gemeente Eindhoven
Inboeknummer Veralagnummer ra Bladnummer t Aanutezig qo leden z8 november 2007
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 1 november 2007, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 17:00 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, schorsing 22:20 uur. Uitnodiging aan Ir G. J. M. Braks
PvdA
mw. M.H. Batenburg mw. dr. mr. G.J.M. van den
SP
PvdA PvdA
GL LE
PvdA SP
CDA
PvdA
X Nisselrooij
SP
mw. R.C.E. van Helmond J.B. Helms
PvdA
mw. H.J.M.C. van Herk
PvdA
GL
X mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders X M.J. Houben X mw. H.M.E. Jacobs-van
PvdA
B.J.M. G era rd
E.l sik
griffier
J.G.J.M. van den Biggelaar X mw. drs. J.G.C.L. Breuers X F.J.A.G. De pia X mw. N.G.E.C. Habets
E.J.H. Cols
J.Jansen
X drs. J. Verheugt X A. Almis
M.J.A.M. van Bussel
Biggelaar W.J. Burema
Aanw.
Aanvr. Uitnodiging aan
voorzitter
E.M. Abbou
VVD
ChristenUnie X mw M.T. Kamphorst X mw P.J.F.van Kessel-Jansen X K.T. Kocak
mw. B.G.M.W. van Kaathoven
SP
B. van Kent
SP
mr. P.P.H.A. Leenders
CDA
mw M.C.T.M. List-de Roos
P.A. Mulder R.G.J. Reker ir. J. Rozendaal J.C. Schut
LE
CDA VVD
SP
PvdA CDA
PvdA
X
VVD
X P.J. van Liempd X J.L. van der Meer
PvdA
X
OAE
X J.B.W.M. Peters
LE
X
LPF
X A.J.A. Rennenberg
OAE
X
D66
X
VVD
mw. drs. M. Schreurs
VVD
X N.H. Stoevelaar
CDA
X
Y. Torunoglu
PvdA
PvdA
X
A.H.C. Vestjens dr ir. J. Vleeshouwers
CDA
X mw W.C.F.M. Verhees X mw M.T.W.G. Vissers
PvdA
X
Stadspartij
X C.H.B. Weijs
CDA
X
mw drs A.A. Zwierstra
VVD
GL
X
J.F.A. van Zijl
Verslagnummer xz
Wethouders: drs. H-M. Don
mw. drs. M.C.T. Fiers
mw. drs. G.M. Mittendorff
drs. H.J.A. van Merrienboer drs. A.E.J. Brunninkhuis
gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: mw. M.H. Batenburg, mw. R.C.E. van Helmond, dhr K.T.
Kocak, dhr J. Rozendaal en mw A.A. Zwierstra.
Verslagnummer xz
Overzicht van het behandelde
Opening en mededelingen II Voorstel tot het vaststellen van de Programmabegroting 2008 ÃćâĆňâĂİ 2011. Akkoord.
Voorstel 07.R2269.001). (Zie onder voorstel).
Voorstel:
Stemming: 44
Voor: 28
Tegen: 16
PvdA, CDA, SP, D66 en ChristenUnie
VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
Bij de behandeling van het voorstel heeft het college van burgemeester en wethouders toezeggingen gedaan over de volgende onderwerpen:
(Zie onder voorstel). (Zie bijlagen).
a NRE, wethouder drs. H-M. Don; b Cultuurvisie, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; c Veiligheid, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; d Evenementenbeleid, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; e Hockeystadion, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; f Jaarrapportage en activiteitenplan politie, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; g Kunstgrasvelden, wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff; h Cameratoezicht, burgemeester ir. G.J.M. Braks.
Amendementen: Amendement A01.
Ingetrokken. Zie A01A.
Amendement A01A.
Ingetrokken. Toezeg ging wethouder drs. H-M. Don.
(Zie bijlage).
Amendement A02.
Ingetrokken. Zie A02A.
Amendement A02A:
Aangenomen (unaniem).
Amendement A03.
Ingetrokken.
Verslagnummer xz
Amendement A04.
Ingetrokken. Zie A04A.
Toezegging wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff
(Zie bijlage).
Amendement A04A: Stemmen: 44
Voor: 8 Tegen: 36
Verworpen. (Zie onder A04A).
1eefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks en D66
Amendement A05: Stemmen: 44
Voor: 16
VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
Tegen: 28
PvdA, CDA, SP, D66 en ChristenUnie
Amendement A06.
Verworpen. (Zie onder A05).
Ingetrokken. (Zie M37).
Toezegging wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers.
(Zie bijlage).
Amendement A07.
Ingetrokken. (Zie A07A).
Toezegging wethouder mw. drs. G.M. Mittendorff
(Zie bijlage).
Amendement A07A.
Ingetrokken.
Amendement A078: Stemmen: 44
Aangenomen.
(Zie A078).
(Zi e onder A078).
Voor: 24 PvdA, VVD, GroenLinks en D66 Tegen: 20 CDA, SP, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Amendement A08: Stemmen: 44
Voor: 7 1eefbaar eindhoven’,OuderenAppel, De Stadspartij en
Verworpen. (Zi e onder A08).
Verslagnummer xz
Lijst Pim Fortuyn
Tegen: 37 PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en ChristenUnie Amendement A09: Stemmen: 44
Voor: 36 Tegen: 8
Aangenomen. (Zi e onder A09).
PvdA, SP, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn CDA en ChristenUnie
Amendement A10:
Aangenomen (unaniem).
Moties: Motie M01:
Aangenomen (unaniem).
Motie M02: Stemmen: 44
Aangenomen. (Zie onder M02).
Voor: 43 PvdA, CDA, SP,VVD, Groenlinks,’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Tegen: 1 De Stadspartij Ingetrokken. Motie M03:
Ingetrokken. Toezegging wethouder
Motie M04:
drs. H.J.A. van Merrienboer.
(Zie bijlage).
Aangenomen. Motie M05:
(Zie onder M05).
Stemmen: 44
Voor: 41 PvdA, CDA, SP, VVD, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Tegen: 3 GroenLinks
Aangenomen (unaniem).
Motie M06:
Aangenomen. (Zie onder M07).
Motie M07: Stemmen: 44 Voor: 31 PvdA, CDA, SP, GroenLinks, D66 en ChristenUnie
Tegen:
13 VVD, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en
Verslagnummer xz
Lijst Pim Fortuyn
Aangenomen. (Zi e onder M08).
Motie M08: Stemmen: 44
Voor: 38 PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Christen Unie
Tegen: 6 VVD
Ingetrokken. (Zie M09A).
Motie M09:
Aangenomen. Motie M09A:
(Zie onder M09A).
Stemmen: 44 Voor: 31 PvdA, CDA, SP, GroenLinks, D66 en ChristenUnie
Tegen:
13 VVD, leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij
en Lijst Pim Fortuyn Ingetrokken.
Motie M10:
Ingetrokken. Toezegging wethouder
Motie M11:
drs. H-M. Don.
(Zie bijlage).
Aangenomen. (Zie onder M12). Motie M12: Stemmen: 44
Voor: 38 Tegen: 6
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66, Lijst Pim Fortuyn en Christen Unie
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel en De Stadspartij Verworpen. (Zie onder M13).
Motie M13:
Toezegging wethouder drs. H.J.A. van Merrienboer.
Stemmen: 44
Voor: 8 Tegen: 36
(Zie bijlage).
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks en D66
Ingetrokken. (Zie A02A).
Motie M14:
Aangenomen.
Verslagnummer rz
(Zie onder M15). Motie M15: Stemmen: 44
Voor: 32
Toezegging wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers.
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, D66, De Stadspartij en
(Zie bijlage).
ChristenUnie
Tegen: 12
VVD, 1eefbaar eindhoven’, OuderenAppel en Lijst Pim Fortuyn
Ingetrokken. (Zie A10).
Motie M16:
Ingetrokken. (Zie M17A en M178).
Motie M17:
Aangenomen. (Zie onder M17A). Motie M17A: Stemmen: 44
Voor: 39
PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn Christen Unie
en
Tegen: 5
SP
Motie M178:
Ingetrokken.
Aangenomen. (Zie onder M18).
Motie M18: Stemmen: 44
Voor: 38 Tegen: 6
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66, Lijst Pim Fortuyn en Christen Unie
’leefbaar eindhoven’,OuderenAppel en De Stadspartij Ingetrokken. (Zie M09A en M20A).
Motie M20:
Aangenomen (unaniem). Motie M20A:
Verworpen. (Zie onder M21).
Motie M21:
Stemmen: 44
Voor: 7 Tegen: 37
SP, De Stadspartij en ChristenUnie PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66 en lijst Pim Fortuyn
Aangenomen. (Zie onder M22).
Motie M22: Stemmen: 44
Verslagnummer xz
Voor: 38 PvdA, CDA,SP, GroenLinks,’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Tegen: 6
VVD
Motie M23:
Ingetrokken. Toezegging burgemeester ir. G.J.M. Braks.
(Zie bijlage).
Verworpen. (Zi e onder M24).
Motie M24: Stemmen: 44
Voor: 7
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en
Tegen: 37
Lijst Pim Fortuyn PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en ChristenUnie
Ingetrokken. (Zie M25A).
Motie M25:
Toezegging wethouder drs. H-M. Don.
(Zie bijlage).
Ingetrokken. Motie M25A:
Verworpen. Toezegging wethouder
Motie M26: Stemmen: 44
mw. drs. G.M. Mittendorff
(Zie bijlage).
Voor: 7
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en
Tegen: 37
Lijst Pim Fortuyn PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en ChristenUnie
Motie M27:
Ingetrokken. Toezegging wethouder drs. H.J.A. van Merrienboer.
(Zie bijlage).
Verworpen. (Zi e onder M28).
Motie M28: Stemmen: 44
Voor: 19 Tegen: 25 Motie M29:
SP, VVD, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn PvdA, CDA, GroenLinks, D66 en ChristenUnie
Aangenomen (unaniem).
Ingetrokken.
verslagnummer xz
Toezegging wethouder Motie M30:
drs. H-M. Don.
(Zie bijlage).
Aangenomen. Motie M030A: Stemmen: 44
(Zie onder M30A).
Voor: 43
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’,
Tegen: 1
ChristenUnie
OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
Ingetrokken. Verworpen. Motie M31:
(Zie onder M31A).
Motie M31A: Stemmen: 44
Voor: 8 Tegen: 36
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Ingetrokken.
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks en D66
Verworpen. Motie M32:
(Zie onder M33).
Motie M33: Stemmen: 44
Voor: 8 Tegen: 36
SP, D66, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel en De Stadspartij
Aangenomen (unaniem). Aangenomen (unaniem). Toezegging wethouder
Motie M34:
drs. H-M. Don.
Motie M35:
(Zie bijlage).
Aangenomen. (Zie onder M36). Motie M36: Stemmen: 44
Voor: 33
PvdA, CDA, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en ChristenUnie
Aangenomen.
Tegen: 11
SP, VVD
(Zie onder M37).
verslagnummer xz
Motie M37: Stemmen: 44
Voor: 37 Tegen: 7 III Sluiting.
PvdA, CDA, SP, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn VVD en ChristenUnie
verslagnummer xz
Verslag uan het gesprokene
Opening en mededelingen Voorzitter: Dames en heren, goedemiddag, hoewel, het gaat al wel naar de avond. Mag ik u vragen uw plaatsen in te nemen? Mag ik u dat nogmaals vragen? Hartelijk welkom. Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Eindhoven die speciaal bijeengeroepen is voor het vaststellen van de programma begroting 2008-2011. Voordat wij met de bespreking beginnen, wil ik u vragen om enige momenten stilte in acht te nemen vanwege het bijzondere belang van het raadswerk, en in het bijzonder vandaag, nu de begroting aan de orde is.
Dank u wel.
Ik wijs erop dat vandaag de televisiecamera’s aanwezig zijn. Ik heet dan ook alle Eindhovense kijkers welkom in ons midden. Afgelopen dinsdag is er met betrekking tot de registratie zo nu en dan wel eens iets niet geheel conform de bedoelingen verlopen. Alles wordt in het werk gesteld om dat vandaag te vermijden, dat zeg ik ook voor de kijkers thuis. Natuurlijk moet er een regelmatige uitzending plaatsvinden. Ik ga ervan uit dat het een eenmalig incident is geweest. Er is bericht van verhindering binnengekomen van mevrouw Zwierstra. Van mevrouw Batenburg kwam er bericht van verhindering wegens ziekte.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, mag ik u meedelen dat mevrouw Van Helmond nog steeds ziek is en dat de heer Torunoglu op dit moment een examen maakt? Hij komt zo snel mogelijk hier naartoe. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Schut! Ik wist dat ik ergens op moest letten, vandaar dat ik even de tijd nam. Het woord is aan mijnheer Schut.
De heer Schut: Hopelijk blijft mij dat niet al te lang achtervolgen! Voorzitter, ik wil meedelen dat mijnheer Rozendaal later zal komen. Voorzitter: Dank u wel.
De heer Schut: En mevrouw Zwierstra, maar die was al afgemeld.
Verslagnummer xz
Voorzitter: Die was afgemeld, dat heb ik al aangegeven. Wij vergaderen vandaag in een programma dat u kent: eerst van 17.00-19.00. Daarna komt de dinerpauze. Vervolgens komt in eerste termijn het college aan het woord. Vervolgens wordt volgende week, op 7 november, deze vergadering afgerond. Maar we hebben nog een bijzonder agendapunt van de vergadering die we niet geheel voltooid hebben, maar geschorst, afgelopen dinsdag. Ik hoop dat dit met betrekking tot het gebruik van de spreektijd in eerste termijn op een niet al te laat tijdstip kan plaatshebben. De spreektijden zijn in het presidium vastgesteld, evenals de volgorde van de bespreking van vandaag. Ik hoop dat een en ander binnen de tijd kan plaatsvinden en ik verwijs naar het feit dat in de gezamenlijke commissievergaderingen deze onderwerpen al uitvoerig aan de orde zijn geweest. Gelet op de volgorde van spreken, mag ik nu het woord geven aan de fractie van GroenLinks. Ik ga ervan uit dat de fractieleiders het woord zullen voeren. Als een fractie anders beslist, hoor ik dat graag. Het woord is aan mevrouw Breuers. Mevrouw Breuers: Voorzitter, collega’ s, belangstellenden, bij dezen de bijdrage van GroenLinks in het kader van de begrotingsbehandeling. Het eerste deel van mijn verhaal heeft als titel meegekregen: "Wie de schoen past...". Allereerst de complimenten aan de raad, de griffie en de ambtenaren voor het proces in de afgelopen weken naar de begrotingsbehandeling van vandaag. Argumenten, moties en amendementen zijn over en weer gegaan om de besluitvorming van vandaag beter dan in vorige jaren te kunnen voorbereiden. We hebben dus best snel geleerd. Helaas is in de reguliere gang van zaken in de raad- en commissievergaderingen nog weinig verbetering te bespeuren. Daar bakken we er met zijn allen niet zoveel van. Instrumenten die de raad ter beschikking staan worden te pas en te onpas ingezet. Schriftelijke vragen die af te doen zijn met een telefoontje worden het apparaat in gestuurd. Vragen in het vragenhalfuurtje komen regelmatig beter tot hun recht in de commissie. En de politieke mores worden verlaten: heeft een partij al schriftelijke vragen gesteld? Dan doen we dat in het vragenhalfuurtje nog eens over. Actuele moties gaan vaak over zaken die horen bij uitvoering, en dus niet in de raad. Vertrouwen we het college niet, willen we het kleine college een beetje helpen of zijn we hardleers? Of willen we gewoon met zijn allen in de krant? Voor GroenLinks staat in ieder geval de inhoud voorop. Mag GroenLinks hierover een mening hebben? Met de afwijzing van het interpellatieverzoek van ’leefbaar eindhoven’ is wellicht onbedoeld een startschot gegeven om elkaar als politieke partijen duidelijk te maken hoe we van elkaar vinden dat we politiek moeten bedrijven. Vandaar dat we nu deze vrijheid nemen. Nu naar de begroting, dit jaar een ongekend fenomeen; we memoreerden het al bij de commissievergaderingen. In de voorjaarsnota gaf de raad richting aan, en volgde daarmee het merendeel van de lijn van het college om toch vooral een beetje zuinig te zijn. Op zich slim. Over twee komt Sinterklaas in het land; heeft dat invloed gehad op het besluit van het college om dan nu maar ongeremd, zonder concrete onderbouwing, 6 60 miljoen te gaan reserveren voor projecten waarover
Verslagnummer xz
nog veel discussie te voeren valt? Tijdens de commissievergadering hebben wij gevraagd naar afwegingen voor deze keuzes. Duidelijk is geworden dat er beslist geen integrale afweging is gemaakt. De raad is voor een goed vmbo, "ja, wij natuurlijk ook! Maar er zijn ook nog andere ontwikkelingen in deze stad waarvoor incidenteel geld nodig is. Bijvoorbeeld wijkvernieuwing, vervolg groen beleidsplan, investering in naoorlogse wijken, verbetering van de dienstverlening, enzovoorts". Denkt het college nog steeds dat de zilvervloot van 6 52 miljoen de komende tijd nog komt binnenvaren? Het heeft ons verbaasd dat vanuit andere partijen hierop nauwelijks commentaar is gekomen, maar goed, wij staan nu voorop en dat kan natuurlijk nog komen. Of verwachten andere partijen ook nog steeds dat grote schip met geld? Dit college heeft bij de start aangegeven, te kiezen voor uitvoering. Dat snapten wij, want er lagen uit de vorige periode veel goede plannen op de plank. Die verdienden het om uitgevoerd te worden. Maar het college zal toch ook een strategie en beleid voor de lange termijn moeten ontwikkelen in samenspraak met de stad en met de raad. Zoals wij u al noemden: de aanpak naoorlogse wijken, vervolg groen beleidsplan, ontwikkeling Strijp 5 ÃćâĆňâĂİ waarvan het plan van aanpak
even vergeten was, he, mevrouw de wethouder? Ik geloof dat we nu net iets ontvangen hebben. Om een leefbare, prettige en duurzame stad te ontwikkelen waarin inwoners van Eindhoven willen wonen en kenniswerkers die voor Brainport nodig zijn, is het dus nodig om keuzes te maken. Wij willen u in elk geval een keuze voorleggen die GroenLinks maakt: wij willen niet alleen een eiland in de stad waar internationale kenniswerkers en hun gezinnen willen vertoeven maar wij willen een stad waar al onze inwoners willen vertoeven. Voor ons betekent dit dat wij in ieder geval van het gereserveerde geld voor de internationale school 6 2 miljoen willen afhalen om te reserveren voor verbetering van het groen en de ecologie in deze stad, wat ten goede komt aan de hele stad en aan al zijn inwoners. Want hebben wij in het verleden niet het doelgroepenbeleid afgeschaft? In een memo van B juni 2007 lezen wij dat de internationale school in het hele terrein ontwikkeld gaat worden voor 0-18 jarigen met hun familie, niet alleen onderwijs maar ook talrijke recreatieve voorzieningen. Dat vinden wij vreemd en niet uit te leggen. En nu dan, mevrouw Mittendorff, de majorettes. De raadsinformatiebrief over de Talentcenters heeft ons niet kunnen overtuigen. De aanvulling van mevrouw Mittendorff over de fanfares en de majorettes al helemaal niet. Geen majorette zonder muziek, maar ook geen geld voor de Talentcenters zonder onderbouwing en beleid. Wij blijven daar dus tegen. Er liggen de komende jaren de nodige uitdagingen voor deze raad en voor dit college. Met de nazendingen in de vorm van raadsinformatiebrieven valt hier lastig of helemaal niet over te discussieren. Bij de voorjaarsnota 2009 en voor de begrotingsbehandeling 2009 en verder verwachten wij de benodigde informatie op tijd en volledig, zodat wij die kritisch en goed met elkaar kunnen bespreken. Wij dienen met diverse partijen moties en amendementen in. Ik kan daarover nu niets zeggen omdat ze officieel nog niet ingediend zijn en deel uitmaken van de beraadslaging. Dat wil ik in mijn tweede termijn doen. Ik wil u echter nu wel een amendement overhandigen, waarin wij de raad oproepen om
Verslagnummer rz
6 2 miljoen uit de reserve voor de internationale school te halen en dat te bestemmen voor groen in deze stad. Het amendement is mede ondertekend door mijnheer Vleeshouwers van de Stadspartij. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Schut.
De heer Schut: Voorzitter, de VVD heeft in de commissievergadering meteen, ter plekke, twee moties aangekondigd. Die twee moties hebben wij vandaag omgezet in tastbare papieren en ik kan alleen maar zeggen dat ik mij een gelukkig mens voel als ik kijk naar het kleurenspectrum dat boven deze moties prijkt. Vrijwel de hele raad heeft een handtekening gezet op onze motie om in elk geval, hoe dan ook, Kamermuziek in ’t Groen te behouden. Mochten er problemen zijn, horen wij dat graag van de wethouder want dat was bij de vorige bespreking allemaal nog niet zo duidelijk. Er is ook enorme steun voor de professionalisering van de marathon. Dat doet mij deugd en ik ga ervan uit dat het college daaraan met plezier gaat werken. Voorzitter, ik heb zoals gebruikelijk een aantal punten onder elkaar gezet die ik ga noemen. Ik heb dat in willekeurige volgorde gedaan, dus u moet niet denken dat het eerste belangrijker is dan het tweede. Het zijn gewoon allerlei punten waarop de VVD de aandacht even wil vestigen. De schooibegeieiding. U kort flink in de subsidie en dat vinden wij slecht. Schoolbegeleiding is essentieel om schooluitval te voorkomen. We moeten er dus zo vroeg mogelijk aan beginnen om eenieder kansen te bieden. U stelt dat dit een onderdeel is van de educatieve agenda; dat stelt ons niet gerust. Samen met de Partij van de Arbeid en GroenLinks dienen wij een amendement in om het huidige budget te blijven oormerken voor dit doel. De Wmo. Vanaf 1 januari a.s. zijn wij volledig verantwoordelijk. Het is onze taak dat de burgers op alle fronten kunnen meedoen en dat zij de juiste hulp ontvangen. Naast de negen prestatievelden die opgelegd zijn door het rijk, hebben wij in Eindhoven nog een tiende veld toegevoegd, namelijk het aanpassen van de openbare ruimte. De financiele consequenties zijn ons vandaag nog niet helemaal duidelijk en ik neem aan het college ook niet. Vandaar dat wij het op dit moment voorbarig vinden om gelden voor andere doelen aan het Wmo-budget te onttrekken. Laten we een en ander een jaar aankijken. Indien er dan onderuitputting is, kunnen we er alsnog een besluit over nemen. We hebben samen met GroenLinks een amendement. Wel wil ik opmerken, voorzitter, dat het opmerkelijk is dat wij vandaag in de begroting over de Wmo praten terwijl de Wmo uitgebreid aan de orde zal komen in de commissievergadering van december a.s. Dat heet de zaken op zijn kop zetten. Het Wmo-Huis. Gezien de breedte van de Wmo zal het mogelijk voor burgers onduidelijk kunnen zijn waar zij terecht moeten met hun hulpvraag. Je begint bij een loket en van daaruit word je doorverwezen naar een instelling en dat is dan het begin van het bekende gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden.
Verslagnummer xz
Ook bij de instellingen is er behoefte aan een duidelijke regierol van de gemeente. Ervaring leert dat er clienten zijn die al bij diverse instellingen lopen, zonder dat die instellingen dit van elkaar weten. Het overzicht ontbreekt. Wij zien het op te richten Wmo-Huis als een samenwerking van alle organisaties die bij de in- en uitvoering van de Wmo in Eindhoven betrokken zijn, onder regie van de gemeente. Het doel is om de uitvoering te structureren, de client staat centraal en hij of zij gaat de deur niet uit zonder een passend antwoord op zijn of haar hulpvraag. Voorzitter, ook hierover een motie. Krachtwij ken. In samenspraak met het ministerie hebben we drie Eindhovense wijken aangewezen die op bijzondere aandacht en rijksfinancien kunnen rekenen. Eindhoven heeft echter meer wijken waar een extra impuls nodig is. Door het geld uit Den Haag voor de krachtwijken hebben wij, naar wij aannemen, meer eigen geld voor deze andere wijken. De VVD zal in elk geval motie 5 van het CDA mede ondertekenen. Cultuur. Vorig jaar bij de begrotingsbehandeling is ons een analyse van knelpunten en een agenda voor de culturele sector beloofd. Prijskaartje: E 400.000. Nu heeft u het over Cultuur Totaal met een prijskaartje van E 200.000. Het is voor ons niet duidelijk of dit nu hetzelfde programma is met een andere naam of dat het programma goedkoper is geworden ÃćâĆňâĂİ nu dus twee ton in plaats van vier ton ÃćâĆňâĂİ of
dat het duurder is, en nu vier plus twee = zes ton kost. Dat hoor ik zo meteen graag van u in uw beantwoording. Wij wachten overigens met interesse uw voorstellen af, en nemen aan dat die ons voor de voorjaarsnota zullen bereiken. We gaan er van uit dat u dan meteen ook voorstellen heeft ontwikkeld voor het oplossen van de problemen bij het Van Abbemuseum en het Parktheater. Hoe gaat het intussen met De Negende? Wordt dat de volgende slepende kwestie? Home. Een toegezegd businessplan hebben wij nog steeds niet ontvangen. De wethouder mogelijk wel, want de subsidie wordt gemakshalve al verhoogd van E 328.000 naar E 535.000. Op basis van wat? Een vreemde gang van zaken. Brainport. Bij de behandeling van de jaarrekening 2006 is het amendement aangenomen om Brainport als apart programmaonderdeel 9.2 op te nemen in de begrotingscyclus. Dit amendement is niet uitgevoerd. Dat het college Brainport als prioritair programma heeft opgenomen is mooi, maar komt niet tegemoet aan onze vraag, noch aan onze argumenten. Wij hebben begrepen dat er geen politiek motief aan ten grondslag ligt en dat het ambtelijk apparaat het zelfs al als een apart programma had klaarliggen. Wij gaan er dan ook van uit dat het amendement gewoon wordt uitgevoerd, en dat Brainport met ingang van heden als apart programma 9.2 wordt gepresenteerd. Infrastructuur en de grondprij zen. Investeringen in de infrastructuur zijn incidenteel, en moeten dan ook uit incidentele middelen gefinancierd worden, dus niet vanuit een structurele verhoging van de grondprijzen. Het verhogen van de grondprijzen is schadelijk voor onze economische concurrentiepositie en zal ook het aanbod van betaalbare woningen sterk in gevaar brengen. Immers, zelfs bij sociale huurwoningen zal een hogere grondprijs een opstuwend effect op de huurprijs
Verslagnummer xz
hebben. In een motie roepen wij het college op om ideeen omtrent het verhogen van grondprijzen nadrukkelijk in een vroeg stadium in commissieverband met de raad te bespreken. Goed geregeld. In het eerste kwartaal van dit jaar hebben wij van de notitie ’Goed Geregeld’ de eerste resultaten vastgesteld. Bij de behandeling hiervan hebben wij meermalen gesproken over de tweede fase, maar zonder hierbij een concrete planning te noemen. Wij vinden deze dan ook niet voldoende terug in de voorliggende begroting. Er is op dit gebied nog heel veel werk te doen. Ook de ongelooflijke hoeveelheid verschillende tarieven voor parkeren bij betaalautomaten en bij parkeervergunningen is te gek voor woorden. Voorzitter: Mijnheer Schut, u heeft nog twee en een halve minuut. De heer Schut: Dank u wel, dat is fijn. Maar liefst tien pagina’s met meer dan zeventig verschillende tarieven! Op de juiste plek bij de behandeling van de legestarieven en de gemeentelijke belastingen in de commissie van 13 november a.s. en de daaropvolgende raad zullen wij met moties of amendementen komen. Ook hier weer, voorzitter, zijn wij in debat over zaken die pas in december a.s. in de commissie komen. Vreemd! Op deze plaats willen wij per motie het college echter al wel oproepen om voor de zomer 2008 met een tweede oogst ’Goed Geregeld’ te komen en bij de voorjaarsnota de financiele afwegingen mee te nemen die hiermee samenhangen. Wij hebben hierover een motie, samen met de Partij van de Arbeid. Het NRE. De VVD wil haar grote zorg uitspreken over de gang van zaken rond het NRE Netwerk. Hoewel wij inmiddels gerustgesteld zijn dat de gang van zaken geen nieuwe financiele risico’s of gevolgen heeft, is zorgvuldigheid in dit proces blijvend geboden. Wij zijn dan ook blij met de uitspraken van de wethouder, dat alle verdere ontwikkelingen in dit dossier nadrukkelijk met ons besproken zullen worden. Voorzitter, ter afsluiting. Het zal u niet verbazen dat ik hier nogmaals het nationale hockeystadion onder uw aandacht breng. Wij weten dat wethouder Mittendorff haar uiterste best doet om een dergelijke accommodatie in Eindhoven gerealiseerd te krijgen. Mijn dank daarvoor, maar hoe ver staan we nu? Niet zo gelukkig is mijn fractie met het onderzoek dat wethouder Fiers heeft uitgezocht, met betrekking tot de speeltuin in Zuid. Dat onderzoek was goed, maar de wethouder legt de resultaten naast zich neer. Dichter bij de burgers! Luisteren naar de burgers! Dat was toch de leidraad van dit college? Natuurlijk zijn er kleinere speeltuinen in de wijken nodig, ook dat vinden wij. Maar, wethouder, er is een absolute behoefte aan een tweede Splinter in Eindhoven. En wel in Zuid. Dank u wel.
Voorzitter: Uw tijd is precies om!
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, mag ik mijnheer Schut een vraag stellen? Misschien ben ik te vroeg, mijnheer Schut, dan moet u dat maar zeggen, maar het
Verslagnummer xz
is de gewoonte om tijdens de algemene beschouwingen een algemeen oordeel te geven over de begroting. Dat heb ik in uw verhaal eigenlijk gemist. De heer Schut: Dat is volkomen correct, mevrouw, maar wij hebben nog een tweede termijn in deze begrotingsdebatten en ik heb in de commissie ook al gezegd dat ik u vandaag niet zal vervelen met dezelfde onderwerpen die we in de commissie behandeld hebben. Laat mij nou toch ook even iets achter de hand houden voor de volgende vergadering! Voorzitter: Dank u wel. Het woord is nu aan mijnheer Gerard. De heer Gerard: Voorzitter, wat is natuur nog in dit land? Dat is een vraag van de dichter Bloem, die van de Dapperstraat, die mij te binnen schoot toen ik afgelopen week met mijn vrouw van Ede naar Harderwijk fietste. Het is een omweg door een voor ons belangrijk, gemeentelijk thema om bij de eerste motie te komen. Vol trots meldde Staatsbosbeheer de realisatie van een nieuwe zandverstuiving. Net zoals vroeger. Zandverstuivingen, voorzitter, zijn het resultaat van Middeleeuwse roofbouw. Ze waren toen helemaal niet zo blij met een mooie zandverstuiving; ze hadden liever het gras voordat de schapen dat hadden weggevreten. Het is complex wat je precies natuur noemt; een onaangetast landschap bestaat in Nederland niet. Dommeldal, Keersop, Strabrechtse Heide, allemaal hebben ze menselijke bemoeienis gekend. Voor de politieke vraag naar hun belang maakt dat niet uit. De Socialistische Partij geeft antwoord op die vraag, dat de natuur ook een waarde voor zichzelf heeft; niet alleen een gebruikswaarde voor de mens. In de grote, aaneengesloten gebieden waar de Ecologische Hoofdstructuur met recht naar streeft, zou de mens zich gast moeten voelen en geen bezitter, eerder rentmeester. De Socialistische Partij heeft niets tegen een verstandig vormgegeven gebruikswaarde, zolang die ondergeschikt is. Dat valt soms tegen. Op het papier van het Streekplan erkennen wij zowel het belang van groen als van huizen als van wegen, maar als puntje bij paaltje komt, moeten konijn en paardebloem toch oppassen. Dan is het nieuwe asfalt toch net even urgenter en brengen de nieuwe villa’s toch wel een erg hoge grondprijs in het laatje. Overigens, voorzitter, worden de woorden groen en notuurgebied te gemakkelijk als elkaars synoniem gezien. De natuur is echter flexibel en verovert soms op eigen wijze terrein terug. Genoeg om een leuke aanvulling te geven op de grote natuurgebieden. Planten en dieren binnen de bebouwde kom noemt men stadsnatuur. Eindhoven heeft verrassend
veel stadsnatuur en doet daar verrassend weinig mee. Daarover heeft u van ons een motie ontvangen, althans, die ga ik u zodirect uitreiken, en daarmee kom ik op vertrouwd terrein. De Socialistische Partij wil een halve stadsecoloog. Intimi denken soms nog wel eens met heimwee terug aan mijnheer Hein Franken, die indertijd ambtelijk projectleidergroen heette en die als uitbreiding van zijn reguliere werkweek ook een soort halve stadsecoloog was. Helaas is de functie na de pensionering van deze ambtenaar niet opnieuw ingevuld, en zo kon het gebeuren
Verslagnummer xz
dat de ecologische verbindingszone in ene renovatiewijk van Lakerloopen haaks staat op de ecologische verbindingszone in de andere wijk van Lakerloopen. In de toelichting op de motie vindt u een aantal voorbeelden, nadien nog vanuit de dienst SOB aangevuld met wilde bijen, een meer bloemrijke inrichting van perken, soorten beleid, enzovoorts. Heeft dit te maken met het groene beleidsplan? Ja, maar het groene beleidsplan is in onderdelen niet ver genoeg uitgewerkt en is een visie gebleven. Het voorgaande zal meehelpen met uitwerken. Dan meteen maar even de motie van GroenLinks die mij zojuist in de handen werd gestopt. De gedachte om 6 2 miljoen incidenteel in het groene beleidsplan te steken, spreekt ons zeker aan. De dertien geeft ons op dit moment problemen. Of dat zo blijft, zullen we zien. We willen in elk geval graag een reactie van het college op de gedachte en eventueel op andere vormen van dekking, en wij geven in elk geval als gedachte mee dat inzake de internationale school de gemeente slechts een huisvestingstaak heeft en geen plustaak. Wat ons betreft een sobere huisvestingstaak, zonder allerlei toeters en bellen bij de internationale school. Voorzitter, eerst de moties die wij met de convenantspartners mede ingediend hebben. Voorzitter: Een interruptie van mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik ken mijnheer Gerard als een van de weinigen die altijd dertien aangaf als hij iets wilde. Dus u vraagt nu aan het college om alternatieve dekking aan te geven; dat is een heel slechte gewoonte van deze raad. Waaraan denkt u zelf?
De heer Gerard: Wat betreft een motie die mij een kwartier geleden in de handen geduwd is? Mevrouw Schreurs: Nee, u zegt dat u eigenlijk vindt dat er extra geld moet komen voor groen. Dat vindt u heel sympathiek. Als u dat zou moeten dekken, waaruit zou u dan bij voorkeur zoiets halen? Het gaat mij niet om het bedrag. De heer Gerard: Ik zeg dat een motie mij sympathiek is en als ik een oplossing voor het probleem weet en ik heb nog even tijd om erover te denken, zal ik niet nalaten het te zeggen. Maar ik ga hier niet in een kwartier tijd 6 2 miljoen zitten te dekken. Daarover wil ik even nadenken. Mevrouw Schreurs: U hoeft helemaal geen 6 2 miljoen te dekken; ik ben gewoon benieuwd naar de richtingen waarin u denkt. U denkt altijd, dus u heeft hierover ook wel nagedacht. Zelfs in een kwartier. De heer Gerard: Het enige wat ik u daarnet hierover gezegd heb, is dat wat ons betreft de taak van de gemeente met betrekking tot de internationale school niet
Verslagnummer xz
verder gaat dan de huisvestingstaak. Dat mag van mij een redelijk sobere uitvoering zijn, maar omdat ik niet tot in detail weet hoe de bedragen tot stand komen en wat men ons zal vragen, is het niet mogelijk om daar nu kwantitatief iets over te zeggen. Misschien verzin ik iets anders, maar dan toch niet hier ter plekke. Voorzitter: Vervolgt u alstublieft uw betoog.
De heer Gerard: Voorzitter, de mede ingediende moties. De mandjes-motie, de motie tot bezuiniging van 6 2 a 6 2,5 miljoen en de motie ’toename personeelslasten’ wijzen zichzelf. De Socialistische Partij is blij met de steun voor een motie waarin het college gevraagd wordt of het mogelijk en verstandig is om met structureel gemeentegeld de wachtlijstenproblematiek van de Ergonbedrijven aan te pakken. De motie is nadrukkelijk als onderzoeksmotie geformuleerd, alleen al omdat wij als Socialistische Partij zelf niet zo goed weten of dit idee haalbaar en wenselijk is. Het is namelijk een erg complexe vraag. Wij zien echter wel honderden mensen op de wachtlijst van de Ergon staan, en dat zijn mensen die elders vaak geen kans maken. De motie ’Krachtwijken en actiegebieden’ sluit aan bij een langjarige interesse van de Socialistische Partij op dit vlak. De Socialistische Partij heeft altijd gepleit voor een rationele toedeling van subsidies aan wijken. Dat leidde indertijd tot een driedeling: integrale wijkvernieuwingsgebieden, actiegebieden en de rest. Nu daar als vierde categorie de drie krachtwijken aan toegevoegd worden, moeten de verhoudingen worden herschikt. Het college zou deze gelegenheid kunnen gebruiken om de betalingen aan actiegebieden te differentieren, bijvoorbeeld naar grootte van de wijk of naar de zwaarte van de problematiek. Het doet bijvoorbeeld een beetje vreemd aan dat een grote wijk als De Burgh als actiewijk minder geld ontvangt dan wanneer deze geen actiewijk was. Mevrouw Breuers: Ik wil even kijken of ik dit goed begrepen heb. U zegt: wij hebben tegenwoordig krachtwijken. Dat klopt, dat weet ik. Dat schept andere mogelijkheden en dat snap ik ook. Maar wilt u nu Eindhovens geld uit de krachtwijken weghalen en dan bijvoorbeeld verdelen over andere buurten, of ziet het geld uit Den Haag voor de krachtwijken echt als extra, waar wij de gewone dingen naast blijven doen?
De heer Gerard: Daarover zou ik even moeten nadenken. Ik weet niet of het
krachtwijkengeld specifiek geoormerkt is. Als dat zo is, houdt het sowieso op en dan is het antwoord duidelijk. Als geld niet specifiek aan een wijk geoormerkt is, wat ik niet denk, zou het wat mij betreft in de breedte gespreid kunnen worden. Het is een op de toekomst gestelde motie; dat zou dus nader uitgezocht moeten worden. Ik ga door, voorzitter. Voorzitter: U hebt nog vijf en een halve minuut.
verslagnummer xz
De heer Gerard: Dat moet wel lukken. Ik heb een paar moties over onderwijs, voorzitter. Niet onlogisch, omdat er in deze begroting erg veel geld voor onderwijs wordt uitgetrokken, met name voor huisvesting algemeen, de internationale school en het vmbo. De Socialistische Partij wil hier eerst zijn eigen gevoel weergeven dat nog niet in een motie is neergelegd; dat komt misschien nog. Wij gaan < 56 miljoen reserveren voor drie vmbo-scholen en de internationale school. Dat is een indrukwekkend gebaar. Eigenlijk worden wij daarvan wel een beetje zenuwachtig, want het is heel veel geld. Wij lezen wat er over het vmbo wordt geschreven in den lande; kort samengevat dat je het succes bepaald niet helemaal in eigen hand hebt. Zelfs niet met de beste gebouwen en met de beste methodieken. Wij kunnen het standpunt van GroenLinks ÃćâĆňâĂİ om een deel van de
reservering achterwege te laten ÃćâĆňâĂİ begrijpen maar we volgen het niet. We zoeken
eigenlijk wel een stuk toekomstige zekerheid in het langdurige traject dat van nu af aan ten aanzien van de vmbo-huisvesting ontplooid zal worden. We laten ons financiele commitment in stand, maar we willen wel op gezette tijden horen hoe het ervoor staat met het vmbo, met de schoolbesturen in het vmbo en met de internationale school, zodat wij een soort gevoel hebben dat het goed gaat. Welke mogelijkheden ziet het college hiertoe? Als wij de motie ÃćâĆňâĂİ ik heb de
aangekondigde motie gebruikt ÃćâĆňâĂİ van de Stadspartij over de internationale school
mogen begrijpen als dat er een fatsoenlijke exploitatie moet liggen en een deugdelijke onderwijs- en zorginstelling, dan kunnen wij ons bij die motie iets voorstellen. Maar het jargon slaat toe; dat slaat te vaak toe in deze ruimte. Wat zijn in vredesnaam economische doelstellingen van een school? Volgens mij wordt er op een school lesgegeven en wordt er op een school naschools gemeenschapsleven georganiseerd en kan men niets anders van een school vragen dan dat. De heer Vleeshouwers: Ik zal dat straks even uitleggen. De heer Gerard: Ik wijs hier even op de beperking in het standpunt over de internationale school die ik zojuist heb gegeven. Voorzitter, voor huisvestingsconsequenties van onderwijsvernieuwing moet wat ons betreft geld gevonden worden. Dat hoort dus bij het bedrag dat er al ligt voor huisvesting vmbo. Wel heeft de Socialistische Partij af en toe zijn buik vol van onderwijsvernieuwing die van bovenaf neergekwakt wordt door deskundologen ter bevrediging van het gevoel van eigen onmisbaarheid. Wij willen graag meedoen aan onderwijsvernieuwing als die gedragen wordt door het team van de school. Wij hebben vmbo-scholen bezocht en hebben het idee dat docenten daar op de goede manier hun onderwijstaak dragen, maar onderwijsvernieuwing is voor ons niet iets dat altijd a priori goed werkt. DOBA ÃćâĆňâĂİ onderwijsondersteuning moet ik eigenlijk
zeggen. Daarover wil ik eerst de wethouder horen. Het is een enerzijds-anderzijds verhaal waarin wij nu geen standpunt innemen. Ook over het voortijdig schoolverlaten willen wij eerst de wethouder horen. Bovendien vraagt de aangekondigde motie op een enkel punt structureel geld. Wij geven de Partij van
Verslagnummer xz
de Arbeid in overweging het deel van de motie dat structureel geld vraagt in het mandje onder te brengen. De Socialistische Partij zal geen problemen hebben met het extra onderdeel ’inhoudelijke onderwijszaken’ in het mandje. Dienstverlening en tarieven. Bij de Socialistische Partij bestaat eveneens onvrede over de verhoging van de prijs van de ID-kaart, voor velen een verplicht document. Het standpunt van de Stadspartij is weergegeven in amendement 1 maar dat is mij te ruig, en bovendien doet mijnheer Vleeshouwers niet de geringste poging om een financiele dekking te vinden. Wij zouden wel willen nadenken ÃćâĆňâĂİ en geven dat het
college in overweging ÃćâĆňâĂİ over een veel minder vergaand voorstel, bijvoorbeeld 6 35.
Wat ons betreft zou het ook bespreekbaar zijn om de identiteitskaart cadeau te geven aan alle kinderen die 14 jaar worden en daarmee de kaart verplicht opgelegd krijgen. Als het gaat om door de overheid opgelegde verplichtingen mag dat van ons wel wat kosten. Gaarne de mening van het college. Het CDA wil structurele meerkosten en een betere dienstverlening inperken. Dat is een motie die de Socialistische Partij steunt. De motie wil heldere doelstellingen en toetsbare effecten. Als betere dienstverlening meer kost dan het half miljoen dat daarvoor nu structureel staat, moet het binnen de bestaande begroting worden opgevangen, zo vindt het CDA. Daarvoor valt iets te zeggen. Voorzitter: Mijnheer Gerard, u heeft nog twee en een halve minuut. De heer Gerard: Dat is genoeg, voorzitter. Het half miljoen zelf is ons overigens ook nog niet helemaal duidelijk. Wat ons betreft blijft enig duwen en trekken over de grenzen tot waar de dienstverlening moet gaan voor ons bespreekbaar. Dat deze duidelijk moet verbeteren staat vast; dat hebben we bij de voorjaarsnota al gezegd, maar of de wachttijd 20, 25, 30 of 15 minuten moet zijn, is wat ons betreft nog een d I s c U s si e.
De ozb-motie van de Partij van de Arbeid. De wethouder heeft onderzoek toegezegd en dat is goed. Wij gaan niet mee met de gedachte om nu al uit te spreken dat er compenserende maatregelen genomen moeten worden. Hoe zouden die er eigenlijk uit moeten zien? Bovendien zou dit wel eens een fors gat in de begroting kunnen schieten en daarvoor is niet eens dekking. De Socialistische Partij gaat niet mee. We kijken wel. Als het onderzoek van de wethouder af is, wordt wat ons betreft de discussie geopend. Laatste opmerkingen in steno. Dat betreft de motie over frontlijnsturing die is ingediend. Die motie ziet er heel geleerd uit en staat vol jargon. Eigenlijk snappen wij hem niet helemaal, of misschien wel helemaal niet. Wij snappen bijvoorbeeld
niet hoe ambtenaren van stadsdeelteams vertegenwoordigers van bewoners kunnen zijn. Wij snappen ook niet wat precies bedoeld wordt met samenwerkingsverbanden in deze. Wij hebben het idee dat hier met een heel ingewikkelde omweg een oud probleem wordt aangekaart, namelijk de verhouding tussen front- en backoffice en tussen DAPZ en DSOB. Eigenlijk zouden wij liever zien
Verslagnummer xz
dat de Partij van de Arbeid de motie zou herschrijven, zodanig dat beter te begrijpen is wat ermee bedoeld wordt. Voorzitter, hier laat ik het bij. Voorzitter: Dank u wel. Dan heeft nu mijnheer Vleeshouwers van de Stadspartij het woorcl.
De heer Vleeshouwers: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijn voorganger gaf het al aan: ik heb het een en ander uit te leggen maar dat komt vanzelf. Eerst wil ik beginnen bij de begroting in het algemeen, want wij hebben hier toch wel een historische begroting, als ik dat zo mag zeggen. Het punt is bereikt dat het grote ge/o’ van de NRE op is. Daarmee beantwoordde ik de opmerking van mevrouw Breuers; gaan we er nog van uit dat er een soort Zilvervloot binnenkomt? Wij in ieder geval niet. Wij zouden het niet erg vinden als het netwerk van de NRE voor 100 /o in Eindhovense handen blijft. We hebben al gemerkt dat er achterstallig onderhoud is en wij zijn bang dat de achterstand alleen maar groter wordt als er 49
doelstellingen weer een stapje dichter bij de doelstellingen te brengen zoals wij die graag zouden zien. Wij hebben daarvoor een uitstekende handreiking gekregen, namelijk het onderzoek dat door de dienst Bestuurlijke lnformatievoorziening zelf geschreven is. Zij hebben een hele serie aanbevelingen gedaan om die doelstellingen voor onze programmabegroting te verbeteren. Het amendement zegt niets anders dan: raad, neem die aanbevelingen serieus en volg ze gewoon op. Dat is een.
Amendement nummer 2 waarover ik het wil hebben gaat over de ID-kaart. Wij zijn heel erg gestruikeld over het feit dat het college voorstelt om de ID-kaart bijna net zo duur te maken (6 40) als het paspoort (C 48). Dat kan echt niet. De ID-kaart is ooit in het leven geroepen als goedkoop alternatief voor het paspoort en niet ÃćâĆňâĂİ zoals vaak in teksten staat ÃćâĆňâĂİ goedkoper. Goedkoper? Met 6 40 ten opzichte van 6 48
maak je dat niet waar. Het moet gewoon een goedkoop alternatief zijn voor het paspoort, zeker ÃćâĆňâĂİ dat zei mijnheer Gerard ook al ÃćâĆňâĂİ omdat je voor heel veel mensen
die ID-kaart feitelijk verplicht stelt. Het begrip goedkoop is wat ons betreft rekbaar. In ons amendement hebben wij de suggestie gedaan om er met de natte vinger maar eenderde van de kosten van het paspoort van te maken. Of dat goedkoop genoeg is, zal de tijd moeten leren, maar laten we nu eerst maar eens discussieren over het idee van een goedkope ID-kaart. Dat moet gewoon kunnen, en als het rijk dat niet kan, moeten we het maar zelf doen. De reden dat we voor dat voorstel geen dekking hebben aangegeven is heel simpel: wij denken dat het eigenlijk geen geld kost. Twee facetten daaraan, mijnheer de voorzitter. Het rijk zegt dat de rijkskosten van de ID-kaart in een jaar omhoog gaan van 6 7 naar 6 17. Voor ons is dat nogal ongeloofwaardig, dus ik denk dat daar wel wat rek in zit. Zou het niet van < 7 naar < 7,50 kunnen? Die 6 17 lijkt me natte vingerwerk van het rijk, dus daarover
Verslagnummer xz
moet te praten zijn. De gemeentelijke kosten worden door het rijk op ongeveer 6 31 geschat. U moet daar maar eens naast zetten wat onze Eindhovense stadspas kost. Die kost maar liefst twee euro! Ik kan mij niet voorstellen, mijnheer de voorzitter, dat een stadspas met alles erop en eraan 6 2 kost en dat een ID-kaart voor de gemeente 6 31 kost. Als er echt zo’n groot verschil is, moet u maar eens goed kijken naar wat er allemaal gebeurt binnen ons ambtelijk apparaat. Het zou mij niets verbazen als wij voor eenderde van de paspoortkosten alle kosten voor een ID-kaart gewoon kunnen dekken. Daarmee heb ik voor mijn amendement geen dekking nodig, maar ik denk dat we er wel het een en ander over te discussieren hebben. Een motie over onderhoud, motie nr. 03. Onderhoud is al lang een punt van aandacht voor de Stadspartij. Nu zie ik dat mijnheer Gerard een vraag wil stellen. Misschien is het goed om dat direct even te doen. Voorzitter: Goed. Mijnheer Gerard?
De heer Gerard: Mijnheer Vleeshouwers, het is naar mijn mening van tweeen een. U suggereert eigenlijk dat wij voor onze identiteitskaart meer vragen dan kostendekkende leges.
De heer Vleeshouwers: Inderdaad. De heer Gerard: Nu is het van tweeen een. Of uw bewering is waar en dat betekent dan dat hetgeen wij meer vragen in de algemene middelen gaat zitten en dan kost het ons dus geld. Of het is niet waar en dan is het inderdaad kostendekkend. Dan betekent het dat wij een niet-kostendekkend tarief hebben en dan kost het ook geld. U kunt dus wel zeggen dat u vindt dat het goedkoper moet, maar u kunt niet zeggen dat het geen geld kost want dat kost het linksom of rechtsom wel. U moet hier wel een fatsoenlijk verhaal vertellen.
De heer Vleeshouwers: Ik denk dat wij daar zo meteen in de discussie nader op moeten ingaan. Volgens mij reserveren we nu in de begroting veel te veel voor de ID-kaart. Ik weet niet precies waar dat geld nu allemaal naartoe gaat, misschien voor een groot deel wel naar het rijk; dat zou ik niet zo kunnen zeggen. Maar als wij de kosten naar beneden doen, denk ik dat wij er niet bij hoeven in te schieten. Over onderhoud. Wij waren blij met de aparte aandacht in de begroting voor onderhoud, maar eigenlijk stond er in dat verhaal niet precies wat wij graag zouden willen zien. Wij zouden namelijk willen zien of de gemeentelijke begroting genoeg geld reserveert voor onderhoud. In de stad horen wij van veel mensen dat het onderhoud op heel veel plekken niet naar behoren is. Wij hebben vaak gezien dat nieuwbouw prachtig is, maar dat de aandacht van de politiek daarna vaak verslapt. U kent de verhalen over Dynamo en De Effenaar wel. Ook thema’s zoals groen, fietspaden, buurthuizen, stoplichten en zwerfvuil betreffen allemaal
Verslagnummer xz
onderhoud. De discussie daarover gaat hier vaak niet verder dan een welles-nietes spelletje. Is er genoeg of is er niet genoeg? Daar komen we niet uit. Deze motie is bedoeld om ons een stapje verder te helpen in een objectieve inventarisatie van de behoefte aan onderhoud. Dat betekent dat wij straks, als wij dit zouden hebben, niet meer hoeven te discussieren of het nu wel of niet genoeg is, maar dat we een maat hebben voor de hoeveelheid geld die we nodig hebben voor onderhoud. Dan kunnen we alsnog de politieke discussie voeren of het meer of minder moet zijn, maar dan hebben we in ieder geval een kapstok. Daarover gaat deze motie en dat zet ÃćâĆňâĂİ hoop ik ÃćâĆňâĂİ een stapje in de richting van een betere discussie over
onderhoudsbudgetten, want nu kunnen we er eigenlijk helemaal niets mee. Voorzitter: Mijnheer Vleeshouwers, u heeft nog twee minuten. De heer Vleeshouwers: Ik ben over twee minuten klaar, mijnheer de voorzitter. Het enige dat ik namelijk nog hoef te zeggen, gaat over de internationale school. Wij hebben daar in het verleden vaker over gepraat en dat was vaak in een setting dat een meerderheid van deze gemeenteraad een investering in de internationale school nog niet zag zitten. Nu is het tij blijkbaar gekeerd; zelfs in Den Haag wordt geld vrijgemaakt voor de internationale school in Eindhoven, of het wordt daar in ieder geval gevraagd.
D h V Z" I: Voorzitter, ik wil een vraag stellen aan de Stadspartij. Waar hebben ze gelezen dat er geld voor wordt vrijgemaakt? Ik heb gelezen dat het een steun is zonder een cent financiering eronder. De heer Vleeshouwers: Ik weet het niet, ik heb de details niet paraat, mijnheer Van Zijl. Misschien bent u wel beter op de hoogte dan ik. ’I: Het zou wel handig zijn als u die had.
De heer Vleeshouwers: Ja, dat heb je met landelijke en lokale partijen. Ons probleem met de internationale school blijft. Ik wil proberen uit te leggen waar hem dat in zit. Het was geen probleem geweest als de internationale school een normale school was geweest. Wij hebben als gemeente de zorgplicht voor schoolgebouwen in Eindhoven. Wij weten heel goed dat, als wij scholen nieuwe gebouwen geven, de kans groter is dat daarin gedurende jaren beter onderwijs gegeven wordt. Het is geen garantie, maar de kans dat het gebeurt, is groot. Wij nemen daarmee over het algemeen genoegen. Nu haak ik even aan bij het thema dat mijnheer Gerard in het begin ook al noemde, de vmbo-scholen. Nieuwe gebouwen zijn geen garantie voor goed onderwijs, maar het helpt. Nu is de internationale school geen gewone school. Ik heb gezien dat er schoolgelden van 6 2.000 tot 6 4.000 gevraagd worden. De mensen die hun kinderen daar naar school sturen, vormen een heel speciale groep. Zij worden veelal gesteund door grote
verslagnummer xz
bedrijven in de regio die heel wat geld te besteden hebben. Op zich is het dus niet zo logisch dat de gemeente gemeenschapsgeld stopt in een school die niet breed toegankelijk is. Dan de economische motieven, mijnheer de voorzitter, wij hebben dat in discussies al vaker gehoord: de internationale school wordt niet gesteund vanwege de onderwijsinhoudelijke kanten van die school maar vanwege het feit dat..... Voorzitter: Uw tijd is om.
De heer Vleeshouwers: Mag ik mijn laatste zin nog afmaken, mijnheer de voorzitter? Voorzitter: Dat behoort tot de regels.
De heer Vleeshouwers: De internationale school wordt gesteund vanwege het feit dat zij de economische positie van de regio versterkt. Wij vinden dat het geen cadeautje moet zijn. Er moeten afspraken onder liggen en wij moeten de mensen die achter de internationale school staan om prestatieafspraken vragen. Voordat die prestatieafspraken er zijn, moet het geld niet als cadeautje verstrekt worden. De heer Peters: Mijnheer Vleeshouwers, u wilt de internationale school graag zien als een normale school en voor een deel is het dat ook. Ik vraag mij echter af of u wel voldoende kennis van de feiten heeft. Ik wil een feit noemen en dat is de huisvesting. Bent u er al wel eens geweest? De administratie moet er soms worden vrijgemaakt om les te kunnen geven. De huisvestingstoestand is abominabel. Het is een onhoudbare situatie.
De heer Vleeshouwers: De situatie is inderdaad niet geweldig, maar ik ken andere scholen in Eindhoven waar de situatie vergelijkbaar is. Wat dat betreft zou ik zeggen: gelijke monniken, gelijke kappen. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Van Bussel van ’leefbaar eindhoven’. Of heeft u nog een interruptie, mijnheer Gerard?
De heer Gerard: De vraag is niet goed beantwoord. Hoe denkt mijnheer Vleeshouwers zich een prestatiecontract met de school in? Wat voor prestatiecontract? Welke prestatie moet de school dan leveren? Slagingspercentages?
De heer Vleeshouwers: Ik heb niet zozeer prestatiecontracten met de school voor ogen, maar met de bedrijven die erachter zitten. Het idee was om kenniswerkers naar Eindhoven te halen die hier langere tijd blijven en die mede daardoor de economie vooruithelpen. Ik stel mij voor dat wij afspraken maken met grote bedrijven zoals Philips en ASML, dat zij inderdaad kunnen aangeven dat er een nader te bepalen aantal kenniswerkers bij komt in een nader te bepalen termijn,
verslagnummer xz
nadat de internationale school er is gekomen. Wellicht zijn er andere afspraken te maken, maar het moeten afspraken zijn die aangeven dat het economisch beter gaat vanwege het hebben van een nieuwe internationale school. Ik kan mij er wel meer dingen bij voorstellen hoe je dat zou moeten doen, maar het lijkt mij een zaak van het college om dat precies te formuleren. Het gaat dus over economische doelstellingen en niet over onderwijskundige. Voorzitter: Dank u wel. Dan begint nu uw tijd, mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Dank u wel, voorzitter. Wilt u mij alstublieft een seintje geven als ik nog 2,5 a 3 minuten heb?
Voorzitter: U krijgt allemaal een gelijke behandeling; daarop kunt u rekenen. De heer Van Bussel: Fijn, dank u wel. Het verhaal dat ik hier te berde had willen brengen is: even inzoomen waar we nu eigenlijk staan. We zijn in 2008 bijna halverwege. De financiele beoordeling: ik hoor wat tegenstrijdige geluiden. Ik zal onze moties en amendementen toelichten en aanvullende wensen langslopen. Tot slot heb ik nog een enkele afsluitende opmerking. Ik denk niet dat ik dat haal, dus ik zal er kris-kras proberen doorheen te halen. Waar staan wij? Toen we begonnen met dit college hadden we een paar zware pijlers onder het gebeuren. U moet mij maar corrigeren als ik het niet juist zeg, maar in mijn beleving is burgerparticipatie een zwaar punt, evenals sociaal beleid; tussen al het economisch geweld ook wat sociale verwevenheid. Daarnaast moeten er stappen gemaakt worden in het jeugdbeleid. Daarin konden wij ons als fractie prima vinden. Het waren items waarvan ik denk dat deze stad daar echt aan toe is. Waar staan we nu, na een tijd te hebben meegedraaid? In de beleving van onze fractie loopt de burgerparticipatie in de kern nog niet erg. We hebben er prima bijeenkomsten over gehad, maar als ik mijn oor in de stad te luisteren leg, hoor ik dat er nog wel wordt gemord. Men vindt dat men nauwelijks inspraak heeft, nauwelijks mee mag praten enzovoorts, dat gevoel leeft heel behoorlijk. Er moeten nog stappen gemaakt worden. De VVD hoorde ik daarstraks zeggen: ’dichter bij de burger, daar stonden we voor!’ Het is nog niet zover, dacht ik, in mijn beleving in ieder geval niet. Stadsdeelgericht werken wordt aan het einde van het jaar geanalyseerd en ik denk dat daar flinke
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, zou ik mijnheer Van Bussel een vraag mogen stellen? Voorzitter: Mijnheer Van den Biggelaar, sorry dat ik de tweede rij nog niet onmiddellijk zie.
verslagnummer xz
De heer Van den Bi elaar: Ik vraag mij af wat u nu precies bedoelt met uw beleving. Het is zo’n wollige term. Kunt u een paar voorbeelden geven? De beleving dat het niet zo goed gaat met de participatie; u heeft daar vast wel een paar
voorbeelden van. De heer Van Bussel: Ja, natuurlijk. Bijvoorbeeld de Groenstraat. Als daar een kantoorpand middenin een woonwijk moet komen, zegt zo’n buurt: ’zullen we dat nu wel doen?’ Of’kan dat pand aangepast worden?’ In de Kalverstraat staat op de hoek zo’n ijzeren kooi en de buurt vraagt zich af of wel om hun mening is gevraagd. Op de Woenselse Markt wil graag een grote groep meepraten om parkeerfaciliteiten te krijgen. De buurt wijst erop dat het een half jaar geleden werd besproken en dat zij niets terughoren, enzovoorts. Ik heb er vandaag naar gevraagd en ik hoorde dat men toch aan het verzamelen is in een grote doos, dat eraan gewerkt wordt. In elk geval moet de burger soms wel een half jaar wachten en hoort niets meer terug, enzovoorts. Die interactie ÃćâĆňâĂİ ik heb ze momenteel niet
allemaal paraat, maar ik kan u er een twintigtal voorbeelden van geven. Het is keer op keer dat de burger vindt dat hij of zij niet echt meepraat over de verdeling van de gelden. In Tongelre bijvoorbeeld, gaat het heel moeizaam. Die mails die ik allemaal krijg! Men vindt dat men niet echt mee kan praten. Ligt het nu aan de communicatie? In mijn optiek hebben ze daar toch wel een punt, maar misschien ziet u het anders.
De heer Van den Bi elaar: Nee hoor, ik wilde gewoon dat u uw beleving onderbouwde met wat feiten. Dat was mijn enige vraag. De heer Van Bussel: Dan ga ik snel door met het sociaal beleid. Vandaag las ik in de krant dat de landelijke VVD en CDA erg geschrokken waren dat erf 600 miljoen teruggevorderd moet worden. Dat is teveel uitbetaald. Wij hebben daar destijds al eens op gewezen, maar in onze gemeente gaat het kennelijk allemaal vrijwel foutloos. De heer Aboutaleb heeft in Amsterdam geconstateerd dat er 80’/o fout ging. Misschien zitten we hier helemaal goed en klopt alles, maar het kan best dat wij ook nog eens gaan schrikken. Juist voor de echte armen moeten we goed opletten! Let erop dat het niet terecht komt waar het toch verkeerd zit. Ik ken mijnheer Don als wethouder; hij gelooft graag in het goede en dat is mooi. Dat willen we graag zo houden, maar wees ook scherp. Daarnaast, wij hebben het al vaker gezegd, vinden wij het geen sociaal beleid om voor 15 tot maximaal 20 verslaafde en zieke dames voor< 545.000 een zone in te richten om daar met
gemeentelijke medewerking het geld eigenlijk rechtstreeks in de criminele sfeer te pompen. Het argument dat we dan de overlast kwijt zijn, is ons te mager. Wij zien met belangstelling de evaluatie tegemoet; die hadden we eigenlijk al willen hebben. Daar hebben we een amendement voor. Het jeugdbeleid: ik denk dat wij ook daar nog even flink een tandje bij moeten zetten.
Verslagnummer xz
Zijn wij rijk? Ik heb de huidige stand van zaken bekeken, het aantal bleeders dat ons tegemoetkomt. Inderdaad viel het niet tegen. Er zijn tal van tegenvallers; ik zal het hele rijtje nu niet opnoemen maar de miljoenen worden gemorst en dat is heel erg jammer. Zijn we rijk of zijn we niet rijk? Ik hoorde mijnheer Vleeshouwers daarstraks zeggen dat de pot leeg is, dat de extra gelden er niet meer zijn. De honderden miljoenen die we hadden, zijn weg. De wethouder heb ik horen zeggen dat onze positie riant is, dat wij een goede gemeente hebben en dat het allemaal goed gaat. Dan zie ik een motie van de Partij van de Arbeid en enkele anderen waarin wordt opgeroepen voor meer structureel geld om te gaan bezuinigen, motie m.07. Ja, ik vind het een beetje lachwekkend en een beetje te vergelijken met iemand die ooit miljonair was en die op zekere dag zegt: ’nu begin ik met bezuinigen!’ Dat vind ik een verkeerde weg. Ik zie 6 60 miljoen uit de bak, en dan kan ik herhalen wat GroenL!nks daarstraks bracht: dat is grijpen in de kas en zeggen dat je dan zes jaar vooruit kunt. Dat is over het graf regeren en dat gaat me iets te snel. Het wordt er met bakken uit gegooid! Dat keuren wij dus niet goed. Moties en amendementen. Home. Het gaat in Home, mijnheer Schut, niet om het krijgen van een businessplan; Home is wettelijk verplicht om de Arbowetten te volgen. Ik ben blij met het signaal dat mijnheer Don gaf toen hij zei dat hij was wezen kijken, en ons mailde dat de Arbowet onder druk staat. Er moet een oplossing voor komen. De gebouwen voor administratie en personeelsvoorziening zijn op dit moment niet adequaat. Ze voldoen niet aan de wet en kunnen morgen gesloten worden. Het is echt Middeleeuws, het mag gewoon niet. Er moet dus acuut een oplossing voor komen en dat kan niet in de boodschappenmand van mevrouw Van den Biggelaar. Het is acuut, het moet sneller. We moeten niet wachten tot de voorjaarsnota. Het moet apart en ik wilde het erbuiten houden.
De heer Schut: Voorzitter, ik word aangesproken op een vraag die ik zou hebben gesteld. Het feit is heel simpel, mijnheer Van Bussel, uiteraard moet de Arbowet gerespecteerd worden, uiteraard moet er bij Home van alles gebeuren. Daarover is in deze hele zaal geen misverstand. Het misverstand is: als je dan zoveel in orde moet brengen, kun je dan ook niet zorgen dat het businessplan op tafel komt? Dat is gewoon een formaliteit. Je gaat zitten en je maakt het. Een dag later ligt het er. De heer Van Bussel: Maar u mopperde er daarstraks over dat er eigenlijk al geld gefourneerd was terwijl het businessplan er nog niet ligt. Daarop wil ik zeggen dat men ten aanzien van al die vrijwilligers heeft gekeken of we gewoon cao-loon kunnen betalen. Dat is wettelijk verplicht en dat moeten we doen, dat moeten we uitvoeren. Dat geld is er om aan de wetgeving te voldoen ten aanzien van loonverplichting. Ook zonder businessplan moet dat. De heer Schut: En toch moet er een businessplan zijn.
Verslagnummer xz
De heer Van Bussel: Nou, dat ben ik wel met u eens, dat moet er wel komen. Wij hebben een motie voor een acute oplossing. We roepen de wethouder op om het snel te doen.
Wij kvernieuwing. Wij willen dat het autoprobleem in de wijk opgelost kan worden, dat we naar de burgers luisteren en dat we er plaatsen voor inruimen. Rond de Woenselse Markt heeft men daar financieel al behoorlijke stappen voor gezet. Praat eens met de corporaties en praat eens met de burger, ook daarover hebben we een motie. De ti ppelzone. We vinden het teleurstellend dat wij nog altijd de evaluatie niet hebben; die hadden we allang verwacht. We zijn een half jaar of een jaar geleden geinterviewd en er zijn allerlei onderzoeken gedaan en nu is het er nog steeds niet; jammer! We geven de wethouder in ons amendement voorlopig nog vijf maanden de tijd. Daarna moeten wij het hebben om verder te kunnen. Om nu al tot en met december 2008 extra middelen te fourneren, voelen wij niets. Kleine cultuur. Tussen alle grote cultuurzaken zijn er soms heel leuke initiatieven. De Stichting Eindhoven in Beeld heeft in een paar jaar iets neergezet dat de stad echt miste. Wij hebben een ereschuld aan het verleden; historische zaken zijn hier nooit echt uit de verf gekomen. Onder de inspirerende leiding van de vroegere wethouder van ruimtelijke ordening zijn daarin behoorlijk wat stappen gezet. Ik vind dat deze stichting het verdient. Zij betalen hun hele huisvesting zelf en hebben nu een paar duizend euro nodig. Wilt u daarnaar eens welwillend kijken? Is het misschien inpasbaar in het beleid van De Negende? Voorzitter: U heeft nu nog drie minuten. De heer Van Bussel: Dank u wel. Dan de ID-kaart. Dit was ooit een goedkoop alternatief, maar dat is het niet meer. De kaart voldoet dus niet meer aan de voorwaarden; de Stadspartij refereerde daar ook aan. Wij vinden die 30% verhoging wel erg cru. Wij vragen compassie en pleiten voor een enigszins normale verhoging. Het speelt, naar ik meen, pas in de volgende raadsvergadering, maar wij willen de ruimte die ervoor nodig is ÃćâĆňâĂİ dat is volgens ons E 140.000, omdat er 16.000
aanvragen per jaar zijn ÃćâĆňâĂİ graag vrijmaken. We willen graag dat u er rekening mee
houdt, zodat wij niet het geld meer hoeven te veroveren als we er volgende maand over beslissen. Over de krachtwijken is al het een en ander gezegd. Wij zijn het eens met het CDA en net als de VVD vinden wij ook dat we die andere wijken niet moeten laten afglijden. Daarvoor moeten we ook aandacht hebben. Wij zijn natuurlijk faliekant tegen de Bostax voor woningcorporaties en tegen het rondpompen van geld. De heer Gerard: Puur ter informatie, mijnheer Van Bussel. U heeft het in uw amendement 08 over een te reserveren bedrag van 8 140.000. De heer Van Bussel: Ja.
verslagnummer xz
De heer Gerard: Ik begrijp dat u daarmee een structureel bedrag bedoelt? Dat staat er namelijk niet bij. De heer Van Bussel: Ja, dat is juist. Als het voor 2008 geregeld is, kunnen we een ander tempo aanhouden. We staan nu eigenlijk voor de raad van de volgende maand en we moeten het snel reserveren anders staat ons een begrotingswijziging te wachten. Het probleem is nu eigenlijk dat we met een omgekeerde volgorde bezig zijn. Maar het is juist. Dan kort nog even het volgende: het stilvallen van de camerabewaking vinden wij jammer. Helaas! Maar pak het weer op! Het lijkt of het ingezakt is sinds het vertrek van de heer Sakkers. Over de glasvezel: zoals deze zich in de stad uitspreidt vinden wij dat er sprake is van tweesporenbeleid. Aan de ene kant de ’ons net’ formule van onszelf, de collectieven. Aan de andere kant de private sector. Straks hebben we twee netwerken. We willen graag dat u kijkt of dat niet beter kan. Met betrekking tot Omroep Eindhoven loopt nu een onderzoek, dacht ik, en wij hopen dat in er
2008 een mogelijkheid komt om op een professionele manier een goede publieke omroep neer te zetten. Wat Airport Eindhoven betreft hoop ik dat u de partijen bij elkaar krijgt en ik hoop verder dat u de dienst SOB kunt splitsen in twee afdelingen. Het is nu zo’n mammoetzaak en dat gaat in die club niet goed, dachten wij. Als u het kunt splitsen in ’gemeentewerken’ en ’beleidsdivisie’, denk ik dat het daar goed komt. Ik hoorde veel kritiek op de Talentcenters. Wij staan daar juist heel positief tegenover en zien het als een verrijking voor onze stad. Talent, dat past bij onze regio! Wij zien dat juist heel positief. Nu ben ik door de moties heen en ik wilde afsluitend nog een oproep doen aan alle partijen die hier aanwezig zijn: de efficientie van het raadswerk in 2008; laten we kijken of we dat kunnen verbeteren, niet alleen evaluatie van de stadsdeelcommissies maar ook van raadscommissies. Ik probeer te kijken of we met combinaties de zaken wat efficienter kunnen behandelen in de raadscommissies. Voor wat betreft de kwaliteit van voorzitters en waarnemend voorzitters vind ik dat we moeten proberen om de hoogste kwaliteit te krijgen op die post; daarmee zijn we gediend. D66 had al een motie liggen voor het voorzitterschap van de raad; ik zou dat graag willen verbreden en ik pleit ervoor om verder te kijken. Evalueren, werkprocessen verbeteren. Ten tweede zou ik de raad willen oproepen om daar waar wij elkaar ontmoeten en waar wij het niet met elkaar eens zijn..... Voorzitter: Uw tijd is nu om.
De heer Van Bussel: ..... om de fatsoensgrenzen niet te overschrijden. In Den Haag scheldt de heer Wilders tegen mevrouw Vogelaar; dat moeten we hier niet doen. We moeten elkaar hier als goede collega’s bejegenen met waardering voor elkaars inbreng. Ik wil het graag nog een keer roepen: het dient geen enkel doel; laten wij ons toch verre houden van de stijl die de heer Wilders graag hanteert. Ik doe een
Verslagnummer rz
krachtige oproep dat de mensen die wij hier op bepaalde posten neerzetten, in elk geval hun fatsoen houden. Voorzitter: Punt!
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, zou ik mijnheer Van Bussel een spiegeltje mogen aanreiken als begin van het voornemen om dit in de raad te gaan verbeteren met zijn allen? De heer Van Bussel: Mijn opmerking ging over het schelden. Schelden, mijnheer Van den Biggelaar, moeten we niet doen. We mogen elkaar wel duidelijk toespreken. Daarmee heb ik geen enkel probleem. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Tja voorzitter, normen en waarden. Ze worden niet altijd gedeeld. Voorzitter, het is een verheugende dag en volgende week helemaal want dan gaan we met zijn allen bepalen wat we volgend jaar gaan doen. We hebben het steeds over geld, maar dat is alleen maar een middel. Dan kun je je af en toe afvragen wat we vooral niet gaan doen, en wat we wel gaan doen waarop we helemaal niet zitten te wachten. Om met dat laatste te beginnen: er is iets heel bijzonders aan de hand. Vanuit het rijk komen er twee volgsystemen op ons af. Het ene is het kindvolgsysteem; dat betreft dus ook onze kinderen aangezien het een landelijk fenomeen is. Het andere is een recherchesysteem en dat betreft alle burgers van Eindhoven. Het bijzondere aan die systemen is, dat het pro-actieve volgsystemen zijn. Ik zal dat even vertalen: het betekent dat er met u, noch met uw kind iets aan de hand hoeft te zijn maar dat er toch allerlei gegevens worden opgeslagen om actief en op tijd te kunnen ingrijpen. Tijdig! Wat betekent dat? Dat betekent dat alles wat over jou verzameld wordt, gebruikt wordt. Je moet dus een enorm goede garantie hebben dat het juiste wordt opgeslagen. En als het opgeslagen is, dat het goed geduid wordt. Daar staan wij dus buiten. Dat is niet prettig. Uiteindelijk houdt het in dat op grond van statistische duiding er ingegrepen gaat worden in het persoonlijke leven. Voorzitter, deze raad heeft inmiddels een fantastische traditie met betrekking tot het goed nadenken over de eigen verantwoordelijkheid, het erover nadenken hoever zij precies bereid is te gaan in het meewerken aan alle geldende zaken. Op dit gebied ligt het erg voor de hand om dat ook te doen; vandaar dat D66 met een motie komt om een werkgroep samen te stellen ÃćâĆňâĂİ uit de raad en uit het college ÃćâĆňâĂİ om eens te kijken wat er precies
aan de hand is en om de raad te adviseren hoe hiermee om te gaan. Ik heb enkele collega’s gesondeerd; het is geen specifieke bezorgdheid van D66. De formulering mag wat mij betreft aangepast worden, maar laten we er alsjeblieft mee aan de gang gaan. Goed, dit staat dus niet in onze begroting, maar het komt er uiteindelijk wel in terecht.
Verslagnummer rz
Wat er ook niet in staat is een investering in groen. Eigenlijk is dat wel heel vreemd, want groen is zo’n beetje de Haarlemmerolie van het gemeentelijk beleid. Economisch heeft het effecten: je kunt het overal zien. Economisch scoort het hoog als je een groene omgeving hebt, zeker als je zoveel beta’s te huisvesten hebt als Eindhoven. Groen is voor iedereen aangenaam. Onze voorzitter heeft heel lang geleden in deze stad mogen functioneren en hij herinnert zich vast nog wel hoe goed het eruit zag in de tijd dat de Bomen van Fontaine er nog stonden. Voorzitter: Maar het ziet er nu ook goed uit.
Mevrouw Schreurs: Dan bent u nog niet overal geweest. Ik raad u aan om bijvoorbeeld eens een keer naar de Geldropseweg te gaan. Onze radialen zien er vaak verkommerd uit omdat mijns inziens het groen niet klopt. Op oude foto’s kun je zien dat het ÃćâĆňâĂİ zelfs met bebouwing ÃćâĆňâĂİ met groen een stuk beter was. Er is een
raadswerkgroep naar Manchester geweest; zij werden daar geconfronteerd met een bom van de IRA die in 1993 in het stadscentrum ontploft was. Er ontstond een enorme krater, en ze hebben daar gekozen voor een enorme investering in groen en in een gebouw. Het netto rendement was dat er tien keer zoveel omheen geinvesteerd werd. De heer Van Liem d: Voorzitter! Mevrouw Schreurs, het spijt me heel erg dat ik u eventjes onderbreek maar ik wil een punt van orde maken. Er wordt hier nu een brief rondgedeeld door een medewerker van de ambtelijke organisatie. Die brief is niet afkomstig van het college of van een van de partijen hier aanwezig. Normaal gesproken worden zulke brieven in het postbakje bezorgd. Ik vraag mij af waar dat vandaan komt en of dat gebruikelijk gaat worden dat wij tijdens de raadsvergadering van iedereen post uitgedeeld krijgen.
Voorzitter: Ik denk dat u een terechte opmerking maakt. Ik ken alle gewoonten van de raad nog niet precies, maar als u zegt dat dit u voor het eerst overkomt, is dat een uitzondering. Er moet voor gewaakt worden dat dit geen gewoonte wordt. De heer Van Liem d: Dank u wel.
Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, de lijn was dat investeren in groen oproept dat allerlei partijen gaan investeren. In de omgeving van de Geldropseweg is dat hard nodig. Wij steunen, gezien de uitleg die GroenLinks met betrekking tot de dekking geeft, dat er ruimte is rond de internationale school, de motie die GroenLinks heeft ingebracht. Opvallend is ook dat er geen geld wordt vrijgemaakt voor wijkvernieuwing. Mevrouw Breuers heeft het treffend onder woorden gebracht: dat is een opgave die
Verslagnummer rz
ons te wachten staat. Kun je je wel veroorloven om daarvoor niet nu al geld vrij te maken? Wij wachten met spanning de antwoorden van het college af. Dat brengt me op het punt waarin wel geinvesteerd wordt: de scholen, en wel in een klap.
Voorzitter: U heeft nu nog twee en een halve minuut. Mevrouw Schreurs: Dank u wel, dat moet kunnen. Voorzitter, het rare aan dit fenomeen is dat het uit de lucht komt vallen. Tijdens de voorjaarsnota is er niet op voorgesorteerd en dat leidt ertoe dat het toewijzen van het geld redelijk onzorgvuldig gaat. Je kunt bijvoorbeeld niet bedenken of er financiele alternatieven zijn in de tijd; zie wat mijnheer Gerard aangaf, voor de zorgvuldigheid van het proces zorgen, want het moet allemaal wel goed gaan. De vragen die hij stelde, had hij eigenlijk bij de voorjaarsnota hebben moeten kunnen stellen. De vraag naar financiele alternatieven had bij de voorjaarsnota gesteld moeten worden, dan hadden we nu netjes een antwoord gehad. Er zijn twee mogelijkheden: of het college doet een beetje aan ad-hoc beleid en daarvan wordt niemand vrolijk, of het college wist het wel, maar zei het nog niet. Democratisch worden wij daar pas echt niet vrolijk van.
De heer Gerard: Kan mevrouw Schreurs mij eens uitleggen hoe het college bij de voorjaarsnota de vragen had kunnen stellen die u bedoelt, gezien hoe ver de procedure landelijk was? Bij mijn weten is daar nog maar zeer recent landelijk indringend over gediscussieerd. U vraagt dus iets dat domweg niet gekund had, en daar word ik niet vrolijk van! Mevrouw Schreurs: Nee, want de portee van de vragen die u stelde had te maken met waarvoor je precies geld vrijmaakt.
De heer Gerard: Ik snap dat wel, maar de vraag had gewoon niet eerder gesteld kunnen worden. Er moet eerst landelijk beleid zijn voor wij dat hier kunnen volgen. Mevrouw Schreurs: Nee, want het vmbo is al heel lang in de maak dus in zoverre had je dat gewoon ook eerder kunnen doen. Voorzitter: Vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, rest mij alleen nog om me even aan te sluiten bij mevrouw Breuers; de zaken die zij heeft gememoreerd over ons eigen stelsel zijn behartigenswaardig. Dank u wel. Voorzitter: Heel hartelijk bedankt voor het respect voor uw spreektijd. Dan is nu het woord aan het OuderenAppel, mijnheer Rennenberg.
Verslagnummer xz
De heer Rennenber : Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Wie het zich nog herinnert mag het zeggen, maar een begrotingsbehandeling waarbij wordt aangegeven dat we de komende jaren acht, negen, vijf en zes miljoen euro overhouden, heb ik nog nooit meegemaakt. Wel stevige bezuinigingen van rond 6 20 miljoen waarvan achteraf, bij het vaststellen van de jaarrekening vaak kan worden geconcludeerd dat we diezelfde miljoenen gewoon overhielden. Ik ben dus benieuwd hoe het deze begroting zal vergaan. Als we aannemen dat de miljoenen die we nu overhouden de werkelijkheid benaderen, moeten we ons in alle ernst afvragen of we wel alles hebben meegenomen. Zijn we niets vergeten? Hebben we wel rekening gehouden met de opmerkingen die de diverse partijen maakten tijdens de behandeling van de voorjaarsnota? Wij hebben in ieder geval aangegeven dat er veel meer gedaan moest worden voor de ouderen in onze stad en zeker voor Eindhoven als stadin
verandering. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota heeft het college toegezegd dat zij met de Nota Seniorenperspectief zou komen. Deze nota zou kader bieden voor de onderbouwing van activiteiten voor ouderen in de programmabegroting. Waarom is de toegezegde Nota Seniorenperspectief nog niet aan de raad gepresenteerd? Er is wel 6 2,5 miljoen gereserveerd voor de activiteiten. De wethouder heeft tijdens de commissievergadering aangegeven dat er nieuwe initiatieven worden ontwikkeld, maar ik zie ze nog niet in deze begroting. Het zou niet meer dan normaal zijn geweest als in deze meerjarenbegroting de plannen voor modern ouderenbeleid zouden zijn meegenomen. Niet dat we ontevreden zijn; ik kijk de wethouder aan, er is echt goed werk gedaan. Dat wil ik hier gezegd hebben. Echter, Eindhoven vergrijst niet tot 2008, Eindhoven vergrijst zeker en misschien wel dubbel na 2008. Bij deze begroting, mijnheer de voorzitter, wil ik graag het probleem signaleren van de mensen ÃćâĆňâĂİ waaronder veel ouderen ÃćâĆňâĂİ die niet meer goed kunnen meekomen
in deze samenleving. Ik heb begrepen dat er bij de dienst WZI ongeveer zes personen werken die de wijken ingaan om te wijzen op de mogelijkheden van aanvullende toelagen die de gemeente verstrekt aan mensen met een minimuminkomen. Ook wordt er mondjesmaat gestart met het opsporen van mensen met eenzaamheidsproblemen. Eenzaamheid werkt als een rem op het meedoen aan deze samenleving. In Eindhoven willen we dat iedereen meedoet en dat niemand zich buitengesloten voelt, maar als er te weinig mensen aan een te groot probleem werken, duurt het misschien wel tien jaar voor we iedereen in beeld hebben. We willen dat hieraan veel meer aandacht wordt besteed door
bijvoorbeeld een project in te stellen met een looptijd van een jaar. Dan zullen veel meer mensen kunnen meedoen en dan hoeven zij zich niet buitengesloten te voelen.
Mijnheer de voorzitter, op veel terreinen is men bezig om ouders en hun kinderen de weg te wijzen naar hetgeen veel ouderen in hun levenswijze als normaal ervaren, wat vandaag de dag voor een grote groep ouders en jongeren blijkbaar niet meer kan worden gerealiseerd zonder de ondersteuning van miljoenen euro’s
Verslagnummer xz
van de overheid. Het tijdsgebrek, de desinteresse en soms het economisch belang dat sommige ouders in hun gezin laten prevaleren boven het normale gezinsleven knabbelt aan de waarden en normen en breekt het gezin als hoeksteen van de samenleving af. Als we miljoenen pompen in de jeugd en de ouders van die jeugd, vraag ik mij met Ton Siroen ÃćâĆňâĂİ oud secretaris van Loket W ÃćâĆňâĂİ af: waarom wel de jeugd
en niet de ouderen? Waarom worden ouderen niet meer in de schijnwerpers van het dagelijks leven geplaatst? Niet als last, maar veel meer als lust. Herhaalde malen heb ik hier aangegeven dat er veel meer gebruik moet worden gemaakt van de kennis en ervaring van ouderen. Ouderen willen zich best inzetten voor de samenleving, maar dan hebben zij wel een stimulerende overheid nodig. Als Siroen aanhaalt dat ouderen een belangrijke rol kunnen spelen in de toenemende vraag naar vrijwilligers en mantelzorgers, moet er wel, zoals hij zegt, een uitnodigende samenleving tegenover staan. Hij slaat daarmee de spijker op zijn kop. Het is de kunst om de vergrijzing te verzilveren; schijnbaar hebben wij die kunst nog niet helemaal goed begrepen. Dat de Eindhovense bevolking met welke achtergrond dan ook, goed met elkaar moet kunnen omgaan en dat er in ieder stadsdeel een ware dorpsmentaliteit met een bloeiend verenigingsleven moet heersen, is de wens van het OuderenAppel. Dat is een heel oude wens, dat moet hier in de raad bekend zijn. Dat samengaan is niet zoals velen van ons dat graag zouden zien. Ook in Eindhoven dient nog veel te gebeuren. Niemand moet zich buitengesloten voelen. Wij moeten ons veel meer gaan inzetten voor de ondersteuning van het verenigingsleven en de verbetering van de kleinschalige cultuurbeleving in de wijken dan voor grootschalige projecten waarvan de drempel voor veel mensen veel te hoog is gelegd. Bij de behandeling van de voorjaarsnota heb ik dit al aangegeven. Toen heb ik bijvoorbeeld het gebouw van Plaza Futura genoemd, en aangegeven dat dit gebouw behouden zou moeten blijven voor de wijk Stratum en voor de stad, omdat het een podium zou kunnen bieden voor verschillende amateur-gezelschappen en theatergezelschappen. Niet alleen dat, het biedt ook een mooie gelegenheid om mensen met een krappe beurs in staat te stellen, uitvoeringen bij te wonen die de bedoelde gezelschappen op hun programma’s hebben staan. Ik diende toen een motie in die werd verworpen met 22 tegen 21 stemmen. Dat was dus op het nippertje, omdat de Socialistische Partij ÃćâĆňâĂİ waarin ik zo’n groot vertrouwen hadÃćâĆňâĂİ
niets in mijn voorstel zag. Toen enkele dagen daarna in de Wilgenhof honderden mensen bijeen waren om te spreken over het veranderen van de stad en over het veranderen van Stratum, kwamen de aanwezigen tot de conclusie dat het gebouw Plaza Futura voor Stratum behouden moest blijven. Aan die bijeenkomst met zoveel bewoners en andere belangstellenden mag je in het kader van de politiek die dichter bij de bevolking moetstaan niet zomaar voorbijgaan en daarom dien ik een motie van herhaling in die in feite al is voorzien van een groot maatschappelijk draagvlak in de stad. Even een slokje water! Voorzitter: En u heeft nog twee en een halve minuut om uw betoog af te ronden.
Verslagnummer rz
De heer Rennenber : Goed. Als wij het over de gezondheid van onze inwoners hebben, mijnheer de voorzitter, maken wij ons soms zorgen. Dat doet dit college en dat doet denk ik ook de raad. In de notitie ’Eindhoven een in gezondheid’ wordt duidelijk aangegeven wat Eindhovenaren moeten doen om goed gezond te blijven en welke eigen verantwoordelijkheid zij daarbij hebben. Wij weten allang dat mensen met een lage opleiding en vaak daaraan gekoppeld een minimaal inkomen het risico lopen om eerder ziek te worden dan hoogopgeleiden en mensen met een vorstelijk salaris. Als we dat weten, weten we ook dat een gezonde levensstijl zoals die wordt aangegeven in de genoemde notitie door voldoende groente en fruit te eten en een goed ontbijtgedrag te vertonen, juist door de groep met het lage inkomen vaak niet te realiseren is. Het OuderenAppel vindt het een schande dat in een rijke stad als Eindhoven steeds meer inwoners gebruik moeten maken van de Voedselbank en de charitatieve instellingen. Het lijkt mij daarom iets te gemakkelijk om een dikke notitie uit te brengen over gezonde levensstijlen zonder er zorg voor te dragen dat de Voedselbank overbodig wordt. Bij de aanvang van mijn betoog somde ik overschotten van enkele miljoenen op. Laten we daar eens goed naar kijken, en mogelijk concluderen dat bijvoorbeeld voor mensen met een gering inkomen een groente- en frui ttoeslag, zoals ik dat genoemd heb, in ’Eindhoven een in gezondheid’ goed zou passen. Ik dien daarom een motie in die wordt ondersteund door de lokale partijen en ik dacht ook door de ChristenUnie. Ik ben niet in de gelegenheid geweest om te handelen, maar ik geef de overige partijen graag de gelegenheid om die motie mede te tekenen en om eens te kijken of het voorgestelde onderzoek iets zou kunnen uithalen. De heer Gerard: Mijnheer Rennenberg, u dendert een beetje door in uw verhaal. U gaat van een basisaanname uit, namelijk dat steeds meer mensen in armoede komen te leven en gebruik maken van Voedselbanken en dergelijke. Kunt u nu eens uitleggen of dat inderdaad waar is? Ik denk eerlijk gezegd dat het nu de andere kant op gaat. De heer Rennenber : Ik vind het jammer dat juist u mij vraagt daarover verantwoording af te leggen. Ik kan het bewijzen. De heer Gerard: Bewijst u het nu eens! Het aantal ambtenaren bij de Sociale dienst daalt en het aantal uitkeringsgerechtigden daalt. De heer Rennenber : Dat kan best zo zijn, maar u heeft er geen kijk op wat er in Eindhoven gebeurt. Ik zit al tien jaar in de charitatieve instellingen. Ik weet precies wat daar gebeurt. Ik heb zeven jaar bij Leergeld gewerkt, ik weet precies wat daar gebeurt! Het neemt steeds meer toe; wij hebben het noodfonds bij de St. Catharinakerk ondergebracht. Mijn tijd is toch gestopt he, mijnheer de voorzitter?
verslagnummer xz
De heer Gerard: U drukt treffend uit dat er al een heleboel maatregelen genomen zijn en dat het aantal mensen dat daarvoor nu in aanmerking komt feitelijk daalt; dat ligt ook aan de economie. Dus ik vraag mij af of het uitgangspunt onder uw redenering deugt. U zegt nu wel dat u van alles weet, maar de cijfers die bekend zijn, zeggen volgens mij het tegendeel. Anders moet het college daarop maar antwoorden, maar volgens mij gaat u uit van een onjuiste aanname.
De heer Rennenber : Het is heel jammer dat u de jaarverslagen van de instellingen niet bekijkt, want daarin kunt u ieder jaar zien dat het stijgt. Armoede ÃćâĆňâĂİ sommige
mensen worden rijker en sommige mensen worden armer. De afstand wordt veel groter. Dat moeten wij met zijn allen zien te voorkomen, denk ik. Voorzitter: Vervolgt u uw betoog. U heeft daar nog ruim een minuut voor.
De heer Rennenber : Veiligheid, mijnheer de voorzitter, is voor het OuderenAppel altijd een onderwerp van grote aandacht geweest. Het jaarverslag van de politie maakte jarenlang deel uit van de beraadslagingen in de raad. Ik heb dit jaar tevergeefs op dat jaarverslag gewacht. Uiteindelijk heb ik zelf maar stappen ondernomen om het in handen te krijgen. Dat ging moeizaam, moet ik u zeggen. Wij vinden het belangrijk dat wij als raad regelmatig worden geinformeerd, zonder dat wij erom hoeven te vragen. Ook al geeft het jaarverslag aan dat Eindhoven in 2006 veiliger is geworden is mijn vraag: hoe staat het er nu voor? Gisteren las ik weer in de krant dat de permanente camerabewaking een beetje in het slop zit en dat de gedane toezeggingen uitblijven, terwijl de politie en de ondernemers vertellen dat toezicht hard nodig is vanwege overlast, geweld en drugshandel. Dat gaat niet goed. Ik vraag de portefeuillehouder mij antwoord te geven op mijn vraag hoe het er op dit moment voorstaat. Wat betreft de huisvesting, vooral van ouderen in gestapelde woningen, maken wij ons zorgen. In de afgelopen maanden bereikten ons regelmatig signalen van mensen die in geval van nood niet weten hoe zij de begane grond moeten bereiken. Mensen, mijnheer de voorzitter, zoals u en ik, die toch ook al op leeftijd zijn.. Voorzitter: Dat valt wel mee hoor.
De heer Rennenber : ..... maar kennelijk nog rap ter been, die mensen komen er wel! Maar mensen op achthoog met een rollator raken in paniek. Die weten zich geen raad en nemen gewoonlijk de lift, wat in sommige gevallen heel erg gevaarlijk is. Voorzitter: Nu is uw tijd om.
Verslagnummer xz
De heer Rennenber : Ik heb nog twee regels, mijnheer de voorzitter, en het is erg b e la n g rijk.
Voorzitter: Ik houd het in de gaten. De heer Rennenber : Een stroomstoot enik was er weer. U kent waarschijnlijk die uitspraak uit de reclamespot. Een defibrillator kan levens redden. Wij zouden graag zien dat er in onze stad mensen worden opgeleid die met een defibrillator kunnen omgaan en die in alle wijken op twee plekken aanwezig zijn. Dit zou in tijden van nood veel mensenlevens kunnen sparen en wij hebben daarvoor een motie ingediend die ÃćâĆňâĂİ dat geldt voor veel van onze moties ÃćâĆňâĂİ ondertekend zijn door de
lokale partijen. Ik vind dat de grote partijen hierin ook gerust hun verantwoordelijkheid mogen nemen en ons daarmee moeten of kunnen ondersteunen. Mijnheer de voorzitter, dank u wel voor de aandacht. Voorzitter: Punt! Dank u wel, mijnheer Rennenberg. Dan komt nu aan bod de fractie van het CDA. Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Voorzitter, dank u wel. Mijn bijdrage zal bestaan uit een algemeen deel en een meer concreet deel. In het algemene gedeelte zal ik kort ingaan op de inhoudelijke en financiele uitwerking van de voorjaarsnota en daarna zal ik een paar aandachtspunten bespreken, in enkele gevallen gevolgd door een motie. Allereerst hebben wij getoetst of het college de bij de voorjaarsnota gestelde kaders voldoende heeft verwerkt. Daarvan is inderdaad sprake. Zowel financieel als inhoudelijk kunnen wij grotendeels tevreden zijn. Er waren nog wat onduidelijkheden, maar die zijn door beantwoording van de technische vragen en tijdens de commissiebehandeling helder geworden. Het ziet ernaar uit dat we veel ambities uit ’Eindhoven een’ zullen kunnen gaan realiseren. Structureel en incidenteel worden er veel middelen besteed aan zaken uit het coalitieakkoord, met name aan de prioritaire thema’ s. Deze begroting is een prima basis om de komende jaren verder aan de slag te gaan. Er ligt ter behandeling een sluitende meerjarenbegroting voor. Dat is wederom een compliment waard. Ook nu heeft overigens het financiele tij meegezeten. Er is structureel meer geld uit het gemeentefonds gekomen. Ook voor de Wmo is veel extra geld van het rijk beschikbaar. Incidenteel was het beeld al zeer positief; dat kan er nu toe leiden dat we veel geld voor ons onderwijs kunnen reserveren. Dat is prima en van groot belang voor de stad. De urgentie met betrekking tot de vmbo’s hebben we middels een motie bij de voorjaarsnota benadrukt. Uiteraard moeten er uitgewerkte voorstellen naar de raad toe komen; dan doen wij de verdere inhoudelijke beoordeling. Om structureel wat meer armslag te krijgen, willen we samen met de Partij van de Arbeid, de Socialistische Partij en GroenL!nks het college vragen om 6 2 tot 6 2,5 miljoen te bezuinigen per 2009. We vragen het college om voorstellen daartoe bij de voorjaarsnota aan ons voor te leggen. Met de middelen die we willen
verslagnummer xz
reserveren door middel van de zogenaamde mandjesmotie hebben we dan meer ruimte voor een paar zaken die mogelijk nog geld vragen. Ik noem de integrale wijkvernieuwing, het groenprogramma, Spil, VTA’s en veiligheid. In 2008 zullen de personeelslasten stijgen, mede als gevolg van de toename van het aantal fte’sÃćâĆňâĂİ zo’n twintig ÃćâĆňâĂİ en hoewel dit goed verklaarbaar is ÃćâĆňâĂİ er zijn nieuwe taken zoals de
Wmo ÃćâĆňâĂİ blijven wij zorg houden over formatie-uitbreiding. Wij vragen derhalve bij
motie aan het college om permanente aandacht hiervoor. Deze motie wordt ondersteund door de Partij van de Arbeid, de Socialistische Partij, de VVD, ’leefbaar eindhoven’, Lijst Pim Fortuyn en inmiddels ook de ChristenUnie. De programmabegroting is wat ons betreft een steeds leesbaarder boekwerk aan het worden. Er zijn steeds meer concrete en meetbare doelstellingen in opgenomen en dat is nodig om als raad te kunnen toetsen of middelen goed besteed worden. We ontvingen recent het Biorapport ’meetbaarheid outcome doelstellingen’ en daarin staan veel waardevolle aanbevelingen, waardoor de programmabegroting nog kan verbeteren. We willen het college vragen om met voorrang de twaalf prioritaire bestuurlijke thema’s te voorzien van gewenste maatschappelijke effecten. Bij enkele thema’s is dat al geschied maar bij andere is dat nog erg beperkt; bij het thema Meedoen bijvoorbeeld, zijn de indicatoren nog niet naar outcome vertaald. Bij het thema Actievejeugd is de outcome weliswaar omschreven, maar niet gekwantificeerd. Wij bieden hierover een motie aan. Voorzitter, nu enkele opmerkingen over wat concrete ambities. Verbetering van de dienstverlening aan inwoners, instellingen en bedrijven is belangrijk en ook nodig. Er is een cultuuromslag nodig: nieuwe werkwijzen en een paar organisatiewijzigingen. Ook de ICT-voorzieningen behoeven verbetering. We hebben afgelopen weekend allemaal weer mogen meemaken hoe onthand we zijn als de server niet functioneert, met andere woorden, als de ICT niet toereikend is. Prettige begrotingsvoorbereiding was dat voor mijn fractie! Extra geld lijkt dan ook gerechtvaardigd, echter, E 6,3 miljoen is wel heel veel geld. Tot voor kort hadden we geen goed zicht op de verbeteringen die het college voorstaat en de geplande activiteiten. Inmiddels heeft u aangegeven wat u met het geld wenst te doen. Gisteren ontvingen we nog een toelichting op het zogenaamde management development. Wel willen we graag dat de gewenste effecten gekoppeld worden aan indicatoren, zodat wij kunnen volgen of de middelen goed besteed worden. Daarnaast vinden we dat de activiteiten ÃćâĆňâĂİ na de impuls van E 6,3 miljoen ÃćâĆňâĂİ zoveel
mogelijk met de reguliere budgetten en de structurele verhoging die we via deze programmabegroting fiatteren, moeten worden voortgezet. Ook daarvoor hebben wij een motie gemaakt die wordt ondersteund door de Socialistische Partij. Al vele malen hebben wij gemeld dat we de integrale wijkvernieuwing een majeur programma vinden. We hebben daaraan als raad steeds stevige impulsen gegeven. Het is dan ook geweldig dat het rijk in Eindhoven een drietal krachtwij ken heeft aangewezen, om nog meer impulsen te geven. Hiervoor zijn uitgebreide uitvoeringsplannen gemaakt door de gemeente, in samenwerking met de wijken. Of misschien wel omgekeerd zelfs. Wij vinden echter dat inzet voor de krachtwijken
verslagnummer xz
niet mag leiden tot vermindering van inzet c.q. geld voor onze actiegebieden en de andere wijkvernieuwingsgebieden. Met name voor de actiegebieden is een stevige bestuurlijke inzet nodig en voldoende middelen. Om dat te benadrukken hebben we samen met de Socialistische Partij een motie opgesteld. Deze is met name bedoeld om de vinger aan de pols te kunnen houden. De motie wordt gesteund door de Partij van de Arbeid, de VVD, ’leefbaar eindhoven’, Lijst Pim Fortuyn en wederom de ChristenUnie. Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter, mag ik iets vragen ter verheldering? Dat maakt het straks wat gemakkelijker. U noemt nu in een zin bestuurskracht en middelen in uw verhaal. In de motie die wij hebben gezien, staat niets over middelen, behalve dat het bij ge/ij kb/ij vende middelen is.
De heer Leenders: Wij hebben in de commissie van de wethouder gehoord dat zij nu voldoende middelen heeft om de actiegebieden aan te pakken. De motie is bedoeld om wat dat betreft een vinger aan de pols te kunnen houden. Mocht het zo zijn dat die middelen onvoldoende en niet toereikend zijn, hebben we als raad een signaal om daarmee iets te doen. Daar is de motie voor bedoeld. Mevrouw Breuers: Dus eigenlijk niet anders dan zoals wij het met andere dingen doen.
De heer Leenders: Feitelijk wel, maar wij vonden dit onderwerp belangrijk genoeg om er een signaal over af te geven aan het college. We hebben in de toelichting vermeld dat het vooral als een stevig signaal bedoeld is. Als u het had bestudeerd, had u dat kunnen weten. Mevrouw Breuers: Daarom heb ik het niet ondertekend, mijnheer Leenders. De heer Leenders: Dan moet u niet naar de bekende weg vragen. Mevrouw Breuers: Vandaar dus, dat ik verduidelijking vraag. Als u nu om extra middelen had gevraagd, hadden wij graag meegedaan. Maar alleen een extra bestuurlijk signaal? We verwachten dat het college alle beleidsterreinen volgt en zeker deze. Daarvoor hebben wij dat signaal niet nodig.
De heer Leenders: Wel, uw standpunt is duidelijk. Wij vinden het wel belangrijk genoeg en gelukkig velen met ons. Voorzitter, de gemeenteraad heeft recent een lichtvisie vastgesteld. Zeer onlangs hebben wij kennis kunnen nemen van het concept-lichtprogramma. Bij de behandeling van de lichtvisie hebben wij ÃćâĆňâĂİ en ook andere fracties ÃćâĆňâĂİ verzocht om bij
de uitwerking van het lichtprogramma de vervanging van de huidige evenementenborden op te nemen. Deze borden aan de invalswegen van Eindhoven zijn sterk verouderd. Zij hebben niet de uitstraling die past bij Eindhoven, leadingin
Verslagnummer xz
technology. Het college heeft eerder toegezegd, de vervanging binnen het bestaande budget te zullen realiseren. Aangezien vervanging van deze borden niet is opgenomen in het aangeboden lichtprogramma, en wij ons dus enige zorgen maken, willen wij het college oproepen om met voortvarendheid werk te maken van die vervanging. De heer Schut: Apropos, voorzitter! Mag ik mijnheer Leenders iets vragen? Hij heeft hier een zeer overtuigend verhaal over die borden en hij vindt dat het moet veranderen. Dat zullen velen met hem eens zijn, ook wij, de VVD-fractie. Echter, ik zocht uw amendement in het pakket en dat heb ik niet gevonden. Dat had ik graag
als ondersteuning van uw woorden gezien en wij hadden dat amendement graag mede ondertekend. De heer Leenders: Ik heb het nog niet ingediend, voorzitter. Dus... eh, even kijken, de auteur is van de Partij van de Arbeid..... De heer De la: Samen met mijnheer Hoe ben, nre collega! U bent van harte uitgenodigd, mijnheer Schut. Het is echter geen amendement maar een motie. Misschien zit daar uw punt.
De heer Leenders: Ik zal hem voorzichtig hier op de hoek leggen. Als u het aandurft hem te ondertekenen, mijnheer Schut, dan zou mij dat zeer welkom zijn. Apropos, het licht moet natuurlijk niet uit in de Lichtstad. Het voorstel om zuiniger om te gaan met licht, is welkom. Het Lumen Volumepak van Sakkers zal niet meer (ver)schijnen, maar we willen wel graag maatwerk. Daarbij is veiligheid van belang, maar uitstraling ook. Het licht van Glow, noch dat van de landingsbaan van Eindhoven Airport zal om 23.00 uur uit gaan. Een aantrekkelijk stadshart doet in het weekend zijn lichten uit, als de jeugd de stad intrekt. Wij nodigen de wethouder uit om hierover in de commissie met ons verder te praten. Wij zijn uiteraard blij met de opname van het thema Veiligheid als prioritair programma. Veiligheid vraagt onze permanente aandacht en bij veiligheid hoort wat ons betreft ook een adequate handhaving. Wij zaten dan ook met smart te wachten op een voorstel over de uitbreiding van het aantal stadswachten. Wij zijn voor dit moment tevreden met de toezegging van het college, dat er nog dit jaar een voorstel naar ons toe komt. Ik was afgelopen vrijdag met enkelen van u uit met ouders op het Stratumseind. Een geweldig initiatief, waarvoor onze complimenten. Uit een van de gesprekken die ik had, begreep ik dat de camera beveiliging op en rond het Stratumseind nog niet geregeld was. Ik dacht dat er was afgesproken dat de gemeente dit zou regelen als ook de ondernemers het nodige ÃćâĆňâĂİ zoals het
veiligheidsglas ÃćâĆňâĂİ zouden regelen. Ook de politie mopperde gisteren via de krant
over de beveiliging op het Stratumseind. Kan het college ons vertellen hoe het met de gemeentelijke inbreng staat? Ik neem aan dat hieraan geen financieel probleem ten grondslag ligt.
Verslagnummer xz
Het is goed dat wij cultuur als speciaal thema in de programmabegroting hebben opgenomen, voorzitter. Het is een omvangrijk dossier en er zijn veel zaken die nog geregeld moeten worden. Rond de zomer 2008 zullen we met elkaar een grondige discussie hebben, onder andere over de gewenste flexibiliteit in het cultuurdomein. Wat ons betreft zouden we willen komen tot een lager percentage aan structurele subsidies. Verder willen we graag komen te spreken over de voortgang van de uitwerking van de programmalijnen van de cultuurvisie, met name het broedplaatsenbelei d. Dan Muziek in ’t Groen.
Voorzitter: U hebt nog twee en een halve minuut, mijnheer Leenders. De heer Leenders: Dat moet lukken, voorzitter. Muziek in ’t Groen lijkt een acuut probleem te hebben. Wij vinden het een heel aardig evenement van veel enthousiaste vrijwilligers en vinden daarom de motie van de VVD zeer sympathiek. De schriftelijke reactie van het college van jongstleden vrijdag lijkt er echter op te duiden dat er helemaal geen financieel probleem aanwezig is. Wij zouden graag willen dat het college dit verheldert. Hoewel het als zodanig geen prioritair thema is, is sport toch van belang om even te noemen, temeer daar wij bij de voorjaarsnota twee initiatieven hebben genomen op dat gebied. U heeft de gewenste impuls tot verbetering van kleedaccommodaties prima vertaald in de programma begroting; ook over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de motie inzake de energiescans bij sportverenigingen zijn wij tevreden. Door de VVD is gevraagd om een verder proces van professionalisering van de Eindhovense marathon te ondersteunen. Het CDA staat daar positief tegenover. De burgemeester heeft hier als portefeuillehouder ook al positief op gereageerd. We willen het college graag de gelegenheid geven om uit te zoeken wat een zinvolle en noodzakelijke bijdrage daaraan kan zijn. Wat het CDA betreft is de marathon een fantastisch evenement. Het is opgezet door een vrijwilligersorganisatie, en dat moet in de kern ook zo blijven. Dat enkele kritische functies professioneler ingevuld dienen te worden om continuiteit te verkrijgen en mogelijk ook groei van het topsportgehalte te bewerkstelligen, kunnen wij ons echter wel voorstellen.
Tot slot, voorzitter, ik rond af. Wij zijn tevreden met deze programmabegroting en we zullen dus het voorstel tot vaststelling van de programmabegroting graag steunen. We hebben enkele moties en we zullen enkele initiatieven van andere
fracties steunen. Op recent ingediende moties en amendementen zullen wij pas in de tweede termijn reageren. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Leenders. Dan is nu het woord aan de Lijst Pim Fortuyn, mijnheer Reker.
Verslagnummer xz
De heer Reker: Dank u wel, voorzitter. Tijdens de commissiebehandeling van de programmabegroting 2008-2011 op 16 oktober jl. heb ik mijn waardering er al voor uitgesproken. Dat wil niet zeggen dat de Lijst Pim Fortuyn geen wensen meer heeft; integendeel zelfs. Hoewel voor geld niet alles te koop is, heeft onze fractie toch meer wensen dan de gemeente geld beschikbaar heeft. Laten we realistisch blijven: ook in de schatkist waarin de NRE-gelden zijn opgeborgen, begint de bodem snel zichtbaar te worden. Voorzitter, eerst onze wensen. Ze kosten geen geld maar leveren zelfs veel geld op. Onze eerste wens is om de bureaucratie in onze stad nu eens echt aan te pakken. Dat doen we niet door erover te blijven praten en ondertussen ÃćâĆňâĂİ zoals in het verleden maar ook nog in 2006 en 2007 is gebeurdÃćâĆňâĂİ
voor elke nieuwe dienst die wij als gemeente moeten leveren, telkens weer nieuwe medewerkers aan te nemen. Daarmee moeten we stoppen. Als ondernemer heb ik de ervaring opgedaan dat meer medewerkers ÃćâĆňâĂİ in dit geval meer ambtenaren ÃćâĆňâĂİ niet
automatisch zullen leiden tot een hoger netto resultaat of rendement; anders gezegd: tot een daadwerkelijk betere dienstverlening aan de inwoners van de fijne en bruisende stad Eindhoven. Meer gebruik maken van interne overplaatsingen en vermindering van het aantal ambtenaren door natuurlijk verloop moet ook in onze gemeente Eindhoven mogelijk en uitvoerbaar zijn. Voorzitter, ik zal het geheim van de smid maar direct verklappen: verbetering van dienstverlening begint door kortere lijnen uit te zetten. Met andere woorden: een platte organisatie, voor zover mogelijk en ambtelijk verantwoord is, maar ook door aandachtig en vooral beter te luisteren naar de wensen, vragen en verzoeken van inwoners en bedrijven uit onze stad. Uiteindelijk zijn zij het die deze stad maken en haar de uitstraling geven die zij verdient. Vervolgens dient men deze mensen en bedrijven bij aanvragen adequaat te adviseren en vooral te begeleiden, wat voor beide partijen tot een goed en ook tot een snel resultaat zal leiden. Neem hen letterlijk bij de hand, zou ik willen zeggen, uiteraard geheel binnen de spelregels van de wettelijke regelgeving. Het mag niet zo zijn dat door miscommunicatie tussen aanvragers en ambtenaren in de gemeentelijke dienst deze aanvragen ernstige vertragingen zullen oplopen, waardoor in het bijzonder de burgers en het bedrijfsleven zich een flinke financiele aderlating zullen moeten laten welgevallen. Helaas is het juist dat met dit probleem mijn fractie veelvuldig wordt geconfronteerd. Dat, voorzitter, is het enige dat echt telt voor de Lijst Pim Fortuyn: geef Eindhoven terug aan de inwoners van deze stad. Laat de democratie haar werk doen en laat de democratie zegevieren. Daar kunnen we morgen al mee beginnen. Dan komen de inwoners weer graag naar de stembus waarbij wij niet in angst en beven het opkomstpercentage hoeven af te wachten. Mijn fractie was blij verrast dat onze gemeentesecretaris enkele weken geleden de moed heeft gehad om deze sluipende maar ook besmettelijke ziekte aan de orde te stellen. Wij ÃćâĆňâĂİ de vier lokale partijen ÃćâĆňâĂİ hebben al eerder deze week via
een brief kenbaar gemaakt hem daarin te zullen steunen. Wij spreken dan ook graag de wens uit dat het college en de gehele raad achter het initiatief van de gemeentesecretaris wil gaan staan.
verslagnummer xz
Natuurlijk en ook gelukkig gaat het bij andere zaken in onze gemeente wel goed tot zeer goed zelfs. Echter, bij enkele essentiele afdelingen is nog veel eer te behalen. Ik wil zeggen: college, doe hier uw voordeel mee. De Lijst Pim Fortuyn is weliswaar voorlopig verdwenen uit de landelijke politiek, doch wij blijven een landelijke organisatie met plaatselijke partijen, en als zodanig zal mijn fractie vandaag eensgezind met de andere lokale partijen, 1eefbaar eindhoven’, het OuderenAppel en de Stadspartij, enkele moties en amendementen indienen. Gezien de tijd zal ik deze niet apart noemen; ze komen straks aan u voorbij. Een motie, voorzitter, waarom mij tijdens de laatstgehouden commissievergadering werd gevraagd, zal ik niet inbrengen omdat daarvoor de steun in deze raad tot nu toe ontbreekt. Het gaat om een motie om de stedenbanden die Eindhoven op ontwikkelingsbasis onderhoudt met vijf steden in de wereld, te beeindigen. In de laatste commissievergadering gaf een van de raadsleden aan dat hij of zij het contact met Bialystock in Polen overbodig vindt. In dezelfde vergadering deed de wethouder de toezegging om de stedenbanden in het college te evalueren. Daarmee neemt mijn fractie voor nu genoegen. Beter langzaam en goed, dan snel en zonder resultaat. Het uitgangspunt van de Lijst Pim Fortuyn is dat het belastinggeld, dat aan Eindhovense burgers toebehoort, beter in Eindhoven kan worden besteed. Ook hier, in uw straat en in mijn wijk, leven mensen onder of rond de armoedegrens, waaronder veel ouderen en mensen van allochtone afkomst. Juist zij mogen geen volledige AOW ontvangen. Met betrekking tot dat laatste dienen wij als lokale partijen verschillende moties in. Dat wil niet zeggen, voorzitter, dat mijn fractie afstand neemt van zaken die ik eerder heb benoemd, ondermeer de torenhoge subsidierelaties. Wat wij als gemeente Eindhoven bijvoorbeeld aan verslavingszorg verstrekken, het prostitutiebeleid en vele dubieuze stichtingen! Nee, integendeel. Ik mag veronderstellen dat het college hieraan ook zonder motie aandacht blijft schenken. Stringente hulp verlenen aan de voordeur is nog altijd beter dan dweilen aan de achterdeur. Voorzitter, ik kom bij mijn laatste punt. Wie toevallig gisteravond de uitzending van Nova heeft gezien, heeft kennis kunnen nemen van de uitspraken van Alex Brenninkmeijer, onze nationale ombudsman. Ook hij deed een indringende oproep aan lokale en nationale overheden. Ik citeer hem nu: "Zij staan nog veelvuldig met de rug naar de consument gekeerd", aldus zijn opmerkelijke reactie. Zijn advies aan landelijke en gemeentelijke overheden was dan ook om zich om te draaien naar de burgers in het land. De fractie van de Lijst Pim Fortuyn wil zich graag aansluiten bij deze woorden. Deze opmerking van onze nationale ombudsman, die overigens geen geld kost, kan wellicht gezien worden als een goed advies dat de Lijst Pim Fortuyn aan het college wil meegeven. Tot zover mijn eerste termijn. De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, ik heb een paar vragen aan de Lijst Pim Fortuyn als het mag. Mijnheer Reker, voor mij is het niet helemaal duidelijk geworden hoe dat nou zit met die lokale partijen, maar dat kan ook hebben gelegen aan de snelheid van uw betoog. De ene keer profileert u zich als Lijst Pim
verslagnummer xz
Fortuyn en op het andere moment gaat het over die vier lokale partijen. Dat u gezamenlijk een brief heeft geschreven aan de gemeentesecretaris dat u zijn pogingen steunt om het beleid wat op te schonen, om het maar even zo te zeggen, vind ik heel verstandig. Ik hoop dat u echter ook inziet dat dit soms wat weerstand kan oproepen bij ondernemingsraden, maar dat is een andere discussie. U heeft voor de zoveelste keer gezegd dat u tegen de stedenbandencontacten bent en ik zou heel graag willen weten of dat nog steeds uw opvatting is of ook die van de andere drie. Dat zou mij namelijk heel erg verbazen.
De heer Rennenber : Mijnheer de voorzitter! Mag ik daarop reageren?
De heer Van den Bi elaar: Heel graag! De heer Rennenber : Mijnheer Van den Biggelaar weet heel goed dat een partij als het OuderenAppel zich heel graag wil inzetten voor mensen die het moeilijk hebben, ook over onze landsgrenzen heen. Dat is altijd ons uitgangspunt geweest en het staat in ons programma. Leest u ons programma eens, mijnheer Van den Biggelaar. Voorzitter: Maar er werd aan mijnheer Reker gevraagd namens wie hij gesproken heeft. De heer Reker: Inderdaad, voorzitter, en ik zal mijnheer Van den Big gelaar graag antwoorden. De vier lokale partijen zijn en blijven lokale partijen met elk hun eigen verkiezingsprogramma. Gezien de tijd en ook gezien het rendement is het met betrekking tot een aantal zaken beter om samen te voegen. Die samenvoeging vindt u straks terug in de moties en amendementen. U vindt ook een motie of amendement waarvoor maar twee partijen hebben getekend in plaats van vier. Dat moet kunnen, zonder dat wij daarover wrijving krijgen. Dus wat u ook probeert, wij zijn met vier lokale partijen die samen gaan als het kan. Wij hebben dan zeven zetels. Als het niet kan, als een partij het niet ziet zitten of er anders over denkt, heeft ieder van ons de vrijheid. Terugkomend op de stedenbandencontacten: het is de wens van de Lijst Pim Fortuyn om die te beeindigen. Ik heb er met de andere lokale partijen niet over gesproken, dus zolang dat niet het geval is, praat ik vanuit mijn eigen hart en vanuit mijn eigen Lijst Pim Fortuyn.
De heer Van den Bi elaar: De reactie van mijnheer Rennenberg heeft mij erg gerustgesteld. Ik ga ervan uit dat de andere partijen u daarin ook niet steunen. Voorzitter: We stoppen nu deze discussie. U heeft uw spreektijd heel goed gerespecteerd, mijnheer Reker. Het woord is nu aan de ChristenUnie, mijnheer Jansen.
Verslagnummer xz
De heer Jansen: Dank u wel, voorzitter. Vooraf: het doet mij deugd dat het begrip normen en waarden in deze discussie al heel wat vaker viel dan een jaar geleden, toen ik het aanstipte. Daar ben ik blij mee. Ik wil mijn bijdrage in deze eerste termijn beginnen met een positieve waardering.....
Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter! Heeft de ChristenUnie daarvoor een verklaring?
De heer Jansen: Ik doe een constatering; de verklaring zal ik proberen te bedenken. Voorzitter, ik hervat mijn bijdrage, nee, ik was al bezig! Voorzitter: U heeft al wat tijd geconsumeerd.
De heer Jansen: Ik wil beginnen met een positieve waardering uit te spreken voor hetgeen al is bereikt en voor wat als begroting voor ons ligt. Al heeft het college economisch de wind mee, je moet wel kunnen zeilen om op koers te blijven, zodanig dat je niet onnodig overstag hoeft, dus je moet scherp aan de wind blijven. Het CDA zei dat het college het tij mee heeft, maar ik zeg daarbij: laat het tij niet verlopen. Goed beleid maken en uitvoeren met het oog op de tegenwinden die kunnen opsteken. De ChristenUnie complimenteert u met wat er nu voorligt aan beleid, maar we zullen de uitvoering scherp blijven volgen. Het Bijbelboek Spreuken ÃćâĆňâĂİ ook bekend als het Boek der Wijsheid ÃćâĆňâĂİ zegt: "als beleid ontbreekt, komt
het volk ten val maar er is zegen als er goede raadgevers zijn." College, u beschouw ik als raadgevers in deze. Verder staat er: "De zegen van de Heer maakt rijk; zwoegen voegt daar niets aan toe." Daarmee wil ik uw werk ook enigszins relativeren. Het gaat ons en onze stad in grote lijnen erg goed. Het gaat ons voor de wind, zoals ik al zei, en wij zijn daar dankbaar voor. Ik spreek dat hier publiekelijk uit en ik weet dat anderen zich daarin wel zullen kunnen vinden maar het hier zo
niet noemen. Voorzitter, we verwachten dus een stevig begrotingsbeleid, zodanig dat achterstanden worden weggewerkt en dan denken wij aan krachtwijken, actiewijken en bijbehorende infrastructuur. We verwachten dat er geen open rekeningen naar de toekomst worden geschoven of zullen ontstaan, bijvoorbeeld schoolgebouwbeheer. Maar ook op het gebied van kunst en kunstinstellingen; De Negende is al genoemd. We verwachten dat er ruimte wordt gemaakt voor toekomstig beleid, wellicht op het gebied van vmbo-scholing maar ook werk voor allen, een belangrijk punt. Zeker ook wat betreft veiligheid, wat al door menigeen hier werd genoemd. We verwachten dat de verantwoordelijkheden op gebied van energie en milieu worden genomen. Daaronder valt wat de ChristenUnie betreft ook groen, hoewel ook dat in balans moet zijn dus ook duurzaam en energiearm bouwen. Daar komen wij zeker nog een keer op terug. Ten slotte verwachten wij dat bereikbaarheid en bedrijvigheid in balans zijn en blijven. Doorstroming, de verkeersinfrastructuur. Voorzitter, wij zijn dus tevreden over de gevolgde aanpak. We zijn ook tevreden met de aanpak die de raad ÃćâĆňâĂİ misschien wel het presidiumÃćâĆňâĂİ
Verslagnummer xz
heeft voorgesteld voor deze vergadering en deze behandeling van de begroting en met het werk dat de griffie erin heeft gestopt: het vooraf verzamelen van moties en amendementen en deze keer op keer weer rondsturen, zelfs zodanig dat het systeem het niet meer aankon, zo was onze indruk! Maar, in alle ernst, ik moet zeggen dat dit erg efficient en nuttig is voor een kleine partij zoals wij nu nog zijn. Het heeft ons dan ook geholpen. We kunnen ons met heel wat ingediende voorstellen vereenzelvigen en tekenen er in enkele gevallen voor mee. Andere moeten we nog wat nader bekijken. Met betrekking tot een drietal punten overwegen wij een motie, hoewel u die vanmorgen pas hebt kunnen zien. Ik hoop dat ik nog wat medeondertekenaars kan vinden dus ik zal ze nog niet indienen. Ik kondig ze slechts aan. Een ervan gaat over bereikbaarheid en bedrijvigheid. Het is voor ons een zorg hoe de doorstroming, met name die in de stad, te lijden heeft. Er gaat veel aandacht uit naar het programma Bereikbaarheid Zuidoost Brabant en wij willen toch nog een keer opnieuw nadrukkelijk pleiten voor verbetering van doorstroming in de stad. Het afstellen of beter instellen van verkeersregelinstallaties; alle technische mogelijkheden benutten. We zijn zowaar vanmorgen geholpen met een signaal uit de ambtelijke organisatie dat het niet alleen voor auto’ s, maar ook voor andere verkeersstromen nodig is. Hierbij valt te denken aan voetgangers en fietsers en wij ondersteunen dat van harte. We willen dat er meer rekening wordt gehouden met de doorstroming in plannenmakerij en uitvoering en dat er ook onderzoeken komen om die doorstroming in de stad te verbeteren en daarmee de Randweg te ontlasten. De motie Bereikbaarheiden bedrijvigheid ligt bij mij; voor zover u er kennis van hebt kunnen nemen, hoor ik graag uw commentaar erop. De tweede gaat over de stille reserves van het Van Abbemuseum. We praten hier steeds over geld dat naar allerlei instellingen moet en wij dienen een motie in waarbij we voorstellen om opgeslagen kunst in de kelders van het museum in te zetten om nieuwe kunst aan te kopen. Daarop komt het in het kort neer. Een derde motie gaat over de ozb-tarieven. We vinden dat wij als stad in onze positie te hoog zitten wat dat betreft. We vragen om in de komende jaren naar een niveau te gaan dat onder het landelijk gemiddelde ligt. Voorzitter: U heeft nog twee en een halve minuut. De heer Jansen: Dank u, voorzitter. Deze moties kosten wat ons betreft nog geen geld dus die vraag kan achterwege blijven. Ik zal kort refereren aan de moties over personeelsbeperking. Wij aarzelen of we daarin zullen meegaan, want er ligt nog een vraag aan de wethouder open om een benchmark fte’s uit te voeren, zodat we niet alleen kijken of het aantal fte’s een beetje past bij wat wij hier allemaal doen, maar dat wij ook zelf als raad een spiegel voor krijgen gehouden: alle vragen en onderzoeken die wij toch iedere keer weer weten op te hoesten en waarvoor echt capaciteit gevraagd moet worden.
Verslagnummer rz
Voorzitter, ik rond af. We hebben al met enkele moties meegetekend en zullen dat met enkele andere moties nog doen. We wachten het vervolg van de beantwoording graag af. Dank u wel. Voorzitter: Heel hartelijk bedankt, ook voor het respect van uw spreektijd. Dan is nu het woord aan de laatste fractie voor de pauze en dat is de Partij van de Arbeid. Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, in mijn bijdrage zal ik kort terugkomen op onderdelen die besproken zijn tijdens de commissiebehandeling van de begroting. Vervolgens zal ik een paar moties van de Partij van de Arbeid toelichten. De nadruk in mijn bijdrage zal liggen ÃćâĆňâĂİ dat heb ik eerder aangekondigd ÃćâĆňâĂİ op het thema
Veiligheid.
De Partij van de Arbeid is zeer tevreden met deze begroting. Hiermee wordt op goede wijze verdere uitvoering gegeven aan het coalitieprogramma ’Eindhoven een’. Het college heeft de wensen van de raad, zoals die naar voren kwamen bij de behandeling van de voorjaarsnota, verwerkt en heeft bijvoorbeeld het thema veiligheid opgenomen in haar speerpuntenprogramma. Verder is de fractie van de Partij van de Arbeid het eens met de wijze waarop het college voorstelt de ontstane ruimte structureel en incidenteel te benutten, namelijk op jeugdbeleid, op onderwijs en in de krachtwijken. Tijdens en na de commissiebehandeling heeft het college ons duidelijkheid gegeven ten aanzien van de door de Partij van de Arbeid ingebrachte onderdelen. Op een onderdeel heeft zij die duidelijkheid echter niet kunnen geven en dat betreft de voorstellen rond de Talentcenters. Reeds bij de voorjaarsnota heeft onze fractie aangegeven, de onderbouwing ervan onvoldoende te vinden en ook na de commissiebehandeling zijn wij nog niet overtuigd van het concept. Met name de feitelijke meerwaarde ervan voor de Eindhovense burgers komt onvoldoende uit de verf, met andere woorden: wie wordt er beter van in de stad? Wat is de concrete doelstelling ervan? Worden er allerlei bestaande zaken ondergebracht die nu op incidentele basis plaatsvinden en waarvoor geen structurele financiering voorhanden is of ligt er een visie aan ten grondslag op basis waarvan er zaken onder gaan vallen? Die visie zouden wij dan graag verduidelijkt zien. Wij hebben de behoefte, voorzitter, om enkele moties van de Partij van de Arbeid van toelichting te voorzien. Ik begin bij motie 18 over het vmbo. Voor het eerst zijn er middelen beschikbaar en dat is op de eerste plaats een compliment waard. Tijdens de commissievergadering meldde de wethouder dat de voorgestelde bedragen gebaseerd zijn op normen uit de onderwijshuisvestingsverordening. Echter, eerder hebben wij met zijn allen vastgesteld dat die verordening eigenlijk niet meer houdbaar is omdat deze puur in vierkante meters rekent en geen rekening houdt met ruimte die noodzakelijk is in verband met inhoudelijke vernieuwingen in het vmbo. Een leerplek zoals een goed uitgeruste garage waarin praktische vaardigheden in autotechniek kunnen worden opgedaan, moet
Verslagnummer xz
bijvoorbeeld gerealiseerd kunnen worden. Bijgaande motie vraagt het college zich niet uitsluitend te baseren op de vierkante meters uit de verordening, maar juist de gebouwtechnische gevolgen van inhoudelijke vernieuwing in het onderwijs mee te blijven nemen. De motie over schoolbegeleiding heeft de fractie van de VVD reeds toegelicht. Voor de Partij van de Arbeid is de politieke boodschap helder: er moeten duidelijke middelen beschikbaar blijven voor schoolbesturen en voor scholen om te besteden aan schoolbegeleiding. Er is nu geen aanleiding om te bezuinigen op schoolbegeleiding. De heer Jansen: Mag ik even ter verduidelijking vragen of u de onderwijsbegeleiding bedoelt? Is dat gelijk aan schoolbegeleiding?
Mevrouw Van den Bi elaar: Ja. De heer Jansen: Oke, maar er wordt in de motie over onderwijsbegeleiding gesproken.
Mevrouw Van den Bi elaar: Ja, sorry. Op onze vragen over onderwijsbegeleiding als bestrijding van onderwijsachterstanden verwijst de wethouder veelvuldig naar de educatieve agenda. Voor ons blijft onduidelijk welke middelen waarvoor worden ingezet en gebruikt, en blijft onduidelijk op welke wijze de raad zicht heeft, en dus sturing en controle houdt op besteding van de daarvoor bestemde middelen. Ik zal daaraan nu verder geen motie verbinden, maar wij hebben de behoefte om dit onderwerp uitgebreid met de wethouder te bediscussieren tijdens een commissievergadering. Ik kom tot het voortijdig schoolverlaten. Op initiatief van de Partij van de Arbeid heeft de raad gevraagd om een actieplan voortijdig schoolverlaten. Het document dat wij onlangs van het college ontvingen, voldeed niet aan onze verwachtingen. Wij zaten niet te wachten op een actieoverzicht, maar wilden heel duidelijk nieuwe initiatieven die snel tot resultaat moeten leiden. Begrijp me goed, wat er in staat is op zich niet verkeerd, maar is naar ons idee niet echt gericht op resultaten op korte termijn. De Partij van de Arbeid gaf u als suggestie een herpositionering van het Bureau Leerplicht mee, door die leerplichtambtenaren nu maar eens echt naar de scholen toe te sturen. In andere gemeenten is dat erg succesvol omdat het moment van schoolverzuim, het moment van registratie en het moment van reactie op het verzuim dichter bij elkaar liggen. Spijbelende jongeren kunnen veel sneller in de kraag worden gevat. De wethouder onderschrijft deze suggestie blijkbaar, zo nam ik aan naar aanleiding van haar opmerking tijdens de commissievergadering. Zij gaf echter als reactie dat wij dat in onze gemeente al gerealiseerd zouden hebben. Dit laatste kunnen wij uit het actieoverzicht nog niet afleiden, vandaar onze motie. Kunstgrasvelden! We houden het hier bij vragen. Lang verwacht! De criteria voor verdeling in de stad zijn bekend en daarin kunnen wij ons vinden. Uit de
Verslagnummer rz
commissievergadering menen wij begrepen te hebben dat nog deze zomer velden gerealiseerd gaan worden, prachtig! De raadsinformatiebrief heeft het ook nog eens over twaalf of dertien extra velden. Kunt u ons aangeven, zeker ook vanuit het belang van de betreffende verenigingen, wat dit dan aan extra middelen gaat kosten en wanneer u de realisatie daarvan in gedachten heeft? Tot slot naar de begroting, voorzitter. Ik kom nu tot onze beschouwing over het thema veiligheid. Wij hebben hieraan de titel meegegeven ’Meer veiligheid in een sterke en sociale stad.’ Het is de ambitie van de Partij van de Arbeid om met het coalitieakkoord ’Eindhoven een’ de stad sterker en socialer te maken. Wat ons betreft zit het college op de goede weg. Het gaat goed met de economie en werkgelegenheid. Onze stad en regio zijn aantrekkelijk voor de vestiging van bedrijven. Er zijn minder mensen afhankelijk van een uitkering. Er zijn acties ingezet om armoede in onze stad terug te dringen. Er wordt geinvesteerd in mensen, in de kwaliteit van hun leefomgeving en in voldoende betaalbare woningen. In goed onderwijs, in ontwikkeling van mensen, in actief burgerschap, in sociaal beleid en maatschappelijke opvang. In een sociale stad kunnen mensen zich thuis voelen en Eindhoven moet een stad zijn waar onze mensen zich thuis voelen. Om dat te bereiken is veiligheid essentieel. Het legt de basis voor heel veel andere zaken. Een winkelier kan pas goed zaken doen als hij in een veilige winkelstraat zit. Je kunt alleen leuk uitgaan als het veilig is op het Stratumseind. U kunt met goed fatsoen aan bewoners van krachtwijken niet vragen om verantwoordelijkheid te nemen voor de sociale samenhang in hun wijk als de gemeente niet in staat is om essentiele veiligheid te garanderen. Het was op basis van deze overwegingen dat de Partij van de Arbeid bij de voorjaarsnota de speerpuntenlijst van het college geamendeerd heeft door het thema veiligheid daaraan toe te voegen. In de begroting die nu voor ons ligt, heeft het college het thema veiligheid inderdaad opgenomen maar het is opvallend dat er ÃćâĆňâĂİ in tegenstelling tot alle andere
opgenomen thema’s ÃćâĆňâĂİ geen investeringen voor 2008 zijn opgenomen. Eerlijk
gezegd zijn wij hierdoor niet echt verrast; wethouder Mittendorff suggereerde immers bij de voorjaarsnota al dat op dit thema niet meer stuwkracht ontwikkeld hoefde te worden en dat het wat haar betrof ook niet als prioriteit opgenomen hoefde te worden. De Partij van de Arbeid is hiervan niet overtuigd. Ja, we weten dat met het Veiligheidshuis wordt beoogd, de veiligheidsaanpak in de breedte te versterken. Maar alleen met het opzetten van een structuur zijn we er niet. Wij denken dat er sneller en adequater opgetreden moet worden in situaties van onveiligheid. Net als het OuderenAppel hebben wij behoefte aan recente informatie. Wij krijgen signalen dat in een paar stadsdelen de overlast door jongeren toeneemt. Voorzitter, het mag en kan niet zo zijn dat goedbedoelde initiatieven van burgers moeten stoppen. Ik verwijs nog maar eens naar een situatie die zich onlangs voordeed in Woensel Zuid. Omdat een paar rotjong de boel dwarszitten! Zij zijn niet de baas in onze stad! Wij krijgen signalen dat bepaalde groepen jongeren, met name van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst oververtegenwoordigd zouden zijn als het gaat om geweldsdelicten. Wij horen een
verslagnummer xz
percentage van ruim 60’/o en dat het daarbij vaak zou gaan om recidive. Dat zou betekenen dat een relatief kleine groep zorg voor een groot aandeel in deze delicten. Het vraagt naar ons idee om een harde aanpak van degenen die voor geen enkele rede vatbaar zijn. Hoe staat het met de drugsgerelateerde criminaliteit? Hoe staat het met de georganiseerde criminaliteit? Hoe staat het met overlast door verslaafden en daklozen? De Partij van de Arbeid heeft bewondering voor de professionals en de vrijwilligers die elke dag hun best doen om de stad leefbaar en veilig te houden, echter, zij ervaren een tekort aan middelen, een tekort aan buurtbrigadiers en een tekort aan interventiemedewerkers. We hebben er nu twee en die zijn er nog maar tijdelijk ook. Er is een tekort aan voldoende gekwalificeerde jongerenwerkers en zeker niet in de laatste plaats: waar blijven de toegezegde toezichthouders? Er is ook een gebrek aan voorzieningen. Er is in het verleden bezuinigd op de buurtwerkplaatsen en op Bureau 25 Plus. Er wordt gevraagd om een mobiele bromfietsklussenbus en alternatieve vormen van tijdsbesteding. Voorzitter, met alleen handhaven en straffen zijn we er niet! Natuurlijk, wie niet horen wil, moet voelen. Wij kunnen ons echter enorm veel geld, tijd en ergernis besparen door in te zetten op preventie. Ontsporing kost ons vele malen meer. Het zal een kunst zijn om een goed evenwicht te vinden. De wethouder zal ons waarschijnlijk gaan vertellen dat in verschillende onderdelen van deze begroting middelen voor veiligheid zijn ondergebracht. Ik hoor wethouder Mittendorff ons al meedelen dat er op dit terrein al heel veel gebeurt. Wij missen echter een samenhangend plan van aanpak dat gebaseerd is op een actuele Eindhovense misdaadanalyse, inclusief daderprofielen. Tempo is geboden; we willen ruim voor de behandeling van de voorjaarsnota een dergelijke misdaadanalyse en plan van aanpak van het college ontvangen. Op basis daarvan kan de raad verantwoorde financiele keuzes maken met betrekking tot intensivering van het veiligheidsbeleid, zodat Eindhoven zich in de toekomst ook kan profileren als een veilige stad. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Schut. De heer Schut: Ik wil iets aan mevrouw Van den Big gelaar vragen. Zij hield een imponerend betoog over veiligheid en ik moet zeggen dat ik met plezier naar haar woorden geluisterd heb. Er ontbreekt aan dat verhaal echter iets: het is te weinig van dit en te weinig van dat, maar ik heb het woord ’camera’ s’ niet gehoord. Dat had ik er graag bij gehoord: "te weinig camerabewaking" of "wij willen camerabewaking" of "wij willen meer camerabewaking", in elk geval: het woord ’camera’ kwam in uw betoog niet voor en dat vind ik een omissie.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, de Partij van de Arbeid dringt bij het college aan op de inzet van camera’ s. Wij hebben hetzelfde signaal gekregen dat u ook gekregen heeft.
Verslagnummer rz
De heer Schut: Ik kan alleen maar verwijzen naar de binnenstadsschouw die we vanmorgen hebben gehad. Ook daar werd duidelijk de vraag gesteld: "waar blijven de camera’ s?" "Wanneer doet u nu iets, gebeurt er nu iets?" "Is er geld voor die camera’ s?"
Mevrouw Van den Bi elaar: Volgens mij zijn wij het eens, mijnheer Schut. De heer Schut: U bent de grootste partij en ik denk dat u de kar moet trekken. U zit in het college. Als het van u niet komt, van wie dan wel?
Voorzitter: Deze interruptie is voltooid. Daarmee hebt ook u, mevrouw Van den Biggelaar, de u toegewezen spreektijd zeer goed gerespecteerd. Dank u wel. Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter, ik heb twee vragen voor de Partij van de Arbeid. Voorzitter: Dat mag.
Mevrouw Breuers: De derde is daarnet al door mijnheer Schut gesteld, over de camera’ s. Er kwam vanmorgen ook even een ander effect van camera’s aan de orde, mijnheer Schut, en dat is het warerbedeffect. Dat kwam ook ter sprake. Dat even voor mijnheer Schut. U noemt twee zaken, mevrouw Van den Biggelaar, namelijk "wij willen essentiele veiligheid garanderen". Wat is dat? En "wij zijn voor een harde aanpak". Hoe ziet die eruit?
Mevrouw Van den Bi elaar: Om met die harde aanpak te beginnen: de Partij van de Arbeid heeft steeds gepleit voor een evenwicht tussen preventie en repressie. Repressie moet er zijn voor diegenen die echt niet willen. Die harde aanpak kan uit verschillende dingen bestaan; straffen lijkt ons een heel goede aanpak. Adequaat straffen lijkt ons een goede aanpak. Voor mensen die onmachtig zijn om iets aan de situatie te doen, denken wij dat preventieve maatregelen nodig zijn. Ik waag mij hier op deze plek niet aan concrete voorbeelden want dan openen wij een discussie waarover iedereen een mening heeft. Ik ben geen criminoloog of socioloog. Het is ook niet onze taak om als politici de oplossingen te gaan zitten bedenken. Ik vraag het college om tot adequate aanpak te komen. Hard waar het nodig is en preventief waar preventie kan volstaan. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Gerard vroeg nog het woord. Mevrouw Breuers, wilde u nog een keer terugkomen?
verslagnummer xz
Mevrouw Breuers: Ja, ik ben blij dat de combinatie repressie en preventie bij de Partij van de Arbeid nog steeds leeft, dat is een. Maar essentiele veiligheid garanderen, daarover had ik ook nog om een uitleg gevraagd.
Mevrouw Van den Bi elaar: Wij merken dat in de buurten de gemeente vaak een beroep doet op inzet van bewoners om in hun wijk of hun straat verantwoordelijkheid te nemen, activiteiten te organiseren en sociale cohesie te bevorderen. Maar wij horen die bewoners tegelijkertijd aangeven dat het een rotzooi is in hun straat, dat er zaken worden vernield en dat er ’s nachts overlast en herrie is. De bewoners geven aan dat zij dan de politie wel bellen, maar dat daarop niet wordt gereageerd. Dat zijn dingen waarvan wij denken dat het voor mensen in onze stad essentiele veiligheidszaken zijn. Voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: Ik heb ook twee vragen, voorzitter. De ene gaat over de camera’ s. Deze raad heeft een soort kader gesteld waarbinnen het plaatsen van camera’ s aanvaardbaar is. Ik veronderstel dat u dat kader nog steeds hanteert?
Mevrouw Van den Bi elaar: Ja. De heer Gerard: Dat betekent dat het niet zomaar overal kan.
Mevrouw Van den Bi elaar: Daarvan ben ik mij bewust, ja. De heer Gerard: Goed. Het tweede is dat u een verhaal over veiligheid heeft waarnaar ik met interesse heb geluisterd. Het is een aardig overzicht van knelpunten, maar u doet geen concreet politiek voorstel.
Mevrouw Van den Bi elaar: Wij kunnen nu geen politiek voorstel doen, mijnheer Gerard, omdat wij recente misdaadgegevens missen en een plan van aanpak. Pas als wij een totaaloverzicht hebben, kunnen wij concrete politieke keuzes maken. Het college kiest er nu voor om het veiligheidsbeleid niet extra te intensiveren. Op basis van de gegevens waarover wij nu beschikken, kan ik niet zien of dat nu toereikend is. Ik vraag het college nu dus om een raadsinformatiebrief, ruim voor de behandeling van de voorjaarsnota, dus niet een week van tevoren. Ik vraag van het college ruim voor de voorjaarsnota een overzicht van cijfers en van eventuele manieren van aanpak, zodat wij op basis daarvan een verantwoorde keuze kunnen maken. Dan pas kunnen wij een politieke keuze maken. De heer Gerard: Dat vraagt u nu dus aan het college. Gaat u er indien nodig ook nog een schriftelijk verhaal van maken? Gaat u er een motie of amendement van maken als dat nodig mocht zijn?
verslagnummer xz
Mevrouw Van den Bi elaar: U hebt wellicht gezien dat in de bekende mandiesmotie, die aan mij wordt toegedicht, intensivering van het veiligheidsbeleid staat vermeld als mogelijk structurele opdracht aan het college. Ik heb gedacht dat een en ander in die zin wordt meegenomen naar de voorjaarsnota. Voorzitter: Dank u wel. Ik concludeer dat hiermee de eerste termijn van de zijde van de raad is voltooid. We zijn iets uitgelopen, hoewel er met respect met de spreektijd is omgegaan. Ik stel voor dat we nu schorsen om daarna de eerste termijn van de zijde van het college te beluisteren. Wij schorsen tot 20.20 uur. Dank u wel. Griffier: Dames en heren, u gaat zodadelijk naar beneden voor de maaltijd. We zijn met veel meer mensen dan gewoonlijk zijn en we hebben plaatsen gereserveerd voor de raadsleden, de commissieleden, voor het college en voor de mensen die strikt nodig zijn bij de ondersteuning van deze vergadering. Ik vraag aan u of u daar goed op wilt letten. Er zijn dan daarna nog plaatsen open waar u als gast kunt gaan zitten. Er zijn waarschijnlijk te weinig couverts. (SCHORSING van de vergadering j
Voorzitter: Dames en heren, mag ik u vragen om snel plaats te nemen? De beraadslagingen zijn hervat. Ik geef daartoe het woord aan het college, als eerste aan wethouder Don.
De heer Don: Geachte raadsleden, geachte mensen thuis. Ik ga in de eerste termijn beginnen met de beantwoording van uw opmerkingen, vragen, moties en amendementen. Ik wil allereerst het ambtenarenapparaat bedanken voor de krachtsinspanning die het toch elke keer weer is om te komen tot een goede, uitgewerkte begroting. Het hoofd van de afdeling control, Ad Verbakel, wil ik daarvoor in het bijzonder bedanken. Wat mij betreft leggen wij een goede begroting neer. Een begroting die meer dan sluitend is en zelfs een structureel overschot van bijna 6 0,5 miljoen kent. Een begroting waarin we richting geven aan belangrijke ontwikkelingen: huisvesting, onderwijs, investeringen in jeugd, krachtwijken, dienstverlening, Wmo, Plaza Futura; allemaal zaken waarvan er in elk geval twee door u als raad gewenst zijn. Ik kijk naar de onderhuisvesting en ik zal niet zeggen dat dit een diepgekoesterde wens van de raad is, maar het is wel een wens uit 2004 om te komen tot een sluitende huisvestingsaanpak van de drie vmbo-scholen. Wij hebben daaraan de internationale school toegevoegd. Vervolgens Plaza Futura, ook een wens die door een groot deel van de raad is uitgesproken. We geven hier een duidelijke richting aan om dat op te lossen.
Verslagnummer xz
Wij hebben onze bestuursprogramma’s ontwikkeld; dat heb ik bij de voorjaarsnota ook al gezegd. Daarin geven wij op andere gebieden duidelijk richting hoe wij de komende twee en een half jaar nog verder aan de slag willen gaan. Ik zal ze niet allemaal noemen; de basis is ’Eindhoven een’. Daar de tijd beperkt is, wil ik nu graag kort enkele items aanhalen die u als raad heeft uitgesproken en daarna wil ik reageren op de amendementen en moties en daarover u mijn gevoelens kenbaar maken. Het gaat om de moties en amendementen die mijn portefeuille betreffen. Mevrouw Breuers, u hebt opmerkingen gemaakt over de intensivering van de onderwijshuisvesting. Daarover heeft u uw zorgen uitgesproken, onder andere ook over het niet aan bod komen van enkele andere aspecten. U hebt ook gezegd dat u graag 6 2 miljoen wilt reserveren voor groen en ecologie en dat u dat ten laste van de internationale school wilt doen. Goed, daar zal zodadelijk door de collega’s wel op gereageerd worden. U hebt daarnaast ook gezegd dat u iets van een bezuiniging wilt doorvoeren.... nee, dat was u niet, maar mijn aantekeningen kloppen helaas niet helemaal. Wij hebben hier voor de langere termijn naar mijn mening wel een heel duidelijke strategie neergelegd. Die strategie is in de onderwijskant terug te vinden en aan de jeugdkant. U hebt volgens mij aangegeven dat u die langere termijnvisie een beetje vindt ontbreken. Volgens mij waren dat uw vragen die mijn portefeuille betroffen. Mevrouw Breuers: Als wethouder van financien zou u ook nog kunnen ingaan op het hoofddeel uit mijn betoog en dat was dat we met zijn allen hebben afgesproken dat we richtinggevend op weg gaan naar de voorjaarsnota. Bij de behandeling daarvan gaf het college aan dat wet 40 miljoen bestemden en dat we met < 20 miljoen voorzichtig moesten omgaan met het oog op onvoorziene omstandigheden. Dat doen we nu niet en nu komt u wel met de inzet van die 6 20 miljoen. Als u dat bij de voorjaarsnota had verteld, hadden wij ons er met elkaar over kunnen buigen en dan hadden we samen de afweging kunnen maken. Mijn betoog naar aanleiding van de commissiebehandeling was, dat blijkbaar zelfs het college niet kan aangeven hoe het die afweging heeft gemaakt, behalve door middel van de constatering dat wij allemaal voor een goed @mbo zijn. De heer Don: Die< 20 miljoen hebben we in de voorjaarsnota inderdaad niet gespendeerd. We hebben bij de voorjaarsnota op zeker moment gezegd datje niet alles in een keer kunt uitgeven. De wens met betrekking tot het vmbo lag toen op tafel; die is door de raad uitgesproken. Hier, in uw gremium is uitgesproken dat we richting moeten geven aan de volkshuisvesting. Wij hadden toen het financiele doorkijkje naar de toekomst niet. Die% 20 miljoen is mede tot stand gekomen door de extra inkomsten die wij van het rijk op structureel niveau genereren, waardoor je incidenteel wat meer geld kunt vrijmaken. Toen wij het zicht wel hadden, overwogen wij om het complete pakket rond te gaan maken. In uw ogen verdient dat kennelijk niet de schoonheidsprijs; die opmerking maakte mevrouw Schreurs
Verslagnummer xz
ook. Ik kan mij daarbij iets voorstellen, maar wij konden toen de financiele ruimte niet voorzien die we nu wel hebben en die we ook nu hebben aangegeven. Wij konden dus niet voorzien dat we het hele pakket rond huisvesting nu wel rond zouden kunnen maken. Nogmaals, de lijn die wij hebben gekozen komt niet aus dem 8lauehinein vallen. Uiteindelijk lag de huisvestingsvraag voor de vmbo’s er al en daaraan hebben wij uiteindelijk invulling gegeven. Mijnheer Schut, op uw moties en amendementen kom ik zodirect terug. Eerst wil ik ingaan op uw opmerking over de NRE en uw zorg om zorgvuldigheid. Die zorg deel ik met u. Zodra zich ontwikkelingen binnen het NRE-verhaal voordoen, zal ik geen beslissingen nemen zonder daarover de commissie te hebben geraadpleegd. Ik bedoel het laatste onderdeel van de deal, het splitsen van de aandelen voor Macquarie en de gemeente Eindhoven of het herfinancieren van een gedeelte daarvan. Dat wil ik duidelijk stellen. Ik zal niets onomkeerbaars doen rond het dossier NRE en ik kom bij u terug zodra er iets over te melden is. Ik hoop dat ik daarmee uw zorgen uit de lucht heb genomen. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, mag ik iets vragen ter verduidelijking? Gaat het uiteindelijk om een collegebesluit of zegt u hiermee dat de raad de knoop doorhakt?
De heer Don: In principe heb ik hierover in het college nog niet gesproken, maar ik kan mij voorstellen dat ik voor zo’n zwaarwegende beslissing naar de raad ga. Mijnheer Gerard, ik heb van u wat moties gekregen waarop ik zodadelijk bij u zal terugkomen. Een korte opmerking: ik voel veel voor de bezuinigingen die u hebt aangekondigd in een motie die door enkele andere partijen wordt gedragen. Ik wil direct antwoord geven op mijnheer Van Bussel, die iets aangaf over E 50 miljoen van de plank en E 60 miljoen voor het onderwijs die we aan de andere kant weer gaan bezuinigen terwijl het economisch zo goed gaat. Volgens mij is het een teken van goed rentmeesterschap dat je altijd kritisch blijft kijken naar je uitgavenpatroon. Afgelopen jaar hebben wij kritisch gekeken naar onze organisatiestructuur en hebben wij gekeken in hoeverre wij binnen die structuur nog bezuinigingen zouden kunnen doorvoeren. Die E 2 aC 2,5 miljoen die mij mogelijk per motie wordt opgedragen, is erop gericht om met name inhoudelijk te kijken of je niet een paar dossiers op inhoudsniveau zou kunnen afsluiten en op die manier’ 2 a E 2,5 miljoen vrij zou kunnen spelen. Nogmaals, volgens mij hoort dat bij goed beheer van je financiele organisatie. Mijnheer Vleeshouwers, over de NRE heb ik kort al iets gezegd. U hebt een motie ingediend over het rapport van Bio; daarover zal ik zodadelijk kort iets zeggen. Van de ID-kaart kreeg ik een klein kriebeltje. Enerzijds gaat u altijd voor duidelijkheid, transparantie en SMART. En nu hebben wij zoiets als een kostprijs SMART geformuleerd! Smarter dan dit kan het haast niet! En nu zegt u: ja, dan kun je toch wel een beetje uit de marge halen? Dat vind ik wat lastig. En om dan te zeggen dat het in principe geen geld kost... het kost wel geld! Wij hebben duidelijk
verslagnummer xz
afgesproken dat wij tegen kostprijs een aantal zaken aan burgers verstrekken. Dit is de kostprijs. Het rijk brengt er vervolgens door middel van opcenten een verhoging in aan. Dat doet het rijk. Wij moeten afdragen aan het rijk. Als wij dat moeten compenseren, betekent dit dat het de gemeente geld kost en dat wij dus van het kostprijsbeginsel afwijken. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, even een kleine reactie. Ik had eigenlijk tot de tweede termijn willen wachten, maar dit is te leuk. Het gaat er mij niet om dat wij hier heel duidelijke bedragen hebben, maar om het feit dat ik niet kan rijmen dat de ene ID-kaart de gemeente 6 30 kost en de andere vrijwel vergelijkbare stadspas de gemeente maar 6 2 kost. Dat kan er bij mij niet in. De heer Don: Dan ga ik ervan uit dat de stadspas onder de kostprijs zit. Tel alle bewerkingen erop en eraan maar op.
De heer Vleeshouwers: Maar dat is geld dat wij uiteindelijk reserveren. In ons raadsvoorstel reserveren wij bijna 6 400.000 voor 200.000 passen. Dat is 6 2 per pas en ik neem aan dat daar niet veel meer geld voor nodig is. Of er worden stiekem andere potjes gebruikt, maar die indruk had ik niet. Dus als u mij een lol wilt doen, verklaart u mij dan het verschil tussen die twee passen. Dan kunnen we de discussie een stuk smarter maken. De heer Don: Ik concentreer me nu op de ID-kaart omdat ik nu geen zicht heb op de prijsopbouw van de Stadspas. Het zou best zo kunnen zijn dat wij die Stadpas als service aan de bewoners willen uitreiken en dat de 6 2 die het kost alleen maar is
voor het stukje plastic. Het kan een service zijn dat iedere Eindhovenaar een Stadspas krijgt. We hebben met betrekking tot identiteitsbewijzen, paspoorten en vergunningen afgesproken om dat zoveel mogelijk tegen kostprijs te doen. Het is uw goed recht om daarop generiek een uitzondering te maken. Ik zal dat u ontraden omdat wij dan alleen met betrekking tot de ID-kaarten een keus maken. Waarom dan niet op de rijbewijzen of de paspoorten? Die keuzes kun je ook maken; waarom wel op een bepaalde vergunning en op een andere niet? Ik vind dat lastig en ik ontraad u een dergelijke motie dan ook. Als u dan toch in die richting wilt fantaseren, heb ik misschien nog wel een tip voor u. Waarom niet alle veertienjarigen hun eerste ID-kaart gratis geven? Een ID-kaart is vijf jaar geldig. Als alle veertienjarigen er eentje krijgen, zou ik dat goed kunnen plaatsen. Goed, dat is iets om verder over na te denken. De heer Van Bussel: Mag ik ook even? Wethouder, een opmerking. Het fenomeen IDkaart is in mijn optiek in het leven geroepen omdat een paspoort vrij duur is. Daarvoor moest een goedkoop alternatief gevonden worden. Op dat moment is de basis onder dit fenomeen weg, omdat het dan onderhand 75
Verslagnummer xz
wordt. Dan is het principe van de identiteitskaart totaal weg. De basis is dan weg en volgens mij refereert mijnheer Vleeshouwers vooral daaraan. De heer Don: Dat snap ik natuurlijk wel, maarik heb dat niet verzonnen! U moet bij de minister in Den Haag zijn. Die verzint dat er een goedkope kaart moet komen en die zet er vervolgens extra opcenten op. Dat is de lijn die in Den Haag wordt bepaald. De heer Van Bussel: Als ik nog even mag, u bent nu juist de wethouder die af en toe zegt dat wij het in Eindhoven niets vinden als Den Haag weer met iets komt. U houdt dan vol dat wij het hier anders doen. Dat weet ik te waarderen op sommige punten. Dat hoeft u niet als argument te gebruiken.
De heer Don: Ik gebruik het nu als argument omdat ik ook een beetje op de centen moet letten. Volgens mij heb ik u al een heel mooie gedachtenrichting aan de hand gedaan die volgens mij logischer in elkaar zit. Volgend jaar hebben we de discussie weer en dan hebben we volgend jaar weer te overwegen of Den Haag weer komt, en of we dan de kaart iets duurder moeten maken of iets goedkoper. Geef het dan gratis voor een categorie inwoners van de stad. Dat zijn de veertienjarigen. Volgens mij is dat een fairder systeem dan wanneer je elk jaar weer opnieuw moet gaan bakkeleien of je wel of niet de kostprijs van de ID-kaart moet hanteren. Maar goed, ik ben in mijn uitspraken al veel verder gegaan dan ik wilde. Ik heb al eens gezegd dat we rijk zijn en dat we toch moeten bezuinigen en toch dief 60 miljoen moeten investeren in het onderwijs. Ik wil erbij zeggen dat we de voorgenomen investering in onderwijshuisvesting natuurlijk per dossier laten terugkomen in de raad. U moet er dan zelf uw besluitvorming over doen. Wij hebben nu aangegeven dat wij graag de NRE-gelden ÃćâĆňâĂİ want daarover gaat het
grotendeels ÃćâĆňâĂİ die we nu op de plank hebben liggen, willen reserveren voor
onderwijshuisvesting. Als u het te hoog of te laag vindt, zullen wij u ervan moeten overtuigen door middel van de dossiers die eronder komen te liggen. De heer Van Bussel: Voorzitter, ik wilde met mijn opmerking zeggen dat u het gewoon uit uw normale begrotingspotjes moet zien te dekken als het een reguliere taak is. Als u allemaal tegenvallers heeft, ontbreekt het aan dat geld. Nu zegt u: ha, we hebben eens iets verkocht, een energiebedrijf, en dan kan ik nu mijn reguliere taken eens gaan uitvoeren voor een jaar of zes! Daartegen maak ik bezwaar. Als u het vmbo-beleid serieus neemt, moet u dat gewoon met gewone middelen betalen en niet dekken met een toevallige meevaller. Dat is oneigenlijk. Dan staat u niet echt voor dat beleid. De heer Don: Daar snap ik niets van. Als we een mooie spaarpot hebben door middel van incidentele middelen, en die bij wijze van spreken voor veertig jaar gaan inzetten... hoe kun je nu voor jezelf een mooier rendement creeren? Je kunt
Verslagnummer xz
dan ook zeggen: we hebben die spaarpot en die gaan we vol verve inzetten voor een termijn van veertig jaar; dat is ongeveer de afschrijvingstermijn voor onderwijshuisvesting. Volgens mij zijn we dan op een heel fatsoenlijke manier bezig om het geld voor langere termijn uit te smeren. Dat heeft er weinig mee te maken of je er echt voor gaat, en het structureel gaat vrijmaken. We hebben het geld, incidenteel en structureel. Structureel kan ik het voor langere termijn niet financieren, maar dat is ook niet nodig. Het ligt incidenteel op de plank! Volgens mij zijn we heel verstandig bezig. Als ik 6 1.000 of’ 10.000 krijg, en ik heb de keus tussen een nieuwe auto of een nieuwe aanbouw, dan is die auto misschien wel heel aantrekkelijk maar de aanbouw aan mijn huis is op langere termijn misschien wel verstandiger. Dat levert namelijk een meerwaarde op voor mijn huis. Investeren in onderwijs ÃćâĆňâĂİ dan moet ik mijnheer Gerard gelijk geven ÃćâĆňâĂİ wil nog niet zeggen dat je
daarmee ook de kwaliteit in het onderwijs vergroot. Je kunt echter binnen die nieuwe huisvesting ook inhoudelijk proberen een stap verder te maken, zeker als je het commitment van de drie vmbo’s hebt, maar nu duik ik wel erg diep in de portefeuille van mevrouw Mittendorff. Ik denk echter dat je een heel mooie combinatie hebt. De heer Van Bussel: Nog een opmerking, voorzitter, en dan stop ik er echt mee want we komen toch niet nader tot elkaar. Als u de oude vmbo-school daar neerzet, die dan nieuw is, moet u op dat moment uw begrotingsplaatje zodanig maken dat u het geld over veertig jaar weer hebt. Dat wordt afschrijven genoemd. Als u dat ordentelijk doet, hoeft u niet naar oneigenlijke middelen te grijpen. U zegt dat het geld nu veertig jaar weer goed is belegd, maar voor hetzelfde geld doet u dat in glasvezel of in een ander initiatief. Die renderen ook goed.
De heer Don: U weet dat financiering van onderwijshuisvesting op een andere wijze plaatsvindt dan door middel van eenmalige investering met afschrijvingssystematiek. U weet ÃćâĆňâĂİ als u terugkijkt op het verleden ÃćâĆňâĂİ hoe
onderwijshuisvestingsfinanciering heeft plaatsgevonden; hoe die overgeheveld is naar de gemeente. U weet dan ook drommels goed dat wij nooit een fatsoenlijke afschrijving hebben kunnen opbouwen omdat wij jaarlijks door het rijk worden gecompenseerd voor onderwijshuisvesting. U weet dat die systematiek rondom onderwijshuisvesting dus niet op gaat. Voorzitter: Gaat u verder, mijnheer Don. De heer Don: Mijnheer Van Bussel, de ID-kaart heb ik behandeld, meer of minder. U geeft aan dat u van DSOB twee afdelingen wilt maken. Wij zijn nu rondom DSOB een lijn aan het uitzetten in het kader waarvan we kritisch kijken naar verschillende sectoren daarin. We gaan er ook over overleggen met de centrale ondernemingsraad, om te toetsen of de plannen goed zijn. We hebben er een visie
Verslagnummer xz
op ontwikkeld; een splitsing in twee zal een splitsing in vier zijn, maar we kijken er kritisch naar. Nu zal ik mijn tempo wat verhogen. Mevrouw Schreurs, uw financiele opmerking heb ik bij de vragen van mevrouw Breuers al een klein beetje beantwoord. U heeft een motie en die wil ik er even uitpikken omdat ik het een interessante motie vind. U signaleert wat ontwikkelingen, onder andere inzake het elektronische kindvolgsysteem, die ver kunnen ingrijpen in de private levenssfeer van onze burgers. Ik geef dit als voorbeeld van een ontwikkeling; er zijn ook andere te bedenken en u heeft de behoefte uitgesproken om eens te kijken welke positie je als gemeente en gemeenteraad ten opzichte daarvan zou kunnen innemen. U pleit voor meningsvorming hierover. Ik steun uw pleidooi om met een commissie te komen en het college wil daaraan graag deelnemen. Het is goed om een kritische visie te ontwikkelen; een Eindhovens kritisch vermogen ten aanzien van enkele van deze ontwikkelingen. Dat wil ik uitgesproken hebben. Mijnheer Rennenberg, u hebt gelijk dat het Seniorenperspectief er nog niet is. Tot mijn spijt! Ik heb het aanstaande maandag in het college liggen voor een eerste zienswijze en een week later voor de tweede. Het komt dus op korte termijn naar u toe in de commissie. Ik ben benieuwd naar uw reactie erop. U hebt moties ingediend en daarop kom ik zodirect terug. Mijnheer Leenders wil ik bedanken voor het compliment. U heeft iets gevraagd over de bezuinigingen en daarop heb ik al antwoord gegeven. Ook u heeft een motie over het Biorapport en de outcome doelstellingen; daarop zal ik zodirect antwoorden.
Mijnheer Reker, tot mijn plezier bespeurde ik een ondersteuning ten aanzien van de begroting. U blijft kritisch ten aanzien van de inzet van de ambtenaren en daarover wil ik graag iets zeggen, misschien tegen de gehele raad. Heeft u een idee hoeveel producten of diensten wij als gemeente leveren? Een quiz. Het zijn er rond de honderd. Dat zijn producten en diensten van uiteenlopende aard. Als uw riolering niet naar behoren werkt, belt u de gemeente, ook als het huisafval niet wordt opgehaald, als u een inburgeringscursus nodig heeft of een bijzondere bijstandsaanvraag. Dan zijn er wat kleinere zaken zoals een paspoort of een IDkaart, relatief eenvoudig te realiseren. We leveren een heel breed palet van producten en diensten in deze stad. Dat doen we in een politiek spanningsveld. Kijk maar: je kunt wel tien minuten praten over een ID-kaart. Ambtenaren maken uren om voorstellen, vragen en moties uit deze zaal te beantwoorden en om het politieke debat te voeden. Daarover heb ik geen waardeoordeel; zo loopt het. We hebben in dit bedrijf menskracht nodig. Daarmee moeten wij kritisch omgaan en we moeten goed kijken of nieuw binnenkomend werk niet door reeds zittende medewerkers kan worden gedaan. Echter, wij krijgen het werk soms met wagonladingen tegelijk binnengeschoven. Denkt u maar aan de Wmo en aan de Wet lnburgering die wordt verwacht. Ook denk ik aan opdrachten die bij u vandaan komen. Het is altijd spannend hoe je het werk weggezet krijgt. Ik kan dus niet altijd uitsluiten dat er geen nieuwe medewerkers voor nodig zijn. We kijken kritisch hoe
Verslagnummer xz
we reeds zittende medewerkers die ergens over zijn, ergens anders kunnen inzetten. Dat is prima, maar ik kan niet uitsluiten dat we geen nieuwe medewerkers nodig hebben. Ook de communicatie: het hebben van een systeem van raad en college dat niet alleen politiek is maar ook inhoudelijk, en een ambtenarenapparaat, betekent dat je vrij strakke procedures moet hebben. Procedures werken bureaucratie in de hand. Een gemeente is niet te vergelijken met een bedrijf. Een gemeente is niet te vergelijken met een werkgever zoals waarvoor ik hiervoor heb gewerkt. Het is een heel ander soort bedrijf. Na anderhalf jaar wethouderschap mag ik wel zeggen dat ik heb gemerkt hoe ongelooflijk complex de situatie soms is voor medewerkers, voor de raad maar ook voor het college om erin te werken en om zaken goed voor elkaar te krijgen. Dat zaken beter kunnen.... daarmee zijn we bezig. U hebt de gemeentesecretaris ervoor gecomplimenteerd. Het is waar dat we er hard aan werken, dat we weerstand hebben, dat we hobbels hebben en dat we het af en toe niet al te slim aanpakken, maar de gemeente is niet te vergelijken met een standaard bedrijf. Dat is onmogelijk. Dat is mijn emotionele pleidooi om aan te geven dat u voorzichtig moet zijn met uitspraken zoals u deed: "ach, dan zetten we wat minder ambtenaren in en dan komt het goed." Zo werkt het helaas niet. Ik zou het soms wel willen, want hoe minder mensen, hoe minder communicatie, hoe minder interactie, echter, wij moeten het vaak hebben van onze interactie. Wat mij betreft is het punt dus afgerond. Daarmee heb ik echter uw boodschap wel goed gehoord hoor mijnheer Reker.
De heer Reker: Ik mag daarop toch kritisch blijven? De heer Don: U moet kritisch blijven! Dat is uw taak!
De heer Reker: Natuurlijk is een gemeentelijk apparaat niet te vergelijken met het bedrijfsleven. Maar in het bedrijfsleven zijn voor een boutje, een moertje en een nippeltje niet drie mensen nodig. Daar kan een persoon dat af. Dat kan bij de gemeente dikwijls ook wel. Zelfs in het ambtelijk apparaat geven ambtenaren aan dat het hier wel wat minder kan. De heer Don: Dat ben ik heus wel met u eens, mijnheer Reker. Op sommige
afdelingen kan het inderdaad met wat minder, maar op andere afdelingen moet het met meer. Natuurlijk sturen wij daarop en u moet zeker kritisch blijven. Het CDA doet dat ook met de motie die zij daarvoor indienen. De heer Reker: Daarvoor worden wij betaald, voorzitter. De heer Don: De ChristenUnie ÃćâĆňâĂİ mijnheer Jansen, u krijgt uw antwoord op de
benchmark. Ik wil u trouwens nog bedanken voor uw compliment dat wij raadgevers zijn, maar, hoe zal ik dat netjes zeggen, wij zijn ook wel calvinistisch
Verslagnummer xz
opgevoed dus we lopen niet gauw naast onze schoenen. Ik bedank u voor uw compliment. Stevig begrotingsbeleid zegt u en geen open rekeningen naar de toekomst. Verantwoordelijk beleid, bereikbaarheid. U hebt wat thema’s genoemd die van belang zijn en waarop wij ook trachten zo goed mogelijk te sturen. Ik ben ervan overtuigd dat u aan de bel zult trekken als dat niet goed gaat. De benchmark die ik u bij de voorjaarsnota heb beloofd, is blijven liggen. Er wordt hard aan gewerkt om die zo vlug mogelijk af te maken. Deze zal een antwoord geven wat betreft de inzet van personeel bij de gemeente Eindhoven in relatie tot andere gemeenten. Het geeft een zeker objectief criterium waarmee je andere gemeenten met Eindhoven kunt vergelijken en waardoor je ook kunt zien of het relatief veel, weinig of neutraal is wat betreft de inzet van personeel. Op uw motie kom ik zodirect terug. Mevrouw Van den Biggelaar, ook u bedankt voor uw compliment. Uw opmerkingen richtten zich niet zozeer op mijn portefeuille. Ik ga nu naar de amendementen en ik zal dat vlot proberen te doen. Ik begin met A.01, leges ID-kaarten. Daar heb ik zojuist al over gezegd dat ik die niet zou willen omarmen, maar misschien wel op een andere manier. A.02, verbetering doelstellingen programmabegroting. Daarbij krijg ik warme emoties, dus die zou ik willen omarmen. Het Wmo-budget van GroenLinks, maar ik pak direct ook even die van de VVD erbij. Ik heb nog eens even goed nagerekend of ik mijzelf als Wmowethouder niet tekort doe. Wij hebben een ruim Wmo-budget van het rijk gekregen. Wij hebben onze Wmo-nota gepresenteerd, die u voor de eerste zienswijze heeft gezien. Enkele van onze plannen zijn erin neergelegd en de financiele onderbouwing van die plannen is in de begroting, althans in het raadsvoorstel, verwerkt. Ik heb nog wat achter de hand, namelijk een WVGvoorziening die ik zou hebben gebruikt om het eventuele tekort voor dit jaar op te vangen. Dat bleek niet nodig te zijn en dat is een bedrag van ongeveer’ 900.000. Als ik mocht concluderen dat ook dat nog te weinig is, kan ik u melden dat er in het huidige Wmo-budget sprake is van onderuitputting. Ik zou mij dus kunnen voorstellen dat ik zou kunnen ingaan op het verzoek van uw raad om een deel van die onderuitputting over te hevelen naar 2008. Op die manier heb ik gerekend en volgens mij heb ik dan het geld dat ik denk nodig te hebben in 2008 voldoende onderbouwd in de begroting. Ik heb dan nog een buffer achter de hand voor innovatie en het opvangen van eventuele klappen. Uw motie, hoezeer ik deze ook waardeer vanonder mijn Wmo-pet..... De heer Schut: Voorzitter, ik dacht dat wij het over een amendement hadden. U bent nu twee zaken door elkaar aan het halen. De heer Don: Dat klopt, sorry! Ik heb het over amendement A.05. De heer Schut: En dat ontraadt u?
verslagnummer xz
De heer Don: Die ontraad ik. De tippelzone doet mevrouw Mittendorff. Ja, de beantwoording van het amendement. Grappig he? Als je het over de tippelzone en een mevrouw hebt, wordt er gelachen. Ik weet niet wat voor gedachten daarachter zitten! Goed, we gaan verder. Amendement A.08, de verhoging van het tarief van de identiteitskaart; daarover heb ik al iets gezegd. Dan ga ik naar de moties. Ik kom bij motie M.06, toename personeelslasten. Een motie die breed is ingediend en dat betekent: kritisch kijken naar hetgeen wij nu al doen en deze motie zou mij steunen in mijn verdere beleid. Bezuiniging structureel geld, motie M.07. Daarover heb ik iets gezegd, namelijk dat ik die graag zou willen omarmen. Motie M.08, wachtlijsten Ergon: die motie wil ik overnemen want het betreft een onderzoek en dat onderzoek wil ik graag uitvoeren, ook in relatie tot de nieuwe Wet op de Sociale Werkvoorziening die eraan komt. Motie M.09, het wensenmandje. Daar wil ik iets aan toevoegen. Wij hebben zelf al aangekondigd dat wij in de ruimtelijke investeringsagenda ook nog wel wat willen investeren. Dat zou ik graag aan het wensenmandje toevoegen; er staat al iets over in ons raadsvoorstel. Deze thema’ s, prima, als u dat wenst kunnen wij ons als college daarin vinden. Ik verwacht echter dat er misschien links en rechts nog wat bij komt, maar dan zal ik mij opnieuw moeten uitspreken. Motie M.11, evenredige woonlastenverzwaring ozb. Dat is een lastige. Ik kan geen afwijkingen doen in het ozb-tarief. Het is een tarief dat je vaststelt en dat voor alle groepen burgers gelijk is. Ik weet niet of u het overzicht al heeft gezien van mij, maar dat krijgt u dan in elk geval voor 13 november a.s. Ik heb een overzicht gemaakt van hoe de ozb is opgebouwd in verschillende prijsklassen van huizen. U zult daarin zien dat de lagere prijsklassen juist wat betreft de ozbstijgingen worden ontzien. Er zit ook een rationale achter. Ik heb dat overzicht zelf al gezien en ik was even in de veronderstelling dat u het ook had gezien. Voor de commissievergadering van 13 november a.s. ligt het bij u. Het zal dinsdag in het college komen en dan kunnen we erover spreken.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voor de duidelijkheid, dat zou dan betekenen dat de motie overbodig is. De heer Don: Dat hij overbodig is, ja, maar dat hij ook niet kan in deze vorm. Ik kan
geen onderscheid maken in ozb-tarieven. De heer Schut: Met andere woorden: ontraden. De heer Don: Ontraden. Dank u. Dan motie M.14, de outcome criteria. Die zou ik willen omarmen. Motie M.22, de AOW-breuk, een trendstudie. Mijnheer Rennenberg, wij hebben al wat gegevens van AOW-ers die onder bijstandsniveau leven. Die gegevens hebben wij al op de plank liggen dus een trendstudie is misschien wel een heel groot woord. Ik kan u wel een analyse geven van hoe het nu is en hoe zich dat mogelijk gaat ontwikkelen. Ik omarm de motie dus. De groente-
Verslagnummer xz
en fruitmotie vind ik lastig. Inkomensondersteuning voor groente en fruit kan ik niet geven. Dat is een categorale inkomensvoorziening en die mag ik wettelijk gezien niet verstrekken. Ik zou de motie graag meer in de richting zien als een intensivering van een campagne vanuit de GGD, misschien specifiek onder ouderen. De heer Rennenber : Voorzitter! De heer Leenders: Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de wethouder? Ik had eigenlijk verwacht dat u erop zou wijzen dat we nog geld voor armoedebeleid hebben. We hebben ook een TaskForce armoede ingesteld; breng dat soort ideeen nu naar die TaskForce. Die komt dan wel met voorstellen. Ik vind het ÃćâĆňâĂİ laat ik het
voorzichtig zeggen ÃćâĆňâĂİ eigenlijk een beetje onfatsoenlijk ten opzichte van de
TaskForce als we daarover nu uitgebreid gaan discussieren en besluiten dat we dit wel doen en dat niet. De heer Don: Zoals ik het inschat, zal de TaskForce met enkele beleidsrichtlijnen komen uit de breedte van de gemeente hoe je met armoede en sociale uitsluiting moet omgaan. Ik denk dat die echt met beleidsvoorstellen komt en wat minder met concrete maatregelen, zo schat ik in.
De heer Leenders: Maar die concrete maatregelen zijn, naar ik aanneem, wel gebaseerd op die beleidsvoorstellen. Dan zouden we toch even een pas op de plaats moeten maken. De heer Don: Ik kan in principe pas op de plaats maken, maar zoals het hier staat zou ik het toch niet kunnen uitvoeren. Dus ik ontraad de motie.
De heer Rennenber : U ontraadt hem? De heer Don: Ik moet hem ontraden, ik kan hem niet omarmen.
De heer Rennenber : Ja, kijk, het was natuurlijk niet onze bedoeling om iedereen zomaar een bos wortelen te geven, maar om te zorgen dat in bepaalde perioden van het jaar mensen iets ruimer in hun middelen komen te zitten om ook eens een keer gezond te kunnen eten. Rond Kerstmis bijvoorbeeld of rond Pasen. De heer Don: Maar zelfs als ik het zou willen, los van de TaskForce armoede, ik zou het niet kunnen. Het is een categorale inkomensvoorziening die ik dan tref en dat kan niet. Dat is wettelijk voorgeschreven. Net zo goed als ik mensen met een
warmte...
Verslagnummer xz
De heer Gerard: Ik hoor de wethouder zeggen dat hij blij zou zijn als er eventueel zou worden gereserveerd voor een campagne van de GGD voor gezond eten. Dat past bij het lokale gezondheidsbeleid dat al in het mandje zit. Het zou daar misschien bij ondergebracht kunnen worden. Dat lijkt mij eerlijk gezegd ook logischer dan apart geld voor groente en fruit op basis van het armoedebeleid. De heer Don: Dat verwoordt u goed. Mijnheer Rennenberg, motie M.25, de stroomstoot. Op zich een mooie gedachtengang, maar ik weet niet hoeveel van die apparaten wij nu in de stad hebben hangen. Ik ontraad u de motie in deze vorm, maar als u in uw motie aangeeft dat u misschien eerst eens een onderzoek wilt laten uitvoeren hoeveel van die apparaten wij hebben hangen en hoeveel vrijwilligers we al hebben, zou ik kunnen meegaan.
De heer Rennenber : Maar dat is ook de bedoeling van de motie. De motie geeft niet aan dat wij die apparaten perse willen hebben maar wij willen een onderzoek naar de mogelijkheid. Er zijn al diverse steden en ook dorpen die dat doen. Eindhoven Brainport moet toch minstens in staat zijn om een actieplan te ontwikkelen. De heer Don: Maar aan een actieplan gaat een onderzoek vooraf. Op basis van het onderzoek dat ik u dan presenteer kunnen we tot een actieplan komen.
De heer Rennenber : Dus als ik het actieplan verander in een onderzoek....? Oke. De heer Don: Ja, prima.
De heer Gerard: Wethouder, in hoeverre ligt dit op gemeentelijk terrein? De heer Don: Voor een groot deel ligt het niet op gemeentelijk terrein, nee. Het ligt op het terrein van de GGD, de brandweer en de politie. Vandaar ook dat ik eerst een onderzoek zou willen doen: in hoeverre gebeurt het nu al en in hoeverre kun je er de GGD bij betrekken? Daar kun je wel zo’n impuls van verwachten tot het voeren van actie in de stad, maar dan zou ik eerst dat onderzoek moeten doen. Nu motie M.29.
De heer Gerard: Sorry, voorzitter, mijnheer Don, u zegt heel subtiel iets anders dan er staat. U zegt: "een onderzoek doen of....." en de motie zegt: "een actieplan ontwikkelen, want het is al duidelijk."
De heer Don: Mijnheer Rennenberg heeft daarnet al toegezegd dat hij het woord actieplan zal veranderen in onderzoel;. Als dat gebeurt, is het een motie waarmee ik uit de voeten zou kunnen. Mijnheer Schut, het Wmo-huis omarm ik en dat heb ik u al eens gezegd.
verslagnummer xz
De heer Schut: Dat hebt u inderdaad al een keer gezegd, maar dat was op een onofficieel moment. Ik heb de indruk dat dit een zeer officieel moment is, dus ik ben blij dat u nu hier in deze raadszaal zo duidelijk ja zegt. De heer Don: U weet wel dat ik enige ambtelijke capaciteit heb ingezet om te kijken hoe een Wmo-huis vorm moet krijgen. Maar, mijnheer Schut, u was niet bij de commissie en daar hadden wij het ook al gezegd. Ik snap wel dat u het bevestigd wilt hebben.
De heer Schut: Sinds men de commissies allemaal aan de wethouders ophangt, kan ik niet overal meer bij zijn, sorry. De heer Don: Motie M.32, de ozb-tarieven. Ook dit is een nobel streven om ervoor te zorgen dat het ozb-tarief net onder het landelijk gemiddelde uitkomt. Waarom zou ik het doen? Uiteindelijk hebben we een goed voorzieningenniveau in de stad. Ik zeg het een beetje voor de vuist weg, maar ik denk dat wij in de stad een meer dan gemiddeld voorzieningenniveau hebben. Gezien het promillage zitten wij op het gemiddelde. Wij overvragen de burger niet op dat gebied. Ik denk dat wij een heel mooi ozb-tarief hebben in relatie tot het service- en voorzieningenniveau in de stad. Het is wel een aardig cadeau om de burger een paar tientjes minder te laten betalen op het ozb-tarief; dat is mooi. Maar ik moet dat toch ergens aan relateren? Ik relateer het aan wat wij hier als stad voor burgers organiseren en leveren. We gaan niet omhoog; dat hebben we in het coalitieakkoord heel duidelijk afgesproken. Dat wil ik ook niet. We hebben afgesproken dat we het alleen met de inflatie zullen corrigeren en dat doen we op deze manier dus ook. De aanleiding ontbreekt om hiermee verder iets te moeten. De heer Jansen: Voorzitter, even als reactie. Ik hoor van u dat er een notitie onderweg is waar ik erg benieuwd naar ben. Wij zitten op een gemiddeld niveau of we zitten erboven. Bij de vorige behandeling hierover zei u dat er een notitie onderweg was.
De heer Don: Over de opbouw van de ozb over de verschillende prijsklassen van de huizen. Die notitie is onderweg en dan heeft u een heel mooi overzicht De heer Jansen: Dan wacht ik dat af.
De heer Don: Oke. Ik ben door mijn moties en amendementen heen.
Voorzitter: Is er nog iemand die de wethouder iets wil vragen? Mijnheer Van den Biggelaar.
verslagnummer xz
De heer Van den Bi elaar: Voorzitter, niet direct een vraag aan de wethouder, maar ik werd wat geprikkeld door het debat van de wethouder met mijnheer Reker, over het boutje, het moertje en het nippeltje. Ik zou mijnheer Reker willen meegeven om ook door die bril naar de commissiebezetting te kijken. Drie nietraadsleden van de Lijst Pim Fortuyn zitten er in de commissie. Hebben zij eigen boutjes, moertjes en nippeltjes? Of zou dat niet wat efficienter kunnen? Voorzitter: Waarvan akte. Mijnheer Reker? De heer Reker: Mijnheer Van den Biggelaar, dat bepalen wij zelf. U hebt er niets over te vertellen hoe wij onze commissie indelen.
De heer Van den Bi elaar: En ons college gaat over het personeel. De heer Reker: En daar mogen wij iets van zeggen. Dank u wel.
Voorzitter: Mijnheer Don, dank u wel. Het woord is nu aan mevrouw Mittendorff.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, dank u wel. Ik wilde beginnen met iets te vertellen over het vmbo maar na de uitleg van mijnheer Don is dat nauwelijks nog nodig. Hij kan het zo overnemen want hij is buitengewoon goed op de hoogte! Ik wilde er nog een ding aan toevoegen. Mijnheer Don heeft al uitgelegd dat het er vanuit de voorjaarsnota al ligt en ik denk dat die discussie nu gevoerd is. U hebt de informatie gekregen over die een en vijftig-punt-nog wat en over die zevenenvijftig. Eigenlijk zijn in dat stukje tekst de landmarks teveel benadrukt; dat is niet mogelijk. Mevrouw Van den Biggelaar had het goed gelezen: het gaat met name om het extra geld en dat is dan nog een antwoord op de vraag van mijnheer Gerard van de vorige keer, dat het met name om de omgevingsfactoren gaat. Het is dus het normbedrag plus omgevingsfactoren en niet zo zeer het landmarkgedeelte. Het zou kunnen dat de tekst aanleiding geeft om het accent anders neer te leggen, maar dit is zoals het is. Dan wilde ik verder eigenlijk niet zo veel over het vmbo zeggen en doorgaan naar motie M.18 die daarover nog wel gaat, en meteen aangeven dat ik dat een positieve insteek vind. Zoals ook de Socialistische Partij aangeeft, als zij zegt: college, geeft u nu eens aan hoe u zou kunnen omgaan met het meer verzekeren dat hetgeen je doet met het vmbo in de toekomst ook leidt tot aantrekkelijker onderwijs met betere perspectieven voor leerlingen. Wie help je daar nu mee? Daarover zou ik graag met u willen doordenken en ik kan me voorstellen dat een zaak die daarmee echt te maken heeft ÃćâĆňâĂİ dan kom ik ook bij de motie van de Partij van de Arbeid terecht ÃćâĆňâĂİ de
samenwerking is die je met elkaar zoekt: de borging van de convenanten en daarop terugkomen. Mogelijkerwijs zou daar een oplossing kunnen liggen. In de commissie zou ik daarover graag nog eens met u van gedachten willen wisselen. Het kan niet zo zijn dat de ene vmbo-school zijn gangetje maar gaat en concurrerend is voor de andere vmbo-school. Dat is niet conform de afspraken. De bedoeling is dat we voor
verslagnummer xz
leerlingen de goede dingen proberen te doen. Daar gaat het om! Scholen moeten onderling afspraken maken om dat te realiseren. U hebt gelijk: alleen een goed gebouw is onvoldoende. Het gaat eigenlijk om de bredere context en die moet je met elkaar maken. Ik hoop nu op de motie van de Partij van de Arbeid een positieve reactie te hebben gegeven en ik hoop ook voldoende ÃćâĆňâĂİ zij het heel kort ÃćâĆňâĂİ iets te
hebben gezegd over de motie van de Socialistische Partij die naar de visie van het college vraagt. Wat betreft de onderwijsbegeleiding: met amendement A.07 ben ik niet zo blij, evenmin als met motie M.19. Ik heb de vorige keer al aangegeven dat u daar de scholen niet blij mee maakt maar de schoolbegeleidingsdienst waarschijnlijk wel. Het is echter strijdig met de wetswijziging die indertijd is doorgevoerd en waarbij schoolbegeleidingsdiensten marktpartijen zijn geworden. U houdt het college altijd voor dat wij niet zoveel adviseurs moeten inschakelen en nu zegt u zelf dat we het geld niet zelf moeten besteden, maar het moeten besteden bij een schoolbegeleidingsdienst. Juist doordat we de wetswijziging hebben opgepakt zoals we gedaan hebben, namelijk door naar de inhoud te gaan en naar de educatieve agenda, is op een heel goede manier geborgd dat scholen ervoor kunnen kiezen, mocht er schoolbegeleiding nodig zijn. Mochten zij het op een andere manier willen doen, kunnen ze daar ook voor kiezen. De keuze ligt dus bij de scholen en de schoolbesturen. Gelukkig doen zij dat in samenspraak met de gemeente. De heer Gerard: Ik vraag mij toch iets af, wethouder. De scholen krijgen van het rijk
een bepaald bedrag en daarvoor mogen zij bij schoolbegeleidingsdiensten inkopen. Mevrouw Mittendorff: Dat klopt.
De heer Gerard: Nu leggen wij er in feite geld bij, want dat beoogt het amendement. Daardoor kunnen de scholen inkopen. Hoe kan het tegen de wet zijn als wij op dezelfde manier het geld geven aan dezelfde instantie voor hetzelfde doel door middel van hetzelfde mechanisme als het rijk dat doet? Dat kan toch niet in strijd met de wet zijn?
Mevrouw Mittendorff: Misschien is het niet strijdig met de wet maar het is strijdig met de intentie van het wetsartikel. Vroeger kregen wij geld voor schoolbegeleidingsdiensten, dat sluisden wij door en we legden er geld bij. Nu is het landelijk beleid dat scholen zelf kiezen of zij diensten afnemen van een schoolbegeleidingsdienst. Hoe scholen ervoor willen zorgen dat zij deskundig blijven, moeten ze in feite zelf weten. Wij hebben daarop in gespeeld door met scholen aan tafel te gaan zitten en hen erop te wijzen dat wij voor inhoud gaan. In de educatieve agenda noemen wij een aantal gebieden op waarop wij willen samenwerken. Over die samenwerking maken we afspraken met elkaar en of u
verslagnummer xz
daarvoor een schoolbegeleidingsdienst wilt inzetten of niet, is aan u. U mag dat doen. Strijdig is het dat de wet, dus het landelijk beleid, niet voor schoolbegeleidingsdiensten kiest. Niet de gemeente kiest, maar scholen kiezen zelf. In dit amendement en in deze motie wordt aangegeven dat het geld als het ware bij scholen wordt weggehaald want zij moeten het feitelijk besteden bij schoolbegeleidingsdiensten. Daardoor wordt de autonomie van scholen beperkt.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik word kritisch als de wethouder zegt dat scholen zelf kiezen of zij deskundig willen blijven. Omstandigheden dwingen mij ertoe om te vragen wat u met scholen bedoelt. Bedoelt u schoolbesturen of schoolleiders? Mevrouw Mittendorff: De educatieve agenda is een afspraak die in eerste instantie met schoolbesturen wordt gemaakt. De nadere invulling wordt met schoolleiders aangegeven. Het is de bedoeling dat schoolleiders het met hun leerkrachten afstemmen of met hun docenten, als het om voortgezet onderwijs gaat. Dus het is niet een van bovenaf door schoolbesturen opgelegd iets. Van bovenaf opgelegd zijn de genoemde thema’ s. Dat zijn er vijf of zes en daarbinnen worden vrije keuzes gemaakt waarbij er ook nog per school verschil kan zitten in wat er gekozen wordt. Wat dat betreft gaat het dus om maatwerk. Het is niet zo dat dit door voorzitters van schoolbesturen wordt opgelegd. Voorzitter: Nu eerst mijnheer Gerard en daarna mevrouw Van den Biggelaar. Mijnheer Schut ook. De heer Gerard: Wethouder, ik heb u horen zeggen dat er op basis van de educatieve agenda per leerling een groter bedrag beschikbaar is dan er vroeger beschikbaar was voor schoolbegeleiding.
Mevrouw Mittendorff: Daarover hebt u op uw verzoek schriftelijke informatie gekregen. De heer Gerard: Ja. Is dat geld dat zich bevindt tussen de rijksbijdrage aan de schoolbegeleiding en het totaalbedrag dat je per leerling hebt, volledig vrij inzetbaar of is het geoormerkt voor andere doelen? Is het bijvoorbeeld geoormerkt voor arbeidsvoorwaarden of voor voorschoolse educatie?
Mevrouw Mittendorff: In de educatieve agenda wordt een aantal thema’s genoemd en arbeidsvoorwaarden zitten daar niet bij. Het zijn allemaal inhoudelijke thema’ s. De heer Gerard: Maar waar komt dat geld dan vandaan? Het rijk betaalt immers de bijdrage voor onderwijsbegeleiding. U heeft nu per leerling de beschikking over meer geld dan vroeger. Vroeger had u 50 van het rijk en 50 van de gemeente, dat is
Verslagnummer rz
samen 100. Nu gaat het om 50 van het rijk; het is meer, bijvoorbeeld 110. Waar komt die 60 dan vandaan? Wat zijn dat voor budgetten en waarvoor zijn die wel of niet bedoeld?
Mevrouw Mittendorff: Nee, u gaat uit van een bestaande situatie en die vertaalt u naar de huidige situatie. De twee situaties verschillen echter. In de vorige situatie hadden wij een zorgplicht voor schoolbegeleiding. Dat hebben we nu nog steeds, tot 1 januari aanstaande. Dan wordt schoolbegeleiding niet meer door ons onderhouden maar dan is het gewoon een bedrijf. Een commerciele instelling. Zij hebben enkele jaren de tijd gehad om ervoor te zorgen dat zij dat aankunnen. Vroeger waren zij geheel gesubsidieerd en dat is gaandeweg afgebouwd. Per 1 januari aanstaande zijn zij gewoon een bedrijf, een commerciele instelling. Dat is een heel andere situatie dan die, waarin wij een bepaalde relatie hebben met schoolbegeleidingsdiensten. Die is er namelijk niet meer. Scholen krijgen geld voor hun eigen deskundigheid en kunnen dat op hun eigen manier inzetten op de manier die zij willen. Zij kunnen er mensen voor inhuren, zij kunnen naar een bestaande onderwijsbegeleidingsdienst gaan en ondersteuning inkopen. Overigens: schoolbegeleidingsdienst is het zelfde. U kunt niet vanuit de ene situatie de andere situatie begrijpen; u moet echt de cesuur maken dat het om twee verschillende situaties gaat.
Voorzitter: Ik vrees dat we nu met deze discussie verder gaan dan voor deze vergadering werd beoogd. Zouden we deze week ruimte kunnen vinden om er nader over van gedachten te wisselen met elkaar, voor de volgende termijn? Ik heb nog vier tot zes verzoeken om het woord. Eerst mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: De wethouder begon haar antwoord daarstraks met te zeggen dat het erop lijkt dat wij de instantie die tot nu toe de onderwijsbegeleiding verzorgde, in stand willen houden. Volgens mij geeft de wethouder daarmee een uitleg aan de motie waarvan ik de indruk heb dat zulks absoluut niet de bedoeling is. Het gaat erom dat er in deze stad kinderen wonen die begeleiding nodig hebben en dat scholen daarin begeleid willen worden. Ik vind dat u een verkeerde interpretatie van de motie geeft; alsof de indieners van de motie zouden beogen om die instantie in stand te houden. Dat is absoluut niet het geval. Mevrouw Mittendorff: Wat mij betreft gaat het om de instantie schooibegeieiciingsdiensr, zonder dat daaraan een bepaalde naam wordt verbonden. Dat ter verduidelijking.
Mevrouw Breuers: Ik had dezelfde opmerking als mevrouw Van den Biggelaar.
Verslagnummer rz
De heer Schut: Voorzitter, voor alle duidelijkheid zou ik nu toch even willen vaststellen dat de wethouder motie M.19 en amendement A.07 alle twee ontraadt. Mevrouw Mittendorff: Absoluut! Voorzitter: Dat is duidelijk. Mijnheer Leenders.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik begrijp dat er nog vragen zijn maar er wordt nu misschien wel heel erg veel over onderwijsbegeleiding gesproken. Ik denk dat mijn standpunt nu wel helder is. Voorzitter: Ja, dat is duidelijk. Dan toch mijnheer Leenders nu. De heer Leenders: Heel kort, voorzitter, want het is mij op zich wel duidelijk. Kwalitatief en kwantitatief: worden de resultaten gerapporteerd en hebben wij dan zelf de mogelijkheid om in overleg met de besturen bij te sturen in financiele zin?
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik wilde doorgaan met de educatieve agenda want er is gevraagd om die inhoudelijk te bespreken en dat lijkt mij een prima idee. Dan krijgt u echt zicht op de inhouden die we met elkaar hebben afgesproken. Als dat in de commissie aan de orde komt, zou u kunnen aangeven wat u belangrijk vindt. Los van de vraag of dat met inkoop van onderwijsbegeleiding moet gebeuren. Dus ik zou het prima vinden om nu inhoudelijk over de educatieve agenda te spreken. Motie M19 en amendement A.07 heb ik dus inderdaad echt met klem ontraden. Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, een formeel argument als ik even mag. Ik heb motie M19 ingetrokken, ik had hem verder niet ingediend omdat deze samenvalt met het amendement zoals dat door de VVD is ingediend. We praten dus alleen nog over het amendement. Voorzitter: U spreekt alleen nog over het amendement en het oordeel van de wethouder is uitgesproken. Mevrouw Mittendorff: Genoteerd. Voorzitter, ik sta heel positief tegenover motie M.20 met betrekking tot het voortijdig schoolverlaten, zeker wat betreft de punten 1 en 2. U noemt daar overigens ook het structurele verhaal van extra geld maar daarvan zou ik u willen aanraden, zoals ook mijnheer Gerard al gedaan heeft, om dat in de mandj esdiscussie te laten meelopen, zonder er op voorhand toe te willen overgaan. Als ik dat zo mag lezen, kan ik daarover heel positief zijn. Ik zie mevrouw Van den Biggelaar knikken dus ik begrijp dat ik dat zo mag lezen. Ook de positionering van leerplicht: het lijkt me heel goed om daarmee verder aan de slag te gaan.
Verslagnummer xz
Voorzitter, mevrouw Van den Biggelaar heeft ook over talenten gesproken. Mijn antwoord daarop is dat wij heel graag een dynamische stad willen zijn en dat graag naar buiten brengen. Daarbij willen wij niet alleen meedoen, maar ook perspectief bieden. Voor een deel doen we dat al, daar hebt u gelijk in. U vraagt zich af of wij dat niet gewoon al doen, ja, voor een deel doen we dat al. Wij doen bijvoorbeeld al een aantal jaren mee aan Theaterplan. Wij doen al mee aan Kunstbende, we geven al basisschoolclinics hockey, we hebben schoolzwemwedstrijden, we hebben broedplaatsen en dat zou allemaal gezien kunnen worden onder de noemer Talentenstad. Dat past daar heel goed bij. Het probleem daarbij is echter dat het altijd een gegoochel is om het geld ergens vandaan te halen. Je haalt het uit het Grote Stedenbeleid of uit zo’n potje waarvan we er steeds minder willen hebben, maar dat dan toch nog ergens ligt en datje dan nog wel kunt gebruiken. Daardoor is de toekomst nooit duidelijk. Je weet niet of je volgend jaar weer een jaar Theaterplan kunt doen. Niet dat je alles maar voor de eeuwigheid moet bewaren, dat is zeker niet het geval, maar enkele zaken wil je toch voor langere termijn in gang zetten. Bovendien vinden wij dat je dit soort dingen meer zou moeten willen doen dan je nu doet als je een dynamische stad bent. Het nadeel van het concretiseren is dat mensen van buitenaf die dit horen, direct denken dat er geld voor beschikbaar is. Daarom ben ik liever voorzichtig met het noemen van concrete dingen. In elk geval: dit zijn dingen die we gedaan hebben. De visie die daaronder ligt is dat je meer jeugdigen ÃćâĆňâĂİ en soms ook ouderen ÃćâĆňâĂİ in staat moet stellen om dat
te doen als je dynamisch wilt zijn. Bijkomend voordeel is dat je dan niet alleen van de mogelijkheden van cofinanciering gebruik kunt maken maar ook van personele inzet van mensen die er niet alleen met raad en daad maar ook met eigen energie en inzet aan mee willen doen, zowel op het gebied van sport als op het gebied van cultuur als op het gebied van design en techniek en gaat u maar door. Ik wilde nu doorgaan met cultuur, voorzitter. Zoals in de voorjaarsnota werd betoogd, willen wij voor de zomer komen met een aanpak. Ik heb u daar% 200.000 voor gevraagd; dat is niet voor de knelpunten maar gewoon voor het ontwikkelingstraject. Zo is het bedoeld, mijnheer Schut. Voor de voorjaarsnota kan ik wel met de grote lijnen komen maar ik blijf even bij de planning zoals ik die had: het kan echt pas voor de zomer gereed zijn omdat we er anders haastwerk van gaan maken. U weet dat wij in januari en februari voor de voorjaarsnota allerlei zaken klaar moeten hebben. Dat zullen wij niet redden; om de zaak goed te kunnen doordenken willen we ook naar andere steden gaan en zorgen voor een goede benchmark en daar zijn we dan nog wel even mee bezig. Dus dat is de termijn en dat is ook de financieringsmogelijkheid, als reactie op vragen van deze en gene. De heer Schut: Voorzitter, voor de duidelijkheid. Wethouder, betekent dat 6 400.000 plus 6 200.000?
Mevrouw Mittendorff: Wat betreft geld is het precies zoals ik u destijds gezegd heb en zoals het ook in de voorjaarsnota staat. Die < 200.000 is apart voor het traject en
Verslagnummer xz
wij hebben het nodig om ervoor te zorgen dat er straks een gedegen cultuurbeleid is. Dat is nu nog onvoldoende; dat heb ik u bij de voorjaarsnota uitgelegd. Daar is die 6 200.000 voor en het andere was voor het afhandelen van zaken zoals u indertijd hebt aangegeven. U hebt dus gelijk. U veronderstelt dat ik in totaal 6 600.000 nodig heb, en uw conclusie is correct. De heer Schut: En bij dat afhandelen, zoals u dat noemt, heb ik heel expliciet de vraag of daarin begrepen zijn het Van Abbemuseum en het Parktheater.
Mevrouw Mittendorff: Als wij een cultuur-totaalvisie hebben, wil ik u...... het CDA heeft aangegeven dat ik wel een wat minder structurele subsidie..... ik zou ervan willen uitgaan dat we voor cultuur een totaalbedrag hebben zoals wij dat nu hebben, zonder dat we daarin ophogen en met een andere verdeling. U stelt mij een heel moeilijke vraag. Niet zozeer vanwege het Van Abbemuseum, maar wel vanwege het Parktheater. Ik wil nog even een slag om de arm houden, maar op zich zou de lijn moeten zijn dat we het bedrag voor cultuur zoals wij dat nu hebben ook voor de toekomst inzetten op een andere manier. De heer Schut: Voorzitter, ik stel het op prijs dat de wethouder zegt dat ze nog een slag om de arm wil houden, maar wanneer komt die slag om de arm voor ons ter beschikking? Wij gaan volgende week de tweede ronde van deze begrotingsdebatten in en dan is het voor mijn fractie toch wel nuttig om te weten hoe dat uitpakt bij u.
Mevrouw Mittendorff: Toch wil ik met betrekking tot het Parktheater nog een slag om de arm houden.
De heer Schut: Dan krijgen we volgende week dus ook geen uitsluitsel? Mevrouw Mittendorff: Nee, want ik heb pas aan het einde van deze maand overleg en van te voren zal het financieel nog niet allemaal helder zijn. De heer Schut: We gaan dus besluiten over iets wat we nog niet in de commissie besproken hebben.
Mevrouw Mittendorff: Nee, want ik heb u het plaatje voor cultuur totaal nog niet
voorgelegd. De heer Schut: Dat is dan het derde punt vandaag.
Mevrouw Mittendorff: Hoe bedoelt u?
verslagnummer xz
De heer Schut: Het derde punt dat wij in de commissie behandelen nadat we het in de begrotingsbehandeling hebben gehad. Dat is dus de omgekeerde wereld, zoals ik al eerder heb gezegd vandaag.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik hoop dat we in de commissie nog heel veel zaken met elkaar kunnen behandelen, ook zaken die niet in deze begroting staan.
De heer Leenders: Voorzitter, volgens mij hadden we afgesproken dat we voor een aantal jaren de problemen incidenteel zouden oplossen. Ik snap dus eigenlijk het probleem van de VVD in dezen niet. De heer Schut: Dat is niet erg hoor, mijnheer Leenders, als ik het maar begrijp en de wethouder, dan komen we een heel eind.
Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, zal ik doorgaan met amendement A.03 over de Stichting Eindhoven in Beeld? Ik moet zeggen dat ik dat zo niet zou doen. Ik vind het een wat losse afweging in het geheel en bovendien weet ik niet wat de Stichting Eindhoven in Beeld nu precies doet. U weet dat misschien allemaal wel. Ik zou hier ook willen verwijzen naar andere fondsen. Als wij een afweging maken, dan een betere afweging dan zo, even los bij de begroting. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de fondsen van banken die daarvoor wel geld hebben. Dit zou daarvoor misschien wel in aanmerking kunnen komen als het binnen de criteria past. Motie M.02, Kamermuziek. U hebt kunnen lezen dat dit het gevolg is van een langdurig bezuinigingstraject waarvan dit het laatste staartje is. Ik ben er niet voor om bezuinigingen niet te laten doorgaan dus ik vind op zich dat er bezuinigd moet worden. Ik kan me ook eigenlijk niet voorstellen dat het op de laatste 6 3.000 fout zou moeten gaan als je de subsidie afbouwt en dat netjes van te voren aankondigt. Aan de andere kant vind ik natuurlijk ÃćâĆňâĂİ net als u ÃćâĆňâĂİ Kamermuziek in ’t Groen een heel
mooi evenement; zoals ik echter al zei, kan ik mij niet voorstellen dat het tengevolge van een tekort van 6 3.000 niet goed zou kunnen gaan. Daar blijf ik even bij. Misschien zullen we weer naar fondsen moeten kijken, of moeten we kijken of het op een andere manier kan maar ik ben nu nog niet genegen om acuut in te grijpen, hoewel de motie veel ruimte laat, dat moet ik zeggen. Geeft u mij anders even de tijd om ernaar te kijken. De heer Schut: Voorzitter, als ik even mag? Dat was de bedoeling van de motie, wethouder, juist om u zover te krijgen dat u daar eens even in duikt en dan geen slag om de arm houdt maar gewoon kijkt of het evenement doorgaat, ja? U interpreteert dan hetgeen wij hier in de raad uitgesproken hebben op de juiste manier. Als u vaststelt dat die 6 3.000 nu net wel de druppel is die de emmer laat overlopen, ga ik ervan uit dat u dan begrijpt dat wij willen dat er iets gebeurt.
Verslagnummer xz
Mevrouw Mittendorff: Ja, als wij dat hardop zeggen weet ik zeker dat ze 6 3.000 tekort komen. Ik zal ernaar kijken. Over Home wil ik u wel een notitie toezenden. U hebt misschien de plannen van Home gezien; daarmee zeg ik dus niet dat wij meteen faliekant achter die plannen gaan staan, maar het lijkt me wel goed om in de commissie de discussie erover te voeren, en te kijken en met elkaar af te tasten wat we precies zouden willen, zonder dat dit nu de toezegging zou moeten zijn dat we alle plannen die er liggen stevig gaan omarmen. Als ik dat zo mag zeggen, zeg ik toe dat de notitie er zal komen. De heer Van Bussel: Even over de urgentie. Daarover heeft u niets gezegd, wethouder. De arbo-omstandigheden zijn zodanig dat het morgen op slot kan. Er zit wel enige druk achter. Heeft dit voor u hoge prioriteit? Gaat u het een beetje vooraan in de rij zetten?
Mevrouw Mittendorff: Dat wil ik u niet toezeggen.
Voorzitter: Even geordend. Is er op dit moment niemand die rechtstreeks een vraag stelt? Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Voor de duidelijkheid; zegt de wethouder nu dat zij de motie ontraadt maar wel bereid is tot een andere aanpak? Of zegt u dat u het steunt, wethouder, omdat u hem anders uitlegt? Mevrouw Mittendorff: Ik leg het zo uit dat ik met een notitie naar u toekom en dat we daarover met elkaar praten. Als ik dat zo mag uitleggen, kan ik hem best aanraden. Maar ik geef meteen het voorbehoud erbij, dus geen toezegging richting Home. Zo geef ik dat aan. Ik wil ook niet toezeggen dat het heel acuut gebeurt. Als we naar arbo-omstandigheden kijken, zijn er wel meer situaties. Ik wil er gewoon in alle rust met u naar kijken. Motie M.26, het Plazagebouw. Wij hebben denk ik al toegezegd dat wij ervoor zijn om dat een maatschappelijke functie te geven. Niet alleen een culturele functie maar een maatschappelijke functie, zodat het op die plek in die buurt een positief effect blijft houden.
Voorzitter: Mijnheer Gerard en daarna mijnheer Rennenberg. De heer Gerard: Welke maatschappelijke functie is zo dringend dat die in dat oude gebouw moet? Het is geen monument. Er is geen speciale reden om het overeind te houden. Waarom slopen we het niet gewoon? Mevrouw Mittendorff: Ik ben het zinnetje onderzoek naar misschien vergeten. Wij zijn er niet voor om het zomaar weg te geven. Wij willen er gewoon goed naar
Verslagnummer xz
kijken, ook naar de mogelijkheden voor een maatschappelijke functie, dus breder dan wat hier staat. Wij willen dat gewoon goed bekijken. De heer Gerard: En de mogelijkheden om het gewoon te slopen en te herontwikkelen? Vooralsnog zie ik het namelijk niet. Mevrouw Mittendorff: Nou, dat moet uitwijzen, denk ik, hoe het een en ander ervoor staat. Overigens sluit ik aan bij wat mijnheer Van Merrienboer in het kader van vastgoed daarover in zijn commissie gezegd heeft.
Voorzitter: Ik vraag enige discipline, maar mijnheer Rennenberg krijgt het woord en mevrouw Breuers ook. Mevrouw Breuers: Aanvullend op de vragen van mijnheer Gerard: wij hebben bij monde van mijnheer Van Merrienboer de vorige keer afgesproken dat het onderzoek er gewoon zou komen. Het lijkt mij spijtig om nu, drie maanden later, weer te zeggen dat het niet meer hoeft. Mevrouw Mittendorff: Kan ik doorgaan, voorzitter? Voorzitter: Geeft u er antwoord op? Mevrouw Mittendorff: Nee, het is juist wat mevrouw Breuers zegt.
Voorzitter: Dan krijgt eerst mijnheer Rennenberg nog het woord. De heer Rennenber : Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. De wethouder noemt maatschappelijke cfoeieinden maar dat strekt natuurlijk ver. Wij hebben expliciet aangegeven dat wij de sfeer in de wijk wat willen laten meedoen en dat wij
amateurgezelschappen en theatergezelschappen uit Eindhoven de gelegenheid te geven om zich te profileren en dat mensen met een kleine, smalle beurs naar die uitvoeringen kunnen komen. Nu zegt u maatschappelijk en ik druk mij misschien niet zo diplomatiek uit, maar dat kan dan bijvoorbeeld ook een opvanghuis voor drugsverslaafden zijn. Dat vinden wij niet juist. Mijnheer Gerard was op de avond in De Wilgenhof waar wel 400 a 500 mensen aanwezig waren, ook heel veel mensen die uw partij sympathiek zijn en die ook sympathie hadden voor ons idee voor Plaza Futura. Ik zou zeggen: gaat u eens bij uw eigen achterban informeren hoe zij erover denken. Voorzitter: Ik moet toch opmerken dat dit niet meer op een interruptie maar op een tweede termijn lijkt. Daarin kaart je met elkaar de zaken af. Nu krijgt eerst mijnheer Gerard nog het woord en dan gaan we terug naar de wethouder. Ik vraag u dan om de wethouder toch even haar gang te laten gaan.
verslagnummer xz
De heer Gerard: Waarom, mijnheer Rennenberg, verklaren wij een pand ongeschikt voor opvoeringen en moeten daarop opvoeringen die er plaatsvinden naar een nieuw gebouw? Gaan wij in een pand dat ongeschikt voor opvoeringen is, toch weer opvoeringen doen?
De heer Rennenber : We moeten gewoon een keer proberen een bedrag te grijpen uit die bank van jullie, om het een beetje te herstellen. Het hoeft heus niet zo luxe te zijn! Mensen met een kleine knip zijn niet op luxe uit, maar op gezelligheid en sfeer. Daar praten we hier over. Voorzitter: Het woord is aan de wethouder die de beantwoording vervolgt. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, motie M.26. Als het zo gesteld wordt als mijnheer Rennenberg zegt, zijn wij tegen. Dat is een te beperkte invulling. Ik blijf bij wat al eerder in de commissie van mijnheer Van Merrienboer werd aangegeven: onderzoek naar mogelijke maatschappelijke functies en in die breedte zouden wij het graag willen zien. Als het heel strikt opgevat moet worden, ontraden wij de motie. Motie M.33, het Van Abbemuseum. Wij ontraden die motie omdat het in onze ogen een niet erg werkbare situatie lijkt. Je zou best eens aan een ruilsituatie kunnen denken, maar het gaat ons te ver om daarin nu echt een besluit te nemen. Wij achten dat niet wenselijk. Voorzitter, ik zou nu graag doorgaan met sport. De VVD heeft gevraagd naar het hockeystadion. Dat komt deze maand in het college en als wij het een goed stuk vinden, gaat het door naar de commissie van december a.s. Dan hoort u er vanzelf meer over. De Partij van de Arbeid heeft naar het kunstgras gevraagd. U hebt criteria aan ons meegegeven. Die zijn door de afdeling Sport zodanig verwerkt dat er elke keer een blok aangewezen wordt van wie er aan de beurt is. U weet dat er bij DWS een veld is aangelegd. Er zitten nog vier voetbalvelden in de planning, nog twee korfbalvelden en twee vervangende hockeyvelden. U hebt dat allemaal gezien en daarvoor is geld beschikbaar. Als je daar iets bij wilt doen ÃćâĆňâĂİ dat is de vraag van de Partij van de
Arbeid ÃćâĆňâĂİ ben je gebonden aan de blokvorming. Na dit komt er een blok van drie
voetbalvelden aan de beurt. Daarna komt er een blok van vier voetbalvelden aan de beurt. Wat kost dat allemaal? Het volgende blok kost 6 90.000. Als je het blok daarop erbij wilt doen, zit je aan 6 218.000. Het is allemaal structureel geld en dat hebben wij niet zo erg veel, maar u weet nu even hoe het ervoor staat. Bloksgewijs een veld aanleggen, dat gebeurt niet. Ik heb u al uitgelegd dat er nu eentje is aangelegd en dat het de volgende zomer verder gaat. Het is de vraag of alle velden wel in een zomer kunnen worden aangelegd, want het moet aanbesteed worden en soms kunnen de mensen die het moeten doen niet alles achter elkaar aanleggen. Maar we beginnen er volgende zomer mee. Ik hoop dat ik u zo een goed antwoord heb gegeven en dat u er verder mee kunt.
Verslagnummer xz
Ten aanzien van veiligheid moet ik zeggen dat het verhaal van mevrouw Van den Biggelaar mij bijzonder aanspreekt. Het college heeft gemeend dat een nieuw programma niet automatisch leidt tot nieuw geld. Dat is dan ook de reden dat u bestaande financien ziet in de stukken zoals die er nu liggen, maar ik zal het doen zoals u gevraagd hebt: ik zal komen met nieuwe stukken, ruim voor de voorjaarsnota zoals mevrouw Van den Biggelaar gevraagd heeft, zodat u in de voorjaarsnota een heldere afweging kunt maken voor de toekomst. Veiligheid in de toekomst kan dan wel niet gegarandeerd worden, want dat kunnen wij nooit voor 100 /o. We kunnen er in elk geval wel voor zorgen dat de keten of het netwerk zo goed mogelijk in elkaar blijft zitten, zowel repressief als pro-actief en preventief. Ten aanzien van de toezichthouders hebt u informatie gekregen. U kunt dat in december a.s. in de commissie opnieuw krijgen, maar dat is dan dus op basis van informatie die u al eerder hebt ontvangen. Amendement A.04 ten aanzien van de tippelzone wijzen wij af, dat ontraden wij omdat het nodig is om nu nog door te gaan. Wij gaan u de evaluatie toesturen ten behoeve van de voorjaarsnota. Dan zal die er ook zijn. Dan kunt u goed afwegen; om nu de zaak stop te zetten omdat er geen geld is per 1 januari a.s., vinden wij geen goede zaak en bovendien strijdig met hetgeen wij daarover in het verleden hebben afgesproken. De heer Van Bussel: Voorzitter, de toezegging is al lang geleden gedaan. Ik meen dat wij uiterlijk aan het einde van dit jaar die evaluatie toch wel zouden hebben. We zijn er al heel lang geleden mee begonnen. Ik begrijp niet waarom dit zo lang moet duren. Mevrouw Mittendorff: Ik zeg u toe dat hij er voor de voorjaarsnota is.
De heer Van Bussel: Ja, maar er is eerder een andere toezegging gedaan door een andere wethouder. U moet dat wel gewoon overnemen. Als de wethouder zegt dat wij het in het derde of vierde kwartaal krijgen, kunt u dat niet een half jaar naar achteren schuiven. Mevrouw Mittendorff: Ik doe mijn best, voorzitter, om dat zo snel mogelijk op tafel te hebben. U wilt echter niet alleen een evaluatie; u wilt er ook actie bij en over die actie moeten we nog heel goed nadenken met elkaar. Dan het evenementenbeleid, voorzitter, daarmee rond ik af. Over het evenementenbeleid hebt u overigens geen opmerkingen gemaakt, dank u wel, maar u hebt dat al heel lang van ons tegoed. Daarin zal in elk geval de marathon heel welwillend bekeken worden. Er ligt een voorstel van de marathon en motie M.01 willen wij positief beoordelen. Daarmee gaan we positief om. Voorzitter, dank u wel.
verslagnummer xz
De heer Rennenber : Voorzitter, wat betreft veiligheid in vergelijking met vorig jaar heb ik het rapport nagezien. Eindhoven is een stuk veiliger geworden. We lezen in de krant dat in de binnenstad de criminaliteit en drugshandel erg toeslaat. Kunt u dat bevestigen of zijn het maar krantenartikelen? Politiecommissaris Van der Linden maakt zich er nogal druk om en wij horen er eigenlijk niets van. Mevrouw Mittendorff: Ja, ik weet dat u daarover een opmerking heeft gemaakt, mijnheer Rennenberg. De burgemeester zal terugkomen op de politierapportage waar u om gevraagd hebt, want dat is meer iets wat in het Driehoeksoverleg thuishoort. Ik weet dat er signalen zijn dat er vormen van overlast zijn, daarop heb ik eerder op verzoek van de Partij van de Arbeid ook al antwoord gegeven. Ik weet ook dat wij er met verschillende middelen naar moeten kijken, maar het is wel zo dat wij veiliger worden. Dat betekent dat we goed naar maatregelen moeten blijven kijken in diverse gebieden om ervoor te zorgen dat het veiligheidspeil omhoog gaat, ook al zien we dat er vaak groepen jongeren zijn die de neiging hebben om uit de band te springen. De zorg is er dus wel; wij gaan er heel goed naar kijken en op verzoek van uw raad komen we voor de voorjaarsnota met nog beter inzichtelijk materiaal en met plannen en een inventarisatie zoals toegezegd. De heer Toruno lu: Voorzitter, ik heb nog een klein vraagje. Wanneer kunnen we het evenementenbeleid van de wethouder verwachten? Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik roep het natuurlijk over mijzelf af! In de commissie heb ik gemeld dat het later zou worden. Ik weet niet of we december a.s. halen. Het moet in elk geval ook voor de voorjaarsnota. Het probleem is dat we een persoon hebben die de uitvoering doet, maar die ook het stuk moet schrijven. We hebben daar dus enigszins een personeelsprobleem. Er wordt echter wel hard aan gewerkt en volgende week komt er iets in het college.
Voorzitter: Mag ik de beantwoording door wethouder Mittendorff voor dit moment als afgesloten beschouwen? Dan geef ik het woord aan mevrouw Fiers. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. In mijn portefeuille is een amendement ingediend alsmede enkele moties. Ik zal daarop kort ingaan. Eerst amendement A.06, ingediend door onder anderen GroenLinks. Het gaat over het extra investeren in groen. In elk geval namens het college maar misschien wel namens iedereen kan ik zeggen dat het belang van groen volledig wordt ondersteund. Ook bij de commissiebespreking die we hierover met elkaar hadden, heb ik aangegeven dat wij nu heel druk bezig zijn om het huidige groenbeleidsprogramma uit te voeren en dat wij nog voldoende middelen hebben om ook in 2008 het beleid voortvarend kunnen uitvoeren. We hebben dus nu geen aanvullende financien nodig. In dat kader is het misschien ook nog wel goed om te melden dat bij de tweede tussentijdse rapportage bij het doorlichten van enkele potjes ÃćâĆňâĂİ om het zo maar
Verslagnummer xz
even te noemen ÃćâĆňâĂİ ook is gebleken dat er nog wat middelen vrijvallen in het
groenfonds; dat betekent dat het er allemaal nog wat rooskleuriger uitziet dan ik u de vorige keer kon vertellen. Ik stel u dan ook voor om nu geen middelen beschikbaar te stellen, maar eerst het nieuwe groenbeleidsplan met elkaar op inhoud vast te stellen. Dat komt voor de voorjaarsnota; op basis daarvan kunt u dan bij de volgende voorjaarsnota een integrale afweging maken. Dat lijkt mij de juiste volgorde. Ik ontraad dus het amendement, dat is dan het juiste woord he? Nu de moties. Pakt u ze er maar even bij. Motie M.03 van de Stadspartij over het onderhoud. Mijnheer Vleeshouwers, volgens mij doen wij dit. U vraagt om een onderzoek, om meer metingen en om het in kaart brengen van zaken. Ik weet nog, toen ik de passage in de begroting en het raadsprogramma las, dat ik dacht: oh grutjes, wat schrijven we daarover toch veel op! Ik weet niet zo goed wat ik ermee moet dus ik zou wel graag een uitspraak van de raad willen. Als een meerderheid van de raad vindt dat wij dit nu onvoldoende duidelijk in kaart brengen, stel ik voor dat wij daarvoor eens een clubje bij elkaar roepen om te kijken wat precies de vraag is. Ik zou graag eerst de andere partijen aan het woord willen laten om te kijken of dit gevoelen gedeeld wordt. Wij herkennen ons er niet in. De heer Vleeshouwers: Misschien is het wel goed om er eens over te praten. Ik baseer mij op de informatie die ik kreeg naar aanleiding van vragen die ik stelde over het stuk in de begroting. Daar stond deze informatie niet in, terwijl ik er wel om gevraagd had. Maar als u zegt dat die er wel is, is het probleem misschien ergens anders. Misschien ligt het dan wel gewoon aan het feit dat ik de informatie niet krijg die ik vraag. Dat is natuurlijk iets anders. Ik ging ervan uit dat ik gekregen heb wat er is en ik ging ervan uit dat de zaken die ik niet gekregen heb, er gewoon niet zijn. Maar goed, dat is de situatie. Misschien is uw suggestie de beste, namelijk om er eens in een wat groter verband over te praten, maar daarover moeten andere fracties misschien ook iets zeggen. Mevrouw Fiers: Dan lijkt het mij goed om te horen wat de anderen ervan vinden. Als er grote behoefte aan bestaat, kunnen we het met een werkgroep doen en dan kunnen we er in de commissie eens naar kijken. Als straks blijkt dat u de enige bent, doen we het met zijn tweeen; dat lijkt me ook gezellig. Motie M12 over de evenementenborden. Ik zie dat in elk geval door het CDA en de Partij van de Arbeid wordt opgeroepen om die borden bij de invalswegen van onze stad aan te laten sluiten bij de ambitie. De vorige keer hebben wij ook al met elkaar geconstateerd dat die borden inderdaad niet passen bij Eindhoven, ieadingin rechnoiogy en City of Lighr. Daarbij past het allemaal niet en ik denk dat we het met elkaar eens zijn dat daaraan iets moet worden gedaan. Vooralsnog denk ik dat daarvoor geen extra geld nodig is. Er zijn meerdere partijen bij betrokken; ik denk dat we als gemeente samen met de VVV en Citydynamiek een heel eind moeten kunnen komen binnen de bestaande potjes. Mocht dat niet zo zijn, kan ik er nog een keer op terugkomen maar ik denk echt dat we dat op een andere manier
Verslagnummer kz
kunnen oplossen dan er nu extra middelen voor te reserveren. Voor wat betreft de inhoud ben ik het dus helemaal eens met de ambitie, maar de middelen lijken me nu niet aan de orde. De heer Schut: Voorzitter, Ik denk dat de wethouder het niet goed gelezen heeft. Er wordt helemaal niet gevraagd om middelen. Er wordt alleen maar voorgesteld om die borden nu eens te vervangen door elektronische voorzieningen. Mevrouw Fiers: Daarmee ben ik het helemaal eens. De heer Schut: Dat staat er, en niets anders. U kunt gewoon ja zeggen, ja, wij nemen deze motie over. Daarmee is de zaak geregeld.
Mevrouw Fiers: Nou, geweldig! Ik heb in mijn hoofd dat er ook een bedrag bij stond maar als dat niet zo is, zijn we het helemaal met elkaar eens. De heer De la: lk heb toch nog een vraag aan de wethouder. Dit staat al heel lang op de agenda en ik heb er daarstraks, in de pauze, ook al even met mijnheer Peters van 1eefbaar eindhoven’ over gesproken. Hij heeft het aan het begin van zijn raadsperiode ook al heel enthousiast aan de orde gesteld. Volgens mij zit hem daar de kneep! Elke keer begint een enthousiast jong raadslid erover. Daarna verzandt het en dan gaat het op de een of andere manier mis! Het zal wel aan ons liggen. U zegt dat u de motie omarmt maar wij hebben er tijdsdruk op gezet. Wij zouden het heel leuk vinden als die dingen er voor het Europees kampioenschap zwemmen zijn. Dan heb je letterlijk een mooi uithangbord om iets te presenteren. De ambitie wordt nu dus in tijd wel wat aangezet hoor. Mevrouw Fiers: Dat is mooi, een ambitie in tijd. Ik hou er wel van om er een strakke tijdsplanning op te zetten. Je moet natuurlijk nog wel met elkaar bekijken wat voor borden dat dan moeten zijn. Wij houden ook van participatie, dus het zal ook breder besproken moeten worden. Mogelijk moet je die dingen ook nog bestellen. Laat ik zo zeggen: wij streven ernaar om dat uithangbord klaar te hebben, maar mogelijk dat er in de praktische uitvoering nog wat beren op de weg zijn. Ik houd dus een kleine slag om de arm, maar de ambitie is: in dit tempo.
De heer De la: Ik begrijp dat dit ongeacht het geld is. Dat is dus sowieso niet het probleem meer. Geld is dus niet het probleem.
Mevrouw Fiers: Nee, geld is in dit geval niet het probleem. Dan motie M.15 over dienstverlening, ingediend door het CDA. Ik heb het van meerdere partijen gehoord, de ambitie om de dienstverlening in de gemeente te verbeteren. Daarvoor heb ik brede steun van bijna alle partijen gehoord. Ik heb u toegezegd dat ik zo snel mogelijk naar de commissie kom met het Kwaliteitshandvest. In het kader
verslagnummer xz
daarvan kunnen we met elkaar praten over dienstverlening, wat dat precies is en wat je eronder verstaat. We kunnen dan met elkaar ook eens een punt zetten achter de discussie over excellent ofniet. Dan bepaal je het niveau van de dienstverlening. Daarbij heb ik ook gezegd dat het wel een meerjarenplan zal worden, waarbij je de situatie van nu vaststelt en bepaalt waar we in fasen naartoe gaan. Dat betekentÃćâĆňâĂİ en dat sluit aan bij het derde beslispunt van de motie ÃćâĆňâĂİ dat je dat inzichtelijk
probeert te maken in de tijd zodat je het kunt volgen en zodat wij met elkaar steeds het debat kunnen voeren over de dienstverlening van de gemeente Eindhoven. U vraagt of ik daar voortvarend mee aan de slag wil gaan en daar zijn wij natuurlijk absoluut niet op tegen. U vraagt ook om te bezien of dit in het vervolg met bestaande middelen kan worden opgevangen. Ik denk dat die ambitie er altijd moet zijn: dat je probeert om dit soort dingen met bestaande middelen op te vangen. We hebben wel eens vaker uitgesproken met elkaar dat we een efficiente dienstverlening willen hebben; dat betekent echter niet altijd maar meer. Het levert aan de andere kant ook besparingen op en die moet je inzichtelijk maken. Ik deel dus de ambitie maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat er op het gebied van ICT nog wel enkele ambities en investeringsopgaven liggen waarbij ik geen garantie kan geven. Maar als u mij nu vraagt of dat het uitgangspunt is, dan zeg ik: ja, dat is het uitgangspunt. We zullen met elkaar het Kwaliteitshandvest nog bespreken en we hebben ook aangegeven dat we bij de voorjaarsnota ook weer een afweging maken met elkaar. Ik interpreteer deze motie als: de ambitie om te bekijken in hoeverre je dat met bestaande middelen kunt opvangen. In die zin, als ik hem zo mag interpreteren, omarm ik hem. Motie M.21, ingediend door de Socialistische Partij, ging zowaar over een ha/ve stadsecoloog. De strekking van de motie, het belang van de ecologische hoofdstructuur kan ik volledig onderschrijven. Zoals de indiener al aangaf, denk ik ook dat de benamingen natuur en ecologie soms door elkaar gebruikt worden. Misschien moeten we ÃćâĆňâĂİ zeker ook in het kader van het groenbeleidsplan ÃćâĆňâĂİ wel een
deelbeleid ecologie opnemen. In die zin denk ik dat ik de oproep die in deze motie staat, kan ondersteunen. Echter, een halve stadsecoloog! Ik denk dat dit niet iets is waarover wij hier in de raad zouden moeten beslissen. Moeten we dan ook anderhalve bomenspecialist in dienst nemen? Volgens mij gaat het om de oproep dat de ecologie stevig op de agenda moet komen en goed geborgd moet zijn in de uitvoering. Die discussie kunnen we met elkaar voeren in het kader van het nieuwe groenbeleidsplan. Ik denk dat wat hier gevraagd wordt, een stap te ver is. Ik zou deze motie niet willen omarmen. Mi’nheer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, ik heb een kleine vraag naar aanleiding daarvan. Mijnheer Gerard suggereerde ook al dat het toch wel gek is dat de functie blijkbaar zomaar uit de dienst viel toen de heer Frank met pensioen ging. Het is toch gek dat zo’n functie verdwijnt als er een persoon verdwijnt?
verslagnummer xz
Mevrouw Fiers: Kijk, je hebt personen die functies hebben en die daarvoor een opleiding hebben gehad. Je kunt echter ook bekijken hoe je die expertise kunt behouden en de vraag is of dat altijd met fte’s moet zijn en of dat dan een halve functionaris moet zijn die je dan vervolgens zelf in dienst moet nemen. Ik denk dat je ervoor moet zorgen dat je de kennisverankering houdt en het is maar de vraag of dat in de vorm van een stadsecoloog van 0,5 fte moet. Ik denk dat het zo niet de juiste manier is om het belang van ecologie op de agenda te zetten. Wat dat betreft ontraad ik u de motie zoals deze voorligt. Voorzitter: Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Ik zou nu even oppassen voor een dialoog, voor een continue dialoog, mijnheer Gerard. Mag ik de wethouder nu vragen om haar beantwoording te continueren? We krijgen immers nog een tweede termijn. De heer Gerard: Ja, maar dat geldt de hele avond al. Iedereen wil interrumperen.
Voorzitter: Het begint nu iets dringender te worden. Daarom maak ik deze opmerking. We hebben straks ook nog een ander agendapunt. De heer Gerard: Ik ben het wat de laatste passages betreft niet met de wethouder eens, maar dat zeg ik dan wel in de tweede termijn. Voorzitter: Ja, dat kunt u in uw tweede termijn zeggen. Gaat u verder, mevrouw Fiers.
Mevrouw Fiers: Dank u wel. Dan hebben we motie M.28, "Goed geregeld", ingediend door de VVD. Deze heeft te maken met onze ambitie om de regelgeving te verminderen en daarvan waren we allemaal voorstander. Met de eerste oogst zijn we nu volop bezig. Bij het vaststellen van het raadsvoorstel is afgesproken dat we het een jaar lang in de praktijk gaan brengen om te kijken waartoe het leidt. We hebben afgesproken dat er na een jaar een evaluatie komt. Dat betekent dat die evaluatie vanaf april gaat plaatsvinden, want de vaststelling in de raad was in maart. Wij hebben in gedachten om die evaluatie samen met de klanten te doen die in het afgelopen jaar ervaring hebben kunnen opdoen met de eerste oogst van "Goed geregeld." We zouden er graag even de tijd voor willen nemen om dit op een goede manier te doen. Dus als u vraagt naar de eerste oogst voor de zomervakantie, zou ik u willen vragen of dat na de zomervakantie mag. Uw oproep dat die tweede oogst er moet komen en dat er nog veel te winnen is, deel ik, maar wat betreft de tijdsplanning zou ik u dus willen voorstellen om de tweede oogst na de zomervakantie te doen, en om dat dan in de voorjaarsnota van 2009-2012 mee te nemen, zoals u in uw tweede beslispunt vermeldt. Dat naar aanleiding van de motie "Goed geregeld." Los daarvan is er nog een opmerking gemaakt door het CDA over het licht. Ik heb enige behoefte om hier aan te geven dat we niet overal het licht gaan uit doen,
Verslagnummer xz
maar dat De Lichtstad doet het licht ui t wel een heel mooie quote is die verder rolt. Zoals u ook in het lichtprogramma hebt kunnen zien, was dat met name gericht op reclameverlichting. Daarnaast hebben we een paar heel goede voorstellen. U hebt dat bij de behandeling van de lichtvisie al aangegeven: het gaat niet alleen om meer licht maar het gaat ook om slim licht, om energiebesparing en om het voorkomen van lichthinder. Volgens mij zijn er daarvoor een paar heel leuke voorstellen. Ik denk dat deze in de lijn liggen met de opmerkingen van de raad. Ik denk dat de suggestie van het CDA om dit in de commissie te agenderen een heel goede is, dus ik stel voor om dat op een van de volgende commissie-agenda’s te zetten, zodat we daarover met elkaar inhoudelijk van gedachten kunnen wisselen. Volgens mij, voorzitter, heb ik dan alles gehad.
Voorzitter: Dan mag mijnheer Gerard nog even het woord. De heer Gerard: Misschien heb ik het verkeerd begrepen, maar bij motie M.05, Krachtwijken en actiegebieden, staat de naam van wethouder Fiers. Ik heb haar er niet over gehoord. Mevrouw Fiers: Oh, nu vergeet ik het belangrijkste! Ja, u hebt gelijk. Hoe kan ik dat
nou vergeten. Naar mijn mening wordt er met die motie een krachtig politiek signaal afgegeven. Er wordt gezegd: de bestuurlijk aangewezen gebieden zijn de krachtwijken en de integrale wijkvernieuwingsgebieden, maar ook de actiegebieden. Zij vergen allemaal extra bestuurlijke aandacht maar ook extra middelen. In deze begroting geven we aan dat we geld willen vrijmaken voor de krachtwijken. Er komt heel veel geld via het rijk, maar uiteindelijk van de woningcorporaties. Dat is geoormerkt voor de krachtwijken. Dat zal op die manier, op basis van de wijkactieplannen, worden ingezet. Daarnaast reserveren we in deze begroting aanvullende middelen voor integrale wijkvernieuwing. Bij de eerste commissiebehandeling heb ik u aangegeven dat wij nu geen aanvullende middelen nodig hebben voor de actiegebieden. Wel zullen wij heel nadrukkelijk ook voor het vervolg ÃćâĆňâĂİ ik bedoel het jaar 2009 ÃćâĆňâĂİ in de gaten houden of we alle acties die nodig
zijn, ook in de actiegebieden, met een prioritering binnen de reguliere middelen kunnen realiseren. Ik zou mij kunnen indenken dat het voor 2009 wat lastiger wordt, maar dat is dan een afweging die meekomt in de voorjaarsnota. Voor 2008 is het nu geen probleem. Echter, de boodschap die u in uw motie uitspreekt, kunnen wij omarmen. U vraagt in uw motie om tweemaal per jaar een evaluatieverslag. Ik zou u willen vragen om aan te sluiten bij de reguliere verantwoordingssystematiek van tussentijdse rapportages. Ik weet niet met welk doel u om aparte verslagen vraagt, twee keer per jaar, maar ik vraag u om aan te willen sluiten bij de reguliere rapportages. Voorzitter: Nogmaals dank, en dan is nu het woord aan wethouder Van Merrienboer.
verslagnummer xz
De heer Van Merrienboer: Voorzitter, dank u wel. Ik zal proberen tempo te houden. Ik kom heel snel bij de moties maar ik heb een paar opmerkingen vooraf. Mijnheer Schut informeerde naar de uitvoering van het amendement inzake Brainport in de programmabegroting. Het college heeft zoveel mogelijk in de geest willen handelen, maar als u het ook naar de letter wilt, zullen wij dat doen. Wij hebben het nu naar mijn mening heel eenduidig in de begroting opgenomen omdat het in het kader van de bestuurlijke speerpunten is geformuleerd. Als u het in de reguliere programma’s wilt, staat u ons dan toe om dat vanaf 2009 te doen, anders zet u alles op zijn kop terwijl het nu heel inzichtelijk in de programmabegroting is verwoord.
De heer Schut: Voorzitter, met deze toezegging zijn wij voor vandaag tevreden. Voor ons was de uitvoering van het amendement een principieel punt. De heer Van Merrienboer: En dan een opmerking die ik niet terugzie in de moties, maar die ik toch wil pareren en dat was een opmerking van mijnheer Van Bussel inzake de burgerparticipatie. Ik herken enkele van zijn opmerkingen. Wij hebben de discussie inmiddels gevoerd en wij hebben het uitvoeringsprogramma nu ook in routing naar u gebracht. Wij gaan niet zeggen dat het een gemakkelijk thema is om vooruitgang op te boeken, maar we zijn wel heel toegewijd en heel gecommitteerd. De TaskForce is nu nadrukkelijk aan de slag om het uitvoeringsprogramma verder handen en voeten te geven. De moties. Ik begin bij de motie van de Stadspartij, onderbouwing investering internationale school. Ik kan dit pareren door te stellen dat hetgeen u nu in de begroting doet, een reservering is. Die reservering is van strategisch belang omdat we druk bezig zijn om ook andere partijen te committeren. Als die committering voldoende hard is ÃćâĆňâĂİ ik hoop dat binnen afzienbare termijn te kunnen concluderenÃćâĆňâĂİ
komt er ordentelijk een raadsvoorstel naar u toe. In dat raadsvoorstel zullen we de toegevoegde waarde van de internationale school voor het onderwijs, maar ook voor het economisch klimaat en wellicht nog breder, misschien zelfs voor groen, mevrouw Breuers, nadrukkelijk onderbouwen. De motie is dus overbodig. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, dat constateer ik ook dus wat mij betreft kan deze motie van tafel. Voorzitter: Dank u wel.
De heer Van Merrienboer: Nu reageer ik op motie M.10, de frontlijnsturing bij wijkgerichte aanpak. Deze is enigszins in beleidstaal geformuleerd. Ik heb al eerder bij de commissiebehandeling gezegd dat het college van zins is om..... dat is de oude discussie, mijnheer Gerard, over frontoffice en backoffice en waar je nu de mandaten neerlegt. We hebben als college een heel scherpe lijn uitgezet en ook de concerndirectie zet zich er stevig aan. Deze houdt in dat we in de actiegebieden en
Verslagnummer xz
in de wijkvernieuwingsgebieden vooral op basis van buurtcontracten willen gaan werken en dat waar buurtcontracten gesloten zijn, het mandaat wordt gelegd bij het stadsdeelteam. Op die manier willen wij motie M.10 uitvoeren. Zie het dictum van de motie: de hele stad is voor ons een iets te vol bord spaghetti en daarom kiezen wij voor prioriteiten in de actiegebieden en de wijkvernieuwingsgebieden. Motie M.13. Die motie is te ver strekkend. Daarom ontraad ik hem, tenzij hij wordt aangepast. Mevrouw Vissers: Voorzitter, ik heb nog een vraag over de buurtcontracten in de verschillende wijken. Zijn in die buurtcontracten dan ook de rolverdelingen helder neergezet? Uiteindelijk is dat uiteraard de intentie van deze motie, namelijk dat de rolverdeling tussen front- en backoffice en de buurt zo goed mogelijk is ingericht. De heer Van Merrienboer: Wij hebben een interne evaluatie van het buurtcontract Lievendaal gehad. Dat gaan we ook nog extern doen, maar intern hebben we al lessen getrokken. Samen met de concerndirectie hebben we besloten om op basis van buurtcontracten de rolverdeling aan te passen. Waar een buurtcontract als instrument functioneert, wordt eenduidig het mandaat bij het stadsdeelteam neergelegd om nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van dat buurtcontract met zeggenschap en met budget gewoon hard te maken. Ik denk dat we materieel tegemoetkomen aan wat er wordt gevraagd, maar dit is overvragen. De heer Gerard: Voorzitter, ik kan de reactie van de wethouder op de motie wel volgen: frontoffice en backoffice, dat snap ik. Buurtcontracten snap ik. Echter, als ik de motie zelf bekijk, snap ik hem eerlijk gezegd niet. Is voor de Partij van de Arbeid hetgeen de wethouder zegt de invulling van de motie die ik niet kan volgen? Mevrouw Vissers: Zoals de wethouder het nu zegt, is het voor mij in elk geval helder wat hij met de buurtcontracten bedoelt. Onze intentie was om die rolverdeling..... De heer Gerard: Dat is toch hetzelfde als wat u bedoelt met uw motie? Mevrouw Vissers: Ja!
De heer Gerard: Oh, dan is het goed dat ik dat nu weet! Mevrouw Vissers: Dank u wel, voorzitter.
Mevrouw Verhees: Voorzitter, ik had ook nog een vraag aan de wethouder. De wethouder zegt dat de hele stad hem nu een bord te vol is en dat het college zich nu richt op de actiegebieden en de krachtwijken.
verslagnummer xz
De heer Van Merrienboer: De wijkvernieuwingsgebieden. Mevrouw Verhees: De wijkvernieuwingsgebieden, sorry. Hoe moet ik het zien als er in andere dan die gebieden een plan vanuit de bewoners ontstaat wat zij met het stadsdeelteam willen gaan uitwerken? Kan er in een dergelijk geval ook een buurtcontract worden ondertekend? De heer Van Merrienboer: Voor mij is het denkbaar om ook met andere wijken afspraken te maken, alleen zullen wij onze capaciteitsinzet prioriteren op de wijken zoals ik die net heb benoemd. Dus waar nu een buurtcontract voor een actiegebied wordt gemaakt, waar het hele proces met burgers en andere participanten wordt vormgegeven door mensen van ons stadsdeelteam, is het in die andere wijken denkbaar dat wij partij zijn in een buurtcontract terwijl we daar niet de capaciteit kunnen vrijmaken om het proces te trekken. Zo moet u dat zien.
Mevrouw Verhees: Nog een vraag ter verduidelijking. Als een bewonersgroep zelf een initiatief wil ontplooien en daarmee naar een stadsdeelteam gaat? De heer Van Merrienboer: Ja, dan zegt het stadsdeelteam onmiddellijk ja als het een actiegebied of wijkvernieuwingsgebied betreft. Een stadsdeelteam zegt in het andere geval niet onmiddellijk ja en zal kijken of die bewonersgroep zelf in staat is om het proces te trekken. We moeten keuzes maken. De capaciteit van het stadsdeelteam is schaars en die moeten we heel gericht inzetten. Wij kiezen dan voor een offensieve en actieve rol in de wijkvernieuwingsgebieden. Met een duur woord voor een responsieve rol: wel aanspreekbaar maar niet als trekker in de andere gebieden. Motie M.13 van het OuderenAppel en Lijst Pim Fortuyn;iedere vvij kis een buurtwinkei rijk. Ik deel de zorgen met betrekking tot de verschraling van het winkelaanbod in sommige wijken; dat is actueel. Hier wordt een oplossing gesuggereerd die twee kwetsbaarheden bij elkaar brengt en dat leidt niet altijd tot iets goeds. We doen veel voor starters, maar starters kiezen niet vanzelf de kwetsbare omgeving omdat zij hun handen al vol hebben met het starten van een bedrijf. Wat we wel doen is dat we nu bezig zijn om de revitalisering van de winkelstrips heel concreet te maken. Ik hoop echt voor het einde van het jaar met een concreet initiatief te komen. De macht van de lokale overheid reikt echter niet
zover dat zij ook soelaas kan bieden voor individuele gevallen. We doen ons best via het algemeen beleid van revitalisering van winkelstrips. De motie is te specifiek; ik ontraad hem. De heer Rennenber : Voorzitter, het gaat juist om de verpaupering van de winkelstrips. Dit is voor veel winkeliers aanleiding om te vertrekken. Mensen die achter in Lievendaal wonen, bijvoorbeeld, moeten helemaal naar Theresia om hun boodschappen te doen. Je had in die wijk de Lidl maar die is vertrokken omdat die
Verslagnummer xz
winkelstrip zo aan het verpauperen was. Ik vind dat daaraan echt aandacht besteed moet worden, want anders zit straks half Eindhoven ÃćâĆňâĂİ en vooral half oud Eindhoven ÃćâĆňâĂİ zonder mogelijkheden om inkopen te doen.
De heer Van Merrienboer: Ik deel uw zorgen en ik vertelde u daarnet dat we de winkelstrips op basis van de Detailhandelsnota willen invullen, met gebruikmaking van dat type instrumenten zoals bijvoorbeeld strategische verwerving van maatschappelijk vastgoed; ook dat kan een rol spelen. Ik kom bij motie M.17, het ondergronds parkeren.’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel en Lijst Pim Fortuyn. Deel 1 van de motie, een studie verrichten, vind ik uitdagend genoeg om dat eens te onderzoeken maar ik wil niet zover gaan om nu ook met betrekking tot deel 2 van de motie positief te adviseren. Dat vind ik wat voorbarig, ook al omdat ik in het raadsvoorstel over de parkeernormen dat u zult krijgen, voorzie in het fenomeen van een Parkeerfonds. Dat kan hier nuttig zijn. Dus deel 1, de studie, positief. Ik wil nu echter niet voorsorteren op financiele middelen. Dan kom ik bij de motie van de VVD over de grondprijzen. Er staat een heel kort zinnetje en daar hebben we het zodadelijk nog over. Zie echter de strategienota bij het bereikbaarheidsprogramma: we gaan wel studeren op een mogelijke bijdrage. Dat heet met een duur woord value capturing, de systematiek van de grondprijzen gerelateerd aan dit type financiering. Ik wil daarover een paar dingen zeggen. Het is altijd regionaal, nooit in concurrentie met randgemeenten. Er is dus altijd sprake van een gemeenschappelijke ambitie. Het is incidenteel en niet structureel wat de inzet betreft. Het gaat om een onderzoek. Daarvoor zou ik graag de ruimte willen hebben. We zijn ons bewust van de eisen van zorgvuldigheid als het gaat om het doorbelasten van een aantal zaken. We zijn ons bewust van de kaders; ik doe onmiddellijk de toezegging dat we naar uw raad komen voor we welk besluit dan ook nemen. In de motie is het dictum onder 1 misschien wat voorbarig, maar er is alle bereidheid om er met u over te spreken.
De heer Schut: Voorzitter, dat betekent dat de motie wordt ontraden met alle opmerkingen die u erbij heeft gemaakt. De heer Van Merrienboer: Ik doe u een toezegging en vraag u op basis daarvan om de motie nog eens te heroverwegen. Nu kom ik bij de motie van de ChristenUnie over bereikbaarheid en bedrijvigheid. Dat vind ik een lastige motie. In een paar elementen herken ik mij wel en daarmee zijn wij ook wel bezig. Ik herken ook de problematiek, maar het is mij een beetje teveel een schot hagel; dat zeg ik wat plat. Het bevat van alles wat. Wij zijn nu bezig om vanuit het bereikbaarheidsprogramma Zuidoost Brabant en in Brabantstad-
verband alles op het gebied van stedelijke bereikbaarheid eens goed bij elkaar te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat er veel van uw zorgen worden weggenomen als ik dat naar u toe breng, dus mijn verzoek zou zijn om de motie nog eens te
Verslagnummer xz
heroverwegen onder de toezegging dat ik daarmee naar u toekom. Voorzitter, dat was het.
De heer Braks: Heel hartelijk bedankt. Als u het mij veroorlooft, heb ik nog een paar opmerkingen te maken vanuit mijn hoedanigheid als uw burgemeester. Motie M.23, calamiteitsoefeningen in de hoogbouw. Het probleem wordt natuurlijk onderkend. Wel moeten wij constateren dat er geen wettelijke verplichtingen zijn tot het ontwikkelen van ontruimingsplannen en het organiseren van ontruimingsoefeningen. Dat geldt wel voor instellingen waarop de arbeidsomstandighedenwet van toepassing is. Desalniettemin is het natuurlijk wel een zaak van grote aandacht. Die aandacht is er ook bij de Brandweer. Ik zeg u toe dat ik dit onder de aandacht zal brengen in het eerstvolgende reguliere overleg dat ik met de Brandweer en eventueel andere partijen heb. We zullen dan met elkaar bespreken hoe de Brandweer hier ook stimulerend kan optreden, natuurlijk ook met betrekking tot verantwoordelijkheden van de burgers zelf.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Gerard heeft een vraag. Kan die tussendoor? Ik zal vanaf deze plaats het voorzitterschap waarnemen tot u klaar bent, mijnheer Braks.
De heer Braks: Ah, nu begrijp ik het! Neemt u mij niet kwalijk.
Waarnemend voorzitter: Dat geeft niets. Mijnheer Gerard. De heer Gerard: De Socialistische Partij heeft aan het begin van deze raadsperiodeÃćâĆňâĂİ dat is minstens een jaar geleden ÃćâĆňâĂİ precies dezelfde vraag aan wethouder
Mittendorff gesteld. Dat is toen tamelijk specifiek geformuleerd als hetzoeken van contact met corporaties. Proberen dit soort oefeningen in hoogbouw te organiseren. Wat is er nu eigenlijk in de afgelopen periode van ruim een jaar gebeurd? De heer Braks: Heel veel! Dat heb ik intussen wel geconstateerd. Maar natuurlijk nog niet alles. Ik reageer even vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de Brandweer.
Waarnemend voorzitter: Mevrouw Mittendorff, wilt u een extra toelichting geven? Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, alleen om aan te geven dat wij als college dachten dat de heer Sakkers deze actie zou verrichten. Ik kan u niet concreet
aangeven wat ermee is gebeurd. Het zou kunnen dat ik toen woordvoerder was maar als college hadden wij daar een bepaald beeld bij. Overigens spelen woningcorporaties hier natuurlijk een heel belangrijke rol bij. Ik kan u echter geen uitsluitsel geven op uw concrete vraag.
Verslagnummer xz
De heer Van Bussel: Nog een opmerking voor mevrouw Mittendorff. Als het om
huurzaken gaat, begrijp ik die woningcorporaties. Maar er zijn toch ook vier of vijf van die grote torens die grotendeels uit koopappartementen bestaan? Moet dan de vereniging van eigenaren het voortouw nemen? De heer Braks: Die dienen daarbij betrokken te zijn.
De heer Van Bussel: Maar kunnen wij die aanspreken in het verlengde daarvan? Dat is een grote groep.
De heer Braks: Ik wilde hier toch de Brandweer als intermediair gebruiken en zeker geen afbreuk doen aan het gegeven dat het geen wettelijke plicht is en dat het dus een stimuleringsactie moet worden in de een of andere vorm.
De heer Rennenber : Mijnheer de voorzitter, ja, ik kwam er eigenlijk op omdat...
Waarnemend voorzitter: Eerst mijnheer Schut en daarna mijnheer Rennenberg. De heer Schut: Ik vind het zeer plezierig dat u het met de Brandweer gaat bespreken, maar ik ben het wel met mijnheer Van Bussel eens dat u niet alleen de corporaties moet meenemen als u daarover praat, maar ook de verenigingen van eigenaren.
De heer Braks: Ik neem het totale probleem mee, en dan komen we vanzelf degenen tegen die daarop moeten worden aangesproken. Het gaat hier over calamiteiten, eventueel in hoogbouw. De verantwoordelijken zijn buiten de corporaties natuurlijk ook particulieren.
De heer Rennenber : Dit is eigenlijk een landelijk probleem. De televisie heeft er veel aandacht aan besteed dat er veel gemeenten met ontruimingsoefeningen en andere oefeningen bezig zijn geweest. Ik kwam op het idee toen ik las dat in jongerencentrum De Effenaar zo’n oefening was gehouden met jongeren. Toen dacht ik: ja, dat moet zeker ook kunnen voor ouderen, vooral voor de categorie die ik daarstraks al heb aangegeven. De heer Braks: De ouderengroep is kwetsbaarder dan de jongeren, maar de jongeren hebben dat op eigen initiatief gedaan. Gelet op de situatie die ik daarnet tekende, moeten we hier ook uitgaan van een stukje eigen initiatief. Ik zal met de Brandweer spreken om te kijken in hoeverre zij stimulerend kunnen optreden.
Waarnemend voorzitter: Mevrouw Breuers heeft nog een opmerking en dan zou ik graag hebben dat de portefeuillehouder zijn verhaal afmaakt.
verslagnummer xz
Mevrouw Breuers: Ik wil mijnheer Gerard steunen, want wij hebben hierover een jaar geleden goede afspraken gemaakt; ik dacht met de heer Sakkers. Het ging over hoogbouw, over ouderen en over corporaties en ook over verenigingen van eigenaren. Dat zitten we nu over te doen. Wellicht kunnen we eerst de oude afspraken even tevoorschijn halen voor we hierover verder gaan. De heer Braks: Ik zal dat zeker doen, gelet op mijn verantwoordelijkheid in mijn functie als burgemeester. De personen veranderen; de functies natuurlijk niet.
Dan een belangrijke reden waarom ik het woord vraag. Ik kwam aan het begin van deze vergadering een beetje te laat. Dat kwam omdat ik voor deze vergadering begon mijn verantwoordelijkheid wilde nemen met betrekking tot het cameratoezicht. Van verschillende kanten zijn daarover opmerkingen gemaakt en dat is begrijpelijk. Ik heb besloten, als burgemeester, om over te gaan tot de aanwijzing van twee gebieden waarin voor de periode van maximaal twee jaar ÃćâĆňâĂİ zo is dat wettelijk bepaald ÃćâĆňâĂİ cameratoezicht noodzakelijk is. Dat is op de eerste plaats
in het centrum, in het Stationsgebied, het Beursgebouw, de Dommelstraat, de Markt, de Kerkstraat, het Stratumseind en de locatie achter het stadhuis zelf. De tweede locatie is Woensel West; de Edisonstraat, de Marconistraat, de Wattstraat, de Wenckenbachstraat, de Groenewoudseweg en de Achtseweg Zuid. De aanwijzing is conform artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.10.1 van de algemene politieverordening. Aanwijzing gebeurt op uitdrukkelijk advies van de Politie. Wij zullen met kracht de verdere uitwerking ter hand nemen, zodanig dat er volgende week in het college over besloten kan worden. Het besluit dat ik zojuist kenbaar maakte, wordt van kracht op het moment van publicatie en dat zal hopelijk vroeg in de volgende week zijn. De heer Van der Meer: U heeft het over cameratoezicht achter het Beursgebouw. Bedoelt u de tunnel naar de Kruisstraat? De heer Braks: Ik denk dat ik dat bedoel, ja.
De heer Van der Meer: Maar ik wil dat zeker weten. De heer Braks: Ik kijk even achter u; ja, dat bedoel ik.
Mevrouw Breuers: Ik wil hier even op reageren. Hier schrik ik van! U noemt een hele rij op terwijl wij hier in deze stad tien camera’s hebben. We hadden afgesproken dat we ze steeds zouden verplaatsen naar de plekken waar het nodig was. We hebben in het kader van de veiligheid, vanuit de portefeuille van de Politie, bepaalde afspraken en richtlijnen. Nu lijkt het erop alsof we morgen allemaal op de film staan. Ik zou hierover heel graag met de burgemeester willen spreken op de eerstvolgende commissievergadering.
Verslagnummer xz
De heer Braks: Uiteraard. Ik kan op dit moment niets doen, maar zolang de gebieden niet aangewezen zijn, kunnen wij geen enkele actie ondernemen. Ik heb van de zijde van de politie begrepen dat dit urgent is. Ik wilde niet langer de verantwoordelijkheid nemen voor een dergelijk juridisch vacuum.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Gerard, daarna mijnheer Van Bussel en daarna mijnheer Schut. De heer Gerard: Misschien moeten wij het er in de commissie inderdaad maar eens over hebben, want het ophangen van camera’s was in deze stad een tamelijk broos compromis tussen redenen om het niet te doen enerzijds en redenen om het wel te doen anderzijds. De burgemeester heeft zijn bevoegdheid voor acute, urgente situaties en veel van wat ik de burgemeester hoor noemen, herken ik allesbehalve als een acute en/of urgente situatie. In welke mate heeft u het politieke kader geraadpleegd dat in deze raad ontwikkeld is om camera’s op te hangen? De heer Braks: Ik heb mij uitvoerig laten voorlichten. Dat is de reden waarom ik mij tot dusverre beperkt heb tot mijn wettelijke taak. Vooral op grond van het indringende advies van de zijde van de politie heb ik deze verantwoordelijkheid genomen, met inachtneming, uiteraard, van alle relevante gegevens. Op dat advies werd daarstraks van allerlei kanten gewezen.
De heer Van Bussel: In de eerste termijn hebben wij gezegd dat het lijkt of het camerabeleid in het eerste halfjaar helemaal is stilgevallen. U stelt mij volledig gerust door juist die plekken aan te geven die de politie, de burgers en de ondernemers kennen. Het zijn inderdaad niet de veiligste wijken, waar nog wel eens wat gebeurt. Wij willen een compliment maken omdat het kennelijk toch nog leeft en dat het uw aandacht heeft. Mede namens Lijst Pim Fortuyn kan ik u zeggen dat wij er heel tevreden over zijn.
De heer Schut: Voorzitter, in mijn betoog heb ik al aangegeven dat wij vanmorgen een schouw in de binnenstad hebben gedaan. Daar zat ook het Beursgebouw en omgeving bij. Een ondernemer uit die buurt heeft heel expliciet gevraagd: "Wanneer komen die camera’s nu en wanneer doet u nu eindelijk eens wat? Er gebeurt hier van alles en wij kunnen dit als ondernemers niet meer aan." Nadat mevrouw Van den Biggelaar haar uitstekende betoog over veiligheid hield, heb ik erop gewezen dat aan dat betoog een woord ontbrak, namelijk het woord camera. Ik kan u alleen maar feliciteren, burgemeester, dat u dit besluit gewoon neemt ondanks dat u nog maar heel kort in Eindhoven bent. Ik denk dat heel veel mensen in Eindhoven u dankbaar zullen zijn dat u dat besluit genomen heeft. De heer Gerard: Wist het college van dit besluit?
Verslagnummer xz
Waarnemend voorzitter: Die vraag kunt u misschien doorleiden, of u kunt hem zelf beantwoorden. De heer Braks: Ik ben voorzitter van het college en ik kan u melden dat het uitvoerig met het college besproken is. We moeten volgende week nog wel een vervolggesprek hebben om de precieze vormgeving, ook vanuit de collectieve verantwoordelijkheid, met elkaar te bespreken. Ik wil overigens na alle opmerkingen die gemaakt zijn, niet verhelen dat het geen gemakkelijke beslissing was, juist omdat ik nog maar kort met dit instrument omga. Het indringende advies van de zijde van de politie en het feit dat er niets mogelijk is zolang er geen gebied aangewezen is, heeft mij doen besluiten deze verantwoordelijkheid te nemen.
Waarnemend voorzitter: Gaat u verder met uw betoog, mijnheer Braks. De heer Braks: Ik heb mijn betoog zover af.
De heer Gerard: Voorzitter, ik heb nog een vraag. Waarnemend voorzitter: Neemt u mij niet kwalijk. Het is voor mij wat lastig te zien vanaf deze plaats.
De heer Gerard: Dat snap ik wel. Zou de burgemeester de precieze inhoud van zijn besluit zo snel mogelijk bekend willen maken? De heer Braks: Uiteraard.
De heer Gerard: Want dan kunnen we er even goed naar kijken.
Waarnemend voorzitter: Nu eerst mijnheer Van der Meer en daarna mevrouw Breuers.
De heer Van der Meer: Burgemeester, u zit in De Driehoek en daarin hebt u een wettelijke taak. U hebt gesprekken met de politie. U hebt gesprekken over de buurtbrigadiers, dat zijn de frontlijnwerkers. Ik spreek met buurtbrigadiers die mij vertellen dat zij heel veel tijd achter de computer zitten en minder op straat zijn. Ik wil u nadrukkelijk vragen om aan hoofdcommissaris Kuijs dringend in overweging te geven, deze mensen voor 95% op straat te krijgen. Dat is nu dringend nodig. Daarnaast hebt u contact met Justitie. De politie doet haar uiterste best...... De heer Schut: Voorzitter, waarover gaat het nu? De heer Braks: Ik ben nu even geen voorzitter.
Verslagnummer xz
Waarnemend voorzitter: Ik zou mijnheer Van der Meer willen meegeven dat er andere gelegenheden zijn om zijn boodschap over te brengen. We moeten ons nu beperken tot het besluit van de burgemeester over de camera’ s. Enkele mensen hebben daarop gereageerd en ik dacht dat mevrouw Breuers er ook nog een opmerking over wilde maken. Ik stel voor dat we daarna de discussie afronden, want ik heb de burgemeester ook al horen toezeggen dat hij er in de commissie op terugkomt. Dan kunt u er wat dieper op ingaan. Mevrouw Breuers: Even voor mijn nachtrust: heeft u het nu over gebieden, te benoemen waar cameratoezicht mogelijk is of gaat u daar werkelijk al camera’ s hangen? De heer Braks: Dat gebeurt zeker niet voordat er een publicatie over is. Het gaat nu uitsluitend over het aanwijzen van gebieden waar cameratoezicht mogelijk wordt. Zo luidt de wet. De wet zegt verder dat zoiets pas van kracht wordt als de publicatie heeft plaatsgehad. Als ik het goed heb, gebeurt dat hier ’s woensdags in Groot Eindhoven. Dinsdag is er een collegevergadering om uitvoeringsmaatregelen te bespreken en daarover zullen we uiteraard ook met u communiceren. Dan is het een collectieve verantwoordelijkheid. Ik beperk mij nu tot de exclusieve
verantwoordelijkheid van de burgemeester. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Reker, een laatste opmerking, want het gaat nu wel een erg lange discussie worden. Dit geeft veel aanleiding tot reacties, maar laten wij proberen ons te beperken. Mijnheer Reker krijgt de gelegenheid nog. De heer Reker: Dank u wel, voorzitter. Een korte reactie op mijnheer Van der Meer: in de werkgroep Horeca hebben wij dit besproken. Wij hebben ook met de politie gesproken. De politie heeft uitgelegd dat het niet alleen om het zitten achter de camera’s gaat, maar dat het ook heel goed is voor de bewijsvoering om naderhand met het gefilmde materiaal te kunnen aantonen dat dat de daders zijn. Die mensen zitten niet de hele dag achter de camera, die camera wordt gebruikt om bewijsvoering op te nemen.
Waarnemend voorzitter: Mijnheer Reker, met alle respect. Ik vroeg mijnheer Van der Meer om zich tot het onderwerp te beperken. Hij zat er net naast. Dan moet u niet net op dat stukje gaan reageren! U moet deze discussie bij een andere gelegenheid maar verder voeren. Het gaat nu puur om het besluit dat de burgemeester heeft genomen. Als ik het goed begrepen heb, betreft dat een startsituatie zonder welke je helemaal niet door kunt op dat traject. De heer Reker: Daarover kan ik heel kort zijn: dat juich ik van harte toe, mijnheer de voorzitter.
Verslagnummer xz
Waarnemend voorzitter: Dat had ik begrepen. Ik stel voor dat we de discussie nu beeindigen. U krijgt nu na uw rol van portefeuillehouder uw rol van voorzitter weer terug, mijnheer Braks.
Voorzitter: Ik heb mijn portefeuillehoudersfunctie vervuld en neem graag het voorzitterschap weer over. Met uw instemming gaan we de beraadslagingen staken en de vergadering schorsen tot volgende week. Het presidium moet nog wel beslissen of we dan om 15.00 uur of om 17.00 uur beginnen; die optie staat nog in de agenda. Intussen zal de Griffie zorgen voor een goede bundeling van de stand van zaken met betrekking tot de amendementen en moties. Ik schors nu de vergadering tot woensdag 7 november a.s. Ik hoop niet dat u al weggaat! Wij hebben dinsdag jongstleden met verstand besloten om de vergadering te schorsen. Er was behoefte aan nader overleg. We zouden het vandaag afhandelen en ik zou het prettig vinden als we dat nu zouden doen. Heeft u behoefte aan een schorsing? Als dat echt nodig is, moeten we dat doen maar dan wilde ik het beperken tot vijf minuten. Ik kan me voorstellen dat het even nodig is. De heer Van Bussel: Doorgaan!
De heer Schut: Doorgaan!
Voorzitter: Doorgaan? Wie het hardst roept, krijgt gelijk. We gaan door. Ik heropen nu de vergadering van 30 oktober 2007, die vanwege het late tijdstip werd geschorst maar ook omdat er behoefte bleek te zijn aan nader overleg. Raadsvoorstel over het Berei kbaarhei dsprogramma Zui doostvleugei Braban(stad,
regionaal akkoorden strategienota Voorzitter: De raad en de wethouder hebben hun eerste termijn gehad. Als ik mag refereren aan de feitelijke, inhoudelijke stand van zaken, heeft de wethouder per motie precies aangegeven hoe hij ten aanzien van de vier voorliggende moties staat. Dat was de stand van zaken. Motie 1 is ontraden, motie 2 over de OostWestverbinding is omarmd. In motie 3 had de wethouder vooral problemen met het dictum en bij motie 4 over de fasering Zevensprong van Verdaas is de discussie vastgelopen en niet afgerond. Inmiddels zijn de moties 3 en 4 verspreid in een nieuwe versie. Er zijn kleine amenderingen in aangebracht. Ik denk dat het goed is als we daarmee beginnen. Dan zit ik nog met een klein technisch probleem. We hebben hier uitstekende tijdwaarneming; ik ben er intussen vertrouwd mee geraakt en ik zal u erop blijven wijzen. Drie fracties zijn al geheel door hun spreektijd heen, namelijk ’leefbaar eindhoven’, de Socialistische Partij en de VVD. Gelet op de
verslagnummer xz
wijzigingen in de moties, denk ik niet dat wij hen moeten dwingen er het zwijgen toe te doen. Daarom stel ik de raad voor om deze fracties elk twee minuten te geven om op de moties te kunnen reageren. Ik hoop dat we ons daaraan houden, gelet op het tijdstip van de dag. Als ik daarvoor uw toestemming krijg, geef ik allereerst het woord aan de heren Gerard en Van Zijl, de indieners van de moties. Zij kunnen nog een korte toelichting geven op de wijziging. Wie van u voert het eerst het woord? Spreekt u maar vanaf uw zitplaats, wat mij betreft, maar dat mag u zelf kiezen. De heer Gerard: Voorzitter, het schijnt dat de omstandigheden sinds eergisteren veranderd zijn; dat heeft men mij verteld. Dat betekent eigenlijk dat ik twee verhalen moet vertellen, maar dat doe ik dan maar in stukjes en beetjes, dat kan ik ook niet helpen. De Socialistische Partij houdt al zijn moties overeind, ook al schijnt de ondersteuning daarvoor afgenomen te zijn. De verandering in motie 2 van de Socialistische Partij is een technische. Er staat een bepaald tussenzinnetje niet meer in en ik heb het allemaal zo goed mogelijk uitgelegd zodat eruit gelezen kan worden dat motie 2 niet beoogt te streven naar een vertraging. Er staat expliciet in dat bepaalde besluiten gelijktijdig genomen kunnen worden. Volgens mij hebben we een inhoudelijk goede motie. We hebben geprobeerd onze moties scherp, zakelijk en niet multi-interpretabel te maken. Dat de Partij van de Arbeid om inhoudelijke redenen tegen de N69-motie is, betreuren wij maar dat is op zich wel te begrijpen. Dat is een ander soort verhaal dan de Oost-Westverbinding; het loopt veel langer. In die zin heb ik daarvoor begrip. Ik ben het er niet mee eens en ook dat is een ander verhaal. We brengen de motie gewoon in stemming, ook al is het een politieke profilering. Dan wacht ik de verdere gebeurtenissen maar af, voorzitter. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. Ik heb niet zoveel toe te voegen. Er was afgelopen dinsdag enige discussie over het woord evaluatie. Daarbij werd de indruk gewekt dat het puur om een vertragingstactiek ging. Ik wil daar echt afstand van nemen want dat is niet de intentie van de door ons opgestelde motie. Het gaat ons om een helder inzicht in de effectiviteit van de genomen stappen en het gaat ons met name ook om de politiek besluitvorming, de go or no go beslissing voor er nieuw asfalt wordt aangelegd. Dat is voor GroenLinks cruciaal. Ondanks het feit dat wij hebben gehoord dat de Partij van de Arbeid de moties van de Socialistische Partij alsook de motie van GroenLinks links zal laten liggen, houden wij deze in stand. Wij vinden het politieke signaal dusdanig van belang dat wij dit zo in de lucht houden. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Helms.
verslagnummer xz
De heer Helms: Voorzitter, dank u wel. Ik hoop dat ik het in twee minuten red, anders hoop ik dat een van de andere indieners van de nieuwe motie mij wat spreektijd wil toeschuiven.
Voorzitter: Daar mag niet in gehandeld worden! De heer Helms: Dit zal mijn tweede, en tegelijk mijn laatste termijn worden. Geachte voorzitter, geacht college en geachte leden van de raad, er staat hier een enigszins tevreden mens. In onze eerste termijn heb ik al aangegeven dat het voorliggende akkoord wat ons betreft niet het meest ideale akkoord is, maar toch zeker een goede second best. Uit de discussie van afgelopen dinsdag hebben we, denk ik, met zijn allen kunnen concluderen dat dit voor de meeste andere partijen ook geldt, maar dan om uiteenlopende redenen. Toch is de VVD nog steeds van mening dat het van groot belang is dat de Eindhovense raad een duidelijk signaal naar buiten afgeeft en haar steun voor dit voorstel sterk uitspreekt. Naar onze mening is dit het best haalbare op dit moment en elke onnodige vertraging dient voorkomen te worden. De VVD heeft daarom het initiatief genomen om met wat hulp van andere partijen een motie op te stellen waarin we hebben geprobeerd om de gevoelens van de Eindhovense raad in de breedste zin van het woord te verwoorden. Dit als krachtig, eenduidig signaal naar onze partners in de regio, de provincie en het rijk. Gezien de commotie die inmiddels in Helmond is ontstaan naar aanleiding van onze beraadslagingen van afgelopen dinsdag, denk ik dat we kunnen concluderen dat dit geen overbodige luxe is. Het verheugt mij, te kunnen meedelen dat deze motie inmiddels wordt ingediend door negen van de elf partijen in deze raad. Wij nodigen met zijn negenen de overgebleven twee partijen van harte uit, zich hierbij alsnog aan te sluiten. Wij hopen hiermee te komen tot een welhaast historisch, unaniem standpunt van de Eindhovense raad in het dossier Bereikbaarheid. Voor de volledigheid zal ik voor het aanbieden het dictum nog voorlezen; dat is ook leuk voor de kijkers thuis: "... stelt de raad voor, uit te spreken dat het voorliggende programma maximale steun van de Eindhovense
gemeenteraad verdient, dat uitvoering van dit programma en bijbehorende politieke besluitvorming met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, dus gefaseerd conform de Zevensprong van Verdaas, dient te worden uitgevoerd, dat de raad van mening is, wanneer nieuwe cijfers en/of inzichten hiertoe aanleiding geven, het noodzakelijk is om de lopende en geplande maatregelen alsnog te heroverwegen, dat de Eindhovense raad zich maximaal zal inspannen om geen onnodige vertragingen in de uitvoering te veroorzaken en roept het college op om dit standpunt van de raad te respecteren en waar nodig uit te dragen."
verslagnummer xz
Dank u wel.
Voorzitter: Hartelijk dank. Dat is dan de vijfde motie die met betrekking tot dit raadsvoorstel ter tafel ligt. Zijn er nog anderen die willen reageren? De heer Cols: Voorzitter, zou ik mogen reageren? De heer Jansen: Voorzitter.
Voorzitter: Mijnheer Cols. Ik was daarstraks blij dat ook mijnheer Van den Biggelaar zoveel moeite had om u te herkennen. Die technische ervaring doe ik hier de gehele dag op. Niet dat ik u niet herken hoor, maar ik zie u gewoon niet zitten. De heer Van Bussel: Voorzitter, mag ik een ordevoorstel doen?
Voorzitter: Mijnheer Cols heeft het woord.
De heer Van Merrienboer: Voorzitter, zou ik op de motie mogen reageren namens het college? Voorzitter: U doet nu dat verzoek. Ik denk dat we dat eerst moeten toestaan, voor we verdergaan met de discussie. Er liggen nu nieuwe feiten op tafel. Het woord is aan mijnheer Van Merrienboer.
De heer Van Merrienboer: Voorzitter, ik weet dat het niet helemaal gebruikelijk is, maar omdat er een nieuwe motie op tafel ligt, heb ik behoefte om het advies van het college expliciet te maken. De heer Van Liem d: Met alle respect vind ik het heel merkwaardig dat zulks midden in de tweede termijn gebeurt. Voorzitter: Dat is enigszins een gevolg van de situatie, van de schorsing. In die periode is er natuurlijk sprake geweest van veranderde omstandigheden. De heer Van Merrienboer: Excuus daarvoor..
De heer Van Liem d: Ja, mijn fractie maakt deel uit van die veranderde omstandigheden. Het zou misschien handig zijn om eerst van alle veranderingen te horen voor er gereageerd wordt door zowel college als overige raadsfracties. Voorzitter: De wijzigingen in moties 3 en 4 hebben u bereikt.
Verslagnummer xz
De heer Van Liem d: Ja, maar er zit een wijziging in steun aan de moties. Dat is misschien ook wel handig om te weten.
Voorzitter: Is de motie van mijnheer Helms ook verspreid? Wilt u daarop reageren?
De heer Van Liem d: Mijnheer Cols wil er graag een toelichting op geven. De heer Cols: Bedankt, voorzitter. Ik wil eerst mijnheer Jos Helms van de VVD een
compliment maken dat hij zich ingezet heeft om hier een motie op tafel te leggen waarvoor heel brede steun vanuit deze raad is. Wij herkennen ons punt van zorg in de motie zoals die nu op tafel ligt. Daarmee zien wij niet de noodzaak meer om de andere moties ÃćâĆňâĂİ waarvoor wij eerder wel onze steun uitspraken ÃćâĆňâĂİ nog te steunen.
Hetzelfde punt van zorg blijft immers overeind; echter, zoals gezegd, dat zien wij verwoord in deze motie. Aangezien de motie van mijnheer Helms op veel bredere steun van deze raad kan rekenen, hechten wij er waarde aan om deze motie te steunen zodat er een zeer sterk signaal vanuit deze raad wordt gegeven en wij het bereikbaarheidsakkoord tot een nog groter succes kunnen maken. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Jansen.
De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. Wij waren dinsdag eigenlijk al zover, maar toen vroeg het allemaal wat meer tijd. Ons bleek namelijk dat de meeste partijen het voorliggende akkoord zagen zitten. De discussie ging vooral over de formulering, of beter gezegd over de interpretatie van de formulering van het akkoord. Vervolgens kwam er een motie op tafel en daarmee ontstond precies hetzelfde: de interpretatie van de formulering van de motie. Wij zijn nu blij dat er een nieuwe motie gekomen is. Wij waren al niet van plan om voor de andere te stemmen, juist omdat het belangrijk is dat er een sterk politiek signaal komt. Wat dat betreft ben ik het helemaal eens met GroenLinks. We zullen de motie van de
VVD van harte ondersteunen; wij hebben hem mede ondertekend. Dank u wel. De heer Gerard: De Socialistische Partij zal bij nadere overweging de motie van de VVD niet steunen omdat het programma, de motie en het dictum twee regels bevat waaraan wij ons niet meer willen committeren. Dat betreft de zin dat wij voorliggend programma maximaal willen steunen en dat de Eindhovense raadÃćâĆňâĂİ dus ook wij ÃćâĆňâĂİ ons maximaal zullen inspannen om geen onnodige vertraging in de
uitvoering te veroorzaken, waarbij niet duidelijk is wie er bepaalt wat onnodig is. Voorzitter, waarschijnlijk zal de Socialistische Partij, alles overwegend en puur berekenend, nog wel voor het pakket als geheel stemmen, onder andere bijvoorbeeld omdat het bestaande BOSE-trace vervalt en er geen industriegebied komt in deze hoek. Nu deze manoeuvre zich afspeelt, is een dieper liggend vertrouwen dat het de kant op gaat die wij willen, verdwenen. Het kan best zijn dat de Socialistische Partij besluit, als partij/organisatie, op bepaalde punten geen
verslagnummer xz
maximale steun aan onderdelen van dit plan te geven. Vandaar dat wij ons nu dus niet gaan vastleggen op maximale steun van de Eindhovense raad, want dat is ook maximale steun van de Socialistische Partij. Ik ervaar het als een soort belofte van goed gedrag. Ik zei al: we kijken nu puur berekenend. Zakelijk optellend, plussend, minnend, waarbij enkele plussen en minnen uiterst onzeker zijn. Zo kijken wij naar het geheel. Dat geheel betekent, zoals gezegd, dat het voorstel als geheel meer plussen dan minnen heeft. Echter, het vertrouwen is voor een flink stuk verdwenen. Ik vind het gedrag van de Partij van de Arbeid laakbaar, voorzitter, politiek gezien. Eergisteren nog zei de vertegenwoordiger van de Partij van de Arbeid dat zij de eerste waren die de faseringsmotie opgebracht hadden. Het was nog min of meer verwijtend dat wij hem op papier hadden gezet. Twee dagen later keren ze hem om! Er staat gewoon iets dat niet echt meer hard iets voorstelt. Er staan intenties. Er staat iets in dat alleen maar in de gemeenteraad van Eindhoven speelt. Wat je in dat merkwaardige lichaam, het SRE, moet, weet ik niet. Waarom deze raad geen helder standpunt zou afgeven als de zaak straks toch bij de provincie ligt, is mij ook niet duidelijk. Het SRE heeft hier over een tijd helemaal niets meer mee te maken. De burgemeester van Helmond kan wel in woede ontsteken ÃćâĆňâĂİ wat hij altijd doet als er iets gebeurt wat hem niet zint ÃćâĆňâĂİ maar dat is niet relevant. Over een tijdje is hij
niet meer de trekker en dan heeft hij er niets meer mee te maken. Dan hebben wij geen bevoegdheden meer in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening dus dan vervalt de basis eronder. Voorzitter, de gang van zaken stelt ons diep teleur. De Partij van de Arbeid heeft iets uit te leggen aan de milieubeweging en aan de acties waarvan zij deel hebben uitgemaakt. Wij zullen niet meegaan met de motie van de VVD. Wij zullen het voorstel steunen, zoals gezegd, en elk moment dat er iets gebeurt op dit gebied zullen wij met de nodige kritiek en het nodige wantrouwen kijken wat er precies bedoeld wordt. Dan is het een puur zakelijke afweging. Als er in deze raadsperiode een weg komt door het Middengebied of ten zuiden van het Wilhelminakanaal, is dat een navolging van BOSE. Dat is gewoon een BOSE-trace en dat is een schending van het programma van samenwerking.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, als fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid heb ik de behoefte om hierop te reageren en dat wil ik heel kort doen. Verschillende partijen, waaronder ook de Partij van de Arbeid, hebben van de voorstellen zoals die er nu liggen, aangegeven dat dit een integraal verhaal is dat gesteund wordt door alle partijen, te weten de gemeente en andere participanten die bijdragen aan dit akkoord. Die samenwerking, het feit dat al die partijen instemmen, is ons heel erg veel waard. Dit bereikbaarheidsakkoord staat of valt met de instemming van alle partijen. Nu zich het risico voordoet dat dit bereikbaarheidsakkoord in zijn geheel op losse schroeven komt te staan, neemt de Partij van de Arbeid de verantwoordelijkheid om een enigszins andere positie in te nemen. Wij vinden dat we inhoudelijk niet eens zoveel afwijken van een eerder ingenomen positie. Richting Socialistische Partij wil ik zeggen dat wij het belang van het bereikbaarheidsakkoord en het belang dat dit uiteindelijk tot een resultaat
verslagnummer xz
gaat leiden waarmee alle partijen akkoord kunnen gaan, groter is en dat wij dan akkoord willen gaan met de motie zoals die nu geformuleerd is. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Cols?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik heb een inhoudelijk vraagje. Zegt mevrouw Van den Biggelaar nu dat de raad van Eindhoven een motie aanneemt die daarna nog naar het SRE gebracht moet worden en dat er een andere partij is die dreigt het hele akkoord op te blazen? Dat zegt u. U zegt: wij willen het basisakkoord. Niemand in deze raad heeft overigens het basisakkoord ter discussie gesteld. Dat is niet aan ons geweest. Zegt u nu dat wij hier iets doen, en dat iemand anders de hele zaak in de prullenbak gooit als hem dit onwelgevallig is?
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik zeg dat ik het belang van een bereikbaarheidsakkoord belangrijk vind waarvan het nodig is dat het door verschillende partners gesteund wordt. Daarom kan ik met de motie akkoord gaan. Mevrouw Schreurs: Het gaat ook om het terugtrekken bij de andere motie.
Mevrouw Van den Bi elaar: Het verschil tussen de ene motie en de andere motie vind ik niet zo wezenlijk als gesuggereerd wordt. Het was voor ons belangrijk dat er een heroverweging kon plaatsvinden zodra er sprake was van veranderende omstandigheden. Dat is ons belang geweest en dat belang staat nog steeds in deze motie verwoord. Mevrouw Schreurs: Ik vind het heel honorabel dat u zegt dat het akkoord heel belangrijk is. Maar ik hoor u ook zeggen dat een andere partij ongelooflijk gemakkelijk dreigt, het op te blazen. Dan denk ik...whoow! De heer Van Bussel: Voorzitter, ik heb..
Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Schut: Voorzitter, even voor wij deze derde termijn vervolledigen. Ik heb er behoefte aan om de wethouder te horen voordat hier de derde termijn verder gaat. Voorzitter: Daar lijkt het nu op. Zojuist waren er nog wijzigingen in de ondertekening. Vanwege de duidelijkheid met betrekking tot teksten en ondertekening laat ik dit doorlopen. Ik kom zo snel mogelijk bij de wethouder. Ik houd hem in de gaten. Mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: U heeft mij twee minuten extra spreektijd toegekend. Die zou ik graag willen gebruiken nadat ik de wethouder heb gehoord.
verslagnummer xz
Voorzitter: Dan krijgt nu de wethouder het woord. Het ging even om de aard van de interventie. De heer Van Merrienboer: Voorzitter, met mijn excuus voor mijn eerdere verzoek. Ik was even de orde kwijt. Ik heb de behoefte om op de motie van mijnheer Helms te reageren. Wij hebben een uitstekende discussie met elkaar gevoerd, ook in de commissie en ook afgelopen dinsdag. We zitten heel dicht bij elkaar. Wij constateren echter ook dat er grote behoefte is om zaken in moties neer te leggen, vanuit historische gevoeligheid die ik bij eenieder respecteer en vanuit onzekerheid die de toekomst brengt. Die historische gevoeligheid en de onzekerheid over wat de toekomst brengt, leeft veel breder. De motie van mijnheer Helms en de discussie van afgelopen dinsdag geven mij aanleiding om wat zorg te hebben over de doorwerking van moties richting bestuurlijke tafels. Dat is niet omdat ik de inhoud van de moties niet goed zou vinden, want, zoals gezegd, inhoudelijk zitten we heel dicht bij elkaar. Enkele moties vragen in een dictum om de SRE-tafel te bedienen met die moties, terwijl een van de lessen die we uit BOSE hadden getrokken juist was dat enkele thema’s inzake bereikbaarheid juist bij die tafel vandaan zouden moeten worden gedirigeerd, naar andere tafels. Ik steun dus de intentie van de motie van mijnheer Helms omdat ik denk dat nu vooral eenduidigheid en zorgvuldigheid geboden is. Die staan op het spel als er veel moties spelen bij de discussie, hoe inhoudelijk goed gemotiveerd en genuanceerd die moties ook verwoord zijn. Dat wil ik onderstrepen. Misschien kan ik u toch wel helpen. De eerste vervolgstap in het programma is een MIRT-verkenning. Wat is dat in gewone mensentaal? Dat betekent dat de minister zich nu gaat uitspreken over nut en noodzaak van wat wij hem hebben voorgesteld. Na de verkenning komen de planstudies waarop een groot deel van de discussie die wij voerden, zich richtte. Wat mij betreft is er op grond van die MIRT-verkenning nog heel veel tijd om nieuwe inzichten en nieuwe kennis op te doen. De verkenning moet in de loop van 2008 verschijnen. Er is dus nog tijd om in een beter uitgelijnde politieke context een aantal besluiten te nemen. Daarmee bedoel ik dat zaken eenduidig of hier op tafel liggen, of in ’s Hertogenbosch. In dat opzicht hecht ik er wel aan om namens het college te benadrukken dat wij heel goed weten hoe smal de marges zijn waarin wij moeten opereren en dat wat dat betreft de discussies die wij gevoerd hebben de kaders en de nuances heel scherp hebben gesteld. Voor dit moment zou ik u adviseren om de motie van mijnheer Helms te omarmen en de opportuniteit van de andere moties te heroverwegen op bestuurlijke gronden, want op inhoudelijke gronden staan daar zaken in die ik als uitvoerder van uw opdrachten in de verdere discussie zal inbrengen. Daarom heb ik ze afgelopen dinsdag dan ook van een positieve toonzetting voorzien. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Nu eerst mijnheer Van Bussel.
verslagnummer xz
De heer Van Bussel: Dank u wel, voorzitter. Afgelopen dinsdag was onze tijd op; toen konden wij er niets meer over zeggen. Wij zijn blij dat wij nu nog een korte verklaring kunnen geven. Juist de behoedzame wijze waarop de wethouder tot nu toe het totale trace ten aanzien van het verkeer heeft omarmd geeft onze fractie vertrouwen in de wijze waarop hij er mee omgaat. Dat geldt ook voor de stappen die hij neemt, ook ten aanzien van zorgvuldigheid op groengebied. Ik vind het een sjiek gebaar van de Partij van de Arbeid dat zij zich aansluit bij de grote meerderheid en inziet dat dit de beste weg is, ook omdat er nog meer partijen naar kijken. Ik vind dat juist. In tegenstelling tot wat een andere fractie zojuist zei, vind ik dat juist getuigen van een zekere grootheid. Ik vind dat wel goed. Het betoog dat de VVD afgelopen dinsdag heeft gehouden, konden wij voor 95
Voorzitter: Dank u wel. De procedure is zodadelijk dat ik de moties een voor een aan het bekende ritueel zal onderwerpen, waarbij de vraag nu aan de orde is of nu nog behoefte heeft aan een stemverklaring. Ik hoop dat u zich wilt beperken tot het gebruik van die stemverklaring om vervolgens de procedure te kunnen afronden. Ja, de vingers blijven omhoog gaan.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik wil graag nog mijn eigen termijn hebben want ik heb daarnet alleen maar een informatieve vraag gesteld. Voorzitter: Als u dat wilt, dan krijgt u die want daar heeft u recht op.
Mevrouw Schreurs: Dan heb ik meteen mijn stemverklaring ook gehad dus dan bespaart het toch weer tijd. Ik heb de motie van mijnheer Helms ondertekend maar in principe is dat omdat ik inschat dat die het gaat halen. In zekere zin is dat dan de beste keuze uit de mogelijkheden. Het is bijna te bizar voor woorden dat er allerlei inhoudelijk goede moties niet ingebracht kunnen worden als er een stuk ligt. Dan had aan het begin van de hele discussie gezegd dienen te worden: "dit is het; je kunt nu zeggen of je het ermee eens bent en voor de rest is er niets." Dat is nooit de portee van de discussie geweest en dat is nooit de portee van de democratie geweest. Want als dat het geval is, ik kan dat nu zeggen, want er zit niemand van de pers meer op de tribune..... ik beklaag eigenlijk de Partij van de Arbeid dat zij in deze situatie terecht is gekomen en ik zie dat er behoorlijk wat bestuurlijke schade aan deze raad is toegebracht.
verslagnummer xz
Voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: Ik heb een vraag. Mevrouw Schreurs: Aan mij? De heer Gerard: Ja.
Voorzitter: Mevrouw Schreurs, wilde u nog iets zeggen? Mevrouw Schreurs: Oh, sorry. Nee. Ik zal instemmen met het geheel en ik denk dat wij dit soort dingen zo niet meer moeten doen.
Voorzitter: Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Volgens mij had de wethouder een veel eenvoudiger manier gehad om bestuurlijke problemen te ontlopen, namelijk door onder elke motie gewoon de passage te schrappen dat de motie ter kennis van de regioraad moet worden gebracht. Dan had u zich de bestuurlijke problematiek bespaard en dan hadden gewoon de drie lopende moties kunnen doorgaan. Als dat helpt, wil ik het nu, ter plekke best doorstrepen. De heer Schut: Was dat een stemverklaring?
De heer Gerard: Ik wist van te voren niet dat dit zou gaan gebeuren!
De heer Stoevelaar: De hoeveelste termijn van de Socialistische Partij is dit inmiddels? Ik weet niet waar we blijven. Zo blijven we doorgaan.
Voorzitter: We zitten nog in de afronding, waarbij alle ruimtes door de Socialistische Partij benut zijn, dat kan ik u wel vertellen. Echter, mijnheer Gerard mag straks nog een stemverklaring afleggen. Nu is eerst mijnheer Stoevelaar aan het woord, als hij dat wil. De heer Stoevelaar: Dank u wel, voorzitter. Wij hadden al gezegd dat wij het raadsvoorstel zullen steunen. Sinds dinsdag jongstleden is er wel het een en ander veranderd in de verschillende nuances. Standpunten wil ik niet zeggen. Wij vinden de motie die op initiatief van de VVD is ontwikkeld en die wij mede hebben ondertekend, uiteraard goed. Door het mede ondertekenen zullen we de moties van de Socialistische Partij en GroenLinks niet steunen. Voorzitter: Nu mijnheer Van Zijl.
Verslagnummer xz
D h V Z" I: Dank u wel, voorzitter. Onze stemverklaring. Ik begin bij de motie van mijnheer Helms. Zeker na de opmerkingen van mevrouw Van den Biggelaar ben ik geschrokken van het politiek opportunisme dat hier tentoongespreid is. Aansluitend bij de woorden van mijnheer Gerard dat maximale steun van de Eindhovense raad ook betekent dat GroenLinks zich niet meer in die mate kritisch kan uitlaten over hetgeen zij tot dusverre als problemen heeft gezien en dat zij zich maximaal zal inspannen om vertraging te voorkomen, dat is prima, als het onnodig is. Echter, als wij zien dat het verkeerd gaat, willen wij die ruimte alsnog claimen. Als laatste: in de motie wordt het college opgeroepen om het standpunt te respecteren en uit te dragen. Daarmee komt deze motie feitelijk nergens te liggen. We vragen ons dan ook af hoe monddood we hiermee gemaakt worden in het SRE. We zullen de motie niet steunen en houden onze eigen motie in stand. Voorzitter: Dank u wel. Dat waren stemverklaringen. Mijnheer Mulder. De heer Mulder: Van ons ook een stemverklaring, voorzitter, dank u wel. Alles overwegend steunt het OuderenAppel de motie van de VVD. Voorzitter: Mijnheer Helms?
De heer Helms: Ik zie het als een stemverklaring. Ik vind het heel jammer dat zowel de Socialistische Partij als GroenLinks niet mee kunnen in de gedachte die wij hebben; het is namelijk niet een motie van de VVD maar een motie van de Eindhovense raad die de gevoelens van de Eindhovense raad neerlegt. Het zich maximaalinspannen om geen onnodige vertraging te veroorzaken lijkt mij een heel gemakkelijke. Als een van de partijen het politieke gevoel heeft dat het mis gaat, is het per definitie niet onnodig; dat is nu politiek. Het punt dat de motie nergens op tafel komt: volgens mij heeft de vertegenwoordiging van de Eindhovense raad in het SRE per definitie de taak om het standpunt van de Eindhovense raad te vertegenwoordigen. Er zou niets mooier zijn dan wanneer deze motie unaniem zou worden gesteund, want dan hebben wij een heel duidelijk standpunt van de Eindhovense raad en dat komt dus per definitie overal terecht. Voorzitter: Dank u wel. Ik geloof dat er nu geen verzoeken meer zijn. We sluiten de discussie en we gaan beginnen met de stemprocedure. Wij hebben acht genummerde moties waarvan er nog vijf over zijn. Ik begin met motie M.01 en ik wil proberen het af te doen met handopsteken. Als er twijfel bij de telling komt, kunnen we altijd het kastje nog gebruiken. Nu stel ik aan de orde motie M.01 van de Socialistische Partij en GroenLinks. Wie is daar voor? [stemmen bij handopstekend. Ik zie zeven stemmen voor..... acht..... er komen er nog wat meer. Er zijn tien stemmen voor. Het helpt niet. De motie is verworpen.
Verslagnummer xz
Motie M.02 waarbij van de ondertekenaars mijnheer Cols geschrapt is. We stemmen bij handopsteken. Wie van u is voor deze motie? (stemmen bij handopstekend. Dat zijn er ook tien. De motie is verworpen. Motie M.03 van de Socialistische Partij en GroenLinks. Wie van u is voor de motie? (stemmen bij handopsteken]. Dat zijn er weer tien. Ook deze motie is verworpen. Motie M.04 van GroenLinks. Wie is daar voor? (stemmen bij handopstel:enJ. Tien raadsleden. De motie is verworpen.
De heer Helms: Voorzitter, ik wil u vragen of we een half minuutje kunnen schorsen voor we besluiten over motie M.08. Ik wil dan namens de negen indienende partijen de Socialistische Partij en GroenLinks alsnog uitnodigen om motie M.08 mee in te dienen met ons allen. Voorzitter: Ik denk dat we dat moeten doen. Een korte schorsing, want de stemprocedure moet direct kunnen worden afgerond. (korte schorsing van de procedure]. Ik zie nu dat mijnheer Helms weer op zijn plaats zit en u allen nog niet. Doet u het snel? Dan kunnen we snel afronden, hoop ik. Mijnheer Helms heeft om de schorsing gevraagd en wij zijn benieuwd naar het resultaat van het overleg.
De heer Helms: Helaas hebben de negen andere indieners van de motie moeten vaststellen dat GroenLinks en de Socialistische Partij zich niet kunnen vinden in de motie. Voorzitter: Dan gaan we nu met de stemming verder. Nu is er weer behoefte aan een stemverklaring. Eerst mijnheer Gerard, daarna mijnheer Van Zijl.
De heer Gerard: Voorzitter, mijnheer Helms heeft zijn best gedaan; geen kwaad woord over mijnheer Helms, maar wij lezen dit nu als een verklaring van goed gedrag. Voor ons is het akkoord nu een aantal plussen en minnen. Wij bekijken dat rationeel, berekenend en optellend. De betrokkenheid en het vertrouwen gaat niet meer zo ver dat wij ons te allen tijde gaan vastleggen op maximale uitvoering. Het hangt nu van de toekomst af, en het enige dat ik er nog bij zeg is dat wij niet op een crisis uit zijn. Wij zullen het programma als geheel steunen, maar in het programma van samenwerking staat dat er in deze periode geen BOSE trace komt.
Voorzitter: Daarvan nemen wij graag kennis, want dat is een constructieve houding naar de doelstellingen, ook van deze motie die zo breed gesteund wordt. Mijnheer Van Zijl?
D h V Z"I: Ikzal ook een stemverklaring afleggen voor het uiteindelijke voorstel. Wij zullen motie M.08 niet steunen. Voor GroenLinks was het cruciaal om
verslagnummer xz
in het totale proces nog van alles te kunnen inbrengen en te kunnen zeggen. Nu blijkt dat dit niet meer mogelijk is, bijvoorbeeld vanwege die verklaring van goed gedrag. Bovendien wordt alles zo goed als direct politiek afgedekt. Wij zullen ook tegen het eindvoorstel gaan stemmen omdat uiteindelijk de politieke besluitvorming in onze ogen tekortgedaan wordt. Voorzitter: Dank u wel. Dan breng ik nu motie M.08 in stemming. Willen degenen die tegen de motie zijn, hun hand opsteken? (stemmen bij handopsteken]. Ik zie acht stemmen tegen. De andere raadsleden zijn voor, dus deze motie is breed ondersteund. Daarmee zijn wij aan het einde van deze vergadering gekomen. Allen: Nee, het voorstel nog!
Voorzitter: Oh jee, het belangrijkste! Ik moet het voorstel in stemming brengen. Niet dat ik er op uit ben om het snel af te ronden, hoor. Dat was even een spannend moment. Ik breng nu het voorstel in stemming. Dat gaan we ook met handopsteken doen. Degenen die tegen het voorstel zijn, worden verzocht hun hand op te steken. (stemmen bij handopsteken]. Ik zie drie tegenstemmen van de fractie van GroenLinks. Verder zijn er geen tegenstemmen. Het voorstel is breed ondersteund door de raad van de gemeente Eindhoven. Ik wens de wethouder veel succes met de verdere bepaling van deze operatie. De heer Schut: Voorzitter, mag ik nog even een praktisch punt aan de orde stellen? Wij hebben hier nu een besluit liggen en het SRE moet op de een of andere manier op de hoogte worden gebracht van dit besluit. Kunnen wij van de wethouder horen hoe hij voornemens is voort te gaan in dezen? Mede door het feit dat ik mij een beetje zorgen maak dat zowel de vertegenwoordiger van de Socialistische Partij als die van GroenLinks de twee zijn die in de Adviescommissie namens ons zitten. Het is heel moeilijk om, als je zelf tegen bent, daar het tegenovergestelde te gaan uitleggen. Ik vraag mij af hoe wij dat op een zorgvuldige manier gaan doen. Mevrouw Breuers: Dat is de kwestie van eruit stappen, mijnheer Schut.
De heer Van Merrienboer: Ik heb mijnheer Gerard voor het programma zien stemmen. De heer Van Liem d: Voorzitter, het is volgens mij een zaak van de Eindhovense fractie. De VVD had daarbij kunnen zitten, als zij dat gewild hadden. Ik geloof dat we er wel uitkomen. Wij zullen ervoor zorgen dat het standpunt zoals dat door de Eindhovense raad is verwoord, wordt uitgedragen. Mijnheer Gerard en mijnheer Van Z!jl zullen zelf aangeven of zij dat aan denken te kunnen. Als dat niet kan, zoeken we er een andere oplossing voor.
Verslagnummer xz
De heer Schut: Voorzitter, het lijkt me prima. Het heeft in elk geval niets te maken met het feit of de VVD nu wel of niet in die regioraad zit; ik vraag gewoon hoe wij dat als raad van Eindhoven gaan doen en u heeft daar een goed antwoord op. Voorzitter: Dank u wel. Dan sluit ik nu de vergadering. Ik wil het afsluiten met de constatering dat we in drie dagen tijd bijna tien uur ÃćâĆňâĂİ iets meer zelfs ÃćâĆňâĂİ vrijwel
onafgebroken hebben vergaderd. Het was voor mij een geweldige ervaring want ik kreeg nauwelijks de kans om uw raad voor te zitten omdat ik eerst prive en daarna vanwege andere omstandigheden het voorzitterschap aan mijnheer Van den Biggelaar mocht overlaten. Ik moet zeggen dat ik dat als heel plezierig ervaren heb. Ondanks dat ik soms ook wel wat spanning heb ervaren, heb ik ook gezien dat er in deze raad heel veel discipline aanwezig is en veel onderling respect. Dat is plezierig. Ik had wel een technisch probleem, omdat ik in de Eerste Kamer gewend was aan veel meer macht, technisch gezien, omdat daar slechts op het spreekgestoelte en slechts bij de interruptiemicrofoon gesproken kan worden. Hier heeft iedereen zijn en haar eigen individuele microfoon. Soms was u zo vroeg aan het woord dat ik het nog niet wist of nog niet gemerkt had. Daarvoor mijn excuses. Ik wens u een prettige avond, voor zover daar nog iets van over is, en ik wens u wel thuis. Ik vond het plezierig om uw voorzitter te zijn. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 december 2007.
G. Braks, voorzitter.
J. Verheugt, griffier
g wo/EC070261 27