1 BESCHRIJVING VAN DE VERZOEKEN
Enkele zaken raakten meerdere afdelingen of andere RVE’s binnen het sociaal domein. Die dossiers zijn dan op beide plaatsen opgenomen. 1. Armoedebestrijding Ingekomen vóór 1 januari 2015 en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26333 De Gemeentelijke Kredietbank (GKA) heeft een vordering op een man. Die vindt het maandelijkse aflossingsbedrag te hoog. Ook kan hij zich niet vinden in het feit dat GKA de inning van het openstaande bedrag uit handen heeft gegeven aan een deurwaarderskantoor. Bovendien gaat GKA volgens de man uit van een onjuist rentepercentage. De man dient op 17 november 2014 zijn klachten bij GKA in. GKA reageert op 1 december 2014 uitgebreid op een deel van zijn klachten, met name over de hoogte van het aflossingsbedrag en het uit handen geven van inning van de vordering. Op de andere klachten van de man gaat GKA evenwel niet in. De ombudsman vraagt GKA ook daarop te reageren. Dan blijkt dat GKA zelf al had vastgesteld dat de klachtafdoening onvoldoende was. Daarom heeft GKA nog een aanvullende brief gestuurd. De ombudsman stelt vast dat in deze brief helder uitgelegd wordt hoeveel GKA aan aflossingen heeft ontvangen van de man, en hoe men tot het huidige restantbedrag komt. Voorts blijkt dat GKA de man op zijn vraag naar aanpassing van het aflossingsbedrag heeft gevraagd naar informatie over zijn inkomen en uitgaven. Omdat GKA daarop geen antwoord kreeg, en de man eenzijdig besloten heeft het aflossingsbedrag te verlagen, heeft GKA besloten de vordering uit
handen gegeven aan een deurwaarder. De reactie van GKA geeft de ombudsman geen vermoeden van onbehoorlijk handelen; hij sluit het dossier. 25638 Een man heeft recht op een uitkering van de gemeente. De gemeente houdt ook de premies ziektekostenverzekering op zijn uitkering in en draagt deze af aan Agis. Agis stelt evenwel dat men betaalde premiebedragen zowel aan de gemeente alsook op de rekening van de man heeft teruggestort. Agis vordert die betalingen terug. De advocaat van de man heeft de gemeente meerdere keren gevraagd om informatie over de premiebetaling, maar krijgt – ook na rappellengeen reactie. Hij wendt zich tot de ombudsman. Na interventie van de ombudsman laat de gemeente in eerste instantie weten dat men geen terugstortingen heeft ontvangen. In een rechtszaak wordt vervolgens aangetoond dat de gemeente wel degelijk betaalde premies heeft ontvangen van Agis. De man moet de premiebedragen en alle bijkomende (procedure-) kosten betalen. De gemeente neemt vervolgens deze kosten op zich. 24922 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde ontvangt van Agis een rekening: hij moet met terugwerkende kracht de premie voor een aanvullende verzekering betalen. Dat bevreemdt hem, want hij is via het collectieve contract van de gemeente Amsterdam verzekerd. Dat is inclusief een aanvullend pakket; de gemeente zou de betalingen aan Agis verrichten. Zijn gemachtigde dient een klacht bij Agis in. Wanneer zij diverse contacten en bijna een jaar later nog geen bevredigend antwoord heeft gekregen, gaat ze in april 2014 naar de Gemeentelijke Ombudsman. Die vraagt de gemeente om nog eens naar de zaak te kijken. Dan volgt, in december 2014, de inhoudelijke reactie van de gemeente: de vordering komt te vervallen. De gemeente erkent dat de klachtafhandeling geen schoonheidsprijs verdient. Omdat de kwestie voor de man nu is opgelost, besluit de ombudsman het dossier te sluiten. 24921 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde is via het collectieve contract van de gemeente verzekerd bij Agis. Door een fout van óf de zorgverzekeraar óf de gemeente (dat is niet duidelijk) wordt de man uit de aanvullende verzekering gezet. Agis herstelt dit, maar stuurt ook een rekening voor betaling met terugwerkende kracht van de premie inclusief incassokosten. Zijn gemachtigde wijst de zorgverzekeraar erop dat hij in de gewraakte periode geen beroep op de aanvullende verzekering kon doen. Zij dringt er bij Agis op aan dit bedrag niet in te vorderen. Er zit na een jaar geen schot in de zaak en de gemachtigde neemt contact op met de ombudsman; het is dan april 2014. De ombudsman vraagt de gemeente om nog eens naar de zaak te kijken. Dan volgt, in december 2014, de inhoudelijke reactie van de gemeente: de vordering komt te vervallen. Omdat de kwestie voor de man nu is opgelost, besluit de ombudsman uit pragmatische overwegingen het dossier te sluiten. 24920 Een bijstandsgerechtigde verzoekt de gemeente in 2010 om zijn bijstandsuitkering te beëindigen vanwege zijn vertrek naar het buitenland. Zijn zorgverzekering via het collectieve contract van de gemeente is eveneens beëindigd, maar daarvoor in de plaats is een individuele verzekering gekomen. De man heeft dit nooit gemerkt, aangezien hij in het buitenland verbleef. Hij heeft dit dus nooit kunnen rechtzetten. De man klaagt bij Agis vanaf 2011 over onduidelijkheid met betalingen en verrekeningen. De reactie van Agis geeft hem geen antwoord op zijn vragen. Zijn belangenbehartiger krijgt evenmin heldere antwoorden. Daarop neemt zij medio 2013 contact
op met de gemeente. Wanneer zij bijna een jaar later nog geen bevredigend antwoord heeft gekregen, gaat ze in april 2014 naar de Gemeentelijke Ombudsman. Die vraagt de gemeente om nog eens naar de zaak te kijken. Dan volgt, in december 2014, de mededeling dat de man zich bij zijn vertrek naar het buitenland niet uit de Gemeentelijke Basisadministratie en ook niet bij, onder meer, Agis heeft uitgeschreven. Dat betekent dat de man premieplichtig is over die periode. Aangezien de man een advocaat in de arm heeft genomen, sluit de ombudsman het dossier. Ingekomen en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26733 Een vrouw is via de gemeente verzekerd voor ziektekosten bij Agis. Ze laat de ombudsman weten dat haar klantnummer hierbij niet goed geregistreerd is. Nu de klacht niet bij de gemeente bekend is, verwijst de ombudsman haar naar het klachtenteam van de gemeente. 26630 Een vrouw vraagt in november 2015 een tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten aan. De gemeente laat weten dat ze op grond van het toetsinkomen geen recht hierop heeft. De vrouw gaat in bezwaar, waarop de gemeente dit ongegrond verklaart. De vrouw legt uit dat het feit dat als toetsinkomen gekeken wordt naar de inkomsten in 2013 voor haar slecht uitpakt: ze was toen nog samen met haar ex-partner. Sinds oktober 2013 heeft ze een inkomen op bijstandsniveau. Ze stapt naar de ombudsman. Die legt haar uit dat hij algemeen beleid niet beoordeelt; hij verwijst haar naar de gemeenteraad. 26565 Een vrouw uit Antwerpen stuurt de ombudsman een e-mail vanwege haar probleem met het verkrijgen van de eenmalige uitkering 2014 van de gemeente Amsterdam. Op Oudejaarsdag heeft ze persoonlijk de stukken afgeleverd bij de gemeente. De vrouw heeft een ontvangstbevestiging gevraagd. Wanneer zij na enige tijd telefonisch navraag doet bij de gemeente, hoort ze dat de aanvraag onvindbaar is. De gemeente zegt dat ze het ontvangstbewijs kan komen tonen, maar Antwerpen ligt niet naast de deur en haar inkomen is laag. Daarom wendt zij zich tot de ombudsman. De ombudsman zendt de klacht van de vrouw door ter behandeling aan de gemeente en vermeldt daarbij dat verzoekster desgewenst het ‘ontvangstbewijs’ kan opsturen. 26514 Een man wendt zich tot de ombudsman en kaart diverse punten aan. Eén van die punten is dat het voor de man een tijd lang onduidelijk geweest of hij verzekerd is via de collectieve ziektekostenverzekering. Ook telefonische navraag bij de gemeente levert hem geen duidelijkheid hierover. Op verzoek van de ombudsman meldt de gemeente dat de man per 29 januari 2015 collectief verzekerd is. Het verschil in aanmelding- en ingangsdatum polis wordt meegenomen in de klachtbehandeling door WPI. Nu er geen spoed meer is, ziet de ombudsman geen verdere rol voor zich weggelegd. 26437 Een man ontvangt medio januari 2015 van de gemeente een aanvraag koopkrachttegemoetkoming lage inkomens. Op het formulier staat vermeld dat de aanvraag uiterlijk op 1 januari 2015 ontvangen moet zijn. De man dient een klacht in bij de gemeente. Hierin kaart hij
ook aan dat hij dit formulier al half december 2014 heeft ingeleverd, wat de gemeente kennelijk is ontgaan. De man stuurt de klacht ook naar de ombudsman. Die legt de man uit dat de gemeente eerst zelf dient te reageren op de klacht. 26412 Een man stuurt de ombudsman diverse cc’s van e-mails, die hij aan de Gemeentelijke Kredietbank heeft gestuurd. In de laatste e-mail gaat het om de aanvraag van een persoonlijke lening. De ombudsman adviseert de man de reactie af te wachten. Daarnaast wijst de ombudsman erop dat – als het antwoord uitblijft – de man een klacht hierover bij de gemeente kan indienen. 26356 Een man kan de aanvraag ‘eenmalige koopkrachttegemoetkoming’ niet meer indienen, omdat de aanvraagtermijn per 1 januari 2015 is verstreken. Toen hij de aanvraag op 6 januari 2015 digitaal wilde indienen, kon hij het formulier niet meer vinden. Telefonisch vernam hij van de gemeente dat het aanvraagformulier van de site is verwijderd, omdat de aanvraagtermijn verstreken was. Volgens de gemeente is hieraan niets meer te doen. De man wendt zich tot de ombudsman. Hij zegt dat hij pas recent op de hoogte is van de regeling. De ombudsman stuurt de klacht na afstemming met de man door naar de gemeente. Als de man ontevreden is over de klachtafdoening, kan hij de ombudsman weer benaderen. De ombudsman verneemt niets meer van de man. Ingekomen en nog niet afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26431 Een man mailt op 21 december 2014 aan Amsterdam Antwoord/14020 een vraag over de koopkrachttegemoetkoming 2014. Hij krijgt een automatisch gegenereerde ontvangstbevestiging met de mededeling dat hij binnen vijf werkdagen een reactie krijgt. Wanneer hij drie weken later, op 12 januari, nog niets heeft vernomen, stuurt hij een brief naar het onderdeel van de gemeente dat inhoudelijk hierover gaat. Op dinsdag 20 januari heeft hij nog niets vernomen. Daarom wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman vraagt de gemeente om contact met de man op te nemen en ervoor te zorgen dat de man op korte termijn een reactie krijgt. De ombudsman vraagt de gemeente hem hierover te informeren. 26454 Tot maandag 1 december 2014 konden burgers een aanvraag om een stadspas en een kindpakket indienen. Een man stuurt zijn aanvraag op zaterdag 22 november 2014 op. De gemeente wijst de aanvraag af, omdat de gemeente het aanvraagformulier op dinsdag 2 december heeft ontvangen. Het bezwaarschrift van de man wordt afgewezen. De gemeente stelt dat niet controleerbaar is wanneer de man zijn aanvraag heeft gepost. Een uitzondering op de strikte datum van 1 december is vanwege de contracten met de aanbieders niet mogelijk. De man kan zich hierin niet vinden en stapt naar de ombudsman. De ombudsman ziet aanleiding de gemeente hierover vragen te stellen. Het gaat hem dan onder meer om het datumstempel van Post NL, en de vraag wat als ontvangstdatum bij de gemeente wordt beschouwd. Te meer nu 1 december een maandag was en Post NL op deze datum geen post bezorgd, brengt dat mee dat de aanvraagtermijn ingekort wordt: de aanvragen moesten dus in feite op vrijdag 28 november al ontvangen te zijn door de gemeente. Ook hierover stelt de ombudsman een vraag.
26587 Een man vraagt bij de gemeente de Plusvoorziening 65+ 2014 aan. De gemeente stelt die aanvraag buiten behandeling wegens het ontbreken van een kopie van een geldig legitimatiebewijs. De man kan zich hierin niet vinden, want er is al een kopie aanwezig in zijn dossier bij de gemeente, nu hij deze voorziening vorig jaar ook al heeft aangevraagd. Volgens de man geldt dat voor meerdere gegevens, die steeds opnieuw worden gevraagd, zoals bijvoorbeeld een BSN nummer. Hij wendt zich met deze klachten tot de ombudsman. De ombudsman ziet aanleiding de gemeente te vragen de buiten behandeling stelling te herzien en de klachten van de man over dubbele gegevensuitvraag in behandeling te nemen. 26641 Een vrouw wil een aanvraag indienen voor de regeling compensatie eigen risico zorgverzekering. De vrouw stuurt het aanvraagformulier online op. Vervolgens ontvangt zij een brief van de gemeente waarin de gemeente haar vraagt veel aanvullende informatie te verstrekken, terwijl ze alle gevraagde informatie ingeleverd heeft. Ze vindt het aanvraagproces onnodig omslachtig en veeleisend. Ze wendt zich hierover tot de ombudsman. Die wijst de vrouw op de voorliggende klachtenregeling. 26694 Een man wendt zich tot de ombudsman omdat hij bezwaar heeft tegen het woord armoedebestrijding op het aanvraagformulier Compensatieregeling eigen risico Zorgverzekering 2014. De ombudsman verwijst hem naar de interne klachtenprocedure. Als de man niet tevreden is met het antwoord op zijn klacht of als de behandeling ervan uitblijft, kan hij zich opnieuw tot de ombudsman wenden. 26707 Een man kan zich niet vinden in de afwijzing van bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage advocaatkosten. Het Juridisch Loket heeft de man verwezen naar een advocaat, maar toch ontvangt hij geen vergoeding voor de eigen bijdrage. Het bezwaar dat de man heeft ingediend tegen de afwijzing, heeft niet tot een ander besluit geleid. De man wendt zich tot de ombudsman. Die constateert dat de gemeente heeft gehandeld in overeenstemming met de voorschriften: de advocaat van de man heeft de aanvraag voor de toevoeging ingediend op 12 december 2014, maar pas op 17 december 2014 aan de gemeente gevraagd om bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage. Van een advocaat mag verwacht worden dat deze de regelgeving kent. In dit geval had dat moeten betekenen dat de aanvraag bij de gemeente uiterlijk op 12 december 2014 ingediend had moeten worden en niet enkele dagen later. De ombudsman legt de man uit dat hij de advocaat aansprakelijk kan stellen voor het financieel risico. 2. Ondersteuning ondernemers Ingekomen vóór 1 januari 2015 en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26193 Een man, ex-ondernemer, heeft begin 2013 diverse schulden, waaronder een huurschuld. Hij meldt bij de gemeente alsook bij Zuidweg dat hij een huurschuld heeft en huisuitzetting dreigt. Op advies van de gemeente probeert hij contact op te nemen met Eropaf, maar dat lukt niet.
Uiteindelijk wordt zijn woning ontruimd. De man dient twee keer een klacht in bij Zuidweg omdat hij vindt dat die de ontruiming had moeten voorkomen. Volgens Zuidweg had de man hen weliswaar geïnformeerd over een dagvaarding, maar niet over een aangezegde ontruiming. Er was nog geen schuldregelingsovereenkomst. Zuidweg vindt dat er voldoende gedaan is. De gemachtigde van de man dient vervolgens een klacht in bij de gemeente als opdrachtgever aan Zuidweg. Daarbij vraagt de gemachtigde ook om de man een passend aanbod te doen om zijn leven weer op te kunnen pakken. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat de man Zuidweg pas na de ontruiming over de crisissituatie heeft geïnformeerd. Omdat er nog geen schuldtraject was opgestart valt de gemeente de ontruiming niet aan te rekenen. De man blijft erbij de ontruiming tijdig telefonisch te hebben doorgegeven. De schuldhulpovereenkomst heeft hij inderdaad niet ondertekend omdat hij door uitblijven van een uitkering niet kon garanderen dat hij lopende betalingsverplichtingen zou voldoen. De gemachtigde stelt de gemeente in gebreke voor het niet nemen van een zelfstandig schadebesluit. Omdat reactie uitblijft vraagt de gemachtigde de ombudsman om in deze zaak onderzoek te doen. Volgens de ombudsman staan de verklaringen van de man en diens gemachtigde over het doorgegeven van de ontruiming haaks tegenover de verklaring van de gemeente. Gezien het tijdsverloop is de ware toedracht niet te achterhalen. Dat maakt dat de ombudsman de zaak sluit. 26217 Een man vraagt in juli 2014 een uitkering op grond van de BBZ aan bij de gemeente. Hij ontvangt in de maanden juli en augustus voorschotten ter betaling van de vaste lasten. Omdat dat onvoldoende is, leent de man van zijn moeder wat geld. Als hij eind september 2014 contact opneemt met zijn contactpersoon van de gemeente, krijgt hij te horen dat die met vakantie is. De medewerker die de vaste contactpersoon vervangt, vraagt de man alle schriftelijke stukken mee te nemen om een dossier te kunnen maken. Dat verbaast de man want er is al een dossier gemaakt. Vervolgens ontvangt de man een besluit waarin zijn aanvraag voor een uitkering wordt afgewezen. De man gaat hiertegen in bezwaar. Hij wendt zich ook tot de ombudsman. De ombudsman vraagt de man een kopie van het besluit op het bezwaarschrift te overleggen, ter nadere beoordeling aan de ombudsman. Als de ombudsman niets meer verneemt sluit hij het dossier. 25655 Een Amsterdammer vraagt in 2014 bijstand voor levensonderhoud aan op grond van de Wet werk en bijstand. Ook vraagt hij om bedrijfskapitaal op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004. De gemeente kent de aanvraag voor levensonderhoud toe en wijst de aanvraag voor bedrijfskapitaal af. De man vindt dat hij wordt tegengewerkt bij het realiseren van zijn eigen onderneming. Daarom dient hij een klacht in tegen de klantmanager. Tegelijkertijd wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman met het verzoek om interventie opdat de klantmanager en diens leidinggevende hun beslissingen in zijn zaak heroverwegen. De ombudsman neemt contact op met de gemeente en verzoekt de gemeente om deze klacht als bezwaarschrift tegen de afwijzing van de aanvraag om bedrijfskapitaal in behandeling te nemen. De ombudsman deelt dit aan de man mee en sluit het dossier.
Ingekomen en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 -------Ingekomen en nog niet afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26750 Een Amsterdamse vrouw werkt als zelfstandige. Ze stelt vast dat er een fraudemelding vermeld is in het levensvatbaarheidrapport van haar bedrijf. In een gesprek dat eind maart 2015 plaatsvindt met een medewerkster van de gemeente wordt vastgesteld dat dat onjuist is. De medewerkster zegt toe te zorgen voor rectificatie. De vrouw vraagt de gemeente vervolgens in een brief om dat binnen vier weken te doen; een kopie van deze brief stuurt ze naar de ombudsman. Die zegt dat de gemeente aan zet is om te reageren. Eind mei laat de gemeente weten de brief te hebben gestuurd. De vrouw ontvangt echter niets. De ombudsman vraagt de gemeente de brief opnieuw te sturen. Dat doet de gemeente. 26549 Een vrouw probeert al sinds 2012 een uitkering te krijgen van de gemeente, maar haar aanvragen BBZ, IOAZ en WWB worden steeds afgewezen. Nadat ze haar bedrijf in februari 2014 heeft moeten beëindigen, vraagt ze op 26 februari 2014 een WWB-uitkering aan. Ze krijgt een zoekperiode opgelegd tot 17 maart 2014. De gemeente laat deze aanvraag buiten behandeling nadat de vrouw zich na de zoekperiode niet meer heeft gemeld. Op 31 maart volgt een nieuwe aanvraag. De vrouw meldt dat ze zich na de eerste zoekperiode niet gemeld heeft omdat ze ziek was. De gemeente legt haar een nieuwe zoekperiode op van vier weken. De gemeente wijst op 31 maart de aanvraag af, omdat de vrouw onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarvan zij heeft geleefd voorafgaande aan de aanvraag. De gemeente besluit het hiertegen ingediende bezwaarschrift ongegrond te verklaren. De vrouw wendt zich tot de ombudsman. De motivering in de besluiten zijn voor de ombudsman aanleiding voor vragen, onder andere naar welke inlichtingen of informatie er nog ontbreken als ook naar de behandeltermijn van het bezwaarschrift. Ook vraagt de ombudsman de gemeente met de vrouw het gesprek aan te gaan om te beoordelen wat er nodig is om recht op WWB uitkering vast te stellen. 26683 Een vrouw wil graag een BBZ-uitkering ontvangen. De gemeente wijst deze aanvraag echter telkens af, zo ook bij besluit van 10 maart 2015. Ze is het oneens met het feit dat de levensvatbaarheid van haar bedrijf moet worden vastgesteld en dat ze een medische keuring moet ondergaan. Daarbij vindt ze dat haar huidige klantmanager deel is van de problemen en van de afwijzing van BBZ. Ze wendt zich tot de Gemeentelijke Ombudsman voor hulp bij het toekennen van de BBZ-uitkering en het toewijzen van een andere klantmanager. De ombudsman stelt de gemeente vragen over de medische keuring evenals over de mogelijkheid een andere klantmanager toe te wijzen. 26715 Een vrouw ontving in 2013 WW, ZW en WWB-uitkering, daarnaast volgde zij een traject Eigen Werk. Per september 2013 is zij fulltime als zelfstandige gestart. Een medewerker van de gemeente heeft in september 2014 informatie bij haar opgevraagd over de beoordeling van de bescheiden schaal regeling. Tijdens dit gesprek is er een discussie over haar recht op WWB ontstaan. De vrouw dient in december 2014 een klacht over de gang van zaken in bij de
gemeente. Omdat zij geen reactie op haar klacht heeft ontvangen, neemt ze contact op met de gemeente. Die blijkt de klachtreactie naar een oud adres te hebben gestuurd. De vrouw vraagt vervolgens nogmaals om een toelichting op de intrekking van haar recht op WWB-uitkering en de beoordeling van de zelfstandigenaftrek. Volgens haar heeft ze daar op basis van de regelgeving van de gemeente wél recht op. Op 10 maart 2015 ontvangt de vrouw een reactie van het klachtenteam waarin staat dat zij haar Inkomstenbelasting 2013 moet aanpassen anders wordt haar uitkering teruggevorderd. Ze wendt zich tot de ombudsman. Omdat er nog steeds een duidelijke toelichting op de regelgeving betreffende het recht op zelfstandigenaftrek ontbreekt, vraagt de ombudsman de gemeente een toelichting hierop. 26809 In 2013 kent de gemeente Amsterdam een zelfstandige een lening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen toe. Afhankelijk van de inkomsten uit arbeid zal de gemeente de lening na afloop van het kalenderjaar kwijtschelden. Het kwijtgescholden bedrag komt dan wel op de jaaropgave 2014 te staan. Op papier lijkt het dus om inkomen te gaan. Vanwege dat zogenaamde papieren inkomen vordert de Belastingdienst dan huur- en zorgtoeslag terug. De zelfstandige is het er niet mee eens dat de gemeente een kwijtgescholden bedrag als genoten inkomen op de jaaropgave zet: hij wendt zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die legt uit dat de gemeente de belastingregels juist uitvoert. Het probleem is hiermee echter niet opgelost. De ombudsman weet ook dat de Nationale ombudsman met de Belastingdienst over dit probleem heeft gesproken. Daarom neemt de Gemeentelijke Ombudsman contact met hem op. De Nationale ombudsman zegt toe de situatie van deze zelfstandige met de Belastingdienst te zullen bespreken. 26812 Een man is ZZP-er, maar als hij een operatie nodig heeft en zijn inkomen wegvalt, vraagt hij op 29 december 2014 een uitkering aan bij de gemeente. Als hij eind maart nog geen besluit heeft op zijn aanvraag, stapt hij naar de ombudsman. Hij heeft wel tweemaal een voorschot ontvangen, maar meldt dat er nu problemen met zijn huurbetalingen dreigen. Nadat de ombudsman bij de man informeert naar de huurachterstand, laat de man kort daarna weten dat hij net heeft vernomen in aanmerking te komen voor een uitkering. De ombudsman ziet aanleiding om bij de gemeente te informeren naar de termijnoverschrijding. .3. Handhaving werk en inkomen Ingekomen vóór 1 januari 2015 en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26091 Een man woont sinds 2008/2009 na een periode van dakloosheid in een woning van Rochdale. Hij krijgt een uitkering van de gemeente. Door rioolproblemen (die volgens de man door Rochdale niet goed zijn verholpen) verbleef (en verblijft) hij veel bij zijn vriendin. Hij houdt de huur in voor zijn eigen woning. Na een huisbezoek heeft de gemeente zijn uitkering eind 2013 beëindigd vanwege samenwonen. Daardoor heeft hij de huur niet kunnen betalen en is er een ontruimingsdatum vastgesteld: 13 november 2014. Hij wendt zich tot de ombudsman. Die adviseert de man zo snel mogelijk contact op te nemen met Eropaf en de door Eropaf gevraagde informatie in te leveren. De dag voor de ontruiming neemt de man opnieuw contact op met de
ombudsman. Na navraag door de ombudsman blijkt dat Eropaf weinig betekenen kan omdat de man zijn inkomen niet wil regelen. De man kan zich niet vinden in het handelen van de gemeente rond het huisbezoek, op grond waarvan uiteindelijk de uitkering is ingetrokken. De ombudsman kan in de informatie van de man geen signaal van onbehoorlijk handelen constateren. Als de man vervolgens niet reageert op een uitnodiging voor een nadere toelichting aan de ombudsman, sluit de ombudsman het dossier. 26170 Een Amsterdammer heeft een bijstandsuitkering en daarnaast inkomsten uit arbeid. De gemeente houdt iedere maand € 150,- in op zijn uitkering om de inkomsten te verrekenen met de bijstandsuitkering. Per 1 juli 2014 stopt de man met het werk. In september informeert de man de gemeente hierover en hij vraagt om de inhouding te beëindigen. De gemeente reageert niet en gaat door met de inhouden. De man beklaagt zich bij de ombudsman over het uitblijven een reactie. De ombudsman vraagt de gemeente hierop om een toelichting. Hierop meldt de gemeente dat de inhoudingen met terugwerkende kracht zijn gestopt: er is een nabetaling aan de man gedaan. Op de vraag hoe het kan dat niet adequaat is gereageerd op het verzoek van de man om aanpassing van de inhoudingen, laat de gemeente weten dat ze niet kan terugzien wie de behandelaar is geweest: met een herverdeling dossiers in december 2014 is de geschiedenis in het registratiesysteem gewist. Omdat de ombudsman geen andere signalen heeft ontvangen dat hierdoor problemen zijn ontstaan, sluit de ombudsman het dossier. 25959 De gemeente Amsterdam vordert bijstand terug van een man. Die meent dat de bijstand ten onrechte wordt teruggevorderd. Daarom neemt hij contact op met de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman vraagt informatie bij de gemeente. Dan blijkt dat de budgetbeheerder van de man een maand eerder een brief naar de gemeente heeft geschreven over dit punt. Die brief was nog niet beantwoord. De ombudsman spreekt met de gemeente af dat de gemeente de brief nu met spoed zal beantwoorden. Als de man niet tevreden is met het antwoord, kan hij zich opnieuw tot de ombudsman wenden. De ombudsman hoort niets meer en sluit het dossier. 25175 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde is niet tevreden over het onderzoek naar zijn recht op uitkering door Handhaving. Het gaat hem om de bejegening. Daarom dient hij een klacht in. Het gaat onder meer over de opmerking van de medewerkster dat hij niet naar de advocaten aan de overkant van het gebouw hoefde te gaan omdat hij van hen toch niets had te verwachten. De medewerkster zegt later, tijdens de klachtbehandeling, dat die opmerking als grap was bedoeld. Een andere klacht betrof vragen over het inkomen van een toevallig aanwezig familielid tijdens een huisbezoek. De man is niet tevreden met de klachtafdoening en gaat naar de ombudsman. De ombudsman concludeert dat de gemeente in het kader van de aanvraag na moet gaan waarvan iemand in de periode voorafgaand aan een aanvraag heeft geleefd. De vraag aan het familielid hield daarmee in dit geval rechtstreeks verband. Die vragen hadden echter uit privacyoverweging niet rechtstreeks aan het familielid moeten worden gesteld. De gemeente had de man moeten vragen om met concrete en te verifiëren gegevens aan te tonen waarvan hij heeft geleefd.
De ombudsman kan geen uitspraak doen over de gewraakte opmerking, maar vindt in het algemeen dat een ambtenaar moet kunnen inschatten wanneer hij een – naar zijn mening – luchtiger opmerking kan maken. Op de vraag naar een eventuele sanctie, schrijft de gemeente de man dat de klacht zowel met de medewerkster als in het werkoverleg is besproken. Dit voorkomt dat dezelfde fout nog een keer wordt gemaakt. De ombudsman sluit het dossier.
Ingekomen en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26653 Een man spreekt via de e-mail zijn ongenoegen uit over het feit dat een grootmoeder een boete van de gemeente ontvangt omdat ze oppast op haar kleinkinderen. De man stuurt zijn mail ook aan de gemeenteraad en aan de wethouder en directeur Sociale Zaken. De ombudsman antwoordt de man dat hij niet mag oordelen over algemeen beleid. Hij verwijst de man voor een inhoudelijk antwoord naar de gemeenteraad. 24736 Een dakloze man vraagt een bijstandsuitkering aan. Gedurende de behandeling van de aanvraag verstrekt de gemeente hem een voorschot. Vervolgens wijst de gemeente de aanvraag af: de man heeft onvolledige inlichtingen verstrekt, waardoor zijn recht op bijstand niet is vast te stellen. Het voorschot vordert de gemeente terug. De man gaat naar de ombudsman. De ombudsman vindt het afwijzingsbesluit onvoldoende gemotiveerd: het besluit licht niet toe welke inlichtingen niet zijn verstrekt. Ook is niet helder of er een hersteltermijn voor het alsnog verstrekken van de gevraagde inlichtingen is geboden. De gemeente laat de ombudsman weten dat de aanvraag is afgewezen op grond van een negatief advies van de afdeling Handhaving. Op een woonsituatieonderzoek door handhavingsspecialisten is een hersteltermijn niet van toepassing. De man is het niet eens met de afwijzing en dient een bezwaarschrift in. De gemeente verklaart het bezwaarschrift ongegrond. De man gaat in beroep. Dan is de ombudsman niet meer bevoegd. Het dossier wordt gesloten. Ingekomen en nog niet afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26704 Een belastingconsulent heeft enkele vragen aan de gemeente over een terugvordering van een cliënt van hem. Hij vindt dat de gemeente hem geen passende reactie geeft en hij gaat daarom naar de Gemeentelijke Ombudsman. Die zendt de klacht ter behandeling door naar de gemeente. De gemeente laat weten meerdere malen uitleg te hebben gegeven en opnieuw een berekening te hebben gedaan naar aanleiding van de klacht. De man blijft het hiermee niet eens en wendt zich opnieuw tot de ombudsman. 26728 Een man dient een klacht in bij de gemeente. Het gaat inhoudelijk over het uitblijven van een herberekening van een recht op uitkering. Als de man geen reactie op zijn klacht ontvangt, stapt hij naar de ombudsman. Die doet navraag bij de gemeente en dan blijkt, dat de klacht wel is beantwoord, maar dat de man de brief niet heeft ontvangen. De ombudsman stuurt hem deze per mail toe.
In de brief wordt een termijn genoemd voor het leveren van inkomensgegevens. Doordat de man de brief niet heeft ontvangen, is die termijn al verstreken. De ombudsman vraagt de gemeente deze termijn te verlengen. 26774 De gemeente legt loonbeslag op het inkomen van een man. Volgens de gemachtigde van de man is hierbij geen rekening gehouden met de hoogte van de beslagvrije voet. De gemachtigde heeft in februari 2015 gevraagd om een toelichting op dit punt. Als hij niets hoort, wendt hij zich in maart 2015 tot de ombudsman. Die stuurt de klacht na toestemming van de gemachtigde ter behandeling door naar de gemeente. 4. Budget- en inkomensbeheer bijzondere doelgroepen Ingekomen vóór 1 januari 2015 en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 25455 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde reageert in 2013 niet op een uitnodiging van de gemeente voor een gesprek. Daarop beëindigt de gemeente zijn uitkering. Naderhand blijkt dat de gemeente de uitnodiging naar een verkeerd adres heeft verzonden. De man heeft geen inkomen en logeert her en der. Bij het gemeentelijke daklozenteam is hij weggestuurd. Hij dient in 2014 een klacht in, maar krijgt alleen een ontvangstbevestiging. Daarom gaat hij naar de ombudsman. Diezelfde week krijgt hij bericht van de gemeente: er zal in overleg met hem een gepaste oplossing worden gevonden. Het overleg leidt tot herstel van de uitkering. Ook krijgt hij een bepaalde periode waarin hij via Woningnet een zelfstandige woning kan zoeken. De man heeft een advocaat in de arm genomen en zal hem advies vragen over het indienen van een schadeclaim. Deze ontwikkeling maakt dat de ombudsman geen aanleiding ziet om nader onderzoek te doen. Het dossier wordt gesloten. 24736 Een dakloze man vraagt een bijstandsuitkering aan. Gedurende de behandeling van de aanvraag verstrekt de gemeente hem een voorschot. Vervolgens wijst de gemeente de aanvraag af: de man heeft onvolledige inlichtingen verstrekt, waardoor zijn recht op bijstand niet is vast te stellen. Het voorschot vordert de gemeente terug. De man gaat naar de ombudsman. De ombudsman vindt het afwijzingsbesluit onvoldoende gemotiveerd: het besluit licht niet toe welke inlichtingen niet zijn verstrekt. Ook is het niet helder of er een hersteltermijn voor het alsnog verstrekken van de gevraagde inlichtingen is geboden. De gemeente laat de ombudsman weten dat de aanvraag is afgewezen op grond van een negatief advies van de afdeling Handhaving. Op een woonsituatieonderzoek door handhavingsspecialisten is een hersteltermijn niet van toepassing. De man is het niet eens met de afwijzing en dient een bezwaarschrift in. De gemeente verklaart het bezwaarschrift ongegrond. De man gaat in beroep. Dan is de ombudsman niet meer bevoegd. Het dossier wordt gesloten.
Ingekomen en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26441 De gemeente beheert het budget voor een Amsterdammer. De man stelt vast dat de gemeente zonder overleg vaste betalingen aanpast. Als hij de ombudsman hierover benadert, wijst die hem op de voorliggende klachtenregeling van de gemeente. 26379 Een man schrijft de ombudsman ernstig ziek te zijn; ook is zijn onderdak bij daklozenopvang niet goed geregeld. Hij stuurt de ombudsman een verklaring van een vriend toe die hem drie weken onderdak heeft aangeboden. De ombudsman neemt contact op met de gemeente. Die laat weten dat de uitkering van de man loopt en dat hij een postadres bij de gemeente heeft. De gemeente zal de man wel uitnodigen naar aanleiding van een brief die de man stuurde. De ombudsman vraagt de gemeente dan ook te kijken naar zorg en woonsituatie. De ombudsman informeert de man hierover schriftelijk en adviseert de man naar het gesprek te gaan. De man reageert niet op de brief van de ombudsman en gaat evenmin naar het gesprek. De ombudsman ziet geen taak meer voor hem weggelegd. Ingekomen en nog niet afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26597 Een man kan zich niet vinden in het gedwongen karakter van het budgetbeheer door de gemeente. Hij wendt zich in februari 2015 tot de Gemeentelijke Ombudsman. Na overleg met de man stuurt de ombudsman de klacht door naar de gemeente. Vervolgens wordt duidelijk dat de gemeente in november 2014 per besluit de verplichting van budgetbeheer heeft opgelegd. Omdat in de klachtafdoening vervolgens gesproken wordt over het feit dat het ten zeerste af te raden is te stoppen met budgetbeheer, en dit duidt op een vrijwillig karakter van het budgetbeheer, ziet de ombudsman hierin aanleiding een reactie van de gemeente te vragen. 26607 Een man heeft een intakegesprek met de gemeente in het kader van een WWB uitkering. Het gesprek verloopt niet goed: de man wil graag het gesprek opnemen en dat stuit op weerstand van een medewerker. Er ontstaan discussies en bij de man leidt dat tot een emotionele uitbarsting: hij gooit met een stoel. De gemeente legt de man een pandverbod op van twaalf maanden. De man is het hiermee niet eens en dient een klacht in. In de klachtafdoening blijft de gemeente bij het pandverbod. De man stapt naar de ombudsman. Die ziet aanleiding de gemeente om een toelichting te vragen. Het gaat hem om het gebrek aan beleid rond het opnemen van gesprekken, en hoe dat zich verhoudt tot dit geval. Ook vraagt hij naar de redenen dat het opnemen niet werd toegestaan, en waarop een pandverbod voor twaalf maanden is gebaseerd. Ten slotte vraagt de ombudsman waarom de man niet gehoord is in de klachtprocedure.
5. Inkomensvoorziening Ingekomen vóór 1 januari 2015 en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 25704 Een Amsterdamse vrouw heeft een bijstandsuitkering. Ze dient een klacht over de bejegening door haar klantmanager in bij de gemeente en gaat naar de Gemeentelijke Ombudsman. De gemeente is nog bezig met de behandeling van de klacht. Er volgt een gesprek met de vrouw en ze krijgt een brief. Daarin bevestigt de gemeente dat er nogal wat is misgegaan. De vrouw krijgt ook een andere klantmanager. De vrouw blijft ontevreden. De ombudsman beziet alle informatie en concludeert dat de vrouw een totaal andere beleving van de gebeurtenissen heeft dan de gemeente. Verder vindt hij dat de gemeente haar klacht uitermate serieus heeft genomen en er veel aandacht aan heeft besteed. Een nader onderzoek is niet aan de orde. Als de vrouw haar boosheid hierover uit, nodigt de ombudsman de vrouw voor een gesprek uit. Wanneer ze hierop, ook na een herinnering, niet reageert, sluit hij het dossier. 26338 Een vrouw heeft een uitkering van de gemeente Amsterdam. De gemeente besluit deze uitkering te beëindigen. De vrouw komt hierdoor in de problemen met het betalen van haar (vaste ) lasten. Op haar klachten en bezwaren reageert de gemeente niet. Ze wendt zich daarom tot de ombudsman. Desgevraagd laat de gemeente de ombudsman weten dat de uitkering eind oktober opgeschort was vanwege detentie van 30 oktober tot 5 november 2014. Voordat de gemeente de uitkering kon uitbetalen, had de gemeente een ontslagbewijs nodig. De gemeente heeft het tegoed aan uitkering € 1562,30 op 31 december 2014 uitbetaald. Verder blijkt dat de gemeente de vrouw twee maal heeft uitgenodigd om haar klachten en mogelijke oplossingen te bespreken. De ombudsman raadt de vrouw aan dat aanbod in overweging te nemen. Voor nadere actie ziet hij geen aanleiding. 26331 Een man ontvangt een uitkering van de gemeente Amsterdam. De gemeente schort uitbetaling van de uitkering op per 1 december 2014. De gemeente zegt vervolgens toe een voorschot te verstrekken, maar dat gebeurt niet. Wel ontvangt de man een uitnodigingsbrief voor een reintegratietraject. Daarin staat een onduidelijke datum waarop hij geacht wordt bij het traject te verschijnen. De man wendt zich eind december 2014 tot de ombudsman. Omdat hij tegen de opschorting bezwaar heeft ingediend, is het de man te doen om het voorschot. De Gemeentelijke Ombudsman vraagt de gemeente naar de uitbetaling daarvan. Na diverse rappellen laat de gemeente medio januari 2015 weten dat de opschorting van de uitkering ongedaan is gemaakt en de betaling onderweg is naar de man. Wat betreft de onduidelijke datum in de uitnodigingsbrief voor het re-integratietraject had de gemeente de vergissing zelf ook al vastgesteld en een aangepaste brief gestuurd. Hierop besluit de ombudsman de zaak te sluiten. 26188 Een Amsterdammer ontvangt een uitkering van de gemeente. In een besluit van 11 december 2014 besluit de gemeente zijn uitkering per 3 november 2014 in te trekken. De reden hiervan is dat de man niet meewerkt aan zijn re-integratietraject. Ook is hij niet verschenen op de
oproepen van 3 december 2014 en 11 december 2014. De man mailt zijn contactpersoon bij de gemeente vervolgens diverse keren met de vraag rekening te houden met zijn situatie. De gemeente laat daarop weten dat zijn e-mails zullen worden doorgestuurd naar de afdeling bezwaar met de vraag deze als een bezwaarschrift aan te merken. De man mailt de ombudsman vervolgens een paar keer. Tijdens een telefoongesprek dat de ombudsman op 18 december 2014 met de man heeft legt de ombudsman uit dat hij een besluit op zijn bezwaar moet afwachten en dat de ombudsman hangende bezwaar geen taak heeft. Vervolgens blijkt dat de gemeente het besluit om de uitkering in te trekken herstelt: de man ontvangt met terugwerkende kracht weer een bijstandsuitkering. Nu de kwestie is opgelost, ziet de ombudsman geen taak meer voor hem weggelegd. 25730 De gemeente Amsterdam doet steekproefsgewijs onderzoek naar de rechtmatigheid van inwoners met een bijstandsuitkering. Een man wordt daarom opgeroepen voor een gesprek. Hij voelt zich onheus bejegend door de medewerker en ervaart het gesprek als bedreigend en insinuerend. Het gespreksverslag tekent hij onder druk en de gemeente is later niet bereid bepaalde zinsneden aan te passen. Omdat hij er met de gemeente niet uitkomt, wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Uit het onderzoek van de ombudsman komt naar voren dat de medewerker van de gemeente en de man het gesprek totaal verschillend hebben ervaren. Daarom vraagt de ombudsman de gemeente om met de man in gesprek te gaan om het vertrouwen te herstellen. Daarnaast vraagt de ombudsman naar de mogelijkheid om het verslag aan te passen. Dat is onmogelijk, maar de rechthebbende op de uitkering heeft wel de mogelijkheid om een aanvulling te laten opnemen. Het gesprek dat de gemeente met de man heeft, verloopt goed. De ombudsman sluit het dossier. Ingekomen en afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26505 Een man dient een klacht bij de gemeente in op 17 december 2014. Als de gemeente deze klacht niet binnen de termijn van zes weken beantwoordt, wendt de man zich tot de ombudsman. De ombudsman doet navraag en hoort van de gemeente dat de klacht per brief van 17 februari 2015 is afgehandeld. In de klachtafhandeling biedt de gemeente excuses aan voor de late reactie. De klacht betrof overigens de bejegening door een medewerker. De gemeente concludeert dat het gesprek van het begin af aan verkeerd is gelopen en beschrijft hoe beiden (medewerker en de man) het gesprek hebben ervaren. Dat is aanleiding om de man een nieuwe klantmanager toe te wijzen. De ombudsman acht de klachtafhandeling door de gemeente voldoende gemotiveerd en de geboden oplossing adequaat. Daarom is de overschrijding van de afhandelingtermijn onvoldoende aanleiding tot nader onderzoek. 26438 Een man kan zich niet vinden in het feit dat de gemeente hem geen bijstandsuitkering verstrekt. De man dient een bezwaarschrift in, maar de gemeente verklaart dat ongegrond. De man gaat vervolgens in beroep bij de rechtbank. Hij wendt zich tevens tot de ombudsman. De ombudsman legt de man uit dat hij gezien de beroepsprocedure geen onderzoek zal starten. 26664 Een man laat de ombudsman weten dat hij sinds juli 2014 geen inkomen meer heeft. Omdat hij twee woningen in eigendom heeft, komt hij niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Ook verstrekt de gemeente hem geen krediethypotheek of andere lening.
De man heeft al een bezwaarschrift ingediend, maar dat heeft niet het gewenste resultaat gehad. De man is niet in beroep gegaan. Op de tweede woning rust naast een kleine hypotheekschuld een borg. Deze laatste houdt verband met een lening die de man heeft afgesloten voor de studie van zijn zoon. De ombudsman legt uit dat hij niet bevoegd is over wet- of regelgeving te oordelen. Nu de man de bijzondere feiten en omstandigheden van zijn geval nog niet expliciet aan de gemeente heeft voorgelegd, wijst de ombudsman hem op de mogelijkheid een goed onderbouwd coulanceverzoek bij de gemeente in te dienen. 26634 Een door de rechter benoemde bewindvoerder vraagt namens zijn cliënt bijzondere bijstand voor de kosten van zijn bewindvoering aan. De gemeente Amsterdam wijst de aanvraag af omdat de draagkracht van de cliënt hoger is dan de kosten van de bewindvoering. De bewindvoerder dient een bezwaarschrift in. Hij schrijft onder meer dat er geen draagkrachtberekening bij het besluit was gevoegd. Verder heeft de wethouder in oktober 2014 gezegd de inkomensgrens voor armoedevoorzieningen van 110% naar 120% van het wettelijk sociaal minimum te verruimen. Tegelijkertijd wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman deelt de bewindvoerder onder meer mee dat hij geen onderzoek zal instellen nu de bezwaarprocedure loopt. Het dossier wordt gesloten. 26589 Een alleenstaande moeder bezoekt het spreekuur van de ombudsman met het volgende: De gemeente heeft haar bijstandsuitkering per januari 2015 verlaagd en volgens haar klopt dat niet. De ombudsman legt aan de hand van de uitkeringsspecificaties uit, dat zij door de Participatiewet minder geld van de gemeente krijgt, maar wel een toeslag van de Belastingdienst. De vrouw meldt deze toeslag te hebben ontvangen. De ombudsman wijst erop dat de vrouw bij het Juridisch Loket de juiste bedragen kan laten controleren. Ze kan ook via een klacht opnieuw uitleg vragen van de gemeente. 26472 Een moeder schrijft de ombudsman over de beëindiging van de uitkering van haar zoon. Een beschikking zou ontbreken. Wel zou er bezwaar zijn aangetekend. Omdat de ombudsman geen reactie krijgt op diverse verzoeken om aanvullende informatie, sluit hij het dossier. Voor advies hangende de bezwaarprocedure is de moeder verwezen naar het juridisch loket. 26414 Een man moet aanzienlijke bedragen zorg- en huurtoeslag terugbetalen. Volgens hem is dat te wijten aan onvolledige/onjuiste informatieverstrekking door een medewerkster van de gemeente. De ombudsman verwijst naar de voorliggende klachtvoorziening bij de gemeente. Vervolgens heeft de ombudsman nog enkele gesprekken met man en de gemeente in het kader van de klachtbehandeling door de gemeente. Ingekomen en nog niet afgesloten in het eerste kwartaal 2015 26592 Een vrouw heeft problemen. Kort geleden is het bedrijf(vastgoed) van haar man failliet gegaan, waardoor een huurachterstand is ontstaan van vijf maanden. Tot overmaat van ramp zit haar
man in voorarrest. Inmiddels moet het gezin rondkomen van een bijstandsuitkering. Ze is bang dat Stadsgenoot haar straks op straat zet omdat ze achterloopt met de huur, terwijl ze twee kinderen heeft van drie jaar en een jaar. Ze vraagt aan de ombudsman of hij iets kan betekenen. Desgevraagd laat de gemeente de ombudsman weten dat zij contact met de vrouw hebben gehad en dat de familie inmiddels is aangemeld bij schuldhulpverlening. 25449 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde klaagt bij de gemeente over de handelwijze van diverse medewerkers. De gemeente vindt dat de man terecht klaagt: op meerdere verzoeken is niet gereageerd en daarnaast is de informatieverstrekking deels onjuist geweest. De gemeente biedt excuses aan voor de onzorgvuldige handelwijze. De man krijgt een nieuwe contactpersonen bij de gemeente. Hij blijft ontevreden en daarom gaat hij naar de ombudsman. Die neemt contact op met de gemeente en de gemeente stelt voor de man voor een gesprek uit te nodigen. De man gaat op de uitnodiging in. Vervolgens schrijft de gemeente een uitgebreide brief naar de man. Die blijft bij de ombudsman terugkomen op zijn klachten, maar besluit wel om zich op andere zaken te richten onder dankzegging aan de ombudsman voor diens inspanningen. De ombudsman sluit het dossier. 26481 Een man ontvangt sinds 29 mei 2014 een IOAW-uitkering in aanvulling op zijn uitkering krachtens de Werkloosheidswet en de Toeslagenwet. Hij meent dat zijn uitkering na verrekening van de WW met zijn IOAW-uitkering beneden het voor hem geldende sociaal minimum ligt. De gemeente erkent in de klachtenprocedure dat de uitkering van de man, ondanks toepassing van de juiste norm, na verrekening onder het minimum komt. Er wordt hem toegezegd om dit te compenseren door hem maandelijks het tekortschietende bedrag uit te betalen. Bij de klachtafhandeling komt de gemeente hierop terug. De teammanager schrijft in een mail van 14 november 2014 dat de norm juist is en dat maandelijkse bijbetaling precedentwerking betekent. Ter compensatie biedt hij de man een cadeaubon aan. In de klachtafhandelingsbrief staat dat bijbetaling wettelijk niet is toegestaan en technisch niet mogelijk is. Ook hier wordt de cadeaubon aangeboden. De man dient vervolgens een bezwaarschrift in. Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard omdat zijn inkomen niet onder het sociaal minimum zou liggen. De man ziet af van beroep en wendt zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman ziet aanleiding voor vragen aan de gemeente, onder meer over hoe het kan dat na verrekening inkomen onder het voor de persoon geldende sociaal minimum komt te liggen. Ook vraagt hij hoe dat in bezwaarfase ontkend wordt, terwijl dat eerder in de klachtafdoening wordt bevestigd. 26499 Op 13 oktober 2014 vraagt een man een bijstandsuitkering aan. De gemeente stelt de aanvraag buiten behandeling omdat de man de gevraagde gegevens niet had ingeleverd. Hij dient een bezwaarschrift in. Op 7 januari 2015 besluit de gemeente om zijn bezwaarschrift gegrond te verklaren. Zijn aanvraag zal zo spoedig mogelijk opnieuw in behandeling worden genomen. In het bezwaarschrift wordt ook verwezen naar een brief van 30 december 2014. Deze brief heeft de man nooit ontvangen. Op 20 januari 2015 stuurt de gemeente hem een besluit. Volgens dit besluit heeft de man op 23 december 2014 een bijstandsuitkering aangevraagd. De aanvraag wordt afgewezen omdat de
maandelijkse inkomsten van de man hoger dan of gelijk zijn aan de voor hem geldende bijstandsnorm. De man heeft op vrijdag 23 januari met een medewerker van de afdeling Inkomen gebeld. Hij zal maandag 26 januari informatie over bankafschriften inleveren. De medewerker bleek toen ziek te zijn. De volgende dag bezoekt de man het spreekuur van de Gemeentelijke Ombudsman. Die besluit vragen te stellen aan de gemeente, onder andere naar de motivering in het besluit van 20 januari, de informatie in de brief van 30 december. Ook stelt de ombudsman vragen met betrekking tot de aanvraagdatum – 23 december – die genoemd wordt in het besluit van 20 januari, nu de aanvraag van medio oktober dateert. 26729 Een man die van 2004 tot en met 2013 in detentie heeft gezeten, ontvangt daarna een uitkering van de gemeente Amsterdam. Hij kan zich niet vinden in de bejegening door een klantmanager in verband met de re-integratie naar werk. Ook kan hij zich niet vinden in het beëindigen van zijn bijstandsuitkering. Hij wendt zich tot de ombudsman. Die wijst de man op de voorliggende klachtenregeling en op het indienen van een bezwaarschrift tegen het beëindigingsbesluit. 26741 Een man ontvangt een bijstandsuitkering van de gemeente. De gemeente doet in 2014 een nabetaling over een periode in 2013. Daardoor heeft hij een hoge jaaropgave 2014. Dat zal, vreest de man, leiden tot problemen met toeslagen en heffing inkomstenbelasting. Hij vraagt de gemeente daarom om een gecorrigeerde jaaropgave, maar hij krijgt nul op rekest. De gemeente kan alleen een verklaring over de hoge jaaropgave verstrekken, die de man dan aan de Belastingdienst kan tonen. De man wendt zich daarop tot de ombudsman. Die wijst de man op de voorliggende klachtenregeling van de gemeente. Na toestemming van de man stuurt de ombudsman de klacht door ter behandeling en vraagt tevens om een afschrift van de klachtafdoeningsbrief. De gemeente legt in de klachtafdoening uit waarom de jaaropgave belastingtechnisch gezien juist is: de inkomsten zijn in boekjaar 2014 feitelijk uitbetaald. Met de verklaring kan de man bij de Belastingdienst een inkomenscorrectie vragen vanwege het feit dat het om bijzonder inkomen gaat. Voor de zorgtoeslag geldt dat niet, maar de man kan hiervoor bijzondere bijstand aanvragen. De man wendt zich andermaal tot de ombudsman. 26777 Een vrouw heeft inkomen uit arbeid en aanvullende bijstandsuitkering van de gemeente. De vrouw heeft wisselende inkomsten uit werk. De gemeente verrekent deze inkomsten met de uitkering. De vrouw kan zich niet vinden in de verrekening, omdat er diverse malen onjuist of onduidelijk verrekend is. De vrouw is pas in een veel later stadium gewezen op de mogelijkheid van de vrijlatingregels in verband met inkomen en uitkering. Verder heeft de vrouw in verband met een re-integratietraject verschillende documenten ondertekend zonder dat het haar duidelijk wordt gemaakt wat het inhoudt. Ze werd opgeroepen voor het traject, terwijl zij had aangegeven, dat zij in die periode met vakantie was. Voorts is bij de herbeoordeling van haar uitkering is er een fout gemaakt, omdat haar dochter ten onrechte niet in de norm alleenstaande ouder werd opgenomen. De vrouw wendt zich hierover tot de ombudsman. Omdat de klacht niet bij de gemeente bekend is, stuurt de ombudsman deze – na overleg met de vrouw – door ter behandeling door.
Deze rapportage is opgesteld door Loes Wijnbergen. Met vragen kunt u zich tot haar wenden via
[email protected] of via het algemene telefoonnummer 020 625 9999.