Bladel, 13 mei 2014 Gemeente Bladel Bezoekadres: Markt 21 5531 BC Bladel Postadres:
Postbus 11 5530 AA Bladel
Telefoon: Fax: e-mail: Internet:
0497-361636 0497-361600
[email protected] www.Bladel.nl
R2014.013b / 14it.00037
1 R2014.013b
INHOUDSOPGAVE 1.
Voorwoord en leeswijzer .......................................................................................................................4
JAARVERSLAG 2013 2. Financiële positie nader beschouwd .....................................................................................................8 3. Programmaverantwoording................................................................................................................ 12 3.1 Thema milieu en leefomgeving................................................................................................ 14 3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling en beheer .............................................................................. 16 3.1.2 Verkeer en Vervoer....................................................................................................... 19 3.2 Thema economie ..................................................................................................................... 20 3.2.1 Werkgelegenheid .......................................................................................................... 22 3.2.2 Detailhandel .................................................................................................................. 24 3.2.3 Industrie ........................................................................................................................ 25 3.2.4 Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid ......................................................... 26 3.3 Thema mens en maatschappij ................................................................................................ 27 3.3.1 Veiligheid ...................................................................................................................... 29 3.3.2 Jeugd en gezin ............................................................................................................. 32 3.3.3 Maatschappelijke participatie ....................................................................................... 34 3.3.4 Preventie en opvang ..................................................................................................... 35 3.3.5 Sociale samenhang en leefbaarheid ............................................................................ 36 3.3.6 Bestuur ......................................................................................................................... 38 3.4 Algemene dekkingsmiddelen................................................................................................... 40 4. Paragrafen ......................................................................................................................................... 44 4.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 44 4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ................................................................................ 44 4.3 Lokale heffingen ......................................................................................................................... 52 4.4 Bedrijfsvoering ............................................................................................................................ 55 4.5 Financiering ................................................................................................................................ 59 4.6 Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................... 63 4.7 Grondbeleid ................................................................................................................................ 65 4.8 Verbonden partijen ..................................................................................................................... 71 JAARREKENING 2013 5. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.............................................................................. 78 5.1 Recapitulatie per beleidsveld .................................................................................................... 78 5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten ...................................................................... 79 5.3 Toelichting op investerings- en projectbudgetten ..................................................................... 89 5.4 Overzicht incidentele lasten en baten ....................................................................................... 91 5.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector .................... 93 6. Begrotingsrechtmatigheid .................................................................................................................. 94 7. Balans per 31 december .................................................................................................................... 98 7.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ................................................................ 100 7.2 Toelichting op de balans .......................................................................................................... 102 7.3 Kengetallen en ratio’s ............................................................................................................... 115 7.4 Niet in de balans opgenomen verplichtingen ........................................................................... 115 8. Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen ......................................................................... 118
2 R2014.013b
OVERIGE GEGEVENS 9. Vaststellingsbesluit .......................................................................................................................... 124 10. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ..................................................................... 126 BIJLAGEN: ............................................................................................................................................. 128 I. overzicht afschrijvingstermijnen ...................................................................................................... 129 II. project Alexanderhof (ISV-aanvragen) ........................................................................................... 130 III. specificatie woningbouwprogramma ............................................................................................... 132
3 R2014.013b
1. Voorwoord en leeswijzer Voorwoord Via de perspectiefnota, de begroting en de najaarsnota zijn kaders voor 2013 vastgesteld en eventueel bijgesteld. Met deze jaarstukken sluiten wij het jaar óók in financiële zin af en leggen we verantwoording af over het beleid, zoals dat in 2013 is gevoerd. De jaarstukken zijn daarmee het sluitstuk van de planning- en controlcyclus. We sluiten het jaar 2013 af met een positief resultaat van € 688.000,-. Dit resultaat wordt veroorzaakt door diverse afwijkingen, zowel positief als negatief. 2013 was een jaar waarin de gemeente veel heeft bereikt maar tegelijkertijd zichzelf ook heeft moeten richten op een, nog steeds, financieel onzekere toekomst. De gevolgen van de economische crisis hebben ook in 2013 geleid tot forse bezuinigingen bij de rijksoverheid, die ook gevolgen heeft voor onze gemeente. Het was een jaar, waarin binnen een constructieve samenwerking tussen raad, college en ambtelijke organisatie een groot pakket van bezuinigingsmaatregelen genomen werden. De vastgestelde bezuinigingsmaatregelen bedragen € 342.000,- in 2013 en lopen op naar € 1.634.000,- in 2017. We zijn bij het nemen van deze maatregelen kritisch geweest, zeker ook naar onszelf. We mogen dus rustig zeggen dat Bladel het goed heeft gedaan. De bezuinigingsmaatregelen voor 2013 werden volledig gerealiseerd. Leeswijzer De jaarstukken 2013 zijn opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De jaarstukken bestaan uit de navolgende indeling: Het jaarverslag, waarin opgenomen: • de programmaverantwoording en • de paragrafen De jaarrekening, waarin opgenomen: • het overzicht van baten en lasten in de rekening en de toelichting • het overzicht van de investeringen en de toelichting • de analyse van de begrotingsrechtmatigheid • de balans en de toelichting en • de verantwoordingsinformatie van specifieke uitkeringen In het jaarverslag leggen wij verantwoording aan u af over het gevoerde beleid in 2013. Het jaarverslag gaat in de op de belangrijkste gemeentelijke inspanningen en de jaarrekening is hiervan een financiële vertaling. Dit betekent ook dat we de financiële toelichtingen en analyses in hoofdzaak opgenomen hebben in de jaarrekening. Voor een nadere toelichting op deze en alle overige inhoudelijke en financiële aspecten van 2013 verwijzen wij u graag naar de betreffende onderdelen van de jaarstukken. Wij vertrouwen erop met deze jaarstukken op een juiste wijze zowel inhoudelijk als financieel verantwoording af te leggen over het in 2013 gevoerde beleid en de resultaten daarvan. Burgemeester en wethouders van Bladel de secretaris, de burgemeester, drs. E.L.C.M. Mol mr. A.H.J.M. Swachten
4 R2014.013b
5 R2014.013b
Jaarverslag 2013
6 R2014.013b
7 R2014.013b
2. Financiële positie nader beschouwd Inleiding De begroting van de gemeente wordt vastgesteld door de raad. Hierdoor ontstaat een financieel mandaat voor het college van burgemeester en wethouders om het vastgestelde beleid met de daarvoor beschikbare middelen uit te voeren. Via de planning- en controlcyclus informeren wij uw raad gedurende een periode van ca. 2 jaar over onze verwachtingen en uitkomsten ten aanzien van de door de raad op basis van haar budgetrecht geautoriseerde baten en lasten. Op basis van de kaders en uitgangspunten van de financiële kaderstelling werd de primaire begroting 2013 opgesteld. In de perspectiefnota 2013 werd ingegaan op de ontwikkelingen die zich gedurende het boekjaar 2013 voordeden in de algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast worden in de perspectiefnota ook de ramingen van de begroting aanvaard beleid op basis van werkelijke baten en lasten van het afgesloten dienstjaar 2012 en de kaders en uitgangspunten van de financiële kaderstelling geactualiseerd. In de perspectiefnota werd ook een pakket van bezuinigingsmaatregelen opgenomen. In de najaarsnota 2013 werden relevante ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan in de periode gelegen tussen de vaststelling van de perspectiefnota, de begroting 2014 en het opstellen van de najaarsnota toegelicht. Op basis van de gepresenteerde informatie in de najaarsnota was er een voordelig jaarresultaat voor 2013 geprognosticeerd van € 525.000,-. Deze najaarsnota was opgesteld naar de stand op ultimo september 2013. Alle overige afwijkingen die zich in de loop van het jaar voordoen komen hierdoor tot uitdrukking in het rekeningsresultaat. Met de jaarrekening 2013 sluiten wij het jaar in financiële zin af en leggen we verantwoording af over het beleid zoals dat in 2013 is gevoerd De jaarrekening is afgesloten met een positief exploitatieresultaat van € 688.000,-. Dat de realisatie 2013 voordeliger heeft uitgepakt wordt veroorzaakt door verschillende oorzaken. Voor een totaalanalyse op hoofdlijnen wordt verwezen naar hoofdstuk 5. Resultaat jaarrekening 2013 De rekening over 2013 sluit inhoudelijk aan bij de begroting. De begroting is grotendeels volgens plan en binnen budget uitgevoerd. In de toelichting op de beleidsvelden leest u hoe de uitvoering van de begroting is gerealiseerd. De rekening sluit met een positief saldo van € 688.000,-. Het geraamde resultaat bedroeg € 525.000,- positief. Per saldo dus een hoger resultaat van € 163.000,-. Een analyse van dit hogere resultaat geeft aan dat dit nagenoeg geheel veroorzaakt wordt door incidentele meevallers. Daarnaast zijn een aantal projecten vertraagd, wat leidt tot het doorschuiven van een aantal budgetten. Onderstaand gaan wij kort in op de samenstelling van het voordelig resultaat van de jaarrekening ad € 688.000,- vanuit de volgende invalshoeken: uitsplitsing resultaat: mutaties eigen vermogen uitsplitsing resultaat: mutaties baten en lasten Uitsplitsing resultaat: mutaties eigen vermogen De mutaties in het eigen vermogen vinden plaats door middel van de resultaatbestemming. Het resultaat vóór bestemming bedraagt € 816.000,- negatief. In de jaarrekening hebben er daarnaast reeds tot een bedrag van per saldo € 1.504.000,- mutaties ten laste van reserves plaatsgevonden, zodat het uiteindelijke nog te bestemmen jaarresultaat € 688.000,- positief bedraagt. Dit bedrag is afzonderlijk vermeld onder het eigen vermogen in de balans onder resultaat na bestemming. Het feitelijke resultaat van de jaarrekening 2013 komt overeen met de mutatie in het eigen vermogen in het boekjaar en heeft het navolgende verloop:
8 R2014.013b
ontwikkeling eigen vermogen (bedragen x € 1.000,-)
2013
saldo eigen vermogen per 1-1-2013 (inclusief resultaat bestemming 2012)
14.655
saldo eigen vermogen per 31-12-2013 inclusief resultaat 2013
13.839
nadelig resultaat voor bestemming 2013
-816
in de exploitatie zijn resultaatbestemmingen verwerkt volgens bestaand beleid: - het saldo van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves bedraagt
1.504
per saldo voordelig resultaat volgend uit overzicht van baten en lasten
688
Aan de mutaties reserves liggen diverse raadsbesluiten ten grondslag, hetzij bij vaststelling van de oorspronkelijke begroting(en) of bij de vaststelling van bestuursrapportages en begrotingswijzigingen. De in de rekening verwerkte mutaties hebben plaatsgevonden tot ten hoogste de “onderliggende verplichting” met dien verstande dat de mutaties de bedragen die via de begroting(swijzigingen) door uw raad is goedgekeurd niet worden overschreden. De mutaties hebben voornamelijk betrekking op mutaties met dekkingsreserves en op de besluitvorming om investeringen en budgetten ineens ten laste van reserves te dekken. In onderstaand overzicht worden de mutaties van de reserves gespecificeerd: Bedragen
geraamde (bedragen x € 1.000,-)
werkelijke
mutaties
verschillen
mutaties
Algemene reserve
inc. v
1.431 v
740 n
-691
Reserve grondexploitatie
inc. n
-21 n
-15 v
6
Egalisatiereserve verkoop HNG
str. v
120 v
120
Reserve bovenwijkse voorzieningen
inc. n
-47
Reserve volkshuisvesting
inc. v
68 v
Reserve afschrijving geact.investeringen
str. v
141 v
Res.uitwisseling arbeidsvoorwaarden
inc.
Res.garanties/vrijwaringen NRE / Endinet
inc. v
250 v
250
Dekkingsreserve verkoopopbrengst NRE
inc. v
236 v
236
v
2.178 v
totaal mutaties reserves
v
v
47
27 n
-41
141 5 v
5
1.504 n
-674
(+ = voordeel en - = nadeel)
Uitsplitsing resultaat: mutaties baten en lasten In het jaarverslag is per beleidsveld aangegeven wat de baten en lasten zijn geweest en welke mutaties op de reserves hebben plaatsgevonden. Samengevat geeft dit het volgende beeld: Bedragen
(bedragen x € 1.000,-)
saldo
saldo
rekening
begroting na
2012
wijz.2013
jaarrekening 2013
lasten
baten
saldo reke-
storting
onttrekking
ning t.o.v.
reserves
reserves
begroting
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
n
-2.113 n
-2.958 n
-10.162 v
6.457
27 v
720
Verkeer en vervoer
n
-3.069 n
-2.979 n
-2.439 v
78
v
n
-618
Werkgelegenheid
n
-275 n
-195 n
-211 v
11
v
5
Detailhandel
n
-21 n
-5 n
Industrie
n
-2 n
-300 n
-516 v
-1 27 n
-236 v
n
-4
486 n
-61
Recreatie/toerisme/agr.bedrijvigheid
n
-26 n
-293 n
-1.178 v
1.111
n
-226
Veiligheid
n
-1.854 n
-1.947 n
-2.660 v
886
n
-173
Jeugd en gezin
n
-4.199 n
-4.342 n
-4.543 v
429
n
-228
Maatschappelijke participatie
n
-3.181 n
-3.517 n
-12.133 v
8.807
n
-191
Preventie en opvang
n
-514 n
-558 n
Soc.samenhang en leefbaarheid
n
-2.706 n
-2.698 n
Bestuur
v
19.913 v
Totaal
v
1.953 v
-556
-2
n
-64
-3.139 v
505
20.317 n
-4.340 v
22.751 n
-450 v
1.677 v
679
525 n
-41.878 v
41.062 n
-686 v
2.190 v
688
9 R2014.013b
n
Hieruit blijkt dat het jaarresultaat 2013 vóór reservemutaties € 816.000,- nadelig is. Na de mutaties in de reserves is het saldo € 688.000,- voordelig. De financiële ontwikkeling van het rekeningsresultaat kan, naast een groot aantal mee- en tegenvallers, worden toegeschreven aan de navolgende belangrijkste afwijkingen (bedragen > € 100.000,-): voordeel nadeel - uitgestelde activiteiten (budgetoverhevelingen) 1.033.000,13.000,- eenmalige aanvullende WWB-uitkering 2012 99.000,- lagere inkomensvoorzieningen / Wmo door ISD De Kempen 100.000,- hogere dotatie voorziening tekorten grondexploitaties 460.000,- exploitatie riolering (correctie BCF en lagere rioolheffingen) 313.000,- leges bouwvergunningen en anterieure overeenkomsten 279.000,- overdracht materieel brandweer aan Veiligheidsregio 861.000,869.000,- gemeenschapshuizen en buitensportaccommodaties (afrekening subsidies en verrekende BTW ihkv gelegenheid geven tot sport) 90.000,- hogere algemene uitkering uit het gemeentefonds 435.000,- diverse bedrijfsvoeringskosten (o.a. a.g.v. verrekende BTW) 252.000,- aanvulling voorziening dubieuze debiteuren / opbrengsten Trias 106.000,- bijdrage van reserves 644.000,- overige afwijkingen 0,23.000,totaal afwijkingen ten opzichte van de najaarsnota 2013
2.870.000,-
2.707.000,-
Ten opzichte van de prognose bij de najaarsnota 2013 is er dan per saldo een voordeel van € 163.000,-. Voor een meer uitgebreide analyse van het rekeningresultaat over het jaar 2013 verwijzen wij naar de toelichting bij paragraaf 5.2 blz 79 en volgenden. Beschouwing over enkele financiëel belangrijke onderdelen uit de jaarstukken Hieronder lichten we een aantal financiëel belangrijke onderdelen uit de jaarstukken nader toe. Grondexploitatie Het resultaat op grondexploitaties 2013 is als volgt opgebouwd: geraamd gerealiseerd Resultaatneming plan Coppens 21.000,- V 15.000,- V Mutaties in voorzieningen 634.000,- N 1.094.000,- N
saldo 6.000,- N 460.000,- N
Saldo grondexploitatie
466.000,- N
613.000,- N
1.079.000,- N
Op grond van de vastgestelde Nota Grondbeleid 2009 is € 15.000,- vanuit de grondexploitatie afgedragen aan de algemene dienst. Naast deze winstneming is er een extra voorziening gevormd voor een bedrag van € 460.000,- voor de plannen Kerkstraat en Kerkeneind in Casteren. De voorraadquote geeft zicht op de voorraadpositie van de gemeente ten opzichte van de exploitatiebaten (exclusief bestemming reserves). De voorraadpositie is voor onze gemeente relatief laag.
voorraadquote
Realisatie 2013 12%
Voorraden / inkomsten %
Realisatie 2012 15%
De voorraadpositie is ten opzichte van 2012 afgenomen, vanwege noodzakelijke extra afwaarderingen van een aantal exploitaties, zoals hiervoor aangegeven. Voor een meer gedetailleerde beschouwing over grondexploitatie verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid. Vermogenspositie In de nota reserves en voorzieningen 2012 is het eigenstandig risicoprofiel als normatief kader voor de omvang van de algemene reserve bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico’s. De gewenste omvang van de algemene reserve dient tenminste op het gekwalificeerde niveau ‘voldoende’ te begeven. Het weerstandsvermogen is berekend op basis van de stand van de algemene reserve per 31 december 2013.
10 R2014.013b
ijzeren voorraad algemene reserve noodzakelijke omvang (klasse voldoende)
1.000.000,1.544.000,-
totaal noodzakelijke omvang algemene reserve omvang algemene reserve boven noodzakelijke omvang
2.544.000,490.000,-
totale omvang algemene reserve voor resultaatbestemming toevoeging wegens resultaatbestemming 2013 (exclusief budgetoverheveling)
3.034.000,312.000,-
ratio 1,19
totale omvang algemene reserve na resultaatbestemming
3.346.000,-
ratio 1,31
Schuldpositie De schuldpositie van de gemeente is het best weer te geven als de netto schuld ten opzichte van de exploitatie-baten (exclusief bestemming reserves). Een gemeente met hogere inkomsten kan namelijk naar verhouding een hogere schuld aangaan. Hieronder wordt de ontwikkeling van de schuldpositie weergegeven: schuldpositie
Realisatie 2013 51%
Netto schuldquote: netto schuld / inkomsten %
Realisatie 2012 49%
kritische norm 130%
De schuldpositie is licht opgelopen. De rentelasten worden in de exploitatie gedekt. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Resultaatbestemming De jaarrekening sluit met een positief resultaat van € 688.000,-. We stellen voor hieraan de navolgende bestemming te geven: 1. Aanwending resultaat t.b.v. doorgeschoven projecten (budgetoverhevelingen *) 376.000,2. Toevoeging algemene reserve 312.000,Totaal rekeningresultaat *
688.000,-
In de raadsvergadering van 15 mei 2014 werd reeds ingestemd met de voorstellen voor deze budgetoverhevelingen.
Het geraamde exploitatiesaldo 2013 bedroeg, zoals hiervoor aangegeven, € 525.000,- positief. Dit betekent dat na de voorgestelde resultaatbestemming de algemene reserve ten opzichte van het geraamde voordelige exploitatiesaldo per saldo afneemt met € 213.000,-.
11 R2014.013b
3. Programmaverantwoording De beschrijving van de thema’s en beleidsvelden is verdeeld over een 2-tal onderdelen: I. Wat hebben we gedaan. II. Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost. Als toelichting hierop moge het volgende dienen. In de bestuurlijke missie van de gemeente Bladel is het bestaansrecht van de gemeente, het politieke bestuur en haar organisatie beschreven. De missie heeft een reikwijdte die over raadsperioden heengaat. De thema’s en beleidsvelden zijn afgestemd op de toekomstvisie. Een toekomstvisie helpt ons om onze ambities en doelen voor de lange termijn helder te maken. Het is een koers waaraan we ons vast kunnen houden. Deze toekomstvisie verwoordt de koers van de gemeente Bladel als geheel en van de afzonderlijke dorpskernen Bladel, Hoogeloon, Hapert, Casteren en Netersel. Alle ambities staan omschreven in de toekomstvisie. Alle beleidsthema’s krijgen in de duurzaamheidsdriehoek een plaats: - het milieu en de leefomgeving in de gemeente Bladel - de economie in de gemeente Bladel - de mens en de maatschappij in de gemeente Bladel Ad I. Wat hebben we gedaan Bij dit onderdeel worden de beleidsaccenten 2013 vanuit het raadsprogramma 2010-2014 weergegeven en toegelicht wat we in 2013 gedaan hebben. De voortgang van de besteding van de investeringen en grote projecten wordt toegelicht in § 5.3 van de jaarrekening. Ad II. Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost Dit onderdeel bevat een verkorte financiële weergave van de gerealiseerde baten en lasten per beleidsveld. Voor de financiële analyse hiervan wordt verwezen naar § 5.2 van de jaarrekening. Tevens wordt per beleidsveld aangegeven voor welke bedragen aan reserves worden onttrokken of toegevoegd. Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt wat de invloed is van de reserves op het uiteindelijke resultaat. De overzichten bevatten naast de omschrijvingen vijf kolommen. 1. De eerste kolom bevat de gerealiseerde cijfers van de jaarrekening 2012. 2. De tweede kolom bevat de primitieve begroting 2013. 3. Kolom drie bevat de begroting 2013 met daarin alle verwerkte door de raad vastgestelde begrotingswijzigingen. Sinds de vaststelling is de begroting op verschillende beleidsvelden veranderd door bijv. de perspectiefnota, najaarsnota en overige begrotingswijzigingen. 4. In de vierde kolom wordt de realisatie 2013 opgenomen. 5. Tenslotte worden in kolom 5 de verschillen tussen de jaarrekening en de begroting na wijziging gepresenteerd. De overzichten eindigen met de saldi (excl.mutaties reserves) van het betreffende beleidsveld in elk van de jaren. Een saldo dat begint met een -/- betekent dat per saldo sprake is van een nadeel (hogere lasten of lagere baten), een positief weergegeven saldo betekent dat per saldo sprake is van een voordeel (lagere lasten of hogere baten). In onderstaand overzicht wordt het saldo van de lasten en baten en de beoogde en gerealiseerde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de thema’s 3.1, 3.2 en 3.3.
12 R2014.013b
Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
Thema's: 1. milieu en leefomgeving
n
-5.182 n
-3.741 n
-5.957 n
-6.065 n
-108
2. economie
n
-324 n
-748 n
-1.042 n
-757 v
285
3. mens en maatschappij
v
6.075 v
4.773 v
5.347 v
6.006 v
659
resultaat voor bestemming
v
569 v
284 n
-1.652 n
-816 v
836
toevoegingen reserves
n
-6.903 n
-3.239 n
-750 n
-686 v
64
onttrekkingen reserves
v
8.287 v
2.975 v
2.927 v
2.190 n
-737
resultaat na bestemming
v
1.953 v
20 v
525 v
688 v
163
gerealiseerd resultaat na bestemmen
n
-1.953 n
-20 n
-525 n
-688 n
-163
geraamd/gerealiseerd resultaat (- = voordeel en + = nadeel)
13 R2014.013b
3.1. Milieu en leefomgeving Onder ‘milieu en leefomgeving’ gaat het om de verschillende ecosystemen binnen een regio. Zoals de aanwezigheid van planten en dieren en bodem, water en lucht. Het gaat dan om thema’s als energie, klimaat, water, milieu, afval.
In 2030 gaan we met z’n allen bewust om met energie, afval en klimaat. Uiteraard geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld met onder meer duurzame oplossingen voor bouwen en wonen, energiebesparing en het gebruik van alternatieve energiebronnen. Groen, bebouwing, water en wegen zijn goed in balans. De dorpskernen zijn hechte gemeenschappen met een heel eigen karakter. Samen vormen de verschillende dorpskarakters de totale, unieke identiteit van de gemeente Bladel.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht wordt het saldo van de lasten en baten en de beoogde en gerealiseerde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.1.1 en 3.1.2. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
Rekening t.o.v.
2013
begroting
lasten milieu en leefomgeving
n
-13.140 n
-16.198 n
-15.706 n
-12.600 v
3.106
baten milieu en leefomgeving
v
7.958 v
12.457 v
9.749 v
6.535 n
-3.214
resultaat voor bestemming
n
-5.182 n
-3.741 n
-5.957 n
-6.065 n
-108
n
-47 n
v
47
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
n
-5.182 n
-47
v
68 v
27 n
-41
-3.788 n
-5.936 n
-6.038 n
-102
(- = nadeel en + = voordeel)
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema milieu en leefomgeving en worden hierna nader toegelicht: - 3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling en beheer - 3.1.2 Verkeer en vervoer In onderstaande grafiek wordt het verloop van de rekeningcijfers over de jaren 2010 t/m 2013 gepresenteerd:
14 R2014.013b
them a m ilieu & leefom geving 2010 t/m 2013 10.000.000
5.000.000
0 lasten
baten
reserves
-5.000.000
-10.000.000
-15.000.000 Rekening 2010
Rekening 2011
15 R2014.013b
Rekening 2012
Rekening 2013
3.1.1. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
I.
Wat hebben we gedaan?
Gebiedsontwikkeling Egyptische Poort In 2013 heeft de voorbereiding plaatsgevonden van het voorstel om te komen tot een nieuw bestemmingsplan. Deze voorbereiding heeft in overleg tussen de gemeente Bladel en Ballast Nedam, de ontwikkelaar , plaatsgevonden Het ontwerp bestemmingsplan "De Egyptische Poort" is samen met het beeldkwaliteitplan, voor vaststelling in februari 2014 aan de raad voorgelegd. De raad heeft het bestemmingplan niet vastgesteld en in een motie het college verzocht om planaanpassing in overleg met Ballast Nedam. Jaarlijkse evaluatie beheerplannen De beheerplannen worden jaarlijks geactualiseerd, op basis waarvan bij de behandeling van de jaarbegrotingen de gemeenteraad om toereikende dotaties in de onderhoudsvoorzieningen zal worden gevraagd. De evaluatie van de beheerplannen wordt gedaan in 2014 voor de beheerplannen: groen, riolering, gebouwen, openbare verlichting en wegen. Uitvoeringsprogramma klimaatvisie opstellen Er is geen separaat uitvoeringsprogramma klimaatvisie. Deze taken zijn volgens afspraak in het uitvoeringsprogramma van het milieubeleidsplan opgenomen. Het aanbrengen van een relatie tussen diverse functies in het buitengebied Op 28 maart 2013 heeft de gemeenteraad de “Plattelandsnota 2013 gemeente Bladel” vastgesteld. In dit beleidsdocument zijn de ambities beschreven voor het buitengebied. Diverse functies in het buitengebied worden beter op elkaar afgestemd en de verdere groei van de intensieve veehouderij wordt beperkt. Met de vaststelling van deze beleidsnota zijn de ruimtelijke toetsingskaders vastgelegd. Duurzaamheid verankeren in nieuw beleid In de plattelandsnota staat een paragraaf over duurzaamheid. Daarnaast wordt in nieuwe bestemmingsplannen en bij grote projecten ook een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. In stand houden en waar mogelijk verbeteren van een duurzaam netwerk van bos- en natuurgebieden. - Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Vanuit het Huis van de Brabantse Kempen heeft een veldcoördinator zich ingezet om op particuliere gronden in het buitengebied nieuwe landschapselementen aan te laten leggen. Daarna zijn voor bestaande elementen onderhoudscontracten afgesloten om de kwaliteit van de elementen te verbeteren en deze te behouden. Het volledige budget dat beschikbaar is gesteld voor aanleg en onderhoud van landschapselementen is benut voor een fraaier landschap (budget Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten). Het gebiedscontract loopt af op 31 december 2013. - Aanleg Ecologische verbindingszone De aanleg van ecologische verbindingszones verloopt moeizaam, vanwege de beperkte grondverwerving voor dit doel. Toch is het gelukt om een gedeelte van het Wagenbroeks Loopje in Casteren als ecologische verbindingszone in te richten. Inwoners bewust maken van hun eigen rol met betrekking tot duurzaamheid De gemeente Bladel heeft deelgenomen aan enkele wedstrijden om inwoners bewust te maken ten aanzien van hun eigen energiegebruik: het Klimaatstraatfeest en de Energy Battle van het Klimaatverbond. Met enige regelmaat zijn er statements geplaatst in het huis-aan-huisblad De Lantaarn.
16 R2014.013b
De ambities uit de Kempen Klimaatvisie realiseren (Kempengemeenten energieneutraal in 2025) - Kempen Klimaatvisie De energiebeleidscoördinatoren werken in Kempenverband nauw samen om kennis te delen en gezamenlijke projecten op te starten die bijdragen aan de vastgestelde ambities. Realisatie van deze projecten is mede afhankelijk van ontwikkelingen op de economische markt. Een deel van de omslag naar duurzaamheid moet plaatsvinden door inwoners bewust te maken. De Subsidiemaatregel duurzame energie voor particulieren draagt rechtstreeks bij aan het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. - Subsidieverordening duurzame energie voor particulieren Op 12 december 2013 heeft de raad de Subsidieverordening duurzame energie voor particulieren vastgesteld en heeft € 100.000,- beschikbaar gesteld. Met deze financiële bijdrage kunnen woningeigenaren in Bladel hun woning beter isoleren of duurzame energievoorzieningen aanleggen. De nieuwe verordening ging in op 1 januari 2014. Woningbouwprogramma In de Woonvisie Gemeente Bladel 2012 is opgenomen dat in de jaarrekening verantwoording afgelegd wordt over het Woningbouwprogramma in de vorm van een overzicht van de gerealiseerde nieuwbouw (beleidskader 15). Het Woningbouwprogramma 2014-2024 t.b.v. de begroting 2013 omvat ongeveer 585 woningen (afhankelijk van het aantal gereed te komen woningen in 2013). In 2013 zijn 80 huurwoningen opgeleverd, te weten 24 huurwoningen in plan Wijer/De Kuil, 33 zorgwoningen op het RSZK-terrein en 23 zorgwoningen aan het Alexanderhof. Daarnaast zijn in 2013 in totaal 91 nieuwbouwwoningen gereedgekomen, is 1 woning toegevoegd en zijn 7 woningen gesloopt. Per saldo zijn dus 165 woningen toegevoegd. De specificatie hiervan is opgenomen in bijlage III. Uitvoering Alexanderhof / ISV-3 Het plan Alexanderhof is definitief afgerond. Uitvoering van het plan Alexanderhof heeft geleid tot een aantrekkelijk woon- en verblijfgebied voor de bewoners in Hapert, waarbij het plangebied tevens op een duurzame wijze een herstructurering heeft ondergaan. De totale subsidiabele kosten bedragen € 338.397,-. De ISV-3 subsidie bedraagt dan € 169.199,-. Voor de meerjarige verantwoording van de subsidiabele kosten van plan Alexanderhof (in het kader van ISV-3 subsidie) wordt verwezen naar blz 80 en bijlage II. Onderstaand lichten we de prestatie-afspraken nader toe: - Op 26 maart 2013 zijn 23 seniorenwoningen opgeleverd en qua gebruikerskwaliteit en toekomstbestendigheid toegerust voor de (24-uurs) ongeplande zorg; - in het plan Alexanderhof zijn maatregelen toegepast waarbij ten aanzien van elk van de vijf duurzaamheidscriteria een minimale score van 7 wordt gerealiseerd (te meten volgens GPR). De vastgestelde GPR-scores zijn: - voor de tuinwoningen: Energie 7,0 / Milieu 7,4 / Gezondheid 8,2 / Gebruikskwaliteit 9,2 / Toekomstwaarde 7,5 - voor de appartementen: Energie 9,2 / Milieu 7,0 / Gezondheid 8,2 / Gebruikskwaliteit 9,0 / Toekomstwaarde 7,4 De vastgestelde GPR-scores geven een hoger duurzaamheidsniveau dan de beoogde minimale score van 7. - de herinrichting van het kruispunt Alexanderhof/Kerkstraat, de rijbaan en het trottoir (inclusief riolering) vanaf dit kruispunt tot de laatste seniorenwoningen op het Alexanderhof zijn gerealiseerd. Voorbereiding afvalpilots Om de hoeveelheid restafval terug te dringen start in april 2014 binnen de bebouwde kom van Netersel, in overleg met de dorpsraad, een afvalproef waarbij de restafvalcontainer tijdelijk buiten gebruik wordt gesteld. Vanaf dat moment kopen inwoners een tariefzak, waarmee zij één keer per 4 weken hun restafval aan kunnen bieden. Verder worden één keer per 4 weken blik en drankkartons gescheiden aan huis opgehaald. De inzameling van andere afvalstromen blijft ongewijzigd. De proef duurt 6 maanden en wordt na afloop, samen met afvalproeven in andere Kempengemeenten, geëvalueerd. Afhankelijk van de resultaten is het uiteindelijk de bedoeling om in alle Kempengemeenten een andere vorm van afvalinzameling in te voeren. Werkzaamheden IDOP Hoogeloon afgerond Al lang voordat met de voorbereidingen voor de Toekomstvisie Leven in de gemeente Bladel werd begonnen leefde in het kerkdorp Hoogeloon de wens de leefbaarheid in het dorp te verbeteren. Gedurende het opstellen van de Toekomstvisie is in Hoogeloon daarom ook een apart traject doorlopen. Voor deze kern werd 17 R2014.013b
naast het kerngerichte gedeelte uit de Toekomstvisie ook een Leefbaarheidsprogramma opgesteld door haar bewoners. Dit programma is later ook toegevoegd aan het kerngerichte deel van Hoogeloon uit de Toekomstvisie. Daardoor vormden beide documenten een ideale basis voor de vorming van een Integraal Dorpsontwikkelingsplan (IDOP-oplegger) dat in 2010 werd vastgesteld. Op 24 januari 2011 stemden Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in met deze oplegger en stelden daarvoor een subsidiebedrag beschikbaar van maximaal € 698.000,- (incl. eventuele BTW). Eerder had de gemeenteraad het IDOP al omarmd en besloten bij te dragen in de uitvoeringskosten ter hoogte van € 430.000,-. Het totale benodigde bedrag voor de uitvoering van het IDOP werd geraamd op € 3.523.000,en is later bijgesteld tot € 3.493.000,-. Toen duidelijk was dat de benodigde middelen beschikbaar zouden komen is voortvarend gestart met de uitvoering. De reeds bestaande werkgroepen gingen aan de slag met de diverse projecten. Dit waren er oorspronkelijk 8 maar is gaande het project teruggebracht tot 7. Dit betrof: e 1 . het maken van een visie voor een nieuw dorpscentrum inclusief de uitvoering van een aantal quick-wins; e 2 . het inventariseren van de mogelijkheden en draagvlak huidige voorzieningen; e e 3 . oprichten brede school (1 fase); e 4 . woningbouwplanning Hoogeloon; e 5 . bewegwijzering Hoogeloon; e 6 . verbeteren speelveld “De Speulwaai”; e 7 . verbeteren fietsverbinding tussen dorp en het sportpark; e 8 . bouw kleinschalige verpleegunit. Alle projecten zijn inmiddels gerealiseerd met uitzondering van het project “bewegwijzering Hoogeloon” omdat dit niet realiseerbaar bleek. De kosten voor de uitvoering zijn vooralsnog binnen de (bijgestelde) raming gebleven. Echter nog onduidelijk is of alle gemaakte kosten met betrekking tot de uitgevoerde projecten ook volledig subsidiabel zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat het uiteindelijke subsidiebedrag lager wordt vastgesteld dan aanvankelijk is toegezegd en dus mogelijk ook de kosten voor de gemeente toenemen. Medio 2014 zal ook de eindrapportage van dit IDOP aan de raad worden aangeboden. Medio 2014 zal ook de eindrapportage van dit IDOP aan de raad worden aangeboden.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten ruimtelijke ontw. en beheer
n
-10.055 n
-12.263 n
-12.725 n
-10.162 v
2.563
baten ruimtelijke ontw. en beheer
v
7.942 v
12.436 v
9.746 v
6.457 n
-3.289
resultaat voor bestemming
n
-2.113 v
173 n
-2.979 n
-3.705 n
-726
n
-47 n
-47
v
47
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
n
-2.113 v
v
68 v
27 n
-41
126 n
-2.958 n
-3.678 n
-720
(- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
18 R2014.013b
3.1.2 Verkeer en vervoer
I.
Wat hebben we gedaan?
Intensivering van LED-verlichting Op de Gagelvelden, Westelbeersedijk in Casteren, Heuvelseweg in Hoogeloon en op de sportparken zijn nieuwe armaturen geplaatst met LED-verlichting. Evaluatie beleidsplan openbare verlichting De evaluatie van het beleidsplan openbare verlichting 2008-2012 is uitgevoerd. De daaruit naar voren gekomen opmerkingen, alsmede de mogelijke intensivering van LED verlichting, worden meegenomen in het nieuwe OV beleidsplan. Doorstroming N284 De Provincie Noord Brabant zou in 2013 starten met een verkeersonderzoek m.b.t. de N284. Dit onderzoek is uitgesteld en doorgeschoven naar 2014. Door het afronden van de nieuwe Rondweg van Bladel wordt het kruispunt aan de Postelweg – N284 drukker belast. Naar verwachting zijn aanpassingen noodzakelijk. Samen met de Provincie wordt gezocht naar een passende oplossing. Openbaar vervoer Er zijn in 2013 geen wijzigingen en/of aanpassingen te melden. Markt Hapert heringericht In 2013 is de Markt Hapert heringericht. Bij de voorbereiding van dit project zijn alle belanghebbende partijen betrokken. Voorbereiding en de feitelijk herinrichting is goed verlopen. Conform afspraak met de werkgroep is een evaluatie geweest waarbij we helaas hebben moeten constateren dat bij veel weggebruikers de nieuwe inrichting als onduidelijk wordt ervaren waardoor we genoodzaakt zijn tot enkel fysieke aanpassingen. De e aanpassingen worden in het 1 kwartaal van 2014 uitgevoerd en worden bestreden uit het oorspronkelijke budget/krediet.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
Rekening t.o.v. begroting
lasten verkeer en vervoer
n
-3.085 n
-3.935 n
-2.982 n
-2.439 v
543
baten verkeer en vervoer
v
17 v
22 v
3 v
78 v
75
resultaat voor bestemming
n
-3.068 n
-3.913 n
-2.979 n
-2.361 v
618
n
-3.068 n
-3.913 n
-2.979 n
-2.361 v
618
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
19 R2014.013b
3.2. Economie Een economische impuls brengt groei van de bevolking, draagvlak voor voorzieningen en leefbaarheid met zich mee. Daarbij zorgen we in Bladel ervoor dat de economische ontwikkelingen in evenwicht zijn met het milieu en de leefomgeving.
Economie, ofwel: het vermogen van de gemeente Bladel om de welvaart te versterken. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor industrie, detailhandel, toerisme en recreatie, agrarische activiteiten en werkgelegenheid. De gemeente Bladel kiest bewust voor de ontwikkeling van een economisch hart. Anno 2030 vormt de gemeente, mede dankzij het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert, het zwaartepunt van de Kempische handel en industrie. De winkelcentra Bladel en Hapert zijn voor bezoekers uit de hele regio. Dankzij de ligging vlakbij Eindhoven, Tilburg, Turnhout en Antwerpen, een uitstekende (digitale) bereikbaarheid en een goed woon- en arbeidsmarktbeleid biedt de gemeente Bladel ondernemers een optimaal vestigingsklimaat. In de kleine kernen is ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht worden de totale lasten, baten en de beoogde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.2.1 tot en met 3.2.4 Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten economie
n
-1.085 n
-989 n
-2.145 n
-1.906 v
239
baten economie
v
761 v
241 v
1.103 v
1.149 v
46
resultaat voor bestemming
n
-324 n
-748 n
-1.042 n
-757 v
285
toevoegingen reserves
n
-236 n
-236
onttrekkingen reserves
v
486 v
486
-748 n
-792 n
resultaat na bestemming
n
-324 n
-507 v
285
(+ = nadeel en - = voordeel)
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema Economie en worden hierna nader toegelicht: 3.2.1 Werkgelegenheid 3.2.2 Detailhandel 3.2.3 Industrie 3.2.4 Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid In onderstaande grafiek wordt het verloop van de rekeningcijfers over de jaren 2010 t/m 2013 gepresenteerd:
20 R2014.013b
them a econom ie 2010 t/m 2013 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 lasten
baten
reserves
-1.000.000 -2.000.000 -3.000.000 Rekening 2010
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Begin 2010 hebben de aandeelhouders van Endinet besloten de aandelen te verkopen aan Alliander NV. De verkoop leverde de gemeente Bladel een eenmalige extra verkoopopbrengst op.
21 R2014.013b
3.2.1. Werkgelegenheid I.
Wat hebben we gedaan?
Wet Werken naar Vermogen Zie toelichting beleidsveld Maatschappelijke participatie. Economisch Actieprogramma De Kempen De gemeente Bladel initieert en faciliteert waar nodig projecten om de werkgelegenheid in de gemeente Bladel te waarborgen. In 2013 zijn we samen met de ondernemers verder gegaan met de uitvoering van projecten uit o.a. het Economisch Actieprogramma de Kempen. Eind 2012/begin 2013 is de regionale beleidsvisie Bedrijventerreinen vastgesteld. Naast de jaarlijkse monitoring van vraag en aanbod van bedrijventerreinen is een start gemaakt met het uitvoeringsprogramma. In 2013 is een doorstart gemaakt met project Kies Kempische Bedrijven 2 (2014-2016). Binnen dit project maken leerlingen en Kempische bedrijven kennis met elkaar. Ook zijn er diverse techniekcoaches aangesteld die leraren op het basisonderwijs ondersteunen bij het geven van technieklessen. Daarnaast is gestart met het project Leerportaal: een hechte samenwerking tussen gemeenten, bedrijfsleven en onderwijs. Dit project heeft als doel ‘vraag’ (wat heeft het bedrijfsleven nodig aan arbeidskrachten) en ‘aanbod’ (wat kan de leerling als hij van school komt / wordt omgeschoold) beter op elkaar af te stemmen. In 2014 wordt dit project verder vorm gegeven. Ondernemerscafé Het ondernemerscafé wordt georganiseerd door de 5 ondernemersverenigingen (MKB, OVB, OBGB, Land van de Zaligheden, ZLTO) en de gemeente. Dit jaar waren de thema’s ‘High tech in de landbouw’’ en ‘De kracht van samenwerking’. De bijeenkomsten worden standaard bezocht door ruim 150 ondernemers en bestuurders. Werkgelegenheidsservicepunt Kempenplus Teneinde de plaatsing/uitstroom van verschillende doelgroepen (WWB, Wsw, WW, Wajong) te bevorderen is in 2013 Werkgeversservicepunt Kempenplus opgericht. Kempenplus bundelt de krachten van ISD de Kempen, UWV en WVK-groep in de werkgeversbenadering. Hiermee wordt beoogd het optimaliseren van de werkgeversbenadering in de Kempen die voorheen vanuit verschillende organisaties werd georganiseerd (ISD de Kempen, UWV en WVK-groep). Kempenplus, dat vanaf 1 juli 2013 operationeel is, is fysiek ondergebracht in het Werkplein De Kempen. Het betreft hier vooralsnog een pilot tot 1 januari 2015; afhankelijk van de opgedane ervaringen met en bereikte resultaten van deze samenwerking zal bezien worden of deze ook na deze datum voorgezet kan worden.” Kempisch Bedrijvenpark Het Kempisch Bedrijvenpark is volop in ontwikkeling. Er zijn kavels verkocht aan Kuijpers Kunststoftechniek, Staalmarkt en de tweede deellevering aan het Kempisch Logistiek Centrum heeft plaatsgevonden. Het Kempisch Logistiek Centrum en Staalmarkt zijn in 2013 officieel geopend en de bouw van Diffutherm verloopt naar planning. Ook is de camerabeveiliging op het gehele terrein operationeel geworden en is een start gemaakt met de oprichting van parkmanagement.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven.
22 R2014.013b
Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
lasten werkgelegenheid
n
-341 n
baten werkgelegenheid
v
66
resultaat voor bestemming
n
n
begroting
-223 n
-206 n
-211 n
v
11 v
-275 n
-223 n
-195 n
-200 n
-5
-275 n
-223 n
-195 n
-200 n
-5
-5
11
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
23 R2014.013b
3.2.2. Detailhandel
I.
Wat hebben we gedaan?
Opstellen tactische visie/actieplan voor detailhandel Het winkelcentrum van Hapert heeft in 2013 een facelift ondergaan. Er is structureel overleg met de ondernemers en er wordt samengewerkt aan een aantrekkelijk en veilig winkelgebied binnen de afspraken van het Keurmerk Veilig Ondernemen. In het najaar van 2013 is gestart met het opstellen van een visiedocument project ‘Centrum Bladel’ (afronding 2014). Deze visie wordt de komende jaren de onderlegger voor (fysieke) ontwikkelingen in het centrumgebied. Er is structureel overleg met de ondernemers in de kern Bladel en er wordt samengewerkt binnen de kaders van het Convenant Duurzaam Beheer. In het voorjaar van 2013 is de wens uitgesproken deze samenwerking verder uit te bouwen naar centrummanagement. Samen met de ondernemers (detaillist en horeca) is in het najaar van 2013 gestart met het opstellen van een businessplan. In dit businessplan worden de ambities, doelstellingen, projecten, organisatie en financiering voor centrummanagement beschreven (besluitvorming 2014). De Initiatiefgroep Centrummanagement is inmiddels uitgebreid met een vertegenwoordiging van de vastgoedeigenaren en de VVV. In 2013 heeft de gemeenteraad van Bladel een nieuwe winkeltijdenverordening vastgesteld waardoor het voor winkeliers mogelijk wordt iedere zondag de winkel te openen. Tot slot is eind 2013 samen met de ondernemersverenigingen MKB, OVB (detailhandel) en de OBGB (industrie) gestart met het bepalen van de koers als het gaat over detailhandel buiten het kernwinkelgebied. Deze concept beleidslijn wordt in 2014 verder uitgewerkt. Feitelijk vormen de bovenstaande ontwikkelingen de belangrijkste peilers voor een actieplan detailhandel. Vanwege de concrete uitwerking van een aantal peilers is het opstellen van een actieplan detailhandel in 2013 komen te vervallen.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
lasten detailhandel
n
-38 n
baten detailhandel
v
17 v
resultaat voor bestemming
n
-21 n
n
-21 n
-31 n
begroting
-5 n
-1 v
4
-13 n
-5 n
-1 v
4
-13 n
-5 n
-1 v
4
18
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (-= nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij naar § 5.2 van de jaarrekening.
24 R2014.013b
3.2.3. Industrie
I.
Wat hebben we gedaan?
De gemeente Bladel: “Economisch hart van de Kempen” / actieplan Industrie Deze strategische doelstelling uit de toekomstvisie sugge-reert daadkracht en slagkracht. Daadkracht en slagkracht van een gemeentelijke organisatie voor burgers èn ondernemers. Het zijn de ondernemers die zorgen voor waardecreatie, werkgelegenheid en geld verdienen. Is het dan niet noodzakelijk, dat - zeker in de huidige economische omstandigheden – de ondernemer gezien wordt als een belangrijke partner? In het voorjaar van 2013 is gestart met de voorbereidingen voor het schrijven van een actieplan Industrie. Hiertoe zijn diverse gesprekken gevoerd en iedereen geeft aan: “We hoeven geen goud te zoeken, we hebben hier goud in handen”. Belangrijkste uitdagingen liggen op het gebied van de arbeidsmarkt, bereikbaarheid en duurzaamheid. Het antwoord op de vraag hoe dit op te pakken is duidelijk: SAMEN! Dit betekent participeren in netwerken die belang hebben bij het bereiken van resultaten, meer naar ‘buiten toe’ werken. Kortom, de fiets op, achter het bureau uit. In 2014 wordt deze manier van werken verder vormgegeven en uitgebouwd. Vanwege onvoorziene omstandigheden stond het actieplan Industrie niet op de agenda van de gemeenteraad in 2013. De portefeuillehouder EZ heeft dit medegedeeld aan de commissie MAZ d.d. 20 januari 2014. Verkoop aandelen Endinet BV De verkoop van het aandelenkapitaal in Endinet BV is definitief afgerond. Per saldo is er van de ontvangen verkoopsom € 481.000,- terugbetaald aan Alliander. Aanpassing van de verkoopsom was op grond van de in de verkoopcontract opgenomen bepalingen noodzakelijk in verband met de regulering van de gasaansluittarieven door de landelijk toezichthouder DTe.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten industrie
n
-62 n
-124 n
-570 n
-516 v
54
baten industrie
v
60 v
40 v
20 v
27 v
7
resultaat voor bestemming
n
-2 n
-84 n
-550 n
-489 v
61
toevoegingen reserves
n
-236 n
-236
onttrekkingen reserves
v
486 v
486
-84 n
-300 n
resultaat na bestemming
n
-2 n
(- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
25 R2014.013b
-239 v
61
3.2.4. Recreatie en toerisme / Agrarische bedrijvigheid I.
Wat hebben we gedaan?
Uitvoering actieplan recreatie en toerisme Voorbereidingen voor de plaatsing van nieuwe bewegwijzering in de kernen zijn getroffen. De bewegwijzering wordt voor het toeristisch seizoen van 2014 vervangen. In 2013 hebben de onderhandelingen plaatsgevonden met Suurland voor het plaatsen / beheer van drie digitale borden. Op dit moment liggen de overeenkomsten ter tekening aan de partijen voor. Plaatsing van de borden is voorzien in het tweede kwartaal 2014. Daarnaast is op diverse fronten samen met particulieren en/of organisaties samengewerkt bij het tot stand komen van diverse initiatieven zoals Koning Kyriëpad en ommetje Netersel.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten recr, toerisme en agr.bedr.heid
n
-644 n
-611 n
-1.365 n
-1.178 v
187
baten recr, toerisme en agr.bedr.heid
v
618 v
183 v
1.072 v
1.111 v
39
resultaat voor bestemming
n
-26 n
-428 n
-293 n
-67 v
226
n
-26 n
-428 n
-293 n
-67 v
226
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
26 R2014.013b
3.3. Thema Mens en maatschappij Onder ‘mens en maatschappij’ gaat het om de sociale interacties binnen een samenleving. Het gaat om thema’s als: wonen, zorg, welzijn, onderwijs, kunst en cultuur, bestuur, veiligheid en dienstverlening.
In 2030 is de gemeente Bladel een populaire, veilige woonplaats met voor ieder wat wils. Voorzieningen op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur, sport en zorg zijn goed vertegenwoordigd. Alle inwoners – jong en oud – nemen actief deel aan de samenleving en wonen graag in hun gemeente. De gemeente toont daadkracht, levert maatwerk en zoekt de samenwerking op binnen en buiten de gemeentelijke grenzen. Het is een professionele partner waar burgers, ondernemers en instellingen met hun vragen terecht kunnen.
Wat mag het kosten? In onderstaand overzicht worden de totale lasten, baten en de beoogde mutaties ten gunste/laste van de reserves weergegeven. Het is de optelsom van de beleidsvelden 3.3.1 tot en met 3.3.6 Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten mens en maatschappij
n
-26.871 n
-26.205 n
-26.370 n
-27.373 n
-1.003
baten mens en maatschappij
v
32.946 v
30.977 v
31.716 v
33.378 v
1.662
resultaat voor bestemming
v
6.075 v
4.772 v
5.346 v
6.005 v
659
toevoegingen reserves
n
-6.903 n
-3.192 n
-467 n
-450 v
17
onttrekkingen reserves
v
8.287 v
2.975 v
2.373 v
1.677 n
-696
resultaat na bestemming
v
7.459 v
4.555 v
7.252 v
7.232 n
-20
gerealiseerd resultaat na bestemmen
n
-1.953 n
-20 n
-525 n
-688 n
-163
geraamd/gerealiseerd resultaat
v
5.506 v
4.535 v
6.727 v
6.544 n
-183
De navolgende beleidsvelden behoren tot het thema mens en maatschappijen worden hierna nader toegelicht: 3.3.1 Veiligheid 3.3.2 Jeugd en gezin 3.3.3 Maatschappelijke participatie 3.3.4 Preventie en opvang 3.3.5 Sociale samenhang en leefbaarheid 3.3.6 Bestuur (inclusief rekeningsresultaat) In onderstaande grafiek wordt het verloop van de rekeningcijfers over de jaren 2010 t/m 2013 gepresenteerd:
27 R2014.013b
them a m ens & m aatschappij 2010 t/m 2013 40.000.000 30.000.000 20.000.000 10.000.000 0 -10.000.000
lasten
baten
reserves
resultaat
-20.000.000 -30.000.000 -40.000.000 Rekening 2010
Rekening 2011
28 R2014.013b
Rekening 2012
Rekening 2013
3.3.1. Veiligheid I.
Wat hebben we gedaan?
Veiligheidsregio / Regionalisering brandweerzorg De afgelopen jaren zijn alle beroepskrachten van de gemeentelijke brandweer, overgegaan van gemeente naar Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO). Op grond van de Wet veiligheidsregio's droegen we op 1 januari 2014 alle aan brandweerzorg gerelateerde taken over aan VRBZO. Als gevolg van deze regionalisering wordt een omvangrijk pakket aan taken, mensen (vrijwilligers) en middelen uit de gemeentelijke organisaties ontvlochten en ingebed binnen VRBZO. Voor een juiste overdracht hiervan van de gemeente aan VRBZO is door beide partijen gezamenlijk in 2013 een overdrachtsdossier gemaakt. Onderdeel van het dossier is een opsomming van de taken, mensen, materialen enz. die overgenomen worden en op welke manier, tegen welke kosten en op basis van welke afspraken deze worden overgenomen. Het college heeft dit overdrachtsdossier vastgesteld op 10 december 2013 Integrale Veiligheid Integraal veiligheidoverleg binnen de gemeente vindt plaats in het 2-maandelijks Veiligheidsplatform, waarbij besproken wordt welke veiligheidsproblemen in onze gemeente spelen, op welke wijze hierop wordt ingespeeld en welke acties in gang zullen worden gezet. In de beleidsnota Integraal veiligheidsbeleid zijn een aantal prioriteiten vastgesteld, n.l. de aanpak van overlast hondenpoep en zwerfvuil, woninginbraken, overlast door jongeren, verkeersveiligheid en georganiseerde criminaliteit. Ook in 2013 werd een hieruit voortvloeiend uitvoeringsplan ontwikkeld, waardoor vorm gegeven kon worden aan de integrale aanpak. Handhaving Het motto van het Vernieuwend toezicht- en handhavingsbeleid is preventie boven repressie. Deze beleidswijziging heeft aanzienlijke gevolgen voor de wijze van handhaving. Er wordt al voordeel ervaren bij het handhavingteam bij bijvoorbeeld het gesprek voeren met de handhavingverzoeker en de eventuele overtreder. Steeds vaker wordt door dit gesprek een handhavingzaak voorkomen. Deze preventieve werking blijkt duidelijk uit de afname van het aantal handhavingbesluiten dat het afgelopen jaar is genomen ten opzichte van voorgaande jaren. Aan de hand van de vastgestelde lokale prioriteiten, landelijke- en regionale speerpunten worden elk jaar controles ingepland. Er is in 2013 extra inzet geweest bij de hoog geprioriteerde handhavingstaken. Tevens zijn er veel oudere bouwvergunningen gecontroleerd en afgehandeld. Daarnaast hebben we ons in 2013 ook geconcentreerd op de controles van luchtwassers bij agrarische bedrijven, het stoken van een kachel of vuurkorf bij particulieren, het kamperen bij de boer, het Ondernemingsdossier en de handhaving van de energieprestatienorm. Veiligheid bij evenementen Met betrekking tot evenementen wordt bijzondere zorg besteed aan het aspect veiligheid. Omdat het begrip evenement dermate algemeen is (elke voor publiek toegankelijk verrichting van vermaak) is het moeilijk eensluidende veiligheidsvoorschriften te formuleren die voor alle evenementen gelden. Daarom zijn voor een aantal aspecten die onderdeel kunnen uitmaken van een evenement standaard voorschriften geformuleerd. Te denken is hierbij aan voorschriften die betrekking hebben op de veiligheid in geval een tent in gebruik wordt genomen, een bakkraam aanwezig is, een weg wordt afgesloten etc. Bij kleinere evenementen wordt met de op het betreffende evenement van toepassing zijnde standaard voorschriften gewerkt. Bij de grotere evenementen wordt vooraf een risico analyse uitgevoerd. Aan de hand van deze analyse wordt advies gevraagd aan of vindt een voorbespreking plaats met brandweer, politie en/of ambulancezorg. De veiligheidsmaatregelen die uiteindelijk door de organisatie genomen moeten worden zijn als voorwaarden in de evenementenvergunning opgenomen. In de meeste gevallen dient een organisatie een calamiteitenplan op te stellen waarin de voorgeschreven veiligheidseisen moeten worden uitgewerkt. Verder worden de grotere evenementen op een regionale evenementenkalender aangemeld. Hulpdiensten raadplegen deze kalender onder andere om regionaal voldoende capaciteit te kunnen inzetten
29 R2014.013b
Verbeteren toegankelijkheid bij evenementen Op 20 juni 2013 heeft de gemeenteraad de “Beleidsnota evenementen, horeca en terrassen” vastgesteld. De doelstelling van deze nota is de vorming van een goed georganiseerd en divers horeca- en evenementenaanbod, passend bij de omvang en karakteristieke eigenschappen van de gemeente Bladel. Naast de visie van de gemeente Bladel op horeca en evenementen geeft deze beleidsnota een verduidelijking van de regelgeving en bijbehorende uitvoering op de terreinen van ruimtelijk beleid, milieu, openbare orde, toezicht en handhaving. De uitvoering van deze Beleidsnota evenementen, horeca en terrassen Gemeente Bladel wordt vastgelegd in de door het college vast te stellen “Uitvoeringsregels evenementen en horeca van de gemeente Bladel”. Deze uitvoeringsregels worden in 2014 vastgesteld. Een belangrijk punt hierin vormt het verbeteren van de toegankelijkheid bij evenementen. In deze uitvoeringsregels wordt opgenomen dat de gemeente in voorkomende gevallen aandacht wil vragen voor een goede toegankelijkheid van evenementen. Het voorstel is om bij de intake /behandeling aanvrage de organisatoren erop te wijzen om aandacht te besteden aan de toegankelijkheid van evenementen voor gehandicapten. Er zijn checklists voorhanden met aanbevelingen, die door de evenementen contactpersoon zullen worden overhandigd. Buurtpreventie Buurtpreventie is succesvol in onze gemeente. Ook in 2013 waren veel inwoners actief voor hun wijk of buurt. In het kader van buurtpreventie werken deze mensen samen met de gemeente en de politie met als doel de wijk veilig en leefbaar te maken en te houden. Vroegtijdige signalering werkt preventief. De succesvolle integrale aanpak op het gebied van veiligheid en leefbaarheid heeft in 2013 geleid tot een ste volledige dekking van onze gemeente met buurtpreventie wijken. Met de officiële start van de 24 buurtpreventiewijk op 14 mei 2013 zijn vanaf dat moment alle 8000 woningen in de gemeente Bladel aangesloten bij buurtpreventie; voor zover bekend is dit uniek in Nederland. Het Veiligheidshuis Het algemene doel van het Veiligheidshuis is het creëren van een sluitende keten rond zorg- en risicogevallen om te voorkomen dat ze uitvallen in geboden trajecten, shopgedrag gaan vertonen of (weer) afglijden in de criminaliteit. Onze gemeente neemt sinds 2012 deel in het Veiligheidshuis Brabant Zuid-Oost, waarin de Veiligheidshuizen Peelland en Regio Eindhoven samenwerken. Deze samenwerking is vastgelegd in een convenant. Het Veiligheidshuis kan ingeschakeld worden bij de nazorg voor ex-gedetineerden, bij het casusoverleg van veelplegers, de aanpak van casussen huiselijk geweld en het tijdelijk huisverbod en het casusoverleg risicojeugd en jeugdgroepen in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin. In 2013 betekende dit concreet voor onze gemeente de inzet van het Veiligheidshuis bij de terugkeer va ex-gedetineerden en de inzet van een casemanager bij de opgelegde tijdelijke huisverboden. Bevolkingszorg In de Wet veiligheidsregio’s is bepaald dat de reguliere hulpverleningsdiensten, zoals de brandweer, gemeenten, GHOR en politie gezamenlijk moeten optrekken. Hiervoor zijn binnen de Veiligheidsregio BrabantZuidoost een aantal plannen uitgewerkt en vastgesteld: het regionaal risicoprofiel, het regionaal crisisplan en het regionaal beleidsplan. Het regionaal beleidsplan beschrijft hoe in het gebied van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost wordt samengewerkt aan het belangrijke thema crisisbeheersing en rampenbestrijding. In een samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat de bevolkingszorg vóór en tijdens een ramp gezamenlijk opgepakt zal worden. Tijdens een daadwerkelijke ramp of crisis wordt er gewerkt met regionale teams die samengesteld zijn uit medewerkers van de 21 gemeenten. Deze teams worden ‘ingevlogen’ om de getroffen gemeente(n) te ondersteunen bij de uitvoering van de processen Bevolkingszorg.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven.
30 R2014.013b
Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten veiligheid
n
-1.883 n
-1.939 n
-1.970 n
-2.660 n
-690
baten veiligheid
v
29 v
26 v
23 v
886 v
863
resultaat voor bestemming
n
-1.854 n
-1.913 n
-1.947 n
-1.774 v
173
n
-1.854 n
-1.913 n
-1.947 n
-1.774 v
173
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
31 R2014.013b
3.3.2. Jeugd en gezin I.
Wat hebben we gedaan?
Uitwerking keuzenotitie Lokale Educatieve Agenda Op 26 oktober 2010 heeft de gemeenteraad het beslisdocument LEA Bladel vastgesteld. Er is een regiegroep LEA/CJG opgericht, bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers vanuit het onderwijs- en jeugdveld met als doel het maken van op resultaat gerichte afspraken over beleid en ambities. De regiegroep LEA/CJG heeft zich over deze taakstelling gebogen en is op 11 november 2013 tot de conclusie gekomen dat, gelet op de vele wettelijke bepalingen die overleg voorschrijven met het bestuurlijk voorschools- en onderwijsveld (het zgn. OOGO), de bijeenkomsten van de regiegroep LEA/CJG meer in het teken staan van informatie uitwisseling dan over resultaat gerichte afspraken. De werkgroep LEA/CJG, waarin de gemeente vertegenwoordigd, heeft in 2013 op basis van deze conclusie gewerkt. Bezien zal worden of in 2014 de opzet van de LEA als zodanig kan worden ingevuld. Bevorderen betrokkenheid jeugd bij jeugd- en jongerenwerk Deze actie is uitgesteld en zal worden behandeld in de nieuwe jeugdnota in 2015 i.v.m. Samenwerking Kempengemeenten en Transitie Jeugdzorg. Inrichten brede scholen Bladel In de kern Bladel ligt de nadruk op netwerkbredescholen, waarbinnen kindgerelateerde functies op inhoud samenwerken. Dit houdt in dat de 4 basisscholen in Bladel inhoudelijke samenwerkingsafspraken hebben gemaakt met de peuterspeelzaal, de bibliotheek en de kinderopvang. Inrichten brede school Hapert De kern Hapert telt sinds 1 augustus 2013 nog één (grote) basisschool: het Palet. Deze school is vertegenwoordigd in de klankbordgroep MFA Hapert. Het streven van de klankbordgroep is om in 2017 te komen tot een nieuwe MFA waarin de brede school onderdak vindt. De commissie Grondgebied is hierover geïnformeerd in haar vergadering van 7 oktober 2013. In de raadsvergadering van 31 oktober 2013 is over de stand van zaken mededeling gedaan. Overigens zijn in het Palet al een aantal kindgerelateerde functies aanwezig (zoals bijvoorbeeld peuterspeelzaal en bibliotheek) waarmee nauw wordt samengewerkt. Inrichten brede school Netersel Het bestaande schoolgebouw is aangepast en geschikt gemaakt voor de functies brede school. De voorziening kinderdagopvang is niet gerealiseerd, omdat daar nauwelijks vraag naar is. De voorziening buitenschoolse opvang wordt gecombineerd met Casteren. Inrichten brede school Casteren Brede school is begin 2013 in gebruik genomen. De gemeente heeft met de eigenaar (WSZ) een meerjarige huurovereenkomst gesloten. In november 2013 heeft de gemeente met het schoolbestuur (Kempenkind) een overeenkomst inzake het gebruik, beheer en exploitatie van de brede school gesloten. De buitenschoolse opvang wordt gecombineerd met Netersel. Kinderdagopvang bleek niet haalbaar en is dus niet gerealiseerd. Inrichten brede school kern Hoogeloon IDOP Vooralsnog wordt niet overgegaan tot het realiseren van een brede school aan het Valensplein, maar wordt onderzocht of -met minimale investeringsmiddelen- een brede schoolvoorziening kan worden gecreëerd op de huidige locatie van basisschool de Vest. Transitie Jeugdzorg Het nieuwe jeugdstelsel gaat in 2015 in werking. Dan komt de gehele jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Deze transitie zal gepaard gaan met een inhoudelijke vernieuwing, de transformatie. Voorzieningen en hulpverleners moeten zich meer gaan richten op de versterking van de eigen kracht van kinderen, jongeren en opvoeders. De gemeente Bladel werkt voor de transformatie van de jeugdzorg samen met de drie andere gemeenten (Bergeijk, Eersel, Reusel-De Mierden) van de subregio De Kempen. In regionaal verband (moet) worden samengewerkt met de 21 gemeenten van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE). Voor de regio is in 2013 een strategische agenda opgesteld genaamd “21 voor de jeugd”. Een aanvang met de uitwerking in deelprojecten is reeds gestart in 2013. In juni 2013 zijn de kaders “De basis voor andere jeugdzorg” voor het jeugdbeleid opgetekend en vastgesteld door de gemeenteraad. Voor een projectmatige aanpak van alle deelaspecten van de transitie is een projectstructuur ingericht. Voor de transitie jeugdzorg is een projectleider aangesteld en deze heeft een plan 32 R2014.013b
van aanpak opgeleverd voor de Kempengemeenten. Om te komen tot een dienstverleningsmodel Jeugd zijn zogenaamde Kempische Krachtsessies georganiseerd waarbij input gevraagd is van instanties, zorginstellingen, het onderwijs, de politie, de Centra voor Jeugd & Gezin, de Wmo adviesraden en de inwoners van de gemeenten. Daarnaast zijn ook de gemeenteraden breed geïnformeerd in informatiebijeenkomsten waarin verschillende thema’s over de transitie(s) aan de orde zijn gebracht. Het dienstverleningsmodel Jeugd is vastgesteld door de vier colleges van de Kempengemeenten en opgenomen in het concept meerjaren beleidskader Jeugd. Het beleidskader is opgeleverd in 2013 en is vastgesteld op 13 maart 2014.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
2013
Rekening t.o.v. begroting
lasten jeugd en gezin
n
-4.438 n
-4.661 n
-4.558 n
-4.543 v
15
baten jeugd en gezin
v
239 v
239 v
216 v
429 v
213
resultaat voor bestemming
n
-4.199 n
-4.422 n
-4.342 n
-4.114 v
228
n
-4.199 n
-4.422 n
-4.342 n
-4.114 v
228
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
33 R2014.013b
3.3.3. Maatschappelijke participatie
I.
Wat hebben we gedaan?
Transitie Wet Werken naar Vermogen en functie begeleiding De beoogde Wet werken naar Vermogen is in 2013 vervangen door de Participatiewet die, net als de nieuwe Wmo met de Functie Begeleiding, per 1 januari 2015 zal worden ingevoerd. Indachtig het door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunt: 'een geïntegreerde cliëntbenadering door één uitvoeringsorganisatie' is in 2013 in Kempenverband al een begin gemaakt met de implementatie van beide wetten. Daarvoor is door de gemeenten Reusel-De Mierden, Eersel, Bergeijk en Bladel een projectorganisatie opgericht waarbinnen eveneens de Transitie Jeugdzorg is opgenomen. Door de projectgroep Transitie Begeleiding/Participatiewet is in 2013 een Plan van Aanpak opgesteld en is een start gemaakt met het inventariseren van de nieuwe cliëntprofielen die op de gemeenten afkomen en de daarbij behorende objecten van inkoop. Uitvoering beleidsacties uit Beleidskader Welzijn, Maatschappelijke ondersteuning en Zorg De 3 beleidsacties uit het Beleidskader, te weten: Ketenplannen, Vrijwilligersondersteuner als verbinder tussen participatievraag en -aanbod en pilots bij sportverenigingen voor bijzondere doelgroepen zijn vanwege de uitgestelde invoeringsdatum van de nieuwe Wmo even aangehouden. Wel zijn de 'infrastructurele' voorwaarden voor voornoemde beleidsacties in 2013 verder uitgewerkt. Zo is het Dienstencentrum Bladel 'De Goei Plak' in 2013 van start gegaan (en inmiddels bijzonder succesvol) en heeft de vrijwilligerondersteuner zich nog meer dan voorheen gericht op de ondersteuning van de informele zorg en vrijwilligersorganisaties teneinde in 2015 korte lijnen te hebben voor de benutting van het voorliggende informele veld voor de invulling van de Functie Begeleiding. In Netersel is in 2013 een enthousiaste groep lokale (zorg)-vrijwilligers gestart met een inventarisatie naar hiaten (en mogelijke oplossingen) in de keten van (informele) zorg. Het wordt belangrijke input voor het Ketenplan Netersel.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
Rekening t.o.v. begroting
lasten maatschappelijke participatie
n
-11.987 n
-12.102 n
-12.163 n
-12.133 v
30
baten maatschappelijke participatie
v
8.806 v
8.614 v
8.646 v
8.807 v
161
resultaat voor bestemming
n
-3.181 n
-3.488 n
-3.517 n
-3.326 v
191
n
-3.181 n
-3.488 n
-3.517 n
-3.326 v
191
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
34 R2014.013b
3.3.4. Preventie en opvang
I.
Wat hebben we gedaan?
Evaluatie lokaal gezondheidsbeleid & opstellen nieuw lokaal gezondheidsbeleid De gemeenteraad heeft met het vaststellen van het beleidskader Welzijn, Maatschappelijke Ondersteuning en Zorg besloten dat een nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid (LGB) opgesteld moest worden. Eind 2012 is de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2013 - 2016 vastgesteld. In dit beleid zijn vier prioriteiten gesteld, te weten 'psychische problemen bij (schoolgaande) jongeren', 'overgewicht/gezonde voeding bij jongeren', 'alcohol- en drugsgebruik jongeren', en 'gezondheidseffecten intensieve veehouderij'. De doelen van Lokaal Gezondheidsbeleid worden met name bereikt door inzet op andere beleidsvelden, zoals het sportbeleid en de plattelandsnota. Verder is een belangrijke rol weggelegd voor het CJG, omdat daar signalering kan plaatsvinden. Ook worden lokale initiatieven ondersteund die aansluiten op het Lokaal Gezondheidsbeleid. Acties 2013 gezondheidsbeleid: - deelname aan project "Laat je niet flessen" (laatste jaar) dat in SRE verband wordt uitgevoerd; - in stand houden wekelijks Drugs Informatie en Adviesspreekuur op het Pius-X college voor leerlingen, ouders en leerkrachten; - verzorgen ATD (Alcohol, Tabak,Drugs)- gastlessen op de basisscholen door Jeugd-Punt; - meer aandacht voor regelgeving en handhaving door de invoering van de nieuwe Drank- en horecawet en het naar beneden aanpassen van de streefcijfers voor met name de jeugd tot 18 jaar als het gaat om alcoholgebruik; - implementatie van samenwerkingsproject "Onwijs fit" tussen combinatiefunctionarissen van de gemeente en de GGD; - het alcoholmatigingsproject. Voortgangsrapportage bereikte resultaten CJG De rapportage is in een raadsmededeling aan de gemeenteraad voorgelegd.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-) lasten preventie en opvang
2013
begroting
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
baten preventie en opvang resultaat voor bestemming toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
35 R2014.013b
3.3.5. Sociale samenhang en leefbaarheid I.
Wat hebben we gedaan?
Onderzoek lokaal jeugdsportfonds Jeugdsportfonds is in augustus 2012 in college geweest, waarbij is besloten niet over te gaan tot een specifiek jeugdfonds. De raad is hiervan in kennis gesteld. Accommodatie TV Hellekens Er is een bijdrage beschikbaar gesteld van € 250.000,- incl. BTW voor verbouw en uitbreiding van het huidige onderkomen van tennisvereniging "De Hellekens", gelijktijdig met de sloop van het alsdan nog resterende deel van het voormalig biljartcentrum. Deze verbouwing is inmiddels geheel gerealiseerd en de oplevering heeft in 2013 plaatsgevonden. Nieuwbouw sporthal nabij Pius-X-college In 2013 heeft de aanbesteding van de nieuwe sporthal plaats gevonden. De verwachting is dat de sporthal in combinatie met de sportzaal in augustus 2014 wordt opgeleverd. Toekomst sportvelden In 2012 heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen twee sportverenigingen om te komen tot fusie met o.a. als gevolg dat minder sportvelden nodig zouden zijn. Zonder strikte noodzaak is er geen draagvlak bij verenigingen. De kosten overstijgen jaarlijks het beschikbare onderhoudsbudget. Nut en noodzaak van de omvang van die uitgaven is onderbouwd door een extern bureau. Al dan niet reële/haalbare opties om te bezuinigen op die uitgaven zijn verwoord in een beknopte notitie. Afronding rapportage MFA Hapert De gemeenteraad besloot op 28 juni 2012 in te stemmen met de Verkenningennotitie en de daarin opgenomen voorkeursvariant. Tevens werd besloten een nadere analyse uit te voeren op de aspecten juridisch, programma van eisen en stedenbouw. Op 31 oktober 2013 heeft de raad kennisgenomen van de resultaten van deze nadere analyse. Daarmee is de raadsopdracht van 28 juni 2012 afgerond. Het college van B&W heeft op zich genomen dat het dossier op een zorgvuldige wijze wordt overgedragen aan het nieuwe college. Onderzoek bouw/verbouw Den Tref en Den Herd Renovatie gemeenschapshuis Den Tref in Hapert is beperkt tot noodzakelijk onderhoud. De opdracht van de raad om een onderzoek in te stellen naar de samenvoeging van meerdere afzonderlijke functies is afgerond. De samenvoeging van meerdere afzonderlijke functies in één nieuw multifunctioneel gebouw wacht op een vervolgopdracht van de gemeenteraad. De volgende acties zijn wel uitgevoerd: • het dienstencentrum voor ouderen uitgebreid in Steunpunt De Kloostertuin en • de bibliotheekvoorziening en de peuterspeelzaal verplaatst naar Het Palet. De toekomst van Den Tref maakt onderdeel uit van de haalbaarheidsstudie centrumontwikkeling Hapert die reeds besproken is in de gemeenteraad. De commissie Grondgebied is hierover geïnformeerd in de vergadering van 7 oktober 2013. De informatie is herhaald in de raadsvergadering van 31 oktober 2013. Voor gemeenschaphuis Den Herd loopt een onderzoek naar de mogelijkheden van verplaatsing naar het gemeentehuis. De raad is hierover in december 2013 geïnformeerd aan de hand van een eerste globale ruimtelijke verkenning. Realisatie combinatiefuncties De 3 fte combinatiefuncties zijn reeds gerealiseerd in 2011.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven.
36 R2014.013b
Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten soc.samenhang en leefbaarheid
n
-3.755 n
-3.523 n
-3.270 n
-3.139 v
131
baten soc.samenhang en leefbaarheid
v
1.049 v
500 v
572 v
505 n
-67
resultaat voor bestemming
n
-2.706 n
-3.023 n
-2.698 n
-2.634 v
64
n
-2.706 n
-3.023 n
-2.698 n
-2.634 v
64
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming (- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij u naar § 5.2 van de jaarrekening.
37 R2014.013b
3.3.6. Bestuur I.
Wat hebben we gedaan?
Rapportage effectiviteit voorlichting en communicatie Jaarlijks rapporteert de burgemeester via het burgerjaarverslag over activiteiten op het gebied van communicatie en participatie. Het burgerjaarverslag wordt tegelijk met deze jaarrekening aan de gemeenteraad aangeboden. Om ervaring op te doen met social media heeft de gemeente sinds eind 2012 een Twitteracount, met per januari 2014 zo’n 930 volgers (voor het merendeel organisaties, adviesbureau’s e.d.). Incidenteel komen er directe vragen of opmerkingen via Twitter binnen. Deze worden via hetzelfde medium beantwoord. Belanghebbenden zijn geïnformeerd over en betrokken bij uitlopende onderwerpen zoals MFA Hapert, Jeugdzorg, Cultuurbeleid, bestemmingsplan Buitengebied, Plattelandsnota, bezuinigingen. Dat gebeurde onder andere via artikelen, overleg, (inloop)bijeenkomsten, enquêtes. Verder zijn regelmatig, via diverse middelen, belangrijke thema’s onder de aandacht van de inwoners gebracht, zoals buurtpreventie / veiligheid, dementievriendelijke gemeente, klimaatbeleid, afvalscheiding. Er is uitgebreid intern gecommuniceerd via bijeenkomsten, intranet en nieuwsbrieven. Belangrijk onderwerp was de doorontwikkeling van de organisatie, waarvoor ook een klankbordgroep van medewerkers werd ingesteld. Bladel in Top 10 beste Brabantse dienstverleners De telefonische bereikbaarheid kan nog wat beter, maar Brabantse gemeenten scoren over het algemeen goed als het gaat om hun dienstverlening aan ondernemers. Dat concludeert de Brabantse Kamer van Koophandel na een mysteryguestonderzoek in de periode 27 augustus tot en met 5 oktober 2012. Er werden via telefoon en e-mail vragen aan de gemeenten gesteld. Onder andere over standplaatsvergunning, evenementenvergunning, horeca exploitatievergunning, reclamevergunning, vergunningvrij bouwen, bestemmingsplanwijziging, afspraak met de bedrijfscontactfunctionaris. De contacten werden onder meer beoordeeld op snelheid en vriendelijkheid van telefoon opnemen, doorverbinden, bereikbaarheid medewerkers, doorvragen, des-kundige beantwoording, met de klant meedenken. De e-mails werden onder andere beoordeeld op snelheid van beantwoording en inhoud van de reactie, maar ook e op schrijfstijl, vriendelijkheid en spelling. Bladel heeft de 6 plaats behaald. In 2013 hebben gesprekken plaatsgevonden tussen managers en de betreffende medewerkers, met als doel te leren van de aanbevelingen uit het onderzoek. Daarnaast is in 2013 door middel van de doorontwikkeling van het KCC geïnvesteerd in het verbeteren van de dienstverlening en doorvoeren van enkele aanbevelingen. Meerjarig sluitende begroting en een financieel verantwoorde algemene reserve wordt in stand gehouden / Realiseren en monitoren bezuinigingen De omvangrijke teruggang in de algemene uitkering zorgde voor een ernstige verslechtering van ons financieel meerjarenperspectief. Deze verslechtering was van een dusdanige omvang dat een aantal noodzakelijke keuzes gemaakt moesten worden. Aan een fundamentele herziening van het gemeentelijke huishoudboekje viel dus niet te ontkomen met als gevolg dat er een groot pakket van bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd moest worden om de begroting weer in balans te brengen. Het totaal van de ingeraamde bezuiniging voor 2013 bedroeg € 342.000,- oplopend naar € 1.634.000,- in 2017. De ingeraamde bezuinigingen 2013 werden volledig gerealiseerd. De ratio weerstandsvermogen bedraagt in 2013 1,19 en loopt op naar 1,72 in 2017 en voldoet hiermee aan de door de raad gestelde norm. Beperking stijging woonlasten voor de burger Uitgangspunt is dat de woonlasten (OZB, riool- en afvalstoffenheffing) voor de burger niet extra verhoogd zullen worden, enkel de inflatiecorrectie wordt toegepast.
38 R2014.013b
Het nagecalculeerde inflatiecorrectie is voor 2013 bepaald op 3,00%. De OZB-tarieven werden met dit percentage verhoogd. De tarieven voor rioolheffingen stegen met 3,65%, terwijl de tarieven voor de afvalstoffenheffing met 1,48% daalden. Per saldo stegen de woonlasten voor de burger met 2,05%.
II.
Wat mocht het kosten en wat heeft het gekost?
In onderstaand overzicht wordt de gerealiseerde lasten en baten ten opzichte van de geraamde lasten en baten weergegeven. In dit overzicht zijn ook de algemene dekkingsmiddelen verdisconteerd, zoals gespecificeerd in hoofdstuk 3.4. Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten bestuur (incl.alg.dekkingsmidd.)
n
-4.293 n
-3.475 n
-3.850 n
-4.341 n
-491
baten bestuur (incl.alg.dekkingsmidd.)
v
22.824 v
21.599 v
22.260 v
22.750 v
490
resultaat voor bestemming
v
18.531 v
18.124 v
18.410 v
18.409 n
-1
toevoegingen reserves
n
-6.903 n
-3.192 n
-467 n
-450 v
17
onttrekkingen reserves
v
8.287 v
2.975 v
2.373 v
1.677 n
-696
resultaat na bestemming
v
19.915 v
17.907 v
20.316 v
19.636 n
-680
gerealiseerd resultaat na bestemmen
n
-1.953 n
-20 n
-525 n
-688 n
-163
geraamd/gerealiseerd resultaat
v
17.962 v
17.887 v
19.791 v
18.948 n
-843
(- = nadeel en + = voordeel)
Voor een nadere analyse verwijzen wij naar § 5.2 van de jaarrekening.
39 R2014.013b
3.4. Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen zijn baten en lasten die niet specifiek kunnen worden toegerekend. Tot de algemene dekkingsmiddelen worden de onderstaande onderdelen gerekend: - lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is; - algemene uitkeringen van het Rijk; - dividenden; - saldo van de financieringsfunctie; - overige algemene dekkingsmiddelen; - onvoorzien. Een mogelijk saldo tussen de compensabele btw en de uitkering uit het BTW-compensatiefonds werd ook tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, maar een dergelijk verschil kwam alleen voor in de beginjaren van het bestaan van het BTW-compensatiefonds. Lokale heffingen Bladel kent twee heffingen waarvan de aanwending vrij is. Naast de onroerende zaakbelasting gaat het om de toeristenbelasting. De afvalstoffenheffing is, omdat het een doelheffing is, als onderdeel van de afvalverwijdering opgenomen in beleidsveld ruimtelijke ontwikkeling en beheer. Daar zijn ook de rioolheffingen opgenomen. lokale heffingen
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
Onroerende-zaakbelasting Toeristenbelasting Totaal lokale heffingen
3.405.000 900.000 4.305.000
3.408.000 900.000 4.308.000
3.413.000 874.000 4.287.000
Voor een nadere toelichting van de lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf 4.3 Lokale heffingen. Algemene uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt door het rijk op grond van bepaalde verdeelsleutels toegerekend aan de gemeenten. De uit te keren bedragen worden in circulaires bekend gemaakt. Gemeenten hoeven niet specifiek verantwoording af te leggen over de algemene uitkeringen. In de perspectief- en de najaarsnota is reeds uitgebreid verslag gedaan over de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds. Deze bijstellingen zijn enerzijds gevolg van de autonome ontwikkeling in de rijksuitgaven en anderzijds door de doorwerking van de beleidsintensiveringen en/of beleidsextensiveringen door het rijk. De verantwoorde algemene uitkering is gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie uit de decembercirculaire 2013. In deze circulaire zijn ook de financiële consequenties van het aangepaste Herfstakkoord verwerkt. Daarnaast zijn ook een aantal verdeelmaatstaven uit vorige dienstjaren definitief geworden. De uitkering uit het gemeentefonds resulteerde in een positief resultaat van € 435.000,-. algemene uitkering
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
Algemene uitkering vorige jaren Algemene uitkering 2013 Totaal algemene uitkering
438.000 16.143.000 16.581.000
161.000 15.985.000 16.146.000
De gerealiseerde algemene uitkering vorige jaren bestaat uit de volgende componenten: - de bijstelling van de algemene uitkering 2010 14.000,- de bijstelling van de algemene uitkering 2011 190.000,- de bijstelling van de algemene uitkering 2012 234.000,Totaal uitkering vorige jaren 438.000,-
40 R2014.013b
15.833.000 15.833.000
Dividenden De gemeente heeft deelnemingen door kapitaalinbreng bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water. Van de Bank Nederlandse Gemeenten wordt jaarlijks dividend ontvangen. Van Brabant Water wordt nog geen dividend uitgekeerd in afwachting van het bereiken van de noodzakelijk geachte solvabiliteit van 35%. Conform regelgeving wordt de dividenduitkering verantwoord in het jaar waarin het besluit is genomen. dividenden
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
NV Bank Nederlandse gemeenten NV Brabant Water Totaal dividenden
94.000 0 94.000
94.000 0 94.000
72.000 0 72.000
De dividenduitkering van de Bank Nederlandse Gemeenten over dienstjaar 2012 is eenmalig verhoogd met € 22.000,-. Saldo financieringsfunctie Onder het saldo van de financieringsfunctie wordt het verschil tussen de gecalculeerde rente en de betaalde en ontvangen rente verstaan. Ten aanzien van de rentelasten geldt dat hierbij uit wordt gegaan van totaalfinanciering. Aan de lastenkant is in 2013 voor een belangrijk deel als rekenrente 5,00% gehanteerd. Het verschil tussen de rekenrente en de werkelijke rentelasten wordt ten gunste het saldo financieringsfunctie verantwoord. De gemeente Bladel heeft ter financiering van haar activiteiten in totaal € 25,077 miljoen (per 31 december 2013) vreemd vermogen aangetrokken. De hiermee gepaard gaande rentelasten bedragen € 1,034 miljoen. De rentelasten worden toegerekend aan de diverse beleidsvelden op basis van de boekwaarde van de investeringen. Saldo financieringsfunctie
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
Saldo financieringsfunctie
535.000
468.000
689.000
Overige algemene dekkingsmiddelen De bespaarde rente over de reserves en voorzieningen wordt op grond van het BBV volledig toegerekend aan de exploitatie. Van deze rentebaten wordt € 221.000,- toegevoegd aan de bestemmingsreserves en voorzieningen en wordt € 222.000,- ten gunste van de algemene reserve verantwoord. Aan de diverse reserves en voorzieningen wordt, behoudens een aantal uitzonderingen, een rente toegerekend van 3,50%. De bespaarde rente over de ijzeren voorraad van de algemene reserve, de reserve verkoop hypotheekbedrijf HNG en reserve verkoopopbrengst NRE ad € 389.000,- wordt structureel ten gunste van de exploitatie gebracht ter dekking van de kapitaallasten van het betreffende activum. overige algemene dekkingsmiddelen
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
Bespaarde rente reserves en voorzieningen
832.000
832.000
731.000
Onvoorziene uitgaven en stelposten Op basis van artikel 28 BBV dient in de jaarrekening een overzicht te worden opgenomen van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien. In de primitieve begroting was nog een bedrag opgenomen van € 50.000,-. Bij het vaststellen van de bezuinigingsmaatregelen is dit bedrag structureel verlaagd naar € 25.000,-. Daarnaast zijn een aantal stelposten aanwezig. Stelposten waaraan nog geen specifieke bestemming gegeven is, zoals o.a. de stelpost voor dekking van majeure projecten. In onderstaand overzicht wordt de aanwending van het bedrag voor onvoorziene uitgaven weergegeven.
41 R2014.013b
onvoorziene uitgaven en stelposten
Realisatie Raming 2013 Raming 2013 2013 na wijziging vóór wijziging
Oorspronkelijke raming onvoorzien Dekkingsmaatregelen begroting 2013 BW 5-2013 perspectiefnota BW 7-2013 najaarsnota Totaal onvoorziene uitgaven Diverse stelposten Totaal stelposten
0 0 0 0 0 0 0
50.000 25.000 -13.000 -12.000 0 8.000 8.000
50.000 139.000 139.000
BTW-compensatiefonds In 2013 is de navolgende compensabele BTW gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds: Compensabele BTW bedragen x € 1.000 exploitatie exploitatie: afvalverwijdering exploitatie: riolering grondexploitatie kostenplaatsen investeringen investeringen: afvalverwijdering investeringen: riolering voorzieningen gemeenschappelijke regelingen buitenland totaal
gedeclareerde BTW 604 211 93 226 527 443 247 129 177 8 2.665
2013 ontvangen voorschot
100
100
saldo te ontvangen 604 211 93 126 527 443 247 129 177 8 2.565
gedeclareerde BTW 573 198 73 77 430 372 8 294 173 138 1 2.337
2012 ontvangen voorschot
100
100
saldo te ontvangen 573 198 73 -23 430 372 8 294 173 138 1 2.237
De compensatie voor de kostenplaatsen is aanzienlijk hoger dan vorig jaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het alsnog met terugwerkende kracht aanpassen van de BCF-mengpercentages.
42 R2014.013b
43 R2014.013b
4. Paragrafen 4.1 Inleiding Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (afgekort: BBV) schrijft gemeenten voor dat in de begroting en jaarrekening een aantal financiële paragrafen verplicht zijn opgenomen. Deze paragrafen geven een soort ‘dwarsdoorsnede’ van de programmabegroting. Hieronder geven wij de essentie van de verplichte paragrafen weer.
4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
De doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen is een zodanig inzicht te verschaffen dat op een verantwoorde wijze de hoogte van het vrij aanwendbare vermogen kan worden bepaald. Het weerstandsvermogen is het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Anders gezegd: beschikt de gemeente over het vermogen om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast Beleid voor risicomanagement De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 27 april 2006 de nota weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld en in zijn vergadering van 22 maart 2012 de nota reserves en voorzieningen 2012. Deze nota’s en de paragraaf weerstandsvermogen hebben nauw verband met elkaar. In deze nota’s zijn vooral de beleidslijnen en de totale positie aan de orde gesteld. In de paragraaf weerstandsvermogen worden met name de financiële risico’s en het weerstandsvermogen geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Op deze wijze krijgt de gemeenteraad periodiek goed inzicht in de omvang en de mogelijkheden om financiële risico’s op te vangen. De doelstellingen van risicomanagement luiden als volgt: 1. Inzicht krijgen in de risico’s die we lopen. Op basis van dit inzicht kunnen risico’s eventueel worden afgedekt. 2. Er voor zorgen dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. 3. Verder stimuleren van het risicobewustzijn (van medewerkers) in de organisatie en het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van risico’s. 4. De ratio weerstandsvermogen c.q. algemene reserve wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. De gewenste omvang van het weer1 standsvermogen wordt bepaald op klasse C (voldoende) . Risicoprofiel In de op 22 maart 2012 vastgestelde nota reserves en voorzieningen 2012 is het eigenstandig risicoprofiel als normatief kader voor de omvang van de algemene reserve bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico’s. Weerstandsvermogen Indien een redelijke inschatting van het gewenste weerstandsvermogen kan worden gegeven, kan hieruit een indicatie voor de gezondheid en flexibiliteit van de gemeentelijke financiën op de korte én langere termijn worden gegeven. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de gemiddelde omvang van de financieel gekwantificeerde risico’s en het daarbij gewenste omvang van de algemene reserve enerzijds en de omvang van de algemene reserve anderzijds. De relatie tussen beide wordt in onderstaande figuur weergegeven.
1
Afgestemd op de door het Nederlands Adviesbureau voor Risico management (NAR) gehanteerde waarderingen.
44 R2014.013b
A. gemiddeld gekwantificeerde risico's
B. noodzakelijke omvang algemene reserve
C. gerealiseerde omvang algemene reserve
D. ratio weerstandsvermogen = C : B = tenminste voldoende
Het beschikbare weerstandsvermogen is tenminste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen dient zich tenminste op klasse C (voldoende) te begeven. Risico-inventarisatie Om een juist beeld van de financiële positie van de gemeente te verkrijgen is het noodzakelijk dat het ook helder is met welke risico’s de gemeente nog kan worden geconfronteerd. Het gaat hierbij om mogelijke uitgaven c.q. inkomsten waarvan de hoogte op voorhand niet kan worden vastgesteld. Voor zover risico’s wel financieel vertaald kunnen worden, zullen daarvoor bedragen van het eigen vermogen dienen te worden afgezonderd. Waar mogelijk zijn voor potentiële risico’s reeds voorzieningen getroffen. Deze blijven hier dan ook verder onvermeld. Primair dienen risico’s uiteraard zoveel mogelijk te worden beperkt of te worden voorkomen door zorgvuldigheid van procedures. Het is van belang om periodiek een zo breed mogelijke analyse van de risico's te maken welke de financiële zelfstandigheid van de gemeente in gevaar kunnen brengen. Onder risico wordt in dit verband verstaan ‘een niet door de gemeente te beïnvloeden gebeurtenis, onvoorspelbaar en onafwendbaar indien deze zich voordoet, met veelal financiële of materiële gevolgen die niet specifiek af te dekken zijn’. De financiële risico’s worden per beleidsveld nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Anders gezegd, een kwalificatie met ‘hoog’ impliceert dat het al bijna noodzakelijk is om voor dat risico een voorziening te treffen. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is. Thema milieu en leefomgeving Beleidsveld:
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
- (1) Grondexploitatie De kredietcrisis heeft ook in Bladel geleid tot vertraging van bijvoorbeeld woningbouwprojecten en van de verkoop van gemeentelijke bouwgrond. In de afgelopen jaren zijn gronden en opstallen gekocht om woningbouw mogelijk te maken. De bedoeling is om de aankopen te financieren door grondverkopen. Door de economische crisis schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. De rentekosten op deze projecten lopen echter gewoon door. Indien de reeds gerealiseerde kosten en de nog te verwachte kosten binnen de grondexploitatie niet meer terugverdiend kunnen worden door toekomstige grondverkopen is de gemeente verplicht tot het vormen van voorzieningen. Dit is een risico waar we nu al mee geconfronteerd worden. Dat kan, afhankelijk van de ernst en duur van de economische terugval, de winstpotentie van de grondexploitatie op de korte termijn nadelig beïnvloeden. De risico’s van kostenbegrotingen als gevolg van conjuncturele ontwikkelingen en stagnatie van de gronduitgifte schatten wij in, dat deze zich mogelijk kunnen afspelen binnen een bandbreedte van 10% en 15% van de boekwaarde van per ultimo 2013. Het risico wordt dan ingeschat op een bandbreedte van € 474.000,- tot € 711.000,-. Dit risico schatten wij als midden in. - (2) Actualisatie winstuitnames grondexploitatie De gemeente Bladel neemt tussentijds winst als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (laag risicoprofiel): 45 R2014.013b
• • • • •
Als de boekwaarde negatief (dus een positief resultaat) is en hoger is dan alle nog te maken kosten; Als de opbrengsten voor een bepaald gedeelte zijn gerealiseerd; Eventuele winstneming worden voor 90% meegenomen; Er worden geen verliezen verwacht op de andere deelprojecten of er zijn daarvoor voldoende voorzieningen getroffen. De boekwaarde per 31 december 2013 moet negatief zijn (negatief betekent dat de opbrengsten groter zijn dan de kosten dus dat er sprake is van winst).
Door economische factoren schuift de termijn van verkoop van gronden verder op. Dit heeft ook als consequentie dat de aanvankelijk geprognosticeerde winstuitnames, gelet op het vastgestelde beleid in de Nota Grondbeleid 2009, eerst later in de tijd genomen kunnen worden. Wij hebben nu rekening gehouden met een langere fasering in grond uitgifte en dalende grondprijzen, beide ingegeven door het huidige economische klimaat en de malaise in de woningbouw. Actualisatie van de betreffende exploitatieberekeningen noodzaken dat volgens de hiervoor genoemde voorwaarden de winstprognoses wederom bijgesteld moeten worden. Het mag duidelijk zijn dat deze bijstelling directe consequenties heeft voor de omvang van de algemene reserve. Voorts wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Beleidsveld:
Verkeer en vervoer
- (3) Natuurplagen Door ‘natuurplagen’ (processierupsen, kevers, rattenplagen, iep- en kastanjeziektes e.d.) zullen er in voorkomende gevallen extra onderhoudswerkzaamheden verricht moeten worden aan het openbaar groen en de bossen. Op basis van eerdere onderhoudswerkzaamheden wordt dit incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van ca € 15.000,- tot € 20.000,-. Voorts wordt voor de overige calamiteiten en claims een incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van ca € 10.000,- tot € 15.000,-. - (4) Gladheidbestrijding Gladheidbestrijding of winterdienst is een apart werkveld en het voorspellen van de duur van een winterperiode is erg moeilijk. Tijdens extreme situaties, bijvoorbeeld bij (hevige) sneeuwval in combinatie met strenge vorst, moet dan ook intensiever worden geschoven en gestrooid. Bij de beschikbare gestelde middelen wordt uitgegaan van normale (zachte) winterse omstandigheden. Zodra sprake is van extreme situaties kunnen de meerkosten oplopen tot het dubbele of drievoudige van het beschikbare budget. Gezien de omstandigheden in de afgelopen jaren hebben wij dat risico als midden ingeschat binnen een bandbreedte van ca € 15.000,- tot € 25.000,-. - (5) Gepland groot onderhoud (GGO) wegen Op 16 mei 2012 is in de gemeenteraad het beleidskader wegbeheer 2012-2016 gemeente Bladel ter kennisgeving aangeboden. Een adviesbureau heeft dit beleidskader opgesteld ter onderbouwing van de in het meerjarenprogramma opgenomen investeringen in het kader van wegbeheer op basis van het kwaliteitsniveau sober (6-). Daaruit blijkt dat de investeringsbehoefte voor Gepland Groot Onderhoud (GGO) in genoemde periode niet aansluit op de beschikbare financiële ruimte. Met het huidige investeringsvolume is het dus niet mogelijk alle gewenste werken uit te voeren en wanneer wordt gekozen om voor de komende periode het bestaande budget door te zetten, heeft dat negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het openbare wegennet in onze gemeente. Aanbestedingsvoordelen kunnen dat nadeel echter weer opvangen. Ook het oppakken van grootschalige integrale projecten binnen GGO waarbij diverse disciplines worden betrokken (werk met werk maken) neemt af. Het investeringsvolume wordt bepaald binnen een bandbreedte van ca € 0,- tot € 500.000,-. Het structurele risico kan dan op basis van een afschrijftermijn van 25 jaar bepaald worden op een bandbreedte van € 0,- tot 43.000,-. - (6) Overdracht beheerkosten openbare ruimte t.p.v. KBP Per 1 januari 2016 zal het beheer en onderhoud ter plaatse van het Kempisch Bedrijvenpark overgedragen worden aan de gemeente en ondergebracht moeten worden in de gemeentelijke beheerplannen. Dat leidt tot additionele structurele lasten voor o.a. openbare verlichting, openbaar groen, wegen, fietspaden en gladheidbestrijding. Op basis van een indicatieve inschatting dient t.z.t. rekening gehouden te worden met ca € 80.000,- extra onderhoudskosten wegen, fietspaden e.d. en ca € 200.000,- onderhoudskosten openbaar groen. Het is op dit moment nog niet bekend of het KBP daarvoor financiële compensatie zal/kan verstrekken. - (7) OmgevingsDienst Zuid Oost Brabant Met ingang van 1 juni 2013 is de OmgevingsDienst Zuid Oost Brabant (ODZOB) van start gegaan. De bestuurlijk-juridische verankering van de ODZOB vindt plaats op basis van een gemeenschappelijke regeling 46 R2014.013b
en individuele dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemers. In oktober 2013 werd er bij de ODZOB een tekort geprognosticeerd. Het dagelijks bestuur heeft inmiddels aangeven dat het tekort is weggenomen en 2013 een sluitend resultaat heeft. In 2013 heeft dit voor Bladel dus niet tot financiële consequenties geleid. Voor 2014 ligt een deel van het werkprogramma al vast. Er is een risico dat er gelet op de gewijzigde wet- en regelgeving minder aanvragen voor vergunningen zullen inkomen, waardoor het vastliggende bedrag aan basistaken niet zal worden gehaald. Of er ten aanzien van de inkomsten van de ODZOB in 2014 problemen zijn te verwachten, valt nu nog niet te zeggen. Het dagelijks bestuur van de ODZOB gaat er in ieder geval van uit dat in 2014 een sluitende begroting zal worden gerealiseerd. - (8) Afbouw Milieudienst SRE In 2013 is besloten dat een aantal taken van het SRE wordt overgedragen aan subregio’s en/of gemeenten. Deze overheveling van taken en de personele gevolgen leiden tot frictiekosten. Het voorstel van het SRE is dat gemeenten die personeel overnemen korting krijgen op de frictiekosten. De frictiekosten voor Bladel (zonder overname personeel) zullen ca € 15.000,- bedragen. Deze frictiekosten komen vanaf 2015 ten laste van de gemeenten. Het SRE gaat er in aannames van uit dat alle medewerkers binnen 5 jaar van werk naar werk zijn gegaan. Als deze aannames niet mogelijk blijken te zijn, zal dat t.z.t. tot hogere frictiekosten leiden. Thema mens en maatschappij Beleidsveld:
Maatschappelijke participatie
- (9) Wet werk en bijstand / schuldhulpverlening Het aantal aanvragen voor een WWB-uitkering neemt als gevolg van de huidige economische situatie toe. Ook steeds meer mensen die geen uitkering ontvangen doen een beroep op de schuldhulpverlening. Verder is nog onduidelijk wat de financiële consequenties zijn van de aanstaande invoering van de Participatiewet (per 1 januari 2015). Door voornoemde ontwikkelingen kan de bijdrage aan ISD de Kempen hoger uitvallen dan geraamd. - (10) Wet maatschappelijke ondersteuning De druk op Wmo-voorzieningen zal de komende jaren als gevolg van vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg toenemen. Bovendien gaat de aanstaande invoering van de Functie Begeleiding (per 1-1-2015) gepaard met een korting op het huidige begeleidingsbudget (AWBZ) (in het gemeentefonds, waar wij overigens rekening mee hebben gehouden in onze meerjarenraming). Het is onzeker of met de decentralisatie de financiële middelen daartoe toereikend voor zijn. De ISD-begroting gaat uit van een toename van het aantal aanvragen. Door het strikter toepassen van het (geldende) indicatieprotocol en het ‘kantelings- en eigen kracht principe’ (nadrukkelijker wijzen op voorliggende algemene voorzieningen en de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager en zijn/haar omgeving) wordt geprobeerd de toenemende vraag naar voorzieningen en de korting op het begeleidingsbudget en het budget voor de hulp bij het huishouden de komende jaren te compenseren. In 2013 is dat in ieder geval al gelukt met de hulp bij het huishouden. Het uiteindelijke resultaat van de indicatieprotocollen en de ‘kanteling’ voor de ISD-begroting wordt –met in achtneming van demografische ontwikkelingen- tov 2012 (geschat op): • + 1,5 % in 2014; • + 1,0% ultimo 2015, structureel vanwege vergrijzing. Periodiek monitoren wij of de hiervoor genoemde aannames gerealiseerd worden. Beleidsveld:
Sociale samenhang en leefbaarheid
- (11) Uitvoering sociaal statuut KCMD Door een van de medewerkers van KCMD is bezwaar ingediend tegen de uitwerking voor deze persoon van het sociaal statuut. Hij beroept zich op de zogenaamde Vendrikregeling. Hierdoor zou de gemeente verplicht zijn om volledige salariskosten inclusief opbouw van pensioen door te betalen tot de 65 jarige leeftijd. Na advies van de huisadvocaat heeft het college besloten om niet akkoord te gaan met een voorgestelde afkoopsom. De rechter heeft in februari 2011 uitspraak gedaan in het voordeel van KCMD (lees: gemeente). En de betreffende medewerker is dus door de rechtbank 's-Hertogenbosch in het ongelijk gesteld. De eiser heeft echter besloten in hoger beroep te gaan. Het Hof heeft hierop op 3 april 2012 uitspraak gedaan en de betreffende medewerker in het gelijk gesteld. Vervolgens hebben zowel KCMD als de medewerker gelegenheid gehad zich uit te laten over het juiste bedrag om het nadeel te compenseren dat betreffende medewerker lijdt doordat hij niet de mogelijkheid heeft om van het Vendrikeffect gebruik te maken. 47 R2014.013b
In de begroting 2014 hebben wij aangegeven dat het Hof op 13 augustus 2013 arrest te zullen wijzen en dus het financiële nadeel vastgesteld zou worden. De datum van de einduitspraak is echter wederom uitgesteld. Vooralsnog heeft het Hof het arrest aangehouden tot 28 januari 2014. Over de te verwachten kosten voor de gemeente kan dus nog niets verteld worden. Ook is nu nog niet bekend of deze uitspraak ook van toepassing is voor andere oud-medewerkers van KCMD. - (12) BTW-afdracht over bijdragen aan de gemeenschapshuizen Onze accountant heeft een onderzoek ingesteld naar de BTW-situatie per gemeenschapshuis. Er is niet alleen gekeken naar eventueel noodzakelijke correcties. Ook de mogelijkheden om te komen tot BTWoptimalisatie zijn onderzocht. Momenteel worden de resultaten door met de beherende instellingen en de Belastingdienst afgestemd. Of en in welke mate eventuele correcties financiële consequenties hebben, zal eerst dan blijken. MFA’s zijn er op gewezen dat ze de Belastingdienst nadere gegevens aan moeten leveren. Afhandeling wordt verwacht in het voorjaar 2014. - (13) Realiseren turntrainingsfaciliteit voor gym- en turnvereniging Avanti-Turnivo te Bladel In 2009 werd door de raad binnen de gemeentebegroting een bedrag geoormerkt voor de bouw van een nieuwe sporthal. Ten tijde van dit besluit werd door Avanti-Turnivo nogmaals verzocht om voor de gym- en turnvereniging in Bladel een turntrainingsfacilteit te realiseren. De gemeente heeft vervolgens onderzocht of deze voorziening in / aan / bij de nieuwe sporthal zou kunnen worden ingepast. Dat bleek uiteindelijk vanwege de beperkte beschikbare ruimte niet mogelijk. Het Pius X-college heeft daarop aangegeven mogelijk een oplossing te kunnen bieden door één van haar bestaande gymlokalen beschikbaar te stellen. Het Pius-X college, Avanti-Turnivo en de gemeente gaan nu gezamenlijk onderzoeken in hoeverre met die optie een adequate trainingsfaciliteit mogelijk wordt. Daartoe hebben partijen een intentieovereenkomst ondertekend. Voor deze voorziening zijn nog geen middelen geoormerkt in de meerjarenbegroting. Beleidsveld:
Bestuur
- (14) Wachtgelden wethouders Het is mogelijk dat een wethouder wegens een politiek conflict of in verband met verkiezingen uit het college stapt met recht op wachtgeld. Bij vertrek van één wethouder kan het risico voor het eerste jaar bepaald worden op € 50.000,- en voor het tweede jaar op € 43.000,-. - (15) Verbonden partijen i.c. gemeenschappelijke regelingen De veronderstelling, dat het uitoefenen van taken door gemeenten gezamenlijk in een regio voor de gemeenten (en haar inwoners) financiële voordelen oplevert, kan niet in alle gevallen als een juiste worden onderkend. De bestuurlijke invloed van een individuele gemeente op het beleid van een eenmaal ingesteld lichaam is veelal beperkt. Aan dit gegeven is het bezwaar verbonden, dat samenwerkingsverbanden door het vormen van reserves e.d. een eigen financieel beleid gaan voeren; dus in feite een stukje financieel beleid van de aangesloten gemeenten overnemen. De deelnemende gemeenten blijven echter wel zelf verantwoordelijk voor alle schulden en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling of andere verbonden partijen. In zijn algemeenheid moet opgemerkt worden dat er op het gebied van verbonden partijen weinig risicomanagement is toe te passen, omdat ze buiten de directe invloedsfeer van de gemeente vallen. Door beleid op te stellen ten aanzien van het maken van bestuurlijke en financiële prestatie-afspraken met verbonden partijen kunnen genoemde risico’s beheersbaar worden gemaakt. - (16) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Risico is vervallen, omdat de lasten verwerkt worden in de perspectiefnota 2014. - (17) Samenwerking Kempengemeenten Door de steeds verder gaande samenwerking binnen de Kempengemeenten zal dat gevolgen hebben voor de formatieomvang binnen onze gemeente. Diverse (beleids)functies zullen dan ondergebracht worden binnen de SK. Dit zal gevolgen hebben voor het totaal van de interne kostenverdelingen, omdat werkplekken niet meer bemenst zijn. We moeten ons dan afvragen of de interne kostenverdeling nog wel op een realistische wijze kostendekkend gerealiseerd kan worden. De overheadkosten kunnen immers over minder aantallen fte’s verdisconteerd worden, met als gevolg aanzienlijke stijging van uurtarieven. - (18) Inschatting hoogte algemene uitkering Binnen het gemeentefonds zijn er voortdurend ontwikkelingen die de hoogte ervan beïnvloeden. Ten eerste is de omvang van het gemeentefonds afhankelijk van de hoogte de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Daarnaast zijn de maatstaven aan de hand waarvan de algemene uitkering wordt berekend telkens aan verandering onderhevig. 48 R2014.013b
Bij het opstellen van de begroting moeten zowel de totale omvang van het gemeentefonds als het aandeel van de eigen gemeente daarin worden ingeschat. Bepaalde maatstaven kunnen niet door de gemeente zelf worden beïnvloed en (dus) ook niet goed worden ingeschat (bijv. regionaal klantenpotentieel). De hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is daarom met risico’s omgeven. Hierbij worden de risicobedragen die zich mogelijk kunnen afspelen bepaald tussen een bandbreedte van 1% en 7½% van de jaarlijks te ontvangen algemene uitkering. Het risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 164.000,- tot € 1.232.000,-. - (19) Gemeentegaranties Gemeenten zijn per 1 januari 2011 uit de achtervang voor nieuwe hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) getreden. Dat is de uitkomst van een jarenlange discussie tussen de VNG en het Rijk. De financiële risico’s die gemeenten lopen door de achtervangpositie vindt de VNG onverantwoord. Concreet betekent dit dat alle gemeenten uittreden voor nieuwe garanties vanaf 2011. De achtervangpositie van gemeenten voor bestaande NHG-hypotheken blijft bestaan. Het bestaande vermogen van het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) blijft beschikbaar voor alle NHG-hypotheken van zowel vóór als na de datum waarop gemeenten uittreden uit de achtervangpositie. Met de beëindiging van de achtervangpositie van gemeenten voor nieuwe NHG-hypotheken zijn de risico’s voor gemeenten verder beperkt. Hoewel wij de kans dat de gemeente wordt aangesproken op garantstellingen niet groot achten, houden wij het risicobedrag vooralsnog vast op een bandbreedte van € 50.000,- tot € 150.000,- voor de afdekking van risico’s van de bestaande NHG-hypotheken. - (20) Personeelsvoorzieningen In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever maximaal twee jaar het salaris aan de betrokken werknemer doorbetalen. Wanneer zich een geval van ziekte voordoet, waarvoor vervanging nodig is, kost dit de gemeente extra geld. De komende 10 jaar zal ongeveer 41% van de medewerkers uitstromen omdat zij met pensioen gaan. De uitstromende medewerkers bezitten veel kennis, die zij moeten overdragen of wij zullen die moeten inkopen (bijv. door opleidingen of inhuur van derden). Daarnaast geldt er binnen onze organisatie ook een behoorlijke mate van kwetsbaarheid ten aanzien van specifieke kennis, omdat deze ingevuld worden door zgn. “éénmensfuncties”. Het financieel risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 50.000,- tot € 100.000,-. Door uw raad noodzakelijk en wenselijk geachte activiteiten (maar ook de reguliere werkzaamheden) moeten veelal (mede) worden gerealiseerd via inzet van de ambtelijke medewerkers in onze steeds ‘krapper’ wordende organisatie. Om alles tijdig te realiseren moet er evenwicht zijn tussen de te leveren prestaties en de beschikbare menskracht. Het is de taak van ons college om samen met het management dit evenwicht te zoeken en te handhaven. Waar dat niet mogelijk is zullen keuzes onvermijdelijk zijn. - (21) Risico’s op eigendommen De gemeente Bladel wordt ook steeds meer geconfronteerd met toenemende vernielingen aan de gemeentelijke eigendommen. Daar de dader(s) vaak niet meer te achterhalen zijn kunnen de kosten van herstel niet in alle gevallen verhaald worden. Op basis van uitgevoerde risico-analyses uit het verleden wordt dit incidenteel risico ingeschat op een bandbreedte van € 15.000 tot € 25.000,-. - (22) Risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering Deze categorie bestaat zowel uit interne als externe risico’s. Interne risico’s hebben betrekking op de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle. Ter dekking van externe risico’s is een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Aansprakelijkheidsstellingen / procedures Verwacht wordt, gelet op de landelijke ontwikkelingen, dat de risico’s met betrekking tot de aansprakelijkheid zullen toenemen. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuw Burgerlijk Wetboek (risico aansprakelijkheid), invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht (aanzienlijke versterking van de positie van de burger ten opzichte van de overheid) en de toenemende juridificering van de samenleving. De risico’s betreffende aansprakelijkheidsstellingen zijn aanzienlijk, zodat het van groot belang is om schadepreventief te werken. Goed en regelmatig onderhoud van wegen, het nauwkeurig naleven van (ruimtelijke) procedures met betrekking tot verlening van vergunningen, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten.
49 R2014.013b
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Vanaf 1 oktober 2009 geldt de “Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen”. Met deze wet wordt de Algemene wet bestuursrecht aangevuld. Het doel van deze wet is het bevorderen van het tijdig beslissen door de overheid. De wet moet een einde maken aan het ongestraft overschrijden van beslistermijnen door de overheid. De instrumenten die de burger hiervoor in handen krijgt, zijn: 1. Het bestuursorgaan wordt een dwangsom verschuldigd voor elke dag dat de beslissing uitblijft, wanneer een beslissing op een aanvraag niet tijdig is genomen. 2. De aanvrager kan direct in beroep gaan bij de bestuursrechter zonder eerst bezwaar te hoeven maken. Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (SK) Binnen de SK gaan substantiële bedragen om. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat binnen de constructie van een gemeenschappelijke regeling, de gemeente Bladel slechts 1 stem van de 5 heeft en dat het bestuur van de GR verplichtende uitgaven kan doen. Een en ander houdt een risico in. Dit kan zich manifesteren op het gebied van opgelegde bezuinigingen. De gemeente boekt deze in, maar is echter afhankelijk van de SK wat betreft realisatie. Wanneer de bezuinigingsopgave niet wordt gerealiseerd, heeft dat effect op het resultaat van de gemeente Bladel. Wij schatten de risico’s vooralsnog op pm. - (23) Consequenties Wet Houdbare OverheidsFinanciën De financiële crisis in Europa zorgt ervoor dat Europa de richtlijnen over de overheidsfinanciën aangescherpt heeft. Nederland heeft deze recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opgenomen in de Wet houdbare overheidsfinanciën. De Wet HOF stelt dat de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen. In een afgesloten financieel akkoord is afgesproken dat in deze kabinetsperiode van een sanctie wordt afgezien zolang er geen sanctie uit Europa volgt. Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering In onderstaand tabel is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is. nr.
(a)
omschrijving
(b)
geraamde omvang *
(c)
kans 25%
50%
75%
(d)
(e)
(f)
474 – 711
kans x effect incidenteel (d, e of f x g)
kans x effect structureel (d, e of f x g)
(g)
(h)
(i)
593
296
1
Grondexploitatie
2
Winstneming grondexploitatie
3
Natuurplagen
25 - 35
x
30
15
4
Gladheidbestrijding
15- 25
x
20
10
5
Gepland groot onderhoud wegen
0 - 43
x
21
11
6
Beheerkosten KBP
210
158
7
ODZOB
pm
x
pm
8
Afbouw Milieudienst SRE
pm
x
pm
9
WWB / schuldhulpverlening
pm
10
Wmo
pm
11
KCMD
pm
12
BTW gemeenschapshuizen
pm
13
Turnaccommodatie AvantTurnivo
pm
x
pm
14
Wachtgelden wethouders
50 – 50
x
50
pm
x
gemiddeld effect (c : 2)
x
pm
140 - 280
x
x
pm x x
x
pm pm
50 R2014.013b
pm
25
15 16 17 18
Verbonden partijen Basisregistratie Grootschalige Topografie Samenwerking Kempengemeenten Inschatting algemene uitkering
pm
x
pm
vervallen pm
x
pm
164 – 1.232
x
698
175
x
100
25
19
Gemeentegaranties
50 - 150
20
Personeelsvoorzieningen
50 - 100
x
75
56
21
Risico’s eigendommen
15 - 25
x
20
15
22
Risico’s bedrijfsvoering
pm
23
Wet houdbare overheidsfinanciën
pm
Ondergrens risico’s
983
Bovengrens risico’s
2.651
x
pm x
Totaal gemiddelde risico’s
pm
pm
1.817
Totaal na kansberekening
442
344
*) bedragen x € 1.000,-. De omvang van de geïnventariseerde risico’s beweegt zich tussen een bedrag van € 983 duizend en een bedrag van € 2.651 duizend. Indien alle risico’s zich tegelijk zouden voordoen, gaat het gemiddeld dus om een bedrag van € 1.1817 duizend. Maar de kans hierop is niet erg waarschijnlijk. Uitgaande van de gemiddelde omvang en de geraamde ‘kansen’ bedraagt het totaal aan de nu geïnventariseerde risico’s een aanzienlijk lager bedrag: gemiddeld € 786 duizend, waarvan een deel incidenteel (€ 442 duizend) en een deel structureel (€ 344 duizend). Overigens suggereren deze bedragen een nauwkeurigheid die zich absoluut niet voordoet; het is de toevallige uitkomst van een kansberekening en niet een met zekerheid te voorspellen uitkomst. Met de beschikbare algemene reserve en de gemiddeld gekwantificeerde risico’s heeft de gemeente in 2013 voldoende weerstandsvermogen om de risico’s af te dekken.
A. gemiddeld gekwantificeerde risico's = o.b.v. jaarrekening 2013: 1.817
B. noodzakelijke omvang algemene reserve = factor 1,4 x 1.817 = 2.544
C. gerealiseerde omvang algemene reserve 3.034
D. ratio weerstandsvermogen = C : B 3.034 : 2.544 = 1,19
Noot: gerealiseerde omvang algemene reserves is exclusief bestemming rekeningresultaat. De bestemming van het rekeningresultaat werkt vanzelfsprekend wel door naar de begroting 2014 en volgende jaren.
51 R2014.013b
(bedragen x € 1.000,-)
rekening 2013
begroting 2014
begroting 2015
begroting 2016
begroting 2017
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
a. ijzeren voorraad b. noodzakelijke omvang (voldoende)
1.544
1.508
1.508
1.508
1.508
c. totaal noodzakelijke omvang
2.544
2.508
2.508
2.508
2.508
d. geïnventariseerde risico's
899
899
899
899
899
e. stand algemene reserve begin van het jaar
2.105
3.034
3.820
2.953
3.462
f. stand algemene reserve eind van het jaar
3.034
3.820
2.953
3.462
4.304
1,19
1,52
1,18
1,38
1,72
voldoende
ruim voldoende
voldoende
voldoende
ruim voldoende
g. ratio algemene reserve eind van het jaar f / c h. betekenis
4.3 Lokale heffingen
4.3.1 Algemene uitgangspunten De lokale heffingen vormen een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente. Inzicht in de omvang, werking en reikwijdte van deze heffingen zijn belang voor uw raad omdat die immers veelal de enige mogelijkheid vormen om aanvullende wensen te kunnen verwezenlijken. Deze paragraaf heeft betrekking op de in de gemeente Bladel geheven belastingen en heffingen en de betekenis daarvan voor de gemeente. Per heffing wordt ingegaan op het beleid, de geraamde en de gerealiseerde uitgaven en inkomsten. Tevens wordt ingegaan op het kwijtscheldingesbeleid. Elke gemeentelijke heffing vindt zijn grondslag in de Gemeentewet. De verordeningen zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld, vormen het beleidskader voor de uitvoering door het college, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 2 Trendmatige verhoging (inflatiecorrectie) van de onroerende zaakbelastingen Kostendekkende tarieven Compensabele BTW wordt doorberekend in de tarieven. Het beleid met betrekking tot lokale heffingen is vastgelegd in (beleids)nota’s en/of verordeningen.
4.3.2 Belastingen Bladel kent twee heffingen waarvan de aanwending vrij is. Naast de onroerende zaakbelasting gaat het om de toeristenbelasting. Met ingang van 2009 heffen we geen forensenbelasting meer. Onroerende zaakbelastingen De basis voor de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen wordt bepaald door de totale waarde van de onroerende zaken binnen onze gemeente naar waardepeildatum 1 januari 2012. De WOZ-beschikkingen en aanslagen onroerende-zaakbelastingen zijn met dagtekening 28 februari 2013 verzonden. Er zijn 272 bezwaren tegen de WOZ-waarde van onroerende zaken in de WOZ-beschikkingen binnengekomen. Het aantal WOZ-bezwaarschriften in 2012 bedroeg 178. De toename van het aantal bezwaarschriften is voornamelijk te wijten aan een enorme aandacht vanuit de media en de toename van professionele nocure/no-pay bedrijven. Van de bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikking zijn er 47% toegekend en 53% ongegrond verklaard. In het voorgaande jaar bedroegen deze percentages respectievelijk 57% en 43%. Bezwaren worden toegekend als een inwoner bijvoorbeeld op grond van de werkelijke verkoopprijs aantoont dat de waarde lager ligt dan de WOZ waarde. Het gevolg hiervan is dat aanslagen worden aangepast. In de raming is rekening gehouden met het toekennen van bezwaren. De werkelijke belastingopbrengst komt nagenoeg overeen met de geraamde opbrengst. De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:
2
Bijkomend uitgangspunt is dat afvalstoffenheffing, rioolheffingen en onroerende zaakbelastingen in totaal niet meer verhoogd wordt dan met een inflatiecorrectie.
52 R2014.013b
Onroerende-zaakbelasting
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Werkelijk 2013
Verschil
Eigenaar woningen Eigenaar niet-woningen Gebruiker niet-woningen Totaal onroerende zaakbelastingen
1.877.000 783.000 597.000 3.257.000
1.953.000 811.000 644.000 3.408.000
1.954.000 816.000 635.000 3.405.000
1.000 5.000 -9.000 -3.000
Toeristenbelasting De toeristenbelasting wordt in Bladel geheven per overnachting. De toeristenbelasting is een algemene belasting en daarom geen maximumtarief. De trend van de laatste jaren is dat het aantal overnachtingen fluctueert, zodat de opbrengst (exploitatie) wisselt. Voor de toeristenbelasting wordt in beginsel uitgegaan van het gemiddelde tarief van Nederland ad € 1,31 (peildatum 2010). De tarieven worden over de periode 2012 t/m 2014 gefaseerd verhoogd naar dit tarief. Vanaf 2015 wordt het tarief verhoogd naar het gemiddelde tarief van 2012. Het tarief voor 2013 bedraagt voor verblijf in vaste onderkomens € 1,20 per overnachting. Voor het verblijf in mobiele onderkomens bedraagt het tarief € 1,10. Het forfaitaire tarief voor een periode van ten hoogste 6 maanden is gerelateerd aan 120 overnachtingen (seizoenplaats). Een periode langer dan zes, maar ten hoogste twaalf maanden is gerelateerd aan 180 overnachtingen (jaarplaats). Toeristenbelasting Toeristenbelasting 2013 Toeristenbelasting afwikkeling vorige jaren Totaal toeristenbelasting
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Werkelijk 2013
Verschil
800.000 -73.000 727.000
874.000 26.000 900.000
874.000 26.000 900.000
0 0 0
Over 2013 is een bedrag van € 900.000,- aan toeristenbelasting verantwoord (Het Vennenbos: € 720.000,- + overige recreatiehouders € 154.000,- en € 26.000,- wegens afrekening 2012). De definitieve oplegging van de aanslagen 2013 zal in het voorjaar van 2014 plaatsvinden. De hieruit voortvloeiende meer- of minderopbrengsten zullen bij de perspectiefnota 2014 in beeld worden gebracht.
Precariobelasting Het is mogelijk om voor het gebruik van gemeentegrond precariobelasting te heffen. De belasting is verschuldigd als een ondernemer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft (bijvoorbeeld terras, luifel, uithangborden e.d.). De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen. Aanvankelijk was in de begroting uitgegaan dat voor de invoering van precariobelasting voor terrassen een opbrengst gegenereerd kan worden van € 15.000,-. In de najaarsnota 2013 is gemeld dat een nieuwe marktconforme gebruiksvergoeding in voorbereiding is. Verwacht wordt dat dit daarom eerst met ingang van 2014 tot opbrengsten zal leiden.
4.3.3 Rioolheffing Vanaf 2000 geldt dat de hoogte van het rioolheffing afhankelijk is van het waterverbruik. Vanaf dat jaar wordt voor iedere m³ water een tarief voor het rioolrecht in rekening gebracht. Hierdoor wordt beoogd dat de waterverbruikers zich beter bewust worden van de hoeveelheid water die wordt verbruikt. Zo wordt aansluiting gezocht bij het overheidsstreven om het waterverbruik terug te dringen. Op basis van het gemeentelijke rioolbeheersplan (GRP) is een meerjarige tariefsberekening gemaakt. Bij de vaststelling van het GRP is gekozen voor een ingroeivariant waardoor in een tijdsbestek van 10 jaar tot een kostendekkend tarief zou worden gekomen. Het ingroeipercentage is opnieuw bepaald en bedraagt gemiddeld 3,38% (2012 5,96%) per jaar. De opbrengst rioolheffingen over 2013 bedraagt in totaliteit € 2.045.000,-. De opbrengst blijft aanzienlijk achter ten opzichte van de raming. Uit een eerste analyse van de opbrengsten 2011 t/m 2013 blijkt dat er sprake is van een structureel lagere opbrengst als gevolg van een lagere afname van het waterverbruik welke niet in de tariefstelling van de rioolheffing met betrekking tot deze jaren is vertaald. De tarieven rioolheffing zijn de afgelopen jaren (t/m 2013) becijferd op een netto waterverbruik van 1.100.000 m³. In samenhang met de opstelling van het nieuwe vGRP 2015-2019 wordt nader onderzocht op welke wijze de financiële effecten van een structureel lager waterverbruik kunnen worden verdisconteerd in het tarief rioolheffing voor 2015 en volgende jaren.
53 R2014.013b
Rioolheffing
Verschil 2012
Begroot 2013
Werkelijk 2013
Verschil 2013
Lasten inclusief compensabele BTW Baten Saldo eg. voorziening onderhoud riolering
174.000 -225.000 -51.000
-2.401.000 2.189.000 -212.000
-2.122.000 2.048.000 -74.000
279.000 -141.000 138.000
(- = nadeel en + = voordeel)
In de lasten is rekening gehouden met de lasten van kwijtschelding ad € 14.000,- en de BTW-component ad € 93.000,-. Als gevolg van het BTW-compensatiefonds (BCF) is de BTW compensabel. Deze component mag wel in de tariefberekening betrokken worden. De baten bestaan uit de opbrengst rioolheffing en de vergoeding voor werken voor derden (aansluitingen e.d.). Het saldo van de exploitatie van de riolering ad € 138.000,- wordt verrekend met de egalisatievoorziening rioolheffing.
4.3.4 Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing wordt aangewend ter dekking van de kosten van verwijdering van huishoudelijk afval. De tarieven worden berekend op basis van 100% kostendekkendheid. Bij de lasten is, evenals bij de rioolheffingen, rekening gehouden met de kwijtschelding ad € 13.000,- en de BTW-component ad € 211.000,-. Het aandeel van veeg- en zwerfvuil bedaagt € 52.000,-. De baten bestaan uit de opbrengst afvalstoffenheffing, milieupassen, project zwerfvuil, oud papier en poorttarieven milieustraat. Daarnaast wordt een inzamelvergoeding ontvangen voor de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsmaterialen uit huishoudens. Het saldo van de exploitatie van de onderhavige functie ad € 34.000,- wordt verrekend met de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. De opbrengst afvalstoffenheffing over 2013 bedraagt in totaliteit € 1.021.000,-. Afvalstoffenheffing
Verschil 2012
Begroot 2013
Werkelijk 2013
Verschil 2013
Lasten inclusief compensabele BTW Baten Saldo eg. voorziening afvalstoffenheffing
-48.000 268.000 220.000
-1.438.000 1.366.000 -72.000
-1.461.000 1.423.000 -38.000
-23.000 57.000 34.000
(n = nadeel en v = voordeel)
4.3.5 Ontwikkeling belastingdruk Rekening houdend met een gemiddelde waarde van woningen van € 287.000,- een waterverbruik van gemiddeld 168 m³ per gezin (4 personen) als grondslag voor de berekening van de rioolheffing en een gemiddeld aantal ledigingen van 16 per perceel (140 liter: 4 GFT en 12 restafval) bij de afvalstoffenheffing kunnen de gemiddelde woonlasten berekend worden zoals in de navolgende tabellen zijn opgenomen. In onderstaand overzicht zijn de woonlasten berekend naar het nieuw gemiddeld waterverbruik en het nieuw gemiddeld aantal ledigingen. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van de tarieven 2013 ten opzichte van 2012 weergegeven. In totaliteit stijgt de totale lastendruk met gemiddeld € 14,52 per huishouden ten opzichte van 2012. Dit komt neer op 2,05% en blijft daarmee ruim binnen de kaders uit het raadsprogramma. Ontwikkeling belastingdruk
Tarief 2012 Tarief 2013
Onroerende zaakbelasting: eigenaar woningen op basis van gemiddelde waarde Afvalstoffenheffing op basis van 16 ledigingen (4 GFT en 12 restafval) Rioolheffing op basis van 168 m³ Totaal per huishouden
236,00 151,40 322,56 709,96
241,00 149,16 334,32 724,48
4.3.6 Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid Voor de minder draagkrachtigen bestaat de mogelijkheid in aanmerking te komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid aangezien deze sterk is gekoppeld aan normen die door het rijk worden opgelegd. Dit is een gevolg van de centraal geleide inkomenspolitiek. Bij besluit van 20 december 2001 heeft de raad de “kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen” vastgesteld. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen.
54 R2014.013b
Voor de afvalstoffenheffing omvat de kwijtschelding het jaarlijkse vastrecht, alsmede de kosten van het ledigen van maximaal 20 ledigingen op jaarbasis. De kwijtschelding bedroeg in 2013 € 13.000,-. De kwijtschelding voor de rioolheffing wordt bepaald op basis van het waterverbruik van maximaal 50 m³ per gezinslid per jaar naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar. Deze kwijtschelding bedroeg in 2013 € 14.000,-. De totale kwijtschelding bedraagt derhalve € 27.000,- (2012: € 26.000,-).
4.4 Bedrijfsvoering
In de thema’s en beleidsvelden staat de dienstverlening aan afnemers (o.a. burgers, bedrijven en instellingen) centraal, waarbij de bedrijfsvoering de uitvoering van de thema’s en beleidsvelden ondersteunt en faciliteert. In deze paragraaf wordt beschreven wat gerealiseerd is op het gebied van bedrijfsvoering voor het jaar 2013. Aan de orde komen achtereenvolgens het organisatiebeleid, personeelsgegevens ambtelijke organisatie en overige bedrijfsvoeringsinformatie.
4.4.1 Organisatiebeleid In deze paragraaf wordt beschreven wat gerealiseerd is op het gebied van de doorontwikkeling van de organisatie, samenwerking binnen de Kempengemeenten en overige samenwerkingsvormen. 1. Doorontwikkeling organisatie Vanaf begin 2011 staat de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie hoog op de agenda. Nadat we in de jaren 2011 en 2012 vooral hebben gewerkt aan het formuleren van de kaders voor de doorontwikkeling van de organisatie Bladel (o.a. Koepelplan, Ontwikkelstrategie, Managementfilosofie, hoofd- en fijnstructuur, Plan van aanpak KCC) stond 2013 in het teken van de uitvoering. We zijn van 6 afdelingen en 1 projectbureau naar een 3 afdelingenmodel gegaan. Binnen de afdelingen Dienstverlening, Ontwikkeling en Bedrijfsvoering werken onze medewerkers integraal samen aan de producten, diensten en projecten. De afdelingshoofden voor de nieuwe structuur zijn benoemd en ook zijn voor de teams binnen de afdelingen teamcoördinatoren benoemd. We zijn er trots op dat deze teamcoördinatoren uit onze eigen formatie zijn gekomen. Talentontwikkeling krijgt op die manier in de praktijk ook echt kleur. Een resultaat om trots op te zijn. Hieronder wordt concreet aangegeven wat in 2013 is gerealiseerd: - Het strategisch opleidingsplan is vastgesteld waarin de organisatiebrede trainingen worden beschreven op het gebied van de doorontwikkeling van de organisatie. - Onze beleidsmedewerkers doorlopen een trainingstraject waarin ze tools aangeboden krijgen om de regisserende gemeente die we willen zijn te vertalen in beleidsprocessen. - De mandaatregeling, het organisatiebesluit en de budgethoudersregeling zijn aangepast aan de nieuwe structuur. - De rol van het management is verlegd van sturing op inhoud naar sturing op beleidsprocessen, die een integrale aanpak nodig hebben. - Daarnaast is een belangrijke taak van het nieuwe managementteam (MT) het coachen en ontwikkelen van medewerkers. Dit krijgt o.a. vorm in de periodieke functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin afdelingshoofd en individuele medewerker afspraken maken over de door de medewerker te bereiken resultaten en zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. - College en MT houden periodiek themabijeenkomsten op belangrijke onderwerpen, waarbij bestuurlijke denklijnen en ambtelijke advisering in een vroeg stadium met elkaar worden uitgewisseld. - Waar het de cultuur betreft streven we naar een organisatie waarin medewerkers elkaar op gewenst en ongewenst gedrag aanspreken. Het geven en ontvangen van feedback is hierbij een belangrijk instrument. In november 2013 hebben we samen met de medewerkers in de klankbordgroep het bureau geselecteerd dat ons gaat trainen in het geven en ontvangen van feedback. e - Het MT heeft een voorbeeldfunctie naar de medewerkers toe. We hebben in het 4 kwartaal al een start gemaakt met het investeren in teamvorming. Dit is een essentieel onderdeel in het managementdevelopmenttraject waarvoor het MT periodiek tijd vrij maakt. - Voor de afdelingshoofden zijn individuele coachtrajecten opgestart, waarvoor de kaders door secretaris en afdelingshoofd zijn gesteld. - Het MT en de teamcoördinatoren komen periodiek bij elkaar om organisatiebrede onderwerpen samen te bespreken. - Het MT zoekt steeds mogelijkheden om leeftijdbewust personeelsbeleid toe te passen als zich kansen voordoen. Zo zijn de functies van de teamcoördinatoren ingevuld vanuit de bestaande formatie en zijn (jonge) medewerkers doorgestroomd. Ook heeft verschuiving van taken plaatsgevonden tussen medewerkers onderling waarbij tegemoet is gekomen aan ontwikkelingskansen.
55 R2014.013b
- In een goed overleg met MT en college hebben we een bezuiniging op bedrijfsvoering en personeel doorgevoerd van € 1,3 miljoen. - We hebben een start gemaakt met het gebruik van social media door de gemeentelijke organisatie. Dienstverlening behoort tot de corebusiness van de organisatie Bladel. De centrale balie ontwikkelt steeds verder door tot Klant Contact Centrum (KCC) waar zoveel mogelijk standaardvragen in één keer worden afgehandeld, zodat onze klanten niet hoeven te “shoppen” in onze organisatie op zoek naar het juiste antwoord. Eind 2013 hebben we de activiteitenplanning KCC vastgesteld. In 2013 zijn taken van het KCC uitgebreid. Een mooi voorbeeld is de coördinatie van de Buurtpreventie die vanuit het KCC wordt ingevuld. Steeds meer wordt geprobeerd om onder andere verbinding te leggen tussen onze website en de wensen van de klant. Ook op het gebied van afval, vergunningverlening, muzieksubsidies en de burgerlijke stand zijn al werkzaamheden overgegaan naar het KCC. Eind 2013 heeft ons college het concernplan 2014 vastgesteld. In dit plan staan de acties beschreven die we samen met onze medewerkers oppakken om steeds meer toe te groeien naar de organisatie die we willen zijn: een organisatie die klantgerichtheid en dienstverlening hoog in het vaandel heeft staan, met medewerkers die flexibel weten in te spelen op de veranderingen en dynamiek in de samenleving. Tussen de secretaris en de afdelingshoofden zijn daarnaast afdelingsplannen 2014 overeengekomen. Concernplan en afdelingsplannen vormen de sturingsinstrumenten voor de activiteiten van de ambtelijke organisatie. Bij alle acties die we ondernemen is het meenemen van onze eigen medewerkers essentieel. Het moet geen proces worden van de “top” van de organisatie, maar gedragen worden door onze medewerkers. Zij zijn de succesfactor. Periodiek overlegt de gemeentesecretaris met de groep medewerkers die in de zgn. klankbordgroep meedenken en meepraten over de acties op het brede terrein van de organisatieontwikkeling.
2. Samenwerking Kempengemeenten Algemeen In juni 2012 heeft het Algemeen bestuur van de kempensamenwerking (zijnde de colleges van burgemeester en wethouders) aan een werkgroep “Vernieuwing en versnelling” de opdracht gegeven te komen tot een plan voor doorontwikkeling van de kempensamenwerking. Deze werkgroep (samengesteld uit 4 wethouders, 2 burgemeesters, 1 secretaris en de ambtelijk secretaris van de kempensamenwerking) heeft het advies uitgebracht te komen tot een ambtelijke fusie tussen de 5 Kempengemeenten. Zoals bekend heeft dit advies niet geleid tot een nieuwe koers voor de kempensamenwerking. Begin 2013 is een nieuwe werkgroep aan de slag gegaan. Deze werkgroep heeft een advies uitgebracht onder de naam “Kempengemeenten gaan voor verbinding”. Tijdens de thema-avond bestuurlijke kwesties d.d. 23 januari 2014 is het thema samenwerking besproken. Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Met de 4 Kempengemeenten (Oirschot, Reusel-De Mierden, Eersel en Bladel) zijn we in 2013 gestart met het proces om te komen tot samenvoeging van de VTH taken en het personeel binnen de 4 Kempengemeenten. In de commissie MAZ van november 2013 is meegedeeld dat het college van de gemeente Bladel heeft uitgesproken niet verder te willen met het samenvoegen van de VTH taken in de huidige vorm. Het college heeft dit middels een brief kenbaar gemaakt aan de andere colleges van de Kempengemeenten. De gemeenteraad van Bladel heeft ook een kopie van deze brief ontvangen. We beraden ons momenteel hoe thans de VTH taken op het door het rijk voorgestelde kwaliteitsniveau in te richten. Personeel & Organisatie (P&O) Gesprekscyclus HRM In 2012 is een begin gemaakt met de zogenaamde Kempenbrede OFB-systematiek (Ontwikkelen, Functioneren en Beoordelen). Uit de evaluatie is gebleken dat nog niet overal gewerkt werd met deze systematiek. Daar waar dit wel gebeurt, wordt dit als zinvol ervaren. Het gespreksformulier is als gevolg van de evaluatie sterk vereenvoudigd.
Integriteitbeleid Rond integriteitaspecten is beleid geformuleerd en zijn regelingen vastgesteld. Een belangrijk onderdeel was het afleggen van de ambtseed/belofte. Nu is dat overal geregeld. Ziekteverzuim In de meeste Kempengemeenten was het verzuim hoger dan het landelijk gemiddelde. Hierop is actie ondernomen met als kern: grotere en explicietere aandacht voor verzuimende medewerkers. We kunnen nu al vaststellen dat dit een vruchtbare actie is geweest.
56 R2014.013b
3. Overige samenwerkingsvormen Regionalisering brandweerzorg De afgelopen jaren zijn alle beroepskrachten van de gemeentelijke brandweer, overgaan van gemeente naar Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO). Als gevolg van deze regionalisering wordt in 2013 en 2014 een omvangrijk pakket aan taken, mensen (vrijwilligers) en materialen uit de gemeentelijke organisaties ontvlochten en ingebed binnen VRBZO. Op 26 september 2013 heeft het Algemeen Bestuur besloten dat de voorbereidingen van de regionalisering doorgang vinden. Voor een juiste overdracht van de gemeente aan VRBZO is door beide partijen gezamenlijk in 2013 een overdrachtsdossier gemaakt. Onderdeel van het dossier is een opsomming van taken, mensen, materialen die overgenomen worden en op welke manier, tegen welke kosten en op basis van welke afspraken deze worden overgenomen. Het college heeft dit overdrachtsdossier vastgesteld op 10 december 2013 en is het materieel tegen boekwaarde overgenomen door VRBZO. Op grond van de Wet veiligheidsregio's zijn op 1 januari 2014 alle aan brandweerzorg gerelateerde taken overgedragen aan VRBZO. Omdat dit geldt voor alle gemeenten in Zuidoost-Brabant wordt dit ook wel de regionalisering van de brandweerzorg genoemd. Op 1 januari 2014 is de gemeentelijke brandweer aldus opgeheven. Omgevingsdienst Zuid Oost Brabant (ODZOB) De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) vervult namens de provincie en de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant publieke taken. De ODZOB voert een pakket van wettelijke taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Ook verricht de dienst activiteiten in de openbare ruimte die verwant zijn aan deze VTH-taken indien provincie of gemeenten daar om verzoeken. De organisatie levert meerwaarde door taken te bundelen en aanwezige kennis en kunde te benutten. De bundeling van taken maakt het mogelijk een standaard werkwijze te hanteren. Door standaardisatie kan het gewenste niveau van kwaliteit worden geboden, immers, daarmee is een gelijke benadering en behandeling van burgers en bedrijven mogelijk, en kan eenduidiger en effectiever worden opgetreden tegen ‘gevaar zettende’ en hinderende situaties, bijvoorbeeld door slecht naleefgedrag aan te pakken. De dienst heeft de juridische vorm van een openbaar lichaam op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De ODZOB is opgericht in januari, en operationeel vanaf 1 juni 2013. In januari 2013 is het concept-werkprogramma opgesteld. Dit is in mei 2013 ondertekend. Dit werkprogramma maakt integraal onderdeel uit van de DVO. In het werkprogramma is vastgelegd welke taken met welke bijbehorende bedragen bij de ODZOB worden afgenomen. Dit werkprogramma biedt de basis voor opdrachtverlening. Transformatie SRE In de Regioraad van 26 juni 2013 is in het transformatieplan vastgesteld dat een aantal taken van het SRE worden overgedragen aan subregio's en/of gemeenten. De gemeentesecretarissen in het SRE-gebied hebben de taak op zich genomen om de overdracht van deze SRE taken te regelen. Naast een plan voor inhoudelijke overdracht hebben de gemeentesecretarissen ook een spelregelkader opgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de verdeling van de frictiekosten die mogelijk voortvloeien uit de overdracht van taken.
4.4.2 Personeelsgegevens ambtelijke organisatie Personeelsformatie Op 31 december 2013 bedroeg de formatie omvang van de ambtelijke organisatie (excl. raad, griffie, college van burgemeester & wethouders en vrijwillige brandweer) 79,39 fte’s. Deze formatie wordt bezet door 91 personen. Leeftijdsopbouw De leeftijdsopbouw van de gemeentelijke organisatie was op 31 december 2013:
Leeftijdsgroep tot 25 Jaar 25-34 Jaar 35-44 Jaar 45-54 Jaar 55-64 Jaar
aantal medewerkers procentueel 2012 2013 2012 2013 1 1 1,00% 1,10% 14 11 13,90% 12,09% 19 15 18,80% 16,48% 31 27 30,70% 29,67% 36 37 35,60% 40,66% 101 91 100,00% 100,00%
57 R2014.013b
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2013 bedroeg 5,64% (exclusief zwangerschappen). Opleidingskosten Binnen de gemeente Bladel wordt jaarlijks een bedrag ter grootte van 2% van de loonsom in de begroting opgenomen. Gedurende het jaar 2013 is totaal € 89.000,- aan opleidingen, begeleiding en coaching besteed. 4.4.3 Overige bedrijfsvoeringsinformatie Basisregistraties Het afgelopen jaar is verder gewerkt aan het binnengemeentelijk gebruik van de gegevens uit de basisregistraties. Accurate gegevens maken onderdeel uit van het fundament onder goede besluitvorming en dienstverlening. Tevens zijn stappen gezet om te komen tot een Basisregistratie Personen en een Basisregistratie Grootschalige Topografie. Daarnaast is Bladel geslaagd voor de BAG-inspectie, een driejaarlijkse audit waarbij de processen, gegevens en systemen rond BAG worden doorgelicht en waarbij wordt beoordeeld of de gemeente voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een bronhouder van een basisregistratie. Informatiebeveiliging In oktober 2012 is het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. Hierin is aangegeven welke uitgangspunten van toepassing zijn op de beveiliging binnen de gemeente Bladel. Dit beleid moet worden omgezet in concrete maatregelen. Inmiddels is een plan van aanpak opgesteld waarin de stappen zijn beschreven die nodig zijn om het niveau van informatiebeveiliging zodanig te verbeteren, zodat voldaan wordt aan de belangrijkste aspecten ervan. Het plan van aanpak zal resulteren in een informatiebeveiligingsplan en een bijbehorend processenhandboek. Medio 2013 zijn beveiligingsdeuren geplaatst op diverse locaties in het gemeentehuis. Rechtmatigheid In navolging op voorgaande jaren zal de accountant bij de jaarrekening weer een accountantsverklaring verstrekken over zowel getrouwheid als rechtmatigheid. De accountantsverklaring over de rechtmatigheid heeft gevolgen gehad over de manier waarop binnen de gemeente wordt omgegaan met de invulling c.q. uitvoering van wet- en regelgeving inclusief de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen en besluiten. Inkoopbeleid Per 1 april 2013 is de Aanbestedingswet 2012 inwerking getreden. Deze nieuwe wet heeft gevolgen voor de inkoop van diensten, leveringen en werken voor de gemeente. Met de nieuwe wet is er ook wetgeving gekomen onder de Europese drempelwaarden. Dit heeft geleid tot het opstellen van een nieuw inkoopbeleid. Naast het inkoopbeleid is ook het beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) opgesteld. In het inkoopbeleid is het inkoopproces inzichtelijk en transparant gemaakt door de beschrijving van doelstellingen, uitgangspunten en kaders waarbinnen inkoop in de gemeente plaatsvindt. Doelstellingen, uitgangspunten en kaders op het gebied van duurzaam inkopen, social return en het (regionale) midden- en kleinbedrijf zijn beschreven in het beleid MVI. In het handboek is per procedure uitgewerkt welke stappen doorlopen moeten worden. Aangezien de inkoopvoorwaarden niet meer actueel waren, zijn er ook nieuwe inkoopvoorwaarden opgesteld. Het nieuwe inkoopbeleid en het beleid MVI zijn in september 2013 vastgesteld. Digitale factuurafhandeling Medio 2013 is de gemeente overgegaan op digitale factuurafhandeling. Bij binnenkomst worden de facturen gescand en geregistreerd in het financiële programma. Hierna worden de facturen middels een vooraf bepaalde route digitaal rondgestuurd naar de betreffende behandelaar. Nadat de budgetbeheerder en budgethouder de factuur voor akkoord hebben getekend, wordt deze doorgestuurd naar de medewerker financiën voor de eindcontrole. Hierna wordt de factuur geplaatst in de betaalprocedure. Migratie netwerk In september 2013 is in de organisatie Server Based Computing ingevoerd. Dit betekent dat onze programma’s draaien op een andere technische infrastructuur. Het voordeel hiervan is dat het beter op afstand te beheren is door SSC De Kempen. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt om op verschillende locaties te werken. Het is de bedoeling dat alle Kempengemeenten overgaan op deze nieuwe infrastructuur. De migratie is voor de gemeente Bladel in twee fasen verlopen. De eerste fase was de organisatorische migratie. Dit was de overgang naar de nieuwe organisatiestructuur met gekoppeld hieraan wijzigingen in de inrichting van de ICT omgeving. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een nieuwe rechtenstructuur, nieuwe mapnamen en de juiste rechten instellingen voor de verschillende programma’s en mappen. De tweede fase was de technische migratie. Dit was de verandering in de ICT-infrastructuur van de gemeente waarbij de oude computeromgeving (Novell) vervangen werd door een Server Based Computer omgeving. Functioneel is bij deze migratie niets veranderd, de inrichting en functionaliteit van de programma’s blijft gelijk.
58 R2014.013b
4.5 Financiering
4.5.1 Inleiding Financiering betreft de wijze waarop de gemeente benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijk) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Belangrijkste doelstelling bij de uitvoering van de financieringsfunctie is het beperken van risico´s. Voorkomen moet worden dat de financieringslasten van Bladel door wijzigingen van de marktrente te hoog oplopen. Daarvoor is een aantal “spelregels”, kaders, opgesteld waaraan de uitvoering van de financieringsfunctie moet voldoen. Vastlegging daarvan heeft plaatsgevonden in het treasurystatuut gemeente Bladel. Dit statuut kenmerkt zich door het risicomijdende en dienende karakter. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de voorgeschreven informatie over ontwikkelingen die invloed hebben op de financieringsfunctie, de kasgeldlimiet en renterisiconorm, alsmede het risicobeheer. Daarnaast worden nog een aantal ontwikkelingen benoemd, welke invloed zullen hebben op de treasuryfunctie vanaf 2014 en volgende jaren.
4.5.2 Ontwikkelingen die invloed hebben gehad op de financieringsfunctie Hoewel de voorspelbaarheid (door ons) van de rente op langere termijn gering is, zijn wij er voor het aangaan van financiële transacties in principe steeds uitgegaan van de navolgende vuistregels: de rente van vaste leningen is door de langere looptijd financieel van groter belang dan de rente van leningen met een kortere looptijd; bij een verwachte daling van de lange rente verdient het de voorkeur om het aantrekken van vaste/langlopende leningen zoveel mogelijk uit te stellen tot de rentedaling is ingetreden; bij een verwachte stijging van de lange rente verdient consolidatie van korte schuld de voorkeur; bij een te verwachten stabiele renteontwikkeling dient in de actuele financieringsbehoefte te worden voorzien met de financieringsvormen die absoluut gezien de laagste rente dragen; de bepaling van de financieringsbehoefte gebeurt integraal (totaalfinanciering) waarbij alle kasstromen worden betrokken. In de (gewijzigde) begroting was uitgegaan van een rentepercentage van 1,00% voor de korte financiering en 3,50% voor de vaste financiering bij consolidatie. Zowel de rente op de geldmarkt als de rente op de kapitaalmarkt stegen, als gevolg van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, licht in 2013. De 10-jaars swap begaf zich in januari op het niveau van 1,58% en steeg licht naar 1,96% in december. De rente op de geldmarkt was in januari 0,19% en in december 0,23%. De uitvoering van de treasuryfunctie heeft in het verslagjaar plaatsgevonden binnen de regelgeving van het treasurystatuut. Van de lage rente (zowel op de geld- als kapitaalmarkt) is optimaal gebruik gemaakt. Door middel van het aantrekken van kasgeldleningen en spreiding in de looptijden van langlopende geldleningen is de te betalen rente laag gehouden.Door de lagere renteniveaus is er een voordelig renteresultaat gerealiseerd van ca € 67.000,-. In onderstaande grafiek is het renteverloop over 2013 weergegeven. Renteverloop 2013
3,750
rentepercentages
3,000 2,250 1,500 0,750 0,000 1
2
rente consolidatie
3
4
5
6
10-jaars sw ap
8
rente fin.tekort
59 R2014.013b
7
9
10
11
12
3-mnd Euribor m aanden
4.5.3 Risicobeheer Het onderdeel risicobeheer is een weergave van het verwachte risicoprofiel van de gemeente Bladel. De risico´s vallen in vijf soorten uiteen: - renterisico´s op vlottende schuld; - renterisico´s op vaste schuld; - liquiditeitsrisico´s; - risico’s op verstrekte gemeentegaranties en - debiteurenrisico’s. - Renterisico op vlottende schuld (kasgeldlimiet) De kasgeldlimiet is in de wet Fido opgenomen om de negatieve gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. De kasgeldlimiet bepaalt dat gemeenten hun financieringsbehoefte voor slechts een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mogen financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten. Voor Bladel bedraagt de limiet in 2013 € 3,657 miljoen. Wij hebben de kasgeldlimiet zo optimaal mogelijk benut vanuit de situatie dat rente van kortlopend geld (bijv. kasgeld) in 2013 lager was dan de rente op langlopende leningen. De gemiddelde netto vlottende schuld was per kwartaal als volgt: Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
rekening 2012
Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in bedrag
begroting 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2013 2013 2013 2013 2013
8,50% 4.042
8,50% 3.657
8,50% 3.657
8,50% 3.657
8,50% 3.657
8,50% 3.657
Vlottende schuld 1) Vlottende middelen 2)
5.505 610
5.057
6.000 812
6.000 1.894
5.167 1.631
7.024 224
Toets kasgeldlimiet Saldo (1) - (2) Toegestane kasgeldlimiet
4.895 4.042
5.057 3.657
5.188 3.657
4.106 3.657
3.536 3.657
6.800 3.657
-853
-1.400
-1.531
-449
Overschrijding van de kasgeldlimiet Onderschrijding van de kasgeldlimiet
-3.143 121
Uit deze tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2013 voor twee achtereenvolgende kwartalen overschreden werd. Hoewel voor het derde kwartaal de kasgeldlimiet niet overschreden werd, hebben wij de toezichthouder toch op de hoogte gesteld van een dreigende overschrijding na het derde kwartaal. De provincie heeft bij schrijven van 20 november 2013 ontheffing verleend voor een maximaal bedrag van € 2 miljoen en wordt verleend voor het derde en vierde kwartaal van 2013. In het eerste kwartaal van 2014 voldoen we weer aan de eisen van de wet Fido. De overschrijding van de kasgeldlimiet hebben we opgelost door consolidatie van kortlopende leningen in een langlopende lening.
- Renterisico’s op vaste schuld (renterisiconorm) De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt verspreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Spreiding van de looptijd van de leningen en/of leningen afsluiten waarbij jaarlijks wordt afgelost zijn mogelijkheden om de kans op overschrijding van de renterisiconorm te verkleinen. Omschrijving (bedragen x € 1.000,-) 1 renteherzieningen 2 aflossingen 3 renterisico (1+2) 4 renterisiconorm 5a ruimte onder renterisiconorm (4 > 3) 5b overschrijding renterisicornorm (3 > 4)
Begroot 0 3.561 3.561 8.606 5.045
Berekening renterisiconorm
60 R2014.013b
Werkelijk 0 3.967 3.967 8.606 4.639
Verschil 0 406 406 0 -406
4a begrotingstotaal 2013 4b percentage regeling 4 renterisiconorm
43.028 20% 8.606
43.028 20% 8.606
Het totaal van de renteherziening en aflossingen is lager dan de renterisiconorm en voldoet dus ruimschoots aan de renterisiconorm.
- Liquiditeitsrisico’s De liquiditeitsrisico´s betreffen voornamelijk interne liquiditeitsrisico´s. Dit zijn risico´s ten aanzien van mogelijke afwijkingen van de liquiditeitsplanning met reguliere exploitatie, de investeringen, de grondexploitatie en de leningen als gevolg waarvan financieringskosten hoger uit kunnen vallen. Het liquiditeitengebruik wordt beperkt door de fysieke geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Door een meerjarige liquiditeitenplanning op te stellen ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. Daarnaast wordt periodiek de liquiditeitenstroom beoordeeld op tekorten en/of overschotten. De afwijkingen in de plannen waren groot: kredieten die later in het jaar, of maar ten delen of geheel nog niet werden uitgegeven hadden daar grote invloed op. Ook de afwijkingen van de verwachte mutaties in aan- en verkopen bij grondexploitaties waren een oorzaak van het verschil tussen planning en werkelijkheid.
- Risico’s op verstrekte gemeentegaranties De gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, verzorgingstehuizen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw. In deze tijd van economische crisis is besloten om de Nationale HypotheekGarantie (NHG) op woningen (deels tijdelijk) te verhogen. Onze gemeente staat voor het Bladelse deel indirect garant. Echter voor nieuw afgesloten hypotheken ná 31 december 2010 staat de gemeente niet meer garant, maar het rijk alleen. Het risico is nog steeds gering wat we bij de bestaande garantstelling lopen, ondanks het toegenomen beroep op de NHG door mensen in financiële problemen afgelopen jaar. Er wordt hier verder niet op in gegaan. Mochten er tussentijds signalen komen dat de risico’s voor Bladel significant toenemen dan zullen wij uw raad bijtijds separaat over informeren. De grootste post bij de rechtstreekse garantstelling betreft de Onderwijsstichting de Kempen. De specificatie van de verstrekte garantstellingen is opgenomen in de toelichting op de balans (blz 114). - Debiteurenrisico Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen (belasting)debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Deze voorziening bedraagt per 31 december € 357.000,-. Verder is er nog een voorziening gevormd ter afdekking van de risico's met betrekking tot debiteuren sociale zaken/ISD voor een bedrag van € 321.000,-. 4.5.4 Financieringspositie / Leningenportefeuille Financiering binnen de gemeente Bladel gaat volgens het systeem van totaalfinanciering. Dit houdt in dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen een bepaald actief (investering) en de aangetrokken financieringsmiddelen. De rente-ontwikkeling voor de korte en lange termijn, alsmede de ruimte ten opzichte van de kasgeldlimiet zijn belangrijke factoren die meespelen bij het consolideren van kort geld in lang geld. Beleid is om zo laat mogelijk te consolideren omdat de rente voor kort geld op dit moment vele malen lager is dan voor lang geld. Om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen en om niet onder de kasgeldlimiet van ca. € 3,657 miljoen te komen was in de begroting voorzien dat in 2013 tot een bedrag van € 1,4 miljoen geconsolideerd zou moeten worden (kort geld omzetten in lang geld). Zoals bij onderdeel “4.5.3 Risicobeheer” aangegeven hebben we van de provincie toestemming gekregen om de kasgeldlimiet voor het derde en vierde kwartaal te mogen overschrijden. Mede gezien het ontbreken van een strakke investeringsplanning zijn de tussentijdse schommelingen in de financieringspositie middels de rekening-courantovereenkomst en kasgeldleningen opgevangen. Wij zien er ook op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om steeds te garanderen dat wij onze verplichtingen tijdig kunnen nakomen.
61 R2014.013b
In de vaste leningsportefeuille van gemeente Bladel was met betrekking tot het jaar 2013 geen sprake van renteherzieningen. Er is in 2013 ook geen vaste geldlening afgesloten. In onderstaand overzicht wordt het verloop van de opgenomen geldleningen weergegeven:
Mutaties in leningenportefeuille o/g Stand per 1 januari 2013 Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteherziening Stand per 31 december 2013
bedragen 29.044.000 -/- 3.967.000 0 0
gemiddelde rente 3,56%
25.077.000
4.5.5 Uitzettingen / beleggingen en overig liquiditeitenbeheer Het uitzetten van overtollige gelden (liquiditeitsoverschotten) door middel van het verstrekken van leningen en beleggingen dient op prudente wijze te gebeuren. In het verslagjaar zijn er nauwelijks liquiditeitenoverschotten geweest. De gemeente verstrekt in beginsel geen leningen aan derden. Aanvragen van derden, die geen leningen kunnen aantrekken van financiële instellingen, zonder gemeentegarantie, worden afzonderlijk aan het bestuur voorgelegd. Voor het liquiditeitenbeheer is het volgende geregeld: • Er is een actief debiteurenbeheer en incassobeleid (nalatigen tijdig aanmanen, daarna verzenden dwangbevel dan wel invordering via een incassobureau voor civiele vorderingen). • Het betalen van facturen circa 30 dagen na factuurdatum conform het inkoopbeleid. Voor grote bedragen wordt op de vervaldag betaald. Betalingen door de gemeente worden zoveel mogelijk gematched met verwachte ontvangsten. • De debet- en creditstanden van de verschillende nevenrekeningen worden automatisch gesaldeerd.
- Schatkistbankieren Vanaf 25 december 2013 is schatkistbankieren verplicht geworden. Het houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markt en zal de staatsschuld dalen. De gemeente krijgt op deposito's een rente vergoedt die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. De drempel voor schatkistbankieren is vastgesteld op 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor 2013 € 323.000,-. In de ministeriële regeling is opgenomen dat voor het vierde kwartaal 2013, de benutting van het drempelbedrag wordt berekend over 31 dagen van december, in plaats van over het hele kwartaal. De drempel werd niet overschreden.
4.5.6 Relatiebeheer / kasbeheer De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten c.q. – tekorten, alsmede het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen. Binnen de gemeente wordt nog slechts bij de centrale balie een kas met contant geld aangehouden. De voorraad contanten wordt steeds zo laag mogelijk gehouden. Overtollige kasmiddelen worden regelmatig bij de bank afgestort. Door gebruik te maken van electronisch bankieren worden de externe bankkosten geminimaliseerd. De gemeente Bladel onderhoudt met een tweetal banken een relatie. De Bank voor Nederlandse Gemeenten is huisbankier. Daarnaast wordt een rekening aangehouden bij de Rabobank. Met de Bank Nederlandse Gemeenten is een overeenkomst tot financiële dienstverlening (rekening courant) gesloten met een kredietfaciliteit van ca. € 3.896.000,-.
4.7.7 Ontwikkelingen - Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) De Wet Hof regelt de medeverantwoordelijkheid van decentrale overheden voor het terugdringen en beheersen van het Nederlandse begrotingstekort (het EMU saldo). De Eerste Kamer heeft op 10 december 2013 ingestemd met het wetsvoorstel. De Wet HOF is per 1 januari 2014 van kracht.
62 R2014.013b
We spreken van houdbare gemeentefinanciën als de gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer genoeg geld overhoudt om de schuldverplichtingen te blijven voldoen zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen. Alleen sturen op baten en lasten is niet meer genoeg. We moeten voortaan ook de blik op de geldstromen en op de hoogte van de schuld richten. In onderstaande kengetallen brengen we enerzijds in beeld de hoogte van de netto schuld per inwoner en anderzijds de ontwikkeling van de schuld tussen 2012 en 2013. (langlopende schulden + kortlopende schulden + overlopende passiva) - / netto schuld per inwoner
=
schuldevolutie
=
(langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen + overlopende passiva) aantal inwoners in de gemeente op 31 december
verschil tussen de netto schuld per inwoner op 31 december 2013 en de netto schuld per per inwoner op 31 december 2012 (negatief teken is afname van de netto schuld per inwoner)
1.133
1.032
101
-17
- Single European Payments Area Europa gaat over naar een uniforme betaalmarkt: de Single Euro Payments Area (Sepa). Sepa maakt het betalingsverkeer in Europa makkelijker, want daarna kunnen alle Europese burgers en bedrijven in het eurogebied betalingen doen vanaf één betaalrekening. De deadline voor de Sepa invoering was aanvankelijk 1 februari 2014. Inmiddels is besloten om na de Sepa-einddatum van 1 februari 2014 een overgangstermijn van zes maanden in te voeren.
4.6 Onderhoud kapitaalgoederen
4.6.1 Algemeen Deze paragraaf omvat in hoofdlijnen de inhoud van de onderhoud– en beheerplannen op het gebied van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Het begrip kapitaalgoederen wordt in brede zin opgevat. Het gaat zowel om de gemeentelijke wegen, riolering en gebouwen, als om het groen en het water. Het grootste deel van de werkzaamheden aan kapitaalgoederen vloeit voort uit de verantwoordelijkheden van de gemeente als eigenaar en beheerder van de publieke ruimte en van een aantal eigendommen. De gemeente Bladel heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen, water, riolering en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud hiervan zijn mede bepalend voor het voorzieningenniveau binnen onze gemeente, maar bepalen uiteraard ook de lasten die dit met zich meebrengt. Het is algemeen aanvaard (mede gelet op wettelijke kwaliteitsniveaus) daarbij tenminste een zodanig niveau te kiezen dat er geen achterstallig onderhoud optreedt. Onderhoud is ook nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen.
4.6.2 Wegen, straten en pleinen De gemeente is als wegbeheerder op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van gemeentelijke wegen, welke op de wegenlegger als openbare weg zijn aangegeven. Onder de weg worden in dit kader ook verstaan de aanliggende bermen, sloten, zandwegen en kunstwerken zoals bruggen en viaducten. Voor onderhoud van wegen, straten en pleinen is een beheerplan wegen vastgesteld. Uitgangspunt van het beheerplan wegen is een planmatig beheer van de infrastructurele voorzieningen op een adequaat niveau. Op basis van de opgestelde meerjarenplanning en overige kosten wegen, zoals gladheidbestrijding, werken voor derden, stortrechten en landmeetkundige werkzaamheden worden de werkzaamheden uitgevoerd. Door middel van rationeel wegbeheer vinden de nodige reparaties van de bestaande verhardingen plaats om verdere schade te voorkomen. In de begroting is een structureel budget beschikbaar van € 872.000,-. Met gepland groot onderhoud wordt een stap verder gegaan. Wanneer wegen “op” zijn en er met reparaties weinig eer meer valt te behalen, wordt de weg uit de (reparatie) planning gehaald en ingedeeld bij gepland groot onderhoud. Er wordt in zo’n geval bekeken of de weg in zijn geheel kan worden aangepakt. De oorzaak dat de weg in een dergelijke situatie terecht is gekomen, ligt vaak in een slechte ondergrond waardoor er verzakkingen of diepe sleuven optreden. Door de weg er in zijn geheel uit te nemen en de onderliggende constructie te verbeteren (verzwaren) kan de weg er weer jaren (zonder reparaties) tegen. Ook biedt het gelegenheid om bijvoorbeeld kleine inrichtingen en aanpassingen mogelijk te maken of verkeersmaatregelen in te passen. Uiteraard vindt ook afstemming plaats met beheermaatregelen op gebied van verkeer, groen en riolering. Voor gepland groot onderhoud zijn in het meerjarenprogramma middelen beschikbaar. 63 R2014.013b
Vanwege het feit dat het wegbeheer erg afhankelijk is van fysieke invloeden van buitenaf (herinrichtingen, omleidingen, vorstschade, verkeersbelasting etc.) wordt de benodigde storting voor het meerjarig onderhoud telkens berekend voor een periode van 5 jaar. Na elke begrotingscyclus wordt de volgende geactualiseerde jaarschijf uit het beheerplan wegen toegevoegd en de nieuwe gemiddelde storting voor de komende 5 jaren (her)berekend. Op deze wijze wordt het wegbeheer jaarlijks geactualiseerd. Ook kan beter worden ingesprongen op tussentijdse invloeden van buitenaf en combinaties met andere werkzaamheden (riolering, herinrichtingen e.d.). In de werkplannen voor de komende jaren wordt telkens kritisch bezien welke gepland groot onderhoud maatregelen noodzakelijk/gewenst zijn. Voor het onderhoud aan waterlossingen en sloten is een berm- en slootbeheerplan vastgesteld. De op basis van dit plan benodigde onderhoudskosten zijn opgenomen in de meerjarenraming.
4.6.3 Water en riolering De aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet Milieubeheer (Wm). Op grond van artikel 4.22 van de Wm is een gemeente verplicht een GRP (een beleidsmatig en strategisch plan voor de aanleg en het beheer van de gemeentelijke riolering) op te stellen. In verband met de nieuwe wetgeving voor de gemeentelijke watertaken is het GRP volledig omgevormd tot het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan voor 2010 - 2014 (vGRP 2010 – 2014). Met het wetsvoorstel, ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd, zijn de drie volgende gemeentelijke watertaken wettelijk verankerd: 1. De zorg voor doelmatige inzameling en het doelmatig transport van stedelijk afvalwater; 2. De zorg voor doelmatig beheer van het afvloeiende hemelwater in stedelijk gebied; 3. De zorg voor een doelmatige verwerking van het overtollige grondwater in stedelijk gebied. In het vGRP is het beleid voor de planperiode 2010-2014 weergegeven voor bovengenoemde zorgtaken. In het daarbij behorende uitvoeringsplan tot en met 2018 worden de maatregelen genoemd om deze doelen te bereiken. De prioriteit voor de komende jaren ligt bij het invulling geven aan de grondwater- en de hemelwaterzorgplicht. Rekening houdend met het klimaatscenario 2050 zijn voor de grondwaterzorgplicht preventief een aantal acties in gang gezet om inzicht in het grondwaterbeheer binnen de gemeente te vergroten. Daarbij komt de nadruk te liggen op onderzoek en verbreden van kennis. Samen met het Waterschap is daartoe een grondwatermeetnet ingericht op potentiële locaties waar wateroverlast kan optreden om inzicht te krijgen in de werkelijke grondwaterstanden. Voor de hemelwaterzorgplicht is een ‘blauwe-ader-plan’ opgesteld om voor de hele gemeente inzichtelijk te hebben waar eventueel af te koppelen regenwater naar toe kan worden afgevoerd (infiltreren, nieuwe rwa-riolering, etc). In het plan is tevens aandacht voor eventuele knelpunten en risico’s bij afkoppelen. Zodoende wordt een robuust hemelwatersysteem ontworpen om in de toekomst hemelwater vanaf verharde oppervlakken af te voeren. De dekking van de rioleringszorg verloopt via de rioolheffing, waarbij het beleidsuitgangspunt geldt van volledige kostendekkendheid.
4.6.4 Openbaar groen Op basis van de vastgestelde Groenvisie en het groenbeheerplan wordt onderscheid gemaakt in: Kosten van regulier (jaarlijks) onderhoud en structurele vervangingen/ombouw van openbaar groen: hiervoor zijn in de meerjarenraming exploitatiebudgetten opgenomen; Kosten van eenmalige vervangingen: hiervoor wordt in het meerjarenprogramma om de twee jaar een budget van afgerond € 84.000,- (exclusief BTW) opgenomen. Onderhoud van openbaar groen geschiedt op basis van een zichtbestek. Daarbij zijn WVK-groep en de gemeente een contract overeengekomen waarbij de uitvoering van de groenvoorziening gedurende een periode van vier jaar (op basis van alleenrecht) is gegund aan WVK-groep. Onderdeel van dit contract vormt de “bonusregeling”. Dit houdt in dat WVK-groep jaarlijks 20% van de gefactureerde omzet (groen, grafisch, detachering) in de vorm van een dienstverleningspakket aan de gemeente ter beschikking stelt. Het dienstenpakket kan rechtstreeks worden aangewend voor reïntegratie- of groen gerelateerde activiteiten. De ervaringen van zowel van gemeente als bewoners met deze onderhoudsmethode worden als positief ervaren.
4.6.5 Openbare verlichting Het beleid voor de periode 2012-2016 is erop gericht om efficiënt invulling te geven aan de gestelde beleidskaders zoals vastgesteld in dit beleidsplan. Op basis van deze beleidskaders en de staat van de openbare verlichting is gekozen voor onderstaande beleidspunten voor de periode 2010-2014. Instandhouden huidige openbare verlichting op basis van de gehanteerde technische levensduur van 40 jaar voor masten en 20 jaar voor armaturen. Daarbij worden de resterende lichtmasten, geplaatst vóór 64 R2014.013b
1973 vervangen indien deze in slechte staat verkeren. Masten en armaturen die de technische levensduur hebben bereikt maar nog in goede staat verkeren, worden niet vervangen; In het kader van het energiebeleid vervangen van de resterende niet-energiezuinige lampen en armaturen en/of armaturen met slechte lichttechnische eigenschappen; Aanpassen van de openbare verlichting conform NPR 13201-1 richtlijn; Bij plaatsing van nieuwe masten en bij vervanging van armaturen zal zeer nadrukkelijk worden afgewogen of LED verlichting kan worden toegepast. Daar waar zich kansen voordoen zal de gemeente zeker de mogelijkheid aangrijpen om binnen de voorgestelde investeringen LED verlichting toe te passen op daarvoor in aanmerking komende locaties; Inrichten van de openbare ruimte en een veilige woonomgeving waar het plezierig wonen is; Het vaststellen van de verlichtingskwaliteit, het niveau van de verlichting, de kleur van de lichtbronnen en de toe te passen materialen; Aanpassen van het verlichtingsniveau en de lichtkleur van de lichtbronnen aan de geldende wegcategorisering; Aandacht voor verkeersveiligheid, sociale veiligheid en kleine criminaliteit; Rekening houden met energie- en milieuaspecten. Deze gestelde normen worden -mede in relatie tot het milieueffect (meer verlichting)- niet leidend maar meer als toetsinstrument beschouwd. Gestreefd wordt naar vergroting van het veiligheidsgevoel waarbij interactief met buurtpreventie en burgers wordt gecommuniceerd. Bij uitvoering wordt per situatie maatwerk geleverd. Voor het in stand houden van de huidige openbare verlichtingsinstallatie en om te voldoen aan de in het huidige beleidsplan gestelde uitgangspunten is voor de periode 2012 - 2019 een jaarlijkse investering opgenomen van afgerond € 136.000,-. Dit bedrag bestaat uit een bedrag van € 91.000,- voor de reguliere vervangingsinvesteringen van verlichtingsarmaturen en € 45.000,- voor masten.
4.6.6 Gemeentelijke gebouwen Vanuit het meerjaren onderhoudsplan (MJP) gemeentelijke gebouwen Bladel wordt elk jaar onderhoud gepleegd aan gemeentelijke gebouwen. Dit onderhoud is onder te verdelen in preventief onderhoud, dagelijks onderhoud en onderhoudscontracten. Het uitgevoerde onderhoud wordt op het eind van elk kalenderjaar in het MJP geactualiseerd. Voor de noodzakelijk geachte preventieve onderhoudswerken worden de maatregelen, na een warme opname, in een werkprogramma vastgelegd. Het werkprogramma 2013 omvatte diverse gebouwen waar vanuit o.a. de onderhoudsschilderbeurt het preventieve onderhoud is opgenomen. Daarnaast werden er voorbereidingen getroffen voor grootschalige renovatie van de kleedaccommodatie van VV Hapert en accommodatie ven Tennisvereniging VLTB te Bladel. De uitvoering van beide projecten werden eind 2013 opgestart en zullen begin 2014 worden opgeleverd. Medio 2013 werden de grootschalige renovaties/nieuwbouw van VV Hoogeloon en TV de Hellekens opgeleverd. Ook werd gestart met de voegrenovatie van de Oude Toren in Hoogeloon. Door diverse omstandigheden zal een groot deel van de werkzaamheden doorlopen naar 2014. De werkzaamheden voortkomende uit de onderhoudscontracten en dagelijks onderhoud werden normaal uitgevoerd. In 2013 werd overigens nog een deel van het schilderwerk 2012 ter hand genomen, uitgesteld vanwege de weersomstandigheden. Onderhoudswerken aan sporthal ’t Spant er bleven op een laag niveau, e dit in verband met de geplande nieuwbouw van de sporthal nabij het Pius X-college. In de 2 helft van 2013 werd de aanbesteding van de nieuwe sporthal gedaan en werd de keuze bepaald voor het definitieve ontwerp. Eind 2013 zijn de werkzaamheden gestart en de oplevering staat gepland voor 1 augustus 2014. Gemeenschapshuis den Tref in Hapert werd in 2013 op diverse bouwonderdelen gerenoveerd (foyer en sanitaire ruimten). Het Stichtingsbestuur heeft in eigen beheer de renovatie verzorgd. Ontwikkelingen van den Tref, opgenomen in het centrumplan Hapert, werden hiermede vooralsnog doorgeschoven naar 2018.
4.7 Grondbeleid
Transparant grondbeleid is voor de raad van de gemeente Bladel om twee redenen van belang. In de eerste plaats om inzicht te geven in de wijze van financiering van plannen, het gemeentelijke belang daarin en de risico´s. In de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma´s. Grondbeleid is één van de instrumenten om beleidsvoornemens te realiseren.
65 R2014.013b
4.7.1 Visie op grondbeleid Het grondbeleid van de gemeente Bladel is vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2009 welke in december 2008 is vastgesteld en nog steeds actueel is. In deze nota grondbeleid staan de volgende punten opgenomen als te voeren gemeentelijke grondstrategie welke ook voor het jaar 2013 nog van kracht zijn: De gemeente Bladel voert bij locatieontwikkeling een actieve grondpolitiek tenzij uit een haalbaarheidstudie en risicoanalyse blijkt dat: - het grondexploitatierisico te groot is; - de verwervingskosten en overige productiekosten van de locatieontwikkeling dermate hoog zijn dat een sluitende grondexploitatie niet mogelijk is; - passief grondbeleid betere resultaten genereert. Deze strategie geldt voor de ontwikkeling van woonlocaties ten behoeve van de in de Woonvisie genoemde doelgroepen van beleid en verwerving van de in de Structuurvisie als belangrijke ontwikkelingslocaties aangegeven gebieden/locaties. De gemeente Bladel kiest op strategische wijze voor een samenwerkingsvorm die past bij het project dat aan de orde is. De keuze van contractpartijen geschiedt met inachtneming van de nationale en Europese regelgeving, algemene beginselen van behoorlijk bestuur en voorts transparant, openbaar en non-discriminatoir. 4.7.2 Strategische aankopen Volgens de Nota Grondbeleid 2009 wordt er jaarlijks een budget beschikbaar gesteld voor grondaankopen die vallen onder de noemer anticiperende verwervingen. Jaarlijks bij de begrotingsbehandeling wordt de hoogte van het budget geactualiseerd. Voor 2013 was er een budget ter grootte van € 3.000.000,- beschikbaar gesteld wat voor het jaar 2014 verlaagd is naar €1.000.000,-. De hoogte van dit budget is zo globaal gehouden dat daaruit door potentiële contractpartijen niet kan worden geconcludeerd wat per transactie de onderhandelingsruimte van de gemeente is. De aankopen ten laste van dit budget worden geactiveerd als “nog niet in exploitatie genomen gronden” tot aan het moment dat er een bestemmingsplan wordt vastgesteld. De kosten worden gedekt door toekomstige grondverkopen in bestemmingsplannen. Nadat een uitgave ten laste van dit budget achteraf is verantwoord, via een raadsvoorstel of via de reguliere P&C cyclus (perspectiefnota, najaarsnota of jaarrekening), valt het budget weer vrij voor nieuwe aankopen. In 2013 hebben er geen grondaankopen plaats gevonden. 4.7.3 Bevoegdheden B&W Na de invoering van het dualisme is niet langer de raad maar het college bevoegd tot het besluiten en verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Wel moet het college vooraf inlichtingen verstrekken over de uitoefening van deze bevoegdheden, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Ter bevordering van een efficiënte en vlotte afdoening van zaken heeft het college respectievelijk de burgemeester, de bevoegdheid tot afdoening van een aantal zaken opgedragen aan ambtenaren. 4.7.4 Financiële positie Ten aanzien van de grondexploitatie worden er twee soorten risico’s onderscheiden, namelijk: Onvoorzienbare risico’s; Voorzienbare risico’s. Onvoorzienbare risico’s Marktontwikkelingen, zoals stagnatie van de gronduitgifte, kan leiden tot hogere voorraden van zowel de “in exploitatie genomen gronden” als de “niet in exploitatie genomen gronden” (strategische aankopen). De hogere voorraden leiden tot hogere kosten als gevolg van rentetoerekening. Naast dit kostenstijgende effect is het ook mogelijk dat de opbrengsten van grondverkopen dalen. Indien één of beide situaties zich voordoen kan kostendekkendheid van complexen onder druk komen te staan. Voor deze onvoorzienbare risico’s is met ingang van 2012 geen bestemmingsreserve grondexploitatie meer aanwezig. De algemene reserve moet vanaf dat moment de onvoorzienbare risico’s inzake de grondexploitaties gaan opvangen. Daarom zal bij het bepalen van de hoogte van de algemene reserve rekening moeten worden gehouden met de onvoorzienbare risico’s als gevolg van de grondexploitaties. De algemene reserve moet dus voldoende groot zijn om ook de risico’s voor grondexploitaties op te vangen (zie paragraaf weerstandsvermogen). Voorzienbare risico’s De voorzienbare risico’s blijken uit de jaarlijks geactualiseerde kostenbegrotingen van de grondexploitaties. Een verlies op een grondexploitatie wordt, zodra deze ontstaan is, meteen aan het einde van het betreffende boekjaar ten laste gebracht van de exploitatie. Als in de verdere looptijd van de grondexploitatie nog meer verlies ontstaat dan wordt een storting gedaan in de risicovoorziening saldi grondexploitatie. Deze storting bedraagt de contante waarde van het verwachte verlies, zoals dit naar voren komt in de kostenbegrotingen. In 2013 heeft de gemeente na de najaarsnota nog voor twee niet in exploitatie genomen plannen een (aan66 R2014.013b
vullende) voorziening moeten treffen vanwege een voorzienbaar tekort op einde looptijd. Hierbij het overzicht van voorzieningen per complex over 2013: Voorzieningen per complex 2013 Complex
voorziening geraamde 1-1-2013 mutaties 2013
mutaties jaarrekening
aanwendingen 2013
voorziening 31-12-2013
5.000 629.000 634.000
0 460.000 460.000
-5.000 -1.089.000 -1.094.000
0 0 0
Plan Ganzestraat Nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties Totaal
0
Er moet met name door de extra rentekosten als gevolg van de langere fasering en door verwachte lagere grondopbrengsten aanvullende dotaties gedaan worden. Dit wordt ingegeven door de economische situatie op de woningmarkt waardoor grondverkopen later tot stand komen dan oorspronkelijk voorzien tegen een lagere opbrengst. Het totaalbedrag aan extra gevormde voorzieningen bedraagt in 2013 een bedrag van € 1.094.000,-. De gevormde voorzieningen ad € 1.094.000,- werden ten gunste van de betreffende exploitaties verantwoord. Voor een specificatie wordt verwezen naar de toelichtingen hierna.
4.7.5 Beheersing risico’s Bij het in ontwikkeling/uitvoering nemen van nieuwe exploitatiegebieden wordt aan de hand van risicoanalyses gestreefd naar sluitende grondexploitaties. Toetsing van de uitkomst van deze analyse op een rendementsuitkomst van de “cashflow” zal een beslissing tot het in exploitatie nemen van een gebied ondersteunen. Jaarlijks worden de kostenbegrotingen van de verschillende bestemmingsplannen bijgesteld. De resultaten worden geraamd per einddatum van het betreffende plan. Voor de complexen met een verwacht negatief exploitatiesaldo wordt een risicovoorziening gevormd.
4.7.6 Winsten Indien er sprake is van (tussentijdse) winsten in de grondexploitatie, dan komen deze over het algemeen tot uitdrukking in het jaarrekeningresultaat. Veelal worden de batige saldi uit grondexploitatie bij bestemming van het rekeningresultaat toegevoegd aan de algemene reserve. De gemeente Bladel betracht voorzichtigheid bij winstnemingen. De gemeente Bladel neemt tussentijds winst als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (laag risicoprofiel): De boekwaarde per 31 december 2013 moet negatief (negatief betekent dat de opbrengsten groter zijn dan de kosten dus dat er sprake is van winst) zijn en moet hoger zijn dan alle nog te maken kosten;. Als de opbrengsten voor een bepaald gedeelte zijn gerealiseerd; Eventuele winstneming worden voor 90% meegenomen; Er worden geen verliezen verwacht op de andere deelprojecten of er zijn daarvoor voldoende voorzieningen getroffen. De tussentijdse winst die wordt genomen is het saldo van de negatieve boekwaarde minus de nog te maken geraamde kosten in de grondexploitatie. In 2013 zijn volgens deze methode de volgende (tussentijdse) winsten genomen: Op basis van de geactualiseerde exploitatieopzetten kan, gelet op de geformuleerde uitgangspunten voor plan Coppens tussentijds winst genomen worden. De winstuitname voor plan Kempenland kon nog niet gerealiseerd worden: Dit geeft per saldo het navolgende beeld:
winstuitnames - a. Kempenland - b. Coppens Hoogeloon
gerealiseerde winstuitname 0,15.000,-
geraamde winstuitname 6.000,15.000,-
-/- 6.000,- N 0,- V
15.000,-
21.000,-
-/- 6.000,- V
Totaal (tussentijdse) winstuitname
saldo
De winstuitname bedraagt per saldo € 6.000,- minder dan voorzien en heeft daarmee een nadelig effect op het exploitatieresultaat 2013. De gerealiseerde winstuitname van plan Coppens is via beleidsveld Bestuur toegevoegd aan de algemene reserve.
67 R2014.013b
4.7.7 Lopende exploitaties en ontwikkelingen Jaarlijks geven wij, in het kader van de jaarrekening, een toelichting op de financiële positie van de “grondexploitatie-activiteiten” per 31 december van het afgesloten boekjaar. Dit gebeurt op basis van de meest actuele grondexploitatieberekeningen van de complexen en de tot deze datum gerealiseerde inkomsten en uitgaven. In onderstaand overzicht is het verloop van de grondexploitatie 2013 weergegeven. verloop in exploitatie genomen bouwgronden (x € 1.000,-)
-bp Stokekkers
boek-
van grond
investe-
des-inves-
winst-
boek-
voorzie-
boek-
boekwaarde
waarde
in exploi-
ringen
teringen
uitname
waarde
ning
waarde
einde loop-
31-12-2012
tatie
31-12-2013
31-12-2013
tijd -1.447
-503
2
-501
-501
-industrie terrein Oost
-14
1
-13
-13
-49
-bp de Biezen 1e fase
456
41
348
348
-1.732
149
-bp Beemdstraat
-63
7
-56
-56
-518
-bp Latestraat/de Lei
268
51
319
319
-22
-plan Coppens
-54
33
-6
-6
-omgeving Ganzestraat
15
3
-locatie Wijer de Kuil
-76
14
-De Smet Bladel
-54
4
-Meuleneind/Akkerstraat
673
80
3 -50
-50
-47
950
-197
-197
-131
-61
-61
-66
5
-plan Kempenland
2
662
670
903
1.778
26
543
-2
-71
-Toermalijn Bladel totaal
5
9
-71
-6 15
nog te maken kosten
-291
5
-6 -296
-3.946
2.159
nog te verwachten opbrengsten
5.809
verwacht eindresultaat
-3.946
De plannen Meuleneind, De Smet Bladel, Omgeving Ganzestraat en Locatie Wijer-De Kuil zijn toegevoegd aan de lopende exploitaties. In 2013 zijn in exploitatie de volgende plannen (met daarachter vermeld de geschatte einddatum): - Industrieterrein Hapert-Oost (2015) - Latestraat (2016) - plan Coppens - de Beemd (2018) - Stokekkers (2019) - De Biezen - Kempenland (2014) - De Toermalijn (2015) - Meuleneind - Ganzestraat (2015) - De Smet Bladel (2014) - Wijer de Kuil
(2014) (2019) (2017) (2018)
Van bovengenoemde complexen zijn de grondexploitaties vastgesteld.
4.7.8 Nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties Naast de grondexploitaties zijn er ook nog complexen welke nog niet in exploitatie zijn genomen of waar de gemeente faciliterend is en een anterieure overeenkomst heeft afgesloten. Deze plannen zijn in voorbereiding binnen de door de raad gestelde kaders. Tot aan vaststelling van het bestemmingsplan wordt hier gesproken over nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties. Voor deze projecten worden kosten gemaakt vanaf de initiatieffase tot aan vaststelling van het bestemmingsplan. Gedacht moet worden aan: • onderzoekskosten ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing zoals bodem, lucht en archeologie; • advieskosten voor inhuur deskundigheid. Denk daarbij aan juridische adviezen, fiscale adviezen, planeconomische aspecten; • opstellen van bestemmingsplannen; • projectleiding; • communicatie etc. Voor elke NIEGG is een reëel en stellig voornemen aanwezig en is de marktwaarde bepaald van de voorraad grond. Daar waar verliezen genomen moeten worden op basis van deze analyse zijn ze genomen. Per complex van niet in exploitatie genomen grondexploitaties ziet er dit als volgt uit:
68 R2014.013b
verloop niet in exploitatie genomen bouwgronden (x € 1.000,-)
-locatie Kerkeneind
boek-
naar grond
investe-
des-inves-
boek-
voorzie-
boek-
waarde
in exploi-
ringen
teringen
waarde
ning
waarde
delde
31-12-2012
tatie
31-12-2013
bw per m²
2.880
117
31-12-2013
3.440
220
3.660
-Beemd / paardensportterrein
412
17
429
-Locatie Kerkstraat Casteren
701
43
744
1.121
154
1.275
3
3
3
-7
1
1
-Egyptische Poort 1e en 2e fase -locatie Oude schoolpad -project Hoeve Oost
-10
-Posthof Bladel
780 299 5
gemid-
429
48
445
138
1.275
22
-2 -7
5
-4
-Locatie sporthal Bladel -Locatie St. Petrusschool Bladel -Hooge Akkers
5
-De Smet Bladel
-54
-54
-Meuleneind (Akkerstraat 10)
673
673
-Locatie Wijer- De Kuil
-76
-76
-Alexanderhof Hapert
-30
4
4
4
11
16
16
368
338
824
338
-Egyptische Poort 3e fase totaal
6.182
543
6.125
nog te maken kosten
1.089
5.036 5.637
nog te verwachten opbrengsten
13.036
verwacht eindresultaat
-2.363
Toelichting van de nog niet in exploitatie genomen grondexploitaties per complex: Kerkeneind De gemeente Bladel is voornemens om aan de zuidoostzijde van Casteren te komen tot woningbouw. Binnen het plangebied, gelegen ten zuiden van het Kerkeneind en aan de westzijde van de Wagenbroeken waren een agrarisch bedrijf en een timmerbedrijf gevestigd, waarvan de bebouwing door haar schaal een negatieve invloed had op de kwaliteit van de dorpsrand. De gemeente heeft deze gronden aangekocht en heeft de opstallen gesloopt. Het plan Kerkeneind betreft één van de ontwikkelingslocaties uit het Dorpenplan wat door de raad is vastgesteld. De afgelopen jaren heeft concrete planontwikkeling voor het gebied plaatsgevonden. Er is een inrichtingsplan vervaardigd, waarin de situering en inrichting van de openbare ruimte en de verdeling naar woningtypen concreet is benoemd. In het plan wordt de bouw van maximaal 50 grondgebonden woningen mogelijk gemaakt. Het plan kent naast de gemeente nog twee grondeigenaren. De gemeente is met deze grondeigenaren in overleg om te komen tot contractvorming waarbij een exploitatiebijdrage wordt bepaald. Daarnaast heeft de gemeente 24.616 m² uitgeefbare grond in bezit. Het plan Kerkeneind heeft een boekwaarde per 31 december 2013 van € 2.880.000,-. Voor dit plan heeft in 2013 een afwaardering plaats gevonden van € 780.000,-, omdat de boekwaarde en de toekomstig nog te maken kosten anders niet terug verdiend konden worden door de nog te verwachtte grondopbrengsten. Beemd/paardensportterrein Het gaat hier om de exploitatie van de vrijkomende gronden voor het paardensportterrein aan de Beemd. In deze grondexploitatie zijn de kosten voor de grondverwerving om de verplaatsing van het paardensportterrein mogelijk te maken meegenomen. De aankoopkosten bedragen € 412.000,-. De overige kosten in de grondexploitatie zoals het bouwrijpmaken, plankosten en rentekosten zijn als kosten opgenomen. De totale kosten (inclusief de herinrichtingskosten van het terrein ad € 46.000,-) zijn geraamd op € 350.000,-. De totale opbrengsten voor grondverkopen worden geraamd op € 1.350.000,-. Dit betekent een verwacht positief resultaat uit de grondexploitatie op einde looptijd van ongeveer € 588.000,-. In totaal is er 9.000 m² grond uitgeefbaar. Kerkstraat Casteren De boekwaarde voor het plan Kerkeneind bedraagt € 445.000,-. Voor dit plan heeft in 2013 een afwaardering plaats gevonden van € 299.000,-, omdat de boekwaarde en de toekomstig nog te maken kosten anders niet terug verdiend konden worden door de nog te verwachtte grondopbrengsten. De verwachte grondopbrengsten zijn naar beneden bijgesteld omdat in de plannen de bovenwoningen zijn komen te vervallen. In kleine kernen is geen vraag naar bovenwoningen. Bij dit plan gaat het om een locatie gelegen in de dorpskern van Casteren welke goed aansluit bij de gerealiseerde plannen aan de overzijde (school op het perceel Teurlings). In het verleden zijn hiervoor twee panden aangekocht aan de Kerkstraat 30 en 32. Deze locatie wordt gezien als een strategische aankoop om in de kern Casteren in vervangende mogelijkheden voor senioren/zorgwoningen te voorzien. De gemeente doet dit in samenwerking met Woningstichting de Zaligheden. In totaal is er 3.234 m² grond uitgeefbaar.
69 R2014.013b
3
Egyptische poort In de raadsvergadering van 28 juni 2012 is het Masterplan "De Egyptische Poort" vastgesteld. Het gaat hier om de ontwikkeling van het gebied rondom zwembad De Smagtenbocht en de Bladelse sportvelden. Hoofddoel van het plan is: het gebied verlevendigen en kwalitatief verbeteren. Als onderdeel van die ontwikkeling krijgt het zwembad een upgrade en de sportvelden een kwaliteitsimpuls. Verder worden ontwikkelingen op maatschappelijk gebied mogelijk gemaakt en komt er ruimte voor een hotel. Een nieuwe infrastructuur moet de nieuwe functies met elkaar en het buitengebied verbinden. Zo vervult "De Egyptische Poort" in de toekomst de bedoelde ‘recreatieve poortfunctie' naar het achterland. Met Ballast Nedam is een overeenkomst afgesloten waarbij Ballast Nedam de ontwikkeling van het gebied voor haar rekening neemt. In deze overeenkomst met Ballast Nedam is opgenomen dat, indien marktomstandigheden er aanleiding voor geven, er opnieuw gekeken zal worden naar de grondprijzen voor de functie 'Wonen'. In de overeenkomst is tevens opgenomen dat dit niet eerder zal gebeuren dan 2 jaar na vaststelling van het Bestemmingsplan. De gemeente en Ballast Nedam zijn echter beiden van mening dat de huidige marktomstandigheden ertoe leiden dat de financiële kosten en opbrengsten opnieuw tegen het licht gehouden moeten worden, omdat anders bij het huidige prijsniveau de ontwikkeling niet van de grond zal komen. Om die reden hebben Ballast Nedam en de gemeente Bladel heronderhandelingen gevoerd over de kosten en opbrengsten voor het project Egyptische poort, wat uiteindelijk de grondwaarde bepaalt voor de gemeente Bladel. In deze heronderhandeling heeft een hertaxatie plaats gevonden voor de gronden onder de functie 'Wonen'. In totaal is er 57.182 m² grond uitgeefbaar. De totale grondexploitatie Egyptische Poort met daarin opgenomen de fasen 1, 2 en 3 sluit met een positief resultaat van ongeveer € 1.671.000,- op eindwaarde (contante waarde € 1.221.000,-). Overige complexen Bij de overige niet in exploitatie genomen grondexploitaties heeft de gemeente Bladel geen grondbezit. Het gaat hierbij om particuliere initiatieven waarbij de gemeente met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst heeft afgesloten waarbij de gemeentelijke kosten vergoed worden door de initiatiefnemers.
Samenvatting totale grondexploitatieactiviteiten De boekwaarde van de grondexploitatie activiteiten inclusief de niet in exploitatie genomen grondexploitaties is in het afgelopen jaar per saldo met € 1.468.000,- afgenomen tot € 4.740.000,- en nader gespecificeerd als volgt: Boekwaarde per 1 januari 2013 6.208.000 bij: Vermeerderingen 2013: - grondverwerving - bouw en woonrijpmaken - apparaatskosten - overige kosten - rente
0 965.000 411.000 101.000 250.000 1.727.000
af: Verminderingen 2013 - opbrengst verkopen - overige inkomsten - aanwending voorziening tekorten - tussentijdse winstuitnames - afwikkeling afgesloten complexen
1.097.000 1.049.000 1.094.000 -15.000 -30.000 3.195.000 4.740.000
Boekwaarde per 31 december 2013:
Van de verkopen (van de nu nog actieve plannen) is onderstaand in een grafiek weergegeven hoe de opbrengst zich in de achterliggende 10 jaren hebben gemanifesteerd:
3
In de raadsvergadering van 6 februari 2014 is het Bestemmingsplan Egyptische poort niet vastgesteld. Er is een motie aangenomen waarin het college word opgeroepen om in overleg te treden met de ontwikkelaar teneinde te bezien welke planaanpassingen noodzakelijk zijn om de gewenste zekerheden ten aanzien van de uitvoering van de fasen 2 en 3 te kunnen bieden en welke aanpassingen mogelijk zijn om het plan meer in overeenstemming te brengen met de oorspronkelijke voor het plangebied beoogde recreatieve (of daaraan te relateren) functies. Voor 1 januari 2015 moet het college met een (keuze)voorstel voor bijstelling van de raadskaders verslag aan de gemeenteraad uit brengen over de resultaten van het gevoerde overleg. Op dit moment is nog niet helder of deze motie gaat leiden tot financiële bijstellingen.
70 R2014.013b
Opbrengst Verkopen € 6.000.000 € 5.000.000 € 4.000.000 € 3.000.000 € 2.000.000 € 1.000.000 €1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voor de rentetoerekening aan de grondexploitatie zijn wij uitgegaan van een rentepercentage van 4%.
4.8 Verbonden partijen
4.8.1 Inleiding Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente Bladel zowel een bestuurlijke als een financiële (risicodragend) band heeft. Verbonden partijen ontwikkelen beleid of voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard blijft de gemeente beleidsmatig verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de thema’s/beleidsvelden. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. 4.8.2 Visie op verbonden partijen Bladel heeft een positieve grondhouding ten opzichte van samenwerking: regionaal of nog breder. Indien zich de gelegenheid voordoet om middels samenwerkingsverband of andere verbondenheid, op doelmatiger en doeltreffender wijze doelstellingen te realiseren, dan zullen de deelname mogelijkheden altijd onderzocht worden. Samenwerking kan (soms) de kwaliteit en continuïteit beter waarborgen. Er zijn drie redenen waarom gemeenten met elkaar samenwerken in de vorm van een verbonden partij: Vanwege het grensoverschrijdend karakter van de problematiek; Om efficiëncyvoordelen te behalen; Vanwege een wettelijke plicht tot samenwerking. De samenwerking kan vormgegeven worden door een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke aanpak. Het privaatrecht biedt verschillende mogelijkheden: de oprichting van een vereniging, een stichting, een NV of een BV. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze samenwerking van toepassing. Als wordt gekozen voor samenwerking op grond van het publiekrecht geldt het regime van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Op basis van het BBV moet jaarlijks inzicht worden geboden in: het doel (het openbaar belang); het bestuurlijk en het financieel belang en de ontwikkelingen (beëindiging, wijzigingen of problemen bij bestaande verbonden partijen) In onderstaand overzicht worden de verbonden partijen nader toegelicht. We geven hierin ook aan met welke beleidsvelden de verbonden partijen relatie hebben. Bij het onderdeel “financieel belang” wordt de omvang van het eigen en vreemd vermogen per eind 2012 (behoudens BNG, die cijfers zijn wel bekend over 2013) weergegeven, omdat de resultaten over 2013 op het moment van opstellen van het jaarverslag 2013, nog niet bekend zijn.
71 R2014.013b
4.8.3 Gemeenschappelijke regelingen / Stichtingen Naam: Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Vestigingsplaats: Eindhoven (samenwerking 21 regio-gemeenten) Openbaar belang: Het ontwikkelen van een goed toegeruste organisatie van de hulpverlening voor de deelnemers, een goede integrale samenwerking tussen de bij de hulpverlening betrokken organisaties en andere bij bestrijding van ongevallen en rampen betrokken organisaties en van de bestuurlijke afstemming/-integratie van betrokken organisaties bij hulpverlening en ongevallen- en rampenbestrijding. Daadwerkelijke brand, ramp en ongevallenbestrijding op alle gebied: preventie, repressie, en beperking van brand en brandgevaar. Idem voor ongevallen en rampen en bevordering van hulpverlening. Bestuurlijk belang: Gezien de wettelijke taken van burgemeesters op deze terreinen is ervoor gekozen alleen vertegenwoordiging van burgemeesters in het bestuur toe te staan. Relatie beleidsveld: Veiligheid Financieel belang: Eigen vermogen eind 2012 4.030.000,Vreemd vermogen eind 2012 14.028.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 424.000,Ontwikkelingen: De wet op de Veiligheidsregio’s is gewijzigd, hetgeen leidt tot verplichte regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014. Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Ontwikkelingen: Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Ontwikkelingen: Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost (GGD) Eindhoven (samenwerking 21 regio-gemeenten) De GGD gaat het niet over ziekte, maar over gezondheid. De GGD heeft als taak om mensen gezond te houden en de gezondheid van alle inwoners te verbeteren. De GGD voert preventieve acties uit om te voorkomen dat mensen ziek worden en helpt hen zo om gezond te leven. De GGD is er ook als plotseling iets gebeurt (snelle interventie) zoals bij de ambulancezorg en bij rampen. Maar ook bij het optreden van infectieziekten, zoal tbc, de Q-koorst of hersenvliesontsteking. De GGD zet in met de nodige maatregelen tegen verdere verspreiding. De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur. Preventie en opvang Eigen vermogen eind 2012 1.395.000,Vreemd vermogen eind 2012 14.686.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 319.000,Er zijn geen relevante ontwikkelingen. Kempisch Bedrijvenpark Bladel (samenwerking 4 Kempengemeenten) Het ontwikkelen en realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieeleconomisch oogpunt aanvaardbaar bedrijvenpark gelegen binnen het rechtsgebied, binnen de door het bevoegd gezag te stellen ruimtelijke en andere publiekrechtelijke randvoorwaarden en met inachtneming van de nader te formuleren sectorale doelstellingen en uitgangspunten. De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur. Industrie Eigen vermogen eind 2012 281.000,Vreemd vermogen eind 2012 55.892.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 0,De betrokkenen participeren risicodragend in de realisatie van het plan. Eventuele verliezen of winsten worden gelijkelijk door de gemeenten gedragen of over de deelnemende gemeenten verdeeld. Actuele grondexploitatieberekeningen tonen aan dat een sluitende exploitatie mogelijk is. In totaal is op dit moment ca 40% verkocht. Hiermee ligt de uitgifte op schema. Samenwerking Kempengemeenten Reusel (samenwerking 5 Kempengemeenten) De SK behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de deelnemers op de gebieden van: - informatie en communicatie technologie (SSC); - Werk inkomen en zorg (ISD) en personeelszaken (P&O); De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur. Bestuur Eigen vermogen eind 2012 203.000,Vreemd vermogen eind 2012 5.376.000,72
R2014.013b
Ontwikkelingen:
Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Ontwikkelingen:
Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Ontwikkelingen:
Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Gemeentelijke bijdrage 2013 2.267.000,In 2013 is besloten om de resterende bezuinigingen op de bedrijfsvoeringskosten van het SSC voor de jaren 2013 tot en met 2015 af te ramen. Vanwege de doorontwikkeling van de samenwerking worden de bezuinigingen vanaf 2016 gehandhaafd. De discussie over een verdere uitbreiding van de samenwerking in 2013 kent op het moment van samenstelling van deze jaarstukken nog een onvoorspelbare uitkomst. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) Eindhoven (samenwerking 21 regio-gemeenten) De regio moet voorzien in de behoefte aan werken, wonen, recreëren, maatschappelijke participatie en een veilige leefomgeving zonder dat daarmee kansen voor toekomstige generaties verloren gaan. Het SRE wil een organisatie zijn die op een flexibele wijze kan inspelen op de behoeften van de gemeenten en op doelmatige wijze mede inhoud geven aan de regionale vraagstukken. De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur. Bestuur en Werkgelegenheid Eigen vermogen eind 2012 15.023.000,Vreemd vermogen eind 2012 213.750.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 338.000,In 2013 is besloten dat een aantal taken van het SRE wordt overgedragen aan subregio’s en/of gemeenten. De gemeentesecretarissen in het SRE-gebied hebben de taak op zich genomen om de overdracht van deze SRE taken te regelen. Naast een plan voor inhoudelijke overdracht hebben de gemeentesecretarissen ook een spelregelkader opgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de verdeling van de frictiekosten die mogelijk voortvloeien uit de overdracht van taken. Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant (BIZOB) Oirschot (samenwerking 21 regio-gemeenten) Het ondersteunen van de deelnemende gemeenten bij het uitvoeren van diverse inkoopacties voor het behalen van voordelen op zowel financieel, kwalitatief als procesmatig gebied voor de zelfstandige gemeenten. De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Bestuur Eigen vermogen eind 2012 571.000,Vreemd vermogen eind 2012 313.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 58.000,De gemeente neemt van de Stichting 3 dagen per week af. Dit zijn in totaal op jaarbasis 113 dagen. Betaling gebeurt tegen een voorcalculatorisch bepaalde vergoeding. Er is veel aandacht besteed aan de nieuwe Aanbestedingswet en er is een traject opgestart om de medewerkers van de gemeente hierop voor te bereiden. De wet is inwerking getreden op 1 april 2013. Op 3 september 2013 is ook een nieuw inkoopbeleid en beleid Maatschappelijk Verantwoord Inkopen vastgesteld. WVK-groep Bladel (samenwerking 4 Kempengemeenten) Het openbaar lichaam “WVK-groep” is gebaseerd op de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en heeft tot doel het gemeenschappelijk belang sociale werkvoorziening ten behoeve van de deelnemende gemeenten te behartigen. WVK-groep biedt passend werk aan mensen met een handicap en aan mensen die om andere redenen moeilijk aan een reguliere baan kunnen komen. Naast de uitvoering van de Wsw, voert WVKgroep ook het gesubsidieerde werk WWB uit voor de gemeente Bladel. De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur. Maatschappelijke participatie Eigen vermogen eind 2012 31.071.000,Vreemd vermogen eind 2012 3.804.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 239,De gemeente draagt voor 25% bij in het exploitatieresultaat (zowel positief als negatief). WVK-groep is een goed lopend Wsw-bedrijf dat al vele jaren aanzienlijke winsten realiseert. De gemeente betaalt 1 euro per Wsw-er. Daarnaast ontvangt de gemeente een winstuitkering tot en met 2017 van WVK-groep. De rijksbijdrage die we ontvangen voor de uitvoering van de Wsw betalen we één-opéén door aan WVK-groep.
73 R2014.013b
Ontwikkelingen:
Het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid waarvan de sociale werkvoorziening, maar ook de WWB, deel uitmaken staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. In het verlengde hiervan heeft het kabinet aangegeven te streven naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, die de WWB, Wajong en Wsw hervormt. De nieuwe regeling wordt aangeduid als de Participatiewet. Hierdoor ontstaat voor de gemeenten meer sturingsruimte maar ook een toename van het financiële risico. De nieuwe regeling kan leiden tot substantiële herverdeeleffecten en een subsidiekorting per SE. De substantiële reserves van de WVK-groep bieden (voldoende) armslag om de negatieve effecten het hoofd te kunnen bieden.
Naam:
Regeling regionale raad openbaar basisonderwijs De Kempen Vervallen wegens het ontbreken van financieel belang.
Naam:
Stichting Regionaal Indicatie Orgaan Groot Kempenland Vervallen wegens het ontbreken van financieel belang.
4.8.4 Privaatrechtelijke verbondenheden Naam: NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vestigingsplaats: ’s-Gravenhage Openbaar belang: Bankieren van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang tegen zo laag mogelijke kosten. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Bestuurlijk belang: De gemeente is aandeelhouder (62.790 aandelen) Relatie beleidsveld: Bestuur Financieel belang: Eigen vermogen eind 2013 3.430 mln. Vreemd vermogen eind 2013 127.721 mln. Dividend uitkering 2012 94.000,Er hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang dat de gemeente in BNG heeft. Ontwikkelingen: Nieuwe regelgeving schrijft voor dat vanaf 2018 alle banken een eigen vermogen van drie procent van de balanswaarde moeten aanhouden. Aangezien deze ratio op dit moment minder bedraagt, zal BNG het eigen vermogen extra moeten verhogen. Om dit te bereiken is de dividenduitkering verlaagd van 50% naar 25%, zodat het eigen vermogen vanuit de winst versterkt wordt. BNG wordt door beleggers onverminderd als één van de veiligste banken ter wereld beschouwd. Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang:
Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
Ontwikkelingen: Naam: Vestigingsplaats: Openbaar belang: Bestuurlijk belang: Relatie beleidsveld: Financieel belang:
NV Brabant Water ’s-Hertogenbosch De uitoefening van een bedrijf op het gebied van de watervoorziening en het verrichten van alle werkzaamheden die verband houden met de waterketen in de ruimste zin van het woord. Door de fusie van de NV WOB en NV Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant in Brabant Water NV per 1 januari 2002 heeft de gemeente Bladel 17.706 nieuwe aandelen verkregen met een nominale waarde van € 0,10 per aandeel. De gemeente is aandeelhouder (17.706 aandelen) Industrie Eigen vermogen eind 2012 438 mln. Vreemd vermogen eind 2012 380 mln. Dividend uitkering 2012 0,Er hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang dat de gemeente in Brabant Water heeft. Er zijn geen relevante ontwikkelingen. Coöperatie Bosgroep Zuid Nederland U.A. Heeze De Bosgroep ondersteunt de leden op diverse manieren bij de doelmatige ontwikkeling, inrichting en beheer van hun bos- en natuurterreinen. De gemeente is vertegenwoordigd in de algemene leden vergadering. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Eigen vermogen eind 2012 € 350.000,Vreemd vermogen eind 2012 € 2.982.000,Gemeentelijke bijdrage 2013 geen 74
R2014.013b
Ontwikkelingen:
De coöperatie heeft niet tot doel het maken van winst. In artikel 4 van de statuten is geregeld dat elke aansprakelijkheid van de leden voor een tekort van de coöperatie is uitgesloten. In de perspectiefnota 2013 is besloten om de komende jaren de te ontvangen PSNsubsidie niet meer door te betalen aan de Bosgroep gelet op de omvang van het eigen vermogen van Bosgroep. De coöperatie heeft niet tot doel het maken van winst.
75 R2014.013b
Jaarrekening 2013
76 R2014.013b
77 R2014.013b
5. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 5.1 Recapitulatie per beleidsveld In onderstaand overzicht van baten en lasten vindt u per beleidsveld een financiële analyse van de grotere over- en onderschrijdingen. Thema / Beleidsveld
saldo rekening
begroting 2013 voor wijziging lasten
baten
saldo
begroting 2013 na wijziging lasten
baten
saldo
jaarrekening 2013 lasten
baten
saldo saldo
2012
rekening 2013 t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-)
begroting
Milieu en leefomgeving Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Verkeer en vervoer
-2.114 -3.068
-12.263 -3.935
12.436 22
173 -3.913
-12.725 -2.982
9.746 3
-2.979 -2.979
-10.162 -2.439
6.457 78
-3.705 -2.361
-726 618
Sub-totaal Milieu en leefomgeving
-5.182
-16.198
12.458
-3.740
-15.707
9.749
-5.958
-12.601
6.535
-6.066
-108
-276 -22 -1
-223 -31 -124
-223 -13 -84
-206 -5 -570
11
-195 -5 -550
-211 -1 -516
11
18 40
-200 -1 -489
-5 4 61
Economie Werkgelegenheid Detailhandel Industrie Recreatie en toerisme/Agrarische bedrijvigheid
20
27
-25
-611
183
-428
-1.365
1.072
-293
-1.178
1.111
-67
226
-324
-989
241
-748
-2.146
1.103
-1.043
-1.906
1.149
-757
286
Mens en maatschappij Veilgheid Jeugd en gezin Maatschappelijke participatie Preventie en opvang Sociale samenhang en leefbaarheid Bestuur
-1.855 -4.200 -3.181 -514 -2.706 -3.314
-1.939 -4.661 -12.102 -504 -3.523 -3.002
26 239 8.614
-1.970 -4.558 -12.163 -558 -3.270 -3.508
23 216 8.646 572 499
-1.947 -4.342 -3.517 -558 -2.698 -3.009
-2.660 -4.543 -12.133 -556 -3.139 -3.580
886 429 8.807
500 537
-1.913 -4.422 -3.488 -504 -3.023 -2.465
505 498
-1.774 -4.114 -3.326 -556 -2.634 -3.082
173 228 191 2 64 -73
Sub-totaal Mens en maatschappij
-15.770
-25.731
9.916
-15.815
-26.027
9.956
-16.071
-26.611
11.125
-15.486
585
Sub-totaal thema's
-21.276
-42.918
22.615
-20.303
-43.880
20.808
-23.072
-41.118
18.809
-22.309
763
16.668 5
-11 -76
15.377
15.366 -76
-11 -76
16.146
16.135 -76
-10 -76
16.581
16.571 -76
436
697 829 3.700 -43
-14 -257 -65
696 679 4.309
696 665 4.052 -65
-14 -491 250
832 468 4.315
832 454 3.824 250
-3 -420 -251
832 535 4.305
832 532 3.885 -251
78 61 -501
21.856
-423
21.061
20.638
-342
21.761
21.419
-760
22.253
21.493
74
Onvoorzien
-11
-50
-50
Sub-totaal onvoorzien
-11
-50
-50
Saldo van baten en lasten
569
-43.391
43.676
285
-44.222
42.569
-1.653
-41.878
41.062
-816
837
Financiering en algemene dekkingsmiddelen Bestuur Industrie Ruimtelijke ontwikkeling en beheer
1.384
-3.192
2.975
-217
2.373 486 68
1.907 250 21
-450 -236
1.677 486 27
1.227 250 27
-680
-47
-466 -236 -47
Sub-totaal mutaties reserves
1.384
-3.239
2.975
-264
-749
2.927
2.178
-686
2.190
1.504
-674
Gerealiseerd resultaat
1.953
-46.630
46.651
21
-44.971
45.496
525
-42.564
43.252
688
163
Sub-totaal Economie
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkeringen Beleggingen Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen Geldleningen Lokale heffingen Saldi van kostenplaatsen Sub-totaal algemene dekkingsmiddelen
Toevoeging/onttrekking aan reserves:
-47
6
De begroting van 2013 sloot met een begrotingsoverschot. In 2013 zijn middels tussentijdse rapportages de budgetten geactualiseerd. Op basis van de autonome ontwikkelingen is de begroting op diverse onderdelen aangepast. De doorwerking van de mutaties van de najaarsnota 2012, de perspectiefnota 2013 en de najaarsnota van 2013 op het uiteindelijke resultaat van de begroting 2013 leidde uiteindelijk tot een geraamd positief exploitatiesaldo van € 525.000,-. De gemeenterekening 2013 laat per saldo een voordelig saldo zien ter grootte van € 688.000,-. In het voordelig resultaat is rekening gehouden met per saldo circa € 1.504.000,- onttrekking aan de reserves.
78 R2014.013b
Het aanwenden van een reserve vereist een raadsbesluit waarin de reden van aanwending wordt aangegeven, die correspondeert met het doel van de reserve. In de rekening zijn alleen toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd. Hieronder zijn de mutaties binnen de reserves nader toegelicht: Onttrekking aan de reserves (baten): - Algemene reserve:
(x € 1.000,-) 119 inc. 81 inc. 5 inc. 269 inc. 409 inc. 78 inc. 120 str. 315 str. 45 inc. 14 inc. 13 inc. 486 inc. 236 inc.
gepland groot onderhoud wegen 2012 verkeersregelingen VVP IDOP Hoogeloon budgetoverhevelingen 2012 herinrichting Markt Hapert aanleg randweg Bladel - Egalisatiereserve verkoop HNG dekking wegvallende winstuitkering - Reserve geactiveerde kapitaaluitgaven dekking kapitaallasten - Reserve uitwisseling arbeidsvoorwaarden aanwending uitwisseling arbeidsvoorwaarden - Reserve volkshuisvesting quick-scan gemeenschapshuis/gemeentehuis sloop voormalige basisschool Casteren - Reserve garanties NRE/Endinet restitutie gedeelte van verkoopopbrengst - Reserve herbelegging verkoop NRE aanvulling reserve garanties NRE/Endinet
Totaal onttrekkingen
2.190
Toevoeging aan de reserves (lasten): - Algemene reserve: - Reserve uitwisseling arbeidsvoorwaarden - Reserve grondexploitatie - Reserve geactiveerde kapitaaluitgaven - Reserve garanties NRE/Endinet
a.
(x € 1.000,-) 221 inc. 39 inc. 15 inc. 175 str. 236 inc.
rentebijschrijvingen dotatie 2013 winstneming plan Coppens rentebijschrijvingen aanvulling reserve garanties NRE/Endinet
Totaal toevoegingen
686
Per saldo mutaties t.l.v. reserves
1.504
b. a-b
5.2 Toelichtingen op het overzicht van baten en lasten Het BBV zegt hierover dat lasten en baten per beleidsveld geanalyseerd moeten worden. De analyse is gebaseerd op een analyse op hoofdlijnen, waarbij iedere over- of onderschrijding groter dan € 10.000,- van een verklaring is voorzien. Hierna geven wij een overzicht van de belangrijkste afwijkingen tussen de begroting (na wijziging) en de rekening. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
Rekening t.o.v.
2013
begroting
lasten ruimtelijke ontw. en beheer
n
-10.055 n
-12.263 n
-12.725 n
-10.162 v
2.563
baten ruimtelijke ontw. en beheer
v
7.942 v
12.436 v
9.746 v
6.457 n
-3.289
resultaat voor bestemming
n
-2.113 v
173 n
-2.979 n
-3.705 n
-726
n
-47 n
-47
v
47
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
n
-2.113 v
v
68 v
27 n
-41
126 n
-2.958 n
-3.678 n
-720
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 726.000,- nadelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende:
79 R2014.013b
(bedragen x € 1.000,-) Budgetoverheveling
Verrekening apparaatskosten Openbaar groen
voordeel toelichting 78 Advieskosten diverse projecten en visiedocument project Centrum Bladel lopen door in 2014. 34 Digitalisering bouwvergunningen loopt door in 2014. 236 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding. 24 Diverse onderhoudswerkzaamheden t.b.v. openbaar groen en bossen.
Grondexploitatie
1.100 Saldo van lagere inkomsten ad € 1.691.000,- en lagere kosten bouw- en woonrijp maken ad € 2.791.000,- van diverse grondexploitaties.
Uitvoering Alexanderhof
Totaal voordeel
70 Mede vanwege gunstige aanbestedingen kon de uitvoering van het project -35 Alexanderhof tegen minder kosten uitgevoerd worden. Het te ontvangen subsidiebedrag bedraagt dan ook 50% minder. 1.507
(bedragen x € 1.000,-) Afvalverwijdering
nadeel toelichting -38 Exploitatielasten milieustraat en inzameling afval. -34 Egalisatievoorziening afvalverwijdering
Riolering
-141 De opbrengst rioolheffingen is aanzienlijk achtergebleven ten opzichte van raming. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door minder waterverbruik en anderzijds restitutie van rioolheffingen. -34 Diverse onderhoudswerkzaamheden riolering -138 Egalisatievoorziening riolering
Bouwzaken
-176 Opbrengst anterieure overeenkomsten en vrijstellingsprocedures. -103 Opbrengsten bouwleges
Grondexploitatie
-460 Voor een tweetal nog niet in exploitatie genomen plannen (Kerkeneind en Kerkstraat Casteren) is een aanvullende dotatie gedaan in de voorzienng tekorten grondexploitatie wegens voorziene tekorten. -6 De geraamde winstuitname voor plan Kempenland kon gelet op de uitgangspunten niet gerealiseerd worden. -1.103 Mutaties onderhanden werken grondexploitaties (naar balans)
Totaal nadeel
-2.233
Totaal verschil
-726
Toelichting reserve: Reserve volkshuisvesting: (budgetoverheveling) sloop St. Jansschool Casteren Reserve bovenwijkse voorzieningen: plan De Smis totaal reserves
-37.000,47.000,-
nadeel voordeel
6.000,-
voordeel
Verkeer en vervoer Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten verkeer en vervoer
n
-3.085 n
-3.935 n
-2.982 n
-2.439 v
543
baten verkeer en vervoer
v
17 v
22 v
3 v
78 v
75
resultaat voor bestemming
n
-3.068 n
-3.913 n
-2.979 n
-2.361 v
618
n
-3.068 n
-3.913 n
-2.979 n
-2.361 v
618
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
80 R2014.013b
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 618.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-) Budgetoverheveling
voordeel toelichting 473 De aanleg van de randweg in Bladel (Gozelinusbocht) is nog niet afgerond en loopt door in 2014. 84 De uitvoering van het VVP traject 2013 loopt door in 2014. 10 Opstellen beleidsplan openbare verlichting wordt in 2014 afgerond.
Verrekening apparaatskosten
90 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Openbare verlichting
15 lagere kosten onderhoud/remplace i.v.m. voorbereiding nieuw beleidplan OV
Diversen
10 Advieskosten parkeervergunningen en maaien bermen en sloten.
Totaal voordeel
682
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Wegbeheer
-18 Gladheidsbestrijding -20 Extra uitbestede werkzaamheden t.b.v. Benchmark wegbeheer de Kempen, uitvoering weginspecties en opstellen moederbestekken asfaltering.
Verkeersregelingen
-26 Bijdrage provincie t.b.v. onderhoud N284 en advieskosten opstellen GVVP.
Totaal nadeel
-64
Totaal verschil
618
Werkgelegenheid Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
lasten werkgelegenheid
n
-341 n
baten werkgelegenheid
v
66
resultaat voor bestemming
n
n
begroting
-223 n
-206 n
-211 n
v
11 v
-275 n
-223 n
-195 n
-200 n
-5
-275 n
-223 n
-195 n
-200 n
-5
-5
11
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 5.000,- nadelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-) Totaal voordeel (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting 0 nadeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
-5 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Totaal nadeel
-5
Totaal verschil
-5
81 R2014.013b
Detailhandel Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
lasten detailhandel
n
-38 n
baten detailhandel
v
17 v
resultaat voor bestemming
n
-21 n
n
-21 n
-31 n
begroting
-5 n
-1 v
4
-13 n
-5 n
-1 v
4
-13 n
-5 n
-1 v
4
18
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 4.000,- voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
4 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Totaal voordeel
4
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Totaal nadeel
0
Totaal verschil
4
Industrie Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten industrie
n
-62 n
-124 n
-570 n
-516 v
54
baten industrie
v
60 v
40 v
20 v
27 v
7
resultaat voor bestemming
n
-2 n
-84 n
-550 n
-489 v
61
toevoegingen reserves
n
-236 n
-236
onttrekkingen reserves
v
486 v
486
-84 n
-300 n
resultaat na bestemming
n
-2 n
-239 v
61
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 61.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende:
82 R2014.013b
(bedragen x € 1.000,-) Verrekening apparaatskosten Kempisch bedrijvenpark Totaal voordeel
voordeel toelichting 54 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding. 7 Vergoeding wegens voeren administratie en secretariaat. 61
(bedragen x € 1.000,-) Totaal nadeel
nadeel toelichting 0
Totaal verschil
61
Recreatie, toerisme en agrarische bedrijvigheid Bedragen
Rekening
Begroting
2012
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
2013
begroting
lasten recr, toerisme en agr.bedr.heid
n
-644 n
-611 n
-1.365 n
-1.178 v
187
baten recr, toerisme en agr.bedr.heid
v
618 v
183 v
1.072 v
1.111 v
39
resultaat voor bestemming
n
-26 n
-428 n
-293 n
-67 v
226
n
-26 n
-428 n
-293 n
-67 v
226
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 226.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-) Budgetoverheveling Verrekening apparaatskosten Agrarische zaken
voordeel toelichting 19 Het plaatsen digitale informatieborden wordt in 2014 afgerond. 170 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding. 25 Extra opbrengst verkoop gronden ad € 38.000,- die niet in een exploitatie-
gebied zijn gelegen. De lasten zijn per saldo met € 13.000,- overschreden a.g.v. advieskosten en kosten voor landmeetkundige werkzaamheden. Reconstructiewet
12 Lagere uitvoeringskosten project inrichting Wagenbroeks Loopje en
onderhoud recreatieve voorzieningen. Totaal voordeel (bedragen x € 1.000,-) Totaal nadeel Totaal verschil
226 nadeel toelichting 0 226
83 R2014.013b
Veiligheid Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten veiligheid
n
-1.883 n
-1.939 n
-1.970 n
-2.660 n
-690
baten veiligheid
v
29 v
26 v
23 v
886 v
863
resultaat voor bestemming
n
-1.854 n
-1.913 n
-1.947 n
-1.774 v
173
n
-1.854 n
-1.913 n
-1.947 n
-1.774 v
173
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 173.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
181 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Brandweer
861 In verband met de regionalisering van de brandweer zijn alle voertuigen, materieel en inventaris van de kazernes door de Veiligheidsregio overgenomen. Hiervoor is een overnamebedrag van € 861.000,- ontvangen.
Totaal voordeel
1.042
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Brandweer
-869 Afwaardering (restant) boekwaarde brandweermaterieel en -voertuigen als gevolg van overname door de Veiligheidsregio.
Totaal nadeel
-869
Totaal verschil
173
Jeugd en gezin Bedragen
Rekening
Begroting
2012
prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten jeugd en gezin
n
-4.438 n
-4.661 n
-4.558 n
-4.543 v
15
baten jeugd en gezin
v
239 v
239 v
216 v
429 v
213
resultaat voor bestemming
n
-4.199 n
-4.422 n
-4.342 n
-4.114 v
228
n
-4.199 n
-4.422 n
-4.342 n
-4.114 v
228
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 228.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende:
84 R2014.013b
(bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Budgetoverheveling
49 Project decentraal jongerenwerk loopt door in 2014. 37 De sloop van St. Jansschool in Casteren wordt in 2014 afgerond. 13 Doorbetaling subsidie BLV-actieplan 2013
Verrekening apparaatskosten
45 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Voortgezet onderwijs
37 Aanpassing doorgedecentraliseerde middelen huisvesting aan actuele verdeelmaatstaven.
Leerlingenvervoer
70 lagere kosten realisatie combinatiefuncties i.v.m. met te hoge (eenmalige) raming.
Totaal voordeel
251
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Budgetoverheveling
13 Subsidie BLV-actieplan 2013
Bijzonder onderwijs
-22 Hogere kapitaallasten als gevolg van investeringen 2013 (o.a. Brede School Casteren.
Diversen
-14 Overige geringe afwijkingen.
Totaal nadeel
-23
Totaal verschil
228
Maatschappelijke participatie Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
2013
Rekening t.o.v. begroting
lasten maatschappelijke participatie
n
-11.987 n
-12.102 n
-12.163 n
-12.133 v
30
baten maatschappelijke participatie
v
8.806 v
8.614 v
8.646 v
8.807 v
161
resultaat voor bestemming
n
-3.181 n
-3.488 n
-3.517 n
-3.326 v
191
n
-3.181 n
-3.488 n
-3.517 n
-3.326 v
191
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 191.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Budgetoverheveling
16 IDOP Hoogeloon kleinschalige verpleegunit wordt in 2014 afgerond. 11 Uitvoeringkosten inburgering wegens uitvoering door ISD in 2014.
Uitkeringen
45 Bijstandsbesluit zelfstandigen De lasten voor de Bbz bestaan uit bedrijfskundige adviezen, het verstrekken van uitkeringen voor levensonderhoud (gevestigde zelfstandigen) en uit leningen voor bedrijfskapitaal zijn per saldo voordeliger uitgevallen. 99 Wij hebben (via ISD de Kempen) op 13 augustus 2013 bij de toetsingscommissie WWB een verzoek ingediend voor een aanvulling op het over 2012 toegekende budget. Op 4 december 2013 door het Ministerie SZW een aanvullende uitkering van € 99.000,- toegekend. 55 De omvang van het totale BUIG-klantenbestand (= WIJ/WWB/IOAW/IOAZ) is in 2013 gestegen. Dit wordt met name veroorzaakt door een aantal vestigingen en de omvang van de instroom vanuit de WW in onze gemeente. Ondanks deze stijging zijn de kosten per saldo € 55.000,- gunstiger uitgevallen ten opzichte waar we rekening mee hebben gehouden.
85 R2014.013b
(bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Wet maatsch.onderst.
15 Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning
Woningaanpassing
25 Woningaanpassingen
Totaal voordeel
266
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
-23 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Uitkeringen
-33 Bijstandsbesluit zelfstandigen (startende ondernemers)
Gem.minimabeleid
-19 Bijzondere bijstand en schuldhulpverlening
Totaal nadeel
-75
Totaal verschil
191
Preventie en opvang Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-) lasten preventie en opvang
Begroting
Rekening
na wijz.
2013
2013
Rekening t.o.v. begroting
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
n
-514 n
-504 n
-558 n
-556 v
2
baten preventie en opvang resultaat voor bestemming toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 2.000,- voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
2 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Totaal voordeel
2
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Totaal nadeel
0
Totaal verschil
2
86 R2014.013b
Sociale samenhang en leefbaarheid Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten soc.samenhang en leefbaarheid
n
-3.755 n
-3.523 n
-3.270 n
-3.139 v
131
baten soc.samenhang en leefbaarheid
v
1.049 v
500 v
572 v
505 n
-67
resultaat voor bestemming
n
-2.706 n
-3.023 n
-2.698 n
-2.634 v
64
n
-2.706 n
-3.023 n
-2.698 n
-2.634 v
64
toevoegingen reserves onttrekkingen reserves resultaat na bestemming
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 64.000,voordelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: (bedragen x € 1.000,-)
voordeel toelichting
Buitensportaccommodaties
40 Wegens het voldoen aan de criteria die gesteld zijn aan 'gelegenheid geven tot sport' zijn de BTW-lasten verrekend met de fiscus.
Binnensportaccommosaties
21 Extra afschrijving sporthal 't Spant er is niet geëffectueerd, omdat de sporthal nog steeds in bedrijf is.
Gemeenschapshuizen
50 Exploitatiekosten gemeenschapshuizen, alsmede afrekening subsidies 2012.
Verkenning MFA Hapert
16 Afwikkeling verkenningsnota MFA Hapert, wegens verrekende BTW fiscus.
Totaal voordeel
127
(bedragen x € 1.000,-)
nadeel toelichting
Verrekening apparaatskosten
-39 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding.
Binnensportaccommosaties
-21 Diverse exploitatiekosten sporthallen (met name energiekosten), alsmede lagere opbrengsten wegens gewijzigde contracten i.v.m. reclamevoering.
Diversen
-3 Overige geringe afwijkingen.
Totaal nadeel
-63
Totaal verschil
64
Bestuur Bedragen
Rekening 2012
Begroting prm 2013
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Rekening
Rekening
na wijz.
2013
t.o.v.
2013
begroting
lasten bestuur (incl.alg.dekkingsmidd.)
n
-4.293 n
-3.475 n
-3.850 n
-4.341 n
-491
baten bestuur (incl.alg.dekkingsmidd.)
v
22.824 v
21.599 v
22.260 v
22.749 v
489
resultaat voor bestemming
v
18.531 v
18.124 v
18.410 v
18.408 n
-2
toevoegingen reserves
n
-6.903 n
-3.192 n
-467 n
-450 v
17
onttrekkingen reserves
v
8.287 v
2.975 v
2.373 v
1.677 n
-696
resultaat na bestemming
v
19.915 v
17.907 v
20.316 v
19.635 n
-681
gerealiseerd resultaat na bestemmen
n
-1.953 n
-20 n
-525 n
-688 n
-163
geraamd/gerealiseerd resultaat
v
17.962 v
17.887 v
19.791 v
18.947 n
-844
87 R2014.013b
Het verschil tussen de begroting (na wijziging) en het werkelijk resultaat voor bestemming is € 2.000,nadelig. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: Algemene dekkingsmiddelen Voor een analyse van de algemene dekkingsmiddelen wordt ook verwezen naar hoofdstuk 3.4. (bedragen x € 1.000,-) Budgetoverheveling
voordeel toelichting 44 112 24 29
Uitvoering I-NUP loopt door in 2014. Diverse projecten BAG-WOZ en overbrenging archieven naar RHCE. Advieskosten doorontwikkeling organisatie Advieskosten diverse handhavingsprojecten (incl. buitengebied)
Bestuursorganen
54 Er is geen beroep gedaan op het budget voor interactieve beleidsvorming en wegens actualisatie van de voorziening wethouderspensioenen lagere dotatie.
Uitvoering Wet WOZ
16 Lagere uitvoeringskosten en hogere vervolgingsopbrengsten wegens invordering gemeentelijke belastingen.
Geldleningen
67 Renteresultaat 2013
Algemene uitkeringen Diverse bedrijfsvoeringskosten
Totaal voordeel (bedragen x € 1.000,-) Verrekening apparaatskosten
434 Hogere uitkering uit het gemeentefonds wegens actualisatie van diverse verdeelmaatstaven e.d. (incl. vorige dienstjaren). 82 73 25 72
Loonkosten ambtelijk apparaat Onderhoudskosten automatisering Restitutie BTW 2013 wegens actualisatie mengpercentages (BCF en fiscus) Restitutie BTW vorige dienstjaren wegens actualisatie mengpercentages (BCF en fiscus) -13 Hogere exploitatielasten gemeentehuis 1.019 nadeel toelichting -769 Via integrale kostentoerekening worden de kosten van het ambtelijk apparaat toegerekend aan de onderscheidene beleidsvelden. De doorbelasting geschiedt op basis van werkelijke tijdsbesteding. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door bezettings- en dekkingsverschillen van de overige beleidsvelden.
Bestuursapparaat
-54 Extra dotatie in de voorziening wachtgelden voormalig personeel. Betrokken voormalige medewerker heeft in 2013 geen inkomsten genoten, terwijl daar in de onderbouwing van de voorziening wel rekening mee was gehouden. -37 Met de voormalige secretaris was op basis van de detacheringsovereenkomst een eenmalige vergoeding overeengekomen per 1 maart 2014. Door het eerdere vertrek komt de eenmalige vergoeding ten laste van 2013. Voorts extra kosten van onderzoek en advisering.
Burgerzaken
-46 Lagere legesopbrengsten. In 2013 zijn 3.749 paspoorten en identiteitsbewijzen afgegeven (2012: 4.851) en 1.383 rijbewijzen (2012: 1.481).
Dubieuze debiteuren
-80 Extra dotatie in de voorziening dubieuze debiteuren. -26 Trias en inkoopbureau
Diversen Totaal nadeel Totaal verschil
-9 Overige geringe afwijkingen. -1.021 -2
Toelichting reserves: Reserve uitwisseling arbeidsvoorwaarden t.b.v.: - lagere dotatie a.g.v. formatiekrimp (personeel overgegaan naar SK) Reserve grondexploitatie t.b.v.: - toevoeging winstuitname plan Kempenland Bijdrage t.l.v. reserve volkshuisvesting t.b.v.: - budgetoverheveling sloop St. Jansschool Casteren Algemene reserve t.b.v.: 88 R2014.013b
voordeel
nadeel
11.000,6.000,37.000,-
- budgetoverheveling decentraal jongerenwerk - budgetoverheveling aanleg randweg (Gozelinusbocht) - budgetoverheveling uitvoering VVP traject 2013 - uitvoering Alexanderhof - extra afschrijving sporthal ’t Spant er totaal mutaties reserves
-,-
49.000,473.000,85.000,31.000,21.000,-
17.000,-
696.000,-
5.3 Toelichting op investerings- en projectbudgetten In deze paragraaf lichten we de lopende investeringen en projecten per beleidsveld toe door middel van de zgn. stoplichtmethode. Bij Groen licht is de investering of project afgerond, bij Oranje licht is de investering of project in uitvoering en bij Rood licht is de investering of project nog niet in uitvoering. Als de uitvoering van een investering of project met meer dan € 10.000,- overschreden wordt lichten we dat voor die investering of project nader toe in hoofdstuk 6 “Begrotingsrechtmatigheid”. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Bij de uitvoering van beleidsveld ruimtelijke ontwikkeling en beheer zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd. beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
krediet
428
200
223
5
74
74
uitvoering Alexanderhof (ISV-3)
408
-30
338
100
overname boekwaarde voormalige praktijkschool
500
(bedragen x € 1.000,-) IDOP Hoogeloon: uitvoering quick wins Hoogeloon IDOP Hoogeloon: voorbereiding quick wins Hoogeloon
restant overschrijding
500
uitvoeringsplan GRP 2004: randvoorziening Veilig Oord
641
253
401
-13
uitvoeringsplan GRP 2012
840
547
296
-2
uitvoeringsplan GRP 2013
952
292
660
aanpassing riolering Markt Hapert
280
281
-1
inrichting omgeving MFA Casteren
463
263
121
78
84 4.670
1.307
83 2.535
1 828
ombouw openbaar groen totaal
afgerond
in uitvoering
> € 10.000,-
-13
-13
niet uitgevoerd
Verkeer en vervoer Bij de uitvoering van beleidsveld verkeer en vervoer zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd. beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
gepland groot onderhouw wegen 2012
900
748
152
gepland groot onderhouw wegen 2013
1.000
582
418
aanleg Randweg Bladel
2.420
292
55
2.073
-1
1
1.235
9
653
573
91
71
(bedragen x € 1.000,-)
IDOP Hoogeloon: fietsverbinding dorp-sportpark uitvoering herinrichting Markt Hapert openbare verlichting 2012 (armaturen)
restant overschrijding krediet
20
openbare verlichting 2013
136
114
22
aktieplan en uitvoering traject VVP 2013
165
81
84
1.656
38 3.209
vervanging fietspadstrooier totaal
afgerond
in uitvoering
38 5.985
niet uitgevoerd
89 R2014.013b
1.120
> € 10.000,-
Recreatie, toerisme en agrarische bedrijvigheid Bij de uitvoering van beleidsveld recreatie, toerisme en agrarische bedrijvigheid zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd.
(bedragen x € 1.000,-)
beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
ecologische verbindingszône Latestraat
-30
-30
totaal
-30
-30
afgerond
in uitvoering
restant overschrijding krediet
> € 10.000,-
niet uitgevoerd
Veiligheid Bij de uitvoering van beleidsveld veiligheid zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd.
(bedragen x € 1.000,-)
beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
restant overschrijding
2013
krediet
Vervanging ademluchtflessen
52
40
12
totaal
52
40
12
afgerond
in uitvoering
> € 10.000,-
niet uitgevoerd
Jeugd en gezin Bij de uitvoering van beleidsveld jeugd en gezin zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd.
(bedragen x € 1.000,-)
beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
krediet
68
5
vervanging asbesthoudende golfplaten de Vest
73
vervanging hang- en sluitwerk de Piramide
18
18
brede school Casteren
374
374
totaal
465
460
afgerond
in uitvoering
restant overschrijding > € 10.000,-
5
niet uitgevoerd
Sociale samenhang en leefbaarheid Bij de uitvoering van beleidsveld sociale samenhang en leefbaarheid zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd.
(bedragen x € 1.000,-)
beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
sportcomplexen: BTW-teruggaaf vorige jaren ikv GGTS
-207
restant overschrijding krediet
-207
verbouwing tennisaccommodatie Hellekens
250
109
146
uitbreiding kleedacc. vv Hoogeloon (incl.sponsors e.d.)
152
48
95
9
verb. tennisaccommodatie Bladel (incl.sponsors e.d.)
166
6
115
44
3.521
-14
279
3.256
63
16
47 33
29
120 285
37 545
16 3.349
nieuwbouw sporthal nabij Pius-X vervangen speeltoestellen 2012 vervangen speeltoestellen 2013
63
voorbereiding verkenning MFA Hapert totaal
afgerond
in uitvoering
173 4.181
niet uitgevoerd
90 R2014.013b
-5
> € 10.000,-
Bestuur Bij de uitvoering van beleidsveld bestuur zijn in 2013 de volgende investeringen gepland en/of uitgevoerd. (bedragen x € 1.000,-)
beschikbaar
uitgaven
uitgaven
krediet
t/m 2012
2013
restant overschrijding krediet
49
1
beveiligingsmaatregelen gemeentehuis
50
invoeren mid-office 2010
25
25
invoeren mid-office 2011
25
25
invoeren mid-office 2012
25
25
invoeren mid-office 2013
25
25
wabo en omgevingsloket
26
26
100
100
vervanging backoffice gemeente 2012 videoverslaglegging raads- en commissievergaderingen
15
aanschaf ipads raads- en commissieleden totaal
afgerond
in uitvoering
> € 10.000,-
15
21 312
22 71
-1 241
niet uitgevoerd
5.4 Overzicht incidentele lasten en baten Als tegenhanger van de verplichting in de begroting een overzicht van geraamde baten en lasten op te nemen wordt in artikel 28 van het BBV bij de eisen aan de jaarrekening een overzicht van de gerealiseerde incidentele baten en lasten verplicht gesteld. Door inzicht in de incidentele baten en lasten te geven wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen van de financiële positie van de gemeente en de meerjarenraming. Bij de begroting dient de vraag zich aan of structurele lasten bekostigd worden uit structurele baten, men leidt dit af uit de mate waarin incidentele baten voorkomen. Bij de rekening moet worden nagegaan of de invloed beperkt blijft tot 2013 en of deze geen effect hebben op volgende jaren. In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de incidentele lasten en baten. Omschrijving
Lasten
Baten
(bedragen x € 1.000;-)
Thema: Milieu en leefomgeving Beleidsveld: Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Onderlinge Gemeentelijke Bosbrandverzekering W.A., aandeel ledenregeling i.v.m. opzegging verzekering Nedvang, afrekening inzamel en transportvergoeding 2012 Aanvulling voorziening riolering wegens saldo tekort Arcadis/RA Infra, inzet personeel ter ondersteuning OW m.b.t. onderhoud riolering Opbrengst rioolheffing vorige jaren Provincie, subsidie ISV-3 m.b.t. projectplan Alexanderhof SRE Ruimte Economie Zorg, uitbetaling project BWS 2012 Uitname winst plan Coppens Hoogeloon Risicovoorziening saldi grondexploitatie aanvulling/beschikking t.b.v. tekorten diverse bestemmingsplannen
44 11 200 25 28 169 12 15
** 1.094
Beleidsveld: Verkeer en vervoer HaskoningDHV Nederland B.V., benchmark wegbeheer Kempengemeenten, aandeel benchmark wegbeheer Verrekening dekking investering t.b.v. Randweg en groot onderhoud wegen Verrekening dekking investering t.b.v. herinrichting Markt e.o. Hapert Verrekening dekking investering t.b.v. actieplannen en uitvoeringstrajecten VVP
* * *
196 409 81
Thema: Economie Beleidsveld: Industrie Alliander, vaststellingsovereenkomst m.b.t. eindafwikkeling verkoop Endinet
*
486
91 R2014.013b
1.094
26 21
Omschrijving
Lasten
Baten
705 30
1.004
(bedragen x € 1.000;-)
Beleidsveld: Recreatie en toerisme/agrarische bedrijvigheid Aan- en verkoop van gronden Verrekening dekking investering m.b.t. ecologische verbindingszone Latestraat Dienst Landelijk Gebied, bijdrage Wagenbroeks Loopje Bosgroep Zuid Nederland, inrichting Wagenbroeks Loopje
19 24
Thema: Mens en maatschappij Beleidsveld: Veiligheid Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, verkoop eigendommen i.v.m. regionalisering Verrekening dekking investering i.v.m. overname activa Beleidsveld: Jeugd en gezin Verrekening dekking investering m.b.t. sloop St. Jansschool Pius X, voorlopige afrekeningen vorige jaren Leerlingenvervoer Coöperatie Jeugdprogramma Zuid Oost Brabant, subsidie extra trajecten 2012
861 869
*
Beleidsveld: Maatschappelijke participatie Ministerie Sociale zaken, afrekening BBZ 2012 BUIG: BBZ startende ondernemers Ministerie Sociale zaken, aanvullende uitkering IAU 2012 Diverse projecten m.b.t. uitvoering diverse taken i.h.k.v. Wmo Beleidsveld: Sociale samenhang en leefbaarheid Belastingdienst, BTW vorige jaren sportvelden de Smagtenbocht Belastingdienst, BTW vorige jaren sportvelden de Groesbocht Belastingdienst, BTW vorige jaren sportvelden de Lemelvelden Belastingdienst, BTW vorige jaren sportvelden de Roetwijer Belastingdienst, BTW vorige jaren sportvelden de Smeel VV Hoogeloon, verrekening aandeel vervroegd onderhoud/vrijval voorziening Art4U Veldhoven, kosten cultuurcoördinator Buro voor Architektuur J.R. van der Sanden, quickscan samenvoeging Den Herd/ gemeentehuis Den Herd, afrekening subsidie/onderhoud 2012 De Poel, afrekening subsidie 2011/2012 Verrekening dekking investering t.b.v. verkenning MFA Hapert
230
48 33 99 27
-99 -34 -97 -16 -34 29 33 *
*
Beleidsveld: Bestuur Overdracht pensioenkapitaal wethouders en dotatie voorziening Aanvulling voorziening voormalig personeel Algemene uitkering vorige jaren Storting in voorziening dubieuze debiteuren Inhuur personeel t.b.v. projecten BAG-WOZ Opbrengst toeristenbelasting vorige jaren subtotaal incidentele lasten en baten incidentele dotaties reserves incidentele onttrekkingen reserves totaal incidentele lasten en baten
10 13 230 13
29
14 -20 -59 34
20 127
50 438
80 93 26
** *
4.542 15 4.557
4.198 1.230 5.428
5.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector / crisisheffing De Wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is met ingang van 2013 van toepassing en vervangt tegelijkertijd de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT). Doelstelling van de wet is te verhinderen dat instellingen in de publieke en semipublieke sectoren rechtens in staat zijn bovenmatige bezoldigingen toe te kennen. De algemene maximale bezoldiging voor een topfunctionaris mag niet meer dan ca € 228.000,- per jaar bedragen.
92 R2014.013b
Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - bruto beloning - belastbare vaste en variabele kostenvergoedingen - voorzieningen t.b.v. beloningen op termijn Totaal maximale bezoldiging
187.340,8.069,33.190,228.599,-
De WNT geeft aan dat in de jaarstukken de bezoldiging van iedere topfunctionaris en gewezen topfunctionaris op persoonsnaam opgenomen wordt. In het verslagjaar 2013 hebben er bij de gemeente Bladel geen beloningen plaatsgevonden die hoger zijn dan de algemene maximale bezoldiging. Naam
Functie
Duur dienstverband
Om vang Beloning Door w erkgever Belastbare Beloningen Beëindigingsdienstverband
J. van Hout
secretaris
gedetacheerd
36 uur
19.710
Jaar
betaalde
kosten-
betaalbaar
uitkeringen beëindi-
SV-prem ies
vergoed.
op term ijn
ging
985
2.716
F. Dirks
griffier
vast
36 uur
76.771
348
13.037
P. Perriëns
secretaris
tijdelijk
36 uur 126.076
811
2.741
37.500
Motivering
2013 overeenkomst
Crisisheffing Per 1 januari 2013 treedt de zogeheten crisisheffing in werking. Deze nieuwe heffing houdt in dat werkgevers in 2013 een eenmalige crisisheffing moeten betalen van 16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking (inclusief bonus) dat zij in 2013 aan een medewerker hebben betaald, voor zover dat loon hoger was dan € 150.000,-. In het verslagjaar 2013 hebben er bij de gemeente Bladel geen beloningen plaatsgevonden die hoger zijn dan € 150.000,-.
93 R2014.013b
6. Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidcontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Dit gebeurt ondermeer door middel van de begroting. Begrotingswijzigingen moeten volgens de Gemeentewet tijdens het jaar zelf nog aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Indien een wijziging niet meer in het jaar zelf is voorgelegd zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Teneinde een afweging te kunnen maken van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium “passend binnen het door de raad uitgezette beleid” van belang. Er kunnen zeven verschillende begrotingsoverschrijdingen worden onderscheiden. In onderstaand overzicht wordt aangegeven wat de consequentie van de betreffende overschrijding is voor het accountantsoordeel. De categorisatie houdt in dat de analyse van de overschrijdingen kan opleveren dat er weliswaar sprake is van een overschrijding, maar dat die overschrijding als rechtmatig beschouwd mag worden. Deze onrechtmatigheden worden dan niet meegenomen in het oordeel van de accountant. Met het vaststellen van de rekening (inclusief de helder omschreven afwijkingen) worden deze overschrijdingen alsnog geautoriseerd door de gemeenteraad. Cat. Nr. 1.
2. 3. 4.
5.
6.
7.
Begrotingsoverschrijding door:
Rechtmatig
Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingswijziging is ingediend. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd, omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt. - 6a. geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar - 6b. geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere kapitaallasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - 7a. jaar van investeren - 7b. kapitaallasten in latere jaren
Onrechtmatig
rechtmatig rechtmatig onrechtmatig
onrechtmatig
onrechtmatig
onrechtmatig rechtmatig
onrechtmatig rechtmatig
De begroting 2013 is op het niveau van de beleidsvelden door de raad vastgesteld, zodat voor budgetoverschrijdingen op het niveau van het beleidsveld goedkeuring moet worden gevraagd. Om te voldoen aan het begrotingsrechtmatigheidscriterium worden de volgende budgetoverschrijdingen van de lasten ten opzichte van de begroting gemeld (exclusief reserves).
94 R2014.013b
omschrijving beleidsvelden
begroting 2013 na wijz.
rekening 2013
begrotingsafwijking
lasten oversaldo schrijding > € 10.000,-
totaal lasten
totaal baten
saldo
totaal lasten
totaal baten
saldo
totaal lasten
totaal baten
-12.724 -2.982 -206 -5 -570
9.746 3 11 0 20
-2.978 -2.979 -195 -5 -550
-10.162 -2.439 -211 -1 -516
6.457 78 11 0 27
-3.705 -2.361 -200 -1 -489
2.562 543 -5 4 54
-3.289 75 0 0 7
-727 618 -5 4 61
0 0 0 0 0
-1.365 -1.970 -4.558 -12.163 -558 -3.270 -3.850 -44.221 -686 -44.907
1.072 23 216 8.646 0 572 22.260 42.569 2.190 44.759
-293 -1.947 -4.342 -3.517 -558 -2.698 18.410 -1.652 1.504 -148
-1.178 -2.660 -4.543 -12.133 -556 -3.139 -4.341 -41.879 63 -41.816
1.111 886 429 8.808 0 505 22.749 41.061 -737 40.324
-67 -1.774 -4.114 -3.325 -556 -2.634 18.408 -818 -674 -1.492
187 -690 15 30 2 131 -491 2.342 749 3.091
39 863 213 162 0 -67 489 -1.508 -2.927 -4.435
226 173 228 192 2 64 -2 834 -2.178 -1.344
0 -690 0 0 0 0 -491 -1.181 0 -1.181
(bedragen x € 1.000,-) ruimtelijke ontwikkeling en beheer verkeer en vervoer werkgelegenheid detailhandel industrie recreatie en toerisme/agrarische bedrijvigheid veiligheid jeugd en gezin maatschappelijke participatie preventie en opvang sociale samenhang en leefbaarheid bestuur Totaal (exclusief reserves) reserves Totaal (inclusief reserves)
Controleprotocol Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2011 en volgende jaren vastgesteld. Hiermee worden de reikwijdte, het normenkader en de rapportageaspecten rondom de controle van de jaarrekening door de accountant bepaald. Goedkeuringstolerantie De goedkeuringstolerantie is de norm voor de oordeelsvorming en de strekking van de af te geven controleverklaring. Wanneer de geconstateerde onzekerheden en/of fouten binnen het vastgestelde bedrag blijven (gebaseerd op een percentage van het totaal van de lasten, exclusief reservemutaties) is het oordeel van de accountant dat de jaarrekening en bijbehorende balansmutaties getrouw en rechtmatig tot stand zijn gekomen. In het controleprotocol is de goedkeuringstolerantie ten aanzien van fouten in de jaarrekening bepaald op 1% van de totale lasten van de gemeente. Ten aanzien van onzekerheden in de controle bedraagt de goedkeuringstolerantie 3% van de totale lasten. Het totaal van lasten van de jaarrekening 2013 van de gemeente bedraagt € 41,879 miljoen (is exclusief reservemutaties). Op basis hiervan betekenen bovengenoemde percentages dat een totaalbedrag aan fouten in de jaarrekening tot € 419.000,- en een totaal aan onzekerheden tot € 1.256.000,- de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen beïnvloeden. Analyse begrotingsrechtmatigheid Tijdens het samenstellen van de jaarrekening is geconstateerd dat er afwijkingen zijn opgetreden ten opzichte van de begroting na wijziging. De afwijkingen passen nagenoeg alle binnen de kaders van de gemeentelijke interpretatie van het begrotingscriterium. Volgens de regels kunnen ze dus als 'onrechtmatig' worden aangemerkt maar wegen ze niet mee in het accountantsoordeel over de rechtmatigheid. In onderstaand overzicht is aangegeven om welke afwijkingen dit op het niveau van de beleidsvelden gaat en hoe deze passen binnen de genoemde gemeentelijke invulling van het begrotingscriterium. In de “financiële verordening gemeente Bladel 2008” is in artikel 5 lid 4 opgenomen dat afwijkingen op de (oorspronkelijke) ramingen van de baten en lasten groter dan € 10.000,- toegelicht moeten worden. Het betreft een analyse op hoofdlijnen. Dit betekent dat een aantal afwijkingen "verdicht" weergegeven worden. De analyse van de begrotingsoverschrijdingen hebben we opgespitst in: begrotingsoverschrijdingen voor wat betreft lasten per beleidsveld en begrotingsoverschrijdingen voor wat betreft investeringsuitgaven (kredieten). Afwijkingen c.q. overschrijdingen exploitatie-uitgaven > € 10.000,Conform de hiervoor genoemde categorieën worden onderstaand de overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten (na wijziging) naar rechtmatigheid toegelicht.
95 R2014.013b
omschrijving beleidsvelden
rechtmatig telt niet mee voor oordeel
lasten overschrijding > € 10.000,-
(bedragen x € 1.000,-)
cat. 1.
ruimtelijke ontwikkeling en beheer verkeer en vervoer werkgelegenheid detailhandel industrie recreatie en toerisme/agrarische bedrijvigheid veiligheid jeugd en gezin maatschappelijke participatie preventie en opvang sociale samenhang en leefbaarheid bestuur Totaal (exclusief reserves) reserves Totaal (inclusief reserves)
onrechtmatig en telt mee voor oordeel
cat. 2.
cat. 6b.
cat. 7b
cat. 3.
cat. 4.
cat. 5.
cat. 6a.
cat. 7a.
-463 -1.153
0
0
0
0
0
0
0
0
-1.153
0
0
0
0
0
0 0 0 0 0 0 -690 0 0 0 0 -491 -1.181 0 -1.181
-690
Hieronder volgt per beleidsveld een toelichting op de geconstateerde begrotingsafwijkingen. Hierbij wordt tevens geoordeeld of de afwijkingen wel of niet meetellen bij de oordeelsvorming van de accountant. Beleidsveld: veiligheid In december 2013 is nagenoeg alle activa van de brandweer, in verband met de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014, tegen boekwaarde overgenomen door de Veiligheidsregio. De verkoopopbrengsten ad € 861.000,- zijn voorts aangewend voor de afwaardering van c.q. in mindering gebracht op de betreffende activa. Beleidsveld: bestuur De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door bezettings- en dekkingsverschillen vanuit de doorbelastingen van kostenplaatsen. De doorbelasting vanuit kostenplaatsen naar de beleidsvelden geschiedt op basis van werkelijke tijdbesteding. De verschillen met de overige beleidsvelden worden verzamelt op beleidsveld bestuur. De organisatiestructuur is met ingang van 1 september 2013 gewijzigd. Met ingang van 2014 zal de kostenplaatsstructuur aangepast worden aan de nieuwe organisatiestructuur. Afwijkingen c.q. overschrijdingen investeringskredieten > € 10.000,Op basis van de verordening op het financieel beheer ex. artikel 212 van de Gemeentewet wordt gerapporteerd over kredietoverschrijdingen boven de € 50.000,-. omschrijving krediet
krediet
uitgaven t/m 2012
uitgaven 2013
saldo krediet
(bedragen x € 1.000,-)
ruimtelijke ontwikkeling en beheer verkeer en vervoer werkgelegenheid detailhandel industrie recreatie en toerisme/agrarische bedrijvigheid veiligheid jeugd en gezin maatschappelijke participatie preventie en opvang sociale samenhang en leefbaarheid bestuur Totaal
rechtmatig telt niet mee voor oordeel
overschrijding > € 10.000
cat. 1.
4.670 5.985 0 0 0
1.307 1.120 0 0 0
2.535 1.656 0 0 0
828 3.209 0 0 0
0 0 0 0 0
-30 52 465 0 0 4.181 312 15.635
0 0 0 0 0 285 0 2.712
-30 40 460 0 0 545 71 5.277
0 12 5 0 0 3.351 241 7.646
0 0 0 0 0 0 0 0
cat. 2.
onrechtmatig en telt mee voor oordeel
cat. 4. cat. 6b. cat. 7b
cat. 3.
cat. 4.
cat. 5. cat. 6a. cat. 7a. -13
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-13
Op beleidsveldniveau is er geen sprake van begrotingsoverschrijdingen voor wat betreft investeringen. Op kredietniveau is er sprake van één kredietoverschrijdingen groter dan € 10.000,- (zie paragraaf 5.3). Beleidsveld: ruimtelijke ontwikkeling en beheer - Uitvoeringsplan GRP 2004: randvoorziening Veilig Oord Na afronding van de benodigde grondaankopen, de bezwaarprocedure van de Provincie tegen de ontgrondingsvergunning en de openbare aanbesteding zijn de werkzaamheden voor de aanleg van de retentievoor-
96 R2014.013b
ziening eindelijk gestart en 2013 afgerond. Mede vanwege inflatoire kostenstijgingen is de aanleg van de randvoorziening met € 13.000,- overschreden. Concluderend De belangrijkste overschrijding betreft de afwaardering van de activa van de brandweer bij beleidsveld veiligheid, maar omdat deze past binnen het bestaande beleid en gecompenseerd wordt direct gerelateerde inkomsten telt deze overschrijding niet mee in het oordeel van de accountant. Deze kon gelet op het tijdstip van het ontstaan van de situatie niet meer in de begroting geraamd worden. Daarnaast zijn er bezettings- en dekkingsverschillen ontstaan wegens afwijkende doorbelastingen vanuit kostenplaatsen. De organisatiestructuur is met ingang van 1 september 2013 gewijzigd. Met ingang van 2014 zal de kostenplaatsstructuur aangepast worden aan de nieuwe organisatiestructuur. De geringe overschrijding bij investeringen wordt veroorzaakt door inflatoire kostenstijgingen. In het kader van rechtmatigheidbeoordeling van de jaarrekening is deze analyse opgesteld waarbij rekening is gehouden met de door de gemeenteraad vastgestelde begrotingsregels ter zake de financiële rechtmatigheid. De raad heeft daarbij een grens gesteld van 1% van de lasten, oftewel € 419.000,- voor 2013. Er is geen sprake van begrotingsonrechtmatigheid die deze grens te boven gaat.
97 R2014.013b
7. Balans per 31 december ACTIVA (bedragen x € 1.000,-)
Ultimo
Ultimo
2013
2012
Vaste activa 15
Immateriële vaste activa a. Kosten verbonden aan sluiten geldleningen en het saldo van agio en disagio b. Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
32
0
0
15
32
33.370
Materiële vaste activa
32.084
a. Investeringen met een economisch nut - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met een economisch nut b. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut
18
18
30.893
30.831
2.459
1.235
8.430
Financiële vaste activa
8.311
a. Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen
0
0
- gemeenschappelijke regelingen
0
0
- overige verbonden partijen
0
0
b. Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen c. Overige langlopende leningen d. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
0
0
159
159
0
0
0
0
838
957
7.433
7.195
Totaal vaste activa
41.815
40.427
4.740
6.208
Vlottende activa Voorraden a. Grond en hulpstoffen: - niet in exploitatie genomen bouwgronden
5.036
- overige grond- en hulpstoffen b. Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
6.182
0
0
-296
26
c. Gereed product en handelsgoederen
0
0
d. Vooruitbetalingen
0
0
6.255
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar a. Vorderingen op openbare lichamen
4.547
337
352
b. Verstrekte kasgeldleningen
0
0
c. Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
0
0
d. Overige vorderingen
5.918
4.195
e. Overige uitzettingen
0
0
0
Liquide middelen
2.205
a. Kassaldo
0
0
b. Banksaldo
0
2.205
1.550
Overlopende activa
2.542
a. De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
0
0
1.550
2.542
b. Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen
Totaal vlottende activa
12.545
15.502
Totaal generaal
54.360
55.929
98 R2014.013b
PASSIVA (bedragen x € 1.000,-)
Ultimo
Ultimo
2013
2012
Vaste passiva 13.839
Eigen vermogen a. Algemene reserve b. Bestemmingsreserves c. Gerealiseerd resultaat na bestemming
14.655
3.034
2.105
10.117
10.597
688
1.953
3.365
Voorzieningen
3.407
a. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
1.457
1.599
b. Egalisatievoorzieningen
1.906
1.802
2
6
c. Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden
25.079
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 0
a. Obligatieleningen
29.046 0
b. Onderhandse leningen van: 0
0
25.077
29.044
- binnenlandse bedrijven
0
0
- overige binnenlandse sectoren
0
0
- buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
0
0
c. Door derden belegde leningen
0
0
d. Waarborgsommen
2
2
e. Verplichtingen uit hoofde van financial leaseovereenkomsten
0
0
- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen
42.283
Totaal vaste passiva
47.108
Vlottende passiva
10.329
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
7.033
a. Kasgeldleningen
6.000
3.500
b. Bank- en girosaldi
1.585
0
c. Overige schulden
2.744
3.533
1.748
Overlopende passiva
1.788
a. Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare volume
1.708
1.728
38
38
b. De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking lasten van volgende begrotingsjaren c. Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren 2
komen
22
Totaal vlottende passiva
12.077
8.821
Totaal generaal
54.360
55.929
Gewaarborgde geldleningen
93.943
95.692
99 R2014.013b
7.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten, tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Compensabele BTW wordt niet geactiveerd. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet als baten verantwoord. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment van besluitvorming door de AvA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders) van de betreffende deelneming. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan bijv. overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. De wijze van afschrijving is vastgelegd in het “beleidskader activeren, waarderen en afschrijven”, zoals door de raad vastgesteld in zijn vergadering van 21 december 2004. Dit betekent dat op investeringen welke in de loop van het jaar worden gedaan alleen rente toegerekend wordt, maar niet afgeschreven. De afschrijving is in principe lineair, tenzij de raad voor een andere wijze van afschrijving heeft gekozen. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele restwaarde. Afschrijving van geactiveerde uitgaven vangt in beginsel aan met ingang van 1 januari volgend op het jaar van gereedkoming. Voor een specificatie van de afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar bijlage I. In 2013 heeft er geen wijziging plaatsgevonden van de waarderingsgrondslagen in vergelijking met dienstjaar 2012. Balans Vaste Activa De vaste activa worden onderscheiden in de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden (maximaal) in 5 jaar afgeschreven. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven gedurende de restant looptijd van de betrokken geldlening. Materiële vaste activa met economisch nut - In erfpacht uitgegeven gronden De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.
- Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden met ingang van 1 januari volgend op het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. 100 R2014.013b
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut In het “beleidskader activeren, waarderen en afschrijven” is bepaald dat op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut in beginsel worden afgeschreven. De ondergrond van de werken wordt als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en wordt er dus - indien van toepassing - mede op afgeschreven). Zowel bijdragen van derden als bijdragen van reserves worden in mindering gebracht op de investering. Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op de activa (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen van leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele aflossingen en andere terugontvangsten. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot beneden de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting. Bijdragen in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV. Vlottende activa Onder vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs (inclusief de jaarlijkse bijgeschreven rente), dan wel de lagere marktwaarde c.q. de maximaal aanvaardbaar geachte prijzen, rekening houdend met het verwachte tijdstip van inbreng in de exploitatie. De gronden in exploitatie worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gerealiseerde (verkoop)opbrengsten. Indien deze lager is worden de gronden in exploitatie gewaardeerd tegen marktwaarde. Er wordt rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. De overige grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde. De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel lagere martkwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, zoals kosten van bouw- en woonrijpmaken, grondaankopen en administratie- en beheerskosten). Er wordt rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. Winsten uit de grondexploitatie worden in beginsel genomen bij afronding van het project, dan wel tussentijds voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Verliezen worden verantwoord zodra deze bekend zijn. Voor een nadere toelichting op voorraden / onderhanden werk en winstnemingen met betrekking tot grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid in hoofdstuk 4. 101 R2014.013b
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Vaste passiva Onder vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Voor zover niet anders vermeld, zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit (bestemmings)reserves en het gerealiseerd resultaat na bestemming. Het gerealiseerd resultaat wordt als afzonderlijk onderdeel van het eigen vermogen opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van langer dan één jaar. Verplichtingen voortvloeiend uit leasing De waardering van de verplichting uit hoofde van de financial leasing van de vervoermiddelen vindt plaats tegen contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen. Vlottende passiva Onder vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met rentetypische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende passiva De waardering van overlopende passiva geschiedt tegen nominale waarde. De niet bestede middelen van uitkeringen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel worden als vooruit ontvangen middelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva. De besteding van deze middelen vindt op een later tijdstip plaats. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen. 7.2. Toelichting op de balans In deze toelichting op de balans wordt achtereenvolgens ingegaan op de in de balans vermelde activa en passiva. 7.2.1 Activa Immateriële vaste activa De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:
102 R2014.013b
immateriële vaste activa (x € 1.000,-)
boekwaarde 31-12-2013
boekwaarde 31-12-2012
a. Kosten afsluiten geldleningen en het saldo van agio en disagio b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
15
32
totaal
15
32
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2013. verloop immateriële vaste activa
boekwaarde 31-12-2012
investeringen
des-investeringen
afschrijvingen
a. Kosten afsluiten geldleningen en het saldo van agio en disagio b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
32
37
48
totaal
32
37
48
(x € 1.000,-)
bijdragen van derden
afwaarderingen
boekwaarde 31-12-2013
2
4
15
2
4
15
De voorbereidingskosten ad € 4.000,- t.b.v. de visieontwikkeling IDOP dorpscentrum Hoogeloon worden afgewaardeerd, wegens afronding van het project. De belangrijkste investering staat in onderstaand overzicht. belangrijkste investeringen (x € 1.000,-)
besteed in 2013 37
a voorbereiding en verkenning MFA Hapert totaal
37
Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: materiële vaste activa (x € 1.000,-)
boekwaarde 31-12-2013
boekwaarde 31-12-2012
a. investeringen met een economisch nut: - in erfpacht uitgegeven grond - overige investeringen met een economisch nut b. investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
18 30.893 2.459
18 30.831 1.235
totaal
33.370
32.084
De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd. De overige investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: overige investeringen met een economisch nut (x € 1.000,-) a. b. c. d. e. f. g.
gronden en terreinen woonruimten bedrijfsgebouwen grond- weg- en waterbouwkundige werken vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa
totaal
boekwaarde 31-12-2013
boekwaarde 31-12-2012
2.709 410 8.346 18.578 118 732
2.583 410 8.052 17.981 879 926
30.893
30.831
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer:
103 R2014.013b
verloop overige investeringen met een economisch nut (x € 1.000,-)
a. b. c. d.
boekwaarde 31-12-2012
investeringen
des-investeringen
2.583 410 8.052
155
30
817
196
326
2.708 410 8.347
582 95 102
18578 118 732
1.105
30.893
gronden en terreinen woonruimten bedrijfsgebouwen grond- weg- en waterbouw-kundige werken
e. vervoermiddelen f. machines, apparaten en installaties g. overige materiële vaste activa totaal
17.981 879 926
1.179 111
666 203
30.831
2.262
1.095
afschrijvingen
bijdragen van derden
afwaarderingen
boekwaarde 31-12-2013
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardevermindering. Voor diverse investeringen met economisch nut zijn reserves beschikbaar ter dekking van de kapitaallasten van het actief. Wij verwijzen hiervoor naar de reserve afschrijving geactiveerde investeringen, te vinden in onderdeel ‘passiva’. De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. belangrijkste investeringen (x € 1.000,-)
besteed in 2013
a. gronden en terreinen: grond sporthal nabij Pius-X-college c. bedrijfsgebouwen: revitalisering sportpark De Smagtenbocht (restitutie BTW ikv ggts) kleedaccommodatie de Roetwijer (restitutie BTW ikv ggts) ver-/ nieuwbouw clubgebouw VLTB uitbreiding accommodatie vv Hoogeloon verbouwing accommodatie TV Hellekens nieuwbouw sporthal nabij Pius-X-college overname boekwaarde voormalige praktijkschool Bladel d. grond- weg- en waterbouwkundige werken: verharding parkeerplaats vv Bladella (restitutie BTW ikv ggts) aanleg/vervanging voetbalveld vv Hapert (restitutie BTW ikv ggts) uitvoering GRP 2004: randvoorziening Veilig Oord uitvoering GRP 2012: afkoppeling en burgerparticipatie uitvoering GRP 2013: afkoppeling, drukgemalen en pompen aanleg riolering Markt Hapert f. machines, apparaten en installaties: ademluchtflessen brandweer beveiligingsmaatregelen gemeentehuis aanschaf ipads
155
155
-109 -7 115 95 146 77 500
817
-69 -21 401 296 291 281
1.179
40 49 22
111
totaal
2.262
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut weer: verloop investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (x € 1.000,-) a. gronden en terreinen b. grond- weg- en waterbouwkundige werken c. machines, apparaten en installaties d. overige materiële vaste activa totaal
boekwaarde 31-12-2012
investeringen
des-investeringen
afschrijvingen
bijdragen van derden
afwaarderingen
boekwaarde 31-12-2013
918 317
2.128 80
909 1
25 37
12
2112 347
1.235
2.208
910
62
12
2.459
De kosten 2012 ad € 12.000,- voor het verbeteren van het speelveld nabij De Speulewaai worden volledig afgewaardeerd, wegens het gereedkomen van de verbetering.
104 R2014.013b
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. belangrijkste investeringen (x € 1.000,-)
besteed in 2013
b. grond- weg- en waterbouwkundige werken: gepland groot onderhoud wegen 2012 aanleg randweg Bladel (Gozelinusbocht) IDOP Hoogeloon: fietsverbinding dorp-sportpark herinrichting Markt Hapert gepland groot onderhoud wegen 2013 openbare verlichting 2012 openbare verlichting 2013 uitvoering VVP actieplan en traject 2013 inrichting externe ruimte nabij Pius-X-college ombouw openbaar groen inrichting omgeving MFA Casteren IDOP Hoogeloon: uitvoering quick wins (Valensplein) c. machines, apparaten en installaties: vervangen speeltoestellen 2012 vervangen speeltoestellen 2013
152 55 -1 653 582 20 114 81 45 83 121 223
2.128
47 33
80
totaal
2.208
Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2013 wordt in het onderstaand overzicht weergegeven: financiële vaste activa (x € 1.000,-)
a. Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen b. Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen c. Overige langlopende leningen d. Overige uitzettingen met een looptijd >1 jaar aan activa in eigendom van e. Bijdragen derden
boekwaarde 31-12-2012
investeringen
des-investeringen
afschrijvingen / aflossing
afwaarderingen
159
boekwaarde 31-12-2013
159
957
119
838
7.195
561
311
12
7.433
8.311
561
430
12
8.430
De voorbereidende kosten ad € 12.000,- voor de realisatie van de brede school Hoogeloon (Idop) worden volledig afgewaardeerd wegens het definitief afzien van de realisatie van de brede school. De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. belangrijkste investeringen (x € 1.000,-)
besteed in 2013
e. bijdragen aan activa in eigendom van derden: bijdrage bouw 23 zorgwoningen Alexanderhof (GPR) bijdrage in stichtingskosten brede school Casteren bijdrage vervanging asbestgolfplaten basisschool de Vest bijdrage vervanging hang- en sluitwerk de Piramide
101 374 68 18
totaal
561
105 R2014.013b
561
Vlottende activa Vlottende activa zijn bezittingen waarvan het daarin geïnvesteerde vermogen binnen één jaar vrijkomt. Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: voorraden (x € 1.000,-)
boek-
boek-
waarde
waarde
31-12-2013
31-12-2012
5.036
6.182
5.036
6.182
-296
26
4.740
6.208
a. Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: - niet in exploitatie genomen bouwgronden af: risicovoorziening grondexploitatie - overige grond- en hulpstoffen b. Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie c. Gereed product en handelsgoederen d. Vooruitbetalingen totaal
Van de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden weergegeven: verloop niet in exploitatie genomen bouwgronden (x € 1.000,-)
boek-
naar grond
investe-
des-inves-
boek-
voorzie-
boek-
waarde
in exploi-
ringen
teringen
waarde
ning
waarde
delde
31-12-2012
tatie
31-12-2013
bw per m²
2.880
117
31-12-2013
3.440
220
3.660
-Beemd / paardensportterrein
412
17
429
-Locatie Kerkstraat Casteren
701
43
744
1.121
154
1.275
3
3
3
-7
1
1
-locatie Kerkeneind
-Egyptische Poort 1e en 2e fase -locatie Oude schoolpad -project Hoeve Oost
-10
-Posthof Bladel
780 299 5
gemid-
429
48
445
138
1.275
22
-2 -7
5
-4
-Locatie sporthal Bladel -Locatie St. Petrusschool Bladel -Hooge Akkers
5
-De Smet Bladel
-54
-54
-Meuleneind (Akkerstraat 10)
673
673
-Locatie Wijer- De Kuil
-76
-76
-Alexanderhof Hapert
-30
4
4
4
11
16
16
368
338
824
338
-Egyptische Poort 3e fase totaal
6.182
543
6.125
1.089
nog te maken kosten
5.036 5.637
nog te verwachten opbrengsten
13.036
verwacht eindresultaat
-2.363
Nadere toelichting Er moet met name door de extra rentekosten als gevolg van de langere fasering en door verwachte lagere grondopbrengsten, met name voor de locaties Kerkeneind en Kerkstraat, aanvullende dotaties gedaan worden. Dit wordt ingegeven door de economische situatie op de woningmarkt waardoor grondverkopen later tot stand komen dan oorspronkelijk voorzien tegen een lagere opbrengst. Elk jaar worden de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden geactualiseerd. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2014 nog € 5,637 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 13,036 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. Het totaalbedrag aan extra gevormde voorzieningen bedraagt in 2013 een bedrag van € 1.089.000,-. De gevormde voorzieningen is als duurzame waardevermindering afgeboekt van de voorraad. Er bestaat voor deze plannen een reëel en stellig voornemen van de raad dat in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Van de in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden weergegeven:
106 R2014.013b
verloop in exploitatie genomen
boek-
van grond
investe-
des-inves-
winst-
boek-
voorzie-
boek-
boekwaarde
waarde
in exploi-
ringen
teringen
uitname
waarde
ning
waarde
einde loop-
31-12-2012
tatie
31-12-2013
31-12-2013
tijd -1.447
bouwgronden (x € 1.000,-)
-bp Stokekkers
-503
2
-501
-501
-industrie terrein Oost
-14
1
-13
-13
-49
-bp de Biezen 1e fase
456
41
348
348
-1.732
149
-bp Beemdstraat
-63
7
-56
-56
-518
-bp Latestraat/de Lei
268
51
319
319
-22
-plan Coppens
-54
33
-6
-6
-omgeving Ganzestraat
15
3
-locatie Wijer de Kuil
-76
3
14
-De Smet Bladel
-54
4
-Meuleneind/Akkerstraat
673
80
-50
-50
-47
950
-197
-197
-131
-61
-61
-66
5
-plan Kempenland
2
662
670
903
1.778
26
543
-2
-71
-Toermalijn Bladel totaal
5
9
-71
-6 15
-291
nog te maken kosten
5
-6 -296
-3.946
2.159
nog te verwachten opbrengsten
5.809
verwacht eindresultaat
-3.946
Om een project te kunnen realiseren moeten er investeringen worden gedaan en opbrengsten worden gegenereerd. Elk jaar worden de exploitatie-opzetten geactualiseerd. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2014 nog € 2,159 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 5,809 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. De gevormde voorzieningen ad € 5.000,- is als duurzame waardevermindering afgeboekt van de voorraad. Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de toelichting in de jaarrekening § 5.2 en naar de paragraaf § 4.7 Grondbeleid. Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: verloop vorderingen met looptijd < 1 jaar (x € 1.000,-)
a. Vorderingen op openbare lichamen b. Overige kasgeldleningen c. Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen d. Overige vorderingen e. Overige uitzettingen totaal
boekwaarde 31-12-2013
voorziening oninbaarheid
337
balanswaarde 31-12-2013
boekwaarde 31-12-2012
337
352
6.596
678
5.918
4.195
6.933
678
6.255
4.547
Er is een voorziening van € 357.000,- opgenomen voor algemene dubieuze debiteuren en € 321.000,- voor ISD dubieuze debiteuren die vermoedelijk niet invorderbaar zijn. Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: verloop liquide middelen (x € 1.000,-)
a. Kasgelden b. Banksaldi c. Girosaldi totaal
boekwaarde 31-12-2013
boekwaarde 31-12-2012
2.205 2.205
107 R2014.013b
Overlopende activa Dit betreffen enerzijds posten waarvan de daadwerkelijke ontvangst in het daaropvolgende jaar zal plaatsvinden, maar waarvan aantoonbaar is, dat de opbrengsten in het lopende verslagjaar verantwoord dienen te worden en anderzijds waarvan de daadwerkelijke betaling reeds in het lopende verslagjaar heeft plaatsgevonden, maar waarvan de lasten in het volgende verslagjaar verantwoord dienen te worden. De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden: verloop overlopende activa (x € 1.000,-)
boek-
boek-
waarde 31-12-2013
waarde 31-12-2012
1.550
2.542
1.550
2.542
a. De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschot bedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel b. Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen totaal
7.2.2 Passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen. Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: verloop eigen vermogen (x € 1.000,-)
a. algemene reserve b. bestemmingsreserves c. resultaat na bestemming totaal eigen vermogen
boekboekwaarde waarde 31-12-2013 31-12-2012 3.034 10.117 688
2.105 10.597 1.953
13.839
14.655
Het verloop in 2013 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven: verloop eigen vermogen (x € 1.000,-)
boek-
toevoe-
waarde
gingen
31-12-2012
2013
onttrek-
bestem-
onttrek-
boek-
kingen men resul-
king ter
waarde
2013
taat 2012
dekking 31-12-2013 kap.goed
a. algemene reserve: - minimale omvang (ijzeren voorraad) - noodzakelijke omvang (voldoende) - vrij besteedbaar deel sub-totaal
1.000
1.000
1.418
126
-313
237
1.087
1.653
1.544 490
2.105
363
1.087
1.653
3.034
b. bestemmingsreserves - dekkingsreserves - verkoop hypotheekbedrijf HNG
957
- afschrijving geactiveerde investering
3.491
- verkoopopbrengst NRE/Endinet
5.728
- overige bestemmingsreserves - uitwisseling arbeidsvoorwaarden
120 316 236
6
39
45
- garanties/vrijwaringen NRE/Endinet
250
236
486
- reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied
120
c. resultaat na bestemming totaal eigen vermogen
45 10.597
450
1.953
688
14.655
1.501
108 R2014.013b
3.350 5.492
120
- reserve volkshuisvesting - reserve bovenwijkse voorzieningen sub-totaal
837
175
27
300
914
300
273 316
45 10.117
316
13.839
-1.953 2.001
688
In de nota reserves en voorzieningen 2012 is de normering van de omvang van de algemene reserve bepaald. De boekwaarde is daarop gecorrigeerd. Onder “bestemmen resultaat” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar. Onder “onttrekking ter dekking van kapitaalgoederen” staan de verminderingen vermeld in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd. Hieronder worden de aard en reden van de reserves en de toevoegingen en onttrekkingen toegelicht. Algemene reserve De algemene reserve maakt deel uit van het weerstandsvermogen van de gemeente en heeft als doel de gemeente de mogelijkheid te bieden om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. De omvang van de algemene reserve is gebaseerd op het risicoprofiel van de gemeente. In de nota reserves en voorzieningen 2012 wordt de algemene reserve als normatief kader beschouwd voor het weerstandsvermogen: het eigenstandig normkader is bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico’s. De algemene reserve is onderverdeeld in: 1. ijzeren voorraad 2. noodzakelijke omvang 3. vrij aanwendbaar deel
stand 01-01-2013 1.000.000 1.418.000 -/- 313.000
stand 31-12-2013 1.000.000 1.544.000 490.000
De voornaamste vermeerderingen betreffen: een deel van het rekeningsresultaat ná bestemming over het jaar 2012 (€ 1.653.000), de rentebijschrijving over de stand van de reserve per 1 januari (€ 221.000), en de winstuitname van grondexploitaties (€ 15.000). De voornaamste verminderingen betreffen: uitgaven ten behoeve van gepland groot onderhoud wegen, uitvoering VVP (€ 199.000), herinrichting Markt Hapert (€ 409.000), de aanleg van de Gozelinusbocht (€ 78.000), IDOP Hoogeloon (€ 6.000) en budgetoverhevelingen 2012 (€ 269.000). Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves worden onderverdeeld in dekkingsreserves en reserves ingesteld voor een bepaald doel.
Dekkingsreserves Deze reserves zijn enerzijds ingesteld ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten van investeringen met een economisch nut en anderzijds is aan de reserve verkoopopbrengst BRE een inkomensfunctie toegekend. Voor de afwikkeling verkoop hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG) is ook een dekkingsreserve gevormd. Reserve verkoop hypotheekbedrijf HNG Het inzichtelijk maken van de jaarlijks te ontvangen verkoopopbrengst tot en met 2020. Er is € 120.000,- ten gunste van de exploitatie verantwoord. - stand 01-01-2013 957.000 - stand 31-12-2013 837.000 Reserve afschrijving geactiveerde investeringen Afdekken van de kapitaallasten van een drietal investeringen met een economisch nut, te weten: uitbreiding gemeentehuis, nieuwbouw brandweerkazerne Bladel en basisschool de Piramide. Er is € 315.000,- ten gunste van de exploitatie verantwoord en € 174.000,- rente bijgeschreven over de stand van de reserve per 1 januari. - stand 01-01-2013 3.491.000 - stand 31-12-2013 3.350.000 Reserve verkoopopbrengst NRE Instandhouden van vermogen (inkomensfunctie). Dit is een dekkingsreserve die in principe in stand dient te worden gehouden aangezien de rente ervan ten gunste van de exploitatie komt. Deze reserve kan dus niet worden ingezet voor realisering van beleidsdoelen. Indien uitgaven ten laste van deze reserve zouden worden gebracht, dan zullen de binnen de normale exploitatie wegvallende rentebaten moeten worden gecompenseerd door verlaging van uitgaven dan wel verhoging van inkomsten. In 2013 is de verkoop aan Alliander definitief afgewikkeld. Per saldo is een bedrag van € 236.000,- extra overgebracht naar de reserve garanties/vrijwaringen NRE / Endinet. - stand 01-01-2013 5.728.000 - stand 31-12-2013 5.492.000 109 R2014.013b
Overige bestemmingsreserves Deze reserves zijn ingesteld voor een bepaald doel. Reserve uitwisseling arbeidsvoorwaarden Deze reserve heeft het doel om op individueel niveau invulling te geven aan het arbeidsvoorwaardenbeleid. Jaarlijks wordt een vast bedrag per formatieplaats toegevoegd aan deze reserve (€ 38.000,-). De werkelijke personele bestedingen ad € 45.000,- worden gedekt ten laste van de reserve. - stand 01-01-2013 6.000 - stand 31-12-2013 0 Reserve garanties/vrijwaringen NRE / Endinet Afdekken van claims. In 2013 is de verkoop aan Alliander definitief afgewikkeld. Per saldo is een bedrag van € 236.000,- extra overgebracht van de reserve verkoopopbrengst NRE naar de reserve garanties/vrijwaringen NRE/Endinet. De definitieve afwikkeling ad € 486.000.- is voorts volledig gedekt ten laste van de reserve garanties/vrijwaringen NRE/Endinet. - stand 01-01-2013 250.000 - stand 31-12-2013 0 Reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, gekoppeld aan gemeentelijke projecten. - stand 01-01-2013 120.000 - stand 31-12-2013 120.000 Reserve volkshuisvesting De reserve dient ter dekking van programma’s op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Bij de resultaatbestemming 2012 is besloten € 300.000,- te storten in de reserve volkshuisvesting. Ten laste van de reserve werden de kosten gedekt van sloop St. Jansschool (€ 14.000,-) en quick scan Den Herd / gemeentehuis (€ 13.000,-). - stand 01-01-2013 0 - stand 31-12-2013 273.000 Reserve bovenwijkse voorzieningen Afdekken van de aanleg van infrastructurele werken met meer dan uitsluitend planbetekenis mogelijk te maken, zoals bijv. randwegen, hoofdriolering, parkeervoorzieningen etc. In 2012 is € 45.000,- gestort vanuit de bouwgrondexploitatie (plan De Smet). - stand 01-01-2013 45.000 - stand 31-12-2013 45.000 Resultaat na bestemming Voor een toelichting op het saldo van de rekening van lasten en baten verwijzen wij u naar de toelichting op de resulatenrekening (hoofdstuk 5). - stand 01-01-2013 1.953.000 - stand 31-12-2013 688.000 Voorzieningen Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten; - bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is; - kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie; - van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Het verloop van de voorzieningen in 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
110 R2014.013b
verloop voorzieningen (x € 1.000,-)
a. risicovoorzieningen: - frictiekosten muziekschool - wethouderspensioenen - wachtgeld voormalige wethouders - wachtgeld voormalig personeel - liquidatie KCMD sub-totaal b. egalisatie voorzieningen: - onderhoud gemeentelijke gebouwen - vervanging sportmaterialen 't Spant er - vervanging sportmaterialen Eureka - onderhoud wegen - onderhoud riolering - afvalstoffenheffing sub-totaal c. van derden verkregen middelen - afwikkeling RGSHG sub-totaal totaal
boekwaarde 31-12-2012
10 1.172 46 357 14 1.599 1.100 99 53 3 117 430 1.802 6 6 3.407
toevoegingen
vrijval tgv exploitatie
62 154 6 222 274 11 5 872 200 1.362
1.584
aanwen- boekwaard dingen 31-12-2013
3 84 37 223 17 364
7 1.150 9 288 3 1.457
424 1 2 720 74 37 111
1.147
950 109 56 155 243 393 1.906
111
4 4 1.515
2 2 3.365
In de kolom “vrijval t.g.v. exploitatie” zijn de bedragen opgenomen welke enerzijds ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen en anderzijds dienen ter egalisatie van kosten. Risicovoorziening Dit betreft voorzieningen wegens op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of risico’s. Tevens is er sprake van voorzieningen op oninbare vorderingen en voorziene exploitatierisico’s voor de grondexploitatie. De voorziening exploitatierisico’s grondexploitatie is ten gunste van de betreffende grondexploitatie gebracht. Voorziening frictiekosten muziekschool de Kempen Het opvangen van het gemeentelijk aandeel in de frictiekosten tot en met 2015 als gevolg van de structuurwijziging van de Muziekschool de Kempen. De gemeentelijke frictiekosten van € 3.000,- komen ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 10.000 - stand 31-12-2013 7.000 Voorziening wethouderspensioenen Waarborgen van de toekomstige pensioenuitkeringen van wethouders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, alsmede opvangen verplichtingen voortvloeiende uit de overgedragen elders opgebouwd pensioenkapitaal wethouders. Jaarlijks wordt een actuariële berekening gemaakt om te kunnen bepalen of het saldo van deze voorziening voldoende is om de pensioenverplichtingen van de wethouders te kunnen uitbetalen. - stand 01-01-2013 1.172.000 - stand 31-12-2013 1.150.000 Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige wethouders. De wachtgeldverplichtingen van € 37.000,- komen direct ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 46.000 - stand 31-12-2013 9.000 Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige medewerker(s). De toevoeging betreft de vermeerdering van € 154.000,- ten laste van de exploitatie en de wachtgeld- en overige verplichtingen van € 223.000,- komen direct ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 357.000 - stand 31-12-2013 288.000
111 R2014.013b
Voorziening liquidatie KCMD Het meerjarig opvangen van de kosten (wachtgeldverplichtingen) als gevolg van de liquidatie van het KCMD. De toevoeging betreft de vermeerdering van € 6.000,- ten laste van de exploitatie en de verplichtingen van € 17.000,- komen direct ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 14.000 - stand 31-12-2013 3.000 Egalisatievoorzieningen Deze voorzieningen worden gevormd wegens kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of daaraan voorafgaand en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. Het betreft voorzieningen waaraan beheerplannen zijn gekoppeld. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen wordt de stand van de beheerplannen toegelicht. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen Deze voorziening is gevormd ten behoeve van een gelijkmatige verdeling van de lasten van groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen over een aantal begrotingsjaren. Vanuit de exploitatie is € 274.000,- toegevoegd en zijn de onderhoudsuitgaven van € 424.000,- direct ten laste van de voorziening geboekt. - stand 01-01-2013 1.100.000 - stand 31-12-2013 950.000 Op basis van een voortschrijdende onderhoudscyclus van 10 jaar zijn de financiële consequenties voor de periode 2012-2021 in beeld gebracht en vertaald in de jaarrekening. Voorziening vervanging sportmaterialen sporthal ’t Spant er Het meerjarig opvangen van kosten van de regelmatige vervanging van (gymnastiek)materialen en inventaris in de sporthal ’t Spant Er. De toevoeging betreft de vermeerdering van € 11.000,- ten laste van de exploitatie en de vervangingsuitgaven van € 1.000,- komen direct ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 99.000 - stand 31-12-2013 109.000 Voorziening vervanging sportmaterialen sporthal Eureka Het meerjarig opvangen van kosten van de regelmatige vervanging van (gymnastiek)materialen en inventaris in de sporthal Eureka. De toevoeging betreft de vermeerdering van € 5.000,- ten laste van de exploitatie en de vervangingsuitgaven van € 2.000,- komen direct ten laste van deze voorziening. - stand 01-01-2013 53.000 - stand 31-12-2013 56.000 Voorziening onderhoud wegen Deze voorziening is gevormd ten behoeve van een gelijkmatige verdeling van de(groot) onderhoudslasten van wegen, straten en pleinen over een aantal begrotingsjaren. Vanuit de exploitatie is € 872.000,- toegevoegd en zijn de onderhoudsuitgaven van € 720.000,- direct ten laste van de voorziening gebracht. - stand 01-01-2013 3.000 - stand 31-12-2013 155.000 Op basis van een voortschrijdende onderhoudscyclus van 10 jaar zijn de financiële consequenties in beeld gebracht en vertaald in de jaarrekening. Voorziening onderhoud riolering Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de riolering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de rioolheffingen. Vanuit de exploitatie is € 200.000,toegevoegd wegens geraamde aanvulling voorziening wegens voorziene tekorten. De vermindering betreft de bijdrage aan het exploitatietekort op het product riolering (€ 74.000,-). - stand 01-01-2013 117.000 - stand 31-12-2013 243.000 Voorziening afvalstoffenheffing Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de afvalverwijdering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. De vermindering betreft de bijdrage aan het exploitatietekort op het product afvalverwijdering (€ 37.000,-). - stand 01-01-2013 430.000 - stand 31-12-2013 393.000
112 R2014.013b
Van derden verkregen middelen Deze voorziening wordt gevormd vanwege van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Voorziening afwikkeling RGHSG Het rijk heeft de regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten (RGHSG) op basis van contante waarde afgekocht. De ontvangen middelen worden gebruikt voor de meerjarige afwikkeling van de toegekende aanvragen. In 2013 zijn de verplichtingen ad € 4.000,- direct ten laste van de voorziening gebracht. - stand 01-01-2013 6.000 - stand 31-12-2013 2.000 Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: verloop vaste schulden (x € 1.000,-)
boekboekwaarde waarde 31-12-2013 31-12-2012
a. Obligatieleningen b. Onderhandse leningen: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen c. Door derden belegde gelden d. Waarborgsommen e. Verplichtingen uit hoofde van financial leaseovereenkomsten totaal
25.077
29.044
2
2
25.079
29.046
In onderstaand overzicht wordt het verloop van de vaste schulden in 2013 aangegeven. verloop vaste schulden (x € 1.000,-)
boekwaarde 31-12-2012
a. Obligatieleningen b. Onderhandse leningen: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen c. Door derden belegde gelden: d. Waarborgsommen e. Verplichtingen uit hoofde van financial leaseovereenkomsten totaal
29.044
vermeerderingen
aflossingen
boekwaarde 31-12-2013
3.967
25.077
2 29.046
2 3.967
25.079
De totale rentelast voor het jaar 2013 met betrekking tot de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar bedraagt € 1.034.000,-. Vlottende passiva Onder de vlottende passiva zijn opgenomen: verloop vlottende passiva (x € 1.000,-)
boekboekwaarde waarde 31-12-2013 31-12-2012
a. Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar b. Overlopende passiva
10.329 1.748
7.033 1.788
totaal
12.077
8.821
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: 113 R2014.013b
verloop netto-vlottende schulden (x € 1.000,-)
boekboekwaarde waarde 31-12-2013 31-12-2012
a. Kasgeldleningen b. Bank- en girosaldi c. Overige schulden totaal
6.000 1.585 2.744 10.329
3.500 3.533 7.033
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: overlopende passiva (x € 1.000,-)
boekboekwaarde waarde 31-12-2013 31-12-2012
a. Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingstingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare volume b. De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren c. Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen totaal
1.708
1.728
38 2 1.748
38 22 1.788
De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt worden gespecificeerd: specificatie vooruit ontvangen specifieke uitkeringen (x € 1.000,-)
Bijdrageregeling LOP2011+ Stimuleringsregeling won.bouwproj. Toermalijn totaal
saldo per ontvangen 31-12-2012 bedragen
terugbetalingen
vrijgevalsaldo per len bedra- 31-12-2013 gen
15 23 38
15 23 38
Waarborgen en garanties Het verstrekken van een gemeentegarantie leidt niet tot een feitelijk verplichting of betaling en wordt daarom niet meegenomen binnen de balansstelling. Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt gespecificeerd worden: verloop garantiestellingen (x € 1.000,-)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
oospronkelijk bedrag
Reg.stichting Zorgcentra de Kempen Woningstichting de Zaligheden Woningstichting de Kempen Onderwijsstichting de Kempen Laurentius Wonen Stg. Open Muziekcentrum Bladel Stichting Mooiland
700 82.275 6.897 6.192 3.100 100 731 99.995
totaal
percenrestant restant tage borg- 31-12-2013 31-12-2012 stelling 100% achtervang achtervang 100% achtervang 100% achtervang
258 81.464 5.182 4.717 2.067 82 173
302 82.059 5.708 4.986 2.325 86 226
93.943
95.692
Om ervoor te zorgen dat corporaties leningen tegen relatief gunstige condities kunnen aantrekken, heeft Stichting WSW een zekerheidsstructuur voor corporaties ontwikkeld. De zekerheidsstructuur bestaat uit drie lagen: 1. Primaire zekerheid: dit betreft de financiële positie van de corporatie. 2. Secundaire zekerheid: dit betreft de borgstelling van Stichting WSW. 3. Tertiaire zekerheid: dit betreft de achtervangpositie van rijk en gemeente (beide 50%). 114 R2014.013b
De achtervangpositie houdt in dat als een schade niet betaald kan worden uit de eerste twee zekerheden er renteloze leningen worden opgevraagd bij rijk en gemeenten om het tekort aan risicovermogen van Stichting WSW aan te zuiveren. Het minimale risicovermogen is 0,25% van het totale geborgde vermogen. In het kader van de verleende borg- en garantstellingen is in 2013 geen beroep gedaan op Bladel als gevolg van verleende borg- en garantstellingen. 7.3. Kengetallen / ratio’s Hieronder worden een aantal balansgerelateerde kengetallen en ratio’s gepresenteerd die belangrijke informatie over de financiële gezondheid van de gemeente weergeven. schuldratio
=
solvabiliteitsratio
=
(langlopende schulden + kortlopende schulden + overlopende passiva) balanstotaal
(eigen vermogen + voorzieningen) balanstotaal
2013
2012
68%
68%
32%
32%
51%
49%
1.133
1.032
101
-17
12%
15%
19.839
19.638
(langlopende schulden + kortlopende schulden + overlopende passiva) - / netto schuldquote
=
(langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen + overlopende activa) inkomsten voor bestemming reserves en bestemming exploitatieresultaat
(langlopende schulden + kortlopende schulden + overlopende passiva) - / netto schuld per inwoner
=
schuldevolutie
=
voorraadquote
=
inwonertal
=
(langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen + overlopende passiva) aantal inwoners in de gemeente op 31 december
verschil tussen de netto schuld per inwoner op 31 december 2013 en de netto schuld per per inwoner op 31 december 2012 (negatief teken is afname van de netto schuld per inwoner)
(voorraden bouwgrond, voorraden onderhanden werk en overige voorraden) inkomsten voor bestemming reserves en bestemming exploitatieresultaat
aantal inwoners in de gemeente op 31 december
7.4. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Er is sprake van een stille reserve indien activa op de balans staan die te laag gewaardeerd zijn. Met name activa die in de loop der jaren meer waard zijn geworden dan de historische kostprijs. Bij de stille reserves gaat het om alle niet-bedrijfsgebonden activa (activa niet voor de openbare dienst bestemd) die een hogere waarde hebben dan de boekwaarde die is gebaseerd op de historische kostprijs. Stille reserves kunnen een rol spelen bij de bepaling van het weerstandsvermogen. Kunnen, omdat pas bij daadwerkelijke verkoop blijkt of de hogere waarde daadwerkelijk wordt gerealiseerd ten opzichte van de boekwaarde. Tot die tijd is het slechts een potentiële bijdrage aan de weerstandscapaciteit. Op basis van het voorzichtigheidsbeginsel is in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement ingekaderd om eerst bij het realisatiemoment van een stille reserve (verkoop van het eigendom) deze middelen toe te voegen aan het weerstandsvermogen. De navolgende niet-bedrijfsgebonden activa kunnen worden genoemd: Pachtgronden In totaal is er met een oppervlakte van ca 65 ha grond in erfpacht uitgegeven. Er van uitgaande dat de verkeerswaarde van een ha.-pachtgrond in verpachte staat ca. 16 duizend euro (de helft van de vrije verkoopwaarde) bedraagt, kan de waarde van het potentieel pachtareaal vastgesteld worden op ca. € 1,040 miljoen. Bos- en natuurgebied Het bosbezit bedraagt ca. 840 ha. Er van uitgaande dat een ha.-bosgrond ongeveer 10 duizend euro op kan brengen kan de waarde van het potentieel worden bepaald op ca.€ 8,4 miljoen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat, indien bosgrond overgedragen wordt aan Staatsbosbeheer, DLG of Brabants Landschap, dit vaak tegen een symbolische prijs geschiedt. In dat geval dient het potentieel neerwaarts aangepast te worden.
115 R2014.013b
Overhoeken in afgesloten bestemmingsplannen In de afgesloten bestemmingsplannen zijn diverse verhuurde perceeltjes opgenomen met een boekwaarde van € 0,-. Hoewel de totale oppervlakte van deze gronden administratief niet vast ligt, kunnen aan deze gronden bij verkoop vanzelfsprekend wel waarden toegekend worden. Winsten grondexploitatie De gemeente Bladel betracht voorzichtigheid bij tussentijdse winstnemingen van de grondexploitatie. Voor de voorwaarden van tussentijdse winstnemingen zij verwezen naar de paragraaf 4.7 grondbeleid. Dit betekent dat gedurende jaren nog beperkte stille reserves in de jaarrekening in stand gehouden (moeten) worden. De strategische aankopen inzake de grondexploitatie zijn bedoeld om op termijn in de ontwikkeling van woninglocaties of bedrijventerreinen te worden betrokken. Daarom worden ook deze eigendommen beschouwd als duurzaam verbonden aan de bedrijfsvoering. Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten: De aandelen van BNG staan op de balans voor ca € 157.000,-. De werkelijke waarde is in verband met de hoge winstgevendheid van deze instelling vele malen hoger. De opbrengstwaarde van de aandelen BNG kan gebaseerd worden op de intrinsieke waarde. Dit is de waarde op basis van het eigen vermogen. De BNG heeft een eigen vermogen van 2.752 mln en 55.690.720 aandelen geplaatst en volgestort. De intrinsieke waarde per aandeel komt daarmee uit op € 49,41. Bladel heeft 62.790 aandelen. De totale opbrengst waarde kan dan becijferd worden op ca € 3,102 mln. Opbrengstwaarde minus boekwaarde bedraagt dan ca € 2,945 mln. Langlopende financiële rechten en verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële rechten en verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze rechten en verplichtingen: - Winstuitkering Eind 1995 heeft het hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten het hypotheekbedrijf verkocht aan het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. In 1995 is het Hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten (HNG) verkocht aan het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten (BNG). Ter compensatie van de vervallen winstuitkering HNG is een vergoeding toegekend van 25 jaar. Deze vergoeding is niet als vordering opgenomen. In de meerjarenramingen wordt uitgegaan van een jaarlijkse bijdrage van ca € 120.000,- waardoor de jaarlijkse bate wel op langere termijn is vastgelegd. Na 2020 vervalt deze uitkering. Saldo van het HNG-depot per 31 december 2013 is € 837.000,-. - Uitvoering Wmo In 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht geworden bij gemeenten. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. Het CAK verstrekt een totaaloverzicht waarbij maandelijks afstorting aan de gemeente plaatsvindt van de geïncasseerde bijdragen. Probleempunt hierbij is dat de gemeente niet direct inzicht heeft in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt en dat de gemeente de eigen bijdrage, met uitzondering van de personen die een financiële tegemoetkoming (PGB) hebben gekregen, niet direct kunnen berekenen en controleren. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. - Bonusregeling WVK Met WVK-groep is een contract overeengekomen waarbij de uitvoering van de groenvoorziening gedurende een periode van 4 jaar gegund wordt aan WVK-groep. Onderdeel van het contract vormt de “bonusregeling”. Dit houdt in dat WVK-groep jaarlijks 20% van de gefactureerde omzet in de vorm van een dienstverleningspakket aan de gemeente ter beschikking stelt. Ook is afgesproken dat de zogenaamde bonuskorting nu naast reïntegratieprojecten ook voor de helft kan worden ingewisseld tegen tegoedbonnen voor groen. Het saldo van de bonusregeling per 31 december 2013 bedraagt € 112.000,-. - Opgebouwde rechten vakantiegeld per 31 december 2013 Conform de BBV mogen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume geen voorzieningen worden gevormd. Ten aanzien van vakantiegelden en de verlofdagen van het personeel en bestuur zijn slechts de feitelijke jaarlasten in de jaarrekening opgenomen. De op de balansdatum opgebouwde vakantiegeldrechten en de nog openstaande verlofdagen zijn niet als verplichting in
116 R2014.013b
de balans opgenomen. De uitbetaling van het opgebouwde vakantiegeld vindt plaats in de maand mei van het volgend jaar en drukt als zodanig geheel op dat jaar. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich voor vaststelling van de jaarrekening geen gebeurtenissen voorgedaan die een zodanige materiële invloed hebben op het vermogen per 31 december 2013 en het resultaat over 2013 dat vermelding hier plaats dient te vinden.
117 R2014.013b
8. Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen
De informatie in dit hoofdstuk wordt toegezonden aan het CBS, deze zorgt voor verspreiding naar de ministeries die de specifieke regelingen onder zich hebben. De SISA–informatie bij de jaarrekening bestaat uit 2 onderdelen. 1. De bevindingen die naar aanleiding van de toets op de regelingen worden gedaan moeten in een aparte tabel worden opgenomen. Deze tabel staat hieronder. 2. Een schema, waarin een aantal kerngegevens dient te worden ingevuld, zoals de uitgaven die in 2013 zijn gedaan per regeling. Dit schema staat op de volgende pagina’s. Alleen de regelingen die van toepassing zijn voor de gemeente Bladel in 2013 zijn opgenomen. In het hieronder staande tabel vermeldt de accountant zijn bevindingen die (mogelijke) consequenties hebben voor de vaststelling van de specifieke uitkering of voor het jaarverslag van het rijk. Nr
Specifieke uitkering of overig
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB)
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013
G1A G2 G2A G3 G3A G5 G5A
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro's
Toelichting fout/onzekerheid
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2012 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2013 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2012 Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013 Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2012
Er zijn geen fouten of onzekerheden met een financiële omvang in de specifieke uitkeringen geconstateerd.
118 R2014.013b
SZW
G1
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D9
Specifieke uitkering
Departement OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor eleid 2011-2014 (OAB) voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo afspraken over voor- en (jaar T-1) vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
119
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 36.051 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
€0 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam Aard controle R Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten) waren bij een Openbaar Indicatornummer: G1 / 01 Indicatornummer: G1 / 02 lichaam o.g.v. de Wgr. Nee 0,00 0,00
119 R2014.013b
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 03
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€0
SZW
G1A
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T1);
inclusief inclusief deel openbaar lichaam deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
1 1728 (Bladel) Besteding (jaar T) algemene bijstand
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
317,00 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
120
Gemeente Gemeente Alle gemeenten I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van Aard controle R Aard controle R de Wgr. Indicatornummer: G2 / 01
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 04
230,78 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
4,28 Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
€0 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 €0 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering Rijk) Ja/Nee
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€0
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 05
13,59 Besteding (jaar T) IOAW
Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€0
120 R2014.013b
Het totaal aantal gerealiseerde Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T- geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in 1), uitgedrukt in arbeidsjaren; arbeidsjaren;
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Nee
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€0
SZW
G2A
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2012 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G2C-1)
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1) algemene bijstand
Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) IOAW
Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk)
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 01
1 1728 (Bladel) Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 02
€ 1.400.737 Besteding (jaar T-1) IOAZ
inclusief geldstroom openbaar lichaam
121
In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor I.3 Wet inkomensvoorziening die gemeente invullen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 06
1 1728 (Bladel)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 03
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 08
€0
121 R2014.013b
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 04
€ 69.830 € 94.119 Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 Rijk) levensonderhoud beginnende zelfstandigen inclusief geldstroom openbaar lichaam inclusief geldstroom openbaar lichaam I.3 Wet inkomensvoorziening I.4 Besluit bijstandverlening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 2004 zelfstandigen (IOAZ) (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 07
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 05
€0 Baten (jaar T-1) WWIK Baten (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende (exclusief Rijk) zelfstandigen inclusief geldstroom inclusief geldstroom openbaar openbaar lichaam lichaam I.6 Wet werk en inkomen I.4 Besluit bijstandverlening kunstenaars (WWIK) zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 09
€ 24.228
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 10
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 11
€0
SZW
G3
Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2013
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Alle gemeenten €0 verantwoorden hier het Baten (jaar T) Bob (exclusief gemeentedeel over (jaar Rijk) T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€0 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
G3A
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2012
€0 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
€0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
€0
€0
Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T-1) Besteding (jaar T-1) aan kapitaalverstrekking (exclusief onderzoek als bedoeld in Bob) (exclusief Rijk) artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) inclusief geldstroom openbaar lichaam inclusief geldstroom openbaar lichaam
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
€0 Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Nee Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
122
Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G3B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G3C-1) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 01
1 1728 (Bladel) Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 02
€ 7.594 Besteding (jaar T-1) Bob
In de kolommen hiernaast de inclusief geldstroom openbaar verantwoordingsinformatie voor lichaam die gemeente invullen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 07
1 1728 (Bladel)
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 03
€ 163.000 Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Rijk)
€ 67.251 Besteding (jaar T-1) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 08
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 09
€0
122 R2014.013b
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 04
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 10
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 05
€ 77.946
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 06
€ 31.689
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Wet participatiebudget (WPB)
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
571 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07
123
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02
G5A
Ja Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2012 Wet participatiebudget (WPB)
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 07
€ 91.414 Besteding (jaar T-1) participatiebudget
€ 91.414 Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's
€0 Baten (jaar T-1) (niet-Rijk) participatiebudget
€0 Waarvan baten (jaar T-1) van educatie bij roc’s
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar Dit onderdeel is uitsluitend lichaam van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G5C-1)
€0 Besteding (jaar T-1) Regelluw
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5A / 01
1 1728 (Bladel)
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 02
€ 348.269
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 03
€ 88.509
123 R2014.013b
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 04
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 06
€0
9. Vaststellingsbesluit
De raad van de gemeente Bladel; gelezen het voorstel R2014.013 van burgemeester en wethouders van april 2014; overwegende dat de gemeenteraad de jaarstukken vaststelt en het resultaat van de jaarrekening bestemt; gelet op - artikel 197 en 198 van de Gemeentewet; - de verslagleggingsvoorschriften, zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV); - de interne regelgeving, zoals opgenomen in de beheers- en controleverordeningen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet;
besluit: a. de rekening van baten en lasten van 2013 vast te stellen; b. de begrotingsoverschrijdingen van het bestaande beleid te autoriseren en daardoor alsnog rechtmatig te verklaren; c. het college van burgemeester en wethouders décharge te verlenen voor het in de jaarstukken 2013 verantwoorde bestuur, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden; d. in te stemmen met de volgende resultaatbestemming: - € 376.000,- aanwending resultaat t.b.v. de doorgeschoven projecten (budgetoverhevelingen); - € 312.000,- storten in de algemene reserve; e. de 3e begrotingswijziging 2014 vast te stellen inhoudende de verdeling van het resultaat bij de jaarrekening 2013. Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 juni 2014 De raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
124 R2014.013b
125 R2014.013b
10. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2013 van gemeente Bladel gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en het overzicht van baten en lasten over 2013 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. De jaarrekening is opgenomen in het hoofdstuk “Jaarrekening 2013” op pagina 76 tot en met 123 in het document “Jaarstukken 2013” van de gemeente Bladel. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland gelden Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en de balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), het controle- en rapportageprotocol 2011 e.v. zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 3 november 2011 en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte inschattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door de gemeenteraad op 18 maart 2014 en de operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeente. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van Artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 3 november 2011 vastgesteld.
126 R2014.013b
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Bladel een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en het Controleprotocol WNT en de Beleidsregels toepassing WNT. Geen controlewerkzaamheden verricht op externe niet-topfunctionarissen. In overeenstemming met de aanvullende beleidsregels van 12 maart 2014, hebben wij geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de functionarissen zoals genoemd in artikel 4.2, lid 2 letter c WNT (externe niet-topfunctionarissen). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Maastricht-Airport, 6 juni 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: Drs. D.O. Meeuwissen RA
127 R2014.013b
Bijlagen
I
Overzicht afschrijvingstermijnen (nieuwe) investeringen
129
II
Project Alexanderhof (ISV-aanvragen)
130
III
Specificatie woningbouwprogramma
132
128 R2014.013b
Bijlage I: Overzicht afschrijvingstermijnen (nieuwe) investeringen afschrijvingtermijn
I. Immateriële vaste activa Investeringen, welke aan de criteria BBV voldoen
5 jaar
II. Materiële vast activa A. Materiële vaste activa met een economisch nut: Gronden en terreinen: - Ondergrond van gebouwen
geen
Woonruimten en bedrijfsgebouwen: - Bedrijfsgebouwen - Renovaties van schoolgebouwen
40 jaar 40 jaar
Grond-,weg- en waterbouwkundige werken: - Drukrioleringen - Vrijvervalrioleringen
20 jaar 50 jaar
Vervoermiddelen: - Vervoermiddelen brandweer - Vrachtwagens en tractoren - Bedrijfswagens
Cfm Regionale Brandweer 12 jaar 8 jaar
Machines, apparaten en installaties: - Automatiseringsmiddelen - Kantoorinventaris
3-5 jaar 10 jaar
Overig:
nader te bepalen
B. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut: Grond-,weg- en waterbouwkundige werken: - Wegen - Reconstructie van wegen - Openbare verlichting
40 jaar of korter 25 jaar of korter Cfm beleidsplan of korter
Overig:
nader te bepalen
III. Financiële vaste activa Bijdragen aan activa in eigendom van derden, die geactiveerd worden.
Cfm gebruiksduur activum
129 R2014.013b
Bijlage II project Alexanderhof
Begroting Project Alexanderhof
KOSTEN W 2008
W 2009
R 2010
Rekening
R 2011
R 2012
R 2013
totaal
DEKKING Begroting
Werkelijk
Bladel
Bladel
WSZ
1. Woningen - nieuwbouw woningen (inclusief BTW) - extra additionele investering gemeente Bladel voor GPR
3.514.860
3.514.860
100.740
100.740
100.740
100.740
100.740
100.522
100.522
100.522
33.507
33.507
33.507
39.460
39.460
39.460
3.615.600
2. Steunpunt De Kloostertuin - het voor de doelgroep (mensen met een beperking) toegankelijk maken entree, centrale gang en toiletgroep - realiseren wachtruimte voor zorgverlening en een (kleine) ontmoetingsruimte voor welzijnsactiviteiten uitbreiding en verbetering grote zaal voor ondersteunende welzijnsactiviteiten voor ouderen en mensen met een - beperking realiseren multifunctionele zorgruimte voor dagopvang, respijtzorg (tbv mantelzorgers) en professionele - zorgondersteuning voor 24-uurszorg (uitvalsbasis thuiszorg) - aanpassen 1 woning tot dagopvang
-8.740
8.740
-143.030
143.030
-25.525
25.525
-60.000
60.000
130 3. Gemeenschapshuis Den Tref - herstructurering gemeenschapshuis - extra additionele investeringskosten - gemeentelijke bijdrage toekomstig onderhoud - bijdrage t.b.v. impuls klimaatbeleid
-17.940
17.940
4. Herstructurering en verduurzamen openbare ruimte Te herstructureren, € 100 per m2 •
2500 m2 binnengebied Alexanderhof
•
afkoppeling riolering Alexanderhof
•
entree vanaf Kerkstraat.
150.000 108.000
42.000 150.000
130 R2014.013b
D'n Tref
Begroting Project Alexanderhof
KOSTEN W 2008
W 2009
R 2010
Rekening
R 2011
R 2012
R 2013
totaal
DEKKING Begroting
Werkelijk
Bladel
Bladel
WSZ
5. Kosten projectleider en ondersteuner en andere externe kosten: interne ondersteuning projectleiding / secretaris
75.000
externe ondersteuning
26.800
910
11.561
7.073
3.428
4.081
11.356
5.269
-26.759
586
1.094
27.237
104.758
-8.637
27.237 -8.637
onderzoekskosten: - Projectvoorbereiding herstructurering openbare ruimte - Quickscan stedenbouwkundige - Architectkosten (quick-scan Kloostertuin)
11.295 21.667
-54.000
5.000
3.300
9.353
- Milieu-onderzoek - Bomeneffectrapportage - PON-onderzoek (24-uurs zorgvoorziening Hapert)
11.295
54.000
3.850
11.295 21.667
12.653
12.653
3.850
3.850
1.950
1.950
1.950
1.950
15.616
7.808
7.808
7.808
146.033
6. Afronding en onvoorziene uitgaven
11.227
- advertentiekosten - succesfee ISV-3
131
- bijdrage voorziening tekorten
48
48
48
7.800
7.800
7.800
165
165
-23.873
23.873
- anterieure overeenkomst 11.227
7. Rentelasten en -baten
3.922.860
910
45
1.194
-1.074
22.963
-45.346
-268.371
algemene reserve bovenop reeds specifiek toegewezen bedragen
368.340
338.397
377.165
338.397
3.514.860
338.397
3.514.860
30.835
TOTAAL
338.397
TEKORT/SUBSIDIE
408.000
169.199
131 R2014.013b
259.902
D'n Tref
Bijlage III: Specificatie woningbouwprogramma In 2013 zijn in totaal 171 nieuwbouwwoningen gereedgekomen, is 1 woning toegevoegd en zijn 7 woningen gesloopt. Per saldo zijn dus 165 woningen toegevoegd. Bladel: Wielewaal 12 t/m 76, zorgwoningen plan Kempenland Nachtegaal 19a t/m 29 en 43 t/m 47, (starters)woningen plan Kempenland Smidseind, 52 woningen/appartementen plan de Smis Molenweg 1 A (Ruimte voor Ruimtewoning) Particuliere woningen, 10 woningen Sloop: 2 woningen Toegevoegd: 1 woning
33 9 52 1 10 -/- 2 1
Per saldo toename woningen in Bladel
104
Hapert: Alexanderhof 2 t/m 46, zorgwoningen Roodbont 3 t/m 49 oe, huurwoningen plan Wijer/De Kuil Blaarkop 2 t/m 16, starterswoningen plan Wijer/De Kuil Roodbont 1, woning plan Wijer/De Kuil Particuliere woningen, woning Sloop: 2 woningen;
23 24 8 1 1 -/- 2
Per saldo toename woningen in Hapert
55
Hoogeloon: Particuliere woningen: woningen
5
Per saldo toename woningen Hoogeloon
5
Casteren: Sloop: 1 woning
-/- 1
Per saldo afname woningen in Casteren
-/- 1
Netersel: Schutterweg 24 en 26, woningen plan Latestraat Particuliere woningen: 2 woningen Sloop: 2 woningen
2 2 -/- 2
Per saldo toename woningen in Netersel
2
Per saldo toename aantal woningen 2013
165
132