gemeente Eindhoven
Inboeknummer Veralagnummer t3 Bladnummer t Aanutezig 43 leden 3I j anuari 2008
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 4 december 2007, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 17:00 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, schorsing 23:00 uur. Aanw.
PvdA
Aan’. Uitnodiging aan X drs. J. Verheugt X A. Almis
griffier
E.M. Abbou
mw. M.H. Batenburg mw. dr. mr. G.J.M. van den
SP
X J.G.J.M. van den Biggelaar
PvdA
Uitnodiging aan ir. G. J. M. Braks
voorzitter
PvdA
X mw. drs. J.G.C.L. Breuers
PvdA
E.J.H. Cols
PvdA
B.J.M. G era rd
SP
X F.J.A.G. Depla X mw. N.G.E.C. Habets X mw. J.W.H.M. Heesterbeek-
mw. R.C.E. van Helmond J.B. Helms
PvdA
X Senders
VVD
CDA
X M.J. Houben X mw. H.M.E. Jacobs-van
PvdA
X Nisselrooij
M.J.A.M. van Bussel
Biggelaar W.J. Burema
mw. H.J.M.C. van Herk E. Isik
GL GL LE
PvdA LE
SP
CDA VVD
X
SP
PvdA
X
mw. C.B.T. v. d. Crommert
ChristenUnie X mw M.T. Kamphorst X mw P.J.F.van Kessel-Jansen X K.T. Kocak
SP
mw. B.G.M.W. van Kaathoven
SP
CDA
X
mr. P.P.H.A. Leenders
CDA
X PJ.van Liempd
PvdA
X
mw drs. M.C.T.M. List-de Roos P.A. Mulder R.G.J. Reker ir. J. Rozendaal J.C. Schut
VVD
X J.L. van der Meer X J.B.W.M. Peters
PvdA
X
LE
X
OAE
X
D66
X
CDA
X
Y. Torunoglu
PvdA
X A.J.A. Rennenberg X mw. drs. M. Schreurs X N.H. Stoevelaar X mw W.C.F.M. Verhees
PvdA
X
A.H.C. Vestjens dr. ir. J. Vleeshouwers
CDA
X mw M.T.W.G. Vissers
PvdA
X
Stadspartij
X
VVD
X C.H.B. Weijs X J.F.A. van Zijl
CDA
mw drs. A.A. Zwierstra
GL
X
J.Jansen
OAE LPF
VVD VVD
verslagnummer xa
Wethouders: drs. H-M. Don
mw. drs. M.C.T. Fiers
mw. drs. G.M. Mittendorff
drs. H.J.A. van Merrienboer drs. A.E.J. Brunninkhuis
gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: dhr. A. Almis en dhr. M.J. Houben.
verslagnummer xs
Overzicht van het behandelde
Opening en mededelingen.
II Aanbieding Rekenkamerrapporten Naar Exploitatiebegrotingen en Naar de De rapporten zijn Programmabegroting door de voorzitter van de Rekenkamercommissie de aangeboden. heer M.D. van Hamersveld.
III Vaststellen van de volgorde van de agenda.
Geen wijzigingen.
IV Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies.
Ruimte. benoemd in de cie WR.
1. Voorstel benoeming lid van GroenLinks in de raadscommissie Wonen en De heer C. Prinsen is (Voorstel 07.R1602.013).
2. Voorstel benoeming leden van de referendumcommissie. (Voorstel 07.R2356.001)
Mevrouw drs. J.L.M.
Baartmans-van den
Boogaart is benoemd als voorzitter. De heer mr. R. van Wandelen en de heer mr. dr. C.P.J. Goorden
zijn benoemd als lid van de referendumcommissie.
3. Voorstel benoeming interne leden rekenkamercommissie. (Voorstel 07.R2357.001).
De heer W.J. Burema, de heer P.A. Mulder, mevrouw drs. M. Schreurs en de heer
C.H.B. Weijs zijn benoemd als lid van de
Rekenkamercommissie.
IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 30 oktober Akkoord. 2007 en 1 november 2007.
V Besloten vergadering. 1. Voorstel inzake personeelsaangelegenheid medewerker gemeente Eindhoven. (Voorstel 07.R2345.001).
Behandeld in besloten
vergadering.
Verslagnummer xg
Vll Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Partij
Onderwerp
Beantwoord door:
VVD
Informatieverstrekking aan de raad
Burgemeester ir. G.J.M. Braks en wethouder mw. drs. G.M.
SP
Kerststallen met levende dieren
Wethouder mw. drs. G.M.
Mittendorff
Mittendorff
’leefbaar Camera beveiliging Industrie- Wethouder mw. drs. G.M.
eindhoven’ terrein "De Hurk" Mittendorff PvdA
Bonnen voor daklozen in Woensel
Wethouder drs. H-M. Don
Vlll Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel tot het vaststellen van de nota lokaal gezondheidsbeleid 2007ÃćâĆňâĂİ Akkoord (unaniem).
2010 "Eindhoven: Een in gezondheid". (Voorstel 07.R2264.001).
Motie M9 is verworpen. (Zie onder voorstel).
Motie M9:
Toezegging wethouder
Stemming: 43
drs. H-M. Don (zie bijlage).
Voor: 15
Tegen: 28
CDA, SP, OuderenAppel en ChristenUnie PvdA, VVD, GroenLinks,’leefbaar eindhoven’, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
2. Voorstel tot het vaststellen van de wijzigingverordening Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven 2007.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 07.R2265.001).
3. Voorstel met 3 nadere toelichtingen tot het vaststellen van de Verordening gemeentelijke belastingen en rechten 2008.
Akkoord (unaniem). Amendement A6 is
(Voorstel 07.R2266.001).
verworpen. Motie M8 is aangenomen.
Amendement A6:
(Zie onder voorstel).
Stemming: 43
Voor: 7
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
Tegen: 36
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en
ChristenUnie
verslagnummer xs
Motie M8:
Stemming: 43
Voor: 30
PvdA, VVD, GroenLinks,’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn
en
ChristenUnie
Tegen: 13 CDA, SP en D66 Akkoord (unaniem).
4. Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Tongelre buiten de Ring 2005. (Voorstel 07.R2268.001).
Akkoord (unaniem).
5. Voorstel met nadere toelichting tot het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma burgerparticipatie 2008 ÃćâĆňâĂİ 2010.
(Voorstel 07.R2277.001).
Akkoord (unaniem).
6. Voorstel tot het vaststellen van de Prioriteitsnota ontwikkelingslocaties Toezegging wethouder
2007. mw. drs. M.C.T. Fiers (zie (Voorstel 07.R2279.001). bijlage).
Akkoord (unaniem). 7. Voorstel tot het aangaan van de fusie GGD Eindhoven en GGD Zuidoost- Motie M5 is ingetrokken.
Brabant tot GGD Brabant-Zuidoost. Toezegging wethouder
(Voorstel 07.R2309.001). drs. H-M. Don (zie bijlage). Akkoord (unaniem).
8. Voorstel inzake advies commissie voor bezwaarschriften inzake het bezwaarschrift van mr. C.G.J.M. Termaat, namens de heer J.L.H. van Staaijen, gericht tegen het besluit van 3 juli 2007. (Voorstel 07.R2349.001).
Akkoord.
9. Wijzigingen Concernbegroting voor het dienstjaar 2007.
nr. bedrag omschrijving
Zie onder wijziging nr. 21 8.
218 6 74.000,ÃćâĆňâĂİ Overbruggingsmaatregel bestrijding discriminatie op lokaal niveau met nadere toelichting.
Stemming: 43
Voor: 39
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
OuderenAppel, Tegen:
D66, De Stadspartij en ChristenUnie ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
Akkoord (unaniem).
verslagnummer xs
306 6 65.000,ÃćâĆňâĂİ Geluidswal A2/A67 ten behoeve van Scouting Stratum 10.Voorstel inzake kapitaallasten Centrum Jeugd en Gezin. (Voorstel 07.R2361.001).
Akkoord (unaniem).
IX Actuele moties. Brainport 2028
AcM1. CDA, SP, PvdA, VVD
Aangenomen (unaniem).
’leefbaar eindhoven’ AcM2. D66, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie
Goed rentmeesterschap
Gratis openbaar vervoer tijdens Carnaval
AcM3. PvdA, CDA, SP
Aangenomen (unaniem).
Aangenomen. Zie onder AcM3.
ACM3:
Stemming: Voor:
42 33
PvdA, CDA, SP, GroenLinks,
’leefbaar eindoven’, OuderenAppel en D66
Tegen:
VVD, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Christen Unie
AcM4. ’leefbaar eindhoven’
Digipanel
Aangehouden.
OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn
X Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen.
1. Voorstel met 2 nadere toelichtingen tot het vaststellen van het beleidskader Inkoop- en aanbesteding gemeente Eindhoven. (Voorstel 07.R2187.001).
Akkoord (unaniem). Amendement A5 is
aangenomen. Amendement A4 is
Amendement AS:
verworpen.
Stemming: 43
Voor: 31 Tegen:
12
Amendement A4:
Moties M6 en M7 zijn
PvdA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie CDA en VVD
aangenomen. (Zie onder voorstel).
verslagnummer xs
Stemming: 43
Voor: 6 VVD Tegen:
37
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Motie M6:
Stemming: 43
Voor: 37 Tegen:
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie VVD
Motie M7:
Stemming: 43
Voor: 37 Tegen:
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie VVD
2. Voorstel tot het borgen van ruimtelijke kwaliteit. (Voorstel 07.R2271.001).
Voorstel:
Akkoord.
Motie M4 is aangenomen. Motie M3 is aangehouden. (Zie onder voorstel).
Stemming: 43
Voor: 37 Tegen:
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie VVD
Motie M4:
Stemming: 43
Voor: 37 Tegen:
PvdA, SP, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie CDA
3. Voorstel met nadere toelichting inzake het Ontwikkelingsplan A2-zone I Akkoord (unaniem).
De geniale Brainportlocatie. Amendement A2 is (Voorstel 07.R2280.001). ingetrokken zie motie M1 0.
Motie M1:
Stemming: 43
Moties M1 en M10 zijn aangenomen. Motie M2 is
Verslagnummer xg
Voor:
39 PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, OuderenAppel, ingetrokken.
D66, De Stadspartij en ChristenUnie (Zie onder voorstel). Tegen:
4 ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
Motie M10:
Stemming: 43
Voor: 33
Tegen: 10
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en ChristenUnie VVD, ’leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn
4. Voorstel inzake de Evaluatie Kamerbewoningbeleid. (Voorstel 07.R2293.001).
Akkoord (unaniem).
Toezegging wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers (zie
bijlage).
5. Voorstel tot het vaststellen van het beleid woningsplitsing. (Voorstel 07.R2294.001).
Akkoord (unaniem).
Toezegging wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers (zie
bijlage).
6. Voorstel tot het vaststellen van de verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening. (Voorstel 07.R2295.001).
Akkoord (unaniem). Amendementen Alen A8
Amendement A1:
zijn aangenomen. Amendement A3 is
Stemming: 43
Voor: 32 Tegen: 11
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, OuderenAppel, D66 en Lijst Pim Fortuyn VVD, ’leefbaar eindhoven’, De Stadspartij en Christen Unie
verworpen. Amendement A7 is ingetrokken. (Zie onder voorstel).
Toezegging wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers (zie
bijlage).
Amendement A8:
Stemming: 43
Voor: 33
Tegen: 10
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn VVD, ’leefbaar eindhoven’ en ChristenUnie
Amendement A3:
Stemming: 43
Voor: 6
Tegen: 37
VVD
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
verslagnummer xs
XI Burgerinitiatief. 1. Speelpark in Eindhoven-Zuid.
Wordt behandeld in de cie WR.
XII Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Akkoord.
XIII Ingekomen stukken. Voorgesteld wordt de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. A1.Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. te Lisse, brief d.d. oktober 2007. Akkoord.
Inzake standpunt Aesculaap met betrekking tot alternatieve middelen en methoden voor de bestrijding van kastanjeziekte. (07ink34562). A2.De heren L. Crijns, V. van den Donk, J. Ieijsen en S. Sjoerdsma te
Akkoord.
Eindhoven, brief d.d. 23 oktober 2007. Een oproep aan de gemeenterad op de huidige procedure met referendum te staken en een nieuwe procedure te starten waarbij de kandidatuur voor iedereen nog open staat. (07ink35056). A3. Broeders van Liefde te Eindhoven, brief d.d. 26 oktober 2007. Bedankbrief inzake de viering van het 200-jarig bestaan van de
Akkoord.
Congregatie.
A4.Mevrouw Th. Van Gent te Eindhoven, ingekomen brief op 31 oktober Akkoord. 2007.
Gemeentelijk belastingen inzake chip in afvalcontainers. Akkoord. A5.Wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers te Eindhoven, brief d.d. 29 oktober 2007.
Inzake het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie. Akkoord. A6. De heer R.E.G. Vermeer te Vugt, brief d.d. 2 november 2007.
Inzake Fotografie- en Film Museum "Lumineus" een plaats van vestiging te krijgen in de gemeente Eindhoven. (07ink36733). Akkoord. A7.De heer F. Hoedemakers te Eindhoven, brief d.d. 5 november 2007. Diverse klachten. (07ink36580).
verslagnummer xs
Akkoord. A8.Raad van State te ’s-Gravenhage, brief d.d. 6 november 2007.
Inzake voorlopige voorziening bestemmingsplan fongelresche Akkers’. (07ink36840). Akkoord. A9.De heer D. Cobelens te Dordrecht, brief d.d. 9 november 2007. Inzake Nachtnet laten rijden met carnavals (07ink37520).
Akkoord. A10. Gemeente Waalwijk te Waalwijk, brief d.d. 18 september 2007. Inzake motie ontwikkeling shoppingmail Tilburg. (07ink30692).
Akkoord.
A11. AVVN (Landelijke organisatie voor hobbytuinders) te Groenekan, brief d.d. november 2007. Inzake Ruimte voor volkstuinen. Akkoord. A12. Kamer van Koophandel Oost-Brabant, MKB Nederland en BZW
(Brabantse Zeeuwse Werkgeversvereniging te Eindhoven, brief d.d. 12 november 2007.
Verzoek om de reductie van de gemeentelijke regelgeving voor ondernemers op de raadsagenda te plaatsen. (07ink38622).
Akkoord.
A13. De Rechtspraak Rechtbank te ’s-Hertogenbosch, brief d.d. 20 november 2007. Inzake het beroep van SBRO B.V. te Middelbeers. (07ink38621).
Voorgesteld wordt de stukken onder B ter afdoening in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. B1. De heer W.H.J. de Brouwer te Eindhoven, brief d.d. 1 oktober 2007.
Akkoord.
Inzake bezwaar afsluiten Boschdijk 1109. (07ink34261). B2. De heer J.H.M. Derks te Eindhoven, brief d.d. 15 oktober 2007.
Inzake het verbeteren van openbaar Busvervoer voor senioren. (07ink 34294).
Voorgesteld wordt om de onderstaande ingekomen stukken te betrekken bij agendapunt X.2.
Akkoord.
Verslagnummer xg
1. Stichting Henri van Abbe te Eindhoven, brief d.d. 16 oktober 2007. Inzake voorstel tot het wijzigen van beslispunt 3. (07ink34185).
Akkoord.
verslagnummer xg
Verslag uan het gesprokene
Opening en mededelingen Voorzitter: Dames en heren, mag ik u vragen uw plaatsen in te nemen, om de goede gewoonte deze vergadering op tijd te laten beginnen, waar te kunnen maken? Ik wilde u vragen met mij enige momenten van stilte in acht te nemen om het belang van het raadswerk te overdenken. (Moment stilte]
Dank u wel.
Dan wil ik allereerst de gasten van de raad van vandaag heel hartelijk welkom heten. Ik hoop ook dat u ervaart dat wij een vruchtbare vergadering met elkaar mogen hebben. Dat zeg ik eveneens aan de televisiekijkers, die vanavond ook weer in de gelegenheid zijn ons werk de hele avond te volgen. Voor de agendapunten waarbij discussie wordt verwacht, wilde ik - indien deze tot stemming leidenÃćâĆňâĂİ
vandaag gebruikmaken van de stemkastjes. Voor de onderwerpen waarover geen discussie wordt verwacht, denk ik dat dit niet nodig is. Dan heb ik berichten van verhindering van mevrouw Kamphorst en de heer Almis, beiden wegens ziekte. Mevrouw Mittendorff, van het college, komt iets later. De heer Leenders: Voorzitter? De heer Houben is ook ziek, van de CDA-fractie. En de heer Kocak komt later.
Voorzitter: Die sluiten zich dan bij beide groepen aan. Dank u wel mijnheer Leenders. Dan wilde ik met uw instemming nog even terugkomen op de raadsvergadering van 30 oktober. Toen is het laatste rapport van de raadsenquetecommissie behandeld. De fractie van ’leefbaar eindhoven’ heeft toen een amendement ingediend voor het opheffen van de geheimhouding. Gebleken is dat de raadscommissie Algemene Zaken in dezen het bevoegde orgaan is. Omdat het amendement is aangehouden, verzoek ik de fractievoorzitter van ’leefbaar eindhoven’ om aan te geven wat de status van het amendement nu nog is. Uiteraard gaan we daar vandaag niet over discussieren; het gaat om de status. Mijnheer Van Bussel? De heer Van Bussel: Formeel is het inderdaad juist dat het hier niet behandeld kan worden. Het eigen orgaan waar het in behandeld is, de geheime vergadering van de commissie, moet daarover beslissen. Ik begreep dat er vooralsnog niet zo heel
Verslagnummer xg
veel draagvlak was om dit te doen. Op deze plaats kan het in ieder geval niet plaatsvinden. Ik wacht nog even op juridisch advies van deze zijde. Op zich is de verwachting dat het amendement ingetrokken gaat worden. Misschien kunnen we hem tot de volgende vergadering nog even aanhouden. Voorzitter: Dank u wel. Dan besluiten we aldus. Dan wil ik nog even terugkomen op de enquetecommissie. Die is ook in de vorige vergadering aan de orde geweest. Het is duidelijk geworden dat deze commissie zijn opdracht heeft voltooid. Formeel hoeft de commissie geen decharge te worden verleend, maar het lijkt me toch op zijn plaats te constateren dat de werkzaamheden erop zitten en dat de commissieleden, de heer Rozendaal als voorzitter, de heer Cols, de heer Gerard, mevrouw Habets, de heer Houben, mevrouw Van Kessel en de heer Peters, mede uit naam van de hele raad hartelijk dank gezegd wordt voor de door hen verrichte werkzaamheden. Nogmaals heel hartelijk dank! [App/aus]
II Aanbieding Rekenkamerrapporten Naar Exploitatiebegrotingen en Naar de Programma begroting door de voorzitter van de Rekenkamercommissie, de heer M.D. van Hamersveld
Voorzitter: Dan, dames en heren, is mij ter ore gekomen dat de Rekenkamercommissie, waarvan de heer Hamersveld voorzitter is, ons een tweetal rapporten wil aanbieden over de exploitatiebegrotingen bij nieuwbouwsituaties en over de programmabegroting. Ik geef de heer Hamersveld graag het woord om zijn taak te vervullen. De heer Hamersveld: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Voor uw informatie: de Rekenkamercommissie van deze stad bestaat sinds 2003 uit raadsleden en externe
leden. Het is wat men noemt: een gemengde commissie, die op basis van onafhankelijk, objectief onderzoek tracht origineel inzicht aan te dragen met betrekking tot de door haar geselecteerde onderwerpen. De opdracht daarbij is niet zozeer om vermeende misstanden aan de kaak te stellen of af te rekenen maar
om verbeteringen voor te stellen vanuit de controlerende functie van de raad. Voor de vijfde keer in vier jaar tijd ÃćâĆňâĂİ dus rekenen doen wij ook- heb ik het genoegen hier
de rapportage van de commissie aan te bieden en wij hebben er dit jaar voor gekozen twee studies te verrichten. Allereerst hebben wij samen met Twynstra Gudde aandacht besteed aan de exploitatiebegroting van grote projecten bij nieuwbouw. Denk aan: Van Abbe, Dynamo, het Parktheater en zo verder. In totaal hebben wij negen projecten geanalyseerd. Ons rapport is getiteld: Droom, wensen werkelijkheid. Dit was niet zonder reden. Hoe gaat men in Eindhoven bij de planning van zulke voorzieningen meestal te werk? Kort en goed: je maakt samen met een aantal medestanders een optimistisch plan. Dat is dus gebaseerd op zachte aannames en niet altijd realistische inschattingen. Je laat dus niet alle kosten zien. De raad heeft dan geen volledig inzicht en beslist zogezegd ’in de mist’
Verslagnummer xg
of ’in het donker’. Vrijwel altijd wordt de raad later met aanzienlijke overschrijdingen en tekorten geconfronteerd, maar die worden in de regel, na enig geharrewar, toch bijgepast. Met andere woorden: de werkelijke kosten worden voor een deel naar de toekomst afgewenteld. Is dit uniek? Nee. Overal elders komt men vergelijkbare situaties tegen. De wens is de vader van het tekort. Een van de experts op dit terrein, professor Bent Flyvbjerg stelt op basis van zeer omvangrijke research dat het steeds weer onderschatten van kosten bij dit soort projecten gebaseerd is op strategie misrepresentation. We laten het aan u te oordelen. Vanzelfsprekend: u bent hier de baas; u hebt het laatste woord als het gaat over het toewijzen van middelen voor projecten, maar doe dat dan wel op een kritische manier. Probeer helder inzicht te krijgen en te beslissen op basis van volledige, transparante informatie. Anders gezegd: sluit uw ogen niet voor een al te mooie voorstelling van zaken. Verwaarloos uw controlerende rol niet. De Rekenkamercommissie stelt voor om met prioriteit een checklist ÃćâĆňâĂİ wat wij noemen: een exploitatietoets ÃćâĆňâĂİ te gaan
invoeren om voorstellen voor nieuwe projecten scherper tegen het licht te houden. Het is naar onze smaak positief, bemoedigend ÃćâĆňâĂİ dat hebben we gezien in de hoor-
en wederhoorprocedure ÃćâĆňâĂİ om te zien dat het college het door ons geschetste beeld
erkent dat exploitatiebegrotingen van veel voorzieningen na nieuwbouw onder druk staan. Het college wil samen met de raad kijken hoe deze druk verminderd kan worden en de dialoog aangaan over de te maken verbeterslagen. Mijnheer de voorzitter, de rekenkamercommissie heeft ook het begrotingsproces van de gemeente Eindhoven onderzocht. Dit plannings-, sturings- en controleproces is wat wij noemen: de levensader van de raad. Formulering van doelstellingen, autorisatie, toewijzing van middelen en controle: het zijn de belangrijkste rollen van de regering van de stad. De nadruk heeft bij ons gelegen op de elementen van dit proces, zoals de Voorjaarsnota, de Programmabegroting en het Jaarverslag, gedurende de verkiezingscyclus van vier jaar. De Rekenkamer heeft deze studie in eigen beheer uitgevoerd maar heeft, bij wijze van experiment, ook workshops gehouden met vertegenwoordigers van de diverse diensten in het ambtelijk apparaat. Deze werkwijze is zeer vruchtbaar geweest bij het verkrijgen van meer gezamenlijkheid in probleemanalyse en oplossingsrichting. De Rekenkamercommissie blijft verantwoordelijk, maar ik wil namens de commissie dank zeggen aan diegenen die binnen de ambtelijke organisatie hebben meegedacht aan mogelijke verbeteringen. Het is hier niet de plaats om de inhoud van ons rapport gedetailleerd aan de orde te stellen. Is regeren vooruit zien? Het blijkt: het kan anders, het kan beter en ook vooral doelgerichter. Wij hebben een blauwdruk ontwikkeld voor een begrotingsproces nieuwe stijl dat meer toekomstgericht is. Enkele kernpunten: invoering van een nieuwe verkiezingscyclus binnen twee jaar, meer aandacht aan toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen, eerdere behandeling van het beleid van het nieuwe college, dus verbetering in het sneller zichtbaar maken van politieke prioriteiten. Ook pleiten we voor verbetering van inhoudelijke informatie ÃćâĆňâĂİ dat wordt allemaal gedetailleerd uitgewerkt ÃćâĆňâĂİ en meer aandacht voor meetbaarheid, onder andere op basis van
Verslagnummer xg
inzichten van bio [7]. De komende periode moet worden gebruikt om onze voorstellen met voortvarendheid nader uit te werken en een nieuwe werkwijze te gaan aanleren. Opvallend voor ons was overigens vast te stellen dat het proces van totstandkoming voor een aanzienlijk deel ambtelijk gedreven is. Naar de overtuiging van de Rekenkamercommissie is betrokkenheid van de raad bij de vormgeving van dit proces, maar ook bij de inhoud, van eminent belang. Juist bij haar belangrijkste instrumentarium dient zij meer dan voorheen haar verantwoordelijkheid te nemen. Mijnheer de voorzitter, namens onze vice voorzitter, Peter Rooimans, dank ik de commissieleden Marcel van Bussel, Kaya Kocak (hij is helaas niet aanwezig), Monique List en Marion Vissers voor de prima samenwerking en inspirerende bijdragen. Het is verheugend dat zij ook volgend jaar weer aan de bal zullen blijven. Ik dank de griffie voor de ondersteuning. Zij is voor ons ’ieadingi n top service mentaii ty’. [Gelach] In het bijzonder danken wij onze secretaris Riek van der Meer voor zijn actieve rol en zijn humor. Mijnheer de voorzitter, ik heb nu het plezier u de beide rapporten te overhandigen [De heer Hamersveld overhandigt de rapporten aan de heer Braks].
Voorzitter: Heel hartelijk dank mijnheer Hamersveld. Wij zullen dit rapport doorgeleiden naar de commissie Bestuurlijke en Economische Zaken. Ik ga ervan uit dat het daar, als het eenmaal is geagendeerd, ook tot een nadere discussie kan leiden. Dat laat ik graag over aan de voorzitter van de betreffende commissie, mevrouw Zwierstra. Ik zeg u nogmaals dank voor het uitgevoerde werk, samen met de overige leden van de commissie de heer Rooimans, en de raadsleden Van Bussel, de heer Kocak, mevrouw List en mevrouw Vissers. Heel hartelijk dank en de raad ziet u in de toekomst weer tegemoet.
III Vaststellen volgorde van de agenda Voorzitter: Vervolgens gaan we door met de agenda. Ik heb geen verzoeken tot wijziging van de agenda ontvangen, dus ik stel u voor dat wij de agenda zoals die ons is voorgelegd goedkeuren.
IV Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies, rekenkamercommissies en referendumcommissies Voorstel benoeming lid van GroenLinks in de raadscommissie Wonen en Ruimte Voorzitter: Dan kom ik bij het hoofdstuk benoemingen. Daartoe wil ik allereerst het woord geven aan mevrouw Habets van de geloofsbrievencommissie over de geloofsbrief van de heer Prinsen om commissielid te worden. Mevrouw Habets: Dank u wel voorzitter. De commissie belast met het onderzoek
van de geloofsbrieven van de heer Prinsen wonende te Eindhoven heeft deze
Verslagnummer xg
geloofsbrief onderzocht en in orde bevonden. Zij adviseert de benoemd verklaarde, de heer Prinsen, dus toe te laten als lid van de raadscommissie Wonen en Ruimte. Namens de geloofsbrievencommissie, de heer Depla, mevrouw Breuers en ondergetekende. Dan heb ik nog namens de geloofsbrievencommissie een mededeling. Het is zo dat de verloftermijn van mevrouw Kuppens op 8 december aanstaande afloopt. Mevrouw Kuppens heeft verzocht om verlenging van haar verloftermijn tot 29 maart 2008. De heer Almis heeft zich bereid verklaard om mevrouw Kuppens wederom tijdens deze termijn in de gemeenteraad te vervangen. De commissie belast met het onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Almis ÃćâĆňâĂİ daar was dus een nieuw geloofsbrievenonderzoek voor nodig ÃćâĆňâĂİ heeft de geloofsbrieven
onderzocht en in orde bevonden. Zij adviseert de heer Almis ook toe te laten als lid van de gemeenteraad voor de periode van 8 december 2007 tot en met 29 maart 2008. Ondertekend door mevrouw Breuers, de heer Depla en ondergetekende.
Voorzitter: Hartelijk dank, ook voor het aanvullende advies, dat u als mededeling aan de raad deed toekomen. Gelet op deze adviezen zou ik de raad willen vragen om de heer Prinsen, en ook straks in een vervangende situatie de heer Almis, tot de commissie toe te laten. Daar stemt u mee in. Ik wens hen veel succes. De beediging zal, zoals gebruikelijk, op een ander tijdstip en op een andere plaats plaatsvinden.
Voorstel benoeming leden van de referendumcommissie Voorzitter: Over punt IV.2 is al kort gesproken in de raadscommissie. Gelet op de reacties daar, ga ik ervan uit dat er geen verdere schriftelijke stemming gewenst wordt. Als u dat wel zou willen dan hoor ik dat graag. Dan zijn wij daarop voorbereid. Ik constateer dat dat niet het geval is. Dan verzoeken wij in te stemmen met de benoeming van de deze referendumcommissie.
Voorstel benoeming interne leden rekenkamercommissie Voorzitter: Dan kom ik bij punt IV.3. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. Dan heb ik de formaliteiten vervuld.
V Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 30 oktober 2007 en 1 november 2007 Voorzitter: Bij de griffie zijn geen opmerkingen ontvangen. Als dat ook nu niet het geval is, dan worden de notulen onder dank goedgekeurd.
Vll Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad
verslagnummer xg
Voorzitter: Dan ga ik nu niet over naar het volgende agendapunt, namelijk de besloten vergadering. Ik stel u voor, gelet op het feit dat daar een aanpassing van de samenstelling voor nodig is, dat vlak voor de dinerpauze te doen. Dan kom ik nu bij het agendapunt van het vragenhalfuur. Zijn er leden van de raad die aan dit vragenhalfuur deelnemen? Dat is het geval. We hebben een melding van de VVD, van de SP, van ’leefbaar eindhoven’ en van de Partij van de Arbeid. Ik wil allereerst de VVD het woord geven. De heer Schut.
De heer Schut: Voorzitter, toen de raad bij de begrotingsbehandeling ineens het verhaal over veiligheid van de PvdA mocht horen, waren wij verbaasd, maar hebben wij ook onze tevredenheid uitgesproken met het feit dat de PvdA zich zo intensief met de veiligheid bemoeide en ook ernaar streefde het nog beter te regelen. Ik had beter moeten weten, want ik vroeg mij toch af: hoe komt nou zoiets hier? Nou bleek dat er een delegatie uit Den Haag was geweest, die cijfers gehoord of gezien hadden in Eindhoven. Dat was een aanleiding, werd mij verteld. Op 12 november gaf de burgemeester ons toelichting op het camerabesluit. Een van de punten die daar aan de orde waren, was de politie. Er werd gesteld dat er van alles aan de hand is in Eindhoven en dat er wat problemen zijn. De extra vergadering van de commissie op 19 november, wethouder Mittendorff, de politie, veiligheid, huizen en Lumens Groep, kwamen diverse cijfers op tafel, in een geweldig tempo. Er kwamen ook verhalen over projecten in Bennekel, in Rapenland en over wijkgerichte aanpak. Twaalf gezinnen zijn bezocht, er zijn 50 ernstige probleemjongeren van Marokkaanse afkomst, in de Voorstraat, in Eckart drie stuks, Rapenland 12 stuks. Voorzitter, het was voor te veel om het allemaal te noteren. Er is dus wel vastgesteld dat er van alles aan de hand is, maar verder zijn wij niet gekomen. Vandaar dat de VVD en ook het OuderenAppel bij herhaling hebben gevraagd om de actuele cijfers nog eens gewoon op een rijtje te krijgen. Niet het politierapport of het jaarverslag van 2006, maar gewoon actuele cijfers. Met die cijfers zouden wij ons werk kunnen doen als raadslid. Voorzitter, tot onze verbazing kregen wij nul op het rekest. Wij hebben de politie gebeld, dat was op de voicemail en wij kregen geen bericht terug. Mailtjes naar de politie werden niet beantwoord. We zijn bij het Veiligheidshuis geweest. Daar werd ons gezegd: ’dat is een moeilijk probleem en wij zijn niet degenen die u die informatie moet verschaffen’. Met andere woorden, voorzitter, er is een muur van zwijgzaamheid opgetrokken, en zeer waarschijnlijk is dat niet zomaar gebeurd maar is dat onder leiding van iemand gebeurd en is er een bericht uitgegaan van ’Nee, het blijft binnenshuis; u krijgt het niet’. Voorzitter, voor zover wij hebben kunnen nagaan is er een rapport en in dat rapport staan ernstige zaken. Het college heeft alle deuren op slot gedaan en onthoudt de raad op deze manier van informatie. Dat is zeer ernstig. Mijn fractie roept dan ook het college op om binnen twee maal 24 uur ons, de gemeenteraad van Eindhoven, het hoogste bestuursorgaan, te voorzien van de cijfers waar wij al enige tijd om vragen en waarvan wij begrepen hebben dat ze aanwezig zijn. Dank u wel.
verslagnummer xs
Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Schut. Een oproep aan het college. Het uitgangspunt dient in ieder geval te zijn dat de leden van deze raad, ieder afzonderlijk en collectief, van de gelijke informatie worden voorzien. Wij zullen deze twee dagen benutten om uit te zoeken of dat in dit geval ook het geval is geweest. Is dat niet zo, dan zullen wij berichten hoe wij daar verder mee zullen omgaan.
De heer Schut: Voorzitter, dat is het collegeantwoord begrijp ik? Voorzitter: Ja.
De heer Schut: Dat betekent dus dat mijn vraag of wij die cijfers krijgen niet is bea ntwoord?
Voorzitter: Nee, want er gaat een klein onderzoekje aan vooraf om te kijken in hoeverre er inderdaad sprake is van gedifferentieerde informatie. De heer Schut: Maar, dan blijft bij ons de vraag dat wij weten dat er informatie is en dat wij die informatie graag zouden willen hebben.
Voorzitter: Dat heb ik begrepen en die krijgt u ook, binnen die twee maal 24 uur, a/s die informatie er is. De heer Schut: Die is er, dus krijgen we het.
Voorzitter: Dat is uw overtuiging en voor mij een belangrijk gegeven, omdat het uw overtuiging is. De heer Schut: Goed zo.
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Gerard?
De heer Gerard: De nasleep hiervan, voorzitter. Ik denk dat de heer Schut en anderen met hem toch ook in de gaten moeten houden dat raadsleden actieve research kunnen doen en informatie kunnen vinden die niet zijdens het college verstrekt is. Bovendien dat door de heer Schut genoemde instellingen, zoals de politie of het Veiligheidshuis, strikt genomen niet onder de bevoegdheid van dit college vallen. Ik hoop dat u dat soort zaken ook mee betrekt. Het gebeurt mijzelf regelmatig dat ik informatie heb die andere raadsleden niet hebben, maar dat heb ik dan echt zelf netjes op veel plaatsen uitgezocht.
Voorzitter: Voorbeeldig.
verslagnummer xs
De heer Peters: Mijnheer de voorzitter, ik vind het minder voorbeeldig, want volgens mij zijn de vragen herhaaldelijk gesteld. Het is niet zo’n uniek fenomeen.
Voorzitter: Mijn uitgangspunt is daarstraks geweest dat voor zover er informatie wordt verstrekt van de zijde van het college, dat dit gelijk moet zijn ÃćâĆňâĂİ individueel
en collectief. Dat wil niet zeggen dat het college bij voorbaat alle informatie zal verstrekken. Zij zouden geen bestuurlijke functie kunnen vervullen als dat het uitgangspunt moest zijn. Maar in een democratie moetje zo transparant mogelijk zijn en daar zal ongeveer de grens worden bepaald en kan verdere research, mijnheer Gerard, daar eventueel verdieping aan geven. De heer Schut: Voorzitter, als ik nog even mag? Ik heb u aangegeven dat op een vergadering, van 19 november jl., achter de tafel van het college ons allerlei informatie is toegezegd. Op dat moment is gezegd: ’dat is er aan de hand, die rapporten zijn er’ Maar het was zo veel en het was onmogelijk om het allemaal meteen op te schrijven. Het enige wat ik vraag is duidelijkheid in de cijfers die toen genoemd zijn. Die zijn dus voor ons niet nieuw. Ze zijn al de revue gepasseerd, alleen wil ik ze nog eens geordend en wel op papier hebben. Dat is de vraag die ik heb. Dat is dus niet iets geheimzinnigs. Ik probeer ook niet van alles te weten te komen wat niet mag. En vervolgens heb ik ÃćâĆňâĂİ net als mijnheer Gerard zegt ÃćâĆňâĂİ research
gedaan maar ik krijg overal ’Nee’. Ik heb zelfs te horen gekregen: ’Dit is hot!’ en ’Ik mag u dat niet vertellen’. Voorzitter, dat maakt mij gewoon erg onrustig. Waarom mag het mij niet verteld worden?
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, mag ik reageren?
Voorzitter: Misschien is het goed dat de heer Rennenberg ook nog even het woord neemt. De heer Rennenber : Dank u wel, mijnheer de voorzitter, voor die gelegenheid. In voorgaande jaren hebben wij die cijfers wel gekregen. Daar hebben we zelfs niet om hoeven te vragen. Ze lagen netjes bij ons in het kastje. Waarom kan dit nou bij deze gelegenheid niet? Ik vind het eigenlijk een beetje ongepast als ik het Eindhovens Dagblad als raadsinformatiebrief moet gebruiken. Ik heb er regelmatig om gevraagd en ik wil die gegevens gewoon graag boven tafel hebben. Voorzitter: Er staan maar vijf minuten per vraag, maar mevrouw Mittendorff krijgt nog de gelegenheid hierop te antwoorden. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, dank u wel. Ik zou richting de heer Schut op twee manieren willen reageren. Aan de ene kant hebt u cijfers gehoord, net als overigens de projecten die genoemd zijn, waarvan aangegeven is dat u dat keurig op papier
verslagnummer xg
krijgt. Daar is dus helemaal niets geheimzinnigs aan. Het tweede, waar ik me een beetje aan zit te ergeren, is de ondertoon in uw stem, van ’Er wordt hier iets voor ons verborgen gehouden’ en ’Er heeft iemand opdracht gegeven dat wij cijfers die er wel zijn, niet als raad zouden mogen krijgen’. Daar wil ik tegen protesteren. Ik denk dat wij u eerlijk hebben voorgelicht, ook datgene dat wij op heel korte termijn nog aan cijfers hebben binnenkregen. Die hebben wij u simpelweg toegezegd. Daar zit helemaal niets achter. De toonzetting die u nu kiest is er een van ’Ja, er wordt van alles voor ons verborgen gehouden en de ene partij krijgt cijfers die de andere niet krijgt’. Ik moet dat ten stelligste tegenspreken. De ene partij heeft van mij geen andere cijfers gekregen dan een andere partij. Ik moet nogmaals aan de heer Rennenberg vertellen dat ik hem nog nooit cijfers heb gegeven maar dat hij altijd gewoon de politiejaarverslagen in de commissie Bestuurlijke Pijler heeft gekregen. Gisteren is nog een keer aangegeven dat er helemaal geen verandering in het beleid zit. Ik weerspreek dus ten stelligste datgene wat de ondertoon is van datgene wat hier gezegd wordt. Dank u wel. Voorzitter: Ik wilde deze discussie sluiten. De heer Rennenber : Ja, ik wilde toch graag even reageren, voorzitter, als het mag.
Voorzitter: Het is gebruikelijk dat we hier strikt onze tijdsafspraken respecteren. De heer Gerard: Ik zou een ordevoorstel hierover willen doen, voorzitter. Voorzitter: Doet u dat eens.
De heer Gerard: Dat wij dit in de commissie aan de orde stellen. Dit leent zich niet voor een vragenhalfuur en ik weet er nog wel een paar vragen bij te stellen die de zaak nog wat complexer maken, bijvoorbeeld in hoeverre aan de gemeente gelieerde instellingen die zelfstandig rechtspersoon zijn uberhaupt verplicht zijn informatie te geven. Dat is ook een interessante vraag. Dat is geen vraag voor nu. Mijn ordevoorstel is dus om dat in de commissie BEZ te doen.
Voorzitter: Ik ben het geheel eens met dit ordevoorstel en ik sluit de discussie, gelet op de kaders waarin we vandaag discussieren. Er komt vrij snel een reactie van de zijde van het college, op grond van de vragen die hier zijn gesteld. De heer Rennenber : Voorzitter, toch met uw permissie, eventjes! Mevrouw Mittendorff gaf wel in mijn richting aan: ’Ik heb u nog nooit gegevens gegeven’. Nou, ik denk dat heel de raad van de vorige periode die gegevens wel automatisch, vanuit het college of vanuit de politie, maar zonder daarnaar te vragen heeft gekregen. Waarom blijven nou die stukken achterwege? Ik vind het jammer dat deze discussie nu ontstaat.
verslagnummer xs
Voorzitter: Omdat ik zojuist het ordevoorstel heb overgenomen van de heer Gerard, kan dit in de commissie verder besproken worden. De heer Schut: Dat is dus weer een maand verder.
Voorzitter: Ik hoor dat uw buurvrouw, de voorzitter van de commissie, daaraan twijfelt.
Mevrouw Zwierstra: Nee, de volgende officiele commissievergadering is inderdaad volgens mij pas volgend jaar, maar u heeft ook toegezegd dat wij op zeer korte termijn ÃćâĆňâĂİ en dat is neem ik aan die twee keer 24 uur ÃćâĆňâĂİ een eerste reactie van u
krijgen. Dat is dan wel sneller.
Voorzitter: Dank u wel. De volgende vraag komt van de zijde van de Socialistische Partij, de heer Gerard.
De heer Gerard: Voorzitter, de Partij voor de Dieren heeft alle gemeentes een brief gestuurd waarin deze partij erop aandringt dat de gemeente zich keert tegen de inzet van levende dieren bij kerststallen. De partij argumenteert dat de dieren in deze onnatuurlijke omgeving niet hun natuurlijke gedrag kunnen ontplooien, dat zij worden blootgesteld aan stressomstandigheden en dat er bovendien reeel gevaar is voor vandalisme en brandstichting. Naar aanleiding daarvan heeft de SP de volgende vragen: Is er in de afgelopen vijf jaar in de gemeente Eindhoven sprake geweest van kerststallen met levende dieren?
Vereist het inrichten van een dergelijke kerststal een gemeentelijke vergunning en zo ja, welke? Zo dit nodig is, zijn er in de afgelopen vijf jaar een of meer vergunningen afgegeven voor een levende kerststal? Liggen er voor de komende kerst plannen, eventueel uitlopend in een vergunningaanvraag, om in Eindhoven een kerststal met levende dieren in te richten?
Hoe staat het college tegenover deze gedachte als zodanig? Indien er een vergunningaanvraag ligt, is deze verleend of zal deze verleend worden? Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan het college, mevrouw Mittendorff. Mevrouw Mittendorff: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, de laatste vijf jaar zijn er geen vergunningen voor levende kerststallen afgegeven. Of ze er niet geweest zijn in iemands huiskamer weet ik niet, maar er zijn in ieder geval geen vergunningen voor afgegeven. De APV verbiedt het niet maar als het gevraagd wordt, kan het wel
Verslagnummer xg
geweigerd worden in het belang van de openbare orde of om overlast te voorkomen. Als het te maken heeft met veiligheid ÃćâĆňâĂİ bijvoorbeeld verkeersveiligheid,
of veiligheid van personen of goederen ÃćâĆňâĂİ of met zedelijkheid of gezondheid kan
het geweigerd worden. Op zich verzet de APV zich er niet tegen. Voor zover wij weten liggen er voor de komende kerst geen plannen in die richting en zijn er ook geen aanvragen voor levende kerststallen geweest. Er heeft ons geen enkel geluid in die richting bereikt ÃćâĆňâĂİ nu moet ik meteen aan blaten denken ÃćâĆňâĂİ dus wij gaan ervan
uit dat het zich op dit moment niet voordoet. Akkoord zo? Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Peters.
De heer Peters: Ik heb zelf nog een vraag. Ik weet niet of u zich voortaan gaat oproepen als spreekbuis voor de Partij van de Dieren. U bent goed in onderzoeken. Wellicht dat u zelf een onderzoek had kunnen instellen, maar mijn belangrijkste vraag is: heeft u enige reden om aan te nemen dat er iets mis is met levende dieren in een kerststal? Volgens mij is dat helemaal niet zo.
De heer Gerard: Ik heb een antwoord op de heer Peters en een aanvullende vraag aan mevrouw Mittendorff. Dit zal ik even in omgekeerde volgorde doen. Ik heb gevraagd: onder welke vergunning zou dit eigenlijk vallen? U zegt: het valt onder de APV?
Mevrouw Mittendorff: Dat zei ik, ja.
De heer Gerard: Oke. En dan de heer Peters. Er zijn inderdaad voorbeelden genoemd van een aantal plaatsen in Nederland waar kerststallen in brand gestoken zijn en waar dieren in paniek gebracht zijn. Het feit op zich dat dieren langdurig in het gezelschap van veel bezoekers verkeren, is een stressomstandigheid. Voorzitter, vandaar dat wij de vragen van de Partij van de Dieren gewoon overgenomen hebben. Dat leken ons zinvolle vragen. Ze leken ons actueel en binnen vijf minuten bea n twoor d b a a r.
Voorzitter: U wilde ook nog een opmerking aan het adres van de wethouder maken? De heer Gerard: Dat is afgewerkt. Dat betrof de APV.
Voorzitter: Dank u wel. Dan komen we bij de volgende vraag, van ’leefbaar eindhoven’: de camerabeveiliging op industrieterrein De Hurk. Mijnheer Peters?
De heer Peters: U zit goed, mevrouw Mittendorff? Geacht college, naar aanleiding van het krantenartikel in het Eindhovens Dagblad, jongstleden vrijdag, 30 november met de kop ’De Hurk gaat zelf maar camera’s ophangen’ ÃćâĆňâĂİ zover is het
Verslagnummer xg
trouwens nog niet; eerst moet er nog een onderzoek komen ÃćâĆňâĂİ hebben wij de
volgende actuele vraag. Vooropgesteld: de onderhandelingen lopen al vanaf de heer Welschen en aandacht in de krant kan voor- en nadelen hebben. De ambtenaren van Economische Zaken: Ketelaars, Kivits, doen uitstekend werk als het over glasvezels gaat. Zij hoeven zich niet aangesproken te voelen in dezen. Bedrijventerrein De Hurk lijkt ons een serieuze gesprekspartner voor de gemeente. 15.000 mensen zijn werkzaam op dit dynamische industrieterrein. Om zo’n terrein bij de tijd te houden kost grote inspanningen, te meer daar dit park ingevlochten ligt in de stad en bijvoorbeeld tegenwoordig ook als ontsluiting dient voor Meerhoven, voor passanten richting centrum. Infrastructuur, openbare orde en veiligheid in het publieke domein is een verantwoordelijkheid van de gemeente maar ook het ondernemerscontact neemt zeker haar verantwoording, zowel in manskracht als in geld. Op dinsdag 11 april 2006 tekende de gemeente Eindhoven een convenant ÃćâĆňâĂİ een overeenkomst ÃćâĆňâĂİ met bedrijventerrein De Hurk. Dit was een
bijeenkomst met allure, met onder andere de gemeente, de heer Van Aken, sectorhoofd 3PR, de politie, de heer Van Dalen, Eindhoven Strijp, de commissaris van de politie, de heer Peter van de Ende en burgemeester Sakkers zelf. Het was een partnerschap. Beide partijen zouden 6 500.000 investeren, zoals zovele cofinancieringen vorm krijgen. Alle partijen verklaarden samen de veiligheid op het terrein te bevorderen en de criminaliteit te bestrijden, onder andere door het project camera’ s. Daarna werd het stil. Erg stil. Drie data zijn voorgesteld. Geen reactie. Er werd wel vanuit de zijde van de gemeente gevraagd: kom eens met een plan en met concrete richtlijnen. Met andere woorden: we gaan alles nog een keer overdoen. De verantwoordelijk wethouder naast Sakkers komt met de reactie: ’de raad heeft besloten’. Als dat het is waar u zich achter verschuilt, geachte wethouder, dan zou het positieve kunnen zijn dat de raad in alle gevallen voortaan de dienst uitmaakt. Dat is in ieder geval motiverend voor de toekomst. De raad kwam tot dat besluit door verwikkelingen rondom een camerabedrijf en de heer Sakkers. Dit zou betekenen dat door deze affaire de jarenlange onderhandelingen van een serieuze partij, zoals De Hurk is, naar de prullenbak verwezen zouden kunnen worden. Dit is bizar in mijn ogen. De grote vraag blijft echter: wat is de waarde van een overeenkomst met de gemeente Eindhoven? Een convenant is een convenant. Hier komt de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de gemeente in het geding. Dit is volgens mij een ernstige zaak. Wat zijn afspraken nog waard, college? Graag uw reactie. Voorzitter: Mevrouw Mittendorff. Mevrouw Mittendorff: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik heb het krantenartikel ook gelezen. Ik zag daar een geweldige uitnodiging in van een inderdaad heel waardevol bedrijventerrein om weer gesprekspartner te willen zijn van de gemeente. Wat dat betreft is het dus heel goed om op die manier dingen te horen die mogelijk interessant kunnen zijn. Zoals u al aangeeft hebben wij inderdaad een
Verslagnummer xg
overeenkomst getekend met bedrijventerrein De Hurk in 2006. We hebben nadien verschillende contacten gehad. Het is ook zo, wat u zegt, dat wij indertijd aan De Hurk gevraagd hebben om met plannen te komen omdat de aanvankelijke plannen eerst te groot waren, of te prijzig, of dat het toch niet helemaal paste. Ik moet u wel melden dat wij op 16 april van dit jaar een brief ontvangen hebben dat De Hurk niet langer door wilde gaan met camerabewaking. De heer Peters: Mevrouw Mittendorff, als ik even mag: dit is al een jaar na dato! Het is een jaar stil geweest he?
Mevrouw Mittendorff: Nee, het is niet stil geweest in die tijd. Ik heb zelf met de mensen gesproken. Er is een ambtenaar voortdurend in de slag geweest om ook hen te verzoeken om te komen met voorstellen die aansloten bij datgene wat zij zelf heel wenselijk vonden voor het bedrijventerrein. Het is dus helemaal niet stil geweest in die periode. Integendeel! Er is nogal wat activiteit geweest. Maar wij kregen al eerder te horen dat het geld uit de begroting zou gaan en uiteindelijk is definitief besloten ÃćâĆňâĂİ voorafgaand aan de brief van 16 april ÃćâĆňâĂİ dat cameratoezicht
toch in ieder geval voorlopig van de baan zou moeten zijn. Toen ik het krantenbericht zag dacht ik: blijkbaar zijn er toch weer plannen en hebben zij ook gezien dat er mogelijkheden zijn om, eventueel met de ondernemers gezamenlijk, aan de slag te gaan met camerabewaking. Ik heb dat als een heel positief signaal opgepakt. Ik kan dus niet zeggen dat er niets is gedaan. Er is heel veel gedaan. Alleen, als ondernemers op een gegeven moment zeggen dat zij toch niet kiezen voor iets, dan zullen wij ze niet dwingen. Voorzitter: Dank u wel.
De heer Peters: Mevrouw Mittendorff, er isjaren gewerkt naar dit resultaat. Er is een convenant getekend. Er zijn inderdaad nog steeds gesprekken met Economische Zaken. Dat gaat over glasvezel. Dat gaat buitengewoon goed. Maar het gaat nu over dit onderwerp. Er is’ 500.000 voor gereserveerd en daarna is het gewoon een j a a r sti I g e weest.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, als ik toch nog even mag reageren. Het is wel een vraag en we zijn een beetje aan het pendelen, heen en weer. Voorzitter: Dat heb ik ook geconstateerd.
Mevrouw Mittendorff: Maar ik zeg nogmaals: op het moment dat mensen zeggen: ’wij kiezen toch voor andere dingen en niet voor camera’ s’, wat vindt u dan dat de houding van de gemeente moet zijn? Wij dwingen u om nu met camera’s door te gaan? Hoe had u dat gedacht? Als ik met mensen aan tafel heb gezeten, plannen heb proberen te ontwikkelen die leiden tot een bepaalde aanpak en als men mij
verslagnummer xs
schriftelijk laat weten dat dat toch niet gewenst is en dat er andere prioriteiten liggen, dan denk ik dat het goed is om ook de verantwoordelijkheden te leggen waar ze daadwerkelijk liggen. Ik was oprecht verheugd om te lezen dat men toch weer met elkaar aan de slag wil om te zorgen voor beveiliging ÃćâĆňâĂİ voor zover dat
passend is, binnen de regels die we daarover met elkaar hebben opgesteld. Voorzitter: Dank u wel. De vraag is gesteld en het antwoord is gegeven. Dan is hiermee het vragenhalfuur om. Oh nee, er is er nog eentje, van de Partij van de Arbeid: bonnen voor daklozen in Woensel.
Mevrouw Van Helmond: Dank u wel voorzitter. Zaterdag 1 december stond er in het Eindhovens Dagblad het bericht dat de laatste twee weken een groep van zestig daklozen en alcoholverslaafden zijn aangehouden. Het zijn mensen die op de nachtopvang van Neos verblijven en een heleboel overlast veroorzaken voor de omgeving. In het artikel van het Eindhovens Dagblad wordt met name beschreven dat er op dit moment een repressief beleid gevoerd wordt ten aanzien van deze groep daklozen. Aan het college hebben we de volgende vragen. Bent u zich ervan bewust dat er in Eindhoven geen enkele opvangvoorziening bestaat voor de groep alcoholverslaafden waar zij ook alcohol mogen gebruiken? Dit is in tegenstelling tot de groep harddrugsverslaafden, die wel iedere dag naar de dagopvang van Novadic kunnen gaan om harddrugs te gebruiken. Deelt u onze mening dat uitsluitend repressief beleid leidt tot verplaatsing van een probleem? Dat deze verplaatsing niet wenselijk is, maar dat een concrete oplossing noodzakelijk is? Kunt u ons vertellen wat u aan het probleem wilt gaan doen en hoe u een eventuele oplossing ziet? Voorzitter: Dank u wel. De heer Don.
De heer Don: We hebben een hele hoop gelegenheden in deze stad waar je alcohol kunt drinken! Ik plaag eventjes; die zijn natuurlijk buiten de doelgroep. Er zijn een hele hoop cafes waar regulier alcohol kan worden gedronken. Spreek je echter over de groep alcoholverslaafden, die de cafes ook niet graag zien, dan hebben we een probleem. Daar hebben we niet een aparte plek voor in deze stad. We voeren daar ook een repressief beleid op. Er is op bepaalde locaties in de stad een verbod te drinken op bankjes. Je zult ook zien dat de politie daarin optreedt. De groep die het betreft, rondom de nachtopvang, betreft niet alleen maar clienten van Neos en Novadic. Er zit ook wat ander volk tussen. Dat signaal krijgen wel. Met repressie alleen kom je er niet. Je zult wat meer moeten doen en het is een van de belangrijke bespreekpunten in het Stedelijk Kompas. Idealiter zou je ook voor deze groep een plek moeten hebben waar ze hun eigen bier kunnen gaan drinken. Maar dan krijg je een andere discussie. Waar wil je dat dan doen? Moet je dat gaan integreren met de drugsverslaafden in de dagopvang? In Heerlen heeft zo’ n experiment gedraaid en dat heeft goed gewerkt, die twee groepen bij elkaar. Maar
verslagnummer xs
je moet natuurlijk ook naar industrieterrein De Kade kijken, want wat levert dit voor problemen op De Kade op? Er is dus niet 1-2-3 een oplossing mogelijk met een locatie waar men kan gaan drinken. Daar zul je wat omheen moeten organiseren. Het is een probleem. Het is onder de aandacht. En 1-2-3 een oplossing vanuit de zorgkant heb ik nog niet, maar we bespreken het wel in het Stedelijk Kompas en daar moeten we de oplossing ook zien te vinden. Mevrouw Van Helmond: Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel, ook van uw kant, mevrouw van Helmond.
VIII Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen Voorzitter: Nu zijn we wel aan het einde gekomen van het vragenhalfuur en gaan we over op agendapunt Vlll. Ik probeer ze achtereenvolgens af te handelen. De heer Schut: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Schut?
De heer Schut: Wij hadden al aangekondigd dat wij bij agendapunt Vlll.3 in elk geval iets zullen zeggen en daar is vandaag bijgekomen punt Vlll.10, wat wij pas op het allerlaatste moment hebben gekregen. Het zal niet veel zijn, maar toch iets.
Voorzitter: U meldt zich dadelijk wel voor het woord als we bij die punten zijn
aangekomen. Voorstel tot het vaststellen van de nota lokaal gezondheidsbeleid 2007-2010 ’Eindhoven: Een in gezondheid’ Voorzitter: Punt 1 dus. Geen woordmeldingen? Dan is het aanvaard. We gaan naar punt 2. De heer Jansen: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Jansen?
De heer Jansen: Nog heel even over punt 1, gezondheidsbeleid. Dat was punt 1 toch?
Voorzitter: Daar wilt u nog even op terugkomen? Gaat uw gang. De heer Jansen: Jazeker. Wil wilden graag bij dit punt - gezien de actualiteit maar zonder misbruik te maken van de actuele motie-tijd- toch iets inbrengen als motie
verslagnummer xg
rondom het preventiebeleid alcohol en drugs bij jongeren. Het gaat met name om preventielessen. We willen graag als ondersteuning van het huidige beleid, waar raadsbreed steun voor is rondom preventie, alcohol- en drugsgebruik vooral bij jongeren ontmoedigen. De motie gaat in op de constatering dat alcohol en drugs hoe langer hoe vaker, en steeds jonger, door jongeren worden gebruikt. En dat dit op alle mogelijke manier moet worden ontmoedigd. Ook ons recente bezoek, als gastheren van deze raad, met ouders naar het Stratumseind heeft ons daarbij geholpen. De schade, vooral hersenletsel, bij jongeren is zodanig alarmerend dat daar meer moet gebeuren. De motie voorziet erin dat er maximaal preventielessen kunnen worden gegeven op scholen en dat daar niet alleen maar grote bestaande instituten als Novadic of GG&GD voor bestaan maar dat er ook een kleinschaliger aanpak mogelijk is die op een aantal plaatsen beter aansluit bij hoe scholen hierin staan, want er kunnen bij scholen ook nogal een aantal drempels bestaan om mensen uit te nodigen voor preventielessen. Dat is het eerste punt. Het tweede is dat we ook graag een vinger aan de pols willen zien om in het voorjaarsdebat 2009 te komen met een overzicht van een totaal aantal gegeven preventielessen alcohol en drugs 2008. De motie wordt mede ingediend door het CDA en door de SP. Dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. Dan wordt de motie, die nu verspreid wordt, onderdeel van de beraadslagingen. Dan kom ik bij Vlll.2.
Mevrouw Jacobs: Voorzitter, mogen we ook reageren op de motie? Voorzitter: Dat mag. Wie wil dat doen? Mijnheer Van den Biggelaar?
De heer Van den Bi elaar: Ja, maar ik doe het wel na mevrouw Jacobs. Zij was eerder. Voorzitter: Mevrouw Jacobs.
Mevrouw Jacobs: Ja voorzitter, het is natuurlijk niet vreemd dat ik reageer op deze motie. Ik ben nogal betrokken bij het project ’Laat je niet flessen’ in deze regio. Er gebeurt ontzettend veel in onze stad op dit gebied. Novadic-Kentron en de GG&GD zijn heel hard aan het werk met scholen en met ouders. Zij geven allerlei informatieavonden en deskundigheidscursussen voor het onderwijs, in een kader met een enorm netwerk. Ook HALT, de SRE, het project ’Laat je niet flessen’ en de politie zijn erbij betrokken. Als we de lessen ook gaan laten uitvoeren door kleine instellingen die dit netwerk niet hebben in onze stad, dan ziet het er heel anders uit. Het valt me op ÃćâĆňâĂİ en dat is natuurlijk niet helemaal vreemd, gezien de indieners ÃćâĆňâĂİ dat de genoemde kleine instellingen op christelijke leest zijn gestoeld. Dit brengt
alleen maar extra kosten met zich mee, terwijl wij al subsidie geven aan NovadicKentron. De GG&GD krijgt ook al financiele middelen van ons hiervoor. De
Verslagnummer xg
inbrengers stellen dat bepaalde scholen zich niet snel tot de bestaande grote instellingen zullen richten, maar zich meer betrokken voelen bij kleinere zorginstellingen. Dat kan natuurlijk zo zijn, maar dan zou ik toch voorstellen om te overwegen om dit uit hun eigen budget te bekostigen. De heer Van den Bi elaar: Ja, voorzitter, wij wilden eigenlijk niet ingaan op dit onderwerp omdat er geen discussie over werd verwacht, maar als er een motie komt, moet ik daarop reageren. Deze motie gaat wat ons betreft veel te ver in het regelen van bevoegdheden die bij het college horen. Om die reden moeten wij tegen stemmen. In het lokale gezondheidsbeleid is het van belang dat de voorlichting gebeurt door gekwalificeerde organisaties. Dat mogen ook andere zijn, maar die moeten dan wel onderhavig zijn aan een kwaliteitstoetsing, die naar mijn idee onderdeel kan zijn van het lokaal gezondheidsbeleid. Dus punt 2 van de motie, dat aangeeft dat het onderdeel moet zijn van het lokale gezondheidsbeleid, kunnen wij steunen. De andere punten niet. Ik denk dat het onderhandelen over welke instellingen welke zorg levert, iets is van het college en dat de raad aan het college kan vragen om de zorg zo goed mogelijk te regelen. Wij gaan niet intreden in de keuze met welke instellingen mensen een contract sluiten. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog meer reacties op de motie?
De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter.
Voorzitter: Mevrouw Schreurs en mijnheer Vleeshouwers. Mevrouw Schreurs: Dank u wel voorzitter. Ik wilde graag de heer Van den Biggelaar steunen. Het is inderdaad een bevoegdheid van het college. Op zich vind ik wel dat de motie een aardige lijn aangeeft. Feitelijk staat er, mevrouw Jacobs, dat je je netwerk uitbreidt. U zegt wel: ze zijn geen onderdeel van het grote netwerk, maar van een netwerk mag toch verwacht worden dat ze ook ruimte scheppen voor maatwerk erin. Eigenlijk bent u als liberaal nu een soort monopolypositie aan het verdedigen. Dat vind ik toch wel opvallend, maar wij steunen dus de PvdA in dezen. Voorzitter: Dank u wel. De heer Vleeshouwers eerst.
De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter, het is een nadeel als je dit soort moties zo laat onder ogen krijgt. Wat ik las in dit verhaal is eigenlijk dat scholen organisaties uitnodigen om preventielessen te geven. Dat vind ik een goed idee maar ik begrijp niet wat de gemeente daarmee te maken heeft. Scholen kunnen op eigen gelegenheid iedereen uitnodigen om lessen te geven, dus ook deze kleinere zorginstellingen, als dat nodig is. Ik zie eerlijk gezegd geen rol, noch van het college, noch van de raad, hierin. Het misschien goed om een vinger aan de pols te houden, maar de actie moet, lijkt mij, toch echt bij de scholen liggen.
Verslagnummer kS
Voorzitter: Eerst mevrouw Habets, dan mevrouw Van Kaathoven.
Mevrouw Habets: Alleen een korte stemverklaring voorzitter. Op zich is het een sympathieke motie. Wij zouden ons alleen in punt 1, 2 en 3 kunnen vinden. Punt 4 vinden wij te vaag en punt 5 veel te detaillistisch. Voor de rest sluiten wij ons aan bij het betoog van de heer Van den I3iggelaar. We zijn dus tegen. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven.
Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel voorzitter. Ik wilde aangeven waarom wij de motie mede ondertekend hebben. Eigenlijk is dat al een keer gezegd door mevrouw Schreurs: het gaat er met name om dat het netwerk verbreed wordt. Dat vinden wij een heel goed punt omdat er dan meer zorg op maat geboden kan worden. Dan wilde ik nog even reageren op de reactie van de VVD over de (christelijke) grondslag van de kleine zorginstellingen. Mij is ter ore gekomen dat de stichting Moedige moeders een voorbeeld is van een niet-christelijke instelling. Daarnaast gaan wij ervan uit dat hierin de subsidieverordening gevolgd wordt. Daarin staat duidelijk aangegeven dat subsidies niet verstrekt worden op basis van religieuze grondslag maar op basis van kennis en kunde. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Jacobs stak nog een keer haar vinger op. Heb ik dat
juist gezien? Mevrouw Jacobs: Ja, dat klopt, voorzitter.
Voorzitter: Dan krijgt u kort de gelegenheid. Mevrouw Jacobs: Ik wil even reageren op mevrouw Schreurs. Het netwerk is juist van belang omdat politie en HALT allemaal vertegenwoordigd zijn in het project ’Laat je niet flessen’, Als we samen met de twintig andere SRE-gemeentes een beleid voeren, is het heel handig om dat bij elkaar te houden en de juiste informatie te geven. Dat wil niet zeggen dat deze kleine instellingen hierin geen rol zouden kunnen spelen, maar of we daar nu weer extra kosten voor moeten maken terwijl we de knowhow in huis hebben, dat was de vraag. Voorzitter: De heer Weijs. De heer trttei’s: Dank o seal voorzitter. ik denk dat het met de extra kosten op zich
meevalt. Ik merk dat er wellicht toch meer draagvlak zou zijn als we punten 4 en 5 toch eventjes terugnamen. Ik weet niet in hoeverre mijn mede-indiener daar nog wat overleg over zou willen.
Verslagnummer xg
Voorzitter: Hij krijgt het woord nadat mevrouw Breuers gesproken heeft. Mevrouw Breuers: Ik denk niet dat het een erg goede verbetering is, mijnheer Weijs, om die punten te schrappen. Volgens mij is het beter om het hele verhaal terug te trekken en wel om het volgende: ik denk dat mevrouw Jacobs gelijk heeft. We zijn allemaal goed geinformeerd over het project ’Laat je niet flessen’ van de SRE. Ik denk dat de campagne en de communicatie daar goed in elkaar zit. Het loopt. Laat dat vooral onze hoofdmoot zijn op dit gebied. Verder is de inhoud aan de scholen. Dat betogen wij hier al een hele tijd. De huisvesting is van ons maar wat er in die lokalen gebeurt, daar gaat wij niet over. Het gaat ons echt veel te ver dat de gemeente zou gaan benoemen met welke organisaties in de stad scholen zouden moeten dealen. Voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord weer aan de heer Jansen.
De heer Jansen: Dank u wel voorzitter. Ik ben verrast door de reacties want waar het
ons om gaat is eigenlijk zoveel mogelijk preventielessen aanbieden, waarbij het belang en de eigenwaarde van de scholen volop tot zijn recht komt. Ik denk dat er ook iets speelt van openbare en bijzonder scholen, maar het gaat er helemaal niet om, om iets voor te schrijven. Het gaat erom dat juist grote instellingen ÃćâĆňâĂİ dat is
gewoon de praktijk - niet zo gemakkelijk contact krijgen met scholen, met a//e scholen, ook bijzondere scholen; christelijke scholen maar ook islamitische scholen. Daar ligt een hoge drempel en ook een schaamtebalk. Alles wat deze motie beoogt ÃćâĆňâĂİ en daar zitten amper kosten aan ÃćâĆňâĂİ is om de drempel naar deze scholen lager te
maken omdat het er ons uiteindelijk om gaat ÃćâĆňâĂİ de hele raad, ben ik van overtuigdÃćâĆňâĂİ
dat die preventielessen gegeven kunnen worden. Wat is het voordeel van deze kleine organisaties die absoluut niet alleen maar puur christelijk zijn? Het voordeel is dat zij ook praten vanuit een stukje beleving en gedrag naar de omgeving. Dat is, juist omdat het kleinschaliger is, heel belangrijk. Dit zijn allemaal vrijwilligers maar zij hebben wel kwaliteitskeurmerken. Dat heb ik ook gehoord als vraag. Het gaat er eigenlijk alleen maar om om het wat scherper te zetten en de kans niet te laten lopen. Dat beroep doe ik ook hier op de raad. Ik denk niet dat iedereen ineens enthousiast wordt als die kosten eruit gaan. Terwijl ik het wel hoop. Eigenlijk praten we wat betreft de kosten over niks. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. De motie blijft dus op tafel.
De heer Don: Mag ik ook nog reageren? Voorzitter: Waar hoor ik dat? Oh, mijnheer Don, neem me niet kwalijk. [Ge/ach]
De heer Don: Als wethouder die verantwoordelijk is voor het lokale gezondheidszorgbeleid, graag toch ook een reactie. Ik snap het signaal. Het is een
Verslagnummer xg
heel duidelijk signaal: zorg dat die preventielessen worden gegeven. En zorg ervoor dat dit gebeurt op die scholen. We hebben daar een club die ervoor bezig is, ’Laat je niet flessen’. We hebben de GG&GD die daar actief mee bezig is. Op dit moment loopt er een programma en ik zit een beetje op deze lijn. Als ik van de GG&GD of van ’Laat je niet flessen’ signalen krijg dat het onvoldoende werkt of dat er meer of andersoortige capaciteit nodig is en dat hier kosten aan verbonden zijn, dan hoor ik dat en kunnen we erop bijsturen. Op dit moment ben ik echt even benieuwd ÃćâĆňâĂİ die cijfers heb ik niet ÃćâĆňâĂİ hoe de preventielessen nu lopen op school. Hebben we een
bereik? Zijn er scholen die erom vragen? Zo ja, krijgen ze dan een antwoord. Is dat naar tevredenheid? Wat levert dat op? Dat zijn gegevens die ik nog niet helemaal heb, want dat loopt allemaal nog niet zo lang. Dan moet ik ook even kijken naar mevrouw Jacobs, want die zit middenin het project. Wat ik u graag wil toezeggen is dat we gevoelig blijven voor signalen vanuit het onderwijs. Als ze zeggen: we hebben behoefte aan die lessen en ze kunnen op de een of andere manier niet goed georganiseerd worden. Die signalen komen ongetwijfeld binnen bij mevrouw Jacobs en bij de GG&GD en dan zullen we ze oppakken. Wat ik lastig vind aan deze motie is dat hij direct naar twee organisaties is toegeschreven en ik ken die organisaties helemaal niet. Dan vind ik het ook heel moeilijk te zeggen: ik ga akkoord met die motie, want dan verbind ik me ook gelijk aan die organisaties. De heer Jansen: Mag ik heel even? Het gaat niet om deze twee organisaties. Het zijn voorbeelden van kleinschalige organisaties. Daar staat ’en andere’ bij.
Voorzitter: Dank u wel voor deze toelichting. Er is voldoende van gedachten gewisseld over deze motie. Ik stel hem meteen ter stemming aan u voor. Als degenen die voor deze motie zijn hun hand willen opsteken? [Stemmen bij handopsteken] Wij hebben 13 handen geteld en dat is onvoldoende om deze motie te doen aanvaarden. Dan stel ik nu het voorstel aan de orde, zoals het is geformuleerd. Kunt u daarmee instemmen? Unaniem. Dan is aldus besloten.
Vlll.2 Voorstel tot het vaststellen van de wijzigingsverordening Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven 2007 Voorzitter: Dan komen we bij punt 2. Niemand die de discussie wil openen, dan is het voorstel aanvaard.
Vlll.3 Voorstel tot het vaststellen van de Verordening gemeentelijke belastingen en rechten 2008 Voorzitter: Punt 3. De VVD.
Verslagnummer xg
Mevrouw Zwierstra: Voorzitter, dank u wel.
Voorzitter: Mevrouw Zwierstra.
Mevrouw Zwierstra: We willen allemaal minder regels en met de vereenvoudiging van het precarioverhaal heeft u laten zien hoe dit kan. Graag zouden wij zien dat deze slag, daar waar mogelijk, voor alle belastingen en rechten wordt gemaakt. Wij vragen u het resultaat hiervan te presenteren in het ’Raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordening gemeentelijke belastingen en rechten 2009’, dus pas over een jaar. Hiertoe dienen wij een motie in, die mede is ondertekend door de ChristenUnie en de PvdA. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Habets.
Mevrouw Habets: Dank u wel, voorzitter. Wij willen graag op dit voorstel toch graag weer een amendement indienen. We blijven het gewoon proberen, zij het met een iets andere insteek. Het is namelijk gebaseerd op reacties die we hebben gekregen naar aanleiding van een discussie over hondenbelasting en honden poep. ’Een hond neem je mee naar buiten’ is een van de reacties. Je beweegt: ’gezondheid’; je maakt een praatje: ’sociale contacten’. Een hond geeft je een gevoel van veiligheid binnenshuis. Het is een middel voor inbraakpreventie en geeft ook veiligheid op straat. Met een hond voel je je minder eenzaam. Dat is zo’n beetje de strekking van de vele reacties die ons bereikten naar aanleiding van de discussie. Kortom: wij stellen voor om het tarief van de hondenbelasting voor de eerste hond op 0 euro te zetten. De reden daarvoor is dat het bezit van een hond eigenlijk niet ontmoedigd moet worden door een eigenlijk toch dwaze belasting, maar juist toegejuicht en gestimuleerd moet worden. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dat is een amendement, A6. Zijn er nog meer
woordmeldingen? Mijnheer Gerard? Mevrouw Habets? De heer Gerard: Sorry, was ik?
Voorzitter: Ik dacht dat mevrouw Habets nog even een aanvullende opmerking wilde maken. Mevrouw Habets: Ik wilde nog even vertellen dat het amendement is meeondertekend door De Stadspartij, OuderenAppel en Lijst Pim Fortuyn. Voorzitter: Waarvan nota. Mijnheer Gerard.
verslagnummer xa
De heer Gerard: Ik zou het in eerste instantie gelaten hebben bij de stemverkla ring dat in de tarieven inherent een standpunt zit over de organisatie van het belanghebbendenparkeren wat wij niet delen. Dat is voor ons echter geen reden op dit moment voor een initiatief of tegen het voorstel stemmen. Nu liggen er enkele initiatieven. De hondenbelastingmotie zullen wij niet steunen. Het is een herkansing voor een discussie die geweest is. Wat betreft de motie met betrekking tot de vereenvoudiging van de regelgeving: wij zijn niet automatisch altijd even overtuigd van de zin en de wenselijkheid van het vereenvoudigen van regels. Soms is dat goed maar soms is dat niet goed. Soms wordt het gebruikt om van regels af te komen waar men eigenlijk vanaf wil omdat ze niet goed van pas komen, maar die desalniettemin heel erg nuttig zijn. Wij willen hier eerst het standpunt horen van het college en vervolgens graag precies zien welke regels dan wel zouden moeten worden afgeschaft, alvorens wij daar in zijn algemeenheid in meegaan. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, even reagerend op mijnheer Gerard. Er staat niet wat er afgeschaft moet worden. Er wordt gevraagd om te kijken welke regels vereenvoudigd zouden kunnen worden en dan ook nog ’waar mogelijk’. Dus niet: ’geef maar even aan waar dat nou kan’. Overigens zou ik dat graag doen, als ik dat kon, maar dat vergt iets meer tijd.
De heer Gerard: U wenst dus vereenvoudiging en afschaffing is vloeiend [niet goed te verstaan].
ge keer Oe la: Ik kan meegaan met de redenering van de keer Gerard le meet gewoon goed kijken wat je afschaft. Dat is niet iets wat je zomaar even op een namiddag doet, maar daarom vind ik deze motie juist zorgvuldig geformuleerd. Er staat ’waar mogelijk’. Dat is de reden waarom wij hem ondersteunen. Vervolgens wil ik meteen ook even reageren op mevrouw Habets van ’leefbaar eindhoven’ op de hondenbelasting. Ik ben benieuwd waar ze de dekking vandaan haalt. Ik geloof dat het vier ton is. Dat is structureel geld, dus ’ga er maar aan staan’. Ten tweede vinden wij het eigenlijk jammer dat je op die manier weer een hele discussie voert over het hondenpoepbeleid. Ik dacht dat we dat toch gehad hadden, de vorige keer. Daar zijn we uit gekomen en het is jammer dat u dat dan nog voor een tweede keer probeert. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Ja, in feite ben ik het eens met de heer Depla. Wij vinden het overigens ook een verkeerd signaal om de hondenbelasting af te schaffen. Wat betreft de motie van de VVD wil ik wel even het collegeantwoord horen. Die motie vinden wij op zich sympathiek, maar de dienst die dit moet doen moet ook wel de capaciteit hebben om dit te kunnen doen.
verslagnummer xg
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan het college. De heer Don.
De heer Don: Ik doe even mijn jasje aan en kom naar voren.
Voorzitter: Bij het hoge college van staat is dit inderdaad een goed gebruik, is mijn ervaring. Het staat je goed! [Ge/ach] De heer Don: [Heeftjasje aangetrokken]. We zijn er klaar voor! Eerst de vraag van de VVD. Eenvoudiger maken, daar ben ik altijd een groot voorstander van. Het moet alleen kunnen. Dat betekent dat we nog eens kritisch naar die verordening moeten kijken. Soms is de verordening lastig omdat het beleid heel rijk is ingevuld. Ik zeg het maar heel mooi. Dat maakt dan de verordening heel erg lastig. Als we vervolgens zeggen: we willen naar een vereenvoudiging van het beleid, dan kan de verordening ook makkelijker. Dit betekent dat als ik de verordening wil aanpassen, ik misschien eerst bij het beleid moet beginnen. Dan zijn er ongetwijfeld een aantal items die u in uw hoofd heeft en waarvan u zegt: dat moeten we vereenvoudigen. Dat hoor ik dan graag want de verordening is vo/gend ten aanzien van het beleid. Het tweede punt: hij is ’taai’ geschreven. Maar dat komt ook voort uit de wet, omdat het zo geschreven staat moeten we soms ook zo de dingen formuleren. Het derde punt is: ik wil graag nog eens kijken naar tabellen en reeksen of we die niet eens wat toegankelijker kunnen opschrijven. De hamvraag zit natuurlijk in het beleid. Als we met z’n allen moeilijk beleid maken, dan hebben we ook lastige verordeningen. Ik hoop dat ik u hiermee antwoord heb gegeven.
Dan ga ik nu over tot de hondenbelasting. Op de eerste plaats: jammer dat die komt. Dat schiet een gat in mijn begroting van ongeveer zeven ton. Dat is structureel geld. Dat doet altijd een beetje pijn. Maar u vraagt mij de wet te overtreden want u discrimineert tussen een eerste hond en een tweede hond. Als u
een eerste hond op nul stelt, moet je de tweede hond ook op nul stellen. Wat u mij vraagt gaat dus helemaal niet! Ik zou u dus ten strengste willen ontraden deze motie te ondertekenen want anders krijg ik daar last mee. Het was handiger geweest om de discussie te voeren of u de hondenbelasting wilt afschaffen. Maar dat is misschien voor volgend jaar. Dank u wel. Mevrouw Habets: Voorzitter, ik heb een vraag aan de wethouder. Het is geen discriminatie dat je voor de eerste hond minder vraagt als voor de tweede. Dat is toegestaan.
De heer Don: Dat klopt, je mag voor de eerste hond minder vragen van voor de tweede. Maar als je voor de eerste hond niets vraagt ÃćâĆňâĂİ ik heb het niet verzonnen
maar heb het me laten influisteren ÃćâĆňâĂİ betekent dit dat je ook voor de tweede hond
verslagnummer xs
niets kunt vragen. Je moet dusiets vragen voor de eerste hond om ook voor de tweede hond iets te vragen. Mevrouw Habets: Dus je zou hem op 1 euro kunnen zetten in plaats van nul?
De heer Don: Ja, dat kunt u, maar dan moet het ook wel proportioneel zijn, heb ik begrepen. Waar daar precies de grenzen liggen weet ik ook niet. Mevrouw Habets: Dank u.
Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Don. In tweede termijn, mevrouw Breuers? Mevrouw Breuers: Nee, in helemaal geen termijn. Ik wilde de wethouder vragen of ik het nou goed begrijp dat vereenvoudiging een nobel streven is maar onmogelijk? Want op zich vinden wij de motie sympathiek, maar om nou iets aan te nemen wat onmogelijk is, lijkt me ook niet goed.
De heer Don: Ik heb gezegd dat als ik naar het belastingdossier kijk, ik best wel eens kritisch wil kijken wat daar eenvoudiger kan worden opgeschreven, tekstueel en wat betreft de tabellen. Maar als je kijkt naar bijvoorbeeld het parkeren, zonder daar inhoudelijk uitspraken over te willen doen: dat is een fors opgebouwde tarifering van de parkeertarieven. Dat heeft ermee te maken dat er gekozen is voor een bepaalde structuur. Zo was er ook gekozen voor een structuur van de precario. U ziet dat ik eigenlijk rondom die precario via de verordening een ander soort beleid heb ingezet. Voor de precario is dat nog relatief eenvoudig maar als je dat voor parkeren doet, dan zul je toch eerst over het parkeren moeten gaan praten voor je aan de verordening kan werken.
Voorzitter: Zijn er verder geen woordmeldingen? Dan wil ik dit agendapunt afhandelen door eerst het amendement op A6 inzake de hondenbelasting aan de orde te stellen. Wie voor dit amendement is, wordt verzocht zijn hand op te steken. Dat zijn zeven personen. Daarmee is het amendement verworpen. Dan stel ik nu de motie van de VVD con suis aan de orde. Mijnheer Depla?
De heer De la: reet is mij nog niet helemaal duidelijk wat de wethouder nu bedoelt. Is het nu wel of niet een onmogelijke motie? Ik snap heel goed wat hij bedoelt hoor. Wij zitten hier zelf in deze zaal om allerlei beleid te bedenken en als wij het te ingewikkeld gaan maken met het beleid, dan krijgen we volgend jaar nog zo’n dik boek. Dan snap ik ook wel dat ik in mijn eigen mes val. Maar toch wil ik van u horen of het onmogelijk is. De heer Don: Wat ik toegezegd heb is nog eens tekstueel ernaar te kijken: te zien of we het nog eens wat eenvoudiger kunnen laten opschrijven en daar waar we
Verslagnummer xg
mogelijk wat vereenvoudigingen toepassen ook nog eens goed naar de tabellen te kijken. Dat wil ik doen om op die manier het belastingendossier wat toegankelijker te maken voor volgend jaar. Maar nogmaals: er zijn een aantal onderdelen ÃćâĆňâĂİ ik had
het net over parkeren ÃćâĆňâĂİ die heel lastig omschreven staan en dat heeft te maken met
dat wij het parkeren zo georganiseerd hebben in deze stad. Daar ga ik dus niet over. Een verordening is volgend op het beleid. De heer De le: Helder.
De heer Don: En nogmaals: als ik u een advies mag geven over de motie zelf. Als ik
het zo verwoord en u neemt het van mij over, dan zou ik zeggen dat ik hem graag zou willen omarmen. Voorzitter: Dat valt in minder goede aarde. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, eventjes voor de helderheid. Op het moment dat de motie aangenomen wordt zoals hij er ligt, dan ligt hij er. Dus het is dat de raad u gaat omarmen, wethouder, dat lijkt me namelijk simpeler, want dan kunt u het uitvoeren zoals u het bedoeld heeft. De heer Don: Een warm gevoel. Dat is goed. [Ge/ach]
Voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: Mijns inziens is de afstand tussen wat er feitelijk in de motie op papier staat en dat wat de wethouder toezegt te groot om van omarmen te spreken. Wij volgen de logica van de wethouder. Wij zijn toch al niet de hardst lopende partij waar het om vereenvoudiging van regels gaat. Voorzitter, wij stemmen tegen de motie en voor het oorspronkelijke voorstel onder de kanttekening van ons standpunt met betrekking tot het
belanghebbendenparkeren. Voorzitter: Nu de motie, tenzij er nog stemverklaringen zijn.
De heer Leenders: Ik zou graag een korte reactie van de indiener willen, gelet op wat de wethouder gezegd heeft op de motie. Voorzitter: Mevrouw Zwierstra.
Mevrouw Zwierstra: Nou, die wil ik wel geven. Er staat een zeer zorgvuldige formulering in de motie, met name bij het derde bolletje (’van mening zijnde dat...’). We willen de uitvoering van het beleid niet bemoeilijken. Onze intentie was om te kijken of de slag die met de precario gemaakt is ook op andere terreinen
verslagnummer xs
gemaakt kan worden. Daar zijn wij zelf natuurlijk bij wanneer dit het beleid betreft. Dat kunnen wij inderdaad zelf in de betreffende commissies aangeven en het college helpen door daar voorzetten in te doen. Ik ben blij met de eerste stap die de wethouder al gezet heeft en ik ben ervan overtuigd dat die ongetwijfeld door andere stappen gevolgd gaat worden. Wat ons betreft ÃćâĆňâĂİ maar ik kijk ook even naar
mijn mede-indieners - blijft de motie op tafel en gaan we erover stemmen. Voorzitter: Mijnheer Jansen?
De heer Jansen: Ja, we gaan graag stemmen want het is een richtinggevende motie, zonder dat er dingen keihard opgelegd worden. Dus het steunt de wethouder en die intentie heb ik wel bij hem gehoord. Dank u wel. Voorzitter: Dan stel ik nu de motie ter stemming aan u voor. Wie tegen deze motie is, mag zijn hand opsteken. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik wil even een stemverklaring kwijt. Ik stem echt tegen deze motie omdat het met de minuut onhelderder wordt. Als het gaat om het wijzigen van beleid moet je het gewoon naar de raad trekken. Feitelijk zegt het college dat. Wat er nu overgebleven is, is allemaal beleidsgerelateerd. Doe het dan in een werkgroepje. Wat betreft het versimpelen van de rest: dat kan hij wel in zijn eentje. Maar nu hebben we eigenlijk een ongelooflijk onheldere afspraak.
Voorzitter: Dat is een stemverklaring. De motie is opnieuw ter stemming. Wie tegen de motie is gelieve zijn hand op te steken. Dertien stemmen tegen. Daarmee is deze motie aanvaard.
Dan gaan we naar het volgende agendapunt. Oh, ik moet het voorstel nog even aan u voorleggen. Zijn er tegenstemmen met betrekking tot het voorstel onder punt VIII.3? Dat is niet het geval, dan is het aanvaard.
Vlll.4 Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Tongelre buiten de Ring 2005 Voorzitter: Dan is nu agendapunt Vlll.4 aan de orde. Niemand die het woord voert? De heer Reker. De heer Reker: Dank u wel voorzitter. Ik heb een stemverklaring. Mijn bezwaar tegen dit punt is dat er geen overgangsregeling geldt voor bedrijven. Ik spreek nu expliciet over een van de bezwaarmakers, die al in een veel eerder stadium een aanvraag heeft ingediend voor een inpandige verbouwing van overtollige kantoorruimte tot een woonfunctie. Op 19 oktober, ruim vijf weken geleden, heeft er een hoorzitting plaatsgevonden bij de commissie beroeps- en bezwaarschriften
Verslagnummer xg
omtrent deze weigering maar tot aan vandaag is er nog geen bericht van ontvangen. Daarom stem ik tegen deze wijziging. Voorzitter: Zijn er nog meer tegenstemmers? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aanvaard.
Vlll.5 Voorstel tot het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma burgerparticipatie 2008-2010 Voorzitter: Dan kom ik nu bij punt VIII.5. Dat kunnen wij aanvaarden. Aldus
besloten.
VIII.6 Voorstel tot het vaststellen van de Prioriteitsnota ontwikkelingslocaties 2007 Voorzitter: Mevrouw Kamphorst, die ik overigens van harte welkom heet, want die was daarstraks wegens ziekte afgemeld. Ik ben blij dat u er bent. U krijgt het woord. Mevrouw Kam horst: Dank u wel, voorzitter. Een snelle genezing. Ik ben naar Lourdes geweest. Misschien helpt dat. [Ge/ach]
De heer Jansen: Zonder dienstauto.
Mevrouw Kam horst: [Lachend] Zonder files. Ik wilde nu dan toch even reageren op voorstel 6 want een reactie had u nog van ons tegoed. Mijn collega die het in de commissie behandeld heeft, die mij toen verving, had een stemvoorbehoud, dus dan is het logisch dat we hier even terugkomen om toch toe te lichten waarom dat was. Zij had nogal wat vragen gesteld en de antwoorden wilde zij met mij nog even doorspreken voordat wij op dit besluit zouden reageren. De antwoorden zijn zodanig dat wij vinden dat wij goedkeuring geven aan dit besluit, met een punt van aandacht voor de wethouder. We hadden ook een vraag gesteld over het wonen boven winkels en dat dit er nog steeds niet goed uitkomt. De wethouder heeft toen gezegd dat iedereen natuurlijk zelf kan bepalen waar hij woont, maar wij zien dat er nogal veel panden leeg staan en willen de wethouder met klem oproepen om in dezen toch een beetje creativiteit te tonen. We zouden dat graag nog een keertje terug willen zien. Verder stemmen wij in met het voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan het college. Mevrouw Fiers.
Mevrouw Fiers: Ja, het lijkt me een heel goede oproep. We hebben inderdaad al vaker over wonen boven winkels gepraat. Er zat nog een juridische beer op de weg, om het zo maar te zeggen. Dat ging even over de juridische constructie waarin dat gegoten moet worden. Ik heb begrepen dat die beer nu van de weg af is en dat u op
verslagnummer xs
korte termijn het dossier kunt verwachten. Ik zal u in de volgende commissie Wonen en Ruimte even laten weten op welke termijn dat is. Voorzitter: Dank u wel. Er zijn geen verdere reacties. Dan stel ik voor dit voorstel te
aanvaarden. Vlll.7 Voorstel tot het aangaan van de fusie GGD Eindhoven en GGD ZuidoostBrabant tot GGD Brabant-Zuidoost Voorzitter: Dan kom ik bij punt VIII.7. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Ja, voorzitter, eigenlijk is het wel jammer dat het bij ons weggaat. Want daarmee kun je je wel afvragen of je nog wel kunt sturen wat er gebeurt. Dat is een stuk makkelijker als het in de toren naast je staat en als het gewoon van jou is. Nu maakt de vorm niet zoveel uit, zolang je maar kunt
garanderen dat het juiste gebeurt. Het juiste is gewoon: de gewenste resultaten. Het probleem is dat we daar, ook in de huidige situatie, eigenlijk niet zoveel zicht in hebben, omdat we geen maatschappelijk of sociaal jaarverslag hebben. Het verzoek aan het college is dan ook te regelen dat dit verslag er komt zodat wij op grond daarvan kunnen kijken wat wij als opdrachtgever neerleggen bij deze nieuwe GG%GD. Deze motie is mede ondertekend door de SP en de lokale partijen, maar ik denk dat die eigenlijk vanzelfsprekend is, omdat we dit instrument nodig hebben. Ook in de nieuwe organisatie ziet men veel in dit instrument. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Kaathoven.
Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel voorzitter. Ik wilde nog een stemverklaring geven omdat ik in de commissie een positieve grondhouding heb aangegeven en een aantal vragen gesteld heb. Die vragen heb ik in de fractie nog even besproken en daar wilde ik nog even op terugkomen. Ik wil mijn dank uitspreken aan het college voor het antwoord op de vragen betreffende de functie van logopedie. De SP gaat ervan uit dat de twee manieren van screening hetzelfde resultaat zullen hebben. Met betrekking tot de contracttaken en het aanbesteden hiervan wil de SP het college nog even meegeven dat we het heel belangrijk vinden dat de landelijke taken bij de GG&GD blijven en dat bij de taken die wel uitbesteed worden, de controle altijd gewaarborgd moet zijn. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog meer stemverklaringen? U vraagt nog het woord, mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Dank u wel voorzitter. Ik wil graag reageren op de motie van mevrouw Schreurs. In het contract wordt vastgelegd welke taken door onze gemeente worden uitgevoerd en we nemen aan dat de wethouder de vinger aan de
verslagnummer xs
pols houdt of de uitvoering goed gebeurt. Met deze motie zou er een extra taak bij de GG&GD terechtkomen en wij vragen ons af of dat wel noodzakelijk is. Voorzitter: Waarvan akte.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, als ik even mag reageren? Voorzitter: U mag dat even.
Mevrouw Schreurs: Ik denk dat mevrouw Jacobs het verkeerd leest. Het is inderdaad
waar dat wij de opdrachten goed verstrekken en dat wij dan controleren op output, of de juiste dingen wel gedaan zijn, maar we controleren niet op outcome, oftewel: wat de resultaten zijn. Daar wordt hier expliciet naar gevraagd. Het is niet zo vreselijk interessant of 1000 mensen geweest zijn, maar wel of 999 mensen gezond weggegaan zijn. Voorzitter: Dank u wel. Verder is er geen commentaar. Dan is het woord aan het college, de heer Don. De heer Don: Wat mij betreft is dit toch wel een historisch moment. Wij nemen afscheid van onze eigen GG&GD en brengen die onder in een andere GG&GD, totdat we een nieuwe organisatie vormen: GG&GD Zuidoost-Brabant. Daar besluit u dus vanavond over. Nogmaals: dat is een heel belangrijke stap. Ik wil het er niet al te lang over hebben maar ik wil dat toch even neerzetten want het is toch afscheid nemen van een organisatieonderdeel. Eerst was het een onderdeel van het eigen lichaam, nu wordt het ondergebracht in een andere organisatie. Wat voor mij van belang is, is dat je als gemeente met een partner direct zaken kunt blijven doen. Wij denken dat te doen op een aantal wijzen. De eerste manier is via de gemeenschappelijke regeling. Dan refereer ik maar eventjes aan de Ergon. Dat is een organisatie die wat meer op afstand is, maar toch een beetje eigen is, en waarvan u zowel aan het begin van het jaar een overzicht krijgt van wat de activiteiten dat jaar zullen zijn en aan het eind van het jaar een goed jaarverslag krijgt, zowel financieel als inhoudelijk. Vervolgens doen we dat bij de GG&GD ook door de bruto contractfinanciering, de BCF, waarover we op inhoudelijk niveau duidelijke afspraken gaan maken over wat de GG&GD moet leveren. Daarbij hoort, vind ik, dat er ook verslaglegging moet plaatsvinden van wat er daadwerkelijk geleverd is. Niet zozeer op kwantitatief niveau ÃćâĆňâĂİ de streepjes en de productiecijfers ÃćâĆňâĂİ maar veel meer op kwalitatief niveau: wat is ermee bereikt? Dat is een grote vraag
die we daarmee neerleggen bij de GG&GD; een vraag die ze ook volgend jaar nog niet beantwoord hebben, maar waar ze wel in moeten groeien om dat op die manier te doen. We hebben te maken met 21 gemeentes en ik neem aan dat die behoefte niet alleen in Eindhoven leeft, maar ook bij andere gemeentes. De suggestie om er als instrument een maatschappelijk jaarverslag van te maken,
verslagnummer xg
waarbij je aangeeft wat er is bereikt, de inzet van de middelen en de mensen, vind ik in dat opzicht een heel plausibele vraag. Daarom zeg ik graag toe de motie te willen uitvoeren. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, omdat het college direct in de gemeenschappelijke regeling zit, kan de wethouder dat ook gewoon toezeggen. Daarmee is de motie feitelijk overbodig geworden. Voorzitter: Dan maakt de motie, nu u dat gezegd hebt, geen deel meer uit van de verdere beraadslagingen en stel ik het belangrijke voorstel ÃćâĆňâĂİ ik onderstreep dat nog eens ÃćâĆňâĂİ het aangaan van een fusie van GG%GD Eindhoven en GG%GD Zuidoost-
Brabant tot GG&GD Brabant Zuidoost, voor goedkeuring aan u voor. Ik constateer dat de raad het daar unaniem mee eens is. Ik denk dat dat een fantastisch
draagvlak is.
Vlll.8 Voorstel inzake advies commissie voor bezwaarschriften inzake het bezwaarschrift van mr. C.G J.M. Termaat, namens de heer J.L.H. van Staaijen, gericht tegen het besluit van 3 juli 2007
Voorzitter: Dan kom ik bij punt 8. Kan iedereen met dit voorstel instemmen? Dat is het geval. Dan is aldus besloten.
Vlll.9 Wijzigingen Concernbegroting voor het dienstjaar 2007 (nr. 218 en 306) Voorzitter: Dan kom ik ten slotte bij punt 9. Mijnheer Van Bussel?
De heer Van Bussel: Ik wil u danken voor de nadere toelichting die verstrekt is op deze begrotingswijziging. De E 73.500 die vrijgevallen is ten gunste van het rekeningresultaat van de reserve wordt hier opnieuw veroverd in het voorstel, waarbij het ten koste van de saldireserve zou gaan. Wij zoomen heel erg in op projectgelden of op urenschrijverij. Met name de aanwending van dit bedrag kan ons toch niet bekoren. Wij willen ons berusten en dit bedrag gewoon in de rekeningreserve laten en het niet aan te wenden. Wij gaan dus niet mee in deze
begrotingswijziging. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog meer mensen die het woord willen voeren? Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Ja, maar niet deze begrotingswijziging, maar 306, voorzitter, als het mag. Wij hebben ons als raad sterk gemaakt voor die geluidswal een tijd geleden. Wij begrijpen dat er nog een bijdrage van de scouting nodig is. Ik heb uit
verslagnummer xg
de media begrepen dat dat nog niet zo gemakkelijk ging, maar wij gaan er wel vanuit dat als het hen niet lukt, dat de laatste restjes dan uit de gemeente zullen komen. Voorzitter: Is er behoefte aan een ander antwoord van het college? Mijnheer Van Merrienboer? De heer Van Merrienboer: Voorlopig ga ik er nog vanuit, ook vanuit de gesprekken met het bestuur van de scouting dat zij het tekort kunnen dekken, maar wij zullen zeker actief bevorderen dat die wal er komt, ook als dat een laatste financiele inspanning zou vragen. Voorzitter: Dank u wel. Dan stel ik nu het wijzigingsvoorstel aan de orde. Eerst nummer 218. Wie daartegen is, moet zijn hand opsteken. (Stemmen bij handopsteken] Dat zijn 3 tegenstemmen. Daarmee is dit wijzigingsvoorstel aanvaard.
Dan het wijzigingsvoorstel onder nummer 306. Wilt u ook de hand opsteken als u tegen bent. (Stemmen bij handopsteken] Dat is niet het geval. Dan is dit unaniem aanvaard.
Vlll.10 Voorstel inzake de kapitaallasten Centrum Jeugd en Gezin Voorzitter: Dan wordt mij nu nog een aanvullend voorstel voorgelegd (Vlll.10). Ik neem aan dat dit u ook onder ogen is gebracht? Dat is het geval. Vraagt iemand het woord? Ja, mevrouw List. Mevrouw List: Een korte opmerking, voorzitter. In de raadsvergadering van 30 oktober jl. hebben wij ten aanzien van het raadsbesluit de opmerking gemaakt dat wij het raadsbesluit hebben goedgekeurd, terwijl wij het centrum al drie maanden daarvoor hadden geopend. Nu opnieuw wordt ons een kleine omissie van 3 ton voorgelegd. Dat is een beetje slordig en er zijn twee van deze slordigheden achter elkaar. Wij hopen in ieder geval wel dat de voortgang van het centrum zonder verdere strubbelingen zal zijn. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordmeldingen? Dat is niet het geval. Ook van de zijde van het college is geen behoefte aan een reactie. Dan stel ik het voorstel aan u voor. Er is niemand die tegen is, dus is het unaniem aanvaard. Dank u wel.
IX Actuele moties AcM1 CDA, SP, PvdA, VVD, LE - Brainport 2028
verslagnummer xs
Voorzitter: Dan kom ik nu wel bij punt IX van de agenda. De eerste actuele motie is van CDA, SP, Partij van de Arbeid en VVD inzake Brainport 2028. Wie wil daarover het woord voeren? Mijnheer Weijs. De heer Wei’s: Dank u wel voorzitter. Namens de heer Houben mag ik het woord voeren. Hij had hier graag gestaan, zoals u zich kunt voorstellen. [Ge/ach]
Voorzitter: We zien hem ook wel een beetje staan. De heer Wei s: Geachte voorzitter, geachte raad. Er gaat heel veel goed met Brainport. Het gaat op het ogenblik van hoogtepunt naar hoogtepunt. Elke maand is er wel ergens een opening of een symposium wat de moeite waard is en wat soms zelfs wereldwijde aandacht trekt. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Waarom dan toch deze motie? Als we even verder kijken over de horizon van het nu, over die stralende hemel, dan staan toch niet alle seinen op groen. Dan zijn er tekenen die op een weersverandering wijzen. De heren Kleisterlee en Hendriks hebben de afgelopen weken interviews gegeven die geprikkeld hebben tot nadenken over de toekomst van Brainport. Enkele citaten vindt u ook bij de motie gevoegd. Het zijn citaten om na te denken. Wat wil Eindhoven nu eigenlijk? Waar willen we zijn in de toekomst? Waar willen we naartoe over twintig jaar met Brainport? Laten we daarom gebruik maken van de goede resultaten van alles wat er op het ogenblik aan enthousiasme is, om door te gaan en door te ontwikkelen, om een blijvende betrokkenheid te genereren, ook van de mensen in Den Haag en Brussel, bij de verdere ontwikkeling van Brainport als de innovatieve regio van Noordwest Europa. Daartoe hebben wij dus deze motie opgesteld om het college op te roepen een conferentie bij elkaar te roepen volgend jaar om dat stuk betrokkenheid vorm te geven en te werken aan visieontwikkeling voor de lange termijn. Tot zover. Dank u.
Voorzitter: Dank u wel. Wie van de raadsleden wil in deze discussie participeren? Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Mijnheer Weijs, we hebben ons gebogen over de actuele motie. We hebben er nauwelijks iets van kunnen maken, maar als het de bedoeling is dat er in het voorjaar van 2008 een conferentie komt over de toekomst van Eindhoven in de meest ruime zin en als u dat beoogt, dan heeft u ons aan uw zijde. Maar wat hier feitelijk staat gaat daar niet over, althans niet zo concreet. Voorzitter: Mijnheer Weijs. De heer Wei’s: Het eerste bolletje van het besluit gaat er in wezen om in het voorjaar van 2008 een langetermijnstrategie aan te besteden en dat inderdaad te doen door partners uit te nodigen om mee te denken en samen een stuk betrokkenheid te genereren voor de toekomst.
verslagnummer fs
Mevrouw Breuers: Maar ’aandacht te besteden’ zegt mij niets. Als u zegt: ’we gaan
voor een conferentie’, dan denk ik’prima!’.’Aandacht besteden’ is wat GroenLinks betreft veel te vaag. De heer tlgei’s: De concrete invulling ligt wat ons betreft bij het college, maar een conferentie lijkt ons daar een uitstekend middel toe.
Voorzitter: Wie van de zijde van het college wil hierop reageren? De heer Van Merrienboer. Eerst nog even de Socialistische Partij?
Mevrouw Heesterbeek: Als mede-indiener van deze actuele motie wil ik even benadrukken ÃćâĆňâĂİ ik ben het met mevrouw Breuers eens ÃćâĆňâĂİ dat als de term ’conferentie’
bij het eerste puntje had gestaan, het wat duidelijker was geweest. Wij zijn in ieder geval heel blij met deze motie vanwege de nadruk dat wij zeker ook de onderwijssector hierbij betrekken. Dat is heel belangrijk. Maar vooral ook omdat wij denken dat dit een manier is om de zaken die wij binnen Brainport een heel warm hart toedragen - zelfstandig zijn, autonoom zijn ÃćâĆňâĂİ te kunnen bevestigen en er weer
inspiratie uit op te doen. Dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, toen ik deze motie las moest ik terugdenken aan de afspraak die wij hier een tijd geleden gemaakt hebben met het college om de doelstellingen van Brainport een keer nader te formuleren. Eerlijk gezegd heb ik die ook nog niet gezien. Misschien heb ik iets gemist, maar het zou goed zijn als deze conferentie er komt ÃćâĆňâĂİ ik begrijp nu dat het concreet over een
conferentie gaat ÃćâĆňâĂİ als we die doelstellingen hebben als vertrekpunt. Kunnen wij die
tegen die termijn tegemoet zien? Voorzitter: Dank u wel. Zijn er verder geen woordmeldingen? Dan krijgt nu de heer Van Merrienboer het woord. De heer Van Merrienboer: Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat wat de motie in essentie uitdrukt is dat je zoveel mogelijk moet proberen regie uit te voeren over je eigen toekomst. In de context van de motie lees ik iets van een suggestie, alsof we nog steeds aan het begin van de jaren negentig zitten, waarbij de afhankelijkheid van het grootbedrijf inderdaad heel groot was. Daar wil ik toch afstand van nemen want ik vind dat we sinds die periode juist enorme vorderingen gemaakt hebben. Als je praat over Brainport, dan staan die relaties met het grootbedrijf ook niet centraal. Je praat over een heel ecosysteem waar juist de actieve werving van bijvoorbeeld het midden- en kleinbedrijf een heel belangrijke rol speelt. Ik had in aanvang ook wat aarzeling toen ik het jaartal 2028 voorbij zag komen. Ik heb net
Verslagnummer 2S
Tomtom mogen verwelkomen en rondleiden in de stad en u mag van mij aannemen dat voor hen zes maanden lange termijn is want over zes maanden kan de toekomst van het bedrijf er alweer heel anders uitzien. Dat even als eerste reactie. Misschien nog een punt. We hebben nu wat mij betreft een behoorlijk scherpe strategie tot 2013. Ik was vorige week in India, samen met collegaportefeuillehouders uit andere grote steden, en ik denk dat je mag aannemen dat zij op dat punt heel jaloers zijn over het feit dat wij juist als het gaat om de roadmap van de economische structuurversterking heel goed weten wat we willen. Ik vind het een goede aangelegenheid om bij de verwelkoming van de tienduizendste kenniswerker ÃćâĆňâĂİ al lopen de tellingen wat uiteen; we moeten nog wel nagaan of dat getal klopt ÃćâĆňâĂİ dat nog eens te markeren. Ik voel op dit moment niet
een leegte als het gaat over de visie waarmee we bezig zijn. Als ik zo naar de motie kijk, dan wil ik hem graag uitvoeren, maar vooral om te markeren en ook nog eens te verduidelijken op welke manier we autonoom, maar wel in nauwe samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven, bezig zijn. Als ik de motie lees als een oproep om aan visieontwikkeling te gaan doen tot 2028, dan ben ik bang dat ik ook de partners in Brainport op de proef zal stellen, gelet op de langetermijnvisie die daar heerst.
Dan concreet: een evenement of conferentie markerend dat we strategisch aan de slag zijn met Brainport, ook na 2013: heel graag, maar wel met wat zorg over de mogelijkheden om op zo’n lange termijn ÃćâĆňâĂİ over twintig jaar ÃćâĆňâĂİ op het terrein van
economische structuurversterking zinnige dingen te kunnen zeggen. Als we helder kunnen maken wat we vanuit de economische structuurversterking kunnen doen, kan kunnen we bijvoorbeeld wel in ruimtelijke zin een agenda maken die ook wat verder moet kijken ÃćâĆňâĂİ ruimtelijke ontwikkelingen vragen immers wat meer tijdÃćâĆňâĂİ
maar voor economisch beleid vind ik 2028 wat ver. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Weijs, is dit aanleiding voor een reactie uwerzijds? jge heer tajei’s: Ja, dank v wei voorzitter.
et jaar 2028 is artlitrair en v mag daar wat
ons betreft flexibel mee omgaan. Het heeft met het feit te maken dat een aantal investeringen beslist nog steeds wel voor langere tijd worden genomen en dat het daarom belangrijk is ook wat verder te kijken dan de horizon van het nu. Verder hebben wij geen twijfel of het college weet wat hij wil, maar wij vinden het wel heel belangrijk dat daar ook steeds weer anderen bij betrokken worden en dat je medestanders krijgt uit Den Haag en Brussel, waardoor je samen sterker wordt. Voorzitter: Dank u wel. Er zijn geen aanleidingen voor een verdere reactie. Dan leg ik de motie ter stemming aan u voor. Willen degenen die tegen deze motie zijn hun hand opsteken? [Stemmen bij handopsteken] Niemand? Dan is de motie met het daarop geleverde commentaar aanvaard. AcM2 D66, OuderenAppel, De Stadspartij, LPF, CU ÃćâĆňâĂİ Goed rentmeesterschap
verslagnummer xs
Voorzitter: Dan kom ik bij de tweede actuele motie, van D66 over het thema ’goed rentmeesterschap’. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Goed rentmeesterschap. Volgens mij is dat waar wij hier voor zitten. Voorzitter, toeval bestaat niet. Bij het vorige onderwerp heb ik even voorbij zien komen: "voorbij de horizon van het nu"; "regie over je eigen toekomst" en "strategisch aan de slag". In principe gaat deze motie over hetzelfde, maar dan in financiele zin. Het gaat hier niet over deze periode. In principe kun je zeggen dat de financien op orde zijn voor deze periode. Het gaat ook niet over de discussie rond het mandje. Dat hoort nog echt bij deze periode. Waar het hier om gaat is datje ziet aankomen dat er heel veel geinvesteerd moet worden in een aantal zaken. Ik heb er drie opgenoemd maar ze kunnen enorm uitgebreid worden. De heer Van Merrienboer zei het al: de ruimtelijke ontwikkeling kun je echt op je af zien komen voor de lange termijn. Het gaat om de naoorlogse wijken waar ook wijkvernieuwing moet gebeuren. Het gaat om de ring waar je aan zien komen dat het allemaal ongelijkvloers moet worden. Je ziet de vergrijzing op je afkomen en ook dat vergt investeringen in de stad. Maar zo is er nog veel meer. Eigenlijk kun je je niet permitteren om dan ÃćâĆňâĂİ gezien de investeringen die dat zal vergen ÃćâĆňâĂİ te zeggen: ’dat
zien we dan wel weer’. Dat is ook niet de traditie die deze raad heeft. Eerlijk gezegd denk ik dat deze raad ongelooflijk secuur met het geld omgaat. Vandaar het voorstel om het ook voor de toekomst te doen. Dat houdt niet in dat je het geld gaat voteren ÃćâĆňâĂİ los van het feit dat we het niet hebben - maar dat je in eerste
instantie bij de voorjaarsnota (wat het juiste moment is) inventariseert wat er nou precies allemaal op ons af komt. Misschien is dat ook wel een proces; dat je dat in de jaren die nog volgen kan vervolmaken en datje bij de begrotingsbehandeling in principe afspreekt wat voor strategie je er dan op zet om te kunnen realiseren wat er allemaal op ons af komt. Voorzitter, deze motie is mede ondertekend door alle lokale partijen en de ChristenlJnie. Voorzitter: Dank u wel. Wil iemand hierover discussieren? Mijnheer Schut? De heer Schut: Ja voorzitter, discussieren niet maar ik moet u eerlijk zeggen: ik vind het een beetje verbazingwekkend om op dit moment zo’n motie te krijgen. Ik ga ervan uit dat het college gewoon bezig is om de voorjaarsnota goed voor te bereiden. Ik zie dit niet als een bemoedigend iets maar eerder als een ’het college doet zijn huiswerk niet goed’. Ik heb juist de indruk dat het college daar juist wel mee bezig was. Voorzitter: Dank u wel. Het college, de heer Don. De heer Don: Mijnheer Schut, u zag ons groeien! [Ge/ach]
verslagnummer xs
De heer Schut: Als u dat ’ons’ nou beperkt tot’mij’, want het ging mij om de minister van financien. Dat is wel duidelijk. De heer Don: Maar het straalt ook wel af op de collega’ s. Die gingen ook omhoog. Bedankt voor het compliment, mijnheer Schut. We zijn natuurlijk ook met de lange termijn bezig. Zeker in de fysieke leefomgeving. Waar het de ruimtelijke ordening aangaat, zijn we voor een langer perspectief bezig. Ook de vergrijzing komt op ons af en er zijn natuurlijk wel wat contouren in ons hoofd aan het spelen. Ik ben er niet op tegen om die eens in kaart te brengen en voor een langere termijn een prognose te doen ÃćâĆňâĂİ hoe moeilijk dat ook is en hoe voorzichtig wij daar ook mee moeten zijn.
Het kan ons en u ook wel helpen om wat keuzes voor de toekomst te maken die zich op dit moment misschien wel gaan afspelen. Ik denk dan aan de vergrijzing, de Wmo, Wmo-huis ÃćâĆňâĂİ in die lijn. Ik heb daar wel wat meer tijd voor nodig. Als ik het
kort door de bocht zou mogen zeggen: eind januari, begin februari moeten we onze contouren voor de voorjaarsnota natuurlijk wel klaar hebben want dan gaat dat proces naar ons al lopen. Ik zou u daarom wel willen verzoeken om als u voor deze motie stemt eens te kijken of de termijn daar niet wat ruimer in zou kunnen zijn en die ergens halverwege volgend jaar neer te leggen. Nogmaals: we slapen niet. We kijken naar een langere termijn, ook over deze collegeperiode heen; niet politiek ÃćâĆňâĂİ want daar gaat de stad over ÃćâĆňâĂİ maar wel als goed bestuurder. In dat
opzicht kan de motie ons in die richting steunen. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, de urgentie zit niet in die paar maanden respijt die de wethouder vraagt. Het gaat er gewoon om dat we dit soort zaken nu, in deze periode, regelen. Dat wij dit soort zaken kunnen regelen heeft er gewoon mee te maken dat voor de rest in het financiele niet zo vreselijk veel te regelen is, dus de complimenten aan het college zijn terecht. Dat dit een afstraffing van het college zou zijn, wordt door het college zelf in ieder geval niet gedeeld. Dat lijkt me ook terecht. Voorzitter: Dank u wel. De heer Jansen: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Kijkend naar mevrouw Schreurs, kunnen we dan het woord ’voorjaarsnota’ eruit schrappen? Wat mij betreft wel. Dan is de acceptatie in bredere kring... Mevrouw Schreurs: Nee, het gaat mij niet om de termijn. Het gaat er met name om dat het gebeurt. Ik heb geprobeerd om het in onze cyclus te duwen maar dat hoeft
verslagnummer xg
niet noodzakelijk in de voorjaarsnota omdat het financieel niet afgekaart hoeft te worden bij de begrotingsbehandeling. Dus dat gaat prima. Het gaat er meer om dat het op een gegeven moment op tafel komt. De heer Jansen: En als we het woord gewoon schrappen? Mevrouw Schreurs: Ja, dat is goed.
Voorzitter: [buiten bereik van de microfoon] Mevrouw Schreurs: Voorzitter, voor de notulen: dat de woorden ’bij de voorjaarsnota’ expliciet geschrapt worden. Oh, u heeft de motie nog niet! Voorzitter: Wilt u de tekst van de motie aan ons aanbieden? Dank u wel. De
wijziging is daarin aangebracht. U heeft er allemaal kennis van genomen. Ik stel dan de motie ter stemming aan u voor. Mevrouw Van den Biggelaar? Mevrouw Van den Bi elaar: Een korte stemverklaring. Voor ons was de vraag wat de motie toevoegt aan wat het college al deed. Ik begrijp nu dat het college het ziet als een steun in wat zij al doet. Met de wijziging in de tekst, stemmen wij in met de motie. Voorzitter: Zijn er nog meer stemverklaringen? Mijnheer Schut?
De heer Schut: Voorzitter, wij vinden de motie volledig overbodig, maar om de sfeer goed te houden hier, zullen wij in elk geval meestemmen. [Hilariteit] Voorzitter: Dank u wel. De sfeer is goed, hoor ik. Dan stel ik voor dat degenen die tegen deze motie zijn, hun hand opsteken. [Stemmen bij handopsteken] Een
overweldigende meerderheid: unanimiteit [voor deze motie]. Mevrouw Schreurs, proficiat! AcM3 PvdA, SP, CDA ÃćâĆňâĂİ Gratis openbaar vervoer tijdens Carnaval
Dan komen wij bij het volgende punt: gratis openbaar vervoer tijdens carnaval. De Partij van de Arbeid neemt het woord. De heer Cols? De heer Cols: Bedankt, voorzitter. Ik zal het kort houden. De motie spreekt voor zichzelf. Deze motie roept op om met carnaval gratis met de bus te mogen rijden. Daar kun je heel veel argumenten voor verzinnen. Ik wilde dat eigenlijk beperken tot ’veiligheid’. Met carnaval wordt toch wat meer gedronken dan normaal. Daarmee wil ik carnaval absoluut niet bagatelliseren ÃćâĆňâĂİ integendeel ÃćâĆňâĂİ maar ik denk
dat het wel goed is dat wij als stad daarbij faciliteren dat mensen dit op een veilige
Verslagnummer xg
manier kunnen vieren. Nogmaals: je kunt er nog veel meer bij halen en het op die manier nog verder onderbouwen. Ik denk dat de motie daarmee voor zich spreekt. De motie spreekt ook uit om dat ÃćâĆňâĂİ als het even kan ÃćâĆňâĂİ gezamenlijk met provincie en
andere steden te doen. Dit speelt ook al op andere plekken in Brabant dus ik heb de verwachting dat dit wel moet kunnen lukken. De motie wordt samen ingediend met het CDA en de SP.
Voorzitter: Dank u wel. De heer Helms?
De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. Deze actuele motie, ingediend door de drie coalitiepartijen, is helemaal in lijn met hoe de coalitiepartijen over openbaar vervoer denken, namelijk: gratis openbaar vervoer als doel op zich. We gaan niet het VVD-standpunt hierover herhalen waarom wij tegen gratis openbaar vervoer als doel op zich zijn. Dat hebben we al vaak genoeg geroepen. In dit geval is de onderbouwing van de heer Cols veiligheid. Natuurlijk: mensen moeten niet achter het stuur als zij te veel gedronken hebben, maar waarop is dan toch gebaseerd dat het gratis maken er ook toe gaat leiden dat mensen in de bus gaan stappen? We hebben net meegekregen dat gratis openbaar vervoer tijdens de koopzondagen nagenoeg geen effect had. Wellicht is dat promotie. Ik weet het niet. Wat ons betreft: als je al die mensen in de bus wilt hebben, zorg er dan voor dat je meer bussen laat rijden met een nog dichter netwerk, zodat ze nog meer voor de deur kunnen uitstappen. Als ze daar nou een euro of twee voor moeten betalen, dan zullen ze daar echt niets om geven. Ze hebben al zoveel geld uitgegeven met carnaval; daar zal het niet aan liggen. We zullen dus tegen deze motie stemmen omdat dit typisch weer een geval is van ’gratis als doel op zich’, maar ’gratis bestaat niet’. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenber : Dank u wel voorzitter. Als ontdekker van het gratis openbaar vervoer zijn wij natuurlijk tegen alles wat gratis openbaar vervoer is. [Ge/ach] Maar hebben de samenstellers er niet eens aan gedacht om in de bus een bus te zetten waarin een knaak kan worden gedeponeerd voor het goede doel? Als je twintig pilsjes achter je kraag kunt gieten, kun je ook een knaak geven voor het goede doel om mensen eens een keer carnaval te laten vieren. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Voorzitter, wij hebben de motie mede ingediend. We zijn dus voor, maar wij willen het college toch een paar dingen onder de aandacht brengen. In ieder geval ÃćâĆňâĂİ en dat is in het verleden wel eens anders geweest ÃćâĆňâĂİ de inzet van
voldoende bussen, ook in de late uurtjes, want daar gaat het er natuurlijk met name om. De aandacht voor de veiligheid van de chauffeurs is, denk ik, heel erg
verslagnummer xs
belangrijk. En ik denk dat het ook goed is als er een goede publiciteitscampagne wordt gehouden, want er stonden inderdaad weer wat vervelende berichten in de krant.
Voorzitter: Dank u wel. De heer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Ja, hoe ’leefbaar eindhoven’ tegenover dit voorstel staat, zal niemand verbazen. Gratis openbaar vervoer zit in onze genen. Mijnheer Rennenberg heeft inderdaad gelijk dat een lokale partij aan de basis daarvan stond, met name in de periode 2002-2006. Wij zullen onverbiddelijk voor dit voorstel stemmen. Voorzitter: Mijnheer Helms, nog een keer. De heer Helms: Mijnheer de voorzitter, ik had een vraag aan mijnheer Leenders. De motie zoals die op dit moment voorligt, gaat om gratis openbaar vervoer tijdens de carnaval en daarvoor de dekking vinden binnen het bestaande GOV-budget en of provinciale regionale middelen. U geeft een aantal suggesties, waaronder inderdaad meer bussen tot in de late uurtjes - daar kan ik me op zich helemaal in vinden ÃćâĆňâĂİ veiligheid van de chauffeurs en een uitgebreide reclamecampagne. Moet
de dekking hiervoor allemaal binnen hetzelfde budget gevonden worden? Mocht dat problemen geven, wat is dan de afweging? Gaat het dan niet door of moet er dan toch betaald worden? Of is het koste wat kost gratis doorgaan? De heer Leenders: Voorzitter, ik denk dat het wel van het budget kan, maar mocht het college tot de conclusie komen dat dit niet zo is, dan neem ik aan dat ze bij ons terugkomen. Dat is heel simpel. Voorzitter: Dank u wel. Het college, mijnheer Van Merrienboer.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter? We zitten met twee handjes omhoog. [Lachend] Ko, ik eerst? Mijnheer de voorzitter, gratis openbaar vervoer is gewoon niet gratis en ik begin mij er steeds vaker aan te storen dat de term ’gratis openbaar vervoer’ overal rond zoemt en dat niemand in de gaten heeft en dat niemand lijkt te beseffen dat het gewoon altijd geld kost. Ook nu weer gaat dit uit het weliswaar bestaande budget, maar het is gewoon niet gratis. Ik stel voor dat deze doelgroep beter op de fiets kan gaan dan met de bus, zeker beter dan met de auto. Laat die mensen gewoon in hun
eigen dorp of hun eigen buurt carnaval vieren, dan hebben ze nergens een bus voor nodig. Ik denk dat het dus zijn doel voorbij schiet. Bovendien, mijnheer de voorzitter, wil ik de irritatie verwoorden dat wij het voortdurend hebben over uitbreiding van gratis openbaar vervoer voor 12-min en 65-plus en vergeten dat een hoop signalen uit de stad zeggen: "Leuk, dat gratis openbaar vervoer, maar die
verslagnummer xs
bushaltes zijn zo verrekte ver weg dat ik daar niet fatsoenlijk kan komen." Het wordt hoogtijd dat we ons daarop richten en niet op dit soort eenmalige gratuite acties die eigenlijk nergens voor nodig zijn. Laten we kijken waar we het echt voor nodig hebben, mijnheer de voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. De heer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. Ik wil de insteek niet maken dat ik zelf geen fan ben van carnaval, dus ik heb de motie zoals die er ligt bekeken op wat het kan bijdragen aan het besef van veiligheid. Nou zijn er niet alleen maar ’zuiplappen’ die de bus induiken want die weten de bus misschien niet eens te vinden. Er zal dus ook
een behoorlijke groep zijn die inderdaad die bus zou kunnen gebruiken. Alleen of daarmee de verkeersveiligheid in het algemeen gediend wordt en of de groep gestimuleerd wordt om eens te ontdekken wat openbaar vervoer is, daar heb ik aarzeling bij. Het probleem is dat je eigenlijk een wissel trekt op de eigen verantwoordelijkheid. Ik zit overigens nog in beraad of hij wel of niet mee moet, maar waar ik wel mee zit is ’wat is carnaval?’ Elk jaar wordt het carnaval een dag langer en het echte carnaval is redelijk kort. Zoveel heb ik nog wel aan historisch besef. Ik zou bijna vragen: worden de leden die meedoen aan de carnavaleske vergadering hier ook verplicht om straks de bus in te gaan? Maar dat is meer een suggestie. Ik heb een behoorlijke aarzeling en ik zit ook met het punt of we hier geld aan moeten uitgeven? Is het veel geld en kunnen we dat niet in het kader van stimulering van openbaar vervoer ÃćâĆňâĂİ ik heb het niet over gratis openbaar vervoerÃćâĆňâĂİ
toch beter aan bestaande punten en bestaande doelgroepen besteden, waar we toch eigenlijk een beleid hebben? Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk nog even of ik nog meer handen over het hoofd zie. Dat is niet het geval. Mijn excuses. De heer Van Merrienboer. De heer Van Merrienboer: Voorzitter, dank u wel. Heel in het kort: gratis openbaar vervoer tijdens carnaval ÃćâĆňâĂİ laten we het even daartoe beperken ÃćâĆňâĂİ is vorig jaar in
Tilburg een groot succes geweest. Dat leidde tot een verdubbeling van het gebruik van het OV op dat moment. Ik denk dat je inderdaad kunt zeggen dat het daar ook in relatie tot de bevordering van de verkeersveiligheid en in relatie tot de impuls voor het openbaar vervoer succesvol is geweest. Als je kijkt naar de condities waaronder je dat moet doen, dan moet je kijken naar veiligheid en voldoende inzet van capaciteit, wat de heer Leenders terecht zegt. Dan schat ik zo in dat je in Eindhoven 6 75.000 kwijt zult zijn om het te regelen. Dat is natuurlijk toch een behoorlijk bedrag. Dat kan op dit moment niet geheel ten laste van het bestaande OV-budget wat we hebben. Ik weet van andere steden dat het op dit moment nadrukkelijk op tafel ligt en ook door andere gemeenteraden daar wordt gesteund en dat nadrukkelijk wordt gekeken naar een bijdrage van de provincie en wellicht ook vanuit de regio. Ik denk wel dat het een goed initiatief is in relatie tot die
verslagnummer xs
carnavalsdagen en ik zou op pad willen gaan om dit op een verantwoorde manier te regelen. Dan kost het misschien net wat meer maar je kunt niet hebben dat je in de late uurtjes een probleem hebt. Dan lok je immers ook veiligheidsrisico’s uit. Ik zou dus op een verantwoorde manier op zoek willen gaan ÃćâĆňâĂİ of op jacht te gaan, laat
ik het zo zeggen - om dekking te vinden bij de provincie en wellicht ook bij de regio, want ik ben redelijk voornemens om daarin te investeren. Het kan dus zijn dat ik bij u terug moet komen, mocht ik daar geen succes hebben, omdat een verantwoorde invoering op dit moment niet past binnen het bestaande gratis OVbudget. Dat gezegd hebbende, wil ik graag de motie gaan uitvoeren, maar ik kan op dit moment geen garanties geven dat we in staat zullen zijn het te realiseren. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, graag een vraag aan de wethouder? Voorzitter: Ja, we zitten een beetje onder tijdsdruk in verband met de pauze. Mevrouw Schreurs: In feite gaat het om iets wat relatief weinig geld kost. Als u zegt dat u hiermee al de grenzen van uw budget toucheert, dan houdt het in dat u eigenlijk geen geld hebt om goed te experimenteren met het gratis openbaar vervoer. Feitelijk formuleert u nu het verzoek om bij de voorjaarsnota de zaak wat op te rekken. De heer Van Merrienboer: Nee, dat deed ik niet. Ik kijk ook even naar mijn collega’ s. Nee, ik heb van u een behoorlijk budget gekregen op basis waarvan op dit moment een goede pilot loopt. Op basis van de eerste ervaringen rond de koopzondag onderstreep ik toch maar even dat het in de stad behoorlijk goed liep dus dat het mobiliserende effect vooral in de regio beperkt was. Daar gaan we met promotie verder op inspelen. Op dit moment hebben we het budget dus belegd in een goede pilot. De aanvullende wensen vind ik gerechtvaardigd en ik wil me ervoor inzetten, alleen geef ik aan dat ik binnen het budget van de pilot geen ruimte heb om het op een verantwoorde manier te doen. Ik zie nadrukkelijk mogelijkheden bij de provincie en wellicht ook bij de regio. Dat laatste zal ik eens opnemen met de portefeuillehouder. Dan kan het zijn dat ik niet bij u hoef terug te komen maar het kan ook zijn dat ik wel even terugkom, omdat ik binnen het bestaande budget die ruimte niet vind.
Voorzitter: Dank u wel. [Geeft mijnheer Cols het woord].
De heer Cols: Bedankt, voorzitter. In het geval dat de wethouder bij ons terug zou moeten komen, denk ik dat we het hebben over de vergadering van 8 januari. Dan is mijn enige zorg alleen: wat betekent dit dan eventueel voor de uitvoering van deze motie, want we hebben het daarin over begin februari. Is het dan feitelijk nog mogelijk om het uit te voeren?
verslagnummer xs
Voorzitter: Mijnheer Helms.
De heer Helms: Ja, eigenlijk een daarop voortbordurende vraag: als u de budgetten in de provincie niet vindt, wat gebeurt er dan? Moeten wij 8 januari dan een besluit nemen en kan er dan nog een goede afweging worden gemaakt of dat uit een ander budget zou moeten komen of dat we dan bijvoorbeeld toch per rit een euro vragen? Hoe ziet u dat in de praktijk? Voorzitter: Er zijn geen verdere vragen, dan is nu weer het woord aan de heer Van Merrienboer. Ach, de heer Van Zijl.
D h V Z" I: Misschien niet zozeer een vraag als wel een aanvullende opmerking naar aanleiding van deze discussie. Eigenlijk is het zo dat als je er nu voor gaat dan vind ik ook eigenlijk dat je dan zo stoer moet zijn te zeggen: ’dan gaan we voor dat bedrag’, tenzij de wethouder aangeeft echt een hele grote pot tekort te komen. Als dat een aanzienlijk bedrag is van zeg 6 10.000 of’ 25.000, zoek dan even een andere post en vul dat aan. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Merrienboer.
De heer Van Merrienboer: Als het gaat om de handelingssnelheid: die is zeker geboden. Aanstaande vrijdag spreek ik met de gedeputeerde over gratis OV in het algemeen. Daar zal ik dit ook in meenemen. Het gesprek met de regioportefeuillehouder kan nog sneller plaatsvinden.
Voorzitter: Dank u wel. Geen verdere woordmeldingen meer. Er is kennisgenomen van het standpunt van het college. De heer Jansen: Voorzitter? Graag een stemverklaring.
Voorzitter: Ja, de heer Jansen, een stemverklaring. De heer Jansen: Ik zal tegen de motie stemmen omdat de 6 75.000 of wat het meer mag zijn, naar schatting van de wethouder, ergens vandaan moet komen. Het maakt mij niet zoveel uit als het van de provincie komt. Mijn suggestie zou zijnÃćâĆňâĂİ ook omdat de uitvoering van deze motie vraagt dat er een campagne is ÃćâĆňâĂİ dat de
campagne tevens inhoudt dat er streng gecontroleerd zal worden en dat zij om die reden de bus zullen nemen en daar ook iets voor willen betalen. Ik zal dus tegen de motie stemmen maar ik hoop wel dat veel mensen de bus zullen gebruiken. Voorzitter: Dank u wel. De heer Helms.
verslagnummer xs
De heer Helms: Dank u wel voorzitter. Een stemverklaring. De VVD zal tegen deze motie stemmen omdat het antwoord van de wethouder ÃćâĆňâĂİ mocht de dekking niet voor elkaar komen ÃćâĆňâĂİ wat ons betreft te vaag is. In het verleden hebben de bussen
ook vol gezeten toen er een minieme bijdrage betaald moest worden, dus wat ons betreft is ’gratis’ nooit het doel der doelen. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ook een stemverklaring. Ik zal de motie graag steunen ik heb er alleen behoefte aan dat dit soort discussies niet elke keer
opnieuw in deze raad gebeuren, want elke keer heb je eigenlijk hetzelfde onderwerp terug. Ik wil toch graag de wethouder vragen een wat groter openbaarvervoerprogramma voor te bereiden dan een pilot. Voorzitter: Zijn er verder geen woordmeldingen? Dan stel ik voor dat degenen die tegen deze motie zijn, de hand opsteken. [Stemmen bij handopsteken] 9 stemmen tegen. Daarmee is de motie aanvaard. Ik heb al een tijdje naar de klok zitten kijken, want de keuken gebiedt mij toch een beetje het ritme aan te houden. Ik ga nu onderbreken. Dat wil zeggen dat we even terugkeren in een besloten zitting over agendapunt Vl. We zullen de vergadering straks hervatten met agendapunt XI, het burgerinitiatief. Daarna zullen we de agenda vervolgen vanaf het punt waar we nu gebleven zijn. Mag ik degenen die niet in deze vergadering thuishoren tijdens de besloten zitting vragen ÃćâĆňâĂİ met enige spoed graag ÃćâĆňâĂİ de zaal te verlaten?
[Schorsing voor besloten gedeelte en de maaltij d]
Voorzitter: Dames en heren, als u allemaal weer plaatsneemt, dan kunnen we de vergadering hervatten. Ik wijs u erop dat het al over 20.00 uur is en ook nog eens dat het wel erg prettig zou zijn als we vanavond deze vergadering kunnen beeindigen. Morgenavond staat er wel een reservering in de agenda voor een eventuele uitloop maar gelet op de feestdag, denk ik dat daar weinig animo voor is. Dus met uw medewerking wil ik vandaag de vergadering beeindigen. Dan kom ik nu ÃćâĆňâĂİ zoals afgesproken ÃćâĆňâĂİ na de pauze met punt XI, het burgerinitiatief.
XI Burgerinitiatief Speelpark in Eindhoven-zuid Voorzitter: Wie wil daarover het woord voeren? Mijnheer Baudoin?
Verslagnummer xg
De heer Baudoin: Goedenavond. Ik mag hier namens Stichting Bewonersorganisatie Burgh, waar ik secretaris van ben, het woord voeren. Ik lees dat even op om alle ’Eh’s’ en ’Oh’s’ weg te laten.
Betreffende het burgerinitiatief. Dit gaat over de wenselijkheid van een speelgelegenheid voor jongeren tot 18 jaar naar het model Splinter en gesitueerd in het Bonifatiusplantsoen. Geruime tijd heeft de Stichting Bewonersorganisatie Burgh, samen met het leefbaarheidsteam zich ingezet voor het herinrichten van het Bonifatiusplantsoen.
Voorzitter: U heeft intussen een medeluisteraar, een aanvullende gast met zijn knecht, bij deze raadzitting. [Sinterklaas en Zwarte Piet nemen plaats naast de heer Baudoi n.] Sinterklaas, van harte welkom. De heer Baudoin: Geweldig. Ik ga even terug naar de actualiteit. Als we het over het Bonifatiusplantsoen hebben, dan hebben we het over de groenstrook tussen de Piuslaan en de visvijvers van Gijzenrooi, een gebied van zo’n 8 hectare groot. Het gebied is centraal gelegen tussen de wijken Gijzenrooi, Tivoli, Sintenbuurt, Tuindorp, Nieuwe Erven, Bloemenbuurt en de Kruidenbuurt. In de loop der jaren zijn hier nogal wat speelgelegenheden verdwenen. Het plantsoen is in de huidige staat nodig aan een opknapbeurt toe. Zonder uit het oog te verliezen dat er voor de verantwoordelijke ambtenaren dwingende voorschriften en spelregels zijn, willen wij dat er meer rekening wordt gehouden met de wensen van de omwonenden die de speelgelegenheden voor jongeren tot 18 jaar enorm missen! Het burgerinitiatief voor een tweede speelgelegenheid naar het model Splinter, heeft tot doel deze hiaat op te vullen. Wij bieden dit hier aan omdat wij ervan uitgaan dat u verantwoordelijk bent voor beleid en spelregels, dat wil zeggen: het bestemmingsplan. We wijzen er tegelijkertijd op de noodzaak van preventieve maatregelen waarmee wordt voorkomen dat de jeugd zich bezig gaat houden met vernielingen en straatterreur. Beter voorkomen dan genezen. Naast dit initiatief is er op 15 maart jl. een brief aan burgemeester en wethouder gestuurd waarin tevens het aanbod is gedaan om samen met vertegenwoordigers van de belendende wijken op locatie de mogelijkheden te bekijken. Wij hebben hier geen enkele reactie van burgemeester en wethouder op gekregen. Zelfs geen ontvangstbevestiging! Het speelpark zou tevens als ontmoetingsplaats kunnen dienen voor volwassenen. Na de inrichting zouden die moeten kunnen zeggen: laten we even oplopen naar het Bonifaciusplantsoen want daar is altijd iets te doen. Dat zou dan in de weekeinden kunnen gebeuren. Op die manier grijpen we een kans aan om over de eigen grenzen te kijken en kennis te maken met alle culturen die in de wijken vertegenwoordigd zijn. Om aan te tonen dat deze wensen niet zomaar uit de lucht komen vallen, verwijzen we naar de verslaggeving van het leefbaarheidsteam van
verslagnummer xs
De Burgh. Hier zijn onze wensen regelmatig kenbaar gemaakt. Wij ondervinden hier begrip en steun van de overige teamleden, die betrokken zijn bij deze wijk. Ik neem aan dat jullie allemaal op de hoogte zijn wie daar deel van uitmaakt: politie, woningcorporaties, Lumens Groep, enzovoorts. Getuige de behaalde successen in het Renesseplantsoen hebben wij bovendien veel vertrouwen in de medewerkers van het stadsdeelteam, met name de voorzitter, mijnheer Leppens. Stichting Bewonersorganisatie De Burgh hoopt als vertegenwoordiging van de wijk Burghplan een lans te hebben gebroken voor onze jongeren in Eindhoven zuid en hopen op uw support. Gezien de tijd van het jaar, hebben wij Sint Nicolaas bereid gevonden om de 875 handtekeningen ÃćâĆňâĂİ of verlanglijstjes, hoe je het maar wilt
noemen ÃćâĆňâĂİ aan u te overhandigen. Ik dank u voor de gelegenheid die u mij gegeven
hebt om dit verzoek persoonlijk toe te lichten en ik wens u wijsheid en daadkracht toe. Goedenavond. [Applaus] Voorzitter: Heel hartelijk dank, mijnheer Baudoin. [Burgemeester Braks neemt de handtekeningeni n ontvangst ui t handen van Sinterklaas.]
Sinterklaas: U weet dat Sinterklaas een kindervriend is. Ik heb deze wensen in de
schoen gevonden. Dit heeft u vroeger ook zelf meegemaakt. Voorzitter: Ja, ik heb dat indringend meegemaakt. Sinterklaas: Dan heb ik u ook meegemaakt. Voorzitter: En ik ben nog steeds een beetje bang! [Ge/ach]
Sinterklaas: Sinterklaas houdt van kinderen, maar ook van grote mensen. Voorzitter: Geweldig. Sinterklaas: Dit zijn ze allemaal. Ik heb hier veel handtekeningen en ik hoop dat u er echt iets mee doet want de kinderen daar hebben het echt heel hard nodig. Voorzitter: Dank u wel, Sinterklaas. Ik neem ze nu angstvallig bij me. Ik moet zeggen ÃćâĆňâĂİ ook aan het adres van de heer Baudoin ÃćâĆňâĂİ dat de raad uitermate positief
verrast is door het initiatief ÃćâĆňâĂİ een burgerinitiatief. Want zo werkt het hier,
Sinterklaas: de burgers hebben het voor het zeggen - ultiem natuurlijk, nadat ze de raad gekozen hebben. Hierover zijn een groot aantal handtekeningenÃćâĆňâĂİ verlanglijstjes heb ik begrepen ÃćâĆňâĂİ ingediend en dat moet indruk maken. Nu zijn er
veel belangenbehartigende groepen in een samenleving als de Eindhovense en die maken soms ook indruk. We moeten dat dus heel zorgvuldig bestuderen en dan uiteindelijk in deze raad tot conclusies komen. Daarom zal ik dit voorstel, ondersteund door de handtekeningen, overdragen aan de desbetreffende
Verslagnummer xg
raadscommissie. Dan kunnen ze daar overleggen. Ik zal het ook geven aan het college van burgemeester en wethouders. Ik heb het nu wel, maar het zit niet helemaal in mijn portefeuille, geloof ik. Ja, zit het vandaag in mijn portefeuille? Daarom ben ik ook zo bezorgd. Sinterklaas vergeef ons onze omissie dat we niet eens eerder een ontvangstbevestiging hadden gestuurd! Dat had ik op z’n minst kunnen doen. Ik weet niet precies wanneer het was, maar wat dat betreft beloof ik, Sinterklaas, voor de toekomst beterschap. En Piet, die durf ik wel een hand te geven! Zwarte Piet: U bent heel goed geweest, heb ik gehoord. Voorzitter: Het college ook toch, he?
Zwarte Piet: Ja, ik heb voor iedereen pepernoten meegenomen! Kijk eens? [Vult koffi ekopj es met pepernoten]
Sinterklaas: Laat het u smaken. Voorzitter: Dank u wel!
Mevrouw Fiers: Sinterklaas en Zwarte Piet, zou ik misschien nog even de aandacht mogen hebben? Ik voel mij wel een beetje ’wethouder in het nauw’ omdat namelijk bij de begrotingsbehandeling is aangekondigd dat in ieder geval een deel van het college mee zou moeten in de zak naar Spanje. De oppositie klapt al. Er zijn al een aantal medestanders. Dat had een voorgeschiedenis als het gaat om de tweede Splinter. Dat betekent dat ik eigenlijk toch een poging moet doen om dit enigszins goed te maken. Daarom heb ik even iets bij me. (Pakt ondergrote hilariteit een grote winterpeen.] Ik wil graag namens het college even iets geven voor het paard ÃćâĆňâĂİ die
heeft natuurlijk vanavond de laatste rustavond voordat het morgen gaat losbarsten. Ik heb dus een wortel voor het paard. En ik heb een wortel voor de VVDfractie omdat ik een vaag vermoeden heb dat die hier ook iets mee te maken hebben. (Hilari tei t] Maar om nu te voorkomen dat wij in de zak mee moeten ÃćâĆňâĂİ mijn
collega’s zeiden al: ’we zijn maar met zijn vieren dus we kunnen er eigenlijk geen een missen!’ ÃćâĆňâĂİ heb ik ook een gedicht gemaakt. Dat zou ik graag even willen
voordragen. Het is ook een beetje gericht aan u, raad. Kinderen di e naar hartenlust buiten willen spelen Dat zou toch iedereen willen aanbevelen Maar hoe pakken we di t nou handig aan? Met hier en daar een spannende wi pki p of toch een grote achtbaan? Het voorsteli s een tweede Spli nteri n Eindhoven zuid Maar het college vindt di t geen wijs besluit. Ze wil eerst kijken water nu al zoal aan speelplekken ligt En met elke buurt bezien hoe deze beter kunnen wordeningericht
verslagnummer xg
iedereen kan daarbij zij n ofhaar wensen aangeven En vertellen waar zij hun grootste lol aan beleven Zo kan straksiedereen lekker buitenspelen En hoeven zowel de kleine als grote kinderen zich niet meer te vervelen Daaris straksi edereenin Eindhoven zuid mee gebaat Maar het besluit hieroveri s natuurlijk aan de raad [Applaus]
Eigenlijk hadden wij als college een enorme meute kinderen verwacht bij de Sinterklaas, maar die zitten waarschijnlijk allemaal thuis te wachten om te kijken of er iets in de schoen komt. De snoepzakken zijn dan maar voor de raadsleden. Voorzitter: Dank u wel, verantwoordelijk wethouder, voor het onderwerp natuurlijk, maar eigenlijk ook voor alles wat Sinterklaas betreft. Bedankt, ook voor het gedicht dat u namens ons hebt voorgedragen. Sinterklaas, heel veel sterkte morgen! Maar ook veel plezier, want u bent jarig he? Dank u wel. [Sinterklaas verlaat onder applaus en gezang de raadszaal. Zwarte Piet deelt peperno ten ui t aan de raadsleden. Het college deelt snoepzakj es ui t.]
Ik moet Zwarte Piet vragen zich weer op Sinterklaas te richten voor zijn ondersteunende arbeid en ook de leden van het college die als persoonlijke assistenten van Sinterklaas zijn opgetreden, vragen weer hun plaats in te nemen. IX Actuele moties ÃćâĆňâĂİ Vervolg
AcM4 leefbaar eindhoven ÃćâĆňâĂİ Digipanel
Voorzitter: Dames en heren, we hebben daarstraks onderbroken op het moment dat de actuele moties aan de orde waren. We waren gekomen bij motie 4 van ’leefbaar eindhoven’ inzake het Digipanel. Mag ik de heer Van Bussel het woord geven? De heer Van Bussel: Dank u wel. Voorzitter, duidelijkheid is belangrijk ter voorkoming van fouten, misverstanden of vergissingen. Omdat het al een paar keer fout is gegaan met het Digipanel, zijn er in het verleden afspraken gemaakt over hoe we dit het beste zouden kunnen doen. Gisteren is ons gebleken dat er ondanks de gemaakte afspraken toch grote onduidelijkheid bestaat ten aanzien van het gebruik van dit middel. Voor wie is dit bedoeld? Er is een soort tweestromenbeleid, waarbij de gedachte leeft dat het oorspronkelijke middel wat door het ambtelijk apparaat gebruikt zou worden ter verbetering van hun werk, zienderogen is overgenomen door de raad als middel, waar spelregels voor zijn aangetast. Daarnaast wordt dit middel nog altijd ingezet door het ambtelijke apparaat, waarvoor het oorspronkelijk bestaat. Dat misverstand moeten we hier heel snel gaan wegnemen, anders gaat het af en toe goed mis. Ter voorkoming van onduidelijkheid, en om die niet langer te laten bestaan, wilde ik de spelregels die in
Verslagnummer xg
het presidium en in de raad daarvoor zijn aangenomen, vaststellen. Ze hebben altijd zo bestaan. Ofwel er is al die tijd een misverstand geweest, of er is inderdaad een tweestromenbeleid, waarbij dit middel op meerdere manieren kan worden ingezet. Ik wil er in ieder geval namens mijn fractie en mede namens de fractie van het OuderenAppel Eindhoven en de Lijst Pim Fortuyn geen misverstanden over laten bestaan. Daarom vraag ik de raad om uit te spreken dat als wij voortaan besluiten tot een Digipanelonderzoek, we daar in ieder geval altijd de raad over informeren. Dat lijkt me een goed gebruik. Het is misschien het intrappen van een open deur, maar ik wilde het toch nog een keer zeggen omdat er kennelijk vergissingen mee gemaakt worden. Ten tweede vraag ik: als het gebruikelijk is om de vraagstelling van de Digipanelonderzoeken aan de fractievoorzitters voor te leggen, dat we dat in alle gevallen gaan doen. Ik vraag dus eigenlijk om een bevestiging van een afspraak die voor velen misschien al duidelijk is. Die zeggen misschien: is het ooit anders geweest? Het blijkt dat sommigen dat niet zo interpreteren. Ik wou hier graag vanavond duidelijkheid over krijgen. Dank u wel. Voorzitter: Mag ik de heer Van den Biggelaar vragen, als voorzitter van het presidium, even op mijn plaats te komen zitten? De heer Braks: Dank u wel, mijnheer Van Bussel. Gisteren hebben we al met elkaar van gedachten gewisseld over deze gang van zaken. Ik kan aansluiten bij de opmerking van de heer Van Bussel dat er onduidelijkheid is, want wat mij betreft leefde ik gisteren in de perceptie dat het college, naast de raad, autonoom gebruik kon maken van dit Digipanel. Inmiddels ben ik natuurlijk ook iets verder de geschiedenis in gedoken, met anderen overigens, en heb ik me gerealiseerd dat daar, gelet op het politieke karakter dat daar soms bij betrokken kan zijn, ook afspraken over worden gemaakt met de raad. In de motie die nu voorligt, ziet het college in ieder geval aanleiding de regels voor het gebruik en de inzet van Digipanel en ook voor de formulering van de vraagstelling van Digipanel en hoe wij zullen omgaan met de resultaten, nog eens goed op een rij te zetten, ook op grond van de historische besluitvorming en met het oog op de motie die nu voorligt. Ik wil u mededelen dat het college bewust sonderingen wil doen over de stand van zaken in het kader van onze opdracht het referendum te begeleiden en uitvoering te geven aan de opstelling in dezen van de raad, door in eerste instantie ÃćâĆňâĂİ zo zijn wij dat in een plan van aanpak met u overeengekomen ÃćâĆňâĂİ de opkomst te
bevorderen. Met het eerste onderzoek, wat inmiddels heeft plaatsgehad, hebben we als het ware een eerste ’nulsituatie’ willen zoeken om een klein beetje de stand van zaken in de Eindhovense gemeenschap te weten. Het college realiseert zich wel dat het ook bij dit eerste onderzoek beter ware geweest als we toen meteen de raad hadden geinformeerd en even hadden overlegd, vanwege het politieke karakter, alhoewel we van mening blijven dat het over andere zaken gaat, dan waarover vroeger is gesproken. Het college is wel voornemens om met deze onderzoeken tijdens de campagne door te gaan, maar wij zullen dat niet anders
Verslagnummer xg
doen dan in overleg met het presidium en dus met de raad. Binnen enkele dagen kunt u de informatie over de stand van zaken en met betrekking tot onze aanpak ervaren. Ik vind dat we er even onderzoek naar moeten doen om elk misverstand naar de toekomst te vermijden. Overigens wil ik ook vandaag in uw midden, evenals ik dat gisteren eigenlijk ook al in de publiciteit heb gedaan, melden dat de eerste resultaten alleszins bemoedigend zijn. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor dat we de eerste termijn even afronden. Ik geef het woord aan mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Ja voorzitter, de Partij van de Arbeid heeft gisteren inderdaad deze kwestie in de commissie Bestuurlijke en Economische Zaken aan de orde gesteld en heeft toen aangegeven dat er onduidelijkheid was over wie bevoegd is Digipa nel te hanteren. Ik heb toen gezegd dat wij blijkbaar meerdere manieren hebben waarop wij onze burgers raadplegen. Ik heb toen ook de bewonersenquete genoemd en heb gesuggereerd om aan het presidium over te laten of er een regeling gemaakt kan worden ÃćâĆňâĂİ als die er al niet is; ik kon hem niet
vinden ÃćâĆňâĂİ over de manieren waarop wij burgers raadplegen. Ik zou twee dingen
willen zeggen, voorzitter. Ik zou de vraag van de heer Van Bussel uit willen breiden en niet alleen het Digipanel aan de orde willen stellen, maar ook de spelregels rondom de bewonersenquete. Het valt mij op dat de burgemeester nu als college het naar zich toetrekt om die regeling te maken. Ik kan me vergissen, maar ik ga ervan uit dat gisteren gezegd was dat we dat aan het presidium zouden overlaten omdat wij in eerste instantie toch het Digipanel zien als een instrument voor de raad. Als ik nog even naar de motie van de heer Van Bussel kijk, ben ik het op zich met hem eens dat er afspraken gemaakt moeten worden over het consulteren van de raad. Gisteren hebben wij een nieuwe regeling gevraagd en ik heb nu eigenlijk een beetje het idee dat 1eefbaar eindhoven’ eigenlijk al een beetje die regels zelf aan het invullen is. Dat vind ik, eerlijk gezegd, iets te voorbarig. De zaken moeten erin voorkomen maar ik zou het wat ruimer willen zien. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: Gezien de discussie van gisteren wil ik mij volledig aansluiten bij de woorden van de Partij van de Arbeid. De afspraak is gisteren gemaakt om het verder te onderzoeken. Ik denk dat de actuele motie van ’leefbaar eindhoven’ op dit moment wel erg voorbarig is. Misschien zijn er nog wel betere dingen te bedenken, mijnheer Van Bussel.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Schut en dan mijnheer Leenders.
verslagnummer xg
De heer Schut: Ja voorzitter, ook naar aanleiding van gisteren: het is een heel duidelijk verhaal en ik denk dat mevrouw Van den Biggelaar uitstekend verwoord heeft waar het om draait. Ik denk dat we het zo moeten gaan doen.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, ik denk dat het goed is daar even bij stil te staan. Het kan wat ons betreft ook best een instrument van het college blijven. Ik heb vanmiddag navraag gedaan en dan krijg je toch het antwoord: het was zowel het instrument voor de raad als voor B&W. Ik kan me voorstellen dat het college in een duaal systeem ook snel dingen wil uitzetten en onderzoeken. Dan vind ik deze actuele motie wat dat betreft veel te ver gaan dat wij vooraf geinformeerd moeten worden en dat aan de fractievoorzitters goedkeuring voor bestuurlijke zaken zou moeten gevraagd. Dat gaat mij veel te ver.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: We zoeken het even rustig uit. Dat hebben we gisteren besloten en dat lijkt mij verstandig. Dus doen we nu geen dictum waarin al twee zaken staan, vooruitlopend op het uitzoeken. Het volgende punt is dat er in de meningen die de heer Van Bussel in zijn actuele motie verwoord, passages staan die mij niet aanstaan. Dat is nog even los van datgene wat als dictum gezegd wordt. Ook in die zin wil ik op dit moment deze motie niet. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Gerard. Mijnheer Vleeshouwers. De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter, daar kan ik mij bij aansluiten. Als gisteren de afspraak gemaakt is ÃćâĆňâĂİ ik was daar niet bij overigens ÃćâĆňâĂİ om het nog even
rustig uit te zoeken, dan lijkt me dat de weg. Ik had ook die indruk na het lezen van de motie dat die te snel oplossingen gaf. Hier moet nog eens rustig naar worden gekeken. Ik denk dat het presidium dit samen met B&W moet doen. We hebben in het verleden gezien dat Digipanel zowel door B&W als door de raad gebruikt wordt. Blijkbaar is daar nu iets van een spanningsveld opgetreden. Ik denk dat B&W en presidium er samen heel goed voor uitgerust zijn om daar nadere afspraken over te maken waar dat nodig is en daar bij ons op terug te komen. Ik wil daar best op wachten.
Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Vleeshouwers. Mevrouw Schreurs?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, het opmerkelijke is dat het nog nooit eerder tot problemen heeft geleid. Ik denk dat dit dus min of meer een heel ongelukkige samenloop van omstandigheden is. Het lijkt me nuttig dat het gewoon een instrument is dat zowel door raad als college ingezet kan worden en datje elkaar daar dan over informeert. Dat lijkt me heel handig want op het moment dat er dan
verslagnummer xs
niets opdoemt wat wel eens tot problemen zou kunnen leiden, dan kom je daar wel uit. De traditie is inderdaad dat het aan beide zijden gebruikt wordt. Waarnemend voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar, u was nog iets vergeten in uw eerste termijn? Mevrouw Van den Bi elaar: Ja, ik was vergeten iets te melden. Het is met name van belang te weten of het Digipanel door het college of door de raad wordt geinitieerd, want ons is gebleken dat bij het laatste Digipanelonderzoek wat geinitieerd zou zijn door het college, de vraagstelling begon met: "De gemeenteraad van Eindhoven wil uw mening weten over het volgende...". Dat kan dus ook niet het geval zijn. Waarnemend voorzitter: Dat is een onderbouwing van wat u eerder zei. Ik meen uit de reactie van de burgemeester te hebben begrepen dat het college dit verder wil onderzoeken. De raad geeft aan dat het een zaak van het presidium is. Ik kan u even een klein voorbeeldje geven van de onduidelijkheid. Ik dacht zelf dat het een instrument was van de raad. Ik werk heel nauw samen met de heer Verheugt, de griffier, en die zegt: "Nee Jan, het is van de raad en het college". Er is dus wel wat misverstand over en ik denk dat het enige gremium die dat kan oplossen is: het college samen met het presidium, en dat we daarna bij u terugkomen. Ik proef dat dit hiervoor een grote meerderheid in de raad bestaat en ik wil even naar de heer Van Bussel om een reactie te vragen op die reacties en wat dit betekent voor zijn motie. De heer Van Bussel: Dank u wel, voorzitter. D66 stelt dat dit nog nooit tot problemen heeft geleid. Dat moet ik toch even corrigeren. Het heeft wel tot problemen geleid, waardoor er juist spelregels zijn afgesproken. Het presidium kent die spelregels, die weet de procedure daarover. Dat zou de voorzitter van het presidium kunnen bevestigen. Of het daarnaast een tweestromenmiddel is of een enkel middel is: die discussie brak gisteren na afloop van de commissievergadering nog even los. Toen was de vraag: is dat wel waar of is dat niet waar. Dat moet uitgezocht worden. De Partij van de Arbeid heeft gezegd: wij willen dat wel graag uitbreiden tot de bewonersenquete. Dat lijkt me een goede zaak, want in wezen is dat ook een peiling. Daar kunnen zich dezelfde problemen voordoen. Mijn verzoek is: neem dat dan even mee. CDA zegt: dit besluit gaat ons te ver. De gedachte onder deze actuele motie is niet meer en minder dan te zeggen: neem een besluit en zeg voor wie dat middel is en hoe je daarmee omgaat. Als u zegt: "Dit willen wij niet. Dat gaat te ver" dan heb ik alle begrip hoor. Ik wil dan prima met het CDA aan de kant staan.
De heer Leenders: Dan had u het dictum anders formuleren. U geeft nou een uitleg aan een actuele motie die anders is als het dictum.
Verslagnummer xg
De heer Van Bussel: Nee, nee. Voorzitter, ik refereer aan de afspraken die gemaakt zijn omdat het een paar keer problemen gaf. Die afspraken zijn helder. De enige vraag die nu voorligt is of er nog een iets ander spoor is waarbij je kunt zeggen: ik heb met die afspraken niets te maken, ik kan dat middel ook op een andere manier ÃćâĆňâĂİ via een ambtelijk of een collegeproces ÃćâĆňâĂİ inzetten. Daar gelden die afspraken niet
voor. De bedoeling van mijn fractie, samen met de twee anderen, was om hier duidelijkheid over te krijgen. Ik heb er alle begrip voor als u dit even in alle ordentelijkheid wilt uitzoeken, zodat we alleins en outs kennen, maar ik vond het toch de moeite waard om het hier even ter sprake te krijgen. De actuele motie is daarvoor een zeer geijkt middel. Het werkt beter dan een vijfminutenvraag. Ik wil de motie graag aanhouden - dat lijkt me op dit moment eigenlijk het beste - en daar mogelijk met een andere nuance later nog op terugkomen als we het onderzoek van het presidium, samen met het college, hebben. Die suggestie van de voorzitter neem ik graag over. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Bussel. Ik denk dat er toch een redelijke instemming is in de raad. Ik ga nog even naar de burgemeester. Bent u het ook eens met het feit dat college en presidium dit samen gaan bekijken? Dan denk ik dat we een heel eind verder zijn.
De heer Braks: Ja, ik ben overigens blij met deze discussie omdat ook hier weer duidelijk wordt dat er toch verschillende opvattingen en inschattingen zijn. Ik heb ook in die situatie de eerste discussie gehad, en met het college natuurlijk. Ik heb gezegd wat ik gezegd heb. Achteraf gezien hadden we de raad misschien toen al moeten informeren, maar op dit moment is het duidelijk, zeker in het onderhavige geval. Wij maken die inventarisatie en proberen alle gegevens te verzamelen. Wij zullen daarna met u ÃćâĆňâĂİ in principe is dat denk ik met het presidium want het moet
wel operationeel blijven ÃćâĆňâĂİ omdat die onderzoeken ook voor de dagelijkse gang van
zaken op vele terreinen van evident belang zijn. Het is ook zo dat wij als college uiteindelijk niets kunnen zonder instemming van de raad. De raad is dus meester over onze gedragsregels, waaraan wij ons moeten onderwerpen. Maar ik doe een beroep om de operationaliteit in de gaten te houden en verder herhaal ik nog een keer dat wij op dit moment voornemens zijn ÃćâĆňâĂİ maar dat hangt een beetje af van de
situatie die we aantreffen ÃćâĆňâĂİ om in het kader van de uitvoering van het referendum
zo nu en dan zo’n peiling te blijven doen, maar dat zal niet anders dan in overleg met het presidium ÃćâĆňâĂİ en dus met de raad -plaatsvinden.
Waarnemend voorzitter: Dank u wel, burgemeester. De raad is, denk ik, voldoende bediend en het presidium weet wat ze te doen staat. Mijnheer Schut gaat ons nog niets meegeven. De heer Schut: Ja voorzitter, de laatste zinnen van de burgemeester, daar kom ik eigenlijk op terug. Zoals u voorstelt gaan het presidium en het college samen aan
Verslagnummer xg
tafel zitten. Dat zal dan gebeuren en dan komen ergens in maart of april de eerste resultaten. Maar: de burgemeester zegt dat we dit instrument ook nog verder gaan gebruiken in het kader waar we mee bezig zijn: het benoemen van een nieuwe burgemeester in Eindhoven. Dat speelt zich allemaal af tussen vandaag en ÃćâĆňâĂİ ik geloof ÃćâĆňâĂİ 23 januari. Dat gesprek is dan mosterd na de maaltijd dus ik ben daar toch
niet helemaal gelukkig mee. Ik snap de intentie en ik vind dat de voorzitter op dit ogenblik een uitstekend voorstel heeft gedaan, alleen in de tijd klopt uw verhaal niet. Ik zou niet graag hebben dat er ondertussen weer ongelukken gebeuren zoals vorige week, terwijl we allemaal op dat gesprek zitten te wachten. Waarnemend voorzitter: U krijgt van mij niet wat u in het begin wel kreeg (twee keer 24 uur) maar u krijgt van mij wel de toezegging dat we met het presidium zo snel mogelijk bij elkaar komen om ervoor te zorgen dat dit ook van tevoren afgestemd kan worden. De heer Braks: Daar reken ik ook op, anders zou dit niet operationeel kunnen zijn. Aan de andere kant gaan wij ook inventariseren wat de bestaande kaders zijn en die zijn mede leidraad voor het gesprek wat we met het presidium hebben. Als we er niet uitkomen bepaalt het presidium in dit geval de lijn.
Waarnemend voorzitter: En ik vermoed: teruggekoppeld naar de fractievoorzitters. Mijnheer Van Bussel. Echt de laatste dringende opmerking, want we moeten vooruit. De heer Van Bussel: Ja, ter afronding, want het is natuurlijk zo ÃćâĆňâĂİ dat zal de
portefeuillehouder duidelijk zijn ÃćâĆňâĂİ dat het informeren van de raad al de nodige
ongelukken kan voorkomen. Als hij daar heel alert op is, dan denk ik dat er al veel punten zijn voorkomen. Dat sluit dan weer aan met de overwegingen die in de motie lagen, die mijnheer Gerard even aanroerde.
Waarnemend voorzitter: Al deze overwegingen nemen wij mee en wat mij betreft is dit discussie onderwerp afgesloten en kan de burgemeester terugkomen op de stoel waar hij thuishoort.
X Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen Voorzitter: Dan komen wij nu toe aan de punten waarover wel discussie mogelijk is. Ik word erop geattendeerd dat het verstandig zou zijn de punten 4, 5 en 6 als eerste te behandelen, omdat op de publieke tribune er speciale aandacht is en dat onderstrepen zij met iets wat in de Tweede Kamer ten strengste verboden is: spandoeken op de tribune. Ik moet daar even naar verwijzen want ik ken de
Verslagnummer xg
spelregels hier niet precies. Voor de goede orde zou ik toch willen vragen dat niet te doen. Kunt u daarmee instemmen? De heer Van Bussel: Voorzitter, wij hebben hier een goed gebruik dat als men zich verbaal niet uitspreekt [spandoeken] nooit als hinderlijk zijn ervaren. In dit procesÃćâĆňâĂİ we zijn immers niet de Tweede Kamer en niet de Eerste Kamer ÃćâĆňâĂİ is er wat mijn
fractie betreft geen enkel probleem. Ze hebben een mooi spandoek gemaakt, laat dat maar zien. Voorstel inzake de Evaluatie Kamerbewoning beleid Voorstel tot het vaststellen van het beleid woningsplitsing Voorstel tot het vaststellen van de verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Voorzitter: Dank u wel. Ook daar moeten we het nog maar eens over hebben, maar ik kijk gewoon niet die kant op. [Lachend] Wie wil hier het woord voeren? Mevrouw Vissers.
Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter? We vergeten de inleiding. Voorzitter: Oh, sorry. Ik ben nog een beetje onder de indruk van Sinterklaas. Mag ik de voorzitter van de commissie vragen dit onderwerp in te leiden?
De heer Burema: Graag voorzitter. We behandelen nu drie raadsvoorstellen tegelijkertijd om de eenvoudige reden dat ze alle drie met elkaar te maken hebben. Waar gaat het om? Om het wijzigen van de Huisvestingsverordening. Dat klinkt heel juridisch, en eigenlijk is het dat ook, maar praktisch gesproken is het heel simpel. De gemeente wil meer controle op de samenstelling van de woningvoorraad. Dat klinkt ook weer heel juridisch maar is eigenlijk ook heel simpel, want waar gaat het om? Het gaat om problemen die zich met name in bepaalde wijken in Eindhoven voordoen. Dat zijn problemen die veroorzaakt worden door woningsplitsing. Dat wil zeggen dat woningen worden opgesplitst in kamers. Kamerbewoning neemt toe en er zijn straten in Eindhoven waar hele delen van de straat zijn opgesplitst en waar de leefbaarheid zwaar onder druk komt te staan. Vroeger hadden we in Eindhoven de 10-procentsregeling. Die hebben we afgeschaft. Inmiddels hebben we geen regelingen meer en het lijkt erop dat we toch er behoefte aan hebben om dit te regelen. Er is een vrij pittige discussie geweest en we zijn er niet echt uitgekomen. Dat wil zeggen: niet tijdens die commissievergadering. Commissiebreed is er een stemvoorbehoud genomen op de voorstellen van het college en ik ben heel benieuwd of we er vandaag wel uit gaan komen. Voorzitter: Mevrouw Vissers. Nu is het woord aan u.
Verslagnummer xg
Mevrouw Vissers: Dank u wel, voorzitter. Het splitsen van woningen voor kamerbewoning in een straat, buurt of wijk houdt ons, vooral ook de mensen uit de stad en op de publieke tribune erg bezig. Dat bleek vooral in de commissievergadering van 13 november jl. Verschillende insprekers uit Woensel en Strijp spraken hun zorg uit over de enorme toename van kamerverhuur en woningen die worden gesplitst; een toename die de sociale cohesie en de leefbaarheid in een straat soms sterk kan verstoren. Als in een straat veel huizen zijn gesplitst in appartementen of als woningen worden gebruikt voor kamers, heeft u waarschijnlijk net als ik een beeld van hoe die straat eruit ziet. Denk niet alleen aan de hoeveelheid fietsen en auto’ s, geen parkeergelegenheid, maar vooral aan de balans die weg is tussen bewoners die actief een bijdrage willen leveren aan de sociale structuur in een buurt, met het organiseren van activiteiten, met het deelnemen aan wijkorganisaties, mensen die gehecht zijn aan en betrokken zijn bij hun leefomgeving. Het is dus denkbaar dat door de explosieve toename van woningsplitsing en kamerverhuur de sfeer in de buurt negatief wordt beinvloed. Als gemeenteraad hebben wij een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de sociale verhoudingen in een straat of buurt wordt gewaarborgd en dat we met elkaar regelgeving maken om te voorkomen dat die uit de hand gaat lopen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Met elkaar hebben wij een verantwoordelijkheid om de stad aantrekkelijk, veilig en leefbaar te maken en te houden. Wij willen juist betrokkenheid en gevoel van verantwoordelijkheid stimuleren en versterken. In de aanloop naar deze vergadering heeft onze fractie veel brieven en mails gekregen over het effect van kamerbewoning en woningsplitsing in hun buurt. In het kort een paar citaten. Ik citeer iemand uit de Irisbuurt: "Onze buurt is gewend aan kamerbewoners. Studenten hebben er altijd gewoond en dat heeft nooit tot grote problemen geleid. De huidige ontwikkeling is echter van een andere orde. In sommige delen van de wijk is bijna de helft van de huizen in gebruik voor kamerverhuur, dus meer dan 50’/o. Wij verzoeken u met klem om rekening te houden met onze noodkreet en de verdere toename van kamerverhuur in de lrisbuurt te stoppen." Een ander citaat uit de Winselerhof: "Wij, bewoners van wijk’t Hooi vrezen dat door problemen in de ene wijk op te lossen rond woningsplitsing of kamerverhuur, deze problemen worden doorgeschoven naar andere wijken. Veel huizen in onze wijk zijn groot en relatief goedkoop, kortom: een markt voor woningsplitsing of kamerverhuur." Op termijn zou dat een probleemwijk kunnen worden. Kortom, voorzitter, de problematiek met betrekking tot kamerverhuur moet niet alleen in krachtwijken, actiewijken of integralewijkvernieuwingswijken worden aangepakt, a//e wijken verdienen aandacht! De roep om aandacht voor een goede verhouding tussen kamerbewoning, gesplitste bewoning en eengezinswoningen is overtuigend en komt uit alle hoeken van de stad. In het voorstel dat nu voorligt komt het college met nieuwe regelgeving waarmee wij het in basis bijzonder eens zijn. Immers: het op slot kunnen zetten van specifieke gebieden in Eindhoven waar geen enkele
Verslagnummer xg
woning meer gesplitst of kamers verhuurd kunnen worden, lijkt ons een prima voorstel. Ook zijn wij als Partij van de Arbeid dik tevreden met het juridische instrument, de omzettingsvergunning. Met deze nieuwe vergunning moet iedereen die een woning bezit een vergunning aanvragen om de woning om te kunnen zetten van een zelfstandige wooneenheid naar een onzelfstandige woonruimte, met een gemeenschappelijke keuken, douche, toilet en als het meezit een fietsenhok. Wij als fractie zijn het niet eens met het voorstel van het college om deze vergunning alleen maar in te voeren in de door het college aan te wijzen gebieden. Wij zijn sterk van mening als Partij van de Arbeid, dat deze vergunning voor de hele stad moet gelden, want alleen vergunningaanvraag voor aangewezen gebieden zou nadelige effecten kunnen hebben voor andere kwetsbare gebieden in de stad. Met het instellen van een nieuw instrument heb je ook direct een makkelijk toetsbaar handhavingsinstrument. Als het voor de hele stad geldt, dan krijgt men dus ook zicht op de niet-krachtwijken of ÃćâĆňâĂİ actiewijken op aantallen en
percentages van gesplitste woningen en of kamerverhuur. Als laatste: het uitrollen van een omzetvergunning over de hele stad betekent niet dat kamerverhuur niet mogelijk is. Dat is onzin. Wij zijn inderdaad een studentenstad en moeten studenten zeker de woonruimte kunnen bieden. Maar wat is er mis mee om een
potentiele kamerverhuurder te verplichten een vergunning aan te vragen om dit mogelijk te maken? Kortom: de fractie van de PvdA is het dus eens met het beleid maar wil graag de huisvestingsverordening aanpassen, zodat er beter kan worden opgetreden tegen ongewenste situaties in de hele stad. Wij zullen dan ook de verordening amenderen. Dit amendement wordt mede ingediend door GroenLinks, de SP, de Lijst Pim Fortuyn en het CDA. Hartelijk dank.
Voorzitter: Dank u wel, mevrouw Vissers.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, mag ik nog iets vragen? Eigenlijk is dat een discussie die wij in de commissie ook al voerden. Ik zei toen ook al dat de teneur van uw verhaal was dat u de schuld bij de kamerbewoners of etagebewoners legde. Ik proef die teneur nu weer. Hebt u de indruk dat asociaal gedrag gekoppeld is aan kamerbewoning en etagebewoning? Een andere vraag is: waar zit nu eigenlijk precies de kern van het probleem? Voorzitter: Mevrouw Vissers.
Mevrouw Vissers: Dank u, voorzitter. De kern van het probleem zit niet bij de kamerbewoners, waarvan u suggereert dat wij dat zo zien, maar in dat de balans negatief dreigt uit te pakken daar waar er teveel kamerbewoners wonen of te veel woningsplitsing plaatsvindt. Dat is de kern van het verhaal.
De heer Vleeshouwers: Maar u koppelt te veel de kamerbewoners aan asociaal gedrag.
Verslagnummer xg
Mevrouw Vissers: Nee, dat doen wij niet.
De heer Vleeshouwers: Legt u dat mij maar uit, want deze discussie voerden wij eerder. Ik heb u in de commissie ook horen vertellen dat het probleem bij de huisjesmelkerij en de uitbuiterij zat. Dat wilde ik u eigenlijk horen zeggen. Dat vind ik namelijk veel meer iets van uw partij. Het probleem zit niet bij kamerbewoners. Kamerbewoners die zich goed gedragen zijn mensen die je in elke wijk zo kunt hebben, net als alle andere mensen. Mevrouw Vissers: Dat ontkennen wij ook echt helemaal niet. De heer Vleeshouwers: Toch zit die teneur wel in uw verhaal! Mevrouw Vissers: Daar ben ik het niet mee eens. De teneur in het verhaal gaat volstrekt over het in balans houden van een leefomgeving die voor iedereen interessant en ook bereikbaar is. Er zijn heel veel mensen die zich actief bezighouden in een buurt of wijk. Die zeggen ook: "Als er te veel kamers of gesplitste woningen zijn, dan kunnen we activiteiten niet meer goed organiseren. We hebben geen binding met de wijk". Dit heeft als gevolg dat mensen willen verhuizen omdat zij niet meer de sociale cohesie proeven in de wijk. Als we iets niet willen is dat juist mensen die actief een bijdrage leveren aan hun leefomgeving gaan vertrekken. Ik wil het helemaal niet in een negatieve sfeer trekken alsof we tegen overlast door kamerbewoning zijn, maar het veroorzaakt wel overlast en het enige wat we hier nu doen, is dat wij voorstellen dat het instrument, dat wij in handen krijgen en waar wij het erg mee eens zijn, over de hele stad uit te rollen. Dat is ons voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we snel verder. Wie wil nog meer over deze wetsvoorstellen het woord voeren? Het ingediende amendement maakt nu natuurlijk deel uit van de beraadslagingen. Mijnheer Rozendaal.
De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Vissers zei een aantal heel ware dingen. Het feit dat er veel kamerbewoning is of dat er woningen gesplitst worden kan in een aantal gevallen tot problemen leiden. Het college heeft aangegeven dat zij daarvoor een aantal instrumenten nodig heeft. Daar kunnen wij veel begrip voor opbrengen. Het college geeft ook terecht aan dat een van de belangrijkste uitgangspunten is dat Eindhoven een stad is waarin op verschillende manieren gewoond moet kunnen worden, ook door mensen die of op etages of op kamers willen wonen. Wij zijn een studentenstad. We zijn een stad met starters. We zijn een stad met dynamiek. Daar moet van alles en nog wat kunnen gebeuren. Je moet al dit soort dingen niet onmogelijk maken. Een van de belangrijkste dingen waar we tegenaan zijn gelopen ÃćâĆňâĂİ dat hebben we de vorige keer ook geconstateerd ÃćâĆňâĂİ is dat je
verslagnummer xg
alleen maar kunt ingrijpen als je enigszins zicht hebt op de situatie. Daar gaat mevrouw Vissers de fout in, namelijk, op het moment dat zij het instrument om in te grijpen koppelt aan overzicht van de situatie. Want dat is niet nodig. Je hebt twee dingen nodig. Op plekken waar het fout gaat, moet je kunnen ingrijpen. Daarvoor komt de wethouder met een voorstel om in die wijken waar problemen zijn of dreigen te komen, een vergunningstelsel in te stellen voor het omzetten van woningen in kamerbewoning, alleen in die wijken waar er problemen zijn. Dat hoeft niet voor het splitsen in appartementen, want daar is allang wetgeving voor. In de overige wijken van de stad is een vergunning helemaal niet nodig. Die kunnen gewoon kamerbewoning hebben. Dat is helemaal geen punt. Daar lijkt geen probleem te zijn. Mevrouw Vissers roept dan terecht: ’ja, maar misschien komt daar dan wel een keer een probleem.’ Dan zeggen wij: daar heeft u gelijk in. Dat zou best eens kunnen, dus moet je daarop voorbereid zijn. Voorbereid ben je niet door een ingewikkelde regelgeving met vergunningsstelsels te gaan instellen, wat overigens alleen maar weer het instrument van bezwaar maken tegen niet verleende vergunningen dan wel bezwaar maken tegen wel verleende vergunningen tot gevolg heeft en dus weer een bezwaarcircus gaat oproepen, dat weer zijn eigen dynamiek heeft. Kortom: het wordt steeds ingewikkelder. Je moet het eenvoudig oplossen. Als je wilt weten wat er in de rest van de stad gebeurt, moet je gewoon zeggen: ik maak een meldingsplicht. Wij hebben dus een amendement om het voorstel zoals de wethouder het neerlegt aan te vullen. Wij stellen dus alleen in die wijken waar het nodig is een verg unningsstelsel in. In de overige wijken van de stad zeggen wij dat het verplicht is om te melden dat u een woning omzet in kamerbewoning. Dan hebben wij een overzicht van wat er gebeurt en dat stelt ons in staat om op de momenten waarop het nodig is of als er klachten uit de buurt komen, gefundeerd te kunnen kijken of er inderdaad iets aan de hand is en eventueel daarna over te gaan tot het veranderen of aanpassen van de aangewezen wijken. Dan heb je een veel beter instrument. Dan kun je namelijk alle twee doen. Voorzitter: Mevrouw Vissers.
Mevrouw Vissers: Als je een meldingsplicht hebt, hoe kun je dan weigeren of handhaven?
De heer Rozendaak Je wilt helemaal nog niet weigeren want dat is op dat moment nog helemaal niet de bedoeling! De bedoeling is dat je alleen weigert in die situatie waarin er een probleem is. De meldingsplicht is er om ervoor te zorgen dat u een overzicht krijgt. Als blijkt uit het overzicht dat het niet goed gaat, dan kunt u de aanvraag van vergunningen weer verplicht stellen. Maar u gaat nu een kanon gebruiken om te schieten op een mug. Omdat er in een aantal wijken een probleem is, gaat u de hele stad met een vergunningsstelsel opzadelen. Dat is a) onhandig, b) duur, c) het lokt een bezwaarprocedure uit, d) u bent zelf als partij tegen een overdreven hoeveelheid regelgeving. Dat heeft u net in een eerder voorstel
Verslagnummer xg
namelijk nog gezegd. Het is dus verbazingwekkend dat u nu overbodige regelgeving wilt instellen. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: Ja, voorzitter, ik wilde per interruptie mijnheer Rozendaal eigenlijk zeggen dat zijn manier van aanpak een typisch voorbeeld is van achter de feiten aanlopen. Daar waar de problemen ontstaan zijn, gaan we proberen wat te repareren. Laten we nou eens als gemeente kijken of we vooraf problemen kunnen voorkomen, zoals die ook uit diverse hoeken van deze stad al zijn aangegeven. De heer Rozendaal: Mijnheer Van Zijl vergist zich, het is namelijk voor de feiten uitlopen want wij zorgen ervoor dat er voldoende informatie is, zodat u gefundeerd
een beslissing kunt nemen. U wilt vast een beslissing nemen terwijl u nog niet weet wat er aan de hand is. Daar zit het verschil in. Wij proberen erover na te denken. Er is
nog een een voorstel waar wij een amendement over hebben... Voorzitter: Mevrouw Van Herk wil interrumperen en haar buurvrouw ook, geloof ik. Mevrouw Van Herk: Ik vind dit toch wel iets hebben van de put dempen als het kalf verdronken is. Wat u nou zegt is: iedereen mag en op het moment dat het verkeerd loopt gaan we het aanpakken. Tegen de tijd dat u het dan aan gaat pakken zijn de problemen al zo groot, dan boefje ze niet meer aan te pakken!
De heer Rozendaal: Ik neem uw opmerking even als commentaar aan. Er was nog een ander punt wat ik wilde zeggen. We hebben namelijk nog een amendement ingediend. Zoals het op dit moment in het voorstel ligt, ligt de bevoegdheid voor het aanwijzen van wijken die op slot gaan bij het college. Wij vinden dat een dermate vergaande bevoegdheid dat wij vinden dat die uiteindelijk niet bij het college, maar bij de raad hoort te liggen. Het college zei terecht in de commissie: ’maar dan kunnen wij niet snel en adequaat optreden’. Toen hebben wij gezegd: laten we die dingen dan combineren. Het college mag zelfstandig beslissen om een wijk op slot te doen, maar moet die beslissing dan vervolgens aan de raad voorleggen ter fiattering. Dat hebben wij in een amendement vervat. Dat heeft u al gepresenteerd gekregen. Ik dank u vriendelijk. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert. Mevrouw Van den Crommert: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Als SP zijn wij niet verbaasd over de stukken die voor ons liggen, want wij zijn altijd al tegen het stoppen van de 10-procentsregeling geweest, om dezelfde reden waarom wij nu deze stukken uitermate kritisch beoordeeld hebben. We zijn van mening dat woningsplitsing, kamerverhuur en dergelijke geen inbreuk mogen doen op de
Verslagnummer xg
bestaande leefbaarheid van een ’wijk’, wordt hier gesuggereerd, maar wij gaan verder: wij zeggen: een bestaande ’straat’. Overlast speelt zich niet alleen op wijkniveau af. Kijk naar Woensel West, de Stevinstraat, de Stephensonstraat; daar is vreselijk veel overlast. Een paar straten verderop bij Trudeau, waar verhuurd wordt, is geen overlast dus ik spreek liever van overlast op straatniveau. Als je zoals de VVD suggereert melding maakt. Dan kijk je: is er veel last in een wijk? Dan heb je al zes of zeven straten verdorven want daar is wel last, maar in de totale wijk is er dan weinig last. Wanneer grijp je dan in? Ik kijk liever op straatniveau. Ik kom dan ook tot de volgende vier punten. een buurt stopzetten vinden wij goed en daar moet je vooral mee doorgaan. De heer Rozendaal: Mag ik even interrumperen, voorzitter? Want ik geloof dat er een klein misverstand aan het ontstaan is. U suggereert dat wij een meldingsplicht bij overlast willen maar wij willen een meldingsplicht op het moment dat iemand een omzettingsvergunning zou moeten aanvragen, zoals nu voorgesteld wordt. Dan zeggen wij: niet een vergunning maar je moet melden datje het huis gaat omzetten van zelfstandig naar onzelfstandig. Dan weet de gemeente al dat er kamerbewoning komt. Als u dus drie huizen naast elkaar ziet komen, dan weet u als gemeente al wat er aan de hand is. Dus u heeft niet begrepen wat wij voorstellen. Mevrouw Van den Crommert: Nee, dan begrijp ik het juist stukken beter en is er juist meer reden om tegen uw amendement te zijn, want u zegt dan juist: er komen straks drie woningen in de straat. Eigenlijk is dat te veel voor die straat. Wij kunnen er als gemeente niets mee doen maar we weten het wel.
De heer Rozendaal: Nee, mevrouw Van den Crommert, u begrijpt het helemaal niet. Op het moment dat de gemeente weet wat er aan de hand is, is met name de wethouder heel goed in staat om na te denken en dingen te combineren en af te vragen: wil ik wel of niet ingrijpen? Mevrouw Van den Crommert: Maar, waarmee? De heer Rozendaal: Je kunt een wijk dan toch op slot gooien? Je kunt dan toch zo’ n gebied aanwijzen? Je kunt die hele constructie dan veranderen. Je kunt dat toch aanpassen? Je hoeft toch niet van tevoren al alles te verplichten? Ingrijpen is een heel ander verhaal; dat kan op het moment waarop het nodig is.
Mevrouw Van den Crommert: Er komen drie huizen in een straat die voor overlast
zorgen. Ik noem het voorbeeld wat u zelf geeft. Dan moet een wethouder een hele wijk op slot zetten, terwijl het heel gemakkelijk met een vergunning weigeren opgelost had kunnen zijn. Dan had de rest de wijk helemaal niet op slot gehoeven. Voorzitter: Mevrouw Vissers.
verslagnummer xg
Mevrouw Vissers: Ik ben het helemaal eens met mevrouw Van den Crommert. Ik wil
nog even tegen mijnheer Rozendaal zeggen: wat dan? Als je meldingsplicht hebt, heb je geen enkel instrument om te handhaven. Je hebt het wel over gebieden op slot zetten maar je kunt geen straat op slot zetten. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert.
De heer Rozendaal: Er staat nergens in de verordening hoe groot een gebied zou moeten zijn. U zou een gebied als een straat kunnen definieren. Dat is geen enkel probleem. Mevrouw Vissers: De beursthermometer gaat niet over straten. De heer Rozendaal: Op het moment dat u definieert wat u op slot wilt doen, kunt u dat per straat doen. Dat is niet alleen maar afhankelijk van de buurtthermometer. De buurtthermometer is een van de instrumenten die daarvoor gebruikt kunnen worden. Als u zich daarvan afhankelijk maakt is dat niet verstandig.
Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert, wilt u uw betoog afronden? Mevrouw Van den Crommert: Ja. Een buurt op slot zetten, zoals ik al zei, vinden wij prima. Dat vinden wij ook een prima instrument voor de buurten die dat nodig hebben. Wij willen de wethouder dan wel opdragen om ook naar het onderhoud en de veiligheid te kijken, vooral op artikel 25 van de Woningwet. Ik wil dan mijnheer Vleeshouwers meteen aanspreken op zijn vraag van daarnet. Ik wil dat de signalen van bewoners serieus genomen worden en dat we reageren op de juiste signalen. Mijnheer Vleeshouwers, de huisjesmelkers, iedereen die illegaal kamers verhuurt, vinden wij in eerste instantie de veroorzakers en niet de bewoners zelf. De bewoners kunnen er ook niets aan doen dat zij met z’n zestienen in een huis gepropt worden. Wij willen in elk geval maatregelen zodat de signalen snel opgepikt worden, zodat de huisjesmelkers in ieder geval worden afgeschrikt. Wij hebben verder nog een amendement van de PvdA mede ondertekend om dezelfde argumenten als de PvdA nu noemt. Kijk, voor kamerbewoning kun je een vergunning afgeven maar als er iemand komt die een huis wil opkopen om er zestien eenheden in te maken, kun je je afvragen of dat wel dergelijks betreft. De wethouder heeft ons een schrijven doen toekomen met daarin argumenten waarom wij dit amendement niet zouden moeten steunen. Ik heb het gevoel of ik er een wassen neus van krijg. Volgens mijn informatie is er niet een zodanig groot probleem in de studentenhuisvesting dat je overal studentenhuizen zou moeten neerzetten, want anders komt er geen student meer naar Eindhoven. Ik denk dat dit ook aan andere dingen ligt. Verder zijn wij van mening dat een studentenruimte ook best wel over de rondweg heen kan. Het hoeft niet allemaal midden in het
verslagnummer xs
centrum. In Stratum mogen van mij ook best studentenhuizen komen. Door een omzetvergunning in te voeren ga je overlast tegen. Ik wil daarmee de kamerbewoning of studentenhuisvesting absoluut niet tegenhouden. Er is bij ons nog twijfel gekomen over het feit of wij bij de woningsplitsing rekening moeten houden met de leefbaarheid. Ik weet het niet, mijnheer de voorzitter, want ik hoor voorbeelden van kleine woningsplitsing; dat een huis twee woningen wordt. Dan denk ik: daar zal niet zoveel overlast komen. Of daar nou wel of niet een vergunning voor moet komen, vraag ik mij af. Ik hoor ook reacties van projecten waar een pastorie of een leegstaand gebouw in een keer wordt gesplitst in twintig appartementen. Dan denk ik: houden wij dan rekening met de leefbaarheid of worden die leefbaarheidsnormen gehandhaafd in andere vergunningen? Daar zou ik graag nog eens een reactie op willen van de wethouder. Mijnheer de voorzitter, ik ga afronden. Als het amendement wat wij samen met de PvdA ingediend hebben en mijn opmerkingen door de wethouder worden overgenomen ÃćâĆňâĂİ beter handhaven
op onderhoud, veiligheid en de bewoners serieus nemen met klachten zodat er beter inzicht komt in de klachten die er zijn ÃćâĆňâĂİ dan kan ik u een compliment maken,
mevrouw de wethouder, want dan heeft u naar de mening van de SP en vele mensen in de stad een goed en zelfs beter alternatief voor de 10-procentsregeling gevonden. Wij waren voor handhaving, dus dat zegt wat. Dan kunnen wij onze stadsgenoten en de mensen op de tribune enige zekerheid geven dat in Eindhoven overlast door illegale kamerbewoning, huisjesmelkers en dergelijke, niet acceptabel is en stevig wordt aangepakt. Ik dank u, mijnheer de voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van Herk. Mevrouw Van Herk: Dank u wel, voorzitter. Ja, ik kan het kort maken. Wij sluiten ons helemaal aan bij de woorden van de Partij van de Arbeid. Het raadsvoorstel zoals dat voorligt is een prima voorstel. De enige angst bij ons was ook dat als je enkele wijken op slot gaat doen, je dan het risico loopt dat het probleem zich verplaatst naar andere wijken. Dat willen wij tegengaan, vandaar dat wij het amendement van de Partij van de Arbeid mede ondertekend hebben. Wij zijn verder wel voor het voorstel en het amendement. Voorzitter: Dank u wel, mevrouw Van Herk. De heer Reker?
De heer Reker: Dank u wel, voorzitter. Ook wij hebben het amendement van de Partij van de Arbeid mee ondertekend. In tegenstelling tot de VVD, vinden wij dat wij op tijd moeten ingrijpen. Als we de zaken signaleren met de buurtthermometer loop je achter de feiten aan en we weten hoe lang het duurt, hier in Eindhoven, voordat er dan beslissingen genomen worden. Dat wijzen we dus af. We blijven achter het amendement van de Partij van de Arbeid staan. Voorzitter: Mijnheer Mulder?
Verslagnummer xg
De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. In de commissie van 13 november hebben wij gerefereerd aan de brief die de corporaties hadden gestuurd aan het college. In de commissievergadering van 27 november heeft het OuderenAppel daar nog eens naar gevraagd. Toen heeft de wethouder gezegd dat zij voor 4 december zou antwoorden. Het kan zijn dat het ons is ontgaan of dat wij die brief niet hebben ontvangen terwijl die wel verstuurd is. Is hij niet verstuurd, dan vind ik dat een omissie. Dat neemt echter niet weg dat we met veel belangstelling geluisterd hebben naar het betoog van mevrouw Vissers van de Partij van de Arbeid. Ook het OuderenAppel heeft diverse signalen gekregen van mensen uit wijken met betrekking tot de problematiek die hier door velen geschetst is. Wat dat betreft delen wij de mening en de visie van de Partij van de Arbeid en zullen wij het amendement steunen en derhalve dus niet de ingebrachte zaken van de VVD. Dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Peters. Mijnheer Van Zijl daarna.
De heer Peters: Ja, het is duidelijk in alle reacties. Het gaat in zijn algemeenheid over een spanningsveld tussen enerzijds de broodnodige behoefte - gezien ook de brief van de TU die wij bekomen hebben en het onderbrengen van onder andere Poolse werknemers, zoals een inspreker betoogd heeft ÃćâĆňâĂİ en anderzijds, uiteraard,
een leefbare wijk. De regio Zuidoost Brabant is de regio waar het voor Nederland wordt verdiend. De economische groei, maar ook een goed scholingsaanbod gaat gepaard met het aantrekken van mensen die hier verblijven en zich al dan niet permanent huisvesten. De boven- en middencategorie vindt hierbij wat makkelijker de weg, maar voor degenen met een bescheiden onderkomen op kamerniveau is de doorstroming niet optimaal en wordt wel eens ruimte gemaakt. Dan is woningsplitsing een feit. Op zich hoeft kamerbewoning of splitsing niet tot problemen te leiden. Wel zie je dat wijken die het toch al wat moeilijker hebben, extra bevattelijk blijken voor woningsplitsing, met name door de huisjesmelkers. Wij erkennen dat dit tot ongewenste resultaten leidt en de balans in een wijk verstoort. Het instrument van de buurtthermometer geeft een inzicht in die balans maar lost op zichzelf niets op. Onze hoofdpunten zijn: de aantallen niet toespitsen op wijk maar op straat; vergunningen op persoon/eigenaar verstrekken en niet alleen op het pand; de vergunningen niet overdraagbaar maken en aan een maximaal aantal koppelen. Wij steunen wel het voorstel van de VVD: wij willen geen vergunningsplicht over de hele stad. Maar vooral: burgerparticipatie: meebeslissen in je eigen omgeving. We hebben de insprekers gehoord. Er is betrokkenheid bij de buurt en vaak zijn de mensen heel reeel in wat ze te berde brengen. Anderzijds is het vaak ook zo dat niemand nog iets wil waar men last van denkt te hebben. Het Domushuis is daar een voorbeeld van. Als je met iedereen rekening houdt, kun je ook niet besturen. Dan zijn bepaalde bevolkingsgroepen nergens meer welkom.
verslagnummer xa
Voor ons is toch mee bepalend wat de directe woonomgeving wil en wat van groot belang is voor gezonde wijken. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. De heer Van Zijl.
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. Leefbaarheid is voor alle Eindhovense wijken en buurten en het amendement voor de omzettingsvergunning, zoals dat door de Partij van de Arbeid, GroenLinks en andere partijen is ingediend, is een krachtig instrument om die leefbaarheid niet alleen voor de aangewezen gebieden maar voor de hele stad te gaan borgen, vandaar dat we dat graag wilden ondersteunen. De argumentatie die mevrouw Vissers heeft gegeven delen wij volledig. Echter, er is ook nog de woningsplitsing en daar sluit ik een beetje aan op het verhaal van mevrouw Van den Crommert. Woningsplitsing is niet altijd slecht voor een buurt. Als dat op een gereguleerde manier gebeurt, is er weinig aan de hand, maar het kan wel een nadelige invloed hebben. Daarom is de toevoeging in de verordening zoals die nu voorgesteld wordt, om binnen aangewezen gebieden ook voor woningsplitsing de boel op slot te zetten, niet slecht. Daarbij ga je dus leefbaarheid meewegen in het toekennen van een vergunning. Zo is dat ook gesteld binnen de aangewezen gebieden. Dat gebeurt op basis van de buurtthermometer. Die is redelijk grofmazig en wordt in feite pas toegekend als het licht op oranje staat. Je loopt daar dus een beetje achter de feiten aan. Er zijn buurten en straten genoeg waarin woningsplitsing mogelijk een probleem zou kunnen opleveren voor de leefbaarheid. Helaas kun je in die buurten die je niet van tevoren hebt aangewezen gaan toetsen op leefbaarheid. Zo is het niet in deze verordening vastgelegd op dit moment. Je kunt nu alleen op bouwtechnische gronden een vergunning voor woningsplitsing afwijzen. Dat is jammer want daarmee ga je dus in feite voorbij aan de leefbaarheidsproblemen die je ook in die straten kunt hebben. Volgens ons is er wel een oplossing mogelijk als je ook buiten de aangewezen gebieden bij woningsplitsing de leefbaarheid in enige vorm laat meewegen. Daarom is er bijvoorbeeld een artikel opgenomen; artikel 4.4.2, lid a, waarbij in de omzettingsvergunning wel expliciet wordt gezegd dat waar kans is op leefbaarheidsproblemen burgemeester en wethouders bevoegd zijn voor dat pand een omzettingsvergunning te weigeren. Ons voorstel zou zijn om die bepaling expliciet op te nemen in artikel 3.3, waar het gaat over woningsplitsing, en ook daar op basis van leefbaarheidscriteria ÃćâĆňâĂİ als redelijkerwijs valt aan te nemen dat er
leefbaarheidsproblemen voor de omgeving gaan plaatsvinden ÃćâĆňâĂİ woningsplitsing te
kunnen afwijzen. Ik zou graag willen dat de wethouder daarnaar kijkt of ze op dit moment voldoende criteria of voldoende ijzers heeft om leefbaarheidscriteria te kunnen laten meewegen bij woningsplitsing, ook buiten de aangewezen gebieden. In afwachting daarvan zou ik een amendement in de achterzak willen houden en bekijken of ik dat in tweede termijn alsnog indien. Voorzitter: Dank u wel. De heer Jansen. Daarna de heer Vleeshouwers.
verslagnummer xg
De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. We hebben in de commissiebespreking aangegeven dat een aangekondigd amendement van de PvdA op onze sympathie zou kunnen rekenen, maar dat het van de bewoording afhing. Daarna zijn we nog eens stevig in conclaaf gegaan met onszelf - dat is meer dan mij alleen ÃćâĆňâĂİ en zijn we
eigenlijk meer en meer in de problemen gekomen want de hele raad is het, zoals we hier zitten, eigenlijk best wel eens over wat we niet willen. We willen geen huizenmelkers. We willen geen misbruik van de toestanden. Maar dan begint het. Dan willen we fatsoenlijk beleid maken met regels. Dan hoor ik dat toch heel wat mensen hier klagen over dat de 10-procentsregeling weg is. Toen hadden we een regel. Nu zoeken we wat anders. Wat ik sterk hoor in de discussie ÃćâĆňâĂİ en dat is mijn
aarzeling ÃćâĆňâĂİ is dat het gaat over sociale cohesie. Maar wij als raad maken geen
sociale cohesie, laat staan dat we het kunnen meten. Het gaat over een leefbare wijk. Wij als raad maken geen leefbare wijk- dat doen de inwoners van de wijkÃćâĆňâĂİ
laat staan dat we het kunnen meten. De aaibaarheid van studenten lijkt heel wat hoger dan de aaibaarheid van Polen en Roemenen, hoewel iedereen zijn best heeft gedaan om met name ook die groep te beschermen. Maar het feit is zo een keer. Als er veel studenten wonen in een wijk wil dat niet zeggen dat zij bijdragen aan de sociale leefbaarheid van de wijk. Die hebben ook wel hun eigen programma en hun eigen timing. Iedereen die in een studentenwijk heeft gewoond kan dat wel beamen. Met andere woorden: we praten over overlast. Dat is ook een heel moeilijk begrip. Ik denk dat niemand hier in de raad iets afdoet aan de insprekers tijdens de commissievergadering. Daar is overlast. Als we het hebben over het accepteren van mensen die anders zijn ÃćâĆňâĂİ dan komt het voorbeeld van mijnheer Peters van het Domushuis ook aan de orde ÃćâĆňâĂİ wordt het een stuk lastiger. Wat is overlast en
wanneer gaan we onze burgers erin bijstaan? Het is dus een rekbaar begrip. We zijn het op zich allemaal eens, alleen de vraag is: welke regelgeving is effectief? In de commissie had ik zelf een nadrukkelijke vraag aan de wethouder ÃćâĆňâĂİ ik herhaal dat
nog een keer, omdat ik verschillende woordvoerders het heb horen hebben over illegaliteit. Als iets illegaal is, hebben we geen nadere regelgeving nodig. Dat beoordelen wij juist omdat er al regelgeving is. Mijn vraag, heel concreet, is: heeft u extra regels nodig bovenop het bestaande BITE-beleid, waarmee, naar mijn beleving, veel problemen veel directer aangepakt zouden moeten worden? Dat is mijn aarzeling met het VVD-amendement, hoewel ik ook daar sympathie voor heb, evengoed als voor de andere amendementen en de motie. Ik heb dus echt nog even een probleem, dus ik heb het antwoord van de wethouder echt nodig, want meer regelgeving wil ook niet meer duidelijkheid geven. Alleen: we hebben wetgeving en daar waar de wetgeving toegepast kan worden via een goed georganiseerd BITE-team, blijft mijn vraag: heeft de wethouder meer nodig om te kunnen handhaven en te kunnen voorkomen wat we allemaal hier niet willen, onleefbaarheid en gevolgen van uitbuiting van huizenmelkers, of hoe je het allemaal maar wilt noemen. Dank u.
verslagnummer xg
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Vleeshouwers?
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, mijn buurman maakt mijn verhaal een stuk korter want ik kan mij bij heel veel van zijn woorden aansluiten. De aanleiding van dit probleem, overlast in een aantal wijken in Eindhoven, wordt veel te gemakkelijke gekoppeld aan woningsplitsing en kamerbewoning. Dat heb ik een hoop partijen net horen zeggen, maar die koppeling is niet zo simpel. Waar we het eigenlijk over hebben in Eindhoven is gewoon woningnood. Er is gewoon veel meer behoefte aan kamers dan wij in Eindhoven hebben. Er is veel meer behoefte aan kleine wooneenheden dan wij in Eindhoven te bieden hebben. Dat is het probleem. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert?
Mevrouw Van den Crommert: Ik wil de heer Vleeshouwers toch even interrumperen want hij beweert dat ik hier alle overlast in een wijk aan kamerbewoning of woningsplitsing koppel. Dan kan ik meteen even ingaan op de vorige spreker: wij hebben nooit groepen uitgesloten. Mensen uit Polen zijn hier welkom, het Domushuis is welkom; die wordt in de uitzonderingsregeling bepaald bij deze verordening. De mensen uit Polen geven geen overlast. Het is het feit dat ze met zestien, achttien mensen in een huis zitten, dat geeft overlast! Het feit dat ze hier door huisjesmelkers of anderen in een huis gezet worden met zoveel mensen enÃćâĆňâĂİ zoals u gehoord hebt ÃćâĆňâĂİ om 5 of 6 uur ’s ochtends staan te toeteren omdat ze naar
hun werk moeten. Dat geeft overlast maar dat wil niet zeggen dat we alle overlast van een wijk nu op dit thema schuiven, want dat is niet zo. De heer Vleeshouwers: Mevrouw Van den Crommert, ik vind het goed dat u dat zo zegt, want dat is inderdaad de situatie zoals die is. Waar wij last van hebben in Eindhoven is het feit dat de corporaties niet springen in het hele grote gat dat er is en dat huisjesmelkers daar misbruik van maken. Er worden allerlei panden omgezet in kamers, die daar absoluut niet voor geschikt zijn. Dat levert overlast op. Er worden huizen gesplitst die daar absoluut ongeschikt voor zijn en dat levert overlast op. Dat is waar het probleem aangepakt moet worden. Wat wij hier doen, vanavond, praten over tegenhouden van woningsplitsing, zet alleen maar een stop op het proces. Dat is niet de hele oplossing. Wat wij bijvoorbeeld niet doen is de overlast in Woensel West terugbrengen. Daar moeten andere dingen voor gebeuren. Wat we ook niet doen is daarmee meer kamers en meer kleine wooneenheden voor elkaar krijgen. Dat is pas de echte oplossing. Wij hebben jaren geleden die 10-procentsregel ingevoerd en wij dachten dat daarmee het probleem opgelost was. Hier heb ik in de commissie ook voor gewaarschuwd: wij moeten uitkijken dat we niet nog een keer in die valkuil trappen. Deze regeling invoeren is nu nodig maar het lost het probleem niet op. Waar ik heel erg naar benieuwd benÃćâĆňâĂİ mijn buurman zei dit al ÃćâĆňâĂİ is of het college andere instrumenten nodig heeft, naast
de inzet van BITE, om werkelijk overlast te bestrijden, daar waar het optreedt. Waar
Verslagnummer xg
ik ook heel benieuwd naar ben, college, is of u serieuze afspraken kunt maken met woningbouwcorporaties om ervoor te zorgen dat zij aan daar waar vraag is (studenten, oost-Europeanen die hier komen werken) toekomen op redelijke termijn. Dat is de enige weg die leidt naar een serieuze oplossing van dit probleem. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Vleeshouwers. Dan is nu het woord aan het college in de persoon van mevrouw Fiers. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. Misschien is het goed om allereerst te beginnen met de constatering dat ik blij ben dat er een brede steun in de raad is voor de aanpak van deze problematiek. Dat bleek eigenlijk ook wel uit het aantal raadsvragen dat vlak voor de zomervakantie door verschillende fracties is gesteld naar aanleiding van de problematiek als het gaat om huisjesmelkers en een overconcentratie van kamerbewoning en woningsplitsing. We zijn nu heel erg ingezoomd in het debat op de geschilpunten, maar ik denk ook dat het goed is om toch nog even te benadrukken dat het gaat om een tweesporenbeleid. Enerzijds gaat het om het aanpakken van de overlast. Dat heeft te maken met handhaving en daarin kan ik ook helemaal aansluiten bij de opmerkingen die door De Stadspartij zijn gemaakt: met het invoeren van alleen maar nieuwe regelgeving zijn we er niet. U kunt ook in de voorstellen lezen dat aanpak van de overlast en handhaving ook een heel belangrijk punt is van dit beleid. Het tweede spoor is het invoeren van een vergunningssysteem. Daar kom ik zo meteen nog even op terug. Ik ben blij om te horen dat u, raad, allemaal eigenlijk aangeeft dat het op slot zetten van gebieden, als eerste Woensel West, eigenlijk op unanieme steun kan rekenen. Ik was afgelopen zaterdag nog op werkbezoek in Woensel West en daar waren enkele buurtbewoners die een beetje in de war waren door alle amendementen en moties en dachten: als dat nou maar niet betekent dat het weer maanden
vooruitgeschoven wordt. Ik denk dat het dus belangrijk is om vanavond inderdaad tot besluitvorming te komen. We hebben nog een twee punten een verschil van mening. U heeft een nadere toelichting gekregen van het college. Allereerst gaat het om het instrument van de omzettingsvergunning. Is dat nu het juiste instrument wat we moeten gebruiken en hoe zet je dat in? Ik hoor eigenlijk brede steun in de raad voor het instrument van de omzettingsvergunning. Ik hoor alleen een aantal partijen ÃćâĆňâĂİ en dat lees ik in een amendement dat door veel partijen al ondertekend is ÃćâĆňâĂİ dat u het niet eens bent om dat alleen maar voor specifieke
gebieden in te zetten. Ik zou hier toch nog even een pleidooi willen houden om dat wel te doen. Misschien is het goed om even met een klein voorbeeld te beginnen. Mevrouw Vissers refereerde net ook aan een brief die zij heeft gekregen van een aantal bewoners uit ’t Hooi, waarvan zij zegt: ’Dat wordt misschien wel de probleemwijk van de toekomst’. Ik heb die mensen gisteren op mijn spreekuur gehad. Het spreekuur liep wel even uit, maar we hebben uitgebreid gesproken over de situatie. Daar was nu een woning, in een hele straat, gesplitst in vijf appartementen en de mensen gaven aan dat zij zich daardoor zorgen maakten
Verslagnummer xg
over de toekomst. Uiteindelijk denk ik dat de problematiek die hier werd geschetst van een heel andere orde is dan de problematiek in Woensel West en in een aantal andere wijken in de buurt. Wij pleiten er dan ook voor ÃćâĆňâĂİ en dat heeft u in de nadere
toelichting gelezen. : (met door microfoon vervormde stem] Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Van Zijl?
: Soms moet je even aandacht trekken! Voorzitter: Dat lukte.
D h V Z" I: Nu noemt u het ’t Hooi maar hoe gaat u nu om met het Vondelkwartier of de lrisbuurt, of met het gedeelte net buiten Strijp, buiten de ring? Dat zijn geen aangewezen gebieden, maar wel gebieden waar de bedreigingen aanwezig zijn. Mevrouw Fiers: Ik zal even mijn betoog afmaken. Wat ons betreft kies je dus voor een aantal bestuurlijk aangewezen gebieden waarvan wij allemaal met elkaar hebben gezegd, op basis van de buurtthermometer zijn er meerdere signalen dat de leefbaarheid onder druk staat. Dat is dus niet alleen de samenstelling van de woningvoorraad maar heeft ook te maken met criminaliteitscijfers en met de beleving van onveiligheid. Ik hoef het u niet uit te leggen. U weet hoe de buurtthermometer werkt. Wat ons betreft is het toch een balans vinden: welk
instrument zet je nu waarvoor in? Wij denken dat aan de ene kant de vraag naar relatief goedkope woningen rechtvaardigt dat je zo’n omzettingsvergunning niet in de hele stad gaat invoeren, want daarmee leg je ook een nadrukkelijke belemmering op voor dit type woningen. Wij pleiten er echt voor om dit niet in de hele stad te doen. We hebben een hele tijd geen regelgeving gehad en laten we nu met elkaar gedoseerd beginnen in de gebieden waar het het ergst is. Mevrouw Vissers: Voorzitter? Wat mij opvalt in uw pleidooi is dat het instrument ingezet lijkt te worden om belemmering tegen te gaan. Maar dan denk ik: het is een instrument om uiteindelijk een weging te hebben of er wel of niet iets wordt toegekend. Ik denk ook aan het voorbeeld van ’t Hooi: het kan toch gewoon toegekend worden om daar wel of niet kamerbewoning of woningsplitsing toe te staan?
Mevrouw Fiers: Nee, dat klopt, maar dat is wel de weging die ik noem. Daarin maakt het college dus een andere keuze dan dat het amendement voorstelt. Het is uiteindelijk wel de weging: wat is de omvang van de problematiek en wat is het instrumentarium wat je daarvoor inzet? Naar ons idee slaat de balans door nadat het instrument wel erg omvangrijk is voor de problematiek in die wijken.
verslagnummer xg
Vervolgens komt de VVD met een amendement om een soort ’tussenoplossing’ hoewel ik dat niet zo zou willen noemen. Maar als er nou toch die zorg is in de raad dat je de problemen naar een andere plek verschuift, zou het misschien verstandig zijn .. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert.
Mevrouw Van den Crommert: Ik wil even terugkomen op het vorige. Juist uw pleidooi vind ik een reden om het amendement te ondertekenen, want u zegt: er zijn zoveel verschillende wijken met zoveel verschillende problemen, die vaak op het gebied van een straat zijn, in plaats van een hele wijk. Wat is er dan mooier om een vergunningsinstrument te hebben om juist de problemen op een klein gebied als een straat aan te kunnen pakken zonder dat je daar een heel gebied voor op slot hoeft te gooien? Bij ’t Hooi kan er een straat zijn waar toevallig dat gebouw staat met vijf appartementen die overlast bezorgen. Dan kunt u zeggen: in die straat zijn wij wat strenger met de vergunningen, maar twee straten verderop kunnen best nog wel drie vergunningen verleend worden ÃćâĆňâĂİ ik noem maar wat ÃćâĆňâĂİ zonder dat de
hele buurt daar last van heeft. Juist daardoor is een vergunning zo’n goed instrument om daar overzicht en inzicht in te houden. Mevrouw Fiers: Ik ben ook absoluut niet van plan om een hele wijk op slot te gooien. Daarvan hebben we gezegd: alleen Woensel West. Als je kijkt naar de problematiek in de stad, waar is de problematiek dan in welke mate aanwezig? Dat rechtvaardigt in de bestuurlijk aangewezen gebieden om daar met een relatief zwaar instrument als een omzettingsvergunning te komen en op andere plekken niet. Het amendement van de VVD om te werken met een meldingsplicht, vind ik eerlijk gezegd wel een sympathiek idee. Het is natuurlijk aan u, raad, om daar iets van te vinden. Ik hoorde in de eerste termijn een aantal partijen daar niet zo enthousiast op reageren, maar ik denk dat het eigenlijk een hele mooie tussenoplossing is. Dan zijn er nog opmerkingen gemaakt door de VVD, ook in een amendement neergezet, over de beslisbevoegdheid. Dat is natuurlijk aan u. U zult begrijpen dat wij ervoor pleiten dat we snel en slagvaardig kunnen handelen op het moment dat er een signaal is, dus laat het een beslisbevoegdheid zijn van het college, met een meldingsplicht aan de raad. Ik zou niet kiezen voor- een ik noem het maar even halfbakken oplossing ÃćâĆňâĂİ dat het college wel beslist en dat het dan weer bekrachtigd
moet worden door de raad, want in de tussentijd heb je een soort vacuum, wat volgens mij bij de rechter niet standhoudt. Volgens mij is het: of de raad beslist, of het college beslist. Wat ons betreft beslist het college. Dat werkt sneller dan een heel raadsvoorstel voorbereiden, gevolgd door een raadsbesluit. Dan is er nog een opmerking gemaakt door GroenLinks en dat is een heel interessante. Dat is over de vraag of je de splitsingsvergunning kunt weigeren op basis van het leefbaarheidscriterium. Wij geven nu aan dat je dat kunt in de
verslagnummer xs
bestuurlijk aangewezen gebieden. Als u zegt:’wij zouden dat ook in de andere gebieden willen’ - ik kon dat niet zo snel in de artikelen plaatsen, u wel ÃćâĆňâĂİ dan denk
ik dat het verstandig is om daar een aanvulling op te maken. Ook hiervoor geldt hetzelfde pleidooi: wat ons betreft dat leefbaarheidscriterium invoegen in de bestuurlijk aangewezen gebieden. Dan is er nog een opmerking gemaakt door het OuderenAppel. Daar sluit ik dan maar even mee af, over de brief aan de corporaties. Die is verstuurd. Die heb ik alleen niet CC aan de hele commissie gestuurd. Ik had me niet bedacht dat dat mogelijk door u wel verwacht werd. Ik dacht, ik heb een brief gekregen en ik stuur die niet CC aan de hele wereld. Hij is verder niet geheim, dus ik kan hem u alsnog doen toekomen, maar hij is wel verstuurd vorige week. De heer Mulder: Mag ik nog even? Wethouder, u had toegezegd dat u hem voor deze vergadering aan de leden van de raad zou toezenden.
Mevrouw Fiers: Volgens mij heb ik toegezegd dat ik hem zou versturen voor deze raadsvergadering. Ik heb voor mijzelf niet de belofte gedaan aan de hele raad, maar zoals ik al zei: ik wil hem met liefde en plezier alsnog aan u doen toekomen. Voorzitter: Dank u wel, dan is nu de tweede termijn aan de raad.
De heer Jansen: Voorzitter, mag ik nog even vragen aan de wethouder of ze nog even in wil gaan op mijn vraag over de bestaande instrumenten en met name de inzet van het BITE-team? Voorzitter: Ja.
Mevrouw Fiers: Nu ja, het BITE-team is een belangrijk handhavingsinstrument, zeker op het moment dat we met elkaar zeggen: een van de twee belangrijke sporen is ook handhaving. Dat betekent natuurlijk ook dat BITE daar een belangrijk element bij is. Maar waar je ook mee te maken hebt, is dat het proportioneel veel capaciteit kost om vol te blijven houden. Je moet ook blijven aanschrijven, bijvoorbeeld wanneer mensen iets illegaals doen. Je moet daar ook met juridische capaciteit behoorlijk bovenop zitten. We zullen die inzet plegen ÃćâĆňâĂİ dat hebben we ook gezegd ÃćâĆňâĂİ zeker in een aantal gebieden waar je cumulatie ziet. Daarvan hebben we gezegd:
probeer dan ook een heel gebied aan te pakken. Zoals ook de VVD net aangaf: vooral huisjesmelkers die meerdere panden hebben, moeten we in een keer aanpakken. Niet elke keer een pandje - want zo zijn we drie jaar lang bezig ÃćâĆňâĂİ maar
in een keer voor alle panden die ze in bezit hebben. Daar wordt op dit moment hard aan gewerkt. Wij hebben ons ook voorgenomen, onder andere in het kader van de krachtwijken, met het ministerie te kijken of je op bepaalde momenten toe kan komen aan een eenvoudiger regelgeving, want het is op bepaalde punten lastig om de huisjesmelker aan te pakken.
verslagnummer xs
De heer Jansen: Voorzitter, mag ik dan nog heel even? Ik hoorde de wethouder zeggen: ’ja, het moet, maar eigenlijk kunnen we het niet’ met BITE. Hebben we daar dan niet een probleem? Mevrouw Fiers: Nee, we kunnen een deel met BITE. Daar kun je een deel mee aanpakken.
De heer Jansen: U moet de wet handhaven. Mevrouw Fiers: Wij handhaven de wet! Maar wat vooral belangrijk is om te constateren is dat het veel capaciteit kost om een aantal mensen die het niet helemaal goed voor hebben, aan te pakken. Die capaciteit zetten we erop in, maar dat kost wel heel erg veel energie en menskracht. In dat kader geven we aan dat het ook verstandig is eens met het rijk te gaan praten en met andere steden - want dit is niet iets wat alleen in Eindhoven speelt ÃćâĆňâĂİ om te kijken of we door bijvoorbeeld
de regelgeving te vereenvoudigen een aantal dingen wat eenvoudiger kunnen maken. Soms is het juridisch uitermate complex. Voorzitter: Dank u wel. We gaan nu echt naar de tweede termijn. Ik doe een uitdrukkelijk beroep op de leden van de raad zich te beperken, willen we ons algemene tijdsschema in de gaten houden. In de tweede termijn staan de agendapunten X.4, 5 en 6 ter discussie, opnieuw met de daarop ingediende amendementen A1 en A3. Wie wil er in tweede termijn nog het woord voeren? Mijnheer Peters. Dan de heer Van Zijl. De heer Peters: Ja, ik kan heel snel klaar zijn.
Voorzitter: Graag.
De heer Peters: Het kan een beetje scherper en het kan een beetje minder. We hebben eerder applaus voor de VVD gehad voor het college. We hebben onze sympathie voor het VVD-voorstel uitgesproken, maar het verhaal van wethouder Fiers is in onze ogen glashelder en wij steunen haar in dezen. Ik neem aan dat er later nog eens een evaluatie komt en dan kunnen we nog de puntjes op de’i’ zetten. Voorzitter: Dank u wel. De heer Van Zijl. Hij is nog niet klaar. Wie had er verder het woord gevraagd? Mevrouw Vissers.
Mevrouw Vissers: Dank u wel, voorzitter. Het voorstel zoals het er nu ligt steunen wij vanwege de beleidsinhoud die erin zit. Jammer dat de wethouder de omzettingsvergunning als instrument niet ziet zitten als een preventief middel.
verslagnummer xs
Woensel West is volgens ons niet de graadmeter en natuurlijk zijn de problemen in ’t Hooi en de Winselerhof van een andere orde dan die in Woensel West, maar toch moeten we juist de sociale cohesie in wijken waar het goed gaat belonen. Het enige wat wij vragen is een instrument om zelfs op straatniveau te kunnen sturen. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: Voorzitter, dank u wel. Ik heb helaas niet alle partijen kunnen aflopen om te kijken of zij het amendement willen steunen wat ik hierbij wil aanbieden. Dat amendement behelst dus dat ook in de niet-aangewezen gebieden de leefbaarheid als criterium kan worden aangewend om een splitsingsvergunning te kunnen weigeren. Ik zal even zeggen wie er wel mee getekend hebben. Dat is PvdA, CDA, SP en D66.
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, D66 zal het amendement van de PvdA steunen en het amendement van GroenLinks, dat hierop een directe aanvulling is, hebben we al mede ondertekend. De reden is de volgende. De wethouder houdt een gloedvol betoog waarin ze aangeeft dat ze feitelijk moeite heeft om te handhaven. Handhaven kost ongelooflijk veel tijd en geld en dat hebben we eigenlijk niet bij elkaar. Daarmee komt het argument dat het vergunningen verlenen ook erg veel tijd en geld kost, toch in een ander licht te staan. Het verlenen van een vergunning is altijd makkelijker dan het aan de achterkant proberen te repareren. Dat is feitelijk wat met het voorstel dat gelanceerd is door de PvdA mogelijk wordt gemaakt. In elke concrete situatie wordt gekeken naar de concrete omstandigheden en die worden gewogen. Op grond daarvan wordt bepaald of we het wel of niet doen. Dat dit niet makkelijk is en dat je je regelmatig voor de rechter zult moeten verantwoorden, is in ieder geval een stuk beter dan accepteren dat je het aan de achterkant niet recht kunt breien. Dat is op dit moment de feitelijke situatie. Het voorstel steunen we dus, inclusief de twee amendementen. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert.
Mevrouw Van den Crommert: Wij steunen het voorstel. Ik heb ook het amendement van GroenLinks ondertekend. Onze overweging was eigenlijk bijna hetzelfde als die van D66: als je nog niet voldoende kunt handhaven ÃćâĆňâĂİ naar onze mening gebeurt het nog niet voldoende dus daar kan wat meer de nadruk op liggen ÃćâĆňâĂİ dan heb je
een instrument nodig om te kunnen voorkomen dat je moet handhaven. Ik zeg: probeer eerst te handhaven. Zit het handhavingsniveau straks op een fatsoenlijk peil, dan kunnen we altijd nog overwegen om een vergunningsstelsel te vereenvoudigen of zelfs te verminderen voor een gedeelte van de stad, maar ga
verslagnummer xs
eerst inzetten op handhaving en vergunningen verlenen. Dan kunnen we daarna nog wel verder zien. Voorzitter: Dank u wel.
De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. De wethouder heeft duidelijk gemaakt dat het inderdaad heel onverstandig is om in de hele stad een vergunningstelsel in te voeren. Dat moet je dus niet doen, denk ik. Ons voorstel om wel overzicht te krijgen door middel van een meldingsplicht, lijkt mij wat dat betreft een stuk beter. We zullen het amendement dan ook zeker handhaven. Wij verschillen een klein stukje van mening met de wethouder op het punt van de beslissingsbevoegdheden. Je moet het net zien als met een noodvergunning, dan kan het college ook handelend optreden. Het is aan de raad om dan belangrijke beslissingen te nemen en dat alsnog achteraf te sanctioneren. De wethouder geeft aan dat als ze soms in een noodsituatie zou kunnen willen handelen. Dan zeggen wij: dan moet je die
vrijheid hebben, maar de beslissingsbevoegdheid moet liggen waar die hoort te liggen en dat is bij de raad. Dat amendement handhaven wij dus ook. Voorzitter: Dank u wel. De heer Jansen.
De heer Jansen: Ja voorzitter, het is mooi dat iedereen het eens is met het voorstel en ik dus ook. Alleen over de amendementen zijn zowel de partijen aan de ene en de andere zijde het allemaal eens dat handhaven een belangrijk punt is. Ik hoor de wethouder zeggen dat ze het eigenlijk niet voor elkaar krijgt en dat ze er alles aan gaat doen om die zware problematiek aan te pakken. Daar wil ik best een eind in meegaan. Ik zal overigens de amendementen zoals ze er nu liggen niet steunen omdat ik niet voor mijn rekening kan nemen de effecten (die ik nu nog niet zie) die deze regels willen geven op positieve ontwikkelingen in de stad. Ik heb geaarzeld met die van de VVD, maar ook die wil ik op dit moment nog niet steunen. Ik denk dat het gaat om handhaafbaarheid en ik roep de wethouder met kracht op om dat overleg te hebben, daar waar zij zelf niet kan handhaven. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Mijnheer Jansen, in principe is de vergunningenprocedure toch niet anders dan de weging bij een artikel 19-procedure of andere dingen in de ruimtelijke ordening? Het enige dat je doet is dat je weegt en de mate van weging is altijd toetsbaar. De repercussies zijn dus gewoon altijd zeer inzichtelijk en je kunt ook de weging nog bijstellen. Op allerlei manieren is het nu op een nette manier afgedekt. Voorzitter: Dank u wel. Andere woordmeldingen? Mijnheer Vleeshouwers?
verslagnummer xg
De heer Vleeshouwers: Ja, mijnheer de voorzitter. Jammer dat we de discussie toen mevrouw Fiers daar nog stond niet af konden maken, want er waren eigenlijk twee problemen waardoor ik de indruk krijg dat het nog niet helemaal goed gaat. Het ene probleem is handhaving. Daar gebeurt wel wat aan: het is moeilijk en het kost veel energie. De vraag van de heer Jansen was of zij meer instrumenten nodig had. Daar heb ik eigenlijk geen duidelijk antwoord op gekregen. Ik vermoed dat zij wel een steuntje in de rug kan gebruiken, maar ik hoop dat zij daar dan maar zelf mee komt, op eigen initiatief. Dat was het ene. De andere vraag die ik daarna nog stelde was: zijn er nu deugdelijke afspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties om ervoor te zorgen dat er in de woningnood voorzien wordt? Er is dus blijkbaar wel een brief de deur uit maar de inhoud ken ik niet, en er is eigenlijk nog geen zicht op of de andere kant van het probleem opgelost wordt. In eerste termijn zei ik al: ik zal dit voorstel steunen. Of het nu over de hele stad ingevoerd wordt of niet, is eigenlijk lood om oud ijzer want het is uiteindelijk niet de oplossing. Het is goed dat het nu stopt in Woensel West, maar het moet eigenlijk teruggedrongen worden en waar wij de grootste behoefte aan hebben is aan deugdelijke kleine woonruimtes in Eindhoven. Voorzitter: Dank u wel. Dan is de tweede termijn van de zijde van de raad afgerond. Mijnheer Mulder nog? De heer Mulder: Ja, dank u voorzitter. Zoals ik eerder zei, zijn wij voor het amendement van de Partij van de Arbeid en ten tweede ook voor het amendement van GroenLinks.
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu weer het woord aan mevrouw Fiers, als zij daar beh oef te a a n h eef t.
Mevrouw Fiers: Mag ik nog wat zeggen? Nee, he?
De heer Vleeshouwers: Van mij wel!
Voorzitter: Nou, mijnheer Vleeshouwers refereerde daarstraks ergens aan. Mevrouw Fiers: Oh, ik heb nog geen antwoord gegeven op de aanbodvraag. De heer Vleeshouwers: Ik zou graag iets meer horen over wat u nu precies met de corporaties afspreekt. Mevrouw Fiers: Nou, we hebben het daar in de commissie ook even over gehad. Het feit dat er vraag is naar dit type woonruimte, maakt dat het in de markt ontstaat. Daar hebben we het vaker met elkaar over gehad. Dat betekent dat je dus ook in de aanbodzijde moet kijken naar wat voor type woningen worden gebouwd. Daar
verslagnummer xs
maken wij, zoals u weet ÃćâĆňâĂİ en ik durf het bijna niet meer te zeggenÃćâĆňâĂİ
prestatieafspraken over met de corporaties. Dat gaat dan over aantallen. Maar als het bijvoorbeeld gaat om de Poolse werknemers, dan hebben natuurlijk ook de werkgevers een belangrijke rol. Dat is dus wel wat complexer dan alleen maar de corporaties. Ik ben het met u eens dat je dan probeert aan de achterkant te voorkomen, maar het gaat er uiteindelijk om dat je aan de voorkant de goede studentenhuizen bouwt, zodat mensen niet meer voor 800 euro in een of ander achterafzoldertje gaan zitten. Daar ben ik het volledig met u eens.
Stemming Raadsvoorstel inzake de Evaluatie Kamerbewoningbeleid Voorzitter: Dank u wel. Dat is heel mooi. Dan denk ik dat ik zover ben dat ik toch tot
afronding van de agendapunten X.4,5 en 6 mag komen. Ik doe het ook in die volgorde, omdat op X.4 en X.5 geen amendementen zijn ingediend, en op X.6 wel. Voordat ik X.6 straks aan stemming onderwerp, zullen we eerst over de betreffende amendementen stemmen. Allereerst punt X.4, voorstel inzake evaluatie kamerbewoningsbeleid. Wie daartegen is, zou zijn hand moeten opsteken. Oh, dit doen we met de kastjes. Is dat nodig? Even dit ene punt, omdat er geen amendementen zijn. Ik herhaal nog even: wie tegen is, de hand opsteken. [Stemmen bij handopsteken] Het kastje is gelukkig bespaard. Unaniem instemming. Dank u wel.
Stemming Raadsvoorstel tot het vaststellen van het beleid woningsplitsing Voorzitter: Dan punt X.S. Dezelfde procedure. Wie daartegen is, even de hand opsteken. [Stemmen bij handopsteken] Dat is eveneens niemand. Unaniem.
Dan kom ik bij punt X.6. Daar zijn vier amendementen ingediend. Allereerst amendement nummer A7, zoals het hier heet, dat handelt over de meldingsplicht. Het is door de VVD ingediend. Wie daarvoor is... De heer Rozendaal: Voorzitter, een punt van orde. Volgens mij moet u het
amendement van de Partij van de Arbeid eerst in stemming brengen, want dat is verderstrekkend. Amendement (A1) PvdA, GL, SP, LPF, CDA ÃćâĆňâĂİ Huisvestingsverordening
Voorzitter: Een kwestie van wegen. Dat doe ik dan, als u dat van mening bent en de Partij van de Arbeid vindt ook dat ze het meest verstrekkende amendement hebben ingediend, voel ik. Dat is dus het amendement met betrekking tot artikel 1, ondertekend door mevrouw Vissers. Wie daartegen is, vraag ik de hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] 11 personen hebben de hand geheven. Dat wil
verslagnummer xs
zeggen dat dat onvoldoende is en het amendement is aanvaard. Dan komen we wel bij A7. De heer Rozendaal: Nee, een punt van orde, voorzitter. Dan is daarmee het
amendement van de VVD voor het invoeren van een meldingsplicht overbodig geworden. Want als er geen overige gebieden meer zijn, dan heeft het ook geen zin om daar een meldingsplicht voor in te voeren en daarmee is het dus vanzelfsprekend van de agenda verdwenen.
Voorzitter: De vanzelfsprekendheid doet mij snel concluderen dat het daarmee geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen en van de stemming. Dan kom ik bij het amendement van de heer Van Zijl. Dat is aanvullend op dat van de Partij van de Arbeid, heb ik begrepen. Amendement (A8) ÃćâĆňâĂİ GL, PvdA, CDA, SP, D66 ÃćâĆňâĂİ Huisvestingsverordening
Voorzitter: Mag ik ook daar vragen de hand op te steken als u daartegen bent? Dat is dezelfde verhouding. 10 tegen. Daarmee is het amendement aanvaard.
Amendement (A3) VVD- Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Voorzitter: Het laatste amendement, A3, heeft betrekking op het toevoegen van een tekst aan het eind van 3.9. U kent hem allemaal. Hij ligt voor u. Mag ik hier ook vragen degenen die voor zijn de hand op te steken? De VVD. Dat reikt niet ver genoeg. Het amendement is verworpen.
Stemming Raadsvoorstel met nadere toelichting tot het vaststellen van de verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Voorzitter: Dan kom ik bij het wetsvoorstel, onder punt X.6, de wijziging van de huisvestingsverordening zoals hier besproken. [Stemmen bij handopsteken] Ook hier unanimiteit voor wat betreft het wetsvoorstel. Een groot succes en daarmee kunnen we deze agendapunten als afgehandeld beschouwen. [Applaus van de publieke tribune] Dat mag wel. Dank u wel.
X.1 Raadsvoorstel tot het vaststellen van het beleidskader Inkoop- en aanbesteding gemeente Eindhoven Voorzitter: Dan gaan wij snel verder met de onderwerpen waarover nog discussie moet worden gevoerd, onder X.1. Mag ik de voorzitter van de betreffende commissie, mijnheer Van Liempd, vragen om dit in te leiden? De heer Van Liem d: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen het zo snel te doen als ik kan. We gaan straks praten over het beleidskader voor inkoop- en aanbesteding.
verslagnummer xg
Een deel van dat beleidskader is een bevoegdheid van de raad en een ander deel is een bevoegdheid van het college. Het deel van de raad strekt zich uit over een zestal gebieden waarvan ik de sociale aspecten, de milieuaspecten en ethisch handelen en aanbestedingen inzake publieke dienstverlening even wil noemen. Discussies over regeltjes bij aanbesteding zijn altijd lastig, vooral omdat er al zoveel regels over zijn. Dat bleek ook tijdens de commissievergadering. Welke ruimte biedt bijvoorbeeld de Europese en landelijke regelgeving? Wat is er al geregeld en, als er al iets geregeld is, moet je dan bij je aanbesteding weer eens borgen of ben je dan dubbelop bezig? Voorzitter, deze discussie zal zodadelijk ongetwijfeld aan de orde komen waarbij een aantal moties zijn aangekondigd. Daarnaast: hoe definieer je toetsbare criteria op maatschappelijke doelstellingen, of zou je enige doelstelling bij aanbesteding moeten zijn om er zo economisch voordelig mogelijk uit te komen? Ook hier zijn amendementen op aangekondigd. Voorzitter, volgens mij zijn dat in een notendop de discussiepunten: de verhouding tussen de voorliggende beleidskaders en de regelgeving van andere overheden en aan de andere kant: de zin of onzin van maatschappelijke doelstellingen bij aanbesteding. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer van Liempd. Dan is nu het woord aan de raad. De heer Rozendaal, mijnheer Gerard. De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. De VVD kijkt er eenvoudig tegenaan. Zoals de voorzitter van de commissie al aangaf: je hebt bevoegdheden van de raad en je hebt bevoegdheden van de commissie. De raad moet kaders stellen. Die moeten zo kort en compact mogelijk zijn. Het college heeft zijn eigenstandige bevoegdheden. Je moet als raad niet allerlei dingen gaan regelen die je van een college als vanzelfsprekend mag verwachten. Je mag vanzelfsprekend verwachten van een college dat als zij aanbestedingen doen, dat ze dat ethisch en verantwoord doen; dat ze sociale aspecten daarin meenemen. Dat zijn dermate voor de hand liggende dingen dat je daar als raad geen aparte kaders meer voor hoeft stellen. Je moet alleen die kaders stellen die nodig zijn om daadwerkelijk te kunnen werken. Wij hebben dan ook een amendement gemaakt dat dit kort weergeeft. Het komt er feitelijk op neer dat wij zeggen: de eerste vier punten van de kaderstelling zijn nuttig, zinvol en moeten gehandhaafd worden. De overige delen zijn vanzelfsprekendheden die je zonder enig probleem aan een college kunt overlaten, omdat je als raad altijd in staat bent om op ieder moment daar controlerend en waarnemend mee bezig te zijn om te kijken of ze daarin handelen zoals de geest van de raad dat graag wil. Ik dank u vriendelijk.
Voorzitter: Dank u wel. Als wij het amendement mogen ontvangen maakt het deel uit van de beraadslagingen. Ik geef nu het woord aan de heer Gerard.
Verslagnummer xg
De heer Gerard: De SP, voorzitter, is geen blind voorstander van aanbesteding. Sommige terreinen lenen zich ervoor, sommige niet en sommige onder voorwaarden. Kort door de bocht vindt de SP dat essentiele overheidstaken als
onderwijs, zorg, openbaar vervoer in het publieke domein thuishoren, onder publieksrecht. Aanbesteden past daar slecht bij. Ook waar het niet om een essentiele overheidstaak gaat, is de praktijk vaak toch nog een probleem, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende marktwerking is - zie de kringloopaanbesteding ÃćâĆňâĂİ maar er blijft, ook in de visie van de SP, inderdaad een
flink gebied over waar het verstandig is georganiseerd en doordacht in te kopen of aan te besteden. Bij het woord ’doordacht’, voorzitter, denkt de SP niet alleen aan de laagste prijs. Wij vinden dat de gemeente hier aan zekere maatschappelijke codes moet voldoen. Dat is alles behalve vanzelfsprekend en nu reageer ik even op de vorige spreker. Integendeel, voorzitter, in praktijk is het tegenovergestelde eerder vanzelfsprekend. Wie hoog opgeeft over maatschappelijk verantwoord ondernemen, moet niet voor de consequenties weglopen. Men kan de redenering starten vanuit een verschillend uitgangspunt. Men kan praten vanuit vakbondsgevoelens; men kan praten vanuit mensenrechten, vanuit religieuze gevoelens over de fundamentele gelijkwaardigheid van mensen, of vanuit rentmeesterschap en duurzaamheid. Uiteindelijk convergeren deze vertrekpunten bij oprechte mensen vaak tot hetzelfde eindoordeel, namelijk dat de trappen van het huis van God aan het Catharinaplein niet van hardsteen gemaakt moeten zijn die voor een euro per dag gewonnen wordt door Chinese kinderen. Wij zijn verhuurder van dit pand. Het herziene raadsvoorstel legt een prima basis voor een dergelijk maatschappelijk verantwoord aanbestedingsbeleid. Na de uitvoerige commissiediscussie heeft de SP aan de hoofdlijnen van wat er ligt niet veel meer toe te voegen. Die zijn goed. De SP meent uiteindelijk dat het voorstel op twee punten nog scherper kan worden geformuleerd en ziet met genoegen dat het college zich daarin kan vinden. De eerste motie richt zich op de passage dat de aanbestedende dienst de inschrijvers verzoekt aan te geven dat zij bij het opstellen van de inschrijving rekening hebben gehouden met de verplichtingen uit hoofde van arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden. Een uitstekende zin! Echter, hij wordt alleen gekoppeld aan Europese aanbesteding. De SP wil de grens voor deze bepaling verlagen, zodat ook een deel van de niet-Europese aanbestedingen eronder kan vallen. Het college heeft hierop gereageerd door zekere praktische beperkingen voor te stellen, die wij als SP geheel kunnen onderschrijven. De tekst is daarop aangepast. De tweede motie wil dat het college actief omgaat met signalen dat de partij die de gemeentelijke aanbestedingen gewonnen heeft, zich bij de uitvoering niet houdt aan toepasselijk arbeidsrecht. Het college treedt dan op binnen de geldende juridische randvoorwaarden en dat kan in laatste instantie en na de nodige juridische valkuilen tot beeindiging leiden. De logica achter deze motie is dat onze voornemens geen wassen neus moeten zijn. Voorzitter, wij bevelen beide moties aan in de steun van deze raad.
verslagnummer xs
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Habets.
Mevrouw Habets: Dank u wel, voorzitter. Het herziene voorstel geeft ons inziens voldoende garanties voor een goede inkoop en aanbesteding. Wel willen wij bij artikel 14 een punt c. en d. toevoegen, met de volgende motivatie. In de afgelopen jaren is de overheid er, mede onder druk van Europa, meer en meer toe overgegaan om publieke dienstverlening openbaar aan te besteden. Trajecten die gelopen hebben, zijn onder andere het onderhoud van openbaar groen, leerlingenvervoer, collectief vraagafhankelijk vervoer. De ervaring leert dat het niet eenvoudig is om de kwaliteit van het aanbestede werk te garanderen. Zelfs als de gewenste kwaliteit vooraf adequaat omschreven is, blijft het lastig om een onwillige uitvoerder die zich niet aan de regels houdt tot de orde te roepen. Daar komt nog bij dat het hierbij vaak gaat om dienstverlening die zeer bepalend is voor het welbevinden van de mensen die het betreft. De politieke gevoeligheid van het onderwerp is dan ook zeer hoog. Constante aandacht voor de kwaliteit van de dienstverlening is dan ook een must. Leefbaar eindhoven pleit daarom voor een structurele aandacht voor de kwaliteit van uitbestede dienstverlening, als nu in het beleidskader inkoop en aanbesteding is opgenomen. Ze wil dit door op twee punten een aanvulling van het beleidskader voor te stellen. Allereerst dat iedere aanbesteding publieke dienstverlening na een half jaar wordt geevalueerd op kwaliteitsaspecten. Dat zorgt ervoor dat de aanbieder vanaf het eerste moment op scherp staat om kwaliteit te leveren. Daarnaast vragen wij het college om jaarlijks bij het jaarverslag aan de raad te rapporteren over de kwaliteit van alle aanbestede publieksdiensten. Op die manier is continue aandacht voor de kwaliteit gegarandeerd. Het amendement wat ik u zo meteen ga aanbieden, hebben wij op een puntje veranderd, want we hadden begrepen dat het college dit amendement had overgenomen mits het gaat over gepubliceerde aanmeldingen. Bij punt c hebben wij als tweede woord ’gepubliceerde’ tussengevoegd. Dan krijg je: "iedere gepubliceerde aanbesteding van publieke dienstverlening". Verder zijn wij heel blij met de toelichting bij punt 14 bij dit raadsvoorstel, vooral waar het gaat om de inbreng van de commissie over het gewenste ambitieniveau voor de kwaliteit. Mijn fractie wil eigenlijk ook alvast haar waardering uitspreken voor de manier waarop het leerlingenvervoer in de afgelopen commissie is besproken en toegelicht. Die is door ons als zeer prettig ervaren. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel.
Mevrouw Habets: Ik vergeet weer iets, voorzitter. Het amendement wordt mede ingediend door het OuderenAppel, D66, GroenLinks, de PvdA, Lijst Pim Fortuyn en De Stadspartij. Voorzitter: Niet iets om te vergeten! (Lachendj
Verslagnummer kS
Mevrouw Habets: Nee, zeker niet!
Voorzitter: Mijnheer Depla, daarna de heer Mulder. De heer De la: Ja, dank u wel voorzitter. Ik zal het kort houden maar ik wil toch even twee puntjes maken. Wij zijn heel tevreden over het voorstel zoals het er nu ligt. Aanbesteden: het raakt direct de burger. Denk aan het leerlingenvervoer en de diensten die in het kader van de Wmo worden aangeboden. Het is dus van groot belang dat hier een goed stuk ligt en dat het inderdaad geregeld is. Twee dingen. Een speerpunt van de PvdA in deze periode is burgerparticipatie. Ik ben dan ook erg tevreden dat u onze suggestie wat betreft het betrekken van burgers bij aanbestedingen expliciet heeft overgenomen en toegevoegd aan dit voorstel. Ik zeg al: burgers, gebruikers, ze weten verdomd goed aan te geven wat goed is aan de producten of dienstverlening en wat niet. Neem het leerlingenvervoer: ik ben blij dat de ouders daarvoor zijn uitgenodigd volgende week, om met de wethouder van gedachten te wisselen over het bestek. Kortom: dat is eigenlijk al een uitvloeisel van dit kader. Ons adagium is: iets wat je aan de voorkant goed regelt met hulp van de burgers, hoef je aan de achterkant niet meer te repareren. Ik hoop zeer zeker dat dit ook voor het leerlingenvervoer straks zal gelden. Dan onze tweede opmerking. We zijn ook heel nadrukkelijk tevreden over de sociale en milieuaspecten die zijn vastgelegd. Daar hebben wij ook heel regelmatig voor gepleit in het verleden. Dat geeft de kans om met aanbestedingen sociale doelen te bereiken ÃćâĆňâĂİ denk aan werknemers van sociale werkplaatsen die je daarmee
extra mogelijkheden biedt of stageplaatsen die je vraagt aan de partijen die meedoen aan de aanbesteding. Ik ben ook erg blij dat de VVD een amendement heeft ingediend wat juist die toevoeging wil schrappen, want dat laat tenminste zien dat wij andere zienswijzen hebben en andere keuzes maken. Wat dat betreft sluit dit echt aan bij onze sociaaldemocratische ideeen. Ik ben nogmaals blij dat die sociale aspecten en milieuaspecten eraan toegevoegd zijn. Ten slotte: het amendement van ’leefbaar eindhoven’ rondom de evaluatie van kwaliteitseisen. Ik denk dat dat ook heel goed is. We zijn niet naief: zo’n stuk biedt geen garantie en daarom is het goed om ook in de periode daarna te blijven monitoren als raad. Ik denk dat dit amendement ons de mogelijkheid daartoe geeft. Dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. De heer Mulder. Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenber : Ik zal het van de heer Mulder overnemen. Dat geeft ook niet hoor. Ik hoop dat er met dit stuk ook een einde komt aan de hele lange discussie over het inkoopbeleid. Daar wordt eens een keer een streep onder gezet. Ik ben heel erg blij met de stukken die de SP heeft ingebracht. [Gezultmaar... Zin niet verstoon.] We hebben van de week op tv gezien waar kinderen van 6, 7 jaar de hele
verslagnummer xg
dag aan moeten ploeteren. Dat kunnen we in Eindhoven niet velen, denk ik! Ik steun dus van harte de amendementen en de stukken die de SP heeft ingeleverd en ik vind dat ze daarmee een pluim verdiend hebben. Echt waar! Voorzitter: Dank u wel. Dat is de zijde van de raad. Dan is nu het woord aan het college. De heer Don. De heer Don: Ten aanzien van een amendement en drie moties heb ik, zoals u ziet,
de opvatting van het college al schriftelijk laten verwerken. Dat is het voordeel als je eens een keer wat uitstelt. Ik kan erbij zeggen dat de twee moties van de SP en ook de motie van ’leefbaar eindhoven’ omarmd zullen worden en dat we het amendement van de VVD negatief zouden willen adviseren. Ik snap het wel van de VVD. Die zegt: leg zoveel mogelijk verantwoordelijkheid bij het college neer, maar de laatste paar jaar is er over het inkoop- en aanbestedingsbeleid een uitgebreide grote discussie geweest in deze raad. Er zijn enquetes over geweest. Het gevolg daarvan is naar mijn idee dat je het nu goed wilt doen en dat u als raad hierover een vinger in de pap wilt hebben, wilt aangeven hoe u het wilt hebben. Dat kan, want de grenzen tussen kaderstelling en uitvoering liggen niet zo scherp en die grenzen bepalen we voor een gedeelte zelf. De meerderheid van de raad heeft aangegeven juist op het gebied van social return en duurzaamheid echt een vinger in de pap te willen hebben, vandaar dat dit ook in het inkoop- en aanbestedingsbeleid staat. Als mijn gevoel me niet in de steek laat, denk ik dat we dadelijk toch wel een klein feestje te vieren hebben als dit document wordt aangenomen, het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Voor de stad is dit allemaal niet zo spannend, maar voor het bedrijf is het wel heel erg spannend want de laatste paar jaar ÃćâĆňâĂİ nogmaals ÃćâĆňâĂİ is hier veel energie in gaan zitten. Denk maar even aan de
hele operatie ICOON, die we nu misschien ook wel kunnen gaan afsluiten, nu hier het verloop van het inkoop- en aanbestedingsbeleid ligt. Als u het dadelijk geaccordeerd heeft, ben ik een blij man en kan ik degenen die achter de schermen hier heel hard aan gewerkt hebben - zowel van de juridische afdeling maar ook van degenen die in de inkooporganisatie zitten en van control ÃćâĆňâĂİ bedanken dat dit tot
stand is gekomen. Nogmaals: het was een taaie materie die dwars door de organisatie heen heeft gelopen. En daarmee ben ik eigenlijk wel klaar. Dank u wel. Voorzitter: Heel goed. Zijn er reacties van de zijde van de raad? Ja, mijnheer Rozendaal. Begint u maar meteen. De heer Rozendaal: Ja, ik wou even de tweede termijn. Dank u wel, voorzitter. Zowel het antwoord van de wethouder als de reactie van mijnheer Depla verbazen mij ten zeerste. Er wordt namelijk gesuggereerd: hoe meer regels je maakt, hoe beter het is. Nou, mijnheer Depla, uw partij, die daarstraks aan het begin van deze vergadering aangaf met zo min mogelijk regels zou willen doen, suggereert nu dat u blij bent in een sociaaldemocratische traditie te zitten, waarin u in dit land heel veel dingen met zoveel mogelijk regeltjes zoveel mogelijk in het honderd heeft proberen te
verslagnummer xs
laten lopen. Ik vind het fijn dat u dat een positief punt vindt. Wij zijn ervan overtuigd dat als je regelgeving maakt, dat je alleen die regels moet maken die je nodig hebt, omdat je namelijk zoveel mogelijk aan de kracht van mensen zelf moet overlaten om zo fatsoenlijk mogelijk te reageren. Als raad heb je voldoende mogelijkheden om daarop te controleren. Wij zullen dan ook alle voorstellen die door anderen zijn ingediend niet ondersteunen en alleen ons eigen amendement. Dank u vriendelijk.
Voorzitter: De heer Gerard eerst, daarna de heer Depla. De heer Gerard: Voorzitter.
De heer De la:Sorry,een interruptie, mijnheer de voorzitter. Voorzitter: Oh, het is een interruptie, mijnheer Depla? Dan hebt u voorrang. De heer Rozendaal: Een beetje te laat. Ik ben al klaar namelijk.
De heer De la: U daagt mij uit, alsof we daarmee de boel in het honderd laten lopen. Daar gaat het nou juist om. Natuurlijk willen wij af van een hoop regels die overbodig zijn en die burgers in de weg zitten en onnodig veel formulieren tot gevolg hebben, maar regels zijn er ook om mensen te beschermen. Daar willen wij een balans in vinden. In die sociale toevoeging vinden wij nu juist weer die andere kant terug, van de noem het dan maar ’zwakkeren in deze samenleving’. Dan denk ik inderdaad aan de stageplaatsen om maar eens een aspect te noemen. Als je met zo’n stuk stageplaatsen kunt afdwingen bij bedrijven die bij jou diensten aanbieden, dan denk ik: waarom niet? Ik zie daarvan niet in dat we de boel kapot regelen.
De heer Rozendaal: Nou, dan zal ik u daar antwoord op geven, mijnheer Depla, als dat mag. Voorzitter: Ja, dat mag.
De heer Rozendaal: Op het moment dat u dit soort bevoegdheden in handen zou geven van een of ander louche organisatie, zou u ons aan uw zijde vinden. Maar op het moment dat u dit in een fatsoenlijk en hardwerkend college neerlegt, denk ik: daar kun je best wel wat aan toevertrouwen. Ik snap van u niet dat u dat niet kunt. De heer De la: lk heb heel veel vertrouwen in het college maar dat mag af en toe wel geholpen worden met een goed stukje kadervorming en dat doen wij vanavond.
verslagnummer xg
Voorzitter: Waarvan akte. Het woord is aan de heer Gerard.
De heer Gerard: Om eerst even aan te sluiten op de laatste zinnen, voorzitter: wij schrijven hier beleid wat een duur zal hebben die ongetwijfeld het college te boven gaat en misschien meerdere colleges daarna. Daarom is het verstandig een aantal zaken op papier te zetten, wat ook bij toekomstige politieke verhoudingen geldigheid heeft. Het tweede punt, voorzitter ÃćâĆňâĂİ eventjes nog; ik kan het niet laten-
gaat over regelgeving. Terecht krijgen wij niet voor de voeten geworpen dat wij hard lopen met het vereenvoudigen of afschaffen van regelgeving. Daar moet je steeds kritisch naar kijken want vaak is regelgeving een soort gestold geheugen van zaken die we met dure lessen geleerd hebben. Nou denk ik bijvoorbeeld even aan de Ergon-aanbesteding in de vorige periode. Ik vind het terecht dat de raad aan het college kaders voorlegt inzake maatschappelijk verantwoord aanbesteden, om de redenen die ik zojuist noemde. Wie vandaag de krant gelezen heeft, voorzitter, ziet daar toevallig ÃćâĆňâĂİ of de duivel ermee speelt ÃćâĆňâĂİ twee artikelen; een
groot artikel en een flink artikel over maatschappelijk verantwoord aanbesteden. Met dit artikel, voorzitter, zouden de actievoerders die daarmee bezig zijn, geholpen zijn als de opdrachtgever ze met behulp van een gestuurde aanbesteding een handje geholpen had. Het kan zijn, voorzitter, dat de omvang van deze aanbesteding onder de Europese drempel ligt - en dan kijk ik even naar sommige partijen, waaronder de Partij van de Arbeid waar het eigenlijk logischerwijs in het standpunt zou moeten passen. De SP heeft een motie ingediend om de bepaling omtrent de arbeidsbescherming al eerder van kracht te laten worden als alleen bij Europese aanbestedingen. Dat betekent dat hij bij lagere bedragen ook al gaat gelden. Mij lijkt dat dat voor de Partij van de Arbeid onderdeel zou moeten zijn van een sociaaldemocratisch gedachtegoed. Omwille van praktisch belang volgen wij hier de begrenzingen die het college aanlegt. Wij vinden dat een uitstekende bepaling. We hopen dus dat de partijen voor deze motie stemmen en ook voor de motie over handhavingsactiviteiten. Wij zijn tegen de motie van de VVD, voorzitter, want daar ligt een principieel verschil in visie op politiek onder. Wij hadden ons nog niet kunnen uitlaten over de motie van ’leefbaar eindhoven’, maar die steunen wij. Voorzitter, wij hopen op zo ruim mogelijke steun om het goede stuk wat er ligt nog beter te maken. Voorzitter: Heel hartelijk dank. Mevrouw Breuers.
Mevrouw Breuers: We hebben geen gebruik gemaakt van de eerste termijn omdat we nauwelijks iets toe te voegen hadden aan de discussie, zoals die in het verleden veelvuldig is gevoerd in de commissie, denk ik. Wij zijn uiteindelijk tevreden met het resultaat zoals het er ligt, waarin wij ook de sociale doelstellingen en duurzaamheidsdoelstellingen die GroenLinks wilde meegeven met de aanbesteding, goed verwoord zien. We zijn blij: het lijkt erop dat een grote meerderheid van de raad deze doelen ook gaat steunen. Jammer dat de VVD niet
verslagnummer xs
meedoet, maar zo heb je nu eenmaal verschillen. Wij zullen van harte de moties steunen die het aanbestedingsbeleid nog meer versterken richting sociaal en duurzaam, dus wij stemmen in met de moties van de SP, maar ook met de motie van 1eefbaar eindhoven’. Voorzitter: Dank u wel. U moet bewegen, mijnheer Jansen. Dat doet u. U krijgt het woorcl.
De heer Jansen: Ja, voorzitter, dank u wel. U zult het niet geloven maar ik volg GroenLinks tot op de letter. Voorzitter: Dat geloof ik soms wel. [Lachenc/] De wethouder? Zijn er geen verdere woordmeldingen? Blij blijft hij. Is er een verdere behoefte aan stemverklaringen? Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Voorzitter, sorry, we zijn al bij de stemverklaringen over de moties begrijp ik? Voorzitter: In het algemeen. De heer Leenders: Die van de SP hebben wij mede ondertekend dus die zullen wij steunen. Die van de VVD zullen wij niet steunen en ook die van ’leefbaar eindhoven’ zullen wij niet steunen. Ondanks dat daar een grote meerderheid voor is en de wethouder hem omarmt, vinden wij hem veel te uitgebreid en we storten volgens mij weer van alles uit over het ambtelijk apparaat. Voorzitter: Dank u wel. Er zijn verder geen woordmeldingen. Dan gaan we over tot de stemming. Allereerst de amendementen. Het eerste amendement, hier A4 genoemd, van de VVD, waarin een voorstel tot wijziging van de tekst voorgesteld. Vandaar dat ik dit de motie vind die het verste gaat. Willen degenen die daarvoor zijn de hand opsteken? [Stemmen bij handopsteken] De hele delegatie van de VVD. Dat is niet voldoende. Daarmee is A4 verworpen.
Dan gaan we naar A5 van ’leefbaar eindhoven’ met betrekking tot de evaluatie. iedereen weet waar het om gaat. Wil wie daartegen is, de hand opsteken? [Stemmen bij handopsteken] 11 personen. Dat is onvoldoende. A5 is verworpen. Nee, aangenomen! Het wordt tijd dat we ophouden [Ge/ach]. Dat geldt hopelijk voor
iedereen. Dan de motie. Motie 6 van de SP, beeindiging contract bij het niet nakomen van arbeidsrecht. Deze motie is ruim ondersteund dus ik vraag degenen die tegen zijn de hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] 6 leden van de VVD fractie. Daarmee is de motie aangenomen.
Verslagnummer xg
Dan de motie arbeidsbescherming op de plaats van productie, eveneens van de SP. Mag ik toch nog vragen degenen die tegen zijn een keer hun hand op te steken? (Stemmen bij handopsteken] Volhouden! Het is onvoldoende. Met 6 handen. De heer Schut: Dat is niet volhouden, dat is consequent, voorzitter! [Ge/ach] Voorzitter: (Lachenci] Het is wel consequent ja! Daarom zei ik ook: volhouden!
De heer Gerard: De VVD wordt nog eens een getuigenispartij, voorzitter! (Gevolgd door reacties, door elkaar gesproken.] Voorzitter: Als jullie door elkaar praten, kan ik het niet verstaan, dus ik ga gewoon verder met het wetsvoorstel.
De heer Rozendaal: Stemverklaring?
Voorzitter: Zijn daar stemverklaringen voor? Mijnheer Rozendaal. De heer Rozendaal: Ja, heel kort voorzitter. Wij hebben gezegd: bij dit soort dingen moet je alleen een kader stellen voor die dingen die nodig en nuttig zijn. Dat is ook de reden dat wij tegen alle voorstellen, moties en amendementen gestemd hebben, omdat die uitbreiding maakten op dingen die in onze ogen al niet in het voorstel thuishoren. Nu blijkt dat die dingen er allemaal in blijven en zelfs nog uitgebreid worden, is dat voor onze partij reden om tegen dit voorstel te stemmen.
Voorzitter: Wenst nog iemand een stemverklaring af te leggen? Niemand? Dan vraag ik degenen die tegen het hele wetsvoorstel zijn de handen te heffen. (Stemmen bij handopsteken] En dat is zeer consequent. Ook hier is de VVD-fractie met 6 stemmen onvoldoende om het wetsvoorstel tegen te houden. Het is aanvaard, met zeer veel dank aan degenen die er hard aan hebben gewerkt. Dat geldt overigens in een democratie ook voor de oppositionele werkzaamheden die zijn verricht.
X.2Voorstel tot het borgen van ruimtelijke kwaliteit Voorzitter: We gaan snel over naar punt X.2. Mag ik ook hier de voorzitter van de commissie, de heer Burema, vragen dit in te leiden?
De heer Burema: Dat zal ik kort en krachtig doen, voorzitter. De gemeente heeft verschillende instrumenten om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Dat wil zeggen: hoe de stad eruit ziet, varierend van het uiterlijk van de gebouwen tot de inrichting van de openbare ruimte. We hebben daar instrumenten voor, bijvoorbeeld de welstandscommissie of de monumentencommissie, maar vaak
Verslagnummer xg
komen die pas in actie op het eind van het proces, als de tekeningen en de ontwerpen allang klaar zijn. Wat de gemeente nu eigenlijk wil of wat het college voorstelt aan de raad, is om in de toekomst meer sturing te gaan geven aan het proces van het bewaken van die ruimtelijke kwaliteit. Dat zou betekenen dat we er de burgers meer bij zouden moeten gaan betrekken. Het zou moeten betekenen dat de gemeenteraad er een wat meer eenduidige rol in krijgt. Fen onderdeel van het voorstel is bijvoorbeeld het meer samenwerken van zowel de welstandscommissie als de monumentencommissie. In de commissie Wonen en
Ruimte is over dit voorstel beraadslaagd maar er is geen eenduidig advies uitgekomen. Vrijwel alle partijen hebben een stemvoorbehoud gemaakt en als ik me niet vergis heeft een partij, D66, in die commissievergadering ook een amendement aangekondigd. We gaan nu meemaken hoe we daaruit komen. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de raad. D66, mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ruimtelijke kwaliteit. In het voorstel staan een aantal goede suggesties om het te borgen. Alleen, het zijn allemaal adviesinstrumenten. Wat ontbreekt is gewoon keihard bezit. Dat instrument hebben we wel in huis alleen het wordt er niet voor ingezet. De vorige raadsvergadering hebben we als raad het voorstel van wethouder Van Merrienboer geaccordeerd om vlekken in deze stad te kunnen verwerven op het moment dat het gaat om het maken van geld ÃćâĆňâĂİ op zich ook niet slecht ÃćâĆňâĂİ en het borgen van sociaalmaatschappelijke
voorzieningen. We zetten het alleen niet in voor iets wat ook erg belangrijk is in deze stad: het borgen van kwalitatief belangrijke plekken. Dan moet u met name denken aan cultuurhistorische plekken. Breed schoten de raad de tranen in de ogen toen ze ervoeren dat er rond het St. Trudoplein een absolute kaalslag van het cultuurhistorisch erfgoed aan het plaatsvinden is. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de Heezerweg. Daar was ook al niets meer aan te doen. Aan de Tonnaerstraat staat een villa te verkommeren, ook in het bezit van een projectontwikkelaar die zit te wachten tot hij er hele dure dingen mee kan doen. Het verzoek aan het college is eigenlijk heel simpel: de uitbreiding van het instrument tot belangrijke cultuurhistorische plekken. U moet er dan vanuit gaan dat het niet inhoudt dat we dat ten eeuwigen dage in bezit nemen. Nee, de bedoeling is gewoon dat je het actief opkoopt en het bij goede plannen weer uitgeeft. Uiteindelijk moet je dus denken aan een revolving fund, maar er is geen extra geld voor nodig. Het tweede is, dat je daarna niet wilt dat het alsnog naar de verdoemenis gaat. Oftewel: houd een vinger in de pap! In Manchester hebben we een methode gevonden, feitelijk een soort erfpachtconstructie met een kleine belasting eraan, zodat er ook een samenwerking in het betreffende gebied kan plaatsvinden. Het is een suggestie om zoiets te introduceren maar het mag ook iets anders zijn, zolang het maar inhoudt dat wordt afgedekt dat erfgoed naar de Filistijnen gaat. Ten slotte het college uit te nodigen om met concrete voorstellen te komen. Voorzitter, dit is iets waar de raad al lange tijd naar op zoek is want elke keer zie je weer dat het daadwerkelijk
verslagnummer xg
leeft in Eindhoven om te zorgen dat wat ons herinnert aan het verleden op een nette manier in de nieuwe tijd een plek kan vinden en niet feitelijk verwoest wordt. De motie is mede een initiatief van de PvdA en is ook ondertekend door alle lokale partijen en GroenLinks. Voorzitter: Dank u wel.
Mevrouw Schreurs: Dat was het nog niet. Er is nog een tweede. Die is minder breed ondertekend. Hij is door de lokale partijen mede ondertekend en het gaat om het volgende. Het interessante van dit stuk is dat er voor belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen in de stad supervisoren worden ingezet. Nu hebben we een aantal ruimtelijke ontwikkelingen in deze stad waar het niet gedaan wordt, namelijk bij de wijkvernieuwing. En dat terwijl we met zijn allen een enorme waarde hechten aan de wijkvernieuwing. Dat komt met name ter sprake in het convenant. Zoals te lezen in het bijgevoegde stukje, is de nieuwe tendens dat je wijkvernieuwing vooral goed gestalte geeft, als dat je het een integraal onderdeel van de stedelijke ontwikkeling laat zijn, oftewel: de aanpalende gebieden. Dat betekent zowel in sociale als in ruimtelijke zin. Oftewel: het ligt voor de hand om dat structureel te doen in de wijkvernieuwingsgebieden, maar misschien moet je dat eerst een keertje uitproberen. Volgens het advies van de welstandscommissie ontbeert het plan rond de wijkvernieuwing in Woensel Zuid eigenlijk de aanhaking naar de stad. Mede daarom is het voorstel om in eerste instantie een supervisor toe te voegen aan de ontwikkelingen rond dat wijkvernieuwingsgebied.
Voorzitter: Dank u wel. Wie wenst vervolgens het woord? Mijnheer Rozendaal. De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. In de commissie hebben wij al aangegeven dat wij enigszins sceptisch staan tegenover dit voorstel. Ruimtelijke kwaliteit is ontzettend belangrijk. Het is ÃćâĆňâĂİ zo denken wij ÃćâĆňâĂİ misschien ook wel te
belangrijk om het daarom over te laten aan de gemeente. Ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit wordt bijvoorbeeld de Vesteda-toren als voorbeeld genoemd en de High Tech Campus Eindhoven. Dat zijn nou net twee voorbeelden waarbij de gemeente steeds te maken heeft gehad met de ruimtelijke kwaliteit die door particulier initiatief en de inzet van bedrijven naar voren is gekomen. Er zijn dus allerlei andere plaatsen waar de gemeente zich mee heeft bemoeid en waar de burgers niet zo gelukkig over zijn. Ik denk dat een zekere mate van terughoudendheid de gemeente hier zeker past, juist omdat de ruimtelijke kwaliteit zo belangrijk is. Mevrouw Schreurs: Voorzitter? Even een kleine correctie voor het de eeuwigheid in gaat, terwijl het onjuist is: de Vesteda-toren is niet alleen gemaakt door de heer Coenen, maar hij was ook de supervisor van het hele gebied en dat was een
verslagnummer xg
gemeentelijke opdracht. Het was trouwens de eerste keer dat dat gebeurde. Blijkbaar vindt u het heel mooi, dus dat onderschrijft het voorstel. De heer Rozendaal: Ik was nog niet helemaal klaar met mijn verhaal, mevrouw Schreurs. Voorzitter: Gaat u snel verder.
De heer Rozendaal: Er zit namelijk een aspect in wat wij wel heel goed vinden en daar betreffen wij u dan weer. Dat vinden wij dan wel weer prettig want dan zijn we samen toch weer een heel eind op weg naar de meerderheid. Het instrument van de supervisor is een goed instrument om met de ruimtelijke kwaliteit om te gaan, omdat je het dan namelijk niet bij de gemeente legt, maar bij iemand met verstand van zaken, die namens de gemeente enige vrijheid van opereren krijgt. Daarmee heb je juist niet die directe gemeentelijke bemoeienis. Die zien wij dus niet zo zitten. We hebben indertijd al aangeven dat er in het voorstel niet zo heel veel directe beslispunten zitten. Het enige feitelijke wat er in dit voorstel besloten wordt, is om de monumentencommissie en de welstandscommissie samen te voegen. Op zich is er niets op tegen om op basis van efficiencyverbetering de twee commissies samen te voegen als je daar dan ongeveer de helft van overhoudt. Alleen om die zich dan te laten uitspreken over ruimtelijke kwaliteit, lijkt ons weer niet een geweldig idee. Je moet dat overlaten aan mensen die er wat van weten en waar je als gemeente op kunt bouwen. Dan zien wij het inzetten van supervisoren voor verschillende samenhangende gebieden als een veel verstandiger oplossing. Het voorstel geeft wel aan dat dat komt, maar dat kon al, dus daar is ook al niets nieuws aan. Wij zien dus eigenlijk weinig zinvols in dit voorstel zitten en we zijn dus voorlopig niet genegen dit te steunen. Voorzitter: De CDA-fractie.
De heer Stoevelaar: Dank u wel, voorzitter. Wij hadden in de commissie al aangegeven dat wij dit voorstel zouden steunen. Ik wil dus alleen eventjes ingaan op de moties. Motie M3 over de cultuurhistorische plekken is voor ons een wat onduidelijke zaak. Wij hadden stellig de indruk dat er op dit ogenblik al mogelijkheden zijn om dergelijke gronden en gebouwen aan te kopen, daarom twijfelen we ook aan wat hier nou precies in gediend wordt. Ik zou van het college even willen horen of het juist is dat we inderdaad al die mogelijkheden hebben. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Stoevelaar. Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dank u voorzitter. Ik zal het heel kort houden. Wij kunnen met dit voorstel goed uit de voeten. Ik zal even ingaan op de moties. De eerste motie ondersteunen wij van harte. We zouden dit zelfs graag willen zien als een eerste
verslagnummer xs
stap op weg naar een verdere invoering van een dergelijk model, maar daar moeten we op een ander tijdstip in commissieverband nog maar eens over praten. Op de tweede motie zouden wij graag eerst een reactie van het college horen. Voorzitter: Mijnheer Mulder. De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. In de commissie hadden wij een stemvoorbehoud maar alles overwegende zijn wij voor dit voorstel. Bovendien zijn wij medeondertekenaars van motie 3 en 4, ingediend door mevrouw Schreurs. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, wij waren ook een van de vijf partijen die in de commissie al akkoord gegaan zijn. Even kort over de moties; de motie over cultuurhistorische plekken vinden wij sympathiek en krijgt onze instemming. Over de tweede zijn wij eigenlijk ook voorzichtig positief maar zijn we afwachtend over hoe de wethouder hiermee omgaat. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van den Crommert.
Mevrouw Van den Crommert: Bedankt, mijnheer de voorzitter. Wij hadden in de commissie ook al voor gestemd, dus ik was eigenlijk van plan vanavond hier niets over te zeggen. Motie 3 vinden wij zeer sympathiek maar we willen toch graag even de antwoorden van de wethouder op de vragen van het CDA afwachten. Ik kan niet zo goed uit de voeten met motie 4. Als die mogelijkheid al in het stuk zit, waarom dan nog zo’n motie? Daar wil ik dus ook even een reactie van afwachten. Voorzitter: Mijnheer Peters.
De heer Peters: Wij hebben ook reeds gezegd dat wij het voorstel steunden op een detail na. Het is een goed voorstel en er staan in ieder geval mooie zinnen in. Wij verwachten er veel van. De bevlogenheid van de vorige wethouder van ruimtelijke ordening ÃćâĆňâĂİ zij is bijna met een inhaalslag bezig, zou ik haast zeggen ÃćâĆňâĂİ steunen wij
ook. Het ziet er heel positief uit. Wij hadden enige stemvoorbehoud bij de samenstelling van de commissie en wij hopen dat het deel monumentenzorg zowel in kwantiteit als in kwaliteit niet ondergesneeuwd raakt en vragen daar graag uw aandacht voor. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs nog keer. Daarna de heer Van Zijl.
Mevrouw Schreurs: Wat mevrouw Van den Crommert zei: een supervisor zit er toch al als mogelijkheid in? Dat klopt, maar de supervisor is beperkt tot een aantal grote
Verslagnummer xg
ruimtelijke gebieden en het wordt expliciet niet ingezet in wijkvernieuwingsgebieden. Dat is eigenlijk het nieuwe: om het ook in deze belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen in te zetten. Voorzitter: De heer Van Zijl.
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. We waren in de commissie al akkoord met het voorstel. De eerste motie voor de cultuurhistorische waarde heeft onze instemming en die hebben we mede ondertekend. De gemeente zou, wat ons betreft, inderdaad een veel dikkere vinger in de pap mogen hebben in dat soort projecten, maar het dilemma zit voor ons bij de tweede motie, rondom de supervisor voor Woensel Zuid. Daar ligt een masterplan. Dat is op dit moment op inspraak. We gaan er eigenlijk van uit dat de raad daarvoor kaders stelt. Je geeft daar dan als kader mee: zorg voor de aansluiting met de rest van de stad en de omliggende gebieden. Als dat er niet in zit, is het dus een slecht masterplan en dan moet het terug. Dan moet het aangepast worden. Je zou dan voldoende kennis in huis moeten hebben om het alsnog een plan te laten worden dat past binnen de kaders die de raad gesteld heeft. Als de supervisor daar de enige optie voor is om dat wel voor elkaar te krijgen, dan kun je zeggen: ’goed idee, laten we dat dan maar doen’. Maar de overtuiging is bij ons nog niet aangekomen. Wellicht dat daar in het antwoord van het college en wellicht ook bij de indiener nog wat toegevoegd kan worden, zodat wij ook daarvan overtuigd kunnen raken. Voorzitter: Dank u wel. Het college, mevrouw Fiers. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. Zo laat op de avond een grote stap voorwaarts! Zo noem ik het toch maar even, ondanks dat de VVD nog niet helemaal overtuigd is van het nut van het voorstel. Maar, u zult het gaan merken! Het misschien toch goed om even te zeggen: met een nieuwe commissie ruimtelijke kwaliteit, verdwijnen de welstandscommissie en monumentencommissie. Die commissie ruimtelijke kwaliteit krijgt ÃćâĆňâĂİ en dat is heel belangrijk ÃćâĆňâĂİ de openbare ruimte als beleidsveld erbij. Voor de rest gaan we werken
met supervisoren. Daar wijzen we drie ontwikkelgebieden in de stad voor aan, waarvan we zeggen: dat zijn gebieden die de komende tijd veel ontwikkelingen gaan kennen, waarbij het belangrijk is dat deze ontwikkelingen onderling afgestemd worden. We betrekken burgers bij een element als ruimtelijke kwaliteit en de rol van de gemeenteraad en van het college worden duidelijk in het voorstel aangegeven. Ik hoop dat dit tot wat minder discussies leidt over wie nu waarover gaat. Het lag mij ook voorop de tong, mevrouw Schreurs, toen de Vesteda-toren werd aangehaald. Volgens mij is dat inderdaad een van de eerste voorbeelden waarin ook is gebleken dat het werken met supervisoren echt een kwaliteitsverschil kan maken.
Verslagnummer xg
Om het niet al te lang te maken, ga ik even in op de twee moties die zijn ingediend. Allereerst de motie M4 over de supervisoren. In het voorstel geven wij aan om in drie grote ontwikkelgebieden met supervisoren te gaan werken. Ik vind het eigenlijk wel een interessant idee om eens naar een wijkvernieuwingsgebied, als een soort pilot, te kijken of je daar ook met supervisoren tot een bepaalde meerwaarde op kwaliteit kan komen. Ik wil daarbij wel de aantekening makenÃćâĆňâĂİ dan haak ik even in op het punt dat door de heer Van Zijl werd aangehaald ÃćâĆňâĂİ dat
het heel belangrijk is dat die supervisor pas in beeld komt op het moment dat het masterplan is vastgesteld. Wij hebben met dat masterplan aan het begin kaders gesteld. Dat is de vorige periode in de commissie al een keer voorgelegd aan de raad. Het is nu bijna bij het college. De inspraak is dus al geweest. Ik vind het niet fatsoenlijk naar het hele inspraakproces wat is geweest, om nu te zeggen dat we daar een supervisor aan toevoegen die nog eens even wat zal strepen en wat andere dingen zal gaan doen. Ik vind het dus prima als pilot, bijvoorbeeld in Oud Woensel, om eens te kijken met een supervisor, maar wat mij betreft pas op het moment dat de raad het masterplan heeft vastgesteld. Ik ga er even vanuit dat het voldoet aan de kaderstelling die u heeft meegegeven. De heer Stoevelaar: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Ik zou van de wethouder toch wel eens willen weten of ze
inderdaad ook geld heeft voor een vierde supervisor. Mevrouw Fiers: Nou, zoveel verdienen ze niet. [Ge/ach] Nee, dat valt best mee. Dus
dat gaat helemaal goed komen, mijnheer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Ja, dan zal het niet veel kwaliteit zijn. [Lachend] Mevrouw Fiers: Nee! [Lachend] Dat mag u niet zo een op een vertalen, maar daar zit
geen dekkingsvoorstel aan. De heer Schut: U had het toch over mijnheer Coenen, geloof ik?
Mevrouw Fiers: Ik had het over mijnheer Coenen in relatie tot de Vesteda-toren en ik heb nu nog even geen namen genoemd als het gaat om de supervisor die voor dit gebied in aanmerking zou komen. Fuksas? Nee, ik denk dat dit tot niks leidt. Dus even het idee: ik vind het een goed plan maar wel heel nadrukkelijk met de opgave dat de taak van de supervisors ingaat op het moment dat het masterplan is vastgesteld. Dan de motie M3. Dat gaat even over wat ik dan maar even noem: behoud van de cultuurhistorie. Daar wil ik u even attenderen op een belangrijke passage in het
verslagnummer xs
coalitieakkoord waarin staat dat wij een onderzoek gaan doen naar een NV Stadsherstel, die volgens mij dit tot doel heeft. Dat onderzoek loopt op dit moment en u kunt in februari een voorstel verwachten. Misschien is het verstandig om de motie toch maar even aan te houden en te kijken waar het college nu mee komt op basis van het coalitieakkoord en nu niet dit ernaast te zetten. Ik denk dat het op een groot deel overeenkomt. Overigens is het ook zo dat je op basis van het aangenomen beleid strategische verwerving maatschappelijk vastgoed met doelstellingen al dingen kunt verwerven. Dan moet je een doel hebben: wat wil ik met een gebied of met een pand. Maar als het gaat om de NV Stadsherstel, komt het voorstel eraan. Ik zou die motie ontraden tot het voorstel er ligt. Als u dan niet tevreden bent, dan kunt u daar alsnog iets naast zetten. Voorzitter: Dank u wel. Nog een reactie van de zijde van de raad. Wat mij betreft kort vanwege de tijd. De moties die ingediend zijn, mevrouw Schreurs, gelet op de reactie van de wethouder?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, het is eigenlijk heel simpel. Wat de wethouder zegt is ’wacht eventjes af’. Wij zien de hele tijd verschrikkelijke dingen gebeuren, dus motie 3 blijft gewoon overeind. Bij motie 4 hoor ik dat de wethouder van harte omarmt dat ook bij de wijkvernieuwing een supervisor wordt ingezet. Ze heeft wel gelijk dat je recht moet doen aan de inspraak, dus die procedure moet gewoon even netjes parallel lopen. Het gaat vooral om de aanhaking bij de rest van de stad. Zo is het gedefinieerd in allerlei ontwikkelingen in het gebied zelf. De motie blijft staan. Ze blijven allebei staan.
Voorzitter: Dus de moties blijven allebei deel uitmaken van de beraadslagingen. Mevrouw Verhees: Voorzitter?
Voorzitter: Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Ik heb nog een aanvullende vraag in verband met motie 3. Ik zou graag van de wethouder willen weten of we haar in de wielen rijden met het aannemen van deze motie of dat het een op een zou kunnen.
Mevrouw Fiers: Ik kan niet helemaal inschatten wat beslispunt 2 voor consequenties heeft, maar volgens mij is het doel hetzelfde, namelijk een soort NV Stadsherstel. Dat voorstel komt eraan dus ik zou zeggen: houd het even aan. Als het er in februari ligt en u vindt het onvoldoende, kunt u alsnog zeggen: we willen het op een andere manier. Mevrouw Schreurs: Maar voorzitter, het kenmerk van een motie is dat de raad richting geeft. U kunt terugkomen naar ons en u zegt dan: ’zo heb ik het ingevuld’
Verslagnummer xg
Dan is er ruimte voor discussie, maar dan is het wel helder welke kant het op moet. Dat hoeft niet een op een Manchester te worden ÃćâĆňâĂİ zo staat het niet geformuleerdÃćâĆňâĂİ
maar dat je er op de een of andere manier voor zorgt dat je er de controle over hebt. U hebt dus alle vrijheid om te handelen. Feitelijk steunt dit u in uw verdere
ontwikkelingen. Mevrouw Fiers: Volgens mij geeft het coalitieakkoord ook al voldoende richting voor dit verhaal, dus ik zou het willen ontraden. Voorzjtter: U handhaaft uw standpunt. Dat doet de raad ook. We zullen eens even kijken hoever dat reikt.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, mogen wij een momentje schorsing? Dat hebben we vandaag nog niet gehad. Voorzjtter: Dat is waar en ik hoopte dat we het zonder zouden halen, maar u mag! Niet te lang, want we moeten op tijd stoppen. Vijf minuten. (Korte schorsi ng]
Mevrouw Van den Bj elaar: Voorzitter, het was slechts een klein moment schorsing. We zijn eruit en mevrouw Schreurs zal als indiener van de motie het woord voeren. Voorzjtter: Mevrouw Schreurs. Hebt u het al opgeschreven? U doet het zo?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik probeerde eventjes netjes om te gaan met de
medeondertekenaars. Voorzitter: Natuurlijk.
Mevrouw Schreurs: Het voorstel is om motie 3 aan te houden. Dan weet het college wat haar boven het hoofd hangt.
Voorzitter: Dan maakt het vandaag geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen. Dan hervat ik de procedure en stel ik aan de orde motie 4, met betrekking tot de supervisor. Ik zou willen vragen of degenen die daarvoor zijn hun hand op willen steken. De heer Rozendaaj: Stemverklaring? Voorzitter: Zijn er nog stemverklaringen? Wie vroeg daarom?
verslagnummer xg
De heer Rozendaal: Rozendaal, achterste rij! [Lachend] Voorzitter: De heer Rozendaal.
De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie heeft net aangegeven dat de VVD een groot voorstander is van het gebruik van supervisoren. Wij zijn er ook een voorstander van om eens te gaan kijken of dat in de wijkvernieuwingsgebieden toepasbaar is. Wij zullen deze motie steunen, ondanks het feit ÃćâĆňâĂİ en dat zal ik in een
volgende stemverklaring afgeven ÃćâĆňâĂİ dat mijn fractie niet gecharmeerd is van het
totaalvoorstel. Dit gebruik van supervisoren kan los van dit voorstel namelijk alsnog gehanteerd worden. Het voorstel zelf voegt niets toe aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit in Eindhoven en wij zullen dus tegen het voorstel zelf stemmen. Voorzitter: Mevrouw Van den Crommert.
Mevrouw Van den Crommert: Ik wil ook even een stemverklaring geven. Wij zullen voor deze motie stemmen met inachtneming dat de toezeggingen van de wethouder overeenkomen met deze motie. Als er dus een pilot komt op het gebied van wijkvernieuwing met een supervisor, dan vinden wij dat prima. Voorzitter: De heer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Voorzitter, op dit ogenblik zien wij geen noodzaak voor een vierde supervisor. Wij vinden het verhaal van de dekking die zo makkelijk weggeworpen wordt, onvoldoende. Wij zullen de motie niet steunen. Voorzitter: Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Wij zullen de motie wel steunen met de uitleg van de wethouder. Voorzitter: Met inbegrip. Mijnheer Jansen?
De heer Jansen: Ja, voorzitter, ik zal deze motie steunen. Gezien het feit dat het over een pilot gaat, daarvan verwacht ik een evaluatie.
Voorzitter: Dank u. Zijn er nog meer stemverklaringen? Dan vraag ik degenen die tegen deze motie zijn hun hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] Alleen de CDA-fractie. Vijf leden van de CDA-fractie, moet ik constateren. Ook dat is onvoldoende om de motie tegen te houden, dus hij is aanvaard.
Dan het wetsvoorstel. Geen specifieke stemverkla ringen meer? De stemverklaringen zijn wel afgelegd, dacht ik. Ook daar zou ik willen vragen of
verslagnummer xg
degenen die tegen zijn hun hand op willen steken. [Stemmen bij handopsteken] Dat is de VVD-fractie met zes stemmen. Dat is voldoende, waarmee het voorstel voor de ruimtelijke kwaliteit in deze raad is aanvaard.
X.3Voorstel inzake het Ontwikkelingsplan A2-zone Brainportlocatie Voorzitter: Dan punt X.3. Mag ik de voorzitter van de commissie vragen dit in te leiden?
De heer Burema: Dat ga ik nu heel snel doen en we gaan kijken of we dat nog gaan halen voor 23 uur vanavond.
Voorzitter: Dat was mijn doel eigenlijk. De heer Burema: Dat is ook uw doel. Voorzitter: Ja!
De heer Burema: Perfect. Het zou kunnen want het voorstel wat nu voorligt, had behoorlijke instemming in de commissie. Ik denk dus niet dat we er heel veel tijd aan hoeven te besteden. Waar gaat het over? De A2-zone is de snelweg ten zuiden en ten westen van Eindhoven. Daar gebeurt veel, heel veel. Denk maar aan de High Tech Campus, maar er gebeurt nog veel meer. Er ligt zelfs zoveel meer dat het nodig was om een visie op te schrijven over de ontwikkelingen rond en langs die snelweg, de komende vijftien jaar. Die visie heeft zelfs de belangstelling gewekt van de rijksoverheid. Dat kwam omdat hij samen is geschreven met de steden Veldhoven, Son en Breugel en Waalre, de direct aangrenzende gemeenten. Die visie beoogt voor de komende vijftien jaar ruimtelijke visie vast te leggen, functionele visie en een ontwikkelingsstrategie. Zoals gezegd: de commissie stemde daar bijna raadsbreed mee in. Ik geloof dat alleen het OuderenAppel een negatief stembehoud heeft gehouden en, als ik goed in mijn lijstje kijk, ook de Socialistische Partij. We gaan het nu meemaken. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de raad. Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen om het kort te houden, vanwege de waarschuwing van de griffier en vanwege de tijd.
Voorzitter: De waarschuwing ging om de tijd. Mevrouw Heesterbeek: [Lacht] Mijn fractie heeft in de commissie al gezegd dat wij het heel positief vinden dat het hele verhaal rond de A2-zone samenhangend behandeld wordt. Dat herhaal ik vanavond graag. Wij hebben echter een paar
Verslagnummer xg
opmerkingen. Er is in de toelichting naar ons gevoel onvoldoende op ingegaan. Mijn fractie heeft het meeste problemen met het spanningsveld tussen natuur en economisch gebruik. Daar wil ik dus iets over zeggen. Voorzitter, ten eerste dat economisch gebruik. Naar onze mening staan er erg veel economische bedrijventerreinen gepland, terwijl wij in het regionaal structuurplan hebben afgesproken dat wij gaan streven naar verdichting van bedrijventerreinen. In dit plan spreekt met juist over ijl bebouwde locaties, parkachtige landschappen mengen met natuurbestemming. Ik heb gevraagd in de commissievergadering of er voldoende onderzoek is gedaan naar de noodzaak hiervan en of bijvoorbeeld de mening van Milieudefensie is gevraagd. Mijn fractie is erg blij, voorzitter, dat begrijpt u, dat zij die laatste vraag zelf kan beantwoorden. Ja, er is onderzoek gedaan in opdracht van Milieudefensie, door Stogo onderzoek+ advies. Het rapport is vorige week, 27 november, aangeboden aan minister Van der Hoeven. Ik noem alleen de opvallendste conclusie. Ik heb vanochtend de website doorgegeven aan u allemaal, dus u kunt het rustig lezen. De opvallendste conclusie: wanneer de huidige plannen voor nieuwe bedrijventerreinen doorgaan, zal de structurele leegstand op de bestaande bedrijventerreinen snel groeien. De minister wordt dan ook opgeroepen om het tij te keren met een tijdelijke stop op de aanleg van nieuwe terreinen. De van oudsher aan bedrijventerreinen gebonden sectoren, nijverheid en logistiek, zullen tot 2020 weinig externe ruimte nodig hebben. De werkgelegenheid in die sectoren zal nauwelijks groeien. Verplaatsing van die bedrijven uit de bebouwde kom naar bedrijventerreinen is grotendeels afgerond en nieuwe bedrijventerreinen zijn dus niet nodig volgens dat rapport. Het is echt heel interessant. Ik sla een heel stuk over wat ik daar nog meer uit overgenomen had. Ik denk aan de tijd. Volgens dat Stogo-rapport is die forse groei van de leegstand op de bedrijventerreinen alleen te voorkomen door een substantiele verlaging van de huidige planningsopgave of door het op grote schaal transformeren van oude bedrijventerreinen. Dat is natuurlijk heel interessant: niet nieuwe terreinen aanleggen in groengebieden maar gewoon de oude terreinen opknappen. Voorzitter, u begrijpt dat de SP erg blij is met dit rapport. Het kwam precies op tijd. Wij dienen dan ook een motie in, samen met GroenLinks en D66, waarin wij vragen om het rapport te verstrekken aan in ieder geval de leden van de commissie Wonen en Ruimte ÃćâĆňâĂİ dat is nog het makkelijkste; we kunnen het zelf ook lezen op de website
- waarin we het college vragen om te onderzoeken of de kritische geluiden uit dat rapport mogelijk ook opgaan voor de A2-zone. En we vragen ÃćâĆňâĂİ als de resultaten van
het onderzoek daar aanleiding tot geven ÃćâĆňâĂİ om ze te betrekken bij de ontwikkeling
van die A2-zone. Dan, voorzitter, mijn tweede punt: de natuur. In het voorstel lezen wij dat een belangrijk deel van de opgave wordt gevormd door het vervolmaken van de groene mal om Eindhoven en door het leggen van groene en recreatieve ecologische verbindingen van en naar de stad. Helaas herkennen wij in de geniale Brainportlocatie deze opgave onvoldoende. Er is naar onze mening onvoldoende aandacht voor de verbindingen tussen de ecologisch waardevolle gebieden. Dat is niet duidelijk. Hoe verbind je bijvoorbeeld de Wielewaal en de Oirschotse Heide?
Verslagnummer xg
Wat wel zou kunnen of moeten, volgens het rapport. Bovendien lijkt het mengen van bouwlocaties met natuurbestemming - dat noemde ik al eerder ÃćâĆňâĂİ ons niet per
definitie de goede methode om de natuur optimaal te laten floreren. Parkachtige gebieden zeggen ons iets minder. Die kunnen volgens ons niet per definitie als natuur gezien worden. Voorzitter, mijn fractie dient, samen met GroenLinks en D66 wederom, een amendement in waarin wij vragen naar een plan-MER met daarin aandacht voor groene gebieden en voor de ecologische verbindingen ertussen. Wij vragen aandacht voor de verhouding bedrijventerreinen en ecologisch waardevolle gebieden. Wij vragen voor de verdichtingsopgave, zoals die geformuleerd is in het regionaal structuurplan. Wij denken bovendien dat een plan-MER niet buitensporig veel tijd hoeft te kosten; dat het, gezien het belang van de zaak, zeer verstandig zou zijn; en dat het verstandige misschien financieel ook wel wat zou kunnen opleveren. Voorzitter, ik houd het hierbij. Dank u wel. Ik bied u de motie en het amendement aan. Dank u wel. De heer Jansen: Voorzitter, mag ik even een vraag stellen? Voorzitter: Ja, mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Ik vind de term ’buitensporig veel tijd’ heel veel vaagheid hebben. Kost dat veel tijd? Wat bedoelt u met buitensporig veel tijd? Kunt u daarin concreter zijn?
Mevrouw Heesterbeek: Pardon, wanneer heb ik gezegd ’buitensporig veel tijd’? De heer Jansen: Dat noemde u net. Mevrouw Heesterbeek: Oh, bij dat plan-MER! Ik bedoelde daar alleen maar mee te zeggen: mocht de wethouder zeggen ’maar dat houdt zo op, dat duurt zo lang, zo’n plan-MER uitvoeren’ dat wij denken dat het niet bijzonder veel tijd hoeft te kosten. Ik kan het woord ’buitensporig’ nu niet speciaal voor u definieren. Wij zitten er ook niet heel erg mee, denk ik. Als het maar goed gebeurt. Voorzitter: Ik wel.
Mevrouw Heesterbeek: Pardon? U wel. Voorzitter: Ja, ik wel. Het gaat om veel tijd en ’buitensporig’ wil ik ook niet gebruiken. Wij moeten snel doorgaan. Dank u wel. Wie nog meer? Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Dank u, voorzitter. Onze fractie is blij met het voorliggend plan en is blij met de integrale blik op het gebied, de A2 en het gebied er omheen, waarbij de weg gezien wordt als meer dan een doorsluizing van het verkeer. Wat we
verslagnummer xs
in deze visie wel missen - en dat hebben we in de commissievergadering, denk ik, van de meeste partijen teruggehoord - is het groen in dit plan. De SP refereerde er net ook al aan. Ik ga het omwille van de tijd ook kort houden, maar wij willen om het groen te ondersteunen in deze visie een motie indienen om het college op te roepen om bedrijven die in de A2-zone willen bouwen te stimuleren tot de aanleg van groene daken. Ook willen wij het college oproepen om op zoek te gaan naar potjes in provinciaal, landelijk en Europees verband om financiele middelen te vinden om hier eventueel subsidieregelingen aan te kunnen koppelen. Deze motie is eigenlijk bedoeld als eerste stap naar de verankering van groen als noodzaak in deze visie en dat dit hopelijk straks in de deelplannen verder vastgelegd kan worden. Ik wil nog even zeggen: groene daken zijn niet alleen mooi, maar ze bieden ook een oplossing voor het milieuprobleem. Ze filteren de lucht; ze vangen water op. Afijn, u heeft in de toelichting kunnen zien wat een leuke, creatieve oplossingen groene daken kunnen zijn in een stedelijk gebied als de A2-zone. De motie is ondertekend door ChristenUnie, Stadspartij, CDA en D66. Dank u. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Mulder.
De heer Mulder: Ja, dank u wel, voorzitter. In de commissie hebben wij een stemvoorbehoud gehad; zoals de voorzitter van de commissie zei: met een negatieve grondhouding. Maar gelet op het feit dat de nadere toelichting die door het college is gegeven, met name over punt ad 2 en ad 4 ÃćâĆňâĂİ dat laatste met
betrekking tot de zichtbaarheid van het vliegveld, wat aangeeft dat er geen bomen worden gekapt - heeft ons doen overtuigen om voor dit voorstel te zijn. Met betrekking tot de amendementen en moties wachten we eerst de visie af van het college. Dank u. De heer Stoevelaar: Voorzitter? In de commissie waren wij het er ook al eens met het voorstel. Ik wil graag de reactie van het college hebben over wat mijn buurvrouw heeft gezegd over dat nieuwe Stogo-onderzoek, waar de resultaten van bekend zijn. Ik zou wel eens willen weten of het college daar nog wat mee gaat doen. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Stoevelaar. De heer Van Zijl, daarna mevrouw Schreurs.
D h V Z" I: GroenLinks zal verder niet uitweiden over het belang van de ecologische hoofdstructuur. Dat heeft de SP zojuist gedaan. Ook wij maken ons behoorlijk zorgen over de verhouding tussen economische belangen en de groenbelangen. Daarbij tekent zich dus nu even een dilemma af. Want: ja, we zouden het liefst willen zien dat de bedrijventerreinen niet worden uitgebreid; dat er dus binnen de huidige bedrijventerreinen een optimalisatie plaatsvindt. Aan de andere kant is er de motie van de PvdA: dat bedrijven, als die worden gebouwd, voorzien worden van groene daken. Daar kun je bijna niet tegen zijn. Maar liever
verslagnummer xg
zien we dat die bedrijven er niet komen. Nou heb je dus een probleem! Hoe pakken we dat aan? Ik denk dat we het in tweede termijn tot een beslissing laten komen. In eerste instantie is het zo dat wij ervan uitgaan dat we de ecologische hoogstructuur het grootste belang is in dit gebied. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Ja, D66 heeft het gewoon opgelost door alle drie de moties te steunen. Dan gaat het uiteindelijk altijd goed. [Ge/ach] Het zijn daadwerkelijk drie verbeteringen in de plannen en bovendien geeft het aan dat het denken nooit stilstaat en dat je de hele tijd moet blijven doorontwikkelen. Dat is eigenlijk ook de opgave hierin: wij kunnen er vergif op innemen dat het zoals het nu allemaal gedefinieerd staat, uiteindelijk niet gerealiseerd gaat worden. Wat betreft de PvdA-motie over de groene daken: het is wel opvallend dat daarmee een nieuwe dimensie wordt toegevoegd aan het beeld in Eindhoven, want Eindhoven wordt nooit van bovenaf bekeken. Wat we op dit moment nog missen is een restaurant waar vanuit je het kunt zien. Volgens mij is Dynamo een erg goede kandidaat aan het worden. Dan heb je meteen ook zicht op het Catharinaplein. Het is wel zaak om het netjes te verankeren. Het verzoek aan de wethouder is om het op te nemen in haar groenprogramma, wat zij toch op dit moment aan het opzetten Is.
Voorzitter: Dank u wel. Zijn er geen verdere woordmeldingen? Ik geef u ook niet meer kans; het woord is aan het college. Mevrouw Fiers. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. Er werd mij net al door mijn collega’ s gezegd: even rustig praten, want collega Van Merrienboer is even iets halen wat ik u zo meteen nog even wil laten zien. Het heeft iets te maken met ’Eindhoven wordt nooit uit de lucht gefotografeerd’.
Mevrouw Schreurs: Nee, ’bekeken’ bedoel ik. Mevrouw Fiers: Oke, ’bekeken’, maar ik laat u zo meteen iets heel moois zien. De A2zone; een prachtige visie. Ik denk dat ik alleen maar even inga op de opmerkingen die door de verschillende fracties gemaakt zijn. Allereerst het spanningsveld tussen rood en groen. We hebben er in de commissie ook uitgebreid bij stilgestaan en ik denk dat het goed is ook nog even in uw herinnering te roepen dat er voor de volgende commissieronde naar u onderweg is: de Startnotitie landelijk Strijp. Daarin gaan wij met elkaar praten over de kaderstelling voor het gebied landelijk Strijp. Wat goed is om even te weten, is dat op deze visie die nu voorligt nog een verdiepingsslag komt als het gaat om die kaderstelling. Het voorstel van de SP om te gaan werken met een MER. Een MER is natuurlijk een prima instrument en is ook al in het kader van een bereikbaarheidsprogramma
verslagnummer xs
opgenomen als een suggestie. Ik vind het een sympathiek idee. Misschien is het handiger om er een motie van te maken, omdat deze visie in deze vorm in alle raden van plaatsen rondom de A2, voorliggen. Dus op het moment dat u er een motie van maakt wil ik mij er sterk voor maken om er een MER-procedure voor te doorlopen. Dan ga ik naar de opmerkingen van de SP over het Stogo-onderzoek naar bedrijventerreinen. Het moet me toch even van het hart. GroenLinks zei: wij hebben eigenlijk liever niet dat die bedrijven er komen. Dat gaat me wel erg kort door de bocht. Ik kan u wel aangeven dat er op dit moment twee onderzoeken lopen naar de behoefte aan bedrijventerreinen; een Eindhovens onderzoek en een onderzoek in de regio. Dat regio-onderzoek moet uiteindelijk leiden tot een nieuw RSP en dat zal ook door de regioraad worden besproken. Ik verwacht dat het Eindhovens onderzoek naar de behoefte aan bedrijventerreinen in de eerste of tweede maand van volgend jaar bij het college zal aanlanden. Wat mij betreft is de motie nu overbodig omdat er al twee onderzoeken lopen en ik zou u willen aanraden om dat even af te wachten. Tot slot nog even de motie van de Partij van de Arbeid. Die ging over groene daken. Samen met groene vloerbedekking en groene gevels lijkt me dat een prima plan. Wat mij betreft omarmen we de motie. Ik denk ook aan de opmerking die mevrouw Schreurs maakte: probeer ook te kijken waar je dat eventueel op andere plekken in de stad ÃćâĆňâĂİ juist in stenen gebieden ÃćâĆňâĂİ zou kunnen integreren. Een plek in het
groenprogramma kan ik mij voorstellen, maar je kunt ook daar waar kansen liggen in de stad aan de slag gaan. Een positief advies dus, op de motie van de Partij van de Arbeid; een verzoek aan de SP om het amendement van de MER om te zetten naar een motie en het onderzoek naar bedrijventerreinen is wat mij betreft op dit moment overbodig. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, dank u wel. Ik wilde eigenlijk iets aan de wethouder vragen over die motie over groene daken van de PvdA, maar dat kan misschien zo meteen een beetje als mijn tweede termijn. Zou de wethouder kunnen vertellen of dat meer kosten met zich meebrengt en wie dat gaat betalen? En of de bouwregelgeving eventueel moet worden aangepast? Dat soort zaken? Het gaat ons namelijk een beetje snel.
Mevrouw Fiers: Waar kansen liggen moetje ze benutten. Ik kan zo niet zeggen wat daarvoor aangepast moet worden. Het lijkt mij dat we in eerste instantie eens kijken waar we dit tot succes kunnen brengen en wanneer dit aanpassingen vereist van een verordening of wat dan ook, dan kom ik naar u terug. Het lijkt mij gewoon een heel sympathiek idee en ÃćâĆňâĂİ zeker in een stenige omgeving ÃćâĆňâĂİ moeten we hier
volgens mij voor gaan.
verslagnummer xg
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Zijl eerst.
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. De tweede termijn dan. Ik denk dat we uit het dilemma zijn. Laat ik eerst even proberen recht te zetten dat de opmerking waar de wethouder over sprak niet betekent dat wij geen bedrijven zouden willen rondom Eindhoven maar de vraag is of je die bedrijven zou moeten willen in een groene omgeving zoals die daar nu rond de A2 nog aanwezig is en of er niet nog voldoende mogelijkheden zijn op andere bedrijventerreinen om daar met revitalisering en verdichting het nodige te bereiken. Revitalisering is wat mij betreft ook meteen de oplossing voor het andere dilemma. Ik neem aan dat ook op de daken van gerevitaliseerde bedrijventerreinen groene daken geplaatst kunnen worden. Wat dat betreft heeft die motie dan ook onze steun. Voorzitter: Dank u. Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Sorry dat ik net niet meteen doorpraatte. Het was even onduidelijk. Wij nemen het advies van de wethouder over en wij zullen onze motie over het Stogo-onderzoek laten zitten. Punt a: iedereen kan het op de website rustig nalezen en de punten b en c gaan niet specifiek over het Stogo-onderzoek. Die punten vragen gewoon naar een studie naar de noodzaak van bedrijventerreinen. Dit heeft de wethouder toegezegd dus daar zijn wij tevreden mee. Haar andere advies gaan wij ook overnemen. Wij willen graag ons amendement rond plan-MER bij deze wijzigen in een motie. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. De tekst moet even aangepast worden. Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Met de toegezegde aanpassing door de SP kunnen wij met de motie meegaan. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog meer stemverklaringen? Mijnheer Mulder? De heer Mulder: Ja, dank u wel. Wij kunnen meegaan met de motie die net motie is geworden van de SP en we kunnen meegaan met de motie ’groene daken’.
Voorzitter: Mijnheer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Nu het amendement over plan-MER een motie is geworden zullen wij die steunen, net zoals motie M1, die wij mede ondertekend hadden. Voorzitter: De heer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, de enige vraag die bij mij over het amendement wat motie geworden is speelt is of dit voorstel de oorspronkelijke planning gaat
verslagnummer xs
verstoren of erg veel verlengt. Ik heb moeite met waardeoordelen over tijdsbestekken. De motie groene daken lijkt ons een goed eerste stapje om te komen tot duurzaam bouwen, dan wel energieloze woningen. Daar komen we ook nog eens op terug. Ik neem aan dat het Stogo-onderzoek teruggetrokken is. Dat hoor ik niet helemaal? Oke. Dat lijkt me verstandig. Het voorstel op zich zullen we steunen. De heer Rozendaal: Nog een stemverklaring? Voorzitter: Mijnheer Van Zijl, een stemverklaring?
D h V Z" I: Dank u wel, een stemverklaring inderdaad. Wij vinden het jammer dat de motie rondom het onderzoek is teruggetrokken. We hadden mee getekend en steunden hem van harte. Het is ook jammer dat het amendement is gewijzigd in een motie met als achterliggende argumentatie dat het moeilijk te verkopen valt binnen de SRE. Ik vind toch echt dat deze gemeenteraad een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft in het nemen van haar beslissingen, zoals zij die zelf goeddunkt. Als dit dan moeilijk ligt binnen de SRE, moeten we maar wat extra inspanningen doen. Inhoudelijk zullen we hem blijven steunen maar het is jammer dat het tot een boterzachte motie is afgezwakt. Voorzitter: Daar nemen wij kennis van. Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Ik vind het jammer dat mijnheer Van Zijl daar zo op reageert. Ik heb dat niet zo ervaren dat hij boterzacht geworden is. Wij komen hiermee, denk ik, op een verstandige manier tegemoet aan de vraag van de wethouder en ik heb niet het gevoel dat wij daarmee echt dingen toegegeven hebben. Dank u wel.
Voorzitter: Mijnheer Rozendaal. De heer Rozendaal: Ja, nog een korte stemverklaring. Wij zullen de motie van de PvdA over de groene daken van harte steunen. De motie van de SP die eerst een amendement was hadden wij in eerste instantie niet gesteund en wij zullen dat in tweede instantie ook niet doen. Gezien het feit dat het nu een visie is, denken wij dat je nu nog niet moet gaan kijken naar een MER want dat is een invulling. Dat is volstrekt overbodig. Het voorstel zelf vinden wij uitstekend en dat zullen wij dus ook ondersteunen. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, een stemverklaring. Wij vinden het ook spijtig dat het geen amendement meer is. Eerlijk gezegd moet je sommige dingen inderdaad hard regelen. Regels geven soms bescherming en nu kan het eigenlijk weer heel
verslagnummer xs
snel op een andere manier gestalte krijgen. Het was ook goed geweest als we er eerst binnen het SRE-verband het gesprek over waren aangegaan. Dan had het terug kunnen komen op het moment dat de onderbouwing zodanig was geweest dat het niet te doen was. Voorzitter: Dank u wel, mevrouw Schreurs. Mijnheer Peters.
De heer Peters: Heel even kort. Het voorstel van de groene daken is sympathiek maar we zullen het toch niet steunen. Wij denken dat duurzame ondernemers zelf voor groen zorgen en meer subsidietoestanden zien wij niet zitten. Alleen het voorstel zullen we steunen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen nog?
De heer Jansen: Ja, voorzitter, de wethouder mag niet meer antwoorden maar ik zat met dat ’buitensporig veel tijd’. Mevrouw Heesterbeek noemt dat verder niet. Nu heb ik gezien dat het niet in de motie zelf zat maar in de toelichting. Ik kan het wegslikken, hoewel ik het nog steeds een kwalificatie vind die ik liever niet hoor. Voorzitter: Waarvan akte. De wethouder wilde nog iets laten zien, weet ik. Mevrouw Fiers: Nee, goed werk heeft tijd nodig en een plan MER hoeft helemaal niet lang te duren. Als je daar intensief op inzet kan dat binnen een relatief korte periode van een paar maanden. Bij zo’n belangrijke ontwikkeling zouden we ons daar niet door moeten laten weerhouden.
Voorzitter: Alle stemverklaringen zijn afgelegd. Iedereen weet nu waar het om gaat. Allereerst zal ik aan de orde stellen het aanvankelijk amendement van de Socialistische Partij, nu omgezet in een motie. Dat betekent dat er onder punt 2 een kleine aanpassing van de tekst nodig is. Ik stel voor te zeggen: "om het college op te dragen te bevorderen dat de uitwerking (...)" et cetera. Dat is een bij een motie passende tekst. [Reactie ui t raad zonder microfoon] Dat kan ook. Ik vond ’op te dragen’ iets dichter bij het pleidooi dat ik hier gehoord had. [Onverstaanbare reactie ui t zaal, gevolgd door gelach.] Degenen die tegen deze motie zijn vraag ik de hand op te steken. (Stemmen bij handopsteken] 10 leden zijn tegen. De rest is voor. Dat wil zeggen dat de motie is
aanvaard. Dan kom ik bij de motie van de Partij van de Arbeid, motie M1. Daar wou ik ook vragen of degenen die tegen zijn de hand op willen steken. [Stemmen bij handopsteken] Dat zijn de leden van ’leefbaar eindhoven’ en de Lijst Pim Fortuyn. Dat is onvoldoende, dus de motie is aanvaard.
verslagnummer xg
De andere motie is ingetrokken en maakt geen deel meer uit van de beraadslagingen. Dan kom ik bij het voorstel. Ik denk dat daar voldoende stemverklaringen over zijn afgelegd. Degenen die tegen het voorstel zijn vraag ik de hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] Dat is niemand, waarmee dit voorstel een unanieme instemming van de raad heeft. Heel hartelijk dank.
XII Raadsinformatiebrieven Voorzitter: Ik vervolg snel met de agenda. We hebben nu alles afgehandeld tot en met punt XI. We gaan naar XII, de raadsinformatiebrieven. Die zijn ter kennisname en ik neem aan dat u er kennis van genomen heeft. XIII Ingekomen stukken
Voorzitter: Dan de ingekomen stukken. Ik zou willen voorstellen de stukken onder A. ter kennisgeving aan te nemen. Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, als u mij toestaat een korte vraag te stellen bij brief nummer 9 van een mijnheer uit Dordrecht over het nachtnet laten rijden met carnaval? Ik weet dat dit een vraag was aan de NS, maar wij hebben vanavond een motie aangenomen waarin we gaan bekijken of het mogelijk is om de bussen hier gratis te laten rijden. Het zou er zo leuk bij aansluiten als de treinen van en naar de Randstad, niet gratis, maar wel zouden rijden in de carnavalsnachten zondag en maandag. Ik vraag mij gewoon af of de wethouder hier iets over weet. Gewoon, uit
nieuwsgierigheid. Voorzitter: Ik heb de indruk dat het niet gebruikelijk is. Dat hij er iets van weet is wel
gebruikelijk. De heer Van Merrienboer: Als het gaat om de beschikbaarheid van een nachtnet in het carnavalsweekend, dat zal dat alleen op de zondag zijn. Als we dat op maandag willen realiseren zal het een aanzienlijke inspanning vergen. Ik weet wel dat er een verzoek ligt bij de provincie om dat nog eens uit te zoeken. In die zin heeft het wel de aandacht. Voorzitter: Dank u wel. Voor de rest nemen we kennis van de ingezonden brieven onder A. Onder B. stel ik voor de brieven in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. De brief van de Stichting Henri Van Abbe, heeft u als het goed gedaan is, reeds bij het agendapunt X.2 behandeld. Als dat gebeurd is zijn we aan het einde gekomen van deze raadszitting. Ik zeg u heel hartelijk dank voor uw tijdig afronden. Wat mij betreft ÃćâĆňâĂİ en ik zal dat bevorderen ÃćâĆňâĂİ verdient u morgen
grote hulde. Heel veel lekkers van Sinterklaas, want wij mogen allemaal met hem zijn verjaardag meevieren. Hartelijk dank, wel thuis en tot de volgende keer.
verslagnummer xg
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 februari 2008.
G. Braks, voorzitter.
J. Verheugt, griffier
g wo/EC08001 826