az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Intensieve Zorgen 2
Campus Loofstraat
Versie juni 2012
1
Welkom
Eerst en vooral willen we jullie van harte welkom heten op onze dienst. Met deze kleine informatiebundel wensen we jullie een klein beetje wegwijs te maken op Intensieve Zorg. Behalve een overzicht omtrent de algemene zaken zoals werkuren, organisatie en architectuur van de dienst willen we ook een klein stukje meegeven rond het verblijf van de patiënt op onze afdeling. Een opname op de dienst kan er vrij chaotisch uitzien voor iemand die de werking nog niet goed kent, vandaar een klein overzichtje.
Voornaamste stelregel: Als je twijfelt, vraag dan hulp ! Doe dit beter te vroeg dan te laat !
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling 1.1 1.2 1.3 1.4
Opbouw vande afdeling Doelstellingen van de afdeling Bezoekuren van de afdeling Werken op intensieve zorgen 1.4.1 Werkuren 1.4.2 Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen 1.5 Patiënten Op IZ 2. Een dag op de afdeling IZ 3. Specifieke informatie 3.1 Algemene afspraken omtrent het toeren 3.2 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling 4. Procedures 4.1 4.2 4.3 4.4
De De De De
meest meest meest meest
voorkomende voorkomende voorkomende voorkomende
onderzoeken ingrepen materialen technieken
5. Patiëntenvoorlichting 6. Communicatie 6.1 Telefonie 6.2 Informatica 6.3 Buizenpost 7. Personeelsinformatie 7.1 Dienstrooster 7.2 Overuren 7.3 Verlof 7.4 Ruilen van shift of verlofdagen 7.5 Ziekte 7.6 Vorming 7.7 Functioneringsgesprek 8. Aandachtspunten 8.1 Beademde patiënt 3
8.2 Opvang van patiënt en familie 8.3 Nuttige weetjes 8.4 Corect invullen van het patiëntendossier 8.4.1 Buitenzijde 8.4.2 Binnenzijde 8.5 Dagelijkse controle van de apotheek 8.6 Identificatie van de patiënt 8.7 Opmaak vochtbalans 9. Persoonlijke notities 10. Studenten
4
1. Voorstelling van de afdeling 1.1
Opbouw van de afdeling
De dienst bestaat uit elf intensieve bedden. Centraal bevinden zich de verpleegpost met centrale monitoring, de keuken en het slob. Rondom deze centrale blok zijn acht boxen, een linnenkamer, een steriele berging, een machinekamer en een bureel voor de artsen gelegen. Wat betreft de boxen zijn er drie boxen van twee personen. De rest zijn boxen alleen. Box drie en zes zijn bovendien voorzien van een sas waardoor deze kunnen gebruikt worden als isolatiebox. Alles wat betreft medicatie en medicatietoediening bevindt zich ter hoogte van de centrale verpleegpost. De dienst beschikt over een uitgebreide spoedkast waarin het gros van de gebruikte medicatie aanwezig is. Per patiënt is er ook nog een apart vakje voorzien waarin de persoonlijke medicatie kan opgeborgen worden. De koelkast ter hoogte van de verpleegpost wordt ook enkel en alleen voor medicatie gebruikt. 1.2
Doelstellingen van de afdeling
Ondanks alle technische apparatuur mogen we niet vergeten dat de patiënt steeds centraal staat ngrijkste blijft. We zijn genoodzaakt een professioneel kader te creëren waarbij iedereen zich goed voelt en optimaal kan functioneren. We denken positief en geven optimale fysische en psychische steun zowel aan patiënt als familie. Open communicatie is essentieel op deze dienst. Daarom is het belangrijk dat, als je problemen of bedenkingen hebt bij bepaalde situaties, je dit als student kunt verwoorden. Je kan hierbij altijd terecht bij de stagementoren of andere leden van ons team. 1.3
Bezoekuren van de afdeling
Er zijn drie bezoekmomenten voorzien namelijk van 11:00 uur tot 11:30 uur, van 15 uur tot 1 5:30 uur en van 18:30 uur tot 19:00 uur.
De verpleegkundige die de patiënt verzorgt, geeft eventueel de nodige uitleg en inlichtingen door aan de familie. Aangezien het geven van info aan familie een delicate kwestie is, wordt er gevraagd dat studenten dit niet doen. Dit wil echter niet zeggen dat de studenten niet aanwezig mogen zijn bij het geven van info door een verpleegkundige. Er worden steeds 23bezoekers toegelaten bij de patiënt, eventueel wordt er dan onderling afgewisseld. Op de dienst worden geen kinderen onder de 12 jaar toegelaten.
5
Op Intensieve Zorg dragen de patiënten geen eigen nachtkledij maar een ziekenhuishemd. Er hoeft geen persoonlijk gerief van de patiënt meegebracht te worden voor de verzorging. Handdoeken, zeep, en mondwater worden hier op de dienst voorzien. Er wordt dan ook telkens zo vlug mogelijk aan de familie gevraagd alle persoonlijke gerief terug mee te nemen naar huis, om te vermijden dat dit hier zou verloren gaan. Juwelen worden zo snel mogelijk afgedaan en meegegeven met de familie, ook de SIS-kaart en identiteitskaart zijn hier niet nodig. Het is wel belangrijk te noteren in het verpleegdossier wat en met wie je iets hebt meegegeven.
1.4
Werken op Intensieve zorgen
1.4.1 Werkuren De verschillende shiften zijn: Vroegdienst 06:15 uur – 14:45 uur Dagdienst bureau: 08:00 uur – 16:30 uur Dagdienst 08:00 uur – 16:30 uur Avonddienst 13:00 uur – 21:15 uur Nachtdienst 20:45 uur – 06:45 uur Minimale bezetting per shift (weekdagen): Vroegdienst: 5 verpleegkundigen Avonddienst: 4 verpleegkundigen Nachtdienst: 3 verpleegkundigen Dagdienst bureau : 1 verpleegkundige Logistieke assistente: tijdens de week (09u – 13u00) Die zorgt voornamelijk voor ondersteuning (het aanvullen van boxen, linnen verzorgen, hulp bij transport, op- en afdienen maaltijden, …). Dit ontslaat de verpleegkundige niet om waar mogelijke ook logistieke ondersteuning te bieden.
6
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen Zorgmanager zorggroep Antoon Vanhoutte Hoofdverpleegkundige Steven Coucke Weekendverantwoordelijke Steven Vanderplaetse Piet Loosvelt Referentieverpleegkundigen Stagementoren: Ruben Delaere- Pieter Tesse-Bert Christiaens Hef en til: Stefanie D’heedene Informatica: Loosvelt Piet Palliatieve zorgen: Dejager Joke Ziekenhuishygiëne: Veronique Deleu, Van Laer Sophie Apotheek: Pieter Tesse
7
1.5
Patiënten op IZ
De patiënten die op IZ gehospitaliseerd worden, hebben uiteenlopende pathologieën. Patiënten kunnen worden opgenomen via spoedopname, via operatiezaal of gewoon van op de kamer of een andere campus van AZ Groeninge. Via spoedopname ontvangen we meestal traumapatiënten die niet onmiddellijk chirurgie nodig hebben of patiënten met een interne pathologie die hemodynamisch instabiel zijn, nauwgezet moeten gemonitord worden of waarbij beademing noodzakelijk is. In principe worden deze patiënten (zo mogelijk) eerst gestabiliseerd op de dienst spoedopname en hebben ze bepaalde onderzoeken al achter de rug bv. RX-opnames.Sommige patiënten worden vanuit de operatiezaal gepland naar IZ gebracht. Het betreft hier patiënten die een zware ingreep hebben ondergaan en nauwlettend moeten gevolgd worden, patiënten die peroperatoir instabiel zijn geweest of patiënten die na de ingreep nog verder beademd worden. Patiënten die intern moeten worden overgebracht naar IZ, komen vaak hier terecht voor intubatie en beademing of na een interne MUG-oproep voor bijvoorbeeld een reanimatie.
2. Een dag op de afdeling IZ Vroegdienst: 06u15 – 14u45 06u15 – 06u45
Overdracht nachtdienst naar vroegdienst
06u45 – 08u00
Eerste controle van patiënt. Toedienen van medicatie. Afwerking en controle van apotheekbladen van de voorbije 24 uren.
08u00 - 08u30 08u30 – 10u
Start van de ochtendverzorging Korte briefing van vroegdiensten naar hoofdverpleegkundige Ochtendverzorging
8
10u 10u – 11u00
Controle van parameters en eventueel medicatietoediening Verderzetten van ochtendverzorging. Opbergen van levering van apotheek.
11u-11u30
Opruimen van de dienst en verzorgingskarren indien logistieke assistent niet op de dienst aanwezig is Bezoek
11u30-13u
Controle van parameters. Toediening van medicatie. Ledigen van urinezakken bij gesondeerde patiënten.
Vanaf nu wordt er afgewisseld tussen de collega’s om lunchpauze te nemen Avonddienst: 13u00 – 21u15 13u00 13u45
Bureauverantwoordelijke geeft algemene overdracht in de keuken. Overdracht van vroegdienst en dagdienst naar avonddienst per patiënt Controle van parameters. Dit gebeurt vanaf nu door de avonddiensten. Dagdiensten verzorgen hun patiënten verder tot 16u30.
15u-15u30 15u30
Eventueel wisselhouding geven aan patiënten voor het bezoek Bezoek Start namiddagverzorging (mondtoilet, oogzalf,…) Eventuele wondzorg. Toedienen medicatie
17u30
Controle van de parameters van de patiënt Controle parameters en toediening medicatie. Wisselhouding geven Binnen deze tijd, wordt er door de avonddiensten een 15 minuten pauze genomen op de dienst zelf. Dit wordt gepland al naar gelang de verzorgingen 9
18u30-19u 19u30-20u30
Bezoek Laatste controle door de avonddiensten. Lediging van de urinezakken. Opruimen van de boxen
Nachtdienst: 20u45 – 06u45 20u45 – 21u15 21u15 – 06u15
6u15 – 06u45
Overdracht van avonddienst naar nachtdienst Eerste controle patiënten: klinisch en monitoring Verder toeren om de 2 uur of frequenter cfr. toestand patiënt(en) Voorraad van verpleegmateriaal aanvullen Bloedafname perifeer of arterieel Overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken.
10
3. Specifieke informatie 3.1
Algemene afspraken omtrent het toeren Controle van vitale en fysische parameters Volgende parameters worden altijd om de 2 uur genoteerd Bloeddruk Pols Interpretatie ritme (sin, VKF, SVT, PM, …) Zuurstofsaturatie en zuurstoftoediening Respiratie CVD, ICP (zo mogelijk) Urinedebiet (zo geen diurese, plaats je een /) Temperatuur Bij start van elke shift + vermelden (AX, rect, fem, …) GCS E 4 – M 6 – V 5 of patiënt slaapt Controle en toedienen van medicatie en infusen Infusen Vermelden van infuussnelheid (ml/uur) bij elke ronde Packed cells of andere bloedderivaten noteren: OK vermelden Medicatie via zijinfuus wordt uitgedrukt in µ/kg/min, ml/uur Medicatie + posologie correct noteren vb. Emconcor mitis 5 mg co 1 x 1 /dag PO probeer de medicatie te groeperen cfr. de toedieningswijze Controle bloedafnames Dagprofiel Ph controle Standaard uren: 04u00, 14u00, 20u00 of volgens noodzaak Cave: bloedgassen afnemen voor aerosol (vertekend beeld) Controle van alle bedsite toestellen (monitoring, pompen, …) Controle van verbanden: allerlei katheters, aanprikplaats PCI’s, … Contactname met patiënten Observatie en schriftelijke rapportage na elke shift
11
3.2
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling ABGW ABP AH AHT ALO AMI AV AV-block AVVZ BD / RR BIPAP BMS CABG CIPAP COPD/CARA CPR CVD DES DM DNR EKG EFO EPAP ETT FiO2 FFP GCS IPAP LBTB
Arteriële bloedgassen Arterial blood pressure (= arteriële bloeddruk) Ademhaling Arteriële hypertensie Acuut longoedeem Acuur myocardinfarct armvene Atrium-ventriculair block Arm aan verzadigde vetzuren Bloeddruk Bilevel positieve airway pressure Bare metal stent Coronary artery bypass grafting (= coronaire overbruggingen) Continuous positive airway pressure Chronic obstructieve pulmonary disease Chronische aspecifieke respiratoire aandoening Cardiopulmonaire reanimatie Centraal veneuze druk Drug eluting stent Diabetes mellitus Do not reanimatie (NTR= niet te reanimeren) Elektrocadiogram Elektrofysiologisch onderzoek Expiratoire positieve luchtwegdruk Endotracheale tube zuurstoffractie Fresh frozen plasma Glascow coma schaal Inspiratoire positieve luchtwegdruk Linker bundeltakblok
12
NB NRM NIBD OSAS PC PM PCI PTCA RBTB RSP (non) STEMI SVES TOE T° / temp VES VF VKF VT ZA
Neusbril Non-rebreathing masker Niet-invasieve bloeddruk Obstructief slap apnoe syndrroom Pressure Control Pacemaker Percutane coronaire interventie Percutane transluminale coronaire angioplastie Rechter bundeltakblok Restrosternale pijn (non) ST-elevatie myocardinfarct Supraventriculaire extrasystolen Transoesophagale echografie Temperatuur Ventrikulaire extrasystole Ventrikelfibrillatie Voorkamerfibrillatie ventrikeltachycardie zoutarm
13
4. Procedures Hieronder vind je een opsomming van de meest voorkomende relevante items van toepassing op onze afdeling. Voor de volledige inhoud van de procedures hieromtrent verwijzen we naar intranet – procedureboek en/of de diverse mappen op de afdeling. 4.1
De meest voorkomende onderzoeken
4.2
RX – thorax RX – diversen CT – schedel en hersenen CT – thorax CT – diversen ECG Echocardiografie EEG Bronchoscopie Gastroscopie … De meest voorkomende ingrepen
4.3
Plaatsen thoraxdrain Plaatsen tracheotomie ….
De meest voorkomende materialen
Centrale monitoring HP + printer op bureel Bedsite monitoring + modules ECG NIBD ABP CVD O2 saturatie Temperatuur PAP CO Infuus- en spuitpompen Perfusor Braun FM (PCA/spuitpomp) Infusomat Braun Alaris Spuitpomp 14
4.4
Alaris infuuspomp Defibrillator Echo(cardio)toestel ECG toestel Uitwendige PM 3 PC’ s in bureel + printer Buizenpost Manometers O2 Perslucht Vacuum Cuff Voedingspomp Flocare infinity Anti-decubitusmatrassen 11 beademingstoestellen Bloedgasanalysetoestel Transportmonitor Transportventilator Gomco aspiratietoestel Bronchoscoop
De meest voorkomende technieken
Arteriële katheter Voorbereiding van het materiaal Assistentie bij het plaatsen Bloedafname via arteriole catheter Ijken transducer Bepalen arteriole bloedgassen / glycemie / complet Centraal veneuse katheter Voorbereiding van het material Assistentie bij het plaatsen CVD – meting (continu of intermittent) Veneuze bloedafname Swan ganz catheter Voorbereiding van het material 15
Assistentie bij het plaatsen Ijken transducer Continu AP meting Continu CO meting Intermittent CO meting Wedge meten Afname gemengd veneuze bloedgassen
CPR Plaatsen mayocanule Hartmassage Beademen met beademingsballon Defibrilleren Hulp bij intubatie
Beademing: Beademingstoestel klaarzetten Aflezen beademingstoestel Aspiratie via ETT en mond Steriele instillatie via ETT Mondtoilet Afname sputumcultuur via ETT Binnencanule reinigen Cuffmanometrie ETT verplaatsen van mondhoek Verversen beademingsslangen Reinigen en desinfecteren beademingstoestel
Assistentie bij Plaatsen externe PM Synchrone defibrillatie (= cardioversie) Plaatsen thoraxdrain Bronchoscopie Pleurapunctie Lumbaal punctie Intubatie Gastroscopie
IABP Observatie en opvolgen specifieke parameters
16
5. Patiëntenvoorlichting De afdeling IZ vindt het belangrijk dat patiënten en familie goed zijn ingelicht. Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de mondelinge uitleg van de arts of verpleegkundige.
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
6. Communicatie
6.1
Afdelingsgerelateerde afdelingen Spoedopname Medische beeldvorming CT scan Laboratorium Operatiezaal
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
Noodnummers Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
6112 4000 4070 4200 5150
Informatica (IT) Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’ s en een laptop voor de hoofdverpleegkundige. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: EPD (= elektronisch patiëntendossier)
17
6.2
Intranet Elektronische opnamegegevens patiënten CSM
Buizenpost De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen kunnen gespaard worden. Dit kan zijn: labostalen, onderzoeksaanvragen, voorschriften apotheek, … De lijst met nummers bevindt zich vooraan de buizenpost. Enkele aandachtspunten hierbij: Hulzen goed sluiten voor het verzenden Maximum 1 kg per huls Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming Alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje) Nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar (ontvanger niet altijd gekend)
6.3
Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Opnamemap patiënten Agenda Verslagen dienstnota’ s Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen Boek verlofaanvragen Verschillende proceduremappen Lijst met contactgegevens personeel Patiëntenoverdracht Bij aanvang van iedere shift Bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier volgt de patiënt Bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad Bij ontslag naar huis: ontslagformulier Intranet: ziekenhuisbreed 18
7. Personeelsinformatie 7.1
Dienstrooster Op onze afdeling werken we met een 16-wekensysteem (= roulement) dat telkenmale terugkomt. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het gezond roosteren. Voor de verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand.
7.2
Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opnomen in de PEP-registratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Overuren dienen verantwoord te zijn ! Wees eerlijk en collegiaal. 7.3
Verlof Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in het wensenboek en dit tegen de 10e dag van de maand voor de maand erop. Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd.
19
In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkudnige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen. 7.4
Ruilen van shift of verlofdagen Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de wijziging te noteren op het uurrooster en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de hoogte gebracht. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega). Indien er ‘gezondigd’ wordt tegen het gezond roosteren moet een daartoe opgemaakt document ingevuld en ondertekend worden.
7.5
Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: bureauverantwoordelijke) verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige. Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
20
7.6
Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. Wie houder is van een bijzondere beroepstitel intensieve zorgen & spoedgevallenzorg dient 15 uur per kalenderjaar te volgen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden.De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Alle aanvragen voor interne en externe bijscholingen verlopen via de groeipool. Je kan er ook terecht voor inlichtingen omtrent de diverse opleidingen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Hij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt.
7.7
Functioneringsgesprek Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het functioneringsgesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder makkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd. 21
8. Aandachtspunten 8.1
Beademende patiënten De verzorging aan beademde patiënten vraagt een specifieke aandacht en kennis. Enerzijds wat betreft het gebruik van de beademingstoestellen maar ook wat betreft de dagelijkse totaalzorg. Hierbij wordt aandacht besteed aan de detailzorgen zoals het mondtoilet, oog- en neustoilet, wisselhouding, kiné, … Heel belangrijk is ook aandacht te besteden aan de communicatie met de beademde patiënt.
8.2
Opvang van patiënt en familie Een opname op de afdeling IZ gaat gepaard met emoties en gevoelens: angst, onzekerheid, onrust, verdriet, opstandigheid, kwaad zijn, … Verpleegkundigen op onze afdeling dienen veel aandacht te besteden aan dit aspect van de zorgverlening en moeten op een professionele manier kunnen omgang met deze gevoelens. Hiervoor kunnen we beroep doen op de ondersteuning van een multidisciplinair team zoals psychologen, sociaal verpleegkundigen, dienst zingeving en spiritualiteit, … Natuurlijk is het heel belangrijk dat we in moeilijke situaties ook kunnen terugvallen op de steun van je collega’ s.
8.3
Enkele nuttige weetjes Nortonscore In vorig puntje werd het noteren van deze score aangehaald. Waarom gebruiken we nu deze score? Deze score biedt ons een leidraad om te zien op welke soort alternatingmatras de patiënt recht heeft. Dit moet op een apart papier verantwoord worden.
Urine- en sputumstalen Elke maandag-, woensdag- en vrijdagmorgen worden door de nachtdienst een urineen sputumstaal afgenomen voor kultuur. Bij opname van een patiënt wordt dit echter onmiddellijk gedaan.
22
Glycemiecontrole op IZ Op IZ streven we ernaar de glycaemiewaarden van de patiënten zoveel mogelijk binnen de normaalwaarden (90 – 130 mg/dl) te houden, daar dit zorgt voor een betere outcome van de patiënten. Veel patiënten staan dan ook onder een actrapdiddrip(50 E Actrapid Regular in 50 ml Fysiologisch). Het spreekt voor zich dat een frequente controle (maximum 4 uur tussen twee controles) van de glycaemie dus van groot belang is bij patiënten met dergelijke drip.
Perfusieleidingen Perfusietroussen en kranenbalken worden om de 96 uur vervangen. Dit wordt vermeld op het dossier met de term NT+KB (nieuwe trousse en kranenbalk). Perfusietroussen waarlangs vetoplossingen lopen bv. Parenterale voeding worden om de 24 uur vervangen. Aandachtspuntjes bij het begin van iedere shift Een aantal zaken worden bij het begin van elke shift in het verpleegdossier genoteerd en worden ook genoteerd telkens er iets aan verandert namelijk: o o
o o
hartritme ( sinusaal – VKF – veel extrasystolen- …) eventueel de beademingsmodaliteit of het zuurstofdebiet, beademingsdrukken beademingsvolumes en de wijze van zuurstoftoediening inloopsnelheden van volumetrische pompen, spuitpompen, voedingspompen de neurologische parameters (GCS, beweeglijkheid en pupilcontrole)
Enkele aandachtspuntjes bij het geven van overdracht De overdracht wordt gegeven aan de volledige groep die moet beginnen. Dit zorgt ervoor dat iedereen toch min of meer weet wat er met alle patiënten is gebeurd maar
23
anderzijds wil dit ook zeggen dat de overdracht een tijdrovende bezigheid kan worden. Daarom graag enkele aandachtspuntjes : o o
o o o
8.4
Korte omschrijving van de patiënt (naam, box, behandelend geneesheer, pathologie) Eventueel de anamnese indien de andere verpleegkundigen de patiënt nog niet kennen. Specifieke aandachtspunten vermelden bv. Draaien in blok, halskraag aanlaten, … Je eigen observaties van de afgelopen shift. GEEN therapie overlopen. Alles staat genoteerd dus is het totaal overbodig nog eens alles af te lezen ! Wel eventuele grote therapieaanpassingen.
Correct invullen van het patiëntendossier Het belangrijkste instrument van de verpleegkundige is het verpleegdossier. Op een afdeling intensieve zorg is dit niet anders. Er zijn wel enkele verschillen tussen een standaard verpleegdossier op een gewone afdeling en een verpleegdossier op een gespecialiseerde dienst zoals bv. intensieve zorg. Het grootste verschil is dat er op intensieve zorg gewerkt wordt met een dossier per dag, in tegenstelling tot een standaarddossier waar meerdere dagen op hetzelfde papier staan. Dit is nodig, enerzijds omdat veel frequenter observaties en parameters worden genoteerd en anderzijds omdat de therapie op korte tijd heel sterk kan veranderen. Doordat we één blad per dag hebben, blijven we steeds een duidelijk overzicht behouden over de therapie en de parameters van de patiënt.
Elke fiche bestaat uit verschillende delen:
8.4.1 De Buitenzijde Identificatie en nuttige gegevens omtrent de patiënt Helemaal bovenaan vinden we een aantal essentiële gegevens over de patiënt zoals: -
Bed waar de patiënt ligt Identificatieklever met naam en voornaam van de patiënt Behandelend geneesheer De datum Gewicht van patiënt De hoeveelste dag op IZ Telefoonnummers van de familie 24
-
Plaats voor opmerkingen (ziekenzalving, diabetes, MRSA, DNR-code, draaien in blok, halskraag aanlaten, allergieën)
Van groot belang bij het benaderen van een intensieve patiënt is het correct berekenen van een vochtballans. Daarvoor wordt het totaal volume aan toegediende medicatie vergeleken met het totale vochtverlies bij een patiënt.
Vochtballans (vocht in): Therapie Het grootste deel van de voorkant bestaat uit het medicatieschema van de patiënt. We proberen steeds in min of meer dezelfde volgorde de medicatie te noteren namelijk: -
-
-
IV Vochten eerst de hoofdinfusen en daaronder de drips (dit zijn geneesmiddelen die continu via spuitpompen worden gegeven bv. sedatie, vasopressoren, …). Op het uur van starten of overschakelen wordt een paraaf gezet. Antibioticatherapie. Belangrijk is dat in de linkermarge in het groen genoteerd wordt de hoeveelste dag de patiënt bepaalde antibiotica krijgt. Bv. D3 Augmentin 1G in 50 ml Fysiologisch om de 6 uur IV Aerosoltherapie PCEA-pompen / PCIA-pompen Specifieke orders bv. Bij pijn, braken: Voltaren 75 mg 1 amp IM max. om de 12 uur Helemaal onderaan het lijstje staat ten slotte alle medicatie die intermittent wordt toegediend via eender welke weg (IV, SC, PO, IM, via maagsonde)
Alles wat enteraal wordt toegediend van voeding of vocht wordt genoteerd tussen de twee donkergrijze lijnen. Dit kan sondevoeding zijn maar ook gewone voeding of vocht indien de patiënt mag eten en/of drinken. Bij het zelf eten en drinken proberen we zo nauwkeurig mogelijk wat en hoeveel te vermelden bv. 1 glas water. De glycemiewaarden worden eveneens onder de enterale toedieningshoeveelheden genoteerd aangezien deze nauw met elkaar in verband te brengen zijn. Vochtballans (vocht uit): Vochtverlies Uit de tabel onder het therapieschema blijkt dat een patiënt op vele verschillende manieren vocht kan verliezen. De belangrijkste componenten hierbij zijn de diurese en/of dialyse, 25
verlies van: maagvocht, wondvocht via drains, pleuravocht via thoraxdrain, wondvocht via VAC-systeem en liquor via een ventrikeldrain. Vanzelfsprekend verliest de patiënt door transpiratie en respiratie eveneens een hoeveelheid lichaamsvochten. Deze worden wel niet direct in de vochtballans verrekend. Grafische en numerieke weergave van parameters Het resterende deel op de voorzijde van het verpleegkundig dossier bestaat deels uit een raster waarop we grafisch diverse parameteres weergeven. Hierbij zijn enkele afspraken: -
Pols / hartfrequentie (P) Bloeddruk (RR) Centraal veneuze druk (CVD) Temperatuur (T)
Zwarte kruisjes te verbinden door stippellijn blauwe vinkjes te verbinden door volle lijn groene cirkel te verbinden door stippellijn rode driehoek te verbinden door volle lijn
Onder de curve is er ruimte voorzien om andere parameters te noteren: -
Respiratiefrequentie Saturatiewaarde Intracraniële druk (ICP) Cerebrale perfusiedruk (CPP) Cardiac output (CO) Arteria Pulmonalis druk (PAP) Wiggedruk (wedge – PCWP) Abdominale druk Abdominale perfusiedruk Neurlogische parameters (Pupil reactie, GCS, beweging van ledematen,…) Hartritme
Dit alles overeenkomstig het uur waarop de parameters gecontroleerd werden. Ook de i dentificatie en referentieklevers van diverse bloedderivaten worden op de voorzijde van het verpleegkundig dossier gekleefd. Standaard worden patiënten bij ons om de twee uur geparametreerd. Het spreekt uiteraard voor zich dat, indien nodig, deze controles worden opgedreven bv. bij patiënten met een schedeltrauma die mogelijks overdruk kunnen creëren intracranieel.
26
8.4.2 Binnenzijde Verpleegkundige zorgen plannen Alle uit te voeren verpleegkundige zorgen dienen zoveel mogelijk vooraf gepland te worden. Dit gebeurt door het markeren van deze acties zoals bloedafnames, staalnames, verpleegkundige zorgen,… Ook radiologische onderzoeken, consultaties worden hier gepland. Vanzelfsprekend dienen we de nodige flexibiliteit te hebben om deze zorgen, onderzoeken,… indien nodig, op h1eel korte termijn uit te voeren. Ook de wondverzorging dient eveneens zoveel mogelijk vooraf opgesteld te worden. Om de evolutie van de wonde, huiddefecten goed te kunnen opvolgen dient de wondzorgkaart correct en zo uitgebreid mogelijk ingevuld te worden Verpleegkundig verslag Zorg in de eerste plaats voor netheid en duidelijkheid op het dossier zodat het voor iedereen leesbaar blijft, houdt daarom het verslag beknopt (hemodynamisch, neurologisch, renaal, respiratoir) en hou rekening met onderstaande puntjes: hoofd- van bijzaken gescheiden houden geen parameters, deze zijn steeds af te lezen op de achterzijde specifieke waarnemingen van tijdens de verzorgingen noteren eventuele opmerkingen van familie specifieke waarnemingen bij wondzorg, aspiratie, neurologische toestand van patiënt wordt na iedere shift geschreven Toegangspoorten Alle mogelijke toegangspoorten tot een patiënt staan opgesomd onderaan het dossier. Datum van plaatsing en eventuele verwijderinng van katheters, sondes en drainagesystemen moeten hier terug te vinden zijn.
27
Parameters omtrent beademing Bij de aanvang van elke shift worden de diverse beademingsinstellingen gecontroleerd en genoteerd. Op deze wijze kunnen veranderingen op vlak van beademing, gekoppeld worden aan al of niet betere bloedgaswaarden. Niet enkel de ingestelde waarden maar ook diverse door het beademingstoestel gemeten waarden (peakdruk, spontane frequentie, spontaan tidal volume) worden hier genoteerd 8.5
8.6
8.7
Dagelijkse controle van de apotheek -
controle of de meegegeven medicatie klopt met de apotheeklijst
-
controle verdoving (bij een correcte maximale stock wordt een vol blad naar de apotheek gestuurd)
-
controle temperatuur (iedere maand nieuw formulier starten + opsturen naar apotheek formulier vorige maand)
-
Controle van de aanrekening door de vroegdienst bij afsluit vorige fiche
Identificatie van de patiënt -
De patiënt draagt steeds een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal van spoed of de receptie een nieuw bandje aangevraagd worden.
-
het bed wordt tevens geïdentificeerd: een identificatieband thv de bedsponde voeteinde
Opmaak vochtbalans De continue infusen worden op basis van het clearen van de pompen in de vochtbalans verrekend. De infusies van vb. augmentin, keppra, … worden vermeld in de vochtbalans en na toediening verrekend. Dit geldt ook voor packed cells, FFP, … . Het vocht PO:
flesje water (200 ml) opschrijven bij wegdoen lege fles 1 beker soep = 190 ml , 1 tas koffie = 120 ml (vergeet dus niet rekening te houden met de koffie, soep,…)
28
9. Persoonlijke notities
29
10.
Studenten
De dienst Intensieve Zorg is een dienst waar een groot aantal technieken door studenten kunnen worden ingeoefend. Het is wel belangrijk dat jullie als student zelf interesse tonen en initiatief nemen. Wanneer je hoort over een bepaald onderzoek of een bepaalde handeling die moet gebeuren, aarzel dan niet om te vragen of je het zelf mag doen of bijwonen. Technieken die op onze dienst kunnen ingeoefend worden: Arteriële bloedafname en pH-bepaling Capillaire bloedafname Veneuze bloedafname Plaatsen perifeer infuus Voorbereiding, helpen bij plaatsing en observatie van arteriële katheter Voorbereiding, helpen bij plaatsing en observatie van centrale katheter Voorbereiding, helpen bij plaatsing en observatie van Swan-Ganz katheter Voorbereiding, helpen bij plaatsing en observatie van thoraxdrain Voorbereiding, helpen bij plaatsing en observatie van tracheacanule Plaatsen van verblijfssonde Plaatsen van maagsonde Aspiratie van patiënten Wondzorg Staalname voor kultuur (bloed, urine, sputum, wondvocht, kathetertip, …) Verzorging van tracheacanules Afname van ECG Assistentie bij bronchoscopie Assistentie bij TEE Assistenie bij intubatie Heel veel succes en hopelijk wordt dit een boeiende stage!
30
Doelstellingen Studenten Graduaatopleiding (4degraad) WEEK 1 Parameters correct aflezen en invullen op verpleegfiche Medicatie correct optrekken, labelen en indicatie kennen Arteriële bloedgas nemen en glycemie bepalen Dagindeling en werking van de dienst kennen (wanneer toeren/mondtoilet/wisselhouding, …) Aspiratie (open-gesloten) en aandachtspunten Vervangen spuitpompen en infuussnelheden Mondzorg, aanbrengen oogzalf Patiënten juiste houding geven WEEK 2 Basiswondzorg+ katheterzorg GCS kunnen bepalen Drukzakken maken EKG kunnen afnemen BGW vgl met normaalwaarden Kennis EKG: soorten ritmes herkennen Schriftelijke rapportage en mondelinge rapportage inoefenen Verzorging patiënt onder begeleiding Kennis over verschillende ontsmettingsstof en verbanden Tussentijdse evaluatie zelf voorleggen WEEK 3
Meest voorkomende medicatie op iz: groep en indicatie kennen Tube kunnen veranderen van mondhoek Beademing: soorten en parameters begrijpen (algemeen) Kunnen werken met: Thoraxdrains-ICP-Tracheacanules Verzorging van beademde patiënt onder begeleiding Complexe wondzorg
31
Doelstellingen Studenten BACHELOR WEEK 1 Parameters correct aflezen en invullen op verpleegfiche GCS kunnen bepalen Medicatie correct optrekken, labelen en indicatie kennen Arteriële bloedgas nemen en glycemie bepalen Dagindeling en werking van de dienst kennen (wanneer toeren/mondtoilet/wisselhouding, …) Aspiratie (open-gesloten) en aandachtspunten Vervangen spuitpompen en infuussnelheden Mondzorg, aanbrengen oogzalf Patiënten juiste houding geven WEEK 2 Basiswondzorg+ katheterzorg Drukzakken maken EKG kunnen afnemen BGW vgl met normaalwaarden Kennis EKG: soorten ritmes herkennen Schriftelijke rapportage en mondelinge rapportage inoefenen Verzorging patiënt onder begeleiding Kennis over verschillende ontsmettingsstoffen en verbanden Tussentijdse evaluatie zelf voorleggen WEEK 3 Meest voorkomende medicatie op iz: groep en indicatie kennen Tube kunnen veranderen van mondhoek Beademing: soorten en parameters begrijpen (algemeen) Kunnen werken met: Thoraxdrains-ICP-Tracheacanules Complexe Verzorging van beademde patiënt onder begeleiding wondzorg Soorten drukmeting op iz: art-cvd-sg-icp kunnen uitleggen BGW kunnen linken aan pathologie WEEK 4 Volledige verzorging van een beademde patiënt mits supervisie
32
Doelstellingen Studenten Banaba Spoed en Intensieve WEEK 1 en 2 Parameters correct aflezen en invullen op verpleegfiche Medicatie correct optrekken, labelen en indicatie kennen Arteriële bloedgas nemen en glycemie bepalen Dagindeling en werking van de dienst kennen (wanneer toeren/mondtoilet/wisselhouding, …) Aspiratie (open-gesloten) en aandachtspunten Vervangen spuitpompen en infuussnelheden Mondzorg, aanbrengen oogzalf Patiënten juiste houding geven Basiswondzorg+ katheterzorg BGW vgl met normaalwaarden Schriftelijke rapportage en mondelinge rapportage inoefenen Kennis EKG: soorten ritmes herkennen EKG kunnen afnemen Drukzakken maken WEEK 3 en 4 Meest voorkomende medicatie op iz: groep en indicatie kennen Tube kunnen veranderen van mondhoek Beademing: soorten en parameters begrijpen en linken aan pathologie Alle soorten drukmetingen kennen op een iz Kunnen werken met: Thoraxdrains-ICP-tracheacanules-Swan-ganz-Vac-… Onderzoeken meevolgen (bronchoscopie-TOE-…) Verzorging van patient onder supervisie WEEK 5 Volledig zelfstandige verzorging van een beademde patiënt Postoperatieve patiënt kunnen helpen installeren
33
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen , zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen. Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’ s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
34