Gemeente Dinkelland Woonvisie 2011+
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem
Projectnr. 1774.102
Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail:
[email protected] Internet: www.companen.nl
Gemeente Dinkelland Woonvisie 2011+
Inhoud Voorwoord
1
1.
Inleiding 1.1. Bijstelling van de Woonvisie: gebaseerd op een realistisch toekomstscenario 1.2. Tot stand koming Woonvisie 1.3. Leeswijzer
2 2 2 3
2.
Bouwstenen 2.1. Beleidskaders 2.2. Analyse ontwikkelingen tot nu toe 2.3. Demografische ontwikkelingen 2.4. EU-doelgroep 2.5. Woningvraag zorgbehoevende doelgroepen 2.6. Kwalitatieve woningbehoefte
4 4 7 10 11 12 13
3.
Visie en ambities: inspelen op demografische verandering 3.1. Inspelen op de demografische verandering 3.2. Optimaliseren wonen-welzijn-zorg 3.3. Leefbaarheid en sociale vitaliteit 3.4. Duurzaamheid 3.5. Nieuwbouw en bestaande woningvoorraad
16 16 20 24 25 27
4.
Uitvoeringsprogramma 4.1. Uitwerking beleid door gemeente en corporaties 4.2. Evalueren en actualiseren Woonvisie 4.3. Uitvoeringsplan 2011-2015
32 32 32 32
5.
Kerngerichte uitwerking 5.1. Verzorgingskernen 5.1.1. Kern Denekamp 5.1.2. Kern Ootmarsum 5.1.3. Kern Weerselo 5.2. Woonkernen 5.2.1. Kern Lattrop 5.2.2. Kern Noord-Deurningen 5.2.3. Kern Tilligte 5.2.4. Kern Deurningen 5.2.5. Kern Rossum 5.2.6. Kern Saasveld 5.3. Buurtschappen
35 35 35 37 39 41 41 42 43 44 45 46 47
Bijlage 1: Diverse kerncijfers
Voorwoord Hoe moet het wonen in Dinkelland zich in dit decennium in grote lijnen ontwikkelen? De beantwoording van deze vraag vormt de basis van deze woonvisie. Een woonvisie die is geschreven in samenwerking met de woningcorporaties Mijande Wonen en St. Joseph Dinkelland. Belangrijke dragers voor deze woonvisie zijn ook: 1. de in 2010 met de provincie gemaakte prestatieafspraken, waarin wordt aangesloten bij de provinciale omgevingsvisie; 2. het in 2011 uitgevoerde woonwensenonderzoek; 3. de in 2011 vastgestelde beleidsvisie Woonservicegebieden. Overeenkomstig de Omgevingsvisie Overijssel is het concept afgestemd met de buurgemeenten met als doel overeenstemming te bereiken over het te voeren woonbeleid en in het bijzonder het bouwvolume zoals dat in de woonvisie is opgenomen. Het is verheugend te constateren dat wij van al onze buurgemeenten in de maanden december 2011 en januari 2012 een positieve reactie hebben ontvangen. Het college van gedeputeerde staten van Overijssel heeft vervolgens in februari 2012 ook van haar instemming doen blijken. Ten opzichte van de in 2009 vastgestelde maar niet goedgekeurde woonvisie zijn de eerdere ambities, gezien de huidige recessie, fors teruggebracht. De woonvisie houdt rekening met de mogelijkheid tot bouwen in al onze kernen. Anders dan voorheen is de focus daarbij naast uitbreidingslocaties met name ook gericht op mogelijke inbreidingen. In de buurtschappen, die vallen onder het regime van het bestemmingsplan Buitengebied, willen we waar mogelijk inspelen op nieuwe mogelijkheden voor transformaties van erven naar een knooperf/woonerf. Andere belangrijke thema’s die in de woonvisie aan de orde komen zijn bijzondere doelgroepen, optimaliseren van wonen, zorg en welzijn, leefbaarheid en duurzaamheid. Ik verwacht dat de woonvisie 2011+ een goede bijdrage levert aan het woon- en leefklimaat in onze mooie gemeente Dinkelland.
A. B. J. Steggink Wethouder Volkshuisvesting
-1-
Inleiding 1.1.
Bijstelling van de Woonvisie: gebaseerd op een realistisch toekomstscenario
Op 8 september 2009 heeft de gemeenteraad van Dinkelland de Woonvisie 2009-2020 ‘Dinkelland: het Twentse Wonen’ vastgesteld. Op hoofdlijnen staat in deze visie de gewenste koers op het gebied van het wonen beschreven. Toch bestaat nu al behoefte om de Woonvisie te actualiseren. Hoe komt dit? In korte tijd is er op het gebied van (regionaal) beleid veel veranderd. In juli 2009 heeft de provincie Overijssel haar Omgevingsvisie gepubliceerd. Hierin presenteert zij haar visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie. Dit raakt ook het woonbeleid. Zo is in de Omgevingsvisie de omvang van de woningbehoefte bepaald (op basis van Primos2007) en wordt aangegeven hoe gemeenten regionaal overeenstemming dienen te verkrijgen over hun woonambities. De Woonvisie van de gemeente Dinkelland is min of meer door de provinciale Omgevingsvisie ingehaald en ligt op onderdelen niet in lijn met de door de provincie beoogde ontwikkelingen. Over de Woonvisie 2009-2020 werd met de provincie Overijssel en een aantal regiogemeenten dan ook geen overeenstemming bereikt. Om op lange termijn te sturen op het woonbeleid heeft de gemeente Dinkelland behoefte aan een geactualiseerde woonvisie die past binnen de kaders van de provinciale Omgevingsvisie en waarover met provincie en regiogemeenten wel overeenstemming bestaat. Voor de korte termijn is het sturingskader geborgd omdat met de provincie overeenstemming is bereikt over de prestatieafspraken tot 1 januari 2015, met een evaluatiemoment in 2012. Een nadere analyse is noodzakelijk om tot passende kwantitatieve ambities te komen. Daarnaast is in de prestatieafspraken een aantal thema’s aan de orde gekomen die in de Woonvisie nadere uitwerking behoeven, zoals: de huisvesting van bijzondere doelgroepen, duurzaamheid en energiebesparing.
1.2.
Tot stand koming Woonvisie
Om een goede basis te krijgen voor de Woonvisie, is een analyse uitgevoerd van de woningmarktsituatie. Dit bestond uit de volgende onderdelen: • Een analyse van de ontwikkeling van de bevolking en woningvoorraad. • Tevens is de toekomstige ontwikkeling van de bevolking en woningbehoefte bepaald. • Er is een analyse uitgevoerd op de verhuisbewegingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. • Een zeer belangrijke bouwsteen is het recente “Onderzoek woonvoorkeuren in Dinkelland: wensen en waarden” dat in samenwerking met de corporatie Mijande Wonen en Sint Joseph Dinkelland BV is uitgevoerd, begin 2011. Alle huishoudens hebben de gelegenheid gekregen om een schriftelijke vragenlijst in te vullen en dit heeft 27% van de inwoners gedaan. Voorts heeft de Gemeenteraad op 1 februari 2011 een debat gehouden over het te voeren woonbeleid. De volgende drie thema’s zijn daarbij uitgediept: • bevolkingsontwikkeling en de effecten van bevolkingskrimp; • wonen-welzijn-zorg en de organisatie daarvan aan de hand van woonservicegebieden;
-2-
• duurzaamheid en beperking van energielasten (als onderdeel van de woonlasten). Aan de inhoud van deze Woonvisie, is mede richting gegeven door de plaatselijk werkzame corporaties. De concept-Woonvisie wordt na de collegebehandeling en afstemming met buurgemeenten en provincie voor besluitvorming aangeboden aan de Gemeenteraad.
1.3.
Leeswijzer
Hoe moet het wonen in Dinkelland zich in grote lijnen ontwikkelen? De beantwoording van deze vraag vormt de drager van de hele woonvisie en alle uitwerkingen. U treft deze beantwoording aan in hoofdstuk 3; dit is de visie op hoofdlijnen. Ter onderbouwing is in hoofdstuk 2 een analyse opgenomen van de woningmarktsituatie en de op basis daarvan gesignaleerde knelpunten. In hoofdstuk 4 is een uitvoeringsprogramma opgenomen. Voorts is in hoofdstuk 5 de woonopgave per kern en voor de buurtschappen uitgewerkt.
-3-
2. Bouwstenen Goed woonbeleid vraagt inzicht in de effecten van recent gevoerd beleid en verwachte relevante trends voor de komende jaren. In dit hoofdstuk wordt dan ook ingegaan op de ontwikkeling van de bevolking en woningbouw in de afgelopen jaren en de toekomst. Ook wordt in gegaan op de samenstelling van de woningbehoefte. Dit zijn, samen met de beleidskaders die in paragraaf 2.1. zijn beschreven, de bouwstenen voor de Woonvisie.
2.1.
Beleidskaders
Omgevingsvisie Overijssel 2009 Op het gebied van woningbouw zet de provincie in op differentiatie van woonmilieus om in de toekomst voldoende ruimte te kunnen bieden aan de huisvesting van alle doelgroepen. De woningbouw vraagt lokaal om een sterke gemeentelijke regierol. Van provinciaal belang is dat de woningbouw zorgvuldig wordt gepland, waarbij de SERladder van toepassing is. De Sociaal Economische Raad (SER) introduceerde de ladder in 1999 in zijn commentaar op de Nota Ruimtelijk Economisch Beleid. Voor het inpassen van de ruimtebehoeften voor de functies wonen, bedrijvigheid en infrastructuur stelde de SER voor de volgende ladder als denkmodel te hanteren: • gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbar gemaakt kan worden; • maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen; • indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Een essentieel onderdeel van de omgevingsverordening is dat gemeenten verplicht zijn om over hun woningbouwplannen/woningbouwprogramma overeenstemming te hebben met buurgemeenten en provincie. De woonvisie vormt daarvoor een basis. De provincie stelt – qua vorm en inhoud – geen directe eisen aan woonvisies. Woonvisies spelen echter wel een belangrijke rol bij de integrale afweging van woningbouwontwikkeling, zoals bestemmingsplannen, projectbesluiten, structuurvisies en dergelijke. De verplichte instemmingseis is opgenomen in de omgevingsverordening. Het betekent dat gemeenten over en weer tot overeenstemming moeten komen over de invulling van de woningbouwprogrammering. Gemeenten moeten kunnen aantonen dat deze instemming met buurgemeenten heeft plaatsgevonden. Naast de verplichte instemmingseis zijn in de omgevingsverordening nog een aantal essentiële aspecten opgenomen, waar een woonvisie aandacht aan zal moeten besteden namelijk: • een actuele inventarisatie van aard en omvang van bestaande woningvoorraad en de bestaande vraag en aanbod van woonmilieus; • een overzicht van de geldende en in voorbereiding zijnde plannen voor woningbouw. • een visie op de plannen en mogelijkheden voor herstructurering van bestaande woongebieden; • de voorraad direct en op termijn uitgeefbare grond en het verwachte of voorgenomen tempo van uitgifte; • de verwachte / voorzienbare demografische ontwikkelingen en de effecten daarvan op de woningbouwbehoefte.
-4-
•
De huisvesting van doelgroepen en bijzondere doelgroepen die niet tot de reguliere woningbehoefte zijn gerekend.
Prestatieafspraken Wonen Dinkelland – Overijssel 2010–2015 Op 28 januari 2010 zijn door de gemeente Dinkelland en de provincie prestatieafspraken vastgelegd over het wonen voor de periode 2010-2015. Gemeente en provincie beschouwen dit afsprakenkader als een werkdocument dat de gewenste resultaten vastlegt voor het wonen in de gemeente Dinkelland. Door de gemeente wordt een nieuwe woonvisie opgesteld en wanneer de uitkomsten van de gemeentelijke Woonvisie daartoe aanleiding geven, dan kan dit er toe leiden dat het afsprakenkader wordt herzien bij de review medio 2012. De volgende afspraken zijn gemaakt: Woningbouwprogramma De provincie en gemeenten richten hun beleid tot 2020 op netto 13.000 extra woningen in het gebied van de regio Twente. De gemeente Dinkelland richt haar beleid op een toename van de woningvoorraad voor de gehele gemeente van 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 met ca 280 woningen. Hieraan zijn door de provincie de volgende voorwaarden verbonden: 1. De nieuwbouw is bestemd voor ingezetenen of economisch gebondenen en 2. er vertrekken meer inwoners uit de gemeente dan er zich vestigen in de gemeente. In 2012 zal door de gemeente en provincie tussentijds evaluatie plaats vinden. Bij deze evaluatie zullen de dan gegeven raming van de woningbehoeftevraag en gemeentelijke woonvisie worden betrokken op basis van de actuele woningbehoefteprognoses. Als daartoe aanleiding bestaat zal neerwaarts, dan wel opwaarts tussentijds bijstelling plaatsvinden. De gemeente streeft er naar de bestemmingsplancapaciteit niet meer te laten zijn dan 130% van de verwachte groei van de woningvoorraad. De provincie zal de haar ter beschikking staande instrumenten van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening inzetten om te voorkomen dat deze capaciteit wordt overschreden. De gemeente Dinkelland richt zich in haar woonvisie en structuurvisie op het behoud en de ontwikkeling van een toereikend voorzieningenniveau en een passend aanbod van woonmilieus voor haar inwoners. Ruimtelijke kwaliteit Provincie en gemeente streven naar een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit. De focus wordt daarbij gelegd op: • cultureel erfgoed; • stedenbouwkundige en architectonische ontwerpen; • overgang stad en platteland.
-5-
Duurzaamheid en Woonkwaliteit De gemeente en provincie kennen een hoge prioriteit toe aan duurzaamheid en energiebesparing. Daarom wordt de volgende verbetering in de bestaande woningvoorraad afgesproken: • met de corporaties worden afspraken gemaakt over renovatie van de woningvoorraad en de verbetering van de energieprestatie; • de gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor energiebesparingsmaatregelen in de particuliere woningvoorraad middels een subsidie- en/of leningsregeling voor energiemaatregelen; • de instandhouding van een lokaal energieloket dat inwoners kunnen benaderen voor de advisering over energie- of duurzaamheidsmaatregelen op of aan hun huis. Wonen, zorg en Welzijn De gemeente Dinkelland heeft (na overleg met de kernraden, zorgaanbieders en de betrokken woningcorporaties) een beleidsvisie op het thema wonen en zorg vastgesteld. Deze beleidsvisie is sinds 1 april 2011 beschikbaar en hieraan is een uitvoeringsplan gekoppeld. De gemeente Dinkelland streeft er naar dat per 1 januari 2015 ten minste 50% van de huishoudens in enigerlei vorm van een woonservicegebied woont, zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Een woonservicegebied biedt algemene voorzieningen en of aanpasbare woningen of woningen die geschikt zijn voor zorgbehoevenden (bijvoorbeeld levensloopbestendige en 0-tredenwoningen). Bestaande afspraken over de huisvesting van bijzondere doelgroepen, zoals statushouders dak- en thuislozen en woonwagenbewoners worden ongewijzigd voortgezet. Daarnaast draagt de gemeente zorg voor voldoende woningen/woonruimte voor jongeren die uitstromen uit de residentiële jeugdzorg. Gemeentelijk beleid Concentratie in verzorgingskernen In het collegeprogramma 2010-2014 “Samen kiezen voor kwaliteit” is een aantal doelstellingen opgenomen op het gebied van wonen, zorg en leefomgeving. Belangrijk is dat de kernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo als verzorgingskern zijn aangewezen. In deze kernen willen we onder meer de grotere gemeenschapsvoorzieningen en woningen voor ouderen concentreren. Levensloop bestendig bouwen Het is uit een oogpunt van duurzaamheid en vitaliteit belangrijk dat mensen ook op oudere leeftijd “gewoon” thuis kunnen blijven. Hierom is in het collegeprogramma 20102014 onder het programmaveld “Wonen” als doelstelling opgenomen dat er bij nieuw te bouwen woningen standaard aandacht moet worden besteed aan levensloopbestendig bouwen. In 2012 zal deze standaard zijn ingevoerd. Grondbeleid Het grondbeleid van Dinkelland dat in 2005 is vastgesteld, is destijds opgesteld op basis van economische groeiverwachtingen. Onderkend is dat een dergelijk beleid met de huidige inzichten niet houdbaar is. Op 25 januari 2011 heeft de gemeenteraad een nieuwe Nota grondbeleid vastgesteld, waarin rekening wordt gehouden met een krimpscenario op langere termijn.
-6-
Conform de Omgevingsvisie en de gemaakte prestatieafspraken wordt ook in de Nota grondbeleid 2011 bevestigd dat Dinkelland alleen mag bouwen voor lokale behoefte. Gekozen wordt voor afronding van reeds voorgenomen of bestaande exploitatiegebieden. Gezien de financiële impact van het grondbedrijf op de gemeentelijke begroting zullen we daar waar mogelijk en noodzakelijk, in de eerste plaats invulling geven aan de realisatie van deze gemeentelijke exploitatiegebieden. In een afzonderlijke beleidsnota Ruilgronden wordt de wijze van afbouw van de omvang van het complex Ruilgronden beschreven.
2.2.
Analyse ontwikkelingen tot nu toe
Terugblik: stabiele bevolkingsomvang Figuur 2.1: Gemeente Dinkelland. Demografische ontwikkeling 2004-2010
300 250 200 150 100 50 0 -50 -100 -150 2004
2005
2006
2007
2008
Bevolkingsontwikkeling
Geboortesaldo
Buitenlandse migratie
Binnenlandse migratie
2009
2010
Woningvoorraadontwikkeling
Bron: CBS.
•
•
•
Dinkelland kende in alle jaren een vertrekoverschot (meer mensen verlieten de gemeente dan er kwamen wonen). In het jaar 2007 is veel gebouwd. Deze woningbouw blijkt een beperkt effect te hebben op de bevolkingsontwikkeling. De relatief zeer hoge productie in 2007 heeft niet geleid tot een vestigingssaldo. Dit is al een overtuigende aanwijzing dat de nieuwbouw in Dinkelland volledig gericht is op de lokale woningbehoefte. De binding is hoog en blijkbaar hebben veel Dinkellanders geduld uitgeoefend en gewacht op de nieuwbouw. De natuurlijke aanwas van de bevolking is alle jaren positief, maar vertoont wel een dalende trend. Ontgroening en vergrijzing liggen hieraan ten grondslag: meer ouderen betekent meer sterfte, minder jongeren betekent minder geboortes. Dit zijn overigens landelijke ontwikkelingen die zich dus ook in Dinkelland voordoen. De binnenlandse en buitenlandse migratie was van 2004 tot en met 2009 in alle jaren negatief. Zelfs in jaren met veel nieuwbouw (2007).
-7-
Dinkelland weet gezinnen te binden Figuur 2.2: Gemeente Dinkelland. Ontwikkeling migratiesaldo naar leeftijd, 2003-2009
100
50
0
-50
-100
-150 2003
2004
2005
0-14
15-24
2006 25-49
50-64
2007
2008
2009
65+
Bron: CBS.
•
•
Het migratiesaldo van jongeren in de leeftijd van 15-24-jarigen is in alle jaren negatief en hierin is Dinkelland geen uitzondering. Alleen steden met een hbo-instelling of universiteit weten jongeren aan te trekken. Per saldo is de vestiging en het vertrek van gezinnen met elkaar in evenwicht, maar er is wel sprake van een positief migratiesaldo van kinderen (groene staven). Vermoedelijk zijn de huishoudens die vertrekken per saldo wat jonger dan de huishoudens die zich vestigen. Onder 50-64-jarigen is sprake van een beperkt positief migratiesaldo.
Samenstelling van de bestaande woningvoorraad In de volgende tabellen wordt de samenstelling van de bestaande woningvoorraad voor de huursector en de koopsector in beeld gebracht. Tabel 2.1: Gemeente Dinkelland. Samenstelling sociale huursector per kern, 2010
Gemeente Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld Gemeente Dinkelland
Tot € 361
€ 361554
€ 554652
> € 652
onbekend
Aandeel sociale huur
234 0 2
576 3 3
83 0 0
4 0 1
40 0 0
24% 1% 2%
0 18 25 2 10 7
5 157 122 71 75 21
0 11 0 0 0 0
0 5 2 0 0 2
0 0 0 0 0 0
0% 9% 14% 9% 12% 5%
298
1.033
94
14
40
15%
Bron: Bezit Mijande Wonen.
-8-
Aantal sociale huurwoningen 937 3 6 5 191 149 73 85 30 1.479
De grootste corporatie in Dinkelland, Mijande Wonen, heeft bijna 1.500 huurwoningen in bezit die vrijwel allemaal onder de huurtoeslaggrens vallen. Ruim 90% heeft een huur minder dan € 548 (de tweede aftoppingsgrens waarbij meerpersoonshuishoudens de maximale huurtoeslag kunnen ontvangen).
Tot € 150.000
€ 150.000 225.000
€ 225.000 300.000
€ 300.000 400.000
€ 400.000 600.000
Meer dan € 600.000
Aantal woningen
Aandeel koop en particuliere huur
Tabel 2.2: Gemeente Dinkelland. Samenstelling koopsector (inclusief particuliere huur) per kern, 2010
Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld
15% 9% 11% 14% 8% 12% 10% 11% 13%
33% 17% 16% 19% 22% 24% 24% 20% 12%
24% 23% 23% 22% 25% 21% 21% 24% 18%
16% 32% 30% 29% 26% 26% 22% 21% 25%
10% 14% 18% 15% 16% 15% 20% 21% 26%
1% 5% 2% 2% 3% 2% 3% 3% 6%
3.561 235 330 304 2.105 1.080 830 715 580
76% 99% 98% 100% 91% 86% 91% 88% 95%
Gemeente Dinkelland
12%
26%
23%
22%
15%
2%
9.740
85%
Bron: gemeentelijke OZB-registratie.
De samenstelling van de woningvoorraad naar prijsklasse in Dinkelland sluit redelijk aan op dat van andere landelijke gemeenten in Twente. Ruim 80% van de koopwoningen heeft een WOZ-waarde tot €400.000. Verder is het aandeel betaalbare koopwoningen hoog: 38% van de koopwoningen heeft een prijsniveau dat lager is dan €225.000. Er is dus voor starters ook een ruime keuze in de bestaande voorraad. Betekenis van de nieuwbouw in de afgelopen jaren Door de gemeente is specifiek onderzoek gedaan naar de herkomst van de huishoudens die in de periode 2005 tot en met 2009 een nieuwe woning hebben betrokken.
Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld Gemeente Dinkelland Bron: gemeente.
233 7 11 13 38 29 21 32 20 404
1 0 0 0 0 0 0 1 0 2
0 0 0 0 0 1 0 1 5 7
4 0 0 0 1 1 0 0 1 7
2 0 0 0 0 3 0 6 3 14
9 1 0 1 1 1 7 2 0 22
21 0 1 1 4 6 2 1 3 39
Totaal
Rest Nederland
Oldenzaal
Hengelo
Enschede
Borne
Almelo
Dinkelland
Tabel 2.3: Gemeente Dinkelland. Herkomst van de huishoudens in woningen die in 2005-2009 zijn gebouwd
270 8 12 15 44 41 30 43 32 495
Kenmerkend voor Dinkelland is de grote binding van de inwoners aan hun eigen kern. Dit geldt ook voor de kleinere kernen en dit is in vergelijking tot veel andere gemeenten een
-9-
bijzondere situatie. Het wonen in de verschillende kernen van Dinkelland wordt hoog gewaardeerd, zo blijkt ook uit het Woonwensenonderzoek van Motivaction. Tabel 2.3. biedt inzicht in de herkomst van de bewoners van de nieuwbouw. Inmiddels is ook de nieuwbouw van 2010 en het eerste halfjaar 2011 geanalyseerd en deze is voor meer dan 95% terecht gekomen bij eigen inwoners. Voor de periode 2005-2009 geldt dat de nieuwbouw in de gemeente Dinkelland voor ruim 80% ten goede is gekomen van de eigen inwoners. Minder dan 20% van de nieuwe woningen is terecht gekomen bij mensen van buiten de gemeente en daarvan is een deel vanwege een economische binding aan de gemeente naar Dinkelland verhuisd. Er is nauwelijks sprake van een toestroom uit de stadsregio Twente. Een relatief flink deel (ruim 7%) is afkomstig uit de rest van Nederland (lange afstand migratie) en vermoedelijk betreft dit mensen met een binding aan de gemeente; dat kan gaan om mensen die voorheen in Dinkelland hebben gewoond of mensen met een economische binding. Kortom: de nieuwbouw in Dinkelland voorziet in zeer overwegende mate in de lokale behoefte. Tabel 2.4:
Gemeente Dinkelland. De samenstelling van de huishoudens in woningen die in 2005-2009 zijn gebouwd 1/2 phh < 35 jaar
1/2 phh 35-55 jr
1/2 phh 55-75 jr
Denekamp 83 39 Tilligte 4 0 Lattrop 8 0 Noord-Deurningen 9 1 Ootmarsum 16 8 Weerselo 18 9 Rossum 6 6 Deurningen 24 6 Saasveld 12 4 Gemeente Dinkelland 180 73 Bron: gemeente. (1/2 phh = een of tweepersoons huishouden)
55 1 2 0 4 1 5 2 3 73
1/2 phh > 75 jaar
Gezinnen
Totaal
45 0 0 0 3 1 0 1 0 50
48 3 2 5 13 12 13 10 13 119
270 8 12 15 44 41 30 43 32 495
De veranderende woningvraag, minder gezinnen en meer kleine huishoudens, komt al tot uitdrukking in de bewoners van de nieuwbouw. Slechts 25% van de nieuwbouw wordt bewoond door gezinnen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de jonge een- en tweepersoonshuishoudens (starters tot 35 jaar) ook merendeels aangemerkt mogen worden als aankomende gezinnen.
2.3.
Demografische ontwikkelingen
Kwantitatieve woningbehoefte Voor de kwantitatieve woningbehoefte vaart de provincie Overijssel op het kompas van de Primos-prognose 2009. Dit is een beleidsgestuurde trendprognose, waarbij rekening wordt gehouden met de bouwplannen van de gemeenten. Analyse van deze prognose heeft uitgewezen, dat er veel woningbouw in de grote steden is gepland met als gevolg dat de bevolkingsgroei in gemeenten in het landelijk gebied wordt afgeremd. Voor Dinkelland komt de Primos-prognose zelfs uit op een bevolkingsafname van bijna 26.000 in 2010 tot 24.440 inwoners in 2020. De uitkomsten van de prognoses zijn vergeleken met de ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan. Dan kan worden geconcludeerd dat de Primos
- 10 -
prognose 2009 voor Dinkelland niet realistisch is. Deze prognose gaat uit van een vertrekoverschot voor Dinkelland dat bijna twee keer zo hoog is als in de afgelopen jaren. De gemeente acht het dan ook niet realistisch de lokale behoefte aan de hand van deze prognose te bepalen. Uitgaande van een realistische visie heeft de gemeente haar beleidsambitie als volgt bijgesteld: • Voor de periode 2010 t/m 2014 hanteert de gemeente de met de provincie Overijssel gemaakte afspraak om de woningvoorraad met 280 woningen uit te breiden. • Voor de lange termijn, de periode 2015 t/m 2019 gaat de gemeente uit van een lokale woningbehoefte van 240 woningen. Deze lokale woningbehoefte biedt mogelijkheden om starters en jonge gezinnen adequaat te huisvesten; dit zijn groepen die belangrijk zijn voor het behoud van de leefbaarheid, een actief verenigingsleven, draagvlak voor het voorzieningenniveau en groepen die als mantelzorgers / vrijwilligers belangrijk zijn voor het ondersteunen van de zorgbehoevenden in Dinkelland. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de extra woningbehoefte die voortvloeit uit de versnelde afname van het aantal inwoningssituaties, dat nu nog erg hoog ligt in Dinkelland (zie ook paragraaf 3.1.). Dit gemeentelijk uitgangspunt betekent dat het inwonertal van Dinkelland de komende 10 jaar stabiliseert rond de 26.000 inwoners.
2.4.
EU-doelgroep
Vanaf 1 januari 2011 moeten corporaties 90% van hun woningen verhuren aan huishoudens met een inkomen tot €33.614 om in aanmerking te blijven komen voor staatssteun. De EU-doelgroep omvat in Dinkelland 3.400 huishoudens. Dit is informatie van het CBS die zich baseert op gegevens van de belastingdienst. Gegevens voor de gemeente Dinkelland worden in tabel 2.5 gepresenteerd. Tabel 2.5: Gemeente Dinkelland. Ontwikkeling toekomstige doelgroep corporaties (< €33.614) 2010 3.400
2020 3.200
- 2.000
- 2.000
Benodigde kernvoorraad 1)
1.400
1.200
Beschikbare kernvoorraad 2010
1.500
1.500
EU-doelgroep < €33.614 EU-doelgroep in koop EU-doelgroep in huur (bron: CBS)
=
Theoretische frictie + 100 + 300 1) Een deel van de huurwoningen wordt ook bewoond door huishoudens met een inkomen boven de €33.614 (goedkope scheefheid). In welke mate dit voorkomt is niet bekend. Hiertegenover staat dat er in Dinkelland ook particuliere huurwoningen (minimaal 400) zijn die gehuurd kunnen worden door de EU-doelgroep. Aangenomen is dat deze twee factoren elkaar compenseren. Tot de kernvoorraad worden de huurwoningen tot de liberaliseringsgrens gerekend. Bron: Prognosemodel Companen, Woonwensenonderzoek 2010.
•
Ongeveer 36% van de huishoudens in Dinkelland valt binnen de doelgroep voor corporaties. Absoluut gezien gaat het om ongeveer 3.400 huishoudens. Decennia lag was sprake van een economische groei van gemiddeld 1,5% per jaar en als deze zich voorzet, zal de omvang van de doelgroep naar verwachting licht afnemen.
- 11 -
Dinkelland is een echte ‘koopgemeente’. Het grootste deel van de EU-doelgroep woont op dit moment in een koopwoning. Het is de vraag of dit in de toekomst nog zo is. De hypotheekeisen zijn aangescherpt, waardoor het voor huishoudens met een laag inkomen moeilijker wordt om een woning te komen. Anderzijds bestaat de EUdoelgroep voor een belangrijk deel uit ouderen. Zij hadden voorheen nog een zodanig inkomen dat zij een woning konden kopen en na pensionering valt een deel van hen qua inkomen terug tot onder de €33.614. Deze groep heeft overwegend geen of een lage hypotheek op de woning en het merendeel zal zo lang mogelijk in hun eigen woning willen blijven wonen. Op grond van deze twee tendensen is het aandeel van de EU-doelgroep in een koopwoning voor de toekomst constant gehouden. De benodigde kernvoorraad, dit zijn de huurwoningen met een huurprijs onder de liberaliseringsgrens, is op dit moment iets kleiner dan de beschikbare kernvoorraad. Omdat de doelgroep naar verwachting in omvang af gaat nemen, is er enige ruimte om de benodigde kernvoorraad desgewenst enigszins te verkleinen. Hierbij is wel sprake van een kwaliteitsvraagstuk: in de huursector is een stijgende behoefte aan geschikte seniorenwoningen en een afnemende behoefte aan eengezinswoningen.
•
•
2.5.
Woningvraag zorgbehoevende doelgroepen
Toenemende zorgbehoefte
Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, het langer zelfstandig wonen van mensen met een zorgbehoefte en extramuralisering, groeit de vraag naar woonvormen waar mensen met een zorgvraag kunnen wonen. Het kan daarbij gaan om lichamelijke beperkingen (de grootste groep), verstandelijke en/of psychische beperkingen.
Verzorgd wonen
Dit zijn zelfstandige woningen in een complex, waarbij de zorg 24 uur per dag op afroep beschikbaar is. Deze woningen liggen bij voorkeur in een woonservicegebied, en een zorgunit is in de omgeving of binnen het complex aanwezig (zorgverleners moeten immers voortdurend paraat zijn).
Kleinschalig beschermd wonen (intramuraal)
Individuele, maar niet-zelfstandige wooneenheden, met directe nabijheid van 24-uurs begeleiding, zorg en toezicht, gemeenschappelijke ruimte en zorgruimte. Geldt als intramuraal wonen (indicatie nodig). Schaalgrootte tot ca. 25-40 plaatsen.
Grootschalig beschermd wonen (intramuraal)
Wonen in een grootschalige intramurale instelling, met 24uurs begeleiding, zorg en toezicht (indicatie nodig).
Bron: Aedes Actiz. Bewerking Companen.
Op basis van landelijke, leeftijdsspecifieke normen is de behoefte aan de verschillende woonvormen per kern berekend (zie ook hoofdstuk 5). Door het huidige aanbod in mindering te brengen op de vraag, ontstaat een beeld van de normatieve tekorten, die in tabel 2.6 worden gepresenteerd.
- 12 -
Tabel 2.6: Gemeente Dinkelland. Normatief bepaalde restopgave woonvormen voor senioren, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en mensen met een psychische beperking, periode 2010-2019 Kleinschalig Grootschalig Kernclusters Verzorgd wonen beschermd wonen beschermd wonen Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld Gemeente Dinkelland
- 13 -6 -9 -9 -5 -7 - 20 - 17 - 15
+ 13 -2 -3 -3 - 19 - 10 -7 -6 -6
+ 52 -4 -6 -6 +7 + 37 - 14 - 12 - 11
- 101
- 43
+ 43
Bron: Prognose Companen 2010. (+ = overschot en - = tekort)
Onder invloed van de zich voortzettende vergrijzing zal ook de vraag naar verzorgde woonvormen toenemen. Er ligt tot 2020 nog een restopgave van zo’n 100 verzorgde woningen. Tevens is er een tekort aan kleinschalig beschermde woonvormen voor senioren, maar daar staat een potentieel overschot aan grootschalig beschermd wonen tegenover.
2.6.
Kwalitatieve woningbehoefte
Woonwensenonderzoek De gemeente en de corporaties hebben een woonwensenonderzoek uitgevoerd, waarvan de uitkomsten zijn vastgelegd in het rapport “Onderzoek woonvoorkeuren in Dinkelland: wensen en waarden”. Dit onderzoek heeft veel informatie opgeleverd, waarvan de hoofdlijnen hier worden samengevat. • Gemiddeld waarderen de inwoners van de gemeente Dinkelland hun woning met een 8,1. Hun woonplaats waarderen zij gemiddeld met een 7,7. Dit zijn hoge cijfers, in vergelijking met andere gemeenten (woningwaardering Lelystad 2006: 7,8 en Utrecht in 2007: 7,5). • De kracht van de kernen in Dinkelland is hun woonkwaliteit. Dit komt niet alleen naar voren in de kwaliteit van de woningen, maar juist ook in de kwaliteit van de woonmilieus en de omgeving. Het woongenot staat voorop in Dinkelland. Waar in de meeste stedelijke gebieden het “wonen” naar achteren wordt gedrukt, omdat werkgelegenheid, vervoer, voorzieningen de openbare ruimte opeisen, vindt men in Dinkelland juist het woongenot. Waar men in bijvoorbeeld de Randstad zijn woning meer gebruikt als uitvalsbasis, is de woonomgeving in Dinkelland nog echt de thuisbasis. • De inwoners van Dinkelland met verhuisplannen zoeken vooral een bestaande woning (46%) of willen zelf hun eigen huis bouwen (30%); 17% wenst een nieuwbouwwoning die kant en klaar is. Het type woning dat wordt verlangd, is een vrijstaande woning (51%) of een tweeonder-één-kapwoning (25%). • Uit de volgende tabel blijkt de mismatch in woningtypen tussen vraag en aanbod.
- 13 -
Tabel 2.7: Gemeente Dinkelland. Mismatch tussen vraag en aanbod naar woningtypen
Bron: Onderzoek woonvoorkeuren in Dinkelland: wensen en waarden, 2011.
Uit de confrontatie van vraag en aanbod blijkt de mismatch. Daaruit komen de volgende aandachtspunten naar voren: • Krapte in aanbod appartementen. De vraag naar dit type woningen (niet direct hoogbouw, maar bijvoorbeeld oude panden die opgedeeld worden in appartementen) is groter dan het vrijkomende aanbod. Vooral de grote groep (toekomstige) starters (40%), die op zichzelf wil gaan wonen, draagt bij aan de hoge vraag. De praktijk leert echter dat de starter in Dinkelland overheersend kiest voor een eengezinswoning en het ligt dan ook voor de hand dat de vraag naar een appartement een tijdelijke vraag is ter overbrugging van de uiteindelijke woonwens. • Krapte in aanbod seniorenwoningen als gevolg van vergrijzing. Senioren kiezen bij verhuizing vooral voor een huurwoning. Mede gelet op de zich voortzettende vergrijzing is er sprake van een grote potentiële vraag. De praktijk leert echter dat er een grote discrepantie is tussen de woonwens en het werkelijke verhuisgedrag: senioren blijven zolang mogelijk in hun eigen woning wonen. • Potentieel overschot aan eengezinshuurwoningen. Vooral senioren die uit een huurwoning willen verhuizen, maken eengezinshuurwoningen vrij (vooral twee-onder-één-kappers en vrijstaande huurwoningen). • Behoefte aan ruimere, luxueuze woningen. Onder de huidige huurders, maar ook onder de huidige kopers, bestaat een realistische (op basis van het gewenste prijsniveau) vraag naar ruimere, luxueuze woningen. Hier wordt een krapte verwacht, omdat de doorloop in deze woningen laag is (men vertrekt er niet graag). De vraag richt zich met name op twee-onder-éénkappers en vrijstaande woningen. Vraag naar bouwkavels Medio 2010 zijn de inschrijvingslijsten voor bouwkavels door de gemeente opgeschoond.
- 14 -
Tabel 2.8: Gemeente Dinkelland. Aantal inschrijvingen voor een bouwkavel per kern, 2010 2^1-kap
Vrijstaand
Geen voorkeur
Voorkeur onbekend
Totaal
0 0 0
0 4 2
0 0 2
203 4 2
203 8 6
Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld
1 0 16 2 4 3
3 0 31 19 30 13
0 0 19 19 15 18
10 216 51 29 38 17
14 216 117 69 87 51
Gemeente Dinkelland
26
102
73
570
771
Gemeente Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen
Bron: Gemeente
De vraag naar bouwkavels in Dinkelland is en blijft hoog, ondanks het feit dat belangstellenden voor de inschrijving €250 moeten betalen. Bijna 800 personen hebben hiervoor serieuze belangstelling. Iedereen kan zich inschrijven voor een bouwkavel in Dinkelland, maar slechts 18% van de inschrijvingen is afkomstig van buiten de gemeente. De meesten hiervan (meer dan 90%) zijn echter van oorsprong Dinkellanders.
- 15 -
3. Visie en ambities: inspelen op demografische verandering Wonen in Dinkelland is aantrekkelijk wonen in een dynamische gemeente met een fraai landschap, karakteristieke bebouwing en een rijke historie. Deze unieke combinatie maakt Dinkelland niet alleen een uitstekende gemeente om in te wonen, maar ook om in te werken en te recreëren. Om in 2020 een aantrekkelijke agrarisch-toeristische gemeente te kunnen zijn, worden de komende jaren gezamenlijk met de meest bij het wonen betrokken partijen, de volgende doelen nagestreefd: • In Dinkelland wordt een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu geboden. • Een Dinkellander kan in de gemeente altijd een woning vinden die past bij zijn woonwensen. • Voor het huisvesten van starters en zorgbehoevende senioren is extra aandacht. • Verzorgd wonen kan in Dinkelland in drie verzorgingskernen. • Duurzaamheid en energiezuinig bouwen is een belangrijke opgave. • Er is veel aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte. • De leefbaarheid van de kernen wordt bewaakt. • Samen met de belanghouders worden deze doelen vormgegeven. Wij vatten dit samen in vijf hoofdlijnen, die we in dit hoofdstuk achtereenvolgens uitwerken. Het zijn de volgende thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.
Inspelen op de demografische verandering. Optimaliseren wonen-welzijn-zorg. Aandacht voor leefbaarheid en sociale vitaliteit. Aandacht voor duurzaamheid. Nieuwbouw en bestaande woningvoorraad.
Het zijn de thema’s waar de gemeente zich de komende jaren sterk voor wil maken. Bij deze thema’s zijn ook de maatregelen beschreven.
3.1.
Inspelen op de demografische verandering
De bevolkingssamenstelling van Dinkelland verandert. Het aantal jongeren en gezinnen met kinderen neemt af (ontgroening), het aantal 65-plussers groeit (vergrijzing). Het inwonertal van Dinkelland is de afgelopen jaren stabiel geweest en dat zal naar verwachting ook voor de komende jaren het geval zijn; in het ongunstigste geval moet rekening worden gehouden met een beperkte afname van de bevolkingsomvang. Deze veranderende situatie op de woningmarkt heeft een belangrijke betekenis voor de lokale woningmarkt. Zolang er de komende jaren nog een lichte groei van de woningbehoefte is, zijn er ook mogelijkheden om op deze veranderingen in te spelen en voor te sorteren op nieuwe marktomstandigheden. Wij leggen daarbij prioriteit bij de volgende ontwikkelingen: • Betaalbare woningen voor starters en jonge gezinnen,
- 16 -
• •
Maar ook mogelijkheden voor doorstroming van gezinnen met kinderen. Voldoende betaalbare woningen voor de huishoudens met een laag inkomen.
Doelgroep starters en jonge gezinnen Starters hebben nog geen zelfstandige woning en betreden voor het eerst de woningmarkt: in de huur- of koopsector. De woningmarktpositie van starters is vaak zwak, omdat zij nog beperkte bestedingsmogelijkheden hebben. Een betrekkelijk voordeel is dat in Dinkelland een flink deel van de koopwoningen als betaalbaar kan worden aangemerkt (38% is goedkoper dan €225.000 en 12% is goedkoper dan €150.000). Echter, momenteel stagneert de doorstroming over de gehele linie, met als gevolg dat er ook aan de onderkant van de woningmarkt te weinig woningen beschikbaar komen. Wij willen waar mogelijk de vraag van starters en jonge huishoudens faciliteren. Voor de kernen is het namelijk belangrijk dat de leeftijdsgroep waartoe zij behoren niet te zeer in omvang afneemt. En voor een evenwichtige bevolkingsopbouw in kernen hebben ook jongeren een functie. Zij dragen immers mede het verenigingsleven en andere sociale structuren. Om dit te bereiken wil de gemeente in haar woningbouwprogramma ruimte bieden voor (koop)starters en andere jonge huishoudens. Hiervoor richten wij ons op een percentage van ongeveer 45% van het nieuwbouwprogramma in de sociale sector, dat ook bestemd is voor ouderen (doorstroming van ouderen maakt woningen vrij voor starters). Deze groepen willen vooral een sociale huurwoning of betaalbare koopwoning tot een maximum van €180.000 à €200.000. De ervaring is dat ondanks een passend woningbouwprogramma starterswoningen niet structureel / duurzaam geschikt zijn voor starters. Door marktwerking stijgen de prijzen waardoor komende generaties starters niet kunnen profiteren van deze woningen. De afgelopen jaren zijn verschillende instrumenten ontwikkeld die een meer structureel aanbod voor (koop)starters helpen garanderen. De volgende instrumenten zet de gemeente in: • Betaalbare nieuwbouw. Zoals hiervoor is beschreven zetten wij ons in om ongeveer 45% van de nieuwbouw in het sociale segment te realiseren: sociale huurwoningen en koopwoningen tot maximaal €180.000 à €200.000. Een gedifferentieerd aanbod van bouwkavels (ook kleine) is hierbij belangrijk. • Afspraken over verkoop van eengezinshuurwoningen. Uit de woningmarktanalyses blijkt dat er binnen de huursector kwalitatieve ruimte ontstaat om bepaalde delen van het woningbezit te verkopen. Dit is ook nodig om te voorzien in de bekostiging van de realisatie van nieuwe woningen, ter vernieuwing van de sociale voorraad. Een zorgpunt, ook voor de corporaties, is de huisvesting van huishoudens met een inkomen net boven de EU-grens van €33.614. Zij kunnen in principe niet meer terecht in een sociale huurwoning en zijn aangewezen op de koopsector, die moeilijker toegankelijk is geworden door de aanscherping van de hypotheekeisen. Door Mijande Wonen wordt momenteel onderzocht welke arrangementen mogelijk kunnen worden aangeboden om de toegang voor deze doelgroep tot de koopsector te vergroten. • (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). In Dinkelland vindt een flink deel van de bouwactiviteiten al plaats via particulier opdrachtgeverschap. Nu al faciliteert de gemeente dergelijke initiatieven door samen met de initiatiefnemers toe te werken
- 17 -
•
naar een gedragen en kwalitatief goed plan. Effectiviteit en efficiency in het proces staan daarbij voorop. Dit wil de gemeente continueren. Tevens faciliteert de gemeente CPO-projecten. Het initiatief hiervoor legt de gemeente bij (starters en jonge huishoudens uit) de kernen zelf. Deze ontwikkeling lijkt vooral kansrijk in de kleine kernen en wordt dan ook gezien als een belangrijk instrument voor de kleine kernen. De gemeente zal plaatselijke initiatieven van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap ondersteunen. NB: starterslening ingetrokken. De afgelopen jaren beschikte de gemeente Dinkelland over een starterlening. Hiervan is nauwelijks gebruik gemaakt en de conclusie is getrokken dat deze regeling voor de Dinkellandse woningmarkt niet werkt. Met ingang van 1 april 2011 is deze regeling ingetrokken. Woonopgaven 1. Ongeveer 45% van de nieuwbouw reserveren voor sociale woningbouw (huur en koop tot maximaal €180.000 à €200.000). 2. Realiseren van een gedifferentieerd aanbod van bouwkavels, dat ook bereikbaar is voor (koop)starters 3. Afspraken maken met de corporaties over de verkoop van eengezinshuurwoningen voor starters en jonge gezinnen. 4. Ondersteunen van kleinschalige projecten voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap op initiatief van de bevolking voor starters en jonge gezinnen.
Doelgroep lage inkomens Wij hebben samen met de corporaties een kernverantwoordelijkheid als het gaat om het huisvesten van huishoudens met een laag inkomen. De mogelijkheden voor deze huishoudens zijn beperkt door enerzijds hun beperkte inkomen en anderzijds de hoge woningprijzen in de vrije sector. Hierdoor kunnen zij niet volledig op eigen kracht in hun huisvesting voorzien. De gemeente Dinkelland wil daarom voor deze groep sturing geven aan woningmarktontwikkelingen. Deze verantwoordelijkheid delen wij samen met Mijande Wonen en St Joseph Dinkelland BV. Het exact afbakenen van de sociale doelgroep is lange tijd in discussie geweest tussen de Europese Commissie en het rijk. Beide partijen hebben inmiddels overeenstemming bereikt. Bepaald is dat woningcorporaties vanaf 1 januari 2011 90% van de vrijgekomen sociale huurwoningen moeten toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.614 om in aanmerking te blijven komen voor staatssteun. Om hieraan te blijven voldoen moeten de corporaties deze inkomenseis bij de woningtoewijzing aanhouden. De huidige voorraad van ca 1.500 sociale huurwoningen (tot €652) is toereikend om in de behoefte te voorzien. Mijande Wonen ervaart dat er sprake is van een ontspannen huurmarkt. Uitgaande van economische groei zal het aantal huishoudens met een laag inkomen in de komende jaren blijven afnemen. Er is dus ruimte om het aantal sociale huurwoningen desgewenst te verlagen (bij voorbeeld door verkoop van huurwoningen). Gelet op de huidige economische situatie is enige voorzichtigheid raadzaam en achten wij een vermindering tot minimaal 1.300 sociale huurwoningen in 2020 aanvaardbaar.
- 18 -
Wel vinden wij hierbij drie aandachtspunten belangrijk: • De samenstelling van de voorraad sociale huurwoningen moet beter afgestemd worden op de samenstelling van de doelgroep die voor 85% bestaat uit kleine huishoudens (jongeren en vooral senioren). • Huishoudens met een inkomen boven de €33.614 kunnen nu in principe niet meer terecht in een sociale huurwoning. Het is gewenst dat er voor hen meer huisvestingsmogelijkheden komen, zoals huurwoningen boven de €652. • De toekomst laat zich moeilijk voorspellen. Een tegenvallende economische ontwikkeling heeft effect op de vraag naar goedkope woningen. Wij willen dan ook samen met de corporaties de ontwikkelingen op dit vlak nauwlettend volgen en zo nodig de minimaal benodigde omvang sociale huurwoningen bijstellen. Woonopgaven 5. In de prestatieafspraken met de corporaties vastleggen dat het aantal sociale huurwoningen in 2020 minimaal 1.300 woningen moet omvatten. Gemeente en corporaties houden de vinger aan de pols. 6. De gemeente monitort met de corporaties de vraag naar woningen binnen de sociale huurvoorraad en de toewijzing van deze woningen. 7. Kwaliteitsslag maken in de samenstelling van de voorraad sociale huurwoningen: met name aansluiting zoeken bij de woonwensen van ouderen (met lage inkomens): geschikte woningen, voornamelijk in de nieuwbouw (zie vervolg).
Doelgroep gezinnen Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat er een grote vraag is naar meer luxe en ruimere woningen. Door hierin te voorzien, wordt de doorstroming bevorderd en dit vergroot de kansen voor starters en jonge gezinnen. Aangezien een ruim deel van de Dinkellandse voorraad bestaat uit woningen tot €225.000, is het bevorderen van doorstroming een goed instrument. Met name kan dit gebeuren door de uitgifte van bouwkavels. Woonopgaven 8. Rechtstreeks bouwen voor gezinnen door minimaal 50% van de nieuwbouw te realiseren door de uitgifte van bouwkavels
Huisvesting bijzondere doelgroepen Zorg-inwonenden: een specifiek Dinkellands fenomeen In Dinkelland is het tot op heden een sterk gebruik dat veel huishoudens van ouders en kinderen samenleven in één woning; dit geldt met name voor het landelijk gebied. Deze vorm van noaberschap is waardevol, maar staat door maatschappelijke trends als individualisering onder druk. Ook de teruggang van het aantal agrarische bedrijven speelt een rol bij het verminderen van het aantal inwoonsituaties. Wij hebben deze inwoningssituaties onderzocht. Momenteel is er in Dinkelland sprake van 550 inwoningssituaties. Dit is getoetst aan CBS-gegevens en dan valt op dat het aantal ‘oudere’ inwonenden in Dinkelland ongeveer 50% hoger is dan provinciaal en landelijk. Wij hebben deze behoefte ook beleidsmatig altijd ondersteund. Sinds 1979 biedt het bestemmingsplan Buitengebied de mogelijkheid om in het kader van mantelzorg de woning / boerderij te vergroten. In dat geval bewonen twee huishoudens één woning met een gemeenschappelijke voordeur. De ervaring leert dat de woning, na het overlijden van de ouders, bewoond wordt door één huishouden: “gezinnen willen geen vreemden op het erf”.
- 19 -
Wij stellen echter vast dat deze vorm van inwoning sterk onder druk staat, onder invloed van individualisering, een toename van het aantal echtscheidingen, maar ook door het feit dat mensen steeds ouder worden waardoor de kans op dementie toeneemt en de zorgzwaarte voor mantelzorgers extreem toeneemt. Kinderen willen hun eigen leven leiden, maar dat geldt in toenemende mate ook voor hun ouders. Hierdoor zal in de toekomst het aantal inwoonsituaties afnemen en hierdoor neemt de behoefte aan extra woningen toe. Wij willen gehoor geven aan deze ontwikkeling, in de wetenschap dat altijd een aantal kinderen / ouders bij elkaar wil (blijven) wonen. De gemeente gaat ervan uit dat dit blijft gelden voor ongeveer 80% van het huidige aantal inwoningssituaties. Dit betekent dat, bij een gelijkblijvend aantal huishoudens en zonder effect op de migratiebewegingen, er de komende 10 jaar behoefte bestaat aan ruim 100 extra woningen en dan voornamelijk zorggerelateerd. Statushouders Tot en met december 2010 heeft Dinkelland qua taakstelling huisvesting statushouders nog een achterstand van 20 statushouders (jaarlijkse taakstelling is 8 personen). Om niet nog meer achterstand op te lopen zijn er met de woningcorporaties nadere afspraken gemaakt voor de confrontatie van vraag naar en aanbod van voor verhuur beschikbare woningen. Naar verwachting zal deze achterstand in 2012 worden ingelopen. Thuis- en daklozen De gemeente zal zich, samen met de woningcorporaties in regionaal verband blijven inspannen om te voorkomen dat mensen dak- of thuisloos worden. Partijen maken daarbij nadere afspraken over de onderlinge taken en bevoegdheden bij crisisopvang. Woonwagenbewoners In onze gemeente hebben wij vier standplaatsen voor woonwagenbewoners gehad bij de kernen Weerselo en Ootmarsum. Er is nu nog één standplaats in gebruik bij de kern Ootmarsum. Deze is in beheer bij de gemeente Dinkelland en er bestaat geen behoefte aan uitbreiding van het aantal standplaatsen. Woonopgaven 9. De gemeente en Mijande Wonen blijven zich ook in de toekomst inzetten voor de huisvesting van statushouders.
3.2.
Optimaliseren wonen-welzijn-zorg
Woonservicegebieden Begin 2011 hebben wij in interactieve sessies met de kernraden, de zorginstellingen en woningcorporaties een visie opgesteld met betrekking tot de ontwikkeling van woonservicegebieden; deze visie is vastgelegd in het rapport “Gebiedsontwikkeling woonservicegebieden Dinkelland 2011-2015”. De visie omvat de volgende vier uitgangspunten. • Inwoners nemen verantwoordelijkheid voor zichzelf en elkaar, zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.
- 20 -
•
•
•
Uitgangspunt is dat inwoners zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het leven met een beperking en beperkingen die het ouder worden met zich mee kan brengen. Zijzelf of hun naasten nemen in eerste instantie het initiatief om de omgeving in te schakelen voor (professionele) hulp en ondersteuning. Uitgangspunt is dat er een beweging gemaakt moet worden naar de aanwezige voorzieningen toe als deze thuis niet beschikbaar zijn. Dat kan door de eigen mobiliteit zelf te organiseren, of met behulp van familie, kennissen of noabers. Er kan een beroep worden gedaan op collectieve vervoersvoorzieningen zoals de buurtbus of de regiotaxi. Realiseren en behouden van basisvoorzieningen in alle kernen In de kleine kernen ligt de focus op het samen met de gemeenschap realiseren en behouden van basisvoorzieningen die belangrijk zijn voor de leefbaarheid en die op langere termijn economisch levensvatbaar zijn. Realiseren en behouden van woonserviceplusvoorzieningen in de verzorgingskernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo In de verzorgingskernen Denekamp, Definitie woonservicegebied Ootmarsum en Weerselo ligt de Een woonservicegebied is een kern of gebied, focus op het realiseren en zo mowaarin specifieke doelgroepen, zoals ouderen gelijk uitbouwen van woonserviceen mensen met een beperking, zo zelfstandig voorzieningen die voor de plaats mogelijk en met behoud van eigen regie kunnen wonen. Bewoners hebben onderling sociale zelf en de omliggende kleine wooncontacten, men let op elkaar en is bereid om kernen van groot belang zijn om op elkaar te helpen. een prettige manier langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Ondersteunen van ketensamenwerking en lokale initiatieven De concrete uitwerking en realisatie van woonservicegebieden kan alleen succesvol plaatsvinden als dat op interactieve en slagvaardige wijze wordt vormgegeven. Gezamenlijke doelen stellen, duurzame verbindingen aangaan, samen werken en samen leren, zijn essentieel om op langere termijn gezonde woonservicevoorzieningen te kunnen realiseren en exploiteren. Ketensamenwerking maakt het mogelijk om van elkaars expertise en kwaliteiten gebruik te maken.
De drie kernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo zijn aangewezen als woonserviceplusgebied. Inwoners van Tilligte, Lattrop / Brekkelenkamp en Noord-Deurningen zijn aangewezen op Denekamp. Inwoners van Oud-Ootmarsum en Agelo zijn aangewezen op Ootmarsum. Inwoners van Saasveld, Rossum en Deurningen zijn aangewezen op Weerselo en zullen in de praktijk ook gebruik maken van voorzieningen in respectievelijk Borne, Oldenzaal en Hengelo. Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld met 13 actiepunten en de voortgang wordt bewaakt in een samenwerkingsverband van gemeente en betrokken partijen. Woningvraag vitale senioren 2010 2030 32% 38% Door de vergrijzing groeit de komende jaren Huishoudens 55 -74 jr 13% 24% het aantal 55-plushuishoudens (die we Huishoudens 75 jaar eo gemakshalve aanduiden als ‘senioren’). Deze groep is zeer gedifferentieerd: naar inkomen, leefstijl, leeftijd en gezondheid. Het gaat wel meer en meer om mondige, gezonde en actieve groepen. Ook de woonwensen en het verhuisgedrag verschillen. Doorgaans zijn 55-plussers (ongeacht
- 21 -
leeftijd) sterk gebonden aan de eigen kern. Men verlaat de kern pas als zich een intensieve zorgvraag aandient. De vergrijzing vraagt voor het wonen forse kwaliteitsimpulsen. De gemeente wil de komende jaren de woningvoorraad zo goed mogelijk kwalitatief en kwantitatief afstemmen op de vergrijzing. Daartoe zal circa 20% van het woningbouwprogramma moeten voorzien in woningen voor senioren. Daarnaast is aanpassing van de bestaande woningvoorraad gewenst. De gemeente kiest voor een gedifferentieerde aanpak naar vitale senioren en (potentieel) zorgvragende senioren. Voor de groep vitale senioren richt de gemeente zich op de volgende oplossingen: • Bevorderen preventieve aanpassingen bestaande koopwoningen Het aandeel koopwoningen (inclusief particuliere huurwoningen) ligt in Dinkelland op ongeveer 85%. Veel mensen in de gemeente worden oud in hun koopwoning. Niet bekend is in hoeveel koopwoningen Ervaringen in geheel Nederland leren dat verde basisfuncties (woonkamer, toilet, huizingen door senioren mondjesmaat gerealiseerd worden. Hiervoor zijn verschillende badkamer, slaapkamer) gelijkvloers redenen aan te voeren: aanwezig zijn. Evenmin is bekend in • De binding van mensen aan hun (sociale) hoeverre de voorraad koopwoningen omgeving. zodanig kan worden aangepast dat • De ongunstige prijs-kwaliteitverhouding van ouderen in hun woning kunnen blijven nieuwe nultredenhuurwoningen. • Wel denken over de toekomst (als zorg wonen. Het belang hiervan is sterk nodig is), maar de beslissing vooruit schuitoegenomen nu de corporaties de ven (omdat men nog vitaal is). EU-richtlijn moeten hanteren om • Een hoge verkoopprijs in combinatie met minimaal 90% van hun sociale lage hypotheeklasten, waarbij bij verhuizing huurwoningen toe te wijzen aan de maandlasten fors stijgen. • Onvoldoende aanbod van diensten / commensen met een belastbaar inkomen fort in de potentieel nieuwe woonomgeving. onder de €33.614; mensen met een • Moeilijke verkoopbaarheid van de huidige hoger inkomen zullen in de toekomst woning door de kredietcrisis. voor een huurwoning zijn aangewezen op het geliberaliseerde prijssegment (boven de €652). Naar verwachting zullen hierdoor meer senioren in hun koopwoning blijven wonen. Hierop kan de gemeente inspelen met de volgende maatregelen: o Voorlichting bij verbouwing. Voorlichting door de gemeente aan eigenaar- bewoners die hun woning willen verbouwen; bij de verbouw kan al rekening worden gehouden met eventuele functiebeperkingen in de toekomst. Woonkeur: kwaliteitslabel voor toeo Ruimte bieden voor verbouw. gankelijke, gebruiksvriendelijke en geBij de beoordeling van bouwplannen van makkelijk aanpasbare woningen. Woonkeur is samengesteld uit: het eigenaar-bewoners wordt zoveel mogelijk Seniorenlabel, het Politiekeurmerk ruimte geboden voor het realiseren van een Veilig Wonen voor Nieuwbouw, de uitbouw, zodat de basisfuncties op de VAC-Kwaliteitswijzer en het Handboek begane grond aanwezig zijn (met in acht voor Toegankelijkheid. Woonkeur neming van het bestemmingsplan / WRO). bestaat uit een verplicht basispakket dat eisen omvat betreffende de directe o Toepassing van Woonkeur bij nieuwbouw. woonomgeving, het woongebouw en Bij nieuwbouw van koopwoningen (overide woning. Daarnaast zijn er drie gens ook van huurwoningen) zal de gepluspakketten ontwikkeld: veiligheid, meente de belangrijkste eisen van het gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Woonkeur als uitgangspunt hanteren, zodat
- 22 -
•
•
•
de nieuwbouw levensloopbestendig is. Een woning met Woonkeur kent een hoog niveau aan gebruikskwaliteit, inbraakwerendheid en sociale veiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit en aanpasbaarheid. Inmiddels hanteren veel gemeenten de eisen van Woonkeur voor de nieuwbouw. Een standaard voor levensloopbestendig bouwen zal in 2012 zijn ingevoerd. Maatregelen in de bestaande huurwoningvoorraad. Een groot deel van het woningbezit van de corporaties wordt bewoond door 55plussers. Voor een belangrijk deel wonen deze huishoudens in eengezinswoningen. Deze woningen zijn veelal niet aan te passen tot een nultredenwoning. Wel is een aanpassing mogelijk zodat deze woningen met meer comfort te bewonen zijn door senioren, bijvoorbeeld door het plaatsen van een traplift, een tweede toilet boven. Veel ouderen geven hieraan de voorkeur boven verhuizing naar een meer geschikte woning. Realiseren van multifunctionele huurwoningen Ook via het toevoegen van geschikte woningen voor senioren wil de gemeente voorzien in de wensen van ouderen. Wij zetten in op het realiseren van 25% van de nieuwbouw in de vorm van multifunctionele huurwoningen; dit zijn woningen die in principe geschikt zijn voor alle doelgroepen en aangenomen wordt dan minimaal 50% van deze woningen terecht komt bij senioren. Bij toewijzing aan senioren leidt dit tot doorstroming en zullen vooral eengezinshuurwoningen beschikbaar komen voor verhuur of verkoop aan starters en jonge gezinnen. De nieuwbouw voor senioren moet kwalitatief goed en toekomstbestendig zijn. Om dit te realiseren houdt de gemeente de belangrijkste eisen van Woonkeur als kwaliteitsnorm voor deze woningen aan. In prestatieafspraken met de corporaties en exploitatieovereenkomsten wil de gemeente dit ambitieniveau vastleggen. Realiseren van appartementen in de koopsector Ongeveer 5% van het nieuwbouwprogramma hebben wij gereserveerd voor koopappartementen, met name voor senioren. Het kan hierbij gaan om reguliere appartementen, maar mogelijk ook om vormen van verzorgd wonen.
Woningvraag zorgvragende senioren en mensen met een beperking Vaak is een verhuizing van senioren het gevolg van een intensiever wordende zorgvraag; en dus ook noodzaak. Mogelijke oorzaken zijn dat de huidige woning onvoldoende kwaliteit en ruimte biedt voor passende zorg en dat de woonomgeving onvoldoende toegankelijk is. Hoewel senioren sterk gebonden zijn aan hun eigen dorp, kiezen zij in geval van een zorgvraag vaak voor een beschutte omgeving waar wonen, welzijn en zorg goed in samenhang zijn georganiseerd. Soms gaat het dan ook om woonruimte in de directe nabijheid, of direct verbonden, met een woning van een mantelzorger. De prognoses wijzen uit dat er in Dinkelland sprake is van een groot tekort aan verzorgde woonvormen. Wij willen ons, met de corporaties, inspannen om dit tekort van 160 woningen in aanzienlijke mate te verminderen. Deze woonvorm moet bij uitstek in de drie woonservicegebieden tot stand komen.
- 23 -
Woonopgaven senioren en jongeren met een zorgvraag 10. De gemeente gaat in een samenwerkingsverband met kernraden, zorginstellingen en corporaties invulling geven aan het uitvoeringsprogramma woonservicegebieden 11. Inzet op het informeren van particuliere woningbezitters over mogelijke woningaanpassingen die zorgen voor meer wooncomfort 12. De gemeente gaat samen met de corporaties na op welke locaties verzorgde woonvormen kunnen worden gerealiseerd. 13. Ca 25% van het bouwprogramma zal bestaan uit multifunctionele huurwoningen of verzorgde woonvormen. 14. Met de corporaties worden afspraken gemaakt over de opplus- en herstructureringsmogelijkheden. 15. Bij nieuwbouw van huur- en koopwoningen streeft de gemeente er naar om de belangrijkste eisen van het Woonkeur als uitgangspunt aan te houden. In 2012 zal een standaard voor levensloopbestendig bouwen zijn ingevoerd.
3.3.
Leefbaarheid en sociale vitaliteit
Een duurzame samenleving is voor ons een samenleving waarin sprake is van sociale cohesie, noaberschap en waarin de bewoners waardering hebben voor de leefkwaliteit van hun kern of buurt. Leefbaarheid en sociale vitaliteit kernen In de periode september 2010 tot en met februari 2011 is in opdracht van de gemeente Dinkelland door een tweetal studenten van de Academie Bestuur en Recht van Saxion Hogeschool Enschede een verkennend onderzoek verricht naar de sociale vitaliteit in de kernen van de gemeente Dinkelland en de mogelijke invloed van krimp hierop. Sociale vitaliteit is een breed begrip, waaronder ook begrippen als sociale cohesie, sociale samenhang en sociale infrastructuur worden verstaan. Ook leefbaarheid wordt vaak in deze context genoemd. Het onderzoek leert dat de sociale vitaliteit zeer groot is. Circa 80% van de inwoners is actief in het verenigingsleven. Het aantal vrijwilligers ligt ruim boven het landelijk gemiddelde van 44%, namelijk 60% van de inwoners doet aan vrijwilligerswerk. 91% van de inwoners bestempelt haar kern als een hechte gemeenschap, waarbij men erg betrokken is. In 2010 is in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) onderzoek gedaan naar sociale contacten en sociale netwerken. Daarbij is gebleken dat de inwoners van Dinkelland over voldoende sociale contacten beschikken. De benoemde zaken zijn alle indicatoren voor de sociale vitaliteit en op basis daarvan kan dus vastgesteld worden dat de sociale vitaliteit in Dinkelland sterk aanwezig is en erg belangrijk is voor een kern. Maar de bevolkingsontwikkeling baart ook zorgen en bepaalde voorzieningen komen onder druk te staan. Het collegeprogramma 2010-2014 geeft over dit thema het volgende aan: • In 2011 wil het college een onderzoek afgerond hebben naar het haalbare en wenselijke voorzieningenniveau in de (kleine) kernen.) Het antwoord op de onderzoeksvraag komt feitelijk terug in de resultaten van het uitgevoerde woonwensenonderzoek, het onderzoek naar de sociale vitaliteit, de diverse dorpsplannen en de beleidsvisie woonservicegebieden • Vanaf 2011 wordt jaarlijks een bedrag van voorlopig € 40.000 uitgetrokken dat ter beschikking wordt gesteld aan de kernraden voor het oplossen van ‘kleine
- 24 -
•
•
•
ergernissen’. Het budget wordt verdeeld naar rato van het inwoneraantal met een minimumbedrag. De kernraden krijgen vanaf 2011 tevens de beschikking over een gemeentelijk klussenteam (jaarlijks, een week lang). Hiervoor zijn in 2010 spelregels opgesteld. Kulturhusen dragen bij aan de leefbaarheid van de kernen. De gemeente stimuleert dit door eenmalig €100.000 ter beschikking te stellen en de balanswaarde van de vrijkomende gemeentelijke gebouwen (die gebruikt worden door de gesubsidieerd instellingen). De externe projectorganisatie wordt door de gemeente gefaciliteerd. Uiteraard moet een Kulturhus wel beschikken over een langjarige sluitende exploitatie. De gevolgen van de stabilisering van het bevolkingsaantal en de individualisering van de maatschappij gaan ook Dinkelland treffen. De in Dinkelland traditioneel sterke samenhorigheid en sociale cohesie binnen de kernen komen hierdoor onder druk te staan. De gemeente wil vanaf 2012 hiervoor beleid ontwikkelen. Daarbij zal vooral aandacht komen voor het blijven kunnen bemensen van de vele vrijwilligersposten. Wellicht leidt dit ook tot een herijking van de rol van de gemeente op dit vlak. De jeugd heeft de toekomst….. Het is belangrijk om de jeugd bij de politiek te betrekken. Vanuit die gedachte wil het college afvaardigingen van de jeugd betrekken bij de besluitvorming over zaken die de jeugd aangaan. Hiervoor worden creatieve instrumenten ingezet.
3.4.
Duurzaamheid
Concretisering begrip Duurzaamheid is een abstract begrip dat een nadere definiëring behoeft. In het VN rapport “our common future” is een definitie voor duurzame ontwikkeling geïntroduceerd die sindsdien maatgevend is: “Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Deze definitie heeft betrekking op zowel de ecologische, als de economische en de sociale aspecten van ontwikkeling. Dit wil zeggen dat, om in de huidige en de toekomstige behoeften te kunnen voorzien, een evenwicht moet worden gevonden tussen ecologische, economische en sociale argumenten. Rijksbeleid In het coalitieakkoord heeft de huidige regering ambitieuze plannen uiteengezet die moeten leiden tot een duurzamere samenleving. Het kabinet onderscheidt hierin vier uitdagingen. Als eerste het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en de versnelde overgang naar meer duurzame energiebronnen. Dit is uitgewerkt in het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’, waar een reductie van 30% van de uitstoot van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990, een energiebesparing van 2% per jaar en een aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 20% in 2020 centraal staan. De tweede uitdaging is het spaarzamer omgaan met grondstoffen en energie, evenals het ruim baan maken voor eerlijke sociaal verantwoorde producten. Als derde onderscheidt het kabinet de uitdaging om de schaarse open ruimte duurzaam te gebruiken op een manier die Nederland mooier en vitaler maakt.
- 25 -
Provinciaal beleid In haar ‘Programma voor Overijsselse duurzame ontwikkeling’ stelt de provincie Overijssel dat niet zozeer nieuw beleid moet worden ontwikkeld, maar dat op veel terreinen het al bestaande beleid op gerelateerde gebieden moet worden versterkt. Hierbij wordt ingezet op het informeren van Overijsselse inwoners, het nemen en bevorderen van maatregelen in de fysieke leefomgeving en het stimuleren van duurzaamheid in de economische activiteiten. Doel hierbij is het intensiever werken aan duurzame doelstellingen, het versterken van het interne en externe bewustzijn daarvan en daarmee ook een meer duurzaam profiel van het provinciale beleid. In januari 2010 hebben alle gemeenten in Overijssel met de provincie de prestatieafspraken Wonen 2010-2015 ondertekend. De gemaakte afspraken zijn in paragraaf 2.1. beschreven. Gemeentelijk beleid Om vorm en inhoud te geven aan het onderwerp duurzaamheid heeft de gemeenteraad het aan de Universiteit Twente verbonden academisch adviesbureau UniPartners Twente gevraagd een verkennende beleidsnota op te stellen waarin in kaart wordt gebracht welke mogelijkheden er zijn voor de gemeente om concreet vorm en inhoud te geven aan het begrip duurzaamheid. Dit heeft geresulteerd in de Nota ‘Dinkelland, een duurzame gemeente’ (juni 2008) opgesteld door Koen Davis van UniPartners Twente. Vervolgens is dit uitgewerkt door een raadswerkgroep die hierover in maart 2009 heeft gerapporteerd. Daarbij is er voor gekozen om duurzaamheid in deze rapportage een ‘kapstokfunctie’ te geven. Dit wil zeggen dat is gepoogd maatregelen op te stellen die op een duurzame manier invulling geven aan de activiteiten van de gemeente. Deze rapportage is vooral gericht op de ecologische aspecten van duurzaamheid. Dit wil echter niet zeggen dat economische en sociale aspecten niet (impliciet) in de maatregelen verwerkt zijn. In de verkennende nota ‘Dinkelland een duurzame gemeente’ (2008) die aan deze rapportage van de raadswerkgroep ten grondslag ligt zijn 19 mogelijke maatregelen/activiteiten opgenomen en ter keuze voorgelegd. De raadswerkgroep heeft de maatregelen onderscheiden naar de doelcategorieën burgers, bedrijven, scholen en sportaccommodaties, de gemeente – openbare ruimte, de gemeente – intern. De 19 maatregelen uit de verkennende nota zijn door de werkgroep kritisch beoordeeld en gewogen op de aspecten uitvoerbaarheid en rendement. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal maatregelen is afgevallen, dat sommige van de maatregelen zijn samengevoegd en dat er enige maatregelen zijn toegevoegd. In maart 2009 heeft het presidium het door de raadswerkgroep opgestelde rapport “Op weg naar een duurzame gemeente Dinkelland” (16 maart 2009) aan het college van burgemeester en wethouders aangeboden met daarbij het verzoek een reactie/visie te geven op het rapport en de daarin opgenomen maatregelen. Deze visie zal in 2011 aan de gemeenteraad worden aangeboden, waarbij het begrip duurzaamheid met name zal worden toegespitst op het item energie. Voor zover van belang voor het taakveld Wonen passeren enkele in het rapport “Op weg naar een duurzame gemeente Dinkelland” genoemde maatregelen hierna de revue.
- 26 -
Afspraken woningcorporaties De gemeente maakt afspraken met woningcorporaties over te realiseren ambities voor energiebesparing en toepassing van duurzame energie bij de verhuureenheden. De bestaande, vooral oudere, wooneenheden, kunnen inefficiënt zijn op het gebied van energieverbruik. Het streven is dat binnen een bepaalde termijn alle huurwoningen (circa 20% van de totale woningvoorraad) energiezuinig zijn. Corporaties zullen hun inzet op energiebesparing in de meeste gevallen samen laten vallen met groot onderhoud en renovatie. Inbreiding woningbouw Inbreiding is het bouwen binnen de bestaande bebouwing, tegenover uitbreiding, het bouwen buiten de grenzen van bestaande bebouwing. Door zoveel mogelijk aan inbreiding te doen kan het buitengebied gespaard worden en kan de gemeente haar groene karakter behouden. Door formeel vast te leggen onder welke voorwaarden voor inbreiding, dan wel uitbreiding, wordt gekozen kan voorkomen worden dat slechts op ad hoc-basis aandacht aan het buitengebied wordt geschonken. Het is zaak om dergelijke voorwaarden te integreren in het huidige ruimtelijke ordeningsbeleid. Aangezien inbreiding vele malen duurder kan zijn dan uitbreiding, zal veel aandacht moeten worden besteed aan de inhoud van de voorwaarden. Gedacht kan worden aan een bepaalde gewenste verhouding tussen nieuwbouw-inbreiding en nieuwbouw-uitbreiding. Inbreiding kan ook bijdragen aan verbetering van de beeldkwaliteit van de bebouwde omgeving. Met een voorkeur voor inbreiding wordt ook voldaan aan de ontwerpomgevingsvisie van de provincie. Woonopgaven 16. De gemeente maakt met Mijande Wonen prestatieafspraken over het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande huurwoningen. 17. De gemeente houdt een lokaal energieloket in stand dat inwoners kunnen benaderen voor de advisering over energie- of duurzaamheidsmaatregelen op of aan hun huis 18. De gemeente stelt in 2012 een beleidsnota duurzaamheid op.
3.5.
Nieuwbouw en bestaande woningvoorraad
Omvang gemeentelijk bouwprogramma De gemeente gaat uit van een realistische visie. De veranderende bevolkingssamenstelling die tot uiting komt in een ontgroening en vergrijzing, is een gegeven en dit heeft gevolgen voor het soort woningen dat de komende jaren moet worden bijgebouwd. Het uitgangspunt voor de gemeente blijft dat zij wil bouwen voor de lokale woningbehoefte. Vanuit realisme wordt de omvang van het bouwprogramma op de volgende wijze onderbouwd.
Additionele woningbehoefte, conform Prestatieafspraken met provincie Sloop Vermindering van inwoningssituaties (geen doel op zich) Totaal nieuwbouwprogramma 1)
2010-2014 280 woningen
2015-2019 240 woningen
90 woningen 1) 50 woningen
90 woningen 2) 50 woningen
370 -420 woningen
330-380 woningen
Dit betreft compensatie van de ca 90 woningen die in de periode 2005-2009 zijn gesloopt.
- 27 -
2)
Dit betreft compensatie van de ca 90 woningen die naar verwachting in de periode 2010-2014 worden gesloopt.
Het nieuwbouwprogramma kent een bandbreedte die samenhangt met de geraamde vermindering van het aantal inwoningssituaties. De gemeente zal dit proces van inwoning jaarlijks monitoren. Als het aantal inwoningssituaties daadwerkelijk vermindert, dan zal dit gecompenseerd moeten worden door extra woningbouw omdat de behoefte aan zelfstandige huisvesting van met name senioren hierdoor toeneemt. Spreiding van de woningbouw over de kernen De gemeente vindt het belangrijk dat er in alle kernen woningen worden gebouwd om te kunnen voorzien in de lokale woonbehoefte. Daarom is in eerste aanleg de gemeentelijke omvang van de lokale behoefte (370 woningen in de periode 2010-2014 inclusief sloop van 90 woningen) verdeeld over de verschillende kernen op basis van het inwonertal. Vervolgens is hierop een correctie doorgevoerd, omdat de gemeente een deel van de woningbouw wil concentreren in de verzorgingskern Weerselo. Tenslotte is hierop een correctie doorgevoerd, omdat het in de praktijk niet mogelijk is om in alle kernen in alle woonwensen te voorzien. Met name geldt dit voor de huisvesting van ouderen en zorgbehoevenden. Voor de drie verzorgingskernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo geldt een specifieke huisvestingstaak voor deze doelgroepen. De behoefte aan woonvormen met zorg wordt zoveel mogelijk geconcentreerd in deze drie kernen. De volgende indeling in verzorgingsgebied wordt daarbij gehanteerd: Verzorgingskern
Woonkern/buurtschappen
Denekamp
Tilligte, Lattrop en Noord-Deurningen
Ootmarsum
Oud-Ootmarsum, Agelo en Nutter
Weerselo
Saasveld, Rossum en Deurningen
De berekende behoefte aan nieuwbouw van verzorgde woonvormen per kleine kern is op twee manieren ingevuld: voor de helft in de kern zelf in de vorm van een woning die voldoet aan het Woonkeurlabel (of gelijkwaardig hieraan); de zorg is op afroep via de Thuiszorg beschikbaar. De andere helft van de behoefte aan nieuwbouw van verzorgde woonvormen per kleine kern wordt gerealiseerd in of nabij een zorgpunt in een van de drie verzorgingskernen. Dat betekent dat de helft van de berekende nieuwbouw van verzorgd wonen woningen van een woonkern wordt gerealiseerd in de bijhorende verzorgingskern. Deze uitgangspunten zijn verwerkt bij het bepalen van de spreiding van de nieuwbouw over de verschillende kernen (zie tabel 3.1).
- 28 -
Omvang lokale woningbehoefte (exclusief sloop
8.785 745 1.065 1.035 5.440 2.960 2.360 1.925 1.740
34% 3% 4% 4% 21% 11% 9% 7% 7%
125 11 15 15 78 41 33 26 26
- 30 -3 -4 -4 - 20 + 83 -8 -7 -7
+ 11 -3 -4 -4 0 + 26 - 10 -8 -8
106 5 7 7 58 150 15 11 11
26.055
100%
370
0
0
370
Correctie in verband met verzorgingskern Weerselo
Inwonertal (%)
Correctie, gelet op de locatievoorkeur van inwoners en oriëntatie van WWZ-
Gemeente Dinkelland. Spreiding van de nieuwbouw (exclusief sloop) over de kernen, periode 2010-2014 Inwonertal (abs)
Tabel 3.1:
Kernclusters Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld Gemeente Dinkelland
In alle kernen zal woningbouw plaatsvinden, in een omvang die afgestemd is op de behoefte. Het bouwen in de kernen levert zodoende ook een belangrijke bijdrage in de leefbaarheid, waarbij gedacht kan worden aan: het vasthouden van jongeren zodat het verenigingsleven in stand blijft, er mantelzorgers zijn voor de zorg van senioren, er zichtbaar sprake is van vernieuwing door bouwactiviteit, etc. Beschikbare plancapaciteit per 1 januari 2011 Tabel 3.2: Gemeente Dinkelland. Beschikbare plancapaciteit per kern Inbreiding Denekamp Tilligte Lattrop Noord-Deurningen Ootmarsum Weerselo Rossum Deurningen Saasveld Gemeente Dinkelland
Uitbreiding
Totaal
33
105
138
18 12 8 90 43 15 27 5 251
9 20 129 97 52 30 16 458
27 12 28 219 140 67 57 21 709
In alle kernen is er plancapaciteit beschikbaar om in de lokale woningbehoefte te voorzien. Voor Weerselo lijkt dit niet het geval te zijn, maar in de planning is voorlopig e e rekening gehouden met de ontwikkeling van De Spikkert 1 fase; zonodig kan de 2 fase met ca 90 woningen eerder tot ontwikkeling komen. De plancapaciteit is toereikend en de gemeente zal daarom nieuwe planinitiatieven zorgvuldig beoordelen of en onder welke voorwaarden hieraan werkelijk behoefte bestaat. Jaarlijks zal de Gemeenteraad worden geïnformeerd over de voortgang van de woningbouw en de eventuele bijstelling van de meerjaren-woningbouwplanning.
- 29 -
Inbreidingslocaties Bij de ontwikkeling van inbreidingslocaties voor woningbouw zal, afhankelijk van de locatie, ook worden ingezet op het realiseren van verzorgde woonvormen. Indicatieve samenstelling nieuwbouwprogramma Mede op grond van het in 2011 uitgevoerde woonwensenonderzoek is een indicatief programma voor de samenstelling van de nieuwbouw bepaald. Tabel 3.3: Gemeente Dinkelland. Streefdifferentiatie voor de nieuwbouw Segment
Doelgroep
Sociaal
Toevoeging 45%
Huur multifunctioneel (inclusief verzorgd wonen, eventueel ook in koop als er marktvraag is)
Senioren, starters en jonge gezinnen
25%
Koop: eengezins tot €180.000 à €200.000
Starters en jonge gezinnen
20%
Middelduur en duur
55%
Huur en koop: appartement > € 631
Senioren
5%
Koop: vrije kavels, eengezinswoningen
Gezinnen
50%
De gemeente wil sturen op de samenstelling van de nieuwbouw en daarbij de hierboven beschreven woningdifferentiatie als uitgangspunt nemen. Hierbij zullen de ontwikkelingen op de woningmarkt nauwlettend worden gemonitord. Bestaande woningvoorraad De kwaliteit van de woningvoorraad is over het algemeen goed. Dit geldt ook voor de voorraad huurwoningen die in bezit is van Mijande Wonen. Een aandachtspunt is de kwaliteit van de wijken die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw zijn ontwikkeld. De gemeente zal nagaan of in die wijken extra maatregelen gewenst zijn om de kwaliteit van de woonomgeving te verbeteren. Hierbij kan gedacht worden aan meerjarig onderhoud op het gebied van wegen, riolering en groen. Deze resultaten zullen gerelateerd worden aan de uitkomsten van het Strategisch Voorraadbeleid dat momenteel door Mijande Wonen wordt uitgewerkt. Eventueel te treffen maatregelen om de kwaliteit in de wijk te verbeteren kunnen dan optimaal op elkaar worden afgestemd. Voorlopig gaan wij ervan uit, dat het slopen / vervangen van woningen beperkt blijft tot een enkel huurcomplexje. Deze locaties lenen zich goed voor de realisatie van multifunctionele huurwoningen die ook geschikt zijn voor de huisvesting van senioren. Het woningbezit van St Joseph Dinkelland is van 2008 en jonger. Geschat wordt dat de herstructurering in de periode 2010-2014 betrekking heeft op ongeveer 90 woningen. De herstructureringslocaties voor de corporaties zijn echter deels nog niet duidelijk, dan wel is het gewenst dat hierover eerst met de bewoners wordt overlegd. Daarnaast zal een aanzienlijk aantal huurwoningen gerenoveerd worden en wordt van die woningen tevens de energetische kwaliteit sterk verbeterd.
- 30 -
Woonopgaven 19. De gemeente voert de regie op het nieuwbouwprogramma, zodanig dat sprake is van een evenwichtig productieniveau door de jaren heen en waarbij de woningdifferentiatie per kern conform hoofdstuk 5 (kernuitwerking) als uitgangspunt wordt aangehouden. 20. Jaarlijks stelt de gemeente de meerjaren-woningbouwplanning bij en informeert de Gemeenteraad hierover. 21. Inbreidingslocaties in de verzorgingskernen zo mogelijk ook benutten voor verzorgde woonvormen.
- 31 -
4. Uitvoeringsprogramma 4.1.
Uitwerking beleid door gemeente en corporaties
De gemeente vult haar rol op de woningmarkt op de volgende manier in: • Het beleid is vastgelegd in deze Woonvisie. Richting haar partners houdt de gemeente deze visie als lijn continu vast. • De gemeente vraagt de corporaties om aan te geven op welke manier zij een bijdrage wil leveren aan de totale (samenhangende) inhoud van de Woonvisie. Deze bijdrage zal tevens input zijn voor de op korte termijn te maken prestatieafspraken met de corporaties. • De corporaties mogen op haar beurt ook inspanningen van de gemeente verwachten, bijvoorbeeld in de voortgang van het bestuurlijke proces, tijdig vaststellen van juridische kaders, eenheid van integraal beleid en de hiervoor benodigde personele inzet. • Het woonbeleid is een terugkerend onderwerp op de agenda van het periodiek overleg van de gemeente en de kernraden • De nadere uitwerking van de woonservicegebieden pakt de gemeente op in een samenwerking met kernraden, zorginstellingen en corporaties.
4.2.
Evalueren en actualiseren Woonvisie
De gemeente gaat de effecten van deze woonvisie monitoren, waarbij verbeelding en cijfermatige onderbouwing van de volgende punten uitgangspunt is: • realisatie en actualisering van het bouwprogramma; • functioneren van de woningmarkt; • ontwikkeling van de woonruimteverdeling. Deze monitoring wordt jaarlijks uitgevoerd of vaker. Evaluatie van de totale nota zal in 2016 gebeuren of zoveel eerder als nodig is. . Woonopgaven 22. De gemeente Dinkelland zal meerjaren-prestatieafspraken maken met de corporaties naar aanleiding van deze Woonvisie. 23. De gemeente organiseert tweejaarlijks een discussiebijeenkomst om samen met haar partners de woningmarkt te monitoren. Deze monitoring vormt de basis voor de tweejaarlijkse evaluatie van de Woonvisie. 24. Na vier / vijf jaar zal het woonbeleid met de betrokken partners worden geëvalueerd en geactualiseerd.
4.3.
Uitvoeringsplan 2011-2015
In de uitvoeringsagenda staan opgaven (maatregelen en acties) die voortkomen uit de visie. Deze agenda geeft aan welke maatregelen wanneer en door wie worden genomen. We benoemen niet alle maatregelen, omdat veel maatregelen hun uitwerking krijgen in
- 32 -
het woningbouw- en transformatieprogramma. Deze herhalen we hier niet. We noemen de belangrijkste projectmatige onderwerpen.
Betrokken partijen
Doorlopend
Acties
Jaar gereed
Jaar start
In het schema is aangegeven welke partijen bij de verschillende acties een rol spelen. G= Gemeente Dinkelland C= Corporaties Mijande Wonen en St Joseph Dinkelland BV B= Bewoners(organisaties) W= Welzijnsaanbieders Z= Zorginstellingen M= Marktpartijen, projectontwikkelaars
1
Ongeveer 45% van de nieuwbouw reserveren voor sociale woningbouw (huur en koop tot maximaal €180.000 à €200.000).
X
G, C, M
2
Realiseren van een gedifferentieerd aanbod van bouwkavels, dat ook bereikbaar is voor (koop)starters
X
G
3
Afspraken maken met de corporaties over de verkoop van eengezinshuurwoningen voor starters en jonge gezinnen.
4
Ondersteunen van kleinschalige projecten voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap op initiatief van de bevolking voor starters en jonge gezinnen
5
In de prestatieafspraken met de corporaties vastleggen dat het aantal sociale huurwoningen in 2020 minimaal 1.300 woningen moet omvatten. Gemeente en corporaties houden de vinger aan de pols
6
De gemeente monitort met de corporaties de vraag naar woningen binnen de sociale huurvoorraad en de toewijzing van deze woningen.
D
G, C
7
Kwaliteitsslag maken in de samenstelling van de voorraad sociale huurwoningen: met name aansluiting zoeken bij de woonwensen van ouderen (met lage inkomens): geschikte woningen, voornamelijk in de nieuwbouw.
D
C
8
Rechtstreeks bouwen voor gezinnen door minimaal 50% van de nieuwbouw te realiseren door de uitgifte van bouwkavels,
D
G, M
9
De gemeente en Mijande Wonen blijven zich ook in de toekomst inzetten voor de huisvesting van statushouders.
D
G, C
10
De gemeente gaat in een samenwerkingsverband met kernraden, zorginstellingen en corporaties invulling geven aan het uitvoeringsprogramma woonservicegebieden.
D
G, C, B, W, Z
- 33 -
2012
2012
G, C
X
2012
2012
G, C
G, C
2012
2013
G
12
De gemeente gaat samen met de corporaties na op welke locaties verzorgde woonvormen kunnen worden gerealiseerd.
2012
2012
G, C
13
Ca 25% van het bouwprogramma zal bestaan uit multifunctionele huurwoningen of verzorgde woonvormen.
14
Met de corporaties worden afspraken gemaakt over de opplus- en herstructureringsmogelijkheden.
2012
15
Bij nieuwbouw van huur- en koopwoningen streeft de gemeente er naar om de belangrijkste eisen van het Woonkeur als uitgangspunt aan te houden. In 2012 zal een standaard voor levensloopbestendig bouwen zijn ingevoerd.
2012
16
De gemeente maakt met Mijande Wonen prestatieafspraken over het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande huurwoningen
2012
2013
17
De gemeente houdt een lokaal energieloket in stand dat inwoners kunnen benaderen voor de advisering over energie- en duurzaamheidsmaatregelen op of aan hun huis
2010
2011
18
De gemeente stelt in 2012 een beleidsnota duurzaamheid op.
2011
2012
19
De gemeente voert de regie op het nieuwbouwprogramma, zodanig dat sprake is van een evenwichtig productieniveau door de jaren heen en waarbij de woningdifferentiatie per kern conform hoofdstuk 5 (kernuitwerking) als uitgangspunt wordt aangehouden.
D
G, C, M
20
Jaarlijks stelt de gemeente de meerjaren-woningbouwplanning bij en informeert de Gemeenteraad hierover
D
G
21
Inbreidingslocaties zo mogelijk ook benutten voor verzorgde woonvormen.
D
G, C, M
22
De gemeente Dinkelland zal meerjaren-prestatieafspraken maken met de corporaties naar aanleiding van deze Woonvisie.
2012
2012
G, C
23
De gemeente organiseert tweejaarlijks een discussiebijeenkomst om samen met haar partners de woningmarkt te monitoren. Deze monitoring vormt de basis voor de tweejaarlijkse evaluatie van de Woonvisie.
2013
2013
G, C, B, W, Z, M
24
Na vier / vijf jaar zal het woonbeleid met de betrokken partners worden geëvalueerd en geactualiseerd.
2015
2015
G, C, B, W, Z, M
- 34 -
D
2013
Betrokken partijen
Jaar gereed
Inzet op het informeren van particuliere woningbezitters over mogelijke woningaanpassingen die zorgen voor meer wooncomfort
Doorlopend
Jaar start
11
Acties
G, C, M G, C
D
G, C, M
G, C
D
C
G
Kerngerichte uitwerking 4.4. 5.1.1.
Verzorgingskernen
Kern Denekamp
Kerncijfers
Structuurvisie Structuurvisie
Bevolking 8.785 inwoners Woningvoorraad 3.561 woningen (24% sociale huur / 76% particuliere huur en koop)
Aanbod woonzorgarrangementen Denekamp
Doelgroep
Verzorgd wonen
Huize St. Jozef
Senioren
St Gerardus Majella
Senioren
34
Senioren
60
St. Lucia
Kleinschalig beschermd wonen
Grootschalig beschermd wonen 62 60
Amaliahof / Aveleijn
Lich/verst gehandicapten
36
Vledderstraat / Aveleijn
Lich/verst gehandicapten
8
Vraag woonzorgarrangementen Vraag 2020
Aanbod 2008
107
94
- 13
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
31
44
+ 13
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
70
122
+ 52
Verzorgd wonen
- 35 -
Fricties tot 2020
Totaal, absoluut
Koop > €400.000
Koop €225.000 – €400.000
Koop tot €225.000
Dure huur (>€652)
Eengezins huur
Multifunctioneel huur 1)
I=inbreiding en U=uitbreiding
Denekamp: plancapaciteit 1 januari 2011 Hopmanstraat 51 - 67
I
1
Ootmarsumsestraat
I
1
Oranjestraat
I
2
Vledderstraat
I
1
Vledderstraat
I
20
Achterom
I
5
Krabbendijk
I
3
Het Remerink
U
11
Zandkuil
U
2
Pierik, fase II, 1e uitwerking
U
92
Totaal Woningbouwprogram ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
138 20%
10%
20%
0%
40%
10%
Ca 110
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Denekamp wordt geraamd op ongeveer 110 woningen voor de periode 2010-2014. Hierbij is rekening gehouden met een zekere opvangfunctie van senioren uit de kernen Tilligte, Lattrop en Noord-Deurningen die een verzorgde woonvorm wensen. • Het is wenselijk om in Denekamp een locatie binnen de woonservicezone te zoeken die bestemd kan worden voor het realiseren van ca 40 woningen voor verzorgd wonen. • Er bestaan plannen om het woon- en zorgcentrum St Jozef uit te breiden met 24 plaatsen voor psychogeriatrische patiënten.
- 36 -
5.1.2. Kern Ootmarsum
Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 5.440 inwoners Woningvoorraad 2.105 woningen (9% sociale huur / 91% particuliere huur en koop)
Aanbod woonzorgarrangementen Denekamp
Doelgroep
Verzorgd wonen
Huize Franciscus
Senioren
20 + 23 1)
Den Oosterborgh 1) In aanbouw
Senioren
18
Kleinschalig beschermd wonen
Grootschalig beschermd wonen 50
Vraag woonzorgarrangementen Vraag 2020
Aanbod 2008
Fricties tot 2020
66
61
-5
Verzorgd wonen Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
19
0
- 19
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
43
50
+7
- 37 -
Totaal, absoluut
Koop > €400.000
Koop €225.000 – €400.000
Koop tot €225.000
Dure huur (>€652)
Eengezins huur
Multifunctioneel huur 1)
I=inbreiding en U=uitbreiding
Ootmarsum plancapaciteit 1 januari 2011 Almelosestraat 1-3
I
5
Denekamperstraat 41a
I
1
Ganzenmarkt/ Oostwal
I
7
Molenstraat
I
23
Kloosterstraat/Oostwal
I
7
Kloosterstraat 3
I
4
Oldenzaalsestraat
I
18
Oldenzaalsevoetpad 34
I
1
Schiltstraat
I
8
Westwal 17/19
I
1
Oostwal/Gasthuisstraat
I
12
Grotestraat 23 Brookhuis
I
1
U
90
Kuiperberg
U
4
Oldenzaalsestraat
U
6
Oldenzaalsevoetpad e.o.
U
24
Knooperf Kamphuis
U
5
I
12
Scheepersschool Totaal Woningbouwprogramma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
229 20%
10%
5%
10%
45%
10%
Ca 60
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Ootmarsum wordt geraamd op ongeveer 60 woningen voor de periode 2010-2014. Hierbij is rekening gehouden met een zekere opvangfunctie van senioren uit de kernen Oud-Ootmarsum, Agelo en Nutter die een verzorgde woonvorm wensen. • Het verpleeg- en verzorgingshuis Huize Franciscus is in 2005 vernieuwd en beschikt tevens over 20 inleunwoningen. Er is ook een complex van 24 woningen met verzorgd wonen in aanbouw. Het is gewenst om over enkele jaren te bezien of er nog een manifeste behoefte bestaat aan verzorgde woonvormen in Ootmarsum. • Voorts bestaan er plannen om het woon- en zorgcentrum Huize Franciscus uit te breiden met 13 plaatsen.
- 38 -
5.1.3.
Kern Weerselo
Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 2.960 inwoners Woningvoorraad 1.080 woningen (14% sociale huur / 86% particuliere huur en koop)
Aanbod woonzorgarrangementen Denekamp
Doelgroep
Verzorgd wonen
Huize St. Jozef
Kleinschalig beschermd wonen
Grootschalig beschermd wonen
24
58
Vraag woonzorgarrangementen
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
21
58
+ 37 Totaal, absoluut
Fricties tot 2020
Koop > €400.000
- 10
Koop €200.000 – €400.000
0
Koop tot €200.000
10
Dure huur (>€652)
-7
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Eengezins huur
24
Multifunction eel huur 1)
Aanbod 2008
31
I=inbreiding en U=uitbreiding
Vraag 2020 Verzorgd wonen
Weerselo plancapaciteit 1 januari 2011 Bisschopstraat I 2 Centrum I 30 Zandhaarweg 20 I 1 Legtenbergerstraat 35 I 3 Legtenbergerstraat 9 I 1 Abdijweg I 3 Eertmansweg 10 I 2 Geerdshof 4a I 1 Reestman Noord West U 4 ’t Spikkert fase 1 U 90 Bornsestraat U 3 Totaal 140 Woningbouwprogram 30% 10% 5% 5% 35% 15% Ca 150 ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1) Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
- 39 -
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De gemeente vindt het wenselijk om enige groei van het draagvlak / inwonertal voor Weerselo te realiseren. Daarom wordt uitgegaan van de realisatie van ongeveer 150 woningen voor de periode 2010-2014. Hierbij is ook rekening gehouden met een zekere opvangfunctie van senioren uit de kernen Rossum, Deurningen en Saasveld die een verzorgde woonvorm wensen. • Het woon- en zorgcentrum St Jozef is nieuw en beschikt over een capaciteit van 58 intramurale plaatsen en 24 verzorgde woonvormen. De gemeente gaat na of uitbreiding van de capaciteit aan verzorgde woonvormen in Weerselo mogelijk is.
- 40 -
4.5. 5.2.1.
Woonkernen
Kern Lattrop
Structuurvisie Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 1.065 inwoners Woningvoorraad 330 woningen (2% sociale huur / 98% particuliere huur en koop)
Vraag woonzorgarrangementen
-3
0
-6
Dorpsstraat 51 t.e.m. 53a
I=inbreiding en U=uitbreiding
Lattrop Plancapaciteit 1 januari 2011
I
Totaal, absoluut
0
6
Koop > €400.000
3
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
Koop €225.000 – €400.000
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Koop tot €225.000
-9
Dure huur (>€652)
Fricties tot 2020
0
Eengezins huur
Aanbod 2008
9
Multifunctioneel huur 1)
Vraag 2020 Verzorgd wonen
3
Dorpsstraat
I
3
Kraakenhof
I
6
Totaal Woningbouwprogram ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
12 0%
0%
0%
50%
50%
0%
5-10
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Lattrop wordt geraamd op 5-10 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen aangewezen op voorzieningen in Denekamp of andere plaatsen.
- 41 -
5.2.2.
Kern Noord-Deurningen
Kerncijfers
Structuurvisie
Bevolking 1.035 inwoners Woningvoorraad 304 woningen (2% sociale huur /98% particuliere huur en koop)
Vraag woonzorgarrangementen
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
6
0
-6
Johanninksweg
I=inbreiding en U=uitbreiding
Totaal, absoluut
-3
Noord-Deurningen plancapaciteit 1 januari 2011
Fricties tot 2020
Koop > €400.000
0
Koop €225.000 – €400.000
3
Koop tot €225.000
-9
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Dure huur (>€652)
0
Eengezins huur
Aanbod 2008
9
Multifunctioneel huur 1)
Vraag 2020 Verzorgd wonen
I
8
Veldweg 1
U
3
3e fase Veldweg zuid
U
17
Totaal Woningbouwprogram ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
28 0%
0%
0%
30%
50%
20%
5-10
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Noord-Deurningen wordt geraamd op 5-10 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen aangewezen op voorzieningen in Denekamp of andere plaatsen.
- 42 -
5.2.3. Kern Tilligte Structuurvisie Kerncijfers Bevolking 745 inwoners Woningvoorraad 235 woningen (1% sociale huur / 99% particuliere huur en koop)
Vraag woonzorgarrangementen
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
4
0
-4
Ootmarsumsestraat 124, 124a, 124b Ootmarsumsestraat Kerkepad West
I=inbreiding en U=uitbreiding I
3
I
15
U
9
Totaal Woningbouwprogram ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
Totaal, absoluut
-2
Tilligte plancapaciteit 1 januari 2011
Fricties tot 2020
Koop > €400.000
0
Koop €225.000 – €400.000
2
Koop tot €225.000
-6
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Dure huur (>€652)
0
Eengezins huur
Aanbod 2008
6
Multifunctioneel huur 1)
Vraag 2020 Verzorgd wonen
27 0%
0%
0%
100%
0%
0%
Ca 5
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Tilligte wordt geraamd op ongeveer 5 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen aangewezen op voorzieningen in Denekamp of andere plaatsen.
- 43 -
5.2.4.
Kern Deurningen
Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 1.925 inwoners Woningvoorraad 715 woningen (12% sociale huur / 88% particuliere huur en koop)
Vraag woonzorgarrangementen
0
-6
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
12
0
- 12
Eengezins huur
Multifunctione el huur 1)
I=inbreiding en U=uitbreiding
Deurningen plancapaciteit 1 januari 2011
Totaal, absoluut
6
Koop > €400.000
- 17
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Koop €225.000 – €400.000
Fricties tot 2020
0
Koop tot €225.000
Aanbod 2008
17
Dure huur (>€652)
Vraag 2020 Verzorgd wonen
Deurninger Es
I
12
Hoofdstraat
I
8
Hoofdstraat
I
7
U
30
Deurninger Es Totaal Woningbouwprogramma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie) 1)
57 50%
0%
0%
0%
30%
20%
Ca 10
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Deurningen wordt geraamd op ongeveer 10 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen in principe aangewezen op voorzieningen in Weerselo of andere plaatsen. Nader onderzoek moet uitwijzen of de realisatie van 5-10 multifunctionele huurwoningen (met name voor senioren) haalbaar is.
- 44 -
5.2.5.
Kern Rossum
Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 2.360 inwoners Woningvoorraad 830 woningen (9% sociale huur / 91% particuliere huur en koop)
Vraag woonzorgarrangementen Vraag 2020
Aanbod 2008
Fricties tot 2020 - 20
Rossum Plancapaciteit 1 januari 2011
Totaal, absoluut
- 14 Koop > €400.000
0 Koop €225.000 – €400.000
14 Koop tot €225.000
-7
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
Dure huur (>€652)
0
Eengezins huur
0
7
Multifunctione el huur 1)
20
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
I=inbreiding en U=uitbreiding
Verzorgd wonen
Oranjestraat
I
9
Thijstraat/Father Raatgerstraat
I
6
De Schil
U
6
Plan Scholten
U
40
Knooppunt Erve Elderink
U
6
Totaal Woningbouwprogramma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie)
67 50%
0%
0%
0%
40%
10%
Ca 15
1) Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Rossum wordt geraamd op ongeveer 15 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen in principe aangewezen op voorzieningen in Weerselo of andere plaatsen. Nader onderzoek moet uitwijzen of de realisatie van 5-10 multifunctionele huurwoningen (met name voor senioren) haalbaar is.
- 45 -
5.2.6.
Kern Saasveld
Structuurvisie
Kerncijfers Bevolking 1.740 inwoners Woningvoorraad 580 woningen (5% sociale huur / 95% particuliere huur en koop)
740
Vraag woonzorgarrangementen
0
-6
Grootschalig beschermd wonen (plaatsen)
11
0
- 11
Eengezins huur
Multifunctioneel huur 1)
I=inbreiding en U=uitbreiding
Saasveld Plancapaciteit 1 januari 2011
Totaal, absoluut
6
Koop > €400.000
- 15
Kleinschalig beschermd wonen (plaatsen)
Koop €200.000 – €400.000
Fricties tot 2020
0
Koop tot €200.000
Aanbod 2008
15
Dure huur (>€652)
Vraag 2020 Verzorgd wonen
Drosteweg
I
8
Koninksweg 4
I
1
Diezelkamp fase 3
U
10
Diezelkamp, fase 2
U
6
Totaal Woningbouwprogram ma 2010 2014 (wensbeeld woningdifferentiatie)
25 50%
0%
0%
5%
40%
10%
5 - 10
1) Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere doelgroepen.
Aandachts- en actiepunten voor beleid • De lokale woonbehoefte voor Saasveld wordt geraamd op ongeveer 5-10 woningen voor de periode 2010-2014. • Senioren zijn voor verzorgd of beschermd wonen in principe aangewezen op voorzieningen in Weerselo of andere plaatsen. Nader onderzoek moet uitwijzen of de realisatie van 5 multifunctionele huurwoningen (met name voor senioren) haalbaar is.
- 46 -
4.6.
Buurtschappen
Buurtschap Agelo
Inwoners
Huishoudens
542
197
Oud Ootmarsum
331
122
Nutter
188
70
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied is bepaald, dat de kernen Ootmarsum, Denekamp, Weerselo, Lattrop, Tilligte, Noord Deurningen. Rossum, Saasveld, Deurningen en Het Stift buiten het plangebied blijven. Voor de kernen worden aparte komplannen vastgesteld. Buurtschappen zoals Agelo en Oud Ootmarsum vallen binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied en daarmee onder het planologisch regime van dat bestemmingsplan. Voor het buitengebied schetst de Omgevingsvisie Overijssel drie ontwikkelingsperspectieven, die richting geven aan nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. Voor elke ontwikkeling (agrarisch bedrijf, recreatieonderneming, knooperf / woonerf) gelden de principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. In principe is het niet toegestaan extra burgerwoningen in het buitengebied te bouwen, omdat deze ten koste zouden kunnen gaan van de basisfuncties landbouw, landschap en natuur. Een uitzondering hierop kunnen nieuwe burgerwoningen zijn die worden gebouwd ten behoeve van nieuwe landgoederen of in het kader van de Rood-voor-Roodregeling. De gemeente staat daarnaast in toenemende mate voor de vraag: wat te doen met de in Dinkelland veel voorkomende karakteristieke erven die vrijkomen tengevolge van beëindiging van het agrarisch bedrijf. In de nog vast te stellen structuurvisie voor Dinkelland zal een visie op hoofdlijnen worden opgenomen over de mogelijkheden van transformatie van vrijkomende agrarische bebouwing naar woonerf.
- 47 -
Bijlage 1: Diverse kerncijfers Tabel B1: Gemeente Dinkelland: demografische ontwikkeling 2003-2009 Uitbreiding Geboorte-
Binnenlands
Buitenlands
Bevolkings-
woning-
overschot
migratiesaldo
migratiesaldo
ontwikkeling
voorraad
2004
93
- 75
- 23
-5
58
2005
106
- 72
- 63
- 29
29
2006
104
- 85
- 52
- 33
31
2007
92
- 13
- 26
53
286
2008
52
- 79
- 28
- 55
5
2009
31
- 42
5
-6
32
2010
23
- 44
25
4
22
-1-