor marketing analyses, 1999). De meeste ouderen voelen zich niet oud en willen niet graag geassocieerd of geconfronteerd worden met oud zijn of oud worden. Valpreventie is daarmee geen geliefd onderwerp, want vallen is geassocieerd aan oud zijn. Uit de veiligheidsbarometer van Consument en Veiligheid (Vrolings & Gelissen, 2007) komt naar voren dat 77% van de ouderen het helemaal of een beetje eens te zijn met de stelling dat ongevallen nu eenmaal gebeuren, hoe voorzichtig je ook doet. Bovendien schrijft men een eigen val vooral toe aan variabele oorzaken (moe, pech, e.d.) in plaats van aan stabiele oorzaken (zoals fysieke beperkingen of obstakels). Daardoor wordt het zelfbeeld minder aangetast, maar komt het ook minder tot maatregelen (AGB Qualitatief, 1992). Het is immers iets wat nu een keer (“toevallig”) gebeurde. Dit geeft aan dat ouderen niet per se openstaan voor tips om vallen te voorkomen omdat ze denken en dat het niet of nauwelijks te voorkomen is. Uit de Veiligheidsbarometer kwam naar voren dat ouderen slecht op de hoogte zijn van de preventiemogelijkheden (Vrolings & Gelissen, 2007). Vooral bij allochtonen en lage SES is de kennis over mogelijke maatregelen beperkt. Bij alle ouderen geldt dat men de mogelijkheden en voordelen van kleine aanpassingen of beperkte gedragsveranderingen onderschat (Mazor et al., 2008). Veel ouderen lijken ook te veronderstellen dat adviezen op het gebied van valpreventie leiden tot een ongewenste beperking van hun activiteiten en mobiliteit (“Je mag dan een aantal dingen niet meer”) (Yardley et al., 2007). Weinig ouderen lijken te weten dat vallen kan worden voorkomen door balans en kracht/sterkte te trainen. Daarnaast wordt het beeld van de actieve senior ons voortdurend voorgehouden als sociale norm. Dat kan leiden tot terughoudendheid in het gebruik van hulpmiddelen door ouderen (Laeken, 2003). Doelgroep. Halt! U Valt richt zich specifiek op kwetsbare zelfstandig wonende ouderen. Deze groep kenmerkt zich door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor vallen, zoals beperkte mobiliteit, het hebben van (meerdere) chronische gezondheidsaandoeningen waaronder artrose, functionele beperkingen, eerdere valincidenten, inactiviteit, medicijngebruik en mogelijk sociale isolatie en gebrek aan sociale steun.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
15
Interventienummer
Halt! U valt
Om te bereiken dat meer zelfstandigwonende, kwetsbare ouderen valpreventieve maatregelen nemen (en blijven nemen) richt Halt! U valt zich op bewustwording en risicobesef, kennis en eigen effectiviteit bij het nemen van deze maatregelen. Maatregelen die in Halt! U valt gestimuleerd en actief aangeboden worden zijn gericht op meerdere relevante risicofactoren voor vallen bij zelfstandigwonende kwetsbare ouderen, nl. mobiliteit, balans en uithoudingsvermogen, medicijngebruik, inrichting van huis en omgeving en functionele beperkingen. Lokale aanpak met massamediale impulsen ‘Halt! U valt’ is mede gebaseerd op ervaringen en ontwikkelde methoden in drie eerder valpreventieprojecten voor ouderen (Elings et al, 2002; Wijlhuizen et al., 2003; Dijk et al., 2002; Graafmans, 2004). De resultaten van deze projecten hebben aangetoond dat valpreventie bij senioren goed werkt wanneer het project aansluit op de beleving van ouderen over veiligheid en wanneer de preventieve maatregelen aangeboden worden in de directe omgeving. Door de lokale benadering worden risico’s herkenbaar en worden oplossingen voor valpreventie makkelijker toepasbaar. Enkele andere belangrijke aanbevelingen uit GRIP in Friesland (Elings et al, 2002) en Thuis in evenwicht (Dijk et al, 2002), zijn meegenomen zoals: - Betrek de doelgroep ouderen zo vroeg mogelijk - Bewaak de omvang en complexiteit van het project. Stel prioriteiten. Consument en Veiligheid zorgt voor zoveel mogelijk half fabricaten zodat het voor organisaties ‘behapbaar’ blijft. - Test alle voorlichtingsmaterialen voordat er een definitieve versies is gemaakt: Consument en Veiligheid biedt volledig geteste (brochures zowel op toon en duidelijkheid) ter ondersteuning. - Combinatie tussen ludieke acties en voorlichting werken. De massamediale activiteiten zetten het onderwerp niet alleen bij de doelgroep op de agenda maar stimuleren ook lokale organisaties om activiteiten te organiseren. Daarnaast draagt de aandacht die valpreventie krijgt via de massamediale uitingen ook bij dat dit onderwerp op de agenda van de lokale overheden komt.
Multifactorieel programma Vanwege de multifactoriële aard van valongevallen hebben multifactoriele preventieprogramma's vaak de meeste kans van slagen, vooral bij ouderen die al eerder zijn gevallen CBO, 2004; Costello et al., 2008; Gillespie et al., 2009a). Het gaat hier om maatregelen gericht op verbetering van meerdere risicofactoren. De effectiviteit van dergelijke interventies hangt onder andere samen met de mate waarin de inhoud aansluit bij de specifieke risicofactoren en kenmerken van de doelgroep (Gillespie et al., 2009b).‘Halt! U valt’is een multifactorieel valpreventieprogramma, de activiteiten sluiten aan bij de risicofactoren van zelfstandigwonende kwetsbare ouderen. Naast algemene voorlichtingsactiviteiten gericht op bewustwording bevat Halt! U Valt valpreventie actviteiten die gericht zijn op 1) lichaamsbeweging: het verbeteren van balans, spierkrachtversterking en/of uithoudingsvermogen. Het is aangetoond dat inclusie van tenminste twee van deze onderdelen, effectief is, als onderdeel van een multifactorieel programma maar ook als afzonderlijke maatregel (Gillespie et al., 2009a,b) 2) verantwoord medicijngebruik: kritische evaluatie en zo nodig aanpassing van medicijngebruik (met name effectief bij ouderen met valhistorie, Gillespie et al., 2009a,b), 3) veilig wonen: inventarisatie van risico's in huis en zo nodig aanpassing daarvan, vooral effectief bij ouderen met een verhoogd risico, zoals slecht gezichtsvermogen (Costello et al., 2008; Gillespie et al., 2009a,b). 4) stimuleren van handige producten en hulpmiddelen (ivm functionele be-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
16
Interventienummer
Halt! U valt
perkingen). 5) veilige omgeving: inventarisatie van risico's de omgeving en zo nodig aanpassing daarvan, vooral effectief bij ouderen met een verhoogd risico, zoals slecht gezichtsvermogen (Costello et al., 2008; Gillespie et al., 2009a,b).
Gefaseerde aanpak Om te bereiken dat ouderen meer aan valpreventie doen richt ‘Halt! U valt’ zich in een gefaseerde aanpak op: attendering en bewustwording, overtuigen (attitude en intentie beïnvloeden, bevorderende factoren benadrukken), en adviseren (kennis en tools, “in staat stellen”), gedrags- en omgevingsverandering (maatregelen nemen) en gedragsbehoud. Attendering en bewustwording Omdat vallen vanwege de associatie met oud worden geen geliefd onderwerp is wordt de doelgroep in eerste instantie niet aangesproken over het onderwerp, het voorkomen van vallen, maar wordt aangesloten bij onderwerpen die ouderen wel aanspreken. Ouderen, en zeker de kwetsbare zelfstandige ouderen zijn vooral met hun gezondheid bezig. Gezond blijven en gezondheidsklachten zijn een belangrijk onderwerp voor ze. Gezondheid zien ze als een nadrukkelijke voorwaarde voor zelfstandig blijven en thuis kunnen blijven wonen. Gezondheid en zelfstandigheid worden mede daarom als ‘kapstok’ gebruikt om bewustwording en informatie over valpreventie vorm te geven (Yardley et al., 2006; Vrolings & Gelissen, 2007; Mazor et al., 2008). Ouderen worden binnen de interventie voornamelijk aangesproken op gezondheid en de voordelen van een goede gezondheid en conditie. Een goede gezondheid maakt het mogelijk prettig te leven, zelfstandig te blijven en te kunnen blijven wonen waar je woont. Dit is onder andere uitgewerkt in een testkoffer met doe-en-ervaar-testen, waarmee ouderen op een interactieve én leuke manier inzicht krijgen in het functioneren van hun eigen lichaam en de beperkingen van het ouder worden, met als doel met mensen in gesprek te komen en adviezen te geven. De link met valpreventie is dus wel aanwezig maar wordt pas in tweede instantie gecommuniceerd. Naast de boodschap binnen de campagne wordt ook via de keuze van de communicatiemiddelen gezorgd dat ook de ouderen die nog niet zijn gevallen worden bereikt. Om een grote groep te bereiken is bewust gekozen voor massamediale middelen, zoals de Tv-spot en artikelen in huis-aanhuisbladen. Ouderen die niet actief op zoek gaan naar informatie of activiteiten bezoeken, kunnen zo wel bereikt worden. Een aanbeveling vanuit GRIP uit Friesland (Elings, 2002) is dat het belangrijk is dat er publiciteit is rondom het project (landelijk, regionaal en lokaal). Zo komt het ook meer op de agenda van organisaties wat het regelen van de financiering makkelijker maakt. Ook daarom is een massamediale impuls belangrijk.
Overtuigen Vanuit een positieve benadering beoogt Halt! U valt sociale aanmoediging en acceptatie van maatregelen te realiseren. Ook het gebruik van een vitaal rolmodel (Sjoukje Dijkstra) binnen de massamediale uitingen is gericht op het beïnvloeden van de attitude en de gepercipieerde sociale norm ten aanzien van vallen en valpreventie. Onderzoek van Yardley et al. (2007) geeft aan dat ouderen vooral worden gemotiveerd om maatregelen te nemen door de gepercipieerde winst die zij door het nemen van maatregelen kunnen behalen (de waargenomen voordelen). Deze winst is o.a. duidelijk opgenomen in de brochure ‘Een goede conditie helpt vallen voorkomen, praktische tips om gezond en fit te blijven’. Hierin komt duidelijk het plezier en het comfort van maatregelen terug. Bijvoorbeeld tips over het samen bewegen via een beweegmaatjesproject en de combinatie van genieten van de omgeving en beweging. In de pretest van
Werkblad beschrijving interventie april 2009
17
Interventienummer
Halt! U valt
de brochure (Ruigrok, 2008) is expliciet getoetst of deze toonzetting herkend werd. Nagenoeg alle respondenten noemden de brochure spontaan positief en aantrekkelijk. Naar aanleiding van de pretest zijn enkele maatregelen zijn nog concreter beschreven. Ook effectiviteitverwachting (‘is bewezen dat het werkt’) speelt een rol bij de intentie van ouderen om maatregelen te nemen blijkt uit de veiligheidsbarometer (Vrolings & Gelissen, 2007). Dit aspect is onder andere in de handleiding voor de intermediairs meegenomen. Deze bevat achtergrondinformatie over de bewezen effecten van de diverse maatregelen. In gesprek met de doelgroep kunnen intermediairs dit aanhalen zodat de ouderen eerder geneigd zijn de preventieve maatregelen uit te voeren. Adviseren Advisering is belangrijk omdat het bij ouderen vaak ontbreekt aan de kennis over kleine aanpassingen in gedrag en omgeving die het risico kunnen reduceren. Om deze reden wordt er veel aandacht besteed aan kennis van de maatregelen bijvoorbeeld door het inzetten van brochures, informatiemarkten waarin ook vooral aandacht is voor de te nemen maatregelen, groepsvoorlichtingen en de veiligheidsadviseur die adviseert over de te nemen maatregelen. Verandering en behoud van gedrag. Om het daadwerkelijk nemen van maatregelen makkelijk te maken wordt in ‘Halt! U valt’ veel aandacht besteed aan praktische adviezen en oplossingen. Bijvoorbeeld in de brochure ‘Een goede conditie helpt vallen voorkomen’ worden tips gegeven die gemakkelijk uit te voeren zijn, dit is ook getest binnen de pretest (Ruigrok, 2008). Daarnaast geven de intermediairs persoonlijke adviezen aangepast bij de lokale setting (advies op maat). Bijvoorbeeld: de test uit de testkoffer (campagnemateriaal) wijst uit dat het zicht van een persoon mogelijk niet optimaal is, de persoon wordt doorverwezen naar de optometrist in de eigen woonomgeving inclusief adresgegevens.
Onderbouwing activiteiten gericht op intermediaire organisaties Niet alleen bij de einddoelgroep, maar ook bij de diverse intermediaire organisaties die vorm moeten geven aan interventies richting doelgroep is agendasetting van belang. Valpreventie moet als onderwerp daar concurreren met andere belangrijke gezondheidsproblemen binnen een vaak beperkt financieel budget. Om een locale interventie van de grond te krijgen is capaciteit en inzet binnen de locale organisaties een voorwaarde (Saan & de Haes, 2005). Mede daarom is onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de besluitvorming om valpreventie op locaal niveau aan te pakken (Vlutters, 2003). De methodiek ‘Halt! U valt’ speelt hierop in door een flexibele en modulaire methodiek aan te bieden binnen een uitgewerkte implementatiestrategie richting organisaties. In de eerste versie van het ‘ Halt! U valt’ werd er gewerkt met één algemeen handboek ter ondersteuning van de diverse organisaties dit bleek niet optimaal te werken. Daarom is dit herzien en is er voor de bovengenoemde organisaties een ander handboeken ontwikkeld die specifiek zijn toegespitst op hun werkterrein, visie en activiteiten.Door de modulaire opbouw kunnen wisselende partners samenwerken zonder dat de uitvoering stagneert indien één lokale partner niet kan meewerken. Doordat in alle handboeken de vergelijkbare kerncomponenten van Halt! U worden aangegeven, wordt bewaakt dat preventie van ongevallen bij ouderen effectief wordt aangepakt. Daarnaast biedt de methode de mogelijkheid om valpreventie activiteiten in te bedden binnen het bestaande beleid van organisaties. Dit maakt het voor organisaties makkelijker ‘Halt! U valt’ op de agenda te plaatsen.
Samenvatting van de werkzame ingrediënten
Werkblad beschrijving interventie april 2009
18
Interventienummer
Halt! U valt
De planmatige opgezette interventie sluit aan op de belangrijke risicofactoren voor vallen bij zelfstandig wonende kwetsbare ouderen, studies over de effectiviteit van valpreventieactiviteiten, praktische ervaringen vanuit eerdere projecten, de beleving door ouderen van gezondheid, veiligheid en zelfstandigheid en maakt gebruik van de belangrijkste bestaande inzichten met betrekking tot gedragverandering. De veronderstelde werkzame ingrediënten van de interventie zijn: - multifactoriële aanpak, afgestemd op risico's in de doelgroep - aansluiting bij leefsituatie, beleving en motivatie van de doelgroep - fasering van valpreventie activiteiten: eerst bewustwording gevolgd door promotie van oplossingen - lokale invulling; projectformule kan optimaal aangepast worden aan de eigen wensen, behoeften en mogelijkheden die binnen de gemeente bestaan. - implementatie via lokale organisaties; doelgroep wordt bereikt door de organisaties uit hun eigen omgeving aangezien zij ook het beste zicht hebben op de lokale setting en daardoor op maat kunnen adviseren - voor intermediairs: handboeken zijn specifiek voor betrokken organisatie waardoor activiteiten goed kunnen aansluiten bij de activiteiten en het beleid van die organisaties - ondersteuning en herhaalde aandacht door landelijke campagnes, nieuwsbrieven, netwerk en website.
7. Samenvatting onderbouwing Geef in één tot drie zinnen de logica van het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Valpreventie vraagt om een multifactoriële aanpak. Omdat ouderen het onderwerp vallen niet op zichzelf betrekken, en weinig kennis hebben over maatregelen om vallen te voorkomen besteedt 'Halt! U valt' eerst aandacht aan bewustwording om vervolgens oplossingen te promoten. De doelgroep wordt lokaal bereikt via diverse organisaties welke actief ondersteund worden door Consument en Veiligheid.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
19
Interventienummer
Halt! U valt
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
De interventie wordt uitgevoerd door professionals of getrainde vrijwilligers. Er gelden geen specifieke eisen ten aanzien van de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers. De intermediairs worden ondersteund door middel van trainingen en ondersteunende materialen (zie onder 8.2).
Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
Implementatie via intermediairs Om de lokale organisaties te stimuleren de methodiek ‘Halt! U valt’ toe te passen wordt gebruik gemaakt van een mix van vier strategieën: informeren, overtuigen, educatie en faciliteren. Deze strategieën worden wisselend ingezet bij de drie belangrijkste activiteiten richting lokale partners: werving, ondersteuning en continuering. Werving van intermediairs Drie/vier maal per jaar wordt via de koepel en branche-organisties zoals, GGD Nederland, MO-groep, Landelijke ouderenbonden, Ergotherapie Nederland hun achterban via een nieuwsbrief op de hoogte gehouden van onder ander de nieuwtjes op het gebied van valpreventie, de stand van zaken van het project en ze worden geattendeerd op ondersteuningsmaterialen van Consument en Veiligheid. Daarnaast wordt ook een groep van 1450 geïnteresseerde organisaties op de hoogte gehouden middels een digitale versie van de nieuwsbrief. Door deze nieuwsbrief, publicaties in vaktijdschriften en presentaties op congressen worden organisaties bewust gemaakt van het feit dat valongevallen een probleem vormen binnen de (gezondheids) zorg voor ouderen en dat de organisatie een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van valongevallen. Ze worden aangezet tot het bestellen van het 'Halt! U valt' handboek en ander ondersteunende materialen en aan de slag te gaan. Uitgebreide ondersteuning van intermediairs De ondersteuning vindt ten eerste plaats middels de 'Halt! U valt' handboeken en campagnepakketten zoals de testkoffer. In de handboeken staan de activiteiten volledig uitgewerkt en er is zo nodig ondersteuningsmateriaal opgenomen. De handboeken zijn zo opgesteld dat organisaties er zelfstandig mee aan de slag kunnen. Toch worden er ook door Consument en Veiligheid trainingen aangeboden over het organiseren van valpreventieactiviteiten waarin ook ervaringen worden uitgewisseld. Deze trainingen sluiten aan op het campagnethema van dat jaar. Jaarlijks maken rond de 70 organisaties gebruik van deze training. Het doel van de training is vaardigheden aan te reiken om met valpreventie aan de slag te gaan vanuit de eigen organisa-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
20
Interventienummer
Halt! U valt
tie. Er is o.a. aandacht voor de werving van ouderen, advisering richting ouderen en er is ruimte voor het uitwisselen van ervaringen en beantwoorden van vragen. Via de website www.veiligheid.nl wordt digitale ondersteuning geboden. Op de site zijn relevante documenten en formulieren te vinden die men kan bestellen en downloaden voor eigen gebruik. Zoals een voorbeeld persbericht, foto materiaal, brochures voor ouderen e.d. Verder is de helpdesk van Consument en Veiligheid beschikbaar voor vragen over valpreventie. Om te bevorderen dat intermediairs een effectief programma uitvoeren wordt in het voorjaar van 2010 een inlegvel voor het in handboek verspreid onder alle bezitters van het handboek. Op het inlegvel wordt aangegeven aan welke voorwaarden minimaal voldaan moet worden. Hier wordt ook in de trainingen aandacht aan besteed.
-Continuering en borging Wanneer op lokaal niveau een ‘Halt! U valt’ project wordt uitgevoerd is het van belang dat het thema valpreventie wordt ingebed in het beleid van de organisatie. Dit krijgt ook aandacht in de diverse handboeken. Aangezien de handboeken geheel in samenwerking met de diverse intermediaire groepen zijn ontwikkeld is hiermee getracht optimale aansluiting met de werkzaamheden en missie van de organisatie te bereiken en zo ook de kans op borging in de organisatie te vergroten. Daarnaast geven de jaarlijkse massamediale campagne periodes organisaties impulsen om steeds weer (en ook op een nieuwe manier) aandacht te geven aan valpreventie. Ook dient valpreventie een vaste plaats te krijgen in het lokale ouderen- en gezondheidsbeleid. Daarom worden GGD’en door Consument en Veiligheid extra ondersteund om dit te bereiken. Tussen 1 september 2005 en 1 juli 2008 is bij GGD Nederland een projectmedewerker voor ‘Halt! U valt’ aangesteld. De projectmedewerker richtte zich op twee aspecten, namelijk het agenderen van valpreventie voor ouderen op de politieke agenda (o.a. via een ontwikkelde Business case) en het faciliteren van (activiteiten voor) valpreventie voor ouderen. Deze aspecten zijn via twee wegen benaderd. Enerzijds vanuit de inhoudelijke kant, met deelname met een inhoudelijke presentatie aan het VNG congres, de organisatie van landelijke en regionale workshop in maart 2008 over de koppeling tussen ontwikkelingen in preventie, valpreventie, en de WMO. Deze bijeenkomsten zijn bezocht door ambtenaren Zorg en Welzijn en de wethouders Volksgezondheid, zorg en Welzijn en GGD’en. Anderzijds is via de kanalen van de VNG gezocht naar een koppeling tussen de beleidsmatige ondersteuning vanuit de koepel van gemeenten en de inhoud van valpreventie. Hiervoor is een business case valpreventie ontwikkeld waarmee de kosten en baten van valpreventie voor een individuele gemeente inzichtelijk kan worden gemaakt. De samenwerking van lokale organisaties wordt sterk geadviseerd. In elk handboek is hier een hoofdstuk aangewijd. Hierin wordt ideeën aangedragen bij welke activiteit je met wie kan samenwerken beschreven vanuit de organisaties waarvoor het handboek bedoeld is. Daarnaast wordt in het handboek voor de GGD aandacht besteed aan hun specifieke rol, zij kunnen zorgen dat het een integraal project met meerdere partijen wordt. Hierin worden de GGD’en door Consument en Veiligheid en GGD Nederland apart ondersteund. Uit een evaluatie in 2008 (Slootmaker & Aken, 2008) is bekend dat 55% van de intermediairs die aansluiten bij de campagne (zie hieronder) samenwerken met één of meerdere organisaties. 96 % van hen is van plan vaker samen te gaan werken op het gebied van valpreventie.
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit
De wijze van kwaliteitsbewaking wordt in principe bepaald door de uitvoer-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
21
Interventienummer
van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
Halt! U valt
der, dit zijn professionals. In de handboeken wordt sterk aangeraden om binnen valpreventie projecten samen te werken met GGD’en. Mede omdat de GGD’en werken met gespecialiseerde professionals die ervaring hebben met gezondheidsbevordering.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt (verder) bepaald door de uitvoerder.
8.4 Kosten van de interventie Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: de kosten van de interventie zijn niet bekend
Alle materialen die nodig zijn om met de interventie te werken zijn gratis te downloaden van de website of voor verzend- en administratiekosten te bestellen bij Consument en Veiligheid via www.veiligheid.nl. De kosten voor 'Halt! U valt' zijn sterk afhankelijk van keuzes die gemaakt worden voor de diverse activiteiten daarnaast is het afhankelijk van de mate waarin de activiteiten aangeboden en uitgevoerd kunnen worden binnen bestaand aanbod van de organisaties. Bijvoorbeeld een GGD die in samenwerking met diverse organisaties binnen 3 gemeenten 'Halt! U valt' uitvoert, heeft 48.000 euro begroot. Dit bedrag is inclusief het trainen van een grote groep vrijwillige 'Halt! U valt' adviseurs, uitvoeren van huisbezoeken door deze adviseurs, een uitgebreide bewustwordingsfase met PR materiaal, informatiemarkten, boekje met kortingsbonnen, 'Halt! U valt' posters, twee uitgebreide mailings naar alle ouderen in de gemeenten, groepsvoorlichters, evaluaties en uren voor de projectleiding.
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
Consument en Veiligheid registreert hoeveel handboeken en overige materialen worden besteld. Jaarlijks bestellen ongeveer 500 organisaties de campagne materialen Doel: Inventarisatie naar gebruik van 'Halt! U valt' en knelpunten bij de uitvoering achterhalen. Type onderzoek: Eind 2003 zijn de eerste ervaringen met 'Halt! U valt' geevalueerd via een vragenlijstonderzoek onder handboek bezitters n=99) met daaraan gekoppeld een expertmeeting met landelijke partners om de resultaten te kunnen verklaren en lering uit te trekken (Schouten, 2004). Relevante uitkomsten: Tot 2004 ging 'Halt! U valt' uit van een lokaal valpreventieproject dat gebaseerd is op intersectorale samenwerking. Er diende een projectleider te worden aangesteld die de taken tussen verschillende betrokken organisaties verdeelt en die de samenwerkingsafspraken bewaakt. Hiermee was 'Halt! U valt' een complex, groot en duur project. De voorbereiding kende een lange doorlooptijd omdat er een aanzienlijk bedrag aan financiën gevonden moest worden. Dit leidt tot verlies van enthousiasme (mensen willen nu wat doen, niet over 2 jaar). Het bleek dat er wel veel belangstelling was voor het project bij veel verschillende lokale organisaties maar dat er na een jaar weinig concrete zaken waren opgestart door bovenstaande redenen. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie is tijdens een expertmeeting de invoeringsstrategie in 2004 bijgesteld. Het verplicht volledig intersectoraal uitvoeren van het project wordt losgelaten en de organisaties krijgen ondersteuning op maat, o.a. bestaande uit een handboek die volledig is toegespitst op de taken en missie van de bestreffende organisatie (de zes verschillende handboeken). Doel Tevredenheidsmeting van alle afzonderlijke handboeken (2005).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
22
Interventienummer
Halt! U valt
Type onderzoek: Onderzoek middels vragenlijsten onderzoek onder een kleine groep (n=33) Relevante uitkomsten : Beschrijving van het 'Halt! U valt' handboek wordt door de meerderheid als voldoende en duidelijk bestempeld en biedt voldoende ondersteuning om activiteiten uit te kunnen voeren. Doel: Bereik van 'Halt! U valt' bij de ouderen vaststellen. Type onderzoek: Bereikmeting middels vragenlijsten uitgezet in de vier steden en dorpen (Arnhem, Menaldumadeel, Den Haag, Bathmen en Lochem) (Van Marle, 2006a, Van Marle, 2006b, Van Marle, 2006c, Van Marle, 2006d). Ouderen werd gevraagd naar de bekendheid van en de deelname aan de activiteiten die in een vastgestelde periode hadden plaatsgevonden. Daarnaast zijn ook kennis, attitude en eigen effectiviteit in kaart gebracht. Relevante uitkomsten: Hieruit blijkt dat de bekendheid met activiteiten rond ‘Halt! U valt’ varieerde van 86% in Arnhem tot 30% in Den Haag. De deelname aan activiteiten varieerde van 46% van de ondervraagde ouderen in Arnhem tot slechts 2% in een wijk in Den Haag. 88% tot 63% geeft aan dat zij zich meer bewust zijn geworden dat zij zelf iets kunnen doen om een val te voorkomen. Tussen de 67% en 19% geeft aan meer kennis over valpreventie te hebben gekregen. Ook gedragsveranderingen om de kans op een val te verkleinen, bijvoorbeeld meer bewegen of het gebruik van een loophulpmiddel werden gemeld. Doel: Onderzoek of de ondersteuningsmaterialen voor de intermediairen voldoende ondersteunen om valpreventie activiteiten te organiseren en verbeterpunten inventariseren om de ondersteuning aan te kunnen passen. Type onderzoek: Kwantitatieve procesevaluatie (landelijke campagne) onder de intermediairen in 2006, 2007 en 2008 (Tijsen 2006; Slootmaker 2007; Slootmaker & Aken 2008) N = variërend van 88 tot 204. Relevante uitkomsten uit de procesevaluatie uit 2008 zijn: Over het algemeen werden de doe-en-ervaar testen door vrijwel alle intermediairs (98%, n=131) een goede manier gevonden om senioren bewuster te maken van hun valrisico. De testkoffer is door 78 van de 136 respondenten (57%) gebruikt. 41% van de respondenten geeft aan nog bezig te zijn met de voorbereiding van een activiteit of heeft een activiteit in 2009 gepland staan. Bijna iedereen (97%) vond de oefeningen op de instructiekaarten duidelijk en volledig beschreven en 96% is van plan de instructiekaarten nogmaals te gaan gebruiken. De oefeningen en de bijbehorende instructiekaarten werden respectievelijk met een rapportcijfer 7,6 en 7,8 beoordeeld (range 6-10). 97% van de respondenten vond de adviezen in de brochure duidelijk en voor 98% van hen was de brochure ook naar verwachting. Opgemerkt werd dat de tekst op glanzend papier soms slecht te lezen is. De brochure wordt gewaardeerd met het rapportcijfer 7,6 (range 6-9) en 93% geeft aan de brochure bij een volgende activiteit weer te gaan gebruiken. De totale opkomst van de activiteiten viel vaak binnen de categorie 1 tot 10 (20%) of 11 tot 20 (24%) deelnemers, maar 31% van de intermediairs rapporteert ook een totale opkomst van tussen de 21-50 deelnemers (zie tabel 5). Ongeveer een kwart geeft aan bij hun activiteiten meer dan 50 deelnemers te hebben betrokken (range 55-500 deelnemers). Dit hoge aantal gerapporteerde deelnemers hangt voornamelijk samen met deelname aan beursen en het versturen van mailings of folders. Meer dan de helft (55%) van de intermediairs geeft aan samengewerkt te hebben met één of meerdere organisaties. 30% van de intermediairs geeft aan door andere organisaties gestimuleerd te worden om mee te doen. Ongeveer de helft van de intermediairs merkten dat door de tv-spot er meer aandacht bij ouderen was voor de valpreventie campagne. Doel: Effect en Bereikmeting onder de groep ouderen Type onderzoek: Vragenlijst onderzoek onder ouderen in 2005, 2006, 2007
Werkblad beschrijving interventie april 2009
23
Interventienummer
Halt! U valt
en 2008 uitgevoerd en als nul en 1 meting van de campagne uitingen gehanteerd (n= variërend van 1164 tot 1766). (Wijlhuizen 2005; Wijlhuizen 2006; Wijlhuizen 2007; Onkenhout 2008). Relevante uitkomsten uit 2008 : 71% van de ouderen heeft iets gezien, gelezen of ervaren van de campagne! Zo’n 10% van deze ouderen gaf aan dat zij door Sjoukje gestimuleerd werden om valpreventieve maatregelen te nemen. Maar liefst de helft van de ondervraagde ouderen geeft aan in de campagnemaand iets gedaan te hebben om vallen te voorkomen: waarvan het laten controleren van de ogen (28%) en meer gaan bewegen (24%) de meest ondernomen acties zijn. 82% van de mensen die bekend zijn met een lokale campagne activiteiten (waarin o.a. de testkoffer ingezet is met de bijbehorende brochure) geeft aan dat het hen heeft gestimuleerd tot het nemen van maatregelen om een val te voorkomen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
24
Interventienummer
Halt! U valt
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1
Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Ja
Nee
Vraag 11
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
Ja
Nee
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
25
Interventienummer
Halt! U valt
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit
10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen. (Zie de handleiding bij dit werkblad.) Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en meta-analyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland.
Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Mate van effectiviteit voor: 1 effectief; 2 deels effectief; 3 effectiviteit niet vastgesteld; 4 negatief effect; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
Studie 1 Auteurs: Jaar: Onderzoekstype: Belangrijkste resultaten: Bewijskracht van het onderzoek: Mate van effectiviteit van de interventie: Studie 2 Etc.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
26
Interventienummer
Halt! U valt
(Zie de handleiding bij dit werkblad.)
11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of metaanalyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES of de gegevens om deze te berekenen. Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
27
Interventienummer
Halt! U valt
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie.
‘Halt! U valt’ suggereert; sta even stil bij uw risico op vallen. Lokale interventies worden soms onder een andere naam uitgevoerd omdat de lokale projectgroepen de neiging hebben er op deze manier een eigen sfeer aan te geven. Voorbeelden van namen zijn: ‘Vallen? Liever niet!’ (uit Arnhem) en ‘Ik val op veilig’ (uit Den Haag).
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
De interventie wordt door diverse organisaties uitgevoerd. Ruim 600 organisaties zijn in het bezit van de 'Halt! U valt' handboeken en jaarlijks bestellen ongeveer 500 organisaties de campagne materialen. Dit zijn diverse organisaties: welzijnswerk voor ouderen (27%), fysio- en ergotherapeuten (22%) en ouderenbonden (19%), Woonzorginstellingen (13%) (b.v. aanbieders van extramurale thuiszorg), Thuiszorgorganisaties 7%, GGD’en (6%), Gemeente (3%), anders (4% zoals beweegleiders niet aangesloten bij een van de bovenstaande organisaties, woningcoorperaties enz.). Veel organisaties werken op lokaal niveau met elkaar samen (Slootmaker, 2008). Organisatie (%)
Meld indien van toepassing: De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
Anders 4 Woonzorg instelling 13
Thuiszorg 7 GGD 6
Fysio/Ergotherapeut 22
Ouderenbond 19
Welzijnswerk voor ouderen 27
Gemeente 3
Voor de implementatie, behoefte peiling en expertise wordt er samengewerkt met diverse lokale en landelijke organisaties. De landelijke organisaties zijn
Werkblad beschrijving interventie april 2009
28
Interventienummer
Halt! U valt
ANBO, Unie KBO, PCOB, MO-groep, ActiZ, GGD Nederland, Ergotherapie Nederland, Woonzorg Nederland, Oogziekenhuis Rotterdam, Kennisnetwerk Valpoli’s en NISB.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies
Grip op eigen veiligheid (uitgevoerd in 2000/2001) Grip op eigen veiligheid is een veiligheidsproject voor 55-plussers in Sneek, ontwikkeld door de Raad voor het ouderenbeleid in Sneek en T&O Preventie en Gezondheid te Leiden. GGD Fryslan heeft op lokaal niveau bij de totstandkoming van dit project een initiërende rol vervuld. Zowel gezondheidsorganisaties als de gemeente, provincie, politie, ouderenwerk, de wijkverenigingen, woningstichtingen, vrijwilligersorganisaties en ook ouderenbonden werken mee aan dit project. De interventie bestaat uit diverse activiteiten bijvoorbeeld een informatiemarkt, voorlichtingsactiviteiten, informatieloket, brochures, huisbezoeken, beweegactiviteiten. Doel van het project is het aantal ongevallen in en om huis en in het verkeer bij mensen ouder dan 55 jaar terug te dringen met 20% in 1 jaar. Thuis in evenwicht (uitgevoerd in 2001) Thuis in evenwicht is een lokale interventie over preventie van ongevallen onder de zelfstandig wonende 65-plusser. Het accent ligt op preventie van valpartijen in en om huis. Consument en Veiligheid heeft de algemene formule en bijbehorende materialen ontwikkeld. Deze worden vertaald naar de lokale situatie door uiteenlopende lokale partijen. Woon Wijs, Voorkom Vallen (WWVV) (uitgevoerd 2002-2004) Doel van het project WWVV is een succesvolle implementatie van preventieve maatregelen in gemeenten in het district van de GGD Hart voor Brabant. Het project richt zich op senioren van 65 jaar en ouder. De preventieve maatregelen voor de einddoelgroep bestaan onder meer uit: voorlichting over valongevallen en veiligheid in huis (folder, checklist, bijeenkomsten), huisbezoeken, voorlichting over medicijngebruik en vallen en het volgen van een cursus over bewegen. ‘Halt! U valt’ is ontstaan uit deze drie projecten. Grootste overeenkomst: het zijn allen multifactoriële interventies. Grootste verschillen: - 'Halt! U valt' biedt ondersteuning ('Halt! U valt' handboeken), die volledig aangepast is aan de werkwijze en organisatiedoelstelling per organisatie. - Jaarlijks wordt de interventie ondersteund met massamediale uitingen en daar aan gekoppelde ondersteuningsmaterialen.
Aangehaalde literatuur
Werkblad beschrijving interventie april 2009
29
Interventienummer
Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen
Halt! U valt
AGB Qualitatief (1992).Veiligheid in huis: een kwalitatief onderzoek naar valpreventie bij ouderen. Hilversum. Berg Jeths, A. van den, Timmermans, J.M., Hoeymans. N. & Woittiez, I.B. (2004). Ouderen nu en in de toekomst: Gezondheid, verpleging en verzorging 2000-2020. RIVM rapportnummer: 270502001. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Boer, A.H. de (red.). (2006). Rapportage ouderen 2006, veranderingen in de leefsituatie en levensloop. Den Haag: SCP. CBO. (2004). Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg. Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen. Utrecht: CBO/NVKG. Centrum voor marketing analyses (1999). Senioren en Veiligheid, Bevindingen van een kwalitatief onderzoek, Amsterdam. Costello, E. & Edelstein, J.E. (2008) Update on falls prevention for communitydwelling adults: review of single and multifactorial intervention programs. J Rehabil Res Dev. 45(8):1135-52. Dean, E. & Ross, J. (1993). Relationships among cane fitting, function, and falls. Physical therapy, 73, 494-504. Dijk, B., Wit, M de. & Elings, M. (2002). Procesevaluatie Thuis in Evenwicht. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Elings, M. & Wijlhuizen, G.J. (2002). Procesevaluatie ‘Grip op eigen veiligheid’. Een multimethodische interventie ter preventie van ongevallen bij ouderen in Sneek, Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Gillespie, L.D., Gillespie, W.J., Robertson, M.C., Lamb, S.E., Cumming, R.G. & Rowe, B.H. (2009a). Interventions for preventing falls in elderly people (review), The Cochrane Database of Systematic Reviews CD000340, 1 Gillespie, L.D., Robertson, M.C., Gillespie, W.J., Lamb, S.E., Gates, S., Cumming, R.G. & Rowe, B.H. (2009b). Interventions for preventing falls in older people living in the community (review), The Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue . Art.No.: CD007146.
Graafmans, W.C. (2004) Woon Wijs Voorkom Vallen – Procesevaluatie van een valpreventieprogramma. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Kennisnetwerk Valpreventie. (2007) http://www.kennisnetwerkvalpreventie.nl, Amsterdam. Klerk, M.M.Y. de (red.). (2004). Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004. Den Haag: SCP. Laeken, M van. (2003). Een overzicht van effectieve strategieën voor valpreventie bij senioren. Brussel: Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. Lanting, L.C., Stam, C., Hertog, P.C. den & Brugmans, M.J.P. (2005). Welke factoren beïnvloeden de kans op privé-ongevallen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,
Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Letsels en vergiftigingen\ Privé-ongevallen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
30
Interventienummer
Halt! U valt
Lanting, L.C. & Hoeymans, N. (red) (2008). Let op letsels: preventie van ongevallen, geweld en suicide. Bilthoven : RIVM, Centrum voor Volksgezondheid Toekomst Verkenningen. Letsellastmodel 2006, Consument en Veiligheid i.s.m. Erasmus Medisch Centrum. LIS, Letsel Informatie Systeem 2003-2007, Consument en Veiligheid. LMR, Landelijke Medische Registratie 2003-2007, Prismant. Marle, A.M. van. (2006a). Evaluatie ‘Halt! U valt’ - Bereikmeting voor GGD Gelre-IJssel in Bathmen en Lochem. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Marle, A.M. van. (2006b). Evaluatie ‘Halt! U valt’ en ‘Ik val op veilig’ - Bereikmeting voor GGD Den Haag in de stadsdelen Segbroek en Haagse Hout. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Marle, A.M. van. (2006c). Evaluatie ‘Halt! U valt’ - Bereikmeting voor GGD Fryslan in gemeente Menaldumadeel. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Marle, A.M. van. (2006d). Evaluatie ‘Vallen? Liever niet!’ - Bereikmeting ‘ Halt! U valt’ in Arnhem. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Mazor, L., Bemer, E. & Bruxvoort, M van. (2008). Ouderen alert op vallen: kwalitatieve consultatie onder ouderen over factoren die een rol spelen bij het wel of niet treffen van preventieve maatregelen om vallen te voorkomen. Amsterdam: TNS-NIPO Consult. NND 2003-2007. Statistiek niet natuurlijke dood. Centraal Bureau voor de Statistiek. NSW Health Department. (2001). Preventing Injuries From Falls in Older People. Background information to assist in the planning and evaluation of local area-based strategies in New South Wales. Onkenhout, H. & Vlek, O. (2008). Onderzoek naar het bereik en effect van de campagne valpreventie 2008 onder ouderen, Valpreventie Campagne 2008. Ruigrok/Netplan. Pluijm, S.M.F. (2001). Predictors and consequences of falls and fractures in the elderly. Thesis. Vrije Universiteit, Amsterdam. Ruigrok. (2008). Debrief pretest brochure ‘Een goede conditie helpt vallen voorkomen’. Amsterdam. Saan, H. & Haes, W. de. (2005). Gezond effect bevorderen. Het organiseren van effectieve gezondheidsbevordering. Woerden: NIGZ. Schouten, H. (2004). Strategie implementatie 'Halt! U valt' 2004-2008, Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Slootmaker, S. (2007) Procesevaluatie onder intermediairs, preventiecampagne 2007 ‘Een goede conditie helpt vallen voorkomen’. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Slootmaker, S. & Van Aken, C. (2008). Procesevaluatie onder intermediairs, preventiecampagne 2008: ‘Een goede conditie helpt vallen voorkomen’. Am-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
31
Interventienummer
Halt! U valt
sterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Steen, A. van., Rexwinkel, H. & Raal, S. van. (2006). Vallen? Liever niet! Eindrapportage Valpreventieproject Arnhem 2004-2006. Arnhem. Stel, V. (2003). Prevention of fall accidents in older persons: from risk profile to intervention strategy. Amsterdam: EMGO. Stel, V.S., Smit, H.H., Pluijm, S.M.F. & Lips, P. (2004) Consequenses of falling in older men and women and risk factors for health service use and functional decline. Age an Ageing, 33 (1): 58-65. Tijsen, N. (2006). Procesevaluatie: Campagne Oud Worden Zonder Ongelukken 2005-2006, Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid. Velde, N. van der. (2007) Falls in old age: pills, the heart and beyond: Withdrawal of drugs and screening for cardiovascular causes in older fallers. Thesis. Erasmus University, Rotterdam. Vlutters, M. (2003). 'Halt U Valt': onderzoek naar de beslissing van gemeenteambtenaren om initiatiefnemer van dit valpreventieproject te worden. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid, Intern rapport 262. Voorn, M. & Berg, S. van de. (2005). Veilig oud worden. Onderzoeksrapportage. Amsterdam: Motivaction. Vrolings, E. & Gelissen, R. (2007).Veiligheidsbarometer 2007: veiligheidsbeleving van zelfstandig wonende senioren. Haarlem: ResCon. WHO. (2002). Active ageing: A policy framework. Copenhagen: WHO. WHO (2007). WHO Global Report on Falls Prevention in Older Age. WHO. Wijlhuizen, G.J., Radder, J.J. & Graafmans, W.C. (2003). Effectevaluatie Grip op eigen veiligheid – Resultaten van een onderzoek naar het effect van een multimethode interventie gericht op reductie van ongevallen bij ouderen (65+) in Sneek. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Wijlhuizen, G.J., Chorus, A.M.J. & Hopman-Rock, M. (2005). Nationale campagne valpreventie bij ouderen, resultaten van de voormeting. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Wijlhuizen, G.J., Chorus, A.M.J. & Hopman-Rock. M. (2006). Effectevaluatie: Nationale campagne valpreventie bij ouderen, resultaten van de nameting. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Wijlhuizen, G.J., Nauta, S.M. & Hopman-Rock, M. (2007). Effectevaluatie: Nationale campagne valpreventie bij ouderen,: Resultaten van de nameting 2007. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid. Yardley, L., Donovan-Hal,l M., Francis, K. & Todd, C. (2006). Older people's views of advice about falls prevention: a qualitative study. Health Education Research Advance Acces. Yardley, L., Beyer, N., Hauer, K. [et.al]. (2007). Recommendations for promoting the engagement of older people in activities to prevent falls. Quality & safety in health care, 16, (3): 230-234.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
32
Interventienummer
Halt! U valt
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 1 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
33
Interventienummer
Halt! U valt
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Zwak
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Zeer zwak
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie. 15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan. 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
34
Interventienummer
Halt! U valt
Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 2 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
35
Interventienummer
Halt! U valt
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Zwak
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Zeer zwak
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie. 15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan. 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
36
Interventienummer
Halt! U valt
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam
Datum
Werkblad beschrijving interventie april 2009
Handeling Beginnen met het maken van de beschrijving
Documentnummer …….. / 1
37