Examen Financieel Planner
20 juni 2008
DEEL I 10.00 - 12.00 uur - Meerkeuzevragen Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 12 pagina's.
Norm is 10 fouten.
N.B.: ♦ Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. ♦ Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. ♦ Vul uw antwoorden in met potlood.
© 2008, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 1
Hoeveel bedraagt het percentage van de minimale wettelijke loondoorbetalingsverplichting van een werkgever bij ziekte van een werknemer (bruto loon € 30.000), indien omtrent doorbetaling bij ziekte geen nadere afspraken zijn gemaakt? A. B. C. D.
70% eerste 52 weken, 70% tweede 52 weken. 100% eerste 52 weken, 70% tweede 52 weken. 100% eerste 52 weken, 100% tweede 52 weken. 170% totaal eerste en tweede 52 weken.
Vraag 2
De heer Thijssen heeft van bank A een financiering ter aankoop van beleggingen (aandelen in AEX fondsen) verkregen. Bij bank A heeft de heer Thijssen tevens een spaarrekening. Ter dekking van de financiering, heeft de heer Thijssen de spaarrekening en de beleggingen verpand aan bank A. Stelling I: Bank A zal normaliter een zelfde dekkingspercentage toekennen aan de spaarrekening als aan de beleggingen. Stelling II: Normaal gesproken stijgen bij sterk volatiele aandelenmarkten de dekkingspercentages van aandelen. Welk van onderstaande antwoorden is juist? A. B. C. D.
Stelling I is juist, stelling II is juist. Stelling I is onjuist, stelling II is juist. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist.
Vraag 3
Jos van Hattum (65 jaar) wil zijn eenmanszaak verkopen aan zijn overbuurman Karel Herfst. Karel gaat de onderneming in de vorm van een eenmanszaak voortzetten. Jos wil voor een bedrag van € 100.000, zijnde de helft van de stakingswinst, een lijfrente bij Karel bedingen. Jos heeft nog geen lijfrente of pensioen opgebouwd. Kan Jos bij Karel een direct ingaande levenslange lijfrente bedingen, waarvan de koopsom aftrekbaar is als uitgave voor inkomensvoorziening in de zin van de Wet IB 2001? A. B. C. D.
Ja, want Karel is een toegelaten aanbieder. Nee, want Karel is geen erkende verzekeraar. Ja, alleen indien Karel hiervoor een kwalificerende AFM-vergunning heeft ontvangen. Nee, want Karel is geen erkende kredietinstelling.
© 2008, Stichting Certificering FFP
1 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 4
Gerrit Kooistra (56) heeft 2 zonen Victor en Willem. Gerrit is op 1 mei 2008 overleden. Gerrit had geen testament en is 10 jaar geleden gescheiden van zijn vrouw. Victor en Willem zijn de enige erfgenamen. De nalatenschap van Gerrit bedroeg een spaarrekening met een saldo van € 50.000. Gerrit heeft 6 jaar geleden aan Victor een woning geschonken met destijds een waarde van € 100.000. Hierbij heeft Gerrit niet het vruchtgebruik voorbehouden. Bij de schenking is bepaald dat deze woning niet hoeft te worden ingebracht in de nalatenschap. De woning is nu € 300.000 waard. Gerrit heeft niets aan Willem geschonken. Wat verkrijgt Willem indien hij zijn wettelijke mogelijkheden, inclusief een beroep op de legitieme portie, zou benutten? A. B. C. D.
25.000. 37.500. 87.500. 200.000.
€ € € €
Vraag 5
Arie Kamphuis heeft 100% van de gewone aandelen in Corda B.V. Tevens zijn er preferente aandelen Corda B.V. uitgegeven (geven recht op 7% preferent dividend). Van de preferente aandelen Corda B.V. heeft Jan Kamphuis (de zoon van Arie) 4%. Anita de Kok (de vriendin van Jan, geen familie van Jan en/of Arie, al jaren samenwonend met Jan) heeft ook 4% van de preferente aandelen Corda B.V. Anita en Jan hebben nooit geopteerd voor een fiscaal partnerschap. De resterende preferente aandelen Corda. B.V. zijn in handen van Arie. Het aandelenbelang is door uitgifte bij oprichting tot stand gekomen en daarna niet gewijzigd. Welke van de onderstaande personen heeft een aanmerkelijk belang in Corda B.V. ? A. B. C. D.
Jan wel, Anita niet. Jan wel, Anita wel. Jan niet, Anita niet. Jan niet, Anita wel.
© 2008, Stichting Certificering FFP
2 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 6
Stelling I. Een fiscale beleggingsinstelling ex artikel 28 Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 is, indien zij haar status wil behouden, niet verplicht om jaarlijks een deel van de belastbare winst aan haar aandeelhouders ter beschikking te stellen. Stelling II. Door de invoering van de Euro hebben de 10-jaars staatsobligaties van Eurolanden met gelijke nominale waarden, steeds hetzelfde effectief rendement gehad. Welk van onderstaande antwoorden is juist? A. B. C. D.
Stelling I is juist, stelling II is juist. Stelling I is onjuist, stelling II is juist. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist.
Vraag 7
Jaap Koedam (alleenstaand) heeft in december 2006 zijn eerste eigen woning op erfpachtgrond in eigendom verkregen. Jaap betaalt ieder jaar een canon van € 4.000. De eigenwoningschuld bij een bank bedraagt € 20.000 met een rente van 5%, waardoor in 2008 € 1.000 aan rente is betaald. De van toepassing zijnde WOZwaarde voor Jaap in 2008 is € 1.000.000. Hoe groot is de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld in 2008? A. B. C. D.
€ € € €
0. 500. 4.500. 5.500.
© 2008, Stichting Certificering FFP
3 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 8
Piet Bakker heeft in 1998 een kapitaalverzekering (looptijd 20 jaar) tegen premiebetaling afgesloten. De polis is verpand in verband met de financiering die is aangegaan voor de eigen woning, maar bevat geen zogenoemde KEW-clausule. Piet emigreert in 2008. De gegevens van de kapitaalverzekering zijn als volgt: - waarde polis op 31-12-2000: € 10.500 - betaalde premie tot en met 31-12-2000: € 12.500 - waarde polis op moment van emigratie: € 42.500 - betaalde premie op moment van emigratie: € 35.000 Wat zijn de gevolgen voor Piet? A. B. C. D.
Piet dient direct af te rekenen over het op het moment van emigratie aanwezige rentebestanddeel zijnde € 7.500. Piet dient direct af te rekenen over het op 31 december 2000 opgebouwde rendement. Daar op 31 december 2000 nog geen rendement in de polis aanwezig is, vindt er geen afrekening plaats. Piet hoeft niet af te rekenen over het op het moment van emigratie aanwezige rentebestanddeel omdat het een zogenoemde box 3 kapitaalverzekering betreft. Piet kan gebruik maken van de KEW-vrijstelling.
Vraag 9
Joris Haenen koopt op 1 januari een eigen woning van € 700.000 en gaat hiervoor op 1 januari een lening aan bij Bank K. Bank K verstrekt 60% van de lening aflossingsvrij. Voor de overige 40% van de lening zal sprake zijn van een verpand beleggingsdepot (box 3): - rekenrendement van 7% per jaar (eind van het jaar bijgeschreven) over saldo beleggingsdepot; - storting over 5 jaar van € 10.000 (1 januari van het zesde jaar); - looptijd 30 jaar; - benodigd eindkapitaal voor Bank K over 30 jaar is € 280.000 (40% maal € 700.000). Naast de storting over 5 jaar, verlangt Bank K van Joris een storting bij het aangaan van de lening. Wat zal het bedrag (afgerond) van de storting bij het aangaan van de lening zijn dat Bank K verlangt om het benodigd eindkapitaal van € 280.000 te kunnen verwachten (geen rekening houden met belastingen en kosten)? A. B. C. D.
€ € € €
29.553. 29.653. 29.753. 29.853.
© 2008, Stichting Certificering FFP
4 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 10
Dorus Kooper wordt na zijn ontslag zelfstandig ondernemer (wonend in Nederland). Voor welke sociale uitkeringen komt hij op grond van de wettelijke regelingen NIET in aanmerking, maar kan hij zich wel vrijwillig verzekeren? A. B. C. D.
Ziektewet, WIA en WW. Ziektewet en WIA. Ziektewet, WIA, AOW en ANW. Ziektewet, WIA, WW, AOW en ANW.
Vraag 11
Anton en Bianca Kanting zijn gehuwd. Zij hebben één kind Christa. Anton overlijdt op 1 november 2008 zonder testament. Christa krijgt ten gevolge van het overlijden een vordering op Bianca. Deze bedraagt € 100.000. Voor wat betreft de rente op de vordering maken Bianca en Christa geen afspraken. Met hoeveel rente (afgerond) wordt de vordering vermeerderd tot 1 november 2013, er vanuit gaande dat de wettelijke rente gedurende deze gehele periode 8% is? A. B. C. D.
€ € € €
10.000. 10.408. 30.000. 40.000.
Vraag 12
Joost Poort heeft in het verleden een polis afgesloten waarbij een arbeidsongeschiktheidsrente is verzekerd. De premies die hij hiervoor heeft betaald, heeft hij in mindering gebracht op zijn belastbare inkomen. Op 60-jarige leeftijd wil hij de opgebouwde waarde van deze arbeidsongeschiktheidsrente omzetten in een direct ingaande levenslange oudedagslijfrente in de zin van artikel 3.125, lid 1, onderdeel a Wet IB 2001. Is de omzetting fiscaal geruisloos mogelijk? A. B. C. D.
Nee, omdat een levenslange oudedagslijfrente niet voor de leeftijd van 65 jaar kan ingaan. Nee, omdat de waarde van een arbeidsongeschiktheidsrente zo niet kan worden omgezet in een levenslange oudedagslijfrente. Ja, Joost maakt gebruik van de omzettingsmogelijkheid van artikel 3.134 Wet IB 2001 en hij kan dus de levenslange oudedagslijfrente op 60-jarige leeftijd in laten gaan. Nee, omdat Joost daarvoor 100% arbeidsongeschikt moet zijn.
© 2008, Stichting Certificering FFP
5 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 13 Stel dat Niels Appels uit een belegging de komende 4 jaar de volgende bedragen verkrijgt: € Uitbetaling
01/01/2009 50.000
01/01/2010 50.000
01/01/2011 75.000
01/01/2012 100.000
Stel dat het nu 1 januari 2008 is. Wat is de contante waarde (afgerond) van deze uitbetalingen per 1 januari 2008 (de disconteringsvoet is 4% op jaarbasis)? A. B. C. D.
€ € € €
246.260. 246.360. 246.460. 246.560.
Vraag 14
Jos Koopmans heeft een huis gekocht van € 200.000. Voor de financiering van de aankoop heeft hij een aflossingsvrije geldlening afgesloten van € 200.000 bij bank A. Bank A heeft hiervoor het recht van eerste hypotheek verkregen. Verder rust op het pand nog een tweede hypotheek van € 30.000 ten gunste van bank B. Bij bank B heeft Jos een schuld van € 20.000. Jos betaalt de rente op de lening van bank A niet. Bank A maakt daarna gebruik van het recht van parate executie. Het pand wordt bij executoriale verkoop verkocht voor € 150.000. Jos vraagt zich af wat het gevolg is van de zuivering die gepaard gaat met executoriale verkoop. A. B. C. D.
Door de zuivering kan bank B zich niet meer verhalen op Jos voor de schuld van € 20.000. Door de zuivering kunnen bank A en B zich niet meer verhalen op Jos. Door de zuivering vervallen de hypotheekrechten als de koper de koopprijs heeft betaald en de levering plaatsvindt. Door de zuivering kan alleen bank A zich niet meer verhalen op Jos.
© 2008, Stichting Certificering FFP
6 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 15
Bank LB heeft een EURO Steepener obligatie uitgegeven met de volgende condities: - eerste 5 jaar wordt een coupon uitgekeerd van 7,25%; - daarna wordt de coupon berekend door 4 keer het verschil te betalen tussen de 10–jaars rente en de 2–jaars rente (Europese kapitaalmarktrente); - looptijd is 20 jaar zonder mogelijkheid van vervroegde aflossing. Welke bewering over deze obligatie is waar (gesteld dat er GEEN sprake is van een inverse rentestructuur)? A. B. C. D.
Als het renteverschil tussen de 10-jaars en 2-jaars rente kleiner wordt, zal de verwachte uitkering op de toekomstige variabele couponrente na de eerste 5 jaar stijgen. De koers kan niet onder pari komen, vanwege de rentegarantie van 7,25% voor de eerste 5 jaar. De kredietwaardigheid van bank LB is niet van invloed op de koers. Als het renteverschil tussen de 10-jaars en 2-jaars rente kleiner wordt, zal de verwachte uitkering op de toekomstige variabele couponrente na de eerste 5 jaar dalen.
Vraag 16
Karel Steenman (45 jaar, alleenstaand) is oprichter en tot nu toe enig aandeelhouder in een onroerende zaak B.V. (OZ B.V.) De verkrijgingprijs voor Karel was € 20.000. Er zijn alleen maar gewone aandelen OZ B.V. De balans van OZ B.V. is als volgt: Activa Pand in Nederland Totaal
Passiva 140.000 Eigen vermogen Schuld 140.000 Totaal
100.000 40.000 140.000
Karel verkoopt en draagt 25% van zijn aandelen OZ B.V. over aan Iwan Biemans (40 jaar oud en geen familie van Karel) voor € 35.000. Hoeveel overdrachtsbelasting is Iwan verschuldigd ter zake van de verkrijging van het 25% aandelenpakket OZ B.V.? A. B. C. D.
€ € € €
0. 1.500. 2.100. 8.400.
© 2008, Stichting Certificering FFP
7 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 17
Ard Schilder heeft een vrijstaand huis in eigendom in Amersfoort. Sinds 2 jaar voert Bo Bakkers (geen familie van Ard) daar met hem een gemeenschappelijke huishouding. Ze zijn beide niet gehuwd. Ard heeft uit een vorig huwelijk een zoon Chris (35 jaar oud), die in Enschede woont. Ard en Bo hebben geen testament en geen samenlevingscontract en zijn beide niet gehuwd. Ard overlijdt op 1 april 2008 en laat Chris als enig erfgenaam na. Direct na het overlijden van Ard wil Chris, Bo uit het huis zetten. Heeft Bo op basis van het erfrecht de mogelijkheid om (tijdelijk) in het huis in Amersfoort te blijven wonen? A. B. C. D.
Bo kan met succes nog een woonrecht van 6 maanden afdwingen. Bo kan met succes een levenslang woonrecht afdwingen. Op basis van het erfrecht heeft Bo geen mogelijkheden de ontruiming door Chris tegen te gaan. Bo kan als legitimaris de ontruiming door Chris voorkomen.
Vraag 18
Bertus Boelens is 48 jaar. Van 1 januari 2002 tot 1 januari 2005 heeft hij in Australië gewoond en gewerkt. Vanaf 1 januari 2005 woont en werkt Bertus in Nederland. Op 1 januari 2008 is Bertus wegens reorganisatie ontslagen. Hoe lang zal de WW-uitkering van Bertus maximaal duren? A. B. C. D.
35 maanden. 23 maanden. 10 maanden. 3 maanden.
Vraag 19
Peter Nobel heeft levenslooptegoed opgebouwd en besluit voor 1,5 jaar verlof op te nemen. Het tegoed uit de levenslooppot is zodanig dat hij 70% van zijn laatstverdiende loon kan laten uitkeren gedurende deze periode. Gaat de fiscaal gefacilieerde opbouw van het ouderdomspensioen van Peter door gedurende zijn (levensloop)verlof? A. B. C. D.
Een dusdanige opbouw kan doorgang vinden, mits dit ook in de regeling is opgenomen. Een dusdanige opbouw kan geen doorgang vinden, omdat het levensloopverlof de 12-maands periode overschrijdt. Een dusdanige opbouw kan geen doorgang vinden, omdat Peter geen salaris meer geniet. Een dusdanige opbouw kan geen doorgang vinden, omdat de periode van levensloopverlof niet als diensttijd wordt aangemerkt.
© 2008, Stichting Certificering FFP
8 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 20 Jan de Jong en Karin de Gooijer zijn in 1990 gehuwd onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. In 2005 gaan zij van elkaar scheiden. In dat jaar wordt het echtscheidingsvonnis ook ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. In 2008 besluiten Jan en Karin weer samen te gaan wonen. Zij besluiten een geregistreerd partnerschap aan te gaan. Zij regelen verder vooraf juridisch niets. Zij vragen zich af welk geregistreerd partnerregime dan van toepassing zal zijn, nà het aangaan van het geregistreerd partnerschap? A. B. C. D.
Gemeenschap van goederen. Uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Wettelijk deelgenootschap. Gemeenschap van vruchten en inkomsten.
Vraag 21
Goswin van Amstel heeft de volgende optiepositie: 20 geschreven puts AKZO 50. Wat is het maximale verlies op deze optiepositie voor Goswin (geen rekening houden met verkregen premies, belastingen, kosten en rentes)? A. B. C. D.
€ 0. € 50.000. € 100.000. Oneindig.
Vraag 22
Piet Appels (40 jaar, alleenstaand) is boer en heeft een agrarische onderneming als eenmanszaak. In 2008 verkoopt hij 5 hectare weiland aan zijn buurman (ook boer). De grond heeft een agrarische bestemming. Piet heeft de grond 9 jaar geleden verkregen voor € 20.000 per hectare en heeft de grond alleen in eigen onderneming gebruikt. De verkoopprijs is € 30.000 per hectare. De waardeontwikkeling is geheel toe te rekenen aan de ontwikkeling van de waarde in het economisch verkeer bij voortzetting van een landbouwbedrijf en is niet ontstaan in de uitoefening van het bedrijf. Piet vraagt zich af hoe de boekwinst van € 50.000 fiscaal wordt behandeld voor de inkomstenbelasting in box 1? A. B. C. D.
Deze boekwinst wordt niet belast. Deze boekwinst wordt nu niet belast, indien Piet de boekwinst herinvesteert in nieuwe gronden via de herinvesteringsreserve. Deze boekwinst wordt belast als stakingswinst. Deze boekwinst wordt na toepassing van de MKB-winstvrijstelling als jaarwinst belast.
© 2008, Stichting Certificering FFP
9 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 23
Stelling I: Een borgstelling is GEEN zakelijk zekerheidsrecht. Stelling II: Indien de borg registergoederen heeft, dient een borgstelling notarieel gevestigd te worden. Anders is de borgstelling van rechtswege vernietigbaar. Welk van onderstaande antwoorden is juist? A. B. C. D.
Stelling I is juist, stelling II is juist. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
Vraag 24
De heer Stokker heeft geen aandelen ING in zijn bezit, maar heeft wel 10 calls ING geschreven. Op de maandag na de expiratiedag wordt hij gebeld door zijn bank die hem doorgeeft dat er een assignment is betreffende de door hem geschreven calls ING. Wat moet de heer Stokker doen om zijn verplichtingen na te komen? A. B. C. D.
Bestens een close buy van 10 calls ING opgeven. 1.000 Aandelen ING kopen. Doorgeven dat hij bezwaar maakt tegen deze assignment. 1.000 Aandelen ING verkopen.
Vraag 25
Harmen Zijlstra is samen met Jan Konings per 1 januari 2008 een VOF aangegaan. Harmen is daarvóór nog nooit ondernemer geweest. Harmen zal in 2008 tenminste 1.225 uur werkzaam zijn in de VOF. In de VOF wordt een boekhandel gedreven. Harmen woont samen en is onder koude uitsluiting gehuwd met Gerdien Boodt. Kunnen Gerdien en/of Jan nu geld lenen aan Harmen, zijnde een fiscaal gekwalificeerde belegging in durfkapitaal, uitgaande van gelijkblijvende omstandigheden? A. B. C. D.
Gerdien wel, Jan niet. Gerdien niet, Jan wel. Gerdien niet, Jan niet. Gerdien wel, Jan wel.
© 2008, Stichting Certificering FFP
10 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 26
Op een lening is rente verschuldigd. Welke van de onderstaande stellingen is juist? Stelling I: De effectieve rente is lager indien de rente achteraf op maandbasis moet worden voldaan in plaats van achteraf op kwartaalbasis. Stelling II: Indien wordt gesproken over de reële rente wordt bedoeld de nominale rente vermeerderd met het inflatiepercentage. A. B. C. D.
Stelling I is juist, stelling II is juist. Stelling I is onjuist, stelling II is juist. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist.
Vraag 27
Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet in werking getreden. Hoe heet volgens de Pensioenwet het document dat de afspraken omtrent pensioen weergeeft tussen werkgever en werknemer? A. B. C. D.
Uitvoeringsovereenkomst. Pensioenreglement. Pensioenovereenkomst. Uitkeringsovereenkomst.
Vraag 28 Sonja Kienstra heeft onder meer de volgende bezittingen: 1. Tegoed op lijfrentespaarrekening; 2. Tegoed op spaarrekening eigen woning; 3. Maatschappelijke beleggingen. Haar enig erfgenaam is haar man Koen Kienstra. Zij zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Welke van de bovengenoemde bezittingen heeft een specifieke vrijstelling voor het successierecht bij overlijden van Sonja in 2008? A. B. C. D.
Lijfrentespaarrekening. Spaarrekening eigen woning. Maatschappelijke beleggingen. Geen van genoemde bezittingen.
© 2008, Stichting Certificering FFP
11 van 12
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 29 Wanneer is er sprake van een tweetal beleggingsobjecten met een perfecte correlatie (er zijn dan geen diversificatievoordelen te behalen)? A. B. C. D.
Bij een correlatiecoëfficiënt van -1. Bij een correlatiecoëfficiënt van 0. Bij een correlatiecoëfficiënt van +1. Bij een correlatiecoëfficiënt van +2.
Vraag 30
Hans Hendrikx treedt op 1 februari 2008 in dienst bij BKN B.V. (bruto jaarinkomen € 30.000). BKN B.V. heeft een fiscaal gefacilieerde spaarloonregeling voor al haar medewerkers. Hans wil ook meedoen aan deze regeling. Hij maakt geen gebruik van de levensloopregeling. Voor welk bedrag (afgerond) kan Hans in 2008 fiscaal gefacilieerd meedoen aan de spaarloonregeling bij BKN B.V.? A. B. C. D.
€ € € €
0. 562. 613. 3.600.
- EINDE -
© 2008, Stichting Certificering FFP
12 van 12