Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA)

VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

gehouden op woensdag 13 september 2006

Aanvang 18.00 uur Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig zijn 56 leden, te weten: Antuma (CDA), Beckmann (CDA), Been (VVD), Van der Bent-van den Hout (CU), Beugelink (CDA), De Bruin (GroenLinks), Van Dalfsen (PvdA), Dalhuisen (PvdA), G. van Dijk (D66), Dijkhuis (LPF), Dijkslag (VVD), Elferink-Veneberg (CDA), Evering (CDA), Van Gorkum (PvdA), De Greef-Moes (D66), Haan (VVD), Harmelink (PvdA), Van Harsselaar-Timmer (VVD), Jaegers (PvdA), Kerkdijk (CDA), Knoeff (CDA), Koggel-Alferink (CDA), Kok (VVD), Koopman (CDA), Leussink (CDA), Leusink-Jonker (PvdA), Lulofs (PvdA), Morskate (CDA), Netjes (CDA), Nieuwenhuis (CU), Nijhof-Sander (CDA), Oldenburger (CU), Van Olphen (GroenLinks), Van Ommen (SP), Oostra (CU), Pot (PvdA), Relker (PvdA), Rouwet (SP), Ter Schegget (PvdA), Schelhaas-Leistra (CDA), M. Schipper (CDA), P. Schipper (VVD), Schulten (CDA), Sijbom (VVD), Slagman (SGP), Slijkhuis (CDA), Tunc (PvdA), Visscher (VVD), Voortman (PvdA), Vruggink (GroenLinks), Weegenaar-Bosch (CDA), Weijnen (PvdA), Wichers Schreur (CDA), De Witte (CDA), Yildirim (SP) en Zwart (PvdA). Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA). De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u na deze vakantieperiode graag weer van harte welkom. Een groot aantal van u was afgelopen vrijdag in Steenwijk bij de opening van het nieuwe Statenjaar. Ik deel u mee, dat bericht van verhindering is ontvangen van de leden Antuma-Duisterwinkel, Bussink, D. van Dijk, Van der Lied-Homeijer, Husselman-Oosterom en Visser-Hendriks. Dames en heren, ik verzoek u allen te gaan staan. Verleden week ontvingen wij bericht van het overlijden van mevrouw Riet Witteveen-Alink die van 1978 tot 1982 en van 1987 tot 1995 lid was van onze Staten. Mevrouw Witteveen was, zoals mij gemeld, een laagdrempelige politica, zeer goed bereikbaar. Velen kenden haar en zij kende op haar beurt ook heel veel mensen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat politiek naar de menselijke maat bij haar voorop stond. Ik verzoek u enkele ogenblikken stilte in acht te nemen. De vergadering neemt staande enkele ogenblikken stilte in acht. 1.

Vaststellen van de agenda

Provinciale Staten 13 september 2006

1

De voorzitter: Het Presidium meent gelet op de overzichtelijke agenda dat deze vergadering wel binnen twee uur zou kunnen zijn afgerond. Er hebben mij geen berichten bereikt dat iemand een agendapunt wil toevoegen of de agenda anderszins zou willen wijzigen. De agenda wordt vervolgens ongewijzigd vastgesteld. 2.

Afscheid de heer R.H.J. Engbers en installatie van de heer P. van der Ros

De voorzitter: Rob heeft op 13 juli van dit jaar bij brief aangegeven dat hij vanwege zijn benoeming tot wethouder van de gemeente Dinkelland zijn lidmaatschap van Provinciale Staten zal neerleggen. Wij moeten nu weer afscheid nemen van een Statenlid. Ik bedoel dat niet als verwijt, maar als een constatering. Ik heb begrepen dat Rob in ieder geval de portefeuille Sociale Zaken zal behartigen. Ik denk dat ik namens alle Statenleden kan zeggen dat Rob een heel attente en betrokken collega is en dat zijn eigen fractie hem zeker ook zal missen. Hij is politiek zeer actief. Je zou hem in het Engels wel een party beast, een partijbeest, kunnen noemen. Nu ik mij dit zo hoor zeggen, sluit ik niet uit dat ik iets verkeerd vertaald heb! Als partijtijger was hij een zeer actieve en ambitieuze maar ook een humoristisch en gedreven politicus. Het is wel gebleken dat hij ook een goede gespreksleider en organisator is. Ik was er zo trots op dat het mij lukte om de minister-president hier naar toe te halen, maar het was hem veel eerder gelukt, zij het in partijverband. Hij kreeg de zaal vol in Albergen en Zwartsluis. Rob, complimenten voor je organisatievermogen en je ziet dat ik er ook een beetje van geleerd heb. In de commissie Economie en bestuur beheerde Rob de portefeuille handhaving. Als actief Statenlid trok hij er veel op uit, al of niet met collega's. Vaak ging dat natuurlijk per auto. Ik heb gehoord dat hij dat vaak bellend deed, maar ik neem zonder meer aan dat een ander dan stuurde. Een onhebbelijkheidje is misschien wel dat hij volgens een aantal Statenleden wat moeite had om op tijd te komen. Bijna altijd te laat of altijd te laat, althans dat is mij gemeld. Ik geloof dat zijn fractie daar iets op gevonden heeft, namelijk door het tijdstip te vervroegen. Rob, doe je dat met de wekker ook? Iets vroeger zetten, dan kom je toch op tijd! Er zijn in ieder geval veel mensen die je een lange tijd wat jonge-hondachtig hebben gevonden. Beschouw dat maar als een compliment. Het zou fantastisch zijn als veel politici diezelfde gedrevenheid en enthousiasme zouden kunnen volhouden, ook in het dagelijks bestuur binnen die overheid. Rob, heel veel succes in Dinkelland. Namens Provinciale en Gedeputeerde Staten, wens ik jou en je familie een heel goede toekomst toe. Als je even hier naar toe komt, kan ik je een bloemetje en zelfs twee cadeaus overhandigen. (applaus) Ik geef nu graag het woord aan de nestor van de Staten, de heer Oldenburger. De heer Oldenburger (ChristenUnie): Beste Rob. Toen jij in 2003 lid werd van deze Staten heb je zeker niet vermoedt dat je nog voor het einde van jouw eerste Statenperiode het beëindigen van het lidmaatschap van Provinciale Staten zou moeten meedelen, maar als rasechte Twentenaar kon je een duaal wethouderschap toch moeilijk aan je voorbij laten gaan. In de brief waarin je je afscheid meedeelt, staat: De goede ervaringen binnen de Staten hebben mij mede doen besluiten te kiezen voor een fulltime functie in de politiek. Toen ik dat las, dacht ik: zegt dat nu iets over Rob of over de Staten, of over beide? Ik ga dat natuurlijk niet helemaal uitwerken, maar ik constateer dat het in ieder geval iets zegt over jezelf. De praktische politiek heeft je snel te pakken gekregen en wij hebben daar als Staten een handje aan mogen meehelpen. Maar van meet af aan heb je jezelf ook actief opgesteld. Dat was al duidelijk uit je CV. Overigens leuk dat dit soort informatie gewoon op het internet


2

staat. Politiek gezien zette je in 2003 direct je visitekaartje neer. Je was zeker geen KWWTukker, een kiek'n-wat-wordt-Tukker! In oktober 2003, net een halfjaar na je aantreden, mocht je al samen met Marjo de Greef plaatsnemen naast de CdK om een initiatiefvoorstel met betrekking tot het burgerinitiatief te verdedigen. Sinds de gedeputeerden naar de zijlijn zijn verbannen, komen daar weinig mensen te zitten. De Staten waren enthousiast over het voorstel en je zei zelf: wij moeten zelf het contact met de burger opzoeken, maar tevens moet de burger naar ons toe kunnen komen. Ik neem aan, dat jouw deur zelfs zonder burgerinitiatief in Dinkelland openstaat of heb je de deur er zelfs al uitgehaald? In het debat dat toen werd gevoerd, schrok ik wel even, want je zei op een gegeven ogenblik: Overigens ken ik voldoende jongeren die met hun 16 of 17 jaar meer zinnige dingen te vertellen hebben dan ouderen van 60 of 70 jaar. Gelukkig hoefde ik mij niet aangesproken te voelen, zo bleek meteen uit jouw reactie. Jammer dat van dit initiatief tot nu toe niet zo veel terecht is gekomen. Maar, wie weet zijn binnenkort in Dinkelland 1500 handtekeningen te verzamelen voor een interessant onderwerp. Je had trouwens een maand eerder, in september 2003, ook al van je laten horen naar aanleiding van een rapport van de commissie Beleidsevaluatie over de handhaving van de milieuwetgeving. Je begon toen te zeggen dat je je in dat onderwerp hebt mogen vastbijten. Toen ik dat teruglas, dacht ik: daar heb je een karaktertrek van Rob. Net in de Staten, een jonge hond – vergeef mij de beeldspraak – die zich vastbijt in een onderwerp en dat niet meer loslaat! Rob, ik hoop dat Dinkelland een diervriendelijke omgeving is voor jonge honden. Nu je weg bent, Rob, hebben wij zelf nog een probleem dat ik niet ongenoemd wil laten. Hoe moet het verder met de betrokkenheid van de Staten bij de NHI, de Neue Hanze Interregio? Je was voor ons intussen mister NHI en wij moeten nog steeds leren van de democratie in buitenlandse regio's. Overigens, je hebt zelf ook een probleem. Het wethouderschap kwam zo plotseling dat je nu met een net gekocht huis in Oldenzaal zit. Maar, als voormalig manager wonen bij Woonbeheer Borne weet je vast een politiek correcte oplossing te bedenken! Rob, je hebt een portefeuille gekregen die goed bij je past. Jouw persoonlijke interesse kun je er ook in kwijt. Het is een leuk lijstje dat in je CV staat. Als politicus heb je dat lijstje misschien wel in een prioriteit neergezet, zo dacht ik even. Dan is het boeiend om de volgende volgorde te lezen: reizen, voetbal, muziek, zingen en tot slot politiek. Ik raad je aan om de politieke besluitvorming in Dinkelland te laten verlopen volgens het volgende schema: - reis eerst de gemeente door voor je een voorstel schrijft; - speel de bal (lees het voorstel) heen en weer tussen burger en wethouder; - breng de nodige muzikaliteit in het voorstel aan; - houdt vervolgens eerst een sabbatical leave (daar heb je ook ervaring mee) - en breng vervolgens het voorstel zingend in de raad. Misschien kun je dan over enige tijd in je ervaringslijstje toevoegen: zingende wethouder van Dinkelland. Rob, het ga je goed! (applaus). De voorzitter: Rob, misschien wil je zelf nog even iets zeggen? De heer Engbers: Er werd net gesproken over een zingende wethouder en niet over een zingend Statenlid, dus ontslaat het mij van de verplichting om hier te gaan zingen!


3

Voorzitter. Ik had wel wat punten opgeschreven, maar het vervelende is dat inmiddels zo'n beetje alles al genoemd is. Inderdaad had ik niet verwacht dat ik nu al als Statenlid moest terugtreden. Na lokaal, provinciaal en landelijk actief te zijn geweest binnen het CDJA wild ik eindelijk eens met die poten in de modder. Sommigen spreken dan over klei, maar net werd al gezegd dat ik een rechtgeaarde Tukker ben en wij hebben zandgrond, dus moet ik maar met de poten in de modder! Ik heb in 2003 bewust gekozen voor die volksvertegenwoordigende rol in de politiek en dan op provinciaal niveau, omdat ik op dat moment ook provinciaal actief was. Maar gelukkig vielen die poten in de modder nog wel mee. Ik herinner mij nog dat ik bij het Steenkampinstituut was, het opleidingsinstituut van het CDA. Ik was net klaar met mijn studie, rond de 24 jaar, en de politiek leek mij wel leuk. Ben toen lid geworden van het CDJA. Toen ik net in het landelijke bestuur daarvan terecht was gekomen, vroeg ik mij af of het wel wat voor mij was. Ik heb daar toen een gesprek gehad waarin mij werd gezegd: wat je ook doet in de politiek, besef wel dat van lokaal, naar provinciaal, naar landelijk het slangenkuilgehalte alleen maar toeneemt. Dat heb ik mij goed in de oren geknoopt en mij na 2003 afgevraagd wanneer die slangenkuil zou komen. Misschien ligt het in het Westen anders of gaan wij in Overijssel gewoon voor de inhoud? In 2003 begonnen wij inderdaad met het dualisme. Het monisme heb ik dus niet meegemaakt dus hoefde ik ook niet over te schakelen. Ik hoefde mij alleen maar in te werken en te wennen aan de politieke inhoud, het politieke spel en vooral het politieke papier. Daar heb ik echt aan moeten wennen. Mijn schoonmoeder heeft eens bij ons in de vakantie op het huis gepast en die is echt geschrokken van de hoeveelheden papier die bij ons in de bus kwamen. Gelukkig wordt nu alles een keer in de maand verzonden, dus kunnen wij de postbode waarschuwen. Het provinciale papier ga ik dus niet missen, maar in gemeenteland is er net zo veel papier. Het voordeel is dat ik het nu op mijn bureau krijg, dus kan ik er overdag mee aan de slag. De commissie Economie en bestuur werd net ook al genoemd met onderwerpen als handhaving en internationalisering. Inderdaad heb ik mij ingezet voor de NHI en ik ben er blij mee dat, als het goed is, dit najaar ook de Staten kunnen kennismaken met de NHI, want dan wordt de parlementariërsconferentie in Overijssel gehouden. Als het gaat om internationalisering, ben ik vandaag niet naar de commissie gegaan. Ik heb er nog wel even aan getwijfeld of ik daar niet voor de laatste keer iets moest zeggen over het beleidsstuk internationalisering. Drie jaar lang heb ik geprobeerd daar een helder stuk over te krijgen en dat is ook gelukt. Deze week heb ik mij dan ook maar eens tegen een collega-Statenlid laten ontvallen dat dit dossier misschien nu wel klaar is. Met andere woorden, misschien dus ook klaar voor een andere job. Johan gaf net aan dat ik ten dele ook door mijn ervaringen in de Staten voor het wethouderschap heb gekozen, dus is het eigenlijk ook voor een deel uw eigen schuld. Tien jaar terug begon ik met politiek als hobby, drie jaar terug was het een uit de hand gelopen hobby – dat CV is nog van voor die tijd – maar juist door de ervaringen in de Staten en het overige wat ik daarnaast binnen het CDA mag doen, heb ik de ambitie ontwikkeld om fulltime met politiek bezig te zijn. Misschien heb ik daar nog een beetje te rooskleurig beeld van -dat geloof ik ook wel -- maar daar moet ik dan maar zelf achterkomen. Toen het CDA Dinkelland mij belde om te komen praten over een wethouderschap dacht ik: praten kan altijd wel. Daarna dacht ik dat dit misschien wel de kans voor mij was om van mijn hobby mijn werk te maken, fulltime de politiek in met een portefeuille Zorg/Wmo. Ik heb de eerste raadsvergadering mogen meemaken met het idee dat het een heel lastig verhaal zou worden. Maar gelukkig waren wij aan de ronde tafel in een half uur klaar, terwijl mijn collega's nog bezig waren. Dat was in ieder geval heel prettig. Daarnaast heb ik in mijn portefeuille een deel welzijn, sport, kunst en cultuur. Ik hoop de heren gedeputeerden in het kader van kernenbeleid vaak tegen te komen. Ik nodig hen in ieder geval bij dezen uit om


4

naar de mooie gemeente Dinkelland te komen maar natuurlijk ook de Statenleden, want jullie bepalen toch de kaders! Ik hoor een van de gedeputeerden nu zeggen "en neem de portemonnee maar mee" en blijkbaar is het toch een idee van gedeputeerden dat er altijd moet worden gezeurd om geld. Het gaat toch om beleid en inhoud? De keuze voor het wethouderschap was niet helemaal zo gemakkelijk. Wij hebben net een nieuw huis gekocht in Oldenzaal en zijn bezig met de inrichting. Het kostte dus wel enig goed overleg thuis en dat vergde, zoals enkelen onder jullie wel zullen weten, ook een goed politiek debat. Van Judith, mijn vrouw, win je niet zomaar! Egbert geeft dat al aan, hij kent haar! Toch hebben wij uiteindelijk de knoop doorgehakt omdat wij die kans niet wilden laten schieten. Ik ben nu alweer twee maanden werkzaam als wethouder, misschien nieuw in gemeenteland, maar wel met de nodige bagage, mede – zoals al is gesteld en ik ook in mijn brief heb geschreven – door het werk binnen mijn partij en zeker ook door het werk als Statenlid van de provincie Overijssel. Ik wil jullie allemaal dan ook ontzettend bedanken voor de prettige samenwerking in de afgelopen jaren. Dat geldt voor de Staten, het college, de griffie, de bodes en de ambtenaren. Vanuit Dinkelland zal ik zeer zeker contact blijven houden en als provinciaal campagneleider van het CDA komen wij elkaar voor 7 maart nog wel vaak tegen. Nogmaals, hartelijk dank! (applaus). De voorzitter: Dank je wel, Rob, en nogmaals: het ga je heel goed. Dames en heren, nu had u de installatie van de heer Van der Ros verwacht, maar die is uitgesteld tot de volgende vergadering.

3.

Spreekrecht

Er hebben zich geen insprekers gemeld.

4.

Vragenuur

De voorzitter: Mevrouw De Greef en de heer Dijkhuis hebben aangegeven, enkele vragen te willen stellen. Ik geef het eerst het woord aan mevrouw De Greef. Jeugdzorg Mevrouw De Greef-Moes (D66): Voorzitter. Gisteren is uit een rapport van de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg gebleken dat de samenwerking tussen de verschillende instanties in de jeugdzorg niet goed is. Met name de communicatie tussen de bureaus Jeugdzorg en de jeugd-ggz is zeer slecht. Het bureau Jeugdzorg dient als toegangspoort naar de psychische zorg voor jongeren. Deze instelling maakt een indicatierapport op waarin de psychische problematiek en de gewenste behandelwijze worden beschreven. Op basis daarvan kan de cliënt worden doorverwezen naar de jeugd-ggz die het door het bureau Jeugdzorg opgestelde indicatierapport volgt en over uitvoering ervan later rapporteert aan het bureau Jeugdzorg. Zo zou het tenminste moeten gaan. Nu blijkt echter dat men aan elkaars deskundigheid twijfelt en dat als het ware de hele intakeprocedure nog eens dunnetjes wordt overgedaan met alle gevolgen voor de cliënt van dien. Tevens schijnen huisartsen regelmatig hun cliënten rechtstreeks door te sturen naar de GGZ en wordt het Bureau Jeugdzorg overgeslagen. Regelmatig hebben wij de gedeputeerde horen zeggen dat Overijssel vooroploopt met jeugdzorg. Met dit in het achterhoofd en de uitkomsten van het eerder genoemde rapport vraagt dat om opheldering. Vandaar de volgende vragen.


5

In hoeverre zijn de uitkomsten van het rapport van toepassing op Overijssel? Welke concrete gevolgen heeft dit voor de cliënten die zorg nodig hebben? Wat en binnen welk tijdsbestek is de gedeputeerde c.q. het college voornemens om de problemen in de communicatie binnen de jeugdzorg op te lossen? De voorzitter: Dank u wel, mevrouw De Greef. Ik geef vervolgens het woord aan de heer Dijkhuis. Energievoorziening De heer Dijkhuis (LPF): Mijnheer de voorzitter. Mijn vraag gaat over de recente actie van het LME, het Landelijk Medezeggenschapsplatform Energiebedrijven. Misschien is het mosterd na de maaltijd, maar ik wil de vraag toch stellen, want in mijn ogen is het LME zijn boekje zeer ver te buiten gegaan met het dreigement om tijdens de wedstrijd Nederland-Wit Rusland het licht uit te doen. Het feit dat het LME later heeft laten weten nooit van plan geweest te zijn om het licht daadwerkelijk uit te doen, doet daar niets aan af. Sterker nog, hiermee geeft het LME zelf aan dat het hier ging om een dreigement. Volgens het woordenboek is een dreigement een verklaring of een bewering met de bedoeling om iemand pijn of letsel toe te brengen, schade te berokkenen of op een andere manier vijandig te bejegenen als vergelding voor iets wat wel of niet is gedaan. Mijnheer de voorzitter. Het is het goede recht van het LME om te protesteren tegen de zgn. splitsingswet, maar het doet dat wel met oneigenlijke middelen. Als het uiten van dit dreigement wordt geaccepteerd, betekent dat dat het LME in de toekomst in elke willekeurige situatie kan dreigen met het afsluiten van elektriciteit. In mijn ogen is dat onacceptabel. Dit soort acties worden ook gevoerd door Gazprom die levering van gas gebruikt als chantagemiddel. De voorzitter van het LME, de heer De Jong, heeft er geen enkele moeite mee om grote aantallen mensen de dupe te laten worden van zijn acties, maar hij is tegelijkertijd bang voor de persoonlijke consequenties nadat de KNVB de vier bestuursleden van het LME persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de financiële schade. Mijnheer de voorzitter. Ik weet dat vakbondsacties niet de verantwoordelijkheid zijn van de provincie als aandeelhouder, maar dat zijn salarissen van Essent-bestuurders ook niet. Wel heeft een aandeelhouder altijd het recht om blijk te geven van goed- of afkeuring. Ik heb dan ook de volgende vragen aan het college. Bent u met de LPF-fractie van mening dat het LME met zijn dreigement om de stroomtoevoer af te sluiten zijn boekje te buiten is gegaan? Zo ja, is het college dan van plan of bereid om nu of bij herhaling van een dergelijke actie blijk te geven van zijn afkeuring en het LME te wijzen op zijn verantwoordelijkheden? De voorzitter: Ik zou mij kunnen voorstellen dat de heer Ranter beschikbaar is om als gedeputeerde te reageren op de vragen van mevrouw De Greef en dat, waar het om het voetballen, het licht en het gas gaat, wellicht de heer Jansen bereid is om enkele beschouwingen te geven over de acties van het LME. Gedeputeerde Ranter: Voorzitter. Het gisteren uitgebrachte rapport heeft inderdaad de nodige publiciteit gehad. Ik moet zeggen dat ik er niet zo heel erg van geschrokken ben, al klinkt dat misschien wat vreemd. Het was en is bekend dat de provincies, Bureau Jeugdzorg en de AWBZ, waaronder de jeugd-GGZ valt, hard bezig zijn om die samenwerking te verbeteren. Overijssel doet het echt bovengemiddeld. De Inspectie heeft een viertal categorieën onderscheiden, waaronder de provincies. Eén provincie zit in de allerhoogste categorie, een drietal in de tweede. Die doen het nog bovengemiddeld en daar zit Overijssel bij. Het gros van de provincies valt in de lagere categorieën. Dat neemt niet weg dat wij niet


6

alleen maar tevreden zijn en zeggen dat er niets aan de hand is en dat wij niets meer hoeven te doen. Wij zijn in Overijssel in 2004 begonnen met het opstellen van een samenwerkingsprotocol voor het bureau Jeugdzorg en de Overijsselse GGZ-partners. Dat protocol heeft landelijk gediend als voorbeeld voor de Wmo-groep. Daar komt het protocol uit voort dat binnenkort zal worden ingevoerd, waarover ook VWS gisteren heeft gecommuniceerd en dat landelijk zal gelden. Dat zal concrete handvatten, afspraken en richtlijnen bieden om aaneenschakeling van het bureau Jeugdzorg en de jeugd-GGZ vlekkeloos te laten verlopen, De vraag was in hoeverre dit concrete gevolgen voor de cliënten heeft. In de Overijsselse situatie is vooral het casemanagement nog onderwerp van discussie. Daarover bestaat nog enige onduidelijkheid, zoals het rapport ook aangeeft. In het kader van de wachtlijsten zijn wij op dit moment ook bezig met een versterking van de casemanagement van het Bureau Jeugdzorg. Deze week wordt gesproken over de positie van het casemanagement, ook ten opzichte van de cliënten. Wij hebben daar enkele ideeën over die wat anders zijn dan die van Bureau Jeugdzorg, maar daar komen wij wel uit. Mevrouw De Greef vroeg ook binnen welk tijdsbestek wij denken de problemen te hebben opgelost. De problemen die nog moeten worden opgelost, zullen de komende maanden worden opgepakt. Ik heb er het volste vertrouwen in dat dit lukt zodat wij dan de goede situatie bereiken dat Bureau Jeugdzorg in één keer de goede indicatie afgeeft en jongeren niet, zoals in sommige andere provincies, maanden moeten wachten op een plaats en nog eens moeten worden geïndiceerd. Dat kan niet de bedoeling zijn, maar gelukkig hebben wij in Overijssel voor een belangrijk deel dat probleem al opgelost. De voorzitter: Dan nu het woord aan gedeputeerde Jansen. Gedeputeerde Jansen: Voorzitter. De heer Dijkhuis vraagt of wij met de LPF-fractie van mening zijn dat het LME zijn boekje te buiten is gegaan. Los van allerlei juridische vragen kan ik deze vraag met een heel simpel ja beantwoorden. Is het college bereid of van plan om bij herhaling van de actie blijk te geven van zijn afkeuring? Toen ik het 's morgens om 8 uur hoorde via het radiojournaal heb ik om half negen de heer Boersma gebeld. Voor half tien hadden wij contact en ik toen ik hem zei ‘dit kan toch niet’ was ik erg blij van hem te horen: Dat zijn wij ook van oordeel en wij proberen de actie te voorkomen – hij had toen al contact gehad met het LME – en zullen als dat niet lukt een noodvoorziening treffen. Als het zich onverhoopt weer zou voordoen, zullen wij uiteraard dezelfde actie ondernemen. 5.

Ingekomen stukken

De voorzitter: Ik verzoek de heer Dalhuisen als voorzitter van de commissie Economie en bestuur verslag uit te brengen van de bespreking van hedenochtend van de bij de brieven/mededelingen van het college van Gedeputeerde Staten vermelde stukken: EUstructuurfondsen, voortgang herontwikkeling luchthaven Twente en omgeving, beleidsprogramma internationalisering en burgerjaarverslag. De heer Dalhuisen (PvdA): Voorzitter. De commissie heeft in eerste instantie over het concept operationeel programma EU-structuurfondsen gesproken, zowel inhoudelijk als procedureel. Inhoudelijk zijn er enkele aandachtspunten geformuleerd en vragen gesteld en procedureel is besloten om dit stuk op 11 oktober in tweede instantie te behandelen. In de tussenliggende periode kunnen de fracties intern de integrale behandeling in de commissie Economie en bestuur voorbereiden.


7

Wat betreft de voortgang van de herontwikkeling luchthaven Twente en omgeving heeft de commissie kennisgenomen van het voorliggende stuk en de laatste stand van zaken die mondeling is geschetst. GS hebben toegezegd om eind dit jaar een stuk ter besluitvorming aan de Staten toe te zenden. De commissie heeft met instemming kennisgenomen van het beleidsprogramma internationalisering en van de voortgang. De commissie heeft eveneens met instemming kennisgenomen van het burgerjaarverslag en heeft met nadruk aandacht gevraagd voor de externe verspreiding ervan onder de Overijsselse bevolking. De commissie heeft voor de volgende keer ook nog enkele tips gegeven. De voorzitter: Dank u wel. Ik verzoek de heer Van Dijk, voorzitter van de commissie Verkeer, milieu en water, om verslag uit te brengen van de bespreking van de volgende brieven: N50-alternatieven, netwerkanalyses, voortgang Roemenië-project en het thema duurzaamheid. De heer G. van Dijk (D66): Voorzitter. Door tijdgebrek hebben wij het thema duurzaamheid niet kunnen behandelen. Dat is jammer, want dit onderwerp vergt toch wel enige aandacht, maar wij hebben dat doorgeschoven naar de volgende vergadering. Wat de N50-alternatieven betreft, heeft vanmorgen nog ingesproken de VVD-afdeling Kampen. Op een goede manier heeft zij geprobeerd dit punt op de agenda te krijgen en de alternatieven te verwoorden. Toch is de commissie van mening dat de weg die het college is ingeslagen, moet worden vervolgd. Dus geen verandering van dit traject! Ik ga dan naar de netwerkanalyses. Die vergden wat meer tijd en riepen een behoorlijke discussie op. Wij hebben een bijna euforische portefeuillehouder de heer Klaasen mogen aanhoren. De meerderheid van de commissie geeft hem toestemming om met deze analyses onder de arm naar de minister te gaan. Twee fracties, GroenLinks en de SP, waren het daar niet mee eens en zijn eigenlijk tegen de analyses. Wel is geconstateerd dat het politieke moment suprême later in het seizoen komt, omdat het dan gaat om de dynamische beleidsagenda die hoort bij de begroting. Dan komt het moment waarop de politiek zich erover kan uitspreken. Ook vanmorgen zijn in de lange discussie door sommige fracties al enkele piketpaaltjes geslagen. Toen het jongerenproject Roemenië werd besproken, was ik helaas niet aanwezig omdat ik een vergadering elders moest bijwonen, maar de secretaris en de plv. voorzitter hebben mij uitgelegd wat ik daarover zou moeten zeggen. Ik zal proberen dat zo goed mogelijk te doen. Er ontstond tijdens ons bezoek aan Roemenië een hoge mate van consensus over subsidiëring tweede fase van het jongerenproject. Vanmorgen is de rest van de commissie daarover ingelicht. Ook daar bestond een algemeen gevoel van enthousiasme. De jongeren hebben daar zelf ook hun project toegelicht. Het gaat om geld, zoals alles in dit leven, en de commissie verzoekt het college te komen met een voorstel waarmee dit project kan worden gefinancierd. De voorzitter: Ik verzoek de heer Evering als voorzitter van de commissie Zorg en cultuur verslag uit te brengen over de bespreking van de brief over marktwerking Jeugdzorg. De heer Evering (CDA): Voorzitter. Ik kan daar kort over zijn, want de commissie heeft na een uitvoerige discussie ingestemd met de voorgestelde afdoening. Wat betreft de brieven en mededelingen van het college van GS moet ik aangeven dat bij de stand van zaken Museum de Fundatie weliswaar wordt voorgesteld om dat stuk voor


8

kennisgeving aan te nemen, maar dat na uitvoerige discussie is voorgesteld dat GS in de eerstvolgende vergadering met een voorstel komen, rekening houdend met met name de rol, de positie en de voorgeschiedenis van de Fundatie. Ook heeft de commissie het Overijssels perspectief voor ex-ama's aangehouden tot een volgende vergadering. Met inachtneming van het vorenstaande wordt vervolgens over de ingekomen stukken besloten overeenkomstig de op de agenda vermelde voorstellen.

Moeten A-voorstellen ook worden ingevoegd al zijn die er niet? Zo ja, dan volgende agendapunten vernummeren 7.

Voorstellen van Gedeputeerde Staten A-voorstellen

Er zijn geen voorstellen geagendeerd. 8.

Voorstellen van Gedeputeerde Staten B-voorstellen (PS/2006/445) Overdracht grondwatertaken aan waterschappen

Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. (PS/2006/663) Concept visiedocument Senioren in Overijssel De beraadslaging wordt geopend. De heer Evering (CDA): Voorzitter. Na een nogal uitvoerige discussie binnen de commissie Zorg en cultuur en gelet op het rapport van de Rekenkamer is de commissie unaniem akkoord gegaan met de uitgangspunten van deze notitie en het voorgestelde vervolg. Wel vindt zij dat met het veld interactieve gesprekken moeten worden gevoerd, dat de afbakening van de integraliteit heel belangrijk is en dat in de discussies met het veld vooral de arbeidsparticipatie moet worden meegenomen. De beraadslaging wordt gesloten. Dit voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen. 9.

Voorstellen van het Presidium

Er zijn geen voorstellen geagendeerd. 10.

Sluiting

De voorzitter: Wij hebben hiermee de agenda afgerond. Ik hoop u allen op 11 oktober 2006 terug te zien bij de volgende vergadering. Ik dank u allen voor uw komst en ik sluit de vergadering. Sluiting: 18.45 uur


9

Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA)

Recommend Documents