meditatie voor 3 mei 2015
thema geloof EN wetenschap
Gemeente in Christus,
Misschien heb je wel eens gehoord van de film The Matrix, of misschien heb je ‘m zelfs wel eens gezien. De film gaat over een kleine groep mensen die erachter is gekomen dat ze niet in de echte werkelijkheid leven, maar deel zijn van een computerprogramma dat ze de Matrix noemen. Op het moment dat ze dat ontdekten, ontwaakten ze als het ware. Ze werden zich bewust van iets dat veel anderen niet weten. Ze gaan zich dan losmaken van het systeem. Dat levert hen meteen veel problemen op, want het computerprogramma maakt jacht op deze mensen. Ergens in de film komt dan ook de Engelse uitdrukking voor ‘ignorance is bliss’, oftewel: het geluk is met de onwetenden. Wat niet weet wat niet deert. Als je niet beseft dat er een werkelijkheid is onder jouw werkelijkheid, kan dat ook heel prettig zijn. Misschien is het ook hetzelfde als ‘zalig de armen van geest’? Ik kom er zo op terug.
In die trant is geloven ook vaak beschouwd. Als iets voor de onwetenden. Immers, als je er goed bij nadenkt, zie je toch wel in dat het niet logisch is om in God of in een opgestane Heer te geloven? Geloof en wetenschap worden vaak als een tegenstelling gezien. Toch is dat uitgangspunt een beetje achterhaald. Tegenwoordig willen we alles goed kunnen beredeneren, en waarom je geloof dan niet? Iedereen wil toch wel graag aangezien worden voor iemand die logisch bezig is? Het is toch ook fijn om uit te kunnen leggen wat je gelooft en waarom je voor dat perspectief kiest? Daarmee ligt er een duidelijke uitdaging aan alle gelovigen, namelijk om niet langer te uit te gaan van geloof OF wetenschap, maar van geloof EN wetenschap. Als gelovige ben je het bijna aan jezelf verplicht om een logische verklaring of duiding te vinden voor je geloofspunten. We zijn er vaak een beetje bang voor dat een wetenschappelijke verklaring het einde betekent van je geloof.
Maar als je openstaat voor ontwikkelingen, niet al te versteend in het leven staat, dan hoeft dat helemaal niet zo te zijn.
Een voorbeeld van hoe wetenschap en geloof met elkaar in gesprek kunnen gaan: We lazen net ‘zalig de armen van geest’ in de bijbelvertaling van 1951. In de huidige bijbelvertaling staat ‘gelukkig wie nederig van hart zijn’. Dat klinkt al weer heel anders. Uit bijbelonderzoek blijkt dat Jezus hier waarschijnlijk de mensen heeft bedoeld die niet veel geleerd hebben over geloven, die geen schriftgeleerde zijn. Met andere woorden: God is juist ook voor de mensen die niet zo wetenschappelijk en en geleerd met hun geloof omgaan. Via de bijbelwetenschap wordt deze tekst over de armen van geest verhelderd. Zo kan ik de tekst beter begrijpen, en kan ik er iets mee. Iedereen mag zich gezien weten door God. God is er voor iedere mens, daarvoor hoef je niet eerst iets gepresteerd te hebben of eerst van alles te weten over een geloof. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om je toch bewust te kunnen worden van Gods werkelijkheid. Een mooi inzicht, dat de uitkomst is van een gesprek tussen geloof en wetenschap.
Geloof en wetenschap kunnen elkaar dus juist verrijken en aanvullen. De tegenstelling ertussen is inmiddels wat achterhaald, het is meer van deze tijd om ze met elkaar in gesprek te laten zijn.
Toch is dit nog niet het hele verhaal wanneer je het hebt over het thema geloof EN
wetenschap. In de schriftlezingen van vandaag heeft Jezus namelijk een heel bepaalde manier van geloven voor ogen. Ik lees uit het evangelie van Johannes: (schriftlezing)
Er was een farizeeër die Nikodemus heette. Hij was één van de Joodse leiders. Midden in de nacht kwam hij naar Jezus toe en zei: ‘Meester, wij weten dat God u gestuurd heeft om onze leraar te zijn. Want we zien dat God u helpt om al die wonderen te doen.’ Jezus zei tegen Nikodemus: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Je kunt alleen bij Gods nieuwe wereld horen als je op een nieuwe manier geboren wordt.’ Toen zei Nikodemus: ‘Iemand die al oud is, kan toch niet opnieuw geboren worden? Hij kan toch niet teruggaan in de buik van zijn moeder en nog een keer geboren worden?’ Jezus zei tegen hem: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: je kunt Gods nieuwe wereld alleen binnengaan als je op een nieuwe manier geboren wordt. En dat gebeurt als je gedoopt wordt met de heilige Geest.’
Jezus zei: ‘Wie op een gewone, menselijke manier geboren wordt, zal een keer sterven. Maar wie geboren wordt door de Geest, zal eeuwig leven. Wees dus niet verbaasd als ik zeg: Jullie moeten op een nieuwe manier geboren worden. Denk aan de wind: die waait waarheen hij wil. Je hoort hem, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij naartoe gaat. Zo is het ook met de Geest: je weet niet waar hij vandaan komt en hoe hij werkt. Want hij hoort bij de hemelse wereld. En iedereen die door de Geest geboren wordt, hoort ook bij de hemelse wereld.’ Nicodemus is een schriftgeleerde. Iemand die theologie heeft gestudeerd, zouden we nu zeggen. Geen arme van geest, zoals de bijbelvertaling uit 1951 dat noemt. Jezus legt hem uit dat geloven niet alleen betekent dat God je helpt, of dat je gelooft dat God je helpt. Maar dat je opnieuw geboren wordt. Dat je gaat beseffen dat er een andere werkelijkheid is van waaruit je kunt leven. De hemelse wereld zoals Jezus dat noemt.
In de gnostiek komt deze gedachte ook veel voor. We zien in het Thomasevangelie bijv. de vraag van Jezus: Kunnen jullie uit mijn woorden niet opmaken wie Ik in werkelijkheid ben? Er is dus een werkelijkheid die met een aards geloof en aardse kennis niet te zien is. De heilige Geest komt eraan te pas om je hiervan bewust te kunnen worden.
Opnieuw geboren worden, opgewekt worden, ziende worden, genezen worden, weer levend worden, ontwaken – het zijn allemaal termen die volgens de gnostiek, en hier volgens Johannes, duiden op een heel andere manier van geloven dan we gewend zijn. Het gaat hier om je bewust worden dat er een heel andere werkelijkheid is dan wat we normaal zien. Er is een goddelijke werkelijkheid die op aarde zichtbaar is. Jezus leefde vanuit die goddelijke werkelijkheid. God hielp hem niet alleen, God was zijn grond, zijn inspiratie, de bron van waaruit hij dacht en deed en voelde en leefde. De heilige Geest kon haar vleugels vrijelijk uitslaan bij Jezus, omdat Jezus zich bewust was van die Geest en ervoor had gekozen om Gods Geest tot uitgangspunt te maken in zijn leven.
Mensen die geboren worden uit de Geest, dat is een uitdrukking om te zeggen: deze mensen zijn zich bewust geworden van een andere werkelijkheid onder het dagelijkse bestaan. Zij zijn zich bewust dat als je liefdevol, open, met respect in het leven staat, je een andere werkelijkheid ziet.
Een werkelijkheid waarin geloof en wetenschap elkaar aanvullen. Je ziet niet meer alleen de waarde van de boom of alleen van de vruchten, maar je ziet dan hun onderlinge verband, dat ze allebei waarde hebben, dat het een niet zonder het ander kan. Dat als je goed voor de boom zorgt, je ook mooie vruchten krijgt. En dat als je met beleid gebruik maakt van de vruchten, de boom het jaar erop opnieuw vrucht kan dragen. Als vanzelf draagt zo’n perspectief bij aan een duurzaam omgaan met al wat op aarde groeit en bloeit.
Die goddelijke werkelijkheid is van nature aanwezig temidden van dit aardse bestaan. Maar je kunt ‘m alleen met de ogen van Gods Geest zien. Dat innerlijk vuur is dan de drijfveer voor alles wat je doet, voor hoe je in de wereld staat, voor wat je denkt en zegt en voor hoe je handelt. Wanneer de heilige Geest in een mens ademt, bepaalt die jouw perspectief. Alles wat je in je hebt aan kennis en vaardigheden, kun je dan daarvoor inzetten. Opnieuw geboren worden – het betekent iets als een nieuwe bron van waaruit je in je leven wilt staan. Een begeestering, een bevlogenheid, een gedrevenheid, een enthousiasme van waaruit je leeft en gelooft. Alle wetenschappelijke technologie en kennis kan je daarbij alleen maar helpen om er te zijn voor anderen, enthousiasmerend in de wereld te staan, mensen te helpen en liefde uit te stralen. Dan helpt het als je gestudeerd hebt om goed te kunnen organiseren en zo een veel te klein vliegveld in Nepal kunt ombouwen tot een strakke organisatie van waaruit hulpverlening op gang kan komen. Dan helpt het als je gestudeerd hebt om verpleegkundige of arts te zijn, dan helpt het als je weet hoe je kinderen in nood kunt opvangen, dan helpt het als je weet hoe je vliegtuigen kunt repareren – kortom: alle kennis en wetenschap kan in dienst gesteld worden van het waaien van Gods Geest. Het kan de wereld alleen maar verder helpen. Geloof en wetenschap kunnen dan haast niet zonder elkaar, vullen elkaar aan waar nodig. Alleen de volgorde maakt verschil: vanuit je bevlogenheid met de Geest, volgt je geloof of je levenshouding, aangevuld en verrijkt door kennis en wetenschap. Je bewust worden van die goddelijke werkelijkheid geeft vorm aan je geloof, en een open en frisse kijk op wetenschap.
In de film de Matrix zien we een parallel: het kleine groepje mensen dat zich bewust is van de echte werkelijkheid, heeft een nieuwe inspiratiebron, een nieuwe bevlogenheid gekregen. Hun hart gaat uit naar al die andere mensen die zich nog niet bewust zijn van het systeem waarin ze gevangen zitten. Vanuit die bevlogenheid geloven ze in het redden van de wereld, en zetten ze al hun kennis, vaardigheden en technologische mogelijkheden in om dat mogelijk te maken. Kun je dan nog steeds zeggen: Ignorance a bliss? Zalig de onwetenden? Wat niet weet wat niet deert?
We zingen zodadelijk:
Nu nog met halve woorden, hier en daar, kijkend in donkere spiegels, bijna waar, blijven wij vreemden die zien en weer vergeten, doen in den blinde wat moet, maar ongeweten. Dan, eenmaal, wordt wat niet bestaat: wij zullen opengaan, en zien en horen, oog in oog, van mens tot mens verstaan.
Amen.
Ds. Kirsten Slettenaar