Tevredenheidsonderzoek Vrijwillige inzet over 2012 Gemeente Dinkelland
Tevredenheidsonderzoek Vrijwillige inzet over 2012 Gemeente Dinkelland
mei 2013
COLOFON Samenstelling Anouk Olsthoorn Anja van Lonkhuijzen Volkan Atalay Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking SGBO Benchmarking Postbus 10242 2501 HE Den Haag
SGBO 107493 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd g egevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, no ch kunnen aan de i nhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
1
2
Samenvatting
2
3
Verantwoording en achtergrondgegevens
5
3.1
Achtergrond onderzoek
5
3.2
Achtergrond respondenten
7
4
Het vrijwilligerswerk
8
5
Ondersteuning
11
5.1
Begeleiding, aansturing en waardering
11
5.2
Opleidings- en scholingsmogelijkheden, (onkosten)vergoeding en verzekering 12
5.3
Vragen en ondersteuning bij vrijwilligerswerk
14
6
Ondersteuning door Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland
16
7
Verwachtingen ten aanzien van vrijwilligerswerk
19
8
Vrijwillige zorg
20
9
Burenhulp en buurtactiviteiten
23
9.1
Burenhulp
23
9.2
Inzet in de buurt
25
1
Inleiding Voor u ligt het rapport ‘Tevredenheidsonderzoek Vrijwillige inzet’. Gemeenten zijn in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek onder vragers van maatschappelijke ondersteuning uit te voeren. Het staat gemeenten vrij om een doelgroep te kiezen, zoals bijvoorbeeld burgers die vrijwillige inzet leveren. Binnen de Wmo zijn deze burgers een belangrijke doelgroep. Zij vormen het sociale kapitaal en zijn belangrijk voor zowel de samenleving als het individu. De vrijwillige inzet van burgers vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. De civil society draait om vrijwillige inzet, die niet voortvloeit uit gezin, familie, vrienden, overheid of het bedrijfsleven. Het verwijst naar een deel van de samenleving waarin burgers, georganiseerd of ongeorganiseerd, voor elkaar klaar staan. De burger doet op deze manier zelf mee maar draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Het gaat hierbij niet alleen om vrijwillige inzet in de zorg, maar ook om vrijwillige inzet op alle terreinen van de samenleving. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) leunt sterk op het idee van de civil society en probeert deze wettelijk inhoud te geven. Burgers zijn in eerste instantie zelf, samen met hun netwerk, verantwoordelijk voor het ‘meedoen’ aan de samenleving alvorens zich tot de overheid te wenden. De gemeente is geen onderdeel van deze civil society, maar kan wel een grote rol spelen bij de opbouw en het onderhouden van de civil society, bijvoorbeeld door de juiste voorwaarden te scheppen en de partijen (individuen en organisaties) samen te brengen. De gemeente Dinkelland is bezig met een uitgebreid onderzoek naar vrijwilligersorganisaties en initiatieven. Als aanvulling daarop is dit tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers uitgevoerd. Omdat vrijwillige inzet verder gaat dan vrijwilligerswerk zijn ook thema’s als vrijwillige zorg en burenhulp meegenomen in dit onderzoek. Het onderzoek geeft inzicht in de mate van en beweegredenen tot vrijwillige inzet en gaat verder in op de geboden ondersteuning hierbij. Allereerst treft u een samenvatting aan, waarbij de belangrijkste resultaten op hoofdlijnen zijn weergegeven. Hoofdstuk 3 gaat over de verantwoording van het onderzoek en de achtergrondgegevens van de respondenten. Hoofdstuk 4 gaat over vrijwilligerswerk, gevolgd door een hoofdstuk over de ervaren ondersteuning hierbij. Hoofdstuk 6 gaat over de bekendheid van en de ondersteuning door Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. In het hoofdstuk erna, hoofdstuk 7, wordt verder ingegaan op de verwachtingen van het vrijwilligerswerk. De laatste twee hoofdstukken gaan over vrijwillige zorg (hoofdstuk 8) en de inzet van burgers voor buren en de buurt (hoofdstuk 9).
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
1
2
Samenvatting De gemeente Dinkelland staat in deze veranderende tijden voor de opgave vorm en inhoud te geven aan een bloeiende ‘civil society’. De gemeente ziet een grote rol weggelegd voor vrijwilligers en mantelzorgers als actief onderdeel van een gemeenschap waarin burgers voor elkaar klaar staan. Als aanvulling op een breed onderzoek onder vrijwilligersorganisaties en initiatieven heeft de gemeente Dinkelland SGBO gevraagd om onderzoek te doen onder vrijwilligers. Het onderzoek ‘Vrijwillige inzet in de gemeente Dinkelland’ geeft inzicht in het vrijwilligerswerk, de ervaren ondersteuning, de bekendheid van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland, vrijwillige zorg en burenhulp. De gemeente Dinkelland heeft op basis van een steekproef uit de gemeentelijke basisadministratie 2.150 burgers aangeschreven. Burgers hadden de mogelijkheid om de vragenlijst schriftelijk of online te beantwoorden. 513 respondenten hebben gereageerd. De respondenten De respondentengroep is qua geslacht evenredig verdeeld, 50% man en 50% vrouw. Ongeveer 54% van de respondenten verricht betaald werk; hierbij zijn drie antwoordcategorieën samengevoegd (24 uur of minder, tussen de 24 en 36 uur en 36 uur of meer. Het aandeel (vervroegd) gepensioneerde respondenten is 27%. Vrijwilligerswerk 64% van de respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld is momenteel actief als vrijwilliger. De meeste respondenten verrichten 2 tot 4 uur per week vrijwilligerswerk, gevolgd door vrijwilligers die incidenteel vrijwilligerswerk doen, namelijk 16%. De meeste respondenten die vrijwilligerswerk verrichten doen dit al meerdere jaren. 60% van de respondenten doet het vrijwilligerswerk inmiddels tien jaar of langer. De meeste vrijwilligers zijn actief voor één of meerdere organisaties. De terreinen waar de meeste vrijwilligers actief in zijn, zijn: ‘sport en recreatie’, ‘zorg en welzijn’ en ‘religie en levensbeschouwing’. Ruim 97% van de vrijwilligers verwacht volgend jaar (waarschijnlijk) weer vrijwilligerswerk te doen. Slechts 3% van de vrijwilligers geeft aan volgend jaar géén vrijwilligerswerk te doen. Met name tijdgebrek en lichamelijke gebreken zijn redenen om geen vrijwilligerswerk (meer) te doen. Ondersteuning van de (vrijwilligers)organisatie Een grote meerderheid van 95% van de respondenten die vrijwilligerswerk verrichten is ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ over de ondersteuning ‘begeleiding’, ‘aansturing’ en ‘waardering’ die zij ontvangen. De bekendheid, de behoefte en het gebruik van een drietal aspecten (opleidings- en scholingsmogelijkheden, (onkosten)vergoeding en verzekering) zijn uitgevraagd. Ongeveer een kwart van de vrijwilligers is bekend met deze drie
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
2
aspecten. Een meerderheid van de respondenten is (zeer) tevreden over de ondersteuningsvormen. Wat betreft de (onkosten)vergoeding is één op de vijf respondenten die gebruikmaakte van deze ondersteuningsvorm ontevreden. De verzekeringsmogelijkheden, die via de gemeente Dinkelland worden geboden, zijn het meest bekend (28%). De behoefte aan de verzekering (18%) en het gebruik van de verzekering (13%) zijn hiermee het grootst. Een ruime meerderheid van 83% van de vrijwilligers verwacht geen expliciete steun bij hun taak als vrijwilliger. De overige vrijwilligers verwachten met name steun van andere leden of vrijwilligers. Wanneer zij vragen hebben over het vrijwilligerswerk dan stelt 76% deze vraag bij de vrijwilligersorganisatie, 2% bij het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland en 2% bij de gemeente. 14% stelt deze vragen ergens anders en 6% weet niet waar hij of zij terecht kan met een vraag. Vrijwilligerswerk kan soms belastend zijn op lichamelijk en geestelijk vlak. Het overgrote deel van de vrijwilligers uit Dinkelland ervaart het vrijwilligerswerk niet als zwaar. Dit neemt niet weg dat 15% van de vrijwilligers aangeeft het vrijwilligerswerk soms lichamelijk zwaar te vinden. Eén op de drie vrijwilligers geeft aan het werk soms als geestelijk zwaar te ervaren. Ondersteuning Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland Een minderheid van de vrijwilligers (28%) is bekend met Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. De vrijwilligers die bekend zijn met het bureau kennen het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland via de media (30%) of via de gemeente (30%). Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland organiseert verschillende activiteiten en heeft verschillende voorzieningen, welke in beperkte mate bekend zijn en waar in zeer beperkte mate gebruik van wordt gemaakt. Vrijwillige zorg Ongeveer één op de vijf respondenten zet zich in als zorgvrijwilliger. Zij vervullen verschillende zorgtaken. Dit kan gaan over simpele klussen, maar ook om intensievere zorgtaken. Ongeveer een derde van de respondenten is wel bereid om dergelijke taken uit te voeren. De helft van de respondenten is hier niet toe bereid. Taken die respondenten bereid zijn uit te voeren, zijn onder andere: ‘vervoer en begeleiding bij bezoeken’ (57%) en ‘hulp bij het huishouden’ (39%). Taken als ‘persoonlijke verzorging’ en ‘verpleegkundige hulp’ waren minder populair, voor beide ongeveer 13%. Respondenten is gevraagd waarom zij dergelijke taken wel of niet vervullen. Hiervoor hebben zij een veelvoud aan redenen opgegeven, waaronder ‘lichamelijke problemen’, ‘tijdgebrek’, ‘al ander vrijwilligerswerk verrichten’, ‘al werken in de zorg’ of ‘er niet het type voor zijn’.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
3
Burenhulp en buurtactiviteiten Ongeveer 58% van de respondenten verleent wel eens hulp aan de buren. 35% verleent geen hulp, maar staat hier wel voor open. Een laatste kleine minderheid van 7% is niet bereid om hulp aan buren te verlenen. In de gemeente Dinkelland zijn respondenten bereid gebleken om kleine klusjes voor de buren te doen (onder andere planten water geven, sleutel in bewaring houden, et cetera). Respondenten zijn minder bereid gebleken om intensievere of meer vertrouwelijke vormen van burenhulp te verlenen, waaronder administratieve of verzorgende taken. Bij zorgverleners was diezelfde tendens merkbaar. Om burenhulp te kunnen verlenen verwachten de meeste respondenten geen ondersteuning. Een kleine minderheid die wel ondersteuning verwacht, benoemde hierbij meer informele vormen van ondersteuning, zoals ‘samenwerking’ en ‘waardering’. Naast individuele burenhulp is in dit onderzoek ook gevraagd of respondenten bereid zijn zich in te zetten voor de buurt. Bijna de helft van de respondenten is al actief in de buurt en bijna een derde van de respondenten is hiertoe bereid. Bijna een derde van de respondenten verwacht hier een zekere mate van ondersteuning in. Hierbij zijn benoemd: ‘hulp of samenwerking van mede-buurtgenoten’, ‘medewerking van de gemeente’ en ‘financiële ondersteuning’. Aan respondenten is gevraagd wat de redenen zijn om zich wel of niet voor de buurt in te zetten. Verschillende redenen zijn genoemd voor het inzetten, waarin een tweedeling kan worden gemaakt. 1. Gemeenschappelijke redenen. Meerdere respondenten spreken van een maatschappelijke of sociale taak, het streven naar een gevoel van saamhorigheid en het vervullen van de ‘noaberplicht’. 2. Individuele/persoonlijke redenen. Respondenten geven aan de taken leuk te vinden of sociale contacten te willen aangaan. Redenen om niet actief in de buurt te zijn, waren veelal van individuele aard, namelijk ‘tijdgebrek’, ‘gezondheidsproblemen’ of ‘weinig binding hebben met de buurt’. Overkoepelend beeld Uit het onderzoek is gebleken dat de bereidwilligheid om voor elkaar klaar te staan ofwel de noaberkracht aanwezig is onder de inwoners van Dinkelland. Voor de gemeente is het van belang om te achterhalen wat de mogelijkheden zijn van dit noaberschap, aangezien er in de huidige bestuurlijke veranderingen steeds meer aanspraak gemaakt moet worden op deze mogelijkheden van vrijwillige inzet. Vanuit de respondenten is gebleken dat ondersteuning van de burger bij deze inzet niet per definitie gezocht hoeft te worden bij (professionele) instanties of organisaties, maar eerder in de directe omgeving van de burger en op een meer pragmatisch manier.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
4
3
Verantwoording en achtergrondgegevens Het onderzoek vrijwillige inzet biedt een goede gelegenheid om zicht te krijgen op de vrijwilliger, het vrijwilligerswerk en de motieven. Daarnaast wordt in de online vragenlijst en de schriftelijke vragenlijst aandacht besteed aan verschillende aspecten rondom de ondersteuning voor vrijwilligers, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ondersteuning in het algemeen en ondersteuning vanuit Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. In dit onderzoek wordt de volgende definitie gebruikt: Vrijwillige inzet: ‘inzet die onbetaald en onverplicht wordt gedaan voor een ander of voor de samenleving in het algemeen, georganiseerd of ongeorganiseerd.’ Onder vrijwillige inzet wordt onder andere vrijwilligerswerk, vrijwillige zorg (zorgvrijwilliger of vrijwilligerszorg), burenhulp en het organiseren van activiteiten in de buurt of wijk verstaan. In de vragenlijst gebruiken we deze indeling bij het stellen van de vragen. In dit hoofdstuk wordt de achtergrond van het onderzoek toegelicht en de achtergrond van de respondenten beschreven.
3.1
Achtergrond onderzoek
Om de ervaringen van een doelgroep te achterhalen, is het noodzakelijk om de doelgroep te kunnen bereiken. Burgers die zich vrijwillig inzetten zijn vaak niet bekend bij de gemeente, maar er zijn meerdere manieren om vrijwilligers te benaderen. Voor dit onderzoek heeft de gemeente Dinkelland gekozen voor het benaderen van burgers die zich vrijwillig inzetten door middel van een steekproef uit de gemeentelijke basisadministratie uit inwoners van 18 jaar en ouder. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van een schriftelijk en online vragenlijst om zicht te krijgen in het vrijwilligerswerk, de ervaren ondersteuning, de bekendheid van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland, vrijwillige zorg en burenhulp. In de gemeente Dinkelland zijn eind maart/begin april 2.150 uitnodigingsbrieven verzonden aan inwoners op basis van een steekproef uit de gemeentelijke basisadministratie. Respondenten hadden de mogelijkheid om de papieren vragenlijst in te vullen en te retourneren of op internet de vragen te beantwoorden. Halverwege april is er een herinneringsbrief verstuurd. 513 respondenten hebben de vragenlijst of de online enquête succesvol ingevuld en verzonden. Hiermee is een respons van 24% bereikt.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
5
Bij het bepalen van de omvang van de steekproef is uitgegaan van een bepaalde betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en respons om uitspraken te kunnen doen. Om betrouwbare resultaten te kunnen weergeven is een bepaalde ondergrens aan respondenten nodig. De respons is voldoende voor een betrouwbaarheid van 97%. Dit betekent dat bij herhaling van het onderzoek in 97 van de 100 metingen de resultaten binnen hetzelfde interval vallen. De resultaten zullen dan (ongeveer) gelijk zijn. Om het betrouwbaarheidsniveau te bepalen is een conservatieve aanname gedaan. Voor veel van de vragen in het onderzoek zal een hogere mate van betrouwbaarheid van toepassing zijn. Dit geldt voornamelijk voor vragen met meer dan twee antwoorden en/of bij vragen waar de spreiding tussen de antwoorden groter is.1 Bij uitsplitsingen van de resultaten kan het, bij kleine aantallen respondenten, zijn dat de resultaten indicatief zijn.
1
Bij een verdeling van 50%-50% is weinig spreiding. Des te meer de aandelen uit elkaar liggen, des te groter is de spreiding en daarmee des te hoger de betrouwbaarheid.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
6
3.2
Achtergrond respondenten
In deze tweede paragraaf wordt naar de achtergrond van de respondenten gekeken. Hierbij maken we onderscheid tussen de respondenten die aangeven vrijwilligerswerk te verrichten en degenen die aangeven dit niet te doen. Er wordt gekeken naar de resultaten van vragen als: Wat is het geslacht en de leeftijd van respondenten? En verricht de respondent ook betaalde arbeid? Gekeken naar het geslacht van respondenten is de groep tussen mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers evenredig verdeeld, namelijk 50% om 50%. Wat betreft de leeftijd van respondenten valt op dat de 45 tot 64-jarigen de grootste groep vormen. Tabel 1
Geslacht en leeftijd van respondenten
% Respondenten Geslacht Man Vrouw Leeftijd 34 jaar of jonger 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 jaar en ouder
50% 50% 8% 14% 23% 23% 18% 14%
Het aandeel mannen en vrouwen is gelijkmatig verdeeld. Tabel 2
Dagindeling
Betaalde arbeid voltijd (36 uur of meer per week) Betaalde arbeid (26 tot 36 uur per week) Betaalde arbeid (minder dan 24 uur per week) (Vervroegd) gepensioneerd (Gedeeltelijk) arbeidsongeschikt Vrijwillig thuis Werkloos Studerend
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
% Respondenten 27% 14% 13% 28% 4% 9% 4% 2%
7
4
Het vrijwilligerswerk In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de burger die zich vrijwillige inzet, georganiseerd of ongeorganiseerd. Vrijwilligers voldoen niet aan één bepaald profiel. Dé vrijwilliger bestaat niet. De verschillende kenmerken geven inzicht in de vrijwillige inzet die binnen de gemeente Dinkelland wordt verzet. Hoeveel vrijwilligerswerk verrichten de respondenten en hoe lang doen ze dit vrijwilligerswerk. Ook is gevraagd naar op welke terrein het vrijwilligerswerk plaatsvindt. Uit onderstaande tabel blijkt dat 36% van de respondenten die zijn aangeschreven momenteel niet actief is als vrijwilliger. De meeste respondenten verrichten 2 tot 4 uur per week vrijwilligerswerk, gevolgd door vrijwilligers die incidenteel vrijwilligerswerk doen, namelijk 16%. Tabel 3
Bent u momenteel actief als vrijwilliger?
Ja, incidenteel Ja, tot 2 uur in de week Ja, 2 tot 4 uur in de week Ja, 4 tot 8 uur in de week Ja, 8 uur of meer in de week Nee
Percentage 16% 8% 21% 11% 8% 36%
Gebleken is dat tot de leeftijdscategorie van 74, vrijwilligers meer uur vrijwilligerswerk verrichten naarmate ze ouder worden. De vrijwilligers in de leeftijdscategorie van 75 jaar en ouder verrichten minder vrijwilligerswerk. Van de vrijwilligers tussen de 65 en 74 jaar oud verricht ongeveer 40% 8 uur of meer in de week vrijwilligerswerk. De meeste respondenten die vrijwilligerswerk verrichten doen dit al meerdere jaren. 60% van de respondenten doet het vrijwilligerswerk inmiddels tien jaar of langer. Tabel 4
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Tussen de 10 en 20 jaar Langer dan 20 jaar
Percentage 3% 15% 21% 23% 37%
Sommige vrijwilligers vinden vrijwilligerswerk zo leuk en inspirerend dat zij dit een aanzienlijk aantal uur per week doen of inmiddels al vele jaren. Het is echter niet zo dat vrijwilligers zich per definitie binden aan een organisatie waar zij vrijwilligerswerk voor doen. En soms zijn vrijwilligers voor meerdere organisaties actief. SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
8
Wat ook gebeurt, is dat een vrijwilliger door zijn of haar vrijwilligersorganisatie als vrijwilliger bij een andere organisatie wordt ingezet. Daarnaast zijn er vrijwilligers die zich niet hebben aangesloten bij een vrijwilligersorganisatie, dit zijn de zogenoemde ongeorganiseerde vrijwilligers. Voorbeelden van ongeorganiseerde vrijwilligers zijn vrijwilligers die zelf een straat- of buurtfeest organiseren, een wandel- of knutselclubje opzetten of zich inzetten voor speeltoestellen of groen in de wijk. In onderstaande tabel is weergegeven in hoeverre vrijwilligers binnen de gemeente Dinkelland vrijwilligerswerk verrichten voor of via een organisatie. De meeste vrijwilligers zijn actief voor één of meerdere organisaties, namelijk 74%. Meer dan de helft van deze groep is actief voor meerdere organisaties. Tabel 5
Bent u actief voor één of meerdere vrijwilligersorganisaties?
Ik werk niet voor of via een organisatie Ik werk voor één organisatie Ik werk voor meerdere organisaties
Percentage 26% 31% 43%
Vrijwilligerswerk kan heel divers zijn, zowel qua terreinen waarop het vrijwilligerswerk wordt gedaan als ook het type vrijwilligerswerk. Het kan bijvoorbeeld gaan om hand- en spandiensten bij de sportclub, een bestuursfunctie binnen een vereniging of meer zorggerelateerd vrijwilligerswerk. Het merendeel van de vrijwilligers binnen uw gemeente voert voornamelijk uitvoerende taken uit. Dit wordt door 69% van de vrijwilligers gedaan. Ter verduidelijking is in de vragenlijst aangegeven dat onder bestuurlijke taken wordt verstaan het actief zijn als een bestuurder van een organisatie of vereniging.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
9
Op welke terreinen vrijwilligers actief zijn is in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 6
Terreinen van vrijwilligerswerk
Sport en recreatie Zorg en welzijn Informatie en advies Religie en levensbeschouwing Kunst en cultuur Media Politieke en ideële doelen Buurt-, dorp- en bewonersorganisatie Onderwijs en educatie Belangenbehartiging en emancipatie Natuur en milieu Verkeer en veiligheid Anders
Percentage 27% 20% 2% 16% 8% 0% 2% 7% 4% 1% 2% 4% 7%
De meeste respondenten die vrijwilligerswerk verrichten zijn actief op de terreinen ‘sport en recreatie’, ‘zorg en welzijn’ en ‘religie en levensbeschouwing’.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
10
5
Ondersteuning door (vrijwilligers)organisaties Vrijwilligers kunnen bij het verrichten van vrijwilligerswerk behoefte hebben aan ondersteuning. Deze ondersteuning kan worden geboden vanuit verschillende kanten. In dit hoofdstuk gaan we in op de ondersteuning vanuit de (vrijwilligers)organisatie. Aan bod komt de tevredenheid over de geboden ondersteuning door de (vrijwilligers)organisaties voor een zestal aspecten. Ook wordt ingegaan op de verwachtingen ten aanzien van ondersteuning voor de vrijwilliger. In dit hoofdstuk zijn alleen de respondenten meegenomen die hebben aangegeven dat zij vrijwilligerswerk verrichten.
5.1
Begeleiding, aansturing en waardering
De organisaties, waarvoor de vrijwilligers actief zijn, kunnen op verschillende wijzen de vrijwilliger ondersteunen. Het gaat bijvoorbeeld om: • het begeleiden • het aansturen • het waarderen Voor vrijwilligers is het prettig om begeleiding en aansturing te krijgen bij het vrijwilligerswerk. Op deze manier weten de vrijwilligers wat van hen verwacht wordt, wat hun taken/werkzaamheden zijn en ook bij wie ze terechtkunnen voor vragen of advies. Het is van groot belang om vrijwilligers te werven en te behouden. Dat kan door ze te inspireren, verleiden en waarderen. Om vrijwilligers te kunnen waarderen, zijn de volgende stappen van belang: • Herkennen is de voorwaarde om te waarderen: de inzet van vrijwilligers wordt gezien door de organisatie en gemeente: ze is op de hoogte van wie de vrijwilligers zijn en wat ze doen. • Erkennen: het belang van vrijwilligerswerk wordt ingezien en vrijwilligers worden serieus genomen. • Waarderen: de organisatie en gemeente laat zien dat ze waarde hecht aan concreet engagement. Waarderen kan materieel in de vorm van een cadeaubon, vergoeding, kortingsbon en dergelijk, maar het kan ook immaterieel via een schouderklopje, vrijwilligersdag/uitstapje of een onderscheiding. Voor deze verschillende vormen van ondersteuning is aan de vrijwilligers gevraagd om aan te geven hoe tevreden of ontevreden zij zijn. Vrijwilligers die actief zijn voor meerdere organisaties is gevraagd of zij de vragen kunnen beantwoorden voor de organisatie waarvoor zij de meeste uren per week “werken”. De mate van tevredenheid is
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
11
terug te vinden in onderstaande figuur. Bij deze figuur is het antwoord ‘Niet van toepassing’ buiten beschouwing gelaten. Figuur 1
Tevredenheid begeleiding, aansturing en waardering
Verreweg de meeste respondenten zijn tevreden of zeer tevreden over de begeleiding, Verreweg de meeste respondenten zijn tevreden of zeer tevreden over de begeleiding, aansturing en waardering die zij ontvangen, namelijk maar liefst 95% van de respondenten.
5.2
Opleidings- en scholingsmogelijkheden, (onkosten)vergoeding en verzekering
Binnen het vrijwilligerswerk kunnen vrijwilligers soms ook rekenen op mogelijkheden voor opleiding of scholing, een (onkosten)vergoeding of een verzekering. Voorbeelden hiervan zijn: cursussen voor medewerkers van vrijwilligersorganisaties, of cursussen voor vrijwilligers zelf, compensatie door middel van reiskostenvergoeding, faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen) of een verzekering. Veel gemeenten hebben voor al hun vrijwilligers een verzekering afgesloten bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zo ook de gemeente Dinkelland. Deze verzekering is bedoeld voor vrijwilligers en is een soort vangnet voor onverhoopte schade van/door/voor vrijwilligers en organisaties die werken met vrijwilligers. Aan de vrijwilligers is gevraagd of zij bekend zijn met, behoefte hebben aan en of zij gebruikmaken van de drie bovengenoemde aspecten. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in de tabel op de volgende pagina.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
12
Tabel 7
Bekendheid, behoefte en gebruik van ondersteuning (%ja)
Bekend
Behoefte
Gebruik
Opleidings- en scholingsmogelijkheden (Onkosten) vergoeding
25% 22%
11% 12%
8% 6%
Verzekering
28%
18%
13%
Een meerderheid van de respondenten is niet bekend met de ondersteuningsmogelijkheden. Daarbij komt dat ook een kleine groep respondenten aangeeft hier behoefte aan te hebben of gebruik van te maken. Vrijwilligers die een bestuurdersfunctie vervullen zijn beter bekend met de mogelijkheden dan vrijwilligers die een uitvoerende functie hebben. Hoe tevreden de vrijwilligers zijn over de drie aspecten is ook uitgevraagd en de resultaten zijn in onderstaande figuur terug te vinden. Bij figuur 2 is het antwoord ‘Niet van toepassing’ buiten beschouwing gelaten, dit zijn vrijwilligers die geen gebruik hebben gemaakt van het aspect. Figuur 2
Tevredenheid ondersteuning
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
13
Een meerderheid van de respondenten is tevreden over de ondersteuningsvormen. Van deze groep is 8% van de respondenten zeer tevreden. Wat betreft de (onkosten)vergoeding is één op de vijf respondenten die gebruikmaakte van deze ondersteuningsvorm ontevreden (n=20) of zeer ontevreden (n=6)2. 5.3
Vragen en ondersteuning bij vrijwilligerswerk
Bij het actief zijn als vrijwilliger kan het zijn dat je vragen krijgt of ondersteuning nodig hebt. Het is belangrijk om te weten of vrijwilligers hun vragen kwijt kunnen en of zij ook weten waar zij hun behoefte aan ondersteuning kunnen uiten. Inhoudelijke vragen over vrijwilligerswerk stelt ruim driekwart van de vrijwilligers bij de organisatie waar zij vrijwilligerswerk verrichten, dit doet 76%. Andere mogelijkheden voor het stellen van vragen zijn bij het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland (2%) en bij het loket van de gemeente (2%). 6% van de vrijwilligers weet niet waar zij terechtkunnen met (inhoudelijke) vragen over vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan soms belastend zijn voor de vrijwilliger op het fysieke vlak, maar soms ook op het mentale vlak. Uit de resultaten blijkt dat het overgrote deel van de vrijwilligers uit Dinkelland het vrijwilligerswerk niet als zwaar ervaart. Dit geldt voor zowel het lichamelijke als het geestelijke vlak. Toch geeft 15% van de vrijwilligers aan het ‘soms’ lichamelijk zwaar te vinden, voor geestelijk is dit zelfs ruim 1 op 3. De resultaten zijn in onderstaande tabel terug te vinden. Tabel 8
Lichamelijk Geestelijk
Hoe ervaart u het vrijwilligerswerk?
Vaak als zwaar 1% 2%
Soms als zwaar 15% 32%
Niet als zwaar 84% 66%
Het lijkt erop dat vrijwilligers die een uitvoerende functie vervullen het vrijwilligerswerk vaker als (soms) zwaar ervaren dan vrijwilligers die een bestuurlijke functie vervullen. Opvallend genoeg ervaren de vrijwilligers van 34 jaar of jonger het vrijwilligerswerk vaker als geestelijk zwaar dan oudere vrijwilligers. Namelijk 74% van de vrijwilligers onder 34 jaar ervaart het vrijwilligers vaak of soms als geestelijk zwaar. Het percentage respondenten dat aangeeft ‘soms overbelast’ te zijn is 27%. Het percentage respondenten die aangeven ‘vaak overbelast’ te zijn is 3%. Gebleken is dat vrijwilligers die meer uren per week betaalde arbeid verrichten ook vaker overbelast zijn. Van de vrijwilligers die 36 uur of meer per week werken is ongeveer een derde vaak of soms overbelast. Ook hoeveel uren vrijwilligerswerk er per week wordt gedaan heeft 2
Het aantal respondenten wordt aangeduid met ‘n’.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
14
invloed op de mate van overbelasting. Ongeveer 40% van de vrijwilligers die 4 of meer uur per week vrijwilligerswerk verrichten is soms of vaak overbelast. Het betreft vaker vrijwilligers met een bestuurlijke functie. Het merendeel van de vrijwilligers verwacht geen steun bij hun taak als vrijwilliger. Ongeveer 83% geeft dit aan. Door de vrijwilligers die aangeven wel steun te verwachten, worden de volgende vormen van steun genoemd: ‘onderlinge hulp en samenwerking onder vrijwilligers of (bestuurs)leden’, ‘begeleiding’, ‘materiële en financiële ondersteuning’ en ‘samenwerking’. De meeste vrijwilligers verwachten deze steun in eerste plaats van de vrijwilligersorganisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk verrichten, dit geeft 83% aan. 7% van de vrijwilligers verwacht deze steun van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. 10% verwacht deze steun van anderen, waaronder andere leden of vrijwilligers en andere lokale organisaties of overheden.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
15
6
Ondersteuning door Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland Een gemeente werkt bij het ondersteunen van de vrijwilligers vaak samen met het vrijwilligerssteunpunt of een centrale, het Wmo-loket, een maatschappelijk makelaar en een welzijnsstichting. In de meeste gemeenten hebben vooral de gemeente zelf en het steunpunt of de centrale een rol bij de uitvoering van de ondersteuning. In de gemeente Dinkelland is er het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. Dit bureau helpt mee om vrijwilligers te ondersteunen en te stimuleren. Vraag en aanbod rondom vrijwilligerswerk kan elkaar daar vinden. Ook speelt Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland een actieve rol in de waardering van het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is niets nieuws en wordt al sinds jaar en dag door mensen gedaan. Sinds de invoering van de Wmo is de gemeente echter verantwoordelijk voor het ondersteunen van vrijwilligers in hun werkzaamheden, zodat zij dit nog lang en met plezier kunnen volhouden. Dit kan ingericht worden via een speciaal vrijwilligerssteunpunt, via het Wmo-loket of een ander loket bij de gemeente of als onderdeel van een welzijnsorganisatie. Bij de gemeente Dinkelland is de ondersteuning van vrijwilligers bij het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland neergelegd. In deze paragraaf gaan we nader in op met name de bekendheid van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. De minderheid van de vrijwilligers (28%) is bekend met Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. Vrijwilligers met een bestuurlijke taak zijn beter bekend met het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland, ongeveer (45%). De verdere resultaten van dit hoofdstuk zijn gebaseerd op deze vrijwilligers, aangezien zij ervaringen hebben met het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland. De resultaten van hoe de vrijwilligers bij het bureau terechtkomen laten een divers beeld zien. In onderstaande tabel zijn de resultaten terug te vinden. Tabel 9
Hoe wist u van het bestaan van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland?
Via bekenden Via internet Via krant/radio/tv Via posters/folders of flyers Via de gemeente Via de vrijwilligersorganisatie Via re-integratietrajecten/Sociale Dienst Anders
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Percentage 13% 4% 30% 4% 30% 12% 1% 7%
16
De meeste vrijwilligers kennen Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland via de media (30%) of via de gemeente (30%). Vrijwilligers die de antwoordcategorie ‘anders’ hebben aangekruist, kennen het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland via het werk of andere lokale instanties. Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland organiseert verschillende activiteiten. In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre de groep vrijwilligers, die bekend zijn met het bureau, ook op de hoogte zijn van de verschillende activiteiten en of zij daar gebruik van maken.
Figuur 3
Bekendheid activiteiten Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
17
De website is het meest bekend. Dit wordt gevolgd door de vrijwilligersvacaturebank en de landelijke actie ‘NL doet’. Het minst bekend zijn het ‘spreekuur vrijwilligerswerk’, ‘netwerkbijeenkomsten’, ‘deskundigheidsbevordering’ en ‘ondersteuning bij wet- en regelgeving’. Een klein gedeelte van de vrijwilligers maakt gebruik van de verschillende ondersteuningsvormen. Van alle ondersteuningsvormen wordt in beperkte mate gebruikgemaakt, van het spreekuur vrijwilligerswerk heeft geen van de vrijwilligers gebruikgemaakt.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
18
7
Verwachtingen ten aanzien van vrijwilligerswerk In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de toekomst van het vrijwilligerswerk. Verwacht de huidige vrijwilliger actief te blijven? Is de niet-vrijwilliger een oud-vrijwilliger? En wat zijn redenen om te stoppen met vrijwilligerswerk? Aan de vrijwilligers is gevraagd of zij verwachten vrijwilligerswerk te blijven doen. Een ruime meerderheid (57%) geeft aan dit zeker wel te doen. Ongeveer 40% blijft waarschijnlijk vrijwilligerswerk doen. Kortom een ruime 97% van de vrijwilligers verwacht volgend jaar weer vrijwilligerswerk te doen. Slechts 3% van de vrijwilligers geeft aan dit niet te doen. De meest genoemde redenen om volgend jaar geen vrijwilligerswerk te doen, zijn gezondheidsredenen en financiële redenen of onkosten. Aan de respondenten die hebben aangegeven momenteel geen vrijwilligerswerk te doen, is gevraagd of zij mogelijk het afgelopen jaar actief zijn geweest als vrijwilliger of mogelijk eerder. Ongeveer een derde (31%) geeft hier een positief antwoord op en is dus een oudvrijwilliger. De redenen waarom vrijwilligers zijn gestopt met het vrijwilligerswerk lopen uiteen. Genoemd zijn ‘tijdgebrek’, ‘gezondheidsredenen’, ‘gevorderde leeftijd’ en ‘het gezinsleven’.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
19
8
Vrijwillige zorg In verband met grote bestuurlijke veranderingen op het gebied van zorg en welzijn worden gemeenten verantwoordelijk voor zorg- en ondersteuningstaken die voorheen tot de AWBZ toebehoorden. Deze taken komen terecht bij de Wmo van de gemeente. Gemeenten krijgen de kans om de zorg en ondersteuning op lokale en individuele wijze te organiseren. Omdat deze decentralisatie van de AWBZ ook gepaard gaat met bezuinigingen en omdat gemeenten de ‘civil society’ (waarbij burgers onderling voor elkaar klaar staan) willen versterken, passen zij een werkwijze toe waarbij burgers voor een oplossing worden verwezen naar de mogelijkheden binnen hun eigen netwerk. Vervolgens wordt gekeken naar mogelijkheden van algemene voorzieningen (mogelijkheden van voor iedereen toegankelijke organisaties of voorzieningen). Wanneer deze mogelijkheden niet passend zijn, wordt als laatst gekeken naar de mogelijkheden van individuele voorzieningen of tweedelijns zorg (organisaties waar een doorverwijzing voor nodig is). Deze werkwijze wordt ook wel ‘de Kanteling’ genoemd. De rol van vrijwilligers wordt hiermee beduidend belangrijker. Dit om verscheidene (eerstelijns) oplossingen te kunnen bieden voor burgers die ondersteuning en zorg nodig hebben. Met name de rol van vrijwilligers die zorgtaken vervullen, wordt groter naar mate de gemeente meer verantwoordelijkheden en taken krijgt toebedeeld op het gebied van de Wmo, die daarvoor tot de AWBZ behoorden. In dit onderzoek is gevraagd in hoeverre de respondenten zorgtaken verlenen of hiertoe bereid zijn. Ook is hen gevraagd naar de redenen waarom zij deze taken wel of niet zouden vervullen. Onder zorgtaken wordt verstaan: alle vormen van hulp en zorg, die door vrijwilligers geboden worden aan zorgvragers en hun mantelzorgers. Vrijwillige zorg wordt ook wel vrijwilligerszorg genoemd. In onderstaande tabel is weergegeven of respondenten dergelijke taken vervullen of hiertoe bereid zijn. Tabel 10
Zet u zich in als zorgvrijwilliger?
Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd wordt Nee en ik zou het ook niet doen als het gevraagd wordt
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Percentage 22% 31% 47%
20
Ongeveer de helft van de respondenten zet zich niet in als vrijwilliger en zou hiertoe ook niet bereid zijn. Dit neemt niet weg dat de helft van de respondenten dit wel doet (22%) of dit wel zou doen als dit hen gevraagd wordt (31%). Mannelijke respondenten blijken minder vaak bereid te zijn zich in te zetten als zorgvrijwilliger. Ook respondenten van 75 jaar en ouder zijn hier minder vaak toe bereid. 71% van de respondenten uit deze leeftijdscategorie geeft aan hier niet toe bereid te zijn. Ook de mate waarin betaalde arbeid wordt verricht heeft invloed op de bereidheid om zorgvrijwilliger te zijn. Hoe meer respondenten betaalde arbeid verrichten hoe vaker zij zich niet inzetten als zorgvrijwilliger en hier niet toe bereid zijn. De respondenten die hebben aangegeven zorgvrijwilliger te zijn en de respondenten die hebben aangegeven hiertoe bereid te zijn, is gevraagd welke vormen van zorg en ondersteuning zij (zouden) bieden. Er waren meerdere antwoorden mogelijk. Tabel 11
Vormen van vrijwillige zorg
Hulp bij het huishouden Persoonlijke verzorging Verpleegkundige hulp Administratieve hulp Vervoer en begeleiding bij bezoeken Aanvragen en regelen voorzieningen Klaarmaken warme maaltijden Anders
Percentage 39% 12% 14% 36% 57% 32% 23% 26%
Een grote groep van de respondenten biedt hulp (of zou hiertoe bereid zijn) bij het vervoer en de begeleiding bij bezoeken. Bij ruim een derde van de respondenten geldt dit ook voor hulp bij het huishouden, administratieve hulp of het aanvragen of regelen van voorzieningen. Vormen van vrijwillige zorg, waarmee meer verantwoordelijkheid of intimiteit gepaard gaat (zoals verpleegkundige zorg of persoonlijke verzorging) werden door respondenten het minst genoemd als taken die zij uitvoeren of bereid zijn om uit te voeren. Respondenten hebben een open antwoord kunnen geven op de vraag waarom zij zich wel of niet als zorgvrijwilliger (zouden) inzetten. Antwoorden waarom zij dit wel (zouden) doen zijn onder andere: Graag iets voor een ander willen doen. Ideële doelstellingen, zoals het nuttig willen maken voor de maatschappij. Het gevoel van een (sociale) verplichting. Het ervaren van voldoening. Wel bereid zijn maar er is momenteel nog geen vraag vanuit familie of kennissenkring gekomen. SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
21
Het verkrijgen/onderhouden/ervaren van sociale contacten. Uit liefde voor een naaste.
Redenen om zich niet in te zetten als zorgvrijwilliger zijn: Tijdgebrek. Lichamelijk te belastend. Hoge leeftijd. Deze taken met name over hebben voor naasten, maar niet voor vreemden. Al andere vormen van vrijwilligerswerk doen. Andere interesses/de werkzaamheden zijn niet passend bij het karakter. Al werkzaam zijn in de zorg.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
22
9
Burenhulp en buurtactiviteiten Uit een onderzoek van Völker3 komt naar voren dat buren van belang zijn binnen persoonlijke netwerken, maar dat buren selectief met de hulp die ze vragen omgaan. Vaak wordt aan buren hulp gevraagd die aan iedereen gevraagd kan worden, waarvoor geen specifieke kennis nodig is en waarmee weinig verantwoordelijkheden samenhangen. In de regel zijn buurtgenoten snel geneigd – vaak op eigen initiatief – om laagdrempelige burenhulp te verlenen op vrijblijvende basis, maar als het gaat om meer structurele en meer veeleisende vormen van burenhulp dan zijn mensen eerder wat terughoudender. Deze terughoudendheid vloeit ook vaak voort uit de behoefte aan privacy. Burenhulp begint bij elkaar kennen. Als je elkaar kent, weet je wat je aan elkaar hebt en kun je elkaar om hulp vragen als dat nodig is. In sommige buurten gaat dat elkaar kennen vanzelf, maar dat is niet overal het geval. In dit onderzoek is gevraagd in hoeverre respondenten (bereid zijn om) burenhulp (te) verlenen en in hoeverre respondenten (bereid zijn om) buurtactiviteiten (te) verrichten.
9.1
Burenhulp
Respondenten is gevraagd in hoeverre zij de buren wel eens helpen of dat zij bereid zijn hen te helpen. Onder burenhulp wordt de onderlinge hulp in de buurt verstaan. In veel gevallen gaat het om de directe buren, maar het kan ook gaan om iemand verderop in het huizenblok of de straat. In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven. Tabel 12
Helpt u uw buren wel eens?
Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd werd Nee en ik zou het ook niet doen als het gevraagd werd
Percentage 58% 35% 7%
Een meerderheid van de respondenten helpt de buren wel eens, ongeveer 58%. Ruim een derde van de respondenten geeft aan dit wel te doen als het hen zou worden gevraagd. Opvallend is dat door alle leeftijdscategorieen heen respondenten in ongeveer gelijke mate hun buren helpen, ongeveer 60%. Respondenten van 75 jaar en ouder helpen hun buren minder.
3
Völker, Beate (1999). 15 miljoen buren. De rol van buren in persoonlijke netwerken in Nederland. In: Beate Völker en René Verhoeff (red.), Buren en buurten.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
23
In tegenstelling tot de bereidheid voor vrijwillige zorg is er bij burenhulp nauwelijks verschil tussen de bereidwilligheid tussen mannen en vrouwen. Een kleine groep respondenten (7%) geeft aan niet bereid te zijn om buren te helpen. Respondenten boven de 75 jaar helpen hun buren minder. Verondersteld mag worden dat zij tot de doelgroep behoren die hulp van buren ontvangen. Aan de respondenten die aangeven hun buren wel eens te helpen of hier bereid toe te zijn, is gevraagd op wat voor vlakken dit dan het geval is. Men kon kiezen uit de volgende zes situaties en kon meerdere antwoorden aankruisen: 1. Met planten water geven, reservesleutels in bewaring houden, post bewaren en/of huisdieren verzorgen bij hun afwezigheid. 2. Met boodschappen doen, eten koken en/of brengen. 3. Het helpen met administratie, een aanvraag, belastingen en/of het invullen van formulieren. 4. Met klusjes in of rond het huis of tuin. 5. Op de kinderen passen. 6. Het huis helpen schoonhouden, medicijnen halen en/of toedienen, persoonlijke verzorging, helpen bij vervoer en/of bezoekjes. Deze zes situaties zijn gerangschikt op intensiteit. Naar verwachting zijn veel mensen bereid om bijvoorbeeld de planten water te geven of de post in bewaring te nemen. Dit wordt in de regel gezien als een kleinigheid. De andere voorbeelden vereisen in ieder geval een grote mate van wederzijds vertrouwen. De intensere hulpvormen - die gebaseerd zijn op een hoge mate van wederzijds vertrouwen - en die neigen naar mantelzorg, zijn minder gangbaar. In de gemeente Dinkelland zijn respondenten bereid gebleken om kleine klusjes voor de buren te doen. Zoals verwacht zijn respondenten minder bereid gebleken om intensievere of meer vertrouwelijke vormen van burenhulp te verlenen. Tabel 13
Vormen van burenhulp
Met planten water geven, reservesleutels in bewaring houden, post bewaren en/of huisdieren verzorgen bij hun afwezigheid Met boodschappen doen, eten koken en/of brengen Het helpen met administratie, een aanvraag, belastingen en/ of het invullen van formulieren Met klusjes in of rond het huis of tuin Op de kinderen passen Het huis helpen schoonhouden, medicijnen halen en/of toedienen, persoonlijke verzorging, helpen bij vervoer en/of bezoekjes
Percentage 75% 22% 12% 51% 34% 15%
Een ruime meerderheid van de respondenten geeft aan geen ondersteuning te verwachten om burenhulp te verrichten, namelijk 86%. Een groep van 14% geeft aan hier wel SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
24
ondersteuning in te krijgen. Respondenten is de mogelijkheid gegeven om toe te lichten wat voor soort ondersteuning zij verwachten en van wie zij deze ondersteuning verwachten te krijgen. Ondersteuning wordt verwacht in de vorm van: Waardering Samenwerking De ondersteuning wordt met name verwacht van buren, personen in de directe omgeving (zoals familie), lokale organisaties en overheid en van de parochie. 9.2
Inzet in de buurt
Naast individuele burenhulp is in dit onderzoek ook gevraagd of respondenten bereid zijn zich in te zetten voor de buurt. Het kan bijvoorbeeld gaan om het organiseren van een barbecue of buurtfeesten, het beschikbaar komen van een AED (automatische externe defibrillator) en het organiseren van trainingen voor gebruik hiervan. Het gaat om activiteiten die in de buurt of wijk worden gedaan naar aanleiding van een idee van één of meerdere buurt- of wijkgenoten. Gevraagd is aan de respondenten of zij dit doen of hiertoe bereid zijn. Tabel 14
Zet u zich vrijwillig in de buurt of wijk in voor activiteiten?
Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd werd Nee en ik zou het ook niet doen als het gevraagd werd
Percentage 46% 30% 24%
Bijna de helft van de respondenten is al actief in de buurt en bijna een derde van de respondenten is hiertoe bereid. Respondenten geven aan hier geen ondersteuning bij nodig te hebben of te verwachten. Ongeveer 70% van de respondenten geeft dit aan. Een groep van 30% geeft aan hier wel ondersteuning in te verwachten. Respondenten is de mogelijkheid gegeven om toe te lichten wat voor soort ondersteuning zij verwachten en van wie zij deze ondersteuning verwachten te krijgen. Vormen van ondersteuning die deze groep verwacht, zijn onder andere: Hulp of samenwerking van mede-buurtgenoten Medewerking van de gemeente Financiële ondersteuning
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
25
Deze ondersteuning wordt verwacht van buren en van de gemeente, zoals ook al blijkt uit de genoemde vormen van verwachte ondersteuning. Respondenten is ook gevraagd waarom zij zich wel of niet inzetten voor activiteiten in de buurt of wijk. De redenen zijn onder te verdelen in gemeenschappelijke en individuele beweegredenen. Met name de term ‘noaberplicht’ is vaak genoemd door respondenten. Het actief zijn in de buurt wordt door meerdere respondenten opgevat als een maatschappelijke taak of een plicht. Enkele respondenten voegen hier aan toe dat deze ‘noaberplicht’ vanzelfsprekend is. Ook het behouden of bereiken van een gevoel van saamhorigheid is belangrijk gebleken voor respondenten. Zo schrijft een respondent: “Dan krijgen we een sterkere maatschappij én buurt”. Ook zijn er meer individuele redenen om wel of niet actief te zijn voor de buurt. Zo worden belemmeringen genoemd zoals gezondheidsproblemen of tijdgebrek. Een aantal respondenten geeft aan dat ze activiteiten wel leuk moeten vinden om zich in te zetten voor deze activiteit. Een respondent schrijft bijvoorbeeld “Ik vind het gezellig om te doen”. Ook geeft een aantal respondenten aan dat ze niet zoveel contact hebben met de buurt. “Ik ben meer op mezelf”, beschrijft een respondent.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
26
Bijlage 1 Vragenlijst
Klantonderzoek Wmo over 2012 - Vrijwillige Inzet Voor wie is deze vragenlijst bedoeld? Deze vragenlijst is bedoeld voor burgers in de gemeente Dinkelland die zich vrijwillige inzetten. Vrijwillige inzet: ‘inzet die onbetaald en onverplicht wordt gedaan voor een ander of voor de samenleving in het algemeen, georganiseerd of ongeorganiseerd.’ Onder vrijwillige inzet wordt onder andere vrijwilligerswerk, vrijwillige zorg (zorgvrijwilliger of vrijwilligerszorg), burenhulp en het organiseren van activiteiten in de buurt of wijk verstaan. In de vragenlijst gebruiken we deze indeling bij het stellen van de vragen. Uw antwoorden worden anoniem verwerkt. De resultaten van het onderzoek kunnen niet herleid worden tot individuele personen. De streepjescode die hierboven vermeld staat, verwijst naar uw gemeente. Het wel of niet meewerken aan dit onderzoek heeft geen gevolgen.
Instructie bij de vragenlijst Als u opmerkingen wilt maken over het onderzoek, dan kunt u deze op een apart papier schrijven en als losse bijlage toevoegen in de antwoordenvelop. Deze opmerkingen komen dan terecht bij uw gemeente, die opdracht heeft gegeven voor dit onderzoek. Vult u de vragenlijst in met een zwarte of blauwe balpen. Wij verzoeken u bij elke vraag slechts één antwoord aan te kruisen, tenzij anders is aangegeven. Kies het antwoord dat het beste uw mening weergeeft. Wanneer u zich vergist heeft, dan kunt u het vakje met uw juiste antwoord helemaal inkleuren. Wanneer een vraag echt niet op u van toepassing is, kunt u deze overslaan.
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
27
I. VRIJWILLIGERSWERK
Kenmerken van vrijwilligerswerk 1
2
Bent u momenteel actief als vrijwilliger? Ja, incidenteel
Ja, tot 2 uur in de week
Ja, 2 tot 4 uur in de week
Ja, 4 tot 8 uur in de week
Ja, 8 uur of meer in de week
Nee
Ga naar vraag 20
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? Minder dan een jaar
Tussen de 1 en 5 jaar
Tussen de 5 en 10 jaar
Tussen de 10 en 20 jaar
Langer dan 20 jaar
3
Bent u actief voor één of meerdere vrijwilligersorganisaties? Ik werk niet voor of via een organisatie
Ik werk voor één organisatie
Ik werk voor meerdere organisaties Indien u voor twee of meer organisaties werkt, wilt u dan de onderstaande drie vragen invullen voor de organisatie waarvoor u de meeste uren actief bent als vrijwilliger? 4
Kunt u aangegeven welke van de onderstaande situaties op u van toepassing is? Ik doe vrijwilligerswerk via school Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie
Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk Ik doe vrijwilligerswerk vanwege de uitkeringsinstantie (bijvoorbeeld werkleeraanbod of re-integratie)
Geen van deze situaties is op mij van toepassing
5
Voert u voornamelijk bestuurlijke of uitvoerende taken uit? Toelichting: onder bestuurlijke taken wordt het actief zijn als een bestuurder van een organisatie of vereniging bedoeld. Bestuurlijk
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Uitvoerend
28
6
Op welk terrein verricht u vrijwilligerswerk? SPORT EN RECREATIE (bijvoorbeeld tennisvereniging, denksportvereniging, wandelvereniging, kindervakantiekamp, scouting ) ZORG EN WELZIJN (bijvoorbeeld verzorgingstehuis, Zonnebloem, Tafeltje Dekje, vrijwillige thuiszorg, slachtofferhulp, buurthuis, kinderopvang, speel-o-theek, Stichting welzijn ouderen) INFORMATIE EN ADVIES (bijvoorbeeld rechtswinkel, jongereninformatiepunt, steunpunt vrijwilligerswerk, bibliotheek, meldpunt, antidiscriminatiebureau, buurtbemiddeling e.d.) RELIGIE EN LEVENSBESCHOUWING (bijvoorbeeld kerk, moskee, Humanistisch Verbond, Vrijmetselaars, uitvaartbegeleiding en dergelijke) KUNST EN CULTUUR (bijvoorbeeld muziek- en toneelvereniging, filmhuis, historisch genootschap, stedenband en dergelijke) MEDIA (bijvoorbeeld lokale omroep, Straatnieuws, buurtkrant en dergelijke) POLITIEKE EN IDEËLE DOELEN (bijvoorbeeld Amnesty International, Unicef, politieke partij, Wereldwinkel, Greenpeace en dergelijke) BUURT-, DORP- EN BEWONERSORGANISATIES (buurtcomité, bewonersvereniging, dorpsraden, Vereniging van Eigenaren, wijkbeheer en dergelijke) ONDERWIJS EN EDUCATIE (school, huiswerkbegeleiding, Volksuniversiteit, vormingscentrum, taalles en dergelijke) BELANGENBEHARTIGING EN EMANCIPATIE (patiëntenorganisatie, ouderenbond, jongerenraad, organisatie voor plattelandsvrouwen, ondernemersvereniging, supportersvereniging en dergelijke) NATUUR EN MILIEU (dierenasiel, dierenambulance, IVN, vogelvereniging, kringloopwinkels en dergelijke) VERKEER EN VEILIGHEID (EHBO, brandweer, politie, reddingsbrigade, rampenbestrijding en dergelijke) ANDERS, namelijk: Ondersteuning in het algemeen
7
Hoe tevreden/ontevreden bent u over de volgende aspecten van uw vrijwilligerswerk, die gericht zijn op u als vrijwilliger?
a
Begeleiding van u als vrijwilliger
b
Aansturing van u als vrijwilliger
c
Waardering van u als vrijwilliger
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Zeer tevreden
Tevreden Ontevreden
Zeer ontevreden
29
8
Kunt u voor de volgende aspecten aangeven in hoeverre u hiermee bekend bent, of u er behoefte aan heeft en of u er gebruik van heeft gemaakt?
a
Opleidings-en scholingsmogelijkheden
b
(Onkosten)vergoeding
c
Verzekering
9
Hoe tevreden/ontevreden bent u over de volgende aspecten?
a
Opleidings- en scholingsmogelijkheden
b
(Onkosten) vergoeding
c
Verzekering
10
Bekend met
Behoefte aan
Gebruik van
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Zeer Zeer Tevreden Ontevreden tevreden ontevreden
Nee
N.v.t.
Stel dat u (inhoudelijke) vragen heeft over vrijwilligerswerk, bij wie stelt u deze dan? Bij de organisatie waar ik vrijwilligerswerk verricht
Bij het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland
Bij het loket van de gemeente
Anders
Ik weet niet waar ik terecht kan met vragen Vaak als zwaar
11 Hoe ervaart u het vrijwilligerswerk? a
Lichamelijk
b
Geestelijk
12
Soms als zwaar
In welke mate voelt u zich door het vrijwilligerswerk overbelast? Vaak
Soms
(Bijna) nooit
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
30
Niet als zwaar
13
Verwacht u ondersteuning bij uw taak als vrijwilliger? Nee
Ga naar vraag 15
Ja, in de vorm van:
14
Van wie verwacht u in de eerste plaats deze ondersteuning? Van de organisatie waarvoor ik vrijwilligerswerk verricht Van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland Anders, namelijk Ondersteuning door Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland
15
Bent u bekend met het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland? Ja
16
Nee
Ga naar vraag 18
Hoe wist u van het bestaan van het Bureau Vrijwilligerswerk Dinkelland? Via bekenden
Via internet
Via krant/radio/tv
Via posters/folders of flyers
Via de gemeente
Via de vrijwilligersorganisatie
Via de school
Via re-integratietrajecten/Sociale Dienst
Anders, namelijk
Welke van de onderstaande activiteiten van Bureau 17 Vrijwilligerswerk Dinkelland kent u en heeft u gebruik van gemaakt? a
Website www.vrijwilligerswerkdinkelland.nl
b
Vrijwilligersvacaturebank. Bemiddeling tussen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties
c
Informatie en advies m.b.t. vrijwilligerswerk
d
Spreekuur vrijwilligerswerk
e
Netwerkbijeenkomsten voor vrijwilligers
f
Coördinatie maatschappelijke stage
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Kennen en gebruik Kennen van gemaakt
31
Kennen we niet
g
Deskundigheidsbevordering: trainingen en cursussen
h
Organisatie vrijwilligersprijs ‘Lokaal Compliment’
i
Ondersteuning bij wet- en regelgeving
j
‘Vrijwilliger in de Spotlight’
k
Stimuleren NL Doet
l
Promotie van belang van vrijwilligerswerk Verwachtingen ten aanzien van vrijwilligerswerk
18
Verwacht u vrijwilligerswerk te blijven doen? Ja, zeker wel
Ga naar vraag 22
Ja, waarschijnlijk wel
Ga naar vraag 22
Nee
19
Wat is hier de reden voor? (meerdere antwoorden mogelijk) Geen interesse of behoefte
Tijdgebrek/te druk
Weet niet wat voor soort vrijwilligerswerk ik kan doen
Weet niet hoe ik aan vrijwilligerswerk kan komen
Het aanbod is niet aantrekkelijk
Problemen met kinderopvang
Financiën (reiskosten, onkosten)
Uw gezondheid/zorg gezinslid
Anders Ga door naar vraag 22. 20
Bent u in het afgelopen jaar of mogelijk eerder actief geweest als vrijwilliger? Ja
21
Nee
Ga naar vraag 22
Kunt u aangeven waarom u gestopt bent met het vrijwilligerswerk? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
32
II. VRIJWILLIGE ZORG
Zet u zich in als zorgvrijwilliger? Toelichting: Hieronder verstaan we alle vormen van hulp en zorg, die door vrijwilligers geboden 22 wordt aan zorgvragers en hun mantelzorgers. Vrijwillige zorg wordt ook wel vrijwilligerszorg genoemd. Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd wordt Nee en ik zou het ook niet doen als het gevraagd wordt
23
Welke vormen van hulp geeft u of zou u geven aan de zorgvrager? (meerdere antwoorden mogelijk) Hulp bij het huishouden Verpleegkundige hulp (bijvoorbeeld toedienen van medicijnen) Vervoer en begeleiding bij bezoeken Klaarmaken warme maaltijden
24
Ga naar vraag 24
Persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld wassen en aankleden) Administratieve hulp (bijvoorbeeld financiën) Aanvragen en regelen van voorzieningen Anders
Kunt u aangeven waarom u zich wel of niet inzet als zorgvrijwilliger? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
III. BURENHULP, BUURTACTIVITEITEN
Burenhulp Helpt u uw buren wel eens? 25 Toelichting: Onder burenhulp wordt de onderlinge hulp in de buurt verstaan. In veel gevallen gaat het om de directe buren, maar het kan ook gaan om iemand verderop in het huizenblok of de straat. Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd wordt Nee, en ik zou het ook niet doen als het gevraagd wordt
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Ga naar vraag 29
33
26
Helpt u uw buren dan?/ Hoe zou u uw buren helpen? (meerdere antwoorden mogelijk) Door planten water geven, post bewaren en/of huisdieren verzorgen als zij afwezig zijn Door helpen met administratie, een aanvraag, belastingen en/of het invullen van formulieren
Op de kinderen passen
27
Door boodschappen doen, eten koken en brengen
Met klusjes in of rond het huis of de tuin Door het huis helpen schoonhouden, medicijnen halen en/of toedienen, persoonlijke verzorging, helpen bij vervoer en/of bezoekjes
Verwacht u ondersteuning bij uw inzet voor uw buren? Nee
Ga naar vraag 29
Ja, in de vorm van:
28
Van wie verwacht u in de eerste plaats deze ondersteuning? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
29
Kunt u aangeven waarom u uw buren wel of niet zou helpen? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
34
Inzet in de buurt Zet u zich vrijwillig in de buurt of wijk in voor activiteiten? Toelichting: het kan bijvoorbeeld gaan om het organiseren van een barbecue of buurtfeesten; 30 het beschikbaar komen van een AED (automatische externe defibrillator) en het organiseren van trainingen voor gebruik hiervan. Het gaat om activiteiten die in de buurt of wijk worden gedaan naar aanleiding van een idee van één of meerdere buurt- of wijkgenoten. Ja Nee, maar ik zou het wel doen als het gevraagd wordt Nee, en ik zou het ook niet doen als het gevraagd wordt
31
Ga naar vraag 33
Verwacht u ondersteuning bij uw inzet voor uw buren of buurtactiviteiten? Nee
Ga naar vraag 33
Ja, in de vorm van:
32
Van wie verwacht u in de eerste plaats deze ondersteuning? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
33
Kunt u aangeven waarom u zich wel of niet inzet voor activiteiten in de buurt of wijk? (Graag binnen de lijnen van het vak hieronder schrijven)
Achtergrondgegevens 34
Bent u man of vrouw? Man
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
Vrouw
35
35
36
In welke leeftijdscategorie valt u? 17 jaar of jonger
18 t/m 26 jaar
27 t/m 34 jaar
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
55 t/m 64 jaar
65 t/m 74 jaar
75 jaar of ouder
Hoe kunt u uw dagindeling het beste omschrijven? Betaalde arbeid voltijd (36 uur of meer)
Betaalde arbeid tussen de 24 en 36 uur per week
Betaalde arbeid minder dan 24 uur per week
(Vervroegd) gepensioneerd
(Gedeeltelijk) arbeidsongeschikt
Vrijwillig thuis
Werkloos
Studerend
Hartelijk dank voor het invullen van de vragen!
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
36
SGBO TEVREDENHEIDSONDERZOEK VRIJWILLIGE INZET
37