Bladel, 18 september 2012 Gemeente Bladel Bezoekadres: Markt 21 5531 BC Bladel Postadres:
Postbus 11 5530 AA Bladel
Telefoon: Fax: e-mail: Internet:
0497-361636 0497-361600
[email protected] www.Bladel.nl
12it.01489
1
Inhoudsopgave begroting 2013
Aanbiedingsbrief 1.
Inleiding ............................................................................................................................................................. 4 Bestuurlijke planning en controlcyclus 2013 ..................................................................................................... 6
2.
Uitkomsten begroting 2013 ............................................................................................................................... 8
3.
Thema’s / Beleidsvelden ................................................................................................................................. 14 3.1. Thema milieu en leefomgeving ............................................................................................................... 16 3.1.1. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer ............................................................................................. 17 3.1.2. Verkeer en vervoer ...................................................................................................................... 22 3.2. Thema economie..................................................................................................................................... 26 3.2.1. Detailhandel ................................................................................................................................ 28 3.2.2. Werkgelegenheid ........................................................................................................................ 30 3.2.3. Industrie ....................................................................................................................................... 32 3.2.4. Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid........................................................................ 34 3.3. Thema mens en maatschappij ................................................................................................................ 36 3.3.1. Veiligheid ..................................................................................................................................... 38 3.3.2. Jeugd en gezin ............................................................................................................................ 42 3.3.3. Maatschappelijke participatie ...................................................................................................... 49 3.3.4. Preventie en opvang.................................................................................................................... 52 3.3.5. Sociale samenhang en leefbaarheid ........................................................................................... 55 3.3.6. Bestuur ........................................................................................................................................ 60
4.
Paragrafen ...................................................................................................................................................... 68 4.1 Weerstandsvermogen ............................................................................................................................. 68 4.2 Lokale heffingen ...................................................................................................................................... 77 4.3 Bedrijfsvoering......................................................................................................................................... 79 4.4 Financiering ............................................................................................................................................. 86 4.5 Onderhoud kapitaalgoederen.................................................................................................................. 89 4.6 Grondbeleid ............................................................................................................................................. 91 4.7 Verbonden partijen .................................................................................................................................. 94
5.
Financiële begroting........................................................................................................................................ 98
Bijlagen: ............................................................................................................................................................... 106 I
raadsprogramma 2010-2014 ........................................................................................................................ 107
II
overzicht lasten en baten 2011 t/m 2016 ...................................................................................................... 111
III
dekkingsmaatregelen ................................................................................................................................... 112
IV
meerjarenprogramma 2012-2016 ................................................................................................................. 115
V
emu-saldo 2013 ............................................................................................................................................ 119
VI
project Alexanderhof (ISV-aanvragen).......................................................................................................... 120
VII overzicht incidentele lasten en baten............................................................................................................ 121
2
3
1. Inleiding Voor u ligt de begroting 2013 en het daarbij behorende meerjarenperspectief t/m 2016. Evenals de vorige begroting is deze begroting themagericht ingedeeld. De indeling is gebaseerd op politieke hoofdthema’s uit de toekomstvisie en brengt meer duidelijkheid, volledigheid en samenhang, waardoor de politieke sturing op hoofdlijnen beter wordt gefaciliteerd. De begroting staat vooral in het teken van de bezuinigingen. In juni 2012 heeft de gemeenteraad de perspectiefnota 2012 vastgesteld. In deze nota is ook een indicatieve financiële doorkijk gegeven van de financiële consequenties uit het Lenteakkoord. Het Lenteakkoord was nodig om te kunnen voldoen aan de begrotingseisen die de Europese Unie aan de lidstaten stelt. Onbekend is echter in hoeverre het pakket precies in stand blijft na de landelijke verkiezingen op 12 september 2012. Daarnaast voert de gemeente ook een groot aantal taken uit die worden bestempeld als ‘reguliere taken’. Samen met de perspectiefnota zijn deze reguliere taken het vertrekpunt geweest voor het opstellen van de begroting 2013 annex meerjarenraming 2014-2016. Aanvullende bezuinigingen Op 13 juni 2012 is de junicirculaire 2012 gepubliceerd, waarin ook de consequenties van het Lenteakkoord financieel vertaald zijn. Doorrekening van deze circulaire laat, ten opzichte waarmee in de perspectiefnota rekening is gehouden, voor onze gemeente een lager financieel nadeel zien. Hoewel wij blij zijn dat de nog in te vullen taakstelling als gevolg van de junicirculaire, in enige mate meevalt, resteert nog steeds een substantiële taakstelling, die niet zonder beleidskeuzen met impact op de Bladelse samenleving kan worden ingevuld. We moeten dus wederom forse bezuinigingsmaatregelen nemen om ons huishoudboekje weer sluitend te krijgen. Het proces voor de bezuinigingen op de vakinhoudelijke beleidsterreinen willen wij nochthans via twee sporen benaderen. Het eerste spoor betreft een solide begroting 2013 opleveren, hetgeen betekent dat het begrotingsjaar 2013 sluitend is en er voor de begrotingsjaren 2014-2016 een goed onderbouwd plan is opgenomen om te komen tot invullen van bijbehorende structurele bezuinigingen. Het tweede spoor betreft het proces om te komen tot het invullen van structurele bezuinigingen op vakinhoudelijke beleidsterreinen voor de begrotingsjaren 2014-2016 (2017), dat financieel vertaald zal worden in de perspectiefnota 2013 en de begroting 2014-2017. In het eerste spoor verwerken we alle in de perspectiefnota aangekondigde A- en B-bezuinigingsmaatregelen tot nu toe inclusief de stofkamoperatie. Dit betekent dat er geen nieuwe bezuinigingsvoorstellen met vakinhoudelijke impact op diverse beleidsterreinen danwel het coalitieakkoord worden verwerkt in het eerste spoor. Wel wordt voorgesteld om in deze eerste tranche een aantal ‘technische’ maatregelen op te nemen om ervoor te zorgen dat de algemene reserve weer enigszins op peil komt. Uiteraard betreft dit niet helemaal een technische exercitie, maar de financieel-technische noodzaak van deze voorstellen is hoog en is niet echt een alternatief (in het licht van een solide begroting 2013). Concluderend betekent het dus dat de insteek voor de begroting 2013 is om zo veel mogelijk technische danwel strikt noodzakelijke bezuinigingsvoorstellen te verwerken. Dit betekent ook dat wij zeer terughoudend zijn omgegaan met voorstellen voor nieuw beleid vanaf 2013. Deze voorstellen zullen wat ons betreft vooral betrokken moeten worden bij de discussie over de bezuinigingsvoorstellen in spoor 2. Zo kan uw raad integraal afwegen wat extra uitgevoerd moet worden en welke bezuinigingsmaatregelen daarvoor worden genomen. In het tweede spoor willen wij samen met de raad bezuinigingsvoorstellen selecteren met een impact op de vakinhoudelijke beleidsterreinen en dus een impact voor burgers, bedrijven, instellingen en verenigingen. Hiertoe is reeds de raad uitgenodigd om in een raadsconferentie met elkaar bezuinigingsmogelijkheden te bediscussiëren en voor- en nadelen van beleidsmatige bezuinigingen te bespreken. Voorstel is om dit proces ambtelijk in overleg met het college in de maanden september en oktober voor te bereiden, zodat deze raadsconferentie meteen na de begrotingsbehandeling in november zou kunnen plaatsvinden. Een eventuele tweede sessie zou dan nog in december gepland kunnen worden. De ambtelijke voorbereiding tezamen met het college zal bestaan uit het in kaart brengen van zo veel mogelijkheden om verder te bezuinigingen, ook al zijn deze in strijd met het coalitieakkoord, ook al hebben deze een nadelige impact op een beleidsterrein, burgers of verenigingen. Wij willen de raad keuzen geven door meer bezuinigingen in omvang te bedenken dan we qua bedrag nodig hebben, zodat er ook iets te kiezen valt. Uiteraard staat het de raad vrij om ook zelf met alternatieve bezuinigingsvoorstellen te komen, en ook om eventueel geld te reserveren voor nieuwe voornemens, maar dan is het belangrijk om vooraf af te spreken dat als dekking hiervoor dan extra wordt bezuinigd. Insteek is verwerking van alle bezuinigingsvoorstellen in de perspectiefnota 2013 teneinde een begrotingsoverschot of –evenwicht in alle begrotingsjaren van de begroting 2014 tot en met 2017 te realiseren. 4
Van de in de perspectiefnota ingeraamde taakstelling moet overigens nog € 370.000,- in 2015 en € 550.000,- in 2016 nader ingevuld worden. Voor een specificatie hiervan verwijzen wij naar bijlage III. Vermogenspositie Ook de vermogenspositie van de gemeente ontwikkelt zich minder positief. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat we de afgelopen jaren verliezen hebben moeten nemen op grondexploitaties. Ook de kredietcrisis heeft in Bladel geleid tot vertraging van woningbouwprojecten en van de verkoop van gemeentelijke bouwgrond. Door de economische crisis schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. Dit betekent ook dat de winstprognoses bijgesteld moeten worden. Daarnaast zijn er een groot aantal onttrekkingen waartoe de raad in de afgelopen perioden heeft besloten. Dit alles is de reden dat het weerstandsvermogen zich ruim beneden de vastgestelde risicoprofielen begeeft. In deze begroting doen we een aantal (heroverwegings)voorstellen om geraamde onttrekkingen ten laste van de algemene reserve ‘terug te draaien’. Doelstelling en functie van deze begroting Doel van deze begroting is om u tijdig voor aanvang van het eerstvolgende begrotingsjaar een beeld te geven van de ontwikkelingen die zich in 2013 en de jaren daarna zullen en kunnen aandienen en die van wezenlijke invloed zullen zijn op o.a. de financiële positie van onze gemeente. Op deze manier worden de voorwaarden geschapen die u, als kaderstellend bestuursorgaan, in staat stellen om een inhoudelijke discussie te voeren over de te varen koers in de komende jaren en de prioriteiten die zich met name in het eerstvolgende begrotingsjaar 2013 aandienen. De begroting is om een aantal redenen belangrijk voor de raad. Dat is natuurlijk allereerst vanwege het budgetrecht van de raad. Alleen de raad is bevoegd het college te autoriseren tot het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen. In het verlengde hiervan beslist de raad ook over de allocatie van de beperkte middelen, de verdeling van de middelen over de verschillende beleidsvelden. Door vaststelling autoriseert de raad het college tot het doen van uitgaven voor de realisatie van de thema’s/beleidsvelden. Er wordt op hoofdlijnen vastgelegd wat te doen staat en op welke manier dat zal worden betaald. Uiteraard wordt daarbij het meerjarige perspectief niet uit het oog verloren. Ambities tot 2030 In de bestuurlijke missie van de gemeente Bladel is het bestaansrecht van de gemeente, het politieke bestuur en haar organisatie beschreven. De missie heeft een reikwijdte die over raadsperioden heengaat. De thema’s en beleidsvelden zijn afgestemd op de toekomstvisie. Een toekomstvisie helpt ons om onze ambities en doelen voor de lange termijn helder te maken. Het is een koers waaraan we ons vast kunnen houden. Deze toekomstvisie verwoordt de koers van de gemeente Bladel als geheel en van de afzonderlijke dorpskernen Bladel, Hoogeloon, Hapert, Casteren en Netersel. Alle ambities staan omschreven in de toekomstvisie. Doel van de visie….. geeft antwoord op de vraag ‘wat is de gemeente Bladel in 2030’; geeft inzicht in de ontwikkeling die de gemeente moet voorstaan om evenwichtig en doordacht besturen mogelijk te maken; is integraal, kerngericht en uitvoerbaar; borduurt voort op het leefomgevingsplan; is ‘duurzaam’; springt in op trends en ontwikkelingen; is een toetsingskader voor nieuw op te stellen beleid en is een gedragen en herkenbare visie voor bewoners en instellingen, bestuur en ambtenaren van de gemeente Bladel. Er zijn 11 speerpunten waar de gemeente zich richting 2030 voor gaat inzetten: Het is fantastisch wonen voor iedereen! De jeugd is de toekomst. Inwoners zijn zelfredzaam en doen volop mee. Voor kwetsbare inwoners is er een vangnet als dat nodig is. Het is hier veilig. We werken efficiënt, samen en integraal. Wij zijn klantgericht. De gemeente is toekomstbestendig ingericht en bewust duurzaam. Er is een juiste balans tussen groen, blauw, rood en grijs. Elk dorp en het buitengebied heeft een eigen identiteit. Wij durven te kiezen voor economie en zetten daar op in! Het vestigingsklimaat van ondernemers is optimaal.
5
Opbouw en indeling van deze begroting De indeling van de begroting is afgestemd op de indeling uit de toekomstvisie. Dit betekent de navolgende indeling: 1. Milieu en leefomgeving - ruimtelijke ontwikkeling en beheer - verkeer en vervoer 2. Economie - detailhandel - werkgelegenheid - industrie - recreatie en toerisme / agrarische bedrijvigheid 3. Mens en maatschappij - veiligheid - jeugd en gezin - maatschappelijke participatie - preventie en opvang - sociale samenhang en leefbaarheid - bestuur (incl. toelichting algemene dekkingsmiddelen) Hoe moet u de in de thema’s genoemde bedragen interpreteren? Het gemeentelijk beleid ligt vast in diverse beleidsdocumenten, danwel geschiedt op basis van uitvoering van wettelijke taken. De lasten en baten hiervan zijn meerjarig verwerkt in de meerjarenraming. Dit betekent dus ook dat een groot deel van de exploitatieuitgaven en –inkomsten “vast liggen”. De marge voor de realisatie van nieuwe beleidsdoelen is dan ook in beginsel slechts zeer gering. In de financiële overzichten zijn -/- bedragen voordelen (lagere kosten en/of hogere inkomsten) en +/+ bedragen nadelen (hogere kosten en/of lagere inkomsten). Daarnaast zijn de bedragen afgerond op eenheden van € 1.000,hetgeen op een aantal onderdelen mogelijk geringe afrondingsverschillen met zich kan brengen. Behandelingsschema Wij stellen voor de behandeling van de begroting 2013 als volgt te laten plaatsvinden: 8-11 oktober 2012 behandeling in raadscommissie 1 november 2012 vaststelling door gemeenteraad vóór 15 november 2012 inzending aan gedeputeerde staten Conclusie Het college ziet het als zijn taak om de financiële positie van de gemeente duurzaam te beheren. Het presenteren van een sluitend huishoudboekje voor planjaar 2013 hoort daar bij. Om ook de meerjarenraming sluitend te maken willen wij samen met de raad aanvullende bezuinigingsmogelijkheden onderzoeken. Met de ervaringen en effecten van de laatste grote ombuigingsoperaties in 2010, 2011 en 2012 is duidelijk dat ‘schrappen’ niet voldoende zal zijn. De uitdaging zal liggen in het creatief denken, om zo een inventarisatie van mogelijkheden en kansen te krijgen om de taakstelling het hoofd te bieden. Dat geldt voor iedereen die een rol heeft in deze ombuigingsoperatie. We hopen dan ook dat iedereen op constructieve wijze een bijdrage zal leveren aan deze opgave. “Leuker kunnen we het niet maken” geldt ook zeker in deze situatie. Daarom gaan we op een zorgvuldige wijze, maar wel met inachtneming van ieders rol en verantwoordelijkheid proberen te komen tot een ombuigingspakket dat de Bladelse begroting weer in evenwicht brengt en daarmee ook perspectief biedt voor de toekomst van Bladel. Dit heeft als gevolg dat er een extra pakket van maatregelen nodig is om dit te bereiken. De gemeente zal er niet aan ontkomen de tering naar de nering te zetten, dat is duidelijk. De bezuinigingen willen we doorvoeren vanuit de kracht van Bladel door met elkaar weloverwogen voorstellen te bedenken die leiden tot besluitvorming. De voorstellen zullen impact gaan hebben op diverse beleidsonderdelen. De financiële vertaling hiervan wordt dan in de perspectiefnota 2013 en de begroting 2014 verwerkt. De kredietcrisis heeft ook in Bladel geleid tot vertraging van bijvoorbeeld woningbouwprojecten en van de verkoop van gemeentelijke bouwgrond. In de afgelopen jaren zijn gronden en opstallen gekocht om woningbouw mogelijk te maken. De bedoeling is om de aankopen te financieren door grondverkopen. Door de economische crisis schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. Dit leidde ertoe dat we winstprognoses van grondexploitaties wederom hebben moeten bijstellen.
Bestuurlijke planning- en controlcyclus 2013 Over de uitvoering van de begroting wordt de raad tussentijds geïnformeerd via tussentijdse rapportages (perspectiefnota en najaarsnota) en achteraf via de jaarrekening en het jaarverslag. Ook via de resultaten van periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid wordt de raad geïn6
formeerd over de uitvoering van beleid. Op basis van al deze informatie kan de raad bijsturen over de volle breedte van het gemeentelijke beleid. Product
Bestuurlijke planning
Begroting 2013 Najaarsnota 2012 Jaarrekening 2012 Perspectiefnota 2013 Begroting 2014 Najaarsnota 2013
Vaststellen raad: 1 november 2012 Vaststellen raad: 13 december 2012 Vaststellen raad: juni 2013 Vaststellen raad: juni 2013 Vaststellen raad: november 2013 Vaststellen raad: december 2013
7
2. Uitkomsten begroting 2013 In dit hoofdstuk wordt het meerjarenperspectief 2012-2016 toegelicht en bijgesteld aan de hand van een aantal elementen. Deze elementen worden onderstaand afzonderlijk belicht. Ten eerste presenteren we het meerjarenperspectief van het bestaande beleid. Hierna worden de nog te realiseren dekkingsmaatregelen gekwantificeerd, alsmede de lasten van het raadsprogramma en het meerjarenprogramma. Bij het meerjarenprogramma zijn tevens een aantal nieuwe beleidsvoornemens dan wel aanpassing van budgetten opgenomen. In 2.5 zal vervolgens inzicht worden verschaft in het geactualiseerde meerjarenperspectief na verwerking van alle in deze begroting gepresenteerde mutaties. Gedurende de periode van de meerjarenramingen is het loon- en prijspeil constant gehouden. Anders verwoordt wil dit zeggen dat met loon- en prijsstijgingen ná 2013 geen rekening is gehouden. 2.1 Ruimte aanvaard beleid Het gemeentelijk beleid ligt vast in diverse beleidsdocumenten, danwel geschiedt op basis van uitvoering van wettelijke taken. Uitgangspunt is dat in deze begroting evenals de meerjarenraming gebaseerd is op eerder door uw raad aanvaard beleid. De lasten en baten hiervan zijn meerjarig verwerkt in de meerjarenraming. Rekening is gehouden met de besluiten van uw raad tot en met de vergadering van juni 2012. 1
In onderstaand overzicht wordt het aanvaarde beleid (exclusief de dekkingsmaatregelen en de lasten uit het raads- en meerjarenprogramma) weergegeven. De Commissie BBV heeft begin 2012 in de notitie ‘incidentele en 2 structurele baten en lasten ’ verduidelijking aangegeven over de incidentele lasten en baten. Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) zal per 1 januari 2013 hierop aangepast worden. In de onderstaande ruimte aanvaard beleid hebben wij het gevraagde onderscheid in reserves reeds toegevoegd. Voor een specificatie hiervan wordt verwezen naar hoofdstuk 5. (bedragen x 1.000,-)
2012
structurele ruimte aanvaard beleid na 6e wijziging 2012 structurele mutaties reserves totaal structureel aanvaard beleid incidentele ruimte aanvaard beleid na 6e wijziging 2012 incidentele mutaties reserves totaal incidenteel aanvaard beleid totale ruimte aanvaard beleid
v v v n v n n
-416 -261 -677 2.533 -1.828 705 28
2013 n v v v n n n
170 -261 -91 -1.810 2.049 239 148
2014 n v n v n n n
628 -260 368 -412 500 88 456
2015 n v n v n n n
1.456 -259 1.197 -2.244 2.337 93 1.290
2016 n v n v n v n
1.325 -259 1.066 -320 253 -67 999
(+ = nadeel en - = voordeel)
Het tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door de in de begroting 2012 ingeraamde korting op de algemene uitkering als gevolg van de doorwerking van de aanvullende rijksbezuinigingen. 2.2 Dekkingsmaatregelen In de perspectiefnota 2012 wordt duidelijk dat onze gemeente te maken krijgt met de noodzaak om te bezuinigen. In de eerste plaats laat onze eigen meerjarenraming op dit moment nog een structureel te realiseren bezuinigingstaakstelling zien van € 16.000,- in 2012 oplopend naar € 712.000,- in 2015 en volgende jaren. In de tweede plaats is er door de rijksoverheid het signaal afgegeven dat zij gaat bezuinigen en dat de gevolgen daarvan ook in het gemeentefonds te merken zullen zijn. In de perspectiefnota is daarom een indicatie van de effecten voor Bladel van nog eens structureel € 1.026.000,- opgenomen. Op basis van de informatie in de junicirculaire hebben wij de in de perspectiefnota geraamde korting op het gemeentefonds neerwaarts kunnen bijstellen met € 340.000,-. In meerjarig perspectief bezien staan we dus voor de taak om in totaliteit dus tenminste € 686.000,- extra te bezuinigen. Dit is dan exclusief eventueel ruimte voor nieuwe beleidsvoornemens. Wij hebben de bezuinigingsopdracht al vast voorgesorteerd vanuit een tweetal sporen. Sporen die wat ons betreft reëel en noodzakelijk zijn om stappen te zetten naar een sluitende meerjarenbegroting. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 realiseren we zelfs meer dan de taakstelling. Na invulling van dit spoor resteert er evenwel nog een te realiseren taakstelling van € 370.000,- in 2015 oplopend naar € 550.000,- in 2016. Invulling van dit zgn. tweede spoor willen wij echter in nauwe samenspraak met uw raad bezien hoe en waar er bezuinigd kan worden om dit restant van de taakstelling in te vullen. Wij willen daarom in het najaar 2012 een werkconferentie met uw raad houden, waarin politiek/bestuurlijke bezuinigingsvoorstellen gesondeerd kunnen worden. De bezuinigingsnoodzaak 1 2
Financiële consequenties waartoe door de raad is besloten. Inclusief geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve.
8
moet, wat ons betreft, immers raadsbreed onderschreven worden. De resultaten daarvan moeten dan bij de behandeling van de perspectiefnota 2013 op tafel liggen. In spoor 1 worden de navolgende maatregelen voorgesteld: 1. stofkammaatregelen 2. niet onderbouwde budgetten 3. verbetering weerstandsvermogen en 4. bedrijfsvoering en personeel. De voorstellen worden volgens de bestaande clustering als A-maatregelen zonder meer gerealiseerd. ad 1. Het vaststellen van een sluitende meerjarenraming heeft afgelopen jaren geleid tot het inkrimpen van de budgetten voor bestaand beleid. Budgetten zijn taakstellend opgenomen zonder verhogingen in verband met prijscompensatie en areaaluitbreidingen. Desondanks bestaat de stellige indruk dat er nog “lucht” zit in de wijze van raming voor diverse begrotingsposten. We hebben daarom alle posten van de begroting getoetst op dit punt. We kiezen er voor om dat deel van de onderbestedingen van de budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel af te ramen. Het gaat om een groot aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag. Deze stofkammaatregelen leveren een meerjarige besparing op van € 149.000,-. Hierbij is rekening gehouden dat een bedrag van € 14.000,- ten gunste van de stelpost besparing bedrijfsvoering verantwoord wordt. Naast de stofkammaatregelen constateren we ontwikkelingen ná de perspectiefnota 2012 die aanpassing van budgetten rechtvaardigen. Dit levert een voordeel op van € 69.000,-. Hierbij is rekening gehouden dat een bedrag van € 52.000,- ten gunste van de stelpost besparing bedrijfsvoering verantwoord wordt. Ad 2. In de begroting zijn budgetten geraamd waar geen financiële onderbouwing van is. De niet onderbouwde budgetten kunnen, in meerjarig perspectief bezien, een besparing opleveren van € 108.000,-. Een gevolg van het toepassen van deze twee maatregelen is dat de “lucht” volledig uit de begroting is. Dit betekent ook dat financiële tegenvallers ten laste van de algemene reserve opgevangen zullen moeten worden. De algemene reserve dient daarom ook tenminste de gewenste omvang te hebben. Ad 3. Naast de hiervoor min of meer ambtshalve aanpassingen doen wij al vast een aantal voorstellen, waarvoor bestuurlijke afweging noodzakelijk is. Het zijn voorstellen die bijdragen aan de noodzaak om de omvang van de algemene reserve weer enigszins op het gewenste niveau te brengen. Ad 4. De volledige taakstelling op bedrijfsvoering en personeel van € 912.000,- in 2015 en volgende jaren als zijnde 11,36% van onze totale bedrijfsvoeringskosten is ingevuld. Daarnaast hebben we financiele ruimte gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen. Uiteraard volgt de uitdaging de komende jaren pas echt om met fors minder mensen de compacte, regisserende gemeente vorm te geven. Voor planjaren 2012 tot en met 2014 bezuinigingen we per saldo meer dan ingeraamd bij de perspectiefnota. Dit voordeel komt ten gunste van het begrotingsresultaat. Samengevat leidt dat tot navolgende overzicht. omschrijving bezuiniging/ombuiging (bedragen x € 1.000,-)
i/s
totale bezuinigingstaakstelling obv perspectiefnota 2012
s
bijstelling bezuinigingstaakstelling obv junicirculaire 2012
s
bezuinigingstaakstelling na junicirculaire 2012
s
2
2016 cat.
2012 3
2013 4
2014 5
2015 6
v
-300 v
-400 v
-750 v
-1.026
n
250 n
250 n
340
A
v
-300 v
-150 v
-500 v
-686
B
-219 v
-218 v
-215 v
-215 v
-218
A
n
45 n
66 n
66
B
Voorstellen spoor 1: stofkammaatregelen
s
stofkammaatregelen bedrijfsvoering A
s
v
stofkammaatregelen bedrijfsvoering B
s
n
1 n
4 n
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
-26 v
-99 v
-108 v
-108 v
-108
A
verhoging taakstelling agv gepland groot onderhoud wegen
s
n
77 n
152 n
149
B
overige dekkingsmaatregelen
s
v
-25 v
-25 v
-25 v
-25 v
-25
A
totaal gerealiseerde bezuinigingen
s
v
-269 v
-338 v
-205 v
-130 v
-136
restant bezuinigingstaakstelling via spoor 2
s
v
-370 v
-550
begrotingsresultaat
s
v
-269 v
-38 v
21
A B
B
-55
Na de invulling van de hiervoor genoemde bezuigingsvoorstellen resteert er dan nog een taakstelling van € 370.000,- voor 2015 en € 550.000,- voor 2016. Voorstellen voor invulling van deze taakstelling zullen met name via spoor 2 gaan lopen (eventueel aangevuld voor extra uitgaven voor aanvullend nieuw beleid). 9
De bezuinigingen/ombuigingen worden nader toegelicht bij de onderscheidene thema’s/beleidsvelden. Voorts wordt voor een totaalbeeld verwezen naar bijlage III. 2.3 Raadsprogramma 2010 – 2014 Op 16 december 2010 werd het raadsprogramma vastgesteld. Voor de uitvoering van het raadsprogramma zijn extra structurele lasten opgenomen. Voor eenmalige projecten zijn incidentele middelen opgenomen. In onderstaand overzicht kan dan het navolgende verloop weergegeven worden. (bedragen x 1.000,-)
2012
structurele lasten raadsprogramma incidentele lasten raadsprogramma totale lasten raadsprogramma
2013
2014
2015
2016
n
98 n
123 n
277 n
273 n
268
n
98 n
123 n
277 n
273 n
268
(+ = nadeel en - = voordeel)
Het raadsprogramma wordt nader toegelicht bij de onderscheidene thema’s/beleidsvelden. Voorts wordt voor een totaalbeeld verwezen naar bijlage I. 2.4 Meerjarenprogramma 2012-2016 In onderstaand overzicht worden de lasten van het meerjarenprogramma 2012-2016 weergegeven. (bedragen x 1.000,-)
2012
structurele lasten bestaand MIP structurele lasten mutaties MIP incidentele lasten bestaand MIP incidentele lasten mutaties MIP totale ruimte meerjarenprogramma
v v n v v
-3 -101 20 -175 -259
2013 n v n n v
195 -551 82 75 -199
n v n n v
2014
2015
2016
256 n -529 v 66 75 -132 v
277 n -409 v
403 -357
-132 n
46
(+ = nadeel en - = voordeel)
Na de vaststelling van de perspectiefnota hebben zich alsnog een aantal ontwikkelingen aangediend die ons inziens alsnog een plaats moeten krijgen in de begroting 2013. Hieronder zijn in tabelvorm deze wensen/aanpassingen weergegeven. Voor een inhoudelijke toelichting en onderbouwing per onderwerp wordt verwezen naar de verschillende thema’s/beleidsvelden. aanvullende wensen/budgetten
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
2015
2016
structurele mutaties
v
-5 v
-5 v
-5 v
-5
-115 v
-499 v
-467 v
-401 v
-340
14 v
-47 v
-57 v
-3 v
-11
SRE: ontwerp-begroting 2013
v n
Algemene uitkering obv junicirculaire Saldo realisatie besparing bedrijfsvoering totaal structurele mutaties
-101
-551
-529
-409
-356
incidentele mutaties
n
1.229 n
2.740 v
-624 n
196 n
880
250 n
881 v
-184
v v
-1.150 v
n -450 n
n
75 n
-1.229 v
-2.740 n
374 v
1.150 n
450 v
-600 v
Restitutie batig exploitatieresultaat 2011 GRSK
v n v
totaal incidentele mutaties totaal aanvullende mutaties
v v
-176 n -277 v
75 n -476 v
75 -454 v
Actualisatie winstuitnames grondexploitatie Actualisatie opbrengsten Egyptische Poort Doortrekking Gozelinusbocht Algemene uitkering obv junicirculaire Saldo realisatie besparing bedrijfsvoering Algemene reserve: actualisatie winstuitnames grondexploitatie / EP Algemene reserve: doortrekking Gozelinusbocht
1.000
75 -1.077 v
-696
-1.000
-128
Voor een totaaloverzicht van het meerjarenprogramma wordt verwezen naar bijlage IV.
10
600 n
-48
-409 v
-356
2.5 Geactualiseerd meerjarenperspectief Bij de samenstelling van de begroting is een onderscheid aangebracht in bestaand beleid, het raadsprogramma, de dekkingsmaatregelen en het meerjarenprogramma 2012-2016. De bedoeling hiervan is om ruwweg een verdeling aan te geven tussen het bestaande en de onderdelen van het nieuwe beleid. Daarnaast worden de mutaties van de reserves afzonderlijk weergegeven. Het financiële beeld dat uit deze onderdelen tezamen naar voren komt is het volgende: Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
43.303 n
44.980 n
42.375 n
40.342 n
39.883 n
40.376
raadsprogramma 2010-2014
n
98 n
123 n
277 n
273 n
268
dekkingsmaatregelen
v
-934 v
-2.157 v
-1.636 v
-1.212 v
-1.398
meerjarenprogramma 2012-2016
v
-1.639 v
-1.122 n
2.517 n
400 n
1.744
n
43.303 n
42.505 n
39.219 n
41.500 n
39.344 n
40.990
v
-40.098 v
-42.863 v
-44.015 v
-40.127 v
-40.670 v
-39.371
dekkingsmaatregelen
n
650 n
1.550 n
meerjarenprogramma 2012-2016
n
1.380 n
923 v
-2.648 v
-532 v
-1.698
(bedragen x € 1.000,-)
2016
Lasten bestaand beleid
Totaal lasten
n
Baten bestaand beleid
900
Totaal baten
v
-40.098 v
-40.833 v
-41.542 v
-41.875 v
-41.202 v
-41.069
Resultaat vóór bestemming
n
3.205 n
1.672 v
-2.323 v
-375 v
-1.858 v
-79
beoogde mutaties reserves
v
-2.930 v
-2.089 n
1.789 n
240 n
2.077 v
-6
Resultaat ná bestemming
n
275 v
-417 v
-534 v
-135 n
219 v
-85
rekening/- begrotingsresultaat
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
afrondingsverschillen
Saldo meerjarenbegroting
(+ = nadeel en - = voordeel) De financiële resultaten van de septembercirculaire 2012 zijn nog niet verwerkt in de overzichten. Wij verwachten dat de septembercirculaire in de derde/vierde week van september ontvangen wordt. Zodra de septembercirculaire door ons doorgerekend is, zullen wij de financiële resultaten hiervan ter kennis brengen van uw raad, zodat deze betrokken kan worden bij de besluitvorming over deze begroting. De begroting maakt ook onderscheid tussen structurele en incidentele middelen. Structurele middelen zijn jaarlijks terugkerende middelen. Incidentele, en de naam zegt het al, zijn eenmalig of voor een beperkt aantal jaren, terugkerende middelen. Om het huishoudboekje van de gemeente gezond te maken en te houden is het van belang om de jaarlijks terugkerende lasten te kunnen betalen uit de jaarlijks terugkerende inkomsten. Hierna is de transformatietabel van het geactualiseerde meerjarenperspectief opgenomen. In deze tabel wordt het hiervoor weergegeven meerjarenperspectief gekanteld in structurele en incidentele middelen en maakt op een transparante wijze de gang van het bestaande beleid naar de einduitkomst van deze meerjarenraming inzichtelijk.
11
(bedragen x 1.000,-) structureel: structurele ruimte aanvaard beleid structurele mutaties reserves dekkingsmaatregelen structurele ruimte na dekkingsmaatregelen raadsprogramma 2010 - 2014 meerjarenprogramma 2011-2015 structurele begrotingsruimte incidenteel: incidentele ruimte aanvaard beleid incidentele mutaties reserves dekkingsmaatregelen incidentele ruimte na dekkingsmaatregelen raadsprogramma meerjarenprogramma 2011-2015 incidentele begrotingsruimte totaal begrotingsresultaat mutaties ten laste/gunste van de algemene reserve totaal na mutaties reserves
2012
a
b a+b
2013
v v v v n v v
-416 -261 -285 -962 98 -104 -968
n v
2.533 v -1.828 n
-1.810 v 2.049 n
n
705 n
239 n
v n v n
-155 550 -418 418
n v v v n v v
n n v n
170 -261 -607 -698 123 -356 -931
2014
157 396 -535 535
n v v v n v v
n n v n
628 -260 -736 -368 277 -273 -364
2015 n v v v n v n
1.456 -259 -1.212 -15 273 -132 126
2016 n v v v n n v
1.325 -259 -1.398 -332 268 46 -18
-412 v 500 n
-2.244 v 2.337 n
-320 253
88 n
93 v
-67
141 229 n -135 n 135 v
93 v 219 v -219 n
-67 -85 85
(+ = nadeel en - = voordeel)
De meerjarenraming 2012-2016 sluit inclusief de lasten van het raadsprogramma en het meerjarenprogramma in meerjarig perspectief met een beperkt structureel overschot van € 18.000,- in 2016, waarbij de kanttekening geldt dat de nog te realiseren taakstellingen (spoor 2) vanzelfsprekend wel gerealiseerd moeten worden.
12
13
3. Thema’s / Beleidsvelden Alle beleidsthema’s krijgen in de duurzaamheidsdriehoek een plaats, te weten: - het milieu en de leefomgeving in de gemeente Bladel - de economie in de gemeente Bladel - de mens en de maatschappij in de gemeente Bladel De beschrijving van de thema’s en beleidsvelden is opgebouwd uit de navolgende onderdelen, te weten: I. Doelen 2010-2014 II. Wat willen we bereiken? III. Wat gaan we doen in 2013? - meerjarenprogramma 2012 – 2016 - dekkingsmaatregelen - eventuele ontwikkelingen IV. Wat mag het kosten? Ter toelichting het volgende: Ad I. Doelen 2010-2014 Hier worden de doelen die we nastreven uit het raadsprogramma 2010-2014 weergegeven. Ad II. Wat willen we bereiken? In dit onderdeel worden de prestaties/acties uit het raadsprogramma 2010-2014 opgesomd. Ter voorkoming van doublures met het raadsprogramma benoemen wij alleen de prestaties/acties. Voor een nadere toelichting hiervan verwijzen wij u naar het raadsprogramma. Ad III. Wat gaan we doen in 2013? In het kort wordt beschreven wat we gaan doen om de prestaties/acties voor 2013 te kunnen realiseren. Ter realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten worden in het meerjarenprogramma 2012 – 2016 investeringen en activiteiten opgenomen. Deze investeringen en activiteiten worden nader toegelicht. Per beleidsveld worden ombuigingen / heroverwegingen, onderverdeeld in A- en B-keuzes, opgesomd en nader toegelicht. De B-ombuigingen zullen/kunnen gerealiseerd worden afhankelijk van resultaten van nadere (vervolg)onderzoeken. Waar dat aan de orde is worden per beleidsveld een aantal ontwikkelingen genoemd die zich de komende jaren zullen of kunnen aandienen. De herkomst van de ontwikkelingen is velerlei. Soms gaat het om ontwikkelingen die vanuit rijksbeleid moeten worden opgepakt, soms ook zijn het ontwikkelingen vanuit eigen gemeentelijk beleid. Niet alle ontwikkelingen kunnen op dit moment al financieel worden vertaald, maar ze zijn toch vermeld om daarmee bepaalde risico’s aan te geven. Wij merken daarbij uitdrukkelijk op dat hetgeen hier vermeld is de stand van zaken van juli 2012 weergeeft. Een aantal van de genoemde ontwikkelen zullen wij in bezuinigingsspoor 2 als nieuwe wens inbrengen. Uw raad kan op basis van integrale afweging deze nieuwe ontwikkelingen dan afwegen tegenover structurele bezuinigingen. Ad IV. Wat mag het kosten? Nadat de raad heeft aangegeven wat de na te streven doelen zijn en het college wat we daarvoor gaan doen, wordt in het samenspel tussen raad en college invulling gegeven aan hoeveel dit mag kosten. Het college doet hierin een voorzet in de vorm van een meerjarenprogramma, dat in de begrotingsbehandeling door de raad wordt beschouwd en vastgesteld. De budgetoverzichten bevatten zes kolommen. De eerste kolom bevat de gerealiseerde cijfers van het rekeningjaar 2011. De tweede kolom bevat de gewijzigde begroting 2012. De kolommen drie tot en met zes geven het meerjarige verloop voor de periode 2013-2016 van de onderscheidene thema’s weer. Naast de kolomindeling geven de budgetoverzichten de financiële weergave weer van het totaal van de bestaande lasten en baten, het raadsprogramma, de dekkingsmaatregelen en het meerjarenprogramma 2012-2016. In onderstaand overzicht wordt het totaal van de thema’s weergegeven. Het is de optelsom van de thema’s 3.1, 3.2 en 3.3.
14
Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Milieu en leefomgeving
n
6.133 n
6.238 n
4.639 n
4.174 n
3.992 n
3.054
Economie
n
1.359 n
264 n
743 n
705 n
704 n
704
Mens en maatschappij
v
-4.287 v
-4.830 v
-7.705 v
-5.254 v
-6.554 v
-3.837
saldo meerjarenbegroting
n
3.205 n
1.672 v
-2.323 v
-375 v
-1.858 v
-79
beoogde mutaties reserves
v
-2.930 v
-2.089 n
1.789 n
240 n
2.077 v
-6
totaal resultaat
n
275 v
-417 v
-534 v
-135 n
219 v
-85
mutatie algemene reserve
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
totaal resultaat
(+ = nadeel en - = voordeel) De overzichten eindigen met de saldi van het betreffende thema/beleidsveld in elk van de jaren. Een saldo dat begint met een -/- betekent dat per saldo sprake is van een voordeel, een positief weergegeven saldo betekent dat per saldo sprake is van een nadeel voor de begroting. Voorts wordt aangegeven welke mutaties aan reserves zijn geraamd. Aldus wordt, conform de bepalingen van het BBV, zichtbaar gemaakt wat de saldi van het betreffende thema zijn wanneer de mutaties reserves wel zijn meegenomen. Het totaal van het begrotingsresultaat wordt verrekend met de algemene reserve.
totaal thema's
Milieu en leefomgeving Economie Mens en maatschappij Begrotingssaldo
15
3.1. Milieu en leefomgeving Onder ‘milieu en leefomgeving’ gaat het om de verschillende ecosystemen binnen een regio. Zoals de aanwezigheid van planten en dieren en bodem, water en lucht. Het gaat dan om thema’s als energie, klimaat, water, milieu, afval.
In 2030 gaan we met z’n allen bewust om met energie, afval en klimaat. Uiteraard geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld met onder meer duurzame oplossingen voor bouwen en wonen, energiebesparing en het gebruik van alternatieve energiebronnen. Groen, bebouwing, water en wegen zijn goed in balans. De dorpskernen zijn hechte gemeenschappen met een heel eigen karakter. Samen vormen de verschillende dorpskarakters de totale, unieke identiteit van de gemeente Bladel.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht worden de totale lasten, baten en de beoogde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.1.1 en 3.1.2. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
n
15.405 n
15.667 n
14.748 n
14.198 n
14.223 n
13.931
Baten
v
-9.272 v
-9.428 v
-10.109 v
-10.024 v
-10.230 v
-10.877
Saldo lasten en baten
n
6.133 n
6.239 n
4.639 n
4.174 n
3.993 n
3.054
Beoogde mutaties reserves
n
120 n
45 n
Begrotingsresultaat M&L
n
6.253 n
6.284 n
4.174 n
3.993 n
3.054
47 4.686 n
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema milieu en leefomgeving en worden hierna nader toegelicht: - 3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling en beheer - 3.1.2 Verkeer en vervoer thema milieu & leefomgeving
ruimtelijke ontwikkeling en beheer
verkeer en vervoer
16
3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Een leefomgeving waarin bewoners, ondernemers en gebruikers van de openbare ruimte dit herkenbaar, prettig, schoon, veilig en aantrekkelijk vinden, zodat ze er graag willen wonen, werken en verblijven.
I. Doelen 2010-2014
Ecologisch groenbeheer volgens het principe van duurzaam terrein beheer. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van een duurzaam netwerk van bos- en natuurgebieden. Verbeteren van het leefklimaat. Het aanbrengen van een relatie tussen diverse functies in het buitengebied. Bouwen voor de juiste doelgroepen. Inzetten van de wettelijke instrumenten conform de vastgestelde grondnota en de nieuwe grondexploitatiewet. Bouw- en woonrijpmaken van uit te geven gronden in de diverse bestemmingsplannen. Uitgeven van bouwkavels in de diverse gemeentelijke in- en uitbreidingslocaties. Vergunningen verlenen ruim binnen de wettelijke termijnen en van een hoog kwalitatief niveau. Verder digitaliseren van het vergunningenproces. In stand houden en beschermen van de monumentale gebouwen, de kleine objecten, het monumentaal groen en de archeologische monumenten. Duurzaamheid: Infrastructurele voorzieningen: energiebesparing 1,5% per jaar; 40% opwekking en/of inkoop duurzame energie. Woningbouw (nieuw): toetsing van Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC)-berekeningen en/of toezicht op de Energie Prestatie Normering (EPN) op de bouwplaats bij 40% van de bouwvergunningen. realiseren van woningen met een 10% verscherpte Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). realiseren van een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van 7,0 tot 8,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen. Woningbouw (bestaand): verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1% per jaar. Bewonersgedrag: 5% van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag: toepassen niet-woninggebonden energiebesparende maatregelen; aanschaf energiezuinige apparatuur (A-label); inkoop 100% duurzame elektriciteit.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013: Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/planologische procedures Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/ontwikkeling fase 1 en 2 Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/opstellen bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/tunnel fase 3 Jaarlijkse evaluatie beheerplannen Toets op uitgangspunten klimaatvisie Uitvoeringsprogramma klimaatvisie 2013 e.v. opstellen Woningbouw: extra woningen sociale huursector
III. Wat gaan we doen in 2013? Egyptische Poort Het doel van de ontwikkeling is het gebied ten zuiden van de Provinciale weg, omgeving zwembad en sportpark, opnieuw in te richten. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijk recreatief gebied, waar een nieuwe sportboulevard de bestaande (sport)voorzieningen koppelt aan nieuwe functies op het gebied van sport, ontspanning en welzijn. De bestemmingsplanwijziging is momenteel in procedure en wordt naar verwachting begin 2013 afgerond. Dit geeft meer mogelijkheden tot het verder uitwerken van de plannen aangezien er dan ook middelen kunnen komen uit de verkoop van gronden. Op basis van de overeenkomst met Balast Nedam dient 70% van de te verkopen kavels te 17
zijn gerealiseerd alvorens kan worden gestart met het verder uitwerken van de plannen als sportboulevard e.d.. Wij zijn dus afhankelijk van deze verkoop alvorens de verdere plannen uit te kunnen voeren. Dit is reden om de geraamde opbrengsten twee jaar door te schuiven en zullen eerst vanaf 2016 gefaseerd ontvangen worden. Beheerplannen De beheerplannen worden jaarlijks geëvalueerd. Toets op uitgangspunten klimaatvisie Het doel van de toets is om de effecten van het uitvoeringsprogramma te bepalen en borging c.q. integrale toepassing van klimaatthema's uit de klimaatvisie in de gemeentelijke organisatie te bewerkstelligen. De conclusies worden gebruikt als input voor beleid en uitvoeringsprogramma 2013 en verder. Uitvoeringsprogramma klimaatvisie 2013 e.v. opstellen Met de energiecoördinatoren (ebeco's) van de vijf Kempengemeenten wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma klimaatvisie 2013 en verder. Omdat per 1 januari 2013 de zogenoemde SLOK subsidie vervalt en om te voldoen aan de gezamenlijke klimaatvisie van de vijf Kempengemeenten om in 2025 energieneutraal te zijn, dient het vervolg in beeld te worden gebracht inclusief de financiële consequenties en de personele inzet per gemeente. Woningbouw: extra woningen sociale huursector De wachttijden voor een huurwoning zijn (nog) veel te lang. In het Regionaal Woningbouwprogramma en binnen de (sub)regio de Kempen is de afspraak gemaakt dat 40% van alle te realiseren woningen tot het sociale segment moeten behoren. In de Woonvisie Gemeente Bladel 2012 is opgenomen dat in de kern Hapert 40% en in de kern Bladel 50% van de nog te beïnvloeden nieuwbouw wordt ingezet voor de sociale huursector. In de overige kernen wordt in overleg met de dorpsraad bepaald welk percentage in de sociale sector wordt gebouwd.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2014
2015
9
9
18
62
121
182
250
uitvoeringsplan GRP 2012 - 2020: rioolheffing
-62
-121
-182
-250
overdracht en digitalisering bouwvergunningen
75
83
17
17
-17
-17
-17
-17
2.740
-624
196
-880
250
881
-184
-299
1.086
-1.046
renovatie openbaar groen uitvoeringsplan GRP 2012 - 2020
2013
2014
budgettaire lasten/baten
84 915
2015
2016
2012
2013
84 915
953
953
overdracht en digitalisering bouwvergunningen: leges actualisatie winstuitnames grondexploitate
1.229
actualisatie opbrengsten Egyptische Poort uitvoering Alexanderhof uitvoering Alexanderhof: subsidie ISV-3 totaal lasten ruimtelijke ontwikkeling en beheer
999
915
1.037
953
650
650
-225
-225
1.654
3.223
2016
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Renovatie openbaar groen Het beheerplan openbaar groen en de uitvoeringsmaatregelen in de komende jaren zijn o.a. vertaald in het meerjarenprogramma. Voor renovatie van versleten groenvakken dient idealiter jaarlijks een investering opgenomen te worden van € 84.000,-. Besloten is echter om niet jaarlijks, doch 1x per 2 jaren dit bedrag in het investeringsprogramma te reserveren. Het ombouwprogramma wordt jaarlijks ter mededeling aangeboden aan de commissie. Uitvoeringsprogramma GRP In het vGRP zijn rioleringsmaatregelen gepland die in de planperiode 2012-2020 ten uitvoer worden gebracht. Het betreft de concrete uitvoeringsmaatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de zorgplicht zoals die is gesteld in het vGRP, zoals vervanging, vernieuwing en ombouw gescheiden stelsel (afkoppelen). De kosten worden verdisconteerd in de rioolheffingen. Overdracht en digitalisering bouwvergunningen Een gedeelte van het gemeentelijk archief moet verplicht worden overgedragen naar de archiefbewaarplaats. Het betreft de bouwvergunningen. Onder meer gezien het hoge raadpleeggehalte van deze dossiers, hebben 20 ge18
meenten in de regio Eindhoven het initiatief genomen om te komen tot digitalisering van de dossiers in de vorm van substitutie. Substitutie betekent dat de originele papieren documenten worden vervangen door digitale reproducties en vervolgens worden de papieren documenten vernietigd. De digitale reproducties gelden dan als origineel en kunnen worden overgedragen naar het e-depot van de archiefbewaarplaats, maar kunnen daarnaast ook eenvoudig worden geraadpleegd door de gemeenten. In de raadsvergadering van december 2010 is hierover reeds besloten. Naast eenmalige invoeringskosten bedragen de structurele lasten van de overdracht en digitalisering ca € 17.000,per jaar. De structurele lasten worden alsnog verdisconteerd in de bouwleges. Actualisatie winstuitnames grondexploitatie De gemeente Bladel neemt tussentijds winst als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (laag risicoprofiel): • Als de boekwaarde negatief (dus een positief resultaat) is en hoger is dan alle nog te maken kosten; • Als de opbrengsten voor een bepaald gedeelte zijn gerealiseerd; • Eventuele winstneming worden voor 90% meegenomen; • Er worden geen verliezen verwacht op de andere deelprojecten of er zijn daarvoor voldoende voorzieningen getroffen. • De boekwaarde per 31 december 2012 moet negatief (negatief betekent dat de opbrengsten groter zijn dan de kosten dus dat er sprake is van winst) zijn. Door economische factoren schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. Dit heeft ook als consequentie dat de aanvankelijk geprognosticeerde winstuitnames, gelet op het vastgestelde beleid in de Nota Grondbeleid 2009, eerst later in de tijd genomen kunnen worden. Wij hebben nu rekening gehouden met een langere fasering in grond uitgifte en dalende grondprijzen, beide ingegeven door het huidige economische klimaat en de malaise in de woningbouw. Actualisatie van de betreffende exploitatieberekeningen noodzaken dat volgens de hiervoor genoemde voorwaarden de winstprognoses wederom bijgesteld moeten worden. Het mag duidelijk zijn dat deze bijstelling directe consequenties heeft voor de omvang van de algemene reserve. Voorts wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Actualisatie winsten Egyptische Poort Zie toelichting blz 18. Uitvoering Alexanderhof Op 21 december 2010 is het projectplan Alexanderhof te Hapert voor de subsidieregeling ISV3-ruimte NoordBrabant vastgesteld. Op 29 september 2011 heeft de provincie de ISV subsidie ad € 450.000,- toegekend. Het project betreft een gezamenlijk initiatief van de gemeente Bladel, Woningstichting De Zaligheden, het Steunpunt Kloostertuin, Gemeenschapshuis Den Tref en zorgaanbieder Zuidzorg om het gebied in en rondom de Alexanderhof een grote kwaliteitsimpuls te geven. 3 In bijlage VI van de begroting hebben wij het financiële plaatje behorende bij de subsidie-aanvraag opgenomen. Voor nadere toelichting wordt voorts verwezen onderstaande dekkingsmaatregelen.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) stofkammaatregelen niet onderbouwde werkbudgetten Alexanderhof Alexanderhof: ISV-3 subsidie Alexanderhof totaal nog te realiseren
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht.
A A A A A
investeringen 2012
2013
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-21 -5 -650 225
-21 -5 -650 225
-21 -5
-21 -5
-21 -5
13
12
12
-451
-451
-13
-14
-14
148 148
(+ = nadeel en - = voordeel)
3
In artikel 13 lid a van de subsidieregeling ISV3-ruimte wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om het project herkenbaar op te nemen in de gemeentelijke begroting.
19
Toelichting dekkingsmaatregelen Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag. Uitvoering Alexanderhof In de raadsvergadering van 28 juni 2012 is een keuzenotitie gepresenteerd met de resultaten van een onderzoek naar de invulling van de functies gemeenschapshuis en steunpunt voor ouderen in een nieuwe multifunctionele accommodatie, in combinatie met een brede school waarin behalve het primair onderwijs diverse kindfuncties, zoals de kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk zijn verenigd en ook de bibliotheek een plek krijgt. De keuze is bepalend ten aanzien van het -op termijn- voortbestaan van de huidige afzonderlijke huisvesting van deze functies. De raad heeft naar aanleiding van het principebesluit het college opdracht gegeven om de concrete haalbaarheid van de plannen te onderzoeken. In verband met aankopen van grond en gebouwen zal de effectuering van de nieuwe planopzet zeker enkele jaren in beslag nemen (ca. 5 tot 8 jaar). Naar verwachting kan de multifunctionele accommodatie Den Tref en het Steunpunt Kloostertuin dus eerst buiten de huidige planperiode gerealiseerd worden. Wij stellen daarom voor deze functies uit de ISV-begroting te halen. De oplevering van de 23 zorgwoningen aan het Alexanderhof is wel in 2013 gerealiseerd. Dit deel van het project Alexanderhof kan dan in 2013 worden afgerond. De afronding van het project ramen wij op € 148.000,-. De hiermee gepaard gaande kapitaallasten dekken we vooralsnog ten laste van de stelpost majeure projecten (zie voorts toelichting beleidsveld bestuur) in afwachting van het subsidiewijzigingsverzoek. Wat niet in de begroting van de ISV-3 aanvraag is opgenomen gelet op de maximaal beschikbare subsidie, maar wel is benoemd in het projectplan als aanverwante ontwikkeling is de reconstructie van de Markt. Dit plan sluit bij het plan Alexanderhof. De provincie Noord-Brabant zal nog gevraagd worden in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen in het project, zoals hiervoor beschreven. Het is dus nog niet bekend of dit consequenties heeft voor de toegekende ISV-3 subsidie. Stemt de provincie in met het wijzigingsverzoek en handhaaft zij de toegekende ISV-3 subsidie dan zullen de kosten van het afronden van het project Alexanderhof ad € 148.000,- volledig gedekt worden ten laste van de toegekende subsidie. Het restant van de subsidie komt dan als nog ten gunste van de herinrichting Markt in Hapert. Dit betekent dan dat de dekking ten laste van de stelpost majeure projecten voor afronding van het project Alexanderhof niet behoeft plaats te vinden. Ook de dekking van de herinrichting Makrt in Hapert kan daarop aangepast worden. In het meerjarenprogramma 2012-2016 wordt er van uitgegaan dat de netto kosten van de uitvoering van het oorspronkelijke project Alexanderhof gedekt worden ten laste van de algemene reserve ad € 850.000,-. Omdat de omvang van de algemene reserve beneden de vastgestelde minimale omvang begeeft, alsmede dat eventuele uitvoering van de nieuwe planopzet eerst over 5 tot 8 jaar zal kunnen plaatsvinden, stellen wij voor om de dekking ten laste van de algemene reserve terug te draaien. De beoogde onttrekkingen ten laste van de algemene reserve behoeven dan niet plaats te vinden. Dit heeft vanzelfsprekend wel invloed op de beschikbare dekkingsruimte waarmee in de verkenningsnotitie MFA Hapert rekening gehouden is. In de verkenningsnotitie werd er van uit gegaan dat een deel van het project Alexanderhof gebruikt kan worden als dekkingsruimte voor de nieuwe planopzet. Door de wegvallende dekking ten laste van de algemene reserve zal ‘vervangende’ dekking moeten worden gezocht ten laste van de stelpost majeure projecten en/of zullen er t.z.t. aanvullende dekkingsmiddelen gevonden moeten worden.
Ontwikkelingen Plattelandsnota Vaststelling van de Plattelandsnota (beleidsvisie) met een meerjarenprogramma is voorzien in de raad van december 2012. Projecten die uit het meerjarenprogramma voortvloeien zijn nog niet uitgewerkt. Er is dus nog niets te zeggen over de benodigde budgetten. Milieubeleidsplan In februari 2013 zal volgens planning het Milieubeleidsplan vastgesteld worden. In dit plan zullen ook nieuwe beleidsvoornemens opgenomen worden. Beleidsvoornemens die integraal afgewogen moeten worden.
20
Afvalverwijdering De inzamelovereenkomsten van glas en papier en de exploitatie-overeenkomst over de gemeentelijke milieustraat lopen af op 31 december 2012. In SRE-verband worden (onder begeleiding van het Bizob) nieuwe Europese aanbestedingsprocedures voorbereid. Het terrein waarop die milieustraat is gevestigd ligt op particulier terrein. Ook de daaraan ten grondslag liggende huurovereenkomst loopt af op 31 december 2012. De gemeente Bladel en Reusel-De Mierden beschikken niet over een geschikt terrein. Met de verhuurder wordt overleg gepleegd over een nieuwe huurovereenkomst.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
11.419 n
12.214 n
12.057 n
11.277 n
10.983 n
11.515
dekkingsmaatregelen
v
-676 v
-676 v
-13 v
-14 v
-14
meerjarenprogramma 2012-2016
n
650 n
786 n
214 n
208 n
285
n
11.419 n
12.188 n
12.167 n
11.478 n
11.177 n
11.786
v
-9.262 v
-10.635 v
-12.749 v
-9.489 v
-11.086 v
-9.525
dekkingsmaatregelen
n
225 n
meerjarenprogramma 2012-2016
n
1.004 n
2.437 v
-513 n
878 v
-1.331
(bedragen x € 1.000,-)
2016
Lasten bestaand beleid
n
raadsprogramma 2010-2014
Totaal lasten Baten bestaand beleid
225
Totaal baten
v
-9.262 v
-9.406 v
-10.087 v
-10.002 v
-10.208 v
-10.856
Resultaat vóór bestemming
n
2.157 n
2.782 n
2.080 n
1.476 n
969 n
930
beoogde mutaties reserves
n
120 n
45 n
Saldo ruimtelijke ontw. en beheer
n
2.277 n
2.827 n
1.476 n
969 n
930
47 2.127 n
(+ = nadeel en - = voordeel) De verschillen door de jaren heen op het onderdeel bestaand beleid worden voornamelijk veroorzaakt door de doorwerking van de geactualiseerde opzetten van de grondexploitaties en de daarbij behorende mutaties onderhanden werken en winstuitnames. In 2011 zijn er eenmalige kosten geraamd voor uitplaatsing intensieve veehouderij Ganzestraat te Hapert en in 2012 eenmalige kosten voor uitvoering IDOP Hoogeloon. De beoogde mutaties reserves hebben voornamelijk betrekking op de geraamde toevoegingen aan de reserves bovenwijkse voorzieningen en ruimtelijke kwaliteit buitengebied. De winstnemingen uit de grondexploitaties worden daarentegen via thema bestuur toegevoegd aan de algemene reserve.
21
3.1.2. Verkeer en vervoer I. Doelen 2010 - 2014 Veilige verkeersdeelname over goed begaanbare wegen en paden voor alle soorten van verkeersdeelnemers (voetgangers, (brom)fietsers, automobilisten, etc.) door:
Verbetering van de mobiliteit- en bereikbaarheid van de gemeente, rekening houdende met de toenemende verkeersdrukte op de Provinciale weg N284. Vergroting van het veiligheidsgevoel door openbare verlichting. Het planmatige beheer van de infrastructurele voorzieningen op een zodanig niveau dat het leidt tot verhoging van de klanttevredenheid. Het stimuleren, handhaven en uitbreiden van het bestaande openbaarvervoer netwerk. Dorpskernen, woon-, werk-, winkel- en recreatiegebieden binnen de gemeente zijn adequaat ontsloten. Duurzaamheid verkeer en vervoer bevolking en bedrijven: - besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 1% per jaar.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013: Intensievere inzet van LED-verlichting Evaluatie beleidsplan openbare verlichting Doorstroming N284 Openbaar vervoer
III. Wat gaan we doen in 2013? Intensiveren van LED-verlichting Bij vervanging van openbare verlichting vraagt LED een grote investering (nieuwe armaturen en LED lampen) alvorens voordeel in het verbruik wordt gerealiseerd. Omdat het straatbeeld eenduidig verlicht moet zijn, is in dat geval direct sprake van grote aantallen. Voorlopig wachten wij eerst de marktontwikkelingen en ervaringen van andere gemeenten op dat gebied af. In nieuw te realiseren plannen zoals Buitenhof en KBP passen wij LED al toe en indien zich experimenten aandienen maken wij daar zeker gebruik van. Evaluatie beleidsplan openbare verlichting Dit jaar wordt het totale onderhoud van de Openbare verlichting door de Kempengemeenten gezamenlijk aanbesteed. Omdat dan sprake is van één beheer- en onderhoudssysteem voor Openbare Verlichting, is het plan opgevat om op basis daarvan ook gezamenlijk een beleidsplan op te (laten) stellen. Daarbij wordt de evaluatie van het huidige beleidsplan 2008-2012 betrokken. Doorstroming N284 Dit jaar gaat de Provincie Noord-Brabant een planstudie opstarten. Daarbij worden de geconstateerde knelpunten van zowel gemeente als provincie over de doorstroming van de N284 opgenomen. De haalbaarheid van realisering van een ondergrondse oversteek voor het langzame verkeer bij de kruising Bredasebaan / Rondweg / Europalaan is onderdeel van de uitwerking van het project Egyptische Poort. Openbaar vervoer Aan het SRE-plan "HOV-netwerk in de regio Zuidoost-Brabant", met het doel om de snelheid en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer te verbeteren, wordt medewerking verleend. In de studie naar de corridor “Eindhoven – (Veldhoven) – Eersel – Hapert” als doorstroomas, wordt afgewogen of de sneldienst (buslijn 149) door de kern Hapert blijft rijden. Herinrichting Markt Hapert e.o. De gemeenteraad heeft zich op 16 mei 2012 gebogen over de voorkeursvariant voor herinrichting van de Markt in Hapert en de kosten hiervan. Zij heeft besloten deze voorkeursvariant te gaan realiseren en het benodigde krediet te verlenen om met de concrete uitvoering te starten. Deze voorkeursvariant onderscheidt zich van de huidige situatie door de verspreid staande bomen, een verblijfsplek, een rode loper, het in stand houden van de al aanwezige ‘boulevard’, een heldere parkeerstructuur zonder doodlopende stukken, voldoende aantal parkeerplaatsen en bomen als verbindende schakel over het gehele traject. 22
In 2012 worden de bestekken (detailuitwerkingen) opgesteld en wordt aanbesteed. Vervolgens wordt in 2013 de herinrichting van het marktplein gerealiseerd.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
2012
verbetering / gepland groot onderhoud 2013-2016 verbetering / gepland groot onderhoud 2013-2016
900
uitvoering openbare verlichting 2013-2016
136
136
165
165
136
136
doortrekking Gozelinusbocht totaal lasten verkeer en vervoer
136
136
1.201
2014
900
900
165
165
2015
900
1.201
2016 77
VVP uitvoering en actieplan 2013 - 2016 VVP uitvoering en actieplan 2013 - 2016
2013
14 12
23
-1.150
-450
600
1.000
-1.150
615
1.677
1.023
35
126
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Gepland groot onderhoud wegen Op basis van de kwaliteitsopname is een prognose meerjarenplanning gemaakt, die gebaseerd is op de technische uitvoering van het beheerplan. De opgenomen kosten hebben enkel betrekking op maatregelen die noodzakelijk zijn om de conditie van het huidige wegareaal op peil te houden; het zogenaamde rationeel wegbeheer. Dit houdt concreet in dat onderhoud aan wegen wordt verricht op basis van inspectiegegevens, normen en maatregelen die worden vertaald naar een technische planning/uitvoering. Omdat rationeel wegbeheer enkel voorziet in plaatselijke reparaties en er soms ingrijpendere maatregelen nodig zijn om de levensduur van een weg te garanderen, wordt in dat geval de term rehabilitatie of gepland groot onderhoud gehanteerd. Dat kan zijn een betere fundering van puin, opsluiting met banden in beton, opsluiting van asfaltwegen met grasbetontegels, aanbrengen van een asfaltoverlaging etc. Ook wordt de term gepland groot onderhoud wegen gehanteerd bij (kleine) herinrichtingen, maatregelen in het kader van duurzaam veilig of categorisering van wegen. Dat kan zijn het maken van een asverspringing in de weg, aanbrengen van drempels of sluizen, aanbrengen van extra kantstroken van beton. Uitvoeren actieplan VVP Het verkeersveiligheidsplan is geactualiseerd voor de periode 2012-2016. Uitvoering beleidsnota openbare verlichting Voor het in stand houden van de huidige openbare verlichtingsinstallatie en om te voldoen aan de in het huidige beleidsplan gestelde uitgangspunten wordt voor de periode 2012 - 2016 een jaarlijks investeringsbedrag begroot van afgerond € 136.000,-. Dit bedrag bestaat uit een bedrag van € 45.000,- voor de reguliere vervangingsinvesteringen voor masten en € 91.000,- voor verlichtingsarmaturen. Doortrekking Gozelinusbocht In de raadsvergadering van 17 maart 2011 is een krediet beschikbaar gesteld van € 2.400.000,- voor de aanleg van de Gozelinusbocht (westelijke randweg). In 2011/2012 hebben daartoe de benodigde voorbereidingen voor onderzoeken op gebied van archeologie, bodem, geluid, e.d. plaatsgevonden. Ook de onderhandelingen voor grondaankopen zijn gestart, maar nog niet gerealiseerd. Verwacht wordt dat dit eerst in 2013/2014 gaat lukken. Het verkrijgen van eigendommen bepaalt in hoge mate (in tijd gemeten) de realisering van het traject. Na grondaankoop kunnen de benodigde onderzoeken fysiek op de locatie van het tracé plaatsvinden en het aanbestedingstraject worden ingezet. Er is gekozen voor de tracévariant “het verbeterde korte alternatief”. Wij verwachten dat de uitvoering van de doortrekking, gelet op de voortgang van grondaankopen, eerst met ingang van 2015 gerealiseerd zal kunnen worden. De dekking ten laste van de algemene reserve (zie beleidsveld bestuur) schuiven wij dienovereenkomstig door.
23
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) stofkammaatregelen gepland groot onderhoud wegen 2013 en 2014 gepland groot onderhoud wegen 2013 en 2014 totaal nog te realiseren
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht.
A A A
investeringen 2012
2013
2014
900
900
900
900
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-7
-7 -900
-7 -900 77
-7
-7
151
148
-7
-907
-830
144
141
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Gepland groot onderhoud wegen Bij het sluitend maken van de begroting 2011 was ondermeer besloten om de in het meerjarenprogramma geplande investeringen voor het gepland groot onderhoud wegen zowel voor het planjaar 2013 als 2014 volledig ten laste van de algemene reserve te dekken. De toegerekende kapitaallasten vielen toen vrij ten gunste van het begrotingsresultaat. Omdat de omvang van de algemene reserve zich beneden de vastgestelde minimale omvang begeeft stellen wij voor om de dekking ten laste van de algemene reserve ‘terug te draaien’. De beoogde onttrekkingen ten laste van de algemene reserve behoeven dan niet plaats te vinden. Dit betekent dan wel dat deze activiteiten, analoog aan de activiteiten 2015 en 2016, geactiveerd moeten worden. Dit leidt tot extra structurele lasten. De dekking van deze extra lasten betrekken wij bij de bezuinigingsdiscussie van spoor 2. In afwachting hiervan verhogen wij de bezuinigingstaakstelling met de bedragen van de extra structurele lasten.
Ontwikkelingen Uitvoering IDOP Netersel In dit IDOP zijn projecten met actiepunten opgevoerd. Tijdens de verdiepingsslag is gebleken dat veel projecten en/of actiepunten niet meer actueel, reeds gerealiseerd zijn of binnen een ander traject gerealiseerd kunnen worden zonder dat daar aanvullende middelen voor nodig zijn. Er resteert in feite één echte wens die het overwegen waard is, te weten het verbinden van het fietspad op de Neterselseheide naar het fietspad naar d’n Bockenreyder. De hieruit voortkomende investeringen betrekken wij bij de te voeren discussie over de te treffen bezuinigingsmaatregelen (spoor 2). Uitvoering IDOP Hoogeloon Een van de projecten uit het iDOP/oplegger Hoogeloon was het ontwikkelen van een visie op het dorpshart voor de kern Hoogeloon. Doel daarvan is het ontwikkelen van een aantrekkelijk en functioneel Valensplein. Om dit doel te realiseren is er in 2011 een project gestart teneinde een visie te ontwikkelen voor het Valensplein. Tevens was een belangrijk doel het formuleren van quick wins (concrete uitvoeringsprojecten), die uiterlijk februari 2013 uitgevoerd moeten zijn. Dit project is begeleid door de gemeente Bladel en is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de dorpsraad. In 2012 is ingestemd met de visie en de bijbehorende quick wins, ook deze worden projectmatig uitgevoerd. Het gaat om de herinrichting van het Valensplein, het realiseren van een object (kunst, speel) op het Valensplein en het uitwerken van een ‘beleef’project (digitaal, virtual reality), voor de recreant/toerist. In 2013 worden deze projecten opgeleverd. De eventueel hieruit voortkomende investeringen betrekken wij bij de te voeren discussie over de te treffen bezuinigingsmaatregelen (spoor 2).
24
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
3.986 n
4.636 n
2.873 n
1.874 n
1.878 n
1.878
dekkingsmaatregelen
v
-7 v
-907 v
-830 n
144 n
141
meerjarenprogramma 2012-2016
v
-1.150 n
615 n
1.677 n
1.023 n
126
n
3.986 n
3.479 n
2.581 n
2.721 n
3.045 n
2.145
v
-9 v
-22 v
-22 v
-22 v
-22 v
-22
Totaal baten
v
-9 v
-22 v
-22 v
-22 v
-22 v
-22
Resultaat vóór bestemming
n
3.977 n
3.457 n
2.559 n
2.699 n
3.023 n
2.123
n
3.977 n
3.457 n
2.559 n
2.699 n
3.023 n
2.123
(bedragen x € 1.000,-) Lasten bestaand beleid
n
raadsprogramma 2010-2014
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo verkeer en vervoer
(+ = nadeel en - = voordeel) De grote verschillen tussen de jaren 2011 t/m 2013 op het onderdeel bestaand beleid worden voornamelijk veroorzaakt door de extra afschrijvingen van activa met een maatschappelijk nut gedurende die jaren.
25
3.2. Economie Een economische impuls brengt groei van de bevolking, draagvlak voor voorzieningen en leefbaarheid met zich mee. Daarbij zorgen we in Bladel ervoor dat de economische ontwikkelingen in evenwicht zijn met het milieu en de leefomgeving.
Economie, ofwel: het vermogen van de gemeente Bladel om de welvaart te versterken. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor industrie, detailhandel, toerisme en recreatie, agrarische activiteiten en werkgelegenheid. De gemeente Bladel kiest bewust voor de ontwikkeling van een economisch hart. Anno 2030 vormt de gemeente, mede dankzij het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert, het zwaartepunt van de Kempische handel en industrie. De winkelcentra Bladel en Hapert zijn voor bezoekers uit de hele regio. Dankzij de ligging vlakbij Eindhoven, Tilburg, Turnhout en Antwerpen, een uitstekende (digitale) bereikbaarheid en een goed woon- en arbeidsmarktbeleid biedt de gemeente Bladel ondernemers een optimaal vestigingsklimaat. In de kleine kernen is ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht worden de totale lasten, baten en de beoogde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.2.1 tot en met 3.2.4. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten
n
1.401 n
1.138 n
984 n
945 n
945 n
945
Baten
v
-43 v
-874 v
-241 v
-241 v
-241 v
-241
Saldo lasten en baten
n
1.358 n
264 n
743 n
704 n
704 n
704
n
1.358 n
264 n
743 n
704 n
704 n
704
Beoogde mutaties reserves Begrotingsresultaat M&L
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema Economie en worden hierna nader toegelicht: 3.2.1 Detailhandel 3.2.2 Werkgelegenheid 3.2.3 Ìndustrie 3.2.4 Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid
26
thema economie
Werkgelegenheid Detailhandel Industrie Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid
27
3.2.1. Detailhandel I. Doelen 2010-2014 • • •
De gemeente Bladel draagt middels een actieve voorwaardenscheppende opstelling zorg voor de versterking van de sociaaleconomische vitaliteit van de gemeente c.q. regio. Waarborgen van het ondernemers- en investeringsklimaat. Verbeteren en/of borgen van de detailhandel d.m.v. het vervullen van een faciliterende rol en concentratiebeleid.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. •
Tactische visie/actieplan opstellen voor de detailhandel
III. Wat gaan we doen in 2013? Tactische visie/actieplan detailhandel Op 17 december 2009 is de Toekomstvisie Leven in de gemeente Bladel 2030, vastgesteld. Hierin maakt de gemeente Bladel duidelijk waar ze wil staan in 2030. In 2013 wordt gestart met de het opstellen van een actieplan Detailhandel. Dit actieplan is een doorvertaling van de toekomstvisie voor de korte en middellange termijn. De ame bities worden uitgewerkt in bijbehorende actiepunten. De voorbereidingen worden gestart in het 3 kwartaal 2013.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Niet van toepassing.
Dekkingsmaatregelen Niet van toepassing.
Ontwikkelingen Niet van toepassing.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven.
28
Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten bestaand beleid
n
30 n
27 n
32 n
27 n
27 n
27
n
30 n
27 n
32 n
27 n
27 n
27
v
-18 v
-18 v
-18 v
-18 v
-18 v
-18
Totaal baten
v
-18 v
-18 v
-18 v
-18 v
-18 v
-18
Resultaat vóór bestemming
n
12 n
9 n
14 n
9 n
9 n
9
n
12 n
9 n
14 n
9 n
9 n
9
raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo detailhandel / agr.bedr.
(+ = nadeel en - = voordeel) Behoeft geen nadere toelichting.
29
3.2.2. Werkgelegenheid I. Doelen 2010-2014 • • •
•
De gemeente Bladel draagt middels een actieve voorwaardenscheppende opstelling zorg voor de versterking van de sociaaleconomische vitaliteit van de gemeente c.q. regio. Waarborgen van het ondernemers- en investeringsklimaat. Waarborgen van de regionale arbeidsmarkt. Op peil houden van de werkgelegenheid. Versterken van de economie door sturing op diversiteit.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn geen beleidsaccenten voorzien voor dit beleidsveld voor 2013.
III. Wat gaan we doen in 2013? Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Niet van toepassing.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) niet onderbouwde werkbudgetten
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
A
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-5
-5
-5
-5
-5
-5
-5
-5
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd.
Ontwikkelingen Wet Werken Naar Vermogen De Wet Werken Naar Vermogen is met de val van het kabinet Rutte controversieel verklaard. Inmiddels is duidelijk dat er geen meerderheid (meer) lijkt te zijn voor belangrijke onderdelen van de Wwnv zoals aanscherping van de WSW-indicaties. De verwachting is echter dat de uitgangspunten van de Wwnv, zoals meer verantwoordelijkheid en risico bij gemeenten, wel terug zullen komen in een nieuwe wet. Ondanks het (vooralsnog) ontbreken van een beleidsmatige legitimatie zullen gemeenten in 2013 wel (al) worden geconfronteerd met bezuinigingen op de uitvoering van de sociale zekerheid zoals kortingen op het participatiebudget. Ook bij het UWV-WERKbedrijf is er de komende jaren sprake van omvangrijke bezuinigingen, waardoor de dienstverlening vanuit de kleinere werkpleinen (waaronder het Werkplein de Kempen) onder druk komt te staan en mo30
gelijk anders georganiseerd gaat worden (vanuit de zgn. Plus-vestigingen). Zowel voor wat betreft wetgeving, budgetten als samenwerking met ketenpartners op het terrein van werk en inkomen staan de gemeenten aan de vooravond van grote wijzigingen die ingrijpend van aard zullen zijn.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten bestaand beleid
n
290 n
305 n
223 n
215 n
215 n
215
v
-5 v
-5 v
-5 v
-5
218 n
210 n
210 n
210
raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 n
290 n
305 n
v
-75 v
-65
Totaal baten
v
-75 v
-65
Resultaat vóór bestemming
n
215 n
240 n
218 n
210 n
210 n
210
n
215 n
240 n
218 n
210 n
210 n
210
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo detailhandel / agr.bedr.
(+ = nadeel en - = voordeel) De extra lasten en baten 2011 en 2012 op het onderdeel bestaand beleid hebben betrekking op de uitvoering van het eenmalige project “Regionale Branding de Kempen”. Het verloop ná 2013 wordt veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten.
31
3.2.3. Industrie I. Doelen 2010 - 2014 • • • •
Het industriële profiel van de regio is bepaald en wordt buiten de regio (h)erkend. Door middel van verbreding van bedrijvigheid wordt ingespeeld op aanwezige ontwikkelingen en kansen in de regio. Met zijn innovatieve service speelt de gemeente in op de 24-uurs economie. Duurzaamheid: - Bedrijven en non-profitorganisaties: − vergunningverlening en handhaving van energie-eisen aan alle bedrijven waarvan de gemeente bevoegd gezag is op grond van de Wet Milieubeheer; − handhaving van afspraken MJA-bedrijfstakken (Meerjarenafspraken) waarvan gemeente bevoegd gezag is. - Bedrijventerreinen: − structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerrein, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn geen beleidsaccenten voorzien voor dit beleidsveld voor 2013.
III. Wat gaan we doen in 2013? Actieplan Industrie Op 17 december 2009 is de Toekomstvisie Leven in de gemeente Bladel 2030, vastgesteld. Hierin maakt de gemeente Bladel duidelijk waar ze wil staan in 2030. In 2012 wordt gestart met de het opstellen van een actieplan Industrie. Dit plan is een doorvertaling van de toekomstvisie voor de korte en middellange termijn. De ambities worden uitgewerkt in bijbehorende actiepunten. De voorbereidingen worden gestart in het 3e kwartaal 2012. De Kempische Bedrijventerreinenvisie vormt belangrijke input voor het actieplan Industrie. Naar verwachting wordt deze regionale visie eind 2012 vastgesteld door de gemeenteraden van de vijf Kempengemeenten. Vanaf 2011 werken ondernemers en de gemeente Bladel intensief samen binnen Parkmanagement Bestaande Bedrijventerreinen Gemeente Bladel. In 2012 is deze samenwerking uitgebreid met het Kempisch Bedrijvenpark (KBP). Om er voor te zorgen dat het parkmanagement op het KBP aansluit bij het reeds bestaande parkmanagementorganisatie, wordt intensief overlegd om te komen tot een juiste organisatiestructuur. Op dit moment zijn KBP, de Ondernemersvereniging Bedrijventerreinen Gemeente Bladel en de gemeente Bladel bezig met onderzoek naar camerabeveiliging op alle Bladelse bedrijventerreinen gestart. Realisatie is voorzien in begin 2013. Een andere uiting van de samenwerking tussen de bestaande bedrijventerreinen en het KBP is te vinden in Keurmerk Veilig Ondernemen. December 2012 moeten de bestaande bedrijventerreinen opnieuw gecertificeerd worden. De stap is gezet om het KBP in dit traject te betrekken. Op 3 december 2012 vindt de audit plaats voor één certificaat Bedrijventerreinen Gemeente Bladel. In 2013 zal de samenwerking verder vorm krijgen. De uitgifte van het Kempisch Bedrijvenpark verloopt volgens planning. In 2012 zijn er contracten gesloten met Diffutherm en het Kempisch Logistiek Centrum. Beide bedrijven starten in het 3e kwartaal met de bouwactiviteiten. Gezien de lopende onderhandelingen worden er naar verwachting in 2012/begin 2013 nog een aantal kavels uitgegeven.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Niet van toepassing. Dekkingsmaatregelen Niet van toepassing. 32
Ontwikkelingen Kies Kempische bedrijven In 2012 loopt de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage van € 6.000,- aan het project Kies Kempische Bedrijven ten einde. Binnen de Stuurgroep Economische Ontwikkeling de Kempen (SEOK) is afgesproken dat het Kempisch Ondernemers Platform (KOP) dit project de komende jaren zal voortzetten en dat hiervoor geen subsidiegelden van de gemeenten benodigd zijn.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten n
95 n
124 n
124 n
124 n
124 n
124
n
95 n
124 n
124 n
124 n
124 n
124
v
-347 v
-40 v
-40 v
-40 v
-40 v
-40
Totaal baten
v
-347 v
-40 v
-40 v
-40 v
-40 v
-40
Resultaat vóór bestemming
v
-252 n
84 n
84 n
84 n
84 n
84
v
-252 n
84 n
84 n
84 n
84 n
84
bestaand beleid raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo industrie
(+ = nadeel en - = voordeel) In 2011 is de voorziening garanties/vrijwaringen NRE/Endinet vrijgevallen en via resultaatbestemming toegevoegd aan de reserve garanties/vrijwaringen NRE/Endinet.
33
3.2.4. Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid I. Doelen
Het doel is om enerzijds zelf actief, anderzijds faciliterend richting de ondernemers, te sturen op een toeristisch aanbod dat aansluit op de kwalitatieve wensen van de toeristen en recreanten. Via een voorwaardenscheppende opstelling zorgdragen voor de versterking van de sociaaleconomische vitaliteit van de gemeente c.q. regio.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn geen beleidsaccenten voorzien voor dit beleidsveld voor 2013.
III. Wat gaan we doen in 2013? Op 2 februari 2012 is het actieplan Recreatie en Toerisme 2012/2015 vastgesteld. In 2013 wordt het project bewegwijzering in de kernen gerealiseerd. Er wordt aansluiting gezocht op het uniforme systeem dat in 2011 in het buitengebied is gerealiseerd. Hiervoor is budget gereserveerd in de begroting. De voorbereiding van de Agenda van de Kempen is in volle gang. De Bladelse plattelandsnota die naar verwachting in 2013 wordt vastgesteld, vormt een van de uitgangspunten voor uitvoering van de Agenda van de Kempen. Ook het visiedocument Regiobranding de Brabantse Kempen vormt een belangrijk uitgangspunt. De hierin voorgestelde brandmanager wordt binnen het Huis van de Brabantse Kempen aangesteld. De gemeentelijke bijdrage aan de nieuwe organisatie ‘het Huis van de Brabantse Kempen’ is onderdeel van de keuzes die aan de raad worden voorgelegd middels het cafetariamodel (spoor 2). Afhankelijk van de keuze die hierin gemaakt wordt levert de gemeente Bladel haar bijdrage. Daarnaast zullen we in 2013 blijvend kleinschalige recreatieve en toeristische initiatieven ondersteunen.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Niet van toepassing.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) stofkammaatregelen niet onderbouwde werkbudgetten
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
A A
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-1
-1 -22
-1 -22
-1 -22
-1 -22
-1
-23
-23
-23
-23
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag. 34
Ontwikkelingen Reconstructiewet / Agenda van de Kempen In 2012 wordt tien jaar plattelandsontwikkeling via de inzet van de reconstructiecommissie afgerond. De reconstructiecommissie houdt op te bestaan en op dit moment zijn voorbereidingen in gang voor het afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. In de Agenda van de Kempen wordt een aantal ambities en speerpunten beschreven over de wijze waarop de samenwerking in de komende periode wordt voortgezet op het gebied van organisatiestructuur, financiële constructie en werkwijze (alliantie met private partners). De voorbereiding van de Agenda van de Kempen is in volle gang. In Bladel heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden hoe met deze agenda wordt omgegaan. Voor het gehele buitengebied wordt een plattelandsnota opgesteld. Aan de hand van de keuzes die de gemeenteraad beleidsmatig maakt komt een aantal nieuwe activiteiten en projecten in beeld. Op dit moment kan nog geen inschatting worden gemaakt van deze nieuwe activiteiten en de financiële consequenties daarvan.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten bestaand beleid
n
986 n
683 n
633 n
607 n
607 n
607
v
-1 v
-23 v
-23 v
-23 v
-23
n
986 n
682 n
610 n
584 n
584 n
584
n
398 v
-751 v
-183 v
-183 v
-183 v
-183
Totaal baten
n
398 v
-751 v
-183 v
-183 v
-183 v
-183
Resultaat vóór bestemming
n
1.384 v
-69 n
427 n
401 n
401 n
401
n
1.384 v
-69 n
427 n
401 n
401 n
401
raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo recreatie en toerisme
(+ = nadeel en - = voordeel) In de jaarrekening 2011 hebben wij een correctie op grondtransacties uit vorige dienstjaren moeten aanbrengen wegens formeel nog niet via notariële akte geleverde grondverkopen. Deze grondtransacties vinden alsnog in 2012 plaats. De extra lasten voor 2011 hebben voornamelijk betrekking op een schadeloosstelling van aankoop grond t.p.v. Latestraat te Netersel. In 2011 hebben we een bijdrage ontvangen van de provincie ter compensatie van de reeds in 2009 en 2010 gemaakte kosten voor LOG Hulsel-Bladel. Het verloop ná 2011 wordt veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten.
35
3.3. Thema Mens en maatschappij Onder ‘mens en maatschappij’ gaat het om de sociale interacties binnen een samenleving. Het gaat om thema’s als: wonen, zorg, welzijn, onderwijs, kunst en cultuur, bestuur, veiligheid en dienstverlening.
In 2030 is de gemeente Bladel een populaire, veilige woonplaats met voor ieder wat wils. Voorzieningen op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur, sport en zorg zijn goed vertegenwoordigd. Alle inwoners – jong en oud – nemen actief deel aan de samenleving en wonen graag in hun gemeente. De gemeente toont daadkracht, levert maatwerk en zoekt de samenwerking op binnen en buiten de gemeentelijke grenzen. Het is een professionele partner waar burgers, ondernemers en instellingen met hun vragen terecht kunnen.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht worden de totale lasten, baten en de beoogde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.3.1 tot en met 3.3.6. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
n
26.497 n
25.701 n
23.488 n
26.358 n
24.178 n
26.114
Baten
v
-30.783 v
-30.532 v
-31.193 v
-31.611 v
-30.733 v
-29.951
Saldo lasten en baten
v
-4.286 v
-4.831 v
-7.705 v
-5.253 v
-6.555 v
-3.837
Beoogde mutaties reserves
v
-3.050 v
-2.134 n
1.742 n
240 n
2.077 v
-6
Begrotingsresultaat M&M
v
-7.336 v
-6.965 v
-5.963 v
-5.013 v
-4.478 v
-3.843
Rekening-begrotingsresultaat
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
Begrotingsresultaat M&M
v
-7.611 v
-6.548 v
-5.429 v
-4.878 v
-4.697 v
-3.758
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema mens en maatschappijen worden hierna nader toegelicht: 3.3.1 Veiligheid 3.3.2 Jeugd en gezin 3.3.3 Maatschappelijke participatie 3.3.4 Preventie en opvang 3.3.5 Sociale samenhang en leefbaarheid 3.3.6 Bestuur (inclusief begrotingsresultaat)
36
thema mens & maatschappij
Veiligheid
Jeugd en gezin
Maatschappelijke participatie
Preventie en opvang
Sociale samenhang en leefbaarheid
Bestuur
Begrotingsresultaat
37
3.3.1. Veiligheid
I. Doelen 2010 - 2014 Integrale veiligheid • Een veilige gemeente voor iedereen. • Tegengaan en terugdringen van inbreuken op openbare orde, leefbaarheid en veiligheid. • Actieve stimulering van buurtpreventieprojecten. • Stimulering en ondersteuning van bestaande buurtpreventieprojecten.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. •
Versterking ondersteunende rol t.a.v. evenementen
III. Wat gaan we doen in 2013? Versterken ondersteunende rol t.a.v. evenementen In het midden 2012 is door uw raad de keuzenotitie Evenementen, horeca en terassen beleid vastgesteld. Vervolgens wordt momenteel gewerkt aan het uitwerken van de keuzes in een beleidsnota met betrekking tot dit onderwerp. Hierbij zullen wij tevens een koppeling maken met het aanpassen van de APV in het kader van de paracommercie en het alcohol matigingsbeleid. Per 1 januari 2013 zal ook het nieuwe drank- en horecawet in werking treden. De gevolgen van de nieuwe wet zullen wij ook verwerken in de beleidsnota. Begin 2013 zal dit aan uw raad worden voorgelegd. Integrale veiligheid De gemeenteraad stelt iedere 4 jaar een Integraal Veiligheidsbeleid vast, waarin de lokale prioriteiten vastgelegd worden en waarin de contouren van het veiligheidsbeleid binnen onze gemeente worden aangegeven. De actuele veiligheidsproblemen in onze gemeente worden benoemd en de wijze van aanpak van de problemen wordt geschetst. Centraal uitgangspunt blijft een integrale aanpak van de veiligheidsproblemen. Voor de periode 2011 tot en met 2014 zijn in de beleidsnota de volgende prioriteiten benoemd en worden de ambities met betrekking tot deze prioriteiten aangegeven: - (intensiveren van) de bestrijding van overlast door hondenpoep en zwerfvuil - woninginbraken - hinderlijke en/of overlastgevende jeugdgroepen en de bestrijding van overlast door jongeren - verkeersveiligheid - georganiseerde criminaliteit. De Kempengemeenten ontwikkelen, in samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie (OM), jaarlijks een Gemeenschappelijk Jaarplan Veiligheid. Van daaruit worden in een jaarlijks vast te stellen lokaal Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid de concrete doelen en de daarbij behorende in dat jaar te ondernemen activiteiten / maatregelen benoemd. Handhaving In 2012 is het vernieuwend toezicht- en handhavingsbeleid 2012 – 2015 vastgesteld. Preventie boven repressie is het motto van dit vernieuwend toezicht- en handhavingsbeleid. Handhaven is geen doel op zich. Het doel van handhaven is de naleving van de regelgeving te bevorderen. Communicatie speelt daarbij een zeer centrale rol. Er is sprake van een proactieve en preventieve benadering die probeert te voorkomen dat zaken achteraf tegen hoge kosten moeten worden rechtgezet. Bij vergunning- en informatie aanvragen is het van cruciaal belang dat de juiste en volledige informatie wordt gegeven. De juiste vergunningen, vrijstellingen, beleidsvormingen etc. leiden tot verminderde handhavingsprocedures. Maar denk hierbij ook aan meer communicatie naar de burgers toe, zodat ze meer bekend zijn met de geldende wet- en regelgeving waardoor de kans op overtreding afneemt. Ook bij de opstelling van nieuwe bestemmingsplannen, verordeningen etc. zal de handhaafbaarheid vooraf meer getoetst gaan worden. Hiermee wordt er meer capaciteit ingezet in de voorfase. Dit verdient zich terug omdat er uiteindelijk minder handhavend opgetreden hoeft te worden. Hierdoor ontstaat er een nieuwe balans tussen de 38
wet- en regelgeving/beleid en de handhaving. Om uitvoering te kunnen geven aan het nieuwe beleid worden in 2012 maatregelen genomen ter implementatie van dit beleid. Dit wordt projectmatig aangepakt middels het project implementatie vernieuwend toezicht- en handhavingsbeleid. In 2013 wordt tevens concreet uitvoering gegeven aan het nieuwe beleid via het uitvoeringsprogramma 2013. Veiligheidregio / Brandweer Per 1 januari 2011 zijn de gezamenlijke gemeenten op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost aangegaan en hebben zij op grond hiervan een openbaar lichaam, genaamd Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost ingesteld. De gemeente Bladel neemt hieraan ook deel. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin brandweer, GHOR en RAV (Regionale Ambulancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen, beperken en bestrijden. Binnen de Wet Veiligheidsregio’s wordt naar verwachting op 1 januari 2014 een wetsvoorstel (motie HennisPlasschaert, Kamerstukken II, 2010/11, 32 500-VI, nr. 23) geïmplementeerd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt er dan ook toe alle brandweergerelateerde taken naar het regionale niveau van de veiligheidsregio te tillen. Daarmee komt er een einde aan de gemeentelijke brandweren. Om hierop in te spelen is de gemeente Bladel voornemens om een uitgebreidere dienstverleningsovereenkomst aan te gaan met de Veiligheidregio, in eerste instantie voor de beroepskrachten en later ook aangevuld met de vrijwilligers. Niet duidelijk is nog hoe wordt omgegaan met de overdracht van de brandweerkazernes. Dit moet nog nader in beeld worden gebracht ook in relatie met het spreidingsplan van de Veiligheidsregio, waarin gekeken wordt naar spreiding van inzet van materieel en personeel. Of de kazernes in eigendom worden overgedragen of zullen worden verhuurd is nog onderwerp van studie. Wel zal natuurlijk het materieel t.z.t. worden overgedragen aan de Veiligheidsregio. In de loop van 2013 zal hierover meer duidelijkheid komen. Op 22 en 23 augustus 2012 zijn de burgemeesters van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost bij elkaar geweest om de toekomst van de organisatie van de brandweerzorg te bespreken. De regionalisering, de uitvoering van de inverdienopgave van het spreidingsplan en het financieringsmodel zijn in samenhang besproken. Als leidend principe is “brandweer over morgen” herbevestigd, omdat hiermee de grotere mate van veiligheid is te bereiken op een zeer efficiënte manier. Uitgangspunt is dat een gelijke basis brandweerzorg voor iedereen geleverd zal worden. Invoering wietpas De invoering van de wietpas is wettelijk bepaald. De gemeente hanteert de 0-optie, dus geen coffeeshop in de gemeente. Negatieve neveneffecten als gevolg van invoering van de wietpas zoals toename van overlast, het ontstaan van illegale markten en straathandel, worden binnen onze gemeente niet waargenomen. Indien dit wel het geval is dienen direct maatregelen genomen te worden. Dit vergt een goed samenspel tussen gemeenten, politie en OM. De lokale driehoek (burgemeester, politie en OM) vult het beleid concreet in en stelt zo nodig prioriteiten bij de dagelijkse handhaving. Gezien de nieuw te vormen regering is het nog onduidelijk of de wietpas gehandhaafd blijft in 2013. Deelname en samenwerking Veiligheidshuis Het algemene doel van het Veiligheidshuis is het creëren van een sluitende keten rond zorg- en risicogevallen om te voorkomen dat ze uitvallen in geboden trajecten, shopgedrag gaan vertonen of (weer) afglijden in de criminaliteit. Op 17 januari 2012 heeft het college besloten deel te nemen in het Veiligheidshuis Brabant Zuid-Oost, op de locatie Regio Eindhoven en is in de najaarsnota 2011 voor de periode 2013-2016 structureel een bijdrage van ca € 5.000,- opgenomen in de meerjarenraming t.b.v. het Veiligheidshuis. De Veiligheidshuizen Peelland en Regio Eindhoven werken samen. De samenwerking is vastgelegd in een convenant. De bestuurscommissie regionalisering Veiligheidshuizen zal de bestuurlijke en organisatorische fusie van de huidige Veiligheidshuizen voorbereiden. Het Veiligheidshuis Regio Eindhoven werkt sinds een aantal jaren succesvol aan meer veiligheid in de gemeente Eindhoven en heeft zich incidenteel ook ingezet voor gemeenten in de omgeving. Voor nazorg ex-gedetineerden is sinds 2010 een regionale aanpak ingezet en werkt een casemanager voor alle gemeenten in de regio Eindhoven. Ook justitiële casusoverleggen die een grotere reikwijdte hebben dan Eindhoven, functioneren binnen het Veiligheidshuis. Voor onze gemeente betekent dit dat het Veiligheidshuis ingeschakeld kan en zal worden bij de nazorg voor exgedetineerden, het casusoverleg veelplegers, aanpak casussen huiselijk geweld en tijdelijk huisverbod, casusoverleg risicojeugd en jeugdgroepen in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. 39
investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
2012
buurtpreventie project Veilig leven
2013
2014
2015
2016
5 5
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 - 2016 (Buurtpreventie) project Veilig leven Doel is om in de loop van 2013 de gehele gemeente te dekken door buurpreventie wijken. Op dit moment zijn 20 buurtpreventie wijken actief; er zullen nog vier nieuwe wijken volgen. Dit betekent dat in Hapert nog één wijk rondom de molen gerealiseerd zal worden en in Bladel drie wijken, te weten de wijken van de buurtverenigingen Het Pleintje en Egypte, buurtvereniging De Hoef en buurtvereniging Nieuw en Oud Veilig Oord. Dan bestaan er geen witte vlekken meer binnen onze gemeente. Buurtpreventie richt zich vooral op preventie in de openbare ruimte. Het nieuw op te zetten project Veilig Leven richt zich vooral op preventie en voorlichting in en rond het huis. Dit geschiedt dan door brandweervrijwilligers en mede buurtbewoners. Opzet is, om ná de pilot in 2013, hiervoor mensen op te gaan leiden (BHV-opleiding) die wonen in onze gemeente en op dit moment buiten het arbeidsproces staan. Zij geven dan in tweetallen voorlichting in hun eigen wijk aan mede buurtbewoners. Op deze manier worden ze weer nuttig gemaakt voor de maatschappij en werken ze mee aan de preventieve veiligheid. In totaal zouden een 16-tal mensen opgeleid kunnen gaan worden.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) stofkammaatregelen
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
A
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-17
-12
-10
-10
-13
-17
-12
-10
-10
-13
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag.
Ontwikkelingen Vorming nationale politie Invoering van een nationale politie en een nieuwe politiewet moet leiden tot betere politiezorg en meer veiligheid in Nederland. De huidige 25 regiokorpsen gaan op in dit nationale politiekorps. Het lokale gezag over de politie blijft ongewijzigd. Wat betreft de bestuurlijke aansturing van de politie betekent het onder andere dat er een andere indeling van politieregio’s komt en er 9 basisteams in de regio Oost-Brabant worden gevormd. Een van de basisteams wordt basisteam de Kempen waartoe de politie in de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Eersel, Oirschot, Reusel – De Mierden, Veldhoven en Waalre gaat behoren. Voor 2013 zullen de genoemde gemeenten, samen met het basisteam de Kempen en het OM, het Gemeenschappelijk Jaarplan Veiligheid 2013 opstellen dat wederom mede als basis zal dienen voor het lokale Uitvoeringsprogramma 2013. Door dit Uitvoeringsprogramma en de evaluatie ervan ter kennisgeving aan te bieden aan de gemeenteraad, wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid, de getroffen maatregelen en de effecten daarvan. De gemeen40
teraad zal tevens, o.a. via de jaarlijkse themabijeenkomst integrale veiligheid in de Commissie MAZ, op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen in het kader van de vorming van de nationale politie. Regionaal Informatie & Expertise Centrum (RIEC) De regionale samenwerking met het Regionaal Informatie & Expertise Centrum (RIEC) is verankerd in het regionaal convenant geïntegreerde decentrale aanpak georganiseerde misdaad Zuid Oost Brabant, hetgeen ook door onze gemeente in 2010 is ondertekend. Tot 2012 werd het RIEC gefinancierd door cofinanciering vanuit het ministerie van V&J (in relatie tot het aantal bestede uren vanuit de gemeente aan het RIEC) en uit het regionale openbare orde en veiligheidsfonds. Medio 2011 is door het Kabinet Rutte besloten om de inmiddels gevormde RIEC's vanaf 1 januari 2012 een structureel karakter te geven en dat vanaf die datum de RIEC's de grenzen zouden dienen aan te nemen van de beoogde nieuwe regionale politie-eenheden zoals aangeduid in de ontwerpwet Nationale Politie. Afhankelijk van de door u te maken keuzes in spoor 2, het cafetariamodel, wordt door de gemeente Bladel wel of niet gebruik gemaakt van de diensten van het RIEC. Voor de jaren ná 2013 wordt bezien welke regionale keuzes gemaakt gaan worden ten aanzien van de nieuwe politieregio en welke kosten hierin een rol gaan spelen. Dit wordt dan opnieuw aan uw raad voorgelegd.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
1.836 n
1.996 n
1.937 n
1.939 n
1.938 n
1.941
v
-17 v
-12 v
-10 v
-10 v
-13
Lasten bestaand beleid
n
raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
n
5
n
1.836 n
1.979 n
1.930 n
1.929 n
1.928 n
1.928
v
-83 v
-26 v
-26 v
-26 v
-26 v
-26
Totaal baten
v
-83 v
-26 v
-26 v
-26 v
-26 v
-26
Resultaat vóór bestemming
n
1.753 n
1.953 n
1.904 n
1.903 n
1.902 n
1.902
n
1.753 n
1.953 n
1.904 n
1.903 n
1.902 n
1.902
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo veiligheid
(+ = nadeel en - = voordeel) Het verloop ná 2011 wordt veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten.
41
3.3.2. Jeugd en gezin I. Doelen 2010 - 2014 Algemeen • Ondersteunen van kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers binnen en buiten de gezinssituatie bij het omgaan met belemmeringen in hun persoonlijke situatie. Een gemeente waar de jeugd de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen, gebruik makend van eigen talenten en capaciteiten. Een gemeente waar jongeren gebruik kunnen maken van letterlijk en figuurlijk laagdrempelige voorzieningen en faciliteiten. Jeugd en Jongerenwerk: • Een flexibel jeugdbeleid. • Jongeren, ouders en intermediairs (professionals) moeten dicht bij huis een beroep op ondersteuning bij het opgroeien en opvoeden kunnen doen. • Verbeteren van het kunnen omgaan van kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers met belemmeringen in de persoonlijke situatie middels ondersteuning. • Vergroten van de ontwikkelingsruimte van kinderen en jongeren. • Het aanbieden van laagdrempelige voorzieningen en faciliteiten. • Bewustwording van jongeren dat zij deel uitmaken van de samenleving en daarvoor verantwoordelijkheid dragen. • Toerusten van ouders en verzorgers voor hun verantwoordelijkheden (opvoedingstaken). • Verbeteren van vroegsignalering middels ontwikkeling van de gemeentelijke taken op het gebied van de preventieve jeugdzorg. • Zorgdragen voor betaalbare, veilige en toegankelijke voorzieningen en ontmoetingsplekken voor jongeren. • Betrekken van jongeren bij beleidsvorming. • Afstemming tussen zorg, onderwijs, jongerenwerk en hulpverlening. • Op peil houden en waar mogelijk aanpassen of uitbreiden van het voorzieningenniveau. Preventieve jeugdzorg: Uitvoering geven aan de taken uit de Wmo middels invulling van de volgende vijf functies: • Signalering • Toeleiding naar het hulpaanbod • Licht pedagogische hulp • Coördinatie van zorg op lokaal niveau • Informatie en Advies Om bovenstaande vijf functies in te vullen is er een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) gerealiseerd en geopend eind 2011. Aan de hand van een jaarlijks op- en bij te stellen activiteiten programma wordt nader vorm gegeven aan de samenwerking van de uitvoerende organisaties die gelinkt zijn aan het CJG. Daarnaast moet het structureel overleg van de kernpartners (maatschappelijk werk – jongerenopbouwwerk – jeugd GGZ) een bijdrage leveren aan de doorontwikkeling van het CJG. Primair onderwijs Alle scholen voor primair onderwijs zijn participant in het “samenwerkingsverband primair onderwijs Valkenswaard, Veldhoven e.o.” Het betreft scholen voor basis en speciaal onderwijs gesitueerd in de gemeenten Bergeijk, Bladel, Cranendonck, Eersel, Heeze-Leende (gedeeltelijk), Oirschot, Reusel-De Mierden, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Het bestuur van het samenwerkingsverband dient met de gemeenten een op overeenstemming gericht overleg te voeren over het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. In dit plan staat hoe het samenwerkingsverband leerlingen met speciale behoeften op scholen plaatst en hoe de ondersteuningsmiddelen worden ingezet op de diverse scholen. Kinderopvang: • Voldoende, gevarieerd, betaalbaar en flexibel aanbod van kinderopvangmogelijkheden dicht bij huis, van een gegarandeerd goede kwaliteit. • Uitvoering wettelijke taken op het gebied van de Wet Kinderopvang. Peuterspeelzaalwerk: • Een zodanig betaalbaar en kwalitatief aanbod van peuterspeelzaalwerk dat ieder kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar gedurende twee dagdelen per week de peuterspeelzaal kan bezoeken. • Voorkomen van taalachterstanden op de basisschool. 42
Jeugdgezondheidszorg: • De gezondheid, groei en ontwikkeling van jeugdigen bevorderen en beschermen.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. • • •
Uitwerking keuzenotitie Lokale Educatieve Agenda Inrichten brede school kern Casteren Bevorderen betrokkenheid jeugd bij het jeugd- en jongerenwerk
III. Wat gaan we doen in 2013? Uitwerken notitie Lokale Educatieve Agenda (LEA) De gemeente vervult een voorwaardenscheppende, ondersteunende en stimulerende rol ter bevordering van de samenwerking van scholen met peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, jeugdgezondheidszorg en welzijnswerk. Daarbij is uitgangspunt dat instellingen en gemeente op basis van gelijkwaardigheid samenwerken en ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben. Het beslisdocument LEA Bladel is door de gemeenteraad op 16 december 2010 vastgesteld. De gemeenteraad heeft ingestemd met de volgende - in het beslisdocument LEA Bladel opgenomen - voorstellen, suggesties of ambities: 1. structureel € 25.000,- bestemmen voor voorschoolse educatie; 2. bij de brede school ontwikkeling nog meer nadruk leggen op inhoudelijke samenwerking om een goede doorgaande lijn 0 – 12 jarigen te verwezenlijken; 3. in het kader van passend onderwijs streven naar een vestiging van een VSO-ZMOK voorziening in Bladel, waarbij als uitgangspunt geldt dat deze operatie budgettair neutraal geschiedt; 4. middelen uitvoering sportnota (€ 25.000,- incidenteel en € 7.500,- structureel) en een deel van de voormalige middelen schoolbegeleiding inzetten voor combinatiefuncties. Ad 1. Hoewel in eerste aanleg wij niet de verwachting hadden nog in aanmerking te komen voor een specifieke uitkering onderwijsachterstanden, is in het Besluit specifieke uitkering gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 20112014 voor Bladel een bedrag opgenomen van ca € 35.000,-. Dit bedrag zal, overeenkomstig het vastgestelde beleid, volledig worden ingezet in de voorschoolse voorzieningen (extra opvang doelgroepkinderen VVE, verlaging ouderbijdrage doelgroepkinderen VVE, compensatie Bladel Overdrachtsinstrumentarium en (bij)scholing personeel peuterspeelzalen en kinderopvang). Het gereserveerde bedrag van € 25.000,- kan anders/breder worden ingezet. Wij hebben besloten de middelen in te zetten in het kader van de harmonisatie peuterspeelzaalwerk/kinderopvang. Ad 2. Deze ambitie wordt breed uitgedragen richting het (voorschools) onderwijsveld. De (inhoudelijke) samenwerking tussen de instellingen is groeiende en krijgt binnen het vastgestelde VVE beleid steeds meer gestalte. Niet alleen via professionalisering leidsters peuterspeelzalen, pedagogisch medewerkers kinderopvang en leerkrachten onderbouw basisscholen, maar ook door uitwisseling en versterking onderlinge contacten. Ad 3. Essentie van passend onderwijs is dat de (nieuw op te richten) samenwerkingsverbanden zorgplannen gaan maken die voorzien in passend onderwijs voor elke leerling. Over de zorgplannen dient afstemming plaats te vinden met de gemeenten. In hoeverre de ambitie om in Bladel een VSO-ZMOK voorziening te realiseren is in te passen binnen de stelselwijziging passend onderwijs, is op dit moment niet te zeggen. Wel willen wij hier, in goede samenspraak met het Pius X college, sterk op inzetten. Uitgangspunt blijft dat een en ander budgettair neutraal geschiedt. Ad 4. Zie toelichting sociale samenhang en leefbaarheid. Inrichten brede school kern Casteren In Casteren is op 27 februari 2012 gestart met de bouw van de brede school (aanbouw aan het gemeenschapshuis den Aord). Volgens planning wordt de bouw eind 2012 opgeleverd en zullen de Casterse leerlingen na de kerstvakantie hun intrek kunnen nemen in het nieuwe gebouw. Naast onderwijs, zullen ook de functies peuterspeelzaalwerk, buitenschoolse opvang, bibliotheek hun intrek nemen in het nieuwe gebouw. Kinderopvang Nummereen heeft te kennen gegeven de ongeveer 80 m² in de nieuwbouw van de brede school Casteren niet permanent te kunnen huren. Als gevolg van de afnemende vraag naar kinderopvang (beperking be43
lastingtoeslag ouders), is het voor Nummereen uit bedrijfseconomisch oogpunt niet verantwoord om structureel een aantal vierkante meters te huren. In Casteren is enkel behoefte aan tussenschoolse opvang (TSO)- en buitenschoolse opvang (BSO), niet aan dagopvang. De TSO en BSO wil Nummereen organiseren in een deel van de aula van de school (op basis van werkelijk gebruik). Een onlangs ingesteld onderzoek naar de behoefte aan kinderdagopvang in Netersel en Casteren gezamenlijk heeft niet geleid tot een zodanige vraag dat het bedrijfseconomisch verantwoord is een kinderdagverblijf in de brede school Casteren op te starten. De in de brede school door Nummereen te huren ruimte zou ook medegebruikt worden door de peuterspeelzaal (twee dagdelen per week). De betreffende ruimte komt nu volledig ter beschikking van de basisschool en wordt voor twee dagdelen per week in gebruik gegeven aan de peuterspeelzaal. Inrichten brede school kern Bladel Voor de scholen in de kern Bladel opteren we voor zogenaamde netwerk-brede-scholen, waarbinnen de kindgerelateerde functies op inhoud samenwerken. Inrichten brede school kern Hapert Besluitvorming over het project “Verkenning Multifunctionele Accommodatie Hapert” heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 28 juni 2012. Een van de doelstellingen van het project was dat er duidelijkheid diende te komen over de reguliere onderhoudsbeurt van basisschool de Marnix. Van het bestuur van de Marnix is een aanvraag binnengekomen voor (financiële) medewerking voor het treffen van renovatieachtig onderhoud. Vanaf 2002 wordt de kwaliteitsimpuls schoolgebouwen uitgevoerd. Met de schoolbesturen is destijds de afspraak gemaakt om de uitvoering van de impuls over meerdere jaren uit te smeren, dit om de gemeentebegroting niet in enig jaar teveel te belasten. Alle schoolgebouwen, met uitzondering van de Marnix, hebben een impuls gehad. Al ongeveer 8 jaar vindt met het bestuur van de Marnix overleg plaats over het uitvoeren van de kwaliteitsimpuls / renovatie van het gebouw aan de Oude Provincialeweg te Hapert. Steeds is uitvoering ervan opgeschort; Vanaf 2007 heeft dit te maken met de toekomstige levensvatbaarheid van de school en -recent nog- met de centrumontwikkelingen Hapert. Onderkend wordt dat het gebouw van de Marnix toe is aan renovatie / kwaliteitsimpuls. Hoewel toezeggingen hiertoe in het verleden zijn gedaan, blijft echter de vraag of het verantwoord is op dit moment te investeren in een gebouw waarvan de toekomst ongewis is. Gelet op de recente ontwikkelingen die ertoe hebben geleid dat de school onder de opheffingsnorm van 50 leerlingen is gedaald, wordt besluitvorming over het treffen van renovatieachtig onderhoud aan het gebouw van de Marnix aangehouden tot na de wettelijke teldatum 1 oktober 2012. Inrichten brede school kern Netersel Het bestaande schoolgebouw van basisschool Lambertus is in 2011 opgeknapt. Het gebouw voldoet aan de eisen van deze tijd. De functies onderwijs, peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse opvang zijn erin ondergebracht. Kinderdagopvang nog niet, hiervoor is (nog) te weinig belangstelling. Inrichten brede school kern Hoogeloon In Hoogeloon zijn de functies buitenschoolse opvang en bibliotheek gebouwelijk geïntegreerd in basisschool de Vest aan het Hofveld. De peuterspeelzaal heeft een eigen voorziening aan de Hoofdstraat. Er is onderzoek gedaan naar de behoefte aan kinderdagopvang opvang. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat er nauwelijks behoefte is aan kinderdagopvang, wel aan tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Inmiddels wordt een inhoudelijke samenwerkingsovereenkomst voorbereid tussen de partners in de (netwerk) brede school Hoogeloon (als uitwerking van een van de actiepunten verwoord in iDOP Hoogeloon, brede school, fase 1-korte termijn). Als uitwerking van fase 2-lange termijn hebben wij uw raad in de raadsvergadering van 20 september 2012 een voorstel gedaan om vooralsnog niet over te gaan tot het realiseren van een brede school aan het Valensplein, maar met minimale investeringen praktische invulling geven aan het realiseren van een brede school op de huidige lokatie aan het Hofveld. Bevorderen betrokkenheid jeugd bij jeugd- en jongerenwerk Er wordt door het jeugd- en jongerenwerk ingezet op jongerenparticipatie in gemeente Bladel. Hiertoe worden wensen van jongeren geïnventariseerd en tegelijkertijd worden de jongeren gestimuleerd om zelf initiatieven te nemen. Een concreet initiatief is de uitvoering van het project ‘Codename Future’ op het Pius-X college. In dit project wordt ingezet op actief burgerschap. Hiertoe wordt er aan de slag gegaan met maatschappelijke onderwerpen in de eigen leefomgeving. Verder zijn jongeren van het Pius-X college in het kader van hun maatschappelijke stage betrokken bij het organiseren van diverse activiteiten voor hun eigen doelgroep.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. 44
investeringen
omschrijving
2014
2015
2016
vervanging asbesthoudende golfplaten de Vest
73
7
7
7
vervanging hang- en sluitwerk de Piramide
19
3
3
3
(bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
2012
vervanging CV-leidingen basisschool de Vest brede school Casteren: investeringsbijdrage WSZ
5 374
-17
doordecentralisatie huisvesting praktijkschool investeringsbijdrage decentraal jongerenwerk totaal lasten jeugd en gezin
2013
19
18
17
16
86
86
86
86
110
114
113
112
49 374
92
32
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Huisvesting onderwijs 2013 Huisvesting onderwijs 2013 Van Onderwijsstichting KempenKind zijn een drietal aanvragen binnengekomen voor opname op het programma voorzieningen huisvesting onderwijs 2013. Het betreft: 1. Vervanging asbesthoudende golfplaten dak basisschool de Vest: € 73.000,2. Vervanging hang- en sluitwerk SBO de Piramide: € 19.000,- en 3. Vervanging CV-leidingen basisschool de Vest: € 5.000,Ad. 1. Vervanging dak (asbesthoudende golfplaten) basisschool de Vest. Het huidige hellend dakgedeelte van basisschool de Vest bestaat uit asbesthoudende golfplaten. Uit een door een gespecialiseerd bedrijf uitgevoerd onderzoek is gebleken dat er sprake is van verwering (zichtbare erosie). Dit wil zeggen dat deeltjes van de golfplaten loslaten (met name bij de aanhechtingen). Dit maakt sanering noodzakelijk. Vraag doet zich voor wie de kosten van sanering en vervanging van de golfplaten dient te betalen? Schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de gebouwen en zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor het gebruik. Ze zijn ook verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van leerlingen, leerkrachten en ouders binnen de school. Een schoolbestuur moet dus actie ondernemen als er iets mis is met het gebouw. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bekostiging van de bouw en het onderhoud buitenkant (voor zover niet doorgedecentraliseerd). Gelet op de conclusie van het rapport van het gespecialiseerd bedrijf, komt de voorziening “sanering en vervanging van de asbesthoudende golfplaten van basisschool de Vest” voor rekening van de gemeente. De hiermee gepaard gaande kosten komen uit op een totaalbedrag van € 73.000,-. Ad. 2. Vervanging en vernieuwing hang- en sluitwerk SBO de Piramide. De onderhoudsactiviteit vervanging hang- en sluitwerk behoort tot een van de renovatieachtige activiteiten die niet is doorgedecentraliseerd aan de schoolbesturen. Deze activiteit komt volgens de bepalingen opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs voor rekening van de gemeente. De kosten gemoeid met het vervangen van het hang- en sluitwerk binnen/buitenkozijnen SBO de Piramide bedragen € 19.000,-. Ad. 3. Vervanging CV leidingen basisschool de Vest. Ook de vervanging van radiatoren, convectoren en leidingen betreft een renovatieachtige activiteit waarvoor de gemeente financiële verantwoordelijkheid draagt. De kosten gemoeid met de vervanging van CV leidingen van basisschool de Vest bedragen € 5.000,-. Brede school Casteren Zie toelichting blz 43. Doordecentralisatie huisvestingsvoorzieningen praktijkschool Het Pius-X college bouwt op dit moment een nieuwe praktijkschool op haar schoolterrein aan de Tuinstraat. Naar alle waarschijnlijklheid zal dit schoolgebouw haar deuren op 1 januari 2013 openen. Op dat moment zal de overeenkomst tot doordecentralisatie praktijkafdeling op dezelfde leest geschoeid worden als die van de overige afdelingen: op basis van leerlingenaantallen. Dit heeft tot gevolg dat de huidige vergoeding voor de praktijkafdeling wordt opgetrokken tot € 166.000,-. Decentraal jongerenwerk Op basis van de beleidsnota met betrekking tot het decentraal jongerenwerk is vastgesteld het budget te reserveren voor eventuele aanpassingen ten behoeve van het decentraal jongerenwerk. In de kernen Hoogeloon, Hapert, en Casteren zijn inloopvoorzieningen gerealiseerd. Een inloopmogelijkheid in Bladel is in 2012 gerealiseerd in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een inloopmogelijkheid in de kern Netersel dient nog vorm gegeven te worden. In samenwerking met de jeugd en het jongerenopbouwwerk worden behoefte en mogelijkheden in beeld gebracht. 45
Afhankelijk van de uitkomsten wordt een start gemaakt met, of uitvoering gegeven aan het inrichten van inloopvoorzieningen voor Netersel.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) beëindiging / versobering peuterspeelzalen stofkammaatregelen niet onderbouwde werkbudgetten
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
B A A
totaal nog te realiseren
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-9 -21
-9 -57
-50 -9 -66
-50 -9 -66
-50 -9 -66
-30
-66
-125
-125
-125
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Versobering peuterspeelzaalwerk Stichting peuterspeelzalen gemeente Bladel heeft in de exploitatiebegroting 2013 de 5% bezuinigingstaakstelling doorgevoerd. Ook voor 2014 en 2015 zal de instelling de bezuinigingstaakstelling van 5% door moeten voeren. Daarnaast hebben wij als gevolg van de harmonisatie peuterspeelzaalwerk – kinderopvang een extra bezuiniging ingerekend van € 50.000,- vanaf 2014. Het is echter maar de vraag of deze extra bezuiniging gerealiseerd kan worden. Wij denken dat, zeker in een overgangsperiode, de harmonisatie niet zal leiden tot afname van het gemeentelijk subsidie. Wellicht in de jaren daarna, maar daarover is thans geen uitsluitsel te geven, omdat we in het begin staan van het harmonisatietraject. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag.
Ontwikkelingen Tijdelijke huisvesting peuterspeelzaal de Hummeltjes Hapert Voor de tijdelijke huisvesting van peuterspeelzaal de Hummeltjes Hapert in het gebouw van basisschool het Palet zijn aanpassingen nodig. Op dit moment vindt overleg plaats met de peuterspeelzaal en de school om de betreffende binnen- en buitenruimte geschikt te maken voor peuterspeelzaalwerk. De realisatie van de aanpassingen zal in september en oktober zijn beslag krjjgen. Verhuizing is gepland in de herfstvakantie. Transitie jeugdzorg Het stelsel van de jeugdzorg gaat ingrijpend veranderen. Het kabinet Rutte heeft in haar regeerakkoord opgenomen dat de vrijwillige provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (jeugd-GGZ) en de zorg voor lichte verstandelijke gehandicapten (jeugd-LVG) moeten integreren tot één stelsel voor hulp aan jeugdigen en gezinnen. De verantwoordelijkheid hiervoor komt geheel bij de gemeenten te liggen. In het regeerakkoord is opgenomen dat de Centra voor Jeugd en Gezin als frontoffice gaan dienen voor alle jeugdzorg binnen de gemeente. Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft in deze een centrale en coördinerende rol in de organisatie en de toegankelijkheid van de zorg. Hoe deze rol er in de praktijk precies gaat uitzien zal gaandeweg het transitieproces duidelijk worden. De verwachting is dat dit proces uiterlijk in 2016 is afgerond. Ambtelijk is deze 'transitie' in voorbereiding (Bladel heeft zitting in werkgroep SRE en de werkgroep in de Kempen). Vooruitlopend op de transitie draaien de Kempengemeenten tot in 2013 een pilot met Bureau Jeugdzorg en de Centra voor Jeugd en Gezin. De pilot is gericht op de samenwerking tussen BJZ en de CJG´s met als beoogd doel om te oefenen en inzicht te krijgen in de werkzaamheden die met het verdwijnen van Bureau Jeugdzorg naar de gemeenten komen.
46
Harmonisatie peuterspeelzaalwerk - kinderopvang Als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen op het peuterspeelzaalwerk én van veranderingen in de wetgeving op het gebied van ontwikkelingen van jonge kinderen, wordt er steeds meer samengewerkt tussen voorschoolse instellingen. De gemeente Bladel, de Stichting peuterspeelzalen gemeente Bladel en Nummereen Kinderopvang (kinderdagverblijf De Paraplu) oriënteren zich op dit moment op de mogelijkheden van een intensieve samenwerking tussen peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Door elkaars werkzaamheden op elkaar af te stemmen, kunnen de sterke kanten van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang worden gecombineerd, waardoor een optimale voorschoolse voorziening voor jonge kinderen ontstaat. De komende tijd (2012-2013) wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn van deze samenwerking, wat dat betekent voor kinderen, ouders en medewerkers en hoe dit het best kan worden aangepakt. Uiteindelijk zal op basis van die onderzoeken een definitieve keuze worden gemaakt. In de eerste overleggen tussen de partners zijn vier randvoorwaarden gesteld waaraan de samenwerking moet voldoen: 1. Behoud kwaliteit (waaronder Voor- en Vroegschoolse Educatie) 2. Laagdrempeligheid (betaalbaar blijven voor ouders) 3. Waarborging werkgelegenheid personeel 4. Behoud voorzieningen in alle kernen Omdat het proces in maart 2012 is gestart, is niet precies duidelijk hoeveel tijd het in beslag zal nemen. Betrokken ouders en medewerkers worden van de resultaten van de deelonderzoeken op de hoogte gehouden. Mocht uiteindelijk definitief de keuze worden gemaakt voor de samenwerking, dan zal deze niet eerder ingaan dan het schooljaar 2013-2014. Laatste ontwikkeling is dat een uitspraak van de rechtbank Middelburg (werkende ouders komen niet in aanmerking voor belastingtoeslag als hun kinderen “slechts” 2 keer 2,5 uur per week gebruik maken van peuteropvang) de harmonisatiegesprekken heeft opgeschort. We hebben de VNG gevraagd wat voor gevolgen de rechtelijke uitspraak heeft voor het in Bladel in gang gezette harmonisatietraject. De ontwikkelingen worden als keuze in het cafetariamodel (spoor 2) aan de raad voorgelegd.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
3.963 n
4.518 n
4.425 n
4.338 n
4.289 n
4.306
raadsprogramma 2010-2014
n
115 n
109 n
109 n
109 n
109
dekkingsmaatregelen
v
-30 v
-66 v
-125 v
-125 v
-125
meerjarenprogramma 2012-2016
n
49 n
127 n
131 n
130 n
129
n
3.963 n
4.652 n
4.595 n
4.453 n
4.403 n
4.419
n
115 v
-222 v
-222 v
-222 v
-205 v
-205
v
-17 v
-17 v
-17 v
-17 v
-17
(bedragen x € 1.000,-) Lasten bestaand beleid
Totaal lasten
n
Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 Totaal baten
n
115 v
-239 v
-239 v
-239 v
-222 v
-222
Resultaat vóór bestemming
n
4.078 n
4.413 n
4.356 n
4.214 n
4.181 n
4.197
n
4.078 n
4.413 n
4.356 n
4.214 n
4.181 n
4.197
beoogde mutaties reserves Saldo jeugd en gezin
(+ = nadeel en - = voordeel) Tot en met 2011 ontvangen we een brede doeluitkering voor de uitvoering van het CJG. Deze uitkering wordt met ingang van 2012 via de algemene uitkering (beleidsveld bestuur) ontvangen. Het verloop ná 2011 wordt voorts veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten. 47
In 2011 hebben we de ontvangen stimuleringsbijdrage brede scholen terugbetaald aan het ministerie, omdat het project brede school Casteren niet voor 31 december 2011 gerealiseerd kon worden. De van het rijk ontvangen bijdragen in het kader van de regeling binnenklimaat primair onderwijs zijn overeenkomstig de regeling besteed en overgemaakt op rekening van het schoolbestuur.
48
3.3.3. Maatschappelijke participatie I. Doelen
•
Burgers door middel van individuele voorzieningen (hulpmiddelen en diensten) zodanig ondersteunen, zodat het mogelijk is om: - een huishouden te voeren - zich te verplaatsen in en om de woning - zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel - medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten: zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen en zelfstandig deel laten nemen aan de samenleving. Veiligheid en gebruiksgemak van de woning en woonomgeving. Evenwichtige leeftijdsopbouw in het dorp, waardoor de beschikbaarheid van mantelzorg bevorderd wordt. Ontwikkeling van een zorgcultuur die erop gericht is de zorg naar de mensen te brengen en niet de mensen naar de zorg. De ontwikkeling van dienstencentra in elke kern, waar zorg- en welzijnsdiensten worden aangeboden. De ontwikkeling van zorg- en welzijnsdiensten, die het voor de doelgroep mogelijk maken om deel te blijven uitmaken van de lokale gemeenschap. Het inrichten en verstrekken van dusdanige voorzieningen dat de gevolgen van een handicap voor gehandicapte inwoners en huisgenoten worden verlicht. Het herstellen van de controle over de zelfstandige deelname aan het maatschappelijk leven. Het scheppen van goede voorwaarden en condities. Het geven van stimulansen. Een laagdrempelige informatie-, advies- en ondersteuningsfunctie op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Een zo goed mogelijk pakket aan Wmo-voorzieningen aan de burger aanbieden. Vermindering van de groep burgers die (tijdelijk) niet in hun inkomen kunnen voorzien. Voorzien in ondersteunende financiële regelingen voor inwoners die (langdurig) moeten rondkomen van een minimuminkomen. Actief uitvoering geven aan wettelijke taken vanuit Wet inburgering. Vergroten arbeidsparticipatie, inburgering en bevorderen van maatschappelijke participatie door deelname aan educatie.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn geen beleidsaccenten geformuleerd voor 2013.
III. Wat gaan we doen in 2013?
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012 – 2016 opgesomd en nader toegelicht. investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2012
2013
2014
2015
2016
acties uit Welzijn, Zorg en Maatsch.ondersteuning
2015
2016
14
14
39
43
43
acties uit Welzijn, Zorg en Maatsch.ondersteuning
20
15
totaal lasten maatschappelijke participatie
34
29
39
43
43
Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Uitvoering beleidsacties uit Beleidskader Welzijn, Maatschappelijke onderst. en Zorg 2012-2015 Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad het Beleidskader Welzijn, Maatschappelijke ondersteuning en Zorg 2012-2015 vastgesteld. De volgende beleidsacties worden uitgevoerd: Doorontwikkeling Zorgloket (kernen): 49
De toegang tot het Zorgloket Bladel willen we (verder) lokaliseren naar alle kernen. Daarvoor hebben we al afspraken gemaakt met de Zorgcoöperatie Hoogeloon en het Steunpunt De Kloostertuin in Hapert. Wij willen ook in Netersel en Casteren op lokaal niveau de samenwerking met het Zorgloket Bladel versterken en verstevigen. Het gevraagde eenmalig bedrag ad € 5.000,- is voornamelijk bedoeld voor deskundigheidsbevordering en (extra) scholing. Doorontwikkeling Maatschappelijk steunsysteem: Het maatschappelijke steunsysteem SPAR wordt doorontwikkeld tot het Bladelse casuïstiekoverleg voor de intensieve zorgvrager met een psychische-, psychiatrische- of somatische beperking (of een combinatie daarvan). Een dergelijk overleg kan alleen plaatsvinden onder nadrukkelijke coördinatie van (de medewerkers van) het Zorgloket. Dit vraagt extra personele inzet van de ISD (structurele kosten € 10.000,-). Subsidiepilot bijzondere doelgroepen: Lokale verenigingen en vrijwilligersorganisaties worden met een (additionele) subsidie gedurende twee jaren ad € 5.000,- op (het jaarlijkse subsidieprogramma) uitgedaagd om vernieuwende activiteiten te organiseren voor mensen met beperking. Subsidieregeling waardering vrijwilligers niet-gesubsidieerde verenigingen: In 2011 is in het kader van het Jaar van de Vrijwilliger een subsidieregeling uitgevoerd voor de waardering van vrijwilligers van niet-gesubsidieerde verenigingen/instellingen. Voor 2012 en 2013 wordt een (aangescherpte) subsidieregeling ad € 5.000,- voorgesteld met als doel waardering van vrijwilligers. Uitvoering nieuw lokaal gezondheidsbeleidsplan: Voor de uitvoering van de acties in het kader van het lokaal gezondheidsbeleid wordt structureel ca € 4.000,geraamd. Ontwikkelen/uitbreiden slimme zorg-concepten: Om mensen met beperkingen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen – in het bijzonder mensen met (beginnende) dementie- zijn nieuwe zorgvormen noodzakelijk. Samen met lokale zorgaanbieders willen we in Bladel experimenteren met zorg op afstand waarbij de inzet van de gemeente Bladel gericht zal zijn op bewustwording en het onder de aandacht brengen van de mogelijkheden van ICT-/ Domotica-/Slimme zorg. Met zorgaanbieder Zuidzorg is al een plan van aanpak gemaakt. Extra kosten gedurende twee jaar ad € 5.000,-. Nieuwe vrijwilligersbeleid (structurele lasten van € 10.000,- vanaf 2014); Actieprogramma mensen met schulden (structurele lasten van € 5.000,- vanaf 2014); Versterking en verpersoonlijking mantelzorgondersteuning (structurele lasten van € 10.000,- vanaf 2014); Aanpak problematiek eenzaamheid onder ouderen (structurele lasten van € 2.000,- vanaf 2015) en Ondersteuning dementerenden (structurele lasten van € 2.000,- vanaf 2015).
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) MEE ZO-Brabant 20% taakstelling stofkammaatregelen niet onderbouwde werkbudgetten
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
B A A
totaal nog te realiseren
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-49
-1 -18 -10
-1 -18 -10
-1 -18 -10
-1 -18 -10
-49
-29
-29
-29
-29
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen MEE Zuidoost-Brabant Tussen de gemeente en MEE Zuidoost Brabant is voor de periode 2009 tot en met 2012 een zogenaamde budgetovereenkomst afgesloten. Hierin is een vast bedrag per jaar afgesproken. Na vaststelling van het subsidieplafond welzijnssubsidies 2012-2015 is de taakstelling volledig gerealiseerd. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag.
50
Ontwikkelingen Wet Werken Naar Vermogen De Wet Werken Naar Vermogen is met de val van het kabinet Rutte controversieel verklaard. Inmiddels is duidelijk dat er geen meerderheid (meer) lijkt te zijn voor belangrijke onderdelen van de Wwnv zoals aanscherping van de WSW-indicaties. De verwachting is echter dat de uitgangspunten van de Wwnv, zoals meer verantwoordelijkheid en risico bij gemeenten, wel terug zullen komen in een nieuwe wet. Ondanks het (vooralsnog) ontbreken van een beleidsmatige legitimatie zullen gemeenten in 2013 wel (al) worden geconfronteerd met bezuinigingen op de uitvoering van de sociale zekerheid zoals kortingen op het participatiebudget. Ook bij het UWV-WERKbedrijf is er de komende jaren sprake van omvangrijke bezuinigingen, waardoor de dienstverlening vanuit de kleinere werkpleinen (waaronder het Werkplein de Kempen) onder druk komt te staan en mogelijk anders georganiseerd gaat worden (vanuit de zgn. Plus-vestigingen). Zowel voor wat betreft wetgeving, budgetten als samenwerking met ketenpartners op het terrein van werk en inkomen staan de gemeenten aan de vooravond van grote wijzigingen die ingrijpend van aard zullen zijn. Herstructurering WVK / ISD Ondanks het controversieel verklaren van Wet Werken naar Vermogen bestaat er bij de Kempengemeenten een (autonome) behoefte om de uitvoering van de sociale zekerheid (voor zover het gaat om de gemeentelijke verantwoordelijkheid) beter op elkaar af te stemmen. De uitvoeringsorganisaties (WVK en ISD) zullen de komende jaren te maken krijgen met bezuinigingen terwijl doelgroepen en reïntegratietrajecten vergelijkbaar zijn. Door intensievere samenwerking van beide organisaties zijn financiële en organisatorische voordelen te halen.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
12.055 n
12.081 n
12.075 n
11.918 n
11.985 n
11.989
dekkingsmaatregelen
v
-49 v
-29 v
-29 v
-29 v
-29
meerjarenprogramma 2012-2016
n
34 n
29 n
39 n
43 n
43
n
12.055 n
12.066 n
12.075 n
11.928 n
11.999 n
12.003
v
-7.912 v
-8.244 v
-8.614 v
-8.690 v
-8.576 v
-8.576
Totaal baten
v
-7.912 v
-8.244 v
-8.614 v
-8.690 v
-8.576 v
-8.576
Resultaat vóór bestemming
n
4.143 n
3.822 n
3.461 n
3.238 n
3.423 n
3.427
n
4.143 n
3.822 n
3.461 n
3.238 n
3.423 n
3.427
(bedragen x € 1.000,-)
2016
Lasten bestaand beleid
n
raadsprogramma 2010-2014
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo maatsch. participatie
(+ = nadeel en - = voordeel) De lagere opbrengst 2011 wordt veroorzaakt door de lagere rijksbijdrage inkomensvoorziening. Het verloop ná 2011 wordt veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten en vanaf 2015 ontvangen we van WVK-groep geen winstuitkering meer.
51
3.3.4. Preventie en opvang I. Doelen 2010-2014 Door preventie bijdragen de psychische en lichamelijke gezondheid van burgers bevorderen, omdat gezonde mensen beter in staat zijn om volwaardig aan de maatschappij deel te nemen. Daar waar door psychische of sociale problemen maatschappelijke deelname niet meer mogelijk is zorgen voor een vangnet om verslechtering te voorkomen. • •
• • •
Het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen onder de bevolking. Het beschermen en bevorderen van het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van de bevolking, waarbij leefstijl en gedrag, sociale en fysieke omgeving en zorgvoorzieningen mede van invloed zijn. Subdoelstellingen: Bevorderen dat alle inwoners optimale kansen op gezondheid hebben. Bevorderen dat alle relevante sectoren (binnen en buiten de gemeente) bijdragen aan het vergroten van de kansen op gezondheid. Het bieden van hulp op maat aan burgers die dat nodig hebben op de terreinen maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. • •
Evaluatie lokaal gezondheidsbeleid & opstellen nieuw lokaal gezondheidsbeleid Halfjaarlijkse voortgangsrapportage bereikte resultaten CJG
III. Wat gaan we doen in 2013? Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Voortgangsrapportage bereikte resultaten CJG Eind 2011 is het Centrum voor Jeugd & Gezin aan de markt in Bladel geopend. Hierin zijn de kernpartners ZuidZorg, GGD, Lumens Groep en Jeugd-Punt gehuisvest. Vanuit dit CJG wordt de zorg voor jeugdigen en hun ouders georganiseerd en gecoördineerd. Het CJG wordt ondersteund door een website en een telefoonlijn voor vragen en informatie. In 2012 is in alle kernen een Informatiepunt Opvoeding gerealiseerd waar ouders en opvoeders terecht kunnen met alle vragen over opvoeden en opgroeien. Inhoudelijk wordt door de betrokken professionele organisaties ingezet op een sluitende aanpak volgens het principe “één gezin, één plan”. Instrumenten die worden ingezet om dit doel te bereiken zijn het faciliteren en ondersteunen van een actief gebruik van het signaleringsysteem Zorg voor Jeugd en goed uitgeruste zorgadviesteams op de scholen. In 2013 en verder wordt het CJG doorontwikkeld gericht op samenwerking en afstemming tussen de organisaties uit het zorg-, welzijn- en onderwijsveld en gericht op de taken en verantwoordelijkheden die naar de gemeente komen in het kader van de transitie Jeugdzorg. Inlooppunten informatie en advies Het CJG wordt ondersteund door een website en een telefoonlijn voor vragen en informatie. Maandelijks worden door de kernpartners van het CJG een of meerdere opvoedspreekuren per kern gehouden voor vragen van ouders en opvoeders van jeugd van – 9 maanden tot 23 jaar (Infopunten Opvoeding). Ook worden in alle kernen, afgestemd op de lokale vraag, groepsbijeenkomsten georganiseerd. Tot slot wordt er door het jeugd- en jongerenwerk een aanvullend aanbod ontwikkeld voor 19 tot en met 23-jarigen. Hierbij zal ingezet worden op het begeleiden van jongeren naar scholing, werk en zorg. In 2013 wordt ingezet op de ontwikkeling van het preventieve aanbod en voorlichting. Dit wordt zo veel mogelijk afgestemd op de vraag.
Opvoed- en opgroeipraktijk Er dient voldoende en passend aanbod aan licht pedagogische hulp beschikbaar te zijn. Dit aanbod is nu niet optimaal. Waar passend wordt bij de kern- en ketenpartners ingekocht. En ook op basis van de vraag uit Bladel wordt door de kernpartners samen aanbod gecreëerd. Daarbij kijken zij nadrukkelijk over hun organisatiegrenzen en maken slimme verbindingen. Om complexere casuïstiek vanuit het voorliggende veld het hoofd te bieden is met de Kempengemeenten samen, een drietal producten ingekocht ter versterking van het lokale hulpaanbod. In 2013 kunnen resultaten worden afgezet tegen de gestelde doelen t.a.v. het aanbod.
52
Sluitende aanpak Door consulteren van en samenwerken met het onderwijsveld en de kern- en ketenpartners, wordt gebouwd aan een gedragen aanpak ten aanzien van (de versterking van) zorg adviesteams en de opschaling van casuïstiek waar nodig. Er zijn gedegen spelregels ten aanzien van ketencoördinators, ketenregisseurs en signaalgevers. Ook in 2013 wordt ingezet op de samenwerking met het onderwijsveld.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Niet van toepassing
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) basisgezondheidszorg (bijdragen GGD) algemeen maatschappelijk werk (MW Dommelregio) stofkammaatregelen
keuze
Dekkingsmaatregelen
investeringen 2012
2013
B B A
totaal nog te realiseren
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-18 -20 3
-39 -22 4
-59 -22 4
-59 -22 4
-35
-57
-77
-77
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Bijdrage GGD Algemeen uitgangspunt voor bezuinigingen op diverse beleidsterreinen is om bij professionele welzijnsorganisaties en -instellingen gefaseerd een structurele bezuiniging door te voeren ten opzichte van de verleende bijdrage voor 2010. Voor de begroting van de GGD is er van uitgegaan dat vanaf 2012 een jaarlijkse korting van 5% oplopend in 4 jaren tot 20% gerealiseerd moet worden. De GGD is een gemeenschappelijke regeling met 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Ondanks de door de gemeente Bladel ingebrachte bezuinigingsopdracht van 20% ultimo 2015 is in de gemeenschappelijke regeling een bezuinigingspercentage van –vooralsnog- maximaal 10% overeengekomen op de inwonersbijdrage. Voor de overige taakstellingen zal in het algemeen bestuur van de GGD nog besluitvorming plaats moeten vinden. Algemeen maatschappelijk werk (MW Dommelregio) De Lumensgroep/Dommelregio heeft voorgesteld om vanaf 2012 een structurele bezuiniging (t.o.v. 2010) toe te passen van 11%. Deze bezuiniging van 11% wordt gerealiseerd door het efficiënter inzetten van verschillende vormen van hulpverlening door meer te focussen op de meest kwetsbare groepen en door een betere samenwerking met de informele zorg. Daardoor is het volgens de Lumensgroep/Dommelregio mogelijk om -vanaf 2012- 11% structureel te bezuinigen maar een gelijkblijvend aantal burgers hulp te bieden. Dit betekent structurele bezuiniging van ca. € 22.000,-. In het subsidieplafond welzijnssubsidies 2012-2015 wordt nog ca € 4.000,- gerealiseerd. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd.
Ontwikkelingen Niet van toepassing.
IV. Wat mag het kosten? 53
In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Lasten bestaand beleid
n
549 n
541 n
542 n
545 n
546 n
546
v
-35 v
-57 v
-77 v
-77
541 n
507 n
488 n
469 n
469
raadsprogramma 2010-2014 dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016 n
549 n
v
-1
Totaal baten
v
-1
Resultaat vóór bestemming
n
548 n
541 n
507 n
488 n
469 n
469
n
548 n
541 n
507 n
488 n
469 n
469
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo preventie en opvang
(+ = nadeel en - = voordeel) Behoeft geen nadere toelichting.
54
3.3.5. Sociale samenhang en leefbaarheid I. Doelen 2010 - 2014 Een woon- en leefomgeving waarin inwoners zich zo zelfstandig en veilig mogelijk kunnen verplaatsen, en waar zij gebruik kunnen maken van letterlijk en figuurlijk laagdrempelige voorzieningen en faciliteiten. Op deze manier kan de gemeente de inwoners daadwerkelijk laten meedoen in de samenleving.
Het bevorderen van deelname aan sport- en beweegactiviteiten, zowel georganiseerd als ongeorganiseerd, vanwege de positieve maatschappelijke effecten van sport op gezondheid, welzijn, leefbaarheid in de kernen, participatie en integratie. Vanuit een voorwaardenscheppende rol in nauwe samenwerking met de sportverenigingen en andere betrokken partners, invulling geven aan het sportbeleid om sportdeelname te vergroten en de sociaal maatschappelijke waarde van sport optimaal te benutten. Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat zij kunnen spelen. Als gemeente hebben we daarom voldoende speelterreintjes aangelegd. Het doel van deze speelterreintjes is onder andere dat kinderen bewegen en met elkaar om leren gaan. Het doel is om het huidige voorzieningenniveau te handhaven. Alle kernen beschikken over een gemeenschapshuis, als basisvoorziening voor het leefbaar houden van alle kernen van de gemeente Bladel. Burgers wordt toegang geboden tot de vijf kernfuncties van de bibliotheek: kennis en informatie, ontwikkeling en educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur, ontmoeting en debat. De culturele participatie en behoud van het culturele erfgoed vergroten, middels vernieuwing, cultuureducatie, cultuurdeelname, voorwaarden en subsidiering, kunst. AMV-onderwijs: muzikale basisvorming in het primair onderwijs van de groepen 4 en 5. Zoveel mogelijk (jonge) mensen kennis laten maken met deze cultuuruitingen door middel van een individuele subsidieregeling muzikale en culturele vorming voor 6 tot 21 jarigen woonachtig in de gemeente Bladel. Maatschappelijke vorming bevorderen door activiteiten te organiseren die mensen handvatten bieden om zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij. De verantwoordelijkheid voor de organisatie en bekostiging van deze activiteiten ligt primair bij verenigingen en mensen zelf. Het subsidie-instrument wordt ingezet voor activiteiten die georganiseerd en uitgevoerd worden door vrijwilligers die zelf niet primair tot de doelgroep behoren. Kinderen en volwassenen kennis en vaardigheden bijbrengen die nodig zijn om als zelfstandige burgers in onze democratische samenleving te kunnen functioneren, zowel in sociaaleconomisch als in sociaalcultureel opzicht. Een maatschappelijke stage draagt bij aan het ontwikkelen van een verantwoordelijkheidsgevoel van jongeren voor hun omgeving. Ze zijn zich bewust van de plaats die ze innemen in de maatschappij en hun rol daarbij om de maatschappij leefbaar te houden. (“de maatschappij, dat ben jij”). De stage draagt bij aan het ontwikkelen van belangeloosheid: je inzetten voor een ander zonder dat je daarvoor beloont hoeft te worden. We streven ernaar om eind 2012 ongeveer 3 fte combinatiesfuncties te hebben gerealiseerd (personeel te werk gesteld bij 1 werkgever, maar werkzaam in 2 of meer sectoren: bijvoorbeeld onderwijs en sport). Het bieden van een passende vervoersvoorziening aan kinderen die hier op basis van de wet en verordening voor in aanmerking komen.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. • • • • • •
Herijking nota “speelruimtebeleid/speelvoorzieningen” Onderzoek opzetten lokaal jeugdcultuurfonds en jeugdsportfonds / armoedebeleid Accommodatie TV De Hellekens Nieuwbouw sporthal nabij Pius-X Samenvoeging sportvelden Evaluatie & vernieuwing kadernota vrijwilligersbeleid
III. Wat gaan we doen in 2013? Onderzoek lokaal jeugdsportfonds De resultaten van een onderzoek naar de (on)mogelijkheden van een jeugd sportfonds (gestaafd aan de bestaande regelingen) worden in 2013 verder uitgewerkt. 55
Verbouwing accommodatie TV Hellekens / VVO Op 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad een ver-/nieuwbouwkrediet van € 250.000,- beschikbaar gesteld voor de ver-/nieuwbouw van het onderkomen van de Hapertse tennisvereniging. Direct daarna zijn de plannen in bouwteamverband nader uitgewerkt en zullen de werkzaamheden worden opgestart. Volgens de plannen zal de nieuwbouw van het tennisonderkomen plaatsvinden binnen het casco van het bestaande paviljoen, waarbij het alsdan nog resterende gebouwdeel van de voormalige biljartruimte wordt gesloopt. Gelijktijdig met de plannen zal een nieuwe berging voor de korfbalvereniging worden gerealiseerd. Oplevering wordt begin 2013 verwacht. Nieuwbouw nabij Pius-X college Medio 2012 wordt overleg gevoerd over de praktische aansluiting tussen de door Pius-X college te realiseren sportzaal en de door de gemeente te bouwen sporthal. Het totaalaanbod aan binnensportaccommodaties (sporthal, sportzaal en gymlokalen) op deze locatie moet voor de gebruikers straks één praktisch geheel vormen (ondanks dat sprake is van een afzonderlijke exploitatie door twee verschillende eigenaren). Dit vergt met name extra afstemming voor wat betreft de interne routing, het beheer en de verhuur van het geheel. Daarnaast wordt afgestemd over zaken die bij de realisering mogelijk gezamenlijk opgepakt zouden kunnen worden, zoals bijvoorbeeld het grondwerk. Aan de praktijkschool wordt medio 2012 al volop gebouwd, waarna spoedig de bouw van de sportzaal zal worden opgestart. We willen z.s.m. na de zomervakantie van 2012 tot aanbesteding van de sporthal overgaan en streven naar oplevering eind 2013. Samenvoeging sportvelden Het afgelopen jaar is er volop gesproken tussen de voetbalverenigingen Casteren en Netersel over de mogelijkheden om te komen tot een samengaan / fusie van beide verenigingen. Hiertoe heeft iedere vereniging het nodige huiswerk verricht en zijn twee onafhankelijke buitenstaanders / derden aangesteld om één en ander op papier te zetten. Struikelblok om de onderhandelingen af te ronden, blijkt de discussie over welk sportpark straks de nieuwe thuishaven van de fusieclub zou moeten worden. De gemeente heeft zich tot op heden afzijdig gehouden van de onderhandelingen. Fusie van verenigingen en samenvoegen van sportaccommodaties moet uitgaan van de betrokken verenigingen omdat anders de gemeente het verwijt zal worden gemaakt dat zij heeft bepaald waar de nieuwe fusieclub moet gaan spelen, hetgeen bij voorbaat op weinig / geen draagvlak kan rekenen onder de inwoners van het dorp / leden van de club waarvan het sportpark dan zal verdwijnen. Medio 2012 zijn we nog volop met de betrokken verenigingen in gesprek. Onderzoek bouw/verbouw Den Tref en Den Herd Op 28 juni 2012 heeft de raad over de keuzenotitie die is voorgelegd met betrekking tot de toekomst van Den Herd besloten. Hierbij is het uitgangspunt dat de komende jaren er geen grote investeringen worden gedaan in Den Herd zolang er nog een optie over blijft om Den Herd te verplaatsen richting Posthof. Duidelijkheid hieromtrent zal er in 2013 moeten zijn. In de raadsvergadering van 28 juni 2012 is het resultaat besproken van een verkenning naar de mogelijkheden van nieuwbouw van een multifunctionele accommodatie in en/of nabij de kerk te Hapert. Deze MFA zal behalve uit de functies gemeenschapshuis en steunpunt voor ouderen bestaan uit / gekoppeld worden aan de brede school ontwikkeling te Hapert, waarbij diverse kindfuncties inhoudelijk en gebouwelijk steeds meer samenwerken en gezamenlijk worden gehuisvest. Het betreft de 2 basisscholen, de kinderopvang, het peuterspeelzaalwerk en de bibliotheek. De komende jaren zal voornamelijk gewerkt worden aan de ruimtelijke en organisatorische voorbereiding, in afwachting van het moment dat de financiële positie van de gemeente het toestaat de plannen - eventueel gefaseerd - in uitvoering te brengen. Realiseren combinatiefuncties De gemeente voldoet aan de verplichting om eind 2012 in totaal 3 FTE combinatiefuncties te hebben gerealiseerd. Hierdoor blijft de cofinanciering van het Rijk in tact. De minister heeft bij de presentatie van het landelijke sportbeleid waardering uitgesproken over het succes dat in den lande is/wordt bereikt met de invulling van de combinatiefuncties. Structurele cofinanciering staat niet ter discussie aldus de minister. Project Multi Functionele Accommodatie (MFA) Hapert In 2011 is gestart met een verkenning voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie (MFA) in het centrum van Hapert, waarin het gemeenschapshuis, het ouderensteunpunt, de basisscholen, de overige onderwijsgerelateerde functies en de bibliotheek een plaats (kunnen) krijgen. Tijdens de verkenning hebben de betrokken partijen en de gemeente samengewerkt. De raad heeft de notitie en de voorkeursvariant vastgesteld en het college opgedragen een begin te maken met de verdere voorbereidingen. De verdere voorbereidingen worden projectmatig aangepakt. Hiermee is gestart in 2012 en wordt een vervolg gegeven in 2013. Het gaat dan om projectvoorbereiding en juridische advisering omtrent organisatievormen (entiteit oprichten, statuten opstellen), onderzoek noodzakelijke renovatie, onderhoud en beheer huidige accommodaties; overeenkomsten tot medegebruik en samenwerking en de uitwerking van een programma van eisen.
56
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
2012
projectkosten marktplaats cultuureducatie vervanging speeltoestellen 2013 - 2016
63
63
63
2013
2014
2015
2016
20
20
20
20
9
18
26
63
voorbereiding MFA Hapert
50
dienstencentrumfuncties: subsidie
40
40
40
40
110
69
78
86
totaal lasten soc.samenhang en leefbaarheid
63
63
63
63
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Marktplaats cultuureducatie In het kader van de koppeling van cultuureducatie met de overige culturele instellingen, verenigingen en kunstenaars is in 2009 een coördinator aangesteld. Voor de bekostiging van deze plaats is gebruik gemaakt van een subsidieregeling in co-financiering van de provincie. Dit betekent dat tot en met 2012 door de provincie een bijdrage wordt verstrekt van de helft van de kosten n.l. € 22.000,-. Wij zijn van mening dat ook ná 2012 wanneer de provinciale subsidie op zal houden, er een budget beschikbaar dient te zijn voor deze coördinator. Wij stellen voor om na 2012 hiervoor € 20.000,- structureel beschikbaar te stellen. Vervanging speeltoestellen Er is geïnventariseerd welke speeltoestellen in de gemeente Bladel vervangen moeten worden. Toestellen die niet meer aan de veiligheidseisen voldoen worden verwijderd, wanneer er geen middelen zijn voor vervanging worden de verwijderde toestellen niet vervangen. Bij de vervanging van toestellen wordt gekozen voor toestellen van duurzame materialen (langere levensduur en minder onderhoud). Om het huidige voorzieningenniveau te handhaven en de speeltoestellen te laten voldoen aan de wettelijke eisen zijn deze extra middelen nodig voor vervanging van speeltoestellen. Centrumontwikkelingen Hapert In de raadsvergadering van 28 juni 2012 is een keuzenotitie gepresenteerd met de resultaten van een onderzoek naar de invulling van de functies gemeenschapshuis en steunpunt voor ouderen in een nieuwe multifunctionele accommodatie, in combinatie met een brede school waarin behalve het primair onderwijs diverse kindfuncties, zoals de kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk zijn verenigd en ook de bibliotheek een plek krijgt. De keuze is bepalend ten aanzien van het - op termijn - voortbestaan van de huidige afzonderlijke huisvesting van deze functies. Voor verdere voorbereidingswerkzaamheden wordt voor 2013 € 50.000,- noodzakelijk geacht. Dit bedrag wordt gedekt ten laste van de stelpost majeure projecten (zie beleidsveld bestuur). Uitwerking Dienstencentrum Bladel In zijn vergadering van 15 december 2011 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de Keuzenotitie Dienstencentrum Bladel en de volgende daarin opgenomen prioritaire beleidskeuzes: - om samen met Zuidzorg en het GOW-welzijnswerk een dienstencentrumfunctie te realiseren in het Zuidzorggebouw in Bladel en De uitwerking van voornoemde keuzes wordt binnenkort in de vorm van een beleidsnotitie ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad. De definitieve investerings- en exploitatieopzet moet nog gemaakt worden maar een voorlopige schatting gaat uit van de volgende kosten: - Jaarlijkse huurbijdrage en exploitatiesubsidie Dienstencentrumfunctie in Zuidzorggebouw, ca. € 40.000,-.
Dekkingsmaatregelen Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. 57
(bedragen x € 1.000,-) bijdrage openbare bibliotheken stofkammaatregelen
keuze
omschrijving
investeringen 2012
2013
B A
totaal nog te realiseren
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-47
-13 -27
-13 -27
-13 -27
-13 -27
-47
-40
-40
-40
-40
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Openbare bibliotheek De bezuinigingsopdracht voor Bibliotheek De Kempen (BDK) is afwijkend van de regionale instellingen en is bepaald op 10% ultimo 2013 (te beginnen met 5% in 2012). Het bestuur van Bibliotheek De Kempen zal het grootste deel van de bezuiniging halen uit een heroriëntatie op de huisvesting in Hapert. Hiervoor zijn vorig jaar drie scenario’s geschetst, waarbij uw raad heeft gekozen voor scenario 1. Dit scenario houdt in dat er een voorziening voor 12 min in basisschool Het Palet wordt gerealiseerd en voor 12 plus in Den Tref. Na vaststelling van het subsidieplafond welzijnssubsidies 2012-2015 zal de taakstelling gerealiseerd zijn. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag.
Ontwikkelingen Gemeentebreed toepassen regeling “Gelegenheid bieden tot sport” Door onze gemeente wordt regelmatig flink geïnvesteerd in de ver-/nieuwbouw of renovatie van sportaccommodaties. Daarbij is de gebruiker/vereniging vaak bereid om ook zelf een financiële bijdrage te leveren, teneinde het resultaat van alle inspanningen naar een hoger niveau te tillen. Het mag duidelijk zijn dat een BTW-verschil van 21% over investeringen van grote invloed is op de financiële haalbaarheid van zulke plannen. Op dit moment liggen een aantal concrete ver-/nieuwbouwplannen voor, waarbij duidelijkheid over de BTWverplichtingen en -mogelijkheden dringend gewenst is. Die duidelijkheid is tevens gewenst ten aanzien van recent gerealiseerde plannen om eventuele naheffingen achteraf te voorkomen. Vandaar dat we Deloitte opdracht hebben verleend tot een onderzoek met betrekking tot de sport-accommodaties. De resultaten worden eind 2012 bekend en zullen we bij een positief besluit in 2013 gaan toepassen. Eigen onderkomen Gym- en turnver. Avanti-Turnivo De gemeenteraad heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan de plannen van Avanti om over een zelfstandig onderkomen te kunnen gaan beschikken, met een permanente opstelling van de benodigde toestellen. Het Pius X-college heeft aangeboden hiertoe een van de bestaande gymlokalen te huren en te verbouwen. Die ontwikkeling kan echter pas gerealiseerd worden na oplevering van de nieuwe sporthal, die eind 2013 is voorzien. Voor de huur en de kosten van verbouw zijn nog geen middelen geraamd. De verbouwkosten worden vooralsnog geraamd op € 120.000,- excl. BTW en ten aanzien van het gebruik zal t.z.t. rekening gehouden moeten worden met een huurprijs van € 20.000,- per jaar. Uitbreiding toestellenberging sporthal Hapert De afmetingen van de toestellenberging voldoet weliswaar aan de daartoe gehanteerde normen, maar in de praktijk blijkt de capaciteit onvoldoende. Efficiënter opbergen en opbergsystemen tegen de muur bieden onvoldoende oplossing. Bezien zou kunnen worden of – eventueel gecombineerd met andere bouwwerkzaamheden rondom de sporthal in de toekomst – de capaciteit met een uitbouw zou kunnen worden uitgebreid. Indicatie van de kosten € 20.000,-. Ver-/nieuwbouw onderkomen tennisvereniging Bladel VLTB heeft geruime tijd geleden een krediet van ruim € 57.000,- beschikbaar gesteld gekregen voor het winterhard maken van haar onderkomen. Dat het tot op heden niet tot uitvoering is gekomen, is het gevolg van de afwegingen die gemaakt zijn bij de in 2011 vervangen banen. Toen bestond het plan om het onderkomen te verplaatsen en meer centraal tussen de banen te situeren. Dat plan is inmiddels losgelaten en thans wordt gekoerst op het renoveren en uitbreiden van de bestaande huisvesting. Behalve het beschikbare krediet, wil men het toegekende bedrag in verband met de ontwikkeling van het project Egyptische Poort (€ 50.000,-) hiervoor aanwenden en wordt een beroep op de gemeente om de middelen beschikbaar te stellen die begroot zijn voor onderhoudswerkzaamheden die zich de komende 10 jaar zullen voordoen (max. € 58.000,-). 58
IDOP Netersel/Casteren In het oorspronkelijke IDOP zijn projecten met actiepunten opgevoerd. Tijdens de verdiepingsslag is gebleken dat veel projecten en/of actiepunten niet meer actueel, reeds gerealiseerd zijn of binnen een ander traject gerealiseerd kunnen worden zonder dat daar aanvullende middelen voor nodig zijn. De enige wensen die nog relevant of te overwegen zijn betreffen het realiseren van seniorenwoningen met domotica en de aanleg van een nieuwe speelruimte in Casteren, alsmede de aanleg van een pannakooi in Netersel. De hieruit voortkomende investeringen betrekken wij bij de te voeren discussie over de te treffen bezuinigingsmaatregelen (spoor 2).
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
3.611 n
3.664 n
3.407 n
3.377 n
3.363 n
3.362
raadsprogramma 2010-2014
v
-17 n
14 n
169 n
164 n
159
dekkingsmaatregelen
v
-47 v
-40 v
-40 v
-40 v
-40
n
110 n
69 n
78 n
86
(bedragen x € 1.000,-) Lasten bestaand beleid
n
meerjarenprogramma 2012-2016 n
3.611 n
3.600 n
3.491 n
3.575 n
3.565 n
3.567
v
-521 v
-523 v
-500 v
-500 v
-500 v
-500
Totaal baten
v
-521 v
-523 v
-500 v
-500 v
-500 v
-500
Resultaat vóór bestemming
n
3.090 n
3.077 n
2.991 n
3.075 n
3.065 n
3.067
n
3.090 n
3.077 n
2.991 n
3.075 n
3.065 n
3.067
Totaal lasten Baten bestaand beleid dekkingsmaatregelen meerjarenprogramma 2012-2016
beoogde mutaties reserves Saldo soc.samenhang en leefb.
(+ = nadeel en - = voordeel) Het verloop ná 2011 wordt veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten.
59
3.3.6. Bestuur I. Doelen 2010 - 2014 • • • • • • • • • • • • • •
Een modern, democratisch bestuur dat efficiënt, effectief, creatief, integer en transparant is. Een optimale (digitale) dienstverlening aan de burger. Vereenvoudiging en beperking van de regelgeving. Een bedrijfsvoering gericht op innovatie, kwaliteitsbewaking dienstverlening, efficiënte inzet en beheersing van middelen die gerelateerd zijn aan outputgerichte prestatienormen. Een personeelsformatie die zowel in kwantiteit als kwaliteit afgestemd is op de te bereiken organisatiedoelstellingen, zodat een optimale bijdrage wordt geleverd aan de efficiënt ingerichte ambtelijke organisatie. Een ambtelijke organisatie die anticipeert op taken die door de overheid worden overgedragen aan de gemeente. Door intensievere (functionele) samenwerking binnen de vijf Kempengemeenten een nog doelmatigere, efficientere, kwalitatieve gemeentelijke organisatie waarin de continuïteit gewaarborgd is. De bestuurlijke zelfstandigheid van de gemeente blijft gewaarborgd. Er is een financiële buffer voor onvoorziene uitgaven beschikbaar, alsmede voor het opnemen van (stel)posten die niet aan specifieke programma’s worden toegerekend. Er wordt invulling gegeven aan het vastgesteld beleid ten aanzien van risicomanagement. Het beschikbare weerstandsvermogen is ten minste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel. Dit betekent een ratio weerstandsvermogen van groter of gelijk aan 1. Er is altijd voldoende geld beschikbaar om aan onze betalingsverplichtingen te voldoen. Er wordt tijdig betrouwbare en transparante informatie verstrekt, teneinde de kaderstellende taak van de raad te ondersteunen. Duurzaamheid: Organisatieversterkende randvoorwaarden: − taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in functieomschrijvingen en werkplannen; − opname van energiedoelstellingen in beleid van andere beleidsvelden; − structureel budget, randvoorwaarden en bevoegdheden vastgesteld m.b.t. investeringen in energiebesparing en duurzame energie in de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen; − structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante onderdelen en niveaus van de gemeentelijke organisatie; − monitoring op inspanningen (projectniveau). Gemeentelijke gebouwen (nieuwbouw): − realiseren met een met 20% verscherpte Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Gemeentelijke gebouwen (bestaand): − energiebesparing 1,5% per jaar; − 40% opwekking en/of inkoop duurzame energie. Gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer: − 5% besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen. Inkoop producten en diensten: − 50% van de ingekochte producten en diensten voldoet aan de duurzaam inkopen-criteria. Grootschalige en/of collectieve Duurzame Energie-opties: − 3% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties: − wind; − biomassa; − waterkracht; − warmte/koude-opslag.
II. Wat willen we bereiken? In het raadsprogramma 2010-2014 zijn de navolgende beleidsaccenten geformuleerd voor 2013. • Jaarlijkse rapportage effectiviteit voorlichting en communicatie • Jaarlijkse rapportage kwaliteit gemeentelijke dienstverlening en efficiency ambtelijke organisatie • Doorontwikkeling dualistische bestuursprincipes • Jaarlijkse rapportage uitvoering burgerparticipatie
60
III. Wat gaan we doen in 2013?
Uitgangspunt is dat sluitende (meerjaren)-begrotingen worden gepresenteerd, waarbij in ieder geval het vierde planjaar structureel sluitend is. Voor de planjaren 1 tot en met 3 wordt incidenteel een beroep gedaan op de algemene reserve met in achtneming van het door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader betreffende het weerstandsvermogen. De structurele lasten in de begroting dienen gedekt te worden door structurele baten en dekkingsmiddelen. De meerjarenraming zal nog structureel sluitend gemaakt worden door samen met de raad een extra pakket van bezuinigingsmaatregelen (spoor 2) te presenteren. Realiseren en monitoren cat. B bezuinigingen (middels nadere vervolgonderzoeken). De woonlasten (OZB, rioolrechten en afvalstoffenheffing) voor de burger zullen niet extra verhoogd worden, enkel de nagecalculeerde inflatiecorrectie wordt toegepast. Ingeval het kostenniveau van de afvalstoffenverwijdering en het rioolbeheer tezamen zich toch ongunstiger mocht ontwikkelen, treedt het college van burgemeester en wethouders tijdig in overleg met de gemeenteraad op welke wijze aan het bijkomend uitgangspunt (afvalstoffenheffing, rioolrecht en OZB in totaal niet meer verhogen dan met een nagecalculeerde inflatiecorrectie) voldaan blijft worden.
Rapportage effectiviteit voorlichting en communicatie Om jaarlijks de rapportage van de effectiviteit van de voorlichting en communicatie te kunnen meten zal een systeem worden ontwikkeld. Rapportage kwaliteit gemeentelijke dienstverlening Er zal jaarlijks onderzoek/benchmark gedaan worden naar de gemeentelijke dienstverlening. Financieel toezicht provincie De provincie kent twee vormen van toezicht; preventief en repressief. Bladel valt sinds jaren onder het repressief toezicht. Deze milde vorm van toezicht wordt verkregen wanneer de begroting 2013 naar het oordeel van de provincie structureel in evenwicht is. Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming 2014-2016 voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2016 wordt bereikt. Bij de beoordeling of de begroting structureel in evenwicht is wordt door de toezichthouder ook gebruik gemaakt van het overzicht van incidentele lasten en baten. De incidentele lasten en baten zijn in dat overzicht (alsmede in bijlage VII) weergegeven. In een brief van 24 april 2012 deelde de provincie ook mede dat de ingeraamde taakstellingen/bezuinigingen op hardheid en haalbaarheid beoordeeld zullen worden. Hiermee wordt de realiteit van de ramingen bepaald en daarmee ook de realiteit van het structureel budgettair saldo. Taakstellingen/bezuinigingen dienen met andere woorden concreet en haalbaar te zijn. Onder het preventieve toezicht behoeven naast de begroting ook alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen de goedkeuring van de provincie, alvorens tot uitvoering kan worden overgegaan. Dit kan dus leiden tot vertraging in de uitvoering. Daarnaast komt het de beeldvorming over het financiële beleid van de gemeente niet ten goede. Deze begroting voldoet ons inziens onverkort aan de richtlijnen van de provincie (sluitende begroting 2013).
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht.
61
investeringen
omschrijving
2013
2014
2015
2016
overdracht oude archieven
20
20
20
30
ontwerp-begroting 2013 SRE
-5
-5
-5
-5
(bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
2012
stelpost majeure projecten: voorber. MFA Hapert
-50
actualiseren rentepercentage conform kaderstelling algemene uitkering obv junicirculaire
-4
-6
-8
-11
-163
-499
-467
-401
-340
-1.229
-2.740
toevoegingen algemene reserve: .- winstuitnames grondexploitateis .- winsten Egyptische Poort
624
-196
880
-250
-881
184
-600
-1.000
aanwending algemene reserve: .- doortrekking Gozelinusbocht
1.150
.- investeringsbijdrage decentraal jongerenwerk
450
-49
.- uitvoering Alexanderhof
-425
-425
.- verbetering / groot onderhoud wegen 2013-2016
-900
-900
.- VVP uitvoering en actieplan 2013 -2016
-165
-165
bedrijfsvoering
-113
28
18
-3
-11
totaal lasten bestuur
-829
-4.290
-1.731
-2.474
727
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Overbrengen archieven door Bladel naar RHCE Conform de archiefwet moet de gemeente Bladel de komende jaren de archieven van de voormalige gemeenten Bladel c.a. en Hoogeloon c.a. gaan overbrengen naar onze archiefbewaarplaats, het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCE). Alle dossiers moeten daarvoor apart worden bekeken, eventueel worden aangepast en vervolgens correct geregistreerd. Dit is een tijdrovende en arbeidsintensieve klus. Vanwege de financiële situatie willen wij deze werkzaamheden niet (duur) gaan uitbesteden, maar zelf gaan doen. Wij zijn daarom in overleg met het RHCE om deze werkzaamheden over een aantal jaren uit te smeren. Zodra de archieven zijn overgebracht, worden door het RHCE daarvoor kosten per m¹ in rekening gebracht. Getracht zal worden om door schoning het aantal m¹ verder omlaag te brengen, waardoor de kosten wellicht lager kunnen uitvallen. SRE ontwerp-begroting 2013 Aanpassing van de gemeentelijke bijdrage aan SRE op basis van de ontwerp-begroting 2013 van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE). Stelpost majeure projecten De voorbereidingskosten MFA Hapert worden gedekt ten laste van de stelpost majeure projecten. Actualisatie rentepercentages Actualisatie meerjaren investeringsprogramma op basis van rentepercentage 3,50% (was 4,50%). Algemene uitkering Op basis van de juniculaire 2012 hebben wij rekening gehouden met de navolgende mutaties. In de junicirculaire zijn ook de financiële gevolgen van het Lente-akkoord verwerkt. Ten opzichte van de ramingen van de perspectiefnota geeft de junicirculaire per saldo de navolgende mutaties. (bedragen x € 1.000,-): Mutaties algemene uitkering Correctie stelpost gevolgen begrotingsakkoord (zie dekkingsmaatregelen blz 62) Totaal netto voordelige algemene uitkering
2012 -/- 163
2013 -/- 499
2014 -/- 467
2015 -/- 401
2016 -/- 340
0 -/- 163
0 -/- 499
250 -/- 217
250 -/- 151
340 0
Doorrekening van deze circulaire laat, ten opzichte waarmee in de perspectiefnota rekening is gehouden, voor onze gemeente een lager financiëel nadeel zien. In de perspectiefnota 2012 gingen we er van uit dat de helft van de rijksbezuinigingen door zou werken naar de algemene uitkering. Het blijkt dat twee derde van het ombuigingspakket leidt tot lastenverzwaring en een derde tot bezuinigingen. Lastenverzwaringen werken op grond van de normeringssystematyiek ‘samen de trap op, samen de trap af’ niet door naar de algemene uitkering. We concluderen hieruit dat de in de perspectiefnota 2012 ingeraamde korting op de algemene uitkering tot een bedrag van € 250.000,- te hoog is geweest. Wij stellen voor om dit te corrigeren. Dit betekent ook dat de bezuinigingstaakstelling dus met het zelfde bedrag gecorrigeerd wordt, omdat de ingeraamde korting voor een belangrijk 62
deel de omvang van de aanvullende bezuinigingstaakstelling heeft bepaald. We gaan ‘samen minder de trap af’, dan waarmee rekening was gehouden. Naast deze correctie laat de junicirculaire, als gevolg de actualisatie van een aantal verdeelmaatstaven, een structureel voordeel zien van € 90.000,- in 2016. Dit voordeel corrigeren wij op de taakstelling. Algemene reserve Betreft de geraamde mutaties ten laste van de algemene reserve zoals opgenomen in het meerjarenprogramma 2012-2016 (zie bijlage IV). Bedrijfsvoering Verwezen wordt naar de toelichting in de paragraaf bedrijfsvoering.
Dekkingsmaatregelen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-) versobering rekenkameronderzoeken stofkammaatregelen onvoorziene uitgaven algemene reserve: correctie dekking investeringen stelpost majeure projecten diversen bedrijfsvoering diversen bedrijfsvoering
keuze
Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht. investeringen 2012
2013
B A A A A A B
totaal nog te realiseren aanvullende bezuinigingsen dekkingsmaatregelen totaal nog te realiseren
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
2012
2013
2014
2015
2016
-68 -25 425
-126 -25 1.325
-15 -126 -25
-15 -126 -25
-14 -199
-15 -126 -25 900 -13 -36 -290
-14
-12 -53 -433
-12 -53 -433
318
961
395
-664
-664
318
961
395
-370 -1.034
-550 -1.214
B
(+ = nadeel en - = voordeel)
Rekenkameronderzoeken In de afgelopen jaren heeft de rekenkamercommissie gemiddeld twee onderzoeken per jaar uitgevoerd. Het terugbrengen naar één onderzoek per jaar kan een besparing opleveren van € 15.000,-. Een afzonderlijke gemeenteraad kan evenwel niet zelfstandig besluiten om het budget van de rekenkamercommissie te beperken. Dit recht is voorbehouden aan de gezamenlijke gemeenteraden van de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Dit betekent dat we in overleg moeten treden met de gemeenteraden van de gemeenten Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. Het gaat om een aantal maatregelen, die per stuk soms beperkte besparingen opleveren, maar alles bij elkaar toch een aanzienlijk bedrag. Onvoorziene uitgaven Rekeninghoudend met de ervaringen over de afgelopen jaren wat betreft de specifieke aanwending van de post onvoorziene uitgaven wordt voorgesteld het bedrag voor onvoorziene uitgaven verder te verlagen naar € 25.000,structureel. Algemene reserve Bij de beleidsvelden ‘ruimtelijke ontwikkeling en beheer’ en ‘verkeer en vervoer’ doen wij voorstellen om een aantal investeringen, welke gedekt worden ten laste van de algemene reserve ad € 2.650.000,- ‘terug te draaien’. De beoogde onttrekkingen ten laste van de algemene reserve behoeven dan niet plaats te vinden. Deze activiteiten worden dan geactiveerd. De hiermee gepaard gaande kapitaallasten worden dan gedekt ten laste van de hierna genoemde stelpost majeure projecten. Door deze maatregelen voldoet de omvang van de algemene reserve overigens nog niet aan de vastgestelde kaderstelling. Met name de vertraagde winstuitnames van grondexploitaties zijn daar debet aan. Stelpost majeure projecten In de raadsvergadering van 22 maart 2012 besloot de raad, bij de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen 2012, om de reserve verkoopopbrengst NRE te blokkeren. Door dit besluit wordt de bespaarde rente over 63
deze reserve structureel ten gunste van de exploitatie verantwoord. Deze reserve heeft hiermee een inkomensfunctie gekregen. Tevens is besloten om tegenover deze renteopbrengst een structureel budget beschikbaar te stellen voor de dekking van majeure projecten. De hiervoor genoemde correcties ten laste van de algemene reserve worden gedekt ten laste van de stelpost majeure projecten. stelpost majeure projecten (bedragen x € 1.000,-)
i/s
2012 3
2013 4
2014 5
2015 6
2016
budget majeure projecten
s
n
136 n
286 n
286 n
286
dekking herinrichting Markt Hapert (raad september 2012)
s
v
-70 v
-68 v
-66 v
-65
nog beschikbare dekkingsruimte
s
n
66 n
218 n
220 n
221
v
-13 v
-12 v
-12
n
66 n
205 n
208 n
209
voorstel tlv stelpost majeure projecten: Alexanderhof
s
restantbudget majeure projecten
s
2
Bedrijfsvoering Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Taakstelling bezuinigingen In de perspectiefnota was een aanvullende bezuinigingstaakstelling opgenomen van structureel € 1.026.000,- (exclusief eventuele ruimte voor nieuw beleid) om onze meerjarenraming weer tenminste structureel sluitend te krijgen. In de perspectiefnota 2012 was de ingeraamde korting op de algemene uitkering op basis van de junicirculaire tot een bedrag van € 340.000,- te hoog geweest. Hoewel wij blij zijn dat de nog in te vullen taakstelling als gevolg van de junicirculaire, in enige mate meevalt, resteert nog steeds een substantiële taakstelling, die niet zonder beleidskeuzen met impact op de Bladelse samenleving kan worden ingevuld. In deze begroting hebben wij diverse bezuinigingsvoorstellen opgenomen, welke ons inziens zonder meer gerealiseerd (kunnen) worden. In onderstaand overzicht geven wij inzicht in de realisatie van de taakstelling. In de planjaren 2012-2014 bezuinigen we meer dan de taakstelling. Dit financiële voordeel komt ten gunste van het begrotingsresultaat. omschrijving bezuiniging/ombuiging (bedragen x € 1.000,-)
i/s
totale bezuinigingstaakstelling obv perspectiefnota 2012
s
bijstelling bezuinigingstaakstelling obv junicirculaire 2012
s
bezuinigingstaakstelling na junicirculaire 2012
s
2
2016 cat.
2012 3
2013 4
2014 5
2015 6
v
-300 v
-400 v
-750 v
-1.026
n
250 n
250 n
340
A
v
-300 v
-150 v
-500 v
-686
B
-219 v
-218 v
-215 v
-215 v
-218
A
n
45 n
66 n
66
A
-108 v
-108 v
-108
A
B
Voorstellen spoor 1: stofkammaatregelen
s
stofkammaatregelen bedrijfsvoering A
s
v
stofkammaatregelen bedrijfsvoering B
s
n
1 n
4 n
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
-26 v
-99 v
21
B
verhoging taakstelling agv gepland groot onderhoud wegen
s
n
77 n
152 n
149
B
overige dekkingsmaatregelen
s
v
-25 v
-25 v
-25 v
-25 v
-25
A
totaal gerealiseerde bezuinigingen
s
v
-269 v
-338 v
-205 v
-130 v
-136
restant bezuinigingstaakstelling via spoor 2
s
v
-370 v
-550
begrotingsresultaat
s
v
-269 v
-38 v
B
-55
Na de invulling van de hiervoor genoemde bezuigingsvoorstellen resteert er dan nog een taakstelling van € 370.000,- voor 2015 en € 550.000,- voor 2016. Voorstellen voor invulling van deze taakstelling zullen met name via spoor 2 gaan lopen. De realisatie van het restant van de taakstelling (eventueel aangevuld als gevolg van de dekking van extra uitgaven voor aanvullend nieuw beleid), willen wij samen met de raad in het najaar 2012 bediscussiëren in een raadsconferentie. Wij willen dat proces in de maanden september en oktober voorbereiden, zodat deze raadsconferentie meteen na de begrotingsbehandeling in november zou kunnen plaatsvinden. In de raadsvergadering van december 2012 kunnen dan beleidskeuzen of richtingen vastgesteld worden. De financiële vertaling vindt dan plaats in de perspectiefnota 2013. De voorbereiding zal bestaan uit het in kaart brengen van zo veel mogelijkheden om verder te bezuinigingen, ook al zijn deze in strijd met het coalitieakkoord, ook al hebben deze een nadelige impact op een beleidsterrein, burgers of verenigingen. Wij willen de raad keuzen geven door meer bezuinigingen in omvang te bedenken dan we qua bedrag nodig hebben, zodat er ook iets te kiezen valt. Uiteraard staat het de raad vrij om ook zelf met alternatieve bezuinigingsvoorstellen te komen, en ook om eventueel geld te reserveren voor nieuwe voornemens, maar dan is het belangrijk om vooraf af te spreken dat als dekking hiervoor dan extra wordt bezuinigd.
64
Ontwikkelingen Wet Houdbare OverheidsFinanciën (Wet HOF) De financiële crisis in Europa zorgt ervoor dat Europa de richtlijnen over de overheidsfinanciën aanscherpt. Nederland wil deze recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opnemen in de Wet houdbare overheidsfinanciën. De beoogde ingangsdatum van de Wet HOF is 1 januari 2013. De Wet HOF bevat strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. Het wetvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook het lokale bestuur zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van de lagere overheden in de 3% is 0,38% Bruto binnenlands product voor gemeenten gezamenlijk. De gezamenlijke gemeenten dienen hun tekort te houden onder dit percentage. Indien dat niet gebeurd dan wordt er via het gemeentefonds een boete opgelegd. Met deze wet wordt het verschil tussen boekhoudstelsels nijpender en kan leiden tot financiële consequenties. Europa rekent Nederland af op het (rijks)kasstelsel (“het EMU-saldo”) in plaats van het gemeentelijk baten en lastenstelsel. Met voorraadvorming, investeringen, afschrijvingskosten en verkoopopbrengsten wordt in deze stelsels anders omgegaan. In de berekening van het EMU-saldo worden uitgaven voor investeringen volledig meegeteld. Uitgaven die worden gedekt uit reserves worden wel de uitgaven, maar niet de dekking meegerekend. Sturen op het EMU-saldo betekent dat gemeenten hun reserves niet meer kunnen inzetten zonder een EMU-tekort te veroorzaken. Ook investeringsuitgaven moeten mogelijkerwijs worden uitgesteld, dit ondanks dat er binnen de begroting wellicht ruimte is om de kapitaallasten te dekken. Er wordt nog een instrumentarium ontwikkeld tot beheersing van het EMU-saldo van en door de medeoverheden.
IV. Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het totaal van de bestaande lasten en baten en de eventuele mutaties in de reserves weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
4.485 n
4.192 n
4.047 n
4.103 n
3.929 n
3.862
dekkingsmaatregelen
v
-107 v
-364 v
-505 v
-1.034 v
-1.214
meerjarenprogramma 2012-2016
v
-1.223 v
-2.794 n
388 v
-1.081 n
1.077
n
4.485 n
2.862 n
889 n
3.986 n
1.814 n
3.725
v
-22.380 v
-22.319 v
-21.643 v
-20.937 v
-20.016 v
-20.277
dekkingsmaatregelen
n
425 n
1.325 n
900
meerjarenprogramma 2012-2016
n
394 v
-1.496 v
-2.119 v
-1.393 v
-350
(bedragen x € 1.000,-) Lasten bestaand beleid
n
raadsprogramma 2010-2014
Totaal lasten Baten bestaand beleid
Totaal baten
v
-22.380 v
-21.500 v
-21.814 v
-22.156 v
-21.409 v
-20.627
Resultaat vóór bestemming
v
-17.895 v
-18.638 v
-20.925 v
-18.170 v
-19.595 v
-16.902
beoogde mutaties reserves
v
-3.050 v
-2.134 n
1.742 n
240 n
2.077 v
-6
Resultaat ná bestemming
v
-20.945 v
-20.772 v
-19.183 v
-17.930 v
-17.518 v
-16.908
rekening/-begrotingsresultaat
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
algemene reserve
n
275 v
-417 v
-534 v
-135 n
219 v
-85
Saldo bestuur
v
-20.945 v
-20.772 v
-19.183 v
-17.930 v
-17.518 v
-16.908
(+ = nadeel en - = voordeel)
65
Toelichting algemene dekkingsmiddelen De belangrijkste inkomstencomponent van de gemeente wordt gevormd door de algemene uitkering van het rijk. Anders dan bij de doeluitkeringen zijn deze inkomsten te kenschetsen als middelen die de gemeente naar eigen inzicht kan besteden. Ook de belastingen, onvoorziene uitgaven en financieringen en beleggingen kunnen niet aan een beleidsinhoudelijke programma toegerekend worden. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen worden hierna nader toegelicht. Algemene uitkering De gemeente krijgt van het rijk een algemene uitkering uit het gemeentefonds. De hoogte van de algemene uitkering wordt berekend aan de hand van een aantal maatstaven die recht doen aan de specifieke situatie van de gemeente. Op basis van de juniculaire 2012 hebben wij rekening gehouden met de navolgende ramingen. In deze ramingen zijn ook de financiële gevolgen van begrotingsakkoord verwerkt. (bedragen x € 1.000,-): 2013 2014 2015 2016 algemene uitkering 15.833 15.591 15.204 15.527 stelpost gevolgen bestuurs c.q. begrotingsakkoord -/0 -/- 485 -/- 1.036 -/- 1.070 Totale uitkering 15.833 15.106 14.168 14.457 Belastingen Bladel kent de onroerende-zaakbelastingen en de toeristenbelasting als heffingen die aan de algemene middelen worden toegevoegd. Hoewel (nog) niet in Bladel ingevoerd, valt de precariobelasting eveneens onder deze categorie. Voor een nadere toelichting wordt ook verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. De lasten en baten verband houdende met de uitvoering van de Wet onroerende zaken (WOZ) zijn ook begrepen onder de algemene dekkingsmiddelen. De landelijke macronorm voor de gemiddelde stijging van de OZB Vanaf 2008 heeft het rijk een macronorm voor de OZB ingesteld. Deze norm is de maximaal wenselijk geachte gemiddelde landelijke stijging van de opbrengst. Als de gemiddelde landelijke stijging boven deze norm uitkomt dan kan het rijk ingrijpen via een verlaging van het volume van het gemeentefonds. De macronorm voor 2013 is vastgesteld op een percentage van 3,00%. - Onroerende zaakbelastingen (OZB) De verhoging van de ozb-tarieven is reeds bij de perspectiefnota 2012 geraamd in de meerjarenraming. Voor 2013 wordt, als nadere detaillering van het gestelde in het raadsprogramma, uitgegaan van nagecalculeerde indexerin4 gen ad 3,00% . Voor de onroerende zaakbelasting is voor 2013 (inclusief areaaluitbreiding en doorwerking aanpassing WOZ-waarden) een opbrengst geraamd van € 3.413.000,-. - Toeristenbelasting Voor de toeristenbelasting wordt in beginsel uitgegaan van het gemiddelde tarief van Nederland. Bij de heroverwegingsoperatie 2010 was voorgesteld de toeristenbelasting te verhogen naar het landelijk gemiddelde tarief € 1,31. Bij de vaststelling van de begroting 2012 is echter besloten om de tarieven gefaseerd te verhogen naar € 1,10 in 2012, € 1,20 in 2013 en € 1,31 in 2014. Daarnaast wordt voorgesteld om deze gefaseerde verhoging voor mobiele onderkomens (caravans en tenten) een jaar later in te laten gaan, te weten vanaf 2013, waarbij na 2014 een verschil blijft bestaan tussen de tarieven voor vaste onderkomens en mobiele vakantieonderkomens. Wij gaan uit van 600.000 overnachtingen in vaste onderkomens en 140.000 overnachtingen in mobiele onderkomens. Er wordt voor 2013 een opbrengst geraamd van € 874.000,-. Onvoorziene uitgaven Voor onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare uitgaven was in de begroting een bedrag van ca € 50.000,- opgenomen. In het kader van de dekkingsmaatregelen wordt dit bedrag terug gebracht naar € 25.000,-. Financiering en beleggingen Als gevolg van het BBV wordt de bespaarde rente tot een bedrag van ca. € 731.000,- volledig toegerekend aan de exploitatie. Van deze rentebaten wordt er € 221.000,- toegevoegd aan de dekkingsreserves en de voorzieningen en wordt € 123.000,- ten gunste van de algemene reserve verantwoord. De bespaarde rente over de ijzeren voorraad (algemene reserve) ad € 33.000,-, de dekkingsreserves verkoop hypotheekbedrijf HNG ad € 68.000,- en verkoopopbrengst NRE ad € 286.000,- worden structureel ten gunste van de exploitatie gebracht (inkomensfunctie). 4
De indexering van 2013 ad 2,50% wordt aangepast aan de helft van de realisatiecijfers van vorige jaren ad 0,50%.
66
Aan de diverse reserves en voorzieningen wordt, behoudens een aantal uitzonderingen, een rente toegerekend van 3,25%. De gemeente ontvangt dividend over haar kapitaalinbreng in de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) en Brabant Water NV. Aan de hand van de laatste jaarcijfers van deze instanties kan de navolgende raming voor 2013 worden opgemaakt. 5 rendeopbrengst aantal waarde bedragen x € 1,aandelen ment NV Bank voor Nederlandse Gemeenten
62.790
Brabant Water NV
156.975
17.706
1.771
46,0% 0,0%
72.000,6
0,-
Beoogde mutaties reserves De beoogde mutaties hebben voornamelijk betrekking op aanwendingen van de algemene reserve voor de dekking van extra afschrijvingen van de activa met een maatschappelijk nut, de aanleg van de Gozelinusbocht, aanpassing kruispunt Gagelvelden, alsmede de uitvoering van de IDOP’s. Ook het nadelig exploitatiesaldo 2011 werd ten laste van de algemene reserve gedekt. De toevoegingen hebben enerzijds betrekking op de winstuitnames van de grondexploitatie en anderzijds rentebijschrijvingen. De meerjarige begrotingsresultaten worden verrekend met de algemene reserve.
V. Recapitulatie thema’s / beleidsvelden In onderstaand overzicht worden de totale lasten en baten van de thema’s / beleidsvelden weergegeven. Bedragen
Rekening
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
43.303 n
44.980 n
42.375 n
40.342 n
39.883 n
40.376
raadsprogramma 2010-2014
n
98 n
123 n
277 n
273 n
268
dekkingsmaatregelen
v
-934 v
-2.157 v
-1.636 v
-1.212 v
-1.398
meerjarenprogramma 2012-2016
v
-1.639 v
-1.122 n
2.517 n
400 n
1.744
n
43.303 n
42.505 n
39.219 n
41.500 n
39.344 n
40.990
v
-40.098 v
-42.863 v
-44.015 v
-40.127 v
-40.670 v
-39.371
dekkingsmaatregelen
n
650 n
1.550 n
meerjarenprogramma 2012-2016
n
1.380 n
923 v
-2.648 v
-532 v
-1.698
(bedragen x € 1.000,-)
2016
Lasten bestaand beleid
Totaal lasten
n
Baten bestaand beleid
900
Totaal baten
v
-40.098 v
-40.833 v
-41.542 v
-41.875 v
-41.202 v
-41.069
Resultaat vóór bestemming
n
3.205 n
1.672 v
-2.323 v
-375 v
-1.858 v
-79
beoogde mutaties reserves
v
-2.930 v
-2.089 n
1.789 n
240 n
2.077 v
-6
Resultaat ná bestemming
n
275 v
-417 v
-534 v
-135 n
219 v
-85
rekening/- begrotingsresultaat
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
afrondingsverschillen
Saldo meerjarenbegroting
(+ = nadeel en - = voordeel)
5 6
Deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere waarde. Er wordt nog geen dividend uitgekeerd in afwachting van het daartoe vaststellen van beleidsregels voor het dividendbeleid door de AvA.
67
4. Paragrafen Inzicht in de financiële positie van de gemeente - en daarmee (indirect) de inkomsten, uitgaven en de lokale lasten - is bij uitstek van belang voor uw raad om goed te kunnen controleren op hoofdlijnen. Hiervoor worden er in dit hoofdstuk een aantal paragrafen opgenomen die een dwarsdoorsnede geven van de begroting op financiële aspecten bezien vanuit een bepaald perspectief dat relevant is voor meerdere thema’s of beleidsvelden. Het gaat hierbij om de paragrafen ‘weerstandsvermogen’, ‘lokale heffingen’, ‘bedrijfsvoering’, ‘financiering’, ‘onderhoud kapitaalgoederen’, ‘grondbeleid’ en ‘verbonden partijen’. De paragrafen handelen met name over een aantal belangrijke beheersmatige onderwerpen. Ze gaan voor die onderwerpen in op de kaders voor het beheer in relatie tot de uitvoering van de beleidsnota’s voor zover die voor de onderwerpen zijn opgesteld.
4.1 Weerstandsvermogen De doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen is een zodanig inzicht te verschaffen dat op een verantwoorde wijze de hoogte van het vrij aanwendbare vermogen kan worden bepaald. Het weerstandsvermogen is het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Anders gezegd: beschikt de gemeente over het vermogen om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente Bladel voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. Beleid voor risicomanagement De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 27 april 2006 de nota weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld en in zijn vergadering van 22 maart 2012 de nota reserves en voorzieningen 2012. Deze nota’s en de paragraaf weerstandsvermogen hebben nauw verband met elkaar. In deze nota’s zijn vooral de beleidslijnen en de totale positie aan de orde gesteld. In de paragraaf weerstandsvermogen worden met name de financiële risico’s en het weerstandsvermogen geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Op deze wijze krijgt de gemeenteraad periodiek goed inzicht in de omvang en de mogelijkheden om financiële risico’s op te vangen. De doelstellingen van risicomanagement luiden als volgt: 1. Inzicht krijgen in de risico’s die we lopen. Op basis van dit inzicht kunnen risico’s eventueel worden afgedekt. 2. Er voor zorgen dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. 3. Verder stimuleren van het risicobewustzijn (van medewerkers) in de organisatie en het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van risico’s. 4. De ratio weerstandsvermogen c.q. algemene reserve wordt uitgedruk als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. De gewenste omvang van het weerstandsvermp7 gen wordt bepaald op klasse C (voldoende) . Risicoprofiel In de op 22 maart 2012 vastgestelde nota reserves en voorzieningen 2012 is het eigenstandig risicoprofiel als normatief kader voor de omvang van de algemene reserve bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico’s. Weerstandsvermogen Indien een redelijke inschatting van het gewenste weerstandsvermogen kan worden gegeven, kan hieruit een indicatie voor de gezondheid en flexibiliteit van de gemeentelijke financiën op de korte én langere termijn worden gegeven. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de risicoprofielen en het daarbij gewenste weerstandsvermogen enerzijds en het beschikbare weerstandsvermogen anderzijds. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen. De relatie tussen beide wordt in onderstaande figuur weergegeven.
7
Afgestemd op de door het Nederlands Adviesbureau voor Risico management (NAR) gehanteerde waarderingen.
68
beschikbare weerstandsvermogen ratio weerstandsvermogen
= benodigde weerstandsvermogen t.b.v. risicoprofielen
Het beschikbare weerstandsvermogen is tenminste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen dient zich tenminste op klasse C (voldoende) te begeven. Risico-inventarisatie Om een juist beeld van de financiële positie van de gemeente te verkrijgen is het noodzakelijk dat het ook helder is met welke risico’s de gemeente nog kan worden geconfronteerd. Het gaat hierbij om mogelijke uitgaven c.q. inkomsten waarvan de hoogte op voorhand niet kan worden vastgesteld. Voor zover risico’s wel financieel vertaald kunnen worden, zullen daarvoor bedragen van het eigen vermogen dienen te worden afgezonderd. Waar mogelijk zijn voor potentiële risico’s reeds voorzieningen getroffen. Deze blijven hier dan ook verder onvermeld. Primair dienen risico’s uiteraard zoveel mogelijk te worden beperkt of te worden voorkomen door zorgvuldigheid van procedures. Het is van belang om periodiek een zo breed mogelijke analyse van de risico's te maken welke de financiële zelfstandigheid van de gemeente in gevaar kunnen brengen. Onder risico wordt in dit verband verstaan ‘een niet door de gemeente te beïnvloeden gebeurtenis, onvoorspelbaar en onafwendbaar indien deze zich voordoet, met veelal financiële of materiële gevolgen die niet specifiek af te dekken zijn’. De financiële risico’s worden per beleidsveld nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Anders gezegd, een kwalificatie met ‘hoog’ impliceert dat het al bijna noodzakelijk is om voor dat risico een voorziening te treffen. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is. Thema milieu en leefomgeving Beleidsveld:
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
- (1) Arbo- en milieuwetgeving Het is mogelijk dat de gemeente, als eindverantwoordelijke c.q. opdrachtgever, wordt aangesproken voor kosten van overtredingen of schadeclaims. Dat kan op basis van zowel de huidige milieu- als arbowetgeving (o.a. bouwstoffenbesluit, bouwproces-arbobesluit en maatregelen bij werken in uitvoering). Zoals bijv. bodemverontreinigingen door grondwerken en gevolgen van het bouwprocesbesluit. Er is geen inschatting te maken van het financiële risico. - (2) Grondexploitatie De kredietcrisis heeft ook in Bladel geleid tot vertraging van bijvoorbeeld woningbouwprojecten en van de verkoop van gemeentelijke bouwgrond. In de afgelopen jaren zijn gronden en opstallen gekocht om woningbouw mogelijk te maken. De bedoeling is om de aankopen te financieren door grondverkopen. Door de economische crisis schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. De rentekosten op deze projecten lopen echter gewoon door. Indien de reeds gerealiseerde kosten en de nog te verwachte kosten binnen de grondexploitatie niet meer terugverdiend kunnen worden door toekomstige grondverkopen is de gemeente verplicht tot het vormen van voorzieningen. Dit is een risico waar we nu al mee geconfronteerd worden. Dat kan, afhankelijk van de ernst en duur van de economische terugval, de winstpotentie van de grondexploitatie op de korte termijn nadelig beïnvloeden. Er zijn 23 woningen op basis van het beleid Buitengebied in Ontwikkeling (BIO-woningen) gebouwd en 21 Ruimtevoor-Ruimtewoningen (RvR-woningen). Op basis van provinciaal beleid moet dit aantal met elkaar in overeenstemming zijn. Er is dus een tekort van 2 RvR-woningen. Wij hebben afgesproken dat wij deze uiterlijk voor 1 augustus 2013 realiseren. Als dat onverhoopt niet lukt dient de gemeente maximaal 2 titels voor RvR-woningen te kopen van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte-voor-Ruimte. Hiermee is een bedrag gemoeid van ca. € 300.000,- tot € 350.000,-. M.b.t. 1 RvR woning is onlangs een positief besluit genomen, de volgende stap is het tekenen van een contract. Daarnaast zijn er nog afrondende gesprekken gaande met een paar initiatiefnemers. Daarom schatten wij het risico laag in. 69
- (3) Planschade (Artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening) Per 1 september 2010 geldt voor de oude plannen een verjaringstermijn van 5 jaren. Dit betekent dat voor plannen die ouder zijn dan 5 jaren geen planschadeverzoeken meer kunnen worden ingediend. Tevens geldt vanaf juli 2008 een eigen maatschappelijk risico van 2%. Voor alle nieuwe projecten vanaf 2005 zijn daar waar mogelijk planschadeafwikkelingsovereenkomsten gesloten. Voor de plannen die de gemeente zelf in exploitatie neemt is de gemeente schadeplichtig. Dit komt dan ten laste van de exploitatie van die plannen. Het aantal planschadeverzoeken is sinds 2011 sterk afgenomen. Het risico schatten wij laag in. Beleidsveld:
Verkeer en vervoer
- (4) Beheerplannen Na de reguliere actualisatie van de beheerplannen worden in de meerjarenramingen bedragen opgenomen voor uitvoering van werken en diensten. De uitvoering van werken wordt aanbesteed en van diensten wordt in raamcontracten op de markt gezet. Meestal zijn dit contracten die een doorlooptijd hebben van 3-4 jaar en waarin rekening wordt gehouden met normaal landelijk geldende jaarlijkse indexeringen (gemiddeld 2,5%). In de begrotingscyclus wordt marginaal rekening gehouden met indexeringen en met areaaluitbreidingen. Deze worden min of meer binnen de betreffende budgetten opgevangen. Hierbij wordt risico gelopen omdat bij grotere budgetten (bijvoorbeeld uitbesteding groenonderhoud bij WVK-groep en onderhoud wegen) de verschillen te hoog oplopen waardoor het beschikbaar gestelde budget wordt overschreden. Om toch binnen de beschikbare budgetten te blijven leidt dit in sommige gevallen tot minder inhuur c.q. uitbesteding om kosten te besparen. Op langere termijn heeft dat effect op de kwaliteit (uitstraling)van de openbare ruimte. Om de risico’s op eigendommen te kunnen bepalen is het noodzakelijk om over beheers- en bestedingsplannen te kunnen beschikken. In deze plannen wordt het na te streven onderhoudsniveau vastgelegd en worden de inhoudelijke en financiële gevolgen in kaart gebracht. Op dit moment zijn nagenoeg in alle gevallen actuele beheerplannen beschikbaar. Voor wegen, riolering en groen zijn de beheerplannen ondergebracht in de Samenwerking Beheer openbare ruimte Kempengemeenten (SBK) en Shared Service Centre (SSC) van de samenwerkende Kempengemeenten. Door ‘natuurplagen’ (processierupsen, kevers, rattenplagen, iep- en kastanjeziektes e.d.) zullen er in voorkomende gevallen extra onderhoudswerkzaamheden verricht moeten worden aan het openbaar groen en de bossen. Op basis van eerdere onderhoudswerkzaamheden wordt dit incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van ca € 15.000,- tot € 20.000,-. Voorts wordt voor de overige calamiteiten en claims een incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van ca € 10.000,- tot € 15.000,-.
- (5) Gladheidbestrijding Gladheidbestrijding of winterdienst is een apart werkveld en het voorspellen van de duur van een winterperiode is erg moeilijk. Tijdens extreme situaties, bijvoorbeeld bij (hevige) sneeuwval in combinatie met strenge vorst, moet dan ook intensiever worden geschoven en gestrooid. Dit geldt voor normale (zachte) winterse omstandigheden. Zodra sprake is van extreme situaties kunnen de meerkosten oplopen tot het dubbele of drievoudige van het beschikbare budget. Gezien de omstandigheden in de afgelopen jaren hebben wij dat risico als midden ingeschat. - (6) Gepland groot onderhoud (GGO) wegen Op 16 mei 2012 is in de gemeenteraad het beleidskader wegbeheer 2012-2016 gemeente Bladel ter kennisgeving aangeboden. Adviesbureau DHV B.V. heeft dit beleidskader opgesteld ter onderbouwing van de in de meerjarenbegroting opgenomen onderhoudsbudgetten in het kader van wegbeheer op basis van het kwaliteitsniveau sober (6-). Daaruit blijkt dat de kapitaalbehoefte voor GGO in genoemde periode met een afwijking van 60% niet aansluit op de beschikbare budgetten (behoefte € 1.400.000 en beschikbaar € 900.000). Met het huidige budget is het dus niet mogelijk alle noodzakelijke onderhoud uit te voeren en wanneer wordt gekozen om voor de komende periode het bestaande budget door te zetten, heeft dat negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het openbare wegennet in onze gemeente. Naast het risico van kapitaalvernietiging loopt het gebruiksrisico van de wegen hoger op met kans op materiële en lichamelijke schade als gevolg van nalatig onderhoud. Ook het oppakken van grootschalige integrale projecten binnen GGO waarbij diverse disciplines worden betrokken (werk met werk maken) neemt af. Het structurele risico wordt bepaald binnen een bandbreedte van ca € 0,- tot € 500.000,-. Thema mens en maatschappij Beleidsveld:
Jeugd en Gezin
- (7) Toezicht kinderopvang Het toezicht op de kinderopvang geschiedt door de GGD Brabant-Zuidoost. Elk jaar sluit de gemeente met de GGD een contract over de te controleren voorschoolse instellingen: kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en sinds kort ook de peuterspeelzalen. Belangrijke wijziging is dat vanaf 2012 het toezicht geschiedt op basis van risicoprofielen. Door bepaling van het risico op naleving van de kwaliteitseisen, kunnen toezichtinspanningen gerichter worden ingezet: intensiever toezicht waar nodig en minder toezicht waar mogelijk. Een 70
andere wijziging is dat vanaf 2012 niet alle geregistreerde gastouders gecontroleerd hoeven te worden, volstaan kan worden met een steekproef. Het toezicht brengt kosten met zich mee. De in de begroting opgenomen kosten (gebaseerd op de vergoedingen die in de afgelopen jaren in het Gemeentefonds zijn gestort), blijken niet voldoende. In totaal worden de kosten in 2013 geraamd op € 22.000,-. Wij merken hierbij op dat er twee bewegingen gaande zijn die zouden kunnen leiden tot extra inkomsten. Als eerste de inspanningen van VNG richting minister om een eerlijkere verdeling van de rijksvergoeding (uitkering gebaseerd op aantallen kindvoorzieningen per gemeente). Als tweede de mogelijkheid om voor een eerste aanvraag legeskosten te heffen. In een van onze buurgemeenten is dit doorgevoerd, verschillende andere SRE gemeenten overwegen hetzelfde. Het incidentele risico wordt bepaald binnen een bandbreedte van ca € 7.000,- tot € 13.000,-. Beleidsveld:
Maatschappelijke participatie
- (8) Wet werk en bijstand / schuldhulpverlening Het aantal aanvragen voor een WWB-uitkering neemt als gevolg van de huidige economische situatie toe. Ook steeds meer mensen die geen uitkering ontvangen doen een beroep op de schuldhulpverlening. Verder is nog onduidelijk wat de financiële consequenties zijn van de aanstaande invoering van de Wet werken naar vermogen. Door voornoemde ontwikkelingen kan de bijdrage aan ISD-de Kempen hoger uitvallen dan geraamd. - (9) Wet maatschappelijke ondersteuning De druk op Wmo-voorzieningen zal ook in 2013 en volgende jaren als gevolg van vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg toenemen. Bovendien gaat de aanstaande invoering van de Functie Begeleiding (waarschijnlijk per 1-1-2014) gepaard met een korting op het huidige begeleidingsbudget (AWBZ) van 5% (in het gemeentefonds, waar wij overigens rekening mee hebben gehouden in onze meerjarenraming). Het is onzeker of met de decentralisatie de fininanciële middelen daartoe toereikend voor zijn. De ISD-begroting gaat uit van een toename van het aantal aanvragen. Door het strikter toepassen van het (geldende) indicatieprotocol en het ‘kantelingsprincipe’ (nadrukkelijker wijzen op voorliggende algemene voorzieningen en de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager en zijn/haar omgeving) wordt geprobeerd de toenemende vraag naar voorzieningen en de korting op het begeleidingsbudget de komende jaren te compenseren. Het uiteindelijke resultaat van de indicatieprotocollen en de ‘kanteling’ voor de ISD-begroting wordt –met in achtneming van demografische ontwikkelingen- tov 2012 (zonder wetswijzigingen geschat op): • + 2,0 % in 2013; • + 1,5 % in 2014; • + 1,0% ultimo 2015, structureel vanwege vergrijzing. Periodiek monitoren wij of de hiervoor genoemde aannames gerealiseerd worden. Beleidsveld:
Sociale samenhang en leefbaarheid
- (10) Uitvoering sociaal statuut KCMD Door een van de medewerkers van KCMD is bezwaar ingediend tegen de uitwerking voor deze persoon van het sociaal statuut. Hij beroept zich op de zogenaamde Vendrikregeling. Hierdoor zou de gemeente verplicht zijn om volledige salariskosten inclusief opbouw van pensioen door te betalen tot de 65 jarige leeftijd. Na advies van de huisadvocaat heeft het college besloten om niet akkoord te gaan met een voorgestelde afkoopsom. De rechter heeft in februari 2011 uitspraak gedaan in het voordeel van KCMD (lees: gemeente). En de betreffende medewerker is dus door de rechtbank 's-Hertogenbosch in het ongelijk gesteld. De eiser heeft echter besloten in hoger beroep te gaan. Het Hof heeft hierop op 3 april 2012 uitspraak gedaan en de betreffende medewerker in het gelijk gesteld. KCMD heeft nu de mogelijkheid zich uit te laten over het juiste bedrag om het nadeel te compenseren dat betreffende medewerker lijdt doordat hij niet de mogelijkheid heeft om van het Vendrikeffect gebruik te maken. Vervolgens kan betreffende medewerker hierop reageren, waarna het Hof het definitieve vonnis uit zal spreken, wat wil zeggen dat het financiële nadeel wordt vastgesteld. Over de te verwachten kosten voor de gemeente kan dus nog niets verteld worden. Ook is nu nog niet bekend of deze uitspraak ook van toepassing is voor andere oud-medewerkers van KCMD. - (11) BTW-afdracht over bijdragen aan de gemeenschapshuizen Onze accountant heeft een onderzoek ingesteld naar de BTW-situatie per gemeenschapshuis. Er is niet alleen gekeken naar eventueel noodzakelijke correcties. Ook de mogelijkheden om te komen tot BTW-optimalisatie zijn onderzocht. De resultaten zijn medio 2012 bekend en zullen dan met de beherende instellingen en vervolgens de Belastingdienst worden afgestemd. Of en in welke mate eventuele correcties financiële consequenties hebben, zal dan blijken.
71
- (12) Evaluatie nieuw beleid o.g.v. “Algemeen beleidskader gemeenschapshuizen 2013” Op 1 januari 2012 is het nieuwe beleid ten aanzien van de gemeenschapshuizen van kracht geworden. De subsidiebijdrage die de gemeenschapshuizen ontvangen om de accommodatie overeenkomstig het nieuwe beleid te exploiteren is gebaseerd op de gewijzigde verdeling van verantwoordelijkheden (o.a. het onderhoud) en afgeleid van de werkelijke exploitatieresultaten in de afgelopen jaren. Of de aldus berekende bijdrage voor 2012 aansluit bij de financiële gevolgen in de praktijk, zal duidelijk worden aan de hand van het eerste exploitatieresultaat na invoering i.c. resultaat 2012 (bekend medio 2013). Dat zal ook blijken of bijstelling noodzakelijk is. - (13) Kosten voorbereiding nieuwbouwplannen sporthal Bladel Op 13 september 2011 werd een samenwerkingsovereenkomst en overeenkomst over grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.24 Wro gesloten tussen gemeente Bladel en Onderwijsstichting De Kempen ter uitvoering van het convenant van 23 juli 2009 ten behoeve van de realisatie van een sportzaal, sporthal en nieuwe praktijkschool inclusief de (her)inrichting van het omliggende gebied. Bij het oormerken van financiële ruimte binnen de gemeentebegroting voor het realiseren van de sporthal, werd rekening gehouden met bijkomende onderzoek- en advieskosten. Onduidelijk is of dat bedrag toereikend is voor het gemeentelijk aandeel in alle bijkomende kosten. - (14) Inkomsten reclameborden sporthal Bladel Een groot aantal overeenkomsten met betrekking tot de reclameborden in de sporthal van Bladel lopen af of zijn inmiddels geëindigd. Van het bedrijf dat namens ons de acquisitie verzorgt, bereiken ons signalen dat adverteerders minder interesse hebben deze overeenkomsten te verlengen. Dit leidt mogelijk tot minder inkomsten. Wij zullen overleg voeren over de wijze waarop we de periode tot aan de nieuwe sporthal kunnen overbruggen en eventueel toch nog interessant kunnen maken voor adverteerders. Beleidsveld:
Bestuur
- (15) Wachtgelden wethouders Het is mogelijk dat een wethouder wegens een politiek conflict of in verband met verkiezingen uit het college stapt met recht op wachtgeld. Bij vertrek van één wethouder kan het risico voor het eerste jaar bepaald worden op € 50.000,- en voor het tweede jaar op € 43.000,-. - (16) Verbonden partijen i.c. gemeenschappelijke regelingen De veronderstelling, dat het uitoefenen van taken door gemeenten gezamenlijk in een regio voor de gemeenten (en haar inwoners) financiële voordelen oplevert, kan niet in alle gevallen als een juiste worden onderkend. De bestuurlijke invloed van een individuele gemeente op het beleid van een eenmaal ingesteld lichaam is veelal beperkt. Aan dit gegeven is het bezwaar verbonden, dat samenwerkingsverbanden door het vormen van reserves e.d. een eigen financieel beleid gaan voeren; dus in feite een stukje financieel beleid van de aangesloten gemeenten overnemen. De deelnemende gemeenten blijven echter wel zelf verantwoordelijk voor alle schulden en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling of andere verbonden partijen. In zijn algemeenheid moet opgemerkt worden dat er op het gebied van verbonden partijen weinig risicomanagement is toe te passen, omdat ze buiten de directe invloedsfeer van de gemeente vallen. Door beleid op te stellen ten aanzien van het maken van bestuurlijke en financiële prestatie-afspraken met verbonden partijen kunnen genoemde risico’s beheersbaar worden gemaakt.
- (17) Oprichting Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)en afbouw Milieudienst SRE Momenteel is de RUD volop in oprichting. Doel is dat deze dienst het verplichte takenpakket op het gebied van milieu gaat overnemen van gemeenten. Doel is dat deze dienst op 1 januari 2013 operationeel is. Gelijktijdig met de opbouw van de RUD moet de Milieudienst SRE afgebouwd worden. Nu blijkt dat het zittende personeel bij de laatste instantie wellicht niet volledig overgaat naar de RUD. Hierdoor ontstaat dus een overcapaciteit aan personeel (bandbreedte ligt tussen 10 en 60 fte) waarvoor de SRE-gemeenten binnen het kader van de Gemeenschappelijke Regeling SRE verantwoordelijkheid dragen. Momenteel worden diverse scenario's uitgewerkt hoe om te gaan met dit probleem. Gemeenten dragen hoe dan ook verantwoordelijkheid voor deze risico’s. Wij schatten de risico’s vooralsnog op pm. - (18) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) In navolging van de basisregistraties GBKN en BAG is de invoering van deze basisregistratie voorzien in 2016. De opzet en implementatie van deze registratie brengt, net zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), nog forse financiële gevolgen voor gemeenten met zich mee. Het SSC werkt momenteel aan een notitie over opzet en gevolgen van dit proces, waarin ook een doorkijk wordt gegeven over de financiële consequenties van e.e.a. - (19) Versnelde samenwerking Kempengemeenten De vijf colleges van de Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden hebben in een gezamenlijke bijeenkomst uitgesproken dat zij de onderlinge samenwerking op korte termijn willen vernieuwen en 72
versnellen. De colleges zijn van mening dat een vernieuwing en versnelling van de samenwerking nodig is om de toekomstige opgaven aan te kunnen en voelen daarbij een verantwoordelijkheid naar elkaar toe. Door deze voorgenomen versnelde samenwerking zal dat gevolgen hebben voor de formatieomvang binnen onze gemeente. Diverse (beleids)functies zullen dan ondergebracht worden binnen de SK. Dit zal gevolgen hebben voor het totaal van de interne kostenverdelingen, omdat werkplekken niet meer bemenst zijn. We moeten ons dan afvragen of de interne kostenverdeling nog wel op een realistische wijze kostendekkend gerealiseerd kan worden. De overheadkosten kunnen immers over minder aantallen fte’s verdisconteerd worden, met als gevolg aanzienlijke stijging van uurtarieven.
- (20) Inschatting hoogte algemene uitkering Binnen het gemeentefonds zijn er voortdurend ontwikkelingen die de hoogte ervan beïnvloeden. Ten eerste is de omvang van het gemeentefonds afhankelijk van de hoogte de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Daarnaast zijn de maatstaven aan de hand waarvan de algemene uitkering wordt berekend telkens aan verandering onderhevig. Bij het opstellen van de begroting moeten zowel de totale omvang van het gemeentefonds als het aandeel van de eigen gemeente daarin worden ingeschat. Bepaalde maatstaven kunnen niet door de gemeente zelf worden beïnvloed en (dus) ook niet goed worden ingeschat (bijv. regionaal klantenpotentieel). De hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is daarom met grote risico’s omgeven. Hierbij worden de risicobedragen die zich mogelijk kunnen afspelen bepaald tussen een bandbreedte van 1% en 7½% van de jaarlijks te ontvangen algemene uitkering. Het risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 158.000,- tot € 1.187.000,-. Op landelijk niveau heeft onderzoek plaats gevonden naar de verdeling van de middelen in het gemeentefonds. Alle zogenaamde ijkpunten (kostengroepen zoals veiligheid, bestuurskosten, educatie en openbaar groen e.d.) zijn/worden opnieuw bekeken of deze nog op een juiste manier in de verdeling zitten. Aanvankelijk was voorzien dat de herverdeling met ingang van het uitkeringsjaar 2013 merkbaar zou worden. Een herverdeling van middelen kan zowel positief als negatief voor de gemeente uitvallen. De minister van BZK heeft aangegeven dat de herverdeling van het gemeentefonds niet geëffectueerd zal worden vóór 2014. Het kabinet wil eerst het geld voor te decentraliseren taken inbedden in het gemeentefonds. Daarnaast realiseert het kabinet zich dat er veel op gemeenten afkomt met decentralisaties en noodzakelijke bezuinigingen. Als gevolg van de invoering van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) zullen de categorieën wooneenheden, bijzondere woongebouwen en recreatiewoningen vervallen bij de berekening van de algemene uitkering. In BAG wordt niet meer gesproken over woningen, maar over “verblijfsobjecten met een woonfuntie”. Dat heeft gevolgen voor de huidige tabellen uit de woningregister. Omdat de definities uit het woningregister niet aansluiten op de BAG, zal de woningvoorraadstatistiek een trendbreuk gaan vertonen per 1 januari 2014. Dit zal voor de gemeente zeer waarschijnlijk nadelen met zich brengen.
- (21) Gemeentegaranties Gemeenten zijn per 1 januari 2011 uit de achtervang voor nieuwe hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) getreden. Dat is de uitkomst van een jarenlange discussie tussen de VNG en het Rijk. De financiële risico’s die gemeenten lopen door de achtervangpositie vindt de VNG onverantwoord. Concreet betekent dit dat alle gemeenten uittreden voor nieuwe garanties vanaf 2011. De achtervangpositie van gemeenten voor bestaande NHG-hypotheken blijft bestaan. Het bestaande vermogen van het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) blijft beschikbaar voor alle NHG-hypotheken van zowel vóór als na de datum waarop gemeenten uittreden uit de achtervangpositie. Met de beëindiging van de achtervangpositie van gemeenten voor nieuwe NHG-hypotheken zijn de risico’s voor gemeenten verder beperkt. Hoewel wij de kans dat de gemeente wordt aangesproken op garantstellingen niet groot achten, houden wij het risicobedrag vooralsnog vast op het normatieve bedrag van € 0,5 mln. voor de afdekking van risico’s van de bestaande NHG-hypotheken.
- (22) Personeelsvoorzieningen In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever maximaal twee jaar het salaris aan de betrokken werknemer doorbetalen. Wanneer zich een geval van ziekte voordoet, waarvoor vervanging nodig is, kost dit de gemeente extra geld. Door uw raad noodzakelijk en wenselijk geachte activiteiten (maar ook de reguliere werkzaamheden) moeten veelal (mede) worden gerealiseerd via inzet van de ambtelijke medewerkers in onze ‘krappe’ organisatie. Om alles tijdig te realiseren moet er evenwicht zijn tussen de te leveren prestaties en de beschikbare menskracht. Het is de taak van ons college om samen met het management dit evenwicht te zoeken en te handhaven. Waar dat niet mogelijk is zullen keuzes onvermijdelijk zijn. Gelet op de vaak specifieke kennis, welke vaak ook nog ingevuld wordt door zgn. “éénmensfuncties”, geldt er binnen onze organisatie een behoorlijke mate van kwetsbaarheid. In voorkomende gevallen kan inhuur van personeel dan ook noodzakelijk blijken. Het financieel risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 50.000,- tot € 100.000,-. 73
- (23) Risico’s op eigendommen De gemeente Bladel wordt ook steeds meer geconfronteerd met toenemende vernielingen aan de gemeentelijke eigendommen. Daar de dader(s) vaak niet meer te achterhalen zijn kunnen de kosten van herstel niet in alle gevallen verhaald worden. Op basis van uitgevoerde risico-analyses uit het verleden wordt dit incidenteel risico ingeschat op een bandbreedte van € 15.000 tot € 25.000,-. - (24) Risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering Deze categorie bestaat zowel uit interne als externe risico’s. Interne risico’s hebben betrekking op de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle. Ter dekking van externe risico’s is een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Aansprakelijkheidsstellingen / procedures Verwacht wordt, gelet op de landelijke ontwikkelingen, dat de risico’s met betrekking tot de aansprakelijkheid zullen toenemen. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuw Burgerlijk Wetboek (risico aansprakelijkheid), invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht (aanzienlijke versterking van de positie van de burger ten opzichte van de overheid) en de toenemende juridificering van de samenleving. De risico’s betreffende aansprakelijkheidsstellingen zijn aanzienlijk, zodat het van groot belang is om schadepreventief te werken. Goed en regelmatig onderhoud van wegen, het nauwkeurig naleven van (ruimtelijke) procedures met betrekking tot verlening van vergunningen, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Vanaf 1 oktober 2009 geldt de “Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen”. Met deze wet wordt de Algemene wet bestuursrecht aangevuld. Het doel van deze wet is het bevorderen van het tijdig beslissen door de overheid. De wet moet een einde maken aan het ongestraft overschrijden van beslistermijnen door de overheid. De instrumenten die de burger hiervoor in handen krijgt, zijn: 1. Het bestuursorgaan wordt een dwangsom verschuldigd voor elke dag dat de beslissing uitblijft, wanneer een beslissing op een aanvraag niet tijdig is genomen. 2. De aanvrager kan direct in beroep gaan bij de bestuursrechter zonder eerst bezwaar te hoeven maken. Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (SK) Binnen de SK gaan substantiële bedragen om. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat binnen de constructie van een gemeenschappelijke regeling, de gemeente Bladel slechts 1 stem van de 5 heeft en dat het bestuur van de GR verplichtende uitgaven kan doen. Een en ander houdt een risico in. Dit kan zich manifesteren op het gebied van opgelegde bezuinigingen. De gemeente boekt deze in, maar is echter afhankelijk van de SK wat betreft realisatie. Wanneer de bezuinigingsopgave niet wordt gerealiseerd, heeft dat effect op het resultaat van de gemeente Bladel. Wij schatten de risico’s vooralsnog op pm.
- (25) Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen Bij de uitvoering van de begroting kunnen zich elk jaar vertragingseffecten voordoen in de realisatie van nieuwe uitgaven en bezuinigingen. De begroting van Bladel bevat relatief weinig nieuwe uitgaven en relatief omvangrijke bezuinigingsopdrachten. Bij het opstellen van de begroting wordt getracht de bezuinigingen zo realistisch mogelijk te begroten en rekening te houden met vertragingen. Toch kunnen zich in de praktijk nog steeds vertragingen voordoen. Voor dit element houden we daarom rekening met een bandbreedte van 10% tot 20% van de omvang van de ingeraamde nog niet gerealiseerde bezuinigingsopdrachten ad € 1.398.000,-. - (26) Consequenties Wet Houdbare OverheidsFinanciën De financiële crisis in Europa zorgt ervoor dat Europa de richtlijnen over de overheidsfinanciën aanscherpt. Nederland wil deze recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opnemen in de Wet houdbare overheidsfinanciën. De beoogde ingangsdatum van de Wet HOF is 1 januari 2013. De Wet HOF bevat strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. Het wetvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook het lokale bestuur zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van de lagere overheden in de 3% is 0,38% Bruto binnenlands product voor gemeenten gezamenlijk. De gezamenlijke gemeenten dienen hun tekort te houden onder dit percentage. Indien dat niet gebeurd dan wordt er via het gemeentefonds een boete opgelegd. Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering In onderstaand tabel is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.
74
nr.
(a)
omschrijving
geraamde omvang *
kans 25%
50%
75%
(e)
(f)
gemiddeld effect (c : 2)
kans x effect incidenteel (d,e of f x g)
kans x effect structureel (d,e of f x g)
(g)
(h)
(i)
(b)
(c)
(d)
1
Arbo- en milieuwetgeving
pm
x
pm
pm
2
Grondexploitatie
pm
x
pm
pm
3
Planschades
pm
x
pm
pm
4
Beheerplannen
25 - 35
x
30
15
5
Gladheidbestrijding
15 - 25
x
20
10
6
Gepland groot onderhoud wegen
0 - 500
x
250
125
7
Kinderopvang
7 – 13
x
10
5
8
Wet werk en bijstand
pm
x
pm
pm
pm
pm
9 10 11 12 13 14
Wet maatschappelijke ondersteuning Uitvoering sociaal statuut KCMD BTW-afdracht gemeenschapshuizen Evaluatie beleidskader gemeenschapshuizen Voorbereiding nieuwbouwplannen sporthal Inkomsten reclameborden sporthal Bladel
15
Wachtgelden wethouders
16
Verbonden partijen Frictiekosten Milieudienst / RUD Basisregistratie Grootschalige Topografie Versnelde samenwerking Kempengemeenten Inschatting algemene uitkering
17 18 19 20
pm
x
pm
x
pm
pm
pm
x
pm
pm
pm
x
pm
pm
pm
x
pm
pm
pm
x
pm
pm
0 - 50
x
25
13
pm
x
pm
pm
pm
pm
x
pm
pm
x
pm
pm
75
38 168
50 - 100
x
pm
158 – 1.187
x
673
x
375
94
21
Gemeentegaranties
250 - 500
22
Personeelsvoorzieningen
50 - 100
x
75
56
23
Risico’s eigendommen
15 - 25
x
20
15
24
Risico’s bedrijfsvoering
pm
pm
pm
25
Vertraging realisatie bezuinigingen
210
105
26
Consequenties Wet HOF
pm
Ondergrens risico’s
710
Bovengrens risico’s
2.815
x
140 - 280
x x
pm
Totaal gemiddelde risico’s
pm
1.763
Totaal na kansberekening
308
336
*) bedragen x € 1.000,-. De omvang van de geïnventariseerde risico’s beweegt zich tussen een bedrag van € 710 duizend en een bedrag van € 2.815 duizend (zie kolom c). Indien alle risico’s zich tegelijk zouden voordoen, gaat het gemiddeld dus om een bedrag van € 1.763 duizend. Maar de kans hierop is niet erg waarschijnlijk. Uitgaande van de gemiddelde 75
omvang en de geraamde ‘kansen’ bedraagt het totaal aan de nu geïnventariseerde risico’s een aanzienlijk lager bedrag: gemiddeld € 644 duizend, waarvan een deel incidenteel (€ 308 duizend) en een deel structureel (€ 336 duizend). Overigens suggereren deze bedragen een nauwkeurigheid die zich absoluut niet voordoet; het is de toevallige uitkomst van een kansberekening en niet een met zekerheid te voorspellen uitkomst. Het meerjarig geprognosticeerde verloop van de algemene reserve in relatie tot het risicoprofiel en de geïnventarie seerde risico’s, rekening houdende met de geraamde mutaties na de (concept) 6 wijziging van begroting 2012 en de voorgestelde dekkingsmaatregelen, kan volgt weergegeven worden: (bedragen x € 1.000,-)
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
begroting 2016
a. ijzeren voorraad
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
b. noodzakelijke omvang (voldoende)
1.503
1.468
1.468
1.468
1.468
c. totaal noodzakelijke omvang
2.503
2.468
2.468
2.468
2.468
667
644
644
644
644
e. stand algemene reserve begin van het jaar
3.301
1.484
1.566
1.810
1.852
f. stand algemene reserve eind van het jaar
1.484
1.566
1.810
1.852
3.254
0,59 ruim onvoldoende
0,63
0,73
0,75
1,32
onvoldoende
onvoldoende
onvoldoende
voldoende
d. geïnventariseerde risico's
g. ratio algemene reserve eind van het jaar f / c h. betekenis
Ten aanzien van de geraamde stand van de algemene reserve willen wij -met nadruk- niet onvermeld laten dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten betreffen. Met name de vertraging van de verkoop van gemeentelijke bouwgrond kan, als gevolg van de economische terugval, de winstpotentie van de grondexploitatie (en dus de winstuitnames ten gunste van de algemene reserve) nadelig beïnvloeden. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen dienen steeds beoordeeld te worden aan de werkelijke gerealiseerde resultaten. In de vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicomanagement is bepaald dat bestedingsvoorstellen ten laste van de algemene reserve slechts zijn aan te bevelen, wanneer er middelen resteren boven de omvang van de risicoprofielen. Conclusie Wordt de omvang van de huidige weerstandsvermogen gespiegeld aan de noodzakelijke omvang, dan luidt de conclusie dat het weerstandsvermogen nagenoeg de gehele planperiode onvoldoende is. Door de economische crisis schuift de termijn van verkoop van gemeentelijke bouwgrond verder op. Dit betekent ook dat de winstprognoses in de tijd bijgesteld moeten worden. Eerst vanaf 2016 voldoet de omvang van het weerstandsvernmogen – met het nodige voorbehoud - weer aan de vastgestelde normering. Winsten van grondexploitaties kunnen immers dan pas toegevoegd worden aan de algemene reserve indien ze ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Ratio’s De vermogenspositie van de gemeente kan ook snel inzichtelijk worden gemaakt door de presentatie van enkele verhoudingscijfers (ratio’s). We doen dit in deze paragraaf door presentatie van de zogenaamde solvabiliteitsratio, de bufferratio en het eigen vermogen per inwoner, waarbij de solvabiliteitsratio wordt berekend als: de reserves als percentage van het balanstotaal; de bufferratio wordt berekend als: de reserves plus voorzieningen als percentage van de jaarrekeningstotaal; het eigen vermogen per inwoner wordt berekend door de reserves te delen door het aantal inwoners. In de onderstaande tabel worden de ratio’s voor de gemeente Bladel uiteengezet voor 2012 tot en met 2016. Het begrotingstotaal is inclusief het resultaat van de grondexploitatie. Stand 31 december
2012
2013
2014
2015
2016
Solvabiliteitsratio
27%
29%
31%
31%
36%
Bufferratio
24%
28%
29%
29%
32%
631
623
615
601
655
Eigen vermogen per inwoner
De conclusie van vorenstaand tabel is dat de gemeente Bladel een redelijk solvabiliteitsratio heeft, waardoor een belangrijk deel van de activa met eigen vermogen gefinancierd kunnen worden. De schommeling van de bufferratio wordt voor een deel veroorzaakt door een noemereffect, door de fluctuaties van het uitgavenniveau door de jaren heen. Het eigen vermogen per inwoner fluctueert met name door de resultante van de aanwendingen en toevoegingen gedurende de planperiode.
76
4.2 Lokale heffingen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken de burgers heel direct in de portemonnee, vandaar ook de sterke (politiek) belangstelling. In deze paragraaf geven we een uitgebreid overzicht van de lokale heffingen. Algemene uitgangspunten De Gemeentewet kent twee verschillende heffingen, te weten belastingen en heffingen. Belastingen zijn algemene dekkingsmiddelen. Heffingen moeten ingezet worden voor een bepaald doel en mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De gemeente Bladel kent de onroerende-zaakbelastingen en de toeristenbelasting als heffingen die aan de algemene middelen worden toegevoegd. De overige heffingen betreffen de afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges, marktgelden en brandweerrechten. De lasten en baten die verband houden met de uitvoering van Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn ook begrepen onder de algemene dekkingsmiddelen. De uitgangspunten voor het beleid van de heffing van gemeentelijke belastingen en tarieven zijn vastgelegd in het raadsprogramma 2010-2014. Bij de vaststelling van de financiële kaderstelling is voorts besloten om als nadere detaillering van het gestelde in het raadsprogramma voortaan uit te gaan van de nagecalculeerde indexeringen. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan het beleidskader voor de vaststelling van de belasting- en tarievenmaatregelen voor de planperiode 2012-2016. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB worden geheven op binnen de gemeente gelegen onroerende zaken. Het betreft een directe belasting die is uitgesplitst in: een gebruikersbelasting van niet-woningen van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; een eigenarenbelasting van zowel niet-woningen als van woningen van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. De peildatum ligt één jaar voor de aanvang van het tijdvak. Hiermee volgt de WOZ-waarde jaarlijks de marktontwikkelingen. Dit levert een actuelere waarde op met kleinere waardesprongen. De belastingverschuivingen zijn daardoor ook veel gelijkmatiger. Wij hebben, op basis van informatie die de Waarderingskamer (wettelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) heeft verzameld, rekening gehouden met een gemiddelde waardeontwikkeling van -/-3,00% voor woningen en -/-2,50% voor niet-woningen. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012 zijn bepalend voor het belastingjaar 2013. De verwachte opbrengst OZB wordt als percentage van de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken in Bladel uitgedrukt. Dit percentage is, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag OZB. De tarieven worden met een nagecalculeerd inflatie8 percentage van 3,00% verhoogd. Dit leidt tot de navolgende tarieven .
Eigenaar Woning In 2012 was het tarief voor woningen 0,0816% van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een woning met een waarde van € 302.000,- bedroeg dus € 246,00. Met een waardeontwikkeling van -/-3,00% wordt de nieuwe waarde ca € 292.000,-. Met een tarief in 2013 van 0,0868% van de waarde wordt de aanslag OZB € 253,00. Dit is een verhoging van ca. 2,85%. Eigenaar niet-woning In 2012 was het tarief voor niet-woningen 0,1270% van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een nietwoning met een waarde van € 500.000,- bedroeg dus € 635,00. Met een waardeontwikkeling van -/-2,50% wordt de nieuwe waarde in 2013 € 487.000,-. Met een tarief van 0,1343% voor eigenaren niet-woningen wordt de aanslag OZB € 654,00. Dit is een verhoging van 2,99%. Gebruik niet-woning In 2012 was het tarief voor niet-woningen 0,1141% van de waarde. De gebruikersaanslag OZB voor een nietwoning met een waarde van € 500.000 bedroeg dus € 570,00. Met een waardeontwikkeling van -/-2,50% wordt de
8
Omdat de tarieven voor OZB worden afgerond, kunnen geringe afrondingsverschillen ontstaan in de berekening van de aanslagen OZB.
77
nieuwe waarde in 2013 € 487.000,00. Met een tarief van 0,1206% voor gebruikers niet-woningen wordt de aanslag OZB € 587,00. Dit is een verhoging van 2,98%. Voor de onroerende zaakbelasting is voor 2013 een opbrengst geraamd van € 3.413.000,-. De te verwachten meeropbrengst uit nieuwbouw is hierin begrepen. Toeristenbelasting Via de exploitanten van recreatieve ondernemingen wordt een toeristenbelasting geheven van personen die in de gemeente Bladel verblijven doch niet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Het gaat dan om overnachtingen in hotels, pensions, campings en vakantiebungalows. De toeristenbelasting kan worden gezien als een bijdrage in de kosten van de (algemene) voorzieningen die de gemeente treft. De opbrengst van de toeristenbelasting 2013 is geraamd op basis van een verwacht aantal bezoekers per jaar. Bij de heroverwegingsoperatie was er voor gekozen om de tarieven voor de toeristenbelasting voor 2013 te verhogen naar het landelijk gemiddelde tarief (bron: COELO: 2010 € 1,31). Wij willen deze verhoging echter gefaseerd doorvoeren t/m 2014 (zie voorts toelichting blz. 66). Voor de toeristenbelasting is voor 2013 een opbrengst geraamd van € 874.000,-. Gemeentelijke heffingen De gemeentelijke heffingen betreffen de afvalstoffenheffing, rioolheffing, de marktgelden, de brandweerrechten en de leges. De tarieven van deze heffingen mogen zorg dragen voor maximaal 100% kostendekkendheid. Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente Bladel feitelijk gebruik maakt van een perceel, ten aanzien waarvan inzake artikel 15.33 van de Wet milieubeheer een verplichting bestaat tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. In de begroting 2013 is bij de geraamde opbrengst uitgegaan van een kostendekkend tarief. Rioolheffing Vanaf 1 januari 2010 kent de Gemeentewet de mogelijkheid om een rioolheffing te voeren. Voorheen kon rioolrecht worden geheven. De verschillen hierin zijn van belastingtechnische en juridische aard. Feit blijft dat ook hier slechts een kostendekkend tarief gehanteerd mag worden. Marktgelden Het houden van de weekmarkt wordt met ingang van 1 januari 2013 in handen gelegd van de marktvereniging. Enkel de daadwerkelijke kosten voor de gemeente Bladel, zoals onder andere stroomgebruik, wordt in rekening gebracht bij de marktvereniging. Dit gebeurt echter privaatrechtelijk, waardoor geen sprake meer is van het heffen van belastingen of rechten. Brandweerrechten Wanneer gebruik wordt gemaakt van de diensten of materieel van de gemeentelijke brandweer worden rechten in rekening gebracht. Daarbij kan worden gedacht aan wacht- en controlediensten, het verrichten van rookproeven, het beschikbaar stellen van voertuigen en dergelijke. Het gaat daarbij niet om het voorkomen of bestrijden van brand danwel het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen. Leges Leges worden geheven als de gemeente een individuele dienst op aanvraag levert. Hierbij wordt uitgegaan van het profijtbeginsel. De kosten van de dienst of het produkt worden niet gedragen door de gehele gemeenschap maar door de individuele burger (of onderneming) zelf. De legestarieven zijn ook hier maximaal 100% kostendekkend. Daarbij wordt overigens niet naar de kosten van de specifiek geleverde dienst gekeken maar naar de groep van dezelfde diensten of aan elkaar verwante diensten. Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid Voor de meeste inwoners van onze gemeente levert het betalen van de gemeentelijke belastingen en heffingen geen probleem op. Er zijn echter ook personen voor wie de betaling van de gemeentelijke belastingen een buitengewone inspanning betekent. Voor hen is er de mogelijkheid om een beroep te doen op de kwijtscheldingsregeling die in de gemeente wordt toegepast. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid aangezien deze sterk is gekoppeld aan normen die door het rijk worden opgelegd. Dit is een gevolg van de centraal geleide inkomenspolitiek. Bij besluit van 20 december 2001 heeft de raad de “kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen” vastgesteld. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De kwijtschelding voor de onroerende zaakbelastingen wordt bepaald door op individuele basis de betalingscapaciteit te berekenen. Voor de afvalstoffenheffing omvat de kwijtschelding het jaarlijkse vastrecht, alsmede de kosten 78
van het ledigen van maximaal 20 containers op jaarbasis. De kwijtschelding voor de rioolheffing wordt bepaald op basis van het waterverbruik van maximaal 50 m³ per gezinslid per jaar naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar. Voor de kwijtschelding van gemeentelijke heffingen is voor 2013 een budget van € 20.000,- opgenomen. De dekking van deze kosten geschiedt middels de tarieven onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Belasting- en tarievenmaatregelen 2013 Separaat aan de behandeling van deze begroting wordt het voorstel belasting- en tarievenmaatregelen voor het jaar 2013 aan uw raad voorgelegd. In dit voorstel worden alle tariefwijzigingen op basis van voornoemd beleidskader nader toegelicht en verwerkt in de betreffende verordeningen. Daarnaast treft u in dit voorstel de ontwikkeling van de belastingdruk in 2013 ten opzichte van 2012 aan.
4.3 Bedrijfsvoering In de thema’s en beleidsvelden staat de dienstverlening aan afnemers (o.a. burgers, bedrijven en instellingen) centraal, waarbij de bedrijfsvoering de uitvoering van de thema’s en beleidsvelden ondersteunt en faciliteert. In deze paragraaf wordt ingegaan op de voornemens/verwachtingen op het gebied van de bedrijfsvoering voor het jaar 2013. Aan de orde komen achtereenvolgens de doelstelling van de bedrijfsvoering, het organisatiebeleid, personeelsgegevens ambtelijke organisatie, projectmatig werken, dienstverlening en overige bedrijfsvoeringsinformatie. 1. Doelstelling bedrijfsvoering Bedrijfsvoering betreft de interne sturing en beheersing van zowel primaire als ondersteunende bedrijfsprocessen en is gericht op het realiseren van de missie, taken en doelen van de organisatie, waarbij continue wordt gestreefd naar kwaliteitsverbetering van de bedrijfsvoering. De missie en visie van de gemeente Bladel zijn in grote mate bepalend voor de wijze waarop de dienstverlening plaatsvindt en de organisatie is ingericht. Missie en visie zijn dus het vertrekpunt van de inrichting van de organisatie, de besturing en de bedrijfsvoering.
Missie en Visie De burger verwacht dat een gemeente rechtmatig handelt en betrouwbaar, transparant, doelmatig, doeltreffend en responsief is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. In de gemeentelijke missie van Bladel zijn deze algemene verwachtingen van de burger vertaald als: De gemeente Bladel wil een betrouwbare partner zijn die op interactieve manier het welzijn van de burger centraal stelt. Om de missie te realiseren richt de gemeente zich op de vier kernbegrippen (visie): a) de gemeentelijke kerntaken Dit is het geheel van taken waarop de organisatie zich in ieder geval richt, omdat zij daarvoor is opgericht, ingericht en omdat zij daarin is gespecialiseerd. Veelal zijn dit taken die van overheidswege uitgevoerd dienen te worden. b) een interactieve bestuursstijl Door het samenbrengen van belangen, het verwerven van draagvlak en het creëren van heldere processen worden vraagstukken en problemen op een correcte wijze opgelost. Hierbij past een open, respectvolle en vroegtijdige interactie tussen alle betrokkenen met betrekking tot beleidsinitiatieven en het aanpakken van problemen. c) het leveren van producten en dienstverlening van hoge kwaliteit De ambtelijke organisatie heeft de taak om op doelmatige en doeltreffende wijze zowel de gemeentelijke (kern)taken als de ambities die zijn vastgelegd in deze begroting, om te zetten in producten en diensten van hoge kwaliteit. d) de medewerkers zijn de succesfactor. Zonder de inzet van de medewerkers blijven de gewenste resultaten uit. Het personeel behoort tot de taken van het college en niet zozeer tot het aandachtsgebied van de raad. Toch moet het mogelijk zijn om het brede scala in deze paragraaf voor het voetlicht te brengen. 2. Organisatiebeleid In deze paragraaf worden de voornemens/verwachtingen beschreven op het gebied van de doorontwikkeling van de organisatie en de samenwerking binnen de Kempengemeenten. 79
Het organisatiebeleid van de gemeente Bladel is erop gericht om flexibel in te spelen op de dynamische omgeving waarbij sterk veranderende eisen aan de gemeente worden gesteld. De gemeente Bladel wil een organisatie zijn die ruimte biedt aan zelfstandige en verantwoordelijke medewerkers om zowel de maatschappelijke doelen als de bedrijfsvoeringdoelstellingen van de organisatie te realiseren en te optimaliseren. De organisatie is continue bezig om het vermogen tot veranderen verder te ontwikkelen, omdat ook de omgeving verandert en er steeds meer activiteiten bij de gemeente worden neergelegd.
Doorontwikkeling organisatie Vanwege allerlei ontwikkelingen in de maatschappij is de gemeente niet meer allesbepalend en beslissend. Dit heeft gevolgen voor het inrichten van beleids- en besluitvormingsprocessen. Daarnaast zijn steeds meer taken uitbesteed, zowel regionaal (samenwerking Kempengemeenten) als bovenregionaal (Veiligheidsregio, SRE en Regionale Uitvoeringsdiensten). Ondanks dat taken zijn uitbesteed, is de gemeente Bladel nog steeds verantwoordelijk. De opdrachtgeversrol/opdrachtnemersrol moet op een goede professionele wijze in de organisatie geborgd worden. Daarnaast spelen ook de ontwikkelingen op het gebied van ICT een steeds belangrijkere rol en krijgen de gemeenten steeds meer te maken met bezuinigingen. Alle ontwikkelingen vereisen een actualisatie van de strategie van de organisatie Bladel met als gevolg een andere manier van werken. De nieuwe organisatie wordt gezien als een ontwikkelingsgerichte, daadkrachtige en flexibele organisatie waarbij medewerkers aangesproken worden op het behalen van resultaten. Dit alles voor de samenleving binnen de gemeente Bladel. Het college heeft medio 2012 de notitie onder de titel “De moderne organisatie Bladel, samen klaar voor de toekomst: ontwikkelstrategie, managementfilosofie, hoofd- en fijnstructuur” vastgesteld. In dit document is de richting voor de doorontwikkeling van de organisatie Bladel beschreven. In hoofdlijnen wordt hieronder beschreven wat bedoeld wordt met de begrippen uit de notitie. Ontwikkelstrategie De nieuwe ontwikkelstrategie voor de organisatie Bladel geeft aan op welke wijze de organisatie de kerntaken van de gemeente (dienstverlening, ontwikkeling en bedrijfsvoering) kan uitoefenen. Managementfilosofie In de managementfilosofie omschrijft de notitie welke stijl van leiderschap van het management van de nieuwe organisatie wordt verwacht om de ontwikkelstrategie in te bedden in de organisatie in de nieuwe manier van werken, vaardigheden, kennis en gedrag en houding van de ambtelijk medewerkers. Hoofd- en fijnstructuur De door het managementteam voorgestelde structuur (3 afdelingen met teams) sluit aan op ontwikkelstrategie en managementfilosofie. Het afdelingenmodel bestaat uit de volgende afdelingen: Dienstverlening, Ontwikkeling en Bedrijfsvoering. Het model bevat maximaal 2 hiërarchisch leidinggevende lagen, namelijk de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de afdelingshoofden. De teams binnen de afdelingen worden voorzien van een coördinator. Tevens lopen er verschillende trajecten die gevolgen hebben voor het organisatieontwikkelingstraject. Deze zijn: • Het voornemen tot samenwerking op de taakvelden vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en financiën, belastingen verzekeringen (FBV) binnen de Kempengemeenten en de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst. • Ontwikkeling van een gezamenlijk bedrijfsvoerings- en dienstverleningsconcept binnen de Kempengemeenten. • De dienstverleningsovereenkomsten Veiligheidsregio. • Agenda van de Kempen. Binnen de nieuwe organisatie wordt ook het Klant Contact Centrum (KCC) ondergebracht. Zie hiervoor de paraaf ‘Overige bedrijfsvoeringsinformatie’. Het voornemen is om op 1 januari 2013 te starten met drie afdelingen met elk circa 30 medewerkers.
Samenwerking Kempengemeenten Formatie In het samenwerkingsverband van de SK is de omvang van de totale formatie 89,75 fte, per 1 januari 2012. Per 1 januari 2013 is een afname voorzien van de formatie van P&O met 1,21 fte. In onderstaande tabel staat de formatie weergegeven: Afdeling Staf Personeel & Organisatie Shared Service Centre Intergemeentelijke Sociale Dienst Totaal
Per 1-1-2012 2,60 10,71 34,90 41,54 89,75
Per 1-1-2013 2,60 9,50 34,90 41,54 88,54
80
De onderscheiden afdelingen van de SK zijn gehuisvest op vier verschillende plaatsen. De afdelingen staan onder verantwoordelijkheid van afdelingsmanagers en worden aangestuurd door de directie, waarin de gemeentesecretarissen van de Kempengemeenten zitting hebben.
P&C De planning & control cyclus voor de samenwerking bestaat uit een jaarplan met financiële begroting, een jaarrekening en een bestuursrapportage. Deze stukken worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Voor het jaarplan en de begroting geldt dat deze voor de vaststelling aan de raden voor zienswijzen wordt voorgelegd. De jaarrekening wordt na vaststelling aan de raden gestuurd. Samenwerkingsverbanden Door de Kempengemeenten worden momenteel de mogelijkheden onderzocht voor samenwerking en samenvoeging op het gebied van Financiën, Belastingen en Verzekeringen (FBV) en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Daarnaast wordt ook vorm gegeven aan de oprichting van de RUD (Regionale Uitvoeringsdienst) Zuidoost-Brabant. Mogelijkerwijs leidt dit in 2013 tot aanpassingen in de formatie bij SK en/of gemeenten. Financiën, Belastingen en Verzekeringen Aan Deloitte is de opdracht verstrekt tot het opzetten van een businesscase voor samenwerking op het brede terrein van financien, belastingen en verzekeringen binnen de kempengemeenten. Deze businesscase is inmiddels opgeleverd. Momenteel vindt discussie plaats op welke terreinen de samenwerking vorm en inhoud gaat krijgen. Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving De colleges van de Kempengemeenten hebben besloten de mogelijkheden te onderzoeken voor het samenvoegen van de teams vergunningverlening, toezicht en handhaving in de Kempen. Net als bij het onderzoek FBV is het de bedoeling kwaliteit, continuïteit en efficiency in de bedrijfsvoering te bereiken. Om de mogelijkheden te onderzoeken, wordt een businesscase opgesteld. Voorafgaande aan het opstellen van de businesscase zijn de uitgangspunten van de samenvoeging bestuurlijk getoetst. De inhoud van de businesscase bestaat verder uit een uitwerking van de taken en processen die in het kader van de samenvoeging worden meegewogen en bevat een inschatting van de verwachte baten, lasten en mogelijke risico’s, afgezet tegen mogelijke alternatieven. De uitkomsten van deze analyse zijn vertaald in een advies welke vertaald wordt in een implementatieplan. Nadat besluitvorming is genomen door de directie van de Samenwerking Kempengemeenten wordt de businesscase voorgelegd aan de afzonderlijke colleges en de OR’ en. Voor de implementatie van de samenwerking zijn een aantal implementatiestappen nodig. Hieronder worden deze stappen beschreven met daarbij de planning opgenomen. Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) Het gaat om taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving die vanaf 2013 worden uitgevoerd in RUD's. Daarin werken experts van gemeenten, milieudiensten en provincie samen om de kwaliteit van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van complexe en bovenlokale milieugerelateerde uitvoeringstaken te verbeteren. Minder complexe en lokale aangelegenheden blijven bij de gemeenten. De samenwerking moet leiden tot minder regels, snellere procedures, meer kwaliteit en een betere dienstverlening. - Stand van zaken landelijk Na een trage start, begint de vorming van RUD’s nu op stoom te komen. Voor 1 januari 2013 moet er een landelijk stelsel zijn van 28 á 30 RUD's dat een einde gaat maken aan de versnippering van de milieuhandhaving in Nederland. Dat gaat waarschijnlijk wel lukken. Een belangrijk punt op de landelijke agenda, zijn de financiën van de RUDvorming. Medio 2012 moeten de oprichtingskosten van de RUD’s, de structurele kosten en de baten in beeld zijn gebracht. - Stand van zaken regionaal In Brabant komen drie RUD’s. Door de regionale bestuurders is aan de milieudienst van het SRE opgedragen de RUD taken voor Brabant Zuidoost uit te gaan voeren. De RUD in Brabant Zuidoost is momenteel bezig inzicht te krijgen in het aantal taken en daaraan gerelateerd het aantal fte’s die iedere gemeente overdraagt. Over de over te dragen taken en fte’s wordt in het najaar van 2012 een bestuursovereenkomst gesloten tussen partijen. Verder ligt er nu een concept-GR en concept-bedrijfsplan. Deze regeling en dit plan zullen in het najaar van 2012 vastgesteld moeten worden.
Personeel & Organisatie (P&O) Tegenwoordig leven we in een maatschappij die steeds meer in ontwikkeling is. De maatschappelijke ontwikkelingen komen in een steeds hoger tempo op ons af, zo ook voor gemeentelijke organisaties. In dit kader zijn diverse invloeden op de bedrijfsvoering te benoemen, hierbij kan als voorbeeld gedacht worden aan: de decentralisatie van taken, budgettaire druk, complexiteit en concurrentie op de arbeidsmarkt, de ontwikkeling van klantgerichte processen en cultuur, schaalvergroting en interne- en externe samenwerking.
81
Op al deze externe invloeden op de bedrijfsvoering moeten we als gemeenten steeds een goed antwoord hebben. Dit betekent dat we continue in verandering zijn. Deze verandering kan alleen worden bereikt door een optimale inzet van de kwaliteiten van onze medewerkers. De focus van P&O de Kempen is het faciliteren van deze verandering. Enkele specifieke uitgangspunten van het beleid van P&O de Kempen zijn als volgt: Van omgevingseisen naar inzet van mensen; Focus op factoren die de bedrijfsvoering beïnvloeden; Synergie (binnen de Kempen) door één gezamenlijke beleidslijn en uitwerking. De strategie van P&O de Kempen richt zich op de competentieontwikkeling van medewerkers én organisatie. In dit kader is het begrip ‘brede inzetbaarheid’ van medewerkers van belang. In 2011 is al een start gemaakt met het organisatieontwikkeltraject. De ontwikkeling van beleidsmatige thema’s door P&O de Kempen vinden allen plaats rondom het begrip ‘brede inzetbaarheid’ van de medewerkers. Er staan meerdere thema’s op de jaarplanning 2012/2013. Deze zijn als volgt: Uitwerking SPP in vertaling personeelsinstrumenten; Strategisch ontwikkelen; Het Nieuwe Werken (HNW); Arbobeleid; Integriteitbeleid; Introductiebeleid; Digitaliseren personeelsdossiers; Overwerkrichtlijnen; Evaluatie functieboek; Ondersteunen nieuwe initiatieven in het kader van Samenwerking Kempengemeenten (financiën en belastingen, back-office, handhaving en vergunningverlening, vorming RUD). Daar waar mogelijk en wenselijk gaat P&O door met het harmoniseren van regelingen en arbeidsvoorwaarden en is er continue aandacht voor het verbeteren van onze interne processen.
Taakveld Cultuurhistorie Door de gemeenteraad is in november 2011 de cultuurhistorische beleidsvisie 2011 – 2015 vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma maakt hier deel van uit. In dit programma is aangegeven op welke wijze uitvoering zal worden gegeven aan de beleidsvoornemens. Voor 2013 staan de volgende onderwerpen gepland: Inventariseren van het monumentale groen; Actualiseren van de digitale erfgoedkaart; Cultuurhistorie onder de aandacht brengen bij het onderwijs; Cultuurhistorie onder de aandacht brengen via toerisme en recreatie. Taakgebied Wonen Gezien de huidige malaise op de woningmarkt ligt er op het gebied van wonen een geweldige uitdaging. Het zal eerder zaak zijn om de woningbouw te stimuleren en te sturen, dan af te remmen (Woonvisie Gemeente Bladel). De gemeente zet zich in om betaalbare huur- en koopwoningen te realiseren. Met corporaties wil de gemeente op Kempenniveau prestatieafspraken maken. Een Kempenwoonvisie wordt voorbereid. Werkgroep Juridische Kwaliteitskring (JKK) De JKK zet in 2013 haar vaste taken voort: het bewaken van de juridische kwaliteit van gemeentelijke producten en het signaleren van relevante ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie. Daarnaast worden verbeteracties opgepakt, voortkomend uit de in 2011 uitgevoerde juridische scan. Verder bepalen actuele ontwikkelingen de activiteiten van de JKK. De Kempen-klant centraal In de komende jaren gaat de dienstverlening van gemeenten op een andere manier worden ingericht. Er gaat een Klant Contact Centrum (KCC) worden opgezet. Dit gebeurt in alle gemeenten in Nederland. Met de vorming van het KCC gaan wij meer toewerken naar de één loket functie. Onder loket wordt de input uit alle communicatiekanalen verstaan. Dit loket neemt de klantverzoeken op en regisseert dat de klant wordt voorzien van een voldoende reactie. (Aan)vragen van klanten raken meerdere afdelingen en het KCC zorgt voor de integratie hiervan. Bij eenvoudige (aan)vragen wordt de hele afhandeling verricht in het KCC. Door een goed functionerend KCC met de juiste informatie beschikbaar, is dat mogelijk. Ook de administratieve lasten voor klanten wordt verminderd door toenemende automatiseringen en gebruik van betrouwbare basisregistraties. Het KCC wordt hierop ingericht. In de eerste helft van 2012 zijn de Kempengemeenten gestart met de ontwikkeling van een gezamenlijk dienstverleningsconcept. Dit concept is erop gericht om de dienstverlening in het KCC efficiënt in te richten zonder afbreuk te doen op de kwaliteit en de individualiteit die gemeenten moeten behouden. Als stip op de horizon wordt dit concept als positief gezien, maar in Kempenverband en de afzonderlijke gemeenten moet de discussie over planning, haalbaarheid en financiën nog gevoerd worden. 82
3. Personeelsgegevens ambtelijke organisatie Personeelsformatie en leeftijdsopbouw Op 1 juni 2012 bedroeg de formatie omvang van de ambtelijke organisatie (excl. raad, griffie, college van burgemeester & wethouders en vrijwillige brandweer) 92,89 fte. Deze formatie werd bezet door 103 personen. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers was 47,6 jaar op 1 juni 2012. In onderstaande tabel is de leeftijdsopbouw van de ambtelijke organisatie per 1 juni 2012 weergegeven: Leeftijdsgroep Tot 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar Totaal
Aantal medewerkers 31-12-2011 2 16 18 34 35 105
Aantal medewerkers 1-6-2012 1 18 17 33 34 103
Procentueel 31-12-2011 1,9% 15,3% 17,1% 32,4% 33,3% 100,0%
Procentueel 1-6-2012 1,0% 17,5% 16,5% 32,0% 33,0% 100,0%
Aangezien er nieuwe samenwerkingsverbanden onderzocht worden in de Kempengemeenten, is het mogelijk dat dit zijn weerslag heeft op de omvang van de formatie in de ambtelijke organisatie.
Opleidingskosten Binnen de gemeente Bladel wordt jaarlijks een bedrag ter grootte van 2% van de loonsom in de begroting opgenomen welke o.a. besteed wordt aan opleidingen, begeleiding en coaching. 4. Projectmatig werken Het projectbureau heeft als doelstelling de zekerstelling van voldoende kwalitatief projectmanagement om majeure en middelgrote strategische projecten die ingewikkeld, risicovol, kostbaar en/of politiek gevoelig zijn, efficiënt te realiseren en succesvol te maken. Het projectbureau fungeert tevens als een organisatie-eenheid gericht op kwaliteitsborging & -verbetering en kennismanagement. In 2012 is succesvol uitvoering gegeven aan de volgende projecten: Branding de Kempen, Visieontwikkeling Valensplein Hoogeloon, Markt e.o. Hapert, Multi Functionele Accommodatie (MFA) Hapert en het project Egyptische Poort. In hetzelfde jaar zijn de projecten Branding de Kempen, Visieontwikkeling Valensplein Hoogeloon, MFA en Markt e.o. te Hapert afgerond. Ook zijn er in 2012 enkele nieuwe projecten opgestart, die voortvloeiden uit de afgeronde projecten: Projecten in Hoogeloon: Beleving, herinrichting Valensplein en Object Hoogeloon; Concretisering MFA te Hapert.
Het project Markt e.o Hapert wordt in 2013 gerealiseerd, het project Egyptische Poort loopt evenals de nieuw opgestarte projecten gedurende het hele jaar 2013 door. Vanwege de economische crisis en de daaraan gekoppelde bezuinigingen worden in 2013 naar verwachting weinig nieuwe projecten opgestart. In het kader van de organisatieontwikkeling worden de lopende projecten overgeheveld naar een van de afdelingen in de nieuwe organisatie. Daarmee wordt een algehele impuls van het projectmatig werken verwacht, aangezien projectmatig werken een manier van werken wordt binnen de nieuw te vormen afdelingen die voor meerdere onderwerpen kan gelden. 5. Dienstverlening Een van de centrale thema’s voor de komende planperiode is het verbeteren van de e-dienstverlening, te bereiken door digitalisering en het inrichten van een slagvaardige, daadkrachtige en klantgerichte organisatie, die slim gebruik maakt van ICT. Verder wordt gewerkt aan de invoering van een aantal basisregistraties die het fundament van onze informatievoorziening gaan vormen. Zonder deugdelijke basisregistraties kan de dienstverlening niet verder geprofessionaliseerd worden. Voorheen was deze ontwikkeling georganiseerd in het EGEM realisatieplan. Dat programma is omgezet naar het iNUP. Binnen het iNUP zit de doorontwikkeling van de dienstverlening en basisregistraties. Om verdere uitvoering te kunnen geven aan de diverse onderliggende projecten uit het iNUP zal ook dit jaar verder uitvoering worden gegeven aan diverse projecten op het gebied van onder andere professionalisering van de documentaire informatievoorziening, integraal gegevensbeheer, implementatie van de diverse basisregistraties met aansluiting op landelijke voorzieningen en het opstellen en implementeren van een nieuw dienstverleningsconcept en zaakgericht werken. 6. Overige bedrijfsvoeringsinformatie Klant Contact Centrum 83
Het KCC wordt in de nieuwe organisatiestructuur ondergebracht bij de afdeling Dienstverlening. Binnen het managementteam is helder welke taken/werkzaamheden ondergebracht worden bij het KCC. In de tweede helft van 2012 wordt uitgewerkt welke medewerkers uiteindelijk overgaan naar de afdeling Dienstverlening. Binnen het team KCC is een eerste en tweede lijn ingericht. In de eerste lijn werken de meer generalistische functies (burgerzaken producten en standaardproducten). In de tweede lijn worden de meer specialistische taken ondergebracht. Ook het team belastingen wordt in de tweede lijn van het KCC ondergebracht. Binnen de eerste lijn worden 13 processen ondergebracht en in de tweede lijn worden 25 processen ondergebracht.
Basisregistraties De gemeente Bladel is al voor langere tijd bezig met het gebruik van verschillende basisregistraties. Vooral het gebruik van de GBA is door de koppeling met Corsa goed te noemen. Binnen het iNUP programma worden in 2012 en de volgende jaren daarna ook stappen gezet om de overige beschikbare basisregistraties intensiever te gebruiken. Hieronder vallen onder meer de BAG, WOZ, KvK en registraties over inkomen of voertuigen. Om toegang te krijgen tot de registraties buiten ons eigen beheer wordt er aangesloten op landelijke voorzieningen die deze beschikbaar maken. Naast het verkrijgen van de toegang komt er ook een beleid over het gebruik van de registraties en terugkoppeling bij foutvermoedens. Dit vormt de basis om het aantal vragen op de formulieren terug te dringen om zo de administratieve lasten voor onze klanten enigszins te verminderen. Ook maakt fraude een kleinere kans. Rechtmatigheid De rechtmatigheidscontrole door onze accountant brengt met zich mee dat de beheersorganisatie dusdanig moet worden ingericht, dat naast borging van het normenkader de rechtmatigheidsaspecten (naleving van wet- en regelgeving) worden verankerd in de werkprocessen en verantwoording plaatsvindt over de rechtmatigheid. Dit jaar zal wederom een stap voorwaarts gemaakt worden in de beheersing van de rechtmatigheid, waarbij naast het jaarlijks onderhouden van het normenkader centraal staat de verankering van de rechtmatigheidsaspecten in de werkprocessen en het vereenvoudigen van de verantwoording over de rechtmatigheid. 213a- onderzoeken Momenteel wordt bezien hoe invulling gegeven gaat worden aan de 213a- onderzoeken in de organisatie. Aangezien er nog geen onderzoeksobjecten bekend zijn voor het jaar 2013, is in deze begroting geen onderzoeksplan opgenomen.
Meerjarenprogramma 2012 – 2016 Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2012-2016 opgesomd en nader toegelicht. investeringen
omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
budgettaire lasten/baten 2015
2016
uitkering batig exploitatiesaldo 2011 GRSK
2012
2013
2014
2015
2016
14
28
18
-3
-11
-114
28
18
-3
-11
-128
saldo realisatie besparing bedrijfsvoering totaal bedrijfsvoering
(+ = nadeel en - = voordeel) Toelichting meerjarenprogramma 2012 – 2016 Resultaatbestemming 2011 GRSK Het algemeen bestuur van de GRSK heeft op 19 juni 2012 besloten het voordelige exploitatieresultaat 2011 uit te keren aan de deelnemende gemeenten. Het uit te keren bedrag geschiedt op basis van de verdeelsleutels per gemeente. Realisatie besparing bedrijfsvoering Voor nadere toelichting wordt verwezen naar het onderdeel dekkingsmaatregelen.
Dekkingsmaatregelen Onderstaand worden de bezuinigingen/ombuigingen opgesomd en nader toegelicht.
84
(bedragen x € 1.000,-) GRSK: Samenwerking Kempengemeenten stelpost besparing bedrijfsvoering stelpost besparing bedrijfsvoering stofkammaatregelen bedrijfsvoering stofkammaatregelen bedrijfsvoering
keuze
omschrijving
investeringen 2012
2013
2014
budgettaire lasten / baten 2015
2016
B A B A B
totaal nog te realiseren
2012
2013
2014
2015
2016
-14 -1
-49 -14 -154
-40 -119 -393 66
-40 -119 -393 66
1
4
-40 -81 -271 45 21
-14
-213
-326
-486
-486
(+ = nadeel en - = voordeel)
Toelichting dekkingsmaatregelen Bedrijfsvoering GRSK Er is een taakstellende bezuiniging van 10% op de bedrijfsvoering ingeraamd voor Samenwerking Kempengemeenten (SK). Uitgegaan wordt dat ca 5% zonder meer gerealiseerd zal kunnen worden (A keuze) en voor ca 5% van de taakstelling zal nog nader onderzoek noodzakelijk zijn (B keuze). De SK onderzoekt de bezuinigingsvoorstellen welke invloed hebben op het ambitieniveau. Uw raad heeft uitgesproken, naar aanleiding van de zienswijze bij de ontwerp-begroting 2013, dat de opgelegde bezuinigingstaakstelling volledig gerealiseerd wordt. Overige bedrijfsvoering Het koepelplan De Moderne Organisatie Bladel, Samen Klaar voor de Toekomst, schetst de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie voor de komende jaren. Doel daarbij is steeds om ambities, financiën en organisatie zoveel mogelijk met elkaar in balans te houden. Een element uit die doorontwikkeling, die rechtstreeks gevolgen gaat hebben met nieuwe manieren van werken en te maken efficiëntieslagen is de vorming en doorontwikkeling van het Klant Contact Centrum. We koersen er ook op de organisatie Bladel de komende jaren steeds meer als een duurzame regievoerende organisatie in te richten, waarbij blijvend innovatief toekomstbestendig organiseren uitgangspunt is. We focussen op onze kerntaken en zoeken naar manieren om taken/werkzaamheden zodanig efficiënt te organiseren dat we, vanuit het streven van vergroting van maximale bestuurskracht, taken zoveel mogelijk in robuuste samenwerkingsverbanden uitvoeren (Regionale uitvoeringsdienst, Kempensamenwerking). Het verder uitbreiden van samenwerkingsvormen op het gebied van bedrijfsvoering binnen de Kempengemeenten (bijvoorbeeld vergunningverlening handhaving en toezicht en financiën, belastingen en verzekeringen) moet ook tot meer efficiëntie en mogelijk een bezuiniging gaan leiden. Mede door deze genoemde efficiëntieslagen worden de ingeraamde bezuinigingen op de bedrijfsvoering ook in een breder perspectief bezien. In onderlinge samenhang met het koepelplan, de doorontwikkeling van de organisatie en de doelstellingen zijn vanuit verschillende invalshoeken voorstellen geïnventariseerd om op personeel en de bedrijfsvoering te bezuinigen om zo de resterende taakstelling in te vullen. In dit traject is nauw de samenwerking gezocht met de Ondernemingsraad en gepoogd om zelfs vanaf 2013 meer dan de ingeraamde taakstelling te realiseren om zo ruimte te creëren voor de aanwending van middelen voor nieuwe ontwikkelingen als gevolg van de doorontwikkeling van de organisatie. Per saldo zullen we de formatie in de periode 2013-2017 inkrimpen met 10,31 fte. Per saldo leidt dat tot navolgende extra bezuinigingsvoorstellen op het personeel c.q. bedrijfsvoering (voorts wordt verwezen naar onderdeel meerjarenprogramma 2012 -2016: omschrijving bezuiniging/ombuiging (bedragen x € 1.000,-)
recapitulatie realisatie besparingen bedrijfsvoering
Natuurlijk verloop
2
2012
3 v
2013 4 -41 v
2014 5 -114 v
2015 6 -149 v
2016 6 -178 v
2017 -285
Vacatureruimte
v
-143 v
-252 v
-323 v
-302 v
-302
Personeelsgerelateerde budgetten / OR
v
-72 v
-72 v
-72 v
-72 v
-72
Totaal realisatie bedrijfsvoering
v
-256 v
-438 v
-544 v
-552 v
-659
taakstelling nog te realiseren
v
-14 v
-164 v
-286 v
-446 v
-446 v
-446
saldo besparing bedrijfsvoering
n
14 v
-92 v
-152 v
-98 v
-106 v
-213
n
120 n
170 n
95 n
95 n
95
n
14 n
28 n
18 v
-3 v
-11 v
-118
Organisatieontwikkeling exploitatietekorten c.q. overschotten
Het budgettair voordeel van planjaar 2017 valt buiten de planperiode 2013-2016. Bij de perspectiefnota 2013 wordt planjaar 2017 toegevoegd aan de meerjarenraming t.b.v. de ontwerp-begroting 2014. Het budgettair voordeel kan dan ten gunste van de nog te realiseren taakstelling (spoor 2) worden gebracht. Stofkammaatregelen / niet onderbouwde budgetten We hebben alle budgetten van de begroting getoetst op onderbestedingen. Als deze budgetten gedurende de jaren 2009 t/m 2011 niet volledig besteed zijn, hebben wij deze, afgezet tegen de in de meerjarenraming geraamde budgetten, structureel als besparing ingeraamd. 85
4.4 Financiering
Inleiding Financiering betreft de wijze waarop de gemeente benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijk) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido). Deze financieringsparagraaf is samen met de financiële verordening en het treasurystatuut, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Belangrijkste doelstelling bij de uitvoering van de financieringsfunctie is het beperken van risico´s. Voorkomen moet worden dat de financieringslasten van Bladel door wijzigingen van de marktrente te hoog oplopen. Daarvoor is een aantal “spelregels”, kaders, opgesteld waaraan de uitvoering van de financieringsfunctie moet voldoen. Vastlegging daarvan heeft plaatsgevonden in het Treasurystatuut gemeente Bladel. Dit statuut kenmerkt zich door het risicomijdende en dienende karakter. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de voorgeschreven informatie over de kasgeldlimiet en renterisiconorm, alsmede op ontwikkelingen die invloed hebben op de financieringsfunctie, treasurybeheer en risicobeheer. Verwachtingen voor de korte rente De korte termijnrente ramen wij op 1,50%. Voor de jaren ná 2013 gaan wij zoals verwoordt bij de financiële kaderstelling 2013 uit van stijgende rentepercentages. De verwachting is dat, als de economie weer gaat aantrekken en daarmee ook de inflatie zal toenemen, ná 2013 de rente weer zal gaan stijgen. Verwachtingen voor de lange rente De Nederlandse grootbanken hebben de verwachting dat de lange rente enigszins zal gaan stijgen. Hoewel de voorspelbaarheid (door ons) van de rente op langere termijn gering is, gaan wij voor het aangaan van financiële transacties in principe steeds uit van de navolgende vuistregels: de rente van vaste leningen is door de langere looptijd financieel van groter belang dan de rente van leningen met een kortere looptijd; bij een verwachte daling van de lange rente verdient het de voorkeur om het aantrekken van vaste langlopende leningen zoveel mogelijk uit te stellen tot de rentedaling is ingetreden; bij een verwachte stijging van de lange rente verdient consolidatie van korte schuld de voorkeur; indien de korte schuld beperkt is, kan overwogen worden langlopende leningen met een uitgestelde storting te sluiten ter dekking van de toekomstige financieringsbehoefte; bij een te verwachten stabiele renteontwikkeling dient in de actuele financieringsbehoefte te worden voorzien met de financieringsvormen die absoluut gezien de laagste rente dragen: callgeld, kasgeld of vaste leningen. Voor eventueel nieuw aan te trekken geldleningen in 2013 gaan wij uit van een rente van 3,50%. Treasurybeheer Het treasurybeheer van de gemeente gebeurt binnen de regels van de Wet fido en het vastgestelde treasurystatuut, namelijk: uitsluitend ten behoeve van de publieke taak; uitzettingen uitsluitend bij financiële instellingen, gevestigd in lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) met ten minste een AA-rating, afgegeven door ten minste twee erkende ratingsbureau’s; het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s; financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren; nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning; de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie; geen overschrijding van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm; streven naar spreiding in de rentetypische looptijden en uitzettingen. Onderdeel van het zogeheten Lente-akkoord is dat de gemeenten vanaf 2013 verplicht moeten schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Dit heeft een positief effect op de omvang van de staatsschuld. 86
Verwacht wordt dat het Rijk minder rente op het weggezette geld vergoedt dan op de vrije markt. Omdat wij in beginsel geen (tijdelijke) financieringsoverschotten hebben gaan we er vooralsnog van uit dat deze maatregel voor onze gemeente geen consequenties zal hebben. Conform het uitvoeringsbesluit treasury is er een werkgroep treasury ingesteld, welke minimaal twee keer per jaar overlegt. De werkgroep adviseert en evalueert over de uitvoering van het treasurybeleid. Risicobeheer Op financieringsgebied zijn vele risico’s te onderkennen, zoals renterisico's, debiteurenrisico’s, kredietrisico‘s, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico’s. Niet alle hiervoor genoemde risico’s zijn van toepassing op de gemeente Bladel. Zo heeft de gemeente Bladel geen leningcontracten in vreemde valuta afgesloten (valutarisico). Daarnaast zijn alle aandelen en de leningenportefeuille, die de gemeente bezit, tegen nominale waarde op de balans gewaardeerd waardoor er ook geen koersrisico wordt gelopen. Het aandelen bezit is niet gebaseerd op winstoogmerk. Het risico van deze aandelen is te verwaarlozen want de werkelijke koers van deze aandelen is in de praktijk vele malen hoger dan het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag. Voor 2013 en volgende jaren worden in deze risico’s geen wijzingen verwacht.
Renterisico over de vlottende schuld De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen (korter dan 1 jaar) mogen aangaan. Deze limiet wordt conform de Wet fido berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2013 geldt een kasgeldlimiet van 8,5% van € 43,028 miljoen = € 3,657 miljoen. Wanneer de overschrijding gedurende langere periode dan 3 kwartalen wordt verwacht, moet er een verzoek om ontheffing worden ingediend bij de toezichthouder. Bij onze liquiditeitsplanning werken we ernaar te allen tijde ruim aan de goede kant van de streep te blijven. Bij een eventuele (langere) overschrijding van de kasgeldlimiet dient een vaste geldlening te worden aangetrokken. Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden zal de kasgeldlimiet optimaal worden benut. De kasgeldlimiet wordt door de gemeente Bladel volledig afgedekt door de rekening-courantlimiet. Hiermee is het 9 renterisico met betrekking tot de kasgeldlimiet volledig afgedekt tot een rente op basis van Euribor met een opslag van 0,25% op jaarbasis.
Renterisico over de vaste schuld Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Kort gezegd houdt dit in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mag worden geherfinancierd (herfinanciering als gevolg van aflossingen dan wel renteherzieningen). Deze norm is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. Dat leidt voor onze gemeente tot het volgende overzicht van de renterisiconorm: Omschrijving (bedragen x € 1.000,-) 1 renteherziening 2 reguliere aflossingen 3 Renterisico (1 + 2) 4 Renterisiconorm 5a ruimte onder renterisiconorm (4 > 3) 5b overschrijding renterisiconorm (3 > 4) Berekening renterisiconorm 4a begrotingstotaal 2012 (x € 1.000,-) 4b percentage regeling 4 renterisiconorm van alleen 2011 (4a x 4b)
2013 0 3.616 3.616 8.606 4.990
2014 0 2.424 2.424 8.606 6.182
2015 898 2.398 3.296 8.606 5.310
2016 0 2.400 2.400 8.606 6.206
43.028 20% 8.606
43.028 20% 8.606
43.028 20% 8.606
43.028 20% 8.606
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2013 niet overschreden gaat worden. Tevens blijkt uit doorrekening van volgende jaren dat ook daar geen overschrijding van de renterisiconorm wordt verwacht. Naast de renterisiconorm wordt uiteraard gekeken naar meerjarige financieringsbehoefte. Hierop wordt de looptijd van nieuwe geldleningen afgestemd. Voor het afdekken en beheersbaar houden van het debiteurenrisico zijn afspraken gemaakt over het inningsbeleid en de financiële dekking van oninbare debiteuren middels de vorming van een voorziening dubieuze debiteuren. 9
Euribortarieven zijn de gemiddelde rentetarieven waartegen 57 Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken.
87
Relatiebeheer/kasbeheer De gemeente Bladel heeft een rekening-courantverhouding bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Rabobank. BNG is de huisbankier van de gemeente, waarmee een financiële dienstverleningsovereenkomst gesloten is. Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken zullen wij het liquiditeitsgebruik beperken door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk electronisch uitgevoerd door de BNG. De rekening courantverhouding met de BNG is zodanig dat de overtollige liquiditeiten binnen een rentecompensatiecircuit worden geconcentreerd tegen zo gunstig mogelijke condities. Wat het chartale geldverkeer betreft houdt de gemeente de contante middelen in de kassen zo laag mogelijk: het streven is er op gericht dat betalingen zoveel mogelijk giraal geschieden en daarnaast wordt in voorkomende gevallen het “pinnen” en “chippen” aanbevolen. Liquiditeitenbeheer Een belangrijk hulpmiddel voor een effectief liquiditeitenbeheer is het opstellen van een betrouwbare prognose van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Op basis hiervan kan het aanvullen van liquiditeitstekorten en het uitzetten van overtollige liquiditeiten meer gericht plaatsvinden en wordt zoveel mogelijk voorkomen dat ad hoc maatregelen moeten worden genomen. Onderstaand hebben wij aan de hand van de gebudgetteerde jaarbegroting, daarin begrepen de voorgenomen investeringsplanningen, een liquiditeitenbegroting opgenomen. Hierin wordt globaal de omvang van de liquiditeitsbehoefte bepaald voor het begrotingsjaar met een meerjarige doorkijk, waarbij er vanzelfsprekend wel vanuit gegaan wordt dat bijvoorbeeld de investeringen ook conform planning uitgevoerd worden. De liquiditeitsbegroting heeft hierdoor een "signaalfunctie" waarmee vroegtijdig grotere afwijkingen van de liquiditeitsprognoses van de afdelingen kunnen worden onderkend. Deze functie kan bijdragen aan het verkrijgen van een beter inzicht in afwijkingen tussen werkelijke en begrote rentelasten als gevolg van "volumeverschillen". In onderstaand overzicht wordt de liquiditeitsbegroting weergegeven:
Bedragen x € 1.000,-
2012
2013
2014
2015
2016
1.507
1.608
1.600
1.573
1.527
-81
-402
-103
-433
42
-1.736
-132
-16
-218
1.144
mutaties voorraden
2.368
1.420
1.503
-335
97
kasstroom uit operationele activiteiten
2.058
2.494
2.984
587
2.810
investeringen in materiële vaste activa
-3.299
-4.073
-1.918
-2.304
-2.137
investeringen in financiële vaste activa
120
120
120
120
120
-3.179
-3.953
-1.798
-2.184
-2.017
1.600
1.400
-4.156
-3.616
Kasstroom uit operationele activiteiten afschrijvingen mutaties voorzieningen mutaties reserves
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten op te nemen langlopende geldleningen aflossing langlopende geldleningen
1.200 -3.296
-3.296
-2.400
kasstroom uit financieringsactiviteiten
-2.556
-2.216
-3.296
-2.096
-2.400
mutaties liquide middelen
-3.677
-3.675
-2.110
-3.693
-1.607
cumulatieve mutaties liquide middelen
-3.677
-7.352
-9.462
-13.155
-14.762
(- = afname en + = toename) Op basis van deze prognose zal in de loop van 2013 een vaste geldlening aangetrokken moeten worden van € 1.400.000,-. De ervaring vanuit de afgelopen jaren leert echter dat de op begrotingsbasis berekende financieringsbehoefte nogal af kan wijken van de werkelijke behoefte aan financieringsmiddelen in de loop van het begrotingsjaar. Dit heeft vooral te maken met het tijdstip van uitvoering van voorgenomen investeringen en grondexploitaties. Als nadere detaillering van de liquiditeitsbegroting wordt voorts periodiek door de afdelingen een liquiditeitenplan88
ning opgesteld. Deze heeft een voortschrijdend karakter van één jaar en draagt bij aan het verkrijgen van een beter inzicht in afwijkingen tussen werkelijke en begrote rentelasten als gevolg van "volumeverschillen". Op basis hiervan wordt steeds een afweging gemaakt of en zo ja tot welk niveau en op welke termijn vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Om te komen tot een betrouwbare en dynamische liquiditeitenplanning is de juiste informatievoorziening vanuit de organisatie van zeer groot belang. Binnen de gemeente Bladel wordt gewerkt volgens de systematiek van totaalfinanciering. Dit betekent dat niet per investering wordt gekeken of hiervoor geld wordt aangetrokken, maar de behoefte aan langlopende financieringsbehoefte is bepaald op basis van de ontwikkeling van de totale financieringsbehoefte. De leningsportefeuille van gemeente Bladel heeft het navolgende verloop. Mutaties in leningenportefeuille opgenomen gelden (o/g) 2013 Stand per 1 januari 2013 Aantal leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente aanpassing Stand per 31 december 2013
-/-/-
Bedragen 23.832.000 12 3.616.000 0 .000 20.216.000
Gemiddelde rente 3,71%
Deelnemingen De gemeente heeft geld vastgelegd in aandelen bij de volgende instanties: aantal waarde bedragen x € 1,aandelen NV Bank voor Nederlandse Gemeenten
62.790
156.975
Brabant Water NV
17.706
1.771
4.5 Onderhoud kapitaalgoederen
Algemeen De gemeente Bladel heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen, water, riolering en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud hiervan zijn mede bepalend voor het voorzieningenniveau binnen onze gemeente, maar bepalen uiteraard ook de lasten die dit met zich meebrengt. Het is algemeen aanvaard (mede gelet op wettelijke kwaliteitsniveaus) daarbij tenminste een zodanig niveau te kiezen dat er geen achterstallig onderhoud optreedt. Onderhoud is ook nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. Vanwege het belang hiervan is dit onderhoud grotendeels vastgelegd in allerlei meerjarenplannen, nota’s, visies en regelingen. Wegen, straten en pleinen De gemeente is als wegbeheerder op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van gemeentelijke wegen, welke op de wegenlegger als openbare weg zijn aangegeven. Onder de weg worden in dit kader ook verstaan de aanliggende bermen, sloten, zandwegen en kunstwerken zoals bruggen en viaducten. Voor onderhoud van wegen, straten en pleinen is een beheerplan wegen vastgesteld. Uitgangspunt van het beheerplan wegen is een planmatig beheer van de infrastructurele voorzieningen op het door de gemeenteraad vastgestelde niveau 6-. Op basis van de opgestelde meerjarenplanning en overige kosten wegen, zoals werken voor derden, stortrechten en landmeetkundige werkzaamheden worden de werkzaamheden uitgevoerd. Door middel van rationeel wegbeheer vinden de nodige reparaties van de bestaande verhardingen plaats om schade te voorkomen. In de begroting is een structureel budget beschikbaar van € 986.000,-. Met gepland groot onderhoud wordt een stap verder gegaan. Wanneer wegen “op” zijn en er met reparaties weinig eer meer valt te behalen, wordt de weg uit de (reparatie) planning gehaald en ingedeeld bij gepland groot onderhoud. Er wordt in zo’n geval bekeken of de weg in zijn geheel kan worden aangepakt. De oorzaak dat de weg in een dergelijke situatie terecht is gekomen, ligt vaak in een slechte ondergrond waardoor er verzakkingen of diepe sleuven optreden. Door de weg er in zijn geheel uit te nemen en de onderliggende constructie te verbeteren (verzwaren) kan de weg er weer jaren (zonder reparaties) tegen. Ook biedt het gelegenheid om bijvoorbeeld kleine inrichtingen en aanpassingen mogelijk te maken of verkeersmaatregelen in te passen. Voor gepland groot onderhoud zijn in het meerjarenprogramma 2012 tot en met 2016 middelen beschikbaar. 89
Vanwege het feit dat het wegbeheer erg afhankelijk is van fysieke invloeden van buitenaf (herinrichtingen, omleidingen, vorstschade, verkeersbelasting etc.) wordt de benodigde storting voor het meerjarig onderhoud telkens berekend voor een periode van 5 jaar. Na elke begrotingscyclus wordt de volgende geactualiseerde jaarschijf uit het beheerplan wegen toegevoegd en de nieuwe gemiddelde storting voor de komende 5 jaren (her)berekend. Op deze wijze wordt het wegbeheer jaarlijks geactualiseerd. Ook kan beter worden ingesprongen op tussentijdse invloeden van buitenaf en combinaties met andere werkzaamheden (riolering, herinrichtingen e.d.). In de werkplannen voor de komende jaren wordt telkens kritisch bezien welke gepland groot onderhoud maatregelen noodzakelijk/gewenst zijn. Voor het onderhoud aan waterlossingen en sloten is een berm- en slootbeheerplan vastgesteld. De op basis van dit plan benodigde onderhoudskosten zijn opgenomen in de meerjarenraming. Water en riolering De aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet Milieubeheer (Wm). Op grond van artikel 4.22 van de Wm is een gemeente verplicht een GRP (een beleidsmatig en strategisch plan voor de aanleg en het beheer van de gemeentelijke riolering) op te stellen. In verband met de nieuwe wetgeving voor de gemeentelijke watertaken is het GRP volledig omgevormd tot het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan voor 2010 - 2014 (vGRP 2010 – 2014). Met de Wet gemeentelijke watertaken zijn de drie volgende gemeentelijke watertaken wettelijk verankerd: 1. De zorg voor doelmatige inzameling en het doelmatig transport van stedelijk afvalwater; 2. De zorg voor doelmatig beheer van het afvloeiende hemelwater in stedelijk gebied; 3. De zorg voor een doelmatige verwerking van het overtollige grondwater in stedelijk gebied. In het vGRP is het beleid voor de planperiode 2010-2014 weergegeven voor bovengenoemde zorgtaken. In het daarbij behorende het uitvoeringsplan 2009-2018 worden de maatregelen genoemd om deze doelen te bereiken. De hierin te plegen investeringen voor de komende periode van 10 jaar zijn op basis van de thans bekende inzichten en technische ontwikkelingen geactualiseerd en geïndexeerd voor de periode 2012-2021. De prioriteit voor de komende jaren ligt bij het invulling geven aan de grondwater- en de hemelwaterzorgplicht. Rekening houdend met het klimaatscenario 2050 zijn voor de grondwaterzorgplicht preventief een aantal acties in gang gezet om inzicht in het grondwaterbeheer binnen de gemeente te vergroten Daarbij is de nadruk komen te liggen op onderzoek en verbreden van kennis. Samen met het Waterschap is een grondwatermeetnet ingericht op potentiële locaties waar wateroverlast kan optreden om inzicht te krijgen in de werkelijke grondwaterstanden. Voor de hemelwaterzorgplicht is een zogenoemd ‘blauw-ader-plan’ opgesteld om voor de hele gemeente inzichtelijk te hebben waar eventueel af te koppelen regenwater naar toe kan worden afgevoerd (infiltreren, nieuwe rwa-riolering etc). In het plan is tevens aandacht voor eventuele knelpunten en risico’s bij afkoppelen. Hiervoor wordt een calamiteitenplan opgesteld. Zodoende wordt een robuust hemelwatersysteem ontworpen om in de toekomst hemelwater vanaf verharde oppervlakken af te voeren. De dekking van de rioleringszorg verloopt via de rioolheffing, waarbij het beleidsuitgangspunt geldt van volledige kostendekkendheid. Openbaar groen Op basis van de vastgestelde Groenvisie en het groenbeheerplan wordt onderscheid gemaakt in: Kosten van regulier (jaarlijks) onderhoud en structurele vervangingen/ombouw van openbaar groen: hiervoor zijn in de meerjarenraming exploitatiebudgetten opgenomen; Kosten van eenmalige vervangingen: hiervoor wordt in het meerjarenprogramma om de twee jaar een budget van afgerond € 84.000,- opgenomen. Onderhoud van openbaar groen geschiedt op basis van een zichtbestek. Daarbij zijn WVK-groep en de gemeente een contract overeengekomen waarbij de uitvoering van de groenvoorziening gedurende een periode van vier jaar (op basis van alleenrecht) is gegund aan WVK-groep. Onderdeel van dit contract vormt de “bonusregeling”. Dit houdt in dat WVK-groep jaarlijks 20% van de gefactureerde omzet (groen, grafisch, detachering) in de vorm van een dienstverleningspakket aan de gemeente ter beschikking stelt. Het dienstenpakket kan rechtstreeks worden aangewend voor reïntegratie- of groen gerelateerde activiteiten. De ervaringen van zowel van gemeente als bewoners met deze onderhoudsmethode zijn als positief ervaren. Openbare verlichting Het beleid voor de periode 2012-2016 is erop gericht om efficiënt invulling te geven aan de gestelde beleidskaders zoals vastgesteld in dit beleidsplan. Op basis van deze beleidskaders en de staat van de openbare verlichting is gekozen voor onderstaande beleidspunten voor de periode 2012-2016. Instandhouden huidige openbare verlichting op basis van de gehanteerde technische levensduur van 40 jaar voor masten en 20 jaar voor armaturen. Daarbij worden de resterende lichtmasten, geplaatst vóór 1973 vervangen indien deze in slechte staat verkeren. Masten en armaturen die de technische levensduur hebben bereikt maar nog in goede staat verkeren, worden niet vervangen; 90
In het kader van het energiebeleid vervangen van de resterende niet-energiezuinige lampen en armaturen en/of armaturen met slechte lichttechnische eigenschappen; Aanpassen van de openbare verlichting conform NPR 13201-1 richtlijn; Bij plaatsing van nieuwe masten en bij vervanging van armaturen zal zeer nadrukkelijk worden afgewogen of LED verlichting kan worden toegepast. Daar waar zich kansen voordoen zal de gemeente zeker de mogelijkheid aangrijpen om binnen de voorgestelde investeringen LED verlichting toe te passen. De ervaringen van de pilots met LED verlichting zullen nauwgezet worden gevolgd en in overleg met een leverancier zal worden gestreefd naar het plaatsen van enkele masten met LED armaturen op een nader te kiezen locatie; Inrichten van de openbare ruimte en een veilige woonomgeving waar het plezierig wonen is; Het vaststellen van de verlichtingskwaliteit, het niveau van de verlichting, de kleur van de lichtbronnen en de toe te passen materialen; Aanpassen van het verlichtingsniveau en de lichtkleur van de lichtbronnen aan de geldende wegcategorisering; Aandacht voor verkeersveiligheid, sociale veiligheid en kleine criminaliteit; Rekening houden met energie- en milieuaspecten.
Deze gestelde normen worden -mede in relatie tot het milieueffect (meer verlichting)- niet leidend maar meer als toetsinstrument beschouwd. Gestreefd wordt naar vergroting van het veiligheidsgevoel waarbij interactief met buurtpreventie en burgers wordt gecommuniceerd. Bij uitvoering wordt per situatie maatwerk geleverd. Voor het in stand houden van de huidige openbare verlichtingsinstallatie en om te voldoen aan de in het huidige beleidsplan gestelde uitgangspunten is voor de periode 2013 - 2019 een jaarlijkse investering opgenomen van afgerond € 136.000,-. Dit bedrag bestaat uit een bedrag van € 91.000,- voor de reguliere vervangingsinvesteringen van armaturen en € 45.000,- voor masten. Gemeentelijke gebouwen Elk jaar wordt preventief onderhoud gepleegd aan de gemeentelijke gebouwen. Hierbij is het meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen leidend. Noodzakelijk preventieve onderhoudswerken worden in werkprogramma’s vastgelegd. Het beheerplan gemeentelijke gebouwen is in het kader van de perspectiefnota 2012 geheel geactualiseerd en aangepast aan de laatste ontwikkelingen. Uitgangspunt van het beheer van de gebouwen en de daarbij behorende buitenruimten zijn soberheid en doelmatigheid. Op basis van een voortschrijdende onderhoudscyclus van 10 jaar zijn daarbij de financiële consequenties voor de periode 2011 - 2020 in beeld gebracht. Zo kunnen we de functionaliteit van het gebouw en zijn voorzieningen waarborgen en is de besteding van de middelen beter te beheersen. Door middel van een voorziening worden de kosten van groot onderhoud over de jaren heen geëgaliseerd. De gemiddelde jaarlijkse storting voor de periode 2011 - 2020 bedraagt € 335.000,-.
4.6 Grondbeleid
Inleiding Het grondbeleid van de gemeente Bladel is vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2009 welke in december 2008 is vastgesteld en nog steeds actueel is. Visie op grondbeleid In deze nota grondbeleid staan de volgende punten opgenomen als te voeren gemeentelijke grondstrategie welke ook voor het jaar 2013 nog van kracht zijn: De gemeente Bladel voert bij locatieontwikkeling een actieve grondpolitiek tenzij uit een haalbaarheidstudie en risicoanalyse blijkt dat: - het grondexploitatierisico te groot is; - de verwervingskosten en overige productiekosten van de locatieontwikkeling dermate hoog zijn dat een sluitende grondexploitatie niet mogelijk is; - passief grondbeleid/kostenverhaal betere resultaten genereert. Deze politiek geldt voor de ontwikkeling van woonlocaties ten behoeve van de in de Woonvisie genoemde doelgroepen van beleid en verwerving van de in de Structuurvisie als belangrijke ontwikkelingslocaties aangegeven gebieden/locaties. De gemeente Bladel kiest op strategische wijze voor een samenwerkingsvorm die past bij het project dat aan de orde is. De keuze van contractpartijen geschiedt met inachtneming van de nationale en Europese regelgeving, algemene beginselen van behoorlijk bestuur en voorts transparant, openbaar en non-discriminatoir.
91
Strategische aankopen Volgens de Nota Grondbeleid 2009 wordt er jaarlijks een budget beschikbaar gesteld voor grondaankopen die vallen onder de noemer anticiperende verwervingen. Jaarlijks bij de begrotingsbehandeling wordt de hoogte van het budget geactualiseerd. Het voorstel is om het in 2012 vastgestelde budget ter grootte van € 3.000.000,- ook voor 2013 van kracht te laten zijn. De hoogte van dit budget is zo globaal gehouden dat daaruit door potentiële contractpartijen niet kan worden geconcludeerd wat per transactie de onderhandelingsruimte van de gemeente is. De aankopen ten laste van dit budget worden geactiveerd als “nog niet in exploitatie genomen gronden” tot aan het moment dat er een bestemmingsplan wordt vastgesteld. De kosten worden gedekt door toekomstige grondverkopen in bestemmingsplannen. Nadat een uitgave ten laste van dit budget achteraf is verantwoord via een raadsvoorstel valt het budget weer vrij voor nieuwe aankopen. Bevoegdheden B&W Na de invoering van het dualisme is niet langer de raad maar het college bevoegd tot het besluiten en verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Wel moet het college vooraf inlichtingen verstrekken over de uitoefening van deze bevoegdheden, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Ter bevordering van een efficiënte en vlotte afdoening van zaken heeft het college respectievelijk de burgemeester, de bevoegdheid tot afdoening van een aantal zaken opgedragen aan ambtenaren. Financiële positie Binnen de reserves van de gemeente Bladel was een gedeelte (€ 500.000,-) geoormerkt als zijnde de bestemmingsreserve grondexploitatie. Op 22 maart 2012 is de “nota reserves en voorzieningen 2012” vastgesteld. In deze nota is opgenomen dat deze reserve dient om daaruit dotaties te doen in de voorziening tekorten in grondexploitaties indien dit noodzakelijk is. Inmiddels is deze reserve gedaald met € 228.000,- vanwege de dotatie aan de voorziening voor grondexploitaties zoals verwoord in de jaarrekening 2011 en de perspectiefnota 2012. Op het moment dat de omvang van deze reserve nul bedraagt wordt deze reserve opgeheven. Eventuele dotaties in de voorziening tekorten worden vanaf dat moment gedaan ten laste van de algemene reserve. Soorten risico’s Ten aanzien van de grondexploitatie worden er twee soorten risico’s onderscheiden, namelijk: Onvoorzienbare risico’s; Voorzienbare risico’s.
Onvoorzienbare risico’s Marktontwikkelingen, zoals stagnatie van de gronduitgifte, kan leiden tot hogere voorraden van zowel de “in exploitatie genomen gronden” als de “niet in exploitatie genomen gronden” (strategische aankopen). De hogere voorraden leiden tot hogere kosten als gevolg van rentetoerekening. Naast dit kostenstijgende effect is het ook mogelijk dat de opbrengsten van grondverkopen dalen. Indien één of beide situaties zich voordoen kan kostendekkendheid van complexen onder druk komen te staan. Voorzienbare risico’s De voorzienbare risico’s blijken uit de jaarlijks geactualiseerde kostenbegrotingen van de grondexploitaties. Een verlies op een grondexploitatie wordt, zodra deze ontstaan is, meteen aan het einde van het betreffende boekjaar ten laste gebracht van de exploitatie. Als in de verdere looptijd van de grondexploitatie nog meer verlies ontstaat dan wordt een storting gedaan in de risicovoorziening saldi grondexploitatie. Deze storting bedraagt de contante 10 waarde van het verwachte verlies, zoals dit naar voren komt in de kostenbegrotingen . Beheersing risico’s Bij het in ontwikkeling/uitvoering nemen van nieuwe exploitatiegebieden wordt aan de hand van risicoanalyses gestreefd naar sluitende grondexploitaties. Toetsing van de uitkomst van deze analyse op een rendementsuitkomst van de “cashflow” zal een beslissing tot het in exploitatie nemen van een gebied ondersteunen. Jaarlijks worden de kostenbegrotingen van de verschillende bestemmingsplannen bijgesteld. De resultaten worden geraamd per einddatum van het betreffende plan. Voor de complexen met een verwacht negatief exploitatiesaldo wordt een risicovoorziening gevormd. Winsten Indien er sprake is van (tussentijdse) winsten in de grondexploitatie, dan komen deze over het algemeen tot uitdrukking in het jaarrekeningresultaat. Veelal worden de batige saldi uit grondexploitatie bij bestemming van het 10
In het kader van de doorrekening die gemaakt is van de grondexploitaties voor de begroting 2013 is geconstateerd dat het noodzakelijk is om voor twee projecten een voorziening te vormen. Het gaat hierbij om de plannen Kerkeneind en Akkerstraat/Meuleneind. Voor het plan Kerkeneind moet een extra voorziening gevormd worden van ca € 341.000,-. Voor het plan Akkerstraat moet een voorziening gevormd worden van ca € 154.000,-. Deze bedragen zullen worden verwerkt in de najaarsnota 2012.
92
rekeningresultaat toegevoegd aan de algemene reserve. De gemeente Bladel betracht voorzichtigheid bij winstnemingen. De gemeente Bladel neemt tussentijds winst als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (laag risicoprofiel): • Als de boekwaarde negatief (dus een positief resultaat) is en hoger is dan alle nog te maken kosten; • Als de opbrengsten voor een bepaald gedeelte zijn gerealiseerd; • Eventuele winstneming worden voor 90% meegenomen; • Er worden geen verliezen verwacht op de andere deelprojecten of er zijn daarvoor voldoende voorzieningen getroffen. • De boekwaarde per 31 december 2012 moet negatief (negatief betekent dat de opbrengsten groter zijn dan de kosten dus dat er sprake is van winst) zijn. Momenteel zien we dat het voortdurende negatieve economische klimaat en de zorgwekkende situatie op de woningmarkt ook zijn invloed heeft op de grondverkopen in de gemeente Bladel. Voor de projecten waar de gemeente zelf gronden in bezit heeft wordt gekeken naar aanpassing van de bestemmingsplannen zodat vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten. De behoefte naar grote kavels is tot een minimum beperkt. De vraag naar kleine kavels blijft aanwezig. Daarnaast zien we dat het belangrijk is om kwalitatieve plannen te maken. Daar waar kopers kunnen kiezen zullen ze namenlijk kiezen voor die locaties waar ze het meeste woongenot ondervinden. In de grondexploitaties is rekening gehouden met een langere looptijd van plannen. Daarnaast gaan we ook uit van stabilisering of zelfs daling van grondprijzen. Hierdoor zullen de komende jaren ook minder winsten gerealiseerd kunnen worden. Het totaal aan tussentijdse winstnemingen wordt voor het boekjaar 2013 begroot op € 100.000,-. Lopende exploitaties en ontwikkelingen In onderstaand overzicht is het verwachte verloop van de grondexploitatie 2013 weergegeven. plan
(bedragen x 1.000,-)
verwachte
vermeerderingen
verminderingen
boekwaarde begin 2013
Stokekkers Ind. Oost Hapert
boekwaarde eind
bestedin-
winst-
opbreng-
bijdr. voor-
gen
neming
sten
ziening
2013
-522
298
-298
-522
-36
3
0
-33
e
de Biezen 1 fase
475
335
-850
-40
Beemdstraat
312
41
-791
-338
Latestraat / de Lei
100
230
70
0
300
Wijer de Kuil
28
16
-50
-6
Kempenland
0
5
-5
0
487
768
-1.994
-639
totaal
100
(+ = nadeel en - = voordeel) Nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties In de gemeente Bladel zijn naast de lopende grondexploitaties ook nog twaalf projecten in voorbereiding. Tot aan vaststelling van het bestemmingsplan wordt hier gesproken over nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties. Het gaat hierbij om zowel plannen waarvan de gemeente het grondbezit heeft als plannen waarbij de gemeente faciliterend is en al haar kosten verhaald. Voor al deze projecten worden kosten gemaakt vanaf de initiatieffase tot aan vaststelling van het bestemmingsplan. Gedacht moet worden aan: • onderzoekskosten ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing zoals bodem, lucht en archeologie; • advieskosten voor inhuur deskundigheid. Denk daarbij aan juridische adviezen, fiscale adviezen, planeconomische aspecten; • opstellen van bestemmingsplannen; • projectleiding; • communicatie etc. Het gaat dus expliciet om voorbereidingskosten en niet om kosten voor het bouw- en woonrijpmaken. Om deze kosten te mogen maken wordt er voor 2013 een budget gevraagd van gemiddeld € 15.000,- per project. Deze kosten worden ten laste gebracht van de afzonderlijke plannen en worden gedekt uit de toekomstige opbrengsten van het plan. De opbrengsten die gerealiseerd worden vloeien voort uit opbrengsten van grondverkopen of verhaal van kosten bij de projectontwikkelaar. Het beschikbaar stellen van dit budget heeft geen effect op de begroting omdat deze kosten geactiveerd worden omdat hier op termijn opbrengsten tegenover komen te staan. In onderstaand overzicht is het verloop van de nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties weergegeven. 93
plan
Verwachte
Vermeerderingen
verminderingen
boekwaar-
boekwaarde (bedragen x 1.000,-)
begin 2013
de eind bestedin-
Winst-
Opbreng-
bijdrage
gen
neming
sten
voor-
2013
ziening Plan Van Dingenen (Wijer) inbreiding Kerkeneind Casteren Kerkstraat Casteren Alexanderhof
7
8
-15
0
3.642
377
-744
3.275
530
151
-394
287
-331
-10
De Smis
-49
3
46
-341
Toermalijn
-12
29
40
Meuleneind (Akkerstraat 10)
632
Egyptische Poort fase 1 en 2
1.102
0 -67
-10
157
-381
408
95
0
1.197
Egyptische Poort fase 3
0
0
Locatie sporthal Bladel
0
0
Locatie St.Petrusschool Bladel
0
0
Strategische aankopen Totaal
0
3.000
5.521
3.810
-3.000 86
-4.601
0 0
4.816
(+ = nadeel en - = voordeel) Het totaal aan projectwinsten wordt voor het boekjaar 2013 begroot op € 86.000,- (waarvan € 46.000,- t.b.v. reserve bovenwijkse voorzieningen).
4.7 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente Bladel zowel een bestuurlijke als een financiële (risicodragend) band heeft. Verbonden partijen ontwikkelen beleid of voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard blijft de gemeente beleidsmatig verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Bladel heeft een positieve grondhouding ten opzichte van samenwerking: regionaal of nog breder. Indien zich de gelegenheid voordoet om middels samenwerkingsverband of andere verbondenheid, op doelmatiger en doeltreffender wijze doelstellingen te realiseren, dan zullen de deelname mogelijkheden altijd onderzocht worden. Samenwerking kan (soms) de kwaliteit en continuïteit beter waarborgen. Er zijn drie redenen waarom gemeenten met elkaar samenwerken in de vorm van een verbonden partij: Vanwege het grensoverschrijdend karakter van de problematiek; Om efficiencyvoordelen te behalen; Vanwege een wettelijke plicht tot samenwerking. De samenwerking kan vormgegeven worden door een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke aanpak. Het privaatrecht biedt verschillende mogelijkheden: de oprichting van een vereniging, een stichting, een NV of een BV. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze samenwerking van toepassing. Als wordt gekozen voor samenwerking op grond van het publiekrecht geldt het regime van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). In onderstaand overzicht worden de verbonden partijen nader toegelicht.
94
Vestigingsplaats Verbonden partij Gemeenschappelijke Regelingen / Stichtingen
Behartigd openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio ZuidoostBrabant
1. Het ontwikkelen van een goed toegeruste organisatie van de hulpverlening voor de deelnemers. 2. Het bevorderen van een goede integrale samenwerking tussen de bij de hulpverlening betrokken organisaties en andere bij bestrijding van ongevallen en rampen betrokken organisaties. 3. Bevordering van de bestuurlijke afstemming/ integratie van betrokken organisaties bij hulpverlening en ongevallen- en rampenbestrijding. 4. Daadwerkelijke brand, ramp en ongevallenbestrijding op alle gebied: preventie, repressie, en beperking van brand en brandgevaar. Idem voor ongevallen en rampen en bevordering van hulpverlening. bijdrage 2013 178.000,Gemeenschappelijke belangenbehartiging om daar-mee de gezondheid van de bevolking en preventie van ziekten te bevorderen, alsmede snelle interventies op het gebied van gezondheid te verzorgen. bijdrage 2013 293.000,Het ontwikkelen en realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar bedrijvenpark gelegen binnen het rechtsgebied, binnen de door het bevoegd gezag te stellen ruimtelijke en andere publiekrechtelijke randvoorwaarden en met inachtneming van de nader te formuleren sectorale doelstellingen en uitgangspunten. De gemeente draagt voor 25% bij in het exploitatieresultaat (zowel positief als negatief). bijdrage 2013 0,Bevorderen van een robuuste samenwerking met flexibileit binnen geldende marges door het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten en het vergroten van het gemeenschappelijke kennisniveau e.d. met als doel het, met behoud van de huidige bestuurlijke schaal, vergroten van de bestuurskracht door bundeling van ambtelijke expertise met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie. ISD, P&O, staf en SSC. Bijdrage 2013 2.121.000,Voorwaarden scheppen ter ontwikkeling en bevordering van de ontwikkeling op het gebied van dans en muziek in ruime zin, waaronder exploitatie van een muziekschool en aanbod van vorming en ontwikkeling in de dorpskernen. bijdrage 2013 4.000,De regio moet voorzien in de behoefte aan werken, wonen, recreëren, maatschappelijke participatie en een veilige leefomgeving zonder dat daarmee kansen voor toekomstige generaties verloren gaan. Het SRE wil een organisatie zijn die op een flexibele wijze kan inspelen op de behoeften van de gemeenten en op doelmatige wijze mede inhoud geven aan de regionale vraagstukken. bijdrage 2013 345.000,Het uitvoeren van, het begeleiden van en adviseren in een gezamenlijk professioneel inkoop- en aanbestedingsbeleid evenals voor het behalen van voordelen op zowel financieel, kwalitatief als procesmatig gebied voor de zelfstandige gemeenten bijdrage 2013 67.000,De activiteiten van WVK-groep zijn er op gericht om uitvoering te geven aan de in de wet neergelegde zorgplicht op
Gemeenschappelijke Regeling Gezondheidsdienst Zuidoost- Brabant Gemeenschappelijke regeling Kempisch Bedrijvenpark
Eindhoven
Financieel belang Helmond
Financieel belang Bladel
Financieel belang Gemeenschappelijke regeling samenwerking kempengemeenten
Regeling Muziekschool de Kempen (oude gemeenschappelijke regeling) Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)
Financieel belang Bergeijk
Financieel belang Eindhoven
Financieel belang Stichting Regionaal Inkoopbu- Oirschot reau Zuidoost-Brabant
Gemeenschappelijke regeling WVK-groep
Financieel belang Bladel
95
Verbonden partij
Vestigingsplaats
Financieel belang Regeling regionale raad open- Budel baar basisonderwijs De Kempen Financieel belang
Behartigd openbaar belang het gebied van aanbieden van aangepast werk voor mensen die vanwege een handicap geen kans hebben op de reguliere arbeidsmarkt. Naast de uitvoering van de Wsw, voert WVK-groep ook het gesubsidieerde werk WWB uit voor de gemeente Bladel. De gemeente draagt voor 25% bij in het exploitatieresultaat (zowel positief als negatief). bijdrage 2013 250,winstuitkering 200.000,Het toezicht houden op het regionaal bestuur openbaar basisonderwijs de Kempen conform de wettelijke taken van de deelnemende gemeenten. bijdrage 2013 200,-
Privaatrechtelijke verbondenheden Stichting Regionaal Indicatie Orgaan Groot Kempenland NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Brabant Water
Bosgroep Zuid-Nederland U.A.
Veldhoven ’s-Gravenhage
Financieel belang ’s-Hertogenbosch Financieel belang Geldrop
Het fungeren als indicatieorgaan op basis van art 9a AWBZ: indicatiestelling voor zorg. Bankieren van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang tegen zo laag mogelijke kosten. dividend 2013 72.000,Deelname in aandelenkapitaal van het nutsbedrijf ter bewerkstelling van een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau voor de individuele gebruiker. geen dividend Opstellen en uitvoering van de jaarlijkse werkplannen voor bos- en heidegebied.
96
97
5. Financiële begroting De inhoud van de ramingen De besluitvorming bij de perspectiefnota 2012 zijn kaderstellend geweest voor de samenstelling van de begroting. De ramingen in de begroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016 bevatten dan ook het ongewijzigde beleid uit de voorgaande meerjarenraming. Teneinde de gemeentelijke koopkracht op peil te houden zijn de gemeentelijke belastingen op basis van de financiële kaderstelling verhoogd met een (nagecalculeerde) prijsstijging van 3,0%. De verhoging van belastingen en rechten, waarbij sprake is van volledige kostendekking, is afhankelijk van de opgetreden kostenstijging. Saldo lasten en baten De aansluiting op de financiële gegevens per thema en een onderbouwing daarop zijn ondergebracht in de financiele begroting. Dit hoofdstuk bevat een totaal overzicht van de lasten en baten van alle thema’s en beleidsvelden. Voor extra inzicht in de financiële positie zijn de baten en lasten per thema geschoond van verrekeningen met reserves. De verrekeningen met reserves maken formeel geen onderdeel uit van de begroting van baten en lasten. Voor reserves geldt dat onttrekkingen evenals de stortingen via de resultaatbestemming lopen. Om zichtbaar te maken hoe reserves worden gevormd en benut, worden bij de begroting eerst alle lasten en baten van de thema’s geraamd, waarna vervolgens het resultaat wordt bepaald en daarna bestemd, dat wil zeggen wordt toegevoegd of onttrokken aan reserves. Ten slotte wordt het resultaat na bestemming bepaald. De mutaties van de reserves worden in het begrotingsjaar waarin de uitgaven/inkomsten worden gedaan geautoriseerd. Bij de rekening vindt een vergelijkbare procedure plaats. De jaren 2011 – 2016 geven dan het navolgende gesaldeerde beeld: Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
Meerjarenraming
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Milieu en leefomgeving ruimtelijke ontwikkeling en beheer
n
2.157 n
2.780 n
2.080 n
1.476 n
968 n
930
verkeer en vervoer
n
3.976 n
3.458 n
2.559 n
2.698 n
3.024 n
2.124
totaal milieu & leefomgeving
n
6.133 n
6.238 n
4.639 n
4.174 n
3.992 n
3.054
werkgelegenheid
n
215 n
240 n
218 n
210 n
210 n
210
detailhandel
n
12 n
9 n
14 n
9 n
9 n
9
Economie
industrie
v
-252 n
84 n
84 n
84 n
84 n
84
recreatie en toerisme/agr.bedr.heid
n
1.384 v
-69 n
427 n
402 n
401 n
401
totaal economie
n
1.359 n
264 n
743 n
705 n
704 n
704
veiligheid
n
1.752 n
1.954 n
1.904 n
1.904 n
1.903 n
1.903
jeugd en gezin
n
4.078 n
4.413 n
4.357 n
4.213 n
4.180 n
4.197
maatschappelijke participatie
n
4.143 n
3.822 n
3.460 n
3.237 n
3.423 n
3.427
preventie en opvang
n
548 n
541 n
508 n
488 n
469 n
469
soc.samenhang en leefbaarheid
n
3.089 n
3.078 n
2.991 n
3.074 n
3.064 n
3.068
bestuur
v
-17.897 v
-18.638 v
-20.925 v
-18.170 v
-19.593 v
-16.901
totaal bestuur
v
-4.287 v
-4.830 v
-7.705 v
-5.254 v
-6.554 v
-3.837
totaal resultaat voor bestemming
n
3.205 n
1.672 v
-2.323 v
-375 v
-1.858 v
-79
Mens en maatschappij
98
Bedragen
Rekening (bedragen x € 1.000,-)
2011
Begroting
Begroting
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
Reserves ruimtelijke ontwikkeling en beheer
n
120 n
45 n
Mens en maatschappij
v
-3.050 v
-2.134 n
1.742 n
240 n
2.077 v
-6
saldo meerjarenbegroting
n
275 v
-417 v
-534 v
-135 n
219 v
-85
algemene reserve
v
-275 n
417 n
534 n
135 v
-219 n
85
47
Economie
totaal resultaat na bestemming
Voor een totaalbeeld van de lasten en baten wordt verwezen bijlage II. Het concernresultaat is zoals hiervoor vermeld tot stand gekomen op grond van de richtlijnen BBV. Dit leidt tot een voordelig resultaat van € 2.323.000,- in 2013. Dit is het saldo van de mutaties tussen de begroting van baten en lasten. In de begroting hebben er daarnaast reeds tot een bedrag van per saldo in 2013 € 1.789.000,- mutaties in reserves plaatsgevonden. Ook het begrotingsresultaat ad € 534.000,- wordt verrekend met de algemene reserve. Aan deze mutaties liggen raadsbesluiten en een bestendige gedragslijn ten grondslag, hetzij bij vaststelling van de oorspronkelijke begroting hetzij bij vaststelling van de bestuursrapportages. Deze hebben voornamelijk betrekking op mutaties met dekkingsreserves en op de besluitvorming om investeringen met een maatschappelijk nut ineens ten laste van reserves te dekken. Voorts toevoegingen als gevolg van tussentijdse winstnemingen grondexploitaties en rentebijschrijvingen. In onderstaand overzicht worden de meerjarige mutaties van de reserves gespecificeerd. De geraamde mutaties zoals opgenomen in het meerjareninvesteringsprogramma zijn hier aanvullend in opgenomen: Bedragen
Begroting (bedragen x € 1.000,-)
2013
Algemene reserve
inc. v
-877 n
Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen
inc. n
47
Bestemmingsreserve grondexploitatie
inc. n
Egalisatiereserve verkoop HNG Reserve afschrijving geact.investeringen
Meerjarenraming 2014
2015
2016
150 n
167 n
167
2.880 n
350 n
2.170 n
86
struct. v
-120 v
-120 v
-120 v
-120
struct. v
-141 v
-140 v
-140 v
-139
n
1.789 n
240 n
2.077 v
-6
inc. n
534 n
135 v
-219 n
85
n
2.323 n
375 n
1.858 n
79
Mutaties reserves via dekkingsmaatregelen
inc. n
1.325 n
900
Mutaties reserves via meerjarenprogramma
inc. v
-3.780 v
-1.291 v
-2.076 n
1.065
v
-132 v
-16 v
-218 n
1.144
Totaal beoogde mutaties reserves via bestaand beleid Bestemming begrotingsresultaat Totaal mutaties reserves
Totaal mutaties reserves (- = voordeel/aanwending en + = nadeel/storting)
In het hiervoor gepresenteerd overzicht worden de mutaties welke onderdeel uitmaken van de dekkingsmaatregelen en het meerjarenprogramma 2012-2016 aanvullend toegevoegd. De gemeenteraad geeft expliciet haar instemming bij de resultaatbestemming via de begrotingsvaststelling. Aan de diverse reserves wordt per saldo € 132.000,- onttrokken (2.323.000 + 1.325.000 -/- 3.780.000). Zie voorts het verloop van de reserves op blz 101. Begrotingsresultaat totaal In onderstaand overzicht worden de structurele financiële uitkomsten en de incidentele financiële uitkomsten in totaliteit weergegeven. De meerjarenraming sluit dan met een in meerjarig perspectief structureel overschot van € 18.000,-, waarbij de kanttekening geldt dat de nog te realiseren taakstellingen wel gerealiseerd moeten worden.
99
(bedragen x 1.000,-) structureel meerjarenperspectief (incl.reserves) incidenteel meerjarenperspectief (incl.reserves) totaal begrotingsresultaat mutaties ten laste/gunste van de algemene reserve totaal na mutaties reserves
2012 v n v n
-968 550 -418 418
2013 v n v n
-931 396 -535 535
2014 v n v n
-364 229 -135 135
2015 n n n v
126 93 219 -219
2016 v v v n
-18 -67 -85 85
(+ = nadeel en - = voordeel)
Investeringen Bij gemeenten worden twee soorten investeringen onderscheiden namelijk investeringen met een meerjarig economisch nut en investeringen met een maatschappelijk, maar geen economisch nut. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en afgeschreven. In het BBV worden deze investeringen gedefinieerd als die investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Het hoeft dus niet. Een vergelijkbare redenering geldt voor de verhandelbaarheid. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Op investeringen met een economisch nut mogen geen reserves in mindering worden gebracht. Daarnaast mag er op deze investeringen niet resultaatafhankelijk extra worden afgeschreven. Wel is het volgens het BBV mogelijk om bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de waardering van het actief in mindering te brengen. Wat investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut betreft, maar geen economisch nut, geldt dat deze geactiveerd mogen worden mits gedaan in de openbare ruimte. Wel is het wenselijk dat, indien dergelijke investeringen worden geactiveerd, de afschrijving binnen een redelijke termijn plaatsvindt. De termijnen liggen vast in het vastgestelde afschrijvingsbeleid. Dat is de reden dat op deze investeringen reserves in mindering mogen worden gebracht en dat er ook resultaat afhankelijk op mag worden afgeschreven. Afschrijving vindt plaats op basis van het beleidskader activeren, waarderen en afschrijven.
Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa, waaronder de kosten van onderzoek en ontwikkeling, worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten, gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, met een maximum van vijf jaar. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van aanschaffingswaarde of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de verwachte gemiddelde economische levensduur van de activa. Op gronden wordt niet (meer) afgeschreven. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Het presidium heeft in zijn vergadering van 24 maart 2003 een aantal criteria vastgesteld op basis waarvan kredietvoteringen plaatsvinden. Er behoeft geen afzonderlijke kredietvotering meer te komen indien aan de navolgende criteria wordt voldaan, te weten: politieke kaderstelling is reeds aanwezig op basis van door de raad vastgestelde beheerplannnen, beleidsnotities en/of besluiten; (uitbreidings)investeringen gericht op interne bedrijfsvoering en ramingen van geringe omvang. Op basis van deze criteria hebben wij de noodzakelijke en gewenste investeringen voor het eerste planjaar voorzien van een A- of B-rubricering. De zgn. A-investeringen voldoen aan de hiervoor geformuleerde criteria. Reden waarom wij uw raad voorstellen om de uitvoering van deze investeringen (en budgetten), na vaststelling van de begroting 2013 door uw raad, op te dragen aan ons college. In dit verband wordt bedoeld, dat uw raad bij de vaststelling tevens daarvoor formeel de noodzakelijke kredieten/budgetten beschikbaar stelt. Tevens wordt hiermede een doelmatigere en slagvaardigere werkwijze voor de organisatie bewerkstelligd. Voor de uitvoering van de zgn. B-investeringen zal daarentegen nog steeds afzonderlijke besluitvorming door uw raad plaats vinden. Voor een totaalbeeld wordt verwezen naar bijlage IV. Reserves en voorzieningen Naast de begrotingsramingen en de lastenontwikkeling zijn ook de reserves en voorzieningen van belang voor de beoordeling van de financiële situatie waarin de gemeente zich bevindt. Met name de reserves geven immers een indicatie van het weerstandsvermogen van de gemeente, dat wil zeggen de mate waarin de gemeente in staat is 100
financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Daarnaast laten de reserves zien welke bestedingsmogelijkheden aanwezig zijn voor (nog) niet in de begroting opgenomen activiteiten. In de raadsvergadering van 22 maart 2012 werd de nota reserves en voorzieningen 2012 (gewijzigd) vastgesteld. In het BBV is het onderscheid tussen reserves en voorzieningen aangescherpt. Het onderscheid wordt gelegd bij de mogelijkheid of de raad de bestemming kan wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van een (bestemmings)reserve. Zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening. Een globale specificatie van de reserves kunt u terugvinden in onderstaand tabel: verloop reserves
boekwaarde 1-1-2012
boekwaarde 1-1-2013
boekwaarde 1-1-2014
boekwaarde 1-1-2015
boekwaarde 1-1-2016
boekwaarde 1-1-2017
- ijzeren voorraad
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
- noodzakelijke omvang
1.503
1.468
1.468
1.468
1.468
1.468
- vrij besteedbaar deel
797
-984
-902
-658
-616
786
- saldo baten en lasten
-275 3.025
1.484
1.566
1.810
1.852
3.254
- dekkingsreserves
4.710
10.176
9.916
9.656
9.396
9.137
- overige best.reserves
6.351
691
737
737
737
737
14.086
12.351
12.219
12.203
11.985
13.128
-132
-16
-218
1.144
• algemene reserve:
• bestemmingsreserves
totaal
saldo mutaties reserves
Bij de berekening van de stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2013 is uitgegaan van de rekeningcijfers 2011 vermeerderd c.q. verminderd met geraamde mutaties in het jaar 2012 op grond van de door uw raad genomen besluiten c.q. beleidsvoornemens. Onderstaand worden de reserves nader toegelicht. Algemene reserve De algemene reserve maakt deel uit van het weerstandsvermogen van de gemeente en heeft als doel 1. het opvangen van onvoorziene uitgaven voortvloeiende uit: - opkomende verplichtingen, die niet rechtstreeks verband houden met de lopende exploitatie; - calamiteiten. 2. het opvangen van rekeningtekorten. 3. het afdekken van begrotingstekorten, voor zover op basis van een meerjarenbegroting blijkt, dat deze niet van structurele maar van incidentele aard zijn. De noodzakelijke omvang van de algemene reserve is gebaseerd op het risicoprofiel van de gemeente. In de nota reserves en voorzieningen 2012 wordt de algemene reserve als normatief kader beschouwd en wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. De omvang 11 van de algemene reserve wordt bepaald op klasse C (voldoende ). Wij willen hier echter – met nadruk – niet onvermeld laten dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten betreffen. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen dienen steeds beoordeeld te worden aan de werkelijke gerealiseerde resultaten. Voorts wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. - stand 01-01-2013 1.484.000 - stand 31-12-2013 1.566.000 Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves worden onderverdeeld in dekkingsreserves en overige bestemmingsreserves.
Dekkingsreserves Deze reserves zijn ingesteld ter dekking van de kapitaallasten van investeringen. Dit betreffen activa met een economisch nut. Dekkingsreserve afschrijving geactiveerde investeringen Afdekken van de kapitaallasten van de investeringen (met economisch nut) voor uitbreiding van het gemeentehuis, de nieuwbouw van de brandweerkazerne Bladel en basisschool de Piramide. - stand 01-01-2013 3.491.000 - stand 31-12-2013 3.350.000 11
Afgestemd op de door het Adviesbureau voor Risicomanagement gehanteerde waarderingen.
101
Reserve verkoop hypotheekbedrijf HNG Het inzichtelijk maken van de jaarlijks te ontvangen verkoopopbrengst tot en met 2020. - stand 01-01-2013 957.000 - stand 31-12-2013 838.000 Reserve verkoopopbrengst NRE Instandhouden van vermogen (inkomensfunctie). - stand 01-01-2013 5.728.000 - stand 31-12-2013 5.728.000
Overige bestemmingsreserves Deze reserves zijn ingesteld voor een bepaald doel. Reserve grondexploitatie Het doel van deze reserve is om eventuele te voorziene negatieve exploitatieresultaten op te vangen. - stand 01-01-2013 272.000 - stand 31-12-2013 272.000 Reserve bovenwijkse voorzieningen Deze reserve is bedoeld om de aanleg van infrastructurele werken met meer dan uitsluitend planbetekenis mogelijk te maken zoals b.v randwegen, hoofdriolering, parkeervoorzieningen etc. - stand 01-01-2013 45.000 - stand 31-12-2013 91.000 Reserve uitwisseling arbeidsvoorwaarden Deze reserve heeft het doel om op individueel niveau invulling te geven aan het arbeidsvoorwaardenbeleid. Jaarlijks wordt een vast bedrag per formatieplaats toegevoegd aan deze reserve. De werkelijke personele bestedingen worden gedekt ten laste van de reserve. - stand 01-01-2013 4.000 - stand 31-12-2013 4.000 Reserve garanties/vrijwaringen NRE/Endinet Afdekken van claims - stand 01-01-2013 250.000 - stand 31-12-2013 250.000 Reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, gekoppeld aan gemeentelijke projecten. - stand 01-01-2013 120.000 - stand 31-12-2013 120.000 Voorzieningen Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen is vooral van belang omdat voorzieningen te beschouwen zijn als vreemd vermogen en reserves als eigen vermogen. Aan voorzieningen kleven verplichtingen. De gemeente heeft daarom weinig keus als het gaat om de vraag welke voorzieningen aanwezig moeten zijn en welke omvang deze moeten hebben. Dit betekent dat alle voorzienbare en kwantificeerbare risico’s en verplichtingen zijn afgedekt. De voorschriften uit het BBV zijn hiervoor bepalend. Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten; - bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is; - kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie; Alle aanwendingen van de voorzieningen worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Een globale specificatie van de voorzieningen kunt u terugvinden in onderstaand tabel. verloop voorzieningen
boekwaarde 1-1-2012
boekwaarde 1-1-2013
boekwaarde 1-1-2014
boekwaarde 1-1-2015
boekwaarde 1-1-2016
boekwaarde 1-1-2017
• egalisatievoorzieningen
1.816
1.870
1.605
1.598
1.196
1.280
• risicovoorzieningen
2.047
1.912
1.775
1.678
1.647
1.605
totaal
3.863
3.782
3.380
3.276
2.843
2.885
102
Egalisatievoorzieningen Deze voorzieningen worden gevormd wegens kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of daaraan voorafgaand en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de afvalverwijdering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. - stand 01-01-2013 210.000 - stand 31-12-2013 110.000 Voorziening egalisatie riolering Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de riolering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de rioolheffingen. - stand 01-01-2013 239.000 - stand 31-12-2013 146.000 Voorziening vervanging sportmaterialen sporthal ’t Spant er Het meerjarig opvangen van kosten van het regulier vervangen van sportmaterialen en inventaris in de sporthal ’t Spant Er. - stand 01-01-2013 80.000 - stand 31-12-2013 73.000 Voorziening vervanging sportmaterialen sporthal Eureka Het meerjarig opvangen van kosten van het regulier vervangen van sportmaterialen en inventaris in de sporthal Eureka. - stand 01-01-2013 79.000 - stand 31-12-2013 80.000 Voorziening onderhoud wegen Het meerjarig opvangen van de kosten van het uitvoeren van adequaat onderhoud aan de wegen. - stand 01-01-2013 14.000 - stand 31-12-2013 28.000 Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen Het meerjarig opvangen van de kosten van het uitvoeren van het systematisch adequaat onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen. - stand 01-01-2013 1.247.000 - stand 31-12-2013 1.167.000 Risicovoorziening Dit betreft voorzieningen wegens op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of risico’s. Tevens is er sprake van voorzieningen op oninbare vorderingen en voorziene exploitatierisico’s voor de grondexploitatie. Deze voorzieningen worden (bij de jaarrekening) in mindering gebracht op de betreffende vorderingen en de onderhanden werken van de grondexploitatie. Voorziening risico’s grondexploitatie Ingesteld ter dekking van kosten inzake voorziene exploitatierisico’s voor de grondexploitatie. - stand 01-01-2013 1.000 - stand 31-12-2013 1.000 Voorziening frictiekosten muziekschool de Kempen Het opvangen van het gemeentelijk aandeel in de frictiekosten tot 2015 als gevolg van de structuurwijziging van de Muziekschool de Kempen. - stand 01-01-2013 11.000 - stand 31-12-2013 7.000 Voorziening dubieuze debiteuren (incl. ISD) Ingesteld ter dekking van kosten die voortvloeien uit oninbare privaat- en publiekrechtelijke vorderingen. - stand 01-01-2013 556.000 - stand 31-12-2013 556.000
103
Voorziening wethouderspensioenen Bekostigen van de pensioenuitkeringen van wethouders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, alsmede opvangen verplichtingen voortvloeiende uit de overgedragen elders opgebouwd pensioenkapitaal wethouders. - stand 01-01-2013 1.172.000 - stand 31-12-2013 1.146.000 Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige wethouders. - stand 01-01-2013 45.000 - stand 31-12-2013 9.000 Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige medewerker(s). - stand 01-01-2013 106.000 - stand 31-12-2013 46.000 Voorziening afwikkeling RGHSG Het rijk heeft de regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten (RGHSG) op basis van contante waarde afgekocht. De ontvangen middelen worden gebruikt voor de meerjarige afwikkeling van de toegekende aanvragen. - stand 01-01-2013 6.000 - stand 31-12-2013 2.000 Voorziening liquidatie KCMD Het meerjarig opvangen van de kosten (wachtgeldverplichtingen) als gevolg van de liquidatie van het KCMD. - stand 01-01-2013 16.000 - stand 31-12-2013 8.000 Volledigheidshalve merken wij nog op dat middels het op basis van de nota reserves en voorzieningen vastgestelde beleid de reserves en voorzieningen (behalve de dekkingsreserves) volledig vrij aanwendbaar zijn. Stille reserves Er is sprake van een stille reserve indien activa op de balans staan die te laag gewaardeerd zijn. Met name activa die in de loop der jaren meer waard zijn geworden dan de historische kostprijs. Bij de stille reserves gaat het om alle niet-bedrijfsgebonden activa (activa niet voor de openbare dienst bestemd) die een hogere waarde hebben dan de boekwaarde die is gebaseerd op de historische kostprijs. Het in beeld brengen en (eventueel) vervolgens waarderen van een stille reserve met een beoordeling in het licht van de weerstandscapaciteit is geen eenvoudige zaak. Vaak zijn stille reserves niet voor niets voorlopig of langdurig ‘stil’ gebleven. Stille reserves spelen ook een rol bij de bepaling van de weerstandscapaciteit. Echter pas bij daadwerkelijke verkoop blijkt of de hogere waarde daadwerkelijk wordt gerealiseerd ten opzichte van de boekwaarde. Tot die tijd is het slechts een potentiële bijdrage aan de weerstandscapaciteit. Op basis van het voorzichtigheidsbeginsel is in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement ingekaderd om eerst bij het realisatiemoment van een stille reserve (verkoop van het eigendom) deze middelen toe te voegen aan de weerstandscapaciteit. De navolgende niet-bedrijfsgebonden activa kunnen worden genoemd: Pachtgronden In totaal is er met een oppervlakte van ca. 65 ha grond in erfpacht uitgegeven. Er van uitgaande dat de verkeerswaarde van een ha.-pachtgrond in verpachte staat ca. 16 duizend euro (de helft van de vrije verkoopwaarde) bedraagt, kan het potentieel pachtareaal vastgesteld worden op ca. € 1,040 miljoen. Bos- en natuurgebied Het bosbezit bedraagt ca. 840 ha. Er van uitgaande dat een ha.-bosgrond ongeveer 10 duizend euro op kan brengen kan het potentieel worden bepaald op ca.€ 8,4 miljoen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat, indien bosgrond overgedragen wordt aan Staatsbosbeheer, DLG of Brabants Lanschap, dit vaak tegen een symbolische prijs geschied. In dat geval dient het potentieel neerwaarts aangepast te worden. Overhoeken in afgesloten bestemmingsplannen In de afgesloten bestemmingsplannen zijn diverse verhuurde perceeltjes opgenomen met een boekwaarde van € 0,-. Hoewel de totale oppervlakte van deze gronden administratief niet vast ligt, kunnen aan deze gronden bij verkoop vanzelfsprekend wel waarden toegekend worden. 104
Winsten grondexploitatie De gemeente Bladel betracht voorzichtigheid bij tussentijdse winstnemingen van de grondexploitatie. Voor de voorwaarden van tussentijdse winstnemingen wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Dit betekent dat gedurende jaren nog beperkte stille reserves in de begroting en jaarrekening in stand gehouden (moeten) worden. De strategische aankopen inzake de grondexploitatie zijn bedoeld om op termijn in de ontwikkeling van woninglocaties of bedrijventerreinen te worden betrokken. Daarom worden ook deze eigendommen beschouwd als duurzaam verbonden aan de bedrijfsvoering. Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten De aandelen van de BNG staan op de balans voor ca € 157.000,-. De werkelijke waarde is in verband met de hoge winstgevendheid van deze instelling vele malen hoger. De opbrengstwaarde van de aandelen BNG kan gebaseerd worden op de intrinsieke waarde. Dit is de waarde op basis van het eigen vermogen. De BNG heeft een eigen vermogen van € 1.897 mln en 55.690.720 aandelen geplaatst en volgestort. De intrinsieke waarde per aandeel komt daarmee uit op € 34,06. De totale opbrengstwaarde kan dan becijferd wordem op ca € 2,14 mln. Opbrengstwaarde minus boekwaarde bedraagt dan ca € 1,982 mln. Langlopende financiële rechten en verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële rechten en verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze rechten en verplichtingen: - Winstuitkering HNG Eind 1995 heeft het hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG) het hypotheekbedrijf verkocht aan het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De overnamesom van 272,27 miljoen euro wordt m.i.v. 1 september 1996 in 25 termijnen van in totaal 10,89 miljoen euro betaald. Hierbij is BNG verplicht jaarlijks per 1 september een uitkering van 10,89 miljoen euro aan de deelnemende gemeenten te doen uitkeren. Voor de gemeente Bladel betekent dit jaarlijks een bedrag van ca € 120.000,-. Na 2020 vervalt deze uitkering. - Bonusregeling WVK-groep Met WVK-groep is een contract overeengekomen waarbij de uitvoering van de groenvoorziening gedurende een periode van 4 jaar gegund wordt aan WVK-groep. Onderdeel van het contract vormt de “bonusregeling”. Dit houdt in dat WVK-groep jaarlijks 20% van de gefactureerde omzet in de vorm van een dienstverleningspakket aan de gemeente ter beschikking stelt. Borgstellingen De gemeente heeft zich garant gesteld voor geldleningen. Het totaalbedrag waarvoor garantie is verstrekt bedraagt per 1 januari 2012 € 91,71 miljoen.
105
Bijlagen
I
Raadsprogramma 2010-2014
107
II
Overzicht lasten en baten 2011 t/m 2016
111
III
Dekkingsmaatregelen
112
IV
Meerjarenprogramma 2012-2016
115
V
EMU-saldo 2013
119
VI
Project Alexanderhof (ISV – aanvragen)
120
VII Overzicht incidentele lasten en baten
106
121
Raadsprogramma 2010-2014 Omschrijving activiteit 2011 M&L: Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Inrichten Burgemeester van Houdtplein Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/planologische procedures Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/ontwikkeling fase 1 en 2 Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/opstellen bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort/tunnel fase 3 Jaarlijkse evaluatie beheerplannen Toets op uitgangspunten klimaatvisie Uitvoeringsprogramma klimaatvisie 2013 e.v. opstellen Woningbouw: extra woningen sociale huursector Behoud dorps karakter voor alle kernen M&L: Verkeer en vervoer Intensievere inzet van LED-verlichting Evaluatie beleidsplan openbare verlichting Doorstroming N284 Openbaar vervoer Economie: Detailhandel Tactische visie/actieplan opstellen voor de detailhandel Economie: Werkgelegenheid niet van toepassing Economie: Industrie Actief kaderstellende rol gemeenteraad ten aanzien van KBP Tactische visie/actieplan opstellen voor de industriële bedrijvigheid Economie: Recreatie en toerisme / agrarische bedrijvigheid Tactische visie/actieplan opstellen voor recreatie en toerisme M&M: Veiligheid Versterking ondersteunende rol t.a.v. evenementen M&M: Jeugd en Gezin Uitwerking keuzenotitie Lokale Educatieve Agenda Inrichten brede school kern Casteren Bevorderen betrokkenheid jeugd bij het jeugd- en jongerenwerk M&M: Maatschappelijke participatie niet van toepassing M&M: Preventie en opvang Evaluatie lokaal gezondheidsbeleid & opstellen nieuw lokaal gezondheidsbeleid Halfjaarlijkse voortgangsrapportage bereikte resultaten CJG
107
Investeringen 2012 2013
2014
Bijlage I i s
Aantekeningen 2012
2013
2014
2015
2016
start met vraagpuntennotitie 2011 reeds geraamd in perspectiefnota 2011 reeds geraamd in perspectiefnota 2011
i
reeds geraamd in perspectiefnota 2011 wordt verzorgd door SSC wordt gesubsidieerd door Agentschap.nl in samenwerking met Kempengemeenten eigen uren start probleemanalyse medio 2011
i i i i
kosten onderzoek en rapportage kosten voorbereiding en onderzoek kosten voorbereiding/onderzoek 2012 betreft SRE-project/voorbereiding en onderzoek
i
t.b.v. rapportages en eindevaluatie
i
t.b.v. rapportages en eindevaluatie
i
t.b.v. rapportages en eindevaluatie
i
s s s
35.687 79.000 pm 114.687
29.687 79.000 pm 108.687
29.687 79.000 pm 108.687
29.687 79.000 pm 108.687
29.687 79.000 pm 108.687 start met vraagpuntennotitie
s s
108
Omschrijving activiteit 2011
Investeringen 2012 2013
2014
M&M: Sociale samenhang en leefbaarheid Herijking nota “speelruimtebeleid/speelvoorzieningen” Onderzoek opzetten lokaal jeugdcultuurfonds en jeugdsportfonds / armoedebeleid Accommodatie TV De Hellekens Nieuwbouw sporthal nabij Pius-X Samenvoeging sportvelden Evaluatie & vernieuwing kadernota vrijwilligersbeleid
125.000
2.605.000
730.500
125.000
2.605.000
730.500
125.000
2.605.000
730.500
M&M: Bestuur Jaarlijkse rapportage effectiviteit voorlichting en communicatie Jaarlijkse rapportage kwaliteit gemeentelijke dienstverlening en efficiency ambtelijke organisatie Doorontwikkeling dualistische bestuursprincipes Jaarlijkse rapportage uitvoering burgerparticipatie Algemene reserve Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort toevoeging Totaal generaal
structurele lasten raadsprogramma incidentele lasten raadsprogramma totale lasten raadsprogramma
109
i s
Aantekeningen 2012
2013
2014
2015
2016
start met vraagpuntennotitie 2011 s s s s
-16.822
13.862
168.751
164.089
159.427
-16.822
13.862
168.751
164.089
159.427 eigen uren
s via hantering beleidsklok via hantering beleidsklok reeds geraamd in perspectiefnota 2011
s i
97.865
122.549
277.438
272.776
268.114
97.865
122.549
277.438
272.776
268.114
97.865
122.549
277.438
272.776
268.114
110
Overzicht lasten en baten 2011 t/m 2016
Bijlage II
In onderstaand overzicht worden totale lasten en baten over de periode 2011 t/m 2016 weergegeven. Thema
Nr. Beleidsveld Beleidsveld
Milieu en leefomgeving 10 20
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Verkeer en vervoer
Totaal Milieu en leefomgeving Economie
30
Detailhandel
35
Werkgelegenheid
40
Industrie
50
Recreatie en toerisme/Argrarische bedrijvigheid
Totaal Economie Mens en maatschappij
lasten 2011 baten 2011 lasten 2012 baten 2012 lasten 2013 baten 2013 lasten 2014 baten 2014 lasten 2015 baten 2015 lasten 2016 baten 2016 11.538.700
-9.262.382
12.232.310
-9.406.069
12.214.071 -10.087.300
3.985.638
-9.472
3.479.248
-21.524
15.524.338
-9.271.854
15.711.558
-9.427.593
2.580.544
29.974
-18.451
26.698
-17.500
31.698
290.063
-75.075
304.792
-65.425
94.850
-346.977
124.065
-40.492
985.930
397.627
682.109
1.400.817
-42.875
1.137.664
-21.524
14.794.615 -10.108.824
11.477.965 -10.002.243 2.719.993
-21.524
14.197.958 -10.023.767
-17.500
26.698
218.237
0
124.065
-40.492
-751.076
609.685
-874.493
983.685
11.176.950 -10.208.777 3.045.682
-21.524
14.222.632 -10.230.301 -17.500
11.785.868 -10.855.707 2.145.495
-21.524
13.931.363 -10.877.231
-17.500
26.698
26.698
-17.500
210.237
0
210.237
0
210.237
0
124.065
-40.492
124.065
-40.492
124.065
-40.492
-182.576
584.260
-182.576
583.834
-182.576
583.834
-182.576
-240.568
945.260
-240.568
944.834
-240.568
944.834
-240.568
60
Veiligheid
1.835.680
-83.437
1.979.194
-25.632
1.929.407
-25.632
1.929.203
-25.632
1.928.932
-25.632
1.928.932
-25.632
70
Jeugd en gezin
3.962.636
115.130
4.652.043
-238.991
4.595.624
-238.991
4.452.154
-238.991
4.401.994
-222.491
4.419.865
-222.491
80
Maatschappelijke participatie
12.054.632
-7.911.875
12.065.925
-8.244.105
12.074.479
-8.614.473
11.926.915
-8.690.107
11.998.557
-8.575.618
12.002.557
-8.575.618
90
Preventie en opvang
548.878
-734
540.958
0
507.704
0
487.622
0
468.868
0
468.868
0
100
Sociale samenhang en leefbaarheid
3.610.783
-521.404
3.600.827
-522.946
3.490.871
-500.187
3.574.358
-500.187
3.564.403
-500.187
3.567.959
-500.187
110
Bestuur
5.328.589 -26.274.059
111
Bestuur / resultaat
Totaal Mens en maatschappij
0
-275.244
10.462.508 -31.234.226 417.309
0
4.116.991 -23.299.083 534.382
0
4.704.232 -22.633.684 135.234
0
4.361.698 -21.878.516 -218.605
0
4.181.305 -21.089.127 85.171
0
27.341.198 -34.951.623
33.718.764 -40.265.900
27.249.458 -32.678.366
27.209.718 -32.088.601
26.505.847 -31.202.444
26.654.657 -30.413.055
44.266.353 -44.266.353
50.567.986 -50.567.986
43.027.758 -43.027.758
42.352.936 -42.352.936
41.673.313 -41.673.313
41.530.854 -41.530.854
111
Dekkingsmaatregelen omschrijving bezuiniging/ombuiging Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
Bijlage III i/s
2
2012 3
2013 4
2014 5
2015 6
2016 cat.
stofkammaatregelen
s
v
-21.125 v
-21.125 v
-21.125 v
-21.125 v
Alexanderhof
i
v
-649.850 v
-649.850
A
Alexanderhof (subsidie)
i
n
225.000 n
225.000
A
Alexanderhof: kapitaallasten
s
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
stofkammaatregelen
s
v
gepland groot onderhoud wegen: kapitaallasten
s
gepland groot onderhoud wegen
i
-21.125
A
n
12.577 n
12.310 n
12.044
A
-5.000 v
-5.000 v
-5.000 v
-5.000 v
-5.000
A
-6.991 v
-6.991 v
-6.991 v
-6.991 v
-6.991
A
n
76.500 n
151.380 n
148.140
A
Verkeer en vervoer
v
-900.000 v
-900.000
A
Werkgelegenheid 112
niet onderbouwde werkbudgetten
s
-5.000
-5.000
-5.000
-5.000
A
-1.021 v
-1.021 v
-1.021 v
-1.021 v
-1.021
A
v
-22.000 v
-22.000 v
-22.000 v
-22.000
A
-16.577 v
-12.276 v
-9.514 v
-9.522 v
-12.565
A
Detailhandel s Industrie Recreatie en Toerisme / agrarische bedrijvigheid stofkammaatregelen
s
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
Veiligheid stofkammaatregelen
s
v
1
omschrijving bezuiniging/ombuiging
i/s
2
2012 3
2013 4
2014 5
2015 6
2016 cat.
v
-50.000 v
-50.000 v
-50.000
B
Jeugd en Gezin beëindiging / versobering peuterspeelzaal
s
stofkammaatregelen
s
v
-9.361 v
-9.361 v
-9.361 v
-9.361 v
-9.361
A
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
-21.033 v
-57.218 v
-66.468 v
-66.218 v
-66.218
A
v
-716 v
-1.074 v
-1.432 v
-1.432
B
-49.185 v
-17.685 v
-17.685 v
-17.685 v
-17.685
A
Maatschappelijke participatie MEE Zuidoost-Brabant
s
stofkammaatregelen
s
niet onderbouwde werkbudgetten
s
v
-9.671 v
-9.671 v
-9.671 v
-9.671
A
basisgezondheidszorg (bijdragen GGD e.d.)
s
v
-18.321 v
-38.500 v
-59.132 v
-59.132
B
algemeen maatschappelijk werk (MW Dommelregio)
s
v
-19.593 v
-21.553 v
-21.553 v
-21.553
B
stofkammaatregelen
s
n
3.397 n
3.991 n
3.952 n
3.952
A
s
v
-12.782 v
-12.782 v
-12.782 v
-12.782
B
v
Preventie en opvang
113
Sociale samenhang en leefbaarheid openbare bibliotheken
sluiten één bibliotheek / samenvoegen bibliotheek Reusel-De Mierdens stofkammaatregelen
B
s
v
-46.513 v
-27.482 v
-27.482 v
-27.481 v
-27.482
A
stofkammaatregelen
s
v
-68.441 v
-125.593 v
-125.593 v
-125.593 v
-125.593
A
niet onderbouwde werkbudgetten
s
dienstverlening centrale balie
s
v
-14.345 v
-14.345 v
-14.345 v
-14.345 v
-14.345
A
onvoorziene uitgaven
s
v
-25.000 v
-25.000 v
-25.000 v
-25.000 v
-25.000
A
stelpost majeure projecten
s
v
-12.577 v
-12.310 v
-12.044
A
GRSK (P&O, ISD, SSC en staf)
s
-48.972 v
-40.108 v
-40.108 v
-40.108
B
versobering rekenkameronderzoeken
s
v
-15.000 v
-15.000 v
-15.000
B
Bestuur A
v
2
omschrijving bezuiniging/ombuiging
i/s
2
algemene reserve correctie gepland groot onderhoud wegen / VVP
i
algemene reserve correctie Alexanderhof
i
stelpost besparing bedrijfsvoering
s
stelpost besparing bedrijfsvoering
s
stelpost besparing bedrijfsvoering
s
v
stelpost besparing bedrijfsvoering
s
n
restant stelpost aanvullende bezuinigingstaakstelling spoor 2
s
n
2012 3
2013 4
n
900.000 n
424.850 n v
v
2014 5
2015 6
2016 cat.
900.000
A
424.850
A
-150.000 v
-316.366 v
-454.579 v
-454.579
A
n
45.153 n
66.366 n
66.366
A
-1.327 v
-3.660 v
-21.213 v
-43.000 v
-43.000
A
1.327 n
3.660 n
-284.592 v
114 3
-606.755 v
21.213
A v
-370.030 v
-549.746
-735.995 v
-1.211.931 v
-1.397.931
B
Meerjarenprogramma 2012-2016 A/B A
Omschrijving
Bijlage IV i/s
2012-i
2014-i
2015-i
2016-i
2013
2014
2015
2016
1.228.601
195.618
1.130.229
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
i
2.739.847
-623.556
Overdracht en digitalisering bouwvergunningen
i
57.500
66.000
Overdracht en digitalisering bouwvergunningen: bouwleges
s
-17.000
-17.000
-17.000
-17.000
Overdracht en digitalisering bouwvergunningen: opslag
s
17.000
17.000
17.000
17.000
Renovatie openbaar groen op basis beheerplan 2013
s
9.368
9.116
Renovatie openbaar groen op basis beheerplan 2015
s
Rioolrechten: uitvoering GRP
s
Uitvoering GRP 2013
s
Uitvoering GRP 2014
s
Uitvoering GRP 2015
s
Uitvoering GRP 2016
s
Uitvoering GRP beheerkosten
s
83.892 83.892
8.865 9.368
-62.000 915.000
-121.445
-181.933
62.445
61.488
60.531
62.445
61.488
915.000 953.000
-249.501
70.482 953.000
998.892
915.000 1.036.892
953.000
115
62.000
59.000
58.000
57.000
1.228.601
2.797.347
-548.188
204.734
1.148.462
1.148.462
Uitvoering Alexanderhof
i
649.850
649.850
Uitvoering Alexanderhof subsidie ISV-3
i
-225.000
-225.000
Totaal B 998.892 A
2012
Actualisatie winstuitnames grondexploitatie / EP
Totaal A B
2013-i
915.000 1.036.892
953.000
424.850
424.850
1.653.451
3.222.197
-548.188
204.734
-1.150.000
-450.000
600.000
1.000.000
Verkeer en vervoer
-
Doortrekking Gozelinusbocht
i
Verbetering / gepland groot onderhoudwegen 2013
i
Verbetering / gepland groot onderhoudwegen 2014
i
Verbetering / gepland groot onderhoudwegen 2015
s
Verbetering / gepland groot onderhoudwegen 2016
s
Vervanging openbare verlichting 2013: armaturen
s
90.746
Vervanging openbare verlichting 2013: masten
s
45.000
Vervanging openbare verlichting 2014: armaturen
s
90.746
Vervanging openbare verlichting 2014: masten
s
45.000
3.150
Vervanging openbare verlichting 2015: armaturen
s
90.746
8.621
Vervanging openbare verlichting 2015: masten
s
45.000
3.150
Vervanging openbare verlichting 2016: armaturen
s
90.746
Vervanging openbare verlichting 2016: masten
s
45.000
900.000 900.000 900.000
76.500 900.000
4
8.621
8.417
8.213
3.150
3.099
3.049
8.621
8.417 3.099
A/B
Omschrijving VVP actieplan 2013
i/s
2012-i
2014-i
2015-i
2016-i
2012
VVP actieplan 2014
i
VVP actieplan 2015
s
VVP uitvoering traject 2013
i
VVP uitvoering traject 2014
i
VVP uitvoering traject 2015
s
VVP uitvoering traject 2016
s
Detailhandel
-
Werkgelegenheid
-
Industrie
-
Recreatie en toerisme
-
Veiligheid
-
Buurtpreventie project veilig leven
i
2013
2014
2015
2016
35.000 35.000 35.000
35.000
2.975 130.000 130.000
130.000
11.050 130.000
Totaal A A
2013-i
i
135.746
135.746 1.200.746 1.200.746 -1.150.000
615.000
1.676.771
1.023.287
125.074
135.746
135.746 1.200.746 1.200.746 -1.150.000
615.000
1.676.771
1.023.287
125.074
86.252
86.252
86.252
6.922
6.758
6.594
Totaal A A Totaal A
116
A Totaal A A Totaal A A
4.800
Totaal A
4.800 4.800
A
Jeugd en gezin
-
Doordecentralisatie huisvestingsvoorzieningen praktijkschool
s
Vervanging asbesthoudende golfplaten de Vest
s
Vervanging CV-leidingen basisschool de Vest
i
Vervanging hang- en sluitwerk de Piramide
s
86.252 72.859 4.522 18.507
Totaal A
91.366
5
90.774
2.684
2.600
2.517
95.858
95.610
95.363
A/B
Omschrijving
i/s
2012-i
B
Inrichten brede school Casteren: extra huurlasten
s
374.000
Inrichten brede school Casteren: vergoedingen en huuropbrengsten
s
-17.000
Investeringsbijdrage huisvesting decentraal jongerenwerk
i
49.390
2013
2014
2015
2016
35.530
34.689
33.847
33.006
-17.000
-17.000
-17.000
-17.000
32.390
18.530
17.689
16.847
16.006
32.390
109.304
113.547
112.457
111.369
i
20.000
15.000
s
14.000
14.000
38.500
42.500
42.500
34.000
29.000
38.500
42.500
42.500
34.000
29.000
38.500
42.500
42.500
Totaal B
2014-i
2015-i
2016-i
374.000 374.000
A
2013-i
Maatschappelijke participatie Beleidsacties uit beleidskader Welzijn, Zorg en Maatsch.ondersteuning
91.366
-
Totaal A A
2012
Preventie en opvang
-
Sociale samenhang en leefbaarheid
-
Totaal A A
Dienstencentrumfuncties: subsidie
s
40.000
40.000
40.000
40.000
projectkosten marktplaats cultuureducatie
s
20.000
20.000
20.000
20.000
Vervanging speeltoestellen 2013
s
9.063
8.781
8.500
Vervanging speeltoestellen 2014
s
9.063
8.781
Vervanging speeltoestellen 2015
s
Vervanging speeltoestellen 2016
s
Voorbereiding MFA Hapert
i
62.500 62.500 62.500 62.500 50.000
117
Totaal A A
9.063
62.500
62.500
62.500
62.500
110.000
69.063
77.844
86.344
62.500
62.500
62.500
62.500
110.000
69.063
77.844
86.344
-3.740
-6.375
-7.994
-10.885
-499.313
-466.957
-401.131
-340.000
-1.228.601 -2.739.847
623.556
Bestuur
-
Aanpassing rentepercentage kapitaallasten
s
Actualisatie algemene uitkering obv junicirculaire
i
-47.736
s
-114.869
Algemene reserve: aanleg Gozelinusbocht
i
Algemene reserve: actualisatie winstuitnames
i
Algemene reserve: aktieplan VVP
i
Algemene reserve: doortrekking Gozelinusbocht
i
Algemene reserve: investeringsbijdrage decentraal jongerenwerk
i
Algemene reserve: verbetering/groot onderhoud wegen
i
-900.000
-900.000
Algemene reserve: VVP uitvoering
i
-130.000
-130.000
Overdracht oude archieven
s
20.250
20.250
Restitutie batig exploitatieresultaat GRSK 2011
i
-35.000 1.150.000
-127.577
6
450.000
-195.618 -1.130.229
-35.000 -600.000 -1.000.000
20.250
30.362
A/B
Omschrijving Saldo realisatie besparing bedrijfsvoering
i/s
2012-i
2013-i
2014-i
2015-i
2016-i
s
14.345
2013
2014
75.000
75.000
2015
2016
-46.936
-56.573
-2.886
-11.399
SRE ontwerp-begroting 2013
s
-5.152
-5.152
-5.152
-5.152
Stelpost majeure projecten
i
-50.000
Algemene reserve: Alexanderhof
i
-424.850
Algemene reserve: investeringsbijdrage decentraal jongerenwerk
i
-49.390
Totaal A B
2012
i
-354.438 -3.864.738 -1.481.251 -1.592.531 -1.467.303
Totaal B
-474.240
-424.850 -424.850
-828.678 -4.289.588 -1.481.251 -1.592.531 -1.467.303 374.000 1.288.504 1.113.246 2.300.138 2.216.246
-258.837
-199.287
-131.558
-131.709
46.446
waarvan structureel
-103.524
-356.109
-272.558
-131.709
46.446
waarvan incidenteel
-155.313
156.822
141.000
-258.837
-199.287
-131.558
-131.709
46.446
118 7
EMU-saldo
Bijlage V
Het EMU-saldo is een sleutelgrootheid voor het Europese beleid. Aan het teken (tekort dan wel overschot), het niveau (grenswaarde voor de gehele overheid van 3% van het BBP) en de richting van de ontwikkeling (verslechterend dan wel verbeterend) wordt grote (landelijke) politieke betekenis gehecht en er worden belangrijke beleidsmatige gevolgen aan verbonden op rijksniveau. Het begrotingssaldo van de gemeente heeft betrekking op de baten en lasten van de exploitatiebegroting, terwijl het EMU-saldo ook kapitaaltransacties in de beschouwing meeneemt (zoals investeringen, aan- en verkopen grond). Voor het berekenen van het EMU-saldo moet daarom een aantal stappen worden gezet wanneer als uitgangspunt het exploitatiesaldo van de gemeente wordt genomen. Het is verplicht dat de gemeente haar EMU-saldo opneemt in de begroting. Middels deze informatie probeert het kabinet het EMU-saldo van de decentrale overheden te monitoren. Dreigt de referentiewaarde bij de decentrale overheden te worden overschreden dan kan het kabinet alsnog ingrijpende maatregelen treffen. Bedragen x € 1.000,-
2012
2013
2014
2015
2016
-1.799
-132
-16
-218
1.144
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.507
1.608
1.600
1.573
1.527
Bruto dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.986
1.596
1.474
1.531
1.592
-3.299
-4.073
-1.918
-2.304
-2.137
120
120
120
120
120
-2.067
-1.998
-1.577
-1.965
-1.550
nee
nee
nee
nee
nee
-3.552
-2.879
-317
-1.263
696
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan/onttrekking uit reserves
2 3 4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van Europese Unie, Rijk, provincies en en overigen die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering gebracht zijn bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: a. Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) b. Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie
7
Aankoop grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: a. Baten voorzover niet op exploitatie verantwoord b. Op de exploitatie verantwoorde boekwinst op verkoop grond
9
Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste de reserves worden gebracht
11
Verkoop van effecten: a. Gaat u effecten verkopen? (ja / nee) b. Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? berekend EMU-saldo
(- = tekort en + = overschot)
119
Project Alexanderhof
Bijlage VI KOSTEN sub-totaal
1. Woningen - nieuwbouw woningen (inclusief BTW) - extra additionele investering gemeente Bladel voor GPR
totaal
Gemeente Bladel
3.615.600
DEKKING WSZ
Den Tref
3.514.860
3.514.860 100.740
2. Steunpunt De Kloostertuin - het voor de doelgroep (mensen met een beperking) toegankelijk maken entree, centrale gang en toiletgroep - realiseren wachtruimte voor zorgverlening en een (kleine) ontmoetingsruimte voor welzijnsactiviteiten - uitbreiding en verbetering grote zaal voor ondersteunende welzijnsactiviteiten voor ouderen en mensen met een beperking - realiseren multifunctionele zorgruimte voor dagopvang, respijtzorg (tbv mantelzorgers) en professionele zorgondersteuning voor 24-uurszorg (uitvalsbasis thuiszorg) - aanpassen 1 woning tot dagopvang 3. Gemeenschapshuis Den Tref - herstructurering gemeenschapshuis - extra additionele investeringskosten - gemeentelijke bijdrage toekomstig onderhoud - bijdrage t.b.v. impuls klimaatbeleid
287.295
237.295
727.940
17.940
50.005 8.740 143.025 25.525 60.000 325.000
325.000 60.000 325.000 17.940
4. Herstructurering en verduurzamen openbare ruimte In totaal 7485 m2 te herstructureren, € 100 per m2 • 3885 m2 binnengebied Alexanderhof • 900 m2 entree vanaf Kerkstraat. • 2700 m2 gebied ten westen en ten zuiden van Den Tref.
748.500
120
5. Kosten projectleider en ondersteuner en andere externe kosten: interne ondersteuning projectleiding / secretaris externe ondersteuning onderzoekskosten: - Quickscan stedenbouwkundige - Architectkosten (quick-scan Kloostertuin) - Bomeneffectrapportage - PON-onderzoek (24-uurs zorgvoorziening Hapert)
60.000
748.500
146.033
57.538
75.000 26.800 21.667 5.000 1.950 15.616
6. Afronding en onvoorziene uitgaven
8.632
Sub-totalen
21.667
8.632 5.534.000
334.440
3.514.860
385.000
5.534.000
1.299.700 1.634.140
3.514.860
385.000
7. Bijdrage algemene reserve bovenop reeds specifiek toegewezen bedragen
TOTAAL KOSTEN EN DEKKING
5.534.000
5.534.000 450.000
Gevraagde bijdrage provincie Noord-Brabant
In verband met wijziging van het project wordt de provincie Noord-Brabant gevraagd in te stemmen met de voorgestelde wijzigigen in het project (zie blz. 20). 120
Overzicht incidentele lasten en baten
Bijlage VII
Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij, om te kunnen zien of sprake is van materieel evenwicht, het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten voor het begrotingsjaar 2013. Het overzicht ziet er als volgt uit: Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
grondverkopen
-75
-75
-75
-75
-75
aanvulling voorziening riolering
43
219
121
uitvoeren projecten landschapsbeleidsplan/reconstructiewet
20
25
vervanging tractiemiddelen
22
mutaties voorjaarsnota 2008
3
onderzoek toeristenbelasting najaarsnota 2008
7
op weg naar de E-gemeente
7
7
35
diverse mutaties voorjaarsnota 2009 (incl.meicirc.)
36
diverse mutaties voorjaarsnota 2010
-3
220
diverse mutaties najaarsnota 2010
26
22
begroting 2011: meerjarenprogramma 2010-2015 dekkingsmaatregelen
-155
15
-50
-15
perspectiefnota 2011: - mutaties meerjarenprogramma 2011-2015
87
50
50
- raadsprogramma 2010-2014
115
110
-374
263
- diverse mutaties perspectiefnota 2011
219
-75
409
-244
36
36
36
141
31
79
37
- raadsprogramma
-5
-5
- meerjareninvesteringsprogramma 2011-2015
40
- diverse mutaties meicirculaire 2011 kasschuif NUP begroting 2012: aanvulling voorziening riolering najaarsnota 2011:
- autonome mutaties najaarsnota
251
52
perspectiefnota 2012: - mutaties dekkingsmaatregelen
49
- mutaties bestaand meerjarenprogramma
20
3
-21
-312
-22
42
-175
75
75
551
396
229
- raadsprogramma 2010 - 2014
-110
- mutaties perspectiefnota
8
begroting 2013: - mutaties meerjarenprogramma 2012 - 2016 totaal incidentele lasten en baten
93
-68
Incidentele lasten en baten zijn eenmalig of voor een beperkt aantal jaren terugkerende middelen. Voor deze middelen behoeft niet in de structurele dekking te worden voorzien.
121