gemeente Eindhoven
Inboeknummer Veralagnummer t Bladnummer t Aanutezig qs leden 28 februari 2007
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 30 januari 2007, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 17:00 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, schorsing 23:00 uur.
voorzitter
E.M. Abbou
PvdA
mw. dr. mr. G.J.M. van den
PvdA
Big gelaar W.J. Burema
Aanw.
Aanvr. Uitnodiging aan
Uitnodiging aan drs. A.B. Sakkers
PvdA
X drs. J. Verheugt X mw. M.H. Batenburg J.G.J.M. van den Biggelaar X mw. drs. J.G.C.L. Breuers X M.J.A.M. van Bussel
griffier SP
PvdA GL LE
E.J.H. Cols
PvdA SP
X F.J.A.G. De pia X mw. N.G.E.C. Habets
PvdA
B.J.M. G era rd
mw. R.C.E. van Helmond
PvdA
X mw. J.W.H.M. Heesterbeek-
SP
J.B. Helms
VVD
X Senders
mw. H.J.M.C. van Herk
CDA
X M.J. Houben
CDA
LE
X mw. H.M.E. Jacobs-van PvdA ChristenUnie X Nisselrooij X mw M.T. Kamphorst X mw P.J.F.van Kessel-Jansen
VVD
mw. B.G.M.W. van Kaathoven
SP
B. van Kent
SP
PvdA
X
K.T. Kocak
CDA
GL
X
mr. P.P.H.A. Leenders
CDA
PvdA
X
mw M.C.T.M. List-de Roos P.A. Mulder R.G.J. Reker ir. J. Rozendaal J.C. Schut
VVD
X mw. ir. J. Kuppens X P.J. van Liempd X J.L. van der Meer X J.B.W.M. Peters
PvdA
X
LE
X
OAE
X
D66
X
CDA
X
Y. Torunoglu
PvdA
X A.J.A. Rennenberg X mw. drs. M. Schreurs X N.H. Stoevelaar X mw W.C.F.M. Verhees
PvdA
X
A.H.C. Vestjens dr ir. J. Vleeshouwers
CDA
X mw M.T.W.G. Vissers
PvdA
Stadspartij VVD
X C.H.B. Weijs X J.F.A. van Zijl
CDA
mw drs A.A. Zwierstra
E.l sik
J.Jansen
OAE LPF
VVD VVD
SP
GL
Verslagnummer x
Wethouders: drs. H-M. Don
mw. drs. M.C.T. Fiers
mw. drs. G.M. Mittendorff
drs. H.J.A. van Merrienboer W. Krzeszewski
Wnd.
gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: mw. M.T. Kamphorst en mw. M.T.W.G. Vissers.
Verslagnummer x
Overzicht van het behandelde
Opening en mededelingen.
II Vaststellen van de volgorde van de agenda.
Geen wijzigingen.
III Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies. 1.a Voorstel Wijzigen van de Verordening op de commissie Stadsdeelgericht Akkoord. werken. (Voorstel 07.R1936.001).
1.b Benoeming lid in de raadscommissie Stadsdeelgericht werken.
Akkoord. Mw. M.C.T.M. List-de
(Voorstel 07.R1602.004).
Roos is benoemd.
2. Benoemingen leden van De Stadspartij in raadscommissies.
Akkoord. Mw. A.M. Misker en de
(Voorstel 07.R1602.005).
heer L.W.M. ten Hagen
zijn benoemd.
3. Benoemingen leden van de Adviescommissie Seniorenbeleid.
Akkoord. De heer G.A.M.
(Voorstel 07.R1947.001).
Kamperveen is ontheven als lid. Mevrouw M. Aslan, de heer A.M. Goede en de
heerJ.G.M.Jansen zijn benoemd als lid. De heer A. Zweekhorst is benoemd als vicevoorzitter.
IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 21 november Akkoord. 2006 en 19 december 2006.
V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. partij
Onderwerp
Beantwoord door:
verslagnummer x
CDA Terrein van der Meulen Ansems
Wethouder mw. drs. Toezegging wethouder M.C.T. Fiers mw. drs. M.C.T. Fiers
Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel met nadere toelichting tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Oude Gracht 2006. (Voorstel 06.R1886.001).
Akkoord. Amendement A1.
aangenomen. (Zie onder voorstel.)
Amendement A1:
Stemming: 42
Voor: 32 Tegen: 10
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en de ChristenUnie VVD, ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
Voorstel:
Stemming: 42
Voor: 38
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, OuderenAppel,
Tegen:
D66, De Stadspartij en de ChristenUnie ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
2. Voorstel met nadere toelichting tot het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2005 in verband met cameratoezicht (Wet cameratoezicht op openbare plaatsen, Stbl. 392,
Akkoord (unaniem).
2005). (Voorstel 06.R1903.001).
Akkoord.
3. Aanvullend rapport van 4itrust over de casus massagesalon Leenderweg (Zie onder voorstel.) 135.
Raadsbesluit:
1. kennis te nemen van de uitkomsten van het onderzoeksrapport en het aanvullende onderzoeksrapport "Casus Massagesalon Leenderweg 135";
2. het college van burgemeester en wethouders te verzoeken tot gevolgtrekkingen te komen inzake de gesignaleerde integriteitskwestie en de commissie Algemene Zaken te zijner tijd te informeren over eventueel genomen maatregelen; 3. de voorzitter van de raad te verzoeken aan de in het rapport gerehabiliteerde ambtenaar te laten weten dat de raad de gang van zaken rond de wederhoorprocedure betreurt.
verslagnummer x
Vll Actuele moties. ACM1. D66
Visie Design
Aangenomen. (Zie onder AcM1.)
Stemming: 43
Voor: 39
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, OuderenAppel,
Tegen:
D66, De Stadspartij en de ChristenUnie ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
AcM2. GroenLinks Energiebesparing
Aangenomen (Zie onder AcM2.)
Stemming: 43
Voor: 33
Tegen: 10 ACM3. VVD
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en de ChristenUnie VVD, ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
Van Brains naar Baten
Behandeling in commissie Bestuurlijke en Economische Zaken.
Vlll Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel met nadere toelichting inzake gebiedsgerichte aanpak en het Akkoord (unaniem). beleid voor VTA’s en buurtontmoetingsruimten. (Voorstel 06.R1881.001).
2. Voorstel met nadere toelichting inzake de uitvoering van de nieuwe Wet Akkoord (unaniem). Inburgering 2007 en Regeling 2007. (Voorstel 06.R1889.001).
3. Voorstel met nadere toelichting inzake kaders cameratoezicht.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 06.R1902.001).
IX Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Akkoord.
X Ingekomen stukken Voorgesteld wordt de stukken onder A voorkennisgeving aan te nemen. A1. Gemeenteraad Arnhem te Arnhem, brief d.d. 6 december 2006 Het onder de aandacht brengen en nadrukkelijk vragen om in
Akkoord.
Verslagnummer x
overweging te nemen een motie inzake Stop de Pijn aan te nemen en aan het Kabinet en de Tweede Kamer der Staten Generaal te zenden. A2. Gemeenteraad Son en Breugel te Son, brief d.d. 12 december 2006. Het verzoek een motie inzake bushaltes, van gelijke strekking in
Akkoord.
stemming te brengen en de uitslag daarvan kenbaar te maken aan de regering en 2’ kamer. (06ink39405).
A3. Gemeente Heemskerk te Heemskerk, d.d. 13 december 2006. Akkoord. Motie inzake generaal pardon van de gemeente Heemskerk met verzoek om deze in kennis te stellen aan alle gemeenteraden.
A4.Provincie Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch, brief.d.d. 19 december Akkoord. 2006.
Inzake toegang tot deelname aan de Proef financieel toezicht. (06ink40431). A5.Ernst R Young Accountants te Eindhoven d.d. 20 november 2006. Uitkomsten tussentijdse controle 2006. (06ink36965).
Rapport wordt besproken in de commissie.
Voorgesteld wordt de stukken onder 8 ter afdoening in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. 81.Stichting Buurtcomite Guido Gezellestraat e.o. te Eindhoven, brief ingekomen op 4 december 2006. Voorstel buurtcomite inzake Burgerinitiatief speelplein Akkerstraat. (06ink38390).
Akkoord.
82. Raad van State te ’s-Gravenhage, brief d.d. 18 december 2006. Akkoord. Zitting van Hoger Beroep op 16 februari 2007 inzake planschade de heer J.W.C. Brands. (06 i n k401 36).
83. Platform Detailhandel Nederland te Leidschendam, brief d.d. 10 januari Akkoord. 2007. Inzake het op aan dringen dat de winkeliers altijd in staat gesteld wordt zich te beveiligen tegen ramkraken en het toestaan van het plaatsen van a n ti ram pa l en.
(07ink01096).
verslagnummer x
Verslag uan het gesprokene
Opening en mededelingen Voorzitter: Dames en heren, van harte welkom. Kijkers thuis ook welkom. U weet dat vanaf onze start om 17 uur, we ook live in beeld zijn in Eindhoven. De gasten van de raad heet ik van harte welkom. Dank voor uw belangstelling om mee te maken wat er zich in de lokale democratie in Eindhoven afspeelt. We nodigen u ook uit om straks in de eetpauze straks ook vooral raadsleden aan te spreken om bijvoorbeeld te vragen: "Waarom deed je dat nou?"
We hebben een bericht van verhindering van mevrouw Kamphorst wegens ziekte. Van mevrouw Vissers ontvingen wij helaas de trieste mededeling dat haar schoonmoeder is overleden. De heer Houben komt later en ’lang zal ze leven’ voor mevrouw Van den Biggelaar. [Ge/ach] Mevrouw Van den Bi elaar: Dank u wel. En mevrouw Van den Biggelaar wilde ook mededelen dat de heer Isik ongeveer een half uur later komt. Voorzitter: Waarvan akte. Overigens is iedereen present. Dan stel ik u voor dat we in
eerste instantie een gelegenheid nemen ter bezinning op onze werkzaamheden. (Moment stilte]
II Vaststellen van de volgorde van de agenda Voorzitter: Dank u zeer. Dan gaan we starten met onze agenda. Ik neem aan dat niemand van u een opmerking heeft over de volgorde van de agenda, zodat we gewoon kunnen starten, conform datgene wat we ons hebben voorgesteld. Mijnheer Schut.
De heer Schut: Ja voorzitter, ik wilde even aangeven dat wij iets willen zeggen over voorstel 6.1, Oude Gracht, en dat wij daar dus op terugkomen. En punt Vlll.2, de nieuwe Wet Inburgering staat nu nog bij discussie, terwijl wij het in de commissie allemaal zo ongeveer unaniem eens waren. Met andere woorden: dit punt kan wat mij betreft naar de onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht. Voorzitter: Ik kijk even naar de voorzitter van de betreffende commissie. Mijnheer Van Liempd, even de check.
Verslagnummer x
De heer Van Liem d: Ik heb aan de commissie voorgesteld om het bij de ’discussie te verwachten’ onderwerpen te agenderen ÃćâĆňâĂİ waar de hele commissie het ook
unaniem mee eens was, overigens ÃćâĆňâĂİ omdat het voorliggende raadsvoorstel sterk
gewijzigd is ten aanzien van het oorspronkelijke raadsvoorstel. Daarnaast is er op een groot aantal zaken toelichting gevraagd aan het college. Het college heeft die toelichting verstrekt. Het zou kunnen zijn dat er naar aanleiding daarvan nog discussie plaats zou moeten vinden. Voorzitter: Goed. In ieder geval is voor mij het oordeel van de voorzitter uit de commissievergadering in dit geval toch de graadmeter. Hij heeft gecheckt wat wij kunnen verwachten, dus ik stel u voor om het punt te laten staan, ook omdat ik geen precedent wil. De voorzitters hebben er een belangrijke rol in om te controleren of iets al dan niet rijp is voor behandeling en of het discussie zal opleveren of niet. Laten we het daar eventjes bij laten. Het kan ook zijn dat het snel gaat, mijnheer Schut. De heer Schut: Ja voorzitter, maar iedereen is akkoord en blijft akkoord. We zijn een hele tijd aan het zoeken naar wegen om deze vergadering efficient te maken en we hebben besloten met z’n allen dat we in de raadsvergadering niet de commissievergadering gaan overdoen. Wat mij betreft zeg ik: ’nou, we waren a kkoord’.
Voorzitter: Uw signaal is helder, dus ik ga ervan uit dat het heel snel zal gaan. Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik wilde even een aanvullende opmerking maken en die heb ik ook aan de griffie doorgegeven. Er is een aantal onderwerpen die in deze periode best bepalend zijn. Ondanks dat een bepaald onderwerp geen discussie zou opleveren, denk ik dat het goed is dat politieke partijen tijdens een openbare raadsvergadering de gelegenheid krijgen hun mening - ook voor het publiek ÃćâĆňâĂİ te
geven ten aanzien van bepaalde belangrijke onderwerpen. Daarom wil mijn fractie ÃćâĆňâĂİ ook als er geen discussie is ÃćâĆňâĂİ soms toch het woord over een onderwerp voeren.
Voorzitter: Nou maakt u het ons even moeilijk en dan ga ik mij netjes aan het reglement houden, want u beweert nu toch niet dat cameratoezicht daar niet ook had moeten staan?
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, cameratoezicht is er dus ook eentje. Als ik kijk naar hoeveel discussie dat onderwerp in het verleden heeft opgeleverd, ook in het openbaar, ook in de media, dan denk ik dat onze Eindhovense burgers, die nu de gelegenheid krijgen om de afsluitende discussie in de raad mee te maken, er niet bij gebaat zijn als er alleen maar geteld wordt: ’bent u voor of tegen’, dan heeft
verslagnummer x
de raadvergadering ÃćâĆňâĂİ zeker als deze uitgezonden wordt ÃćâĆňâĂİ ook nog een andere
functie dan alleen maar ’stemmen en dat is het dan’. Voorzitter: Dan stel ik u voor dat we daar het presidium eens vragen om zich daarover te buigen, want dat is een heel andere vraagstelling dan we tot nu toe met elkaar hebben afgesproken. Ik begrijp heel goed wat u bedoelt, maar een punt wat nauwelijks discussie oplevert kan voor het publiek thuis, of in de zaal, ook heel duidelijk en boeiend zijn. Zo van: ’daar zijn ze kordaat uitgekomen met elkaar, naar alles wat wij gelezen hebben’. Zo kunt u het ook zien.
De heer Schut: Voorzitter, we hebben ook besloten in het begin van deze periode dat de voorzitter van de commissie hier kort de toelichting zou geven die er gegeven moet worden. Als we dat consequent zouden doen, is er een spreker in plaats van elf sprekers en dan praat je over efficient vergaderen. Voorzitter: Goed, dat gaan we nu maar gauw doen. Agendapunt III. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: We waren nog niet klaar.. Voorzitter: [Lachend] De oproep van de heer Schut was om aan de slag te gaan.
De heer Vleeshouwers: We moeten nog even iets over de agenda zeggen. Punt 6.3, het rapport van 4iTrust. Het was ons niet duidelijk wat wij daar nu precies mee gaan doen. Bij ons in de fractie heeft het in ieder geval nog discussie opgeleverd. Ik begreep ook dat de SP iets daarover gaat zeggen. Wij nemen hier geen besluit over dat voorstel. Ik vraag mij af wat wij gaan doen hier in deze raad op dat punt.
Voorzitter: Ik ga ervan uit dat het aanvullende rapport gewoon op een ordentelijke wijze hier gepresenteerd wordt door 4iTrust aan de raad. Dat is het adres waar het hoort. Dat er een korte opmerking gemaakt kan worden. Stel het geval dat u met elkaar aangeeft: ’hier willen we toch met elkaar over doorpraten’, dan zou het voor een volgende keer geagendeerd zou kunnen worden, of in een commissie. Ik kijk even naar de werkgroep 4ITrust. Ik had voor vandaag het idee dat het gewoon een korte presentatie is waar u in eerste instantie kort op kunt reageren. Volgens mij is die ook heel duidelijk. Als u zegt: ’wij willen daar toch nader over debatteren’, dan ga ik ervan uit dat het eerst in de commissie belandt of in de volgende raad, zodat het ook echt goed voorbereid kan worden. Anders overvallen wij allerlei mensen met ineens een groot debat. Mijnheer Van Bussel, ik kijk u al een paar keer aan, misschien wilt u iets zeggen van de bedoeling? De heer Van Bussel: Ja, normaal hadden we dit stukje in de stapel van 15 rapporten allemaal meegenomen. We hebben dat bewust er even uitgehaald, dus we moeten hier vandaag even op inzoomen en we moeten kijken ÃćâĆňâĂİ zoals de voorzitter aangeeft
Verslagnummer x
ÃćâĆňâĂİ dat we het even sonderen. Als er weinig over gesproken wordt, dan is de totale
bespreking inclusief dit stukje hiermee netjes afgerond. Dat moest dan eventjes wachten tot alle procedures waren vervuld. Mocht er inderdaad ÃćâĆňâĂİ wat ik niet
verwacht ÃćâĆňâĂİ heel veel weerwerk op komen, dan is het aan u om het opnieuw te
agenderen. Voorzitter: Wat mij betreft als uw voorzitter is het voor vandaag ’ter kennisgeving’ en niet meer dan dat. Dan gaan we er zo meer aan de slag.
III Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies 1 a Voorstel tot het Wijzigen van de Verordening op de commissie Stadsdeelgericht werken (Voorstel 07.R1936.001) Voorzitter: Romeinse III, voorstel 1 a. Ik neem aan dat u daar allen mee instemt? Dat
is het geval? Vastgesteld.
1b Benoeming lid in de raadscommissie Stadsdeelgericht werken (Voorstel 07.R1602.004) Voorzitter: Voorstel 1b. Akkoord? Vastgesteld.
2 Benoemingen leden van De Stadspartij in raadscommissies (Voorstel 07.R1602.005)
Voorzitter: Dan het voorstel onder nummer 2. Kunt u instemmen met dat voorstel? Geen commentaar. Unaniem akkoord.
3 Benoemingen leden van de Adviescommissie Seniorenbeleid (Voorstel 07.R1947.001)
Voorzitter: Dan het voorstel benoemingen leden van de Adviescommissie Seniorenbeleid. Zijn daar nog opmerkingen over? Ook dat is niet het geval. Dus dan maak ik daaruit op dat we dat zo kunnen gaan doen. Mevrouw List, de heer Van Bussel en de heer Grootveld, de voorzitter van de Adviescommissie Seniorenbeleid, hebben maar liefst elf selectiegesprekken gevoerd, dus ik denk dat het passend is om hen te bedanken voor dat bijzondere stukje raadswerk wat zij verricht hebben. Wij wensen de benoemden succes, en de heer Kamperveen, die vervolgens dus terugtreedt, danken we voor zijn inzet. Brengt u hem dat vooral over. De heer Van Bussel: Met de gewaardeerde steun van onze griffier, natuurlijk, die als vierde man er ook zeer deskundig bij betrokken was, waarvoor onze dank.
verslagnummer x
IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 21 november 2006 en 19 december 2006 Voorzitter: Geweldig. Dank u wel. Dat was agendapunt III. Dan agendapunt IV, de notulen. We hebben geen inhoudelijke opmerkingen ontvangen. Is er iemand van u die nu nog een opmerking wenst te maken? Niet het geval. Notulen vastgesteld.
V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad Voorzitter: Het vragenhalfuur. Dat is snel klaar, want we hebben maar een punt. Het CDA, terrein Van der Meulen-Ansems. Mevrouw Van Herk of de heer Stoevelaar, staat hier. Ik weet niet wie van u het woord voert. Mevrouw Van Herk. Mevrouw Van Herk: Dank u wel voorzitter. In het Eindhovens Dagblad van zaterdag
jongstleden wordt gemeld dat er aan drie projectontwikkelaars gevraagd is om een plan te ontwerpen voor het Van der Meulen-Ansems terrein. Daarbij werd gesteld dat er aan de plannenmakers slechts twee randvoorwaarden worden meegegeven, namelijk grondgebonden huizen en een onderzoek naar de mogelijkheid om De Negende in de oude luciferfabriek onder te brengen. Nu is er over het betreffende gebied tot op heden nog niet zoveel gezegd of besloten door de politiek. Wel heeft de CDA-fractie een aantal keren aandacht gevraagd voor het terrein, onder andere bij de behandeling van de begroting in de Ruimtelijke Peiler van weleer en bij de bespreking van de centrumvisie. Er is ondermeer door het CDA nadrukkelijk gevraagd om te bekijken of er mogelijkheden zijn voor een stuk groenontwikkeling. Wij vinden het van belang dat er ook in het centrum ruimte voor verpozing en ontmoeting is, met andere woorden, pleinen en parkjes als afwisseling voor de hofjes en andere bebouwing. De wethouder heeft toegezegd dat deze opmerkingen betrokken zouden worden bij de verdere planontwikkeling. Een ietwat vage maar toch hoopvolle reactie. Daarom heeft het CDA de volgende vragen: is het correct dat er slechts twee randvoorwaarden meegegeven worden aan de planontwikkelaars en zijn de in het idee gemelde dan de juiste voorwaarden? Zo ja, wat wordt er gedaan me de discussie over de centrumvisie en de daarbij gedane toezeggingen? Komt er nog een mogelijkheid om aanvullende voorwaarden te stellen? Of is nu in wezen ’alles’ weggegeven? Voorzitter: Dank u wel. Wethouder Fiers.
Mevrouw Fiers: Dank u wel. Misschien goed om allereerst even te beginnen met een excuus van deze zijde. Want enige tijd geleden heeft het college inderdaad besloten tot deze opdracht en de bedoeling was dat daar ook een raadsinformatiebrief over zou verschijnen - dat staat ook in het besluit ÃćâĆňâĂİ maar die is
ergens blijven hangen en die heeft u dus nog niet bereikt. Die komt alsnog, maar dat is misschien wel goed want dan had u de informatie ook niet in de kranten
Verslagnummer x
hoeven lezen. Het is misschien goed om even te beginnen bij de aanleiding tot dit besluit. Dat is de zoektocht naar een geschikte locatie voor De Negende, waarbij in totaal vier locaties benoemd zijn. Enerzijds was dat Strijp S, Witte Dame en het Augustinianum. Daar werd ook de locatie van het Van der Meulen-Ansems genoemd. Het college heeft daarbij wel gezegd dat a/s je dat als mogelijke locatie ziet, je het hele gebied erbij moet bekijken en niet sec de locatie aan moet wijzen; dus niet een postzegel, maar de ontwikkeling van het gebied. Dat betekent dat er een opgave is gedaan voor drie marktpartijen om een gebiedsvisie te ontwikkelen. Zoals u heeft kunnen lezen zijn er een aantal kaders voor meegegeven. Dat zijn er geen twee, dat zijn er een aantal meer. Een belangrijk kader is dat het moet passen binnen de door de raad gestelde visie centrumgebied. Dat is, zeg maar, het algemene kader en daar refereert u zelf ook aan. Er zijn eisen gesteld ten aanzien van de inpassing van De Negende, wonen, economie, parkeren en verblijf. Als het gaat om verblijf is dat expliciet geformuleerd als: "creeer een interessante verblijfsplek, terras of tuin, met een combinatie waarbij groen een belangrijk aspect is en de bestaande bomen dienen in ieder geval gehandhaafd te worden". Dat betekent dat er meer kaders zijn meegegeven voor die gebiedsontwikkeling en het betekent overigens ook dat er afspraken zijn gemaakt, met de drie partijen. Hun is gevraagd een visie te ontwikkelen. Op het moment dat die er is, wordt een nieuwe beslissing genomen, dus het betekent niet dat er nu een traject is ingezet. Het is meer een marktverkenning om te kijken tot wat voor interessante concepten dat leidt. De raadsinformatiebrief waarin wij dit nog even heel goed aan u toelichten komt nu op heel korte termijn naar u toe. Voorzitter: Mevrouw Van Herk.
Mevrouw Van Herk: Dat is voldoende beantwoord. Dank u wel. Wij wachten de
raadsinformatiebrief af. Voorzitter: Ik kijk even rond naar de andere fracties. Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Twee vragen, voorzitter. Wanneer heeft deze raad een besluit genomen over De Negende? Een definitief besluit, zodat er sprake is van noodzaak tot huisvesting. Er zijn voornemens, maar nog geen feitelijke besluiten. Het tweede punt is het volgende. Het klopt dat wij een centrumvisie hebben, dat is mij bekend, maar men zou zich kunnen voorstellen dat voor een dergelijk belangrijk terrein midden in het centrum van Eindhoven deze raad eerst een uitwerking van de centrumvisie, als een soort nota aan uitgangspunten, vastgesteld had alvorens het bij projectontwikkelaars uitgezet werd. Het hangt samen met de discussie die nu ook steeds opkomt, waar de grenzen liggen tussen raad en college in het dualisme. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Verslagnummer x
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, daarbij aansluitend: wat wij nodig hebben is een programma op grond van de centrumvisie en dit is wel erg ad hoc. Op het moment dat De Negende eruit valt, zeggen we dan tegen iedereen: nou dan doen we het eventjes maar niet? En hoeveel geld moeten we dan betalen? Dat is dan de volgende vraag. Het is net of er een stap genomen is waar iedereen weet van heeft, behalve de raad. Voorzitter: Andere fracties? Niet het geval. Wethouder Fiers. Mevrouw Fiers: Zoals ik net al zei: het informeren daarover. Dat zei ik net al: daar had een raadsinformatiebrief over moeten komen. Dus daar heeft u volkomen
gelijk in. Als het gaat over de discussie die ook de heer Gerard aanroert: wat is nou precies het niveau van definieren van de visie en de kaders? Dit moet u zien als een onderzoek naar de mogelijkheden van het gebied. Het betekent dus ook dat er afspraken over zijn gemaakt. Er wordt een plan gemaakt. Daar wordt een bepaald bedrag voor betaald. Vervolgens is die fase afgerond en wordt er dus gekeken naar wat dit betekent voor het vervolg. Ik denk dat het goed is om in dat kader misschien eens een keer in de commissie met elkaar van gedachten te wisselen over onder andere de vragen van de PvdA over de kaderstelling bij De Karper. Dat is eigenlijk een zelfde discussie: wie bepaalt aan de voorkant welke criteria. Ik denk dat het goed is om daarover eens van gedachten te wisselen want het is absoluut niet de bedoeling dat wij daarin u, de raad, passeren. Het lijkt mij goed om in algemene zin daar eens over van gedachten te wisselen en wij kunnen natuurlijk ook hier op dit moment afspreken dat voor er verdere stappen genomen worden met het Van der Meulen-Ansems terrein, dat wij ook daarover in de commissie met elkaar van gedachten wisselen.
Voorzitter: Ik denk dat dat voor het vragenhalfuurtje de bedoeling dekt. Stel dat u er verder op in wilt gaan, dan is de commissie daarvoor. U krijgt de notitie, naar ik begrepen heb, dus ik stel u voor dat we daarmee het vragenhalfuur als afgesloten beschouwen.
Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen 1. Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Oude Gracht 2006 (Voorstel 06.R1 886.001).
Voorzitter: Dan gaan we naar de onderwerpen onder Vl. Heeft iemand van u daarover nog een opmerking? Mijnheer Gerard?
De heer Gerard: Ik hoorde gisteren dat ik dit verhaal moet overnemen van mevrouw Kamphorst, die ziek is. Ik heb me er dus sinds gisteren in verdiept, en dat leidde
verslagnummer x
toch tot enig optrekken van wenkbrauwen. In het overzicht staat dat de SP het eens is met het voorstel, maar dat is gebaseerd op bepaalde aannames waarvan wij dachten dat ze terecht waren, maar die toch anders liggen dan wij aanvankelijk dachten. Wij dachten dat er sprake was van een heldere situatie. Er is een bestaand bestemmingsplan Oude Gracht, een bestaand bestemmingplan kasteel Eckart. Beide worden samengevoegd en ge-update, conserverend, en in Eckart verandert er dus niets. Er ligt een wijziging bij de provincie, artikel 19 (daar besluit Gedeputeerde Staten over), en in het stuk stond niets over een standpunt van Gedeputeerde Staten. Dus dachten wij: wij kunnen hier voor stemmen, want wij praten alleen over de bestaande situatie. Vervolgens zijn wij naar onze fractie in de Gedeputeerde Staten gegaan met het verzoek om op die plaats eventueel vragen te stellen. Maar in dat geval was het bezwaar van de heer Smulders niet ongegrond geweest, maar was het bezwaar van de heer Smulders niet ontvankelijk geweest want het had geen betrekking op hetgeen voorlag. En er staat toch echt "ongegrond". In dat geval was er veel informatie met betrekking tot Eckartdal en al die informatie zou vrijblijvend geweest zijn want het plan was niet aan de orde. Wij dachten dat we geen bezwaar hadden, maar toen ik het zelf nog eens goed ging nalezen vond ik dat er sprake was van een hybride constructie waarvoor op het laatste moment informatie werd aangeleverd. Ik hoorde zojuist dat de Provincie de vrijstellingsbeslissing had genomen. Maar ik ben niet kapot van de hybride constructie, want de raad wordt in dit stuk gevraagd om een bestaand bestemmingsplan met weinig wijzigingen te combineren met een nieuw bestemmingsplan waarin grote wijzigingen optreden. Echter, dat nieuwe bestemmingsplan was niet geldig op het moment dat dit stuk werd geschreven want Gedeputeerde Staten had er toen nog geen besluit over genomen. Ons wordt dus gevraagd om een geldig vigerend bestemmingsplan te combineren met een nieuw bestemmingsplan dat nog niet geldig is. In dat geval is het logisch dat er veel informatie bij staat over het nieuwe plan van Meare. Overigens ontbreekt op de site de plankaart, die essentieel is voor de plaats waar de nieuwe bebouwing komt. Die vindt hij niet, die schijnt ook niet in de leeskamer gelegen te hebben, maar dat heb ik zelf niet geprobeerd. In dat geval is het bezwaar van de heer Smulders inderdaad ongegrond, maar in dat geval is de vraag waarom de gemeente Eindhoven een artikel 19-procedure is aangegaan als vervolgens aan deze raad wordt gevraagd om het bestemmingsplan vast te stellen. Dan had je net zo goed geen artikel 19-procedure kunnen aanvragen. Procedureel is het verhaal zo helder als koffiedik. Nu is mij bekend dat dit proces gestart is in het vorig college, dus ik kan er bij dit college niet al te zeer over vallen, maar de manier waarop hier met de Wet op de Ruimtelijke ordening wordt omgegaan zint mij niet, temeer daar ik enkele beweringen terugvindt, bijvoorbeeld over het Regionaal Structuurplan, die ik niet in het Regionaal Structuurplan kan terugvinden. Ik heb het Regionaal Structuurplan doorgebladerd op trefwoorden Meare en Eckart, ik heb de plankaart van het Regionaal Structuurplan, en daar staat in dat heel Meare tot de meest beschermde sector van de ecologische hoofdstructuur behoort, mogelijk op een
verslagnummer x
smalle rand op de Nuenenseweg na maar dat is zo slecht te zien dat je er een vergrootglas bij nodig hebt. Als het college nieuwe bouwactiviteiten, zoals een flat, wil toestaan in het gebied van de ecologische hoofdstructuur, dan zou ik daar graag over willen meepraten in deze raad. Als blijkt dat de smalle strook aan de Nuenenseweg daar niet onder valt, en de flat in die smalle strook komt, ligt het anders maar ik kan het niet bekijken want op de site staat geen plankaart. Nu hebben mij diverse geruststellende mondelinge verklaringen bereikt, onder anderen van de wethouder, dat het groenbeleidsplan niet beinvloed wordt door het bestemmingsplan. Ik zeg er ook eerlijk bij dat de vele brieven van bewoners een van de redenen is waarom ik opnieuw naar het plan gekeken heb. De SP is niet a priori tegen hoogbouw, vaak zelfs voorstander daarvan omdat compact bouwen een ruimtebesparing oplevert. Als je het hier wilt doen, moet je het wel goed doen en op basis van de gegevens valt niet te beoordelen of het wel goed gebeurt.
Voorzitter: Even een vraag tussendoor, mijnheer Gerard, want dit onderwerp staat niet of nauwelijks ter discussie. Kon dit in de commissie niet aan de orde komen? Toch even een vraag want anders doe ik de commissie geweld aan. De heer Gerard: Voorzitter, ik geef toe ÃćâĆňâĂİ beschouw dit maar als zelfkritiek of
gewijzigd inzicht - dat het niet helemaal gebruikelijk is. Maar in de eerste plaats hebben wij sinds de commissie veel brieven gekregen met opmerkingen die ons te denken geven, zonder dat we daarmee zeggen dat de inhoud van die brieven waar is, maar we willen de tijd om erover na te denken. In de tweede plaats was ik niet in de commissie maar mevrouw Kamphorst, maar zij is ziek. Voorzitter: Met respect voor mevrouw Kamphorst vond ik de eerste relevant. Het kan zijn dat u nadere informatie heeft waardoor u een vraag heeft die u daarvoor niet kon stellen. Maakt u het even bondig. De heer Gerard: Een vraag die is gebaseerd op de brieven: of het klopt dat dit plan het bestaand gemeentelijk beleid niet in de wielen rijdt, zoals het groenbeleidsplan of de regelgeving met betrekking tot de ecologische hoofdstructuur enzovoorts. In eerste instantie hebben wij daar niet naar gekeken omdat we dachten dat verandering van Meare niet een aparte procedure was en niet in de bestemmingsplanwijziging was opgenomen. Voorzitter: Mijnheer Peters, u wenst ook het woord? De heer Peters: Ja, even kort. Het lukt mij vast niet om de woorden van mijnheer Gerard te herhalen, maar ze sluiten er wel op aan. Wij hebben het geluk wij stemvoorbehoud gekozen hebben ÃćâĆňâĂİ met een positieve grondslag moet ik daarbij
zeggen. Ons bereiken inderdaad dezelfde berichten, en een daarvan, een bericht van onze expert zelf, zal ik even voorlezen. Er staat: "Als een kasteel op een rijksmonumentenlijst staat, dan hoort de parkomgeving daar ook bij. Inbreuk op
Verslagnummer x
deze toestand kan alleen met een zogenaamde monumentenvergunning van W&W artikel 11 van de Monumentenwet van toepassing zijn". Deze en andere informatie betekenen voor ons dat wij op dit moment niet voor het voorstel kunnen stemmen. Wij zouden graag zien ÃćâĆňâĂİ ook in het kader van Eindhoven Een, "luister naar de burger" ÃćâĆňâĂİ dat we dit nog even terugnemen naar de commissie.
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik heb via de griffier laten weten dat ondanks het feit dat mijn fractie in de commissie akkoord was gegaan ÃćâĆňâĂİ met
respect voor alle mensen die de moeite genomen hebben om mijn fractie zowel mondeling al per e-mail te benaderen ÃćâĆňâĂİ ik het in ieder geval netjes vind naar die
mensen toe om de afweging van de Partij van De Arbeid duidelijk te maken. Vandaar dat ik meer dan een stemverklaring te melden heb. Het is me eigenlijk nog nooit gebeurd dat ik zo kort voor de behandeling van een bestemmingsplan in de raad zo veel reacties heb gekregen. Als bewoner van de Oude Gracht en als veelvuldig bezoeker van Eckartdal kan ik me de bezorgdheid van die mensen heel goed voorstellen, want het behoud van het groene en monumentale karakter ervan is een streven waar ik me helemaal in kan vinden. De reacties die wij op korte termijn hebben ontvangen, waren voor mijn fractie in ieder geval aanleiding om het bestemmingsplan nog eens een keer in detail te gaan bekijken. Ik zal maar met de deur in huis vallen: het heeft mijn fractie niet van standpunt doen veranderen, maar ik wil wel graag een toelichting geven op de afweging die aan het standpunt van mijn fractie vooraf is gegaan. En ik heb ook nog een vraag aan de wethouder. Volgens mij gaat het om verschillende belangen. Stichting Meare, eigenaar van de grond, heeft aangegeven de inrichting van het terrein te willen omschakelen van een louter instellingsterrein naar een terrein met gevarieerde bebouwing met woningen en voorzieningen. In de eerste plaats willen ze dat doen voor de eigen bewoners; als je de huisvesting ziet, begrijp je ook dat een kwaliteitsimpuls hard nodig is. In de tweede plaats om ruimte te maken voor anderen die de combinatie wonen en zorg nodig hebben. Dat tweede aspect past natuurlijk heel goed in de maatschappelijke ontwikkeling die de overheid wil en, sterker nog, stimuleert. Het past in de ontwikkeling van meer zorgwoningen, zodat mensen langer dan voorheen zelfstandig kunnen blijven wonen. We weten allemaal dat ook in Eindhoven behoefte is aan dit type woningen. Voor het aanbod van wat duurdere en luxere appartementen is dat vaak geen probleem, daar zijn particuliere investeerders voor, maar voor de bouw van minder luxe vormen moeten wij als overheid een beroep doen op andere partners. In Eindhoven constateren we dat er op verschillende plekken initiatieven zijn van zorginstellingen en woningcorporaties, die daarmee de verantwoordelijkheid op zich nemen. In die zin vinden wij opmerkingen als zou het gaan om alleen maar commercieel belang of commercieel gewin voor Stichting Meare of een woningcorporatie op zijn minst een heel eenzijdige benadering. De volgende stap is om te bekijken op welke manier men de behoefte aan dit type voorzieningen op het beschikbare terrein
Verslagnummer x
gaat vormgeven. Dan moet je goed kijken hoe je een en ander gaat situeren. Ik ben al in een vroeg stadium betrokken geweest bij de ontwikkelingsplannen van Meare en Eckartdal, en onze eerste reactie zou geweest zijn: afblijven. Als je de plannen wat verder gaat bekijken en ziet wat de bedoeling erachter is, dan is het reeel om toch nog eens naar die plannen te gaan kijken. De kunst is dan om een ruimtelijk kader te scheppen waarin beide belangen optimaal tot hun recht komen, en dat ruimtelijk kader is het voorliggend bestemmingsplan. Mijn fractie is van mening dat in dit bestemmingsplan de optimale balans is gevonden tussen beide behoeften. Juist door de dubbele bestemming, naast de maatschappelijke doeleinden ook bestemming van historisch groen, houdt het gebied een extra beschermde status. En vooral die extra beschermde status kan dienen tot behoud
van de aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarde. Als je het bestemmingsplan ziet, mijnheer Peters, dan wordt juist het terrein rond het kasteel en de tuinen erbij betrokken. Volgens mij houdt dat in dat alle bouwplannen die vervolgens tot ontwikkeling komen expliciet getoetst zullen moeten worden aan die kaders. Als je kijkt naar de ruimtelijke onderbouwing van de rits, in gang gezet door een artikel 19-procedure, dan zie je dat terug; ook in het beeldkwaliteitsplan is er bijvoorbeeld veel aandacht voor de cultuurhistorische waarde. Op zich is het verheugend te lezen dat de plannen in die zin enthousiast zijn ontvangen door de gemeentelijke welstands- en monumentencommissie. We zien in die plannen dat waardevolle groenelementen veel aandacht krijgen en dragers zijn van het stedenbouwkundig plan. Men wil bijvoorbeeld de oorspronkelijke historische structuur herstellen met nieuwe bomen. Toch heb ik nog enige kritische opmerkingen. Het voorliggend bestemmingsplan biedt weliswaar kaders, maar geen garantie. Ik vraag het college om scherp toe te zien op handhaving van de gestelde kaders. U schrijft zelf op pagina 46 dat een eerste vereiste voor goede handhaving een handhaafbaar bestemmingsplan is. In die zin vraag ik mij af of de door u in de nadere toelichting aangegeven verscherping van woningen in zorgwoningen een handhaafbare bepaling is. Graag uw reactie hierop. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rozendaal?
De heer Rozendaal: Dank u wel voorzitter. Zoals de heer Gerard net al zei, zijn er nog nogal wat reacties gekomen de laatste dagen. Mevrouw Van den Biggelaar geeft al aan dat het op zich best een leuk en weloverwogen plan is, en dat er misschien goed naar gekeken is, maar gezien alle reacties en de enigszins verwrongen constructie met een artikel 19-procedure die door de herziening van twee bestemmingsplannen heenloopt, leek het ons zinvol om de zaken nog een keer op een rijtje te zetten, opnieuw naar de commissie te brengen en het met zijn allen nog eens goed te bespreken. Dan kunnen we meteen de zorgen van mevrouw Van den Biggelaar meenemen, want ik denk dat dat heel belangrijke zorgen zijn. Is het handhaafbaar? Hoe ga je dat doen? Welke garanties kunnen we de mensen geven dat als dit er doorkomt, en er geen schadelijke dingen gebeuren die we
Verslagnummer x
eigenlijk niet willen? Al deze overwegingen zijn voor mijn fractie reden om te zeggen: mensen, laten we dit nog een keer overdoen, dan hebben we een maand uitstel. Ik denk dat dit bestemmingsplan dat best kan velen, dan hebben we in ieder geval zekerheid dat we iets goeds aannemen. Voorzitter: Mijnheer Reker?
Mevrouw Van den Bi elaar: Mag ik een vraag stellen aan de heer Rozendaal? Voorzitter: Jawel, bij interruptie. Mevrouw Van den Biggelaar?
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Rozendaal, als ik alles bekijk dan heeft dit voorstel, dit bestemmingsplan volgens mij de normale, geeigende procedure doorlopen. Impliceert uw verzoek om uitstel eigenlijk niet de constatering dat u zich daar van tevoren te weinig in verdiept heeft? Voorzitter: Mijnheer Rozendaal? De heer Rozendaal: Nee, ik geloof niet dat uw implicatie juist is. We hebben ons er voldoende in verdiept, maar op een gegeven moment kwamen er meer dingen op tafel dan we hadden verwacht. Als mensen met zulke verhalen komen, dan heeft de burger er recht op dat wij er nog eens goed naar kijken. Als het geen schade toebrengt aan het gemeentelijk beleid, zie ik niet in waarom wij er niet nog eens met zijn allen fatsoenlijk naar gaan kijken. Dan zullen we zien of wij de garanties kunnen geven die u ook wenst. Voorzitter: Mevrouw Breuers?
Mevrouw Breuers: De suggestie dat er niet fatsoenlijk naar gekeken is, werp ik verre van mij. Verder is het in de commissie min of meer als hamerstuk behandeld. Vervolgens worden we overstelpt met brieven. Dan is het mijns inziens aan de raadsleden zelf om tussentijds informatie te vragen zodat we nu wel een oordeel kunnen vormen. Bewoners en anderen willen weten waar zij aan toe zijn. Aanvullend op mevrouw Van den Biggelaar wil ik kort aangeven dat GroenLinks met de lijn van de Partij van de Arbeid meedenkt. Zo hebben we contact gehad over de vraag in hoeverre je kunt garanderen dat de mensen ook echt gaan wonen in een zorggerelateerde woning. Zelfs daarover zijn concrete afspraken gemaakt. Wij denken dat dit voor de verdere ontwikkeling van het gebied best een fatsoenlijk bestemmingsplan is, want het is voor het groen, voor het historisch erfgoed, voor de archeologische waarde, noem maar op. Voorzitter: Mijnheer Reker?
verslagnummer x
De heer Reker: Ook wij hebben die berichten ontvangen. Vanmiddag ben ik voor de raadsvergadering een uurtje gaan rondlopen in het gebied. De bewoners storen zich met name aan de hoogbouw die daar geplaatst wordt. Met het bestemmingsplan als zodanig kan ik wel instemmen, maar de hoogbouw zou funest zijn voor de natuur, de vogels en andere dieren die daar rondvliegen en rondlopen. Dus ook mijn verzoek is, en daar steun ik de VVD in: neem het mee terug naar de commissie en praat er nog een keer over. Voorzitter: Mijnheer Mulder?
De heer Mulder: Het OuderenAppel heeft ook veel berichten ontvangen omtrent de problematiek aldaar. Wij sluiten ons aan bij het voorstel van de heer Rozendaal om de zaak nog eens goed te beschouwen, met name gelet op het cultuurhistorische karakter van het Eckartdal. Dus een maand uitstel en verdere behandeling in de commissie. Dank u wel. Voorzitter: We zullen er straks over gaan stemmen, dan zullen we zien. Mevrouw Van Herk?
Mevrouw Van Herk: Ook wij hebben naar aanleiding van alle reacties nog eens kritisch naar het plan gekeken. Het viel ons op dat de hoogbouw eigenlijk wel meevalt, want het gaat hier over een etage en alles is gesitueerd aan de Nuenenseweg. Voor ons is van groot belang de behoefte die er is aan zorgwoningen en andere mogelijke vormen van zorg. Dus wij sluiten ons aan bij de Partij van de Arbeid. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: Ik probeer er toch een beetje in grote lijnen naar te kijken. Het punt waarop wij dit plan beoordeeld hebben, en dat staat volgens mij in de eerste alinea van het stuk, is het feit dat het een uitvloeisel is van de Taskforce Bestemmingsplannen. Het heeft een conserverend karakter, een aantal oude bestemmingsplannen wordt vernieuwd zonder dat er veel verandert. Mijn kernvraag is (en dat was eigenlijk in de commissie al zo): hebben wij daar nu onjuiste informatie over gekregen? Is dit bestemmingsplan niet conserverend? Daar ligt wat mij betreft de kern. Als het inderdaad zo is zoals het er staat, dan hebben wij geen vrede met dit plan. Mochten er dingen veranderd zijn, dan voel ik me eigenlijk op het verkeerde been gezet door deze formulering.
Voorzitter: Wie van u verder nog? Is iedereen voldoende aan het woord geweest? Dan krijgen we nu allemaal duidelijkheid. Wethouder Fiers. Mevrouw Fiers: Ik ga een poging doen, voorzitter. Misschien is het goed om me eerst aan te sluiten bij de bewoordingen van de Partij van de Arbeid over het
Verslagnummer x
voorliggende plan. Want uiteindelijk is het plan van Meare een uitvloeisel van ontwikkelingen op het gebied van zorg enerzijds en de uitbreidingswens op dat gebied anderzijds, en dat gecombineerd op die unieke plek in Eindhoven. Wat dat betreft kunnen wij allemaal meevoelen met de bezorgde Eindhovenaren die ons brieven hebben gestuurd. Er ligt een bestemmingsplan voor dat aan de ene kant heel duidelijke kaders geeft als het gaat om de bescherming van de unieke plekken in het gebied, en anderzijds ruimte geeft voor ontwikkelingen op het gebied van zorg. Een aantal van u heb ik horen spreken over hoogbouw. Dat moet enigszins genuanceerd worden: op een plek gaat het om een eventuele maximale bebouwingshoogte van vier lagen ÃćâĆňâĂİ in de formulering van de hoogbouw is het goed
om dat even te nuanceren. Verder gaat het om een tot twee bouwlagen. In het voortraject van het bouwplan Meare is er veel overleg geweest, ook naar aanleiding van het groenbeleidsplan, over de vraag: hoe passen we dit bouwplan nu goed in op die locatie? Overigens is het ook goed om te vermelden dat het oude bestemmingsplan al bebouwing toeliet, zij het wat minder hoog. Maar op de plekken waar nu gebouwd wordt, liet het oude bestemmingsplan ook al bebouwing toe. In reactie op de vraag van de heer Vleeshouwers: inderdaad zijn wij in het kader van de Taskforce Bestemmingsplannen alle bestemmingsplannen in de stad aan het herzien. Daarbij proberen wij zoveel mogelijk om grotere gebieden tegelijk te bekijken, om te voorkomen dat de hele stad een verzameling postzegels wordt. Dat betekent dat we kiezen voor het samenvoegen van twee bestemmingsplannen. Voor wat betreft de procedure, waaraan ook de heer Gerard refereert: in de tijd van besluitvorming over een bestemmingsplan te gaan herzien staat de wereld natuurlijk niet stil. Bij de besluitvorming over bestemmingsplannen is afgesproken dat plannen waarover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden ÃćâĆňâĂİ dus waar het proces van het wijzigen van een bestemming is gestart ÃćâĆňâĂİ worden meegenomen
in een bestemmingsplan. Het is lastig uit te leggen, maar in principe worden bestemmingsplannen conserverend opgestart, behalve daar waar al een lopend plan is en waar dus bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. De heer Vleeshouwers: Voorzitter, mag ik daar een heel korte vraag over stellen dan nog? Voorzitter: Met name dat laatste spreekt mij zeer aan.
De heer Vleeshouwers: Geweldig. Een van de redenen waarom een van de zienswijzen ongegrond is verklaard, is dat er geen wijzigingen in het bestemmingsplan plaatsvinden. Dat is dus onjuist. Mevrouw Fiers: Ik ken de formulering van alle zienswijzen niet precies. Misschien is het goed als ik mijn verhaal even afmaak. Er is al een keer over gesproken in de commissie en de raad in het kader van het bouwplan. In juni 2006 is het beeldkwaliteitsplan voor Eckartdal vastgesteld met een positief advies van
Verslagnummer x
Welstand en de Monumentencommissie, waarin onder anderen het bouwvolume vermeld is. In het kader van het bouwplan dat nu ingevoegd is, of dat althans mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, zijn er al verschillende besluiten genomen. In dat licht vind ik het lastig om te zeggen: laten we het nog maar een maandje aanzien. Op zich is dat voor het bestemmingsplan niet zo erg, maar als we kijken welke stappen we daar al in gezet hebben... De heer Peters: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Peters.
De heer Peters: Als ik daar meteen op mag reageren. Ik vind het prachtig dat u het zo eens bent met de Partij van de Arbeid, en het verhaal van mevrouw Van den Biggelaar is duidelijk als altijd, maar Eindhoven Een draagt toch uit dat ze graag wil overleggen met de burger? Gezien de reacties, wat zijn dan de bezwaren tegen een maandje uitstel en het nog een keer terug te brengen naar de fractie? Wij zijn ook voor de ontwikkeling van Meare, maar ik vind dat er genoeg reacties zijn om bij stil te staan, en misschien voorkomt u er ook procedures mee.
Mevrouw Fiers: Bij de commissievergadering hebben twee mensen, die de afgelopen week ook een brief hebben gestuurd, ingesproken en daarbij de argumenten naar voren gebracht die in de brieven vermeld staan. Op dat moment heeft uw commissie geen aanleiding gezien om daarop verdere actie te ondernemen. Ik heb de bewoners ter plekke aangeboden om daarover een gesprek te hebben, dat gesprek heeft intussen plaatsgevonden en daarin is in ieder geval een van de vragen van de insprekers besproken, namelijk in hoeverre er zorgwoningen worden gerealiseerd op het terrein. De onderbouwing zou namelijk de indruk kunnen wekken dat het eigenlijk om reguliere woningen ging. Zoals u in de nadere toelichting hebt kunnen zien, hebben wij expliciet aangegeven dat het bij de toevoeging van woningen om zorgwoningen gaat; dienaangaande hebben wij ook duidelijke afspraken gemaakt met Stichting Meare en het woonbedrijf. Dus als u vraagt of er serieus met de reacties is omgegaan, zeg ik dat dat sowieso is gebeurd in de reguliere procedure. De insprekers in de commissie hebben wij met alle plantekeningen erbij te woord gestaan, ik denk op een heel goede manier. Blijft overeind dat we het op een aantal punten niet met elkaar eens zijn, maar ik denk dat burgerparticipatie en mensen serieus nemen niet altijd per definitie betekent dat je het uiteindelijk met elkaar eens bent. Maar ik denk wel dat het proces verder zorgvuldig is doorlopen. Tot slot een opmerking naar aanleiding van het handhaven van de kaders van de zorgwoningen. In het voortraject met Stichting Meare en het woonbedrijf is dat nadrukkelijk aan de orde geweest. Wij gaan geen reguliere woonwijk bouwen, maar faciliteren een vraag naar zorg. Dat belang wilden wij op die plek zorgvuldig ingepast toestaan. Die afspraken zijn duidelijk gemaakt. De volgende fase is het verlenen van een bouwvergunning
Verslagnummer x
waarin wij ondermeer voorwaarden kunnen opnemen voor het gebruik van de functies, waar vervolgens op gehandhaafd kan worden. Dus uw suggestie voor wat betreft het handhaven op het gebruik van de woningen neem ik heel nadrukkelijk als een toezegging mee. We proberen dat in het vervolgtraject te borgen. Ik sluit mijn betoog af door te zeggen dat de verschillende procedures mijns inziens zorgvuldig zijn doorlopen, met respect voor de afwegingen die daarin gemaakt moeten worden. Overigens ben ik het met de heer Gerard eens ben dat het procedureel lastig is omdat een aantal dingen langs elkaar lopen. Volgens mij ligt er een bestemmingsplan voor dat enerzijds bescherming biedt voor de gebieden die wij waardevol achten en dat anderzijds ruimte geeft voor een gewenste ontwikkeling. Voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we over naar de tweede termijn. Houd u rekening met wat we verder nog moeten doen, hij stopt bij ’nauwelijks discussie’. Mijnheer Rennenberg?
De heer Rennenber : Ik heb nog een eerste termijnvraag aan de wethouder. Ze was erg duidelijk moet ik u zeggen, maar de wethouder praat over twee lagen en in de brief van de raad van bestuur van Meare staat: vier bouwlagen. Voorzitter: Dan gaan we even verder kijken. Mijnheer Gerard nog.
De heer Gerard: Voorzitter, het is de SP duidelijk dat hier een belangenafweging speelt. Wij vinden het argument ’luisteren naar de burger’ en ’stadsdeelgericht werken’ van belang maar niet onbeperkt van belang. Ook de leiding van Meare treedt op ten behoeve van Eindhovense burgers, dus het argument is hier sowieso niet zonder nadere uitleg bruikbaar. We hebben ook gezegd dat de SP in beginsel niet tegen hoogbouw is, ’mits’. We hebben ook gelezen dat de bebouwing over het algemeen plaatsvindt op de plaatsen waar al bebouwing is. Het gaat om een vervangingsverbouwing, behalve bij de flat. In die zin is het uiteindelijke proces iets waar wij best mee kunnen instemmen. Eigenlijk heb ik daar nog een vraag over. Ik heb het boekwerk van het bestemmingsplan nagelezen. Ik mis daar het woord ’ecologische hoogstructuur’. Het kan zijn dat dat terugkomt in andere bewoordingen. Meare is bijna geheel ecologische hoogstructuur, behalve een strook langs de Nuenenseweg. Hoe bent u daarmee omgegaan? Het woord ’ecologische hoogstructuur’ ligt bij ons tamelijk gevoelig, nog gevoeliger dan ’groen beleidsplan’. Voorzitter: Ik vind het toch vreemd, mijnheer Gerard, dat dit niet in de commissie aan de orde is geweest. Want dit is nog additionele informatie. Het is gewoon technische informatie of iets in de ecologische hoogstructuur of de ecologische verbindingszone ligt. Ik vind het wat lastig dat dit nu bij de afweging politieke hoofdlijnen aan de orde komt, maar daar hoeven we geen discussie over.
Verslagnummer x
De heer Gerard: Ik snap uw punt, voorzitter. Normaal gesproken zou ik ook proberen dit te vermijden. Het loopt allemaal een beetje vreemd door de procedure, maar u moet maar kijken wat u daarmee kunt. Voorzitter: Dat was uw ene vraag? U had nog een vraag.
De heer Gerard: Ja, dat was de vraag en ik had nog wat opmerkingen. Dan zullen wij instemmen met het plan. Even onder voorbehoud dat er een goed antwoord komt op de vraag over de ecologische hoogstructuur. De opmerking is dat wij er prijs op zouden stellen dat bij volgende gelegenheden ruimtelijke ordeningsprocessen op een nette, reguliere manier worden afgewerkt. Niet datje eerst een beeldkwaliteitsplan krijgt en vervolgens eens een keer het bestemmingsplan wat in volgorde toch echt omgekeerd is. Niet dat je conserverende bestemmingsplannen en niet conserverende bestemmingsplannen onder een noemer brengt. Al dat soort zaken maakt het gruwelijk verwarrend en een deel van de verwarring komt hier nu terug als een vraagstelling. Voorzitter, dat is het. Ik hoop dat ik nog op de vraag een antwoord krijg. Als dat niet lukt, dan moet het maar niet. Dat is dan jammer.
Voorzitter: Dank u wel. iemand van u verder nog? Eerst mijnheer Rozendaal, dan mijnheer Vleeshouwers. De heer Rozendaal: Dank u wel voorzitter. De uitleg van de wethouder is voor ons niet helemaal duidelijk over de toepassing van artikel 19 en het herzien van bestemmingsplannen en wanneer nou iets een wijziging is. En of dat een wijziging is wanneer die aangenomen is en door wie. Maar dat is een heel principiele discussie die we ook op een ander moment met de wethouder kunnen voeren. We hadden hem graag in dit kader even meegenomen, voordat we een beslissing over dit bestemmingsplan nemen. Verder hadden wij gevraagd om het terug te brengen naar de commissie en het idee daarvan was dat wij niet alleen deze principiele discussie konden voeren, maar dat het ook meer ruimte zou geven om aan mensen uit te leggen waarom je dit op deze manier zou willen aannemen. De wethouder geeft aan dat er heel duidelijk een aantal beschermingsmaatregelen en beveiligingsmaatregelen zijn. Dat is heel fijn, want dat is ook belangrijk in dit gebied. Wij hadden heel graag gezien dat het daarom terug was gegaan naar de commissie maar, gezien de uitspraken van andere partijen, denk ik niet dat daar een meerderheid voor te krijgen is. In dat geval heeft mijn fractie gezegd: dan zijn het belang van het bestemmingsplan en de garantie die de wethouder geeft voldoende voor ons om er alsnog mee akkoord te gaan op dit moment.
Voorzitter: Soms moet je ook nog iemand uit laten spreken. Mijnheer Vleeshouwers.
verslagnummer x
De heer Vleeshouwers: Nog een keer terugkomend op de vraag of dit nu een ander bestemmingsplan is dan de oude bestemmingsplannen. Oorspronkelijk en ook in de commissiebehandeling leek het er eigenlijk op te wijzen dat er niets veranderde. Ik heb net al gezegd: de taskforce die met de bestemmingsplannen en de gemeente bezig is, gaat uit van een conserverend karakter. Dat staat ook in het stuk. Drie van de vier zienswijzen die erin gediend zijn hebben als conclusie: ÃćâĆňâĂİ ik zal
het even voorlezen - "De zienswijze wordt ongegrond verklaard, want er vinden geen wijzigingen in het bestemmingsplan plaats". Al met al hadden wij het idee: er verandert niets. Meare gaat misschien wat dingen veranderen, maar dat valt netjes binnen het bestemmingsplan. Er is helemaal niets aan de hand en daar waar het misschien niet binnen het bestemmingsplan valt, kan een artikel 19-procedure uitkomst bieden. Klaar. Discussie af. Nu blijkt toch dat dit bestemmingsplan verandert! Ik kan niet meer volgen waarom dan die zienswijze ongegrond verklaard wordt. Er had dus eigenlijk een andere discussie gevoerd moeten worden. Voorzitter: Iemand van u nog een vraag voor de politieke afweging? Verder niet het geval? Wethouder Fiers. Mevrouw Fiers: Dank u voorzitter. Misschien even aanhakend bij de discussie rond de procedure rondom bestemmingsplannen. Het lastige eraan is dat hier dus verschillende procedures langs elkaar lopen. Dat geeft verwarring alom over welk proces nu het eerst gestart is en waar die dingen in landen. Ik denk dat het heel erg goed is om ook verwarring in de toekomst te voorkomen om in een volgende commissie toch nog eens even te kijken naar die procedure, zodat wij dat in ieder geval met elkaar helder hebben. Omdat wij natuurlijk in de komende periode meerdere bestemmingsplannen zullen vaststellen en ik kan u al een paar bestemmingsplannen aankondigen waar een soortgelijke discussie loopt, namelijk een bouwplan wat al in procedure is en parallel daaraan starten wij met dit verhaal van die actualisatie van de bestemmingsplannen. Ik denk dat het goed is om dat eens even met elkaar helder te krijgen.
Voorzitter: Dat levert geen uitstel voor deze besluitvorming. Mevrouw Fiers: Wat mij betreft niet. Ik denk dat het goed is om daar met elkaar procedureel eens over van gedachten te wisselen en misschien ook dat u mij daar wat tips over kan geven van hoe dat dan duidelijk te verwoorden in de dossiers, zodat u vooral niet het idee heeft dat u onvoldoende informatie daarover heeft.
Dat zou mijn voorstel zijn voor de hele discussie over verschillende parallel lopende procedures. Als het gaat over de opmerking over de bouwhoogte- nog even reagerend op de opmerking van het OuderenAppel ÃćâĆňâĂİ dan is het inderdaad op een
bepaald gebied een maximale hoogte van vier en over het algemeen kent het dus een lagere bebouwing. Als het gaat over de vraag ’hoe bent u omgegaan met de ecologische hoogstructuur?’ Dan zou ik eigenlijk even willen verwijzen naar de
verslagnummer x
opmerking over het groen beleidsplan, want ook daar staan formuleringen in van hoe om te gaan met het groene gebied. Ook daarover zijn met de provincie in het kader van de artikel 19, lid 1-procedure, die voor dit bestemmingsplan loopt, overleggen geweest: in hoeverre is dit nu goed ingepast binnen de groenwaardering ÃćâĆňâĂİ laat ik het maar even zo noemen ÃćâĆňâĂİ voor dit gebied? Ik heb
begrepen, in ieder geval ambtelijk dat aangegeven is dat de provincie ook instemt en een verklaring van geen bezwaar afgeeft. Dat houd ik even onder voorbehoud maar dat was het laatste ambtelijke signaal. Ik begrijp dat in elk geval ook de provincie daar nadrukkelijk naar gevraagd heeft en wij hebben daar in het kader van ons eigen groenbeleidsplan natuurlijk ook goed naar gekeken. Voorzitter: Dank u wel. Dan zijn we aan het eind van de beraadslagingen en gaan we richting besluitvorming. Ik zou u willen vragen straks, als we echt stemmen over het besluit, om het stemkastje te gebruiken. Daar heb ik twee redenen voor. Ik vond het toch een interessant debat om eens even te zien hoe nou feitelijk uiteindelijk besloten wordt. Het tweede is ook dat wij een paar mensen van de provincie Gelderland te gast hebben die overwegen om hetzelfde mechanisme te gaan benutten [Ge/ach] en die willen zo dolgraag zien hoe goed u dit doet. Ze zijn van harte welkom natuurlijk en we gaan in eerste instantie vragen wie van u een stemverklaring wenst af te leggen. Dat is mijnheer Gerard. De heer Gerard: De SP, voorzitter, neemt aan dat in het overleg met de provincie de belangen van de ecologische hoogstructuur afdoende gewogen zijn en herhaalt verder eerdere beweringen niet, maar wil wel graag eens een keer over die zaken praten. Voorzitter: Wie van u verder. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, ik ga ervan uit dat het klopt wat de wethouder zegt en dat de procedure goed doorlopen is. Wij hebben destijds voor het beeldkwaliteitsplan van Meare gestemd, dus ik denk dat we daaruit de consequentie moeten trekken dat we ook dit plan steunen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Peters?
De heer Peters: Ondanks de duidelijke uitleg van de wethouder hadden wij toch graag een maand uitstel gezien. Wij zien er geen bezwaar in om het uit te stellen, dus wij kunnen niet voor stemmen. Voorzitter: Iemand van u verder nog een stemverklaring? Mijnheer Mulder? De heer Mulder: Ja, dank u wel voorzitter. Gelet op de uitleg van de wethouder kunnen wij in tweede instantie instemmen met het plan.
verslagnummer x
Voorzitter: Nog even: een stemverklaring voegt iets toe. Want stemmen dat blijkt straks, of u ’ja’ of ’nee’ zegt. Sorry, dat ik dit even doe, maar een stemverklaring is een stellige verklaring waarin u uitlegt waarom u dat stemgedrag heeft. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, de discussie waar het hier nu vooral over gaat die heeft feitelijk al plaatsgevonden tijdens de artikel 19.1-procedure. Daar is de afweging gemaakt. Dit is eigenlijk meer een soort technische zaak. Dat kan zuur zijn, maar de afweging was er al. Voorzitter: Goed. Een stemverklaring! Mijnheer Rozendaal.
De heer Rozendaal: Een stemverklaring. Wij hadden graag gezien dat het nogmaals besproken was. Om twee redenen: omdat wij het belangrijk vinden dat de discussie, die mijnheer Vleeshouwers ook net al aanhaalde, gevoerd was voordat deze beslissing was genomen. Wij hadden het goed gevonden in het kader van burgerparticipatie om de overwegingen die nu wat snel lijken te zijn genomen, nog een keer goed duidelijk te maken. Het blijkt dat dat niet is. Wij zijn desalniettemin van plan om voor te stemmen voor dit voorstel. Voorzitter: Dan mijnheer Jansen. Ik kan geen interrupties in een stemverklaring meer toelaten. Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Dank u wel. Voorzitter, wij waren akkoord met het voorstel. We zijn dat nog. Wat er veranderd is, is de discussie rondom bezwaren die gekomen zijn. Ik denk dat dat de reden is van dit overleg. Ons standpunt is dat er voldoende ruimte gegeven is aan bezwaren en dat dat ook in het verdere verloop van dit traject nog steeds zo is. En dat is voor ons dusdanig belangrijk dat wij blijvend voor zijn.
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, mijn fractie heeft een serieuze belangenafweging gemaakt ÃćâĆňâĂİ dat heb ik in eerste instantie al gezegd ÃćâĆňâĂİ en heeft
daarom voor gestemd. De fractie heeft tevens, naar aanleiding van de gebleken reacties, zelf onderzoek gedaan en contact opgenomen met de bewoners. Dat had iedereen kunnen doen en dan had men geen uitstel hoeven vragen. Voorzitter: Dat is ook een stemverklaring. Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Ik wou het niet doen maar kan het niet laten: we zullen
instemmen met het voorstel en ik wil aangeven namens mijn fractie dat wij de gang van zaken hier vanmiddag ten zeerste betreuren.
Verslagnummer x
Voorzitter: Ja, daar heeft u een voorzitter deels naast u staan. Wat ik jammer vind is dat het in de commissie niet uitgebreider aan de orde is geweest. Maar goed, er zijn wat oorzaken voor. Ik hoop dat iedereen die een stemverklaring wenste af te leggen daartoe de gelegenheid heeft gekregen. Dat is het geval? Dan gaan we nu stemmen. U kent de procedure. Ga uw gang. (Stemmen met behulp van stemkastjes] Als het goed is hebben we ze nu allemaal,41. 37 voor,4 tegen. Dat betekent dat het voorstel is aanvaard.
Mevrouw Batenbur : Voorzitter, het kastje werkt niet! Voorzitter: Heeft u niet betaald of zo? (Gelach]
Mevrouw Batenbur : Ik had voor willen stemmen voorzitter. Voorzitter: We gaan dat even controleren, maar u hebt voor gestemd? En uw buurman? Daar ging het ook niet goed bij? Oke. Dan hebben we dat ook even voor de handelingen vastgelegd. Hij telt wel goed maar heeft de namen niet allemaal weergegeven. Je ziet dat het soms bijna werkt.
2. Voorstel tot het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2005 in verband met cameratoezicht (Wet cameratoezicht op openbare plaatsen, Stbl. 392, 2005) (Voorstel 06.R1903.001) Voorzitter: We zijn toe aan agendapunt 2 en ik hoop echt dat we dat, in lijn met datgene wat we hebben afgesproken, kort kunnen afdoen. Ik begrijp dat met betrekking tot cameratoezicht alleen de SP nog een amendement wenst toe te lichten. Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Voorzitter, wij kunnen over beide punten cameratoezicht zeer kort zijn. Na de commissiebehandeling zijn een aantal pijnpunten wat ons betreft weggenomen. Pijnpunten overigens, die soms dateren uit de tijd dat de wet gemaakt is op het cameratoezicht, toen in praktijk de burgemeester nog in alle plaatsen in Nederland portefeuillehouder integrale veiligheid was. Inmiddels is dat in sommige plaatsen de wethouder geworden en de tekst is daar niet altijd in goede mate op aangepast. De SP vindt cameratoezicht een zaak die te maken heeft met enerzijds afwegingen tussen burgerrechten, anderzijds met bepaalde praktische veiligheidsvoordelen. Dat evenwicht is wat ons betreft na de aangepaste tekst bereikt. We zullen dus instemmen met het voorstel. We hebben een
amendement waarin voorgesteld wordt om in de verordening het woord ’voor bepaalde duur’ te vervangen door ’twee jaar’. Dat maakt ’voor een bepaalde duur’ maximaal twee jaar. Dat doen wij niet zozeer omdat het nieuw is, want in de kaders staat dezelfde bepaling opgenomen. Maar, voorzitter, de SP vindt dat een
Verslagnummer x
verordening zijn eigen duidelijkheid in zich moet dragen. Over x jaar trekt men uit de kast niet de kaders die de raad ooit vastgesteld heeft, maar de verordening waarin staat hoe het precies moet. Daarom stellen wij graag op prijs dat op de plaats waar de feitelijke wetgeving staat, ook de bepaling ’twee jaar’ genoemd wordt. Voorzitter: Dank u wel. Het woord aan de portefeuillehouder. Mijnheer de vicevoorzitter. De heer Sakkers: Er is behoefte vanuit het college om toch even twee dingen naar voren te brengen, naar aanleiding van het amendement. In eerste instantie heeft het college de neiging om het amendement te omarmen omdat het alleen maar duidelijkheid aangeeft voor een hard evaluatiemoment. En je hebt een nieuw besluit nodig om dan weer verder te kunnen. Het andere is, en dat is ook nadrukkelijk een technisch advies wat ik gekregen heb, is dat je eigenlijk dan nog iets zou moeten toevoegen vanuit de wettelijke positie van de burgemeester. Stel het geval dat hij aanleiding ziet om toch ÃćâĆňâĂİ om redenen van openbare orde en veiligheid ÃćâĆňâĂİ tijdelijk camera’s te plaatsen, of te continueren in dat geval, want er
doen zich steeds incidenten voor waardoor hij zich genoodzaakt ziet om dat te continueren. Dan zou hij in uw geval eerst een procedure naar de raad moeten gaan voeren en dan vervolgens pas kunnen besluiten om dat weer te initieren. Daarop krijg ik het advies: voeg dan nog iets aan toe aan het amendement van de SP. Daar wil ik graag een reactie op van de SP, want anders doen we het niet en dan begrijpen we elkaar misschien toch al op termijn, maar het formeel juridische advies wat ik krijg is: voeg er dan ook nog aan toe: "Een en ander sluit niet uit dat de burgemeester na het verstrijken van de in het besluit tot plaatsing bepaalde maximale duur, opnieuw besluit tot plaatsing van vaste camera’s ten behoeve van toezicht, op dezelfde openbare plaats. Ook bij zijn nieuw besluit geldt dan weer de duur van twee jaar." Dus de vraag is even: als u dat doet: in principe zegt het college: "We zijn het eens met het amendement van de SP maar er kunnen zich situaties voordoen in de openbare orde en veiligheid waardoor de burgemeester adequaat moet handelen". Hij heeft dat netjes aan u te melden natuurlijk. Dat is logisch; dat hadden we al eerder afgesproken. Maar het kan niet zo zijn dat er dan een gat valt doordat er eerst gestopt moet worden, dan naar de commissie, naar de raad moet worden gegaan voor een nieuw besluit. Dan zou dat in theorie kunnen betekenen dat vandalen of criminelen gedurende een periode van anderhalf, twee maanden, hun gang zouden kunnen gaan. Ik noem het maar even om het een beetje beeldend aan u voor te stellen. Dus het verzoek aan de SP is eigenlijk om ermee akkoord te gaan dat we dat ook toevoegen. En dan spreek ik met u af ÃćâĆňâĂİ en
dat ligt in de handelingen vast - kunnen we in de toelichting ook zetten dat de burgemeester terstond daarover aan de raad mededeling doet? Dat kun je ook nog toevoegen.
verslagnummer x
Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Gerard, uw reactie. De heer Gerard: De praktijk van het plaatsen van camera’s is eigenlijk tweeledig. Er zijn situaties waarin met grote acuutheid onmiddellijke plaatsing nodig is. De SP heeft dat nooit afgewezen. Dat was bijvoorbeeld in Woensel West. En er zijn situaties waarin de plaatsing van camera’s tamelijk rustig kan worden overwogen zonder dat er sprake is van een grote acuutheid en het amendement van de SP heeft betrekking op de laatste, op situaties waarin je even gewoon de normale procedure voor camerabewaking kunt doen. Als de burgemeester zegt dat het mogelijk moet blijven op basis van acute veiligheidsnoodzaak hiervan af te wijken, past het bij de lijn van de SP dat wij daarmee instemmen, maar dan moet het ook inderdaad tot die situaties van acute noodzaak beperkt blijven en dan zou ik dat graag ergens in de tekst opgenomen willen zien. Dat het dus niet, wat de burgemeester zegt, de reguliere gang van zaken wordt. De heer Sakkers: Voorzitter, ik constateer dat de heer Gerard en ik het helemaal eens zijn want het gaat precies over een degelijke theoretisch mogelijke situatie.
Plaatsvervan end voorzitter: Wat betekent dat voor uw amendement, mijnheer Gerard? De heer Gerard: Dat mag zo gelezen worden als de burgemeester het zegt. We zijn het inhoudelijk daar niet over oneens. Nou weet ik niet of hij, vanwege de orde van de vergadering, een aangepaste tekst wil of dat wij het bij deze kunnen vaststellen? De heer Sakkers: Voorzitter, mag ik u voorstellen dat ik ervoor zorg draag dat dat stukje tekst nog even aan de raadsleden geleverd wordt voordat we straks besluiten?
Plaatsvervan end voorzitter: En in dat geval trekt u het amendement in, en hoeft het niet in stemming gebracht te worden? De heer Gerard: Nee, ik stel er prijs op dat de raad zich erover uitspreekt. Dat is dan
over een amendement met een uitgebreide tekst. De heer Sakkers: Mijn voorstel is dat we aan het amendement van u gewoon dat stukje tekst toevoegen. Dan is het compleet uw amendement en u weet dat het college dat graag ondersteunt.
Plaatsvervan end voorzitter: Dan kunnen we het pas in stemming brengen als die aanvullingen er zijn.
Verslagnummer x
Voorzitter: Dank u zeer. Dames en heren, we gaan dus straks besluiten over dit agendapunt zodat u allemaal kennis heeft kunt nemen van de tekst in het
geamendeerde amendement. 3. Aanvullend rapport van 4iTrust over de casus massagesalon Leenderweg 135 Voorzitter: Punt 3. Ik citeer alvast even voor de besluitvorming straks de suggestie die in de aanbiedingsbrief aan de gemeenteraad door de begeleidingscommissie is geschreven. Daarin staat tot slot: "Voor de wijze van behandeling geven wij u in overweging kennis te nemen van de uitkomsten van het onderzoeksrapport en het aanvullende onderzoeksrapport. Verder de gevolgtrekkingen in het kader van de gesignaleerde integriteitskwestie over te laten aan het college van B&W." Dus het gaat even om de status van de besluitvorming in deze vergadering. Wie van u wenst het woord? Mevrouw Van den Biggelaar. Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, bij de eerdere behandeling van hoor en wederhoor zou ik aan het deelrapport massagesalon Leenderweg slechts beperkt aandacht hebben besteed en dat zou ik nou eigenlijk wel willen doen. Die aandacht zou overigens meer zijn uitgegaan naar het gedrag van de betreffende wethouders dan naar de gedragingen van de ambtenaren. De voorgenomen reactie zou ik hier willen herhalen. College, het is aan u om hier passend op te reageren. En: mogelijk dat bepaalde gedragingen het gevolg zijn van een algemene ambtelijke cultuur. Wij verzoeken het college bij in te stellen verbeteracties dit aspect mee te nemen. Een van de ambtenaren, voorzitter, die in deze casus een rol speelde, wordt juridisch gerehabiliteerd. Op zich is dat verheugend, zeker voor de persoon zelf. Wij verzoeken het college ervoor zorg te dragen dat dit ook feitelijk, intern en extern, vorm krijgt. Voorzitter: U helpt daar nu aan mee. Mijnheer Schut.
De heer Schut: Voorzitter, voor wat betreft de betrokken personen waar het onderzoek naar uitging, daar hebben wij van begrepen dat er niets mee aan de hand is in deze casus, dus dat is verder klaar. Wij blijven als fractie zitten met de vraag: hoe zit dat nou met beide ambtenaren? Dat is voor ons niet heel duidelijk. Het is ook niet duidelijk of daar iets gebeurt, wat er dan gebeurt, hoe je daarmee verder gaat. En wij hadden graag ÃćâĆňâĂİ wat ons betreft in een besloten vergadering
maar hoe we dat doen weet ik niet ÃćâĆňâĂİ wat meer inzicht gekregen in hoe dat nu gaat
als je als ambtenaar als ’bijvangst’ onder de aandacht komt. In dit geval was dat niet wat we zochten, het kwam toevallig op tafel, en het woord ’bijvangst’ werd al een keer genoemd. Voor ons is het niet een zaak van ’daarmee klaar en weg’ want er blijven vraagtekens hangen en wij willen die vraagtekens weg hebben bij ons. Vandaar dat ik zeg: ik wil het ook best in een gesprek met u onder vier ogen, maar wij willen graag weten: wat gebeurt er in zo’n geval met die ambtenaar.
verslagnummer x
Voorzitter: Datgene wat hier vandaag nog even gezegd wordt, is voor het college een vraag. En daar krijgt u op een passend moment antwoord op. Zo zie ik ook het voorstel vanuit de begeleidingsgroep: als hier op een gegeven moment bepaalde zaken aan de orde zijn die ter competentie zijn van het college, bijvoorbeeld, dan gaat de begeleidingsgroep ervan uit dat het college dat ter hand neemt. Ik zou dan met u willen afspreken dat wij het college vragen om daarover zich met de raad te verstaan ÃćâĆňâĂİ en als het over personen gaat moet dat besloten ÃćâĆňâĂİ zodat we weten waar
we aan toe zijn met elkaar. Dat is eigenlijk uw verzoek, dacht ik.
De heer Schut: Ja, en als u daar dan duidelijk antwoord op geeft, zijn wij tevreden. Voorzitter: Misschien wil de heer Don daar straks op reageren. Wie van u nog meer? Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Het is inderdaad prettig dat ook dit rapport nu afgerond is. Een duidelijk, helder verhaal voor mijn fractie. Wij sluiten ons uiteraard aan bij de conclusie. Het vervolg is niet aan ons maar dat is aan het college, dus daar hoef ik verder niets aan toe te voegen. Ik blijf met een probleempje zitten en dat is door andere raadsleden al een beetje genoemd. Dat is de aanleiding om deze aanvullende rapportage te krijgen. Die lag in het feit dat een ambtenaar niet tevreden was met de manier waarop de eerste rapportage had plaatsgevonden, over de manier waarop zijn wederhoor toegepast was. Ik lees in deze aanvullende rapportage een paar keer, van enkele van de betrokken ambtenaren, de opmerking: dit had niet gemoeten. Ik bedoel: de namen van de betrokken ambtenaren hadden niet zo in openbaarheid gemogen. Dat zijn ze wel, we kunnen het allemaal op ons gemak nalezen, zo vaak we willen. Dat vind ik pijnlijk. Dat is een heel vervelende kwestie, vooral voor de ambtenaar voor wie deze aanvullende rapportage dringend nodig was. Zonder al te zwaar eraan te tillen, vind ik dit moeilijk en pijnlijk voor de betrokken ambtenaar. Hij kan zich niet verweren. Hij heeft geen rechtstreekse verantwoordingsmogelijkheid ten opzichte van de raad, dat is allemaal duidelijk voor ons. Ik zou op een of andere manier namens mijn fractie ÃćâĆňâĂİ maar ik zou dat graag raadsbreed willen zien ÃćâĆňâĂİ een blijk van
begrip willen uitspreken. Een verklaring dat wij het betreuren dat het gelopen is, zoals het gelopen is. Niet al te sentimenteel ÃćâĆňâĂİ zo bedoel ik het niet - maar ik voel wel
de behoefte om dat hier uit te spreken. Enerzijds naar die betrokken ambtenaar, die een vervelende tijd achter de rug heeft, wat achteraf toch niet zo nodig was geweest. Anderzijds is het wellicht een les voor de toekomst dat wij met het in de openbaarheid brengen van namen van mensen ontzettend voorzichtig moeten zijn. Voorzitter: Ik dank u zeer voor deze bijdrage. Mijnheer Peters? De heer Peters: Het doel was uiteraard het handelen van de heer Pastoor. Ik denk
dat ook dit stuk daarin duidelijkheid geeft. Daarnaast is er geen sprake van bewust
verslagnummer x
plichtsverzuim van de ambtenaren. Dan blijft dat er, zoals bij zoveel stukken, sprake is geweest van verschillende instellingen of persoonlijk voordeel. Maar ÃćâĆňâĂİ en dat is
ook in de geest van wat mevrouw Heesterbeek zegt - het is natuurlijk zeer te betreuren ÃćâĆňâĂİ en wellicht is dit toch tekenend voor de stukken in de hele affaire ÃćâĆňâĂİ dat
er wederom mensen in een kwaad daglicht worden gesteld. Tot slot willen wij het graag overlaten aan het college, zoals hier aanbevolen wordt. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rennenberg?
De heer Rennenber : LI weet dat ik misschien wel de enige ben die geen voorstander is geweest van de onderzoeken van 4iTrust. We hebben er achttien gehad. Er was er een bij ÃćâĆňâĂİ waar we vandaag over praten ÃćâĆňâĂİ die werd teruggetrokken
omdat de zaken die 4iTrust op papier had gezet schijnbaar een doorn in het oog waren van ambtenaren. Nu is er een nieuw rapport gekomen, daar zit natuurlijk hartstikke veel verschil in. We hebben er vertrouwen in dat het college dit conform zal afwerken, maar zo’n ambtenaar is natuurlijk toch een beetje beschadigd; die heeft net als Pastoor ’s nachts liggen zweten en wakker gelegen. We moeten actie nemen richting die mensen, maar ik vind dat 4iTrust een tik op de vingers mag krijgen, en antwoord moet geven op de vraag waarom het eerste rapport zo afwijkt va n dit ra p port.
Voorzitter: Dank u wel. Eerst mevrouw Breuers, dan mijnheer Leenders. Mevrouw Breuers: Ik heb er weinig aan toe te voegen. Ik steun de woorden van de SP daar waar het gaat om de vraag of we richting betrokken ambtenaar iets kunnen doen. Het is spijtig dat het zo gelopen is, en we zijn blij dat het nu in ieder geval afgelopen is. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: We hebben ons eerder niet willen uitlaten over ambtenaren. We
laten aan het college over hoe de desbetreffende ambtenaar gerehabiliteerd moet worden. We hebben kennisgenomen van het rapport, en hebben daar verder geen opmerkingen bij. We onderschrijven de conclusies. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk nog even rond. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: Ik kan mij aansluiten bij het verzoek van de heer Schut van de VVD. We volgen de aanbeveling om het in handen te geven van B%W. We zijn
heel nieuwsgierig naar wat er precies mee gaat gebeuren. Voorzitter: Dank u wel. Overigens? Mevrouw Schreurs nog.
verslagnummer x
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, normaal bemoei ik me nooit met de discussie rond dit soort stukken omdat ik zelf een object was van het onderzoek ÃćâĆňâĂİ subject soms.
Maar in dit geval wil ik even kwijt dat ik heel blij ben met het signaal uit de raad dat ambtenaren beschermd moeten worden in hun functioneren, vooral omdat zij zich nooit publiekelijk kunnen verdedigen. Het is ongelooflijk belangrijk om dit niet meer te laten gebeuren, voor het vertrouwen in het bestuur van deze stad maar ook voor onze mensen, zodat ze hun werk goed en in alle vrijheid kunnen doen. Dit is echt een heel fraai moment in deze raad. Voorzitter: Dank u wel. Voordat ik de heer Don het woord geef, mag ik voorstellenÃćâĆňâĂİ
met betrekking tot de suggestie die onder anderen door mevrouw Heesterbeek gedaan is ÃćâĆňâĂİ dat ik het op mij neem om als uw voorzitter een briefje te schrijven
namens de raad aan de betrokken ambtenaar? Zullen we dat zo doen, kunt u daarmee instemmen? Vindt u dat een correcte maatregel? Mevrouw Van den Biggelaar?
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik vroeg eigenlijk nog wat meer aan het college, niet alleen als raad.... Voorzitter: Sorry, hier gaat het om de raad die een eigen onderzoek heeft gedaan. En ik bespeur aan u met elkaar dat u de behoefte heeft om vanuit de raad een signaal naar de betreffende ambtenaar te doen. Dan zouden we dat zo kunnen doen, met een brief van de voorzitter namens u. Wat het college doet: vervolgens krijgen we te zijner tijd wel een rapportage terug in u raad, in een besloten bijeenkomst, maar wellicht dat de heer Don zijn voornemen bekend kan maken. De heer Don: Dat zal ik doen. Wat betreft de twee ambtenaren: ik vind het sowieso
vervelend dat hier namen zijn gaan circuleren, maar goed, dat is onvermijdelijk. De conclusies van het rapport hebben we tot ons genomen, en op basis van de conclusies zullen we een aantal stappen ondernemen richting de twee ambtenaren. In eerste instantie is het aan het college om dat met de ambtenaren zelf te bespreken. Het moge duidelijk zijn: de ene ambtenaar wordt gerehabiliteerd, en dat is plezierig. Ten aanzien van de andere ambtenaar is het nogmaals in eerste instantie aan ons om stappen te ondernemen en dat met de ambtenaar te bespreken. In algemene zin kan ik u zeggen dat wij naar aanleiding van Caminada en 4iTrust een soort actiepuntenlijst hebben opgesteld met de aandachtspunten die daar voor het college uit voort komen. Die actiepunten worden op dit moment uitgerold in de organisatie. Ik kan me voorstellen dat u nieuwsgierig bent naar die actiepunten, en ik kan me ook voorstellen dat ik u naar aanleiding van de raadsinformatiebrief ga informeren welke actiepunten dit zijn. In algemene zin zult u daar de conclusies voor 4iTrust en Caminada in terugvinden, en dat we daarin ook in personele zin een aantal besluiten hebben genomen. Hier wil ik het even bij laten.
verslagnummer x
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Schut.
De heer Schut: Naar aanleiding van het antwoord van de wethouder begrijp ik nu dat hij met de raadsinformatiebrief komt, en dat is dus niet de beslotenheid die ik gevraagd heb. Ik weet niet of daar een misverstand is. Voorzitter: Er zijn twee dingen die ik beluisterde. Als het gaat om personen zijn we gewend om in beslotenheid met respect voor de persoon te handelen; dat heeft de heer Don dacht ik in het begin van zijn betoog aangegeven. Voor wat betreft de aanbevelingen en hoe daar mee omgegaan wordt, denk ik dat het goed is dat u daarover schriftelijk geinformeerd wordt. Dat is gewoon openbare informatie, dacht ik. De heer Don: U verwoordt het goed, mijnheer de voorzitter.
Voorzitter: Mag ik uit de discussie zoals die nu gevoerd is opmaken dat u kennis neemt van het rapport en de toegevoegde zaak? Dat is een. Als dat het geval is, dan hebben we dat nu met elkaar geconstateerd. Het tweede is dan dat we het een en ander aan het college ter hand hebben gesteld, en dat u daar nader over zult horen. Het laatste is dan misschien toch wel zeer passend: namens u allen wil ik de begeleidingscommissie ten zeerste bedanken, want van alle activiteiten zijn hun activiteiten hiermee aan ten einde. De begeleidingscommissie bestond uit de heer Van Bussel, de heer Jansen - fijn dat hij hier weer in ons midden is ÃćâĆňâĂİ de heer
Kerkwijk, helaas niet aanwezig maar we kennen hem allemaal, en de heer Rozendaal. Namens u allen welgemeend zeer veel dank aan deze vier mensen voor het vele werk dat zij in de afgelopen tijd gedaan hebben. Het was best heel spannend en belangrijk werk, dat zorgvuldig diende te geschieden, dus zeer veel dank voor uw inzet. Mijnheer Van Bussel, u was voorzitter van de begeleidingscommissie dacht ik, of niet? Wie was dat? De heer Van Bussel: Nee, in de praktijk deed mijnheer Jansen zich voor als voorzitter maar formeel hadden wij geen voorzitter.
Voorzitter: Nou, mijnheer Jansen, ik weet niet of de behoefte heeft om als voorzitter nog iets te zeggen? Dat is niet het geval, of wel?
[De heer Jansen onverstaanbaar, want spreekt niet in de microfoon] Voorzitter: Hartelijk dank, dank u wel. Griffier, zeer bedankt namens ons allen. Daarmee hebben we agendapunt 3 afgerond en we gaan nu even terug naar de besluitvorming. Als het gaat om de besluitvorming over de algemene plaatselijke verordening in verband met het cameratoezicht: we hebben ervoor gezorgd dat
Verslagnummer x
het stukje toevoeging op tafel ligt, dus in feite is het voorstel om dit gewoon vast te nieten aan het amendement van de SP zodat dat onlosmakelijk met elkaar verbonden is, virtueel. Het is nog steeds het amendement van de SP, ik kijk even naar de heer Gerard of u kunt instemmen met deze gang van zaken. De heer Gerard: We hebben er toch een beetje een probleem mee, voorzitter. Niet zozeer zo lang wij mondeling over deze zaak spreken, want wat u zegt en wat ik zeg komt op hetzelfde neer. Maar kijk ik feitelijk naar de tekst die hier ligt, dan ontbreekt daar elke aanduiding dat deze handelswijze slechts plaatsvindt in acute situaties. Dat betekent dat je bij het probleem zoals wij dat signaleren iets moet vertellen om het juridisch helemaal dekkend te maken, dat geldt zowel voor de wijziging als voor het oorspronkelijke voorstel. En dan heeft het oorspronkelijke voorstel het voordeel van de duidelijkheid, omdat de algehele wetgeving rond camerabewaking...
Voorzitter: Als we nu achter ’burgemeester’, ’om moverende redenen’ zetten? De heer Gerard: Dat vind ik erg ruim. Ik zou dan nog liever achter mijn eigen verhaal zetten: ’Dit laat onverlet dat de burgemeester in acute situaties altijd en overal camera’s kan plaatsen (binnen de gangbare beperkingen die daarvoor gelden) waarvoor weer de tweejaarbepaling geldt’. Ik wil daar het woord acute situaties bij.
Voorzitter: Dames en heren, mag ik u voorstellen dat we aan het amendement van de SP toevoegen de zinsnede zoals de heer Gerard die zo dadelijk nog even gaat citeren, zodat er geen misverstand over bestaat? En dan bedoelen we samen uiteindelijk precies hetzelfde. Dus mijnheer Gerard, we nemen uw amendement even voor ons. De heer Gerard: Ik zal het nog even aanleveren, ik heb netjes geschreven. Maar ik zal het nog een keer voorlezen. Gewoon mijn tekst, en dan daarachter: "Dit laat onverlet dat de burgemeester in acute situaties altijd en overal camera’s kan plaatsen, waarvoor dan weer de tweejaarbepaling geldt." Voorzitter: Akkoord. Mag ik u vragen om dit zo ter besluitvorming akkoord te bevinden, even los van uw oordeel, dat we het even zo doen? Mijnheer Van Bussel wil het woord? De heer Van Bussel: Alleen even een stemverklaring. Zijn we zover?
Voorzitter: Heel graag. Dan gaan we daarna het kastje nog even doen.
Verslagnummer x
De heer Van Bussel: In tegenstelling tot de SP, die het een aanvaardbaar voorstel vindt, vinden wij het voorstel dat er lag zondermeer goed. We hebben het ook in de commissie geaccordeerd. Nu vindt er een amendering plaats, en hoe speciaal een Gerard-Sakkers-amendement ook is, vind ik het voor ons toch een brug te ver en zeggen wij: zonder dit amendement vinden wij het een goed voorstel. Dat steunen wij, en voor ons mag - met alle respect voor de moeite die er nu in gestoken is ÃćâĆňâĂİ het
totale amendement gewoon weg. Het voegt ons inziens niets toe. Voorzitter: Dank u wel. iemand van u verder nog een stemverklaring? Mijnheer Schut. De heer Schut: Een volledig overbodig amendement voor ons, niet nodig. Wij zijn voor het voorstel, tegen het amendement.
Voorzitter: Goed, dat zijn dan de stemverklaringen. De heer Van Liem d: Voorzitter, wij hebben een probleem met het laatste zinnetje dat zojuist aan het amendement is toegevoegd. Het zal niet waar wezen! Voorzitter: Nee, ik ben bezig met de stemverklaringen. De heer Van Liem d: Ja, dat weet ik, maar het gaat wel heel snel. Ik moet maar bij kunnen knippen en plakken wat er allemaal gezegd wordt.
Voorzitter: Ik heb net gevraagd of u instemde met de procedure, en dat was het geval. Dus ik zal nog een keer voorlezen, en dan moet u maar even melden wat uw commentaar is dat u niet kunt instemmen met... De heer Van Liem d: Ons commentaar heeft betrekking op de laatste zin waar staat dat de burgemeester overal en altijd camera’s kan plaatsen, terwijl we dit juist vaststellen omdat we daarvoor ook regels willen opstellen, dat het niet altijd en overal kan.
Voorzitter: Nee, daar staat het volgende... De heer Van Liem d: Ja, precies.
Voorzitter: En of u er nu mee instemt of niet, het gaat om de formele wettelijke bevoegdheid om op te treden als de openbare orde en veiligheid in het geding is. Dat is feitelijk wat de heer Gerard tot recht wil laten komen in het amendement, gewoon ’voldoen aan de wet’. Dan staat er: "Dit laat onverlet dat de burgemeester in acute situaties..." ÃćâĆňâĂİ dat is dus wat anders dan integraal veiligheidsbeleid, want dat doet wethouder Mittendorff ÃćâĆňâĂİ ..."altijd en overal camera’s kan plaatsen". Dat
Verslagnummer x
kan op die plek zijn waar het aan de orde was, maar dat kan ook een deel van het gebied zijn dat relevant was voor die camerabewaking. Dus altijd en overal camera’ s, waarvoor dan weer de twee jaar maximaal geldt. De heer Van Bussel: Voorzitter?
Voorzitter: Eerst de heer Van Liempd.
De heer Van Liem d: Beste mijnheer de voorzitter, dat was een heel verduidelijkende uitleg. Wij kunnen gewoon voor het amendement stemmen. Voorzitter: Dank u wel. Wie van u nog een stemverklaring? Heeft verder niemand een stemverklaring? Dan gaan we verder naar de besluitvorming. Graag het kastje gebruiken. Daar gaan we.
De heer Van Bussel: Voorzitter, we stemmen voor het amendement?
Voorzitter: Sorry, eerst stemmen we voor of tegen het amendement. De heer Schut: Voorzitter, is 2 tegen of 1? Want wat daarboven staat is weggevallen. Voorzitter: 1 is voor, 2 is tegen; dat is standaard. Mijnheer Honing, dat klopt he? Ja.
Nou, we hebben er eenenveertig, tweeenveertig zelfs, er is iemand binnengekomen. Mijnheer Houben is erbij, goed zo. Dan wordt het heel interessant, maar u ziet dat de meerderheid voor het amendement is, als ik het zo snel even tel. De heer Mulder: Voorzitter,... zijn kastje werkt niet. [Hilariteit]
Voorzitter: Mag ik concluderen dat een duidelijke meerderheid instemt met het amendement? Dat is het geval. Dan gaan we naar het voorstel als zodanig. Mogelijk ging het even fout doordat er wat onduidelijkheid was over amendement of voorstel. Haalt u hem er een keer uit en nog een keer erin, dan gaan we nu over tot het voorstel. We gaan met elkaar stemmen, en dat is zoals altijd knop 1 als u voor bent en knop 2 als u tegen bent. Daar gaan we. Tweeenveertig in getal. Voorstel aanvaard, unaniem zelfs. Misschien is het aardig voor de volgende dat u hem even schuift zodat we het aantal kunnen zien. Oke. Dan zijn we toe aan de resterende punten. Ik constateer dat het 18.35 uur is, dus ik stel u voor om voor wat betreft de volgorde van zaken even vlot wat zaken af te handelen voor 19.00 uur. In eerste instantie wilde ik eens even kijken of mijnheer Schut gelijk had.
verslagnummer x
Vlll.2 Voorstel inzake invoering van de nieuwe Wet lnburgering 2007 en regeling 2007 Voorzitter: Graag geef ik eerst de voorzitter van de betreffende commissie het woord. Daarna brengen we de zaak ter besluitvorming. Mijnheer Van Liempd. De heer Van Liem d: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Eind vorig jaar is de nieuwe lnburgeringswet goedgekeurd door de Eerste Kamer. De gemeente heeft in de uitvoering van deze wet een spilfunctie op drie terreinen, te weten voorlichting, het aanbesteden van inburgeringstrajecten en handhaving. Daarbij zijn er voor de gemeente taken die van rijkswege zijn opgelegd, taken waarbij de gemeente bij de uitvoering zelf invloed kan uitoefenen ÃćâĆňâĂİ bijvoorbeeld bij het boetesysteem ÃćâĆňâĂİ en een
aantal zaken die de gemeente optioneel mag uitvoeren. Hier gaat het bijvoorbeeld om het invoeren van een beloningssysteem of een ondersteuningsfonds. Over al deze zaken heeft de commissie Maatschappelijke Zorg, Financien, Personeel en Organisatie uitvoerig gediscussieerd. Naar aanleiding van het debat is het oorspronkelijke raadsvoorstel stevig gewijzigd. De verordening die de uitvoering van de nieuwe wet in Eindhoven moet regelen is uit het besluit gehaald en zal op een later moment aan de raad worden aangeboden. Verder heeft de commissie aandacht gevraagd voor het belonings- c.q. beboetingssysteem, overgangsmaatregelen voor huidige deelnemers aan inburgeringstrajecten, de positie van 60-plussers, de positie van hoger opgeleiden en voor de aanbesteding van inburgeringstrajecten. Het college heeft op al deze punten aanvullende informatie verstrekt en beoordeling van deze aanvullende informatie zou ÃćâĆňâĂİ naar mijn mening ÃćâĆňâĂİ nu aan de orde moeten zijn. De commissie was overigens, net zoals
mijnheer Schut al heeft aangegeven, overwegend positief. Voorzitter: Dank u wel. We gaan even kijken wie van u nog een brandend punt aan de orde wil stellen. Eerst mijnheer Reker. De heer Reker: Ja, voorzitter, dank u wel. Wij gaan akkoord met het voorstel maar we hebben er nog wel enkele vragen over die in de commissie niet aan de orde zijn geweest. Met name vraag ik mij af wat onze inburgeringscursussen zo interessant maakt ten opzichte van die in Amsterdam. Hier kost het namelijk< 9.000 en in Amsterdam maar 6 6.000. Misschien kunnen we daarover beter raadsvragen stellen maar dan weet u nu in elk geval dat u die kunt verwachten. Voorzitter: Mevrouw Habets.
Mevrouw Habets: Dank u wel, voorzitter. Tijdens de commissievergadering heeft Leefbaar Eindhoven een stemvoorbehoud gemaakt, vooral vanwege het boete- en beloningssysteem. Uit de toelichting op het raadsvoorstel hebben wij begrepen dat dat wordt geregeld in een verordening die op een later tijdstip aan de raad zal
Verslagnummer x
worden voorgelegd. Het verbaast ons echter dat het college in de passage op bladzijde 10 onderaan en bladzijde 11 bovenaan toch nog een voorschot neemt op het later te bepalen beleid. Wij zouden dan eigenlijk ook willen voorstellen om die tekst vooralsnog uit het voorstel te halen. Wij hebben grote moeite met dat stuk tekst, want wij zijn van mening dat wij niet al op voorhand moeten gaan afwijken van wettelijke kaders. Zoals wij ook al in de commissie aangaven: ook het opleggen van boetes kan in veel gevallen wel stimulerend werken. Verder zal het voor iedereen heel helder moeten zijn dat het hier gaat om inburgeringsplicht en dat dit nooit een vrijblijvende of willekeurige zaak kan zijn. Onze vraag aan het college is dan ook: formuleert u alstublieft heel duidelijk en helder het een en ander omtrent beloning en boete, zodat niet alleen uitvoerders maar ook inburgeraars weten waar zij aan toe zijn. En geen halfzachte maatregelen! En houd je aan de wet, ja. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Wie van u wil verder het woord voeren? Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. Wij waren akkoord en dat zal niet veranderen; de toelichting geeft bij ons echter nog een vraag. Niet wetende wat de juridische status van een toelichting is, wil ik toch graag antwoord op hetgeen in de toelichting op de tweede bladzijde staat onder punt 3. Het eerste punt: "Personen die op 1 januari 2007 zestig jaar of ouder zijn, zijn bij wet vrijgesteld van inburgeringsplicht" en het tweede punt zegt ÃćâĆňâĂİ en dat geeft verwarring bij onsÃćâĆňâĂİ
"vanaf 2 januari zijn alle overige zestigjarigen of ouder inburgeringsplichtig". Wij hebben het gevoel dat hier iets niet klopt en daar wil ik graag antwoord op hebben. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Kuppens.
Mevrouw Ku ens: Dank u wel, voorzitter. Het is een wet waar wij bepaald niet blij mee zijn, want ik denk dat daardoor veel mensen in deze stad in de problemen gaan komen. Inburgering is verplicht en er zijn heel hoge kosten aan verbonden. Mensen zullen zich letterlijk en feitelijk in de schulden moeten steken om aan deze wet te voldoen. Wat ons betreft draagt deze wet bepaald niet bij aan de maatschappelijke situatie van mensen in onze stad. Dit gezegd hebbend, merk ik op dat wij enkele suggesties voor de uitvoering in de commissie hebben meegegeven. Die lezen wij echter niet terug in de nadere toelichting. Ten eerste: wij vinden het van belang dat de lessen zowel overdag als ’s avonds gevolgd kunnen worden, zodat mensen tussentijds kunnen overstappen als hun persoonlijke situatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld als mensen een baan aanvaarden of een baan kwijtraken. Ten tweede wil ik wijzen op de noodzaak van betaalbare kinderopvang. In uw voorstel schrijft u dat u iets wilt doen aan kinderopvang, maar dat u daar misschien onvoldoende middelen voor heeft. Wij willen u vanuit de fractie GroenLinks meegeven dat wij dat graag in de voorjaarsnota terug zouden zien, of anders in de begroting. Het hebben van kinderopvang is immers cruciaal
Verslagnummer x
voor het kunnen volgen van de lessen. Ten derde wil de fractie GroenLinks u nadrukkelijk vragen om de inkoop zodanig te doen dat diverse aanbieders een kans maken. Dat is het voordeel van deze wet: hij biedt meer ruimte aan de aanbieders. Ten vierde wil ik uw aandacht nogmaals vragen voor taalles en inburgering voor mensen die van binnen de Europese Unie komen. Zij vallen niet in deze wet. Te verwachten is dat steeds meer EU-onderdanen zich in onze stad gaan vestigen en voor hun inburgering is het van belang dat er een betaalbaar aanbod is, eventueel in combinatie met leenfaciliteiten. Voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we naar de Socialistische Partij.
De heer Van Kent: Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een paar dingen zeggen over dit raadsvoorstel. Wij hebben in de commissie aangegeven dat wij akkoord gaan in afwachting van de verwerking van de suggesties; in de commissie hebben wij enkele suggesties aangedragen. Ik sluit me aan bij wat mevrouw Kuppens zei over de wet zoals die door minister Verdonk is geintroduceerd. Wij denken dat deze op een aantal punten doorschiet, maar er zijn gelukkig veel gaten in de wet zodat dit raadsvoorstel de kaders van de wet verbeterd heeft. Dat vinden wij bijvoorbeeld terug in de passage "monitoren, controllen en boete", omdat er in tegenstelling tot wat de wet aangeeft van een milde vorm van boete wordt gesproken. Daarnaast komt er een apart programma voor analfabeten en mensen met een laag leerniveau. Op voorstel van de Socialistische Partij krijgen mensen met een hoog leerniveau de mogelijkheid om het traject versneld te doorlopen. Tot slot, voorzitter, heb ik nog een opmerking over de tekst. In het raadsvoorstel wordt gesproken van asi elmigranten. Voor zover ik weet bestaan er geen asielmigranten. Mensen die noodgedwongen huis en haard hebben moeten achterlaten en dit middels een asielprocedure hebben aangetoond, zijn ook in juridische zin asielgerechtigden. Wij zijn blij dat de verordening is teruggenomen en wij steunen het raadsvoorstel. Er zijn een paar punten die in de verordening moeten terugkomen en daarop zullen wij in de commissie terugkomen. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Kent. Dan mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Dank u wel, voorzitter. De VVD is positief over het beleid en de
visie zoals die hier zijn neergelegd. Wij willen nog een paar opmerkingen maken. We begrijpen dat er prioriteiten worden gesteld, maar wij vinden dat we vooral moeten inzetten op kansrijken, ook daar waar wij geen verplichting hebben. iedereen moet de kans hebben om mee te doen. We lezen bij de restgroepÃćâĆňâĂİ
personen tussen 16 en 60 jaar oud die niet behoren tot de specifieke doelgroepenÃćâĆňâĂİ
dat er jaarlijks 400 personen worden benaderd en dat er daarvan 200 worden gestimuleerd en gemotiveerd om werk te maken van hun inburgeringsplicht. Wij denken dat ook hier gelijke kansen geschapen moeten worden en dat alle personen in de restgroep benaderd moeten worden. Juist door aan te geven dat er slechts
verslagnummer x
200 plaatsen beschikbaar zijn, wordt men waarschijnlijk gestimuleerd om zich snel en vrijwillig aan te melden. Vergelijk dit met de op = op reclame. De VVD kan zich
helemaal vinden in de formulering dat werk boven inburgeren gaat; werk is immers een ultieme vorm van participatie. Het werken aan inburgering moet dan gebeuren op avonden en in de weekends, maar ook dat is een vorm van inburgeren. Ontzettend veel Nederlanders doen immers niet anders. Maatwerk is hier bijzonder belangrijk. Niet iedereen heeft dezelfde onderwijsachtergrond, en met maatwerk krijgt iedereen de kansen en mogelijkheden die bij hem of haar passen. We vinden dit gelukkig ruimschoots terug in de visie. Ook bij ons is er verwarring over de 60plus aanvulling zoals de ChristenUnie al heeft verwoord. In de commissie heeft de VVD al met het voorstel ingestemd en dat zullen wij ook vandaag doen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van den Biggelaar.
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, dank u wel. Wie wil en niet kan, verdient hulp. Wie kan en niet wil, verdient straf. Het gedachtegoed van mevrouw Verdonk lijkt vooral te zijn gericht op een groep die in haar ogen niet wil. Met nadruk zeg ik dat het zo lijkt. Het geeft een erg eenzijdig beeld in de richting van heel veel allochtonen in dit land en in die zin onderschrijf ik de opmerkingen van mevrouw Kuppens, dat het eigenlijk een wet is waarop wij niet zitten te wachten. Maar goed, de wethouder is er om de wet uit te voeren dus hij zal het moeten doen. In de commissie hebben wij gemerkt dat het college bereid is om, waar mogelijk, de randen van de wet op te zoeken, het meer te hebben over uitnodigen dan over dwingen, het naast straffen ook te hebben over belonen en met die visie, die ik in een paar woorden probeer samen te vatten om niet weer de hele commissievergadering over te doen, kan onze fractie goed leven en wij zijn dan ook blij met die insteek. Ik zou nog een opmerking willen maken over de noodzaak van heel goede voorlichting. Ik heb zo links en rechts eens bij migrantenorganisaties geinformeerd, maar zij zijn nauwelijks op de hoogte van wat er allemaal op hen af gaat komen. Ik heb het in de commissie ook al gezegd en ik wil het nu herhalen: zorg voor een goede invoering op het uitvoeringsprogramma. Want het college kan de beste bedoelingen hebben ÃćâĆňâĂİ als
de uitvoerders niet doordrongen zijn van deze zelfde visie, kan het ook op dat punt nog misgaan. Ik wil afsluiten met een compliment aan het college voor de hele insteek op deze wet. Dank u wel. Voorzitter: Dank u zeer. Mijnheer Kocak.
De heer Kocak: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik wilde het heel kort houden. Met de laatste woorden van mijnheer Van den Biggelaar ga ik mee. Een compliment aan het college dat een buitengewoon positieve insteek heeft gekozen met betrekking tot deze wetgeving. Aandacht voor communicatie bij het mobiliseren van de doelgroep. Maar voorzitter, in feite hebben we te maken met twee regelingen. We
Verslagnummer x
hebben te maken met de Wet lnburgering. Die is verplicht en helaas door de Tweede Kamer goedgekeurd, dus we hebben met uitvoering te maken. Het tweede gaat over de regeling 2007, en als gemeente hebben we nu eindelijk een aanbod voor alle mensen die werkelijk de taal willen beheersen, die hun taalkennis op peil willen gaan houden zodat zij betere kansen hebben voor ontwikkeling en ontplooiing. Die mensen bieden wij als gemeente deze kans. Ik zou dus heel positief willen afsluiten: het is een kans, pak deze kans en laten we alstublieft het positieve signaal de stad in sturen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenber : Dank u wel, voorzitter. Integratie en participatie hangen nauw met elkaar samen en ik denk dat we wat betreft integratie goed op weg zijn. Aan participatie zou mijns inziens best wat meer aandacht besteed kunnen worden, vooral als ik kijk naar het clubje waar ik zelf bij ben. Wat betreft de inburgeringskosten:C 9.000 per jaar is niet niks en als je ervoor slaagt, wordt je 70 /o kwijtgescholden tot een maximum van 6 3.000. Dan blijft er altijd nog 6 6.000 te betalen en ik kan mij indenken dat het voor mensen die financieel net buiten de boot vallen toch een slok op een borrel zou schelen als wij die mensen op een andere manier tegemoet zouden kunnen komen. Het is natuurlijk niet de taak van de wethouder om dat te doen, misschien dat ik het zelf moet doen. Misschien dat ik aan onze nieuwe minister van Financien eens ga vragen of hij of zij eens naar het fiscale beleid wil kijken, en die mensen misschien een fiscale tegemoetkoming zou willen geven. Voorzitter: Dank u wel. Is iedereen die dat wilde aan het woord geweest? Dat is het geval. Wethouder Don.
De heer Don: Geachte raadsleden, het rijk heeft lang de tijd genomen, wel twee jaar, om via het politieke debat tot deze wet te komen. De wet is in die tijd flink van karakter veranderd. Eind november jl. werd de wet geaccordeerd en wij worden geacht hem per 1 januari 2007 te gaan invoeren. Wel, u merkt het, we halen het niet helemaal. We zijn 1 januari al voorbij en het is bijna 1 februari. We hebben uitstel gekregen tot 1 april, maar officieel moeten we per 1 januari van start gaan. Het voorstel zoals dat voorligt, hebben we uitgebreid besproken in de commissie en in het voorstel, dat u nu natuurlijk heeft gelezen en becommentarieerd, hebben wij een insteek genomen die aansluit bij de Wet Werk & Bijstand (WWB) en die aansluit bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Kijken naar participatie en zorgen dat burgers in deze stad kunnen meedoen. De wet geeft uitgebreid ruimte om het op die manier te gaan invullen. Naast de wettelijke kaders ÃćâĆňâĂİ dan geef ik misschien mevrouw Habets al een antwoord op haar vraagÃćâĆňâĂİ
hebben wij ook willen kijken hoe we die participatie wat extra zouden kunnen stimuleren. Ten eerste door niet alleen te kijken naar sanctioneren, straffen. Als je
Verslagnummer x
dat doet, doe dat dan genuanceerd; waar mensen niet kunnen, kun je met zachte hand proberen om iemand toch in de goede richting te krijgen. Probeer het heel duidelijk te doen als mensen niet willen. Hoe we dat willen gaan doen, zult u in de verordening zien. Die verordening zal later in de commissie besproken worden. Dan heeft u ook de ruimte om goed te kijken hoe wij het voorstel hebben geformuleerd en daarover uw mening te geven. Naast de wettelijke kaders hebben wij ook gekeken naar een beloningssysteem. Hoe kunnen we een prikkel geven, niet alleen vanuit de sanctionerende kant maar ook vanuit de uitnodigende zin, om mensen te laten deelnemen aan die inburgeringstrajecten. Vervolgens hebben wij ook gekeken of er mensen serieus in de problemen komen. Wij hebben al een heleboel financiele middelen om mensen te ondersteunen, de groep geprioriteerden en natuurlijk ook de mensen die niet geprioriteerd zijn. Daarmee bedoel ik mensen die in principe zelf voor hun inburgering moeten gaan zorgen. Ook van rijkswege, van overheidswege is daarvoor iets geregeld maar wij wilden daar toch iets van een ondersteuningsfonds voor gaan inrichten. Ook dat zult u terugvinden in de verordening. Om te beginnen bij mijnheer Reker, waarom het in Amsterdam goedkoper is dan in Eindhoven. Dat weet ik niet; u vertelt mij nu wat het in Amsterdam kost en ik geloof u hoor, maar ik weet niet wat de cursus daar precies inhoudt. Wat ik u wel kan vertellen is dat u nu hoort wat de huidige trajecten kosten. U hoorde bedragen van omstreeks% 9.000. U heeft in het voorstel kunnen lezen dat we moeten gaan aanbesteden en dat de inburgeringstrajecten vanuit de oude WIN anders zijn dan de cursussen die in het kader van de WIE georganiseerd moeten gaan worden. Een traject van 6 8.500 vind ik heel veel geld, zeker als je weet dat men vanuit het rijk een maximale vergoeding van maar 6 3.000 kan krijgen. Er zit dus een groot gat. Wij hebben een heel duidelijke lijn, en hopen dat we via de aanbesteding die bedragen aanzienlijk omlaag kunnen brengen. Nu is ROC de enige aanbieder van trajecten in het kader van de WIN, dus de huidige vorm van inburgeringstrajecten. Via de aanbesteding zullen we natuurlijk meerdere aanbieders toelaten om in te schrijven voor de inburgeringstrajecten die moeten worden georganiseerd. Dat aanbestedingstraject gaat halverwege dit jaar lopen. Met het ROC hebben wij een contract tot het einde van dit jaar. Dat betekent dat we vanaf 1 januari 2008 te maken zullen krijgen met meerdere aanbieders van inburgeringstrajecten. Nu heb ik een heleboel gezegd op uw eenvoudige vraag waarom het hier duurder is dan in Amsterdam. Nogmaals, dat kan ik niet verklaren maar ik heb u aangegeven hoe wij het komende jaar met de inburgeringstrajecten en de inkoop daarvan zullen omgaan. Mevrouw Habets heeft wel een beetje gelijk als zij zegt "in afwijking van de wettelijke kaders". Wij mogen niet van de wettelijke kaders afwijken. Zorgvuldiger was het geweest als er had gestaan "gebruikmakend van de wettelijke kaders". Ik zal zorgen dat dat zinnetje wordt veranderd, want wat wij voorstellen, mag binnen
verslagnummer x
de wettelijke kaders. Uw opmerking is dus terecht en ik zal zorgen dat de tekst wordt aangepast. De opmerkingen van GroenLinks, van mevrouw Kuppens. Het overstappen binnen trajecten: wij gaan die trajecten aanbesteden en dan zullen we zeker kijken hoe het overstappen binnen trajecten mogelijk is. Je moet natuurlijk ook aan differentiatie van trajecten gaan denken, want iemand die analfabeet is zal een ander traject moeten gaan volgen dan iemand die hoogbegaafd is en misschien helemaal geen traject nodig heeft, alleen een examen. Die differentiatie in aanbesteding zullen we gaan realiseren. De kinderopvang is een thema dat wordt besproken. Ik kan nog niet inschatten hoe groot de vraag naar kinderopvang zal zijn; ik zal u wel verzekeren: als blijkt dat de vraag naar kinderopvang groter is dan voor ons budgettair mogelijk is, zal ik kijken of we dat intern kunnen oplossen. Zo niet, dan zal ik bij u terugkomen met de vraag om extra budgettaire ruimte. Maar ik weet nu dus nog niet hoe groot de vraag zal zijn. Op de vraag naar diverse aanbieders van inburgeringstrajecten heb ik al antwoord gegeven. Inburgeringscursussen, of beter gezegd: taalcursussen voor mensen die vanuit de EU komen: op zichzelf vind ik dat een plausibele vraag, maar die staat bezijden de Wet lnburgering zoals die nu voorligt. Ik wil er graag op een ander moment nog eens op terugkomen.
De vraag van de Socialistische Partij om de aanduiding asielmigranten te wijzigen in asielgerechtigden. Dat is wat mij betreft een semantische discussie. Ik snap de betekenis van de twee verschillende aanduidingen heel goed. We hebben in dit document gekozen voor asielmigranten, omdat we aansluiten bij de terminologie die nationaal wordt gekozen. Om nu in deze wet de terminologie om te gooien vind ik een stapje te ver gaan. Echter, om eens bij het begrip asielgerechtigden stil te staan vind ik iets voor een discussie in de commissie. Het suggereert iets anders; het heeft een iets andere lading dan het woord asielmigranten. Die discussie zou ik een andere keer in de commissie nog wel eens willen voeren. De vraag van de VVD met betrekking tot de niet-geprioriteerde groep van 8.000, zoals in de tekst staat aangegeven: die groep is in principe zelf verantwoordelijk voor het volgen van de cursus. Wij zullen in die groep actief een aantal mensen benaderen. Dat betekent dat wij ten aanzien van die andere groep een algemene reclamecampagne zullen gaan beginnen. Dan geef ik ook al antwoord op vragen die door CDA en Partij van de Arbeid werden gesteld. Ik kon niet eerder starten met een reclamecampagne, want eerst moest de raad het besluit nemen. Reclame is misschien niet het juiste woord, maar er ligt een plan klaar om de wet en het voorliggende voorstel onder de aandacht te brengen van betrokken Eindhovenaren die hiermee te maken krijgen, maar ook van organisaties die ermee te maken krijgen. Daarvoor ligt een plan klaar en met de uitvoering beginnen we volgende week. Maar eerst moest hier besluitvorming plaatsvinden en daarna kan die campagne pas starten. We kiezen ervoor om binnen de groep niet-geprioriteerden
verslagnummer x
een gedeelte actief te benaderen. De grote groep wordt benaderd via de algemene kanalen. We reserveren in onze aanbesteding ruimte voor die groep van 200 binnen de 400, waarvan we denken dat die zullen gaan meedoen aan de inburgeringstrajecten. We hopen dat er ook een marktmechanisme in werking treedt: als er meer vraag komt van mensen die zichzelf bij instellingen melden om een inburgeringstraject te gaan volgen, hopen we dat die vraag ervoor zal zorgen dat er meer inburgeringstrajecten geregeld zullen gaan worden. We hopen dat die markt zal gaan werken. Onze aanbesteding is gebaseerd op de groep geprioriteerden, waarvoor wij de trajecten gaan inkopen en op de kleine groep niet-geprioriteerden die we actief gaan benaderen. Mensen die willen inburgeren, kunnen natuurlijk rechtstreeks met een aanbiedende instelling contact opnemen. Vervolgens, nogmaals, gaan wij ervan uit dat er een aanbod vanuit de betreffende instelling zal komen naar aanleiding van de vraag. Dit is misschien wel wat verwarrend, maar ik hoop dat ik het u zo goed heb uitgelegd. Voorzitter: Er komt geen vraag in de tweede termijn, want u bent heel duidelijk. De heer Don: Volgens mij heb ik de meeste vragen nu beantwoord. Het CDA had een vraag over communicatie en daarop heb ik antwoord gegeven. Mijnheer Van den Biggelaar vroeg ook naar de communicatie. Hij drong erop aan, deze goed onder de aandacht te brengen en natuurlijk zullen wij de partners in de stad benaderen om ervoor te zorgen dat zij het nodige materiaal krijgen om aan hun clienten uit te delen. Dat zijn ondermeer VluchtelingenWerk Eindhoven, Vluchtelingen in de Knel, Loket W of beter gezegd: Lumens. Nu heb ik volgens mij alle vragen gehad. Oh nee, ik vergeet er een! Ik sla mijnheer Jansen wel eens vaker over! Er komt nu iets heel cryptisch, zie punt 3. "Personen die op 1 januari 2007 zestig jaar of ouder zijn, zijn vrijgesteld". Dus als u op 1 januari zestig jaar was, was u niet meer inburgeringsplichtig. Dat is bij wet vastgesteld. Maar als u nu op 2 januari zestig zou worden, of in de jaren daarna ÃćâĆňâĂİ en ik hoop echt dat u dat ook
wordt, maar goed, u bent Eindhovenaar en u hoeft geen traject te volgen. Maar als u nu van een andere cultuur was en was u hier op basis van een verblijfsvergunning, was u wel inburgeringsplichtig geweest. iedereen die nu inburgeringsplichtig is, nog geen zestig jaar is en binnenkort of op de lange termijn zestig wordt, blijft inburgeringsplichtig tot zijn of haar vijfenzestigste. Daarmee hoop ik u antwoord te hebben gegeven. De heer Jansen: Het is helder. Dank u wel.
Voorzitter: Mag ik concluderen dat u allen naar genoegen bent beantwoord en dat we geen behoefte hebben aan een tweede termijn? Dat is het geval. Mevrouw Habets?
Verslagnummer r
Mevrouw Habets: De fractie van Leefbaar Eindhoven is heel blij met de toezegging van de wethouder dat hij zich aan de wet zal houden. Wij zullen dan ook voor het voorstel stemmen. Voorzitter: Dat is een heel goede! Daarbij sluiten we ons allemaal aan, denk ik. Ik stel u voor dat we naar de besluitvorming gaan. Wenst iemand van u een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. Dan gaan we stemmen met ons illustere machientje. Gaat uw gang. (StemmenJ. Het komt allemaal goed! We hebben nu drieenveertig stemmen, dat klopt. Ik zie drieenveertig stemmen voor; het voorstel is unaniem aanvaard. Dank u zeer.
Dan stel ik voor dat we nu gaan pauzeren. Na de pauze hebben we nog een paar zaken te doen. Mag ik nog heel even uw aandacht? Ik ga ervoor zorgen dat in de pauze op uw bureau wordt neergelegd het persbericht dat inmiddels naar buiten is gegaan, over het feit dat het college vandaag heeft besloten om de heer Bert Brunninkhuis te benoemen tot gemeentesecretaris van de gemeente Eindhoven. Ik hoef daar verder niets aan toe te voegen, anders dan dat ik hem feliciteer en dat ik hoop dat u hem snel in uw midden zult zien. Dat zal in elk geval formeel per 1 maart 2007 het geval zijn. U krijgt straks dat persbericht op tafel en er staat nog meer in, zodat u schriftelijk alvast wat meer inhoudelijk kennis kunt maken met onze nieuwe gemeentesecretaris. De vergadering is geschorst, eet smakelijk. [SCHORSING/ EETPA UZE]
Voorzitter: Dames en heren, wilt u uw plaatsen innemen? Dan kunnen we de vergadering hervatten. Ik stel voor dat we eerst kijken naar de ingekomen stukken.
X Ingekomen stukken Voorzitter: Zie de stukken in categorie A. Kunt u instemmen met het voorstel? Mijnheer Van Bussel? De heer Van Bussel: Ik heb een opmerking bij ingekomen stuk AS, de uitkomsten van de tussentijdse controle van Ernst 5 Young. Ik dacht dat wij de standaardafspraak hadden gemaakt dat wij dat soort stukken in de speciale commissie B&V, die zo nu en dan bijeenkomt, zouden agenderen. Ik neem aan dat we dit niet alleen voor kennisgeving aannemen, maar dat we dat in aanwezigheid van de accountant gaan behandelen zoals we hebben afgesproken. Voorzitter: Ik kijk even naar wethouder Don.
De heer Don: Mijnheer Van Bussel, volgens mij zat er een begeleidend briefje van de griffie bij dat het zo zou gaan gebeuren. Niet? Volgens mij wel hoor!
verslagnummer x
Voorzitter: Dan spreken we dat gewoon maar af. Dat voor wat betreft de zaken in categorie A. Dan categorie B, in handen stellen van het college. Kunt u daarmee instemmen? Mijnheer Schut?
De heer Schut: Voorzitter, ingekomen stuk B3 van het Platform Detailhandel Nederland. Als we dat in handen stellen van het college, komt het dan in de commissie terug? Ik zou het punt namelijk ook als commissielid willen bespreken.
Voorzitter: Mag ik u dan voorstellen dat we het gewoon leveren aan de commissie, en het dan aan uw oordeel als commissie overlaten of u er inhoudelijk aandacht aan wenst te schenken? Dan zorgen wij ervoor dat de commissie dat ontvangt. Dank u wel.
Dan hebben we nu de procedurele zaken afgehandeld. Op verzoek van de mensen op de publieke tribune die belangstelling hebben voor ons vrijetijdsaccommodatiebeleid stel ik u voor dat we dat punt nu eerst onder de loep nemen. Daarna doen we het cameratoezicht en dan hebben we met elkaar ook nog wat actuele moties te behandelen. Kunt u ermee instemmen? Dat is het geval, dank u wel.
Vlll.1 Voorstel inzake gebiedsgerichte aanpak en het beleid voor VIA’s en buurtontmoetingsruimten (Voorstel 06.R1881.001) Voorzitter: Wie van u wenst daarover het woord te voeren? Eerst de voorzitter van de commissie. De heer Houben: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Een kleine toelichting: in augustus 2005 hebben we in deze raad eigenlijk de eerste richtinggevende voorstellen al gekregen. Die zijn in september 2006 door de raad aanvaard. Het raadsvoorstel dat in de commissie Mobiliteit, Milieu, Vastgoed en Participatie op 12 december 2006 heeft voorgelegen, was een lijvig voorstel dat onder andere bestond uit de aanwijzing van ontwikkelzones, instemming met de verwerving van strategisch vastgoed, enkele andere belangrijke punten en onder andere ook het betrekken van corporaties bij de ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen. Kort gezegd: het ging over de vrijetijdsaccommodaties en dan met name op het gebied van vastgoedprioriteiten en fysieke locaties. We hebben in de commissie een behoorlijk uitgebreide discussie gehad en wethouder Van Merrienboer heeft in diezelfde commissievergadering toegezegd dat hij de toelichting nog zou aanscherpen. We hebben na onze beraadslagingen en na diverse toezeggingen een stemronde gemaakt, en daaruit volgden vier stemvoorbehouden, vier akkoorden waarvan sommige onder randvoorwaarden en drie partijen die graag eerst kennis wilden nemen van de aanvullingen van het raadsbesluit zoals wij dat uiteindelijk hebben ontvangen. Verder is het nog interessant om te vermelden dat er kennis is
verslagnummer x
genomen van verschillende meningen vanuit de stad, onder andere over wie nu daadwerkelijk die vrijetijdsaccommodaties gaat beheren. Is dat de gemeente? Zijn het particulieren, besturen of wellicht andere organisaties? De rest van de discussie volgt vanavond. Voorzitter: Dank u wel. Wie van u mag ik het woord geven? Mijnheer Van den Biggelaar.
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, mijn collega, Jacques van der Meer heeft even geen stem en om die reden zal ik het dossier van hem overnemen. Voorzitter: Hij heeft wel een stem maar hij kan niet spreken, wou u zeggen? [Ge/ach]
De heer Van den Bi elaar: Ja, hij is wel wat hees. Dat is trouwens voor Jacques erg moeilijk maar hij houdt zich vanavond stil. [Ge/ach] Onze fractievoorzitter is er zich van bewust dat we met het voorstel
gebiedsgerichte aanpak en het beleid voor vrijetijdsaccommodaties en buurtontmoetingsruimten ÃćâĆňâĂİ laat ik die term maar gebruiken ÃćâĆňâĂİ een ingewikkeld
voorstel bespreken met heel veel consequenties voor bestaande accommodaties en voor de planning van nieuwe. Onze fractie is voor dit voorstel en waarom? Het bestaande beleid is niet toereikend. Dit voorstel gaat niet alleen over vrijetijdsaccommodaties maar over ruimte en voorzieningen en heeft dus een bredere scope. De ingang is erg creatief en komt tegemoet aan de moderne netwerksamenleving en het biedt voldoende sturingsmogelijkheden voor zowel de gebruikers als voor de betalende overheid, want er gaat erg veel geld zitten in dit beleid. Voorzitter, met alle respect voor de Verenigde Vrij wi//igersbesturen Accommodaties/VVAJ, een vrijetijdsaccommodatiebeleid dat uitgaat van een VTA voor iedere buurt, is een beetje uit de tijd. Het is overigens maar de vraag of iedere buurt in staat en bereid is zo’n accommodatie te runnen en de vraag is ook of het in iedere buurt even hard nodig is. Een dergelijk beleid gaat voorbij aan de komst van SPILcentra, wijkinformatiewinkels en straks misschien aan nog meer kleinschalige ontmoetingsruimten in woonzorgcomplexen, die ook voor de buurt openstaan, zoals in Brunswijk. Zowel de Verenigde Vrijwilligersbesturen Accommodaties als de Adviescommissie Seniorenbeleid vragen aandacht voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de behoefte aan sociale cohesie die de vraag naar ontmoeting en ontmoetingsruimte zal versterken. Deze vraag, voorzitter, hebben wij goed gehoord. Juist om deze vraag betaalbaar te houden, zullen we maatwerk op grootte moeten leveren. Ik denk dat onze ouderen beter af zijn met een kleinschalige buurtvoorziening op maat dan aangewezen te zijn op een grote accommodatie die door onderbezetting wordt bedreigd met sluiting. Dat brengt me op mijn derde punt. Zoals ik al zei: een criterium, een vrijetijdsaccommodatie per buurt is niet te hanteren. Hoe gaan we het dan wel verdelen? Door
Verslagnummer x
nadrukkelijker aan te sluiten bij bestaande bewegingen en daarbinnen prioriteiten geven aan accommodaties in aanwasgebieden. De aansluiting die uw college zoekt bij de ontwikkelzones, vindt mijn fractie erg creatief. We sluiten aan bij de as van Stratum, de parelketting van Strijp, market garden van Woensel en het centrum inclusief Strijp; het zijn wat mooie benamingen. Door binnen deze
ontwikkelgebieden de bestuurlijk aangewezen gebieden prioriteit te blijven geven, doet u toch iets met verdelende rechtvaardigheid. Door deze zones als gebied te benaderen en als het ware van buiten naar binnen te programmeren, kunt u rekening houden met de wensen en daaraan gekoppelde functies. Wellicht kunnen ze dan nog creatiever, en vergadert straks een bestuur van de voetbalclub in de lerarenkamer van een school, douchen daklozen ’s morgens in de kleedkamer van de voetbalclub die toch leeg staat, en kaarten ouderen in de kantine van een multifunctionele sportvereniging. Tja, en de kinderen uit diezelfde buurt, komen die uberhaupt nog in een buurthuis? Of ontmoeten ze elkaar op de fitness, bij de naschoolse activiteiten op school of misschien zelfs op de ijsbaan? Maar die moet dan wel een beetje goedkoper. Met de gebiedsgerichte aanpak, mijn vierde punt, valt op ruimte te bezuinigen. Dit voorstel houdt boekwinsten in op de besparingen binnen het beleid en biedt financieringsruimte voor nieuwe voorzieningen. En juist hiermee zijn in de toekomst ook voorzieningen betaalbaar die nodig zijn om ouderen tegemoet te komen, bij voorkeur in ruimtes waar zorg en ontmoeting in combinatie kunnen worden aangeboden. Maar, voorzitter, halen we het daarmee? Ik twijfel nog. Ik denk dat we met het aannemen van dit beleid nog een keer heel scherp moeten kijken naar een aantal randvoorwaarden. Nog steeds, immers, zijn beheerskwesties in SPILcentra niet goed geregeld; hebben VTA’s die wel in het plaatje passen problemen met hun exploitatie en kunnen ontwikkelingen in de ontwikkelzones nog veranderen. Voorzitter, mijn vraag: is het college in staat om deze randvoorwaarden te beinvloeden en ook om binnen deze grofmazige opzet nog prioriteiten bij te stellen, als dit nodig blijkt te zijn? We gaan immers van grof naar fijn en een aantal ontwikkelingen zijn niet exact te voorspellen. Voorzitter, ik sluit af. Wij steunen dit beleid maar beseffen dat er nog veel water door de Dommel moet. Maar stilstaand water gaat stinken, ook in de Dommel. Maak een begin met deze gebiedsgerichte aanpak. Blijf zoeken naar commitment met gebruikers, met corporaties, met alle belanghebbenden, maar pak af en toe ook eens door met het oog op de toekomst. Dank u wel. Voorzitter: Dank u zeer. Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Dank u wel voorzitter. Wat vindt de burger van ons gemeentelijk VTA-beleid? Ik ben speciaal naar de markt gegaan en heb de vraag aan 15 tot 20 personen voorgelegd. Ik vroeg: "Weet u wat een VTA is?" Nou, beste voorzitter, collega’ s, ze haalden allemaal hun schouders op en ze wisten echt niet waar het over ging. Ik ben teruggekomen met de boodschap, namens de burgers, om u te vragen in plaats van een VTA-beleid eerst even een %VA-beleid’ te gaan
Verslagnummer x
voeren ÃćâĆňâĂİ dat staat voor: te veel afkortingen. Spreek mensentaal alstublieft ÃćâĆňâĂİ niet
a.u.b. maar alstublieft. We moeten het hier hebben over buurthuizen, wijkcentra, gemeenschapshuizen, kortom: de plek waar de samenbundeling van sociale activiteiten in buurt of wijk zou moeten plaatsvinden, om de gewenste cohesie, die met hoofdletters in Eindhoven Een is neergezet, om die burgerparticipatie vorm te geven. We doen dat allemaal samen. Ik heb dat gisteren nog in deze raadszaal gehoord: "we gaan het samen doen". Het schalde door de raad. Eigenlijk hoort in iedere wijk een soort stadshuis te zijn en dat moeten we zien te realiseren. Ik wil even drie zaken aanstippen. Het stemvoorbehoud: we zijn een van de vier partijen die een stemvoorbehoud hebben gemaakt, dus we waren er nog niet helemaal zeker van. Daarnaast de twee adviezen die we hier nadien gekregen hebben, van de Adviescommissie Seniorenbeleid, de Verenigde Vrijwilligersbesturen Accommodaties [VVA] en daarnaast het ontwerpbesluit zelf. Het stemvoorbehoud. Ja, waarom houden wij toch twijfels over dit stuk? Waar gaat het eigenlijk om? Buurtgericht werken en burgerparticipatie vergt dat mensen in de wijk samenkomen en met elkaar spreken en dingen doen. Dat willen we graag stimuleren. We hebben daar ook een reputatie, als Leefbaar Eindhoven, om dat te promoten. We willen daarvoor een excellent netwerk van buurthuizen. Dat is een absolute voorwaarde en daar willen we ook geld voor fourneren. Hoe moet je zoiets nou eigenlijk vorm gaan geven? Je kunt daar kaders voor gaan neerzetten en ideeen voor ontwikkelen. Ik hoor in deze raad altijd heel veel praten over stenen. Als we het over cultuur hebben, dan gaan we al die prachtige paleizen bouwen. Als we het hebben over onderwijs dan hebben we het over SPILcentra. We praten heel dikwijls over stenen en ook hier gaan we over VTA-behuizingen. Daar gaat het mij helemaal niet om. Het gaat mij juist om dat sociale huis van die mensen, waar chemie is tussen mensen en dan moet je inderdaad ook ergens buiten gaan zitten, en dat is ook wel iets maar dat is niet waar het om gaat. Te veel wordt, volgens mijn fractie, het SPILcentrum-concept van stal gehaald. We zien dat steeds terug. Het kan een tooi zijn, een SPILcentrum, om daarin onder te duiken, maar het hoeft van ons geenszins. Als het een meerwaarde heeft, oke, maar dat woord zie ik te veel. In plaats van de bal bij de gemeente te leggen, kun je ervoor zorgen dat er een soort PPS-constructie komt, een contract waar burgers en organisaties aan ten grondslag liggen. De gemeente hoeft daar ons inziens geen eigenaar te zijn van de gebouwen, over de vastgoedverkrijging. Blijf flexibel, pas maatwerk toe, waarbij ook huur een prima oplossing kan bieden. Er is, naast die brede bovenwijkse tehuizen, ook behoefte aan kleinschalige buurthuizen, al zijn die misschien wat minder geoutilleerd, waarbij we ons laten leiden door de behoefte en de bewoners als zij daar meerwaarde in zien. Dus het SPILcentrum-concept willen wij daarbij niet zaligmakend laten zijn.
Daarnaast: wie krijgt prioritering? Wat ons betreft krijgen actieve buurten prioritering. Dat vinden wij bepalend. We lazen in de nota ergens:
Verslagnummer x
’achterstandsgebieden’. Dat is ouderwets. U kunt het ook in Den Haag horen; u kunt het in Brussel horen. Arme gebieden waar geld naartoe moet, dat was ooit. We moeten daar waar de impuls is, waar het geld goed rendeert, naartoe. Die buurten die zeggen: ’wij hebben chemie, wij willen er zelf ook wat van maken, wij willen de handen in elkaar slaan’. Daar moeten wij als eerste zorgen dat het concept lukt, dan vindt de rest van de dekking ook wel plaats.
De brieven die we hebben gekregen van de Adviescommissie Seniorenbeleid en de VVA. Als ik daar even op mag inzoomen. We hebben waardering als fractie voor beide adviesnota’s en we willen nog even onderstrepen wat de Adviescommissie Seniorenbeleid schrijft over de samenwerking met woningbouwcorporaties. Dat is een hoog goed. Dat onderstrepen we zeer. Die moeten ook hun verantwoording nemen. Naast bovenwijkse accommodaties, zeggen de senioren, zijn er ook diverse ruimtes die kleinschaliger zijn en die absoluut noodzakelijk zijn. Twee strepen daaronder! Dan hebben we ook een tekst over de inpassing van de SPILcentra. Daarbij staat: dat heeft ook zo zijn nadelen en dat is niet alleen zaligmakend, onder andere zien ze een botsing van belangen. Ook die nadelen worden niet alleen in onze fractie gezien maar ook in de Adviescommissie Seniorenbeleid. Daar vinden we elkaar.
Dan bij vier. Belangrijke kreten - ik hoorde het net zeggen in een vorig betoog: het Wmo-beleid, de verplichting om daadwerkelijk te laten zien wat we met de sociale cohesie moeten doen. We worden daarop afgerekend en we hebben dat te doen. Het buurthuis is daarvoor een stuk gereedschap dat onontbeerlijk is om dat goed neer te zetten, een absolute voorwaarde. Dan de vrijwilligers. Die leggen de kern toch bij dat ’sociale huis’, wat ik net zei, en die fysieke unit die moet zich daar maar aan aanpassen. Goede samenwerking tussen de vrijwilligersbesturen en de gemeente, met een duidelijke taakverdeling, faciliteren, subsidie verstrekken; dat moet in beeld komen. Daarbij willen wij maatwerk hebben en geen uniform beeld van alle wijken. Laten we een aparte ambtenaar belasten met die coordinerende rol die de structurele samenwerking praktisch vormgeeft. Laat ons daar eens mee gaan testen. Elke buurt heeft recht op een accommodatie als ze bewijzen dat er behoefte aan is, ook op de buurtoverstijgende accommodaties, maar dat is duidelijk genoeg aangegeven. Met een ding ben ik het totaal oneens met de vrijwilligersbesturen en dat is met de klare stelling die er staat dat de VVA vindt dat het bestaan van een buurthuis een primaire verantwoordelijkheid is van de gemeente. Ze hebben een taak met de WMO en ze moeten daaraan voldoen. Ik wil benadrukken dat het de gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de burgers en gemeente. Als die gezamenlijkheid niet voldoende ingevuld wordt door de burgers en de wijk of de buurt, dan mag de gemeente, wat mijn fractie betreft, best een andere wijk of buurt prioriteren.
verslagnummer x
Verder nog de stelling dat de personeelskosten maar deels door de gemeente opgebracht moeten worden. Die is me net even iets te snel. Het vergt maatwerk per buurt en per wijk. Geen uniforme regeling, geen eenheidsworsten: burgers zijn uniek, wijken zijn uniek en er kunnen verschillen zijn. ’Wat doet men zelf’ mag een vraag zijn die de gemeente mag stellen. Als laatste: het voorstel wat hier ligt. We hebben al gezegd: we hebben wat moeite met de strategische vastgoedverwerving, of de wethouder moet aangeven dat onder verwerving ook huur is begrepen. Je bent wat flexibeler met huur. Je kunt het doorhuren. Als de kaders zodanig worden vastgelegd dat ook de huur voor een redelijk lange termijn als een verwerving gezien mag worden, dan is dat een misvatting mijnerzijds en dan wordt het ook als een soort verkrijging gezien, maar als het puur om eigendomverkrijging gaat, zeg ik: ’waarom?’ Is dat een absolute voorwaarde? Ik zie dat niet zitten. Mijn fractie trouwens met mij niet.
De samenhang van maatschappelijke centra mag bekeken worden, maar hoeft geen doel op zich te zijn. Participatie is een hoog goed. Het buurtcentrum kan daarbij een cruciale rol spelen. Erken dat belang. Ik wou het nog iets meer benadrukken dan het in de nota staat. Het besluit, punt 1: ontwikkelzones. Prima, daar staan we achter. Punt 2: eigendom verwerven. Nee, hoeft helemaal niet. Huren is ook goed, zoals gezegd. Misschien krijg ik een antwoord dat bevredigend is. Het is flexibel want ik begreep dat de kaders nog ingevuld gaan worden en dat het nog niet keihard in de formulering staat dat we het mandaat geven aan het college dat die hiermee aan de slag mag gaan. Ik begreep uit de notitie dat er nog een kader komt en dat we in dat kader nog een keer terugkomen in de raad en dat we het dan nog een keer bekijken. Dus het besluit is tekstueel niet helemaal goed, dacht ik.
Dan punt 3: door de fiscus verplicht gestelde huur moeten we gaan doen. Dat vind ik klinkklare onzin. De fiscale huur, die bestaat helemaal niet. Het is gewoon een redelijke, normale huur die we goed vinden. Met de fiscus hebben we in dit verhaal weinig te maken. Wij maken gewoon uit: dit is een redelijke huur en daar moet je gewoon voor durven te staan. Dat de fiscus dat toetst; dat moeten ze doen, dat is hun werk. Wij moeten het kunnen verdedigen. We hebben wel hier de afspraak gemaakt dat we duidelijk zeggen: huur moet huur zijn en subsidie moet subsidie zijn en we moeten die zaak splitsen. Dan kom ik bij punt 4, dat zijn die leegstaande panden. De borrel-enbruisgedachte, geloof ik: geef ze maar een of twee jaar voor niets of voor heel weinig weg. Prima, maar maak inzichtelijk wat we weggegeven, welke huur we afstand van doen. Breng dat in beeld, betitel het dan ook als zodanig, als donatie, subsidie enzovoorts, maar laat het niet weggaan. We hebben er een afspraak over
Verslagnummer x
gemaakt dat wij inzichtelijk zouden maken wat we subsidieren. Breng dat helder en laat ons die kosten zien. Onder die voorwaarden zijn we dan akkoord. Ik ben er bijna. Punt 5: prioritering voor achterstandsgebieden. Dat is achterhaald, heb ik gezegd. Geef de prioritering gewoon aan die wijken die actief zijn, die wat willen, die vooruit willen. Die krijgen voorrang wat ons betreft.
Dan punt 6, van het besluit; samenwerking met de woningbouwcorporaties. Dat juichen wij van harte toe en vinden wij prima. Daar staan we achter. Dus we zijn kritisch ten aanzien van het totale besluit. In deze vorm zou ik het iets anders formuleren. De gedachte is goed maar het kan veel beter. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Helms.
De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. Eerst een korte reactie op de vorige spreker in het kader van het TVA-beleid. Wellicht moet u de burgers nog even uitleggen wat ’SPIL’ is, wat PPS-constructies zijn en wat de Wmo is? Ik wou graag onze reactie iets korter houden ook. De VVD-fractie kan zich in grote lijnen aansluiten bij de eerste spreker. Wij zien dit als een goede opmaat naar een deugdelijk VTA-beleid. Dat is hard nodig, maar we willen wel benadrukken: wij zijn er nog niet. Zoals ook de eerste spreker aangaf, een keurig verhaal van mijnheer Van der Meer: we zullen moeten anticiperen op de ontwikkelingen die we tegenkomen. Wij zouden er nog wel de nadruk op willen leggen dat als je focust op de achterstandswijken dat je niet moet vergeten dat een wijk die nu geen achterstandswijk is, dat wellicht over drie, vier, vijf, tien jaar wel is. In de commissie is het al uitgebreid besproken. Toen waren wij akkoord met het voorstel en wij zien het nog steeds als een heel deugdelijk voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter, buurthuizen zijn belangrijk voor Eindhoven, voor elke stad trouwens. Maar we zitten hier voor Eindhoven. We hebben daar al heel vaak over gepraat, de afgelopen tijd. We zijn in 2005 begonnen met een voorstel dat probeerde de chaos van de tien jaar daarvoor min of meer uit te sorteren. Dat was al een complexe opgave. Het buurthuizenbeleid op orde zetten is een ingewikkelde zaak. Dit voorstel probeert een aantal zaken op orde te zetten, door middel van een prioriteitenlijstje: welke buurthuizen krijgen de meeste aandacht, welke krijgen wat minder aandacht en welke krijgen geen aandacht. Al met al lijkt dat misschien een eenvoudige zaak maar ook dat is nog steeds heel erg ingewikkeld. We hebben daar uitgebreid over gepraat en ik wilde daar hier eigenlijk drie punten uitlichten en dan ben ik niet compleet.
Verslagnummer x
De eerste vraag is over de buurthuizen die de meeste aandacht gaan krijgen. Wij hebben altijd gepleit voor vrijwilligersbesturen in de buurthuizen en wij zouden graag zien dat die vrijwilligersbesturen inhoudelijk de baas blijven over wat er in de buurthuizen gebeurt. Ook als de gemeente zich serieus mee gaat bemoeien. Kunnen wij van de wethouder de garantie krijgen dat dat inderdaad gebeurt? Dat de gemeente zich niet inhoudelijk bemoeit met wat er in die knuffelbuurthuizen gaat gebeuren?
Het tweede punt is de andere categorie, de categorie van de buurthuizen die geen aandacht meer krijgen van de gemeente. We hebben het in de commissievergadering daar al over gehad. We zijn bang dat die buurthuizen bijvoorbeeld geen onderhoud meer krijgen. Voorzitter: Mijnheer Van den Biggelaar.
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, ik heb de behoefte om de heer Vleeshouwers een vraag te stellen. Ik vind namelijk zijn standpunt dat de gemeente zich absoluut niet moet bemoeien met wat er in buurthuizen gebeurt wat ver gaan. Ik wil hem het volgende voorleggen: een buurthuis wat met redelijk veel subsidie van de gemeente in stand gehouden wordt en waar jongeren absoluut niet binnenkomen omdat het beheer vindt dat die de boel alleen maar slopen en weet ik wat voor argumenten nog meer, mag dan de gemeente ingrijpen om die zaak open te maken? Een ander voorbeeld: een buurthuis waar allochtonen niet welkom zijn. Mag de gemeente invloed hebben op het bestuur van het buurthuis om te zeggen: dit buurthuis is er voor iedereen. Of laat u dat echt aan de vrije markt over? Voorzitter: Mijnheer Vleeshouwers. De heer Vleeshouwers: Mijnheer Van den Biggelaar, ik vind het fijn dat u reageert. Ik had die reactie van de wethouder verwacht. Er zijn natuurlijk grenzen aan die vrijheid, maar ik denk dat de gemeente terughoudend moet zijn in de inhoudelijke bemoeienis met wat er in een buurthuis gebeurt. De voorbeelden die u noemt, die kunnen natuurlijk niet. Een buurthuis moet toegankelijk zijn voor alle mensen in de buurt. Dat staat als een paal boven water. Waar het mij om gaat is dat er dingen
zouden kunnen gebeuren in die buurthuizen, dat er conflicten zouden kunnen ontstaan tussen wat de gemeente vindt wat er moet gebeuren in een buurthuis en wat het vrijwilligersbestuur vindt dat er moet gebeuren. Ik wil graag van de wethouder horen hoe hij die conflicten hanteert, bij die buurthuizen waar de aandacht naartoe gaat de komende tijd. Ik was bij de andere groep buurthuizen, bij de buurthuizen die geen aandacht krijgen van de gemeente. Wij hebben gevraagd in de commissie naar hoe het gaat met het uitvoeren van achterstallig onderhoud bij deze buurthuizen, want er is
Verslagnummer x
nogal wat aan achterstallig onderhoud en wij vinden dat dat moet gebeuren. Wij hebben gevraagd naar hoe het zit met de beheerders die op dit moment in die buurthuizen actief kunnen zijn en of zij inderdaad op die beheerders kunnen blijven rekenen. Ik denk dat die twee aspecten de basis vormen van een goed draaiend buurthuis. Ten derde zijn wij heel erg benieuwd naar de overdracht van de gebouwen door Loket W aan de gemeente. We hebben in de commissie begrepen dat dat inderdaad op 1 april gaat gebeuren. Als dat inderdaad op 1 april gebeurt, dan zijn wij daar heel tevreden over.
Het derde punt, mijnheer de voorzitter, is naar aanleiding van de reactie die de Verenigde Vrijwilligersbesturen Accommodaties ons min of meer op de valreep heeft bezorgd. Ik wilde graag een reactie van de wethouder op de drie uitgangspunten van die VVA. Wij noemen het eigenlijk heel simpel. Ze zeggen: elke buurt heeft recht op een buurthuis. Inhoudelijk moet een buurthuis gerund worden door een vrijwilligersbestuur en de gemeente subsidieert in ieder geval het beheren van een buurthuis. Eerlijk gezegd vind ik dat dat redelijk in lijn is met wat wij in 2005 afgesproken hebben, maar teruglezend in de tekst van destijds kan ik daar niet met zoveel woorden zoveel uitspraken vinden. Ik zou dus graag weten hoeveel verschil er zit tussen die drie uitgangspunten van de Verenigde Vrijwilligersbesturen Accommodaties en het huidige gemeentelijke beleid op dat vlak.
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Ja voorzitter, het voorstel zoals het er ligt vinden wij een prima aanzet. Heel simpel omdat er een behoefte bestaat om dit soort zaken in een stad op gang te krijgen. Wij zien het een beetje als een wrange nasmaak van een periode waarin het individualisme hoogtij vierde. Ik ben ervan overtuigd dat dat op z’n retour is. Daar sluit dit voorstel best bij aan. Maar we zeggen er ook bij ÃćâĆňâĂİ en dat
zeggen wij dus als Christenunie ÃćâĆňâĂİ dat het niet te dogmatisch moet zijn. Dat zeg ik
even met nadruk. Dat betekent dat niet per se elke buurt zijn eigen huis moet hebben. Dat betekent dat de zelfwerkzaamheid van buurten ÃćâĆňâĂİ ik moet zeggen: daar sluit ik aan bij Leefbaar ÃćâĆňâĂİ absoluut aanwezig moet zijn. We gaan niet overal pappen
en nathouden, hoewel er in armoede, of achterstandswijken, zoals dat heet, wel andere problematiek speelt, waardoor het nodig is. De vraag is dan of je er met een buurthuis moet beginnen. We hebben dit voorstel ook in de commissie ondersteund. Dat doen we overigens nog steeds. We zijn wel geschrokken van de brief, met name van de VVA, Verenigde Vrij wiiiigersbesturen Accommodaties. Daar spreekt een sfeer uit die wij absoluut niet ondersteunen. Dan val ik toch terug op kringen waar ik zelf goed bekend ben. Dat zijn verenigingsgebouwen en parochiehuizen, zoals we allemaal van vroeger wel kennen. Dat wordt zelf gerund door eigenstandige organisaties en dat zou ook hier moeten gelden. Dus we gaan niet beginnen om de gemeente verantwoordelijk te stellen. We gaan niet beginnen
verslagnummer x
om de beheerder te betalen. Ik moet zeggen dat ik best voel voor flexibiliteit met betrekking tot het faciliteren van behuizing dus dat hoeft ook niet per se kopen te zijn, maar dat kan wel helpen. Die laatste reactie heeft ons toch wel een beetje aan het denken gezet. Het is te veel van ’overheid u regelt alles maar en wij maken er mooi gebruik van’. De eigen verantwoordelijkheid zal vorm moeten krijgen, anders is het bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Daar wil ik het bij houden. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Mulder.
De heer Mulder: Dank u wel voorzitter. Soms is het wel eens nuttig om een blik te werpen op het verleden. Als het je gegeven is een verre blik te werpen op het verleden, dan zie je de vooruitgang en dan zie je ook wat we hebben ingeleverd. Als we het vandaag hebben over de vrijetijdsaccommodatie, dan zie je de oorsprong daarvan liggen in parochiehuizen. Door de snelle ontwikkeling die onze stad in de jaren dertig, veertig en vijftig heeft doorgemaakt, kwamen er veel nieuwe parochies. ledere parochie vond het noodzakelijk dat men kon beschikken over een parochiehuis. Een parochie zonder parochiehuis was ondenkbaar. Het toen bloeiende verenigingsleven in onze stad vond zijn oorsprong in die parochiehuizen. Vandaag hebben we het over de VTA’s en SPILcentra in de wijken: waar wel en waar niet. Zijn ze gezond? En leveren ze geen verlies op? Ging men er bij de parochiehuizen vanuit dat het belangrijk was om mensen in de gelegenheid te stellen om bijna voor niets te kunnen recreeren, vandaar dat er in die tijd bloeiend verenigingsleven was, waar verbondenheid een belangrijke rol vertolkte. Nu ziet men dat bij de gang naar het parochiehuis naar buurthuis, naar VTA, de deelname aan het economische verkeer een belangrijke rol speelt. VTA’s die winst maken doen het goed. VTA’s die met een verlies kampen, maar die ontzettend veel mensen - soms een kleine duizend per week ÃćâĆňâĂİ veel genoegen en plezier bieden, doen het
schijnbaar slecht en worden bedreigd met sluiting. Als voorbeelden kunnen we noemen de accommodatie in Jagershoef en De Tempel, maar ook Sancta Maria, Unitas en BACS. Zonder de consequenties voor de mensen in die buurten goed te bekijken, werd al met sluiting gedreigd en werd niet gekeken naar de vernietiging van het menselijk kapitaal. Laten we ’geen oude schoenen weggooien voordat er nieuwe zijn’, zegt het spreekwoord, u allen bekend. In de commissie heeft het OuderenAppel een stemvoorbehoud gemaakt. Wij vonden ÃćâĆňâĂİ en ik herhaal nog even het kernpunt ÃćâĆňâĂİ dat de zaken vooral bortum-up in plaats van, zoals het in het
collegevoorstel staat: top-down, moeten werken. Het is ons inziens voorlopig een theoretisch concept voor de gebiedsgerichte aanpak en het buurtontmoetings- en VTA-beleid. Nu we echter de opmerkingen van het bestuur van de VVA en de
Adviescommissie Seniorenbeleid hebben gelezen, zien wij graag dat zo breed mogelijk deze adviezen worden overgenomen. Ik verwijs daarbij naar het stuk wat we allemaal hebben, 1 t/m 3. De door de VVA aangegeven beleidsontwikkelingen en de uitwerking van de door hen aangegeven uitgangspunten vinden wij zo belangrijk dat deze in feite onverkort moeten worden overgenomen. Derhalve
Verslagnummer x
vinden wij ook dat dit hele voorstel niet amendeerbaar is en in feite de commissie zich over al die adviezen die daarin gegeven zijn, nog eens haar licht moet laten schijnen en bovendien dat we de wethouder verzoeken over de punten die al aangedragen zijn door de Adviescommissie Seniorenbeleid en door de VVA, alsnog in deze vergadering commentaar op te leveren. Dank u wel. De heer Stoevelaar: Voorzitter, toen ik daarnet zat te luisteren, had ik even de indruk dat mijnheer Van den Biggelaar heeft gestudeerd voor hovenier want hij was aardig bezig mij het gras voor de voeten weg te maaien! Dat gebeurt soms.
De heer Van den Bi elaar: Hovenier en soms valkenier. Ik heb allerlei bijbanen! De heer Stoevelaar: Heel wat dingen die mijnheer Van den Biggelaar heeft genoemd, ga ik niet herhalen. Toch wil ik op een paar zaken iets meer accent leggen. Het voorstel dat voorligt gaat in de basis over de integrale gebiedsgerichte programmering van de maatschappelijke voorzieningen. Het gaat niet over het hoe (de inhoud), maar over het waar. Dat is een wezenlijk onderscheid; een paar van mijn collega’s hebben immers ook gesproken over het hoe. Het voorstel gaat echter over het waar. Wij gaan de Buurtthermometer gebruiken om de vier ontwikkelingszones vast te stellen en daarmee hebben we objectieve criteria om die vier aan te wijzen. Wij kunnen best instemmen met de vier aangewezen buurten. Ook vinden wij het een goede zaak om in de ontwikkelingszones met kerngebieden te gaan werken, zodat het mogelijk is om prioriteiten te gaan stellen. Als je daarmee bezig bent, kom je al snel tot de conclusie dat je niet beschikt over alle buurthuizen of VTA’s die je nodig hebt; je zult dus het een en ander moeten gaan aanschaffen. In tegenstelling tot hetgeen Leefbaar Eindhoven zegt, vinden wij dat je toch wel tot koop moet overgaan om straks op een breed en groot vlak op dezelfde manier te werk te kunnen gaan. Wij zijn het daarmee ook wel eens. Nu heeft de wethouder in de commissie gezegd dat hij eerst met kaders zou willen komen voordat hij tot koop van dergelijke panden overgaat. Die kaders wil hij voorleggen aan de raad of aan een commissie ÃćâĆňâĂİ dat is mij niet meer helemaal
duidelijk. In elk geval zou ik die toezegging nog een keer van de wethouder willen horen. Als je die zaken in eigendom hebt ÃćâĆňâĂİ en dus niet in huur ÃćâĆňâĂİ ga je ze uiteraard
verhuren. In het voorstel en in de besluitvorming is uitgebreid ingegaan op hoe dat dan zou kunnen gaan. Wij kunnen erg goed instemmen met hoe het daar beschreven is. Straks kennen we dus geen VTA’s meer, maar alleen nog maar buurtontmoetingscentra en bovenwijkse accommodaties. Aan de hand van wat er straks aan selectiecriteria zal worden gesteld, zal het zonder meer voorkomen dat nu bestaande VTA’s gesloten zullen worden en dat ze geen functie meer hebben in het totaal. Het zou kunnen dat de buurt daar niet direct behoefte aan heeft of het kan zijn dat er nu alleen maar bovenwijkse activiteiten plaatsvinden of dat het in een SPILcentrum wordt opgenomen. Dat is de consequentie van de keuzes die wij maken en wij accepteren dat dan ook. Enkele collega’s van mij hebben niet alleen
Verslagnummer x
over het waar gesproken maar ook over het hoe. Hoe gaat het straks met het beheer, het onderhoud, de inrichting, het barbeheer en het schoonmaken? Ik wilde de wethouder eigenlijk vragen of het mogelijk is om voor de zomervakantie met een notitie te komen waarin hij uiteenzet in welke richting hij denkt. Hoe hij denkt dat het zou moeten gebeuren. De VVA en de Adviescommissie Seniorenbeleid hebben daarover iets aangegeven en dat vinden wij ook wel belangrijk, maar dat is nu geen onderdeel van de beraadslaging over dit onderwerp. Ik vraag nadrukkelijk om een notitie. Wij scharen ons niet direct achter de eisen of, laat ik het voorzichtig zeggen, de vragen zoals die door de VVA zijn gesteld want wij vinden dat die de verantwoordelijkheid nogal nadrukkelijk bij de gemeente legt. Naar ons idee horen ook een heleboel dingen bij hen of bijvoorbeeld via een PPS-constructie bij de woningcorporaties of bij Loket W of weet ik veel bij wie dat dan zou komen te liggen. Wethouder, wilt u ook de gevraagde notitie toezeggen? Hierbij wil ik het voorlopig even laten. Voorzitter: Dank u wel. Wie van u wenst verder nog het woord? Mevrouw Breuers en daarna mijnheer Gerard.
Mevrouw Breuers: Wat ons betreft waren er in de commissiebehandeling een paar punten blijven liggen. Die punten zijn naar onze mening in de nazending redelijk toegelicht, weliswaar niet optimaal, maar wij beseffen dat we met dit besluit een proces in gang gaan zetten dat gaandeweg steeds bijsturing zal behoeven omdat wij met zijn allen toch moeten kijken waar we uitkomen, op welke manier dat het beste gaat en dat zal allicht in verschillende gebieden zelfs nog wel een andere manier kunnen zijn. Wij hadden al aangegeven dat wij positief tegenover de aanpak stonden. Daarop ga ik nu niet meer in. Tegen het OuderenAppel wil ik zeggen: tijden veranderen gelukkig. Tegen het CDA zou ik willen zeggen: mijnheer Stoevelaar, kijk naar beslispunt 2; daar staat letterlijk dat we de vastgoedkaders voorgelegd krijgen en erover beslissen. Leefbaar Eindhoven: jammer dat jullie in de commissie de boel niet hebben opgestookt en nu komen met punten die voor iedereen nieuw zijn en waarover we helaas de discussie niet kunnen voeren. Althans, wij gaan dat aan het einde van het proces niet meer doen. Ik heb nog een opmerking naar aanleiding van de brief van de VVA. Iedereen weet nu wat dit betekent, want het is al een paar keer uitgelegd. Niet, mijnheer Jansen? Ik doe het niet nog een keer hoor. Het lijkt me logisch dat de wethouder reageert, en ik ga daarvan uit als wij het hebben over bottom-up, het verzoek om verder mee te willen denken, mochten zij dat nog willen, dat dat gehonoreerd wordt. Het lijkt me ook logisch dat de opmerkingen ook meegenomen worden als het over uitwerking, beheer en exploitatie gaat. Ik denk dat mijnheer Stoevelaar gelijk heeft dat die uitwerking nu niet aan de orde is. Dat is wat ons betreft de inbreng, want de mooie verhalen zijn allemaal al gehouden.
verslagnummer x
De heer Gerard: Voorzitter, het VTA-verhaal is een van de oudste en meest complexe dossiers uit deze raad, zo niet het allermeest complexe. Vanaf kort nadat ik in deze raad zat en dat is al enige tijd geleden...
Voorzitter: Nu ben ik benieuwd hoe lang uw betoog gaat worden, weet u dat? De heer Gerard: U mag blij zijn dat ik niet in het China van 2000 v.Chr. begin!
Voorzitter: Als ik heel streng zou zijn, had u nu nog ongeveer vijf minuten spreektijd. Gelukkig ben ik dat niet. De heer Gerard: Goed dat u dat zegt! Het is een complex dossier omdat het de samenbundeling van enkele andere dossiers is die op zichzelf ook al complex zijn. Mede door die complexiteit is het probleem van de VTA’s jarenlang verwaarloosd. Langer zelfs dan 2000, het jaar waarin het groene boek van de corporaties geschreven is. Het komt niet alleen door de complexiteit, het komt ook door de financien. Het gaat om veel geld, veel verplichtingen. Het gaat over het opkomen van andere politieke prioriteiten en het gaat over wisselende politieke opvattingen. Ik kan mij goed voorstellen, voorzitter, dat de manier waarop het in de afgelopen jaren gelopen is, geleid heeft tot veel twijfel en diepe frustraties bij de besturen van de vrijetijdsaccommodaties. Als ik in die positie gezeten had, was het bij mij niet anders geweest. Maar inmiddels is de problematiek zover uitgeschuurd dat eenieder die denkt dat deze problematiek eenvoudig in korte termijn oplosbaar is, geen gelijk heeft. Dat kan gewoon niet. Hoe begrijpelijk de mening van de VVA ook is, wat er staat is niet in die mate in die vorm op korte termijn oplosbaar. Prioriteiten stellen is nodig, dus is dit verhaal het begin van een lange weg. Het college stelt prioriteiten en probeert een zekere objectivering te bereiken met behulp van de Buurtthermometer. Voor die aanpak heeft de Socialistische Partij altijd zelf gepleit en daarmee zijn wij het dus eens. Het betekent dat je principieel politiek kiest om extra aandacht te geven aan achterstandswijken en dat je de beschikbare middelen dus niet gelijkmatig uitsmeert over Eindhoven, maar concentreert op bepaalde gebieden. Daar zijn wij het politiek mee eens. Keuzes zijn nodig, want wie met betrekking tot de VTA’s alles wil, wil in de praktijk niets. Voorzitter, er is echter wel een groot aantal problemen. Niet voor niets zei ik dat dit eigenlijk nog maar het begin is van een lange weg: de lange weg terug omhoog. De brief van de Adviescommissie Seniorenbeleid geeft een realistische en goed onderbouwde schets van een aantal problemen en de brief van de VVA geeft een iets minder goed onderbouwde schets, echter van een aantal reele problemen. Crisissituaties, wat doet u ermee? Jagershoef, De Tempel bijvoorbeeld. Voorzitter, het multifunctionele. Een van de punten waarop de Socialistische Partij nog wel eens een wat pessimistischer levensopvatting heeft dan bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid is de blijheid waarmee de Partij van de Arbeid veronderstelt dat multifunctionele organisatievormen werken. Wij zien het zo nog niet helemaal,
Verslagnummer x
voorzitter, dat de bejaarden koffiedrinken in de kantine van de voetbalclub en dat de voetbalclub vergadert in de school. Als je dat echt probeert waar te maken, leidt dat tot talloze onderhandelingen, bepalingen enzovoorts, en het stuit vaak af. Dat heeft vaak prozaische redenen waaraan je niet denkt. Uit een gesprek dat ik had met het hoofd van het vastgoedbeleid kwam de eenvoudige constatering naar voren dat ons vastgoedbedrijf graag zaken doet met een rechtspersoon. In een SPILcentrum bijvoorbeeld, zal er dus prompt een strijd ontstaan om wie die rechtspersoon is als er een school zit, een VTA, een peuterspeelzaal en nog eens een andere maatschappelijke instelling. En hoe de begunstigde rechtspersoon omgaat met de rechtspersonen die niet begunstigd zijn. De Socialistische Partij heeft daarop vaak aangedrongen maar wij hebben er na al die jaren nog steeds geen goede oplossing voor. Ik daag u wat dat betreft uit. Voorzitter: Dank u wel.
De heer Gerard: Een klein dingetje nog. Voorzitter: Oh, ik dacht dat u ging afronden. De heer Gerard: Ja... de timing. Goed zo. Corporaties en beheerders. Voorzitter, ik zie ons nu geen veertig beheerders betalen. De Socialistische Partij ondersteunt de financiele basis van het programma van samenwerking en daarmee is dat op dit moment niet verenigbaar. Het wordt een begrotingsverhaal dat in de toekomstÃćâĆňâĂİ gegeven de financiele mogelijkheden ÃćâĆňâĂİ aan de orde kan komen en dat zien we dan
wel weer. De Wmo. Is de VTA een basisvoorziening voor de buurt? In september 2005 is er een rekenmethode uitgedragen waarin een aantal inwoners werd vertaald naar een aantal vierkante meters. Overigens was het begrip buurt daarin niet scherp gedefinieerd. Er is dus een ontmoetingsruimte, maar of dat een aparte rechtspersoon is? Wie zal het zeggen, voorzitter. Dat hoeft niet. Ik probeer het nu even snel te doen. Nog een punt van zorg. De huren die in de toekomstige accommodaties betaald gaan worden, vervullen ons met grote zorg. Wat daar staat, stelt ons allerminst gerust. Het immateriele deel van het VTA-beleid, het vrijwilligersbeleid. Daarvan zegt de Adviescommissie Seniorenbeleid terecht iets. Uiteindelijk afsluitend: het is het begin van een lange weg. De Socialistische Partij adviseert het college om de raad en de commissie op gezette tijden te raadplegen over het vervolg, wat nog moeilijk zal zijn. De Socialistische Partij is voor het
voorstel en zal er geen wijzigingsvoorstellen op indienen. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk rond. Nog niet iedereen heeft het woord gehad. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, er zijn hier heel veel ware dingen gezegd maar een ding is nog wat ondergeschoven gebleven en dat is dat er een nieuwe methodiek geintroduceerd wordt. Dus eerst wordt de prioriteitsdiscussie gevoerd. Waar zetten
verslagnummer x
we het meeste in? Maar in de ontwikkelzones doen we het op een andere manier. Zoals mijnheer Van Bussel al zei: daar gaat het niet meer om stenen. Maar wat gebeurt daar nu en wat moeten we mogelijk maken? Dat zit heel sterk in "Eindhoven een" en ik meen dat dit de eerste gelegenheid is waar dat zo volmondig tot uiting komt. Er moet dan van alles uit de kast komen, en dat werd ook mooi meegeleverd. In de toelichting staat wat het belangrijkste is. Daar staat letterlijk dat er wordt gekeken wat nu die realiteit is, samen met iedereen die erbij betrokken is, niet in de laatste plaats de mensen die er gewoon wonen. Dan gaan we het samen organiseren. Daarbij is niet leidend wat wij aan beleid bedacht hebben, nee, leidend is wat nodig is. Als dit ertoe leidt dat onze beleidskaders moeten veranderen, dan doen we dat gewoon. Dat houdt in dat het in andere gebieden, waar in principe het sectorale beleid nog gevolgd kan worden, ook wel eens een keer kan veranderen. Dit is een ongelooflijke klus. Het is terecht dat het college ervoor kiest om het niet in een klap overal te doen. Er is een heel interessante keuze gemaakt voor de gebieden waarin het gaat plaatsvinden. Dit is echt een goede insteek om voor deze stad in de buurten te creeren wat er nodig is. Voorzitter: Dank u wel. Is iedereen die dat wenste in de eerste termijn aan het woord geweest? Dat is het geval. Wethouder Van Merrienboer, u heeft een paar vragen gekregen, geloof ik. U heeft het woord. De heer Van Merrienboer: Dank u wel, voorzitter. Wat mij opvalt, dat ben ik met mevrouw Schreurs eens, is dat er heel veel ware dingen zijn gezegd. Dat is dan de opbrengst van lange discussies. Het toont aan dat iedereen zich bewust is van de complexiteit van het dossier maar dat wij desalniettemin een weg wijzen hoe we de vragen die in het kader van dat dossier opborrelen, willen oplossen. Dat vind ik belangrijk. Ik denk dat de raad in de vorige periode belangrijke, richtinggevende uitspraken heeft gedaan en dat het nu vooral gaat om de vraag hoe je kunt komen tot goede processen. Goede processen, die het maatwerk in zich houden dat verschillenden van u hebben benadrukt en wat ook echt de ambitie is van dit
verhaal. Waar ik mij echter niet in kan herkennen is in de top-down benadering die hier wordt neergelegd. Mijnheer Mulder, ik denk dat we juist ruimte willen maken door scherp te zijn in onze kaders, om die processen van onderop beter mogelijk te maken. In essentie is het voor mij de vraag hoe wij buurtontmoeting kunnen borgen. Hoe kunnen we dat doen? Ik lees de brief van de VVA en papier is scherp. Ik ben bij de VVA op bezoek geweest en ik heb daar een heel goede, constructieve discussie gehad. Het ging over het eindbeeld en het ging over ambities; daarop kom ik straks nog even terug bij de beantwoording van de vragen van mijnheer Vleeshouwers. Er zit eigenlijk niet zoveel verschil. Het verschil zit hem in de suggestie die in de brief van de VVA zit, dat er een exclusieve en veelomvattende verantwoordelijkheid zou zijn voor ons als gemeentebestuur, terwijl de enige manier waarop wij buurtontmoeting in onze stad goed kunnen borgen, het sluiten van partnerschappen is. Niet alleen met SPIL. Ik geef toe, dat is lange tijd de enige
Verslagnummer x
route geweest die wij hebben geduid. Ik kan u echter zeggen dat ik samen met de collega’s Fiers en Don heel ver gevorderd ben, ook in de gesprekken met de corporaties die echt partij in dit verhaal willen zijn. Het gaat dan echt niet alleen om investeringen, maar ook om exploitatie. Een derde punt dat daarbij hoort is gestuurd vanuit de ambities die u met de Wmo heeft: als u keuzes maakt ten aanzien van woonservicezones en dergelijke, dan zie je synergie optreden als je er inderdaad met elkaar op wilt gaan sturen. Waarom is dat belangrijk? Dat vergeten we wel eens omdat we vooral aandacht besteden aan buurtontmoeting. Mij zou het echter heel wat waard zijn als we samen met die partijen de buurtontmoeting goed zouden kunnen borgen. Voor de bovenwijkse problematiek zie ik namelijk wel een verantwoordelijkheid liggen voor de gemeente. We hebben heel veel geinvesteerd in buurtontmoeting. Ik constateer ÃćâĆňâĂİ en dat vind ik heel positief in de reactie van de
VVA ÃćâĆňâĂİ met betrekking tot de 12 plus-problematiek dat je als gemeente de opdracht
hebt om meer ruimte te maken teneinde ook die problemen aan te pakken. Dat zijn problemen die de partners in de stad nu niet zonder de gemeente kunnen oplossen. Het gaat mij dus om het organiseren van de goede processen. Veel vragen gingen erom of ik ertoe bereid ben om het op zo’n manier te doen dat het transparant voor u is en navolgbaar en dat er met elkaar over gediscussieerd kan worden. Het meest concreet was mijnheer Stoevelaar met zijn verzoek om een notitie voor de zomer met betrekking tot de vraag hoe je dan verder gaat met beheersvragen en dat soort zaken. In het kader van een evaluatie van de resultaten van SPIL die we nu aan het uitvoeren zijn, met zeker ook harde afspraken met corporaties over buurtontmoeting en ook wat meer zicht op de Wmo, denk ik dat ik kan toezeggen dat we dan in uw richting duidelijker kunnen zijn over hoe beheersvragen en exploitatievraagstukken concreet zouden kunnen worden opgelost. Nu is het vooral belangrijk dat we ruimte maken voor die processen door niet alleen, mijnheer Van Bussel, te kiezen voor achterstanden. Dit voorstel is naar mijn mening juist een goede combinatie van aan de ene kant de zorg om in buurten die dreigen af te glijden ook sectorale buurtontmoeting te borgen en aan de andere kant juist ÃćâĆňâĂİ daarop wees mevrouw Schreurs ÃćâĆňâĂİ de kansen te grijpen die in
de stad op sommige delen voor het oprapen liggen. Ik moet u echt zeggen dat de gemeente daarbij tot dusverre vooral een aarzelende partij is geweest. In de richting van de partners is de gemeente onvoldoende duidelijk geweest in zijn ambities. De heer Van Bussel: Even een vraagje tussendoor. U wilt met de beheersvragen dus terugkomen en daar wilt u een oplossing voor zien te vinden met die antwoorden over woningcorporaties enzovoorts. Maar ik hoorde u aan het begin van uw betoog duidelijk zeggen dat we moeten zoeken naar maatwerk. Dus als u zodadelijk met een uniform concept komt, moet u het ene of het andere doen. De heer van Merrienboer: Maar ik kom niet met een uniform concept. Ik kom met een verhaal waarin ik wil laten zien dat buurtontmoeting niet de exclusieve
Verslagnummer x
verantwoordelijkheid van de gemeente in relatie tot de VVA is. Het gaat ook om een verantwoordelijkheid die breder in de stad wordt gevoeld. Volgens mij stond dat ook in uw betoog centraal. Corporaties moeten hun verantwoordelijkheid willen nemen en in het kader van de Wmo worden er verantwoordelijkheden genomen. Misschien is het tot dusverre wat spaarzamer dan we aanvankelijk wel eens op papier hebben gezet, maar ook in SPILcentra, in SPIL-ontwikkelingen, kan buurtontmoeting op sommige locaties ook echt een plek krijgen. Afhankelijk van het maatwerk dat daar geboden wordt, wordt ook de vraag naar beheer en exploitatie beantwoord. Die ligt in een SPILcentrum anders dan bijvoorbeeld in een actiegebied waarvan wij zeggen dat wij daar, los van welke ontwikkeling dan ook, borg willen staan voor een sectorale buurtontmoetingsplek. Misschien is het dan toch goed dat ik kijk naar het verhaal van de VVA, gewoon in zijn algemeenheid. Ik heb er niet de scherpte in gelezen die u in een aantal gevallen verwoord heeft. Misschien was dat ook omdat de krant het wat had aangescherpt. Ik zag vooral een constructieve reactie. Het belangrijkste punt van discussie is dat de VVA de gemeente in zekere zin exclusief verantwoordelijk maakt. Dat wil ik nog eens goed met de VVA doorpraten, omdat ik ook daar bereidheid zie om in een context met corporaties samen te werken. In het gesprek heb ik geconstateerd dat het belangrijk is dat wij als gemeente, ook door ons beleid, ook als het gaat om de keuzes tussen buurtontmoeting of bovenwijks, er verantwoordelijk voor zijn dat heel veel vrijwilligersbesturen zich als het ware blind zijn gaan staren op de exploitatie, op het ronddraaien van de begroting, op het betalen van gas, water en licht. Men wil echter ook met die inhoud aan de slag, dat proef ik steeds bij hen. Nu probeer ik snel de vragen door te lopen. Volgens mij ben ik op de vragen met betrekking tot SPIL ingegaan. De primaire taak, inderdaad mijnheer Van Bussel, vereist een gezamenlijke verantwoordelijkheid waarbij de gemeente nu wel een procesverantwoordelijkheid heeft, vind ik, om zichtbaar te maken wat andere partijen kunnen bijdragen. Strategische verwerving maatschappelijk vastgoed: dat is volgens mij heel wezenlijk, maar inderdaad, ook heel expliciet in besluitpunt 2 verwoord zoals mevrouw Breuers ook al zei. Er komt eerst kaderstelling. De heer Stoevelaar: Voorzitter, de wethouder spreekt over de verwerving. We hoorden net dat per 1 april enkele gebouwen van de Lumensgroep zouden overgaan naar de gemeente. Gelden daarvoor ook die kaders die nog naar de raad moeten komen? Hoe zit dat? De heer Van Merrienboer: Daar gaat het volgens mij om zaken die al eigendom zijn van de gemeente. Het beheer komt over, het beheer van de Lumensgroep. De suggestie die mijnheer Van Bussel deed of je onder verwerving ook huur kunt verstaan? Ik wil dat op voorhand niet uitsluiten. Ik denk niet dat het regel zal zijn, maar ik kan me in bepaalde situaties voorstellen dat ook dat type instrumenten kan worden ingezet in het kader van een verwerving. Zoals gezegd: er komen eerst
Verslagnummer x
kaders voordat ik daarin verdere stappen zet. De Stadspartij: vrijwilligers moeten inhoudelijk de baas zijn. Dat kan ik in grote lijnen onderschrijven; dat is echt de ambitie. Ik vind dat de mensen die zich vanuit de wijk committeren aan een inzet voor buurtontmoeting in die wijk een heel belangrijke invloed moeten kunnen hebben op het programma. In reactie op hetgeen mijnheer Van den Biggelaar zei denk ik dat
als je nu selecties ziet van groepen die moeilijk een plek vinden, dat vooral voortkomt uit de druk op de exploitatie. Ik lees in de reactie van de VVA dat daar het verhaal van 12-plus actief is geagendeerd. Daarvoor zul je dan waarborgen moeten scheppen in buurten en wijken, dat ieder op een goede manier zijn en haar inbreng kan hebben en dat er geen uitsluitingsprocessen plaatsvinden die sommige groepen de mogelijkheid tot ontmoeting ontzeggen. Ik stel vast dat dit vaak wel een worsteling is. Neem bijvoorbeeld 12-plus. Dat zijn jongeren die zich maar heel beperkt aan de buurt binden. Zij zijn zich al op een groter schaalniveau aan het orienteren. Woensel-Noord is daarvan een treffend voorbeeld. Maar als ik
buurtontmoeting kan borgen met partijen, heeft de gemeente meer ruimte om dit soort vraagstukken actiever op te pakken dan nu het geval is. De heer Van den Bi elaar: Even een kleine aanvulling: het gaat niet alleen om die 12-plus; het gaat om ook om allochtonengroepen. De heer Van Merrienboer: Vandaar dat ik constateer dat het in nogal wat gevallen gaat om ontmoeting op een schaalniveau dat hoger is dan de wijk. Daar ontstaan ook die afwegingen. Gaan de buurthuizen categorie C ten onder? Dat was een vraag van mijnheer Vleeshouwers. Volgens mij zijn we helder: als er acute situaties zijn, is de gemeente aanspreekbaar op die acute situatie. Echter, ten aanzien van categorie C zijn we als gemeente wel aanspreekbaar maar niet exclusief verantwoordelijk. Dat moet helder zijn. De gemeente is niet exclusief verantwoordelijk voor buurtontmoeting; dat willen wij samen zijn met burgers in de wijk en samen met andere partijen die daarin een rol spelen. Ik ben die buurthuizen een luisterend oor verschuldigd, dat wel. Ik kijk naar mijnheer Gerard. Zie de manier waarop wij er in de afgelopen jaren mee zijn omgegaan. Zo heb ik in een gesprek met de VTA’s afgesproken dat ik gewoon op korte termijn een energiescan maak van de buurthuizen. Er zijn buurthuizen waar CV-installaties van twintig jaar oud hangen, waar energierekeningen in de afgelopen jaren de pan zijn uitgerezen. Daarvan wil ik een sean maken, en met slim investeren kan ik ook dat soort buurthuizen helpen met de exploitatie zonder dat het al te veel geld hoeft te kosten.
Ten aanzien van de reactie van de VVA en ook de reactie van de Adviescommissie
Seniorenbeleid: ik heb ze echt goed gelezen en vanuit mijn perspectief gezien zijn ze ondersteunend voor mij. Er zitten heel goede handreikingen in waarover we naar mijn idee absoluut niet van mening verschillen. Ik vind dat er in de reactie van de
Verslagnummer x
Adviescommissie Seniorenbeleid heel goede aanknopingspunten zitten voor het vervolg. Nu kijk ik even verder. Beheer en onderhoud heb ik gehad. Een notitie voor de zomer is toegezegd. Mijnheer Gerard raakte nog een belangrijk punt: een van de motieven die ik in de gesprekken met de VTA’s tegenkom, is dat het, gelet op het perspectief waarin die VTA’s tot dusverre hebben gefunctioneerd, heel moeilijk is om vrijwilligers te vinden die in het beheer een rol willen spelen. Ik denk dat daarvoor meer nodig is dan aan de slag gaan in fysieke zin. Ik denk dat wij in het kader van ons vrijwilligersbeleid ÃćâĆňâĂİ zowel het programma burgerparticipatie als de Wmo bieden daartoe goede aanknopingspunten ÃćâĆňâĂİ met de invulling van een wat
zachter programma moeten komen om ook die vrijwilligersbesturen te helpen bij opvolgingsvraagstukken die zich daar aandienen. Sommige mensen geven al tientallen jaren hun beste inzet aan de buurthuizen. Zij zitten met de legitieme vraag hoe het verder moet als zij een stapje terug willen doen. Ik wil de VVA daarin ondersteunen. Het is een complex dossier waarin de nadruk ligt op VTA’s en huurstelling. Mevrouw Schreurs maakte een belangrijke opmerking als het gaat om een andere manier van werken. Daar kom ik zeker nog op terug. We willen echt op een andere manier gaan werken met die ontwikkelzones en in de actiegebieden. Dat betekent: kiezen voor een benadering waarin burgers echt partij kunnen zijn in de vraagstukken die zich aandienen. In de actiegebieden hebben wij voor die combinatie min of meer al gekozen. Wij hebben de Buurtthermometer, we hebben analyses van experts maar daarnaast zetten we ook enquete-instrumenten en het debatinstrument in om met de buurt in gesprek te gaan over welk type ontmoetingsruimte ze willen. Voorzitter, ik denk dat ik dan de belangrijkste vragen heb beantwoord. Dank u wel. Voorzitter: Dank u zeer. Een tweede termijn. Ik stel u voor dat u uw restvragen ÃćâĆňâĂİ zo
die er zijn ÃćâĆňâĂİ bondig stelt. Wie van u heeft nog een punt waarop u nog even wilt
doorvragen? Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenber : Mijnheer de voorzitter, de woorden van de wethouder waren duidelijk, maar wij hebben gevraagd of de reacties van de Adviescommissie Seniorenbeleid en de VVA deel kunnen uitmaken van de nota. In de
commissievergadering hebben wij een stemvoorbehoud gemaakt omdat wij graag de nota voor een deel herzien hadden gewild. Bent u voornemens om de reacties van die twee organisaties over te nemen of houdt u ze in dierbare herinnering? Anders schieten we er weinig mee op. Voorzitter: Dat is een vraag. Wie van u heeft er nog meer een vraag? Mijnheer Van Bussel.
verslagnummer x
De heer Van Bussel: Het kan mij bekoren, want wij hadden onze twijfels over dit voorstel. De wethouder heeft volmondig beaamd dat er partnerschappen gesloten moeten worden, niet alleen met SPIL, zo zegt hij nadrukkelijk, ook het maatwerk beaamt hij. Dat is goed. Daarnaast, ten aanzien van de prioritering van achterstandsgebieden, de door de fiscus verplicht gestelde huur die in de tekst staat. Ten aanzien van huur of koop vond ik het wel wat teleurstellend; de volmondige erkenning datje geen eigenaar hoeft te zijn om sturing te geven of te faciliteren. De wethouder zegt: we sluiten het niet helemaal uit. Ik proef daar toch weinig begrip voor om te zeggen: wat maakt het nu uit of je eigenaar bent of langdurig huurder. Maar goed, er zal nog een notitie komen dus dit ter aanvulling. Ik moet zeggen dat een paar zaken nog mager gebleven zijn en ik vind dat het voor een coalitie die de mond vol heeft van burgerparticipatie, die dit dus als een echt doel moet zien, allemaal wel wat krachtiger mag zijn. Voorzitter: Wie van u verder nog? Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, een korte aanvullende vraag: mag er ook een tijdpad genoemd worden over wanneer de kaders komen? U mompelde iets van ’voor de zomer’, op verzoek van de heer Stoevelaar, maar ik zou dit wel wat concreter willen zien, gezien de discussie die we gisteravond in de commissie hadden. Voorzitter: Dank u wel. Dat was het? Wethouder Van Merrienboer.
De heer Van Merrienboer: Voorzitter, dank u wel. Als ik kijk naar de adviezen van de Adviescommissie Seniorenbeleid en de brief van de VVA, dan zie ik die als constructieve adviezen. Er zitten een aantal hele goede suggesties in, waarmee ik verder wil. Ik heb ook aangegeven dat ik de adviezen op onderdelen anders weeg, als het gaat om de verantwoordelijkheid die de gemeente zou moeten nemen. Maar, neem ik de adviezen over, dus niet naar de letter? Ik zie er heel constructieve aanknopingspunten in waarbij ik ook het vertrouwen uitspreek dat ik, bijvoorbeeld met de vrijwilligersbesturen, in gesprek kan gaan over de voornemens die er liggen. Wat positief is ÃćâĆňâĂİ en ik weet dat dat een intensieve afweging is geweest bij de
vrijwilligersbesturen - is dat zij de vraag ’willen wij een partner zijn in die ontwikkeling’ positief hebben beantwoord. Daar ben ik blij mee. We verschillen eigenlijk niet zo van mening over eindbeelden. Het gaat erom ÃćâĆňâĂİ en de heer Gerard
heeft ook gezegd - dat er een sfeer is ontstaan van ’eerst zien en dan geloven’. Ik wil de vrijwilligersbesturen overtuigen van het nut van betrokkenheid, van corporaties, van onderwijs, van de woon-zorgverantwoordelijken bij buurtontmoeting. Datzelfde geldt ook voor de Adviescommissie Seniorenbeleid. Ik ben het met een aantal van hun adviezen zeer eens, maar niet naar de letter, maar naar de intentie. Dus, onderschrijft u de strekking? Ja. De letter? Nee, maar dat vind ik ook op dit
moment niet het meest relevante.
verslagnummer x
Voorzitter: Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenber : Ja, ik vraag dat natuurlijk niet voor niets, meneer de voorzitter. Ik heb ergens gelezen, maar ik kan het niet zo gauw vinden dat een kostbare organisatie als de VVA heeft gezegd van: ’luister, worden wij niet meer gehoord, worden onze voorstellen niet opgevolgd, dan houden we ermee op’. Mijnheer Gerard, wij hebben het er al in 1994 samen in de raad over gehad. Ik vind het toch een serieuze organisatie. Als die organisatie zegt ’we houden ermee op’, dan zijn we toch verder van huis, denk ik. De heer Van Merrienboer: Nou, dan zeg ik toch heel simpel: als ik kijk naar wat de vrijwilligersbesturen vragen: elke buurt heeft recht op buurtontmoeting. Zo formuleer ik het. Hier staat: een huis. Elke buurt heeft recht op buurtontmoeting en de partijen die ik genoemd heb, die moeten borgen dat het ook kan. Vrijwilligers, volgens mij ben ik daar heel helder over geweest: ik wil ruimte maken om met bewoners en vrijwilligers met de inhoud bezig te zijn en niet met exploitatie. Dat is een hartenkreet die ik vanuit de besturen krijg. Die neem ik bloedserieus. Als het gaat om de subsidiering van het beheer, daarvan zeg ik: niet nu op dit moment een garantie dat de gemeente dat voor de volle honderd procent dat kan en wil doen, maar ik heb ook alle vertrouwen in dat andere partijen hun verantwoordelijkheid willen nemen voor het beheer. Natuurlijk, als je buurtontmoeting inricht moet je ook zorgen dat het beheer geregeld is. Zo versta ik ook de brief van de VVA en zo ga ik er ook mee aan de slag, zonder dat ik nu honderd procent aangeef wat de gemeente dan doet en wat andere partijen dan doen.
De heer Van Bussel; weinig begrip voor eigenaar/huurder. Ja, u begint toch een beetje met mijn woorden te spelen, want volgens mij gaf ik juist wel aan dat ik, als het gaat om strategische verwerving, op zich wel bereid ben om te kijken wat huur als instrument daarin voor rol kan spelen. Aan de andere kant: het is nu eenmaal zo dat in een situatie van eigendom je gereedschapskist toch wat zwaarder is toegerust om bij te sturen dan in de situatie van huur. Ik ben bereid om naar dat instrument te kijken, maar ik weeg het wel in relatie tot wat mij het meeste grip geeft op de doelstellingen die ik wil realiseren. En dan nog in de richting van de heer Jansen: de notitie als het gaat om beheer, dus dat is eigenlijk het verzoek van de heer Stoevelaar, is in belangrijke mate afhankelijk van de voortgang die ik weet te boeken in de gesprekken, bijvoorbeeld met de corporaties. Ik ga ervan uit dat ik die ruim voor de zomer kan afronden, en dat ik dus voor de zomer die notitie kan aangeven. Als het gaat om de kaderstelling strategische verwerving en vastgoed ÃćâĆňâĂİ en dat is een tweede toezegging - dan ga ik
ervan uit, en dan kijk ik ook even in de richting van de organisatie, die wat dat betreft natuurlijk veel verzoeken van ons krijgt, dan denk ik dat we tenminste twee
verslagnummer x
maanden nodig hebben om dat op papier te zetten. Dat zouden we dan wellicht in de vorm van een commissienotitie aan voor kunnen leggen. Dat was het. Voorzitter: Dank u zeer.
De heer Van Bussel: Voorzitter, een interruptie?
Voorzitter: Ja, snel dan, want dan is het welletjes.
De heer Van Bussel: Die prioritering van de achterstandsgebieden, was u daar niet helemaal voor, of wel? Het staat wel in het voorstel. De heer Van Merrienboer: Ik verzet me tegen de suggestie dat wij uitsluitend kiezen voor achterstanden. Wij kiezen juist voor een combinatie van de actiegebiedenÃćâĆňâĂİ
die hebben we zelf met elkaar afgesteld, waarom dat belangrijk is. We kiezen in combinatie van actiegebieden, waar de problemen centraal staan en we kiezen voor ontwikkelzones waar wij gewoon een aantal kansen zien. En die combinatie is het. Het is niet exclusief het een en het is ook niet exclusief het ander. Voorzitter: Helder antwoord. De heer Van Bussel: Voorzitter, achter het woord ’actiegebieden’ staat heel duidelijk haakje openen achterstand haakje sluiten. Wat moet ik er dan uit opmaken? De heer Van Merrienboer: Als u verder in de zin leest dan staat er achter de formulering over ontwikkelzones - maar ik heb ik hier niet helder ÃćâĆňâĂİ ’ behoud van
kansen’. Daar is dus inderdaad die combinatie gesuggereerd. Dus als u even verder leest dan ziet u een balans in de zin: het is en achterstand en behoud van kansen. Voorzitter: Haakje sluiten. Goed. We zijn aan het einde van de beraadslagingen en we gaan in de richting van de besluitvorming. In eerste instantie de vraag of iemand van u een stemverklaring wenst af te leggen. Dat is bij mijnheer Vleeshouwers het geval.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, na een stemvoorbehoud in de commissie, is dat nodig. Ik heb een aantal vragen gesteld aan de wethouder. Ik ben in redelijke mate tevreden over zijn antwoorden en zal daarom voor dit voorstel stemmen. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenber : Ja, mijnheer de voorzitter, ook wij hebben in de commissie een stemvoorbehoud gemaakt, maar ik hoor de wethouder en ik moeten zeggen: ik
Verslagnummer x
neig toch naar vertrouwen en ik hoop ook dat hij serieus neemt wat het VVA en de Adviescommissie Seniorenbeleid hebben geschreven. Ik heb er vertrouwen in dat hij dat stukje overneemt, dus wij zijn voor het voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Ja, naar de inhoud denk ik dat de wethouder inderdaad de juiste kant op wil, wat hij allemaal nuanceert. Maar als ik puur naar het raadsvoorstel kijk, het ontwerpbesluit, dan staan er toch zaken in waarvan ik zeg: die hadden heel anders geformuleerd mogen worden, ook met die borrel-enbruispanden, de door de fiscus verplicht gestelde huur, enzovoorts. Ik vind een aantal zaken dus zodanig mager, dat ik zwaar twijfel tussen voor stemmen of tegen.
Voorzitter: Dat is nog geen stemverklaring, want dan weten we nog niks. Mijnheer Reker.
De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. In de commissie waren wij het al eens met het voorstel, en dat zal zo blijven. Dus wij zullen voor stemmen.
Voorzitter: Iemand van u verder nog een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan gaan we weer even stemmen. Wat zegt u? Mevrouw Breuers, wilde u een stemverklaring afleggen? Begrijp ik dat goed?
Mevrouw Breuers: Ik heb een aantal pogingen gedaan! Laat ik het zo formuleren. Voorzitter: Excuus! Excuus, dan krijgt u nu nog de gelegenheid, want dat hoort zo. Mevrouw Breuers: Goh, wat schattig. [Gelach] Ik wou alleen maar toevoegen dat wij blij zijn dat er eindelijk duidelijkheid is gekomen over waar het beleid naartoe gaat en dat het prettig is dat nou eindelijk de schop in de grond kan. Dat was alles. Voorzitter: Dat was een belangrijke. We gaan over op stemming. Voor of tegen, 1 of 2. (Stemmen met behulp van stemkastje] Nog een stem...we zijn op 43. Unaniem aanvaard. Dank u zeer. En de wethouder gefeliciteerd. [Hilari tei t] Het besluit geeft blijkbaar aanleiding tot grote hilariteit, maar we feliciteren de wethouder in ieder geval. [Reacties ui t de raadszaal zonder microfoon: ’we zijn gewoon serieus’] Ja, het kwam vooral uit het vooronder.
2. Voorstel tot het wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2005 in verband met cameratoezicht (Wet cameratoezicht op openbare plaatsen, Stbl. 392, 2005) (Voorstel 06.R1903.001)
Verslagnummer x
Voorzitter: Het voorstel inzake de kaders cameratoezicht is het laatste punt onder de discussiepunten. Ik heb het idee dat er in de commissie goede zaken zijn gedaan. Ik zou graag de voorzitter in eerste instantie even het woord willen geven. Mevrouw Zwierstra: Mevrouw Kamphorst was voorzitter en die is ziek. Voorzitter: Wie kan ons dan even helpen? Dan gaan we gewoon aan de slag. Wie van u wenst het woord? Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Dank u wel. We hebben er inderdaad al avonden over gesproken. Ik denk dat ik kort kan zijn met toch nader aan te geven waarom wij deze keuze gemaakt hebben, zeker ook omdat deze keuze binnen onze achterban wellicht vraagtekens kan oproepen. Daarom wil ik het graag zo helder mogelijk verwoorden. GroenLinks heeft camera’s nooit als doel op zich gezien en altijd vraagtekens gehad bij de effectiviteit van de inzet van camera’ s. Dat blijft zo. Onze eerste insteek is altijd geweest: keuze voor preventie en daaraan zou ook’zorg’ moeten worden toegevoegd. We hebben een aantal malen binnen de commissie gesproken over wat kaders zouden kunnen zijn, mochten we toch in het kader van integrale veiligheid overgaan tot inzet van camera’ s. Ik denk dat de raadsmeerderheid daar op hoofdlijnen is uitgekomen. Wat GroenLinks betreft zitten er kaders bij waarachter wij ons kunnen scharen. De belangrijkste punten daarbij zijn ÃćâĆňâĂİ die wil ik
nog een keer noemen gezien het belang van het onderwerp: het zou een uiterste middel moeten zijn; het moet in samenwerking met andere instrumenten worden toegepast; het moet zeer zorgvuldig gebeuren; het is altijd tijdelijk en er volgt altijd een evaluatie. Met die randvoorwaarden kunnen wij instemmen. Dan als laatste wil ik nog de wethouder eraan herinneren ÃćâĆňâĂİ en ik hoop dat ze knikt
of ’ja’ zegt ÃćâĆňâĂİ aan de belofte dat de stilgelegde projecten eerst langs de meetlat van
de kaders worden gelegd voordat ze weer herstart worden. Ik zie knikken. Als dat zo is, dan stemmen wij in met het voorstel. Voorzitter: Goed. Wie van u wenst verder het woord? De Partij van de Arbeid, mijnheer Burema.
De heer Burema: Dank u wel, voorzitter. Ik kan voor een groot gedeelte naadloos aansluiten bij GroenLinks. Het gebruik van camera’s is een onderwerp wat de gemoederen kan verhitten, niet alleen in de achterban van GroenLinks, maar ook in de Partij van de Arbeid is het vaak een onderwerp van discussie waar ook verschillend over gedacht wordt. Het is ook niet voor niets dat de Partij van de Arbeid met name aandacht heeft gevraagd ook voor het flankerend beleid, daar waar je camera’s toepast, bestaat het gevaar van het zogenaamde ’waterbedeffect’; je kunt een probleem of een bepaalde kwestie proberen op te lossen door daar camera’s op te hangen en dan zul je zien dat het probleem zich naar een andere
verslagnummer x
plek verplaatst. Dat kun je alleen maar oplossen door op die andere plek flankerend beleid toe te passen. Daar hebben wij aandacht voor gevraagd en dat vinden we ook terug in de kaders die we vandaag bespreken. In die zin zijn wij gerustgesteld. De hele discussie heeft lang geduurd. Het leek er in de zomer eventjes op dat het cameratoezicht in deze stad ongeclausuleerd plaats kon vinden, zonder dat de raad zich erover had uitgesproken. Dat misverstand is gelukkig uit de wereld. Dank ook aan het college die dat onbedoelde effect heeft weten weg te halen door samen met de raad in een tweetal uitgebreide gecombineerde commissievergaderingen te discussieren over het vaststellen van de kader waarbinnen het toezicht plaats kan vinden. Die kaders zijn er. De Partij van de Arbeid is blij met die kaders en de PvdA is ook blij met het feit dat een van de suggesties die wij tijdens die commissievergaderingen gedaan hebben, namelijk de suggestie om vooraf bij ieder project een protocol op te stellen wat je ter inzage legt, zodat de raad achteraf haar controlerende taak kan uitvoeren. Die suggestie heeft het college overgenomen en ook die vinden wij terug in het voorstel en ook daarmee zijn wij ingenomen. Voorzitter, mij rest niets anders dan te zeggen dat wij zullen instemmen met dit voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Camerabewaking, voorzitter, is een techniek die op sommige plaatsen, in sommige tijden en onder sommige voorwaarden een bijdrage kan leveren aan de veiligheid. Dat moet worden afgewogen tegen de aantasting van de burgerrechten, die camerabewaking ook betekent. Naar de mening van de SP is er uiteindelijk sprake van een goed evenwicht, ook naar de honorering van de diverse wensen die er bij de partijen op dit gebied lagen. Met wat er nu ligt kan de SP goed leven. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Het is u bekend dat Leefbaar Eindhoven geen twijfels heeft aan de effectiviteit van de inzet van camera’s voor de pakkans en de veroordelingen van de politie. De politie is enorm blij met dit middel. Het is een bewijsmiddel. De burger heeft er ook geen twijfels over, volgens onze waarneming. De ondernemers hebben er geen twijfels bij. Het is jammer dat het een half jaar heeft stilgestaan. Wij ondersteunen dit middel van harte en laten we er vol gas mee doorgaan. Woensel West en de centrumgebieden zijn ons allemaal dankbaar als wij hier volop gebruik van maken. Voorzitter: Wie van u verder nog? Mijnheer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Dank u wel, voorzitter. Bij de vorige betogen over de VTA’s sprak ik tot mijnheer Van den Biggelaar. Dit keer moet ik zeggen: de voorstellen die
Verslagnummer x
wij nou gekregen hebben zijn eigenlijk precies omgedraaid. We gaan eerst de verordening vaststellen en vervolgens gaan we dan nu eigenlijk de voorwaarden daarvoor vaststellen. Als wij echt problemen hadden gehad, dan hadden wij wel opmerkingen geplaatst. Maar wij hebben nu verder geen opmerkingen. Wij zijn het eens met het voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Iemand van u nog? Mijnheer Schut.
De heer Schut: Ja voorzitter, het is overduidelijk: de VVD-fractie ziet behoorlijk veel in het hebben van camerabewaking als hulpmiddel in het behoud van de integrale veiligheid in de stad. Wij zijn niet bevreesd voor koud water. Wij denken dat het wel degelijk een hulpmiddel is wat ons kan helpen om de rust en de kalmte in de stad te handhaven en tevens ook de beelden die we daarvan krijgen te gebruiken voor opsporing, omdat dat toch een van de zaken is die de winkeliers in elk geval zeer aan het hart ligt. Wij zijn het eens met dit voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Reker.
De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. Het is bekend dat de Lijst Pim Fortuyn altijd een groot voorstander is geweest van cameratoezicht om de veiligheid te vergroten. Hoe eerder het cameratoezicht actueel is, hoe liever wij en de Eindhovenaren het hebben. Dus wij zullen ook voor stemmen.
Voorzitter: Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenber : Voorzitter, in het recente verleden nog hebben wij steeds geuit hoe zeer wij voorstander zijn, zodat ik nu eigenlijk niet meer kan vertellen hoe zeer wij ervoor zijn. Zeg maar in de overtreffende trap zijn wij voorstander! [Ge/ach]
Voorzitter: Wie overtreft zelfs dat? Niemand meer? Ik constateer dat er geen vragen aan de wethouder zijn gesteld. Ik weet niet, mevrouw Mittendorff of u zelf nog iets wilt zeggen.
Mevrouw Mittendorff: Toch heel graag, voorzitter, want ik denk dat er misschien niet echt vragen zijn gesteld omdat we zowel in de commissievergadering in oktober als onlangs toch zeer uitgebreid gesproken hebben over kaders voor het cameratoezicht. Ik denk dat het zoeken steeds geweest is naar het juiste evenwicht. Cameratoezicht, dat is natuurlijk bekend, kan ook op heel veel manieren worden ingezet en daarom is het van belang om precies met elkaar af te spreken ÃćâĆňâĂİ en wel
vooraf ÃćâĆňâĂİ op die manier wel, op die manier niet, om die reden wel, om die reden niet.
Ik denk dat de beide discussies die er geweest zijn in oktober en januari, opgeleverd hebben dat we met elkaar het erover eens zijn dat het juiste midden,
Verslagnummer x
het juiste evenwicht ook gevonden is. Het is niet zo dat er na vandaag ongeclausuleerd weer allerlei camera’s komen te hangen en zoals mevrouw Breuers impliciet ook vroeg: ’wat gaat er nu gebeuren?’ Morgen nog even niets maar op het moment dat er aanvragen komen ÃćâĆňâĂİ in dit geval denk ik aan ondernemers die zaken
willen realiseren ÃćâĆňâĂİ hebben we ook duidelijke kaders die we ernaast kunnen leggen
en waar ook uit zal blijken of het wel kan of dat het niet kan. We zullen ook vooraf de protocollen ter inzage leggen, zodat u achteraf, dat was ook al in oktober het verzoek wat door de PvdA was ingebracht en door andere partijen toen ook al gesteund. We hebben nog even gedacht: moeten we voor u dan een raamprotocol maken zodat u ongeveer weet wat daarin komt te staan? Maar in een commissie hebben we toch eigenlijk met elkaar afgesproken dat dat niet de goede lijn zou zijn en dat het beter is om per keer het protocol vast te stellen ÃćâĆňâĂİ maar misschien dat we
het een keer als hulpmiddel zullen doen ÃćâĆňâĂİ zodat het ook precies past bij de situatie
waarin het gebruikt gaat worden. We hebben precies met elkaar afgesproken wanneer u aan bod bent, wanneer het college aan de gang kan en wanneer er publiekprivate samenwerking kan zijn dus het lijkt dat we op dit moment met elkaar een heel evenwichtig pakket gevonden hebben op basis waarvan wij in het kader van de integrale veiligheid in deze stad als hulpmiddel de kaders voor cameratoezicht hebben kunnen vaststellen. Ik denk dat dat proces achteraf gezien een mooi proces is geweest om zo eenduidig hier overeenstemming over te kunnen vinden. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter: Dan zijn we aan de besluitvorming toe. Heeft iemand van u een stemverklaring? Dat is niet het geval. Mag ik daaruit opmaken dat u unaniem akkoord gaat met het voorstel? Is dat juist? Dat is het geval? Dan hebben we dat zo besloten met elkaar.
Vll Actuele moties Actuele motie Visie Design ÃćâĆňâĂİ D66
Voorzitter: We gaan naar de actuele moties. Gelderland is weg. [Ge/ach] Nee, dit ging even sneller. We hebben een drietal actuele moties nog aan de orde. In eerste instantie D66, de motie over design, laat ik het zo even omschrijven. Mevrouw Schreurs, u heeft het woord. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, "Ik voel me een beetje Heintje Davids", dacht ik dat ik wilde zeggen, maar toen bedacht ik me dat waarschijnlijk de helft van de raad niet weet wie Heintje Davids was. [Gelach en geroezemoes] Het was uit mijn jeugd, kun je nagaan!
De heer Van den Bi elaar: U bent dus maar een beejte ouder!
verslagnummer x
De heer Schut: Maar is ze nu wel weg? [Ge/ach]
Mevrouw Schreurs: Volgens mij zelfs dood, dus dat helpt. De vorige keer lag deze motie er ook en die werd toen aan Brainport gekoppeld en dat was onterecht want design is meer dan Brainport. Eigenlijk was design tot voor kort bij ons helemaal niets. Het was een klein onderdeeltje van cultuur en bij de raad was niet eens bekend, denk ik dat het bestond. En toen werd het opeens ontdekt, in de vorige periode, als de tweede motor van onze economie. In dat kader zijn er wel veel dingen georganiseerd. En zoals dat gaat als je pas iets ontdekt: je doet van alles maar je doet het niet per se vanuit een visie. Maar inmiddels loopt er wel een fantastisch economisch programma, ook als onderdeel van het Brainportgeheel, met allemaal projecten erin, ook afgestemd met instellingen en marktpartijen. Is design eigenlijk alleen maar cultuur en economie? Nee, vormgeving is veel meer. Dat komt het meest pregnant tot uiting bij de Wmodiscussie. Daar waren we bezig, met z’n allen om te bedenken hoe we er met z’n allen voor konden zorgen dat mensen deel konden nemen aan de samenleving. En natuurlijk werden de oude instrumenten nog eens een keertje overdacht. Dan hebben we het over financien. Dan hebben we het over allerlei hulpmiddelen. Maar waar we het niet over hadden, op dat moment, was ’de stad als geheel’. De stad als geheel dient zo ingevuld te zijn dat mensen gewoon deel kunnen nemen en dat is door deze raad toegevoegd. We komen het ook continue tegen in discussies rond gebouwen. Kunnen mensen uberhaupt binnenkomen? Het antwoord is vaak: nee! Je ziet het terug in allerlei ICT-discussies. Het is ongelofelijk leuk: mensen kunnen meedoen, mensen kunnen deelnemen. Maar op het moment dat je een systeem niet zo vormgeeft dat het daadwerkelijk plaats van vinden, dan sluit je ze gewoon buiten. Er zijn ongelofelijk veel manieren om ervoor te zorgen dat mensen echt deel kunnen nemen, maar om dat te realiseren moet je er verstand van hebben. Dat hebben vormgevers. We zijn er deze stad rijk mee bedeeld dus laten we ze gebruiken. De vraag is alleen: waartoe zetten we ze precies in? Waartoe zetten we design in? Ook de vormgevers die binnen ons eigen apparaat rondlopen. We weten allemaal: middelen zijn schaars. Dat moet je dan wel even met elkaar afspreken. Dat kwamen we nu ook tegen in het armoedebeleid: duizenden instrumenten maar eigenlijk geen enkele visie rond waar we het nu eigenlijk precies voor doen. Wat is ons doel? Hier, in deze motie staat niet anders dan wat wij met elkaar moeten afspreken in de raad, die, zoals u weet, in principe richtinggevend is. Dus wij zullen het moeten doen. Waarvoor we design in willen zetten en ook in het kader van Eindhoven Een is het heel erg voor de hand liggend om te zeggen: met name die sociale poot, dat sociale been, moet bijgetrokken worden. Dat staat in aandachtspuntje een; de raad moet een visie maken. Aandachtspuntje twee is een aanzet voor een programma. Ook daarvoor geldt dat het vooral gaat om de globale kaders. Uiteindelijk moet je vooral benoemen op welke gebieden je je inzet wilt plegen. En nogmaals: in de economie gebeurt al heel veel, maar daar kunnen vast nog wel leuke dingen voor de lange termijn toegevoegd worden, maar in het
verslagnummer x
sociale hebben we nul komma niks gedefinieerd. Is dit nu iets wat de raad uiteindelijk in z’n eentje doet? Nee, programma’s zijn altijd een taak van college en raad. Ten slotte staat er ook nog in dat je wel moet zorgen dat het gebeurt, dus uiteindelijk moet je ook definieren wie je het wil laten doen, intern en extern. En dat is puntje drie: de verankering van design, zowel intern als extern, en daar speelt de raad ook expliciet een rol, omdat je het vooral ook hebt over de betrekking van de mensen voor wie het bedoeld is. Om dingen te maken die wij zelf allemaal zo leuk vinden, daar hebben mensen helemaal niets aan. Dat zit hieronder. Ten slotte heeft de motie een iets ander aanzien gekregen. Het is niet meer een tijdelijke commissie maar een werkgroep omdat dat meer conform is met zoals het hier gaat. Aangezien het presidium eigenlijk dit soort dingen niet moet doen, zijn de laatste twee regels geschrapt. Van het presidium wordt niets verwacht ÃćâĆňâĂİ ik neem aan dat
het presidium daar heel blij mee is. De motie is mede ondertekend door de PvdA, GroenLinks, de SP, het OuderenAppel en de ChristenUnie. En dat was het. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan mevrouw Schreurs?
Ik heb deze motie net pas gelezen, in ieder geval proberen te doorgronden. Wat mij eigenlijk nog een beetje ontgaat, is waar het probleem nu precies zit. U ervaart blijkbaar een soort gemis aan samenhang, begrijp ik, maar wat is de reden dat de gemeente zich hiermee moet bemoeien? Voorzitter: Mag ik u voorstellen dat het college eerst even antwoord en dat we dan daarna even de fracties even het woord geven? Dan hebben we het beeld totaal. Dan kunnen we daarna even de balans opmaken, ook in de zin van de vraagstelling zoals u formuleert. Mevrouw Schreurs: Ik denk dat dit wel typisch de grote vraag is, dus als ik even mag?
Voorzitter: Dus het woord aan het college.
Mevrouw Schreurs: Nou, een onafhankelijke voorzitter is ook een groot goed. [Ge/ach]
De heer Sakkers: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Het college had eerst wat moeite om te begrijpen wat de doelstelling was, zoals in de motie omschreven. Dan is het altijd goed dat er tussendoor wat contact kan ontstaan zodat er in enig gesprek wat duidelijkheid wordt gevormd over wat in feite de intentie is. Wat doen we nu al? Als het gaat om het thema design dan is er inmiddels een programma ’design’ lopende. Daarin komen twee elementen van design samen. Aan de ene kant: de trends. Dan moet u denken aan wat de Design Academy aan kwaliteiten heeft, en wat vormgevers aan kwaliteiten bieden. Denkt u ook aan industrieel
Verslagnummer x
ontwerp. Ik heb pasgeleden van een aantal industrieel ontwerpers de vraag gekregen of ik alsjeblieft, als we over design praten, naast de trendkant ook het industrieel ontwerp te noemen omdat daar toch misverstanden over bestaan. We zijn dus bezig met allerlei initiatieven met de kenniswereld (Design Academy enzovoorts) en met het bedrijfsleven (denkt u aan Philips Design maar ook allerlei andere bedrijven en bedrijfjes op het gebied van design). U heeft mijn uitspraken ook op een gegeven moment gelezen over De Witte Dame en de doelstelling om daar de Design Academy, Philips Design en ook andere nieuw te ontwikkelen designinitiatieven, nieuwe designondernemerschappen te bundelen. Ik krijg een vraag van de directeur van de Design Academy: "Er komen veel studenten bij mij van de Academy af die eigenlijk het liefst nog dicht in de buurt aan de slag willen met een eerste productontwikkeling, oftewel: beginnend ondernemerschap." Er zit een idee achter om De Witte Dame, een bolwerk te maken van design met vervolgens in de richting van Strijp S allerlei initiatieven waar u ook al eerder over gehoord heeft. De vraagstelling die D66 nu naar voren haalt is het stukje toegevoegde waarde. In die zin zou ik ook graag de motie willen lezen. Er wordt met name gesproken over de hypothese dat design ÃćâĆňâĂİ ook als het gaat om maatschappelijke participatie ÃćâĆňâĂİ brede kansen zou bieden voor de samenleving, in
de sfeer van de sociale agenda. Als dat het geval is, dan zegt het college: dan zijn we heel nieuwsgierig. Wij zullen de komende tijd in de sfeer van Brainport aan u rapporteren waar we mee bezig zijn en de dingen die ik u net genoemd heb. Maar stel dat u als raad zou besluiten om een werkgroep in het leven te roepen die verkent wat je op het gebied van maatschappelijke participatie, op de socialeagendakant, met het thema design zou kunnen doen, breder, voor een samenleving, dan zullen we dat graag tegemoet zien. We hebben er belangstelling naar om te vernemen wat eruit komt en als dat inderdaad leidt tot ideeen voor een
programma, dan kunnen we dat met elkaar vervolgens zien op welke manier we dat verankeren, hoe we dat inbedden in de manier waarop we op het ogenblik en straks in de toekomst met design aan het werk zijn en of we dat als gemeente voor een deel gaan trekken of dat we Stichting Brainport vragen dat te doen, dat zien we dan wel. Daar zou ik ook een werkgroep toe uitdagen om daar een advies in te geven. Wat dat betreft, voorzitter, als de motie zo is bedoeld, dan is het college zeer nieuwsgierig naar wat daar straks uitrolt. Plaatsvervan end voorzitter: Een reactie van mevrouw Schreurs op de interpretatie van de burgemeester op haar motie.
Mevrouw Schreurs: De stelling van de portefeuillehouder economische zaken... Plaatsvervan end voorzitter: Excuseer, u heeft gelijk.
Mevrouw Schreurs: ...dat het programma loopt rond design is in essentie correctie. Het is een economisch programma. De veronderstelling van de portefeuillehouder
verslagnummer x
dat er een visie ligt op design waarbij je drie componenten kunt onderscheiden: cultuur, economie en de maatschappelijke participatie, is niet waar. Dat ligt niet aan deze portefeuillehouder, dat ligt aan de vorige portefeuillehouder. Voorzitter: iemand doet zichzelf nu tekort. Mevrouw Schreurs: Nee, nee, maar zo is het gewoon. Waar het met name om gaat in dezen is dat niet het werk dat gedaan wordt per se onjuist is, maar dat de enige manier om de continuiteit van het werk af te dekken is dat je er een visie onder legt. Dat is de beweging die op dit moment, met name in de sociale sector gebeurt en hier zie je dat vooral de visie in de sociale sector nog ontwikkeld moet worden. Mijn persoonlijke taxatie is dat je min of meer het programma zoals het in de economische sector ligt, heel makkelijk kan vertalen naar een economische visie, want die ligt er eigenlijk al onder. Ik denk dat je die integraal over kunt nemen, maar als zodanig is een visie nog nooit vastgesteld door de raad. Dus ik denk dat de portefeuillehouder en ik eigenlijk tot dezelfde conclusie komen: dat er vooral een sociaal stuk toegevoegd gaat worden.
De heer Sakkers: Ik ben nieuwsgierig, voorzitter.
Plaatsvervan end voorzitter: Dan denk ik dat we de motie in stemming moeten gaan brengen. (Reactie uit raadszaal] Tenzij er nog andere reacties zijn. Oh, wacht even, ik ging veel te snel. Excuus! Mijnheer Burema. De heer Burema: Als mede-ondertekenaar Partij van de Arbeid, wil de PvdA toch ook een verklaring afleggen, op z’n minst, waarom we mede hebben ondertekend en zeker omdat er nu sprake is van enige verwarring over de vraag wat deze motie nou precies inhoudt. Ik kan u zeggen: ik heb deze motie mede ondertekend als woordvoerder cultuur. Wij hadden in deze fractie even een discussie of het nou een economische motie was of een culturele motie. We hebben overwogen: ’als het geld oplevert dan is het economie en als het geld kost dan is het cultuur’. [Ge/ach] Vandaar dat die keuze zo gevallen is. Maar dat was niet de reden waarom we hem ondertekend hebben. We hebben hem ondertekend omdat wij van oudsher een groot voorstander zijn van de methode visie-programma-projecten. Dat is zo langzamerhand een heel actuele discussie die op tal van beleidsterreinen in deze raad met het college wordt uitgevochten, als ik dat zo mag zeggen. Dat geldt natuurlijk ook voor design. Design heeft inderdaad heel veel facetten, los van de economische facetten die hun plaats keurig hebben ingebed gevonden binnen het programma Brainport, heeft het inderdaad ook maatschappelijke effecten, effecten op het gebied van de maatschappelijke participatie en ook sociale effecten. Het heeft ook culturele effecten, want neem nou maar eenvoudig de suggestie ÃćâĆňâĂİ de
portefeuillehouder refereerde er al aan, de suggestie om van De Witte Dame een
Verslagnummer x
designplaats te maken, daar een concentratie van design te brengen, heeft ogenblikkelijke consequenties voor de hele cultuursector, bijvoorbeeld de vraag wat je doet met De Negende; bijvoorbeeld de vraag wat je doet met De Krabbendans die op dit moment in De Witte Dame gevestigd zit, met een heel duidelijk designaccent. Ik vind dat de raad zich wel degelijk mag buigen over dat soort vragen die opgeroepen worden en ik heb zelf goede ervaringen met tal van werkgroepen uit het verleden. Ik denk dat ook deze werkgroep erin moet slagen om haar eigen taakgebied al werkendeweg af te bakenen. De bedoeling is inderdaad om te komen tot een visie, te komen tot het aanzetten van een programma. Niet met de bedoeling om datgene wat in het economisch programma Brainport vastligt in de wielen te rijden maar juist om een aanvulling te vinden, juist op die aspecten die nu op dit moment niet boven tafel komen, Nogmaals: visie-programma-projecten; de raad dient een visie te vormen en dient voor een belangrijk deel ook toe te zien op het programma. Dat was de belangrijkste reden voor de Partij van de Arbeid om deze motie mede te
ondertekenen. Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Vleeshouwers. De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter, ik vroeg het net ook al aan mevrouw Schreurs. De achtergrond van deze vraag moet ergens in schuilen. Ik mis op dit moment nog ÃćâĆňâĂİ hoe zeg ik dat ÃćâĆňâĂİ ’het probleem’. Waar zit de urgentie dat wij
ons hiermee moeten bemoeien? Ik proef net uit de woorden van de heer Sakkers ook dat hij weliswaar nieuwsgierig is, maar ook niet een hele grote drang behoeft naar verdere uitwerking hiervan. Dus ik ben nog steeds nieuwsgierig naar wat ik in eerste instantie ook al zei: waar zit het probleem nou eigenlijk precies? Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Van Bussel. Dadelijk gaan we nog even terug naar mevrouw Schreurs met de vraag of ze nog iets kan zeggen over die urgentie, maar eerst de heer Van Bussel. De heer Van Bussel: Ja, hartstocht voor design in een post-wethoudersperiode. Ik ken het wel en ik weet: ze is helemaal vervuld van zaken waar ze wat mee aan wil.
Op zich heeft ze er ook behoorlijk wat mee bereikt, dus we waarderen dat onderdeel design wel. We hebben de commercialisatie van design en we hebben design als levensvisie, als sociaal aspect. Dat is gewoon leuk. Dat tweede aspect is, denk ik, wat haar vooral beroert om dit hier in te dienen. We hebben professionals, we hebben de BOM, NV REDE, Brainport. We hebben de portefeuillehouder met zijn ambtenarenstaf. We hebben allerlei lieden die daar mee bezig kunnen zijn. Als ik hier in de raad, met alle respect voor mijn collega’ s, een beetje rondkijk, dan zie ik daar niet meteen drie, vier van die design-achtige mensen bij zitten, waarvan je kunt zeggen: ’dat flitst hier even door de Brainport Eindhoven’. [Ge/ach] Dus ik weet
Verslagnummer x
niet of wij daar allemaal heel goed in zijn en of die werkgroep nou echt tot iets kan komen. Misschien dat ik er een...
Plaatsvervan end voorzitter: Ik zie de heer Rennenberg reageren! Die is het niet eens met die typering! [Ge/ach] De heer Burema: Ik moet hierop reageren: het heette toen nog geen Design Academy maar Academie voor lndustriele Vormgeving. Ik heb er echt vijf jaar op gezeten. [Ge/ach] De heer Van Bussel: Hier spat het design niet echt vanaf. Dat wou ik even zeggen. Maar het kan zijn dat het allemaal een dubbele bodem is en dat ik het niet meteen zie ÃćâĆňâĂİ veel grijze pakken en dat soort zaken. Er zijn al een aantal zaken uit de actuele
motie geschrapt ’ het presidium uit te nodigen voor financiele dekking’ en dat soort zaken. De commissie is al omgezet in een werkgroep, maar als we nou volgende maand in een nieuwe werkgroep zeggen: we gaan een werkgroep voor de raad pakken voor arbeidsmarktbeleid, we gaan een werkgroep maken voor innovatie, we gaan iedereen een werkgroep laten vormen over het onderwerp van zijn hobby of waar hij door gegrepen is. Het zou kunnen, maar ik denk dat dat toch een slag te ver is. Ik wil het kritisch volgen. Ik wil de professionals. Ik hoor de indiener van de motie ook zeggen: ’de vormgevers, die moeten het gaan doen’, de professionals. Dat zijn wij niet! Dat zijn wij echt niet. We kunnen het een beetje begeleiden, we kunnen het toetsen maar laat het werk toch alstublieft gebeuren waar het moet gebeuren en laten we de kaders bewaken. Laten wij echt ons werk doen. Mevrouw Schreurs: Ja, welke kaders? Voorzitter?
Welke kaders wilt u bewaken als u ze niet eerst zelf vastgesteld heeft? De heer Van Bussel: Ja, de kaders voor design... Ik zou in die werkgroep absoluut van nul en generlei waarde zijn, volgens mij [Hi/ari rei t] En ik zou dat mijzelf en zeker de indiener van de motie niet aandoen maar daarnaast zeg ik: als iemand een speeltje wil, en die kan er de stad mee vooruit werpen, dan zou ik zeggen: prima, maar ik zou liever hebben dat ze dan een commercieel bureau begon, en eens liet zien dat zij er goed in is en zich erin kan waarmaken. Het is maar een parttime baan hier, doe het dan vol verve en doe het als professional!
Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Ja, voorzitter, als, na enig navragen, medeondertekenaar van deze actuele motie, moet ik zeggen dat ik uit de discussie die ik nu hoor, het feit hoor bevestigen waarom ik heb mee ondertekend. Mijn onvolprezen burgerleden, zowel
verslagnummer x
op het gebied van de economie als op het gebied van cultuur, gaven allebei aan: er moet iets van een visie zijn. Als ik nu al een betoog hoor dat heel veel mensen daar niet in passen, dan wordt de essentie gemist. Het gaat juist om die visie en die visie moet niet door vakspecialisten opgesteld worden. Dat werkt nooit. Dat hoort juist door de generalisten te gebeuren ÃćâĆňâĂİ en dat horen we hier bij uitstek in deze raad te
zijn. Met de visie begin je de rest van het programma. Dus wij moeten nog praten over economische kaders, ongetwijfeld. We moeten oppassen dat design en techniek niet te veel uit elkaar gehaald worden en daarom juist hebben wij het uiteindelijk mee ondersteund omdat ook deze discussie weer aangeeft: er moet gewoon een visiedocument komen en daarmee kun je kijken of het programma dat je daarop zet, ook een beetje gevolgd gaat worden. De heer Van Bussel: Voorzitter, even een interruptie.
Plaatsvervan end voorzitter: Ja, maar echt een interruptie. De heer Van Bussel: Ja, heel kort. Praat mijnheer Jansen dan over dat design waarbij je zegt: we gaan proberen met dat design geld te verdienen of is het design als levensvisie, als aardigheidje omdat het leuk is? Want als het echt puur een economisch verhaal is, dan moet je daar inderdaad ook op inzoomen.
De heer Jansen: Het is zowel een economisch verhaal als ook het designverhaal. Juist de techniek en wat je kunt met design voegt ook iets meer toe dan alleen maar de economie. Dat heeft ook wel degelijk te maken met sociale impact. Daarom is, denk ik, het punt zo belangrijk. Deze discussie toont het alleen maar aan, dus misschien kunt u alsnog mee ondertekenen. Plaatsvervan end voorzitter: Ik ga even naar mevrouw Breuers en dan ga ik toch eens kijken of ik kan divergeren in deze discussie, maar eerst mevrouw Breuers. Mevrouw Breuers: Ik ga niet toelichten op de motie wat mevrouw Schreurs heeft gedaan maar ik wou een opmerking maken naar de heer Van Bussel. Ik vind dat hij de boel nogal bagatelliseert en daarbij vind ik het misplaatst om zo op de persoon in te gaan die met een voorstel komt. Dat doet geen recht aan het voorstel. Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Van Bussel, u kunt daar straks op reageren. De heer Van Bussel: Nou, ik voel me aangevallen, mijnheer de voorzitter.
Voorzitter: Nou, ik vind het nogal meevallen, maar u mag dat anders interpreteren. Ik ga naar de heer Schut en daarna de heer Houben.
Verslagnummer x
De heer Schut: Dank u wel voorzitter. Ik moet vaststellen dat hier gesproken werd over de emotionele kant van het een en ander. Nou, wij weten allemaal hoe MaryAnn Schreurs in elkaar zit met betrekking tot design dus het is niet verbazingwekkend dat zij opkomt voor het onderwerp design en dat ze zegt: luister dit hangt nu lang genoeg in de lucht. We doen in Eindhoven van alles met design. We hebben een heel belangrijke academie hier zitten. We hebben een design house in oprichting. We zijn bezig. Maar, hoe doen we dat? Aan welke leidraad lopen we, hoe zit dat in elkaar? Dus daar ontbreekt een visie. Een zeer sympathieke gedachte, dat heb ik haar ook gezegd. De VVD zal dus ook ’ja’ zeggen tegen haar actuele motie. Alleen waren er wat onduidelijkheden die ons ervan hebben weerhouden om onze handtekening erop te zetten. Dat heb ik haar ook uitgelegd. Voorzitter, er is hier al genoeg over gezegd. Het is nodig dat er eens een visie komt. Mogelijkerwijze is dat heel goed als dat wordt gedaan door mensen die daar niet direct verstand van hebben, want dan gaan ze zich wat dieper in de materie ingraven en juist daardoor komen dan de ideeen. Dan worden het niet de ideeen van de professionals, maar dan worden het de ideeen van anderen en dat zouden mogelijk nou net de ideeen zijn die we nodig hebben.
Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Houben. De heer Houben: Dank u wel voorzitter. Net als collega’s aan de rechterkant waren wij van het CDA in het begin even kritisch over deze motie. Ook daarom hebben wij niet mee ondertekend. Nu we wat meer uitleg hebben gekregen, is het al een heel stuk charmanter geworden. Even kort een toelichting daarop. Bij het CDA levert deze motie in onze gedachten blijkbaar geld op, vandaar dat het een economische motie is geworden en deze bij mij terecht is gekomen. Ten tweede: we hebben het er al eens vaker over gehad, bijvoorbeeld in een raadscommuniatiewerkgroep: de kern van succes in welke organisatie dan ook, is het maken van keuzes. Dat is iets waar we in Eindhoven, zolang ik hier rondloop, al mee bezig zijn. Ik denk dat de keuze voor Eindhoven als Brainport een hele duidelijke is geweest en dat we ervoor moeten waken dat we niet ’Eindhoven dit’ en ook nog ’Eindhoven dat’ willen zijn. Ik zal u de voorbeelden besparen. Even een korte toelichting over hoe design en economie op dit moment al doorwrocht zijn, ook heel positieve effecten hebben. Ik noem even aanstaande dinsdag dat er in Brussel een opening is van een Eindhovense ontwerper, ene mijnheer Habraken, die daar in het kader van Brainport een prachtige expositie gaat openen. Maar dat niet alleen. Volgens mij wordt er in de B%W-kamer als daar geademd wordt, sowieso veel design geademd door alle programma’s heen. Dat blijft gelukkig niet beperkt tot de economische portefeuille. Design wordt geademd net als een hele hoop andere onderwerpen, net als: jeugd, gezin, Brainport, MKB, milieu. En zo hebben we een hele hoop. We moeten er niet aan denken om daarvoor in eerste instantie al commissies voor op te richten. Uiteindelijk hebben wij begrepen in de gesprekken en de discussies vanavond dat het geen commissie gaat worden maar een werkgroep en het wordt
Verslagnummer x
een werkgroepje, die verkennend werk gaat doen om er uiteindelijk voor te zorgen dat het college met een visie kan komen en als het op die manier gaat gebeuren, dan willen wij daar graag mee instemmen. Dank u wel. Plaatsvervan end voorzitter: Ik denk dat we kunnen gaan afronden. Ik zou nog even aan mevrouw Schreurs willen vragen of ze de vraag van de heer Jansen wat zou kunnen beantwoorden. VUat is de urgentie?’ En mijnheer Van Bussel toch even de kans te geven te reageren. Ik kapte hem net heel snel af. Sorry, het was de vraag van de heer Vleeshouwers. Het kwam wel uit dezelfde hoek. Mevrouw Schreurs, even een antwoord graag.
Mevrouw Schreurs: Ik denk dat de vraag eigenlijk door mederaadsleden beantwoord is. De impact is erg groot; er ligt geen visie onder en je moet prioriteiten stellen. Ik denk dat de heer Schut het het beste heeft samengevat. Het is geen hobby. Het is een maatschappelijke realiteit waar wij min of meer toch ad hoc mee bezig zijn en dat is geen goede zaak. Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Van Bussel nog behoefte aan een reactie? De heer Van Bussel: Een ding om even aan te geven dat ik het toch niet bagatelliseer. Dat is toch een misverstand. Dat ziet mevrouw Breuers toch niet helemaal juist. Het design loopt al. De raad gaat nu op een rijdende trein springen.
Plaatsvervan end voorzitter: Nee, mijnheer Van Bussel, ik wilde dit afkappen. Het ging mij even om de reactie op uw persoon. De heer Van Bussel: Nou, dan is het een stemverklaring. Dan heb ik die alvast gezegd. Dus in wezen springen wij op een rijdende trein, vind ik, en daarom zien wij dat, als een van de weinigen, niet zitten.
Plaatsvervan end voorzitter: Met uw aller instemming wil ik de motie met een aantal tekstwijzigingen die ik bekend veronderstel, nu in stemming gaan brengen. De belangrijkste wijzigingen; het woordje ’commissie’ wordt ’werkgroep’ en de laatste zin: "en het presidium uit te nodigen daartoe de geeigende voorstellen aan de raad te doen inclusief een ordentelijk voorstel betreffende de financiele dekking" is er helemaal uitgeschrapt. Dus we hebben iets minder werk. Doen wij dat met stemkastjes? Dan kunnen wij nu gaan stemmen en dan vraag ik mijnheer Sakkers om nu vast zijn plaats in te nemen, want dan kan ik daar mee gaan stemmen. (Stemmen met behulp van stemkastj es]
Verslagnummer x
Voorzitter: Daar gaan we, mensen. Er horen 43 stemmers te zijn. We zijn er bijna. iedereen die aanwezig is gestemd? Dan gaan we nu optellen. 39 stemmen voor, 4
stemmen tegen; motie aanvaard. Actuele motie Energiebesparing ÃćâĆňâĂİ GroenLinks
Dan zijn we toe aan de volgende actuele motie, energiebesparing. Het woord is aan de heer Van Zijl van GroenLinks.
D h V Z" I: Voorzitter, energiebesparing en klimaatbeleid, dat mag weer op de agenda. Volgende week bespreekt de commissie de lichtvisie het ’licht aan’, via de digitale media. Ik hoop dat die in al uw boxjes is beland. U wordt uitgenodigd om op 1 februari alle lichten even uit te doen, voor vijf minuten, om in ieder geval een signaal te geven tegen energieverspilling en tegen klimaatverandering. Dat is een actie die we vanuit GroenLinks natuurlijk graag zouden willen steunen, maar het is een signaal en het is eigenlijk beter om dingen te doen en om ook te sturen en, zeker ook als gemeente Eindhoven, daarmee resultaten proberen te behalen en niet alleen een signaal af te geven. In de beantwoording van raadsvragen van collega Jos Peters over de energieverspilling van uw pc-boxen hebben we al kunnen lezen dat het college in ieder geval met de neus in de juiste richting staat en de ambitie heeft om daadwerkelijk iets te doen tegen oneigenlijk, onnodig energieverbruik en dat ook daadwerkelijk aan te pakken. Als ik nou even hier achter me kijk naar wat hier buiten staat, dan staat daar in de ogen van GroenLinks in ieder geval ook een voorbeeld van een evenement van een energieverbruikend en in onze ogen extreem verbruikend evenement. We willen het nadrukkelijk ook breder trekken dan alleen maar datgene wat hier gebeurt, maar GroenLinks vraagt zich wel af of in dat kader de balans tussen het energieverbruik en datgene wat de spin-offis voor de stad, goed gewogen is en in alle gevallen naar de juiste kant uitgeslagen is. Daarom zouden we ook graag willen dat er energiekaders gesteld zouden worden, zeker in het kader van het nieuwe klimaatbeleid, waarbij je in ieder geval die weging maakt tussen datgene wat je wilt bereiken en wat het ons waard is in het kader van energiebesparing en energieverbruik. Daarom, een aangepaste motie. De motie was nadrukkelijk niet bedoeld om incidentenpolitiek te bedrijven, maar wel om een richting te geven waarbij we verder kunnen met ons klimaatbeleid en ik zal even voorlezen wat de wijzigingen zijn. Die zitten hem voornamelijk in het ’van mening zijnde dat’."Energiebesparing en alternatieve energie bij evenementen een plaats moet krijgen in het nieuwe Eindhovense klimaatbeleid". Voorzitter: Mag ik daaruit opmaken dat die hele zin die dan over het IJssculpturenfestival gaat weggaat? ’I: Die gaat weg omdat we het juist breder willen trekken.
Verslagnummer x
Voorzitter: Oke. Dan is het voor de raadsleden, denk ik, helder wat u bedoelt met ’van incident’ naar strategie.
D h V Z" I: "Roepen wij het college op om samen met de betrokken partijen energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad." Voorzitter: Dan is hij echt substantieel gewijzigd, dus dan gaan we nog even
zorgvuldig voor...
D h V Z" I: Mijn excuus, ik wil heel graag nog even de mensen opnoemen die hierin mede getekend hebben. Dat zijn: D66, de SP, de ChristenUnie en het CDA. Voorzitter: Ja, dank u wel. Ik ga nog even voor u allen na of de tekst duidelijk is, want het is nu echt gewoon een andere motie geworden. Dus de overwegingen zijn dezelfde gebleven. Dan staat er vervolgens; "Van mening zijnde dat:
energiebesparing en alternatieve energie bij evenementen een plaats moeten krijgen in het nieuwe Eindhovense klimaatbeleid". Dan staat er met vetgedrukte letters onder: "Roept het college op: samen met betrokken partijen energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad." Het is dus helemaal gericht op evenementen en dan ’energiekaders ontwikkelen tot’. Zo is hij dus nu ingezoomd. Is dat voor eenieder duidelijk? Voor wie van u niet? Is dat zo duidelijk dat we daar straks ook over kunnen besluiten? Dan ga ik eerst even rond voor uw reactie. Mijnheer Peters. De heer Peters: Op de eerste plaats ben ik buitengewoon vereerd dat er hier gerefereerd wordt naar onze raadsvragen. Als boerenzoon, als dat een referentie is, ben ik erg betrokken bij het milieu en ik vind ook dat we zeer kritisch moeten zijn hoe we omgaan met onze middelen. Wij zijn tegen verspilling, maar licht speelt ook een grote rol bij veiligheid, welzijn, geluk, bij sfeer zoals in de kersttijd wat bij de verlichting in de kerk aanleiding is geweest voor deze vragen. Maar de motie is nu aangepast en breder getrokken naar evenementen. Kaders zijn altijd goed, bij evenementen maar ook in zijn algemeenheid. Toch heb ik vragen: hoe kritisch gaan we kijken naar de lichtjesroute, naar de beroemde verlichte kerk, de schouwburg. Waar liggen die kaders en gaan we niet weer nieuwe hobbels creeren bij de kermis en andere evenementen die toch een plek moeten krijgen in Eindhoven Sfeerstad, Eindhoven als aantrekkelijke stad enzovoorts? Ik worstel, hoe sympathiek men het ook altijd uitdrukt, met dit voorstel. Ik wacht de antwoorden van het college af. Voorzitter: Ik stel u voor dat ik even rechtzet wat ik zojuist fout deed. Bij de actuele
motie zouden we na de indiening altijd even het college de gelegenheid bieden om een eerste reactie te geven, zodat u dat mee kon nemen in uw reactie. Ik stel voor dat we eerst even wethouder Van Merrienboer het woord geven zodat
verslagnummer x
mijnheer Peters al een beetje geholpen wordt. Dan ik kijk ik daarna of u nog wat meer te zeggen heeft. Dan maken we het zo weer goed. De heer Van Merrienboer? De heer Van Merrienboer: Dank u wel. De gewijzigde motie wijzigt ook mijn antwoord. Vooraf wilde ik vaststellen dat verspilling een ingewikkeld begrip is. Bij verspilling moet je het energiegebruik gaan waarderen in de totale maatschappelijke kosten en baten die verbonden zijn aan een bepaalde activiteit. Dat is dus moeilijk vast te stellen. Aan de andere kant is het volstrekt duidelijk dat het klimaatprobleem ook van ons als gemeente eist dat we er een schepje bovenop doen. Dat willen we ook nadrukkelijk doen, en wel op drie niveaus: de eerste gesprekken hebben plaatsgevonden in de context van Brainport, dus met kennisinstellingen en bedrijven, om het vraagstuk van energie-efficiency in de Brainport eens goed beet te pakken. Want ik denk dat wij in de regio genoeg kansen hebben, maar ook kansen laten liggen als het gaat om de energieperformance in het algemeen. Inzoomend op de rol van de gemeente, denk ik dat we aanvullend op ÃćâĆňâĂİ bijvoorbeeld ÃćâĆňâĂİ forse investeringen die we doen in
duurzame energieopwekking nadrukkelijk nadenken over energiemanagementsystemen. In ieder geval een systematiek waardoor we op voorhand beter een oordeel kunnen vellen over energieprestaties van bepaalde activiteiten. Een derde punt dat ik in reactie op de motie naar voren wil brengen, is dat ik samen met de portefeuillehouder evenementen in overleg met City Dynamiek wil kijken in hoeverre zij standaard de energieperformance van evenementen in beeld kunnen brengen. Kun je laten zien hoe je dat energieverbruik hebt meegenomen in de verschillende afwegingen die zijn gemaakt. Of daar vanuit de gemeente aanvullende kaders voor nodig zijn, vind ik een lastige vraag. Ik wil concreet aan de slag met de stichting om inzicht te krijgen in het energieverbruik, te bezien of we met elkaar kunnen sturen op een geringer verbruik. Een discussie over kaderstelling zou ik wel willen aangaan in het kader van klimaatbeleid, maar ik zou toch heel praktisch willen beginnen, ook met de organisatoren van evenementen, om gewoon transparant te zijn over het energieverbruik, of energie een goede plek heeft gekregen in de afwegingen die gemaakt zijn. Dat even als antwoord. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Peters?
De heer Peters: Ik moet zeggen dat dit college misschien voorlopig uitblinkt door heldere antwoorden. Het antwoord van de wethouder vind ik uitstekend. Ik ben nu
nog gereserveerder om dit te steunen, dus ik zou de wethouder willen volgen en die antwoorden afwachten. Voorzitter: De heer Rozendaal.
verslagnummer x
De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. Toen wij dit zagen dachten we: de gedachte is goed, sympathiek. Je moet je bij alles afvragen of je niet onnodig energie verspilt, dus ook bij evenementen. Onnodig verspillen...goed.
Voorzitter: Ja, sorry, ik dacht dat u wat anders ging zeggen, maar dat lag aan mij.
De heer Rozendaal: je moet je altijd afvragen of je geen energie verspilt, ook bij evenementen. Wat moet je eraan doen? Dan moet je dus zorgen dat het evenement minder gaat verspillen, kijken hoe je dat kan remmen en kijken of je de energie die je nodig hebt uit een vernieuwbare bron kan halen, zodat je daadwerkelijk iets voor het milieu doet. Aan de andere kant moet je niet vergeten dat we hier graag evenementen willen hebben omdat we deze stad graag leuk, gezellig en aantrekkelijk willen houden. Je moet het dus niet insteken zoals de heer Van Zijl net deed, zo van: als dit evenement veel energie verbruikt dan moet het maar weg, en moeten we iets anders doen dat minder verbruikt. ’I: Mag ik daar meteen op reageren? Want volgens mij vervuilt dit de d I 5 c U s si e.
Voorzitter: Wilt u de vragen even verzamelen? De heer Rozendaal: Dat is dus niet de insteek die je moet hebben. Je moet bekijken: wat willen we graag doen, en hoe kunnen we dat zo efficient en zuinig mogelijk doen? Hoe kan ik zorgen dat het gevoed wordt met zoveel mogelijk vernieuwbare energie? In die zin is de opmerking van de wethouder veel verstandiger: kijk gewoon wat je kan doen en zorg dat je zo veel mogelijk schone energie levert. Dan ga je de goede kant op. Maar houd die stad wel leuk. Om dan per evenement allerlei ingewikkelde kaders te gaan stellen waar ieder evenement dan weer aan moet gaan voldoen en daar een hoeveelheid ambtenaren op los te laten: volgens mij is dat veel meer verspilling, en is het milieu daar ook niet mee gediend. Ik denk dat de insteek van de wethouder ÃćâĆňâĂİ om gewoon aan het werk te gaan, dat zo goed
mogelijk te doen, nadenken bij wat we doen ÃćâĆňâĂİ uiteindelijk het meeste oplevert.
Zoals de motie er nu geformuleerd is, zullen wij hem niet steunen. Voorzitter: Dank u wel. De heer Leenders?
De heer Leenders: Het enige aardige in de motie was dat GroenLinks onderscheid maakte tussen verspillen, hetgeen op nutteloosheid duidt, en het verslinden van energie, hetgeen op een hoog verbruik duidt. In het kader van het klimaatbeleid zijn wij als CDA natuurlijk altijd bereid om te bekijken hoe we het beter kunnen doen en in hoeverre we extra energie zouden kunnen sparen. De eerste motie ging wat ons betreft veel te ver, die draafde erg door. Een activiteit als Winterstad is iets wat wij heel graag wilden en willen behouden, omdat we steeds hebben aangedrongen op verfraaiing en verlevendiging van het centrum. Ook kermissen,
Verslagnummer x
om maar iets te noemen, willen we gewoon behouden voor de stad. De motie zoals die er nu ligt vinden wij op zich prima, en de reactie van de wethouder is dat in feite ook. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar?
Mevrouw Van den Bi elaar: Juist het antwoord van de wethouder brengt mij tot het verzoek om even te schorsen voor kort beraad binnen de fractie. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg?
De heer Rennenber : Energiebesparing, ik moest eraan denken toen ik van de week de nota van het gasbedrijf binnenkreeg. Zo ongeveer iedere maand wordt de gasprijs verhoogd, dus ik probeer er alles aan te doen maar het lukt me niet. Ik zie hier dat GroenLinks in eerste instantie met een motie komt waarin inderdaad zware
zaken worden opgelegd die de stad toch goed doen. We hebben de ijssculpturen en de Winterstad gehad, evenementen die ons allemaal ten goede komen, maar... Voorzitter: Dames en heren, mag ik u vragen om een tegelijk aan het woord te laten?
De heer Rennenber : ...het probleem is natuurlijk dat wij ons ook ongerust maken over het klimaat. Als je op televisie ziet wat er allemaal gaande is, dan is het terecht dat wij ons ongerust maken. Ik vind dat GroenLinks de partij is die zich daarvoor inzet, en die partij willen wij graag volgen. Maar de wethouder geeft zelf ook al aan dat we tot goede kaders en een klimaatbeleid willen komen. Dan wil ik toch graag eerst zien waar de wethouder mee komt, dan hebben we vertrouwen in een goede afloop. Dus wat dat betreft zullen wij deze motie niet steunen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: Ik denk dat het kort is, maar ik weet niet precies hoe die motie eruit gaat zien. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar, ik ga straks in op uw verzoek maar ik wil eerst het speelveld in de eerste termijn afronden....Oke, dank u wel. Ik ben u dankbaar! Mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Met de verklaring van de wethouder vind ik de motie eigenlijk een enigszins overbodig karakter krijgen, maar misschien heb ik de formulering niet helemaal duidelijk. In eerste instantie struikelde ik over de suggestie dat zoiets als de hal hiernaast een energieverslindend evenement zou zijn. Ik heb de getallen niet, maar volgens mij zou het best eens mee kunnen vallen,
Verslagnummer x
zeker als je het bijvoorbeeld tegenover een lichtjesroute zet. Ik weet het niet. Ik neem aan dat hetgeen ik van de wethouder gehoord heb, leidt tot getallen. Eerlijk gezegd zou ik die eerst eens willen zien voordat ik verdere conclusies trek. Mijn eerste oordeel is: deze motie is overbodig. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek? Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel voorzitter. Persoonlijk vind ik de motie bescheiden, we zijn medeondertekenaars. Ik denk dat Eindhoven het aan zijn stand verplicht is om steeds goed na te denken over energiebesparing, vanwege de goede naam die we hebben als lichtjesstad en zo. Zoals de wethouder zegt: laten we eerst eens transparant zijn over het energieverbruik, dan zijn die kaders misschien overbodig (ik ben nu een beetje kort door de bocht). Daar moet ik over nadenken, dat weet ik niet zo goed. Ik heb toch een beetje het gevoel dat het stellen van kaders ons houvast geeft, dat het veilig is, en dat koppel ik aan een reactie van de VVD op de opmerkingen. Mijnheer Rozendaal zei (ik hoop dat ik hem goed citeer): wij willen goede, leuke, sfeerbepalende evenementen voor de stad. Dat staat min of meer voorop. Dan moet je kijken naar het energieverbruik. Ik zou er een beetje ÃćâĆňâĂİ of een beetje veel ÃćâĆňâĂİ voor willen pleiten dat wij, wat wij willen in de
stad, altijd eerst toetsen, willen wij dit nog steeds als we weten hoeveel energie het kost? Ik hecht daar toch heel zwaar aan, dus ik steun deze motie van harte. Voorzitter: Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, het grote verschil tussen de opvatting van het college en de motie is dat er in het ene geval van inzicht wordt gesproken, en dat er in de motie staat dat je kaders gaat stellen op grond van inzicht. Stap een wordt door de wethouder weliswaar aangegeven, maar daarna moet je stap twee zetten. In de motie staat helder dat dit geen eenzijdige stap is; je doet het samen met de partijen die het betreft. Ook dat is een heel goede, want wij willen hier met zijn allen deze samenleving een beetje leefbaar houden. Daar mag iedereen zijn steentje aan bijdragen. Voorzitter: Wie van u wil verder nog het woord? Niemand? Dan schors ik de vergadering voor vijf minuten. Om 22.25 uur zijn we hier terug. (Schorsing van de vergaderi ng, ca. 8 minuten J
Voorzitter: Dames en heren, wilt u uw plaatsen weer innemen? Als u dat hebt gedaan, wil ik eerst mijnheer Van Zijl graag het woord geven. Ik heb begrepen dat de schorsing die door de Partij van de Arbeid werd gevraagd, heeft geleid tot enige samenspraak. Mijnheer Van Zijl heeft daarom nu het woord.
Verslagnummer x
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. Een extra kopietje zou niet verkeerd zijn geweest, maar nu heb ik hier de tekst. Naar aanleiding van hetgeen er gezegd is, wil ik eerst reageren op de wethouder. Waar de wethouder sprak van het in kaart brengen van de energieperformance en het samen met betrokkenen kaders stellen op basis daarvan kan ik dat eigenlijk alleen maar als een goede aanvulling zien dat het in deze stappen gebeurt. Ik wil dan ook voorstellen om die tekst als zodanig in te voegen. De tekst wordt dan: "... roept het college op om samen met betrokken partijen de energieperformance in kaart te brengen en op basis daarvan energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad". Dat als reactie op de woorden van de wethouder. Voorzitter: Dank u wel. Als wij dan de motie weer van u mogen hebben, zal ik hem nog een keer voorlezen op voorleessnelheid. Zo’n dag is het. Oh, heeft u hem nog niet ingevuld? Dan heb ik hem nog niet. Maar het gesproken woord telt. We gaan even kijken naar de reacties. Ik weet niet of de wethouder wil reageren op de motie? Hij is in lijn met hetgeen de wethouder heeft gezegd maar misschien is het goed, mijnheer Van Merrienboer, als u zelf nog reageert op wat er nu gebrouwen is. De heer Van Merrienboer: Ja, ik wil die opdracht heel graag aannemen. Ik wil graag de prestaties inzichtelijk maken en op basis daarvan afspraken maken. Zo interpreteer ik het. Dus ik pak die opdracht graag aan.
Voorzitter: Helder. We maken een rondje.
De heer Stoevelaar: Voorzitter! Normaal gesproken heeft degene die de schorsing heeft aangevraagd als eerste het woord. Voorzitter: De Partij van de Arbeid, dat heb ik net zitten vertellen, had mij verzocht om mijnheer Van Zijl het woord te geven. Dat heb ik daarnet verteld, bij de heropening van de vergadering. Opdat u nu allen weet wat precies de bedoeling is, gaan we de tekst voor u citeren. Het gaat over het uiteindelijke voorstel. "(...) roept het college op om samen met betrokken partijen de energieperformance in kaart te brengen en op basis daarvan energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad". Het gaat dus over evenementen: eerst de energieperformance in beeld brengen en daarna eventuele kaders stellen. Zo is het nu geformuleerd. Althans, dat maak ik ervan. Als er staat "daarna energiekaders te ontwikkelen" kan dat heel weinig en heel veel zijn. Het hangt af van wat er daarvoor gedaan is. Tja. Het woordje "eventueel" staat er niet. Er staat gewoon: "(...) op basis daarvan energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad". Over die motie gaan we met elkaar stemmen. Wenst iemand hierover nog te debatteren? Helpt u mij alstublieft met de klok. Mijnheer Rozendaal.
verslagnummer x
De heer Rozendaal: Voorzitter, ik wil u wel helpen met de klok maar ik heb nu al drie interpretaties van de motie gehoord: de interpretatie die mijnheer Van Zijl geeft, de directe...
Voorzitter: Er is geen interpretatie, er is maar een motie, mijnheer Rozendaal, en die heb ik net voorgelezen.
De heer Rozendaal: Toch hoor ik interpretatieverschillen. Ik hoor de wethouder zeggen dat hij de performance wil meten en dan afspraken wil maken. U heeft het over eventuele kaders en mijnheer Van Zijl heeft het over kaders. Voorzitter: Mijnheer Rozendaal, dan ga ik u nogmaals de motie voorlezen want alleen de motie is relevant. Dan kunt u geen interpretatieverhalen meer houden. Er staat: "(...) roept het college op om samen met betrokken partijen de energieperformance in kaart te brengen en op basis daarvan energiekaders te ontwikkelen voor evenementen in onze stad". Dat is de motie die ter discussie staat. Wie van u wil verder het woord voeren? Mijnheer Peters. De heer Peters: Voorzitter, u zegt "gebrouwen", ik zou het "’t derde aftreksel van mijn raadsvragen" kunnen noemen. Ik vind het allemaal erg gekunsteld. Ik vind dat de wethouder genoeg de intentie heeft neergelegd om met een paar partijen in overleg te gaan. Dus voor ons is de motie volslagen overbodig. Voorzitter: Dat is dan ook zo’n beetje uw stemverklaring. Mijnheer Depla.
De heer De le: kgij kunnen deze volgorde onderschrijven. Wij vinden het niet gekunsteld, want er wordt nu recht gedaan aan het feit dat wij openstaan voor evenementen en dat wij vinden dat die heel belangrijk zijn voor deze stad, maar dat wij zeer zeker ook niet het belang van energiebesparing uit het oog verliezen. Daarom vind ik dit een juiste afweging en een juiste volgorde en daarom kan onze fractie ermee instemmen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rozendaal.
De heer Rozendaal: Zoals de wethouder dat interpreteerde, of eigenlijk uitlegde, als ik het zo mag zeggen, spreekt het ons aan. Met de manier waarop de motie verwoord is, kunnen wij niet instemmen. Het is volstrekt overbodig en niet goed
geformuleerd. Voorzitter: Helder. Gaan we naar de stemming? Dan graag uw stemverklaringen. Mijnheer Rennenberg.
Verslagnummer x
De heer Rennenber : Mijnheer de voorzitter, ik ben geen blad aan een boom maar ik ben toch van mening veranderd. Mijn partij is van mening veranderd. Uw woorden kan ik niet precies herhalen maar ik heb ze in het begin goed kunnen volgen. Wij zijn voor de motie zoals u hem voorgelezen hebt. Voorzitter: Dank u wel. Een stemverklaring, mijnheer Reker.
De heer Reker: Voorzitter, wij zullen tegen de motie stemmen om de volgende reden: wij vinden hem veel te ver gaan en ik denk dat de huidige energieprijs al voldoende reden is om zo zuinig mogelijk met energie om te gaan. Voorzitter: De motie ter stemming. Sorry, mijnheer Jansen, nog een stemverklaring. De heer Jansen: Voorzitter, ik zal voor de motie stemmen maar ik wil niet meer als medeondertekenaar meedoen omdat ik denk dat het goede mores zijn om veranderingen even met elkaar door te spreken. Dat is niet gebeurd. : Mijn excuses. Het ging even te snel.
De heer Jansen: Mijn stemverklaring luidt dat ik voor ben maar dat ik geen medeondertekenaar ben van de laatste versie. Voorzitter: Dat is helder. Dan gaan we stemmen over de motie. Laten we dat maar weer met het stemkastje doen; ik zie dat sommigen van u al helemaal klaar zitten. Daar gaan we! [stemmen J. 33 voor en 10 tegen. Motie aanvaard. VII.3 Actuele motie inzake het rapport "Van Brains naar Baten ÃćâĆňâĂİ breng Brainport in
balans!" Voorzitter: De derde en laatste actuele motie. Hij is van de VVD en ik heb hier de treffende afkorting "Van brains naar baten". Mijnheer Helms.
De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. Die treffende afkorting hebben wij niet zelf verzonnen. Het is de titel van een rapport dat vorige week maandag in het Evoluon is gepresenteerd."Van brains naar baten ÃćâĆňâĂİ breng Brainport in balans!"
Het rapport is geschreven door het economisch bureau van ABN Amro dat elk jaar een regio of een onderwerp in Nederland kiest dat die organisatie van belang acht voor de Nederlandse economie. Dit jaar heeft ABN Amro gekozen voor Eindhoven Brainport als innovatieve hotspot van Nederland, wat op zich natuurlijk al een hele eer is. Om het onderzoek uit te voeren zijn zij de samenwerking aangegaan met BZW (Brabants-Zeeuwse werkgevers) en met de Stichting Brainport. Het onderzoek was tweeledig. Aan de ene kant was het een macro-economische verkenning van de situatie in de regio op dit moment, vooral gericht op innovatie en de plek in
Verslagnummer x
Europa. Aan de andere kant hebben ze een brede enquete gehouden binnen het MKB, het bedrijfsleven, om zo te peilen hoe het bedrijfsleven nu zelf staat ten opzichte van alle ontwikkelingen in het kader van Brainport. Er is een aantal conclusies te trekken. Ik zal ze kort aanstippen. Een van de conclusies is dat de Nederlandse economie steeds verder afzakt naar de Europese middenmoot. Als je in het rapport kijkt naar de vergelijkende onderzoeken van kort geleden en een paar jaar terug, is de regio in de Europese ranglijst van innovatieve regio’s gezakt van plaats 6 naar plaats 10. Daarentegen, de toekenning van de Brainport-status is een heel goed signaal voor het bekend zijn van het belang van de regio, ook in Den Haag. Zoals de onderzoekers stellen zit de Brainport beleidsstrategie op papier goed in elkaar. Het bedrijfsleven is ÃćâĆňâĂİ gezien de reacties ÃćâĆňâĂİ redelijk tevreden over de
vestigingsregio in het algemeen. De ondernemers hebben echter nog wel wat punten waarover zij zich druk maken zoals de vergunningenstelsels, regelgeving, het feit dat het moeilijk is om personeel te vinden, bereikbaarheidsproblemen. Maar ook dat er heel veel initiatieven voor het bedrijfsleven zijn, waaronder stimuleringsregelingen die hun doelgroep niet bereiken. De reden die daarvoor door het bedrijfsleven zelf wordt aangegeven, is dat er veel overlap is, te weinig regie, gebrekkige communicatie en vooral ook te weinig bekendheid van het bedrijfsleven met de doelstellingen en de inhoud van Brainport. Kortom, de resultaten van het rapport zijn aan de ene kant heel positief, namelijk: het concept Brainport deugt enorm. Er is echter zeker ruimte voor verbeteringen en aanpassingen. Er wordt een aantal aanbevelingen gedaan, wat je kunt oppikken als een signaal van het bedrijfsleven naar buiten toe, hoe zij denken dat er beter kan worden omgegaan met de economie in deze regio. Een van de aanbevelingen is dat er meer regie moet komen, duidelijker keuzes, zowel op lokaal niveau als op regionaal niveau als op landelijk niveau. Verbetering van het arbeidsaanbod, meer ruimte voor kenniswerkers, een betere communicatie met alle schakels in de keten die zich bezighouden met economie en met Brainport in het bijzonder en het verbeteren van bereikbaarheid. De toon en de inhoud van het rapport zijn heel duidelijk en spreken klare taal. De VVD-fractie hoopt dan ook dat veel van de bij Brainport betrokken partijen kennis zullen nemen van dit rapport. Wij zijn echter van mening dat dit niet een rapport is dat je zomaar in de la moet leggen en waarop je vervolgens niet meer moet terugkomen. Wat ons betreft moet je het signaal oppikken, en als gemeente Eindhoven kijken naar wat we kunnen doen met dit rapport. Op welke punten geeft het rapport richting, signalen, aanbevelingen waarmee wij als gemeente, zeker gezien onze rol in Brainport, iets kunnen? Daarnaast zouden wij ervoor willen pleiten om dit rapport als een soort nulmeting te beschouwen. Dit is de situatie zoals die er nu voorstaat. Dit is hoe het bedrijfsleven nu kijkt naar wat het heeft aan Brainport. Het mooie is, zeker als je kijkt naar de beraadslaging die we eerder hebben gehad over Brainport, dat onze vraag vaak is geweest: hoe gaan we straks bekijken wat we bereikt hebben? Hoe gaan we het MKB, het bedrijfsleven, meer betrekken bij Brainport? Wat ons betreft: beschouw dit rapport als een nulmeting en laat de Stichting Brainport over twee of
verslagnummer x
drie jaar, net wat het beste moment is, opnieuw een vergelijkend onderzoek uitvoeren zodat we kunnen meten wat we hebben bereikt. Daartoe hebben wij een motie geformuleerd. Er staan enkele overwegingen in die kort samenvatten wat ik net al heb verteld. Vervolgens het beslispunt: "... stelt de raad voor het college te verzoeken om enerzijds de conclusies en aanbevelingen van het rapport ter hand te nemen en te betrekken in de verdere ontwikkeling en uitvoering van de rol van de gemeente Eindhoven zowel in haar eigen Brainportprogramma alsook in de Stichting Brainport..." waarbij ik, om alle onduidelijkheid te voorkomen, graag het begrip ter hand nemen wil uitleggen als het signaal serieus nemen en waar mogelijk het signaal gebruiken binnen onze eigen keuzes en ons eigen beleicf. "... en anderzijds het rapport te beschouwen als nulmeting en er bij het bestuur van de Stichting Brainport ten zeerste op aan te dringen dat dit onderzoek in 2008 een vervolg krijgt". Daar wilde ik het even bij laten.
De heer Sakkers: Mijnheer de voorzitter, ik kwam afgelopen maandag van een weekje vakantie terug, dus ik had de kop in de krant gemist. "Brainport onder vuur". Ik kreeg een sms’je op maandag dat ik moest reageren en zo, maar wij waren al op de hoogte van het feit dat er een rapport door de illustere ABN Amro zou worden gemaakt, waarmee de Brabants-Zeeuwse werkgeversvereniging haar voordeel zou doen. We waren bijzonder onder de indruk van het rapport, enthousiast waren we! Ook over het feit dat er wat kritische noten in stonden. Dus toen ik ineens las: "Brainport onder vuur", dacht ik: hebben we na de storm nu ook nog een brand in Eindhoven gekregen? Wat doe ik dan op wintersport? Ik moet elders blussen! Zo wil ik graag even beginnen want anders kan ik niet begrijpen waarom het blad Intermediair ÃćâĆňâĂİ laten we gewoon afspreken, voorzitter, dat er een kopie gaat naar
iedereen. [Reactie uit de raadszaal: Dat hebben we al gehad!] De heer Sakkers: Hebt u dat al gehad? Klasse! Als je dat leest en je legt het naast het verhaal dat we van ABN Amro I BZW hebben gekregen, krijg je een aardig beeld van wat er in deze regio aan de orde is. Dat is substantieel en dat wilde ik als eerste stellen. Het tweede is dat we er natuurlijk nog lang niet zijn, maar als we niet met Brainport bezig waren hadden we nog veel meer problemen. Dat verzeker ik u. Ik ben de VVD erkentelijk voor deze motie, maar als er in het rapport gezegd wordt dat het MKB zich er nog niet in herkent, en vervolgens wordt er gezegd dat er een wereld aan regelingen is en dat we nu eens een overzicht moeten vinden in dat labyrint, dan vind ik dat prachtig. Dan denk ik: goh, de speech die ik gehouden heb, de nieuwjaarsrede, voor Syntens, voor de NV REDE en al die andere organisaties in de eerste week van januari jl. Toen heb ik dat al geroepen. We moeten coordineren, we moeten meer regie brengen. Er is de wereld aan regelingen en het MKB ziet door de bomen het bos niet meer, dus laten we daar alsjeblieft eens anders mee omgaan voor we weer nieuwe dingen gaan bedenken. Dus het klonk mij als muziek
Verslagnummer x
in de oren en dat zou dan ook mijn reactie geweest zijn als ik een reactie zou hebben gegeven na de maandag, op dat artikel. Dus de reactie van het college, voorzitter, is dat we erkentelijk zijn voor het signaal in deze motie. Zo staat het immers letterlijk aangegeven. Ik ben niet op de bijeenkomst van vorige week geweest die de Brabants-Zeeuwse werkgeversvereniging georganiseerd had. Overigens heb ik vernomen dat deze bijeenkomst in een bijzonder goede sfeer is verlopen. De directeur van Brainport heeft tijdens die bijeenkomst aangegeven ÃćâĆňâĂİ ik citeer nu even ÃćâĆňâĂİ dat de conclusies en aanbevelingen uit het rapport op hoofdlijnen
onderschreven worden en dat daarin ook actie ondernomen zal gaan worden. Dat is precies in lijn met hetgeen mijnheer Helms suggereert. Waarom zouden we dit soort rapportages niet gaan benutten in onze monitoring? U vraagt om nog een meting over twee of drie jaar. Ik wijs u erop dat wij met elkaar hebben afgesproken dat we gewoon een periodieke rapportage krijgen van de activiteiten van Brainport. Als portefeuillehouder economische zaken van Eindhoven heb ik er zeker behoefte aan om halverwege deze collegeperiode eens te k ijken hoever we dan zijn. Met name is het dan interessant om te kijken naar dit type vraagstellingen: in hoeverre zijn we erin geslaagd om meer regie te gaan voeren? Denkt het middenen kleinbedrijf nu werkelijk anders dan twee jaar geleden? De MKB-raad komt eraan; ik heb daarvoor even de tijd genomen omdat ik veel suggesties (namen) heb gekregen. Binnenkort gaan we daaraan invulling geven. Dat hadden we met u ook al afgesproken. Kortom, voorzitter, het college onderschrijft een dergelijke motie, gezien de manier waarop we al met elkaar bezig zijn en hoe mijnheer Helms zich die meting voorstelt. Daarin kunnen we elkaar straks prima gaan vinden. Waardering dus, voor deze actuele motie. En leest u vooral ook het artikel in Intermediair, als u dat nog niet gedaan heeft. Plaatsvervan end voorzitter: Ik kijk even. Eerst mijnheer Houben en daarna mevrouw Heesterbeek, mijnheer Depla en dan daarna ook nog de heren Jansen en Vleeshouwers. Mijnheer Houben. De heer Houben: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ofschoon de CDA-fractie de strekking van deze motie heel charmant vindt, hebben we hem in deze vorm niet mede ondertekend. Ik wil daar graag even een korte toelichting op geven. Ten eerste is het wellicht overbodig om mee te delen dat ook wij bij de middagbijeenkomst in het Evoluon aanwezig waren en dat wij daar dus ook hebben mogen meemaken hoe positief en bijna feestelijk wij daar met elkaar waren gestemd. Naast VVD en CDA was er nog een groot aantal andere raadsleden aanwezig dus ik denk dat de inhoud van zowel de rapportage als van de middag redelijk duidelijk is. Wat ik wil zeggen, is het volgende: de eerste rapportage van dit onderzoek van ABN Amro en BZW was gepland op 2 december 2006. Door allerlei agendaproblematiek is dat toen niet doorgegaan en dat is aan de ene kant goed, maar aan de andere kant wel jammer omdat wij het rapport nu niet hebben kunnen meenemen in onze beraadslagingen. Wat betekent dat voor de motie van de VVD?
verslagnummer x
Het betekent dat wij nu praten over een nulmeting; een nulmeting die weliswaar heel belangrijk is, maar die gemaakt is in de zomer van 2006 dus in de zomer van vorig jaar. Dat is inmiddels alweer bijna driekwart jaar geleden. Volgens de directeur van Stichting Brainport is het jaar 2006 ÃćâĆňâĂİ en ik denk dat ze daar gelijk in
heeft ÃćâĆňâĂİ een opstartjaar geweest. Dat wil zeggen dat we met een nulmeting gaan
werken die midden in het opstartjaar is gemaakt. Ik weet niet of dat verstandig is. Lezen wij de motie goed en begrijpen wij goed wat het doel van collega Helms is?
Plaatsvervan end voorzitter: Een korte reactie van de portefeuillehouder. De heer Sakkers: Uw opmerking over de "nulmeting" is terecht. Ik zet het woord nulmeting hier even tussen aanhalingstekens omdat het mij ging om de thema’ s die erin aan de orde kwamen. Ik zie geen getallen. Ik zie niet waar ik nu een nul moet zetten en dan later meer, of zo. Ik zie echter wel thema’ s, bijvoorbeeld regievoering, herkenning en communicatie. Dat soort thema’s ÃćâĆňâĂİ en ik meende dat mijnheer Helms dat bedoelt ÃćâĆňâĂİ vind ik interessant. Daarvan kun je zeggen dat het nu
wordt beoordeeld als negatief of matig. Dat lees je in de tekst. Maar daarop kun je straks gaan checken of men dan anders van oordeel is dan twee jaar eerder het geval was geweest. Zo heb ik dat voor mezelf opgepakt.
Plaatsvervan end voorzitter: De indiener wil er nog iets aan toevoegen. De heer Helms: Over het woord "nulmeting", ja, het is eigenlijk niet helemaal nul. Ik denk echter dat we geen betere meting hebben om het beginpunt te kiezen van hoe het bedrijfsleven ten opzichte van Brainport staat. Plaatsvervan end voorzitter: Kunnen we het dan hebben over een momentopname, of is dat teveel gevraagd?
De heer Houben: Ik wil de portefeuillehouder en mijnheer Helms bedanken voor hun toelichtingen. Over enkele zinnen kom ik op exact hetzelfde niveau te praten. Als ik het over een nulmeting heb, dan bedoel ik: T = 0. Het tijdstip is nul, dus niet het getal, want we zijn wel degelijk veel verder dan nul. Volgens het CDA gaat het om twee verschillende dingen. Ten eerste: in de motie staat dat de conclusies uit
het rapport moeten worden meegenomen in de plannen van Stichting Brainport en in de plannen van het Eindhovense Brainportprogramma. Ik denk dat het verstandig is om in elk geval te begrijpen dat wij in Eindhoven in ons eigen Brainportprogramma en in de Stichting alle onderzoeken en alle rapporten goed moeten lezen en goed moeten begrijpen en alle zinnige kritieken daaruit moeten destilleren. Dat voor wat betreft het eerste bolletje bij het voorstel. Bij het tweede bolletje wordt voorgesteld om het rapport te beschouwen als een nulmeting. Ik wil graag opmerken dat het CDA graag zou zien dat het onderwerp MKBbetrokkenheid een belangrijke factor is om te meten, evenals het woud van regels. Mijnheer de portefeuillehouder, u zegt een wereld aan regels, maar het MKB ziet
Verslagnummer x
door de bomen het bos niet meer dus dan is een woud van regels duidelijker. MKBbetrokkenheid en het woud van subsidieregels. Die twee dingen zijn van belang om te meten, om te monitoren. Daarin kun je ook vooruitgang zien. Ik concludeer dat het mooi zou zijn als deze motie zou voorstellen dat het college op de haar mogelijke manieren de conclusies uit (ook) dit rapport in haar werk meeneemt, zowel in het Eindhovense Brainportprogramma alsook in het Brainportprogramma, maar dan als lid van het Stichtingsbestuur. Dat is een. En twee: dat we op de een of andere manier, of dat nu MKB of ABN Amro moet zijn of iemand anders, een nulmeting rondom deze tijd zouden kunnen opstellen met betrekking tot MKBbetrokkenheid en met betrekking tot het woud van subsidieregels voor het MKB, en dat specifieke moment te pakken over een of twee jaar om het precies te volgen. Dan weten we tenminste heel goed wat we aan het meten zijn. Dank u wel, voorzitter.
Plaatsvervan end voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Wij hebben enige moeite met deze motie. Op het eerste gezicht denk je: er zit wel wat in. Enthousiasme. Vorige week hebben we een mooi rapport gekregen en we gaan er meteen mee aan de slag. Toch, als je er wat verder over nadenkt heeft in elk geval mijn fractie er wat problemen mee. Ik begin met het volgende: het klinkt als een bekentenis, maar dat moet ik dan maar doen, ik heb het rapport vorige week maandag gekregen en ik heb het helemaal nog niet gelezen. Ik heb nog een heleboel andere dingen te doen gehad dus het is er nog niet van gekomen. Ik geloof niet dat dat zo erg is want er staat bij het punt "van mening zijnde" dat de conclusies en aanbevelingen niet onbesproken zouden moeten blijven. Daar ben ik het helemaal mee eens. Die moeten we zeker bespreken! Laten we dat eerst eens doen voordat we verder gaan op deze door de VVD voorgestelde weg. Misschien vinden wij het rapport ook wel wat eenzijdig.
Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Houben, een korte opmerking. De heer Houben: Het is een vraag aan mevrouw Heesterbeek.
Plaatsvervan end voorzitter: Dat mag ook.
De heer Houben: Impliceert u daarmee dat we ieder onderzoek dat rondom Brainport wordt gepubliceerd moeten gaan bespreken? Mevrouw Heesterbeek: Dat weet ik niet. Ja, ik probeer mee te gaan met de motie van de VVD en ik probeer mee te denken. Maar als ik dan lees dat zij van mening zijn dat de conclusies en aanbevelingen van dit rapport niet onbesproken zouden
Verslagnummer x
moeten blijven, zeg ik: dat weet ik niet precies, want ik heb het rapport niet gelezen. Maar ik kan er ook niets op tegen hebben! Toch? De heer Sakkers: Dan zou u het eerst kunnen lezen en dan kunt u later nog zien of u er in de commissie vertrouwelijk op wilt terugkomen. Mevrouw Heesterbeek: Ja, zoiets bedoel ik eigenlijk! Mag ik verder? Als we het allemaal goed gelezen hebben, blijkt misschien wel dat wij het allemaal een beetje eenzijdig vinden. De raad is er immers niet uitsluitend voor het bedrijfsleven. Dat is natuurlijk heel belangrijk in Brainport maar we zijn er voor alle burgers. Misschien zeg ik te veel en blijkt het allemaal heel goed in dat rapport te staan, maar dat weet ik dus niet.
Plaatsvervan end voorzitter: Mevrouw Heesterbeek, een momentje. Mijnheer Helm s.
De heer Helms: Zoals ik daarnet in de toelichting al heel duidelijk aangaf, is het niet zo dat wij dit rapport willen laten overnemen als de mening van de gemeente Eindhoven, maar wel dat wij het rapport serieus oppikken als een signaal van het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven is immers een van onze partners in Brainport. Mevrouw Heesterbeek: Ja, dat snap ik.
De heer Helms: Dus niet klakkeloos overnemen maar als signaal oppakken. Mevrouw Heesterbeek: Dat snap ik, en daarom wil ik het ook heel graag goed lezen en met u en met elkaar bespreken, maar dat is toch iets anders dan wat u voorstelt. Als ik even verder mag gaan, ik heb er toch wel een paar vragen bij. Over die nulmeting zeg ik maar even niets meer want dat hebben anderen al gedaan. Wat is nu een nulmeting? Dit niet helemaal, denk ik. Het rapport: heel fijn. ABN Amro heeft een prima onderzoek gedaan maar niet in opdracht van de raad. Dit is niet iets dat gecontroleerd is door de raad. Ik blijf met u meedenken; stel dat we dit allemaal willen, dan ga ik mij afvragen hoe we dat gaan aanpakken? Wil ABN Amro dat? Zij hebben nu Brainport onderzocht; gaan ze dat over twee of drie jaar weer doen? Zo ja, wat kost dat? Een paar weken geleden hebben we duidelijke afspraken gemaakt over onze eigen rapportage van Brainport; de portefeuillehouder wees daar zojuist op. Zijn die dan onvoldoende? Kort samengevat, dat is mijn boodschap en ik denk dat u die al wel begrepen hebt: het lijkt misschien een heel leuk plan, maar dat weet ik niet. Laten we eerst eens met elkaar bewijzen dat dit nut heeft voor we hierover beslissingen nemen. Dank u wel. Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
verslagnummer x
De heer Van Bussel: Dank u wel, voorzitter. Als ik onze voorzitter de Pastoor van Holy Brainport mag noemen, kan ik mijnheer Helms wel haast de misdienaar van Brainport gaan noemen want hij weet voortdurend Brainportzaken op ons bord te leggen.
Plaatsvervan end voorzitter: En als u dan met de wierook langskomt, komen we een heel eind! De heer Van Bussel: Nu realiseer ik mij dat ik mijnheer Houben tekortdoe. Wel, hij mag van mij als acoliet optreden. Om dit rapport nu te gaan verheffen tot Bidboek gaat mij fractie toch iets te ver. Mevrouw Heesterbeek sloeg de spijker helemaal op zijn kop. Vandaag is het rapport van het Platform Innovatie uitgekomen, genaamd "Kennis Loont". Daarin staan uitstekende aanbevelingen en ik wil u in overweging geven om die aanbevelingen volop mee te nemen en er eens goed op in te zoomen. Er staan prima zaken in die we allemaal kunnen gebruiken om dit te toetsen. Ook daarop zullen we eens een nulmeting moeten loslaten. Ik zeg het een beetje chargerend, maar dit onderzoek is waardevol. Er staan goede dingen in, maar ook dingen die we al jaren weten. De goede bereikbaarheid, de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven en het afschaffen van regels. Ik hoorde mijnheer Houben iets zeggen over een woud van regels, en daarna had hij het over een woud van subsidieregels. Het is mij nu niet helemaal duidelijk hoe hij dat bedoelde. We moeten dit rapport mede goed bekijken naar de goede zaken die erin staan. We moeten het als onderdeel meenemen, maar om het als leidend voor de programmaontwikkeling aan te merken en het zo te gaan verheffen dat we hier de nulmeting bepalen en dat we dit gaan volgen is gewoon een stap te ver. Ik vind dat dit in deze raad het beste verwoord is door mevrouw Heesterbeek die stelde dat het
een stukje is van hetgeen we meenemen maar dat wij er geen opdracht voor hebben gegeven. We nemen de goede zaken mee zoals we dat ook bij andere rapporten doen. Plaatsvervan end voorzitter: Mevrouw Breuers, u zit al een hele tijd te wachten. Mijnheer Depla ook, maar ga uw gang. Mevrouw Breuers: Ik had gehoopt dat ik eerder aan de beurt was. Het betoog van mevrouw Heesterbeek is een verhaal naar mijn hart. Ik had gehoopt dat ik wat eerder aan de beurt was om aan te geven dat ik het rapport ook nog niet heb opengeslagen. Vorige week maandag is het aangeboden en ik moet zeggen dat het een aardige presentatie was. We zijn nu vier commissiedagdelen en een raad verder; ook ik moet bekennen dat ik het rapport nog niet heb gelezen. Als we er serieus iets over willen kunnen zeggen, zou ik er op zijn minst voor willen pleiten om de actuele motie nu niet aan te nemen maar om in de commissie een ronde te
doen om eens informatief te kijken of we het die waarde kunnen geven die hier wordt voorgesteld. Nu is het giswerk. Er werden wel goede dingen gezegd, maar ik
verslagnummer x
kan me voorstellen dat er over bereikbaarheid zaken in dat rapport staan waarvan ik zeg: dat never nooit niet! Mijn voorstel is om het nu aan te houden, het kort in de commissie te bespreken en het dan eventueel terug te laten komen. Plaatsvervan end voorzitter: Het is uw voorstel om het op een andere plek te bespreken. Dat is een ordevoorstel. Dat gaat altijd voor, het spijt me geweldig. Ik moet de fractievoorzitters langs. Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik kan me voorstellen dat nog niet iedereen in de gelegenheid is geweest om van de inhoud van het rapport kennis te nemen. Ik vind dat je eerst informatie moet hebben voor je ergens met zin en verstand over kunt beslissen. In die zin volg ik het voorstel om het rapport waarover wij het nu hebben in de commissie te bespreken maar ook bijvoorbeeld het artikel in Intermediair daarbij te betrekken en dan later te bepalen wat wij daarmee gaan doen. Plaatsvervan end voorzitter: Ik ga even wat meer fractievoorzitters langs. Dan wordt het geagendeerd in de commissie economische zaken. Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenber : Het is heel eenvoudig: zie mevrouw Heesterbeek. Ik heb geen van die stukken gekregen, laat staan gezien. Ik wil ze eerst hebben en lezen en daarna behandelen in de commissie.
Plaatsvervan end voorzitter: Helder. Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Ik ben het eens met het voorstel van mevrouw Breuers.
Plaatsvervan end voorzitter: Ik denk dat we al een aardige meerderheid hebben. Zijn er nog meer fractievoorzitters die hierover iets willen zeggen? De heer Van Bussel: Wel, voorzitter...
Plaatsvervan end voorzitter: Mijnheer Schut. De heer Schut: Voorzitter, u zult begrijpen dat ik zwaar teleurgesteld ben dat ik vandaag hoor dat iedereen dit belangrijke rapport nog niet gelezen heeft.
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Schut, even bij interruptie, niet iedereen was die maandag aanwezig. Mijnheer Rennenberg was er niet bij en bovendien, wij hebben als raadslid dat rapport niet ontvangen. Wie aanwezig was, heeft dat rapport.
Verslagnummer x
De heer Schut: Ik zeg alleen maar dat ik het jammer vind en ik ga geen excuses maken dat wij zo vooruitlopen op de praktische kant van de uitvoering. Laten we wel wezen, wij vinden Brainport heel belangrijk en dat hebben wij al vaak gezegd. Wat mij betreft: ik vind het een uitstekend idee om er in de commissie op terug te komen in de hoop dat iedereen dan wel dat rapport gelezen heeft. Ik vind het uitermate boeiend en spannend om heel snel aan de slag te gaan.
Plaatsvervan end voorzitter: Dames en heren raadsleden, het spijt mij dat ik niet sneller het signaal van het ordedebat heb opgepakt. Echter, er zijn ook al wel wat gedachten uitgewisseld. Dit onderwerp komt terug in de commissie economische zaken en of dat dan gaat aan de hand van een motie of korte notitie, dat moet u dan in die commissie maar bekijken. Het kan dan in elk geval de aandacht krijgen die het volgens een aantal raadsleden uit ons midden verdient. Dank u wel. Voorzitter: Niets meer aan de orde zijnde, is de vergadering nu gesloten. Welkom beneden!
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart 2007.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier
g wo/EC07005678