1 BESCHRIJVING VAN DE VERZOEKEN
Enkele zaken raakten meerdere afdelingen of andere RVE’s binnen het sociaal domein. Die dossiers zijn dan op beide plaatsen opgenomen. 1.1 1.1. Armoedebestrijding 1.1.1 1.1.1. Ingekomen vóór 1 april 2015 en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 25648 Vanaf medio 2013 heeft een Amsterdamse bijstandsgerechtigde een conflict met Agis over zijn (aanvullende) zorgverzekering. Omdat hij er met de zorgverzekeraar niet uitkomt, wendt hij zich in augustus 2014 tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die pakt de zaak op, omdat de man via het collectieve contract van de gemeente bij Agis verzekerd is. De ombudsman legt deze en andere Agis-zaken aan de gemeente voor. Wanneer een inhoudelijke reactie op zich laat wachten maar de desbetreffende verzekerden wel aanmaningen van Agis en van deurwaarders krijgen, vraagt de ombudsman de gemeente in september 2014 om de invorderingen te laten opschorten, in afwachting van het overleg tussen de gemeente en Agis. Dan blijkt dat Agis de premiebetalingen gebruikte ter aflossing van oude schulden. Hierdoor ontstaan “nieuwe schulden” die de bijstandsgerechtigden niet kunnen thuisbrengen. Ze zien namelijk dat de premie op hun uitkering wordt ingehouden. Door oude premie-achterstanden niet te scheiden van lopende premiebetalingen wordt ondoorzichtig welke vordering Agis op een verzekerde heeft. De gemeente laat begin december 2014 weten dat er nog € 126,14 openstaat. Deze vordering zal de gemeente afboeken. Verder zal de gemeente ervoor zorgen dat de juiste premiebedragen aan Agis worden overgemaakt. Het dossier leek te kunnen worden gesloten. Helaas was dat te vroeg gejuicht. In februari 2015 kreeg de man weer bericht van een
deurwaarder: de zorgverzekeraar kon het via de gemeente afgeboekte bedrag niet in de dossiers terugvinden en een verzoek tot opschorting was evenmin bekend. De ombudsman stapt weer naar de gemeente. Dat leidt er uiteindelijk toe dat de man de premieachterstand tot 1 april 2015 niet meer hoeft te voldoen. De gemeente en de zorgverzekeraar hebben het nog resterende bedrag voor hun rekening genomen. Wanneer de zorgverzekeraar dit schriftelijk aan de man bevestigt, sluit de ombudsman het dossier. 24923 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde is aangesloten bij de door de gemeente aangeboden collectieve zorgverzekering van Agis. De premie wordt ingehouden op zijn bijstandsuitkering. Desondanks gaat er iets mis. Daardoor belandt de man in april 2013 in de zogenaamde wanbetalersregeling. De straatjurist van de Protestantse Diaconie spant zich zeer in om deze zaak – samen met die van anderen - bij zowel Agis als de gemeente recht te trekken, maar voortdurend krijgt zij nul op het rekest. Zo dient zij in februari 2014 een klacht bij Agis in. De man wordt als wanbetaler afgemeld, maar verder gebeurt er niets met zijn klacht. In mei 2014 vraagt zij Agis om de zaak met de grootst mogelijke spoed te behandelen, omdat de man ernstig ziek is en een geringe levensverwachting heeft. Ook wendt ze zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman legt deze en andere Agis-zaken aan de gemeente voor. Wanneer een inhoudelijke reactie op zich laat wachten maar de desbetreffende verzekerden wel aanmaningen van Agis en van deurwaarders krijgen, vraagt de ombudsman de gemeente in september 2014 om de invorderingen te laten opschorten, in afwachting van het overleg tussen de gemeente en Agis. In januari 2015 hoort de ombudsman dat de man is overleden. De gemeente komt mede namens Agis met het voorstel om de schulden vóór februari 2014 kwijt te schelden. Vanaf dat moment wilde de man de premie zelf betalen. Dat heeft hij niet altijd gedaan. De daardoor ontstane schuld moet hij zelf betalen; die komt nu ten laste van de erfenis. Het heeft een jaar geduurd voordat deze zaak kon worden afgesloten. Helaas heeft de man zelf dit niet meer mogen meemaken. 1.2 26641 Een vrouw wil een aanvraag indienen voor de regeling compensatie eigen risico zorgverzekering. De vrouw stuurt het aanvraagformulier online. Vervolgens ontvangt zij een brief van de gemeente waarin de gemeente haar vraagt veel aanvullende informatie te verstrekken, terwijl ze alle gevraagde informatie ingeleverd heeft. Ze vindt het aanvraagproces onnodig omslachtig en veeleisend. Ze wendt zich hierover tot de ombudsman. Die wijst de vrouw op de voorliggende klachtenregeling. 1.3 26587 Een man vraagt bij de gemeente de Plusvoorziening 65+ 2014 aan. De gemeente stelt die aanvraag buiten behandeling wegens het ontbreken van een kopie van een geldig legitimatiebewijs. De man kan zich hierin niet vinden, want er is al een kopie aanwezig in zijn dossier bij de gemeente, nu hij deze voorziening vorig jaar ook al heeft aangevraagd. Volgens de man geldt dat voor meerdere gegevens, die steeds opnieuw worden gevraagd, zoals bij voorbeeld een BSN-nummer. Hij wendt zich met deze klachten tot de ombudsman. De ombudsman ziet aanleiding de gemeente te vragen de buiten behandeling stelling te herzien en de klachten van de man over dubbele gegevensuitvraag in behandeling te nemen. De gemeente kent vervolgens de gevraagde voorziening toe, waarna de ombudsman het dossier sluit. 26454 Tot maandag 1 december 2014 konden Amsterdamse burgers een aanvraag om een stadspas en een zogenaamd Kindpakket indienen. Een Amsterdammer verzendt zijn aanvraag op
zaterdag 22 november 2014. De gemeente wijst zijn aanvraag af, omdat de gemeente de aanvraag op dinsdag 2 december heeft ontvangen. Zijn bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard, omdat volgens de gemeente niet te controleren is wanneer de man de aanvraag heeft gepost. Het risico van ontvangst van een poststuk ligt bij de verzender. De man neemt contact op met de ombudsman. Die stelt de gemeente vragen over de datumstempel van Post NL op de envelop, de uiterste datum van maandag 1 december – terwijl algemeen bekend is dat Post NL op maandag geen post bezorgt - en de belemmering om een op 2 december ontvangen aanvraag alsnog in behandeling te nemen. De gemeente antwoordt dat enveloppen niet bewaard worden. Het datumstempel op de envelop is daarom niet meer te achterhalen. Als interne werkafspraak gold dat aanvragen die op 2 december nog binnenkwamen, gewoon in behandeling werden genomen. De gemeente erkent dat dat in dit geval ten onrechte niet is gebeurd. De afdeling Bezwaar kende deze werkafspraak niet en heeft daarmee bij de bezwaarschriftbehandeling dus geen rekening gehouden. De gemeente stuurt de man alsnog een stadspas. De activiteiten in het Kindpakket zijn voorbij. In plaats daarvan biedt de gemeente de man een kledingbon van dezelfde waarde als het Kindpakket aan. De man is tevreden. De ombudsman is blij dat de man alsnog heeft gekregen waarop hij recht heeft. Wel merkt hij op dat de afdeling Bezwaar het bezwaarschrift kennelijk heeft afgehandeld zonder hierover contact met de behandelende afdeling op te nemen. Was dat wel gebeurd, dan was meteen de werkafspraak bekend geweest bij de bezwaarmedewerker. Als toen hetzelfde was gebeurd als nu na tussenkomst van de ombudsman – namelijk alsnog verstrekken waarop de man volgens de behandelende afdeling recht had – had de man zijn bezwaarschrift kunnen intrekken en was de zaak daarmee afgerond. 26431 Een Amsterdammer mailt op 21 december 2014 aan Antwoord/14020 een vraag over de koopkrachttegemoetkoming 2014: hij is zelfstandige en ontving juist in de peilmaand september inkomsten boven de norm, terwijl zijn inkomen over heel 2014 ruim onder de norm zit. Daarom vraagt hij of er een hardheidsclausule van toepassing is, zodat hij toch in aanmerking komt voor de koopkrachttegemoetkoming. Hij krijgt een automatisch gegenereerde ontvangstbevestiging met de mededeling dat hij binnen vijf werkdagen een reactie krijgt. Wanneer hij drie weken later, op 12 januari 2015, nog niets heeft vernomen, neemt hij schriftelijk contact op met de gemeente. Wanneer hij op dinsdag 20 januari nog niets heeft vernomen, wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman verzoekt de gemeente de man alsnog te antwoorden. Daarop stuurt de gemeente hem een aanvraagformulier voor de tegemoetkoming. Dat was echter niet zijn vraag; die was er juist op gericht om een nodeloze aanvraag in te vullen. Desondanks vult hij het formulier in. Drie weken later kent de gemeente hem de tegemoetkoming toe. De man is dolgelukkig. Het dossier kan wat hem betreft worden gesloten. De ombudsman tekent aan dat het toekenningsbesluit ongemotiveerd is. Dat luistert des te nauwer in een situatie als deze, waarbij de man in eerste instantie niet aan de voorwaarden leek te voldoen. Op grond waarvan dat nu wel het geval is, is niet duidelijk. De onderbouwing kan echter wel degelijk een rol spelen bij een eventuele volgende aanvraag. Bij een afwijzend besluit is de motivering des te belangrijker: een heldere onderbouwing speelt een grote rol bij de beslissing om wel of geen bezwaarschrift in te dienen. Deze zaak bevestigt het belang van heldere motiveringen. 1.3.1 1.1.2. Ingekomen en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 27145
Een echtpaar zit al twee jaar in een schuldhulpverleningstraject, zonder dat iets wordt bereikt. Door fouten van en miscommunicatie met de schuldhulpverlener is het minnelijk traject inmiddels zo goed als onmogelijk, hoewel de hoop van het paar nog op een mogelijk dwangakkoord gevestigd is. De schuldhulpverlener lijkt aan te sturen op een WSNP-traject. Dit is wat het echtpaar juist absoluut niet wil. Ze wenden zich tot de ombudsman. Dan blijkt dat er in het kader van de behandeling van een klacht een gesprek ingepland is met de teamleider van de schuldhulpverlener. Een van de medewerkers van de ombudsman gaat mee. Tijdens dat gesprek blijkt dat er veel fout is gegaan. Een belangrijke oorzaak van de miscommunicatie is dat er nooit persoonlijk contact is geweest met de schuldhulpverlener. De teamleider neemt de dossierbehandeling over en doet zijn best om tot een dwangakkoord te komen en daarmee het WSNP-traject te voorkomen. Het paar kan zich hierin vinden en de ombudsman sluit het dossier. 26952 Een man komt naar het spreekuur van de ombudsman en toont een kopie van een aanvraagformulier voor de Stadspas 2015. Deze aanvraag heeft hij gedaan eind februari, maar twee maanden later heeft hij zijn stadspas nog niet ontvangen. Omdat de man zeer beperkt Nederlands spreekt, zegt de ombudsman toe navraag te doen bij de gemeente en hem te informeren. Als een medewerker van de ombudsman de man twee weken later belt, blijkt dat hij de stadspas inmiddels heeft ontvangen. Hiermee is de dienst tegemoet gekomen aan het verzoek van de ombudsman. De ombudsman sluit het dossier. 26958 Een man heeft een aanvraag gratis OV 65+ gedaan, maar daarop nooit een besluit ontvangen. De gemeente heeft de ontvangst van zijn aanvraag telefonisch bevestigd, en vervolgens telefonisch verteld dat hij niet in aanmerking komt. De man is van mening dat hij op basis van de aangepaste inkomenseis wel in aanmerking komt. Hij wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman doet navraag bij de gemeente en die kent de man alsnog gratis OV toe. De dienst deelt verder mee, dat het hier een incident betreft, omdat de betrokken ambtenaar bij telefonisch contact met de man in de rapportage van een ander jaar heeft gekeken. De dienst is hiermee tegemoet gekomen aan de grieven van de man. 26995 Een vrouw beklaagt zich over de gang van zaken over haar aanvraag scholierenvergoeding van begin maart 2015. De ombudsman neemt telefonisch contact met haar op en verneemt dat zij inmiddels een toezegging heeft van de dienst dat een week later alles geregeld is. De ombudsman spreekt af, dat zij volgende week even laat weten of dat zo is. De ombudsman verneemt niets van haar en stuurt een mail ter herinnering. Wanneer de vrouw daar niet meer op reageert, gaat de ombudsman ervan uit dat het probleem is opgelost. 27034 Een vrouw wendt zich tot de ombudsman met een vraag over de ziektekostenverzekering. Zij moet deze nog afsluiten en dan waarschijnlijk met terugwerkende kracht ook gaan betalen. De ombudsman adviseert haar hierover contact op te nemen met de gemeente voor meer informatie over de mogelijkheden. De vrouw heeft zelf al enige informatie verzameld en een lijstje met vragen opgesteld. Zij zal hierover een afspraak maken met haar klantmanager bij de gemeente. 27102 Een vrouw wendt zich tot de ombudsman omdat zij niet begrijpt, waarom zij niet in aanmerking zou komen voor gratis OV. De ombudsman stuurt haar klacht door naar de gemeente. De gemeente vertelt dat het een terechte afwijzing is wegens te hoog inkomen over 2013. De vrouw lijkt in 2015 wel in aanmerking te komen voor deze voorziening. Binnen een
week ontvangt mevrouw de OV-kaart. De ombudsman bedankt de gemeente voor de snelle en adequate behandeling. Hij sluit het dossier. 1.4 27109 Een vrouw dient een klacht in bij de ombudsman. Zij heeft een Stadspas aangevraagd en zij beklaagt zich over de duur van de afhandeling van haar aanvraag. Om te onderzoeken hoe het komt dat de afhandeling zo lang duurt, vraagt de ombudsman de vrouw om meer informatie. Zij schrijft echter dat ze inmiddels de pas heeft gekregen en dat verdere inzet van de ombudsman niet nodig is. 1.5 1.1.3. Ingekomen in tweede kwartaal 2015, nog niet afgesloten 27068 Een vrouw kan door een opeenstapeling van bezuinigingen niet meer rondkomen. Wat is het geval? Na de beëindiging van de Regeling aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten volgde afwijzing van haar aanvraag Regeling tegemoetkoming meerkosten. In de afwijzing van de gemeente staat dat het recht op tegemoetkoming meerkosten gebaseerd is op adviezen die de GGD heeft gegeven bij de beoordeling of de vrouw in aanmerking komt voor de Regeling aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Verder moet ze een eigen bijdrage voor haar bruikleenauto gaan betalen, is een kostenvergoeding uit de ziektekostenverzekering ongunstig aangepast, en is haar persoonsgebonden budget niet uitbetaald. De ombudsman ziet aanleiding de vrouw thuis te bezoeken om de situatie in kaart te brengen. 27087 Een vrouw vraagt op 1 februari gratis OV aan. De OV-kaart heeft ze vier maanden later, begin juni, nog steeds niet ontvangen. Na herhaaldelijke navraag bij de gemeente krijgt de vrouw te horen dat de aanvraag bij het Gemeentelijke Vervoersbedrijf ligt; ze mag over veertien dagen nog eens terugbellen. De vrouw wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman stuurt de klacht door naar de gemeente en doet navraag naar de stand van zaken. Er blijkt een technisch probleem te zijn, dat nu is opgelost. Medio juni kan iedereen alsnog over de OV-kaart kunnen beschikken. De vrouw laat de ombudsman weten de OVkaart te hebben ontvangen. Vervolgens laat de dienst eind juni weten dat er geen achterstand (meer) is. De gemeente zal de mensen die te laat de OV kaart hebben ontvangen hiervoor compenseren. 27101 Een vrouw stuurt de ombudsman een mail, waarin ze schrijft een inkomensprobleem te hebben en niet aan haar aflossingsverplichting aan de Gemeentelijke Kredietbank te kunnen voldoen. Ze wenst een gesprek met de ombudsman. Die wijst haar op het inloopspreekuur. De ombudsman verneemt niets meer en sluit het dossier. 1.2. Ondersteuning ondernemers 1.5.1 1.2.1. Ingekomen vóór 1 april 2015 en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 24142/24422 Een vrouw vraagt aan de gemeente Amsterdam bijstand voor levensonderhoud en voor bedrijfskapitaal. De gemeente laat een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren, maar behandelt de aanvraag niet verder, omdat de vrouw alleen conceptcijfers en geen geconsolideerde cijfers levert. Een half jaar later vraagt ze hetzelfde aan en hoewel dezelfde gegevens nog steeds
ontbraken, neemt de gemeente die aanvraag wel in behandeling. De vrouw begrijpt niet waarom de gemeente de eerdere aanvraag dan niet in behandeling nam en gaat naar de Gemeentelijke Ombudsman. Ze wijst erop dat het ministerie van Economische Zaken haar ontheffing verleende voor het leveren van de geconsolideerde cijfers. De gemeente laat de ombudsman weten dat er meer gegevens dan de geconsolideerde cijfers nodig waren om de aanvraag te beoordelen, zoals huurcontracten, een opgave van mogelijke opdrachten, een onderbouwing van de kredietbehoefte en een overzicht van mogelijke privé schulden en betalingsachterstanden. Geen van die gegevens leverde de vrouw. Om de vrouw terwille te zijn, heeft de gemeente besloten op grond van de beschikbare informatie de levensvatbaarheid van het bedrijf nogmaals te laten onderzoek door een andere organisatie. De Gemeentelijke Ombudsman concludeert dat de gemeente de aanvraag beide keren in behandeling heeft genomen. Bij de eerste aanvraag is het haalbaarheidsonderzoek eerst uitgevoerd en heeft de gemeente daarna de aanvraag buiten behandeling gesteld wegens ontbrekende stukken. Bij de tweede aanvraag wist de gemeente van meet af aan dat de aanvraag incompleet was en heeft de gemeente toch opdracht tot een haalbaarheidsonderzoek gegeven. De ombudsman heeft geen vermoeden van onbehoorlijk handelen wat betreft de behandeling van deze beide Bbz-aanvragen. Daarom beëindigt hij zijn onderzoek en sluit hij het dossier. 24639 Een Amsterdammer heeft vanaf januari 2013 diverse keren contact met de gemeente Amsterdam vanwege het indienen van een aanvraag om bedrijfskapitaal en advies over schuldhulpverlening. Omdat hij over de gang van zaken niet tevreden is, wendt hij zich in maart 2014 tot de Gemeentelijke Ombudsman. De man heeft nog niet bij de gemeente geklaagd. Daarom stuurt de ombudsman in overleg met de man zijn klacht ter behandeling naar de gemeente door. De gemeente neemt contact op met de man, maar door de gemeentelijke reorganisatie en de daarmee samenhangende personeelswijzigingen blijft de zaak liggen. In mei 2015 nodigt de klachtencoördinator van Werk, Participatie en Inkomen de man uit voor een gesprek. De man geeft de gemeente twee adviezen, die erop neer komen dat de gemeente geen oplossingen moet aandragen die in de praktijk niet werken. Daarnaast zou de overheid burgers met een tijdelijk liquiditeitsprobleem moeten faciliteren. Nu is dat niet mogelijk. Daardoor worden burgers afhankelijk van overheidsondersteuning terwijl zij met een tijdelijk, aflossingsvrij krediet hun zelfstandigheid kunnen behouden. De klachtencoördinator zegt toe de adviezen aan de betrokken gemeentelijke afdelingen te zullen doorgeven. De man bevestigt desgevraagd aan de ombudsman dat hij tevreden is met dit resultaat. De ombudsman sluit het dossier. 26809 In 2013 kent de gemeente Amsterdam een zelfstandige een lening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen toe. Afhankelijk van de inkomsten uit arbeid zal de gemeente de lening na afloop van het kalenderjaar kwijtschelden. Het kwijtgescholden bedrag komt dan wel op de jaaropgave 2014 te staan. Op papier lijkt het dus om inkomen te gaan. Vanwege dat zogenaamde papieren inkomen vordert de Belastingdienst dan huur- en zorgtoeslag terug. De zelfstandige is het er niet mee eens dat de gemeente een kwijtgescholden bedrag als genoten inkomen op de jaaropgave zet: hij wendt zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die legt uit dat de gemeente de belastingregels juist uitvoert. Het probleem is hiermee echter niet opgelost. De ombudsman weet ook dat de Nationale ombudsman met de Belastingdienst over dit probleem heeft gesproken. Daarom neemt de Gemeentelijke Ombudsman contact met hem op. De Nationale ombudsman zegt toe de situatie van deze zelfstandige met de Belastingdienst te zullen bespreken. De Gemeentelijke Ombudsman sluit deze zaak.
1.5.2 1.2.2. Ingekomen en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 -------1.6 1.2.3. Ingekomen in het tweede kwartaal 2015, nog niet afgesloten 27142 In 2014 dient een Amsterdamse zelfstandige een aanvraag voor tijdelijke inkomensondersteuning en bedrijfskapitaal ten behoeve van schuldsanering in. De gemeente wijst de aanvraag af op basis van de rapportage van een organisatieadviesbureau. Het bezwaarschrift van de man wordt ongegrond verklaard. De gemeente kent de man wel een uitkering toe vanwege de beëindiging van zijn bedrijf. In november 2014 dient de man een klacht in tegen de behandelaar van zijn aanvraag omdat zij voornemens is de aanvraag tijdelijke inkomensondersteuning af te wijzen en de gemeente hem valse hoop zou hebben gegeven. De klacht wordt ongegrond verklaard. 1.7 De man heeft financiële problemen en wijt die aan deze afwijzing. Eind juni 2015 neemt hij contact met de Gemeentelijke Ombudsman op. Omdat de man in juni nog een klacht heeft ingediend bij de gemeente en de gemeente contact met hem daarover wenst, wacht de ombudsman de eerstelijnsklachtbehandeling af. 1.8 1.9 1.3. Handhaving werk en inkomen 1.9.1 1.3.1. Ingekomen vóór 1 april 2015 en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 24864 Een vrouw wendt zich tot de ombudsman. Ze doet melding van onjuiste terugvorderingen door de gemeente van genoten uitkering. De ombudsman vraagt haar de klacht nader te onderbouwen, maar verneemt niets meer. Hij sluit het dossier. 24274 De gemeente Amsterdam vordert sinds 2012 te veel betaalde bijstand terug van een bijstandsgerechtigde. De vordering vloeit voort uit verrekening van inkomsten uit werk met aanvullende bijstand. De man kan niet plaatsen dat er na 3 jaar aflossing nog steeds een bedrag openstaat. Bovendien kan hij de inhoudingen op zijn uitkeringsspecificaties niet herleiden tot de opgelegde terugvorderingen. Hij vraagt de gemeente om een specificatie. Daarop nodigt de gemeente hem een paar keer uit om alles in een gesprek uit te leggen, maar dat levert de man uiteindelijk niet de benodigde duidelijkheid. Daarom wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman vraagt de gemeente om een gespecificeerd overzicht van alle aflossingen en verrekeningen. Dan blijkt wat de moeilijkheid is: het computersysteem overschrijft maandelijks al het voorgaande. Een specificatie moet dus handmatig worden opgesteld. Dat betekent, bij een terugvordering over drie jaar, dagen zo niet weken werk voor een berekenaar. Desondanks slaagt de gemeente erin om een overzicht te leveren. Nu de gevraagde duidelijkheid is verkregen, kan het dossier worden gesloten. De ombudsman blijft aandacht vragen voor de onderbouwing van besluiten en terugvorderingen, zowel uit een oogpunt van rechtsbescherming van de burger (die kan alleen gemotiveerd in bezwaar/beroep gaan als het terugvorderingsbesluit gespecificeerd is) als ook omdat de overheid van diezelfde burger eveneens een onderbouwde (financiële) verantwoording eist. Wigo4it, die enkele geautomatiseerde systemen voor de sociale diensten van de vier grote gemeenten beheert, is in 2015 gestart met de verbetering van (standaard)brieven. Onderdeel daarvan zijn bijlagen bij besluiten met (her)berekeningen,
verrekeningen, overzichten en onderbouwing van de inhoudingen. Op termijn mag een situatie als deze dus niet meer voorkomen. Tot die tijd zal de gemeente zich handmatige inspanningen moeten getroosten om zodoende de benodigde duidelijkheid te verschaffen. 26728 Een man dient een klacht in bij de gemeente. Het gaat inhoudelijk over het uitblijven van een herberekening van een recht op uitkering. Als de man geen reactie op zijn klacht ontvangt, stapt hij naar de ombudsman. De ombudsman doet navraag bij de gemeente en dan blijkt, dat de klacht wel is beantwoord, doch dat de man de brief niet heeft ontvangen. De ombudsman stuurt hem deze per mail toe. In de brief wordt een termijn genoemd voor het leveren van inkomensgegevens. Doordat de man de brief niet heeft ontvangen, is die termijn al verstreken. De ombudsman vraagt de gemeente deze termijn te verlengen. Dat doet de gemeente en daarmee is de zaak opgelost. 26774 Namens een dakloze man uit Amsterdam wendt zich een intermediair tot de ombudsman. De intermediair stuurt de ombudsman kopieën van twee brieven door. De eerste is een brief aan de gemeente, van 8 februari 2015. Hierin verzoekt de intermediair de gemeente om een onderbouwing van het lopende beslag en toepassing van de beslagvrije voet op de uitkering van de dakloze man. De tweede brief richt de intermediair aan de (Nationale) ombudsman. In deze brief vraagt de intermediair om de gemeente Amsterdam te verzoeken een inhoudelijke reactie te geven zodat hij vervolgstappen kan ondernemen richting schuldsanering. De man meldt als signaal dat de gemeente niet reageert op vragen/verzoeken. Daarom stuurt hij het verzoek dit keer direct naar de ombudsman, met het verzoek het door te sturen ter behandeling in eerste lijn. De ombudsman stuurt een en ander door naar de gemeente met het verzoek de klacht op te pakken. 26704 De gemeente Amsterdam vordert in maart 2014 van een Amsterdammer te veel verstrekte bijstand over 2012 terug. De man is het niet eens met de hoogte van het bedrag, maar hij dient geen bezwaarschrift in. Een jaar later vraagt zijn financieel adviseur om nadere informatie over hoogte en samenstelling van het bedrag. De gemeente zet alles nogmaals op een rij in een uitgebreide brief van half mei 2015. De adviseur blijft het oneens met de terugvordering. Daarom wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman constateert dat de gemeente meer dan een jaar met de adviseur over de vordering heeft gecorrespondeerd. Diverse medewerkers hebben zich over zijn vragen gebogen, er zijn (nogmaals) berekeningen gemaakt en de gemeente heeft meerdere malen een inhoudelijke reactie gegeven. De ombudsman concludeert dat de gemeente zich in de contacten met de adviseur en de informatieverstrekking over de vordering voldoende moeite heeft getroost en zich voldoende zorgvuldig heeft opgesteld. Hij sluit het dossier. 1.9.2 1.3.2. Ingekomen en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 27136 Een Amsterdamse vrouw heeft een bijstandsuitkering. Zij heeft een aantal schulden, waarvoor de deurwaarder beslag op haar uitkering heeft laten leggen. Haar vakantiegeld wordt om die reden ook ingehouden op haar uitkering en naar de deurwaarder overgemaakt. De vrouw meent dat vakantiegeld niet onder het beslag valt. Ze wendt zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die zegt dat een en ander afhankelijk is van haar situatie. Hij verwijst de vrouw naar de sociale raadslieden voor een berekening. 26949
In mei 2011 ontvangt een Amsterdammer het besluit van de gemeente waarin zijn bijstandsuitkering per 31 december 2006 wordt ingetrokken. De man dient geen bezwaarschrift tegen de intrekking in. Drie maanden later, na het verstrijken van de indieningstermijn voor een bezwaarschrift, ontvangt de man een terugvorderingsbesluit. Zijn advocaat wendt zich in juni 2015 tot de Gemeentelijke Ombudsman met de vraag of de gemeente door de ontkoppeling van intrekking en terugvordering behoorlijk heeft gehandeld. Uit de verstrekte informatie maakt de ombudsman niet op dat de gemeente zich onbehoorlijk zou hebben gedragen. Er is geen reden om een onderzoek in te stellen naar een intrekkingsbesluit uit 2011. De ombudsman adviseert de man om een herzieningsverzoek bij de gemeente in te dienen. Als de gemeente daarop niet of onvoldoende ingaat, kan de man daarvoor naar de Gemeentelijke Ombudsman teruggaan. 1.10 1.11 1.3.3. Ingekomen in het tweede kwartaal 2015, nog niet afgesloten 27095 Een man wendt zich tot de ombudsman met een specificatie van zijn bijstandsuitkering, waaruit blijkt dat zijn vakantiegeld is ingehouden wegens een vordering. Hij is het er niet mee eens, maar heeft geen stukken bij zich, waaruit blijkt dat dit niet correct is. Hij vertelt financiële problemen te hebben, waaronder een huurschuld. De ombudsman neemt contact op met de maatschappelijke dienstverlening en maakt voor de man een afspraak voor diezelfde dag. Daar kan bekeken worden wat er aan de hand is en welke hulp de man nodig heeft. Vervolgens komt de man opnieuw naar de ombudsman met dezelfde specificatie, opnieuw zonder verdere stukken. De ombudsman vraagt de man de terugvorderingsbeslissing op te zoeken, zodat hij kan nagaan of de inhouding correct is. 27200 De gemeente Amsterdam stuurt een vrouw een verhaalsbesluit vanwege haar onderhoudsplicht voor haar kinderen en hun vader. Zij is het met de berekening niet eens, onder meer vanwege de bij de berekening betrokken huur. Wat is het geval? Zij huurt een kamer inclusief service-, energie- en waterkosten ad € 600,- per maand. Over een specificatie van kale huur en overige kosten beschikt zij niet. Daarom gaat de gemeente uit van een kale huur van € 227,- per maand; dit is volgens de gemeente de nominale huur. De vrouw stuurt een bezwaar annex klacht naar de gemeente. Die houdt in haar reactie vast aan de oorspronkelijke berekening. De vrouw blijkt het in het bijzonder met één onderdeel, te weten de hoogte van de huur, niet eens. Los hiervan bevreemdt het de vrouw dat de gemeente niet uitgaat van de kamerhuur zoals zij die maandelijks betaalt. Twee jaar geleden heeft de gemeente de verhaalsbijdrage ook vastgesteld. Toen is de gemeente voor de berekening wel uitgegaan van de all in kamerhuurprijs. Het is haar niet duidelijk waarom de gemeente daarvan nu afwijkt. Bovendien is de bijdrage nu zodanig hoog vastgesteld, dat zij die niet kan betalen. De gemeente stuurt haar intussen aanmaningen. Daarom wendt zij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die vraagt de gemeente de informatie van de vrouw als klacht in behandeling te nemen én ondertussen de aanmaningen op te schorten.
1.12 1.4. Budget- en inkomensbeheer bijzondere doelgroepen 1.12.1 1.4.1. Ingekomen vóór 1 april 2015 en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 26597 Een man komt bij de ombudsman en beklaagt zich over het niet kunnen stoppen van het
inkomensbeheer. De man ontvangt een uitkering van de gemeente, maar zijn geld wordt overgemaakt en beheerd door de gemeente. Zelf ontvangt hij wekelijks zijn leefgeld. Het signaal van de man biedt de ombudsman aanleiding om informatie bij de gemeente op te vragen. Hieruit blijkt dat het inkomensbeheer als voorwaarde is opgelegd omdat hij behoort tot een kwetsbare doelgroep. De gemeente laat de ombudsman weten dat de man mag kiezen voor een ander bureau dat zijn inkomen beheert, maar de kosten van het inkomensbeheer worden in dat geval niet door de gemeente vergoed. Bovendien geldt dat pas als de man kan bewijzen dat hij een ander bureau heeft ingeschakeld, de gemeente het beheer beëindigt. De ombudsman stelt de man van deze mogelijkheid in kennis, maar adviseert hem ondanks zijn bezwaren het inkomensbeheer door de gemeente te laten doorgaan. 1.12.2 1.4.2. Ingekomen en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 27022 Een dakloze man had een bijstandsuitkering, maar deze is in november 2014 beëindigd. De man heeft al tijden geen inkomsten meer. Hij wendt zich tot de ombudsman en geeft aan dat hij al in beroep is gegaan bij de rechtbank. De man wil graag een voorschot. De ombudsman ziet aanleiding contact op te nemen met de gemeente. De man heeft geen nieuwe aanvraag gedaan. De ombudsman zorgt ervoor dat de man meteen een afspraak krijgt bij de gemeente om een bijstandsuitkering en een voorschot aan te vragen. Verder ziet de ombudsman geen taak voor zich weggelegd.
1.13 1.4.3. Ingekomen in het tweede kwartaal 2015, nog niet afgesloten 27191 En man wiens budget in beheer is bij de gemeente, vraagt op 20 april 2015 schriftelijk aan de gemeente het budgetbeheer te stoppen. Een reactie blijft achterwege. De man wendt zich daarop op 19 juni tot de ombudsman. Die informeert bij de gemeente naar de stand van zaken van het antwoord aan de man. 1.14 1.5. Inkomensvoorziening 1.14.1 1.5.1. Ingekomen vóór 1 april 2015 en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 26707 Een man kan zich niet vinden in de afwijzing van bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage advocaatkosten. Het Juridisch Loket heeft de man verwezen naar een advocaat, maar toch ontvangt hij geen vergoeding voor de eigen bijdrage. Het bezwaar dat de man heeft ingediend tegen de afwijzing, heeft niet tot een ander besluit geleid. De man wendt zich tot de ombudsman. Die constateert dat de gemeente heeft gehandeld in overeenstemming met de voorschriften: de advocaat van de man heeft de aanvraag voor de toevoeging ingediend op 12 december 2014, maar pas op 17 december 2014 aan de gemeente gevraagd om bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage. Van een advocaat mag verwacht worden dat deze de regelgeving kent. In dit geval had dat moeten betekenen dat de aanvraag bij de gemeente uiterlijk op 12 december 2014 ingediend had moeten worden en niet enkele dagen later. De ombudsman legt de man uit dat hij de advocaat aansprakelijk kan stellen voor het financieel risico. Hij sluit het dossier. 1.15
25674 In 2014 gaat een bijstandsgerechtigde op vakantie in het buitenland. De gemeente Amsterdam schort door een vergissing de betaling van zijn uitkering op. Dat heeft nogal wat financiële gevolgen voor de man. Die worden opgelost, maar de man is een jaar later, voorjaar 2015, bang dat hetzelfde zal gebeuren. Door tussenkomst van de ombudsman krijgt hij een gesprek met een medewerkster klachten en de leidinggevende van zijn klantmanager. De man krijgt onder meer een nieuwe klantmanager en zijn zorgen worden besproken. De man laat de ombudsman weten dat hij tevreden is over het gesprek. Een ander punt is dat de man graag wil werken, maar problemen heeft met agressiebeheersing. Kort daarop krijgt de man een oproep voor een gesprek met zijn nieuwe klantmanager vanwege zijn wens om aan het werk te gaan. Hij ziet erg tegen het gesprek op, want hij heeft problemen met zijn agressiebeheersing. Daarom is hij bang op onbegrip van de klantmanager te stuiten. Dat blijkt geenszins het geval te zijn, integendeel. Ze maken goede afspraken over het vervolgtraject op weg naar werk en de man meldt de ombudsman opgelucht dat hij zich serieus genomen voelt. De ombudsman dankt de klantmanager via haar leidinggevende voor haar inzet en sluit het dossier. 25988/26015 Reiskosten 2013 aanvraag In november 2012 kent de gemeente Amsterdam een inwoner bijzondere bijstand voor reiskosten vanwege een medische behandeling buiten Amsterdam toe voor de periode van 1 november 2012 tot en met 31 oktober 2013. Het besluit vermeldt dat de kosten na inlevering van een bewijs van de gemaakte reiskosten zullen worden uitbetaald; het gaat om € 34,- per twee à drie maanden. Op 14 november 2013 vraagt de man bijzondere bijstand voor eenmalige reiskosten naar Nijmegen in het najaar 2013 aan. De gemeente wijst de aanvraag af omdat de toekenningsperiode is verlopen. bezwaarschrift De man dient een bezwaarschrift in. Dat wordt eveneens ongegrond verklaard: de aanvraag is buiten de toekenningsperiode ingediend en de man had eerder – dat wil zeggen twee maanden voor afloop van de toekenningsperiode - verlenging moeten aanvragen. De afdeling Bezwaar zal het bezwaarschrift intern doorsturen, zodat het als een aanvraag om verlenging van de bijzondere bijstand kan worden behandeld. De man verneemt niets meer. Reiskosten 2014 aanvraag Op 13 maart 2014 vraagt de man bijzondere bijstand voor de reiskosten 2014 aan. De gemeente wijst de aanvraag op 25 april 2014 af omdat de man nog geen reiskosten in 2014 heeft gemaakt en het bedrag voor reiskosten daarom nog niet bekend is. Zodra de man reiskosten maakt, kan hij onder overlegging van het treinkaartje opnieuw bijzondere bijstand aanvragen. bezwaarschrift De man geeft zijn bezwaarschrift tegen dit besluit half mei bij één van de balies op de Stopera af. De afdeling Bezwaar ontvangt het bezwaarschrift vier weken later, op 18 juni. De gemeente vraagt de man op 22 juli schriftelijk waarom hij het bezwaarschrift niet binnen de daarvoor gegeven termijn van zes weken heeft ingediend. De man reageert kennelijk niet tijdig op dat verzoek. Het bezwaarschrift wordt niet-ontvankelijk verklaard. Daarom wendt de man zich in oktober 2014 tot de Gemeentelijke Ombudsman. Desgevraagd laat de gemeente de Gemeentelijke Ombudsman het volgende weten.
De beide afwijzingen zijn het gevolg van een verkeerde interpretatie en foutieve afweging van de behandelend medewerkers. Er had zorgvuldiger onderzoek verricht moeten worden; dit zal de teammanager met de betrokken medewerkers bespreken. Het is niet duidelijk wanneer de man het bezwaarschrift op de Stopera heeft afgegeven. Op de enveloppe is geen postzegel of ontvangststempel. Daarom is niet na te gaan via welk kanaal het bezwaarschrift wèl is ontvangen. Vaststaat dat de afdeling Bezwaar het op 18 juni 2014 heeft ontvangen. Het antwoordformulier waarop de man kon aangeven waarom zijn bezwaar te laat is ingediend/ontvangen, is op 15 augustus 2014 retour ontvangen. De beslissing op bezwaar van 12 augustus 2014 was toen al verzonden. Er is geen reden om deze beslissing te herzien, maar de vakafdeling heeft besloten de bijzondere bijstand voor de reiskosten vanaf november 2013 alsnog toe te kennen. Het bezwaarschrift van januari 2014 dat als aanvraag intern is doorgestuurd, is helaas blijven liggen. Daarom heeft het een jaar geduurd voordat er in januari 2015 een (toekennings)besluit is genomen. De gemeente erkent dat er veel fouten zijn gemaakt die geen schoonheidsprijs verdienen en betreurt deze gang van zaken. Nu de gemeente bovendien de bijzondere bijstand opnieuw heeft beoordeeld en alsnog heeft toegekend en de man excuses heeft aangeboden, sluit de ombudsman het dossier. De ombudsman vraagt langs deze weg aan de gemeente om toe te zien op het (eigener beweging) verstrekken van een gedateerde ontvangstbevestiging aan een burger die documenten komt inleveren. 26185 Een Amsterdammer krijgt vanaf december 2012 een bijstandsuitkering. Nabetalingen en inkomstenverrekeningen betaalt de gemeente Amsterdam in 2013. Daardoor leidt zijn (hoge) jaaropgave 2013 tot terugvordering van huur- en zorgtoeslag door de Rijksbelastingdienst. Bovendien is het saldo op zijn bankrekening door de nabetaling zo hoog dat zijn verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt afgewezen. De gemeente verstrekt de man een verklaring waaruit blijkt wat de oorzaak van de hoge jaaropgave is. Die verklaring kan hij aan de Rijksbelastingdienst en de gemeentelijke belastingdienst sturen met het verzoek om hiermee rekening te houden bij het vaststellen van toeslagen en recht op kwijtschelding. De man, die een chronische ziekte heeft, krijgt hierbij hulp van een medewerkster van de ANGO (Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie). Tegelijkertijd neemt hij contact met de Gemeentelijke Ombudsman op. De ombudsman overlegt met de contactpersoon van de ANGO. De ANGO wil in samenwerking met een fiscalist met beide instanties in gesprek gaan. Inzet van de Gemeentelijke Ombudsman is daarom niet nodig. Het dossier wordt gesloten. 26741 Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde krijgt in 2014 van de gemeente een nabetaling over 2013. Zijn jaaropgave 2014 is daardoor veel hoger dan gebruikelijk voor een bijstandsgerechtigde. Dat heeft gevolgen voor onder meer zijn huur- en zorgtoeslag. De nabetaling vloeit voort uit een rechterlijke uitspraak en de man vindt dat de hogere jaaropgave de schuld van de gemeente is. Daarom vraagt hij de gemeente om een gecorrigeerde jaaropgave 2014. Dat weigert de gemeente, omdat de jaaropgave een feitelijke weergave van de inkomsten in 2014 biedt en dus juist is. Wel verstrekt de gemeente hem een verklaring ten behoeve van organisaties als de Rijksbelastingdienst. De man voorziet allerlei problemen, terwijl hem niets te verwijten valt. Daarom stapt hij naar de Gemeentelijke Ombudsman. Die legt hem uit dat de jaaropgave feitelijk juist is. Hij zal daarom geen gecorrigeerde jaaropgave krijgen. Voor hulp bij het teniet doen van de gevolgen kan hij zich wenden tot de Sociaal Raadslieden. De ombudsman stelt vast dat de gemeente niet onbehoorlijk gehandeld heeft. 26729
Een man die van 2004 tot en met 2013 in detentie heeft gezeten, ontvangt daarna een uitkering van de gemeente Amsterdam. Hij kan zich niet vinden in de bejegening door een klantmanager in verband met de re-integratie naar werk. Ook kan hij zich niet vinden in het beëindigen van zijn bijstandsuitkering. Hij wendt zich tot de ombudsman. Die wijst de man op de voorliggende klachtenregeling en op het indienen van een bezwaarschrift tegen het beëindigingsbesluit. De ombudsman sluit de zaak. 26499 Op 13 oktober 2014 vraagt een Amsterdammer een bijstandsuitkering aan. De aanvraag wordt buiten behandeling gesteld omdat hij de gevraagde gegevens niet had ingeleverd. Hij dient een bezwaarschrift in. Op 7 januari 2015 besluit de gemeente om zijn bezwaarschrift gegrond te verklaren. Zijn aanvraag zal zo spoedig mogelijk opnieuw in behandeling worden genomen. Zes weken later, op 18 februari, stuurt de gemeente hem een nieuw primair besluit. Zijn aanvraag wordt nogmaals afgewezen omdat hij onvolledige inlichtingen heeft verstrekt. De man dient een bezwaarschrift in. Op 20 januari 2015 stuurt de gemeente hem een besluit. Volgens dit besluit heeft de man op 23 december 2014 een bijstandsuitkering aangevraagd. De aanvraag wordt afgewezen omdat de maandelijkse inkomsten van de man hoger dan of gelijk zijn aan de voor hem geldende bijstandsuitkering. Deze conclusie wordt niet gemotiveerd. Ook tegen dit besluit dient de man een bezwaarschrift in. Tegelijkertijd wendt hij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. De ombudsman vraagt de gemeente naar de gang van zaken en wacht verder de bezwaarschriftbehandeling af. Eind april bericht de gemeente hem dat beide bezwaarschriften gegrond zijn verklaard. De man had intussen een zelfstandigenuitkering aangevraagd. Die wordt hem toegekend. De man deelt de ombudsman mee dat het dossier kan worden gesloten. 1.15.1 1.5.2. Ingekomen en afgesloten in het tweede kwartaal 2015 27003 Een man ontvangt een bijstandsuitkering van de gemeente Amsterdam. Hij vermoedt dat er vanuit zijn omgeving geprobeerd wordt te frauderen met zijn identiteitsgegevens. Onder meer vermoedt hij dat een medewerker het Cluster Sociaal zijn sofinummer en cv gebruikt om er fraude mee te plegen. Verder is zijn computer thuis gehackt en worden er producten en diensten op zijn naam aangevraagd. De politie zou hem niet serieus nemen. De man dient in maart 2015 een klacht bij de gemeente in over zijn klantmanager, die zijn aanspreekpunt is voor de uitkering. Daarop wijst de gemeente een nieuwe klantmanager aan. Hij wendt zich op 12 mei 2015 voor advies inzake het voorkomen van identiteitsfraude tot de ombudsman. Die verwijst hem voor steun en advies naar de Fraudehelpdesk. Omdat de man de vermoedens jegens zijn klantmanager niet concretiseert en bovendien een nieuwe klantmanager heeft, sluit de ombudsman het dossier. 27058 Een Amsterdammer heeft elke maand een bedragje van zijn bijstandsuitkering gespaard. De gemeente vindt dat hij dit spaargeld moet gebruiken als overbrugging tot zijn pensioen. De man wendt zich tot de ombudsman. Hij benadrukt dan dat de gemeente hem eerder altijd heeft laten weten dat hij mocht sparen voor de oude dag. De ombudsman legt de man uit dat hij niet kan oordelen over beleid. Hij verwijst de man naar sociaal raadslieden voor advies. 27139 De gemeente beëindigt de bijstandsuitkering van een man tijdelijk, omdat er een vermoeden is van inkomsten uit betaald werk. Na onderzoek bleek echter dat dat niet zo was en de uitkering wordt weer hervat.
De man dient een klacht over de gang van zaken in, maar die wordt ongegrond verklaard. De man is niet tevreden met het antwoord en zijn vertrouwen in de gemeente is geschaad. Daarom wendt hij zich tot de ombudsman. Na interventie van de ombudsman vindt er een driegesprek met een vertegenwoordiger van de gemeente plaats. De lucht wordt geklaard; de man is tevreden over de aanpak. De ombudsman sluit de zaak.
1.16 1.5.3. Ingekomen in het tweede kwartaal 2015, nog niet afgesloten 26926 Schuldhulpverlening wendt zich voor een cliënte tot de ombudsman met het volgende: De vrouw woont met kinderen in een vrije sectorwoning van een particuliere verhuurder en ontvangt tot 1 april 2015 woonkostentoeslag van de gemeente. Na die tijd kan zij de huur niet meer betalen en dreigt huisuitzetting. De gemeente heeft de woonkostentoeslag al een keer verlengd en stelt dat andermaal verlengen niet mogelijk is. Het lukt de vrouw niet om passende woonruimte te vinden. Een aanvraag om urgentie is afgewezen, omdat haar schulden nog niet zijn gesaneerd. Schuldsanering is weer niet mogelijk, zolang er geen passende woonruimte is. Na interventie van de gemeentelijke ombudsman is de gemeente bereid om bij hoge uitzondering de toeslag toch nog voor drie maanden te verlengen. 27037 Een vrouw, die een bijstandsuitkering ontvangt van de gemeente, werkt in 2011/2012 enkele maanden via de gemeente bij een bedrijf. Maandelijks houdt de gemeente € 100,- in op haar uitkering. Het bedrijf betaalt het loon van de vrouw niet en de arbeidsovereenkomst wordt per 1 april 2012 beëindigd. Desondanks gaat de gemeente door met de maandelijkse inhouding. De vrouw leent geld van familie en wanneer dat niet meer mogelijk is, gaat ze naar de ombudsman. De ombudsman neemt contact op met de gemeente: er is inderdaad iets mis gegaan. De gemeente zal contact met de vrouw opnemen om opheldering te krijgen over haar inkomsten tot 1 april 2012. De gemeente stopt ook met de inhouding en zal het bedrag dat te veel is ingehouden aan haar uitbetalen. 27096 Een Amsterdammer worstelt dagelijks met de gevolgen van de Bijlmerramp zowel lichamelijk als psychisch. Hij heeft een WAO-uitkering op minimumniveau. Geregeld vraagt hij bijzondere bijstand voor meerkosten, medicijnen en dergelijke vanwege chronische aandoeningen als gevolg van de Bijlmerramp. Geregeld wijst de gemeente deze aanvragen af, maar worden ze in de bezwaarfase toegekend. Of hij wordt niet in de automatische herbeoordeling meegenomen, waardoor de verstrekkingen automatisch stoppen. Ook vindt de man dat de gemeente geen maatwerk levert. Omdat hij geen algemene bijstand voor levensonderhoud heeft, heeft de man geen klantmanager. Dat brengt gebrek aan continuïteit mee. En omdat hij geen klantmanager heeft, kan hij in eerste instantie ook zijn dossier niet inzien. Wanneer dat uiteindelijk wel gebeurt, treft hij gegevens van een andere uitkeringsgerechtigde in zijn dossier aan. Hij wendt zich met diverse punten tot de ombudsman en formuleert vier uitgesproken wensen. Zo wil de man een vast aanspreekpunt bij de gemeente, en een gesprek opdat zijn aanspreekpunt weet van zijn achtergrond en gevolgen op zijn dagelijkse leven. Ook wil de man graag dat de gemeente voorafgaande aan een negatief besluit contact zoekt met hem, opdat een nodeloze bezwaarprocedure kan worden voorkomen. 27097 Een man ontvangt in afwachting van een rechterlijke uitspraak over zijn recht op een WWuitkering een bijstandsuitkering. De man machtigt de gemeente om eventuele WW-rechten
met zijn bijstandsuitkering te verrekenen. Ondanks diverse meldingen van de man gebeurt dat niet. Als gevolg hiervan krijgt hij niet alleen een terugvordering van de gemeente vanwege te veel genoten uitkering, maar ook een naheffingsaanslag ad € 1364,- van de Rijksbelastingdienst. De man wendt zich tot de ombudsman. Desgevraagd verneemt de ombudsman van de gemeente dat de man is toegezegd dat dit uitgezocht wordt; voor de naheffingsaanslag van de Rijksbelastingdienst kan de man bijzondere bijstand aanvragen. De gemeente zal de ombudsman nog informeren over de afloop. 27114 Een man ontvangt een bijstandsuitkering van de gemeente. Door de veranderde regelgeving per 1 januari 2015 valt zijn inkomen lager uit. De man krijgt het advies van de gemeente dat hij zich tot schuldhulpverlening moet wenden bij onvoldoende inkomsten. De man kan zich niet vinden in deze reactie. Hij schrijft een klacht die door de gemeente afgehandeld wordt. De man constateert dat op diverse andere punten van zijn klachtbrief niet ingegaan is. Een medewerker van 14020 stelt samen met de man een vragenlijst op voor de gemeente. Daarop belt een medewerker van de gemeente de man. Opnieuw zijn de antwoorden onbevredigend voor de man. De man stapt naar de ombudsman, die vragen stelt aan de gemeente. 27131 Een Amsterdammer woont na scheiding samen met zijn moeder en haar partner. De partner heeft geen inkomen en verblijft in het buitenland. Zijn moeder ontvangt een AOW-uitkering. De man zelf ontvangt een bijstandsuitkering. Hij benadert de ombudsman met een vraag over toepassing van de kostendelersnorm. Hij vindt het raar dat de gemeente bij het berekenen hiervan de partner van zijn moeder meerekent, nu deze in het buitenland verblijft en bovendien geen inkomen heeft. De ombudsman verwijst de man naar sociaal raadslieden. 27138 Een Amsterdammer ontvangt een bijstandsuitkering. Bij besluit van 15 mei besluit de gemeente die uitkering in te trekken. De motivering luidt dat hij twee keer zonder afzegging niet op een persoonlijk in zijn brievenbus bezorgde oproep is verschenen. De man heeft echter geen van beide brieven in zijn brievenbus aangetroffen. Hij dient vervolgens een nieuwe bijstandsaanvraag en een klacht in. Tijdens een huisbezoek op 27 mei stelt de medewerker handhaving vast dat hij beide brieven in een verkeerde brievenbus heeft gedaan. Dat wordt bevestigd in de klachtafdoeningsbrief van 28 mei; de gemeente verklaart zijn klacht gegrond. Omdat het de man bevreemdt dat, ondanks gegrondverklaren van zijn klacht, de gemeente nog niet teruggekomen is op het intrekkingsbesluit en de behandeling van zijn aanvraag in juni nog steeds loopt, wendt hij zich tot de ombudsman. Die besluit bij de gemeente te informeren naar het herstellen van de uitkering. 27157 Een vrouw ontvangt een bijstandsuitkering van de gemeente. Ze huurt een kamer in huis bij een andere dame. De gemeente constateert bij diverse huisbezoeken dat er sprake is van commerciële verhuur. Op basis van de kostendelersnorm vindt herbeoordeling van de uitkering plaats, waardoor de vrouw aanzienlijk gekort wordt op haar uitkering. In het besluit vermeldt de gemeente dat de vrouw een deel van de huurovereenkomst heeft verstrekt en dat de gemeente niet beoordelen kan of sprake is van commerciële huurovereenkomst. De vrouw dient een bezwaarschrift in. Ze belt vervolgens meerdere keren met de gemeente. Ondanks twee terugbelverzoeken hoort ze niets meer totdat het besluit op het bezwaar volgt. Het bezwaar wordt ongegrond verklaard. Omdat er in de huurovereenkomst geen jaarlijkse huurprijsindexering opgenomen is, handhaaft de gemeente het besluit. De vrouw wendt zich tot de ombudsman. Die ziet aanleiding diverse vragen aan de
dienst te stellen, onder andere over het niet terugbellen in de bezwaarfase. Ook het verband tussen jaarlijkse huurprijsverhoging én commerciële huurovereenkomst komt aan de orde. 27188 Een vrouw vraagt bijzondere bijstand aan bij de gemeente voor een baby-uitzet. De gemeente kent deze aanvraag in oktober 2014 toe in de vorm van een lening. In het besluit vermeldt de gemeente dat de vrouw nog een bericht krijgt over de terugbetaling. Zonder verdere informatieverstrekking houdt de gemeente vanaf oktober € 150,- in op haar uitkering. Contacten met de gemeente leiden niet tot herstel; de vrouw dient een klacht in bij de gemeente. De inhouding gaat door. Ze wendt zich tot de ombudsman. Die vraagt de gemeente om de inhouding gedurende de klachtbehandeling stop te zetten en die over juni 2015 terug te storten, aangezien de klacht toen al in behandeling was. Verder kaart de ombudsman aan dat de vrouw een aantal malen stukken heeft ingeleverd ter bepaling van de beslagvrije voet. Deze raken zoek binnen de gemeente. Medio juni levert de vrouw op advies van de ombudsman opnieuw stukken in. De gemeente geeft een ontvangstbevestiging af, maar later hoort de vrouw van een medewerker dat de stukken niet ontvangen zijn. De ombudsman vraagt de gemeente dit uit te zoeken en naar een oplossing voor de inhouding om te zien. 27223 Een vrouw ontvangt een bijstandsuitkering van de gemeente. Ze kan zich niet vinden in de verrekening van inkomsten, waardoor ze problemen heeft met betalen van de huur. Ze wendt zich daarover tot de ombudsman. Daarbij noemt ze ook niet onderbouwde bejegeningsklachten over een medewerkster van de gemeente. De ombudsman ziet aanleiding om contact op te nemen met de vrouw voor een toelichting. De gemeente mag inkomsten verrekenen; wat dat betreft kan ook het maatschappelijk werk niets voor de vrouw betekenen. De vrouw stuurt de ombudsman correspondentie met de medewerkster, die betrekking heeft op de bejegeningsklachten.