bnı.
intern is een tweemaandelijkse uitgave van de bni
2010 # 1-2-3-4-5-6 december
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
colofon Intern verschijnt zes keer per jaar in een oplage van 750 exemplaren. ISSN: 09278133 redactieadres Wilgenweg 26B, 1031 HV Amsterdam +31[0]20.42 33 233,
[email protected] hoofdredacteur Frederike Bax aan dit nummer werkten mee Christine van Gemert, Aukje Inberg, Eric Kampherbeek, Inge Keizer, Marijn de Kok, Maja Kozel, Brenda van der Laan, Marlous van Marrewijk, Martin Pot, Axel van Reek, Peter Suurland en Jessica Wormgoor. coverbeeld Hans Maréchal foto: Eric Kampherbeek beeld p. 3 Christine van Gemert foto: Gerard Burgers concept en beeldredactie Kummer & Herrman, Utrecht advertenties, grafische verzorging en druk Elma Multimedia, Broek op Langedijk +31[0]226.33 16 00,
[email protected] abonnementen BNI-leden ontvangen Intern gratis. Bent u geen lid, maar wilt u Intern wel ontvangen? Mail uw adres naar
[email protected] o.v.v. abonnement Intern en maak 49 euro over op rekening 1726742 (ING) t.n.v. BNI in Amsterdam o.v.v abonnement Intern. Na ontvangst van de betaling krijgt u Intern een jaar toegestuurd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn. Zonder opzegging wordt het abonnement met een jaar verlengd. Adreswijzigingen kunt u mailen naar
[email protected]. disclaimer Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de BNI. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
sponsors hoofdsponsors
co-sponsors
Desso Postbus 169 5140 AD Waalwijk +31[0]416.68 41 00 www.desso.nl
www.forbo.nl subsponsors
4
interview
Hans Maréchal Tien jaar M+R 14
artikel
Rietvelds Universum 20
voltooid
De Rotterdamse Schouwburg
bnı.
intern is een tweemaandelijkse uitgave van de bni
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
Duurzaamheid Foamcoating professionals
Innovatieve toepassingen in Foamcoating Het procedé van Leolac is om, door middel van een applicatietechniek, een gesloten huid aan te brengen op alle soorten schuim, snijschuim en vormschuim delen. De gepatenteerde coating kan ook aangebracht worden op andere materialen zoals MDF, EPS, metaal,hout en polycarbonaat. Afhankelijk van het product en de doelgroep is de flexibiliteit en hardheid van de coating aan te passen aan de gebruikswensen. Een aantal grote voordelen t.o.v. traditionele methoden en stoffering: - Mogelijkheid tot naadloos werk of geen stiknaden
Begin jaren ’90 ontstond in de ontwerpwereld grote belangstelling voor hergebruik van bestaande materialen. Op de academies werd vrolijk geknutseld aan pannen die lampen werden en gordijnen gemaakt van paperclips. Ook hier dus een vorm van hergebruik van bestaande zaken. In de tussentijd ontwikkelt zich al decennialang een andere vorm van duurzaamheid. Begrippen als FSC, ecologische footprint, CO2-neutraal en cradle to cradle hoeven niet meer uitgelegd te worden. Net als maatschappelijk verantwoord ondernemen en ontwerpen.
3
column: Christine van Gemert 4
interview
Hans Maréchal Tien jaar M+R 8
artikel: Interieur als merkvertegenwoordiger 14
artikel
Rietvelds Universum 18
de selectie van: Marlous van Marrewijk 20
Duurzaamheid bestaat dus in vele vormen. Alert zijn op noodzakelijke veranderingen hoort daarbij. Zo zou je ook naar de BNI kunnen kijken: als nieuwe inzichten en wetgeving ervoor zorgen dat bijsturing nodig is om de doelstellingen beter te verwezenlijken, dan moet dit binnen het beleid zichtbaar worden. De doelstellingen, bevordering van de interieurarchitectuur en ondersteuning van de beroepspraktijk, zijn nooit aan verandering onderhevig geweest. De vereniging zelf is altijd in beweging geweest en gebleven.
- Ondoordringbaar en waterdicht + UV licht bestendig - Eenvoudig te reinigen, hygiënisch en/of antibacterieel - Afwerking van zacht en flexibel tot zeer hard - Ontwerp mogelijkheden in 2D en 3D vormgeving
Onlangs ging ik naar de voorstelling Richard III van Orkater. Richard III was koning van Engeland van 1483 tot 1485. Dit toneelstuk van Shakespeare, geschreven in 1593, werd in deze uitvoering gedragen en bepaald door muziek van Tom Waits uit 2002. Het resultaat was fantastisch. Een geschiedenis van ruim 500 jaar geleden, zo’n 100 jaar laten beschreven als tragedie en weer 400 jaar later opnieuw vormgegeven met muziek die ook alweer een jaar of 10 bestond. Het was een totaal nieuwe ervaring.
inhoudsopgave
Voor informatie kunt u ons bereiken op: Stayerhofweg 25B, 5861 EJ Wanssum Nederland Tel.: 0478-539 230 / Fax: 0478-539233 E-mail:
[email protected] / www.leolac.com
De tijd is aangebroken om te kijken naar de ledenstructuur van de BNI. Studenten die na 1 januari 2011 aan een bachelor beginnen zijn niet meer na vier jaar interieurarchitect. Zij moeten eerst nog een masteropleiding volgen en beroepservaring opdoen om de titel interieurarchitect te kunnen dragen. Kwaliteit binnen een duurzame structuur zal het uitgangspunt zijn en blijven. Duurzaamheid dus: beter dan Richard III of de panlamp. Richard III ging na twee jaar aan zijn eigen machtsspel ten onder en de panlamp bleek een prul. Christine van Gemert voorzitter bni
De coating geeft een aangenaam zacht gevoel, ook als het op een harde on-
voltooid
De Rotterdamse Schouwburg 25
recht 26
verslag: la Pierre Bleue 28
bni: de regio’s 29
column: Maja Kozel 30
leesvoer 31
dergrond wordt verwerkt.
inbox 31
Leolac geeft vorm aan uw idee!
nieuwe leden
Leolac is de ontwikkelaar en specialist in het coaten van schuim en andere materialen. De applicatiemethode werd eind jaren negentig door Leo Schraven ontwikkeld. Op de applicatiemethode is zowel het Nederlands als ook, sinds 8 oktober 2008, het Europees octrooi verleend. # 6
december—2010
3
interview
interview
tekst: Frederike Bax beeld: Eric Kampherbeek (portretten) en Studio de Winter (projecten)
Met een gevoel van trots kijkt Hans Maréchal terug op de afgelopen tien jaar. Met zijn bureau M+R interior architecture realiseerde hij een groot aantal bijzondere projecten variërend van een brasserie in Breda en een showroom in Vianen tot een luchthaven in Eindhoven en een cultuurfabriek in Ulft. “Interieurarchitecten creëren ruimtes waarin mensen gelukkig zijn en zich goed voelen.”
Miele Inspirience Centre, Vianen
Voordat hij zijn eigen bureau startte, werkte Maréchal als creatief directeur bij een groot bureau waar hij een team van vijftien medewerkers aanstuurde. “Waar ik vooral tegenaan liep was de moeizame politiek van het bedrijf. Het was een hoop gedoe om steeds de hele menigte achter me te krijgen.” Hij wilde voor zichzelf beginnen en projecten op zijn eigen manier aanpakken. Keuzes maken Dat was eigenlijk al jaren zo, maar de omstandigheden waren er niet naar. Financiële verplichtingen hielden Maréchal tegen. “Door veranderingen in mijn privéleven en het overlijden van een zeer dierbare vriend vielen er zoveel vastigheden weg dat ik geen beperkingen meer voelde. ‘Ik ga keuzes maken’, zei ik tegen mijzelf, en besloot de sprong te wagen. In augustus 2000 startte ik mijn eigen bureau, samen met Marie-Louise Rooijmans.”
‘Een ontwerp moet gewoon goed zijn’
Maréchal wilde - en wil nog steeds – duurzame architectuur maken. “M+R maakt uitsluitend ontwerpen waarvan de opdrachtgever ook op lange termijn profijt heeft. We proberen het zelfs zo te organiseren dat een ontwerp zo sterk is, dat het ook overeind blijft als er in de toekomst ingrepen moeten worden gedaan.” Dit doet het bureau door goed na te denken over materiaal, afwerking en detaillering. Kwaliteit staat voorop. “Een ontwerp moet gewoon goed zijn.” Voor het interieur van City Inn Amsterdam, een van de grootste hotels van Nederland dat begin 2011 geopend wordt, koos M+R naast zorgvuldige detailleringen voor duurzame materialen als metaal, glas, wol, gerecyclede kunststoffen en massief hout. Maréchal: “Hout wordt mooi oud. Een oude houten tafel met krassen en butsen, is mooier dan een nieuwe: de tafel vertelt een verhaal. Op dezelfde manier kunnen ook gebouwen in de loop der jaren mooier worden.”
bnı.
ıntern.
4
# 6
december—2010
Drufabriek, Ulft
Spin in het web M+R bestaat uit een team van zes mensen: vier interieurarchitecten, een designer, een project-manager, en een vaste groep freelancers. Iedereen is even belangrijk. Het liefst bijten ze zich vast in complexe opgaven waarin diverse gebruikers met verschillende behoeftes samenkomen: bibliotheken, luchthavens, kantoren, theaters, scholen, hotels en andere publieke ruimtes. Particuliere opdrachten doet het bureau niet. “Die zijn vaak te individualistisch”, zegt Maréchal. “Smaak en gevoel van de opdrachtgever gaan vaak overheersen en 5
interview degraderen de interieurarchitect tot een soort intermediair.” In het boek Portrait + Landscape dat ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van M+R werd uitgegeven, schrijft Maréchal: “Ons vak is luisteren, aanvoelen, analyseren, ordenen en uiteindelijk het vertalen van de vraag naar een innovatieve oplossing.” Om die vertaalslag te kunnen maken onderzoekt het bureau steeds weer ‘de grenzen van de mogelijkheden’ en werkt het vanuit een totaalconcept. “Alle elementen van interieur en exterieur moeten uiteindelijk een geheel vormen, waarbij elk detail is afgestemd op het gewenste resultaat: van de klimaatbeheersing tot de deurknoppen en van de verlichting tot het tapijtdessin.” “Bij complexe opgaven moet je als interieurarchitect met veel verschillende belangen rekening houden, zonder je eigen visie uit het oog te verliezen”, zegt Maréchal. Hij ziet de interieurarchitect als spin in het web. Als degene die het overzicht heeft, initiator, inspirator en centraal aanspreekpunt is. “Een goed interieurarchitect is een regisseur, die alle disciplines uiteindelijk tot een geheel weet te smeden.” Kloosterkazerne, Breda
Veel lof Door zijn ervaring in de branche had Maréchal een behoorlijk netwerk toen hij begon. Bovendien kreeg hij tegen inlevering van zijn aandelen in het bureau waar hij werkte een door hem verworven project mee: de transformatie van de monumentale kloosterkazerne in Breda tot casino. Dat ging niet zonder slag of stoot.
interview
Holland Casino was aanvankelijk sceptisch: ging met een groot bedrijf in zee en had ineens te maken met een startend bureautje. “Wij wilden heel graag. We hadden dit project nodig voor een goede start van M+R”, vertelt Maréchal. “We stippelden een goed traject uit dat we illustreerden met vele presentaties en visies.” Holland Casino was overtuigd en drie jaar later werd het casino met veel lof ontvangen. “M+R heeft een ontwerp gemaakt waarin respect voor het monument wordt gecombineerd met de allure en weelderige sfeer van een casino”, schreef Rutger van Oldenbeek in PI (2003). Maréchal: “Door het casino kregen we veel positieve publiciteit en dat leverde weer nieuwe projecten op.” Flos, Amsterdam
‘Een goed interieurarchitect is een regisseur’
de zaal beperkten. Om de dakconstructie op te vangen werd in de wand een stalen balk aangebracht. “De ruimte ziet eruit alsof hij altijd zo geweest is. Heel vanzelfsprekend en dat maakt de ruimte aangenaam.”
Vanzelfsprekend Een van die projecten betreft een ander monumentaal pand: het oude raadhuis in Roosendaal. Dit raadhuis dateert uit 1534, maar werd in de jaren zeventig ‘aangetast’ door een grondige renovatie. “In Nederland heerst een conservatief beeld van hoe je met monumenten om moet gaan”, zegt Maréchal. “Ik vind dat je moet kunnen ingrijpen om monumenten bruikbaar te maken voor deze tijd.” In de raadzaal deed M+R zo’n ingreep: twee pilaren werden weggehaald omdat deze het gebruik van
Dat is volgens Maréchal precies waar het om draait. “Interieurarchitecten creëren ruimtes waarin mensen gelukkig zijn en zich goed voelen. Om dit te kunnen bereiken moet alles kloppen: verlichting, akoestiek, klimaatbeheersing, routing, materialen, vormen en kleuren. De zintuiglijke beleving van de gebruiker is hierin van cruciaal belang.” Hans Maréchal BNI-lid sinds 1995
Rustgevende geuren Toen M+R na een internationale competitie de opdracht binnenhaalde om de Privium ClubLounge op Schiphol te ontwerpen, kreeg het bureau er een nauwkeurige analyse van de gebruiker bij. Opdrachtgeefster Conny Lanza, psycholoog van beroep, voorzag het bureau in psychologische modellen, positieve en negatieve psychologische invloeden, stressfactoren en meer. M+R vertaalde deze kennis naar een organisch interieur met verschillende sferen en werkte samen met kleur-, lichten geurexperts om een omgeving te creëren waarin stress afneemt en de ‘frequent flyer’ zich prettig voelt. Maréchal: “Het licht in de lounge verandert in de loop van de dag van kleur en via ventilatoren worden rustgevende geuren verspreid. Dat heeft niets te maken met Brise Air hoor, haha. Je ruikt het niet bewust, het is echt heel subtiel.”
‘Je moet kunnen ingrijpen om monumenten bruikbaar te maken voor deze tijd’ Ondanks de economische tegenwind waar vooral de bouwsector door wordt getroffen, is Maréchal positief gestemd over de toekomst. “Als ik om me heen kijk, zie ik dat er nog heel veel kan en moet gebeuren. Alleen al de grote leegstand van vaak verouderde kantoorgebouwen. In het kader van duurzaamheid moeten juist interieurarchitecten visies ontwikkelen op hoe we hier
Hans Maréchal is geboren in 1964 en groeide op in Best en Eindhoven. Nadat hij zijn studie aan het Sint Lucas in Boxtel had afgerond, ging hij aan de slag bij een multidisciplinair ontwerpbureau in Eindhoven. Vervolgens gaf hij leiding aan ontwerpbureau Matrix en verkreeg hij de titel interieurarchitect via de SBA. Na vier jaar Matrix trad hij toe tot de directie van het bureau EDG, waar hij tot augustus 2000 als creatief directeur werkzaam was. Op 1 augustus 2000 richtte hij zijn eigen bureau op: M+R interior architecture. M+R heeft in tien jaar tijd een groot aantal opvallende projecten gerealiseerd waaronder het Philips Stadion in Eindhoven (2004), Eindhoven Airport (2005), een inspiratiecentrum voor Miele in Vianen (2008), innovatieve kantoorconcepten zoals Allee Wonen in Privium ClubLounge, Schiphol
Desque, Eindhoven
bnı.
ıntern.
6
Roosendaal (2007) en Wonen Breburg in Tilburg en Breda (2010), showrooms voor Flos in Amsterdam (2008) en voor projectinrichter Desque in Eindhoven (2009), een cultuurcentrum in de Drufabriek in Ulft (2009), Theater de Leest in Waalwijk (2010) en de op 15 oktober 2010 heropende Deventer Schouwburg. Kijk voor meer interessante projecten van M+R op www.mplusr.nl. # 6
december—2010
adequaat mee om kunnen gaan.” Ook het ontwikkelen van duurzame materialen en producten is voor Maréchal een interessante uitdaging. M+R ziet met name hier veel kansen. Zo is het bureau bezig met het ontwikkelen van een duurzame, cradle to cradle bureaulijn. Ook onderzoekt het bureau of het projecten kan verwerven buiten de landsgrenzen. “Onze ambitie is aansprekende projecten te blijven maken en hiervoor is in Nederland niet altijd voldoende potentieel.”
7
artikel
artikel
tekst en beeld: Inge Keizer
Beleef het merk Om een interieurontwerp te kunnen maken, is het belangrijk de opdrachtgever te verstaan. Maar leren interieurarchitecten hun opdrachtgevers zo goed kennen dat zij daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan hun doelstellingen? Merkspecialist en onlangs afgestudeerd interieurarchitect Inge Keizer slaat een brug tussen twee werelden. We leven in een wereld vol merken. Keuzes worden bewust en onbewust door deze merken bepaald. Of het nu gaat om het boeken van een vliegreis, het vinden van een nieuwe baan, of het doen van de dagelijkse boodschappen. Het ene merk is daarbij zichtbaarder dan het andere. En het ene ook meer gewild dan het andere. Merken zijn succesvoller naarmate ze meer raken aan waarden die mensen belangrijk vinden in hun leven, zoals veiligheid (Volvo) of zorgzaamheid (Bodyshop). Hoe meer mensen zich met een merk kunnen identificeren, hoe meer aantrekkingskracht (brand appeal) het op hen uitoefent. Denk bijvoorbeeld aan de grote fanclub van Starbucks en de diehard Apple-gebruikers. Positieve beleving De overdracht van een merkidentiteit en de achterliggende waarden vindt plaats bij alle contacten met het merk. Dit kan zijn bij het lezen van een folder, het contact met een medewerker, het bezoeken van een winkel of het zien van een logo op een gevel. Elke keer ontstaat in het brein een associatie met de betreffende organisatie, het product of de dienstverlening. Belangrijk is dat bij alle contacten met een merk de identificatie en positieve beleving worden versterkt. Dit betekent dat alle uitingsvormen met elkaar in evenwicht moeten zijn en elkaar moeten aanvullen. Ruimtelijke vormgeving, als discipline binnen het totale vormgevingsveld, speelt hierin een belangrijke rol. bnı.
ıntern.
8
# 6
december—2010
Ik zie ruimtes als merkvertegenwoordigers. Een ruimte kan in grote mate bijdragen aan het ‘laden’ van een merk. Juist omdat in een ruimte verschillende zintuigen worden geactiveerd, waardoor een sterker effect wordt bereikt dan bijvoorbeeld bij het lezen van een brochure of het bezoeken van een website. Bovendien vindt in de ruimte vaak het contact met een medewerker plaats. Als je weet dat het gedrag van een medewerker sterke invloed heeft op de merkbeleving, en dat dit versterkt kan worden door de ruimte een vertaling te laten zijn van diezelfde merkbeleving, dan is het niet meer dan logisch de ruimte te zien als merkvertegenwoordiger bij uitstek. Maar wat houdt dit alles in voor een interieurarchitect? Allereerst dat hij zich nadrukkelijk moet verdiepen in de organisatie van de opdrachtgever. Iets waaraan in mijn studie spatial design weinig aandacht werd besteed. Je leert als interieurarchitect autonoom te ontwerpen. Maar als je een ontwerp in opdracht maakt, is het dan niet essentieel om ook te leren hoe je je opdrachtgever kunt leren kennen? En ook de gebruiker (medewerker, bezoeker, koper etc.) van de ruimte?
‘Ruimtes zijn merkvertegenwoordigers bij uitstek’ Goed observeren In het kader van mijn afstuderen heb ik mijn visie op ruimtes als merkvertegenwoordigers toegepast in een reële situatie. Ik stelde mezelf voor de fictieve opgave de vestiging van boekhandel Selexyz Broese in Utrecht te herontwerpen. Eerste stap hierbij was het leren kennen van de opdrachtgever, zijn klanten en medewerkers. Ik ben gestart met de briefing. Ik spreek liever niet van PvE omdat in deze eerste stap al breder moet worden gekeken dan alleen naar de eisen en wensen. Vaak is de 9
artikel briefing een document dat door de opdrachtgever is opgesteld. Sterker is dit samen op te stellen. Geregeld blijkt dat de opdrachtgever zichzelf (het merk) en zijn doelgroepen niet volledig of te eenzijdig kent of dat zijn kennis niet up-to-date is. Daarom is ook het opstellen van een de-brief belangrijk. Deze terugkoppeling en interpretatie van de opdracht, inclusief probleemanalyse, voorkomt vroegtijdige communicatieruis. Het leren kennen van de opdrachtgever gaat vervolgens verder dan een gesprek met hem en het lezen van bijvoorbeeld zijn jaarverslag, website of huisstijlhandboek. Het start met het achterhalen van de achtergrond (roots) van de organisatie en het verhaal achter het merk. Daarin komen de medewerkers, de klanten en ook de concurrenten aan bod en komen de unique selling points naar voren. In het kort bestaat de analysefase uit: Wat wil de opdrachtgever?; Hoe ziet het merk eruit?; Wie zijn de gebruikers van de ruimte?; Hoe ziet de markt eruit?; Wat is het product/de dienstverlening?; Hoe ziet de huidige/nieuwe ruimte eruit? Grotendeels betekent dit zelf actief gaan onderzoeken. Marketeer Paul Postma (PPMC) zegt het kort een krachtig: “Luister nooit naar de klant, maar kijk wat hij doet.” Ook ik denk dat het belangrijk is om vooral goed te observeren. En dat lukt niet als je niet achter je tekentafel wegkomt. Lucht en ruimte Er zijn verschillende manieren van observeren. Het is vaak een combinatie van daadwerkelijk ergens zitten en uren kijken, tot meelopen met de gebruiker van de ruimte en hem eventueel vragen stellen. Dat laatste kan ook achteraf, bijvoorbeeld na een bezoek aan de ruimte. Zo heb ik voor Selexyz Broese tachtig klanten bij het verlaten van de winkel gevraagd naar hun keuze-, koopen zoekgedrag. Het bewijs dat zij wel of niet iets gekocht hadden, kon ik op dat moment ook daadwerkelijk zien. Een veel sterker bewijs dan een vraag vooraf als ‘Zou u een aankoop doen als de winkel meer …?’. Door klanten te vragen naar hun beleving van het merk (‘Waarom kiest u voor Selexyz?’) ontstaat al deels inzicht in het merk en de unieke merkeigenschappen. Bij voorkeur gebeurt het bevragen persoonlijk. Een klanten- of medewerkerspanel geeft ook veel input, aangezien er interessante discussies kunnen ontstaan over merkbeleving, concurrenten, keuze-koopgedrag e.d. Ik gebruik verschillende methodieken om, spontaan en geholpen, associaties boven tafel te krijgen. Veel van de Selexyz-klanten gaven aan de winkel ‘vol’ te vinden. Nader doorvragen maakte mij duidelijk dat hoge boekenkasten langs de wanden dit gevoel grotendeels veroorzaakten. Later moest ik in mijn zoektocht concluderen dat overal in de wereld in boekenwinkels zo veel mogelijk de wanden worden bekleed met planken vol boeken. Voor mij reden om in mijn ontwerp alle wanden vrij te houden en geen kasten hoger te maken dan 1,5 meter. Dit geeft ‘lucht’ en ruimte en maakt het mogelijk overzicht te bewaren en contact met anderen te hebben. Een belangrijke wens van zowel Selexyz als de Selexyz-klant.
artikel Rode vlaggetjes Het duidelijkst waarneembare belevingselement is de cesuur, die ook in het logo te vinden is. Deze aardbeirode, schuine lijn (slash) symboliseert wat mij betreft de plek, de grens, waar de uitersten elkaar ontmoeten, waar geestverwanten elkaar treffen, ervaringen delen, geïnspireerd raken, groeien in wijsheid. Daarom zijn de verschillende tafels ook alle in deze cesuur verwerkt. De cesuur heeft een ‘aardse variant’ die loopt over de vloer en de kasten, naar en rondom de kern van de winkel. De ‘aardse cesuur’ leidt de weg. Daarnaast staat de ‘geestelijk cesuur’ symbool voor de zuivering van de geest. Net zoals de rode vlaggetjes (lung-ta) in het Himalaya-gebergte symbool staan voor Amithaba boeddha. Deze boeddha staat voor diepgaande wijsheid. Evenals in de bergen verbeeldt het wapperen van de cesuur de geest.
belangrijk om buiten de branche te kijken. Zo zou je voor een opdrachtgever in de zorg enkele hotels kunnen bezoeken en een boek als ‘Als Disney de baas was in uw ziekenhuis’ kunnen lezen. Geregeld zie je namelijk dat ontwerpen binnen branches veel op elkaar lijken. Dit kan deels veroorzaakt zijn doordat niet ontworpen wordt vanuit de uniciteit van het betreffende merk, deels doordat alleen bij directe concurrenten naar oplossingen voor dezelfde vraagstukken wordt gezocht. Vaak is de interieurarchitect niet meer de enige ontwerppartij waarmee gewerkt wordt. In zo’n situatie betekent het dat hij nauw moet samenwerken met andere ontwerpdisciplines om voor dat ene merk het beste ‘Gesamtkunstwerk’ te maken. Ik zie dat als een pre. Kennis kan worden gedeeld, onderzoeken kunnen worden gebundeld, analyses kunnen samen worden uitgewerkt etc. Dit klinkt echter eenvoudiger dan het is. Het vraagt van elke ontwerper om zich ook verantwoordelijk te voelen voor het totaal.
Het hart van de winkel wordt gevormd door een multimediale mobilé. Een vrij hangende mobiel met schermen waarop steeds afwisselende, nieuwe animaties en korte films worden getoond, gemaakt door (jonge) kunstenaars. Hét element om van dichtbij of veraf te kijken naar inspirerende, vrolijke of kritische beelden. Een ultramodern, vooruitstrevend kunstwerk dat als een kroonluchter in de vide hangt en de kern vormt van de winkel. Daarnaast vormen onder andere muziek, geur en materiaal de minst intensieve, maar meest voorkomende belevingselementen. Al het materiaal is gelinkt aan het materiaal van boeken. De boekenkasten zijn van duurzaam honingraatkarton, de bankkussens en het mobilé van boeklinnen, de geestelijke cesuur bestaat uit misdruk drukvellen. Zo draagt alles bij aan de beleving van de merkbelofte. En is het concept zodanig opgebouwd dat doorvertaling naar bijvoorbeeld de website en drukwerk hierop kan worden gebaseerd.
Verrijking van de geest De volgende stap is het in kaart brengen van de merkfacetten van het onderzochte merk. Ik gebruik hiervoor het Prismamodel van Kapferer dat uitgaat van fysieke verschijning, persoonlijkheid, cultuur, klantrelatie,
‘Een interieurarchitect moet zich verdiepen in de organisatie van de opdrachtgever’
reflectie en zelfbeeld. Gebruik van het model leidt tot de merkbelofte, die de basis vormt voor de (ruimtelijke) merkbeleving. In het geval van Selexyz leidden facetten als ‘fantasie’, ‘in balans’, ‘geïnteresseerd’ en ‘nieuwsgierig’ voor mij tot de merkbelofte ‘Verrijking van de geest’. Met ‘Verrijking van de geest’ als uitgangspunt heb ik, gebaseerd op de input van klanten en medewerkers, drie functionele peilers in mijn ontwerp verwerkt: inspiratie, ontmoeting en ontspanning. Deze functies dragen op hun eigen manier bij aan het daadwerkelijk verrijken van de geest. Zo krijgt de winkel onder andere een eigen uitstraling door alle boekenkasten zo te ontwerpen dat alle boeken met de cover te zien zijn (inspiratie). En komen er lange lees- en statafels die het mogelijk maken om in alle rust boeken door te lezen en anderen te ontmoeten. Voor de merkbeleving is vervolgens een gelaagd concept ontstaan dat op basis van intensiteit en verspreiding in de ruimte, nadrukkelijk of minder nadrukkelijk aanwezig is.
Meer diepgang Uiteraard zorgt het toevoegen van deze analyse- en observatiefase ervoor dat er pas later kan worden gestart met daadwerkelijk ontwerpen. En dat kan voor een interieurarchitect als een obstakel voelen. De energie die hij voelt bij de nieuwe opdracht, de verbeeldingskracht die hij wil toepassen: hij wil zo snel mogelijk zijn eerste ideeën op papier zetten. Maar ik denk dat als er eerst in alle rust wordt gekeken, gevraagd en geanalyseerd, er een beter, passender ontwerp met meer diepgang en gelaagdheid kan worden gerealiseerd. Met behoudt van eigen visie, standpunten of signatuur. Maar wel met heldere randvoorwaarden die uit deze analysefase komen bovendrijven. Met Selexyz als voorbeeld heb ik willen aangeven dat een interieurarchitect het merk goed moet leren kennen voordat hij gaat ontwerpen. Door gedegen in te zoomen op het merk in alle facetten, kan een treffend, onderscheidend en beklijvend ontwerp worden gerealiseerd. Het gaat in mijn ogen niet om het beleven van de ruimte, maar om het beleven van het merk in de ruimte. Geef je mening over dit artikel op www.bni.nl.
Gesamtkunstwerk Uit het contact met de Selexyz-klanten bleek dat vijftig procent van hen de winkel bezoekt om een cadeau te kopen. Ik heb daarom diverse soorten giftshops, warenhuizen en muziekwinkels bezocht. En ook op het internet heb ik enkele online shops bekeken. Het is bnı.
ıntern.
10
# 6
december—2010
11
artikel
artikel
tekst: Aukje Inberg beeld: Ernst Morritz
Het Centraal Museum Utrecht en het Nederlands Architectuur Instituut dachten van wel. Daarom is door medewerkers van deze organisaties de tentoonstelling Rietvelds Universum samengesteld. De bedoeling is te laten zien dat architect en ontwerper Rietveld meer heeft ontworpen dan de klassieke rood-blauwe stoel en het beroemde Schröderhuis. De tentoonstelling is bedacht en ontworpen door Rob Dettingmeijer, MarieThérèse van Thoor en Ida van Zijl. “Om te achterhalen wat Rietveld allemaal in huis had, zijn we gaan denken als Rietveld, we zijn in Rietvelds universum gaan leven”, zegt Van Zijl.
Aan tafel bij Rietveld
Verboden “We nodigen de bezoeker uit om als het ware bij Rietveld aan tafel te gaan zitten”, vervolgt zij. Voor de bezoeker betekent dat dat hij af en toe midden in één van Rietvelds ontwerpprocessen belandt. Dettingmeijer laat zien hoe dicht we bij Rietveld zijn: “Je ziet de gaten van de punaises nog in de bouwtekeningen zitten.” Om het gevoel te versterken zijn de getoonde foto’s afkomstig uit Rietvelds eigen collectie. Bovendien zijn er veel originele teksten en tekeningen van Rietvelds hand. Het zijn maar een paar voorbeelden van de manier waarop in deze tentoonstelling de bezoeker in Rietvelds universum wordt geïntroduceerd. De tentoonstellingsmakers zijn niet alleen bij Rietveld aan de ontwerptafel gaan zitten, ze hebben ook gebouwd volgens de principes van Rietveld. Daardoor ervaar je als bezoeker de denkwijze van Rietveld en zie
Dé Rietveldstoel, dé Rietveldacademie, dé Rietveldwoning. In ieder naslagwerk over kunst vind je Rietveld. Binnen de opleiding interieurarchitectuur ‘moet je hem kennen’. Onder vakgenoten is het not done om de principes van Rietveld niet in je hoofd te hebben. Maar is het met Rietveld niet als met andere iconen? We weten wat we van ze horen te weten, maar kunnen ze nog verrassen en inspireren? Kan je over een klassieker als Rietveld nog een tentoonstelling maken die meer vertelt dan er al gezegd is? bnı.
ıntern.
14
je hoe deze zich tot de huidige ontwerpprincipes verhoudt. Van Thoor: “Rietveld staat bekend als iemand die sterk aan bepaalde ontwerpprincipes vasthoudt, maar door zijn werk uit te voeren werd duidelijk dat hij dingen heeft ontworpen die nu op de Technische Universiteit verboden zijn”.
# 6
december—2010
15
artikel Vooruitziende blik Rietveld heeft het imago van een meubelmaker. In de tentoonstelling komt aan het licht dat hij een sterk interdisciplinair ontwerper is geweest. Hij was naast architect en meubelmaker ook grafisch ontwerper en hij had grote belangstelling voor stedenbouw . Met zijn stedenbouwkundige ontwerpen reageerde hij op maatschappelijke ontwikkelingen. Zo heeft hij verrassende oplossingen bedacht voor de woningnood die toen heerste. Met zijn oplossingen blijkt hij een vooruitziende blik te hebben gehad ten aanzien van de uniformiteit die door de massaproductie zou ontstaan. Het zijn oplossingen die volgens Dettingmeijer vanwege een bekende reden niet zijn doorgegaan: “De conservatieve denkwijze van de aannemers heeft ervoor gezorgd dat het project nooit uitgevoerd is”. Pas in de eerste periode van de twintigste eeuw werd het begrip ‘ruimte’ karakteristiek voor de architectuur.
artikel
Met zijn meubelontwerpen en architectonische ontwerpen heeft Rietveld dat begrip onderzocht zoals we dat van hem kennen. In de tentoonstelling zien we echter dat hij daarin veel uitgebreider te werk is gegaan dan we weten. In het ontwerp voor een tehuis voor invalide kinderen op Curaçao speelde het begrip ruimte voor hem bijvoorbeeld een centrale rol omdat hij daar, dankzij de weersomstandigheden, op een heel andere manier met dat begrip om kon gaan. Dat heeft een ontwerp opgeleverd dat in niets aan de bekende Rietveldontwerpen doet denken.
Boek over Rietveld
Het boek Rietvelds Universum wordt uitgegeven door NAi uitgevers en is de publicatie bij de Rietveldtentoonstelling in het Centraal Museum. In dit rijk geïllustreerde boek komen Rietvelds persoonlijke
Creatief genie Door Rietveld en zijn manier van werken centraal te stellen en te vergelijken met beroemde tijdgenoten als Wright, Le Corbusier en Mies van der Rohe wordt Rietvelds ‘creatieve genie’ in een nieuw licht geplaatst. Er ontstaat een interessant beeld van Rietvelds bijdrage aan twintigste eeuwse architectuur en design. In de
Redactie Rob Dettingmeijer, Marie-Thérèse van Thoor, Ida van Zijl
NAi Uitgevers
‘Rietveld heeft dingen ontworpen die nu op de TU verboden zijn’
universum, achtergrond, netwerk en visie op de wereld uitvoerig aan bod. Door zijn manier van werken centraal te stellen en te vergelijken met die van tijdgenoten als Frank Lloyd Wright, Le Corbusier en Mies van der Rohe, ontstaat een verrassend nieuw beeld van Rietvelds unieke bijdrage aan de beeldende kunst, architectuur en het design van de twintigste eeuw.
tentoonstelling worden bijvoorbeeld quotes en maquettes van Rietveld en zijn tijdgenoten tegenover elkaar geplaatst waardoor ze als mensen erg gaan leven. Het wordt duidelijk dat ze elkaar hebben geïnspireerd terwijl er ook grote wrijving is geweest tussen Rietveld en zijn concurrenten. Door het werk van Rietveld naast dat van tijdgenoten te plaatsen, wordt duidelijk dat hij als architect en vormgever soms zelfs radicaler was dan collega’s als Van der Rohe en Le Corbusier. Ook blijkt dat op cruciale momenten kunstenaars als Van der Leck en Van Doesburg een beslissende invloed hebben gehad op zijn werk. Op zijn beurt heeft Rietvelds werk een belangrijke wending gegeven aan de ontwikkeling van architecten en vormgevers zoals Breuer en Aalto. Zigzagstoel Rietvelds experimentele manier van werken staat centraal in de tentoonstelling. Zo is zijn zoektocht naar een stoel uit-één-stuk te volgen, waaruit de zigzagstoel is ontstaan. Maar bij deze tentoonstelling krijgt de bezoeker zelf ook de gelegenheid om aan Rietvelds ontwerptafel te experimenteren. Iedere bezoeker kan zelf gaan bouwen aan de hand van de ideeën en ontwerpen van Rietveld. Dankzij de bijzondere opzet van de tentoonstelling kan geconcludeerd worden dat deze klassieker zeker nog kan verrassen en inspireren. Je kunt nog aanschuiven aan Rietvelds tafel in het Centraal Museum in Utrecht tot en met 30 januari 2011. Reageer op dit artikel op www.bni.nl
bnı.
ıntern.
16
# 6
december—2010
17
de selectie van... tekst: Marlous van Marrewijk
Wie is Marlous van Marrewijk?
de selectie van...
Ik ben geboren (1979) en opgegroeid in Dordrecht. Al jong wist ik de statige panden en specifieke sfeer in de oude stadskern te waarderen. Na de middelbare school volgde ik de opleiding Facillity Management op Haagland. Hier leerde ik om volgens de principes van de horeca te werken: dienstverlenend, efficiënt en praktisch. Na afronding van deze studie wilde ik meer
Denken in mogelijkheden De favoriete materialen en producten van Marlous van Marrewijk hebben betrekking op de woorden eerlijk en echt. “Ik doe nooit iets waar ik niet achter sta.” Ze laat zich inspireren door grafische beelden in een cola reclame, door een goed stuk appeltaart bij Dudok… “Ideeën doe ik eigenlijk overal op.”
Ambacht
dan ’dienen’. Ik wilde ook zelf creëren. Daarom deed ik een thuisopleiding binnenhuisarchitectuur. Hierna kreeg ik de kans mijn kennis van de hotelbranche en mijn passie voor interieur te combineren in de functie van fulltime styliste bij het Atlantic Hotel in Kijkduin. In 2002 besloot ik voor mijzelf te beginnen. Ik vulde mijn kennis aan met een Masterclass bij Hans Slim. Steeds meer ging ik denken in mogelijkheden in plaats van in beperkingen. Marlous Creations bestaat alweer ruim 7,5 jaar. Het bedrijf heeft zich steeds verder ontwikkeld en is actief in zowel ontwerp & advies als realisatie. Samen met een team van specialisten begeleid ik kleine- en grootschalige projecten. Kenmerkend voor de werkwijze van Marlous Creations zijn maatwerk, persoonlijkheid, originaliteit en chemie met de opdrachtgever! Kijk voor meer informatie op www. marlouscreations.nl.
Kalkverf
Olijf
Interieurarchitecten worden overspoeld met informatie over producten en materialen en zien vaak door de bomen het bos niet meer. Daarom in Intern deze rubriek waarin deskundigen vertellen wat hun favorieten zijn en waarom. Kijk ook op bni.nl/magazine.
In juni bezocht ik de Thonet-fabriek in Duitsland. Daar zag ik hoe de bekende Weense koffiehuisstoel, die ontworpen werd in 1859 door Michael Thonet, wordt gemaakt. Ik mocht zelfs even ‘meedraaien’. Ik heb respect gekregen voor dit product. Maatwerk. Eerlijk werk. Dat zie je ook terug in de geschiedenis van het bedrijf. Nee, hier komen weinig machines aan te pas; inzet, enthousiasme én een paar klemmen. Dat noem ik pas ambacht. foto: www.ellesencia.nl
Natuursteen Hardsteen wordt al heel lang en overal toegepast. Iedereen kent het wel of heeft het thuis. In de vorm van raamdorpelstenen of vensterbanken, neuten of plinten, als keukenblad of als tegel. Graag onderzoek ik nieuwe mogelijkheden en toepassingen van bekende of oude producten welke tijdloos zijn én naarmate de tijd verstrijkt steeds mooier worden. Zelf heb ik vorig jaar Belgisch hardsteen toegepast in de vorm van flexstones (platte kiezels) in een badkamer. Dit gaf een erg speels effect en is bijvoorbeeld goed toepasbaar rondom een half vrijstaand bad.
De oudst bekende toepassing van kalkverf dateert uit de zevende eeuw voor Christus. Toen gebruikten de Grieken kalk als basis voor hun verf. De basis voor de hedendaagse kalkverf wordt nog altijd op traditionele wijze in Italië bereid. Kalkverf is geschikt voor elke ondergrond, kan binnen en buiten gebruikt worden, zowel bij nieuwbouw als bij restauratie. Ik gebruik zelf veel kalkverf bij particulieren projecten, omdat het een rustige en zachte uitstraling geeft. Nadeel is dat het niet goed te reinigen is. Maar voor dat probleem is een oplossing; nadat de verf met blokkwast (of roller voor regelmatiger effect) is aangebracht, kun je de wand of het product beschermen met extra matte vernis. Meer over kalkverf op www.cartecolori.nl.
De olijf is de vrucht van de Olea europaea, een boom van de olijffamilie (Oleaceae). Het geslacht Olea telt ongeveer dertig soorten met een groot spreidingsgebied, voornamelijk in de Oude Wereld. De olijfboom is een fantastisch ‘product’. Naast het feit dat olijven erg lekker en gezond zijn en dat de bomen erg mooi zijn, is de olie erg praktisch en wordt het op vele manieren toegepast. In de hotellerie gebruikte ik olijfolie om RVS te reinigen als het speciale RVS reinigingsmiddel op was. Verder is olijfolie geschikt om piepende deuren mee te smeren of je huid als deze erg droog is. Ik houd er van als producten multiple inzetbaar en zo natuurlijk mogelijk zijn.
Oude bouwmaterialen Ik word tegenwoordig veel gevraagd door particulieren om hun nieuwbouwhuis in jaren ’30 bouwstijl te voorzien van een authentieke jaren ’30 sfeer. Omdat ik niet altijd de ‘echte’ jaren ’30 sfeer terug zie in woning, bijvoorbeld glas-in-lood of erkers, adviseer ik vaak om te starten met de basis van deze wens: details en ambachtelijk werk terugbrengen in de woning. Bij een project in Rotterdam- Hillegersberg wilden de bewoners nog verder gaan en hun authentieke jaren ’30 woning verbouwen tot een ‘nieuw’ jaren ‘30 huis (de oude ensuite werd vervangen door een verbeterde versie). Met als aanvulling het gebruik van oude bouwmaterialen, zoals deze ingebouwde kloosterdeur. Dit project klopte gewoon. De afwerking, de materiaalkeuzes. En vooral geen concessies doen aan kwaliteit. Kijk voor oude bouwmaterialen op pietjonker.nl of annekedekkers.nl.
foto: www.cartecolori.nl
foto: www.ellesencia.nl bnı.
ıntern.
18
# 6
december—2010
19
voltooid
voltooid
tekst en beeld: Martin Pot
De Rotterdamse Schouwburg, in de volksmond de ‘kist van Quist’ genoemd, werd na een ingrijpende renovatie op 2 oktober officieel geopend. Een opening waar door velen in ons vakgebied met spanning naar werd uitgekeken. Martin Pot was erbij en sprak met directeur Jan Zoet.
Voor de verbouwing van de Rotterdamse Stadschouwburg werd een vooraanstaand scenograaf, Jan Versweyveld, verkozen boven een interieurarchitect. Maar heeft een decorontwerper een goed beeld van wat interieurarchitectuur inhoudt? Is een decorontwerper in staat de Rotterdamse Schouwburg een nieuw gezicht te geven? En hoe verhoudt dit zich tot de karakteristieke, functionele architectuur die de gebouwen van Wim Quist zo kenmerkt? Kortom, veel vragen die beantwoord moeten worden, maar eerst enige historie en achtergrond. Heldere visie De huidige Rotterdamse Schouwburg van Quist werd in 1988 voltooid en verving een in 1984 gesloopte schouwburg van architect Sutterland. Het was de bedoeling dat Sutterlands schouwburg uit 1947 twintig jaar gebruikt zou worden, maar dat werden er veertig. Architect Wim Quist had destijds een heldere visie. Hij wilde een gebouw maken waarin bijna alles kon. Hij zag het gebouw als beschermende huls voor inhoud, kleur en leven. De architectuur van Quist werd gecompleteerd met kinetische objecten van George Rickey, een kunstwerk van Carel Visser en lichtlijnen van Jan van Munster. Deze lichtlijnen hadden een symbolische waarde: rood voor het warme pluche, blauw voor het moderne experiment.
De vernieuwde Rotterdamse Schouwburg bnı.
ıntern.
20
Architectonisch is de schouwburg van Quist interessant. Vanwege omringende woningen moest de zaal 180 graden worden gedraaid ten opzichte van de entree. De toneeltoren werd daarmee aan de voorzijde gesitueerd. Transport van decoronderdelen vindt plaats met een enorme schaarlift waarop een complete oplegger tot op toneelvloerhoogte kan worden ‘gelift’. Veel geplande afwerking in het oorspronkelijk ontwerp van Quist werd om budgettaire redenen geschrapt. Bovendien vertoonde het interieur na twintig jaar intensief gebruik de gebruikelijke slijtage. En daarnaast waren veranderende opvattingen over wat een theater is of zou moeten zijn, aanleiding om voor een andere karakteristiek te kiezen. # 6
december—2010
‘Quist zag het gebouw als beschermende huls voor inhoud, kleur en leven’ Theatraal contrapunt In de plannen voor een vernieuwde stadschouwburg zou de centrale hal meer moeten functioneren als stadsfoyer: een publieke, flexibele ruimte waar bezoekers in en uitlopen, drinken en eten, en informatie krijgen over voorstellingen en aanverwante activiteiten. Vooral dit laatste zou een beeldbepalende functie moeten worden in de vorm van een twaalf meter brede mediawand. De door bezoekers als ongezellige en kil gekwalificeerde uitstraling zou moeten worden vervangen door een warmere, huiselijkere sfeer. De kale ruimte zou meer aankleding moeten krijgen. Directeur Jan Zoet zei over de vernieuwingsplannen in de Volkskrant: “Wij wilden een theatraal contrapunt ten opzichte van het architectonisch ontwerp. Daarom kozen we een theatervormgever, geen architect.” En: “Ik heb teveel respect voor Wim Quist om een andere architect te kiezen.” De ontwerper mocht het gebouw dan ook niet aantasten. Wim Quist kreeg als adviseur zelfs een vetorecht. 21
voltooid
voltooid
‘Is het oorspronkelijk karakter van de schouwburg behouden?’ niet worden ‘verjaagd’ door een architectuur/inrichting die onaantrekkelijk en ongezellig is, niet meer van deze tijd. Met zijn tweede opmerking suggereert Zoet dat er een grens zou zijn tussen architectuur en interieur. Dat lijkt me, met name in een gebouw als de schouwburg, niet van toepassing. Wat is het deel van de architectuur dat zodanig bepalend is dat vrijwel iedere aanpassing of herinrichting als niet-karakteristiek moet worden gekwalificeerd? Het is nauwelijks vol te houden dat de herinrichting niet ‘passend’ zou zijn en/of een breuk zou vormen met de architectuur; wellicht op enkele onderdelen en details na.
Marmer, leer & staal Wie nu de Rotterdamse Schouwburg binnenloopt ervaart een andere sfeer dan voorheen. Ontwerper Jan Versweyveld heeft de vrijwel witte vloertegels vervangen door bruin, grijs en wit geaderd Turks marmer. Hij heeft de trappen bekleed met tapijt, de wanden met stof en het plafond afgewerkt met essenhouten latten. De indrukwekkende mediawand, het ‘digitaal podium’, is prominent aanwezig. De in delen verplaatsbare bar annex kassa is voorzien van roodbruin leer met een bovenzijde van rvs. De banken hebben een roodbruin leren bekleding en een wit stalen frame. Net als de hoge statafels: wit frame en marmeren blad. Langs de wanden zorgen plafondhoge grijsbruine gordijnen voor afsluiting wanneer het gebruik van delen van de foyer dit vereist. Het zicht op de voorheen volledig open garderobes is gereduceerd tot een lage horizontale opening: een marmeren kader en een wandbekleding met een grijsbruine stoffen bekleding. Aan de rechterzijde is een verplaatsbare tribune geplaatst met hoge, eveneens beklede wanden. De plastiek van Carel Visser kreeg een passende, prominente plaats in de foyer op de eerste verdieping. Jan van Munster herontwierp zijn neonkunstwerk en gebruikte nu alleen verticale lijnen van ‘zwart’ neon. bnı.
ıntern.
Flexibiliteit In de nieuwe schouwburg is een duidelijke keuze gemaakt voor flexibiliteit aangaande functionaliteit en daarmee indeling, inrichting en meubels. Deze keuze wordt, vind ik, niet vertaald in het meubilair dat wel verplaatsbaar is, maar zwaar en immobiel oogt (en is). De vormgeving en materiaalkeuze van de banken, met de marmeren bekleding, is meer monumentaal. Het was, gezien het karakter van de ruimte, wellicht duidelijker geweest een keuze te maken voor een lichtere, frivolere meubilering die tevens meer vrijheid tot plaatsing geeft. De aanwezige fragiele, lage stoeltjes vallen enigszins weg tegenover de massieve banken. Bar en kassameubel mogen dan verplaatsbaar zijn, ze ogen permanent, massief en onverzettelijk. Maar ja het betreft hier een theater: suggestie is alles, soms is iets uiteindelijk niet wat het lijkt. In de woorden van Jan Zoet: “We laten het onbestaanbare gebeuren.” Mee eens? Geef je mening over de vernieuwde schouwburg op www.bni.nl Bronnen
De Rotterdamse Schouwburg, 1887-2009, DuoDuo, 2009. www.devolkskrant.nl en www.dearchitect.nl
‘In de nieuwe schouwburg is gekozen voor flexibiliteit aangaande functionaliteit’ Sense of belonging Ontegenzeggelijk is de verblijfskwaliteit van de Rotterdamse Schouwburg veranderd en volgens velen verbeterd. Maar in hoeverre is het oorspronkelijk karakter van de schouwburg behouden? Paul Wintermans van Quist Wintermans Architekten zegt daarop: “Wij zouden het stoerder hebben gemaakt.” In de Volkskrant stelt Jan Zoet dat ‘de gebruiker het recht heeft om het gebouw zo aan te passen dat het goed functioneert’ én dat ‘de verbouwing geen architectuur is, het is interieurarchitectuur’. Zoet suggereert met zijn eerste opmerking dat de ruimte voorheen niet goed functioneerde: de gebruiker zou, ongeacht de architectuur, het recht hebben aanpassingen te plegen. “Het thema voor de komende jaren”, vertelt Zoet, “is a sense of belonging.” De bezoeker moet zich thuis voelen en 22
# 6
december—2010
23
bnı.
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
+31 [0]20.42 33 233
[email protected] www.bni.nl
tekst: Axel van Reek
Wilgenweg 26B NL–1031 HV Amsterdam
Lid worden Bel, mail of kom langs.
Onrechtmatig titelgebruik
De Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten ondersteunt, stimuleert en promoot Nederlandse interieurarchitecten in binnen- en buitenland. Vierhonderd interieurarchitecten zijn lid van de BNI. Dat moeten er meer worden: hoe meer leden, hoe krachtiger de BNI kan optreden. Word lid en versterk daarmee je eigen positie en die van je vakgenoten. Wat zijn de voordelen? – Als BNI-lid profiteer je van een groot netwerk. – Opdrachtgevers vinden je op de BNI-website of in de BNI-ledengids. – De letters BNI achter je naam staan voor professionaliteit. – Door deel te nemen aan bedrijfsbezoeken, werkgroepen, lezingen en debatten houd je je vakkennis op peil. – Je krijgt gratis advies. – Als BNI-lid ben je altijd op de hoogte. – Je BNI-lidmaatschap levert aantrekkelijke kortingen op.
Grafik Magazine on Kummer & Herrman: “… with admirably obstructive urges they played print striptease with an acid glaze of narcotic color …” Het Nederlands Letterenfonds over Kummer & Herrman: “… een geweldig intelligent en creatief bureau … hedendaags, maar niet modieus … opvallend in eenvoud …”
wij werk(t)en ook voor: consumentenbond, droog design, fonds bkvb, gemeente utrecht, hans van heeswijk architecten, hogeschool voor de kunsten utrecht, klm, kpn, ministerie van vrom, nai uitgevers, philadelphia live arts festival, springdance, stedelijk museum amsterdam, tnt post, tu delft, witte de with
Het BNI-bureau krijgt regelmatig vragen van leden over het gebruik van de benaming interieurarchitect op internet door nietinterieurarchitecten. Wat is daar tegen te doen? Axel van Reek van Croon Davidovich Advocaten geeft tekst en uitleg.
Er zijn diverse websites, zoals http://binnenhuisarchitecten.nl, die met commerciële doeleinden gegevens verstrekken van personen die stellen binnenhuisarchitect te zijn. In ieder geval insinueert de naam van de website dat zij dit zijn. Een aanzienlijk deel van deze personen is evenwel helemaal geen architect. De vraag is: wat kunnen we hier tegen doen? Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Er zijn juridisch gezien twee partijen in het spel: de provider en de vermeende binnenhuisarchitect. Aansprakelijkheid provider Ten eerste bezien wij de aansprakelijkheid van de provider. Een provider is volgens de wet diegene die een dienst aanbiedt die bestaat uit het verlenen van toegang tot informatie, of het doorgeven van informatie. Naast aanbieders van toegang tot het web zijn volgens de wet dus ook beheerders van websites providers. Een provider is pas aansprakelijk voor de informatie op de door hem aangeboden webruimte als hij weet dat de informatie onrechtmatig is, maar desalniettemin niet ingrijpt. In principe kan een provider alle informatie screenen voordat hij deze opslaat of doorgeeft. Dat is echter niet praktisch. Volgens de wet is de provider hiertoe dan ook in beginsel niet verplicht. De eis is dat een provider weet of redelijkerwijs behoort te weten dat de informatie onrechtmatig is. Uit de rechtspraak blijkt dat een provider informatie moet verwijderen als het onrechtmatig karakter ervan evident is. Veel providers kiezen daarom voor een systeem waarbij de klager aannemelijk moet maken dat zijn claim juist is. Slaagt de klager daarin, dan verwijdert de provider het materiaal.
www.kummer-herrman.nl
bnı.
ıntern.
In de rubriek Recht kunnen allerlei juridische zaken aan bod komen. Stuit je wel eens op juridische problemen? Heb je een vraag over bijvoorbeeld bouwrecht, auteursrecht of ondernemersrecht? Mail je vraag of probleem naar
[email protected].
recht
24
# 6
december—2010
Axel van Reek
Axel van Reek is advocaat bij Croon Davidovich Advocaten. Croon Davidovich is een ondernemingsgericht advocatenkantoor met specialisaties in arbeidsrecht, ondernemingsrecht, vastgoedrecht, huurrecht en intellectueel eigendom. Het kantoor is bovendien actief in de kunst- en museumbranche. Meer informatie op www.croondavidovich.nl.
Onrechtmatig gedrag Naast de provider kunnen ook de gepretendeerde binnenhuisarchitecten worden aangesproken. Die publiceren tenslotte de informatie. Om de ‘binnenarchitecten’ aansprakelijk te stellen voor hun onrechtmatig gedrag op internet, zijn evenwel hun adresgegevens nodig. Een manier om aan die adresgegevens te komen is onder meer via de provider. Op grond van de jurisprudentie zijn providers verplicht deze NAW-gegevens af te geven als de eiser daar een redelijk belang bij heeft. Gesteld zou kunnen worden dat iedere architect dit rechtmatig belang heeft. Aangezien BNI de belangen behartigt van interieurarchitecten, heeft ook zij dit rechtmatig belang. Op grond van artikel 23 van de Wet op de Architectentitel kan in rechte worden gevorderd dat degene die zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel binnenhuisarchitecten voert, wordt veroordeeld zich daarvan te onthouden. Vaak is een brief van een advocaat al voldoende om te bereiken dat degene die onrechtmatig de titel interieurarchitect voert hiermee stopt. Met name als het directe concurrenten betreft die zich uitgeven voor interieurarchitect zonder dat ze op deze titel aanspraak mogen maken, is het aan te raden om een advocaat een dergelijke brief te laten sturen.
‘Een brief van een advocaat is vaak voldoende om te bereiken dat onrechtmatig titelgebruik stopt’ 25
verslag
verslag
tekst en beeld: Marijn de Kok
De steengroeven van la Pierre Bleue
‘Bij elke zaagbeweging is de combinatie van water en diamant cruciaal’
BNI-regio zuid bezocht op uitnodiging van Natuursteen Brabant uit Udenhout een van de grootste steengroeven van Belgie: Les carrières de la Pierre Bleue Belge. Marijn de Kok maakte van deze boeiende excursie een verslag voor Intern. Water en diamant De geselecteerde blokken worden op de werf opgehesen met laadkranen die tot 45 ton steen kunnen vervoeren. Voordat de blokken worden gezaagd, worden ze eerst gekantrecht en in twee categorieën verdeeld: de regelmatige blokken die met een raamzaag met een zaagblad kunnen worden gezaagd en de minder regelmatige blokken waarvoor diamantschijven worden gebruikt.
mantschijf zaagt de blokken in dikke platen van meer dan 10 cm dik. De platen worden gemeten, gerangschikt en gesorteerd. Hierbij wordt de productie in verschillende keuzes onderverdeeld. Ambachtswerk In de marmerhouwerij worden de platen op een automatische lijn gepolijst en bewerkt. Ze worden eerst in repen en vervolgens loodrecht in tegelvorm gezaagd. De bewerkingsmachines voeren de traditionele behouwingen uit en voorzien het oppervlak van verschillende afwerkingen. Enkel een mensenhand kan de gebogen stukken en decoratieve elementen nauwkeurige genoeg kappen. Het is dan ook noodzakelijk dat de steenhouwers afgewerkte producten van de stenen maken. Het ambachtswerk dat hierbij komt kijken dwong het nodige respect af voor de met oordoppen en stofmasker getooide steenhouwers. Het is bijzonder om te zien dat tijdens het gehele productie- en transformatieproces van de steen de mens erop toeziet dat alle stukken die niet beantwoorden aan de kwaliteitseisen worden verwijderd. De diverse selectiecriteria kwamen hierbij aan bod en gaven een goed beeld van de mogelijkheden en beperkingen van het materiaal. Deze strenge selectie kan leiden tot een percentage van 85 procent dat tot niet bruikbaar is en dus tot afval gerekend wordt.
Na een smakelijk ontbijt bij Natuursteen Brabant in Udenhout stapten we in de vroege ochtend van 24 september jl. in een busje die ons naar Neufvilles in België zou brengen. Op uitnodiging van Toine Krol en Ed van Roessel brachten we een bezoek aan een van de grootste steengroeven van België iets ten zuiden van Brussel: Les carrières de la Pierre Bleue Belge. Deze steengroeve behoort tot de Europese top op het gebied van ontginnen, zagen en bewerken van blauwe hardsteen. Blauwe hardsteen Na een aangenaam ontvangst bij Pierre Bleue en een introductie over de 300 jaar oude geschiedenis van de groeve hebben we een boeiende rondleiding gehad. Getooid met laarzen en veiligheidshelm is ons in geuren en kleuren verteld over de 350 miljoen jarige evolutie van het blauwe hardsteen en de geologische kenmerken hiervan. De rondleiding gaf een erg goed beeld van het totale productieproces waarbij een toelichting werd gegeven op de diverse stadia in dit proces.
Bij elke zaagbeweging is de combinatie van water en diamant cruciaal. De hardheid van diamant zorgt ervoor dat de steen kan worden gezaagd, terwijl het water zorgt voor het koelen van de zaagbladen en het afvoeren van de steenstof.
Het delven van blokken blauwe hardsteen gebeurt op basis van de structuur van de steenlaag. Die bestaat uit bijna horizontale lagen. De delvingsactiviteiten creëren een immense trap in de rots. De blokken worden eerst verticaal gezaagd met sleufzaagmachines. De gezaagde blokken worden dwars gesneden met behulp van diamantkabelzaagmachines. Per jaar wordt er zo een 55.000 kubieke meter steen ontgonnen. bnı.
ıntern.
26
Zeventig hectare Na een aangename middaglunch welke ons werd aangeboden door Pierre Bleue Belge, zijn we richting de nieuwe steengroeve van Tellier De Pres gegaan. Een totale oppervlakte van 70 hectare zal in de komende decennia veranderen in een grote steengroeve waarvan we tot in lengte van dagen Belgisch hardsteen kunnen betrekken. Een materiaal waarvan de vele toepassingsmogelijkheden op deze interessante dag nog eens aan het licht zijn gebracht. Het was al met al een boeiende en aangename excursie welke heeft bijgedragen aan grotere product- en achtergrondkennis van het Belgische blauwe hardsteen.
De blokken worden gezaagd in halfafgewerkte producten: zogenaamde platen. Raamzagen met diamantbladen zagen de blokken met een snelheid van 30 cm per uur in fijne platen van 2 tot 10 cm dik. De grote dia# 6
december—2010
27
bni
column
tekst: Brenda van der Laan, Jessica Wormgoor en Peter Suurland
tekst en beeld: Maja Kozel
BNI in de regio’s Naast de activiteiten die door het landelijke bureau in Amsterdam worden georganiseerd, is de BNI ook op regionaal niveau actief. De regiocoördinatoren zijn het aanspreekpunt voor vergaderingen en andere activiteiten in hun regio. De coördinatoren Brenda van der Laan, Jessica Wormgoor en Peter Suurland over hun regio.
Brenda van der Laan, coördinator regio Noord Regio Noord was altijd al een grote regio, met de nieuwe regio-indeling sinds 2010 is Noord een stuk groter geworden. Niet alleen Groningen, Friesland en Drenthe vallen nu onder Noord, ook Overijssel, Noord-Holland en Flevoland. De nieuwe regio telt meer dan 150 leden. In de praktijk waren er ongeveer 15 leden actief betrokken bij de regioactiviteiten. Ik verwacht dat dit er meer worden, en dat ook leden uit het zuidelijk en oostelijk deel van de nieuwe regio gaan participeren. Regio Noord richt zich op activiteiten als deelname aan de beurs Wonen&co en andere plaatselijke beurzen. Daarnaast wordt er twee tot drie keer per jaar een bijeenkomst georganiseerd. Ik wil een oproep doen aan alle leden die tot nu toe nog niet op regiobijeenkomsten zijn geweest om toch eens te komen. Op deze bijeenkomsten worden interessante gesprekken gevoerd, er wordt vakinhoudelijke informatie uitgewisseld en er worden projecten bekeken. Het is leuk om met collega’s over het vak te kunnen filosoferen en ook om samen iets leuks te doen. De eerstvolgende bijeenkomst is op 4 februari 2011. Wil je meer weten, heb je suggesties of opmerkingen? Mail naar
[email protected].
Leoxx is afgerond wordt een diner aangeboden waarbij alle ruimte en tijd is om mee te denken over zaken die bij de BNI en de leden spelen. De bijeenkomst duurt tot ongeveer 20.00 uur. Leden uit de regio ontvangen automatisch een uitnodiging. Leden uit andere regio’s die ook graag naar deze bijeenkomst komen, kunnen zich aanmelden via
[email protected]. Vind je het leuk om andere interieurarchitecten te ontmoeten, om te netwerken, om kennis te delen en te discussiëren over het vak? Noteer dan de volgende data in je agenda: 15-12-2010 (Leoxx, Houten), 17-03-2011 (Deltalight, Amsterdam) en 16-06-2011 (locatie nog onbekend).
The Power of Dreams
ıntern.
ten rijk maakte. De Verenigde Arabische Emiraten kwamen samen in 1971 en groeiden in veertig jaar tijd uit tot het centrum van het Midden-Oosten. De opa gaf zijn kleinzoon de parels en zei tegen de jongen: “Vergeet de geschiedenis van dit land niet, blijf nederig en blijf in je dromen geloven. Geef deze parels door aan jouw kleinkinderen zodat ze onze geschiedenis niet vergeten. Toen ik gisteren bij de opening van een tentoonstelling was in een van de galeries hier in Dubai, stond ik met een jonge sjeik te praten over de toekomst van de Verenigde Emiraten. Over zijn visie, dromen en idealen. Even moest ik denken aan mijn bezoek aan de Expo in Shanghai en het verhaal van de opa en zijn kleinzoon. Het waren de grootouders van de sjeik die dit land hebben opgebouwd en zijn ouders hebben de Verenigde Emiraten in een rap tempo zien groeien. De sjeik vertelde enthousiast dat het tijd is dat zijn generatie het stokje overneemt, de handen in elkaar slaat en aan de toekomst werkt om de Verenigde Emiraten meer diepgang te geven: ‘sustainability, care, community & teamwork.’
Peter Suurland, coördinator regio Zuid Leden in Zuid zien elkaar niet als concurrenten, maar als collega’s en dat is de basis van het succes van deze regio. De regio organiseert ongeveer vier vergaderingen per jaar met als doel ongedwongen met elkaar van gedachten te wisselen en kennis te delen. De vergaderingen staan in het teken van een bepaald onderwerp. Soms wordt in aanvulling hierop een gastspreker uitgenodigd. De vergaderingen worden telkens op een andere locatie gehouden. Meestal is dit bij een bedrijf en vindt er automatisch voorafgaand aan de vergadering
‘Leden in de regio zien elkaar niet als concurrenten, maar als collega’s’ een bedrijfsbezoek plaats. Naast de vergaderingen organiseert Zuid twee à drie excursies. Deze zijn in principe kosteloos of low budget en variëren van binnenlandse tot buitenlandse, daagse tot meerdaagse reizen. Een lid kan een excursiebestemming in de vergadering of via de coördinator voorstellen,waarna de leden beslissen of de bestemming draagvlak heeft. Zo ja, dan wordt het lid gevraagd de excursie, eventueel in samenwerking met anderen, te organiseren. Het resultaat van de regioactiviteiten is dat steeds meer leden deelnemen aan vergaderingen en excursies. Meer weten? Mail
[email protected].
The Power of Dreams was het concept voor het paviljoen van de Verenigde Arabische Emiraten op de Expo 2010 in Shanghai waar het als goudgele zandduinen lag te glinsteren in de Aziatische zon. Het paviljoen, ontworpen door niemand minder als Norman Foster + Partners, maakte zeer veel indruk door zijn structuur en natuurlijke vormentaal geïnspireerd op de weidse, golvende woestijn die de Verenigde Arabische Emiraten overheerst.
Jessica Wormgoor, coördinator regio Midden De eerstvolgende bijeenkomst van regio Midden is op woensdag 15 december bij Leoxx in Houten. De bijeenkomst begint om 16.30 uur. Op het programma staat een bedrijfsbezoek met een presentatie van nieuwe producten. Daarop volgt een workshop sketch up met als uitgangspunt de implementaties die Leoxx voor hun vloerbedekkingen aanbiedt. Nadat het programma bij bnı.
In elke Intern bericht BNI-lid Maja Kozel vanuit Dubai over wat zij meemaakt en welke ervaringen zij opdoet in de Verenigde Arabische Emiraten.
Ooit droomde ik ervan om in Dubai te kunnen wonen en werken, niet wetende wat er precies gaande was toen. Nu woon ik in Dubai, werkend als interieurarchitecte, en leef ik de droom waarvan ik nooit had gedacht dat die werkelijkheid zou worden. The Power of Deams is dus zeker mogelijk, als je er maar genoeg in gelooft.
[email protected]
De rode draad die je door het paviljoen heen leidde, was het verhaal van een opa die aan zijn kleinzoon de geschiedenis van de Emiraten vertelt met een hand vol parels uit de woestijn. Want parelvisserij is waar het allemaal mee begon voordat olie de Emira28
# 6
december—2010
29
leesvoer tekst: Martin Pot beeld: NAi
Interactive landscapes Daan Roosegaarde Auteurs Adele Chong & Timo de Rijk
Portrait + Landscape Auteurs Marlies Hummelen, Conny Lanza, Rutger van Oldenbeek, Harm Tilman and Hans Maréchal
M+R interior architecture bestaat tien jaar. Ter gelegenheid daarvan besloot het Eindhovense bureau een boek uit te brengen met een overzicht van hun werk en visie. Tien jaar vormgeven aan de openbare ruimte heeft niet alleen een breed scala aan projecten opgeleverd, het heeft ook de visie van de interieurarchitecten op hun vak gevormd en aangescherpt. In een essay gaan Hans Maréchal en Marie-Louise Rooijmans dieper in op de dilemma’s en conclusies van dit eerste decennium. Zij zien de interieurarchitect als de regisseur van een gecompliceerd ontwerpproces, waarin de gebruiker (bezoeker, bewoner) centraal dient te staan. Hoe dat in de praktijk uitwerkt, komt aan bod in publicaties van en interviews met verschillende journalisten en opdrachtgevers.
Dutch Design Jaarboek 2010 Auteurs Timo de Rijk, Antoine Achten, Vincent van Baar en Bert van Meggelen
Op woensdag 27 oktober was ik bij de presentatie van het boek Interactive landscapes bij V2_, Institute for the Unstable Media in Rotterdam. De zondagmiddag erna liep ik in Maastricht over het Onze-Lieve-Vrouweplein de basiliek binnen en zag ik een lange rij brandende kaarsjes. Direct herinnerde ik mij de cover van het boek: een lange rij ‘brandende kaarsjes´ ofwel opgloeiende ledlampjes die reageren op beweging en aanwezigheid. Het werk op de cover is Dune, een project uit 2007 in de voetgangerstunnel onder de Maas in Rotterdam. Het werk voegde een ´landschap´ toe aan de lange, smalle, omlaag en omhoog welvende tunnel. Zoals ook auteur Adele Chong in het voorwoord schrijft: “Daan Roosegaarde beschouwt zijn werken als upgrades ten opzichte van de natuur; zij maken ons bewust van een soms afgestompte verhouding met de fysieke wereld om ons heen.” In het werk Lotus 7.0 openen zich honderden bloemen van folie wanneer mensen de installatie benaderen. Roosegaarde stelt: “We staan aan de dageraad van een nieuwe natuur.” Tot dusver is het werk van Roosegaarde herkenbaar als autonoom. Er is geen integratie met de omgeving, het is zelfstandig, het reageert op aanwezigheid, beweging. Techniek vormt volgens mij niet de belangrijkste leidraad en motivatie. Wat ontstaat is poëzie, zoals Roosegaarde het zelf noemt: techno-poetry. Als hij, met zijn werk, in staat is ons bewust en deelgenoot te maken van een zich veranderende omgeving van welke aard ook, een omgeving die reageert op de aanwezige mens die voelt, droomt, communiceert, dan is de vaak verbroken verbinding hersteld.Interactive landscapes is een fraaie introductie tot het werk van Daan Roosegaarde, met begeleidende artikelen van Timo de Rijk en inzichtelijke interviews. bnı.
ıntern.
nieuwe leden
M+R interior architecture
Uitgeverij: Boekschap/Frame Prijs: € 39,95 ISBN: 9789077174449
Pagina’s: 160 Prijs: € 29,90 Uitgever: NAi Jaar uitgave: 2010 ISBN: 9789056627546
inbox
Het Nederlandse design heeft internationaal furore gemaakt met vernieuwende en opzienbarende werk van vormgevers. De redactie van het Dutch Design Jaarboek presenteert dit jaar opnieuw een overzicht. Aan bod komen de ruim vijftig beste ontwerpen op het gebied van ruimtelijke vormgeving, productvormgeving, mode en grafische vormgeving die in Nederland gerealiseerd zijn in 2009–2010. Met ontwerpen van onder anderen; Maarten Baas, Aldo Bakker, G-Star, Joost Grootens, Hans van Heeswijk, John Körmeling, Rem D. Koolhaas, Lernert & Sander, MVRDV, Piet Parra, Letman & Sprey, Studio Dumbar, Merkx+Girod, Studio Job, Bertjan Pot, Scholten & Baijings, Koen van Velsen, Jeroen Vinken en West 8. Uitgever: NAi Prijs: € 29,50 ISBN: 9789056627553
Stoelen
Oproep deelname EHVB Eigen Huis (Ver)bouwen + Inrichten is dé nationale bouwbeurs voor de particuliere opdrachtgever; voor iedereen die gaat bouwen, verbouwen of renoveren. Leden kunnen een stand huren voor drie dagen op het zogenoemde architectenpaviljoen voor het gereduceerde tarief van 1250 euro (ex btw). Het gaat om stands van 3 x 3 m2. Standbouw, elektra en meubilair zijn inbegrepen. De BNI staat ook zelf op de beurs met een eigen stand. Anders dan vorig jaar zal de BNI de nadruk leggen op promotie van de vereniging als organisatie en van het vakgebied interieur in zijn algemeenheid. Wil je een stand huren of wil je de BNI promoten in de BNI-stand? Geef je op via secretariaat@ bni.nl. Data en openingstijden Locatie: Jaarbeurs, Utrecht Beursperiode: 1 t/m 3 april (vrijdag; zaterdag; zondag) Openingstijden:10.00 – 17.00 uur Opbouw infostand: woensdag 30 & donderdag 31 maart Opbouw eigen stands: donderdag 31 maart Afbouw: maandag 4 april Website: www.eigenhuisverbouwen.nl
Joke van Hengstum herkozen
Joyce Elshof
Joyce Elshof (23) studeerde in 2009 af aan de KABK in Den Haag. Sinds 2009 runt ze haar eigen bureau: 720° Interieurarchitectuur (www.720interieurarchitectuur.nl).
Bram Vromans
Bram Vromans (27) studeerde af aan de KABK in Den Haag. Hij ontwerpt meubels bij een meubelmakerij. In september won hij de BNI-prijs 2010. Zie www.bni.nl/bni-prijs.
Joke van Hengstum werd op 11 september in Reykjavik herkozen tot voorzitter van de European Council of Interior Architects (ECIA) voor de periode 2010-2012.
Award voor Merkx + Girod Merkx + Girod ontving op 23 oktober tijdens de uitreiking van de Dutch Design Awards 2010, de prijs voor ‘beste interieur cultureel’ in de categorie ‘ruimtelijk’ voor het ontwerp van de Hermitage in Amsterdam. Merkx + Girod deelt de prijs met Hans van Heeswijk architecten en landschapsarchitect Michael van Gessel, die mede verantwoordelijk zijn voor het ontwerp.
Schrijvers gevraagd Kan je goed interviewen? Vind je het leuk om een (foto)reportage te maken, een verslag te schrijven of heb je een goed ideevoor een artikel? Hoofdredacteur Frederike Bax (
[email protected]) zoekt enthousiaste mensen die een bijdrage willen leveren aan een actueel en informatief magazine.
Bericht in inbox Heb je een prijs gewonnen? Geef je een bijzondere lezing? Zoek je een stagiair of werk je aan een bijzonder project? Stuur een email naar
[email protected] en je bericht of oproep komt in deze rubriek.
Auteurs Otakar Mácel, Sander Woertman, Charlotte van Wijk
Marjolein van der Tol
Marjolein van der Tol (27) studeerde in 2010 aan de WdKA te Rotterdam. Sinds 2008 werkt ze bij het interieurontwerpbureau AbrahamsCrielaers (www. AbrahamsCrielaers.nl).
Rik Alkema
Na de opleiding MTS bouwkunde studeerde Rik Alkema (39) in 2002 af aan de KABK in Den Haag. Sinds februari heeft hij een eigen ontwerpstudio: ontwerpplaats (www.ontwerpplaats.nl).
Gabor Disberg
Gabor Disberg (36) studeerde af aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij werkt bij Merkx+Girod architecten (www.merkx-girod.nl) en kreeg in september bij de uitreiking van de BNI-prijs 2010 een eervolle vermelding. Zie www.bni.nl/bni-prijs.
Annelies Valentijn
Annelies Valentijn (31) studeerde in 2002 af aan de WdKA. Ze heeft sinds 2006 een eigen bureau: studio valentijn (www.anneliesvalentijn.nl).
Al meer dan honderd jaar verzamelt de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft stoelen voor onderwijsdoeleinden. Deze verzameling is uitgegroeid tot een van de belangrijkste meubelcollecties in Nederland. Voor studenten en ontwerpers is deze collectie een bron van kennis over materialen, constructie en typologieën. De catalogus Stoelen toont voor het eerst de gehele collectie van 240 stoelen.
Sabine Schoenmakers
Sabine Schoenmakers (22) ging na het Sint Lucas te Boxtel in 2008 interieurarchitectuur studeren aan de AKV St.Joost in Breda. Ze verwacht in 2012 af te studeren (www.sabineschoenmakers.nl).
Uitgever: 010 Prijs: € 24,50 ISBN: 9789064506642
30
Gonny van Moosdijk
Gonny van de Moosdijk (49) studeerde in 1985 af als interieurarchitect aan de kunstacademie Artibus. Sinds 20 jaar heeft zij haar eigen bureau Basics at all.
# 6
december—2010
31