Lang leve de liefde MBO
Werkblad beschrijving interventie
Gebruik de handleiding bij dit werkblad
Voor meer informatie www.nji.nl/jeugdinterventies
[email protected] www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies www.effectiefactief.nl
1
[email protected]
Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Adres Postcode Plaats Email Telefoon Website van interventie
Anita Watzeels en Mireille Wolfers Schiedamsedijk 95 3000 LP Rotterdam
[email protected],
[email protected] 010 433 9242/ 010-433 9402
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder. Naam Adres Postcode Plaats Email Telefoon Website van interventie
Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Referentie Naam auteur Titel interventie Databank Plaats, instituut Datum
Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad. Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties:
2
Inhoud Samenvatting ....................................................................................................................................... 43 Uitgebreide beschrijving ...................................................................................................................... 63 1. Probleemomschrijving ........................................................................................................................... 63 2. Beschrijving interventie ......................................................................................................................... 93 3. Onderbouwing ..................................................................................................................................... 203 4. Uitvoering ............................................................................................................................................ 253 5. Onderzoek naar praktijkervaringen ..................................................................................................283 6. Onderzoek naar de effectiviteit ........................................................................................................... 333 7. Aangehaalde literatuur ....................................................................................................................... 353
3
Samenvatting Eén A-4tje, maximaal 400 – 600 woorden Doelgroep De interventie is gericht op alle mbo-studenten in Nederland
Doel Het hoofddoel van het lesprogramma is: Jongeren ondersteunen in het maken van gezonde en verantwoorde keuzes met betrekking tot liefde, relaties en seks. De subdoelen zijn: 1. Jongeren hebben prettige en gewenste relaties en seksuele contacten. 2. Jongeren voorkomen (verspreiding van) infectie met soa en hiv. 3. Jongeren voorkomen onbedoelde zwangerschap 4. Jongeren maken (t.z.t.) gezonde en verantwoorde keuzes m.b.t. zwanger worden en zwangerschap 5. Jongeren accepteren seksuele diversiteit en handelen ernaar. 6. Jongeren zoeken hulp en ondersteuning als ze vragen en/of problemen hebben m.b.t. hun seksuele gezondheid.
Aanpak De interventie maakt deel uit van een gezamenlijke website www.langlevedeliefde.nl met de lesprogramma’s Seksuele gezondheid voor praktijkonderwijs+onderbouw vmbo/havo/vwo (ontwikkeld door Soa Aids Nederland) en voor bovenbouw havo/vwo (ontwikkeld door Universiteit Maastricht). In het mbo-deel van deze website bevindt zich een online doe-het-zelf shop voor mbo-docenten met: 20 lessen over allerlei thema’s met betrekking tot seksuele gezondheid: o.a. over liefde en relaties, soa’s, veilig vrijen, anticonceptie, onbedoelde zwangerschap, gezonde zwangerschap, seksuele diversiteit en diverse lessen over wensen & grenzen en seksueel grensoverschrijdend gedrag. 5 workshops (veilig vrijen, je lijf en beeldvorming, wensen en grenzen,seksuele diversiteit en soa. Divers beeldmateriaal: o.a. animaties en (interactieve) filmpjes Online docentenhandleiding met o.a. didactische tips, achtergrondinformatie, een keuzehulp en praktische video’s voor docenten (waarin docenten laten zien hoe ze met werkvormen uit het lesprogramma werken in de klas).
Materiaal Lesbrieven, PowerPoints, animaties, filmpjes en de digitale docentenhandleiding zijn gratis te gebruiken via het MBO-deel van www.langlevedeliefde.nl.
Onderbouwing Het lesprogramma is ontwikkeld met behulp van het Intervention Mapping protocol dat uit 6 stappen bestaat. Op basis van de needs assessment (stap 1) zijn programmadoelen geformuleerd (b.v. jongeren voorkomen (verspreiding van) infectie met soa en hiv.. Deze zijn uitgewerkt in gedragsdoelen (jongeren besluiten veilig te vrijen) die in matrices zijn gekruist met determinanten ( b.v. kennis over soa en hiv) om tot veranderdoelen te komen (stap 2:bv:; veranderdoel: Leggen uit dat je soa kunt overdragen aan je partner(s), ook al heb je op dat moment zelf geen klachten
Vervolgens is in stap 3 gezocht naar (potentieel) effectieve methoden en strategieën, zoals active learning (kennisquiz en bespreken van vragen) en anticipated regret (filmpje over testen op soa: opdracht 6 in de les Soa ). Deze zijn in stap 4 uitgewerkt in lessen (les Soa) en workshops (Soa). In stap 5 is het lesprogramma op proef geïmplementeerd en in stap 6 geëvalueerd.
4
Het lesprogramma richt zich op kennis, risicoperceptie, attitude, sociale norm, vaardigheden en eigeneffectiviteit; hóe precies, dat varieert per thema. Methoden en technieken die uit onderzoek specifiek geschikt bleken te zijn voor het onderwerp seksuele gezondheid en deze doelgroep, zijn Filmpjes met rolmodellen, b.v. opdracht 6 in de les Soa is een filmpje over testen op soa (methode: modeling). Animaties, b.v. opdracht 6 in de les Soa is een animatie over Chlamydia en onvruchtbaarheid (methode: gebruik van Beeldmateriaal). Kennisquiz over soa, opdracht 2 in de soa les (methode: actief leren)
Onderzoek Resultaten procesevaluatie:
Tijdens het pretesten van onderdelen en lessen en in de procesevaluatie gedurende het eerste implementatiejaar hebben we minimaal één van deze evaluatiemethoden gebruikt: vragenlijst/kennisquiz/scenario’s met vragen, observatie, groepsgesprek met de klas en interview met de docent of vragenlijst per e-mail. Deze mix van evaluatiemethoden heeft veel waardevolle informatie opgeleverd. Op basis hiervan zijn de lessen, lesbrieven en digitale docentenhandleiding aangepast. Resultaten effectonderzoek:
Er is alleen een effectmeting uitgevoerd voor de les seksuele diversiteit, door middel van een voor- en nameting, met een interventie en een controlegroep. Een week voor en een week na de les seksuele diversiteit vulden alle studenten uit de deelnemende klassen een vragenlijst in over seksuele diversiteit. (op papier of digitaal via Internet). De nameting werd door 88 studenten uit de interventiegroep en 57 studenten uit de controlegroep ingevuld. De belangrijkste uitkomstmaten waren attitude, emotie en vooroordelen. Er is op geen van de uitkomstmaten een verschil tussen de voor- en nameting gevonden. Er is dus geen positief, maar ook geen averechts effect van de les op de mening van de studenten vastgesteld. Door allerlei problemen in de uitvoering van het onderzoek waren helaas minder data beschikbaar dan verwacht. Hoewel in alle klassen met een voormeting ook een nameting is uitgevoerd, waren niet alle studenten op beide momenten aanwezig Bij de nameting waren 15% minder studenten betrokken dan bij de voormeting en dit waren niet altijd dezelfde personen als bij de voormeting. Verder waren vanwege logistieke/ organisatorische problemen op de scholen ook niet alle papieren vragenlijsten beschikbaar voor de analyses.
5
Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem Voor welk probleem of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard en ernst van het probleem. Uit de studies Seks onder je 25e (Graaf, Kruijer, Acker, & Meijer, 2012; Graaf, Meijer, Poelman, & Vanwesenbeeck, 2005) blijkt dat laagopgeleide jongeren (vmbo en mbo) op allerlei aspecten van seksuele gezondheid meer risico lopen dan hoger opgeleide jongeren. Zij doen op jongere leeftijd seksuele ervaring op, maar hebben minder kennis van seksualiteit, voortplanting, anticonceptie en soa’s dan hun hoger opgeleide leeftijdsgenoten. Ze hebben meer ervaring met (gewenste en ongewenste) zwangerschap en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Homonegativiteit is bij laagopgeleide heterojongeren sterker. Bovendien blijkt dat interne homonegativiteit onder holebi jongeren relatief hoog is, jongens hebben meer moeite met hun seksuele oriëntatie dan meisjes (Graaf et al., 2012). Onder mbo jongeren is sprake van een hogere prevalentie van soa dan gemiddeld onder jongeren (Götz et al., 2005; Van Bergen et al., 2005) De meeste jongeren hebben op school enige informatie over seksualiteit en relaties gekregen (Graaf et al., 2012). Meestal was dit over anticonceptie, soa en voorplanting, 73-84% van de jongeren heeft hier op school informatie over gekregen. Over verliefdheid en relaties heeft 50%, over homoseksualiteit 40%, over het aangeven van wensen en grenzen 31% en over seks op televisie of internet heeft 20% van jongeren informatie op school gekregen. Aan ongeveer een derde van de jongeren is op school verteld waar ze terecht kunnen met vragen of problemen over seksualiteit. Lang Leve de Liefde is in 1993 planmatig ontwikkeld voor het vmbo en wordt sindsdien ingezet in klas 2 en 3 van het vmbo. Op het mbo is er echter geen structurele aandacht voor seksuele gezondheid. Binnen het vak Burgerschap is er de mogelijkheid aandacht te besteden aan gezondheid, en daarbinnen aan seksuele gezondheid (Vitaal burgerschap, bevorderen van gezonde burger c.q. werknemer). Geschikte lesmaterialen op het brede terrein van seksuele gezondheid, afgestemd op de doelgroep en rekening houdend met de diversiteit van het mbo, bestonden echter nauwelijks tot niet. Voor jongeren op het mbo was school de belangrijkste bron van informatie over seksualiteit; 70 % van de jongeren heeft veel informatie op school gekregen, 43% beoordeelt deze informatie als goed. De school werd hiermee het positiefste gewaardeerd door de jongeren, beter dan de informatie van de huisarts, schoolarts of GGD (Graaf et al., 2005). De school kan daarom nog steeds als een belangrijke informatiebron over seksualiteit gezien worden.
Spreiding Hoe vaak komt het probleem voor en bij wie (demografische en geografische spreiding)? Seksueel grensoverschrijdend gedrag Twintig procent van de laagopgeleide meisjes (=vmbo of mbo volgend) is wel eens gedwongen iets te doen of toe te laten op seksueel gebied (versus 13% bij hoger opgeleiden=minstens havo volgend), bij jongens is dit 6%, dit kan variëren van ongewenste aanraking tot
6
geslachtsgemeenschap. Vierenveertig procent van de laagopgeleide meisjes en 23% van de jongens heeft ervaring met ongewilde seksuele handelingen (Graaf et al., 2012). 19% van de laagopgeleide meisjes en 9% van de laagopgeleide jongens heeft wel eens spijt gehad van geslachtsgemeenschap (Graaf et al., 2012) Adolescenten die een verhoogd niveau van online seksueel risicogedrag vertonen zijn minder tevreden met hun leven, hebben een hoger niveau van sensatiezucht, komen uit minder hechte families en zijn lager opgeleid (Baumgartner, 2012).
Seksuele diversiteit: interne en externe homonegativiteit Externe homonegativiteit is hoger bij jongeren op het vmbo en mbo, vergeleken met jongeren op havo/vwo. Zevenenvijftig procent van de jongens vindt het niet goed als twee jongens met elkaar vrijen, even als 31% van de meisjes. Gaat het om twee meisjes die met elkaar vrijen, dan keurt 24% van de jongens en 30% van de meisjes dit af (Graaf et al., 2012). Vergeleken met hoger opgeleide jongeren rapporteren jongeren met een vmbo en mbo -niveau vaker dat zij ooit te maken hebben gehad met homonegativiteit. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat 62% van de homoseksuele mbo jongeren ooit een negatieve ervaring heeft gehad. Het vmbo en het mbo zijn minder homo-vriendelijk dan hogere schooltypen. Onder degenen met vmbo- en mbo niveau komt het bedreigen ook vaker voor, evenals ongewenste seks hebben gehad vanwege hun voorkeur (Keuzenkamp, 2010). Interne homonegativiteit is vrij hoog bij holebi jongeren. 81% van de lesbische meisjes en 64% procent van de homo jongens zou liever niet lesbo of homo zijn. Slechts 8% van de jongens en 22% van de meisjes vindt dat anderen best mogen weten dat zij homoseksueel zijn. (Graaf et al., 2012). Ongeplande tienerzwangerschap In 2011 was het aantal geboorten onder meisjes jonger dan 20 jaar in Nederland 4,8/1000. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012). Er zijn grote verschillen tussen herkomstgroepen. Onder autochtone meisjes was het geboortecijfer 3,5/1000; Onder niet-westers allochtone meisjes was het geboortecijfer 10/1000; het hoogste aantal geboortes was bij Antilliaanse meisjes met 28,4/1000. Er was overigens een groot verschil tussen meisjes die in Nederland of de Antillen geboren zijn (21,4 versus 39,0 / 1000) (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012) Jongeren op het vmbo en mbo hebben vaker te maken met ongeplande en geplande zwangerschap en abortus dan jongeren op het havo/vwo; 2,6% van de laagopgeleide meisjes versus 0,6 van de hoog opgeleide meisjes had te maken met ongeplande zwangerschap in het afgelopen jaar (Graaf et al., 2012). Anticonceptie falen: 42% van de jongens sprak met zijn laatste partner vooraf niet over bescherming om zwangerschap te voorkomen, en 55% niet over bescherming tegen soa. Van de meisjes heeft 35% niet gesproken over het voorkomen van zwangerschap en 51% niet over het voorkomen van soa (Graaf et al., 2012). 25% van de laagopgeleide jongens en 23% van de laagopgeleide meisjes heeft met de laatste sekspartner niet consequent anticonceptie gebruikt. Dit is vaker dan jongeren met minimaal havo niveau (respectievelijk 16% en 12%) (Graaf et al., 2012) 11% van de seksueel laagopgeleide actieve meisje gebruikte in het afgelopen jaar de morningafter pil. (Graaf et al., 2012) Seksueel overdraagbare aandoeningen Uit gegevens van de diverse soa-test centra in Nederland blijkt dat in 2011 bij 22% van de geteste heteroseksuele mannen tussen de 15 en 19 jaar één of meer soa is gevonden, bij jonge vrouwen was dit 19%. Ook bij de groep 20-24-jarigen werden veel soa gevonden: 16% van de heteroseksuele mannen en 14% van de vrouwen testte positief voor minimaal één soa. Chlamydia is de meest voorkomende soa. De meeste chlamydia komt voor bij jongeren tussen de 15 en 19 jaar: van de jongeren getest in de soa-centra had in 2012 20% van de meisjes en 18% van heteroseksuele jongens een chlamydia (Trienekens et al., 2011)
7
Gevolgen Wat zijn de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen (zowel voor de doelgroep als in maatschappelijke zin)? Algemeen: Indien er geen passend lesaanbod is voor het mbo zullen veel docenten het onderwerp seksuele gezondheid binnen hun burgerschap lessen blijven mijden. Uit een interview met een docent uit Utrecht, opleiding Sociaal maatschappelijke dienstverlening, niveau 4: ‘Zonder de lesbrief hadden we deze les nooit gegeven, alle info is er duidelijk te vinden. Super uitgebreid! Je kunt verschillende keuzes maken. Het is een goede ondersteuning.’ Indien LLL MBO niet beschikbaar is zijn docenten aangewezen op de bestaande burgerschapsmethoden die het onderwerp seksuele gezondheid niet of slechts summier behandelen. Jongeren op het mbo wordt dan goede informatie en vorming onthouden over gezonde seksuele gezondheid. Juist omdat veel problemen op het terrein van seksuele gezondheid voorkomen bij mbo-jongeren kan dat leiden tot: Tienerzwangerschap Sociale gevolgen: het kan leiden tot schooluitval en het niet behalen van een startkwalificatie: 5,3% van de studenten op niveau 1 en 2 die vroegtijdig stoppen met school doen dit omdat ze zwanger zijn, voor niveau 3 en 4 is dit percentage 2,6% (Allen & Meng, 2010). Medische gevolgen: Bij tienerzwangerschap is er een verhoogd risico op zowel sterfte in de baarmoeder als sterfte rondom of in de eerste week na de geboorte. Bij tienermoeders wordt een hoger percentage kinderen met een laag geboortegewicht geboren. Dit komt onder andere omdat tienermoeders vaak een slechte leefgewoonte hebben, minder op gezonde voeding letten, roken tijdens de zwangerschap en ook alcoholgebruik komt vaker voor in deze leeftijd (13-17 jaar). Agressie en uitsluiting van mensen met een andere seksuele oriëntatie/ homonegativiteit Homonegativiteit kan leiden tot meer depressie en zelfs tot suïcidaliteit onder homojongeren. Negatieve bejegening vanwege de seksuele voorkeur kan leiden tot depressieve klachten (Keuzenkamp, 2010). Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat op scholen waar een positief klimaat heerst ten aanzien van homoseksualiteit, minder vaak suïcide voorkomt onder homojongeren (Keuzenkamp, 2010). Onder homonegativiteit wordt soms een breder scala aan negatieve uitingen ten opzichte van homoseksuele mannen en vrouwen verstaan. Dan vallen ook antihomoseksuele gedragingen (zoals geweld) en emoties onder de definitie. Seksueel overdraagbare aandoeningen Gevolgen van soa: Onbehandelde chlamydia (de meest voorkomende soa) kan ernstige gevolgen hebben, zoals ontstekingen van bijbal en prostaat bij mannen en van de eileiders en in het bekkengebied bij vrouwen, dit kan leiden tot blijvende onvruchtbaarheid en buitenbaarmoederlijke zwangerschappen. Gonorroe bij de zwangere vrouw kan een infectie bij de pasgeborene veroorzaken. Herpes genitalis blijft altijd in het lichaam en kan periodieke aanvallen van klachten geven. Niet iedereen ervaart klachten bij een soa, het kan dus ongemerkt overgedragen worden aan anderen. Met een soa is er hogere kans op hiv overdracht. Seksueel grens overschrijdend gedag Nadelige gevolgen van het ervaren grensoverschrijdende gedrag kunnen zijn: gevoelens van verdriet (15 – 45%), ongelukkig voelen (31 – 48%), kwaad worden op zichzelf (29 – 47%), schaamte (24 – 49%) en het zich niet meer goed bij seks voelen (19 – 38%). Vrouwen en lager opgeleiden ervaren meer negatieve consequenties (Kuyper, de Wit, Adam, Woertman, & van Berlo, 2009). Seks onder dwang, soms uitmondend in jeugdprostitutie onder dwang (bv. pooierboy/loverboy problematiek), heeft ernstige psychische en sociale gevolgen voor de jongere in kwestie (Cense & van Dijk, 2010). Grensoverschrijdend gedrag voortkomend uit Internet bezoek of anonieme contacten op
8
andere sociale media kan leiden tot misbruik en manipulatie van kwetsbare jongeren, bijvoorbeeld ‘grooming’.
2. Beschrijving interventie Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel gericht is op de community als de school als de individuele docent. Of aan interventies met verschillende modules die bij een doelgroep ‘op maat’ worden toegepast. Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema. Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie verder bij de betreffende paragrafen hieronder.
2.1
Doelgroep
Uiteindelijke doelgroep Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? De interventie is gericht op studenten van alle mbo opleidingen in Nederland. In Nederland volgen zo’n 540.000 personen (Statistics Netherlands, 2010), waarvan naar schatting zo’n 300.000 jongeren tussen de 16 en 25 jaar, mbo-onderwijs op Regionale Onderwijs Centra (ROC) of vakscholen (b.v. Grafisch Lyceum, Scheepvaart- en Transport College, Groen). In 2011 was 28% van de mbo studenten jonger dan 18 jaar (MBO Raad, 2013). Verdeling over de verschillende opleidingsrichtingen: 25% in de sector gezondheid en welzijn, 20% in persoonlijke dienstverlening, 19% in handel, administratie en juridische ondersteuning, 19% in techniek, industrie en bouw, 5% landbouw en dieren, 5% vormgeving en audiovisuele productie, 4% ICT, en 2% onderwijsondersteuning. Van de MBO studenten is 26% van allochtone afkomst, 4% Turks, 3,9% Marokkaans, 3,6% Surinaams, 2,1% Antilliaans, 5,9% overig niet-westers (Statistics Netherlands, 2010). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ Op alle mbo’s is het vak Loopbaan en Burgerschap verplicht, binnen de burgerschaplessen past de les over seksuele gezondheid binnen het gebied ‘aandacht voor gezondheid’; seksualiteit wordt als onderdeel genoemd. Bij zorg en welzijn opleidingen past het thema seksuele gezondheid binnen meer lessen.
Intermediaire doelgroep Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? De intermediaire doelgroep voor de uitvoering De intermediaire doelgroep voor de uitvoering van het lespakket zijn docenten op het mbo. In principe zijn dit alle docenten werkzaam aan mbo-opleidingen in Nederland. Vooral docenten die het vak Burgerschap geven vormen de doelgroep van het lespakket. Burgerschap is een verplicht vak binnen het mbo om te voldoen aan de kwalificatie-eisen voor ‘Loopbaan en Burgerschap’ Enkele van de doelen van het vak Burgerschap is dat studenten zich bewust zijn van de eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kunnen schatten en op basis daarvan verantwoorde
9
keuzes kunnen maken en activiteiten ondernemen die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. In veel gevallen zijn het maatschappijleerdocenten die Burgerschap geven, maar er zijn ook scholen waar alle vakdocenten Burgerschap geven. Behalve binnen het vak Burgerschap wordt ook wel aandacht aan seksualiteit besteed bij de vakken die over sociale en communicatieve vaardigheden gaan, bij verzorging of verpleegkunde of bij studieloopbaanbegeleiding. Andere potentiële doelgroepen zijn studenten aan lerarenopleidingen, bijvoorbeeld de lerarenopleiding Biologie en Maatschappijleer. Intermediaire doelgroepen voor implementatie De intermediaire doelgroepen voor implementatie van het lespakket zijn het mbo management/coordinator van de vakgroep Burgerschap en zorgcoördinatoren op het mbo, Sense verpleegkundigen, GGD gezondheidsbevorderaars op het terrein van seksualiteit, Mbo Raad, Nederlandse Vereniging voor Leraren Maatschappijleer, uitgevers van Burgerschap leermiddelen, Soa Aids Nederland/Rutgers WPF en het Consortium voor Beroepsonderwijs.
Selectie van doelgroepen Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Zijn er contra-indicaties? Zo ja, welke? Doelgroep selectie: Docenten die op het mbo het vak Burgerschap geven, of een ander relevant vak waar het thema seksualiteit in past, bepalen zelf of zij het lespakket gebruiken. Er is geen selectie, in principe is elke bevoegde docent in staat de lessen te gebruiken. In de handleiding en lesbrieven staan uitgebreide instructies en het geheel is in overleg met ervaren docenten zo gebruiksvriendelijk mogelijk gemaakt. Per les en per thema zijn in principe alle materialen en alle informatie beschikbaar die nodig zijn voor het uitvoeren van de les. Er zijn geen contra-indicaties voor gebruik van het lespakket.
2.2
Doel
Hoofddoel Wat is het hoofddoel van de interventie Het hoofddoel van het lesprogramma is: Jongeren maken gezonde en verantwoorde keuzes met betrekking tot liefde, relaties en seks. Doel intermediairs: Mbo-docenten besteden aandacht aan seksuele gezondheid door minimaal één les te selecteren die bij de behoefte van de klas aansluit en die volgens de richtlijnen in de lesbrief te geven. NB Indien een docent ervoor kiest slechts één les uit te voeren dan worden alleen de doelen van die les bereikt. In elke lesbrief staan per opdracht de lesdoelen vermeld, mocht een docent er bijvoorbeeld voor kiezen om een opdracht te laten vervallen, dan weet de docent welke doelen in dat geval niet of onvoldoende behaald kunnen worden. Toelichting op de doelstelling van het gebruik van minimaal 1 les: Er is in het mbo weinig éénduidigheid in (de mogelijkheden tot) het aanbieden van lessen over seksualiteit. Als ze al gegeven worden, is dit meestal bij het vak Burgerschap. Voor het vak Burgerschap gelden echter geen inhoudelijk eisen, ook niet met betrekking tot het thema seksualiteit. Docenten Burgerschap zijn vrij in hun invulling van het vak Burgerschap en kiezen dus zelf welke thema’s zij behandelen en op welke wijze. Op sommige mbo’s, zoals in de groensector, de grafische sector, de transportsector en binnen technische en economische richtingen op de roc’s wordt er geen
10
of nauwelijks aandacht aan het thema seksualiteit besteed. Bij deze opleidingen is het al een vooruitgang als er binnen het vak Burgerschap één van de lessen uit Lang Leve de Liefde gebruikt wordt. Bij Zorg en welzijn opleidingen is meer tijd en gelegenheid voor lessen die te maken hebben met de eigen gezondheid en leefstijl en zal het mogelijk zijn om meer dan één les uit het lespakket te gebruiken. Uit het vooronderzoek onder docenten bleek dat docenten een flexibel pakket willen met een breed aanbod van materialen en werkvormen, waarbij zowel de onderwerpen als het aantal lessen door docenten zelf te selecteren zijn. Bovendien geven docenten aan dat de lessen inzetbaar moeten zijn als afzonderlijke modules, zodat ze ook ad hoc ingezet kunnen worden als de situatie daarom vraagt (bv. bij een incident mbt homonegativiteit of loverboyproblematiek).
Subdoelen Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen, bijvoorbeeld in een schema De subdoelen voor de studenten zijn: 1. Jongeren hebben prettige en gewenste relaties en seksuele contacten. 2. Jongeren voorkomen onbedoelde zwangerschap 3. Jongeren voorkomen (verspreiding van) infectie met soa en hiv. 4. Jongeren maken (ter zijner tijd) gezonde en verantwoorde keuzes m.b.t. zwanger worden en zwangerschap 5. Jongeren accepteren seksuele diversiteit en handelen ernaar. 6. Jongeren zoeken hulp en ondersteuning als ze vragen en/of problemen hebben met betrekking tot hun seksuele gezondheid. Elk subdoel voor de studenten is een Intervention Mapping matrix uitgewerkt in nog specifiekere doelen, de zogenaamde change objectives (veranderdoelen). Zie als voorbeeld bijlage 1 IM_Matrix Stap_2_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf
2.3
Aanpak
Opzet van de interventie Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur indien van toepassing. Voeg hier eventueel een schema in. Verspreiding van lespakket /werving zie onderdeel implementatie Flexibel lespakket Uit het implementatieonderzoek onder docenten bleek dat docenten een flexibel lesprogramma willen, waarbij ze zelf thema’s, aantal lessen en werkvormen kunnen kiezen die passen bij hun klas. Daarom is gekozen voor een online doe-het-zelf shop,waarin docenten zelf hun lesaanbod kunnen samenstellen: en zelf kunnen kiezen hoeveel en welke lessen ze geven en in welke volgorde. 20 lessen, 5 workshops Het totale lesprogramma bestaat uit 20 lessen, vijf workshops, en een overzicht met los beeldmateriaal. De lessen kunnen los van elkaar gegeven worden. Elke les bevat verschillende opdrachten. Per opdracht kan de docent kiezen uit meerdere werkvormen, van individueel tot klassikaal, wat het beste bij de betreffende klas past (wat betreft niveau, opleiding, veiligheid etc.). Voor een overzicht van alle lesbrieven zie bijlage 2 Handboek LLL MBO.pdf De 20 lessen zijn allen bedoeld voor een dubbel lesuur (totaal 90 of 100 minuten):
11
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Alcohol en seksuele gezondheid Alcohol en grenzen Anticonceptie Beeldvorming Gezonde zwangerschap Internet en grenzen Internet en seks Je lijf en zo Jongeren en seks Liefde en relaties Loverboys (les voor meisjes) Loverboys (les voor jongens) Onbedoelde zwangerschap Partnerkeuze en maagdelijkheid Grensoverschrijdend gedrag (les voor meisjes) Grensoverschrijdend gedrag (les voor jongens) Seksuele diversiteit Soa Veilig vrijen Voor wat hoort wat
Er zijn ook drie standaard lespakketten: 1. veilig vrijen/anticonceptie en soa (drie lessen, 15 oefeningen) 2. relaties, grensoverschrijdend gedrag en loverboys (meisjes); (drie lessen, 11 oefeningen) 3. relaties, grensoverschrijdend gedrag en loverboys (jongens); (drie lessen, 11 oefeningen) Docentenhandleiding Voor de docent is er een docentenhandleiding met onder andere beeldmateriaal van docenten die gefilmd zijn in de klas terwijl zij werkvormen uit het lesprogramma gebruiken en interviews met docenten over hun ervaringen met lesgeven over seksuele gezondheid. De uitgebreide handleiding bevat uitgebreide lesbrieven met feedback en praktische tips (zie bijlage 3 Didactische_tips_verzameldocument.pdf) en de praktische video’s voor docenten (zie bijlage 4 Video's_docentenhandl.pdf) . Hierdoor is het pakket ook goed te gebruiken door onervaren docenten. Uit de pretest blijkt dat een dubbellesuur wenselijk is voor de meeste lessen om uitgebreid de tijd te hebben voor alle opdrachten en in te kunnen gaan op signalen, vragen en reacties. De lessen maken vaak veel los bij de studenten, hiervoor is tijd nodig om het binnen de les goed af te ronden. Voor docenten die maar een enkel lesuur kunnen besteden wordt aangegeven hoe ze het programma kunnen inkorten. Per opdracht staan de doelen vermeld, zodat de docent weet welke doelen vervallen als een opdracht vervalt. Ook wordt er geadviseerd over het combineren van lessen voor een lessenreeks. De lessen zijn bedoeld voor álle niveaus van het mbo, omdat de thema’s en problematiek met betrekking tot seksuele gezondheid relevant zijn voor studenten van alle leerniveaus. Binnen het gevarieerde aanbod van thema’s en werkvormen kunnen docenten zelf datgene kiezen wat het beste aansluit bij de behoefte en het niveau van hun klas.
Opzet per les Elke les bestaat uit een introductie, opwarmopdracht, vervolgopdrachten, afronding en eventuele toets of portfolio opdracht. Alle lessen bevatten de volgende onderdelen: Lesbrief met het programma van de les, specifieke lesinstructie, benodigdheden en per opdracht het doel van de opdracht, de verschillende stappen, keuze uit werkvormen, uitleg, mogelijke feedback bij de opdracht en achtergrondinformatie voor de docent. De lesbrief eindigt met suggesties voor een toets of portfolio-opdracht. Als bijlage zijn alle materialen opgenomen die door de docent geprint kunnen worden voor gebruik in de klas. PowerPoint presentatie voor gebruik tijdens de les. In zowel de lesbrief als de PowerPoint presentatie staan de links naar de beeldmaterialen die nodig zijn voor de les, bijvoorbeeld animaties of filmpjes.
12
Workshops De tijdsduur voor alle workshops is 90 minuten. Workshop Veilig vrijen en anticonceptie : het programma van de workshop bestaat uit vier opdrachten waarbij punten gewonnen kunnen worden: 1. Opdracht met vragen en animatie over vruchtbaarheid 2. Groepsopdracht (in kleine groepjes) waarbij studenten zelf bedenken wat veilig/onveilige manieren van vrijen voor het voorkomen van zwangerschap. 3. Grabbelzak anticonceptie en animatie over hormonale anticonceptie 4. Keuze uit condoomdemonstratie, condoomrace of een smoezenspel Workshop Je lijf en beeldvorming: het programma van de workshop bestaat uit drie opdrachten 1. Studenten tekenen zelf de geslachtsorganen, volgens worden animaties van het vrouwelijk en het mannelijk geslachtsorgaan bekeken en de tekeningen besproken. 2. Bekijken van filmpje over fotoshoppen, vervolgens in groepjes bespreken van beelden in de media bijvoorbeeld aan de hand van door studenten gemaakte collages, mindmap 3. Bespreken van de invloed van plastische chirurgie op het zelfbeeld en zelfvertrouwen, a.h.v. voorbeeldsituaties, een krantenartikel of fragmenten uit een tv documentaire. Workshop Soa: het programma van de workshop bestaat uit vijf opdrachten. 1. Kennisquiz 2. Studenten zoeken zelf het antwoord op vragen over soa, zoals: wat zijn belangrijkste soa, wat zij de gevolgen, klachten en hoe kan je ze voorkomen. 3. Bespreken van digitale poster over de invloed van ex-en op het risico op soa. 4. Smoezenspel: smoezen en reacties bedenken om geen soatest te doen: hoe overtuig je je partner. Mogelijkheid tot verschillende spelvormen Workshop Wensen en grenzen: het programma van de workshop bestaat uit vier opdrachten. 1. Oefenen met hun grens aangeven, zowel verbaal als non-verbaal. Actieve spelvorm. 2. Signalen leren herkennen. Door studenten ‘ja’ en ’nee’ signalen laten bedenken en bespreken in de klas. 3. Oefenen met rollenspellen of scenario’s: reageren op veelvoorkomende situaties. (situaties voortgekomen uit RWPF onderzoek ‘Laat je nu horen’) Oefenen van zowel de ‘slachtoffer’ als ‘dader’ rol. 4. Debat over wensen en grenzen a.h.v. stellingen (zelf bedacht, of keuze uit voorbeelden) Workshop Seksuele diversiteit: het programma van de workshop bestaat uit vijf opdrachten. 1. Woordspin 2. Cirkeloefening om stereotypering te doorbreken 3. Stellingen: waar of niet waar? Over feiten en vooroordelen over seksuele diversiteit. 4. Coming out. Keuze uit een aflevering van de serie ‘Uit de kast’ bekijken of een homovoorlichter in de klas uitnodigen. 5. Debat: Uit de kast komen op school Keuzehulp: Om docenten te helpen met hun keuze uit het aanbod van lessen is er een keuzehulp ontwikkeld. Hierbij kan men gebruik maken van drie opties A. Vragendoos B. Studenten kiezen zelf C. Vragenlijsten m.b.t. verschillende thema’s (voor details, zie hiervoor de onderdelen van de docentenhandleiding in de afzonderlijke bijlagen: Bjilage 5 Keuzehulp_vragendoos.pdf, Bjilage 6 Keuzehulp_studenten_kiezen_zelf.pdf en Bjilage 7 Keuzehulp_vragenlijsten.pdf.)
Locatie en uitvoerders
13
Waar wordt de interventie uitgevoerd en door wie? Indien van toepassing per onderdeel beschrijven. De lessen worden gegeven door de mbo docenten zelf in reguliere leslokalen op reguliere lestijden, eventueel met ondersteuning of gastles door Sense verpleegkundige of een ervaren docent uit een docentenpool die hiervoor beschikbaar is. Subdoelen intermediairs: 1. Docenten bepalen hoeveel tijd zij beschikbaar hebben voor het thema seksuele gezondheid 2. Docenten bepalen welke thema’s en werkvormen voor hun klas geschikt zijn. 3. Docenten bereiden de les voor. 4. Docenten geven de les volgens de aanwijzingen in de lesbrief. 5. Docenten evalueren de les
Inhoud van de interventie Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe. Mbo-docenten geven lessen of workshops aan studenten. Er zijn lessen over liefde en relaties, maagdelijkheid en partnerkeuze, beeldvorming, anticonceptie, soa en testen op soa, onbedoelde zwangerschap, gezonde zwangerschap, seksuele diversiteit, seksueel grensoverschrijdend gedrag, loverboys en verschillende lessen over wensen & grenzen (o.a. met betrekking tot alcohol en internet). De lessen bestaan uit een mix van (interactieve) opdrachten zoals een woordspin, mindmap, interactieve filmpjes met discussievragen, stellingen, condoomdemonstratie, anticonceptiegrabbelzak, rollenspel, kaartspel, animaties et cetera. Deze werkvormen zijn gekozen omdat ze uitwerkingen zijn van de theoretische methodieken waarvan uit de theorie bekend is dat ze de determinanten in de gewenste richting kunnen beïnvloeden. Juist deze werkvormen zijn gekozen omdat ze aansluiten bij de capaciteiten en beleving van de doelgroep (veel visualiseren, veel zelf ontdekken, discussie, speelse werkvormen, afwisseling, interactie) . Bijvoorbeeld de anticonceptiegrabbelzak is een voorbeeld van actief leren in de anticonceptieles om de determinant kennis te beïnvloeden die erg geschikt is voor de meeste klassen, zo is uit de pretest gebleken. De condoomdemonstratie is een praktische techniek gebaseerd op de theoretische methode ‘oefenen onder begeleiding met feedback’ (‘guided practice’) die de eigen effectiviteit en vaardigheden bij condoomgebruik versterkt. Dit blijkt ook in de mbo klassen een erg geschikte werkvorm die enthousiaste reacties oproept en studenten de kans geeft zowel actief mee te doen als in een meer passieve rol de observantenrol te spelen. Hieronder hebben we per doel de verschillende lessen die daarbij horen beschreven. Een uitgebreide beschrijving van de inhoud van alle lessen en de opdrachten staat op de website www.langlevedeliefde.nl (mbo en docentendeel) en in de handleiding voor docenten. Vervolgens geven we een uitgebreide beschrijving van de les Loverboys. Subdoel 1 (jongeren hebben prettige en gewenste relaties en seksuele contacten) wordt behandeld in de lessen: Liefde & relaties: wat vinden studenten zelf belangrijk in een relatie; man-vrouw rollen en verwachtingen vanuit de omgeving; wanneer is een relatie goed en wat kun je doen bij problemen (in je eigen relatie of bij iemand in je omgeving). Partnerkeuze & maagdelijkheid: invloed van sociale omgeving op relaties en seksualiteit; maagdelijkheid; partnerkeuze en de rol van ouders. Jongeren & seks: wat vinden studenten zelf belangrijk of positief aan seks; feiten over jongeren en seksualiteit (gebruik makend van gegevens uit Seks onder je 25e); seksueel verlangen bij mannen en vrouwen en hoe kan je een fijne seksuele beleving hebben.
14
Je lijf en zo: kennis over geslachtsorganen, menstruatiecyclus en vruchtbaarheid. Beeldvorming: manvrouw beelden in de media, fotoshoppen, plastische chirurgie, zelfbeeld en zelfvertrouwen. Voor wat hoort wat? Is er recht op seks? Is er recht op seks als tegenprestatie voor een gift? Eigen grenzen aangeven; herkennen van ‘ja’ en ‘nee’ signalen. Internet en grenzen: eigen risicogedrag op Internet, Internet en sociale druk; hoe kun je zelf je grenzen, en die van een ander, bewaken. Internet en seksuele gezondheid: voordelen en risico’s van seks en Internet; hoe houd je Internet leuk. Alcohol & grenzen: alcohol en sociale druk; weigeren van alcohol en omgaan met sociale druk. Alcohol en seks: invloed van alcohol op seksuele gezondheid; het voorkomen van onveilige en/of ongewenste seks onder invloed van alcohol Grensoverschrijdend gedrag: wat is grensoverschrijdend gedrag, wanneer overschrijdt het de grens; wat kun je doen als het je overkomt. Loverboys: het risico om slachtoffer te worden; hoe gaan loverboys te werk; wat kun je doen als je zelf of een ander slachtoffer wordt
Subdoel 2 (Jongeren voorkomen onbedoelde zwangerschap) wordt behandeld in de lessen: Anticonceptie: redenen voor anticonceptiegebruik, verschillende vormen van anticonceptie; juist gebruik van anticonceptie; de werking van anticonceptie met hormonen, wiens verantwoordelijkheid is anticonceptie. Onbedoelde zwangerschap: oorzaken van onbedoelde zwangerschap; wat kun je doen als jezelf of je vriendin onbedoeld zwanger is/denkt te zijn; hoe maak je een weloverwogen keuze, hoe verandert je leven als je nu een kind zou krijgen. Veilig vrijen: wat is veilig vrijen (voor zwangerschap en voor soa); hoe maak je duidelijk dat je veilig wilt vrijen; hoe kun je druk weerstaan om onveilig te vrijen Subdoel 3 (Jongeren voorkomen (verspreiding van) infectie met soa en hiv) wordt behandeld in de lessen: Veilig vrijen: wat is veilig vrijen (voor zwangerschap en voor soa); hoe maak je duidelijk dat je veilig wilt vrijen; hoe kun je druk weerstaan om onveilig te vrijen Soa's: kennis over soa en veilig vrijen; onvruchtbaarheid door Chlamydia; risico in het verleden (invloed van exen); hoe gaat de soatest, voor- en nadelen. Anticonceptie: redenen voor anticonceptiegebruik, verschillende vormen van anticonceptie; juist gebruik van anticonceptie; de werking van anticonceptie met hormonen, wiens verantwoordelijkheid is anticonceptie Subdoel 4 (Jongeren maken (ter zijner tijd) gezonde en verantwoorde keuzes m.b.t. zwanger worden en zwangerschap) wordt behandeld in de lessen: Anticonceptie: redenen voor anticonceptiegebruik, verschillende vormen van anticonceptie; juist gebruik van anticonceptie; de werking van anticonceptie met hormonen, wiens verantwoordelijkheid is anticonceptie. Onbedoelde zwangerschap: Onbedoelde zwangerschap: oorzaken van onbedoelde zwangerschap; wat kun je doen als jezelf of je vriendin onbedoeld zwanger is/denkt te zijn; hoe maak je een weloverwogen keuze, hoe verandert je leven als je nu een kind zou krijgen. Gezonde zwangerschap: wat zijn belangrijke voorwaarden als je en kind wilt; hoe vergroot je de kans op zwangerschap; hoe kan je zwangerschap gezond laten verlopen, welke invloeden ondergaat de foetus in de baarmoeder. Subdoel 5 (Jongeren accepteren seksuele diversiteit en handelen ernaar) wordt specifiek behandeld in de lessen: Liefde & relaties: wat vinden studenten zelf belangrijk in een relatie; man-vrouw rollen en verwachtingen vanuit de omgeving; wanneer is een relatie goed en wat kun je doen bij problemen (in je eigen relatie of bij iemand in je omgeving). Seksuele diversiteit: wat is seksuele diversiteit; wat komt er kijken bij coming-out; wat zijn gevolgen; is de school veilig om uit de kast te komen. Wat kun je zelf doen tegen pesten en hoe kun je iemand steunen in coming-out proces.
15
Overigens wordt in alle lessen waar dit van toepassing is zoveel mogelijk gesproken over zowel hetero- als homo- seksualiteit en relaties en ook in voorbeelden en materialen is seksuele diversiteit terug te vinden. Subdoel 6 (Jongeren zoeken hulp en ondersteuning als ze vragen en/of problemen hebben met betrekking tot hun seksuele gezondheid). Dit komt terug in elke les. Zowel in de inleiding van de lesbrief, als in (de feedback bij) de opdrachten en de afronding van de les wordt er aandacht besteed aan studenten die mogelijk hulp en ondersteuning behoeven: Docenten worden in de lesbrief gewaarschuwd dat er mogelijk studenten in de klas zitten die vervelende ervaringen hebben met het thema van de les. De docent wordt geadviseerd om van te voren aan te kondigen dat hij/zij deze les gaat geven, zodat studenten niet overvallen worden door het onderwerp op de dag van de les. Ook wordt de docent geadviseerd in de les te benoemen dat sommigen misschien zelf ervaring hebben met het thema en uit te leggen dat er tijdens de les niet over persoonlijke ervaringen gepraat hoeft te worden. De docent kan studenten die hierover willen praten uit te nodigen voor een persoonlijk gesprek of doorverwijzen naar de mentor of schoolmaatschappelijk werk/zorgcoördinator.’
Elke les wordt afgerond met de volgende standaardonderdelen: - ‘Zijn er nog vragen? Probeer die samen te beantwoorden (zo nodig online opzoeken) of verwijs ze naar www.sense.info’ (of een andere relevante website). - ‘U kunt het overzicht uitdelen met relevante organisaties en websites met betrekking tot seksuele gezondheid (zie bijlage).’ Er wordt tijdens de lessen en in verschillende beeldmaterialen vaak verwezen naar Sense.info, omdat dit dé website voor jongeren is als het gaat om seksuele gezondheid, en er zijn ook mogelijkheden tot chatten, e-mailen, bellen en afspraak maken met Sense verpleegkundigen. Aan het einde van elk filmpje en elke animatie wordt bv.naar Sense.info verwezen voor meer informatie.
Deze algemene informatie wordt aangevuld met specifieke informatie per les: bv. ‘Ga voor een persoonlijk advies naar: www.anticonceptievoorjou.nl, naar een Sense spreekuur of de huisarts.’ De docent kan ook samen met de klas de genoemde websites bezoeken om te laten zien hoe je informatie kunt vinden en welke mogelijkheden er zijn om vragen te stellen of laagdrempelig hulp te vinden (bv. e-mailen, chatten of bellen met een hulplijn). In de lesbrief van de les Anticonceptie wordt bv. de tip gegeven dat de docent samen met de klas de vragenlijst op www.anticonceptievoorjou kan invullen, om te laten zien hoe het werkt. In verschillende lessen (bv. Liefde en relaties, Partnerkeuze en maagdelijkheid, Anticonceptie, Ongeplande zwangerschap, Soa, Seksueel grensoverschrijdend gedrag, Loverboys) wordt uitgebreid gesproken over hoe je hulp kunt vragen, bij wie je daarvoor terecht kunt (bv. bij vriend/vriendin, vertrouwenspersoon op school, huisarts en andere organisaties, online of telefonisch), en hoe je daarbij ondersteuning kunt regelen (bv. door samen met vriend/vriendin of zus naar de huisarts of soa-poli te gaan). NB Indien een docent ervoor kiest slechts één les uit te voeren dan worden alleen de doelen van die les bereikt. In elke lesbrief staan per opdracht de lesdoelen vermeld, mocht een docent er bijvoorbeeld voor kiezen om een opdracht te laten vervallen, dan weet de docent welke doelen in dat geval niet of onvoldoende behaald kunnen worden.
Voorbeeld van de les Loverboys: Er zijn verschillende lessen voor jongens en meisjes klassen. Bij de jongens wordt met de tweede opdracht gestart. Deze les is bedoeld voor een dubbel lesuur van 90 of 100 minuten. Deze les bevat vijf opdrachten:
16
Opdracht 1: In de eerste opdracht laat u de studenten hun eigen risico schatten om slachtoffer te worden van een loverboy. Stappen 1. 2.
3.
`
Leg de studenten uit: In deze opdracht gaan jullie schatten hoe groot het risico is dat je zelf slachtoffer wordt van een loverboy. De ene muur is 100% kans om slachtoffer te worden en de andere muur 0%. Vraag de studenten in de ruimte te gaan staan tussen deze twee muren. Vraag de studenten toe te lichten waarom ze op die plek staan. Bespreek kort na. We zullen in de volgende opdrachten zien hoe loverboys te werk gaan en hoe meisjes slachtoffer kunnen worden. Misschien dat jullie dan nog van mening veranderen over je eigen risico. Tip: Deze opdracht kunt u aan het einde van de les herhalen om te zien of deze les iets heeft veranderd.
Opdracht 2: In de tweede opdracht laat u de studenten door middel van een woordspin of mindmap associëren op het woord loverboys. Stappen: 1. 2.
3. 4.
Leg uit: Deze opdracht is bedoeld als warming up: Waar denken jullie aan bij het woord loverboy? Kies een werkvorm: U kunt de studenten om de beurt wat laten zeggen of spontaan laten roepen. Schrijf de antwoorden op bord of flap rond het woord loverboy. U kunt de studenten via post-its 5 dingen laten opschrijven en die vervolgens groeperen op het bord of op een flap. U kunt de studenten in tweetallen of groepjes een mindmap laten maken en deze klassikaal nabespreken. Vraag zo nodig verduidelijking. Laat de studenten op elkaar reageren. Probeer studenten die niet mee doen erbij te betrekken door naar hun mening te vragen. Nabespreking: We zullen aan het eind van de les bespreken of alles uit de woordspin/mindmap aan de orde is geweest. Opmerking: U kunt tijdens de les teruggrijpen naar de woordspin/mindmap, bv. om te checken of een onderwerp aan de orde is geweest in een opdracht.
Opdracht 3: In deze opdracht gaat u bekijken hoe loverboys te werk gaan en bespreekt u dat met de klas. Stappen: 1.
2.
3.
4.
5. 6. 7.
Opdracht 4:
Leg uit: We gaan nu kijken op welke manieren loverboys te werk gaan. Hiervoor bekijken we een stukje uit een thema-avond over Loverboys en internet. Deskundigen zitten aan tafel met meisjes die zelf slachtoffer zijn geweest. Laat nu het volgende fragment zien: Thema-avond ‘Loverboys en internet’ van 5.03 - 6.17 min.: - via de link in de PowerPoint presentatie bij de les Nabespreking van fragment: eerste reacties peilen, check of de studenten alles hebben begrepen (leg zo nodig de betekenis van de moeilijke woorden uit), koppel terug naar wat genoemd is in de woordspin (klopt dit met wat in het filmpje wordt gezegd?) Laat nu het volgende fragment zien: Thema-avond ‘Loverboys en internet’: van 35.35 – 40.39 min. (via de link in de PowerPoint presentatie bij de les) Nabespreking: (hiervoor worden in de lesbrief tips en mogelijke feedback gegeven) Tot slot: vraag de klas: ‘Wat vinden jullie van de naam loverboy?’ Rond deze opdracht af. Zijn er nog vragen?
In deze opdracht gaat u kijken naar het verhaal van een meisje dat slachtoffer werd van een loverboy en bespreekt u dat na met de klas.
17
Stappen 1. 2. 3.
4.
Leg uit: In deze opdracht gaan we kijken naar het verhaal van een meisje dat slachtoffer werd van een loverboy. Laat het volgende fragment zien: uit de Thema-avond ‘Loverboys en internet’ van 18.50 – 24.42 min. (via de link in de PowerPoint presentatie bij de les) Bespreken: Eerste reacties peilen; past dit verhaal bij wat jullie in de woordspin genoemd hebben? Vervolgens worden verschillende citaten uit het fragment aan de studenten voorgelegd. Rond deze opdracht af. Zijn er nog vragen?
Opdracht 5: In deze opdracht beantwoorden de studenten vragen en stellingen op kaartjes. Stappen 1. Leg uit: In deze opdracht gaan we aan de hand van kaartjes stellingen en vragen bespreken. (Zie bijlage 1 van de lesbrief voor de kaartjes.) 2. Om de beurt trekken de studenten een kaartje uit de stapel. De vraag die op het kaartje staat wordt hardop voorgelezen. De student probeert zelf een antwoord te geven op de vraag. In de groep wordt gevraagd wie het met het antwoord eens is en wie niet. Of de groep wordt gevraagd om aan te vullen of een voorbeeld te geven. Na iedere vraag is er ruimte voor korte discussie over de verschillende meningen (Zie bijlage 2 van de lesbrief voor de discussievragen en mogelijke feedback bij ieder kaartje). Als een kaartje voldoende besproken is, mag de volgende student een kaartje pakken en voorlezen. 3. Rond de opdracht af. Zijn er nog vragen?
2.4
Ontwikkelgeschiedenis
Betrokkenheid doelgroep Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Betrokkenheid studenten Voor de evaluatie van ROSafe, de voorloper van dit project, zijn groepsgesprekken gehouden met roc-studenten over de evaluatie van de ROsafe lessen en hun behoeftes en ideeën betreffende de thema’s binnen seksuele gezondheid. De uitkomsten van deze evaluatie zijn gelijk meegenomen in de ontwikkeling van LLL-mbo. In de needs assessment fase zijn focusgroep discussies gehouden voor én door jongeren van verschillende culturele achtergronden over culturele factoren die een rol spelen in seksuele gezondheid. Studenten waren op verschillende manieren betrokken bij het produceren en beoordelen van diverse beeldmaterialen en werkvormen, o.a. een studentenpanel van roc Zadkine te Rotterdam, het Grafisch Lyceum in Rotterdam, mbo stagiaires van de GGD Rotterdam-Rijnmond, mbo klassen in Gouda, Amersfoort en Rotterdam. Daarnaast hebben studenten door middel van procesevaluatievragenlijsten en groepsgesprekken feedback gegeven op lessen, werkvormen en beeldmaterialen. Betrokkenheid docenten Er zijn twee regionale adviesgroepen georganiseerd met docenten (in Amsterdam en Rotterdam) en één landelijke adviesgroep met betrokkenen van het mbo over wensen en behoeften m.b.t. het lesprogramma. Er zijn klankbordbijeenkomsten georganiseerd voor docenten uit het hele land en andere betrokkenen op het mbo (o.a. Mbo-raad, Nederlandse Vereniging Leraren Maatschappijleer (NVLM), Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) In twee online surveys binnen het implementatieonderzoek zijn docenten onder andere bevraagd over wensen en behoeften met betrekking tot een lespakket seksuele gezondheid en implementatiefactoren. Er zijn aanvullende interviews gehouden met sleutelfiguren op roc’s en andere
18
mbo’s. Ervaren docenten van diverse opleidingen, opleidingsniveaus en klassamenstellingen verspreid in het land hebben meegelezen met de concept lesbrieven en hebben materialen en lessen gepretest.
2.5
Vergelijkbare interventies
In Nederland uitgevoerd Worden in Nederland vergelijkbare interventies uitgevoerd, zo ver bekend? Welke? Zijn deze opgenomen in één van de databanken met (potentieel) effectieve interventies ? Ja, maar voor andere doelgroepen: Lang Leve de Liefde 4 voor de onderbouw (LLL-OB) Lang Leve de Liefde Bovenbouw (LLL-BB) Het lesprogramma LLL-OB is ontwikkeld door Soa Aids Nederland (SAN), in nauwe samenwerking met de GGD Rotterdam-Rijnmond, Universiteit Maastricht, TNO Kwaliteit van Leven en verschillende docenten en leerlingen uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs (havo/vwo/vmbo/praktijkonderwijs). Het lesprogramma LLL-BB is ontwikkeld door de Universiteit Maastricht, in nauwe samenwerking met de GGD Rotterdam-Rijnmond, Soa Aids Nederland, TNO Kwaliteit van Leven en verschillende docenten en leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (havo/vwo). Door deze intensieve samenwerking tussen GGD Rotterdam-Rijnmond, SAN en Universiteit Maastricht is nu een doorlopende leerlijn seksuele gezondheid ontstaan met drie lesprogramma’s afgestemd op verschillende onderwijsniveaus (onderbouw havo/vwo/vmbo en praktijkonderwijs, bovenbouw havo/vwo, en mbo) met als overkoepelende naam ‘Lang Leve de Liefde’. Zowel Lang Leve de Liefde OB als BB zijn opgenomen in de I-database en doorlopen momenteel het erkenningstraject van het Centrum Gezond Leven.
Overeenkomsten en verschillen Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen (puntsgewijs)? Er zijn grote verschillen met betrekking tot de seksuele ervaring en het leer- en denkniveau tussen jongeren van verschillende leeftijden en van verschillende opleidingsniveaus. Daarom zijn er naast het al jaren bestaande Lang Leve de Liefde programma voor de onderbouw vmbo/havo/vwo (LLL) nu ook seksuele voorlichtingsprogramma’s ontwikkeld voor de bovenbouw havo/vwo (LLL-Bovenbouw / LLLBB) en voor het mbo (LLL-mbo). De verschillen kunnen als volgt worden gespecificeerd: - Mbo-studenten hebben relatief meer sekservaring dan Bovenbouw (BB) leerlingen en onderbouw (OB) leerlingen - Mbo-studenten die in leeftijd vergelijkbaar zijn met BB leerlingen hebben een lager denkniveau, minder abstractieniveau, zijn visueler ingesteld en hebben doorgaans een lagere spanningsboog dan BB leerlingen. - Binnen het mbo zijn grote verschillen in leerniveaus (leerniveau 1-4) en opleidingen. Bijvoorbeeld van zorghulp of bouw op niveau 1 tot en met elektrotechniek, boekhouden of verpleging op niveau 4. - Binnen het mbo is er sprake van opleidingen waarbij de klassen zeer homogeen kunnen zijn qua geslacht, bijvoorbeeld zorgopleidingen met vrijwel uitsluitend meisjes, of techniekklassen met uitsluitend jongens, maar ook opleidingen met heterogene klassen qua geslacht. Dit uit zich in de verschillende lesprogramma’s als volgt: - LLL-BB en LLL-mbo gaan meer in op seks en op homoseksualiteit t.o.v. LLL-OB. - LLL-mbo gaat uitgebreider in op het belang van testen op soa en op de voorwaarden voor het veilig kunnen weglaten van condooms binnen een vaste relatie, dan LLL-OB en LLL-BB, omdat mbo studenten vaak al wat ouder zijn en vaker vaste relaties hebben. - LLL-mbo gaat ook dieper in op gezonde zwangerschap en jong ouderschap aangezien dit voor een groot deel van de mbo studenten reeds relevant is. 19
-
LLL-mbo maakt gebruik van meer visuele en interactieve werkvormen; filmmateriaal en animaties in plaats van veel tekst, veel afwisseling in passieve en actieve werkvormen. LLL-mbo kent geen vaste lesopbouw en vastgesteld aantal lessen zoals LLL-OB en LLL-BB. Docenten kiezen zelf hoeveel lessen en welke thema’s zij gebruiken. LLL-mbo biedt vaak verschillende werkvormen binnen één opdracht, zodat docenten zelf kunnen kiezen wat voor hun studenten (hoog/laag niveau, jongens/meisjes klassen) het meest geschikt is. LLL-BB maakt gebruik van methoden die beter aansluiten op de hogere mentale capaciteiten van BB leerlingen tov mbo en OB leerlingen.
Love & sex Voor het mbo bestaat ‘Love & sex’. De module is opgenomen in Connect, een digitaal lespakket voor het vak burgerschap. Love & Sex zet jongeren aan het denken over hun liefdesleven en wil bewuste(re) keuzes bevorderen, waardoor jongeren gelijkwaardige relaties en veilige seks hebben. De lesmodule bevat veel informatie, opdrachten en filmpjes waarin ROC leerlingen vertellen over hun keuzes. Leerlingen werken negen weken aan een thema. Ze worden geprikkeld eigen kennis, ervaring en standpunten in te brengen en daarop te reflecteren. Thema’s zijn onder andere: (1) Zelfvertrouwen en zelfbeeld (2) Relaties: aangaan, leuk houden en uitmaken (3) Verantwoordelijkheid rond anticonceptie (4) Grenzen en weerbaarheid.
Love & Seks is een volledig digitaal pakket, LLL-mbo is een niet-digitaal pakket. Love & Seks is alleen toegankelijk voor scholen die een abonnement hebben op het digitaal pakket Connect van uitgeverij Noordhoff. LLL-mbo is gratis beschikbaar voor alle mbo-docenten in Nederland. Love&Seks is een standaardpakket van negen lessen die alle negen doorlopen moeten worden. LLL-mbo biedt docenten die niet in de gelegenheid zijn om negen weken les te geven over seksuele gezondheid (de meerderheid) de mogelijkheid om één of meerdere lessen te kiezen uit de verschillende thema’s.
Toegevoegde waarde Wat is de toegevoegde waarde van deze interventie ten opzichte van hierboven genoemde vergelijkbare interventies in één van de databanken met (potentieel) effectieve interventies? Er is nog geen mbo lesprogramma over seksuele gezondheid opgenomen in de CGL database met zo’n ruim aanbod aan lessen en workshops voor klassikaal gebruik, dat gratis toegankelijk en bruikbaar is zonder abonnement op een bepaald pakket van een uitgever. Het mbo is dé plaats om verschillende risicogroepen met betrekking tot seksuele gezondheid te bereiken: jongeren, laagopgeleiden en allochtonen. Bovendien maakt dit lesprogramma onderdeel uit van het Lang leve de liefde programma, en vormt het samen met de LLL-OB en LLL-BB een doorlopende leerlijn Seksuele gezondheid.
Buitenlandse interventie Is de interventie buiten Nederland ontwikkeld en wat is aangepast met het oog op de uitvoering in Nederland? Nee, niet van toepassing
3. Onderbouwing Oorzaken
20
Welke factoren veroorzaken het probleem? Vanuit de literatuur en nieuw onderzoek onder de doelgroep van Lang Leve de liefde naar opvattingen over seksuele diversiteit (zie 3.4), blijken de volgende determinanten belangrijk te zijn bij het het verklaren van de verschillende probleemgedragingen waar de lessen zich op richten: seksueel grensoverschrijdend gedrag, ongeplande zwangerschap, onveilige seks en homonegativiteit: - Kennis - Risicoperceptie - Attitude - Emotie - Sociale invloed - Vaardigheden en eigen effectiviteit Per probleem is de mix en belangrijkheid van determinanten die bepalend zijn verschillend. Dit is uitgewerkt in een aparte Intervention Mapping matrix voor elk probleem. Niet alle cellen in elke matrix zijn gevuld. Wanneer cellen juist wel of niet gevuld zijn is dit een gevolg van het belang van de betreffende determinant voor die gedraging. In deze matrices is onderstaande informatie over de oorzaken van het probleem gedrag (b.v. gebrek aan kennis over soa) vertaald in veranderdoelen (b.v. Jongeren noemen de belangrijkste soa, wijze van besmetting en enkele symptomen). Bij dit werkblad is een voorbeeld van de matrix voor het probleem ‘onveilige seks voor soa en hiv’ als bijlage opgenomen. (Bijlage 1 IM_Matrix Stap_2_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf) 3.1. Seksueel grensoverschrijdend gedrag Seksuele interactiecompetentie is een complex begrip, dat onder meer bestaat uit het gevoelig zijn voor de gevoelens en wensen van de ander, het kennen van de eigen gevoelens en wensen en het kunnen communiceren en realiseren hiervan (De Graaf, 2007). Jongeren met een minder goede seksuele interactie competentie, een positieve attitude t.a.v. provocatief gedrag en de verkrachtingsmythe (‘vrouwen vinden het fijn om tot seks gedwongen te worden) en traditionele gender rollen, een lage risicoperceptie/inschatting, weinig actie controle en veel seks ervaring zijn vaker betrokken bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Empathie en emoties spelen ook een rol; minder goed kunnen anticiperen op wat de ander voelt of jij zelf zou kunnen voelen leidt sneller tot grensoverschrijdend gedrag. De context, type partner (bij vaste partner wordt grensoverschrijding eerder geaccepteerd), situatie (bijv. bij alcoholgebruik sneller over de grens) en onrealistische seksuele scripts/verwachtingen spelen ook een rol. Over de invloed van seksueel zelfbeeld (seks motieven, betekenis seks, koppeling seks – liefde, emoties, sensation seeking/risico inschatting) is de literatuur tegenstrijdig; soms lijkt een negatief zelfbeeld juist tot beter beschermingsgedrag en soms juist tot sneller over de grens gaan. M.b.t. de media: Tot op heden is er nog geen verband gevonden tussen het zien van seksueel getinte mediabeelden of beelden van vrouwen als lustobject en seksuele interactie competentie. Wel tussen media en seksueel gedrag of opvattingen; maar dan vooral afhankelijk van de mate waarin jongeren deze beelden realistisch of relevant vinden (kun je er wat van leren). Onduidelijk is wat oorzaak of gevolg is. Het lijkt dat vooral mannen die aanleg hebben voor agressief seksueel gedrag vaker porno kijken en dan beïnvloed worden. Zie o.a.: (Burke, Stets, & Pirog-Good, 1988) (Cense & van Dijk, 2010) (De Bruijn, Burrie, & Van Wel, 2006) (DeGue, DiLillo, & Scalora, 2010) (De Graaf, Van Dijk, & Wijsen, 2009; Graaf et al., 2005) (Koss et al., 2007) (Kuyper et al., 2009) (O’Donohue, Yeater, & Fanetti, 2003) (Sionean et al., 2002), (DiClemente, Crosby, & Wingood, 2002) Zie ook: bijlage 8 Model 1 LLL 3.2. Ongeplande zwangerschap Weinig (waargenomen) kennis, inclusief vooroordelen t.a.v. de pil, lage risico perceptie, negatieve attitude t.a.v. anticonceptie (bv. Het is te duur, het is teveel gedoe, het beperkt seksueel plezier, het vergt te veel planning, het is moreel verkeerd en slecht voor je reputatie), positieve attitude t.a.v. zwangerschap, negatieve attitude t.a.v. abortus, negatieve attitude t.a.v. communicatie, weinig toekomst perspectief, lage eigen effectiviteit en vaardigheden (weerbaarheid; assertiviteit), traditionele opvattingen over seksualiteit, lage interactie competentie, traditionele beliefs t.a.v. gender rollen en een positieve waargenomen norm t.a.v. zwangerschap zijn factoren die geassocieerd zijn met meer ongeplande zwangerschap.
21
Zie o.a. : (Buijinck, Stals, Schutte, te Poel, & Meijer, 2010) (Graaf et al., 2005) (Kirby, 2002) (Stevens-Simon, Kelly, Singer, & Cox, 1996) (Berlo, Wijsen, & Vanwesenbeeck, 2005) (Unger, Molina, & Teran, 2000) Zie ook: bijlage 9 Model 2 LLL 3.3. Onveilige seks & soa/hiv Lage kennis, lage risico perceptie, verkeerde condoom gewoontes (bijv. niet of verkeerd gebruik), veel vertrouwen in & aangenomen betrouwbaarheid van de partner, negatieve condoom-attitude, lage eigen effectiviteit (waaronder interactie competentie) vergroten de kans op onbeschermde seks (geen condoom gebruik). Over de invloed van seksueel zelfbeeld is de literatuur tegenstrijdig; soms lijkt een negatief zelfbeeld juist tot beter beschermingsgedrag en soms juist tot minder. Zie o.a.: (Abraham et al., 1999) (Basen-Engquist, 1992) (Catania, Kegeles, & Coates, 1990) (Graaf et al., 2005) (Fortenberry, Tu, Katz, & Orr, 2002) (Lam, Mak, Lindsay, & Russell, 2004) (Misovich, Fisher, & Fisher, 1997) (Schaalma & Kok, 2011) (Schröder, Hobfoll, & Jackson, 2001) (Sheeran, Abraham, & Orbell, 1999) Zie ook: bijlage 10 Model 3 LLL 3.4. Homonegativiteit Uit een onderzoek, in de eerste fase van het project uitgevoerd onder ruim 700 leerlingen van verschillende onderwijsniveaus, bleken de volgende factoren het meest van invloed op homonegatief gedrag; sekse (man zijn) en etniciteit (niet-westers), geen contact hebben met homoseksuelen, lage motivatie om vooroordelen te onderdrukken, sterke masculiniteit beliefs (het idee dat mannen zich mannelijk moeten gedragen), attributie (homoseksualiteit is aangeleerd), negatieve homo-attitude en affectieve reacties (irritatie). Deze factoren zijn de leidraad geweest voor de inhoud van het thema seksuele diversiteit, gecombineerd met recente reviews van de beschikbare literatuur. Hieronder staan de factoren per subgroep uitgeschreven: Daders: Rol religie is meestal negatief. Traditionele beliefs over gender rollen, hoge masculiniteit, negatieve homo-attitude, je bedreigd voelen (= bedreigend voor je heteroseksuele identiteit en je wereldbeeld), behoud van peer status en waargenomen belangrijkheid in de groep, gevoelig zijn voor status, invloed, macht, respect, en bewondering hebben grote invloed op homonegatief gedrag . NB: dit is lastig in een klas te beïnvloeden, een klas bestaat niet alleen uit daders. Bovendien vergt het een stevige interventie. Dus daderschap wordt niet direct in de lessen behandeld. Wel komen bovenstaande factoren indirect aan bod, bijvoorbeeld bij het verschil tussen identiteit en gedrag. In de les grensoverschrijdend gedrag gaat het wel over verschillen wanneer een jongen of meisje je grens overschrijdt. ‘Slachtoffers’: t.o.v. weerbaarheid: Lage zelfacceptatie, negatief zelfbeeld, lage self-esteem, negatieve stereotype beelden van homoseksuelen, hang naar heteronorm / heteroseksuele verwachtingspatronen, lage eigen effectiviteit en vaardigheden zorgen voor minder weerbaarheid bij homoseksuele jongeren. Omstanders: Het onbewustzijn van hun rol en invloed op pestgedrag van anderen, weinig empathie voor slachtoffer, angst voor stigma-by-association (straks denkt men dat ik ook homoseksueel ben), mixed emoties (angst, onzekerheid, empathie), negatieve homo-attitude en lage eigen effectiviteit hebben een negatief effect op het opkomen voor klasgenoten die worden gepest. Omgevingsfactoren: De literatuur geeft tegenstrijdige resultaten m.b.t. de invloed van demografische, culturele en etnische factoren op pesten. Familie speelt wel een rol. Gezin: Gezinscultuur lijkt van invloed op seksueel gedrag en op pesten. Een cultuur waar angst en agressie overheerst lijkt te zorgen voor meer pestgedrag.
22
NB: Dit is lastig te beïnvloeden in een klassikale interventie. We zetten meer in op peers en op copinggedrag, wel komt de invloed van omgeving en gezin aan bod in de coming out films en de discussie met stellingen in discussies. School: Context, sfeer en beleid op school hebben grote invloed op pesten. Op een school met een duidelijk en zichtbaar anti-pestbeleid en een positieve, veilige, betrokken sfeer zal pesten minder vaak voorkomen. Dit geldt ook voor de klasnorm. Zie o.a.: (Bernstein, 2010) (Buijs & Hospers, 2010) (Graaf et al., 2005) (Haider-Markel & Joslyn, 2008; Herek, 1987, 1988, 2000) (Hawker & Boulton, 2000) (Keuzenkamp, 2010; Parrott, 2002) Zie ook: bijlage 11 Model 4 LLL
Aan te pakken factoren Welke factoren pakt de interventie aan en welke, in paragraaf 2.1 en 2.2. benoemde, (sub)doelen horen daarbij? De interventie grijpt in op de determinanten: kennis, risicoperceptie, attitude, affect, sociale invloed, vaardigheden & eigen effectiviteit. Deze determinanten zijn met behulp van bovenstaande inzichten uit de literatuur per thema uitgewerkt in gedragsdoelen en veranderdoelen. Een uitwerking van een voorbeeld is te zien in bijlage 1 IM matrix stap 2_leerdoel 3_LLL_MBO_CGL
Verantwoording Verantwoord hoe met deze aanpak ook daadwerkelijk de (sub)doelen bij deze doelgroep(en) bereikt worden. Lang Leve de liefde heeft tot doel jongeren te ondersteunen in het maken van gezonde en verantwoorde keuze met betrekking tot liefde, relaties en seks. Dat houdt dat de jongeren onbedoelde zwangerschap voorkomen, (verspreiding) van infectie met soa en hiv voorkomen en gezonde keuzes maken mbt zwanger worden en zwangerschap. Verder is het van belang dat ze seksuele diversiteit accepteren en daarnaar handelen. Tot slot is het belangrijk dat ze hulp en ondersteuning zoeken als ze problemen of vragen hebben tav hun seksuele gezondheid. Om dat te bereiken richt LLL-mbo zich op de determinanten kennis, risicoperceptie, attitude, affect, sociale invloed, vaardigheden en eigen effectiviteit. Voor de beïnvloeding van deze determinanten en de vertaling van de veranderdoelen is gebruik gemaakt van een overzicht van theoretische methoden die uit onderzoek geschikt gebleken te zijn om deze determinanten van het gewenste gedrag te veranderen ). De belangrijkste methodieken die we daaruit gekozen hebben zijn modeling voor het aanleren van vaardigheden en het verhogen van de eigen-effectiviteit (Sociale leertheorie, (Baranowski, Perry, & Parcel, 2002), actief leren en discussie voor het verhogen van kennis en veranderen van attitude (Petty & Cacioppo, 1986) The Elaboration Likelihood Model of Persusasion en op scenario-gebaseerde risico informatie voor het creëren van bewustwording en veranderen van risico-perceptie (Mevissen, Meertens, Ruiter, Feenstra, & Schaalma, 2009;Hendrickx & Vlek, 1989) Daarnaast hebben we gezocht naar methodieken die specifiek voor deze doelgroep en dit onderwerp geschikt zijn, zoals methodieken die specifiek geschikt zijn voor laag opgeleide jongeren, die minder taalvaardig zijn, sterk visueel ingesteld zijn en een korte spanningsboog hebben. Methodieken die veel interactie bieden en aansprekende voorbeelden die aansluiten bij de doelgroep zijn dan erg belangrijk. Verder is het erg belangrijk om zoveel mogelijk een keuze aan te bieden in methodieken/werkvormen bij de verschillende lesonderdelen. Klassen kunnen namelijk heel verschillend samengesteld zijn: bijvoorbeeld uitsluitend meisjes of jongens, of heel praktisch ingestelde jongens op een techniekopleiding die liever een invulopdracht of een Internet zoekopdracht hebben versus een gemengde groep bij een sociaal culturele opleiding waar een spelvorm goed aansluit. Tevens is er een groot verschil tussen een AKA groep van niveau 1 en een klas op niveau 4
23
van bijvoorbeeld verpleegkunde. Het abstractieniveau bij niveau 1 is laag terwijl bij niveau 4 meer uitdagende werkvormen gebruikt kunnen worden. Juist door het veelvuldig terugkoppelen aan docenten hebben we de lessen zodanig kunnen inrichten dat er steeds voor de verschillende niveaus en soorten klassen door de docent een geschikte keuze uit de werkvormen gemaakt kan worden. Tips en aanwijzingen voor het gebruik van de verschillende werkvormen staan in de lesbrieven. Tot slot bleek uit bijeenkomsten met experts over seksuele diversiteit dat we ons bij deze les vooral moesten richten op theorieën over het veranderen van denkbeelden, bijvoorbeeld door het opwekken van empathie en stereotypering proberen te verminderen. Bijvoorbeeld door de extended contact hypothese (is bv. toegepast in de cirkeloefening) en stereotype inconsistente informatie aanbieden (b.v. toegepast door veel verschillende rolmodellen in de beeldmaterialen). Ook bleek dat het belangrijk is te werken aan een veilige schoolomgeving voor homojongeren zonder juist de nadruk te leggen op coming out van homojongeren in de klas zelf.( bv. het debat van opdracht 5 in de les Seksuele diversiteit over veilig uit de kast komen op school, aandacht voor Gay Straight Alliances bij stelling 3 van het debat). Deze planmatige aanpak met behulp van Intervention Mapping mbt het thema seksuele gezondheid is in het verleden succesvol gebleken bij andere vergelijkbare programma’s in Nederland (Schaalma & Kok, 2011) en in de USA (Tortolero et al., 2008). Als voorbeeld laten we voor een aantal veranderdoelen met betrekking tot het voorkomen van soa en hiv (subdoel 2) zien hoe deze zijn vertaald in opdrachten in de les Soa: (zie bijlage IM_Matrix Stap_2_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf voor de volledige matrix van leerdoel 3) . Voor de overige subdoelen zijn eveneens de matrixen van stap 2 uit Intervention Mapping toegevoegd. Subdoel 1 ‘Jongeren hebben prettige en gewenste relaties en seksuele contacten’ is uitgewerkt in bijlage 1.1. Deze doelen zijn verwerkt in 11 verschillende lessen zodat er per les een specifiek thema behandeld kon worden en de thema’s voldoende uitgediept konden worden op een wijze dat de lessen niet te vol zouden worden. Het betreft de lessen ‘Liefde & relaties’, ‘Partnerkeuze & maagdelijkheid’, ‘Jongeren & seks’, ‘Je lijf en zo’, ‘Voor wat hoort wat?‘, ‘Internet en grenzen’, ‘Internet en seksuele gezondheid’, ‘Alcohol & grenzen’, ‘Alcohol & seks’, ‘Grensoverschrijdend gedrag’ en ‘Loverboys’. Subdoel 2 ‘Jongeren voorkomen onbedoelde zwangerschap’ is uitgewerkt in bijlage 1.2. Deze doelen zijn verwerkt in de lessen ‘Anticonceptie’, ‘Onbedoelde zwangerschap’ en “Veilig vrijen’. Subdoel 4 ‘Jongeren maken (te zijner tijd) gezonde en verantwoorde keuzes m.b.t. zwanger worden en zwangerschap) is uitgewerkt in bijlage 1.4. Deze doelen zijn verwerkt in de lessen ’Anticonceptie’, ‘Onbedoelde zwangerschap’ en ‘Gezonde zwangerschap’. Subdoel 5 ‘Jongeren accepteren seksuele diversiteit en handelen ernaar’ is uitgewerkt in bijlage 1.5. Deze doelen zijn verwerkt in de les ‘Seksuele diversiteit’ en ‘Liefde en relaties’. Subdoel 6 ‘Jongeren zoeken hulp en ondersteuning als ze vragen en/of problemen hebben met betrekking tot hun seksuele gezondheid’ is uitgewerkt in bijlage 1.6. Deze doelen zijn verwerkt in elke les. Veranderdoel: K 3.1.1 Studenten noemen de belangrijkste soa, wijze van besmetting en enkele symptomen K 3.1.2 Studenten leggen uit dat soa niet vanzelf overgaan. K. 3.1.3 Studenten leggen uit dat je soa kunt overdragen aan je partner(s), ook al heb je op dat moment zelf geen klachten. K 3.1.4 Studenten leggen uit dat je meestal niet kunt zien of iemand een soa heeft en dat mensen het vaak zelf niet weten dat ze een soa hebben. K 3.1.5 Studenten leggen uit dat soa vaak geen symptomen hebben of klachten vaag en
24
algemeen zijn, maar toch op de langere termijn tot problemen kunnen leiden (o.a. onvruchtbaarheid bij chlamydia). Methodes en strategieën: Actief leren, tekst, beeld Toepassing: Online kennisquiz over soa, PowerPointpresentatie over soorten soa, symptomen en lange termijn risico’s, en een animatie over chlamydia-infectie. Programma: Les Soa: opdracht 2, opdracht 3 en opdracht 4. Veranderdoel: R 3.1.6 Studenten erkennen eigen risico op oplopen en overdragen van soa, ook in vaste relatie (misplaatst vertrouwen in eigen exen en in partner (en diens exen). Methodes en strategieën: Images, tailoring en feedback Toepassing: Digitale poster ‘Verziek je nieuwe relatie niet met een oude soa’ en online vragenlijst met advies op maat over testen op soa. Programma: Les Soa; opdracht 5 en extra opdracht B. Veranderdoel: A 3.9.1 Studenten hebben een positieve attitude t.a.v. het (gezamenlijk) laten doen van een soa test alvorens te stoppen met veilig vrijen/condoomgebruik. Methodes en strategieën: Modeling, argumenten, discussie Toepassing: Filmpje ‘Testen op soa’ + discussieopdrachten + feedback Programma: Les Soa; opdracht 6. In de matrix uit bijlage 12 IM_Matrix stap_3_leerdoel_3_LLL MBO.pdf laten we zien hoe de veranderdoelen gekoppeld zijn aan theoretische methodes en werkvormen in specifieke onderdelen van de les Soa.
Werkzame elementen Wat zijn de werkzame elementen die de doelen van de interventie realiseren? Geef een puntsgewijze opsomming. Vanuit de theorie/ inhoud Per les en per doel: gebruik van effectief gebleken methoden/technieken passend bij determinant, doelgroep en onderwerp (zoals bijvoorbeeld het gebruik van Tailoring + feedback (methode) in een online advies op maat over testen op soa (techniek) in de les Soa om studenten inzicht te geven in hun eigen risicogedrag en te motiveren tot testen op soa en hen te helpen een keuze te maken voor een testlocatie) (Bartholomew et al., 2011). Vertaling van methode in concreet programma waarbij duidelijk is wat de randvoorwaarden voor toepassing zijn (b.v bij actief leren, voldoende tijd voor de uitvoering van de opdracht). In de docentenhandleiding staat concreet aangegeven welke onderdelen van het programma essentieel zijn en welke eventueel facultatief. Per opdracht staan de doelen vermeld, zodat de docent weet welke doelen vervallen als een opdracht vervalt. Vanuit de uitvoering Online website met verschillende lessen met uitgebreide handleiding van waaruit docenten kunnen kiezen Keuzehulp die docent helpt passend aanbod te maken op basis van wensen en behoefte (bv helpen goede keuze te maken bij tijdgebrek) Gratis pakket met veel beeldmateriaal en animatie Behalve lessen biedt het pakket ook kant- en- klare workshops die meerdere onderwerpen combineren (met onderdelen uit de lessen) en geschikt zijn om in een themaweek in een workshop aan te bieden) Ook deze workshops zijn gepretest tijdens themaweken. Video’s voor docenten met voorbeelden van lessen in de klas en ervaringsverhalen van docenten thematisch gerangschikt. (in het docentenhandleiding onderdeel van de website).
4. Uitvoering
25
Materialen Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie?
Voor de werving van scholen en docenten zijn er folders (zowel digitale als papieren versie) en is er een promotiefilmpje. De digitale folder en het filmpje zijn gratis beschikbaar via het mbo-deel van www.langlevedeliefde.nl. De papieren folder is daar gratis te bestellen Voor de uitvoering kunnen lesbrieven, toetsen/portfolio opdrachten PowerPoint presentaties, animaties, filmpjes en de digitale docentenhandleiding gratis gebruikt en gedownload worden via het mbo-deel van www.langlevedeliefde.nl. Voor de evaluatie zijn per les vragenlijsten beschikbaar die voor de procesevaluatie zijn gebruikt tijdens de proefimplementatie en het implementatieonderzoek. Ook is een verslag van de aanpak van de procesevaluatie beschikbaar. Deze producten zijn verkrijgbaar bij de GGD Rotterdam-Rijnmond
Type organisatie Welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? Het lesprogramma is ontwikkeld voor gebruik op alle leerniveaus van het mbo, maar ook hogere klassen van het vmbo en jongerenwerkers kunnen lessen en beeldmaterialen uit het pakket gebruiken als ze over voldoende didactische en pedagogische vaardigheden beschikken.
Opleiding en competenties Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist?
Via de Jeugdimpuls kunnen scholen financiële ondersteuning aanvragen voor een training/workshop door een LLL-mbo trainer die via de interventie eigenaar (Soa Aids Nederland) kan worden ingehuurd. Ook kan er ondersteuning gevraagd worden voor een gastdocent die (samen met de) docent een les uit LLL-mbo geeft, inclusief voor- en bespreking met de docent. We hebben hiervoor een pool ervaren docenten verspreid door Nederland die zeer ervaren zijn in het geven van lessen over seksuele gezondheid op het mbo en die ervaring hebben met de LLL-mbo lessen. Training is echter geen harde eis, omdat we het lesprogramma laagdrempelig toegankelijk willen maken, ook voor docenten die vanwege hoge werkdruk en financiële perikelen van mbo’s geen training kunnen volgen. Daarom is gekozen voor een uitgebreide lesbrief en docentenhandleiding zodat docenten ook zelf met het lesmateriaal aan de slag kunnen, zonder extra training. De lessen of workshops van LLL-mbo kunnen in principe door elke docent gegeven worden. Door de instructie met behulp van de uitgebreide lesbrieven en aanvullende docentenhandleiding inclusief praktische video’s kunnen docenten er gemakkelijk zelf mee aan de slag. Dit is ook gebleken uit de procesevaluatie. De lessen zullen vooral gegeven worden tijdens het vak burgerschap. Binnen het vak Burgerschap is er de mogelijkheid aandacht te besteden aan gezondheid, en daarbinnen aan seksuele gezondheid (Vitaal burgerschap, bevorderen van gezonde burger c.q. werknemer). Ongeveer de helft van de docenten die burgerschap lessen geven zijn docenten die maatschappijleer, omgangskunde, verpleegkunde, verzorging, of sociale vaardigheden geven. Voor hen is het thema veel laagdrempeliger. Zij kunnen zonder meer aan de slag met LLL-mbo, zo is in het implementatieonderzoek en procesevaluatie gebleken. Zij hebben ervaring met het bespreken van gevoelige en persoonlijke onderwerpen in de klas. 26
Het andere deel van de docenten die burgerschap lessen geven is hier niet speciaal voor opgeleid. Op veel scholen geven alle vakdocenten die uren over hebben enkele uren burgerschap. Vakdocenten die bijvoorbeeld timmerles geven, geven daarnaast ook burgerschap lessen. Voor de meeste van hen is het lastiger om met de klas seksualiteit te bespreken. Daarom zijn er naast klassikale en interactieve werkvormen ook individuele werkvormen of werkvormen in kleine groepjes, zodat zij zelf passende werkvormen kunnen kiezen (bv. filmpjes met kijkopdracht, een quiz, zoekopdracht of vragen met invulformulier). Voor bijvoorbeeld elektrotechniek en bouwkunde klassen is dit al succesvol toegepast.
Kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? De interventie wordt in 2014 overgedragen aan Soa Aids Nederland en Rutgers WPF. Binnen het reguliere jongerenprogramma van SANL en Rutgers WPF wordt de implementatie van het lespakket verder voortgezet. Alle resultaten uit het nog lopende implementatie onderzoek door GGD RotterdamRijnmond worden overgedragen aan SANL en Rutgers WPF. GGD Rotterdam-Rijnmond zal als adviseur betrokken blijven bij de implementatie en update van het lespakket. De monitoring van de mate van gebruik en de kwaliteit van uitvoering van de lessen zal vanaf 2014 de verantwoordelijkheid zijn van Soa Aids Nederland, zij zullen dit binnen hun jongerenprogramma, samen met Rutgers WPF op zich nemen. Op de website staan contactgegevens vermeld waar docenten terecht kunnen met vragen t.a.v. de lespakketten. Doordat het programma volledig online wordt aangeboden is het relatief eenvoudig om onderdelen aan te passen en up-to-date te houden indien docenten of nieuwe inzichten daarom vragen.
Randvoorwaarden Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? Voor uitvoering van de lessen is draagvlak binnen de opleiding wenselijk, maar niet perse noodzakelijk. Het lespakket is namelijk vrij toegankelijk via de website en is gratis en dus ook voor een individuele docent zonder kosten te gebruiken. Er is geen abonnement noodzakelijk. Het is van belang goed af te stemmen met collega’s als zorgcoördinator of schoolmaatschappelijk werker voor eventuele nazorg. Het is belangrijk dat er genoeg tijd is voor de les en dat er een rustige ruimte is met toegang tot digibord/beamer en internet voor het bekijken van het beeldmateriaal.
Implementatie Is er een systeem voor implementatie? Geef een samenvatting. Er zijn verschillende strategieën uitgeprobeerd tijdens het implementatieonderzoek tijdens het schooljaar 2012-13 Dit is vergezeld gegaan van een evaluatie. (Zie bijlage 13 eindrapport implementatieonderzoek). We hebben gekozen voor twee benaderingen: een algemene strategie waaraan alle scholen blootgesteld zijn en een specifieke benadering van scholen, inclusief een training van docenten. De algemene strategie, waarin in principe alle scholen aan blootgesteld zijn, liep via de landelijke organisaties, maar was niet op specifieke docenten of scholen gericht. Daarnaast was er een aanvullende en intensievere benadering voor geselecteerde scholen die was afgestemd op de opleidingssector en de regio waar de school zich bevindt.
27
Om scholen te werven om het lespakket te gebruiken zijn er adoptiematerialen gemaakt: een schriftelijke folder, een e-mail met digitale folder en een promotiefilmpje samengesteld uit de beelden van de opnames in de klassen en interviews met docenten en studenten over het lespakket. Voor de promotie op onderwijsbeurzen en congressen zijn er posters en banners gemaakt in samenwerking met de andere Lang Leve de Liefde partners. In regio’s waar Sense actief is op het mbo is er samenwerking gezocht met Sense verpleegkundigen. Zij kunnen de docenten ondersteunen bij het gebruik van het lespakket. Er is een training aangeboden aan docenten om met het lespakket kennis te maken en docenten te trainen in het gebruik van specifieke werkvormen. Op de scholen waar Sense ingezet wordt, is de Sense verpleegkundige ook betrokken bij de training. In samenwerking met het Consortium Beroepsonderwijs is een train-de-trainer dag georganiseerd voor de sector Zorg en Welzijn. Uitkomsten van het onderzoek naar het effect van de implementatie strategie Docenten die aan een training hebben meegedaan, lijken vaker lessen uit het pakket te gebruiken dan docenten die op eigen gelegenheid met het pakket zijn gaan werken. Docenten die met Sense ondersteuning getraind zijn, hebben de meeste lessen gegeven. Docenten die niet getraind zijn, hebben de minste lessen gegeven. Docenten die het pakket LLL MBO in het schooljaar 2012-13 hebben gebruikt, hebben een hogere intentie om het pakket in het volgende schooljaar opnieuw te gebruiken dan docenten die dat niet gedaan hebben. De kwalitatieve gegevens van de procesevaluatie laten een grote mate van tevredenheid over het lespakket zien, zowel bij studenten als docenten. De belangrijkste voorspeller van het gebruik van het lespakket ís de ‘teacher benefits. Ook instrumentality en algemene sociale norm zijn belangrijk. De intentie tot gebruik van het lespakket in het volgende schooljaar is hoog, bij driekwart van alle docenten is de intentie positief. Op grond van de resultaten zal een uitgebreid advies voor het implementatieplan gegeven worden aan Soa Aids Nederland die de interventie eigenaar gaat worden. Deze zal bevatten: Algemene landelijke strategie via beroepsverenigingen en landelijke kennisinstituten. Training van docenten door interventie eigenaar SANL Training van docenten door Sense verpleegkundige met ondersteunend Sense aanbod. Trainingsaanbod via het Consortium Beroepsonderwijs, inclusief Train-de Trainer Op maat via GGD-en, aansluitend bij LLL VO
Kosten Wat zijn de kosten van de interventie? Aan het uitvoeren van de lessen zijn geen kosten verbonden omdat het in reguliere lestijd door docenten uitgevoerd kan worden met behulp van de materialen die gratis via de website te gebruiken zijn. Alleen voor de les over anticonceptie wordt aangeraden een anticonceptiekoffer te bestellen (ca. 75 euro, eenmalige kosten) en er kunnen condooms voor de condoomdemonstratie besteld worden (ca. 15 euro voor 100/200 condooms).
5. Onderzoek naar praktijkervaringen
28
Onderzoek praktijkervaringen Is er onderzoek gedaan naar de praktijkervaringen met de interventie en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de praktijkervaringen met het lespakket LLL-mbo. Voor alle lessen is formatieve evaluatie gedaan tijdens de ontwikkeling van het lesmateriaal en de lessen. Onderdelen zijn gepretest, docenten hebben werkvormen uitgeprobeerd, filmpjes en animaties zijn gepretest. In het schooljaar 2012-2013 was het eerste jaar van de volledige implementatie van LLL-mbo. Hierbij is een onderzoek naar de implementatie uitgevoerd. Hieronder volgt een samenvatting van de resultaten van het onderzoek in de periode 2011-2013. Het volledige evaluatierapport is te vinden in de bijlage ‘Eindrapport Implementatie onderzoek.pdf’. In totaal is LLL-mbo voor het onderzoek gebruikt op 33 verschillende mbo- instellingen, door ongeveer 66 docenten en 3000 studenten door heel Nederland. Dit betekent dat het lespakket LLL-mbo op bijna de helft van de 70 mbo-instellingen in Nederland door minimaal 2 docenten gebruikt is. Naar aanleiding van onze eerdere ervaringen met onderzoek naar interventies op het mbo is besloten op zoek te gaan naar alternatieve vormen van evaluatie in plaats van een effectmeting met voor- en nameting. De reden hiervoor is de praktische onhaalbaarheid van een RCT of een quasiexperimenteel onderzoeksdesign met voor- en nameting op individueel niveau. Hiertoe hebben we in maart 2011 een expertmeeting georganiseerd over evaluatie op het mbo, toegespitst op evaluatie van dit lespakket. Experts van TNO, Universiteit Groningen, Universiteit Wageningen, Universiteit Maastricht, Rutgers WPF, Soa Aids Nederland, GGD-en, Mbo-Raad, Zon-Mw, NCJ, Zadkine en Albeda College waren hier aanwezig. De conclusie was onder andere dat er idealiter verschillende evaluatiemethoden gebruikt zouden moeten worden, aansluitend bij wat studenten leuk vinden en wat past bij de werkwijze van de docenten. De keuze van de onderzoeksgroep diende een pragmatische te zijn: een gemotiveerde groep, maar indien mogelijk ook een groep met weerstand. Vervolgens hebben we docenten geconsulteerd over hun behoefte aan evaluatie van het lespakket door middel van individuele interviews en in de twee klankbordbijeenkomsten die wij gedurende de ontwikkelingsperiode hebben georganiseerd. In de pretest in 2011-2012 hebben we uiteindelijk gekozen om meerdere evaluatiemethoden toe te passen, om ook de haalbaarheid en acceptatie binnen de mbo-setting te toetsen. 1. Kennisquizen 2. Scenario’s met open vragen (Zie voor een voorbeeld de bijlage ‘Evaluatieformulier Grensoverschrijdend gedrag’ 3. Procesvragenlijsten voor studenten over waardering, attitude en subjectieve leereffecten 4. Observatie van de les (evt. via skype ) 5. (Telefonische) Interviews met docenten om de gegeven les te evalueren 6. Groepsgesprekken met de klas Daarnaast is naar de les seksuele diversiteit wel een effectmeting gedaan met een voor- en nameting via vragenlijsten die door Universiteit Maastricht ontwikkeld zijn. Dezelfde vragenlijsten zijn in de bovenbouw van het VO gebruikt om de les uit LLL BB te evalueren. Van de evaluaties met voor- en nameting is wederom gebleken dat dit op het mbo zeer moeilijk uitvoerbaar is vanwege uitval, verzuim van studenten en het gebrek aan medewerking van studenten (veel onvolledige vragenlijsten, met name ID gegevens om vragenlijsten te koppelen, onmogelijkheid om voor- en nametingen individueel te koppelen) Onderzoek in 2012-2013 Het lespakket is in 2013 in een implementatieonderzoek geëvalueerd. Om een reëel beeld te krijgen van het gebruik waren docenten vrij zelf hun lessen en de frequentie te kiezen. 74 docenten deden mee aan dit onderzoek, hiertoe vulden zij een vragenlijst in over het gebruik van de lessen. Aanvullend zijn de hierboven genoemde evaluatiemethoden 2, 5 en 6 gebruikt bij een deel van deze docenten en klassen.
29
Verder zijn de inloggegevens van de LLL-mbo website geanalyseerd (docenten moesten zelf een inlogaccount maken om de website in te kunnen en de materialen te kunnen gebruiken). Van deze docenten zijn geen gebruiksgegevens bekend. Het lespakket is sinds begin november 2012 ook beschikbaar op ‘Vitaal mbo’ van de Mbo Raad. Ook hiervan zijn de bezoekersgegevens opgevraagd. Resultaten Bereik (website gegevens) De website was bereikbaar en gevuld met lessen in de laatste week van november 2012. Op 7 oktober 2013 hadden binnen de LLL-MBO omgeving 245 docenten een account aangemaakt. Hier zitten nog 16 unieke mbo – instellingen bij die nog niet eerder bij het onderzoek of bij de ontwikkeling van het lespakket betrokken waren. De docenten komen uit heel Nederland: N
%
Zuid-Holland
75
30,6
Gelderland
39
15,9
Noord-Holland
29
11,8
Noord-Brabant
22
9,0
Overijssel
20
8,2
Limburg
13
5,3
Utrecht
18
7,3
Friesland
8
3,3
Drenthe
7
2,9
Groningen
6
2,4
Flevopolder
4
1,6
Zeeland
3
1,2
Noordoostpolder Total
1
,4
245
100,0
Bereik Vitaal mbo Het platform Bewegen en Sport van Mbo Diensten is gestart met een digitale lessendatabase voor het mbo. Deze lessendatabase ‘Vitaal mbo’ omvat de thema’s vitaal werknemerschap, vitaal burgerschap en bewegen en sport. De lessendatabase sluit goed aan op de leefstijlthema’s uit Testjeleefstijl.nu en biedt scholen de mogelijkheid om hun lesprogramma vanuit Gezonde School-beleid en Loopbaan & Burgerschap op maat vorm te geven. Het lespakket LLL mbo is sinds begin november 2012 op ‘Vitaal mbo’ beschikbaar voor het thema seksualiteit binnen Vitaal burgerschap. Op dit portaal zijn de lessen 240 keer bekeken. Beoordeling door gebruikers: De 18 verschillende lessen (in totaal zijn er 20 lessen, echter voor de lessen seksueel grensoverschrijdend gedrag en loverboys is een aparte versie voor jongens en meisjesklassen gemaakt) zijn niet in dezelfde mate en op dezelfde manier geëvalueerd. De mogelijkheid voor evaluatie was zowel afhankelijk van de keuze die de docenten maakten voor de lessen als de mogelijkheden die een docent had voor evaluatie. Werkdruk is op het mbo namelijk dermate hoog dat het lastig is docenten met onderzoek te belasten. Wel is zoveel mogelijk getracht minimaal twee evaluatiemethoden te gebruiken per les.
30
Het resultaat is dat zeven van de 18 lessen uitgebreid zijn geëvalueerd, dat vijf lessen in mindere mate zijn geëvalueerd en dat er van 6 lessen nog weinig evaluatiegegevens zijn (zie voor de volledige rapportage van de procesevaluatie de bijlage Procesevaluatie LLL MBO.pdf . De volgende zeven lessen zijn uitgebreid geëvalueerd: Anticonceptie, Alcohol en grenzen, Internet en grenzen, Beeldvorming, Loverboys, Voor wat hoort wat en Seksuele diversiteit. Deze lessen werden positief beoordeeld door docenten en studenten, er was een hoge waardering in rapportcijfers door studenten: gemiddeld boven de zeven (variërend van 7,1 – 7,8) Over de Les Loverboys (les voor meisjes) is nog weinig feedback van docenten. De zes lessen die in mindere mate geëvalueerd zijn: Gezonde zwangerschap, Je lijf en zo, Internet en seks, Liefde en relaties, Soa’s en Veilig vrijen. Deze lessen werden positief beoordeeld door docenten en studenten, er was een hoge waardering in rapportcijfers door studenten: gemiddeld boven de zeven (variërend van 6,8 – 8,0) Over delLes Internet en seks is nog weinig feedback van docenten. De vijf lessen die nog maar erg beperkt zijn geëvalueerd zijn: Alcohol en seksuele gezondheid, Jongeren en seks, Onbedoelde zwangerschap, Partnerkeuze en maagdelijkheid en Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Van deze lessen is nog geen evaluatie van studenten. De beschikbare feedback van docenten is weliswaar positief, maar er is nog te weinig feedback van docenten over de lessen Loverboys (jongensles), Internet en seks en Onbedoelde zwangerschap. Een schooljaar (2012-2013) is te kort voor een goed implementatie onderzoek waarbij alle lessen in voldoende mate gebruikt worden. Hier zouden we nog erg graag meer tijd voor hebben gehad, maar helaas eindigde de project subsidie van ZonMw op 1-9-2013. De Gemeente Rotterdam heeft vanuit het project ‘Klaar voor een Kind’ budget beschikbaar gesteld om de les Gezonde zwangerschap nader te implementeren in Rotterdam. Het onderzoek rondom deze implementatie zal afgerond zijn in juni 2014. De eerste resultaten zijn verwerkt in het totaalrapport over de procesevaluatie die als bijlage is toegevoegd (bijlage 14 Procesevaluatie LLL MBO.pdf) Succesfactoren - Aansluiting van het materiaal op de mbo-doelgroep. De meeste docenten vinden de (veelal interactieve) werkvormen en beeldmaterialen goed aansluiten bij hun studenten. De keuze uit verschillende werkvormen en beeldmaterialen bij de opdrachten geeft de flexibiliteit die nodig is bij zo’n diverse doelgroep. - Op verschillende niveaus te gebruiken, voor zowel jongens- en meisjesgroepen als gemengde groepen, voor zowel cultureel gemengde als uniforme klassen. - Keuze uit werkvormen en tips daarover in lesbrief: ook condoomdemonstratie nu voor iedereen haalbaar (zelf laten oefenen of filmpje laten zien, kan allebei) - Gesteund door de lesbrieven: Door tips, mogelijke feedback en achtergrondinformatie in de lesbrief voelen onzekere docenten zich gesteund. Kant en klare, volledige lesinstructie en PowerPoint presentaties per les inclusief links naar beeldmateriaal bespaart docenten veel tijd in lesvoorbereiding. - Docentenvideo’s Reactie uit een interview met docent: ‘positief dat er ook mannelijke docenten zijn gefilmd. Geeft ondersteuning door bewustwording van eigen handelen, maar ook ter voorbereiding op gevoelige werkvorm als condoomdemonstratie.’ Faalfactoren ‐ Docenten dienen inzicht in de samenstelling en mogelijkheden van de klas te hebben. Docenten dienen wel van tevoren een inschatting te maken of een les aansluit bij de klas. Hiervoor is noodzakelijk dat ze inzicht in de klas hebben, en tijd hebben de lesbrief en materialen te beoordelen. In de lesbrief staan veel aanwijzingen die hen hierbij kunnen helpen. Bovendien is de keuzetool ontwikkeld die docenten voorafgaande aan de les(sen) kunnen gebruiken om tot een goede keuze te komen voor hún studenten. ‐ Moeilijkheidsgraad lessen: Voor het laagste niveau (1) is de les Beeldvorming waarschijnlijk te moeilijk, beeldvorming is een abstract begrip. ‐ Voor de meeste lessen is een veilige sfeer in de klas nodig. Indien die niet aanwezig is, wordt het lastig om klassikale interactieve werkvormen te gebruiken. Daarom zijn ook werkvormen voor individueel gebruik of voor kleine groepjes toegevoegd.
31
‐
De docent zelf moet zich zeker genoeg voelen in het onderwerp. Als er schaamte is bij de docent zelf kan dit negatief werken op de klas en de inhoud van de les. De docent moet niet de eigen norm opdringen aan de studenten (bv. m.b.t. seks voor het huwelijk of abortus); dan kan de les juist een averechts effect hebben, omdat studenten dan geen objectieve informatie krijgen en er dan geen ruimte meer is om problemen of vragen te bespreken. Er is voldoende tijd nodig: indien onvoldoende tijd beschikbaar is voor een les, is het moeilijk de doelstellingen te behalen. Bovendien is het bij een les als Seksuele diversiteit in klassen met een homonegatieve houding wel noodzakelijk een dubbel lesuur hieraan te besteden, om alle opdrachten goed te kunnen uitvoeren en nabespreken. Totaal bereik van het LLL-MBO Er is inmiddels op 33 mbo-instellingen gewerkt met het pakket in het kader van het onderzoek. Op 16 andere mbo-instellingen is minimaal 1 docent die een account op de website gemaakt heeft. De mate van gebruik van het lespakket door deze docenten is onbekend. Op het ‘Vitaal mbo’ portaal zijn de lessen 240 keer bekeken. Dit betekent dat LLL-MBO nu op zijn minst bekend is bij (minimaal 1 docent van) 49 van de 70 mbo-instellingen in Nederland (70% van de mbo- instellingen).
32
6. Onderzoek naar de effectiviteit Onderzoek in Nederland Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de interventie in Nederland en wat zijn daarvan de uitkomsten? Er is alleen een effectmeting uitgevoerd voor de les Seksuele diversiteit. Het onderzoek naar het effect van de les Seksuele diversiteit is uitgevoerd door middel van een vooren nameting, een week voor en een week na de les, met een interventie en een controlegroep. De klassen zijn gekozen door de docenten die hun medewerking hadden toegezegd aan het pretesten van het lespakket en die beschikbaar waren in de periode tussen november 2012 tot januari 2013. Elke docent zorgde voor een vergelijkbare klas die als controleklas kon dienen. Alle items zijn gemeten met behulp van 7-puntschalen, helemaal mee eens tot helemaal mee oneens. De vragenlijst is ontwikkeld door Universiteit Maastricht. De voormeting werd door 91 studenten uit de interventiegroep en 79 studenten uit de controlegroep ingevuld. De nameting werd door 88 studenten uit de interventiegroep en 57 studenten uit de controlegroep ingevuld. De groep die de voormeting (n=170) heeft ingevuld is niet exact gelijk aan de groep die de nameting (n=145) heeft ingevuld omdat niet alle studenten op beide momenten aanwezig waren (hetgeen vrij gebruikelijk is op het mbo). De vragenlijsten van voor- en nameting zijn daarom niet individueel gekoppeld, maar de gegevens zijn op geaggregeerd niveau geanalyseerd. Bij toetsing van verschillen tussen de interventie en controlegroep op voormeting bleek er geen verschil in scores tussen de groepen op de voormeting. De attitude van de studenten ten aanzien van homoseksualiteit was redelijk positief (hoger dan 5, op een schaal van 1-7) De schaal die positieve emoties meet ten aanzien van homoseksualiteit is licht positief gescoord ( bijna 5, op een schaal van 1-7). Men scoorde laag op de vooroordelen schaal (lager dan 3,5), dit wel zeggen dat men het zelf hebben van vooroordelen niet bezwaarlijk vind. Op de items ‘zeggen wat je denkt’ is vrij laag gescoord, wat wil zeggen dat men niet altijd alles maar zegt wat men denkt (met het risico van de ander kwetsen of een discussie). Er is op geen van de uitkomstmaten een verschil tussen de voor- en nameting gevonden. Er is dus geen positief, maar ook geen averechts effect van de les op de mening van de studenten vastgesteld.
33
Onderzoek naar vergelijkbare interventies Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze of een vergelijkbare interventie (in Nederland en in het buitenland) en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Nee. Er zijn geen vergelijkbare interventies.
7. Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters).
Abraham, Charles, Sheeran, Paschal, Norman, Paul, Conner, Mark, de Vries, Nanne, & Otten, Wilma. (1999). When good intentions are not enough: Modeling postdecisional cognitive correlates of condom use. Journal of Applied Social Psychology, 29(12), 2591-2612. Allen, J., & Meng, C. (2010). Vroegtijdige schoolverlaters: Aanleiding en gevolgen. Maastricht: Researchcenttum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt School of Business and Economics. Baranowski, T., Perry, C. L., & Parcel, G. S. (2002). How individuals, environments, and health behavior interact. Social Cognitive Theory. In K. Glanz, B. K. Rimer & F. M. Lewis (Eds.), Health behavior and health education. Theory, research and practice (third ed., pp. 165-184). San Francisco, CA: JosseyBass. Bartholomew, L.K., Parcel, G. S., Kok, G., Gottlieb, N.H., & Fernández, M.E. (2011). Planning health promotion programs. An Intervention Mapping approach. (3rd ed.). San Francisco, CA: JosseyBass. Basen-Engquist, K. (1992). Psychosocial predictors of "safer sex" behaviors in young adults. AIDS Educ Prev, 4(2), 120-134. Baumgartner, S.E. (2012). Adolescent sexual risk behavior on the internet. (PhD), Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. Berlo, van, W., Wijsen, C., & Vanwesenbeeck, I. (2005). Gebrek aan regie. Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschappen. In R. N. Groep (Ed.). Utrecht. Bernstein, M. (2010). Paths to homophobia. Sexuality Research & Social Policy, 1, 41-55. Buijinck, G., Stals, M., Schutte, L., te Poel, F., & Meijer, S. (2010). Zwanger...en dan? Planmatige ontwikkeling van een aanvullende module rondom (on)bedoelde zwangerschap voor het lespakket Lang Leve de Liefde. Amsterdam: Fiom Soa Aids Nederland. Buijs, B., & Hospers, H. (2010). Hoewel ik het zelf soms ook wel doe. Een onderzoek naar onveilige seks en coming out bij homojongens. Amsterdam, Maastricht: Aids Fonds & Universiteit Maastricht. Burke, P.J., Stets, J.E., & Pirog-Good, M.A. (1988). Gender identity, self-esteem, and psysical and sexual abuse in dating relationships. Social Psychology Quarterly, 51, 272-285. Catania, J. A., Kegeles, S. M., & Coates, J. T. (1990). Towards an understanding of risk behavior: An AIDS Risk Reduction Model (ARRM). Health Education Quarterly, 17, 53-72. Cense, M., & van Dijk, L. (2010). Niet zomaar seks. Jongeren over seks en grenzen. Utrecht: Rutgers WPF. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2012). Aantal tienermoeders bereikt laagste stand ooit. Retrieved 16 augustus 2012, from http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3663-wm.htm , De Bruijn, P., Burrie, I., & Van Wel, F. (2006). A risky boundary: unwanted sexual behavior among youth. Journal of Sexual Aggression, 12, 81-96. De Graaf, H., Van Dijk, L., & Wijsen, C. (2009). Leefstijlcampagne seksuele weerbaarheid. Voorbereidend literatuuronderzoek. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. DeGue, S., DiLillo, D., & Scalora, M. (2010). Are all perpetrators alike? Comparing risk factors for sexual coercion and aggression. Sex Abuse, 22, 402-426. DiClemente, R. J., Crosby, R. A., & Wingood, G. M. (2002). Enhancing STD/HIV prevention among adolescents: the importance of parenteral monitoring. Minerva Pediatr, 54(3), 171-177. Fortenberry, J. D., Tu, W., Harezlak, J., Katz, B. P., & Orr, D. P. (2002). Condom use as a function of time in new and established adolescent sexual relationships. American Journal of Public Health, 92(2), 211 213. Götz, H. M., van Bergen, J. E., Veldhuijzen, I. K., Broer, J., Hoebe, C. J., & Richardus, J. H. (2005). A prediction rule for selective screening of Chlamydia trachomatis infection. Sex Transm Infect, 81(1), 24-30. 35
Graaf, de, H., Kruijer, H., Acker, van, J., & Meijer, S. (2012). Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012 [Sexual health of young people in the Netherlands in 2012]. Delft: Eburon. Graaf, de, H., Meijer, S, Poelman, J., & Vanwesenbeeck, I. (2005). Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005 [Sexual health of young people in the Netherlands in 2005]. Delft: Eburon. Haider-Markel, D.P., & Joslyn, M.R. (2008). Beliefs about the origins of homosexuality and support for gay rights. An empirical test of attribution theory. American Journal of Public Health, 92(2), 211 - 213. Hawker, D.S.J., & Boulton, M.J. (2000). Twenty years’ research on peer victimization and psychosocial maladjustment: A meta-analytic review of cross-sectional studies. Journal of Child Psychiatry, 41, 441-455. Hendrickx, L., & Vlek, C. (1989). Relative importance of scenario information and frequency information in the judgement of risk.". Acta Psychologica 72(41-63). Herek, G.M. (1987). Religious orientation and prejudice: A comparison of racial and sexual attitudes. Personality and Social Psychology Bulletin, 13, 34-44. Herek, G.M. (1988). Heterosexuals’ attitudes toward lesbians and gay men: Correlates and gender differences. The Journal of Sex Research, 25, 451-477. Herek, G.M. (2000). The psychology of sexual prejudice. Current Directions in Psychological Science, 9, 1922. Keuzenkamp, S. . (2010). Steeds gewoner, nooit gewoon. Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Kirby, D. (2002). Antecedents of adolescent initiation of sex, contraceptive use, and pregnancy. Am J Health Behav, 26(6), 473-485. Koss, M. P., Abbey, A., Campbell, R., Cook, S., Norris, J., & Testa, M. (2007). Revising the SES: a collaborative process to improve assessment of sexual aggression and victimization. Psychology of Women Quaterly, 31, 357-370. Kuyper, L., de Wit, J., Adam, P., Woertman, L., & van Berlo, W. (2009). Laat je nu horen! Een onderzoek naar grensoverschrijdende seksuele ervaringen en gedragingen onder jongeren. Utrecht: Universiteit Utrecht, Rutgers Nisso Groep. Lam, Amy G., Mak, Amy, Lindsay, Patricia D., & Russell, Stephen T. (2004). What Really Works? An Exploratory Study of Condom Negotiation Strategies. AIDS Educ Prev, 16(2), 160-171. MBO Raad. (2013). Feiten en cijfers. from www.mboraad.nl Mevissen, F. E., Meertens, R. M., Ruiter, R. A., Feenstra, H., & Schaalma, H. P. (2009). HIV/STI risk communication: the effects of scenario-based risk information and frequency-based risk information on perceived susceptibility to chlamydia and HIV. J Health Psychol, 14(1), 78-87. doi: 14/1/78 [pii] 10.1177/1359105308097948 Misovich, S. J., Fisher, J. D., & Fisher, W. A. (1997). Close relationships and elevated hiv risk behavior: Evidence and possible underlying psychological processes. Review of General Psychology, 1, 72-107. O’Donohue, W. , Yeater, E.A., & Fanetti, M. (2003). Rape prevention with college males: The roles of rape myth acceptance, victim empathy, and outcome expectancies. Journal of Interpersonal Violence, 18, 513-531. Parrott, D.J., Adams, H.E., Zeichner, A. (2002). Homophobia: personality and attitudinal correlates. Personality and Individual Differences, 32, 1269-1278. Petty, R.E., & Cacioppo, R.T. (1986). The elaboration likelihood mode of persuasion. In L. Berkowitz (Ed.), Advances in Experimental Social Psychology (Vol. 19, pp. 123-205). New York: Academic Press. Schaalma, H.P., & Kok, G. (2011). A school HIV-prevention program in the Netherlands. Case study 3 at the Wiley companion site for Bartholomew et al. from http://bcs.wiley.com/hebcs/Books?action=index&itemId=0470528516&bcsId=6246. Schröder, K. E. E., Hobfoll, S. E., & Jackson, A. P. (2001). Proximal and distal predictors of Aids risk behaviors among inner-city african american and european american women. Journal of Health Psychology, 6, 169-190. Sheeran, Pascal, Abraham, Charles, & Orbell, Sheina. (1999). Psychosocial correlates of heterosexual condom use: A meta-analysis. Psychol Bull., 125(1), 90-132. Sionean, C., DiClemente, R. J., Wingood, G. M., Crosby, R., Cobb, B. K., Harrington, K., . . . Oh, M. K. (2002). Psychosocial and behavioral correlates of refusing unwanted sex among African-American adolescent females. J Adolesc Health, 30(1), 55-63. Statistics Netherlands. (2010). Statline Databank. from http://statline.cbs.nl Stevens-Simon, C., Kelly, L., Singer, D., & Cox, A. (1996). Why adolescents say they did not use contraceptives prior to conception. Journal of Adolescent Health, 19, 48-53. Tortolero, S. R., Markham, C. M., Addy, R. C., Baumler, E. R., Escobar-Chaves, S. L., Basen-Engquist, K. M., . . . Parcel, G. S. (2008). Safer choices 2: rationale, design issues, and baseline results in evaluating school-based health promotion for alternative school students. Contemp Clin Trials, 29(1), 70-82. 36
Trienekens, S.C.M., F.D.H. Koedijk, I.V.F. van den Broek, H.J. Vriend, E.L.M. Op de Coul, M.G. van Veen, . . . M.A.B. van der Sande. (2011). Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2011. Bilthoven: RIVM. Unger, J. B., Molina, G. B., & Teran, L. (2000). Perceived consequences of teenage childbearing among adolescent girls in an urban sample. J Adolesc Health, 26(3), 205-212. Van Bergen, J., Götz, H. M., Richardus, J. H., Hoebe, C. J. P. A., Broer, J., Groot, F., de, . . . Coenen, A. J. T. (2005). Prevalence of urogenital Chlamydia trachomatis increases significantly with level of urbanisation and suggests targeted screening approaches: results from the first national population based study in the Netherlands. Sex Transm Infect., 81(1), 17-23.
Bijlagen:
Bijlage 1: IM_Matrix Stap_2_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 1.1 Matrix Stap_2_ Leerdoel _1_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 1.2 Matrix Stap_2_ Leerdoel _2_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 1.4 Matrix Stap_2_ Leerdoel _4_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 1.5 Matrix Stap_2_ Leerdoel _5_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 1.6 Matrix Stap_2_ Leerdoel _6_ LLL MBO CGL.pdf
Bijlage 2: Handboek LLL MBO.doc : Alle lesbrieven Bijlage 3: Didactische_tips_verzameldocument.pdf: onderdeel van de docentenhandleiding Bijlage 4: Video's_docentenhandl.pdf : onderdeel van de docentenhandleiding Bijlage 2: IM_Matrix Stap_3_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf Bijlage 3: Overzicht evaluatie 2011-2013_V3.pdf
Bijlage 5: Keuzehulp_vragendoos.pdf: onderdeel van de docentenhandleiding Bijlage 6: Keuzehulp_studenten_kiezen_zelf.pdf onderdeel van de docentenhandleiding Bijlage 7: Keuzehulp_vragenlijsten.pdf: onderdeel van de docentenhandleiding Bijlage 8: LLL - model 1.pdf Bijlage 9: LLL - model 2.pdf Bijlage 10: LLL - model 3.pdf Bijlage 11: LLL - model 4.pdf Bijlage 12: IM_Matrix Stap_3_ Leerdoel _3_ LLL MBO CGL.pdf
Bijlage 13: Eindrapport Implementatie onderzoek.pdf Bijlage 14: Procesevaluatie LLL MBO.pdf
37