FÉDÉRATION GÉNÉRALE DU TRAVAIL DE BELGIQUE ALGEMEEN BELGISCH VAKVERBOND SECRETARIAT : 42, RUE HAUTE, BRUXELLES
65/00 A. 23/48
SECRETARIAAT : HOOGSTRAAT 42, BRUSSEL
Brusselj 10 november 1965
RVP/EO
AAIT DE LEDEN VAN HET BUREAU.
Waarde Kameraden, Als gevolg van de "beslissing van het Bureau van 14 september j zenden wij U in bijlage een informatienota over de syndicale structuur op Europees vlak.
Kameraadschappelijke groeten.
Louis IIAJOR Algemeen Secretaris,
Bijlage : 1
65/00 A.23/48 Bijlage.
RVP/EC. SYNDICALE STRUKTUUR OP EUROPEES JVLAIÇ, I, IN HET KADER VAN EUROPA. 1. Europese Regionale Conferentie8 De Europese Regionale Organisatie (E.R.O.) is samengesteld uit de "bij het I*V.V.V. in Europa aangesloten vakbonden. De E.R.O. houdt zich "bezig met alle problemen die van "belang zijn voor de aangesloten organisaties en is verantwoordelijk voor de vertegenwoordiging der arbeiders "bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de Raad van Europa, de Economische Oommissie voor Europa (U„H.O.) De algemene richtlijnen van de te volgen politiek worden vastgesteld in de resoluties van de Europese Regionale Conferentie, die om de 3 jaar gehouden wordt» De 7° Conferentie had plaats te Turijn van 17 tot 19 september 1964? goedgekeurde resolutiesï Cfr. A.B.V..V. - Moreel en administratief Verslag voor de jaren 1962 - 1963 - 1964, blz. 76.I-768. 2. Uitvoerend Comité, De leden van het Uitvoerend Comité worden gekozen door de Europese Regionale Conferentie 5 de Beneluxlanden zijn hierin vertegenwoordigd door Kd D. ROEMERS (effectief lid), Kd I. SHOTS en Kd A. ÏÏEIS (plaatsvervangende leden). Het Comité komt in principe driemaal per jaar "bijeen en is het hoogste gezag in de periode tussen twee Regionale Conferenties. Voor de activiteiten van het Comités Cfr. A.B.V.V. - Moreel en Administratief Verslag voor de jaren 1962 - 1963 - 1964; blz, 768-769. Speoif.ieke problemen worden "besproken in permanente comitóss Economisch Comité, Comité voor de Jeugdproblemen, Comité voor Opvoedingsproblemen, Huisvestingscomité, 3. Permanent Secretariaat. Het permanent secretariaat staat onder da leiding van een secrotarisgeneraal, "belast mot de administratieve leiding van do B.R.O. volgens de "beslissingen genomen door het Uitvoerend Comité en de Europose Regionale Conferentie.
II. IN HET KADER VAN HET EUROPA DER ZES. A. E.G.K.S...
In oktober 1952 werd te Luxemburg door do I.V.V.V,-vakbonden der E.G.K.So-landon oen Vorbindingsbureau opgericht, dat oorspronkelijk geleid werd door een Comité van 15 loden, nadien door oen Comité van 21 loden.
2 « Na de oprichting der instellingen voorzien door het E0G,K.S.-Verdrag •werd dit Comité van 21 lodon oifgovormd tot Comité Intersyndical des Mineurs et Métallurgistes C.I.S.L. - C.E.C.A., dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van de federaties van mijnwerkers en metaalarbeiders der E.G.K„S.-landen en uit vertegenwoordigers van de Fédération internationale des Ouvriers sur Métaux en de Fédération internationale des Hineurs. Het Comité Intersyndical komt in principe ieder kwartaal bijeen on "bepaalt de algemene richtlijnen der te volgen politiek. Hierbij wordt getracht een nauwe samenwerking tot stand te "brengen enerzijds tussen do "betrokken vakbonden onderling, anderzijds tussen do vakbonden on de B.GoK.S.-instellingen. Bovendien tracht het Comité Intersyndical de eisen der verschillonde "beroepsfederaties te coördinoren om tot een harmonisatie der arbeidsvoorwaarden in de 6 landen te komen.
Voorwoord. Hot Congres van Vrije Mijnweïkersvakbonden van de landen van de B.G.K.S. heeft op 11 en 12 november 1958 to Luxemburg "besloten tot instelling van het "Europees ïlijnwerkorsstatuut". - Statuut. De vakverenigingen, de werkgevers in de mijn"bouwindustrie on de regeringen verMnden zich de "beginselen van dit statuut in hun respectievelijke landen te verwezenlijken en tce to passen. 1. GEBIED VA¥ TOEPASSING. Het Europese Nijnwerkersstatuut is van kracht voor de steenkolen-, "bruinkool- en ijzerertsmijnen van de Gemeenschap. Het statuut omschrijft de rechten der ondergrondse en "bovengrondse arbeiders, "beambten, technici, opziohters on ingenieurs van deze mijnbouwsectoren 5 deze werknemers worden in het hieronder volgende als "mijnwerkers" aangeduid. 2. BEL01THG. a) De lonen van de ondergrondse mijnwerkers nemen in de loonschaal de hoogste plaats in. Zij dienen ten minste 25 $ hoger te zijn dan de lonen der "bovengrondse mijnwerkers. "b) De lonen der "bovengrondse mijnwerkers dienen tenminste gelijk te zijn aan de lonen welke in vergelijkbare industrieën worden uitbetaald. Teneinde de mijnwerkers tegen economische terugslagen te beveiligen wordt oen gegarandeord jaarloon ingevoerd. 3. ARBEIDSDUUR. De arbeidsduur voor ondergrondse mijnwerkers bedraagt 7 uur per dag en 5 werkdagen por wo-.k.
- 3 De arbeidsduur voor "bovengrondse mijnwerkers "bedraagt 8 uur per dag on 5 werkdagen por week, 4. OVERUREN. Het verrichten van overuren is sleohts toegelaten wanneer zulks uit voiligheidsoogpunt dringend noodzakelijk is. In dergelijke gevallen 'bedraagt de toeslag voor overuren 50 f0* 5. VAKANTIE. De ondergrondse mijnwerkers he"b"ben recht op ton minste vier weken vakantie met "behoud van loon per jaar, de "bovengrondse mijnwerkers op ten minsto drie weken. Allo mijnwerkers ontvangen "bovendien vakantiegold. 6. VOORRECHTEN a) Vrijstelling van "belastingen Bij wijze van officiële erkenning van do "bijzondere werkomstandigheden en van de moeijlijkheden van het mijnwerkers"beroep zijn de lonen van de ondergrondse mijnwerkers vrijgesteld van "belastingen. "b) Militaire dienst Ten einde oen gelijkmatige produktie te waarborgen worden de ondergrondse mijnwerkers vrijgesteld van militaire dienst. 7 . VAKOPLEIDING.
Do mijnbouwondernemingen verbinden zich zorg te dragon voor een kosteloze en volgens de nieuwste "bevindingen georganiseerde systematische, gespecialiseerde algemene opleiding en voortgezette opleiding van loerling-mijnwerkers en van het overige porsono~l. 8. SOCIALE VOORZIENINGEN a) Ziekte- en ouderdomsvorzekering De mijnwerkers he"b"ben recht op do hoogste uitkeringen krachtens de sociale verzekeringen. Bij werkloosheid, ongeval on ziekte wordt oen tooreikende uitkering gewaarborgd. • Hot ouderdomspensioen mag op het ogenblik van de vaststelling in geen geval minder dan 75 $ van het gomiddoldo loon "bedragen. Do ponsioenon variëren met de ontwikkeling van de lonon en de produktiviteit. De ondergrondse mijnwerkers zijn pensioengerechtigd wanneer zij 30 jaar, waarvan 20 jaar ondorgronds, "bij de mijnen hoVben gewerkt. De "bovengrondse mijnwerkers zijn pensioengerechtigd wanneer zij 30 jaar "bij do mijnen hetfoen gewerkt on do 55-jarige leeftijd he"b"bon "bereikt.
-4 t>) Huisbrand Do mijnwerkers ontvangen eon uitkering in natura of in gold voor hot dekkon van hun behoefte aan huistirandkolen of moderne energie welke huisbrandkolen vervangt. c) Huisvosting De mijnwerkers hotbon recht op kosteloze huisvesting of op uitbetaling van een evenredige huisvestingsvergoeding. d) Plaatsing in geval van vroegtijdig intredende invaliditeit In geval van vroegtijdig intredende "invaliditeit of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt ervoor zorg gedragen dat de werknemers een "bij hun gezondheidstoestand passende werkzaamheid "bij de mijnon of in aanverwante "bedrijven kunnen verrichten. e) Kosteloos vervoer Aan de werknemers, die gehruik dienen te maken van een vervoermiddel om zich van hun woning naar het werk te begevonj on omgekeerd worden de vervoerkosten terugbetaald^ voor zover do werkgever niet zelf voor kosteloos vervoer zorg draagt. f) Verhuis- en installâtievergoedingen In geval van overplaatsing in het "belang van de produktie hotten de mijnwerkers recht op volledige vergoeding der door hen gemaakte verhuis- on installatiokosten. Bij overplaatsing naar oen ander "bekken ho"b"ben de mijnworkers "bovendien recht op een vergoeding wegens verandering van woonplaats. 9. PERSOFEELSBEVBILIG:::.Tri EIT VEILIGHEID lïï DE ïlICÏtfsï. Aan de vraagstukken inzake de personoelsboveiliging en de veiligheid in de mijnon voa'&t do grootst mogelijke aandacht geschonken. Ter "beveiliging van do mijnwerkers dienen alle "benodigde maatregelen te worden getroffen. Op de handhaving van dozo maatregelen dient "bij voortduring te worden toegezien. 10. VERWORVEN" RECHTE1T Allo door de mijnwerkers "buiten de "bepalingen van dit Statuut gonoton voordelen "blijvon onverminderd van kracht.
cm_BopxaaJi^eçpnpïïàQphQJ^o^stpllingpii der_ MGTaajL^rbeiders i n j l o jü.(ï.K.j3.~
van,
Voorwoord. Do v r i j e metaalvakbonden in de landen van do Europese Gemeenschap voor Kolen on S t a a l ,
_ 5 — - overtuigd van do noodzaak der Europese integratie, -: zich. bewust zijnde van hun verantwoordelijkheid tegenover de door hen vortogenwoordigdc -werknemers, - overwegend dat de Europese integratie slechts kan slagen indien "bij do Europese Instollingen en "bij hot nemen van 'beleidsmaatregelen in voldoende mate rekening wordt gehouden met de "belangen van de werknemers, hebben hun goedkeuring gehecht aan de hieronder volgende doelstellingen on verklaren dat - coördinatie op Europees niveau van hot economische "beleid, mot inbegrip van hot investeringsbeleid, -oon daaraan aangepast omsohakelings- en structuurbeleid, - democratisering van de economie, alsmede - de verzekering van do volledige werkgelegenheid en - de harmonisatie van alle overige sociale voorzieningen in de zin v an eon streven naar vooruitgang strikt noodzakelijke voorwaarden vormen voor hot welslagen van de Europese integratie. Sedert de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1952 werd de levensstandaard van do werknemers in do ijzer- en staalindustrie van do zes landen in sterke mate "bepaald door het E.G.K.S.Verdrag en door do Instollingen van de Gemeenschap« Op initiatief van de vrije vakbonden heeft de Hoge Autoriteit gegevens omtrent de sociale toestand in de gomeonschapsindustrieën verzameld en deze mot elkaar vergeleken, zulks ten oindo de sociale verschillen tussen de landen van de E.G.K.S. te doen uitkomen. De vrije metaalvakbonden van de zes landen waren met dit onderdeel van de aotiviteiten van het Suropeso uitvoerende orgaan steeds zeer ingenomen, daar zij van mening zijn dat oon zo nauwkeurig mogelijke kennis van de feitelijke toestand op economisch en sociaal gebied in do 3.G.K.S.-landen oen noodzakelijke voorwaarde vormt voor het praktische optrodon der voor de levensomstandigheden on arbeidsvoorwaarden verantwoordelijke instantios op nationaal niveau en voor olk overleg inzake gomeonsohappolijk optreden in he.i* Europese kader. Zij zijn evenwol van oordeel dat de kennis van de economische en socialo toestanden op zichzelf niet tot socialo harmonisatie kan leiden en dat do mogelijke socialo voordolon van een groter economisch gohoel niot automatisch uit de werking van do gemeenschappelijke markt voortvloeien.
- 6Eon harmonisatie van do levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden lean slechts worden "bereikt door een actief sociaal "beleid op "basis van eon algemene economische planning. Do vrije motaalvakbondon van de "E.G.K.S.—landen ho"b"ben derhalve op hun congres van 30 en 31 januari 1964 "besloten, er door solidaire samenwerking in Europoes v r"band naar te streven de levensomstandigheden on arbeidsvoorwaarden in de ijzer- on staalindustrie van do E.G.KoS, in de zin van sociale vooruitgang te verbeteren. 1, Op economisch ge "bied a) Coördinatie van hot economische "beleid Ton aanzion van do ijzer- on staalindustrie in de landon van do Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal dient de Hoge Autoriteit moer aandacht to schonkon aan do volgende taken; 1. Aanhoudende controle op de investeringen, dat wil zeggen op do produktiemogelijkhodon in vorband mot de te verwachten staalbehoefton. Do supranationale "bevoegdheden van de Hoge Autoriteit dienen te worden uitgebreid, ten einde de Hoge Autoriteit in staat te stellen verkeerde investeringen onmogelijk te maken. 2. Hot tempo van de structurele wijzigingen in de produktieprocédés van do ijzer— on staalindustrie dient te worden aangepast aan do "belangen van do werknemers. Do diepgaande veranderingen in do produktietechniek dienen met "bijzondere aandacht te worden govolgd, zowel wat "betreft . hot voortijdig tot stand "brengen van niouwe capaciteiten als wat "betreft een to snelle en onnodige achteruitgang van het aantal arbeidsplaatsen. 3. In verband mot het bovenstaande moeton do Algemene Doelstellingen "Staal" op ter zake dienstige wijze worden uitgebreide 4. Naast de bevordering door de Hoge Autoriteit van technische onderzoeksprojecten die oen versterkte mechanisatie of automatisering van do produktio ton doel hebbon, dienen de bepalingen van artikel 56 van hot EoG.K.S.-Verdrag (woderaanpas3ing) en de toepassing daarvan te worden verbeterd, opdat werknemers die hun arbeidsplaats ten gevolge van de technische ontwikkeling verliezen aan een voor hen gesohikto en bevredigende niene werkkring kunnen wordon geholpen. 5. Door de Hoge Autoriteit dient een enquête inzake de kostprijzen on ontvangsten in do ijzer- en staalindustrie to worden gehouden. De rosultaton van dit onderzoek dicnon in een tor zake dienstige vorm to wordon bekendgemaakt on als basis voor hot staalprijsbeleid te worden gebruikt. 6. Hot is onontbeerlijk dat de Hoge Autoriteit een intensieve controle uitoofont op de marktpraktijken van de staalindustrie, die tot oon vorslochtoring van de mododingingsverhoudingon voeren.
- 7Evontueol moot de Hoge Autoriteit hier ook energiek ingrijpen. Dit geldt zowel ton aanzien van de prijzen als ook eventueel ten aanzien van afspraken inzake de te produceren hoeveelheden (uitschakeling van distorsies in de concurrentieverhoudingen - harmonisatie van de "belastingstelsels).
"b) Industrieel omschakelings- en structuurbeleid 1. Krachtons de "bepalingen van het E. G„K. S „-Verdrag "bezit de Hoge Autoriteit "bepaalde "bevoegdheden vanneer het er om gaat., onder haar rechtsmacht vallonde industrieën die -wegens technische of economische vorandoringon oen regressie doormaken aan nieuwe marktomstandigheden^ aan te passen. Zij draagt "bijgevolg een "beslissende verantwoordelijkheid voor do toekomst van ge"bieden waar de werkgelegenheid en do ooonomischo struotuur hoofdzakelijk van de E.G.K.S.-industrieën afhankelijk zijn. 2. Zij diont er derhalve "bij de nationale regeringen op aan te dringen dat door een weloverwogen structureel omschakelingsbeleid zorg wordt godragen voor de vestiging van ondernemingen in ge"bieden waar E.G.K.S.-ondernemingen tot sluiting moeten overgaan of zich aan de moderne techniek moeten aanpassen. Deze maatregelen he"b"ben ten dool het de werknemers, die door sluiting on of technische ontwikkeling hun arbeidsplaats holtoon verloren, mogelijk te maken, ter plaatse onder zo goed mogelijke sociale voorwaarden tijdig een passende nieuwe "betrekking te vinden. 3. Bij do keuze van de n:euw te vestigen ondernemingen dient erop te worden gelet dat het om renda"bele en economisch gezonde takkon van industrie gaat, waarin de werknemers op lange tormijn een arbeidsplaats kan worden gegarandeerd. 4. Voor een succesvolle uitvoering van een industrieel omschakolingsïjeleid is noodzakelijk dat voor de nationale regeringen, met medewerking van do Hoge Autoriteit en eventueel ook van de andere instellingen dor Gemeenschap, een "begin wordt gemaakt met de uitwerking van uitgo"breide ontwikkelings- on omschakelingsprogramraa's. Naast de regionale overheidsorganen dienen ook do vertegenwoordigers van organisaties uit het "bedrijfsleven, in hot "bijzonder de vertegenwoordigers van de vakbonden, "bij de vaststolling van de maatregelen tor verbetering van de regionale infrastructuur te wordnn "betrokkene 5. Hot streekontwikkolings"bcleid van de afzonderlijke landen der Gemeenschap moot worden geharmoniseerd. De ter zake 'bevoegde Europese Instellingen dienen M j do coördinatie te worden "betrokken aangezien zij do geschikte organen zijn voor het dragon van contralo verantwoordelijkheid voor vorschoidono landen te zamon. 6. Harmonisatie van de financiële actiemiddolen der Gemoonschappon en oon grotere mate van samenwerking tussen de E.G.K.So on do E.E.G. zijn op het ge"bied van hot streekontw^kkelings"boleid onontbeerlijk.
- 87. In de gebieden met overwegend zware industrie dienen de financiële mogelijkheden tot ingrijpen (in het "bijzonder die van do Hoge Autoritoit) "boter te worden aangepast aan do eisen van een op sociale grondslagen govoerd omschakelingsbeloid, 8. Do gemoonschapsinstantios dienen "betreffende do mogelijkheden waarover zij "beschikken om "bij woderaanpassing van werknemers en "bij omschakeling van ondernemingen financiële steun te verlenen, "betere voorlichting te verstrekken, zulks ten einde do belanghebbende milieus ter zake op do hoogte te stellen en "bij een en ander te "betrekken.
c) Economische ontwikkeling 1. Do algemene economischo ontwikkeling moet niet alleen in de landon van do H.G<,K,S,, maar tevens in alle andere staalproduoerende landon van de wereld mot aandacht worden gevolgd. Voorts dienen de in hot E.G.IC,S.-Verdrag voorgeschreven Algemene Doelstellingen "Staal" door do Hoge Autoritoit te worden opgesteld ondor inachtneming van de toestand op de weroldstaalmarkt, waarbij eveneens rekening moet worden gehouden mot hot geringere specifieke grondstofvor"bruik in de verwerkende industrie en met de vervanging van staal door andere grondstoffen. 2. 3r dient oen onderzoek te worden ingesteld naar de behoefte aan arbeidskrachten voor de verwezenlijking van de produktiedoelstellingon voor de eerstvolgende jaren. Daarbij moet niot alleen het niveau, maar ook de structuur van de werkgelegenheid in aanmerking worden genomen. Do te verwachten behoeften aan arbeidskrachten moeten alk jaar niet alleen in totaal, maar ook onderverdeeld naar gebieden wordon berekend»
d) Democratisering van do economie 1. Do burger van oon democratische staat hooft aan de middelen die do parlementaire controlo hem biedt niet gonocg om zich tegen oen evontuool misbruik van economische macht to verdedigen. Do toenemende concentratie van economische macht oofent niet alleen op het politieke gebouron in do maatschappij on in do afzonderlijk staten, maar ook op do betrekkingen tussen volkeren en staten onderling een sterke maar moeilijk to controleren invloed uit. 2. Er dient te worden gestreefd naar democratisering van de economie waarbij do sloutelindustrieè'n respectievelijk de grondstoffonindustrieën tot collectief eigendom mooton wordon verklaard. Het recht van modebohoer kan nimmer een volwaardige vervanging voor de nationalisatio der sloutelindustrioön vormen. Van het rooht van medobehocr in do gonationalisocrde ondernemingen kan echter in geen goval afstand worden godaan. 3. Do bepalingen van do artikolon 65 on 66 van hot A.G.K.S.-Verdrag over afsprakon on concentraties dienen zodanig to wordon uitgebreid dat alle kartolachtigo afsprakon hieronder komon te vallon. Bij verzoeken om goodkouring van oonoontratios diont ovorlog mot de vakorganisaties plaats to vindon.
— 9 — Do -wcrknomors van de zos landen van do 3.G.K.S. eisen de uitbreiding van hot medebeheer op paritaire grondslag in do "bedrijven en do organon die diverse bedrijven overkoepolcn, wolk medebeheer zich moet uitstrekken tot alle organen van de staalondernemingen, holdingmaatschappijen en ondernemingsverenigingen.
2. Op sociaal getded a) Vollodigo werkgelegenheid 1a Hot recht op arbeid neemt in de overwegingen van de werknemersorganisaties de eerste plaats in« Allo bemooiingon dio ten dool hebbon de levensomstandigheden on arbeidsvoorwaarden te verbeteren, dienen gebaseerd te zijn op oen beleid van volledige werkgelegenheid» 2o De vrijo vakbonden eisen derhalve een ruime toepassing van de desbetreffende bepalingen van het 33.G„IC.S.-Verdrag, in het bijzonder wat betreft de wederaanpassingssubsidios, de bevordering van de vrije migratie, van werknemers, de bescherming tegen negatieve uitwerkingen van de technisohe vooruitgang en de harmonisatie van allo economische maatregelen, zulks ten einde tot vollodigo werkgelegenheid to geraken, respectievelijk deze te handhaven daar waar zij al bestaat. 3. De vrijo motaalvakbondon zullen ook in de toekomst zorgvuldig nagaan of de bepalingen van hot E.G.K.S.-Verdrag on de toepassing daarvan in do diverse zich voordoende gevallen voldoende zijn om de volledige werkgelegenheid te garanderen. Zonodig zullen zij voorstellen doen inzake nieuwe maatregelen op het terrein van het economischo on sociale beleid.
b) Loonboloid 1, Een Gomeenschap waarbinnen vrije handel, vrij vervoer, vrijheid van kapitaalbeweging en vrije migratio bestaan, hedft ook consequonties ton aanzien van het loonboloid. Do nationale loononderhandelingen worden dikwijls beinvloed door do situatio in de andere landen van de Gomeenschap. 2. Bij toenemende integratie wordt een gecoördineerd Ihiropoös loonbeloid onvermijdelijk. Aan hot beginsel "gelijk loon voor gelijke arbeid" dient in do praktijk gevolg to worden gegeven. Aan do worknomors in do ijzor- on staalindustrie diont oon loongarantie to wordon gogovon, dio uitoindolijk moet leiden tot een gegarandeerd jaarloon.
- 10 o) Arbeidsduur 1. Do arbeidsduur in do ijzer- en sta,alindustrio dient te worden toruggobraoht tot 40 uur por week, zulks met volledig "behoud van het thans goldondo loon» 2. Zondagsarboid dient te worden "beperkt tot het met de technische omstandigheden verenigbare minimum. Bij onvermijdelijke zondagsarbeid mag do 40-urige werkwe .k niet worden overschreden, opdat in do loop van elko week eon voldoende rusttijd overblijft.
d) Vakantie - Vakantiegeld 1. De werknemers in do ijzer- on staalindustrie dienen elk jaar een ononderbroken betaalde vakantie van ten minste 4 weken te genieten. 2. Hinder-valido personen, jongeren en werknemers die gevaarlijke, zwaro of ongezonde arbeid verrichten, dienen in hot genot van aanvullende vakantie to worden gestold. 3. Over do vakantieperiode dient naast het gewone loon of salaris eon aanvullend vakantiegeld to worden uitgekeerd.
c) Arbeidsveiligheid 1. De p'ogingon die .in de afzonderlijke bedrijven worden gedaan tor verhoging van do arbeidsveiligheid dienen door do Hoge Autoriteit te worden gesteund on aangevuld. 2. Do internationaio uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden voor ongevallenpreventie dient to worden verbeterd. 3. Voor de veilighoidsworkzaamhcdon in de bedrijven, de maatregelen voor verlening van eerste hulp bij ongevallen en do revalidatie dienen dwingende richtlijnen op Europees niveau te wordon uitgevaardigd. Deze richtlijnon dienon volledig medebeheer door d;j werknemers te garanderen.
f) Beroepsopleiding 1. Hot oploidingsnivoau van de werknemers dient door kostolozo on doeltreffende beroepsopleiding voortdurend aan do technisoho en sociale vooruitgang te wordon aangepast. oindo do voorwaarden voor won gozondo ontwikkeling van do jonge worknomors to schoppen, dient nachtarbeid voor jongeren to wordon vcrbodonV Br diont geneeskundige controle op do jongeren to worden ingostold, torwijl hun voorts oen betaalde vakantie van 6 weken por jaar diont to wordon toogokond.
- 11 3. Ton oin&G allo jongoron do met hun "bekwaamheden overeenstemmende ontwikkelingsmogelijkheden to "bidden, dienen hun tijdens de opleidingstijd allo nodigo faciliteiten inzake vrijstelling van arbeid te worden verleend en diont hun oen toereikende vergoeding to worden "betaald. 4« Br dienen maatregelen to worden gonomen tor "bevordering van do internationale uitwisseling van jonge werknemers. 5. Br dienen maatregolon to worden genomen ter •bevordering van kosteloze voortgezette "beroepsopleiding, ten einde alle werknemers in staat te stollen zich aan de eisen van de technische vooruitgang aan te passen.
g) Migrerende werknemers Sr dient te worden gezorgd voor "betere accomodatie en "betere levensomstandigheden voor migrerende en "buitenlandse ar"beiders in do landen van do Gemeenschap. Aan doze werknemers dient een menswaardige huisvesting tor "beschikking te worden gesteld. Aan eventueel nog "bestaande discriminerende praktijken diont een eindo .te worden gemaakt.
h) Sociale zck.rhoid Do vrije metaalvakbondon van de zes landen der Gemeenschap verlangen een harmonisatie van de voorzieningen der sociale zekerheid voor allo werknemers op het voor elke afzonderlijke tak van risico "bestaande hoogste niveau» 1, Ziekte - Ongevallen Bij ziekte, "bedrijfsongevallen of ongevallen op do weg van of naar hot werk moet het loon voor allo werknemers - zonder wachttijd - worden doorbetaaldo Br dienen de nodigo maatregelen te worden getroffen om do materiële on organisatorische voorwaarden voor eon voldoende geneeskundige vorzorging en voor kosteloosheid van geneesmiddelen te scheppen'è 2. Ouderdomsponsio .non De pensioengerechtigde leeftijd voor mannelijke on vrouwelijke workn-mors mo -t in overeenstemming mot do maatschappelijke en economische ontwikkeling worden verlaagd» Dit geldt in het "bijzonder voor werknemers die "bij hoge temperatuur ar"bcid verricht n Het ouderdomspensioen dient ton minste 75 $ van hot hoogst -; n ttojaarloon to "bedragen. Hot ouderdomspensioen dient voortdurund aan h.)t indoxcijfur van de kosten van levensonderhoud on aan hot loonindoxcijfcr to worden aangepast.
- 12 3. Invaliditeit Do voorwaarden inzake do ouderdomspensioenen dienen ten minste ook bij voortijdige invaliditeit te worden toegepast. In geval van gedeeltelijk invaliditeit dient te worden gewaarborgd dat do werknemer in hotzolfdo of in een verwant "bedrijf oen activiteit kan uitoefenen die met zijn gezondheidstoestand overeenkomt. Gaat liet hierbij om e^n activiteit waarvoor een geringer loon wordt "betaald, dan moet M j de wet, "bij overeenkomst of "bij 'bedrijfsregeling worden voorzien in een compensatie van het verschil tussen het oude en het ni "uwe loon.
2. Het Uitvoerend Comité komt in principe iedere maand Mje-.n en is verantwoordelijk voor de politieke leiding overeenkomstig de "beslissingen van hot Comité Intersyndical. Het Comité is als volgt samengesteld: -
Centrale der IIetaal"bewerkers van Belgiës A. GAILLY Confédération générale du Travail - Force ouvrière, Iîineurss A, AUGARD I.G. Hetall: W. MICH'LS I.G. Bergbau und Industries K. VA¥ BÔIRK Confédération générale du Travail, Luxemburg; A. CÎIS Algemene Nederlandse Bedrijfs"bond in de lîijnindustries M» ZOÏTDERVAÏÏ Pederazione italiana metalmeccanici (C.I.S.L,); G. CAVAZZUTI.
3» Het verbindingsbureau is een permanent secretariaat te Luxemburg, dat verantwoordelijk is voor de dagelijkse administratieve leiding van het Comité Intersyndicala Het staat onder de leiding van 2 secretarissen: E. ÏÏBIS, belast met problemen van de metaalnijverheid; A. MISSLUT, belast met problemen van de steenkoolnijverheid.
B. 3»S.G. en Euratom.
De Algemene Vergadering, die om de 2 jaar "bijeenkomt, is samengesteld uit vertegenwoordigers der aangesloten vakbonden (Cfr. Uitvoerend Comité)5 als waarnemers wordt er ook aan deelgenomen door vertegenwoordigers van de vakbondsoomités op het niveau dor industriële sectoren, van het Comité Intersyndical C J D . C . A O , van de bij de E.R.O. aangesloten vakbonden van landen die geen lid zijn van de E.E.G., van Internationale Beroepssocretariaten en van niet-Suropeso vakbonden bij het I.V.V.V. aangesloten.
- 13 -
Op basis van oen analyse van de evolutie tijdens de voorbije jaren, duidt de Algemene Vergadering in haar resoluties de hoofdlijnen aan van de door het Uitvoerend Comité en het Europees Syndicaal Secretariaat te voeren politiek. De eerste Algemene Vergadering, die als oprichtingsvergadering zetelde, kwam bijeen te Düsseldorf in januari 1958; de tweede had plaats te Luxemburg in november 1959; cle derde te Brussel in januari 1962 en de vierde te Parijs in maart 1964. Resoluties van de 4e Algemene Vergadering : cfr, A. 33.V.V. Iloreel en administratief verslag van de jaren 1962-1963-1964 s blz.. 803-809. 2. Het Uitvoerend Comité groepeert de vertegenwoordigers der aangesloten valebonden (2 vertegenwoordigers voor respectievelijk Duitsland, Frankrijk en Italië, 1 vertogem-joordiger voor ieder der Benelux-landen), van de E.R.O, en van het Comité Intersyndicale C.E.C.A. : - Deutscher Geworkschaftsbund : L, Rosenberg, O.Brenner* - Confédération générale du travail - Force ouvrière : A. Bergeron, Ch. Veillon. - Confedorazione italiana sindicata lavoratori : B. Storti. - Unione italiano sindicata lavoratori : I. Viglianesi. - Algemeen Belgisch Vakverbond : L. Ilajor. - Nederlands Verbond van Vakverenigingen : Kloos. - Confédération générale du travail - Luxemburg i a. Hintorscheid. - Europese Regionale Organisatie (i.V.V.V.) : II, Schevenels. - Comité Intersyndicale C E . C A . : A. Gailly. - Confédération générale du travail (Griekenland, geassocieerd lid) ; Lascaris, Het Uitvoerend Comité, dat 5 à 6 maal per jaar bijeenkomt, leidt de Europese vakbondsactie in de periode tussen 2 Algemene Vergaderingen. Op basis van de door de Algemene Vergadering goedgekeurde resoluties stelt het Uitvoerend Comité de algemene richtlijnen vast voor de dagelijkse werking van het Europees Syndicaal Secretariaat. Voor de activiteiten van het Uitvoerend Comité : cfr. A.B.V.V. lioreel en administratief verslag voor de jaren 1962-1963-19645 blz. 809814. Het Uitgebreid Uitvoerend Comité, bestaande uit de gewone leden on uit een vertegenwoordiger van elk der vakbondscomités op het niveau der industriële sectoren, komt tweemaal per jaar bijoen om de wederzijdse informatie en de intersyndicale samenwerking te verbeteren.
3, ^ Hot Europoes Syndicaal Secretariaat is een permanent secretariaat te Brussel belast mot do uitvoering van de beslissingen van het Uitvoerend Comité, mot do vortogenwoordiging der aangesloten valebonden bij de E.E.G. en Euratom, met de voorbereiding van gemeenschappolijke syndicale standpunten in verband met politieke - oconomische - sociale problemen die in de lijn liggen van do activiteiten dor Europese instellingen,
- 14 met de coördinatie van de activiteiten der aangesloten vakbonden op het niveau van de E.B.G. Een Sociale Comuissie, Comités ad hoc en werkgroepen vierden opgericht voor voorafgaand int er syndicaal overleg, voor de voor"bereiding van gemeenschappelijke standpunten en voor do onderlinge uitwisseling van informatiec Het Europees Syndicaal Secretariaat is bovendien belast wet het secretariaat van de Algemene Vergadering en het Uitvoerend Comité, van de werknemersgroop in hot Economisch en Sociaal Comité van de E.E.G., van het Contactcomité van de Consumenten van de E.E.G. (1), van sommige vakbondscomités op het niveau der industriële sectoren. liet Europees Syndicaal Secretariaat staat onder de leiding van een algemeen secretaris (lï. Buiter), bijgestaan door secretarissen (Th. Rasschaort, C, Savoini, II. Lahnstein, Hormann, A, Lulling, R. Sahrholz, Jockheere), 4. Vakbonds£ornités_ £P_het_niveau d.er iiidustri^lje j^eçtoren. Voor sommige industriële sectoren werden op het plan van de E.E.G, vakbondscomités opgericht. Zij houden zich bezig rnet specifieke problemen in verband met bepaaldo industrieën en trachten een betere vertegenwoordiging van hun belangen bij de E.E.G.-instellingen te bekomen : - Vakbondscomité Vervoer van de Gemeenschap (voorzitter s Ph. Seibert). - Werkgroep van de Valebonden der Landbouwarbeiders in do E.E.G. (voorzitter H. Schnalz). - Europees Comité van de Valebonden der lletaalbewerkers (I. Baart). - Coördinatiecommissie E.E.G. van do internationale Federatie van vakorganisaties der arbeiders van de diverse industrieën (voorzitter : IC. Küpper). - Gemeenschappelijke Commissie van de Bouwvakarbeiders en do Houtbowerkors in de E.E.G, (voorzitter ; G. Leber). - Groep van do vakbonden van Voeding, Tabak en Hotelbodrijven in de E.B.G. (voorzitter ; ïï. Ceuppens). - Coördinatiecoraité van Bedienden, Technici on Kaders van de E.E.G. (voorzitter : 0, Leclercq),
(1) Het Contactcomité van de Consumenten van do E.E.G. werd opgericht in 1962 en bestaat uit vertegenwoordigers van het Europees Syndicaal Secretariaat (l.V.V.V. ), van de Europese organisatie van het Internationaal Christelijk Vakverbond, van do Communauté dec organisations nationales des coopératives de consommation du harché Commun, van het Bureau Européen dos unions de consommateurs, van de Comité d'action européenne de l'Union internationale dos organismes familiaux. Dool van het Comité is do activiteiten van de E.E.G.-instellingen op ' t gebied van hot verbruik te volgen en te bevorderen, oa vooral de werkzaamheden in vorband mot de vorstandhoudingen, do gemeenschappelijke landbouwpolitiolc en do toenadering van de nationale wetgevingen inzake huishoudelijke producten.
FÉDÉRATION GÉNÉRALE DU TRAVAIL DE BELGIQUE ALGEMEEN BELGISCH VAKVERBOND SECRÉTARIAT :
SECRETARIAAT :
42, RUE HAUTE, BRUXELLES
HOOGSTRAAT 42. BRUSSEL
Bruxelles, le 10 novembre
65/O0 A.23/48 EVP/mbi
MEMBRES DU BUREAU,
Chère Camarades ? Conformément à la décision du Bureau du 14 septembre 19655 nous vous faisons parvenir^ en annexe, une note d'information sur la structure syndicale à lféchelon européen. Avec nos "bien fraternelles salutations.
L. ILUOR Annexe
Secrétaire général.
65/Oc A..23/48- Annexa RVP/mbi STRUCTURE SYNDICALE SDR LE PLA¥ EUROPEEN.
I. MITS LE CADRE DE L'EUROPE « 1. Conférence régionale européenne. L'Organisation Régionale Européenne (OoRBEo) est composée des syndicats affiliés à la C.IoS.L. en Europe. L'O.R.Eo s'occupe de tous les problèmes qui offrent de l'intérêt pour les organisations affiliées et elle est responsable de la représentation des travailleurs auprès de 1 Organisation de Coopération et de Développement Economiques5 du Conseil de l'Europe, de la Commission Economique pour l'Europe (O.ÏT,U.). Les directives générales de la politique à suivre sont fixées dans les résolutions de la Conférence Economique Européenne, qui se tient tous les trois ans. La fèrne Conférence a eu lieu à Turin, du 10 au 19 septembre 1964$ résolutions adoptées Cfr. Rapport moral et administratif F.G.T.B, pour les années 1962S 1963, 1964, p. 734-742. 2» Comité exécutif. Les membres du Comité exéoutif sont élus par la Conférence régionale européennej les pays de Benelux y sont représentés par le Cde ROEMERS (membre effectif),1e Cde I. SMETS et le Cde A. NEIS(membres suppléants). Le Comité se réunit en principe trois fois par an et il est la plus haute autorité pendant la période située entre deux Conférenoes régionales. Pour les activités du Comité, Cfr. Rapport moral et administratif F.G.T.B. pour les années 1962, 1963, 1964, p. 742, Des problèmes spécifiques sont discutés dans des comités permanents? Comité économique? Comité de la jeunesse, Comité de l'éducation, Comité du logemento 3. Secrétariat permanent, Le secrétariat permanent est placé sous la direction drun sGcrétairs général, chargé de la direction administrative de l'O.R.E. selon les décisions prises par le Comité exéoutif et la Conférence régionale européenne. II. DAÏÏS LE CADRE DE L'EUROPE DES SIX.
1. Comité intersyndical des Mineurs et Métallurgistes O.IeS.L.-OEOA, En ooto"bre 1952j les syndicats C.IoS.L. des pays do la C.E.C.A. ont installé à Luxembourg un Bureau de liaison, dirigé à l'origine par un Comité de 15 membres, ensuite par un comité de 21 membres^
„ 2 Après la création dos institutions prévues par 1 G Traité de la CE.C.Ae; ce comité a été transformé on Comité intersyndical des Mineurs ot Métallurgistes C.I*S.L.- C.E.C.A., composé de représentants- des fédérations de minours et de métallurgistes des pays do la C.S.C.A» et do représentants de la Fédération internationale des Ouvriers sur métaux ot do la Fédération internationale des Mineurs. Le comité intersyndical se réunit on principe chaque trimestro ot il fixe les directives générales de la politique à suivre. On s'efforco par là de créer une collai)oration étroite, d'une part entre les syndicats intéressés; d'autre part ontro los syndicats et los institutions do la C«EoCoA. De plusy lo Comité intersyndical s'offoroo de coordonner los revendications dos diverses fédérations professionnelles afin d'arriver à une harmonisation dos conditions de travail dans les six pays. Statut européen des Minours. Avant-propos« Lo Congrès des Syndicats libres dos minours dos pays do la C.B.C.At a décidé y les 11 ot 12 novembre 19581 à Luxembourg, l'instauration du "Statut européen des Mineurs"« - Statut. Los organisations syndicales? les employeurs dos industries minières et los gouvernements s'engagent à réaliser et à appliquer dans lours pays los principes de ce statut. 1. CHAMP D'APPLICATION. Lo Statut dos Mineurs Européons est applicable aux industries oxtractivos de houille, de lignite et do minorai do for de la Communauté. Il détermine les droits dos ouvriers, des employés, des techniciens, des agents de maîtrise, dos ingénieurs do ces industries, tant au fond que do la surface, ces emplois étant ropris sous lo vocable de Iïinour dans le texte ci-après. 2. REMUNERATION a) La rémunération des minours du fond doit ôtro on tôt o de tous les "barèmes» Ello doit ôtre au moins do 25 pouroonts supériouro à la rémunération dos travailleurs do surfaoo$ Ta) la rémunération dos travailleurs do surface doit ôtro au moins égale â collo pratiquêo dans los industrios comparalalos. Pour préserver les minours do revirements économiques, il est créé la garantie du salaire annuol. 3. DUREE DU TRAVAIL Pour los mineurs du fond, la durée du travail est de 7 houros par jour avoc 5 jours oouvrés par somaino. Pour los mineurs do surfaoo, la durée du travail est do 8heuros par jour avoc 5 jours oeuvres par somaino.
3 4. HEURES SUPPLEMENTAIRES. La pratique dos heures supplementairos ne peut être tolérée que dans los cas d'oxtrômo urgence, ayant trait à la séourité. Los mineurs auront alors droit à une majoration do 50 pourcents du montant dos heures supplémentaires ainsi effectuées. 5. CONGES PAYES. Los minours du fond ont droit à un oongé payé minimum de 24 jours ouvrables, les minours de surface ont droit à un minimum de 18 jours ouvrables. Tous les mineurs jouiront en outre d!une prime de vacancos. 6. PRIVILEGES. a) Exemption d!impôts. En reoonnaissanoe publique dos offorts fournis et de la péniMlité de leur métier, les salaires des mineurs de fond sont exempts de toute imposition. "b) Service militaire» Pour assurer une cortaine continuité dans la production, los minours du fond sont exempts do toute obligation militaire. 7.. FORMATION PROFESSIONNELLE. Les entreprises dos industries extractivos s'engagent â procurer aux recrues, ainsi qu'aux autres effectifs une formation professionnelle gratuit o j systématique, spéciale et générale, "basée sur les conoeptions los plus modernes. 8. PRESTATIONS SOCIALES, a) Sécurité sociale on cas do maladie ou de -vieillesso. Les minours ont droit aux prestations les plus élovéos des assurances socialoso Une/ndomnité suffisante est garantie on cas de chômage, d'accident ot de maladie. Au moment de l'établissement de la pension do voillesso, son montant ne pourra on aucun cas ôtro infêriour à 75 pourconts du salaire moyen» Los pensions suivront l'évolution des salaires ot do la productivité. Les mineurs du fond peuvent obtenir la pension après 30 annéos d'ooeupation dans lvindustrio minière, dont 20 au fond. L'âgo do la rotraito minimum pour les minours do surfaco est fixé à 55 a n s après 3C années d'occupation dans l'industrie minière.
TJ') Charbon doraostique. Los rainours reçoivent gratuitement une allocation on nature ou en ospèoos,, représentant leurs "besoins en oharbon domestique ou on énorgie moderne remplaçant le charbon, o) Logement, Los mineurs ont droit au logoment gratuit ou au paiement d'une indemnité compensatrice do loyer correspondant au logoment auquel ils sont en droit de prétendre. d) Garantie d'emploi en oas d'invalidité prématuréo. En cas d'invalidité prématuréo ou d'incapacité partielle do travail, un omploi correspondant à la capaoité do travail est garanti aux travailleurs on cause9 dans le cadre dos industries minières ou assimiléos. o) Transport gratuit. Los mineurs étant dans l'obligation drutilisor des moyens de transport poire se rondre au travail ou en revenir, ont droit, si l'entreprise n'assure pas ollo-môme ce transport, au remboursement do leurs frais do transport. f) Aide do déménagement et emménagement. En oas do mutation motivée par les nécessités do la production, les mineurs auront droit au remboursement intégral dos frais do déménagement ou d•emménagoment qu'ils auront engagés» Pour un déplacement vers un autre "bassin minier, les minours auront droit, on plus, â une indemnité de déplacoment. 9. PROTECTION DU TRAVAIL ET SECURITE DANS LES MISES. La plus grando attention doit être consacrée aux problèmos de la protootion du travail et do la sécurité dans los mines. Toutes los mesures nécessaires à la protection do la foroe humaine sont à réaliser. Leur application doit être constamment surveillée. 10. CLAUSE DE SAUVEGARDE. Tous les avantages supérieurs aux dispositions do ce statut restent acquis.
-™ 5 — Los objectifs sociaux et économiques des Syndicats li/bros dos Métallurgistes au sein do la C.EoCcA. Préambulo. Les syndicats libres des métallurgistes de la Communauté Européenne du Charbon ot do l'Acior - persuadés de la nécessité d'une Europe intégrée - coïisoients do leur responsabilité vis-à-vis des travailleurs qu'ils représentent ~ considérant qu'une intégration do l'Europe peut seulement réussir à la condition que les intérêts dos travailleurs soient suffisamment pris on considération par les institutions européennes et dans les dispositions politiques déclarent qu'il est indispensable de réaliser les objootifs suivants: - une coordination européenne de la politique économique y compris de la politiquo des investissements - une politique adéquato do reconversion ot do structure - un élargissement du droit de cogestion des travailleurs ot le transfort on propriété colloctivo - la garantie du plein emploi et l'harmonisation de toutes conditions sociales dans le progrès comme hypothèses néoossairos pour aboutir à une intégration de l'Europe.
Depuis la création de la Communauté Européenne du Charbon et do l'Acier on 1952> lo standard do vie dos travailleursj oooupés dans 1'industrie sidérurgique a continuellement été déterminé par le Traité CECA ot les institutions do la Communauté. Sur l'initiative des syndicats libres, la Haute Autorité a relevé les événements sociaux dans les différontos industries do la Communauté et les a oomparés afin do souligner les inégalités des conditions sociales. Los syndicats libres des métallurgistes dos 6 pays ont toujours salué cette activité do l'Exécutif Européen, car ils pensent qu'une connaissance aussi préciso que possible des faits sociaux dans los pays do la CECA est uno oondition préalable, tant à l'action menée par les autorités responsables dos conditions de vie ot de travail dans lo cadre national, qu'à toute initiative on vuo d'aotions communes dans lo cadro ouropéon. Ils ostimont oopondant que la connaissanoo dos faits sociaux soulo no suffira pas pour aboutir à uno harmonisation sociale ot que los avantagos sooiaux d'un plus vaste onsemblo économiquo no découlont pas automatiquement du fonotionnomont du ïïarohé Commun.
- 6 TTno harmonisation dos conditions do vio ot do travail no pourra ôtro obtonuo que par uno politiquo sociale active résultant ' d'uno planification économique généralo. Do oo fait, los syndicats libres dos métallurgistes des 6 pays do la CECA ont déclaré lors de lour oonfércnoo dos 30/31 janvier 19&4 Q.UG> par lovir solidarité et leur union européenne, ils réaliseront los conditions néoossaires à l'amélioration de la situation sociale dos travailleurs de la sidérurgie européenne0 1. METS LE D0MAI1TE ECONOMIQUE. a) Coordination do la politique économique» Dans le domaine de l'industrio sidérurgique des pays do la CECA, la Haute Autorité doit oonsacror plus dsattention aux tâches suivantesî 1. Surveillance permanente dos investissements, olest-â-dir0 voillor à co que les possibilités do production soient en rapport avoo les "besoins prévus. Los pouvoirs supra-nationaux do la Haute Autorité doivent ôtro élargis pour pormottro à la Haute Autorité d'éviter les investissements peu ronta"blos« 2. Adaptation do 1'allure dos modifications structurelles des prooédés do production dans l'industrio sidérurgique aux intérêts des travailleurs, Los "bouleversements intervenus dans la technique do production néoos~ sitent une attention spéoialoî ceci vaut aussi "bien pour la création do capacités oxcédontaires do production quo pour un rythme excessif dans la réduction do postos do travail. 3. Perfectionnement et développement dos Objectifs Généraux ACIER. 4. Intensification dos reoherohos teohniquos do la Haute Autorité visant à 1'accroissement do la mécanisation ot do l'automatisation de la production, tout on améliorant les dispositions de l'art.56 du Traité CECA (réadaptation) ot leur application afin d'aboutir à un réemploi adéquat et satisfaisant do la nain-d'oouvro privéo d'omplois par suite des progrès tochniquos. 5. Etablissement ot publication d'onquôtes sur les prix do revient et les rooottos dans l'industrio sidérurgique en vuo d'aboutir à une réelle politique du prix do l'acier, 6. Contrôle intense ot, en cas do nécessité, sanction par la Haute Autorité dos pratiques de l'industrio sidérurgique portant atteinte à la oonourronoe, tant pour les prix quo pour les accords intorvonant on matièro do quantités do production (élimination dos distorsions do la oonourronoo, harmonisation des systèmes do taxes).
Ta) Eooonvorsion industriollo ot politique de structure. 1. En vortu des dispositions du Traité C.E.C«A., la Hauto Autorité a dos compétcnoos dans l'adaptation aux nouvelles exigences du marché, des industries on déclin par suite dos modifications technologiques ou économiques. Sa responsabilité est déterminante dans les régions où los structuros do 1*emploi ot de l'économie sont essentiellement axées sur los industries do la CECA. 2. Grâce à uno politique do reconversion parfaitement conçue ot préparéo longtemps d'avanoo, elle se doit d'intervenir auprès dos gouvernements nationaux pour qu'ils implantent de nouvolles unités de production dans los régions touchéos par les fermetures dJentreprises communautaires, pour dos raisons économiques ou tochniquos. Ces mosuros permettraient aux travailleurs licenciés do retrouver sur plaoe un emploi dans los meilleures conditions. 3. Dans l'installation do nouvelles entreprises, la préférence doit 8tro accordéo à des "branches industrielles rentables ot économiquement saines où los travailleurs soront assurés d'un omploi garanti à longuo éohéancoo 4» Pour pratiquor avoo suooès uno politique industrielle de reconversion, il est indispensable quo los gouvernements nationaux élat>oront, on collaboration avoc la Haute Autorité ot, lo cas échéant, avec les autres institutions oommunautairos, do vastes programmes d'expansion ot do reconversion. Los organisations professionnelles et, on partioulicr les syndicats devront participer en môme temps quo los autorités administratives régionalos, à la définition dos mesures visant à amélioror 1'infrastructurc régionale. 5. Une coordination dos politiques régionales des pays do la Communauté ost nécessaire. En tant qu'organismes supra-nationaux? les autorités européennes compétentes doivent ôtro ohargées d'assurer cotto tâoho centralisatrice* 6. Toujours dans 00 domaine uno intense collaboration entre la CECA ot la CEE ot uno coordination dos moyens finanoiors do oos Communautés sont indispensables. 7. Uno moillouro adaptation dos modalités d'interventions financières (particulièrement do la Hauto Autorité) tonant comptes des aspocts sociaux d'une politique do reconversion ost indispensable dans les régions où les industries lourdes prédominent, 8. Les autorités oommunautaires doivent intonsifior leur aotion on vue d'uno information ot d'uno participation dos milieux intéressés sur lours possibilités d'intorvontion on matièro do réadaptation dos travailleurs ot do reconversion dos entreprises.
- 8c) Evolution do 1'économie. 1. On obsorvo une évolution générale do l'économie, non souloment dans los pays do la Communauté, mais dans tous les pays producteurs d'acier dans lo monde. En vertu du Traité CECA et vu la situation du Marché Mondial de l'acier, la Haute Autorité doit établir des Objoctifs Généraux ACIER tenant compte de la diminution do l'utilisation do l'acier dans 1 industrie transformatrice par suite do la substitution de celui-ci à d'autres matièros premières<. 2, Pour réalisor les otijoctifs de production au cours des annéos prochainos, une étudo analytique do la main-d'oouvro est indispensable on prenant on considération à la fois le nivoau et la structure professionnelle Los indications no devront pas soulomont être donnéos glotalomont, mais préoisées aussi selon les régions sidérurgiquos. d) Démocratisation do l'économie. 1. Le oitoyon- comme n.ombro d'un Etat démocratique— n'est pas on mesure avoc les seuls moyens dont il dispose (contrôle parlementaire), do se défondre contre I^IDUS évontuel du pouvoir économique. La concentration croissante du pouvoir économiquo n'oxorco pas soulomont une influcnco considérable ot difficilement contrôla"blo sur los événements politiques dans los sociétés et les divers Etats, mais encore sur les rapports des peuples ot des Etats entre eux, 2. Il faut envisager la démocratisation do l^conomio par lo transfort dos industrios-olés(industries do "base) à la propriété collective. La cogestion ne pourra jamais égaler le transfort des industriosclés en propriété collective En attendant, il no peut ôtro question do toucher au droit de cogestion dans los ontroprisos économiques o ommunaut air o s. 3„ Les dispositions dos arte65 ot 66 du Traité CJ3CA concornant los ententes ot les ooncontrations sont insuffisantes pour évitor dos accords entre entreprises présentant un caraotèro de cartel. Dans tous les cas do concentration, les syndicats doivent 8tro oonsultés. 4. En conséquence, les travailleurs des six pays communautairos rovondiquont, l'élargissement do la cogestion paritairo dans los entreprises sidérurgiques y compris lours sociétés holding ot lours groupements.
2. DAÏÏS LE DOMAINE SOCIAL A) Plein Emploi. 1. Los organisations syndicales litres dos métallurgistos posont comme o"bjootif primordial, le droit au travail ot oonsidèront quo tous los offorts visant à améliorer les conditions de vie ot do travail doivont ôtro "basés sur une politiquo du plein emploi.
_
O
_
2, De oe fait, les syndioats libres réclament une application extensive des dispositions correspondantes du Traité CECA, en particulier dans le domaine de l'aide à la réadaptation, de la libre circulation, de la protection contre les conséquences négatives du progrès technique et de l'harmonisation des mesures économiques pour aboutir au plein emploi garanti, 3« Sur ce point, les syndicats litres des métallurgistes continueront à veiller minutieusement à ce que les dispositions du Traité CECA soient suffisantes. Le cas éohéant, ils proposeront d'autres moyens de politique économique et sociale. b) Politique salariale, 1, Une Communauté, dans laquelle la litre circulation existe pour les éohanges, les transports, les capitaux et les travailleurs, entraîne aussi des conséquences sur la politique salariale. Les négociations salariales sur le plan national sont "bien souvent influencés par la situation dans les autres pays communautaires, 2. Une intégration croissante rend indispensable une coordination de la politique salariale., Le prinoipe » â salaire égal, travail égal» est à réaliser. Il faut donner aux salariés de l'industrie sidérurgique un salaire garanti, qui devra se transformer progressivement en un revenu annuel garanti, o) Durée de travail, 1, La durée de travail est à réduire à 40 heures par semaine avec maintien intégral du salaire» 2. Le travail du dimanche est à réduire à la durée minimum indispensable au "bon fonctionnement technique. Pour assurer un temps de repos suffisant aux travailleurs, les 40 heures par semaine ne doivent pas être dépassées par suite de travaux inévitables du dimanohe, d) Congés- Pécule, 1. Il faut attribuer au minimum un congé continu do 4 semaines aux travailleurs de l'industrie sidérurgique, 2. Les invalides, los jeunes ainsi que les travailleurs occupant un poste dangereux, pénible ou insalubre ont droit â un congé supplémentaire, 3» En supplément de la rémunération habituelle, lo travailleur doit touohor pendant la période de congés un péculo do vacances.
- 10 e) Sécurité du travail,, 1„ Les efforts dans les différentes usines on vue de l'amélioration de la sécurité du travail doivent être soutenus et développés par la Haute Autorité. 2.0 L'échange supra-national des expériences et des méthodes éprouvées contre les accidents est à améliorer* 3. Pour les travaux en matière de sécurité du travail dans les entreprises<• mesures de premiers seoours et de réadaptation médicale} il faut définir des normes obligatoires applicaties au niveau européen,, 4o Les travailleurs doivent être associés étroitement à 1 établissement de ces normes<. f) Formation professionnelle. 10 Une formation professionnelle gratuite et adaptée au progrès technique et social doit être assurée d'une manière continuelle, 2. Pour favoriser un développement harmonieux des jeunes travailleurs, il faut interdire le travail de nuit. Une surveillance médicale des jeunes est nécessaire de môme que 6 semaines de congés payés par an. 3 e Pour permettre à tous les jeunes d'acquérir une formation en rapport avec leurs capacités, il faut leur acoorder toutes les facilités nécessaires dans le travail et une indemnité suffisante pendant la période de formation. 4» L*éohange international des jeunes travailleurs est à développer. 5, La formation professionnelle prolongée et gratuite des adultes est â promouvoir pour permettre à tous les travailleurs de s'adapter aux oxigenoes du progrès teohnique, g) Travailleurs migrants « 11 faut aooorder des travailleurs lour procurer un discriminatoires
une attention et des soins particuliers aux problèmes migrants des pays do la Communauté. D'aToord, il faudra logomont convenable et onsuite supprimer les pratiques éventuelles.
h) Sécurité sooiale. Les syndioats libres dos métallurgistes dos 6 pays do la Communauté oxigent une harmonisation des prestations do la séourité sociale et une garantie maximum des différents risques pour tous les travailleurs. 1. Maladies- Aooidents. En oas do maladie, d'aooidont de travail ou d'aocident de trajet, los travailleurs doivent peroovoir intégralement lour salaire(supprossion des jours do carence).
- 11 Dos conditions matérielles et d'organisation néoossaires pour garantir les soins médicaux et couvrir los frais pharmaceutiques sont à mottro à la disposition des travailleurs» 2. Assurance- retraite» L'âge de la retraite pour les travailleurs masculins et les travailleurs féminins doit être abaissé conformément à l'évolution économie quo et sooiaie. La retraite doit s'élever au moins à 75$ du salaire annuel net le plus élevé perçu. La retraite est à indexer sur coût de la vie et aux salaires « 3, Invalidité. Les conditions do 1-- assurance-retrait o doivent également s'appliquer en cas d'invalidité prématurée. En cas d'invalidité partielle, il faut assurer au travailleur une activité en rapport avec son état do_santé, soit au sein môme de l-entroprise, soit dans une entreprise similaire. S'il s'agit d'une activité moins rémunérée, il faut prévoir uno prestation legale conventionnelle ou"d'entreprise compensant la différence entre l'ancien et lo nouveau salaire.
2. Comité exécutif. Le comiôé exécutif se réunit en prinoipo tous los mois ot il est responsa-ble de la direction politique conformément aux déoisions du oomité intersyndical. Le comité est composé comme suit s ~ -
Centrale des Métallurgistes du Belgique g A. GAILLY. S ° p f é M é f a ^ ° V 6 f ™ r d U T r a v a i l ~ F o r °o ouvrière, Mineursi A. AUGARD I,G. Motail s ¥. MICHELS I.G. Bergbau und Industries Ko VAN BERK Confédération générale du Travail, Luxembourg* A» WEIS Algemene ÎTederlandso Bedrijfsbond in de Mijnindustrio* M. Z0NDREVA1Ï Fedorazione italiana metalmeccanici (CI.S.L.): G, CAVAZZUTI.
3* Bureau do liaison. Le Bureau do liaison est un secrétariat permanent à Luxembourg, responsable de la ^direction administrative journalière du Comité intersyndical. Il est place sous la direction de 2 secrétaires: E. WEIS, chargé dos problèmes t ï 1 0 m e t a l l U ^ u e * A ' ^ L U T , chargé des problèmes^ l'industrie
- 12 B.
Ç.E.B,__pt EURATOM,
1. Assemblée générale des syndicats C-I.S.L. dos pays do la C.S.E.s L'assemblée générale, qui se réunit tous les doux ans, est composée de représentants dos syndicats affiliés (Cfr.Comité exécutif); y prennent également part comme observateurs des représentants des comités syndioaux au niveau des secteurs industriels, du comité intersyndical CoE,C0AOJ des syndicats affiliés à l'0oR.Eo, des secrétariats professionnels internationaux et de syndicats non européens affiliés à la C.I,S.L. Sur la base d'une analyse de l3évolution au oours des années précédentes? l'Assemblée générale stipule dans ses résolutions les lignes principales de la politique à suivre par son Comité exécutif ot le Secrétariat syndical européono La première Assemblée générale, qui a siégé comme assemblée constitué :/o^ s'est réunie à Dussoldorf en janvier 1958; la deuxième a ou lieu â Luxembourg en novembro 1959, la troisième à Bruxelles en janvier I962 ot la quatrième à Paris en mars 1964. Résolutions do la 4ème Assombléo générales cfr. Rapport moral ot administratif F.G.T.B. pour les annéos I962, I963, 1964,$ p. 774-779. 2. Comité exécutifs Le Comité exécutif groupe les représentants dos syndicats affiliés {2 représentants respectivement pour 1*Allemagne, la France et l'Italie, 1 représentant pour chacun des pays de Bonolux), do l'O.R,E. ot du Comité intersyndical C O E.C C A O : - Deutschor Gowerkschaftsbunds L.Rosonberg, O.Brenner - Confédération générale du Travail- Force ouvrière * A. Bergeron, Ch.Veillono - Confedoraziono italiana sindicata lavoratoris B.Storti - Unième italiana sindicata lavoratoriî I. Viglianosi - Fédo,ration générale du Travail de Belgique: LJÏajor - Nederlands Verbond van Vakverenigingens Kloos - Confédération générale du Travail- Luxembourg: H. Hintorscheid - Organisation régionale européenne (C.I.S.L.): Il.Sohevenols - Comité intersyndical CEcC.A.s A. Gailly - Confédération générale du Travail(Grèce),membre associé? Lascaris. Le Comité exécutif, qui so réunit 5 à 6 fois par an, dirige l'action syndicale européenne durant la période située entre 2 Assomblées géneralos. Sur la "base des résolutions adoptées par l'Assonfaléo générale, lo Comité exécutif fixe los directives générales pour lo fonctionnement journalier du Secrétariat syndical ouropéon. Pour les activités du Comité exécutifs cfr. Rapport moral ot administratif F.G.T.B. pour los annéos 1962, 1963, 1964, p. 779-784,
- 13 ~ Lo Comité exécutif élargi, composé dos membres ordinaires ot d'un représentant de chacun des comités syndicaux au nivoau des seotoure industrielsy se réunit deux fois par an afin d'améliorer 1 information réciproque ot la oolla"boration intersyndicale, 3" Secrétariat syndioal^européens Lo Secrétariat syndical européen est un secrétariat pormanont établi à Bruxollos, chargé do l'exéoution dos décisions du Comité exécutifj de la représentation des syndicats affiliés à la C.E.E, et à l'Euratom, do la préparation de points de vue syndicaux communs au sujet dos problèmes politiques9 économiques ot sociaux qui se situont dans la ligne des activités des institutions européennes $ de la coordination des activités des syndioats affiliés au niveau de la C,E,E. Une commission sociale9 des comités ad hoc ot des groupes de travail ont été constitués on "ue d3uno consultation intersyndicale préalable, de la préparation de ijjints de vuo oomrauns ot de l'échango réoiproquo d'informations,, Le Secrétariat syndical européen est on outre chargé du secrétariat de ^Assemblée générale et du Comité exéoutif, du groupe dos travailleurs au Comité économique et social do la C.E.E., du Comité de contaot dos consommateurs de la CeEçE.(l), do certains comités syndicaux au nivoau des secteurs industriels. Le Secrétariat syndical européen est plaoé sous la direotion d'un secrétaire général (H. Buiter), assisté de soorétairos (Th.Rasschaer' CSavoini, M, Lahnstein? Hormann, A. Lulling, R.Sahrholf,JoncMioorc),
(l) Lo Comité do contact dos consommateurs de la C«E»S0 a été institué en 1962 et il se oromposo do représentants du Secrétariat syndical européen (C.I.S.L.)? cLe 1 "Organisation européenne de la Confédération internationale dos Syndioats ohrétions, de la Communautô des organisations nationales des coopératives do consommation du Marché commun, du Bureau européen des unions de consommateurs, du Comité d'action européenne de l'Union internationale des organismes familiaux» Le but du Comité est de suivre ot d'oncouragor les aotivités des institutions de la C33.E, dans le domaine do la consommation, principalement les activités relatives à l'entento, la politique agricole commune et lo rapprochement des législations nationalos sur les produits ménagors.
- 14 -
4« Cqmitéa_s;yndi.oaug: au niveau dos secteurs industriels « On a institué;) pour certains secteurs industriels, des oomités syndioaux sur le plan de la C.E.E» Ils s'occupent de problèmes spécifiques relatifs à certaines industries et ils s*efforcent d'obtenir une meilleure représentation de leurs intérêts auprès des institutions de la CEoE.s - Comité syndical Transports de la Communauté (Président: Ph.Seibort)o ~ Groupe de travail des syndioats des travailleurs agricoles de la C.EeE.(Président H, Schmalz), ~ Comité européen des syndicats des métallurgistes (l«Baart). - Commission de coordination CEoïïa do la Fédération internationale des organisations syndicales des travailleurs des diverses industrios (présidents K* Kapper)<, - Commission coinmur>c- dos travailleurs du "bâtiment et du "bois dans la CoE.Eo(président 2 G.Leber). - Groupe dos syndicats de 1'alimentationj du tabao et des industries hôtelières dans la G0E«Ee(présidents ÏÏ.Ceuppens)» - Comité de coordination dos employés, techniciens et cadres de la C.E.E. (présidents 0* Leclercg.n)