Vrijwillige inzet in Kampen Adviesrapport over vrijwilligerswerk, voor de gemeente Kampen
Auteur(s)
Vanessa Zondag
Datum
Utrecht, 23 november 2009
© MOVISIE
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.
COLOFON Auteur(s): Vanessa Zondag Projectnummer: P2051 Datum: 23 november 2009 © MOVISIE
Inhoudsopgave 1 2
3 4
5
6
Inleiding ............................................................................................................................................. 4 Conclusies en aanbevelingen............................................................................................................ 5 2.1 Actiepunten ................................................................................................................................ 5 2.2 Vrijwilligersveld Kampen............................................................................................................ 6 2.3 Beleid bijstellen .......................................................................................................................... 7 2.3.1 Vertalen maatschappelijke ontwikkeling ....................................................................... 7 2.3.2 Verbinden en makelen .................................................................................................. 9 2.3.3 Versterken................................................................................................................... 12 2.3.4 Verbreiden................................................................................................................... 16 2.3.5 Verankeren.................................................................................................................. 17 2.4 Effecten volgen ........................................................................................................................ 18 Onderzoeksopzet ............................................................................................................................ 19 Uitkomsten....................................................................................................................................... 20 4.1 Respons ................................................................................................................................... 20 4.2 Kenmerken van de organisaties .............................................................................................. 20 4.3 De vrijwilligers .......................................................................................................................... 23 4.4 Ondersteuningsinfrastructuur .................................................................................................. 26 4.5 Maatschappelijke thema’s ....................................................................................................... 29 4.6 Deskundigheidsbevordering .................................................................................................... 32 4.7 Vraagstukken en knelpunten ................................................................................................... 32 4.8 Overige opmerkingen .............................................................................................................. 33 Vergelijkingen .................................................................................................................................. 34 5.1 Respons ................................................................................................................................... 34 5.2 Organisaties............................................................................................................................. 35 5.3 Vrijwilligers ............................................................................................................................... 35 5.4 Ondersteuning ......................................................................................................................... 35 5.5 Maatschappelijke thema’s ....................................................................................................... 37 5.6 Vraagstukken ........................................................................................................................... 38 Bijlagen ............................................................................................................................................ 40
1
Inleiding
Vrijwilligerscentrale Kampen wil haar diensten verbeteren. Daarom heeft de vrijwilligerscentrale besloten met behulp van Digimon, de digitale monitor vrijwilligerswerk, haar zicht op het vrijwilligersveld te vergroten en concreet de ondersteuningsbehoeften te inventariseren. Ook de gemeente Kampen is betrokken in het Digimontraject. De gemeente wenst met Digimon input voor het beleid te generen. Digimon is een monitorinstrument dat MOVISIE in samenwerking met het ministerie van VWS heeft ontwikkeld. Naast het zicht op de wijze waarop vrijwilligersorganisaties lokaal georganiseerd zijn, geeft Digimon ook inzicht in de knelpunten die spelen, de ondersteuningsbehoeften die vrijwilligersorganisaties hebben en de mate waarin zij actief zijn binnen maatschappelijke thema’s zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning, Maatschappelijke stage, Maatschappelijk Betrokken Ondernemen, Inburgering en sociale (re)-integratie. De tevredenheid over de dienstverlening door de gemeente en het steunpunt vrijwilligerswerk met mogelijke verbeterpunten komen eveneens in het onderzoek aan bod. MOVISIE is verzocht de uitkomsten van het onderzoek te analyseren en uit te werken in een adviesrapport. De vrijwilligerscentrale en de gemeente kunnen vervolgens, mede op basis van een afsluitend adviesgesprek, komen tot bijstelling van hun beleid en ondersteuningsaanbod. 1
Naar schatting zijn er momenteel zo’n 15.803 vrijwilligers actief in de gemeente Kampen . Om deze vrijwilligers voor het vrijwilligerswerk te behouden en nieuwe vrijwilligers tot vrijwillige inzet te verleiden, is het belangrijk dat zij op passende wijze worden ondersteund. Dit is ook hetgeen de vrijwilligerscentrale Kampen en de gemeente Kampen nastreven. Het feit dat er in Kampen reeds sprake is van een bloeiend verenigingsleven betekent niet automatisch dat men achterover kan leunen. Het vrijwilligersveld is immers een dynamisch veld dat altijd in ontwikkeling is. In de nota Vrijwilligerswerkbeleid “Gebundelde krachten 2008-2011” heeft de gemeente Kampen een aantal speerpunten geformuleerd namelijk: o het stimuleren van maatschappelijke stage o het monitoren van ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk o het zorgdragen voor een structurele vrijwilligersverzekering o het stimuleren van Maatschappelijk Betrokken Ondernemen o een nieuwe impuls geven aan het waarderen van vrijwilligers o het in stand houden van het Kamper comité en de vertegenwoordiging daarvan in de Wmoraad waarborgen o het versterken van de Vrijwilligerscentrale Kampen en zorgdragen voor een meerjarige subsidiëring o het aanbieden van cursussen aan vrijwilligers borgen Deze speerpunten komen ook in de conclusies en aanbevelingen aan bod. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek zijn in hoofdstuk 2 opgenomen. Vervolgens vindt u in hoofdstuk 3 een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode, in hoofdstuk 4 de ‘platte’ resultaten en in hoofdstuk 5 de vergelijkingen met resultaten uit eerder onderzoek met Digimon elders in het land. In de bijlagen treft u de uitgezette vragenlijsten en de frequentietabellen per vraag aan.
1
MOVISIE hanteert daarvoor het landelijk percentage van 32% van mensen die hulp en vrijwilligerswerk verrichten ten behoeve
van familie, verenigingen en vrijwilligersorganisaties. MOVISIE, Trendrapport vrijwillige inzet 2008 ‘Lokaal onder de loep’
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
4
2
Conclusies en aanbevelingen
De algemene conclusie naar aanleiding van de vergelijkingen met andere gemeenten is dat de resultaten van het onderzoek in Kampen niet wezenlijk afwijken van onderzoek met Digimon elders. In vergelijking met andere gemeenten toont het vrijwilligersveld in Kampen zich zelfs redelijk tevreden. Ondanks deze tevredenheid is het goed om te blijven investeren in het vrijwilligerswerk zodat organisaties waar nodig een beroep kunnen doen op passende ondersteuning. Voordat de conclusies en aanbevelingen aan bod komen, zijn eerst de belangrijkste actiepunten kort op een rijtje gezet. 2.1
Actiepunten
1. Stel het huidig vrijwilligerswerkbeleid waar nodig bij en verbeter het ondersteuningsaanbod aan de hand van de Digimon-resultaten. 2. Treedt over de concrete invulling van het ondersteuningsaanbod actief in gesprek met het brede vrijwilligersveld en geef een vervolg aan het interactief beleidsproces. 3. Zorg ervoor dat de nieuwe basisfuncties vrijwilligerswerk lokaal worden geïmplementeerd. 4. Maak het geld voor de maatschappelijk makelaarsfunctie vrij en vul deze functie breed in. De gemeente ontvangt voor de maatschappelijk makelaarsfunctie namelijk geld in het gemeentefonds. 5. Stimuleer organisaties met maatschappelijke stage aan de slag te gaan en geef een nieuwe impuls aan de inzet om organisaties en scholen met elkaar te verbinden. 6. Stimuleer organisaties met maatschappelijk betrokken ondernemen aan de slag te gaan en intensiveer de communicatie en promotie van Tohopesate. 7. Reduceer waar mogelijk de knelpunten en bezwaren die op het gebied van maatschappelijk stage, maatschappelijk betrokken ondernemen en sociale (re) integratie naar voren zijn gebracht en biedt daarbij de gevraagde ondersteuning op maat. 8. Zorg voor een actieve en meer wijkgerichte benadering van potentiële vrijwilligers, bijvoorbeeld door middel van de bijspringermethodiek. 9. Blijf investeren in netwerken en samenwerking en faciliteer netwerkoverleggen voor vrijwilligersorganisaties. 10. Treedt in contact met de sector religie/levensbeschouwing en kijk wat beide partijen voor elkaar kunnen betekenen, bijvoorbeeld in relatie tot de Wet maatschappelijke ondersteuning. 11. Investeer en stimuleer deskundigheidsbevordering en laat het aanbod beter aansluiten op de behoefte van het vrijwilligersveld. Bijvoorbeeld door meer informele vormen van kennisoverdracht te faciliteren waarbij de organisaties zelf hun goede voorbeelden kunnen presenteren. 12. Stimuleer nieuwe vormen van vrijwillige inzet zoals online vrijwilligerswerk. Met deze nieuwe vormen worden nieuwe doelgroepen vrijwilligers eerder bereikt. 13. Agendeer de toegankelijkheid van vrijwilligersorganisaties en leer de organisaties meer open en vraaggericht te werken. Bijvoorbeeld door de werkzaamheden anders in te richten of het vrijwilligerswerk anders te presenteren. Het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand zou meer op de agenda van de vrijwilligersorganisaties moeten staan. 14. Start specifieke wervingsprojecten waarbij verschillende partijen met elkaar in contact worden gebracht en vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Bijvoorbeeld zoals het project ‘Webvrijwilligers in de Vinex’ waarbij mensen met een beperking online vrijwilligerswerk gaan doen voor lokale vrijwilligersorganisaties. 15. Verduidelijk het ondersteuningsaanbod van de gemeente en zorg ervoor dat de vragen van de vrijwilligersorganisaties eenduidig en in samenhang met de verschillende losse regelingen worden afgehandeld. Veel vrijwilligersorganisaties geven namelijk aan niet te weten wat zij van de gemeente mogen verwachten.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
5
16. Treedt met de vrijwilligersorganisaties in gesprek over de genoemde verbeterpunten ‘procedures voor subsidies en vergoedingen’, ‘huisvesting’ en ‘vergunningenbeleid’. En bekijk of de informatievoorziening verbeterd kan worden en of aanvraag-, behandelings- en verantwoordingsprocedures vereenvoudigd kunnen worden. 17. Promoot de Kamper Polis in het brede vrijwilligersveld en breng het regelmatig onder aandacht van vrijwilligersorganisaties. 18. Intensiveer en communiceer de gemeentelijke inzet op erkenning, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk. En stel jaarlijks een waardering- en promotieplan op zodat activiteiten evenredig over het jaar worden verdeeld en de uitvoering onder aandacht blijft. 19. Stimuleer dat raadsleden en ambtenaren werkbezoeken bij vrijwilligersorganisaties afleggen. 20. Verzamel goede voorbeelden uit het vrijwilligerveld, leg deze kennis en ervaring vast en verspreid deze op proactieve en aantrekkelijke wijze onder de vrijwilligersorganisaties in Kampen. 21. Blijf zicht behouden op het vrijwilligerswerk. Bijvoorbeeld door jaarlijks een conferentie of bijeenkomst voor vrijwilligersorganisaties te organiseren waar organisaties tevens de ruimte krijgen om verbindingen te leggen en samenwerking te zoeken. 22. Laat de samenstelling van het Kamper comité regelmatig wisselen en profileer het werk in de vertegenwoordiging op moderne wijze zodat er meer dynamiek in de vertegenwoordiging ontstaat. 2.2
Vrijwilligersveld Kampen
Het globale beeld van het vrijwilligersveld in Kampen is dat deze vooral bestaat uit kleine en pure vrijwilligersorganisaties in de sectoren sport/recreatie, kunst/cultuur, onderwijs/educatie, religie/ levensbeschouwing en belangenbehartiging/emancipatie die draaien op contributies van leden en gemeentesubsidie. Het aantal leden, deelnemers of cliënten is de afgelopen 3 à 4 jaren vooral toegenomen of gelijk gebleven en de samenstelling daarvan lijkt voldoende divers. 68% van de organisaties is namelijk tevreden over de samenstelling van het leden, deelnemers en cliëntenbestand. Het tekort aan vrijwilligers wordt wel gevoeld maar is minder ernstig dan landelijk het geval is. In Kampen geeft 44% van de organisaties aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben terwijl dit percentage landelijk 34% is. Ook de samenstelling van het vrijwilligersbestand vraagt aandacht. Hoewel 60% van de organisaties tevreden is over de samenstelling van het vrijwilligersbestand, rijst de vraag hoe toegankelijk de organisaties in Kampen daadwerkelijk zijn. 52% van de organisaties heeft namelijk over het algemeen vrijwilligers ouder dan 50 jaar maar er zijn maar weinig organisaties die meer vrijwilligers in de leeftijd tot 20 jaar en in de leeftijd van 20 tot 30 jaar wensen. Laat staan allochtone vrijwilligers. De vrijwilligersorganisaties willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar. Qua ondersteuning, lijken er voldoende mogelijkheden te zijn en de behoefte daaraan is niet groot in de gemeente Kampen. Veel organisaties kunnen voor ondersteuning bij hun landelijke bond of koepelorganisatie terecht, het gebruik van Vrijwilligerscentrale Kampen is overeenkomstig het landelijke beeld en de meeste organisaties hebben contact met de gemeente. Toch worstelen de organisaties ook met een aantal knelpunten. Middels het Digimon-onderzoek is duidelijk geworden welke knelpunten vrijwilligersorganisaties ervaren en bij welke knelpunten zij (extra) ondersteuning wensen. Werving van leden, deelnemers of cliënten, werving van bestuursleden en werving van overige vrijwilligers staan bovenaan het lijstje van de vrijwilligersorganisaties. Maar ook sponsoring of fondsenwerving, huisvesting/ zaalruimte, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en een ‘ander onderwerp’ komen in dit lijstje voor. Wat dat ‘ander onderwerp’ precies inhoudt, zal in gesprek met de organisaties duidelijk moeten worden. Er lijkt namelijk wel iets te spelen in Kampen. Want ook bij de vraag op welk onderwerp organisaties behoefte hebben aan (extra) ondersteuning komt de categorie ‘ondersteuning op een ander vlak’ met een hoge score naar voren terwijl dit in andere Digi-
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
6
mon-onderzoeken niet eerder het geval is geweest. De overige onderwerpen waarbij de vrijwilligersorganisaties behoefte hebben aan extra ondersteuning zijn fondsenwerving, promotie van het vrijwilligerswerk en de organisatie, huisvesting, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en op het gebied van wetten van regels. De Digimon-enquête is door 202 van de 548 organisaties (37%) volledig afgerond. Ook in 2004 heeft er in de gemeente Kampen middels Digimon een onderzoek naar de stand van zaken in het vrijwilligerswerk plaatsgevonden. Wanneer deze resultaten met de resultaten uit 2009 worden vergeleken, valt vooral op dat anno 2009: het aantal organisaties dat samenwerkt met andere organisaties ruimschoots is gestegen. het tekort aan vrijwilligers flink lijkt te zijn gestegen. Maar dat wel steeds meer organisaties er in lijken te slagen allochtone vrijwilligers voor hun organisatie te winnen. het aantal organisaties dat niet wordt ondersteund, lijkt te zijn afgenomen. het aantal organisaties dat door Vrijwilligerscentrale Kampen wordt ondersteund, is toegenomen. de tevredenheid over het beleid en werkwijze van de gemeente iets lijkt te zijn toegenomen. het aantal organisaties dat behoefte heeft aan (extra) ondersteuning is gestegen. 2.3
Beleid bijstellen
Met de Digimonresultaten hebben de Vrijwilligerscentrale Kampen en de gemeente Kampen concrete verbeterpunten in handen om het huidige beleid waarnodig bij te stellen en het ondersteuningsaanbod te verbeteren. MOVISIE heeft de belangrijkste bevindingen uit het Digimon-onderzoek in de nieuwe basisfuncties van het vrijwilligerswerk ondergebracht. Deze basisfuncties (Vertalen, Verbinden en makelen, Versterken, Verbreiden en Verankeren) bieden gemeenten en centrales een handvat om met de ondersteuning van het vrijwilligerswerk aan de slag te gaan. De staatssecretaris van het ministerie van VWS heeft namelijk als doel gesteld dat in 2012 in 75% van de Wmo-plannen de basisfuncties verwerkt moeten zijn. Een reden temeer om de basisfuncties vrijwilligerswerk onderdeel te maken van het beleid en lokaal te implementeren. Meer informatie over de basisfuncties is te vinden op www.prestatieveld4.nl. Daar is ook de brochure “Basisfuncties vrijwilligerswerk in de praktijk” te downloaden. Na een korte toelichting op de basisfunctie zullen de specifieke aanbevelingen uit het Digimononderzoek in Kampen worden beschreven. Met deze informatie kunnen de gemeente en de vrijwilligerscentrale gericht aan de slag met het verbeteren van het huidige ondersteuningsaanbod. Er is echter één maar. De lokale uitwerking van de basisfuncties vrijwilligerswerk vragen een breder perspectief dan het Digimon-onderzoek aan inzichten oplevert. Naast deze inzichten is het belangrijk om ook buiten het specifieke terrein van het vrijwilligerswerk te kijken en het brede Wmo-perspectief te behouden. 2.3.1 Vertalen maatschappelijke ontwikkeling Definitie: In de gemeente is men in staat een visie te ontwikkelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en daar door interactieve beleidsvorming beleid op te formuleren en uitvoering aan te geven.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
7
Uit Digimon blijken in ieder geval de volgende maatschappelijke ontwikkelingen in gemeente Kampen van invloed te zijn op het vrijwilligerswerk: Meer leden, deelnemers of cliënten gewenst Hoewel het aantal leden, deelnemers of cliënten de afgelopen drie à vier jaren vooral is toegenomen of gelijk gebleven, willen de Kampense vrijwilligersorganisaties vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers of cliënten. Een afname van leden lijkt het meest in de sector religie/ levensbeschouwing te spelen. Vrijwilligersorganisaties willen vooral meer leden, deelnemers of cliënten die jonger zijn dan 20 jaar en 20 tot 30 jaar oud zijn. De reden dat de organisaties met de werving van leden, deelnemers of cliënten aan de slag willen, is waarschijnlijk gelegen in het feit dat 57% van de organisaties de contributies van leden als belangrijkste inkomstenbron beschouwt. Tekort aan vrijwilligers stijgt Het tekort aan vrijwilligers speelt ook in Kampen. 44% van de organisaties geeft aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben. De organisaties zijn vooral op zoek naar vrijwilligers voor het uitvoeren/ begeleiden van activiteiten en voor het bestuurswerk waarbij het tekort aan bestuursleden vooral lijkt te spelen in de belangenbehartiging/emancipatie sector. Hoewel het tekort aan vrijwilligers in Kampen minder groot is dan landelijk het geval is, lijkt het tekort aan vrijwilligers in vergelijking met het Digimononderzoek in 2004 ruimschoots te zijn gestegen. Weinig divers vrijwilligersbestand Ook de samenstelling van het vrijwilligersbestand vraagt aandacht. 52% van de organisaties heeft over het algemeen vrijwilligers ouder dan 50 jaar. Maar er zijn maar weinig organisaties die meer vrijwilligers in de leeftijd tot 20 jaar en in de leeftijd van 20 tot 30 jaar wensen, laat staan allochtone vrijwilligers. De vrijwilligersorganisaties willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar. Meer dan de helft van de organisaties heeft echter geen vrijwilligers tot 25 jaar of allochtone vrijwilligers. Vrijwilligers met een beperking zijn er wel wat meer maar ook daarbij geldt dat 42% van de organisaties geen vrijwilligers met een beperking in het vrijwilligersbestand heeft. Overigens vinden veel organisaties in Kampen het geen probleem dat hun vrijwilligersbestand weinig divers is. Zo geeft 31% van de organisaties aan niet te streven naar meer diversiteit in het vrijwilligersbestand. Ook knelpunten spelen er niet op grote schaal. 53% van de organisaties geeft aan in het geheel geen knelpunten te ervaren bij het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand. Weinig interesse in maatschappelijke thema’s Het percentage organisaties dat in Kampen reeds actief is op de maatschappelijke thema’s als sociale activering, integratie en inburgering, maatschappelijke stage en maatschappelijk betrokken ondernemen komt redelijk overeen met de andere gemeenten. Toch lijken de organisaties in Kampen zich wat terughoudend op te stellen. Dit blijkt vooral uit de lage aantal organisaties die zich geïnteresseerd tonen in sociale activering, maatschappelijke integratie, inburgering, maatschappelijke stage en maatschappelijk betrokken ondernemen. Andere maatschappelijke ontwikkelingen? Naast bovenstaande genoemde ontwikkelingen kunnen er ook andere maatschappelijke ontwikkelingen in Kampen spelen die van invloed zijn op het vrijwilligerswerk. Denk bijvoorbeeld aan de leefbaarheid in wijken, het eventuele tekort aan voorzieningen of geringe jongerenparticipatie. Dat er nog andere ontwikkelingen in Kampen spelen, blijkt ook het feit dat een ‘ander onderwerp’ veelvuldig door organisaties is aangekruist als vraagstuk waarmee zij aan de slag willen gaan. Wat dat ‘ander onderwerp’ precies inhoudt, zal in gesprek met de organisaties duidelijk moeten worden.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
8
Inspelen op deze ontwikkelingen Om goed in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen is het belangrijk dat de gemeente en de vrijwilligerscentrale een gezamenlijke visie hebben op deze ontwikkelingen. Met deze visie wordt immers bepaald welk resultaat men wil behalen en welke koers zal worden uitgezet. Vervolgens is het belangrijk de koers vast te leggen in concreet beleid. Een belangrijke verschuiving in het vrijwilligerswerkbeleid kan bijvoorbeeld zijn dat het uitgangspunt niet zozeer de vrijwilligersorganisatie is, maar meer de individuele vrijwilliger. Voor een sterke ‘civil society’ is het immers van groot belang dat ook tijdelijke en spontane vrijwilligersverbanden de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Om deze initiatieven te stimuleren, is het belangrijk dat ook initiatieven waarbij geen sprake is van een rechtspersoon toch aanspraak kunnen maken op subsidie. Interactieve beleidsvorming De gemeente hoeft daarbij niet zelf het wiel uit te vinden. Vrijwilligersorganisaties kunnen de gemeente namelijk als geen ander vertellen wat passende ondersteuning in de gemeente Kampen inhoudt en hoe het beleid er uit zou moeten zien. Het vrijwilligersdomein bestaat echter uit vele verschillende sectoren en vrijwilligersorganisaties waarbij de ondersteuningsbehoeften aanzienlijk kunnen variëren. Met Digimon heeft de gemeente een eerste stap gezet in het inventariseren van knelpunten en ondersteuningswensen van het vrijwilligersveld. Maar er is meer nodig. Digimon biedt immers alleen kwantitatieve gegevens en een verdiepingsslag op bepaalde thema’s is dan ook zeker aan te bevelen. Het is dus belangrijk om een vervolg te geven aan het interactief beleidsproces en het brede vrijwilligersveld daarbij te betrekken. Bijvoorbeeld door de resultaten uit de Digimon-enquête aan het brede vrijwilligersveld te presenteren en samen een aantal thema’s inhoudelijk uit te werken. Daarbij is interactieve beleidsvorming het meest effectief als het vrijwilligersveld op verschillende momenten en met behulp van verschillende instrumenten bij het vormgeven van het vrijwilligerswerkbeleid wordt betrokken. De MOVISIE brochure “Samen met vrijwilligers vrijwilligerswerkbeleid opstellen” kan de gemeente Kampen behulpzaam zijn bij het vormgeven van het interactief beleidsproces. U kunt deze brochure downloaden via www.movisie.nl. Concreet beleid In de onderstaande basisfuncties kunt u lezen hoe u goed kunt inspelen op deze ontwikkelingen en op welke manier het beleid en het ondersteuningsaanbod in Kampen verbeterd kunnen worden. 2.3.2 Verbinden en makelen Definitie: In de gemeente is men in staat om de verwachtingen en belangen van verschillende maatschappelijke spelers met elkaar te verbinden. Meer in het bijzonder het makelen van vraag en aanbod op terreinen die door de gemeente van speciaal belang worden geacht. Het vrijwilligersdomein is een bonte verzameling van vrijwilligers(organisaties) die zich op allerlei manieren inzetten voor de samenleving. Al deze partijen hebben verschillende verwachtingen en belangen. Maar dit hoeft elkaar niet te bijten. Sterker nog, ze kunnen elkaar ook versterken. Van een gemeente en vrijwilligerscentrale wordt verwacht dat zij in staat zijn de verwachtingen en belangen van de verschillende spelers met elkaar te verbinden. Ook hierbij is het belangrijk dat bij de invulling wordt gekeken naar de ambities. Wat willen de gemeente en vrijwilligerscentrale bereiken met het verbinden en makelen? Is het de bedoeling dat alleen personen met elkaar in contact worden gebracht of ook organisaties? Op welke terreinen moet dit gebeuren? Maar ook op welke schaalniveau? Voor het activeren van burgers kan het maken van verbindingen tussen een burger en een organisatie op buurtni-
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
9
veau bijvoorbeeld heel effectief zijn. Terwijl bij het makelen in het kader van maatschappelijke stage juist rekening gehouden moet worden met het bovengemeentelijk niveau. Verbinden van verschillende partijen In de gemeente Kampen worden niet alleen vrijwilligers en organisaties met elkaar bemiddeld maar ook scholieren, organisaties en scholen in het kader van maatschappelijke stage en vrijwilligersorganisaties en bedrijven in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen. De gemeente Kampen heeft in haar vrijwilligerswerkbeleid ‘Gebundelde krachten’ vastgelegd dat het stimuleren van maatschappelijke stage en maatschappelijk betrokken ondernemen één van haar speerpunten is. Maatschappelijk makelaar Sinds 2008 ontvangt de gemeente Kampen geld in het gemeentefonds om de maatschappelijk makelaarsfunctie in te vullen. Vaak wordt gedacht dat de maatschappelijk makelaar alleen ondersteuning biedt bij maatschappelijke stage. Dit is echter niet het geval. De maatschappelijk makelaar heeft als taak het brede vrijwilligerswerk te ondersteunen en het budget kan dus ook als zodanig worden benut. De Vrijwilligerscentrale Kampen vervult reeds de makelaarsrol ten behoeve van maatschappelijke stage. Deze rol kan echter verder worden uitgebreid. Het advies is dan ook het geld voor de maatschappelijk makelaar zo spoedig mogelijk vrij te maken en de Vrijwilligerscentrale Kampen de mogelijkheid te bieden de maatschappelijk makelaarsfunctie breed in te vullen zodat zij organisaties op passende wijze kunnen ondersteunen met maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen en sociale activering en re-integratie aan de slag te gaan. Uit het Digimon-onderzoek blijkt immers dat er op deze terreinen nog wel wat werk ligt. Maatschappelijke stage Onbekend maakt onbemind. Ook in het geval van maatschappelijke stage. Het aantal organisaties dat in Kampen reeds actief is in het kader van maatschappelijke stage is weliswaar in verhouding met de landelijke cijfers. Maar de interesse van organisaties die nog niet actief zijn op dit vlak is beperkt. Ook is er een duidelijke ‘nee’ te horen. 61% van de organisaties zegt ‘nee’ tegen maatschappelijke stage. Te weinig tijd voor begeleiding, veel regelwerk en te weinig afstemming met scholen zijn de meest genoemde knelpunten of bezwaren die zijn genoemd. Op dit vlak lijkt de inzet op het verbinden van organisaties en de scholen een nieuwe impuls te kunnen gebruiken. Maatschappelijk betrokken ondernemen Ook voor maatschappelijk betrokken ondernemen lopen er maar weinig organisaties warm. Ter vergelijking, het landelijk beeld laat zien dat 25% van de organisaties geïnteresseerd is in maatschappelijk betrokken ondernemen terwijl in Kampen maar 14% van de organisaties zich geïnteresseerd toont. Dit ondanks het feit dat er in Kampen jaarlijks een beursvloer ‘de Tohopesate’ wordt georganiseerd. Tohopesate wordt door 37% van de organisaties met goed/voldoende beoordeeld. Maar daarbij valt ook op dat veel organisaties er onbekend mee zijn of er geen mening over hebben. Slechts 22% van de organisaties heeft de afgelopen drie jaar deelgenomen aan Tohopesate waaruit blijkt dat het instrument, naast zijn onbekendheid, wellicht niet helemaal aansluit bij de behoefte van het veld. Te weinig informatie beschikbaar, verwachtingen onbekend, veel regelwerk en te weinig ervaring zijn de knelpunten die het meest zijn genoemd bij maatschappelijk betrokken ondernemen. Naast het intensiveren van de communicatie en promotie van de beursvloer is het ook verstandig om met het vrijwilligersveld te bespreken welke veranderingen er nodig zijn om Tohopesate succesvoller te maken. Maar laat vooral ook zien wat er al op het terrein van maatschappelijk betrokken ondernemen gebeurt en wat organisaties van de bedrijven kunnen verwachten. Niks werkt immers zo inspirerend als een goed voorbeeld.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
10
Het bedrijfsleven kan natuurlijk ook op andere manieren een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van het vrijwilligerswerk. Niet alleen in financiële of materiële zin, maar juist ook via haar specifieke deskundigheden. Bijvoorbeeld door adviseurs- of expertpool op te zetten waaruit vrijwilligers projectmatig en vraagstukgericht vrijwilligersorganisaties een helpende hand bieden. Sociale activering, integratie en inburgering Bij sociale activering, integratie en inburgering zien wij hetzelfde verschijnsel. Ook hier ligt de interesse in Kampen lager dan het landelijk percentage. Geen geschikte begeleiders, te weinig tijd voor begeleiding en geen geschikte werkzaamheden zijn hierbij de belangrijkste knelpunten. Sociale activering, integratie en inburgering is niet een thema wat in het beleid van de gemeente terug komt. Wat zijn de ambities van de gemeente op dit terrein? Wanneer ook dit onderwerp de aandacht heeft van de gemeente is het zinvol om te kijken op welke manier vrijwilligerswerk als instrument voor sociale activering, integratie en inburgering ingezet en gepromoot kan worden. En op welke manier de vrijwilligerscentrale de organisaties hierin kan ondersteunen. Niet iedereen kan immers direct zelfstandig als vrijwilliger aan de slag. In deze situaties is het zinvol om als vrijwilligerscentrale individuele ondersteuning te kunnen bieden in de vorm van een intakegesprek, oriëntatie, bemiddeling en zonodig begeleiding op de werkplek totdat iemand in staat is zelfstandig als vrijwilliger te functioneren. Wijkgericht vrijwilligerswerk Een actieve en meer wijkgerichte benadering van potentiële vrijwilligers kan ook een manier zijn om partijen met elkaar te verbinden en bovenal mensen te stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Mensen zijn eerder bereid in eigen wijk of buurt vrijwilligerswerk te doen. Om meer mensen tot vrijwillige inzet te bewegen, zijn er verschillende methodieken beschikbaar. De Bijspringer is bijvoorbeeld een goede methodiek om een nieuwe impuls aan het vrijwilligerswerk te geven. Met de Bijspringer wordt er een kwantitatief onderzoek gedaan naar potentiële vrijwilligers in een wijk, buurt of dorp. Onder andere door middel van een inwonersenquête worden mensen benaderd met de vraag of, wanneer en hoe zij bereid zijn bij te springen in eigen wijk of dorp. Sommige gemeenten kiezen ervoor om per wijk of dorp huizen langs te gaan. Andere gemeenten kiezen weer voor een schriftelijke enquête om de bereidheid tot vrijwillige inzet te inventariseren. Na de inventarisatie worden mensen op wijk- of dorpniveau actief bemiddeld naar organisaties of activiteiten die aansluiten bij de kwaliteiten en interesses van de nieuwe vrijwilliger. De Bijspringer is ontwikkeld in de gemeente Oostellingerwerf, Friesland, waarbij dorpsgewijs het vrijwilligerpotentieel is geïnventariseerd en ingezet. Dit kan door verschillende organisaties worden uitgevoerd maar in Kampen ligt het waarschijnlijk het meeste voor de hand om de vrijwilligerscentrale de Bijspringermethodiek te laten uitvoeren. Aandachtspunt daarbij is wel dat ook kleinschalige vrijwilligersinitiatieven in de wijk betrokken worden bij de inventarisatie. Steeds meer mensen zijn immers in niet-georganiseerd verband actief en wanneer potentiële vrijwilligers alleen bemiddeld worden met de meer traditionele organisaties loopt men het risico niet alle potentieel te verzilveren. Voor meer informatie over de Bijspringer, klik of zie hier http://www.movisie.nl/106176/def/home/projecten/projecten/vrijwillige_inzet_nieuwegein_vin/ Samenwerking en netwerken Vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorganisaties, bedrijven, scholen en gemeenten hebben er allen belang bij dat er netwerken van partijen zijn en dat zij onderling samenwerken. Zo kunnen de verschillende organisaties elkaar versterken en kan er een betere match plaats vinden tussen vrijwilligers, organisaties, scholen en bedrijven. In Kampen werkt 73% van de organisaties al samen. Toch is het goed om in netwerken en samenwerking te blijven investeren. Vrijwilligersorganisaties geven regelmatig aan behoefte te hebben aan een netwerkoverleg waarin zij met andere organisaties
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
11
actuele thema’s op het terrein van vrijwilligersbeleid kunnen bespreken, ervaringen uit kunnen wisselen, kennis kunnen delen en eventuele samenwerking kunnen vormgeven. Vrijwilligerscentrale Kampen is bij uitstek de partij die dit soort netwerkoverleggen voor organisaties kan faciliteren. En op dat terrein is er nog verbetering mogelijk. Zo geven in Kampen 60 organisaties aan niets voor vrijwilligers te hebben geregeld. 2.3.3 Versterken Definitie: In de gemeente is men in staat om een effectieve lokale of regionale ondersteuningsinfrastructuur op te bouwen en/of te onderhouden. De vrijwilligersorganisaties in Kampen noemen de werving van leden/deelnemers, werving van bestuursleden en werving van overige vrijwilligers als grootste knelpunten waarmee zij aan de slag willen gaan. Slechts 41% is tevreden over het aantal leden/deelnemers en slechts 44% heeft geen tekort aan vrijwilligers. Daarna volgen ‘ander onderwerp’, sponsoring of fondsenwerving, huisvesting/ zaalruimte en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Ondersteuningsbehoefte De behoefte aan ondersteuning is niet erg groot in Kampen. In Kampen zegt namelijk 53% van de organisaties geen behoefte aan (extra) ondersteuning te hebben. Ter vergelijking, landelijk ligt dit percentage op 43%. Ook het aantal organisaties dat nu geen ondersteuning krijgt, is in de gemeente Kampen wat hoger dan het landelijk beeld. Gezien de grote mate van tevredenheid van de vrijwilligersorganisaties in Kampen lijkt er sprake te zijn van een zeer sterke civil society in Kampen. Een groot verschil tussen Kampen en andere gemeenten is dat de sector religie/levensbeschouwing tot één van de vijf grootste sectoren van het vrijwilligersveld behoort. Dit is een kracht maar tegelijkertijd ook een risico. De sector religie/levensbeschouwing lijkt namelijk erg op zichzelf te zijn, onderhoudt weinig contact met andere partijen en stelt zich in beperkte mate open voor nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast heeft vooral deze sector te maken met een afname van leden/deelnemers. Om in de toekomst te kunnen voortbestaan, is het voor hen belangrijk om zich wat meer open te stellen voor de ontwikkelingen die in het veld spelen. De gemeente en de vrijwilligerscentrale kunnen daarin een belangrijke eerste stap zetten door specifiek met de sector religie/levensbeschouwing in contact te treden en te kijken wat beide partijen voor elkaar kunnen betekenen. Bijvoorbeeld in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het feit dat de ondersteuningsbehoefte in Kampen niet groot is, betekent echter niet dat de gemeente en de vrijwilligerscentrale nu achterover kunnen gaan zitten. De andere helft van de organisaties heeft namelijk wel behoefte aan (extra) ondersteuning. En gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen is de kans groot dat deze behoefte alleen maar zal toenemen in de toekomst. De onderwerpen waarin de vrijwilligersorganisaties willen worden ondersteund, zijn fondsenwerving, promotie van het vrijwilligerswerk en de organisatie, huisvesting, deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en op het gebied van wetten van regels. Daarnaast scoort ook ‘ondersteuning op een ander vlak’ erg hoog in Kampen. Wat dat betekent, zal in gesprek met de organisaties duidelijk moeten worden. Ondersteuningsaanbod De ondersteuning komt vooral van landelijke en provinciale/regionale organisaties. Maar ook Vrijwilligerscentrale Kampen en de gemeente zelf spelen een belangrijke rol in de ondersteuningsinfrastructuur in gemeente Kampen. Voldoende toegankelijke ondersteuning voor vrijwillige inzet is een belang-
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
12
rijke voorwaarde om burgers te stimuleren hun talenten, kennis en vaardigheden in te zetten ten behoeve van de samenleving. Zowel inhoudelijk als in omvang kan deze ondersteuningsstructuur verder worden verbeterd en versterkt. Vrijwilligerscentrale Kampen De bekendheid en het gebruik van Vrijwilligerscentrale Kampen komen redelijk overeen met de bekendheid en het gebruik van steunpunten in andere gemeenten. In Kampen is 78% van de organisaties bekend met de centrale en 20% maakt er ook gebruik van. De diensten van de vrijwilligerscentrale worden vooral met ‘goed’ en ‘voldoende’ beoordeeld. En afgezien van het aanbod workshops en trainingen scoort de Vrijwilligerscentrale Kampen op alle onderwerpen hoger dan het landelijk percentage. Om deze tevredenheid ook in de toekomst te kunnen waarborgen en het bereik onder de vrijwilligersorganisaties te laten groeien, is het belangrijk om de diensten van de centrale te blijven ontwikkelen. Vrijwilligersorganisaties willen namelijk vooral bij fondsenwerving, promotie, huisvesting en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers worden ondersteund. Bij uitstek onderwerpen waarin de centrale een belangrijke ondersteunende rol speelt. Hoe het ondersteuningsaanbod op deze onderwerpen er precies uit moet zien, zal samen met het vrijwilligersveld moeten worden besproken. Een klanttevredenheidsonderzoek door de centrale waarbij de tevredenheid over de specifieke producten en projecten wordt getoetst, biedt een goede basis om het ondersteuningsaanbod met het veld te bespreken. Verbeterkansen De verbeterkansen lijken vooral te liggen op het gebied van deskundigheidsbevordering, promotie en belangenbehartiging. Ten aanzien van deskundigheidsbevordering heeft er al een kleine inventarisatie plaatsgevonden. Vrijwilligersorganisaties zijn vooral geïnteresseerd in deskundigheidsbevordering op het gebied van werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden), fondsenwerving, vrijwilligersbeleid en promotie. Maar het meeste zijn de organisaties geïnteresseerd in deskundigheidsbevordering in onderwerpen die specifiek met de sector of functies binnen de organisatie te maken hebben. In vergelijking met de landelijke cijfers is de interesse in deskundigheidsbevordering in Kampen niet erg groot. Daarom is het zinvol om hierover met het veld in gesprek te treden en de specifieke ondersteuningswensen op dit vlak te inventariseren. Vooral ook omdat deskundigheidsbevordering een aandachtpunt is in het beleid van de gemeente. Ook met betrekking tot de andere onderwerpen is het zinvol om de organisaties in gesprek te treden over de specifieke ondersteuningswensen die zij op dat vlak hebben. Het onderwerp promotie komt in de basisfunctie Verbreiden aan bod. Nieuwe vormen van vrijwillige inzet stimuleren Ook bij het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand en het stimuleren van nieuwe vormen van vrijwilligerswerk vervult de vrijwilligerscentrale een belangrijke rol. 52% van de organisaties heeft namelijk vooral vrijwilligers van 50 jaar en ouder. Om deelname van ‘nieuwe’ groepen vrijwilligers te stimuleren, is het noodzakelijk om nieuwe vormen van vrijwillige inzet te stimuleren. Concrete actie is dus noodzakelijk om meer diversiteit in het vrijwilligersbestand te kunnen realiseren. Toegankelijkheid van de organisaties Maar hoe toegankelijk zijn de vrijwilligersorganisaties eigenlijk voor deze nieuwe vrijwilligers? In de praktijk blijkt vaak het aanbod van de organisatie centraal te staan en niet de vraag en kwaliteiten van de vrijwilliger. Om succesvol nieuwe vrijwilligers te werven, is het belangrijk dat vrijwilligersorganisaties meer open en vraaggericht te werk gaan. Dat wil zeggen, het vrijwilligerswerk aan de vrijwilliger aanpassen in plaats van andersom. Op deze manier maken de vrijwilligersorganisaties het vrijwilligerswerk
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
13
bij hun organisatie aantrekkelijker en verlagen zij de drempel voor ‘nieuwe’ vrijwilligers. Het heeft immers weinig zin om ‘nieuwe’ vrijwilligers te werven als organisaties niet toegankelijk zijn. Vrijwilligerscentrale Kampen kan vrijwilligersorganisaties hierin ondersteunen zodat zij beter toegerust raken op de wensen en behoeften van de nieuwe vrijwilligers. Bijvoorbeeld door organisaties te ondersteunen bij het anders inrichten van het vrijwilligerswerk (flexklussen), via trainingen of door nieuwe vormen van werving, promotie en presentatie van het vrijwilligerswerk. Wellicht dat de vrijwilligerscentrale al verschillende diensten en activiteiten op dit vlak aanbiedt. Dan is het een kwestie van de verschillende ondersteuningsmogelijkheden beter onder aandacht van de vrijwilligersorganisaties te brengen en breed te promoten. Zo niet, dan is het agenderen van de toegankelijkheid van de organisaties een eerste belangrijke stap om ruimte te creëren voor deze ‘nieuwe’ vrijwilligers. Specifieke wervingsprojecten Daarna is het verstandig om specifieke wervingsprojecten in dit kader op te starten waarbij verschillende partijen met elkaar in contact worden gebracht en vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Bijvoorbeeld een project als 1001 kracht of soortgelijk project waarbij allochtonen worden gestimuleerd vrijwilligerswerk te doen en met organisaties worden bemiddeld. Of een project zoals ‘Webvrijwilligers in de Vinex” van Vrijwilligerscentrale Utrecht Leidsche Rijn waarbij mensen met een beperking online vrijwilligerswerk gaan doen voor lokale vrijwilligersorganisaties. Online vrijwilligerswerk is vrijwilligerswerk dat geheel of gedeeltelijk via internet wordt verricht. Een vorm van vrijwillige inzet die vooral ook veel jongeren erg aanspreekt omdat het vrijwilligerswerk flexibel in tijd en plaats kan worden verricht. Veel organisaties bieden al online vrijwilligerswerk maar zijn zich er niet altijd van bewust en presenteren het ook niet op deze wijze. Ook hierbij geldt dat het laten zien en verspreiden van goede voorbeelden inspirerend en stimulerend kan werken. Voor meer informatie en inspirerende voorbeelden, klik of zie hier http://www.movisie.nl/103721/def/home_/online_vrijwilligers. Kansen maatschappelijke thema’s Ook maatschappelijke thema’s als maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen, sociale activering, integratie en inburgering en de Wmo bieden vrijwilligersorganisaties kansen om nieuwe groepen vrijwilligers aan te trekken. De eerste stap daarin is de interesse onder vrijwilligersorganisaties te vergroten en hen te laten zien wat de mogelijkheden van deze thema’s voor hen zijn. De tweede stap is de knelpunten en bezwaren waar mogelijk te reduceren en ondersteuning op maat te bieden. Passende ondersteuning kan daarbij het verschil maken tussen ‘wel’ en ‘niet’ actief. Met Digimon is geïnventariseerd aan welke ondersteuning de vrijwilligersorganisaties per thema behoefte hebben. Gewenste ondersteuning Op het gebied van maatschappelijke stage hebben organisaties vooral behoefte aan meer informatie over de mogelijkheden, hulp bij het begeleiden van de stagiaires en hulp bij het creëren van geschikte taken. Op het gebied van maatschappelijk betrokken ondernemen hebben organisaties vooral behoefte aan meer informatie over de mogelijkheden, voorbeelden vanuit andere organisaties en hulp bij het contact leggen met bedrijven. En op het gebied van sociale activering, integratie en inburgering hebben vrijwilligersorganisaties vooral behoefte aan meer informatie over de mogelijkheden, hulp bij het begeleiden en hulp bij het werven van vrijwilligers met deze achtergrond. De Wmo is redelijk bekend terrein in de gemeente Kampen maar ook hier liggen er nog wat kansen. Het aantal organisaties dat al een
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
14
bedrage levert aan de uitvoering van de Wmo is in Kampen weliswaar overeenkomstig met het landelijk beeld maar 52% van de organisaties geeft ook aan niet te weten welke bijdrage zij kunnen leveren of nauwelijks bekend te zijn met de wet. De knelpunten en ondersteuningsbehoeften die bij deze thema’s zijn genoemd, zijn in samenwerking met de gemeente redelijk eenvoudig op te pakken. Vrijwilligersorganisaties willen immers voornamelijk meer informatie over de mogelijkheden, hulp bij de werving, hulp bij de begeleiding en hulp bij het leggen van contacten. Informatiebijeenkomsten op thema waarbij vrijwilligersorganisaties onderling gedachten en ervaringen kunnen uitwisselen, blijken in de praktijk erg effectief te zijn. Daarnaast zijn vrijwilligersorganisaties op zoek naar goede voorbeelden. Laat dus vooral ook zien wat er al gebeurt en verspreidt inspirerende voorbeelden. Keurmerk Werken aan de kwaliteit van je dienstverlening is altijd aan te bevelen. Vrijwilligerscentrale Kampen heeft reeds het NOV Keurmerk voor Steunpunten Vrijwilligerswerk. Maar het NOV-Keurmerk is vernieuwd. Voortaan vormen de basisfuncties vrijwilligerswerk de basis van het nieuwe Keurmerk. Een reden te meer dus om het nieuwe Keurmerk aan te vragen en beleidsmatige zaken weer even goed op een rijtje te zetten. Gemeente Kampen Ook de gemeente vervult een belangrijke rol in de ondersteuning. 73% van de organisaties onderhoudt regelmatig of incidenteel contact met de gemeente. De tevredenheid over dit contact komt met 43% redelijk overeen met het landelijke beeld. Opvallend is dat 31% van de organisaties zelfs zodanig tevreden is dat zij vinden dat er geen verbeteringen nodig zijn in Kampen. Landelijk ligt dit percentage op 24%. De overige organisaties in Kampen vinden wel dat de gemeente haar beleid en werkwijze kan verbeteren. Vooral ten aanzien van gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van het werk, verduidelijken van het ondersteuningsaanbod, procedures voor subsidies en vergoedingen, huisvesting, betere afstemming tussen gemeentelijke diensten, vast contactpersoon bij de gemeente en vergunningenbeleid. Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie zal bij de basisfunctie Verbreiden aan bod komen. De overige punten worden hier behandeld. Duidelijk ondersteuningsaanbod Het verduidelijken van het ondersteuningsaanbod is een verbeterpunt waarmee de gemeente Kampen direct aan de slag kan gaan. Veel vrijwilligersorganisaties geven aan niet te weten wat zij van de gemeente mogen verwachten. Een gedeelte daarvan is te ondervangen door beter te laten zien wat de ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente precies zijn. Maar ook de andere verbeterpunten zoals procedures voor subsidies en vergoedingen, huisvesting, afstemming tussen gemeentelijke diensten, vast contactpersoon en vergunningenbeleid hangen hiermee samen. Een goede afstemming tussen de gemeentelijke diensten en een vast contactpersoon die een sectoroverstijgende rol vervult, zorgen ervoor dat vragen van vrijwilligersorganisaties eenduidig en in samenhang met de verschillende losse regelingen worden afgehandeld. En dat is ook wat vrijwilligersorganisaties willen. Zij willen op één plek terecht kunnen met al hun vragen. Bijvoorbeeld in de vorm van een fysiek vrijwilligersloket dat voldoende is toegerust om goed op de wensen van de vrijwilligers in te kunnen spelen. Lastenverlichting Voor de verbeterpunten “procedures voor subsidies en vergoedingen”, “huisvesting” en “vergunningenbeleid” zal in gesprek met de vrijwilligersorganisaties bekeken moeten worden wat precies het probleem is. Misschien ervaren zij het gemeentelijk subsidiebeleid, accommodatiebeleid of vergunningen-
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
15
beleid als ontoegankelijk en/ of ingewikkeld. Vrijwilligersorganisaties blijken in de praktijk namelijk behoorlijk wat last te ervaren van lokale regels. De top vijf van knelpunten is; het vinden van de benodigde informatie, veel (onbegrijpelijk) papierwerk, trage procedures en geen transparantie, de kosten en het accommodatiebeleid. Het is in ieder geval goed om te kijken of de informatievoorziening verbeterd kan worden en of aanvraag-, behandelings- en verantwoordingsprocedures vereenvoudigd kunnen worden. Voor goede voorbeelden van lastenverlichting, zie: http://www.movisie.nl/119715/def/home_/vrijwillige_inzet/lastenverlichting_door_gemeenten/introductie. Daarnaast biedt Digimon de mogelijkheid om een aanvullende vragenlijst Wet- en regelgeving uit te zetten waarmee de specifieke knelpunten en ondersteuningswensen ten aanzien van lokale wet- en regelgeving kan worden geïnventariseerd. Met deze inventarisatie kan de gemeente Kampen concreet in gesprek treden met het vrijwilligersveld en gericht aan de slag met administratieve lastenverlichting voor vrijwilligersorganisaties. Kamperpolis In de aanvullende vragen is ook geïnventariseerd hoe de vrijwilligersorganisaties de gratis vrijwilligersverzekering “Kamper Polis” waarderen. Daaruit blijkt dat 40% van de organisaties deze verzekering als ‘goed/voldoende’ waardeert. Maar daarbij valt ook op dat 41% niet bekend is met de Kamper Polis. Het advies is dan ook de Kamper Polis extra te promoten en regelmatig onder aandacht te brengen van vrijwilligersorganisaties. Denk daarbij wel aan de breedte van het vrijwilligersveld zodat ook de organisaties die wat minder in beeld zijn toch op de hoogte worden gebracht van de Kamper Polis. 2.3.4 Verbreiden Definitie: In de gemeente is men in staat om het vrijwilligerswerk te promoten en uiting te geven aan waardering van het vrijwilligerswerk. Iedereen kent de traditionele vormen van vrijwilligerswerk. Maar het veld is veranderd en de verscheidenheid aan vrijwillige inzet is groot. Gemeente Kampen wil graag nog meer mensen tot vrijwillige inzet bewegen. Verleiden is daarbij het kernwoord. Maar hoe? Door mooie en inspirerende voorbeelden te laten zien, de inzet van vrijwilligers regelmatig te waarderen en het vrijwilligerswerk breed te promoten. Gemeentelijke aandacht en waardering Organisaties en vrijwilligers verwachten erkenning en waardering van de gemeente voor de rol die zij spelen in de maatschappij. Zeker in een gemeente waar sprake is van veel pure vrijwilligersorganisaties die op eigen kracht hun werk doen, wordt dit sterk op prijs gesteld. De gemeente Kampen kent al een aantal waarderingsinstrumenten, zoals de jaarlijkse vrijwilligersprijs en het tweejaarlijkse vrijwilligersfeest. Uit de aanvullende vragen blijkt dat vrijwilligersorganisaties vooral erg tevreden zijn over de jaarlijkse vrijwilligersprijs maar ook het vrijwilligersfeest scoort voldoende. Maar gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van vrijwilligerswerk zit hem vaak ook in de kleine dingen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop vragen van vrijwilligersorganisaties worden afgehandeld, de wijze waarop de gemeente op de wensen van het vrijwilligersveld inspeelt of de mate van inspraak die zij ergens in hebben. Belangrijke waarderingsinstrumenten zijn dan ook: een goede bereikbaarheid, tijdige en adequate afhandeling van gestelde vragen of ingebrachte problemen, een eenvoudige subsidieregeling, toegankelijke informatie, makkelijk uitvoerbare lokale wetgeving en zichtbare promotie van vrijwilligerswerk. Een duidelijke vrijwilligersbutton/ link op de gemeentelijke website waar alle gemeentelijke informatie voor vrijwilligersorganisaties eenvoudig te vinden is, is dan ook zeker het overwegen waard.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
16
Daarnaast is het afleggen van werkbezoeken door raadsleden en ambtenaren een belangrijk waarderingsinstrument. De gemeente Kampen kan dit meer stimuleren. De aanwezigheid en belangstelling van politici en ambtenaren voor het werk wordt veelal zeer gewaardeerd door vrijwilligersorganisaties. Promotie Vrijwilligersorganisaties willen graag ondersteund worden in de promotie van het vrijwilligerswerk. Enerzijds betekent dit dat zij geadviseerd, getraind en begeleid willen worden in andere vormen van promotie en presentatie van het vrijwilligerswerk. Anderzijds verwachten zij naast deze concrete ondersteuning door de vrijwilligerscentrale ook ondersteuning vanuit de gemeente. Een grootschalige promotiecampagne opgezet door een gemeente kent natuurlijk een veel groter bereik dan de promotie die zij in eigen beheer kunnen uitvoeren. Daarnaast is de promotie van het vrijwilligerswerk effectiever als de verschillende promotieactiviteiten elkaar kunnen versterken. Het advies is dan ook om samen met de vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligerscentrale te bekijken op welke nieuwe manieren het vrijwilligerswerk in het algemeen en het werk van de organisaties in Kampen gepromoot kunnen worden. Aandacht voor mooie burgerinitiatieven, goede en aansprekende voorbeelden van vrijwilligersorganisaties die hun steentje bijdragen (aan het Wmo-beleid) en nieuwe ontwikkelingen als maatschappelijke stage, maatschappelijk betrokken ondernemen en NL doet (voorheen Make A Difference Day), werken goed als promotiemiddel. Maar ook andere manieren zoals vrijwilligersorganisaties de ruimte bieden het vrijwilligerswerk via gemeentelijke informatiekanalen te promoten en informatie over het vrijwilligerswerk in Kampen aan het informatiepakket voor nieuwe inwoners toevoegen zijn erg effectief. De gemeente Kampen wil graag meer mensen tot vrijwillige inzet verleiden. Het advies is dan ook de gemeentelijke inzet op erkenning, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk verder te intensiveren en vooral ook te communiceren. Aangezien het vrijwilligersbestand in Kampen weinig divers is en grote mate vergrijst, is het raadzaam om ook specifieke promotieactiviteiten voor bijvoorbeeld jongeren en allochtonen in de plannen op te nemen. Met 2011 als Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in zicht, ligt er voor de gemeente en de centrale een mooie kans om zich extra in te zetten om het lokaal vrijwilligerswerk uitgebreid te promoten. Door jaarlijks een waardering- en promotieplan op te stellen, worden de activiteiten evenredig over het jaar verdeeld en blijft de uitvoering onder aandacht. 2.3.5 Verankeren Definitie: In de gemeente is men in staat om de opgedane kennis en ervaring in het vrijwilligerswerk te borgen en vast te leggen. In het vrijwilligerswerk wordt veel kennis en ervaring opgedaan maar deze kennis gaat regelmatig verloren omdat vrijwilligers vertrekken. Het borgen en vastleggen van deze kennis en ervaring voorkomt dat vrijwilligersorganisaties steeds opnieuw het wiel uit moeten vinden. Vrijwilligerscentrale Kampen vervult natuurlijk een belangrijke rol in het vastleggen van de kennis en ervaring die in Kampen op dit vlak wordt opgedaan. Het advies is dan ook goede voorbeelden te blijven verzamelen en te verspreiden. Maar dat alleen is niet voldoende. Het is ook belangrijk dat organisaties worden ondersteund bij het implementeren van deze goede werkwijze in hun organisatie. Goede voorbeelden zijn immers niet altijd één op één te vertalen. Daarnaast is het belangrijk dat opgedane ervaringen worden geëvalueerd en dat deze evaluatie wordt gebruikt voor innovatie.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
17
Visie Het is belangrijk dat de gemeente en de vrijwilligerscentrale samen een visie vormen op de basisfunctie Verankeren. Op welke manier wil Kampen de kennis en ervaring vastleggen en verspreiden? Via internet, brochures of rapportages of ook via een trainingsaanbod of bijeenkomsten? Afhankelijk van deze visie zal de vrijwilligerscentrale in de gelegenheid moeten worden gesteld om deze functie ook naar behoren uit te kunnen oefenen. Het delen en vastleggen van kennis en ervaring is echter niet alleen zinvol voor vrijwilligersorganisaties maar ook voor de gemeente en voor de vrijwilligerscentrale. Zorg er dus voor dat je op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in het veld en maak deze kennis toegankelijk. Bijvoorbeeld door deel te nemen aan uitwisselingsbijeenkomsten met andere gemeenten of steunpunten of deskundigheidsbevorderende bijeenkomsten. Ook het evalueren van beleid en het ondersteuningsaanbod hoort bij de basisfunctie Verankeren. In dat kader hebben de gemeente Kampen en de vrijwilligerscentrale Kampen al een eerste belangrijke stap gezet door Digimon uit te voeren. Nu is het zaak om deze kennis ook te gebruiken voor innovatie. 2.4
Effecten volgen
Duidelijke afspraken maken, concrete resultaten boeken en deze resultaten breeduit communiceren zijn acties die bij een nieuw beleid horen. Maar ook het volgen van effecten van het beleid en de eventueel ontvangen ondersteuning horen daarbij. Daarom is het belangrijk om zicht te houden op het vrijwilligerswerk. Bijvoorbeeld door jaarlijks een conferentie of bijeenkomst voor vrijwilligersorganisaties te organiseren waar organisaties tevens de ruimte krijgen om verbindingen te leggen en samenwerking te zoeken. Dergelijke bijeenkomsten vervullen voor gemeenten een belangrijke signaal, klankbord- en afstemmingsfunctie. Daarnaast faciliteert de gemeente met deze bijeenkomsten tevens ontmoeting en samenwerking tussen verschillende organisaties hetgeen ook aansluit bij de behoeften van het veld. Een andere mogelijkheid om effecten te volgen, is het instellen van een vrijwilligersnetwerk of platform. Kampen heeft reeds het Kampercomité, een platform van vrijwilligersorganisaties die de belangen op lokaal niveau behartigen. Een aandachtspunt daarbij is de representativiteit van het platform. Het vrijwilligersdomein is immers een bonte verzameling van vrijwilligersorganisaties die zich op allerlei verschillende manieren inzetten voor de samenleving. Het is dan ook belangrijk om ook de belangen van kleinschalige vrijwilligersinitiatieven en minder bekende sectoren als bijvoorbeeld wijk, buurt- en bewonerszaken goed in zicht te houden. Door de samenstelling van de vertegenwoordiging regelmatig te laten wisselen en het werk in de vertegenwoordiging anders te profileren, creëert men meer dynamiek in de vertegenwoordiging. Op deze manier kan de vertegenwoordiging namens een bredere groep vrijwilligers spreken en zullen ook andere mensen dan de zogenaamde vergadertijgers geïnteresseerd zijn in deelname. Door contact te houden met het veld kan de gemeente tijdig inspringen op ontwikkelingen die spelen en het beleid waarnodig tussentijds bijstellen. Evaluatie is immers niet iets wat alleen aan het einde van de beleidscyclus interessant is maar juist ook tussentijds.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
18
3
Onderzoeksopzet
Digimon omvat een basisvragenlijst die is samengesteld op basis van 10 jaar ervaring in het doen van onderzoek naar het vrijwilligerswerk. De 39 vragen uit de basisvragenlijst kunnen niet worden aangepast zodat er onderlinge vergelijking tussen gemeenten mogelijk is en landelijke cijfers over het vrijwilligerswerk kunnen worden gegenereerd. Eventueel zijn er enkele vragen te verwijderen als deze voor een gemeente niet relevant zijn. Vrijwilligersorganisaties vullen de vragenlijst(en) zoveel mogelijk online in. De antwoorden zijn niet te herleiden tot individuele organisaties: wel is te zien welke organisaties wél en welke níet hebben deelgenomen aan het onderzoek. De Vrijwilligerscentrale Kampen heeft naast de basisvragenlijst ook 10 aanvullende vragen over de specifieke situatie in Kampen voorgelegd. Voorbereiding De Vrijwilligerscentrale Kampen heeft in augustus 2009, met behulp van de handleiding bij Digimon, één adressenlijst (van 548 organisaties) samen gesteld, geschikt voor gebruik binnen het Digimonsysteem. Deze vrijwilligersorganisaties hebben op 14 september 2009 een uitnodigingsbrief van de gemeente Kampen ontvangen met het verzoek deel te nemen aan de Digimon-enquête. Enquêteperiode De vrijwilligersorganisaties hebben in eerste instantie 6 weken de tijd gekregen om de enquête in te vullen. De organisaties die de vragenlijst niet online willen invullen, kunnen bij de helpdesk een papieren versie aanvragen. De helpdesk heeft voor verzending gezorgd en de data ingevoerd na retourontvangst. Na 4 weken ( 19 oktober) hebben de organisaties die nog niet aan het onderzoek hebben deelgenomen een herinneringsbrief ontvangen. Na 7 weken (op 4 november) zijn de vragenlijsten gedeactiveerd. Analyse en rapportage Na de enquêteperiode heeft MOVISIE de resultaten geanalyseerd en vergelijkingen getrokken met landelijk bekende gegevens over lokaal vrijwilligerswerk. In dit adviesrapport komt MOVISIE tot conclusies en aanbevelingen.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
19
4
Uitkomsten
In dit hoofdstuk treft u de resultaten van het onderzoek met Digimon aan. Daarnaast zijn hier en daar kruisverbanden gemaakt, vooral met een aantal sectoren waarbinnen de organisaties functioneren: opvallende verschillen in uitkomsten worden hieronder steeds aangegeven. Gekozen is voor de vijf sectoren met de meeste organisaties in de responsgroep: sport/recreatie, kunst/cultuur, onderwijs/educatie, religie/levensbeschouwing en belangenbehartiging/emancipatie. Dit zijn ook de sectoren die op identiteit, doelstelling en omvang (aantal vrijwilligers, wel/geen beroepskrachten) interessante verschillen vertonen. Belangrijke kanttekening hierbij is dat de responsgrootte per sector danig verschilt (zie paragraaf 4.2, sector): antwoordverschillen kunnen dus slechts indicatief bezien worden. Op verzoek van de vrijwilligerscentrale Kampen zijn de resultaten van het Digimon-onderzoek met de onderzoeksresultaten van 2004 vergeleken. In 2004 heeft er reeds een onderzoek naar de stand van zaken in het vrijwilligerswerk plaatsgevonden. Waar mogelijk zijn de onderzoeksresultaten met elkaar vergeleken. De belangrijkste verschillen of overeenkomsten zijn cursief weergegeven. De onderzoeksstijlen en vragen verschillen echter dusdanig van elkaar dat de vergelijkingen niet te letterlijk kunnen worden genomen. 4.1
Respons
De vrijwilligerscentrale Kampen heeft 548 organisaties uitgenodigd om deel te nemen aan de Digimonenquête. 223 organisaties zijn begonnen (41%) aan de enquête en 202 organisaties (37%) hebben de enquête volledig afgerond. De minimale gewenste respons is eigenlijk 40%. In 2004 zijn 442 organisaties uitgenodigd deel te nemen aan de enquête. Daarvan hebben 194 organisaties de enquête op tijd teruggestuurd. Een respons van 44%. De aanvullende vragenlijst over de specifieke situatie in Kampen is door 181 van de 548 organisaties (33%) afgerond. In de rapportage zullen overigens verschillende aantallen organisaties worden vermeld omdat de respons per vraag kan verschillen. Het percentage wat wordt vermeld, is berekend ten opzichte van het aantal organisaties die desbetreffende vraag hebben beantwoord. 4.2
Kenmerken van de organisaties
Sector Van de 223 organisaties antwoorden 50 organisaties (22%) dat zij onder de sport/recreatie sector vallen. 30 organisaties (14%) vallen onder de kunst/cultuur sector. Onderwijs/educatie en religie/levensbeschouwing zijn de andere twee sectoren die hoog scoren. 25 organisaties (11%) vallen onder onderwijs/educatie en 23 organisaties (10%) vallen onder religie/levensbeschouwing.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
20
Grafiek 1: In welke sector hoort uw organisatie thuis (N=223)?
In 2004 vormden de sectoren sport/recreatie (27%), onderwijs (17%) en cultuur (16%) de drie grootste sectoren binnen de 197 vrijwilligersorganisaties. Leden, deelnemers en cliënten Van de 223 organisaties geven 134 organisaties (60%) aan zich niet op een specifieke doelgroep te richten. De overige organisaties richten zich wel op een specifieke doelgroep waarbij kinderen/ jongeren, een andere doelgroep en ouderen het vaakst zijn genoemd. Het aantal leden, deelnemers of cliënten is de afgelopen 3 à 4 jaren vooral toegenomen of gelijk gebleven. De sectoren kunst/cultuur en onderwijs/educatie hebben het vaakst aangegeven een toename van het leden-, deelnemers- of cliëntenbestand te hebben. Een afname van het aantal leden lijkt het meest in de religie/levensbeschouwing sector te spelen. De organisaties in Kampen tonen zich redelijk tevreden over het aantal leden, deelnemers of cliënten. Van de 222 organisaties geven 90 organisaties (41%) aan tevreden te zijn over het aantal. 77 organisaties (35%) nemen genoegen met een kleine toename. 46 organisaties (21%) wensen een grote toename van het aantal. De wens om toename lijkt het grootst te zijn in de sector religie/ levensbeschouwing.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
21
Grafiek 2: Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten (N= 221)?
Kijkt men naar de samenstelling van het leden-, deelnemers- en cliëntenbestand dan is 68% van de 221 organisaties tevreden. De onderwijs/educatie sector heeft het vaakst aangegeven tevreden te zijn met de samenstelling van haar achterban. Verder zijn er vooral leeftijdswensen: ‘graag meer mensen die jonger zijn dan 20 jaar’ (23 maal) en ‘graag meer leden, deelnemers of cliënten in de categorie van 20 tot 30 jaar’ (23 maal). Werkgebied 70% van de 220 organisaties richten zich in hun activiteiten en diensten vooral op hun eigen buurt, wijk of gemeente. 35 organisaties (16%) zijn vooral in de regio rond de gemeente actief. Beroepskrachten In de gemeente Kampen zijn veel pure vrijwilligersorganisaties actief. Van de 219 organisaties geven 126 organisaties (58%) aan dat zij geen beroepskrachten in dienst hebben. De pure organisaties zijn vooral te vinden in de belangenbehartiging/emancipatie sector terwijl de beroepskrachten vooral te vinden zijn in de onderwijs/educatie sector. In 2004 rekende 59% van de 197 organisaties zich tot een pure vrijwilligersorganisatie. Het aantal pure vrijwilligersorganisaties is dus vrijwel gelijk gebleven in Kampen. 71% van 180 organisaties is er zelfs van overtuigd dat zij zonder vrijwilligers niet zouden bestaan omdat zij alleen met vrijwilligers werken.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
22
Grafiek 3: Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie (N=197)?
Inkomstenbronnen De organisaties draaien vooral op de contributies van de eigen leden en de jaarlijkse subsidie van de gemeente. Van de 217 organisaties geven 123 organisaties (57%) aan de contributies van leden als belangrijkste inkomstenbron van de organisatie te beschouwen. 74 organisaties (34%) noemen de jaarlijkse subsidie van de gemeente als belangrijkste inkomstenbron gevolgd door “andere inkomsten” die door 66 organisaties (30%) is aan gekruist. Samenwerking Van de 218 organisaties werken 159 organisaties (73%) samen met andere organisaties in de gemeente of regio. Daarvan werkt 49% van de organisaties af en toe samen met andere organisaties en 24% vaak. De sport/recreatie sector beantwoordt deze vraag het vaakst met “nee”. In 2004 gaf 40% van de 197 organisaties aan samen te werken met andere organisaties. Dit percentage is anno 2009 ruimschoots gestegen. 4.3
De vrijwilligers
Aantal Van de 215 organisaties hebben 106 organisaties (49%) 1 tot 10 vrijwilligers en 44 organisaties (21%) hebben 10 tot 25 vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers dat structureel werkzaamheden voor de organisatie verricht, is meestal 1 tot 10 vrijwilligers.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
23
Grafiek 4: Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie (N=215)?
Werkzaamheden Op de vraag welke werkzaamheden de vrijwilligers uitvoeren, antwoorden de organisaties in Kampen vooral bestuurstaken en het organiseren/ uitvoeren van activiteiten. Daarbij geeft 91% van de 182 organisaties aan dat deze werkzaamheden altijd door vrijwilligers zijn gedaan en nooit door beroepskrachten. 95 van de 215 organisaties (44%) geven aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben waarbij onderwijs/educatie het beste in zijn vrijwilligers lijkt te zitten. De overige organisaties zijn vooral op zoek naar vrijwilligers voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten en voor het bestuurswerk. 64 organisaties (30%) hebben een tekort aan vrijwilligers voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten en 59 organisaties (27%) voor het bestuurswerk. Het tekort aan bestuursleden lijkt vooral te spelen in de belangenbehartiging/ emancipatie sector. In 2004 gaf 72% van de 197 organisaties aan voldoende vrijwilligers te hebben. Hoewel de vraagstelling anders is, zou men uit deze cijfers een voorzichtige conclusie kunnen trekken dat het tekort aan vrijwilligers ruimschoots gestegen lijkt te zijn. Persoonlijk benaderen van mensen is de meest gebruikte manier om vrijwilligers te werven. Van de 181 organisaties hebben 105 organisaties (58%) aangegeven op deze manier te werk te gaan als zij vrijwilligers willen werven. Daarna volgt een oproep in het clubblad of andere publicatie van de organisatie (11%) en werving via de vrijwilligerscentrale (9%). 25 organisaties (14%) geven zelfs aan geen vrijwilligers te hoeven werven. Leeftijd
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
24
112 van de 216 organisaties (52%) hebben over het algemeen vrijwilligers ouder dan 50 jaar. Daarna scoort 30 tot 50 jaar het hoogst (105x aangekruist). 129 van de 214 organisaties (60%) geven aan tevreden te zijn over de samenstelling van het vrijwilligersbestand. De sector onderwijs/educatie toont zich het vaakst tevreden over de samenstelling van het bestand. De organisaties in de andere sectoren willen vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar (50x aangekruist) en vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar (31x aangekruist). Ook in 2004 toonde de organisaties zich over het algemeen tevreden. De 35% die wel nieuwe categorieën vrijwilligers wilden binnenhalen, zocht vooral variatie in leeftijd (jong volwassenen tot 30 jaar en vrijwilligers van 30 tot 50 jaar). Diversiteit In Kampen geeft 1/3 van de 182 organisaties aan evenveel mannen als vrouwen als vrijwilliger te hebben. De overige 2/3 van de organisaties is in gelijke mate verdeeld over de categorie ‘meer mannen dan vrouwen’ en ‘meer vrouwen dan mannen’. Van de 177 organisaties geven 96 organisaties (54%) aan geen vrijwilligers tot 25 jaar en geen allochtone vrijwilligers te hebben. Het aantal organisaties dat geen vrijwilligers met beperking heeft, ligt met 42% wat lager. Wanneer organisaties wel vrijwilligers tot 25 jaar, van allochtone afkomst of vrijwilligers met een beperking hebben dan is dat aantal veelal 1 tot 10 vrijwilligers. Knelpunten met betrekking tot het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand lijken er niet op grote schaal te spelen. 53% van de 180 organisaties geeft aan in het geheel geen knelpunten te ervaren en 31% geeft aan niet te streven naar meer diversiteit in het vrijwilligersbestand. Wanneer men wel knelpunten ervaart dan is dat meestal dat het vrijwilligersorganisaties niet lukt om vrijwilligers uit deze doelgroepen te werven. In 2004 gaven 194 van de 197 organisaties (99%) aan geen allochtone vrijwilligers te hebben. Steeds meer organisaties lijken er dus in te slagen allochtone vrijwilligers voor hun organisatie te winnen. Regelingen Van de 215 organisaties hebben 104 organisaties (48%) een blijk van waardering (presentjes, uitjes e.d.) voor hun vrijwilligers geregeld. Daarmee scoort ‘waardering’ het hoogst. Opvallend is dat 60 organisaties helemaal niets voor de vrijwilligers hebben geregeld. Wat regelen organisaties nog meer voor hun vrijwilligers (de meest genoemde antwoorden van boven naar beneden aflopend)? Doordat er in 2004 minder antwoordcategorieën waren, kunnen de percentages in deze vraag niet één op één met elkaar worden vergeleken.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2009 (N=215 organisaties) Waardering Verzekering Onkostenvergoeding Begeleiding van vrijwilligers Scholing van vrijwilligers Vrijwilligerscoördinator Vrijwilligerscontracten
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
48% 41% 38% 38% 24% 21% 14%
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2004 (N=197 organisaties) Waardering Verzekeringen Onkostenvergoeding Begeleiding Scholing Vrijwilligerscoördinator Vrijwilligerscontracten
67% 50% 50% 45% 30% 28% 16% 25
8. Vrijwilligersbeleidsplan 9. Overige zaken 4.4
12% 5%
8.
Vrijwilligersbeleid
10%
Ondersteuningsinfrastructuur
Grafiek 5: Krijgt uw organisatie ondersteuning (N= 214)?
Van de 214 organisaties geven 106 organisaties (50%) aan geen ondersteuning te krijgen. Daarna volgen respectievelijk ondersteuning door een landelijke bond/koepel of door een provinciale/ regionale organisatie. Vooral organisaties in de kunst/cultuur sector worden niet ondersteund in hun werk. In 2004 gaf 56% van de 197 organisaties aan geen ondersteuning te krijgen. Het aantal organisaties dat niet wordt ondersteund, lijkt dus iets te zijn afgenomen. Bekendheid en gebruik Vrijwilligerscentrale Kampen In de gemeente Kampen zijn 163 van de 208 organisaties (78%) bekend met de vrijwilligerscentrale. Daarvan maakt 20% ook daadwerkelijk gebruik van de vrijwilligerscentrale en dan vooral van de diensten werving en bemiddeling, informatie en advies en promotie. Het gebruik van de vrijwilligerscentrale is het hoogst in de belangenbehartiging/ emancipatie en sport/recreatie sector. De onbekendheid is het grootst in de kunst/cultuur sector.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
26
In onderstaand schema kunt u lezen hoe de organisaties de diensten van de centrale beoordelen.
Goed
Voldoende
Onvoldoende
de beschikbaarheid van informatie en advies over uw sector/type organisatie
14 (35.0%)
14 (35.0%)
-
-
11 (27.5%)
39
de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers
14 (35.0%)
18 (45.0%)
-
-
6 (15.0%)
38
het aanbod van workshops, cursussen en trainingen gericht op uw sector/type organisatie
8 (20.0%)
9 (22.5%)
3 (7.5%)
-
18 (45.0%)
38
de promotie van het vrijwilligerswerk
10 (25.0%)
19 (47.5%)
1 (2.5%)
-
9 (22.5%)
39
het behartigen van de belangen van vrijwilligers(organisaties)
9 22.5%)
14 (35.0%)
2 (5.0%)
-
13 (32.5%)
38
de deskundigheid van de medewerkers van het steunpunt
17 (42.5%)
10 (25.0%)
-
-
12 (30.0%)
39
de openingstijden en tijdstippen van cursussen
11 (27.5%)
7 (17.5%)
2 (5.0%)
-
18 (45.0%)
38
de telefonische bereikbaarheid
20 (50.0%)
13 (32.5%)
-
-
6 (15.0%)
39
de bereikbaarheid via email
24 (60.0%)
9 (22.5%)
-
-
6 (15.0%)
39
de ligging, locatie en toegankelijkheid
19 (47.5%)
9 (22.5%)
2 (5.0%)
1 (2.5%)
8 (20.0%)
39
de snelheid waarmee vragen worden beantwoord
17 (42.5%)
12 (30.0%)
-
-
10 (25.0%)
39
de kosten
13 (32.5%)
6 (15.0%)
1 (2.5%)
-
18 (45.0%)
38
Slecht Geen mening totaal
Grafiek 6: Hoe beoordeelt uw organisatie de volgende aspecten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk?
Daaruit blijkt dat het merendeel van de organisaties tevreden is over de verschillende diensten. Mensen zijn vooral erg te spreken over de deskundigheid van de medewerkers en ook de diensten werving en bemiddeling en informatie en advies scoren hoog op “goed”. De verbeterkansen lijken vooral te liggen op het gebied van deskundigheidsbevordering, promotie en belangenbehartiging. In 2004 nam de vrijwilligerscentrale 16% van de ondersteuning voor haar rekening. Vrijwilligersbeleid, promotie en werving waren toen de top 3 onderwerpen waarvoor organisaties bij de centrale aanklopten. Hoewel de vraagstelling iets anders luidt, kan hieruit de voorzichtige conclusie worden getrokken dat het aantal organisaties dat door de vrijwilligerscentrale wordt ondersteund iets lijkt te zijn toegenomen. Tevredenheid over de gemeente De meeste organisaties hebben regelmatig contact met de gemeente. Van de 214 organisaties geven 54 organisaties (25%) aan regelmatig contact te hebben en 103 organisaties (48%) geven aan incidenteel contact te onderhouden. 40 organisaties onderhouden geen contact met de gemeente. Dit zijn vooral organisaties in de sector religie/levensbeschouwing.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
27
Grafiek 7: Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente (N= 214)?
Gekeken naar de tevredenheid over het contact met de gemeente dan is 43% van de 212 organisaties tevreden en toont 35% zich neutraal. De vrijwilligersorganisaties in Kampen tonen zich redelijk tevreden over het huidige beleid van de gemeente. 31% van de 205 organisaties is zelfs zo tevreden dat zij ook aangeven dat er geen verbeteringen nodig zijn. De overige organisaties zien wel verbeterpunten waarbij de meest genoemde onderwerpen zijn: 1. Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk (47 maal) 2. ‘Wij weten niet wat wij van de gemeente mogen verwachten’ (46 maal) 3. Procedures voor subsidies en vergoedingen (29 maal) 4. Huisvesting (25 maal) 5. Betere afstemming tussen gemeentelijke diensten (22 maal) 6. Vast contactpersoon bij de gemeente (21 maal) 7. Vergunningenbeleid (18 maal) In 2004 gaven organisaties over het algemeen aan weinig contact met de gemeente te onderhouden. De verbeterpunten die toen werden genoemd, zijn ‘wij weten niet wat wij van de gemeente mogen verwachten’, procedures voor subsidies en vergoedingen en gemeentelijke aandacht, waardering en promotie. De tevredenheid over het beleid van de gemeente lijkt iets te zijn toegenomen. In 2004 toonde 28% van de organisaties zich tevreden over het beleid. In 2009 is dit percentage gestegen naar 31%. Waardering vrijwilligerswerkbeleid In de aanvullende vragen is ook specifiek gevraagd hoe de vrijwilligersorganisaties bepaalde onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid waarderen. Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
28
goed
voldoende
onvoldoend e
geen mening
mij onbekend
totaal
de gratis vrijwiligersverzekering "Kamper Polis"
49 (28.2%)
20 (11.5%)
-
34 (19.5%)
71 (40.8%)
174
het tweejaarlijks vrijwilligersfeest
38 (21.8%)
43 (24.7%)
2 (1.1%)
41 (23.6%)
50 (28.7%)
174
de jaarlijkse vrijwilligersprijs van 500 euro
49 (28.2%)
42 (24.1%)
2 (1.1%)
26 (14.9%)
55 (31.6%)
174
de nota 'gebundelde krachten'
8 (4.6%)
18 (10.3%)
5 (2.9%)
36 (20.7%)
107 (61.5%)
174
het cluster vrijwilligers van de Wmo raad
9 (5.2%)
26 (14.9%)
3 (1.7%)
43 (24.7%)
93 (53.4%)
174
33 (19.0%)
31 (17.8%)
5 (2.9%)
51 (29.3%)
54 (31.0%)
174
de Tohopesate/ beursvloer
Grafiek 8: Hoe waardeert u de volgende onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid (N=174)?
Daaruit blijkt dat vrijwilligersorganisaties vooral erg tevreden zijn over de jaarlijkse vrijwilligersprijs en de gratis vrijwilligersverzekering. Ook het vrijwilligersfeest scoort redelijk hoog maar dan met name op ‘voldoende’. De nota ‘gebundelde krachten’ en het cluster vrijwilligers van de Wmo-raad scoren wat lager maar dat ligt in de lijn der verwachting omdat het voor veel organisaties wat verder weg staat maar ook omdat veel organisaties daarbij aangeven er onbekend mee te zijn. Het merendeel van de vrijwilligersorganisaties vindt dat de vrijwilligers in de gemeente Kampen voldoende gewaardeerd worden, zowel door de gemeente als door de organisatie zelf. 22% van de organisaties vindt echter dat de gemeente er meer aandacht aan zou mogen besteden. Dit percentage komt ook overeen met het percentage organisaties dat gemeentelijke aandacht, waardering en promotie als één van de verbeterpunten heeft genoemd. Tohopesate/beursvloer wordt door 37% van de organisaties goed/voldoende beoordeeld. Daarbij valt op dat veel organisaties er onbekend mee zijn of geen mening over hebben. Dat komt ook overeen met de andere aanvullende vraag die is gesteld. Daaruit blijkt namelijk ook dat 28% van de 181 organisaties niet bekend is met Tohopesate/ beursvloer en dat 50% er geen interesse in heeft. Slechts 22% heeft de afgelopen drie jaar deelgenomen aan Tohopesate. 4.5
Maatschappelijke thema’s
De organisaties is ook gevraagd naar hun betrokkenheid bij enkele actuele maatschappelijke onderwerpen, die in meer of mindere mate in relatie staan tot vrijwilligerswerk. Sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering 13% (27 van de 204 organisaties) is al actief in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering. 8% van de organisaties is nog niet actief maar toont zich wel geïnteresseerd. En 58% van de organisaties zegt “nee” op de vraag of zij geïnteresseerd in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering waarbij vooral onderwijs/educatie sector hoog hierop scoort.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
29
De meest genoemde knelpunten of bezwaren die spelen, zijn (N=81): o Geen geschikte begeleiders (29x) o Te weinig tijd voor begeleiding (25x) o Geen geschikte werkzaamheden (24x) Meer informatie over de mogelijkheden, hulp bij het begeleiden van vrijwilligers met deze achtergrond en hulp bij het werven zijn vormen van ondersteuning die het vaakst zijn aangekruist. Maatschappelijke stages De interesse in maatschappelijke stage (mas) is wat groter. Van de 202 organisaties zeggen 26 organisaties (13%) wel geïnteresseerd te zijn in maatschappelijke stage maar er nog geen ervaring in te hebben. Al actief is 18% van de organisaties en dit zijn vooral organisaties in de onderwijs/educatie sector. 124 organisaties (61%) antwoorden “nee” op de vraag of zij geïnteresseerd zijn in maatschappelijke stage. Nee, hoort men vooral in de belangenbehartiging/emancipatie sector. De knelpunten of bezwaren die men noemt bij maatschappelijke stage zijn (N=76): o Te weinig tijd voor begeleiding (27x) o Veel regelwerk (22x) o Te weinig afstemming met scholen (21x) Organisaties willen vooral ondersteund worden in de vorm van meer informatieverstrekking over de mogelijkheden, hulp bij het begeleiden van de stagiaires en hulp bij het creëren van geschikte taken. Maatschappelijk betrokken ondernemen Ook voor maatschappelijk betrokken ondernemen (mbo) lopen er maar weinig organisaties warm. 14% van de 201 organisaties is wel geïnteresseerd maar nog niet actief. Dit zijn vooral organisaties in de sport/recreatie sector. Al actief is 8% van de organisaties. Dit zijn vooral organisaties in de kunst/cultuur sector. 132 organisaties (66%) laten een duidelijke “nee” horen. De meerwaarde ervan is vooral niet duidelijk bij religie/levensbeschouwing en belangenbehartiging/emancipatie sector. De knelpunten en bezwaren die spelen bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen zijn (N=65): o Te weinig informatie beschikbaar (27x) o Wij weten niet wat te verwachten (25x) o Veel regelwerk (24x) o Te weinig ervaring (24x) De gewenste ondersteuningsvormen die het meest worden genoemd zijn meer informatie verstrekken, voorbeelden vanuit andere organisaties en hulp bij het contact leggen met bedrijven.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
30
Grafiek 9: Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven (N= 66)?
Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bij het merendeel van de organisaties bekend. Slechts 39 organisaties (19% van 205 organisaties) zeggen nauwelijks bekend te zijn met de Wmo. 30 organisaties leveren met haar activiteiten en diensten ook al een bijdrage aan de uitvoering van deze wet en 6 organisaties zeggen dat zij dit gaan doen. Het hoogst scoort echter de antwoordcategorie “bekend, weet verder niet”. 68 organisaties (33%) zijn bekend met de wet maar weten niet welke bijdrage zij kunnen leveren aan de uitvoering van de Wmo. Dit is vooral onbekend bij de sport/recreatie sector. Het aantal organisaties dat vanwege de Wmo samenwerkingsverbanden met andere organisaties is aangegaan, is met 24 organisaties beperkt (12% van 207 organisaties). 79 organisaties (38%) geven aan nog niet te weten of zij in de toekomst samenwerkingsverbanden aan zullen gaan. Maar ‘nee’ wordt ook gehoord. 96 organisaties (46%) willen geen samenwerkingsverband aan gaan. De Wmo lijkt geen reden te zijn om contact met de gemeente te onderhouden. 78% (160 van 205 organisaties) zegt geen contact met de gemeente te hebben in relatie tot de Wmo. 65% verwacht ook niet dat dit in de toekomst zal gebeuren maar 13% beantwoordt de vraag met ‘nee, maar waarschijnlijk binnenkort wel’.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
31
Grafiek 10: Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wmo (N=205)?
4.6
Deskundigheidsbevordering
‘Door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen’ scoort het hoogst. 114 van de 203 organisaties (56%) zeggen geen workshop, cursus of training te hebben gevolgd. De organisaties die wel workshops, cursussen of trainingen hebben gevolgd, hebben deze vooral bij de landelijke bond of koepelorganisaties gevolgd. Onderwerpen die hoog scoren zijn ‘andere onderwerpen’, ‘onderwerpen die met hun eigen sector en specifieke functies binnen de organisatie te maken hebben’ en ‘wet- en regelgeving’. De belangrijkste onderwerpen waar organisaties volgend jaar in geïnteresseerd zijn: 1. Overige onderwerpen die met de sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben (38 maal) 2. Werving van vrijwilligers, incl. bestuursleden (31 maal) 3. Fondsenwerving (25 maal) 4. Vrijwilligersbeleid (19 maal) 5. Voorlichting/ promotie/ pr (18 maal) 98 van de 203 organisaties (48%) zeggen het komende jaar geen interesse te hebben in deskundigheidsbevordering. De organisaties in de religie/levensbeschouwing sector hebben vaker geen behoefte aan deskundigheidsbevordering. 4.7
Vraagstukken en knelpunten
Aan het eind van de basisenquête is gevraagd welke onderwerpen de komende twee jaar aangepakt dienen te worden (maximaal 3). De meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend:
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
32
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2009 (N=205 organisaties) Werving leden, deelnemers of cliënten 28% Werving van bestuursleden 27% Werving van overige vrijwilligers 24% Ander onderwerp 21% Sponsoring of fondsenwerving 12% Huisvesting/ zaalruimte 12% Deskundigheidsbevordering vrijwilligers 11%
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2004 (N=197 organisaties) Werving van bestuursleden Werving leden, deelnemers of cliënten Werving van overige vrijwilligers Sponsoring of fondsenwerving Huisvesting/ zaalruimte Imago van de organisatie Gemiddelde leeftijd van vrijwilligers
36% 33% 28% 21% 19% 11% 11%
De organisaties gaan vooral aan de slag met de werving van leden, deelnemers en cliënten, met de werving van bestuursleden en de werving van overige vrijwilligers, Het werven van leden, deelnemers en cliënten staat bovenaan het lijstje van de belangenbehartiging/emancipatie sector. Met het werven van bestuursleden gaan vooral de sectoren belangenbehartiging/emancipatie en sport/recreatie aan de slag. Terwijl het werven van vrijwilligers juist een belangrijke klus wordt voor de organisaties in de religie/levensbeschouwing sector. Op de vraag ‘Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning?’ antwoorden de organisaties: 2009 (N=207 organisaties) 1. Op het gebied van fondsenwerving 2. Op het gebied van promotie van vrijwilligerswerk en onze organisatie 3. Ondersteuning op een ander vlak 4. Op het gebied van huisvesting 5. Op het gebied van deskundigheidsbevordering Op het gebied van wetten/regelingen
18% 10% 9% 8% 7% 7%
1. 2. 3. 4. 5.
2004 (N=197 organisaties) Hulp bij fondsenwerving 24% Hulp bij het organiseren van activiteiten 17% Cursussen voor vrijwilligers Praktische faciliteiten Wetten/ regelingen voor vrijwilligers Huisvesting
16% 15% 14% 14%
Iets meer dan de helft van de organisaties (53% van 207 organisaties) geeft daarbij aan geen behoefte te hebben aan extra ondersteuning. Wat opvalt, is dat vooral organisaties binnen de sectoren religie/levensbeschouwing en belangenbehartiging/emancipatie zeggen geen behoefte te hebben aan ondersteuning. In 2004 gaf 58% van de 197 organisaties aan geen behoefte te hebben aan extra ondersteuning. De organisaties die behoefte hebben aan ondersteuning lijkt dus iets gestegen te zijn. 4.8
Overige opmerkingen
Aan het eind van de enquête kunnen de organisaties resterende opmerkingen plaatsen. Dit is 35 maal gebeurd. Enkele reacties gaan over naamswijzigingen en over het feit dat vragen niet/minder van toepassing of moeilijk te beantwoorden zijn voor de eigen organisatie. Daarnaast beschrijft een aantal organisaties zich nader in doelstelling en activiteiten en er volgen nog enkele individuele vragen en verzoeken.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
33
5
Vergelijkingen
De resultaten van het onderzoek in de gemeente Kampen kunnen in verband worden gebracht met uitkomsten van onderzoek met Digimon in een aantal andere gemeenten. Dat wordt in dit hoofdstuk gedaan met de enigszins vergelijkbare gemeenten Steenwijkerland en Langedijk. Deze twee gemeenten hebben enkele maanden eerder het Digimontraject doorlopen. Enkele kerngegevens (CBS, 2008) over de betreffende gemeenten: Kampen
Steenwijkerland
Langedijk
Inwonertal
49.385
43.282
25.934
Bevolkingsdichtheid
349
149
1.078
Karakter
Matig stedelijk
Matig stedelijk
Matig stedelijk
De aanvullende vragenset over de specifieke situatie in Kampen kan niet worden meegenomen in de vergelijkingen. Deze vragenset is namelijk alleen in de gemeente Kampen uitgezet waardoor vergelijkbare onderzoeksgegevens ontbreken. 5.1
Respons
De respons in het onderzoek was 37%. Een acceptabele respons maar wel wat lager dan wenselijk: 40% wordt beschouwd als gewenste minimale respons, terwijl 70% een uitschieter is. Ter vergelijking, eveneens gekeken naar een aantal sectoren: Kampen
Steenwijkerland
Langedijk
Landelijk (*)
588
144
2138
37%
32%
56%
-
Sport
50=22%
38=20%
21=26%
550=26%
Cultuur
30=14%
23=12%
11=14%
299=14%
Onderwijs
25=11%
22=12%
0=0%
118=6%
Religie
23=10%
13=7%
3=4%
139=7%
Belangenb.
17=8%
13=7%
8=10%
141=7%
Overige
17=7%
15=8%
9=11%
192=9%
Zorg
16=7%
16=9%
7=9%
198=9%
Soc. cult.
11=5%
17=9%
8=10%
159=7%
Politiek/ideëel
10=5%
4=2%
0=0%
42=2%
Bestand vrijwilligersorga- 548 nisaties Respons Diverse sectoren:
(*) Het landelijke beeld heeft betrekking op 2138 vrijwilligersorganisaties in een tiental gemeenten (waaronder een paar middelgrote), die in 2008 aan Digimon-onderzoek hebben deelgenomen.
Wat opvalt, is dat in de gemeente Kampen de sectoren religie/levensbeschouwing en politiek/ideëel goed vertegenwoordigd zijn. Door de soms kleine aantallen dient detailvergelijking tussen de gemeenten en tussen de sectoren echter met het nodige voorbehoud plaats vinden. Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
34
5.2
Organisaties
De resultaten van het onderzoek in Kampen geven het beeld dat de lokale vrijwilligerssector vooral uit kleine en pure vrijwilligersorganisaties zonder beroepskrachten bestaat. Dit is overeenkomstig de andere gemeenten. Beroepskrachten Kampen (N=219)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2109)
Nee
126=58%
107=57%
51=64%
1332=63%
1
20=9%
22=12%
8=10%
246=12%
10 of meer
33=15%
16=9%
5=6%
203=10%
Vrijwilligers Kampen (N=268)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2082)
1-10
106=49%
72=38%
19=24%
779=37%
10-25
44=21%
55=29%
18=23%
561=27%
Meer dan 100
14=7%
11=6%
13=16%
189=9%
In vergelijking met de andere gemeenten zijn er veel kleine vrijwilligersorganisaties in Kampen. Het aantal organisaties dat 1-10 vrijwilligers heeft, ligt in Kampen zo’n 12% hoger dan het landelijk percentage. De vrijwilligersorganisaties in Kampen draaien grotendeels, vergelijkbaar met de andere gemeenten en eveneens conform het landelijke beeld op contributies van leden en gemeentesubsidie. De organisaties in Kampen tonen zich redelijk tevreden over het aantal leden, deelnemers of cliënten. De tevredenheid overstijgt zelfs het landelijk percentage. In Kampen toont 41% van 222 organisaties zich tevreden over dit aantal terwijl landelijk dit in 36% van de organisaties het geval is. 5.3
Vrijwilligers
In gemeente Kampen blijkt 60% van de organisaties tevreden te zijn over de samenstelling van het vrijwilligersbestand; landelijk ligt dit percentage op 48%. Ook hier tonen de vrijwilligersorganisaties zich dus uitermate tevreden. Wil men wél verandering hierin, dan spreekt men alom de wens van verjonging uit (vooral meer vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 50 jaar). Dit komt ook overeen met het landelijke beeld. Opvallend verschil daarbij is wel dat in de gemeente Kampen de voorkeur vooral uit gaat naar vrijwilligers in de leeftijdscategorie 30 tot 50 jaar terwijl het landelijk beeld juist laat zien dat vrijwilligersorganisaties een lichte voorkeur hebben voor vrijwilligers van 20 tot 30 jaar. Daarnaast valt tevens op dat het aantal organisaties dat meer vrijwilligers tot 20 jaar wenst in Kampen zeer gering is. Het tekort aan vrijwilligers lijkt in Kampen iets minder te spelen dan landelijk het geval is. In Kampen geeft 44% van de organisaties aan geen tekort aan vrijwilligers te hebben terwijl het landelijk percentage 34% is. De wens om vooral meer vrijwilligers voor het uitvoeren/ begeleiden van activiteiten of voor het bestuurswerk te werven, komt overeen met het landelijk beeld. 5.4
Ondersteuning
Het aantal organisaties dat geen ondersteuning krijgt, is in de gemeente Kampen wat hoger dan het landelijk beeld. Landelijk ligt dit percentage op 42% in vergelijking met 50% van de organisaties in Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
35
Kampen. De eventuele ondersteuning komt overal vooral van landelijke en provinciale/regionale organisaties. Als we kijken naar de behoefte aan (extra) ondersteuning per gemeente zien we de volgende verschillen (de meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend):
1 2 3 4 5 6
Kampen (N=207)
Steenwijkerland (N=198)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2138)
Geen behoefte
Geen behoefte
Geen behoefte
Geen behoefte
(109=53%)
(47%)
(34%)
(43%)
Fondsenwerving
Fondsenwerving
Fondsenwerving
Fondsenwerving
(37=18%)
(16%)
(23%)
(19%)
Promotie
Promotie
Huisvesting
Promotie
(20=10%)
(15%)
(23%)
(12%)
Ondersteuning ander vlak
Huisvesting
Promotie
Trainingen vrijwilligers
(18=9%)
(10%)
(20%)
(10%)
Huisvesting
Trainingen vrijwilligers
Trainingen vrijwilligers
Huisvesting
(16=8%)
(10%)
(15%)
(10%)
Trainingen vrijwilligers
Organiseren activiteiten
Advies vrijwilligersbeleid
Organiseren activiteiten
(14=7%)
(9%)
(14%)
(9%)
De behoefte aan (extra) ondersteuning lijkt in Kampen aanzienlijk lager te zijn dan in andere gemeenten. Daarnaast valt op dat het onderwerp “ondersteuning op een ander vlak” in Kampen vaak is aangekruist. Wat dat precies betekent, zal in gesprek met de vrijwilligersorganisaties duidelijk moeten worden. Opvallend is dat het onderwerp deskundigheidsbevordering in Kampen op het lijstje staat. De interesse in deskundigheidsbevordering lijkt immers niet zo groot in Kampen. Ter vergelijking, in Kampen geeft 48% van de organisaties aan het komende jaar niet geïnteresseerd te zijn in deskundigheidsbevordering terwijl dit percentage landelijk 36% is. Vrijwilligerscentrale Kampen De bekendheid en het gebruik van Vrijwilligerscentrale Kampen komen redelijk overeen met de bekendheid en het gebruik van steunpunten in andere gemeenten. In Kampen is 78% van de organisaties bekend met de centrale en 20% maakt er ook gebruik van. Landelijk ligt dit percentage op 80% voor de bekendheid en 20% voor het gebruik. Een onderlinge vergelijking van beoordelingen ‘goed/voldoende’ van organisaties over de verschillende aspecten van het steunpunt vrijwilligerswerk: Kampen (N=42)
Steenwijkerland(N=47) Langedijk (N=11)
Landelijk (N=376)
28=70%
79%
82%
66%
Ondersteuning werving 32=80%
68%
46%
59%
Beschikbaarheid van informatie en advies & bemiddeling Belangenbehartiging
23=58%
55%
46%
50%
Aanbod van work-
17=43%
66%
46%
52%
Promotie
29=73%
64%
46%
60%
Deskundigheid mede-
27=68%
64%
64%
64%
shops en trainingen
werkers
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
36
De beoordelingen ‘goed/voldoende’ wijken in positieve zin af van het landelijke beeld. Afgezien van het aanbod van workshops en trainingen scoort de Vrijwilligerscentrale Kampen op alle onderwerpen hoger dan het landelijk percentage. Vooral de tevredenheid over de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers is opvallend hoog in Kampen. Gemeente Vrijwilligersorganisaties en de gemeente Kampen onderhouden vooral incidenteel contact, overeenkomstig het landelijk beeld. Het aantal organisaties dat geheel geen contact met de gemeente onderhoudt, is redelijk in overeenstemming met elkaar. Een onderlinge vergelijking over de tevredenheid over het contact met de gemeente:
(zeer) tevreden
Kampen (N=212)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2047)
43%
39%
43%
47%
De mate van tevredenheid over het contact met de gemeente komt redelijk overeen met het landelijke beeld. De eventuele verbeterwensen richting gemeenten gaan overal steeds over waardering en promotie van het vrijwilligerswerk, het ondersteuningsaanbod van de gemeente en de procedures voor subsidies en vergoedingen, zo ook in Kampen. Wat wel opvalt, is de grote mate van tevredenheid over het beleid van de gemeente. 31% van de organisaties is zelfs zodanig tevreden dat zij vinden dat er geen verbetering nodig zijn in Kampen. Landelijk ligt dit percentage op 24%. 5.5
Maatschappelijke thema’s
De vragen over de maatschappelijke thema’s zijn op de antwoorden ‘reeds actief’, ‘interesse maar nog geen ervaring’ en ‘geen interesse’ met elkaar vergeleken: Sociale activering, maatschappelijke integratie, inburgering Kampen (N=204)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2043)
Reeds actief
27=13%
23=13%
12=15%
259=13%
Interesse
17=8%
37=20%
20=25%
354=17%
Geen interesse
118=58%
94=50%
31=39%
1010=49%
Hoewel het percentage organisaties dat in Kampen reeds actief is op dit thema overeenkomt met de andere gemeenten, lijken de organisaties in Kampen zich wat terughoudend op te stellen ten opzichte van sociale activering, maatschappelijke integratie, inburgering. Dit blijkt vooral uit het lage percentage organisaties dat zich geïnteresseerd toont in (re)-integratie. Maatschappelijke stage Kampen (N=202)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2044)
Reeds actief
36=18%
48=25%
8=10%
292=14%
Interesse
26=13%
29=15%
20=25%
345=17%
Geen interesse
124=61%
95=50%
39=49%
1157=57%
In het kader van maatschappelijke stage zijn meer organisaties actief, ook in vergelijking met de landelijke cijfers. Toch is ook hier het aantal organisaties dat zich voor een nieuwe ontwikkeling openstelt in Kampen beperkt. Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
37
Maatschappelijk betrokken ondernemen Kampen (N=201)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2041)
Reeds actief
16=8%
15=8%
7=9%
157=8%
Interesse
29=14%
50=27%
24=30%
500=25%
Geen interesse
132=66%
90=48%
39=49%
1011=50%
Het aantal organisaties dat in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen actief is, is in Kampen in verhouding met het landelijke beeld. De interesse in MBO is daarentegen in Kampen aanzienlijk minder dan in de andere gemeenten. Wet maatschappelijke ondersteuning Kampen (N=205)
Steenwijkerland (N=188)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2037)
Reeds actief
30=15%
40=21%
21=26%
335=16%
Interesse
6=3%
10=5%
8=10%
139=7%
Geen interesse
62=30%
47=25%
8=10%
522=26%
Voor de Wmo geldt hetzelfde als de andere drie thema’s. Het aantal organisaties dat al een bijdrage levert aan de uitvoering van de Wmo is overeenkomstig het landelijk beeld. Maar ook hier is de interesse er in beperkt. Wellicht dat dit ook te maken heeft met het grote aantal organisaties dat (nauwelijks) bekend is met de Wmo en niet weet wat zij daarin kunnen betekenen. Dit is in het totaal voor 52% van de 205 organisaties het geval. 5.6
Vraagstukken
De werving van leden/cliënten, bestuursleden en overige vrijwilligers zijn landelijk de meest genoemde onderwerpen voor de komende jaren. Wat minder actuele vraagstukken betreffen de sponsoring of fondsenwerving, huisvesting of zaalruimte voor activiteiten en de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Ook de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is een aandachtspunt voor een deel van de organisaties. Als de gegevens uit Kampen worden vergeleken met de andere gemeenten, zien we de volgende verschillen (per gemeente de meest genoemde onderwerpen van boven naar beneden aflopend): Kampen (N=212) 1 Werving leden/ cliënten (57=28%) 2 Werving bestuursleden (56=27%) 3 Werving van vrijwilligers (50=24%) 4 Ander onderwerp (42=21%)
Steenwijkerland (N=189)
Langedijk (N=80)
Landelijk (N=2138)
Werving bestuursleden
Werving bestuursleden
Werving van leden/ cliënten
(36%)
(44%)
(36%)
Werving leden/cliënten
Werving leden/ cliënten
Werving bestuursleden
(34%)
(34%)
(32%)
Werving vrijwilligers
Werving vrijwilligers
Werving overige vrijwilligers
(29%)
(21%)
(26%)
Sponsoring/fondsenwerving
Sponsoring/fondsenwerving
Sponsoring/fondsenwerving
(13%)
(21%)
(18%)
Huisvesting
Huisvesting
(18%)
(12%)
5 Sponsoring/fondsenwerving Huisvesting (25=12%)
(12%)
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
38
Ondanks de algemene tevredenheid over het aantal leden, deelnemers en cliënten willen de Kampense vrijwilligersorganisaties wel aan de slag met de werving van leden/ deelnemers en cliënten. Mogelijk omdat de contributies van leden ook één van de belangrijkste inkomstenbronnen van de organisaties is. Het tekort aan bestuursleden lijkt in vergelijking met de andere gemeenten wat minder te spelen in Kampen. Daarentegen staat ‘een ander onderwerp’ wel weer hoog in het lijstje in Kampen. Wat dat onderwerp is waarmee de vrijwilligersorganisaties aan de slag willen gaan, zal in gesprek met de organisaties duidelijk moeten worden. Er lijkt namelijk wel wat te spelen in Kampen aangezien veel organisaties ook ‘ondersteuning op een ander vlak’ wensen. Deze opties zijn nog niet eerder in dergelijke mate aangekruist binnen een Digimon-enquête.
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
39
6
Bijlagen
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
40
Bijlage A Vragenlijst Digimon 1. In welke sector hoort uw organisatie thuis? (slechts één antwoord mogelijk) Kruis aan waar de activiteiten en diensten van uw organisatie vooral op zijn gericht. Het gaat hierbij niet om de doelgroep: dat komt bij de volgende vraag aan de orde.
SPORT EN RECREATIE (tennisvereniging, verenigingen voor denksporten, wandelvereniging, kindervakantiekampen, Scouting e.d.) ZORG EN HULPVERLENING (verzorgingstehuis, hospice, Humanitas, Zonnebloem, buddyprojecten, Tafeltje Dekje, vrijwillige thuiszorg, Slachtofferhulp, terminale zorg e.d) INFORMATIE EN ADVIES (rechtswinkels, jongereninformatiepunt, steunpunt vrijwilligerswerk, bibliotheek, meldpunt, VAC, anti-discriminatiebureau, buurtbemiddeling e.d.) RELIGIE EN LEVENSBESCHOUWING (kerken, moskee, Humanistisch Verbond, Vrijmetselaars, uitvaartbegeleiding e.d.) KUNST EN CULTUUR (muziek- en toneelverenigingen, filmhuizen, historisch genootschap, stedenband e.d.) MEDIA (lokale omroep, Straatnieuws, buurtkranten e.d.) POLITIEKE EN IDEËLE DOELEN (Amnesty International, Unicef, politieke partijen, Wereldwinkel, Greenpeace e.d.) SOCIAAL CULTUREEL WERK (werk in een buurthuis of gemeenschapshuis, kinderopvang, hobbyclubs, speel-o-theek, Stichting Welzijn Ouderen e.d.) WIJK-, BUURT- EN BEWONERSZAKEN (buurtcomité's, bewonersvereniging, Vereniging van Eigenaren, wijkbeheer e.d.) ONDERWIJS EN EDUCATIE (scholen, huiswerkbeleiding, Volksuniversiteit, vormingscentra, taallessen e.d.) BELANGENBEHARTIGING EN EMANCIPATIE (patiëntenorganisaties, ouderenbond, jongerenraad, organisatie voor plattelandsvrouwen, ondernemersverenigingen, supportersvereniging e.d.) NATUUR EN MILIEU (dierenasiel, dierenambulance, IVN, vogelvereniging, kringloopwinkels e.d.) VERKEER EN VEILIGHEID (EHBO, brandweer, politie, 3VO, reddingsbrigade, rampenbestrijding e.d.) onze organisatie past niet in een bovenstaande categorie
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
41
2.
Richt uw organisatie zich op een specifieke doelgroep? (Geef maximaal 2 antwoorden) Met doelgroep bedoelen we de leden, deelnemers of cliënten voor wie de activiteiten en diensten van uw organisatie zijn bestemd. Indien uw organisatie zich op meer dan 2 doelgroepen richt, dan kiest u de 2 belangrijkste.
3.
Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten? (slechts één antwoord mogelijk)
4.
nee, wij richten ons op allerlei doelgroepen ja, op kinderen/jongeren ja, op vrouwen ja, op ouderen ja, op allochtonen ja, op asielzoekers/vluchtelingen ja, op mensen met een uitkering ja, op mensen met een lichamelijke beperking ja, op mensen met een verstandelijke beperking ja, op mensen met een psychische beperking ja, op een andere doelgroep
dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren toegenomen dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren gelijk gebleven dit aantal is de laatste 3 à 4 jaren afgenomen
Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal leden, deelnemers of cliënten? (slechts één antwoord mogelijk)
ja nee, wij wensen een kleine toename van het aantal leden, deelnemers of cliënten nee, wij wensen een grote toename van het aantal leden, deelnemers of cliënten weet niet
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
42
5.
Zou uw organisatie ook andere doelgroepen willen bereiken? (Geef maximaal 2 antwoorden) Het gaat hier om een eventuele verbreding van het leden-, deelnemers- of cliëntenbestand. Indien uw organisatie meer dan 2 andere doelgroepen wenst te bereiken, dan kiest u de 2 belangrijkste.
6.
nee, wij zijn tevreden over onze doelgroep ja, de doelgroep jonger dan 20 jaar ja, de doelgroep van 20 tot 30 jaar ja, de doelgroep van 30 tot 50 jaar ja, de doelgroep ouder dan 50 jaar ja, mannen ja, vrouwen ja, allochtonen ja, hoger opgeleiden ja, lager opgeleiden ja, mensen met een lichamelijke beperking ja, mensen met een verstandelijke beperking ja, mensen met een psychische beperking ja, mensen met een uitkering ja, andere doelgroepen
Op welk geografisch gebied richt uw organisatie zich vooral? (slechts één antwoord mogelijk) De vraag is waar de leden, deelnemers of cliënten van uw organisatie hoofdzakelijk wonen.
7.
de eigen buurt, wijk of dorp(-skern) de gemeente de regio rond de gemeente de provincie heel Nederland
Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Met beroepskrachten bedoelen we medewerkers (incl. freelancers) in uw organisatie die een betaling ontvangen die gelijk staat aan salaris. Hier worden dus niet de mensen bedoeld die een vrijwilligers- of onkostenvergoeding ontvangen. Vult u het aantal betaalde krachten in, ongeacht het aantal uren dat zij per week werkzaam zijn.
geen beroepskrachten 1 beroepskracht 2 tot 5 beroepskrachten 5 tot 10 beroepskrachten 10 of meer beroepskrachten
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
43
8.
Wat zijn de belangrijkste inkomstenbronnen voor uw organisatie? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 inkomstenbronnen heeft, dan kiest u de 3 belangrijkste.
9.
jaarlijkse subsidie van de gemeente project- of incidentele subsidie van de gemeente subsidie van de provinciale of landelijke overheid contributies van leden deelnemersbijdragen of betaling door cliënten bijdragen van fondsen sponsoring door bedrijven inkomsten uit de verkoop van eten en drinken inkomsten uit de verkoop van andere artikelen andere inkomsten
Werkt uw organisatie samen met andere organisaties in de gemeente of regio? (slechts één antwoord mogelijk) Het gaat hier om samenwerking vanwege het organiseren van activiteiten voor eenzelfde doelgroep of het realiseren van een gemeenschappelijk doel, en niet om overleg over bijvoorbeeld het gezamenlijke gebruik van een accommodatie.
10.
nee ja, af en toe ja, vaak
Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Met vrijwilligers bedoelen we mensen die onbetaald werkzaamheden verrichten voor uw organisatie, inclusief de bestuursleden. Het gaat hierbij om de mensen die een actieve bijdrage leveren aan het beleid en de activiteiten van uw organisatie en daarvoor geen salaris ontvangen. Vul bij deze vraag het totale aantal vrijwilligers in, ongeacht het aantal uren dat zij per week/maand/jaar werkzaam zijn.
1 tot 10 vrijwilligers 10 tot 25 vrijwilligers 25 tot 50 vrijwilligers 50 tot 100 vrijwilligers 100 tot 250 vrijwilligers 250 tot 500 vrijwilligers meer dan 500 vrijwilligers
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
44
11.
Hoeveel vrijwilligers zijn structureel werkzaam voor uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) Bij de vorige vraag heeft u aangegeven hoeveel vrijwilligers uw organisatie in het totaal heeft. Nu is de vraag hoeveel personen onder hen gedurende ongeveer het gehele jaar actief zijn voor de organisatie, ongeacht het aantal uren dat zij per week/maand werkzaam zijn.
12.
1 tot 10 vrijwilligers 10 tot 25 vrijwilligers 25 tot 50 vrijwilligers 50 tot 100 vrijwilligers 100 tot 250 vrijwilligers 250 tot 500 vrijwilligers meer dan 500 vrijwilligers
Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie? (Geef maximaal 2 antwoorden) Indien de vrijwilligers van uw organisatie in meer dan 2 leeftijdscategorieën vallen, dan kiest de 2 belangrijkste of de laatste antwoordmogelijkheid.
13.
jonger dan 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar ouder dan 50 jaar redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën
Wat is er binnen uw organisatie geregeld voor vrijwilligers? (Geef maximaal 8 antwoorden)
niets begeleiding van vrijwilligers bij het werk scholing van vrijwilligers vrijwilligerscontracten verzekeringen (W.A., ongevallen e.d.) onkostenvergoedingen waardering (presentjes, uitjes e.d.) een vrijwilligersbeleid/plan een vrijwilligerscoördinator of bestuurder met aandachtsgebied vrijwilligers(-beleid) overige zaken
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
45
14.
Voor welke functies of werkzaamheden heeft uw organisatie tekort aan vrijwilligers? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie tekort aan vrijwilligers heeft voor meer dan 4 soorten functies of werkzaamheden, dan kiest u de 4 belangrijkste.
15.
wij hebben geen tekort aan vrijwilligers voor het bestuurswerk voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten voor de administratie voor klussen/techniek voor bar/kantine/keuken voor voorlichting en promotie voor werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of kennis nodig is voor werkzaamheden op specifieke tijden (bijv. tijdens kantoortijden, in het weekend of tijdens het zomersseizoen) voor andere taken
Wenst uw organisatie meer vrijwilligers uit een bepaalde categorie? (Geef maximaal 2 antwoorden) Het gaat hier dus niet om de vraag of u voldoende vrijwilligers heeft (dat kwam bij de vorige vraag aan bod), maar of u tevreden bent over de samenstelling van uw vrijwilligersgroep als u kijkt naar leeftijd, geslacht, werk- en denkniveau e.d. Indien uw organisatie een groter aantal vrijwilligers uit meer dan 2 categorieën wenst, dan kiest u de 2 belangrijkste.
nee, wij zijn tevreden over de samenstelling van ons vrijwilligersbestand ja, vrijwilligers tot 20 jaar ja, vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar ja, vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar ja, vrijwilligers ouder dan 50 jaar ja, mannen ja, vrouwen ja, allochtonen ja, vrijwilligers met een hoger werk- en denkniveau ja, vrijwilligers met een lager werk- en denkniveau ja, mensen met een lichamelijke beperking ja, mensen met een verstandelijke beperking ja, mensen met een psychische beperking ja, mensen met een uitkering ja, andere groepen vrijwilligers
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
46
16.
Krijgt uw organisatie ondersteuning? (Geef maximaal 3 antwoorden) Organisaties kunnen begeleiding of advies krijgen van een landelijke bond of koepel, een regiokantoor of een plaatselijke ondersteuningsorganisatie. Deze vraag gaat niet over financiële ondersteuning. Indien uw organisatie ondersteuning krijgt van meer dan 3 andere organisaties, dan kiest u de 3 belangrijkste.
17.
nee, wij krijgen geen ondersteuning bij ons werk ja, van onze landelijke bond of koepel ja, van een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk niveau (bijv. MOVISIE, Forum e.d.) ja, van een provinciale of regionale organisatie ja, van een steunpunt voor vrijwilligerswerk (ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicepunt vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning o.i.d.) ja, van een andere lokale organisatie (bijv. welzijnsstichting of sportraad)
Bent u bekend met het steunpunt voor vrijwilligerswerk? (slechts één antwoord mogelijk) Deze lokale of regionale steunpunten zijn ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicebureau vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning e.d.
ik ben niet bekend met het bestaan van een dergelijk steunpunt in onze gemeente of regio( -> ga door naar vraag 20 ) ik ben bekend met het bestaan van dit steunpunt, maar onze organisatie maakt er geen gebruik van( -> ga door naar vraag 20 ) ja, en onze organisatie maakt er ook gebruik van
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
47
18.
Van welke functies of diensten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk maakt uw organisatie gebruik? (Geef maximaal 8 antwoorden)
19.
werving en bemiddeling (het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van vrijwilligers bijv. via een vrijwilligersvacaturebank of website, de werving van specifieke doelgroepen zoals jongeren en mensen met een beperking enz.) informatie en advies (digitale, schriftelijke of mondelinge informatie over vrijwilligerswerk in het algemeen, danwel informatie en advies op maat over specifieke onderwerpen als vrijwilligersbeleid, wet- en regelgeving, werving, de organisaties van activiteiten, het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden e.d.) deskundigheidsbevordering (workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers en organisaties) promotie (bekendheid geven aan vrijwilligerswerk in het algemeen en de eigen organisatie in het bijzonder, door middel van folders, advertenties, een website, deelname aan markten en evenementen e.d.) belangenbehartiging (opkomen voor de rechten van vrijwilligers en organisaties) praktische faciliteiten (gebruik maken van apparatuur, ruimtes e.d.) facilitaire dienstverlening (het laten verzorgen van de boekhouding, ledenadministratie, drukwerk e.d.) overige diensten
Hoe beoordeelt uw organisatie de volgende aspecten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk?
Goed
Voldoen- Onvolde doende
Slecht
Geen mening
de beschikbaarheid van informatie en advies over uw sector/type organisatie de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers het aanbod van workshops, cursussen en trainingen gericht op uw sector/type organisatie de promotie van het vrijwilligerswerk het behartigen van de belangen van vrijwilligers(organisaties)
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
48
de deskundigheid van de medewerkers van het steunpunt de openingstijden en tijdstippen van cursussen de telefonische bereikbaarheid de bereikbaarheid via email de ligging, locatie en toegankelijkheid de snelheid waarmee vragen worden beantwoord de kosten
20.
Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)
21.
wij hebben geen contact met de gemeente wij hebben alleen contact met de gemeente in verband met onze subsidie wij hebben incidenteel contact met de gemeente, anders dan over onze subsidie (bijv. over evenementen of accommodatie) wij hebben regelmatig contact en overleg met de gemeente (bijv. in verband met de activiteiten of dienstverlening van de organisatie)
Hoe tevreden is uw organisatie over het contact met de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)
zeer tevreden tevreden neutraal ontevreden zeer ontevreden geen mening
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
49
22.
Op welke terreinen zou het beleid en de werkwijze van de gemeente verbeterd kunnen worden voor uw organisatie? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie bij deze vraag wensen heeft op meer dan 3 gebieden dan kiest u de 3 belangrijkste.
23.
wij zijn tevreden met het huidige beleid: er zijn geen verbeteringen nodig wij weten niet wat we van de gemeente mogen verwachten collectieve verzekering voor vrijwilligers praktische faciliteiten (kopieerwerk, drukwerk, computergebruik e.d.) huisvesting gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk stimuleren van samenwerking tussen organisaties en met andere partners (zoals het bedrijfsleven, de onderwijssector e.d.) stimuleren van deelname van bepaalde groepen aan vrijwilligerswerk (jongeren, allochtonen e.d.) scholing en training voor vrijwilligers betere afstemming tussen gemeentelijke diensten vaste contactpersoon bij de gemeente overleg tussen gemeente en vrijwilligersorganisaties procedures voor subsidies en vergoedingen vergunningenbeleid overig beleid wij vinden dat de gemeente zich niet met onze organisatie moet bemoeien
Is uw organisatie geïnteresseerd in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (slechts één antwoord mogelijk) Bij deze projecten doen langdurig werklozen, WAO-ers, mensen met een beperking, nieuwkomers e.d. vrijwilligerswerk, onder begeleiding van bijvoorbeeld een reïntegratiebedrijf, zorginstelling of steunpunt vrijwilligerswerk.
ja, wij zijn geïnteresseerd en binnen onze organisatie zijn ook al vrijwilligers actief (geweest) in het kader van dergelijke projecten ja, wij zijn geïnteresseerd, maar binnen onze organisatie zijn nog geen vrijwilligers actief (geweest) in het kader van dergelijke projecten nee( -> ga door naar vraag 26 ) weet niet
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
50
24.
Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van activiteiten in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste.
25.
Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie Er is te weinig ervaring met het werken met de doelgroep Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor deze doelgroep binnen onze organisatie Het is lastig deze doelgroep te vinden en te plaatsen Wij hebben geen of weinig geschikte begeleiders voor deze doelgroep Wij weten niet goed hoe wij deze doelgroep moeten begeleiden Wij hebben te weinig tijd om deze doelgroep goed te begeleiden Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met deze doelgroep Er is te weinig ondersteuning vanuit de trajectbegeleiding
Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met vrijwilligers vanuit sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.
26.
Meer informatie over de mogelijkheden van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering Hulp bij het werven van de doelgroep Hulp bij het begeleiden van de doelgroep Hulp bij het creëren van geschikte taken voor de doelgroep Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met de doelgroep Hulp bij het maken van goede afspraken Hulp bij het communiceren met de doelgroep
Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijke stages? (slechts één antwoord mogelijk) Bij maatschappelijke stages maken leerlingen (hoofdzakelijk in het voortgezet onderwijs) kennis met vrijwilligerswerk. Scholen organiseren dergelijke stages samen met vrijwilligersorganisaties en bijv. een steunpunt vrijwilligerswerk of gemeente.
ja, wij zijn geïnteresseerd en binnen onze organisatie zijn ook al leerlingen in het kader van maatschappelijke stages actief (geweest) ja, wij zijn geïnteresseerd, maar binnen onze organisatie zijn nog geen leerlingen in het kader van maatschappelijke stages actief (geweest) nee( -> ga door naar vraag 29 ) weet niet
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
51
27.
Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijke stage? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste.
28.
Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie Er is te weinig ervaring met het werken met jongeren Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor jongeren Het is lastig om jongeren te vinden en te plaatsen Wij hebben geen of weinig geschikte begeleiders voor de jongeren Wij weten niet goed hoe we de jongeren moeten begeleiden Wij hebben te weinig tijd om jongeren goed te begeleiden Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met maatschappelijke stage leerlingen Het kost ons veel regelwerk Het ontbreekt aan een centraal aanspreekpunt op dit onderwerp Er is te weinig afstemming tussen organisaties en scholen Wij worden vaak gebeld door jongeren waarvoor wij geen maatschappelijke stage plek hebben
Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met maatschappelijke stage leerlingen? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.
29.
Meer informatie over de mogelijkheden van maatschappelijke stage Hulp bij het werven van jongeren Hulp bij het begeleiden van jongeren Hulp bij het creëren van geschikte taken voor jongeren Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met jongeren Hulp bij het maken van goede afspraken Hulp bij het communiceren met jongeren
Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken ondernemen? (slechts één antwoord mogelijk) Bij maatschappelijk betrokken ondernemen zetten bedrijven zich actief in voor vrijwilligersorganisaties. Het gaat daarbij niet om sponsoring, maar om individuele werknemers die vrijwilligerswerk doen in de baas z'n tijd of groepen werknemers die klussen verrichten voor vrijwilligersorganisaties. Bedrijven organiseren dit vrijwilligerswerk samen met bijv. een steunpunt vrijwilligerswerk.
ja, wij zijn geïnteresseerd en onze organisatie werkt(e) ook al samen met bedrijven in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen ja, wij zijn geïnteresseerd, maar onze organisatie werkt(e) nog niet samen met bedrijven in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen nee( -> ga door naar vraag 32 ) weet niet
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
52
30.
Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO)? (Geef maximaal 4 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 4 knelpunten of bezwaren heeft dan kiest u de 4 belangrijkste
31.
Er is te weinig draagvlak binnen de organisatie om met het bedrijfsleven samen te gaan werken Er is te weinig informatie over de mogelijkheden die maatschappelijk betrokken ondernemen onze organisatie biedt Er is te weinig ervaring met het werken met bedrijven Het is lastig om geïnteresseerde bedrijven te vinden en contacten te leggen Wij weten niet goed wat wij van bedrijven kunnen verwachten Er zijn geen of weinig geschikte werkzaamheden voor bedrijven Wij hebben slechte of onprettige ervaringen met maatschappelijk betrokken ondernemen Het kost ons veel regelwerk en tijd Het ontbreekt aan een centraal aanspreekpunt op dit onderwerp
Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie meer dan 3 ondersteuningswensen heeft dan kiest u de 3 belangrijkste.
32.
Meer informatie over de mogelijkheden van maatschappelijk betrokken ondernemen Meer ruimte voor ontmoeting tussen bedrijven en vrijwilligersorganisaties Hulp bij het leggen van contacten met bedrijven Hulp bij het vinden van geschikte bedrijven Hulp bij het creëren van geschikte taken voor bedrijven Persoonlijke begeleiding door een onafhankelijke MBO-expert Voorbeelden vanuit andere organisaties in het werken met bedrijven
Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? (slechts één antwoord mogelijk) De Wmo regelt dat alle burgers volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat er voldoende ondersteuning en voorzieningen zijn voor kwetsbare groepen.
nee ja, en dat is nu al het geval ja, dat wil onze organisatie gaan doen ik ben wel bekend met deze wet, maar weet niet of onze organisatie daar iets aan bij wil/kan dragen ik ben niet/nauwelijks bekend met deze wet
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
53
33.
Wilt uw organisatie samenwerkingsverbanden aangaan met andere organisaties of instellingen vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? (slechts één antwoord mogelijk)
34.
Heeft uw organisatie vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) contact met de gemeente? (slechts één antwoord mogelijk)
35.
nee ja, en dat is nu al het geval ja, dat willen wij gaan doen weet niet
ja, veelvuldig ja, in beperkte mate nee, maar waarschijnlijk binnenkort wel nee, en dat zal ook wel niet gebeuren
Over welk onderwerp is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar? (Geef maximaal 18 antwoorden) Zowel vrijwilligers (incl. bestuurders) als beroepskrachten hebben kunnen deelnemen aan workshops, cursussen of trainingen.
door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden) bestuursvaardigheden vrijwilligersbeleid projectmatig werken voorlichting, promotie, public relations fondsenwerving belangenbehartiging sociale activering, maatschappelijke integratie wet- en regelgeving computergebruik, automatisering verzekeringen samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers maatschappelijke stages maatschappelijk betrokken ondernemen overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben andere onderwerpen
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
54
36.
Bij wie is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar? (Geef maximaal 4 antwoorden)
37.
niet van toepassing bij onze landelijke bond of koepel bij een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk of provinciaal niveau (bijv. MOVISIE, Forum, een VTA-instituut, de provinciale CMO e.d.) bij een provinciale of regionale organisatie bij een steunpunt voor vrijwilligerswerk (ook bekend onder de naam vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, servicepunt vrijwilligerswerk, bureau verenigingsondersteuning o.i.d) bij een andere lokale organisatie (bijv. welzijnsstichting, ROC, educatief centrum)
Voor welk onderwerp van workshops, cursussen of trainingen is er bij uw organisatie interesse het komende jaar? (Geef maximaal 18 antwoorden)
geen werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden) vrijwilligersbeleid samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers bestuursvaardigheden projectmatig werken voorlichting, promotie, public relations fondsenwerving wet- en regelgeving computergebruik, automatisering verzekeringen samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners belangenbehartiging sociale activering, maatschappelijke integratie maatschappelijke stages maatschappelijk betrokken ondernemen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben andere onderwerpen
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
55
38.
Welke 3 onderwerpen moeten door uw organisatie de komende twee jaar in ieder geval aangepakt worden? (Geef maximaal 3 antwoorden) Noem de maximaal 3 meest urgente zaken waar uw organisatie zélf of samen met anderen de komende tijd aan wil/moet werken.
39.
werving van leden, deelnemers of cliënten werving van bestuursleden werving van overige vrijwilligers begeleiding van vrijwilligers verloop van vrijwilligers gemiddelde leeftijd van vrijwilligers deskundigheidsbevordering van vrijwilligers onkostenvergoedingen voor vrijwilligers verzekeringen voor vrijwilligers verwachtingen en eisen van (nieuwe) leden/deelnemers/cliënten verwachtingen en eisen van (nieuwe) financier(s) imago van de organisatie samenwerking met andere organisaties, instellingen en partners ontwikkeling en organisatie van nieuwe activiteiten/diensten huisvesting of zaalruimte voor activiteiten het beheer van administratie en financiën sponsoring of fondsenwerving financiële middelen voor de exploitatie (huisvesting, personeel, onkosten) faciliteiten voor de uitvoering (gereedschap, vervoer, computers e.d.) aantal beroepskrachten samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten wet- en regelgeving ander onderwerp
Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning? (Geef maximaal 3 antwoorden) Indien uw organisatie behoefte aan ondersteuning heeft op meer dan 3 gebieden, dan kiest u de 3 belangrijkste.
wij hebben geen behoefte aan (extra) ondersteuning op het gebied van fondsenwerving op het gebied van kinderopvang voor vrijwilligers op het gebied van werken met specifieke doelgroepen (zoals jongeren, allochtonen e.d.) in de vorm van advies over vrijwilligersbeleid bij het organiseren van activiteiten op het gebied van huisvesting in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor beroepskrachten op het gebied van promotie van vrijwilligerswerk en onze organisatie in de vorm van praktische faciliteiten en facilitaire dienstverlening op het gebied van wetten en regelingen voor vrijwilligers(organisaties) in de vorm van begeleiding van het bestuur ondersteuning op een ander vlak
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
56
Bijlage B Aanvullende vragenlijst Kampen 1.
Wat is uw motivatie om met vrijwilligers te werken? (Geef maximaal 3 antwoorden)
2.
Welke werkzaamheden voeren uw vrijwilligers uit? (Geef maximaal 2 antwoorden)
3.
bestuurstaken organiseren en uitvoeren van activiteiten administratieve taken klussen/ techniek werkzaamheden in de bar, kantine of keuken voorlichting en promotie collecteren werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of kennis nodig is andere werkzaamheden
Voeren vrijwilligers werkzaamheden uit die eerder door beroepskrachten werden gedaan? (slechts één antwoord mogelijk)
4.
wij werken alleen met vrijwilligers. Zonder vrijwilligers zou onze organisatie niet bestaan. wij werken met vrijwilligers omdat zij de (extra) werkzaamheden verrichten die betaalde medewerkers niet kunnen doen. wij werken met vrijwilligers omdat zij extra gemotiveerd zijn. wij werken met vrijwilligers omdat zij flexibel zijn in te zetten. wij werken met vrijwilligers omdat zij direct betrokken zijn bij onze doelgroep (het zijn ouders, kinderen, familie of bekenden van onze cliënten of organisatie). wij werken met vrijwilligers omdat zij ervaringsdeskundigen zijn. wij zijn door de vrijwilligerscentrale gevraagd om vrijwilligers aan te nemen. vrijwilligers hebben zich spontaan bij ons aangemeld.
nee ja weet niet
Wat is het geslacht van uw vrijwilligers? (slechts één antwoord mogelijk)
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
57
5.
wij hebben meer mannen dan vrouwen wij hebben meer vrouwen dan mannen wij hebben ongeveer evenveel mannen als vrouwen
Hoe divers is uw vrijwilligersbestand verder? (Geef maximaal 3 antwoorden) Veel organisaties geven aan dat hun vrijwilligersbestand vergrijst en dat zij moeite hebben met het werven van vrijwilligers uit nieuwe doelgroepen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan jongeren, allochtonen en mensen met een beperking. Eerder in deze enquete heeft u aangegeven hoe oud uw vrijwilligers over het algemeen zijn en uit welke categorie u meer vrijwilligers wenst. Om inzichtelijk te krijgen wat de actuele situatie is, vragen wij u om een schatting te maken van het aantal jonge vrijwilligers tot 25 jaar, van het aantal allochtone vrijwilligers en van het aantal mensen met een beperking in uw organisatie.
6.
Op welke manier werft u vrijwilligers? (slechts één antwoord mogelijk)
7.
wij hebben geen vrijwilligers tot 25 jaar wij hebben 1 tot 10 vrijwilligers tot 25 jaar wij hebben 10 tot 25 vrijwilligers tot 25 jaar wij hebben meer dan 25 vrijwilligers tot 25 jaar wij hebben geen allochtone vrijwilligers wij hebben 1 tot 10 allochtone vrijwilligers wij hebben 10 tot 25 allochtone vrijwilligers wij hebben meer dan 25 allochtone vrijwilligers wij hebben geen vrijwilligers met een beperking wij hebben 1 tot 10 vrijwilligers met een beperking wij hebben 10 tot 25 vrijwilligers met een beperking wij hebben meer dan 25 vrijwilligers met een beperking
via de eigen website via de vrijwilligerscentrale met behulp van advertenties of nieuwsberichten in (lokale) media, zoals kranten of radio door een oproep in het clubblad, of andere publicaties van uw organisatie door mensen persoonlijk te benaderen door sleutelfiguren aan te spreken en hen te verzoeken op zoek te gaan naar nieuwe vrijwilligers via een informatiekraam tijdens een markt of festiviteit wij hoeven geen vrijwilligers te werven
Welke knelpunten spelen er met betrekking tot het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand? (Geef maximaal 3 antwoorden)
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
58
8.
Heeft uw organisatie deelgenomen aan de Tohopesate/ beursvloer? (slechts één antwoord mogelijk)
9.
ja, dit jaar ja, in de afgelopen 3 jaar nee, wij hebben geen interesse hierin nee, wij zijn niet bekend met de Tohopesate/ beursvloer
Vindt u dat vrijwilligers voldoende gewaardeerd worden in de gemeente Kampen? (slechts één antwoord mogelijk)
10.
wij ervaren geen knelpunten het lukt ons niet om vrijwilligers uit deze doelgroepen te werven onze werkzaamheden en activiteiten sluiten onvoldoende aan bij de wensen van deze doelgroepen wij hebben onvoldoende tijd om deze vrijwilligers te begeleiden wij hebben onvoldoende mogelijkheden om deze vrijwilligers goed te begeleiden wij hebben weinig kennis en/of ervaring in het werken met deze doelgroepen niet van toepassing. Wij streven niet naar meer diversiteit in ons vrijwilligersbestand
ja, de gemeente doet daar haar best voor ja, onze organisatie doet daar haar best voor nee, de gemeente zou daar meer aandacht aan mogen besteden nee, onze organisatie zou daar meer aandacht aan mogen besteden
Hoe waardeert u de volgende onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid?
goed
voldoen- onvolde doende
geen mij onbemening kend
de gratis vrijwiligersverzekering "Kamper Polis" het tweejaarlijks vrijwilligersfeest de jaarlijkse vrijwilligersprijs van 500 euro de nota 'gebundelde krachten' het cluster vrijwilligers van de Wmo raad de Tohopesate/ beursvloer
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
59
Bijlage C Frequentietabellen basisvragen 1.
In welke sector hoort uw organisatie thuis?
antwoord
frequentie
percent
SPORT EN RECREATIE
50
22.4%
ZORG/HULPVERLENING
16
7.2%
INFORMATIE/ADVIES
6
2.7%
RELIGIE/LEVENSBESCHOU.
23
10.3%
KUNST/CULTUUR
30
13.5%
MEDIA
1
0.4%
POLITIEK/IDEËL
10
4.5%
SOC.CULT.WERK
11
4.9%
WIJK/ BUURT/BEWONERS
8
3.6%
ONDERWIJS/EDUCATIE
25
11.2%
BELANGEN/EMANCIPATIE
17
7.6%
NATUUR/MILIEU
6
2.7%
VERKEER/VEILIGHEID
3
1.3%
ANDERS
17
7.6%
Door aantal respondenten beantwoord:
223
2.
Richt uw organisatie zich op een specifieke doelgroep?
antwoord
frequentie
percent
nee, wij richten ons op allerlei doelgroepen
134
60.1%
ja, op kinderen/jongeren
34
15.2%
ja, op vrouwen
10
4.5%
ja, op ouderen
18
8.1%
ja, op allochtonen
1
0.4%
ja, op asielzoekers/vluchtelingen
3
1.3%
ja, op mensen met een uitkering
0
0.0%
ja, op mensen met een lichamelijke beperking
12
5.4%
ja, op mensen met een verstandelijke beperking
8
3.6%
ja, op mensen met een psychische beperking
0
0.0%
ja, op een andere doelgroep
21
9.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
223
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
60
3.
Heeft uw organisatie te maken met een toe- of afname van het aantal leden, deelnemers of cliënten?
antwoord
frequentie
percent
toegenomen
72
32.6%
gelijk gebleven
104
47.1%
afgenomen
45
20.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
221
4.
Is uw organisatie tevreden over het huidige aantal leden, deelnemers of cliënten?
antwoord
frequentie
percent
ja
90
40.5%
nee, wij wensen een kleine toename
77
34.7%
nee, wij wensen een grote toename
46
20.7%
weet niet
9
4.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
5.
222
Zou uw organisatie ook andere doelgroepen willen bereiken?
antwoord
frequentie
percent
nee, wij zijn tevreden over onze doelgroep
151
68.3%
ja, de doelgroep jonger dan 20 jaar
23
10.4%
ja, de doelgroep van 20 tot 30 jaar
23
10.4%
ja, de doelgroep van 30 tot 50 jaar
18
8.1%
ja, de doelgroep ouder dan 50 jaar
6
2.7%
ja, mannen
6
2.7%
ja, vrouwen
5
2.3%
ja, allochtonen
7
3.2%
ja, hoger opgeleiden
2
0.9%
ja, lager opgeleiden
0
0.0%
ja, mensen met een lichamelijke beperking
3
1.4%
ja, mensen met een verstandelijke beperking
1
0.5%
ja, mensen met een psychische beperking
1
0.5%
ja, mensen met een uitkering
2
0.9%
ja, andere doelgroepen
16
7.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
221
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
61
6.
Op welk geografisch gebied richt uw organisatie zich vooral?
antwoord
frequentie
percent
de eigen buurt, wijk of dorp(-skern)
46
20.9%
de gemeente
108
49.1%
de regio rond de gemeente
35
15.9%
de provincie
5
2.3%
heel Nederland
26
11.8%
Door aantal respondenten beantwoord:
220
7.
Hoeveel beroepskrachten heeft uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
geen
126
57.5%
1
20
9.1%
2 tot 5
26
11.9%
5 tot 10
14
6.4%
10 of meer
33
15.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
219
8.
Wat zijn de belangrijkste inkomstenbronnen voor uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
jaarlijkse subsidie van de gemeente
74
34.1%
project- of incidentele subsidie van de gemeente
24
11.1%
subsidie van de provinciale of landelijke overheid
36
16.6%
contributies van leden
123
56.7%
deelnemersbijdragen of betaling door cliënten
36
16.6%
bijdragen van fondsen
13
6.0%
sponsoring door bedrijven
32
14.7%
inkomsten uit de verkoop van eten en drinken
19
8.8%
inkomsten uit de verkoop van andere artikelen
11
5.1%
andere inkomsten
66
30.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
217
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
62
9.
Werkt uw organisatie samen met andere organisaties in de gemeente of regio?
antwoord
frequentie
percent
nee
59
27.1%
ja, af en toe
106
48.6%
ja, vaak
53
24.3%
Door aantal respondenten beantwoord:
218
10. Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
1 tot 10
106
49.3%
10 tot 25
44
20.5%
25 tot 50
25
11.6%
50 tot 100
26
12.1%
100 tot 250
8
3.7%
250 tot 500
2
0.9%
meer dan 500
4
1.9%
Door aantal respondenten beantwoord:
215
11. Hoeveel vrijwilligers zijn structureel werkzaam voor uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
1 tot 10
129
60.0%
10 tot 25
40
18.6%
25 tot 50
19
8.8%
50 tot 100
18
8.4%
100 tot 250
6
2.8%
250 tot 500
0
0.0%
meer dan 500
3
1.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
215
63
12. Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
jonger dan 20 jaar
13
6.0%
20 tot 30 jaar
26
12.0%
30 tot 50 jaar
105
48.6%
ouder dan 50 jaar
112
51.9%
redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën
51
23.6%
Door aantal respondenten beantwoord:
216
13. Wat is er binnen uw organisatie geregeld voor vrijwilligers?
antwoord
frequentie
percent
niets
60
27.9%
begeleiding van vrijwilligers bij het werk
81
37.7%
scholing van vrijwilligers
52
24.2%
vrijwilligerscontracten
31
14.4%
verzekeringen (W.A., ongevallen e.d.)
88
40.9%
onkostenvergoedingen
81
37.7%
waardering (presentjes, uitjes e.d.)
104
48.4%
een vrijwilligersbeleid/plan
26
12.1%
een vrijwilligerscoördinator of bestuurder met aandachtsgebied vrijwilligers(-beleid)
44
20.5%
overige zaken
11
5.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
215
14. Voor welke functies of werkzaamheden heeft uw organisatie tekort aan vrijwilligers?
antwoord
frequentie
percent
wij hebben geen tekort aan vrijwilligers
95
44.2%
voor het bestuurswerk
59
27.4%
voor het uitvoeren of begeleiden van activiteiten
64
29.8%
voor de administratie
10
4.7%
voor klussen/techniek
24
11.2%
voor bar/kantine/keuken
14
6.5%
voor voorlichting en promotie
23
10.7%
voor werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of
22
10.2%
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
64
voor werkzaamheden op specifieke tijden (bijv. tijdens kantoortijden, in het weekend of tijdens het zomersseizoen)
18
8.4%
voor andere taken
20
9.3%
Door aantal respondenten beantwoord:
215
15. Wenst uw organisatie meer vrijwilligers uit een bepaalde categorie?
antwoord
frequentie
percent
nee, wij zijn tevreden over de samenstelling van ons vrijwilligersbestand
129
60.3%
ja, vrijwilligers tot 20 jaar
10
4.7%
ja, vrijwilligers in de leeftijd van 20 tot 30 jaar
31
14.5%
ja, vrijwilligers in de leeftijd van 30 tot 50 jaar
50
23.4%
ja, vrijwilligers ouder dan 50 jaar
13
6.1%
ja, mannen
10
4.7%
ja, vrouwen
5
2.3%
ja, allochtonen
5
2.3%
ja, vrijwilligers met een hoger werk- en denkniveau
13
6.1%
ja, vrijwilligers met een lager werk- en denkniveau
0
0.0%
ja, mensen met een lichamelijke beperking
1
0.5%
ja, mensen met een verstandelijke beperking
0
0.0%
ja, mensen met een psychische beperking
0
0.0%
ja, mensen met een uitkering
1
0.5%
ja, andere groepen vrijwilligers
2
0.9%
Door aantal respondenten beantwoord:
214
16. Krijgt uw organisatie ondersteuning?
antwoord
frequentie
percent
nee
106
49.5%
ja, landelijke bond/koepel
83
38.8%
ja, landelijk centrum/bureau
3
1.4%
ja, provinciale/regionale organisatie
35
16.4%
ja, steunpunt vrijwilligerswerk
25
11.7%
ja, andere lokale organisatie
16
7.5%
Door aantal respondenten beantwoord:
214
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
65
17. Bent u bekend met het steunpunt voor vrijwilligerswerk?
antwoord
frequentie
percent
niet bekend
45
21.6%
wel bekend, geen gebruik
122
58.7%
bekend en gebruik
41
19.7%
Door aantal respondenten beantwoord:
208
18. Van welke functies of diensten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk maakt uw organisatie gebruik?
antwoord
frequentie
percent
werving en bemiddeling
29
69.0%
informatie en advies
12
28.6%
deskundigheidsbevordering
7
16.7%
promotie
12
28.6%
belangenbehartiging
5
11.9%
praktische faciliteiten
5
11.9%
facilitaire dienstverlening
1
2.4%
overige diensten
7
16.7%
Door aantal respondenten beantwoord:
42
19. Hoe beoordeelt uw organisatie de volgende aspecten van het steunpunt voor vrijwilligerswerk?
Goed
Geen Voldoende Onvoldoende Slecht mening totaal
de beschikbaarheid van 14 informatie en advies over 14 (35.0%) uw sector/type organisa- (35.0%) tie
-
-
11 (27.5%)
39
de ondersteuning op het gebied van werving en bemiddeling van vrijwilligers
14 18 (45.0%) (35.0%)
-
-
6 (15.0%)
38
het aanbod van workshops, cursussen en trainingen gericht op uw sector/type organisatie
8 9 (22.5%) (20.0%)
3 (7.5%)
-
18 (45.0%)
38
de promotie van het vrijwilligerswerk
10 19 (47.5%) (25.0%)
1 (2.5%)
-
9 (22.5%)
39
het behartigen van de belangen van vrijwilligers(organisaties)
9 14 (35.0%) (22.5%)
2 (5.0%)
-
13 (32.5%)
38
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
66
de deskundigheid van de 17 10 (25.0%) medewerkers van het (42.5%) steunpunt
-
-
12 (30.0%)
39
de openingstijden en 11 7 (17.5%) tijdstippen van cursussen (27.5%)
2 (5.0%)
-
18 (45.0%)
38
de telefonische bereikbaarheid
20 13 (32.5%) (50.0%)
-
-
6 (15.0%)
39
de bereikbaarheid via email
24 9 (22.5%) (60.0%)
-
-
6 (15.0%)
39
de ligging, locatie en toegankelijkheid
19 9 (22.5%) (47.5%)
2 (5.0%)
1 8 (2.5%) (20.0%)
39
de snelheid waarmee vragen worden beantwoord
17 12 (30.0%) (42.5%)
-
-
10 (25.0%)
39
de kosten
13 6 (15.0%) (32.5%)
1 (2.5%)
-
18 (45.0%)
38
Door aantal respondenten beantwoord:
42
20. Hoe intensief is het contact tussen uw organisatie en de gemeente?
antwoord
frequentie
percent
geen contact
40
18.7%
alleen over subsidie
17
7.9%
incidenteel contact
103
48.1%
regelmatig contact
54
25.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
214
21. Hoe tevreden is uw organisatie over het contact met de gemeente?
antwoord
frequentie
percent
zeer tevreden
11
5.2%
tevreden
79
37.3%
neutraal
75
35.4%
ontevreden
17
8.0%
zeer ontevreden
2
0.9%
geen mening
28
13.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
212
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
67
22. Op welke terreinen zou het beleid en de werkwijze van de gemeente verbeterd kunnen worden voor uw organisatie?
antwoord
frequentie
percent
wij zijn tevreden met het huidige beleid: er zijn geen verbeteringen nodig
63
30.7%
wij weten niet wat we van de gemeente mogen verwachten
46
22.4%
collectieve verzekering voor vrijwilligers
14
6.8%
praktische faciliteiten (kopieerwerk, drukwerk, computergebruik e.d.)
11
5.4%
huisvesting
25
12.2%
gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor/van ons werk
47
22.9%
stimuleren van samenwerking tussen organisaties en met andere partners (zoals het bedrijfsleven, de onderwijssector e.d.)
21
10.2%
stimuleren van deelname van bepaalde groepen aan vrijwilligerswerk (jongeren, allochtonen e.d.)
8
3.9%
scholing en training voor vrijwilligers
4
2.0%
betere afstemming tussen gemeentelijke diensten
22
10.7%
vaste contactpersoon bij de gemeente
21
10.2%
overleg tussen gemeente en vrijwilligersorganisaties
7
3.4%
procedures voor subsidies en vergoedingen
29
14.1%
vergunningenbeleid
18
8.8%
overig beleid
11
5.4%
wij vinden dat de gemeente zich niet met onze organisatie moet bemoeien
14
6.8%
Door aantal respondenten beantwoord:
205
23. Is uw organisatie geïnteresseerd in sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?
antwoord
frequentie
percent
ja, ook al actief
27
13.2%
ja, maar nog geen ervaring
17
8.3%
nee
118
57.8%
weet niet
42
20.6%
Door aantal respondenten beantwoord:
204
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
68
24. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van activiteiten in het kader van sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?
antwoord
frequentie
percent
te weinig draagvlak
9
11.1%
te weinig ervaring
23
28.4%
geen geschikte werkzaamheden
24
29.6%
werving lukt niet
19
23.5%
geen geschikte begeleiders
29
35.8%
geen kennis over begeleiding
6
7.4%
te weinig tijd voor begeleiding
25
30.9%
slechte ervaringen met deze doelgroep
1
1.2%
te weinig hulp van trajectbegeleiding
8
9.9%
Door aantal respondenten beantwoord:
81
25. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met vrijwilligers vanuit sociale activering, maatschappelijke integratie en inburgering?
antwoord
frequentie
percent
meer informatie
38
50.7%
hulp bij het werven
18
24.0%
hulp bij het begeleiden
21
28.0%
hulp bij het creëren van geschikte taken
11
14.7%
voorbeelden vanuit andere organisaties
14
18.7%
hulp bij het maken van afspraken
9
12.0%
hulp bij communicatie met deze groep
8
10.7%
Door aantal respondenten beantwoord:
75
26. Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijke stages?
antwoord
frequentie
percent
ja, ook al actief
36
17.8%
ja, maar nog geen ervaring
26
12.9%
nee
124
61.4%
weet niet
16
7.9%
Door aantal respondenten beantwoord:
202
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
69
27. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijke stage?
antwoord
frequentie
percent
te weinig draagvlak
4
5.3%
te weinig ervaring
13
17.1%
geen geschikte werkzaamheden
15
19.7%
werving lukt niet
12
15.8%
geen geschikte begeleiders
15
19.7%
geen kennis over begeleiding
8
10.5%
te weinig tijd voor begeleiding
27
35.5%
slechte ervaringen met leerlingen
1
1.3%
veel regelwerk
22
28.9%
geen centraal aanspreekpunt
7
9.2%
te weinig afstemming met scholen
21
27.6%
jongeren bellen maar er is geen plek
9
11.8%
Door aantal respondenten beantwoord:
76
28. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met maatschappelijke stage leerlingen?
antwoord
frequentie
percent
meer informatie
34
47.2%
hulp bij het werven
15
20.8%
hulp bij het begeleiden
26
36.1%
hulp bij het creëren van geschikte taken
21
29.2%
voorbeelden vanuit andere organisaties
19
26.4%
hulp bij het maken van afspraken
8
11.1%
hulp bij communiceren met jongeren
6
8.3%
Door aantal respondenten beantwoord:
72
29. Is uw organisatie geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken ondernemen?
antwoord
frequentie
percent
ja, ook al actief
16
8.0%
ja, maar nog geen ervaring
29
14.4%
nee
132
65.7%
weet niet
24
11.9%
Door aantal respondenten beantwoord:
201
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
70
30. Welke knelpunten of bezwaren spelen er bij het organiseren van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO)?
antwoord
frequentie
percent
te weinig draagvlak
7
10.8%
te weinig informatie
27
41.5%
te weinig ervaring
24
36.9%
lastig om met bedrijven contact te leggen
19
29.2%
wij weten niet wat te verwachten
25
38.5%
geen geschikte werkzaamheden
9
13.8%
slechte ervaringen met MBO
0
0.0%
veel regelwerk
24
36.9%
geen centraal aanspreekpunt
13
20.0%
Door aantal respondenten beantwoord:
65
31. Welke ondersteuning zou u als organisatie graag krijgen bij het werken met bedrijven?
antwoord
frequentie
percent
meer informatie
40
60.6%
meer mogelijkheden voor ontmoeting
7
10.6%
hulp bij het contact leggen
20
30.3%
hulp bij het vinden van bedrijven
18
27.3%
hulp bij het creëren van geschikte taken
14
21.2%
persoonlijke begeleiding MBO-expert
4
6.1%
voorbeelden vanuit andere organisaties
22
33.3%
Door aantal respondenten beantwoord:
66
32. Wilt uw organisatie met haar activiteiten en diensten een bijdrage leveren aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
antwoord
frequentie
percent
nee
62
30.2%
ja, is al zo
30
14.6%
ja, gaan we doen
6
2.9%
bekend, weet verder niet
68
33.2%
nauwelijks bekend
39
19.0%
Door aantal respondenten beantwoord:
205
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
71
33. Wilt uw organisatie samenwerkingsverbanden aangaan met andere organisaties of instellingen vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
antwoord
frequentie
percent
nee
96
46.4%
ja, en dat is nu al het geval
24
11.6%
ja, dat willen wij gaan doen
8
3.9%
weet niet
79
38.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
207
34. Heeft uw organisatie vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) contact met de gemeente?
antwoord
frequentie
percent
ja, veelvuldig
11
5.4%
ja, beperkt
34
16.6%
nee, binnenkort wel
26
12.7%
nee, gebeurt niet
134
65.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
205
35. Over welk onderwerp is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar?
antwoord
frequentie
percent
door onze organisatie is het afgelopen jaar niet deelgenomen aan workshops, cursussen of trainingen
114
56.2%
werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden)
10
4.9%
bestuursvaardigheden
11
5.4%
vrijwilligersbeleid
5
2.5%
projectmatig werken
5
2.5%
voorlichting, promotie, public relations
10
4.9%
fondsenwerving
5
2.5%
belangenbehartiging
7
3.4%
sociale activering, maatschappelijke integratie
1
0.5%
wet- en regelgeving
14
6.9%
computergebruik, automatisering
5
2.5%
verzekeringen
4
2.0%
samenwerking met andere organisaties, instellingen of
12
5.9%
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
72
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
9
4.4%
samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers
2
1.0%
maatschappelijke stages
7
3.4%
maatschappelijk betrokken ondernemen
1
0.5%
overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben
25
12.3%
andere onderwerpen
37
18.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
203
36. Bij wie is er door uw organisatie aan workshops, cursussen of trainingen deelgenomen het afgelopen jaar?
antwoord
frequentie
percent
niet van toepassing
132
64.1%
bij onze landelijke bond of koepel
39
18.9%
bij een ander kenniscentrum of adviesbureau op landelijk of provinciaal niveau
9
4.4%
bij een provinciale of regionale organisatie
20
9.7%
bij een steunpunt voor vrijwilligerswerk
18
8.7%
bij een andere lokale organisatie
9
4.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
206
37. Voor welk onderwerp van workshops, cursussen of trainingen is er bij uw organisatie interesse het komende jaar?
antwoord
frequentie
percent
geen
98
48.3%
werving van vrijwilligers (incl. bestuursleden)
31
15.3%
vrijwilligersbeleid
19
9.4%
samenwerking met en begeleiding van vrijwilligers
12
5.9%
bestuursvaardigheden
12
5.9%
projectmatig werken
7
3.4%
voorlichting, promotie, public relations
18
8.9%
fondsenwerving
25
12.3%
wet- en regelgeving
11
5.4%
computergebruik, automatisering
8
3.9%
verzekeringen
8
3.9%
samenwerking met andere organisaties, instellingen of partners
12
5.9%
belangenbehartiging
2
1.0%
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
73
sociale activering, maatschappelijke integratie
6
3.0%
maatschappelijke stages
13
6.4%
maatschappelijk betrokken ondernemen
7
3.4%
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
12
5.9%
overige onderwerpen die met onze sector en specifieke functies binnen onze organisatie te maken hebben
38
18.7%
andere onderwerpen
13
6.4%
Door aantal respondenten beantwoord:
203
38. Welke 3 onderwerpen moeten door uw organisatie de komende twee jaar in ieder geval aangepakt worden?
antwoord
frequentie
percent
werving van leden, deelnemers of cliënten
57
27.8%
werving van bestuursleden
56
27.3%
werving van overige vrijwilligers
50
24.4%
begeleiding van vrijwilligers
19
9.3%
verloop van vrijwilligers
8
3.9%
gemiddelde leeftijd van vrijwilligers
15
7.3%
deskundigheidsbevordering van vrijwilligers
23
11.2%
onkostenvergoedingen voor vrijwilligers
9
4.4%
verzekeringen voor vrijwilligers
9
4.4%
verwachtingen en eisen van (nieuwe) leden/deelnemers/cliënten
5
2.4%
verwachtingen en eisen van (nieuwe) financier(s)
5
2.4%
imago van de organisatie
13
6.3%
samenwerking met andere organisaties, instellingen en partners
17
8.3%
ontwikkeling en organisatie van nieuwe activiteiten/diensten
15
7.3%
huisvesting of zaalruimte voor activiteiten
24
11.7%
het beheer van administratie en financiën
5
2.4%
sponsoring of fondsenwerving
25
12.2%
financiële middelen voor de exploitatie (huisvesting, personeel, onkosten)
19
9.3%
faciliteiten voor de uitvoering (gereedschap, vervoer, computers e.d.)
5
2.4%
aantal beroepskrachten
4
2.0%
samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten
3
1.5%
wet- en regelgeving
9
4.4%
ander onderwerp
42
20.5%
Door aantal respondenten beantwoord:
205
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
74
39. Op welke onderwerpen heeft uw organisatie behoefte aan (extra) ondersteuning?
antwoord
frequentie
percent
wij hebben geen behoefte aan (extra) ondersteuning
109
52.7%
op het gebied van fondsenwerving
37
17.9%
op het gebied van kinderopvang voor vrijwilligers
1
0.5%
op het gebied van werken met specifieke doelgroepen (zoals jongeren, allochtonen e.d.)
5
2.4%
in de vorm van advies over vrijwilligersbeleid
9
4.3%
bij het organiseren van activiteiten
12
5.8%
op het gebied van huisvesting
16
7.7%
in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor vrijwilligers
14
6.8%
in de vorm van workshops, cursussen en trainingen voor beroepskrachten
2
1.0%
op het gebied van promotie van vrijwilligerswerk en onze organisatie
20
9.7%
in de vorm van praktische faciliteiten en facilitaire dienstverlening
6
2.9%
op het gebied van wetten en regelingen voor vrijwilligers(organisaties)
14
6.8%
in de vorm van begeleiding van het bestuur
4
1.9%
ondersteuning op een ander vlak
18
8.7%
Door aantal respondenten beantwoord:
207
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
75
Bijlage D Frequentietabellen aanvullende vragen 1.
Wat is uw motivatie om met vrijwilligers te werken?
antwoord
frequentie
percent
wij werken alleen met vrijwilligers. Zonder vrijwilligers zou onze organisatie niet bestaan.
127
70.6%
wij werken met vrijwilligers omdat zij de (extra) werkzaamheden verrichten die betaalde medewerkers niet kunnen doen.
34
18.9%
wij werken met vrijwilligers omdat zij extra gemotiveerd zijn.
19
10.6%
wij werken met vrijwilligers omdat zij flexibel zijn in te zetten.
6
3.3%
wij werken met vrijwilligers omdat zij direct betrokken zijn bij onze doelgroep (het zijn ouders, kinderen, familie of bekenden van onze cliënten of organisatie).
31
17.2%
wij werken met vrijwilligers omdat zij ervaringsdeskundigen zijn.
18
10.0%
wij zijn door de vrijwilligerscentrale gevraagd om vrijwilligers aan te nemen.
1
0.6%
vrijwilligers hebben zich spontaan bij ons aangemeld.
32
17.8%
Door aantal respondenten beantwoord:
180
2.
Welke werkzaamheden voeren uw vrijwilligers uit?
antwoord
frequentie
percent
bestuurstaken
127
69.8%
organiseren en uitvoeren van activiteiten
108
59.3%
administratieve taken
13
7.1%
klussen/ techniek
18
9.9%
werkzaamheden in de bar, kantine of keuken
16
8.8%
voorlichting en promotie
6
3.3%
collecteren
4
2.2%
werkzaamheden waarvoor specifieke vaardigheden of kennis nodig is
30
16.5%
andere werkzaamheden
21
11.5%
Door aantal respondenten beantwoord:
182
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
76
3.
Voeren vrijwilligers werkzaamheden uit die eerder door beroepskrachten werden gedaan?
antwoord
frequentie
percent
nee
166
91.2%
ja
14
7.7%
weet niet
2
1.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
4.
182
Wat is het geslacht van uw vrijwilligers?
antwoord
frequentie
percent
wij hebben meer mannen dan vrouwen
67
36.8%
wij hebben meer vrouwen dan mannen
64
35.2%
wij hebben ongeveer evenveel mannen als vrouwen
51
28.0%
Door aantal respondenten beantwoord:
182
5.
Hoe divers is uw vrijwilligersbestand verder?
antwoord
frequentie
percent
wij hebben geen vrijwilligers tot 25 jaar
96
54.2%
wij hebben 1 tot 10 vrijwilligers tot 25 jaar
47
26.6%
wij hebben 10 tot 25 vrijwilligers tot 25 jaar
13
7.3%
wij hebben meer dan 25 vrijwilligers tot 25 jaar
6
3.4%
wij hebben geen allochtone vrijwilligers
96
54.2%
wij hebben 1 tot 10 allochtone vrijwilligers
13
7.3%
wij hebben 10 tot 25 allochtone vrijwilligers
2
1.1%
wij hebben meer dan 25 allochtone vrijwilligers
0
0.0%
wij hebben geen vrijwilligers met een beperking
74
41.8%
wij hebben 1 tot 10 vrijwilligers met een beperking
34
19.2%
wij hebben 10 tot 25 vrijwilligers met een beperking
0
0.0%
wij hebben meer dan 25 vrijwilligers met een beperking
0
0.0%
Door aantal respondenten beantwoord:
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
177
77
6.
Op welke manier werft u vrijwilligers?
antwoord
frequentie
percent
via de eigen website
2
1.1%
via de vrijwilligerscentrale
16
8.8%
met behulp van advertenties of nieuwsberichten in (lokale) media, zoals kranten of radio
6
3.3%
door een oproep in het clubblad, of andere publicaties van uw organisatie
20
11.0%
door mensen persoonlijk te benaderen
105
58.0%
door sleutelfiguren aan te spreken en hen te verzoeken op zoek te gaan naar nieuwe vrijwilligers
3
1.7%
via een informatiekraam tijdens een markt of festiviteit
4
2.2%
wij hoeven geen vrijwilligers te werven
25
13.8%
Door aantal respondenten beantwoord:
181
7.
Welke knelpunten spelen er met betrekking tot het creëren van meer diversiteit in het vrijwilligersbestand?
antwoord
frequentie
percent
wij ervaren geen knelpunten
95
52.8%
het lukt ons niet om vrijwilligers uit deze doelgroepen te werven
24
13.3%
onze werkzaamheden en activiteiten sluiten onvoldoende aan bij de wensen van deze doelgroepen
7
3.9%
wij hebben onvoldoende tijd om deze vrijwilligers te begeleiden
8
4.4%
wij hebben onvoldoende mogelijkheden om deze vrijwilligers goed te begeleiden
2
1.1%
wij hebben weinig kennis en/of ervaring in het werken met deze doelgroepen
4
2.2%
niet van toepassing. Wij streven niet naar meer diversiteit in ons vrijwilligersbestand
56
31.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
180
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
78
8.
Heeft uw organisatie deelgenomen aan de Tohopesate/ beursvloer?
antwoord
frequentie
percent
ja, dit jaar
11
6.1%
ja, in de afgelopen 3 jaar
28
15.5%
nee, wij hebben geen interesse hierin
91
50.3%
nee, wij zijn niet bekend met de Tohopesate/ beursvloer
51
28.2%
Door aantal respondenten beantwoord:
181
9.
Vindt u dat vrijwilligers voldoende gewaardeerd worden in de gemeente Kampen?
antwoord
frequentie
percent
ja, de gemeente doet daar haar best voor
68
38.6%
ja, onze organisatie doet daar haar best voor
60
34.1%
nee, de gemeente zou daar meer aandacht aan mogen besteden
39
22.2%
nee, onze organisatie zou daar meer aandacht aan mogen besteden
9
5.1%
Door aantal respondenten beantwoord:
176
10. Hoe waardeert u de volgende onderdelen van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid?
goed
geen voldoende onvoldoende mening
mij onbekend totaal
de gratis vrijwiligersverzekering "Kamper Polis"
49 20 (11.5%) (28.2%)
-
34 (19.5%)
71 (40.8%)
174
het tweejaarlijks vrijwilligersfeest
38 43 (24.7%) (21.8%)
2 (1.1%)
41 (23.6%)
50 (28.7%)
174
de jaarlijkse vrijwilligersprijs van 500 euro
49 42 (24.1%) (28.2%)
2 (1.1%)
26 (14.9%)
55 (31.6%)
174
de nota 'gebundelde krachten'
8 (4.6%) 18 (10.3%)
5 (2.9%)
36 (20.7%)
107 (61.5%)
174
het cluster vrijwilligers 9 (5.2%) 26 (14.9%) van de Wmo raad
3 (1.7%)
43 (24.7%)
93 (53.4%)
174
de Tohopesate/ beursvloer
5 (2.9%)
51 (29.3%)
54 (31.0%)
174
Door aantal respondenten beantwoord:
33 31 (17.8%) (19.0%) 174
Utrecht, 23 november 2009 * Vrijwillige inzet in Kampen
79