Examen Federatie Financieel Planner
Vrijdag 15 juni 2012
DEEL I 10.00 - 12.00 uur - Meerkeuzevragen Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 16 pagina's.
Norm is 10 fouten.
N.B.: Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. Vul uw antwoorden in met potlood. U dient te blijven zitten tot 12.00 uur en totdat uw enveloppe is opgehaald door een surveillant.
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 1 De heer Kuiper heeft van zijn beleggingsadviseur het advies gekregen om groeiaandelen in zijn effectenportefeuille op te nemen. Wat is een kenmerk van een groeiaandeel? A. B. C. D.
Bij het aandeel stijgt het dividend procentueel gemiddeld met de inflatie, omdat de winst van de onderneming ook stijgt met de inflatie. Op het aandeel wordt geen of gering dividend uitgekeerd, omdat de winst geherinvesteerd wordt in de onderneming. Dividend op het aandeel wordt naar keuze uitgekeerd in aandelen of contant. Op het aandeel wordt meer dan de helft van de winst van de onderneming als dividend uitgekeerd.
Vraag 2 Hanneke is alleenstaand en thans 40 jaar oud. Hanneke bezit 9 aandelen (genummerd 1 tot en met 9) in Achmed B.V. te Amsterdam. Het geplaatste aandelenkapitaal van Achmed B.V. is verdeeld in 18 aandelen van € 2.000 nominaal. Hanneke heeft haar 9 aandelen bij de oprichting van Achmed B.V. in 2010 verkregen onder de verplichting per aandeel € 2.000 te storten. Aan deze verplichting heeft zij bij de oprichting voldaan. Op de overige 9 aandelen (genummerd 10 tot en met 18) in Achmed B.V. is door de mede-aandeelhouders ook € 2.000 per aandeel bij de oprichting in 2010 gestort. Op 1 juli 2011 heeft Hanneke de overige 9 aandelen (genummerd 10 tot en met 18) in Achmed B.V. gekocht en verkregen van de mede-aandeelhouders voor een bedrag van € 36.000. Hanneke wil per 1 juli 2012 het aandeel in Achmed B.V. met het nummer 18 voor een bedrag van € 5.000 verkopen aan een derde. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met eventuele kosten. Wat is voor Hanneke over 2012 het inkomen uit aanmerkelijk belang volgens de Wet IB 2001, indien zij per 1 juli 2012 het aandeel in Achmed B.V. met het nummer 18 verkoopt voor € 5.000? A. B. C. D.
€ 0. € 1.000. € 2.000. € 3.000.
Page 1 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 3 Arend Koenders is op 11 november 2011 gehuwd met Bea Stern. Zij zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Er zijn geen verrekenbedingen of overige afspraken opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. Op 1 januari 2012 leent Arend € 50.000 van Bea. Er wordt geen afspraak gemaakt over de condities van de lening. Arend koopt en verkrijgt op 1 januari 2012 met de geleende € 50.000, met medeweten van Bea, een kunstwerk van € 50.000. Arend en Bea krijgen vervolgens ruzie. Bea stelt zich op het standpunt, dat zij van Arend het bedrag uitbetaald wil hebben waar zij maximaal recht op heeft wanneer Arend de lening op 1 juli 2012 aflost. Het kunstwerk is op 1 juli 2012 € 90.000 waard. Stel dat de wettelijke rente 3% op jaarbasis is. Bij beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belastingen en overige dan de hiervoor benoemde kosten. Wat is het maximale bedrag dat Bea per 1 juli 2012 van Arend met succes kan opeisen in het kader van de door haar verstrekte lening? A. B. C. D.
€ € € €
50.000. 50.750. 70.000. 90.000.
Vraag 4 Jan van Brabant stort met ingang van 1 januari 2013 maandelijks € 300 op een spaarrekening. De rentevergoeding op deze spaarrekening bedraagt 0,20% per maand achteraf. De rente wordt ultimo van iedere maand bijgeschreven op de spaarrekening. Elke maand wordt hierbij geacht evenveel rentedagen te hebben. De laatste storting vindt plaats op 1 december 2014. Jan neemt tussentijds geen gelden op. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belastingen en kosten. Hoe hoog is het afgeronde saldo van de spaarrekening ultimo 2014; aldus exact 2 jaar na de eerste storting? A. B. C. D.
€ € € €
7.183. 7.383. 7.583. 7.783. Page 2 of 16
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 5 De heer Maan is in 2009 gescheiden van mevrouw Abma. Mevrouw Abma is thans 45 jaar oud en woont sinds de echtscheiding in 2009 zonder relatie alleen in Amsterdam. Bij de echtscheiding heeft mevrouw Abma enkel het recht op een bijzonder partnerpensioen van bruto € 20.000 op jaarbasis gekregen. De heer Maan is thans 50 jaar oud en is in mei 2012 getrouwd met de 20 jaar jongere mevrouw Kroes. Mevrouw Abma wil heden het bijzonder partnerpensioen onherroepelijk overdragen aan mevrouw Kroes. Is dit mogelijk op grond van de Pensioenwet en waarom wel of niet? A. B. C. D.
Nee, omdat mevrouw Abma alleenstaand is. Nee, mevrouw Abma heeft op grond van de Pensioenwet een eigen recht op het bijzonder partnerpensioen en dit is niet overdraagbaar. Ja, mits de heer Maan en mevrouw Abma dit in het echtscheidingsconvenant zijn overeengekomen. Ja, mits dit bij notariële akte wordt overeengekomen en de pensioenuitvoerder hieraan wil meewerken.
Vraag 6 Henk en Alie Goudswaard zijn sinds 2000 getrouwd in gemeenschap van goederen. Henk en Alie wonen sinds 1 september 2011 in een huurwoning te Deventer. Hiervoor woonden zij in een koopwoning Zwolle. Zij zullen nooit meer in Zwolle gaan wonen. Zij verhuren sinds 1 december 2011 de voormalige eigen woning te Zwolle bij een gebrek aan kopers. Voor deze woning te Zwolle geldt het volgende: - Sinds 1 januari 2011 in de verkoop; - WOZ-waarde voor 2011 en 2012: € 250.000; - Werkelijke waarde voor 2011 en 2012: € 250.000; - Een woningfinanciering voor 2011 en 2012 van € 150.000 met een vaste rente van 6% op jaarbasis; - Brutohuur over geheel 2012 van € 9.000; - Zowel de huur als de betaalde rente over 2012 wordt op hetzelfde moment op 31 december 2012 ontvangen respectievelijk betaald. Henk en Alie hebben verder geen bezittingen, noch schulden. Bij beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met overige dan de hiervoor benoemde kosten. Wat is afgerond over het tijdvak 2012 voor Henk en Alie de netto-opbrengst van de verhuurde woning te Zwolle na belasting op grond van de Wet IB 2001? A. B. C. D.
-/- € -/- € -/- € €
9.000. 762. 692. 0. Page 3 of 16
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 7 Karel Steenman is thans 45 jaar oud en alleenstaand. Hij is bij de oprichting in 1990 enig aandeelhouder geworden in een onroerende zaak B.V., te weten Steenman Verhuur B.V. De B.V. heeft in 1991 het op de balans vermelde kantoorpand in eigendom verkregen. De verkrijgingsprijs voor Karel van het 100%-belang in Steenman Verhuur B.V. is € 20.000. Er zijn alleen maar gewone aandelen Steenman Verhuur B.V. uitgegeven. De economische balans van Steenman Verhuur B.V. per 1 januari 2012 en per 1 maart 2012 is als volgt (in €): Activa Kantoorpand verhuurd aan gemeente Amsterdam Totaal
Passiva 140.000 Eigen vermogen - Schuld 140.000 Totaal
20.000 120.000 140.000
De waarde in het economische verkeer van het kantoorpand is gedurende het hele jaar 2012 € 140.000. Karel verkoopt en draagt op 1 januari 2012 50% van zijn aandelen Steenman Verhuur B.V. over aan Iwan Biemans voor € 10.000. Iwan is thans 40 jaar oud en geen familie van Karel. Karel verkoopt en draagt op 1 maart 2012 ook nog 25% aandelen Steenman Verhuur B.V. over aan Gerrit de Vries voor € 5.000. Gerrit is thans 42 jaar oud en geen familie van Karel en/of Iwan. Na 1 maart 2012 heeft Karel aldus nog 25% aandelen van Steenman Verhuur B.V. De mogelijk verschuldigde overdrachtsbelasting bij de verkoop van aandelen op 1 januari 2012 en 1 maart 2012 komt voor rekening van de betreffende koper. Hoeveel overdrachtsbelasting is Iwan respectievelijk Gerrit in 2012 verschuldigd ter zake van de verkrijging van het betreffende aandelenpakket Steenman Verhuur B.V.? A. B. C. D.
Iwan Iwan Iwan Iwan
€ 600, Gerrit € 600, Gerrit € 4.200, Gerrit € 4.200, Gerrit
€ 0. € 300. € 0. € 2.100.
Page 4 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 8 John Kanning is op 1 januari 2012 overleden. Tot zijn overlijden was hij in gemeenschap van goederen getrouwd met Maaike. Uit dit huwelijk is hun zoon Nico geboren. Het testament van John behelst de wettelijke verdeling met een jaarlijkse oprenting van de onderbedelingsvordering van 6% samengesteld. Maaike en zoon Nico zijn beiden voor 50% erfgenaam van John. John zijn nalatenschap bedraagt € 2.000.000. Maaike en zijn zoon Nico aanvaarden de erfenis en voeren het testament volledig uit. Op 1 januari 2012 zijn Maaike 82 jaar en Nico 62 jaar oud. Wat zijn de belastbare bedragen voor de erfbelasting zonder toepassing van eventuele vrijstellingen voor Maaike respectievelijk Nico? A. B. C. D.
Maaike Maaike Maaike Maaike
€ 400.000, Nico € 500.000, Nico € 1.000.000, Nico € 1.600.000, Nico
€ 1.600.000. € 500.000. € 1.000.000. € 400.000.
Vraag 9 De heer Houben wordt op 31 augustus 2012 62 jaar oud. Hij is sinds januari 2008 voor 80% arbeidsongeschikt. Dit is hij nog steeds. Hij was ondernemer en heeft zijn onderneming in februari 2008 gestaakt. De stakingswinst is over het belastingjaar 2008 fiscaal in aanmerking genomen. De heer Houben heeft in 2008 gebruik gemaakt van de fiscaal gefacilieerde mogelijkheid om de stakingswinst om te zetten in een lijfrenteverzekering ter grootte van € 100.000. Hierbij is rekening gehouden met de stakingsaftrek. Hij heeft het bedrag van € 100.000 als extra lijfrentepremie op fiscaal correcte wijze geheel in aftrek gebracht op zijn belastbare inkomen in 2008. Gezien de lage rente in 2008 heeft de heer Houben destijds echter nog geen lijfrente-uitkering aangekocht. De heer Houben wil het volledige lijfrentekapitaal begin augustus 2012 aanwenden voor de aankoop van een overbruggingslijfrente-uitkering voor hemzelf van zijn 62e tot 65e jaar. Is deze aanwending zonder fiscale sanctie mogelijk? En ja, om welke reden is dit mogelijk? A. B. C. D.
Nee. Ja, omdat een overbruggingslijfrente nog steeds mogelijk is voor voormalige ondernemers. Ja, omdat hij voor meer dan 45% arbeidsongeschikt is. Ja, omdat hij voor 80% arbeidsongeschikt is.
Page 5 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 10 Op 1 juli 2012 wordt Jan de Bie 65 jaar. Zijn echtgenote Astrid is thans 60 jaar en zij heeft geen inkomen. Naast zijn AOW heeft Jan een ouderdomspensioen van bruto € 50.000 op jaarbasis. Krijgt Jan bij zijn AOW een bruto-toeslag in verband met zijn echtgenote Astrid? Zo ja, met welk percentage wordt deze bruto-toeslag gekort? A. B. C. D.
Nee. Ja, de korting bedraagt 0%. Ja, de korting bedraagt 8%. Ja, de korting bedraagt 10%.
Vraag 11 Particulier A heeft een lening bij bank C van € 2.000.000 met een 12-maands Euribor rentetarief plus opslag. Particulier A wil haar renterisico afdekken door middel van een renteswap. Particulier A koopt hiertoe voor het komende jaar bij bank B een renteswap: - op de hoofdsom van € 2.000.000; - tegen een lange rente van 5% op jaarbasis tegen de 12-maands Euribor; - met een looptijd van 1 jaar. Ga er van uit dat bank B rechtstreeks de swappartij is voor particulier A. Stel dat de hoogte van de 12-maands Euribor gedurende de looptijd van de renteswap 2,2% bedraagt zonder opslag. Stel dat de lange rente van 5% en de 12-maands Euribor op hetzelfde moment, te weten op het eind van de 1 jaarsperiode van de renteswap, betaald worden. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belastingen, opslagen en overige dan de hiervoor benoemde kosten. Welke rentebedragen betalen particulier A en bank B over en weer in het kader van de verplichtingen uit de afgesloten renteswap? A. B. C. D.
Particulier A betaalt bank B € 100.000 en bank B betaalt particulier A € 0. Particulier A betaalt bank B € 44.000 en bank B betaalt particulier A € 0. Particulier A betaalt bank B € 100.000 en bank B betaalt particulier A € 44.000. Particulier A betaalt bank B € 44.000 en bank B betaalt particulier A € 100.000.
Page 6 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 12 Barend Zender is in 2010 onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met Berna Brox. Zij willen hun huwelijkse voorwaarden wijzigen per 1 juli 2012. Welk van de onderstaande genoemde instantie en/of persoon dient er goedkeuring te geven voor het rechtsgeldig wijzigen van de huwelijkse voorwaarden? A. B. C. D.
Uitsluitend de rechtbank. Uitsluitend de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zowel de rechtbank als de ambtenaar van de burgerlijke stand. Niet de rechtbank en ook niet de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Vraag 13 De heer Hunen is in september 2011 overleden. Tot zijn overlijden was hij gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Er zijn geen verrekenbedingen of overige afspraken in de huwelijkse voorwaarden opgenomen. Hij heeft geen kinderen. De heer Hunen was tot zijn overlijden eigenaar van 100% van de aandelen in KP beleggings-B.V. Het geplaatst kapitaal van de B.V. bedraagt € 18.000. Zijn overlijden heeft tot gevolg dat er door de fictieve vervreemding van de aandelen KP beleggings-B.V. € 400.000 inkomstenbelasting moet worden betaald. Daarnaast is de echtgenote van de heer Hunen over de gehele erfenis € 200.000 erfbelasting verschuldigd. De verschuldigde belasting van in totaal € 600.000 moet volgende maand betaald worden. De bedoeling is dat het gehele bedrag van € 600.000 gefinancierd wordt uit een dividenduitkering van KP beleggings-B.V. Ga er bij de beantwoording van deze vraag vanuit dat van alle mogelijke fiscale faciliteiten gebruik wordt gemaakt. Welk brutodividend dient KP beleggings-B.V. minimaal uit te keren, zodat met het nettodividend de € 600.000 betaald kan worden? A. B. C. D.
€ € € €
600.000. 666.667. 750.000. 800.000.
Page 7 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 14 Jacob van Kampen koopt op 1 januari 2013 aandelen voor een bedrag van US dollars 300.000 met als equivalent € 225.000. De investering duurt exact 1 jaar; op 1 januari 2014 krijgt Jacob de investering van US dollars 300.000 en het rendement hierop uitbetaald. Het brutorendement op de investering in US dollars is 10% op jaarbasis, zonder rekening te houden met valutaverschillen. Stel dat op 1 januari 2014 de koers Euro/US dollar zo is dat voor 1,2 Euro 1 US dollar wordt verkregen. Stel dat op 1 januari 2014 het totale bedrag inclusief rendement in US dollars door Jacob wordt omgewisseld in Euro’s. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belastingen en overige dan de hiervoor benoemde kosten. Wat is het absolute resultaat op de investering in Euro’s voor Jacob van Kampen op 1 januari 2014? A. B. C. D.
€ 50.000. € 75.000. € 82.500. € 171.000.
Vraag 15 Kees Hendrix is thans 40 jaar oud en is al 10 jaar als werknemer werkzaam bij Age IT-consulting vennootschap onder firma (hierna: Age VOF). Age VOF heeft Kees bij zijn indiensttreding een pensioenregeling toegezegd op basis van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet, waarbij het laatstverdiende salaris de basis vormt voor het pensioen. Age VOF zal in 2012 de pensioenregeling van alle werknemers van Age VOF vanaf aanvang dienstbetrekking financieel gaan verbeteren. Alle kosten voor de pensioenregeling zijn voor rekening van de werkgever. Kees heeft op 1 juni 2010 een koopsom voor een lijfrenteverzekering gestort en op 1 juni 2011 een bedrag gestort op een bancaire lijfrentespaarrekening. Beide bedragen zijn op een fiscale correcte wijze geheel in aftrek gebracht als uitgave voor inkomensvoorzieningen op zijn belastbare inkomen in 2010 respectievelijk 2011. Heeft de verbetering van de pensioenaanspraak in 2012 tot gevolg dat bij Kees een negatieve uitgave voor inkomensvoorziening in zijn aangifte inkomstenbelasting 2012 in aanmerking moet worden genomen? En zo ja, ter zake van welke storting? A. B. C. D.
Nee. Ja, alleen bij de lijfrentespaarrekening. Ja, alleen bij de lijfrenteverzekering. Ja, zowel bij de lijfrentespaarrekening als bij de lijfrenteverzekering. Page 8 of 16
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 16 Willem van Zwol is thans 56 jaar oud. Hij heeft 36 jaar full-time voor dezelfde werkgever gewerkt. Willem wordt wegens een reorganisatie ontslagen. Hij heeft recht op een WW-uitkering en vraagt deze tijdig aan. Willem heeft financiële problemen en vindt vriend Bert bereid hem geld te lenen. Bert eist als zekerheid verpanding van de WW-uitkering of onherroepelijke machtiging tot het in ontvangst nemen van de WW-uitkering van Willem. Is verpanding of onherroepelijke rechtsgeldig mogelijk? A. B. C. D.
machtiging,
zoals
hiervoor
omschreven,
Verpanding en onherroepelijke machtiging zijn beide mogelijk. Verpanding en onherroepelijke machtiging zijn beide niet mogelijk. Verpanding is wel mogelijk en onherroepelijke machtiging is niet mogelijk. Verpanding is niet mogelijk en onherroepelijke machtiging is wel mogelijk.
Vraag 17 Gert en Anneke de Koning zijn in januari 2012 een geregistreerd partnerschap onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen aangegaan. Er zijn geen verrekenbedingen of overige afspraken gemaakt. Ze wonen in de woning van Gert. Anneke heeft nu en in de toekomst geen onroerende zaken in eigendom. Gert is voornemens de volgende rechtshandelingen te verrichten: 1. Vestigen van een hypotheek op zijn woning op 1 juli 2012; 2. Verkoop van zijn woning aan een derde voor de WOZ-waarde op 1 oktober 2012; 3. Doen van een gift van € 250.000 aan zijn enige zus Cora op 1 december 2012. Voor welke van de genoemde rechtshandelingen behoeft Gert op basis van het Burgerlijk Wetboek toestemming van Anneke? A. B. C. D.
Voor alle genoemde rechtshandelingen. Alleen voor het vestigen van een hypotheek op zijn woning en voor de verkoop van zijn woning. Alleen voor de verkoop van zijn woning en de gift aan Cora. Alleen voor het vestigen van een hypotheek op zijn woning en de gift aan Cora.
Page 9 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 18 Ada en Bert van Delft zijn op 1 november 2005 getrouwd in gemeenschap van goederen. Het huwelijk is echter problematisch en zij gaan over tot echtscheiding. De volgende tijdstippen zijn daarbij voor hen van belang: - Op 1 februari 2012 heeft Bert de gezamenlijke woning verlaten en is hij gaan wonen bij zijn vriendin Truus met wie hij op 1 februari 2012 een notarieel samenlevingscontract heeft gesloten; - Op 1 maart 2012 is het verzoek tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank; - Op 1 mei 2012 heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken; - Op 1 juni 2012 is de beschikking van de rechtbank van de echtscheiding ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Wanneer is bij Ada en Bert de gemeenschap van goederen van rechtswege ontbonden? A. B. C. D.
Op 1 februari 2012. Op 1 maart 2012. Op 1 mei 2012. Op 1 juni 2012.
Vraag 19 Pieter-Bas Winters is alleenstaand en is thans 40 jaar oud. Hij heeft in 1998 een uitgestelde lijfrenteverzekering afgesloten bij de Nederlandse verzekeraar Z. Pieter-Bas heeft de koopsom voor deze lijfrenteverzekering van € 5.000 op fiscaal correcte wijze geheel in mindering gebracht op zijn belastbare inkomen in 1998. In maart 2012 is hij naar Frankrijk geëmigreerd. Op het moment van emigratie is de waarde in het economisch verkeer van de lijfrenteverzekering bruto € 15.000. In de maanden januari en februari 2012 verdient hij als werknemer in Nederland nog bruto € 50.000. Dit bedrag vormt zijn belastbare loon in box 1 in 2012 in Nederland. Krijgt Pieter-Bas door zijn emigratie een conserverende aanslag in Nederland opgelegd met betrekking tot deze lijfrenteverzekering? En zo ja, voor welk bedrag? A. B. C. D.
Nee. Ja, voor een bedrag van € 5.000. Ja, voor een bedrag van € 10.000. Ja, voor een bedrag van € 15.000.
Page 10 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 20 De heer Cornelis heeft bij een financieringsmaatschappij een volgende lening: - hoofdsom van € 250.000; - rentevastperiode van 5 jaar; - nominale rente van 4% op jaarbasis, deze is per jaar achteraf verschuldigd; - resterende looptijd is heden exact 1 jaar en de nominale rente voor een rentevastperiode van exact 1 jaar bedraagt op dit moment 3% nominaal op jaarbasis bij betaling per jaar achteraf; - boetevrije aflossing van 10% per jaar over de hoofdsom; over het restant van de hoofdom wordt nominale boeterente berekend bij vervroegde aflossing of oversluiting; - bij berekening van de nominale boeterente wordt gebruik gemaakt van de contante-waarde-methode, waarbij voor het contant maken in casu gerekend wordt met het nominale rentepercentage van de resterende looptijd. Gezien de lagere rentestanden besluit de heer Cornelis heden de lening over te sluiten. Welk afgerond bedrag aan nominale boeterente zal de financieringsmaatschappij de heer Cornelis in rekening brengen? A. B. C. D.
€ € € €
2.182. 2.250. 2.425. 2.500.
Vraag 21 Stel dat de soliditeit van de Nederlandse staat op de obligatiemarkt niet ter discussie staat en derhalve als een zeer veilige belegging wordt gezien. Mevrouw De Vries vraagt zich af welke van de onderstaande Nederlandse staatsleningen bij een vlakke yieldcurve van 2% de laagste koers zal hebben? A. B. C. D.
Een staatslening 2,0%. Een staatslening 2,5%. Een staatslening 2,5%. Een staatslening 3,0%.
met een resterende looptijd van 5 jaar en een coupon van met een resterende looptijd van 5 jaar en een coupon van met een resterende looptijd van 7 jaar en een coupon van met een resterende looptijd van 7 jaar en een coupon van
Page 11 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 22 Martin Veggel is enig kind en is thans 45 jaar oud. Hij erft begin 2012 alle bezittingen van zijn overleden vader Klaas. Klaas was de enig eigenaar van een supermarkt en was tot zijn overlijden ondernemer voor de inkomstenbelasting. De IB-onderneming had op het moment van overlijden van Klaas een going concernwaarde van € 1.400.000 en een liquidatiewaarde van € 1.200.000. Martin erft naast de IB-onderneming van Klaas ook staatsobligaties die voor de Successiewet gewaardeerd worden op € 800.000. Er zijn geen schulden binnen de onderneming en in privé bij Klaas. Voor het voldoen van de kosten van de begrafenis van Klaas was een kostendekkende uitvaartverzekering in natura afgesloten. Over welk bedrag moet Martin erfbelasting betalen als hij gebruik maakt van de voor hem geldende vrijstellingsmogelijkheden in de Successiewet? A. B. C. D.
€ 780.886. € 813.866. € 847.866. € 1.380.886.
Vraag 23 Piet Pronk is huisarts en heeft voor eigen rekening en risico een eigen praktijk. Piet is thans 50 jaar oud. De fiscale winst voor afschrijving van de praktijk bedraagt over 2012: € 100.000. Op de fiscale balans van de eenmanszaak staat een bedrijfspand met grond. Het bedrijfspand wordt door Piet uitsluitend voor zijn praktijk gebruikt. De grond is op 1 januari 2001 vrij op naam gekocht voor € 150.000. De geactiveerde stichtingskosten van het bedrijfspand bedroegen bij het gereed zijn van het bedrijfspand op 1 januari 2002 € 300.000. Het pand wordt vanaf dat moment in 30 jaar fiscaal geheel afgeschreven. De WOZ-waarde van het bedrijfspand voor 2011 en 2012 bedraagt € 690.000. Welk bedrag kan Piet over het bedrijfspand in 2012 afschrijven ten laste van de fiscale winst voor de aangifte inkomstenbelasting 2012? A. B. C. D.
€ 0. € 5.000. € 10.000. € 15.000.
Page 12 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 24 Jantine Groen is thans 62 jaar oud. Zij heeft van haar 25e tot haar 40e jaar bij dezelfde werkgever gewerkt. Tijdens dit dienstverband heeft zij een pensioen opgebouwd. In haar pensioenregeling is de pensioendatum bepaald op 63 jaar. Jantine heeft vanaf haar 40e jaar niet meer gewerkt en uitsluitend van haar spaarrekening geleefd. Jantine wil de ingangsdatum van haar pensioen per heden uitstellen tot haar 65e jaar. Is dit mogelijk zonder fiscale sancties voor Jantine en waarom wel of niet? A. B. C. D.
Nee, omdat Jantine niet in dienstbetrekking is en ook niet als ondernemer werkzaam is. Nee, omdat haar pensioen is opgebouwd vóór 1999 en in de Wet LB 1964 de mogelijkheid van uitstel toen nog niet was opgenomen. Ja, omdat de ingangsdatum van haar pensioen nog niet bereikt is. Ja, omdat dit is toegestaan sinds de invoering van de wet “fiscale behandeling Vut/prepensioen en introductie levensloopregeling” (Wet VPL).
Vraag 25 Jaap Molenaar heeft ultimo 2011 een financiering eigen woning afgesloten. Hij betaalt op jaarbasis 4% nominale rente. Jaap is met zijn bank overeengekomen dat hij de rente jaarlijks achteraf betaalt, aldus voor het eerst ultimo 2012. Bij de beantwoording van deze vraag dient geen rekening te worden gehouden met belastingen en overige dan de hiervoor benoemde kosten. Waar komt, afgerond, de effectieve rente op jaarbasis over 2012 voor Jaap op uit? A. B. C. D.
3,96%. 4,00%. 4,04%. 4,08%.
Vraag 26 Het aandeel Koninklijke Olie heeft op enig moment een bèta van 0,8. Welke conclusie over het aandeel Koninklijke Olie is op basis van deze bèta juist? A. B. C. D.
Dit aandeel is minder bewegelijk dan de aan de bèta-gerelateerde markt. Dit aandeel is net zo bewegelijk als de aan de bèta-gerelateerde markt. Dit aandeel is meer bewegelijk dan de aan de bèta-gerelateerde markt. Er is geen relatie met betrekking tot bewegelijkheid tussen dit aandeel en de aan de bèta-gerelateerde markt. Page 13 of 16
© 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 27 Mevrouw Van Kessel is weduwe en woont sinds het overlijden van haar man in januari 2008 alleen in de voormalige echtelijke woning. Zij waren onder huwelijkse voorwaarden getrouwd, inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Er waren geen verrekenbedingen of overige afspraken opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. De eigen woning stond op naam van de heer Van Kessel. Na zijn overlijden bleek hij zijn enige dochter Tanja van thans 39 jaar oud, als enig erfgenaam te hebben benoemd in zijn testament en bovendien hierin aan mevrouw Van Kessel het vruchtgebruik van de nalatenschap te hebben gelegateerd. Dit vruchtgebruik is eind 2008 bij notariële akte afgegeven. Hoe dienen mevrouw Van Kessel respectievelijk Tanja de woning te verwerken in hun aangifte inkomstenbelasting 2012? A. B.
C. D.
Mevrouw Van Kessel geeft de woning aan in box 1. Tanja geeft de blooteigendomswaarde van de woning aan in box 3. Mevrouw Van Kessel geeft de waarde van het vruchtgebruik van de woning aan in box 3. Tanja geeft de bloot-eigendomswaarde van de woning aan in box 3. Mevrouw Van Kessel geeft de woning aan in box 1. De bloot-eigendom van de woning van Tanja is gedefiscaliseerd. Mevrouw Van Kessel geeft de waarde van het vruchtgebruik van de woning aan in box 3. De bloot-eigendom van de woning van Tanja is gedefiscaliseerd.
Vraag 28 Fahd el Kham is geboren in Bangladesh en is alleenstaand. Hij is in 2003, toen hij 55 jaar oud was, geëmigreerd naar Nederland. In 2013 krijgt Fahd een gedeeltelijk AOW-pensioen, aangezien Fahd niet een volledige AOW heeft opgebouwd. Fahd heeft geen overige inkomsten of vermogen. Zijn AOW bevindt zich onder het sociaal minimum niveau in Nederland. Fahd vraagt zich af of hij recht heeft op een aanvullende uitkering, nààst zijn AOW, op basis van Nederlandse sociale zekerheidswetgeving? A. B. C. D.
Nee. Ja. Ja, onder de voorwaarde dat hij genaturaliseerd is tot Nederlander. Ja, onder de voorwaarde dat hij partner is van een Nederlands staatsburger.
Page 14 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 29 Vanessa is thans 55 jaar oud en woont samen met Willem van thans 50 jaar oud. Er is geen samenlevingscontract. Zij zijn elk voor de helft eigenaar van een woning. Er zijn geen schulden. Vanessa heeft twee kinderen uit een vorige relatie, te weten Vlinder van thans 33 jaar oud en Gert van thans 30 jaar oud. Willem is kinderloos. In de notariële transportakte, waarbij de woning in eigendom werd verkregen in 2007, is een verblijvingsbeding opgenomen. Het verblijvingsbeding houdt in dat bij overlijden van Vanessa of van Willem de gezamenlijke woning om niet in zijn geheel verblijft bij de langstlevende partner. Vanessa overlijdt op 1 juni 2012 zonder testament. Conform het verblijvingsbeding wordt de onverdeelde helft van de woning van Vanessa toebedeeld aan Willem. De onverdeelde helft van de woning heeft een waarde van € 400.000 op overlijdensdatum van Vanessa. Vanessa heeft verder geen andere vermogensbestanddelen en schulden. Voor het voldoen van de kosten van de begrafenis van Vanessa was een kostendekkende uitvaartverzekering in natura afgesloten. Welk maximaal bedrag verkrijgen Vlinder en Gert tezamen van Willem, ervan uitgaande dat zij hun wettelijke erfrechtelijke mogelijkheden volledig met succes benutten? A. B. C. D.
€ € € €
0. 100.000. 200.000. 400.000.
Vraag 30 De heer Van Stavoren is thans 50 jaar oud en is ondernemer. Hij heeft ultimo 2011 zijn eenmanszaak ingebracht in een vennootschap onder firma (VOF), waarin zijn dochter Anita van thans 30 jaar oud door middel van Anita B.V. als enige medevennoot participeert. De VOF exploiteert een supermarkt. De heer Van Stavoren is enig eigenaar van het pand waarin alleen de supermarkt is gevestigd. De heer Van Stavoren heeft het pand NIET ingebracht in de VOF, maar hij verhuurt het gehele pand aan de VOF.
Page 15 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Hoe dient de heer Van Stavoren over 2012 het pand en de huurinkomsten uit het pand fiscaal volgens de Wet IB 2001 te etiketteren? A.
B.
C. D.
Het pand is verplicht buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen in box 1. De huurinkomsten worden in box 1 in aanmerking genomen als belastbare winst uit onderneming. Het pand is verplicht buitenvennootschappelijk vermogen in box 1. De huurinkomsten worden in box 1 in aanmerking genomen als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Het pand is privévermogen in box 1. De huurinkomsten worden in box 1 in aanmerking genomen als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Het pand is privévermogen in box 3. De huurinkomsten vallen onbelast in box 3.
- EINDE –
Page 16 of 16 © 2012, Stichting Certificering FFP