bnı.
intern is een kwartaaluitgave van de bni
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
2013 # 1-2-3-4 april
8026_V01+ADV_fc.indd 1
12-04-13 13:01
colofon Intern verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 750 exemplaren. ISSN: 09278133 BNI Wilgenweg 26B, 1031 HV Amsterdam +31[0]20.42 33 233,
[email protected] redactie Bureau Bax, Amsterdam,
[email protected], www.bureaubax.nl aan dit nummer werkten mee Babs Appels, Sjoerd van Beers, Kees Berendsen, Ita Luten, Eric Kampherbeek, Barbara Kleijnen, Manon Mastik, Juliette Nielsen, Daphne Rijkoort, Toine Schoutens, Martijn Sorée (gastredacteur), Jacob Voorthuis, Annet van der Zalm. cover en beeld pagina 5 Martijn Sorée foto: Eric Kampherbeek concept Kummer & Herrman, Utrecht advertenties, grafische verzorging en druk Elma Multimedia, Broek op Langedijk +31[0]226.33 16 00,
[email protected] abonnementen BNI-leden ontvangen Intern gratis. Ben je geen lid, maar wil je Intern wel ontvangen? Een abonnement kost 49 euro per jaar. Ga naar www.bni.nl/bni-magazine/abonnement en schrijf je in. Na inschrijving ontvang je een factuur. Zodra deze betaald is, krijg je Intern een jaar toegestuurd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn. Zonder opzegging wordt het abonnement met een jaar verlengd. Adreswijzigingen kun je mailen naar
[email protected]. disclaimer Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de BNI. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
sponsor
Desso Postbus 169 5140 AD Waalwijk +31[0]416.68 41 00 www.desso.nl
6
interview
Martijn Sorée: ‘Ik ben meer een interieurconsultant’ 10
artikel
Het effect van licht op gezondheid 20
artikel
De filosofie van het ontwerpen 8026_V01+ADV_fc.indd 1
12-04-13 13:01
Duurzame plantengevels & groene scheidingswanden
Mooie kansen in de Zorg Duurzame groene kwaliteit die blijft. Modulogreen
®
Verrassende innovaties vragen om verrassende toepassingen.
Nog geen 5 jaar geleden brachten we meer sfeer en gastvrijheid in het interieur in de Zorg. Nu wordt Zorg in een gastvrije Horecaomgeving gebracht. De Zorginrichting blijft zich ontwikkelen onder politieke en economische invloeden. Alle mogelijke zorg en woonvormen vragen om invulling. En inrichting. En daar worden wij nou enthousiast van. Dat vraagt om slimme concepten en maatwerk in persoonlijke zorg, woonbeleving en gastvrijheid. Dat zijn mooie uitdagingen voor ons en voor u als architect.
levert modulaire systemen voor groene gevels en scheidingswanden die een nieuwe uitdaging vormen bij uw
ontwerpproces. Modulogreen® is zowel binnen als buiten toepasbaar en een uiterst milieuvriendelijke oplossing die aantoonbaar
Mostert De Winter bv., Postbus 292, 3370 AG Hardinxveld-Giessendam 0184-676840
www.modulogreen.nl
13040
de luchtkwaliteit verbetert. Laat u informeren over de vele toepassingen, de achterliggende techniek en de lange levensduur.
# 1
8026_V01+ADV_fc.indd 2-3
1000 21 3000 0865 BNI I t
2013 01
Kl
f
Showroom, kantoor en logistiek centrum 3 Edisonstraat 3 | Goirle | Nederland | T +31 13 534 00 34 |
[email protected] | www.vervoort.nl
april—2013
Kl
f
12-04-13 13:01
intern is een kwartaaluitgave van de bni
bnı.
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
inhoudsopgave 5
De gebruiker voorop Wat wil de gebruiker? Kruipen in de huid van de gebruiker en dan een zo optimaal mogelijke ruimte creëren voor deze gebruiker. Dat is mijn doel als interieurarchitect. Om tot een goed ontwerp te komen, doen wij uitgebreid onderzoek. Veel praten en luisteren naar betrokkenen. Dan komen we met een analyse en daaruit volgt een ontwerp. Om ons ontwerp te vervolmaken of uit te voeren, kiezen we vaak voor samenwerking met specialisten uit andere disciplines. Als gastredacteur van deze Intern wilde ik onderwerpen aandragen die wij bij M2R belangrijk vinden. Zaken die ons inspireren, maar ook onderwerpen die in het vak soms een beetje onderbelicht zijn. Dan heb ik het bijvoorbeeld over ergonomie. Wanneer je praat over gebruiksgemak, heb je het over ergonomie. M2R schakelt regelmatig een ergonoom in om ontwerpen te laten toetsen op gebruisvriendelijkheid. Want er is altijd wel een hoekje dat net even iets beter kan. Ergonoom Ita Luten schrijft erover op pag. 24. In het interieurontwerp wordt vaak te weinig aandacht besteed aan de rol van licht. Hoe belangrijk licht is voor gebruikers van een gebouw wordt nog eens nader uitgelegd door Toine Schoutens van de Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid op pag.10. Een goed lichtplan vind ik als ontwerper essentieel. Lichtontwerpers Juliette Nielsen en Sjoerd van Beers werken op dezelfde manier als BURO M2R. Ze maken een grondige analyse vooraf, zodat ze weten waar de gebruiker behoefte aan heeft. Zij weten als geen ander hoe een goed lichtplan tot stand komt. Lees erover op pag. 14. Als ontwerper wil ik mezelf graag blijven ontwikkelen. Ik lees graag vernieuwende visies op architectuur. Een voorbeeld van zo’n andere kijk, is het betoog van filosoof Jacob Voorthuis op bladzijde 20. Inspiratie voor mijn ontwerpen vind ik ook in mooie producten. Bij DOEN, een Rotterdams bureau gespecialiseerd in interieur en lifestyle, weten ze wat goede producten zijn. Zie de selectie van DOEN op pag. 38. In onze beroepsgroep zijn veel verschillende kwaliteitsniveaus. Daarom vind ik het goed dat de titel interieurarchitect alleen nog maar verkregen kan worden, door het behalen van een masterdiploma. Het geeft ons vak extra aanzien en scheidt het kaf van het koren. Veel academies bieden nu masters interieurarchitectuur aan. Op pag. 28 kun je lezen waarin de verschillende masters zich van elkaar onderscheiden. at eer op de academies Het is bemoedigend om te zien dat opeeen. Een voorbeeld veel talentvolle studenten rondlopen. nten en vvan de Willem de van een leuk project van studenten n op pag. pa 36. Kooning Academie, is te lezen Martijn Sorée ur Intern gastredacteur
voorwoord 6
interview
Martijn Sorée: ‘Ik ben meer een interieurconsultant’ 10
artikel
Het effect van licht op gezondheid 14
artikel: Hoe maak je een goed lichtplan? 20
artikel
De filosofie van het ontwerpen 24
artikel: De ergonomie van de ruimte 28
artikel: Masters interieurarchitectuur 36
academie: Box X als antwoord op leegstand 38
de selectie van: DOEN 40
recht 42
voltooid 45
inbox nieuwe leden
# 1
8026_V01+ADV_fc.indd 4-5
april—2013
5
12-04-13 13:01
interview
interview
tekst: Klaartje Bax beeld: Eric Kampherbeek (portretten), Luuk Kramer (projectfoto’s) Wanneer besloot je een eigen bureau te beginnen?
“Samen met Roger Teunisse maakte ik regelmatig plannen om een eigen bedrijf te beginnen, maar echt concreet werd het niet. Ik was aan het werk bij Kho Liang Ie & associates en had het goed naar m’n zin. Wel had ik bij het fonds BKVB een aanvraag gedaan voor een startstipendium. En toen werd die aanvraag ineens gehonoreerd. Ik kreeg een geldbedrag waarmee we ons eigen bureau konden beginnen. Ik heb Roger gebeld en gezegd ‘nu moeten we ervoor gaan’. Samen hebben we toen in het jaar 2001 BURO M2R opgericht.” Hadden jullie meteen werk?
“Ja. Er kwam al vrij snel een opdracht voor de inrichting van een tentoonstellingsruimte. Tentoonstellingsontwerp is een beetje een niche in de interieurinrichting. Er was veel vraag naar. Wij zijn in die niche gestapt. Het is ontzettend leuk. Veel meer dan alleen een paneeltje neerzetten. Je raakt alle facetten van interieur. Je hebt te maken met een inhoudelijke kant, technische uitvoerbaarheid, budget, enzovoorts. En dat alles in een pressure cooker. Eigenlijk mag alles, dus je kunt ongelooflijk veel uitproberen en leuke dingen doen. De vormgeving van de ruimte is een hulpmiddel om het verhaal van de tentoonstelling goed over te brengen. Naast de tentoonstellingen kwamen er andere architectuur- en interieuropdrachten bij en breidde ons
portfolio uit. Die eerste jaren hebben we enorm veel tijd geïnvesteerd en genoegen genomen met wat minder inkomen. We wilden leren, leren en nog eens leren. Na een jaar of vijf kwam er een kantelmoment. We kregen grotere projecten en toen bleek dat we die ook prima aankonden en kwaliteit konden leveren.” Wat is kenmerkend voor jullie stijl?
“Wij ontwerpen vanuit de menselijke maat. De gebruiker staat centraal. En vooral onze aanpak is daarbij kenmerkend. We doen gedegen onderzoek en maken een uitgebreide analyse vooraf. Dat betekent veel praten met gebruikers en opdrachtgevers. Je moet met iedereen kunnen praten, dat is ontzettend belangrijk. Zo zijn we nu bezig met een woonzorggebouw voor meervoudig gehandicapten kinderen. Met de toekomstige bewoners en zorgverleners spreken we over hun wensen en behoeften voor het gebouw.”
Op zoek naar de juiste balans Ontwerpen, maar ook awnalyseren, puzzelen, luisteren, vragen stellen en overleggen. De kwaliteit van het Rotterdamse BURO M2R zit in de optelsom van deze activiteiten. Medeeigenaar Martijn Sorée: “De benaming interieurarchitect volstaat eigenlijk niet. Ik zie ons meer als interieurconsultants.” bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 6-7
ıntern.
‘Als interieurarchitect moet je met iedereen kunnen praten’ 6
# 1
april—2013
7
12-04-13 13:02
interview
interview
‘Geef ons maar op ons kop, dat komt het eindresultaat alleen maar ten goede’ Zij moeten zich straks thuis voelen. Een andere dag zitten we met een heel ander gezelschap om tafel, bijvoorbeeld bestuursleden van de Hogeschool van Rotterdam, om te praten over een nieuwe opdracht.” Hoe gaat zo’n eerste gesprek met een opdrachtgever?
“Vaak komt een opdrachtgever met een vraag, bijvoorbeeld: ‘We willen een nieuwe entree’. Meestal krijgt hij dan een wedervraag. Zoals ‘wat wil je met een nieuwe entree bereiken?’ Soms wordt de uiteindelijke opdracht dan heel anders. Bij de bibliotheek in Rotterdam wilden ze bijvoorbeeld robots plaatsen voor de inname van de boeken. Maar ja, als je dat verandert, moeten eigenlijk alle servicepunten in de bieb aangepakt worden. Door vragen te stellen en mee te denken helpen we de opdrachtgever een meer complete opdracht uit te schrijven.” Hoe belangrijk is het contact met de opdrachtgever?
“Een klik met de opdrachtgever is bijna een voorwaarde voor succes, want wat ons betreft is een opdrachtgever actief betrokken tijdens het proces. Wij hebben graag opdrachtgevers die meedenken en weten wat ze willen. Bij een opdrachtgever die zegt ‘Doe maar wat’, kom je er veel lastiger achter wat zijn wensen zijn. Geef ons maar op ons kop als we de verkeerde kant op gaan, dat komt het eindresultaat alleen maar ten goede.” Hoe verplaatsen jullie je in de gebruiker?
“Wij proberen de gebruiker echt te leren kennen en dat doen we door letterlijk met ze mee te lopen en met ze te praten. Zo hebben we afgelopen jaar verschillende opdrachten gedaan voor de Hogeschool van Rotterdam. Dan vragen wij ons af ‘wat betekent studeren aan de hogeschool?’ We gaan kijken hoe plekken gebruikt worden en wat er verbeterd kan worden. Bij sommige opleidingen vindt bijvoorbeeld veel uitwisseling plaats tussen studenten voor en na de les. Hoe kan je daar dan op inspelen met de inrichting van de gang. De entree van het gebouw is ook zo belangrijk. Om een goed beeld te krijgen van de routing en het gebruik hebben we een dag bij de portier gezeten.”
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 8-9
ıntern.
Op welk project ben je heel trots?
“Aan de Rotterdamse Wilhelminapier is eind 2010 een nieuw gebouw neergezet voor Film- en muziektheater LantarenVenster. Wij hebben daarvoor het totale interieur ontworpen. Een complexe opgave, maar het eindresultaat is super. Het is een prachtige plek geworden waar Rotterdammers graag vertoeven.”
Konden jullie iedereen tevreden stellen?
M2R is een compact bureau. Willen jullie groeien?
“Wij gaan altijd met iedereen het gesprek aan om te kijken of we tot een oplossing kunnen komen. We zijn ons daarbij erg bewust van de positie die we innemen. We vervullen een beetje de regisseursrol. Bij LantarenVenster hebben we op die manier best wel wat veranderingen bewerkstelligd. Zo wilden wij in de foyer een eikenhouten vloer om een warme ongedwongen sfeer te creëren, in plaats van het marmer dat de architect had voorgesteld. Als je met goede argumenten komt en je werkt met partijen die allemaal gaan voor een goed product, kom je er meestal wel uit.”
“M2R heeft bewust gekozen voor een vaste kern. Per opdracht huren we de specialisten in die nodig zijn. We hoeven ze niet allemaal in dienst te nemen. Je ziet dat dit concept wordt over genomen door andere bureaus. Wij lopen daarop vooruit. Zo werken we met mensen met allerlei verschillende visies en dat is erg leerzaam en leuk. Ook zoeken we vaak samenwerking met andere disciplines. Bijvoorbeeld bij de inrichting van een museum werken we met grafisch ontwerpers en tekstschrijvers. Maar ook meubelmakers, lichtontwerpers, interieurbouwers komen hier vaak over de vloer. Enorm inspirerend.”
Moeten jullie vaak concessies doen? Hoe doe je nog meer inspiratie op?
“Het is altijd zoeken naar een balans tussen wat wij zelf willen en wat anderen willen. Ik zeg niet dat wij het beste ontwerp maken. Het is de optelsom van de dingen die we doen. Wij zijn grondig in de analyse vooraf. Interviews, gesprekken, onderzoek naar gebruik. Dat is belangrijk voor een succesvol ontwerp. Op basis van zo’n analyse kunnen verschillende ontwerpen gemaakt worden. Wij zijn goed in puzzelen. Zorgen dat alle elementen op hun plek vallen. Maar natuurlijk kan een andere oplossing ook goed zijn. Wij zijn teamspelers en dat betekent dat je binnen het team de beste voorstellen gebruikt.”
“Daar ben ik altijd een beetje huiverig voor omdat je soms geconfronteerd wordt met zaken die je liever niet had gezien. Een lullig lampje dat ergens opgehangen is, of andere toevoegingen aan het interieur die niet echt fijn zijn. Maar bij LanterenVenster ga ik wel eens naar een voorstelling, film of gewoon voor een bakje koffie. Ik kom er graag omdat het zo’n warme, intieme sfeer heeft.”
Waar gingen die gesprekken over?
“Met de archtitect spraken we bijvoorbeeld over zijn ontwerp. Een prachtig pand, ontworpen puur vanuit de vorm. We hebben met hem gepraat over de achterliggende gedachte van zijn ontwerp en bepaalde keuzes die hij had gemaakt. Wij kwamen erachter dat sommige elementen in het ontwerp niet strookten met de wensen van LantarenVenster. Zo stond bijvoorbeeld de entree naar de grote zaal gepland in een smalle doorgang. Voor de doorstroming van grote groepen niet de meest ideale plek. In overleg zijn er een aantal flinke wijzigingen aangebracht waardoor het interieurontwerp beter aan kon sluiten bij het gebruik van het gebouw. Naast de gesprekken, hebben we een inhoudelijke analyse gemaakt van de locatie. Wat is het voor plek, wat gebeurt er? Ook hebben we de bestaande en de gewenste doelgroep onderzocht. Zodat we tot een ontwerp konden komen dat door alle partijen gedragen zou worden.” 8
Martijn Sorée BNI-lid sinds 2012
Ga je nog wel eens kijken nadat een project opgeleverd is?
Wat maakte de opdracht zo complex?
“Verschillende elementen maakten het tot een ingewikkeld geheel. Het theater zat ooit in een ander deel van Rotterdam, in een heel rauwe ruimte. De verhuizing naar Rotterdam-Zuid riep veel weerstand op. Dus om de bestaande doelgroep mee te krijgen, was het belangrijk dat er in het nieuwe gebouw iets van die oude sfeer terug zou komen. Om ook de nieuwe, gewenste doelgroep over de drempel te krijgen, moesten er ook andere frisse elementen in het interieur zitten. Een andere moeilijkheid was de veelheid aan betrokkenen. Vijf partijen die allemaal hun visie en belangen hadden. De gemeente Rotterdam, de eigenaar van het pand, het bestuur van LantarenVenster, de aannemer en de Portugese architect Alvaro Siza; we hebben met allemaal uitgebreid gesproken.”
“Tijdens de opleiding maakten we verschillende architectuurreizen. Dat vond ik zo tof. Even alles loslaten en alleen maar kijken en beleven. Die reizen hebben we erin gehouden. Eén keer per jaar gaan Roger en ik op ontwikkelreis. Hong Kong, Berlijn, Mumbai. Mooie gebouwen, andere concepten en culturen. Even los van de dagelijkse beslommeringen. Ons kantoor heeft ook zo’n effect. We zitten op de twaalfde verdieping. We zijn los van de zuigende krachten van het dagelijks leven. Daardoor kun je heel vrij werken.”
# 1
april—2013
Martijn Sorée (44 jaar) groeide op in Zeist. Na de middelbare school, volgde hij in Utrecht de opleiding reclame en presentatietechnieken aan het Nimeto. Gedurende enkele jaren werkte hij als marketingmedewerker. Maar al gauw kwam hij erachter dat hij het werk te plat vond. Hij wilde meer inhoud, driedimensionaal. Hij kon aan de slag bij het Nai en in de avonduren ging hij studeren aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Na een jaar bij het Nai maakte hij de overstap naar Holland Rail Consult, de stationsontwerpers. In eerste instantie verzorgde Sorée de presentaties, maar later kon hij als ontwerper aan het werk. Bij Holland Rail ontstond zijn liefde voor de publieke ruimte. Na het behalen van zijn diploma in 1998 werd Sorée genomineerd voor allerlei prijzen, waaronder de Maaskant prijs en de Drempelprijs. Hij kreeg een baan bij het ontwerpbureau van Kho Liang Ie & associates. Met behulp van een startstipendium van het fonds BKVB startte Martijn Sorée samen met Roger Teunisse in 2001 zijn eigen bedrijf. BURO M2R heeft inmiddels overtuigend naam gemaakt met ontwerpen voor tentoonstellingen, woonhuizen, culturele instellingen, zorgcomplexen en schoolgebouwen. www.m2r.nl
9
12-04-13 13:02
artikel
artikel
tekst: Toine Schoutens, directeur SOLG beeld: ETAP Lighting en Herbert Waldmann GmbH & Co. KG (impressie dynamisch licht)
Sinds het ontstaan van de mensheid is de homo sapiens aangepast aan de afwisseling tussen dag en nacht. Mensen zijn in feite dagdieren en hebben licht nodig om goed te kunnen functioneren en duisternis om te kunnen slapen. Licht is gezond voor mensen en essentieel voor het leven op aarde. Licht is nodig om te kunnen zien. De visuele informatie wordt verwerkt in een gebied aan de achterzijde van de hersenen dat de visuele cortex wordt genoemd. De laatste jaren zijn binnen verschillende biomedische wetenschappen, de foto-biologische eigenschappen van licht onderzocht in relatie tot het menselijk functioneren. Zo weet men pas vrij kort dat naast de staafjes en de kegeltjes in het netvlies, nog een derde fotoreceptor bestaat. Een groep ganglioncellen die licht en donker-informatie doorgeven aan de biologische klok in de hersenen. Deze biologische klok stuurt de 24-uurs ritmes in ons lichaam aan, waaronder ook de slaap-waak cyclus. Slapeloosheid Onze dagelijkse handelingen worden sterk beïnvloed door op het oog vallend licht. Licht tijdens de nacht kan de aanmaak van het hormoon melatonine onderdrukken en licht in de ochtend en avond stelt de klok bij. Daarmee helpt licht mee te regelen wanneer we goed kunnen slapen en wanneer het weinig moeite kost om alert en wakker te zijn. Zonder licht zou ons slaap-waak ritme langzaam uit de pas lopen met de licht-donker cyclus op aarde. Verlies van de mogelijkheid om licht te gebruiken voor de synchronisatie van de biologische klok, zoals bij mensen die volledig blind zijn, leidt soms tot periodiek terugkerende slapeloosheid en concentratieproblemen. Dit toont aan dat licht zeer belangrijk is
Gezond en alert door licht Steeds meer onderzoeken tonen aan dat voldoende licht belangrijk is voor de mens. Licht is essentieel voor een goede gezondheid en bevordert concentratie, alertheid en humeur in positieve zin. Goed lichtgebruik in gebouwen is daarom noodzakelijk. Een belangrijke taak voor interieurarchitecten. Om het belang van goed lichtgebruik te onderstrepen geeft Toine Schoutens van de Stichting Licht en Gezondheid een toelichting.
8026_V01+ADV_fc.indd 10-11
ıntern.
10
Licht in zorgcentra Voor bepaalde groepen mensen is de aanwezigheid van licht extra belangrijk. Zo zijn woon- en zorgcentra voor ouderen zeer gebaat bij goed lichtgebruik. Als mensen ouder worden, neemt de kwaliteit van zenuwcellen langzaam af. Bij dementie is dit ook het geval bij de cellen van de biologische klok in de hersenen. Deze raakt van slag. Mensen met dementie worden tijdens de nacht vaak angstig en onrustig en overdag juist inactief en apathisch. Dit gedrag wordt `sundowning’ genoemd. Het is een van de belangrijkste aanleidingen voor opname in een verpleegvoorziening omdat familie en mantelzorg de zorg niet meer aankunnen. Door de sterk toenemende vergrijzing zal dit probleem de komende decennia alleen maar groter worden. Medicatie heeft vaak een averechts effect op deze problematiek. Goed lichtgebruik kan wel helpen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat intensief licht overdag een verbetering kan geven van deze verschijnselen. Deze vorm van lichttherapie heeft geen genezende werking maar kan voor een tijdelijk herstel van het slaap-waak ritme leiden en daarmee tot een verbetering van de kwaliteit van leven voor zowel de patiënt als de verzorgende. Tot voor kort was er geen afdoende remedie tegen het ontregelde slaap-waak ritme bij dementerende ouderen. De problemen ontstaan deels omdat in de thuissituatie vaak voldoende natuurlijk daglicht ontbreekt. Ook in zorgcentra is dit het geval.
‘Licht beïnvloedt hersendelen die van invloed zijn op ons prestatievermogen’
Radbout Ziekenhuis Rotterdam
bnı.
bij het handhaven van een goede gezondheid en welbevinden, en daarmee ook grote invloed heeft op onze alertheid, stemming en functioneren overdag.
# 1
april—2013
11
12-04-13 13:02
artikel
Gezonde verlichting (dynamisch lichtsysteem) en lichttherapie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van de genoemde problemen. Licht bij depressie Ook in de woonomgeving van ouderen met een depressie is goed lichtgebruik essentieel. Uit promotie-onderzoek (november 2011) van psychiater Ritsaert Lieverse van het VU medisch centrum in Amsterdam is vast komen te staan dat lichttherapie voor het behandelen van depressie bij ouderen net zo effectief is als het gebruik van antidepressiva. In de studie werd een groep van 89 ouderen met een depressie verdeeld in twee groepen. De deelnemers hadden een leeftijd boven 60 jaar, omdat de verwachting was dat bij ouderen met een depressie, de biologische klok in de hersenen extra vatbaar is voor de gunstige effecten. Een groep van 42 deelnemers kreeg thuis helder blauwwit licht aangeboden met hulp van een lichttherapie apparaat. De controlegroep van 47 personen kreeg als placebo een gedimd rood licht dat geen biologisch effect heeft. Beide groepen werd gevraagd gedurende drie weken iedere ochtend een uur gebruik te maken van de lichttherapie. Volgens Lieverse zijn de resultaten duidelijk. Bij meer dan de helft van de deelnemers met blauw-wit licht werd een vermindering van depressieve klachten waargenomen. Van de deelnemers met het placebo licht gold dit slechts voor een derde. Uniek aan deze studie is dat de klinische verbetering onderbouwd en ondersteund wordt door aangetoonde verbeteringen in 24-uurs ritmen, in het melatoninesysteem en tevens in de cortisolhuishouding. Prestatievermogen Licht heeft niet alleen invloed op onze gezondheid. Licht beïnvloedt hersendelen waar onder meer cognitieve functies zitten die van invloed zijn op ons
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 12-13
ıntern.
artikel
prestatievermogen. Dus ook in gebouwen waar werken en leren centraal staan, moet het lichtplan goed uitgedacht zijn. Uit een recente meta-analyse (2012) van Anna Steidle van de Universiteit van Stutgart komt naar voren dat licht met een hoge verlichtingssterkte (>700 lux) betere cognitieve prestaties geeft dan licht van een lage (<300 lux) of gemiddelde intensiteit (300 tot 700 lux). Wat dit voor invloed heeft op het functioneren en met name op zaken als productiviteit of arbeidsverzuim is nog niet geheel duidelijk. Er moet nog meer onderzoek plaatsvinden, maar de resultaten zijn bemoedigend.
Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid
Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid, SOLG, is een onafhankelijke organisatie die onderzoek naar de effecten van licht op gezondheid en functioneren bevordert en daarnaast kennis hierover toegankelijk maakt voor derden. Professor Ton Begemann van de Technische Universiteit Eindhoven was in 1999 een van de oprichters van SOLG. De stichting adviseert en ondersteunt het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek met kennis en middelen. Ook organiseert SOLG regelmatig seminars en symposia. De wetenschappelijke adviesraad van SOLG, onder leiding van professor Domien Beersma, beoordeelt voorstellen en programmeert symposia. Daarnaast geven medewerkers van SOLG lezingen en presentaties op uiteenlopende evenementen. Meer info: www.solg.nl
In kantoorgebouwen zijn de verlichtingsniveaus vaak laag, terwijl buiten veel hogere verlichtingsniveaus voorkomen, soms tot wel meer dan 50 maal zoveel. Steeds vaker wordt aangenomen dat een waarde op ooghoogte van zo’n 1000 lux gedurende enkele uren per dag nodig is om voldoende stimulatie te bewerkstelligen. Deze waarde zou wellicht lager kunnen zijn voor licht met een hogere kleurtemperatuur en dus meer blauw in het spectrum. De Nederlandse Arbowet geeft aan welke hoeveelheid licht minimaal aanwezig moet zijn in een werkomgeving. De minimaal voorgeschreven horizontale verlichtingssterkte op het tafelblad bedraagt volgens de Nederlandse norm 500 lux. Dat is erg weinig. Ter vergelijking: 1 lux is ongeveer het licht van een kaarsvlam op 1 meter afstand. Meer onderzoek De huidige normen voor verlichting op de werkplek zijn gebaseerd op visuele criteria. Met niet-visuele aspecten zoals concentratie, alertheid, stemming en prestatie, wordt in de huidige normen geen rekening gehouden. Er is nog te weinig onderzoek gedaan om duidelijk aan te kunnen geven tot hoeveel meer productiviteit en minder ziekteverzuim meer licht leidt. Wel is aannemelijk dat een betere concentratie en alertheid door meer licht zorgt voor prettiger en efficiënter werken.
12
Impressie dynamisch licht
‘Met het indraaien van lampen met een hoge kleurtemperatuur kom je er niet’
Grootschalig en langdurig onderzoek zou dit moeten uitwijzen, maar het is zeer moeilijk om een studie op te zetten waarbij alle maskerende factoren worden uitgeschakeld. Het wisselen van een manager bijvoorbeeld zou al voor ruis zorgen en het onderzoek kunnen beïnvloeden. Wel zijn er voldoende studies beschikbaar die aantonen dat betere verlichting tijdens de nachtdienst zorgt voor een beter cognitief functioneren maar ook hier ontbreken langdurige onderzoeken naar productiviteit en werkverzuim.
rieurarchitect aan de slag met het ontwerpen van betere lichtplannen die tegemoet komen aan zowel de visuele als de niet-visuele behoeften van mensen. Vaak is het nodig om `out of the box’ te denken omdat krampachtig wordt vastgehouden aan bestaande normen, kennis en ervaring. Met het eenvoudig indraaien van lampen en buizen met een hoge kleurtemperatuur kom je er niet. Te vaak wordt aangenomen dat zulke `daglichtbuizen’ de oplossing zijn voor alle problematiek voortkomend uit een tekort aan voldoende licht.
Out of the box De nieuwe inzichten rondom gezonde verlichting bieden een interieurarchitect veel mogelijkheden om zijn of haar expertise uit te breiden en tegemoet te komen aan nieuwe wensen en behoeften van gebruikers van een gebouw. Aan de hand van de normen en de aanbevelingen die zijn gedaan door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde NSVV, kan de inte-
Om een goede, gezonde lichtomgeving te creëren, zijn de volgende criteria van belang: Voldoen aan de Europese norm NEN-EN 12464 en aanbevelingen van de NSVV, mogelijkheid tot een hoge- en regelbare intensiteit (Everticaal < 1000 lux), regelbare kleurtemperatuur bijvoorbeeld tussen 2700 en 6500K of nog hoger en hoog comfort door lage helderheid en verblindingsindex UGR>19.
# 1
april—2013
13
12-04-13 13:02
interview
interview
tekst en beeld: Juliette Nielsen en Sjoerd van Beers
spectrum aanwezig is, is er een keuze in verschillende kleurtemperaturen. Bijvoorbeeld de kleurtemperatuur van een gloeilamp ligt rond de 2.800 Kelvin: een warm witte kleur. Bij LED’s zijn verschillende kleurtemperaturen te verkrijgen die kunnen variëren van een warme kleur 2.800K tot wel 6.000K een koel witte lichtkleur vergelijkbaar met daglicht op een heldere dag. De kleurtemperatuur heeft ook invloed op de beleving van kleur in een ruimte, dit is goed te zien bij een materiaal met een rode kleur. Een warme lichtkleur versterkt het rood en maak het voller en dieper, terwijl een koele lichtkleur de rode kleur plat en vlak maakt. Je kunt je voorstellen dat de keuze van de juiste kleurtemperatuur essentieel is voor de sfeerbeleving in een ruimte.
Hoe maak je een goed lichtplan? Ieder project is uniek en vraagt om een eigen lichtplan dat onderdeel uit maakt van de architectuur en het interieur. Het is geen los toegevoegde laag. Een integraal ontwerpproces en interactie tussen de betrokken partijen zijn belangrijke randvoorwaarden om tot passende lichtoplossingen te komen.
Contrasten Bij het maken van een goed lichtplan bepaalt het lichtbeeld de keuze voor een type armatuur en niet de vorm van het armatuur. De combinatie van een lichtbron en een armatuur bepaalt hoe de spreiding van het licht is. Bijvoorbeeld een puntlichtbron zoals halogeen kan goed gebundeld worden waardoor accenten gemaakt kunnen worden. Een TL spreidt het licht rondom in alle richtingen en zal een meer diffuse uitstraling hebben.
Licht is meer dan alleen lux niveaus. Licht zorgt ervoor dat materie zichtbaar voor ons is. Door regie en visie te hebben over het licht, kun je bepalen hoe een ruimte er uitziet en daarmee ook hoe een ruimte gebruikt en beleefd wordt. Een goed ontwerpproces betekent dus niet: je blindstaren op de voorgeschreven normen en richtlijnen voor de te behalen luxniveaus.
vloer of het plafond? Kortom, hoe wil je de ruimte gaan aankleden met licht. Het ontwerpproces begint met een sfeeromschrijving van de beleving van de ruimte waarbij licht gezien moet worden als een middel om het concept te ondersteunen. Luxwaarden en verblindingsnormen zijn daarbij randvoorwaarden.
Randvoorwaarden Zonder licht zie je niets. De kern is: Wat wil je zien? Waar wil je licht hebben? En hoeveel licht wil je daar hebben? Is het heel helder of schemerig? Is het warm of koel van kleur? Uit welke richting komt het licht? Hoe wil je materialen over laten komen? Vlak of juist met diepte? Hoe vallen schaduwen? Hoe zijn de contrasten binnen een ruimte? Zijn de wanden even licht als de
Kleurtemperatuur Bij het maken van een lichtontwerp speelt een aantal kenmerken van licht een grote rol zoals de kleur van het licht, de spreiding (bundel) en de intensiteit van het licht. Of een ruimte als koel of warm beleefd wordt, heeft niet alleen te maken met de gebruikte kleuren en materialen in een ruimte maar ook met de kleur van het licht. Bij toepassing van wit licht, waarin een breed kleuren-
Hoeveel licht wil je toepassen? Hierbij dient rekening gehouden te worden met de hoeveelheid licht die nodig is om voldoende zicht te hebben en met de gewenste contrastniveaus. Ten aanzien van zicht kunnen er randvoorwaarden gesteld zijn aan te behalen luxniveaus bij diverse uit te voeren werkzaamheden. Deze voorwaarden gelden over het algemeen voor het werkvlak en niet voor bijvoorbeeld loopgebieden en plafonds. Er kan dus nog invloed worden uitgeoefend op de beleving van de ruimte door bijvoorbeeld licht-donker contrasten te maken waardoor de leesbaarheid van de ruimte wordt ondersteund.
Een voorbeeld. In een metrostation wordt op vloerniveau een bepaald lichtniveau en een hoge egaliteit van het licht geëist. Om de routing te ondersteunen worden wanden nabij uitgangen helder verlicht die in contrast zijn met hun omgeving waardoor het oog ernaartoe getrokken wordt en de reiziger intuïtief naar de uitgangen wordt geleid.
‘De kleur van de ondergrond speelt een belangrijke rol bij de keuze van het lichtniveau’ Reflectie Ook de kleur van de ondergrond speelt een belangrijke rol bij de keuze van het lichtniveau. Een wit vlak waar licht op valt, oogt helderder dan een donkergrijs vlak waar even veel licht op valt. Lichte kleuren reflecteren meer licht dan donkere kleuren. Wanneer de keuzes voor het lichtbeeld gemaakt zijn, vindt de vertaalslag plaats naar locaties en typen armaturen waarbij rekening gehouden wordt met inpassing binnen het ruimtelijke ontwerp, installatie, onderhoud, beheer, energieverbruik, levensduur, enzovoorts. Een goed lichtplan geeft het juiste licht, op de juiste plek, op het juiste moment en is daarmee ook een duurzaam lichtplan. Een goed lichtplan ondersteunt het concept en is een integraal onderdeel van het ruimtelijke ontwerp. Een goed lichtplan is een zinvol en betekenisvol lichtplan.
Beersnielsen lichtontwerpers
Beersnielsen lichtontwerpers, opgericht door Sjoerd van Beers en Juliette Nielsen, is een creatief en onafhankelijk ontwerpbureau met een passie voor licht. “Wij maken lichtontwerpen waarin de mens, de beleving van de ruimte en het gebruik ervan centraal staan. Tijdens het ontwerpproces zijn wij de schakel tussen de ruimtelijk ontwerper en de installateur. We hebben oog voor ruimtelijke kwaliteiten en voor techniek. En we werken op verschillende schaal- en belevingsniveaus. Van het aanlichten van kunstwerken tot het maken van een masterplan voor de avondbeleving van de stad.” www.beersnielsen.nl
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 14-15
ıntern.
14
# 1
april—2013
15
12-04-13 13:03
Met plezier naar kantoor De CREW bench is de dynamische oplossing voor uw kantoor. De bureau’s kunt u uitvoeren in een vaste hoogte, hoogte instelbaar middels ‘Easy Push‘, slingerverstelling of electromotorisch. Deze CREW varianten krijgen echter een compleet andere uitstraling als u de afgebeelde strak vormgegeven, electrificeerbare en afneembare ‘wang’ toevoegt. Dit is mogelijk met een enkelvoudige werkplek maar ook in een bench oplossing van 2-4 of meer werkplekken.
Rietveldenweg 47 · NL-5222 AP ‘s-Hertogenbosch Tel. +31 411 689522 · Fax +31 411 689479
[email protected] · www.palmberg.nl
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 16-17
ıntern.
16
Kl
# 1
f
april—2013
17
Kl
f
12-04-13 13:03
www.baars-bloemhoff.nl
hét startpunt voor uw interieurproject iPad & Smartphone vriendelijk Online proefmonsterservice Tal van inspirerende projecten Enorm aanbod van materialen
Tijd voor het nieuwe werken.* ON®. De ON® is de eerste en enige 3D synchroon bewegende bureaustoel, een wereld patent. Vrijwel knoploos, uitwisselbare ruggen en armleuningen, maken dat de ON® de oplossing is voor het nieuwe werken. Uitgekozen tot de beste bureaustoel ter wereld! Testen?
[email protected] Zien? Van Nelle Ontwerpfabriek Rotterdam of www.wilkhahn.com/on
/&95 (&/&3"5*0/ ."3.0-&6.
Moderne stoffeerders
met een eigen kijk op interieur
Complete zitobjecten en
Nieuw in 2013. Vier collecties, met elk hun eigen verhaal, geven een nieuw perspectief op Marmoleum.
stofferingen
t%&-""(45&-&7&/4%663,045&/ t%&%663;"".45&7-0&3 t%&(300545&%&4*(/,&6;&
www.degostofferingen.nl
Stratificato Massief HPL De interieurarchitect kent Abet Laminati van oudsher als trendsetter in HPL-land en dan vooral van de dunne HPL-plaat die op een drager moet worden geplakt. Velen realiseren zich echter niet dat in principe iedere dunne HPL ook als massieve zelfdragende plaat geleverd kan worden: Stratificato, Straticolor, Full colour en Black-All. Omdat de decorzijden van de plaat vrij te kiezen zijn uit zowat elke serie kleuren en structuren, is er voor ontwerpers een onbeperkte keuze aan combinaties te maken. En, alle massieve combinaties zijn per plaat leverbaar!
Meer inspiratie: www.linoleumnl.forbomagazines.com www.facebook.com/ForboFlooringNL
www.abet.nl # 1
8026_V01+ADV_fc.indd 18-19
Kl
f
april—2013
19
12-04-13 13:03
artikel
artikel
tekst: Jacob Voorthuis
De filosofie van het ontwerpen In zijn boek ‘Het ontwerpgesprek’ vraagt universitairdocent Jacob Voorthuis van de TU Eindhoven zich af waarom ontwerpers bepaalde ontwerpbeslissingen nemen en hoe ze tot hun keuzes komen. Hij plaatst het maatschappelijke engagement van de ontwerpopdracht in een filosofisch kader. In deze Intern licht de schrijver zijn visie toe.
Studenten die het lastig vinden, weten het: ontwerpen is moeilijk. Als je niet precies weet wat je wilt, heb je helemaal geen houvast en is alles mogelijk. Die vrijheid kan traumatisch zijn. Soms zitten studenten in tranen bij me op kantoor en weten ze niet hoe ze hun machteloosheid in woorden moeten uitdrukken. Woorden zijn ook zo slordig, zo ongrijpbaar. Laatst sprak ik een jonge ontwerper. Hij keek me aan en zei: “Tja, Jacob, het is wat het is.” Dat betekende iets voor hem. Voor mij was het onmogelijk te achterhalen wat hij ermee bedoelde. “Nee”, zei hij op een gegeven moment, “Ik houd niet van theorie. Ik heb geen theorie. De dingen zijn gewoon zoals ze zijn.” De kamer werd stil. Wat nu?
waanidee te pakken heb?; en Hoe onderhoud ik de brug tussen wat ik denk en wat ik doe? Mijn boek ‘Het ontwerpgesprek, een filosofie van het ontwerpen’ gaat over de ontmoeting tussen denken en doen. Het probeert de relatie tussen onszelf, ons lichaam en onze omgeving zorgvuldig te beschrijven en daaruit te destilleren wat wij daar als gebruikers en ontwerpers mee aankunnen. Drie vragen zijn hierbij het uitgangspunt: Hoe kunnen we als ontwerpers over de wereld praten zodat we er iets nuttigs aan overhouden?; Hoe zorgen we ervoor dat we goed weten wat we (niet) willen? En hoe moeten we als ontwerpers handelen?
Het eerste wat in therapeutische zin moest gebeuren, was die arme vent uit z’n verstikkende waan halen. Wat een onzin. Als iets is wat het is, dan zeg je er helemaal niets over. Met zo’n piepkleine cirkelredenatie geef je het eigenlijk op. Of, erger nog, je denkt dat jouw manier van kijken de enige volwaardige manier van kijken is en je neemt niet eens de moeite om dat uit te leggen. Wat een arrogantie. En de stelling dat je geen theorie hebt, klopt niet. Natuurlijk heb je een theorie. Iedereen heeft overal theorieën over. Die heb je ook nodig. Door te ontkennen dat je een theorie hebt, zeg je: “Ik ben slordig in mijn denken. Ik laat me leiden door onzin. Ik leg mijzelf wetten op die uit waanideeën bestaan. Ik ben slaaf van mijn eigen onwetendheid.”
‘Ontwerpers dienen zich te bekwamen in lichamelijke ruimtelijkheid’
Denkend en lerend lichaam Niemand wil slaaf zijn. Niemand zegt: “Als ik wil weten hoe ik moet handelen, beroep ik mij graag op waanideeën.” De volgende vragen zijn dus: Hoe houd ik mijn oordeel goed op orde?; Hoe weet ik wanneer ik een
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 20-21
ıntern.
De stelling waarop het boek rust is een gemeenplaats in de evolutietheorie: Het menselijk lichaam is beweeglijk, het is in staat tot leren, het ontwikkelt zich en groeit. Dit gebeurt allemaal in een veranderlijke omgeving waar het lichaam een verplaatsbaar maar hecht onderdeel van is. Bovendien als één lichaam die omgeving ten bate van zichzelf gebruikt, zal een ander lichaam daar iets van vinden. Dat socialiseert. Opeens hebben we met elkaar te maken. Zo heeft de evolutie ons
20
afgeleverd in het hier en nu. Het had misschien anders kunnen zijn, maar dat is het niet. Precies daarom, omdat we een beweeglijk, lerend, groeiend en ontwikkelend lichaam hebben in een veranderlijke omgeving die socialiseert, hebben wij het vermogen ons lichaam en onze omgeving zorgvuldig op elkaar te betrekken. Een complexe opgave waar ons denkend en lerend lichaam best goed in is. Fundamenteel Je kunt pas goed ‘willen’ als je de wereld lichamelijk hebt leren begrijpen, vooral in ruimtelijke zin. Daar zijn strikt genomen geen woorden voor nodig totdat je met
# 1
april—2013
anderen wilt communiceren. Een sine qua non voor de ontwerper die immers voor anderen ontwerpt. Maar het is sowieso belangrijk dat je als ontwerper zinvol over de wereld kunt praten. Pas als je goed hebt leren omschrijven wat je precies wilt, kun je leren goed te handelen. Anders is het natte vinger werk. Je weet pas zeker wat je wilt, wanneer je je wensen in een groter maatschappelijk of ecologisch verband weet te plaatsen. Dit is wat je in de filosofie fundamenteel noemt. Al mijn denken vloeit hieruit voort. In mijn boek zal je dus geen mysteriën tegenkomen, alleen de vreemd aandoende taal die het resultaat is van mijn poging zorgvuldig te spreken, datgene te zeggen wat gezegd kan worden over het ont-
21
12-04-13 13:03
artikel
werpen als je een paar eenvoudige spelregels respecteert. Tegelijk probeert het heel zorgvuldig niet te zeggen wat alleen gezegd kan worden als je jezelf slaaf maakt van een of ander verhaal dat verder niet te staven valt. De belangrijkste spelregel wordt ingefluisterd door een uiterst strenge versie van de evolutietheorie. Daar heb ik hierboven al wat aandacht aan besteed. Voor de rest gaat mijn betoog uit van de onkenbaarheid van een algemene waarheid en van een absoluut goed. Het goede, voor zover zo iets toegankelijk is voor ons, is afhankelijk van je gezichtspunt, daarmee basta. Ik zou graag van het tegenovergestelde willen uitgaan, namelijk dat er een vast ijkpunt is voor het goede dat voor iedereen gelijk is, altijd, dat zou veel eenvoudiger zijn, maar dat lukt me niet. Ik zie geen overtuigend bewijs dat wij toegang hebben tot ‘De Waarheid’, noch zie ik bewijs van het bestaan van een algemeen goed dat niet steunt op het gammele steigerwerk van onze eigen mistroostige blik op de wereld. Dus, als je deze spelregels als fundament neemt, wat valt er dan nog te zeggen over het ontwerpen? Vrijheid en harmonie Vrijheid in het ontwerpen is een gegeven. Nu moet ik de betekenis die ik geef aan het woord vrijheid wel even toelichten. Het betreft hier geen diepzinnige vrijheid maar een uiterst triviale. Het ontwerpen is vrij omdat je de zaken zó kunt aanpakken, maar ook zó. Je bent vrij omdat er meerdere mogelijkheden zijn. Bovendien zijn er beperkingen waarvan je niet volledig op de hoogte kunt zijn. Je weet eenvoudigweg niet precies wat de beste beslissing zal zijn in een bepaalde situatie. Vrijheid is dus, zoals Spinoza dat betoogde, niet veel meer dan een radeloze onwetendheid. Wist je wel wat de beste beslissing zou zijn, dan zou vrijheid zich oplossen in harmonieus handelen. De woorden vrijheid en harmonie zijn in die zin elkaars synoniemen en tegenpolen tegelijk. In volledige vrijheid kan alles en hoeft niets te passen omdat alles eigenlijk wel past. In volledige harmonie past alles en voelt dit heerlijk vrij aan zoals een lekkere trui zo goed past dat hij geen verkeerde aandacht vraagt. Wanneer vrijheid gezien wordt als een harmonieus samenvallen van je wil en je doen dan zou dat een moment betreffen wanneer je precies kunt realiseren wat je wilt. Zo stel ik me een briljant musicus voor wiens vingers precies doen wat ze geboden worden, en daar blijkbaar ook nog enorm plezier aan beleven. Slaaf en meester zijn één. We doen wat zich als noodzakelijk aan ons voorstelt. Dat komt niet vaak voor. Het uitvoeren van muziek is een gesloten zaak. Er is muziek en die moet worden uitgevoerd, er zijn strenge marges waarbinnen je moet opereren. Ontwerpen, net als het componeren, is veel vrijer, veel opener, het kan overal heengaan. We moeten onszelf wetten opleggen. Dat maakt het ontwerpen ook zo’n worsteling. We zijn vrij omdat eigenlijk alles mogelijk is en we niet alwetend zijn. We kunnen het redelijk goed doen, maar we kunnen er ook een potje van maken, zelfs wanneer we denken het goed te doen.
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 22-23
ıntern.
artikel
‘Geoefende ontwerpers hebben een sterk ontwikkeld empathisch vermogen’
In gesprek Met vrijheid op die manier uitgelegd, moeten we toch proberen om in onze onwetendheid verder te komen. Daarvoor helpt onze ervaring en kennis die zich slechts op een ontoereikende manier in woorden laat vangen en vooral een lichamelijke kennis betreft. Ontwerpers dienen zich te bekwamen in lichamelijke ruimtelijkheid. Daar hebben ze hun eigen lichaam voor en hun observaties van het gedrag van andere lichamen in de ruimte. Die uiterst complexe kennis moet uitgebreid en geoefend worden, concreet gemaakt in de handeling. Tevens moeten de beperkingen van de generaliseerbaarheid van die kennis in kaart worden gebracht. De mogelijkheden en beperkingen moeten worden onderzocht in het gesprek. Het gesprek is de enige methode die de complexiteit van de ontwerpopgave enigszins aankan. En het gesprek is pas klaar als de stilte daarna een goed gevoel heeft. Dat gesprek kan een intern gesprek zijn met jezelf, waarvoor weinig woorden nodig zijn. Het kan ook een gesprek zijn tussen twee of meer mensen. Er is geen kortere weg, geen mechanisch algoritme of magisch systeem. Zelf ben ik een scepticus ten aanzien van grote stellingen over onze aard, onze cultuur, onze tijd, de vooruitgang enzovoort. Dappere uitspraken over grote bewegingen in de geschiedenis zijn niet voor mij. Ik geloof ze eenvoudigweg niet. Er is wel ontwikkeling die ons te boven stijgt, maar die vindt plaats binnen een ontegenzeggelijke waarheid, namelijk dat ieder mens bij het begin moet beginnen, als onbeholpen kind in een gegeven situatie. Ieder mens moet zijn eigen plekken leren veroveren, en dat gebeurt telkens weer, in eeuwige herhaling en telkens op unieke wijze. De technologische context waarin dat leven zich afspeelt is radicaal veranderd over de laatste honderd jaar, zo ook onze (gebouwde) omgeving, maar de mens als lichaamomgevingscomplex niet. Die moet zijn plek veroveren als mens. Dat blijft hetzelfde. Goed en kwaad Ik kijk graag naar dat proces, naar mensen die al lerend dingen doen, dingen maken, ontwerpers die betoverend werken met vormen, hun kennis van licht en schaduw, hun gevoel voor kleur, textuur en klank, sfeer en
22
comfort, hun enthousiasme voor nieuwe technieken, voor nieuwe of vertrouwde, verrassende omgevingen. En omdat ik het niet erg vind mens te zijn, en omdat ik mijzelf en anderen het streven naar een volwaardig leven niet wil ontnemen, word ik blij als ontwerpers in dat proces het menselijk lichaam centraal stellen, en blijk geven van hun begrip hoe de mens een onderdeel is van de omgeving als geheel. Daar past bijvoorbeeld het duurzaamheidsdenken goed in. Ik word wat onvermogend boos als er onzin wordt bijgehaald. Er zijn naar mijn idee ruwweg twee soorten onzin. Er is onzin die het resultaat niet nadelig bepaalt. Dat is onzin waar ik geduld voor op kan brengen, en er is onzin die destructief is. Dat is onzin waarbij het menselijk lichaam geweld wordt aangedaan, vernederd wordt en verkracht in zijn autonomie. Dat is onzin waarbij de omgeving naargeestig wordt, misprijzend en onvriendelijk. Dat is onzin waar we krachtig tegen moeten strijden. Het kan natuurlijk wel zijn dat onze wreedheid een product is van de evolutie, en dus ‘natuurlijk’. Omdat iets natuurlijk is, hoeft het nog niet wenselijk te zijn of bevorderlijk voor een goed samenleven. Dat is juist de boodschap van de evolutie: goed en kwaad zijn producten van de evolutie en niet andersom. Veranderen we de omgeving, dan worden andere kwaliteiten effectief en hebben we ons vermogen anderen te kleineren niet zo nodig. Een vriendelijke, eerlijke wereld is fijner om in te leven. Het hoeft geen egoïstische, nare wereld te zijn. Die maken wij ervan. Empathisch vermogen Voor mij moet het debat in het ontwerpen dus gaan over wat goed is voor jou, mij en de maatschappij waaraan wij deelnemen en op welke voorwaarden. Daarbij is het belangrijk te weten vanuit welk gezichtspunt je spreekt. De maatschappij is een middel om het samenleven mogelijk te maken. Het is het lichaam waarin wij samenleven en samenwerken. We kunnen er anders mee omgaan dan we doorgaans doen, als we dat willen. Maar dan op voorwaarde dat we concentreren op ons eigen handelen: hoe moet ik voor een ander ontwerpen? Hoe leer ik de ander kennen? Welnu, we zijn allemaal mensen met een eigen geschiedenis en een eigen situatie. Om zich in de wereld van een ander te verplaatsen, doet de ontwerper wat de romanschrijver ook doet. Hij stelt zich zelf voor in een situatie anders dan die van hemzelf. Dat heet zijn empathisch vermogen. Dat heeft niets te maken met medelijden, maar alles met het vermogen je los te weken uit je eigen situatie, en je als mens, wie niets menselijks vreemd is, te verplaatsen in de situatie van een ander. Dat kan op grove wijze en dat kan op een meer geraffineerde en zorgvuldige wijze. Geoefende ontwerpers en romanschrijvers hebben dat vermogen sterk ontwikkeld. Romanschrijvers gebruiken dat vermogen om een verhaal vanuit verschillende gezichtspunten te laten ondergaan. Romans, net als ontwerpen overigens, zijn filosofische instrumenten. Er kan mee worden gedacht.
tieve versie van die regel luidt: Behandel anderen zoals je zelf graag behandeld wilt worden. De voorwaarde is dat je dus goed weet wat je wilt, en waarom. Voor de ontwerper zijn de belangrijkste vormen van oordeel zorgvuldige antwoorden op eenvoudige vragen als: Zou je hier willen wonen? Zou je hier dag in dag uit willen werken? Zou je hier elke dag weer graag naar binnen lopen? Als ik, als ontwerper, zelf bekwaam ben in het gebruik van ruimte, ben ik het beste in staat om mij het gebruik van anderen voor te stellen en het maatschappelijke nut van bijvoorbeeld schoonheid te beredeneren. Dus, om dat alles concreet te maken: modern of ouderwets zal mij een worst wezen. Het goede en het mooie is in beide te vinden als men de tijd neemt. Maar monotone, geestdodende herhaling moet je alleen ontwerpen voor mensen die dat echt willen en het goed aankunnen. Ontworpen segregatie op basis van ras, kleur, sekse, sociaal economische positie, dat zijn zaken die de ontwerper ook heel serieus dient te nemen. Voordat je het weet leg je mensen een hel op waaraan ze niet kunnen ontsnappen. Dat mag een ontwerper eenvoudigweg niet als hij ontwerpt met de hoop op een leefbare en billijke samenleving. Daar ligt de (on)macht van de ontwerper.
Jacob Voorthuis
Jacob Voorthuis geeft les aan de TU Eindhoven waar hij zich bezig houdt met de maatschappelijke rol van de ontwerper. Daarin daagt hij zijn studenten uit beredeneerde ontwerpkeuzes te maken of hun onmacht ten aanzien van de redenatie ter discussie te stellen. Van huis uit is Voorthuis kunsttheoreticus, gespecialiseerd in de filosofie van het architectonisch ontwerpen. Hierin probeert hij de voorwaarden waarop een begrip betekenis krijgt in het ontwerpend handelen bloot te leggen. Hij heeft op diverse universitaire en academische instellingen in binnenen buitenland les gegeven.
Het empathisch vermogen stelt ontwerpers in staat om te handelen volgens de gouden regel: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. De posi-
# 1
april—2013
23
12-04-13 13:03
artikel
artikel
tekst: Ita Luten beeld: Maarten van den Haak (glazen trap), Maarten Wijk (gebouw met weinig raamoppervlak en boekcover), Ita Luten (spiltrap)
Vorm gaat vaak boven gebruiksgemak. Maar als een stoel niet lekker zit, schiet je als interieurarchitect je doel voorbij. Rekening houden met ergonomie is belangrijk. En niet alleen het ontwerp van een stoel of tafel, ook het ontwerp voor een hele ruimte zou je ergonomisch moeten checken. Ergonoom Ita Luten legt uit waarom dit verstandig is.
8026_V01+ADV_fc.indd 24-25
ıntern.
24
wassen, reizen, studeren, praten, luisteren, denken, spelen, feestvieren, lezen, enzovoort. Een oneindige lijst van activiteiten waarvoor het onmogelijk is om per activiteit algemene omgevingsvariabelen vast te stellen. Hoewel in Neufert’s ‘Bauentwurfslehre’ daartoe een aardige poging is gedaan. Het is een vuistdik boek met daarin plaatjes van alle mogelijke ruimtes, van konijnenhok tot vliegtuighangar.
Niet sexy In bovenstaand voorbeeld is niet voldoende nagedacht over de consequenties die het weglaten van een basisvoorziening zoals een lift, heeft voor de gebruikers van het pand. Veel ontwerpaandacht gaat naar het uiterlijk van een ontvangsthal, het interieur van de receptie en de beleving van de kamers. Liften zijn net als deuren, trappen en toiletten, niet sexy. Je kunt er esthetisch gezien niet mee scoren. Maar ook het ontwerp van een gang, een kamer, een restaurant, een winkel en een wachtruimte zou zodanig moeten zijn dat mensen er goed in kunnen functioneren. Niet belemmerd door allerlei hindernissen zoals te kleine liften, te krappe toiletjes, trappen bij hoofdingangen, te gladde vloeren, gaten en spleten in loopoppervlakken en glazen loopbruggen.
Waarnemen Waarnemen gaat over zien, horen, ruiken en tasten. Daarvoor is het nodig dingen te kunnen zien (verlichting, zichtbaarheid, kleurgebruik), dat de ruimte akoes-
Vragen stellen Hoewel de vraag naar een goed interieur individueel sterk kan variëren is voor iedereen een basis gebruikskwaliteit universeel. We hebben allemaal behoefte aan een toegankelijke, veilige, gezonde, aantrekkelijke en flexibele omgeving waarin we kunnen doen wat we willen doen. Hierover gaat ergonomie: het ontwerpen van een omgeving waarin mensen gezond, veilig, comfortabel en doeltreffend kunnen functioneren. Dat is minder ingewikkeld dan het lijkt. Het is een kwestie van vragen stellen. Vragen wat mensen moeten kunnen doen en hoe ze dat moeten kunnen doen. Het beantwoorden van deze vragen bepaalt de kwaliteit van het interieur. Het gaat niet alleen om de esthetische en constructieve kwaliteit. Juist de gebruikskwaliteit wordt bepaald door het stellen van vragen over het gebruik en de gebruikers. En dan gaat het niet alleen om stoelen en tafels, het gaat om alle omgevingsvariabelen in een ruimte. De afmetingen, de vloer, de muren, het plafond, het licht, de akoestiek, het binnenklimaat, de inrichting, het materiaal, het uitzicht, de kleuren, de logistiek. Dit zijn allemaal variabelen die bepalen hoe mensen uiteindelijk kunnen functioneren in een ruimte.
Van ego naar ergo design
bnı.
Het afstudeerproject van een student Interieurarchitectuur betreft een verbouwing van een bestaand herenhuis tot hospice, een huis waar stervende mensen terminale zorg krijgen. Bij de presentatie van het voorlopige ontwerp krijgt de student de vraag: “Waar is de lift?” Stellig is het antwoord: “Die zit er niet in, daar is echt geen ruimte voor!” Maar hoe zit het dan met zieke mensen in rolstoelen of bedden en hoe moet de begrafenisondernemer de kisten vervoeren? Als een lift echt niet past, is het herenhuis misschien niet geschikt als hospice. Een beetje laat om daar pas bij het VO achter te komen. Een beginnersfout wellicht? Nee, het gebeurt ook in praktijk. Bij de renovatie van een groot woonzorgcentrum ergens in Rotterdam, gebeurde iets vergelijkbaars. De nieuwe liften in dit centrum zijn te klein voor lijkkisten. De kisten moeten uit het raam worden getakeld.
Functioneren van mensen Naast kennis over techniek, materiaal, vorm en kleur heeft een interieurontwerper dus ook kennis nodig over het functioneren van mensen. Dat gaat over alle activiteiten die mensen uitvoeren: werken, slapen, eten, # 1
april—2013
Wat we ook doen en waar we dat ook doen, in detail verrichten we steeds dezelfde taken. Ergonomische taken: we nemen informatie op, we interpreteren deze informatie en we doen iets met die informatie. Het functioneren van mensen is een continue cyclus van waarnemen, interpreteren en doen, waarvoor per activiteit omgevingsvariabelen kunnen worden bepaald die de activiteit ondersteunen.
‘Voorkom hindernissen zoals kleine liften, krappe toiletjes, gaten in vloeren of glazen trappen’ tisch goed is, dat het niet te veel stinkt of juist lekker ruikt, dat we tactiele informatie krijgen. Daarbij nemen we de luchtkwaliteit en het thermisch klimaat ook (in fysiologische zin) waar, zij het lang niet altijd bewust. Goede luchtkwaliteit en thermische kwaliteit bepalen of we ergens fysiologisch gezond kunnen functioneren. De combinatie van zien en fysiologisch waarnemen zorgt ervoor dat we voortdurend onze positie ervaren en die corrigeren, zeker op roltrappen en bij schuine vloeren of wanden. Zo is hoogtevrees een ervaring waarbij het zien van een (diepliggende) omgeving direct invloed heeft op de beleving; angst. Misselijkheid in een ruimte met schuine of bewegende wanden is een gevolg van het voortdurend willen corrigeren van de lichaamshouding. Interpreteren Op basis van onze waarnemingen nemen we beslissingen over ons doen en laten. We leren een nieuwe omgeving kennen en herkennen bekende dingen. We leren de kenmerken van gebouwen, straten, pleinen, parken, kamers, deuren, meubels, bedieningselementen, enzovoort. We leren waarvoor ze zijn bestemd en hoe we ze 25
12-04-13 13:03
artikel
artikel Ita Luten
ir Ita Luten (www.italuten.nl) heeft een eigen bureau en adviespraktijk voor onderzoek, kennisoverdracht en advies op het raakvlak van mens en omgeving. Daarnaast is ze docent Ruimtelijk Ontwerpen en Product Design aan de Willem de Kooning Academie Rotterdam. In de praktijk adviseert ze bij het maken van programma’s van eisen, beoordeelt ze ontwerpplannen op gebruikskwaliteit en ontwikkelt ze kennisdocumenten over het onderwerp. Ze is auteur van onder meer ‘Mens en Maat’ en het ‘Handboek Veilig Ontwerp en Beheer’ en beheert de door haar ontwikkelde website www.veilig-ontwerp-beheer.nl.
Toegankelijk Het afstemmen van het ontwerp op het functioneren van mensen geeft in het algemeen een interieur met voldoende gebruikskwaliteit. Dat betekent: een interieur dat toegankelijk, veilig, gezond en aantrekkelijk is. Een ruimte moet fysiek toegankelijk zijn en praktisch bruikbaar. Dat houdt in dat de omgeving zodanig is ontworpen en wordt beheerd, dat mensen in staat zijn te kunnen waarnemen wat moet worden waargenomen, te begrijpen wat begrepen moet worden en te doen wat ze er willen kunnen doen. We moeten ergens in en uit kunnen, de weg kunnen vinden, naar de WC kunnen, de lift kunnen nemen, uit het raam kunnen kijken, spullen kunnen meenemen, bezoek ontvangen, enzovoort. Van die gewone dagelijkse dingen. Veilig Mensen mogen niet onnodig aan risico’s worden blootgesteld. Het gaat om vier soorten veiligheid: brandveiligheid, sociale veiligheid, verkeersveiligheid en gebruiksveiligheid. De gevolgen van dramatische ongelukken zijn helaas vaak in het nieuws. Minder in het nieuws, maar ook dramatisch zijn de vele ongelukken in het dagelijks leven. Jaarlijks vallen ruim twintigduizend mensen in hun eigen huis van de trap, met ziekenhuisopname tot gevolg. Vooral spiltrappen zijn berucht.
kunnen of moeten gebruiken. Daardoor hebben we ook verwachtingen en vooroordelen over onze omgeving. Vervolgens vormen we een oordeel op grond waarvan we beslissingen nemen. Vinden we het mooi, wat kunnen we er, wat doen we ermee? Herkenbaarheid van een omgeving is dus belangrijk. Is het duidelijk wat iets is? Van belang is ook de betekenis die een omgeving heeft. Je eigen huis, je eigen plek, de mogelijkheid om die naar eigen smaak in te richten.
Doen Het waarnemen en interpreteren bepaalt voor een groot deel wat we doen in en met een omgeving. Het moet dan fysiek wel kunnen. We moeten ruimte hebben om te lopen, te staan, te zitten, te liggen, te bewegen en te handelen. We moeten hoogteverschillen kunnen overbruggen, we willen liever niet over drempels struikelen, we willen elkaar kunnen passeren in een gang, bij de balie kunnen, door de deur kunnen.
Gezond De omgeving moet gezond zijn. Veel zaken zijn daarvoor bepalend. Klimaat (temperatuur, vocht en tocht), luchtkwaliteit (stof, rook, CO2), hygiëne (de mogelijkheid om de omgeving schoon te kunnen houden) en materiaalgebruik (bijvoorbeeld allergenen als nikkel, chroom en diverse kunststoffen). De mentale gezondheid is gebaat bij de aanwezigheid van onder meer daglicht en uitzicht, buitenruimte en geluidsisolatie.
tie en inbouw gescheiden zijn, hebben zich bewezen in de afgelopen eeuwen en decennia. Voorbeelden zijn het Groothandelsgebouw in Rotterdam, de eeuwenoude pakhuizen aan de havens en grachten en de internationaal vermaarde Van Nelle fabriek in Rotterdam, vroeger een werkplek voor fabrieksarbeiders, nu een inspirerende plek voor ontwerpbureaus. Van ego naar ergo Eén letter verschil kan een wereld van verschil uitmaken voor veel gebruikers. Een ontwerper die van zichzelf uitgaat en zich afvraagt: “Vind ik het ontwerp veilig, gezond, comfortabel?”, stelt om te beginnen de goede vraag, maar zou nog even verder moeten denken of dat voor anderen ook geldt. Zou mijn oma, mijn kleine nichtje, de schoonmaker, de pakjesbezorger hier ook veilig en comfortabel kunnen functioneren? Dat is ergodesign: rekening houden met gebruik door alle gebruikers.
‘Het gaat niet alleen om stoelen en tafels, het gaat om alle omgevingsvariabelen in een ruimte’
Aantrekkelijk Mensen voelen zich onbehaaglijk als de vormgeving en inrichting niet past bij culturele verwachtingen en hun persoonlijke identiteit. Natuurlijk heeft ieder mens een eigen smaak. Naast persoonlijke voorkeuren zijn er echter ook universele wetmatigheden. Mensen waarderen een menselijke schaal, een niet al te monotone maar zeker ook niet een te complexe omgeving. En ze waarderen het als ze een eigen plek naar eigen smaak en voorkeur kunnen inrichten. Tenslotte wordt een omgeving waaraan (bouwtechnische) zorg is besteed, die schoon is en goed is onderhouden op prijs gesteld. Flexibel Mensen veranderen en daarmee ook de ideeën over wat praktisch, veilig, gezond en aantrekkelijk is. De smaak verandert onder invloed van mode en trends, ideeën over een goede woon,- werk- en leeromgeving veranderen. Vroeger was één telefoon in de hal genoeg, nu moet in het hele pand mobiel bereik zijn. Vijftien jaar geleden lag er een schrijfmap op een bureau, nu mailen we via mobiele apparatuur. Ooit gingen we op zaterdag in de teil voor de kachel, nu is er een riante en van alle gemakken voorziene badkamer. Om dergelijke veranderingen te kunnen ondervangen, moet de omgeving flexibel zijn. Er moet ruimte voor verandering zijn en deze veranderingen moeten technisch eenvoudig kunnen worden uitgevoerd. Gebouwen met bijvoorbeeld enige overmaat en een bouwtechniek waarbij construcbnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 26-27
ıntern.
26
# 1
april—2013
‘Mens en Maat, over de ergonomie van de ruimte’, geschreven door Maarten Wijk en Ita Luten, uitgegeven bij Stili Novi, 2010
27
12-04-13 13:03
artikel
Opleidingsgegevens
artikel
beeld: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Met gastdocenten aan de slag in ontwerpstudio’s
Verdieping en ontwikkeling artistieke visie
Artez Arnhem en Zwolle
De opleiding is interessant voor interieurontwerpers die zich verder willen verdiepen binnen het vakgebied. Op theoretisch vlak, door middel van het doen van onderzoek naar een zelf geformuleerde onderzoeksvraag. Maar ook praktisch als ontwerper door te werken met gastdocenten aan actuele, zeer complexe ontwerpopgaven. Samenwerken binnen een team en leren omgaan met een opdrachtgever, komen uitgebreid aan bod binnen de case-study waar studenten gezamenlijk aan werken. In de opleiding wordt gewerkt met een individueel studieplan, wat de studenten de mogelijkheid biedt om eigen leerdoelen te formuleren en deze in het studieprogramma op te nemen Hoeveel studenten nemen jullie aan?
De lessen worden binnen drie leerlijnen (theorie, praktijk, case-study) verschillend aangeboden. Zo zijn er op vrijdagmorgen de ontwerpstudio’s die door wisselende gastdocenten worden ingevuld. Theorielessen zijn bijvoorbeeld Constructieleer, Bouwfysica, Lichttechniek, Regelgeving, Communicatie, Omgevingspsychologie en Interieurtheorie. Dat zijn werkcolleges van twee uur. Interieurtheorie staat wekelijks in het rooster, de andere onderwerpen wisselen elkaar af. Binnen de case-study tenslotte werken de studenten als groep zelfstandig aan een ontwerpend onderzoek. Ze worden hierbij begeleid door het hoofd van de opleiding aangevuld met experts die in samenhang met het onderwerp worden gekozen.
Jaarlijks worden maximaal 15 studenten aangenomen. Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
Wat voor toelatingseisen gelden er?
Opleidingsgegevens
Koninklijke Academie van Beeldende Kunst Den Haag
Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
Voor wie is deze masteropleiding interessant?
Nu de titel interieurarchitect alleen nog maar verkrijgbaar is na het behalen van een masterdiploma, komen steeds meer academies met een master Interieurarchitectuur. Bij iedere opleiding ligt het zwaartepunt ergens anders. Waarin onderscheiden deze opleidingen zich van elkaar? Een inventarisatie.
INSIDE richt zich op grootschalige interieurs
[C]r Corpo reality ArtEZ master Interieurarchitectuur ArtEZ hogeschool voor de kunsten Locatie: Arnhem, deels Zwolle Hoofd: Ingrid van Zanten Inschrijven: Tot eind juni Website: www.artez.nl
INSIDE Master Interieur Architectuur Koninklijke Academie van Beeldende Kunst (KABK) Locatie: Den Haag Hoofd: Hans Venhuizen Coördinator: Marja van der Burgh Informatie: Kandidaten kunnen een afspraak maken met Hans Venhuizen of Marja van der Burgh Inschrijven: Tot 1 juli 2013 Website: www.enterinside.nl
Om tot de opleiding te worden toegelaten, moeten kandidaten beschikken over een bachelordiploma Ruimtelijke Vormgeving, Bouwkunde of een TU bachelor Bouwkunde. Kandidaten die beschikken over de juiste papieren worden uitgenodigd voor een gesprek. Op basis van het portfolio, eerder genoten opleiding en het gesprek wordt bepaald of een kandidaat toegelaten wordt.
De theoretische verdieping in het individuele onderzoek en het samenwerkend ontwerpend onderzoek binnen de case-study. Daarnaast wordt de studenten de mogelijkheid geboden een individueel studietraject te volgen. Wat voor interieurarchitecten leveren jullie af?
Interieurarchitecten die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de verdieping en verrijking van het vakgebied. Opleidingsgegevens
Oplossingen voor complexe opgaven
Master Interior Architecture Hogeschool Zuyd Locatie: Herdenkingsplein 12 6211 PW Maastricht Hoofd: Josef Bischofs Website: www.mmaa.eu
Hogeschool Zuyd Maastricht Voor wie is deze masteropleiding interessant?
Wat voor toelatingseisen gelden er?
Bachelors Interieurarchitectuur of bachelors met een vergelijkbare opleiding die een overtuigend portfolio en goede motivatie hebben. Verder is voldoende beheersing van de Engelse taal vereist. Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
Centraal staan de studio’s waarin aan een hoofdopgave wordt gewerkt (in 2012-2013 is dat ‘hergebruik van lege kantoorgebouwen’). Binnen dit programma wordt een groot aantal workshops rondom SKILLS en THEORY georganiseerd. Daarnaast wordt in het research programma FLOWS aandacht besteed aan de invloed van stromen zoals geld, voedsel en materiaal op het ruimtelijk ontwerp, is er een reisprogramma TRAVELS en een lezingenprogramma. Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
INSIDE richt zich op grootschalige interieurs. Daarnaast gaat INSIDE over de positie van de interieurarchitect in ruimtelijke veranderingsprocessen. Hij leest, bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 28-29
ıntern.
benoemt en geeft richting aan het publieke interieur van binnenuit, vanuit eigen observaties, vanuit grondig onderzoek van de culturele-, economische- en politieke context, vanuit sociologische én stedenbouwkundige inzichten, vanuit een eigen artistieke visie. Als een architect die werkt van binnenuit, in alle opzichten, op alle niveaus. Niet als een politiek idealist of activist maar met een goed ontwikkeld bewustzijn voor de real world. Het onderwijs van INSIDE is engelstalig. Welke docenten geven zoal les op de opleiding?
Jan Konings, Louise Schouwenberg, Jan Jongert (Superuse Studios), Oana Rades en Thijs Bijsterveldt (Shift Architecture Urbanism), Elma van Boxel en Kristian Koreman (ZUS). Wat voor interieurarchitecten leveren jullie af?
Interieurarchitecten die voor complexe ontwerpgaven op basis van eigen onderzoek, eigenzinnige en toekomstgerichte oplossingen bieden. 28
De Master Interior Architecture is bedoeld voor studenten die zich verder willen verdiepen in architectonische structuren. Het is een specialistische opleiding waarin het onderzoeken van de fenomenologie van de architectonische ruimte centraal staat. Wat voor toelatingseisen gelden er?
Een afgeronde hbo- of TU-opleiding Bouwkunde met specialisatie architectuur of een ontwerpopleiding aan een technische universiteit of een kunstacademie en relevante werkervaring in het ruimtelijk ontwerp. Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
De opleiding is gebaseerd op projectonderwijs. Via projecten waaraan individueel of met medestudenten wordt gewerkt, wordt de nodige kennis en kunde eigen gemaakt. In de markt is behoefte aan goed geschoolde interieurarchitecten die in staat zijn oplossingen aan te dragen in complexe ontwerpopgaven in de publieke en marktsector. Studenten leren zich te verhouden tot sociaal, maatschappelijk en culturele factoren en worden uitgedaagd hier uitdrukking aan te geven in ont# 1
april—2013
werp. Methodisch werken en het betrekken van gebruikersonderzoek bij de totstandkoming van een ontwerp zijn basiselementen van de opleiding. Ook communicatieve en technische vaardigheden om als interieurarchitect sterk over te komen zijn vaste onderdelen van de opleiding. Aan de opleiding zijn vooraanstaande professionals verbonden zoals (interieur-) architecten en kunsthistorici. De gastdocenten leveren een belangrijke bijdrage aan het onderwijs op het gebied van actualiteit, beroepskennis en beroepservaring. Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
De architectonische ruimte is een complex fenomeen met vele aspecten zoals materiaal, licht, tijd, schaal en compositie, die niet chronologisch maar synchroon invloed uitoefenen op de beleving van de ruimte. Deze ‘synchrone aspecten’ vormen chronologische hoofdthema’s voor de diverse projectblokken die een theoretisch zwaartepunt krijgen (onderzoek). Deze aspecten die de masteropleiding expliciet maken, worden benoemd en in de eerste fase van het onderwijs apart onderzocht (analyse – synthese). 29
12-04-13 13:03
Opleidingsgegevens
artikel
Experimenteren met ruimte Sandberg Instituut Amsterdam
Voor wie is deze masteropleiding interessant?
De Studio for Immediate Spaces staat open voor iedereen die geïnteresseerd is in onderzoek en experiment met de ruimte, uit welke elementen die bestaat en wat de relatie en ervaring van een gebruiker met de ruimte is. Hoeveel studenten nemen jullie aan?
Tien per jaar. Wat voor toelatingseisen gelden er?
De opleiding is open voor alle studenten met een bachelor diploma in Design, Interieur Design, Architectuur, Fine Arts, andere gerelateerde opleidingen of met vergelijkbare werkervaring. Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
Het tweejarig masterprogramma bestaat uit vier semesters. Ieder semester bestaat uit een ontwerpstudio, theorie en een weekprogramma met lezingen, discussies en workshops. Het studiowerk is de basis van de opleiding. Hier ontwikkelt de student zijn ontwerp- en onderzoekvaardigheden op zowel groeps- als individueel niveau. Nadruk wordt gelegd op direct ervaren, reflecteren en bevragen van het ruimtelijke en fysieke werk. Het vierde en laatste semester is het zelf geïnitieerde afstudeerwerk. Het theorieprogramma heeft twee parallelle trajecten: aan de ene kant reflecteert de student op zijn praktijk en de rol in het werkveld en aan de andere kant onderzoekt hij wat ruimte is en hoe we erover kunnen denken en praten.
Studio for Immediate Spaces, Master Interior Architecture Sandberg Instituut, Gerrit Rietveld Academie Locatie: Amsterdam Coördinator: Rinske Wessels Inschrijven: Tot 1 april 2013 Website: www.immediatespaces.nl en www.sandberg.nl
Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
Met de Studio for Immediate Spaces definiëren we een werkgebied dat tussen design en architectuur in zit en zich specifiek op de ruimte concentreert en de directe relatie tot zijn gebruikers. De ruimte kan zich overal bevinden en beperkt zich niet tot het interieur van de architectuur, maar bevindt zich ook in het landschap, in privé en publiek domein. Met deze focus onderzoeken we nieuwe mogelijkheden voor het interieur. We werken direct en volgen onze intuïtie, geleid door het bevragen en experimenteren met de ruimte. Te vaak worden ontwerpen gebaseerd op oplossen, rationaliseren of het nabootsen van dingen. We geloven dat dit alleen kan leiden tot resultaten die we al kennen. Dit is een veilige weg, echter willen wij de weg van twijfel en onzekerheid inslaan. Alleen door te experimenteren en individuele betrokkenheid kunnen we nieuwe proposities vinden die uiteindelijk een werkelijke impact op onze wereld hebben.
artikel Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
De masteropleiding is geconcentreerd rondom reële praktijkopdrachten op het gebied van hergebruik en herbestemming, zorg en welzijn en nieuwe retailconcepten. Thema’s waar interieurarchitecten vanuit hun expertise een bijzondere bijdrage aan kunnen leveren. Daarnaast is het vooral de nadruk op doelgroeponderzoek en de koppeling met de omgevingspsychologie die bijdraagt aan het opleiden van een nieuwe generatie interieurarchitecten. Wat voor interieurarchitecten leveren jullie af?
Interieurarchitecten die creatief, communicatief en onderzoekend te werk gaan. In nauwe relatie met de gebruikers zoekt hij naar passende en innovatieve
Totstandkoming interieur als multidisciplinaire praktijk Piet Zwart Instituut Rotterdam
Wat voor interieurarchitecten leveren jullie af?
Studenten die deze opleiding volgen leren de beginselen van experimenteren en onderzoeken van ruimte, gebaseerd op het idee dat het beroep in beweging is en niet formeel vastgesteld. Ze zullen zelf initiatief ontwikkelen, een breed perspectief, de bekwaamheid om met materialen te werken en de openheid om samen met anderen te kijken en reflecteren op eigen en andermans werk. De studenten zullen experts worden in de directe ruime om ons heen.
Voor wie is deze masteropleiding interessant?
Voor studenten die op zoek zijn naar een kritisch platform waar zij onderzoek kunnen doen naar en experimenteren met ruimtes, ervaringen en nieuwe methodes. Wij bieden ze een omgeving die over de grenzen van de normatieve parameters van de hedendaagse industrie reikt. Zo krijgen zij de kans om deel te nemen aan innovatieve, nog niet eerder in kaart gebrachte speelvelden en economieën. Hoeveel studenten nemen jullie aan?
Ontwerpers met een multifocus Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Master Interior Architecture: Towards Spatial Identity Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Locatie: Utrecht Hoofd: Arlette Kerkhof Informatie: Informatieavond op 22 april 2013 Inschrijven: Tot half juli 2013 Website/facebook: www.hku.nl/masterinterieurarchitectuur www.facebook/MIA.TSI
Hoeveel studenten nemen jullie aan?
Wat voor toelatingseisen gelden er?
Tijdens de selectieprocedure wordt naar portfolio en werk gekeken. Er wordt getoetst op reeds aanwezige kennis en vaardigheden op het gebied van een allround, integraal werkende ruimtelijk ontwerper. Verder dient de student te beschikken over een bachelordiploma Interieurarchitectuur, Ruimtelijke Vormgeving, een HBO of TU-opleiding Bouwkunde met specialisatie Architectuur of een andere ontwerpopleiding. Een lange staat van dienst binnen het vakgebied van de interieurarchitectuur kan in sommige gevallen ook toegang geven tot de masteropleiding. Mocht iemand niet direct toegelaten worden tot de master interieurarchitectuur, dan is er een mogelijkheid om een vooropleiding te volgen. De zogenaamde pre-master. bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 30-31
ıntern.
Wat zijn hun mogelijkheden na hun afstuderen?
De masteropleiding is zo ingericht dat men zich zelfstandig of op een (interieur)architectenbureau verder kan ontwikkelen en men zich met praktijkervaring als interieurarchitect kan manifesteren. Master interieurarchitecten hebben een goede aansluiting op de huidige praktijk die vraagt om ontwerpers met een multifocus: ondernemend, ontwerpend, maatschappelijk betrokken, samenwerkend en technisch onderlegd.
Opleidingsgegevens
Opleidingsgegevens
Maximaal 20 studenten per studiejaar.
ontwerpoplossingen. Bovendien relateert de interieurarchitect inzichten in sociologische en cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen aan ruimtelijke ontwerpen. Omdat er volgens een bepaalde methodische ontwerpstrategie te werk wordt gegaan, maakt de afgestudeerde meer dan een goed ontwerp: hij bouwt aan een ruimtelijke identiteit.
Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
De opleiding benadrukt ‘het onderzoekend ontwerpen’ en ‘de ontwerpende dialoog’. Methoden van werken die interieurarchitecten helpen de artisticiteit, technische uitvoerbaarheid en bruikbaarheid van het ontwerp te vergroten. Dit doen we steeds aan de hand van realistische praktijkopgaven. Het integrale ontwerpproces staat hierbij centraal. Alle onderdelen, van onderzoek tot technisch uitwerken, staan in het teken van de ontwerpopgave. De opleiding beoogt een verbreding en een verdieping van het handelingsrepertoire van een interieurarchitect. Werkvormen zijn: een mix van praktijkopgaven, workshops ter verdieping, gastcolleges van externe experts en excursies naar plekken en instanties ter verdieping van het thema of de ontwerpopgave. 30
Ongeveer 12 studenten per jaar. Wat voor toelatingseisen gelden er?
Na het toesturen van de benodigde papieren, waaronder een passende bachelordiploma, portfolio en motivatiebrief, worden kandidaten uitgenodigd voor ene gesprek, waarna een selectie volgt. Op wat voor manier krijgen de studenten onderwijs?
Het curriculum is opgebouwd rondom designonderzoek dat studenten voornamelijk in een studio-omgeving verrichten. Hedendaagse sociaal-culturele en economische vraagstukken gecombineerd met vragen uit het werkveld, vormen de hoofdmoot van de uitdagingen die studenten in de eerste vier trimesters aangaan. De drie educatieve elementen die als een rode draad door deze semesters lopen en het programma body geven zijn: Thematic Design Project, Research en Industry. Wat onderscheidt deze master van andere masteropleidingen?
Deze master ziet de totstandkoming van het interieur als een multidisciplinaire praktijk. Het unieke programma van deze opleiding is gestoeld op een designonderzoeksmethodiek die interieurarchitectuur # 1
april—2013
Master Interior Architecture & Retail Design Piet Zwart Instituut, Willem de Kooning Academie Locatie: Rotterdam Hoofd: Alex Suarez Coördinator: Vanessa Tuitel Inschrijven: Tot 1 mei 2013 Website: pzwart.wdka.nl/interior-architecture
beschouwt als een ‘toegepaste, artistieke synthese’. Bij de opleiding wordt ‘het maken’ benaderd als een actief design- en onderzoeksproces. Daarbij worden verschillende parameters, zoals gebouwenontwerp, programma, technologie, ambacht, materialen, theorie/ geschiedenis en andere relevante, culturele factoren gebruikt. Binnen de opleiding vormt de Retail Design specialisatie een unieke component. Studenten die voor deze route kiezen, hebben de kans om zich – gedurende ongeveer een derde van het programma – te concentreren op de hedendaagse praktijk van de retail designer. Met als thuisbasis de dynamische metropool en havenstad Rotterdam organiseert het Piet Zwart Instituut projecten in opdracht van de stad en lokale bedrijven en instellingen. Studenten werken onder begeleiding van een getalenteerd en gerespecteerd faculteitsteam van professionele (interieur)architecten, designers, wetenschappers en gespecialiseerde beroepsbeoefenaars. De opleiding biedt een programma van publieke evenementen, lezingen, exposities en werkveldexcursies, interdisciplinaire workshops en samenwerkingen met externe organisaties, bedrijven, academies en scholen. Wat voor interieurarchitecten leveren jullie af?
Wij leiden onze studenten op tot de nieuwe generatie ontwerpers, die bewapend zijn met de benodigde kennis en vaardigheden om de vraagstukken van de toekomst te beantwoorden. Actuele vraagstukken en daaraan gekoppelde designprojecten vormen het hart van ons curriculum. Je krijgt een geïntegreerde training in technologie, industrie, geschiedenis, theorie en andere specialisatie. Zo helpen we je je verder te ontplooien en je projecten zo goed mogelijk te voltooien. Extra nadruk ligt op ‘nieuwe media’ als een design-, productie-, communicatie- en PR-tool voor de toekomstige beroepspraktijk van interieurarchitecten. 31
12-04-13 13:03
Eve, het ultieme iPad frame, een combinatie van schoonheid en gebruiksgemak. Het design is simpel en ingetogen, en onderstreept de perfectie van het iPad design in plaats van het te verzwaren. Eve wordt eenvoudig aan de muur bevestigd en is voorzien van een permanente aansluiting waardoor de iPad niet uit het frame gehaald moet worden om op te laden. Zo biedt Eve de ideale oplossing om de iPad aan de muur te bevestigen zonder overheersend te zijn in een modern interieur. www.basalte.be |
[email protected]
WHITE-LINE! Belgisch lichtontwerp! Beloftevolle creatie van Antwerpenaar Patrik van Daele. WHITE-LINE is een ingenieuze collectie opbouwtoestellen met de look van inbouwmodellen. Deze verrassende creatie is het resultaat van een jarenlange zoektocht naar een tijdloze en discrete opbouwverlichting en van het besef dat hier nog een opening in de markt bestaat. Het unieke aan WHITE-LINE is dat het hier wel degelijk gaat om opbouwverlichting die echter deels verdwijnt in plafond of wand. Dankzij een ruwe poedercoating in Ral 9003 en een naadloze
afdekplaat zijn alle WHITE-LINE modellen bovendien overschilderbaar. Ze kunnen dus perfect afgewerkt worden zoals het plafond of de wand waarin ze worden gemonteerd. Deze collectie is tevens samengesteld met de nieuwste lichtbronnen die er op dit ogenblik bestaan. Naast de bestaande lichtbronnen hebben we nu alle modellen voorzien van LED citizen met hun goede resultaten betreft de RA waarde . Afhankelijk model en type werken we tussen de 2700° en 3000° . De plafondlampen zitten bovendien aan een beweegbare arm in het toestel bevestigd. Daardoor worden ze uitklapbaar en kunnen ze ook horizontaal gericht licht verspreiden. Uniek op de markt!
Plafonds of wanden die zwart worden ten gevolge van de hitte van lampen? Niet zo bij White – Line! De kader waarin de lampen ingebouwd zitten, vangt alle warmte op. Hij is dankzij een handig kliksysteem volledig demonteerbaar en kan gemakkelijk gereinigd worden met chemico en water. Hopelijk kan WHITE-LINE ook u bekoren. Bezoek misschien eens de website www.pvdconcept.be. Vriendelijke groeten dank voor uw aandacht, pvdconcept bvba
Tijd voor het nieuwe werken.* ON®. De ON® is de eerste en enige 3D synchroon bewegende bureaustoel, een wereld patent. Vrijwel knoploos, uitwisselbare ruggen en armleuningen, maken dat de ON® de oplossing is voor het nieuwe werken. Uitgekozen tot de beste bureaustoel ter wereld! Testen?
[email protected] Zien? Van Nelle Ontwerpfabriek Rotterdam of www.wilkhahn.com/on
Lichtgewicht akoestisch plaatmateriaal In de hedendaagse architectuur wordt vaak gebruik gemaakt van ‘harde’ materialen. Op akoestisch gebied laten deze vaak te wensen over. Hogere eisen worden dan ook gesteld aan de ontwikkeling van akoestische, ergonomische en communicatiebevorderende oplossingen.
Kleine ecologische voetafdruk
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 32-33
CARB2JHFHUWL¿FHHUG
Biologisch afbreekbaar
ıntern.
NRC 0,55 (55%) geluidsdemping
De akoestische oplossing Greenpanel® van Dekker =HYHQKXL]HQPDDNWKHWPRJHOLMNRPÀH[LEHOWH]LMQLQKHW realiseren van verschillende structuren in een interieur en ondersteunt daarbij een optimale akoestiek. Greenpanel® heeft een noise reduction van 0,55. Meer informatie: www.dekkergreenpanel.nl.
Minder CO2uitstoot
100% recyclebaar
Licht van gewicht
FSCJHFHUWL¿FHHUG
32
Kl
f
12-04-13 13:03
professionele tekensoftware voor de interieurarchitect
www.vectorworks.nl
Specialismen: s¬ 3PACELINE¬OPHANG ¬EN¬BEVESTIGINGSSYTEEM¬AFSTANDHOUDERS ¬ BRILHOUDERS ¬RVS¬KABEL ¬EN¬RVS¬STANGENSYSTEEM ¬ s¬ &OLDERPRESENTATIE¬VOOR¬OP¬BALIES ¬AAN¬DE¬WAND¬OF¬ALS¬ VLOERSTANDAARDS s¬ 0RODUCT¬PRESENTATIE¬DISPLAYS¬
0182 756 660
Wij draaien wat de klant van ons vraagt!
ontwikkeling | verkoop | support | training
www.kika.nl Giro 8118
RUSINK BOUW
RUSINK INTERIEUR
Nieuwbouw, renovatie en onderhoud Als u voor uw bouwactiviteiten niet alleen waarde hecht aan vakkundige uitvoering, maar ook graag uw persoonlijke wensen en ideeën op verantwoorde wijze in uw nieuwe huis, kantoor, praktijkruimte of kapsalon toegepast wilt zien, dan vindt u in Bouwbedrijf Rusink de perfecte partner.
Maatwerk interieur met uitstraling De representatieve waarde van een bedrijf of woning wordt in belangrijke mate bepaald door een met zorg gekozen interieurstijl. Vorm, functionaliteit en kwaliteit van afwerking zijn daarbij de sleutelbegrippen. Wij kunnen u daarin tegemoetkomen met flexibel, doch degelijk vakmanschap op maat!
OVEREENKOMST.nl Voor Juridisch Verantwoord Ondernemen
Juridisch verantwoord ondernemen op betaalbare wijze! Overeenkomst.nl biedt u een complete verzameling professionele juridische documenten voor slechts € 9,95 per stuk. Deze documenten zijn in de praktijk gebruikt en opgesteld door professionele advocaten. Ook kunt u uw documenten laten screenen, juridische documenten laten opstellen door onze tekst-op-maat service en contact opnemen met onze servicedesk van advocaten.
Rusink Bouw & Interieur BV Gunjansdijk 4, 7055 BM Heelweg (buitengebied Varsseveld) 0315-241404
[email protected] www.rusink.nl
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 34-35
ıntern.
34
# 1
april—2013
Dit alles uiteraard tegen bodemprijzen!
Overeenkomst.nl is een initiatief van Elma Multimedia.
35
12-04-13 13:03
academie
academie
tekst: Daphne Rijkoort en Manon Mastik
het volgende leegstaande pand, om zo de BOX X straat na enige tijd volledig te krijgen. Verschillende boxen kunnen samen komen in één ruimte. Zo kunnen BOX Books en BOX Gifts samen in één ruimte terecht komen, waardoor leuke vernieuwende winkelcombinaties kunnen ontstaan. Meerdere ondernemers delen met elkaar één ruimte om zo de hoge huur te kunnen betalen. BOX X is de overkoepelende organisatie die de boxen met elkaar en de omgeving verbindt. Hierdoor wordt de betrokkenheid van bewoners bij de straat vergroot en wordt er gebruik gemaakt van de lokale kracht van ondernemers. De sterkte van BOX X is de lokale inbreng die ontstaat vanuit dit concept.
Studenten geven visie op leegstand
Recycling van materialen Het interieur is opgedeeld in twee elementen: Verkoop en Opslag. Voor beide elementen staat hergebruik van materialen centraal. Opslag van dozen en distributie is voor fysieke webwinkels belangrijk. Elke ruimte bestaat voor een groot deel uit opslag, hoeveel is afhankelijk van de soort winkel. Zo is er een opslagmeubel ontworpen, gemaakt van kartonpulp met een flexibele en beweegbare constructie, waardoor eenvoudig te gebruiken in elke winkel. Voor de verkoop van producten kent elke box zijn eigen vormgeving. Die vormgeving sluit aan bij het logo van de box. Het ontwerp wordt vervolgens gerealiseerd uit verpakkingsmateriaal wat webshops vaak genoeg in overvloed hebben. Daardoor blijven de kosten laag, wordt het milieu gespaard en zijn de interieurs flexibel. Er kan makkelijk een interieur uitgebreid of vervangen worden. Het hergebruik van materialen maakt BOX X aantrekkelijk voor startende ondernemers. Door de relatief lage interieurkosten, wordt de drempel om daadwerkelijk een fysieke winkel te beginnen lager. Je zit dan immers niet vast aan een duur interieur, je kan het interieur weer afbreken en het materiaal doorgeven aan een andere ondernemer. Waarmee de cirkel van BOX X weer rond is.
Leegstaande panden, verloedering in de buurt. Transformatie van gebouwen, terreinen en buurten is het thema van nu. Ook op de academies zoeken studenten naar slimme oplossingen voor herbestemmingsopgaven. Voor een buurt in Rotterdam-Noord bedachten studenten van de Willem de Kooning Academie Box X, een concept dat ook in andere wijken en steden toepasbaar is.
Onder de naam ‘Het Nieuwe Noorden’ zijn derdejaars studenten ruimtelijk ontwerp van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam een half jaar bezig geweest in de Jonker Fransstraat en de Zwaanshals in Rotterdam-Noord. Twee straten waar veel ‘tussentijd’ ontstaat. Locaties zijn gesloopt, gaan gesloopt worden, winkels en gebouwen staan leeg. Hoe de Jonker Fransstraat en de Zwaanshals in de nabije en verre toekomst kunnen worden gestimuleerd, is een reële vraag van alle betrokken partijen.
‘Ruimtes voor webwinkels als oplossing voor leegstand’ De grootste uitdaging ligt in de Jonker Fransstraat. Een straat die op het eerste gezicht kampt met leegstand en veel verkeer. Om een goed beeld te krijgen van de situatie in de straat hebben de studenten interviews met bewoners en ondernemers gehouden en onderzoek gedaan naar de geschiedenis. Na bestudering van de demografische gegevens en het bestand van huidige ondernemers kwam de groep tot de conclusie dat de situatie in de Jonker Fransstraat steeds verder achteruit is gegaan en dat leegstand het belangrijkste zichtbare gevolg hiervan is. bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 36-37
ıntern.
Snel en flexibel Zonde! Op het eerste gezicht lijkt de Jonker Fransstraat een gewone straat, maar niets is minder waar. Het is de straat die Rotterdam-Noord met het centrum verbindt en de route tussen werk en huis. Dit zorgt dagelijks voor een enorme stroom mensen. Mensen bewegen zich door de straat zonder de omgeving in zich op te nemen. Er is geen oog voor de leegstand of voor de kwaliteiten van de huidige, gespecialiseerde winkels. De groep studenten wil de snelheid van deze doorgangsroute benutten en in ieders voordeel gebruiken. Hiermee spelen ze in op de steeds sneller wordende samenleving. Mensen kopen steeds meer online, maar er blijft behoefte aan een fysieke winkel. BOX X biedt de oplossing: flexibele ruimtes voor webwinkels, waar mensen snel hun bestelling kunnen ophalen, terwijl ze op weg zijn naar de plaats van bestemming.
Landelijk probleem Niet alleen de Jonker Fransstraat kampt met leegstand. Uit onderzoek is gebleken dat veel steden waaronder Sittard, Zoetermeer en Hilversum het al even zwaar te verduren hebben. Retailspecialisten voorspellen dat binnen vier jaar één op de drie winkels zal verdwijnen. Kleine luxe winkels en boetiekjes trekken naar het centrum, waar de focus komt te liggen op ervaring en amusement. Op hetzelfde moment trekken de grotere winkelketens naar de rand van de stad. In de wijken vind je uiteindelijk alleen nog winkels voor dagelijkse boodschappen. Wat overblijft is de doorgangsroute van het centrum naar de wijken. Hiervoor is het concept BOX X bedacht.
Ontwerpers in opleiding
Het BOX X project is ontworpen door Berthine Bruijnooge, Veerle van der Heijden, Annefleur Huijser, Manon Mastik en Daphne Rijkoort. Als derdejaars studenten Interieur Architectuur aan de Willem de Kooning Academie hebben zij zich gedurende een half jaar bezig gehouden met ‘een nieuwe visie op leegstand’. Alle vakken kwamen samen in deze opdracht. Voor het gebied is een lange termijn visie ontwikkeld en zijn tevens twee interventies georganiseerd. Zo is het concept één week getest met een pop up shop in de Jonker Fransstraat, volledig ontworpen met hergebruikt karton.
Nieuwe straat BOX X bestaat uit zeven verschillende onderdelen: BOX Books, BOX Clothes, BOX Drugstore, BOX Electronics, BOX Food, BOX Gifts & BOX X. Deze winkels zijn onderling verbonden en vormen een eenheid. Samen vormen zij een nieuwe straat met winkels. En zo is het concept een oplossing voor de leegstand en verloedering in de bestaande straat. Allereerst wordt BOX X in het straatbeeld gezet, de zogeheten overkoepelende organisator. De lokale demografische gegevens worden bestudeerd en daarna wordt bepaald welke BOX er als eerste in het straatbeeld verschijnt. De volgende stap is de zoektocht naar webwinkels die zich in de ruimte willen vestigen. Na het opzetten van de eerste winkel wordt er gekeken naar 36
# 1
april—2013
37
12-04-13 13:04
de selectie van...
de selectie van...
Crust
tekst: DOEN beeld: DOEN, Kikografie, Silencio, Stijny en Ector Hoogstad
De favorieten van DOEN “De basis van een interieur moet sterk zijn, rust uitstralen en niet gaan vervelen. Door toevoeging van een bijzonder materiaal of product ontstaat een contrast of een verrassend effect.” DOEN, gespecialiseerd in interieur en lifestyle, is voortdurend op zoek naar nieuwe materialen en producten. Voor Intern zette het Rotterdamse bureau een aantal favorieten op een rij.
stoer en tijdloos
DOEN
DOEN is een Rotterdams bureau gespecialiseerd in interieur en lifestyle. DOEN geeft interieuradvies, ontwerpt en realiseert volledige interieurprojecten. “Wij geven ruimten het karakter dat aansluit bij de gebruiker en zijn omgeving.” Kijk voor meer informatie op www.doen.do.
Silencio uniek en speels
City Nomads innovatieve raambekleding
Verzuurd koper
Een natuurproduct moet leven. Dat is de visie van DOEN. Crust is een goed voorbeeld van zo’n natuurproduct. Crust wordt eerder uit het looiproces gehaald dan andere typen leer. Bij leerlooien worden huiden geschuurd, gekrabd en gewalst. Het proces voorkomt dat de huid achteruitgaat en uiteindelijk vergaat. Bij Crust is de huid nog niet helemaal afgewerkt, wat het materiaal kwetsbaar maakt. Door Crust toe te passen op een meubel, ontstaan naar verloop van tijd natuurlijke oneffenheden en kreukels. Bij behandeld en geverfd leer zou een kras of vlek niet acceptabel zijn, maar bij Crust is dit juist de bedoeling. Crust laat zien wat leer is, het leeft. Het leven van de koe is zichtbaar: ze is zwanger geweest, heeft vastgezeten in het prikkeldraad, gevochten, geleden onder de insecten. Crust is stoer, tijdloos en duurzaam. Een inspiratie voor het interieur.
Raambekleding is een moeilijk onderwerp. Vensterbanken, bevestigingen, koven en kozijnen blijven hoofdbrekers. Hoe kan je een ruimte op een makkelijke manier intiemer maken? City Nomads van Stijny Ontwerpkamer is een innovatief antwoord op deze vraag en maakt het mogelijk zonder aansluiting het licht in een ruimte te veranderen. Twee stokken en een magneetsysteem vormen de basis. Hiertussen klem je papier, vilt of een andere stof. Het enige wat verder nodig is, is een leunpunt of wand. Stijny is de bedenker van City Nomads. Zij won diverse prijzen voor haar vernieuwende creaties. www.stijny.nl
DOEN werkt graag samen met Christine Hermans die onder de naam Silencio de meest prachtige stoffeeropdrachten verwezenlijkt. In haar atelier in Brussel kun je precies ervaren wat ze doet. Ze ‘leest’ de vraag, analyseert de opdrachtgever, zoekt en vindt unieke stoffen en komt met de meest intieme oplossingen. Kussens bijvoorbeeld met twee verschillende zijden die je kan wisselen naar stemming of jaargetijde. Een speelse applicatie of tekst maken het een feest om ‘een Silencio’ te hebben. Samen met Hermans heeft DOEN ipad-hoezen, kussens, meubilair en onlangs ‘de nomaden’ gerealiseerd. Zitelementen voor groot en klein geschikt in iedere ruimte en voor ieder moment. www.silencio-ch.be
bijzondere kleuren
Koper is een natuurlijk geleidend product en krijgt onder invloed van de atmosfeer een groenige oxide laag. Door tien procent tin toe te voegen aan koper ontstaat brons. Dit is harder en sterker dan zuiver koper. DOEN heeft de mogelijkheden van koper onderzocht door koperplaten aan verschillende verzuringprocessen te onderwerpen. Hierbij ontstonden de meest bijzondere kleuren en decors. Om het verzuurde koper toe te kunnen passen in een keuken werd een transparante coating aangebracht. Deze coating draagt zorg voor de hygiëne en beëindigt tegelijk het verzuring- en oxidatieproces. DOEN vindt verzuurd koper een mooi product dat voor een bijzondere uitstraling in een ruimte kan zorgen. Het is natuurlijk, tijdloos en door de bewerking uniek. Bovendien is het in alle mogelijke manieren toe te passen: van keukenfront tot volledige vloer- of wandafwerking. bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 38-39
ıntern.
Fineervloer Symmetrisch lijnenspel
Fineer wordt veelal gepresenteerd als kant en klaar surrogaat voor een dure parketvloer. Een vloer van fineer in grote panelen 240x60 levert daarentegen een bijzonder resultaat op. DOEN werd op deze toepassing gewezen door een architect die dit zelf als vloerafwerking had liggen. Het lijnenspel dat ontstaat door de symmetrische verdeling in grote vlakken is prachtig. Na allerlei alternatieven te hebben overwogen, koos de architect er na tien jaar weer voor een fineervloer te leggen wat resulteerde in een mooie subtiele afwerking.
38
# 1
april—2013
39
12-04-13 13:04
In de rubriek recht komen allerlei juridische zaken aan bod. Stuit je wel eens op een juridisch probleem? Heb je een vraag over bouwrecht, auteursrecht of ondernemingsrecht? Mail je vraag of probleem naar
[email protected].
recht tekst: Kees Berendsen te
recht
Plagiaat of niet? Bernard Hulsman schreef begin dit jaar een artikel in het NRC Handelsblad onder de kop ‘Alle keien lijken op elkaar’ over een kopie van een bouwwerk dat eerder klaar zou zijn dan het origineel. Kees Berendsen licht de casus toe en vertelt welke lessen eruit te trekken zijn.
Meiquan, Chongqing
Zaha Hadid Architects, Wangjing Soho, Beijing
De Iraaks-Britse architecte Zaha Hadid heeft een bouwwerk ontworpen dat bestaat uit drie keivormige torens in Beijing. Opdrachtgever is de projectontwikkelaar Soho China. In Chongqing verschijnt een kopie van Hadids ontwerp. Opvallend hierbij is dat de kopie eerder klaar zal zijn dan het origineel.
bescherming wegens gebrek aan creativiteit gering tot afwezig was. Ik vond dat argument onzin omdat de brug van Zwarts& Jansma uitblonk door creativiteit en omdat met dezelfde techniek ook een heel ander ontwerp gemaakt had kunnen worden. Daarbij komt dat het gebruik van de techniek een creatieve keuze was en geen noodzaak. Zie hierover www.archined.nl/en/ news/uitspraak-brugkwestie-geen-plagiaat/
Klakkeloze nabootsing Zaha Hadid vond dat ‘filosofisch gezien’ wel spannend. Ik denk dat zij daarmee bedoelt dat het voortborduren op andermans werk (of ontlening daaraan) een positieve bijdrage kan leveren aan het totale architectonische erfgoed. Of misschien nog sterker, dat de architectonische ontwikkeling niet zonder een zekere vorm van door inspiratie ingegeven ontlening kan. Daar zit wat in. Maar opdrachtgever Soho China keek daar anders tegen aan. Die overweegt een rechtszaak wegens plagiaat. Ook dat kan ik mij voorstellen. Een klakkeloze nabootsing, waarbij de overgenomen elementen zo talrijk zijn en zo bepalend voor de vormgeving als in dit geval, is uiteraard niet meer te beschouwen als eigen creatieve door inspiratie ingegeven ontlening. De laatste kan in beginsel nog op auteursrechtelijke bescherming rekenen, de eerste gaat linea recta de auteursrechtelijke afvalbak in.
Keiharde zaak Ook het gebouwencomplex van Zaha Hadid is mede het resultaat van een staaltje techniek, maar de vorm van het gebouw wordt daardoor niet of nauwelijks dwingend bepaald. Creativiteit in optima forma dus. Iets anders is de vraag of er sprake is van plagiaat. Bernard Hulsman zegt dat je daar alleen maar van kunt spreken als het gaat om exacte kopieën. Dat is een wijdverbreid misverstand. Ook als de bewerking van het origineel wijzigingen vertoont ten opzichte van het origineel, kunnen de totaalindrukken nog heel goed teveel met elkaar overeenkomen en kan er van een auteursrechtelijk onaanvaardbare verveelvoudiging sprake zijn. Alle keien lijken misschien op elkaar, maar de manier waarop Zaha Hadid deze heeft gecomponeerd maakt die compositie zeker tot een creatief werk en de totaalindruk van het keienwerk in Chongqing komt wel heel dicht in de buurt van haar werk. Voor de Nederlandse rechter lijkt ze een keiharde zaak te hebben. Jammer dat China niet in Nederland ligt.
Creatieve keuze Bernard Hulsman geeft de opdrachtgever weinig kans. Niet alleen vanwege de gebrekkige auteursrechtelijke bescherming in China, maar ook , zegt hij, omdat zo’n zaak in Nederland weinig kans zou hebben. Hij vergelijkt de casus in China met een zaak die in 2006 in Nederland speelde tussen Zwarts & Jansma Architecten en Holland Railconsult. De laatste had in Zoetermeer een brug ontworpen die sprekend leek op een eerder brugontwerp van Zwarts & Jansma. In een daarop volgende procedure waarin ik als advocaat voor de architecten optrad, wees de rechter de stelling dat er sprake was van plagiaat af.
Kees Berendsen
Kees Berendsen is expert op het gebied van intellectueel eigendom. Hij is gespecialiseerd in auteursrecht, modelrecht en merkenrecht. BNI-leden betalen een uurvergoeding van € 135,-. exclusief btw. In geval van conflicten is een eerste globale beoordeling van de vraag of er sprake is van een ‘zaak’ gratis. Informatie? Mail
[email protected].
De belangrijkste overweging daarbij was dat de vorm van deze brug in belangrijke mate bepaald werd door zijn functionaliteit, waardoor auteursrechtelijke
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 40-41
ıntern.
40
# 1
april—2013
41
12-04-13 13:04
voltooid
voltooid
tekst: Barbara Kleijnen beeld: Alexander van Berge
De bewoners van een antroposofische villa uit de jaren vijftig willen hun woning vergroten. Voor de verbouwing vragen ze Architectuurstudio Herman Hertzberger (AHH) en interieurarchitect Babs Appels. Ze willen meer ruimte, veel licht, een warme uitstraling en behoud van het bijzondere karakter van de villa.
Antroposofische villa
Voormalig directeur Dirk de Jong van Ketjen, nu Akzo Nobel, laat in de jaren vijftig van de vorige eeuw door architect J.J. van der Linden in Amsterdam zijn droomhuis bouwen: een huis op antroposofische grondslag zonder hoeken en met louter ronde vormen. De woonkamer van zeven meter hoog bestaat uit één grote gepleisterde wand die tevens dienst doet als plafond. De deken van stucwerk wordt alleen doorbroken door een grote glazen wand die uitzicht geeft op de door Mien Ruys ontworpen tuin. In het midden van de ruimte prijkt een ronde haard die reikt tot het plafond. De directeur koesterde deze ruimte als zijn tempel. De rest van de villa heeft uit kostenoverwegingen gewone rechte hoeken gekregen. De ‘tempel’ met het ronde dak is met een gangetje verbonden met de rechthoekige slaapvleugel. De verbouwingsopdracht Op dit moment wordt de villa bewoond door een gezin met vier kinderen en een inwonende au pair. Zij willen door middel van een verbouwing meer ruimte realiseren. Het vernieuwde huis moet een leefbaar, functioneel, duurzaam en bijzonder familiehuis worden dat recht doet aan het oorspronkelijke huis en tot in alle details in evenwicht is. Verder is de wens een creatie van veel licht en een warme sfeer. Om de opdracht uit te voeren worden Laurens Jan ten Kate van Architectuurstudio Herman Hertzberger (AHH) en interieurarchitect Babs Appels aangetrokken. De opdrachtgevers hebben een duidelijk beeld van wat ze willen. Appels vindt dat plezierig. Het resultaat wordt er beter van als de opdrachtgever een stimulerende en volwaardige gesprekspartner is gedurende het ontwerpproces. Het ontwerp In de oude situatie bestaat het verbindingsstuk tussen woonkamer en slaapvleugel uit één laag waarin de oude keuken zich bevindt. De aangetrokken architect maakt een bouwplan waarbij het verbindingsstuk wordt afgebroken en vervolgens in twee lagen weer wordt opgebouwd. Ook komt er een aanbouw aan de slaapvleugel. De woonkamer in antroposofische stijl en het oude deel van de slaapvleugel worden gerenoveerd. Voordat Babs Appels aan het interieurontwerp begint, bestudeert zij de manier waarop de leden van het gezin hun leven hebben georganiseerd. Dat leidt tot een beeld van de levensstijl van de bewoners en de logistiek van
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 42-43
ıntern.
42
# 1
april—2013
43
12-04-13 13:04
voltooid
inbox nbo
nieuwe leden
World Interiors Event de dagelijkse activiteiten. Daarna formuleert Appels een visie op wat nodig is voor de verschillende functies en wat de geëigende plekken hiervoor zijn. Het interieurontwerp komt verder voort uit stijl, vorm, materialen en sfeer van het bestaande huis, van de nieuwbouw en uit de wensen van de opdrachtgever.
‘Beter resultaat als opdrachtgever een stimulerende gesprekspartner is’
Materialen Aan de hand daarvan kiest Appels materialen die de verbinding gaan vormen tussen het bestaande en het nieuwe deel van het huis. Bijvoorbeeld de vloer. De opdrachtgever wil aanvankelijk een lichte eikenhouten vloer, maar de interieurontwerper adviseert een notenhouten vloer in een donkerder en warme tint, omdat die beter bij de stijl van het huis past en sfeer brengt. De notenhouten vloer wordt in blokvorm gelegd, waarmee wordt bereikt dat de vloer richtingloos wordt. Dat is van belang omdat de ‘woontempel’ diagonaal staat ten opzichte van de keuken en de slaapvleugel, in een ongebruikelijke hoek . Verder zijn de buitengevels die als gevolg van de verbouwing binnenmuren werden, steens gelaten zodat er een duidelijk onderscheid ontstaat tussen het oude en het nieuwe deel van het huis. De nieuwe grijze leistenen gevels die de architect aanbrengt, trekt Appels door naar binnen. Oude stijlelementen in het huis zijn gehandhaafd, zoals de prachtige antroposofische open haard en de bestaande bronzen kozijnen. Detaillering van plinten en architraven zijn doorgetrokken in het huis. De badkamer heeft een bekleding van rustige natuursteen gekregen die aansluit bij de notenhouten vloer en het grijze leisteen. Raampartijen als puzzel Gelet op de wens van de opdrachtgever een licht huis te realiseren, heeft de architect zeer grote raampartijen in het nieuwe deel van het huis ontworpen. Gecombineerd met de schuine plafonds en de beperkte muurruimte stelde dit de interieurarchitecte voor een groot probleem om de raambekleding te realiseren. Elke normale vorm van raambekleding zou zowel de raampartij als het uitzicht geweld aandoen. Appels vindt de oplossing door in samenspraak met de architect nissen te maken in de muur, zodat de gordijnen binnen de muur vallen. Samenwerking Op het moment dat Babs Appels wordt betrokken bij het project ligt er al een ruimtelijk plan van de architect. Door vervolgens samen op te trekken met wederzijds respect voor elkaars vak is er volgens Appels een mooi samenspel ontstaan, waarbij men elkaar inspireert. Ook de opdrachtgevers hebben daarin behoorlijk hun partij meegeblazen. Hierdoor kon de opdracht volgens Appels tot een uitermate fraai resultaat leiden. Ook na een jaar, als opdrachtgever, architect en interieurarchitect elkaar weer treffen, constateren allen dat het geheel klopt, werkt en functioneert.
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 44-45
ıntern.
44
2013 is het jaar van het interieur. Met een uitgebreid programma vol lezingen, tentoonstellingen, congressen, debatten en andere activiteiten zet het inamsterdam World Interiors Event het interieur op de kaart. Vanuit het thema Past, Present and Future of Interiors wordt het historisch, cultureel en economisch belang van de interieurarchitectuur belicht. De kern van het event bestaat uit het congres World Interiors Meeting van 5 tot 7 september en de expositie Worlds Interiors Salon van 20 tot 21 september. Beide vinden plaats in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Kijk voor het actuele programma op www.inamsterdam.org en www.meeting.inamsterdam.org.
Like Pastoe
Mijntje van den Berk Mijntje van den Berk studeerde in 1997 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ze heeft geruime tijd als interieurarchitect en architectonisch ontwerper gewerkt voor een middelgroot architectenbureau. Sinds enige tijd heeft zij haar eigen ontwerpstudio op het gebied van gebouw-, interieur-, theater- en productontwerp. www.studioMIJNWERK.nl
De Kunsthal Rotterdam presenteert tot 2 juni de tentoonstelling Like Pastoe rondom het honderdjarig bestaan van het Nederlandse meubelmerk Pastoe. De tentoonstelling toont de omvangrijke geschiedenis van het meubelmerk en geeft een overzicht van de unieke samenwerkingen tussen Pastoe en diverse architecten, kunstenaars en ontwerpers. Meer informatie staat op kunsthal.nl.
400 jaar grachtengordel Dit jaar bestaat de Amsterdamse grachtengordel 400 jaar. En dat wordt gevierd met vier edities van Open Monumentendag Amsterdam. Unieke monumenten, van verborgen parels tot prominente panden, openen hun deuren voor iedereen. In de eerste editie stond het 17e eeuwse interieur en het ontstaan van de grachtengordel centraal. Op zondag 26 mei gaat de aandacht uit naar de architectuur van de 18e eeuw. Op 14 juli komt de 19e eeuw aan bod. Ter afsluiting volgt op 14 en 15 september een lofzang op de Amsterdamse grachten. Rond het landelijke thema macht & pracht zijn dan ruim 60 monumenten gratis te bezoeken. Zie www.amsterdam.nl/openmonumentendag.
Femke Baten Femke Baten is derdejaars student Ruimtelijk Ontwerp aan de AKV St. Joost in Breda. “In mijn studie ben ik op zoek naar de overeenkomsten, verschillen en combinaties tussen interieurarchitectuur en productontwerp.”
Frederique Hanlo In memoriam Op 20 februari 2013 is Jan Stienstra te Eindhoven overleden. Hij was lid sinds 1973 en heeft zich jarenlang ingezet voor de BNI. Zo was hij bestuurslid, lid van diverse commissies en droeg hij actief bij aan de bijeenkomsten van regio-zuid. In 2000 is hem de titel Lid van Verdienste toegekend. De BNI wenst zijn familie en vrienden veel sterkte met dit verlies.
Frederique Hanlo deed de bachelor Bouwkunde, specialisatie Architectuur, aan de Hogeschool van Amsterdam en studeerde in 2012 af. Nu volgt ze aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten de master Interieurarchitectuur. “Ik creëer graag stijlvolle en karaktervolle plekken.”
UNStudio UNStudio, opgericht door Ben van Berkel en Caroline Bos, is een internationaal werkend architectenbureau met een kantoor in Amsterdam en Shanghai. Het bureau werkt sinds 1987 aan stedenbouwkundige, infrastructurele, architectuur en interieurprojecten waaronder het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart, het Agora Theater in Lelystad, het Galleria warenhuis in Cheonan (Korea). Bekende productontwerpen van UNStudio zijn de Circle Sofa, MyChair en Seating Stones en de Sitable. www.unstudio.com # 1
april—2013
45
12-04-13 13:04
www.baars-bloemhoff.nl
Decoratief plaatmateriaal van Italiaans Design
hét startpunt voor uw interieurproject
by
www.decolegno.nl
I n n o v a t i e b e g i n t b i j K U PA N C A B I N E S , K A S T E N , TA B L E A U S , B A N K E N E N D E U R E N
• NIEUW - Onzichtbare scharnieren in gesloten toestand • NIEUW - Profielloze wanden • Stijlvol design en hoogwaardige kwaliteit • 1 miljoen sluitingen zonder smering • Constructies zijn mechanisch getest op sterkte • Sluitingen zijn getest op dynamische bewegingen • Tekenwerk voor u ook in 3-D beschikbaar • KUPAN als het echt mooi moet zijn • KUPAN als het echt goed moet zijn • KUPAN als u waarde hecht aan een goede organisatie
iPad & Smartphone vriendelijk Online proefmonsterservice Tal van inspirerende projecten Enorm aanbod van materialen
Kijk op www.kupan.nl, vraag naar onze brochures of neem contact op voor een voorstel op maat.
Kupan bv Postbus 47 7050 AA Varsseveld T +31(0)315 76 00 60 E
[email protected] I www.kupan.com MEETBARE KWALITEIT
# 1
8026_V01+ADV_fc.indd 46-47
Kl
f
april—2013
47
12-04-13 13:04
Wall-linQ Tape Drywall System® totaal concepten Het nieuwe wandsysteem voor niet-dragende binnenwanden Q
ll Wa lin KOMO ®ATTE ST IKB 24
E TAP
44
Wall-linQ Tape Drywall System® is uw oplossing om tegemoetD te
RY M® WAL L SYSTE
komen aan hogere verwachtingen en strengere eisen in wet- en
24
0m
m
regelgeving op het gebied van duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord werken en efficiency. Wall-linQ Tape Drywall System® comfort concepten bestaan uit één laagse gips(vezel)kartonplaat wandsysteem oplossingen. Met haar totaalconcepten biedt Wall-linQ een breed verantwoord nieuw wandsysteem met hoge performance. Voor iedere bouwstroom leveren wij een passend concept. De totaalconcepten van Wall-linQ voldoen aan alle Europese eisen op het gebied van maatschappelijk verantwoord werken, Arbowet, 10
0m
m
duurzaam bouwen, luchtgeluidsisolatie, brandwerendheid en bieden visueel comfort. En de concepten van Wall-LinQ gaan verder dan
U heeft bekendheid genoeg?
alleen hoge wandprestaties, want Wall-linQ maakt ook de relatie tussen milieu- en Arbo regelgeving en de functionaliteit van het gebouw. De speciaal ontwikkelde ‘fluistermethode’ heeft het voordeel dat onze concepten nagenoeg geruisloos worden gemonteerd.
Hoe zorgt u ervoor dat úw website als eerste gevonden wordt binnen de zoekresultaten van Google?
Opmax kan u hierbij helpen!
Buren, patiënten, collega’s en overige aanwezigen kunnen in naast-, boven- en onder gelegen ruimtes probleemloos doorwerken en of van de stilte en rust genieten die de mens nodig heeft. 60
m
m
De concepten bieden extra efficiency besparingen, bijvoorbeeld in het productieproces, doorvoeringen, transport en afvoer van restafval van gipskartonplaten. Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid om arbeidsgangen achterwege te laten, zoals voorstrijk van wanden
Opmax uniek in Nederland: GEEN RESULTAAT? GEEN KOSTEN! OPMAX BV | TELEFOON +31 (0)475 85 49 94 | E-MAIL
[email protected] | WWW.OPMAX.NL
bnı.
8026_V01+ADV_fc.indd 48-49
ıntern.
48
en eventueel behangwerk met toepassing van de optie Top Wit.
Meer informatie: www.wall-linq.nl Wall-linQ TAPE DRYWALL SYSTEM® tel: +31 (0) 345 501 777 E-mail:
[email protected]
Wall-LinQ Tape Drywall System® is KOMO Attest gecertificeerd (KOMO Attest IKB2444/11) heeft betrekking op niet–dragende binnenwanden, zoals omschreven in het Bouwbesluit.
12-04-13 13:04
THE OFFICE L ANDSCAPE
W O R K W AY S : B O U W S T E N E N V O O R HET NIEUWE WERKEN
7ORKWAYSVAN-ARKANTHERDEÚNIEERTDEKANTOOROMGEVING 7ORKWAYSOPEREERTLOSVANDEOUDERWETSECELLENKANTORENOM DEGEBRUIKERALLEVRIJHEIDTEGEVEN$OORALLEMOGELIJKEACTIVITEITEN TEFACILITERENMETEENREPRESENTATIEVEMEUBELLIJNBIEDT-ARKANT DEMOGELIJKHEIDUNIFORMITEITENVEELZIJDIGHEIDTECOMBINEREN #ONCENTRERENOFCOMMUNICEREN ALLEEN OP OFINEENTEAM DEIDEALEWERKPLEKISNOOITVERWEG$EMODULAIRECOMPONENTEN ZIJNEENVOUDIGKOPPELBAAR
W W W M A R K A N T O F F I C E C O M
8026_V01+ADV_fc.indd 50
Kl
f
12-04-13 13:04