1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
GEMEENTE BLADEL ONTEIGENINGSPLAN KEMPISCH BEDRIJVENPARK ZAKELIJKE BESCHRIJVING
Korte omschrijving van het werk: Het werk omvat de aanleg van een regionaal bedrijventerrein te Bladel (locatie Hapert-Zuid) met de daarbij behorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, groenvoorzieningen, en bijbehorende werken.
1.
Algemeen
Aan het op 22 juni 2006 door de raad van de gemeente Bladel vastgestelde bestemmingsplan Kempisch Bedrijvenpark is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in zijn besluit van 18 juni 2008 goedkeuring onthouden. De in het plan opgenomen omlegging van de provinciale weg N284, vastgelegd in een partiële herziening van het Streekplan voor de provincie Noord-Brabant, is namelijk door de Afdeling bestuursrechtspraak vernietigd, met als gevolg dat ook aan het bestemmingsplan Kempisch Bedrijvenpark goedkeuring werd onthouden. De behoefte aan bedrijventerreinen zowel als de noodzaak tot omlegging van de provinciale weg N284 blijven onverminderd van kracht, in verband waarmee door Provinciale Staten van NoordBrabant op 27 juni 2008 is besloten om de partiële herziening van het Streekplan voor Noord-Brabant 2002 met betrekking tot de concrete beleidbeslissing voor de N284 te Hapert opnieuw vast te stellen. Vervolgens is een nieuw bestemmingsplan ontwikkeld, dat onder de naam Bestemmingsplan KBP 2008 in procedure is genomen. Dit plan is op 11 december 2008 door de raad van de gemeente Bladel vastgesteld. Eventueel tegen dit besluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ingediende beroepen worden door de Afdeling binnen één jaar na indiening behandeld. Begin 2007 zijn door twee werkgroepen adviezen uitgebracht over de eindinrichting van het Kempisch Bedrijvenpark (hierna te noemen: KBP). Deze adviezen vormden de basis voor stedenbouwkundig plan. het college van burgemeester en wethouders heeft op 20 november 2007 het stedenbouwkundig plan KBP na inspraak vastgesteld. Voorafgaand aan dit besluit heeft het stedenbouwkundig plan ter inzage gelegen. Tegelijk met het vaststellen van het bestemmingsplan dient op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden vastgesteld. Dit plan is primair gericht op het kostenverhaal in het kader van de grondexploitatie. Daarnaast biedt het een instrument om regels te stellen met betrekking tot fasering van de bouwactiviteiten en het bouw- en woonrijpmaken. Dit exploitatieplan KBP 2008 is door de raad van de gemeente Bladel eveneens op 11 december 2008 vastgesteld. Voor de realisering van het bestemmingsplan zijn de noodzakelijke verwervingen van onroerende zaken langs minnelijke weg tot stand gekomen, echter met uitzondering van 8 percelen zoals opgenomen in de lijst met te onteigenen percelen.
1
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
De gemeente Bladel participeert met de gemeenten Eersel, Bergeijk en Reusel-De Mierden in het Kempisch Bedrijvenpark, een Openbaar Lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling. Het OL KBP heeft als taak ondermeer de grondverwerving ten behoeve van realisatie van het bestemmingsplan. Daartoe worden door KBP onderhandelingen gevoerd met alle eigenaren in het gebied. Met 12 eigenaren is inmiddels overeenstemming bereikt. Het Openbaar Lichaam KBP heeft de gemeente Bladel verzocht in de voorliggende gevallen onteigening toe te passen omdat in deze gevallen wordt gevreesd dat de gronden niet tijdig worden verworven langs minnelijke weg. De afronding van de aanleg van het Kempisch Bedrijvenpark en de noodzakelijke infrastructuur alsmede de gewenste woningbouwontwikkeling in dit gebied worden gestuit, omdat de daarvoor noodzakelijke gronden niet langs minnelijke weg kunnen worden verkregen. Voor dit gebied is onder de naam Kempisch Bedrijvenpark een onteigeningsplan opgesteld.
2
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
2.
Het bestemmingsplan KBP 2008
Ontwikkeling regionaal bedrijventerrein in bestemmingsplan KBP 2008 Het bestemmingsplan omvat een gebiedsontwikkeling van 170 hectaren bruto. Hiervan wordt netto circa 67 hectaren bedrijfsgrond uitgegeven. Nut en noodzaak van het regionaal bedrijventerreinen wordt op drie verschillende manieren onderbouwd: 1. 2. 3.
Planningsopgave van het Regionaal Structuurplan Regio Eindhoven (RSP); Aanbod in De Kempen voor kavels groter dan 5.000 m²; Lijst van belangstellende bedrijven.
Ad 1) Regionaal Structuurplan Regio Eindhoven (8 maart 2005) In het Regionaal Structuurplan Regio Eindhoven (RSP) is aangegeven dat tot 2020 behoefte is aan 148 hectaren bedrijfsgrond in De Kempen. Door de realisatie van het Kempisch Bedrijvenpark wordt hiervan 67 hectaren ingevuld van de behoefte van 89 hectaren in het segment ‘gemengd’. Dit segment voorziet voornamelijk in de behoefte van kavels > 5.000 m². De overige ruimtebehoefte wordt ingevuld door de ontwikkeling van kleinere lokale terreinen in De Kempen. Op deze bedrijventerreinen is de maximale maat per kavel 5.000 m². De planontwikkeling voor bedrijventerreinen binnen De Kempen is conform de kwantitatieve afspraken binnen het Regionaal Structuurplan en voorziet dus in de Kempische ruimtebehoefte. Binnen het RSP zijn ook kwalitatieve afspraken gemaakt. Door het beperkte aanbod hebben er in De Kempen gedurende de laatste vier jaar nauwelijks gronduitgiften van bedrijfsterreinen groter dan 5.000 m² plaatsgehad, met als gevolg dat een aantal bedrijven naar elders zijn uitgeweken. In november 2005 is in de Kempengemeenten de leegstand aan bedrijventerreinen geactualiseerd. Op dat moment bedroeg de leegstand 5,3 ha. Echter, het betrof hier kleine bedrijfsterreinen, van ± 500 tot ± 2.500 m². Deze bieden geen alternatief voor de geconstateerde behoefte aan grote bedrijventerreinen. Bovendien zijn niet alle achterblijvende locaties bedrijfspanden op bedrijventerreinen. Het betreft tevens locaties waar transformatie naar bijvoorbeeld woningbouw door de lokale overheid gewenst is. Dit is opgenomen in de structuurvisies voor de diverse kernen. De locaties die in aanmerking komen voor transformatie door verhuizing naar het Kempisch Bedrijvenpark hebben een omvang van ongeveer 20 ha. Er wordt dus naast de realisatie van nieuw bedrijventerrein ook een substantieel deel aan bedrijventerrein onttrokken in De Kempen. Ad 2) Aanbod in De Kempen voor kavels groter dan 5.000 m² Op dit moment is er geen aanbod voor kavels groter dan 5.000 m² in De Kempen. Bij ontwikkeling van nieuwe lokale bedrijfsterreinen wordt de maximale maat van 5.000 m² gehanteerd, conform provinciaal beleid. Bedrijven met een ruimtebehoefte groter dan 5.000 m² die niet de mogelijkheid hebben om uit te breiden op de huidige locatie zijn genoodzaakt om hun bedrijf te verplaatsen naar terreinen zoals het BZOB te Helmond. In De Kempen is hiervoor op dit moment geen plaats. Het KBP voorziet in deze behoefte. De verplaatsing naar het BZOB is voor veel bedrijven in de Kempen geen goede oplossing omdat een groot deel van de werknemers in de regio woonachtig zijn en de bedrijven veelal onderdeel uitmaken van de economische structuur van het gebied (o.a. toeleverende functie). Ad 3) Lijst van belangstellende bedrijven Uit de analyse van de lijst belangstellende bedrijven blijkt dat in totaal circa 40 bedrijven aangeven interesse te hebben voor een kavel van meer dan 5.000 m² op het KBP (stand van zaken oktober 2008). De gezamenlijke behoefte is – nu zonder actieve acquisitie van KBP – 73,9 hectaren. De lijst wordt regelmatig geactualiseerd en bijgehouden. Er zijn afvallers maar tegelijkertijd schrijven nieuwe Kempische bedrijven zich in. Het werken met een belangstellendenregistratie biedt niet de garantie dat alle belangstellenden ook daadwerkelijk kopers zullen zijn. Dit is inherent aan de fase waarin de planontwikkeling zich bevindt. Verder is het niet het streven van het Openbaar Lichaam KBP om alle kavels zo snel mogelijk uit te geven.
3
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
Er wordt rekening mee gehouden dat de uitgifte zich uitstrekt over meerdere jaren. Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van de uitgiftecriteria en die zullen medebepalend zijn voor de definitieve belangstelling van bedrijven om te verplaatsen. Uitgangspunt is het juiste bedrijf op de juiste plek en daarbij is ook aandacht voor herontwikkeling van de huidige locatie. Ontsluiting Kempisch Bedrijvenpark Het bestemmingsplan KBP 2008 heeft betrekking op de aanleg van een regionaal bedrijventerrein en de ontsluiting hiervan. Het betreft de aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de provinciale weg N284 en de A67 (Hapert-variant), inclusief een nieuwe aansluiting op de A67. Onderdeel van de ontsluiting zijn de daarop aan te sluiten bestaande wegen en de in verband hiermede uit te voeren waterhuishoudkundige en andere bijkomende werken. Nog vóór 1 juli 2008, en wel op 27 juni 2008, hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant besloten om het Streekplan Noord-Brabant 2002 partieel te herzien met betrekking tot de omlegging van de N284 te Hapert. Hiermee is het beleid van de provincie Noord-Brabant ten aanzien van deze wegomlegging concreet vastgelegd. Begrenzing plangebied Het bestemmingsplan wordt als volgt begrensd: in het noorden door de komgrens van Hapert en de provinciale weg N284; in het oosten door het bestaande bosgebied De Donkersbergen en de gemeentegrens van Eersel; aan de zuidzijde door de rijksweg A67; aan de westzijde door de wegen Ganzestraat en De Pan. Bestemmingen Het bestemmingsplan omvat de volgende bestemmingen: 1) bedrijventerrein; 2) groen-bos-natuur; 3) overige bestemmingen. Ad 1) Bedrijventerrein De bedrijfsvlakken op het Kempisch Bedrijvenpark zijn vervat in de bestemming bedrijventerrein. De bestemming biedt mogelijkheden voor het accommoderen van bedrijvigheid. Met het oog op in de omgeving aanwezige milieuhindergevoelige bestemmingen is het terrein gezoneerd naar bedrijfscategorie. Het is niet toegestaan om binnen de op de bestemmingsplankaart aangegeven stankcirkel(s) stankgevoelige bedrijvigheid op te richten. Ad 2) Groen-bos-natuur Bij deze bestemming ligt de nadruk op de realisatie van een bos- en natuurgebied in combinatie met verplichte waterberging. Het gebied dient als groene buffer naar de kom van Hapert waardoor hier een groen uitloopgebied ontstaat. In dit gebied wordt de verplichte natuurcompensatie van 12,56 hectaren gerealiseerd. Ondergeschikt aan deze groene functies zijn bebouwingsmogelijkheden (10% van de oppervlakte van dit deelgebied) aanwezig voor werken en wonen (het uitgeefbare deel bedraagt 5,5 hectaren, aangezien de omvang van dit deelgebied 55 hectaren is). Het is niet toegestaan binnen de op de bestemmingsplankaart aangegeven stankcirkel(s) woningen op te richten. Ad 3) Overige bestemmingen Tevens bevat het onderhavige bestemmingsplan de volgende bestemmingen: • recreatie; • sport-motorcrossterrein; • verkeer; • wonen; • leiding-water. Nadere informatie over het doel en de motivering voor het bestemmingsplan KBP 2008, en voor de daarbij gehanteerde beleidsuitgangspunten en overwegingen wordt verwezen naar de bladzijden 1 tot
4
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
en met 36 van de toelichting op genoemd bestemmingsplan en de erbij behorende bestemmingsplankaart, welke als onderdeel 1 en 2 aan het onteigeningsplan Kempisch Bedrijvenpark zijn gehecht.
5
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
3.
Inrichting van het gebied
Integrale gebiedsontwikkeling Met het KBP wordt een integrale gebiedsontwikkeling nagestreefd waarbij een bedrijvenpark wordt ontwikkeld, een beperkt aantal woonkavels wordt gerealiseerd, bos- en natuurgebied wordt aangelegd en wordt voorzien in een nieuwe aansluiting op de A67 en een provinciale ontsluitingsweg (hoofdontsluiting). De integrale ontwikkeling van het gebied staat centraal waarin gezocht wordt naar een ruimtelijke - en functionele samenhang van de afzonderlijke onderdelen. Uitgangspunt daarbij is dat een duurzaam bedrijvenpark wordt gerealiseerd waarbij segmentering en clustering, zorgvuldig ruimtegebruik, duurzaam watersysteem, duurzame energietechnieken en parkmanagement centaal staan. Na realisatie wordt het KBP aan de oostkant begrensd door een bosgebied. Deze geven het terrein vanaf de buitenzijde en vanaf de bestaande wegen in het plangebied een groen karakter. De belangrijkste elementen hierin zijn het werk-/woonbos (in het noorden) en de groene zones met bos, struweel en water om de bedrijfsvlakken in het midden- en zuidelijk deel van het plangebied. Deze elementen zorgen, samen met de brede bos- en natuurgebieden, voor een heldere (landschappelijke) geleding en compartimentering van het plangebied. Werk-woonbos Het werk-woonbos (totaal circa 53 hectaren), betreft het noordelijk deel van het plangebied waar voorzien is in de aanleg van bos, natuur en waterpartijen waarbinnen beperkt bebouwingsmogelijkheden (10% van het oppervlakte van dit deelgebied) worden toegestaan (het uitgeefbare deel bedraagt 5,5 hectaren). In het werk-/woonbos zijn, naast het bedrijvencluster aan de provinciale weg, mogelijkheden voor 15 woonkavels. Deze nieuwe woonkavels liggen ten zuiden van de bestaande kern Hapert en zijn ter compensatie van elders binnen het plangebied vervallen woningen en eerder geplande bedrijfswoningen. De bestaande woonbebouwing langs de Ganzestraat wordt, voor zover mogelijk en wenselijk gehandhaafd, ingepast in de bosrijke afrondingen van het KBP. Nadere uitwerking Nadere informatie over de inrichting van het gebied en de uitgangspunten van het beleid hierbij wordt geboden op de bladzijden 37 t/m 53 van de toelichting op het bestemmingsplan KBP 2008; dit plan is met stedenbouwkundig plan als onderdeel 1 aan het onteigeningsplan Kempisch Bedrijvenpark toegevoegd. Tevens biedt de bestemmingsplankaart meer inzicht in de inrichting van het gebied; deze kaart is als onderdeel 2 van genoemd onteigeningsplan bijgevoegd.
6
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
4.
Verkeer
Concrete Beleidsbeslissing provincie Noord-Brabant De huidige capaciteitsproblemen op de verbinding Eersel-Reusel, de provinciale N284, zijn voor de provincie Noord-Brabant aanleiding geweest om een studie te starten naar mogelijke oplossingen. Omdat de te bestuderen oplossingen deels uit nieuwe tracédelen voor de N284 bestaan, is besloten tot het volgen van een m.e.r.-procedure. Gedeputeerde Staten hebben op 1 maart 2005 op grond van het milieu-effectrapport/Tracénota N284 Eersel-Reusel en een aanvullend onderzoek hun voorkeur uitgesproken voor een nieuwe verbindingsweg tussen de N284 en de A67 (Hapert-variant), mede ter ontsluiting van het KBP, inclusief een nieuwe aansluiting op de A67. Op 27 juni 2008 hebben Provinciale Staten hierover een positief besluit genomen. Bij besluitvorming over het tracé in de vorm van een Concrete Beleidsbeslissing is het bestemmingsplan geheel volgend aan het ruimtelijk plan van de provincie. Het tracé is derhalve exact overgenomen in de onderhavige bestemmingsplan voor het KBP. Nieuwe provinciale weg N284, inclusief aansluiting op A67 De nieuwe provinciale weg N284 gaat voorzien in de ontsluiting van het bedrijvenpark. Aan de zuidzijde takt deze nieuwe weg aan op de A67, aan de noordzijde op de bestaande N284. De aansluiting op de rijksweg krijgt alleen een aftakking in noordelijke richting naar het KBP en ligt ter hoogte van het bestaande, meest westelijk gelegen motorcrossterrein. Aan de noordzijde zal de nieuwe provinciale weg (de hoofdontsluiting van het KBP) via een knooppunt worden aangetakt op de bestaande provinciale weg. Dit knooppunt wordt met verkeersregelinstallaties (VRI) en bijbehorende opstelvakken vormgegeven. De vormgeving en afstelling van de VRI’s gaan uit van een doorgaande route van de provinciale weg over het KBP, zodat verkeer over de bestaande provinciale weg richting Eersel wordt ontmoedigd. Het gedeelte van de bestaande N284 ten westen van de nieuwe provinciale 1 weg N284 zal daartoe worden verbreed over een lengte van circa 700 m . De provinciale weg krijgt op het KBP twee knooppunten die voorzien in de ontsluiting van het bedrijvenpark. Deze knooppunten liggen ter hoogte van groenstroken (langs Kapelweg en Eerselsedijk) en worden eveneens met verkeersregelinstallaties en bijbehorende opstelvakken vormgegeven. Vanuit de knooppunten voorzien interne ontsluitingslussen in de ontsluiting van het bedrijvenpark. Vanuit deze structuur is geen verbinding met de omliggende gebieden en wegen mogelijk. De nieuwe provinciale weg zal worden uitgevoerd als een gebiedsontsluitingsweg met één rijbaan met twee rijstroken, waarbij op termijn een uitvoering met twee rijbanen met elk twee rijstroken tot de mogelijkheden behoort. Bestaande wegen De bestaande wegen blijven fungeren als ontsluiting voor het omliggende gebied. Deze wegen krijgen geen functie om het verkeer naar het bedrijvengedeelte af te wikkelen. De Kapelweg en de Eerselsedijk worden alleen toegankelijk gemaakt voor langzaam verkeer en voor hulp- en calamiteitendiensten tijdens calamiteiten. Hiermee wordt ongewenst sluipverkeer naar het bedrijvenpark voorkomen. Deze wegen krijgen een belangrijke functie in de recreatieve structuur. Langzaamverkeersroutes In het KBP worden nieuwe langzaamverkeersroutes gerealiseerd. Op enkele plaatsen zijn fietsverbindingen tussen de bestaande wegen / fietspaden en de wegen op het bedrijvenpark geprojecteerd. Deze verbindingen liggen zodanig dat vanaf alle zijden het bedrijvenpark goed bereikbaar is. Bovendien worden deze verbindingen zodanig ingericht dat zij tijdens calamiteiten ook kunnen worden gebruikt door brandweer en andere spoedeisende diensten.
7
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
Uitvoerbaarheid De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de provincie Noord-Brabant toestemming verleend voor het aansluiten van de N284 op de A67. De nieuwe N284 en de aansluiting op de rijksweg worden gefinancierd door de provincie (70%) en KBP (30%). Hiertoe zijn bij de provincie en KBP de benodigde budgetten gereserveerd. Voor meer informatie, achtergronden en overwegingen voor het gevoerde beleid wordt verwezen naar de bladzijden 1 tot en met 7, 45 en 46 van de toelichting van het bestemmingsplan KBP 2008 en naar de bij dit plan behorende bestemmingsplankaart; deze stukken vormen de onderdelen 1 en 2 van het onteigeningsplan “Kempisch Bedrijvenpark”.
8
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
5.
Milieuhygiënische aspecten
Milieukundig onderzoek Voor het plangebied is een bodemkwaliteitskaart voorhanden (gemeente Bladel, april 2000). Hieruit is af te leiden dat de wegen Kapelweg, De Pan en Eerselsedijk zinkassen bevatten. Het betreft in totaal een oppervlakte van circa 3,2 hectaren. Uit ervaringen elders in Zuidoost Brabant blijkt dat de bodem onder deze wegen veelal verontreinigd is met één of meerdere zware metalen (o.a. zink en cadmium). Ter plaatse van een agrarisch bedrijf aan de Pan 5 is het verleden een bodemonderzoek verricht. Hieruit blijkt dat de ondergrond ter plaatse een verhoogd gehalte aan EOX bevat. Dit kan duiden op een bodemverontreiniging met bestrijdingsmiddelen. Uit ervaring blijkt dat agrarische bedrijven vanwege hun min of meer geïsoleerde ligging veelal brandstoftanks op het terrein hebben, die aanleiding kunnen geven tot een bodemverontreiniging met minerale olie. Via archiefonderzoek is de aanwezigheid van brandstoftanks geïnventariseerd. Dit onderzoek heeft geleid tot een lijst met verdachte locaties. Voor deze locaties is een verkennend onderzoek conform NEN 5740 verricht, aangevuld met een asbestonderzoek. Mogelijk te nemen maatregelen en vervolgacties zijn op de uitkomsten van dit onderzoek gebaseerd. Milieuzonering In en rondom het plangebied zijn (intensieve) veehouderijen aanwezig. Voor deze veehouderijen gelden, op basis van de vigerende milieuvergunning, stankcirkels. Deze cirkels worden gebruikt om nieuw te plannen objecten te beoordelen op hun aanvaardbaarheid in de buurt van veehouderijen. Dit geschiedt aan de hand van een zogenaamd geurverspreidingsmodel “V-Stacks”, waarmee wordt getoetst of de geurbelasting op een geurgevoelig object voldoet aan de normen (waarden) welke zijn opgenomen in de op 1 januari 2007 in werking getreden Wet geurhinder veehouderij (Wgv). Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Hieronder wordt een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woon- en natuurgebieden, verstaan. Door het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing wordt de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. De indeling van de bedrijven en bedrijfsactiviteiten is vastgelegd in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, waarin de diverse aspecten van de bedrijven in normatief opzicht zijn weergegeven. Op grond van deze lijst kan men een beleidsmatige selectie maken om de op een terrein toe te laten bedrijfsactiviteiten. De nadruk op het KBP ligt op bedrijvigheid in milieucategorieën 3 en 4 (Bedrijven en milieuzonering, VNG, Den Haag 2001). Verder kunnen zich onder voorwaarden – via vrijstelling – bedrijven vestigen die ressorteren onder categorie 5 voor zover hun milieueffecten vergelijkbaar zijn met die van bedrijven in een lagere categorie, respectievelijk categorie 2 voor zover de omvang van dergelijke bedrijven en de verkeersaantrekkende werking handhaving/vestiging in dorpscentra en woonwijken onacceptabel maken (oppervlak > 5.000 m2). Bij de verdere invulling van het terrein worden voor de milieuzonering de gewenste afstanden ten opzichte van omliggende woongebieden in acht genomen, zodat kan worden voldaan aan de geldende normen voor de aanwezige woningen in de omgeving. Geluid Voor het geluid afkomstig van de bedrijven wordt ook het instrument milieuzonering toegepast. Dat betekent een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woon- en natuurgebieden. Op basis van het uitgevoerde onderzoek, vastgelegd in de rapportage “Akoestisch onderzoek reconstructie Wet geluidhinder Wegverkeerslawaai Kempisch Bedrijvenpark te Hapert, provincie Noord-Brabant, mei 2006” wordt voor de (toekomstige) akoestische situatie in de omgeving van de nieuwe provinciale weg op het KBP enerzijds en de bestaande N284 anderzijds het volgende geconcludeerd.
9
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
De optredende geluidbelasting ter plaatse van alle beschouwde woningen welke relevant zijn ten aanzien van het wettelijke regime ‘nieuwe wegaanleg’ bedraagt in de nieuwe situatie niet meer dan 49 dB(A); er is dus geen sprake van verhoging van de geluidsbelasting op woningen van 2 dB(A) of meer. De geprojecteerde wegverharding bestaat hierbij uit dicht asfaltbeton (referentie wegdek). Voor de (overige) woningen welke onderhevig zijn aan het wettelijk regime ‘reconstructie Wet geluidhinder’ wordt geconcludeerd dat voor de situatie 2020 versus 2008 er voor alle onderzochte woningen gelegen binnen de geluidzone van de N284 sprake is van een lagere dan wel gelijke geluidbelasting. Er is voor deze overige woningen geen sprake van een toename van de geluidbelasting van 2dB(A) of meer en hiermee geen reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Tegen de voorgenomen aanleg van het bedrijvengedeelte van het KBP (inclusief de nieuwe provinciale weg) bestaan op basis van het thans voorliggende plan, inclusief de uitvoering van de bestaande N284 als dicht asfaltbeton, geen akoestische bezwaren. Het bestaande motorcrossterrein De Ketelberg (MC Eersel) in het zuidoosten van het plangebied is een geluidzoneringsplichtige inrichting. Dat wil zeggen een inrichting waarvoor, ingevolge de Wet geluidhinder, rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld. Deze geluidzone (50dB(A) is op de plankaart van dit bestemmingsplan aangegeven. Binnen deze geluidzone zijn in het kader van de ontwikkeling van het KBP enkele geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd. Er is zowel in de gemeente Bladel als de gemeente Eersel een hogerewaarde-procedure (ontheffing grenswaarden Wgh) gevolgd voor één woning in de gemeente Bladel en twee woningen in de gemeente Eersel, wegens een te hoge geluidsbelasting gedurende wedstrijddagen van de motorcrossclub. Luchtkwaliteit Voor het bepalen van de luchtkwaliteit op het KBP zijn zowel het verkeersaantrekkende werking van het KBP als de aanleg van de nieuwe provinciale weg in ogenschouw genomen. Het onderzoek is uitgevoerd door Arcadis in het voorjaar van 2008 en vastgelegd in het rapport “Kempisch Bedrijvenpark en wegomlegging N284” van juni 2008. Uit dit rapport blijkt dat de realisatie van het Kempisch Bedrijvenpark en de omlegging van de provinciale weg N284 de geconstateerde overschrijdingen voor stikstofdioxide en fijnstof nabij Eersel opheft en er zich na de realisatie van de plannen geen overschrijdingen van de grenswaarden zullen voordoen. Hiermee wordt voldaan aan de kwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. Externe veiligheid In de gebieden grenzend aan het plangebied zijn geen inrichtingen gevestigd die in het kader van de externe veiligheid mogelijke risico’s voor de omgeving met zich meebrengen. Voor de provinciale weg N284 geldt in de huidige situatie dat op basis van de gehanteerde vervoersgegevens er sprake is van een plaatsgebonden risico. Ook is het groepsrisico van de provinciale weg in de huidige situatie, mede door een lage bevolkingsdichtheid, verwaarloosbaar. Nadere gegevens betreffende de milieu hygiënische aspecten zijn vermeld op de bladzijden 19 t/m 21 en 54 t/m 69 van de toelichting van het bestemmingsplan KBP 2008, dat als onderdeel 1 aan het onteigeningsplan Kempisch Bedrijvenpark is toegevoegd.
10
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
6.
Archeologie en cultuurhistorische waarden
Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB, Amersfoort) en de Cultuur Historische Waardenkaart (CHW) van de Provincie Noord-Brabant heeft circa een vijfde deel een lage indicatie voor archeologische waarden. Het overige deel van het plangebied heeft een hoge (circa 15% van het plangebied) of middelhoge indicatie voor archeologische waarden. Ten oosten van het plangebied van het KBP bevindt zich het archeologisch monument Kapelweg (terrein 5129). Het betreft een restant van een groter geheel van grafheuvels en crematiegraven uit de Brons- en IJzertijd. Bij de grafheuvels heeft ook een urnenveld gelegen. De begrenzing van dit urnenveld is niet duidelijk. Gelet op de aanwezigheid en de aard van het archeologisch monument is de kans aanwezig dat ook ten westen van dit monument archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn. De conclusies van het Inventariserend Veldonderzoek van november 2007 ter plaatse van het wegtracé is dat het plangebied nauwelijks tot geen archeologische resten bevat of heeft bevat. Verder wordt op basis van de uitkomsten van het onderzoek voor het perceel ten westen van het archeologisch monument (5129) nader onderzoek in de vorm van proefsleuven aanbevolen. In het karterend, inventariserend veldonderzoek van november 2007, uitgevoerd door het bureau BAAC bv en vastgesteld in het rapport “Kempisch Bedrijventerrein te Hapert, Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)” wordt geconcludeerd dat op de percelen geen archeologische waarden aanwezig zijn; bovendien wordt niet verwacht dat er nog intacte archeologische vindplaatsen zullen voorkomen. De resultaten van het bureauonderzoek en het inventariserend en waarderend archeologisch onderzoek worden bij het opstellen van het uitwerkingsplan meegenomen. De bescherming van eventueel aanwezige archeologische waarden is in de voorschriften van dit bestemmingsplan verankerd. Nadere gegevens betreffende archeologische en cultuurhistorische aspecten zijn vermeld op de bladzijden 25 en 26 van de toelichting van het bestemmingsplan KBP 2008, dat als onderdeel 1 aan het onteigeningsplan Kempisch Bedrijvenpark is toegevoegd.
11
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
7.
Ecologische structuur / Groenvoorzieningen
Aanwezige natuurwaarden Het plangebied wordt in de huidige situatie zeer intensief agrarisch gebruikt. Daarbij geldt dat de grondwaterstand laag staat, waardoor oppervlaktewater grotendeels ontbreekt. Natuurlijke biotopen ontbreken dan ook grotendeels. Alleen de bermen van de straten De Pan en de Ganzestraat hebben enige breedte en zijn vrij natuurlijk. Mogelijk als gevolg van de intensivering en schaalvergroting in de agrarische sector heeft het gebied weinig natuurwaarden. Er zijn nauwelijks bijzonder beschermde diersoorten aanwezig. Het bestaande natuurgebied bevestigt de geringe natuurwaarden in het plangebied. Alleen het bosgebiedje in het midden van het plangebied en de beplanting rond het bestaande viaduct over de A67 zijn in de Groene Hoofdstructuur (GHS) en Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aangewezen als overig bos- en natuurgebied. Versterking natuurwaarden Hoewel de huidige natuurwaarden in het plangebied beperkt zijn, liggen er kansen om de ecologische structuren in het gebied te versterken. Bij ontwikkeling van het Kempisch Bedrijvenpark wordt nadrukkelijk gestreefd naar versterking van deze ecologische structuren door in te spelen op aanwezige potenties. Daardoor zal (op termijn) sprake zijn van een toename van de ecologische waarden binnen het plangebied. Binnen het plangebied wordt een bosstructuur ontwikkeld die aansluit op de bestaande bosgebieden van de Donksbergen en indirect de Cartierheide ten zuiden van de A67. Feitelijk wordt het gehele bedrijvenpark omzoomd door bos en struweel. Dat zorgt voor een goede landschapsecologische samenhang van onder andere bos- en struweelvogels, dagvlinders en kleine zoogdieren waaronder vleermuizen. Langs de provinciale weg worden, met uitzondering van het noordelijke (het werk-/woonbos) en meest zuidelijke deel (naar de aansluiting op de A67), aan beide zijden twee rijen bomen geplant. Daarmee krijgt de weg een parkachtige uitstraling. De op de bestemmingsplankaart als “Groen-Bos-Natuur” aangewezen gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor: • groenvoorzieningen; • bermen en (bos) beplanting; • (voet- en rijwiel)paden; • nutsvoorzieningen; • waterhuishouding (o.a . infiltratie- en retentiegebieden voor hemelwater en de aan- en afvoer van hemelwater in/uit het gebied); • natuurontwikkeling. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bladzijden 22 t/m 24, 39, 40, 46, 47 en 55 t/m 58 van de toelichting van het bestemmingsplan KBP 2008, zijnde onderdeel 1 bij het onteigeningsplan “Kempisch Bedrijvenpark”.
12
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
8.
Waterstaatkundige voorzieningen
Om te komen tot een duurzaam stedelijk watersysteem in het plangebied is door de Grontmij in 2008 een waterhuishoudkundig plan opgesteld, dat is vastgelegd in het “Waterhuishoudingsplan Kempisch Bedrijvenpark (Grontmij, maart 2008)”. Versterking natuurlijke watersystemen Binnen het kader van het huidige beleid op het gebied van duurzaam (stedelijk) waterbeheer, dient bij de realisatie van het KBP op z’n minst het bestaande watersysteem gehandhaafd te blijven en, indien mogelijk, het natuurlijk watersysteem te worden hersteld. Hiertoe wordt ingezet op ruimte voor lokale infiltratie en kwel. Daarbij wordt gestreefd naar versterking van het natuurlijke watersysteem en toename van de ondiepe kwel. Dit kwelwater vormt de basis voor natuurontwikkeling in lagere delen van het terrein. Dit betekent dat gestreefd wordt naar een gecombineerde ontwikkeling van bedrijventerrein en waterafhankelijke natuur op de meest kansrijke locaties. Samengevat kan worden gesteld dat binnen het KBP sprake zal zijn van een duurzaam stedelijk watersysteem waarbij de randvoorwaarden worden bepaald door het natuurlijk watersysteem. Hierbij worden de volgende doelstellingen nagestreefd: • streven naar kwalitatieve verbetering van het huidige watersysteem en de daarin optredende processen (ruimte bieden voor infiltratie en lokale kwel); • streven naar herstel van het ‘natuurlijk karakter’ van het gebied (onderscheid tussen relatief hoge en droge gronden versus de relatief lage en natte gronden); • voorkomen van versnelde afvoer van schoon regenwater, en belasting van de piekafvoer in het oppervlaktewaterstelsel, door waterconservering; • beperken van de afvoer van schoon regenwater naar de RWZI, door middel van ‘afkoppeling’ van verharde oppervlakken, infiltratie en vertraagde afvoer naar het oppervlaktewater; • ontwikkelen van een zo schoon mogelijk intern en/of ontvangend watersysteem; • koppelen van natte natuurontwikkeling aan het watersysteem van het bedrijventerrein; • waar mogelijk beperken van het gebruik van drinkwater voor laagwaardige toepassingen, door benutting van regenwater en proceswater. Planontwikkeling en uitvoering hebben plaats in goed overleg met het waterschap De Dommel. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bladzijden 20 t/m 22 en 55 van de toelichting van het bestemmingsplan KBP 2008, onderdeel 1 van het onteigeningsplan “Kempisch Bedrijvenpark”.
13
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
9.
Urgentie en noodzaak
Het bestemmingsplan KBP 2008 voorziet in de aanleg van een regionaal bedrijventerrein. In de Kempen hebben bedrijven aangegeven behoefte te hebben aan nieuwe bedrijfslocaties. Hun huidige accommodaties bieden onvoldoende mogelijkheden voor het uitbreiden van de bedrijfsactiviteiten groter dan 5.000 m2. Ter behoud van de werkgelegenheid is het noodzakelijk deze bedrijven een nieuwe locatie aan te bieden in de Kempen. Op de bestaande bedrijfsterreinen is hiervoor onvoldoende ruimte beschikbaar. Om te voorzien in deze behoefte hebben de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden er voor gekozen om één gezamenlijk bedrijvenpark te ontwikkelen: het Kempisch Bedrijvenpark (KBP). Het KBP is bedoeld voor bedrijven uit de Kempen die behoefte hebben aan een bedrijfskavel met een omvang van tenminste 5.000 m². Door verplaatsing van deze bedrijven naar het KBP zal op de lokale bedrijventerreinen ruimte vrijkomen voor kleinere bedrijven. Daarnaast zullen vertreklocaties in voorkomende gevallen ook een functiewijziging ondergaan, bijvoorbeeld van werken naar wonen. De genoemde gemeenten werken sinds 1998 samen om het KBP te realiseren. Sinds 29 augustus 2006 is deze samenwerking vorm gegeven via een gemeenschappelijke regeling waarbij het Openbaar Lichaam KBP in het leven is geroepen. De belangen op het gebied van de Ruimtelijke Ordening van het Openbaar Lichaam en de gemeente Bladel liggen voor 100% in elkaars verlengde. Het werkgelegenheidsaspect is voor het KBP van groot belang in relatie tot de leefbaarheid in de daarbij betrokken gemeenten. Het KBP biedt bestaande bedrijven uit die gemeenten mogelijkheden om te groeien en zich verder te ontwikkelen. Zonder die groei zouden arbeidsplaatsen in de Kempen verloren gaan. Met het vertrek van die werkgelegenheid naar plaatsen buiten de Kempen verdwijnen (op termijn) arbeidsplaatsen. Arbeidsplaatsen zijn nodig voor de sociaal-economische structuur van de gemeenten. Door het bieden van adequate werkgelegenheid (in combinatie met woningbouw) kunnen jongeren worden gebonden aan de Kempen en dat is belangrijk voor een evenwichtige bevolkingsamenstelling. Met de uitvoering van het bestemmingsplan wordt gestart nadat het plan begin 2009 rechtskracht heeft gekregen. De start van het bouwrijpmaken van het gehele plangebied is gepland in het eerste kwartaal 2009 en duurt circa 1 jaar. Ten tijde van het opstellen van deze zakelijke beschrijving is het Voorlopig Ontwerp voor het plan gereed en zal dit worden uitgewerkt in een bestek. De aanbesteding daarvan naar verwachting plaats in maart of april 2009. De sloopvergunning voor een aantal opstallen is aangevraagd en in behandeling; de uitvoering daarvan is gepland in maart 2009. Vanaf de start bouwrijpmaken wordt tevens een aanvang genomen met het voeren van verkoopgesprekken met geïnteresseerde bedrijven. Na het sluiten van grondreserveringsovereenkomsten en het doorlopen van de vergunningprocedures kunnen verkopen en start bouw plaatsvinden vanaf het 2e kwartaal 2010. Ter bevordering van een spoedige onteigening en realisatie is op de plankaart van het bestemmingsplan KBP 2008 de aanduiding “Wro-zone – verwerkelijking in naaste toekomst opgenomen”. De in de onteigening begrepen gronden zijn in het bestemmingsplan KBP 2008 aangewezen voor de bestemmingen: Bedrijventerrein, Groen-Bos-Natuur en Verkeer. In de wijze van planuitvoering is onder meer inzicht verschaft door middel van de overlegging van de bij voornoemd bestemmingsplan behorende kaarten, toelichting en voorschriften. De gronden in het gebied van het bestemmingsplan KBP 2008 zijn deels eigendom van de gemeente Bladel en deels eigendom van derden. Om het bestemmingsplan volledig te kunnen realiseren wenst de gemeente Bladel nog een aantal percelen te verwerven. De voltooiing van de uitvoering van het bestemmingsplan KBP 2008 is namelijk gestuit op de verwerving van de benodigde gronden. Het betreft in concreto de percelen kadastraal bekend:
14
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
Nummer onteigeningsplan 1
Kadastrale gemeente Hoogeloon
Sectie
Nummer
G
1468
Oppervlakte perceel 0.11.15
2
Hoogeloon
G
1469
0.10.40 ha
3
Hoogeloon
G
1470
20.70.25 ha
4
Hoogeloon
G
592
2.23.65 ha
5
Hoogeloon
G
482
0.99.70 ha
6
Hoogeloon
G
484
0.40.05 ha
7
Hoogeloon
G
485
1.42.75 ha
8
Hoogeloon
G
1487
2.81.65 ha
Eigenaar de heer J.A.M. Geerts, Kapelweg 2, 5527 JB Hapert de heer P.J.J. Geerts, o.h.v.g.m. mevrouw P.C.G.M. Lavrijsen, Kapelweg 4 5527 JB Hapert Agro Geerts BV, Kapelweg 2-4, 5527 JB Hapert de heer H.W.F. Castelijns, i.a.g.v.g.g.m. mevrouw C. Houbraken, De Pan 1, 5527 JC Hapert de heer H.W.F. Castelijns, i.a.g.v.g.g.m. mevrouw C. Houbraken, De Pan 1, 5527 JC Hapert de heer H.W.F. Castelijns, i.a.g.v.g.g.m. mevrouw C. Houbraken, De Pan 1, 5527 JC Hapert de heer L.P. Castelijns, Dalem 4, 5527 JG Hapert mevrouw A.E.H. Hendriks, o.h.v.g.m. de heer W.C.J. de Greef, De Pan 3, 5527 JC Hapert
Geruime tijd zijn onderhandelingen met de eigenaren van de hiervoor genoemde percelen gevoerd om langs minnelijke weg de eigendom van de voor de voltooiing van het bestemmingsplan benodigde percelen te verkrijgen, echter zonder resultaat. Mede gezien de frequentie en de lange duur van deze onderhandelingen mag niet worden verwacht, dat deze gronden langs minnelijke weg door de gemeente Bladel in eigendom kunnen worden verkregen. Deze gronden kunnen evenwel bezwaarlijk worden gemist voor de uitvoering van het bestemmingsplan. Daarom heeft de Raad van de gemeente Bladel besloten de administratieve procedure tot het verkrijgen van een onteigeningsbevoegdheid voor deze percelen voor te bereiden. De desbetreffende percelen zijn opgenomen in de “lijst van te onteigenen percelen” en zijn figuratief aangeduid op de grondplantekening. Zowel de lijst van de te onteigenen percelen alsook de grondplantekening maken onderdeel uit van het onteigeningsplan Kempisch Bedrijvenpark . Een integrale aanpak van zowel de aanleg als de gronduitgifte wordt van groot belang geacht voor het realiseren van de duurzaamheids- en kwaliteitsdoelstellingen van het KBP. De duurzaamheid komt vooral tot uiting bij de inrichting van de groenstructuren, de waterhuishouding en de energievoorziening, Bij de gronduitgifte is de positionering van het juiste bedrijf op de juiste plaats van belang. Daarvoor is een gecoördineerde gronduitgifte door het openbaar lichaam KBP noodzakelijk.
15
1012.207-Zakelijke beschrijving 12 december 2008
10.
Gemeente
De voor onteigening aan te wijzen gronden zijn gelegen in de gemeente Bladel.
11.
Tenaamstelling onteigening
De onteigening geschiedt ten name van de gemeente Bladel.
16