-1-
ZAKELIJKE BESCHRIJVING (behorende bij het raadsbesluit tot onteigening ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan “Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO” en het uitwerkingsplan “Uitwerking Fase 4”) Inleiding Ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" en het uitwerkingsplan "Uitwerking Fase 4”, is het noodzakelijk dat de gemeente de eigendom, vrij van lasten en rechten, verkrijgt van (een gedeelte van) de percelen, kadastraal bekend gemeente Hoorn, sectie I, nummers 6776, 7072, 6777, 7560, 2362, 10033, 2953 en 8623. Het onteigeningsplan dient ter realisering van woningen en de aanleg van wegen, groen, water en bijbehorende voorzieningen en omvat onroerende zaken welke zijn gelegen ten noordoosten van het stedelijk gebied van Hoorn en wordt globaal begrensd door: • De provincialeweg N302 (Hoorn-Enkhuizen), oftewel de Westfrisiaweg, in het noorden; • de grens met de gemeenten Wervershoof en Drechterland in het oosten; • de spoorlijn Hoorn-Enkhuizen in het zuiden; • de bestaande kernen Blokker en Zwaag alsmede de uitbreiding van het bedrijventerrein Westfrisia-Oost (fase III) in het westen. Fase 4 van het bestemmingsplan waar deze onteigening betrekking op heeft is globaal gelegen tussen de Dorpsstraat aan de noordzijde en de Bangert aan de zuidzijde. Publiek belang De nota Toekomstperspectief Hoorn 2015 (uit 1991) maakte duidelijk dat er in periode na 2000 ruimte tekort zou komen voor wonen en werken. Na een globaal onderzoek naar de ruimtelijke mogelijkheden, kwamen er twee oplossingen waarvan uitbreiding in oostelijke richting (Bangert en Oosterpolder) er één was. In 1994 is het Streekplan Noord-Holland-Noord vastgesteld. In dit plan heeft de provincie NoordHolland gekozen voor een verstedelijking van West-Friesland in het gebied tussen Hoorn en Enkhuizen. Voor gemeente Hoorn hield dat in dat er een flink aantal woningen moeten worden gerealiseerd, waarvoor een nieuwe locatie moest worden gevonden. Hiervoor heeft de provincie zich uitgesproken voor een uitbreiding in oostelijke richting (Bangert en Oosterpolder). Een uitbreiding in westelijke richting werd om planologische en landschappelijke redenen afgewezen. In het Streekplan Noord-Holland-Noord 2004-2014 krijgt gemeente Hoorn voor voornoemde periode een taakstelling 5.000 woningen te realiseren. Deze aantallen zijn gebaseerd op autonome groei van de regio en een positief migratiesaldo. In 1999 is het structuurplan Bangert en Oosterpolder vastgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van de woningbouwlocatie Bangert en Oosterpolder. Voor een verdere juridische-planologische uitwerking van het structuurplan is het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" vastgesteld. De te onteigenen percelen zijn nodig voor de realisering van het project. De toekomstige woningbouwlocaties zijn van groot belang voor de economische ontwikkeling van zowel de gemeente Hoorn als de regio West-Friesland. De provincie Noord-Holland heeft het plangebied daartoe in 1994 en 2004 aangewezen als uitbreidingslocatie voor de 5.000 te realiseren woningen. Het totale bestemmingsplan omvat een woongebied van circa 185 hectare. Fase 4 is de woningbouwfase gelegen tussen de Dorpsstraat en de Bangert aan weerzijde van de Strip en het centrumgebied fase 3. (Woningbouw)fase 2 is eind 2009 grotendeels gereed. De bouwrijp werkzaamheden voor fase 4 zijn daarom al begonnen en eind 2010 worden de eerste woningen opgeleverd, de planning is dat in 2013 de woningbouw in fase 4 gereed zal zijn. Ondanks de recessie is er namelijk nog steeds een vraag naar nieuwbouwwoningen, waarbij het accent ligt op de categorieën woningen goedkoop en middelduur laag. Wanneer de economie aantrekt zal naar verwachting de vraag zelfs weer stijgen. Starten met een nieuwe woningbouwfase is daarom nodig.
-2-
Planologie De grondslag voor deze onteigening wordt gevormd door het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" en het uitwerkingsplan “Uitwerking Fase 4”. In de raadsvergadering van 31 januari 2006 is het bestemmingsplan vastgesteld. Dit bestemmingsplan is een herziening ex artikel 30 WRO. Het voorgaande bestemmingsplan was op 29 oktober 2002 door de gemeenteraad vastgesteld en op 3 juni 2003 door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland goedgekeurd. Echter tegen dit goedkeuringsbesluit werd beroep aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij uitspraak van 25 augustus 2004 is het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten vernietigd en zodoende werd integrale goedkeuring aan het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder onthouden. Bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" is door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) goedgekeurd op 3 oktober 2006. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 mei 2008 uitspraak gedaan op twee ingestelde beroepen op het, op 3 oktober 2006 door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland goedgekeurde, bestemmingsplan “Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO”. Met uitzondering van een gedeelte, welke niet relevant is voor deze onteigening, is het bestemmingsplan “Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO” daarmee vanaf 28 mei 2008 onherroepelijk. De te verwerven c.q. te onteigenen percelen hebben in het bestemmingsplan de bestemmingen: Woondoeleinden (uit te werken) (WU) en Gemend Lint (uit te werken) (GLU) met de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied, gekregen. Deze bestemmingen zijn nader uitgewerkt in het, in de collegevergadering van 24 maart 2009 vastgestelde ontwerp uitwerkingsplan “Uitwerking Fase 4“. Ondanks dat het uitwerkingsplan nog niet onherroepelijk is, is het gelet op de noodzaak om tijdig over de gronden benodigd voor de realisatie van het plan te kunnen beschikken, nu al mogelijk om een administratieve onteigeningsprocedure te starten. In verband daarmee is het noodzakelijk dat in het onteigeningsbesluit het voorbehoud wordt gemaakt door middel van een ontbindende en opschortende voorwaarde. Deze voorwaarden houden in dat: a. geen dagvaardingen als bedoeld in artikel 18 van de Onteigeningswet zullen worden uitgebracht alvorens het uitwerkingsplan "Uitwerking Fase 4" met betrekking tot de onderhavige onroerende zaken onherroepelijk is geworden; b. indien en voor zover het uitwerkingsplan "Uitwerking Fase 4" in hoogste instantie wordt vernietigd, en derhalve niet onherroepelijk wordt, komt het daarop betrekking hebbende het besluit tot onteigening inzake de onderhavige onroerende zaken te vervallen; De te verwerven c.q. te onteigenen percelen hebben in het uitwerkingsplan de bestemmingen: Woondoeleinden-1 (W-1), Woondoeleinden-2 (W-2), Woondoeleinden-3 (W-3), Groen (G), Water-1 (WA-1), Verkeer (V), gekregen Zoals aangegeven hebben de voornoemde percelen in het bestemmingsplan de bestemming Woondoeleinden (uit te werken) en Gemend lint (uit te werken) gekregen. In de voorschriften van het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" is in artikel 5 de navolgende omschrijving gegeven aan Woondoeleinden (uit te werken): Woondoeleinden (uit te werken) zijn bestemd voor: woningen, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel, verkeer- en verblijfsdoeleinden, inclusief parkeervoorzieningen, waterpartijen, waterhuishoudkundige voorzieningen en groen en bijbehorende voorzieningen. Gemend Lint (uit te werken) is conform artikel 6 bestemd voor: woningen, bedrijfs- en kantoorfuncties, maatschappelijke voorzieningen, particuliere dienstverlening, verkeer- en verblijfsdoeleinden, inclusief parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en groen en bijbehorende voorzieningen. Deze uit te werken bestemmingen zijn als volgt uitgewerkt in het uitwerkingsplan “Uitwerking Fase 4” en worden daar als volgt omschreven. De bestemming Woondoeleinden-1 (W-1) is opgenomen in artikel 6 van het uitwerkingsplan en is bestemd voor: eengezins- en meergezinswoningen, erven en tuinen, praktijk- en kantoorruimten voor
-3-
het ondergeschikt aan het wonen uitoefenen van een aan huis verbonden beroep, verkeers- en verblijfsdoeleinden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen, zoals speel- en ontmoetingsvoorzieningen, kunstobjecten, kunstwerken, waaronder dammen, duikers, beschoeiingen, steigers en bruggen en voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, afvalinzameling, beheer en onderhoud; In artikel 7 is bepaald dat Woondoeleinden-2 (W-2) bestemd zijn voor: eengezinswoningen, erven en tuinen, praktijk- en kantoorruimten voor het ondergeschikt aan het wonen uitoefenen van een aan huis verbonden beroep, verkeers- en verblijfsdoeleinden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen, zoals speel- en ontmoetingsvoorzieningen, kunstobjecten, kunstwerken, waaronder dammen, duikers, beschoeiingen, steigers en bruggen en voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, afvalinzameling, beheer en onderhoud. De bestemming Woondoeleinden-3 (W-3) is opgenomen in artikel 8 van het uitwerkingsplan en is bestemd voor: aaneengesloten woningen, erven en tuinen, praktijk- en kantoorruimten voor het ondergeschikt aan het wonen uitoefenen van een aan huis verbonden beroep, verkeers- en verblijfsdoeleinden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen, zoals speel- en ontmoetingsvoorzieningen, kunstobjecten, kunstwerken, waaronder dammen, duikers, beschoeiingen, steigers en bruggen en voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, afvalinzameling, beheer en onderhoud. De bestemming Groen (G) is in artikel 2 opgenomen en bestemd voor: buurtgerichte groenvoorzieningen zoals plantsoenen, gazons en beplantingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende voorzieningen, zoals speel- en ontmoetingsvoorzieningen, kunstobjecten, kunstwerken, waaronder dammen, duikers, beschoeiingen, steigers en bruggen en voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, afvalinzameling, beheer en onderhoud. In artikel 5 is bepaald dat Water-1 (WA-1) bestemd is voor: water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen, verkeers- en verblijfsdoeleinden en bijbehorende voorzieningen, zoals oevers en kaden, dammen, steigers, beschoeiingen en bruggen. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; Tenslotte is conform artikel 4 Verkeer (V) bestemd voor: erftoegangswegen en verblijfsdoeleinden, inclusief wijkontsluitingswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, dammen en bruggen. Noodzaak Fase 4 voorziet in de realisatie van twee woongebieden met in totaal circa 800 woningen aan beiden zijden van de Strip binnen een ruimtelijk raamwerk, gevormd door verkeerswegen, groengebieden en waterpartijen. Om deze gebieden te kunnen realiseren dient de gemeente over de te onteigening onroerende zaken te kunnen beschikken. De gemeente heeft als taakstelling van de provincie opgekregen om 5.000 woningen te realiseren tussen 2004 en 2014. Bangert en Oosterpolder moet voor een groot deel deze taakstelling invullen. Daarnaast is ondanks de recessie nog steeds vraag naar nieuwbouwwoningen, voor de categorieën goedkoop, middelduur laag en vrije sector kavels zijn zelfs inschrijvings-/wachtlijsten. Daarnaast is de woningbouwfase fase 2 eind 2009 grotendeels gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de volgende woningbouwfase te gaan realiseren, fase 4. Minnelijk overleg Voorafgaande en gedurende de gehele onteigeningsprocedure vindt actief minnelijke verwerving plaats. Sinds 2006 is de gemeente met de betreffende eigenaren in gesprek over de minnelijke verwerving van de percelen. Inmiddels zijn er meerdere onderhandelingsgesprekken gevoerd door de gemeente om de betreffende gronden van de eigenaren minnelijk te verwerven. De heer J. Balk (perceel tussen Bangert 59 en 60 te Blokker, nr. 8623) In oktober 2006 is het eerste contact gelegd voor de aankoop van het perceel ten behoeve van een doorsteek (fiets-, voetpad verbinding). Vanaf oktober 2007 neemt de intensiteit van het overleg met J. Balk toe. Er vindt regelmatig (onder meer op 9-11-07, 7-12-07, 22-1-08, 4-3-08, 19-3-08, 10-4-08, 26-
-4-
5-08, 10-6-08, 22-12-08, 24-2-09, 12-3-09) contact plaats met Balk en/of zijn adviseur. Balk geeft aan dat een strook grond tegen de woning Bangert 59 betrokken zou moeten worden bij het perceel van Bangert 59 (mw. Nieuwendijk). Ter wille van de bewoonster Bangert 59 mw. Nieuwendijk heeft aanpassing van het plan plaatsgevonden middels versmalling van de fiets-voet verbinding welke grond buiten het plan wordt gehouden. Mw. Nieuwendijk en naar verwachting ook Balk stemmen hier mee in. Er is inmiddels akkoord over de schadeloosstelling en de effecten van de aanwezige DDT en DDE vervuiling. De heer Balk is mondeling akkoord met de inhoud van de koopovereenkomst en zal naar verwachting deze binnenkort tekenen.. De heer E. Laan (perceel achter Dorpsstraat 258a te Zwaag nrs. 6776, 6777 en 7072) De minnelijke onderhandelingen zijn begin 2007 gestart. De eerste contacten en taxaties met name vanuit de markt dateren vanaf 1997. In afstemming met Laan en zijn adviseur de heer J. Dekker te Zwaag is een onafhankelijke taxatie op basis van volledige verplaatsing van het bedrijf en op basis van volledige schadeloosstelling uitgevoerd door J.F. Kwantes van Kwantes Makelaardij C.V. te Andijk. Namens de heer Laan is eveneens een taxatie uitgevoerd door de heer H.H.H. Hendriks van Hendriks Agrarische Makelaardij te Hoorn. Op basis van meerdere overleggen hebben de onderhandelaar namens de gemeente en de heer Hendriks gezamenlijk overeenstemming over de schadeloosstelling bereikt ten aanzien van de aankoop van het geheel. De heer Laan ging niet akkoord met het onderhandelingsresultaat. Sinds 4 oktober 2007 is gebleken dat Laan bij nader inzien zijn bedrijfswoning wil behouden. Tot medio 2008 zijn meerdere overleggen geweest over de aankoop van uitsluitend de in het uitwerkingsplan op te nemen gronden echter zonder resultaat. Op 31 oktober 2008 vindt een bespreking plaats waarbij Laan zich voor het vervolg laat bijstaan door de heer P. Lakeman en H.H.H. Hendriks. Het verslag van het overleg is aan alle partijen toegezonden. Het overleg en een extra bezoek aan het bedrijf van de heer Laan heeft geresulteerd in een schriftelijke aanbieding d.d. 1 december 2008. Tot op heden is er geen reactie op de bieding ontvangen. Johan Wokke B.V. (perceel achter Dorpsstraat 272 en 270A te Zwaag, nr. 7560) De minnelijke onderhandelingen lopen sinds begin 2007. Vanaf het begin uit de heer J. Wokke voorkeur te hebben voor een verkoop in combinatie met het verkrijgen van een bouwmogelijkheid voor meerdere woningen. Er zijn in dit verband meerdere overleggen gevoerd en voorstellen uitgebracht. Daar er geen overeenstemming is bereikt heeft Wokke als onderhandelaar benoemd de heer J.C. Dekker van Scholtens Projecten. Inmiddels lijkt op hoofdlijnen er overeenstemming te verkrijgen over het in ruil voor de grond door Wokke/Scholten aantal te bouwen woningen. Er is echter nog geen overeenstemming over de schadeloosstelling van de te ruilen gronden en de aande gemeente te vergoeden kosten voor de te leveren bouw rijp te maken grond (bouwkavels). Vooralsnog wordt niet verwacht dat daarover overeenstemming zal worden bereikt waardoor noodzakelijkerwijs de administratieve onteigening dient te worden opgestart. Mogelijk dat Johan Wokke B.V. zich op zelfrealisatie gaat beroepen. Gezien de beperkte omvang van het perceel en de gemeentelijke verkaveling waardoor kavels slechts ten dele op het perceel van Wokke geprojecteerd zijn wordt de kans op een geslaagd beroep op zelfrealisatie gering geacht. De heer T.P. Wiebering (perceel achter Dorpsstraat 274 te Zwaag, nr. 2362) Het eerste overleg met Wiebering is gevoerd op 15 augustus 2006. Op 11 mei 2007 is het eerste overleg met Wiebering in aanwezigheid van zijn adviseur P. Lakeman. Tot op heden is ondanks meerdere overleggen en schriftelijke biedingen geen akkoord over de financiële schadeloosstelling. De laatste schriftelijke aanbieding is 15 december 2008 per aangetekende post verzonden. Woensdag 4 maart 2009 is nog overleg gevoerd. Wiebering en Lakeman hebben gevraagd om handhaving van de overblijvende kas, €25.000,- extra en een voortgezet gebruik tot en met 2010. Thans is in onderzoek of de overblijvende kas op basis van het huidige gebruik in gebruik kan blijven. Op korte termijn wordt geen minnelijke overeenstemming verwacht. Erven de heer C.J. Schipper (perceel naast Dorpsstraat 310 te Zwaag, nr. 10033) Het eerste overleg met mw. Schipper dateert uit begin 2004. Op 10 augustus 2004 is de eerste schriftelijke bieding uitgebracht. Vanaf september 2007 vindt intensiever overleg plaats en sinds begin 2008 heeft mevrouw Schipper de heer J.C. Dekker van Dekker Consultants als adviseur aangewezen. De aanbiedingen hebben niet tot minnelijke overeenstemming geleid. Dekker denkt aan een ander prijsniveau welk niveau nog niet kenbaar is gemaakt. Aan Dekker is voorgesteld op basis van een second opinion een taxatie uit te laten voeren. De laatste bieding is op 30 december 2008 per aangetekend schrijven uitgebracht.
-5-
Mevrouw G.G. Kroeze-Heidema te Wieringerwerf (perceel achter en naast Dorpsstraat 318 te Zwaag, nr. 2953) Het eerste contact met mevrouw Kroeze is medio 2004 gelegd. Gebleken is dat mevrouw Kroeze niet zelf het overleg met de gemeente wenst te voeren. Op 21 augustus 2007 heeft De Ruijter De Wildt & De Vroom Advocaten de gemeente schriftelijk bericht dat namens mevrouw Kroeze de heren S. Jonker en E. van der Woude van respectievelijk Construction Equipment and Trading Company CETC B.V. te Hoofddorp en Ouwehand Bouw Projecten B.V. te Katwijk de onderhandelingen met de gemeente voeren. De verschillende overleggen met de heren Jonker en Van der Woude hebben geleid tot een schriftelijk minnelijk voorstel van 6 november 2008 inhoudende verkoop en het mogen realiseren van enige woningbouw. Het voorstel is uitgebracht onder voorbehoud van instemming door het college en instemming door de Ontwikkelingsmaatschappij Hoorn (OMH). Op 1 december 2008 is het voorstel met de heren Van der Woude en Jonker besproken. In het overleg bleek dat de gronden niet vrij van pacht leverbaar zijn. Parallel heeft tevens afstemming plaatsgehad met de OMH. Op grond van de overeenkomst tussen de gemeente en de OMH kunnen uitsluitend eigenaren die zelf in staat en bereid zijn de bestemming te realiseren aangemerkt worden als zelfrealisator. Om meerdere redenen wordt mevrouw Kroeze niet als zelfrealisator erkent. Op 12 maart heeft de advocaat van mevrouw Kroeze/CETC/Ouwehand bericht dat zij zelf een regeling met de pachter zullen treffen en een beroep op zelfrealisatie doen. Enerzijds is er nog steeds geen zekerheid over een pachtvrije levering en anderzijds is op korte termijn geen overeenstemming te verwachten met mevrouw Kroeze, de gemeente en de OMH. Mevrouw Mast-Schipper, mevrouw Romein-Schipper en de heer en mevrouw Schipper-Beerepoot (perceel ten oosten van Bangert 27 te Zwaag, nr. 7062) Op 14 mei 2009 is door de gemeente het betreffende perceel aangekocht. Dit perceel zal dan ook niet langer in de onteigeningsprocedure worden betrokken. Nu het bestemmingsplan onherroepelijk is, het uitwerkingsplan voor fase 4 in procedure is en de hiervoor vermelde minnelijke verwervingen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd vormt de onteigening de logische vervolgstap op de reeds gevoerde onderhandelingen. Gedurende de onteigeningsprocedure vindt actieve minnelijke verwerving plaats. Waarborg voor uitvoering Fase 4 omvat circa 800 woningen, die worden gebouwd binnen woningclusters. Deze clusters zijn samenhangende woongebieden, gesitueerd binnen een ruimtelijk raamwerk, gevormd door verkeerswegen, groengebieden en waterpartijen. Ook vallen enkele “doorsteken” vanaf het nieuwe woongebied naar de linten binnen het uitwerkingsplan. Het stedenbouwkundige ontwerp voor fase 4 is opgenomen in het “ Stedenbouwkundige plan & Beeldkwaliteit Fase 4 Bangert en Oosterpolder”. Fase 4 is gebaseerd op de woonmilieus zoals omschreven in het bestemmingsplan: Hoge Hemen aan de westzijde en Waterland aan de oostzijde van het plan. In de Hoge Hemen is het groen belangrijk en in Waterland is het water de hoofddrager. Voor alle eengezinswoningen geldt dat deze gebaseerd moeten worden op de architectuurstijl van “het Hollandse huis”. De beide woonmilieu’s worden verschillend ingericht. Zo blijft de Hoge Hemen een kleinschalig en gevarieerd gebied, terwijl Waterland haar langgerekte kavelstructuur houdt. De bestaande linten zijn duidelijk zichtbaar. Ze zullen worden ingepast in kleinschalige woonbuurten. Het karakter van deze linten zal zoveel mogelijk behouden worden. In de bij het onteigeningplan behorende verkavelingstekening is duidelijk aangegeven welk indeling de gemeente heeft voor ogen heeft in de twee woonmilieu’s. Zonder verwerving van de percelen is uitvoering van het plan zoals verwoord in het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO" en het uitwerkingsplan “ Uitwerking Fase 4” niet mogelijk. Urgentie Fase 1 en 2 van het plan Bangert en Oosterpolder zijn bijna afgerond. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van Fase 3 en 4. De start van de eerste serie van circa 120 woningen in fase 4 (zuidwestelijke gedeelte) is gepland eind 2009, en van de tweede serie van 200 woningen in fase 4 (noordwestelijke gedeelte) een jaar later. Volgens de planning moet de woningbouw van fase 4 in
-6-
2013 geheel gereed zijn. (Zie voor de verschillende fases, bijlage 4 van het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder, Herziening ex artikel 30 WRO”). Bovenstaande planning is begin 2009 opgesteld met in achtneming van de huidige markt en in samenspraak met marktpartijen. Het feit dat de gemeenteraad al in dit stadium tot onteigening besluit, laat onverlet dat de gemeente alles in het werk zal blijven stellen om de percelen, die ter onteigening worden aangewezen, alsnog in der minne te verwerven Tenaamstelling In verband met de uitvoering van het beschreven plan tot realisatie van woningen en de aanleg van wegen, groen, tuin, water en bijbehorende voorzieningen, bestaat het voornemen de bedoelde onroerende zaken te onteigenen op grond van het bepaalde in Titel IV (artikel 77 lid 1 sub 1 e.v.) van de Onteigeningswet. De onteigening zal geschieden ten name van de gemeente Hoorn.