.•••» ^
gemeente Roermond
1^ GEMEENTE ROERMOND
Commissienotitie (voor l<ennisgeving) Datum: 19 september 2011 Steller: Afdeling: tel. no.:
Portefeuille:
BS
E. van Summeren Welzijn 388 307
Nederlandse taal ondenwijs voor volwassenen
Aan de commissie Burgers en Samenleving 1
SAIWENVATTING
Ter kennisgeving wordt aan uw commissie de notitie 'Nededandse taal voor volwassenen' aangeboden. Hiermee kan motie 10M25 (M17) als afgedaan worden beschouwd.
2
TOELICHTING
In augustus 2010 hebben wij verzocht om het maken van een inventarisatie van het aanbod op het gebied van Nederlandse Taal in de gemeente Roermond. Gelijktijdig met het uitvoeren van de inventansatie NT2 hebben er zich bovendien ook landelijk een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, te weten: 1.
er is een nieuw kabinet met een eigen regeer- en gedoogakkoord. Integratie & inburgering staan daar geprononceerd in vermeld. Essentie is een terugnemende investering en een toenemende venwachting van zelfwerkzaamheid en eigen financiële investering van migranten en nieuwe Nederlanders.
2.
het demissionaire kabinet Balkenende IV heeft een begroting tot 2013 ingediend, die grote gevolgen heeft voor het beschikbare budget voor inburgering. Het budget voor de inburgering wordt gedurende de komende jaren afgebouwd; volgend jaar met 100 miljoen euro, in 2012 met 175 miljoen en 2013 met 235 miljoen euro. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen euro op inburgering bezuinigd, dit betekent dat er in 2014 geen Rijksmiddelen meer beschikbaar zijn voor inburgering.
3.
naast bezuinigingen op het gebied van inburgering (Wet inburgering, Wi) zijn ook bezuinigingen aangekondigd op het gebied van de Wet Educatie Beroepsondenwijs (WEB) en de Wet Werk en Bijstand (WWB).
Pagina 2
Bovenstaande maal
Pagina 3
Hoe gaan we dat doen? In voorliggende notitie wordt een richting beschreven die taalondenwijs inzet vanuit een visie. Een visie waarbij ervoor wordt gekozen om de inzet van taal altijd te combineren met een participatiedoel. Hierbij worden ook eisen gesteld aan de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van Roermond. Enkel wanneer er een participatieprobleem is, en de taal hierbij een belemmering vormt, zal taalondenwijs gecombineerd worden ingezet. Wat doen we niet meer? Bovenstaande betekent dat de gemeente Roermond vanaf 1 januan 2012 geen inburgenngstrajecten meer aanbiedt voor vrijwillige inburgeraars. Het betekent ook dat de gemeente geen Staatsexamen meer aanbiedt voor niet-Nederlanders die een hoger taalniveau willen verwerven. De kosten daarvan zullen volledig door de burger betaald moeten worden. Gezien het feit dat het beschikbare budget al nagenoeg volledig wordt ingezet voor alfabetisering en het feit dat de verplichte besteding van dit budget bij het ROG de komende jaren wordt gehandhaafd zijn er geen middelen beschikbaar om verdere uitvoenng aan de motie M l 8 te geven dan in voordurend overleg met het ROG de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk te benutten. Waarover bestaat nog onduidelijl
Pagina 4
Kortlieidshalve wordt verder venwezen naar bijgevoegde notitie 'Nededandse taalondenwijs voor volwassenen'.
3
BESLISSING B&W:
Het college van B&W heeft besloten akkoord te gaan met de notitie Nederlandse taalonderwijs voor volwassenen en deze voor kennisgeving door te leiden naar de commissie Burgers en Samenleving.
Burgemeester en wethouders van Roermond, De wnd. secretads. De burgemeester, U.H. Weyergraf
H.M.J.M. van Beers
Ter inzage: notitie Nededandse taal voor volwassenen.
••• ^
gemeente Roermond
Nederlandse taalonderwijs voor volwassenen
september 2011
INHOUD SAMENVATTING
3
1. INLEIDING
8
1.1.
Landelijke kaders
1.1.1. 1.1.2. 1.2.
8
Landelijke visie op integratie "Integratie, binding en burgerschap"
8
Stelselwijziging inburgenng
8
Lokale kaders
9
1.2.1.
Coalitieakkoord 2010-2014 'Slagvaardig en Spaarzaam'
9
1.2.2.
Visie van de raad
9
1.2.3. 1.3.
Moties & Amendementen Conclusie
9 10
2.
HUIDIGE SITUATIE
11
3.
VISIE
12
3.1.
Participatieladder
12
3.2.
Conclusie
13
4.
W A T B E T E K E N T DIT C O N C R E E T ? 4.1.
Component volwasseneneducatie
14 14
4.1.1. Wet Educatie Beroepsonderwijs
14
4.1.2. Beschikbaar budget
14
4.1.3. Inzet middelen
14
4.2.
Inburgenngscomponent
4.2.1.
Wet inburgenng
15 15
4.2.2.
Beschikbaar budget
15
4.2.3.
Inzet middelen
15
4.3.
Re-integratiecomponent
16
4.3.1. Wet werk en bijstand
16
4.3.2. Beschikbaar budget
16
4.3.3. Inzet van middelen
16
( BIJLAGE 1
INVENTARISATIE A A N B O D
17
2
SAMENVATTING Aanleiding In uw vergadering van 17 augustus 2010 heeft uw college besloten in te stemmen met het opstellen van de notitie 'Heroriëntatie Nededandse Taal 2 (NT2) voorzieningen'. In de daaropvolgende periode is een inventarisatie gemaakt van het aanbod op het gebied van Nededandse Taal in de gemeente Roermond. Gelijktijdig met het uitvoeren van de inventarisatie NT2 hebben er zich bovendien landelijk een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, te weten; 1.
Minister Donner heeft op 18 juni een landelijke visie op integratie aangeboden aan de Tweede Kamer. Met deze visie zet het kabinet een nieuwe koers in. Essentie is een terugnemende investering en een toenemende verwachting van zelfwerkzaamheid en eigen financiële investering van migranten en nieuwe Nederlanders.
2.
het demissionaire kabinet Balkenende IV heeft een begroting tot 2013 ingediend, die grote gevolgen heeft voor het beschikbare budget voor inburgering. Het budget voor de inburgering wordt gedurende de komende jaren afgebouwd waardoor er in 2014 geen Rijksmiddelen meer beschikbaar zijn voor inburgering.
3.
naast bezuinigingen op het gebied van inburgering (Wet inburgering, Wi) zijn ook bezuinigingen aangekondigd op het gebied van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet werk en bijstand (WWB).
Bovenstaande maakt het noodzakelijk om op lokaal niveau beleidskeuzes te maken voor Nederlandse taalondenwijs voor volwassenen voor de jaren 2012 en verder. Hierdoor kan 2012 gebruikt worden als een jaar waarin voorzieningen beproeft worden, waarna vanaf 2013 en verder, wanneer er meer duidelijkheid is over het nieuwe inburgeringstelsel, naar structurele oplossingen gezocht kan worden. Deze notitie is dan ook bedoeld om te overgang van huidig naar toekomstig beleid rondom taalonderwijs te bewerkstelligen, zodat de nu nog beschikbare middelen gericht en efficiënt kunnen worden ingezet. In haar vergadering van 11 november 2010 heeft de gemeenteraad motie M l 7 aangenomen. Deze motie draagt het college o.a. op om "te realiseren dat inburgeringscursussen, voor die burgers waarvoor een laagdrempelige voorziening nodig is, mogelijkerwijs ook in vertrouwde omgeving gegeven gaan worden (o.a. buurthuizen, moskeelokalen)". In haar vergadering van 11 november 2010 heeft de gemeenteraad eveneens motie M l 8 aangenomen. Deze motie draagt het college op om, samengevat: het initiatief te nemen om, eventueel met ondersteuning van werkgevers, bedrijven en maatschappelijke organisaties binnen de gemeente, te komen tot een gestructureerde aanpak van laaggeletterdheid. Het college moet daartoe een aanvalsplan laaggeletterdheid opstellen, met meerdere aanbieders meetbare afspraken maken, deze afspraken regelmatig evalueren en daarvoor een goede werving opzetten. Wat willen we bereiken? Zoals blijkt uit het coalitieakkoord en de vastgestelde kadernota integratie vindt de gemeente Roermond Nededandse taal en taalonderwijs belangrijk. Het niet spreken van de Nededandse taal kan een belemmering zijn voor het mee kunnen doen in de Roermondse samenleving. Taal biedt een mogelijkheid om mensen zelfredzaam te maken en sluit daarmee aan bij de Roermondse welzijnsvisie. Het niet spreken van de Nederlandse taal beïnvloedt de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en belemmert de communicatie met kinderen, buren, onderwijs, politie en hulpverienende instanties. Nu het Rijk grote bezuinigingen op het totale Participatiebudget en een stelselwijziging van de Wet inburgering heeft aangekondigd, is het noodzakelijk om op lokaal niveau beleidskeuzes te maken voor Nederlandse taalonderwijs voor volwassenen voor de jaren 2012 en
3
verder. Beleidskeuzes die de afzonderlijke wettelijk kaders loslaten en die vanuit de participatiegedachte taalonderwijs vormgeven. Hoewel de exacte invulling van het rijksbeleid nog niet duidelijk is, is de venwachting, dat een groot aandeel van de mensen (dat al langer in Nededand verblijft), zonder inburgedngsverplichting geen inburgeringscursus zal gaan volgen. Voor nieuwkomers die nog wel verplicht zullen worden, om op eigen kosten, een inburgeringstraject te volgen, bestaat de verwachting dat zij creatief op zoek zullen gaan naar mogelijkheden om die plicht te ontduiken, zoals de 'België-route'\ Als deze tendens inderdaad doorzet, zullen lokale overheden geconfronteerd worden met een toename van het aantal mensen (niet alleen de gezinsherenigers en -vormers uit landen als Turkije en Marokko, ook de arbeidsmigranten uit Midden en Oost Europa) dat de Nederlandse taal onvoldoende beheerst om goed te kunnen participeren. Wat gaan we doen? Het Nededandse taalonderwijs voor volwassenen wordt vanuit de participatiegedachte vorm gegeven, hierbij worden de afzonderlijke wettelijke kaders losgelaten. Het nog beschikbare budget in 2012 en 2013 voor inburgering wordt gebruikt om de lopende inburgeringscursussen te bekostigen en ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen de inburgering succesvol afronden. Zolang de huidige Wet inburgering van kracht is wordt daarnaast een inburgeringstraject, gericht op het behalen van het inburgeringsdiploma, ingezet voor de doelgroepen asielgerechtigden en geestelijk bedienaren. Daarnaast worden de beschikbare incidentele middelen voor inburgering ingezet om een laagdrempelig taalaanbod vorm te geven. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan motie M l 7. Vanuit volwassen educatie wordt 20% van de middelen voor educatie wordt besteed aan inkoop van alfabetisering van autochtonen en nog eens 2 0 % aan alfabetisering van allochtonen. De overige 60% van de beschikbare middelen voor educatie wordt besteed aan het in stand houden van een volwaardige vavo-voorziening (vavo= voortgezet algemeen volwassenen onderwijs). Voor mensen met een arbeidsplicht voor wie de taalbelemmering reguliere arbeid in de weg staat, kan taalonderwijs, gecombineerd met re-integratie bekostigd vanuit het re-integratiebudget. Hoe gaan we dat doen? In voodiggende notitie wordt een richting beschreven die taalonderwijs inzet vanuit een visie. Een visie waarbij ervoor wordt gekozen om de inzet van taal altijd te combineren met een participatiedoel. Hierbij worden ook eisen gesteld aan de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van Roermond. Enkel wanneer er een participatieprobleem is, en de taal hierbij een belemmering vormt, kan taalonderwijs gecombineerd worden ingezet. Afhankelijk van de doelgroep, zal het taalniveau alsmede de vorm en het benodigde taalniveau gekozen worden. Voor asielgerechtigden en geestelijk bedienaren geldt dat de gemeente in ieder geval tot en met 31 december 2012 de wettelijk taak heeft voor deze doelgroepen de inburgeringsplicht vast te stellen en hen een inburgeringstraject aan te bieden. Voor werkzoekende anderstaligen kan een taaivoorziening aangeboden worden die gericht is op werk. Voor burgers met een (toekomstige) zorgbehoefte wordt het taalaanbod gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Bij een taaivoorziening voor opvoeders staat het belang van de kinderen voorop en wordt het taalaanbod gecombineerd met (participatie)aspecten die belangrijk zijn voor de opvoedingstaak. Hiermee wordt ingezet op een laagdrempelig taalaanbod,
' De België-route of Duitsland-route is een legale nnethode om de Nederlandse regels op het gebied van gezinshereniging te omzeilen door enige tijd alleen of samen met de echtgenoot of echtgenote in België te wonen. Een minder bel<ende en nieuwere naam voor België-route is EU-route omdat de België-route zich niet beperkt tot alleen België maar de hele EU. Omdat de tegenwerking en bureaucratie in België steeds groter wordt, is de Duitsland-route in opmars, waar de procedures en formaliteiten momenteel veel minder zijn. Bij de België-route wordt er gebruikgemaakt van het Europees recht. Het Europese recht is soepeier op het gebied van gezinshereniging dan de Nederlandse wetgeving op dit gebied.
4
bijvoorbeeld in de vorm van conversatielessen in de wijk en/of taalcoaches, dat ten allen tijde gencht is op participatie van burgers. Hiermee wordt uitvoenng gegeven aan motie M17. Wat doen we niet meer? Bovenstaande betekent dat de gemeente Roermond vanaf 1 januan 2012 geen inburgeringstrajecten (gericht op het behalen van het inburgeringsdiploma) meer aanbiedt voor vrijwillige inburgeraars. Het betekent ook dat de gemeente geen Staatsexamen meer aanbiedt voor niet-Nededanders die een hoger taalniveau willen venwerven. De kosten daarvan zullen volledig door de burger betaald moeten worden. Waarover bestaat nog
onduidelijkheid?
Inburgering: Er bestaat nog onduidelijkheid over de exacte inhoud van de nieuwe Wet inburgering. Duidelijk is wel het uitgangspunt van het Kabinet waarbij migranten en asielzoekers zelf zorgdragen voor hun inburgering in Nederland. Voor degenen die hiervoor over onvoldoende middelen beschikken, komt het Kabinet met een sociaal leenstelsel dat inhoudt dat de lening voor de inburgeringscursus wordt terugbetaald. Planning is dat de nieuwe Wet inburgering per 1 januari 2013 in werking treedt. Educatie voor
volwassenen
Met betrekking tot de Wet educatie en beroepsondenwijs is de minister voornemens per 1 augustus 2014 uit het gemeentelijk educatiebudget te verminderen met 50%. Dit betreft 50% van het voor 2011 toegekende budget. De minister heeft verder aangegeven dat de gemeenten het resterende budget voor volwasseneducatie alleen mogen inzetten voor inkoop van taallessen waarbij de verplichte inkoop bij het R O C gedurende deze kabinetsperiode gehandhaafd blijft. In september 2011 komt de minster met een nieuw actieplan bestrijding laaggeletterdheid waarbij de gemeenten een leidende rol krijgen. Hoe dit wordt vorm gegeven is nog niet duidelijk. Re-integratie Het kabinet is daarnaast voornemens om per 1 januari 2013 een nieuwe regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt in te voeren. De W S W , W W B , Wij en Wajong zullen in één regeling worden ondergebracht. Met de regeling zal van uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie voor de uitkering verwacht worden. Centraal in de regeling staat dat iedereen die kan werken werkt. Personen die geen volledig loon kunnen verdienen worden deels aangevuld met loondispensatie. Onduidelijk is nog of er binnen de nieuwe Wet werken naar vermogen nog mogelijkheden zijn om reintegratietrajecten gecombineerd met taalondenwijs, in te zetten. Wat zijn financiële
consequenties?
Inburgering: Landelijk wordt het budget voor de inburgering afgebouwd; in 2011 met 100 miljoen euro, in 2012 met 175 miljoen en 2013 met 235 miljoen euro. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen euro op inburgering bezuinigd, waardoor er in 2014 geen middelen meer beschikbaar zijn. Er zijn in Roermond nog incidentele middelen beschikbaar vanuit de inburgeringsagenda (2008, € 50.000,-), de inburgeringsbonus (2010, €61.150,-) en Duurzaam Verbinden (2011. 2012 en 2013, € 25.000,- per jaar). Een laagdrempelige vorm van taalonderwijs komt bovendien tegemoet aan doelstellingen vanuit de Wmo. De mogelijkheden om vanuit de hierbij horende budgetten taalaanbod te financieren worden bij de verdere uitwerking van deze visie onderzocht en uitgewerkt.
5
Volwasseneducatie: Het educatiebudget bedraagt in 2011 € 466.334,-. Op basis van regionale afspraken w/ordt ongeveer 60% van het budget, € 260.841,- besteed aan vavo. Het resterende deel is bestemd voor inkoop van taallessen. Pnmair wordt dit besteed aan taallessen voor autochtonen (laaggeletterden), 20% van het budget wordt echter ingezet voor allochtonen (o.a. alfabetisenng). Vanaf 1 augustus 2014 wordt het gemeentelijk educatiebudget gehalveerd ten koste van rechtstreekse financiering door het Rijk van het vavo. Re-integratie Het kabinet heeft aangekondigd vanaf 2012 bezuinigingen in te voeren in het gezamenlijke reintegratiebudget van Wet Wajong, W S W en Wet werk en bijstand. Het is nu nog niet duidelijk of naast de bestaande en toekomstige verplichtingen door de komst van nieuwe doelgroepen nog budget overblijft om taaivoorzieningen als onderdeel van re-integratie te financieren.
6
In onderstaande tabel wordt schematiscti weergegeven welke activiteiten in 2012 vanuit welk budget worden ingezet. Participatiebudget: WEB
Participatiebudget: W-deel WWB
Participatiebudget: Wi
Incidentele middelen (inburgeringsagenda, inburgeringsbonus. Duurzaam verbinden)
NT-1: lessen alfabetisering voor autochtonen. NT-2: alfabetisenng voor inburgeraars. In stand houden V A V O Taalaanbod in combinatie met reintegratie voor burgers met een arbeidsplicht die onvoldoende het nederlandsbeheersen. Lopende inburgeringstrajecten afronden. Nieuwe inburgeringstrajecten voor asielgerechtigden en geestelijk bedienaren conform geldende Wet inburgering. Laagdrempelig taalaanbod voor
Laagdrempelig taalaanbod voor
burgers onderaan de
burgers onderaan de
participatieladder.
participatieladder.
1. INLEIDING Taaivoorzieningen van de gemeente worden nu gefinancierd vanuit het Participatiebudget In het Participatiebudget zijn het flexibel re-integratiebudget, de inburgenngsbudgetten- voor zover deze betrekking hebben op inburgenngsvoorzieningen - en de middelen voor volwasseneneducatie gebundeld. Alfabetisedngslessen, inburgenng en taalonderwijs op een hoger niveau worden momenteel gefinancierd uit dit participatiebudget Elk op basis van de kaders van de in het Participatiebudget vertegenwoordigde wetten (Wet werk en bijstand. Wet Educatie Beroepsondenwijs, Wet inburgenng). 1.1.
Landelijke kaders
1.1.1.
Landelijke visie op integratie "Integratie, binding en
burgerschap"
Op 16 juni 2011 heeft minster Donner van het Ministede van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna BZK) zijn visie op integratie aangeboden aan de Tweede Kamer. Het landelijk integratiebeleid gaat met deze visie een nieuwe fase in. Het kabinet wil af van het idee van een 'multiculturele samenleving'. De Nededandse samenleving verandert steeds, ook onder invloed van andere culturen, maar heeft een eigen karakter en is niet inwisselbaar. Het kabinet vindt het daarnaast rechtvaardig dat iedereen die in Nederiand woont een bijdrage levert aan de maatschappij. Daarom verwacht het van iedereen die blijvend in Nederland woont betrokken burgerschap, betrokkenheid bij de maatschappij en zelfredzaamheid. Dat geldt dus ook voor migranten. Inburgeren is de verantwoordelijkheid van migranten, niet van de overheid. Het kabinet gaat geen beleid meer maken op basis van herkomst ('geen afkomst, maar toekomst'). Voor iedereen gelden dezelfde regels. Alle mensen hebben de verantwoordelijkheid een zelfstandig bestaan op te bouwen en deel te nemen aan de samenleving. Dit begint met investeren in eigen kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de samenleving ziet het kabinet als wezenlijke voonwaarden om actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Van mensen die de Nededandse taal niet of niet voldoende beheersen om betaald werk te kunnen vinden wordt verwacht dat zij op eigen kosten de taal leren. Het niet nakomen van deze verplichting zal korting of stopzetting van de bijstandsuitkering tot gevolg hebben. Om te voorkomen dat sociale zekerheid een aantrekkingsfactor voor migratie vormt worden diverse maatregelen genomen om het beroep op de bijstand van migranten te verminderen: •
Gemeenten zijn verzocht er met klem op toe te zien dat er streng wordt opgetreden tegen personen die hun feitelijke kansen op de arbeidsinschakeling belemmeren door hun gedrag of kleding, door korting, intrekking of weigering van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Zo nodig zal het kabinet daartoe met een voorstel komen.
•
Nieuwkomers kunnen pas in aanmerking komen voor bijstand nadat de rechtmatigheid van hun verblijf in Nederland is vastgesteld. Recht op bijstand wordt gekoppeld aan de algemene voonwaarde dat personen die de Nederlandse taal niet beheersen zo snel mogelijk een cursus Nededands volgen en met succes afronden.
112.
Stelselwijziging
inburgering
In juni 2011 heeft de ministerraad, op voorstel van minister Donner, mede namens ministers Leers van Immigratie en Asiel, ingestemd met wijziging van de Wet inburgering en de Vreemdelingenwet Het kabinet geeft hiermee uitvoering aan de afspraken uit het regeerakkoord. De ministerraad heeft er tevens mee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Uitgangspunt van het nieuwe stelsel is dat iedereen die moet inburgeren in Nederiand daar voortaan zelf verantwoordelijk voor is. Dat geldt ook voor het betalen van een eventuele cursus.
In het wetsvoorstel zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen: • •
inburgeraars gaan zelf de kosten betalen voor de inburgenng; de mogelijkheid gebruik te maken van een sociaal leenstelsel voor mensen die de inburgenng nog niet direct zelf kunnen betalen;
•
het behalen van het examen binnen dne jaar;
•
het niet voldoen aan de inburgenngsplicht leidt - met uitzondering van bijzondere omstandigheden - tot intrekking van de verblijfsvergunning;
•
de intrekking geldt niet voor vreemdelingen zolang zij recht hebben op asiel. W e l is een boete mogelijk als zij niet inburgeren;
• •
verhoging van de boete bij niet nakomen van de inburgeringsplicht. Voor mensen die kunnen een hoger taalniveau door het doen van staatsexamen Nederlands als tweede taal of een M B O diploma in plaats van het inburgeringsexamen.
Het te behalen taalniveau van het examen blijft, net zoals nu, minimaal A2. Ook blijft de eis van kennis van de Nededandse samenleving bestaan. Wel komt er één centraal examen. De uitvoering van de nieuwe Wet inburgering is, naar verwachting, vanaf 1 januari 2013 geen gemeentelijke taak meer. 1.1.3.
Wet werken naar vermogen
Een klein deel van het taaivoorzieningen die de gemeente Roermond aanbiedt wordt gefinancierd uit het re-integratiebudget, vanuit de Wet werk en bijstand. Het kabinet heeft aangekondigd per 1 januari 2013 de nieuwe Wet werken naar vermogen te willen invoeren. Met de nieuwe Wet werken naar vermogen, wordt de doelgroep voor gemeentelijke re-integratie uitgebreid. Tegelijkertijd heeft het kabinet bezuinigingen aangekondigd voor de bijbehorende gemeentelijke budgetten. Daarnaast heeft het kabinet aangekondigd in zijn notitie van 16 juni, een koppeling te willen leggen tussen nieuwkomers en het recht op gemeentelijke bijstand. Afhankelijk van de manier waarop dat beslag krijgt in de Wet werk en bijstand of de Wet werken naar vermogen, zal blijken of het mogelijk blijft om taaivoorzieningen vanuit het participatiebudget gecombineerd in te zetten voor re-integrerende uitkeringsgerechtigden.
1.2.
Lokale kaders
Ook lokaal zijn er kaders geschetst ten aanzien van taal en taalondenwijs. Onderstaand worden deze kaders beschreven. 1.2.1.
Coalitieakkoord
2010-2014 'Slagvaardig en Spaarzaam'
In het coalitieakkoord is opgenomen: "Integratie begint met het leren van de Nededandse taal. De kadernota en uitvoeringsnota integratie worden uitgevoerd. De uitvoering is gericht op acceptatie, participatie en erkenning van elkaar". 12.2.
Visie van de raad
Op 14 mei 2009 heeft de gemeenteraad van Roermond de kadernota integratie vastgesteld. Hierin wordt communicatie als sleutelbegrip benoemd: "burgers kunnen pas goed meedoen in de samenleving wanneer zij voldoende kennis hebben van de Nededandse taal" en "het beheersen van de Nededandse taal en het ontwikkelen van competenties is een belangrijke stap in het integratieproces..." 12.3.
Moties &
Amendementen
In haar vergadering van 11 november 2010 heeft de gemeenteraad motie M17 aangenomen. Deze motie draagt het college o.a. op om "te realiseren dat inburgeringscursussen, voor die burgers
9
waarvoor een laagdrempelige voorziening nodig is, mogelijkenwijs ook in vertrouwde omgeving gegeven gaan worden (o.a. buurthuizen, moskeelokalen)". In haar vergadenng van 11 november 2010 heeft de gemeenteraad eveneens motie M18 aangenomen. Deze motie draagt het college op om, samengevat: het initiatief te nemen om, evt. met ondersteuning van werkgevers, bedrijven en maatschappelijke organisaties binnen de gemeente, te komen tot een gestructureerde aanpak van laaggeletterdheid. Het college moet daartoe een aanvalsplan laaggeletterdheid opstellen, met meerdere aanbieders meetbare afspraken te maken, deze afspraken regelmatig te evalueren en daarvoor een goede werving op te zetten. In de commissienotie die op 6 september 2011 in de commissie B S is behandeld is aangegeven dat de uitvoenng van motie M l 8 wordt opgeschort in afwachting van het nieuwe actieplan bestrijding laaggeletterdheid van de minister. 1.3.
Conclusie
Samenvattend kan gesteld worden dat de gemeente Roermond taal en taalonderwijs belangrijk vindt. Het niet spreken van de Nededandse taal kan een belemmenng zijn voor het mee kunnen doen in de Roermondse samenleving. Taal biedt een mogelijkheid om mensen zelfredzaam te maken en sluit daarmee aan bij de Roermondse welzijnsvisie. Het niet spreken van de Nededandse taal beïnvloedt de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en belemmert de communicatie met kinderen, buren, onderwijs, politie en hulpvedenende instanties. Nu het Rijk grote bezuinigingen op het totale Participatiebudget en een stelselwijziging van de Wet inburgenng heeft aangekondigd is het noodzakelijk om op lokaal niveau beleidskeuzes te maken voor Nededandse taalondenwijs voor volwassenen voor de jaren 2012 en verder. Beleidskeuzes die de afzonderlijke wettelijk kaders loslaten en die vanuit de participatiegedachte taalondenwijs vormgeven.
10
2.
HUIDIGE SITUATIE
De inventarisatie in bijlage 1 laat zien dat er op dit moment een divers aanbod beschikbaar is voor volwassen tweede taalleerders. In de tabel is in het blauw aangegeven welke cursussen voortkomen vanuit de uitvoering van wettelijke taken. Hierbij geldt enige mate van beleidsvrijheid waardoor lokaal keuzes gemaakt kunnen worden ten aanzien van prioritaire doelgroepen en soort trajecten dat wordt aangeboden. In het groen is aangegeven welke cursussen gefinancierd worden met behulp van tijdelijke regelingen en bijbehorende Rijksmiddelen voortkomend uit het Deltaplan inburgering. Deze tijdelijke regelingen kennen een beperkte looptijd t/m het jaar 2011. In het geel is aangegeven welke lessen gefinancierd worden op basis van gemeentelijk subsidiebeleid. In de tabel is verder in het paars aangegeven welke lessen op een centrale locatie worden aangeboden en in het oranje welke lessen in de wijken of bij mensen thuis plaatsvinden. De inventarisatie laat daarnaast zien dat er op dit moment een groot aantal mensen bezig is met een alfabetiserings- of inburgeringstraject. Er moet echter ook geconstateerd worden dat er na 2011 een aantal tijdelijke stimuleringsregelingen vanuit het Rijk komen te vervallen. Hierbij gaat het in ieder geval om de middelen voor de zogenaamde instapcursussen inburgering en het project taalcoaches^. Naast het wegvallen van de middelen voor de taalcoaches en de instapcursussen loopt het innovatietraject wijkgerichte inburgering, waarin werving van met name vrijwillige inburgeraars centraal staat, eind 2011 ten einde. Signaal vanuit Wel.kom is bovendien dat er veel behoefte is aan meer conversatielessen in de wijken.
^ Recent onderzoek van Regioplan wijst uit dat het taalcoachproject een waardevolle aanvulling is op het inburgeringstraject De op handen zijnde wijzigingen in het inburgeringsstelsei doen een groter beroep op de zelfredzaamheid van inburgeraars. IVlet een relatief kleine investering kunnen taalcoaches de inburgeraars op weg heipen en begeleiden bij het zoeken naar de juiste cursus e.d..
11
3.
VISIE
De inburgering en taaivoorzieningen die momenteel worden ingezet komen voort uit de kaders van de dne wetten die in het participatiebudget verenigd zijn. Op basis van deze notitie wordt voorgesteld om te kiezen voor één duidelijke richting en de inzet van taalonderwijs te onderbouwen met een visie. Hierbij wordt ervoor gekozen om de inzet van taal altijd te combineren met een participatiedoel. De inzet van taal is belangrijk. Er worden echter ook eisen gesteld aan de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van Roermond. Wanneer er een participatieprobleem is, en de taal hierbij een belemmenng vormt, zal taalonderwijs gecombineerd worden ingezet. Om te kunnen deelnemen aan de maatschappij is het belangrijk de Nederlandse taal te beheersen. In grote lijnen kunnen we stellen dat de beheersing van de Nededandse taal belangrijker wordt naar mate de participatieladder hoger betreden wordt. 3.1.
Partlclpatleladder
De participatieladder is een meetinstrument dat in steeds meer gemeenten wordt gehanteerd. De zes treden van de ladder geven het participatieniveau van de burger aan. De onderste vier zijn voor mensen zonder een arbeidscontract en nchten zich op maatschappelijke participatie. De bovenste twee voor mensen met werk: werk met ondersteuning, zoals inburgenngvoorziening of loonkostensubsidie (trede 5) of regulier werk zonder gemeentelijke ondersteuning (trede 6). Verondersteld wordt dat de zelfredzaamheid van de burger het laagst is op de onderste trede en stijgt naarmate de ladder wordt beklommen. Vanaf trede 3 participeert de burger nadrukkelijker in de samenleving en is de zelfredzaamheid van de burger groter. Op trede 6 participeert de burger door te werken, zonder dat er ondersteuning van de gemeente wordt geboden. Op trede 6 is de zelfredzaamheid van de burger het hoogst. Om deze reden hoeft voor die geen ondersteuning vanuit de gemeente worden ingezet. Ook het benodigde taalniveau stijgt met de treden van de ladder. Om deel te kunnen nemen aan de reguliere arbeidsmarkt dient het taalniveau het hoogst te zijn. In onderstaande figuur wordt geïllustreerd voor welk doel, voor welke doelgroep en op welke trede van de participatieladder een vorm van Nededandse Taal Onderwijs zal worden ingezet. Bij de nieuwe visie op het inzetten van taaivoorzieningen geldt ook dat het aan de gemeente is om aan te geven met welk doel en tot welk niveau taaivoorzieningen worden aangeboden. Regulier werk
Taalniveau
_Asielgerechtigden en
Burgers met zorgbehoefte
Deelname aan georganiseerde activiteiten
Werk met ondersteuniiici
: bedienaren iren t Onbetaaldi werk
"WëfRzóekende anderstaligen
Opvoeders met schoolgaandp kinderen Sociale contacten
Geïsoleerd
Participatieniveau
r
Figuur 1: participatieiadder
12
Naast de treden van de ladder zijn ook doelgroepen van belang om de vorm en inhoud van het taalonderwijs te bepalen. Hiertoe wordt onderstaande indeling gehanteerd. Asielgerechtigden Geestelijk bedienaren Werkzoekende anderstaligen met Migranten
perspectief die de Nederlandse taal (nog) niet voldoende beheersen. Burgers die de taal (nog) niet voldoende beheersen met (toekomstige) zorgbehoefte. Opvoeders met schoolgaande kinderen.
Figuur 2: doelgroepen
Afhankelijk van de doelgroep, zal het taalniveau alsmede de vorm en het benodigde taalniveau gekozen worden. Voor asielgerechtigden en geestelijk bedienaren geldt dat de gemeente in ieder geval tot en met 31 december 2012 de wettelijk taak heeft voor deze doelgroepen de inburgenngsplicht vast te stellen en hen een inburgedngstraject aan te bieden. Voor werkzoekende anderstaligen, voor wie de taal een belemmenng is in het vinden van werk, kan een taaivoorziening als onderdeel van re-integratieraject gericht is op werk. Voor burgers met een (toekomstige) zorgbehoefte wordt het taalaanbod gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Bij een taaivoorziening voor opvoeders staat het belang van de kinderen voorop en wordt het taalaanbod gecombineerd met (participatie)aspecten die belangrijk zijn voor de opvoedingstaak. Voor wat betreft de trajecten gericht op re-integratie dienen afspraken met aanbieders gemaakt te worden over het te behalen taalniveau waarmee betaald werk haalbaar is. Voor wat betreft trajecten gericht op het behalen van het inburgeringsdiploma zijn de niveaueisen wettelijk vastgelegd. Voor wat betreft de laagdrempelige taaivoorzieningen wordt het behalen van een bepaald taalniveau losgelaten en wordt het succes van de voorziening bepaald op basis van de mate van participatie. 3.2.
Conclusie
Geadviseerd wordt om taaivoorzieningen gericht op sociale participatie tot het niveau van trede 3 in te zetten en taaivoorzieningen voor werkzoekende op te plussen tot het niveau van trede 6.
13
4.
WAT BETEKENT DIT CONCREET?
In onderstaande paragrafen wordt beschreven wat bovengenoemde visie betekent voor de uitvoering vanuit de drie wettelijke kaders. 4.1.
Component volwasseneneducatie
4.1.1. Wet Educatie
Beroepsonderwijs
Oorspronkelijk was de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) bedoeld als een voorziening in tweede kans onderwijs voor volwassenen. Taallessen voor allochtonen werden gefinancierd vanuit de toenmalige Wet inburgering nieuwkomers (Win). Na afschaffing van de Wet inburgering nieuwkomers (Win) in is het taalondenwijs in het kader van de W E B vooral gericht op alfabetisering en Nededandse taal voor inwoners van Roermond waarvoor Nededands geen moedertaal is (NT-2). Vanaf 2010 is landelijk beslist dat 2 5 % van het totale educatiebudget, 50 miljoen euro, rechtstreeks naar de ondenwijsinstellingen gaat voor de intensivering van het taal- en rekenondenwijs in het middelbaar beroepsondenwijs (MBO). In 2011 is voor hetzelfde doel nog eens 35 miljoen euro van de resterende landelijke educatiebudget daarvoor bestemd. 4 . 1 2 . Besctiikbaar
budget
Voor de gemeente Roermond hebben de in 4.1.1. genoemde landelijke kortingen op het educatiebudget tot gevolg dat het budget van € 773.100,- in 2009 in 2011 nog € 466.334,-. bedraagt. Op grond van regionale afspraken is van dit budget ongeveer 6 0 % bestemd voor het in stand houden van een volwaardige vavo-voorziening (vavo= voortgezet algemeen volwassenen ondenwijs). Verder is nog van belang dat de minister van Ondenwijs c a . in februari 2011 het actieplan mbo "Focus op Vakmanschap 2011-2015" naar de Tweede Kamer heeft gestuurd waarin zij onder andere het voornemen heeft opgenomen om genoemd vavo-onderwijs vanaf 1 augustus 2014 volledig onder aansturing van het Rijk te brengen door het vavo bij het al door het Rijk gefinancierde voortgezet ondenwijs (vo) onder te brengen. Voor de bekostiging daarvan zal de helft van het educatiebudget van de gemeente per deze datum worden overgeheveld naar het Rijk. Besluitvorming zal naar venwachting medio 2011 plaats vinden. 4 . 1 3 . Inzet middelen In het in paragraaf 4.1.2 genoemd actieplan heeft de minister aangegeven dat het resterende educatiebudget een belangrijk instrument is voor de aanpak van laaggeletterdheid van o.a. volwassenen en dat het kabinet hiervoor een nieuw actieplan heeft aangekondigd dat in september 2011 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer. In dit plan zullen de gemeenten een leidende rol, houden. Gemeenten kunnen daarnaast de gelden blijven inzetten voor lessen Nededands als tweede Taal (NT-2) voor zover het de groep vrijwillige inburgeraars betreft. Tevens is aangegeven dat gedurende deze kabinetsperiode de verplichte besteding van het gemeentelijk educatiebudget bij de R O C ' s gehandhaafd blijft. Gelet op het bovenstaande zal de besteding van deze middelen in 2012 voor de gemeente beperkt blijven tot primair inkoop van NT-1; lessen alfabetisering voor autochtonen en aanvullend voor inkoop van NT-2 lessen ten behoeve van inburgeraars. Voor het jaar 2011 is het budget, afgezien van de besteding aan het vavo, besteed aan inkoop van alfabetisering van autochtonen, 4 5 % van het budget, en aan alfabetisering van allochtonen, eveneens 45%. Het resterende deel is besteed aan taallessen om allochtonen in staat te stellen een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te verwerven. Dit heeft tot gevolg dat niet-Nederianders die na 2011 een hoger taalniveau willen verwerven door het staatsexamen af te leggen, hetgeen noodzakelijk is voor het behalen van een startkwalificatie, de kosten daarvan volledig zelf moeten betalen omdat deze trajecten niet meer door de gemeente zullen worden ingekocht.
14
Het beschikbare educatiebudget wordt ai nagenoeg volledig wordt ingezet voor alfabetisering en vanaf 2012 alleen nog maar voor alfabetisenng. Daarnaast wordt de verplichte besteding van dit budget bij het R O C de komende jaren gehandhaafd. Gelet op deze omstandigheden en het feit dat de minister heeft aangekondigd in september 2011 te komen met een nieuw actieplan bestrijding laaggeletterdheid, is de commissie B S op 6 september 2011 geïnformeerd over de beslissing om de uitvoenng van de motie M l 8 op te schorten tot dat genoemd actieplan is gepresenteerd. Wel al duidelijk is dat er zijn geen middelen beschikbaar om verdere uitvoenng aan de motie M l 8 te geven, dan in voordurend overleg met het R O C de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk te benutten. 4.2.
Inburgenngscomponent
4.2.1.
Wet inburgenng
Op 1 januan 2007 is de Wet inburgenng (Wi) in werking getreden. In het kader van de Wet inburgering zijn groepen inburgeraars verplicht om binnen 3,5 jaar een inburgeringsexamen af te leggen. De gemeente heeft de plicht om te handhaven en moet bepaalde groepen inburgeringsplichtigen een inburgeringstraject aanbieden ter ondersteuning bij het behalen van het examen. Ook vrijwillige inburgeraars kan de gemeente een inburgeringsexamen aanbieden. Het huidige inburgeringstelsel wordt momenteel herzien en zal naar verwachting per 1 januari 2013 in werking treden. 4.2.2.
Besctiikbaar
budget
Met ingang van 1 januari 2010 is de afrekeningsystematiek met het Rijk gewijzigd. De budgetten voor 2009, 2010 en 2011 zijn ondergebracht in het participatiebudget en worden verdeeld naar rato van het aantal oudkomers in de gemeente, gebaseerd op gegevens van het C B S van het jaar t-2 (gegevens 2007 voor de verdeling 2009). Er is geen vast normbedrag meer voor inburgeringsvoorzieningen. Gemeenten bepalen z e l f d e hoogte van de kosten van participatievoorzieningen. Vanaf 2012 worden de inburgeringsmiddelen verdeeld op basis van prestaties in jaar T-2 (voor 2012, o.b.v. gegevens 2010). Het aandeel dat een gemeente in T-2 levert in het totaal van de landelijke prestaties aan inburgering vormt de basis voor de verdeling van het budget in T. De prestaties van een gemeente worden daarbij bezien in relatie tot de prestaties van alle andere gemeenten. De verdeling van het budget over de gemeenten is dus door gemeenten beïnvloedbaar, maar ook afhankelijk van de prestaties van andere gemeenten. De prestaties worden gemeten met drie outputverdeelmaatstaven: O
het aantal vastgestelde inburgeringsvoorzieningen;
O
het aantal vastgestelde duale inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen;
O
het aantal personen dat (delen van) het inburgeringsexamen of het Staatsexamen NT2 programma I of II heeft gehaald.
De hoogte van de inburgeringscomponent van het Participatiebudget voor de jaren 2012 en 2013 is hiermee nog niet definitief bekend. Landelijk wordt het budget voor de inburgering afgebouwd; in 2011 met 100 miljoen euro, in 2012 met 175 miljoen en 2013 met 235 miljoen euro. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen euro op inburgering bezuinigd, waardoor er in 2014 geen middelen beschikbaar zijn. In 2011 is er voor Roermond nog een bedrag van € 994.281,- beschikbaar. Indicatieve bijdrage voor 2012 is € 742.753,4.2.3.
Inzet middelen
Het nog beschikbare budget in 2012 en 2013 wordt gebruikt om de lopende inburgeringscursussen te bekostigen en ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen de inburgering succesvol afronden. Zolang de huidige Wet inburgering van kracht is wordt daarnaast een inburgeringstraject, gericht op het behalen van het inburgeringsdiploma, ingezet voor de doelgroepen asielgerechtigden en geestelijk bedienaren. Naast de middelen in het Participatiebudget zijn er nog incidentele middelen beschikbaar vanuit de inburgeringsagenda (2008, € 50.000,-), de inburgeringsbonus (2010, € 61.150,-) en
15
Duurzaam Verbinden (2010, € 75.000,-). Een laagdrempelige vorm van taalondenwijs komt bovendien tegemoet aan doelstellingen vanuit de Wmo. De mogelijkheden om vanuit de hierbij horende budgetten taalaanbod te financieren worden bij de verdere uitwerking van deze visie onderzocht en uitgewerkt. De beschikbare incidentele middelen worden ingezet om een aanbod voor taalondenwijs in te richten voor mensen die zich onderaan de participatieladder bevinden. Hiermee wordt ingezet op een laagdrempelig taalaanbod, bijvoorbeeld in de vorm van conversatielessen in de wijk en/of taalcoaches, dat ten allen tijde gericht is op participatie van burgers. Hiermee wordt tevens uitvoenng gegeven aan motie M l 7 . De exacte vorm waarin taal en participatie zal worden aangeboden wordt in ovedeg met de (maatschappelijke) partners bepaald. 4.3.
Re-integratiecomponent
4.3.1. Wet werk en bijstand Op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen mensen die geen inkomen hebben, van de gemeente een uitkenng op sociaal minimum niveau krijgen. Jongeren tot 27 jaar kunnen op grond van de Wet Investeren in jongeren (WIJ) een werkleeraanbod krijgen. Voor de jongeren zonder voldoende inkomen gaat het werkleeraanbod vergezeld met een inkomensvoorziening tot sociaal minimum. In de W W B en Wij is de verplichting dat mensen algemeen geaccepteerde arbeid moeten aanvaarden, vastgelegd. Voor de mensen van wie de afstand tot de arbeidsmarkt groot is, kan de gemeente ondersteuning in de vorm van re-integratievoorzieningen bieden. 4.3.2. Beschikbaar
budget
Re-integratiemiddelen beslaan het grootste deel van het Participatiebudget. Het betreft de middelen uit het zogenaamde Werkdeel. Het werkdeel kan worden ingezet voor re-integratievoorzieningen. Reintegratievoorzieningen zijn voorzieningen die gericht zijn op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor mensen in de uitkenng met als doel ze uitkenngsonafhankelijk te maken. Sociale activering behoort ook tot een re-integratievoorziening. De mogelijkheden om het werkdeel in te zetten zijn ruim, maar moeten gekoppeld worden aan personen van de doelgroep. Het budget van het W deel is afhankelijk van een aantal algemene indicatoren die we als gemeente nauwelijks kunnen beïnvloeden. Zoals gezegd worden op het participatiebudget als geheel forse bezuinigingen venwacht. Het kabinet is daarnaast voornemens om per 1 januan 2013 een nieuwe regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt in te voeren. De W S W , W W B , Wij en Wajong zullen in één regeling worden ondergebracht. Met de regeling zal van uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie voor de uitkering verwacht worden. Centraal in de regeling staat dat iedereen die kan werken werkt. Personen die geen volledig loon kunnen verdienen worden deels aangevuld met loondispensatie. Het is nu nog niet duidelijk of de financiering van re-integratie in de huidige vorm blijft bestaan en of er nog budget is voor re-integratietrajecten in de huidige vorm. 4.3.3. Inzet van middelen Het niet beheersen van de Nederlandse taal kan een belemmering zijn voor deelname aan de arbeidsmarkt. Afhankelijk van de financiële en wettelijke ruimte kan, om die reden wordt in de jaren 2012 en verder voor mensen met een arbeidsplicht taalondenwijs, gecombineerd met re-integratie ingezet en bekostigd vanuit het werkdeel.
16
BIJLAGE 1
INVENTARISATIE AANBOD
Aanbieder
Doelgroep
Soort traject
Financieringsvorm
Gilde Opleidingen
Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen
Inburgering, profiel werk
Participatiebudget (WI)
Beschikbaar budget 2010
Loslocatie
Aantal lesuren per week
Gemiddelde trajectduur
Aantal deelnemers per groep
Aantal groepen
Bredeweg, Roermond
± 18
36 weken
16-18
5
Bredeweg, Roermond
± 18
36 weken
14-16
1
Bredeweg, Roermond
± 18
72 weken
14-16
2
Bredeweg, Roennond
±6
72 weken
4
1
€
1.409.111,10 €
Gilde Opleidingen Gilde Opleidingen
Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen
Inburgering, profiel OGO Inburgering, profiel Maatsch. participatie
Participatiebudget (WI)
1.409.111,10 €
Participatiebudqet (WI)
1.409.111,10 €
Gilde Opleidingen
Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen
Inburgering, profiel Ondernemerschap
Participatiebudget (WI)
1.409.111,10 €
Gilde Opleidingen
Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen
Inburgering voor analfabeten
Participatiebudget (WEBAA/I)
1.409.111,10
Bredeweg, Roermond
±9
3 jaar
12
3
Gilde Opleidingen
Analfabeten
NT2 Alfabetiseringstraject
Participatiebudget (WEB)
€ 595.438,34
Bredeweg, Roermond
±9
3 jaar
12
1
Gilde Opleidingen
Allochtonen
NT2 niveau BI
Participatiebudget (WEB)
€ 595.438,34
Bredeweg, Roermond
± 12
1 jaar
gem 18
2
Gilde Opleidingen
Allochtonen Uitkeringsgerechtigden in reintegratietraject
NT2 niveau B2
Participatiebudget (WEB)
€ 595.438,34
Bredeweg, Roermond
± 12
1 jaar
gem 18
2
Nederlands op de werkvloer
Participatiebudget (W-deel)
€ 180.000,00
Productiehuis
±9
10 mnd
22
3
Gilde Opleidingen
€
Gilde Opleidingen
Inburgeringsbehoeftigen- en plichtigen
NT2 niveau BI
Participatiebudget (Wl)
1.409.111,10
Bredeweg, Roermond
± 12
1 jaar
gem 18
1
Gilde Opleidingen
Laaggeletterden autochtonen
Niveau A2
Participatiebudget (WEB)
€ 595.438,34
Bredeweg, Roermond
±6
gem 12
3
Gilde Opleidingen
Allochtonen
Niveau A2
Participatiebudget (WEB)
€ 595.438,34
Bredeweg, Roermond
±9
2-3 jaar 6 mnd -1 jaar
gem 16
1
Gilde Opleidingen
Allochtonen
vanaf niveau A l
Participatiebudget (WEB)
€595.438,34
Bredeweg, Roennond
nvt
3 - 4 mnd
nvt
nvt
STEIM
Anderstaligen
Conversatielessen
STEM Gilde Samenspraal< Gilde Samenspraak
Inburgeringsplichtigen
Taalcoaches
Reguliere subsidie gemeente Eenmalige Rijksbijdrage (€ 75,000)
Anderstaligen
Integratie door communicatie
1a2
1 jaar
35x2
nvt
Inburgeringsplichtigen
Taalcoaches
2a3
1 iaar
30X2
nvt
Wel.kom
Divers
Conversatielessen
Buurthuis/Moedercentrum
2a4
1 jaar
40
4
Wel.kom
Inburgeringsplichtigen
Taalcoaches
1 jaar
59
Instapcursussen inburgering
Conversatie en empowerment
€40.000,00
Thuis/Paradies Donderberg + Roermondse Veld
1 a2
Arslanzorg
±8
6 mnd
50
2
Vluchtelingenwerk
Inburgeringsplichtigen
taalcoaches
Reguliere subsidie gemeente Eenmalige Rijksbijdrage (€ 75.000) Eenmalige Rijksbijdrage (€ 40.000) Eenmalige Rijksbijdrage (€ 75.000)
€24.667,00
Kantoor VW/thuis
1 jaar
16
N.v.t.
Vluchtelingenwerk
Koerdische vrouwen/mannen
conversatiegroep
Geen (eigen budget K W , VW)
±2 ±3(1xp2 wkn)
15
1
€8.436,00 €24.667,00
Reguliere subsidie gemeente Eenmalige Rijksbijdrage (€ 75.000)
€3.860,00
De Velderie geen vaste locatie Paradies
€ 24.667,00 geen vaste locatie €0,00 €24.667,00
?
Kantoor VW/thuis
17
Uitvoering wet is verplichte taak gemeente, hiertoe ontvangt gemeente Rijl uitvoering geldt enige mate van beleidsvrijheid. Eennialige Ryks^b^^^^^^^ looptijd, geen wettelijke verplichting Gemeentelijk subsidiebeleid, beïnvloedbaar Geen financienng gemeente Aanbod op centrale locatie Aanbod in de wijk/ decentrale locatie