Vrijwillige inzet in gemeente Bladel

Vrijwillige inzet in gemeente Bladel Onderzoeksrapport over vrijwilligerswerk

Auteur(s)

Vanessa Zondag

Datum

Utrecht, 12 mei 2010

© MOVISIE

Utrecht, 12 mei 2010 * Vrijwillige inzet in gemeente Bladel

1

MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.

COLOFON Auteur(s): Vanessa Zondag Projectnummer: P2101 Datum: 12 mei 2010 © MOVISIE


2

Inhoudsopgave 1 2 3

4

5

6

7

Inleiding ............................................................................................................................................. 4 Onderzoeksopzet .............................................................................................................................. 5 Belangrijkste bevindingen.................................................................................................................. 6 3.1 Het vrijwilligersveld .................................................................................................................... 6 3.2 Het ondersteuningsaanbod........................................................................................................ 7 Uitkomsten......................................................................................................................................... 9 4.1 Respons ..................................................................................................................................... 9 4.2 Kenmerken van de organisaties ................................................................................................ 9 4.3 De vrijwilligers .......................................................................................................................... 11 4.4 Ondersteuningsinfrastructuur .................................................................................................. 13 4.5 Maatschappelijke thema’s ....................................................................................................... 16 4.6 Deskundigheidsbevordering .................................................................................................... 19 4.7 Vraagstukken en knelpunten ................................................................................................... 19 4.8 Overige opmerkingen .............................................................................................................. 20 Vergelijkingen .................................................................................................................................. 21 5.1 Respons ................................................................................................................................... 21 5.2 Organisaties............................................................................................................................. 22 5.3 Vrijwilligers ............................................................................................................................... 22 5.4 Ondersteuning ......................................................................................................................... 22 5.5 Maatschappelijke thema’s ....................................................................................................... 24 5.6 Vraagstukken ........................................................................................................................... 25 Aanbevelingen ................................................................................................................................. 27 6.1 Vertalen maatschappelijke ontwikkeling .................................................................................. 27 6.1.1 Visie op vrijwilligerswerk ............................................................................................. 27 6.1.2 Overzicht maatschappelijke ontwikkelingen ............................................................... 27 6.1.3 Van visie naar beleid................................................................................................... 28 6.2 Verbinden en makelen ............................................................................................................. 29 6.2.1 Verbinden van verschillende partijen .......................................................................... 29 6.2.2 Maatschappelijk makelaar .......................................................................................... 30 6.2.3 Samenwerking en netwerken...................................................................................... 30 6.3 Versterken................................................................................................................................ 31 6.3.1 Vrijwilligers Vacaturebank........................................................................................... 31 6.3.2 Ondersteuning door gemeente ................................................................................... 32 6.3.3 Nieuwe vormen van vrijwillige inzet stimuleren .......................................................... 33 6.4 Verbreiden ............................................................................................................................... 33 6.4.1 Gemeentelijke aandacht en waardering ..................................................................... 34 6.4.2 Promotie...................................................................................................................... 34 6.5 Verankeren .............................................................................................................................. 35 6.6 Monitoring ................................................................................................................................ 35 Bijlagen ............................................................................................................................................ 36


3

1

Inleiding

In opdracht van de Rekenkamercommissie Kempengemeenten voert MOVISIE een Digimononderzoek uit onder de vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel. Het Digimononderzoek maakt onderdeel uit van een breder rekenkameronderzoek naar de effectiviteit van het vrijwilligerswerkbeleid. Digimon is een monitorinstrument dat MOVISIE in samenwerking met het ministerie van VWS heeft ontwikkeld. Naast het zicht op de wijze waarop vrijwilligersorganisaties lokaal georganiseerd zijn, geeft Digimon ook inzicht in de knelpunten die spelen, de ondersteuningsbehoeften die vrijwilligersorganisaties hebben en de mate waarin zij actief zijn binnen maatschappelijke thema’s zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning, Maatschappelijke stage, Maatschappelijk Betrokken Ondernemen, Inburgering en sociale (re)-integratie. De tevredenheid over de dienstverlening door de gemeente en het steunpunt vrijwilligerswerk komen met mogelijke verbeterpunten eveneens in het onderzoek aan bod. In dit rapport kunt u lezen wat de vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel op deze punten naar voren hebben gebracht. Daarnaast zijn er enkele aanvullende vragen ter evaluatie van het vrijwilligerswerkbeleid aan het vrijwilligersveld voorgelegd. Deze informatie wordt niet alleen meegenomen in het rekenkameronderzoek naar de effectiviteit van het vrijwilligerswerkbeleid maar levert ook waardevolle informatie voor de gemeente Bladel om het nieuwe vrijwilligerswerkbeleid vorm te geven. In het volgend hoofdstuk, hoofdstuk 2, leest u welke onderzoeksopzet is gehanteerd. In hoofdstuk 3 vindt u de belangrijkste bevindingen naar aanleiding van het Digimononderzoek. In hoofdstuk 4 kunt u lezen wat precies de uitkomsten van de enquête in de gemeente Bladel zijn. In hoofdstuk 5 worden deze uitkomsten vergeleken met de uitkomsten van twee vergelijkbare gemeenten en de landelijke cijfers van Digimon. En in hoofdstuk 6 treft u de aanbevelingen aan die op basis van de belangrijste bevindingen zijn geformuleerd. In de bijlagen zijn de uitgezette vragenlijsten en de frequentietabellen per vraag opgenomen.


4

2

Onderzoeksopzet

Digimon omvat een basisvragenlijst die is samengesteld op basis van 10 jaar ervaring in het doen van onderzoek naar het vrijwilligerswerk. De 39 vragen uit de basisvragenlijst kunnen niet worden aangepast zodat er onderlinge vergelijking tussen gemeenten mogelijk is en landelijke cijfers over het vrijwilligerswerk kunnen worden gegenereerd. Eventueel zijn er enkele vragen te verwijderen als deze voor een gemeente niet relevant zijn. Vrijwilligersorganisaties vullen de vragenlijst(en) zoveel mogelijk online in. De antwoorden zijn niet te herleiden tot individuele organisaties: wel is te zien welke organisaties wél en welke níet hebben deelgenomen aan het onderzoek. De Rekenkamercommissie Kempengemeenten heeft naast de basisvragenlijst ook 10 aanvullende vragen ter evaluatie van het vrijwilligerswerkbeleid van de gemeente Bladel aan het vrijwilligersveld voorgelegd. Voorbereiding De Rekenkamercommissie heeft in januari 2010 een adressenlijst van 293 organisaties samen gesteld. Deze vrijwilligersorganisaties hebben in de week van 1 februari 2010 een uitnodigingsbrief ontvangen met het verzoek deel te nemen aan de Digimon-enquête. Enquêteperiode De vrijwilligersorganisaties hebben 6 weken de tijd gekregen om de enquête in te vullen. De organisaties die de vragenlijst niet online wilden invullen, hebben bij de helpdesk een papieren versie aan kunnen vragen. De helpdesk heeft voor verzending gezorgd en de data ingevoerd na retourontvangst. Na 3 weken (26 februari) hebben de organisaties die nog niet aan het onderzoek hebben deelgenomen een herinneringsbrief ontvangen. Na 6 weken (op 22 maart) zijn de vragenlijsten gedeactiveerd. Analyse en rapportage Na de enquêteperiode heeft MOVISIE de resultaten geanalyseerd en vergelijkingen getrokken met landelijk bekende gegevens over lokaal vrijwilligerswerk. In dit onderzoeksrapport vindt u de uitkomsten van de enquête, de vergelijkingen met andere gemeenten en de belangrijkste bevindingen daarbij.


5

3

Belangrijkste bevindingen

In vergelijking met andere gemeenten toont het vrijwilligersveld in de gemeente Bladel zich redelijk tevreden. Toch zijn er wel een aantal interessante aandachtspunten in het onderzoek naar voren gekomen. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek op een rij gezet. Een nadere uitwerking van deze bevindingen vindt u in hoofdstuk 4 en 5. De aanbevelingen zijn in hoofdstuk 6 opgenomen. De Digimon-enquête is door 112 organisaties (38%) ingevuld. De aanvullende vragenlijst over de specifieke situatie in Bladel is door 109 organisaties (37%) afgerond. 3.1

Het vrijwilligersveld

Het globale beeld van het vrijwilligersveld in de gemeente Bladel is dat deze vooral bestaat uit kleine vrijwilligersorganisaties in de sectoren sport/recreatie, kunst/cultuur en wijk-, buurt-, en bewonerszaken. Het merendeel van de vrijwilligersorganisaties heeft geen beroepskrachten in dienst en de organisaties draaien vooral op contributies van leden en gemeentesubsidie. Meer leden gewenst Hoewel het aantal leden, deelnemers of cliënten de afgelopen drie à vier jaren redelijk gelijk is gebleven, willen de vrijwilligersorganisaties vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers of cliënten. Vrijwilligersorganisaties willen vooral meer leden, deelnemers of cliënten in de leeftijdscategorie onder de 30 jaar. De reden dat de organisaties met de werving van leden, deelnemers of cliënten aan de slag willen, is waarschijnlijk gelegen in het feit dat 70% van de organisaties de contributies van leden als belangrijkste inkomstenbron beschouwt. Tekort aan vrijwilligers Het tekort aan vrijwilligers speelt ook in de gemeente Bladel. Weliswaar minder dan landelijk het geval lijkt te zijn maar toch geeft 50% van de organisaties aan een tekort aan vrijwilligers te ervaren. De organisaties zijn vooral op zoek naar vrijwilligers voor het uitvoeren/ begeleiden van activiteiten en voor het bestuurswerk. Het aantal vrijwilligers is niet op grote schaal afgenomen. Meer dan de helft van de organisaties (55%) geeft aan dat het aantal vrijwilligers de afgelopen vijf jaren vrijwel gelijk is gebleven. Ook het aantal uur dat vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk besteden is vrijwel gelijk gebleven. De vrijwilligers besteden gemiddeld 1 tot en met 4 uur per week aan het vrijwilligerswerk. Hoewel de meeste vrijwilligersorganisaties zich tevreden tonen over de samenstelling van het vrijwilligersbestand vraagt de diversiteit van het vrijwilligersbestand aandacht. Bijna 60% van de organisaties heeft over het algemeen vrijwilligers ouder dan 30 jaar. En er zijn maar weinig organisaties die bijvoorbeeld meer vrijwilligers in de leeftijd tot 20 jaar wensen of graag allochtone vrijwilligers willen. De vrijwilligersorganisaties willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 50 jaar. Weinig interesse in maatschappelijke thema’s Het percentage organisaties dat in de gemeente Bladel reeds actief is op de maatschappelijke thema’s als sociale activering, integratie en inburgering, maatschappelijke stage en maatschappelijk betrokken ondernemen is, met uitzondering van maatschappelijke stage, lager dan het landelijk beeld laat zien. De mate waarin de organisaties op deze thema’s actief zijn varieert van 6% op het gebied van maatschappelijk betrokken ondernemen tot 18% op het gebied van maatschappelijke stage. Ook het aantal organisaties dat zich geïnteresseerd toont maar nog niet actief is op de maatschappelijke


6

thema’s, is aanzienlijk minder in de gemeente Bladel. Maatschappelijk betrokken ondernemen kan met 14% van de organisaties die zich hierin geïnteresseerd toont op de meeste interesse van de vrijwilligersorganisaties in Bladel rekenen. Wat verder opvalt, is dat ook het aantal organisaties dat actief is of interesse toont in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) erg laag is in de gemeente Bladel. 35% van de organisaties geeft zelfs aan nauwelijks bekend te zijn met de Wmo. Landelijk ligt dit percentage op 21%. De vrijwilligersorganisaties in Bladel stellen zich wat terughoudend op ten aanzien van de maatschappelijke thema’s. Deze terughoudendheid ontstaat enerzijds omdat organisaties niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die deze thema’s kunnen bieden en anderzijds omdat zij niet actief gestimuleerd worden ermee aan de slag te gaan. 3.2

Het ondersteuningsaanbod

Het aantal organisaties dat geen ondersteuning krijgt, ligt in de gemeente Bladel aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde. Ter vergelijking, in de gemeente Bladel wordt 64% van de organisaties niet ondersteund, landelijk is dat bij 44% van de organisaties het geval. De organisaties worden vooral ondersteund door hun landelijke bond of koepelorganisatie. Daarnaast lijkt de behoefte aan ondersteuning niet zo groot te zijn in Bladel. 56% van de organisaties geeft aan geen behoefte te hebben aan (extra) ondersteuning. Een verklaring hiervoor kan zijn dat wijk, buurt en bewonerszaken één van de drie sectoren is met de meeste respons. Van deze sector is bekend dat zij weinig behoefte hebben aan extra ondersteuning De knelpunten Toch worstelen de organisaties in Bladel ook met een aantal knelpunten. Middels het Digimononderzoek is duidelijk geworden welke knelpunten vrijwilligersorganisaties ervaren en bij welke knelpunten zij (extra) ondersteuning wensen. Werving van leden, deelnemers of cliënten en werving van vrijwilligers waaronder bestuursleden zijn de knelpunten waarmee vrijwilligersorganisaties zelf aan de slag willen gaan. Terwijl fondsenwerving, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, promotie en het organiseren van activiteiten de onderwerpen zijn waarin zij graag (extra) worden ondersteund. Ook wordt het onderwerp “ondersteuning op een ander vlak” in Bladel een aantal keren aangekruist. Tevredenheid beleid en werkwijze gemeente 37% van de vrijwilligersorganisaties is tevreden over het beleid en de werkwijze van de gemeente Bladel. De overige organisaties geven aan dat de gemeente Bladel de gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk, duidelijkheid omtrent het ondersteuningsaanbod, de procedures voor subsidies en vergoedingen, de collectieve verzekering, huisvesting en praktische faciliteiten kan verbeteren. Wat opvalt, is dat de ondersteuning die door de gemeente Bladel wordt aangeboden niet bij alle vrijwilligersorganisaties even goed bekend is en wordt benut. Dit verklaart ook een aantal genoemde verbeterpunten zoals duidelijkheid omtrent het ondersteuningsaanbod en de collectieve vrijwilligersverzekering. De collectieve vrijwilligersverzekering wordt bijvoorbeeld wel aangeboden maar door slechts 51% van de vrijwilligersorganisaties gebruikt. Dit is opvallend omdat tevens blijkt dat 20% van de organisaties de vrijwilligers niet heeft verzekerd. Ook de hand- en spandiensten die de gemeente Bladel aanbiedt en de waarderingsinstrumenten zoals de vrijwilligerspenning, de vrijwilligersspeld en de Bladelse Zuil zijn niet bij alle vrijwilligersorganisaties even goed bekend.


7

Digitale Vrijwilligers Vacaturebank In de gemeente Bladel is de invulling van het steunpunt vrijwilligerswerk beperkt gebleven tot het opzetten van een digitale vrijwilligersvacaturebank die aanvullend een wekelijks spreekuur organiseert. De bekendheid en het gebruik van het steunpunt vrijwilligerswerk oftewel de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank is in Bladel lager dan landelijk het geval is. De vacaturebank is bij 54% van de organisaties bekend en 12% daarvan geeft aan er ook gebruik van te maken. Landelijk ligt dit percentage op 77% voor de bekendheid en 20% voor het gebruik. De vraag is natuurlijk hoe het komt dat de bekendheid en het gebruik van de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank achterblijft. Eén van de redenen daarvan kan zijn dat het dienstenaanbod van de vacaturebank niet helemaal aansluit bij de behoeften van het veld. De vrijwilligersorganisaties noemen namelijk een aantal knelpunten die bij uitstek goed bij een steunpunt vrijwilligerswerk ondergebracht kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan de wens tot ondersteuning bij fondsenwerving, deskundigheidsbevordering en promotie van het vrijwilligerswerk. Deskundigheidsbevordering Bijna 70% van de vrijwilligersorganisaties in Bladel heeft het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen. Ook de interesse in deskundigheidsbevordering voor het komende jaar is beperkt. De helft van de vrijwilligersorganisaties zegt niet geïnteresseerd te zijn. De overige organisaties zijn wel geïnteresseerd en willen graag aan de slag met workshops en trainingen op het gebied van werving van vrijwilligers, fondsenwerving, promotie en vrijwilligersbeleid. Een aanbod op maat is gewenst, is de kernboodschap die uit het Digimononderzoek naar voren komt. Vrijwilligersorganisaties zitten niet te wachten op een algemeen aanbod wat niet aansluit bij hun behoeften. In 2009 heeft de gemeente Bladel bijvoorbeeld een cursus ‘signaleren voor vrijwilligers’ georganiseerd. Ook dit cursusaanbod blijkt slecht bekend te zijn bij de vrijwilligersorganisaties. Met een beter passend aanbod en de nodige PR zal de interesse waarschijnlijk snel toenemen. Niet alleen ten aanzien van deskundigheidsbevordering maar ook ten aanzien van de andere onderwerpen die door de vrijwilligersorganisaties naar voren zijn gebracht. Om de naar schatting 5.930 vrijwilligers1 in de gemeente Bladel voor het vrijwilligerswerk te behouden en nieuwe vrijwilligers tot vrijwillige inzet te verleiden is het belangrijk dat zij op passende wijze worden ondersteund.

1

Volgens PON verricht 31% van de Brabanders in 2009 vrijwilligerswerk in georganiseerd verband, ‘Samen Leven’, resultaten

van de derde monitor sociale participatie in Noord-Brabant, Tilburg (2009)


8

4

Uitkomsten

In dit hoofdstuk treft u de resultaten van het Digimononderzoek in de gemeente Bladel aan. Daarnaast zijn hier en daar kruisverbanden gemaakt, vooral met een aantal sectoren waarbinnen de organisaties functioneren: opvallende verschillen in uitkomsten worden hieronder steeds aangegeven. Gekozen is voor de drie sectoren met de meeste organisaties in de responsgroep: sport/recreatie, wijk,buurt- en bewonerszaken en kunst/cultuur. Dit zijn ook de sectoren die op identiteit, doelstelling en omvang (aantal vrijwilligers, wel/geen beroepskrachten) interessante verschillen vertonen. Belangrijke kanttekening hierbij is dat de responsgrootte per sector danig verschilt (zie paragraaf 4.2, sector): antwoordverschillen kunnen dus slechts indicatief bezien worden. 4.1

Respons

De Rekenkamercommissie Kempengemeenten heeft 293 organisaties uitgenodigd om deel te nemen aan de Digimon-enquête. 121 organisaties (41%) zijn aan de enquête begonnen en 112 organisaties (38%) hebben de enquête volledig afgerond. De aanvullende vragenlijst over de specifieke situatie in Bladel is door 109 organisaties (37%) afgerond. In de rapportage zullen overigens verschillende aantallen organisaties worden vermeld omdat de respons per vraag kan verschillen. Het percentage wat wordt vermeld, is berekend ten opzichte van het aantal organisaties die desbetreffende vraag hebben beantwoord. 4.2

Kenmerken van de organisaties

Sector

Grafiek 1: In welke sector hoort uw organisatie thuis (N=121)?


9

Van de 293 organisaties antwoorden 40 organisaties (33%) dat zij onder de sport/recreatie sector vallen. 20 organisaties (17%) vallen onder wijk, buurt en bewonerszaken. Een opvallend hoog aantal organisaties, namelijk 19 organisaties (16%), geeft aan onder de ‘overige’ categorie te vallen en 18 organisaties (15%) geven aan onder de kunst/cultuur sector te vallen. Aangezien onduidelijk is tot welke sector de organisaties die ‘overig’ aan hebben geklikt precies behoren, is de ‘overige’ sector niet meegenomen in de kruisverbanden met sectoren. Leden, deelnemers en cliënten Van de 120 organisaties geven 74 organisaties (62%) aan zich niet op een specifieke doelgroep te richten. De overige organisaties richten zich wel op een specifieke doelgroep waarbij kinderen/ jongeren, vrouwen en ouderen het vaakst zijn genoemd. Het aantal leden, deelnemers of cliënten is de afgelopen 3 à 4 jaren vooral gelijk gebleven. De organisaties in de sport/recreatie sector hebben het vaakst aangegeven een toename van het aantal leden en/of deelnemers te hebben.

Grafiek 2: Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten (N= 119)?

De organisaties in Bladel tonen zich redelijk tevreden over het aantal leden, deelnemers of cliënten. Van de 119 organisaties geven 61 organisaties (51%) aan tevreden te zijn over het aantal. 44 organisaties (37%) wensen een kleine toename en 13 organisaties (11%) wensen een grote toename van het aantal. De wens om toename lijkt het grootst te zijn in de sector kunst/cultuur. Kijkt men naar de samenstelling van het leden-, deelnemers- en cliëntenbestand dan is 70% van de 118 organisaties tevreden. Verder zijn er vooral leeftijdswensen: ‘graag meer leden, deelnemers of cliënten in de categorie jonger dan 20 jaar (17 maal) en in de categorie 20 tot 30 jaar (16 maal).


10

Werkgebied 72% van de 118 organisaties richten zich in hun activiteiten en diensten vooral op hun eigen buurt, wijk of gemeente. 27 organisaties (23%) zijn vooral in de regio rond de gemeente actief. Beroepskrachten In de gemeente Bladel zijn veel pure vrijwilligersorganisaties actief. Van de 118 organisaties geven 100 organisaties (85%) aan dat zij geen beroepskrachten in dienst hebben.

Grafiek 3: Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie (N=118)?

Inkomstenbronnen De organisaties draaien vooral op de contributies van de eigen leden en de jaarlijkse subsidie van de gemeente. Van de 118 organisaties geven 83 organisaties (70%) aan de contributies van leden als belangrijkste inkomstenbron van de organisatie te beschouwen. 46 organisaties (39%) noemen de jaarlijkse subsidie van de gemeente als belangrijkste inkomstenbron gevolgd door “sponsoring door bedrijven” en “andere inkomsten” die beiden door 32 organisaties (27%) zijn aan gekruist. Samenwerking Van de 118 organisaties werken 64 organisaties (54%) samen met andere organisaties in de gemeente of regio. Daarvan werkt 40% van de organisaties af en toe samen met andere organisaties en 14% vaak. De sector wijk, buurt en bewonerszaken beantwoordt deze vraag het vaakst met “nee”. 4.3

De vrijwilligers

Aantal Meer dan de helft van de vrijwilligersorganisaties heeft 1 tot 25 vrijwilligers. Van de 118 organisaties geven 35 organisaties (30%) aan 1 tot 10 vrijwilligers te hebben en 36 organisaties (31%) geven aan


11

10 tot 25 vrijwilligers te hebben. Het aantal vrijwilligers dat structureel werkzaamheden voor de organisatie verricht, is meestal 1 tot 10 vrijwilligers.

Grafiek 4: Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie (N=118)?

Toe- of afname Meer dan de helft van de vrijwilligersorganisaties geeft aan dat het aantal vrijwilligers de afgelopen vijf jaar vrijwel gelijk is gebleven (55%). Daarna scoort ‘licht afgenomen’ het hoogst. Van de 108 organisaties geven 26 organisaties (24%) aan dat het aantal vrijwilligers is afgenomen en 23 organisaties (21%) dat het aantal vrijwilligers is toegenomen. De helft van de organisaties is tevreden over het huidige aantal vrijwilligers. De overige organisaties wensen wel een toename van het aantal vrijwilligers waarbij de meeste organisaties aangeven dat een kleine toename van het aantal vrijwilligers voldoende is. Tekort Het aantal organisaties dat een toename van vrijwilligers wenst, komt overeen met het aantal organisaties dat een tekort aan vrijwilligers ervaart. 58 van de 117 organisaties (50%) geven aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben waarbij de sector kunst/cultuur het beste in zijn vrijwilligers lijkt te zitten. De overige organisaties zijn wel op zoek naar vrijwilligers en dan vooral voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten en voor het bestuurswerk. 35 organisaties (30%) hebben een tekort aan vrijwilligers voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten en 25 organisaties (21%) voor het bestuurswerk. Het tekort aan bestuursleden lijkt vooral te spelen in de sector wijk-, buurt- en bewonerszaken en in de sector sport en recreatie.


12

Leeftijd De vrijwilligersorganisaties hebben vooral vrijwilligers in de leeftijdscategorie 30 tot 50 jaar en ouder dan 50 jaar. Slechts 21 van de 118 organisaties (18%) hebben over het algemeen vrijwilligers jonger dan 20 jaar en 20 tot 30 jaar. 72 van de 118 organisaties (61%) geven aan tevreden te zijn over de samenstelling van het vrijwilligersbestand. De sector wijk-, buurt- en bewonerszaken toont zich het vaakst tevreden over de samenstelling van het bestand. De organisaties in de andere sectoren willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar (25x aangekruist) en vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar (24x aangekruist). Tijdsinvestering Qua tijdsinvestering besteden de vrijwilligers in de gemeente Bladel gemiddeld 1 tot en met 4 uur per week aan het vrijwilligerswerk (87%). Daarvan geeft 34% van de organisaties aan dat vrijwilligers binnen hun organisatie maximaal 1 uur per week besteden. Het aantal uur dat vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk besteden, is de laatste vijf jaren bij meer dan de helft van de organisaties (62%) vrijwel gelijk gebleven. Maar er is ook een toename van het aantal uren te zien. 32% van de 109 organisaties geeft namelijk aan dat het aantal uren dat vrijwilligers besteden de afgelopen vijf jaren is toegenomen. Regelingen Van de 118 organisaties hebben 64 organisaties (54%) een vrijwilligersverzekering voor hun vrijwilligers geregeld. Daarna volgt een blijk van waardering (presentjes, uitjes e.d.) wat 49% van de organisaties voor hun vrijwilligers heeft geregeld. Opvallend is dat 25 organisaties helemaal niets voor de vrijwilligers hebben geregeld. Wat regelen organisaties nog meer voor hun vrijwilligers (de meest genoemde antwoorden van boven naar beneden aflopend)?

5.

2010 (N=118 organisaties) Verzekering Waardering Onkostenvergoeding Begeleiding van vrijwilligers Niets Scholing van vrijwilligers

4.4

Ondersteuningsinfrastructuur

1. 2. 3. 4.

54% 49% 25% 21% 21% 14%

Van de 118 organisaties geven 75 organisaties (64%) aan geen ondersteuning te krijgen. Daarna volgen respectievelijk ondersteuning door een landelijke bond/koepel of door een provinciale/ regionale organisatie. Vooral organisaties in wijk, buurt en bewonerszaken worden niet ondersteund in hun werk.


13

Grafiek 5: Krijgt uw organisatie ondersteuning (N= 118)?

Bekendheid en gebruik steunpunt vrijwilligerswerk In de gemeente Bladel zijn 58 van de 118 organisaties (49%) bekend met het steunpunt voor vrijwilligerswerk. Daarvan maakt 7% ook daadwerkelijk gebruik van het steunpunt. Uit de aanvullende vragen blijkt dat het aantal organisaties dat daadwerkelijk gebruik maakt van het dienstenaanbod van het steunpunt vrijwilligerswerk hoger ligt. Zo kent de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank een hogere bekendheid en gebruik dat de algemene term ‘steunpunt vrijwilligerswerk’ in eerste instantie oproept. De Digitale Vrijwilligers Vacaturebank is namelijk bij 54% van de organisaties bekend en 12% daarvan geeft aan er ook gebruik van te maken. In volgend schema kunt u lezen hoe de organisaties de onderdelen van de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank beoordelen. Aangezien slechts een klein aantal organisaties de onderdelen met goed of (on)voldoende hebben gescoord, zijn er geen veelzeggende conclusies uit te trekken.


14

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

Geen mening

Mij onbekend totaal

De vrijwilligersvacaturebank in het geheel

3 (2.9%)

9 (8.7%)

2 (1.9%)

-

34 (33.0%)

55 (53.4%)

103

De wijze waarop vacatures aangemeld kunnen worden

6 (5.8%)

8 (7.8%)

2 (1.9%)

-

29 (28.2%)

56 (54.4%)

101

De wijze waarop vacatures op de website gepresenteerd worden

5 (4.9%)

9 (8.7%)

1 (1.0%)

-

27 (26.2%)

59 (57.3%)

101

Het aantal reacties die u op de vacatures ontvangt

1 (1.0%)

3 (2.9%)

2 (1.9%)

6 (5.8%)

30 (29.1%)

59 (57.3%)

101

De (actuele) informatie op 1 de website (1.0%)

10 (9.7%)

2 (1.9%)

-

28 (27.2%)

60 (58.3%)

101

De gebruiksvriendelijkheid 3 van de website (2.9%)

6 (5.8%)

1 (1.0%)

1 (1.0%)

29 (28.2%)

61 (59.2%)

101

Het spreekuur voor vrijwilligers(organisaties)

3 (2.9%)

-

1 (1.0%)

33 (32.0%)

61 (59.2%)

101

3 (2.9%)

Grafiek 6: Hoe waardeert u de volgende onderdelen van Digitale Vrijwilligers Vacaturebank (N=103)?

Tevredenheid over de gemeente De meeste organisaties onderhouden incidenteel contact met de gemeente. Van de 116 organisaties geven 60 organisaties (52%) aan incidenteel contact te onderhouden. Regelmatig contact hebben 27 organisaties (23%).

Grafiek 7: Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente (N= 116)?


15

Gekeken naar de tevredenheid over het contact met de gemeente dan is 54% van de 116 organisaties tevreden en toont 33% zich neutraal. De vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel tonen zich redelijk tevreden over het huidige beleid van de gemeente. 37% van de 115 organisaties is zelfs zo tevreden dat zij aangeven dat er geen verbeteringen nodig zijn. De overige organisaties zien wel verbeterpunten waarbij de meest genoemde onderwerpen zijn: 1. Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk (28 maal) ‘Wij weten niet wat wij van de gemeente mogen verwachten’ (28 maal) 2. Procedures voor subsidies en vergoedingen (19 maal) 3. Collectieve verzekering voor vrijwilligers (16 maal) 4. Huisvesting (15 maal) Praktische faciliteiten (15 maal) Collectieve verzekering Ondanks het feit dat de gemeente Bladel een collectieve verzekering aan vrijwilligersorganisaties aanbiedt, blijft de vrijwilligersverzekering als verbeterpunt in het lijstje van de organisaties staan. In de aanvullende vragen is er nader ingegaan op de collectieve verzekering. Daaruit blijkt dat 51% van 109 organisaties bekend is met de collectieve verzekering en er ook gebruik van maakt. 28 organisaties zijn niet bekend met de verzekering of antwoorden ‘weet niet’. Als er wordt gevraagd hoe de organisaties de collectieve vrijwilligersverzekering beoordelen, geeft 52% van de 105 organisaties goed of voldoende aan. De organisaties die geen gebruik maken van de collectieve vrijwilligersverzekering hebben de verzekering over het algemeen op een andere manier geregeld, bijvoorbeeld zelf geregeld bij een verzekeringsmaatschappij of via de bond of landelijke organisatie. Opvallend is dat alsnog 20% van de 95 organisaties aangeeft de vrijwilligers niet te hebben verzekerd. Hand- en spandiensten De hand- en spandiensten die de gemeente Bladel aan vrijwilligersorganisaties aanbiedt zijn niet op grote schaal bekend bij de vrijwilligersorganisaties. Van de 109 organisaties geeft 35% aan bekend te zijn met het aanbod. 20% daarvan maakt er ook daadwerkelijk gebruik van. Als er wordt gevraagd hoe de organisaties de hand- en spandiensten beoordelen, geeft 29% van de 105 organisaties goed of voldoende aan. Waardering Van de waarderingsinstrumenten; de vrijwilligerspenning, de vrijwilligersspeld en de Bladelse zuil is de vrijwilligerspenning het beste bekend en de Bladelse Zuil het meest onbekend. Zo’n 30% van de 104 vrijwilligersorganisaties scoren de vrijwilligerspenning en de vrijwilligersspeld met goed of voldoende. 4.5

Maatschappelijke thema’s

De organisaties is ook gevraagd naar hun betrokkenheid bij enkele actuele maatschappelijke onderwerpen, die in meer of mindere mate in relatie staan tot vrijwilligerswerk. Sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering 10% (11 van de 115 organisaties) is al actief in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering. En 10% toont zich geïnteresseerd in. 51% van de organisaties zegt “nee” op de vraag of zij geïnteresseerd zijn in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering


16

waarbij vooral de sector sport/recreatie hoog scoort. De meest genoemde knelpunten of bezwaren die spelen, zijn (N=107): o Geen geschikte werkzaamheden (18x) o Te weinig ervaring (17x) o Weinig geschikte begeleiders (14x) 76% van de 110 organisaties geeft aan geen behoefte te hebben aan specifieke ondersteuning op dit vlak. De organisaties die wel behoefte hebben aan ondersteuning zijn vooral op zoek naar meer informatie over de mogelijkheden en hulp bij het begeleiden van vrijwilligers met deze achtergrond. Maatschappelijk betrokken ondernemen De interesse in maatschappelijk betrokken ondernemen (mbo) is met 14% van de 114 organisaties wat groter. Dit zijn vooral organisaties in de sector sport en recreatie. Al actief is 6% van de organisaties. 63 organisaties (55%) laten een duidelijk “nee” horen. De meerwaarde ervan is vooral niet duidelijk bij de sector wijk, buurt en bewonerszaken. De knelpunten en bezwaren die spelen bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen zijn (N=107): o Weinig geschikte werkzaamheden (23x) o Te weinig informatie beschikbaar (21x) o Wij weten niet wat te verwachten (17x) 71% van de 111 organisaties geeft aan geen behoefte te hebben aan specifieke ondersteuning op dit vlak. De organisaties die wel behoefte hebben aan ondersteuning zijn vooral op zoek naar meer informatie over de mogelijkheden en hulp bij het vinden van bedrijven.

Grafiek 8: Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven (N= 111)?


17

Maatschappelijke stages Van de 114 organisaties zijn 20 organisaties (18%) al actief binnen maatschappelijke stages. Daarnaast toont 9% zich wel geïnteresseerd in maatschappelijke stage. Dit zijn vooral organisaties in de sector kunst en cultuur. 70 organisaties (61%) antwoorden “nee” op de vraag of zij geïnteresseerd zijn in maatschappelijke stage. Nee, hoort men vooral in de sector wijk, buurt en bewonerszaken. De knelpunten of bezwaren die men noemt bij maatschappelijke stage zijn (N=106): o Geen geschikte werkzaamheden (37x) o Weinig draagvlak (15x) 75% van de 109 organisaties geeft aan geen behoefte te hebben aan specifieke ondersteuning op dit vlak. De organisaties die wel behoefte hebben aan ondersteuning zijn vooral op zoek naar meer informatie over de mogelijkheden en hulp bij het begeleiden van vrijwilligers met deze achtergrond. Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bij het merendeel van de organisaties bekend. Toch geven ook 40 organisaties (35% van 114 organisaties) aan nauwelijks bekend te zijn met de Wmo. Dit zijn vooral organisaties in de sector kunst en cultuur. Slechts 7 organisaties leveren met hun activiteiten en diensten al een bijdrage aan de uitvoering van deze wet en 3 organisaties zeggen dat zij dit gaan doen.

Grafiek 9: Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wmo (N=114)?

Het aantal organisaties dat vanwege de Wmo samenwerkingsverbanden met andere organisaties is aangegaan, is met 4 organisaties beperkt. 55 organisaties (48% van de 114 organisaties) willen geen samenwerkingsverband aangaan en 48 organisaties (42%) geven aan het nog niet te weten. De Wmo lijkt geen reden te zijn om contact met de gemeente te onderhouden. 90% (103 van 114 organisaties) zegt geen contact met de gemeente te hebben in relatie tot de Wmo. 74% verwacht ook niet dat dit in de toekomst zal gebeuren maar 17% beantwoordt de vraag met ‘nee, maar waarschijnlijk binnenkort wel’.


18

4.6

Deskundigheidsbevordering

‘Door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen’ scoort het hoogst. 76 van de 113 organisaties (67%) zeggen geen workshop, cursus of training te hebben gevolgd. De organisaties die wel workshops, cursussen of trainingen hebben gevolgd, hebben deze vooral bij de landelijke bond/ koepelorganisatie of een lokale organisatie gevolgd. Onderwerpen die hoog scoren zijn ‘andere onderwerpen’, ‘voorlichting, promotie, public relations’ en ‘onderwerpen die met hun eigen sector en specifieke functies binnen de organisatie te maken hebben’. Ook voor de toekomst lijkt de interesse in deskundigheidsbevordering niet groot te zijn. De helft van de organisaties (51% van de 114 organisaties) zeggen het komende jaar geen interesse te hebben in deskundigheidsbevordering. Vooral de organisaties in de sector wijk, buurt en bewonerszaken tonen weinig interesse. De vrijwilligersorganisaties die wel geïnteresseerd zijn in deskundigheidsbevordering willen het komende jaar vooral aan de slag met workshops en trainingen op het gebied van: 1. Werving van vrijwilligers, incl. bestuursleden (21 maal) 2. Fondsenwerving (17 maal) 3. Voorlichting/ promotie/ pr (16 maal) 4. Vrijwilligersbeleid (14 maal) In 2009 heeft de gemeente Bladel een cursus signaleren voor vrijwilligers aangeboden. In de aanvullende vragen is gevraagd hoe de vrijwilligersorganisaties deze cursus hebben gewaardeerd. Daaruit blijkt dat het merendeel van de vrijwilligersorganisaties niet bekend is met de cursus. Slechts 6 organisaties hebben de cursus met een goed of voldoende gescoord. 4.7

Vraagstukken en knelpunten

Aan het eind van de basisenquête is gevraagd welke onderwerpen de komende twee jaar aangepakt dienen te worden (maximaal 3). De meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend:

1. 2. 3. 4. 5.

2010 (N=108 organisaties) Werving leden, deelnemers of cliënten Werving van bestuursleden Werving van overige vrijwilligers Sponsoring of fondsenwerving Ander onderwerp

41% 33% 22% 18% 14%

De organisaties gaan vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers en cliënten, met de werving van bestuursleden en de werving van overige vrijwilligers, Het werven van leden, deelnemers en cliënten staat bovenaan het lijstje van de kunst/cultuur sector. Met het werven van bestuursleden gaat vooral de sector wijk-, buurt- en bewonerszaken aan de slag. Terwijl het werven van vrijwilligers juist een belangrijke klus wordt voor de organisaties in de sport en recreatie sector.


19

Op de vraag ‘Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning?’ antwoorden de organisaties:

1. 2. 3. 4. 5.

2010 (N=113 organisaties) Op het gebied van fondsenwerving Op het gebied van deskundigheidsbevordering Ondersteuning op een ander vlak Op het gebied van promotie Bij het organiseren van activiteiten

16% 12% 8% 7% 6%

Ruim de helft van de organisaties (56% van 113 organisaties) geeft daarbij aan geen behoefte te hebben aan extra ondersteuning. Wat opvalt, is dat vooral organisaties binnen de sector wijk, buurt en bewonerszaken zeggen geen behoefte te hebben aan ondersteuning. 4.8

Overige opmerkingen

Aan het eind van de enquête kunnen de organisaties resterende opmerkingen plaatsen. Dit is 28 maal gebeurd. Enkele reacties gaan over het feit dat vragen niet/minder van toepassing of moeilijk te beantwoorden zijn voor de eigen organisatie. Daarnaast beschrijft een aantal organisaties zich nader in doelstelling en activiteiten en er volgen nog enkele individuele vragen en verzoeken.


20

5

Vergelijkingen

De resultaten van het onderzoek in de gemeente Bladel worden in dit hoofdstuk met onderzoeken in de gemeente Horst aan de Maas en de gemeente Langedijk in verband gebracht. Deze worden onderling vergeleken en getoetst aan de landelijk gemiddelde cijfers (Digimon cijfers 2007-2009). Enkele kerngegevens (CBS, 2009) over de betreffende gemeenten: Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Inwonertal

19.129

28.975

26.886

Bevolkingsdichtheid

254

242

1117

Karakter

Weinig stedelijk

Weinig stedelijk

Weinig stedelijk

5.1

Respons

De respons in het onderzoek in de gemeente Bladel is 38%. Op zich een redelijke respons: 40% wordt beschouwd als gewenste minimale respons, terwijl 70% een uitschieter is. Ter vergelijking, eveneens gekeken naar een aantal sectoren: Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk (*)

293

404

144

3440

38%

41%

56%

-

Sport

40=33%

59=32%

21=26%

862=25%

Cultuur

18=15%

38=20%

11=14%

486=14%

Soc.cult

9=7%

14=8%

8=10%

240=7%

Belangenb.

6=5%

14=8%

8=10%

234=7%

Wijk/buurt

20=17%

13=7%

5=6%

200=6%

Anders

19=16%

10=5%

9=11%

315=9%

Onderwijs

2=2%

9=5%

0=0%

213=6%

Zorg

2=2%

8=4%

7=9%

340=10%

Religie

2=2%

7=4%

3=4%

202=6%

Natuur

2=2%

6=3%

2=3%

110=3%

Bestand vrijwilligersorganisaties Respons Diverse sectoren:

(*) Het landelijke beeld heeft betrekking op 3440 vrijwilligersorganisaties in een twintigtal gemeenten (waaronder een paar middelgrote), die in 2007 tot en met 2009 aan Digimononderzoek hebben deelgenomen. Door de soms kleine aantallen dient detailvergelijking tussen de gemeenten en tussen de sectoren met het nodige voorbehoud plaats te vinden.

Wat opvalt, is dat in de gemeente Bladel naast de sectoren sport/recreatie en kunst/cultuur de sector wijk-, buurt- en bewonerszaken goed is vertegenwoordigd. De respons in de sector zorgen hulpverlening blijft daarentegen wat achter op het landelijke beeld. Een reden hiervoor kan zijn dat de sector zorgen hulpverlening niet goed is vertegenwoordigd in het adressenbestand. Hoewel deze inschatting op basis van organisatienamen niet eenvoudig te maken is, lijkt het aantal organisaties binnen deze sector inderdaad beperkt te zijn.


21

5.2

Organisaties

De resultaten van het onderzoek in de drie gemeenten geven het beeld dat de lokale vrijwilligerssector vooral uit kleine en pure vrijwilligersorganisaties zonder beroepskrachten bestaat. Het aantal pure vrijwilligersorganisaties ligt in gemeente Bladel zelfs aanzienlijk hoger dan het landelijke beeld. Beroepskrachten Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=118)

(N=186)

(N-80)

(N=3381)

Nee

100=85%

138=74%

51=64%

2064=61%

1

4=3%

21=11%

8=10%

384=11%

10 of meer

4=3%

16=9%

5=6%

401=12%

Vrijwilligers Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=118)

(N=185)

(N=80)

(N=3335)

1-10

35=30%

67=36%

19=24%

1242=37%

10-25

36=31%

41=22%

18=23%

861=26%

Meer dan 100

9=8%

14=8%

13=16%

314=9%

De vrijwilligersorganisaties draaien grotendeels, conform het landelijke beeld op contributies van leden en gemeentesubsidie. De tevredenheid over het aantal leden, deelnemers of cliënten ligt in de gemeente Bladel hoger dan het landelijke beeld laat zien. Ter vergelijking, in gemeente Bladel is 51% van de organisaties tevreden over het aantal terwijl dit percentage landelijk op 37% ligt. 5.3

Vrijwilligers

Ook de tevredenheid over de samenstelling van het vrijwilligersbestand ligt in de gemeente Bladel hoger dan de andere gemeenten laten zien. In de gemeente Bladel toont 61% van de vrijwilligersorganisaties zich tevreden, in de gemeente Horst aan de Maas ligt dit percentage op 59% en in de gemeente Langedijk is 43% van de organisaties tevreden. Landelijk ligt dit percentage op 51%. Wil men wél verandering in de samenstelling van het vrijwilligersbestand, dan spreekt men alom de wens van verjonging uit (vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 50 jaar). Dit komt ook overeen met het landelijke beeld. Het tekort aan vrijwilligers lijkt in de gemeente Bladel minder te spelen dan landelijk het geval is. In Bladel geeft 50% van de organisaties aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben. Landelijk is dit percentage 37%. De wens om vooral meer vrijwilligers voor het uitvoeren/ begeleiden van activiteiten of voor het bestuurswerk te werven, komt overeen met het landelijk beeld. 5.4

Ondersteuning

In de gemeente Bladel geeft 64% van de organisaties aan niet te worden ondersteund in hun werk. Dit is aanzienlijk hoger dan het landelijke beeld laat zien. Landelijk ligt dit percentage namelijk op 44%. De eventuele ondersteuning komt overal vooral van landelijke en provinciale/regionale organisaties.


22

Als we kijken naar de behoefte aan (extra) ondersteuning per gemeente zien we de volgende verschillen (de meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend):

1 2 3 4 5 6

Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=113)

(N=177)

(N=80)

(N=3147)

Geen behoefte

Geen behoefte

Geen behoefte

Geen behoefte

(63=56%)

(110=62%)

(27=34%)

(46%)

Fondsenwerving

Fondsenwerving

Fondsenwerving

Fondsenwerving

(18=16%)

(26=15%)

(18=23%)

(21%)

Trainingen vrijwilligers

Huisvesting

Huisvesting

Promotie

(14=12%)

(15=9%)

(18=23%)

(13%)

Ondersteuning ander vlak


Promotie


(9=8%)

(14=8%)

(16=20%)

(11%)

Promotie

Organiseren activiteiten


Huisvesting

(8=7%)

(10=6%)

(12=15%)

(10%)

Organiseren activiteiten

Advies vrijwilligersbeleid

Advies vrijwilligersbeleid

Ondersteuning ander vlak

(7=6%)

(9=5%)

(11=14%)

(9%)

De behoefte aan (extra) ondersteuning lijkt in de gemeente Bladel aanzienlijk lager te zijn dan het landelijke beeld. Daarnaast valt op dat het onderwerp “ondersteuning op een ander vlak” in de gemeente Bladel relatief hoog in het lijstje staat. Opvallend is ook dat het ondersteuningsaanbod in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers op het lijstje staat in de Bladel. De interesse in deskundigheidsbevordering lijkt immers niet zo groot in deze gemeente. Ter vergelijking, in Bladel geeft 51% van de organisaties aan het komende jaar niet geïnteresseerd te zijn in deskundigheidsbevordering. Landelijk ligt dit percentage op 39%. Steunpunt vrijwilligerswerk De bekendheid en het gebruik van het steunpunt vrijwilligerswerk liggen in de gemeente Bladel relatief laag in vergelijking met de bekendheid en het gebruik van steunpunten in andere gemeenten. Zo is in de gemeente Bladel 49% van de organisaties bekend met het steunpunt en 7% maakt er ook gebruik van. Landelijk ligt dit percentage op 77% voor de bekendheid en 20% voor het gebruik. De Digitale Vrijwilligers Vacaturebank kent een hogere bekendheid en gebruik dan dat de algemene term ‘steunpunt vrijwilligerswerk’ in eerste instantie oproept. De Digitale Vrijwilligers Vacaturebank is bij 54% van de organisaties bekend en 12% daarvan geeft aan er ook gebruik van te maken. Hoewel deze cijfers iets dichter bij het landelijke beeld in de buurt komen, zijn de cijfers nog steeds aan de lage kant. Aangezien het aantal organisaties die de verschillende diensten van het steunpunt vrijwilligerswerk heeft beoordeeld erg laag is, kunnen er geen veelzeggende conclusies uit deze beoordelingen worden getrokken. De meeste organisaties geven bij de beoordeling van de diverse aspecten van het steunpunt aan er ‘geen mening’ over te hebben. Dit komt ook overeen met het beeld dat ongeveer de helft van de organisaties onbekend is met het steunpunt vrijwilligerswerk alias de digitale vrijwilligers vacaturebank. Gemeente Vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel onderhouden vooral incidenteel contact, overeenkomstig het landelijk beeld. Het aantal organisaties dat geen contact met de gemeente


23

onderhoudt, is in de gemeente Bladel iets lager dan landelijk het geval is. In de gemeente Bladel heeft 13% van de organisaties geen contact met de gemeente terwijl dit percentage landelijk op 16% ligt. Een onderlinge vergelijking over de tevredenheid over het contact met de gemeente:

(zeer) tevreden

Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=116)

(N=178)

(N=80)

(N=3267)

54%

61%

43%

48%

De mate van tevredenheid over het contact met de gemeente is in Bladel wat hoger dan het landelijke beeld laat zien. De eventuele verbeterwensen richting gemeenten gaan overal steeds over waardering en promotie van het vrijwilligerswerk, het ondersteuningsaanbod van de gemeente en de procedures voor subsidies en vergoedingen, zo ook in de gemeente Bladel. Wat tevens opvalt, is dat de vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel zich vaker tevreden tonen over het beleid van de gemeente dan landelijk het geval is. Ter vergelijking; in de gemeente Bladel is 37% van de organisaties tevreden over het beleid en landelijk is dit bij 27% van de organisaties het geval. 5.5

Maatschappelijke thema’s

De vragen over de maatschappelijke thema’s zijn op de antwoorden ‘reeds actief’, ‘interesse maar nog geen ervaring’ en ‘geen interesse’ met elkaar vergeleken: Sociale activering, maatschappelijke integratie, inburgering Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=115)

(N=177)

(N=80)

(N=3241)

Reeds actief

11=10%

15=9%

12=15%

457=14%

Interesse

11=10%

14=8%

20=25%

510=16%

Geen interesse

59=51%

124=70%

31=40%

1669=52%

Hoewel een enkele organisatie in de gemeente Bladel reeds actief is op dit thema, scoort Bladel lager dan het landelijke percentage op ‘reeds actief’. Ook het aantal organisaties dat zich geïnteresseerd toont maar nog niet actief is, is minder dan het landelijke beeld laat zien. De organisaties lijken zich wat terughoudend op te stellen ten opzichte van sociale activering, maatschappelijke integratie, inburgering. Maatschappelijke stage Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=114)

(N=175)

(N=80)

(N=3182)

Reeds actief

20=18%

14=8%

8=10%

512=16%

Interesse

10=9%

14=8%

20=25%

510=16%

Geen interesse

70=61%

136=78%

39=49%

1157=58%

Het aantal organisaties dat in de gemeente Bladel reeds actief is op het terrein van maatschappelijke stage komt overeen met het landelijk percentage. De interesse in maatschappelijke stage onder organisaties die nog niet actief zijn, is wel beperkt ten opzichte van het landelijke beeld.


24

Maatschappelijk betrokken ondernemen Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=114)

(N=176)

(N=80)

(N=3212)

Reeds actief

7=6%

3=2%

7=9%

277=9%

Interesse

16=14%

16=9%

24=30%

702=22%

Geen interesse

63=55%

137=78%

39=50%

1703=53%

De interesse in maatschappelijk betrokken ondernemen (mbo) blijft in de gemeente Bladel wat achter in vergelijking met het landelijke percentage. Het aantal organisaties dat reeds actief is in het kader van mbo is in Bladel weliswaar wat lager maar wel meer in de lijn met het landelijke percentage. Wet maatschappelijke ondersteuning Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=114)

(N=177)

(N=80)

(N=3216)

Reeds actief

7=6%

13=7%

21=26%

510=16%

Interesse

3=3%

3=2%

8=10%

209=7%

Geen interesse

41=36%

50=28%

8=10%

814=25%

Voor de Wmo geldt hetzelfde als bij de thema’s sociale activering en maatschappelijk betrokken ondernemen. Het aantal organisaties dat al een bijdrage levert, is lager dan het landelijk beeld. Wat hier verder opvalt, is dat de interesse zeer beperkt is. Wellicht dat dit ook te maken heeft met het grote aantal organisaties dat (nauwelijks) bekend is met de Wmo en niet weet wat zij daarin kunnen betekenen. In de gemeente Bladel is 35% van de organisaties onbekend met de Wmo. Dit percentage is aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde percentage, namelijk 21%. 5.6

Vraagstukken

De werving van leden/cliënten, bestuursleden en overige vrijwilligers zijn landelijk de meest genoemde onderwerpen voor de komende jaren. Wat minder actuele vraagstukken betreffen de sponsoring of fondsenwerving, huisvesting of zaalruimte voor activiteiten en de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Ook de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is een aandachtspunt voor een deel van de organisaties. Als de gegevens uit de gemeente Bladel worden vergeleken met de andere gemeenten en de landelijke cijfers, zien we de volgende verschillen (per gemeente de meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend):


25

Bladel

Horst aan de Maas

Langedijk

Landelijk

(N=108)

(N=167)

(N=80)

(N=3192)

Werving leden/ cliënten

Werving bestuursleden

Werving van leden/ cliënten

(65=37%)

(35=44%)

(1190=37%)


Werving leden/ cliënten


(63=36%)

(27=34%)

(1022=32%)

Werving vrijwilligers

Werving vrijwilligers

Werving overige vrijwilligers

(37=21%)

(17=21%)

(875=27%)

Sponsoring/fondsenwerving



(29=16%)

(17=21%)

(593=19%)

Huisvesting

Huisvesting

Huisvesting

(25=14%)

(14=18%)

(394=12%)

1 Werving leden/ cliënten (44=41%) 2 Werving bestuursleden (36=33%) 3 Werving vrijwilligers (24=22%) 4 Sponsoring/fondsenwerving (19=18%) 5 Ander onderwerp (15=14%)

De vrijwilligersorganisaties in Bladel willen vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers en cliënten. Dit ondanks de algemene tevredenheid over het aantal leden, deelnemers en cliënten. Mogelijk komt dit doordat de contributies van leden één van de belangrijkste inkomstenbronnen van de organisaties is waardoor het noodzakelijk is om voldoende leden te hebben om te kunnen blijven voortbestaan. De overige onderwerpen komen redelijk overeen met het landelijke beeld, waarbij opvalt dat de werving van vrijwilligers in de gemeente Bladel bij iets minder organisaties lijkt te spelen dan landelijk het geval is. Daarnaast valt op dat het onderwerp “een ander onderwerp” in het lijstje van Bladel voorkomt. Wat dat onderwerp is waarmee de vrijwilligersorganisaties aan de slag willen gaan, zal in gesprek met de organisaties duidelijk moeten worden. Er lijkt namelijk wel wat te spelen in Bladel aangezien veel organisaties ook ‘ondersteuning op een ander vlak’ wensen.


26

6

Aanbevelingen

Naar aanleiding van de belangrijkste bevindingen in het Digimon-onderzoek en de bijeenkomst met het vrijwilligersveld hebben wij een aantal aanbevelingen geformuleerd. De bijeenkomst met het vrijwilligersveld is goed bezocht. Zo’n zestig deelnemers hebben in verschillende vrijwilligerscafés over thema’s verder gepraat die zij graag willen verbeteren of waarbij zij behoefte hebben aan ondersteuning door de gemeente. De deelnemers vertegenwoordigden tezamen 35 vrijwilligersorganisaties. De aanbevelingen zijn in de nieuwe basisfuncties vrijwilligerswerk ondergebracht, namelijk Vertalen, 2 Verbinden en makelen, Versterken, Verbreiden en Verankeren . Met deze aanbevelingen kan de gemeente Bladel gericht aan de slag met het vormgeven van nieuw vrijwilligerswerkbeleid en het verbeteren van het ondersteuningsaanbod. 6.1

Vertalen maatschappelijke ontwikkeling

Definitie: In de gemeente is men in staat een visie te ontwikkelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en daar door interactieve beleidsvorming beleid op te formuleren en uitvoering aan te geven. 6.1.1 Visie op vrijwilligerswerk Aangezien de visie uit de kadernota vrijwilligerswerkbeleid 2004 niet meer actueel is en niet aansluit op de huidige maatschappelijke ontwikkelingen is het zinvol om te beginnen met het opstellen van een nieuwe visie, enerzijds een visie op vrijwilligerswerk en anderzijds een visie op lokale maatschappelijke ontwikkelingen. Het advies is deze visie integraal op te stellen, in samenhang met de beleidsvisie op andere beleidsterreinen. Probeer de visie in outcome termen te formuleren. Daarbij is het ook zinvol om de rol van de gemeente Bladel te herzien. Zoals in het evaluatieonderzoek is opgemerkt, vervult de gemeente Bladel momenteel vooral een reactieve rol terwijl een meer proactieve rol beter aansluit bij de ambities van de gemeente. Een proactieve rol zal er eerder toe leiden dat meer inwoners van de gemeente Bladel zich vrijwillig inzetten en dat de dalende trend wordt omgekeerd. Onderstaande typetest kan de gemeente Bladel behulpzaam zijn om te bepalen wat voor soort beleid het beste bij de gemeente past en welke rol de gemeente daarin wilt vervullen. 3 http://www.movisie.nl/Publicaties/2007/Typetest/Typetest_Wmo_VI_0407.pdf. 6.1.2 Overzicht maatschappelijke ontwikkelingen Uit Digimon blijken in ieder geval de volgende ontwikkelingen in gemeente Bladel van invloed te zijn op het vrijwilligerswerk: Meer leden gewenst

2

Deze basisfuncties zijn ontwikkeld door het ministerie van VWS en bieden gemeenten een handvat om met de ondersteuning

van het vrijwilligerswerk aan de slag te gaan. De staatssecretaris heeft als doel gesteld dat in 2012 in 75% van de Wmo-plannen de basisfuncties verwerkt moeten zijn. Meer informatie over de basisfuncties is te vinden op www.prestatieveld4.nl. 3

Kolner, C. en Duijvestijn P. (2007), Handreiking Wmo en vrijwillige inzet, DSP-groep, Amsterdam


27

Hoewel het aantal leden, deelnemers of cliënten de afgelopen drie à vier jaren redelijk gelijk is gebleven, willen de vrijwilligersorganisaties vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers of cliënten. Vrijwilligersorganisaties willen meer leden, deelnemers of cliënten in de leeftijdscategorie onder de 30 jaar. De reden dat de organisaties met de werving van leden, deelnemers of cliënten aan de slag willen, is waarschijnlijk gelegen in het feit dat 70% van de organisaties de contributies van leden als belangrijkste inkomstenbron beschouwt. Tekort aan vrijwilligers Het tekort aan vrijwilligers speelt ook in de gemeente Bladel; 50% van de organisaties geeft aan een tekort aan vrijwilligers te ervaren. De organisaties zijn vooral op zoek naar vrijwilligers voor het uitvoeren/ begeleiden van activiteiten en voor het bestuurswerk. Het aantal vrijwilligers lijkt niet op grote schaal te zijn afgenomen in Bladel. Meer dan de helft van de organisaties (55%) geeft aan dat het aantal vrijwilligers de afgelopen vijf jaren vrijwel gelijk is gebleven. Ook het aantal uur dat vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk besteden is vrijwel gelijk gebleven. De vrijwilligers besteden gemiddeld 1 tot en met 4 uur per week aan het werk. Hoewel de meeste vrijwilligersorganisaties zich tevreden tonen over de samenstelling van het vrijwilligersbestand vraagt de diversiteit van het vrijwilligersbestand aandacht. Bijna 60% van de organisaties heeft over het algemeen vrijwilligers ouder dan 30 jaar. En er zijn maar weinig organisaties die bijvoorbeeld meer vrijwilligers in de leeftijd tot 20 jaar wensen of graag allochtone vrijwilligers willen. De vrijwilligersorganisaties willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 50 jaar werven. Weinig interesse in maatschappelijke thema’s Het percentage organisaties dat in de gemeente Bladel reeds actief is op de maatschappelijke thema’s als sociale activering, integratie en inburgering, maatschappelijke stage en maatschappelijk betrokken ondernemen is, met uitzondering van maatschappelijke stage, lager dan het landelijk beeld laat zien. De mate waarin de organisaties op deze thema’s actief zijn varieert van 6% op het gebied van maatschappelijk betrokken ondernemen tot 18% op het gebied van maatschappelijke stage. Ook het aantal organisaties dat zich geïnteresseerd toont, maar nog niet actief is op de maatschappelijke thema’s, is aanzienlijk minder in de gemeente Bladel. Maatschappelijk betrokken ondernemen kan met 14% van de organisaties die zich hierin geïnteresseerd toont op de meeste interesse van de vrijwilligersorganisaties in Bladel rekenen. Wat verder opvalt, is dat het aantal organisaties dat actief is of interesse toont in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) erg laag is in de gemeente Bladel. 35% van de organisaties geeft zelfs aan nauwelijks bekend te zijn met de Wmo. De vrijwilligersorganisaties in Bladel stellen zich wat terughoudend op ten aanzien van de maatschappelijke thema’s. Deze terughoudendheid ontstaat enerzijds omdat organisaties niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die deze thema’s kunnen bieden en anderzijds omdat zij niet actief gestimuleerd worden ermee aan de slag te gaan. 6.1.3 Van visie naar beleid Om goed in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen is het belangrijk dat de gemeente Bladel een visie heeft op deze ontwikkelingen. Met deze visie wordt immers bepaald welk resultaat men wil behalen en welke koers zal worden uitgezet. Een belangrijke verschuiving in het vrijwilligerswerkbeleid kan bijvoorbeeld zijn dat het uitgangspunt niet zozeer de vrijwilligersorganisatie is, maar meer de individuele vrijwilliger. Voor een sterke ‘civil society’ is het immers van groot belang dat ook tijdelijke en spontane vrijwilligersverbanden de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Om deze initiatieven te


28

stimuleren, is het belangrijk dat ook initiatieven waarbij geen sprake is van een rechtspersoon toch aanspraak kunnen maken op subsidie. Vervolgens is het belangrijk de koers vast te leggen in concreet beleid waarbij de resultaten en effecten die worden nagestreefd, SMART worden vastgelegd en waarbij wordt aangegeven hoe de realisatie daarvan wordt gemeten. De gemeente hoeft ten aanzien van het beleid het wiel niet zelf uit te vinden. Vrijwilligers kunnen de gemeente namelijk als geen ander vertellen wat passende ondersteuning in de gemeente inhoudt en hoe het beleid er uit zou moeten zien. Met Digimon en de bijeenkomst met vrijwilligersorganisaties heeft de gemeente Bladel een eerste inventarisatie van knelpunten en ondersteuningswensen van het vrijwilligersveld. Maar er is meer nodig. Interactieve beleidsvorming is het meest effectief als het vrijwilligersveld op verschillende momenten en met behulp van verschillende instrumenten bij het vormgeven van het vrijwilligerswerkbeleid wordt betrokken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om werkgroepen samen te stellen of een vertegenwoordiging van vrijwilligers in het leven te roepen. Door eerder ingewonnen informatie opnieuw aan het vrijwilligersveld voor te leggen, kan er inhoudelijke verdieping plaatsvinden en kan er worden getoetst of de wensen en/of behoeften voor het brede vrijwilligersveld gelden. De MOVISIE brochure “Samen met vrijwilligers vrijwilligerswerkbeleid opstellen” kan de gemeente Bladel behulpzaam zijn bij het vormgeven van het interactief beleidsproces. De brochure is te downloaden via www.movisie.nl/interactievebeleidsvorming. 6.2

Verbinden en makelen

Definitie: In de gemeente is men in staat om de verwachtingen en belangen van verschillende maatschappelijke spelers met elkaar te verbinden. Meer in het bijzonder het makelen van vraag en aanbod op terreinen die door de gemeente van speciaal belang worden geacht. Het vrijwilligersdomein is een bonte verzameling van vrijwilligers(organisaties) die zich op allerlei manieren inzetten voor de samenleving. Al deze partijen hebben verschillende verwachtingen en belangen. Maar dit hoeft elkaar niet te bijten. Sterker nog, ze kunnen elkaar versterken. Van een gemeente wordt verwacht dat zij in staat is de verwachtingen en belangen van de verschillende spelers met elkaar te verbinden. Hierbij is het belangrijk dat bij de invulling wordt gekeken naar de ambities. Wat wil de gemeente bereiken met het verbinden en makelen? Is het de bedoeling dat alleen personen met elkaar in contact worden gebracht of ook organisaties? Op welke terreinen moet dit gebeuren? En op welk schaalniveau? Voor het activeren van burgers kan het maken van verbindingen tussen een burger en een organisatie op buurtniveau bijvoorbeeld heel effectief zijn. Terwijl bij het makelen in het kader van maatschappelijke stage juist rekening gehouden moet worden met het bovengemeentelijk niveau. 6.2.1 Verbinden van verschillende partijen In de gemeente Bladel lijken de verschillende partijen slechts in beperkte mate met elkaar te worden verbonden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het lage aantal organisaties dat reeds actief is of interesse toont in de maatschappelijke thema’s zoals maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen, sociale (re)- integratie of de Wet maatschappelijke ondersteuning. Maar dit blijkt ook uit het beperkt gebruik van de vacaturebank. De vrijwilligersorganisaties in Bladel lijken erg op zichzelf te zijn en de knelpunten vooral zelf op te lossen. Dit beeld is tijdens de vrijwilligersbijeenkomst bevestigd. De ambitie van de gemeente Bladel reikt echter verder. Wat daarbij opvalt, is dat een duidelijke visie op het verbinden & makelen ontbreekt. Het advies is om met deze visie aan de slag te gaan en in het


29

nieuwe beleid uit te werken welke verschillende partijen de gemeente met elkaar wil verbinden, op welke manier en op welk schaalniveau dat moet plaatsvinden. Wanneer de gemeente diverse doelgroepen wil stimuleren als vrijwilliger actief te worden, is het verstandig om reeds in het beleid te specificeren welke projecten daarvoor worden opgestart. 6.2.2 Maatschappelijk makelaar Sinds 2008 ontvangt de gemeente Bladel geld in het gemeentefonds om de maatschappelijk makelaarsfunctie in te vullen. Deze maatschappelijk makelaarsfunctie is tot op heden nog niet ingevuld. De gemeente Bladel is voornemens de makelaarsfunctie breed in te vullen en heeft hierover in februari 2010 het college bericht. In deze notitie wordt het volgende standpunt voorgesteld: De gemeente Bladel stelt zich op het standpunt dat de makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage is bedoeld om meer mensen te bewegen tot het doen van vrijwilligerswerk om op die manier het vrijwillige kader in de gemeente Bladel te versterken. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de ondersteuning van Bladelse vrijwilligersorganisaties en vervolgens de plaatsing van vrijwilligers uit de doelgroep jongeren en daarbinnen de leerlingen uit het voortgezet onderwijs die een 4 maatschappelijke stage moeten lopen. Dit standpunt sluit aan bij ons advies om de makelaarsrol breed in te vullen zodat het brede vrijwilligerswerk wordt ondersteund. Ook het vervolgtraject wat in deze notitie staat beschreven, is zorgvuldig opgezet. Vooral omdat daarbij nadrukkelijk wordt beschreven dat het vrijwilligersveld wordt betrokken bij het vormgeven van de makelaarsfunctie. De makelaarsfunctie kan natuurlijk op verschillende manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld als onderdeel van de gemeente of via een steunpunt vrijwilligerswerk. Wat het beste past in de gemeente Bladel, zal in overleg met het vrijwilligersveld moeten worden bepaald. Een eerste aanzet daartoe is gemaakt tijdens de bijeenkomst met het vrijwilligersveld. De organisaties hebben daar als prioriteiten aangegeven dat de maatschappelijk makelaar persoonlijk contact en begeleiding op maat moet kunnen bieden aan de organisaties. Daarnaast vinden de organisaties het belangrijk dat maatschappelijke stages een zinvolle invulling krijgen en goed aansluiten bij de interesse van jongeren. Naast een aantal kritische geluiden geven veel organisaties aan maatschappelijke stages wel als mogelijkheid tot verjonging van het vrijwilligersbestand te zien. 6.2.3 Samenwerking en netwerken Vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorganisaties, bedrijven, scholen en gemeenten hebben er allen belang bij dat er netwerken van partijen zijn en dat zij onderling samenwerken. Zo kunnen de verschillende organisaties elkaar versterken en kan er een betere match plaats vinden tussen vrijwilligers, organisaties, scholen en bedrijven. In Bladel werkt 54% van de organisaties samen. Dit percentage ligt aanzienlijk lager dan het landelijk percentage (70%). Daarom is het goed om als gemeente meer te investeren in netwerken en samenwerking. Vrijwilligersorganisaties geven regelmatig aan behoefte te hebben aan een netwerkoverleg waarin zij met andere organisaties actuele thema’s op het terrein van vrijwilligersbeleid kunnen bespreken, ervaringen uit kunnen wisselen, kennis kunnen delen en eventuele samenwerking kunnen vormgeven. Ook in Bladel geven de vrijwilligersorganisaties tijdens de bijeenkomst aan meerwaarde te zien in het beter leren kennen van elkaar, meer samen te werken en meer van elkaar te leren. Op dit moment is het nog niet duidelijk hoe de maatschappelijk makelaarsfunctie wordt ingevuld, maar de makelaar is natuurlijk bij uitstek de partij die dit soort netwerkoverleggen voor organisaties kan faciliteren.

4

Voorstel aan het college d.d. 23 februari 2010, pagina 3


30

6.3

Versterken

Definitie: In de gemeente is men in staat om een effectieve lokale of regionale ondersteuningsinfrastructuur op te bouwen en/of te onderhouden. Tot op heden heeft de gemeente Bladel geen duidelijke visie op de wijze waarop de ondersteuningsinfrastructuur in Bladel het meest effectief kan worden vormgegeven. Wel is de gemeente voornemens om met de invulling van de maatschappelijk makelaarsfunctie aan de slag te gaan. Daarbij wordt het vrijwilligersveld betrokken. Een goed voornemen want de ondersteuningsbehoeften kunnen per sector of organisatievorm verschillen. Belangrijk is in ieder geval dat de ondersteuningsstructuur geen blinde vlekken kent. Alle sectoren in het vrijwilligersveld moeten een beroep kunnen doen op een ondersteuningsorganisatie die hen op passende wijze ondersteunt. Voldoende toegankelijke ondersteuning is namelijk een belangrijke voorwaarde om burgers te stimuleren hun talenten, kennis en vaardigheden in te zetten ten behoeve van de samenleving. Zowel inhoudelijk als in omvang kan deze ondersteuningsstructuur in Bladel worden verbeterd. Ondersteuningsbehoeften en -aanbod Het aantal organisaties dat geen ondersteuning krijgt, ligt in de gemeente Bladel aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde. Ter vergelijking, in de gemeente Bladel wordt 64% van de organisaties niet ondersteund, landelijk is dat bij 44% van de organisaties het geval. De behoefte aan ondersteuning lijkt niet zo groot te zijn in Bladel. 56% van de organisaties geeft aan geen behoefte te hebben aan (extra) ondersteuning. Een verklaring hiervoor kan zijn dat wijk, buurt en bewonerszaken één van de drie sectoren is met de meeste respons. Van deze sector is bekend dat zij weinig behoefte heeft aan extra ondersteuning. Toch worstelen de organisaties in Bladel met een aantal knelpunten. Middels het Digimononderzoek is duidelijk geworden welke knelpunten vrijwilligersorganisaties ervaren en bij welke knelpunten zij (extra) ondersteuning wensen. Werving van leden, deelnemers of cliënten en werving van vrijwilligers waaronder bestuursleden zijn de knelpunten waarmee vrijwilligersorganisaties zelf aan de slag willen gaan. Terwijl fondsenwerving, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, promotie en het organiseren van activiteiten de onderwerpen zijn waarin zij graag (extra) worden ondersteund. Ook wordt het onderwerp “ondersteuning op een ander vlak” in Bladel een aantal keren aangekruist. 6.3.1 Vrijwilligers Vacaturebank In de gemeente Bladel is de invulling van een steunpunt vrijwilligerswerk beperkt gebleven tot het opzetten van een digitale vrijwilligersvacaturebank die aanvullend een wekelijks spreekuur organiseert. De bekendheid en het gebruik van het steunpunt vrijwilligerswerk oftewel de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank is in Bladel lager dan landelijk het geval is. De vacaturebank is bij 54% van de organisaties bekend en 12% daarvan geeft aan er gebruik van te maken. Landelijk ligt dit percentage op 77% voor de bekendheid en 20% voor het gebruik. De vraag is natuurlijk hoe het komt dat de bekendheid en het gebruik van de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank achterblijft. Eén van de redenen daarvan kan zijn dat het dienstenaanbod van de vacaturebank niet helemaal aansluit bij de behoeften van het veld. De huidige ontwikkelingen in het vrijwilligersveld vragen een nieuwe visie van de gemeente Bladel op de ondersteuningsinfrastructuur. Naast de invulling van de maatschappelijk makelaarsfunctie vraagt dit een visie op de voortgang en opzet van de vrijwilligers vacaturebank. Blijft de ondersteuning door een steunpunt vrijwilligerswerk in de vorm van een vrijwilligers vacaturebank bestaan? Of worden de diensten van het steunpunt


31

uitgebreid door er bijvoorbeeld de makelaarsfunctie onder te brengen? Of wordt de makelaarsfunctie op gehele andere wijze ingevuld en wordt de vacaturebank daaraan gekoppeld? Duidelijk is in ieder geval dat de diensten van de vacaturebank verder ontwikkeld moeten worden om het bereik onder de vrijwilligersorganisaties te laten groeien. Alleen een digitale vacaturebank is niet voldoende. Een grote publiciteitscampagne, een passend ondersteuningsaanbod en een proactieve houding van de vrijwilligers vacaturebank is nodig om het steunpunt meer zichtbaar te maken in de Bladelse samenleving. Dit bleek ook uit de bijeenkomst met het vrijwilligersveld. Wellicht dat de digitale vacaturebank wat aantrekkelijker kan worden vorm gegeven. Bijvoorbeeld door onderscheid te maken in een vacaturebank voor maatschappelijke stage of korte klussen. Door een inspiratiebank of talentenbank erin op te nemen of door de vacatures op aantrekkelijke wijze te presenteren. Daarnaast blijkt uit de bijeenkomst met het vrijwilligersveld dat vrijwilligersorganisaties vooral een rol voor het steunpunt vrijwilligerswerk zien weggelegd ten aanzien van ondersteuning bij het verjongen van het vrijwilligersbestand en het opzetten van goed vrijwilligersbeleid. Ook blijken de mogelijkheden van sponsoring, fondsenwerving en subsidie bij veel organisaties onbekend te zijn en is ondersteuning daarbij gewenst. 6.3.2 Ondersteuning door gemeente Ook de gemeente Bladel zelf vervult een belangrijke rol in de ondersteuning. 37% van de vrijwilligersorganisaties is tevreden over het beleid en de werkwijze van de gemeente Bladel. De overige organisaties geven aan dat de gemeente Bladel de gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk, duidelijkheid omtrent het ondersteuningsaanbod, de procedures voor subsidies en vergoedingen, de collectieve verzekering, huisvesting en praktische faciliteiten kan verbeteren. Wat opvalt, is dat de ondersteuning die door de gemeente Bladel wordt aangeboden niet bij alle vrijwilligersorganisaties even goed bekend is en wordt benut. Dit verklaart een aantal genoemde verbeterpunten zoals duidelijkheid omtrent het ondersteuningsaanbod en de collectieve vrijwilligersverzekering. De collectieve vrijwilligersverzekering wordt bijvoorbeeld wel aangeboden maar door slechts 51% van de vrijwilligersorganisaties gebruikt. Dit is opvallend omdat tevens blijkt dat 20% van de organisaties de vrijwilligers niet heeft verzekerd. Ook de hand- en spandiensten die de gemeente Bladel aanbiedt en de waarderingsinstrumenten zoals de vrijwilligerspenning, de vrijwilligersspeld en de Bladelse Zuil zijn niet bij alle vrijwilligersorganisaties goed bekend. Het verbeterpunt ‘gemeentelijke aandacht, waardering en promotie’ wordt besproken bij de basisfunctie ‘verbreiden’. Het verduidelijken van het ondersteuningsaanbod is het volgende verbeterpunt waar de gemeente Bladel mee aan de slag kan gaan. Een gedeelte daarvan is te ondervangen door beter te laten zien wat de ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente precies zijn. Bijvoorbeeld door het aanbod duidelijk op de gemeentelijke website te plaatsen of door er regelmatig aandacht aan te schenken op de gemeentepagina’s in het nieuwsblad. Maar ook de andere verbeterpunten zoals procedures voor subsidies en vergoedingen en huisvesting hangen hiermee samen. Een goede afstemming tussen de gemeentelijke diensten en een vast contactpersoon die een sectoroverstijgende rol vervult, zorgen ervoor dat vragen van vrijwilligersorganisaties eenduidig en in samenhang met de verschillende losse regelingen worden afgehandeld. En dat is wat vrijwilligersorganisaties willen. Zij willen op één plek terecht kunnen met al hun vragen. Bijvoorbeeld in de vorm van een fysiek vrijwilligersloket dat voldoende is toegerust om goed op de wensen van de vrijwilligers in te kunnen spelen.


32

In de bijeenkomst met het vrijwilligersveld gaven deelnemers aan dat er vooral behoefte is aan meer informatie en meer communicatie vanuit de gemeente over het beleid en de regels. Zo zijn de mogelijkheden voor subsidie en de collectieve vrijwilligersverzekering vaak onbekend. De organisaties zouden graag zien dat de verschillende mogelijkheden actiever en beter worden gepromoot door de gemeente Bladel. Een suggestie die daarbij is gegeven, is het beleid via leaflets uit te dragen. Lastenverlichting Ook het verbeterpunt ‘procedures voor subsidies en vergoedingen’ is besproken tijdens de bijeenkomst met het vrijwilligersveld. Deelnemers gaven aan dat zij geen zicht hebben op het gemeentelijk subsidiebeleid en veel verschil ervaren in het beleid tussen de vier Kempengemeenten. De landelijke top vijf van knelpunten is: het vinden van de benodigde informatie, veel (onbegrijpelijk) papierwerk, trage procedures en geen transparantie, de kosten en het accommodatiebeleid. Deze knelpunten worden gedeeld door de vrijwilligersorganisaties in de gemeente Bladel. Vrijwilligersorganisaties geven daarbij aan behoefte te hebben aan één aanspreekpunt die hen informatie kan geven en versoepeling van regelgeving in het subsidiebeleid zoals rond het eigen vermogen van verenigingen. Goede voorbeelden van lastenverlichting zijn te vinden op: http://www.movisie.nl/119715/def/home_/vrijwillige_inzet/lastenverlichting_door_gemeenten/introductie. 6.3.3 Nieuwe vormen van vrijwillige inzet stimuleren Maatschappelijke thema’s als maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen, sociale activering, integratie en inburgering en de Wmo bieden vrijwilligersorganisaties kansen om nieuwe groepen vrijwilligers aan te trekken. De gemeente speelt hierin een belangrijke rol als aanjager. Met Digimon is geïnventariseerd aan welke ondersteuning de vrijwilligersorganisaties per thema behoefte hebben. De knelpunten en ondersteuningsbehoeften die bij deze thema’s zijn genoemd, zijn redelijk eenvoudig op te pakken, bijvoorbeeld door de maatschappelijk makelaar. Vrijwilligersorganisaties willen voornamelijk meer informatie over de mogelijkheden en hulp bij het begeleiden van deze vrijwilligers. Informatiebijeenkomsten op thema waarbij vrijwilligersorganisaties onderling gedachten en ervaringen kunnen uitwisselen, blijken in de praktijk erg effectief te zijn. Tijdens de bijeenkomst met het vrijwilligersveld gaven veel vrijwilligersorganisaties aan met het verjongen van het vrijwilligersbestand aan de slag te willen gaan. Hoewel maatschappelijke stage daarbij wel werd gezien als een kans om jonge vrijwilligers met het vrijwilligerswerk kennis te laten maken, zouden de vrijwilligersorganisaties het verjongen van het vrijwilligersbestand ook graag breder willen trekken. Extra inzet en ondersteuning hierop wordt zeer gewaardeerd door de organisaties. 6.4

Verbreiden

Definitie: In de gemeente is men in staat om het vrijwilligerswerk te promoten en uiting te geven aan waardering van het vrijwilligerswerk. Iedereen kent de traditionele vormen van vrijwilligerswerk. Maar het veld is veranderd en de verscheidenheid aan vrijwillige inzet is groot. Gemeente Bladel wil graag meer mensen tot vrijwillige inzet bewegen. Verleiden is daarbij het kernwoord. Maar hoe? Door mooie en inspirerende voorbeelden te laten zien, de inzet van vrijwilligers regelmatig te waarderen en het vrijwilligerswerk breed te promoten.


33

6.4.1 Gemeentelijke aandacht en waardering Organisaties en vrijwilligers verwachten erkenning en waardering van de gemeente voor de rol die zij spelen in de maatschappij. Zeker in een gemeente waar sprake is van veel pure vrijwilligersorganisaties die op eigen kracht hun werk doen, wordt dit sterk op prijs gesteld. Het aantal waarderingsinstrumenten in de gemeente Bladel is echter beperkt en vaak onbekend bij het veld. Het advies is om bij het vormgeven van nieuw vrijwilligerswerkbeleid gemeentelijke aandacht en waardering prominent in het beleid op te nemen en de instrumenten daarvoor uit te breiden. Er zijn in het land legio voorbeelden van manieren waarop een gemeente de waardering aan vrijwilligers uit kan spreken. Denk bijvoorbeeld aan een jaarlijks vrijwilligersfeest, een jaarlijkse vrijwilligersconferentie, een vrijwilligersprijs waaraan een stimuleringsbijdrage is gekoppeld of een vrijwilligersontbijt. Het afleggen van werkbezoeken door raadsleden en ambtenaren is een belangrijk waarderingsinstrument. De gemeente Bladel kan dit meer stimuleren. De aanwezigheid en belangstelling van politici en ambtenaren voor het werk wordt veelal zeer gewaardeerd door vrijwilligersorganisaties. Dit bleek duidelijk tijdens de bijeenkomst met het vrijwilligersveld. Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van vrijwilligerswerk zit hem vaak in de kleine dingen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop vragen van vrijwilligersorganisaties worden afgehandeld, de wijze waarop de gemeente op de wensen van het vrijwilligersveld inspeelt of de mate van inspraak die zij ergens in hebben. Communicatie vanuit de gemeente is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Een duidelijke vrijwilligersbutton/ link op de gemeentelijke website waar alle gemeentelijke informatie voor vrijwilligersorganisaties eenvoudig te vinden is, is zeker het overwegen waard. 6.4.2 Promotie Vrijwilligersorganisaties willen graag worden ondersteund in de promotie van het vrijwilligerswerk. Enerzijds betekent dit dat zij geadviseerd, getraind en begeleid willen worden in andere vormen van promotie en presentatie van het vrijwilligerswerk. Anderzijds verwachten zij naast deze concrete ondersteuning specifieke ondersteuning vanuit de gemeente. Een grootschalige promotiecampagne opgezet door een gemeente kent natuurlijk een veel groter bereik dan de promotie die vrijwilligersorganisaties in eigen beheer kunnen uitvoeren. Daarnaast is de promotie van het vrijwilligerswerk effectiever als de verschillende promotieactiviteiten elkaar kunnen versterken. Het advies is om samen met de vrijwilligersorganisaties te bekijken op welke nieuwe manieren het vrijwilligerswerk in het algemeen en het werk van de organisaties in Bladel gepromoot kunnen worden. Daarbij is het goed om onderlinge samenwerking te stimuleren en meer gebruik te maken van elkaars capaciteiten en vaardigheden. Aandacht voor mooie burgerinitiatieven, goede en aansprekende voorbeelden van vrijwilligersorganisaties die hun steentje bijdragen (aan het Wmo-beleid) en nieuwe ontwikkelingen als maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen en NL Doet (voorheen Make A Difference Day), werken goed als promotiemiddel. Maar ook andere manieren zoals organisaties de ruimte bieden het vrijwilligerswerk via gemeentelijke informatiekanalen te promoten en informatie over het vrijwilligerswerk aan het informatiepakket voor nieuwe inwoners toevoegen zijn effectief. Met 2011 als Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk in zicht, ligt er voor de gemeente Bladel een mooie kans om zich extra in te zetten om het lokaal vrijwilligerswerk te promoten. Aangezien het vrijwilligersbestand in Bladel weinig divers is en in grote mate vergrijst, is het raadzaam om specifieke promotieactiviteiten voor bijvoorbeeld jongeren en allochtonen in de plannen op te nemen. Door jaarlijks een waardering- en promotieplan op te stellen, worden de activiteiten evenredig over het jaar verdeeld en blijft de uitvoering onder aandacht.


34

6.5

Verankeren

Definitie: In de gemeente is men in staat om de opgedane kennis en ervaring in het vrijwilligerswerk te borgen en vast te leggen. In het vrijwilligerswerk wordt veel kennis en ervaring opgedaan maar deze kennis gaat regelmatig verloren omdat vrijwilligers vertrekken. Het borgen en vastleggen van deze kennis en ervaring voorkomt dat vrijwilligersorganisaties steeds opnieuw het wiel uit moeten vinden. Op dit moment lijkt er op dit terrein weinig actie te worden ondernomen in de gemeente Bladel. Bij het vormgeven van nieuw beleid zou gekeken moeten worden wat de gemeente Bladel op dit terrein voor vrijwilligersorganisaties wil betekenen. Op welke manier willen de vrijwilligersorganisaties en de gemeente Bladel de kennis en ervaring vastleggen en verspreiden? Via internet, brochures of rapportages of via een trainingsaanbod of bijeenkomsten? Afhankelijk van deze visie zal het steunpunt vrijwilligerswerk c.q. maatschappelijk makelaar in de gelegenheid moeten worden gesteld om deze functie uit te kunnen oefenen. Alleen het verzamelen en verspreiden van goede voorbeelden is niet voldoende. Het is tevens belangrijk dat organisaties worden ondersteund bij het implementeren van deze goede werkwijze in hun organisatie. Goede voorbeelden zijn immers niet altijd één op één te vertalen. Ook het evalueren van beleid en het ondersteuningsaanbod hoort bij de basisfunctie Verankeren. In dat kader heeft de gemeente Bladel al een eerste belangrijke stap gezet door het rekenkameronderzoek inclusief Digimon uit te laten voeren. Nu is het zaak om deze kennis te gebruiken voor innovatie in het beleid. 6.6

Monitoring

Monitoring betekent zicht houden op het vrijwilligerswerk en effecten van het beleid blijven volgen. Een goede manier om dit te doen is jaarlijks een conferentie of bijeenkomst voor vrijwilligersorganisaties te organiseren waar de organisaties tevens de ruimte krijgen om verbindingen te leggen en samenwerking te zoeken. Dergelijke bijeenkomsten vervullen voor de gemeente een belangrijke signaal, klankbord- en afstemmingsfunctie. Maar op deze manier faciliteert de gemeente tevens ontmoeting en samenwerking tussen verschillende organisaties hetgeen ook aansluit bij de behoeften van het veld. Door regelmatig contact te houden met het veld kan de gemeente tijdig inspringen op ontwikkelingen die spelen en het beleid waarnodig tussentijds bijstellen. Evaluatie is immers niet iets wat alleen aan het einde van de beleidscyclus interessant is, maar juist tussentijds.


35

7

Bijlagen


36

Bijlage A Vragenlijst Digimon 1.

In welke sector hoort uw organisatie thuis? (slechts één antwoord mogelijk) Kruis aan waar de activiteiten en diensten van uw organisatie vooral op zijn gericht. Het gaat hierbij niet om de doelgroep: dat komt bij de volgende vraag aan de orde.

SPORT EN RECREATIE (tennisvereniging, verenigingen voor denksporten, wandelvereniging, kindervakantiekampen, Scouting e.d.) ZORG EN HULPVERLENING (verzorgingstehuis, hospice, Humanitas, Zonnebloem, buddyprojecten, Tafeltje Dekje, vrijwillige thuiszorg, Slachtofferhulp, terminale zorg e.d) INFORMATIE EN ADVIES (rechtswinkels, jongereninformatiepunt, steunpunt vrijwilligerswerk, bibliotheek, meldpunt, VAC, anti-discriminatiebureau, buurtbemiddeling e.d.) RELIGIE EN LEVENSBESCHOUWING (kerken, moskee, Humanistisch Verbond, Vrijmetselaars, uitvaartbegeleiding e.d.) KUNST EN CULTUUR (muziek- en toneelverenigingen, filmhuizen, historisch genootschap, stedenband e.d.) MEDIA (lokale omroep, Straatnieuws, buurtkranten e.d.) POLITIEKE EN IDEËLE DOELEN (Amnesty International, Unicef, politieke partijen, Wereldwinkel, Greenpeace e.d.) SOCIAAL CULTUREEL WERK (werk in een buurthuis of gemeenschapshuis, kinderopvang, hobbyclubs, speel-o-theek, Stichting Welzijn Ouderen e.d.) WIJK-, BUURT- EN BEWONERSZAKEN (buurtcomité's, bewonersvereniging, Vereniging van Eigenaren, wijkbeheer e.d.) ONDERWIJS EN EDUCATIE (scholen, huiswerkbeleiding, Volksuniversiteit, vormingscentra, taallessen e.d.) BELANGENBEHARTIGING EN EMANCIPATIE (patiëntenorganisaties, ouderenbond, jongerenraad, organisatie voor plattelandsvrouwen, ondernemersverenigingen, supportersvereniging e.d.) NATUUR EN MILIEU (dierenasiel, dierenambulance, IVN, vogelvereniging, kringloopwinkels e.d.) VERKEER EN VEILIGHEID (EHBO, brandweer, politie, 3VO, reddingsbrigade, rampenbestrijding e.d.) onze organisatie past niet in een bovenstaande categorie


37

2.

Richt uw organisatie zich op een specifieke doelgroep? (Geef maximaal 2 antwoorden) Met doelgroep bedoelen we de leden, deelnemers of cliënten voor wie de activiteiten en diensten van uw organisatie zijn bestemd. Indien uw organisatie zich op meer dan 2 doelgroepen richt, dan kiest u de 2 belangrijkste.

3.

Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten? (slechts één antwoord mogelijk)

4.

nee, wij richten ons op allerlei doelgroepen ja, op kinderen/jongeren ja, op vrouwen ja, op ouderen ja, op allochtonen ja, op asielzoekers/vluchtelingen ja, op mensen met een uitkering ja, op mensen met een lichamelijke beperking ja, op mensen met een verstandelijke beperking ja, op mensen met een psychische beperking ja, op een andere doelgroep

dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren toegenomen dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren gelijk gebleven dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren afgenomen

Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal leden, deelnemers of cliënten? (slechts één antwoord mogelijk)

ja nee, wij wensen een kleine toename van het aantal leden, deelnemers of cliënten nee, wij wensen een grote toename van het aantal leden, deelnemers of cliënten weet niet


38

5.

Zou uw organisatie ook andere doelgroepen willen bereiken? (Geef maximaal 2 antwoorden) Het gaat hier om een eventuele verbreding van het leden-, deelnemers- of cliëntenbestand. Indien uw organisatie meer dan 2 andere doelgroepen wenst te bereiken, dan kiest u de 2 belangrijkste.

6.

nee, wij zijn tevreden over onze doelgroep ja, de doelgroep jonger dan 20 jaar ja, de doelgroep van 20 tot 30 jaar ja, de doelgroep van 30 tot 50 jaar ja, de doelgroep ouder dan 50 jaar ja, mannen ja, vrouwen ja, allochtonen ja, hoger opgeleiden ja, lager opgeleiden ja, mensen met een lichamelijke beperking ja, mensen met een verstandelijke beperking ja, mensen met een psychische beperking ja, mensen met een uitkering ja, andere doelgroepen

Op welk geografisch gebied richt uw organisatie zich vooral? (slechts één antwoord mogelijk) De vraag is waar de leden, deelnemers of cliënten van uw organisatie hoofdzakelijk wonen.

7.

de eigen buurt, wijk of dorp(-skern) de gemeente de regio rond de gemeente de provincie heel Nederland

Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Met beroepskrachten bedoelen we medewerkers (incl. freelancers) in uw organisatie die een betaling ontvangen die gelijk staat aan salaris. Hier worden dus niet de mensen bedoeld die een vrijwilligers- of onkostenvergoeding ontvangen. Vult u het aantal betaalde krachten in, ongeacht het aantal uren dat zij per week werkzaam zijn.

geen beroepskrachten 1 beroepskracht 2 tot 5 beroepskrachten 5 tot 10 beroepskrachten 10 of meer beroepskrachten


39

8.

Wat zijn de belangrijkste inkomstenbronnen voor uw organisatie? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 inkomstenbronnen heeft, dan kiest u de 3 belangrijkste.

9.

jaarlijkse subsidie van de gemeente project- of incidentele subsidie van de gemeente subsidie van de provinciale of landelijke overheid contributies van leden deelnemersbijdragen of betaling door cliënten bijdragen van fondsen sponsoring door bedrijven inkomsten uit de verkoop van eten en drinken inkomsten uit de verkoop van andere artikelen andere inkomsten

Werkt uw organisatie samen met andere organisaties in de gemeente of regio? (slechts één antwoord mogelijk) Het gaat hier om samenwerking vanwege het organiseren van activiteiten voor eenzelfde doelgroep of het realiseren van een gemeenschappelijk doel, en niet om overleg over bijvoorbeeld het gezamenlijke gebruik van een accommodatie.

10.

nee ja, af en toe ja, vaak

Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Met vrijwilligers bedoelen we mensen die onbetaald werkzaamheden verrichten voor uw organisatie, inclusief de bestuursleden. Het gaat hierbij om de mensen die een actieve bijdrage leveren aan het beleid en de activiteiten van uw organisatie en daarvoor geen salaris ontvangen. Vul bij deze vraag het totale aantal vrijwilligers in, ongeacht het aantal uren dat zij per week/maand/jaar werkzaam zijn.

1 tot 10 vrijwilligers 10 tot 25 vrijwilligers 25 tot 50 vrijwilligers 50 tot 100 vrijwilligers 100 tot 250 vrijwilligers 250 tot 500 vrijwilligers meer dan 500 vrijwilligers


40

11.

Hoeveel vrijwilligers zijn structureel werkzaam voor uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Bij de vorige vraag heeft u aangegeven hoeveel vrijwilligers uw organisatie in het totaal heeft. Nu is de vraag hoeveel personen onder hen gedurende ongeveer het gehele jaar actief zijn voor de organisatie, ongeacht het aantal uren dat zij per week/maand werkzaam zijn.

12.

1 tot 10 vrijwilligers 10 tot 25 vrijwilligers 25 tot 50 vrijwilligers 50 tot 100 vrijwilligers 100 tot 250 vrijwilligers 250 tot 500 vrijwilligers meer dan 500 vrijwilligers

Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie? (Geef maximaal 2 antwoorden) Indien de vrijwilligers van uw organisatie in meer dan 2 leeftijdscategorieën vallen, dan kiest de 2 belangrijkste of de laatste antwoordmogelijkheid.

13.

jonger dan 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar ouder dan 50 jaar redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën

Wat is er binnen uw organisatie geregeld voor vrijwilligers? (Geef maximaal 8 antwoorden)

niets begeleiding van vrijwilligers bij het werk scholing van vrijwilligers vrijwilligerscontracten verzekeringen (W.A., ongevallen e.d.) onkostenvergoedingen waardering (presentjes, uitjes e.d.) een vrijwilligersbeleid/plan een vrijwilligerscoördinator of bestuurder met aandachtsgebied vrijwilligers(-beleid) overige zaken


41

14.

Voor welke functies of werkzaamheden heeft uw organisatie tekort aan vrijwilligers? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie tekort aan vrijwilligers heeft voor meer dan 4 soorten functies of werkzaamheden, dan kiest u de 4 belangrijkste.

15.

wij hebben geen tekort aan vrijwilligers voor het bestuurswerk voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten voor de administratie voor klussen/techniek voor bar/kantine/keuken voor voorlichting en promotie voor werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of kennis nodig is voor werkzaamheden op specifieke tijden (bijv. tijdens kantoortijden, in het weekend of tijdens het zomersseizoen) voor andere taken

Wenst uw organisatie meer vrijwilligers uit een bepaalde categorie? (Geef maximaal 2 antwoorden) Het gaat hier dus niet om de vraag of u voldoende vrijwilligers heeft (dat kwam bij de vorige vraag aan bod), maar of u tevreden bent over de samenstelling van uw vrijwilligersgroep als u kijkt naar leeftijd, geslacht, werken denkniveau e.d. Indien uw organisatie een groter aantal vrijwilligers uit meer dan 2 categorieën wenst, dan kiest u de 2 belangrijkste.

nee, wij zijn tevreden over de samenstelling van ons vrijwilligersbestand ja, vrijwilligers tot 20 jaar ja, vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar ja, vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar ja, vrijwilligers ouder dan 50 jaar ja, mannen ja, vrouwen ja, allochtonen ja, vrijwilligers met een hoger werken denkniveau ja, vrijwilligers met een lager werken denkniveau ja, mensen met een lichamelijke beperking ja, mensen met een verstandelijke beperking ja, mensen met een psychische beperking ja, mensen met een uitkering ja, andere groepen vrijwilligers


42

16.

Krijgt uw organisatie ondersteuning? (Geef maximaal 3 antwoorden) Organisaties kunnen begeleiding of advies krijgen van een landelijke bond of koepel, een regiokantoor of een plaatselijke ondersteuningsorganisatie. Deze vraag gaat niet over financiële ondersteuning. Indien uw organisatie ondersteuning krijgt van meer dan 3 andere organisaties, dan kiest u de 3 belangrijkste.

17.

nee, wij krijgen geen ondersteuning bij ons werk ja, van onze landelijke bond of koepel ja, van een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk niveau (bijv. MOVISIE, Forum e.d.) ja, van een provinciale of regionale organisatie ja, van een steunpunt voor vrijwilligerswerk (ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicepunt vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning o.i.d.) ja, van een andere lokale organisatie (bijv. welzijnsstichting of sportraad)

Bent u bekend met het steunpunt voor vrijwilligerswerk? (slechts één antwoord mogelijk) Deze lokale of regionale steunpunten zijn ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicebureau vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning e.d.

ik ben niet bekend met het bestaan van een dergelijk steunpunt in onze gemeente of regio ik ben bekend met het bestaan van dit steunpunt, maar onze organisatie maakt er geen gebruik van ja, en onze organisatie maakt er ook gebruik van


43

18.

Van welke functies of diensten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk maakt uw organisatie gebruik? (Geef maximaal 8 antwoorden)

19.

werving en bemiddeling (het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van vrijwilligers bijv. via een vrijwilligersvacaturebank of website, de werving van specifieke doelgroepen zoals jongeren en mensen met een beperking enz.) informatie en advies (digitale, schriftelijke of mondelinge informatie over vrijwilligerswerk in het algemeen, danwel informatie en advies op maat over specifieke onderwerpen als vrijwilligersbeleid, weten regelgeving, werving, de organisaties van activiteiten, het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden e.d.) deskundigheidsbevordering (workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers en organisaties) promotie (bekendheid geven aan vrijwilligerswerk in het algemeen en de eigen organisatie in het bijzonder, door middel van folders, advertenties, een website, deelname aan markten en evenementen e.d.) belangenbehartiging (opkomen voor de rechten van vrijwilligers en organisaties) praktische faciliteiten (gebruik maken van apparatuur, ruimtes e.d.) facilitaire dienstverlening (het laten verzorgen van de boekhouding, ledenadministratie, drukwerk e.d.) overige diensten

Hoe beoordeelt uw organisatie de volgende aspecten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk?

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Slecht

Geen mening

de beschikbaarheid van informatie en advies over uw sector/type organisatie de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers het aanbod van workshops, cursussen en trainingen gericht op uw sector/type organisatie de promotie van het vrijwilligerswerk het behartigen van de belangen van vrijwilligers(organisaties)


44

de deskundigheid van de medewerkers van het steunpunt de openingstijden en tijdstippen van cursussen de telefonische bereikbaarheid de bereikbaarheid via email de ligging, locatie en toegankelijkheid de snelheid waarmee vragen worden beantwoord de kosten

20.

Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)

21.

wij hebben geen contact met de gemeente wij hebben alleen contact met de gemeente in verband met onze subsidie wij hebben incidenteel contact met de gemeente, anders dan over onze subsidie (bijv. over evenementen of accommodatie) wij hebben regelmatig contact en overleg met de gemeente (bijv. in verband met de activiteiten of dienstverlening van de organisatie)

Hoe tevreden is uw organisatie over het contact met de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)

zeer tevreden tevreden neutraal ontevreden zeer ontevreden geen mening


45

22.

Op welke terreinen zou het beleid en de werkwijze van de gemeente verbeterd kunnen worden voor uw organisatie? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie bij deze vraag wensen heeft op meer dan 3 gebieden dan kiest u de 3 belangrijkste.

23.

wij zijn tevreden met het huidige beleid: er zijn geen verbeteringen nodig wij weten niet wat we van de gemeente mogen verwachten collectieve verzekering voor vrijwilligers praktische faciliteiten (kopieerwerk, drukwerk, computergebruik e.d.) huisvesting gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk stimuleren van samenwerking tussen organisaties en met andere partners (zoals het bedrijfsleven, de onderwijssector e.d.) stimuleren van deelname van bepaalde groepen aan vrijwilligerswerk (jongeren, allochtonen e.d.) scholing en training voor vrijwilligers betere afstemming tussen gemeentelijke diensten vaste contactpersoon bij de gemeente overleg tussen gemeente en vrijwilligersorganisaties procedures voor subsidies en vergoedingen vergunningenbeleid overig beleid wij vinden dat de gemeente zich niet met onze organisatie moet bemoeien

Is uw organisatie geïnteresseerd in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (slechts één antwoord mogelijk) Bij deze projecten doen langdurig werklozen, WAO-ers, mensen met een beperking, nieuwkomers e.d. vrijwilligerswerk, onder begeleiding van bijvoorbeeld een reïntegratiebedrijf, zorginstelling of steunpunt vrijwilligerswerk.

ja, wij zijn geïnteresseerd en binnen onze organisatie zijn ook al vrijwilligers actief (geweest) in het kader van dergelijke projecten ja, wij zijn geïnteresseerd, maar binnen onze organisatie zijn nog geen vrijwilligers actief (geweest) in het kader van dergelijke projecten nee weet niet


46

24.

Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van activiteiten in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste.

25.

Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie Er is te weinig ervaring met het werken met de doelgroep Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor deze doelgroep binnen onze organisatie Het is lastig deze doelgroep te vinden en te plaatsen Wij hebben geen of weinig geschikte begeleiders voor deze doelgroep Wij weten niet goed hoe wij deze doelgroep moeten begeleiden Wij hebben te weinig tijd om deze doelgroep goed te begeleiden Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met deze doelgroep Er is te weinig ondersteuning vanuit de trajectbegeleiding Wij ervaren geen knelpunten of bezwaren ten aanzien van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering

Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met vrijwilligers vanuit sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.

26.

Meer informatie over de mogelijkheden van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering Hulp bij het werven van de doelgroep Hulp bij het begeleiden van de doelgroep Hulp bij het creëren van geschikte taken voor de doelgroep Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met de doelgroep Hulp bij het maken van goede afspraken Hulp bij het communiceren met de doelgroep Wij hebben geen behoefte aan extra ondersteuning op dit vlak

Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijke stages? (slechts één antwoord mogelijk) Bij maatschappelijke stages maken leerlingen (hoofdzakelijk in het voortgezet onderwijs) kennis met vrijwilligerswerk. Scholen organiseren dergelijke stages samen met vrijwilligersorganisaties en bijv. een steunpunt vrijwilligerswerk of gemeente.

ja, wij zijn geïnteresseerd en binnen onze organisatie zijn ook al leerlingen in het kader van maatschappelijke stages actief (geweest) ja, wij zijn geïnteresseerd, maar binnen onze organisatie zijn nog geen leerlingen in het kader van maatschappelijke stages actief (geweest) nee weet niet


47

27.

Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijke stage? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste.

28.

Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie Er is te weinig ervaring met het werken met jongeren Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor jongeren Het is lastig om jongeren te vinden en te plaatsen Wij hebben geen of weinig geschikte begeleiders voor de jongeren Wij weten niet goed hoe we de jongeren moeten begeleiden Wij hebben te weinig tijd om jongeren goed te begeleiden Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met maatschappelijke stage leerlingen Het kost ons veel regelwerk Het ontbreekt aan een centraal aanspreekpunt op dit onderwerp Er is te weinig afstemming tussen organisaties en scholen Wij worden vaak gebeld door jongeren waarvoor wij geen maatschappelijke stage plek hebben Wij ervaren geen knelpunten of bezwaren ten aanzien van maatschappelijke stage

Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met maatschappelijke stage leerlingen? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.

29.

Meer informatie over de mogelijkheden van maatschappelijke stage Hulp bij het werven van jongeren Hulp bij het begeleiden van jongeren Hulp bij het creëren van geschikte taken voor jongeren Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met jongeren Hulp bij het maken van goede afspraken Hulp bij het communiceren met jongeren Wij hebben geen behoefte aan extra ondersteuning op dit vlak

Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken ondernemen? (slechts één antwoord mogelijk) Bij maatschappelijk betrokken ondernemen zetten bedrijven zich actief in voor vrijwilligersorganisaties. Het gaat daarbij niet om sponsoring, maar om individuele werknemers die vrijwilligerswerk doen in de baas z'n tijd of groepen werknemers die klussen verrichten voor vrijwilligersorganisaties. Bedrijven organiseren dit vrijwilligerswerk samen met bijv. een steunpunt vrijwilligerswerk.

ja, wij zijn geïnteresseerd en onze organisatie werkt(e) ook al samen met bedrijven in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen ja, wij zijn geïnteresseerd, maar onze organisatie werkt(e) nog niet samen met bedrijven in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen nee weet niet


48

30.

Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO)? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste

31.

Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie om met het bedrijfsleven samen te gaan werken Er is te weinig informatie over de mogelijkheden die maatschappelijk betrokken ondernemen onze organisatie biedt Er is te weinig ervaring met het werken met bedrijven Het is lastig om geïnteresseerde bedrijven te vinden en contacten te leggen Wij weten niet goed wat wij van bedrijven kunnen verwachten Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor bedrijven Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met maatschappelijk betrokken ondernemen Het kost ons veel regelwerk en tijd Het ontbreekt aan een centraal aanspreekpunt op dit onderwerp Wij ervaren geen knelpunten of bezwaren ten aanzien van maatschappelijk betrokken ondernemen

Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.

32.

Meer informatie over de mogelijkheden van maatschappelijk betrokken ondernemen Meer ruimte voor ontmoeting tussen bedrijven en vrijwilligersorganisaties Hulp bij het leggen van contacten met bedrijven Hulp bij het vinden van geschikte bedrijven Hulp bij het creëren van geschikte taken voor bedrijven Persoonlijke begeleiding door een onafhankelijke MBO-expert Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met bedrijven Wij hebben geen behoefte aan extra ondersteuning op dit vlak

Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? (slechts één antwoord mogelijk) De Wmo regelt dat alle burgers volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat er voldoende ondersteuning en voorzieningen zijn voor kwetsbare groepen.

nee ja, en dat is nu al het geval ja, dat wil onze organisatie gaan doen ik ben wel bekend met deze wet, maar weet niet of onze organisatie daar iets aan bij wil/kan dragen ik ben niet/nauwelijks bekend met deze wet


49

33.

Wilt uw organisatie samenwerkingsverbanden aangaan met andere organisaties of instellingen vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? (slechts één antwoord mogelijk)

34.

Heeft uw organisatie vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) contact met de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)

35.

nee ja, en dat is nu al het geval ja, dat willen wij gaan doen weet niet

ja, veelvuldig ja, in beperkte mate nee, maar waarschijnlijk binnenkort wel nee, en dat zal ook wel niet gebeuren

Over welk onderwerp is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar? (Geef maximaal 18 antwoorden) Zowel vrijwilligers (incl. bestuurders) als beroepskrachten hebben kunnen deelnemen aan workshops, cursussen of trainingen.

door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden) bestuursvaardigheden vrijwilligersbeleid projectmatig werken voorlichting, promotie, public relations fondsenwerving belangenbehartiging sociale activering, maatschappelijke integratie weten regelgeving computergebruik, automatisering verzekeringen samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers maatschappelijke stages maatschappelijk betrokken ondernemen overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben andere onderwerpen


50

36.

Bij wie is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar? (Geef maximaal 4 antwoorden)

37.

niet van toepassing bij onze landelijke bond of koepel bij een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk of provinciaal niveau (bijv. MOVISIE, Forum, een VTA-instituut, de provinciale CMO e.d.) bij een provinciale of regionale organisatie bij een steunpunt voor vrijwilligerswerk (ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicepunt vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning o.i.d) bij een andere lokale organisatie (bijv. welzijnsstichting, ROC, educatief centrum)

Voor welk onderwerp van workshops, cursussen of trainingen is er bij uw organisatie interesse het komende jaar? (Geef maximaal 18 antwoorden)

geen werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden) vrijwilligersbeleid samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers bestuursvaardigheden projectmatig werken voorlichting, promotie, public relations fondsenwerving weten regelgeving computergebruik, automatisering verzekeringen samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners belangenbehartiging sociale activering, maatschappelijke integratie maatschappelijke stages maatschappelijk betrokken ondernemen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben andere onderwerpen


51

38.

Welke 3 onderwerpen moeten door uw organisatie de komende twee jaar in ieder geval aangepakt worden? (Geef maximaal 3 antwoorden) Noem de maximaal 3 meest urgente zaken waar uw organisatie zélf of samen met anderen de komende tijd aan wil/moet werken.

39.

werving van leden, deelnemers of cliënten werving van bestuursleden werving van overige vrijwilligers begeleiding van vrijwilligers verloop van vrijwilligers gemiddelde leeftijd van vrijwilligers deskundigheidsbevordering van vrijwilligers onkostenvergoedingen voor vrijwilligers verzekeringen voor vrijwilligers verwachtingen en eisen van (nieuwe) leden/deelnemers/cliënten verwachtingen en eisen van (nieuwe) financier(s) imago van de organisatie samenwerking met andere organisaties, instellingen en partners ontwikkeling en organisatie van nieuwe activiteiten/diensten huisvesting of zaalruimte voor activiteiten het beheer van administratie en financiën sponsoring of fondsenwerving financiële middelen voor de exploitatie (huisvesting, personeel, onkosten) faciliteiten voor de uitvoering (gereedschap, vervoer, computers e.d.) aantal beroepskrachten samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten weten regelgeving ander onderwerp

Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie behoefte aan ondersteuning heeft op meer dan 3 gebieden, dan kiest u de 3 belangrijkste.

wij hebben geen behoefte aan (extra) ondersteuning op het gebied van fondsenwerving op het gebied van kinderopvang voor vrijwilligers op het gebied van werken met specifieke doelgroepen (zoals jongeren, allochtonen e.d.) in de vorm van advies over vrijwilligersbeleid bij het organiseren van activiteiten op het gebied van huisvesting in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor beroepskrachten op het gebied van promotie van vrijwilligerswerk en onze organisatie in de vorm van praktische faciliteiten en facilitaire dienstverlening op het gebied van wetten en regelingen voor vrijwilligers(organisaties) in de vorm van begeleiding van het bestuur ondersteuning op een ander vlak


52

Bijlage B Aanvullende vragenlijst gemeente Bladel 1.

Heeft uw organisatie de afgelopen vijf jaren te maken met een toe- of afname van het aantal vrijwilligers? (slechts één antwoord mogelijk)

2.

Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal vrijwilligers? (slechts één antwoord mogelijk)

3.

Ja Nee, wij wensen een kleine toename van het aantal vrijwilligers Nee, wij wensen een grote toename van het aantal vrijwilligers Weet niet

Hoeveel tijd besteden de vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk binnen uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk)

4.

Dit aantal is de laatste vijf jaren licht toegenomen Dit aantal is de laatste vijf jaren sterk toegenomen Dit aantal is de laatste vijf jaren vrijwel gelijk gebleven Dit aantal is de laatste vijf jaren licht afgenomen Dit aantal is de laatste vijf jaren sterk afgenomen

Maximaal 1 uur per week 1 tot en met 4 uur per week 5 tot en met 8 uur per week 9 tot en met 16 uur per week 17 tot en met 24 uur per week Meer dan 24 uur per week

Het aantal uur dat vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk binnen uw organisatie besteden is...... (slechts één antwoord mogelijk) Maak de zin af met de situatie die voor uw organisatie van toepassing is.

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren licht toegenomen Dit aantal uren is de laatste vijf jaren sterk toegenomen Dit aantal uren is de laatste vijf jaren vrijwel gelijk gebleven Dit aantal uren is de laatste vijf jaren licht afgenomen Dit aantal uren is de laatste vijf jaren sterk afgenomen


53

5.

Bent u bekend met de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank Bladel? (slechts één antwoord mogelijk)

6.

Nee, wij zijn niet op de hoogte van het bestaan van deze vrijwilligersvacaturebank Ja, wij zijn bekend met deze vrijwilligersvacaturebank en onze organisatie maakt er ook gebruik van Ja, wij zijn bekend met deze vrijwilligersvacaturebank maar onze organisatie maakt er geen gebruik van

Hoe waardeert u de volgende onderdelen van de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank Bladel?

Goed Voldoen Onvoldo Slecht de ende

Geen mening

Mij onbekend

De vrijwilligersvacaturebank in het geheel De wijze waarop vacatures aangemeld kunnen worden De wijze waarop vacatures op de website gepresenteerd worden Het aantal reacties die u op de vacatures ontvangt De (actuele) informatie op de website De gebruiksvriendelijkheid van de website Het spreekuur voor vrijwilligers(organisaties)


54

7.

Bent u bekend en maakt u gebruik van de collectieve WA- en ongevallenverzekering voor vrijwilligers in onze gemeente? (slechts één antwoord mogelijk) Vrijwilligers lopen tijdens hun vrijwilligerswerk risico's. Zij kunnen schade veroorzaken en zelf schade lijden. Niet alle verenigingen en stichtingen zijn voor deze risico's (afdoende) verzekerd. Daarom biedt gemeente Bladel vrijwilligersorganisaties in de gemeente gratis een collectieve WA- en ongevallenverzekering en autocascoverzekering aan. De collectieve verzekering geldt ook voor verenigingen en stichtingen die niet door de gemeente worden gesubsidieerd. Organisaties hoeven zich niet aan te melden voor de verzekering. Iedere vrijwilliger in de gemeente Bladel is verzekerd op basis van deze vrijwilligerspolis.

8.

Indien u geen gebruik maakt van de collectieve vrijwilligersverzekering: op welke manier zijn uw vrijwilligers momenteel verzekerd? (slechts één antwoord mogelijk)

9.

Ja, en onze organisatie maakt daar ook gebruik van Ja, onze organisatie is bekend met de verzekering maar maakt er geen gebruik van Nee, onze organisatie is niet bekend met de verzekering maar wij willen er in de toekomst graag gebruik van gaan maken Nee, onze organisatie is niet bekend met de verzekering maar wij willen er in de toekomst ook geen gebruik van gaan maken Weet niet

Via onze bond of landelijke organisatie Zelf geregeld bij een verzekeringsmaatschappij, bank o.i.d. Op andere wijze Onze vrijwilligers zijn niet verzekerd

Bent u bekend en maakt u wel eens gebruik van de hand- en spandiensten die door de gemeente worden verleend? (slechts één antwoord mogelijk) Concreet kan hierbij worden gedacht aan het uitlenen van materialen zoals dranghekken, wegafzettingen en verkeersborden of het verwijderen van afval na evenementen.

Ja, onze organisatie is ermee bekend en maakt er ook gebruik van Ja, onze organisatie is ermee bekend maar maakt er geen gebruik van Nee, onze organisatie is er niet mee bekend maar wij gaan er in de toekomst wel gebruik van maken Nee, onze organisatie is er niet mee bekend maar wij gaan er in de toekomst ook geen gebruik van maken Weet niet


55

10.

Hoe waardeert u de volgende onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid?

Goed

Mij Voldoe Onvoldoen Slecht Geen nde de mening onbeken d

De collectieve WA- en ongevallen verzekering voor vrijwilligers De hand- en spandiensten zoals het uitlenen van materialen De vrijwilligerspenning De vrijwilligersspeld De Bladelse zuil De cursus signaleren voor vrijwilligers


56

Bijlage C Frequentietabellen basisvragenlijst gemeente Bladel

1. In welke sector hoort uw organisatie thuis?

antwoord

frequentie

percent

Sport en recreatie

40

33.1%

Zorg en hulpverlening

2

1.7%

Informatie en advies

0

0.0%

Religie en levensbeschouwing

2

1.7%

Kunst en cultuur

18

14.9%

Media

0

0.0%

Politieke en ideële doelen

0

0.0%

Sociaal cultureel werk

9

7.4%

Wijk, buurt en bewonerszaken

20

16.5%

Onderwijs en educatie

2

1.7%

Belangenbehartiging en emancipatie

6

5.0%

Natuur en milieu

2

1.7%

Verkeer en veiligheid

1

0.8%

Overig

19

15.7%

Door aantal respondenten beantwoord:

121

2 .Richt uw organisatie zich op een specifieke doelgroep?

antwoord

frequentie

percent

nee, allerlei doelgroepen

74

61.7%

ja, kinderen/jongeren

23

19.2%

ja, vrouwen

11

9.2%

ja, ouderen

11

9.2%

ja, allochtonen

1

0.8%

ja, asielzoekers/vluchtelingen

1

0.8%

ja, mensen met een uitkering

1

0.8%

ja, mensen met een lichamelijke beperking

6

5.0%

ja, mensen met een verstandelijke beperking

2

1.7%

ja, mensen met een psychische beperking

0

0.0%

ja, andere doelgroep

10

8.3%


120


57

3. Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten?

antwoord

frequentie

percent

toegenomen

42

35.3%

gelijk gebleven

52

43.7%

afgenomen

25

21.0%


119

4. Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal leden, deelnemers of cliënten?

antwoord

frequentie

percent

ja

61

51.3%

nee, kleine toename gewenst

44

37.0%

nee, grote toename gewenst

13

10.9%

weet niet

1

0.8%


119

5. Zou uw organisatie ook andere doelgroepen willen bereiken?

antwoord

frequentie

percent

nee, wij zijn tevreden

82

69.5%

ja, doelgroep jonger dan 20 jaar

17

14.4%

ja, doelgroep van 20 tot 30 jaar

16

13.6%

ja, doelgroep van 30 tot 50 jaar

11

9.3%

ja, doelgroep ouder dan 50 jaar

4

3.4%

ja, mannen

0

0.0%

ja, vrouwen

3

2.5%

ja, allochtonen

0

0.0%

ja, hoger opgeleiden

0

0.0%

ja, lager opgeleiden

0

0.0%


3

2.5%


1

0.8%


2

1.7%


0

0.0%

ja, andere doelgroepen

4

3.4%



118

58

6. Op welk geografisch gebied richt uw organisatie zich vooral?

antwoord

frequentie

percent

de eigen buurt, wijk of dorp(-skern)

57

48.3%

de gemeente

28

23.7%

de regio rond de gemeente

27

22.9%

de provincie

1

0.8%

heel Nederland

5

4.2%


118

7. Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

100

84.7%

1

4

3.4%

2 tot 5

8

6.8%

5 tot 10

2

1.7%

10 of meer

4

3.4%

geen


118

8. Wat zijn de belangrijkste inkomstenbronnen voor uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

jaarlijkse subsidie van de gemeente

46

39.0%

project- of incidentele subsidie van de gemeente

3

2.5%

subsidie van de provinciale of landelijke overheid

2

1.7%

contributies van leden

83

70.3%

deelnemersbijdragen of betaling door cliënten

19

16.1%

bijdragen van fondsen

3

2.5%

sponsoring door bedrijven

32

27.1%

inkomsten uit de verkoop van eten en drinken

13

11.0%

inkomsten uit de verkoop van andere artikelen

7

5.9%

andere inkomsten

32

27.1%


118


59

9. Werkt uw organisatie samen met andere organisaties in de gemeente of regio?

antwoord

frequentie

percent

nee

54

45.8%

ja, af en toe

47

39.8%

ja, vaak

17

14.4%


118

10. Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

1 tot 10

35

29.7%

10 tot 25

36

30.5%

25 tot 50

26

22.0%

50 tot 100

12

10.2%

100 tot 250

5

4.2%

250 tot 500

3

2.5%

meer dan 500

1

0.8%


118

11. Hoeveel vrijwilligers zijn structureel werkzaam voor uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

1 tot 10 vrijwilligers

64

54.2%


28

23.7%


16

13.6%


7

5.9%


2

1.7%


0

0.0%

meer dan 500 vrijwilligers

1

0.8%



118

60

12. Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

jonger dan 20 jaar

5

4.2%

20 tot 30 jaar

16

13.6%

30 tot 50 jaar

66

55.9%

ouder dan 50 jaar

67

56.8%

redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën

18

15.3%


118

13. Wat is er binnen uw organisatie geregeld voor vrijwilligers?

antwoord

frequentie

percent

niets

25

21.2%

begeleiding van vrijwilligers bij het werk

25

21.2%

scholing van vrijwilligers

17

14.4%

vrijwilligerscontracten

9

7.6%

verzekeringen (W.A., ongevallen e.d.)

64

54.2%

onkostenvergoedingen

29

24.6%

waardering (presentjes, uitjes e.d.)

58

49.2%

een vrijwilligersbeleid/plan

6

5.1%

een vrijwilligerscoördinator of bestuurder met aandachtsgebied vrijwilligers(-beleid)

12

10.2%

overige zaken

7

5.9%


118

14. Voor welke functies of werkzaamheden heeft uw organisatie tekort aan vrijwilligers?

antwoord

frequentie

percent

wij hebben geen tekort aan vrijwilligers

58

49.6%

voor het bestuurswerk

25

21.4%

voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten

35

29.9%

voor de administratie

5

4.3%

voor klussen/techniek

6

5.1%

voor bar/kantine/keuken

6

5.1%

voor voorlichting en promotie

6

5.1%

voor werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of kennis nodig is

16

13.7%

voor werkzaamheden op specifieke tijden

5

4.3%

voor andere taken

6

5.1%



117

61

15. Wenst uw organisatie meer vrijwilligers uit een bepaalde categorie?

antwoord

frequentie

percent

nee, wij zijn tevreden

72

61.0%

ja, vrijwilligers tot 20 jaar

6

5.1%

ja, vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar

25

21.2%

ja, vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar

24

20.3%

ja, vrijwilligers ouder dan 50 jaar

5

4.2%

ja, mannen

3

2.5%

ja, vrouwen

3

2.5%

ja, allochtonen

0

0.0%

ja, vrijwilligers met een hoger werken denkniveau

4

3.4%

ja, vrijwilligers met een lager werken denkniveau

0

0.0%


0

0.0%


0

0.0%


0

0.0%


0

0.0%

ja, andere groepen vrijwilligers

0

0.0%


118

16. Krijgt uw organisatie ondersteuning?

antwoord

frequentie

percent

geen ondersteuning

75

63.6%

landelijke bond/koepel

33

28.0%

kenniscentrum

1

0.8%

provinciale/regionale organisatie

16

13.6%

steunpunt vrijwilligerswerk

2

1.7%

andere lokale organisatie

2

1.7%


118

17. Bent u bekend met het steunpunt voor vrijwilligerswerk?

antwoord

frequentie

percent

niet bekend met steunpunt

60

50.8%

bekend maar geen gebruik

50

42.4%

8

6.8%

bekend en gebruik Door aantal respondenten beantwoord:


118

62

18. Van welke functies of diensten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk maakt uw organisatie gebruik?

antwoord

frequentie

percent

werving en bemiddeling

11

13.4%

informatie en advies

0

0.0%

deskundigheidsbevordering

3

3.7%

promotie

3

3.7%

belangenbehartiging

4

4.9%

praktische faciliteiten

14

17.1%

facilitaire dienstverlening

1

1.2%

overige diensten

51

62.2%


82

19. Hoe beoordeelt uw organisatie de volgende aspecten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk?

Geen Goed Voldoende Onvoldoende Slecht mening totaal de beschikbaarheid van informatie en advies over uw sector/type organisatie

1 (1.0%)

5 (5.2%)

3 (3.1%)

1 86 (1.0%) (88.7%)

96

de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers

2 (2.1%)

4 (4.1%)

3 (3.1%)

3 84 (3.1%) (86.6%)

96

het aanbod van workshops, cursussen en trainingen gericht op uw sector/type organisatie

-

3 (3.1%)

3 (3.1%)

90 (92.8%)

96

de promotie van het vrijwilligerswerk

1 (1.0%)

3 (3.1%)

1 (1.0%)

2 89 (2.1%) (91.8%)

96

het behartigen van de belangen van vrijwilligers(organisaties)

1 (1.0%)

3 (3.1%)

1 (1.0%)

1 89 (1.0%) (91.8%)

95

de deskundigheid van de medewerkers van het steunpunt

-

3 (3.1%)

2 (2.1%)

91 (93.8%)

96

de openingstijden en tijdstippen van cursussen

-

1 (1.0%)

1 (1.0%)

1 92 (1.0%) (94.8%)

95

de telefonische bereikbaarheid

2 (2.1%)

5 (5.2%)

1 (1.0%)

-

88 (90.7%)

96

de bereikbaarheid via email

3 (3.1%)

5 (5.2%)

1 (1.0%)

-

87 (89.7%)

96

de ligging, locatie en toegankelijkheid

2 (2.1%)

4 (4.1%)

1 (1.0%)

-

89 (91.8%)

96

-

2 (2.1%)

1 (1.0%)

-

93 (95.9%)

96

3 (3.1%)

1 (1.0%)

1 (1.0%)

-

92 (94.8%)

97

de snelheid waarmee vragen worden beantwoord de kosten

-

-

20. Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente? Utrecht, 12 mei 2010 * Vrijwillige inzet in gemeente Bladel

63

antwoord

frequentie

percent

geen contact

15

12.9%

alleen contact over subsidie

14

12.1%

incidenteel contact

60

51.7%

regelmatig contact

27

23.3%


116

21. Hoe tevreden is uw organisatie over het contact met de gemeente?

antwoord

frequentie

percent

zeer tevreden

11

9.5%

tevreden

52

44.8%

neutraal

38

32.8%

ontevreden

5

4.3%

zeer ontevreden

0

0.0%

geen mening

10

8.6%


116

22. Op welke terreinen zou het beleid en de werkwijze van de gemeente verbeterd kunnen worden voor uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

wij zijn tevreden met het huidige beleid

43

37.4%

wij weten niet wat we van de gemeente mogen verwachten

28

24.3%

collectieve verzekering voor vrijwilligers

16

13.9%

praktische faciliteiten

15

13.0%

huisvesting

15

13.0%

gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk

28

24.3%

stimuleren van samenwerking tussen organisaties en met andere partners

4

3.5%

stimuleren van specifieke doelgroepen

7

6.1%

scholing en training voor vrijwilligers

7

6.1%

betere afstemming tussen gemeentelijke diensten

7

6.1%

vaste contactpersoon bij de gemeente

9

7.8%

overleg tussen gemeente en vrijwilligersorganisaties

3

2.6%

procedures voor subsidies en vergoedingen

19

16.5%

vergunningenbeleid

3

2.6%

overig beleid

1

0.9%

wij vinden dat de gemeente zich niet met onze organisatie moet bemoeien

5

4.3%


115

23. Is uw organisatie geïnteresseerd in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?


64

antwoord

frequentie

percent

interesse en actief

11

9.6%

interesse maar niet actief

11

9.6%

nee

59

51.3%

weet niet

34

29.6%


115

24. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van activiteiten in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?

antwoord

frequentie

percent

weinig draagvlak

13

12.1%

weinig ervaring

17

15.9%

weinig geschikte werkzaamheden

18

16.8%

lastige doelgroep

6

5.6%

weinig geschikte begeleiders

14

13.1%

begeleiding onbekend

3

2.8%

weinig tijd

6

5.6%

slechte ervaringen

1

0.9%

weinig ondersteuning

2

1.9%

geen knelpunten/bezwaren

63

58.9%


107

25. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met vrijwilligers vanuit sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?

antwoord

frequentie

percent

meer informatie

16

14.5%

hulp bij werven

8

7.3%

hulp bij begeleiden

13

11.8%

hulp bij creëren taken

4

3.6%

voorbeelden van organisaties

3

2.7%

hulp bij maken afspraken

3

2.7%

hulp bij communiceren

3

2.7%

geen behoefte ondersteuning

84

76.4%


110

26. Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijke stages?


65

antwoord

frequentie

percent

interesse en actief

20

17.5%


10

8.8%

nee

70

61.4%

weet niet

14

12.3%


114

27. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijke stage?

antwoord weinig draagvlak

frequentie

percent

15

14.2%

weinig ervaring

7

6.6%

weinig geschikte werkzaamheden

37

34.9%

lastig te vinden en plaatsen

2

1.9%

weinig geschikte begeleiders

11

10.4%

begeleiding onbekend

6

5.7%

weinig tijd voor begeleiding

10

9.4%

slechte ervaringen

1

0.9%

veel regelwerk

5

4.7%

geen centraal aanspreekpunt

4

3.8%

weinig afstemming

10

9.4%

vaak gebeld

0

0.0%


42

39.6%


106

28. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met maatschappelijke stage leerlingen?

antwoord

frequentie

percent

meer informatie

16

14.7%

hulp bij werven

7

6.4%

hulp bij begeleiden

12

11.0%

hulp bij creëren taken

7

6.4%


6

5.5%

hulp bij afspraken

3

2.8%

hulp bij communiceren

2

1.8%

geen behoefte aan ondersteuning

82

75.2%


109


66

29. Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken ondernemen?

antwoord

frequentie

percent

interesse en actief

7

6.1%


16

14.0%

nee

63

55.3%

weet niet

28

24.6%


114

30. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO)?

antwoord

frequentie

percent

weinig draagvlak

13

12.1%

weinig informatie

21

19.6%

weinig ervaring

13

12.1%

contact leggen lastig

7

6.5%

weten niet wat te verwachten

17

15.9%

weinig werkzaamheden

23

21.5%

slechte ervaringen

0

0.0%

veel regelwerk

6

5.6%

geen centraal aanspreekpunt

3

2.8%


48

44.9%


107

31. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven?

antwoord

frequentie

percent

meer informatie

19

17.1%

meer ruimte voor ontmoeting

8

7.2%

Hulp bij leggen contacten

10

9.0%

Hulp bij vinden bedrijven

11

9.9%

Hulp bij creëren taken

3

2.7%

Persoonlijke begeleiding

3

2.7%


10

9.0%

geen behoefte ondersteuning

79

71.2%


111


67

32. Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?

antwoord

frequentie

percent

nee

41

36.0%

ja, dat is al het geval

7

6.1%

ja, willen we gaan doen

3

2.6%

bekend, weet verder niet

23

20.2%

nauwelijks bekend

40

35.1%


114

33. Wilt uw organisatie samenwerkingsverbanden aangaan met andere organisaties of instellingen vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?

antwoord

frequentie

percent

nee

55

48.2%

ja, en dat is nu al het geval

4

3.5%

ja, dat willen wij gaan doen

7

6.1%

weet niet

48

42.1%


114

34. Heeft uw organisatie vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) contact met de gemeente?

antwoord

frequentie

percent

ja, veelvuldig

1

0.9%

ja, in beperkte mate

10

8.8%

nee, maar waarschijnlijk binnenkort wel

19

16.7%

nee, en dat zal ook wel niet gebeuren

84

73.7%


114


68

35. Over welk onderwerp is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar?

antwoord

frequentie

percent

door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen

76

67.3%

werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden)

8

7.1%

bestuursvaardigheden

5

4.4%

vrijwilligersbeleid

6

5.3%

projectmatig werken

3

2.7%

voorlichting, promotie, public relations

11

9.7%

fondsenwerving

3

2.7%

belangenbehartiging

2

1.8%

sociale activering, maatschappelijke integratie

1

0.9%

weten regelgeving

2

1.8%

computergebruik, automatisering

3

2.7%

verzekeringen

5

4.4%

samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners

4

3.5%

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

3

2.7%

samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers

3

2.7%

maatschappelijke stages

7

6.2%

maatschappelijk betrokken ondernemen

1

0.9%

overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben

10

8.8%

andere onderwerpen

14

12.4%


113

36. Bij wie is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar?

antwoord

frequentie

percent

niet van toepassing

78

68.4%

bij onze landelijke bond of koepel

17

14.9%

bij een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk of provinciaal niveau (bijv. MOVISIE, Forum, een VTA-instituut, de provinciale CMO e.d.)

4

3.5%

bij een provinciale of regionale organisatie

11

9.6%

bij een steunpunt voor vrijwilligerswerk (ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicepunt vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning o.i.d)

3

2.6%

bij een andere lokale organisatie (bijv. welzijnsstichting, ROC, educatief centrum)

15

13.2%


69


114

37. Voor welk onderwerp van workshops, cursussen of trainingen is er bij uw organisatie interesse het komende jaar?

antwoord

frequentie

percent

geen

58

50.9%

werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden)

21

18.4%

vrijwilligersbeleid

14

12.3%

samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers

9

7.9%

bestuursvaardigheden

10

8.8%

projectmatig werken

3

2.6%

voorlichting, promotie, public relations

16

14.0%

fondsenwerving

17

14.9%

weten regelgeving

5

4.4%

computergebruik, automatisering

8

7.0%

verzekeringen

3

2.6%

samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners

8

7.0%

belangenbehartiging

3

2.6%

sociale activering, maatschappelijke integratie

5

4.4%

maatschappelijke stages

8

7.0%

maatschappelijk betrokken ondernemen

6

5.3%

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

9

7.9%

overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben

10

8.8%

andere onderwerpen

10

8.8%


114

38. Welke 3 onderwerpen moeten door uw organisatie de komende twee jaar in ieder geval aangepakt worden?

antwoord

frequentie

percent

werving van leden, deelnemers of cliënten

44

40.7%

werving van bestuursleden

36

33.3%

werving van overige vrijwilligers

24

22.2%

begeleiding van vrijwilligers

8

7.4%

verloop van vrijwilligers

8

7.4%

gemiddelde leeftijd van vrijwilligers

8

7.4%

deskundigheidsbevordering van vrijwilligers

9

8.3%


70

verzekeringen voor vrijwilligers

8

7.4%

verwachtingen en eisen van (nieuwe) leden/deelnemers/cliënten

6

5.6%

verwachtingen en eisen van (nieuwe) financier(s)

0

0.0%

imago van de organisatie

7

6.5%

samenwerking met andere organisaties, instellingen en partners

7

6.5%

ontwikkeling en organisatie van nieuwe activiteiten/diensten

9

8.3%

huisvesting of zaalruimte voor activiteiten

9

8.3%

het beheer van administratie en financiën

0

0.0%

sponsoring of fondsenwerving

19

17.6%

financiële middelen voor de exploitatie (huisvesting, personeel, onkosten)

5

4.6%

faciliteiten voor de uitvoering (gereedschap, vervoer, computers e.d.)

2

1.9%

aantal beroepskrachten

1

0.9%

samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten

1

0.9%

weten regelgeving

1

0.9%

ander onderwerp

15

13.9%


108

39. Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning?

antwoord

frequentie

percent

wij hebben geen behoefte aan (extra) ondersteuning

63

55.8%

op het gebied van fondsenwerving

18

15.9%

op het gebied van kinderopvang voor vrijwilligers

1

0.9%

op het gebied van werken met specifieke doelgroepen (zoals jongeren, allochtonen e.d.)

4

3.5%

in de vorm van advies over vrijwilligersbeleid

6

5.3%

bij het organiseren van activiteiten

7

6.2%

op het gebied van huisvesting

5

4.4%

in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers

14

12.4%

in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor beroepskrachten

0

0.0%

op het gebied van promotie van vrijwilligerswerk en onze organisatie

8

7.1%

in de vorm van praktische faciliteiten en facilitaire dienstverlening

5

4.4%

op het gebied van wetten en regelingen voor vrijwilligers(organisaties)

5

4.4%

in de vorm van begeleiding van het bestuur

5

4.4%

ondersteuning op een ander vlak

9

8.0%


71



113

72

Bijlage D Frequentietabellen aanvullende vragen gemeente Bladel 1. Heeft uw organisatie de afgelopen vijf jaren te maken met een toe- of afname van het aantal vrijwilligers?

antwoord

frequentie

percent

Dit aantal is de laatste vijf jaren licht toegenomen

17

15.7%

Dit aantal is de laatste vijf jaren sterk toegenomen

6

5.6%

Dit aantal is de laatste vijf jaren vrijwel gelijk gebleven

59

54.6%

Dit aantal is de laatste vijf jaren licht afgenomen

19

17.6%

Dit aantal is de laatste vijf jaren sterk afgenomen

7

6.5%


108

2. Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal vrijwilligers?

antwoord

frequentie

percent

Ja

55

50.5%

Nee, wij wensen een kleine toename van het aantal vrijwilligers

46

42.2%

Nee, wij wensen een grote toename van het aantal vrijwilligers

6

5.5%

Weet niet

2

1.8%


109

3. Hoeveel tijd besteden de vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk binnen uw organisatie?

antwoord

frequentie

percent

Maximaal 1 uur per week

37

33.9%

1 tot en met 4 uur per week

58

53.2%


11

10.1%


3

2.8%


0

0.0%

Meer dan 24 uur per week

0

0.0%



109

73

4. Het aantal uur dat vrijwilligers gemiddeld per week aan het vrijwilligerswerk binnen uw organisatie besteden is......

antwoord

frequentie

percent

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren licht toegenomen

27

24.8%

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren sterk toegenomen

8

7.3%

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren vrijwel gelijk gebleven

67

61.5%

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren licht afgenomen

6

5.5%

Dit aantal uren is de laatste vijf jaren sterk afgenomen

1

0.9%


109

5. Bent u bekend met de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank Bladel?

antwoord

frequentie

percent

Nee, wij zijn niet op de hoogte van het bestaan van deze vrijwilligersvacaturebank

50

45.9%

Ja, wij zijn bekend met deze vrijwilligersvacaturebank en onze organisatie maakt er ook gebruik van

13

11.9%

Ja, wij zijn bekend met deze vrijwilligersvacaturebank maar onze organisatie maakt er geen gebruik van

46

42.2%


109


74

6. Hoe waardeert u de volgende onderdelen van de Digitale Vrijwilligers Vacaturebank Bladel?

Geen Mij Goed Voldoende Onvoldoende Slecht mening onbekend totaal De 3 vrijwilligersvacaturebank (2.9%) in het geheel

9 (8.7%)

2 (1.9%)

-

34 (33.0%)

55 (53.4%)

103

De wijze waarop vacatures aangemeld kunnen worden

6 (5.8%)

8 (7.8%)

2 (1.9%)

-

29 (28.2%)

56 (54.4%)

101

De wijze waarop 5 vacatures op de website (4.9%) gepresenteerd worden

9 (8.7%)

1 (1.0%)

-

27 (26.2%)

59 (57.3%)

101

Het aantal reacties die u 1 op de vacatures (1.0%) ontvangt

3 (2.9%)

2 (1.9%)

6 30 (5.8%) (29.1%)

59 (57.3%)

101

De (actuele) informatie op de website

1 10 (9.7%) (1.0%)

2 (1.9%)

28 (27.2%)

60 (58.3%)

101

De gebruiksvriendelijkheid van de website

3 (2.9%)

6 (5.8%)

1 (1.0%)

1 29 (1.0%) (28.2%)

61 (59.2%)

101

Het spreekuur voor 3 vrijwilligers(organisaties) (2.9%)

3 (2.9%)

-

1 33 (1.0%) (32.0%)

61 (59.2%)

101

-

7. Bent u bekend en maakt u gebruik van de collectieve WA- en ongevallenverzekering voor vrijwilligers in onze gemeente?

antwoord

frequentie

percent

Ja, en onze organisatie maakt daar ook gebruik van

55

50.5%

Ja, onze organisatie is bekend met de verzekering maar maakt er geen gebruik van

26

23.9%

Nee, onze organisatie is niet bekend met de verzekering maar wij willen er in de toekomst graag gebruik van gaan maken

6

5.5%

Nee, onze organisatie is niet bekend met de verzekering maar wij willen er in de toekomst ook geen gebruik van gaan maken

8

7.3%

Weet niet

14

12.8%


109


75

8. Indien u geen gebruik maakt van de collectieve vrijwilligersverzekering: op welke manier zijn uw vrijwilligers momenteel verzekerd?

antwoord

frequentie

percent

Via onze bond of landelijke organisatie

20

21.1%

Zelf geregeld bij een verzekeringsmaatschappij, bank o.i.d.

28

29.5%

Op andere wijze

28

29.5%

Onze vrijwilligers zijn niet verzekerd

19

20.0%


95

9. Bent u bekend en maakt u wel eens gebruik van de hand- en spandiensten die door de gemeente worden verleend?

antwoord

frequentie

percent

Ja, onze organisatie is ermee bekend en maakt er ook gebruik van

22

20.2%

Ja, onze organisatie is ermee bekend maar maakt er geen gebruik van

16

14.7%

Nee, onze organisatie is er niet mee bekend maar wij gaan er in de toekomst wel gebruik van maken

19

17.4%

Nee, onze organisatie is er niet mee bekend maar wij gaan er in de toekomst ook geen gebruik van maken

18

16.5%

Weet niet

34

31.2%


109

10. Hoe waardeert u de volgende onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid? Geen Mij Goed Voldoende Onvoldoende Slecht mening onbekend totaal De collectieve WA- en ongevallen verzekering voor vrijwilligers

34 21 (20.0%) (32.4%)

-

1 26 (1.0%) (24.8%)

23 (21.9%)

105

De hand- en spandiensten zoals het uitlenen van materialen

11 19 (18.1%) (10.5%)

3 (2.9%)

2 25 (1.9%) (23.8%)

45 (42.9%)

105

De 20 13 (12.4%) vrijwilligerspenning (19.0%)

1 (1.0%)

3 26 (2.9%) (24.8%)

41 (39.0%)

104

De vrijwilligersspeld

20 12 (11.4%) (19.0%)

1 (1.0%)

2 25 (1.9%) (23.8%)

44 (41.9%)

104

De Bladelse zuil

10 (9.5%)

1 (1.0%)

1 24 (1.0%) (22.9%)

62 (59.0%)

104

6 (5.7%)


76

De cursus signaleren voor vrijwilligers

3 (2.9%)

3 (2.9%)


-

1 33 (1.0%) (31.4%)

63 (60.0%)

103

77

Vrijwillige inzet in gemeente Bladel

Recommend Documents