FEDERATION
81/00 A 23/80 GD/MDV/CS Serv. Dact,' Trad. ML
GENERALE DU TRAVAIL DE BELGIQUE
Bruxelles, le 26 novembre 1981
AUX MEMBRES DU BUREAU.
OBJET : STATUT PROFESSIONNEL DES MERES D'ACCUEIL.
1. Demande d'avis C.N.T. Le Ministre de l'Emploi et du Travail et le Ministre de la Prévoyance Sociale ont demandé, le 22 juillet 1981, l'avis du Conseil National du Travail au sujet du statut professionnel des mères d'accueil. En fait, ce problème s'était posé au sein de l'Office National des Allocations Familiales pour Travailleurs Salariés. Au sein de l'O.N.A.F.T.S., il y a un Fonds d'Equipements et de Services collectifs qui octroie des subsides aux garderies d'enfants, à l'aide familiale et à l'aide seniors. A l'initiative de certaines organisations chrétiennes, il avait été demandé que ce Fonds puisse octroyer des subsides aux services de mères d'accueil. Au sein du Comité de Gestion, une majorité était d'accord sur le principe de la subsidiation. Seules les organisations socialistes s'y opposaient. Au sein de cette majorité, la C.S.C. subordonnait le principe de l'octroi de subsides à l'octroi d'un statut professionnel aux mères d'accueil. Puisque cela est de la compétence du Conseil National du Travail, on a demandé son avis.
2. Situation actuelle. Actuellement, il y a trois sortes de mères d'accueil.
rue ru haute 42 10 1000 bruxelles STTQ2) T 51180 67 — " ~ nu 5116466 -^7000-0753010-96
1) Les mères d'accueil rattachées à un "service de gardiennes à domicile" organisé et surveillé par une crèche, agréé par l'O.M.E. 2) Les mères d'accueil rattachais â un "service autonome de mères d'accueil", agréé par.l'O.N.E. Ces deux catégories de mères d'accueil bénéficient d'un salaire fixe réglementé ou d'une rémunération sous la forme d'une indemnité fixe, décrétée par des arrêtés 5 ministériels. sj
\
v v^
2.-
3) Les mères d'accueil exerçant leur activité indépendamment des services mentionnés sous 1 et 2. L'étude au sujet du statut professionnel et de sécurité sociale se limite aux catégories 1 et 2. Jusqu'ici, l'activité de ces mères d'accueil n'était considérée, ni par le Ministère des Finances, ni par l'Office National de Sécurité Sociale pour les Indépendants, comme une profession; ce qui fait que les intéressées étaient exonérées d'impôts et retombaient pas sous l'application du statut social des indépendants.
3. Discussions au sein du Conseil National du Travail. a) Profession ou non ? Les représentants des travailleurs estiment, contrairement au patronat et aux classes moyennes, qu'il s'agit d'une activité professionnelle, avec toutes les conséquences qui en découlent dans les domaines fiscaux et de la sécurité sociale. s
b) Ty_p_e d'activité_£rofessionnelle. Ici, il y a deux possibilités : - Activité- indépendante : On pourrait dire que les mères d'accueil ne sont pas des salariées puisqu'il n'y a pas d'employeur exerçant l'autorité, la direction et la surveillance. L'élément surveillance est absent puisque la mère d'accueil élève les enfants à son domicile. Si les parents" ne sont pas considérés comme des employeurs,-il n'est pas plus évident que le Service de mères d'accueil ait cette qualité. En effet, ce service joue essentiellement un rôle d'encadrement administratif et d'organe qui exerce une surveillance sur les conditions posées, notamment en ce qui concerne l'âge, la santé et les qualités pédagogiques des mères d'accueil. Puisque "autorité, direction, surveillance" sont surtout une question de faits, la voie normale serait qu'une mère d'accueil qui s'estime salariée, introduise une requête auprès du tribunal. - Statut de salariée : Le Conseil National du Travail ne se prononce pas sur l'existence ou non d'un contrat de travail (c'est de la compétence du tribunal).
3.-
Délais de préavis, revenu minimum mensuel moyen, salaire mensuel garanti en cas de maladie, e t c . . ne sont dans ce cas, pas d'application aux mares d'accueil. Le principe de l'assujettissement à la sécurité sociale pourrait être réalisé en application de l'article 2 § 1, 2° de la loi du 27 juin 1969 qui-permet au Roi, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres et après avis du Conseil National du Travail, d'étendre l'application de la législation relative à la sécurité sociale aux personnes qui effectuent un travail dans des conditions équivalentes à celles d'un contrat de travail. On peut prévoir danc ce cas que tous les secteurs de la sécurité iale s'appliquent à ces mères d'accueil, ou uniquement certains sociale secteurs, secteurs à l'exclusion par exemple du secteur chômage, ou avec application du secteur chômage, uniquement pour des mères d'accueil occupées â temps plein (à partir de trois enfants). Quant â l'octroi d'indemnités de chômage, la mère d'accueil ne toucherait pas les indemnités de chômage-aussi longtemps qu'elle reste inscrite auprès du Service comme candidate mère d'accueil.
G. DEBUNNE, Secrétaire Général.
81/00 A 23/80 GD/MDV/LS Dienst Dakt.
Brussel, 26 november 1981
ALGEMEEN BELGISCH
VAKVERBOND
AAN DE LEDEN VAN HET BUREAU.
Betreft : BEROEPSSTATUUT VAN DE ONTHAALMOEDERS. 1. Adviesaanvraag N.A.R. De Ministers van Tewerkstelling en Arbeid en van Sociale Voorzorg hebben op 22 juli 1981 de Nationale Arbeidsraad om advies verzocht over het beroepsstatuut van de onthaalmoeders. In feite werd het probleem gesteld binnen de Rijksdienst voor Kinderbijslagen voor Werknemers. Binnen de R.K.W. bestaat een Fonds voor Kollektieve Uitrustingen en Diensten dat subsidies verleent aan de kinderbewaarplaatsen en de gezins- en bejaardenhulp. Op vraag van bepaalde kristelijke organisaties werd de vraag gesteld naar het verlenen van subsidies uit dit Fonds voor de diensten van onthaalmoeders. Een meerderheid in het Beheerskomitee (min de socialistische organisaties) ging met het principe van de subsidiëring akkoord. Binnen deze meerderheid stelde het A.C.V. het principe van het toekennen van subsidies afhankelijk van het toekennen van een beroepsstatuut aan de onthaalmoeders. Gezien dit laatste tot de bevoegdheid van de Nationale Arbeidsraad behoort, werd deze om advies gevraagd. 2. Huidige toestand. Op dit ogenblik bestaan er drie soorten van onthaalmoeders. 1) De onthaalmoeders verbonden aan een "dienst van kinderbewaaksters ten huize" ingericht en onder toezicht van een door het N.W.K. erkend kinderdagverblijf.
hooqstraat 42 1ÜÖU brussel tel. (02)51 180 6/ óTBT 1 64 bb pr. 000-0753 010- •9b
2) De onthaalmoeders verbonden aan een autonome "dienst voor onthaalmoeders" erkend door het N.W.K. Deze twee kategorieën van onthaalmoeders genieten een gereglementeerd vast loon ofwel een beloning onder de vorm van een vaste vergoeding, uitgevaardigd via ministeriële besluiten.
2.-
3) De onthaalmoeders die hun aktiviteit uitoefenen, los van de diensten vermeld onder 1) en 2 ) .
Het onderzoek naar het beroeps- en sociaal zekerheidsstatuut beperkt zich tot de kategorie 1) en 2 ) . Tot nu toe wordtde aktiviteit van deze onthaalmoeders en door het Ministerie van Financiën èn door, het Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen niet'beschouwd als een beroep, zodat de betrokkenen vrijgesteld zijn van belastingen en niet onder toepassing van het sociaal statuut van zelfstandigen vallen. 3. Bespreking in de Nationale Arbeidsraad. a) Beroe£_of_niet ? De werknemersvertegenwoordigers zijn, in tegenstelling tot het patronaat en de middenstand, van oordeel dat het om een beroepsaktiviteit gaat met alle gevolgen vandien op fiskaal vlak en op het vlak van de sociale zekerheid. b) Aard_van_de_beroegsaktiviteit. Hier zijn er twee mogelijkheden : - Zelfstandige aktiviteit : Men zou kunnen stellen dat de onthaalmoeders geen werknemers zijn omdat er geen gezag, leiding en toezicht is van een werkgever. Het element toezicht ontbreekt daar de onthaalmoeder bij haar thuis kinderen oppast. Indien de ouders niet als werkgever kunnen worden beschouwd, is het evenmin vanzelfsprekend dat de Dienst voor Onthaalmoeders die hoedanigheid heeft. De Dienst treedt inderdaad essentieel op als een administratieve begeleider en als een orgaan dat toezicht uitoefent op de voorwaarden die worden gesteld inzonderheid ten aanzien van de leeftijd, de gezondheid en de opvoedkundige kwaliteiten van de onthaalmoeders.
Gezien "leiding, gezag, toezicht" vooral een feitenkwestie is zou de normale weg zijn dat de onthaalmoeder die meent werknemer te ziin een vordering instelt bij de rechtbank. - Werknemersstatuut : De Nationale Arbeidsraad spreekt zich niet uit over het al of niet beo taan van een arbeidsovereenkomst (dit is de bevoegdheid van de rechtbank).
3.-
Opzegtermijnen, gemiddeld minimum maandinkomen, gewaarborgd maandloon ingeval van ziekte, enz., zijn niet van toepassing op de onthaalmoeders. Het principe van de onderwerping aan de sociale zekerheid zou kunnen verwezenlijkt worden in uitvoering van artikel 2 § 1, 2° van de wet van 27 juni 1969 dat aan de Koning toelaat bij in Ministerraad overlegd besluit en na het advies van de Nationale Arbeidsraad ingewonnen < te hebben, de toepassing van de sociale zekerheidswetgeving uit te breiden tot personen die een arbeid verrichten in gelijkwaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst. Hierbij kan men voorzien dat alle sektoren van de sociale zekerheid op hen van toepassing zijn of slechts bepaalde sektoren, bv. uitsluiting van de sektor werkloosheid of toepassing van de sektor werkloosheid enkel yoor de full-time tewerkgestelde onthaalmoeders (vanaf 3 kinderen). Voor de toekenning van de werkloosheidsuitkering zou de onthaalmoeder geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen zolang ze ingeschreven blijft als kandidaat-onthaalmoeder bij de Dienst.
G. DEBUNNE, Algemeen Sekretaris.
