Examen Federatie Financieel Planner
Vrijdag 14 december 2012
DEEL I 10.00 - 12.00 uur - Meerkeuzevragen Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 15 pagina's.
Norm is 10 fouten.
N.B.: Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. Vul uw antwoorden in met potlood. U dient te blijven zitten tot 12.00 uur en totdat uw enveloppe is opgehaald door een surveillant.
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 1 Arthur Tromp en zijn broer Bert zijn sinds 1990 elk voor 50% direct aandeelhouder in Solid N.V. Arthur woont in Amsterdam en Bert woont in Rotterdam. Solid N.V. heeft 10 winkelpanden in eigendom met elk een waarde in het economisch verkeer van circa € 1.000.000. Deze panden worden verhuurd aan landelijke winkelketens. Solid N.V. heeft geen schulden. Arthur en Bert vragen zich af of Solid N.V. omgezet kan worden in: een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) ex artikel 6a Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of een fiscale beleggingsinstelling (FBI) ex artikel 28 Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Is het verkrijgen van de fiscale VBI-status of de fiscale FBI-status mogelijk bij ongewijzigde aandelenverhoudingen en voortzetting van de bestaande activiteiten van Solid N.V.? A. B. C. D.
VBI-status is wel mogelijk, FBI-status is wel mogelijk. VBI-status is wel mogelijk, FBI-status is niet mogelijk. VBI-status is niet mogelijk, FBI-status is wel mogelijk. VBI-status is niet mogelijk, FBI-status is niet mogelijk.
Vraag 2 Ada van Peers (40 jaar oud) is momenteel in dienst bij twee werkgevers. Bij beide werkgevers neemt ze al enige jaren deel aan de fiscaal gefaciliteerde levensloopregeling. -
-
Bij werkgever Antonis heeft zij in 2012 een bruto jaarinkomen van € 50.000 en heeft zij op 31 december 2011 een saldo van € 3.500 levenslooptegoed opgebouwd. Bij werkgever Berkenhof heeft zij in 2012 een bruto jaarinkomen van € 40.000 en heeft zij op 31 december 2011 een saldo van € 600 levenslooptegoed opgebouwd.
Kan Ada in 2012 binnen de hiervoor genoemde levensloopregelingen afzonderlijk een bedrag van € 1.000 fiscaal gefaciliteerd storten? A. B. C. D.
Bij werkgever Antonis wel, bij werkgever Berkenhof wel. Bij werkgever Antonis wel, bij werkgever Berkenhof niet. Bij werkgever Antonis niet, bij werkgever Berkenhof wel. Bij werkgever Antonis niet, bij werkgever Berkenhof niet.
Page 1 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 3 In Nederland is het toezicht op financiële ondernemingen wettelijk geregeld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het prudentieel toezicht en het gedragstoezicht. Voor financiële ondernemingen treden De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) als toezichthouders op in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Met welke vorm van toezicht in dit kader houdt DNB zich primair bezig en met welke vorm van toezicht in dit kader houdt AFM zich primair bezig? A. B. C. D.
DNB met het gedragstoezicht, AFM met het prudentieel toezicht. DNB met het prudentieel toezicht, AFM met het prudentieel toezicht. DNB met het prudentieel toezicht, AFM met het gedragstoezicht. DNB met het gedragstoezicht, AFM met het gedragstoezicht.
Vraag 4 Joop van Beuningen is op 2 januari 2012 op 60-jarige leeftijd overleden. Het testament van Joop bevat een uitsluitingsclausule inhoudende dat hetgeen verkregen wordt nimmer zal vallen in een gemeenschap van goederen. De nalatenschap van Joop bestaat uit liquide middelen. Zijn enige erfgenaam is zijn dochter Veronie (40 jaar oud). Na betaling van erfbelasting resteert een bedrag van € 100.000, hetgeen bij Veronie op een renteloze betaalrekening staat. Veronie is gehuwd in algehele gemeenschap van goederen met Arthur Zwiers (48 jaar oud). Veronie en Arthur hebben samen één kind: Henk (18 jaar oud). Veronie woont met haar gezin in een huurwoning. Veronie overlijdt onverwacht op 20 december 2012 zonder testament. Arthur en Henk zullen geen enkele overeenkomst sluiten in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap. Behoudens voorgaande zijn er verder geen vermogensbestanddelen. Er is een kostendekkende begrafenisverzekering in natura voor Veronie. Welk totaalbedrag aan erfbelasting is door de erfgenamen verschuldigd ter zake het overlijden van Veronie? A. B. C. D.
€ € € €
0. 1.100. 3.088. 8.088.
Page 2 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 5 Frederik Takkens is 40 jaar oud en alleenstaand. Hij heeft op 1 februari 2012 voor het eerst in zijn leven een eigen woning verkregen voor € 400.000. Het belastbaar inkomen in box 1 van Frederik bedraagt in 2012 € 100.000. Frederik heeft de aankoop van de eigen woning geheel gefinancierd met een lening bij de bank. De rente op de lening bedraagt 5% op jaarbasis en is op maandbasis verschuldigd. In het kader van de aankoop van de woning en verkrijging van de financiering heeft Frederik diverse kosten moeten maken. Deze kosten zijn: - Afsluitprovisie bij de bank van € 4.000; - Makelaarscourtage van € 2.500; - Kosten van de transportakte van € 600; - Kosten van de hypotheekakte van € 600. Welke van de volgende uitgaven kan Frederik volledig bij de inkomstenbelasting 2012 in box 1 meenemen als aftrekbare kosten? A. B. C. D.
aangifte
De afsluitprovisie bij de bank van € 4.000. De makelaarscourtage van € 2.500. De kosten van de transportakte van € 600. De kosten van de hypotheekakte van € 600.
Vraag 6 Arend Winkel woont sinds 2009 samen met Bea Bartels. Sinds 1 januari 2010 zijn zij samen een notarieel samenlevingscontract aangegaan mede om zo te kwalificeren als partner voor de Successiewet. Arend en Bea werken beiden fulltime bij de politie. Arend heeft dankzij een in 2007 gewonnen prijs in de loterij een spaarrekening van € 500.000. Verder hebben Arend en Bea geen vermogen. Arend wil de volgende rechtshandelingen verrichten: 1. Hij wil zich borg stellen voor een bedrag van € 100.000 voor een bankschuld van zijn broer Chris. 2. Hij wil een gift doen van € 150.000 aan zijn zus Dina. Voor welke van de bovenstaande rechtshandelingen heeft Arend toestemming nodig van Bea om te bereiken dat Bea de rechtshandelingen niet kan vernietigen wegens het ontbreken van de eventueel benodigde toestemming? A. B. C. D.
Voor geen van beide rechtshandelingen. Voor beide rechtshandelingen. Voor uitsluitend rechtshandeling 1. Voor uitsluitend rechtshandeling 2.
Page 3 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 7 De heer Jalink (40 jaar oud) is directeur en 100% aandeelhouder van Jalink B.V. Zijn B.V. heeft ultimo 2011 € 200.000 aan overtollige liquide middelen. Over dit saldo wordt in 2012 door de bank een rente van 3% op jaarbasis vergoed. De heer Jalink vraagt zich af wat financieel het verschil zou zijn geweest tussen de volgende twee opties: 1. de B.V. handhaaft ultimo 2011 de liquide middelen van € 200.000 in de B.V. De heer Jalink heeft een eigenwoningschuld van € 500.000 bij een bank; 2. de B.V. keert de overtollige liquide middelen van € 200.000 ultimo 2011 als dividend aan de heer Jalink uit, die met de netto dividenduitkering gelijktijdig ultimo 2011 zijn eigenwoningschuld van € 500.000 bij een bank deels aflost. Stel dat alle van toepassing zijnde belastingen over de dividenduitkering ultimo 2011 zijn voldaan. Aanvullende gegevens zijn: de belastbare jaarwinst van de B.V. over 2012 is € 80.000; de rente op de eigenwoningschuld bedraagt 5% op jaarbasis voor 2012 en is achteraf op jaarbasis verschuldigd; de heer Jalink kan de rente in 2012 tegen 52% aftrekken; er is geen boeterente van toepassing bij de aflossing; stel dat latente en direct verschuldigde belastingpercentages over winstreserves en dividenduitkeringen gelijk zijn. Wat is financieel het verschil tussen optie 1 en 2 voor de vermogenspositie van de heer Jalink voor het jaar 2012? A. B. C. D.
€ 0. € 720. € 1.200. € 1.476.
Vraag 8 Gerrit Kooistra (78 jaar oud) woont samen met zijn broers Willem Kooistra (77 jaar oud) en Piet Kooistra (76 jaar oud). Zij wonen al 50 jaren met zijn drieën in een huurwoning in Almelo en voeren een gemeenschappelijke huishouding. Zij hebben alle drie hun hele leven in Nederland gewoond. Hoe hoog bedraagt het ouderdomspensioen van Gerrit, Willem en Piet tezamen op basis van de Algemeen Ouderdomswet (AOW)? A. B. C. D.
3 keer het ongehuwde ouderdomspensioen. 3 keer het gehuwde ouderdomspensioen. 1 keer het ongehuwde en 2 keer het gehuwde ouderdomspensioen. 1 keer het gehuwde en 2 keer het ongehuwde ouderdomspensioen. Page 4 of 15
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 9 Piet Donker (40 jaar oud) en Eva Pastoors (40 jaar oud) zijn gescheiden na een huwelijk van 15 jaar. De echtscheidingsbeschikking is op 10 januari 2000 in de registers van de burgerlijke stand ingeschreven. Bij de echtscheiding is een overeenkomst opgesteld, waarin is vastgelegd dat Piet alimentatie verschuldigd is aan Eva gedurende de wettelijke termijn volgens het burgerlijk recht. Piet is niet van plan om langer dan de wettelijke termijn bij te dragen aan het levensonderhoud van Eva. Eva wil echter dat de wettelijke termijn wordt verlengd. Binnen hoeveel maanden na afloop van de alimentatieperiode moet Eva het verzoek uiterlijk indienen bij de rechtbank als zij wil bereiken dat de rechtbank het verzoek inhoudelijk in behandeling neemt? A. B. C. D.
Binnen 3 maanden. Binnen 6 maanden. Binnen 9 maanden. Binnen 12 maanden.
Vraag 10 Bart de Boer (40 jaar oud) is sinds 2010 directeur en 100% aandeelhouder van Brood B.V. Bart kan kiezen tussen een oudedagsvoorziening in de tweede pijler (pensioen) en/of in de derde pijler (lijfrente). Bart heeft een bruto-jaarsalaris van € 50.000. De relevante gegevens over 2011 en 2012 voor Bart zijn de volgende: 1. Brood B.V. heeft aan Bart een auto ter beschikking gesteld met een cataloguswaarde van € 45.000. Bart rijdt privé meer dan 500 km per jaar. Het betreft geen elektrische auto. 2. Bart ontvangt een dividenduitkering van Brood B.V. van € 15.000 voor belastingen. Welke van bovenstaande gegevens onder 1. en 2. mag/mogen fiscaal zowel meegenomen worden in de berekening van de lijfrente-jaarruimte van Bart, als in de berekening van zijn pensioengrondslag? A. B. C. D.
Zowel gegeven 1, als gegeven 2. Alleen gegeven 1. Alleen gegeven 2. Noch gegeven 1, noch gegeven 2.
Page 5 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 11 Pjoter Herfst (80 jaar oud) heeft op 5 januari 2011 een pakket beursgenoteerde Nederlandse aandelenfondsen met een waarde van € 110.000 geschonken aan zijn dochter Linda (50 jaar oud). Dit is ook de waarde voor de schenkbelasting. In de schenkingsovereenkomst is een herroepingsclausule omtrent de aandelenfondsen opgenomen. Linda heeft de schenkbelasting betaald uit eigen liquide middelen. Uit de winst over 2011 is er in maart 2012 door de aandelenfondsen € 4.400 aan dividend aan Linda uitgekeerd. Zowel in 2011, als in 2012 schenkt Pjoter verder zonder clausules een bedrag van € 5.030 aan Linda. Op 5 april 2012 herroept Pjoter de schenking. De aandelen hadden toen een waarde van € 100.000. Bij de beantwoording van de vraag dient u geen rekening te houden met eventuele rente, kosten en dividendbelasting. Ga ervan uit dat aan alle vereisten is voldaan voor het doen van een rechtsgeldige schenking en herroeping van de schenking. U kunt er voor de berekening vanuit gaan dat de tarieven en vrijstelling voor de schenkbelasting in 2011 gelijk zijn aan die van 2012. Welk bedrag aan schenkbelasting is niet door Linda terug te vorderen van de belastingdienst ter zake van de herroeping van de schenking? A. B. C. D.
€ 0. € 440. € 4.400. € 5.030.
Vraag 12 De heer Cornelis (42 jaar oud) heeft een nog niet ingegane fiscaal gefaciliteerde lijfrenteaanspraak bij Cornelis B.V. De aanspraak is in 2007 bedongen in het kader van een ruisende inbreng van zijn IB-onderneming bij Cornelis B.V. De heer Cornelis wil in 2012 deze lijfrenteaanspraak met een waarde in het economisch verkeer van € 20.000 geheel zonder fiscale sancties onderbrengen bij de Nederlandse ABC Bank. Cornelis B.V. werkt hier volledig aan mee. Is de onderbrenging van de lijfrenteaanspraak bij ABC Bank voor de heer Cornelis mogelijk zonder fiscale sancties en zo ja, onder welke voorwaarde? A. B. C. D.
Nee. Ja, mits de uit te keren termijnen direct ingaan. Ja, mits de termijnen aan hem worden uitgekeerd en de eerste termijn wordt uitgekeerd uiterlijk in het kalenderjaar waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt. Ja, mits de termijnen aan hem worden uitgekeerd en de eerste termijn wordt uitgekeerd uiterlijk in het kalenderjaar waarin hij de leeftijd van 70 bereikt. Page 6 of 15
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 13 Joop Kienst (50 jaar oud) is woonachtig in Amsterdam. Hij heeft begin 2011 de volgende vermogensbestanddelen ingebracht in een door hem opgerichte trust die is gevestigd op Jersey (Verenigd Koninkrijk): 1. een pakket staatsobligaties van € 200.000. Indien Joop dit pakket zelf zou hebben gehouden, zou dit pakket staatsobligaties bij hem structureel kwalificeren als box 3 vermogen. 2. een vordering op Joop B.V. van € 500.000. De rente op deze vordering bedraagt 4% per jaar. Indien Joop deze vordering zelf zou hebben gehouden, zou de vordering structureel kwalificeren als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in box 1, omdat Joop de enige aandeelhouder is van Joop B.V. De trust kwalificeert als afgezonderd particulier vermogen in de zin van de Wet IB 2001. Sinds de inbreng is de trust nog steeds eigenaar van de ingebrachte activa. Joop is ongewijzigd enig aandeelhouder van Joop B.V. gebleven. De trust betaalt geen belasting. In welke box van de Wet IB vermogensbestanddelen in 2012 bij Joop? A. B. C. D.
2001
kwalificeren
de
ingebrachte
De staatsobligaties in box 3, de vordering op Joop B.V. in box 1. In geen enkele box. De staatsobligaties en de vordering op Joop B.V. beiden in box 3. De staatsobligaties in box 3, de vordering op Joop B.V. in box 2.
Vraag 14 Hans heeft de keuze tussen twee leningen, aan te gaan per begin 1 januari 2013: 1. een lineaire lening van € 200.000 met een looptijd van 20 jaar; 2. een annuïtaire lening van € 200.000 met een looptijd van 20 jaar. Stel dat het volgende geldt: a. de rente bedraagt op jaarbasis 2%, ultimo van een bepaald jaar verschuldigd; b. de aflossing op de lineaire lening vindt plaats op jaarbasis, ultimo van een bepaald jaar; c. de annuïtaire betalingen vinden per jaar plaats, ultimo van een bepaald jaar. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met overige kosten en belastingen. Hoeveel rente betaalt Hans afgerond in totaal in 20 jaar op de lineaire lening respectievelijk op de annuïtaire lening? A. B. C. D.
Op de lineaire lening: Op de lineaire lening: Op de lineaire lening: Op de lineaire lening:
€ 40.000, op de annuïtaire lening: € 40.000, op de annuïtaire lening: € 42.000, op de annuïtaire lening: € 42.000, op de annuïtaire lening:
€ 39.830. € 44.627. € 39.830. € 44.627. Page 7 of 15
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 15 Wat is van toepassing op een closed-end beleggingsfonds? A. B. C. D.
Wel inkoopverplichting uitgegeven aandelen, wel een vast aantal uitgegeven aandelen hetgeen zonder besluitvorming niet kan worden aangepast. Wel inkoopverplichting uitgegeven aandelen, geen vast aantal uitgegeven aandelen. Geen inkoopverplichting uitgegeven aandelen, wel een vast aantal uitgegeven aandelen hetgeen zonder besluitvorming niet kan worden aangepast. Geen inkoopverplichting uitgegeven aandelen, geen vast aantal uitgegeven aandelen.
Vraag 16 Uitspraak 1: binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is twee keer toepassing van de eerste tariefschijf voor de vennootschapsbelasting mogelijk indien er twee B.V.’s in de fiscale eenheid zijn opgenomen. Uitspraak 2: een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting tussen een moederschappij en dochtermaatschappij is wettelijk mogelijk indien de moedermaatschappij 100% van de stemrechtloze aandelen van de dochtermaatschappij in bezit heeft en het enige aandeel met stemrecht in de dochtermaatschappij eigendom van een derde is. Welke van de bovenstaande uitspraken is juist? A. B. C. D.
Uitspraak 1 is juist, Uitspraak 1 is juist, Uitspraak 1 is onjuist, Uitspraak 1 is onjuist,
uitspraak 2 is juist. uitspraak 2 is onjuist. uitspraak 2 is juist. uitspraak 2 is onjuist.
Vraag 17 Johan Zembla verwacht dat de rente op langlopende Nederlandse staatsobligaties in de loop van 2013 zeer fors zal stijgen. Hij heeft geheel 2012 Nederlandse staatsobligaties in bezit met een resterende looptijd van 11 jaar. Stel dat zijn verwachting uitkomt. Welk effect heeft de rentestijging normaliter op: a) de door Johan te ontvangen rente op de staatsobligaties in 2013 ten opzichte van de ontvangen rente in 2012? en b) de koers in 2013 van de staatsobligaties van Johan ten opzichte van de koers van vandaag? A. B. C. D.
De te ontvangen rente stijgt, de koers stijgt. De te ontvangen rente blijft gelijk, de koers daalt. De te ontvangen rente blijft gelijk, de koers stijgt. De te ontvangen rente stijgt, de koers daalt. Page 8 of 15
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 18 Kees Gansz heeft aan zijn zoon Martin (geboren op 1 januari 1987) geschonken: - op 1 januari 2007 een effectenportefeuille met een waarde van € 200.000 en - op 1 januari 2011 een effectenportefeuille met een waarde van € 300.000. In beide schriftelijke schenkingsovereenkomsten is een bewindsbepaling overeengekomen, inhoudende dat Kees levenslang het bewind voert volgens de regels van boek 7 BW. Stel dat Martin geschikt is de effectenportefeuilles zelfstandig te beheren. Kees wil echter dat het bewind op beide effectenportefeuilles in stand blijft. Kan Martin thans met succes via een gerechtelijke procedure bewerkstellingen dat het bewind wordt opgeheven voor de effectenportefeuille(s)? A. B. C. D.
Voor de in 2007 geschonken effectenportefeuille wel; voor de in 2011 geschonken effectenportefeuille wel. Voor de in 2007 geschonken effectenportefeuille wel; voor de in 2011 geschonken effectenportefeuille niet. Voor de in 2007 geschonken effectenportefeuille niet; voor de in 2011 geschonken effectenportefeuille wel. Voor de in 2007 geschonken effectenportefeuille niet; voor de in 2011 geschonken effectenportefeuille niet.
Vraag 19 Gerard van Geel is geboren op 1 januari 1950. Hij heeft op 13 september 2000 een kapitaalverzekering met een looptijd van 20 jaar afgesloten bij een verzekeraar. Op 3 december 2000 verlengt hij de looptijd met twee jaar tot 13 september 2022. Met ingang van 1 januari 2001 laat Gerard de kapitaalverzekering aanmerken als kapitaalverzekering eigen woning (KEW). Hij voldoet aan alle voorwaarden voor een KEW. Vervolgens heeft Gerard ultimo 2008 zijn KEW omgezet in een spaarrekening eigen woning (SEW). Hij voldoet aan alle voorwaarden voor een SEW. Ultimo 2010 heeft Gerard zijn eigen woning verkocht en overgedragen. Sindsdien woont hij in een huurhuis. Heeft Gerard in 2012 recht op de zogenoemde tijdelijke vrijstelling van onderdeel AN, van het overgangsrecht Wet IB 2001 ten aanzien van het SEW-kapitaal dat nog bij de bank staat? Zo ja, waarom wel? A. B. C. D.
Ja, omdat de verzekering is afgesloten voor de invoering van de Wet IB 2001. Ja, omdat de looptijd voor het einde van het jaar 2000 is aangepast. Ja, omdat de tijdelijke vrijstelling ook van toepassing is op kapitaal dat voorheen een KEW was. Nee. Page 9 of 15
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 20 Hans Joosten (40 jaar oud) en Hanneke Drost (40 jaar oud) zijn op 1 januari 2000 getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. Hans en Hanneke hebben geen kinderen. Hanneke is duurzaam 100% arbeidsongeschikt en heeft geen inkomen Op 20 december 2012 overlijdt Hans. De enige bezitting van Hans en Hanneke is een spaarrekening met € 3.000.000. Heeft Hanneke recht op een ANW-nabestaandenuitkering? Zo ja, met hoeveel procent wordt de ANW-nabestaandenuitkering gekort? A. B. C. D.
Nee. Ja, korting 0%. Ja, korting 30%. Ja, korting 50%.
Vraag 21 De heer Kerssens koopt een call DSM dec2014 uitoefenprijs € 34 voor € 6,70. Hij verkoopt tegelijk een call DSM dec2014 uitoefenprijs € 40 voor € 3,90. Verder geldt dat: - De opties uitsluitend op het eind van de looptijd worden uitgeoefend; - Opties worden alleen uitgeoefend indien deze op het moment van uitoefenen in the money zijn. Met rentes, overige kosten en belastingen dient bij beantwoording van de vraag geen rekening te worden gehouden. De break-evenkoers is de koers waarbij noch winst, noch verlies wordt gemaakt. Wat is voor de heer Kerssens de maximale winst en de break-evenkoers op moment van uitoefening op uitoefeningsdatum? A. B. C. D.
Maximale winst: € 280, break-evenkoers: € 37,20. Maximale winst: € 320, break-evenkoers: € 37,20. Maximale winst: € 280, break-evenkoers: € 36,80. Maximale winst: € 320, break-evenkoers: € 36,80.
Page 10 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 22 Hendrik-Jan Blauw is 40 jaar en alleenstaand. Hendrik-Jan heeft in 2012 een brutosalaris van € 100.000. Hendrik-Jan is in 2012 notarieel een periodieke gift aan het Nederlandse Rode Kruis overeengekomen. Hendrik-Jan schenkt het Nederlandse Rode Kruis € 10.000 per jaar gedurende 5 jaren. De schenking vindt jaarlijks plaats op 27 december en voor het eerst op 27 december 2012. Het Nederlandse Rode Kruis heeft de status van een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Stel dat het volgende geldt: - het Nederlandse Rode Kruis neemt de notariskosten voor het vastleggen van de overeenkomst voor haar rekening; - het van toepassing zijnde inkomstenbelastingtarief voor Hendrik-Jan is 52%; - Hendrik-Jan heeft verder geen aftrekposten; - het spaargeld van Hendrik-Jan bedraagt op 1 januari 2012 € 5.000; - Hendrik-Jan maakt maximaal gebruik van de aftrekmogelijkheden van de Wet IB 2001. Welke belastingteruggave ontvangt Hendrik-Jan over de gift over het belastingjaar 2012? A. B. C. D.
€ 4.680. € 5.200. € 5.850. € 6.500.
Vraag 23 Gerrit Karstens (40 jaar oud) wil op korte termijn een B.V. oprichten. Om een B.V. rechtsgeldig op te kunnen richten, stelt zijn adviseur dat bij de oprichting op basis van het burgerlijk wetboek onder andere aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan: Voorwaarde 1:
Er moet een verklaring van geen bezwaar van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn.
Voorwaarde 2:
De B.V. moet een minimum geplaatst aandelenkapitaal van € 18.000 hebben.
Kent het burgerlijk wetboek thans deze voorwaarde(n) bij oprichting van de B.V.? A. B. C. D.
Voorwaarde 1 wel, voorwaarde 2 wel. Voorwaarde 1 wel, voorwaarde 2 niet. Voorwaarde 1 niet, voorwaarde 2 wel. Voorwaarde 1 niet, voorwaarde 2 niet.
Page 11 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 24 Pieter Stevens en Karin Krans zijn sinds 2008 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Pieter heeft op 2 januari 2012 een direct opeisbare renteloze lening van € 100.000 bij zijn oom Henk gesloten voor een investering in de eenmanszaak van Pieter. Op 1 oktober 2012 is het huwelijk van Pieter en Karin door echtscheiding beëindigd. Karin heeft bij de verdeling van de gemeenschap per saldo € 40.000 verkregen, hetgeen sinds de verdeling op een renteloze betaalrekening staat. De schuld aan oom Henk is daarbij aan Pieter toegedeeld, zonder dat oom Henk hiermee heeft ingestemd. Pieter kan de lening aan oom Henk door verlies aan omzet niet meer terugbetalen. Er resteert op 1 december 2012 een schuld van € 100.000 aan oom Henk. Oom Henk eist op 20 december 2012 zijn vordering op Pieter op en constateert dat Pieter inmiddels geen vermogen meer heeft. Voor welk bedrag kan oom Henk, indien hij dat wil, in dit kader zich op Karin verhalen? A. B. C. D.
€ 0. € 40.000. € 50.000. € 100.000.
Vraag 25 Alex van Bemmel is eigenaar van een woning. Zijn zus heeft schulden bij bank ABC. Met instemming van Alex krijgt bank ABC op de woning van Alex een hypotheekrecht voor de vordering die bank ABC op de zus van Alex heeft. Er is aldus sprake van een derden-hypotheek. Wat is een kenmerk van een derden-hypotheek? A. B. C. D.
Schuldeiser en hypotheeknemer zijn dezelfde persoon. Schuldenaar is een ander dan de hypotheekgever. Schuldenaar en hypotheekgever zijn dezelfde persoon. Schuldeiser is tevens hypotheeknemer. Schuldeiser en hypotheekgever zijn dezelfde persoon. Hypotheeknemer is tevens schuldenaar. Schuldenaar en hypotheeknemer zijn dezelfde persoon. Schuldeiser is tevens hypotheekhouder.
Page 12 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 26 Edward Quint (40 jaar oud) en Karel Post (40 jaar oud) wonen langer dan 5 jaren samen zonder een notarieel samenlevingscontract. Edward Quint heeft in het verleden een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten bij de beursgenoteerde verzekeringsmaatschappij Caval. Deze verzekering valt nog steeds onder het zogenoemde oude regime van de Wet IB1964. De regels die golden op 31 december 1991 zijn nog steeds van toepassing op deze verzekering. Edward is verzekeringnemer en verzekerde bij deze verzekering. Karel is begunstigde op de verzekering. Het verzekerd bedrag is € 1.000.000. Karel heeft verder op het leven van Edward bij de beursgenoteerde verzekeringsmaatschappij ABC een levensverzekering gesloten. Karel is verzekeringnemer en eerste begunstigde op deze verzekering. Het verzekerd bedrag is € 750.000. Stel dat Edward nu overlijdt en de uitkeringen uit de verzekeringen onherroepelijk worden. Edward laat bij overlijden een spaarrekening met een saldo van € 800.000 na aan Karel. U kunt ervan uitgaan dat Karel de uitkeringen en het geërfde vermogen binnen 24 maanden na het overlijden van Edward in het geheel geconsumeerd heeft. Is de uitkering van Caval en/of de uitkering van ABC voor Karel onderworpen aan erfbelasting? A. B. C. D.
De uitkering van Caval wel, de uitkering van ABC wel. De uitkering van Caval wel, de uitkering van ABC niet. De uitkering van Caval niet, de uitkering van ABC wel. De uitkering van Caval niet, de uitkering van ABC niet.
Vraag 27 Jan Holland heeft een calloptie op het beursgenoteerde aandeel Z met een resterende looptijd van 3 maanden gekocht. De calloptie is out-of-the-money. Op het aandeel wordt geen dividend uitgekeerd. Waarom heeft de calloptie op de beurs nog een waarde? A. B. C. D.
Omdat men een calloptie direct mag uitoefenen. Omdat een calloptie altijd nog in-the-money kan komen. Omdat de uitoefenprijs van de calloptie hoger is dan de beurskoers. Omdat de calloptie na 3 maanden doorgerold kan worden.
Page 13 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 28 Eric Raademakers ontvangt een AOW-uitkering en geen aanvullend pensioen. Hij heeft een gedeelte van de overwaarde van € 900.000 op zijn hypotheekvrije woning te gelde gemaakt om leuke dingen te kunnen doen. Hij heeft daartoe de volgende krediethypotheek op zijn woning afgesloten: limiet: € 450.000; looptijd: 20 jaar vanaf per begin 1 januari 2012; opname geldbedragen: o jaar 2012 t/m 2016: € 24.000 per begin 1 januari van ieder jaar; o jaar 2017 t/m 2026: € 12.000 per begin 1 januari van ieder jaar; rente: nominale rente van 4,8% op jaarbasis wordt ultimo van een bepaald jaar bij de uitstaande schuld geboekt; rentepercentage wijzigt niet gedurende de gehele looptijd; aflossing: aflossingsvrij gedurende de gehele looptijd; afsluitprovisie: eenmalig € 5.000. Dit wordt per begin 1 januari 2012 bij het krediet geboekt. Bij beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belasting en overige kosten. Hoeveel bedraagt de afgeronde kredietstand van Eric ultimo 2026, ervan uitgaande dat de rente over 2026 is bijgeboekt? A. B. C. D.
€ € € €
358.264. 370.726. 377.935. 388.036.
Vraag 29 Henk Lastman is 50 jaar en alleenstaand. Hij is op 1 oktober 2011 werkloos geworden. Gezien zijn arbeidsverleden heeft Henk recht op een WW-uitkering voor 24 maanden. Op 1 oktober 2012 is de WW-uitkering van Henk stopgezet, omdat Henk weer een baan heeft gevonden. Henk wordt echter buiten zijn schuld om per 1 december 2012 ontslagen zonder ontslagvergoeding. Heeft Henk vanaf 1 december 2012 recht op een WW-uitkering en zo ja, voor hoeveel maanden? A. B. C. D.
Nee. Ja, voor 3 maanden. Ja, voor 10 maanden. Ja, voor 12 maanden.
Page 14 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 30 Joop Martens (50 jaar oud) en Chantal Haaskens (50 jaar oud) zijn in 1995 gescheiden. Zij hebben 2 kinderen: Anne (28 jaar oud) en Bert (20 jaar oud). Chantal is in 2000 hertrouwd met Henk van Groningen. In het kader van het echtscheidingsconvenant van Joop en Chantal, heeft Joop zich verplicht maandelijks € 500 aan ieder kind afzonderlijk te betalen als bijdrage voor het levensonderhoud. Deze verplichting komt hij nog steeds na. De verplichting eindigt als een kind is afgestudeerd of indien het 30 jaar oud is geworden. Anne en Bert wonen beiden in Amsterdam. Anne studeert geneeskunde en zij woont niet meer thuis. Zij heeft geen recht op een studiebeurs op grond van de Wet studiefinanciering 2000. Bert studeert rechten en hij woont niet meer thuis. Hij heeft recht op de wettelijke studiefinanciering, bestaande uit een reisvoorziening en een maandelijkse beurs van ongeveer € 266 per maand. Kan Joop de bijdrage voor het levensonderhoud voor Anne en/of voor Bert in 2012 aftrekken als persoonsgebonden aftrek op grond van de Wet IB 2001? A. B. C. D.
Voor Anne wel, voor Bert wel. Voor Anne wel, voor Bert niet. Voor Anne niet, voor Bert wel. Voor Anne niet, voor Bert niet.
- EINDE –
Page 15 of 15 © 2012, Stichting Certificering FFP