Jaarstukken 2012
Gemeente Schiedam
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Kerngegevens
3 5 11
Jaarverslag I
Programmaverantwoording • Bestuur en dienstverlening • Ruimtelijke ontwikkeling • Sociale infrastructuur • Stadseconomie • Veiligheid • Woonmilieu • Financiën • Wijkontwikkeling
13 14 24 44 66 84 102 112 120
II Paragrafen • Bedrijfsvoering • Financiering • Grondbeleid • Lokale heffingen • Onderhoud kapitaalgoederen • Verbonden partijen • Weerstandsvermogen • Stedenbeleid • Investeringsplannen • Verstrekte subsidies
129 130 136 141 143 147 154 164 170 172 178
Jaarrekening III Programmarekening en toelichting • Per programma de realisatie van de baten en lasten en saldo • Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen • Resultaat incidentele baten en lasten • Analyse afwijkingen tussen begroting na wijziging en de rekening • WOPT • Mutaties onvoorzien
183
IV Balans en toelichting • Balans • Toelichting op de balans • Toelichting op de reserves en voorzieningen • Borg- en garantstellingen • Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties
191 192 194 208 228
V Bijlagen • Overzicht van gerealiseerde baten en lasten per product • Verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa) • Afkortingenlijst
239
184 185 186 189 190 190
236
240 242 250
PROGRAMMAREKENING
1
Voorwoord
PROGRAMMAREKENING
3
Voorwoord Voor u ligt de eerste jaarrekening die is gerealiseerd in een context waarin grote bezuinigingen aan de orde zijn en waarin de woonlasten voor burgers zoveel mogelijk zijn beperkt. Door gerichte inzet is het weerstandsvermogen van de gemeente Schiedam weer op orde gekomen en is gewerkt aan verlaging van de schuldenlast. In deze jaarrekening is te zien dat - tegen de trend in - het aantal mensen met wwb-uitkering fors is gedaald. Daardoor kon het beslag op de algemene middelen beperkt blijven. Daarnaast is te zien dat alle periodiek noodzakelijke investeringen in de buitenruimte zijn gerealiseerd. Hierdoor is de achterstand op het noodzakelijke onderhoud ingelopen. In 2012 is het economisch herstel uitgebleven. Om te zorgen dat de gemeente Schiedam in financieel opzicht in rustiger vaarwater komt, was de gemeente Schiedam genoodzaakt flinke bezuinigingsmaatregelen te nemen in de begroting van 2013. Om tegenvallers in de toekomst te kunnen dekken, is er een start gemaakt met het op orde brengen van de financiële reserves. De tegenvallende economische ontwikkelingen, voorgenomen decentralisaties en de ontwikkelingen in de schuldenproblematiek, dwingen de gemeente tot een uiterst behoedzaam financieel beleid. De jaarstukken 2012 zijn onder bijzondere omstandigheden tot stand gekomen. De jaarwisseling markeerde namelijk een belangrijk moment in de doorontwikkeling van de organisatie. Op dat moment ging de nieuwe organisatiestructuur formeel van start. Voor het opwerken van de jaarrekening gold dat leidinggevenden en programma- en paragraafcoördinatoren nog conform hun oude rol een bijdrage moesten leveren. Daarnaast waren administratieve wijzigingen in de systemen aan de orde als gevolg van de organisatiewijziging. Er is veel flexibiliteit en inzet getoond door de betrokken medewerkers om te komen tot deze jaarstukken. Hierbij past de nodige waardering. Ondanks de financiële en economische tegenvallers heeft Schiedam in 2012 haar kracht op verschillende terreinen getoond. Zo won de Jeneverstad de BNG Erfgoedprijs, was ze gastheer van de 5e editie van de Nationale Straatvoetbalkampioenschappen en vestigde ze op wereldniveau het record met de langste lipdub met de meeste mensen. Schiedam heeft op vele fronten laten zien wat de stad waard is, nu en in de toekomst.
Schiedam, mei 2013 Het college van burgemeester en wethouders
4
Inleiding
PROGRAMMAREKENING
5
Inleiding Voor u liggen de Jaarstukken 2012 van de Gemeente Schiedam, waarin het college aan de raad verantwoording aflegt over het gevoerde beleid in 2012. Met de behandeling en goedkeuring door de raad verleent de raad decharge aan het college voor het gevoerde beleid in 2012. De jaarstukken 2012 zijn bondiger dan vorig jaar. Door de essentie weer te geven en de programma- en paragraaf teksten in te korten is de leesbaarheid en toegankelijkheid van de jaarstukken verbeterd. Daarnaast is er een verkorte weergave van de jaarstukken gemaakt. De Programmabegroting 2012 is het uitgangspunt geweest voor de opstelling. De Jaarstukken 2012 bestaan uit twee delen. Het eerste deel is het jaarverslag, dat met name beleidsmatig van aard is. Het tweede deel is de jaarrekening, dat de financiële weergave geeft. Jaarverslag Programma’s In deel I van het jaarverslag wordt een verantwoording gegeven over de programma;s uit de beleidsbegroting Hierbij wordt uitgegaan van de volgende vragen: • Wat wilden we bereiken? • Wat hebben we daarvoor gedaan? • Wat heeft het gekost? Daarnaast worden in ieder programma de financiële afwijkingen tussen de gewijzigde begroting en de realisatie toegelicht. De toelichting per programma is gericht op de belangrijkste afwijkingen van zowel baten als lasten. Bovendien bevat iedere programmatekst een overzicht van het totaal van baten en lasten van de producten in het betreffende programma. Paragrafen In de paragrafen komen de onderwerpen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering en de financiële positie van de gemeente Schiedam. Ze geven vanuit diverse perspectieven een dwarsdoorsnede van de programmarekening. De nadruk ligt op de belangrijke beheerprocessen en het beleid dat daaraan ten grondslag ligt. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft gemeenten voor welke paragrafen
6
verplicht zijn. Aanvullend op de verplichte paragrafen heeft het college drie extra paragrafen opgenomen te weten Stedenbeleid, Investeringsplannen en Verstrekte subsidies. Jaarrekening De Gemeentewet en de Provinciewet schrijven onder andere voor dat elke gemeente jaarlijks verantwoordingsstukken moet opstellen. Het BBV bevat de regelgeving daarvoor. In het BBV is opgenomen dat er een commissie voor het Besluit begroting en verantwoording (commissie BBV) is met als taak zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV. Dit doet zij ondermeer door het beantwoorden van praktijkvragen en het uitbrengen van richtinggevende notities, waarin aanbevelingen en stellige uitspraken worden gedaan. De jaarrekening is samengesteld op grond van de betreffende artikelen uit het Besluit Begroting en Verantwoording en de notities van het BBV. Het jaarrekeningresultaat over 2012 voor bestemming bedraagt € 36 miljoen voordelig. Dit hoge resultaat wordt enerzijds veroorzaakt door een tweetal grote voordelen die naar aanleiding van de heroverwegingen uit de begroting 2013 zijn ontstaan. Ten eerste is dat de stelselwijziging van de erfpacht, die gezorgd heeft voor een extra resultaat van € 17,9 miljoen. Daarnaast is er in het kader van de heroverwegingen besloten tot een fasering van kredieten. Dit heeft € 5,4 miljoen extra resultaat opgeleverd. Beide resultaten vloeien voort uit de begrotingsbehandeling die in 2012 over het jaar 2013 heeft plaatsgevonden en zijn conform die besluitvorming aan de reserves toegevoegd. Anderzijds wordt het resultaat beïnvloed door een vrijval van de voorziening groot onderhoud MBOP van € 8,5 miljoen. Het resultaat na bestemming, dat wil zeggen na per saldo toevoeging aan de reserves, is daarmee uitgekomen op € 12,9 miljoen. Een globale analyse van dit resultaat na bestemming wordt verderop in deze inleiding gegeven en per programma is er een analyse opgenomen van de belangrijkste verschillen tussen de begroting en de uiteindelijke realisatie. De bedragen in de programmarekening zijn weergegeven in € 1.000, tenzij anders aangegeven. Wanneer bij bedragen in tabellen een ‘-‘ teken wordt gebruikt is sprake van een nadeel, namelijk een hogere last of een lagere baat.
Financieel resultaat 2012 en resultaatbestemming Overzicht resultaat 2012: Resultaat voor bestemming
€ + 36 miljoen
Dotaties aan de reserves
€
Resultaat na bestemming
€ + 12,9 miljoen
Het resultaat na bestemming is het resultaat dat vrij besteedbaar is voor de gemeente.
23,1 miljoen
Baten en lasten per programma (bedragen x € 1.000)
Rekening 2012 Lasten
Baten
Saldo
15.611
1.467
-14.144
resultaat voor bestemming Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling
48.576
13.009
-35.567
138.111
84.510
-53.601
Stadseconomie
56.855
91.105
34.251
Veiligheid
10.705
436
-10.270
Woonmilieu
-10.459
Sociale infrastructuur
33.278
22.819
Financiën
7.190
6.338
-852
Wijkontwikkeling
3.652
153
-3.499
313.980
219.838
-94.142
813
4.995
4.182
0
125.964
125.964
314.793
350.797
36.004
-670
Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen totaal resultaat voor bestemming Mutaties reserves Bestuur en dienstverlening
1.450
780
Ruimtelijke ontwikkeling
2.707
2.434
-273
Sociale infrastructuur
4.547
5.675
1.127
Stadseconomie
2.339
2.805
466
0
837
837
2.496
2.704
208
56.187
30.487
-25.701
91
1.008
916
69.818
46.728
-23.090
Veiligheid Woonmilieu Financiën Wijkontwikkeling totaal mutaties reserve resultaat na bestemming Bestuur en dienstverlening
17.061
2.247
-14.814
Ruimtelijke ontwikkeling
51.283
15.442
-35.840
142.659
90.185
-52.474
Stadseconomie
Sociale infrastructuur
59.193
93.910
34.717
Veiligheid
10.705
1.273
-9.433
Woonmilieu
35.775
25.523
-10.251
Financiën
63.377
36.825
-26.552
3.744
1.161
-2.583
383.797
266.566
-117.232
813
4.995
4.182
0
125.964
125.964
384.610
397.525
12.914
Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen totaal resultaat na bestemming
PROGRAMMAREKENING
7
Bij het resultaat na bestemming is geen rekening gehouden met mogelijke budgetoverheveling van 2012 naar 2013. De raad kan immers besluiten om incidentele budgetten die in 2012 beschikbaar waren, maar in 2012 nog niet tot besteding zijn gekomen, beschikbaar te houden ten laste van het rekeningresultaat. Oorzaak van deze budgetoverheveling is met name vertraging in de onderliggende projecten en activiteiten. Voor de budgetoverheveling zal het college separaat een voorstel doen aan de raad. Het resultaat is ten opzichte van de begroting (€ 2,3 miljoen) toegenomen met € 10,6 miljoen. Dit is als volgt te verklaren: Begroot resultaat 2012
2,3
Rekening resultaat 2012
12,9
Toename resultaat
10,6
Verklaring toename: Extra opbrengsten
+
10,3
Vrijval voorziening
+
8,5
Hogere lasten
-
3,5
Toevoegingen aan reserves
-
4,2
De grootste afwijkingen die geleid hebben tot het extra resultaat van € 10,6 miljoen, zijn: Extra opbrengsten: • Niet begrote opbrengsten als gevolg van terugbetaalde naheffingsaanslagen van de Belastingdienst en correcties op eerdere aanslagen bedroegen € 1,5 miljoen. • De algemene uitkering was € 2,4 miljoen hoger dan begroot. Belangrijke oorzaak hiervan was dat de begroting van deze post zeer voorzichtig was ingeschat. In werkelijkheid werd € 1,5 miljoen extra ontvangen in 2012. Verder leverden de september en december circulaire 2012 € 0,7 miljoen extra op. En er was nog sprake van verrekening van oude jaren (€ 0,2 miljoen). • In 2012 werd een benzinestation geveild. Dit leidde tot extra inkomsten van € 1,3 miljoen. • De erfpacht exploitatie, verkoop van erfpachtgronden als gevolg van onvoorziene erfpachtuitgiften, verkoop in het kader van het verbeterplan Vastgoed, hogere opbrengsten erfpachtcanons, extra opbrengsten uitgifte Schaepmansingel en Havenstraat, erfpachtconversies en erfpachtvervangende vergoedingen leidde tot extra opbrengsten van € 3,5 miljoen. • De opbrengsten voor wet Werk en Bijstand waren per saldo € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Oorzaken van de hogere in-
8
komsten zijn onder meer: inkomsten WAP Nieuwland € 0,5 miljoen, hogere inkomsten doordat bijstandsgerechtigden meer eigen inkomsten hadden dan begroot (€ 0,3 miljoen) en een hogere rijksbijdrage. Vrijval voorziening: • De vrijval van de voorziening groot onderhoud MBOP, ad € 8,5 miljoen, die conform BBV dient te worden gewijzigd in een reserve. De storting in de reserve wordt via de bestemming van het resultaat over 2012 geregeld. Hogere lasten: De hogere lasten worden met name veroorzaakt door een dotatie aan de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie (€ 5,9 miljoen). Daarnaast waren er op het product werkgelegenheidsbeleid € 1,6 miljoen extra lasten wegens een tegenvallend exploitatieresultaat van de BGS en het vormen van een aantal voorzieningen ten behoeve van de BGS. Hiertegenover staan een aantal posten waarbij sprake is van meevallende lasten. De grootste zijn: • Een vertraging in de vervanging van Verkeersregelinstallaties heeft geleid tot 1,0 miljoen lagere lasten; • Onderhoudswerkzaamheden aan sportaccommodaties zijn herbezien en/of uitgesteld. Dit uitstel heeft ook consequenties gehad voor de begrote kapitaallasten gehad. Ook deze werden niet gerealiseerd. De kosten zijn € 0,9 miljoen lager. • Op de kostenplaatsen zijn totaal € 1,3 minder lasten geboekt. Toevoegingen aan reserves (zie bladzijde 188): Er is per saldo € 4,2 miljoen meer gedoteerd aan reserves dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat een aantal uitgaven die begroot en uit reserves bekostigd zouden worden, niet of slechts ten dele zijn gerealiseerd. Financiële positie Algemene reserves: De algemene reserve is in 2012 afgenomen met € 0,8 miljoen en bedraagt ultimo 2012 € 10,6 miljoen (exclusief het rekeningresultaat 2012). Dit eindsaldo van de algemene reserve is hiermee € 5,9 miljoen hoger dan in de begroting 2013 werd verwacht. Dit wordt vooral veroorzaakt door een lagere storting in de risicoreserve. In de begroting 2013 is uitgegaan van de vorming van een risicoreserve van € 29 miljoen. Deze reserve dient als buffer om risico’s, die zich daadwerkelijk voordoen, op te kunnen vangen. Bij de jaarrekening 2012 blijkt dat hiervoor € 25,4 miljoen benodigd is.
Verloop algemene reserve over de afgelopen vijf jaar (standen ultimo december exclusief resultaatbestemming):
40 35 30 25 20 15 10 5 0
34,4
31
-1 2
-2 0
12
10,6
11 31
-1 2
-2 0
10 -2 0 -1 2 31
31
-1 2
-2 0
-2 0 -1 2 31
10,4
10,2
09
08
10,8
Bestemmingsreserves en voorzieningen: De overige reserves, waaronder de risicoreserve van € 25,4 miljoen, zijn toegenomen met € 29,5 miljoen. Het saldo van de voorzieningen is in 2012 afgenomen met € 11,7 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een gedeeltelijke vrijval van de voorziening gedeeltelijke terugbetaling Wwb inkomen van € 3,1 miljoen, zoals in de zomernota besloten. Alsmede de vrijval van de voorziening groot onderhoud openbare ruimte van € 8,5 miljoen.
bedrag in miljoen euro In de paragraaf weerstandsvermogen wordt nader ingegaan op de algemene reserve en het weerstandsvermogen. In de toelichting op de balans is onder andere een toelichting op de reserves gegeven, waar de mutaties in de reserves worden getoond.
PROGRAMMAREKENING
9
10
kerngegevens
PROGRAMMAREKENING
11
Kerngegevens Sociale structuur
Rekening 2012
Aantal inwoners
76.244
Inwoners 0 - 19 jaar
17.111
Inwoners 20 - 64 jaar
47.151
Inwoners 65 jaar en ouder
11.982
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha) Oppervlakte binnenwater (ha) Oppervlakte historische kern (ha) Aantal woningen
1.989 189 33 35.646
Oppervlakte wegen (in m2)
1.934.628
Oppervlakte fietspaden en -stroken (in m2)
1.101.277
Gemeentelijke wegen (km) Rijkswegen (km) Lengte waterwegen (in m1)
215 20 98.500
Financiele structuur (bedragen x € 1.000) Totaal lasten (incl. toevoegingen aan reserves en voorzieningen) Algemene uitkering gemeentefonds Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven Eigen financieringsmiddelen Opgenomen langlopende leningen
12
384.610 99.149 568.293 67.885 269.454
Jaarverslag I Programmaverantwoording
Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling Sociale infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën Wijkontwikkeling PROGRAMMAREKENING
13
Bestuur en dienstverlening 1. Doelstelling De gemeente werkt aan klantgerichte, toegankelijke, geïntegreerde en professionele dienstverlening, gefundeerd door een betrouwbaar en daadkrachtig bestuur van de wijken, de
stad en de regio. De gemeente is verantwoordelijk voor visievorming en het vaststellen van de kaders en voert de regie door te faciliteren en stimuleren.
Programma Bestuur en dienstverlening
Speerpunten
Algemene doelstelling
Vraag- en antwoordgericht, daadkrachtig bestuur van de wijken, de stad en de regio, die participatie en betrokkenheid van burgers en ondernemers meer faciliteert, initiatieven stimuleert, bureaucratie wegneemt, zelf regie voert, en voor wie dienstverlening aan burgers, ketenpartners en ondernemers centraal staat.
14
Verbeteren dienstverlening door: • Strategische opgave dienstverlening: • Realisatie Klant Contact Centrum; • Realisatie Schiedam geeft Antwoord©. • Verbeteren van de digitale dienstverlening door: • Vergroten van het aanbod diensten en producten; • Verankering van het Klant Contact Centrum en Antwoord© in de organisatiecultuur en –structuur. • Vergroten van burgerparticipatie in de beginfase van beleids- en planvorming. • Versterken van de bestuurlijke positie in de regio. • Vergroten van de bekendheid van het gemeentebestuur. Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Bestuur
1. Goede bereikbaarheid van college- en raadsleden. 2. Vanuit de regiefunctie de participatie, verantwoordelijkheid en beginspraak bij beleids- en planvorming vergroten. 3. Verbetering van de bekendheid met en profileren van de gemeenteraad en zijn rol als algemeen bestuur van de stad.
Dienstverlening
1. Uitbreiding digitale dienstverlening aan de burgers. 2. Snellere dienstverlening aan de burgers. 3. Kwalitatief betere dienstverlening. 4. Vergroten van de bereikbaarheid, aanspreekbaarheid en laagdrempeligheid van de organisatie. 5. Vermindering regeldruk.
Gemeentearchief
1. Beheer en beschikbaarheid informatie.
2. Beleidsonderdeel Bestuur Het jaar 2012 stond in het teken van zowel het herstellen van vertrouwen, organisatiecultuurontwikkeling als ook behoud van een gezonde financiële positie. Voor de komende jaren zijn er vijf belangrijke speerpunten gedefinieerd. Dat zijn de volgende punten: 1. cultuurverandering/organisatie-ontwikkeling; 2. basisprocessen op orde; 3. financiële beheersing; 4. dienstverlening; 5. imago/positionering. Ten behoeve van het normaliseren van organisatie- en bestuurscultuur, integriteit en de onderlinge verhoudingen zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Uitvoering van de gemeentebrede motie van 30 augustus 2011: • De directie van de organisatie heeft voortvarend doorgepakt op de organisatiestructuurontwikkeling. Zij heeft daarbij stappen gezet naar de permanent ontwikkelende, flexibele, met de maatschappij meebewegende en dienstverlenende organisatie. Hierin is de cultuuranalyse van VandeBunt nadrukkelijk meegenomen. • In 2012 heeft een uitgebreid medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. De resultaten hiervan en de hieruit voortkomende actiepunten worden separaat aan de raad aangeboden. • Er is een gemeentesecretaris aangesteld die als opdracht heeft de organisatiecultuurontwikkeling richting en vorm te geven en de basis op orde te krijgen. • Het traject om tot herstel en een vergelijk te komen met onterecht beschadigde medewerkers is gestart en afgerond. • Er is een nieuwe mandaatregeling en een nieuw mandaatregister vastgesteld. • De gedragscode bestuurlijke integriteit is vastgesteld. • De nieuwe Richtlijn onkostenvergoedingen, representatie, diners en ontvangsten college B&W en de Verordening rechtspositie wethouders zijn vastgesteld. • De door collegeleden ingediende declaraties worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. Doelstelling 1: Goede bereikbaarheid van college- en raadsleden De doelstellingen van het bestuur worden gerealiseerd op basis van een samenhangend pakket aan activiteiten. Zowel raad als college hebben geleerd van de gebeurtenissen in
2011 en sturen actief op een open, controleerbare en benaderbare bestuurscultuur in Schiedam. Met betrekking tot doelstelling 1 zijn in 2012 de volgende activiteiten ondernomen of de volgende producten opgeleverd: • Bestuursstijl en communicatie: mede door de reeds in de inleiding genoemde maatregelen is de aan ons zelf gegeven opdracht om tot een opener bestuursstijl te komen vorm gegeven. • Communicatie en inzet nieuwe media: door de toename in het gebruik van de sociale media is de drempel om in contact te komen met zowel de gemeentelijke organisatie als het gemeentebestuur sterk verlaagd. Binnen de organisatie is aandacht besteed aan helder en duidelijk schrijven, zowel in rechtstreekse communicatie met onze inwoners als via de website. Vrijwel alle college- en raadsleden zijn via verschillende sociale media direct aanspreekbaar. Via Twitter en Facebook was de gemeente in 2012 bereikbaar voor de burgers. Ook wordt via deze kanalen aandacht gegenereerd voor activiteiten en gebeurtenissen in de stad en beleid en het handelen van de gemeente. Hoewel de eerste stappen in 2012 zijn gezet, zal verdere intensivering van de aanwezigheid op sociale media nodig zijn. • Tevredenheidsonderzoek: Het onderzoek Imago & Dienstverlening heeft in 2012 niet plaatsgevonden. Wel wordt de tevredenheid van de inwoners van Schiedam middels klanttevredenheidsonderzoeken en het internetpanel gemeten. De resultaten hiervan boden bestuur en organisatie de mogelijkheid zich verder te verbeteren. Zo zijn bijvoorbeeld maatregelen getroffen om de wachttijden in het Klant Contact Centrum te reduceren en zijn verbeteringen doorgevoerd op de gemeentelijke website. Doelstelling 2: Vanuit de regiefunctie de participatie, verantwoordelijkheid en beginspraak bij beleids- en planvorming vergroten De organisatieontwikkelopdracht is niet alleen gestoeld op de gebreken die in 2011 aan het licht zijn gekomen, maar ook op de ambitie een krachtige stad te zijn en te blijven, hoewel de financiële ruimte is afgenomen. In de zomernota, die in 2012 is vastgesteld, is dan ook de focus verschoven naar emancipatie van de Schiedammers. De inwoners van Schiedam worden in hun kracht gezet door enerzijds een forse inzet op sociale stijging te plegen en anderzijds door een beroep op hen te doen om zelf mee te denken en te acteren. Hiermee is in 2012 de basis gelegd voor een regiegemeente die enerzijds veel verantwoordelijkheid bij de inwoners legt en anderzijds inwoners de ruimte laat om zelf vorm te geven aan hun stad.
PROGRAMMAREKENING
15
Concreet heeft de gemeente in 2012 hiervoor de volgende activiteiten ondernomen: • Om integrale en interactieve beleids- en planvorming te bevorderen is in 2012 het Participatiekader gemeente Schiedam en gemeentebrede toepassing hiervan vastgesteld (meer hierover in het Programma Wijkontwikkeling). Ook heeft vaststelling van het Participatieprotocol voor projecten van de teams Regie Openbare Ruimte (ROR) en Verkeer en Openbare Verlichting / Verkeersregelinstallaties (VOVRI) plaatsgevonden en toepassing hiervan op de projecten in de openbare ruimte (meer hierover in het Programma Stedelijke Ontwikkeling). • De omvorming naar een regiegemeente is in gang gezet door het volgende in 2012 te bewerkstelligen: • Er is een toekomstbestendig Sociaal Akkoord gesloten; • Overeenkomsten over en onderzoek naar regionale samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld handhaving op leerplicht, uitvoering Wet Werk en Bijstand en de sociale werkplaatsen. • Vermindering van de regel- en administratieve lastendruk heeft bijvoorbeeld plaatsgevonden door de samenwerking met Woonplus, die voorbereiding van de verhuisaangiften door Woonplus zelf regelt voor het huurdersdeel van de Schiedamse bevolking. Doelstelling 3: Verbetering van de bekendheid met en profileren van de gemeenteraad en zijn rol als algemeen bestuur van de stad Door de invoering van het dualisme in 2002 zijn de kaderstellende en controlerende taken voor de gemeenteraad strakker uitgelijnd. Daardoor kan de raad in grotere onafhankelijkheid het college beoordelen en zo duidelijker en zelfstandiger opereren. Communicatie: In goede samenwerking tussen griffie en de afdeling Communicatie is in 2012 de al ingezette weg vervolgd om meer aandacht aan de werkzaamheden voor de gemeenteraad en raadscommissies te besteden. Bestuurskrachtmeting: De gemeenteraad heeft in mei 2012 besloten de bestuurskrachtmeting uit te stellen. Een bestuurskrachtmeting treft onvoldoende doel in een periode waarin politiek, bestuurlijk en ambtelijk alle aandacht uitgaat naar het hervinden van een evenwicht in rollen en verantwoordelijkheden en tegelijkertijd de taakuitoefening op gewenste wijze moet doorgaan.
16
3. Beleidsonderdeel Dienstverlening aan de schiedamse burgers en bedrijven Doelstelling 1: Uitbreiding digitale dienstverlening aan de burgers In 2012 heeft Schiedam verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van het digitale loket. Onderstaande tabel toont de stand van zaken. In de loop van het jaar werden nieuwe eformulieren in gebruik genomen voor de volgende producten en diensten: • bezwaar gemeentelijke belastingen indienen; • kwijtschelding aanvragen; • automatisch betalen aanvragen of wijzigen; • leerlingenvervoer aanvragen; • vergoeding chronisch zieken en gehandicapten aanvragen.
tabel gemeentelijke producten die via www.schiedam.nl worden aangeboden (stand eind 2012) Elektronische producten
Gereed
Gereed in 2013
Anders, namelijk
1
Klacht indienen
X
2
Contact opnemen met de gemeente
X
3
Melding doorgeven
X
4
Uittreksel Burgerlijke Stand aanvragen (diverse varianten)
X
5
Uittreksel GBA aanvragen (diverse varianten)
X
6
Aan- of afmelden van de hond voor hondenbelasting
X
7
Verhuizing doorgeven
X
8
Vertrek buitenland doorgeven
X
9
Verzoek tot geheimhouding persoonsgegevens indienen
X
10
Naamgebruik veranderen
X
11
Bewijs van in leven zijn aanvragen
X
12
Bewijs van Nederlanderschap aanvragen
X
13
Standplaatsvergunning aanvragen
X
14
Marktplaatsvergunning aanvragen
X
15
Parkeervergunning aanvragen
Direct klaar via balie
16
Gehandicaptenparkeervergunning aanvragen
Direct klaar via balie
17
Gehandicaptenparkeerkaart aanvragen
Direct klaar via balie
18
Gehandicaptenparkeerplaats aanvragen
X
19
Gehandicaptenparkeerplaats beëindigen of wijzigen
X
20
Kapvergunning aanvragen
21
Evenementenvergunning aanvragen
22
Bezwaar gemeentelijke belastingen indienen
X
23
Kwijtschelding aanvragen
X
24
Automatisch betalen aanvragen of wijzigen
X
25
Vakantie of verblijf in het buitenland melden
X
26
Gevonden of verloren voorwerpen melden
X
27
Kopie OZB-aanslag, WOZ-beschikking of WOZ-taxatieverslag
X
28
Eigen verklaring rijbewijs aanvragen
X
29
Graafwerkzaamheden melden
X
30
Afspraak maken
X
31
Leerlingenvervoer aanvragen
X
32
Vergoeding chronisch zieken en gehandicapten aanvragen
X
33
Bezwaar indienen
34
Bijzondere bijstand aanvragen of wijzigen
Via Omgevingsloket
X Planning onbekend
35
Evenementenvergunning aanvragen
36
Grof vuil laten ophalen
X
37
(Integrale) horecavergunning aanvragen
X X
Via Irado
38
Tijdelijk kenteken wijzigen (parkeervergunning)
39
Langdurigheidstoeslag aanvragen of wijzigen
Via Formulierenbrigade
40
Parkeervergunning aanvragen (dagkaarten)
Direct klaar via balie
41
Reclameontheffing aanvragen
X
NB: Schiedam past veelal formulieren toe die de Rijksoverheid beschikbaar heeft gesteld in het kader van de Gemeentelijke Model Architectuur (GEMMA). In de Programmabegroting is over enkele e-formulieren waarvoor een (standaard) GEMMA-formulier beschikbaar is, ten onrechte vermeld dat deze in 2011 gereed waren. De meeste hiervan staan gepland voor 2013, zoals hierboven is weergegeven.
PROGRAMMAREKENING
17
is hoogstwaarschijnlijk wel afgenomen. Voor de gemeente als geheel is dit efficiëntiewinst.
Niet alleen zijn nu meer gemeentelijke producten digitaal verkrijgbaar, ook het aantal digitale transacties is fors toegenomen: van 3.129 in 2011 naar 4.927 in 2012. Hoewel het in absolute zin nog niet om zeer grote aantallen gaat, weten burgers het digitale loket dus steeds beter te vinden.
100.000 Aantallen
In 2012 is ook geïnvesteerd in een zo veel mogelijk digitale afhandeling van digitale aanvragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de digitale aanvragen om uittreksels Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Alle binnen één etmaal aangevraagde uittreksels worden de volgende ochtend digitaal klaargezet voor een snelle controle en daarna met één druk op de knop geprint. Dankzij dit soort ‘quick wins’ in de afhandeling van aanvragen kan het digitale kanaal steeds efficiënter werken.
klantcontacten per kanaal 80.000
Balie
60.000
Telefoon Post
40.000
E-mail
20.000 0
Digitaal loket 2009
2010
2011
2012
Schiedam maakt sinds 2011 geen gebruik meer van het internetonderzoek Imago en dienstverlening. Wel heeft het klanttevredenheidsonderzoek van TNS NIPO plaatsgevonden in het kader van Benchmarking Publiekszaken. De uitkomsten staan onder doelstelling 3: kwalitatief betere dienstverlening.
Vanwege het gebruiksgemak en de relatief lage kosten voor zowel burgers als de gemeente, is het digitale kanaal het voorkeurskanaal. Schiedam stuurt bewust op het gebruik van het digitale kanaal en deze kanaalsturing begint vruchten af te werpen: ten opzichte van 2011 is het gebruik van e-mail en het digitale loket toegenomen. Zie de grafiek Klantcontacten per kanaal, alsmede de ‘infographic’ bij doelstelling 3. Het gebruik van de overige kanalen is ongeveer gelijk gebleven. Op het eerste oog heeft er dus weinig substitutie plaatsgevonden tussen de verschillende dienstverleningskanalen, maar de hoeveelheid telefoontjes rechtstreeks naar doorkiesnummers
Doelstelling 2: Snellere dienstverlening aan de burgers. Schiedam hanteert servicenormen als belofte aan de klanten om binnen de ambtelijke organisatie te sturen op verbetering van de dienstverlening. Onderstaande tabel toont de gemiddelde jaarscores.
tabel servicenormen beleidsonderdeel Dienstverlening Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Resultaat 2012
Streefwaarde
Wachttijd balie vrije inloop, < 30 minuten
P
Lamson-Q
50% (2011)
78%
90%
Wachttijd balie afspraak, < 5 minuten
P
Lamson-Q
80% (2011)
84%
90%
Afhandeling brieven < 6 weken
P
Corsa
66% (2011)
64%
90%
Telefoon beantwoorden < 30 seconden
P
ACD
80% (2011)
84%
80%
Terugbellen op verzoek < 2 werkdagen
P
KCS
59% (2011)
65%
90%
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator
Hoewel de streefwaarden nog niet elke maand worden behaald, is op vrijwel alle servicenormen in 2012 verbetering gerealiseerd. De grootste stap vooruit werd gezet voor wachttijden aan de balie op vrije inloop. Na zeer lage scores in 2011 is een gestage verbetering gerealiseerd. In de tweede helft van 2012 werd de streefwaarde in vier van de zes maanden behaald. Daarnaast werden kleinere verbeteringen geboekt voor: de wachttijd aan de balie op afspraak, het beantwoorden van telefoon op het centrale nummer en het terugbellen op verzoek. De score voor het beantwoorden van brieven was
18
in 2012 helaas iets slechter dan in 2011. Hoogste prioriteit hebben nu de scores op de afhandeling van brieven en het terugbellen op verzoek; deze blijven het verst achter bij de streefwaarden. Verder zijn met het oog op een snellere dienstverlening in 2012 de volgende activiteiten ondernomen: • Het proces gehandicaptenparkeerplaats is overgedragen aan het Klant Contact Centrum. Aanvragers hoeven zich uitsluitend nog tot het Klant Contact Centrum te wenden.
Verder zijn voorbereidingen getroffen om ook klachten en meldingen buitenruimte over te dragen aan het Klant Contact Centrum. De overdracht hiervan vindt plaats na de nieuwe release van het midoffice in 2013. • Zoals vermeld bij doelstelling 1, zijn vijf nieuwe diensten en producten toegevoegd aan het digitaal loket. • In de publieksruimte is een internetzuil geplaatst waarmee klanten zelf hun zaken kunnen regelen met behulp van eformulieren. • De techniek om (bron)documenten in de backoffice van het Klant Contact Centrum te digitaliseren is geïmplementeerd. Het komend jaar gaat het Klant Contact Centrum hiermee aan de slag. Doelstelling 3: Kwalitatief betere dienstverlening. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de dienstverlening en de klanttevredenheid, heeft Schiedam ook in 2012 weer deelgenomen aan Benchmarking Publiekszaken. Schiedam behaalde een score van 64%, goed voor een 16e plaats in de landelijke ranglijst. Natuurlijk is de benchmark geen
wedstrijd, maar een instrument om verbetermogelijkheden op te sporen en ‘good practices’ uit te wisselen met andere gemeenten. Niettemin is de behaalde score een mooie bekroning van de inspanningen voor dienstverlening in de afgelopen jaren en een aanmoediging om door te gaan op de ingeslagen weg. Een belangrijk onderdeel van deze benchmark vormt het klanttevredenheidsonderzoek onder baliebezoekers en mensen die telefonisch contact op hebben genomen met de gemeente. Dit onderzoek is ook in 2012 weer uitgevoerd door TNS NIPO. Zowel voor de balie als voor de telefoon werd een rapportcijfer 7,6 gerealiseerd. Voor de balie ligt deze score iets onder het landelijk gemiddelde, voor de telefoon iets daarboven. Naar aanleiding van de opmerkingen van respondenten zijn verbeteringen in de dienstverlening ingevoerd. Zo wordt omwille van de privacy bij de balie tegenwoordig meer gebruik gemaakt van afgesloten spreekkamers. De scores staan in de tabel hierna.
tabel tevredenheid burgers over gemeentelijke dienstverlening (rapportcijfers) Wijze van contact
2010
2011
2012
Mondeling
7,5
7,7
7,6
Telefonisch
7,3
7,4
7,6
Niet voorhanden
Niet voorhanden
6,9
Digitaal loket Bron: Benchmarking Publiekszaken/TNS NIPO
In 2012 is voor het eerst ook een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder klanten die via het digitale loket een product hebben besteld. Het gemiddelde rapportcijfer voor het digitale loket was een 6,9. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn wijzigingen aangebracht in het digitale loket, onder andere een duidelijkere ontvangstbevestiging met vermelding van de afhandelingstermijn. Verder zijn met het oog op een kwalitatief betere dienstverlening in 2012 de volgende activiteiten ondernomen: • Zoals vermeld bij doelstelling 1, zijn vijf nieuwe diensten en producten toegevoegd aan het digitaal loket. • In werkoverleggen is aandacht besteed aan schriftelijke communicatie met klanten. Komend jaar wordt als vervolg hierop een cursus klantvriendelijk schrijven voor medewerkers opgezet.
• Zoals beschreven onder doelstelling 5, is een convenant gesloten met wooncorporatie Woonplus voor beperkte gegevensuitwisseling. Hierdoor hoeven huurders geen uittreksel meer over te leggen, zijn er meer waarborgen voor kloppende gegevens in de GBA en kan Woonplus beter werken aan een eerlijke verdeling van sociale woonruimte. • Als belangrijkste prestatie-indicatoren voor de dienstverlening moest Schiedam een keuze maken tussen de Schiedamse servicenormen en de branchenormen van de VNG. Er is voor gekozen om de eigen servicenormen en de beschrijving daarvan op de website (het kwaliteitshandvest) vooralsnog te handhaven. Zoals beschreven onder doelstelling 2, worden de scores maandelijks gemeten en gerapporteerd via intranet.
PROGRAMMAREKENING
19
Doelstelling 4: Vergroten van de bereikbaarheid, aanspreekbaarheid en laagdrempeligheid van de organisatie. In 2012 is de telefonische bereikbaarheid verder verbeterd: ongeveer 84% van de bellers kreeg binnen 30 seconden een medewerker van de gemeente aan de lijn (2011: 80%), die bovendien ongeveer 57% van de vragen direct inhoudelijk kon beantwoorden (2011: 50%). De doelstelling voor 2015 is om 80% van de vragen in één keer volledig af te handelen (zie infographic). Callcentermedewerkers beantwoorden de vragen inhoudelijk met behulp van vraag-antwoord-combinaties (VAC’s) in de kennisbank. Op e mail reageren de callcentermedewerkers vrijwel altijd binnen een uur, ofwel met een inhoudelijk antwoord, ofwel met een bericht dat de vraag ter beantwoording is doorgestuurd. De forse groei van het aantal e-mails op het algemene adres bevestigt dat dit laagdrempelige en snelle kanaal burgers ook goed bevalt. De infographic toont de aantallen klantcontacten per kanaal in 2012 en de wijze waarop Schiedam hierop stuurt. Om de aanspreekbaarheid van de gemeente te vergroten is in 2012 geïnvesteerd in de klachtenafhandeling. Het Klant Contact Centrum gaat voortaan de intake en registratie van klachten verzorgen. De callcentermedewerkers bellen klagers zo spoedig mogelijk om hen in de gelegenheid te stellen de klacht toe te lichten. In 2012 zijn, voor zo ver mogelijk, de nodige systeemtechnische voorbereidingen getroffen. Door vertraging aan de kant van de softwareleverancier zal de daadwerkelijke overdracht van deze taak pas in 2013 plaatsvinden. Dankzij deze centrale intake en registratie kan het Klant Contact Centrum de voortgang bewaken en regie voeren op de afhandeling van klachten. Binnen de gemeentelijke organisatie is verder gewerkt aan een dienstverlenende cultuur. Dienstverlening is immers een zaak van alle ambtenaren en allerminst vrijblijvend. Om dat te benadrukken worden de scores op de servicenormen maandelijks per team gepubliceerd op intranet. De teamleiders zijn verantwoordelijk voor het behalen van de scores en leggen hierover verantwoording af aan de directie. Dit is één van de middelen die zijn ingezet (en ingezet zullen blijven worden) om verdere stappen te zetten in het realiseren van onze servicenormen in de gehele organisatie.
20
Doelstelling 5: Vermindering regeldruk. In 2012 is de beperkte gegevensuitwisseling tussen de gemeente en wooncorporatie Woonplus een feit geworden. Hiertoe was eind 2011 een convenant gesloten tussen de gemeente en Woonplus, die ongeveer een derde van de sociale woonruimte in Schiedam beheert. De uitwisseling van naam- en adresgegevens van huurders heeft voordelen voor alle partijen. Voor burgers worden de administratieve lasten verlaagd; zij hoeven geen uittreksels meer over te leggen aan Woonplus. Woonplus kan met de gegevens nog beter zorgen voor een eerlijke verdeling van sociale woonruimte en woonfraude beter bestrijden. Voor de gemeente verbetert de gegevenskwaliteit in de GBA, waarvan zij de houder is.
In 2012 is ook het proces aanvraag gehandicaptenparkeerplaats overgedragen aan het Klant Contact Centrum. Aanvragers kunnen zich voortaan direct tot het Klant Contact Centrum richten. Het Klant Contact Centrum verzorgt, ondersteund door het klantcontactsysteem, de beoordeling van de aanvraag en zet de uitvoering in gang. Dankzij de nieuwe werkwijze hoeft de aanvrager geen gang langs diverse gemeentelijke afdelingen te maken; het Klant Contact Centrum blijft het aanspreekpunt en voert de regie op de voortgang. Voor meldingen buitenruimte en, zoals reeds vermeld, klachten zijn in 2012 voorbereidingen getroffen om de intake, registratie en voortgangsbewaking bij het Klant Contact Centrum te beleggen en tegelijkertijd het proces te vereenvoudigen. Dit is efficiënter voor de gemeente en scheelt burgers in administratieve lasten.
Prestatietabel Dienstverlening Omschrijving (speerpunten)
Bron
2010
2011
2012
Aanvragen voor uitkeringen, vergunningen en of subsidies worden afgehandeld binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn, tenzij klanten eerder een bericht van vertraging ontvangen.
Indicatie op grond van diverse systemen
73%
68%
67%
E-mails en brieven die geen aanvragen zijn voor uitkeringen, vergunningen en/of subsidies, krijgen binnen twee werkdagen een ontvangstbevestiging (OBV) met de naam van de behandelaar. Tachtig procent van deze mails en brieven worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
Corsa
64%
69%
OBV: 97% Behandeld: 66%
Klachten over bestuurlijk en ambtelijk optreden handelt de gemeente binnen zes weken (42 dagen) af. Klagers krijgen in dat geval de gelegenheid hun klacht persoonlijk toe te lichten.
Corsa
74%
87%
Het in het Klant Contact Centrum aangevraagde reisdocument of rijbewijs kan men na vijf werkdagen afhalen bij het snelloket in het Klant Contact Centrum.
Schatting
100%
100%
92%
Aangiften van verhuizing binnen de gemeente Schiedam worden binnen vijf werkdagen verwerkt. Aansluitend ontvangt men een schriftelijke bevestiging.
Schatting
70%
90%
90%
Bezwaarschriften worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
Corsa
Awb 78% WWB 78% WOZ 99% Belastingen 99%
Awb 85% WWB 85% WOZ 99% Belastingen 99%
Awb 62% WWB 71% WOZ 94% Belastingen 97%
Rapportcijfer van burgers over de gemeentelijke dienstverlening
Onderzoek & Statistiek, onderzoek Imago & Dienstverlening
6,9
Niet gemeten
Niet gemeten
Score Benchmarking Publiekszaken
Benchmarking Publiekszaken
61%
59%
64%
PROGRAMMAREKENING
21
De in vergelijking met voorgaande jaren iets lagere score voor het afhalen van reisdocumenten is te wijten aan capaciteitsproblemen bij leverancier Morpho in de lente van 2012 als gevolg van het beëindigen van de kinderbijschrijvingen in het paspoort. De relatief lage scores op de prestatie-indicatoren voor aanvragen en brieven zijn aanleiding om gemeentebreed voortdurend aandacht te besteden aan de prestaties op servicenormen. Verder wordt de regiefunctie van het Klant Contact Centrum verder ontwikkeld. Doordat het Klant Contact Centrum het eerste aanspreekpunt is voor de klant – ook indien een adequate reactie van de gemeente verlaat is – en doordat de gemeente dankzij de verdere inrichting van het klantcontactsysteem over steeds meer stuurinformatie beschikt, gaat het Klant Contact Centrum een steeds belangrijker rol spelen in de interne voortgangsbewaking, signalering en regievoering. 4. Gemeentearchief Het Gemeentearchief stelt historische informatie beschikbaar in de studiezaal, en via de website waarop steeds meer wordt aangeboden. Hieronder valt de gedigitaliseerde Burgerlijke Stand. Er is een begin gemaakt met ‘Digitaliseren op verzoek’: wie een kopie van een nog niet gedigitaliseerd stuk opvraagt, krijgt de digitale kopie kosteloos toegezonden. Ook is begonnen met de digitalisering van bouwvergunningen, maar de presentatie via de website is nog niet gerealiseerd. In meerjarenperspectief dalen de bezoekcijfers voor de stu-
diezaal. Dit hangt samen met de uitbreiding van de dienstverlening via internet, hoewel de bezoekcijfers aan de website minder hoog zijn dan verwacht. De inschrijvingen voor lesprogramma’s vertonen een dalende lijn. Een verklaring hiervoor is de gewijzigde methode van inschrijving in Schiedam. Deze is te complex voor de scholen. In het kader van het uitdragen van de historische identiteit van Schiedam zijn verschillende producten opgeleverd: • cursus ‘Zoeken en vinden op internet’, in samenwerking met Erfgoedhuis Zuid-Holland; • website ‘Schiedam op de kaart’ en realisatie van de aanraaktafel in het Klant Contact Centrum, in samenwerking met de Bibliotheek Schiedam; • boek: Vermakelijk heden, Het (uitgaans)dagboek van Nic. Bergwerf 1943-1945, in samenwerking met Streekmuseum Jan Anderson; • boek: A.H. de Groot, The Ottoman Empire and the Dutch Republic. A History of the earliest relations, 1612-1630 (tweede druk), in samenwerking met Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten; • boek: Ingrid van der Vlis en Hans van der Sloot, Cornelis Haga 1578-1654. Pionier en diplomaat in Istanbul, in samenwerking met Stichting Musis; • boek: Sevgi Gülen, Turks-Nederlandse betrekkingen in de liefde, in samenwerking met Fonds Historische Publicaties Schiedam; • onderzoek en boek: Caroline Nieuwendijk, De Schiedamse bleekneusjes. Kinderuitzendingen tussen 1900 en 1979, in samenwerking met Stichting Musis.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Gemeentearchief Omschrijving
E/P*
Schiedammers die het Gemeentearchief kennen
E
Streefwaarde 2012
Realisatie 2012
58%
65%
geen meting
Archieven van de overheid in goede, geordende en toegankelijke staat
P
49%
55%
87%
Burgerlijke stand is te raadplegen via site
P
58%
78%
78%
Foto’s via website
P
16%
16%
18%
Kranten via website
P
58%
64%
60%
Bouwvergunningen via website
P
0%
34%
0%
Bewegend beeld via website
P
41%
43%
38%
Openstelling studiezaal per week
P
36 uur
32 uur
32 uur
Bezoeken studiezaal
P
2.998
2.800
2.363
Bezoeken website
P
72.519
90.000
48.371
Deelnemers aan lesprogramma
P
1496
1375
809
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator
22
Nulmeting (2010)
5. Wat heeft het programma Bestuur en Dienstverlening gekost? (Bedragen x € 1.000)
Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
14.980
15.589
16.060
15.611
448
Lasten Baten Resultaat voor bestemming
1.736
2.516
2.586
1.467
-1.119
-13.244
-13.072
-13.473
-14.144
-671 -135
Toevoeging aan reserves
1.158
815
1.315
1.450
Onttrekking aan reserves
972
815
831
780
-51
-186
0
-484
-670
-186
-13.430
-13.072
-13.958
-14.814
-857
Saldo reservemutaties resultaat na bestemming
6. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Baten Burgerszaken De begroting van de legesinkomsten is in 2012 incidenteel verhoogd (besluit in Berap 2012-1). In de tweede helft van 2012 liep de omzet echter terug. Oorzaak was dat veel inwoners, hun reisdocumenten, vanwege het verdwijnen van de kindstickers, in de eerste helft van 2012 hebben gehaald. Lasten Product Bestuurszaken College De kosten waren € 413 hoger dan op dit product begroot. Belangrijkste oorzaken waren de kosten voor het Cultuurtraject, inhuur gemeentesecretaris, werving en selectie. Door de doorbelastingssystematiek van kostenplaatsen is op het product saldo financieringsfunctie eenzelfde bedrag over. Product Burgerzaken Deze overschrijding wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de systematiek van interne verrekeningen. Dit is niet door de afdeling zelf te beïnvloeden. De afdrachten aan het Rijk (secretarieleges) waren hoger dan begroot. Dit knelpunt doet zich in 2012 voor het laatst voor. Vanaf 2013 is de begroting aangepast. Product Masterplan Dienstverlening In de loop van 2012 zijn een aantal formatieplaatsen, die voor heel 2012 begroot waren in het Masterplan, omgezet naar reguliere formatie. Overige verschillen programma Bestuur en dienstverlening Totaal saldo programma Bestuur en dienstverlening
Reden van afwijking*
-77
5
-413
5
-192
5
-79
5
158
5
-68 -671
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
7. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000)
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1001 Bestuurszaken college
5.041
349
-4.692
6.104
1.021
-5.083
5.597
3
-5.595
1002 Bestuurszaken raad
1.745
0
-1.745
1.530
0
-1.530
1.605
3
-1.603
212
0
-212
233
0
-233
213
0
-213
5.491
1.350
-4.141
4.925
1.537
-3.388
5.145
1.439
-3.707
1003 Bestuurszaken toezicht 1004 Burgerzaken 1007 Dienstverlening 1008 Archief Resultaat voor bestemming 1999 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
902
0
-902
924
0
-924
766
0
-766
1.589
37
-1.552
2.343
28
-2.315
2.284
23
-2.261
14.980
1.736
-13.244
16.060
2.586
-13.473
15.611
1.467
-14.144
1.158
972
-186
1.315
831
-484
1.450
780
-670
16.138
2.708
-13.430
17.375
3.417
-13.958
17.061
2.247
14.814
PROGRAMMAREKENING
23
Ruimtelijke ontwikkeling 1. Doelstelling Het algemeen doel van het Programma Ruimtelijke ontwikkeling is het realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad. Het programma wil dit bereiken door
kaders te stellen voor een goede inpassing van ruimtelijkfunctionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Ook wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Programma ruimtelijke ontwikkeling
Speerpunten
• Samenwerking met regiogemeenten met betrekking tot grensoverschrijdende projecten • Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2011-2015 • Opstellen en uitwerken visies (waaronder Harga, Beatrixpark, Oost) • Begeleiden en beoordelen plannen (Stedenbaan, bouwplannen, etc.) • Actualisatie bestemmingsplannen 2007-2013 • Opstellen en uitwerken milieubeleid
Algemene doelstelling
Realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad door kaders te stellen voor een goede inpassing van ruimtelijkfunctionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Ook wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Beleidsonderdelen
Aspecten
Ruimtelijke ontwikkeling
1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling. 2. Versterking ruimtelijke kwaliteit. 3. Mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. 4. Behoud van archeologisch erfgoed.
Milieu
1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen. 2. Versterking van het integrale milieubeleid. 3. Verbeteren van de bodemkwaliteit. 4. Bereiken van een duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem. 5. Afname aantal geluidgehinderden. 6. Realiseren van voorzieningen ter verbetering van en luchtkwaliteit en geluidsbelasting.
Algemeen
Verkeer en Vervoer Gemotoriseerd vervoer
24
Doelstellingen
1. Een duurzaam mobiliteitssysteem. 2. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling. 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur; 2. Verbeteren verkeersveiligheid: minder slachtoffers in het autoverkeer; 3. Verbeteren ruimtelijke kwaliteit; 4. Afname belasting van leefmilieu en gezondheid (geluidshinder, luchtkwaliteit fijnstof, NOx en CO2) van buitenruimte en gebouwde omgeving.
Programma ruimtelijke ontwikkeling (vervolg) Algemene doelstelling
Beleidsonderdelen
Verkeer en Vervoer Realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad door kaders te stellen voor een goede inpassing van ruimtelijk-functionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Daarnaast wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Aspecten
Doelstellingen
Langzaam verkeer
1. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam; 2. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer; 3. Verbeteren kwaliteit voorzieningen fietsers (onder andere fietspaden en stallingen); 4. Versterken kwaliteit voor voetgangers; betere toegankelijkheid openbaar gebied voor mindervaliden.
Openbaar Vervoer
1. Groei van het OV-gebruik; 2. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor mindervaliden; 3. Schone bussen: minder uitstoot NOx door bussen.
Mobiliteitsmanagement
Parkeren
Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte
1. Een goede en duurzame bereikbaarheid van bedrijventerreinen en instellingen; 2. Verschuiving vervoerswijze: keuze van auto naar openbaar vervoer en fiets en carpoolen; 3. Mijden van de spits. 1. Optimaliseren gebruik van de schaars beschikbare parkeerruimte; 2. Verminderen van de overlast in woonwijken door geparkeerde auto´s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum; 3. Een zo breed mogelijk onder belanghebbenden gedragen beleid. 1. Continueren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming. 2. Burgers ervaren de beeldkwaliteit positief, voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening positief. 3. Instandhouding/verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte. 4. Meer kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad.
PROGRAMMAREKENING
25
2. Beleidsonderdeel ruimtelijke ontwikkeling 2.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten ruimtelijke ontwikkeling Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling
1.1 Stadsvisie en belangrijke uitwerkingsthema’s; 1.2 Vormen ruimtelijke visies ten behoeve van bestemmingsplannen; 1.3 Stedenbouwkundige planvorming op wijkniveau.
2. Versterking ruimtelijke kwaliteit
Ruimtelijke ontwikkeling
3. Mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen
4. Behoud van archeologisch erfgoed.
2.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: 1.1 Stadsvisie en uitwerkingsthema’s – De raad heeft in september 2009 de Stadsvisie Schiedam 2030 vastgesteld. En verder: • In het verlengde daarvan heeft ook het nieuwe college de Stadsvisie gehanteerd als grondslag voor het collegewerkprogramma 2010-2014. • Het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) is in 2011 vastgesteld, waarna het Uitvoeringsprogramma GVVP in 2012 is opgesteld. Een belangrijk resultaat daarbij is het integreren van het mobiliteitsbeleid in de lopende infraprojecten van het Meerjarenbeheeren onderhoudsprogramma en gebiedsprojecten. • Voor Schieveste is het Masterplan herijkt. Ook is het bestemmingsplan voor fase 2 vastgesteld. Verder is doorgewerkt aan de uitwerking van fase 5.
26
2.1 Opstellen kadernota’s en omgevingsplannen; 2.2 Een versterkte groenstructuur; 2.3 Een verbeterde kwaliteit van de openbare ruimte en stedelijke hoofdroutes. 3.1 Toewerken naar een actueel ruimtelijk kader; 3.2 Juridisch en procedureel faciliteren van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen; 3.4 Een grotere betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van bestemmingsplannen. 4. Uitvoeren archeologisch beleid.
• Voor de Binnenstad is een visie vastgesteld. Er is ook een nieuwe woonvisie vastgesteld. Er wordt gewerkt aan bijbehorende uitvoeringsprogramma’s. • De realisatiefase van de A4 loopt. Binnen de door de raad aangegeven kaders is een begin gemaakt met de verdere projectmatige uitwerking van de eerste fase. Daarnaast is gewerkt aan de ruimtelijke inpassing van het veranderend knooppunt Vijfsluizen. 1.2 Ruimtelijke visies ten behoeve van bestemmingsplannen De visievorming voor Harga is ondergebracht bij het project A4. De in 2012 vastgestelde Binnenstadsvisie is het kader voor de herziening van bestemmingsplan Binnenstad. 1.3 Stedenbouwkundige planvorming op wijkniveau – In 2012 heeft stedenbouwkundige planvorming plaatsgevonden voor diverse bouwplanontwikkelingen in verschillende woonwijken en bedrijfsterreinen; plannen die over meerdere jaren inzet vragen als: Oranjeburgh, Over
het Water en Westmolenstraat, de brandweerkazerne, fase 5 van Schieveste. De ontwikkeling voor Wärtsila op de Landtong is in aanbouw. Doelstelling 2: Versterking ruimtelijke kwaliteit Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: 2.1 Visies en omgevingsplannen – In het kader van een verbeterde stedenbouwkundige kwaliteit (architectuur) is voor Nieuw Mathenesse in 2012 een welstandsparagraaf geschreven en zijn voor deelgebieden stedenbouwkundige uitwerkingen gemaakt. Een uitvoeringskader voor duurzaamheid als leidend principe bij herstructurering van Nieuw Mathenesse is opgesteld. Er is een architectenpool opgericht om de ondernemers te begeleiden bij het uitvoering geven aan de herstructurering. 2.2 Het beeldkwaliteitsplan ’s Graveland-Zuid is vastgesteld. Samen met ondernemers wordt hierop verder gewerkt. 2.3 Versterkte groenstructuur – De volgende resultaten zijn bereikt: Er is vooral gewerkt aan het beheer van het Beatrixpark, met als basis de toekomstvisie en in het besef dat de komende jaren vooral ingezet wordt op beheren en minder op actief ontwikkelen vanuit de gemeente. Voor Julianapark is vanuit het perspectief van het originele ontwerp (rijksmonument) het beheerplan opgesteld. 2.4 Kwaliteit openbare ruimte en stedelijke hoofdroutes – De Visie Openbare Ruimte wordt verder uitgewerkt voor verschillende assen in de stad, zoals de Schie-oevers en de Poldervaart, ’s Gravelandseweg, en de Havenroute. De fietsroute ’Van Stad naar Strand’ is afgelopen jaar in gebruik genomen. Op Nieuw-Mathenesse is de hoofdontsluitingsroute heringericht. Voor de wijk West is het uitwerkingsplan openbare ruimte vrijwel gereed. Verder is het Handboek Openbare Ruimte opgesteld. Doelstelling 3: Mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: 3.1 Actueel ruimtelijk kader – In 2012 hebben de volgende resultaten plaatsgevonden: • Het laatste te actualiseren bestemmingsplan voor de woongebieden (West) is geactualiseerd. • De Stadsvisie 2030 dient als gemeentelijke structuurvisie in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro).
De provincie Zuid-Holland heeft begin 2012 een actualisatie op de provinciale structuurvisie en verordening vastgesteld in het kader van de nieuwe Wro. Vervolgens is in 2012 een nieuwe actualisatie gestart, waarbij Schiedam een zienswijze ten aanzien van detailhandel en archeologie heeft ingediend. 3.2 Juridisch en procedureel faciliteren – In 2012 ging het om het volgende: • Juridisch advies en ruimtelijke onderbouwing is gegeven voor de beoordeling van bouwaanvragen en ontwikkelingsplannen. • Afwijkingsprocedures zijn gevoerd ten behoeve van (ver)bouwplannen. • De raad heeft besloten categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor bij het verlenen van een omgevingsvergunning geen verklaring van geen bedenkingen vereist is. Daardoor wordt de proceduretijd aanzienlijk versneld. • Er is gewerkt aan het afdoen van planschadeverzoeken. 3.4 Betrokkenheid burgers – Bij de totstandkoming van bestemmingsplannen is een grotere betrokkenheid van burgers gerealiseerd dankzij interactieve communicatie, onder andere via inloopavonden. Ditzelfde gebeurt door bij bedrijven op bezoek te gaan en hen te informeren. Doelstelling 4: Behoud van archeologisch erfgoed Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: 4.1 Archeologisch beleid – Dit betekende concreet: • Opstellen van een archeologieparagraaf voor bestemmingsplannen, projectbesluiten en ruimtelijke verkenningen. • Alle vergunningsaanvragen toetsen aan de archeologieparagraaf die is opgenomen in het bestemmingsplan of de Archeologische waarden- en beleidskaart. • Opstellen/toetsen van archeologische vooronderzoeken. • Beoordelen van archeologische rapportages: nemen van selectiebesluiten. • Adviezen in verband met de noodzaak voor het uitvoeren van een archeologisch onderzoek ter bescherming van het archeologisch erfgoed bij graafwerkzaamheden. • Uitdragen van archeologiebeleid middels exposities, nieuwsbrieven en dergelijke.
PROGRAMMAREKENING
27
2.3 Doelrealisatie: kengetallen tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel ruimtelijke ontwikkeling, archeologisch erfgoed Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Opstellen, actualiseren archeologieparagraaf
P
Planning Bestemmingsplannen
2007
1
3 **
Beoordelen vergunningaanvragen in verband met behoud archeologisch erfgoed, bij bouw & sloop en aanleg van kabels en leidingen
P
Aantal bodemadviezen, afdeling Ruimtelijk Gebruik
2009/2010
200
158 ***
Opstellen archeologisch vooronderzoek
P
Inschatting stadsarcheoloog
2009/2010
7
14 ****
Beoordelen van archeologische rapportages/nemen van selectiebesluiten
P
Inschatting stadsarcheoloog
2009/2010
10
10
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
Toelichting: **
Dit getal is hoger dan de streefwaarde, omdat in 2012 ook al archeologieparagrafen zijn opgesteld voor bestemmingsplannen die in 2013 worden vastgesteld. *** Dit aantal blijft achter ten opzichte van de streefwaarde, omdat dit product voor een groot deel wordt bepaald door de markt (crisis). **** De aanleg van de A4 is de reden dat de werkelijke waarde afwijkt van de streefwaarde.
28
3. Beleidsonderdeel Milieu 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Milieu Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen
1.1 Opstellen van een milieuparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; 1.2 Opstellen van een waterparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; 1.3 Integrale milieuadvisering bij alle overige ruimtelijke procedures.
2. Versterking van het integrale milieubeleid
3. Verbeteren van de bodemkwaliteit Milieu 4. Bereiken van een duurzaam, schoon en veilig watersysteem
5. Afname aantal geluidgehinderden
6. Realiseren van voorzieningen ter verbetering van en luchtkwaliteit en geluidsbelasting
2.1 Opstellen van en uitvoering geven aan het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP); 2.2 Jaarlijks opstellen van een Milieujaarverslag; 2.3 Opstellen van een Actieplan luchtkwaliteit; 2.4 Monitoren van de voortgang van het beleid op basis van indicatoren. 3.1 Evalueren Bodembeleid ultimo 2010; 3.2 Ontwikkelen van een nieuw Bodembeheersplan eind 2008/begin 2009; 3.3 Uitvoeren Bodemprogramma 2005-2009; 3.4 Opstellen prestatie- en bestedingsverantwoording over de periode 2005-2009; 3.5 Opstellen Bodemprogramma 2010-2014. 5.1 Treffen van maatregelen die de geluidsdruk door lokaal verkeer doen afnemen; 5.2 Ten aanzien van industrielawaai is geluid aangemerkt als speerpunt bij bedrijfsgerichte milieutaken; 5.3 Bij nieuwe planontwikkeling en planvorming reeds in een zo vroeg mogelijk stadium aandacht aan geluidsoverlast schenken. 6.1 Het plaatsen van walstroomkasten langs de Maasboulevard, Voorhaven en Buitenhaven. 6.2 Het gebruik van elektrische auto’s stimuleren door een start te maken met een netwerk van oplaadpunten.
PROGRAMMAREKENING
29
3.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Er zijn milieuparagrafen (inclusief waterparagrafen) gemaakt dan wel aangepast voor de bestemmingsplannen Polderwetering, Harga-Bijdorp, Nieuw-Mathenesse en Havens. Tevens voor postzegelbestemmingsplannen en projectbesluiten. • Voor bestemmingsplannen en bouwplannen zijn eveneens milieuadviezen opgesteld. • Er is deelgenomen aan de projectgroepen Nieuw-Mathenesse, Binnenstad, Westmolenstraat en Schieveste. • In 2012 is de D/M tuner vastgesteld. De D/M tuner is een hulpmiddel om vanaf de start van een ruimtelijk project milieu en duurzaamheid nadrukkelijk te betrekken.
Doelstelling 2: Versterking van het integrale milieubeleid Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • 2012 was het laatste jaar van uitvoering van het Milieubeleidsplan 2008-1012 en het Klimaatbeleidsplan 20082012. Voor de uitvoering van deze plannen wordt naar het programma Woonmilieu verwezen. In 2012 is het Milieujaarverslag 2011 vastgesteld en zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor een vervolg op zowel het Milieubeleidsplan en het Klimaatbeleidsplan. • In 2012 is tevens de Visie Externe Veiligheid 2010-2020 vastgesteld. In deze visie wordt invulling gegeven aan de beleidsvrijheid ten behoeve van de verantwoording van het groepsrisico. Daarnaast wordt aangegeven hoe de gemeente omgaat met de beoordeling en verantwoording van beslissingen die gevolgen hebben voor de externe veiligheidssituatie. Het gaat daarbij zowel om beleid ter bescherming van de blootgestelden (bijvoorbeeld: bewoners) als beleid ter bescherming van de rechten van de risicobronnen (bijvoorbeeld: bedrijven). • In 2012 is een nieuw Luchtkwaliteitsplan 2012-2015 vastgesteld. Doelstelling 3: Verbeteren van de bodemkwaliteit Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Op ongeveer 1.000.000 m2 grondoppervlak is de bodemkwaliteit door middel van bodemonderzoek in beeld gebracht. Het totale grondoppervlak dat in Schiedam in 2012
30
•
•
•
•
door middel van bodemsanering geschikt is gemaakt voor het beoogde gebruik (veelal in het kader van herinrichtingsplannen) beslaat 34.464 m2 (in totaal 127 locaties variërend van tanks tot grote bedrijfsterreinen). Op grond hiervan is sprake van een zodanige afname in de werkvoorraad van locaties met (potentiële) bodemverontreiniging dat de landelijke doelstelling ‘om in 2030 alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging te hebben gesaneerd’ voor Schiedam goed haalbaar is. De landelijke doelstelling om alle milieuhygiënische risico’s in relatie tot bodemverontreiniging in beeld te hebben, is voor het grondgebied van de gemeente Schiedam in 2012 bereikt. Per 1 januari 2013 heeft de gemeente Schiedam een zevental locaties waar sprake is van zodanige risico’s dat met spoed (lees: voor 2015) sanerende maatregelen moeten worden getroffen. Op zes van deze zeven locaties worden reeds sanerende maatregelen of beheersmaatregelen getroffen. Voor één locatie (Westmolenkwartier) heeft in 2012 een aanbesteding van de sanering plaatsgevonden. In het kader van (bodem)informatiebeheer heeft een optimalisatieslag plaatsgevonden. Voor een betere uitwisseling van gegevens met bijvoorbeeld het landelijk bodemloket en het Kadaster heeft er een conversie plaatsgevonden van het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (Squit XO). In het kader van kwaliteitzorg is de vakgroep ‘bodem’ ook in 2012 weer beoordeeld op een aantal onderwerpen. In de rapportage hierover aan de Tweede Kamer is opgenomen dat de organisatie in 2012 op een goede manier invulling heeft gegeven aan het daartoe bestemde Normblad-8002 en aan de aan de gemeente Schiedam toegekende middelen in het kader van het project ‘kwaliteitsimpuls bodembeheer’. Voor de behaalde prestaties op het gebied van kwaliteitzorg wordt verwezen naar het bodemjaarverslag. Naast bovengenoemde taken als bevoegd gezag zijn ook reguliere taken uitgevoerd. Denk hierbij aan het geschikt verklaren van bodemgebruiken in het kader van grondtransacties of gronduitgiftes, het adviseren bij ruimtelijke ontwikkelingen en het toetsen van bodemrapportages met het oog op voorgenomen grondverzet of bouwactiviteiten.
Doelstelling 4: Bereiken van een duurzaam, schoon en veilig watersysteem Hiertoe is de volgende activiteit ondernomen: • Bij elk nieuw bestemmingsplan wordt een waterparagraaf opgesteld. Daarin wordt verantwoord hoe wordt omgegaan met waterkwaliteit en waterkwantiteit.
Doelstelling 5: Afname aantal geluidgehinderden Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • In het kader van het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing 2010-2014 (ISV-3) is de Gemeente Schiedam bezig met de fysieke dan wel juridische sanering van woningen aan de Oranjestraat, Broersvest en Rotterdamsedijk. • In het kader van het Actieplan Geluid 2010-2014 is de Burgemeester Knappertlaan, van stil wegdek voorzien • Er zijn drie ’Hogere waardenprocedures’ gevoerd op basis van het Hogere waardenbeleid. • Ten aanzien van industrielawaai is geluid (naast klimaatbeleid) aangemerkt als speerpunt bij bedrijfsgerichte milieutaken (vergunningverlening en handhaving). • Schiedam is volgens de EU-richtlijn Omgevingsvergunning verplicht een geluidskaart en actieplan op te stellen om de geluidssituatie in kaart te brengen. Dit is vooral gericht op het geluidsniveau in de leefomgeving. In lijn met
het Actieplan Geluid 2010-2014 is in 2011 een plan vastgesteld, waarbij is vastgelegd, welke wegen in de komende jaren van stil wegdek worden voorzien. Tevens zijn de geluidskaarten 2012 vervaardigd Deze kaarten moeten elke vijf jaar geactualiseerd worden. Doelstelling 6: Realiseren van voorzieningen ter verbetering van én luchtkwaliteit én geluidsbelasting Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • In het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit 2007-2010 is subsidie ontvangen van de Stadsregio Rotterdam. Hiervoor worden twaalf walstroomvoorzieningen gerealiseerd (in 2013), waarvoor in 2012 de voorbereidingen hebben plaatsgevonden. In 2012 zijn in totaal vijf oplaadpalen (tien aansluitingen) voor elektrische voertuigen geplaatst en de plaatsing van een paal is voorbereid.
tabel effect- en prestatie-indicatoren Milieu Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Aantal opgestelde milieuparagrafen
P
Bestemmingsplannen
2 (2007)
6
5
Aantal opgestelde waterparagrafen
P
Bestemmingsplannen
2 (2007)
6
5
Aantal ‘Hogere waarden procedures’
P
Hogere waardenprocedures
Aantal meldingen van grondverzet op basis van het Besluit Bodemkwaliteit
P
Jaarrapportage Bodem
75 (2005)
50
51
Aantal interne adviezen bodemkwaliteit (bij bouwen, slopen, gronduitgiftes, etc.)
P
Jaarrapportage Bodem
100 (2005)
100
175
Aantal adviezen bodemkwaliteit aan makelaars
P
Jaarrapportage Bodem
1000 (2005)
700
300**
Aantal locaties afgerond door middel van bodemonderzoek of sanering
P
Jaarrapportage Bodem
45 (2005)
40
127
Afname werkvoorraad uitgedrukt in bodemsaneringsprestatie-eenheden (bpe)***
P
Jaarrapportage Bodem
650.000 (2005)
500.000 (zacht)
100.677 (hard) 4.055.611 (zacht)
Bodemoppervlak dat vrijkomt voor het economische verkeer (in m2)
P
Jaarrapportage Bodem
30.000 (2005)
20.000
34.464
3
* **
E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator er volgen steeds minder aanvragen doordat steeds meer informatie digitaal beschikbaar is (onder andere op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen) *** bpe= (m2 oppervlakte*1) + (m3 verwijderde grond*3) + (m3 gezuiverd grondwater*0,4); (hard) is gebaseerd op uitgevoerde bodemsanering en (zacht) is gebaseerd op aantal afgeronde locaties.
PROGRAMMAREKENING
31
3.3 Doelrealisatie Waterplan (uitvoeringsplan) Het Waterplan Schiedam 2006-2015 omvat een aantal streefbeelden en gewenste maatregelen. Het is wenselijk deze te vertalen in een uitvoeringsplan, maar wegens capaciteitsgebrek bij de gemeente en het hoogheemraadschap is dit tot op heden niet tot stand gekomen. Wel worden bij projecten die
noodzakelijk zijn (zoals in Schiedam West) of daartoe kansen bieden, voorgestelde maatregelen zo mogelijk meegenomen. Het blijft gewenst om tot een integraal uitvoeringsprogramma te komen. Intern worden daarover op dit moment afspraken gemaakt tussen de betrokken afdelingen. Ook is er inmiddels een gestructureerd overleg opgezet met het hoogheemraadschap.
4. Beleidsonderdeel Verkeer en Vervoer 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Verkeer en Vervoer Beleidsonderdeel
Doelstellingen Gemotoriseerd verkeer: 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur.
32
1.1 Bevorderen alternatieven voor autogebruik; 1.2 Realisering ontsluiting Schieveste, aanpassing ’s-Gravelandseweg; 1.3 Aansluiting Vijfsluizen (studie) en havenroute; 1.4 Aanpak verkeersafwikkeling Stadsas; 1.5 Uitvoering beleidsnotitie verkeersregelinstallaties.
2. Minder slachtoffers in het autoverkeer.
2.1 Realisatie rotondes; 2.2 Uitvoering beleidsnotitie verkeersregelinstallaties.
3. Beperken milieubelasting: geluid, luchtkwaliteit.
3.1 Milieuzonering binnenstad en andere knelpunten; 3.2 Verbetering doorstroming hoofdwegennet; 3.3 Duurzaam goederenvervoer. Zie: 1.1, 3.1, 3.3.
4. Bijdrage klimaatdoelstelling CO2.
Verkeer en Vervoer
Activiteiten
Langzaam verkeer: 5. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam.
5.1 Aanleg nieuwe fietspaden en ontbrekende schakels; 5.2 Asfaltering fietspaden; 5.3 Vergroten aantal buurtfietsenstallingen en stallingsmogelijkheden bij (nieuwbouw)woningen; 5.4 Uitbreiden fietsparkeerplaatsen centrum en stations; 5.5 Bevorderen ketenmobiliteit met openbaar vervoer.
6. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer.
6.1 Uitvoeren maatregelen fietsbeleid (fietsstructuur, bebording, antidiefstal, fietsparkeerplaatsen); 6.2 Inrichten schoolzone Schoolstraat.
7. Betere toegankelijkheid openbaar gebied voor mindervaliden.
7.1 Uitvoeringsprogramma toegankelijkheid.
Doelstellingen en activiteiten Verkeer en Vervoer (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen Openbaar Vervoer: 8. Groei van het OV-gebruik.
Verkeer en Vervoer
Activiteiten
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Intercity-status Schiedam Centrum; Aanleg station Kethel; Aantakking Hoekse metro; Uitvoering Tramplus; Verbeteren van de mogelijkheden tot ketenmobiliteit door vergroten P&R-capaciteit en fietsenstallingen en OV-fiets.
9. Behoud en versterken lokale OV.
9.1
Overleg met concessiehouder busvervoer.
10. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor mindervaliden.
10.1 Aanleg verhoogde bushalteperrons; 10.2 Onderzoek naar gratis OV voor doelgroepen.
11. Schone bussen: minder uitstoot NOx door bussen.
11.1 Lobby bij Stadsregio.
Mobiliteitsmanagement: 12. Een goede en duurzame bereikbaarheid van bedrijventerreinen en instellingen. 13. Verschuiving vervoerswijze: keuze van auto naar openbaar vervoer, fiets en carpoolen. 14. Mijden van de spits. Parkeren: 15. Optimaliseren gebruik van de schaars beschikbare parkeerruimte.
16. Verminderen van de overlast in woonwijken door geparkeerde auto’s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum. 17. Een zo breed mogelijk onder belanghebbenden gedragen beleid.
12.1 Afspraken met bedrijven over vervoersmanagement op de bedrijventerreinen; 12.2 Bevorderen gebruik alternatieve vervoerswijzen bij evenementen; 12.3 Ondersteunen verbeteren van informatievoorziening over vervoerswijzekeuze; 12.4 Ondersteunen Week van de Vooruitgang. 15.1 Uitvoering Parkeerbeleidsplan 2009-2013; 15.2 Uitbreiden fysieke parkeerruimte in wijken met met een piekparkeerdruk van meer dan 95%: 15.3 Vergroten gebruik parkeergarages; 15.4 Parkeerbeleid uitwerken en invoeren in nauwe samenspraak met belanghebbenden; 15.5 Nadere uitwerking haalbaarheidsonderzoek parkeergarage westzijde binnenstad.
PROGRAMMAREKENING
33
4.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Algemeen • In 2012 is het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer tot stand gekomen. Dit programma biedt het overzicht over de voortgang van alle activiteiten op het gebied van mobiliteit, verkeer en vervoer. Zowel de beleidsproducties, de planuitwerking, en programma’s als de uitvoering van verkeersinfrastructuur staan hierin beschreven. De rapportage bevat de hoofdstukken: beleid en planuitwerking, monitoring, mobiliteitsmanagement, duurzame logistiek, wegen, fietspaden, openbaar vervoer en parkeren. Het programma zal ongeveer halfjaarlijks worden geactualiseerd. • Met de vaststelling van het Handboek Openbare Ruimte zijn veel afspraken vastgelegd over de vormgeving van verkeersinfrastructuur en is een goede afstemming bereikt tussen planvorming, uitvoering en beheer. Daarmee is de slagvaardigheid van de gemeentelijke organisatie sterk verbeterd. Doelstellingen gemotoriseerd verkeer • Na het besluit van het bevoegd gezag, waarbij is gekozen voor de A4, is overlegd met het Rijk over inpassing. Naast de ruimtelijke planontwikkeling, is de verkeerssituatie bij Vijfsluizen verder in studie genomen. • De plannen voor de Rotterdamse regio hebben geleid tot plannen voor een nieuwe westelijke oeververbinding waarbij gekozen is voor de Blankenburgtunnel. • Schiedam is landelijk koploper ‘lean and green’ voor de plannen op gebied van duurzame logistiek en stedelijke distributie. Eind 2010 is het overleg gestart met Connekt, TLN, EVO, Stichting Schiedam Centrum, stadsregio en DCMR over duurzaam goederenvervoer en stedelijke distributie. In 2012 is de uitwerking gedaan die moet gaan leiden tot een stedelijk distributiecentrum in 2013. Huismans heeft in 2012 de ‘Lean and Green’ Award gehaald. • In het kader van het Beleidsplan Verkeersregelingen zijn werkzaamheden (besteksvoorbereiding) voor de aanpak van vijf verkeerslichtregelingen aan de Churchillweg, later dan verwacht, in 2012 afgerond. De uitvoering vindt plaats in 2013. • De voorbereidingen zijn gestart voor de vervanging van de verkeersregelinstallatie (VRI) aan de zuidelijke op- en afrit van de A20 bij Schiedam centrum. • De voorbereidingen zijn gestart voor de uitrukinstallatie van de brandweer nabij Plein 1940-1945.
34
• Naar aanleiding van de dagelijkse stagnatie op de Vlaardingerdijk en op de Kesperweg in Vlaardingen zijn onderzoeken gedaan naar de oorzaken hiervan. • Eind 2012 is de door vandalisme vernielde doseerinstallatie aan de Harreweg vervangen. Doelstellingen langzaam verkeer • In 2012 zijn delen van de fietsroute Poldervaart en delen van de ‘s-Gravelandseweg aangepakt. Doel: realiseren van een herkenbaar, logisch en rechtstreeks fietsnetwerk. • Voor de fietsroute Poldervaart (tussen Beneluxtunnel en Groeneweg) is de tweede tranche van het totaalplan voor subsidie aangemeld. Doel: een herkenbare, logische en rechtstreekse fietsverbinding voor zowel de utilitaire als de recreatieve fietser. • Langs de Van Deventerstraat en Nieuw Mathenessestraat zijn in 2012 tweerichtingen fietspaden gerealiseerd. • Ter hoogte van de scholen aan de Slimme Watering is in 2012 een schoolzone ingericht. • In 2012 is verder gewerkt aan het asfalteren (comfortabel maken) van de fietsroutes (onder andere de delen van de ’sGravelandseweg). Ook is een aantal bestaande fietspaden (bijvoorbeeld de Harreweg en omgeving) verbreed en van rood asfalt voorzien, om daarmee de gebruiksmogelijkheden en de herkenbaarheid te vergroten. • Voor een groot aantal fietspaden zijn plannen gemaakt die in 2013 tot uitvoering kunnen komen (zoals: ’s-Gravelandseweg, Harreweg (buitengebied), Nieuwpoortstraat – Bokelweg, Hargalaan). Daarbij gaat het om asfalteringswerkzaamheden, om de aanleg van ontbrekende schakels en doorsteken en om het verbreden en rechttrekken van de fietspaden. • Door de ontwikkelingen rond de warmwaterleiding door Schiedam is de planning van de werkzaamheden aan de drie lanen (onder andere de aanleg van fietspaden en -stroken) aangepast en naar 2013 doorgeschoven. • Overigens heeft de komst van de warmwaterleiding, het zoeken naar de juiste inpassing en de plaats ook veel inzet gevraagd van de verkeerskundigen in 2012. • In het kader van de aanpak van schoolomgevingen is in Woudhoek en Sveaparken in 2012 een aantal verkeersveiligheidsmaatregelen uitgevoerd. • Voor de woongebieden Schiedam-West en -Oost is in 2011 een nieuwe uitvraag gedaan voor fietstrommels. Naar aanleiding hiervan is in 2012 een zestal trommels geplaatst in Oost en twee grotere stallingen in West. Ook in SchiedamZuid is nog één fietstrommel geplaatst.
Doelstellingen openbaar vervoer • De planstudie voor de uitbreiding van de spoorcapaciteit, het Programma Hoogfrequent Spoor 2011, is afgesloten met een voorkeursbesluit en wordt verder uitgewerkt. De minister heeft de realisatie van station Schiedam Kethel in 2011 afgeblazen. De intercitystatus van station SchiedamCentrum is eind 2011 hersteld. • Voor het Hoekse Lijn project is onder strikte voorwaarden een bestuursovereenkomst aangegaan, wat de komende jaren moet leiden tot de uitvoering van dit lightrail-project. • In 2012 is, in perspectief van verdere bezuinigingen, door de stadsregio de visie op het openbaar vervoer uitgewerkt. Daarbij wordt het accent gelegd op het verbindend openbaar vervoer. Niettemin is door de stadsregio besloten tot verlaging van de tramfrequentie in Schiedam en tot opheffing van de avondbediening van lijn 21 in Woudhoek vanwege ‘overbediening‘. • In 2012 zijn zes halten toegankelijk gemaakt voor minder validen. In het kader van Werk met werk maken wordt bij andere werkzaamheden in de openbare ruimte ook de aanpak van de haltes direct meegenomen. • In 2012 is een inventarisatie gedaan naar de wenselijkheid en mogelijkheid van fietsenstallingfaciliteiten bij (de grotere) openbaar vervoerknooppunten en haltes. Voor de realisatie van deze stallingfaciliteiten is in 2012 subsidie aangevraagd. Doelstellingen mobiliteitsmanagement • Wat betreft mobiliteitsmanagement waren de ontwikkelingen beperkt. In Vijfsluizen heeft een programma gelopen, maar de spin-off daarvan is redelijk beperkt gebleven. Schiedam valt alleen nog met Spaanse Polder onder aandachtsgebieden van het Beter Benutten programma. Hierdoor is er een grotere rol voor de gemeente, wat in 2012 niet mogelijk was om in te vullen. • Het Dynamisch Reizigers Informatiesysteem Schiedam Centrum (DRIS) is ontmanteld en vervangen door dREIS van de RET. De van een accountantsverklaring voorziene afrekening van het DRIS met de stadsregio is door de Stadsregio geaccepteerd en de toegezegde subsidie is betaald. Doelstellingen parkeren • In 2012 is, gekoppeld aan de planontwikkeling voor Spaanse Polder en ’s Graveland- Zuid, een uitvoeringsstrategie ontwikkeld voor parkeren op te herstructureren
bedrijventerreinen. Door deze nieuwe aanpak wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de financieringsopgave en uitvoeringsstrategie van de herstructurering van oude bedrijventerreinen. Doelstellingen parkeren • In 2009 is de Kadernota Parkeerbeleid 2009-2013 vastgesteld en in 2012 is de uitvoering hiervan verder opgepakt: • In diverse wijken wordt bij geplande werkzaamheden (bijvoorbeeld ophogingen) zoveel mogelijk de bestaande parkeerruimte uitgebreid. Daarbij wordt de totale inrichting van de buitenruimte meegewogen. Zo is het aantal legale parkeerplaatsen in Kethel-Oost, rond Heijermansplein en Faassenplein, in De Velden en op de Van ’s Gravesandestraat uitgebreid. • In 2012 is overleg gepleegd met het Openbaar Ministerie (OM) over een toegespitste wetgeving voor het weren van bedrijfsbusjes in woonwijken. Na aanvankelijk weerstand tegen een dergelijke maatregel heeft het OM de problematiek onderkent en meegewerkt aan het creeren van een juridisch kader. Eind 2012 is hiervoor een voorstel ter besluitvorming aangeboden. • De uitwerking van het Parkeerfonds heeft veel tijd gekost voor wat betreft de juridische aspecten. In de eerste helft van 2013 zal een voorstel aan de raad worden aangeboden. • In 2012 is gewerkt aan de afronding van het onderzoek naar de haalbaarheid van de parkeergarage in het Westmolenkwartier. In 2013 moet hier een definitief besluit over vallen. • Het Beeldkwaliteitsplan Spaanse Polder / ’s Graveland Zuid is herzien, waarbij de parkeeroplossingen in lijn met de Kadernota Parkeerbeleid zijn ingevuld. • In 2012 is het proces van het toekennen van gehandicaptenparkeerplaatsen geoptimaliseerd en overgedragen aan het Klant Contact Centrum (KCC). Hiermee is een efficiënter proces voor zowel aanvrager als gemeente gerealiseerd. Inmiddels is een beleid voor het verlenen van ontheffingen ver in de voorbereidende fase. Doel van het nieuwe beleid: het proces van ontheffing verlenen vergemakkelijken, versnellen en inzichtelijker maken voor de klant en het aantal ontheffingen terugdringen. Hiermee wordt ook voldaan aan de doelstellingen uit de Kadernota Parkeerbeleid: de kwaliteit van de woonomgeving verhogen en foutparkeren terugdringen (een ontheffing is vaak in de praktijk het legaliseren van foutparkeren).
PROGRAMMAREKENING
35
4.3 Doelrealisatie: kengetallen en monitoring tabel effect en prestatie-indicatoren Verkeer en Vervoer Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Aantal slachtoffers alle verkeer (dodelijk en ziekenhuisletsel)
E
Viastat Ongevallenstatistiek/Stadsregio
16 (2007)
-
**
Aantal slachtoffers langzaam verkeer (dodelijk en ziekenhuisletsel)
E
Viastat Ongevallenstatistiek/Stadsregio
3 (2007)
-
**
Aantal bushaltes toegankelijk voor mindervaliden **
P
Gemeente / RET
5 (2007)
-
6
Aantal CBS-buurten met een piekparkeerdruk van > 90%***
E
Gemeente
14 (2007)
-
-
* **
***
E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator De registratiegraad van ongevallen is de afgelopen jaren dermate teruggelopen dat van een goed vergelijk geen sprake meer kan zijn. Bezien moet worden of voor de verkeersveiligheid andere indicators kunnen worden gevonden. In regioverband is al steun gegeven om op landelijk niveau een betere ongevallenregistratie te bepleiten. Gezien de hoge kosten van een gemeentebrede parkeerdrukmeting wordt deze eens per drie à vier jaar gehouden. Wegens de relatief geleidelijke verandering in parkeerdruk bij gelijkblijvende omstandigheden is dat voor analytische doeleinden voldoende. Bij gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld in functie, bebouwingsgraad of parkeerbeleid) wordt een tussentijdse meting van beperkte omvang gehouden. In 2012 is een parkeerdrukmeting in Schiedam oost gehouden. Dit naar aanleiding van het invoeren van betaald parkeren in het gebied. Sinds de invoering van het parkeerregiem is de parkeerdruk in het gebied onder de 90% gekomen, op een klein deel van de wijk gelegen direct rond het NS-station na.
In het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) zijn veel kengetallen benoemd om de kwaliteit en uitvoering van de verschillende onderdelen van het GVVP te volgen. Tot nu toe is het echter alleen mogelijk gebleken om voor het autoverkeer op het Schiedamse wegennet een nulmeting te houden. Er kon nog geen budget worden georganiseerd voor
36
tellingen voor fietsroutes. Daarnaast was het de bedoeling de waardering van de verschillende onderdelen van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid mee te laten lopen in het reguliere gemeentelijke statistische onderzoek, maar dat heeft in 2012 niet plaatsgevonden.
5. Beleidsonderdeel Beheer Openbare ruimte 5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Beheer Openbare ruimte Beleidsonderdeel
Doelstellingen
1. Continueren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad.
Beheer Openbare Ruimte
2. Burgers ervaren beeldkwaliteit positief, voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening positief.
3. Instandhouding dan wel een verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte.
Activiteiten 1.1 Sturen op beeldkwaliteit. 1.2 Toepassen/hanteren van strikte kwaliteitsnormen. 1.3 Inzetten van toezichthouders ten behoeve van het toetsen en bewaken van de kwaliteit van de buitenruimte. 1.4 Doorontwikkelen van de opbouw van een gemeentelijke afdeling Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte. 1.5 Monitoren van de kwaliteit van de openbare ruimte. 1.6 Inzet wijkserviceteams. 2.1 Communicatie en participatie. 2.2 Invoeren communicatieplan en het verbeteren van de communicatie met de burger over uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte, met name door directer contact met de omwonenden. 2.3 Deelnemen aan het wijkoverleg. 2.4 Houden van buurtschouwen. 2.5 Doen van statistisch onderzoek naar beheer openbare ruimte. 2.6 Aansluiten bij dienstverleningsconcept, onder andere ontwikkelen en vaststellen servicenormen. 3.1 Uitvoering geven aan de Meerjarige Beheer- en Onderhoudsplannen (MBOP) met als motto: ‘Alles in één keer goed’(nastreven naar een integrale benadering). 3.3 Bestrijden van graffiti. 3.4 Uitvoeren Speelruimteplan door het aanleggen van en zorgen voor veilige speelgelegenheden. 3.5 Werken met het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte voor projecten in de openbare ruimte. 3.6 Toepassen verordening kabels en leidingen.
PROGRAMMAREKENING
37
Doelstellingen en activiteiten Beheer Openbare ruimte (vervolg) Beleidsonderdeel
Beheer Openbare Ruimte
Doelstellingen
Activiteiten
4. Toename van de kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad.
4.1 Onderzoek doen naar de mogelijkheden van realisatie van een natuurspeeltuin. 4.2 Jaarlijks minimaal 150 bomen vervangen of extra aanplanten en gemiddeld 10 ha. groen renoveren. 4.3 Actualiseren van het Groenstructuurplan. 4.4 Omvormen van ‘versleten groen’ tot groen van goede kwaliteit en lage onderhoudskosten. 4.5 Uitvoering geven aan verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP); 4.6 Uitvoering geven aan het Bomenbeheerplan.
5.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Continueren objectieve beeldkwaliteit • De gemeentelijke onderhoudsopdracht aan dienstverleningsbedrijf IRADO uit Schiedam is voor een groot deel een prestatiecontract. Niet de te leveren inzet is afgesproken maar de te realiseren beeldkwaliteit. Voor 2012 is het ambitieniveau in verband met de beperkte beschikbare middelen naar beneden bijgesteld. • Maandelijks wordt gemeten of de afgesproken beeldkwaliteit wordt gerealiseerd. In 2012 is de afgesproken beeldkwaliteit op hoofdlijnen benaderd. • Het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte is in 2012 afgerond. Doelstelling 2: Burgers ervaren beeldkwaliteit positief, voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening als positief • Communicatie en participatie – De afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR) voert jaarlijks een groot aantal projecten in de openbare ruimte uit. De gemeente Schiedam vindt het meedenken en meepraten (participatie) van belanghebbenden hierbij erg belangrijk. Bij participatie is het van belang om volgens een vast en herkenbaar stramien te werken, zodat alle partijen weten waar zij aan toe zijn. Dit stramien is vastgelegd in het Participatieprotocol BOR. Het protocol, dat in 2012 door het college van B&W is vastgesteld, gaat uit van de stappen: ‘principe beginspraak – inspraak – afspraak’. • Nadat in 2010 gestart is met (zwerf-) afvallessen in het basisonderwijs is in 2012 in het voortgezet onderwijs een
38
project over dit thema uitgevoerd. • Deelnemen aan wijkoverleg – De wijktoezichthouders vertegenwoordigden de afdeling BOR op het wijkoverleg. In enkele wijken zijn kleine werkgroepjes voor de buitenruimte gevormd. • De educatieve tuinen zijn versoberd door het opheffen van het perceel intercultureel tuinieren op Vijfsluizen en het perceel op Landvreugd ten behoeve van het ouderentuinieren. Dit laatstgenoemde project is naar tevredenheid verhuisd naar de Kindertuinen aan de Harreweg. Frappant is dat burgers initiatieven hebben genomen om juist op de vrijgekomen percelen te starten met stadslandbouw. Vrijwilligers spannen zich ook in om de Heemtuin, waar de beheerder is wegbezuinigd, haar natuur- en educatieve waarde te laten behouden. • Burgerkracht werd ook benut met de initiatieven voor het planten en zaaien van bijvriendelijke bloemen en planten in de Plantage en langs de Slimme Watering en het op grote schaal overzetten van padden in het voorjaar. Doelstelling 3: Instandhouding dan wel verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte • Als eerste prioriteit worden die plekken aangepakt waar de veiligheid in het geding is, zoals kades, bruggen en verzakte wijken. • Uitvoering geven aan het MBOP met als motto ‘Alles in één keer goed’. In de programmabegroting wordt het belang van een goede openbare ruimte in vrijwel elk programma genoemd. Het is
daarom van belang dat werkzaamheden in de buitenruimte gebiedsgericht en integraal worden opgepakt. Hiervoor is in 2012 binnen de afdeling BOR een systeem opgezet. De gemeente is verdeeld in 217 beheergebieden. De afmetingen van de gebieden zijn gebaseerd op een hanteerbare projectgrootte. Elk gebied heeft een gebiedscode gekregen, een jaartal en een initiatiefnemer. Door de gebiedscode heeft het gebied een identiteit, het jaartal staat voor het jaartal van uitvoering, het groot onderhoud of herinrichting van het gebied en de initiatiefnemer is de initiatiefnemer van de gemeente die de omvangrijkste werkzaamheden in het gebied op de planning heeft. Zo is op hoofdlijnen duidelijk wanneer welk gebied door wie wordt aangepakt. De initiatiefnemer van elk gebied zal voor hij begint met de voorbereiding van zijn werkzaamheden met alle vakgebieden – en dus met alle programma’s – afstemmen zodat alles in één keer goed’ wordt aangepakt. Technische kwaliteit en functionaliteit worden gecombineerd. Als de werkzaamheden in een gebied klaar zijn, is het uitgangspunt dat in het gebied voor 20 jaar geen groot onderhoudswerkzaamheden meer nodig zijn. Dagelijks beheer zal wel plaats vinden buiten de uitvoeringsjaren. De vakgebieden waarmee vanaf het begin wordt afgestemd zijn in ieder geval: • parkeersystemen; • wegen; • verkeer; • riolering; • stedenbouw; • groen; • projecten; • spelen; • milieu; • water; • wijkzaken; • bruggen; • kabels en leidingen; • kademuren; • openbare verlichting; • wonen. • verkeersregelinstallaties; In 2013 zal deze werkwijze verder worden ontwikkeld en doorgevoerd. Zie voor de uitvoering van het MBOP de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. • Gebleken is dat de actieve bestrijding van graffiti een effectief ontmoedigingsbeleid is. Met ingang van 2012 maakt graffitibestrijding structureel onderdeel uit van het dagelijks onderhoud. • Begin 2012 zijn ondergrondse afvalcontainers in de wijken Schiedam-Zuid en Schiedam Centrum in gebruik genomen. Nieuw in Schiedam is dat deze zijn voorzien van toegangscontrole. • In 2012 zijn de bovengrondse wijkverzamelcontainers voor restafval in de buurten Hargplein en De la Marplein
•
•
•
•
vervangen door individuele minicontainers. Voor de buurten Heijermansplein, Faassenplein en KethelOost heeft hierover besluitvorming plaatsgevonden. De daadwerkelijke vervanging van de containers vindt plaats na afronding van de ophoging van het gebied. Alle speelgelegenheden worden volgens het Attractiebesluit geïnspecteerd. Daarmee wordt de veiligheid gewaarborgd. De aanleg van speelplaatsen is gebeurd in het kader van integrale plannen en reconstructies. Qua beleid is er een vervolg gegeven aan de nieuwe kapverordening van 2011 door het Herplantfonds in het leven te roepen. De inventarisatie van monumentale bomen is afgerond en zal in het komende jaar formeel gemaakt worden. Met de opzet van een nieuw groenstructuurplan is een begin gemaakt met het opstellen van een inventarisatie van het bestaande groenbeleid als vertrekpunt voor een nieuwe groenvisie. Kroon op het groenbeleid van de afgelopen decennia is de nominatie voor Groenste Stad van het land: in 2013 is Schiedam deelnemer aan de groencompetitie Entente Florale.
Doelstelling 4: Hogere kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad • De uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan loopt. • Het jaar 2012 stond voor het groen in het teken van de renovatie van parken en een forse versobering van het dagelijks onderhoud. Om met het laatste te beginnen: het groen in woongebieden en bedrijventerreinen ging een niveau omlaag in beeldkwaliteit. Veel gazons, onder meer langs doorgaande wegen, gingen van een frequent onderhoud van zo’n 20 maaibeurten naar zes of twee maaibeurten in 2012. In dit zelfde kader is de omvorming van plantsoen doorgezet, waarbij bewerkelijk groen is omgevormd tot gras. Deze en andere maatregelen hebben het mogelijk gemaakt om het groenbudget met ongeveer 18% taakstellend te verlagen. Opvallend was dat het aantal klachten over het versoberd onderhoud niet veel groter was dan andere jaren. Alleen over het grasonderhoud waren er meer klachten. Verder waren er bedrijven die ontevreden waren over de uitstraling van hun bedrijventerrein. • Op meerdere plekken zijn hondenuitlaatgebieden aangewezen conform het nieuwe hondenbeleid. Dit geldt ook voor de opknapbeurt die alle hondentoiletten hebben ondergaan.
PROGRAMMAREKENING
39
• Op ecologisch gebied is de natuurmonitor verfijnd met een vleermuizenonderzoek in de noordelijke stadshelft. De hele stad is nu onderzocht op vleermuizen. De routes die deze dieren volgen komen overduidelijk overeen met de
groenstructuren van de stad. Het onderzoek wordt bijvoorbeeld gebruikt als indicator bij flora en faunatoetsen voor bouwaanvragen.
5.3 Doelrealisatie: kengetallen tabel effect en prestatie-indicatoren Beheer Openbare ruimte Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2011
Werkelijke waarde 2012
Mate waarin de openbare buitenruimte voldoet aan het vastgestelde beeldkwaliteitsprofiel
P
Kwaliteitsplan OR
81% (2007)
90%
96%
97%
% waarin de kwaliteitswaarde ‘D’ voorkomt in onderhoud
P
Kwaliteitsplan OR
4% (2007)
<1%
4%
1%
Mate waarin bewoners tevreden zijn over de kwaliteit van het onderhoud (wegen, fietspaden en pleinen)
E
Omnibusonderzoek
28% (2008)
70%
48%
57%
verholpen worden binnen de gestelde behandeltermijnen
P
Melddesk IRADO
2008
80%
94%
97%
Aantal Openbare verlichting (OVL) storingen aan lampen
E
Landelijke kengetallen
750
500
-
400
Aantal OVL armatuur storingen
E
Landelijke kengetallen
150
125
-
100
Aantal storingen aansluitingen OVL
E
Landelijke kengetallen
310
300
-
400
% klachten en meldingen die bij BOR
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
6. Wat heeft het programma ruimtelijke Ontwikkeling gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
35.264
24.124
50.204
48.576
1.628 8.273
4.227
3.949
4.736
13.009
-31.037
-20.175
-45.468
-35.567
9.901
Toevoeging aan reserves
2.682
1.631
1.631
2.707
-1.076
Onttrekking aan reserves
9.615
768
3.120
2.434
-687
Saldo reservemutaties
6.932
-863
1.489
-273
-1.762
-24.104
-21.038
-43.979
-35.840
8.138
Resultaat voor bestemming
resultaat na bestemming
40
Rekening 2011
7. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
ruimtelijke ontwikkeling Baten Product Beheer Openbare ruimte De voorziening groot onderhoud MBOP is conform BBV vrij gevallen en wordt bij de resultaatbestemming omgevormd tot een reserve van gelijke omvang
8.534
5
-430
5
282
5
128
5
Meer havengelden ontvangen dan begroot (zeehavens).
231
5
Het is in 2012 niet gelukt om de Binnenhavens meer dan kostendekkend te exploiteren. De opbrengsten bleven achter bij de begroting.
-87
5
Er zijn minder uitgaven gedaan voor de ISV3-projecten Wijkplan Zuid en West. Deze projecten lopen over meerdere jaren. De werkelijke uitgaven worden onttrokken uit de reserve ISV3. Het restantbudget wordt in het boekjaar 2013 weer beschikbaar gesteld.
259
1
Door de duur en in tensiteit van de winterse omstandigheden is meer geld besteed aan gladheidsbestrijding.
-94
Product Planontwikkeling Doordat diverse projecten achterbleven bij de planning, konden de gemaakte kosten nog niet worden gedeclareerd of konden opbrengsten niet worden gerealiseerd. Het betrof het project Rivieroever Stad (declaratie bij Gemeente Rotterdam) en Hof van Noord (begrote inkomsten). Voor het project Woonrijp maken Kwartet werden gelden ontvangen vanuit de Package deal met Woonplus. Deze opbrengsten waren niet begroot. Product Parkeren De opbrengsten waren hoger dan begroot, als gevolg van extra opbrengsten parkeerplaatsen gehandicapten en uitbreiding parkeerautomaten Wijk Oost. Product Havens
Lasten Product Beheer Openbare ruimte
De kosten voor het noodzakelijke onderhoud van straatmeubilair zijn hoger uitgevallen dan begroot.
-102
Product Verkeer Vervanging van de VRI is vertraagd, waardoor er minder kosten zijn gemaakt.
971
5
117
5
676
5
-106
5
-269
5
-209
5
Product Openbaar vervoer De kapitaallasten zijn lager dan begroot. Product Planontwikkeling Diverse projecten (oa. Project Rivieroever Stad, Havenkerk en Hof van Noord) bleven achter bij de planning. Hierdoor bleven de kosten achter bij de begroting. Het project Stadslab is in 2012 van start gegaan. Hiervoor waren geen kosten begroot. Product Parkeren De hogere lasten zijn ontstaan, omdat parkeerplaatsen voor gehandicapten zijn aangelegd. Dit was niet begroot. Daarnaast kostte het onderhoud van de parkeerautomaten meer dan was begroot (onder andere veel storingen aan parkeerautomaten). Overige verschillen programma ruimtelijke ontwikkeling Totaal saldo programma Ruimtelijke ontwikkeling
9.901
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
PROGRAMMAREKENING
41
8. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000)
Lasten
2001 Beheer openbare ruimte 2002 Verkeer 2003 Openbaar vervoer
Begroting 2012
Rekening 2012
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
23.047
253
-22.795
30.430
520
-29.910
30.355
8.824
-21.531
1.602
123
-1.479
4.323
33
-4.290
3.407
62
-3.344
878
443
-434
4.671
268
-4.403
4.458
148
-4.310
2004 Ruimtelijke ontwikkeling
1.910
0
-1.910
2.051
0
-2.051
2.044
0
-2.044
2005 Planontwikkeling
3.394
204
-3.189
3.662
455
-3.207
3.048
302
-2.747
2006 Parkeren
1.096
2.210
1.114
894
2.433
1.539
1.172
2.551
1.379
2007 Havens
2.067
942
-1.124
1.921
976
-945
1.850
1.120
-730
2008 Waterbeheer
1.271
51
-1.220
2.252
51
-2.201
2.241
2
-2.239
35.264
4.227
-31.037
50.204
4.736
-45.468
48.576
13.009
-35.567
Resultaat voor bestemming 2999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
42
Rekening 2011
2.682
9.615
6.932
1.631
3.120
1.489
2.707
2.434
-273
37.946
13.842
-24.104
51.835
7.856
-43.979
51.283
15.442
-35.840
PROGRAMMAREKENING
43
Sociale infrastructuur 1. Doelstelling Het Programma Sociale Infrastructuur richt zich op ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers. Het bevorderen van participatie en het voorkomen van achterstand en sociaal isolement zijn hierbij van belang. Het college wil de sociale kwaliteit een forse impuls geven. Meedoen en binding staan daarbij centraal. Sociale stijging is de kapstok voor al-
lerlei ruimtelijke en sociale ontwikkelingen (Stadsvisie 2030). Inwoners horen in onze stad met plezier te wonen, werken en recreëren. Mensen willen we stimuleren initiatieven te nemen zelf de leefbaarheid, sociale kwaliteit en cohesie in de wijk te verbeteren. Daarbij wordt dierenwelzijn bevorderd. De gemeente Schiedam staat voor de zware opgave in tijden van omvangrijke bezuinigingen deze doelstellingen te realiseren.
Programma sociale infrastructuur
Speerpunten
Doelstelling
Ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers: jong en oud (ook dieren) stimuleren. Dit betekent meer participatie en het voorkomen van achterstand en sociaal isolement. Centraal staan het meedoen bevorderen en zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving.
44
• • • • • • • • • • • •
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG); Transitie jeugdzorg; Aanpak Voortijdig Schoolverlaten; Multifunctionele accommodaties onderwijs (MFA); Onderwijsachterstandenbeleid; Maatschappelijke ondersteuning en de kanteling (Wmo); Overhevelen van delen van de AWBZ naar gemeenten; Jeugd in de eigen wijk naar school (aantrekkelijke voorzieningen in de buurt); Participatie, arbeidsmarktbeleid en inkomen; Minimabeleid; Vrijwilligersbeleid; Meer deelnemers aan sportactiviteiten.
Beleidsonderdelen
Onderwijs
Doelen 1. Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen in overleg met het onderwijsveld. 2. Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, met name bij de overgang van vmbo naar mbo en in het mbo. 3. Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs. 4. Een impuls geven aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs (opbrengstgericht onderwijs). 5. Het stimuleren van brede schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs. 6 Zorgen voor een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen, waarin meerdere functies verenigd zijn, en in een veilige omgeving. 7. Aandacht voor de gemeentelijke plustaken ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. 8. Samenwerken met schoolbesturen met betrekking tot de invoering van passend onderwijs.
Programma sociale infrastructuur (vervolg) Doelstelling
Beleidsonderdelen
Integraal jeugdbeleid
Maatschappelijke ondersteuning
Ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers: jong en oud (ook dieren) stimuleren. Dit betekent meer participatie en het voorkomen van achterstand en sociaal isolement. Centraal staan het meedoen bevorderen en zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving.
Gezondheidszorg
Doelen 1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar. 2. Versterken van de opvoedingsondersteuning. 3. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin op lokaal en regionaal vlak. 4. Het voorbereiden van de transitie en decentralisatie van de jeugdzorg. 1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar. 2. Versterken van de opvoedingsondersteuning. 3. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin op lokaal en regionaal vlak. 4. Het voorbereiden van de transitie en decentralisatie van de jeugdzorg. 1. Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de Schiedammers. 2. Aanpak van specifieke gezondheidsproblemen als overgewicht, bewegingsarmoede, roken en overmatig alcoholgebruik. 3. De gevolgen van een ongezonde levensstijl zoals diabetes aanpakken. 4. Wijkgerichte aanpak van gezondheidsbeleid daar waar extra gezondheidsrisico’s zijn. 5. Het terugdringen van de babysterfte. Deze is in onze stad meer dan gemiddeld.
Integratie en Diversiteit
1. Het bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij en op een harmonieuze manier samenleven. 2. Emancipatie en participatie van alle categorieën Schiedammers (zie ook punt 3 bij Werk en Inkomen).
Sport
1. Het vergroten van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt. 2. Het op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen.
Participatie, Arbeidsmarktbeleid en Werk en Inkomen
1. Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk krijgen middels een activerend arbeidsmarktbeleid. 2. Het bieden van financiële ondersteuning ter stimulering van participatie voor mensen in Schiedam die daar recht op hebben. 3. Het stimuleren van maatschappelijke participatie en ondersteuning bieden aan mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen.
Dierenwelzijn
1. De gezondheid van huisdieren, hobby- en productiedieren en vrij levende dieren bevorderen.
PROGRAMMAREKENING
45
2. Beleidsonderdeel Onderwijs Doelstelling 1: Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen, in overleg met het onderwijsveld Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Er is een sluitende registratie van alle jongeren tussen 2,5 en 23 jaar over de volgende onderwerpen: deelname aan voorschoolse educatie, of ze schoolgaand zijn en of ze een startkwalificatie hebben behaald. • In totaal hebben 230 leerlingen uit Schiedam, die op basis van de vervoersverordening in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, een passend vervoersaanbod ontvangen. • Alle Schiedamse leerlingen (850) van vijf jaar oud worden logopedisch onderzocht. Leerkrachten en ouders van deze groep krijgen vervolgens voorlichting over de eventuele aanpak. • Op alle Schiedamse scholen voor primair onderwijs wordt (gemiddeld) 4 uur schoolmaatschappelijk werk aangeboden. • De zorg- en adviesteams (ZAT) in het Schiedamse voortgezet onderwijs zijn gecontinueerd. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is op alle basisscholen een schoolgebonden ZAT gerealiseerd. Doelstelling 2: Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, met name bij de overgang van vmbo naar mbo en in het mbo Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Voortijdige Schiedamse schoolverlaters zijn door het Steunpunt Jongeren teruggeleid naar het onderwijs. • Jongeren die dreigen voortijdig het onderwijs te verlaten zijn begeleid. • Er is een preventieplan ontwikkeld voor mbo-schoolverlaters. • Het Steunpunt Jongeren heeft een actief verzuimbeleid voor leerlingen in het mbo uitgevoerd. Er is een platform vmbo/ mbo om risicojongeren in beeld te krijgen en te volgen. Een decanenadviesteam zorgt voor een soepele overgang tussen de schooltypen. Rond de zomervakantie wordt een no show actie gehouden waarbij iedereen die niet staat ingeschreven op een school actief wordt benaderd. • Ouders hebben voorlichting gekregen van de kwalificatieconsulent over onderwijsmogelijkheden voor hun kinderen. • Het Steunpunt Jongeren heeft het behalen van een startkwalificatie bevorderd. • Er zijn initiatieven genomen voor het realiseren van leer-
46
werkbanen voor jongeren. Concreet gaat het hier om mbo1 opleidingen voor arbeidsmarktgericht onderwijs voor jongeren die door cognitieve beperkingen het mbo2 onderwijs niet kunnen volgen. • Er is een aanbod van mentoraattrajecten aan kwetsbare jongeren door trajectbegeleiders van het Steunpunt Jongeren. Doelstelling 3: Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Uitbreiding van het aanbod voor doelgroepkinderen van educatieve programma’s in de voor- en vroegschoolse periode. De deelname is in 2012 niet toegenomen, door de afname van de deelname aan de kinderdagopvang van Mundo van 51 naar 13 doelgroeppeuters. • Versterking van het aanbod van voorschoolse educatie, onder meer door de uitbreiding van het aanbod voor doelgroeppeuters van vier naar vijf dagdelen per week en het investeren in het opleidingsniveau en de taalbeheersing van het personeel. • Met KomKids zijn afspraken gemaakt voor het realiseren van het aanbod van educatieve programma’s aan doelgroepkinderen in de kinderdagopvang. • Er zijn drie schakelklassen uitgevoerd. Twee schoolspecifieke en één wijkgebonden. Daarnaast is de eerste opvang voor nieuwkomers uitgebreid van vier naar vijf dagdelen. • Het maximale aantal van 6,9 combinatiefuncties is gerealiseerd. De combinatiefunctionarissen sport hebben een belangrijke rol gespeeld in de wijksportverenigingen. Er is een uitgebreid aanbod van activiteiten georganiseerd samen met ruim twintig verschillende verenigingen en instellingen. • Het beleidsterrein integratie en segregatie in het basisonderwijs is vanuit het Rijk stopgezet. Lokaal is dit op beperkte schaal voortgezet en worden ouders gestimuleerd om een bewuste keuze te maken voor een basisschool en peuterspeelzaal in de buurt. Hiervoor is de lokale onderwijsfolder geactualiseerd. Alle ouders worden met een brief geïnformeerd. • De pilot Verlengde Leertijd is uitgevoerd op drie basisscholen en twee vmbo-scholen in Nieuwland. Doelstelling 4: Een impuls geven aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs (opbrengstgericht onderwijs) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen:
• Er is een kwalitatief goed lokaal (cultuur)educatief aanbod, gerealiseerd voor het onderwijs en dit wordt gepresenteerd op www.paradeschiedam.nl. • Het NME-centrum Harre Wegh heeft achttien projecten gerealiseerd op het gebied van natuur- en milieuonderwijs. • In leerjaar 4 van het basisonderwijs is zwemles aangeboden. • Muziekonderwijs is toegankelijk gemaakt voor jongeren in het onderwijs middels het project Muziek in de Klas. Hieraan namen vierhonderd leerlingen uit het primair onderwijs deel. • De (historische) identiteit van Schiedam is uitgedragen door middel van publicaties, exposities, lesprogramma’s en wijkgerichte activiteiten. Bij alle erfgoedinstellingen is een aanbod gerealiseerd ten behoeve van het onderwijs. • Door alle basisscholen is deelgenomen aan het Cool+-onderzoek in de groepen 2, 5 en 8, waarin de resultaten op cognitief en sociaal/emotioneel gebied worden gemonitord. De gemiddelde resultaten in de groepen 2 blijven achter bij het landelijk gemiddelde. In de groepen 5 en 8 worden de verschillen met het landelijk gemiddelde kleiner. Met technisch lezen scoren de Schiedamse scholen beter dan het landelijk gemiddelde. • Het overleg met de schoolbesturen betreffende de wenselijkheid van een herijking van de Onderwijsmonitor PO Schiedam is niet gevoerd. Doelstelling 5: Het stimuleren van brede schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Er is een doorgaande leerlijn voor tweeënhalf- tot zesjarigen ontwikkeld door het aanbieden van integraal peuterspeelzaalwerk, waarbij aan alle scholen een peuterspeelzaal is gekoppeld. • Elke basisschool biedt buitenschoolse opvang. • Op een aantal basisscholen is de buurtfunctie versterkt door het openstellen van scholen voor buurtbewoners en organiseren van activiteiten op scholen waaraan ook buurtbewoners kunnen deelnemen. • Zeventien basisscholen met een hoog percentage achterstandsleerlingen zijn gesubsidieerd om extra activiteiten uit te voeren voor kinderen en hun ouders. De twee vmboscholen in Schiedam hebben extra activiteiten uitgevoerd die een optimale brede ontwikkeling bevorderen, de binding met de school versterken, leerlingen voorbereiden op het meedoen in de samenleving, schooluitval voorkomen en de binding en de betrokkenheid met de wijk bevorderen.
Doelstelling 6: Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen waarin meerdere functies verenigd zijn. De gebouwen staan in een veilige omgeving. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Voorbereiding van vervangende nieuwbouw voor basisschool De Singel. Onderzoek wordt gedaan naar een locatie waar vervangende nieuwbouw mogelijk is zonder dat gebruik gemaakt wordt van tijdelijke huisvesting. Dit onderzoek is gestart in 2012. • Aan de de Wildestraat wordt een kindcentrum gerealiseerd waarin basisschool De Wieken met aanvullende voorzieningen wordt gerealiseerd. In de planvorming voor dit centrum zijn duurzame maatregelen opgenomen. De bouw is gestart in 2012. • Aan de Nieuwe Damlaan wordt een kindcentrum gerealiseerd waarin vervangende nieuwbouw voor basisschool De Taaltuin en nieuwbouw voor basisschool Ababil is opgenomen. De sloop van de bestaande locaties is in 2012 gestart. • Uitbreiding heeft plaatsgevonden van het schoolgebouw van het Ilex-college op Burgemeester van Haarenlaan 1155. • Er is gestart met vervangende nieuwbouw voor Lyceum Schravenlant. Deze nieuwbouw is aangemerkt als pilot waarin een groot aantal duurzame maatregelen is opgenomen. Door samenwerking tussen schoolbestuur, de gemeente en een groot aantal uitvoerende partijen wordt een zo optimaal mogelijk duurzaam schoolgebouw gerealiseerd dat voldoet aan de eisen van een zogenaamde frisse school. Doelstelling 7: Aandacht voor de gemeentelijke plustaken ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Schoollogopedie. Als specifieke uitwerking van de Wet collectieve preventie volksgezondheid worden vijfjarigen gescreend op taal/spraakproblematiek. In 2012 werden als gevolg van een dalend kinderaantal in totaal 850 vijfjarigen gescreend. • Cultuureducatie. Als uitwerking van de vastgestelde notitie Cultuureducatie 2010/2014 en in samenwerking (cofinanciering) met het onderwijs is een subsidiekader 2012-2014 vastgesteld op basis waarvan het basisonderwijs subsidieaanvragen kan doen voor de uitvoering van culturele vorming. In 2012 hebben alle schoolbesturen voor primair onderwijs een subsidieaanvraag ingediend welke is gehonoreerd. • Natuur- en milieueducatie (NME). In totaal hebben achttien projecten en excursies op de locatie van het gemeentelijke
PROGRAMMAREKENING
47
NME Centrum ‘Harre Wegh’ gezorgd voor een concrete natuurbeleving van stadskinderen die aansluit bij de geformuleerde doelstellingen voor duurzaamheid en biodiversiteit in het gemeentelijk milieubeleidsplan. • Schoolzwemmen. Als ondersteuning van de verantwoordelijkheid van ouders hun kinderen voldoende zwemvaardig te laten worden, heeft de gemeente in 2012 één jaar schoolzwemonderwijs georganiseerd. Hierna worden ouders geacht deze basisvaardigheid uit te bouwen door aanmelding van hun kinderen bij particuliere zwemles. Naast daadwerkelijke lessen is voorlichting aangeboden aan ouders over het belang van zwemvaardigheid. Dit is gebeurd in samenwerking met het onderwijs en in totaal hebben vijf basisscholen van dit aanbod gebruik gemaakt.
Doelstelling 8: Samenwerken met schoolbesturen met betrekking tot de invoering van passend onderwijs. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Er is overleg gevoerd met de schoolbesturen en instellingen voor peuterspeelzaalwerk om te komen tot een gezamenlijke impuls voor het opbrengstgericht werken. Voor het basisonderwijs zijn geen afspraken gemaakt. Op alle locaties van de voorschoolse educatie is de stand van zaken rond het opbrengstgericht werken geïnventariseerd. • In december hebben de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis en de schoolbesturen basisonderwijs en voortgezet onderwijs het samenwerkingsconvenant Regionale Educatieve Agenda (REA) ondertekend. Hierdoor worden krachten gebundeld om doelstellingen die school-en gemeenteoverstijgend zijn, te realiseren op het terrein van onderwijsondersteuning en –zorg, zoals Passend Onderwijs. Overleg vindt plaats op ambtelijk en bestuurlijk niveau.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Onderwijs Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Doelstelling 1: Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen, in overleg met het onderwijsveld Aantal scholen voor voortgezet onderwijs dat het convenant Veilige School onderschrijft
Veiligheid
6(2009)
6
6
Aantal overlegmomenten gemeente/schoolbesturen
MO- O&W
5 (2009)
5
5
Doelstelling 2: Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, met name bij de overgang van vmbo naar mbo en in het mbo Aantal onderwijslocaties in Schiedam (vavo en mbo) waar een ‘no show-actie’ wordt uitgevoerd
P
MO- O&W
6 (2009)
6
6
Aantal begeleide zorgleerlingen bij het Steunpunt Onderwijs (16-)
P
MO-O&W
2010
600
517
Aantal begeleide zorgleerlingen bij het Steunpunt Jongeren (16+)
P
MO-O&W
2010
450
772
Aantal begeleidingstrajecten RMC (18–23 jaar)
P
2010
600
661
Aantal overbelaste jongeren in de plusvoorziening New Life
P
50 (2010)
74
85
Doelstelling 3: Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs Aantal deelnemende scholen aan de pilot Verlengde Leertijd
P
MO-O&W
0 (2009)
5
5
Aantal deelnemers schakelklassen
P
MO-O&W
95 (2010
113
117
P
MO-O&W
5 (2010)
15
26
Doelstelling 4: Een impuls geven aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs Aantal deelnemende scholen pilot Schoolgebonden ZAT Primair Onderwijs
48
Omschrijving (vervolg)
E/P*
Bron
P
MO-O&W
P
MO-O&W
P P P P
MO-O&W
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
100% 2
100% 2
0 (2010)
1
1
1.200 (2010) 1.000 (2010) 9.000 (2010) 7.500 (2010)
1.200 1.000 9.000 7.500
900 850 8.500 7.000
Doelstelling 5: Het stimuleren van brede- schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs Aantal brede scholen primair onderwijs in % Aantal brede scholen voortgezet onderwijs Doelstelling 6: Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen waarin meerdere functies verenigd zijn Aantal multifunctionele accommodaties Doelstelling 7: Aandacht voor de gemeentelijke plustaken ter verbetering van het onderwijs Aantal deelnemende leerlingen schoolzwemmen Aantal gescreende leerlingen schoollogopedie Aantal deelnemende leerlingen cultuureducatie Aantal deelnemende leerlingen natuur- en milieueducatie * E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
3. Beleidsonderdeel Integraal Jeugdbeleid Doelstelling 1: Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Alle locaties (86) voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zijn geïnspecteerd in het kader van toezicht op kwaliteit. • De kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk wordt versterkt door het aanstellen van hbo’ers. De eerste vier hbo-geschoolde pedagogisch medewerkers zijn aangesteld. Zoals in de bestuursafspraken met het Rijk overeengekomen, is gestart met de opleiding pedagogisch medewerkers niveau 3F. • De mogelijkheid tot deelname aan integraal peuterspeelzaalwerk voor vijf dagdelen is verruimd door het toevoegen van sociaal emotionele ontwikkeling als indicatie voor de doelgroep van voor- en vroegschoolse educatie (Vve). • Er is een aanbod gedaan op het gebied van begeleiding en vrijetijdsbesteding door onder andere ambulant jongerenwerk en buurtsportwerk. Via het jongerenwerk is ingezet op het begeleiden bij zinvolle vrijetijdsbesteding, bestrijden van overlast van jongeren in samenwerking met politie en gemeentelijke afdelingen en ondersteunen en begeleiden van jongeren met individuele problemen. • De deelname van jeugd aan (georganiseerde) sport is vergroot door de inzet van combinatiefunctionarissen en de buurtsportvereniging. • In 2012 is besloten geen jongerenvoorziening te realiseren in verband met de grote bezuinigingstaak waar de gemeente voor staat. Een deel van de middelen bestemd voor het
•
•
• •
• •
jongerencentrum wordt op een andere wijze ingezet voor voorzieningen voor jongeren. Er zijn drie groepen problematische jongeren begeleid en aangepakt. Twee groepen zijn met succes afgerond, de derde groep blijft aandacht vragen (zie ook programma Veiligheid) Het elektronisch kinddossier voor de jeugdgezondheidszorg is door de stichting CJG Rijnmond ingevoerd en draait nu volledig op het Schiedamse CJG. Het CJG biedt (licht) pedagogische hulp aan gezinnen, ouders en verzorgers. Er is één jeugdinterventieteam (JIT) actief, van 3 fte. Het JIT is een coproductie van SWS Welzijn (2 fte) en FlexusJeugdplein (1 fte). Er wordt opvang geboden voor jongeren na detentie. Door het samenstellen van het WOT Nieuwland is de GOSA-functie op een andere wijze ingevuld; deze taak is ondergebracht bij de MO-regisseur waardoor één regisseur sluitende aanpak is ontstaan.
Doelstelling 2: Versterken van de opvoedingsondersteuning Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Opvoedrisico’s worden vroegtijdig gesignaleerd. Dit is een standaardonderdeel van de JGZ. Waar nodig volgt inzet van passende hulp. • Het aanbod van opvoedingsondersteuning is gecontinueerd. Dit aanbod wordt verzorgd door het CJG en alle in en met het CJG samenwerkende ketenpartners.
PROGRAMMAREKENING
49
• Het passend aanbod op het gebied van opvoedingsondersteuning voor opgroeiende jongeren heeft extra aandacht gekregen. Dit komt tot uiting in individuele ondersteuning als ook in groepscursussen (Stevig ouderschap, Omgaan met pubers). • De satellietvestiging van het CJG in Noord heeft een facelift gekregen en naast de JGZ 0-4 biedt deze nu meer CJGondersteuning, zoals algemeen maatschappelijk werk, pedagogisch spreekuur en JGZ 4-19.
• Het CJG informeert ouders en jeugd over opvoeden en opgroeien. Dit is een continu proces. • Het CJG heeft zorgcoördinatie op lokaal niveau ingezet. • Er is bemoeizorg georganiseerd voor gezinnen met complexe problemen. • Conform de eis van de Rijksoverheid is 360 doelgroepkinderen een dekkend en hoogwaardig aanbod Vve aangeboden. • De voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg is voortgezet op lokaal, subregionaal én regionaal niveau.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Integraal Jeugdbeleid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Inspectie aantal locaties kinderopvang
P
MO-EW
80%(2009)
90%
100%
Percentage aanbod vve-plaatsen
P
MO-EW
Inzet GOSA regisseur op individuele casuïstiek
P
MO-EW
225 (2010)
100% 230
100% 239
Bereik aantal ouders met pedagogisch hulpverlening
P
MO-EW
(2008)
100%
75%
Zorgcoördinatie op lokaal niveau: aantal bereikte gezinnen
P
MO-EW
(2008)
50
59
Bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen
P
MO-EW
8 gezinnen (2007)
10
10
Doelstelling 1: Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar
Doelstelling 2: Versterken van de opvoedingsondersteuning.
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
4. Beleidsonderdeel Maatschappelijke Ondersteuning Doelstelling 1: Zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning en datgene wat mensen zelf nog kunnen inbrengen en bijdragen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Met betrekking tot het ‘uitvoeringsjaar’ 2011 zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd op het gebied van klanttevredenheid en benchmark: • basisbenchmark Wmo; • benchmark Wmo-voorzieningen; • klanttevredenheidsonderzoek Wmo-voorzieningen. • Tegengaan van onderbenutting van voorzieningen door inzet van de formulierenbrigade. (W&I) • Het project Wijkondersteuningsteam (WOT) is gestart op 1 november 2012. Het WOT heeft ogen en oren in de wijk, signaleert vragen en behoeften, zet de eigen kracht van bewoners in en mobiliseert netwerken van vrijwilligers. De casemanager van het WOT benut de vrijwillige inzet om nieuwe vormen van ondersteuning te arrangeren. • Het WOT organiseert de toegang tot zorg en ondersteuning. Met de vraag van de bewoner als uitgangspunt zijn 50
de volgende acties ingezet: • Het opbouwen en benutten van signaleringsnetwerken, door burgers via familie, buren en buurt en door professionals op straat, op school en bij instanties/gemeente. • Bewoners worden geïnformeerd eerst zelf oplossingen te zoeken bij instanties zoals school, huisarts, buurthuis, via het eigen netwerk van vrienden buren en familie en via internetsites als Google, EigenKrachtWijzer enSchiedam.nl. • Maatschappelijke partners die op verschillende terreinen aan verschillende burgers hulpverlening bieden, stemmen meer het onderlinge aanbod af op de vraag van de bewoners. Samenwerking is leidend bij het organiseren van deze hulpverlening. • Activering van bewoners is een belangrijk onderdeel in de hulpverlening. Met het project Buurtkracht Oost komen bewoners in de gelegenheid stapsgewijs weer actief deel te nemen aan de samenleving en met allerhande klussen een rol van betekenis te vervullen voor anderen. Buurtkracht is tevens een voorliggende voorziening voor bewoners die even wat hulp nodig hebben.
Doelstelling 2: Schiedammers met een beperking kunnen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen met behulp van compenserende voorzieningen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Hulpmiddelen zijn verstrekt volgens de methode De Kanteling. Hierbij staat de vraag achter de vraag centraal om zo beter op maat te kunnen ondersteunen. • Ondersteuning en bereik van 350 mantelzorgers (dat is een bereik van 2,2% van de 16.000 mantelzorgers op de totale Schiedamse bevolking). Mantelzorgers worden ondersteund door een steunpunt in de stad waar zij verder worden geholpen met de hulpvraag. Ook worden er activiteiten georganiseerd en bijeenkomsten gericht op mantelzorg. Daarnaast zijn er verwendagen. • Maatschappelijke dienstverlening is aangeboden aan Schiedammers die dat nodig hebben door Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg (MDNW) op de eigen locatie, in het CJG, bij de huisartsen in de HOED-en (Huisartsen onder een dak) en in het WOT. Door de capaciteitsreductie bij MDNW was de productie in 2012 ongeveer 10% lager dan in 2011. • Inzet van gezinscoaches bij het ondersteunen van problematische gezinnen en hen zo de handvatten bieden om hun gezinsleven zelf weer op te pakken. Er zijn 4000 uur op jaarbasis ingezet voor gezinscoaching en er zijn in totaal 74 trajecten uitgevoerd waarvan 14 licht, 54 zwaar en 6 jongerencoaching. Daarnaast zijn achttien trajecten uitgevoerd met betrekking tot intensieve thuisbegeleiding van gezinnen. Elk traject bestond uit 40 uur begeleiding per gezin. • De functie van de regisseur Maatschappelijke Ondersteuning is eind 2012 samengevoegd met de functie GOSA-regisseur.
Regievoering bij multiproblematiek is daardoor in dezelfde handen gekomen. • Er is zoveel mogelijk ingezet op reguliere en collectieve voorzieningen om de druk op specifieke en individuele voorzieningen te ontlasten. Hierdoor is ten opzichte van 2011 een afname zichtbaar in het aantal aanvragen en verstrekkingen van individuele voorzieningen. Doelstelling 3: Het voorkomen van maatschappelijk isolement door het versterken van sociale bindingen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Op basis van de Visienota Schiedams maatwerk in het sociale domein, waarin een andere manier van werken wordt geschetst, is aan Schiedamse organisaties gevraagd met innovatieve initiatieven te komen. Initiatieven uitgevoerd door vrijwilligers kregen voorrang bij de beoordeling van de subsidieaanvragen. Net als de initiatieven die de eigen kracht en zelfredzaamheid van kwetsbare burgers bevorderen. • Voor het faciliteren van ouderenadviseurs zijn in het Lokaal Zorg Netwerk casussen besproken waarbij multiproblematiek speelt. In het netwerk is afgesproken wie de casemanager is en wie de voortgang bewaakt. • Maatschappelijke opvang: Er waren in 2012 twintig plaatsen nachtopvang en dertig plaatsen Sociaal Pension voor de regio Nieuwe Waterweg Noord (NWN) in Vlaardingen beschikbaar. Cliënten volgen een traject gericht op het versterken van hun zelfredzaamheid, met als doel uitstroom uit de voorziening. • In het NWN-wethoudersoverleg is gesproken over de heroverweging op de maatschappelijke opvang in 2014 en hoe hiermee omgegaan zal worden. Besloten is een plan van aanpak uit te werken.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Maatschappelijke ondersteuning Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
E
ROG+
8 (2007)
8
N.n.b.
Aantal aanvragen
P
ROG+
3.796 (2007)
3.800
3.080
Verstrekken van hulpmiddelen**
P
ROG+
9.642 (2007)
9.700
3.405
Doelstelling 1: Zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning en datgene wat mensen zelf nog kunnen inbrengen en bijdragen Rapportcijfer klanttevredenheidsonderzoeken Doelstelling 2: Schiedammers met een beperking kunnen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen met behulp van compenserende voorzieningen
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator ** Aangeleverd voor de programmabegroting 2012 is 3.800. Abusievelijk is het kengetal voor de NWN regio overgenomen (9.700). Het betreft hier de rekening voor Schiedam, vandaar ook dat het hier het kengetal van Schiedam is opgenomen en niet dat van de NWN-regio.
PROGRAMMAREKENING
51
5. Beleidsonderdeel Gezondheidszorg Doelstelling 1: Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Een aparte kadernota over de bestrijding van alcoholmisbruik in Schiedam is opgesteld. • Aandacht voor eenzaamheid onder de Schiedamse bevolking, vooral onder ouderen, door inzet van: • de boodschappenplusbus; • de oproepcentrale van Argos Zorggroep; • de huisbezoeken; • de visiteclubs; • de eettafels door Seniorenwelzijn. • Alle jongeren tussen de nul en negentien jaar zijn gescreend op overgewicht. • De bestrijding van overgewicht en diabetes bij jongeren tot twaalf jaar door inzet van het product Lekker fit op vier basisscholen en Supersterk op basisschool ‘t Meesterwerk. • Extra aandacht voor genotmiddelenpreventie. Vier scholen hebben deelgenomen aan het project ‘De Gezonde School – Genotmiddelenpreventie’. • In afstemming en samenwerking met de GGD RotterdamRijnmond, zijn er vanuit YOUZ (jongerenteam van Bouman ggz) activiteiten op scholen, primair en voortgezet onderwijs (v.o.), uitgevoerd. Er was onder andere inzet van: • Een gezondheidscoach (op zeven onderwijsinstellingen). • Adviesgesprekken en ouderavonden (op zes onderwijsinstellingen). • Vrijwilligers van een sportvereniging (zes verenigingen) hebben IVA-instructies (gecertificeerde Instructie
52
•
• •
• •
•
Verantwoord Alcoholschenken voor barvrijwilligers) bij YOUZ gevolgd. • YOUZ heeft een training aan jongerenwerkers van SWS gegeven. • Aan de medewerkers van het CJG, de schoolmaatschappelijk werkers en Team Thuisbegeleiding van Careyn is informatie gegeven over het aanbod van YOUZ. • YOUZ was aanwezig bij een homeparty van stichting Tawakal (Somaliërs). Stichting Kik’r heeft in 2012 een tijdschrift DUS?! (over alcohol en drugs) op 25 basisscholen, 4 v.o. scholen en het CJG verspreid. Docenten hebben het tijdschrift gebruikt om het onderwerp in de klas te bespreken. Op vier scholen is voorlichting gegeven over jeugdtandzorg in het basisonderwijs. Aan twintig groepen zijn weerbaarheidstrainingen in het basisonderwijs gegeven. Het bereik hiervan was 240 leerlingen. Financiering en monitoring van de jeugdgezondheidszorg nul- tot negentienjarigen in het CJG. Wijkgerichte aandacht voor gezondheidsbeleid door lokaal extra middelen vanuit het WAP in te zetten voor overgewichtbestrijding bij jongeren tot veertien jaar in de wijk Oost. Avant Sanare heeft tien jongeren begeleid en drie gezinnen intensief begeleid bij het bestrijden van overgewicht. Terugdringen van de babysterfte in Schiedam in de wijk Oost en Nieuwland. De interventie voorlichting perinatale gezondheid is ingezet. Nulmeting heeft plaatsgevonden: er zijn 582 vrouwen bereikt met perinatale voorlichting.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Gezondheidszorg Omschrijving
E/P*
Bron
nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Aantal basisscholen dat voorlichting geeft over jeugdtandzorg
P
GGD
10 (2008)
10
5
Aantal basisscholen met weerbaarheidstraining
P
GGD
24 (2008)
20
20
Aantal scholen voor voortgezet onderwijs dat aandacht besteed aan preventie van depressie
P
GGD
2 (2008)
6
3
Aantal ouderen dat bereikt wordt in het kader van preventie depressie en bestrijding sociaal isolement
E
MO-O&W
600 (2008)
600
n.n.b.
Percentage kinderen uit groep 2 en 7 in het basisonderwijs dat gescreend wordt op overgewicht
P
GGD
100% (2008)
100%
100%
Aantal basisscholen dat oudervoorlichting geeft over voeding en beweging
P
GGD
- (2008)
12
14
GGD
4.867 Schiedammers met diabetes in Nieuwland (2008)
20
n.n.b.**
50
n.n.b.**
16
0
Doelstelling: Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers
Doelstelling: Aanpak specifieke gezondheidsproblemen als overgewicht, bewegingsarmoede, roken en overmatig alcoholgebruik
Doelstelling: De gevolgen van ongezonde leefstijl zoals diabetes worden aangepakt Doelstelling: Wijkgerichte aanpak van gezondheidsbeleid daar waar extra gezondheidsrisico’s zijn In het WAP-Nieuwland is specifieke aandacht voor overgewicht en diabetes
GGD
WAP-Oost aandacht voor overgewicht bij volwassenen en kinderen
Avant Sanare
37.867 schiedammers hebben een vorm van overgewicht (alle leeftijden) (2008) 16 (2011)
Doelstelling: Terugdringen van de babysterfte, die in Schiedam hoger is dan het gemiddelde in Nederland Schiedam zal samen met Rotterdam meedoen aan een onderzoekspilot naar babysterfte.
GGD
-
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator ** De monitor wordt elke vier jaar gemaakt, in het najaar van 2013 worden deze gegevens bekend.
PROGRAMMAREKENING
53
6. Beleidsonderdeel Integratie Doelstelling 1: Bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij en op een harmonieuze manier samenleven Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • RADAR Rotterdam-Rijnmond heeft een meldpunt ingesteld waar Schiedammers advies en ondersteuning kunnen krijgen bij klachten over (vermoede) discriminatie. • Registratie van klachten conform de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA), het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en de ministeriële regeling. RADAR Rotterdam-Rijnmond rapporteert jaarlijks aan het college van B&W van Schiedam. In 2012 is gerapporteerd over het jaar 2011, waarin 24 klachten uit Schiedam bij RADAR zijn behandeld. • De voorbereiding is gestart van het opstellen van een visie op diversiteit in plaats van een breed diversiteitsprogramma. Er hebben interviews met diverse maatschappelijke organisaties plaatsgevonden over het thema diversiteit. In oktober 2012 heeft de gemeente Schiedam een Schiedams Integratiediner georganiseerd waaraan maatschappelijke organisaties, bedrijven, raadsleden, vrijwilligersorganisaties en adviescommissies hebben deelgenomen.
Doelstelling 2: Emancipatie en participatie van alle categorieën Schiedammers Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Vluchtelingenwerk Maasdelta, afdeling Schiedam, heeft maatschappelijke en juridische begeleiding en integratieactiviteiten geboden aan vluchtelingen. In de eerste negen maanden van 2012 hebben zich 34 nieuwe cliëntsystemen (alleenstaanden en gezinnen) gemeld uit 12 landen. Deze vluchtelingen werden ondersteund bij het inburgeren in Schiedam op diverse maatschappelijke terreinen, zoals financiën, schulden, huisvesting, inburgering, studie en gezondheidszorg. Verder zijn in de eerste negen maanden van 2012 33 vluchtelingen in Schiedam komen wonen in het kader van de huisvestingstaakstelling. Deze nieuwe Schiedammers hebben een intensieve vorm van maatschappelijke begeleiding aangeboden gekregen. In het kader van integratie- en introductieactiviteiten is onder meer het coachingsproject Wegwijs in Schiedam uitgevoerd met een bereik van negen koppelingen. Het doel van dit project is dat cliënten een vaste vrijetijdsactiviteit krijgen en een sociaal netwerk opbouwen. • Uitvoering van het project Taal op Maat. Bij het voortzetten van Taal op Maat is uitgegaan van een afbouw van het project in 2012. Het aantal gerealiseerde trajecten bedraagt ongeveer vijftig.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Integratie Omschrijving
E/P*
Bron
E
MO-W/I
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
50% (2005)
60%
**
Doelstelling 1: Bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij en op een harmonieuze manier samenleven Inzet betere beheersing Nederlandse taal: percentage cursisten dat één niveau of meer hoger komt (inburgering)
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Het meten van de resultaten van inburgering op basis van het aantal cursisten dat één niveau of meer hoger komt, is met de invoering van de Wet inburgering losgelaten. In de Wet inburgering (Wi) wordt gekeken naar het aantal deelnemers dat het inburgeringsexamen succesvol afrondt.
54
7. Beleidsonderdeel sport 7.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten sport Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Vergroten van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt.
Sport
2. Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen.
In de kadernota Sport ‘Een levenlang sporten en bewegen 2009-2014’ geeft de gemeente Schiedam aan voor elke Schiedammer een passend sportaanbod te willen creëren door intensief samen te werken met alle partijen, zodat iedereen een leven lang kan sporten en bewegen. Hierbij heeft de gemeente nadrukkelijk samenwerking gezocht met welzijn, onderwijs, sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, sportbonden, private partijen (Woonplus) en fondsen (zoals Fonds Schiedam Vlaardingen e.o.). In 2012 is ingezet op duurzame sportieve interventies en beweeginterventies,
1. intensiveren van sportkennismakingstrajecten op scholen; 2. intensiveren van sportkennismakingstrajecten in wijken; 3. intensiveren van sport- en beweegaanbod voor ouderen; 4. intensiveren van sport- en beweegaanbod voor speciale doelgroepen (o.a. mensen met een beperking en ouderen); 5. sport- en beweegaanbod voor kinderopvang, naschoolse en buitenschoolse opvang; 6. sport- en beweegaanbod voor oudere jeugd en jongvolwassenen; 7. inzetten nieuwe beweeginterventies Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB); 8. faciliteren van vitale sportverenigingen; 9. participatie in uitvoering armoedebeleid; 10. inzetten van combinatiefuncties ten behoeve van de sport; 11. omvormen van buurtlocaties en schoolpleinen naar wijksportlocaties en sportpleinen. 1. uitwerking geven aan Toekomstvisie Sportvelden; 2. uitvoering geven aan onderhoud sportaccommodaties op basis van meerjarenonderhoudsplannen.
waarbij de continuïteit zoveel mogelijk geborgd wordt bij maatschappelijke partners. Op 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad besloten te komen tot drie optimaal gebruikte sportparken, te weten Park A4, Harga en Thurlede. In overleg met de betrokken partijen is in 2012 verdergegaan met het proces van accommodatieverschuiving en vitalisering van sportverenigingen. Verder zijn in 2012 de activiteiten verder uitgewerkt die in de Nota Schiedam in Beweging zijn beschreven als fase 1.
PROGRAMMAREKENING
55
7.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Verhogen van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Intensiveren van sportkennismakingstrajecten op scholen. In 2012 zijn in samenwerking met sportaanbieders en de scholen diverse kennismakingstrajecten georganiseerd. Deze kennismakingstrajecten maken onderdeel uit van het aanbod van de wijksportverenigingen. • Intensiveren van sportkennismakingstrajecten in wijken. Dankzij wijksportverenigingen zijn in de wijken sportkennismakingslessen georganiseerd. In 2012 is de Wijksportvereniging Nieuwland doorgegroeid naar een aanbod van zes sporten voor leerlingen van het basisonderwijs (handbal, schaken, gymnastiek/turnen, tennis, tafeltennis en judo). In de wijk Oost is in 2012 ook gestart met een Wijksportvereniging. In Oost bieden diverse sportaanbieders inmiddels de volgende sporten aan: handbal, cricket, judo, taekwondo, zumba en beweegplezier. • Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor ouderen. In 2012 zijn diverse activiteiten voor alle doelgroepen geinitieerd, georganiseerd en uitgevoerd in samenwerking met diverse maatschappelijke partners. Voor de ouderen zijn de volgende activiteiten georganiseerd: • bewegen 50+; • sporten 50+; • trimmen, wandelen, fietsen; • Start to Run; • SeniorenFit. • Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor speciale doelgroepen, bijvoorbeeld mensen met een beperking en ouderen. In 2010 is het project Revalidatie Sport en Bewegen (20102013) van start gegaan, in samenwerking met de gemeente Vlaardingen, Sportservice Zuid-Holland en Rijndam revalidatiecentrum. Daarnaast zijn voor deze doelgroep verschillende activiteiten aangeboden als kennismakingstrajecten bij het speciaal onderwijs.
56
• Sport- en beweegaanbod voor kinderopvang, naschoolse en buitenschoolse opvang. Om naschoolse en buitenschoolse sportactiviteiten op te zetten, is samenwerking gezocht met de kinderopvangorganisaties KomKids en Mundo. Naar aanleiding daarvan hebben de organisaties zich gecommitteerd aan de Wijksportvereniging Nieuwland. Daarnaast zijn combinatiefunctionarissen en sportcoaches actief in het naschoolse sportaanbod. • Sport- en beweegaanbod voor oudere jeugd en jongvolwassenen. Voor deze doelgroep zijn in samenwerking met verenigingen en scholen verschillende sportkennismakingstrajecten georganiseerd. Ook hebben meerdere sporttoernooien plaatsgevonden en is de Nationale Sport Week gericht op deze doelgroep. • Inzetten nieuwe beweeginterventies Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB). Tijdens de heroverwegingen heeft de gemeente aangegeven niet meer te kunnen voldoen aan de cofinanciering van deze subsidieregeling. Ze heeft daarom besloten geen nieuwe beweeginterventies meer te ontwikkelen. • Faciliteren van vitale sportverenigingen. In 2011 is mede in relatie tot de ontwikkelingen Park A4 en ontwikkellocaties de visie op vitale sportverenigingen vastgesteld. In vervolg hierop is in 2012 onderzoek gedaan naar het functioneren van de Schiedamse sportverenigingen. Een kwart van de sportverenigingen kan worden aangemerkt als vitaal. De helft van de verenigingen wordt gezien als basisvereniging en een kwart valt in de categorie kwetsbaar. De resultaten en de beschreven vitaliteit vormen het beeld dat de verenigingsbestuurders zelf van hun verenigingen hebben. Objectivering van de resultaten en in aansluiting daarop het faciliteren van de vitale sportverenigingen zullen in 2013 verder gestalte krijgen. • Participatie in uitvoering armoedebeleid. In 2012 zijn de 50+-activiteiten gefinancierd vanuit het armoedebeleid. Specifiek gaat het om de activiteiten Bewegen 50+, Sporten 50+ en SeniorenFit.
• Inzet van combinatiefuncties voor de sport. Op tien basisscholen zijn combinatiefunctionarissen actief. Deze combinatiefunctionarissen zijn verantwoordelijk voor het naschoolse sportaanbod. In de wijken Nieuwland en Oost zijn de combinatiefunctionarissen met name actief in de wijksportverenigingen. Bij de gemeente is één combinatiefunctionaris actief geweest. Deze combinatiefunctionaris heeft zich ingezet bij twee sportverenigingen (Juventus basketbal en TTV Scyedam tafeltennis). Daarnaast is de combinatiefunctionaris verantwoordelijk geweest voor het organiseren en uitvoeren van activiteiten op de Krajicek Playgrounds en het Cruyff Court en voor het begeleiden en aansturen van de sportcoaches. Tevens is de inzet van sportcoaches gestimuleerd in het naschoolse aanbod en bij sportverenigingen (DWS handbal en VVK voetbal). In 2012 is het aantal sportcoaches (vrijwilligers met een diploma Leider Sportieve Recreatie en/of een sportspecifieke opleiding van een sportbond) uitgebreid naar negentien. Elke sportcoach wordt 200 uur per jaar ingezet als vrijwilliger bij sportieve activiteiten op bijvoorbeeld playgrounds en evenementen. Hierdoor is in 2012 in totaal 3800 uur inzet van vrijwilligerswerk gerealiseerd. In 2012 is één sportcoach voorgedragen voor een scholarship van de Krajicek Foundation (€ 1.000 voor een opleiding). In ruil voor het scholarship wordt de sportcoach honderd uur ingezet op één van de Krajicek Playgrounds. • Omvormen van buurtlocaties en schoolpleinen naar wijksportlocaties en sportpleinen. De gemeente ligt op schema wat betreft het behalen van deze doelstelling. Inmiddels zijn twee Krajicek Playgrounds en één Cruyff Court gerealiseerd. In 2012 is een start gemaakt met de voorbereiding om in 2013 een tiental schoolpleinen om te vormen naar sport- en beweegpleinen volgens het concept ‘Schoolplein 14’ van de Cruyff Foundation. De planning is dat de sport- en beweegpleinen met ingang van het nieuwe schooljaar 2013-2014 in gebruik genomen worden. In 2012 is op het Archimedesplein in de wijk Oost een tweede beweegtoestel voor ouderen (Yalp) in gebruik genomen.
Doelstelling 2: Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Uitwerken van de Nota Toekomstvisie Sportvelden. Binnen het project Schiedam in Beweging wordt de toekomstige configuratie en indeling van sportvelden uitgewerkt. De mogelijkheden van (her)indeling van de sportparken uit de verkennende Notitie Toekomstvisie Sportvelden zijn hierbij in de beginfase meegenomen. Op basis van de besluitvorming in juni 2012 zullen vanuit het project Schiedam in Beweging gefaseerd inrichtingsplannen ontwikkeld worden. Deze planontwikkeling richtte zich in 2012 voornamelijk op de nieuwe hockeyaccommodatie op sportpark Harga, het nieuwe sportpark A4 en herschikking van de hondensport. Deze inrichtingsplannen zijn ontwikkeld in samenspraak met burgers/omwonenden, sportverenigingen en andere betrokken (maatschappelijke) organisaties. Ook zijn te maken afspraken uitgewerkt over het eigendom, beheer, de organisatie en exploitatie van deze locaties. • Onderhouden van de sportaccommodaties op basis van meerjarenonderhoudsplannen. In 2012 is uitvoering gegeven aan groot en klein onderhoud van de sportaccommodaties. Hiermee blijven de sportvoorzieningen voldoen aan wet- en regelgeving en de door NOC*NSF en overkoepelende sportbonden gestelde inrichtings- en kwaliteitseisen. De uitvoering van onderhoud aan de buitensportaccommodaties is afgestemd op de ontwikkelingen in de uitwerking van het project Schiedam in Beweging. Omdat Zwembad Zuid nog minstens tien jaar open blijft, is het in de zomer (kleinschalige) gerenoveerd.
PROGRAMMAREKENING
57
Doelrealisatie: kengetallen Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Aantal inwoners dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB)
P
S&R
64% (2011)
+ 1%
n.n.b.**
Percentage Schiedamse bevolking dat minimaal twaalf keer per jaar aan sport doet
P
S&R
56% (2011)
+ 1%
n.n.b.**
Burgertevredenheid sportaanbod
E
S&R
6,9 (2011)
6.9
6.9
Doelstelling 1: Verhogen van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt
Aantal sportpleinen
P
S&R
0 (2009)
+1
0***
Aantal wijksportverenigingen
P
S&R
0 (2010)
2
2
Percentage verenigingen waar de vitaliteit verbeterd is
E
S&R
2012/2013
60%
n.n.b.****
Aantal georganiseerde sportevenementen in Schiedam die een bijdrage leveren aan de profilering van Schiedam als sportstad
P
S&R
0 (2009)
1
1
S&R
2008
100%
100%
Burgertevredenheid sportaccommodaties
E
S&R
6,8 (2011)
6.8
6.8
Bezettingsgraad sportaccommodaties
P
S&R
58% (2010)
58%
58%
Doelstelling 2: Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen Uitvoeren MOP-sportaccommodaties
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** In 2011 heeft er een nulmeting plaatsgevonden naar de sportdeelname, het aantal inwoners dat voldoet aan de NNGB en de burgertevredenheid over het sportaanbod en de sportaccommodaties in Schiedam. Na een éénmeting kan pas worden aangegeven in hoeverre aan de doelstellingen is voldaan. Deze éénmeting zal plaatsvinden in 2013. *** Tot en met 2011 zijn er drie sportpleinen (1 Cruijff Court en 2 Krajicek Playgrounds) aangelegd. In 2012 is gestart met het omvormen van meerdere schoolpleinen tot sportpleinen. De realisatie hiervan vindt echter pas in 2013 plaats. **** In 2012 heeft er een onderzoek naar de vitaliteit van de verenigingen plaatsgevonden. In 2013 zal de verdere uitwerking van de vitalisering plaatsvinden.
8. Beleidsonderdeel Werk en Inkomen Ondanks het moeilijke economische klimaat is het gelukt om veel mensen aan de slag te krijgen. Het aantal uitkeringen is in 2012 fors gedaald, tegen de landelijke trend in. Per 1 januari 2012 werden 2.469 uitkeringen verstrekt. Het aantal uitkeringen per 31 december 2012 bedraagt 2.184. Dit is een daling van 11,5%. Landelijk is het aantal uitkeringen in 2012 met circa 1,5% gestegen (CBS StatLine, stand per ultimo november 2012). De verwachtingen voor 2013 zijn overigens niet gunstig. UWV verwacht een sterke stijging van het aantal werkzoekenden in de regio. Als gevolg van de dalende werkgelegenheid ontstaan minder vacatures. Het aantal WWuitkeringen stijgt snel. Een deel van de mensen met een WWuitkering zal doorstromen naar de bijstand. In 2012 zijn verschillende varianten van regionale samenwerking besproken tijdens intensief ambtelijk en bestuurlijk
58
overleg. Met het besluit van de gemeente Vlaardingen om niet te participeren in een regionale sociale dienst ontstond de vraag of er andere mogelijkheden zijn om inhoudelijke en financiële voordelen te verkrijgen, voortvloeiend uit schaalvergroting en samenwerking in de regio op het sociale domein. De meest voor de hand liggende oplossing is een samenwerking tussen de gemeenten Maassluis en Schiedam. Deze mogelijkheid van regionale samenwerking wordt in 2013 verder onderzocht. Met de komst van de Participatiewet is het logisch geworden om één uitvoeringsorganisatie te vormen voor de sociale werkvoorziening en de bijstand. Daarom is in 2012 het besluit genomen om de gemeentelijke afdeling Werk en Inkomen en Berckenrode Groep Schiedam (BGS) om te vormen tot een nieuwe uitvoeringsorganisatie. In 2012 is ook bekend geworden dat UWV het Werkplein Nieuwe Waterweg gaat verlaten. UWV vertrekt per 31 december 2014 uit dit Werkplein. De dienstverlening van UWV
wordt vanaf 1 januari 2015 voortgezet vanuit het Werkplein Rotterdam Heiman Dullaertplein. Doelstelling 1: Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Bemiddeling naar regulier werk door participatiecoaches en werkmakelaars; • Intensivering werkzaamheden Servicepunt Leren en Werken: • voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid van jongeren; • voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten; • bevorderen van zelfredzaamheid; • bevorderen van behalen startkwalificatie; • Inzet van (tijdelijke) re-integratie-instrumenten; • Realiseren van maatschappelijke effecten door de inzet van leerwerktraject op de terreinen zorg, schoon en veilig; • Aanbieden van arbeidspotentieel aan regionale werkgevers; • Voeren van een activerend arbeidsmarktbeleid samen met publieke en private partners; • Verbinden en ontsluiten van bestaand aanbod en voorzieningen voor de doelgroep van Werk en Inkomen; • Realiseren van inburgeringstrajecten; • Trajecten volwasseneneducatie in relatie tot bijstandafhankelijkheid. De gemeente heeft hiervoor het volgende gedaan: In 2012 is gestart met het realiseren van het Talentontwikkelplein. Dit (vooralsnog digitale) plein wordt in de komende jaren dé verzamelplaats van allerlei interventies die kunnen worden ingezet om mensen te activeren naar bij voorkeur betaald werk of, als dat niet direct lukt, naar werkervaringsplekken of vrijwilligerswerk. De verschillende interventies die in 2012 zijn ingezet (766 in totaal) hebben bijgedragen aan een goed uitstroomresultaat. De uitstroom is in 2012 met ruim 32% gestegen ten opzichte van 2011 (uitstroom 2011: 985, uitstroom 2012:1305). Interventies dragen niet alleen bij aan uitstroom, maar ook aan een beperking van de instroom, bijvoorbeeld door mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt van werk naar werk te begeleiden (Baanbrekend) of door jongeren te begeleiden naar werk en scholing (Go Startpunt). Mede hierdoor is de instroom in 2012 met 10% gedaald ten opzichte van 2011 (instroom 2011: 1138, instroom 2012: 1025). Sociale winst (social return) is ingezet voor mensen met een grotere afstand
tot de arbeidsmarkt. In 2012 zijn 50 personen geplaatst op regulier werk en 32 personen op een werkervaringsplek. Dit is vooral werk in de zorg en in de bouw. Voor zowel inburgering als volwasseneneducatie geldt dat er met ingang van 1 januari 2013 wetswijzigingen zijn. Dat betekent dat in 2012 voor het laatst gezamenlijk met de andere Rijnmondgemeenten voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is aangekocht. Ook zijn in 2012 de laatste inburgeringstrajecten aan inburgeraars aangeboden. De WEBmiddelen uit het Participatiebudget zijn grotendeels benut en besteed via opleidingen bij de regionale opleidingscentra. Op het gebied van taal en participatie is een start gemaakt met een samenwerkingsverband tussen verschillende Schiedamse organisaties. Dit heeft onder meer geleid tot het Taal+ Loket, waar burgers informatie kunnen krijgen over alle mogelijke taalactiviteiten en cursussen. Het project Taal op Maat, dat wordt uitgevoerd door VluchtelingenWerk, is in 2012 voortgezet. Doelstelling 2: Financiële ondersteuning om de participatie van mensen in Schiedam die daar recht op hebben te stimuleren. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Uitvoeren van doelmatig en doeltreffend armoedebeleid, waardoor mensen voldoende besteedbaar inkomen hebben en volwaardig maatschappelijk kunnen participeren; • Verder vormgeven van hoogwaardige handhaving van de Wet werk en bijstand. De gemeente heeft hiervoor het volgende gedaan: In 2012 is nieuw, activerend armoedebeleid in werking getreden. In totaal heeft 52% van de mensen uit de doelgroep met een laag inkomen (tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm) gebruikgemaakt van een of meer voorzieningen in het armoedebeleid. De inkomenstoeslag is aan 1182 huishoudens uitbetaald. In 2012 is ook een compensatieregeling opgesteld voor mensen met een chronische ziekte of handicap die financieel nadeel kunnen ondervinden van het nieuwe armoedebeleid. Aan 555 huishoudens is de tegemoetkoming van € 300 uitbetaald. Het Jeugdfonds was ook in 2012 een succes. In totaal hebben ouders 1852 waardecoupons (voor sport, cultuur en schoolactiviteiten) ingediend bij verenigingen en scholen. Door de daling van het uitkeringenbestand ontstaat financiële ruimte in het budget bijzondere bijstand, waardoor het is gelukt om de Rotterdampas te behouden voor Schiedam.
PROGRAMMAREKENING
59
Behalve aandacht voor uitstroom en sociale stijging via het Talentontontwikkelplein is er in 2012 ook de nodige aandacht geweest voor instroom en handhaving. De klantherkenning bij de eerste melding is strakker georganiseerd. Er wordt streng bekeken of er andere voorzieningen zijn waar mensen recht op kunnen hebben. Vanuit de klantherkenning gaan mensen naar een verplichte workshop, waar de focus ligt op het verkrijgen van werk en niet op inkomensondersteuning. Ook in 2012 zijn handhavingsactiviteiten uitgevoerd om vast te stellen of mensen daadwerkelijk recht hebben op een uitkering. In 2012 zijn meer dan vierhonderd onderzoeken gedaan. Het gaat om verschillende soorten onderzoeken (bijvoorbeeld huisbezoeken, risicogestuurde onderzoeken en opsporingsonderzoeken door de sociale recherche). De handhavingsactiviteiten hebben er in ruim 40% van de gevallen toe geleid dat een uitkeringsaanvraag werd afgewezen of een uitkering werd beëindigd. Verder is in de tweede helft van het jaar gestart met de voorbereidingen van de Wijkgerichte Aanpak (WGA) Oost. Begin 2013 zijn de interventieteams van WGA begonnen met hun handhavings- en controleactiviteiten, die de leefbaarheid in de wijk Oost moeten verbeteren. Doelstelling 3: Maatschappelijke participatie en ondersteuning voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Verbinden en ontsluiten van bestaand aanbod en voorzieningen voor de doelgroep van Werk en Inkomen; • Uitvoeren van schuldhulpverlening die gericht is op het voorkomen en stabiliseren van schulden en waarbij de zelfredzaamheid van mensen vooropstaat; • Uitbreiden van vrijwilligerswerk. De gemeente heeft hiervoor het volgende gedaan: Met een aantal maatschappelijke organisaties zijn in 2012 afspraken gemaakt over participatieplaatsen voor mensen met meer afstand tot de arbeidsmarkt. Het mes snijdt hier
60
aan twee kanten. Mensen met een uitkering doen ervaring op, terwijl de organisaties (zoals SWS Welzijn) gebruikmaken van de capaciteiten van deze mensen. Ook is in 2012 gestart met een project voor mensen die, door een combinatie van factoren, minder kansen hebben op werk. Er zijn participatiecoaches vrijgemaakt die specifiek aandacht besteden aan mensen uit deze doelgroep (één-op-éénbenadering). Zij bekijken welke mogelijkheden de mensen nog wél hebben en of er bijvoorbeeld zicht is op werk als vrijwilliger. Daarnaast loopt er samen met UWV een pilot over arbeidsmedische advisering aan jongeren. Met de komst van de Participatiewet (waarbij een deel van de Wajong naar de gemeente gaat) wil de gemeente graag kennis en ervaring opdoen met advisering aan jongeren met een arbeidshandicap. In 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. De kern van deze wet is dat gemeenten de regierol en de zorgplicht hebben voor schuldhulpverlening. De gemeenteraad heeft de kaders voor schuldhulpverlening vastgesteld. In 2012 is vooral geïnvesteerd in de implementatie van de nieuwe regelgeving en het beleid. Daarnaast is rondom schuldhulpverlening een netwerk gevormd met maatschappelijke partners in de stad. Het doel van dit netwerk is het gebruik van gemeentelijke schuldhulpverlening zoveel mogelijk te voorkomen. Als dat niet mogelijk is, dan is het doel om mensen zo goed mogelijk voorbereid door te laten stromen naar de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het netwerk is hard nodig: ook in 2012 was het aantal aanmeldingen voor gemeentelijke schuldhulpverlening hoog. In totaal hebben 1.006 mensen met schulden ondersteuning gevraagd. Het aantal trajecten schuldhulpverlening in 2012 bedroeg 1.005, waaronder 235 schuldregelingen. Het Steunpunt Vrijwilligerswerk Schiedam heeft ook in 2012 een aantal activiteiten georganiseerd, waaronder de themabijeenkomst Fondsenwerving en Sponsoring, een vrijwilligersmarkt en een vrijwilligersfeest. Ook is veel aandacht besteed aan het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers, door specifieke cursussen en trainingen aan te bieden (zoals cursussen penningmeesterschap, sociale media en EHBO).
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Werk en Inkomen Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Toeleiding aantal cliënten naar werk (aantal re-integratietrajecten).
P
MO-W/I
850 (2008)
900
766
Aantal beëindigde uitkeringen in verband met werkaanvaarding of opleiding.
P
MO-W/I
263 (2008)
250
301
Aantal uitkeringen WWB (inclusief IOAW/IOAZ) <65-.
P
MO-W/I
2.270 (2010)
2.100**
2.184**
Percentage huishoudens met een laag inkomen dat gebruik maakt van het gemeentelijk minimabeleid.
P
MO-W/I
30% (2009)
40%
52%
Aantal te starten inburgeringstrajecten.
P
MO-W/I
422 (2008)
200
140
Aantal trajecten volwasseneneducatie laaggeletterden (koppeling re-integratie).
P
MO-W/I
160 (2008)
75
75
Aantal mensen dat via het Steunpunt Vrijwilligerswerk Schiedam wordt bemiddeld naar vrijwilligerswerk.
P
MO-W/I
100 (2008)
120
225
Doelstelling 1: Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk.
Doelstelling 2: Financiële ondersteuning om participatie van mensen in Schiedam die daar recht op hebben te stimuleren.
Doelstelling 3: Maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen.
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator ** Stand per einde jaar
9. Beleidsonderdeel Dierenwelzijn De omstandigheden van dieren in Schiedam moeten zo optimaal mogelijk zijn, zowel voor vrij levende dieren als voor huisdieren en hobby- en productiedieren. Daarnaast wil de gemeente ervoor zorgen dat de burgers de weg kunnen vinden naar voorlichting op het gebied van dierenwelzijn en dat
de ondersteunende organisaties (asiel, dierenambulance en andere dierenwelzijnsorganisaties) een netwerk kunnen vormen en goed kunnen functioneren. De rol van de gemeente ligt vooral in de voorwaardenscheppende en voorlichtende sfeer.
10. Wat heeft het programma sociale Infrastructuur gekost? Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
Lasten
148.132
131.976
137.206
138.111
-905
Baten
82.559
72.699
83.938
84.510
572
(Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming
-65.572
-59.276
-53.268
-53.601
-333
Toevoeging aan reserves
982
60
4.034
4.547
-513
Onttrekking aan reserves
5.679
903
3.017
5.675
2.658
Saldo reservemutaties
4.698
843
-1.017
1.127
2.144
-60.875
-58.433
-54.285
-52.474
1.811
resultaat na bestemming
PROGRAMMAREKENING
61
11. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
sociale infrastructuur Baten Product Onderwijsbeleid -1.766
5
-140
5
2.281
5
De kosten voor het leerlingenvervoer zijn, ondanks een scherpe aanbesteding (in 2010), evenals in voorgaande jaren gestegen. Dit heeft een aantal oorzaken. Enerzijds is sprake van een toename van het aantal leerlingen dat wordt verwezen naar een vorm van speciaal onderwijs. Daarnaast zien we dat de scholen voor speciaal (voortgezet) onderwijs doorgaan op de weg om ‘onderwijs op maat’ te bieden. Dit leidt vaak tot individuele lesroosters en aangepaste stagetrajecten. Hierdoor is een onverminderde toename van het aantal incidentele ritten. Tevens wordt de toename veroorzaakt door aanpassing van de tarieven van de Nederlandse EmissieAutoriteit (NEA).
-103
5
Aan Onderwijsachterstandenbeleid werd € 0,9 miljoen minder uitgegeven. De besteding van de gemeente volgt een ander patroon dan de inkomsten die we van het rijk ontvangen.Zie ook toelichting op de baten van dit product. Er werd minder uitgegeven aan Peuterspeelzaalwerk en Schakelklassen (€ 0,7 miljoen). Deze projecten hebben betrekking op het Onderwijsachterstandenbeleid.
1.655
5
-124
5
-237
5
Van het rijk worden middelen verkregen voor de uitvoering van het Onderwijsachterstandenbeleid. De ontvangsten lopen niet synchroon met de besteding door de gemeente aan daadwerkelijke projecten. Zie ook toelichting op de lasten van dit product. Product sportaccommodaties Een gedeelte van de afrekening van het contract met Sportfondsen (€ 40) over de periode 2006-2011 verschuift naar 2013. Tevens was in de begroting een bedrag van € 100 opgenomen, naar aanleiding van een geschil tussen Sportfondsen Schiedam BV en Eneco/Stedin (aangaande teruggeleverde energie). Verwacht werd dat dit geschil positief zou uitpakken voor de Gemeente en dat dit tot een bate zou leiden in 2012. Dit is niet gerealiseerd. Naar verwachting wordt de bate nu in 2013 ontvangen. Product inkomensvoorzieningen De opbrengsten voor wet Werk en Bijstand waren € 2,281 miljoen hoger dan begroot. Dit had diverse oorzaken. Belangrijkste oorzaak is de opbrengst vanuit het rijk voor uitbetaling van de vakantietoeslag voor cliënten (€ 1,3 miljoen). Hier staan gelijke uitgaven tegenover (zie ook de toelichting bij de lasten). Deze inkomsten en uitgaven zijn per saldo nul en daarom ook niet opgenomen in de begroting. Andere oorzaken van de hogere inkomsten zijn: inkomsten WAP Nieuwland (product 3021 Participatiebudget; € 500), een hogere rijksbijdrage (€ 130) en hogere inkomsten doordat bijstandsgerechtigden meer eigen inkomsten hadden dan begroot (€ 300). Lasten Product Onderwijsbeleid
Product Openbaar basisonderwijs Er is meer uitgegeven door hogere verzekeringskosten. Product Openbaar voortgezet onderwijs De kosten op dit product waren hoger dan begroot. Dit heeft drie oorzaken. Ten eerste is in 2012 een declaratie ontvangen betreffende de onroerende zaakbelasting van schoolbesturen van voorgaande jaren. Ten tweede hadden we te maken met kosten van tijdelijke huisvesting van het Lyceum Schravenlant. Ten derde is de overschrijding ontstaan als gevolg van schade door diverse inbraken.
62
Bedrag x € 1.000 Product sportaccommodaties Een aantal onderhoudswerkzaamheden zijn herbezien en uitgesteld. De lasten van Zwembad Zuid waren lager dan begroot. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste heeft de efficiencyslag in de programmering van het zwembad geleid tot lagere lasten. Daarnaast is de grootschalige renovatie uitgesteld tot 2013. Daarvoor waren echter in de begroting 2012 al kapitaallasten opgenomen. Deze werden niet gerealiseerd. Voor Zwembad Groenoord waren de kosten ook lager dan begroot. In 2012 is minder uitgegeven aan onderhoud en vervanging van installaties. De kapitaallasten die daarvoor in de begroting waren opgenomen, werden niet gerealiseerd. De lasten voor groene sportvelden en terreinen bleven achter bij de begroting. Grote vervangingsinvesteringen voor buitensportaccommodaties zijn herbezien. De consequenties voor de begroting 2012 zijn echter niet doorgevoerd. Daarnaast is het te plegen onderhoud beperkt tot het uiterst noodzakelijke. Ook zijn een aantal veldrenovaties niet uitgevoerd (onder andere renovatie kunstgrasveld). Product Maatschappelijk werk Er werd minder beroep gedaan op beschikbare middelen voor incidentele subsidies. Product kinderopvang De financiering van het peuterspeelzaalwerk door het rijk was voldoende om de kosten op te vangen. Het gemeentelijke budget was hierdoor niet meer nodig. Product Inkomensvoorzieningen De lasten voor Wet werk en bijstand zijn € 1.112 hoger dan begroot. De lasten voor de vakantietoeslag voor clienten zijn niet begroot (€ 1,3 miljoen). Zie ook de toelichting bij de baten van dit product. De kosten voor Baanbrekend waren € 231 lager. Dit betreft met name het onderdeel kosten duurzaamheidsbonus. De lasten voor structurering sociaal domein bleven achter bij de begroting. Ingeschat werd dat er in het kader van dit project in 2012 al meer zou zijn gerealiseerd. Deze planning bleek te optimistisch. Er werden minder verstrekkingen gedaan voor bijzondere bijstand. Product Werkgelegenheidsbeleid Dit is het gevolg van het exploitatieresultaat van BGS en het vormen van een aantal voorzieningen in verband met meldingen BGS. Product Volksgezondheid Voor het onderdeel Jeugdgezondsheidszorg zijn lagere subsidies vastgesteld richting ketenpartners (met name FlexusJeugdplein). Product Participatiebudget In het kader van het Wijkactieplan Nieuwland zijn cliënten met behoud van uitkering werkstages gaan volgen bij de projecten Watch Out, Groene Brigade en Het goed. Deze uitkeringen kunnen niet verantwoord worden op het participatiebudget. Er is een voorziening gevormd voor nog te verrekenen kinderopvangtoeslag. Overige verschillen programma sociale infrastuctuur Totaal saldo programma Sociale infrastuctuur
Reden van afwijking*
95 80
5 5
322
5
350
5
129
5
148
5
-1.112
5
406
5
505
5
-2.542
5
209
5
-511 5
-467 475 -333
5 5
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
PROGRAMMAREKENING
63
12. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Begroting 2012 Saldo
Lasten
Baten
Rekening 2012 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
3001 Onderwijsbeleid
10.153
5.021
-5.132
10.749
8.379
-2.370
9.123
6.599
-2.524
3002 Primair onderwijs
4.531
98
-4.433
5.074
116
-4.959
5.230
205
-5.025
3003 Voortgezet onderwijs
2.027
121
-1.907
2.267
78
-2.189
2.461
118
-2.342
1
0
-1
27
15
-12
2
0
-2
3005 Milieu educatie 3006 Sport en recreatie
1.321
72
-1.249
1.048
22
-1.026
1.052
43
-1.009
3007 Sportaccomodaties
6.419
1.653
-4.765
6.861
2.108
-4.753
6.014
1.982
-4.032
3008 Bibliotheekwerk
2.991
5
-2.986
2.872
0
-2.872
2.872
4
-2.868
3010 Culturele activiteiten
1.518
52
-1.466
1.134
31
-1.103
1.092
-35
-1.127
3011 Sociaal cultureel werk
5.559
93
-5.466
4.188
0
-4.188
4.145
14
-4.130
3012 Maatschappelijk werk
16.975
3
-16.972
13.074
700
-12.374
12.926
715
-12.211
1.190
111
-1.079
1.044
34
-1.010
896
40
-856
3013 Kinderopvang 3014 Inkomensvoorziening
51.824
39.062
-12.762
49.974
41.630
-8.343
50.154
43.945
-6.209
3015 Werkgelegenheidsbeleid
19.599
19.657
58
19.132
19.315
183
24.151
21.898
-2.253
3016 Vormingswerk 3017 Volksgezondheid
465
0
-465
485
0
-485
432
0
-432
4.270
2.142
-2.128
4.255
381
-3.874
4.046
318
-3.728
3018 Wet op de lijkbezorging
112
0
-112
81
4
-77
81
10
-71
3019 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
563
0
-563
673
0
-673
636
0
-636
3020 Dierenwelzijn
141
0
-141
135
0
-135
134
0
-134
3021 Participatiebudget Resultaat voor bestemming 3999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
64
Rekening 2011
18.472
14.469
-4.003
14.132
11.124
-3.008
12.668
8.762
-3.906
148.132
82.559
-65.572
137.206
83.938
-53.268
138.111
84.510
-53.601
982
5.679
4.698
4.034
3.017
-1.017
4.547
5.675
1.127
149.113
88.238
-60.875
141.240
86.955
-54.285
142.659
90.185
-52.474
PROGRAMMAREKENING
65
Stadseconomie 1. Doelstelling De gemeente Schiedam wil met het Programma Stadseconomie de sociale en sociaal-economische structuur versterken, zoals deze past bij de stad. Dit geldt voor de stad als geheel: voor de bedrijventerreinen, winkelcentra en de binnenstad, maar ook voor de afzonderlijke wijken. Hiermee geeft Schiedam uitvoering aan de vijfde van de acht outcome-doelstellingen uit het Collegewerkprogramma 2010-2014 en aan een evenwichtige samenstelling van soorten werkgelegenheid zoals genoemd in hoofdstuk 5.4 van de Stadsvisie 2030. Het is belangrijk voor de stad dat er voldoende en goed gevarieerde werkgelegenheid is, omdat dat leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Door het versterken van de ruimtelijke en economische kwaliteiten
van de stad kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtiger bevolking aan zich binden, waardoor het vestigingsklimaat verbetert en de werkgelegenheid toeneemt. Dit komt de economische structuur en vitaliteit van de stad ook ten goede. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Een goed cultureel klimaat ademt een sfeer uit waarin werkgelegenheid en bedrijvigheid zich optimaal kunnen ontwikkelen. Een stad die de kwaliteit van de werkgelegenheid wil verhogen, moet zich dus realiseren dat het in stand houden en ontwikkelen van voldoende aanbod aan culturele voorzieningen hiervoor een van de randvoorwaarden is. Dit aanbod komt echter vanwege de landelijke bezuinigingen de komende tijd onder druk te staan.
Programma stadseconomie
Speerpunten
Algemene doelstelling De gemeente wil de sociaaleconomische structuur versterken van de bedrijventerreinen, winkelcentra, binnenstad en van de afzonderlijke wijken. Voldoende en goed gevarieerde werkgelegenheid leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Door de ruimtelijke en economische kwaliteiten van de stad te versterken, kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtiger bevolking aan zich binden. Hierdoor verbetert het vestigingsklimaat, wat de werkgelegenheid bevordert.
66
• herstructurering bedrijventerreinen; • ontwikkelen bedrijvenlocaties; • wijkeconomie; • cultuur in de wijk; • doorpakken op de kwaliteit van de binnenstad; • kwaliteitsverbetering van het toeristisch en cultureel product; • regie voeren op culturele instellingen; • een rol voor kunst en cultuur bij ruimtelijke ontwikkeling; • stadspromotie/citymarketing; • herstructureren cultuureducatie. Beleidsonderdelen
Ruimte voor economische ontwikkeling
Werkgelegenheid
Doelstellingen 1. versterken van het ondernemersklimaat; 2. verbeteren van het stedelijk imago; 3. vergroten van de externe oriëntatie: Europa, Rijk (G32), provincie, regio,; 4. versterken van de detailhandel in de binnenstad; 5. bedrijventerreinen aantrekkelijk houden en maken voor ondernemers; 6. nieuwe bedrijfslocaties ontwikkelen; 7. stimuleren van de wijkeconomie; 8. stimuleren van de uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamel-gebouwen (in het kader van de groei van het aantal zzp’ers en de creatieve sector). 1. Groei van de werkgelegenheid en een afname van de werkloosheid.
Programma stadseconomie (vervolg) Algemene doelstelling
De gemeente wil de sociaaleconomische structuur versterken van de bedrijventerreinen, winkelcentra, binnenstad en van de afzonderlijke wijken. Voldoende en goed gevarieerde werkgelegenheid leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Door de ruimtelijke en economische kwaliteiten van de stad te versterken, kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtiger bevolking aan zich binden. Hierdoor verbetert het vestigingsklimaat, wat de werkgelegenheid bevordert.
Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Ruimte voor cultuur en toerisme
De uitgangspunten voor het cultuurbeleid zijn als volgt geformuleerd: 1. Cultuur bevordert de sociale cohesie. 2. Cultuur is goed voor de economie. 3. Cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad. 4. Cultuur moet voor iedereen bereikbaar zijn. Doelstellingen toerisme: 5. Een sterk (toeristisch) imago van de stad. 6. Meer toeristen naar de stad trekken en een langere verblijfsduur bewerkstelligen. Doelstelling cultuur en toerisme: 7. De trots van Schiedammers op hun stad vergroten.
Binnenstad
De relatie van het Programma Stadseconomie met Stadsvisie Schiedam 2030 en het Collegewerkprogramma 2010-2014 Het Programma Stadseconomie geeft met name uitvoering aan de volgende hoofdopgaven van de Stadsvisie Schiedam 2030: • hoofdopgave 2 ‘Versterking van de binnenstad’; • hoofdopgave 6 ‘Voortzetting diversificatie werkgelegenheid, innovatie en vernieuwing van de lokale economie, behoud en binding van de koopkracht; • hoofdopgave 9 ‘Verder versterken van het imago’.
1. toename van het winkelend publiek en de verblijfsduur in de binnenstad; 2. verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door het beperken van leegstand en verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Het programma geeft daarnaast uitvoering aan de volgende strategische lijnen van het Collegewerkprogramma (CWP) 2010-2014: • strategische lijn 3 ‘Een voorzieningenniveau op de Schiedamse maat geschoeid’; • strategische lijn 4 ‘Investeren in de lokale economie en mensen (social return op de eigen investeringen)’.
PROGRAMMAREKENING
67
2. Beleidsonderdeel ruimte voor economische ontwikkeling 2.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten ruimte voor economische ontwikkeling Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
Ruimte voor economische ontwikkeling
1. Versterken van het ondernemersklimaat
1.1 Relatiebeheer met bedrijven 1.2 Ondernemersondersteuning door ondernemersloket, microfinanciering, starterstimulering, BIZ, ondernemersfonds en SEARS
2. Verbeteren van het stedelijk imago
2.1 Verbeteren van het stedelijk imago door citymarketing en themajaren
3. Vergroten van de externe oriëntatie: Europa, rijk (G32), provincie, regio
3.1 Versterken van de netwerken gericht op onderlinge afstemming van economische ontwikkelingen: Europa, rijk, provincie, regio
4. Versterken van detailhandel in de binnenstad
4.1 Versterken van detailhandel in de binnenstad door beleid uit te werken omtrent koopzondagen 4.2 Zie beleidsonderdeel Binnenstad
5. Bedrijventerreinen aantrekkelijk houden en maken voor ondernemers
5.1 Herstructureren en aantrekkelijk maken van verouderde bedrijventerreinen 5.2 Bevorderen van creatieve economie 5.3 Veilig ondernemen
6. Ontwikkelen nieuwe bedrijfslocaties
6.1 Stationsplein en omgeving 6.2 Schieveste
7. Stimuleren van de wijkeconomie
7.1 Wijkeconomie Oost 7.2 Wijkeconomie Nieuwland
8. Stimuleren uitbreiding aantal bedrijfsverzamelgebouwen (in het kader van de groei van het aantal zzp’ers en de creatieve sector)
8.1 Stimuleren uitbreiding aantal bedrijfsverzamelgebouwen
2.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Versterken van het ondernemersklimaat De gemeente zet al een aantal jaren krachtig in op het versterken van de contacten met bedrijven. Onderstaande instrumenten worden hierbij structureel ingezet: • Het vervullen van de zogenoemde één-loketfunctie voor ondernemers door gebiedsgerichte accountmanagers in te zetten. • Bedrijfsbezoeken: in 2012 hebben regelmatig bedrijfsbezoeken plaatsgevonden, zowel door het college als door de accountmanagers, naar aanleiding van een concrete vraag of nieuwe plannen van de onderneming. • Het mede organiseren van de netwerkbijeenkomst ‘Business op het Water’. • Het participeren in Open Coffee Schiedam: een lokale netwerkbijeenkomst voor ondernemers die tweemaandelijks wordt gehouden.
68
• Een adviserende rol van de accountmanager binnen stichting Mentor, een stichting die starters kosteloos begeleidt in het ondernemen. Verder ondersteunt Schiedam ondernemers door: • Ondernemersloket – Het loket voor ondernemers in de stadswinkel is inmiddels ondergebracht bij het omgevingsloket. Het Ondernemersloket wordt hierdoor niet meer specifiek gepromoot. Dit neemt niet weg dat het loket nog steeds dient als vraagbaak voor ondernemers. In 2012 is het loket door 85 ondernemers bezocht. Hiervan is 90% starter. • Microfinanciering – Via de stichting qredits.nl wordt landelijke bekendheid gegeven aan het verkrijgen van microfinanciering (tot € 50.000). De gemeente Schiedam is microfinancieringspunt en is aangesloten bij deze stichting.
•
•
•
•
Ondernemers kunnen zowel via de gemeente als zelfstandig een verzoek tot microfinanciering indienen. De selectie is erg streng. Ondernemers die elders schulden hebben of een onvoldoende onderbouwd plan inleveren, komen niet in aanmerking voor een microkrediet. In 2012 heeft qredits 35 aanvragen vanuit Schiedam ontvangen. Slechts drie hiervan zijn gehonoreerd. Starterstimulering – De stichting Mentor biedt startende ondernemers een (gratis) coach die de ondernemer kan bijstaan bij allerlei vraagstukken. De accountmanager heeft een adviserende rol in deze stichting. In 2012 waren er vier aanvragen voor begeleiding, waarvan en drie daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Dit aantal ligt veel lager dan andere jaren, vooral als gevolg van de economische crisis. In het kader van starterstimulering werkt de gemeente ook mee aan projecten voor startende ondernemers, zoals ‘Startop’, geïnitieerd door de Rabobank. Na zes drukbezochte inspiratieavonden hebben achttien deelnemers zich aangemeld hun bedrijf te presenteren. Na twee voorrondes zijn zes kandidaten geselecteerd om deel te nemen aan de masterclasses. Deze stoomden de kandidaten klaar om zich zo goed mogelijk te presenteren tijdens de slotavond. Helaas waren er geen finalisten uit Schiedam bij. BIZ – De Bedrijven Investeringszone Vijfsluizen heeft in 2012 verregaande stappen gezet ten aanzien van het realiseren van camerabewaking op het terrein. Ondernemersfonds – Stichting Centrummanagement Schiedam beheert het ondernemersfonds, dat wordt gevoed door de reclameheffing van de gemeente. Hiervoor organiseert het Centrummanagement activiteiten die de binnenstad een economische stimulans geven. De middelen uit het ondernemersfonds zijn in 2012 besteed aan het opzetten van de website Schiedam Centrum en activiteiten ter ondersteuning van de koopzondagen. Op basis van de financiële verantwoording 2012, die in april 2013 wordt verwacht, kan de evaluatie van het ondernemersfonds starten. Sociaal Economische Adviesraad Schiedam (SEARS) – De SEARS is een overlegorgaan dat bestaat uit deelnemers van de Kamer van Koophandel, Centrummanagement en vertegenwoordigers van Schiedamse werkgevers uit de profit- en non-profitsector. De gemeente vervult de rol van secretariaat voor deze adviesraad. Eind 2011 is afgesproken dat de SEARS zijn rol zou evalueren. Een terugkoppeling hiervan is nog niet ontvangen. Er zijn geen onderwerpen waarover de SEARS heeft geadviseerd in 2012.
Doelstelling 2: Verbeteren van het stedelijk imago De gemeente Schiedam wil het imago van de stad verbeteren door: • Citymarketing – Door deel te nemen aan landelijke wedstrijden/prijsvragen kan Schiedam positief in het nieuws komen. In 2012 is Schiedam verkozen tot erfgoedgemeente van Nederland door het winnen van de BNG Erfgoedprijs. In 2012 is overleg gevoerd met marktpartijen om de woonpromotie, die voorheen door het Woon Informatie Centrum (WIC) werd uitgevoerd, onder te brengen bij Stichting Promotie Schiedam. De gemaakte afspraken worden in 2013 tot uitvoering gebracht. • Themajaren – Door thema’s aan jaren te koppelen kunnen de kernkwaliteiten van Schiedam meer bekend worden gemaakt. Zo wordt Schiedam op een positieve manier op de kaart gezet. In 2012 was het thema ‘Verborgen Schatten’. Hiermee is vooral een link gelegd naar het landelijke thema ‘400 jaar Turks-Nederlandse betrekkingen’ en de rol van de Schiedammer Haga hierin. In het kader van dit themajaar hebben veel activiteiten en evenementen plaatsgevonden, zoals: • presentatie publicatie Cornelis Haga; • tentoonstelling Marius Bauer in Turkije; • tentoonstelling Turkisch Treat; • pop-up restaurant Schiebaraj; • Bazaar aan de Schie; • ambassadeursactie via Mupi posters; • bruiloft in Nieuwland; • onthulling straatnaambord Hagastraat. Doelstelling 3: Externe oriëntatie: Europa, Rijk (G32), provincie, regio Externe oriëntatie versterkt de netwerken ten behoeve van onderlinge afstemming van economische ontwikkelingen. • Europa – In 2012 is er veel aandacht besteed aan de kansen die de zogenoemde Europa 2020-strategie voor Schiedam kan bieden. De Europa 2020-strategie is de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor duurzame economische groei en meer werkgelegenheid. In G32-verband heeft Schiedam bijgedragen aan de notitie ‘Steden startklaar voor Europa! Hoe de G32-steden zullen bijdragen aan de grote Europese uitdagingen’. Hierin staat aangegeven waar de verbindingen liggen tussen de Europese doelstellingen en de lokale opgaven. Met ingang van 2012 is Schiedam vicevoorzitter van Eurotowns, het netwerk van middelgrote steden in Europa. In datzelfde jaar heeft in Schiedam de
PROGRAMMAREKENING
69
General Assembly plaatsgevonden, de officiële jaarvergadering van Eurotowns. Twaalf steden waren in Schiedam vertegenwoordigd. Schiedam heeft de externe oriëntatie sterk zichtbaar gemaakt door de internationale conferentie ‘The return of the maritime industry – Schiedam model to attract top industries’ te organiseren. Meer dan negentig vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en diverse overheden waren hierbij aanwezig. In 2012 heeft Schiedam toestemming gekregen om ruim € 280.000 EFRO-middelen (Europees Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling) in te zetten voor de realisatie van een innovatief ondergronds waterbergingssysteem op Schieveste. Dit systeem is inmiddels opgeleverd. • Rijk – Hoewel het Rijk voor de economische ontwikkeling van Schiedam geen financiële middelen meer beschikbaar stelt, wordt wel ingezet op kennisuitwisseling. Dit gebeurt onder andere door periodieke gesprekken met de minister van Economische Zaken door woordvoerders van de G32. Schiedam participeert actief in het Stedenbeleid binnen de pijler Economie en Werk. In 2012 is het convenant ‘Smarter Cities’ opgewerkt door de G32. Dit convenant regelt de afspraken over de samenwerking tussen het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de gemeenten, op initiatief van de G32, Platform 31 (voormalig Nicis Institute) en Stedenlink. Het convenant komt tot scherpere afstemming tussen de Digitale Agenda.nl, het programma Regeldruk Bedrijven, de Digitale Steden Agenda en het Rijk. Doel is om met behulp van ICT oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken in de zorg en het onderwijs, maar ook ter bevordering van duurzaamheid, sociale cohesie en economische innovatie. Het convenant bevat verschillende themaparagrafen: de bedrijvige stad, de zorgende stad, de lerende stad, de groene stad, onze stad, de veilige stad en de regelluwe stad. Diverse afdelingen hebben aangegeven als deelnemer betrokken te zijn. We zien kansen voor Schiedam als het gaat om ICT-toepassingen ter ondersteuning van de veranderingen in bijvoorbeeld het sociale domein. De meerwaarde ligt vooral in kennisdeling; steden zijn snel op de hoogte wanneer een andere stad op een bepaald thema voorop loopt of innovatief bezig is. Het convenant Smarter Cities, uitgewerkt in 2012, wordt begin 2013 door alle partijen ondertekend. • Provincie – De gemeente streeft ernaar haar kansen op subsidies beter te benutten. Bij de provincie is in het kader van de groenagenda een subsidieaanvraag gedaan voor aanlegvoorzieningen in de Lange Haven en voor nader onderzoek naar het automati-
70
seren van bruggen. Eventuele toekenning van de subsidie vindt in de eerste helft van 2013 plaats. • Regio – Op regionaal niveau besteedt de gemeente nadrukkelijk aandacht aan het maken van afspraken over belangrijke economische ontwikkelingen die de gemeentegrens overstijgen. Zo zijn op stadsregionaal niveau afspraken gemaakt over het regionale kantorenprogramma. Tevens worden de contacten tussen Vlaardingen en Schiedam versterkt als het gaat om het thema Arbeidsmarkt.. Eind 2012 is het netwerk Technetkring voor de regio Nieuwe Waterweg Noord opgericht, waarin de gemeente participeert. Dit netwerk van technische bedrijven en onderwijsinstellingen heeft als doel om de mismatch (tekort aan technisch personeel en aan de andere kant stijgende werkloosheid) op de arbeidsmarkt in de technische branche te verkleinen. Doelstelling 4: Versterken van de detailhandel in de binnenstad • Beleid ten aanzien van koopzondagen – Om zowel de detailhandelsfunctie als het toerisme in Schiedam te versterken is, in overeenstemming met de nieuwe Winkeltijdenwet, beleid uitgewerkt over de koopzondagen. Het doel hiervan is de bezoekersstromen naar met name de binnenstad te vergroten. Per 1 januari 2012 is een nieuwe Verordening Winkeltijden Schiedam van kracht geworden. Hierdoor kunnen alle winkels binnen de gemeentegrenzen van Schiedam op zon- en feestdagen open van 12.00 tot 18.00 uur. Zie voor meer informatie over de versterking van de detailhandel in de binnenstad het beleidsonderdeel Binnenstad. Doelstelling 5: Het aantrekkelijk houden en maken van bedrijventerreinen voor ondernemers De gemeente wil de verouderde bedrijventerreinen herstructureren en aantrekkelijk maken. Ze heeft daartoe de volgende activiteiten ondernomen: • Nieuw-Mathenesse – Nieuw-Mathenesse wordt omgevormd van een bedrijventerrein aan de stadsrand naar een modern stedelijk en multifunctioneel bedrijventerrein dat centraal gelegen is in de Rotterdamse regio. Het is de bedoeling dat het bedrijventerrein zich duurzaam ontwikkelt ten aanzien van de bedrijfsprocessen, het vastgoed en het openbaar gebied. Die verduurzaming wordt vanuit de economische invalshoek benaderd. Zo mogelijk wordt het ‘cradle-to-cradleprincipe’ toegepast. In 2012 zijn vele gesprekken gevoerd met ondernemers op het terrein, vast-
goedeigenaren en mogelijke ontwikkelaars. Ondernemers hebben veelvuldig gebruikgemaakt van de architectenpool, die in 2011 in het leven is geroepen. • Spaanse Polder en ’s-Graveland-Zuid – In Spaanse Polder en ’s Graveland Zuid worden locaties herontwikkeld waarvan de erfpacht expireert. In 2012 is het Beeldkwaliteitsplan voor het openbaar gebied vastgesteld. Een aantal nieuwbouwprojecten is afgerond in 2012: DWB (Fokkerstraat), Metrohm/Applikon (Brauwweg) en Confidence (van Riebeeckweg). Het bedrijf Sandd heeft zich in 2012 in de ’s-Gravelandsepolder gevestigd, wat ruim honderd arbeidsplaatsen opleverde. • Creatieve economie – De inspanningen voor de creatieve economie moeten een gunstig klimaat creëren dat creatieve mensen aantrekt en waarin creatieve ondernemers zich optimaal kunnen ontwikkelen tot zelfstandige ondernemers. Dit gebeurt onder andere door het opzetten en onderhouden van de website creatievekaart.nl en door het organiseren van netwerkborrels. In 2012 zijn er twee netwerkbijeenkomsten gehouden. Het doel van de creatieve kaart is alle Schiedamse ondernemingen en instellingen in de creatieve sector zichtbaar te maken. In 2012 hebben zich 25 nieuwe deelnemers voor de creatieve kaart aangemeld. • Veilig ondernemen – De criminaliteit op bedrijventerreinen wordt tegengegaan, onder meer door camera’s te plaatsen. Samen met het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), de politie en de bedrijven is in het kader van het beleid Veilig Ondernemen gekozen voor de uitvoering van het project Camerabewaking. Doelstelling 6: Ontwikkeling nieuwe bedrijfslocaties In Schieveste kan nog terrein worden ontwikkeld. De volgende ontwikkelingen spelen daarbij een rol: • Stationsplein e.o. – De leegstand op het stationsplein is opgeheven door het vestigen van de Spar in het voormalige AMEC-gebouw en een creatieve invulling van de voormalige bloemenwinkel. De gemeente is in onderhandeling met partijen die de Kop van de Singel kunnen ontwikkelen. Naar verwachting wordt in 2013 of begin 2014 gestart met de bouw van woningen, commerciële functies op de begane grond en een ondergrondse parkeergarage. • Bestemmingsplan en Masterplan Schieveste – In 2011 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan en de actualisatie van het Masterplan Schieveste vastgesteld. In het eerste halfjaar van 2012 heeft dit geleid tot een nieuw vigerend bestemmingsplan en een strategie voor de ontwikkeling van het gebied in de nabije toekomst.
• Ontsluitingsweg Schieveste – In 2010 en 2011 zijn voorbereidingen getroffen voor de aanleg van de ontsluitingsweg vanaf de ’s-Gravelandseweg parallel aan de A20. De uitvoering vindt plaats in de periode 2013-2014. • Nieuwe ontwikkelingen – De gemeente sluit naar verwachting in 2013 ontwikkelingsovereenkomsten voor de realisatie van een bioscoopcomplex, grootschalige detailhandel en een hotel in fase vijf van Schieveste. Doelstelling 7: Stimulering van de wijkeconomie Om de wijkeconomie te stimuleren, werkt Schiedam aan een aanpak die toegesneden is op iedere wijk afzonderlijk, met als belangrijkste aandachtsgebieden Oost en Nieuwland. Naast de gemeentebrede instrumenten (zoals de stichting Mentor, het Ondernemersloket en microfinanciering) kunnen ook specifieke instrumenten voor een wijk worden ingezet. Wijkeconomie Oost: Dit project is eind 2010 gestart nadat er subsidiegelden vanuit het ministerie waren toegekend. De looptijd van het project was twee jaar. Eind 2012 zijn de meeste activiteiten afgerond: • Verbouwingssubsidie voor ondernemers in Oost. Dit deelbudget is helemaal opgegaan aan zeven panden die ondernemers hebben verbouwd en betrokken. Door de verbetering van het pand verbeterde ook het straatbeeld. • Het rijksmonumentale Waterpompstation aan de Rotterdamsedijk wordt, onder voorbehoud van instemming van de raad van commissarissen, overgedragen aan BOEi, een gerenommeerd bedrijf (zonder winstoogmerk) dat als doel heeft industrieel erfgoed te herbestemmen. Gedacht wordt aan een bedrijfsverzamelgebouw. De verwachting is dat de raad van commissarissen begin 2013 instemt. In 2012 is gestart om kinderen van basisscholen uit Oost (bovenbouw) in het pand rond te leiden met lespakketten, gemaakt door het Cultuurhuis Zuid Holland. BOEi staat ervoor open om dergelijke activiteiten voort te zetten. Ook is een vrijwilliger aangesteld om onderhoudswerkzaamheden in het gebouw te verrichten. De asbestsanering van het pand is begonnen. • Tweemaal is er een ondernemerstraining georganiseerd bij het LIFE College. In juni 2012 kregen 22 (startende) ondernemers hun certificaat uitgereikt en in februari 2013 zal de tweede lichting hun certificaat uitgereikt krijgen. Voor de ondernemerstraining waren niet alleen ondernemers uit Oost welkom, maar uit heel Schiedam. Ook de afdeling Werk en het UWV hebben deelnemers geworven. Tijdens de tweede lichting was er speciaal aandacht voor social
PROGRAMMAREKENING
71
media. Gedurende twee avonden werd uitvoerig stilgestaan bij het nut van deze media voor ondernemers. Ook ondernemers die niet aan de training meededen, waren tijdens deze sessies welkom. In het vervolg gaat de bibliotheek de ondernemerstrainingen aanbieden. Vanuit haar reguliere taak om breed te informeren, ziet zij ook de ondernemer als doelgroep. • Ruim een jaar is in Oost een bedrijvencontactpersoon actief geweest. De bedrijven, ook de zzp’ers, zijn in kaart gebracht. In 2010 registreerden we 292 ondernemers in Oost, onder wie 150 zzp’ers. Van hen waren er ongeveer 70 afkomstig uit de bouwsector. Medio 2012 registreerden we 287 ondernemers in Oost, onder wie 140 zzp’ers. Van hen behoorden er 39 tot de bouwsector. • Het aantal zzp’ers in Schiedam is hoog en daarom komt er voor hen een vervolgproject. • Er is lang gezocht naar een ruimte om een klussenproject in de wijk te starten. Uiteindelijk is dit project beland in de Groenelaan, waar de Albert Heijn gratis een ruimte beschikbaar heeft gesteld. Deze ‘Woonservice Schiedam’ is in december 2012 van start gegaan. Een voorheen werkloze ondernemer runt de Woonservice met stagiaires. De GrijzeBouwersclub begeleidt het project. Deze club bestaat uit gepensioneerden uit de bouwsector die projecten opzetten met lokale zzp’ers en stagiaires. Een samenwerking met Pameijer, een organisatie die kwetsbare groepen ondersteunt, wordt verder uitgewerkt. Wijkeconomie Nieuwland: Het thema ‘Werken en leren in de wijk’ is onderdeel van het Wijkactieprogramma Nieuwland. Naast het stimuleren van de wijkeconomie is ook aandacht voor het bevorderen van werkgelegenheid en het vergroten van kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt. De winkelstraatmanager is het aanspreekpunt voor alle ondernemers. Deze manager besteedt veel energie aan de netwerkontwikkeling van de Nieuwlandse ondernemers. Met detaillisten wordt gesproken over branchering en over bijvoorbeeld de aanpak van leegstand. In 2012 is de leegstand op de Mgr. Nolenslaan verdwenen. Het plan van aanpak voor 2012-2017 heeft drie speerpunten: • Het vergroten van de veiligheid in de detailhandelsgebieden, onder andere door het invoeren van het Keurmerk Vei-
72
lig Ondernemen en het inzetten van landelijke subsidiemogelijkheden. De Mgr. Nolenslaan heeft van dit keurmerk de eerste ster behaald. Deze eerste ster krijgt een winkelgebied als de eerste audit is geweest en de samenwerking door een onafhankelijk instituut is getoetst. Het halen van een ster betekent dat de werkgroep actief bezig is met veilig, schoon en heel in het winkelgebied. Er zijn in totaal vijf sterren te behalen (verstrekt door het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel). • Het verbeteren van het imago van de wijk door onder andere gezamenlijke promotie. • Het versterken van de detailhandel op de Nolenslaan door het zoeken van trekkers voor dit gebied. Ook moet de herinrichting van de Nolenslaan worden voltooid. In dit gebied wordt nauw samengewerkt met het College Vos (vmbo). Deze samenwerking heeft geleid tot de inrichting van een leerwinkel op de school, stagesamenwerking met de detaillisten van de Mgr. Nolenslaan en het ontwikkelen van een gezamenlijke webwinkel voor de detaillisten. Ondernemers uit Nieuwland hebben aan de bovengenoemde ondernemersopleiding bij Life College deelgenomen. Tevens is een armoedeproject opgezet voor en door de minder bedeelde doelgroep, waarbij winkeliers van de Mgr. Nolenslaan producten geven waarmee gekookt kan worden op scholen. Doelstelling 8: Stimuleren uitbreiding aantal bedrijfsverzamelgebouwen Het college zal de uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen stimuleren. Dit is belangrijk in verband met de groei van het aantal zzp’ers binnen de gemeente. Creatieve economie speelt bij de ontwikkeling van bedrijfsverzamelgebouwen eveneens een rol. Vooral de creatieve sector heeft aan dergelijke gebouwen behoefte. In december 2012 is het Wennekerpand gestart met een flexibele inloop voor zzp’ers, het zogenaamde zzp-café. Tijdens de ochtenduren kunnen zzp-ers er werken en gebruikmaken van het (internet) netwerk. Het waterpompstation (zie hierboven) zal ook worden herbestemd tot bedrijfsverzamelgebouw. Verder wordt waar mogelijk op bedrijventerreinen meegewerkt aan de ontwikkeling of herbestemming van gebouwen tot bedrijfsverzamelgebouw.
3. Beleidsonderdeel Werkgelegenheid 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Werkgelegenheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
Werkgelegenheid
De gemeente Schiedam streeft naar een groei van de werkgelegenheid en een afname van de werkloosheid
1.1 Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen, ontwikkelen Schieveste; 1.2 Stimuleren wijkeconomie; 1.3 Koppelen met sociale infrastructuur
3.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Om dit doel te realiseren pakt Schiedam volgende zaken aan: • Bedrijventerreinen – Verouderde bedrijventerreinen worden geherstructureerd en Schieveste wordt ontwikkeld om de werkgelegenheid te behouden en uit te breiden (zie hiervoor het beleidsonderdeel Ruimte voor economische ontwikkeling). • Wijkeconomie – Het college wil de wijkeconomie stimuleren (zie hiervoor het beleidsonderdeel Ruimte voor economische ontwikkeling). • Koppeling met Sociale Infrastructuur – In 2012 is overleg gestart tussen EZ, Werk en Inkomen en Onderwijs. De gemeente Schiedam wil samen met onderwijsinstellingen
en het bedrijfsleven verder bouwen aan een duurzame samenwerking om de vraag vanuit het bedrijfsleven te laten aansluiten bij de uitstroom vanuit het onderwijs. Op deze manier probeert ze de bestaande mismatch te verkleinen. Zo blijft de werkgelegenheid op peil en wordt de economische groei bevorderd. Hierbij wordt ook innovatie gestimuleerd en zal het makkelijker zijn voor de Schiedammer om sociale stijging te bereiken. Deze opgave wordt gerealiseerd in samenwerking met onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Deze partijen hebben deels een uitvoerende rol, maar zijn tegelijkertijd ook visievormend. Hun eigen agenda wordt afgestemd met de publieke agenda. Eind 2012 is een conceptnotitie opgesteld.
tabel effect- en prestatie-indicatoren Werkgelegenheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2012**
Werkelijke waarde 2012***
Aantal arbeidsplaatsen
P
Statistiek
28.886
30.900
29.949
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal werkzoekende jongeren (15-27 jaar)
P
Statistiek
2.735
2.825
2.902
P
Statistiek
675
330
374
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Cijfers per 1-1-2011 *** Cijfers per 1-1-2012
PROGRAMMAREKENING
73
4. Beleidsonderdeel ruimte voor cultuur en toerisme 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten ruimte voor cultuur en toerisme Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Ruimte voor cultuur en toerisme
In de nieuw te ontwikkelen cultuurvisie worden de volgende uitgangspunten omtrent het cultuurbeleid geformuleerd:
Activiteiten
1. Cultuur bevordert de sociale cohesie
1.1 Cultuur als pijler van sociale infrastructuur 12. Cultuur in de wijk 1.3 Beeldende kunst 1.4 Amateurkunstbeleid 1.5 Prestatiecontract met Bibliotheek Waterweg
2. Cultuur is goed voor de economie
2.1 Culturele basisinfrastructuur 2.2 Atelierbeleid 2.3 Creatief klimaat 2.4 Wennekerpand
3. Cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad
3.1 Community arts in wijken 3.2 Culturele planologie
4. Cultuur moet voor iedereen bereikbaar zijn
4.1 Cultuur in de wijk 4.2 Cultuur educatie door culturele instellingen
Doelstellingen toerisme: 5. Een sterk (toeristisch) imago van de stad
5.1 Citymarketingbeleid 5.2 Ontdekschiedam.nu 5.3 Publieksevenementen
6. Meer toeristen naar de stad trekken die langer in Schiedam verblijven
Doelstelling cultuur en toerisme: 7. De trots van Schiedammers op hun stad vergroten
4.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten In 2012 is de Cultuurvisie Schiedam 2013-2016 door de gemeenteraad vastgesteld. Er wordt de komende vier jaar ingezet op het bereiken van de volgende doelstellingen: 1. versterking van cultuurparticipatie;
74
6.1 Kwalitatieve verbetering en uitbouw toeristisch aanbod 6.2 Aandacht voor “couleur locale” 6.3 Verblijfsaccommodaties 6.4 Recreatiegebieden 6.5 Evenementenbeleid 6.5 Schiedam waterstad
7.1 Ambassadeursacties 7.2 Thema jaren 7.3 Vergroten betrokkenheid
2. versterking van de binnenstad; 3. inzet op samenwerking; 4. stimuleren van ondernemerschap; 5. Code Cultural Governance (regie voeren).
Voor dit beleidsonderdeel zijn vier doelstellingen geformuleerd. Per doelstelling wordt aangegeven welke activiteiten zijn uitgevoerd en welke resultaten zijn behaald. Doelstelling 1: Cultuur bevordert de sociale cohesie Cultuur als pijler van sociale structuur In 2012 hebben we alle cultuurfuncties en de daaraan gerelateerde instellingen die samen de culturele infrastructuur in Schiedam vormen, kunnen behouden (zie doelstelling 2. Basisinfrastructuur Schiedam). Het beleid voor cultuureducatie is voortgezet (zie ook het Programma Sociale Infrastructuur). Om jongeren in aanraking te brengen met cultuur zijn in het Wennekerpand in 2012 575 jongeren bereikt met actieve cultuurparticipatie (SKVR, Ballet en Dansstudio). Cultuur in de wijk In 2012 zijn de cultuurscouts voor 1.440 uur ingezet. De cultuurscouts zijn in dienst van Stichting Mooi Werk. Deze stichting ontvangt voor het inzetten van de scouts een subsidie van de gemeente. Onderdeel van de prestatieafspraken is het zichtbaar maken van het culturele netwerk. Dit gebeurt door digitale cultuurnetwerken op te zetten. Het doel daarvan is de creativiteit in de wijken te maximaliseren en de communicatie en samenwerking tussen de liefhebbers van cultuur in de wijk te verbeteren, zowel professionals als amateurs. Daarnaast organiseren de cultuurscouts activiteiten. In 2012 waren dat er 31, verspreid over alle negen wijken van Schiedam. De projecten waren voornamelijk gericht op het vergroten van bewonersparticipatie. Een bijzonder, wijkoverstijgend project was Bazaar aan de Schie, een culturele ontmoeting tussen Nieuwland en Oost in het kader van Verborgen Schatten, 400 jaar Turks-Nederlandse betrekkingen. Beeldende kunst In 2012 zijn er in de wijken Oost, Spaland/Sveaparken, Gele Woudhoek en Kethel-Oost in totaal vier kunstprojecten gestart die gericht zijn op bewonersparticipatie. De projecten zijn gestart op initiatief, verzoek en met medewerking van de wijkbewoners en worden naar verwachting in 2013 opgeleverd. Tijdens bewonersavonden konden de inwoners kennismaken met kunstenaars en met de voorstellen voor te realiseren kunstwerken. Het resultaat van de projecten zal bestaan uit een viertal speciaal voor de wijk vervaardigde kunstwerken.
Bij het project in Oost is op verzoek van de bewoners kunst van elders in Schiedam herplaatst op het Land van Ris. In de Gorzen is een bijzonder traject gestart rondom het Schreiershuisje: ‘Van Schrei tot Schrijvershuisje’. In de komende periode biedt het Schreiershuisje een podium voor diverse voor en door de wijk georganiseerde activiteiten onder leiding van de cultuurscouts. In dat kader is een poëtisch kunstwerk van Carolina Koster onthuld. Fotograaf en wijkbewoner Sjef van Duin presenteerde zijn fotoboek over de wijk, genaamd ‘Steengoed’. Er is ook een blogboek gelanceerd (http:// schreihuisjeschiedam.blogspot.nl), waarop verhalen over de geschiedenis van het Schreiershuisje bijeen worden gebracht. Ten slotte wordt er gewerkt aan een plan om te komen tot een meer permanente (culturele) invulling van het huisje. Op initiatief van bewoners is de herplaatsing van de koeienkoppen Bert en Brigit in Kethel onderzocht. Dit initiatief is echter gestrand doordat andere bewoners zich niet in het voorstel konden vinden. Het CBK heeft zeven projecten geïnitieerd, namelijk: • Schiebaraj, een pop-up restaurant in de Monopole in het kader van 400 jaar Turks-Nederlandse handelsbetrekkingen. Het gaat om een tien weken durende samenwerking tussen ondernemers (café Sjiek), kunstenaars, vormgevers, bewoners en talloze vrijwilligers. • Tentoonstelling Solo Spirit met Theo Gootjes. • Groepstentoonstelling Verborgen Schatten in het kader van het themajaar van Schiedamse kunstenaars, en het boekje Schatkamer CBK. • Gastcurator Diana van Golden betrok kinderen van de Montessorischool bij de tentoonstelling Zoek het maar Uit. • Publicatie 2,5 jaar CBK Schiedam: ‘Grote woorden en kleine woorden’. • Relatiegeschenk Dobber, vervaardigd door Studio Wieki Somers (bekend van het kapstokcarrousel in museum Boijmans van Beuningen). • Deelname aan Suikerzoetfilmfestival in Wennekerpand en Monopole. Amateurkunstbeleid Het gehele budget voor Amateurkunst bedraagt € 87.000. Van dit budget hebben in 2012 21 Amateurkunstverenigingen een waarderingsubsidie ontvangen. De voormalige subsidieregeling is geëvalueerd en naar aanleiding hiervan is in juni de nieuwe Subsidieregeling Amateurkunst 2012 in het college vastgesteld.
PROGRAMMAREKENING
75
Prestatiecontract met Bibliotheek Waterweg In 2012 heeft de bibliotheek een productenbegroting aangeleverd op basis waarvan de budgetsubsidie 2013 is ingericht. De belangrijkste onderdelen zijn: fysieke bibliotheek, lezen (waaronder het ontwikkelen van leesvaardigheden en de aanpak van laaggeletterdheid), leren en informeren en de doelstellingen van de Cultuurvisie 2013-2016. Besloten is om per begin 2013 de vestiging op het Bachplein te sluiten. Tevens is in 2012 gestart met het zoeken naar een nieuwe, meer zichtbare locatie in de binnenstad. Doelstelling 2: Cultuur is goed voor de economie De culturele basisinfrastructuur is in 2012 in stand gebleven. De culturele infrastructuur bestaat uit: • Bibliotheek Schiedam; • Stedelijk Museum Schiedam; • Theater aan de Schie; • Jenevermuseum; • Wennekerpand; • Wenneker Cinema; • Stichting de Schiedamse Molens; • Stichting Stadsomroep Schiedam; • Nationaal Coöperatie Museum. Atelierbeleid Momenteel heeft de gemeente nog steeds zes kunstenaars gehuisvest in de Zalmstraat en vijf kunstenaars in de Iepenlaan. In 2012 is het atelierbeleid als bezuiniging opgevoerd. De gemeente ziet het daarmee niet langer als haar taak om kunstenaars permanent van werkruimte te voorzien. Kunstenaars en creatieve ondernemers kunnen wel een rol spelen bij de tijdelijke invulling van panden om leegstand tegen te gaan. Creatief klimaat Bij drie ruimtelijke projecten zijn kunstenaars betrokken: Schieoevers Bij de herinrichting van de Schieoevers speelt de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol. Verkeersonveilige situaties, een matige ruimtelijke kwaliteit en de gebiedsontwikkeling in uitvoering vormen de aanleiding voor een noodzakelijke herdefinitie en opwaardering van de Schieoevers. In deze opwaardering is rekening gehouden met de vervaardiging van een kunsttoepassing die gericht is op lichten kleurtoepassingen voor beide zijden van de Schie. De stadsregio heeft het totale voorstel beloond met een subsidie.
76
Entree ‘s-Gravelandseweg De belangrijkste entree naar het centrum van Schiedam wordt gevormd door de ’s-Gravelandseweg. Sinds 2009 worden er gesprekken gevoerd met Prorail om het treinviaduct aan deze weg een kwaliteitsslag te geven. In 2012 zijn belangrijke stappen in de juiste richting gezet. Prorail heeft eind 2012 constructieve werkzaamheden aan het viaduct verricht en heeft het viaduct geverfd. In het voorjaar van 2013 begint de tweede fase van de werkzaamheden, namelijk het aanbrengen van het kunstwerk. De verwachte oplevering is juni 2013. A4 De grootste ruimtelijke opgave voor Schiedam is de A4. De aanleg van nog meer civieltechnische werken heeft grote impact op de leefomgeving. De werken vormen een barrière tussen noord- en zuid-Schiedam en kunnen de veiligheidsbeleving negatief beïnvloeden. Daarom zijn ze in 2012 aangesloten op de ontwikkeling van de A4 en zijn twee ideeschetsen geleverd voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit bij de knooppunten Poldervaart en Kethelplein. Van belang is dat de ondergang schoon en veilig wordt, met de juiste verlichting en materiaalkeuze. Bijkomend doel is het verbeteren van de groene verbinding tussen stad en land. De betrokken partijen hebben de schetsen goed ontvangen. In 2013 wordt bezien of de realisatie ervan ingepast kan worden in de nog uit te voeren werkzaamheden. Wennekerpand Het Wennekerpand is in 2011 gestart. In 2012 was het voor het eerst een vol jaar in functie. In dat jaar bezochten 27.500 mensen het pand. Het bezoekersaantal van Wenneker Cinema stond in 2012 op 15.000 en is daarmee enorm gegroeid (in 2011 ontving de cinema nog 10.665 bezoekers). Het beoogde aantal bezoekers in 2012 was 6.544. Veel aandacht is uitgegaan naar het vertrek van jeugdtheater De Teerstoof en het opvangen van het ontstane gat in de programmering. De Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) heeft de functie van de theaterschool overgenomen. Ook is veel tijd besteed aan het zoeken naar nieuwe geschikte horeca. In 2012 is een onderzoek gestart naar een betere structuur voor de exploitatie van het cultuurverzamelgebouw. Dit onderzoek verkent ook verdergaande samenwerking met Theater aan de Schie.
Doelstelling 3: Cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad Community arts in de wijk In 2012 zijn de volgende community artprojecten uitgevoerd: • Schiedam-West - Buurt op je Bord; • Schiedam-Oost - beschildering voormalig Sparpand; • Schiedam-Zuid - Van Schrei- tot Schrijvershuisje; • Schiedam-Nieuwland - beginfase project ‘Wie bouwt? Wibaut!’; • Spaland-Sveaparken - Van Horen Zeggen; • Spaland-Sveaparken - Skydam Movieproject (oktober 2012- februari 2013); • Buiten Beeld Schiedam - project Jack van Mildert (uitvoering in 2013); • Schiedam-Oost en Nieuwland: Bazaar aan de Schie. Culturele planologie In 2012 is het kunstwerk ‘Public Poetry Pavilion’ van de kunstenaars Martin en Inge Riebeek op het Stationsplein opgeleverd. Tevens is het beeld ‘Heroes’ van Coen de Jong op het Nieuwlandplein opgeleverd. Enkele werken hebben een nieuwe plek gekregen. ‘De Poort’ van Albert Verkade (dat op het Fabriplein heeft gestaan vóór de herinrichting van dat plein) en ‘De Paperclips’ van Daan Padmos (stond op de ’s Gravelandseweg) zijn op het Land van Ris geplaatst in samenwerking met en op verzoek van bewoners in Oost. ‘De Brandersknecht’ van Frits Henderickx heeft zijn oude plek teruggekregen naast de Korenbeurs. Doelstelling 4: Cultuur moet voor iedereen bereikbaar zijn Door het inzetten van projecten in de wijk kunnen bewoners kennis maken met kunst en cultuur in hun nabije woonomgeving. Activiteiten en projecten gericht op cultuur in de wijk werken vraaggericht, zodat ze aansluiten op de culturele competentie van de burgers. In 2012 hebben de budgetgesubsidieerde instellingen, als onderdeel van de prestatieafspraken, cultuureducatie aangeboden aan scholen. De scholen zijn verantwoordelijk voor het afnemen van het aanbod. Doelstelling 5: Een sterk (toeristisch) imago van de stad Activiteiten zijn: • Citymarketingbeleid – Stadspromotie wordt integraal. Stichting Promotie Schiedam heeft daarom de opdracht
gekregen ook de woonpromotie verder vorm en inhoud te gaan geven. • Ontdekschiedam.nu – De Ontdekschiedam.nu-campagne wordt voortgezet en uitgebouwd. In samenspraak met de Stichting Promotie Schiedam en andere partijen wordt de campagne nader vormgegeven door producten te ontwikkelen als een winkelgids, wandelroutes, een evenementenkalender, merchandise en de Schiedambon. Een van de meest prominente nieuwe activiteiten in Schiedam was het NS-arrangement ‘dagje Schiedam’. Verder had Schiedam een artikel in het I-flymagazine van de KLM. Elk jaar wordt gekoppeld aan een thema, zodat kan worden ingezoomd op de bijzondere kwaliteiten van de stad. In 2012 was het thema Verborgen Schatten. • Publieksevenementen – Om het imago van de stad te versterken, zet Schiedam in op het vergroten van zijn naamsbekendheid. Dit gebeurt door vier grote imagoversterkende evenementen per jaar te organiseren (zie verder onder Evenementenbeleid bij doelstelling 6). Doelstelling 6: Meer toeristen naar de stad trekken en een langere verblijfsduur bewerkstelligen Het toeristische beleid wordt aangescherpt met als doel meer bezoekers naar Schiedam te trekken. Om een impuls te geven aan de economische en toeristische ontwikkeling van de stad moeten duidelijke keuzes worden gemaakt, die vooral te maken hebben met de onderscheidende elementen van de stad: waarmee kan Schiedam in de markt worden gezet? Het antwoord op deze vraag moet worden gekoppeld aan verschillende doelgroepen. Schiedam kan meer bezoekers trekken door: • Kwalitatieve verbetering en uitbouw van toeristisch aanbod: • Nieuwe fietsroute: In 2012 is de fietsroute ‘Van Stad naar Strand’ gerealiseerd, vanaf Rotterdam naar Hoek van Holland, langs de Nieuwe Waterweg. Met initiatiefnemer gemeente Venlo is afgesproken dat deze route onderdeel wordt van de Maasroute, die vanaf Frankrijk langs de Maas in Nederland gaat lopen. • Ontsluiting cultureel erfgoed: De exploitatie van de Grote Kerk is in handen gebracht van een aparte stichting die gaat stimuleren dat de kerk voor publieksdoeleinden wordt gebruikt. De kerk is van april tot oktober dagelijks opengesteld voor publiek. De gemeente ondersteunt de stichting door een subsidie te verlenen voor bepaalde tijd (2012 en 2013).
PROGRAMMAREKENING
77
•
•
•
•
78
Om de zichtbaarheid van het Jenevermuseum te vergroten, is financieel bijgedragen aan de realisatie van de glazen tochtdeuren in de branderij. Aandacht voor couleur locale – Met name de kleine lokale ondernemers kunnen voor de toerist het verschil maken bij een bezoek aan een stad. Het is daarom belangrijk de couleur locale te koesteren om toeristisch aantrekkelijk te zijn. Door de economische situatie is er veel wisseling in het detailhandelsbestand. Met name de kleine winkelier heeft moeite het hoofd boven water te houden. Helaas heeft de gemeente maar een beperkt aantal instrumenten om invloed uit te oefenen (zie verder onder Binnenstad). Verblijfsaccommodaties – Het college wil initiatieven voor verblijfsaccommodaties faciliteren in de vorm van bed-and-breakfasts en hotels. Deze kunnen meerdaagse arrangementen aanbieden. Het Jenevermuseum heeft plannen ontwikkeld om in het naastgelegen pand een bedand-breakfast te ontwikkelen. De mogelijkheden hiertoe zijn planologisch verkend. In 2012 zijn zes nieuwe camperplaatsen gerealiseerd. Dit leidde er eind 2012 toe dat Schiedam de verkiezing van campervriendelijkste stad van Nederland won, van de Nederlandse Kampeerautoclub. Recreatiegebieden– Het recreatiegebied Midden-Delfland vormt zowel voor de inwoner van Schiedam als voor de bezoeker van buiten een belangrijk recreatief gebied. Er is een begin gemaakt met het geschikt maken van routes voor skaters. Bij de reconstructie van de Harreweg is hierop ingespeeld. Ook is nader overleg geweest over het versterken van de wandelroutes in het gebied. Binnen het recreatieschap is de financiële positie van het schap nader onder de loep genomen, omdat het door de uittreding van het Rijk veel inkomsten gaat missen (zo’n € 1,4 miljoen jaarlijks). Besloten is daarom om vier scenario’s voor de toekomst uit te werken, ten behoeve van de beleidsontwikkeling. Eind 2013 zijn de uitkomsten bekend. Evenementenbeleid –Het nieuwe evenementenbeleid is vastgesteld in maart 2012. Op basis van dit beleid is een subsidieregeling voor evenementen opgesteld. In het evenementenbeleid is ruimte voor vier imagoversterkende evenementen. Schiedam heeft in potentie twee van dergelijke evenementen: de Brandersfeesten en het Maasboulevardfeest. In december 2012 is een nieuw imagoversterkend evenement georganiseerd, namelijk Winterland Schiedam.
Winterland had de grootste ijsbaan van de regio. De exploitant wil dit evenement de komende jaren voortzetten en uitbouwen. In 2012 vonden ook veel vitaliserende evenementen plaats. Nieuw hierin was Schiedam Rocks in the 50’s. Ook nieuw was de manier waarop de Sinterklaasintocht werd georganiseerd. De verantwoordelijkheid voor dit evenement is niet meer in handen van de gemeente, maar is opgepakt door de Stichting Evenementen Promotie Schiedam. • Schiedam waterstad – Met ISV-middelen wordt een programma uitgevoerd met als doel het water in de stad meer onderdeel te laten zijn van de stedelijke economie, zoals ook in de Binnenstadsvisie is verwoord. Dit betekent dat er meer aanlegplaatsen voor pleziervaartuigen, roeiboten en rondvaarten komen. Om dit te realiseren is subsidie aangevraagd bij de provincie. De ISV-middelen dienen daarin als cofinanciering. De aanleg van de voorzieningen wordt gekoppeld aan de herstelwerkzaamheden voor de kades. Om de inzet van water te versterken, is Schiedam lid van de Vereniging Regio Water, een vereniging van gemeenten en belanghebbenden langs het Rijn-Schiekanaal met als doel het economisch en toeristisch functioneren van het gebied te versterken. Doelstelling 7: De trots van Schiedammers op hun stad vergroten. De gemeente wil dit realiseren door: • Ambassadeursacties – In 2012 is de ambassadeursactie Verborgen Schatten uitgevoerd, waarvoor onder ander een film is gemaakt en Mupi-posters zijn ingezet. Schiedammers vertellen daarin over hun verborgen schatten. • Themajaren – In 2012 stond het thema Verborgen Schatten centraal. In oktober 2012 is het thema voor 2013 vastgesteld: Windkracht13. • Vergroten betrokkenheid – Het college wil het bewustzijn van bewoners van hun leefomgeving en hun betrokkenheid bij de stad vergroten door middel van culturele activiteiten en evenementen. In 2012 was in dit kader de lipdub bijzonder, georganiseerd door de Round Table. Deze actie bracht enorm veel verenigingen en organisaties op de been. De lipdub vestigde twee records: een voor de meeste deelnemers (7.331) en een voor de langste lipdub (11.32 minuten).
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel ruimte voor cultuur en toerisme Omschrijving
E/P*
Bron
Toename toeristisch bezoek
P
CVO-bezoek per jaar
Toename bezoekersaantallen musea** Toename bezoekersaantallen Theater aan de Schie** Aantal ateliers
P P
Jaarcijfers bezoek diverse musea Jaarcijfers theater
P
Atelierbeleid
P
Jaarcijfers
E
Onderzoek imago en dienstverlening
Aantal abonnementhouders bibliotheek Culturele voorzieningen en kunstaanbod
Nulmeting (2008)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
365.000
388.000 (bezoekers) 110.000
342.000 (bezoekers) 962.000 (bezoeken)*** 103.575
68% betalende bezoekers 30
32.000 bezoekers*
14.800
18.250
6,7
6,6 ****
90.000 47.500 6 permanent, 8 tijdelijk 14.066 6,6 rapportcijfer
11
* **
E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator Afhankelijk van ontwikkelingen rondom het voeren van regie op de gesubsidieerde culturele instellingen vindt een nulmeting plaats en wordt een heldere definitie van bezoekersaantallen geformuleerd. *** Cijfers uit 2011. Cijfers over 2012 komen beschikbaar in april. De cijfers kunnen slechts als indicatie worden beschouwd, omdat de steekproef van Schiedam te klein is om betrouwbare uitspraken te doen. **** Cijfers 2010, onderzoek in 2011en 2012 niet uitgevoerd. * Er is voor gekozen het kengetal bezettingsgraad los te laten omdat het theater vanaf 2012 ook programmeert in de kleine zaal in het Wennekerpand.
5. Beleidsonderdeel Binnenstad 5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten ruimte voor cultuur en toerisme Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
Binnenstad
1. Toename van het winkelend publiek, langere verblijfsduur in de binnenstad
1.1 Uitwerken sleutelprojecten Binnenstadsvisie 1.2 Verbeteren van parkeren en bereikbaarheid 1.3 Centrummanagement 1.4 “Couleur locale”
2. Verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door beperken leegstand en verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte
2.1 Ruimtelijk kwaliteitsbeleid 2.2 Herbestemmen van (grote) monumentale panden 2.3 Herontwikkelen locaties 2.4 Werk aan de Winkel 2.5 Kwaliteit openbare ruimte
5.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Uit hoofdopgave 2 van de Stadsvisie Schiedam 2030 en uit het CWP voor stadseconomie komen de volgende doelstellingen. Doelstelling 1: Toename van het winkelend publiek en verblijfsduur in de binnenstad Binnenstadsvisie Medio 2012 is de visie op de binnenstad vastgesteld, ‘Stad aan de Schie’. Het doel van deze visie is meer bezoekers te
trekken in de binnenstad. Als sleutelprojecten zijn benoemd: • Stad aan de Schie: de binnenhavens en de Schie transformeren in een levendig gebied. • Museumkwartier: van het gebied rond de musea in het hart van de Lange Haven een centrale plek maken van waaruit de bezoekers de rest van de binnenstad kunnen ontdekken. • Dirkzwagerterrein: het herstructureren van het Schienokogebied tot een aantrekkelijk gemengd woongebied. • Binnenstadsloket: wil een laagdrempelige toegang bieden voor alle vragen van ondernemers in de binnenstad.
PROGRAMMAREKENING
79
• Marketingcampagne: bedoeld om de promotie van de binnenstad te versterken. De uitvoeringsprogramma’s zijn in 2012 nader uitgewerkt. Parkeren Door aan de westzijde van de binnenstad nieuwe parkeermogelijkheden te creëren, wordt het centrum aan de historische en meest onderscheidende zijde van de stad beter ontsloten. Een aantal varianten van de parkeergarage is nader bekeken. In 2013 wordt een besluit genomen over de invulling van het Westmolenkwartier, inclusief een daarin opgenomen parkeervoorziening. Centrummanagement Sinds 1 juni 2011 is een centrummanager aangetrokken die in overleg met ondernemers, de gemeente en Stichting Promotie Schiedam een bijdrage levert aan een aantrekkelijke en levendige binnenstad. De invulling van de functie van centrummanager is financieel ondersteund door het Fonds Schiedam Vlaardingen. Eind 2012 heeft het Fonds aangegeven ook in 2013 hieraan bij te willen dragen, met de afspraak eind 2013 te evalueren.
•
•
Couleur locale Schiedam koestert zijn ‘couleur localeondernemers’, omdat juist deze ondernemers het onderscheid maken in het winkelgebied. In de praktijk blijkt dat deze ondernemers het in de huidige economische omstandigheden extra moeilijk hebben. Steeds meer gaan ze op zoek naar een tijdelijke invulling van panden, omdat voor hen de stap om een nieuwe winkel te beginnen onder de huidige omstandigheden lastig is. Enkele voorbeelden van tijdelijke invulling zijn Rock en Rommel in de Monopole en Scyehigh 85 in de Hoogstraat (een shopin-shopformule). Ook zijn ondernemers benaderd om deel te nemen aan de cursus social media bij het Life College (zie wijkeconomie Oost). • Doelstelling 2: Verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door het beperken van leegstand en het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte Dit gebeurt door onder andere: • Ruimtelijk kwaliteitsbeleid – Voor de binnenstad is een ruimtelijk kwaliteitsbeleid vastgesteld dat gebaseerd is op het DNA van het historische centrum. Dit beleid is doorvertaald in het gemeentelijk meerjarenonderhoudsprogramma voor de openbare ruimte.
80
•
In 2012 is het onderzoek naar de kwaliteit van de kademuren afgerond en is duidelijk welke maatregelen genomen moeten worden om de kades te versterken. In de periode 2013-2016 zal de reconstructie van de Lange Haven plaatsvinden, waarin zowel het kadeherstel als de ambities uit de Binnenstadsvisie (sleutelproject Stad aan de Schie) worden meegenomen. Herbestemming van grote (monumentale) panden – Monopole is casco hersteld en wordt in de markt gezet. In 2012 is het pand tijdelijk ingevuld met een pop-uprestaurant. Dergelijke initiatieven zullen in de komende periode vaker worden ondersteund, tot een permanente oplossing is gevonden. De Havenkerk volgt eenzelfde soort ontwikkeling. Daar is ingezet op restauratie. Aansluitend begint er een hotelontwikkeling en/of worden andere functies gestimuleerd. Herontwikkeling locaties – Voorbeelden van de herontwikkeling van locaties zijn het Gat van Bolmers (2012 voorbereiding), de Westmolenstraat (2012 voorbereiding) en het Zakkendragershuisje (planvorming in 2012). Wat betreft de Waag/klokkenluiderwoning hebben de participerende partijen (Stichting Grote Kerk en Stichting Promotie Schiedam) in 2012 overeenstemming bereikt. Eind december zijn opdrachten verstrekt, zodat de verbouwactiviteiten in 2013 van start kunnen gaan. De Stichting Restauratie Hoogstraat Midden is in het najaar van 2011 begonnen met het opknappen van zeven panden in de binnenstad. In totaal wordt 416 m2 aan winkels en 419 m2 aan woningen herontwikkeld. Eind 2012 zijn de panden uit de steigers gekomen. De woningen zijn allemaal verhuurd. Voor de winkels voert de stichting actief acquisitie. De bedoeling is dat de winkels tegelijkertijd openen, om een stevige stimulans aan de Hoogstraat te geven. De stadstimmerwerf is herontwikkeld tot woningen, die in 2012 werden opgeleverd. Bas van der Heijden keerde terug aan het Broersveld, met enkele bij het concern behorende bedrijven. Werk aan de Winkel – Dit project is wegens succes (volledige besteding budget) eind 2011 beëindigd. Het krijgt in het tweede kwartaal van 2013 een doorstart, waarin de nadruk naast op pandenherstel ook zal liggen op economische invulling van de panden. Kwaliteit openbare ruimte – Het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte (schoon, heel, veilig) is een voorwaarde voor succes. Uit onderstaande tabel blijkt dat de score op het onderhoud van de openbare ruimte sterk verbeterd is.
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Binnenstad Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
Veiligheid op straat**
E
L&V monitor
6,1 rapportcijfer
6,2
6,3
Bereikbaarheid Schiedam
E
Onderzoek imago en dienstverlening
7,0 rapportcijfer
7,2
7,3***
Winkels
E
Onderzoek imago en dienstverlening
5,4 rapportcijfer
5,9
5,3***
Onderhoud openbaar gebied
E
L&V monitor
4,8 rapportcijfer
5,4
6,4
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator ** Het hier gepresenteerde cijfer is een rapportcijfer, dat door de burger is gegeven. Dit rapportcijfer is niet te vergelijken met de Veiligheidsindex binnen het programma Veiligheid. *** In 2011 en 2012 is het onderzoek imago en dienstverlening niet uitgevoerd. Gehanteerde cijfers zijn van 2010.
6. Wat heeft het programma stadseconomie gekost? Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
Lasten
74.234
52.337
49.566
56.885
-7.289
Baten
65.479
47.349
84.531
91.105
6.574
Resultaat voor bestemming
(Bedragen x € 1.000)
-8.755
-4.989
34.966
34.251
-715
Toevoeging aan reserves
483
51
1.271
2.339
-1.067
Onttrekking aan reserves
4.675
589
3.719
2.805
-914
Saldo reservemutaties resultaat na bestemming
4.192
538
2.448
466
-1.982
-4.563
-4.450
37.413
34.717
-2.697
PROGRAMMAREKENING
81
7. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking*
stadseconomie Baten Product Grondzaken In 2012 werd een opbrengst gerealiseerd als gevolg van een veiling van een benzine-station (€ 1,3 miljoen). Verder zijn de inkomsten voor kabels, buizenrechten en precariobelasting structureel hoger dan begroot (€ 145). Tevens zijn in 2012 extra opbrengsten gerealiseerd voor onvoorziene erfpachtuitgiften (€ 190) en verkoop in het kader van het verbeterplan Vastgoed (€ 380). De inkomsten voor buitenreclame zijn meegevallen.
2.042
5
57
5
De hogere opbrengst van erfpacht exploitatie wordt met name veroorzaakt door: hogere opbrengsten erfpachtcanons (€ 370), hogere erfpachtvervangende vergoedingen (€ 171), extra opbrengsten uitgifte Schaepmansingel en Havenstraat (€ 598) en erfpachtconversies Woonplus (€ 177).
1.479
5
Gedurende het jaar ontvangen we verzoeken van bewoners om erfpachtgronden in eigendom te verkrijgen. Dit leidt tot extra verkoopopbrengsten. Daarnaast moet de administratie worden aangepast voor boekwaarden. Dit leidt zowel tot hogere baten als ook hogere lasten.
1.577
5
Het voordeel van bouwgrondexploitatie is met name veroorzaakt door onttrekking aan de voorziening voor twee afsluitingen.
1.375
4
Lasten Product kunst en cultuur De kosten voor huur van vergaderzalen bij het Theater bleven achter bij de begroting.
70
5
164
5
138
5
Het project Wijkeconomie Schiedam Oost is enigszins vertraagd.
130
5
De begrote uitgaven in het kader van Wijkeconomie ISV3 werden niet volledig gerealiseerd.
163
5
-504
5
De lasten van gronden en panden zijn lager dan begroot, met name vanwege lagere kapitaallasten.
500
5
De lasten van erfpacht exploitatie zijn lager door terugnames van erfpacht.
143
5
Gedurende het jaar ontvangen we verzoeken van bewoners om erfpachtgronden in eigendom te verkrijgen. Dit leidt tot extra verkoopopbrengsten. Daarnaast moet de administratie worden aangepast voor boekwaarden. Dit leidt zowel tot hogere baten als ook hogere lasten.
-1.265
5
De lasten van bouwgrondexploitatie zijn hoger als gevolg van een dotatie aan de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie (€ 5,9 miljoen) en afsluiting van twee grondexploitaties.
-6.498
4
Overige verschillen programma stadseconomie
-285
5
Totaal saldo programma Stadseconomie
-714
De begrote uitgaven in het kader van Cultuur ISV3 werden niet volledig gerealiseerd. Het overblijvende budget wordt overgeheveld naar 2013. Product toerisme De begrote uitgaven in het kader van Toerisme ISV3 werden niet volledig gerealiseerd. Product economische Zaken
Product Grondzaken Betreft het TNT gebouw aan het Bachplein dat aanvankelijk door de WOG zou worden overgenomen. Aangezien er nog geen besluitvorming is over dit terrein, dient de waarde conform BBV te worden geactiveerd, alsmede te worden geherwaardeerd. Dit leidt tot hogere lasten.
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
82
8. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Rekening 2011 Lasten
Baten
4001 Straatmarkten
168
98
4002 Cultuurbeoefening
346
0
Begroting 2012 Saldo
Lasten
Baten
-70
135
101
-346
444
0
Rekening 2012 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-34
78
103
25
-444
488
98
-390
4003 Kunst en cultuur
1.601
0
-1.601
1.776
0
-1.776
1.558
0
-1.558
4004 Musea
3.145
14
-3.131
3.020
13
-3.007
2.998
5
-2.993
4005 Toerisme
1.324
0
-1.324
1.545
0
-1.545
1.408
0
-1.408
4006 Monumentenbescherming
352
0
-352
383
5
-378
378
9
-369
4007 Monumenten
526
21
-505
507
21
-486
474
21
-453
29
63
34
61
61
0
29
66
37
880
216
-665
1.253
230
-1.023
931
209
-723
63.970
64.162
192
38.414
84.004
45.590
46.491
90.540
44.049
405
834
429
387
0
-387
385
0
-385
4008 Recreatie 4009 Economische zaken 4010 Grondzaken 4011 Ruimtelijke ordening 4012 Evenementen 4013 Geo informatie Resultaat voor bestemming 4999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
215
12
-203
382
0
-382
395
3
-392
1.272
59
-1.213
1.258
96
-1.162
1.241
51
-1.190
74.234
65.479
-8.755
49.566
84.531
34.966
56.855
91.105
34.251
483
4.675
4.192
1.271
3.719
2.448
2.339
2.805
466
74.717
70.154
-4.563
50.837
88.250
37.413
59.193
93.910
34.717
PROGRAMMAREKENING
83
Veiligheid 1. Doelstelling De doelstelling van openbare orde en veiligheid is om in een continu proces Schiedam merkbaar veiliger te maken voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid in Schiedam moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van bewoners en bezoekers van de stad. De gemeente Schiedam wil ongewenst en crimineel gedrag terug dringen, zowel gebied- als persoonsgericht, en wil een veilige omgeving bieden. Daarbij wordt bij voorkeur preventief, maar ook repressief beleid gevoerd. Om dit te bereiken zijn prioriteiten benoemd binnen drie categorieën: stedelijke, wijkgerichte en fysieke veiligheid. Binnen de stedelijke categorie worden problemen stadsbreed aangepakt. Ook worden wijkgerichte projecten en maatregelen uitgevoerd, omdat per wijk grote verschillen in veiligheid bestaan waarop maatwerk dient te worden geleverd. Tot slot wordt in het kader van fysieke veiligheid de brandveiligheid en ambulancezorg gewaarborgd en wil de gemeente goed voorbereid zijn en blijven op risico’s en rampen. Het Beleidsplan Veiligheid 2008-2011 is op 10 juli 2008 door de gemeenteraad vastgesteld en heeft over de periode 2008-2011 richting gegeven aan het veiligheidsbeleid. Op 15 december 2011 is het beleidsplan Integrale Veiligheid 20122015 door de gemeenteraad op basis van het Kernbeleid Veiligheid vastgesteld (CWP). De speerpunten van het veiligheidsbeleid 2008-2011 zijn: • betrokkenheid bewoners; • jeugdoverlast; • handhaving & toezicht openbare ruimte; • (woning)inbraken; • woonoverlast; • persoonsgerichte aanpak; • crisisbeheersing / rampenbestrijding.
84
In 2012 is op het programma veiligheid € 220.000 aan bezuinigingen gerealiseerd. De bezuiniging bestond uit het verhogen van inkomsten uit leges, het doorberekenen van ontmantelingkosten en inkomsten processen-verbaal. Er is gestopt met het drukwerk horeca nieuwsbrief en de administratieve ondersteuning van het team Toezicht en Handhaving is verlaagd met 0,67 fte. Tevens werd besloten om de bijdrage aan het RIEC te beëindigen. Gezien het belang van het RIEC voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit heeft het college echter bij nader inzien alsnog besloten de bijdrage te blijven verstrekken (zie ook de brief aan de raad 12UIT26819). Verder is het crisisbudget verlaagd en zijn minder fysieke aanpassingen in het kader van politie keurmerk veilige woonomgeving (PKVW) gedaan. Als laatste zijn inkomsten gegenereerd door detachering van een beleidsadviseur als regionale procesregisseur Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond in combinatie met de invulling door middel van een bovenformatieve medewerker.
Programma Veiligheid
Speerpunten
Algemene doelstelling
In een continu proces moet Schiedam merkbaar veiliger worden voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Integrale veiligheid moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van de bewoners. Schiedam wil op gebied- en persoonsgerichte wijze, zowel preventief als repressief, overlastgevend en crimineel gedrag terugdringen. De gemeente wil bovendien een veilige omgeving bieden.
• Betrokkenheid bewoners; • Jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme; • Handhaving & toezicht openbare ruimte; • (Woning)inbraken; • Woonoverlast; • Persoonsgerichte aanpak; • Crisisbeheersing / rampenbestrijding. Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Stedelijke Sociale Veiligheid
1. Betrokkenheid bewoners bevorderen (CWP). 2. Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme. 3. Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) verbeteren (CWP). 4. Terugdringen woninginbraken (CWP). 5. Woonoverlast verminderen (CWP). 6. Persoonsgerichte aanpak bevorderen.
Wijkgerichte Sociale Veiligheid
Fysieke veiligheid en de Veiligheidsregio Rotterdam
1. Betrokkenheid bewoners bevorderen (CWP). 2. Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme. 3. Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) verbeteren (CWP). 4. Terugdringen woninginbraken (CWP). 5. Woonoverlast verminderen (CWP). 6. Persoonsgerichte aanpak bevorderen.
1. Brandweerzorg (Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond): voldoende paraatheid, het uitrukken en inzetten conform geldende richtlijnen en regelgeving. 2. Ambulancezorg (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR)): een voldoende paraatheid, uitrukken en verlenen van hulp conform geldende richtlijnen en regelgeving. 3. Hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen.
PROGRAMMAREKENING
85
2. Beleidsonderdeel stedelijke sociale veiligheid 2.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten stedelijke sociale veiligheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten 1.1 1.2
1. Betrokkenheid bewoners bevorderen.
Stedelijke sociale veiligheid
2. Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme.
Wijkgericht werken; In alle projecten aandacht voor het laten meedoen van bewoners; 1.3 Buurtpreventie; 1.4 Buurtvaders; 1.5 Buurtbemiddeling; 1.6 Burgernet / mijn buurtpreventie / Sms-alert; 1.7 Veilig ondernemen; 1.8 Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan; 1.9 OK-punten; 1.10 DNA-kits; 1.11 De Buurt Bestuurt. 2.1 Aanpak problematische jeugdgroepen; 2.2 De Veilige School; 2.3 Bureau Halt; 2.4 Justitieel casusoverleg; 2.5 Samenwerking Rijk en twintig gemeenten gericht op de aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren. 3.1
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3. Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) verbeteren.
3.7 3.8
3.9 3.10 3.11 3.12 3.13
86
Professionalisering en uitbreiding handhaving en toezicht door de Lichtblauwe Brigade; Veilige locaties openbaar vervoer; Cameratoezicht; Buurtpreventie; Actieprogramma jaarwisseling; Adequate afhandeling van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen; Herijking coffeeshopbeleid; Controleren horeca-inrichtingen, coffeeshops en seksinrichtingen en handhaven conform Handhavingsarrangement; Veilig ondernemen; Project De Buurt Bestuurt; Project Watch Out; Project Weesfietsen; Aanpak fietsendiefstal.
Doelstellingen en activiteiten stedelijke sociale veiligheid (vervolg) Beleidsonderdeel
Stedelijke sociale veiligheid
Doelstellingen
Activiteiten
4. Terugdringen woninginbraken.
4.1 4.2 4.3
Keurmerk veilig wonen; Keurmerk veilige woonomgeving. DNA-kits
5.1
Interventieteam / Aanpak overlastgevende panden; Buurtbemiddeling; Aanpak illegale hennepteelt.
5. Woonoverlast verminderen.
5.2 5.3 6.1
6. Persoonsgerichte aanpak bevorderen.
6.2
6.3
2.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Betrokkenheid bewoners bevorderen (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Wijkgericht werken – Per wijk zijn (basis)wijkveiligheidsactieprogramma’s opgesteld. Door de uitvoering van de diverse activiteiten / producten uit het programma veiligheid worden deze (basis)wijkveiligheidsactieprogramma’s verder gevuld. Zie voor de concrete uitwerking het Beleidsonderdeel Wijkgerichte sociale veiligheid. • In alle projecten aandacht voor het laten meedoen van bewoners – Bij alle projecten is aandacht besteed aan het laten meedoen van bewoners. Daarnaast is de betrokkenheid van bewoners bevorderd door het gericht informeren van en communiceren met bewoners. • Informeren en communiceren – In 2012 is de informatie over het onderdeel veiligheid voortdurend geactualiseerd op de gemeentelijke website www.schiedam.nl. Wekelijks zijn de aangevraagde en de verleende vergunningen in Het Nieuwe Stadsblad geplaatst. Horecaondernemers zijn over aankomende evenementen geïnformeerd via onder andere informatiebijeenkomsten. • Buurtpreventie (CWP) – zie toelichting onder doelstelling 3. • Buurtbemiddeling – zie toelichting onder doelstelling 5. • Burgernet / Mijn Buurtpreventie (CWP) / Sms-alert: Burgernet is een waarschuwingssysteem voor burgers en ondernemers van de stad. Zij worden gevraagd te fungeren als ogen en oren van de politie in geval van calamiteiten, incidenten
Aanpak huiselijk geweld en terugdringen van recidive van huiselijk geweld; Aanpak van risicojongeren, nazorg ex-gedetineerden jongeren en nazorg jeugdige veelplegers; Aanpak veelplegers en nazorg exgedetineerden.
of misdrijven. Daarnaast kan Burgernet ook door de gemeente gebruikt worden om de betrokkenheid van burgers te vergroten. Gezien deze overlapt met Mijn Buurtpreventie is er voor gekozen om op de ontwikkeling van Burgernet aan te sluiten. Het project is als pilot gestart in Vlaardingen en Spijkenisse. Daar zijn goede resultaten geboekt en ook landelijk zijn goede resultaten zichtbaar. Na de pilotfase wordt het project nu in de hele regio uitgerold. Burgers die zich hadden aangemeld voor SMS-alert worden opgenomen in het databestand voor Burgernet. De implementatie van Burgernet in de gemeente Schiedam werd in 2012 verwacht. Dit is niet gebeurd, burgers en ondernemers kunnen zich wel al aanmelden. • Veilig Ondernemen – zie toelichting onder doelstelling 3. • Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan – Vanuit het project Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) zijn verschillende acties uitgevoerd om de veiligheid van uitgaanspubliek en horecamedewerkers te verbeteren. Het KVU vergadert tweejaarlijks, namelijk in februari en in september (voor de Brandersfeesten). Het Horecaoverleg Schiedam (HOS) vergadert vier maal per jaar. Op de Koemarkt is nog steeds cameratoezicht (verlengingsbesluit). • OK-punten (CWP) – Schiedam heeft 22 OK-punten. Dat zijn veilige plekken waar men terecht kan als men slachtoffer of getuige is geweest van geweld op straat, of als men zich anderszins onveilig of bedreigd voelt. Een OK-punt biedt goede opvang. Slachtoffers kunnen er tot rust komen en kunnen hun verhaal kwijt. De vrijwilligers van de locaties hebben
PROGRAMMAREKENING
87
hierin een cursus gevolgd. • DNA-kits – zie toelichting onder doelstelling 4. • De Buurt Bestuurt (CWP) – Vanaf 2009 is het project De Buurt Bestuurt in uitvoering. Bewoners bepalen per wijk voor 180 uur, binnen de bevoegdheden van het team Toezicht en Handhaving, waar de toezichthouders inzet op plegen. Bij de diverse wijkoverleggen is deze systematiek toegelicht aan de bewoners en is de inzet bepaald. Naar aanleiding van de wijkoverleggen is vaak ingezet op de aanpak van hondenpoep, parkeergedrag, verkeersgedrag bij scholen, vervuiling en jeugdoverlast. In de eerste vier maanden van 2012 is het project uitgevoerd in Oost en Woudhoek. In verband met capaciteitstekort is het project in de laatste acht maanden van 2012 niet uitgevoerd. Wel is ingezet op de aandachtspunten die uit voorgaande Buurt Bestuurt periodes naar voren zijn gekomen. Deze zijn verwerkt in de reguliere inzet. Doelstelling 2: Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Problematische Jeugdgroepen – In 2012 kent Schiedam één problematische jeugdgroep (Beke en Ferwerda) waarvoor een actieprogramma in uitvoering is. Daarnaast is er structureel aandacht geweest voor de omgeving De Gorzen (het Meerjarenzomeractieprogramma) en het actieprogramma Krona en omgeving. • Veilige School – In december 2012 zijn vier middelbare scholen (Lentiz Life College, de Pronova-school, het VOS en Spierinkshoek) door de gemeente bezocht. Naast het aanhalen van de contacten zijn de aangepaste USB-sticks uitgereikt met het verzoek deze te gaan gebruiken en te vullen met gegevens. Tevens is de loverboy-problematiek besproken.
88
• Justitieel Casusoverleg Jeugd (JCO) – Er is vanaf juli 2011 een centraal ketenkantoor van Justitie, van waaruit alle JCO’s doorlopend plaats vinden in de jeugdkamer. In 2012 is het JCO is opgegaan in het Trajectberaad Risicojongeren. Dit overleg vindt plaats op de locatie Rotterdam en is opgesplitst in een overleg voor Rijnmond Noord en Rijnmond Zuid. Doelstelling 3: Verbeteren handhaving en toezicht (in openbare ruimte) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Team Toezicht en Handhaving – In 2012 is door de Rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar Toezicht en Handhaving. Bij dit onderzoek is het team Toezicht en Handhaving aan de hand van negentien toetsaspecten beoordeeld. Daarbij is vastgesteld dat in vijftien van de negentien beoordeelde aspecten de conclusie kan worden getrokken dat geheel aan de toetsingsaspecten wordt voldaan. Bij de overgebleven vier beoordeelde aspecten wordt door de Rekenkamercommissie geconcludeerd dat gedeeltelijk aan de toetsingsaspecten is voldaan. Het overkoepelende oordeel van de commissie over Toezicht en Handhaving Schiedam is daarmee positief. Van de 27 toezichthouders zijn er 22 gecertificeerd buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa). De overige vijf zijn in opleiding. Het nieuwe systeem van Permanente Her- en Bijscholing (PHB) is per november 2012 in werking getreden. Hieraan moeten alle Boa’s van de gemeente Schiedam voldoen. In 2012 waren er zeven vacatures bij het team Toezicht en Handhaving. Deze vacatures zijn middels een Payflexconstructie opgevuld. Daarnaast werden drie personen ingehuurd van de Berckenrodegroep Schiedam (BGS). Er waren zeven stagiairs van een mbo-opleiding werkzaam bij het team Toezicht en Handhaving.
Team Toezicht en Handhaving in cijfers LBB Schoon en heel
• • • • • • • • • • •
LBB Bestuurlijke handhaving
Processen-verbaal: Huisvuil: 148; Verwijderde fietswrakken: 401; Gestickerde fietswrakken: 566; Gestickerde defecte voertuigen: 93; Verwijderde defecte voertuigen: 20; Aantal gestickerde aanhangers: 142; Aantal verwijderde aanhangers: 16.
LBB Strafrechtelijke handhaving
Overlast Honden: 204 processen-verbaal; Overlast alcohol: 33 processen-verbaal; Overlast Wildplassen: 21 processen-verbaal; Verkeerd aanbieden huisvuil: 13 processen-verbaal; Onnodig ophouden: 10 processen-verbaal.
LBB Verkeershandhaving
Naheffingen: 11.474 (inkomsten € 665.492); Processen-verbaal: 7006 (inkomsten € 128.335).
LBB Inzet bij evenementen
Evenementen: 1.481 uur, waarvan: Koninginnedag: 204 uur; Brandersfeesten: 476 uur; Overige: 801 uur.
LBB Horecacontroles
Controles: 141; Bestuurlijke waarschuwing: 1.
• Veilige locaties openbaar vervoer – De projectgroep bestaande uit NS, RET, politie en gemeente komen tweemaandelijks bij elkaar om onveilige openbaarvervoer locaties aan te pakken. Hiertoe is een integraal actieprogramma opgesteld. Het beeld is onveranderd rustig op alle OV-stations. Nadat het toezicht op de fietsenstalling vanwege bezuinigingen per 1 juni 2012 gestaakt is, is het aantal fietsdiefstallen omhoog gegaan. Om het aantal fietsendiefstallen te verminderen wordt de achterzijde van de fietsenstalling afgesloten met hekken, zodat er nog één inen uitgang (aan de zijde van het Stationsplein) overblijft. • Cameratoezicht (CWP) Cameratoezicht Koemarkt De periode van cameratoezicht op de Koemarkt is op 1 september 2012 (1 september 2010 - 1 september 2012) verlopen. De resultaten van de evaluatie zijn op 3 septem-
Aantal meldingen aan Irado: 2826, waarvan: Aantal meldingen afval: 2023; Meldingen defect straatmeubilair: 805; Aantal meldingen overlast: 206; Drugsoverlast: 1; Jeugdoverlast: 58; Overig overlast: 52; Openbare orde:5; Vandalisme: 1; Verkeer: 96; Overig: 235.
ber 2012 gerapporteerd aan de raad. De burgemeester heeft het besluit genomen tot verlenging tot 31 december 2014. Cameratoezicht Kethel In verband met de bezuinigingstaakstelling zijn geen (art 151 gemeentewet) camera’s bij Kethel en Beatrixpark geplaatst. Mobiele camera’s In het kader van de vermindering van het aantal overvallen en straatroven zijn op verzoek van de politie het gehele jaar door (maximaal) negen camera’s geplaatst op diverse plaatsen in Schiedam, waaronder in Nieuwland, bij Malmo en het Hof van Spaland. De beelden worden door de politie zelf uitgekeken. De locaties wisselden op basis van analyse (hoeveelheid geweldsincidenten).
PROGRAMMAREKENING
89
Cameratoezicht Mgr. Nolenslaan Op de Mgr. Nolenslaan is gestart met privaat cameratoezicht onder de luifel. Met 17 camera’s wordt de gehele winkelstraat in beeld gebracht. De camera’s worden uitgekeken en beheerd door de winkeliers. De politie kan ook meekijken. Er zijn reeds tien camera’s geplaatst. De overige volgen in het eerste kwartaal van 2013. Dit project is opgezet in het kader van veilig ondernemen. Cameratoezicht Vijfsluizen Op het bedrijventerrein Vijfsluizen zal publiek-privaat cameratoezicht worden ingevoerd als het CBP (College Bescherming Persoonsgegevens) akkoord gaat met het projectplan. Door Trigion zullen 10 camera’s worden uitgekeken (startdatum tweede kwartaal 2013). • Buurtpreventie (CWP) – In 2012 zijn zeven buurtpreventieteams in Schiedam actief geweest. Deze teams liepen in de wijken Nieuwland, Groenoord, op en rond het Sibeliusplein, Tuindorp en het Bachplein en werden geleid door buurtbewoners zelf. In 2012 is buurtpreventie verder uitgebreid met een team in Spaland / Sveaparken en uitbreiding van het team in de wijk Oost. In Schiedam-Oost is een Buurtpreventieteam van start gegaan, dat bestaat uit 12 deelnemers. Ook in andere wijken wordt gestreefd naar de oprichting van nieuwe Buurtpreventieteams en uitbreiding van de bestaande teams. In 2012 zijn alle teams met materialen en kleding ondersteund. • Doodschouw – In 2012 heeft in totaal 61 maal een doodschouw plaatsgevonden. De kosten zijn erg hoog. De schouw is in het verleden gegund aan een samenwerkingsverband van politieartsen. Regionaal wordt de discussie gestart over de kosten. • Actieprogramma jaarwisseling: Oud en Nieuw 2012-2013 – De maanden voorafgaande aan de jaarwisseling is nauw samengewerkt tussen gemeente, politie, brandweer, het openbaar ministerie, Irado, jongerenwerk, NS en Woonplus. Daarbij is een gezamenlijk actieprogramma opgesteld. De jaarwisseling 2012-2013 is overwegend positief verlopen. Ondanks dat er minder vernielingen zijn gepleegd (bijv. 91 afvalbakken verleden jaar nu 62), is de schade nog steeds hoog (€ 70.000). Dit komt met name door de hoge kosten van de vernielde speeltoestellen, welke meer dan de helft van de kosten bedragen. Op de vergunde vreugdevuurlocatie aan de Westfrankelandsedijk verliep de gehele jaarwisselingperiode sfeervol. Er heeft op deze locatie tussen 27 december 2012 en 1 januari 2013 geen enkel incident
90
plaatsgevonden. De brandweer kreeg in Schiedam op oudejaarsdag vanaf 15:00 uur en in de nieuwjaarsnacht tot 04:00 uur zo’n 48 meldingen van kleine en grotere branden (jaarwisseling 2011-2012: 70 meldingen). Vaak ging het om containerbranden. Er vond één gebouwbrand plaats (kelderbox). Er waren geen autobranden. Er zijn zes illegale vreugdevuren geblust (jaarwisseling 2011-2012: 12 illegale vreugdevuren geblust). • Afgegeven vergunningen/ontheffingen – De afgegeven vergunningen / ontheffingen in 2012 zijn voor meer dan 90% binnen de geldende termijnen afgehandeld: Vergunningen/ontheffingen 2012 Evenementen: meldingplichtig, regulier, grootschalig.
316
Horeca: exploitatie, drank en horeca, aanwezigheid, coffeeshops, seksinrichting,slijters, ontheffing art 35 D&H.
148
Diversen: vent, standplaats, straatartiesten, ontheffing sluitingstijd, ontheffing licht en geluid.
209
• Herijking coffeeshopbeleid – Met de evaluatie van het Schiedamse coffeeshopbeleid wordt gewacht tot de landelijke integrale drugsnota van kracht wordt. Het hoofdlijnendebat over het landelijke drugsbeleid staat al geruime tijd op de agenda van de Tweede Kamer en zal naar aanleiding van het kabinetsstandpunt worden gevoerd. • Controle en handhaving horeca, seksinrichtingen en coffeeshops – Er hebben periodieke controles plaatsgevonden zowel preventief als repressief. Indien geconstateerd werd dat voorschriften van de vergunning werden overtreden of incidenten hadden plaatsgevonden, is conform het handhavingsarrangement gehandhaafd. Voordat bestuursrechtelijk werd opgetreden, werd de ondernemer eerst gehoord in een hoorzitting. In 2012 zijn er 102 bestuursrechtelijke handhavingszaken geweest voor het overtreden van de voorschriften van de drank- horeca- en exploitatievergunningen voor horecabedrijven. In 2012 zijn er vijf handhavingszaken geweest betreffende illegale prostitutie. Het team Toezicht en Handhaving heeft in 2012 in samenwerking met de politie acht en zonder politie twee controles op coffeeshops uitgevoerd (totaal tien controles). Bij één coffeeshop was de bedrijfsvoering niet op orde. Aan de exploitant van de coffeeshop is een bestuurlijke maatregel opgelegd (beperking van de sluitingstijd van de coffeeshop voor een periode van zes weken).
• Veilig Ondernemen – Nieuwe Passage: Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) ‘Nieuwe Passage’ is onderhouden en is omgezet naar een periodiek veiligheidsoverleg. Reguliere overleggen hebben plaatsgevonden. Hof van Spaland: Het Keurmerk Veilig Ondernemen ‘Hof van Spaland’ is tot medio 2012 onderhouden. Door wisselingen in de werkgroep zijn geen activiteiten ontplooid. In 2013 zal de herstart plaats gaan vinden met de nieuwe deelnemers. Mgr. Nolenslaan: In februari 2012 is het actieprogramma en de KVO-groep succesvol geauditeerd. Op 25 april 2012 is de Eerste Ster uitgereikt aan de betrokken partijen. Momenteel wordt het actieprogramma uitgevoerd, zoals het plaatsen van private camera`s onder de overkapping, het geven van overvaltraining voor de winkeliers, het plaatsen van spionnetjes in de achterdeuren tegen overvallen etc. Spaanse Polder: In mei 2012 zijn de betrokken partijen bij elkaar gekomen en heeft het Midden- en Klein Bedrijf (MKB) een presentatie gegeven. Bedrijventerrein Kethel, als gevolgd van de bezuinigingstaakstelling is met een hernieuwde aanpak niet gestart. • Aanpak “overlastdonatie” – Stichting Overlastdonatie verhaalt de schade die ontstaat door oponthoud en overlast ten gevolge van winkeldiefstal op de dader. De overlastdonatie is tot mei 2012 financieel ondersteund door de gemeente in winkelcentrum Hof van Spaland en de Nieuwe Passage. De ondernemers dienen de bijdrage sindsdien zelf te bekostigen als men gebruik wil maken van de overlastdonatie. Daarnaast is ook een kosteloze vorm van overlastdonatie mogelijk, genaamd ‘afrekenen met winkeldieven’. Dit project werkt hetzelfde als de overlastdonatie alleen zijn hier geen inschrijfkosten aan verbonden en loopt via het Bedrijfschap detailhandel (HBD). • De Buurt Bestuurt (CWP) – zie toelichting onder doelstelling 1. • Watch Out (CWP) – Het project Watch Out is in september 2012 gestopt, in verband met het ontbreken van nieuwe kandidaten en mede in het licht van de bezuinigingen. Er wordt geen toezicht meer gehouden vanuit Watch Out in de wijk Nieuwland. • Weesfietsen – De opvang van weesfietsen en fietswrakken wordt in eigen beheer verzorgd door het team Toezicht en Handhaving. Soms moet het verzamelen van weesfietsen worden stopgezet omdat de grenzen van de opslagcapaciteit zijn bereikt. In 2012 zijn 566 fietsen voorzien van een sticker en 401 fietsen daadwerkelijk verwijderd.
• Aanpak fietsendiefstallen – Een extra en door medewerkers van het team Toezicht en Handhaving gratis bewaakte fietsenstalling was gerealiseerd bij het station SchiedamCentrum. Nadat de bewaking in de fietsenstalling is gestopt vanwege financiële redenen, is het aantal fietsdiefstallen weer toegenomen. Om die reden is, mede op verzoek van de politie, opdracht gegeven de fietsenstalling aan de zijde Overschiesestraat af te sluiten. Doelstelling 4: Terugdringen woninginbraken Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Politiekeurmerk Veilig Wonen / woonomgeving (CWP) – In 2012 is aan 140 woningen subsidie verstrekt voor uitgaven die samenhangen met het behalen van het certificaat Politiekeurmerk Veilig Wonen. Het totaal aantal certificaten bedraagt 2772 woningen en is ongeveer 8% van de woningvoorraad in Schiedam. • DNA-kits – Er zijn ongeveer 200 DNA-kits uitgereikt (met behulp van DNA-kits kunnen eigendommen van een uniek kenmerk worden voorzien). De DNA-kits worden tegelijkertijd met de lampenactie onder de aandacht gebracht in de wijkoverleggen. De politie verstrekt de DNA-kits bij slachtoffers van woninginbraken. Woninginbraken Jaar aangiften
2006
2007
2008
2009
2010
481
291
296
314
373
2011 2012 331
386
Doelstelling 5: Woonoverlast verminderen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Aanpak overlastgevende panden / interventieteam (CWP) – Het Interventieteam heeft 219 huisbezoeken in 2012 afgelegd in overlastpanden. Het betrof 60 woningen van de woningcorporatie Woonplus en 159 particuliere (koop)woningen. • Buurtbemiddeling – Er zijn 50 aanmeldingen bij Buurtbemiddeling binnengekomen, waarvan 27 zaken zijn opgelost, één zaak is terugverwezen, 12 zaken zijn niet opgelost, één zaak is doorverwezen en negen zaken zijn nog in bemiddeling. Meer zaken hebben geleid tot een gezamenlijk gesprek. Er zijn 22 vrijwilligers actief geweest. In 2012 zijn vier buurtbemiddelaars gestopt en vier nieuwe buurtbemiddelaars opgeleid. Bij de heroverwegingen 2013 is besloten te stoppen met Buurtbemiddeling. Op verzoek van de gemeenteraad heeft het College besloten buurtbemiddeling
PROGRAMMAREKENING
91
voort te zetten. Vanuit wijkontwikkeling wordt onderzocht op welke wijze buurtbemiddeling kan worden voortgezet. • Aanpak illegale hennepteelt (CWP) – In 2012 zijn er 64 hennepkwekerijen ontmanteld waarvan 51 hennepkwekerijen bestuursrechtelijk en 13 hennepkwekerijen strafrechtelijk ontmanteld. Van de ontmantelingskosten is ruim 18% verhaald. Het uiteindelijke het invorderingspercentage 2012 zal hoger liggen, doordat het effect van de inning pas na verloop van tijd bekend wordt. Doelstelling 6: Persoonsgerichte aanpak bevorderen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Veiligheidshuis Waterweg Noord – De locatie Veiligheidshuis Waterweg Noord is gesloten met ingang van 1 januari 2013. Schiedam maakt met ingang van januari 2012 deel uit van het regionale Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. • Aanpak Huiselijk Geweld (CWP) – In 2011 is de pilot ouderenmishandeling geëvalueerd en budgetneutraal voortgezet als onderdeel van de reguliere aanpak van huiselijk geweld. Eind 2010 is het project Raak gestart, met daarbij speciale aandacht voor kindermishandeling en de invoering van de meldcode Huiselijk Geweld. In het regieoverleg huiselijk geweld wordt alle casuïstiek doorgenomen waar sprake is van samenloop tussen strafrecht, bestuursrecht en hulpverleningsinzet. In het overleg participeren OM, reclassering, steunpunt Huiselijk Geweld en het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Betrokken personen Derden Kind
2011
2012
18
28
223
249
Pleger
251
306
Slachtoffer
333
380
Totaal
825
964
Recidive en huisverboden
2011
2012
Recidive
14%
7%
31
26
Opgelegde huisverboden
• Aanpak risicojongeren, jeugdige ex-gedetineerden en nazorg jeugdige veelplegers – Door de aanpak van risicojeugd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin aan te laten sluiten op de aanpak van de risicojeugd binnen het Veiligheidshuis, krijgt de ambitie ‘één gezin, één plan’ meer gestalte. Een dergelijke koppeling geeft tevens ruimte voor een goede inbedding van het Jeugd Interventie Team en de
92
aanpak van problematische jeugdgroepen (Beke-aanpak) in het Veiligheidshuis. In 2012 kent Schiedam één1 problematische jeugdgroep (Beke en Ferwerda) waarvoor een actieprogramma in uitvoering is. Daarnaast is er structureel aandacht geweest voor de omgeving De Gorzen (het Meerjarenzomeractieprogramma) en het actieprogramma Krona en omgeving. In 2012 heeft het casusoverleg risico jongeren 12-18 jaar (ROJ) regelmatig vergaderd binnen het Veiligheidshuis Waterweg Noord. Het Veiligheidshuis Waterweg Noord is in de regio Rotterdam-Rijnmond een pilotgebied. Het ROJ is een overleg waarbij complexe casuïstiek gezinsbreed wordt bezien en waarbij een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld. Eind 2012 is besloten het Trajectberaad en het Casusoverleg risicojongeren te integreren tot een Trajectberaad Risicojongeren. • Nazorg ex-gedetineerden en veelplegers – In 2012 zijn twee zorgcoördinatoren in Schiedam ingezet op de locatie Veiligheidshuis Waterweg Noord: een verpleegkundig specialiste en een maatschappelijk werkende. In het veiligheidshuis is geen strikt onderscheid gemaakt tussen jeugdige en volwassen (veel)plegers. Het aantal Schiedamse veelplegers in strikte zin, voor wie zorgtaken zijn verricht, is 103. Daarnaast zijn zorgtaken verricht voor andere doelgroepen, waaronder ‘verwarde dreigers’, jongeren met een PIJ-maatregel (Plaatsing In Jeugdinrichting) en jeugdige ex-gedetineerden (18-24 jaar) en de High impact lijst van de politie. Overigens is het aantal PIJ-meldingen vanuit het BIJ-project (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen) in 2012 sterk afgenomen. Van de vier BIJ-meldingen in 2012 ging het in twee gevallen om een jongere. Het was niet noodzakelijk om hier actie op te ondernemen. De werkzaamheden van de zorgcoördinatoren hebben voor veruit het grootste gedeelte bestaan uit het organiseren en aanbieden van (na)zorg aan veelplegers. Aan ongeveer 80% van de veelplegers, die bij het casusoverleg zijn aangemeld, is een nazorgtraject aangeboden. Doordat deze trajecten vooral uit verzekerde zorg bestonden, werd het gemeentelijk budget ontzien. Ongeveer 75% van de aangemelde veelplegers hebben de aangeboden zorg geaccepteerd. Veelplegers zijn bij het Gemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak (GOSA) aangemeld door het PGA-bureau (persoonsgerichte aanpak) van Justitie, door de Gemeente en door de reclasseringsorganisaties. Vanaf 2009 zijn ook de volgende nieuwe activiteiten ondernomen:
• Doorbetaling huur gedetineerden – Eind 2008 heeft het college besloten om, onder strikte voorwaarden, tijdens detentie de vaste lasten door te betalen. In 2012 zijn er in totaal 10 aanvragen ingediend waarvan 8 aanvragen zijn gehonoreerd. Het uitbetaalde bedrag bedroeg € 12.014. • Aanpak overlastgevende personen – Sinds het tweede kwartaal van 2009 worden overlastgevende personen geadopteerd door één van de crisismanagers. Contacten tussen overlastgever en gemeente lopen via die crisismanager. Overlastgevende personen zijn personen die bedreigingen hebben geuit naar bestuurders en gemeenteambtenaren of overlast in de buurten veroorzaakt hebben of anderszins in beeld zijn gekomen. • Aanpak mensenhandel – Op 14 februari 2011 is in het Regionaal College het Regionaal Convenant Ketenaanpak Mensenhandel ondertekend. Door de ondertekening van dit convenant is de informatie-uitwisseling tussen gemeente en de andere ketenpartners en het Regionaal InformatieOmschrijving
E/P*
Bron
Schiedam moet merkbaar veiliger worden
E
Veiligheidsindex
en ExpertiseCentrum (RIEC) juridisch geformaliseerd. Er is een gemeentelijk contactpersoon voor het casusoverleg mensenhandel aangewezen. Vanuit het RIEC zijn in 2012 signalen over (mogelijke) mensenhandel / prostitutie ontvangen. Deze zijn nagetrokken. Conform de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordeningen zijn geen overtredingen geconstateerd. Er is ambtelijk geparticipeerd in het regionale overleg om te komen tot een gezamenlijk handhavingsarrangement prostitutie in de regio RotterdamRijnmond. 2.3 Doelrealisatie: kengetallen Veiligheidsindex Schiedam De veiligheidsindex Schiedam bestaat voor 50% uit objectieve gegevens, verdeeld over politiecijfers (25%), Irado (18,75%) en brandweer (6,25%). De andere helft van de veiligheidsindex bestaat uit subjectieve gegevens (GSB-indicatoren, Veiligheidsmonitor). Nulmeting 07/08
Werkelijke waarde 09/10
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
6,4
6,4
6,5
6,5
De veiligheidsindex is voor het eerst in vijf jaar gestegen naar 6,5.
PROGRAMMAREKENING
93
3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Wijkgerichte sociale veiligheid Beleidsonderdeel
Wijkgerichte sociale veiligheid
94
Doelstellingen
Activiteiten
1. Centrum stabiliseert of verbetert binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex en blijft een bedreigde wijk.
1.1 Wijkgerichte inzet team Toezicht en Handhaving in Centrum. 1.2 Veilig ondernemen Nieuwe Passage in Centrum. 1.3 Kwaliteitsmeter Veilig uitgaan. 1.4 Bestuurlijke aanpak illegale hennepteelt. 1.5 Interventieteam woonoverlast
2. Oost en Nieuwland verbeteren in 2011 een categorie in de veiligheidsindex en verbeteren van bedreigde wijken naar aandachtswijken.
2.1 Wijkgerichte inzet in Oost en Nieuwland. 2.2 Veilige woonomgeving de Singel in Oost. 2.3 Bestuurlijke aanpak illegale hennepteelt. 2.4 Inzet interventieteam woonoverlast. 2.5 Keurmerk Veilige Woonomgeving Nolenslaan. 2.6 Aanpak overlast Mgr Nolenslaan.
3. West, Groenoord en Kethel stabiliseren of verbeteren binnen de huidige categorie van de veiligheidsindex en blijven aandachtswijken.
3.1 Wijkgerichte inzet in West, Groenoord, Kethel. 3.2 Veilig ondernemen Hof van Spaland in Kethel. 3.3 De Buurt Bestuurt in West en Kethel. 3.4 Buurtpreventie Groenoord. 3.5 Bestuurlijke aanpak illegale hennepteelt. 3.6 Interventieteam woonoverlast
4. Zuid, Woudhoek en Spaland/ Sveaparken stabiliseren of verbeteren binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex en blijven (redelijk) veilige wijken.
4.1 Wijkgerichte inzet team Toezicht en Handhaving Zuid, Woudhoek en Spaland/Sveaparken. 4.2 Integraal actieprogramma Krona/ Molmö. 4.3 Meerjarige zomeraanpak jeugd Gorzen. 4.4 Bestuurlijke aanpak illegale hennepteelt. 4.5 Interventieteam woonoverlast
3.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: De wijken Oost en Nieuwland verbeteren een categorie in de veiligheidsindex. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Oost – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving was 5.580 uur. In 2012 zijn 12 hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Oost. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast 16 panden van Woonplus bezocht en 56 particuliere woningen. Buurtpreventie Oost is sinds februari 2012 opgestart. Er zijn momenteel ruim twintig vrijwilligers actief. Door inzet in Oost hebben bewoners meer het gevoel gekregen dat zij samen met de gemeente zaken kunnen aanpakken en dat er iets met hun klachten wordt gedaan. Daardoor hebben zij zich ook meer bereid getoond om zelf inzet te plegen in hun wijk. Tot dusverre heeft dit geleid tot deelname van twintig wijkbewoners aan buurtpreventie in Oost. Zij bestrijken een relatief klein gedeelte van de wijk. Het streven is erop gericht om ook in andere delen van Oost te komen tot buurtpreventie. De benodigde maatregelen voor de Singel zijn genomen. Rest nog de formele eindkeuring van het Keurmerk Veilige Woonomgeving. • Nieuwland – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving in de wijk Nieuwland bedroeg 5.081 uur in 2012. Om de overlast van Antilianen in de Mgr. Nolenslaan te doen afnemen, is het in 2009 opgestelde actieprogramma in 2010, 2011 en 2012 verder uitgevoerd. Bij dit actieprogramma werken gemeenten, politie, Woonplus, ondernemers, de winkelstraatmanager en de buurtagent samen. Er zijn preventieve en repressieve acties ingezet. In februari 2012 is het actieprogramma en de Keurmerk Veilig Ondernemen succesvol geauditeerd (zie verder toelichting onder doelstelling 3). Medio 2012 werd geconstateerd dat er veel overlast werd ervaren, veroorzaakt door Antillianen rondom de Meesterstraat. Hierop is er extra inzet gepleegd door de politie en de LBB. Verder zijn er aanpassingen gedaan in de buitenruimte, is jongerenwerk ingezet en zijn er activiteiten georganiseerd voor kinderen en ouders op deze locatie. Ook Woonplus heeft een overlastgevende woning aangepakt waarin door de huurder alcoholische dranken voor de bewoners bewaard werden. Er zijn tien gebiedsverboden uitgereikt op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Momenteel wordt er persoongericht gekeken naar de mogelijkheden om de overlastgevers een zinnige dagbesteding te geven.
In 2012 zijn zes hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Nieuwland. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast 32 panden van Woonplus bezocht en acht particuliere woningen. Doelstelling 2: De wijken Centrum, Groenoord, Woudhoek, Kethel, Spaland / Sveaparken, West en Zuid stabiliseren, dan wel verbeteren binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Centrum – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving was 6.933 uur. Dit is exclusief het aantal uren dat voor de handhaving van de parkeerverordening is ingezet. Binnen het Keurmerk Veilig Uitgaan (KVU) zijn twee aandachtsgebieden aangewezen, te weten de Binnenstad en de Schiedamseweg/Kerklaan. Vanuit de KVU zijn verschillende projecten opgestart en uitgevoerd om de veiligheid van uitgaanspubliek en horecamedewerkers te verbeteren. De acties hebben zich gericht op verbetering van bestrating, verlichting, en aanpak openbare orde problematiek. De leden van de KVU zijn positief over kwaliteit van het openbaar gebied. In 2012 zijn tien hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Oost. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast twee panden van Woonplus bezocht en 16 particuliere woningen. • Groenoord – In 2012 is in heel Schiedam Noord een totaal van 5.178 uur aan wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving gerealiseerd. In het wijkoverleg is de inzet bepaald op overlast van hondenpoep, parkeergedrag, verkeersgedrag bij scholen, vervuiling en jeugdoverlast. In Groenoord was één buurtpreventieteam actief, te weten rondom het Sibeliusplein. In 2012 zijn zeven hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Groenoord. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast twee panden van Woonplus bezocht. • Woudhoek – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving in Schiedam Noord, waartoe Woudhoek behoort, was 5.178 uur. Op verzoek van bewoners is door het team Toezicht en Handhaving aandacht besteed aan de overlast van hondenpoep. In 2012 zijn drie hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Woudhoek. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast drie particuliere woningen bezocht. • Kethel – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving in Schiedam Noord, waartoe Kethel behoort, was 5178 uur. Het Keurmerk Veilig Ondernemen ‘Hof van
PROGRAMMAREKENING
95
Spaland’ is tot medio 2012 onderhouden. Door wisselingen in de werkgroep is het keurmerk niet actief. In 2013 zal de herstart plaats gaan vinden met de nieuwe deelnemers. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast twee particuliere woningen bezocht in de Spaanse Polder. • Spaland / Sveaparken – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving in Schiedam Noord, waartoe Spaland / Sveaparken behoort, bedroeg 5178 uur. In 2012 zijn drie hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Spaland / Sveaparken. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast twee panden van Woonplus bezocht. Er zijn acht vrijwilligers actief op het gebied van buurtpreventie. Op 18 oktober 2012 heeft de burgemeester samen met de vrijwilligers de buurtpreventieborden onthuld. • West – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving was 5145 uur. Op verzoek van de inwoners is tijdens de surveillances van het team Toezicht en Handhaving extra aandacht besteed aan de overlast van hondenpoep, de overlast van overbewoning en de vervuiling in de wijk. In 2012 zijn 12 hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk West. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast vier panden van Woonplus bezocht en 58 particuliere woningen. • Zuid – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving was 5160 uur. In Schiedam-Zuid was voornamelijk de hondenoverlast een probleem. Ook in 2012 was er aandacht voor de (jeugd)overlast op en rondom het Dwarsplein door de uitvoering van het actieprogramma
96
‘Meerjarige zomeraanpak jeugd Gorzen’. In 2012 zijn negen hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Zuid. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast drie panden van Woonplus bezocht en 16 particuliere woningen. 3.3 Doelrealisatie: kengetallen De gemeente heeft ervoor gekozen om de Schiedamse Veiligheidsindex te gebruiken. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt welke wijken zich op het gebied van leefbaarheid en veiligheid goed ontwikkelen en welke minder (oftewel een combinatie van objectieve en subjectieve aspecten). Alle objectieve en subjectieve aspecten zijn hiervoor gestandaardiseerd, genormeerd en omgezet naar rapportcijfers. Deze rapportcijfers zijn na weging opgeteld en gedeeld door het aantal aspecten. Op deze manier is een gemiddeld rapportcijfer voor elke afzonderlijke wijk in Schiedam verkregen. De rapportcijfers worden in vijf categorieën ingedeeld. Indeling categorieën Veiligheidsindex Categorieën
Rapportcijfers
Onveilige wijk
Lager dan 4,0
Probleemwijk
Van 4,0 tot 5,0
Bedreigde wijk
Van 5,0 tot 6,0
Aandachtswijk
Van 6,0 tot 7,0
Veilige wijk
7,0 en hoger
Voor heel Schiedam en voor de afzonderlijk wijken geeft de Veiligheidsindex de volgende uitkomsten:
tabel schiedamse Veiligheidsindex Wijkgerichte sociale veiligheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 08/09
Werkelijke waarde 09/10
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 11/12
Schiedam moet merkbaar veiliger worden
E
Veiligheidsindex
6,4
6,4
6,5
6,5
Centrum blijft een bedreigde wijk
E
Veiligheidsindex
5,4
5,4
5,4
5,8
Oost verbetert van bedreigde wijk naar aandachtswijk in 2011
E
Veiligheidsindex
5,8
5,7
6,0
5,8
West blijft een aandachtswijk in 2011
E
Veiligheidsindex
6,8
6,9
6,8
7,0
Zuid blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,1
6,9
7,1
6,9
Nieuwland verbetert van bedreigde wijk naar aandachtswijk
E
Veiligheidsindex
5,9
6,0
6,0
6,0
Groenoord blijft een aandachtswijk
E
Veiligheidsindex
6,4
6,7
6,6
7,1
Kethel blijft een aandachtswijk
E
Veiligheidsindex
6,1
6,1
6,1
6,2
Woudhoek blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,3
7,2
7,3
7,4
Spaland/Sveaparken blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,6
7,4
7,6
7,4
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator
3.4 toelichting op afwijking in kengetallen Centrum Het indexcijfer voor het Centrum is gestegen van 5,6 naar 5,8. Centrum blijft hiermee een bedreigde wijk. De criminaliteitscijfers van het Centrum zijn redelijk stabiel. Er is een forse stijging van het aantal woninginbraken gemeten. Het aantal aangiften van vernielingen is afgenomen. Dit beeld wordt bevestigd door een flinke daling van het aantal meldingen Schoon en Heel en dat er minder verloedering en overlast wordt ervaren.
West Op basis van de veiligheidsindex, 7,0, is west gestegen naar een veilige wijk. Het aantal inbraken is gestegen, zowel in het noordelijke als het zuidelijke deel van de wijk West. In vergelijking met het stedelijk gemiddelde is er weinig overlast en sprake van minder verloedering. Het aantal aangiften van vernieling is in het zuidelijke deel van West gestegen. In het noordelijke deel is het aantal juist gedaald, maar nog wel hoger dan in het zuidelijke deel.
Oost Na twee jaar een lager indexcijfer te hebben gescoord, is in Oost de veiligheidsindex gestegen naar 5,8. Dit is gelijk aan het niveau van 2007 en 2008. Deze verbeterde situatie is het gevolg van een daling van het aantal aangiften betreffende woninginbraak en diefstal. Het aantal aangiften van geweldsdelicten en vernieling is echter gestegen, waardoor het indexcijfer van Oost aan de lage kant blijft. In de ogen van de bewoners van Oost is de verloedering van de openbare ruimte sterk verbeterd. Ook de mate van sociale cohesie wordt iets beter beoordeeld. Desondanks heeft dit nog niet tot minder onveiligheidsgevoelens geleid. Dit blijkt moeilijk te beïnvloeden.
Zuid Zuid is in 2010 van veilige wijk naar aandachtswijk gedaald. In de metingen in de jaren daarna is Zuid een veilige wijk. In de meting van 2011/2012 is Zuid met 6,8 weer een aandachtswijk. De objectieve politiecijfers zijn verbeterd. Dit zit met name in de aangiftecijfers van geweld en vernieling, deze zijn sterk verbeterd. Echter het aantal woninginbraken is gestegen. De meldingen Schoon en Heel zijn gedaald en er hebben bijna geen kleine buitenbranden plaatsgevonden. De belevingscijfers van veiligheid zijn redelijk stabiel. Nieuwland Nieuwland liet een lichte verbetering zien en is van bedreigde
PROGRAMMAREKENING
97
wijk naar de categorie aandachtswijk verbeterd, van 5,9 naar 6,0. In het jaar 2010 / 2011 schommelt de wijk weer terug naar een 5,9 en in 2011 / 2012 stijgt de wijk weer naar 6,0. De schommeling is marginaal en is daarmee stabiel te noemen. De veiligheidsbeleving is licht verbeterd. De politiecijfers lopen wat terug, dit komt met name door een stijging van het aantal diefstallen en inbraken.
de 6,2. De politiecijfers van Kethelvaart, Thermen Holliday, sportterreinen, zwembad en het Hof van Spaland drukken op de index. Het aantal woninginbraken is, net als in de rest van Schiedam, hoger dan vorig jaar. De veiligheidsbeleving is hoger dan het gemiddelde van Schiedam. De gevoelens ten aanzien van vermogensdelicten zijn verslechterd. De cijfers van Schoon en Heel zijn sterk verbeterd. Deze cijfers waren laag.
Er is veel minder straatvuil dan voorgaande jaren. Dit is terug te zien in de cijfers van Irado door minder meldingen Schoon en Heel. De verloedering wordt teruggedrongen en is op een beter niveau dan het gemiddelde van Schiedam.
Woudhoek In Woudhoek is de index na een lichte daling weer terug op het niveau van 2007 / 2008 namelijk op 7,4. De index is redelijk stabiel. De aangiftecijfers van de politie laten iets minder vernielingen zien. De diefstalcijfers zijn sterk verbeterd en zijn het laagst in Schiedam.
Groenoord De veiligheidsindex Schiedam laat de afgelopen jaren voor Groenoord een sterke verbetering zien, van 6,4 naar een 6,7 in de 2009 / 2010-meting naar een 7,1 in de meting van 2011 / 2012. Behalve de aangiften diefstal verbeteren de politie-aangiftecijfers nog steeds. Het aantal inbraken is met een fractie gedaald. Geweld en vernieling is sterk gedaald. De beleving van verloedering en overlast is sterk verbeterd. Kethel De index voor Kethel van de afgelopen jaren schommelt rond
Spaland / Sveaparken Op basis van de veilgheidsindex Schiedam is Spaland / Sveaparken een (redelijk) veilige wijk gebleven. In 2009 was een daling zichtbaar (7,5, was 7,6 in 2007). In de meting van 2011/2012 is de index gedaald naar een 7,4. Een lichte daling ten opzichte van 2011. Jongerenoverlast is afgenomen, er hebben minder inbraken plaatsgevonden, maar er was wel sprake van meer diefstal. Het aantal aangiften van geweld en vernielingen is afgenomen.
4. Beleidsonderdeel Fysieke veiligheid 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Fysieke veiligheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Adequate brandweerzorg en adequate ambulancezorg.
1.1 Continueren deelname aan de veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond; 1.2 Actief en periodiek monitoren van de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst tussen Schiedam en de veiligheidsregio.
2. Adequate hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen.
2.1 Het actueel houden van de bestaande crisisbeheersingsplannen en -afspraken; 2.2 Het verder professionaliseren van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie; 2.3 Het continu opleiden, trainen en oefenen (OTO) van werkers in de rampenbestrijding; 2.4 Communicatie met burgers over risico’s.
Fysieke veiligheid
98
boden door: • een betere onderlinge afstemming van de hulpverleningsdiensten; • continueren van de deelname aan de VRR; • actief en periodiek monitoren van de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst tussen Schiedam en de VRR. • Crisisbeheersing door: • het actueel houden van de bestaande crisisbeheersingsplannen en afspraken; • het verder professionaliseren van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie; • het continu opleiden, trainen en oefenen (OTO) van werkers in de rampenbestrijding; • communicatie met de burgers over risico’s.
4.2 uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: Een brandweerzorg (Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond) en Ambulancezorg (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), welk voldoende paraat is, uitrukt en inzet conform geldende richtlijnen en regelgeving. Met bijzondere aandacht voor preventie, waarmee directe oorzaken van onveiligheid kunnen worden voorkomen en eventuele nadelige gevolgen kunnen worden beperkt. Doelstelling 2: Hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen. Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Deelname aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Met de VRR wordt de burger meer veiligheid ge4.3 Doelrealisatie: kengetallen
tabel: effect- en prestatie-indicatoren Fysieke veiligheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar 2008)
Streefwaarde 2012
Werkelijke waarde 2012
% spoedgevallen waarbij de brandweer binnen de normtijd (acht minuten) ter plekke is
P
Programmabegroting VRR 2009
80%
80%
80%
% spoedgevallen waarbij de ambulance binnen de normtijd (vijftien minuten) ter plekke is
P
Programmabegroting VRR 2009
90%
90%
n.n.b.
Monitoren voortgang uitvoering Dienstverleningsovereenkomst VRR drie maal per jaar (1)
P
Programmabegroting VRR 2009
3
3
4
Het aandeel betrokkenen bij alle zeventien deelplannen crisisbeheersing dat is opgeleid
P
Afdelingsplan Veiligheid
25%
70%
90%
Aantal oefeningen crisisbeheersing
P
OTO en afdelingsplan Veiligheid
2
2
2
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
4.4 toelichting op afwijkingen in kengetallen De veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is overgegaan op het rapporteren per kwartaal in plaats van eenmaal per vier maanden. 5. Wat heeft het programma Veiligheid gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoeging aan reserves
Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
10.057
10.637
10.712
10.705
7
364
486
458
436
-22
-9.694
-10.151
-10.254
-10.270
-16
0
0
0
0
0
Onttrekking aan reserves
1.127
837
837
837
0
Saldo reservemutaties
1.127
837
837
837
0
-8.567
-9.314
-9.417
-9.433
-16
resultaat na bestemming
PROGRAMMAREKENING
99
6. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking*
Veiligheid Baten Product Openbare orde en veiligheid Niet begrote co-financiering van Woonplus voor Buurtbemiddeling.
30
5
-176
5
De kosten in het kader van Integraal Veiligheidsbeleid/Horecabeleid bleven incidenteel achter bij de begroting. De kosten voor uitbestede werkzaamheden (met name voor buurpreventie en gezinsmanagers) waren lager.
151
5
Overige verschillen programma Veiligheid
-21
5
Totaal saldo programma Veiligheid
-16
Lasten Product Openbare orde en veiligheid Werkelijke kosten voor de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam/Rijnmond bleken hoger dan begroot.
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
7. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productomschrijving (Bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5002 Openbare orde en veiligheid
10.057
364
-9.694
10.712
458
-10.254
10.705
436
-10.270
Resultaat voor bestemming
10.057
364
-9.694
10.712
458
-10.254
10.705
436
-10.270
0
1.127
1.127
0
837
837
0
837
837
10.057
1.490
-8.567
10.712
1.295
-9.417
10.705
1.273
-9.433
5999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
100
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
PROGRAMMAREKENING
101
Woonmilieu 1. Doelstelling Het Programma Woonmilieu richt zich, in overleg met partners in de stad, op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving. Dit varieert van monumenten tot en met moderne architectuur, in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. Belangrijke belemmering is de economische crisis en de daarmee samenhangende crisis op de woningmarkt. De productie van
nieuwbouwwoningen in Schiedam en de regio is sterk teruggevallen. De keuzemogelijkheden van woningzoekenden raken hierdoor meer uit evenwicht en migratie van sociaaleconomisch draagkrachtige gezinnen neemt toe. Niet alleen binnen Schiedam, maar ook uit de stadsregio naar Schiedam. De hierna geformuleerde doelstellingen in het programma Woonmilieu trachten aan deze negatieve ontwikkeling een halt toe te roepen.
Programma Woonmilieu
Speerpunten
Algemene doelstelling
Het programma Woonmilieu richt zich op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving. Deze woonomgeving varieert van monumenten tot en met moderne architectuur, in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. Daarnaast heeft het programma als doel goede condities te scheppen om dit beleid te kunnen uitvoeren.
102
• Omgevingsvergunning; • Verbeteren luchtkwaliteit; • Realiseren van nieuwbouwwoningen; • Verbeteren van particuliere woningen; • Klimaatbeleid. Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Wonen
1. Het mogelijk maken van een wooncarrière voor Schiedammers door het realiseren van een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad. 2. Stimuleren van de teruglopende markt van nieuwbouwwoningen. 3. Herontwikkelen van bestaande woonlocaties. 4. Herstructurering van de naoorlogse woningvoorraad krachtig voortzetten. 5. Verbeteren isolatie van woningen inzake geluid en energie. 6. Preventie en aanpak van dichtgespijkerde panden. 7. Sturen en bewaken van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). 8. Een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling. 9. Een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering). De woningen in de binnenstad verbeteren en het wonen boven winkels bevorderen (onderdeel project Werk aan de Winkel). 10. Integrale handhaving in de gebouwde omgeving.
Programma Woonmilieu (vervolg) Algemene doelstelling
Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Monumenten
1. Een nauwere relatie tussen monumentenbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid bewerkstelligen, zodat cultuurhistorie wordt benut ter versterking van de identiteit en de aanwezige kwaliteiten van de leefomgeving, in het bijzonder de historische binnenstad en de kern van Kethel. 2. Een accurate, geactualiseerde en afgeronde gemeentelijke monumentenlijst. 3. Een gerestaureerd monumentenbestand dat duurzaam en goed wordt onderhouden. 4. Passende herbestemming en herontwikkeling voor leegstaande of leegkomende monumenten. 5. Heldere communicatie met en begeleiding van eigenaren van monumenten. 6. Kennis over Schiedamse monumenten bij een breed publiek.
Het programma Woonmilieu streeft naar een beleid dat gericht is op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving. Deze woonomgeving varieert van monumenten tot en met moderne architectuur, in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. Daarnaast heeft het programma als doel goede condities te scheppen om dit beleid te kunnen uitvoeren.
Milieu
1. Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentelijke gebouwen staan de principes klimaatneutraal en duurzaam centraal. 2. Verhuren gemeentelijke daken ten behoeve van de plaatsing van zonnecollectoren. 3. Ondernemers extra stimuleren maatregelen te nemen op het gebied van duurzaam en klimaatneutraal ondernemen. 4. Verwerving van het predicaat Millenniumgemeente. 5. Voortbouwen op het Milieubeleidsplan 2009-2013 met dien verstande dat de gemeente zich nadrukkelijker zal profileren op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Hiertoe zullen meetpunten worden opgesteld waarmee wordt beoordeeld of er voldoende voortgang is. 6. Stimuleren van klimaatvriendelijke maatregelen als bijdrage aan de CO2- reductie. 7. Samen met de markt het gebruik van elektrische auto’s stimuleren.
PROGRAMMAREKENING
103
2.a Beleidsonderdeel Wonen Doelstelling 1: Het mogelijk maken van een wooncarrière voor Schiedammers door het realiseren van een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Vaststelling van de Woonvisie Schiedam 2012. • Organisatie van een stadslab Wonen. • Gestart met meerjarenprestatieafspraken met Woonplus. • De Verstedelijkingsafspraken 2010-2014 met de stadsregio zijn getekend. • Vanuit de pilot Toegankelijk Wonen is subsidie verleend aan de projecten Triton en Nereus voor verbeterde toegankelijkheid van appartementen in deze complexen. • Zestien kavels verkocht voor woningbouw in particulier opdrachtgeverschap in Oranjeburgh. • Het uitvoeringsprogramma Woonvisie 2013-2016 is opgesteld. • Gestart met een gebiedsvisie Oost in Samenwerking met Woonplus. • Het lopend woonbeleid is gemonitord en bijgesteld in lijn met de uitgangspunten van het CWP. • Organisatie van een bijeenkomst Platform Wonen. • Planning en programmering van woningbouwprojecten. • Uitvoering van het woonwagenbeleid. • Samenwerking met Vluchtelingenwerk en Woonplus om verblijfsgerechtigden te huisvesten in het kader van de taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden. • Onderzoek naar de aanleiding in Schiedam gebruik te maken van de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek. • Een bijdrage geleverd aan het opstellen en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma arbeidsmigranten, in het bijzonder voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Ook is hierover overleg met de stadsregio gevoerd. • Een verkenning van de mogelijkheden en haalbaarheid de Schiedamse Woonpromotie onder te brengen bij Stichting Promotie Schiedam. In samenspraak met andere partners wordt voor 2013 een vervolgonderzoek gedaan. Doelstelling 2: Stimuleren van de teruglopende markt van nieuwbouwwoningen Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Verkennen van nieuwe vormen van stedelijke vernieuwing door middel van particulier opdrachtgeverschap en van stedelijke vernieuwing op uitnodiging door middel van het stadslab en de gebiedsontwikkeling A4.
104
• Regie op samenwerking met gevestigde en nieuwe partners. Doelstelling 3: Herontwikkelen van bestaande woonlocaties Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • In het kader van de veranderende marktomstandigheden zijn de lopende samenwerkingsverbanden tussen Gemeente en Woonplus heroverwogen. Dit heeft geresulteerd in een ontmanteling van de WOG Groenoord. De overweging ten aanzien van de VOF Toernooiveld loopt nog. • De locatie Dr. Wibautplein is gesloopt. • De locatie Daltonstraat is gesloopt. • Naar aanleiding van de aangekondigde verhuurdersheffing in het regeerakkoord van de VVD/PvdA heeft Woonplus eind 2012 de ontwikkeling van een aantal projecten stilgelegd. In overleg met Woonplus wordt gekeken naar andere haalbare ontwikkelingen. Doelstelling 4: Herstructurering van de naoorlogse woningvoorraad krachtig voortzetten Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Vaststelling nieuwe Woonvisie Schiedam 2030. In het kader van dit traject is in 2011 en 2012 een gezamenlijke woningmarktstrategie met Woonplus opgesteld. • Gestart met meerjarenprestatieafspraken met Woonplus. Doelstelling 5: Verbeteren isolatie van woningen inzake geluid en energie Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Aanpak geluidisolatie van woningen op de zogenoemde Alijst. • Het verbeteren van de energieprestatie van woningen, onder meer door aan te haken bij de klimaatagenda van de stadsregio Rotterdam. In augustus 2012 heeft Schiedam met de regiogemeentes een convenant ondertekend om te streven naar een verlaging van de energieprestatie-eisen bij nieuwbouw (EPC-verlaging van 25%). Doelstelling 6: Preventie en aanpak van dichtgetimmerde panden Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Met Woonplus is afgesproken dat de mogelijkheid van kluspanden wordt meegenomen in de technische onderzoeken voor de complexen van het Fabriplein e.o.. Eind 2012 is de planontwikkeling echter stilgelegd i.v.m. de kabinetsplannen rondom de verhuurdersheffing.
Doelstelling 7: Sturen en bewaken van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Sturen en bewaken van het Uitvoeringsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2010 t/m 2014. Doelstelling 8: Een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Voeren van regie over de uitvoering van de regionale woonruimteverdeling. De regionale woonruimteverdeling is vastgelegd in de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam 2006 en de daarbij behorende overeenkomst Woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam. • Monitoren, evalueren en bijstellen van het woonruimteverdelingbeleid. Gemonitord wordt de slaagkans van verschillende doelgroepen zoals: starters, doorstromers, ouderen, BBSH-doelgroep en grote huishoudens. Voor zover mogelijk geschiedt bijsturing door middel van lokaal maatwerk. • Er zijn concrete woningmarktafspraken met de Stadsregio gemaakt en deze afspraken zijn geformaliseerd. Daarnaast is overeengekomen dat er jaarlijks een conferentie komt waarin wij de woningmarktopgave eerlijker en beter gaan verdelen in de regio.
Doelstelling 9: Een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering); woningen in de binnenstad verbeteren; het wonen boven winkels bevorderen (onderdeel van het project Werk aan de Winkel) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Particuliere woningverbetering afmaken in de wijken West, Oost Zuid en Centrum. Eigenaren krijgen hulp en advies, onder meer in de vorm van een bouwkundig onderhoudsrapport. Daarnaast kunnen ze een goedkope lening krijgen voor woningverbetering. • De aanpak van ‘rotte kiezen’, opgezet in de gebieden van de particuliere woningverbetering, is gecontinueerd. Eigenaren worden op basis van de Woningwet aangeschreven op noodzakelijk wettelijk onderhoud aan de eigen woning. • In de derde fase particuliere woningverbetering is energiebesparing gestimuleerd door eigenaren een gericht energiebesparingadvies te leveren. Maatregelen kunnen worden meegefinancierd in de goedkope lening voor woningverbetering. Doelstelling 10: Integrale handhaving in de gebouwde omgeving (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Uitvoering bouwbeleid en integraal handhavingsbeleid. Eigenaren en/of ontwikkelaars worden aangeschreven op naleving van de geldende wet- en regelgeving. • Gezien dit eerste geen succes heeft opgeleverd, is een dwangsom opgelegd. • Uitvoering gegeven aan het Uitvoeringsbesluit Kamerverhuur.
PROGRAMMAREKENING
105
tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Wonen Omschrijving
bron
Voorraadontwikkeling:
2010 Nulmeting
2011
2012
2013
2014
35.519
35.612
35.699
-
-
A. Toevoegingen: 1. Aantal woningen nieuwbouw
Verstedelijkingsafspraken
100
100
150
175
200
2. Aantal nieuwbouwwoningen sociale huur
Prestatieafspraken
0
0
29
36
34
3. Hoogniveau renovatie*
Prestatieafspraken
40
70
27
-
-
1. Sloop voor nieuwbouw
Verstedelijkingsafspraken
70
50
50
70
-
2. Onttrekkingen a.g.v. hoogniveaurenovatie**
Prestatieafspraken
90
27
40
40
40
CWP
47,8%
48,2%
48,7%
49,3%
50,0%
B. Onttrekkingen
Ontwikkeling wooncarrière: 1. Toename eigenwoningbezit 2. Toevoegen eengezinswoningen
CWP
30,4%
30,5%
30,6%
30,7%
30,8%
3. Verkoop aantal sociale huurwoningen
Prestatieafspraken
36
40
50
60
70
4. Toevoeging starterswoningen***
CWP
32
0
50
50
-
5. Toevoegen aanleunwoningen
CWP
-
-
-
-
-
30
30
40
40
50
0
0
5
10
15
40
40
40
40
6. Verbeteren toe- en doorgankelijkheid
Volkshuisvestingsplan II
7. Toevoegen meergeneratiewoningen/ Woongroepen
CWP
Isolatie van woningen: 1. Afmelden woningen A-lijst (geluidsanering)
MOP 3
2. Verbeteren energieprestaties EPC
Klimaatbeleid t/m 2012
0,8
0,6
0,6
-
-
Aantal te herstellen woningen
SO
240
240
240
240
240
Aantal te herstellen funderingen (per jaar)
SO
44
44
44
44
44
Aantal herstelde panden ‘Werk aan de Winkel’, per jaar
SO
35
35
35
35
35
Aantal woningklachten
SO
500
450
450
450
450
Aantal verleende splitsings-vergunningen
SO
30
30
30
30
30
Aantal aangevraagde onttrekkingsvergunningen
SO
15
15
15
15
15
* Hoogniveaurenovatie is inclusief andere vormen van toevoegingen anderszins. ** Onttrekkingen op zowel de sociale als de particuliere voorraad. *** Starterswoning is een woning die bereikbaar is voor starters op de koopwoningmarkt met een maximale koopprijs van € 200.000.
2.b Beleidsonderdeel Monumenten Doelstelling 1: Een nauwere relatie tussen monumentenbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid bewerkstelligen, zodat cultuurhistorie kan worden benut ter versterking van de identiteit en de aanwezige kwaliteiten van de leefomgeving, in het bijzonder de historische binnenstad en de kern van Kethel.
106
Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Actieve programmatische bijdrage vanuit de sectie monumenten bij ruimtelijke opgaven in historische binnenstad en omliggende wijken, onder andere door participatie in projectteams over herontwikkeling van de Havenkerk/Museumkwartier en aanpak kades Lange Haven en het Westmolenkwartier. • De verankering van cultuurhistorie in geactualiseerde bestemmingsplannen.
Doelstelling 2: Een accurate, geactualiseerde en afgeronde gemeentelijke monumentenlijst Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Een volledige inventarisatie van bestaande en potentiële monumenten, inclusief de potentiële monumenten uit de wederopbouwperiode (1940-1965). • Voorbereiding van de besluitvorming rond de actualisatie van de gemeentelijke monumentenlijst. Doelstelling 3: Een gerestaureerd monumentenbestand dat duurzaam en goed wordt onderhouden Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Voor rijksmonumenten in gemeentelijke eigendom zijn meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. • Actieve begeleiding van (particuliere) restauratieprojecten, waaronder de restauratie van het Proveniershuis, Lange Haven 129, Klokkenluiderswoning en de cascorestauratie van de Havenkerk. • Het in 2009/2010 uitgevoerde onderzoek naar de technische staat van de gemeentelijke monumenten (behoefteraming) stimuleert eigenaren tot restauratie en onderhoud. Op basis van de uit het Schiedams restauratiefonds verstrekte laagrentende leningen hebben eigenaren onderhoud en restauraties uitgevoerd. Doelstelling 4: Passende herbestemming en herontwikkeling voor leegstaande of leegkomende monumenten Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Een proactieve bijdrage vanuit het werkveld monumenten bij opgaven van herbestemming van monumentale gebouwen door inbreng van expertise, procesbegeleiding en voorlichting. • Er is ondersteuning verleend aan aanvragen voor landelijke herbestemmings-, wind- en waterdichtregelingen voor monumenten en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Doelstelling 5: Heldere communicatie met en begeleiding van eigenaren van monumenten Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • De pagina’s van de gemeentelijke website over monumenten zijn in 2012 geactualiseerd en aangevuld. Doelstelling 6: Kennis over Schiedamse monumenten bij een breed publiek Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • De participatie in en coördinatie van Open Monumentendagen rond het thema Groen van Toen.
• Het geven van lezingen en rondleidingen door monumenten. • De presentatie van onderzoeksresultaten in plaatselijke tijdschriften. • De deelname aan BNG Erfgoedprijs, die op 7 december 2012 aan Schiedam is toegekend. 2.c Beleidsonderdeel Milieu Doelstelling 1: Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentelijke gebouwen staan de principes klimaatneutraal en duurzaam centraal (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Gestart met een doelgroepenanalyse. Na afronding is bekend hoeveel gebouwen de gemeente in eigen bezit houdt. In de meerjarenonderhoudsprogramma’s van deze gebouwen wordt de verduurzaming van de gebouwen meegenomen. In de onderhouds- en energieprestatiecontracten voor de gebouwen, worden alle energiebesparingsmaatregelen die zich in 15 jaar terugverdienen meegenomen. • Gestart met een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden van de toepassing van het Building Retrofit Concept/inschakeling van ESCo’s. Hierbij wordt gekeken of aansluiting mogelijk is met enkele gebouwen bij het vervolg van het Rotterdamse project Groen Gebouwen. Begin 2013 is hier duidelijkheid over. Doelstelling 2: Verhuren gemeentelijke daken ten behoeve van de plaatsing van zonnecollectoren (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • De mogelijkheid tot verhuren van gemeentelijke daken is afhankelijk van de afronding van de doelgroepenanalyse zoals genoemd onder doelstelling 1. De verschillende mogelijkheden voor het verhuren van daken zijn verkend. In 2013 krijgt dit een vervolg. Doelstelling 3: Ondernemers extra stimuleren maatregelen te nemen op het gebied van duurzaam en klimaatneutraal ondernemen (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Deelname aan het stadsregionale project Stimuleren Energiemaatregelen bij Bedrijven. In de praktijk wordt dit project uitgevoerd als het project Milieudoel Energie van de DCMR. Per branche worden bedrijven bezocht en wordt de potentiële besparing op basis van mogelijk uit te voeren maatregelen in kaart gebracht. Bedrijven moeten daarna binnen een afgesproken termijn de reductie realiseren. • De instrumenten Kansen bij Verkassen en de Milieubaro-
PROGRAMMAREKENING
107
meter worden door de stadsregio kosteloos aangeboden aan bedrijven of instellingen die gevestigd zijn of zich gaan vestigen in de regio. In Schiedam zijn er 24 bedrijven aangesloten bij de Milieubarometer en is 2 keer Kansen voor Verkassen aangeboden. Doelstelling 4: Verwerving van het predicaat Millenniumgemeente (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Besloten om dit predicaat niet meer te halen, maar om vooral in te zetten op duurzaamheid in eigen huis. Dit betekent aandacht voor ander andere duurzame inkoop met aandacht voor Fair Trade. Doelstelling 5: Voortbouwen op het Milieubeleidsplan 2009-2013 met dien verstande dat de gemeente zich nadrukkelijker zal profileren op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Hiertoe zullen meetpunten worden opgesteld waarmee wordt beoordeeld of er voldoende voortgang is (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Dit was het laatste jaar van uitvoering van het Milieubeleidsplan 2008-2012 en het Klimaatbeleidsplan 20082012. Het Milieujaarverslag 2011 is vastgesteld en de eerste voorbereidingen voor een vervolg zijn getroffen. • De Visie Externe Veiligheid 2010-2020 is vastgesteld. In deze visie wordt invulling gegeven aan de beleidsvrijheid ten behoeve van de verantwoording van het groepsrisico en wordt aangegeven hoe de gemeente omgaat met de beoordeling en verantwoording van beslissingen die gevolg hebben voor de externe veiligheidssituatie. • Een nieuw Luchtkwaliteitsplan 2012-2015 is vastgesteld. In het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit 2007-2010 is subsidie ontvangen van de stadsregio. Hiervoor worden twaalf walstroomvoorzieningen gerealiseerd in 2013. Hiervoor hebben de voorbereidingen plaatsgevonden. • Nieuwe geluidskaarten zijn gemaakt. Binnen de gemeente vindt afstemming plaats, zodat de aspecten milieu en duurzaamheid vanaf het begin bij de ruimtelijke planvorming
108
betrokken worden. Hierdoor wordt optimaal bijgedragen aan de kwaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen. In augustus 2012 is hiertoe de D/M-tuner vastgesteld. Dit is een hulpmiddel om vanaf de start van een ruimtelijk project milieu en duurzaamheid te betrekken. • Door de bezuinigingen is geen toekomstvisie NME en ook geen milieucommunicatieplan opgesteld. Doelstelling 6: Stimuleren van klimaatvriendelijke maatregelen als bijdrage aan de CO2- reductie (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Besloten is om aan te sluiten bij de regionale CO2-monitor. De gegevens zijn aangeleverd en er is een conceptmonitor opgesteld. Begin 2013 wordt deze vastgesteld in de stadsregio. • Vanwege een gering bezoek aan de website Energieloket Rijnmond is besloten met dit digitale loket te stoppen. Het project krijgt een vervolg in de nieuwe duurzaamheidsagenda van de stadsregio. • Schiedam heeft met de regiogemeentes een convenant ondertekend te streven naar een verlaging van de energieprestatie-eisen bij nieuwbouw (EPC-verlaging van 25%). • Een convenant windenergie is ondertekend. In het convenant zijn twee potentiële locaties aangeduid voor twee windturbines. Of windenergie op deze locaties ook haalbaar is wordt nog onderzocht. • Naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van 26 april 2012 is het Rotterdamse project Milieucoaches/opZuinig! op haar toepasbaarheid in Schiedam onderzocht en haalbaar geacht. Inmiddels hebben twaalf personen een certificaat in ontvangst genomen. Doelstelling 7: Samen met de markt het gebruik van elektrische auto’s stimuleren (CWP) Hiertoe zijn de volgende activiteiten ondernomen: • Realisatie van vijf oplaadpalen voor elektrische auto’s met tien oplaadpunten. De plaatsing van een zesde paal is in voorbereiding.
3. Wat heeft het programma Woonmilieu gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
35.454
31.704
35.110
33.278
1.831
21.482
22.875
23.121
22.819
-301
-13.972
-8.829
-11.989
-10.459
1.530 -1.171
Toevoeging aan reserves
7.282
629
1.325
2.496
Onttrekking aan reserves
11.879
620
3.633
2.704
-929
4.597
-10
2.308
208
-2.100
-9.374
-8.839
-9.681
-10.251
-570
Saldo reservemutaties resultaat na bestemming
PROGRAMMAREKENING
109
4. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking*
Woonmilieu Baten Product Afvalstoffenheffing Voor een deel werden de hogere baten veroorzaakt door opbrengsten uit 2010 en 2011. Daarnaast is het voordeel te verklaren door het feit dat de kwijtschelding beperkt werd tot 90% van het aanslagbedrag.
125
5
84
5
-76
5
-94
5
-257
5
Product Riolering heffingen In 2012 hebben bestandscontroles plaatsgevonden. Daardoor konden er meer opbrengsten worden gerealiseerd over de jaren 2010 en 2011 en over het verslagjaar 2012. Product Bouw- en woningtoezicht De gemeente heeft een ander beleid gekozen. Daardoor vinden er minder uitvoeringen van werken van gemeentewege plaats. Bewoners worden nu zelf, via het instrument dwangsom, aangespoord aanpassingen uit te laten voeren. De begrote opbrengsten worden daardoor niet meer gerealiseerd. Product Milieubeheer In 2012 werd een ontvangen vergoeding begroot van OSG Schravenlant. De school werd echter niet opgeleverd in 2012. Daarom werd de bate niet gerealiseerd. Lasten Product natuur- en groenbeheer De extra kosten voor regulier onderhoud van openbaar groen werden veroorzaakt door onvoorziene schades (stormschade), bestrijding van Berenklauw en ziektes (aan bomen). Het begrote onderhoud van het Volkspark is niet volledig uitgevoerd.
74
5
-124
5
275
5
477
5
De overdracht, inclusief betaling van afkoopsom, van het gemaal Bijdorp aan het Hoogheemraadschap van Delfland is niet gerealiseerd in 2012.
300
5
Minder groot onderhoud van rioleringsprojecten uitgevoerd.
256
5
110
5
-59
5
526
5
62
5
-150
5
In 2012 werden meer uitgaven gedaan voor de ISV projecten Kop van de Plantage, als gevolg van tussentijdse aanpassingen. Product Milieu De begrote uitgaven in het kader van Bodem ISV2 en Actieplan Luchtkwaliteit ISV1 werden niet volledig gerealiseerd. Product afvalbeheer De verwerkingskosten van het afval zijn lager dan begroot. Product rioleringbeheer
Product Bouw- en woningtoezicht Het koppelen van het pakket WABO aan het pakket digitaliseren bouwtekeningen is niet gerealiseerd. Product Volkshuisvesting Voor woonwagenzaken werden extra onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd, zoals riolering, vervangen CV ketel en schilderwerkzaamheden. Product Milieubeheer Er zijn minder uitgaven gedaan voor de ISV3-projecten Geluid en Veiligheid. Deze projecten lopen over meerdere jaren. Product Milieubeleid Er zijn minder uitgaven gedaan voor het ISV3-project Groene Daken Poppark (Beatles). Dit project loopt over meerdere jaren. Overige verschillen programma Woonmilieu Totaal saldo programma Woonmilieu * De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
110
1.530
5. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6001 Natuur- en groenbeheer
-7.009
262
-6.747
-5.600
366
-5.234
5.981
376
-5.605
-344
188
-156
-405
0
-405
130
0
-130
-8.900
60
-8.840
-9.236
64
-9.172
8.790
112
-8.678
0
9.614
9.614
0
10.276
10.276
0
10.419
10.419
-5.833
295
-5.538
-6.769
7
-6.762
6.263
0
-6.263
0
6.655
6.655
0
8.113
8.113
0
8.197
8.197
6007 Bouw- en woningtoezicht
-2.573
1.004
-1.569
-2.453
735
-1.718
2.399
675
-1.724
6008 Stadsvernieuwing
-2.468
0
-2.468
-1.598
0
-1.598
1.698
0
-1.698
6009 Volkshuisvesting
-5.250
3.324
-1.926
-4.868
2.882
-1.986
4.913
2.900
-2.013
6010 Volkshuisvesting ISV programma
-157
0
-157
-38
0
-38
38
0
-38
6011 Geluidshinder
-117
0
-117
-211
0
-211
226
0
-226
-2.464
81
-2.383
-3.267
436
-2.831
2.550
123
-2.427
-338
0
-338
-665
243
-422
290
18
-272
-35.454
21.482
-13.972
-35.110
23.121
-11.989
33.278
22.819
-10.459
-7.282
11.879
4.597
-1.325
3.633
2.308
2.496
2.704
208
-42.736
33.361
-9.374
-36.434
26.753
-9.681
35.775
25.523
-10.251
6002 Milieu 6003 Afvalbeheer 6004 Afvalheffingen 6005 Rioleringbeheer 6006 Riolering heffingen
6012 Milieubeheer 6013 Milieubeleid Resultaat voor bestemming 6999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
PROGRAMMAREKENING
111
Financiën 1. Doelstelling Programma Financiën
Speerpunten
Algemene doelstelling
Voeren van een solide en verantwoord meerjarig financieel beleid
• De meerjarige financiële positie materieel in evenwicht brengen. • Lastenontwikkeling voor burgers en bedrijven beheersen. • Zorgen voor een investeringsruimte die past bij de ontwikkeling van de stad en past binnen de financiële kaders. • Aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren. Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Financiën en algemene dekkingsmiddelen
1. Realiseren van een reëel sluitende (meerjaren)- begroting. 2. Resultaatgerichte sturing op en verantwoording over de inzet van middelen. 3. Het op peil brengen van de algemene reserve in relatie tot de risico’s.
2. Context en achtergrond De gemeente financiert haar activiteiten met algemene en specifieke dekkingsmiddelen (deze zijn ieder bestemd voor een speciaal doel en hebben een speciale taak). De verantwoording over de specifieke dekkingsmiddelen vindt plaats binnen de betreffende programma’s. De verantwoording over de algemene dekkingsmiddelen vindt plaats binnen het huidige programma Financiën. Deze middelen zijn vrij besteedbaar en komen hoofdzakelijk vanuit de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de gemeentelijke belastingen, de dividenden en de bespaarde rente.
112
2.1. Financiën – algemene dekkingsmiddelen Het belangrijkste algemene dekkingsmiddel is de uitkering die wordt ontvangen uit het Gemeentefonds. De primaire begroting 2012 is gebaseerd op de gegevens uit de septembercirculaire 2011. De begroting is tussentijds aangepast aan de uitkomsten van de periodieke circulaires in 2012. In 2012 heeft het ministerie van BZK een decembercirculaire uitgebracht. Deze is niet verwerkt in de begroting, maar wel in de verantwoording over de realisatie van het jaar 2012.
Ontwikkeling uitkering uit het Gemeentefonds 2012 Grondslag circulaire
Bedrag in miljoenen euro’s Alg.uitkering: basis
Decentr. uitkering
Totaal raming
Begroting incl 1e wijziging
September 2011
€ 83,9
€ 13,9
€ 97,8
Begrotingswijziging
Juni 2012
€ 84,2
€ 13,8
€ 98,0
Bijstelling
September 2012
€ 84,7
€ 13,8
€ 98,5
Bijstelling
December 2012
€ 84,9
€ 13,8
€ 98,7
Realisatie jaarrekening 2012
Opgave min. BZK december 2012
€ 85,3
€ 13,8
€ 99,1 *)
*) als volgt verdeeld € 98,9 inzake 2012 en € 0,2 inzake 2010 en 2011
Beleggingen/aandelen Nutsbedrijven De gemeente ontvangt dividend van een aantal verbonden partijen, zoals de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Evides, ONS en Eneco. Begroting
Realisatie
Verschil
ONS
3.550
3.549
-1
Irado
610
610
-
1.054
1.054
-
710
1.102
392
Bedragen x € 1.000
Eneco GBE/Evides BNG Totaal
375
375
-
6.299
6.690
391
Het positieve verschil in ontvangen dividend van Evides betreft een aan het eind van het jaar ontvangen interimdividend 2012. Dit betreft een besluit van de aandeelhoudersvergadering van december 2012 en kon derhalve niet meer in de begroting worden opgenomen.
In de gelijknamige paragraaf wordt uitgebreider ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot deze verbonden partijen. Budget onvoorzien Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft aan dat in de begroting een post voor ‘Onvoorziene uitgaven’ wordt opgenomen. Het betreft een begrotingspost – werkelijke lasten worden hierop niet verantwoord – die als dekking ingezet wordt voor lasten die zich voordoen en die Onuitstelbaar, Onvoorzienbaar en Onontkoombaar zijn. De drie O’s vormen de beleidsregels van Schiedam voor de inzet van deze dekkingspost. De omvang van deze post bedraagt € 900.000. Het Financieel Afwijkingenbeleid bepaalt dat het college bevoegd is om over de post voor ‘Onvoorzien’ te beschikken. Via de bestuursrapportages (BERAP) legt het college verantwoording over de aanwending.
Overzicht van de aanwending in 2012 van de post Onvoorzien Omschrijving (bedragen x € 1.000) Begroting
Bedrag 900
BERAP-1: Raadsmotie 30 augustus 2011 over vervolgkosten BING-onderzoek
-330
Verkiezingen Tweede Kamer 2012
-160
BERAP-2: Instortingsgeveaar woningen Parkweg (Berap II)
-80
Strafrechtelijke kosten Schiekade (Berap II)
-20
Na BERAP-2: Ontwikkeling topstructuur
-66
Onderzoekskosten BGS
-150
Due Dilligence onderzoek BGS
-20
Onderzoek toezicht project Schiehart
-15
Saldo
60
PROGRAMMAREKENING
113
De werving en selectie van de directie, de kosten voor de Berckenrode Groep Schiedam (BGS) en het onderzoek toezicht project Schiehart hebben zich voorgedaan na de rapportageperiode van de tweede bestuursrapportage (die liep t/m augustus 2012). Daarom worden deze zaken pas in deze jaarrekening gemeld (conform de regelgeving die geldt voor de post Onvoorzien). Stelposten Voorgenomen ombuigingen, bezuinigingen of lasten waarvan de exacte omvang en besteding nog niet bekend is, worden opgenomen als stelpost. Na de eerste begrotingswijziging 2012 was alleen nog een budget van € 1,3 miljoen in de vorm van een stelpost opgenomen voor Gemeente Nieuwe Stijl (GNS). Dit budget was bedoeld voor frictiekosten en onderzoekskosten. In 2012 is besloten een deel van de stelpost te storten in de nieuw gevormde reserve ‘Frictiekosten’ (€ 0,9 miljoen). Het overige bedrag is gestort in de tevens nieuw gevormde reserve ‘Gemeente Nieuwe Stijl’. Hiermee is het niveau van de stelposten per 31 december 2012 teruggebracht naar nul.
Omschrijving
Bespaarde rente Het BBV staat toe dat de reserves en voorzieningen van de gemeente, naast dekkingsmiddel, ook als financieringsmiddel worden gezien. Daardoor zijn de reserves en voorzieningen een legitiem onderdeel van de gemeentelijke financiering van lasten en investeringen. Dit leidt ertoe dat de gemeente minder externe financieringsmiddelen hoeft aan te trekken en daarmee dus externe rentekosten bespaart (bespaarde rente). Deze rente wordt gebruikt als dekkingsmiddel. In Schiedam wordt deze rente bijna geheel ingezet als dekking voor de begroting. In één geval wordt de rente toegevoegd aan de reserve ‘Kapitaaluitgaven’. Als grondslag voor de berekening van de bespaarde rente wordt de stand van de reserves en voorziening gebruikt op 1 januari van het begrotingsjaar. Bij de jaarrekening ontstaat de werkelijke stand. Een aantal heroverwegingen uit de Zomernota 2013 had gevolgen voor de Programmabegroting 2012. De stelselwijziging erfpacht heeft geleid tot een stijging van de bespaarde rente van € 0,7 miljoen tot € 6,7 miljoen. De werkelijke bespaarde rente in 2012 bedraagt € 5,7 miljoen. Dat is € 1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de werkelijke standen van reserves en voorzieningen per 1 januari 2012 lager waren dan in de gewijzigde begroting. Reserves
Voorzieningen
Bespaarde rente (4,6%)
Primitieve begroting 2012 (stand reserves en voorzieningen per 1/1/2012 excl. de effecten van de jaarrekening 2011)
€ 53,6 miljoen
€ 65,3 miljoen
€ 6 miljoen
Gewijzigde begroting (incl stelselwijziging erfpacht)
€ 71,5 miljoen
€ 65,3 miljoen
€ 6,7 miljoen
€ 60,6 miljoen
€ 62,2 miljoen
€ 5,7 miljoen
Jaarrekening 2012 (werkelijke stand per 1/1/2012 incl de effecten van de jaarrekening 2011)
Belastingopbrengsten In de paragraaf Lokale heffingen wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het voorgenomen beleid en de belastingopbrengsten.
114
3. Beleidsonderdeel Financiën en algemene Dekkingsmiddelen Doelstelling 1 - Het realiseren van een reëel sluitende (meerjaren)begroting; Activiteiten
Realisatie
Toelichting
Beoordelen van voorstellen op financiële dekking
Is gerealiseerd
In 2012 zijn deze beleidsregels toegepast.
Opvangen van financiële tegenvallers in de begroting binnen de lopende begroting, door het herschikken van lopende budgetten, dan wel door reële extra baten
Is gerealiseerd
Realistisch ramen van budgetten en kredieten in de begroting (planning voor investeringen)
In ontwikkeling
De onderhoudsbudgetten zijn in 2012 nagenoeg volledig gerealiseerd. Daarnaast is de planning van investeringen aangescherpt. Dit dient in 2013 en verder zichtbaar te worden in de uitnutting van de kredieten.
Permanente en passende financiering van de gemeentelijke uitgaven
Is gerealiseerd
Wordt dagelijks op gestuurd.
Sturen op periodiek bijgestelde liquiditeitprognoses
In ontwikkeling
Dit hangt voor een belangrijk deel samen met de planning van investeringen (zie boven).
Leveren van extra inspanningen om subsidies te verwerven
Is gerealiseerd
In 2012 zijn diverse subsidies aangevraagd bij de gemeente Rotterdam, de stadsregio, de provincie Zuid-Holland en bij Europese fondsen. In de organisatie is aandacht gevraagd voor het intensiveren van de mogelijkheden om extern subsidies aan te vragen. Als hulpmiddel hiervoor is de attenderingsservice Hezelbizz beschikbaar gesteld. Op bedrijfsvoeringsniveau is digitaal een workflow beschikbaar gekomen voor het registreren van subsidie-aanvragen.
Sluitend maken van de meerjarenbegroting door taakstellende/richtinggevende bezuinigingen
Is gerealiseerd
Verwerkt via begrotingswijzigingen naar de betreffende programma’s en producten.
Doelstelling 2 - Resultaatgerichte sturing op en verantwoording over de juiste inzet van middelen (de juiste dingen doen, op het juiste moment en op de juiste manier) Activiteiten
Realisatie
Toelichting
Monitoren van de voortgang en het daadwerkelijk realiseren van de vastgestelde bezuinigingen en taakstellingen
Is gerealiseerd
Zijn verwerkt in de begroting. Monitoren van de voortgang is belegd in de organisatie.
Transparantere resultaatgerichte verantwoording: worden en zijn de beoogde doelen behaald en hoe is de relatie met de ingezette middelen?
In ontwikkeling
In 2012 is de inhoud van de bestuursrapportage en de verantwoording van het collegewerkprogramma aangescherpt. In 2013 worden de zomernota en begroting aangescherpt.
Effectueren van verbetervoorstellen voor jaarrekening vanuit subcommissie onderzoek der rekening (Scor)
Is gerealiseerd
Scor volgt de opmerkingen van de accountant.
Verder ontwikkelen van diverse documenten voor planning en control, zoals programmabegroting en bestuurlijke tussenrapportages
Heeft voortdurend de aandacht
Zie paragraaf Bedrijfsvoering, onderdeel Financieel Beheer.
PROGRAMMAREKENING
115
Doelstelling 3 – Het op peil brengen van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s Activiteiten
Realisatie
Toelichting afwijking
Implementeren van een systeem van risicomanagement
Niet volledig gerealiseerd
Totale organisatiebrede methode van risicobeheersing kon nog niet worden uitgerold. Zie verder paragraaf Weerstandsvermogen.
Is gerealiseerd
-
Is gerealiseerd
-
Is gerealiseerd
In 2012 is € 1 miljoen toegevoegd naar aanleiding van verkopen van vastgoed. Geen positieve resultaten vanuit bouwgrondexploitaties.
Vormen van toereikende reserves en voorzieningen en een robuuste algemene reserve door: • kritisch kijken naar mogelijke vrijval van reserves en voorzieningen; • toevoegen van incidentele meevallers in de algemene reserve; • toevoegen van incidentele opbrengsten uit verkopen vastgoed in de algemene reserve; • toevoegen van positieve resultaten uit bouwgrondexploitaties in de algemene reserve.
Niet gerealiseerd
Inbouwen van voldoende flexibiliteit in de begroting om te kunnen inspelen op onvoorziene ontwikkelingen
Is gerealiseerd
-
‘In control’ brengen en houden van risico’s in de beleidsuitvoering en de bedrijfsvoering
Is gerealiseerd
Via de planning en control-cyclus wordt hieraan regelmatig aandacht gegeven.
Indicatoren Financieel beleid Indicator
Begroot 2012
Realisatie 2012
Goedkeurende accountantsverklaring jaarrekening 2011 • getrouwheid • rechtmatigheid
Ja Ja
Ja Ja
Repressief financieel toezicht provincie
Ja
Ja
Weerstandsratio Norm 1,0 – 1,4
C
C
Renterisiconorm paragraaf Financiering
Max. 20%
7,8%
Kasgeldlimiet paragraaf Financiering
Max. 8,5%
De realisatie wordt per kwartaal gemeten. In het eerste kwartaal is de kasgeldlimiet overschreden. De overschrijding is binnen de toegestane termijn van drie maanden gebleven.
4. Wat heeft het programma Financiën gekost? (Bedragen x € 1.000)
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
Lasten
14.271
13.052
8.184
8.003
-181
Baten
130.297
127.839
132.927
137.297
4.370
Resultaat voor bestemming
116.026
114.786
124.743
129.294
4.551
Toevoeging aan reserves
8.166
5.288
30.679
56.187
-25.508
Onttrekking aan reserves
16.328
7.766
4.874
30.487
25.612
8.161
2.478
-25.805
-25.701
104
124.187
117.264
98.938
103.593
4.655
Saldo reservemutaties resultaat na bestemming
116
Rekening 2011
5. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking*
Financiën Baten Product algemene uitkering 2.371
5
De baten onroerende-zaakbelasting (OZB) gebruikersdeel en verminderingen OZB gebruikersdeel waren € 158 hoger door een extra ontvangst van € 43 over 2010 en 2011. Tevens was de getaxeerde waarde hoger dan begroot.
158
5
De baten OZB eigenarendeel en verminderingen OZB eigenarendeel waren € 295 hoger door een extra ontvangst van € 42 over 2010 en 2011. Verder nam de opbrengst toe, omdat de verminderingen voor eigenaren van niet-woningen € 60 lager waren dan begroot. En ook hier geldt dat de getaxeerde waarde hoger was.
295
5
De algemene uitkering (AU) was in 2012 € 2,4 miljoen hoger dan begroot. Ten eerste was in de begroting de AU zeer behoedzaam begroot. De realisatie viel mee. Dit effect bedroeg € 1,5 miljoen. Verder leverden de september- en decembercirculaire 2012 € 0,7 miljoen extra op. Tot slot was er nog sprake van € 0,2 miljoen aan verrekeningen van AU uit 2010 en 2011. Product Belastingen
Product Beleggingen Interim dividend 2012 van BV GBE (Evides).
391
5
-1.146
5
Het betreft het verhalen van de kosten van aanmanen en dwanginvordering. De begroting is lastig te bepalen, omdat niet bekend is hoeveel aanmaningen en dwangbevelen in enig jaar de deur uit zullen gaan.
193
5
In 2008 heeft de belastingdienst een boekenonderzoek uitgevoerd over de jaren 2003 en 2004. Dit heeft geleid tot een naheffingsaanslag van € 1,1 miljoen. De gemeente is hiertegen in bezwaar gegeaan en uiteindelijk in het gelijk gesteld. Het volledige bedrag inclusief rente is terugbetaald. Tevens werd een correctie op de aanslag van 2007 ontvangen (€ 0,2 miljoen).
1.438
5
60
5
80
5
In de begroting 2012 wordt uitgegaan van een verwachtte stand van reserves en voorzieningen per 1 januari 2012. Hierover wordt een bespaarde rente berekend. De werkelijk bespaarde rente wordt berekend over de werkelijke stand van reserves en voorzieningen per 1 januari 2012. Omdat de uiteindelijke stand lager is, is het bedrag aan bespaarde rente ook lager. Product onvoorziene uitgaven
Lasten Product onvoorziene uitgaven Van de post onvoorziene uitgaven (begroot: € 900) werd € 60 niet uitgegeven. Product Belastingen Voor wet WOZ/Woningtaxaties vielen de inhuurkosten mee, omdat het gereserveerde budget voor externe ondersteuning bij de behandeling van bezwaarschriften niet nodig bleek te zijn. De proceskosten daarentegen namen toe, door de opkomst van gespecialiseerde bureaus, die bezwaar maken namens belastingplichtigen en zich beroepen op vergoeding van proceskosten. Product saldo financieringsfunctie De extra bezuiniging op inhuur van € 445 is niet gerealiseerd. Om een aantal redenen ontstaan verschillen op het saldo van de kostenplaatsen. Ten eerste omdat de werkelijke apparaatskosten afwijken van de begroting (€ 400 voordelig). Ten tweede wordt deze kostenplaats gebruikt om begrotingswijzigingen te boeken, die niet doorbelast worden naar de producten (2012 saldo van € 1,2 miljoen). Ten derde wordt deze kostenplaats gebruikt om verrekeningsverschillen te boeken (2012 € 1,3 miljoen). Overige verschillen programma Financiën Totaal saldo programma Financiën
-445
5
1.300
5
-180
5
4.551
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
PROGRAMMAREKENING
117
8. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000) 7001 Algemene uitkering 7002 Belastingen 7003 Beleggingen
Begroting 2012
Rekening 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
89
101.550
101.462
0
96.778
96.778
0
99.149
99.149
1.877
13.509
11.632
1.867
14.109
12.243
1.819
14.570
12.752
813
12.151
11.338
813
13.000
12.187
813
12.245
11.433
7004 Onvoorziene uitgaven
3.425
2.057
-1.369
921
3.654
2.733
1.318
5.412
4.094
7005 Saldo financieringsfunctie
8.068
1.030
-7.037
4.584
5.386
802
4.053
5.920
1.867
14.271
130.297
116.026
8.184
132.927
124.743
8.003
137.297
129.294
8.166
16.328
8.161
30.679
4.874
-25.805
56.187
30.487
-25.701
22.437
146.624
124.187
38.863
137.801
98.938
64.190
167.784
103.593
Resultaat voor bestemming 7999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
118
Rekening 2011
PROGRAMMAREKENING
119
Wijkontwikkeling 1. Doelstelling Het Programma Wijkontwikkeling heeft als doel de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de wijken te bevorderen. Om dit te bereiken, faciliteert en stimuleert de gemeente initiatieven en participatie van bewoners. Zij worden van het begin af aan betrokken bij plannen voor de wijk. Waar mogelijk beslissen ze mee over wat er gaat gebeuren. Ook sluit het
welzijnswerk steeds meer aan op de behoeften in de wijken. De gemeente stimuleert bewoners zaken zelf op te pakken. Dat versterkt sociale netwerken, draagt bij aan de burgerparticipatie en daarmee aan de sociale stijging en sociale kwaliteit in de wijken. De doelstellingen van het programma in het kort:
Programma Wijkontwikkeling
Speerpunten
Algemene doelstelling
De gemeente Schiedam wil de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van haar inwoners verbeteren door middel van een wijkgerichte benadering.
120
• Vergroten van de zeggenschap van burgers, waar mogelijk door meebeslissen en het nemen van (mede)verantwoordelijkheid voor de uitvoering. • Versterken van partnerships met bewoners en wijkorganisaties. • Ontwikkelen van een Toolbox Participatie. • De verantwoordelijkheden en bijbehorende benodigde afstemming tussen de vakafdelingen (‘de lijn’) en de wijk- c.q. gebiedsgerichte invalshoek worden transparant geregeld. • De gemeente zet in op een geleidelijke invoering van meerjarige wijkactieprogramma’s als regulier instrument in alle wijken. Deze wijkactieprogramma’s zijn gebaseerd op een wijkanalyse, waarin zowel verbeteringen van de leefomgeving worden opgenomen als maatregelen die de sociale positie van bewoners verhogen. • Borging en uitbreiding van laagdrempelige voorzieningen, door het ondersteunen en faciliteren van wijkbewoners die zich inzetten voor de realisatie van zulke voorzieningen en activiteiten. Beleidsonderdeel
Wijkontwikkeling
Doelstellingen 1. Bewoners nadrukkelijk zien als partners van de gemeente. Op stimulering en samenwerking gerichte relatie met (actieve) bewoners. 2. Betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en versterken van de sociale cohesie. 3. Bevorderen van integraal werken, intern en extern. 4. De organisatie kan flexibel inspelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken. 5. Bewoners hebben naast mee-praten over beleidsvorming ook invloed op de uitvoering. 6. In het kader van welzijn ‘nieuwe stijl’ wordt een ‘kanteling’ gerealiseerd waardoor burgers de regie over het eigen leven meer in handen nemen en professionals dit faciliteren.
2.1 activiteiten 2012 per doelstelling Doelstelling 1: Bewoners nadrukkelijk zien als partners van de gemeente. Op stimulering en samenwerking gerichte relatie met (actieve) bewoners. Het afgelopen jaar zijn veel bewoners betrokken bij zowel het tot stand komen van wijkactieprogramma’s voor hun wijk (met name Oost, West Groenoord en Zuid) als de uitvoering ervan (met name Nieuwland en Oost). Hierbij zag de gemeente de bewoners als gelijkwaardige partners. De raad heeft in 2012 twee werkbezoeken afgelegd, aan de wijken Zuid en Nieuwland. Het werkbezoek aan Kethel is verplaatst naar 2013. Daarnaast hebben raadsleden en (de in november 2011 aangetreden) collegeleden diverse bezoeken gebracht aan de wijken. Soms rond een specifiek thema, soms om te horen wat er in een wijk speelt. Eind 2012 is de nieuwe burgemeester gestart met bezoeken aan de wijken, met het accent op gesprekken met Schiedammers. In elke wijk hebben zes wijkoverleggen plaatsgevonden. Deze vormen de rode draad voor de communicatie en de contacten met de wijk. Daarnaast zijn er veel bewonersgroepen actief waarmee regelmatig contact is. Op basis van het door de raad vastgestelde participatiekader is in 2012 de Toolkit Participatie uitgewerkt die voorjaar 2013 wordt vastgesteld. De toolkit is een hulpmiddel waarmee kan worden bepaald op welke trede van de ‘participatieladder’ bewoners kunnen participeren in een specifieke activiteit of project en de daarbij te gebruiken middelen. Doelstelling 2: Betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en versterken van de sociale cohesie. De gemeente bevordert de burgerparticipatie van groepen die tot nu toe onvoldoende betrokken zijn. Rondom aandachtspunten zijn activiteiten georganiseerd om buurtbewoners te betrekken en met elkaar in contact te brengen. Het opbouwwerk heeft een actieve rol in het betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en het versterken van de sociale cohesie. De gemeente heeft meerdere initiatieven gestimuleerd en gefaciliteerd die betrekking hebben op deze doelstelling. Voorbeelden zijn het opstarten van MIM (moeders helpen moeders voor Poolse vrouwen in Oost), het stimuleren van straatteams in alle wijken, het stimuleren en begeleiden van de ‘wereldvrouwen’ in meerdere wijken en het organiseren van activiteiten gericht op jongeren.
Doelstellingen 3 en 4: Bevorderen van integraal werken, intern en extern. De organisatie kan flexibel inspelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken. In 2012 is het integrale werken op verschillende manieren tot uitdrukking gekomen. Zo is een aantal initiatieven bij wijkontwikkeling binnengekomen, zoals de kinderkledingbank en het kweken van voedsel voor de voedselbank. Bij beide initiatieven is afdeling Werk en Inkomen betrokken, onder andere om mensen aan te dragen die bij deze initiatieven kunnen helpen. Hetzelfde geldt voor een project als Buurtkracht Oost, waarbij mensen met een uitkering klussen in de wijk oppakken. De gemeente werkt meer samen met externe partijen om mensen met een uitkering uit te nodigen en te koppelen aan bestaande maatschappelijke activiteiten. Integraal werken met externe partijen is onder andere tot stand gekomen door de pilot ‘bewoners meer invloed op het welzijnspakket’. Aan bewoners en professionals is, mede gebaseerd op de gegevens uit de sociale index, gevraagd wat hun behoeften en wensen zijn ten aanzien van het Welzijnspakket 2013. Dit kwam ook ter sprake in de wijkoverleggen en er is in elke wijk een digitale peiling uitgevoerd. Aan de verschillende betrokken (gesubsidieerde) partijen, namelijk Seniorenwelzijn, SWS Welzijn, cultuurscouts, opbouwwerkers, Sport en Recreatie en bewonersondersteuners, is vervolgens gevraagd hier een aanbod voor te maken. Dit maakte het afstemmen tussen de verschillende partners noodzakelijk. Het project vergde ook een goede interne samenwerking. Het voorgestelde aanbod is besproken in de wijkoverleggen. De uitvoering van diverse bewonersinitiatieven is mogelijk gemaakt dankzij de samenwerking met de verschillende afdelingen en professionals van Schiedam. Voor sport- en spelactiviteiten op pleinen en in parken in Schiedam is en wordt samengewerkt door Welzijn, Sport en Recreatie en Wijkontwikkeling; de verschillende activiteiten sluiten steeds meer op elkaar aan. In 2013 komen zowel vraag als aanbod integraal tot stand. Voor fysieke projecten heeft het participatieprotocol BOR bijgedragen aan het inspelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken. De wijk wordt in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkelingen en de bewoners kunnen op die manier aan de voorkant meedenken. Bij diverse projecten heeft de wijkprocesmanager en/of de programmamanager bijgestuurd om beter in te spelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken.
PROGRAMMAREKENING
121
Doelstelling 5: Bewoners hebben naast meepraten over beleidsvorming ook invloed op de uitvoering. In 2012 zijn drie wijkactieprogramma’s vastgesteld voor de wijken Oost, Nieuwland en West. De bewoners zijn hier nadrukkelijk bij betrokken. Het participatieprotocol van BOR is in 2012 voor meerdere projecten toegepast. Zo zijn er inspraak- en inloopbijeenkomsten geweest over speelplekken in diverse wijken, schoolzones, diverse ophoogtrajecten en de herinrichting van enkele lanen. Over de wijkbudgetten beslissen in alle wijken de wijkbewoners zelf (de administratieve afwikkeling gebeurt door de gemeente). In alle wijken zijn hiervoor regiegroepen actief; de regiegroepleden zijn benoemd en gemandateerd door het college van B&W. Zij beoordelen de uit de wijk binnengekomen wijkbudgetaanvragen aan de hand van de Subsidieverordening wijkbudgetten gemeente Schiedam 2012. De regiegroepen functioneren goed. Regiegroepleden zijn, onderling en tussen wijken, kritisch op de besteding van het budget. Naast de wijkoverleggen zijn er in de wijken meerdere klankbordgroepen en werkgroepen actief. Zij komen bij elkaar rond een specifiek thema of een specifieke locatie. De wijkprocesmanager stimuleert en faciliteert deze klankbordgroepen en werkgroepen. Bij projecten van BOR in de openbare ruimte kan zowel de planontwikkeling als de uitvoering door bewoners worden bijgestuurd (wat overigens niet altijd even makkelijk verloopt). Doelstelling 6: In het kader van welzijn ‘nieuwe stijl’ wordt een ‘kanteling’ gerealiseerd waardoor burgers de regie over het eigen leven meer in handen nemen en professionals dit faciliteren. Sociale stijging is een belangrijke opgave voor de gemeente. De gemeente stimuleert het meedoen aan het maatschappelijk verkeer. Ze gaat minder zelf doen en sluit meer aan bij de mogelijkheden en initiatieven van (groepen) burgers. In 2012 is dit op verschillende manieren opgepakt en tot uitdrukking gekomen. Er zijn bijvoorbeeld diverse initiatieven gerealiseerd dankzij het bewonersinitiatieven-in-eigen-beheerbudget. Zo is stichting Elivia geopend, een stichting die kinderkleding inzamelt en deze (met een puntensysteem) uitgeeft aan gezinnen met een laag inkomen. Dit initiatief heeft afgelopen jaar de landelijke LPB-award gewonnen. (De LPB-award is de prijs voor het meest inspirerende wijk- of buurtinitiatief.) Een ander initiatief dat volledig door bewoners is opgezet
122
en wordt onderhouden is het kweken van voedsel voor de voedselbank. Daarnaast heeft een bewonersgroep zich actief ingezet om de voormalige ouderensoos op de begane grond in de Beethovenflat (Groenoord, eigendom van Woonplus) uit te breiden met diverse maatschappelijke activiteiten en deze ruimte in eigen beheer te exploiteren. Bij dit project zijn inmiddels ook enkele cliënten van Werk en Inkomen actief. Diverse initiatieven zijn al eerder gestart en lopen goed. Zo vierde ’t Zimmertje (Groenoord) dit jaar haar vijfjarige bestaan en draaien ook het Puttertje (Nieuwland), het WAPhuisje (Nieuwland) en de Groenoordhuizen goed. In Zuid werken bewoners en diverse partijen aan het starten van ouderenactiviteiten in de voormalige Bethelkapel in ‘Hof in Zuid’; dit is eigendom van Woonplus en zal mede worden beheerd door Stichting Pameijer. In de Programmabegroting 2013 is een subsidiebudget beschikbaar gekomen voor het faciliteren van vrijwilligers. De afgelopen maanden is met bewoners gekeken welke initiatieven voor een financiële bijdrage in aanmerking komen. Deze manier van werken sluit goed aan bij de nieuwe manier van werken waarbij de gemeente faciliteert en burgers meer de regie in eigen hand nemen. 2.2 activiteiten per wijk Centrum In het Centrum is, in aanvulling op het Programma Binnenstad, de inzet vooral gericht op het sociale vlak en op het betrekken van bewoners bij ontwikkelingen in de wijk. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de bewonersorganisatie. Er is extra inzet voor het betrekken van jongeren bij ontwikkelingen in de wijk. Zo is er een ‘extreme sports’ evenement geweest voor jongeren. Samen met de afdeling Veilig en het jongerenwerk is ingezet op het terugdringen van de jeugdoverlast en overlast gerelateerd aan cafébezoek. 2012 stond in het teken van het themajaar Verborgen Schatten en van 400 jaar diplomatieke betrekkingen Nederland-Turkije. In het Centrum hebben in dit kader meerdere activiteiten plaatsgevonden, waarbij een deel van de initiatieven dankzij de inzet van bewoners tot stand is gekomen. De bewonersorganisatie Centrum, BVSC, heeft in 2012 weer een pand betrokken midden in het centrum. Er is ingezet op het vormen/versterken van bewonersgroepen/straatteams. Van hieruit worden bewoners geleid naar het actieve netwerk en het wijkoverleg. De straatteams Pastorietuin en Leliëndaal zijn hier voorbeelden van. Hetzelfde geldt voor de Muradiye Moskee, waarbij extra nadruk ligt op de contacten met de buurt.
Groenoord In 2012 is samen met de klankbordgroep gewerkt aan het integreren van het fysieke herstructureringsprogramma en de sociaaleconomische wijkvisie in het Wijkactieprogramma (WAP) Groenoord. De gemeente brengt begin 2013 het concept wijkactieprogramma in de inspraakprocedure. Het afgelopen jaar heeft de gemeente extra aandacht besteed aan met name Groenoord-Zuid, vanwege het relatief grote aantal multiprobleemgezinnen. Groenoord scoort laag op het punt persoonlijke kansen en meedoen, zeker in Groenoord-Zuid. De contacten met het noordelijke deel van Groenoord zijn geïntensiveerd. Op deze manier kunnen signalen tijdig worden opgevangen en wordt voorkomen dat het zuidelijke deel van de wijk afglijdt. In 2012 was het vijfjarig jubileum van ’t Zimmertje, een mooi voorbeeld van een bewonersinitiatief in eigen beheer. Nog een voorbeeld van eigen beheer door bewoners is de ruimte op de begane grond van de Beethovenflat. Bewoners hebben ervoor gezorgd dat hier gedurende het jaar meerdere activiteiten konden plaatsvinden. Door bezuinigingen is wijkcentrum de ‘Blauwe Brug’ gesloten. Voor de (deels stedelijke) activiteiten zijn andere locaties gevonden, met name in de beide Groenoordhuizen. Kethel In Kethel organiseren de bewoners veel activiteiten zelf. De gemeente heeft hierbij vooral een faciliterende rol. Op fysiek gebied spelen er meerdere onderwerpen in Kethel. Het participatieprotocol BOR wordt gebruikt om bewoners in een vroeg stadium te betrekken bij alle ontwikkelingen die er op fysiek gebied spelen. Zo zijn er meerdere bewonersavonden geweest over de ophoging en herinrichting van Kethel-Oost (dit is een intensief traject geworden), over het Beatrixpark en over de woningbouwontwikkeling van sportpark KethelOost. De samenloop van de werkzaamheden voor de A4, de verbreding van de A20 en de aanleg van een warmteleiding door Eneco in Bijdorp houdt de gemoederen bezig. Er is, in samenhang met de noordelijke wijken Woudhoek en Spaland/Sveaparken, extra aandacht voor jongeren, zowel in activerende zin als in het beperken van overlast in SchiedamNoord. De opening van de Verspeekpomp is een mooi resultaat van de actieve inzet van bewoners in deze wijk. Nieuwland De wijk Nieuwland maakt deel uit van de Veertigwijkenaanpak; het is één van de krachtwijken in Nederland. In 2012 is het Wijkactieprogramma Nieuwland 2012-2017 vastgesteld. Deze is tot stand gekomen op basis van de gezamenlijke eva-
luatie met Woonplus en de inbreng van bewoners, ondernemers, professionals en partners in de wijk. Er zijn geen rijksbudgetten meer beschikbaar voor deze tweede periode van de aanpak. De eigen kracht van bewoners (burgerkracht) is uitgangspunt voor nieuwe bewonersactiviteiten. ‘Het Speeleiland’ wordt in twee jaar overgedragen aan bewoners uit zowel Nieuwland als West, zodat het als zelfstandige organisatie door vrijwilligers gerund kan worden. Bewoners zijn druk bezig met de tijdelijke invulling van het Wibautplein (onder andere sport, cultuur, natuur en stadstuinieren), dat zeker vijf jaar braak zal liggen. In de zomer trok het losraken van stenen van de gevel van woningen aan de Parkweg veel aandacht. Er is goed samengewerkt om de eigenaren en bewoners op te vangen en het probleem van de VvE zo snel mogelijk te verhelpen. Rondom het WAP-huisje en door diverse actieve groepen worden veel activiteiten ontplooid. In het najaar is in Nieuwland het wijkondersteuningsteam (WOT) van start gegaan, vanuit de locatie Dreesplein. In Nieuwland zijn meerdere activiteiten door en samen met bewoners georganiseerd in het kader van het themajaar Verborgen Schatten en 400 jaar diplomatieke betrekkingen Nederland-Turkije. Nieuwland heeft de banden met Oost door het evenement ‘Nieuwland meets Oost’ aangehaakt. Oost In de stadsvisie is de wijk Oost wat betreft sociale, fysieke en economische revitalisering benoemd als een van de grote stedelijke opgaven op de korte termijn. In lijn met het coalitieakkoord en het CWP heeft Oost in 2012 extra aandacht gekregen. Het Wijkactieprogramma 2012-2015 is vastgesteld. Dit wijkactieprogramma is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met bewoners, ondernemers, professionals en partners in de wijk. In Oost wordt extra aandacht besteed aan de ‘Moelanders’. Er is een Pools en Bulgaars informatieboekje gemaakt, er is een speciaal spreekuur, aandacht voor overbewoning en de Peperklip besteedt extra aandacht aan kinderen in de schakelklassen en hun ouders. In samenwerking met Woonplus en de Peperklip is een aantal studenten in Oost komen wonen die activiteiten verrichten voor de school in ruil voor een lage huur. Op fysiek gebied is de herstructurering van buurt 15 verder uitgewerkt en zijn de eerste woningen (aangekocht door de
PROGRAMMAREKENING
123
gemeente) gesloopt. Het Archimedesplein is ingericht als beweegplein voor jong en oud. Voor handhaving van veiligheid en voor ongewenste economische activiteiten is extra aandacht. De contacten met de wijk Nieuwland zijn versterkt door het gezamenlijke project ‘Nieuwland meets Oost’. Spaland/Sveaparken Spaland/Sveaparken is een wijk die het relatief goed doet. Op twee punten scoort de wijk minder goed: de overlast van jongeren en de sociale samenhang. De afdeling Wijkontwikkeling heeft, in samenwerking met professionals, de afdeling Veilig en de afdeling Onderwijs en Welzijn, ingezoomd op deze onderwerpen. Het opbouwwerk is succesvol in het opzetten van ‘straatteams’, waarbij bewoners met een klein budget activiteiten organiseren en kleine klusjes opknappen in de straat. Inmiddels zijn er dertien straatteams actief. In samenwerking met de cultuurscout en het jongerenwerk zijn kunst- en cultuuruitingen ingezet als samenbindend element. Speerpunt blijft de overlast van jongeren. Samen met de noordelijke wijken Woudhoek en Kethel zijn curatieve en preventieve activiteiten ingezet om de jongerenoverlast tegen te gaan. Bewoners in Spaland/Sveaparken zijn bereid om, met een gemeentelijk steuntje in de rug, zelf allerlei zaken op te pakken. Voorbeelden zijn: het wijktheater, het verzorgen van beplanting op de ‘bijenbaan’ langs de Slimme Watering, buurtpreventie en het organiseren van het wijkfeest. West In 2012 is het nieuwe Wijkactieprogramma West 2012-2016 vastgesteld. De nadruk ligt op sociale samenhang in de wijk. Bekeken wordt of De Erker in eigen beheer over kan gaan. De nieuwe bewonersvereniging Distillateursbuurt heeft feestelijk haar intrede gemaakt tijdens het zomerfeest in deze buurt. Er zijn meerdere bewonersbijeenkomsten geweest over diverse projecten, waaronder het project Oranjeburgh (waarvan de woningen goed verkocht zijn). De herbeplanting van de Rembrandtlaan, met name de vraag welke soort bomen zal worden geplant, heeft de gemoederen beziggehouden (en heeft begin 2013 tot een besluit geleid). Daarnaast heeft overbewoning in een aantal straten de aandacht. Bewoners en belanghebbenden zijn in een vroeg stadium betrokken bij de uitvoering van het speelruimteplan.
124
Woudhoek In 2012 is veel aandacht besteed aan de ophoging van verschillende buurten zoals Voorberghlaan/De la Marplein en Heijermansplein/Faassenplein. Onder begeleiding van de cultuurscout en in samenspraak met bewoners van Heijermansplein/Faassenplein is een kunstwerk gekozen dat na afloop van de ophogingswerkzaamheden wordt geplaatst. In Woudhoek is in samenhang met Spaland/Sveaparken en Kethel aandacht besteed aan dialoog en ontmoeting met jongeren om overlast tegen te gaan. In park Woudhoek is een nieuwe jongerenontmoetingsplaats (JOP) geplaatst. Verder is er aldaar een Krajicek Playground ingericht. De nieuwe voorzieningen worden goed gebruikt. Zuid Samen met de klankbordgroep is gewerkt aan het opstellen van het Wijkactieprogramma Zuid. Begin 2013 start de inspraakprocedure. De herinrichting van de Kop van de Plantage is in 2012 afgerond en feestelijk geopend. De Bewonersvereniging Zuid (BVSZ) heeft haar veertigjarige jubileum gevierd. De vijftien straatteams hebben actief bijgedragen aan het bewaren van de sociale cohesie in de wijk. Verder hebben bewoners een actieve bijdrage geleverd aan het organiseren van grootschalige evenementen, zoals de viering van Koninginnedag in de Groenelaan, de viering van 400 jaar Turks-Nederlandse betrekkingen (Hagastraat), Halloween, zeskamp voor straatteams en natuurlijk het Maasboulevardfestival. Het Schreihuisje op de Maasboulevard is ingericht voor ander gebruik, met name op cultureel vlak. De eerste activiteit vond in november plaats. Met Pameijer, een instelling voor mensen met een geestelijke handicap, is een traject gestart voor de gecombineerde invulling van een ruimte in het Hof van Zuid. De cliënten van Pameijer en de bewoners van Zuid gaan gezamenlijk zorg dragen voor het beheer van het Hof van Zuid. Eind 2013 is in Zuid de Woonservice Schiedam van start gegaan, een klussendienst voor minder draagkrachtigen waarbij jongeren werkervaring kunnen opdoen om door te stromen naar een betaalde baan.
3. relatie met andere programma’s In het Programma Wijkontwikkeling staat het perspectief van de wijken en van de Schiedamse burgers centraal. Het doel van het programma is de invloed van groepen burgers te borgen en waar mogelijk uit te breiden, als dat meerwaarde heeft voor de burger en/of de gemeente. Dat wil zeggen dat de activiteiten van het Programma Wijkontwikkeling nauw verweven zijn met de andere programma’s. Onderwerpen in andere programma’s die tevens deel uitmaken van het Programma Wijkontwikkeling en in 2012 aandacht hebben gekregen, zijn onder andere: • Diverse participatietrajecten over wijzigingen in de openbare ruimte en bouwprojecten, waarbij waar mogelijk de verbinding gelegd is met sociale en culturele activiteiten voor en door omwonenden; het tot stand komen van de woonvisie en woningmarktstrategie; activiteiten rondom herstructureringslocaties in Nieuwland, Groenoord, Oost, enkele locaties in West en het afstemmen en integreren van fysieke en sociale activiteiten hierin; particuliere woningverbetering in Oost, West en Zuid; bewoners actief betrekken bij stedelijke ontwikkelingen. • De totstandkoming van de visie- en kadernota Schiedams maatwerk in het maatschappelijke domein; de opstart van
het wijkondersteuningsteam (WOT) Nieuwland; de pilot ‘bewoners meer invloed op het welzijnspakket’; meer samenwerking tussen welzijnsinstellingen; diverse activiteiten om vrijwilligers (beter) te faciliteren vrijwilligers; pleinactiviteiten. • Bedrijvigheid en economie op wijkniveau, met name in Nieuwland en Oost, stimuleren door onder andere een winkelstraatmanager aan te stellen; het bevorderen van stagemogelijkheden door scholen en bedrijven in de wijk; het creëren van werkervaringsplaatsen; het stimuleren van ZZP-netwerken. • De wijkgerichte uitvoering van het veiligheidsbeleid, zoals uitbreiding van buurtpreventie in enkele wijken; de aanpak van jongerenoverlast; de aanpak van overbewoning en de voorbereiding van oud en nieuw. • Het verder ontwikkelen van outcomesturing binnen en vanuit de gemeente. In 2012 is een adviesnota opgesteld die door het college is geaccordeerd. Op grond hiervan worden drie pilots uitgevoerd. Deze zullen voorjaar 2013 opnieuw naar het college gaan. De projectgroep neemt het aanpassen van de programmabegroting mee om meer inzicht te krijgen in de uitgaven per wijk. Deze projectgroep is bezig met het verbeteren van de programmabegroting.
Indicatoren tabel effect- en prestatie-indicatoren Wijkontwikkeling: sociale cohesie Omschrijving
E/P*
Bron**
Nulmeting 2009
Indicatorscore
E
Waarde 2011***
2012
2013***
2014
O&S
Centrum
5,7
5,8
5,9
Groenoord
4,8
5,0
5,0
Kethel
7,2
7,2
7,2
Nieuwland
4,9
5,3
5,0
Oost
5,2
4,9
5,4
Spaland/Sveaparken
5,9
6,5
6,1
West
5,9
6,0
6,1
Woudhoek
5,9
6,0
6,1
Zuid
6,6
6,3
6,7
Schiedam
5,6
5,7
5,7
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator. ** O&S = afdeling Onderzoek & Statistiek *** De monitoring vindt tweejaarlijks plaats.
PROGRAMMAREKENING
125
tabel effect- en prestatie-indicatoren Wijkontwikkeling: leefbaarheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting
Waarde
2009 Indicatorscore leefbaarheid
E
2011**
2012
2013**
2014
O&S
Centrum
6,9
7,1
7,0
Groenoord
6,6
6,5
6,8
Kethel
7,7
7,7
7,7
Nieuwland
6,4
6,3
6,6
Oost
6,2
6,0
6,4
Spaland/Sveaparken
7,4
7,5
7,4
West
7,1
7,0
7,1
Woudhoek
7,3
7,5
7,3
Zuid
7,0
6,8
7,0
Schiedam
6,8
6,8
6,9
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator. ** De monitoring vindt tweejaarlijks plaats.
4. Wat heeft het programma Wijkontwikkeling gekost? (Bedragen x € 1.000)
Rekening 2011
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
4.082
2.942
4.111
3.652
458
699
0
50
153
103
-3.383
-2.942
-4.061
-3.499
561
Lasten Baten Resultaat voor bestemming
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
Toevoeging aan reserves
2.999
0
40
91
-51
Onttrekking aan reserves
3.109
282
1.393
1.008
-385
Saldo reservemutaties resultaat na bestemming
110
282
1.353
916
-437
-3.273
-2.660
-2.708
-2.583
125
5. analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking*
Wijkontwikkeling Lasten Product wijkontwikkeling Door de wijken is meer uitgegeven dan beschikbaar is in de jaarschijf 2012. De wijken hebben gebruik gemaakt van de in eerdere jaren opgebouwde reserves.
-326
5
678
5
41
5
Overige verschillen programma Wijkontwikkeling
168
5
Totaal saldo programma Wijkontwikkeling
561
De uitvoering van WAP Nieuwland is vertraagd, het betreft met name het project Nolenslaan. Ook uitvoering van WAP Oost is vertraagd.
* De reden van afwijking wordt toegelicht op bladzijde 189.
126
6. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
8001 Wijkontwikkeling
4.082
699
-3.383
4.111
50
-4.061
3.652
153
-3.499
Resultaat voor bestemming
4.082
699
-3.383
4.111
50
-4.061
3.652
153
-3.499
8999 Mutaties reserves Wijkontwikkeling
2.999
3.109
110
40
1.393
1.353
91
1.008
916
Resultaat na bestemming
7.081
3.808
-3.273
4.151
1.443
-2.708
-3.744
1.161
-2.583
PROGRAMMAREKENING
127
128
Jaarverslag II Paragrafen
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Financiering
Weerstandsvermogen
Grondbeleid
Stedenbeleid
Lokale heffingen
Investeringsplannen
Onderhoud kapitaalgoederen
Verstrekte subsidies
PROGRAMMAREKENING
129
Bedrijfsvoering In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt een dwarsdoorsnede gegeven van die aspecten binnen de ambtelijke organisatie die ondersteunend zijn aan de primaire processen. De Bedrijfsvoering ondersteunt daarmee de programma’s uit de programmabegroting. Bedrijfsvoering betreft de functies Personeel, Informatie, Organisatie, Financieel Beheer, Automatisering en Huisvesting. 1. Organisatie Het jaar 2012 was voor de organisatie een overgangsjaar.. In het 4e kwartaal van 2012 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor de doorontwikkeling van de organisatie gestart. Per 1 januari 2013 krijgt de doorontwikkeling gestalte. Met het oog op de komst van de Participatiewet heeft het College het voornemen om de Berkenrode Groep Schiedam (BGS) en de afdeling Werk en Inkomen samen te voegen. Het College wil dit samen doen met de gemeente Maassluis. Met het oog daarop hebben beide colleges in 2012 opdracht gegeven tot uitvoering van een due-dilligence onderzoek bij het eigen SW-bedrijf. In dit onderzoek wordt tevens de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de BGS onderzocht. Begin 2013 zal hierover aan de beide colleges worden gerapporteerd. Het College heeft op 31 oktober 2012 via de vertrouwenspersoon een aantal meldingen aangaande integriteitschendingen bij de BGS ontvangen. Naar aanleiding hiervan heeft het college een onafhankelijk meldpunt ingesteld, een onafhankelijke onderzoekscommissie ingesteld en vijf medewerkers van de BGS geschorst. Om de continuïteit van de BGS te waarborgen is door het college een interim-directeur aangesteld. Deze heeft tevens de taak de BGS voor te bereiden op de komst van de Participatiewet. De onderzoekscommissie zal in de eerste helft van 2013 verslag van haar bevindingen uitbrengen. Op het financiële vlak zijn in verband hiermee een aantal extra maatregelen genomen. Voor de uitvoering van het due-dilligence onderzoek is uit de post Onvoorzien geld beschikbaar gesteld. (Zie het overzicht van de aanwending in 2012 van de post Onvoorzien op bladzijde 113).Voor de dekking van de kosten voor de onderzoekscommissie, mogelijke vervolgkosten en het opheffen van Ar-
130
beidsintegratie zijn een aantal voorzieningen getroffen. Deze zijn opgenomen in de toelichting op de balans (bladzijde 205). 1.1 Capaciteitsmanagement Het project capaciteitsmanagement heeft in 2012 in het kader gestaan van de formatiereductie. Doel van dit project is het creëren en verder ontwikkelen van de randvoorwaarden voor een zorgvuldige en correcte uitvoering van de formatiereductie, de daaruit voortvloeiende vrijwillige mobiliteit en begeleiding van werk naar werk. Het proces van de formatiereductie verliep volgens planning. Dankzij intensieve voorbereidingen in 2012 is de boventalligheid van medewerkers, als gevolg van de formatiereductie, aanzienlijk beperkt. Daarnaast is meer grip en orde ontstaan omtrent personeelsinformatie, -beleid, -advisering en -processen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. 1.2 Gemeente nieuwe stijl De voortgang van het onderdeel Gemeente Nieuwe Stijl (GNS) heeft vanaf 2012 vooral inhoud gekregen binnen de organisatieverandering. Het doel is om binnen vijf jaar te komen tot een sterk afgeslankte organisatie. Dit wordt gerealiseerd door minder inhuur, minder taken, minder personeel, efficiëntere processen, een betere werkomgeving en meer intergemeentelijke samenwerking. De effecten van deze ‘er’doelstellingen zullen in de komende jaren zichtbaar worden. De financiële doelstellingen voor 2012 zijn behaald door de verwerkte en gerealiseerde heroverwegingen. De besparing is als volgt gerealiseerd: • Externe inhuur – In 2012 is de externe inhuur verder afgebouwd. De inhuur nam af van 64,4 fte’s begin januari 2012 naar 34,4 fte’s eind december 2012. Deze afname is vooral gerealiseerd bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte. • Minder taken, minder personeel – Doelstelling voor 2012 was dat de formatie met name zou krimpen door het efficiënter uitvoeren van processen en het terugbrengen van de gemeentelijke taken. De afdeling P&O heeft de formatieve en personele consequenties hiervan in kaart gebracht aan de hand van de ingediende bezuinigingsvoorstellen. De uitwerking van
een deel van de bezuinigingsvoorstellen loopt nog. Van belang hierbij is een plattere organisatiestructuur te creëren met minder leidinggevenden. Dit zal een vervolg krijgen in 2013. Naast de uitwerkingsopdrachten zijn in 2012 bezuinigingen ingediend (heroverwegingen) voor de periode 2013 - 2016. Met het project Formatiereductie en Mobiliteit en het vaststellen van het Sociaal Statuut 2012 is een start gemaakt met de uitvoering hiervan. • Het Nieuwe Werken – Onderzoek naar de effecten van Het Nieuwe Werken op huisvesting, kosten en ICT is verschoven naar 2013 en later. • Samenwerking/uitbesteding – In 2012 zijn voorbereidingen getroffen om te onderzoeken hoe de samenwerking en uitbesteding vorm gegeven kan worden. De besluitvorming omtrent een Regionale Sociale Dienst samen met Vlaardingen en Maassluis blijkt een ingewikkeld proces. Dit proces zal doorlopen in 2013. Onderzoek naar de outsourcing van belastingtaken is in 2012 opgestart. 2. Personeel 2.1 Integriteit (BInG) Naar aanleiding van het rapport Integriteitsonderzoek van Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) uit 2011, is een hersteloperatie voor ten onterechte beschadigd personeel ingezet. De uitdaging is een transparante, integere organisatie te garanderen. Het is de bedoeling het integriteitsbeleid (in de loop van 2013) te verbeteren. In 2012 is het eerste deel van het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) gehouden. De tevredenheid van de medewerkers komt tot uitdrukking in de mate van betrokkenheid en motivatie van medewerkers om zich in te zetten voor (de doelstellingen) van de organisatie. Er is behoefte aan helderheid over waar de organisatie heen gaat, wat de individuele bijdrage van de medewerker daarin kan zijn en hoe deze kan worden benut. De resultaten van het onderzoek tonen veel overeenkomsten met de bevindingen door Van der Bunt (2012) en er liggen aanknopingspunten voor de doorontwikkeling van de organisatie.
2.2 Hr-beleid Personeel en planning Het verloop van de formatie over de afgelopen jaren ziet er per 31 december als volgt uit: Jaar
2010
2011
2012
Toename in 2012
Aantal fte’s (incl. BGS)
791
811
825
+ 14
Aantal fte’s (excl. BGS)
737
757
772
+15
De omvang van de formatie is in 2012 nog iets gestegen. Deze stijging heeft zich vooral in de eerste helft van het jaar voorgedaan. Bij het cluster Stedelijk Ontwikkeling is in die periode een deel van noodzakelijk inhuur ten behoeve van specifieke projecten omgezet naar vaste formatie. Deze projecten bevatten tevens de financiële dekking voor de kosten. Door deze omzetting zijn op dit punt besparingen gerealiseerd. In de tweede helft van het jaar zijn meer structurele maatregelen genomen om de stijging om te zetten in een daling, waaronder het project Formatiereductie en Mobiliteit. Zie ook het hoger genoemde onderdeel Gemeente Nieuwe Stijl in deze paragraaf. Arbeidsvoorwaarden en beloning In 2012 is de CAO 2011-2012 definitief vastgesteld. Dit heeft geleid tot een loonstijging van totaal 2% en een éénmalige uitkering in 2012. Daarnaast wordt in de CAO gesproken over meer mobiliteit, een Van-Werk-Naar-Werk traject voor herplaatsingskandidaten, flexibilisering van de werktijden, terugdringing externe inhuur en de aanstelling in algemene dienst (met ingang van 1 januari 2013). Voor wat betreft de meeste onderwerpen is daar al uitvoering aan gegeven. Feedback en boordeling De prestatiecyclus, van start- tot prestatiegesprekken, is inmiddels goed ingebed binnen de organisatie. Naast technische verbeteringen wordt gewerkt aan een uitbreiding van het systeem, dat wordt gebruikt voor de feedback en beoordeling. Er is ook een basis gelegd voor een talentmanagementsysteem. Dit systeem kan dienen bij de match tussen toekomstige dienstverlening en beschikbare medewerkers. Opleiding en Ontwikkeling In 2012 zijn een aantal nieuwe opleidingen in de Schiedamse Academie opgezet. Het gaat hier met name om trainingen met een hoog communicatief karakter. Hiernaast is een pilot training opgezet rondom onderhandelen en conflicthantering,
PROGRAMMAREKENING
131
alsmede een training mediationvaardigheden. Met name trainingen die gericht zijn op de persoonlijke vorming, houding en gedrag hebben in 2012 meer aandacht gekregen. Arbo en ziekte De doelstelling voor 2012 was een ziekteverzuimpercentage van 4,7% en een meldingsfrequentie per jaar van 1,5. De realisatie van het ziekteverzuim bedroeg 5,7%, met een meldingsfrequentie van 1,4. De toename wordt met name veroorzaakt door een aantal langdurige zieken. Met de digitale ‘Verzuimmanager’ is een krachtig instrument geboden om het verzuim inzichtelijk te maken en daar concrete acties aan te verbinden. Daarnaast is intercollegiaal coachen in de vorm van Sociaal Medisch Teamoverleg (SMT) een goed middel om leidinggevenden te consulteren en adviseren. Al met al heeft een forse investering in mensen, tijd en middelen geleid tot meer grip op het verzuim. Dit heeft ertoe geleid dat het
132
aantal dossiers omtrent langdurige zieken fors kon worden gereduceerd. Leidinggeven In 2012 is niet of nauwelijks structureel aandacht gegeven aan de verdere ontwikkeling van de leidinggevenden. Met de komst van de nieuwe gemeentesecretaris is daar verandering in gekomen. Dit zal een vervolg en uitwerking krijgen in 2013. 3. Financieel Beheer Het Financieel beheer wordt uitgevoerd conform de in de Programmabegroting opgenomen doelstellingen. Vanuit deze doelstellingen worden diverse activiteiten ondernomen, die onderdeel zijn van het reguliere werk. Om het financieel beheer verder te professionaliseren is in 2012 nadruk gelegd op de volgende punten:
Speerpunten – basis op orde
Realisatie
Toelichting afwijking
• Verder ontwikkelen Management Informatie Systeem • Tool aanschaffen dat Planning en Controlproces ondersteunt
• Is aan gewerkt, verloopt trager dan gewenst • Is uitgesteld
Uitstel en vertraging worden in belangrijke mate veroorzaakt doordat niet voor de hele organisatie de prioriteiten op dit terrein helder waren.
Nieuwe applicatie voor begroting aanschaffen
Is niet gerealiseerd
Niet aan gewerkt. Heeft te maken met het feit dat gezocht moet worden naar een totaaloplossing voor een Planning en Control tool.
Voortdurende evaluatie van planning en controlcyclus
Is gerealiseerd
-
Speerpunten – planning en control
Realisatie
Toelichting afwijking
Betalen van de facturen: 90% binnen 30 dagen.
Niet gerealiseerd: Binnen 30 dagen: 52% Binnen 40 dagen: 87% Binnen 60 dagen: 95%
In 2012 is het factuurproces gedigitaliseerd. Dit heeft in de pilotfase (2 maanden) veel extra vertraging veroorzaakt. In 2013 verwachten we door deze digitalisering een aanzienlijke verbetering te realiseren in betaaltermijnen
Vaste activa integraal opgenomen in het financiële systeem
Is gerealiseerd
-
Digitale inkoopproces is geïmplementeerd. Betreft vooraf registreren van inkopen en verplichtingen en digitaal afhandelen van facturen
Systeem is geïmplementeerd. Nog niet in werking.
De implementatie van het digitale inkoopproces is wegens technische redenen uitgesteld.
Urenadministratie volledig in gebruik nemen
Is gerealiseerd
-
Speerpunten – Rechtmatigheid
Realisatie
Toelichting afwijking
Goedkeurende verklaring bij jaarrekening 2011
Gerealiseerd
-
Verbeterpunten accountant doorvoeren
Gedeeltelijk gerealiseerd
Te weinig prioriteit gehad
Speerpunten – Periodiek afsluiten financiele administratie
Realisatie
Toelichting afwijking
Onderzoek naar periodiek afsluiten financiele administratie
Niet gerealiseerd
Andere prioriteitstelling
4. apparaatskosten De apparaatskosten geven de kosten weer van de ambtelijke organisatie (exclusief de kosten Berckenrode Groep Schie-
dam (BGS), zoals salarissen, kosten van werkplekken en gebouwen.
tabel apparaatskosten 2012
Salaris, soc. lasten Inhuur Energie Kapitaallasten
realisatie 2011
Begroting 2012 (excl. begr wijz.)
Begroting 2012 (incl. begr wijz.)
Realisatie 2012
Verschil begroting incl begr wijz realisatie 2012
41.916
44.009
46.313
44.313
-2.000
8.440
1.684
3.194
6.359
3.165
596
670
670
536
-135
3.134
3.653
3.653
3.168
-485
Overige kosten
12.110
10.292
12.535
12.375
-160
Totale apparaatskosten
66.196
60.308
66.365
66.750
385
De werkelijke apparaatskosten in 2012 bedroegen € 66,8 miljoen en zijn € 0,4 miljoen hoger dan was begroot. Ten opzichte van de realisatie in 2011 namen de kosten in 2011 met € 0,6 miljoen toe. Toelichting • De salariskosten waren in 2012 € 2,0 miljoen lager dan begroot. De bezetting van het eigen personeel bedroeg gemiddeld 707 fte’s, terwijl de formatie was begroot op 772 fte’s. Daarmee bleef de werkelijke bezetting met 65 fte’s achter op de formatie. Dit is met name een gevolg van de vacaturestop. De bezetting nam in 2012 slechts beperkt toe met 4 fte’s, van 705 fte’s (jan 2012) tot 709 fte’s (dec 2012). Het overschot op de salariskosten (ten opzichte van de begroting, € 2,0 miljoen) is ingezet ter financiering van de inhuurkosten. De salariskosten in 2012 waren € 2,4 miljoen hoger dan in 2011. Dit is met name veroorzaakt door de volgende factoren: • toename van de bezetting • een loonsverhoging van 2% en een eenmalige uitkering, naar aanleiding van het CAO-akkoord; • frictiekosten in het kader van organisatie- en cultuurverandering; • stijging van de sociale lasten. • In 2012 nam het aantal inhuurkrachten af van 64,4 fte’s begin jan 2012 naar 34,4 fte’s eind december 2012. Deze afname is met name gerealiseerd bij de afdeling Beheer
Openbare Ruimte. De realisatie van de inhuur is in 2012 € 2,0 miljoen lager dan in 2011. De inhuurkosten waren € 3,2 miljoen hoger dan begroot. Deze kosten worden op drie manieren gefinancierd. • vanuit de begroting werd een bedrag van € 3,2 miljoen opgenomen voor inhuur; • vanuit het overschot op de personeelslasten kan € 1,8 miljoen worden ingezet; • het restant werd gefinancierd vanuit projectgelden en reserves. • De energiekosten blijven met € 0,1 miljoen achter bij de begroting 2012. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de elektriciteitskosten lager zijn uitgekomen. • De kapitaallasten blijven met € 0,5 miljoen achter bij de begroting 2012. Dit wordt met name veroorzaakt door een verschuiving in de datum van de start van projecten ten opzichte van de planning (automatiserings- en huisvestingsprojecten). • De overige kosten waren € 0,1 miljoen lager dan begroot. Belangrijke oorzaak is dat het bestuur en de ambtelijke organisatie in 2012 over het algemeen zeer terughoudend zijn geweest met het doen van uitgaven. Hieronder worden een aantal bijzondere over- en onderschrijdingen toegelicht: • De kosten van kantoorbenodigdheden, druk- en bindwerk en abonnementen waren € 0,1 miljoen lager dan begroot. Als gevolg van uitwerkingsopdrachten in afgelopen jaren zijn abonnementen opgezegd en is ook infodoc stopgezet. De ICT-kosten (aanschaf en onderhoud) waren € 0,04 miljoen lager dan begroot.
PROGRAMMAREKENING
133
• Als gevolg van de centralisatie van de ICT-kosten is de afdeling I&A erg terughoudend geweest met het doen van uitgaven. • De kosten voor werving en selectie bleven, als gevolg van de vacaturestop, € 0,1 miljoen achter bij de begroting. • De kosten voor representatie en vergadering bleven 0,1 miljoen achter bij de begroting. Bestuur en ambtelijke organisatie zijn in 2012 zeer terughoudend geweest met het doen van dergelijke uitgaven. • Kosten voor overige diensten door derden waren € 0,9 miljoen lager dan begroot. Bij het opstellen van de begroting zit hier enige ruimte in voor onvoorziene zaken. Deze hebben in 2012 niet tot uitgaven geleid. • Er is minder aan opleiding besteed (€ 0,05 miljoen lager).
• Overige personeelskosten zijn € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Dit is een gevolg van frictiekosten in het kader van organisatie- en cultuurverandering. • De reis- en verblijfkosten zijn € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Als gevolg van fiscale regels wordt een deel van de kosten niet via het salaris geboekt, maar via de reis- en verblijfkosten. Dit betekent dus anderzijds dat de realisatie van de salariskosten € 0,2 miljoen lager is. • Huur van onroerende zaken lag € 0,1 miljoen hoger dan begroot. De huur van onze kantoren wordt jaarlijks door de verhuurders geïndexeerd. Onze eigen begroting wordt echter niet aangepast. • Kosten restauratieve dienst lagen € 0,06 miljoen boven de begroting. De opbrengsten waren ook wat hoger. Per saldo levert de restauratieve dienst een klein nadeel in 2012.
tabel apparaatskosten als percentage van de lasten (voor bestemming) Realisatie 2011
Begroting 2012 (excl wijz)
Begroting 2012 (incl wijz)
Realisatie 2012
66.196
60.308
66.365
66.750
Totale lasten
272.577
282.362
311.152
314.663
Apparaatskosten, uitgedrukt als % van de totale lasten
24,29%
21,36%
21,33%
21,21%
Apparaatskosten
Het beperken van de inzet van middelen om de doelstellingen van de gemeente te realiseren heeft ook in 2012 veel aandacht gekregen. Trajecten die in 2011 werden ingezet, hebben een vervolg gekregen. Nieuwe trajecten in het kader van de heroverwegingen zijn ingezet. Gedacht moet worden aan het beperken van de inzet van middelen door de taken van de gemeente, die zij nog moet uitvoeren vanuit de gedachte van de regiegemeente, te heroverwegen. Dit blijkt een lastig traject, waarvoor in 2012 voorbereidingen zijn getroffen. De effecten worden in de jaren vanaf 2013 verwacht. 5. Informatie en automatisering Mobiliteit In 2012 heeft de organisatie verdere stappen gezet ter bevordering van de mobiliteit. • Zo zijn in 2012 de eerste tablets in gebruik genomen. Hiermee wordt de gebondenheid aan een vaste werkplek verbroken. • Daarnaast is de virtuele desktop ingezet, zodat het mogelijk is vanuit uiteenlopende locaties (mits men beschikt
134
over internet) gegevens en applicaties op het Schiedamse netwerk te gebruiken. • In 2012 startten de voorbereidingen voor aanbesteding van de nieuwe Schiedamse werkplek. Flexibiliteit, niet-locatiegebonden, veiligheid en mobiliteit definiëren de nieuwe werkplek. Ontwikkelingen software • Digitalisering bestuurlijke stukkenstroom: het proces van afhandeling van adviesnota’s is in 2012 volledig gedigitaliseerd. In een workflow zijn alle bewerkingen in het proces geautomatiseerd. Snelle afhandeling, transparantie en kostenbesparing zijn de belangrijkste resultaten. • In 2012 is de software voor het digitaal proces verbaal ingericht. Naar verwachting wordt dit begin 2013 in productie genomen. • Als onderdeel van het midoffice is het digitaal belastingloket in 2012 van start gegaan. • In 2012 is een aanvang gemaakt met de realisatie van het plan digitale duurzaamheid. Naar verwachting zal in de loop van 2013 worden gestart met een breder inzetbaar e-depot.
Samenwerking In het kader van (keten)samenwerking zijn de netwerken van Vlaardingen, Maassluis en Schiedam technisch met elkaar verbonden. Dit maakt uitwisseling van data en beschikbaar stellen van applicaties eenvoudiger. Schiedam en Vlaardingen ontwikkelen gezamenlijk een nieuwe versie van het midoffice. Kennis komt eenvoudiger ter beschikking en leidt tot kostenbesparing. Infrastructuur In 2012 is op een aantal kritische onderdelen een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de infrastructuur gerealiseerd, waar gebruikers direct profijt van hebben: • In 2012 is de opslagcapaciteit van data aanzienlijk uitgebreid. Met de door de raad, in het kader van het Meerjaren OnderhoudsBudget, beschikbaar gestelde vervangingsbudget is de beschikbare opslagruimte weer voor een aantal jaren veilig gesteld. • Tevens is de aanbesteding voor vervanging van de servers, eveneens als onderdeel van het Meerjarenonderhoudsbudget, in 2012 afgerond. Feitelijke vervanging is gepland voor 2013. • Het Stadskantoor beschikt inmiddels voor het gehele pand over een draadloos netwerk. Het netwerk voor de raad is vervangen. Ook in de ontvangstruimte kunnen bezoekers gebruik maken van (gratis) internet. • In november 2012 zijn alle ICT-voorzieningen aan de Van Heekstraat verhuisd naar Rotterdam Internet Exchange.
Dit betekent hogere beschikbaarheid bij calamiteiten, omdat de infrastructurele voorzieningen op het gebied van opslag, rekencapaciteit, internetverbinding dubbel zijn uitgevoerd en over twee locaties zijn verspreid. Uiteindelijk is het streven dat alle voorzieningen 24 uur per dag zeven dagen in de week beschikbaar zijn. Beveiliging In 2013 is elke gemeente, die gebruik maakt van DigiD, verplicht door het Rijk een beveiligingsassessment uit te voeren. Een negatief resultaat op deze audit kan leiden tot het afsluiten van de voorzieningen van DigiD. Schiedam heeft 2012 benut om zich hier op voor te bereiden. Zo is de firewall van de nieuwste software voorzien en zijn diverse beheerprocedures, waaronder patch management, aangescherpt. 6. Huisvesting en onderhoud Het merendeel van de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden 2012 is volgens plan uitgevoerd en afgerond. Een beperkt aantal werkzaamheden is doorgeschoven naar begin 2013. Regulier onderhoud aan het theater is voortgezet. Over het vervolg van de dienstverlening aan het theater wordt overleg gevoerd. Hierover zijn in 2012 nog geen besluiten genomen. Omtrent de eventuele oprichting van een Regionale Sociale Dienst en mogelijke verhuizing van de bibliotheek zijn in 2012 nog geen besluiten genomen.
PROGRAMMAREKENING
135
Financiering In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de activiteiten die in 2012 zijn uitgevoerd en die behoren tot de zogenoemde financierings- of (beter) de treasuryfunctie van de gemeente. In de paragraaf Financiering van de jaarrekening legt het college verantwoording af over het gevoerde beheer. De ambtelijke verantwoording verloopt via het treasuryberaad. In deze paragraaf komen de volgende onderdelen aan de orde: • Het rentebeleid van de gemeente. Besproken wordt wat het voorgenomen beleid was en wat daarvan is gerealiseerd. • Het gevolgde financieringsbeleid. Daarbij wordt zichtbaar op welke wijze invulling is gegeven aan de financieringsbehoefte. Is dit gedaan met inzet van kortgeld- of langgeldfinanciering? • Risicobeheersing van het renterisico en de debiteuren-, koers- en valutarisico’s. • De beleidskaders die voor de treasuryfunctie gelden, hoe het treasuryberaad werkt en in hoeverre in 2012 is gewerkt binnen de grenzen van de in het treasuryberaad gemaakte afspraken. 1. rentebeleid Rentebeeld Voor 2012 werd verwacht dat zowel de rente voor kortlopende financiering als de rente voor langlopende financiering zou toenemen. Deze verwachtingen zijn niet gerealiseerd. Lening aangetrokken bij
Kortlopende leningen De éénmaandse Euribor (Euro Interbank Offered Rate) geeft inzicht in de ontwikkeling van de kortlopende rente. Euribor is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Het is een basistarief voor vele financiële producten die in de markten worden uitgezet, zoals hypotheken. Het gaat hier wel om een basistarief, dus exclusief toeslagen en dergelijke. Klanten als de gemeente Schiedam moeten op basis van bijvoorbeeld een risico-inschatting wel betalen. Het éénmaandstarief Euribor varieerde in 2012 tussen 1,005% en 0,107%. De Programmabegroting 2012 ging uit van een rentetarief van 2,34% voor kortlopende financiering. In werkelijkheid varieerden de rentetarieven die de gemeente Schiedam gedurende 2012 voor kortlopende leningen betaalde van 0,31% tot 0,03%. Langlopende leningen De Programmabegroting 2012 ging uit van een rente van 3,76% voor langlopende financiering. In werkelijkheid varieerden de rentetarieven die de gemeente Schiedam gedurende 2012 voor langlopende leningen betaalde van 3,11% tot 2,00%, als volgt:
Bedrag lening
Aflossing
Rentepercentage
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
€ 15.000.000
6 jaren fixe lening, vervolgens aflossing in 10 jaren
3,50%
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
€ 15.000.000
6 jaren fixe lening, vervolgens aflossing in 5 jaren
3,11%
Op 31 december 2012
2,00%
N.V. ONS, het betreft het vervroegd uitkeren van het liquidatieresultaat van de genoemde N.V.
€ 3.500.000
Rentelasten 2012 De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met eigen vermogen (reserves en voorzieningen) en vreemd vermogen (kort- en langlopende leningen). De rentelasten van deze financieringsmiddelen worden doorbelast aan de ge-
136
De rentetarieven voor zowel kort als lang geld zijn in 2012 gedaald.
meentelijke producten (kapitaallasten). In de Begroting 2012 is rekening gehouden met een omslagrente van 4,60%. Dit percentage is ook in de jaarrekening gebruikt voor de toerekening van rente aan de investeringen.
Overzicht totale rentelasten en -baten in 2011 en 2012 Rentesoort (bedrag x € 1 miljoen)
Jaar 2011 Begroot
Rente kortlopende financiering Rente langlopende leningen Betaalde en bespaarde rente (over eigen vermogen) Rente in kapitaallasten
2. Het financieringsbeleid De treasury richt zich op het permanent beschikbaar hebben van voldoende financierings-middelen om aan de betalingsverplichtingen van Schiedam te kunnen voldoen, op de optimalisatie van rendementen en op risicobeheersing binnen vooraf gestelde randvoorwaarden. Kortgeldfinanciering In 2012 is de financieringbehoefte zoveel mogelijk gerealiseerd met inzet van de kortgeldfaciliteiten. Daarbij zijn de volgende twee instrumenten ingezet: • het aantrekken van acht kasgeldleningen; • de limiet in rekening-courant (tot € 25 miljoen) bij de BNG.
Jaar 2012 Realisatie
Begroot
Realisatie
0,2
0,2
0,1
0,1
10,4
10,1
9,6
10,9
5,7
6,7
6,8
5,7
25,3
26,0
24,2
23,6
Van de twee genoemde instrumenten was de eerste het goedkoopst. De limiet voor het rekening-courantkrediet ligt vast in een dienstverleningsovereenkomst met de BNG, die ook de rentevergoeding voor het ‘rood staan’ regelt. Als het saldo van de rekening-courant boven de overeengekomen limiet uitkomt, wordt een forse boete van 5% op het meerdere van kracht. Om die reden vindt twee keer per week het zogenoemde saldobeheer plaats. Ook wordt de ontwikkeling van het banksaldo geanalyseerd en bijgehouden.
kortlopende schuld: overzicht aangetrokken en afgeloste kasgeldleningen in 2012 Omschrijving (bedragen x € 1 miljoen) Stand op 1 januari (balans) Bij: Aangetrokken Af: Afgelost Saldo 31 december (balans)
In 2012 is met acht kasgeldleningen een totaalbedrag van € 105 miljoen aangetrokken en afgelost. Relevant is de kasgeldlimiet. In het onderdeel risicobeheersing (punt 3) wordt hier verder op ingegaan. Langlopende financiering: aantrekken van leningen In 2012 zijn twee externe geldleningen aangetrokken bij de BNG voor een totaalbedrag van € 30 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage voor deze leningen is 3,3%. Daarmee blijft dat 0,5% onder de prognose van 3,76%. De looptijd van de externe leningen varieert. Voor beide leningen is gekozen voor een aflossingsvrije peri-
2011
2012
35
10
85
105 (8 stuks)
-110
-105
10
10
ode van zes jaar. In de jaren 2012 tot en met 2019 zijn al vele aflossingen gepland. Het nog verder belasten van de genoemde jaren betekent een risico, vooral als de rente de komende jaren stijgt. De gemiddelde looptijd van de nieuwe leningen is veertien jaar. Reden om te kiezen voor aflossing in jaren waarin relatief minder aflossingen gepland zijn. Hiermee wordt de herfinanciering van leningen beheerst en wordt wat betreft de renterisiconorm binnen het wettelijk kader gewerkt (Wet Fido). Dit onderwerp komt terug in onderdeel risicobeheersing (punt 3).
PROGRAMMAREKENING
137
Langlopende schulden (info jaarrekeningen) Bedragen x € 1 miljoen Nieuw aangetrokken langlopende leningen Afgeloste langlopende leningen
2007
2008
2009
2010
2011
2012
0
20,0
20,1
30,3
65,1
33,6
33,5
33,5
19,3
19,3
19,4
21,5
207,7
201,5
202,3
211,6
257,3
269,4
Rentelasten
8,7
8,7
8,9
10,1
9,6
Gemiddeld rentepercentage leningportefeuille
4,3
4,3
4,2
3,9
3,6
Saldo langlopende leningen ultimo boekjaar
Langlopende financiering: verstrekken van langlopende leningen Schiedam verstrekt leningen aan derden voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij is de gemeente altijd terughoudend. In het verleden is verreweg het grootste deel van de bestaande geldleningen verstrekt aan de Stichting Woonplus. Inmiddels trekken woningbouwcorporaties alweer vele jaren hun leningen zelfstandig aan op de kapitaalmarkt. Vanwege
die ontwikkeling heeft de gemeente in 2012 geen leningen verstrekt. Onderstaande tabel toont het verwachte verloop van de restantschulden en de zekerheids-stelling per categorie. Al onderstaande leningen zijn verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak.
Verwacht verloop restantschulden en zekerheidsstellingbedragen Saldi ultimo boekjaar (bedragen x € 1 miljoen)
Risico
2011 begroot
2011 werkelijk
2012 begroot
2012 werkelijk
Woningbouwcorporaties
Afgedekt via WSW1
33,2
32,0
31,3
31,3
Volkshuisvesting
Geen
19,9
25,3
25,7
25,3
Voormalige gem. onderdelen
Geen
0,4
0,3
0,2
0,2
Overig
Beperkt
0,9
0,3
0,3
0,3
54,4
57,9
57,5
57,1
Totaal
Derivaten Met inachtneming van de regeling Ruddo mag de gemeente beperkt gebruikmaken van derivaten. De gemeente heeft in 2012 geen transactie in derivaten uitgevoerd.
Renterisico Hierbij zijn twee risico’s te onderkennen: het risico op de korte termijn (kasgeldlimiet) en het risico op de lange termijn (renterisiconorm).
3. risicobeheersing Risicobeheersing is één van de pijlers van de Wet Fido en daarmee ook van het treasurystatuut.
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is onderdeel van het renterisicobeheer en beperkt het risico van grote fluctuaties in de korte rente die het begrotingsevenwicht in gevaar brengen. Bij een structurele overschrijding van de kasgeldlimiet moet herfinanciering (consolidatie) met langlopende leningen plaatsvinden.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw: Woningbouwverenigingen kunnen via dit fonds zelfstandig op de kapitaalmarkt geld aantrekken, dus buiten de gemeente om. Het bedrag in de tabel betreft leningen die er waren voordat het Waarborgfonds actief werd.
1
138
renterisico korte schuld 2012 Bedragen x € 1.000
Mnd
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1. Vlottende schuld
1
24.755
20.184
2.557
12.318
2
40.436
12.189
7.110
22.750
3
14.659
16.989
10.569
17.944
2. Vlottende middelen
1
492
263
275
186
2
543
285
314
286
3
227
236
365
326
1
24.263
19.921
2.282
12.132
2
39.893
11.904
6.796
22.464
3
14.432
16.753
10.204
17.618
26.196
16.193
6.427
17.405
5. Kasgeldlimiet 8,5% van € 290 miljoen
24.658
24.658
24.658
24.658
6. Ruimte: onder (-) of boven uitkomst punt 5
+1.538
-8.465
-18.231
-7.253
+6
-34
-74
-29
3. Netto schuld (+) of overschot (-)
4. Gemiddelde van pt. 3
7. Idem als percentage
De conclusie is dat in 2012 aan de gestelde eisen van de kasgeldlimiet van de Wet Fido is voldaan. De overschrijding van de kasgeldlimiet trad op in het eerste kwartaal en is binnen de toegestane termijn van drie achtereenvolgende kwartalen gebleven. Renterisiconorm Renterisico doet zich voor wanneer nieuwe leningen moeten worden aangetrokken of wanneer voor bestaande leningen een renteherziening aan de orde is. In beide gevallen kan de dan geldende rente afwijken van de in de begroting geraamde rente. De Wet Fido schrijft voor hoe dit renterisico moet worden berekend. Het renterisico mag volgens deze wet 20% bedragen van het begrotingstotaal aan het begin van een jaar.
Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherziening- en herfinancieringmomenten nagestreefd. De komende jaren blijft er behoefte aan nieuwe langlopende financieringsmiddelen. Er bestaat dus een risico omtrent de herfinanciering, maar vrijwel alle bestaande langlopende leningen hebben in ieder geval gedurende hun gehele looptijd een rentevast percentage. Dat draagt bij aan de beheersing van het risico door tussentijdse renteherziening. In 2012 heeft er geen tussentijdse renteherziening op leningen plaatsgevonden. In onderstaande tabel worden de renterisico’s van af te lossen en aan te trekken leningen getoetst aan de wettelijke renterisiconorm (Wet Fido).
renterisico op de lange schuld Stap
Variabelen (bedragen x € 1 miljoen)
2010 Werkelijk
2011 Werkelijk
2012 Werkelijk
1
Renteherzieningen
14,1
-
-
2
Aflossingen
19,3
19,4
21,5
3
Renterisico
33,4
19,4
21,5
4
Renterisiconorm: totaal van de leningen 20% begrotingstotaal € 290 mln. (2012)
56,1
55,0
58,0
5
Ruimte onder (+) of boven (-) punt 4
22,7
35,6
36,5
6
Renterisiconorm Schiedam (ten opzichte van wettelijke 20%)
11,9%
7%
7,4%
PROGRAMMAREKENING
139
Schiedam behaalt in 2012 een renterisiconorm van 7,4%. De conclusie is dan ook dat in 2012 voldaan wordt aan de renterisiconorm van de Wet Fido. Kredietrisico De verstrekte geldleningen kennen naast het renterisico ook een kredietrisico. Dit is het risico van een waardedaling van de vordering als gevolg van het niet tijdig nakomen van verplichtingen door een tegenpartij. In 2012 is hiervan geen sprake geweest. Debiteuren-, koers- en valutarisico’s Het debiteurenrisico is het risico dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan of wil voldoen. De gemeente beschikt daarvoor over een set aan wettelijke mogelijkheden, zoals de dwanginvordering bij belastinginkomsten. Periodiek worden de uitstaande vorderingen getoetst op hun risico. Ter afdekking van de financiële risico’s van het debiteurenbeheer kent de gemeente twee voorzieningen. Dit zijn de voorziening dubieuze debiteuren en de voorziening 40% van vorderingen cliënten. Het debiteurenrisico is dus voldoende afgedekt. Als in de toekomst een situatie ontstaat van overtollige middelen, dan zorgt het treasurystatuut ervoor dat aan alle voorwaarden van de Wet Fido wordt voldaan. In 2012 is deze situatie niet voorgekomen. Er zijn dus ook geen leningen uitgezet. Alle transacties in 2012 hebben plaatsgevonden in euro’s. Het valutarisico is niet relevant. Een debiteuren-, koers- en/of valutarisico uit hoofde van de financieringsfunctie is in 2012 niet van toepassing. Er is daarom geen aanleiding deze risico’s mee te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen. 4. treasuryberaad De uitgangspunten voor het treasurybeleid zijn weergegeven in de hieronder genoemde wettelijke kaders: • de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) waarin de kasgeldlimiet en de renterisico norm voorkomen; • de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo).
140
Het wettelijke kader is de basis voor de gemeentelijke regelgeving voor de financieringsfunctie. De gemeentelijke regelgeving betreft: • de Financiële Verordening gemeente Schiedam 2009; • het Treasurystatuut 2011 (met ingang van 27 april 2011); • de Nota Investeren, waarderen en afschrijven 2011; • de Nota Reserves en voorzieningen. Het treasurystatuut geeft het kader voor de activiteiten inzake de treasury weer. Het ambtelijk apparaat voert de treasury daadwerkelijk uit. Het treasuryberaad verbindt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de treasury-activiteiten met de dagelijkse uitvoering door het ambtelijk apparaat. Daartoe wordt viermaal per jaar een kwartaalmandaat vastgesteld waarin de nodige afspraken worden gemaakt voor de komende drie maanden. Gespreksonderwerpen zijn bijvoorbeeld de liquiditeitenplanning en de eventuele noodzaak van het aantrekken van kortlopende of langlopende geldleningen dan wel het uitlenen van gelden. Het aantrekken van geldleningen is aan grenzen gebonden. In de paragraaf Financiering in de Programmabegroting 2012 is een maximaal aan te trekken bedrag van € 54,5 miljoen opgenomen. Het college mag tot maximaal dit bedrag financieringsmiddelen aantrekken. Het jaarmandaat van € 54,5 miljoen is in 2012 als volgt overschreden: • 2e kwartaal: eenmalig € 10 miljoen gedurende 11 dagen, betreft een kortlopende lening. De rentekosten bedragen € 3.416. • 4e kwartaal: meerdere malen € 5 miljoen, in totaal gedurende in totaal 56 dagen, betreft kortlopende leningen. De rentekosten bedragen € 301. • In het 4e kwartaal heeft de N.V. ONS een geldlening aan de gemeente verstrekt in het kader van een voorschot op de terugbetaling van gestort aandelenkapitaal. Dit betekent een overschrijding van het jaarmandaat van € 3,5 miljoen. Deze geldlening wordt uiterlijk 31 december 2013 afgelost. De rentekosten zijn budgettair neutraal.
Grondbeleid De paragraaf Grondbeleid beschrijft de visie van de gemeente op het grondbeleid en de uitvoering van het grondbeleid. Daarnaast geeft het een prognose van resultaten van de grondexploitaties, de winstneming en het verloop van reserves/ voorzieningen. De beleidsuitgangspunten zijn beschreven in de Nota Grondbeleid; ze worden hier alleen samengevat en aangevuld met de laatste ontwikkelingen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen loopt de gemeente grote financiële risico’s. De herziening per 1 januari 2013 laat zien dat de geprognosticeerde resultaten, door de nog steeds slechte marktsituatie (oorzaak van verdere vertraging in planprocessen, tegenvallers gedurende de planuitvoering en bijgestelde parameters), met circa € 6 miljoen zijn verslechterd. Deze paragraaf begint met het beleidskader Grondbeleid waarna we nog even ingaan op de Taskforce Grondexploitaties en de herziening grondexploitaties per 1 januari 2013. Tot slot zijn de grondexploitaties over de bedrijventerreinen nog niet afgesloten. Dit staat gepland voor het 2e kwartaal van 2013. In het 3e kwartaal van 2013 zullen voorstellen hiertoe ter besluitvorming worden voorgelegd. 1. Beleidskader nota Grondbeleid Met de Nota Grondbeleid beoogt Schiedam aan het grondbeleid binnen de gemeente richting te geven. Jaarlijks stelt de raad op basis van vastgestelde kaders, de herziening van de bouwgrondexploitaties vast. Het moment hiervan is dusdanig gekozen dat actuele cijfers beschikbaar zijn voor de jaarrekening van het voorafgaande jaar. De herziening is in zijn geheel opgenomen in het Meerjarenperspectief Grondbedrijf (MPG). Bij de planvorming wordt rekening gehouden met bedreigingen en zwakke kanten, maar ook met kansen en sterke kanten van de stad. Dit betekent dat de gemeente actief moet zijn in gebieden waar het absoluut noodzakelijk is dat er wordt ingegrepen in de stedelijke structuur terwijl andere ontwikkelingen aan de markt worden overgelaten. Particuliere exploitaties en samenwerkingsverbanden tussen de gemeente en de markt worden gestimuleerd. Daarnaast is het voor de gemeente mogelijk om met de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de regie te voeren over de eigen en particuliere ruimtelijke ontwikkelingen. Op grond van de Wro is de gemeente verplicht tot kostenverhaal. Indien er geen overeenstemming te bereiken is, dan kan dit door het heffen van
een exploitatiebijdrage gebaseerd op een door de raad vast te stellen exploitatieplan, dat weer gekoppeld is aan een ruimtelijk besluit (bestemmingsplan, projectbesluit). Nieuwe grondexploitaties en tussentijdse herzieningen worden voorgelegd aan het college en de raad ter goedkeuring en vaststelling. Een grondexploitatie is pas actief na goedkeuring van het college en vaststelling door de raad. Een systeem van rapporteren is dwingend opgenomen. Zij maakt onderdeel uit van de planning- en control-cyclus. Het systeem beoogt om continu de actuele stand van zaken in beeld te hebben en aan het management en het bestuur van de gemeente te rapporteren. Tussentijdse herzieningen worden aangeboden als er significante verschillen zijn met reeds vastgestelde grondexploitaties. Anders kan worden volstaan met de bestuursrapportage. Een (tussentijdse) herziening vindt plaats als de kosten of de opbrengsten met meer dan € 250.000 afwijken, of als de afwijking op kosten of opbrengsten meer dan 10% is. Er wordt ook een (tussentijdse) herziening aangeboden als het effect van wijziging per saldo met € 250.000 of meer verslechtert. De grondexploitatie wordt eveneens aan het college en de raad voorgelegd als er wordt afgeweken van het programma van eisen; ook als dit laatste geen financiële gevolgen heeft. 2. taskforce Grondexploitaties Bij het vaststellen van de grondprijzenbrief 2011 is er besloten tot het instellen van een taskforce. In het kader van de gemeentelijke financiële taakstelling heeft de taskforce ook de opdracht gekregen om een taakstelling van € 2,5 miljoen te realiseren. Voor het realiseren van de taakstelling is het nodig om zowel kritisch naar de kaders als naar de bedrijfsvoering te kijken. De uitkomsten van de Taskforce grondexploitaties zijn verwerkt in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2013. Tevens is de gemeenteraad in december van 2012 per brief geïnformeerd over de uitkomsten en de verwerking daarvan in het MPG. 3. Herziening grondexploitaties per 1 januari 2013 De herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2013 is voor wat betreft de parameters gewijzigd ten opzichte van de vorige herziening. De kostenstijging is conform de verwach-
PROGRAMMAREKENING
141
ting verlopen. Van een toename van opbrengsten is tot en met 2018 nog geen sprake. In de herziening is voor kostenstijging 1,5% (in 2013, 2014 en 2015) en 2,5% (in 2016 en verder) toegepast. Een positief aspect is dat Schiedam de afgelopen jaren al zoveel maatregelen heeft genomen dat de lokale Schiedamse situatie niet met de landelijke cijfers is verslechterd. Relevant hierbij is het onderscheid tussen winstgevende grondexploitaties en verlieslatende grondexploitaties.
De prognose van actieve grondexploitaties met een verwacht positief resultaat verbetert met circa € 0,5 miljoen (van € 3,7 miljoen naar € 4,2 miljoen). De prognose van grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat verslechtert met ongeveer € 4,7 miljoen ten opzichte van het in de vorige herziening geprognosticeerde tekort van € 25,8 miljoen. Na herziening en eliminatie van de per 31 december 2012 afgesloten grondexploitaties, resteert per 1 januari 2013 een geprognosticeerd tekort van € 30,5 miljoen.
tabel: wijzigingen van grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat (bedragen x € miljoen) • Over het Water (fasering/grondprijsdaling)
- 4,9
• Oranjeburgh (aanpassing grondprijsdaling)
- 1,0
• Bedrijvenpark Schieveste (fasering/planwijziging)
- 0,9
• Buurt 15 - Daltonstraat (aanpassing grondprijsdaling)
- 0,3
• Industrieterrein ’s Gravenland-Noord 1 (fasering)
1,4
• Wibautplein (afsluiting grex)
0,7
• Verbrande panden (afsluiting grex)
0,5
• Overige
- 0,2
Totaal toevoeging aan voorziening in 2012
4,7
Samenvattend verloop van de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitaties 2012: (bedragen x € miljoen) Voorziening dekking tekorten grondexploitatie per 1 januari 2012 conform staat P1
25,8
Voorstel af te sluiten grondexploitaties in 2012
af
1,2
Rentetoevoeging (begroting)
bij
1,2
Reeds genomen raadsbesluiten in 2012
af
1,1
Jaarrekening mutatie MPG
bij
Saldo voorziening conform staat P
5,8 30,5
Staat P is het overzicht van actieve en inactieve bouwgrondexploitaties. Het is een voorgeschreven model om inzicht te geven in het verloop en resultaat van grondexploitaties. De staat is opgenomen in de jaarrekening (IV Balans en toelichting).
1
142
Lokale heffingen In de paragraaf Lokale heffingen komen deze onderdelen aan de orde: • Realisatie opbrengst 2012; • Beleidsontwikkelingen; • Schematisch overzicht gemeentelijke heffingen op hoofdlijnen; • Schiedam ten opzichte van de regio (bron: Coelo-atlas 2012); • Kwijtschelding.
De totale belastingopbrengst van de gemeente bedraagt € 38,3 miljoen (begroot: € 37,6 miljoen). Hiervan is € 14,6 miljoen (conform begroting) bestemd voor algemene dekking (zie programma Financiën). De overige belastingopbrengsten, € 23,7 miljoen, betreffen retributies en leges.
realisatie opbrengst 2012 Heffing/belasting (bedragen x € 1.000)
primaire begroting 2012
Begroting na wijziging
Realisatie 2012
Verschil
Onroerende-zaakbelastingen eigenaren woningen
6.410
6.629
6.713
Onroerende-zaakbelastingen eigenaren niet-woningen
4.052
4.132
4.343
211
Onroerende-zaakbelastingen gebruikers
2.713
2.750
2908
158
Rioolheffing woningen
7.480
7.480
7.520
40
Rioolheffing bedrijven
633
633
676
43
10.146
10.146
10.271
125
401
421
424
3
1.492
1.537
1.439
-98
945 13
645 13
651 23
6 10
Leges drank- en horecawet
18
18
25
7
Leges speelautomaten en bingo’s
15
15
7
-8
2
2
1
-1
10
10
6
-4
1
1
8
7
101
101
105
4
Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Leges Klant Contact Centrum (KCC)* Leges WABO, leges Huisvestingswet
Leges Reglement Verkeersregels- en Verkeerstekensontheffing (RVV) Leges Wet bodembescherming Leges archief Marktgelden Parkeerbelastingen inclusief parkeerboetes
84
1.589
1.795
1.811
16
Parkeerbelastingen vergunningen
594
638
722
84
Precariobelasting
152
177
182
5
12
12
15
3
441
130
148
18
23
23
22
-1
Havengeld pleziervaartuigen Reinigingsrecht Woonschepenrechten Woonwagenrecht
36
36
34
-2
Reclamebelasting
115
115
103
-12
Bedrijfs Investeringszonebijdrage (BIZ)*** Totaal
107
107
105
-2
37.501
37.566
38.262
696
* Exclusief rijksleges ** Ondernemersfonds Binnenstad *** Ondernemersfonds Vijfsluizen
PROGRAMMAREKENING
143
De belastingopbrengsten zijn € 696.000 hoger dan begroot (na wijziging). Over het algemeen zijn de verwachte opbrengsten gerealiseerd. Hieronder volgt een toelichting op afwijkingen van meer dan € 50.000. • Onroerende-zaakbelastingen – De meeropbrengst van € 453.000 is voor € 85.000 veroorzaakt door opbrengst over 2010 en 2011 die in 2012 is ontvangen. Verder is voor € 110.000 minder verminderd dan geraamd. Tenslotte zijn de getaxeerde waarden uiteindelijk hoger dan geraamd. • Afvalstoffenheffing – In 2012 is nog opbrengst ontvangen over 2010 en 2011 ad € 62.000. Daarnaast is met ingang van 2012 de kwijtschelding van afvalstoffenheffing beperkt tot 90% van het aanslagbedrag als gevolg waarvan de opbrengst ongeveer € 60.000 hoger is. Dit is niet in de raming meegenomen. • Parkeerbelastingen – De inkomsten uit parkeervergunningen waren € 84.000 hoger dan geraamd. Dit komt vooral doordat in Rotterdam-West betaald parkeren is ingevoerd, Hierdoor hebben meer mensen in Schiedam-Oost een vergunning aangeschaft. • Leges KCC – De begrote legesinkomsten zijn in 2013 (tussentijds) verhoogd met in totaal € 75.000. Deze inkomsten leken op basis van de 1e halfjaarcijfers te worden behaald. In de 2e helft van 2012 zijn de omzetten echter fors teruggelopen. Dit had met name betrekking op het verdwijnen van de kindsticker. Vele Schiedammers hebben in de 1e helft van 2012 hun reisdocumenten afgehaald en wel voor het hele gezin. Dit werd gevolgd door een dip in de 2e helft.
Beleidsontwikkelingen Jaarlijks verhoogt Schiedam de gemeentelijke heffingen met een trendmatig percentage voor correctie van de inflatie. Voor 2012 is uitgegaan van 1,75%. De onroerende-zaakbelastingen (OZB) (5%), rioolheffing (22%) en de afvalstoffenheffing (6,15%) zijn in 2012 extra verhoogd. Deze extra verhogingen worden veroorzaakt door: OZB Afspraken omtrent de lijst met controversiële voorstellen waarbij de opbrengst extra is verhoogd waardoor de totale verhoging van de opbrengst onroerende-zaakbelastingen 5% bedraagt. Rioolheffing Het wijzigingsvoorstel financiële kaders van het Gemeentelijk Riolerings Plan Schiedam (GRP) 2009-2013 waardoor het tarief is verhoogd met 22% tot € 209. Afvalstoffenheffing Uitgangspunt is een kostendekkende heffing. Echter de btw en de toe te rekenen veegkosten waren beperkt in de tarieven meegenomen. Als gevolg van de gefaseerde toerekening van deze componenten zijn de tarieven met 6,15% gestegen.
Schematisch overzicht lokale heffingen op hoofdlijnen Heffing
Heffingsmaatstaf
Onroerende-zaakbelastingen (eigenaren woningen)
0,115%
per € waarde
Onroerende-zaakbelastingen (eigenaren bedrijven)
0,238%
per € waarde
Onroerende-zaakbelastingen (gebruikers bedrijven) Rioolheffing
0,186%
per € waarde
€ 209,00
per aansluiting
Afvalstoffenheffing (huishouden één persoon)
€ 269,28
per perceel
Afvalstoffenheffing (huishouden meerdere personen)
€ 317,52
per perceel
Hondenbelasting per hond
€ 114,36
per hond
schiedam ten opzichte van de regio Het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (COELO) van de Universiteit Groningen brengt jaarlijks in een zogenoemde Atlas van de lokale lasten in Nederland de lokale lasten in kaart. Deze atlas geeft gede-
144
Tarief 2012
tailleerde informatie over het niveau van lokale heffingen, waarbij de nadruk ligt op de woonlasten voor huishoudens. Voor alle gemeenten worden de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de reinigingsheffingen (in Schiedam: afvalstoffenheffing) in kaart gebracht.
In een vergelijking met omliggende gemeenten volgt uit de Atlas over 2012: Gemeente
Bruto woonlasten Meerpersoons- huishouden
Eenpersoons- huishouden
Rangorde COELO-positie (2012)*
Capelle a/d IJssel
€ 621
€ 555
69
Spijkenisse
€ 632
€ 632
86
Vlaardingen
€ 676
€ 607
161
Rotterdam
€ 685
€ 685
189
Schiedam
€ 707
€ 659
245
Maassluis
€ 721
€ 677
270
* Nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 432 de hoogste.
Onder bruto-woonlasten wordt verstaan: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een gemeente betaalt aan onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Uit de Atlas 2012 blijkt dat de gemeente Schiedam landelijk gezien is gedaald op de ranglijst van de 112e plaats in 2011 naar positie 245 in 2012. kwijtschelding Burgers met een inkomen op bijstandsniveau kunnen kwijtschelding aanvragen voor de gemeentelijke belastingen. Met ingang van 2012 is de kwijtschelding voor afvalstoffenheffing beperkt tot 90% van het aanslagbedrag en is de kwijtschelding voor de hondenbelasting helemaal afgeschaft. Bij het verlenen van kwijtschelding is de gemeente gebonden aan regels en voorwaarden die door het Rijk zijn vastgesteld. Eén van deze regels bepaalt dat alleen kwijtschelding wordt verleend als de belastingschuldige niet beschikt over vermogen en betalingscapaciteit. Daarom vindt bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding een zogenoemde vermogens- en inkomenstoets plaats, waarbij rekening wordt gehouden met vastgestelde normen. Deze normen
zijn gekoppeld aan de vigerende bijstandsnormen en afhankelijk van bijvoorbeeld leeftijd en gezinssamenstelling van de aanvrager. In de kwijtscheldingsregeling wordt aangegeven in hoeverre het inkomen of vermogen beschouwd wordt als betalingscapaciteit om de belastingschuld te voldoen en welke schulden in mindering mogen worden gebracht. Volgens deze regeling wordt onder betalingscapaciteit verstaan, dat deel van de inkomsten dat, na aftrek van bepaalde noodzakelijke uitgaven, overblijft om de belastingschuld mee te voldoen. Van deze betalingscapaciteit dient 80% te worden aangewend om de belastingschuld te voldoen. Als er geen of onvoldoende betalingscapaciteit aanwezig is, wordt kwijtschelding verleend. Binnen de regels van de Rijksoverheid staat het de gemeente vrij om zelf te bepalen in welke mate de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om de kwijtscheldingsnormen hoger vast te stellen dan de door het Rijk gehanteerde 90% van de bijstandsnorm. In Schiedam zijn de kwijtscheldingsnormen gelijk aan (100% van) de van toepassing zijnde bijstandsnormen. Daarmee biedt de gemeente Schiedam maximale ruimte voor kwijtschelding.
PROGRAMMAREKENING
145
Hieronder meer informatie over kwijtschelding: Kwijtschelding 2012
Resultaat
Geautomatiseerde kwijtschelding
990
Ontvangen schriftelijke verzoeken
1.959
% toegewezen
68%
% afgewezen
29%
% gedeeltelijk toegewezen
3%
Aantal beroepschriften
112
Kwijtschelding 2012
Raming
Resultaat
Afvalstoffenheffing
662.600
589.576
Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Totaal
10.000
114
0
3.836*
672.600
593.526
* Betreft kwijtschelding in 2012 over eerdere jaren.
Gemeenten mogen vanaf 1 januari 2012 bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Gemeenten zijn via het gemeentefonds gecompenseerd voor de uitvoering van deze maatregel. Voor Schiedam is er € 66.000 extra beschikbaar gekomen. Deze maatregel is in 2012 nog niet omgezet in beleid, wat een verklaring geeft voor het verschil tussen begroting en realisatie.
146
Onderhoud Kapitaalgoederen De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen, zoals de openbare ruimte in de vorm van wegen, riolering, water en groen, gebouwen en accommodaties voor sport en recreatie. Deze kapitaalgoederen zijn nodig om beleidsdoelen te realiseren waarmee de gemeente diensten en goederen aan haar burgers kan verlenen. De paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen gaat in op diverse categorieën voor onderhoud. Allereerst komt de openbare ruimte aan de orde, waarbij aandacht is voor wegen, bruggen, water, oevers en dergelijke. Daarna zijn de gebouwen aan de beurt. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen gebouwen die permanent in bezit zijn van de gemeente en gebouwen die tijdelijk of verspreid in bezit zijn. Sport en recreatie vormen samen het derde onderdeel van de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. Deze wordt afgesloten met een overzicht voor de onderwijsaccommodaties. 1. Openbare ruimte Programmeren op basis van gebiedsgerichte aanpak Programmeren op basis van gebiedsgerichte aanpak vindt plaats onder het motto: ’Alles in één keer goed’, ofwel het nastreven van een integrale benadering. In de programmabegroting wordt het belang van een goede openbare ruimte in vrijwel elk programma genoemd. Het is daarom van belang dat werkzaamheden in de buitenruimte gebiedsgericht en integraal worden opgepakt. Hiervoor is in 2012 een systeem opgezet waarbinnen de gemeente is verdeeld in 217 beheergebieden. De afmetingen van de gebieden zijn gebaseerd op een hanteerbare projectgrootte. Elk gebied heeft een gebiedscode, een jaartal en een initiatiefnemer gekregen. De gebiedscode geeft het gebied een identiteit en het jaartal staat voor het jaartal van uitvoering, het groot onderhoud of herinrichting van het gebied. De planning voor de eerste vijf jaar is hard, de planning voor de andere jaren is indicatief. De initiatiefnemer, tenslotte, is de initiatiefnemer van de gemeente die de omvangrijkste werkzaamheden in het gebied op de planning heeft. Zo is op hoofdlijnen duidelijk wanneer welk gebied van de gemeente door wie wordt aangepakt. Voordat hij begint met de voorbereiding van zijn werkzaamheden stemt de initiatiefnemer van elk gebied af met alle vakgebieden. Op die manier worden alle programma’s afgestemd
en wordt ‘alles in één keer goed’ aangepakt. Technische kwaliteit en functionaliteit worden gecombineerd. Bij de planning van werkzaamheden wordt het uitgangspunt gehanteerd dat eens in de 20 jaar groot onderhoud plaatsvindt. De planning wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van inspecties en gewijzigde beleidsvoornemens / prognoses ontwikkelprojecten. Buiten de uitvoeringsjaren vindt er alleen dagelijks beheer plaats. De vakgebieden waarmee vanaf het begin wordt afgestemd zijn in ieder geval: • wegen; • riolering; • groen; • spelen; • water; • bruggen; • kademuren; • openbare verlichting; • verkeersregelinstallaties; • parkeersystemen; • verkeer; • stedenbouw; • projecten; • milieu; • wijkzaken; • kabels en leidingen; • wonen; • participatie; • communicatie. Intern vindt afstemming plaats met de programmamanagers voor Binnenstad, Wonen, Bedrijventerreinen en A4 (Schiedam in beweging). Extern wordt de planning afgestemd met de RET, het Hoogheemraadschap van Delfland, Nutsbedrijven en Woonplus. De gebieden die in de aankomende vijf jaar prioriteit hebben, scoren slecht op veiligheid en bereikbaarheid. Uiteindelijk kan de overzichtskaart ook worden gebruikt om burgers inzicht te geven in de planning van de gemeente voor wat betreft de aanpak. De aanpak biedt ook mogelijkheden om gemeentelijk beleid en visiedocumenten voor wat betreft het openbaar gebied in één programma te plaatsen en daarmee
PROGRAMMAREKENING
147
concrete beelden voor aankomende jaren te tonen. Het positieve effect van de gebiedsgerichte aanpak zien we nu al terug in het teruglopen van klachten over de bestrating. Onderzoek laat ook zien dat mensen steeds positiever over de buitenruimte zijn. De mate waarin bewoners tevreden zijn over de kwaliteit van het onderhoud (wegen, fietspaden en pleinen) is van 48% (2011) naar 57% (2012) gegaan. Inspraak in aanpak buitenruimte Met het vaststellen van het participatieprotocol Beheer Openbare Ruimte (BOR) dat in 2012 is vastgesteld, verweven we inspraak van inwoners in projecten. Zo krijgt ’in één keer goed’ een extra lading; beheer- en onderhoudsprojecten zijn namelijk niet alleen intern en integraal afgestemd, maar in essentie ook afgestemd op de voorkeuren van de eindgebruiker. In het Programma Ruimtelijke ontwikkeling komt deze benadering nader terug. Wegen De programmering van het onderhoud van wegen is bepalend voor hetgeen in de buitenruimte gebeurt. Dat verhoogt het belang dat alle werkzaamheden aan wegen, integraal worden afgestemd. In de gebiedsgerichte integrale aanpak is Wegen binnen de meeste van de 217 beheergebieden leidend. De programmering van de wegen bepaalt dan ook voor een groot deel welk gebied wanneer wordt aangepakt. De andere vakgebieden kunnen hier goed bij aansluiten en de gebiedsgerichte aanpak maakt het ook mogelijk om de gemeentelijk visies voor het openbaar gebied in een programma te zetten. De projecten worden elk jaar voor vijf jaar geprioriteerd. Het effect van deze gebiedsgerichte aanpak zien we nu al terug in het teruglopen van klachten over de bestrating. Het budget voor het dagelijks beheer van de wegen is, mede dankzij dat gegeven, al twee keer verlaagd. Uitgangspunt bij wegprojecten is dat niet alleen de techniek, maar ook de functionaliteit van de verharding verbetert. Als de werkzaamheden in een gebied klaar zijn, dan is het uitgangspunt dat in het gebied voor minimaal 20 jaar geen groot onderhoudswerkzaamheden meer nodig zijn. Vaste en beweegbare bruggen In 2011 heeft een inspectie plaatsgevonden van alle bruggen die in beheer en eigendom zijn van de gemeente Schiedam. Deze inspectie heeft geresulteerd in een overzicht van de
148
onderhoudstoestand van alle bruggen. In 2012 is duidelijk geworden dat het beeld van de technische staat van het areaal, nog steeds onvoldoende is. Aanvullend worden in 2013 draagkrachtberekeningen uitgevoerd van alle belangrijke verkeersbruggen. Al deze gegevens worden opgenomen in een op te stellen beheerplan. We zijn in 2012 begonnen met het wegwerken van achterstallig onderhoud. Dit betreft met name de grote verkeersbruggen. De voorbereiding voor de renovatie van de Proveniersbrug is in 2012 afgerond, waardoor in 2013 de uitvoering kan plaatsvinden. Het afgelopen jaar zijn twee nieuwe fietsbruggen aangelegd in het kader van de Poldervaartroute: één over de Poldervaart ter hoogte van de Broekkade en één ter hoogte van de Windas. Openbaar groen Met de inzet van meerjarige beheer- en onderhoudsgelden, konden diverse gemeentelijke groengebieden aanzienlijk worden opgeknapt. Een deel is aangepakt in het kader van wijkophogingen, zoals het Heyermansplein en de Voorberghlaan. Een ander deel is als groengebied of park aangepakt. Een bijzonder fraai voorbeeld is de realisatie van de Kop van de Plantage. Hierbinnen heeft het oudste park van Nederland, ten koste van een verloederde parkeerplaats, weer een entree van allure gekregen. In het noorden van de stad zijn de zogenaamde Spalandparkjes (ten oosten van de Vlinderhoven) geheel gereconstrueerd. Op kleinere schaal, maar niet minder belangrijk, werd groot onderhoud uitgevoerd in het Strickledepark, het Volkspark, Maasboulevard en diverse bosplantsoenen. De kastanjes van de Rembrandtlaan werden gerooid en inmiddels liggen nieuwe standplaatsen te wachten op de aanplant van de vervangende bomen. De boombeplanting van de parkeerplaats ten oosten van zwembad Groenoord onderging een ingrijpende reconstructie in het kielzog van de reconstructie van de parkeergelegenheid. Met het groot onderhoud van het Beatrixpark is een voorzichtig begin gemaakt met de vervanging van het parkmeubilair en het aanbrengen van nieuwe (duurzame LED-)verlichting. Speelvoorzieningen Het Speelruimteplan is in 2012 voor een groot deel afgerond. In het verlengde van het Speelruimteplan zijn onder meer de
volgende speelplekken aangelegd of ingrijpend opgeknapt: Dwarsstraat, Rozenburgerplein, Archimedesplein, Blekerijpad, Volkspark-West, Westfrankelandsestraat. Daarbuiten hebben veel kleinschalige verbeteringen plaatsgevonden. In Sveaparken zijn na een intensief participatietraject wijkbreed aanpassingen doorgevoerd en een tiental speelplekken gerealiseerd. Een grote metamorfose heeft de speelvoorziening in parkje Woudhoek (Kolenbranderstraat) ondergaan. Hier is een sportaccommodatie voor jong en oud gerealiseerd door de Dienst Sport en Recreatie van de gemeente in samenwerking met de gemeentelijke afdeling Beheer Openbare Ruimte. Vermeldenswaardig is dat de kindergemeenteraad het initiatief heeft ontwikkeld om het Keurmerk Spelen in het leven te roepen. Dit keurmerk betreft vooral de aspecten veiligheid en bereikbaarheid. De afdeling Beheer Openbare Ruimte is nauw betrokken bij de opstelling van de keuringseisen. Riolering Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2009-2013 is aangenomen door de raad op 29 januari 2009. Op 13 oktober 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Wijzigingsvoorstel 2011 van Gemeentelijk Rioleringsplan Schiedam 2009-2013. Hierin zijn de financiële kaders van het gemeentelijk rioleringsplan gewijzigd. Dit was nodig, omdat de werkelijke kosten hoger bleken te zijn dan de voorgestelde budgetten in de kostenparagraaf van het GRP. Bij een ongewijzigd GRP konden een aantal taken op het gebied van hemel- en grondwater niet worden uitgevoerd. In 2012 is er met het bijgestelde budget een inhaalslag gemaakt om het beheer van de riolering en het stedelijk water op een hoger niveau te brengen. Er is een extra beleidsmedewerker Stedelijk Water en Riolering aangetrokken, het Basisrioleringsplan is opgesteld en zijn de voorbereidingen van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 begonnen. Tenslotte zijn er een aantal extra werkzaamheden uitgevoerd, zoals het verbeteren van het beheer van pompen en gemalen, het verbeteren van de aanpak van verschillende (grond)waterproblemen en het intensiveren van de inspectie en reiniging van riolering. In 2012 is ook een intensivering ontstaan in de samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland en met de buurtgemeenten in de Optimalisatie Afvalwater Studie (OAS): De Groote Lucht. Naast het verbeteren van het beheer is ook het riool vernieuwd
of gerepareerd bij onder andere de volgende projecten: • ’s Gravenlandsepolder Noordwest (fase 4); • Colijnstraat; • Prinses Beatrixlaan e.o.; • Heijermansplein/ Faassenplein (buurt 91a); • Verzetsheldenbuurt; • verbetering rioolafvoer Volkstuinvereniging Vijfsluizen. Openbare verlichting Er is een start gemaakt met het omzetten van het oude beheersysteem voor de openbare verlichting, naar een geïntegreerd beheersysteem. Het vervangen van lampen is volgens een vaste planning preventief uitgevoerd. De schouw is basis geweest voor het tijdig en correct uitvoeren van het onderhoud. De opdracht voor het schilderen van lichtmasten is in 2012 uitgewerkt en vergeven. Het aantal klachten is verminderd, maar een aantal grote, terugkerende storingen heeft veel inspanning gevraagd van de medewerkers. Er is meer druk gelegd bij de netwerkbeheerder om storingen sneller te verhelpen. Er is meer schade door aanrijding en vandalisme veroorzaakt (en hersteld) met als kosten ongeveer € 30.000. Daarnaast blijft de scheefstand van lichtmasten als gevolg van de samenstelling van de ondergrond een terugkerend probleem. Door een zorgvuldige technische afweging en bewonersparticipatie heeft de keuze voor de vervanging van het huidige areaal lichtmasten vertraging opgelopen. In 2012 is LEDpilot uitgevoerd. Op grond hiervan zal begin 2013 een keuze voor de armaturen worden gemaakt. Door de gebiedsgerichte aanpak is een belangrijk deel van de vervangingen tijdens infrastructurele projecten uitgevoerd. Enkele voorbeelden: • De P-plaats aan de Princes Beatrixlaan is voorzien van LED-verlichting. • Aanpassing openbare verlichting Heijermansplein/Faassenplein, Verzetsheldenbuurt, P.J. Troelstralaan, Kop van de Plantage, Groenoord Midden project de Beatles, Schieveste inclusief Dr. Zamenhoftunnnel, Nieuw Mathenesserstraat. Water en oevers In 2012 zijn diverse beschoeiingen vervangen, met name in het stadsdeel ten noorden van de rijksweg A20. Het gaat om ruim 3.700 strekkende meter.
PROGRAMMAREKENING
149
Binnenhavens In 2012 is de technische staat van de kademuren inzichtelijk geworden. Naar aanleiding van de Quick-scan uit 2011 zijn uitgebreide technische inspecties uitgevoerd aan de binnenstedelijke kademuren. Het hele areaal is goed in beeld gebracht. Een belangrijk onderdeel hiervan was de inspectie van de Lange Haven. Over de onderzoeksresultaten en de te nemen maatregelen is de stad in december 2012 geïnformeerd. Een deel van de kademuur langs de Nieuwe Haven is in 2012 vervangen. In 2012 is tevens begonnen met de voorbereiding voor de vervanging van een deel van de kademuur langs de Buitenhaven. Dit gebeurt integraal met de herinrichting van de Buitenhavenweg. Zeehavens Voor de kades van de Zeehavens stond 2012 vooral in het licht van de herprioritering van projecten. Om de technische staat van dit areaal voldoende inzichtelijk te maken en een heldere prioriteiten te stellen zijn eerder geplande werkzaamheden opgeschort. De inspecties en onderzoeken staan gepland voor 2013. Baggerwerkzaamheden Zeehavens De Wilhelminahaven is in 2012 gebaggerd. Waar voorheen incidenteel werd gebaggerd, is de huidige baggercyclus naar één jaar bijgesteld. Hierdoor verminderen de totale kosten voor baggerwerkzaamheden en kan de kwaliteit van het baggerslib verbeteren. Straatmeubilair Op initiatief van de gemeentelijke afdeling Beheer Openbare Ruimte is in goede samenwerking met de gemeentelijke afdeling Ruimtelijke Ordening en Vastgoed, het gemeentelijk team Verkeer en het Ingenieursbureau van de gemeente een Handboek Openbare Ruimte opgesteld. Dit handboek is door het managementteam van het cluster Stedelijke Ontwikkeling op 27 september 2012 vastgesteld. In dit handboek wordt er
150
ook voor het onderdeel straatmeubilair voorgeschreven welke standaarden Schiedam toepast binnen verschillende gebieden. In 2011 en 2012 heeft in Schiedam een grote opschoonactie plaatsgevonden voor straatmeubilair. Alle overbodige straatmeubilair is verwijderd en het resterende straatmeubilair is in goede staat en zoveel mogelijk in lijn met het handboek. Ook is in de stad gekeken welke onderdelen niet beheerd werden en is bepaald of deze onder de noemer ‘straatmeubilair’ beheerd gaan worden. Verkeersregelinstallaties De energiekosten van verkeersregelinstallaties zijn in 2012 lager uitgevallen dan geraamd. Het vervangen van lampen is volgens een vaste planning preventief uitgevoerd. Het onderhoud is volgens planning uitgevoerd. Schade en vandalisme hebben tot een kostenpost geleid van ongeveer € 35.000. Voor het beheer en onderhoud van de Tram Waarschuwing Licht installaties (TWL-installaties) is in 2012 een beheerovereenkomst afgesloten met de RET. Daarbij heeft een afrekening over de afgelopen vier jaar plaatsgevonden. In 2012 zijn meer detectiestoringen opgetreden. Deze worden veroorzaakt door zowel de staat van het wegdek als de staat van de detectielussen. Verder zijn de centrales vervangen en de communicatielijnen van de verkeer- en parkeersystemen gewijzigd. Alle verkeersregelinstallaties, TWL-installaties, het Parkeerverwijssysteem en een aantal parkeermeters worden nu centraal gemonitord en grafisch weergegeven op een werkplek in het Stadskantoor. Het systeem biedt daarnaast de mogelijkheid om locatieonafhankelijk via een internetapplicatie de installaties te monitoren. Parkeersystemen Er is meer inzet gepleegd op het dagelijks beheer van parkeersystemen. In 2012 hebben schade en vandalisme geleid tot een kostenpost van ongeveer € 8.500. Het beheer en onderhoud van parkeersystemen wordt gedekt door de opbrengst van parkeergelden en parkeerbelastingen.
Overzicht mutaties voorziening 2012 Omschrijving (Bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2012
Mutaties begroting 2012
Jaarbegroting 2012
1.963
293
2.256
3.330
-1.060
720
156
877
758
119
0
385
385
385
0
Wegen Bruggen Straatmeubilair
Werkelijk Mutaties 2012 voorziening 2012*
Kabels en Leidingen
124
0
124
15
109
Zeehavens
946
87
1.033
667
366
0
0
0
54
-54
Binnenhavens Afwatering Groen Speeltuinen en speelvoorzieningen
557
-66
491
415
75
1.360
71
1.431
1.500
-69
385
-46
5.931 880 * Een negatief getal is een onttrekking aan de voorziening, een positief getal storting
339
-65
404
6.936
7.059
-110
Stand voorziening MBOP per 31 december 2012 bedraagt € 8,5 miljoen. Noot: de voorziening valt conform BBV vrij en wordt bij de resultaatbestemming omgevormd tot een reserve. Overzicht van de restant kredieten BOr 2012 Investeringskredieten BOR (Bedragen x € 1.000) Wegen Bruggen/Kades OV
Primaire Begroting 2012
Wijziging door fasering.
Begroting na wijziging
Realisatie
Restant 2012
10.353
3.749
- 7.321
6.781
6.685
96
5.257
3.275
- 3.380
5.152
1.999
3.153
554
Fietspaden/Parkeren Riolering Totaal
Toevoeging restant kredieten 2011
16.164
186
-66
674
237
437
1.550
-1.095
455
-505
960
3.039
1.918
4.957
1.678
3.279
11.799
- 9.944
18.019
10.094
7.925
In de meerjarenplanning van de afdeling BOR wordt ervan uitgegaan dat er jaarlijks gemiddeld 18 miljoen euro nodig is voor projectmatig onderhoud in de buitenruimte. Dit bedrag is vanaf 2016 structureel beschikbaar. In 2012 is in totaal 17,1 miljoen euro besteed aan projectmatig onderhoud. Gelet op de resultaten uit het verleden (in 2011 werd 8,1 miljoen euro besteed) is dit een enorme vooruitgang. De onderbesteding in 2012 is verklaarbaar doordat enkele zeer grote projecten zoals Kethel Oost, ophogen Botenbuurt, Proveniersbrug, Ooievaarsbrug en vervanging van de pompen van het rioolgemaal Marconi later tot uitvoering komen dan gepland. Daarnaast is er een overschrijding van € 0,8 miljoen opgetreden bij het project ’s Gravenlandsepolder-Noordwest, fase 4, als gevolg van vervuilde grond en overschrijding van verrekenbare hoeveelheden. De kosten hiervan worden opgevangen binnen het totale MBOP.
2. Gebouwen Gebouwen in permanent bezit • Eigenaarsrol – In juni en december 2011 heeft de gemeenteraad respectievelijk de Nota Vastgoedbeheer en ontwikkeling Schiedam en het Verbeterplan Vastgoed vastgesteld. In deze nota’s is het vastgoedbeleid voor de komende jaren uiteengezet. Op grond van het verbeterplan is gestart met het de verkoop van gemeentelijk onroerend goed. Uit de opbrengst is één miljoen ten goede gekomen aan de algemene middelen • Onderhoud – Naast het regulier onderhoud en preventief onderhoud, waarbij de nadruk is gelegd op het aspect veiligheid (in bijzonder bij elektrische installaties), is groot onderhoud uitgevoerd volgens de meerjaren onderhoudsramingen die voor de verschillende panden zijn opgesteld. • Technisch beheer – Er is begonnen met het overhevelen van het technisch beheer van de binnensportaccomodaties van de gemeentelijke dienst Sport en Recreatie naar de
PROGRAMMAREKENING
151
gemeentelijke afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Vastgoed. De taken om de dagelijks gebruikte objecten in stand te houden zijn gesplitst. Er wordt gekeken of de exploitatie kan worden verbeterd. Enkele bijzondere panden • St. Janstoren – In 2012 is er noodzakelijk onderhoud en herstel gepleegd aan de toren. Zo is de toog boven de toegang gerestaureerd. • Oude Stadhuis – Het buitenschilderwerk van het Oude Stadhuys is in 2012 in uitvoering genomen en uitgevoerd. • Lange Haven 129 – Het rijksmonument (voormalig woonhuis met lijstgevel) aan de Lange Haven 129 is in 2012 casco gerestaureerd. Gebouwen in tijdelijk bezit De wijze van onderhoud van panden die in tijdelijk beheer zijn, is gematigd. In het kader van de herstructurering van bedrijventerreinen zijn enkele objecten in het bezit van de gemeente gekomen. Het onderhoud strekt tot het minimum dat voor instandhouding nodig is en komt ten laste van de desbetreffende grondexploitaties. Omdat de objecten naar verwachting slechts een korte periode beschikbaar zullen zijn, staan er gewoonlijk geen of geringe inkomsten uit verhuur tegenover. Tevens is tijdelijk beheer gevoerd voor een aantal panden op de Hoogstraat. Het beheer was gericht op het geschikt houden voor renovatie en herbestemming. Daarnaast richtte het beheer zich op het functioneel houden van de ruimten op de begane grond, ter verbetering van het straatbeeld. 3. accommodaties voor sport en recreatie Uitgangspunt is het realiseren en in stand houden van sportvoorzieningen die voldoen aan wet- en regelgeving en de maatschappelijke geaccepteerde sportnormen (onder andere die van het NOC*NSF en de VNG). Hiertoe zijn in 2008 Meerjaren beheer- en onderhoudsplannen (MBOP’s) opgesteld. Jaarlijks zal echter nader worden bekeken welk onderhoud uitgevoerd zal gaan worden. Calamiteiten, weersinvloeden en bespelingintensiteit (bij buitensportaccommodaties), aangescherpte of nieuwe wet- en regelgeving of relevante actuele ontwikkelingen zijn hierbij bepalend. Binnen- en buitensportaccommodaties Conform MBOP is uitvoering gegeven aan het groot onderhoud voor de sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen. In het MBOP voor de buitensportvelden is zoveel mogelijk
152
rekening gehouden met de toekomstige herinrichting van de sportparken in relatie tot de uitwerking van de plannen rondom de rijksweg A4. Grote vervangingsinvesteringen voor de buitensportaccommodaties zijn herzien en het te plegen groot onderhoud is beperkt tot alleen het strikt noodzakelijke. Om het sportpark Kethel tot haar sluiting (gelijk aan de oplevering Sportpark A4) bespeelbaar te houden voor beide verenigingen, is renovatie van de velden noodzakelijk. Het hoofd natuurgrasveld is in 2012 dan ook gerenoveerd, waarbij het veld is vervangen door een zogenaamd XtraGrass-veld. Dit innovatieve kwalitatief hoogwaardig veld brengt de beste eigenschappen van een natuurgrasveld en een kunstgrasveld samen. De ervaringen van het gebruik van het Xtragrass-veld op sportpark Kethel zullen vanwege de diverse positieve eigenschappen worden geïnventariseerd om te bezien of dit soort velden in de toekomst in Schiedam op bredere schaal gebruikt kunnen gaan worden. Zwembaden Op basis van het raadsbesluit van juni 2011 dat zwembad Zuid minimaal tien jaar in exploitatie wordt gehouden en voor het publiek toegankelijk blijft, heeft in de zomer van 2012 een kleinschalige renovatie van het zwembad plaats gevonden. In de zomer van 2013 vindt de grootschalige renovatie plaats. Hiervoor is een krediet gevoteerd. Vanaf 2014 zal groot onderhoud dienen te worden uitgevoerd om te blijven voldoen aan de strikte wet- en regelgeving voor hygiëne en veiligheid. In zwembad Groenoord is conform MBOP in 2012 planmatig groot onderhoud uitgevoerd. Uitgaven groot onderhoud sportaccommodaties 2012 In onderstaande tabel zijn de begroting en de lasten van het groot onderhoud van de sportaccommodaties in 2012 weergegeven. In 2012 is niet het volledige budget besteed. Dit heeft onder andere de volgende oorzaken: • Uit een in 2011 uitgevoerde analyse op het geplande groot onderhoud van zwembad Groenoord blijkt dat in 2012 bepaalde vervangingen, waaronder de filtersystemen en onderhoudswerkzaamheden uitgesteld konden worden. • Met oog op ontwikkelingen rondom de A4 zijn bij de buitensportaccommodaties een aantal onderhoudswerkzaamheden opnieuw bezien en vervolgens uitgesteld. In 2012 is een aantal veldrenovaties niet uitgevoerd, waaronder een renovatie van een kunstgrasveld.
Overzicht uitgaven groot onderhoud sportaccommodaties 2012 Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Primitieve begroting 2012
Wijzigingen begroting 2012
Bijgestelde begroting 2012
Werkelijk lasten 2012
Sporthallen en sportzalen
460
0
460
361
Zwembad Groenoord
271
27
298
29
Groene sportvelden en terreinen
717
0
717
368
1.448
27
1.475
758
0
650
650
168
Totaal exploitatie*: Zwembad Zuid (investeringskrediet)
* kosten maken onderdeel uit van product 3007 sportaccommodaties
In de begroting 2013 en verder is voor het groot onderhoud aan sportaccommodaties (exclusief zwembad Zuid) jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 1,1 miljoen. Voor 2012 is ook van dit lagere budget uitgegaan (de begroting kon in 2012 niet meer worden aangepast). Hierdoor valt in 2012 € 0,4 miljoen vrij. Het overige saldo van € 0,3 miljoen zal in een nieuw te vormen egalisatie reserve MBOP sportaccommodaties worden gestort. Door middel van deze reserve zullen de lasten voor groot onderhoud van het MBOP 2011-2014 waar nodig in de komende jaren worden geëgaliseerd. Op deze wijze kan flexibel rekening worden gehouden met de aanstaande, maar deels nog niet bekende wijzigingen in sportaccommodaties. 4. Onderwijsaccommodaties Met ingang van 1997 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de planning en de financiering van de huisvesting van het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Ze hebben de wettelijke opdracht om te voorzien in adequate huisvesting. Vanaf 1997 ontvangen gemeenten bedragen in het Gemeentefonds waarmee ze de zorgplicht voor hun schoolgebouwen goed kunnen regelen.
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Schiedam De raad heeft de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs op 16 december 2010 vastgesteld. Hierin is geregeld hoe schoolbesturen aanspraak kunnen maken op voorzieningen in de onderwijshuisvesting. Voor het primair en speciaal onderwijs gaat het om voorzieningen voor (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding van de huisvesting en/of onderhoud aan de buitenzijde van de school. Voor het voortgezet onderwijs gaat het uitsluitend om (vervangende) nieuwbouw en/ of uitbreiding. Fluctuaties gelden voor tijdelijke huisvesting en onderhoud in de gemeentebegroting Jaarlijks dienen schoolbesturen aanvragen in voor vergoedingen voor tijdelijke huisvesting en voor het onderhoud aan de buitenzijde van schoolgebouwen voor primair en speciaal onderwijs. Het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) stelt dat dergelijke uitgaven direct ten laste van de gemeentebegroting moet worden gebracht. Dit brengt fluctuaties met zich mee voor het jaarlijks te ramen bedrag in de begroting. De gemeenteraad heeft op 16 december 2010 besloten om bedragen, die resteren dan wel te kort komen op de in de begroting opgenomen budgetten, ten gunste of ten laste van de reserve onderwijs te brengen.
PROGRAMMAREKENING
153
Verbonden partijen De gemeente Schiedam heeft bestuurlijke en financiële belangen in een aantal verbonden partijen (rechtspersonen) die een deel van het gemeentelijke beleid uitvoeren. De paragraaf Verbonden partijen geeft inzicht in deze participaties. 1. Omschrijving Verbonden partijen Het oprichten van of het deelnemen in een verbonden partij kan een manier zijn om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Dit kunnen privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties zijn waarin de gemeente juridisch participeert en een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt zeggenschap verstaan, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente aan de verbonden partij risicodragende financiële middelen ter beschikking heeft gesteld. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt dat participaties in nv’s, bv’s, vof’s, cv’s en gemeenschappelijke regelingen in ieder geval verbonden partijen zijn. Ook stichtingen en verenigingen kunnen dit zijn, namelijk wanneer de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Als de relatie met een vereniging of stichting uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie, dan is dit volgens het BBV geen verbonden partij. Er kunnen echter vanuit het gemeentelijk perspectief dusdanige maatschappelijke belangen zijn dat deze organisaties toch grotendeels voldoen aan de criteria voor ‘verbonden partij’. In dat geval is het van belang om ze bij ‘overigen’ te noemen. 2. kadernota Verbonden partijen Op 19 september 2005 heeft de gemeenteraad de kadernota Verbonden Partijen 2005 vastgesteld. Kernpunten zijn de wegingskaders voor participatie in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, zoals stichtingen. Met de vaststelling heeft de raad het kader geschetst waarbinnen het college zijn bestuur moet uitvoeren. Belangrijke elementen voor dit bestuur zijn transparantie, doelmatigheid en doeltreffendheid. Het college voert dit beleid uit en zo nodig wordt dit voor wensen of bedenkingen voorgelegd aan de raad.
154
3. evaluatie verbonden partijen Op basis van de wegingskaders uit de kadernota zijn in 2006 en 2008 evaluaties gehouden en de resultaten hiervan zijn door de raad vastgesteld. Besloten werd om vooralsnog niet over te gaan tot wijzigingen. De volgende conclusies werden getrokken. • Vennootschappen – Deelname is bij de vennootschappen in geen enkel geval wettelijk opgedragen. Mogelijk is deelname in het aandelenkapitaal van enkele vennootschappen niet meer het meest effectieve instrument om het desbetreffende publieke belang te behartigen. Of staan financiële risico’s niet meer in redelijke verhouding tot het te dienen publieke belang. In beide gevallen zouden de aandelen van de vennootschappen verkocht kunnen worden. Bij eventuele verkoop gelden meestal statutaire of wettelijke beperkingen. Bij een aantal vennootschappen gelden bijvoorbeeld kwaliteitseisen aan aandeelhouders (bijvoorbeeld alleen overheden) of blokkeringsregelingen waardoor verkoop alleen aan andere aandeelhouders mogelijk is). De verkoopbaarheid en waarde van de aandelen worden daardoor beperkt. • Gemeenschappelijke regelingen – Hierbij is sprake van ‘verlengd lokaal bestuur’. In twee gevallen is sprake van een wettelijke verplichting, namelijk de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de Stadsregio Rotterdam. De overige regelingen zijn min of meer op basis van vrijwilligheid tot stand gekomen en zouden in principe ook weer beëindigd kunnen worden. Hieraan zijn dan wel financiële consequenties verbonden als gevolg van uittreedregelingen. Hoeveel dat is, hangt onder meer af van de betreffende regeling. Daar komt bij dat de gemeente die taak (weer) op zich zal moeten nemen indien het om een wettelijke of eigen taak gaat. Hiervoor moet de gemeente dan weer deskundigheid opbouwen en kosten maken. Vooralsnog is in alle gevallen geconcludeerd dat deelname aan de betreffende gemeenschappelijke regeling het meest effectieve instrument is. • Stichtingen en overige verbonden partijen – Betrokkenheid bij de in de evaluatie genoemde stichtingen en overige verbonden partijen is in de meeste gevallen niet wettelijk opgedragen. Wel heeft de gemeente een grondwettelijke
zorgplicht om te voorzien in voldoende openbaar lager onderwijs en heeft de gemeente diverse taken en bevoegdheden ten aanzien van het openbaar onderwijs. De stichtingen voor openbaar onderwijs zijn dus van nature verbonden partijen. Overige rechtspersonen voorzien alle in de behoefte van de Schiedamse burger of samenleving en er is tevens sprake van een publiek belang. Verder staan de financiële risico’s in redelijke verhouding tot het te dienen publieke belang. 4. Visie op verbonden partijen De bestaande participaties van de gemeente zijn van publiekrechtelijke en van privaatrechtelijke aard. Voor nieuwe participaties gelden de wegingskaders die vermeld staan in de kadernota. Het deelnemen aan een verbonden partij kan een manier zijn om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Hierbij geldt – in overeenstemming met art. 160 lid 2 van de Gemeentewet – een voorkeur voor de publiekrechtelijke vorm als daarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt. 5. realisatie van doelstellingen/ontwikkelingen 2012 In de Programmabegroting 2012 werd een evaluatie en eventuele aanpassing van de kadernota aangekondigd. Geconcludeerd is dat de kadernota nog steeds actueel is en geen aanpassing behoeft. In 2012 werden verder geen specifieke beleidsvoornemens geformuleerd en ook werden geen nieuwe participaties of het beëindigen of wijzigen van bestaande participaties voorzien. De volgende ontwikkelingen hebben zich voorgedaan. Vennootschappen • WOG bv en WOG cv – Dit betreft de samenwerking tussen de gemeente en Woonplus voor de ontwikkeling van de wijk Groenoord. In de raadsvergadering van 26 april 2012 is besloten om deze deelnemingen op te heffen. Dit heeft per 1 juli 2012 plaats gevonden na verdeling van de projecten en verrekening van de risico’s. Financiële afwikkeling bij de gemeente heeft ten laste van de getroffen voorziening plaats gevonden. • Vof Toernooiveld en Distilleerdersbuurt bv – De samenwerking met Woonplus voor de ontwikkeling van het Toernooiveld blijft vooralsnog in stand om het project af te kunnen ronden. • Nv ONS Houdstermaatschappij – De activiteiten van de vennootschap zijn nagenoeg nihil en bestaan voorname-
lijk uit het beheer van enkele deelnemingen en een aantal rechten en verplichtingen. In het verslagjaar zijn de bij de verkoop van de energieactiviteiten aan Eneco door ONS voor diverse risico’s en onzekerheden afgegeven garanties afgewikkeld. De hiervoor door ONS aangehouden voorzieningen zijn vrijgevallen. Deze middelen zijn in het verslagjaar in de vorm van dividend (€ 3,5 miljoen) en een onderhandse lening (ook € 3,5 miljoen) voor de gemeente als enig aandeelhouder beschikbaar gekomen. Gestreefd wordt naar spoedige afbouw en opheffing van de vennootschap. Hiervoor is verkoop van de resterende activa noodzakelijk. Dat proces is in het verslagjaar geïntensiveerd. • Eneco Holding nv – Over het dossier ‘gedwongen splitsing’ is geen nieuws. Het EU-Hof buigt zich op verzoek van de Nederlandse Hoge Raad over de vraag of de manier waarop Nederland de Europese energierichtlijnen heeft uitgevoerd in overeenstemming is met de EU-verdragen en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In het halfjaarbericht 2012 maakt Eneco er melding van dat de marges op de handelsmarkten voor met name elektriciteit van gasgestookte centrales zwaar onder druk staan en bijna onrendabel zijn. Dit is mede een gevolg van de recessie maar ook van goedkope elektriciteit in de markt van milieubelastende kolengestookte centrales. Dit duurt naar verwachting enkele jaren. De aandeelhouderscommissie van Eneco overlegt namens alle aandeelhouders met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen over de toekomstige rol van de aandeelhouders. Hiervan zijn nog geen resultaten bekend. In 2012 is van Eneco een dividendbedrag ontvangen van € 1 miljoen. • Bv Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE) – GBE bezit 50% van de aandelen in Waterbedrijf Evides. De andere 50% van de aandelen zijn in bezit van nv DELTA (Nutsbedrijven) te Middelburg. Bij Evides is sprake van stabiele resultaten die binnen de voorgeschreven rendementsmaxima blijven. In het verslagjaar is in de media onrust ontstaan in verband met Europese landen die noodsteun ontvangen en in ruil daarvoor hun drinkwaterbedrijven te koop moeten aanbieden. Voor multinationals kan water een interessante investering zijn. Nederland ontvangt geen noodsteun en hier geldt de Drinkwaterwet. Daarin zijn als kernpunten geformuleerd het publieke eigendom van de drinkwaterbedrijven, het borgen van de waterkwaliteit en maatschappelijk en verantwoord ondernemerschap. De drinkwatervoorziening is volgens de wet ‘een dwingende reden van groot
PROGRAMMAREKENING
155
openbaar belang’. Dit houdt in dat de publieke eigenaren van een drinkwaterbedrijf een wettelijke zorgplicht hebben om binnen het aangewezen distributiegebied exclusief te voorzien in voldoende drinkwater. Daarbij is duurzaamheid van belang. Niet alleen in de productiemethoden maar ook in de manier waarop de waterwingebieden worden beheerd. Goed en betrouwbaar drinkwater is de basis voor menselijk welzijn. In 2012 is van GBE een dividendbedrag ontvangen van € 1,1 mln. • Nv IRADO – Schiedam en Vlaardingen houden beide 50% van de aandelen. IRADO is onder andere actief in de gemeenten Schiedam, Vlaardingen, Lansingerland en de deelgemeente Rozenburg. In 2012 is van IRADO een dividendbedrag ontvangen van € 610.000. • Nv Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) – De financiele crisis heeft geleid tot aanscherping van de regelgeving voor financiële instellingen (Basel-III-richtlijnen). Het eigen vermogen is in het verslagjaar door inhouding van dividend versterkt. De winstgevendheid van de bank is onder druk komen te staan door de invoering per 1 oktober 2012 van de ‘bankenbelasting’. In 2012 is van BNG een dividendbedrag ontvangen van € 375.000. Gemeenschappelijke regelingen Stadsregio/Metropoolregio Het vorige kabinet had het voornemen om per 1 januari 2013 een einde te maken aan het formele samenwerkingskader Wgr-plus waarop de stadsregio’s zijn gebaseerd. Hierdoor zou ook de Stadsregio Rotterdam moeten verdwijnen. In dit licht is door de gemeenten Den Haag en Rotterdam het initiatief genomen om op die datum een metropoolregio te vormen voor het gebied van de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam. De opheffing van de Wgr-plus is niet gerealiseerd maar de ontwikkelingen voor de Metropoolregio zijn door gegaan. Mogelijk vindt opheffing van Wgr-plus per 1 januari 2014 plaats. Op 5 oktober 2012 hebben de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam een brief gezonden aan de burgemeesters van Rotterdam en Den Haag als gezamenlijke reactie op het ‘Zienswijzedocument vernieuwend besturen in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag’. De opvattingen van de betrokken gemeenten over de samenwerking in de metropoolregio lopen uiteen.
156
Volwasseneneducatie Rijnmond/Oliver Deze gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 2013 ontbonden. Halt Rotterdam-Rijnmond Deze gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 2013 ontbonden. 6. risicomanagement verbonden partijen Er is voortdurend aandacht voor opkomende risico’s voor de gemeente vanuit verbonden partijen. De financiële consequenties van risico’s staan voor zover er geen voorzieningen zijn getroffen, vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen. In het hierna volgende overzicht is per verbonden partij het risico op basis van de meest recente informatie uitgedrukt volgens de ‘stoplichtenmethode’. • De deelnemingen in nutsbedrijven en de BNG leveren geen concrete risico’s op. Wel zullen dividenduitkeringen mogelijk onder druk komen te staan. De ramingen in de gemeentebegroting zijn hierop afgestemd. • De deelneming in Distilleerdersbuurt/Toernooiveld betreft een publiek-private-samenwerkingsconstructie voor projectontwikkeling. Voor financiële risico’s hiervan is een afdoende voorziening getroffen (€ 400.000). Daarnaast is in de Paragraaf Weerstandsvermogen een risico opgenomen van € 500.000 (realisatiekans 80%). Voor gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen zijn geen specifieke reserves of voorzieningen aanwezig. De volgende middelen zijn beschikbaar voor algemene risico’s. • Algemene risicoreserve – Een algemene risicoreserve deelnemingen is aanwezig ter grootte van € 274.000 per ultimo 2012. • AVR – Bij de verkoop van de aandelen van nv AVR zijn door de aandeelhouders garanties en vrijwaringen afgegeven. Hiervoor is een voorziening aanwezig van € 3 miljoen. Dit geldt voor de periode 2006-2016. De noodzakelijke hoogte van de voorzieningen wordt jaarlijks bij de opmaak van de jaarrekening beoordeeld. Verder wordt zodra een verlies concreet wordt een voorziening getroffen.
7. Verbonden partijen gemeente schiedam Op grond van de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009 (art. 13) worden in de paragraaf Verbonden Partijen de volgende gegevens vermeld: • de naam; • de vestigingsplaats; • het financieel belang van de gemeente; • het nettoresultaat over het voorgaande jaar; • het eigen vermogen op de balansdatum; • de zeggenschap van de gemeente; • het publiek belang dat wordt gediend; • het risico. Hierna wordt een overzicht gegeven van alle partijen waarmee de gemeente Schiedam een verbintenis is aangegaan die valt onder de paragraaf Verbonden Partijen. Er is onderscheid gemaakt in: • Deelnemingen; • Gemeenschappelijke regelingen; • Overige verbonden partijen.
In de laatste kolom van de tabellen is van iedere verbonden partij – in de vorm van de door de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen (RKC) gehanteerde ‘stoplichtenmethode’ – op basis van de meest recente informatie aangegeven wat het huidige risico is voor de gemeente. Risico heeft in dit verband betrekking op financiële, bestuurlijke en informatieverstrekkende risico’s voor de gemeente. Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen ontvangt de gemeente als deelnemer jaarstukken. Op basis van deze stukken worden het nettoresultaat over het jaar 2011 van de deelneming c.q. de geraamde bijdrage 2012 aan de gemeenschappelijke regeling en het eigen vermogen ultimo 2011 vermeld. Voor zover er bij overige verbonden partijen sprake is van een gemeentelijke subsidie, is zoveel mogelijk het subsidiebedrag van 2012 vermeld.
PROGRAMMAREKENING
157
tabel Deelnemingen gemeente schiedam jaarrekening 2012 Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname (bedragen in €)
Vestigingsplaats
Percentage aandelenkapitaal (zeggenschap)
Nominaal bedrag deelname (financieel belang)
Netto resultaat deelneming over het boekjaar 2011
Nv ENECO 6-12-1993 VR 1993-253
Rotterdam
1,03%
€ 5.137.300
€ 204 miljoen
Bv Gemeenschappelijk Bezit Evides 25-10-1993 VR 1993-207
Rotterdam
3,88%
€ 3.589
€ 35 miljoen
Nv ONS Houdster-maatschappij 28-1-1991 VR 1991-35
Schiedam
100%
€ 6.375.000
€ 1,5 miljoen
Nv IRADO 4-11-2010 VR 2010-99
Schiedam
50%
€ 450.000 (boekwaarde = € 5.328.500)
€ 2,6 miljoen
Nv Bank Nederlandse Gemeenten Deelname vanaf oprichting in 1922.
Den Haag
0,59%
€ 815.880
€ 256 miljoen
WOG Beheer bv 11-2-2002 VR 2002-33
Schiedam
50%
-
-
WOG cv (i.s.m. Woonplus) 11-2-2002 VR 2002-33
Schiedam
49%
-
-
Distilleerders-buurt bv 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
100%
€ 18.000
2011: n.n.b. 2010:€ 1.718 negatief
Vof Toernooiveld (in samenwerking met Woonplus) 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
50%
€ 1.000.000
€0
* Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
158
Eigen vermogen deelneming per 31-12-2011 (voor winstverdeling)
Activiteiten / doelstelling van de deelneming/ publiek belang
In de begroting 2012 geraamd dividend
Ontvangen dividend in 2012
Risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode
€ 4.353 miljoen
Productie, handel en distributie van energie c.a.
€ 1.054.174
€ 1.054.174
Groen
€ 224 miljoen
Deelname (50%) in nv Evides; drinkwaterproductieen distributie
€ 710.000
€ 1.102.057
Groen
€ 13 miljoen
Holding van enkele deelnemingen in energie- en warmte/ koude-bedrijven.
€ 3.550.000
€ 3.549.000
Groen
€ 14 miljoen
Afvalbeheer en beheer openbare ruimte
€ 610.000
€ 610.000
Groen
€ 1.897 miljoen
Bankactiviteiten voor met name gemeenten
€ 375.305
€ 375.430
Groen
-
Beherend vennoot in WOG cv
-
-
Opgeheven per 1-7-2012.
-
Wijkontwikkeling Groenoord (betreft inbreng 49% van maatschappelijk kapitaal van de cv)
-
-
Opgeheven per 1-7-2012.
2011: n.n.b. 2010: €442.906 negatief
Deelname in vof Toernooiveld
-
-
Groen
€ 1.094.899
Ontwikkeling Toernooiveld (betreft inbreng van 50% van het maat-schappelijk kapitaal van de vof)
-
-
Oranje (er is een verliesvoorziening aanwezig van € 450.000 maar daarnaast is er nog een risico van € 500.000; zie paragraaf Weerstandsvermogen).
PROGRAMMAREKENING
159
tabel Gemeenschappelijke regelingen jaarrekening 2012 Naam gemeenschappelijke regeling, datum en nummer van het oorspronkelijke besluit tot deelname
Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling met een Openbaar lichaam
Deelnemers
Volwasseneneducatie Rijnmond 2011-2014 (OLIVER) 21-4-2011 VR 2011-25
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond DCMR 2-2-1987 VR 1987-26
Schiedam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de provincie Zuid-Holland
ROGplus NWN 18-12-2006 VR 2006-123
Maassluis
Ja
3 Waterweggemeenten
Publieke Gezondheid Rotterdam - Rijnmond 18-12-2006/13-12-2012 VR 2006-119/VR 2012-106
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee
Veiligheidsregio Rotterdam -Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-172
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee
Stadsregio Rotterdam 2010 4-2-2010 VR 2010-3
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten
Recreatieschap Midden Delfland 14-11-1988 VR 1988-180
Schiedam
Ja
Gemeenten Delft, Midden Delfland, Westland, Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, het Rijk en de provincie Zuid-Holland
Koepelschap Buitenstedelijk Groen 18-12-2006 VR 2006-128
Schiedam
Ja
14 Rijnmondgemeenten (Lansingerland niet) en de gemeenten Hendrik Ido Ambacht, Nederlek en Zwijndrecht alsmede de Provincie Z-Holland
Halt Rotterdam-Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-173
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee
IZA Nederland (in liquidatie)
Nieuwegein
Ja
Provincie Limburg en alle gemeenten in Nederland behalve Den Haag en Amsterdam
Licht Gemeenschappelijke Regeling Schiedam-Rotterdam Archeologie Schiedam 27-5- 2010 VR 2010-47
Schiedam
Nee
Gemeenten Rotterdam en Schiedam
* Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
160
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Raming bijdrage 2012
Realisatie bijdrage 2012
Eigen vermogen per ultimo 2011
Risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode
Volwassenen-educatie
Ja (weth. Stam)
-
-
-
Groen (opheffing per 1-1-2013)
Uitvoering Wet milieubeheer
Ja (weth. Grijzen)
€ 920.091
€ 920.088
€ 9.914.402
Groen
Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning
Ja (weth. Grijzen)
Voorz.gehandicapten € 3.623.757
Voorz.gehandicapten € 3.623.757
€0
Groen
Huish.verzorging € 7.002.263
Huish.verzorging € 7.002.263
€ 479.150
€ 453.336
€0
Groen
Volksgezondheids-zorg
Ja (weth. Grijzen)
Regionale crisisbeheersing bij incidenten, rampen en crises
Ja (burgemeester)
€ 5.219.583
€ 5.395.895
€ 9.210.000
Groen
Diverse
Ja (burgemeester)
€ 385.000
€ 354.799
€ 76.751.582
Groen
Buitenstedelijke recreatie
Ja (weth. Gouweleeuw)
€ 306.226
€ 335.012
€ 9.193.554
Groen
Doelmatige kostenverdeling diverse regionale natuur- en recreatieschappen
Ja (weth. Groeneweg)
€ 295.349
€ 294.797
€ 262.281
Groen
Verbetering kwaliteit van samenwerking Halt-bureaus
Ja (burgemeester)
-
-
-
Groen (opheffing per 1-1-2013)
Voormalige ziektekosten-verzekering voor personeel van deelnemers. In liquidatie sedert 1-1-2006.
nee
-
-
-
Afgewikkeld in 2012.
Uitvoeren van Wet Archeologische Monumentenzorg in Schiedam door Bureau Oudheid-kundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) op basis van offerte en opdracht.
Nee
-
-
-
Niet van toepassing
PROGRAMMAREKENING
161
tabel overige verbonden partijen jaarrekening 2012**
162
Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2012 (afgerond)
Risicoanalyse volgens stoplichten*
Stichting PRIMO Schiedam 20-12-2010 VR 2010-117
Schiedam
Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar primair onderwijs in Schiedam
Nee, de gemeente benoemt wel de leden van de raad van toezicht
-
Groen
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs SchiedamVlaardingen (OSVS) 9-6-2011 VR 2011-40
Schiedam
Gemeente Vlaardingen en gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar voortgezet onderwijs in Vlaardingen en Schiedam
Nee, de gemeenten benoemen wel de leden van de raad van toezicht
-
Groen
Stichting Stedelijk Museum Schiedam
Schiedam
Gemeente Schiedam
Stedelijk Museum
Nee, de gemeente benoemt leden in raad van toezicht
€ 2,6 miljoen
Groen
Stichting Bibliotheek Waterweg 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam
Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, de gemeente benoemt leden in raad van toezicht.
-
Groen
Stichting Bibliotheek Waterweg-Schiedam 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam
Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, de gemeente benoemt leden in raad van toezicht.
€ 2,8 miljoen
Groen
Stichting Muzikale Vorming NWN (Muziekcentrum OpMaat)
Vlaardingen
Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Muziekonderwijs
Nee
€ 400.000
Oranje
Sportfondsen Schiedam bv
Schiedam
Sportfondsen Nederland nv is houder van alle aandelen
Exploitatie zwembad Groenoord (huur van gemeente)
Nee, de gemeente benoemt leden in de raad van beheer.
€ 900.000 (exploitatievergoeding)
Groen
Stichting Schiedamse Theaters
Schiedam
-
Exploitatie theaters
Nee
€ 1,3 miljoen
Oranje
Stichting De Schiedamse Molens
Schiedam
-
Exploitatie molens
Nee
€ 300.000
Groen
Stichting Nat. Gedest. Museum De Gekroonde Brandersketel
Schiedam
-
Exploitatie jenevermuseum
Nee
€ 300.000
Groen
Stichting Promotie Schiedam
Schiedam
Gemeente Schiedam
Toerisme en stadspromotie
Nee
€ 200.000
Groen
Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2012 (afgerond)
Risicoanalyse volgens stoplichten*
Stichting CJG Rijnmond
Rotterdam
15 Rijnmondgemeenten en de gemeente GoereeOverflakkee
Coördineren en verrichten van opvoedings- en gezinsondersteuning
Nee. Iedere gemeente levert een lid voor de raad voor het publiek belang. Deze raad benoemt de leden van het bestuur en de raad van toezicht.
€ 1,7 miljoen (uniform deel)
Groen
Stichting Senioren Welzijn
Schiedam
Gemeenten Schiedam en Vlaardingen en Stichting Woonplus
Ouderenwerk
Nee
Diverse bedragen
Groen
Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
Vlaardingen
Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Algemeen- en schoolmaatschappelijk werk
Nee
Diverse bedragen
Groen
Stichting Welzijn Schiedam
Schiedam
-
Diverse activiteiten
Nee
Diverse bedragen
Groen
Stichting tot Behoud en Restauratie en Instandhouding van de Kerk aan de Lange Haven en omstreken B&W 16-11-2010, nr. 2
Schiedam
-
Instandhouding van monumenten, met name restauratie en instandhouding van de kerk aan de Lange Haven
Ja, de gemeente benoemt één van de bestuursleden.
-
Groen
Stichting Restauratie Hoogstraat Schiedam B&W 12-10-2010, nr. 6
Schiedam
Gemeente Schiedam en Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam
Restauratie en herbestemming van panden aan de Hoogstraat en directe omgeving
Nee
-
Groen
* Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. ** Hierbij kan gedacht worden aan rechtspersonen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft én financiële risico’s loopt. Na de evaluatie in 2006 van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen, zijn in 2008 de overige verbonden partijen geëvalueerd. Vooralsnog zijn de volgende organisaties geselecteerd die grotendeels aan de criteria voldoen en waarbij er voor de gemeente financiële en maatschappelijke belangen van enige omvang zijn.
PROGRAMMAREKENING
163
Weerstandsvermogen De paragraaf Weerstandsvermogen geeft de financiële robuustheid aan van de begroting, de jaarstukken en de financiele positie. Onder weerstandsvermogen verstaan we de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid veranderd moet worden. De volgende onderwerpen komen aan de orde: 1. Toelichting begrippen weerstandscapaciteit, risico en weerstandsvermogen; 2. Gemeentelijk beleid omtrent weerstandsvermogen en relevante ontwikkelingen (economische/financiële crisis, Gemeentefonds, schuldpositie en risicomanagement); 3. Overzicht van de risico’s die de gemeente loopt; 4. Weerstandscapaciteit; 5. Conclusies omtrent het weerstandsvermogen. 1. Begrippenkader In de paragraaf Weerstandsvermogen spelen drie begrippen een belangrijke rol. • Weerstandscapaciteit – de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten (tegenvallers) financieel te dekken.
De weerstandscapaciteit kan bestaan uit reserves (algemene, vrije en stille), onbenutte belastingcapaciteit en mogelijke bezuinigingen. • Risico’s – de kans dat een positieve of negatieve gebeurtenis van materieel belang optreedt die niet is voorzien in de begroting van enig jaar. De gemeente loopt tal van dergelijke ‘ondernemersrisico’s’, zoals bij de uitvoering van openeinderegelingen, bij het afgeven van garanties en borgstellingen, bij bouwgrondexploitatie, bij verbonden partijen, bij subsidies enzovoorts. • Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en vrij goed meetbaar zijn - kunnen bijvoorbeeld ondervangen worden door het afsluiten van verzekeringen of het vormen van voorzieningen. Deze maken dus geen deel uit van de paragraaf Weerstandsvermogen. • Weerstandsvermogen – Dit is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die zich binnen de gemeente manifesteren.
schema weergave samenhang tussen weerstandscapaciteit, risico’s en weerstandsvermogen 1.
risico’s • • • •
grondexploitatie; subsidies; open einde regelingen; etc.
2. Weerstandscapaciteit
• reserves; • onbenutte belastingcapaciteit; • bezuinigingen.
Beheermaatregelen • verzekeringen; • interne controle; • etc.
risico’s
Waarvoor geen maatregelen zijn getroffen.
164
Weerstandsvermogen
Is de gemeente in staat om risico’s op te vangen?
2. Het beleid en ontwikkelingen 2.1 Gemeentelijk beleidskader Het gemeentelijk beleid is erop gericht inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s die worden gelopen en de weerstandscapaciteit. Ofwel: over welke middelen en mogelijkheden beschikt de gemeente om niet begrote kosten en tegenvallers te dekken? De belangrijkste uitgangspunten staan beschreven in de Kadernota Weerstandsvermogen en in de Nota Reserves en Voorzieningen. Belangrijkste punten zijn: • Voor ieder geïnventariseerd risico wordt de kans bepaald dat het risico zich voordoet. Deze kans wordt vastgesteld op minimaal 10% en maximaal 90%. • Indien de kans dat een risico optreedt minder is dan 10%, wordt het risico niet meegenomen (met uitzondering van borgstellingen). Is die kans meer dan 90%, dan is er geen sprake meer van een risico en moet er een voorziening worden gevormd. • Er worden twee risicogroepen onderscheiden. • Risico’s kleiner dan € 100.000 – worden onder één post ‘diversen’ opgenomen; • Risico’s groter dan € 100.000 – worden individueel vermeld. De ratio weerstandsvermogen werd vastgesteld op 1,4. Dit betekent dat voor iedere € 1 miljoen aan risico’s een weerstandsvermogen van € 1,4 miljoen wordt aangehouden. De hoogte van de ratio weerstandsvermogen is afhankelijk van de kwaliteit van de risico-inventarisatie en risicobeheersing, maar ook van de aard van de risico’s. Het college zal per relevant beleidsstuk, afhankelijk van de kwaliteit van de risico-analyse en de te kwantificeren risico’s, de ratio weerstandsvermogen bepalen binnen de grenzen van onderstaande tabel, afkomstig van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement. Waardering
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
> 2,0
B
1,4 - 2,0
Uitstekend Ruim voldoende
C
1,0 - 1,4
Voldoende
D
0,8 - 1,0
Matig
E
0,6 - 0,8
Onvoldoende
F
< 0,6
Ruim onvoldoende
2.2 Ontwikkelingen: economische/financiële crisis, Gemeentefonds, schuldpositie Conjunctuurbericht CBS februari 2013: somber beeld Het conjunctuurbericht van het CBS is somber. Er is constant sprake van verslechteringen. Op één na presteren alle indicatoren onder het langjarige gemiddelde. Het consumentvertrouwen bevindt zich op een historisch dieptepunt. De werkloosheid neemt verder toe. Ook het aantal faillissementen neemt toe. Centraal Planbureau: februari 2013 Het CPB meldt een scherpe daling van particuliere bestedingen. De investeringen in woningen nemen eveneens sterk af. De uitvoer van in Nederland geproduceerde goederen neemt toe. Voor 2014 wordt een lichte groei verwacht. Ontwikkelingen inzake bijdragen van gemeenten aan bezuinigingstaakstelling Rijk A. Decentralisatie uitkeringen In 2011 zijn diverse decentralisatie uitkeringen aangekondigd. Overheidstaken worden door gemeenten van het Rijk overgenomen. De huidige stand van zaken is dat de jeugdzorg, delen van de AWBZ, inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten en taken op het gebied van werk en inkomen worden overgedragen. Aan de overdracht zijn kortingen verbonden. B. Ontwikkeling accres Gemeentefonds 2012-2015 Sedert het uitkeringsjaar 2012 is de ‘samen de trap op en af methodiek’ weer van toepassing. Dit betekent dat indien het Rijk minder uitgeeft aan een gedefinieerd pakket uitgaven het Gemeentefonds evenredig afneemt, en andersom. De meest recente accres ontwikkeling is vermeld in de septembercirculaire 2012. Daaruit blijkt, uitgaande van het reële accres (dat wil zeggen inclusief inflatie), een grillig patroon. Na het verschijnen van een Gemeentefonds circulaire, waarin accressen worden aangepast, vindt aanpassing van de begroting plaats, ook meerjarig. C. Herverdeling Gemeentefonds Regelmatig verschijnt een periodiek onderhoudsrapport inzake het functioneren van het Gemeentefonds. Er bestaan plannen voor een integrale herverdeling. De invoeringsdatum is onbekend, maar het is zeker dat dit na 2013 zal zijn. Gebruikelijk is dat bij een herverdeling een ingroeimodel wordt gehanteerd. Daarmee wordt voorkomen dat gemeenten in korte tijd met te grote inkomstenschommelingen worden geconfronteerd.
PROGRAMMAREKENING
165
166
De invoering van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) heeft gevolgen voor de wijze waarop de hoeveelheden van een aantal maatstaven worden vastgesteld. Uit analyse blijkt dat invoering voor een grote groep gemeenten tot forse herverdeeleffecten zal leiden. Om die reden wordt de invoering van de BAG voor het Gemeentefonds uitgesteld en gekoppeld aan de komende herijking van het Gemeentefonds. De herijking zal leiden tot een nieuwe verdeling, maar niet voor 2014.
De discussie over de Wet HOF is nog niet afgerond. Het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) ondersteunt de Tweede Kamer op ‘inhoud’. Het BOR concludeert dat ‘passende coördinatiemechanismen’ (aangaande het tekort) moeten worden vastgelegd tussen de overheidslagen, maar dat er geen plicht is om in Nederland decentrale normen op te leggen. In 2013 wordt in de Tweede Kamer verder gesproken over het akkoord en de Wet HOF.
Schuldpositie gemeenten en wet HOF Naar aanleiding van het verschijnen van de ontwerp Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) is het college in de zomer van 2012 geadviseerd over de toenemende omvang van de langlopende schuld. Kern van de zaak is dat een relatief gering deel van het nu geldende Economische en Monetaire Unie tekort (EMU-tekort) van 3% door de gemeenten mag worden benut. Het gemeentelijk aandeel is 0,38% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Omgerekend betekent dit voor Schiedam een tekortbedrag van € 13,1 miljoen. Dit bedrag is bekend gemaakt in de septembercirculaire 2012. De laatste, door Schiedam opgestelde EMU-staat, geeft een tekort aan van € 31 miljoen. Dit leidt tot de conclusie dat het tekort van de gemeente Schiedam aanzienlijk teruggebracht moet worden. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door minder te investeren. Op 18 januari 2013 is tussen het Rijk en de decentrale overheden een akkoord gesloten in het kader van het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen. Overeengekomen is dat het toegestane EMU-tekort tot en met 2015 niet daalt. Dit betekent dat bovenstaand bedrag van € 13,1 miljoen niet verder wordt teruggebracht. Bij overschrijding van de norm worden gedurende deze kabinetsperiode geen sancties opgelegd. Op grond van de nu bekende cijfers ziet het beeld voor Schiedam er als volgt uit: Huidig EMU-tekort € 31,6 miljoen Norm septembercirculaire € 13,1 miljoen Verschil € 18,5 miljoen
2.3 Ontwikkelingen: risicomanagement in schiedam Een totale organisatiebrede methode van risicobeheersing kon nog niet worden uitgerold. Recente voortdurende wijzigingen aan de top van de ambtelijke organisatie, gebrek aan draagvlak en urgentie zijn als de voornaamste redenen aan te voeren voor het niet invoeren van het risico management framework. 2.4 actualiteit grondexploitaties De herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2013 laat zien dat de geprognosticeerde resultaten door de nog steeds slechte marktsituatie (veroorzaakt door vertraging in planprocessen en grondprijsdalingen) met € 4,7 miljoen zijn verslechterd. Deze slechte marktsituatie is de oorzaak van verdere vertraging in planprocessen, tegenvallers gedurende de planuitvoering en bijgestelde parameters. Schiedam heeft de afgelopen jaren al maatregelen getroffen. Effect hiervan is dat Schiedam, ten opzichte van de landelijke cijfers, een positief beeld laat zien. De uitkomsten van de Taskforce grondexploitaties zijn verwerkt in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2013 (MPG). Tevens is de gemeenteraad in december van 2012 per brief geïnformeerd over de uitkomsten en de verwerking daarvan in het MPG.
3. risico’s Risico’s (bedragen x € 1.000) (bron: Inventarisatie maart 2013)
Begroting 2013
Rekening 2012 Financieel risico
% kans
Opmerkingen
1
Borgstellingen
€ 104
€ 104
1%
2
Project Spieringshoek Vernieuwde Stad Verwerving bv
€ 125
-
-
3
Afwikkeling ESF project Samenwerken op Turn Key
€ 250
€ 125
25%
4
Risico’s grondexploitaties
€ 5.317
€ 3.800
Diverse percentages
5
Exploitatietekorten Theater aan de Schie
€ 440
-
-
Deze post is als risico vervallen. Opgenomen in voorziening dubieuze debiteuren.
6
Onvoorziene verzakkingen van wegverharding door funderings- of rioolproblemen
€ 300
-
-
Risico´s worden `afgedekt` vanuit MBOP. Aparte risico kan daarom vervallen.
7
vof Toernooiveld
€ 100
€ 400
80%
Betreft extra risico omtrent gronduitgifte. Basisbedrag € 500.000.
8
Claim RET Scheepvaartweg/Boeier
€ 90
€ 200
50%
Claim in verband met langdurig onbruikbaar tramtracé door rioolverzakking. Schiedam is nog in onderhandeling met RET. Claim is € 400.000
9
Niet gehaalde bezuinigingen
€ 3.420
€ 3.420
20%
20% van de bezuinigingstaak-stelling wordt niet gerealiseerd
10
Claims private partijen buiten grondexploitaties
€ 1.950
€ 1.925
Diverse percentages
11
Achterblijvende opbrengsten leges
€ 200
€ 200
50%
Werkelijke opbrengsten blijven achter bij begrote opbrengsten. Basisbedrag € 400.000.
12
Terugvordering BDU-SIV
€ 227
€ 300
50%
Agentschap NL vordert deel BDU SIV inzake Nieuwkomers 2005 terug.
13
Kinderopvang toeslag/ belastingdienst
-
€ 495
80%
Betreft periode 2006 t/m 2010.
14
Berckenrode Groep Schiedam (BGS)
-
€ 88
10%
Claim opdrachtgever. Basisbedrag € 875.000
Het totaal aan risico’s
€ 12.523
Schuldresten op basis van info kredietinstellingen Vervallen; Vernieuwde Stad is geliquideerd
Basisbedrag € 500.000. Het saldo van risico’s en kansen, kleiner dan 50%, die niet in de grondexploitaties worden voorzien.
Verschillende claims van private partijen naar aanleiding van geschillen met gemeente. Basisbedrag € 7,9 miljoen.
€ 11.057
Ratio weerstandsvermogen
€ 15.480
Factor (1,4) x risicobedrag
Vast normbedrag
€ 10.000
Op basis van € 79 per inwoner (76.348 inwoners) en € 108 per woonruimte (37.591 eenheden).
RISICOPROFIEL
€ 25.480
Benodigde weerstandscapaciteit
Toelichting: 1. In het risicobedrag zijn alleen die borgstellingen verrekend waarvoor de kans 1% of meer wordt geschat dat de gemeente het bedrag, waarvoor zij garant staat, daadwerkelijk moet voldoen. 2. Het risico, voortkomend uit restant boekwaarde Vernieuwde Stad project Spieringshoek, is komen te vervallen. Vernieuwde Stad is namelijk geliquideerd.
3. Turn Key is een Europees Sociaal Fonds-project (ESF) uit 1997/1998. In de afwikkeling van de claim, voortkomend uit dit project, moet rekening gehouden worden met nog te betalen wettelijke rente (rentebedrag variërend tussen € 400.000 en € 600.000). Het risico is nog steeds aanwezig, omdat de verjaringstermijn (16 maart 2014) niet is verstreken.
PROGRAMMAREKENING
167
4. Risico grondexploitaties Het beleid van de gemeente inzake grondexploitaties is erop gericht om het saldo van risico’s (50% en kleiner) en kansen niet te verwerken in de grondexploitatiebegrotingen. Deze worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Het hier opgenomen bedrag is het geactualiseerde bedrag (saldo) van risico’s en kansen van alle projecten uit het MPG 2013. Ten opzichte van de begroting 2013 is het bedrag aanzienlijk lager. Dit wordt veroorzaakt door voormalige risico’s en kansen die nu in de grondexploitaties ingecalculeerd zijn zoals grondprijsdalingen, aanpassingen in de fasering van projecten, aanbestedingsvoordelen en afsluiting van een tweetal grondexploitaties. 5. Het risico omtrent het Theater aan de Schie als zodanig is vervallen, omdat deze debiteur is opgenomen in de voorziening dubieuze debiteuren. 6. De risico’s omtrent onvoorziene verzakkingen van wegverharding door funderings- of rioolproblemen zijn vervallen, omdat de risico’s worden afgedekt vanuit het MBOP. 7. Om eventuele verliezen van het Toernooiveld te dekken is een voorziening aanwezig van € 450.000. Naar verwachting is dit onvoldoende voor de afwikkeling van deze samenwerkingsvorm. Door mogelijke tegenvallers bij de gronduitgifte wordt rekening gehouden met een extra risico van € 500.000. Het bedrag dat is opgenomen, is bedoeld voor het te verwachten risico dat niet de gehele resterende boekwaarde uit verkoopopbrengsten gerealiseerd kan worden. 8. Door een plotselinge verzakking van het riool zijn de Scheepvaartweg en de Boeier enige tijd voor tramverkeer afgesloten. De RET claimt hierdoor extra kosten te hebben moeten maken. De gemeente staat op het standpunt dat de oorzaak niet aan de gemeente te wijten is. De claim van de RET bedraagt € 400.000. Er wordt gezocht naar een minnelijke oplossing. Voorlopig wordt rekening gehouden met een kans van 50% dat de gemeente deze claim moet betalen. 9. Het risico bestaat dat 20% van de bezuinigingstaakstelling niet zal worden gerealiseerd. 10. Claims private partijen buiten de grondexploitaties Het risico van de claims van private partijen buiten grondexploitaties is toegenomen, omdat er nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen. Kansen dat de diverse claims optreden variëren tussen de 5% en 50%. 11. Achterblijvende opbrengsten leges
168
Als gevolg van met name de slechte economische situatie blijven de opbrengsten van de leges achter. De begrotingopbrengsten voor de komende jaren zullen hierop worden aangepast. 12. Als gevolg van een herberekening wordt een bedrag van € 600.000 teruggevorderd op het BDU SIV-onderdeel Nieuwkomers 2005. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de gemeente in deze zaak. Voorlopig wordt het risico dat het genoemde bedrag moet worden terugbetaald ingeschat op 50%. 13. In de jaren 2006 tot en met 2010 heeft de gemeente facturen van de kinderopvang voor uitkeringsgerechtigden betaald (totaal € 1.085.000). Het is onzeker of de gemeente de bijdrage van de belastingdienst c.q. de betrokken uitkeringsgerechtigden gaat ontvangen. In 2012 is voor een bedrag van € 466.500 een voorziening gevormd. Het resterende bedrag van € 618.750 wordt als risico opgenomen. De kans dat dit bedrag wordt ontvangen is ingeschat op 20%. 14. Het risico van de BGS betreft een claim van een opdrachtgever van plakorders (€ 875.000). Kans dat de gemeente deze claim moet betalen is 10%. Op dit moment lopen onderzoeken binnen de BGS. Het is nog te vroeg om de gevolgen in kaart te brengen en te vertalen in eventuele financiële risico’s voor de gemeente. Ten opzichte van de vorige rapportage zijn de volgende risico´s vervallen: • BTW- integratieheffing aanleg kunstgrasvelden. • Ontwikkelingen Wet werk en bijstand. • Dividend nv BNG en nv Eneco. • Frictiekosten organisatie. • Re-integratie participatiebudget. • Project A4. Voor risico’s betreffende het project A4 is bij het Rijk een risicoreservering gevormd voor de ontwikkeling van het tunneldak. • Onvoorziene zettingen. • Slechte conditie kademuren. • Opruiming verontreinigde stoffen na brand of ongeval in openbaar gebied. • Deel van de claims van private partijen buiten de grondexploitaties, namelijk Latente risico’s inzake de Wijkontwikkelingsmaatschappij Groenoord (WOG) – volledig afgewikkeld. • Onvoorziene verzakkingen van wegverharding door fundering- of rioolproblemen.
4. De weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen Er is op dit moment geen aanleiding om de tot nog toe geldende ratio van 1,4 aan te passen. Minimale omvang algemene reserve De omvang van de algemene reserve bedroeg eind 2012 € 36,1 miljoen. In de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 is aangegeven dat de algemene reserve minimaal de omvang van het totaal aan risico’s dient te hebben. Het totaal aan risico’s bedraagt € 11 miljoen, exclusief de ratio weerstandsvermogen en de vaste buffer. Inclusief de ratio en de vaste buffer is € 25,4 miljoen benodigd. Ultimo 2012 is het totaal van de verwachte omvang van de reserves € 82,4 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit de algemene reserve (€ 36,1 miljoen) en de bestemmingsreserves (€ 46,3 miljoen). De algemene reserve kon in 2012 flink worden opgebouwd, onder andere vanuit de stelselherziening erfpacht € 17,9 miljoen. Risicoreserve Vanuit de algemene reserve van € 36,1 miljoen is een bedrag van € 25,4 miljoen afgezonderd als risico reserve. Ten opzichte van het risicoprofiel van € 25,4 miljoen is er een overschot aan weerstandsvermogen van € 10,7 miljoen. Dit bedrag blijft achter in de algemene reserve. De instelling van een risico reserve is eerder aangekondigd in de Zomernota 2013 (pagina’s 22 en 23) alsmede in de Programmabegroting 2013-2016 (pagina’s 10 en 11). Het af te zonderen bedrag werd in genoemde stukken geschat op € 29 miljoen.
5. Conclusies De situatie omtrent het weerstandsvermogen is als volgt: Nota Reserves en voorzieningen 2011 De algemene reserve heeft minimaal de omvang van de risico’s De omvang van de algemene reserve bedraagt ultimo 2012
€ 36,1 miljoen
Het totaal aan risico’s bedraagt ultimo 2012 (exclusief ratio en vaste buffer)
€ 15,4 miljoen
Confrontatie geïnventariseerde risico’s (inclusief de ratio en vaste buffer) met de totale weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit (op basis van het geformuleerde beleid en de in kaart gebrachte risico’s)
€ 25,4 miljoen
Beschikbare weerstandscapaciteit (op grond van het huidige beleid) Risico reserve € 25,4 miljoen en algemene reserve € 9,8 miljoen
€ 36,1 miljoen
Overschot weerstandscapaciteit
€ 10,7 miljoen
In schema: Weerstandscapaciteit Algemene reserve € 10,7 Risicoreserve € 25,4 Totaal ultimo 2012 € 36,1
risico’s berekend profiel (benodigde weerstandscapaciteit) 2012: € 25,4 miljoen.
Weerstandsvermogen Ultimo 2012: € 36,1 miljoen
PROGRAMMAREKENING
169
Stedenbeleid (voorheen Grotestedenbeleid, GSB) In het stedenbeleid zijn geen rijksmiddelen meer voor de economische pijler en wordt flink bezuinigd op de fysieke pijler (ISV). De pijlers fysiek (ISV) en sociaal (SIV) zijn gedecentraliseerd. De BDU SIV en de BDU ISV zijn in respectievelijk 2010 en 2011 omgevormd tot zogenaamde decentralisatie-uitkeringen (DU) als onderdeel van het Gemeentefonds en een specifieke uitkering, namelijk Onderwijsachterstandenbeleid. 1. uitvoering decentralisatie-uitkeringen sociale pijler in 2012 Voor de uitvoering van de DU zijn prestatieafspraken opgesteld die opgenomen zijn in de CWP-monitor. Het beeld per 31-12-2012 is dat Schiedam goed op koers ligt als het gaat om: • de prestatieafspraken over het peuterspeelzaalwerk en het onderwijsachterstandenbeleid (het aantal doelgroepkinderen in de voor- en vroegschoolse opvang en de schakelklassen) • de jeugd (daling aantal voortijdige schoolverlaters) • het project gezond in de stad (screening en activiteiten 0-19-jarigen in het kader van de aanpak van overgewicht). 2. uitvoering decentralisatie-uitkeringen fysieke pijler De uitgaven op het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) 2010 tot en met 2014 zijn gebaseerd op het Uitvoeringsprogramma ISV. In 2012 is een aantal belangrijke grote projecten gereedgekomen dan wel in de afrondende fase gekomen. Voorbeelden zijn het project Kop van de Plantage, het geluidonderzoek op de gevels van panden op de zogenoemde A-lijst, de daaruit volgende investeringen in geluidisolatie en het waterkunstwerk op het Stationsplein. De verwachting is dat in 2013 en 2014, de laatste twee jaar van het ISV, een groot deel van het uitvoeringsprogramma in uitvoering zal komen.
170
3. stedenbeleid schiedam 2012 Verstedelijkingsafspraken en wijkenaanpak De verstedelijkingsafspraken voor de stadsregio Rotterdam en de wijkenaanpak (Wijkactieprogramma Nieuwland) maken deel uit van het Stedenbeleid 2010-2014 van het Rijk. Voor de uitvoering van het wijkactieprogramma waren in 2012, als gevolg van de bezuinigingen bij de corporaties, minder middelen beschikbaar. Voor de uitvoering van het programma voor de periode 2012-2017 hebben de gemeente en Woonplus in 2012 de prioriteiten bepaald, in samenspraak met de bewoners. Het thema gezondheid is hieraan toegevoegd. Deze prioriteiten zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma 2012-2017. Activiteiten in het kader van het stedennetwerk G32 Schiedam heeft in 2012 bestuurlijk en ambtelijk actief geparticipeerd in de verschillende pijlers van de G32. Actieve betrokkenheid was er in het kader van de decentralisaties in het sociale domein, de fysieke pijler en Europa. In de economische pijler heeft Schiedam deelgenomen aan de voorbereidingen van het convenant ‘Smarter Cities’. De G32-steden tekenen dit convenant begin 2013. Doel van het convenant is om met de inzet van ICT oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken in de zorg en het onderwijs, maar ook ter bevordering van duurzaamheid, sociale cohesie en economische innovatie. Het convenant bevat verschillende themaparagrafen: de bedrijvige stad, de zorgende stad, de lerende stad, de groene stad, onze stad, de veilige stad en de regelluwe stad. Het gaat met name om het delen van kennis via open netwerken. Schiedam richt zich op de thema’s de bedrijvige stad, de zorgende stad, de lerende stad, de groene stad en de regelluwe stad. Om gelden uit de Europese structuurfondsen te verwerven, participeert Schiedam actief in de verschillende werkgroepen van de G32, zowel op provinciaal niveau als op het niveau van landsdeel West, de organisatorische eenheid voor Europese gelden, die bestaat uit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland.
Activiteiten in het kader van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Met name in 2012 is gesproken over de vorming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze metropool moet één van de sterkste regio’s van Europa worden. Er is uitgerekend dat de nieuwe samenwerking voor vele miljarden aan extra economische groei kan zorgen. Schiedam is vóór samenwerking zolang de inhoud leidend is en samenwerken ook echt iets oplevert. De raden van Schiedam, Vlaardingen en Maassluis hebben gezamenlijk aangedrongen op een zorgvuldige proces en een gefaseerde opbouw van de metropoolregio, te beginnen met verkeer en vervoer en economie. In 2013 zullen het bestuurlijke model en de strategische agenda worden uitgewerkt. Het laatste woord over samenwerken in metropoolregio is aan de gemeenteraad. Stadsvisie Schiedam 2030 De Stadsvisie Schiedam 2030 vormt voor de jaren 2010-2014 het kader voor de uitvoering van de programma’s van de DU van de BDU SIV, Stedelijke Vernieuwing (ISV III), regionale verstedelijkingsafspraken en de wijkenaanpak.
4. restantverantwoording In 2005 hebben vertegenwoordigers van het kabinet en de dertig grote steden het prestatieconvenant Grotestedenbeleid 2005-2009 ondertekend. Het kabinet stelde voor deze periode circa € 62 miljoen beschikbaar aan Schiedam. Deze middelen zijn door de gemeente breed ingezet. De prestatieafspraken en besteding van de rijksmiddelen zijn in 2010 verantwoord aan het Rijk. De (finale) verantwoording van de BDU SIV heeft nog niet plaatsgevonden. Het Agentschap NL heeft de gemeente bericht dat inzake de inburgering ‘Nieuwkomers 2005’ in de vaststellingsbeschikking van 20 januari 2011 een onjuiste berekening is opgenomen. Dit betekent dat naar aanleiding van genoemde beschikking een bedrag van € 604.946 teveel is terugbetaald aan de gemeente. Dit risico is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Met brief van 29 februari 2012 heeft Agentschap NL aangekondigd dat het voornemen bestaat het bedrag van de gemeente terug te vorderen bij de eindbeschikking. Inmiddels heeft het Agentschap met brief van 17 oktober 2012 medegedeeld dat de vaststelling van de BDU wordt uitgesteld.
De Stadsvisie benoemt de hoofdopgaven en de ruimtelijke opgaven. De Stadsvisie is ook in 2012 benut om voor deze opgaven op de agenda te blijven van het Rijk, de provincie, de stadsregio en de Europese Structuurfondsen. Dit laatste gebeurde om daarmee de komende jaren de benodigde aanvullende financiën te verwerven en randvoorwaarden te realiseren.
PROGRAMMAREKENING
171
Investeringsplannen 1. Beleidskader Het kader voor de investeringsplannen 2012 wordt, in regelgevende zin, gevormd door: • het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten, artikel 59 tot en met 65; • de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009; • de Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven 2011. In deze laatste nota is het beleid met betrekking tot het moment van eerste afschrijving zodanig gewijzigd, dat nu wordt afgeschreven met ingang van het jaar dat volgt op het jaar waarin het actief beschikbaar is gekomen.
In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde: • De ontwikkeling van de kapitaallasten in 2012 – De geraamde en de gerealiseerde kapitaallasten worden tegenover elkaar gezet. • Investeringsplannen – Bij het vaststellen van de begroting 2012 heeft de gemeenteraad de investeringskredieten 2012 gevoteerd, zoals die hieronder zijn beschreven. In principe gaat het dan om de jaarschijf 2012: de voor 2012 beschikbare investeringsbedragen. In een enkel geval zijn uitgaven, in principe voorzien voor latere jaren, naar voren gehaald om projecten zo veel mogelijk synchroon te laten verlopen. Deze ‘overschrijdingen’ worden in mindering gebracht op de in latere jaren beschikbare investeringsbedragen. Het totaal van de geraamde uitgaven voor de uitvoering van in de begroting 2012 opgenomen investeringsplannen voor 2012 en volgende jaren bedroeg € 39,2 miljoen. Voor het jaar 2012 alleen werden aanvankelijk uitgaven ter hoogte van € 10,9 miljoen voorzien, maar na aanpassing van de plan-
ning (fasering) € 6,5 miljoen (zie hieronder, punt 3). Uitgegeven werd een bedrag van € 5,5 miljoen. • Uitgaven op in voorgaande jaren gevoteerde kredieten – Uiteraard zijn er ook uitgaven gedaan ten laste van kredieten die nog openstonden nadat deze in een eerder jaar ter beschikking waren gesteld. Dit betreft nog openstaande kredieten en toevoegingen aan eerder verleende kredieten, bijvoorbeeld als een krediet over meerdere jaren ter beschikking is gesteld (zie hieronder, punt 4). Totaal ging het om een bedrag van € 39,8 miljoen, waarop uitgaven ten bedrage van € 16,6 miljoen werden verantwoord. Wanneer op deze kredieten in 2012 uitgaven zijn verricht boven de € 100.000 dan worden die uitgaven daar weergegeven. • In 2012 gevoteerde kredieten – In de loop van het begrotingsjaar 2012 is daarnaast nog een aantal investeringen aan de raad voorgelegd. Daardoor zijn nieuwe kredieten door de gemeenteraad ter beschikking gesteld (zie hieronder, punt 5). Via begrotingswijzigingen zijn de bijbehorende kapitaallasten aan de desbetreffende programma’s toegevoegd. Bij elkaar ging het om een bedrag van € 7,2 miljoen. De uitgaven bedroegen € 1,9 miljoen. • Openstaande kredieten – De paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de kredieten (totalen) die na 2012 nog openstaan (zie hieronder, punt 6). Zonder rekening te houden met de investeringsbedragen die na 2012 nog beschikbaar komen, resteert op de tot en met 2012 gevoteerde kredieten nog een bedrag van € 30,6 miljoen. 2. De ontwikkeling van de kapitaallasten in 2012 In totaal kwamen de kapitaallasten in 2012 circa € 2 miljoen lager uit dan geraamd. Deze kapitaallasten waren als volgt over de verschillende programma’s verdeeld:
tabel Ontwikkeling kapitaallasten Kapitaallasten (excl. BGS) (bedragen x € 1.000) Totaal programma Bestuur en dienstverlening
Werkelijk
Verschil
37
28
9
27.981
27.041
940
6.375
6.161
214
16.915
16.329
586
0
0
0
Totaal programma Woonmilieu
5.730
5.965
-235
Totaal programma Financiën
4.466
3.980
486
0
0
0
61.504
59.504
2.000
Totaal programma Ruimtelijke ontwikkeling Totaal programma Sociale infrastructuur Totaal programma Stadseconomie Totaal programma Veiligheid
Totaal programma Wijkontwikkeling Totaal
172
Geraamd na wijziging
De kapitaallasten van alle tussentijds gevoteerde kredieten zijn aan de begroting toegevoegd via begrotingswijzigingen. Dit gebeurde na vaststelling van de programmabegroting 2012 in november 2011. Na de toevoeging van deze kapitaallasten werd er rekening gehouden met een totaalbedrag van € 36 miljoen aan kapitaallasten in 2012. Bij de vaststelling van de begroting 2013 is besloten tot een stelselherziening erfpacht. Daardoor kon een bedrag van circa € 40 miljoen vrijvallen. Besloten werd een deel daarvan, namelijk € 25,6 miljoen, in te zetten voor het afboeken van boekwaarden van activa. Enerzijds ter versterking van het structurele materiële evenwicht van de begroting (omdat structurele kapitaallasten wegvallen), anderzijds om hiermee invulling te geven aan de richtlijn van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Op die manier wil de gemeente terughoudend zijn met het activeren van investeringen met maatschappelijk nut. Dat zijn investeringen in de openbare ruimte, dus in (water)wegen, bruggen, viaducten, geluidswallen, parken, openbare verlichting en dergelijke. De extra kapitaallasten komen terecht in de programma’s Ruimtelijke ontwikkeling (€ 25,3 miljoen) en Woonmilieu (€ 0,3 miljoen). Door afboeking op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut stijgen immers de afschrijvingen en daarmee de kapitaallasten. Die bestaan uit rente en afschrijving. Rekening houdend met deze extra afschrijving van € 25,6 miljoen, mochten kapitaallasten tot een bedrag van maximaal € 61,6 miljoen (€ 36,0 miljoen + € 25,6 miljoen) worden verwacht. De werkelijke kapitaallasten vallen echter lager uit: deze bedragen ongeveer € 59,6 miljoen. Dit komt door een vertraging in de uitvoering van projecten. Dat leidt tot een latere eerste afschrijving. Pas in het jaar na oplevering van een project wordt voor het eerst afgeschreven. Zolang een project nog niet is opgeleverd, bestaan de kapitaallasten alleen uit rentekosten (over de boekwaarde per 1 januari).
3. Investeringsplannen 2012 In onderstaand overzicht staan de investeringen vermeld die bij de vaststelling van de begroting 2012 zijn voorzien. Deze investeringen hebben een relatie met ofwel het Meerjarenbeheer- en onderhoudsprogramma van de Openbare Ruimte ofwel het investeringsprogramma Informatisering en Automatisering, respectievelijk vallend in het programma Ruimtelijke ontwikkeling en het programma Financiën. Alle investeringen – op de laatste twee na – behoren tot de categorie Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte. Bij het opstellen van de begroting 2013 is nagegaan in hoeverre de planning van de investeringswerken nog actueel was. Dit onderzoek heeft geleid tot een aanpassing van deze planning. In de kolom ‘Na fasering’ staan de consequenties voor de jaarschijf 2012 vermeld. Van een totaal van ongeveer € 10,9 miljoen aan investeringen is een bedrag van € 4,4 miljoen naar latere jaren verschoven. Van de overgebleven € 6,5 miljoen is uiteindelijk in 2012 totaal ongeveer € 5,5 miljoen uitgegeven. Dat blijkt uit onderstaande tabel. Onderstaande tabel wijkt wat betreft de kolom ‘Totaal krediet’ in sommige gevallen af van de tabel, zoals die was opgenomen in de programmabegroting 2012. De verklaring daarvoor is, dat nu de volledige (restant-)kredieten zijn opgenomen, terwijl in de begroting – waar die afwijkt – sprake was van een tweede jaarschijf van een krediet. Op dat moment werd er nog van uitgegaan, dat de eerdere jaarschijf reeds volledig was uitgegeven. De kredieten, die cursief zijn weergegeven, behoren tot het Meerjarenbeheer- en onderhoudsprogramma van de Openbare Ruimte, waarover ook in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen wordt gerapporteerd. Het totaal van die kredieten is daar hoger, omdat in de onderhavige paragraaf alleen de kredieten met uitgaven hoger dan € 100.000 zijn gespecificeerd.
PROGRAMMAREKENING
173
Investeringsplan 2012 Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Totaal krediet
Jaarschijf 2012
Na Fasering
15
15
1
Uitgaven 2012
Programma ruimtelijke Ontwikkeling Openbare verlichting Prinses Beatrixlaan e.o. Openbare verlichting van 's Gravesandestraat Ophogen Heijermansplein-Faassenplein
20
20
19
2.400
1.800
1.353
1.886 *
Openbare verlichting Heijermansplein-Faassenplein
94
94
52
37
Openbare verlichting Verzetsheldenbuurt
85
85
83
16
1.136
200
200
-
76
-
35
1
1.248
200
-
-
Openbare verlichting diverse vervangingsprojecten Openbare verlichting fietspaden en parkeerterreinen West Frankelandsedijk Ophogen Kastelenbuurt
78
78
-
-
Ophogen Botenbuurt
Openbare verlichting Kastelenbuurt
3.330
1.459
292
146
Asfalteren 's-Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart
1.469
1.175
202
68
63
63
9
-
Ophogen Dr. Zamenhofstraat
3.175
1.661
-
-
Wegen West 2
3.932
-
-
-
Openbare verlichting 's-Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart
Openbare verlichting West 2
185
-
-
1.433
229
-
-
Wegen Hoofdstraat/Nieuwe Haven
543
434
92
-
Oeverconstructie Nieuwe Haven ten noorden van Kippebrug
720
54
51
-
52
-
4
-
Ophogen de Gaarden
Kademuur Noordvestgracht naast Spoelingbrug Vervangen oeverconstructie Schie tussen spoor en rijksweg
313
33
43
-
Vervangen oever Schie 's Gravelandsekade, restant
545
58
76
-
Vervangen oever Schie achter woningen Boterstraat
1.895
58
-
-
Vervangen brug en landhoofden Ooievaarsbrug
2.750
814
242
22
Vervangen complete brug Rolbrug Ophogen 's-Gravenlandsepolder fase 4 Wegen West 3
938
55
-
2.400
1 .000
2.388
3.297**
600
-
-
-
3.437
-
-
-
Vervangen HP-Unixservers
350
350
350
23
Vervangen pc's inclusief beeldschermen
500
-
-
-
33.780
9.934
5.492
5.497
Wegen West 1 (na 2015: € 1.887.000) Programma Financiën
Totaal Investeringen
* De overschrijding wordt gecompenseerd door beschikbare latere jaarschijven: het totale krediet is niet overschreden, maar kosten hebben zich eerder voorgedaan dan gepland. ** De overschrijding wordt toegelicht in de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen. De overschrijding wordt gedeeltelijk gecompenseerd door extra inkomsten voor een bedrag van € 37 (x € 1.000).
174
Toelichting (grotere) onderschrijdingen Ophogen Botenbuurt Voorbereidingsfase is wat vertraagd door een tegenstrijdig ophoog advies. Verder is de participatie opnieuw gestart. Vervanging brug en landhoofden Ooievaarsbrug Er is veel tijd gaan zitten in het brugontwerp. De geplande einddatum, oplevering oktober 2014 is nog haalbaar.
Asfalteren ‘s Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart De voorbereiding is wat vertraagd, omdat besloten is om het project uit te breiden tot de rotonde van de Zwaluwlaan. Voorbereiding 2012/2013, uitvoering 2013/2014. 4. uitgaven in 2011 op in voorgaande jaren gevoteerde kredieten De grootste posten (hoger dan € 100.000) aan uitgaven op nog openstaande kredieten staan hieronder vermeld en tellen op tot € 15.3 miljoen.
tabel uitgaven op kredieten gevoteerd vóór 2012 (> € 100.000) (bedragen x € 1.000) Vervanging opslagsystemen
Restantkrediet
Uitgaven 2012
201
186
Programma Financiën
Aanpassing klimaatinstallatieonderdelen Stadswinkel
217
101
Financiën
Bouwtechnische werkzaamheden verbouwing publieksruimten
235
168
Financiën
Op peil brengen Groenoord
423
504* Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/herinrichting Beatrixlaan/parkeerterrein Groenoord
421
258
Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/ophoging Landschapsbuurt
396
182
Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/herinrichting van 's Gravesandestraat
326
232
Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/ophoging Heijermansplein/Faassenplein e.o.
136
136
Ruimtelijke ontwikkeling
Ontsluitingsweg Schieveste: wegdeel langs A20 Ophogen Verzetsheldenbuurt
2.591
906
Ruimtelijke ontwikkeling
464
340
Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling
Ophogen de Velden: fase 2C
466
466
Voorbereidingskrediet A4
827
827** Ruimtelijke ontwikkeling
148
198* Ruimtelijke ontwikkeling
Voet-fietsbrug Poldervaart / Polderwetering Fietspad Nieuw Mathenesserstraat (2009)
2.008
218
Ruimtelijke ontwikkeling
217
175
Ruimtelijke ontwikkeling
237
263** Ruimtelijke ontwikkeling
Voorbereiding vervanging Proveniersbrug Vervangen klep Proveniersbrug (brug) Vervangen kademuren Nieuwe Haven
454
Oeverconstructie Nieuwe Haven tussen Hagastr en Westerhavenbrug Bouwkundige kosten Wennekerpand Werktuigbouwkundige/electrische voorzieningen Wennekerpand Nieuwbouw De Taaltuin Vervangende nieuwbouw BVO de Wieken
68
371
Ruimtelijke ontwikkeling
822** Ruimtelijke ontwikkeling
1.449
374
Stadseconomie
337
337
Stadseconomie
1.606
711
Sociale infrastructuur
991
290
Sociale infrastructuur
Nieuwbouw OSG Schravenlant
4.664
3.533
Sociale infrastructuur
Sloop gebouw Nieuwe Damlaan + inrichten terrein
1.112
336
Sociale infrastructuur
145
127
Sociale infrastructuur
Nota sportbeleid, sportterreinen Riolering 's Gravenlandse polder zuid fase 4 noord
379
360
Woonmilieu
Riolering Groenoord Midden C
251
251
Woonmilieu
Riolering Colijnstraat
380
173
Woonmilieu
Riolering Heijermansplein/Faassenplein
512
380
Woonmilieu
Herstructurering bedrijventerrein Mathenesse
931 22.592
1.963** Stadseconomie 15.188
* De overschrijding wordt gecompenseerd door extra inkomsten. ** De overschrijding wordt gecompenseerd door beschikbare latere jaarschijven: het totale krediet is niet overschreden, maar kosten hebben zich eerder voorgedaan dan gepland.
PROGRAMMAREKENING
175
Toelichting (grotere) onderschrijdingen Ophogen Verzetsheldenbuurt Hier zijn minder kosten gemaakt dan voorzien, het project is afgerond. Bouwkundige kosten Wennekerpand: Het resterende krediet van de bouwkundige kosten van het Wennekerpand is bedoeld om de integratieheffing aan de Fiscus te voldoen. Een externe partij ondersteund ons bij het behartigen van de belangen van de gemeente en brengt de benodigde expertise in om de juiste en volledige integratieheffing te berekenen op basis van de meest gewenste situatie inzake beheer en exploitatie. Nieuwbouw de Taaltuin Het beschikbare krediet is (nog) niet volledig benut, omdat de planvorming, de aanbesteding en de sloop in 2012 is afgerond. De bouw zal in 2013 aanvangen. Bij het opstellen van de begroting voor 2012 is er vanuit gegaan dat de realisatie reeds medio 2012 zou gaan plaatsvinden. Vervangende nieuwbouw BVO de Wieken Het beschikbare krediet is (nog) niet volledig benut, omdat de planvorming, de aanbesteding en de sloop in 2012 is afgerond. De bouw is eind 2012 aangevangen. Bij het opstellen van de begroting voor 2012 is er vanuit gegaan dat de realisatie reeds medio 2012 zou gaan plaatsvinden.
Nieuwbouw OSG Schravenlant De realisatie van de nieuwbouw voor Schravenlant is in april 2012 aangevangen. Bij het opstellen van de begroting 2012 is er vanuit gegaan dat de realisatie aan het begin van 2012 zou plaatsvinden. Sloop gebouw Nieuwe Damlaan + inrichten terrein De sloop van het gebouw heeft in 2012 plaatsgevonden. De inrichting van het terrein zal aan het eind van het bouwtraject plaatsvinden. Riolering Colijnstraat Het totale project Colijnstraat valt binnen de raming. Er wordt gekeken of alle kosten m.b.t. het riool wel goed geboekt zijn. Herstructurering bedrijventerrein Mathenesse Het krediet herstructurering Mathenesse is opgesplitst in delen tot en met 2015 van € 1.000.000 per jaar. De geactiveerde uitgaven lopen hier niet mee synchroon. De thans gerealiseerde overschrijding wordt gecompenseerd door de het beschikbare kredietdeel in 2013. 5. In 2012 gevoteerde kredieten De kredieten uit de investeringsplannen 2012 zijn opgenomen in de primaire begroting 2012. De overige onderstaande kredieten daarentegen zijn, ofwel bij eerste wijziging ofwel daarna, veelal in de loop van het jaar 2012 ter beschikking gesteld via afzonderlijke raadsvoorstellen en aan de begroting 2012 toegevoegd door middel van begrotingswijzigingen.
tabel nieuwe kredieten in 2012 (bedragen x € 1.000)
Uitgaven 2012
Programma
2.600
113 Ruimtelijke ontwikkeling
Herstel kades Lange Haven
1.570
124
400
0
Vervangende nieuwbouw gymnastieklokaal de Taaltuin
Ruimtelijke ontwikkeling Sociale infrastructuur
Nieuwbouw RMPI school
899
820
Sociale infrastructuur
Renovatie zwembad Zuid
650
168
Sociale infrastructuur
Vervangen riolering P.J. Troelstralaan
152
151
Woonmilieu
Riool fietspad/parkeerterrein Westfrankeland
110
0
Woonmilieu
95
0
Woonmilieu
Rioolvervanging van Tienhovenstraat Aanvullend krediet Boeier/Scheepvaartweg
100
0
Gronden Elvis, Elton en Madonna
630
488
Stadseconomie
0
365
Stadseconomie
7.206
2.229
Grond Wibautplein (uit grex)
176
Kredietbedrag
Aanvullend krediet A4
Woonmilieu
Toelichting (grotere) onderschrijdingen: Herstel kades Lange Haven: Er is een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de kademuren en de oplossingsrichtingen. Vervangende nieuwbouw gymnastieklokaal de Taaltuin: Het beschikbare krediet is (nog) niet volledig benut, omdat de planvorming, de aanbesteding en de sloop in 2012 is afgerond. De bouw zal in 2013 aanvangen. Bij het opstellen van de begroting voor 2012 is er vanuit gegaan dat de realisatie reeds medio 2012 zou gaan plaatsvinden. Nieuwbouw RMPI school: De RMPI-school is in de loop van 2012 uitgebreid en in januari 2013 opgeleverd.
6. Overzicht kredieten tot en met 2017 De in 2012 beschikbare kredieten – overgeheveld dan wel nieuw verleend – tellen op tot € 51,4 miljoen, terwijl het totaal aan investeringsuitgaven uitkomt op € 24,4 miljoen. Dit leidt tot een totaal van € 27,1 miljoen aan nog beschikbare kredieten na afloop van het jaar 2012. In die telling komen een aantal kredieten voor, die zijn overschreden en dus als negatief restantkrediet meetellen. Eliminatie van deze posten, tezamen met de extra bestedingsruimte als gevolg van niet geraamde inkomsten, leveren een totaal op van € 28,5 miljoen aan openstaande kredieten. Daarbij is ook rekening gehouden met een aantal restantkredieten, die konden worden afgesloten. De jaarschijven van reeds voorziene kredieten voegen hier nog een bedrag van € 78,0 miljoen aan toe voor de periode tot en met 2017. Daardoor bedraagt het investeringsvolume tot en met 2017 € 106,5 miljoen. In onderstaande tabel is het een en ander op een rijtje gezet:
totaaloverzicht kredieten tot en met 2017 Kredietbedrag
Uitgaven 2012
• uitgaven in 2012 > € 100.000 (zie onderdeel 4)
22.592
15.188
• uitgaven in 2012 < € 100.000
16.149
1.457
Totaal openstaand per 1 januari 2012
38.741
16.645
Investeringsprogramma 2012 (zie onderdeel 3)
5.492
5.498
Nieuw gevoteerde kredieten in 2012 (zie onderdeel 5)
7.206
2.229
Totaal kredieten 2012
51.439
24.372
Uitgaven 2012
24.372
Totaal nog openstaande kredieten per 1 januari 2013
27.067
(Bedragen x € 1.000) nog openstaande kredieten per 1 januari 2012
Correctie overschrijdingen/inkomsten/af te sluiten kredieten
1.434
Openstaande kredieten per 1 januari 2013
28.501
Jaarschijven latere jaren
77.988
tOtaaL investeringsvolume tot en met 2017
106.489
PROGRAMMAREKENING
177
Verstrekte subsidies 1. Doelstelling Om meer inzicht te verkrijgen in de subsidies die de gemeente Schiedam verstrekt, heeft de raad opdracht gegeven hiervoor in de Programmabegroting een aparte paragraaf op te nemen. Dit verzoek is vervolgens opgenomen in de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009. In deze paragraaf zijn subsidies opgenomen die zijn verstrekt op basis van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 (ASV 2006) en de daarop gebaseerde lokale regelingen. Deze subsidies zijn te beïnvloeden: de raad heeft hierin beleidsvrijheid. Daarnaast zijn er subsidies op basis van wettelijke regelingen, die minder te beïnvloeden zijn. Hierbij liggen doelstellingen vanuit een hogere overheid vast en heeft de gemeente beperkte beleidsvrijheid in de wijze waarop de doelen gerealiseerd moeten worden. Deze paragraaf Verstrekken van subsidies vervolgt met een algemeen gedeelte waarin het begrip subsidie is gedefinieerd en afgebakend. Daarna wordt informatie verstrekt over de subsidieregelingen per programma en per beleidsterrein. Het laatste gedeelte van deze paragraaf is gereserveerd voor overzichten van de subsidies per programma die ten laste van de jaarrekening komen. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de gerealiseerde bezuinigingen op de subsidies in 2012. 2. Definitie en afbakening begrip subsidie De definitie van subsidie is gebaseerd op de omschrijving zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is opgenomen. Bij subsidies wordt aanspraak gemaakt op financiele middelen, die door een bestuursorgaan verstrekt worden
178
met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het gaat niet om een betaling voor goederen of diensten die aan het bestuursorgaan zijn geleverd. Daarnaast geldt dat op de desbetreffende gebieden geen of onvoldoende marktwerking aanwezig is en de activiteiten van belang zijn voor ontwikkelingen in de gemeente. De definitie van subsidie is niet van toepassing op: • Belastingen (waaronder ook toeslagen zoals huurtoeslag). • Gemeenschappelijke regelingen. • Exploitatieovereenkomsten. • Commerciële activiteiten van de gemeente, zoals de huur van een pand, koop van bureau-inventaris of het verstrekken van een opdracht aan een bedrijf om een onderzoek uit te voeren. 3. subsidies toegekend per programma en beleidsterrein Subsidies zijn binnen progamma’s op verschillende beleidsterreinen verstrekt. Vrijwel de meeste subsidies zijn verstrekt op de terreinen zorg, onderwijs, welzijn en cultuur. Binnen de terreinen sport en recreatie heeft Schiedam subsidies toegekend aan verenigingen ter bevordering van de jeugdsport, opleidingen en zwemsport. Andere beleidsterreinen waarop subsidies zijn verstrekt zijn particuliere woningverbetering en monumenten. De subsidie voor bodemsanering is een rijksregeling en loopt tot en met 2015. Het betreft geoormerkt rijksbudget. Ook zijn subsidies verstrekt in het kader van het Besluit woninggebonden subsidies (BWS) en het Keurmerk Veilig Wonen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de subsidies toegekend per programma en beleidsterrein.
tabel overzicht programma’s en beleidsterreinen waarin subsidies zijn toegekend Programma
Beleidsterrein
Ruimtelijke ontwikkeling
• Particuliere woningverbetering • ‘Werk aan de Winkel’ • Monumenten en bodemsanering
Sociale Infrastructuur
• Bibliotheek • Emancipatie • Jeugd- en jongerenwerk • Kinderopvang op sociaal-medische gronden (SMI) • Maatschappelijke dienstverlening • Natuur- en milieueducatie • Onderwijsachterstanden • Ouderenwerk • Sportinstellingen • Volksgezondheid en welzijn
Stadseconomie
• Kunst en cultuur • Stadspromotie en toerisme • Evenementen
Veiligheid
• Algehele veiligheid • Keurmerk Veilig Wonen
Woonmilieu
• Woningbouw
Wijkontwikkeling
• Wijk- en bewonersorganisaties • Bewonersinitiatieven (tot en met 2011 vouchers, vanaf 2012 wijkbudgetten) • Schiedams Overleg Bewonersorganisaties (SOBO)
4. subsidies ten laste van de begroting De paragrafen in deze jaarrekening geven een dwarsdoorsnede van een bepaald aspect van de programma’s. In deze paragraaf is te zien welke subsidies ten laste van de begroting komen en dus ook in de cijfers per programma zijn verwerkt.
Voor 2012 is in de onderstaande tabel op macroniveau een overzicht gegeven van de omvang van de subsidiestromen in de onderscheiden programma´s. Aansluitend volgen tabellen waarin de subsidies ten laste van de begroting per programma zijn gespecificeerd.
tabel totaal begrote en gerealiseerde subsidies per programma Programma Sociale Infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Wijkontwikkeling Totaal
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
12.670
12.484
5.545
5.272
92
92
418
421
283
683
19.008
18.952
PROGRAMMAREKENING
179
Tabel – Specificatie subsidies programma Sociale infrastructuur Functionele code
Omschrijving functionele Code
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
6140400
Dierenwelzijn/-bescherming
6
6
6480201
Culturele vorming leerlingen
63
65
6480202
Jeugdtheaterschool Schiedam
52
51
6480701
Brede school activiteiten
185
183
6480704
Brede school activiteiten VO
6480812
Impuls brede scholen, sport en cultuur
6480815
Weerbaarheidstraining
6510000
Openbare bibliotheek
6511000
Stichting centrum muzikale vorming NWN
6511300
Nationale gedenkdagen
6530200
Subsidieondersteuning sport
6530400
Sport en recreatiebad Groenoord
6540400
Filmhuis en jeugdtheater
114
113
6540700
Wennekerpand 1)
233
139
6540500
Culturele activiteiten
76
81
6560500
Volksfeesten
9
9
6580100
Lokale radio- en televisie-instellingen
183
181
6620000
Ouderenwerk
800
802
6620100
Algemeen maatschappelijk werk
588
594
6620500
Maatschappelijke opvang
252
250
6620600
Overige maatschappelijke begeleiding en advies
42
17
6621101
Integratie etnische minderheden
360
357
6622000
Huishoudelijke verzorging
16
5
6630000
Club en buurthuiswerk
2.277
2.277
6630101
Sluitende aanpak jeugd
63
37
6630102
Ambulant jongerenwerk
312
312
6630103
Speeltuinvoorzieningen
4
2
6630104
Vrijwillig jeugd- en jongerenwerk
25
25
6630105
Jeugd en opvoeding
6630500
92
92
280
231
0
0
2.822
2.822
437
431
1
0
86
89
915
915
0
0
Thuis op Straat (TOS)
43
42
6650000
Peuterspeelzaalwerk
861
861
6714000
Geneeskundige zorg en gezondheidszorg
12
15
6714001
Overige gezondheidszorg
31
30
6715000
Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4 jaar
1.430
1.450
Totaal
programma Sociale infrastructuur
12.670
12.484
1) Toelichting resultaat Wennekerpand De onderschrijding op de besteding van de subsidies van het Wennekerpand wordt veroorzaakt door het vertrek van jeugdtheaterschool de Teerstoof. Hierdoor is een substantieel deel van de subsidie niet besteed.
180
Tabel – Specificatie subsidies programma Stadseconomie Functionele code
Omschrijving functionele Code
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
6310100
Stimulering economie Schiedam
371
304
6310101
Ondernemersfonds Binnenstad
115
87
6310102
Ondernemersfonds Vijfsluizen
107
107
6540000
Beeldende kunst
98
2
6540100
Amateurkunst
6540200
Theaters
6540300
Podiumkunsten
6540600
Evenementen en stadspromotie
6541100
Schiedamse musea en historische vereniging
6541400
Monumentenbescherming en restauratie
6560400
Bevordering toerisme
Totaal
programma Stadseconomie
87
89
1.366
1.296
6
0
204
207
2.929
2.909
36
25
226
246
5.545
5.272
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
Tabel – Specificatie subsidies programma Veiligheid Functionele code
Omschrijving functionele Code
6410600
Aanpak geweld binnen het gezin
92
92
Totaal
Programma Veiligheid
92
92
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
Tabel – Specificatie subsidies programma Woonmilieu Functionele code
Omschrijving functionele Code
6550000
Natuurbescherming
5
4
6820000
Woningbouwbeleid
5
7
6822401/2
Project ‘Werk aan de Winkel’
408
410
Totaal
programma Woonmilieu
418
421
Begroot 2012 (Bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 (Bedragen x € 1.000)
190
593
65
62
Tabel – Specificatie subsidies programma Wijkontwikkeling Functionele code
Omschrijving functionele Code
6210500
Wijkgerichte diensten (wijkbudgetten) 2)
6630200
Wijk- en bewonersorganisaties
6630400
Bewonersondersteuning (SOBO)
Totaal
programma Wijkontwikkeling
28
28
283
683
2) Toelichting resultaat Wijkgerichte diensten (wijkbudgetten) Jaarlijks wordt € 190.000 voor de wijkbudgetten beschikbaar gesteld. De overschotten van voorgaande jaren blijven beschikbaar via de reserve wijkbudgetten. In 2012 is in bijna alle wijken meer uitgegeven dan het jaarbudget. Het tekort in 2012 (€ 403.300) wordt onttrokken uit de reserve.
PROGRAMMAREKENING
181
6. Bezuinigingen op subsidies In 2012 is een aantal bezuinigingen begroot, ook op de subsidies. Voor het sociaal-cultureel werk en het maatschappelijk werk was een bezuiniging voorzien van € 580.000. Instellingen die in 2011 nog buiten schot zijn gelaten in het kader van de bezuinigingen, zoals maatschappelijke dienstverlening en seniorenwelzijn, kregen ook in 2012 te maken met een korting. Binnen het programma Sociale infrastructuur zijn de bezuinigingen gerealiseerd, gezien de uitwerking van het programma dat binnen de geraamde bedragen is gebleven. Ook kunst- en cultuursubsidies kregen met kortingen te maken. Omdat 92% van het cultuurbudget vastzit in culturele
182
instellingen, is met een groot aantal instellingen overleg gevoerd om tot substantiële bezuinigingen te komen. Het gaat onder andere om de Bibliotheek Waterweg, Theater aan de Schie, Stedelijk Museum Schiedam, het Jenevermuseum en Stichting De Schiedamse Molens. Omdat de gemeente zich moet houden aan de regels omtrent behoorlijk bestuur, konden sommige kortingen niet per 2012 ingevoerd worden, maar zal dit gefaseerd plaatsvinden in 2013 en verder. Bij de afdeling Veiligheid werd de nazorg aan ex-gedetineerden en veelplegers in het geheel bekostigd uit de leefbaarheid- en veiligheidsmiddelen.
Jaarrekening III Programmarekening
Per programma de realisatie van de baten en lasten en saldo Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen Resultaat incidentele baten en lasten Analyse afwijkingen begroting na wijziging en rekening WOPT Mutaties onvoorzien PROGRAMMAREKENING
183
Baten en lasten per programma (Bedragen x € 1.000)
Begroting primair 2012
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
15.589
2.516
-13.072
16.060
2.586
-13.473
15.611
1.467
-14.144
resultaat voor bestemming 1. Bestuur en dienstverlening 2. Ruimtelijke ontwikkeling
24.124
3.949
-20.175
50.204
4.736
-45.468
48.576
13.009
-35.567
131.976
72.699
-59.276
137.206
83.938
-53.268
138.111
84.510
-53.601
4. Stadseconomie
52.337
47.349
-4.989
49.566
84.531
34.966
56.855
91.105
34.251
5. Veiligheid
10.637
486
-10.151
10.712
458
-10.254
10.705
436
-10.270
6. Woonmilieu
31.704
22.875
-8.829
35.110
23.121
-11.989
33.278
22.819
-10.459
7. Financiën
11.339
3.409
-7.931
7.322
9.098
1.776
7.190
6.338
-852
2.942
0
-2.942
4.111
50
-4.061
3.652
153
-3.499
280.649
153.283
-127.365
310.290
208.519
-101.771
313.980
219.838
-94.142
1.713
3.245
1.532
862
3.463
2.601
813
4.995
4.182
3. Sociale infrastructuur
8. Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
0
121.185
121.185
0
120.366
120.366
0
125.964
125.964
282.362
277.713
-4.648
311.152
332.348
21.196
314.793
350.797
36.004
815
815
0
1.315
831
-484
1.450
780
-670
Mutatie reserves 1. Bestuur en dienstverlening 2. Ruimtelijke ontwikkeling
1.631
768
-863
1.631
3.120
1.489
2.707
2.434
-273
3. Sociale infrastructuur
60
903
843
4.034
3.017
-1.017
4.547
5.675
1.127
4. Stadseconomie
51
589
538
1.271
3.719
2.448
2.339
2.805
466
5. Veiligheid
0
837
837
0
837
837
0
837
837
629
620
-10
1.325
3.633
2.308
2.496
2.704
208
5.288
7.766
2.478
30.679
4.874
-25.805
56.187
30.487
-25.701
0
282
282
40
1.393
1.353
91
1.008
916
8.475
12.581
4.106
40.295
21.424
-18.871
69.818
46.728
-23.090
1. Bestuur en dienstverlening
16.404
3.331
-13.072
17.375
3.417
-13.958
17.061
2.247
-14.814
2. Ruimtelijke ontwikkeling
25.755
4.717
-21.038
51.835
7.856
-43.979
51.283
15.442
-35.840
6. Woonmilieu 7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Mutatie reserves resultaat na bestemming
132.036
73.602
-58.433
141.240
86.955
-54.285
142.659
90.185
-52.474
4. Stadseconomie
3. Sociale infrastructuur
52.388
47.938
-4.450
50.837
88.250
37.413
59.193
93.910
34.717
5. Veiligheid
10.637
1.323
-9.314
10.712
1.295
-9.417
10.705
1.273
-9.433
6. Woonmilieu
32.333
23.495
-8.839
36.434
26.753
-9.681
35.775
25.523
-10.251
7. Financiën
16.628
11.175
-5.453
38.001
13.972
-24.029
63.377
36.825
-26.552
8. Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaat na bestemming
184
2.942
282
-2.660
4.151
1.443
-2.708
3.744
1.161
-2.583
289.123
165.864
-123.259
350.585
229.943
-120.643
383.797
266.566
-117.232
1.713
3.245
1.532
862
3.463
2.601
813
4.995
4.182
0
121.185
121.185
0
120.366
120.366
0
125.964
125.964
290.836
290.294
-542
351.447
353.772
2.324
384.610
397.525
12.914
Overzicht algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (bedragen x 1.000)
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijziging
Rekening 2012
• gebruikersdeel
2.839
2.751
2.908
• eigenarendeel
10.299
10.761
11.056
413
420
424
Baten Onroerendzaakbelasting:
Hondenbelasting Precariobelasting Algemene uitkering gemeentefonds Saldo compensabele BTW
172
177
183
101.550
96.778
99.148
0
-
-
Saldo financieringsfunctie
6.585
6.700
5.555
Overige algemene dekkingsmiddelen
8.642
3.463
4.995
130.500
121.050
124.269
752
375
375
736
710
1.102
3.000
30
3.549
Dividend uitkeringen: BNG Evides ONS Irado
350
610
610
Eneco
728
1.054
1.054
5.566
2.779
6.690
136.066
123.829
130.959
4.478
862
813
131.588
122.967
130.146
Kommun BV
Totaal baten
-
Lasten Onvoorziene uitgaven Saldo
PROGRAMMAREKENING
185
resultaat incidentele baten en lasten Naast structurele baten en lasten zijn de incidentele baten en lasten van invloed op het rekeningresultaat. In overeenstemming met artikel 28 van het Besluit begroting en verantwoording zijn in onderstaande tabel de incidentele baten en lasten weergegeven. Meerjaren overzicht incidentele baten en lasten InCIDenteLe Baten Omschrijving
InCIDenteLe Lasten Rekening
Begroot
Omschrijving
Rekening
Begroot
Cultuurtraject, inhuur, werving en selectie
413
-
Voorzieningen meldingen, onderzoek BGS
606
-
Programma Bestuur en dienstverlening
Programma ruimtelijke ontwikkeling Bijdrage vanuit Package Deal Woonplus Voorziening MBOP
282
-
Voorziening claims projecten
1.060
-
8.534
-
Voorziening groot onderhoud
1.087
-
105
-
Voorziening kinderopvang
467
-
Voorziening gevolgkosten onderzoek
381
-
Voorziening onderzoek commissie
540
-
Inc kosten openbaar voortgezet onderwijs
237
-
Project Stadslab Programma sociale infrastructuur
Programma stadseconomie Opbrengst veiling benzine-station Opbrengst verkoop i.h.k.v. Verbeterplan Vastgoed Extra, hogere opbrengsten erfpacht en grex
1.300
-
Voorziening grex
5.911
-
380
-
Hogere lasten erfpacht
1.265
-
3.056
-
Programma Veiligheid Programma Woonmilieu Programma Financien Terugbetaling naheffingsaanslag Correctie op aanslag 2007 Diverse programma's: stelselherziening erfpacht
1.238
Voorziening belastingclaim leaseauto's
200 42.019
Diverse programma's: stelselherziening erfpacht
445
-
24.029
24.029
36.695
24.029
42.019 Programma Wijkontwikkeling
Totaal incidentele baten programma
57.009
42.019
25.480
-
1.897
Totaal incidentele baten reserves saldo incidentele baten
Mutaties reserves Mutaties algemene reserve Mutaties bestemmingsreserves
Totaal incidentele lasten programma Mutaties reserves Mutaties algemene reserve
25.808
25.808
2.030
Mutaties bestemmingsreserves
30.040
3.855 3)
27.377
2.030
Totaal incidentele lasten reserve
55.848
29.663
84.386
44.049
saldo incidentele lasten
92.543
53.692
Het saldo van de incidentele baten en lasten bedraagt € 8,2 miljoen meer incidentele lasten dan incidentele baten. Dit saldo wordt vooral veroorzaakt door de mutaties als gevolg van de stelselherziening van het erfpachtstelsel en de vorming van de risicoreserve. Exclusief deze mutaties is er sprake van een materieel evenwicht.
186
Toelichting mutaties t.b.v het overzicht zoals opgenomen in de vastgestelde jaarrekening: 1. De mutaties van de bestemmingsreserves met een directe verband in de exploitatie zijn niet in het overzicht opgenomen. Deze worden beschouwd als structureel. 2. De mutaties uit de algemene reserve met betrekking tot de budgetoverheveling per programma zijn om dezelfde reden eveneens niet in het overzicht opgenomen. 3. Met de vaststelling van de begroting 2013 heeft de raad besloten dat ultimo 2012 een risicoreserve gevormd wordt. De omvang van deze reserve wordt bepaald op de omvang van de risico’s ultimo 2012. Dit verklaart grotendeels het verschil tussen de begrote en de werkelijke baten en lasten.
PROGRAMMAREKENING
187
Verschil tussen de gewijzigde begroting 2012 en de realisatie 2012 Programma (Bedragen x € 1.000)
Begroting na wijziging 2012 Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2012 Lasten
Baten
Verschil Saldo
Lasten
Baten
Saldo
resultaat voor bestemming 1. Bestuur en dienstverlening
16.060
2.586
-13.473
15.611
1.467
-14.144
448
-1.119
-671
2. Ruimtelijke ontwikkeling
50.204
4.736
-45.468
48.576
13.009
-35.567
1.628
-8.273
9.901
137.206
83.938
-53.268
138.111
84.510
-53.601
905
572
-333
4. Stadseconomie
3. Sociale infrastructuur
49.566
84.531
34.966
56.855
91.105
34.251
-7.289
6.574
-715
5. Veiligheid
10.712
458
-10.254
10.705
436
-10.270
7
-22
-16
6. Woonmilieu
35.110
23.121
-11.989
33.278
22.819
-10.459
1.831
-301
1.530
8.184
132.927
124.743
8.003
137.297
129.294
181
4.370
4.551
7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Resultaat voor bestemming
4.111
50
-4.061
3.652
153
-3.499
458
103
561
311.152
332.348
21.196
314.793
350.797
36.004
-3.640
18.449
14.809
Overzicht resultaatbestemming (mutatie in reserves) 1. Bestuur en dienstverlening
1.315
831
-484
1.450
780
-670
-135
-51
-186
2. Ruimtelijke ontwikkeling
1.631
3.120
1.489
2.707
2.434
-273
-1.076
-687
-1.762
3. Sociale infrastructuur
4.034
3.017
-1.017
4.547
5.675
1.127
-513
2.658
2.144
4. Stadseconomie
1.271
3.719
2.448
2.339
2.805
466
-1.067
-914
-1.982
0
837
837
0
837
837
0
0
0
5. Veiligheid 6. Woonmilieu 7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Resultaatbestemming
1.325
3.633
2.308
2.496
2.704
208
-1.171
-929
-2.100
30.679
4.874
-25.805
56.187
30.487
-25.701
-25.508
25.612
104
40
1.393
1.353
91
1.008
916
-51
-385
-437
40.295
21.424
-18.871
69.818
46.728
-23.090
-29.522
25.304
-4.218
Overzicht resultaat na bestemming 1. Bestuur en dienstverlening
17.375
3.417
-13.958
17.061
2.247
-14.814
313
-1.170
-857
2. Ruimtelijke ontwikkeling
51.835
7.856
-43.979
51.283
15.442
-35.840
552
7.586
8.138
141.240
86.955
-54.285
142.659
90.185
-52.474
-1.419
3.230
1.811
4. Stadseconomie
50.837
88.250
37.413
59.193
93.910
34.717
-8.356
5.660
-2.697
5. Veiligheid
10.712
1.295
-9.417
10.705
1.273
-9.433
7
-22
-16
3. Sociale infrastructuur
6. Woonmilieu
36.434
26.753
-9.681
35.775
25.523
-10.251
660
-1.230
-570
7. Financiën
38.863
137.801
98.938
64.190
167.784
103.593
-25.327
29.982
4.655
4.151
1.443
-2.708
3.744
1.161
-2.583
407
-282
125
351.447
353.772
2.324
384.610
397.525
12.914
-33.163
43.753
10.590
8. Wijkontwikkeling Resultaat na bestemming
188
analyse afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de realisatie Op grond van artikel 28, lid a van het Besluit Begroting en Verantwoording dient in de rekening een toelichting te worden opgenomen op de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. In het jaarverslag is deze analyse per programma reeds opgenomen. In de jaarrekening wordt daarom volstaan met een verwijzing naar de programmaverantwoording in het jaarverslag. De raad stelt met de vaststelling van het controleprotocol beleid en regels vast inzake begrotingsafwijkingen met betrekking tot de vraag in hoeverre de accountant deze moet meewegen in zijn oordeel. Namelijk: 1. Kostenoverschrijdingen die geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid. 2. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie) regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding. Deze overschrijdingen weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid. 3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verschuivingen van budgetten tussen jaarschijven voor grondexploitaties weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid. 4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van realisatie van in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen grondexploitaties benoemde risico’s weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid. Uiteraard wordt de gemeenteraad wel geïnformeerd over het zich daadwerkelijk voordoen van deze risico’s. 5. Begrotingsafwijkingen die passen binnen het beleid van de raad betrekt de accountant niet bij zijn beslissing of al dan niet een goedkeurende verklaring kan worden afgegeven. 6. Kostenonderschrijdingen op de kapitaallasten worden niet als begrotingsonrechtmatigheid beschouwd. In de analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening is een kolom opgenomen met de reden van de afwijking. Het getal in die kolom refereert aan de bovenstaande zes punten. Uit deze toelichting per begrotingsafwijking blijkt dat de overschrijdingen niet strijdig zijn met het budgetrecht en daarom niet door de accountant als onrechtmatig worden beschouwd. Naast de afwijkingen in de exploitatie is een overschrijding ontstaan van € 0,9 miljoen op het krediet voor het project ophogen ’s Gravenlandsepolder-Noordwest, fase 4, als gevolg van vervuilde grond en overschrijding van verrekenbare hoeveelheden. De kosten hiervan worden opgevangen binnen het totale MBOP. In voortgangsrapportage over het MBOP in de tweede bestuursrapportage 2012 is een overschrijding op dit project aangekondigd. Met de vaststelling van de jaarstukken 2012 autoriseert de raad tevens deze overschrijding.
PROGRAMMAREKENING
189
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Op grond van Artikel 6 WOPT en artikel 28 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) diende de gemeente in de toelichting op de programmarekening op te nemen voor welke functionaris de som van het loon en de voorziening hoger is dan het gemiddelde loon van de ministers. Dit gold naar evenredigheid voor deeltijders. Het normbedrag voor 2012 is vastgesteld op € 194.000. Bij de gemeente Schiedam is in 2012 eenmaal sprake van een hoger loon. Op 15 maart is deze wet ingetrokken en is de nieuwe Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht geworden. Daarmee is het verplichtend karakter voor opname van de betreffende informatie voor 2012 vervallen. In het kader van transparantie wordt de volgende informatie desondanks verstrekt. Gegevens 2012 (bedragen x € 1.000) Functie
Belastbaar loon
Pensioenafdracht (werkgevers- en werknemersdeel)
€ 27
€6
Clustermanager
Voorzieningen Uitkering i.v.m. beëindiging t.b.v. beloningen dienstverband betaalbaar op termijn Geen
€ 247
Totaalbedrag
Totaalbedrag omgerekend naar voltijd (indien de arbeid in deeltijd is verricht)
Duur van het dienstverband in het kalenderjaar, in maanden
€ 281
n.v.t
3 maanden
De volgende beloningscomponent zijn begrepen in het normbedrag: • Belastbaar loon (bedrag zoals op jaaropgaaf vermeld) • Pensioenafdracht (werkgevers -en werknemersdeel) • Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (levensloop, financiële afspraken m.b.t. sabbatical) • Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon. Mutaties onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag voor onvoorzien geraamd. Voor het jaar 2012 is een bedrag van € 0,9 miljoen geraamd voor onvoorzien. Hiervan is € 0,85 miljoen afgeraamd (d.w.z. gebruikt als dekking voor een functioneel verantwoorde last), zoals in onderstaand overzicht is weergegeven. Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Raadsbesluit
Mutatie
Geraamd 2012 (primaire begroting)
Saldo 900
Programma Bestuur en Dienstverlening Bestuursrapportage 2012 - I Verkiezingen Tweede kamer 2012 Ontwikkeling topstructuur
VR 84/2012
-160
B&W 02-10-2012
-65
Programma ruimtelijke Ontwikkeling Bestuursrapportage 2012-II, instortingsgevaar woningen Parkweg
VR 108/2012
-80
Bestuursrapportage 2012-II, strafrechtelijke kosten Schiekade
VR 108/2012
-20
B&W 18-12-2012
-150
VR 84/2012
-330
Onderzoek toezicht project Schiehart
B&W 13-11-2012
-15
Due dilligence onderzoek BGS
B&W 13-11-2012
-20
Programma sociale infrastructuur Onderzoekskosten BGS Programma Financiën Raadsmotie 30 augustus 2011 over vervolgkosten BING-onderzoek (zie eerste bestuursrapportage 2012)
Het totale saldo onvoorzien is in 2012 afgeraamd met: Saldo onvoorzien per 31 december 2012
190
-840 60
Jaarrekening IV Balans en toelichting
Balans en grondslagen Toelichting op de balans Toelichting bij de staat van reserves en voorzieningen Borg- en garantstellingen Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties
PROGRAMMAREKENING
191
Balans ACTIVA (bedragen x € 1.000) Vaste aCtIVa Immateriële vaste activa • Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen • Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa • Investeringen economisch nut • gronden uitgegeven in erfpacht • overige investeringen econ.nut • Investeringen openbare ruimte met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa • Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen • Leningen aan: • woningbouwcorporaties • deelnemingen • overige verbonden partijen • Overige langlopende leningen u/g • Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar • Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa VLOttenDe aCtIVa Voorraden • Grond- en hulpstoffen • niet in exploitatie genomen bouwgronden • overige grond en hulpstoffen • Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie • Gereed product en handelsgoederen • Overigen Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar • Vorderingen op openbare lichamen • Overige vorderingen • Overige uitzettingen Liquide middelen • Kassaldi • Bank- en girosaldi Overlopende activa
192
Ultimo 2012
Ultimo 2011 24
24
37 37
459.391 289.412 150.918 19.060
473.388 288.461 149.843 35.084
72.654
73.324
18.238
18.238
31.288 17.239 5.742 148
31.937 17.382 5.604 163 532.069
546.749
13.926
16.402
5.298 8.594 0 33
5.197 10.363 802 40 31.155
13.382 17.773 -
33.141 14.367 18.775 -
358 21 337
504 23 481
3.412
1.901
Totaal vlottende activa
48.845
51.948
TOTAAL-GENERAAL
580.915
598.697
PASSIVA (bedragen x € 1.000) Vaste PassIVa Eigen vermogen • Algemene reserve • Bestemmingsreserve • Resultaat na bestemming Voorzieningen • Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico’s • Door derden beklemde middelen met specifieke aanwendingsrichting • Arbeidsgerelateerde kosten Vaste schulden met een rentetypische looptijd >1 jaar • Onderhandse leningen van: • binnenlandse banken en overige financiële instellingen • overige binnenlandse sectoren • Waarborgsommen
Ultimo 2012 96.628 10.645 73.068 12.914
Overlopende passiva • Van overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel • Overige overlopende passiva • Vooruitontv. erfpachtsommen
60.624 11.348 43.556 5.720
15.663 7.664 3.738 4.261
27.275 16.913 6.958 3.404
269.537 269.454 0 83
Totaal vaste passiva VLOttenDe PassIVa Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar • Kasgeldleningen • Bank- en girosaldi • Overige schulden
Ultimo 2011
257.374 257.315 53 6
381.828
345.273
28.265 0 17.768 10.497
38.839 10.000 14.765 14.074
170.821
214.585
5.496
6.236
18.027 147.298
16.229 192.121
Totaal vlottende passiva
199.086
253.424
TOTAAL-GENERAAL
580.915
598.697
niet uit balans blijkende verplichtingen 1. Gewaarborgde geldleningen 2. Belastingaanslag 2007 3. Mogelijke claim kinderdagverblijf Kidslounge
386.129 1.750 130
446.586 1.750 130
PROGRAMMAREKENING
193
toelichting op de balans De balans omvat de afzonderlijke administraties van: • Gemeente Schiedam • Berkenrode Groep Schiedam De bedragen in de toelichting op de balans zijn afgerond op € 1.000. 1. Waarderingsgrondslagen aCtIVa Vaste activa Voorzover niet anders vermeld, zijn de activa gewaardeerd op nominale waarde, respectievelijk tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten (onder andere toegerekende uren van het ingenieursbureau), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs verminderd met de afschrijvingen. De gehanteerde afschrijvingssystematiek wordt verderop in deze tekst toegelicht onder het kopje “Resultaatbepaling”. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingof vervaardigingprijs verminderd met afschrijvingen en bijdragen van derden (voor zover er een directe relatie bestaat met het actief) en beschikkingen over reserves (voor zover het investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreft). Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt, dat deze zijn gewaardeerd op aanschafwaarde. Er vindt geen herwaardering plaats. Indien erfpacht wordt afgekocht, wordt de opbrengst hiervan in mindering gebracht op de aanschafwaarde. De investeringen in activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn geactiveerd en afgeschreven op basis van het gestelde in de nota Investeren, waarderen en afschrijven dan wel op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. Als hoofdlijn wordt daarbij – op grond van artikel 64 lid 4 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) – de volgende gedragslijn gehanteerd:
194
• op materiële vaste activa met een maatschappelijk nut wordt stelselmatig afgeschreven op basis van levensduur; • op materiële vaste active met een maatschappelijk nut mag daarenboven resultaatafhankelijk extra worden afgeschreven. Naast de reguliere afschrijvingsmethodiek is in 2012 het volgende van toepassing: In het besluit over de begroting 2013 (VR 93/2012) is onder andere aangegeven dat de stelselherziening van het erfpachtstelsel een eenmalig effect heeft in 2012 van € 40 miljoen. De herziening van het erfpachtstelsel betreft een wijziging in de berekening van de vrijval van ontvangen erfpachtsommen, hetgeen in termen van het BBV een schattingswijziging wordt genoemd. De vrijval in de exploitatie van de gemeente betreft een vrijval die ieder jaar plaatsvindt op basis van een rekenmethode. Deze vrijval mag conform de BBV worden berekend op basis van de lineaire methode en op basis van de annuïtaire methode. Door deze rekenmethode te veranderen van annuïtair naar lineair is er in 2012 een extra vrijval ontstaan van € 40 miljoen. Van de extra vrijval van € 40 miljoen is, op grond van het BBV (artikel 64, lid 4) en conform genoemd besluit, € 25 miljoen gebruikt voor het extra afboeken van boekwaarden van activa van maatschappelijk nut. Om tot dit bedrag te komen zijn eerst alle afgesloten kredieten van maatschappelijk nut investeringen vervroegd afgeschreven. Dit betrof een bedrag van ruim € 18 miljoen. Vervolgens is € 7 miljoen gebruikt om de grootste nog openstaande kredieten af te schrijven. Door deze extra afschrijvingen ontstaat er een structureel voordeel als gevolg van wegvallende kapitaallasten. Financiële vaste activa Onder financiële vaste activa worden niet alleen verstaan de aandelen welke de gemeente Schiedam in haar bezit heeft uit hoofde van van kapitaalverstrekking, maar ook leningen, vorderingen en bijdragen in activa in eigendom van derden. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Kapitaalverstrekkingen, leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen (deelnemingen) worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs, respectievelijk nominale waarde, onder aftrek van eventuele aflossingen en zonodig onder aftrek van een voorziening voor oninbare bedragen.
De bijdragen in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met afschrijvingen. Vlottende activa Voorraden De bouwgronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs, vermeerderd met bijkomende kosten (onder andere bouwrijp maken) en rente over de geïnvesteerde bedragen, verminderd met opbrengsten en bijdragen van derden. Bij de waardering van het onderhanden werk, zijnde gronden in exploitatie, wordt rekening gehouden met voorzienbare toekomstige verliezen. Overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs dan wel lagere marktwaarde. Vorderingen Voorzieningen wegens oninbaarheid worden op de nominale waarde van de vorderingen in mindering gebracht. Het niveau van de voorziening dubieuze debiteuren wordt bepaald op basis van een analyse op de debiteurenportefeuille aan het eind van het boekjaar (statische methode). Hierbij vindt een algemene risico-inschatting plaats met betrekking tot de mate van (on)inbaarheid van vorderingen op derden, waarbij bijvoorbeeld gekeken wordt naar risico’s als gevolg van onbekendheid met de verblijfplaats van de debiteur, overlijden, faillissementen en surseances. Daarnaast worden vorderingen van € 10.000 of hoger individueel beoordeeld. PassIVa Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves, de risicoreserve, de bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd ter afdekking van: Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede
vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Verkregen middelen die door derden beschikbaar zijn gesteld aan de gemeente en dienen te worden besteed aan specifieke doelen. De van de EU, Rijk en Provincie ontvangen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel worden verantwoord als vooruitontvangen middelen (vlottende passiva). In de toelichting op de balans is onder de vlottende passiva, op basis van artikel 52a BBV, een overzicht opgenomen waarin het verloop van deze uitkeringen is weergegeven. Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ één jaar De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met aflossingen. Aangegane verplichtingen en restant budgetten in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) worden op nominale waarde gewaardeerd. Vlottende passiva De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben, met uitzondering van de algemene uitkering en dividend uitkeringen die worden bepaald op grond van respectievelijk de laatst circulaire van het ministerie en besluitvorming over dividend door de bedrijven. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. Materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa geschieden lineair op basis van de verwachte levensduur. De afschrijvingsperiode vangt aan op 1 januari volgend op het jaar van ingebruikname. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd conform de richtlijnen vastgelegd in de nota Investeren, waarderen en afschrijven in de openbare raadsvergadering van 17 januari 2011.
PROGRAMMAREKENING
195
Omschrijving
Afschrijvingstermijn
IVa Kosten van agio of disagio
Grasmatten: herstel e.d. 4
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen
niet activeren
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
4
MVa
Afschrijvingstermijn 5
Gravellagen e.d.
10
Groenvoorzieningen en speelplaatsen: aanleg
20
Groenvoorzieningen en speelplaatsen: ophogen Groenvoorzieningen en speelplaatsen: verbetering/herstel
5 5/10
Havens, haventerreinen en kades
25
Begraafplaatsen: aanleg en uitbreiding
40
Kademuren (incl vernieuwing)
40
Bodemsanering
20
Kunstwerken te water (hout)
30
Grond in erfpacht
75
Kunstwerken te water (staal/beton)
40
Milieuvoorzieningen (wijkverbeteringen)
20
Oevervoorzieningen
40
Parkeerterreinen
30
Gronden en terreinen
niet afschrijven
Grondkosten
75
Woonwagenlocaties: aanleg
20
Woonruimten: aankoop, renovatie en restauratie
25
Woonruimten: nieuwbouw
40
Woonruimten: tijdelijk/nood
10
Woonwagens
15
Bedrijfsgebouwen: nieuwbouw
40
Bedrijfsgebouwen: nieuwbouw BGS
30
Bedrijfsgebouwen: oudbouw BGS
40
Bedrijfsgebouwen: kassen en semi permanent BGS Bedrijfsgebouwen: BGS arbeidsintegratie
196
Omschrijving
10/20 3
Bedrijfsgebouwen: tijdelijk/nood
10
Bedrijfsgebouwen: semi permanent
20
Bedrijfsgebouwen: aankoop, renovatie en restauratie
25
Bedrijfsgebouwen: veiligheidsvoorzieningen
10
Gymnastieklokalen
25
Monumenten: restauratie
25
Onderwijsgebouwen: nieuwbouw
40
Onderwijsgebouwen: noodlokalen/noodgebouwen
10
Onderwijsgebouwen: renovatie
20
Sporthallen
25
Verbeteringen incidenteel
10
Verbouwingen klein
10
Welzijnsaccommodaties
40
Zwembaden: aanleg
25
Zwembaden: renovatie
25
Bruggen
40
Bruggen: herstel
20
Busbanen
20
Fietspaden: aanleg
20
Parkeerterreinen: tijdelijk
5
Parken en grote speelgelegenheden: aanleg
20
Riolering, aangelegd ten noorden van de A20
30
Riolering, aangelegd ten zuiden van de A20
48
Sluis- en tunnelcomplexen
40
Speelgelegenheden (kleiner): aanleg
5
Speelterrein onderwijs: ophogen
5
Speelterrein: aanleg verharding
10
Spoorwegen (banen, emplacement, kunstwerken)
50
Sportvelden: aanleg
20
Sportvelden: drainage
25
Sportvelden: onderbouw kunstgras
30
Sportvelden: toplaag (kunst) gras
10
Sportvelden c.q. volkstuinen: verbetering
10
Straten en pleinen: algehele reconstructie
20
Straten en pleinen: aanleg
30
Straten en pleinen (doorgaand): aanleg
25
Terreinen en wijken: op peil brengen
20
Terreinvoorzieningen
15
Terreinvoorzieningen BGS
20
Terreinwerken (tijdelijk): aanleg
10
Trambaan
30
Tunnels: aanleg
40
Viaducten: aanleg
40
Volkstuinen: aanleg
20
Aanhangwagens
5
Auto
5
Automateriaal zwaar
10
Motorvoertuigen licht
5
Schuiten Transportmiddelen BGS
5 4/5/10
Omschrijving
Afschrijvingstermijn
Transportmiddelen zwaar
5
Brandbeveiliging onderwijs
5
Centrale verwarming: aanleg en vernieuwing
15
Communicatieapparatuur
10
Hardware (o.a. p.c.’s, servers en netwerkhardware) Installaties BGS Installaties BGS arbeidsintegratie
5 10/20 3
Installaties: duurzame inrichting
20
Installaties (technisch) in bedrijfsgebouwen
15
Machines, motoren
10
Machines BGS
3/4/5/7
Machines DSR
15
Parkeermeters
10
Telefooninstallaties
5
Verkeersregelinstallaties
10
Abri’s
10
Bebording
10
Bekabeling t.b.v. data of communicatie
10
Containers Inventarissen BGS Inventarissen BGS arbeidsintegratie
10 4/5/7/10 3
Kantoorinrichting, inventaris, meubilair
10
Leermiddelen
10
Museumverzameling (voor zover bestemd voor verkoop)
75
Muziekinstrumenten
10
Olieopslagtanks
10
Onderwijs: leermiddelen Onderwijs: inrichting Radio- en tv-toestellen
Verder zijn onderstaande specifieke regels van toepassing, conform de financiële verordening: Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Extra afschrijving is toegestaan op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Ten aanzien van afwijkingen op de hierboven genoemde afschrijftermijnen geldt daarnaast dat het college deze afwijkingen vaststelt met inachtneming van: a. het Besluit Begroting & Verantwoording; b. relevante beantwoording op vragen aan de commissie BBV; c. vorenstaande afschrijftermijnen; d. reeds vastgestelde afwijkende afschrijftermijnen. Riolering Voor rioleringswerken een afschrijvingstermijn van 30 jaar ten Noorden van de A20 en 48 jaar ten zuiden van de A20. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa worden als volgt afgeschreven: Kosten sluiten geldleningen: deze worden afgeschreven binnen een periode van maximaal de resterende looptijd van de betreffende leningen. Overige immateriële vaste activa: deze volgen de afschrijvingsduur van de respectievelijke materiële vaste activa waarvoor het onderzoek is uitgevoerd.
3 20 5
FVa Bijdrage aan activa in eigendom van derden
afhankelijk van type activum
Geldleningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen
looptijd lening
Geldleningen: overig langlopend
looptijd lening
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen
-
Uitzettingen (overig) met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
looptijd lening
PROGRAMMAREKENING
197
2. toelichting per balanspost aCtIVa Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriele vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief (BGS)
24
37
Totaal
24
37
Verloop van de boekwaarde van de immateriële vaste activa: Boekwaarde 31.12.2011
Investeringen
Desinvestering
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31.12.2012
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een nieuwbouw huisvesting
37
12
24
Totaal
37
12
24
Materiële vaste activa De materiele vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
In erfpacht uitgegeven gronden
289.412
288.461
Overige investeringen met een economisch nut
150.918
149.843*
19.060
35.084**
459.391
473.388
Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
10.922
7.706
118
122
Bedrijfsgebouwen
97.874
100.108
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
30.287
29.965
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal
* De overige investeringen met een economisch nut zijn als volgt onderverdeeld: Gronden en terreinen Woonruimten
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
198
92
118
7.742
7.743
3.883
4.080
150.918
149.843
Verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een economisch nut: Boekwaarde 31.12.2011
Investeringen
7.706
3.737
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Desinvestering/ correctie
Afschrijvingen
4.850
29.965
1.846
12
Boekwaarde 31.12.2012 10.922
4
100.108
Vervoermiddelen
Bijdragen van derden
521
122
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Extra afschrijvingen
118
4.118
2.955
1.524
97.874 30.287
118
48
59
15
92
Machines, apparaten en installaties
7.743
951
4
948
7.742
Overige materiële vaste activa
4.080
185
381
3.883
149.843
11.615
Totaal
75
7.512
0
2.955
150.918
De voorraad grond aan het Bachplein met het voormalig TNT gebouw is conform BBV per 31 december 2012 opgenomen onder de vaste activa. Daarbij is de grond gewaardeerd tegen de lagere marktwaarde op 31 december 2012 van € 298.000 (WOZ waarde per januari 2012 plus prijspeilcorrectie over 2012). Belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen met economisch nut:
Grondkosten 2e islamitische school Ababil Grondkosten VMBO Schieveste Gronden Elvis, Elton en Madonna De Taaltuin: vervangende nieuwbouw
Beschikbaar gesteld krediet
VR
Werkelijk besteed 2012
Cumulatief besteed t/m 2012
268
VR119/2010
335
373
1.746
begr2006
1.746
1.746
630
VR33/2012
488
488
3.140
VR119/2010
711
782
De Wieken: vervangende nieuwbouw
2.151
VR119/2010
290
386
Nieuwbouw OSG Schravelant
9.127
VR119/2010
3.533
3.868
Nieuwbouw RMPI school
1.399
VR119/2010
820
820
Verbouwing publieksruimten KCC (bouwtechn.)
690
VR103/2010
168
622
Renovatie zwembad Zuid
650
begr2012
168
168
8.259
9.253
Totaal
19.801
** De overige investeringen met een maatschappelijk nut zijn als volgt onderverdeeld: Boekwaarde 31.12.2012 Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 31.12.2011
95
149
18.962
34.931
3
4
19.061
35.084
PROGRAMMAREKENING
199
Verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een maatschappelijk nut: Boekwaarde 31.12.2011 Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Desinvesteringen
Afschrijvingen
149 34.931
Overige materiële vaste activa Totaal
Investeringen
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31.12.2012
25.513
4.420
18.962
54 14.108
95
144
4 35.084
Extra afschrijvingen*
1 14.108
0
3
199
25.513
4.420
19.061
* In het besluit over de begroting 2013 (VR 93/2012) is onder andere aangegeven dat de stelselherziening van het erfpachtstelsel een eenmalig effect heeft op de begrotin 2012 van € 40 miljoen. Hiervan wordt – conform genoemd besluit – € 25 miljoen gebruikt voor het extra afboeken van boekwaarden. Hierdoor ontstaat er een structureel voordeel als gevolg van wegvallende kapitaallasten.
Belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen:
Op peil brengen Groenoord Reconstructie/herinrichting Beatrixlaan
Beschikbaar gesteld krediet
VR
Werkelijk besteed 2012
Cumulatief besteed t/m 2012
1.036
VR68/2004
504
1.117
655
begr2011
258
388
Ophogen Heijermansplein-Faassenplein
1.353
begr2012
1.887
1.887
Ophogen Verzetsheldenbuurt
1.120
begr2011
340
793
Vervangen klep Proveniersbrug Ophogen 's Gravelandsepolder fase 4
200
begr2012
263
423
2.400
begr2012
3.297
3.297
Ontsluitingsweg Schieveste
2.900
VR87/2009
905
1.214
Aanvullend krediet de Velden 2C
1.822
VR115/2011
466
1.822
Vervangen kademuren Nieuwe Haven
557
begr2010
370
655
Oeverconstructie Nieuwe Haven Hagastraat
964
begr2012
822
822
4.000
VR87/2009
1.963
2.032
2.500
VR62/2011
Herstructurering Mathenesse Voorbereidingskrediet A4 Totaal
19.507
940
2.613
12.015
17.063
Financiële vaste activa De financiële activa zijn als volgt onderverdeeld: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Kapitaalverstrekkingen
18.238
18.238
Leningen
31.288
31.937
Overige langlopende leningen
17.239
17.382
5.742
5.604
148
163
72.654
73.325
Overige uitzettingen > 1 jaar Bijdragen in activa van derden Totaal
200
Verloop van de financiële activa: Boekwaarde 31.12.2011
Investeringen
desinvestering
Aflossingen
Boekwaarde 31.12.2012
Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen*
18.238
18.238
Leningen aan: • woningbouwcorporaties
31.937
Overige langlopende leningen
17.382
16
5.604
138
Overige uitzettingen > 1 jaar Bijdragen in activa van derden Totaal
31.288
159
17.239 5.742
163 73.326
649
154
0
16
148
824
72.654
* In de deelnemingen is in verband met een verwacht nadeel een voorziening Toernooiveld van € 450 verdisconteerd.
VLOttenDe aCtIVa Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
• niet in exploitatie genomen bouwgronden
5.298
5.197
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
8.594
10.363
0
802
33
40
13.926
16.402
Grond- en hulpstoffen:
Gereed product en handelsgoederen Overigen Totaal
De gronden in exploitatie hebben per 31 december 2012 een boekwaarde van € 39.134. De grondexploitaties over de bedrijventerreinen zijn per 31 december 2012 nog niet afgesloten. In het 3e kwartaal van 2013 zullen hiertoe voorstellen ter besluitvorming worden voorgelegd. Voor de afdekking van de risico’s in de actieve grondexploitaties is een voorziening gevormd van € 30.539. Voor nadere informatie, waaronder het verloop van de waardering, is het overzicht van actieve en inactieve bouwgrondexploitaties opgenomen. De voorraad gereed product en handelsgoederen betreft het TNT gebouw aan het Bachplein dat aanvankelijk door de WOG zou worden overgenomen. Aangezien er nog geen besluitvorming is over dit terrein, dient de waarde conform BBV te worden geactiveerd (zie vaste materiële activa). Uitzettingen korter dan 1 jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van kleiner dan 1 jaar kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31.12.2012
Voorzieningen
Balanswaarde 31.12.2012
Balanswaarde 31.12.2011
Vorderingen op openbare lichamen
13.382
0
13.382
14.367
Overige vorderingen*
27.490
9.717
17.773
18.775
Totaal
40.872
9.717
31.155
33.141
Voor de afdekking van de risico’s van uitzettingen korter dan 1 jaar zijn de volgende voorzieningen getroffen: voor het afschrijven van dubieuze debiteuren (€ 2.990), voor 40% vordering clienten (€ 6.260) en voor claimkinderopvang (€ 467). * Onder overige vorderingen is een vordering voor een Incidentele aanvullende uitkering (IAU) over de gebundelde uitkering inkomensvoorziening 2011 opgenomen van € 2,7 miljoen. Het verzoek is door het ministerie goedgekeurd. Het bedrag zal in 2013 worden ontvangen.
Effecten Er worden geen effecten aangehouden uit beleggingsoogpunt. PROGRAMMAREKENING
201
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Kassaldi
21
23
Banksaldi
106
218
Girosaldi
231
263
Totaal
358
504
Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen: beklemde middelen EU, Rijk en provincie Totaal
320
234
2.973
1.440
119
227*
3.412
1.901
* Specificatie en verloop van de vooruitbetaalde bedragen; beklemde middelen EU, rijk en provincie in 2012. Saldo 31.12.2011
Besteding
212
54
Vooruitbetaald DRIS stadsregio Fietslessen voor (allochtone) vrouwen Totaal
15
-7
227
47
Vrijval
Ontvangen bedragen
Saldo 31.12.2012
148
119
0
8
0
155
119
PassIVa Vaste passiva Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
10.645
11.348
• overige bestemmingsreserves
73.068
43.556
Resultaat na bestemming
12.914
5.720
Totaal
96.628
60.623
Algemene reserve Bestemmingsreserves:
Het verloop in 2012 wordt in onderstaand overzicht per Algemene reserve weergegeven.
Algemene reserve Algemene reserve BGS Totaal
Saldo 31.12.2011
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig jaar
10.448
28.115
28.901
84
Vermindering ter dekking van afschrijving
9.745*
900 11.348
Saldo 31.12.2012
900 28.115
28.901
84
0
10.645
* De algemene reserve is in 2012 onder andere door een wijziging van het erfpachtstelsel fors toegenomen. In de tweede bestuurrapportage (VR 108/2012) en in de de begroting 2013 (VR 93/2012) is dit toegelicht. Daarnaast is de algemene reserve fors afgenomen onder andere omdat in de begroting 2013 is besloten een aparte risicoreserve in te stellen, waarmee de financiële risico’s als vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen af te dekken. De algemene reserve is per ultimo 2012 onttrokken op basis van het actuele risicoprofiel per 31 december 2012. Zie verder de toelichting op de staat van reserves en voorzieningen.
202
Het verloop in 2012 wordt in onderstaand overzicht per Bestemmingsreserve weergegeven.
Reserve afschrijvingen Reserve instandhouding Schiedams erfgoed Reserve onderwijs (incl. cm)
Saldo 31.12.2011
Toevoeging
Onttrekking
6.886
317
960
Bestemming resultaat vorig jaar
Vermindering ter dekking van afschrijving
Saldo 31.12.2012 6.243
2
0
2
1
3.991
467
20
4.439
Reserve beeldende kunst
194
55
100
149
Reserve parkeren
512
2.550
2.219
842
Reserve renteschommelfonds Reserve schuldvrij maken erfpachtgronden Reserve culturele activiteiten Reserve evenementengarantiefonds Reserve fractieondersteuning Reserve milieubeheer erfpachtgronden Reserve compensatie vm erfpachtinkomsten Reserve grondfonds Reserve aankoop cultuur en historie Reserve grootonderhoud gemeentelijk og Reserve wet maatschappelijke ondersteuning Reserve deelnemingen Reserve omgevingswerken sveaparken Reserve bijzondere bijstand
569
27
6
6
15 0
30
30
1.250
1.250
69
54
123
339
306
645
0
0
791
380
790
381
1.176
2.689
3.865
0
98
220
44
274
116
80
196 5 4.104
Reserve onderhoud verkeersinstallaties
1.758
Reserve actualisering bestemmingsplannen
267
Reserve dienstverleningsconcept
592
Reserve rechtmatigheid
39 1.603
43
Reserve vastgoedbeheer binnenstad
Reserve extra inzet begroting 2009
530
1.603
5 157
815
615
3.646
101
1.657
48
219
646
761
22
22
127
61
66
Reserve verhuizing/huisvest.Filmhuis
14
Reserve centra jeugd en gezin (CJG)
159
159
0
Reserve centra jeugd en gezin (WMO)
683
533
150
Reserve Sportfonds Reserve Personeelsvoorziening Reserve Volkshuisvestingsfonds
1.206 904 1.149
Reserve Riool
3.418
Reserve dekking meerjarentekort 2011-2013
1.206 113
29
1.120
1.098
4.516
335
102
233
2.835
1.300
1.535
249
20
Reserve DU bodemsanering
428
388
Reserve ISV-3 bodemsanering
292
216
Reserve ISV-3
474
1.346
Reserve wijkbudgetten bewonersinitiatieven
100 250
Reserve mjp bodemsanering
Reserve WAP Nieuwland
917
250
Reserve restzettingen Reserve opstellen geluidskaart en plan
14
269 288
528 508
2.315
5.092
4.598*
1.460
272
1.188
462
403
60
PROGRAMMAREKENING
203
Vervolg
Saldo 31.12.2011
Toevoeging
98
171
Reserve WAP Oost Reserve vouchers Nieuwland Reserve wijkbudget IOBS
Onttrekking
269 230
84
5
79 1.457
0
1.204
0
1.817
360
1.204
reserve restwerken afgesloten grexen
0
323
431
Reserve Gemeente Nieuwe Stijl
0
635
69
Reserve Particuliere Woningverbetering
0
773
Reserve Inkomensvoorziening
0
Totaal
516
408* 566 773 0
0
25.480
39.458
41.595
17.429
5.608
0
69.231
223
107
132
9
0
208
Reserve BGS, WSW Reserve BGS, afschrijving nieuw/verbouw
Saldo 31.12.2012
95
reserve kanteling sociaal domein
Risicoreserve
Vermindering ter dekking van afschrijving
326
reserve frictiekosten heroverwegingen
Subtotaal reserves:
Bestemming resultaat vorig jaar
25.480*
3.876
0
267
20
0
3.629
43.557
41.702
17.828
5.637
0
73.068
In de toelichting mutaties reserves en voorzieningen worden de aard en de reden van elke reserve toegelicht, alsmede de afzonderlijke mutaties per reserve. * In het besluit over de begroting 2013 is opgenomen om in 2012 een risicoreserve te vormen gebaseerd op het financiële risicoprofiel. In de paragraaf Weerstandsvermogen is dat profiel per ultimo 2012 berekend op € 25,5 miljoen. Zie ook de toelichting onder de vorige tabel.
Voorzieningen De onderverdeling van de in de balans opgenomen voorzieningen is als volgt: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
7.664
16.913
Door derden beklemde middelen voor specifieke aanwending
3.738
6.958
Arbeidsgerelateerde kosten
4.261
3.404
15.663
27.275
Totaal
204
Het verloop van de voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Saldo 31.12.2011
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
Saldo 31.12.2012
Voorziening BCF
1.440
*1.440
Voorziening garantie verkoop aandelen avr
3.150
3.150
Voorziening WOG
1.900
45
Voorziening claims projecten
0
1.060
Voorziening groot onderhoud
8.643
1.087
Voorziening verwerving Makkerstraat
1.770
1.855
0 1.060
8.534
1.196
**0
1.770
0
voorziening BGS, gevolgkosten onderzoek
0
381
***381
voorziening BGS, kosten onderzoekscie
0
540
***540
Voorziening belastingclaim leaseauto's Voorziening BGS Totaal
0
445
****445
11
639
*****649
16.913
4.152
8.579
4.821
7.664
*
De voorziening BCF is in 2012 verplaatst van de actiefzijde van de balans naar de passiefzijde van de balans, omdat er geen grond meer is om de voorziening in mindering te brengen op de vordering BCF. De vergelijkende jaarcijfers 2011 zijn hier door aangepast. ** De voorziening groot onderhoud valt conform de regels van het BBV vrij en wordt via de bestemming van het resultaat over 2012 gewijzigd in een reserve. *** Naar aanleiding van het onderzoek dat het college in 2012 heeft ingesteld naar de gang van zaken bij BGS zijn twee voorzieningen gevormd. **** Als gevolg van een periodiek onderzoek van de loonadministratie door de belastingdienst zal een naheffing worden opgesteld. ***** De voorziening is verhoogd in verband met verwachte kosten van het opheffen van arbeidsintegratie en enkele claims.
Het verloop van de voorzieningen voor nog te besteden doeluitkeringen in 2012. Saldo 31.12.2011 Voorziening turnkey
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
681
Voorziening terugbetaling Wwb-inkomen
4.973
Voorziening omslagbijdrage regio
1.304
Totaal
6.958
Saldo 31.12.2012 681
3.054 0
3.054
1.919 166
1.138
166
3.738
Aanwending
Saldo 31.12.2012
117
4.261
Het verloop van de voorzieningen arbeidsrelateerde kosten in 2012.
Voorziening pensioenverplichting wethouders Voorziening nagekomen deel vutregeling Totaal
Saldo 31.12.2011
Toevoeging
3.399
979
4 3.404
979
Vrijval
2
3
0
2
120
4.261
In de toelichting mutaties reserves en voorzieningen worden de aard en de reden van elke voorziening toegelicht, alsmede de afzonderlijke mutaties per voorziening.
PROGRAMMAREKENING
205
Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Onderhandse geldleningen: • binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen • binnenlandse banken en overige financiele instellingen
0
0
269.454
257.315
0
53
• buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Waarborgsommen Totaal
83
6
269.537
257.374
In onderstand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2012: Saldo 31.12.2011
Vermeerdering
Aflossingen
Saldo 31.12.2012
257.315
33.644
21.505
269.454
53
-
53
0
Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
0
Onderhandse leningen banken en fin. instellingen Buitenlandse instellingen en overige sectoren Waarborgsommen Totaal
0
6
125
47
83
257.374
33.768
21.605
269.537
Voor een toelichting over de onderhandse geldleningen wordt verwezen naar de paragraaf Financiën in de programmarekening. De totale rentelast voor het jaar 2012 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 10,9 miljoen. VLOttenDe PassIVa Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
Kasgeldleningen *
0
10.000
Bank- en girosaldi
17.768
14.765
Overige schulden
10.497
14.074
Totaal
28.265
38.839
* Het financieringsbeleid is i.v.m. de historisch lage rente gericht op kortlopende leningen. Zie paragraaf Financiering.
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Vooruitontvangen bedragen: beklemde middelen EU, Rijk en provincie Overige vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen
Boekwaarde 31.12.2012
Boekwaarde 31.12.2011
5.496
6.236
688
1.066
17.339
15.163
223.908
224.118
Vooruitontvangen erfpacht: • Erfpacht: vooruitontvangen erfpachtsommen • Erfpacht: vrijgevallen erfpachtsommen Subtotaal erfpacht: Totaal
206
-76.610
-31.998
147.298
192.121
170.821
214.585
Het verloop van de vooruitontvangen bedragen; beklemde middelen EU, Rijk en provincie in 2012. Aanwending
Saldo 31.12.2012
8.602
435
293
121
172
5
1
4
476
17
725
53
672
5
5
0
Verzameluitkering LNV ontw. Visie beatrix park
266
266
0
Vooruitontvangen WBB deel mjp wet bodemsanering
243
117
127
Participatiebudget (voorheen WWB werkdeel) Vooruitontvangen regiosubsidie jeugdw HGGA regeling Kwalificatieplicht Stim. Regeling wingbouwprojecten Jongerenscout
Vooruitontvangen poldervaartroute Vooruitontvangen GSB SIV Vooruitontvangen binnenklimaat huisv prim onderw
Saldo 31.12.2011
Toevoeging
1.342
7.695
66
Vrijval
427
219
219
1.794
1.794
64
64
Vooruitontvangen realisatie Walstroom (stadsregio)
188
44
18
214
Vooruitontvangen Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014
974
4.964
4.173
1.766
39
13
13.870
5.496
Vooruitontvangen Veiligheidshuis Nieuwe Waterweg Nrd. Totaal
52 6.236
13.130
0
niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen (x € 1.000) 1. Gewaarborgde geldleningen, zie overzicht Borg- en garantstellingen
386.129
Een specificatie is verderop in de jaarrekening opgenomen 2. Belastingaanslag 2007
1.750
De belastingdienst heeft na controle van de belastingaangifte over 2007 een aanslag BCF opgelegd van € 1,75 miljoen. Deze aanslag bestaat voor circa de helft uit de BTW over de aanleg van het geluidscherm naast de A20, die niet verrekenbaar zou zijn. De gemeente gaat hier tegen in beroep en verwacht een aanzienlijk lagere aanslag. De voorziening BCF is op ruim voldoende niveau om dit op te vangen. De belastingdienst heeft de controle van de boeken over 2008 nog niet afgerond. Na ontvangst van de aanslag 2008 zal worden bezien in hoeverre de voorziening moet worden aangepast. 3. Mogelijke claim Kidslounge Schiedam heeft enkele jaren terug een kinderdagverblijf (Kidslounge) gesloten omdat het (gedurende lange tijd en ondanks waarschuwingen) niet aan de wettelijke normen voldeed. Het verblijf verkeerde op het moment van sluiting in staat van faillissement. De curator van Kidslounge bereidt momenteel een concept-dagvaarding van de gemeente voor, voor (beweerdelijk) geleden schade tot maximaal € 130.000.
130
PROGRAMMAREKENING
207
Toelichting mutaties reserves en voorzieningen, rekening 2012 000. algemene reserve Doel:
Het afdekken van de risico’s uit reguliere bedrijfsvoering en reserveren van middelen voor onverwachte uitgaven.
Ingesteld:
VR 58/1993 Herindeling/opheffing reserves Begroting 2012
Realisatie 2012
Saldo 01.01.2012
Stand 10.448
Rekeningresultaat 2011 budgetoverheveling regulier
83
Subtotaal
10.531
toevoegingen Eerste begrotingswijziging VR95/2011
1.568
1.568
Verbeterplan vastgoed VR21/2011
1.000
1.000
Berap 1 VR84-2012 budgetoverheveling ISV
2.307
2.307
Heroverwegingen VR93/2012
3.059
3.059
Fasering kredieten 2012 VR93/2012
2.230
2.230
17.951
17.951
Stelselwijziging erfpacht 2013 VR56/2012
28.115 Onttrekkingen Budgetoverheveling 2011-2012 VR55/2011
3.421
3.421
0
25.480
Inschatting risico’s
28.901 saldo 31.12.2012
9.745
001. algemene reserve BGs Doel:
Enerzijds egalisatie van het jaarresultaat van de kostenplaats BGS en het afdekken van bedrijfsvoeringsrisico’s en anderzijds het reserveren van vrij te besteden middelen.
Ingesteld:
VR 228/1988 Contractmanagement-budgetfinanciering BGS Saldo 01.01.2012
900
saldo 31.12.2012
900
100. afschrijvingen Doel:
Het reserveren van bestemde middelen bedoeld voor het dekken van kapitaallasten van investeringen.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening 2004 Saldo 01.01.2012
6.886
toevoegingen Bespaarde rente 2012
288
317 317
Onttrekkingen Werkelijke afschrijvingen 2012
459
476
Zomernota 2012-2016 VR56/2012 vrijval reserve
484
485 960
saldo 31.12.2012
208
6.243
102. reserve Instandhouding schiedams erfgoed Doel:
Het reserveren van opbrengsten uit de verkoop van waarborgzegels voor Schiedamse jenever en moutwijn voor het behoud/herstel van het Schiedams historisch erfgoed.
Ingesteld: Saldo 01.01.2012
2
toevoegingen Werkelijke opbrengst jenevermuseum
5
0 0
Onttrekkingen Zomernota 2012-2016 VR56/2012 vrijval reserve
1
2 2
saldo 31.12.2012
1
107. reserve onderwijs Doel:
Reserveren van overschotten t.b.v. de onderwijshuisvesting.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening Saldo 01.01.2012
3.991
toevoegingen Primaire begroting Berap 1 2012 VR84/2012
60
60
407
407 467
Onttrekkingen Werkelijke kosten
0
20 20
saldo 31.12.2012
4.439
109. reserve beeldende kunst (gemeentelijk deel) Doel:
Uitvoering van het beeldend kunstbeleid. Het fonds is bedoeld om een voorziening op de gemeentebegroting te creëren waarmee voorkomen wordt dat er weglekeffecten ontstaan en waardoor het mogelijk wordt projecten met een langere looptijd dan een begrotingsjaar te realiseren.
Ingesteld:
VR 179/1994 Hoofdlijnen beelden kunstbeleid 1994-1996. Saldo 01.01.2012
194
toevoegingen Werkelijke inkomsten
0
55 55
Onttrekkingen Werkelijke kosten kunstwerk stationplein Zomernota VR56/2012 2012-2016 vrijval reserve
0
50
50
50 100
saldo 31.12.2012
149
112. reserve parkeren Doel:
Egaliseren van het jaarrekeningresultaat op de producten “Parkeren”(214.000), Parkeren Stadswinkel (214.001) en Baten parkeerbelasting (215.000).
Ingesteld:
VR 178/1995 Parkeerplan binnenstad Saldo 01.01.2012
512
toevoegingen Storting opbrengsten parkeren
1.631
2.550 2.550
Onttrekkingen Onttrekking voor parkeerkosten Onttrekking zomernota 2012-2016 VR56/2012 vrijval reserve
1.581
1.984
235
235 2.219
saldo 31.12.2012
842
PROGRAMMAREKENING
209
115. reserve renteschommelfonds Doel:
Het saldo van de kostenplaats Kapitaallasten gaat ten laste/komt ten gunste van deze egalisatiereserve.
raadstukken:
VR 58/1993 Herindeling/opheffing reserves Saldo 01.01.2012
569
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Zomernota 2012-2016 VR56/2012 vrijval reserve
530
530 530
saldo 31.12.2012
39
118. reserve schuldvrijmaken erfpachtsgronden Doel:
Deze reserve is ingesteld om in de toekomst de kosten te dekken, die voortvloeien uit het beëindigen van erfpachtcontracten. Hierbij moet met name gedacht worden aan het uitbetalen van opstalvergoedingen.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening Saldo 01.01.2012
1.603
saldo 31.12.2012
1.603
120. reserve culturele activiteiten Doel:
Het reserveren van incidentele bijdragen van derden als bijdrage aan bepaalde of nog te bepalen culturele activiteiten binnen de gemeente.
Ingesteld:
B&W-besluit nr. 19 d.d. 28 augustus 2001 Saldo 01.01.2012
43
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Werkelijke kosten opdrachten beeldende kunst
0
28 28
saldo 31.12.2012
15
123. reserve evenementengarantiefonds Doel:
Dekken van onvoorziene risico’s bij evenementen, waarvoor de gemeente een subsidiebijdrage verstrekt heeft.
Ingesteld:
B&W-besluit nr. 10 d.d. 29 juli 2003 Saldo 01.01.2012
6
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Zomernota VR56/2012 2012-2016 vrijval reserve
6
6 6
saldo 31.12.2012 reserve wordt opgeheven
0
125. reserve raadsfractieondersteuning
210
Doel:
Reservering van het overschot op de subfunctie Fractie Ondersteuning. De reserve mag niet groter zijn dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam.
Ingesteld:
VR 13/2003: Fractieondersteuning en ambtelijke ondersteuning. Saldo 01.01.2012
30
saldo 31.12.2012
30
129. reserve milieubeheer erfpachtgronden Doel:
Het dekken van kosten voor bodemsanering in geval van het beëindigen van erfpachtovereenkomsten.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening Saldo 01.01.2012
1.250
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Bodemsanering Westmolenstraat VR21/2012
41
0 0
saldo 31.12.2012
1.250
131. reserve compensatie vm erfpachtinkomsten Doel:
Het via de rente over de reserve, compenseren van de wegvallende erfpachtinkomsten wegens de omzetting van erfpacht naar eigendom.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening 2004 Saldo 01.01.2012
69
toevoegingen Resultaat verkoop erfpachtgrond (conversie 2012)
0
54 54
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
123
132. reserve grondfonds Doel:
Reserveren van de opbrengst uit de verkoop van percelen grond wat niet noodzakelijk is voor compensatie van wegvallende erfpachtinkomsten.
Ingesteld:
Jaarrekening 2004 Saldo 01.01.2012 toevoegingen
339 0
306
Resultaat verkoop erfpachtgrond (conversie 2012)
306
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
645
135. reserve aankoop cultuur en historie Doel:
Het aankopen van kunstwerken door het Stedelijk museum.
Ingesteld:
VR58/1993 Saldo 01.01.2012 N.v.t.
0 46
0 0
Onttrekkingen N.v.t.
46
0 0
saldo 31.12.2012 reserve wordt opgeheven
0
PROGRAMMAREKENING
211
138. reserve Grootonderhoud gemeentelijk onroerend goed Doel:
Reserveren van middelen ter egalisering van de kosten voor het grootonderhoud van vastgoed in gemeentelijk bezit.
Ingesteld:
VR42/2006 (Vaststellen jaarrekening 2005) Saldo 01.01.2012
791
toevoegingen Werkelijke opbrengst
0
380 380
Onttrekkingen Berap 1 VR 84/2012
418
0
Berap 2 VR108/2012
371
790 790
saldo 31.12.2012
381
142. reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning Doel:
Dekking van de implementatiekosten van de wet Maatschappelijke Ondersteuning, alsmede ter egalisatie van overschotten of tekorten als gevolg van de uitvoering van de WMO.
Ingesteld:
VR 71/2005 Saldo 01.01.2012
1.176
toevoegingen Eerste begrotingswijziging 2012: storting als gevolg van de septembercirculaire 2011 VR95/2011 Rogplus NWN jaarrekening VR60/2012 Berap 2 2012 VR108/2012
193
193
681
681
1.815
1.815 2.689
Onttrekkingen Primitieve begroting (betreft ontr daklozenvz en dekking bijdrage Rog plus)
744
Berap 1 VR84/2012 ROG PLUS 2012
887
744 694
Decentralisatie AWBZ
0
193
Vrijval reserve
0
2.234 3.865
saldo 31.12.2012 reserve wordt opgeheven
0
148. reserve Deelnemingen Doel:
Algemene risicoreserve deelnemingen.
Ingesteld:
VR113/2010 Saldo 01.01.2012
98
toevoegingen Berap 1 2012 VR84/2012 Verwerving van de grond en opstallen Makkerstraat
220
220 220
Onttrekkingen Werkelijke lasten
44
44 44
saldo 31.12.2012
212
274
151. reserve omgevingswerken realisatie sVea-parken Doel:
Om het door Kommum BV uitgekeerde dividend deelneming Sveaparken conform het B&W-besluit nr. 4 d.d. 5 november 2002, beschikbaar te houden voor omgevingswerken realisatie Sveaparken.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2012
196
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Zomernota VR56/2012 2012-2016 vrijval reserve
116
116 116
saldo 31.12.2012
80
152. reserve Bijzondere bijstand Doel:
Het beschikbaar hebben van middelen t.b.v. niet voorziene cq nieuwe activiteiten ihkv bijzondere bijstand.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2012
5
saldo 31.12.2012
5
154. reserve Vastgoed binnenstad Doel:
Verbeteren van de vastgoedsituatie (= technische staat bebouwing, haalbaarheid projecten, omgevingskwaliteit en het investeringsklimaat) in de Schiedamse binnenstad. Zowel door te investeren in vastgoed en het stimuleren van de verbetering daarvan, als door het creëren van gunstiger vestigings- en investeringsomstandigheden.
Ingesteld:
VR 51/2007 Instellen reserve Vastgoed Binnenstad Saldo 01.01.2012
4.104
toevoegingen Werkelijke inkomsten
0
157 157
Onttrekkingen Primaire begroting
200
97
Berap 2011 project werk aan de winkel
200
410
Berap 1 VR84/2012
97
108
Berap 2 VR108/202
60
0 615
saldo 31.12.2012
3.646
156. reserve Onderhoud verkeersinstallaties Doel:
Onderhoud verkeersinstallaties.
Ingesteld:
Voorjaarsnota 2008 Saldo 01.01.2012
1.758
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Onttrekking onderhoud verkeersinstallaties VR84/2012
1.072
101 101
saldo 31.12.2012
1.657
PROGRAMMAREKENING
213
157. reserve actualisatie bestemmingsplannen Doel:
Actualisering bestemmingsplannen.
Ingesteld:
Voorjaarsnota 2008 Saldo 01.01.2012
267
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap1 VR84/2012
75
48 48
saldo 31.12.2012
219
159. reserve Dienstverleningsconcept Doel:
De financiering van de voorbereidingskosten en concretisering van het dienstverleningsconcept.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2012
592
toevoegingen Primaire begroting
815
815 815
Onttrekkingen werkelijke kosten
815
646 646
saldo 31.12.2012
761
160. reserve extra inzet begroting 2009 Doel:
Financiering extra inzet begroting 2009.
Ingesteld:
VR 63/2008 Zomernota 2009. Saldo 01.01.2012
22
saldo 31.12.2012
22
164. reserve rechtmatigheid Doel:
Financiering project rechtmatigheid.
Ingesteld:
VR 76/2008 Aanpassing Zomernota 2009. Saldo 01.01.2012
127
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap 2 VR108/2012 onttrekking voor project rechtmatigheid
127
61 61
saldo 31.12.2012
66
165. reserve Verhuizing/huisvesting Filmhuis
214
Doel:
Financiering van de verhuizing/huisvesting van het Filmhuis.
Ingesteld:
VR 122/2008 Berap 2008 II. Saldo 01.01.2012
14
saldo 31.12.2012
14
168. reserve Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel JGZ Doel:
Dekking van de kosten met betrekking tot jeugdgezondheidszorg.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2012
159
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Heroverwegingen VR93/2012
159
159 159
saldo 31.12.2012
0
169. reserve Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel WMO Doel:
Dekking van de kosten terzake van het preventief jeugdbeleid, opvoedondersteuning, alsmede de realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2012
683
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Heroverwegingen VR93/2012
335
335
Berap 1 84/2012 bezuiniging
198
198 533
saldo 31.12.2012
150
170. reserve sportfonds Doel:
Reserve voor de uitvoering van de Strategische kadernota Sportbeleid 2009-2014 “Een Leven Lang Sporten en Bewegen”.
Ingesteld:
VR2/2009 Saldo 01.01.2012
1.206
saldo 31.12.2012
1.206
171. reserve personeelsvoorziening Doel:
Als deelnemer aan het voormalige IZA heeft de gemeente Schiedam een bedrag ontvangen. De gelden vloeien indirect terug naar het personeel door de gemeentebrede projecten: Opleiding en Ontwikkeling, ontwikkelkosten a.g.v. organisatiewijziginen, specialistische kennis m.b.t. verandermanagement.
Ingesteld:
VR114/2009 instellen reserve personeelsvoorziening Saldo 01.01.2012
904
toevoegingen Berap 1 VR84/2012 Slotuitkering liquidatie IZA
113
113 113
Onttrekkingen Primaire begroting 2012
100
100
Berap 1 VR84/2012 werkelijk eenmalig onttrekking tbv frictiereserve
817
817 917
saldo 31.12.2012
100
PROGRAMMAREKENING
215
172. reserve Volkshuisvestingfonds Doel:
Verlaging van het woningtekort in bepaalde segmenten, meer kwaliteit en doorstroming, bundeling en optimaal gebruik van de ruimte, extra impulsen, energiebesparing in de nieuwbouw.
Ingesteld:
VR107/2009, Oprichten Volkshuisvestingfonds Saldo 01.01.2012
250
saldo 31.12.2012
250
173. reserve restzettingen sVea-parken Doel:
Ontvangen vergoeding van de GEM Sveaparken voor eventuele restzettingen.
Ingesteld:
VR 114/2009 Saldo 01.01.2012
1.149
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Aanpak onderhoudsproblemen wijk SVEA-parken
68
29 29
saldo 31.12.2012
1.120
174. reserve riolering Doel:
Voor bestemming van het jaarlijks exploitatieresultaat op rioleringen. Hiermee blijft jaarlijks inzichtelijk wat het resultaat op riolering is.
Ingesteld:
VR 7/2009 Vaststelling Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 Saldo 01.01.2012
3.418
toevoegingen Toevoeging op basis van werkelijke opbrengsten
0
1.098 1.098
Onttrekkingen Primaire begroting
300
0
Berap 1 2012 VR84/2012 afkoopsom gemaal bijdorp
298
0 0
saldo 31.12.2012
4.516
175. reserve opstellen geluidskaart en actieplan Doel:
Reserveren van inkomsten van het ministerie van VROM voor het opstellen van een geluidsbelastingkaart en een bijbehorend actieplan.
Ingesteld:
VR67/2010 Vaststelling Gemeenterekening 2009 Saldo 01.01.2012
335
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Primaire begroting
107
102 102
saldo 31.12.2012
216
233
176. reserve dekking meerjarentekort 2011-2013 Doel:
Reserve ter dekking van meerjarentekort 2011-2013.
Ingesteld:
VR124/2010 Vaststelling Derde Financiele Rapportage 2010 Saldo 01.01.2012
2.835
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap 1 2011 onttrekking reserve meerjarentekort VR77/2011
1.300
1.300 1.300
saldo 31.12.2012
1.535
177. reserve uitvoering MJP Bodemsanering Doel:
Uitvoering meerjarenplan Bodemsanering. Voorheen een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regelgeving omgezet in een bestemmingsreserve.
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2012
249
toevoegingen Berap 1 2011 dotatie vz bodem
20
20 20
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
269
178. reserve Du bodemsanering Doel:
Ontwikkeling en uitvoering bodemsaneringsbeleid (decentralisatie-uitkeringen). Was in eerste instantie een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regeling omgezet in een bestemmingsreserve.
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2012
428
toevoegingen Primaire begroting
388
388 388
Onttrekkingen Heroverweging VR93/2012
288
288 288
saldo 31.12.2012
528
179. reserve IsV3 bodemsanering Doel:
Ontwikkeling en uitvoering bodemsaneringsbeleid (geldstroom ISV3). Was in eerste instantie een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regelgeving omgezet in een bestemmingsreserve.
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2012
292
toevoegingen Werkelijke toevoeging
216
216 216
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
508
PROGRAMMAREKENING
217
180. reserve IsV3 Doel:
Middelen ten behoeve van ISV3-projecten RO.
Ingesteld:
Eerste Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
474
Resultaat bestemming 2011 VR55/2012
5.092
Subtotaal
5.567
toevoegingen Berap 1 VR84/2012
1.346
1.346 1.346
Onttrekkingen Berap 1 VR84/2012 budgetoverheveling 2011-2012
3.234
2.315 2.315
saldo 31.12.2012
4.598
181. reserve WaP nieuwland Doel:
Middelen ten behoeve van Meerjarenprogramma WAP Nieuwland.
Ingesteld:
Bestuursrapportage 2011 Saldo 01.01.2012
1.460
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Primaire begroting
282
272
VR58/2012 WAP Nieuwland
678
0 272
saldo 31.12.2012
1.188
182. reserve wijkbudgetten bewonersinitatieven Doel:
Reserve is bestemd voor wijkbudgetten bewonersinitiatieven. Bij de jaarrekening 2010 heeft de accountant aangegeven dat de afhandeling van deze budgetten op basis van de regelgeving via een reserve dient te verlopen.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
462
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap 2 VR108/2012
90
403 403
saldo 31.12.2012
60
183. reserve WaP Oost Doel:
Middelen ten behoeve van Meerjarenprogramma WAP Oost.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
98
toevoegingen Financiering WAP Oost VR80/2012
120
171 171
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
218
269
184. reserve vouchers nieuwland Doel:
Rijksmiddelen bestemd voor vouchers in Nieuwland tot 2017.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
326
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap 2 VR108/2012
100
95 95
saldo 31.12.2012
230
185. reserve wijkbudget IOBs Doel:
De tegoeden op de voormalige bankrekeningen van het voormalig Instituut Ondersteuning. Bewoners in Stadsvernieuwingsgebieden Schiedam (IOBS) worden ten goede van de bewoners besteed.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
84
toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Berap 2 VR108/2012
10
5 5
saldo 31.12.2012
79
189. reserve kanteling sociaal domein Doel:
Herschikking van wijkactiviteiten, een proef met een wijkondersteuning en een uitwerkingsopdracht maatschappelijk aanbesteden. De investering is nodig voor competentieontwikkeling van professionals, die niet zorgen “voor” maar zorgen “dat begeleiding van projecten, herinrichtingen van locaties in wijken, inzet van externe expertise. De kosten die met deze kanteling zijn gemoeid. Zullen naar verwachting nodig zijn over de periode 2012-2015
Ingesteld:
Berap 1/2012 Saldo 01-01-2012
0
toevoegingen Berap 1 VR84/2012 het vormen van deze reserve Werkelijke uitgaven
798
798
0
406 1.204
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
1.204
190. reserve frictiekosten heroverwegingen Doel:
De te verwachten mobiliteitskosten ivm structurele afname van personeelsomvang op te vangen en te onttrekken van deze reserve
Ingesteld:
Berap 1 VR 84/2012 Beslispunt 20 Saldo 01-01-2012
0
toevoegingen Berap 1 VR84/2012 het vormen van deze reserve Berap 2 VR108/2012
817
817
1.000
1.000 1.817
Onttrekkingen Berap 2 108/2012 /werkelijke kosten
460
360 360
saldo 31.12.2012
1.457
PROGRAMMAREKENING
219
191. reserve restwerken afgesloten grondexploitaties Doel:
Afgesloten grondsexploitaties die een positief resultaat hebben, maar waarvoor nog wel een aantal lopende restverplichtingen moeten worden afgehandeld.
Ingesteld:
Jaarrekening 2011 en budgetoverheveling VR 55/2012 Saldo 01.01.2012
0
Rekeningresultaat 2011
516 516
toevoegingen Op basis van realisatie
0
323 323
Onttrekkingen Berap 1 2012 VR84/2012
514
431 431
saldo 31.12.2012
408
192. reserve gemeente nieuwe stijl Doel:
Via intergemeentelijkesamenwerking met de omliggende gemeenten kan de uitvoering van gemeentelijke taken efficienter en de slagkracht worden bevorderd. Nader onderzoek zal plaatsvinden naar de mogelijkheden van intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de gemeentelijke Piofach-functies. Deze kosten voor deze onderzoeken komen ten laste van deze reserve.
Ingesteld:
Berap 2 VR108/2012 Saldo 01.01.2012
0
toevoegingen Berap 2 VR108/2012
500
635 635
Onttrekkingen Werkelijke lasten
0
69 69
saldo 31.12.2012
566
193. reserve particuliere woningverbetering Doel:
Wij verstrekken op verzoek van de Raad en de verordening particuliere woningverbetering een laagrentende leningen en wij bieden begeleiding van particuliere woningverbeteringsproject. Door een storting te doen in een reserve is voor deze meerjarige aanpak geen jaarlijkse budgetoverheveling meer nodig.
Ingesteld:
Berap 2 2012 VR108/2012 Saldo 1-1-2012
0
toevoegingen Berap 2 VR108/2012
700
773 773
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
220
773
194. reserve inkomensvoorziening Doel:
Het dekken van de risico’s aan een betalingsverplichting aan het rijk voor het begrotingsjaar 2013. Tevens dient deze reserves fluctuaties op te vangen in de directie uitgaven en opbrengsten in de inkomensvoorziening. De reserve is gemaximeerd op 10% van de doeluitkering van een lopend boekjaar. Dit perc. is gebasseerd op het maximale financiële risico dat Schiedam loopt.
Ingesteld:
Berap 2 VR108/2012 Saldo 1-1-2012
0
toevoegingen De toevoeging van 1.900.000 vindt in 2013 plaats. zie tekst berap pagina 23
0
0 0
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31-12-2012
0
195. reserve risico’s Doel:
De risico’s die genoemd worden in het paragraaf weerstandvermogen van de jaarrekening en begroting bepaald de storting. Het saldo dat gevormd wordt komt ten laste van de algemene reserve.
Ingesteld:
Begroting 2013-2016 VR93 /2012 Saldo 1-1-2012
0
toevoegingen Risico’s zie paragraaf weerstandvermogen
0
25.480 25.480
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31-12-2012
25.480
reserve BGs, WsW Doel:
Vrij te besteden budgetwinsten
Ingesteld:
VR 228/1988 Contractmangement-budgetfinanciering BGS Saldo 1-1-2012
223
toevoegingen Resultaatbestemming 2011
0
9
Werkelijke baten
0
107 116
Onttrekkingen Werkelijke lasten
0
132 132
saldo 31-12-2012
208
reserve BGs, afschrijving activa Doel:
Dekking van afschrijvingslasten van de nieuwbouw Fokkerstraat en verbouw Van Berkenrodestraat
Ingesteld:
VR 81/2008 Saldo 1-1-2012
3.876
toevoegingen Resultaatbestemming 2011
0
20 20
Onttrekkingen Afschrijvingslasten
0
267 267
saldo 31-12-2012
3.629
PROGRAMMAREKENING
221
Voorzieningen 603. Voorziening dubieuze debiteuren Doel:
Een voorziening voor de financiële nadelen van aanslagen en andere inkomsten die door omstandigheden niet kunnen worden ingevorderd.
Ingesteld:
VR 100/2000 Vaststelling Gemeenterekening 1999 Saldo 01.01.2012
2.423
Vermeerderingen Primaire begroting 2012
34
434 434
Verminderingen 0
5 5
saldo 31.12.2012
2.852
604. Voorziening 40% van vorderingen cliënten Doel:
Het dekken van de financiële nadelen van aanslagen en andere inkomsten die door omstandigheden niet kunnen worden ingevorderd.
Ingesteld:
2004 (Vaststelling jaarrekening 2003) Saldo 01.01.2012
6.237
Vermeerderingen Storting op basis van omvang vorderingen
200
23 23
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
6.260
605. Voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie Doel:
Dekking van tekorten op lopende grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat.
Ingesteld:
2005 (Vaststelling jaarrekening 2004) Saldo 01.01.2012
25.840
Vermeerderingen Primaire begroting 2012
1.600
5.911
Berap 1 VR84/2012
951
0
Berap 2 VR108/2012
545
0
0
1.212
Verminderingen
Werkelijke kosten
5.911
1.212 saldo 31.12.2012
30.539
607. Voorziening BtW compensatiefonds
222
Doel:
Voorziening voor het risico op mogelijke claims in het kader van de verantwoording van het BTW Compensatie Fonds.
Ingesteld:
2006 (Vaststelling jaarrekening 2005) Saldo 01.01.2012
1.440
saldo 31.12.2012
1.440
608. Voorziening pensioenverplichting wethouders Doel:
Voldoende middelen beschikbaar hebben om de aan voormalige wethouders te betalen pensioenen te kunnen voldoen.
Ingesteld:
Jaarrekening 2005 Saldo 01.01.2012
3.399
Vermeerderingen Berap 2 - 2012 herberekening pensioenverplichting 2012
861
979 979
Verminderingen N.v.t.
0
117 117
saldo 31.12.2012
4.261
610. Voorziening garanties verkoop aandelen nV aVr Doel:
Dekking van eventuele aanspraken door de kopers van de aandelen op bij verkoop afgegeven garanties en vrijwaringen gedurende een periode van maximaal 10 jaar (2006-2016). Omvang voorziening bij vorming in 2006 € 4.431.460 en na gedeeltelijke vrijval en restitutie in 2006 per 31-12-06 een omvang van € 3.149.535.
Ingesteld:
B&W besluit nr 4 d.d. 14.02.2006: Verkoop aandelen AVR Saldo 01-01-2012
3.150
saldo 31.12.2012
3.150
611. Voorziening nagekomen deel Vut regeling Doel:
Dekking van lasten n.a.v. vertrek medewerkers medio 2006.
Ingesteld:
Jaarrekening 2005 Saldo 01.01.2012
4
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Werkelijke kosten (suppletie 2011)
0
3
Restant vrijval
0
2 4
saldo 31.12.2012 Voorziening wordt opgeheven.
0
617. Voorziening toernooiveld Doel:
Ter dekking van exploitatieprognose.
Ingesteld:
B&W besluit nr 14 d.d. 8 februari 2009 Saldo 01.01.2012
450
saldo 31.12.2012
450
619. Voorziening overname WOG-projecten Doel:
Voorziening voor verplichtingen die volgen uit de overname.
Ingesteld:
Jaarrekening 2011 Saldo 01.01.2012
1.900
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Afwaardering kapitaaldeelname
0
1.855
Vrijval voorziening
0
45 1.900
saldo 31.12.2012 Voorziening wordt opgeheven.
0
PROGRAMMAREKENING
223
620. Voorziening claims projecten Doel:
De gemeente loopt bij ontwikkelingen van locaties niet zijnde grondexploitaties risico’s op claims van private partijen. In de risicoparagraaf zijn deze risico’s apart benoemd. Wanneer risico’s echter zich met een hoge mate van zekerheid van 90% of meer zullen voordoen, dient hiervoor een voorziening te worden getroffen.In de afgelopen periode hebben zich in enkele zaken ontwikkelingen voorgedaan, waardoor de waarschijnlijkheid op het uitbetalen van een vergoeding door de gemeente is toegenomen.
Ingesteld:
Berap 2 2012 VR108/2012 Saldo 01.01.2012
0
Vermeerderingen Berap 2 VR108/2012 VZ risico projecten
1.000
1.060 1.060
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
1.060
621. Voorziening kinderopvang Doel:
Het is onzeker of de gemeente de bijdrage van de belastingdienst c.q. betrokken uitkeringsgerechtigden gaat ontvangen.
Ingesteld:
Jaarrekening 2012 Saldo 01.01.2012
0
Vermeerderingen Vorming dub. Deb. GWS Kinderopvangtoeslag
0
467 467
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
467
622. Voorziening gevolgkosten onderzoek Doel:
In 2012 heeft het college als gevolg van meldingen vertrouwenspersoon Klokkenluidersregeling en vertrouwenspersoon Ongewenste omgangsvormen een onderzoek ingesteld aangaande integriteitschendingen bij BGS. Deze voorziening is ingesteld om financiële gevolgen van de uitkomsten van het onderzoek te kunnen opvangen. Voor de onderzoekskosten is nu een aparte voorziening getroffen.
Ingesteld:
Jaarrekening 2012 Saldo 01.01.2012
0
Vermeerderingen Vorming van de voorziening
0
381 381
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
381
623 BGs, kosten onderzoekscommissie Doel:
In 2012 heeft het college als gevolg van meldingen vertrouwenspersoon Klokkenluidersregeling en vertrouwenspersoon Ongewenste omgangsvormen een onderzoek ingesteld aangaande integriteitschendingen bij BGS. Hiervoor is een onafhankelijke commissie ingesteld. Deze voorziening is ingesteld om de onderzoekskosten te kunnen opvangen
Ingesteld:
Jaarrekening 2012 Saldo 01.01.2012
0
Vermeerderingen Het vormen van de voorziening
0
540 540
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
224
540
732. Voorziening turn key Doel:
De gemeente heeft een gerechtelijke procedure gestart inzake subsidieafwikkeling Turn Key. Later heeft de gemeente het bezwaar ingetrokken. Het risico dat de gemeente het geld zou moeten terugbetalen bestaat nog steeds.
Ingesteld:
1-1-2011 (n.a.v. accountantscontrole jaarrekening 2010) Saldo 01.01.2012
681
saldo 31.12.2012
681
733. Voorziening Gedeeltelijke terugbetaling WWB Inkomen Doel:
Het beschikbaar hebben van financiële middelen om de terugbetaling te financieren.
Ingesteld:
Jaarrekening 2006 Saldo 01.01.2012
4.973
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Zomernota 2012-2016 vrijval vz VR56/2012
3.054
3.054 3.054
saldo 31.12.2012
1.919
740. Voorziening omslagbijdrage regio Doel:
Voorziening is bestemd voor bijdragen aan de regionale, aan de woningbouwopgave gerelateerde, infrastructuur en grote regionale groenprojecten.
Ingesteld:
Tweede Bestuursrapportage 2008 Saldo 01.01.2012
1.304
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Werkelijke kosten
0
166 166
saldo 31.12.2012
1.138
745. Voorziening groot onderhoud Doel:
Ter financiering van het Meerjaren Beheer- en OnderhoudsPlan (MBOP) openbare ruimte
Ingesteld:
Programmabegroting 2010 (VR91/2009) Saldo 01.01.2012
8.643
Vermeerderingen Toevoeging aan voorziening groot onderhoud voor uitvoering MBOP
0
1.087 1.087
Verminderingen Vermindering voor uitvoering MBOP
0
1.196 1.196
Vrijval Conform BBV vrijgevallen (wordt reserve)
8.534 8.534
saldo 31.12.2012
0
PROGRAMMAREKENING
225
748. Voorziening verwerking Makkerstraat Doel:
Voorziening voor de aankoopplicht van de grond met opstallen aan de Makkerstraat 1, 2, 3, 4 ,5 6, 8 en 10.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2012
1.770
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Werkelijke kosten
0
1.770 1.770
saldo 31.12.2012 Voorziening wordt opgeheven.
0
749. Voorziening belastingclaim leaseauto’s Doel:
Het voorzien van de belastingclaim inzake leaseauto’s
Ingesteld:
Jaarrekening 2012 Saldo 01.01.2012
0
Vermeerderingen Verwachte claim belastingdienst
0
445 445
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
saldo 31.12.2012
226
445
PROGRAMMAREKENING
227
Borg- en garantstellingen per 31 december 2011 Categorie
Datum en nr. B&W raadsbesluit
Geldnemer
Sport
14-9-2010; 3
Asvion SSV
Sport
24-3-2009; 6
Hermes-DVS
Sport
17-5-1982; 96
Stg. Tenniscentrum S’dam Nrd.
Totaal Sport Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Totaal aanpassing i.v.m. handicap Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Totaal gezondheidszorg Monument & verbetering
particulier
Totaal monument & verbetering Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
St. Jacobsgasthuis
Totaal ouderen huisvesting
228
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Mooiland Vitalis
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Mooiland Vitalis
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Geldgever (bedragen in €) ABN AMRO Bank N.V.
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Hoofdsom = Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2012
Restant hoofdsom eind 2012
90.000,00
10
100%
78.750,00
69.750,00
Coöp. Rabobank Schiedam-Vlaardingen
270.000,00
30
100%
237.375,00
223.875,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
144.540,28
30
100%
18.071,28
0,00
334.196,28
293.625,00
St.Pensioenfonds Woningbouw SPW (via APG)
504.540,28 18.266,92
100%
4.873,98
1.815,06
St.Pensioenfonds Woningbouw SPW (via APG)
11.349,95
100%
2.297,92
0,00
St.Pensioenfonds Woningbouw SPW (via APG)
9.167,27
100%
1.000,57
0,00
St.Pensioenfonds Woningbouw SPW (via APG)
20.156,92
100%
3.968,53
0,00
12.141,00
1.815,06
58.941,06 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.081.895,00
100%
1.757.495,59
1.708.514,25
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.429.407,71
100%
1.095.879,27
1.048.232,35
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.382.346,21
40%
2.042.011,04
1.928.565,98
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
907.560,46
40%
816.804,41
771.426,39
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.429.407,71
40%
1.157.139,58
1.089.072,55
6.869.329,89
6.545.811,52
58.977,48
56.137,69
58.977,48
56.137,69
8.230.617,09 STICHTING NATIONAAL RESTAURATIEFONDS
89.973,73
100%
89.973,73 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.913.143,64
100%
2.036.636,82
1.897.713,97
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
388.368,35
100%
274.059,21
256.358,79
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
388.017,57
100%
282.700,31
264.670,52
ABN AMRO Bank N.V.
1.678.986,80
100%
804.125,00
735.177,00
3.397.521,34
3.153.920,28
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.173.607,24
50%
2.173.607,24
2.173.607,24
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.644.109,08
50%
2.446.161,90
2.415.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
2.860.299,22
50%
3.004.000,00
3.004.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
2.500.000,00
50%
2.500.000,00
2.500.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.750.000,00
50%
5.750.000,00
5.750.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.815.000,00
50%
1.815.000,00
1.815.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.382.346,13
50%
971.000,00
680.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.030.666,47
50%
825.000,00
578.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.099.318,88
50%
2.314.000,00
2.235.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
16.838.422,48
50%
16.838.422,48
16.838.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.176.000,00
50%
444.000,00
226.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
4.537.802,16
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.545.707,01
50%
2.264.000,00
0,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
3.854.862,94
50%
3.517.000,00
2.476.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
433.000,00
50%
390.000,00
0,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.222.030,12
50%
1.099.000,00
1.086.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.246.000,00
50%
1.121.000,00
1.108.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.552.000,00
50%
1.396.000,00
1.380.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.460.000,00
50%
4.012.000,00
3.966.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
3.737.000,00
50%
3.421.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
11.255.000,00
50%
10.382.000,00
10.224.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.806.703,24
50%
4.660.000,00
0,00
5.368.516,36
PROGRAMMAREKENING
229
Categorie
230
Datum en nr. B&W raadsbesluit
Geldnemer
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Geldgever (bedragen in €)
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Hoofdsom = Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2012
Restant hoofdsom eind 2012
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.807.000,00
50%
6.807.000,00
6.807.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.075.604,32
50%
3.993.000,00
3.630.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,25
50%
1.815.000,00
1.634.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,17
50%
3.245.000,00
3.086.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,17
50%
3.185.000,00
3.022.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
3.181.000,00
3.017.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
3.243.000,00
3.083.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.806.703,24
50%
4.659.818,76
4.408.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.000.000,00
50%
4.000.000,00
4.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.658.969,65
50%
1.178.199,41
1.104.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.075.604,32
50%
9.075.604,32
9.075.604,32
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
5.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
0,00
DEPFA-BANK EUROPE PIC
12.450.000,00
50%
12.450.000,00
12.450.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.808.414,67
50%
4.167.000,00
4.021.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.538.000,00
50%
4.538.000,00
4.538.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
1.815.000,00
1.634.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.630.241,73
50%
3.630.241,73
3.630.241,73
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
5.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.646.261,06
50%
8.257.939,38
8.043.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.630.241,73
50%
3.630.241,73
3.630.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.000.000,00
50%
3.000.000,00
3.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.000.000,00
50%
4.000.000,00
0,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.500.000,00
50%
4.500.000,00
4.500.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
11.000.000,00
50%
11.000.000,00
11.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
11.000.000,00
50%
11.000.000,00
11.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
Gemeente Schiedam
16.074.000,00
50%
10.592.000,00
10.014.000,00
Gemeente Schiedam
2.673.000,00
50%
1.979.000,00
1.908.000,00
Gemeente Schiedam
19.365.000,00
19.365.000,00
50%
19.365.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
12.000.000,00
50%
12.000.000,00
12.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.048.584,34
50%
444.190,49
226.439,38
PROGRAMMAREKENING
231
Categorie
Datum en nr. B&W raadsbesluit
Geldnemer
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Totaal St. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang constructie) Toelichting: de borgstelling is 100% door het fonds maar mocht deze in liquidteitsproblemen komen dan moeten de gezamenlijke gemeenten voor 50% in het liquidteitstekort voorzien (het rijk voor de andere 50%) door het verstrekken van renteloze leningen aan het fonds. De gemeenten die als ‘schadegemeente’ worden aangemerkt dienen op basis van een formule een hoger aandeel in de te verstrekken leningen te leveren. Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.913.439
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.915.040
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.908.370
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.907.730
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.930.449
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.937.184
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.922.926
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.923.604
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.915.520
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.942.714
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.915.806
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.916.152
Totaal woningverbetering Projectontwikkeling
6-7-2010; 8
V.o.f. Toernooiveld
Jenevermuseum
9-11-1993; -
Stg. De Gekroonde Brandersketel
Jenevermuseum
1986
Stg. De Gekroonde Brandersketel
Totaal overigen Gemeentegaranties / borgstellingen van vòòr 1-1-1995 (risico gemeente is afgekocht bij St. WEW in 1995) Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (St. WEW = Nationale Hypotheek Garantie; NHG); van 1-1-1995 tot 1-1-2011 * Totaal eigen woningbezit totaal generaal
232
Diverse particulieren 24-10-1994; 188
Geldgever (bedragen in €)
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Hoofdsom = Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2012
Restant hoofdsom eind 2012
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten; nr. 40.84459.01
2.178.144,99
50%
1.815.120,83
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten; nr. 40.84461.01
2.178.144,99
50%
1.815.120,83
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.779.573,70
50%
3.184.515,96
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.782.456,56
50%
3.181.042,69
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.307.163,44
50%
4.167.113,02
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.719.314,28
50%
3.993.265,93
3.630.241,75
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.496.931,18
50%
2.263.880,17
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.459.462,54
50%
4.098.780,95
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.389.912,01
50%
2.314.366,94
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.684.683,24
50%
3.242.754,92
3.082.962,36
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.685.717,26
50%
3.245.116,81
3.085.683,69
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
11.094.658,63
50%
10.382.028,63
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
829,749,76
50%
829.749,76
679.525,96
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
705.515,04
50%
705.515,04
577.783,58
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.500.000,00
50%
8.500.000,00
8.500.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.500.000,00
50%
9.500.000,00
9.500.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.000.000,00
50%
2.000.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.806.703,24
50%
4.408.078,85
4.408.078,85
432.278.680,93
366.745.168,86
477.202.694,20
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
54.453,63
100%
3.561,21
0,00
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
24.050,35
100%
13.843,24
12.794,34
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
68.067,03
100%
35.196,28
32.142,41
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
90.302,26
100%
40.954,43
36.072,89
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
8.531,07
100%
4.954,99
4.623,80
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
70.789,71
100%
24.609,76
21.563,95
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
36.302,42
100%
13.014,93
10.808,04
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
31.310,83
100%
18.758,12
17.538,15
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
83.041,78
100%
47.468,39
44.041,87
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
24.050,35
100%
10.450,56
9.273,59
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
58.991,43
100%
12.514,22
8.829,34
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
65.752,75
100%
13.905,58
9.435,33
615.643,61 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten ABN AMRO Bank ABN AMRO Bank
100%
239.231,71
207.123,71
300.000,00
1
50%
300.000,00
300.000,00
73.402,00
20
100%
8.257,79
4.587,67
66.388,00
28
100%
439.790,00 Diverse geldgevers
48.354.516,94
1%
5.334,72
2.963,72
313.592,51
307.551,39
15.068.322
8.817.807,68
48.354.516,94
15.068.321,98
8.817.807,68
540.865.233,27
458.571.993,12
386.128.961,19
PROGRAMMAREKENING
233
Categorie
Datum en nr. B&W raadsbesluit
Geldnemer
* Betreft NHG achtervangfunctie van de gemeente met het rijk (ieder voor 50%) voor Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (St. WEW) d.m.v eventuele verstrekking van renteloze lening aan de stichting waarvan de hoogte wordt bepaald door een contractuele berekening welke gerelateerd is aan door St. WEW in Schiedam verstrekte borgstellingen en in Schiedam gerealiseerde verliezen. Vanaf 1-1-2011 wordt het risico van achtervang voor nieuwe borgtochten volledig door het rijk gedragen. Voor de in de periode 1-1-1995 tot 1-1-2011 door St. WEW verstrekte borgtochten blijft de bestaande risicoverdeling bestaan. Het risico dat voortvloeit voor de gemeente dat aan St. WEW renteloze geldleningen moeten worden verstrekt en dat deze niet terugbetaald worden, is zeer beperkt (derhalve percentage gesteld op 1%). Ter illustratie de situatie per 31-12-2010 volgens opgave St. WEW van de door de stichting in de periode 1995-2010 verstrekte garanties met achtervang van gemeente Schiedam (oorspronkelijke aantallen en bedragen zonder aflossingen o.i.d):
234
Geldgever (bedragen in €)
Oorspronkelijk hoofdsom
NHG Aankoop woningen per 31-12-2010: 5.927 stuks
927.000.000,00
NHG kwaiteitsverb.won. per 31-12-2010: 888 stuks
127.000.000,00
NHG overigen: 153 stuks totaal st. WeW; nationale Hypotheekgarantie
Looptijd lening in jaren
Hoofdsom = Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2012
Restant hoofdsom eind 2012
17.000.000,00 1.071.000.000,00
(periode 1995-2010 met achtervang gemeente Schiedam)
PROGRAMMAREKENING
235
Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties Boekwaarde per 1-1-2012
Vermeerderingen 2012
Verminderingen 2012
Interne overboekingen
(Contante waarde)
(€)
(€)
(€)
(€)
649
1.229
99
-
-
Staat P: Grondexploitaties 2013 (Bedragen x € 1.000) Complex
POSITIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
NEGATIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
Actieve Bouwgrondexploitaties
(Contante waarde) -
Binnenstad: Broersvest Binnenstad Verbrande panden
-
488
350
129
-190
-289
3.306
-
-1.065
19
-49
-
Industrieterrein ‘s-Graveland-noord 1
-
1.414
8.388
767
-409
-
Bedrijvenpark Schieveste
-
7.614
6.414
899
-313
-
Bedrijvenpark Vijfsluizen
Kop van de Singel Oranjeburgh Buurt 15 Daltonstraat 2-22
21
-
169
72
-21
-
-
4.080
8.911
1.557
-242
-
-
2.396
-245
854
-1
-
17
-
-735
203
-1.468
-
herstructurering Mathenesse
312
-
619
-
-40
-
Vastgoedbeheer Binnenstad
46
-
-
300
-
-
-
8.475
11.870
1.539
-
-187
‘s Graveland Zuid / Spaanse Polder
Over het Water Ontwikkeling Wibautplein
-
724
298
2.274
-1.711
-861
3.702
25.840
36.203
8.712
-4.444
-1.337
Binnenstad; Westmolenstraat
-
-
1.635
75
-
-161
Mathenesse: Gustoterrein
-
-
3.561
187
-
-
Afgesloten gebieden
-
-
-
-
-
-
Totalen niet actieve bouwgrondexploitaties
-
-
5.196
262
-
-161
3.702
25.840
41.399
8.974
-4.444
-1.498
Totalen actieve bouwgrondexploitaties niet actieve Grondexploitaties
Overigen totaal Bouwgrondexploitatie
* De nog te maken kosten 2013 voor deze grondexploitaties zijn gestort in de reserve restwerken afgesloten grondexploitaties.
236
Mutatie boekwaarde
Boekwaarde per 31-12-2012
Nog te maken kosten
Nog te realiseren opbrengsten
POSITIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2013
NEGATIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2013
Afdekken door Voorziening
(Contante waarde)
(Contante waarde)
(Contante waarde)
720
720
(€)
(€)
(€)
(€)
99
1.328
547
1.087
-350
-
-30
-1.095
358 586
10* 719
3.867
3.388
-
8.746
4.723
13.389
64
64
7.000
21.830
12.815
8.532
8.532
51
220
796
978
35
35
1.315
10.226
7.095
11.001
5.048
5.048
2.727
2.727
853
608
3.317
511
-1.265
-2.000
25.676
23.759
53
-
-40
579
12.950
14.527
728
300
300
196
495
-
1.352
13.222
11.001
6.285
13.413
13.413
4.169
30.539
30.539
-298
-
2.931
39.134
323*
-86
1.549
187
3.748
-
-
-
-
-
-
101
5.297
75
-
-
-
-
3.032
44.431
89.258
88.714
4.169
30.539
30.539
89.183
75*
88.714
-
PROGRAMMAREKENING
237
238
Jaarrekening V Bijlagen
Overzicht van gerealiseerde lasten en baten per product Verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa) Afkortingenlijst
PROGRAMMAREKENING
239
Overzicht van gerealiseerde lasten en baten per product
240
Productnummer en -naam (bedragen x € 1.000) 1001 Bestuurszaken college 1002 Bestuurszaken raad 1003 Bestuurszaken toezicht 1004 Burgerzaken 1007 Dienstverlening 1008 Archief Resultaat voor bestemming 1999 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011 Lasten Baten Saldo 5.041 349 -4.692 1.745 0 -1.745 212 0 -212 5.491 1.350 -4.141 902 0 -902 1.589 37 -1.552 14.980 1.736 -13.244 1.158 972 -186 16.138 2.708 -13.430
Begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.104 1.021 -5.083 1.530 0 -1.530 233 0 -233 4.925 1.537 -3.388 924 0 -924 2.343 28,2 -2.315 16.060 2.586 -13.473 1.315 831 -484 17.375 3.417 -13.958
Rekening 2012 Lasten Baten Saldo 5.597 3 -5.595 1.605 3 -1.603 213 0 -213 5.145 1.439 -3.707 766 0 -766 2.284 22 -2.261 15.611 1.467 -14.144 1.450 780 -670 17.061 2.247 -14.814
2001 Beheer openbare ruimte 2002 Verkeer 2003 Openbaar vervoer 2004 Ruimtelijke ontwikkeling 2005 Planontwikkeling 2006 Parkeren 2007 Havens 2008 Waterbeheer Resultaat voor bestemming 2999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
23.047 1.602 878 1.910 3.394 1.096 2.067 1.271 35.264 2.682 37.946
253 123 443 0 204 2.210 942 51 4.227 9.615 13.842
-22.795 -1.479 -434 -1.910 -3.189 1.114 -1.124 -1.220 -31.037 6.932 -24.104
30.430 4.323 4.671 2.051 3.662 894 1.921 2.252 50.204 1.631 51.835
520 33 268 0 455 2.433 976 51 4.736 3.120 7.856
-29.910 -4.290 -4.403 -2.051 -3.207 1.539 -945 -2.201 -45.468 1.489 -43.979
30.355 3.407 4.458 2.044 3.048 1.172 1.850 2.241 48.576 2.707 51.283
8.824 62 148 0 302 2.551 1.120 2 13.009 2.434 15.443
-21.531 -3.344 -4.310 -2.044 -2.747 1.379 -730 -2.239 -35.567 -273 -35.840
3001 Onderwijsbeleid 3002 Primair onderwijs 3003 Voortgezet onderwijs 3005 Milieu educatie 3006 Sport en recreatie 3007 Sportaccomodaties 3008 Bibliotheekwerk 3010 Culturele activiteiten 3011 Sociaal cultureel werk 3012 Maatschappelijk werk 3013 Kinderopvang 3014 Inkomensvoorziening 3015 Werkgelegenheidsbeleid 3016 Vormingswerk 3017 Volksgezondheid 3018 Wet op de lijkbezorging 3019 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 3020 Dierenwelzijn 3021 Participatiebudget Resultaat voor bestemming 3999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
10.153 4.531 2.027 1 1.321 6.419 2.991 1.518 5.559 16.975 1.190 51.824 19.599 465 4.270 112 563
5.021 98 121 0 72 1.653 5 52 93 3 111 39.062 19.657 0 2.142 0 0
-5.132 -4.433 -1.907 -1 -1.249 -4.765 -2.986 -1.466 -5.466 -16.972 -1.079 -12.762 58 -465 -2.128 -112 -563
10.749 5.074 2.267 27 1.048 6.861 2.872 1.134 4.188 13.074 1.044 49.974 19.132 485 4.255 81 673
8.379 116 78 15 22 2.108 0 31 0 700 34 41.630 19.315 0 381 4 0
-2.370 -4.959 -2.189 -12 -1.026 -4.753 -2.872 -1.103 -4.188 -12.374 -1.010 -8.343 183 -485 -3.874 -77 -673
9.123 5.230 2.461 2 1.052 6.014 2.872 1.092 4.145 12.926 896 50.154 24.151 432 4.046 81 636
6.599 205 118 0 43 1.982 4 -35 14 715 40 43.945 21.898 0 318 10 0
-2.524 -5.025 -2.342 -2 -1.009 -4.032 -2.868 -1.127 -4.130 -12.211 -856 -6.209 -2.253 -432 -3.728 -71 -636
141 18.472 148.132 982 149.113
0 14.469 82.559 5.679 88.238
-141 -4.003 -65.572 4.698 -60.875
135 14.132 137.206 4.034 141.240
0 11.124 83.938 3.017 86.955
-135 -3.008 -53.268 -1.017 -54.285
134 12.668 138.111 4.547 142.659
0 8.762 84.510 5.675 90.185
-134 -3.906 -53.601 1.127 -52.474
Productnummer en -naam (bedragen x € 1.000) 4001 Straatmarkten 4002 Cultuurbeoefening 4003 Kunst en cultuur 4004 Musea 4005 Toerisme 4006 Monumentenbescherming 4007 Monumenten 4008 Recreatie 4009 Economische zaken 4010 Grondzaken 4011 Ruimtelijke ordening 4012 Evenementen 4013 Geo informatie Resultaat voor bestemming 4999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011 Lasten Baten 168 98 346 0 1.601 0 3.145 14 1.324 0 352 0 526 21 29 63 880 216 63.970 64.162 405 834 215 12 1.272 59 74.234 65.479 483 4.675 74.717 70.154
Saldo -70 -346 -1.601 -3.131 -1.324 -352 -505 34 -665 192 429 -203 -1.213 -8.755 4.192 -4.563
Begroting 2012 Lasten Baten 135 101 444 0 1.776 0 3.020 13 1.545 0 383 5 507 21 61 61 1.253 230 38.414 84.004 387 0 382 0 1.258 96 49.566 84.531 1.271 3.719 50.837 88.250
5002 Openbare orde en veiligheid Resultaat voor bestemming 5999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
10.057 10.057 0 10.057
364 364 1.127 1.490
-9.694 -9.694 1.127 -8.567
10.712 10.712 0 10.712
458 458 837 1.295
-10.254 -10.254 837 -9.417
10.705 10.705 0 10.705
436 436 837 1.273
-10.270 -10.270 837 -9.433
Saldo -34 -444 -1.776 -3.007 -1.545 -378 -486 0 -1.023 45.590 -387 -382 -1.162 34.966 2.448 37.413
Rekening 2012 Lasten Baten 78 103 488 98 1.558 0 2.998 5 1.408 0 378 9 474 21 29 66 931 209 46.491 90.540 385 0 395 3 1.241 51 56.855 91.105 2.339 2.805 59.193 93.910
Saldo 25 -390 -1.558 -2.993 -1.408 -369 -453 37 -723 44.049 -385 -392 -1.190 34.251 466 34.717
6001 Natuur- en groenbeheer 6002 Milieu 6003 Afvalbeheer 6004 Afvalheffingen 6005 Rioleringbeheer 6006 Riolering heffingen 6007 Bouw- en woningtoezicht 6008 Stadsvernieuwing 6009 Volkshuisvesting 6010 Volkshuisvesting ISV programma 6011 Geluidshinder 6012 Milieubeheer 6013 Milieubeleid Resultaat voor bestemming 6999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
7.009 344 8.900 0 5.833 0 2.573 2.468 5.250 157
262 188 60 9.614 295 6.655 1.004 0 3.324 0
-6.747 -156 -8.840 9.614 -5.538 6.655 -1.569 -2.468 -1.926 -157
5.600 405 9.236 0 6.769 0 2.453 1.598 4.868 38
366 0 64 10.276 7 8.113 735 0 2.882 0
-5.234 -405 -9.172 10.276 -6.762 8.113 -1.718 -1.598 -1.986 -38
5.981 130 8.790 0 6.263 0 2.399 1.698 4.913 38
376 0 112 10.419 0 8.197 675 0 2.900 0
-5.605 -130 -8.678 10.419 -6.263 8.197 -1.724 -1.698 -2.013 -38
117 2.464 338 35.454 7.282 42.736
0 81 0 21.482 11.879 33.361
-117 -2.383 -338 -13.972 4.597 -9.374
211 3.267 665 35.110 1.325 36.434
0 436 242 23.121 3.633 26.753
-211 -2.831 -422 -11.989 2.308 -9.681
226 2.550 290 33.278 2.496 35.775
0 123 18 22.819 2.704 25.523
-226 -2.427 -272 -10.459 208 -10.251
7001 Algemene uitkering 7002 Belastingen 7003 Beleggingen 7004 Onvoorziene uitgaven 7005 Saldo financieringsfunctie Resultaat voor bestemming 7999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
89 1.877 813 3.425 8.068 14.271 8.166 22.437
101.550 13.509 12.151 2.057 1.030 130.297 16.328 146.624
101.462 11.632 11.338 -1.369 -7.037 116.026 8.161 124.187
0 1.867 813 921 4.584 8.184 30.679 38.863
96.778 14.109 13.000 3.654 5.386 132.927 4.874 137.801
96.778 12.243 12.187 2.733 802 124.743 -25.805 98.938
0 1.819 813 1.318 4.053 8.003 56.187 64.190
99.149 14.570 12.245 5.412 5.920 137.297 30.487 167.784
99.149 12.752 11.433 4.094 1.867 129.294 -25.701 103.593
4.082 4.082 2.999
699 699 3.109
-3.383 -3.383 110
4.111 4.111 40
50 50 1.393
-4.061 -4.061 1.353
3.652 3.652 91
153 153 1.008
-3.499 -3.499 916
7.081 360.226
3.808 360.226
-3.273 -0
4.151 351.447
1.443 353.772
-2.708 2.324
3.744 384.610
1.161 397.525
-2.583 12.914
8001 Wijkontwikkeling Resultaat voor bestemming 8999 Mutaties reserves Wijkontwikkeling Resultaat na bestemming totaal
PROGRAMMAREKENING
241
Overzicht sIsa Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
OCW
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OaB)
D9
I N D I C A T O R E N
Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Gemeenten
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01 I&M
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009 Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering; Provincies en gemeenten
I&M
E6_ 2010
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009_Hernieuwde uitvraag 2010
€0
€ 1.181.206
Besteding (jaar T) ten laste van Wbb
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: E6 / 01 € 122.414
Nee
Aantal saneringen
Aantal bodemonderzoeken
in te vullen zodra de prestaties behaald zijn
in te vullen zodra de prestaties behaald zijn
Aard controle D1 Indicatornummer: E6 / 03
Aard controle D1 Indicatornummer: E6 / 04
18
13
Besteding 2010 uit Wbb
Besteding 2010 uit FES
Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering; Provincies en gemeenten
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E6 / 02
Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 01
Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 02
€ 12.453
€0
Eindverantwoording Ja/Nee
Aantal saneringen (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aard controle D1 Indicatornummer: E6_2010 / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E6_2010 / 07 Nee
242
4
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Aard controle nvt Indicatornummer: D9 / 04
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03 € 2.991.511
€ 974.340
Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB)
Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB)
Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB)
in te vullen zodra de prestaties behaald zijn
in te vullen zodra de prestaties behaald zijn
in te vullen zodra de prestaties behaald zijn
Aard controle D1 Indicatornummer: E6 / 05
Aard controle D1 Indicatornummer: E6 / 06
Aard controle D1 Indicatornummer: E6 / 07
31.926,00
18.100,00
605,00
Bestedingen (Wbb) van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt
Uitgaven (Wbb) van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt
Bestedingen (FES) van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt
Uitgaven (FES) van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt
In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel
In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel
In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel
In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 06
Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 05
Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 04
Aard controle R Indicatornummer: E6_2010 / 03 €0
€0
€0
€0
Aantal bodemonderzoeken (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) Aard controle D1 Indicatornummer: E6_2010 / 12
Aard controle D1 Indicatornummer: E6_2010 / 09 9
Aard controle D1 Indicatornummer: E6_2010 / 10 1.760,00
Aard controle D1 Indicatornummer: E6_2010 / 11 1.012,00
1.900,00
PROGRAMMAREKENING
243
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
SZW
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012
G1C1
I N D I C A T O R E N
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten verantwoorden hier alleen het gemeentelijk deel indien er in (jaar T) enkele of alle inwoners werkzaam zijn bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr.
SZW
G1C2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T);
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief deel openbaar lichaam
exclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 02
643,50
29,31
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar t-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1);
alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1)
inclusief deel openbaar lichaam
1 SZW
G2
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOaW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
244
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1C-2 / 01 0606 (schiedam) Besteding (jaar T) algemene bijstand
676,00 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 01 € 33.915.495
€ 1.427.074
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 03 € 983.533
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 04 € 41.452
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 05
37,12
509,80
5,08
PROGRAMMAREKENING
245
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
SZW
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOaZ)
G2
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIk) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
I N D I C A T O R E N
Besteding (jaar T) IOAZ
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05 € 8.130
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07 € 26.598
€ 9.751
Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09 €0 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 € 175.388
€ 16.813
Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07 €0
246
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06
€ 72.622
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
€0
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
€ 54.625
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03 € 27.502
Besteding (jaar T) Bob
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
€ 50.620
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06 €0
PROGRAMMAREKENING
247
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
SZW
Wet participatiebudget (WPB)
G5
I N D I C A T O R E N
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc’s
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. € 8.641.021
€ 625.403
Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 07
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06 VWS
H10_ 2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 01
126
331
Besteding 2008 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2009 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Tijdelijke regeling CJG Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 01
Gemeenten € 953.189
248
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 02 € 1.757.125
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
€ 39.387
€0
Besteding 2010 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03 € 2.327.793
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Aard controle D1 Indicatornummer: H10_2010 / 05
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 04 € 2.761.224
Ja
PROGRAMMAREKENING
249
afkortingen AMW APV ASV Awb AWBZ BAG Bbp BBSH BBV BDU SIV BDU ISV BERAP BGS Bhvbz BIJ BING BIZ BNG Boa BOR BVSC BVSZ BWS B&W CAV CBP CBS CJG COELO CON CPB CVO CWP DRIS DU ECB EMU EPC ESCo EZ Fido 250
Algemeen Maatschappelijk Werk Algemene Plaatselijke Verordening Algemeen subsidieverordening Schiedam Algemene wet bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen Bruto Binnenlands Product Besluit beheer sociale huursector Besluit Begroting en Verantwoording Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid Brede doeluitkering Stedelijke Vernieuwing Bestuursrapportage Berckenrode Groep Schiedam Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Bestuurlijke Informatie Justitiabelen Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten Bedrijven Investeringszone Bank Nederlandse Gemeenten Buitengewoon Opsporingsambtenaar Beheer Openbare Ruimte Bewonersvereniging Schiedam Centrum Bewonersvereniging Schiedam Zuid Besluit woninggebonden subsidies Burgemeester en wethouders Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering College Bescherming Persoonsgegevens Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Centrale Opvang Nieuwkomers Centraal Planbureau Continu Vakantie Onderzoek Collegewerkprogramma Dynamisch Reizigers Informatiesysteem Schiedam Centrum Decentrale Uitkeringen Europese Centrale Bank Europese Economische en Monetaire Unie Energieprestatiecoëfficiënt Energy Service Company Economische Zaken Wet financiering decentrale overheden
GBA GBE GEMMA GHOR GNS GOA GOSA GRP GSB GOSA GVVP HBD HOED HOF HOS IOAW
IOAZ
ISV JCO JGZ JIT JOP JZ KCC KING KVO KVU LBB LPB MBO MBOP MDNW MFA MIM MJOP MKB MKBA
Gemeentelijke Basisadministratie B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides Gemeentelijk Model Architectuur Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeente Nieuwe Stijl Stichting Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid Schiedam Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak Gemeentelijk Rioleringsplan Grote stedenbeleid Gemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Hoofdbedrijfschap Detailhandel Huisartsen onder een dak Houdbare Overheids Financiën Horecaoverleg Schiedam Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Justitieel Casusoverleg Jeugdgezondheidszorg Jeugdinterventieteam Jongerenontmoetingsplaats Juridische Zaken Klant Contact Centrum Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten Keurmerk Veilig Ondernemen Keurmerk Veilig Uitgaan Licht Blauwe Brigade Platforum voor wijkgericht werken Middelbare Beroepsopleiding Meerjarige Beheer- en Onderhoudsplannen Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg Multifunctionele accommodaties onderwijs Moeders helpen moeders voor Poolse vrouwen in Oost Meerjarenonderhoudplan Midden- en Kleinbedrijf Maatschappelijke Kosten Baten Analyse
MOE-landers MOP MPG MRDH MSV MTO MUP NASB NIBM NIEGG NME NNGB NUP NWN OBR OBV OM OR OTO OVL OZB PGA PHB PIJ PKVW P&O PO POR PWVB RAL REA RIEC RDW RKC RMC ROJ ROR Ruddo RVV SEARS SKVR
(arbeids)migranten uit Midden- en OostEuropa Meerjarenontwikkelingsprogramma Meerjarenperspectief Grondbedrijf Metropoolregio Rotterdam Den Haag Maassluis, Schiedam en Vlaardingen Medewerkerstevredenheidsonderzoek Milieu-uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Regeling Niet In Betekende Mate Niet Actieve Bouwgrondexploitaties Natuur- en Milieu Educatie Nederlandse Norm Gezond Bewegen Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid en dienstverlening Nieuwe Waterweg Noord Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Ontvangstbevestiging Openbaar Ministerie Openbare ruimte opleiden, trainen en oefenen Openbare verlichting onroerende-zaakbelasting Persoonsgerichte aanpak Permanente Her- en Bijscholing Plaatsing in jeugdinrichting Politiekeurmerk Veilig Wonen Personeel en organisatie Passend Onderwijs Periodiek Onderhoudsrapport Particuliere Woningverbetering Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Rijnmond Regionale Educatieve Agenda Regionaal Informatie en Expertisecentrum Rijksdienst wegverkeer Rekenkamercommissie SchiedamVlaardingen Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Casusoverleg risico jongeren 12-18 jaar Regie Openbare Ruimte Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden Reglement verkeersregels en verkeerstekens Sociaal Economische Adviesraad Schiedam Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam
SMI SMT SOBO SPS SVB Scor TOS TWL-installaties UWV VAC Vavo VOVRI VNG VRI VRR VTA VVE Vve W&I Wabo WAP WEB Wet Fido Wet HOF WGA WGA Wgr-plus Whvbz WIC Wmo WOG WOT Wro WOZ WRR WSNP Wsw Wwb Wwnv WWS ZAT
Sociaal Medische Indicatie Sociaal Medisch Teamoverleg Schiedams overleg Bewonersorganisaties Stichting Promotie Schiedam Sociale Verzekeringsbank Subcommissie onderzoek der rekening Thuis op Straat Tram Waarschuwing Lichtinstallaties Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vraag-antwoord-combinaties Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs Verkeer en Openbare Verlichting / Verkeersregelinstallaties Vereniging van Nederlandse Gemeenten Verkeersregelinstallatie Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Visueel tree Assesment Vereniging Van Eigenaren voor- en vroegschoolse educatie Werk en Inkomen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wijkactieprogramma Wet Educatie en Beroepsonderwijs Wet financiering decentrale overheden Wet Houdbare Overheidsfinanciën Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wijkgerichte Aanpak Wet gemeenschappelijke regelingen plus Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Woon Informatie Centrum Wet maatschappelijke ondersteuning Wijkontwikkeling Groenoord Wijkondersteuningsteam Wet ruimtelijke ordening Waardering onroerende zaken Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Wet sociale werkvoorziening Wet werk en bijstand Wet werken naar vermogen Woningwaarderingssysteem Zorg- en adviesteams
PROGRAMMAREKENING
251
uitgave Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Schiedam Postbus 1501 3100 EA Schiedam Telefoon 010 219 11 11
eindredactie, vormgeving en productie Afdeling Financiën & Ondersteuning
advies en druk Van Horssen OJ Service bv, Waardenburg
252