bnı.
intern is een kwartaaluitgave van de bni
2015 5 # 1-2-3-4 3-4 3-4 juni i
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
colofon Intern verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 750 exemplaren. ISSN: 09278133 BNI R.J.H. Fortuynplein 6,1019 WL Amsterdam +31[0]20.73 72 362,
[email protected], www.bni.nl redactie Bureau Bax, Amsterdam,
[email protected], www.bureaubax.nl aan dit nummer werkten mee Kees Berendsen, Hans Bloemendaal, Franke van den Broek, Tineke Groen, Joke van Hengstum, Taco Hylkema, Eric Kampherbeek, Claudia Lagermann, Gerrit Schilder, Amiran Simhy, Gjalt Tattje en Joke Willekes. coverbeeld Laura Vellinga foto: Eric Kampherbeek concept Kummer & Herrman, Utrecht advertenties, grafische verzorging en druk E Media Groep, Broek op Langedijk +31[0]226.33 16 00,
[email protected] abonnementen BNI-leden ontvangen Intern gratis. Ben je geen lid, maar wil je Intern wel ontvangen? Een abonnement kost 49 euro per jaar. Ga naar www.bni.nl/bni-magazine/abonnement en schrijf je in. Na inschrijving ontvang je een factuur. Zodra deze betaald is, krijg je Intern een jaar toegestuurd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn. Zonder opzegging wordt het abonnement met een jaar verlengd. Adreswijzigingen kun je mailen naar
[email protected]. disclaimer Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de BNI. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Sponsor
6
interview
Laura Vellinga: Zelfverzekerder door de BEP 24
academie www.silentgliss.nl Partners
Ontwerpen in de toekomst 38
interview
The Floor is Yours Y
Rob Parry is nog altijd actueel
ZUINIG GEMAK DE QUOOKER COMBI
De Quooker COMBI is een revolutionair reservoir, aangesloten op de Quooker-kraan, dat niet alleen kokend water (100°C) levert, maar ook warm water (50-60°C). De COMBI is de eerste ‘boiler’ ter wereld met hoog-vacuümisolatie. Door dit principe is het apparaat verreweg de zuinigste warmwatervoorziening voor uw keuken. Het stand-by verbruik van de Quooker COMBI is maar 10W, zo'n 5 cent per dag. De Quooker COMBI staat gewoon in uw keukenkastje wat als voordeel heeft dat u geen energieverliezen meer heeft en geen warmwaterleiding meer hoeft aan te leggen. Ga naar quooker.nl/energievergelijker om de besparing te berekenen.
intern is een kwartaaluitgave van de bni
bnı.
beroepsvereniging nederlandse interieurarchitecten
inhoudsopgave 5
voorwoord
Blik op de BEP Pembroke Pembroke is de nieuwe ontwikkeling in de onderzoeksactiviteiten van Cleaf die constant is gebaseerd op natuurlijke inspiraties. Het oppervlak is meer intrigerend gemaakt door haar gedetailleerde belijning en noesten, met name elegante en verfijnde in zijn monochrome versies. Een gepatenteerde Cleaf technologie zorgt voor een diepte van afmetingen die interactie met licht en het gestructureerde oppervlak een esthetisch en tactiele uitstraling geeft. www.decolegno.nl
by D E C O R A T I E F
P L A A T M A T E R I A A L
V A N
I T A L I A A N S
D E S I G N
Professional storage solutions
Industrieweg 19a NL-5753 PB Deurne + 31 493 316 855
[email protected] www.quispel.com
website: PaletteCAD.nl mail:
[email protected] tel: +31 (0)45 565 07 20
EENVOUDIG ONTWERPEN
: knippen, en plakken : wijzigingen zonder opnieuw te tekenen
EENVOUDIG PRESENTEREN : binnen 1 minuut
: fotorealistisch beeld : artistieke presentatie : markertekening : panoramaview
PaletteCAD bied u: -Een eenvoudig ontwerppakket voor een eerlijke prijs -Onderscheidend t.o.v. uw concurrentie -Perfecte presentaties in diverse stijlen
Sinds 1 januari 2015 moet je na het afronden van je masteropleiding een beroepservaringperiode doorlopen om je te kunnen inschrijven in het Architectenregister. Een half jaar later nemen we de BEP onder de loep: Hoe zijn de eerste ervaringen? Lukt het BEP’ers de juiste invulling te geven aan hun ervaringsperiode? Wordt er goed toezicht gehouden op het niveau? Zijn er genoeg ervaringsplekken? En genoeg mentoren? Hoe ziet de toekomst van de BEP eruit? Wat betekent dat voor het vak? In de aanloop naar de invoering van de BEP deed Laura Vellinga mee aan het pilotproject ‘De Beroepservaring’. In het interview op p. 6 zegt ze dat ze het project ervaren heeft als een goede opvulling van de kloof tussen opleiding en baan en dat het haar bovendien meer zelfvertrouwen heeft gegeven. Drie ervaren interieurarchitecten vertellen op p. 14 hoe zij na hun opleiding met de praktijk geconfronteerd werden. Franke van den Broek bijvoorbeeld had eind jaren tachtig moeite om werk te vinden. De aanname van een no-cure-no-pay opdracht was voor haar een dure, maar leerzame les. Net als Van den Broek en de huidige generatie, was het na de oorlog niet makkelijk om als pas afgestudeerde interieurarchitect in loondienst te komen. Ook niet als je werkervaring had opgedaan bij Gerrit Rietveld. Rob Parry begon in 1954 noodgedwongen een eigen bureau vanaf zijn zolder in Voorburg (p. 38). Beleidsadviseur Guus Enning van het Atelier Rijksbouwmeester was vanaf de eerste ideeën over het verplicht stellen van een ervaringstraject betrokken. Hij vertelt op p. 10 hoe deze ideeën zich ontwikkelden tot concrete plannen en diverse pilotprojecten en uiteindelijk tot de invoering van de BEP. In aansluiting op de BEP werd het Professional Experience Program (PEP) opgezet. Dit is vooralsnog het enige erkende programma waarin alle aspecten van de beroepspraktijk aan bod komen. Het pakket is zo opgezet dat de vereiste beroepservaring in twee jaar kan worden opgedaan (p. 28). Naast een geïntegreerd programma, kan ook een zelfstandige route gevolgd worden. De Beroepservaringcommissie van het Architectenregister beoordeelt of de gekozen route aan de eisen voldoet. Op p. 22 licht commissielid Taco Hylkema de rol van de commissie toe. Verder in deze Intern de rubriek voltooid waarin een ontwerp voor een appartement van interieurarchitect Joke van Hengstum in tekst en beeld wordt toegelicht (p. 42), de selectie van Hans Bloemendaal van Rohde&Grahl (p. 44) en de rubriek recht waarin Kees Berendsen het gebruik van leveringsvoorwaarden uitlegt. In de rubriek academie tot slot het afstudeerproject van Gjalt Tattje (p. 24). Hij vroeg zich af wat de rol van de ontwerper van de toekomst is en kwam tot de conclusie dat die rol vooral zal gaan over hoe het leven geleefd moet worden: “Ontwerpers van de toekomst reageren op de veranderende maatschappij en geven commentaar op de imperfecties van de wereld.”
bnı.
ıntern.
4
# 2
interview
Laura Vellinga: Zelfverzekerder door de BEP 10
interview: BEP van idee naar praktijk 14
artikel: Professionals over hun beroepservaring 22
artikel: BEPcommissie over stand van zaken 24
academie
Ontwerpen in de toekomst 28
artikel: Professional Experience Program 31
bni: Mentoren gezocht 38
interview
Rob Parry is nog altijd actueel 42
voltooid 44
de selectie van: Rohde & Grahl 46
recht 47
inbox lidmaatschap
de redactie Bureau Bax
-Helpdesk, online support en Training in de service overeenkomst
6
juni—2015
5
interview
interview
tekst: Bureau Bax beeld: Eric Kampherbeek (portretten), Lavelli (projecten)
Na het afronden van haar studie interieurarchitectuur aan Artez in Zwolle, merkte Laura Vellinga dat er een groot gat zit tussen opleiding en baan. Bureaus zoeken werknemers met enkele jaren ervaring en die heeft een pas afgestudeerde nog niet. Volgens Vellinga is de beroepservaringsperiode hiervoor de oplossing. Zelf volgde ze een pilottraject voor interieurarchitecten om beroepservaring op te doen. “Het heeft me vertrouwen gegeven.”
Wilde je altijd al interieurarchitect worden?
“Ik tekende als kind vaak plattegrondjes en indelingen van kamers. Maar na de middelbare school twijfelde ik tussen interieur en horeca. Wat me in de horeca vooral aantrok was het neerzetten van een bepaald concept, een sfeer. Tijdens open dagen die ik bezocht, merkte ik dat een baan in de horeca vooral heel hard werken is om alle klanten te bedienen. Het uitdenken van een concept gebeurt ergens anders, meer bij de interieurarchitect. Dus toen was mijn keuze gauw gemaakt. Ik heb aan het Friesland College de mbo opleiding interieuradvies gevolgd.”
‘Ik word nu serieus genomen als professional’
Wat leerde je daar?
“Die opleiding draait vooral om de detailhandel, de commerciële kant van interieur. En daarnaast leerde ik ook perspectief tekenen en plattegronden maken. Het was heel praktijkgericht. Zo heb ik in drie jaar wel drie stages gelopen bij woonwinkels. De laatste stage was bij een woningstoffeerder uit de regio. Ik heb er materiaalkennis opgedaan en veel klantcontact gehad.” Daarna gauw door naar de academie?
“Ja, ik werd meteen aangenomen in Zwolle. Toen ik eenmaal op de academie rondliep, wist ik dat ik mijn plek gevonden had. Vooral het kritisch kijken, heb ik daar ontwikkeld. Niet verliefd worden op je eigen ontwerp, maar verder blijven schuiven totdat het klopt. Vanaf het tweede jaar hadden we een eigen lokaal, dat was heel inspirerend. De hele dag maquettes bouwen, of een stoel bouwen in de werkplaats. Zonder dat we wisten hoe dat precies moest, maar we hielpen elkaar. We werden heel erg gestimuleerd buiten onze kaders te denken en te doen. Ik leerde er steeds beter door ontwerpen.”
samen met ontwerper Carmela Bogman en beeldend kunstenaar Jonathan van Doornum een invulling bedacht voor het gebied aan de achterzijde van station Almelo. In onze ontwerpvisie doet de rommelige achterzijde van het station weer mee met de voorzijde die naar het centrum leidt.
‘Niet verliefd worden op je ontwerp, maar blijven schuiven tot het klopt ’ Terwijl dit project startte, werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan een pilottraject ‘de Beroepservaring’, een voorloper van de PEP. Architecten waren al een tijdje bekend met de verplichte ervaringsperiode, maar voor interieurarchitecten is die pas in januari 2015 ingevoerd. Toen ik terug kwam van de informatiebijeenkomst belde ik enthousiast mijn opa en oma. Een week later lag er een kaartje in de bus dat zij de kosten van het ervaringstraject voor mij wilden betalen. Lief toch?”
Courts of the Future
Wat was je eerste opdracht?
“Vlak na mijn afstuderen in juni 2012, heb ik me aangemeld bij Het Instituut, een organisatie waar ze creatieve professionals oplossingen laten bedenken voor vastgelopen vraagstukken bij bedrijven en overheden. Ik werd gevraagd voor de casestudy Almelo Westplein en heb bnı.
ıntern.
6
# 2
juni—2015
7
interview
interview
Hoe zag het traject eruit? Wat heeft de ervaringsperiode voor jou betekend?
“Het ging om een periode van twee jaar waarin je zelfstandig of in loondienst als interieurarchitect werkte. Daarnaast waren er vijftien bijeenkomsten met lezingen en de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen met collega’s. Je moest een persoonlijk ontwikkelingsplan maken waarin je je leerdoelen formuleerde. Gedurende het hele traject maakte ik verslagen van mijn werkzaamheden en ervaringen. Ik heb zelf een mentor gevonden; Angela Holterman, architect bij Hollands Zicht en ook gastdocent op de HKU. Aanvankelijk was het idee dat ik als zelfstandige aan de slag zou gaan. Ik heb me begin 2013 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Lavelli Interieurontwerp was een feit. Ik ben begonnen met het schrijven van een ondernemingsplan. En een keer per maand had ik een gesprek met mijn mentor.”
“Heel veel. Ik heb het wereldje beter leren kennen. Tijdens mijn opleiding heb ik stage gelopen bij Annekoos Littel. Dat was heel leerzaam, maar tijdens de beroepservaringsperiode heb ik echt deelgenomen aan het proces. Mijn inbreng heeft bijgedragen aan het resultaat. Het heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf serieus neem als interieurarchitect. Er zit een gat tussen de opleiding en het werkveld. Bureaus vragen altijd werknemers met een paar jaar ervaring, maar die heb je niet als je net je diploma hebt. Ik denk dat de verplichte beroepservaringsperiode dat gat kan opvullen. Het traject heeft mij meer vertrouwen gegeven. En ik word nu ook meer serieus genomen als professional.”
Laura Vellinga BNI lid sinds 2015
Waar merk je dat aan? Hoe kwam je aan opdrachten?
“Ik ben laatst gevraagd door een architect van Blossom Consultancy, een architectenbureau uit Zwolle, om een presentatie te maken voor een aanbesteding voor het nieuwe interieur van het gemeentehuis in Wageningen. Het is nu afwachten of dat project doorgaat, maar het feit dat ze mij gevraagd hebben en daarvoor een normale prijs betalen, vind ik een mooie stap. Ik hoop natuurlijk dat het doorgaat. Het is een interessant project met thema’s als Het Nieuwe Werken en Circulaire Economie. En voor mij natuurlijk een kans om meer ervaring op te doen, samen te werken met andere architecten.”
“Als ik interessante opdrachten op internet zag, reageerde ik enthousiast. Zo heb ik meegewerkt aan Courts of the Future waar we een gerechtsgebouw ontwikkelden met veel mogelijkheden tot dialoog. Verder deed ik kleine projecten zoals interieuradvies voor een inspirerende vergaderkamer. Later ben ik bij Angela Holterman op kantoor beland. Zij had een enorme klus binnengehaald waar ze wel wat hulp bij kon gebruiken. Gedurende drie maanden zat ik bij haar op kantoor in Loods 6, op het Amsterdamse KNSM eiland. Daar werkten we aan een gemeentelijk noodverblijf dat gerenoveerd moest worden. Het waren twee oude grachtenpanden, waar nette, sobere kamers gerealiseerd moesten worden. Een heel interessante klus met veel aspecten waar ik van kon leren.”
Laura Vellinga werd in 1989 geboren in Haarlem. Al vrij snel verhuisde ze naar Leiden en later op haar 8e naar Friesland waar ze haar verdere jeugd doorbracht. Laura is slechthorend en ging naar een speciale basisschool. Ze ging daarna wel naar een reguliere middelbare school. Ze deed de opleiding interieuradvies aan het Friesland College in Heereveen. Daarna ging ze naar Artez in Zwolle waar ze in 2012 haar bachelor-diploma interieurarchitectuur behaalde. Daarna nam Vellinga deel aan het pilottraject ‘de Beroepservaring’, een voorloper van de PEP.
Wat zijn je ambities?
“Ik wil nu vooral veel werkervaring opdoen. Mijn scriptie in 2012 ging over mobiliteit in onze veranderende samenleving. Ik zou graag werken aan projecten die een aspect van die veranderingen in zich hebben. Projecten die innovatief zijn. Over tien jaar hoop ik dat mijn bedrijf Lavelli een gevestigde naam is en dat ik een paar medewerkers heb om mooie projecten mee uit te voeren.”
‘Het is zo anders dan op school, de opdrachtgever zat echt tegenover me’
Noodverblijf gemeente Amsterdam
Wat was precies jouw rol?
“Ik heb alle tekeningen uitgewerkt en ik was bij heel veel gesprekken aanwezig. Stoffeerders, meubelmakers, interieurbouwers, gemeente; overal kon ik bij zijn. Het is zo anders dan op school. Een opdrachtgever of uitvoerder zat nu daadwerkelijk tegenover me. Dat maakt heel veel verschil. Angela nam de tijd om mij advies te geven en te begeleiden. Ik leerde hoe ik beter kon formuleren en communiceren naar verschillende partijen. Toen Angela met zwangerschapsverlof ging, heb ik de lopende zaken voor dit project van haar overgenomen. De communicatie en de losse eindjes in de afwerking heb ik voor mijn rekening genomen.”
bnı.
ıntern.
8
# 2
juni—2015
9
interview
interview
tekst: Claudia Lagermann
Voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen merkte begin deze eeuw op dat de aansluiting tussen het bouwkundig onderwijs en de beroepspraktijk voor verbetering vatbaar was. Een constatering die niet geheel onomstreden was, maar die hij wel kracht wilde bijzetten. Dat resulteerde in 2003 in ‘Het Experiment’ wat ook wel de voorloper van de Beroepservaringsperiode (BEP) genoemd kan worden. “Tijdens dit ervaringsprogramma werden pas afgestudeerde architecten gekoppeld aan een mentor die ze gedurende twee jaar begeleidde bij de eerste stappen in de beroepspraktijk”, licht Guus Enning toe. “Daarnaast volgden de jonge architecten modules en woonden ze lezingen, trainingen en workshops bij, zodat hun beroepskennis verbreed, verdiept en verrijkt werd.” Hoewel Het Experiment in eerste instantie discussies opriep in het onderwijs leek het inhoudelijk aan te slaan en sloten ook jonge stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten zich aan bij deze pilot.
Interieurarchitect word je in de praktijk Wat in de advocatuur en medische wereld al jaren vanzelfsprekend is, wordt nu ook in de architectuur ingevoerd: beroepservaring opdoen voordat je een titel mag voeren. Sinds 1 januari 2015 volgen afgestudeerde masterstudenten die zich willen inschrijven in het Architectenregister een beroepservaringsperiode. Tijdens deze periode worden ze met behulp van een mentor klaargestoomd voor het vak. Beleidsadviseur Guus Enning van het Atelier Rijksbouwmeester was vanaf het eerste uur betrokken bij de plannen.
Van plan tot praktijk De eerste ervaringen met Het Experiment waren positief en dat was reden voor de toenmalige minister van VROM om de Wet op de architectentitel aan te passen en daarin een BEP op te nemen. De Rijksbouwmeesters Mels Crouwel en Liesbeth van der Pol hielpen minister Jacqueline Cramer bij het formuleren van het wetsvoorstel en ook bij het door de Tweede en Eerste Kamer loodsen van het wetsvoorstel. In 2010 werd het wetsvoorstel goedgekeurd. “Dat was goed nieuws voor de BEP”, zegt Enning. “Maar er was nog een hoop werk aan de winkel. Nu moest het vrijwillige experiment
Deelnemers aan het eerste Experiment (2003-2005) bnı.
ıntern.
10
# 2
juni—2015
daadwerkelijk praktijk worden. Het was nog een hele klus voor Bureau Architectenregister om dat door te voeren.” Sinds begin dit jaar is de BEP een feit. De eerste afgestudeerde architecten hebben zich inmiddels aangemeld. Enning legt uit dat er twee manieren zijn waarop ze dat kunnen doen. “Je hebt een geïntegreerd traject waarbij je samen met andere pas afgestudeerde studenten een programma doorloopt dat van tevoren al bekend is. Dit programma van twee jaar biedt een vaste structuur, je hebt vaste contacturen en je wordt begeleid door ervaren vakcoördinatoren. Het programma is door Bureau Architectenregister erkend als aanbieder van het traject. Daarnaast kun je kiezen voor de zelfstandige route die ook ruimte biedt voor
‘Als je werkweken maakt van 32 uur, kan je de BEP in twee jaar afronden’ eigen invulling. Als je voor deze route kiest, ga je zelf op zoek naar een mentor die je zal begeleiden, schrijf je je eigen persoonlijk ontwikkelingsplan en geef je je zelf op voor aanvullende trainingen, lezingen en workshops. Deze route, waarvoor toestemming nodig is van de Commissie Beroepservaring van het Architectenregister, vergt dus meer zelfwerkzaamheid.” In beide gevallen moet je als BEP’er eerst een baan zien te vinden. Je kunt de BEP in twee jaar afronden als je binnen die periode werkweken maakt van minimaal 32 uur. Werk je minder dan duurt de BEP langer. Enning geeft toe dat het vinden van een baan nog best een uitdaging is in een markt waarin ervaringsplekken schaars zijn. Maar hij denkt dat als de BEP en het positieve effect ervan meer bekendheid krijgt, deze plekken zullen toenemen. “Aan Het Experiment hebben veel gerenommeerde bureaus meegedaan, die zien inmiddels de waarde in van het programma. Bovendien kan een BEP’er voor nieuwe kennisinput in het bedrijf zorgen door de kennis die hij tijdens een lezing, cursus of workshop heeft opgedaan met het team te delen. Zodra ook andere bureaus hiervan op de hoogte zijn, zullen er langzaamaan steeds meer duurzame ervaringsplekken ontstaan.” Vrijwillige aanmeldingen Omdat de eerste lichting BEP’ers pas begin dit jaar gestart is met het programma is het onmogelijk om nu al harde uitspraken te doen over het effect van de BEP. Maar we kunnen wel terugblikken op de resultaten van Het Experiment. “Van de 240 jonge ontwerpers die daar de afgelopen tien jaar vrijwillig aan hebben meegedaan, is 95 procent van de deelnemers nog steeds in de branche aan het werk. Dat zijn cijfers om trots op te zijn als je je realiseert dat het voor jonge afgestudeerden op dit moment lastig is om werk te vinden binnen de beroepsgroep.” Wat daarnaast opvallend is, is dat niet alleen studenten die na januari 2015 zijn afgestudeerd
11
interview
zich hebben aangemeld. “Er is inmiddels ook een groep van tien deelnemers bij Stichting PEP gestart die zich vrijwillig hebben aangemeld omdat ze het nut ervan inzien. Omdat zij vóór 2015 hun diploma hebben gehaald, mogen zij zich met alleen hun master inschrijven in het Architectenregister, maar zij kiezen er bewust voor om een stoomcursus in de praktijk te volgen, zodat ze een brede beroepskennis opbouwen.” Enning is blij met deze ontwikkeling. “Ik kan me voorstellen dat er ook jonge afgestudeerden zijn die de ambitie niet hebben om een titel te halen en die na hun studie zonder de ervaringsperiode bij een bureau aan de slag gaan, maar het geeft zoveel inhoudelijke verdieping als je het traject wel doorloopt. Je doet niet alleen gerichte beroepskennis op, maar bent ook in de toekomst breder inzetbaar en beter gekwalificeerd.” Het doorlopen van een ervaringstraject is nieuw in de architectenbranche, maar in de medische-, advocaten-, en accountancywereld is het concept al jaren ingeburgerd. Bij de invoering van de BEP vonden er daarom gesprekken met adviseurs uit deze branches plaats vertelt Enning. “Als arts, advocaat of accountant ben je er niet met alleen je mastertitel. Het traject dat net afgestudeerden afleggen, is vergelijkbaar met de BEP. Net als bij de BEP worden starters begeleid door een mentor. Uit de gesprekken die we voerden, bleek dat het opstarten van een dergelijk programma niet altijd zonder slag of stoot verloopt. Tijdens de uitvoering zal je altijd te maken krijgen met opstartproblemen, maar die waren vergeten toen in de praktijk bleek hoe effectief het programma was. Het leidt tot een hogere waardering van het beroep in de markt en de maatschappij. Daarom zouden artsen, advocaten en accountants niet meer zonder willen. In dat rijtje van belangrijke beroepen zouden architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en interieurarchitecten ook opgenomen moeten worden.” BEP voor interieurarchitecten Hoewel de BEP nog in zijn startfase zit, denkt Enning dat het programma toekomst heeft. “Het traject is belangrijk voor de doelgroep, in een korte tijd leer je alles over de facetten van het vak die je alleen in de praktijk kunt leren. Denk aan zakelijke- en financiële aspecten, ondernemerservaring en uitvoeringszaken, zoals het doen van acquisitie, presentatietechnieken, regelen van vergunningen, omgaan met contracten maar ook reflecteren op de maatschappelijke positie van de architect. Eigenlijk kun je het vergelijken met het doorlopen van een traineeship.” Zonder de BEP komen pas afgestudeerden op den duur ook met deze zaken in aanraking, maar dan worden ze niet altijd begeleid, omdat ze ZZP’er zijn of omdat het bureau waarvoor ze werken druk is en scholing er daardoor bij inschiet. Dankzij de BEP is dit excuus er niet meer. Op dit moment kleven er op andere vlakken helaas nog nadelen aan. Zo kan het vinden van een geschikte ervaringsplek lastig kan zijn en kan het salaris van een BEP’er lager uitvallen dan wanneer je direct aan het werk zou zijn gegaan. Volgens Enning moet je daar niet te lang bij stilstaan en vooral naar de lange termijn kijken. “Het is natuurlijk even wennen, maar als de beroepsgroep doorzet, plukt ze er straks de vruchten van. Laten we de voordelen daarom omarmen en de nadelen voor lief nemen. Van deze waardevolle periode heb je de rest van je carrière profijt.”
bnı.
ıntern.
interview
‘Door de BEP bevinden net afgestudeerden zich langer in een beschermde omgeving waarin ervaringen worden gedeeld en besproken’
Deelnemers Beroepservaring SLA (2012-2014). Foto: Bas Kooij
“Als we specifiek naar net afgestudeerde interieurarchitecten kijken, kan de BEP een uitkomst zijn”, vindt Enning. “Veel jonge interieurarchitecten starten meteen als zelfstandige. Dan word je behoorlijk in het diepe gegooid omdat je ook meteen alle zakelijke en financiële aspecten zelf moet regelen. Dankzij de BEP bevind je je nog twee jaar in een relatief beschermde omgeving, waarbij je met gelijkgestemden optrekt en er mogelijkheid is om gezamenlijk op de beroepspraktijk te reflecteren. Zonder ervaringstraject moet je het als zelfstandige vaak alleen redden en is het lastiger om hulp te vragen van begeleiders of van andere starters. Die zijn in deze schaarse markt immers tegelijkertijd je
12
concurrent. Nu bevind je je langer in een omgeving waarin ervaringen in een ongedwongen sfeer worden gedeeld en besproken.” Evaluatie 2017 Tot slot wijst Enning op twee complicaties die invloed kunnen hebben op de BEP. De Tweede Kamer was bij de behandeling van het wetsvoorstel in 2010 positief over de invoering van de BEP, maar wil wel zeker weten dat deze ook in de praktijk goed functioneert. Daarom vindt er in 2017 een evaluatie plaats van de BEP voor alle vier de disciplines. Daarnaast heeft de minister van Economische Zaken recent aangekondigd het nut van
# 2
juni—2015
de wettelijke bescherming van de titel van interieurarchitect te willen evalueren. De minister wil samen met de minister van OCW en de minister van BZK nagaan in hoeverre titelbescherming nog passend is vanuit het oogpunt van publiek belang. Deze evaluatie komt voort uit een initiatief vanuit de Europese Commissie in Brussel om het aantal gereglementeerde beroepen in Europa te verminderen en daarmee een bijdrage te leveren aan de mobiliteit in en de economische groei van Europa. Enning denkt dat de interieurarchitecten en hun beroepsorganisaties er hard aan zullen werken om de effectiviteit van de BEP en het nut van de titelbescherming aan te tonen.
13
artikel
artikel
tekst: Amiran Simhy, Tineke Groen, Franke van den Broek
‘Ons vak is mensenwerk’ Interieurarchitecten Franke van den Broek, Amiran Simhy en Tineke Groen zitten al jaren in het vak en doen het ene na het andere bijzondere project. Hoe zijn zij zover gekomen? Hoe deden ze na hun opleiding praktijkervaring op? Wat waren bepalende leermomenten in hun carrière? In deze Intern vertellen ze over hun ‘beroepservaringsperiode’
Foto: Hylke Schoot
‘Vaar je eigen koers’ “De eerste keer dat ik echt in de huid van de gebruiker moest kruipen om een passende leefomgeving te kunnen maken, was toen ik de opdracht kreeg een penitentiaire inrichting her in te richten. De beperking van ruimte en vrijheid van beweging waarmee ik te maken kreeg, deed me beseffen hoe omvangrijk het vak interieurarchitectuur is. Dat was een bijzonder leermoment. Na mijn studie tot ingenieur aan de Tel-Aviv University, volgde ik in Nederland de opleiding Public Spaces aan de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam. Dat was voor mij een verrijkende ervaring. Ik ontmoette boeiende docenten en kreeg tools mee waar ik tot de dag van vandaag gebruik van maak. Om als student te overleven, deed ik af en toe mee aan prijsvragen. En ja, na vijf pogingen was het raak en mocht ik het decor ontwerpen voor een grote opera in Madrid. Het werd een project waarbij ik ontzettend veel leerde en ontdekte. Zo besefte ik dat de ‘onzichtbare’ facetten de sleutel naar een succesvol ontwerp zijn. Achter de schermen bewogen onder strikte regie honderden figuranten, dansers en zangers over vijf lagen en iedereen was op tijd op de plek waar hij zijn moest. Zonder deze ruimtelijke choreografie was mijn ontwerp waarschijnlijk niet meer dan een ‘mooi decor’ geweest.
‘Wees nieuwsgierig naar diegenen voor wie je ontwerpt’ Soms wordt mij gevraagd of ik een voorbeeldfiguur heb. Mijn antwoord hierop is dat je daar voor op moet passen. Vaar vooral je eigen koers en wees nieuwsgierig naar diegenen voor wie je ontwerpt. Vang hun blik en onthoud dat gebruikers of opdrachtgevers het beste weten hoe zij willen leven en werken, maar dat jij als professional de kennis en ervaring hebt om die wensen te vertalen naar inspirerende omgevingen.” www.asimhy.com
‘Ik leer nog elke dag’ “In 1991 studeerde ik af aan de kunstacademie in Kampen en mocht ik na zes jaar studeren de praktijk in. Hoewel ik niet het idee had dat ik klaar was met leren, ik wilde nog veel dingen onderzoeken, had ik veel zin om te gaan werken. Het leek me fantastisch om te zien hoe een ontwerp gebouwd wordt en om in een eigen ontwerp rond te kunnen lopen. Als stagiair zag ik dat bij ontwerpen veel meer komt kijken dan goede ideeën alleen. Om te beginnen de opdrachtgever: die moet je overtuigen van je ontwerp. Ik liep stage in Milaan en de manier waarop daar met opdrachtgevers werd gediscussieerd, vond ik heel inspirerend. Ik ontdekte dat het vak echt mensenwerk is. Tot op de dag van vandaag vind ik dat één van de meest interessante aspecten van het ontwerpen. Je krijgt het vertrouwen van je opdrachtgever om iets te mogen maken en je mag je verdiepen in zijn of haar vraag. Dat vind ik echt een privilege! Via een klein ontwerpbureau in Amsterdam ben ik bij een groter architectenbureau gaan werken in Deventer. De architect voor wie ik in Deventer heb gewerkt is mijn
bnı.
ıntern.
14
# 2
juni—2015
‘Dat je het vertrouwen krijgt van een opdrachtgever om iets te maken, is echt een privilege’ belangrijkste mentor geweest. Hij had het volste vertrouwen in mij en schoof me bij zijn opdrachtgevers naar voren: ‘Dit is onze interieurarchitect en zij gaat het project doen.’ Ik had nog niet veel werkervaring en werd in het diepe gegooid. Dat heeft goed gewerkt. Ik nam de verantwoordelijkheid en kon altijd te rade gaan bij mijn collega’s. Zo leerde ik het vak in de praktijk. Na negen jaar ben ik voor mezelf begonnen. Inmiddels heb ik al bijna vijftien jaar een studio voor interieurarchitectuur en architectuur, samen met architect Ellen Schild. Ik leer nog elke dag: door te kijken, te vragen, te doen en te leren van de mensen met wie ik werk.” www.studiogroenenschild.nl
15
artikel
‘Praat over je passie’ “Ik ben Franke van den Broek, opgeleid aan de Rotterdamse academie voor beeldende kunsten, nu de Willem de Kooningacademie. Van 2007 tot 1 juni jongstleden was ik hoofd interieurafdeling bij architectenbureau De Jong Gortemaker Algra in Rotterdam. Daarvoor was ik twaalf jaar lang partner bij Ineen Ontwerp, bureau voor interieurarchitectuur en expodesign. Ik heb interieurs ontworpen voor winkels, kantoren, woningen, stands, een theater en ziekenhuizen. Mijn eerste ervaringen als interieurarchitect deed ik op in 1987, 1988. Ik had me vast voorgenomen om hoe dan ook als ontwerper te gaan werken, maar dat vroeg inventiviteit en enthousiasme, want - het klinkt bekend de markt was moeilijk. De eerste twee jaren ging ik van een opdrachtje voor een familielid naar een uitzendbaan als tekenaar bij een interieurbouwer. En van een vrijwilligersklus, een toneeldecor ontwerpen voor a Streetcar named Desire, naar een no-cure-no-pay ontwerp voor een serie winkelmeubilair samen met studiegenoot Ineke Dirkzwager. Het werd no pay. Een dure les, die ik niet had willen missen. De les over goede financiële afspraken maken dus.
‘Door te kijken en te luisteren naar een ervaren professional leer je veel’
Swiss engineered window treatment solutions
Silent Gliss maakt leef- en werkomstandigheden beter Hoe prettig wij ons in een ruimte voelen is nauw verwant aan de kwaliteit van de akoestiek.
Bij mijn voormalige stagegever Ton van Bergen in Delft, kon ik als freelancer aan het werk. Echte deadlines met nachtwerk en echte opdrachtgevers. Van een ervaren professional leer je veel door te kijken en te luisteren. Ton deelde zijn kantoor met landschapsarchitect Jos van de Lindeloof. De samenwerking tussen die twee vond ik heel inspirerend. Zij hebben me de kracht van multidisciplinair ontwerpen laten zien. Inmiddels zit dat in mijn hele denksysteem. In mijn startersjaren heb ik in veel verschillende omgevingen rondgelopen en dat maakte dat ik, naast mijn eigen ontwerpvisie, een visie op mijn beroep kon vormen. En sinds de uitzendbaan bij de bouwer weet ik alles van hoekverbindingen, lijmpersen en toleranties, bruikbare kennis die maakte dat ik sterker in mijn ont-
bnı.
ıntern.
Foto: fotografie CBM & De Beeldredaktie
Ruimten met weinig akoestische werking geven een onprettig gevoel en lijken koud. De verstaanbaarheid wordt hierdoor belemmerd en de werk efficiëntie zal afnemen. Om een ruimte akoestisch te verbeteren heeft Silent Gliss een breed assortiment van systemen en stoffen.
werpschoenen kon staan. De praktische vaardigheden die ik al doende opdeed - toen was dat een tekening opzetten, monsterborden maken -, maakten dat ik daarna zelfstandig mijn werk kon doen en me als interieurarchitect verder kon ontwikkelen. Beste nieuwe interieurarchitecten, zorg dat je met interieurs bezig blijft. Dat je ontwerpt, tekent, bedenkt, toont, producten leert kennen, technisch uitwerkt en praat. Praat met veel mensen over je passie voor interieurarchitectuur: kennis en enthousiasme zorgen voor kansen.”
16
Silent Gliss maakt leef- en werkomstandigheden beter. Dit doen wij door Warmte, Licht, Akoestiek en Comfort te controleren en te beheersen. www.silentgliss.nl
# 2
juni—2015
17
NIEUW
Leading Design hoog 4: 2015 Onze nieuwe structuren. Natuurlijk. Diepgang. Fantasievol. Robuust. In combinatie met onze decorcollectie worden met Pfleiderer structuren verbluffende effecten bereikt. Ideaal voor de veeleisende meubel- en interieurbouw. Beleef nu onze nieuwe structuren Meandra, Materia Toccami, Materia Due en XTreme op www.pfleiderer.com
CREW H-bench oplossingen
In het kader van de veranderingen binnen kantooromgevingen, waarbij het aantal en de samenstelling van teamwerkplekken permanent verandert, heeft het optimale effectieve gebruik van de ruimte de hoogste prioriteit. De Crew H-bench oplossingen bevorderen deze teamsamenstellingen, zonder het welbevinden uit het oog te verliezen.
Pfleiderer Benelux B.V. ∙ Afdeling Info ∙ De Ketting 16 A ∙ 5261 LJ Vught ∙ Nederland ∙ www.pfleiderer.com
PALMBERG · Rietveldenweg 47 · NL- 5222 AP ‘s-Hertogenbosch Tel. +31 411 68 9522 · Fax +31 411 68 9479 · www.palmberg.nl
Matteo Thun ontwerpt Geberit AquaClean Sela douchewc
STALEN DEUREN
Bedieningspaneel AquaClean Sela en slanke afstandsbediening.
Stalen taatsdeuren, schuifdeuren & scharnierdeuren
G. de Rooy Metaaldesign Seringstraat 29
Douchewc’s reinigen het onderlichaam met een lichaamswarme, tedere, luchtige douchestraal
Als architect streeft u altijd naar perfectie. De Rooy
6744 WZ Ederveen
welke geïntegreerd is in het toilet. De Italiaanse architect en designer Matteo Thun heeft de
metaaldesign deelt dezelfde visie. Vakmanschap,
Tel: (0318) 573 231
Geberit AquaClean Sela douchewc ontworpen.
flexibiliteit en betrouwbaarheid kenmerken onze
E-Mail:
[email protected]
unieke stalen designdeuren. Hoogwaardig materiaal,
Op het oog lijkt de AquaClean Sela een normaal toilet, echter met één
De douchewc is niet alleen vanwege zijn design-georiën teerde ontwerp
druk op de knop komt de verborgen douchearm tevoorschijn en wordt het
LQGUXNZHNNHQGPDDURRNYDQZHJHGHJHUDƯQHHUGHWHFKQRORJLH
onderlichaam weldadig gereinigd met een warme waterstraal. Water is bij
De intelligente techniek voor de douchefunctie en de aansluitingen
onze dagelijkse lichaamsverzorging niet weg te denken. Zo ook niet op het
voor de stroom- en waterleidingen zijn onzichtbaar in het keramiek
toilet. Het reinigt, verfrist en biedt een nieuwe vorm van welzijn. Ontdek het
geïn tegreerd. De douchestraal voelt teder en luchtig aan en zorgt bij
Geberit AquaClean gevoel.
een minimaal water verbruik voor maximale hygiëne.
Hygiëne in een nieuwe dimensie.
Het doucheprincipe is eenvoudig.
Vanwege de strakke, ongecompliceerde vormen van de Sela voegt dit
Met de ranke afstandsbediening of middels het subtiele zijpaneel van
luxe toilet zich naar elke badkamer. Ontwerper Matteo Thun zegt:
het toilet activeer je met één druk op de knop de douchefunctie en
“Ik wilde de wc met geïntegreerde douchefunctie zo ontwerpen dat het
ZRUGWKHWRQGHUOLFKDDPJHUHLQLJG(HQHUYDULQJYDQYHUEOXƪHQGHIULVKHLG
op een natuurlijke en eenvoudige wijze past in iedere sanitaire ruimte.”
en pure hygiëne.
onderhoudsvrij en volgens uw specificaties.
“Tijdloze klasse tot in detail”
̛ www.geberit-aquaclean.nl
www.stalen-binnendeuren.nl
artikel
artikel
tekst: Taco Hylkema
‘Wij beoordelen de zelfstandige route’ De route naar de architectentitel is veranderd. Voor inschrijving in het Architectenregister moet niet alleen een masteropleiding gedaan worden, ook het volgen van een beroepservaringperiode is sinds 1 januari dit jaar een vereiste. Deze periode kan op twee manieren doorlopen worden. De Beroepservaringcommissie beoordeelt de zelfstandige route. Taco Hylkema licht de rol van de commissie toe.
“De veranderdingen hebben bij de opleidingen en binnen het vakgebied geleid tot reflectie op het paradigma van het vak interieurarchitectuur. Grenzen en bandbreedtes zijn en worden bewust opgezocht. Binnen de masteropleidingen zien we specialisatie door middel van praktijkverdieping, maar ook door onderzoek naar het stedelijke interieur tot aan sociaalhistorisch (ruimtelijk) onderzoek toe. Dit zijn positieve en gewenste ontwikkelingen omdat de masteropleidingen interieur zich hiermee kunnen meten op Europees niveau en aansluiten bij de al bestaande masteropleidingen architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur.” Theorie en praktijk “De twee aanvullende inschrijvingsvereisten voor de titel verbreden en verdiepen ieder op een eigen wijze de basis van aankomend interieurarchitecten: theoretisch conceptueel én door het eigen maken van praktijkkennis. Met name dit laatste is waar de beroepservaringperiode (BEP) voor bedoeld is. Het bereiken van een goed basisniveau zodat de beginnend interieurarchitect professioneler zijn opdrachtgever kan bedienen. Als commissie zijn wij ons bewust van de veranderingen binnen het vak. We hebben de afgelopen 1,5 jaar gebruikt om de toetsing van de eindtermen hierop meer te laten aansluiten. De richtinggevende ervaringsabnı.
ıntern.
omschrijving van de vereisten verwijzen wij naar www. beroepservaringperiode.nl. Op deze website van het Architectenregister is een digitale omgeving gecreëerd waar de POP- en Logboek-documenten kunnen worden geüpload en beheerd door de deelnemer. De commissie kan tevens in deze digitale omgeving kennisnemen van de voortgang van deelnemers en daar waar nodig terugkoppeling en advies geven.” Multidisciplinair werken “Naar aanleiding van de eerder genoemde aansluiting op de huidige praktijk is het ook mogelijk om een gedeelte van de beroepservaring en eindtermen op te doen binnen een andere discipline (bijvoorbeeld architectuur, stedenbouw of landschapsarchitectuur) of indien passend ook bij vakgebied gerelateerde uitvoerende partijen (bijvoorbeeld bij een meubelmaker of aannemer). Dit laatste is niet alleen omdat het in de huidige conjunctuur soms lastig kan zijn om een ervaringsplek te vinden, maar ook om een doorkijk te bieden naar de toekomst waar het multidisciplinair werken zal toenemen. Daarnaast kunnen leemtes in het persoonlijkontwikkelingsplan mogelijk worden aangevuld met modules die worden aangeboden door bijvoorbeeld de PEP en de beroepsverenigingen bijvoorbeeld de BNAacademie. Op basis van de eerder genoemde vereisten toetsen wij als commissie uiteindelijk op het aantoonbaar voldoen aan de eindtermen. Bij een positieve beoordeling tijdens het eindgesprek van de deelnemer kan hij of zij worden ingeschreven in het register.”
Stevige rol “Op dit moment zijn er zoals verwacht nog geen aanmeldingen voor de zelfstandige beroepservaringroute voor interieurarchitectuur en wij verwachten deze ook pas na afronding van het huidige studiejaar (dit geldt overigens voor alle disciplines).
‘De zelfstandige route wordt door de aankomend interieurarchitect samen met zijn mentor uitgezet’ Hoewel de afgelopen crisisjaren diepe littekens hebben gekerfd in de architectuursector, zien wij zeker voor de aankomende interieurarchitect een stevige rol weggelegd. Het herbestemmingvraagstuk en de vraag hoe bestaande gebouwen en ruimtes te revitaliseren en herontwikkelen is het metier van de interieurarchitect. Waarbij wij ook kunnen vaststellen dat met de functieomschrijving van de nieuwe rijksbouwmeester deze rol ingevuld zou kunnen worden door een interieurarchitect. Hiermee zien wij de beroepservaringperiode voor de ‘nieuwe‘ interieurarchitecten dan ook positief tegemoet en kijken wij uit naar de eerste aanmeldingen.”
specten zijn daarom aangevuld en verduidelijkt (zie hiervoor de website www.beroepservaringperiode.nl). Hierbij zal de nadruk tijdens de beoordeling van de BEP blijven liggen op de ervaring in de beroepspraktijk.” Zelfstandig of geïntegreerd “De BEP kan op twee verschillende manieren doorlopen worden waarbij wij als commissie enkel de zelfstandige beroepservaringroute beoordelen. Deze zelfstandige route is een maatwerk route die de aankomend interieurarchitect samen met zijn mentor uitzet. De andere route is het volgen van een geïntegreerd programma bij de Professional Experience Programme (PEP) en in de toekomst mogelijk ook bij meer aanbieders (zie over de PEP p. 28). Hierbij werk je in een groep, en word je door de aanbieder van het geïntegreerd programma ondersteund. Voor beide routes geldt overigens dat je werk moet hebben voordat je kan starten aan de BEP. De toetsing van de zelfstandige route van minimaal twee jaar beroepservaring vindt onder meer plaats door middel van: een door de deelnemer op te stellen persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), een startgesprek met de Beroepservaringcommissie, het bijhouden van een logboek, een tussengesprek en een eindgesprek met de commissie. Voor een uitgebreidere toelichting en een 22
De Beroepservaringscommissie bestaat uit Taco Hylkema, Maartje Lammers (voorzitter) en Anja Dirks. # 2
juni—2015
23
academie
academie
tekst en beeld: Gjalt Tattje
“Op de academie word je opgeleid tot ontwerper. Je leert ideeën om te zetten in een concept en dit ruimtelijk uit te werken. Maar wat is precies de rol van de ontwerper? En hoe zet je jezelf als jonge ontwerper in het werkveld? Voor mijn afstuderen vroeg ik mij af hoe ik een vorm kon creëren die inzicht biedt in de rol van de ontwerper in de toekomst?”
‘Studenten moeten worden opgeleid tot friskijkers, kantelaars en andersdenkenden’
In de toekomst wordt het mogelijk overal je eigen werkomgeving te creëren. Zo kun je je eigen uitzicht bepalen. Waarom zou je naar buiten willen kijken als het regent? Je kunt er ook voor kiezen uit te kijken op de savanne van Afrika!
Hybride ontwerpen “Het beeld van de kunstenaar is de afgelopen vijftien jaar veranderd. Het maatschappelijk beeld van de kunstenaar is nog steeds dat van een zonderling die in het isolement van zijn atelier zit te ploeteren op werk waarop niemand zit te wachten. De ‘nieuwe’ kunstenaar echter heeft een groot maatschappelijk bereik, kan probleemloos switchen tussen verschillende contexten en weet zijn creatieve competenties ook via allerlei toegepaste vormen te gebruiken. De nieuwe kunstenaar wordt ook wel gezien als de hybride kunstenaar: een kunstenaar die zowel autonome als toegepaste kunstvormen combineert. Het onderscheid tussen autonoom en toegepast is hierbij geheel of gedeeltelijk vervaagd. In de publicatie De hybride kunstenaar stelt Pascal Gielen dat de hybridisering voortkomt uit het conceptuele karakter van de hedendaagse kunst: je maakt dingen vanuit een idee en elke vorm of elk toepassingsgebied is dan mogelijk. Ontwerpers gaan nog een stap verder.”
‘Ontwerpen is hervormen’
Onverwachte combinaties “Onze samenleving is vloeibaar en in transitie. Veranderingen gaan snel. We zien een overgang van het nationale naar het globale, maar wel verbonden met het lokale. De focus verschuift van het individu naar de groep. Het diepgewortelde kapitalisme moet door meer
duurzame systemen worden vervangen waarin niet waardevermeerdering, maar waarde behoud centraal staat. Een andere verschuiving in onze samenleving betreft de aanpak van problemen. Deze zijn te complex om monodisciplinair op te lossen. Technische innovaties, sociale innovaties, communicatieve innovaties; ze hebben elkaar nodig. Interdisciplinariteit is nodig en dat vereist een blik voorbij de eigen grenzen. “Studenten moet worden geleerd anders te denken. Ze moeten worden opgeleid tot ‘friskijkers’, ‘kantelaars’ en andersdenkenden. Tot mensen die het onmogelijke waar gaan maken. Opleidingen zullen een creatieve leerlijn krijgen. Om het onmogelijke waar te maken zal creatief onderzoek gedaan moeten worden opdat radicale veranderingen geregistreerd worden en gezien worden als kansen. Er zullen verbindingen gemaakt moeten worden tussen sectoren die ver bij elkaar uit de buurt liggen. Deze crossovers zijn misschien moeilijk tot stand te brengen, maar zijn veelbelovend en in potentie bijzonder krachtig. Het zijn de onverwachte combinaties die de ongelooflijkste resultaten opleveren. “
‘Ontwerpers zullen nog veel meer dan nu de toekomst moeten ontwerpen’ Zonder grenzen “Door de ontwikkelingen van de laatste jaren, waaronder de crisis, is er veel veranderd voor toekomstige ontwerpers. Het gaat niet meer om status en rijkdom, maar om overleven en zorgen dat de wereld niet vergaat. Dit is bij uitstek de tijd van de ontwerper. Het oude is niet meer goed en het nieuwe is nog niet bedacht. Het gaat niet om dingen mooi maken, maar om hervormen. Ontwerpers zullen nog veel meer dan nu de toekomst moeten ontwerpen. Ze moeten over hun eigen grenzen kijken en leren delen met anderen. De rol van de ontwerper zal in de toekomst gaan over hoe het leven geleefd moet worden. Ontwerpers van de toekomst reageren op de veranderende maatschappij en geven commentaar op de imperfecties van de wereld.”
Gjalt Tattje
Voor zijn afstuderen aan de academie Minerva in Groningen zocht Gjalt Tattje een antwoord op de vraag hoe de rol van de ontwerper er in de toekomst uit ziet. Zijn visie op die rol vertaalde hij vervolgens naar een casestudie waarin hij de ontwikkeling van de trein onder de loep nam. Tattje: “Door te ontwerpen krijgt mijn visie een stem en kan ik ongeremd laten zien hoe ik tegen de wereld aankijk.” bnı.
ıntern.
24
Gjalt Tattje (22) studeerde in 2014 af als interieurarchitect aan de Academie Minerva in Groningen. “Ontwerpen is voor mij het vormgeven van mijn visie. Ik ben namelijk iemand die niet snel zijn mening naar voren duwt. As ik ontwerp is dit anders. Door te ontwerpen krijgt mijn visie een stem en kan ik ongeremd laten zien hoe ik tegen de wereld aankijk. Ik vind het ontzettend belangrijk in mijn ontwerpen steeds grenzen te verleggen. Om te kunnen groeien moet je jezelf steeds weer uit je comfortzone blijven halen.”
# 2
juni—2015
25
academie
academie
tekst en beeld: Gjalt Tattje
Werken in de trein van de toekomst In de toekomst gaan we gebruik maken van nieuwe technologieën, een van deze technologieën is de Google Glass. Door deze bril van de toekomst wordt het reizen gemakkelijker en is het mogelijk overal je eigen werkplek te creëren.
De rol van de ontwerper van de toekomst richt zich volgens Gjalt Tattje vooral op innovatie. Deze opvatting werkte hij uit in een casestudie waarin hij de trein van de toekomst onderzocht. Het uitgangspunt hierbij was de trein als mobiele werkplek.
“In de toekomst zullen werknemers niet meer bij één bedrijf werken, maar bij meerdere. Ze zullen van ontmoetingsplek naar ontmoetingsplek reizen. En omdat er geen kantoren meer zullen zijn, zal het werken in de trein tijdens het reizen gebeuren. Hoe ziet dat werken in de trein eruit? En wat voor effect hebben nieuwe technologieën als Google Glass hierop? Voor mijn afstuderen heb ik de volgende ontwerpvraag geformuleerd: Hoe kan ik een fysieke mobiele werkplek creëren die de interactie aangaat met de technologie van de toekomst? Met de komst van Google Glass zal de beleving van de reis enorm veranderen. Het reizen begint niet bij de trein, maar begint al thuis. Daarnaast zal het reizen vele malen efficiënter verlopen. Dit sluit naadloos aan op mijn beeld van mobiliteit: er mag geen tijd meer verloren gaan.”
In het voorste en achterste gedeelte van de trein kun je geconcentreerd alleen aan het werk. De stoelen zijn individueel en kunnen niet draaien. Zo kun je geen oogcontact maken met anderen en wordt de stilte bevorderd.
In het middelste gedeelte van de trein is het dynamische conversatie gedeelte. In dit gedeelte kun je samenwerken met anderen, maar is het ook mogelijk om FaceTime gesprekken aan te gaan. De stoelen zijn te draaien zodat je verschillende opstellingen kunt maken voor vier, twee of een personen. De panelen aan de zijkant kunnen worden uitgeklapt zodat je er een hologram op zou kunnen projecteren.
In mijn ontwerp voor de trein van de toekomst ben ik opzoek gegaan naar een versmelting van de technologische wereld en de analoge wereld. In de toekomst komen we onder deze werelden niet uit. Een versmelting is volgens mij het enige logische vervolg. De ‘schil’ van de trein is een groot scherm waarop de omgeving geprojecteerd wordt. De analoge omgeving wordt zo gevangen door de technologische machine.
bnı.
ıntern.
26
# 2
juni—2015
27
artikel
artikel
tekst: PEP beeld: Bastiaan Prickartz
Na het afronden van je studie sta je te popelen om aan de slag te gaan. Je eerste opdracht komt op je pad, je bruist van de ideeën, je kunt niet wachten om te beginnen met ontwerpen. Maar pas op, valkuilen liggen op de loer. Is er genoeg budget? Welk honorarium kan je vragen? Welke verantwoordelijkheden neem je op je? Wat wordt er van je verwacht en tegen welke voorwaarden? Door gebrek aan ervaring zijn de eerste stappen in de beroepspraktijk vaak aarzelend en onzeker. Erkende aanbieder Sinds januari dit jaar is het opdoen van twee jaar beroepservaring een vereiste voor aankomend interieurarchitecten die zich willen inschrijving in het Architectenregister. Het Professional Experience Program (PEP) biedt hen begeleiding en kennis: een totaalpakket waarin alle aspecten van de beroepspraktijk aan bod komen. Het programma is zo opgezet dat de ervaring in de wettelijk vastgestelde termijn van 24 maanden kan worden opgedaan. PEP is vooralsnog de enige erkende aanbieder van een geïntegreerd programma. Het bestaat uit een gemeenschappelijk deel en een individueel deel. Middels een persoonlijk ontwikkelingsplan en een logboek houden deelnemers hun vorderingen bij. In het gehele traject worden ze begeleid door een mentor volgens het meester-gezelprincipe. Het programma is multidisciplinair opgezet, dat wil zeggen dat deelnemers niet alleen samenwerken met aankomend interieurarchitecten, maar ook met architecten, stedenbouwkundigen, tuinen landschapsarchitecten.
Het echte werk
‘Projecten worden complexer, tegelijkertijd is er meer aandacht voor kleinschaligheid’
Deelnemers van PEP brachten in april 2015 een bezoek aan de NDSM-werf in Amsterdam-Noord, waar ze een rondleiding kregen door het Faralda Crane Hotel.
ıntern.
Scherp ondernemerschap Het vakgebied is onmiskenbaar in beweging. Voor alle disciplines geldt dat de contouren van het vak drastisch anders zijn dan nog maar een paar jaar geleden. Projecten worden complexer, tegelijkertijd is er meer aandacht voor kleinschaligheid en nieuwe typen opdrachten van particulieren en maatschappelijke organisaties. De rol van de ontwerper verbreedt zich. Samenwerking en integraliteit zijn meer dan ooit sleutelwoorden in de hedendaagse bouwpraktijk. De ontwerper speelt vaker een verbindende rol, tussen een breed palet aan partijen en opdrachtgevers. Het werken in teams vraagt om nieuwe competenties. Vaardigheden die je niet automatisch leert op de opleidingen, omdat deze verder gaan dan goed kunnen ontwerpen.
‘Samenwerking en integraliteit zijn meer dan ooit sleutelwoorden in de hedendaagse bouwpraktijk’ Ook kunnen luisteren, wensen kunnen vertalen, het kunnen invoelen van de context waarbinnen je opereert en een flinke dosis overtuigingskracht behoren tegenwoordig tot het cv van de ontwerper. Bovendien neemt de ontwerper steeds vaker een (mede)initiërende rol, bijvoorbeeld samen met ontwikkelaars of in CPO-projecten. Dat vraagt om een scherp ondernemerschap, in houding én in kennis van zaken.
Waarom PEP?
Waardevol netwerk Speciaal voor zelfstandigen heeft PEP vanaf 2015 ook een flexibel programma. Daarmee is het mogelijk om een individueel traject uit te stippelen, waarmee deelnemers direct kunnen inspelen op thema’s die zich voordoen in hun beroepspraktijk. Ook kunnen ze, net als de deelnemers van het geïntegreerde programma, als dat wenstelijk is, tijdelijk stoppen met het programma. Of deelnemers in loondienst werken of zzp´er zijn, het volgen van PEP is volgens de organisatie een boost voor de professionele beroepspraktijk van de deelnemers. Door het gevarieerde programma van gemeenschappelijke onderdelen met trainingen, bureaubezoeken en excursies en het individuele programma met een mentorsysteem, raakt de professionele ontwikkeling in een versnelling. Niet alleen leren deelnemers van het vak in
Uit een recent evaluatieonderzoek blijkt dat na het volgen van een beroepservaringstraject als het Professional Experience Program (PEP) 95 procent van de deelnemers nog steeds werkzaam is als architect, stedenbouwkundige, landschaps- of interieurarchitect. PEP is volgens de organisatie een gegarandeerde boost voor de professionele beroepspraktijk van de deelnemers. bnı.
de praktijk, ook bouwen ze een waardevol netwerk op met mededeelnemers en docenten. Ze leren van elkaar en van ontwerpers van naam, die hen helpen bij het uitvoeren van hun persoonlijke ontwikkelingsplan.
28
# 2
juni—2015
PEP biedt aankomende professionals in de interieurarchitectuur, architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur de mogelijkheid gezamenlijk, als nieuwe generatie, het vak in te gaan en een netwerk op te bouwen dat hen hun hele beroepsleven voordelen brengt. De kans om op ontdekkingstocht te gaan op de eigen werkplek en allerlei aspecten te zien die zij normaal niet of pas later zouden ontdekken. De kans ook om te verbreden, multidisciplinair te werken, meer kennis op te doen en bewust te worden van wat ontwerpen in de praktijk betekent. Het programma wordt gedragen door coördinatoren die hun sporen hebben verdiend in het vak en daardoor de meest relevante projecten, sprekers en onderwerpen kunnen agenderen. De deelnemers gaan naar verrassende locaties en projecten, horen bevlogen deskundigen en zetten hun tanden in onderwerpen die hun blik verbreden. Meer informatie op pepnl.eu. 29
artikel
bni tekst: Bureau Architectenregister
Brede rol Het leren van vaardigheden die horen bij deze nieuwe, brede rol van de ontwerper is een belangrijk onderdeel van het beroepservaringsprogramma van PEP. De modules en semesters geven kennis van praktijkthema’s die niet of nauwelijks voorkomen op de curricula van ontwerpopleidingen, maar die onontbeerlijk zijn voor het uitoefenen van een professionele beroepspraktijk als ontwerper. Oud-deelnemer: “Doordat ik me veel meer bewust ben geworden van kosten, ben ik een betere ontwerper geworden. Ik kies nu vaker voor slimmere ontwerpoplossingen. Voor een mooi ontwerp is kennis van financiële zaken net zo belangrijk als goed kunnen tekenen.”
'Kennis van financiën is net zo belangrijk als goed tekenen'
Deelnemers van PEP waren in mei 2015 te gast bij Broeinest op Strijp-S in Eindhoven waar ze een lezing kregen van Pieter van Kruysbergen (links) en Laurens Kolks van Atelier Tussenruimte.
Mentoren gezocht Om pas afgestudeerden te begeleiden tijdens hun beroepservaringsperiode, is de ervaring van professionals hard nodig. Elke deelnemer aan de BEP heeft een mentor nodig. Maar hoe word je mentor? Aan welke kwalificaties moet je voldoen en wat zijn precies je taken?
Deelname aan de BEP is alleen mogelijk als de deelnemer een mentor heeft die werkzaam is in dezelfde discipline als de deelnemer. Ook moet de mentor ten minste drie jaar zijn ingeschreven in het Architectenregister voor diezelfde discipline. De BEP duurt twee jaar. Idealiter begeleidt een mentor de hele BEP van een deelnemer. De tijd die dit in beslag neemt en de frequentie en wijze van overleg stemmen mentor en deelnemer onderling met elkaar af.
‘Het mentorschap is een uitgelezen kans om jonge professionals te begeleiden in hun ontwikkeling’ Veel inspiratie De mentor mag een collega of de werkgever van de deelnemer zijn, maar dat hoeft niet. De mentor en deelnemer mogen ook verschillende werkgevers hebben of zelfstandig zijn. In dat geval is er sprake van een buitenmentor. Mentor zijn levert veel inspiratie op en is een uitgelezen kans om jonge professionals te begeleiden in hun ontwikkeling. Van de mentor wordt verwacht dat deze op verzoek van de deelnemer een mentorverklaring invult. De deelnemer heeft deze mentorverklaring nodig om het startgesprek te kunnen aanvragen en formeel met de BEP te kunnen starten. Hiervoor moet de deelnemer ook een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstellen. bnı.
ıntern.
30
# 2
juni—2015
Verwacht wordt dat de deelnemer het POP ook met de mentor bespreekt en dat de mentor adviseert hoe het POP geoptimaliseerd kan worden. Evaluatie Deelnemers, die via de zelfstandige route de BEP volgen, hebben een startgesprek, een tussengesprek en een eindgesprek met de Commissie Beroepservaringperiode. Van de mentor wordt verwacht dat deze bij het startgesprek en het tussengesprek aanwezig is en voorafgaande aan het tussengesprek en het eindgesprek een evaluatieformulier invult en aan de deelnemer geeft. Deze evaluaties zijn onderdeel van de gesprekken en de beoordeling van de deelnemer. De deelnemer voltooit de BEP succesvol als vastgesteld wordt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Deze eisen zijn geformuleerd als eindtermen in de Regeling Beroepservaringperiode. Na het voltooien van de BEP ontvangt de deelnemer een certificaat en mag de deelnemer zich inschrijven in het Architectenregister. Meer weten? Als je meer wilt weten over het mentorschap, kan je contact opnemen met de BNI. Je kan je ook direct als mentor aanbieden op het vraag en aanbod portaal van ArchiNed (www.archined.nl).
Informatie- en netwerkbijeenkomst
Heb je vragen over het mentorschap of wil je weten wat geschikt werk is voor een deelnemer aan de beroepservaringperiode? Bureau Architectenregister organiseert op dinsdag 30 juni een bijeenkomst bij architectuurcentrum CASA in Arnhem. De bijeenkomst heeft als doel alle partijen - afgestudeerden, werkgevers, potentiële mentoren - te informeren en met elkaar in contact te brengen. In het najaar volgen bijeenkomsten in Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam. Voor meer informatie en aanmelding kijk op www.architectenregister.nl/nieuws. 31
Bring the outside in.
Salt / Rock
®
FritsJurgens maakt taatsdeuren mogelijk Het taasdeurschanier van FritsJurgens is uniek, omdat deze geen bouwkundige voorziening in de vloer en het plafond vereist. Dit schanier wordt volledig geïntegreerd in de boven en onderkant van de deur, waardoor er buiten de deur enkel een kleine vloer- en plafondplaat gemonteerd THE ULTIMATE FLOORING EXPERIENCE
hoeft te worden. Een vrijwel onzichtbaar systeem dat eenvoudig in zowel bestaande als nieuwe situaties toegepast kan worden. www.fritsjurgens.com
A Tarkett Company
BETTELUX SHAPE Het nieuwe designconcept gemaakt van het beste staal/emaille, gecombineerd met open staalraam, die het binnenste naar buiten keert. Design: Tesseraux + Partner
Baars & Bloemhoff, ruimte voor ideeën. Met ruim 2000 verschillende decoren en meer dan 25 onderscheidende merken hebben wij voor ieder interieurproject het juiste materiaal en advies in huis. Met veel enthousiasme speuren we internationale markten af op zoek naar nieuwe materialen en trends die interieurs in Nederland mooier kunnen maken. Een keur aan exclusieve materialen is inmiddels direct uit voorraad leverbaar. Bezoek onze website voor meer informatie en de gratis online monsterservice of bel voor een afspraak. Wij praten u graag bij over de diverse mogelijkheden. www.baars-bloemhoff.nl
www.bette.nl
# 2
juni—2015
35
Hardbaar, gelakt glas voor binnen én buiten
Salt / Rock
Bring the outside in. THE ULTIMATE FLOORING EXPERIENCE A Tarkett Company
FritsJurgens maakt taatsdeuren mogelijk Het taasdeurschanier van FritsJurgens is uniek, omdat deze geen bouwkundige voorziening in de vloer en het plafond vereist. Dit schanier wordt volledig geïntegreerd in de boven en onderkant van de deur, waardoor er buiten de deur enkel een kleine vloer- en plafondplaat gemonteerd hoeft te worden. Een vrijwel onzichtbaar systeem dat eenvoudig in zowel bestaande als nieuwe situaties toegepast kan worden. www.fritsjurgens.com
STALEN DEUREN
“Tijdloze klasse tot in detail”
G. de Rooy Metaaldesign Seringstraat 29 6744 WZ Ederveen Tel: (0318) 573 231 E-Mail:
[email protected]
www.stalen-binnendeuren.nl
Kwaliteit, die verbindt!
LACOBEL T, NU IN 15 TRENDY KLEUREN
AGC Glass Nederland - Tiel - +31 (0)344 679 922 -
[email protected] - www.yourglass.nl
Ergonomisch en flexibel blijft men ook met de SYSTO·TEC buis-in-buis oplossing. Dit onderstel maakt het voor de gebruiker mogelijk om een hoogte tussen 650 en 850 mm in te stellen. In combinatie met sideboards van de serie SELECT worden uw ruimtes zo inspirerende werkplekken.
Vidre Negre - Cuneo, Italië - Lacobel T Deep Black
Verwerkers, architecten en consumenten worden steeds creatiever. Daarom ontwierp AGC een geheel nieuw assortiment gekleurd en hardbaar lakglas. Voortbouwend op het succes van de eerste hardbare versie, Lacobel T, komt AGC met een grotere keuze van gelakt glas dat door de verwerker direct gesneden en thermisch behandeld kan worden. Lacobel T is sterk en veilig genoeg om zowel binnen als buiten te worden toegepast, de designmogelijkheden zijn dus eindeloos. Met 15 moderne kleuren om uit te kiezen, is Lacobel T het perfecte glas om interieur en gevel te vernieuwen.
[email protected] · www.palmberg.nl
# 2
juni—2015
37
interview
interview
tekst: Bureau Bax beeld: Rob Parry
“Het is netjes opgeruimd vanwege de boekpresentatie, maar in de hoogtij dagen stonden hier allemaal tekentafels en was het een drukte van jewelste,” zegt Rob Parry terwijl hij door zijn studio loopt. Al sinds de jaren ‘50 werkt Parry aan huis, een statig herenhuis in Voorburg. “De eerste jaren zat ik op zolder. Later kon ik het naastgelegen pand kopen. Dat heb ik toen als atelier ingericht.”
‘Op de academie kreeg ik een heerlijke douche van nieuwe stijlen en materialen’ Langs de wand planken en kasten vol boeken, tijdschriften, maquettes en heel veel schaalmodellen. Achterin een groot bureau en een tekentafel. Voorin een eettafel met glazen blad steunend op stalen schragen, met daaromheen verschillende typen stoelen, waaronder de geelgekleurde F&T stoel uit 1950, een van Parry’s favorieten.
Hij zit er nog dagelijks, leest er zijn krant en maakt af en toe een schetsje. Enkel nog voor zijn plezier. Geen uitgebreid tekenwerk meer. Dat was sowieso nooit zijn lievelingswerk. “Ik ben een man van de ideeën. Het uitwerken van tekeningen liet ik meestal over aan mijn vaste medewerkster, Hanny Kroon,” vertelt de ontwerper. Kroon heeft ook het archief geordend dat als basis diende voor het overzichtsboek dat nu uitgegeven wordt door The Architecture Observer. Het is het eerste boek dat verschijnt over de interieurarchitect. Parry: “Ik vind het een enorme eer. Ik had niet gedacht dat dit me nog zou overkomen.” Wederopbouw Direct na de Tweede Wereldoorlog ging Parry naar de Koninklijke Academie in Den Haag waar hij de opleiding binnenhuisarchitectuur volgde. Zware donkere meubelen waren in die tijd kenmerkend voor veel interieurs. “Mijn kamer stond er vol mee. Maar op de academie kreeg ik een heerlijke douche van nieuwe stijlen en lichtere materialen. Ik had een geweldig team van docenten waaronder Paul Schuitema en Cor Alons. Zij hebben mij enorm geïnspireerd.” De na oorlogse periode noemt Parry een fantastische tijd. “We waren zeer sociaal geëngageerd en deden hele studies naar de ideale arbeiderswoning. We wilden bijdragen aan de wederopbouw door met goede ideeën te komen. En de opdrachten waren heel breed. Je deed alles; van meubel tot complete renovatie. Alles kon en mocht.”
Parry ontwierp het interieur van Wijnhandel Ferwerda & Tieman in Den Haag. Hier werd het F&T stoeltje voor het eerst toegepast.
Rob Parry eind jaren ’50 achter tekentafel.
Nooit routine, altijd spontaan Duizenden ontwerpen maakte interieurarchitect Rob Parry (90). Meubels, interieurs, verlichting, tentoonstellingen, stands en meer. Een groot deel is nog altijd actueel. In 1995 voltooide Parry zijn laatste opdracht en sloot hij zijn loopbaan af met twee tentoonstellingen. Nu, twintig jaar later, ligt er een boek met zijn beste werk.
bnı.
ıntern.
38
# 2
juni—2015
39
interview
Rietveld Al tijdens zijn academietijd kreeg Parry de nodige opdrachten. Hij herinnert zich een opgave om een oude loods voor vuilniswagens te transformeren naar het decor voor de jaarlijkse bouwbeurs. Tijdens de beurs
‘Rietveld en ik dronken veel koffie, soms met mevrouw Schröder erbij’ werd het eerste contact gelegd met Gerrit Rietveld. Het bracht Parry op het idee om stage te lopen bij de architect. “Iedereen zei tegen me ‘dat lukt toch nooit’, maar ik heb gewoon een brief gestuurd en ik mocht komen.” Elke dag ging Parry naar het atelier van Rietveld aan de
Een stand van Van Meurs ontworpen door Parry.
Oude Gracht in Utrecht. “Een inspirerende omgeving. Het was niet heel druk op dat moment, wat voor mij gunstig was, want Rietveld had veel tijd om met mij te praten over zijn ideeën en manier van werken. Hij was een aimabele man; mild, maar ook cynisch. We dronken veel koffie, soms met mevrouw Schröder erbij. Het was een genoeglijke tijd,” herinnert Parry zich. Er werd natuurlijk ook gewerkt. Rietveld schoof sommige klussen door naar zijn stagiair. “Hij had mijn werk gezien voor de bouwbeurs, dus als er stands gemaakt moesten worden, kreeg ik die klussen. Ik weet nog dat ik aan de slag ging met een stand voor Oosterhoutse bouwplaten en een stand voor dakbedekking.” Zelfstandige De stands en de tentoonstellingen zijn altijd een belangrijk aandeel gebleven in Parry’s carrière. Met de komst van het boek over zijn oeuvre heeft Parry heel wat oude ontwerpen de revue laten passeren en herinneringen opgehaald. “Meubels, industrieel ontwerp, interieur, tentoonstellingen, verlichting, sieraden; ik werkte overal met veel plezier aan.” In de jaren ‘50 tot ‘65 voerde meubelontwerp de boventoon. Parry ontwikkelde de ene stoel na de andere. En hij genoot er met volle teugen van. Maar het meest boeiend vond hij het ontwerpen van tentoonstellingen en stands. “Daarbij heb je veel vrijheid en kun je snel tot een ontwerp komen. Bij verbouwingen heb je te maken met bouw- en woningtoezicht en zijn er allerlei obstakels te overwinnen. Bij tentoonstellingen kun je vrijelijker je gang gaan.” Net als voor de huidige generatie, was het na de oorlog niet makkelijk om als pas afgestudeerde interieurarchitect ergens in loondienst te komen. Ook niet als je werkervaring had opgedaan bij Gerrit Rietveld. “Ik heb nog wel geprobeerd om ergens een vaste betrekking te krijgen, maar dat werd niets,” vertelt Parry. Dus begon hij in 1954 samen met Emile Truijen een eigen ontwerpbureau vanaf zijn zolder in Voorburg. De samenwerking duurde maar een paar jaar, maar was heel vruchtbaar. Zo ontwierp het duo in 1957 de grijs met rode tweelingbrievenbus voor de PTT. Het was de eerste brievenbus waarbij de post al in de bus gescheiden werd. Meer dan 45 jaar is de brievenbus in het straatbeeld te zien geweest. In 1958 gingen Parry en Truijen ieder weer hun eigen weg. “We wilden graag onze individuele ideeën volgen,” zegt Parry daarover. Nooit één dezelfde Het werk van Parry wordt vaak omschreven als licht en optimistisch. Hij experimenteerde graag met nieuwe technieken en materialen. Dat begon al op de academie. “We kregen een keer een opdracht van Cor Alons om een stoel te ontwerpen. Ik ging uit van het menselijk lichaam. Een medestudent is toen bloot in de klei gaan zitten, zodat ik gipsmallen kon maken. Later heb ik daar een eetkamerstoel van gemaakt waarbij de zitting uit één stuk perspex is vervaardigd. Dat was vrij nieuw in die tijd.” Een ander experiment was een lectuurbak uit één plaat gevouwen aluminium. “Ik vond het leuk om te improviseren. Niet alles lukte, maar het gaf een enorme kick als een idee slaagde,” vertelt Parry. Honderden opdrachten kreeg hij tijdens zijn carrière, maar nooit werd het routine. “Ik heb enorm veel stands gemaakt. Maar nooit één dezelfde. Zo maakte ik eens een stand voor Hunter Douglas. Het bedrijf wilde een stand met veel aluminium om producten van aluminium aan te prijzen,
bnı.
ıntern.
interview
40
Tweelingbrievenbus voor de Nederlandse Posterijen door Parry en Truijen.
Rob Parry ontwierp voor Meubelfabriek Gelderland onder meer fauteuil 1611. In de periode 1952 -1972 werd een zeer divers aantal uitvoeringen van de matrasfauteuil op de markt gebracht waarvan er uiteindelijk meer dan 64 duizend verkocht zijn.
maar ik bedacht een houtconstructie die juist contrasteerde met de producten zodat deze beter uit zouden komen. Bij elke opdracht reageerde ik op het product, de gebruikers en de omgeving. Ik benaderde een opgave altijd fris en spontaan.” Tijdloos Dat hield hij ook zijn studenten op de Willem de Kooning Academie voor. Dertig jaar was Parry als docent verbonden aan de opleiding architectonische
vormgeving. “Ik gaf nooit dezelfde opdracht. Ik wilde het voor mezelf interessant houden. Strandtenten, stadsdouches, kerken die een nieuwe bestemming kregen; mijn opdrachten lagen altijd dichtbij de werkelijkheid. Studenten moesten reageren op wat ze in de maatschappij zagen. Soms kwamen ze met heel verrassende oplossingen. Ik vond het altijd fantastisch om met studenten alle mogelijkheden te onderzoeken.” De ontwerpen van Parry zijn opgenomen in de collecties van verschillende musea, waaronder Het Stedelijk Museum in Amsterdam en Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, als voorbeeld van een tijdperk. Maar wie door het nieuwe overzichtsboek van Rob Parry bladert, ziet dat zijn ontwerpen vrij tijdloos zijn. De stoeltjes, de fauteuils, de bureaus en de banken; veel van Parry’s ontwerpen zouden niet misstaan in een trendy interieur van nu. Boek met schaalmodel
Het boek Rob Parry is eind mei verschenen en uitgegeven bij The Architecture Observers. Bij de eerste vijftig gesigneerde exemplaren van het boek ontvangt men een schaalmodel van de F&T stoel. www.architectureobservers.eu
Ruim 65 jaar BNI-lid
Rob Parry werd na zijn studie lid van de Vereniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten (GKf). Toen de GKf in 1975 fuseerde met de Werkgroep Binnenhuis Architectuur ontstond de Beroepsvereniging van Nederlandse Interieurarchitecten (BNI). Parry is tot op de dag van vandaag lid. # 2
juni—2015
41
voltooid
voltooid
tekst en beeld: Joke van Hengstum
Doorlopende wand “De beweging door de ruimte van daglicht naar daglicht was het uitgangspunt voor de plattegrond. Aan de voorzijde bevinden zich de entree en een serre. De serre schept enige afstand tussen het langskomend publiek en de privévertrekken. Aan de achterzijde is een toiletruimte gesloopt om een kleine luchtschacht te creëren. De raamopening die toegang geeft tot de buitenruimte is vanaf de entree te zien. Een doorlopende wand verbindt als het ware het daglicht aan de voorzijde met het daglicht aan de achterzijde. In de oorspronkelijke situatie zat er een daklicht tussen het voor- en achterhuis, maar dit is in de loop der tijd dicht gemaakt. Tijdens de sloop werd het legraam van dit daklicht blootgelegd. Vanwege een terras op de eerste verdieping was het daglicht niet meer terug te brengen. Op deze plek is wel een nieuw legraam aangebracht met led-verlichting erboven. De verlichting kan worden ingesteld van koel (ochtendlicht) tot warm (avondlicht) en is ook te dimmen.” Serre en terras “Het vloerniveau tussen voor en achter was niet gelijk. Bij de overgang van woonkamer naar eetkamer is gekozen voor een trede. Links onder de trap naar de erboven gelegen appartementen zijn een garderobe en toilet geplaatst. De achter elkaar gelegen ruimten zijn als compartimenten vorm gegeven. Deze zijn open aan de kant van de doorlopende wand. Aan de voorzijde, gelegen op het zuidwesten, is naar de wensen van Monumentenzorg (het pand is een rijksmonument) een bij de bestaande entreedeuren passende houten pui met bovenlicht gemaakt. Door het bovenlicht komt het daglicht aanzienlijk verder de ruimte in. Achter deze houten pui is op circa 1.30 meter afstand
Licht appartement in donkere ruimte
“De ruimte had om te beginnen een goed lichtplan nodig. De vraag was hoe om te gaan met daglicht en kunstlicht. Met een verdiepingshoogte van zo’n drie meter was het mogelijk aan de voorzijde het daglicht diep de ruimte in te laten komen. Om aan de achterzijde contact met buiten te creëren en daarbij ook daglicht binnen te brengen, leek gecompliceerder.” ıntern.
een stalen pui geplaatst die over de volle breedte kan worden geopend. Er is een serre ontstaan die met de geopende buitendeuren en deels gesloten binnendeuren als terras kan worden gebruikt. Er zijn verschillende manieren om de stalen binnendeuren te openen. De bovendeuren open met gesloten onderdeuren, waardoor kan worden voorkomen dat de huisdieren naar buiten lopen en ongenode gasten naar binnen. De vier vleugels kunnen ook in zijn geheel worden geopend en plat tegen de wanden worden geplaatst. Het appartement heeft een open plattegrond met de gebruiksfuncties aan één zijde. De lange wand verbindt de ruimtes over de volle lengte. Ze zijn geordend in volgorde van openbaar naar privé. Na de keuken komt de zitruimte en daarna de badkamer met de slaapkamer. De slaapkamer grenst aan de nieuw ontstane buitenruimte. Tussen de zitkamer en de slaapkamer/ badkamer is een schuifpaneel in de tussenwand opgenomen dat zo nodig kan worden gesloten.” Hoogvolt halogeenlicht “Het appartement biedt aan de achterzijde toegang tot een klein huis dat bestaat uit een begane grond en drie verdiepingen van respectievelijk 23 m2 en 2 x 13 m2. Op de begane grond is een sauna, erboven een werkvertrek, een kleine logeerkamer en een bergruimte. Voor het kunstlicht is gekozen voor een combinatie van led- en hoogvolt halogeenlicht. De halogeen verlichting dient om op het werkblad in de keuken en in de zitkamer de aangename warmte en kleurweergave te bereiken die we in een woonruimte belangrijk vinden. Langs de doorgaande wand is op gelijke afstand een aantal led armaturen in gebouwd. De plafonds zijn hoog dus de spreiding van het licht is mede door een toegevoegd strooiglas, acceptabel. De helderheid en het contour van de ‘vlek’ op de wand wordt hiermee enigszins in evenwicht gebracht In de badkamer is gekozen voor een gedeeltelijk verhoogd plafond waardoor eenvoudige, dimbare fluorescentie armaturen een indirecte verlichting is gerealiseerd. Door het ongelijke plafondniveau konden ook de ventielen van de afzuiging buiten het zicht worden geplaatst. De saunaruimte en de kleedruimte in het achter-achterhuis zijn verlicht met compact fluorescentie lampen.” www.jvanhengstum.nl
Hoe maak je van een ruimte van 21 meter diep, met aan de voorzijde een garagedeur en aan de achterzijde een klein bovenraam, een sfeervolle leefomgeving? Voor deze uitdaging stond Joke van Hengstum toen haar gevraagd werd van een bedrijfsruimte aan de Staalkade in Amsterdam een appartement te maken. In deze Intern vertelt de interieurarchitect hoe ze dat heeft aangepakt.
bnı.
‘Een open plattegrond met de gebruiksfuncties aan één zijde’
42
# 2
juni—2015
43
de selectie van…
de selectie van...
tekst: Hans Bloemendaal beeld: Rohde & Grahl
play & work speelse vormgeving
Van bureaustoel tot loungebank
vote keuze- en bewegingsvrijheid
Now you can ‘vote for your own chair’! Onder dit motto lanceerde Rohde & Grahl het modulaire bureaustoelconcept van de Cubaanse ontwerper Daniel Figueroa waarin diverse componenten eenvoudig te combineren zijn. Zo zijn er drie rugleuningtypes beschikbaar: shell, frame en twin back. De flexibiliteit van de leuningen zorgt voor een hoog zitcomfort. Vote staat voor vrijheid om te kiezen voor een stoel op maat en vrijheid in beweging tijdens het gebruik. De toegepaste 3D weeftechniek maakt een uitgekiende verdeling van spanning in de stof mogelijk. Dat betekent niet alleen meer comfort, maar ook de eliminatie van snijverlies. Met een minimum aan materiaal wordt een uniek product geleverd. En dat geldt voor de hele vote bureaustoel. Alle bureaustoelen voldoen aan de EN 1335 en de NPR 1813, zijn compleet uitgerust en beschikken bijvoorbeeld over een zitdiepteverstelling en multiverstelbare 4D armleuningen. Door de gebruiksvriendelijke bediening en het uitnodigende design is de vote geschikt voor elke dynamische werkomgeving.
Met een grote verscheidenheid aan producten uit eigen fabrieken en van zorgvuldig gekozen partners speelt kantoorinrichter Rohde & Grahl continu in op de veranderende behoeften van de werkende mens. Marketing- en salesmanager Hans Bloemendaal selecteerde hieruit een vijftal producten. Co-creatie en Activiteit Gerelateerd Werken waren hierbij het uitgangspunt.
Kenmerkend voor de meubellijn play & work is de organische vormgeving, die bedacht werd door het Duitse designbureau WertelOberfell. Het bureau heeft de vormgeving consequent doorgevoerd in alle componenten van het meubel, van frames en werkbladen tot scheidingswanden en accessoires. Play & work faciliteert een grote diversiteit aan activiteiten. Zo biedt de meubellijn werkplekken voor individuele taken, teamwork, geconcentreerd werken en intensief overleg. De meubellijn is ontworpen met de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR 1813) als basis en omvat alle verstelmogelijkheden. Dit maakt de meubellijn geschikt voor elke situatie, binnen elke organisatie én voor elk individu. Play & work past uitstekend in een atmosfeer waar presteren wordt gecombineerd met plezier en ontspanning: work hard, play hard!
hexa veelzijdig zitprogramma
CX 24/7 modern en functioneel
De totstandkoming van het meldkamermeubel CX 24/7 is een mooi voorbeeld van co-creatie. Deze bestond uit een samenwerking tussen Architecten van Mourik, de opdrachtgever (Politie Haaglanden) en Rohde & Grahl. In verschillende opzichten is het een uniek product. Het strakke en eerlijke ontwerp in combinatie met het gebruikte materiaal zorgen voor een uiterst moderne look & feel. Bovendien is het meubel bijzonder functioneel en biedt het de gebruiker veel comfort. Zo is de CX 24/7 voorzien van een elektromotorische hoogteverstelling waarmee de tafel in één handomdraai van zit- naar staniveau kan bewegen. Het werkblad is in diepte verstelbaar en de plaatsing van de monitoren zorgt voor een snel overzicht in een prettige werkhouding. Achter de beeldschermen is led-verlichting aangebracht, waardoor een aangename werkomgeving wordt gecreëerd. Gevolg is dat medewerkers van de meldkamer geconcentreerd en met plezier hun werk kunnen doen.
Przemysław ‘Mac’ Stopa liet zich inspireren door de organische vorm van een honingraat en ontwierp hexa: een compleet programma dat uit een groot aantal zitelementen en tafels bestaat die op allerlei manieren met elkaar te combineren zijn. Door te spelen met hoge en lage elementen ontstaat een grote veelzijdigheid aan functies voor allerlei activiteiten, van ontmoeten en overleggen tot werken op een laptop en telefoneren. De beschikbare stoffen en kleuren bieden de mogelijkheid een rustig beeld te creëren of juist een zeer uitgesproken statement te maken. Om het (samen)werken te faciliteren omvat het programma aansluitingen voor tablets en laptops. Draadloos opladen van telefoons behoort tot de mogelijkheden, net als de integratie van een flatscreen in het meubel.
sand flexibel en modular Rohde & Grahl
Fraai vormgegeven, uiterst flexibel, duurzaam en prettig om mee te werken; sand is een serie modulair opgebouwde inrichtingselementen die Activiteit Gerelateerd Werken optimaal faciliteren. De reeks bestaat uit het suna opbergsysteem, het arena tafelsysteem en het silex akoestische scheidingswandsysteem. Het suna opbergsysteem is modulair opgebouwd en door de samenstelling van elementen biedt het een scala aan opbergoplossingen: van lockerkasten tot opbergplekken voor rolcontainers. De silex scheidingswanden vormen in combinatie met loungebanken en vergadertafels de perfecte omgeving voor overleg en het werken in kleine teams. De in hoogte verstelbare arena tafels bieden mogelijkheden om zowel zittend als staand aan het werk te gaan. bnı.
ıntern.
44
Rohde & Grahl maakt deel uit van de internationaal opererende Nowy Styl Group en heeft daarmee de beschikking over uiterst moderne en flexibele productiemogelijkheden, waarin serieproductie en maatwerk hand in hand gaan. Hans Bloemendaal: “In onze visie neemt Activiteit Gerelateerd Werken een belangrijke plaats in. Vandaar dat we een grote verscheidenheid aan producten bieden die inspelen op de wisselende en veranderende behoeften van medewerkers. Graag stemmen wij onze producten volledig af op de specifieke situatie binnen een afdeling of organisatie. Door middel van co-creatie met de architect en/of eindgebruiker weten we een inrichting op maat te realiseren die optimaal functioneert.” www.rohde-grahl.nl # 2
juni—2015
45
recht tekst: Kees Berendsen
In de rubriek recht komen allerlei juridische zaken aan bod. Stuit je wel eens op een juridisch probleem? Heb je een vraag over bouwrecht, auteursrecht of ondernemingsrecht? Mail je vraag of probleem naar
[email protected].
inbox nbo
lidmaatschap nieuwe leden
Titelbescherming: kans of bedreiging?
‘Algemene voorwaarden zijn onderhandelbaar’ Wie professioneel werkt gebruikt leveringsvoorwaarden. Wie dat niet doet krijgt er via zijn opdrachtgevers wel mee te maken. Omdat leveringsvoorwaarden tot doel hebben in het handelsverkeer orde en duidelijkheid aan te brengen, zijn ze onmisbaar. Bovendien hoeft je bij een afspraak niet elke keer opnieuw na te denken over wat er in het contract moet komen te staan. In deze Intern licht Kees Berendsen het gebruik van leveringsvoorwaarden toe. Orde, duidelijkheid en gemak zijn één ding, de andere kant van het verhaal is dat leveringsvoorwaarden vaak zo zijn opgesteld dat ze in het voordeel zijn van de onderneming waar ze voor gelden en dus in het nadeel van de andere partij. Een extra reden dus om de ‘kleine lettertjes’ toch maar even onder een vergrootglas te leggen. Het uitwisselen van algemene voorwaarden tussen contracterende partijen lijkt vaak niet meer dan een rituele dans, maar loop daar niet omheen. Als het erop aankomt (als dingen fout lopen dus), dan kunnen ze een doorslaggevende rol spelen. Maar hoe kom je aan goede leveringsvoorwaarden? En als je ze hebt (en gebruikt), zijn ze dan ook zonder meer toepasselijk? Zijn algemene voorwaarden verplicht? En wat als er tegenstrijdigheden zijn tussen jouw leveringsvoorwaarden en die van je opdrachtgever of leverancier?
daarop mis gaat en de voorwaarden niet van toepassing zijn. Je moet de wederpartij in de positie brengen om van de inhoud van de voorwaarden kennis te nemen. Een verwijzing op de orderbevestiging zonder daarbij te zeggen dat de voorwaarden kosteloos te verkrijgen zijn of er alleen maar van uitgaan dat ze langs elektronische weg wel in te zien zijn, is niet genoeg. Dat geldt uiteraard ook omgekeerd. Houdt je wederpartij zich niet aan deze regels, dan kun je daar een punt van maken. Battle of forms Als je bepalingen in de algemene voorwaarden tegenkomt die je niet zinnen, moet je die dan accepteren? Nee, algemene voorwaarden zijn geen ‘wet’, ze zijn onderhandelbaar. Je kunt er dus bezwaar tegen maken of - beter - erover onderhandelen. Doe dat, het getuigt alleen maar van een professionele opstelling. Sta wel open voor een oplossing. Jouw algemene voorwaarden en die van de andere partij conflicteren met elkaar. Dat heet ook wel ‘battle of forms’. Wie ‘wint’ er dan. Als algemene regel kun je in zo’n situatie zeggen dat degene die het eerst met zijn voorwaarden kwam, wint. Tenzij deze voorwaarden door de andere partij tegelijk bij de terhandstelling zijn afgewezen. Rituele dans Tot slot een casus uit de praktijk. Een interieurarchitect krijgt opdracht van een aannemer voor het leveren van een ontwerp voor een klant van de aannemer. Er wordt overeenstemming bereikt over honorarium, leveringstermijn, enzovoorts en de architect stelt op de juiste wijze zijn algemene voorwaarden ter hand. Na inzien van de algemene voorwaarden laat de aannemer weten, dat de architect pas betaald krijgt als de klant tevreden is met het eindresultaat. De architect vindt dat maar een vreemde zaak en zegt dat hij daarmee niet kan instemmen. Omdat de klant tevreden was, kwam het allemaal goed, maar wat als dat niet het geval was geweest? In dat geval hadden de algemene voorwaarden van de architect, De Nieuwe Regeling, er geen misverstand over laten bestaan dat de architect gelijk had. Ook als de situatie een ‘battle of forms’ zou opleveren en - bij uitblijven van een nadere overeenstemming - de gebruikelijke rechtsregels van stal zouden moeten worden gehaald, zou de architect sterker staan. Toch maar die rituele dans dus.
25 juni De BNI organiseert 25 juni in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam een avond over de eventuele afschaffing van de titelbescherming voor interieurarchitecten met ruimte voor discussie en de aanzet voor een actieplan. Aanvang 20:00 uur, toegang gratis, aanmelden via
[email protected]. Aanleiding is het in maart gepubliceerde Nationaal Actieplan gereglementeerde beroepen dat door minister Kamp aan de Tweede en de Eerste kamer werd gepresenteerd. Ten aanzien van de Wet op de Architectentitel zullen de recent ingevoerde beroeps ervaringseisen in 2017 worden geëvalueerd. Voor wat betreft de interieurarchitecten zal in 2017 ook worden bekeken in hoeverre titelbescherming passend is vanuit het oogpunt van publiek belang. Hierbij speelt mee dat interieurarchitectuur geen universitaire mastertrack kent en dat de organisatiegraad van de beroepsgroep aandacht behoeft.
Aanmelden Finest Interior Award 29 juni Wil je meedingen naar de Finest Interior Award 2015. Meld je voor 29 juni aan via finestinterioraward.com. De prijsuitreiking zal plaatsvinden op 6 november in de Nederlandse ambassade in Berlijn. BNI-voorzitter Peter Dautzenberg zit samen met zijn Duitse collega Vera Schmitz (voorzitter BDI) in de erejury. finestinterioraward.com
Dag van de Architectuur
Je moet leveringsvoorwaarden aan de wederpartij, zoals de wet het zegt, ‘ter hand stellen’. Neem dat punt serieus, want het komt maar vaak genoeg voor dat het bnı.
ıntern.
Kees Berendsen is expert op het gebied van intellectueel eigendomsrecht. Hij is gespecialiseerd in auteursrecht, modelrecht en merkenrecht, maar behandelt ook contractuele kwesties en incassozaken. BNI-leden betalen een uurvergoeding van 150 euro. Leden die een service-abonnement afsluiten krijgen op het uurtarief een korting van 50 euro. In geval van conflicten is een eerste globale beoordeling van de vraag of er sprake is van een ‘zaak’ gratis. Voor vragen mail
[email protected] of bel 06-54964781. 46
Charlotte Steenis Charlotte Steenis (24) studeerde in 2011 af als tekenaar aan ROC ASA techniek Scutos. Ze doet nu de opleiding ruimtelijk ontwerp aan de AKV St. Joost. charlottesteenis.weebly.com
20 en 21 juni Tijdens de Dag van de Architectuur worden tal van gebouwen opengesteld, kunnen bijzondere plekken worden bezocht en worden activiteiten georganiseerd. Het thema van de dag sluit aan bij dat van het Jaar van de Ruimte: Wie maakt Nederland (wiemaaktnederland.nl)? Kijk voor meer informatie op dagvandearchitectuur.nl.
Summer School Thinking City 3-16 juli Van 3 tot en met 16 juli organiseert de stichting Thinking City de Summer School ‘Thinking City 2015’. Gedurende twee weken werken studenten, jonge wetenschappers, planners en ontwerpers aan specifieke ruimtelijke vraagstukken in Amsterdam. Het Stimuleringsfonds nodigt de Summer School een dag uit om de stad Rotterdam te verkennen. Daarnaast stelt het Stimuleringsfonds een aantal beurzen ter beschikking voor creatieve professionals die willen deelnemen aan de Summer School. Zie stimuleringsfonds.nl
Internationale beurzen september 4-8, Maison&Objet, Parijs, maison-objet.com 8-10, Mood Design , Brussel, moodbrussels.com 20-23, Decorex International, Londen, decorex.com 23-26, 100% Design, London, 100percentdesign.co.uk
Elvis Kaltofen Elvis Kaltofen (25) studeert aan de Academy of Architecture Maastricht. Hierna wil hij een master interieurarchitectuur doen. elviskaltofen.nl
Manon Remmits Manon Remmits (23) studeert aan de AKV Sint Joost in Breda. Zij is stagiaire bij Puur Sang in Eindhoven. manonremmits.wix.com/portfolio
Lidmaatschap
Kees Berendsen
Ter hand stellen Interieurarchitecten gebruiken de algemene branchevoorwaarden voor architecten- en ingenieursdiensten, ‘De Nieuwe Regeling’ waarvan de laatste versie dateert van 2011. De BNI heeft ze beschikbaar. Het is misschien taaie kost, maar lees ze in ieder geval een keer door. Houd je niet van kleine lettertjes, er zijn juristen genoeg die ze wel lusten.
Bernard Kuipers Bernard Kuipers (43) studeerde in 2002 af aan de HKU en startte in 2005 als zelfstandig interieurarchitect. kuipers.simpsite.nl
nieuwe partners Sinds januari 2015 is de ledenstructuur gewijzigd en kunnen bedrijven middels het bijzonder lidmaatschap lid worden van de BNI. Met hun lidmaatschap en de groei van het ledenaantal wordt het onderling netwerk vergroot en kan het vak interieurarchitectuur nog beter op de kaart worden gezet.
Daphne Rijkoort Daphne Rijkoort (28) studeerde in 2014 af als interieurarchitect aan de Willem de Kooning Academie en in 2009 aan de Hoge Hotelschool Maastricht.
De BNI verwelkomt vijf nieuwe partners: Baars en Bloemhoff (www.baars-bloemhoff.nl) - Busch Jaeger (www.busch-jaeger.de/nl) Leolux (www.leolux.nl) - Nieuwe Maten (www.nieuwematen.nl) Ton Projectstoffering (www.tonprojectstoffering.com)
# 2
juni—2015 ni—20
47
1
artikel
artikel
Leolux customized kwaliteitsmeubels
Meubels op maat voor elke markt
Volgens Sebastiaan Sanders, directeur van interieurbedrijf Leolux, is de tijd van goedkoop geproduceerde eenheidsworst voorbij. “De consument van nu wil zijn eigen identiteit kunnen vormgeven. Thuis én op het werk.” Leolux speelt daar slim op in door met customized kwaliteitsmeubels zowel de consumentenmarkt als de projectmarkt te bedienen. En dat werpt zijn vruchten af tot ver buiten de landsgrenzen.
Familiebedrijf Leolux bestaat al ruim tachtig jaar en is inmiddels niet meer weg te denken uit het Nederlandse interieurlandschap. De kracht van het bedrijf is dat het altijd lef heeft gehad om te vernieuwen. Dat begon al na de oorlog, toen de grootvader van Sebastiaan Sanders de ambachtelijke Clubmeubelfabriek overnam en geïnspireerd door Italiaans design een moderne lijn op durfde te zetten. De collectie droeg de naam Leolux en dankzij het succes groeide deze merknaam niet veel later uit tot bedrijfsnaam. “In de jaren tachtig nam mijn vader het stokje over en groeide Leolux uit tot een internationaal bedrijf”, vertelt Sebastiaan Sanders die als derde generatie sinds 2012 aan het roer staat en de koers weer verder uitzet.
‘Steeds meer bedrijven willen een huiselijke sfeer creëren’ Comfort, kwaliteit en uitstraling Kunst, design en ambacht gaan bij Leolux hand in hand. Meubels moeten er volgens Sanders goed uitzien, maar ook kwaliteit hebben en comfortabel zijn. “Daarom werken kunstenaars, designers en ambachtslieden binnen het bedrijf nauw met elkaar samen. Zij bepalen de vorm en het comfort en doordat we maatproducten op bestelling leveren, bepaalt de smaak van de klant de uiteindelijke afwerking. Zo kun je bij een bank bijvoorbeeld zelf de materiaalsoort, kleur, stiksels, zitdiepte en pootsoort uitkiezen. De opties zijn enorm.” In een tijd waarin de scheidslijn tussen thuis en werk steeds meer vervaagt, neemt de vraag naar unieke meubels niet alleen op de consumentenmarkt toe, maar ook op de projectmarkt. Daar springt Leolux op in. “Sinds het nieuwe werken in opmars is, willen bedrijven steeds meer een huiselijke sfeer creëren”, bnı.
ıntern.
48
‘Internationaal is er veel vraag naar Europese kwaliteitsproducten’
land breidt de groei nu verder uit naar onder andere China, Dubai, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Rusland. “Deze landen hebben Europese kwaliteitsproducten hoog op hun lijstje staan”, zegt Sanders. “Geld is van ondergeschikt belang, design, kwaliteit en comfort staan voorop.” En dat krijgen ze bij Leolux, weten ook de vaste klanten. Die vaak twintig jaar later weer trouw terugkeren om een nieuwe bank te kopen. In veel gevallen een die precies op het vorige exemplaar lijkt. “Dat laat zien hoe tevreden mensen over het product zijn. Dat wij iets kunnen toevoegen aan hun geluk, daar doen we het voor.”
licht Sanders toe. “In het verleden werden duizenden dezelfde bureaus en stoelen besteld, maar dat is veranderd. Je komt nu steeds vaker zitplekken tegen waar collega’s informeel met elkaar overleggen. Het is belangrijk dat die plekken een warme sfeer uitademen, maar ook dat ze lekker zitten.” Om de stap naar de projectmarkt te kunnen maken, heeft Leolux een stylist in dienst die bedrijven kan adviseren bij hun interieurkeuze en meedenkt met kleurconcepten. “Een mooi voorbeeld daarvan is het theater in Venlo dat alles in paarstinten heeft ingericht. Zij waren op zoek naar een nieuwe bank en vonden die in een eyecatcher van 24 meter in de paarstinten die aansloten bij hun kleurconcept. Die bank kunnen wij leveren omdat we alles op bestelling doen en op maat maken. Bij leveranciers die grote volumes in een beperkte collectie leveren, wordt dat een stuk lastiger.” Nieuwe lijn Een tweede collectie van het bedrijf heet PODE en biedt dezelfde kwaliteit als Leolux, maar in een eenvoudigere vorm. “Dat betekent dat het comfort en de uitstraling vergelijkbaar zijn, alleen heb je minder keuze om je meubel te customizen. Waar je bij Leolux een paar duizend smaakopties hebt, geeft PODE er een paar honderd. Zo kun je voor een scherpe prijs een uniek en hip meubel samenstellen dat lang meegaat en je niet in elke huiskamer tegenkomt. Dat maakt PODE ook voor de projectmarkt heel interessant.” Dat het concept van het familiebedrijf uit Venlo aanslaat, bewijst de vraag naar de meubels in het buitenland. Waar het bedrijf binnen Europa startte met dealers in België, Duitsland, Frankrijk en Zwitser# 2
juni—2015
Contact
Wilt u meer weten over de producten van Leolux? Neem dan contact op met Peter Bomer, Account Manager Projecten. Telefoonnummer: 06-37544362, emailadres:
[email protected]. Daarnaast kunt een bezoek brengen aan bezoekerscentrum Via Creandi voor een rondleiding door de fabriek . Meer informatie hierover vindt u op www.leolux.nl/bezoek-leolux. 49
Waar drinkt u koffie uit?
BETTELUX SHAPE Het nieuwe designconcept gemaakt van het beste staal/emaille, gecombineerd met open staalraam, die het binnenste naar buiten keert. Design: Tesseraux + Partner
www.bette.nl
Pembroke Pembroke is de nieuwe ontwikkeling in de onderzoeksactiviteiten van Cleaf die constant is gebaseerd op natuurlijke inspiraties. Het oppervlak is meer intrigerend gemaakt door haar gedetailleerde belijning en noesten, met name elegante en verfijnde in zijn monochrome versies. Een gepatenteerde Cleaf technologie zorgt voor een diepte van afmetingen die interactie met licht en het gestructureerde oppervlak een esthetisch en tactiele uitstraling geeft.
Met dit gevoel hebben Alzheimerpatiënten dagelijks te kampen.
www.decolegno.nl
ZUINIG GEMAK DE QUOOKER COMBI
De Quooker COMBI is een revolutionair reservoir, aangesloten op de Quooker-kraan, dat niet alleen kokend water (100°C) levert, maar ook warm water (50-60°C). De COMBI is de eerste ‘boiler’ ter wereld met hoog-vacuümisolatie. Door dit principe is het apparaat verreweg de zuinigste warmwatervoorziening voor uw keuken. Het stand-by verbruik van de Quooker COMBI is maar 10W, zo'n 5 cent per dag. De Quooker COMBI staat gewoon in uw keukenkastje wat als voordeel heeft dat u geen energieverliezen meer heeft en geen warmwaterleiding meer hoeft aan te leggen.
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl
bnı.
ıntern.
50
Ga naar quooker.nl/energievergelijker om de besparing te berekenen.
# 2
juni—2015
51
by
IHC Interior
IHC Interior
[email protected] www.ihcinterior.com
Arturo gietvloeren Get inspired.
Ga voor vloeren die wat met je doen. Vloeren die ruimtes, interieurs en mensen tot leven brengen. Bepaal met het Arturo Style Compass gemakkelijk je eigen koers, richting je favoriete vloer. Kortom, get inspired! www.arturocollection.nl
bnı.
ıntern.
52