Examen Federatie Financieel Planner 11 december 2009
DEEL II 13.30 - 16.00 uur - Casuïstiekbehandeling Dit deel van het examen bevat een instructie, 1 Casus met 3 bijlagen, op 10 pagina's; controleer dit s.v.p. goed
©2009, Stichting Certificering FFP
INSTRUCTIE BIJ DE CASUÏSTIEKBEHANDELING
1.
U hebt 150 minuten voor de uitwerking van de casus.
2.
Begin met de uitwerking van iedere vraag op een nieuwe set examenpapier.
3.
Een set examenpapier bestaat uit: wit voorblad: inleveren nà examen; gele doorslag: kopie bestemd voor uzelf, mee te nemen nà examen.
4.
Leg bij het schrijven, om doordrukken te voorkomen, telkens slechts ÉÉN SET EXAMENPAPIER OP de kartonnen ONDERLEGGER.
5.
Zet uw examennummer en geboortedatum op iedere set examenpapier.
6.
Geef elke set examenpapier een paginanummer en geef tevens het totaal aantal pagina’s aan.
7.
Het uitwerken van de casus is slechts toegestaan met een ZWARTSCHRIJVENDE PEN.
8.
Schrijf duidelijk en in een beknopte stijl.
9.
Let op de vraagstelling en geef antwoord op de gestelde vragen. Betrek hierbij de gegevens en de probleemstelling van deze casus. Voorkom algemeenheden. U krijgt uitsluitend punten voor relevante antwoorden op de vragen bij de casus.
10. Voorzie uw antwoord - waar nodig en steeds binnen het kader van de vraagstelling - van een analyse of onderbouwing. 11. Etaleer - op beknopte wijze - uw kennis binnen het kader van de vraagstellingen. 12. Pas dus op voor: - wijdlopigheid in hetgeen u opschrijft; - het etaleren van kennis welke met de casus geen direct verband houdt; - een chaotische probleemaanpak; - een onleesbaar handschrift. 12.
Na het eindsignaal mag u NIET meer schrijven. Doe uw WITTE antwoordbladen in de enveloppe en plak deze dicht; zorg ervoor dat de enveloppe door u is getekend; daarna kunt u deze inleveren bij de surveillant. Veel succes!
©2009, Stichting Certificering FFP
CASUS KLOOSTERBOER Hanneke van Putten, geboren 14-07-1966, is als interieurarchitect in loondienst bij een middelgroot kantoor te Hendrik-Ido-Ambacht. Haar inkomen bedraagt bruto € 40.000 per jaar. Zij bouwt geen pensioen op. Daan Kloosterboer, geboren 07-08-1964, is als consultant in loondienst. Hij heeft een jaarinkomen van € 100.000 bruto. Tevens heeft hij vanaf 01-01-2008 eindelijk een auto van de zaak met een catalogus-waarde van € 45.000. De auto valt in de hoogste CO2-klasse. Van de auto wordt consistent privé gebruik gemaakt (tenminste 12.000 km per jaar). Zijn pensioen is op basis van een beschikbaar premiestelsel (zie bijlage 1). Met betrekking tot ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn door de werkgevers van Hanneke en Daan in de CAO dan wel op enige andere wijze, geen aanvullingen op het wettelijk minimum geregeld. Hanneke en Daan zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Deze voorwaarden bestaan uit slechts één artikel waarin staat dat elke gemeenschap van goederen is uitgesloten. Daan en Hanneke hebben geen van beiden een testament opgemaakt. Op dit moment is Hanneke in verwachting van een kind van Daan. Hanneke is exact uitgerekend op 1 januari 2010. Daan heeft nog een zoon uit een eerdere relatie, Egbert. Daan heeft Egbert erkend. Egbert is thans 22 jaar oud. Met betrekking tot de eerdere relatie bestaan geen alimentatieverplichtingen meer. De ex-partner van Daan heeft formeel afgezien van pensioenverevening. Hanneke en Daan bezitten op dit moment 2 woningen. Zij woonden in Rotterdam en zijn per 1 januari 2009 verhuisd naar Dordrecht. De beide huizen en ook de daarop rustende schulden staan op beider naam. Hun woning in Rotterdam is volgens hen € 400.000 waard en wordt in afwachting van de verkoop sinds 1 januari 2009 voorlopig verhuurd voor een bedrag van € 1.000 per maand. Hanneke en Daan betalen de Onroerende Zaak Belasting (OZB) ad € 1.000 per jaar. De overige lasten zijn voor de huurder. De geldende WOZ-waarde bedraagt € 225.000. Op de woning in Rotterdam rust een hypothecaire geldlening met een lineaire aflossing. De hoogte van deze 30-jarige lening is op 1 december 2009 € 265.000 en loopt vanaf 1 januari 2002. De aflossing bedraagt € 1.000 per maand. De rente bedraagt 5% per jaar en staat nog 2 jaar vast tot 1 januari 2011. Er loopt vanuit het verleden nog een woonlastenverzekering die in 2002 min of meer afgedwongen werd bij het afsluiten van de hypothecaire lening (zie bijlage 2). Hanneke en Daan hebben op 1 januari 2009 een nieuwe woning in Dordrecht betrokken. De actuele WOZ-waarde bedraagt € 680.000. De koopovereenkomst is in januari 2008 gesloten en toen is ook al de financiering, inclusief de “overbrugging” voor de huidige woning, met de bank geregeld. De koopprijs bedroeg € 700.000 inclusief overdrachtsbelasting en overdrachtsakte van de notaris. De hoogte van de aflossingsvrije financiering bedraagt eveneens € 700.000. De financieringsrente bedraagt 6% per jaar en staat nog vast voor 4 jaar tot 1 december 2013.
Pagina 1 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Via een spaarrekening eigen woning wordt echter gespaard voor de aflossing. Hiervoor is zowel voor Hanneke als voor Daan een spaarrekening eigen woning geopend. Op de rekeningen wordt gespaard naar een eindsaldo van € 150.000 per persoon. Bij de berekening is uitgegaan van de huidige rente van 6% op jaarbasis. De rente wordt per 1 januari van een volgend jaar bijgeschreven. De maandelijkse inleg bedraagt € 150 per persoon. Hanneke is altijd spaarzaam geweest en heeft inmiddels een beleggingsportefeuille opgebouwd van € 50.000. Daarnaast heeft zij door het overlijden van haar zus in 2005 een erfenis van € 150.000 ontvangen, met een zogenoemde tweetrapsmaking (fideï commis bepaling). Op grond van de tweetrapsmaking is zij bezwaarde en is haar broer Gert verwachter. De totale waarde van de beleggingen bedraagt thans € 200.000 (zie bijlage 3). Daan is meer van de categorie “wie dan leeft wie dan zorgt”. Hij bezit zelf geen beleggingsportefeuille, maar volgens zijn pensioenovereenkomst wordt de premie belegd in beleggingsfondsen. Tenslotte heeft Daan nog een doorlopend krediet bij P-krediet voor de aanschaf van een klassieke zeilboot in 2007. De schuld bedraagt € 40.000. De waarde van de boot is momenteel € 80.000. De rente op deze financiering bedraagt 9% per jaar. Het gewenst consumptief besteedbaar inkomen bedraagt € 40.000.
Pagina 2 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Vragen Houd bij de beantwoording van de vragen -indien relevant- rekening met de 6 vakgebieden: Belastingen/fiscaal Recht (incl. huwelijksvermogens- en erfrecht) Sociale zekerheid Levensverzekeringen en pensioenen Sparen en beleggen Financieringen Attentie: Betrek in de beantwoording van de vragen ook alle relevante informatie uit de bijlagen.
Vraag 1. Inkomen en vermogen a.) Bereken het consumptief besteedbaar inkomen over 2009 en het overschot of tekort op basis van het gegeven gewenst besteedbaar inkomen. U dient er hierbij van uit te gaan dat het vermogen per 1/1 en per 31/12 gelijk is aan het in de casus gegeven vermogen per heden en daarnaast kunt u voor het rendement op de aandelen en obligaties uitgaan van 4% contante opbrengst op jaarbasis. Voor de CV’s in de beleggingsportefeuille dient geen rekening te worden gehouden met direct rendement. b.) Maak een opstelling van het vermogen van Daan en Hanneke per 01-01-2010. Geef daarbij aan in welke fiscale box een vermogensbestanddeel wordt gekwalificeerd voor de inkomstenbelasting. U dient rekening te houden met een eventueel inkomensoverschot of -tekort (uit vraag 1a). c.) Geef uw analyse en advies aan de hand van inkomen en vermogen.
Attentie: Bij de volgende vragen kunt u volstaan met een globale berekening.
Vraag 2. Arbeidsongeschiktheidsscenario Geef een analyse en een advies met betrekking tot de financiële gevolgen als Daan op 01-01-2010 door een ongeval plotseling volledig arbeidsongeschikt zou worden. Ga daarbij uit van de fiscale situatie van 2009.
Vraag 3. Overlijdensscenario Geef een analyse en een advies met betrekking tot de financiële gevolgen als Daan op 30-12-2009 zou overlijden. Ga er bij de beantwoording van vraag 3 vanuit dat Daan niet arbeidsongeschikt is geworden.
Pagina 3 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Vraag 4. Verervingsscenario Ga er bij de beantwoording van vraag 4 vanuit dat Daan niet arbeidsongeschikt is geworden en niet is overleden. In december 2009 is de vader van Daan overleden. Het huwelijk van zijn ouders was al 20 jaar daarvoor geëindigd door een echtscheiding. Daan is de enige erfgenaam. Vader was directeur en enig aandeelhouder van een drankengroothandel. Voor zowel de waarde van de groothandel-B.V. op de overlijdensdatum, als voor de verkoopprijs aan een derde na een jaar, kunt u -zowel fiscaal als economischuitgaan van € 3 miljoen. De verkrijgingsprijs van de aandelen van vader is € 1 miljoen. Geef een analyse voor de inkomstenbelasting en successierecht in de navolgende onderscheidende situaties: a. Daan de BV-aandelen aanhoudt en de BV de onderneming blijft voortzetten; b. Daan de BV-aandelen na een jaar na overlijden van vader verkoopt aan een derde; c. Daan de BV-aandelen aanhoudt maar de BV een jaar na overlijden van vader de onderneming (activa-passiva) verkoopt aan een derde.
Pagina 4 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Bijlage 1 PENSIOENOVEREENKOMST De pensioenovereenkomst AB Consultancy en diens werknemers luidt met ingang van 1 januari 2007 zoals hierna is aangegeven.
1. Karakter van de pensioenregeling Deze pensioenovereenkomst is een premieovereenkomst voor het in het artikel 'Pensioenaanspraken' omschreven pensioenkapitaal.
2. Pensioenaanspraken A. De deelnemer heeft aanspraak op een beschikbare premie zoals omschreven in het artikel 'Omvang van de beschikbare premie'. B. De beschikbare premie wordt gebruikt voor de vorming van een pensioenkapitaal. Het pensioenkapitaal wordt op de pensioeningangsdatum gebruikt voor verzekering van: levenslang ouderdomspensioen; levenslang partnerpensioen; wezenpensioen. C. De beschikbare premie wordt eveneens aangewend voor de uitkering bij uw overlijden voor de pensioendatum ter dekking van een levenslang nabestaandenpensioen voor uw partner en/of een wezenpensioen voor uw pensioengerechtigde kinderen tot zij de 27-jarige leeftijd hebben bereikt. Indien geen partner en/of pensioengerechtigde kinderen op het moment van overlijden in leven zijn, valt het bij overlijden beschikbare bedrag vrij aan werkgever. D. Aan de beschikbare premie wordt een risicopremie onttrokken ter dekking van premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid, zoals omschreven in het artikel 'Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid'. De aanspraken worden door de werkgever verzekerd door middel van een uitvoeringsovereenkomst met de verzekeraar.
3. Pensioengrondslag De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris verminderd met een franchise. Het pensioengevend salaris is 12 maal het vaste maandsalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag. Tot het vaste maandsalaris wordt niet gerekend vergoeding wegens overwerk, onkostenvergoedingen, gratificaties, tantièmes en andere niet tot het regelmatig salaris behorende salarisbestanddelen. De franchise is gelijk aan 10/7 maal het op 1 januari bekende jaarlijkse pensioen volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW) voor een samenwonende inclusief de vakantietoeslag. De franchise bedraagt voor 2009 € 12.465,-. In geval van een verlaging van de pensioengrondslag wordt het tot het tijdstip van de verlaging opgebouwde pensioenkapitaal niet gewijzigd. Pagina 5 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
4. Omvang van de beschikbare premie Op de dag dat deelname aan deze pensioenregeling aanvangt en vervolgens jaarlijks op 1 januari, wordt voor de deelnemer de beschikbare premie vastgesteld. Leeftijd deelnemer
Percentage pensioengrondslag
van 20 t/m 24 jaar van 25 t/m 29 jaar van 30 t/m 34 jaar van 35 t/m 39 jaar van 40 t/m 44 jaar van 45 t/m 49 jaar van 50 t/m 54 jaar van 55 t/m 59 jaar van 60 jaar tot 65 jaar
6,40% 7,80% 9,50% 11,60% 14,20% 17,40% 21,40% 26,40% 33,10%
5. Pensioenkapitaal Ouderdomspensioen Het jaarlijkse ouderdomspensioen is het pensioen dat op de pensioendatum kan worden aangekocht voor het pensioenkapitaal dat op basis van de beschikbare premie is opgebouwd. De grootte van het aan te kopen ouderdomspensioen wordt mede bepaald door: - de koersontwikkeling tot de pensioendatum van de beleggingsfonds(en), waarin de beschikbare premie, na aftrek van kosten, wordt belegd, - de rentestand op de pensioendatum, en - de dan geldende tarieven van de verzekeraar. Nabestaandenpensioen bij overlijden na de pensioendatum Het jaarlijkse nabestaandenpensioen bij overlijden na de pensioendatum bedraagt 70% van het aan te kopen ouderdomspensioen. Bij de aankoop van het ouderdomspensioen wordt hiermee rekening gehouden. Nabestaandenpensioen en wezenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum Het jaarlijkse nabestaandenpensioen en wezenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum is het pensioen dat kan worden aangekocht voor de uitkering bij overlijden voor de pensioendatum.
6. Beleggingen De beschikbare premie wordt na aftrek van kosten en risicopremies belegd in een of meerdere beleggingsfondsen volgens de voorwaarden van de verzekering die ter dekking van de aanspraak op beschikbare premie is gesloten.
7. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Op de dag waarop voor de deelnemer de uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) aanvangt, wordt met inachtneming van de desbetreffende voorwaarden van de verzekeraar vrijstelling van premiebetaling verleend.
Pagina 6 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Bij een arbeidsongeschiktheid van
Bedraagt de vrijstelling percentage van de premie
65 % of meer minder dan 65 %
100% Nihil
onderstaand
8. Kosten van de pensioenregeling De kosten van de pensioenregeling worden door de werkgever aan de verzekeraar voldaan. De deelnemer betaalt een jaarlijkse werknemerspremie ter grootte van 50,00% van de pensioengrondslag.
9. Afkoop, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen van pensioenaanspraken De in deze pensioenregeling toegekende aanspraken kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Pagina 7 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Bijlage 2 WOONLASTENVERZEKERING Verzekeringnemer en verzekerde: D. Kloosterboer, geboren 07-08-1964. Verzekerd maandbedrag: € 1.250,00. Maandpremie: € 108,32. Eindleeftijd: 65 jaar. Verzekeringsgebied: Nederland. Algemene voorwaarden woonlastenverzekering (uittreksel) I. Arbeidsongeschiktheid Vaststelling van de uitkering bij arbeidsongeschiktheid Bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde na 52 weken voorziet de verzekering in een uitkering met ingang van de dag waarop de arbodienst, dan wel het UWV de verzekerde voor 35% of meer arbeidsongeschikt beschouwt. Omvang van de uitkering De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De uitkering bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid van: 0-35% geen uitkering; 35-65% 50% van het verzekerde bedrag; 65-100% 100% van het verzekerde bedrag. Betaling van de uitkering Verzekerd is een periodieke uitkering die bij volledige arbeidsongeschiktheid overeenkomt met het verzekerde maandbedrag. Einde van de uitkering De uitkering eindigt: op de dag waarop de verzekerde niet meer arbeidsongeschikt is in de zin van de polisvoorwaarden; per de eerste dag van de maand waarin verzekerde de overeengekomen eindleeftijd bereikt; per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin verzekerde is overleden. Extra uitkering bij blijvende arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ongeval Met inachtneming van de overige artikelen van deze voorwaarden wordt bovendien gedurende 24 maanden een uitkering gegeven ter grootte van het verzekerde maandbedrag, indien er sprake is van blijvende arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ongeval.
Pagina 8 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
II. Werkloosheid Vaststelling van de uitkering bij werkloosheid Het recht op uitkering gaat in na een onafgebroken periode van volledige werkloosheid van 30 dagen met terugwerkende kracht tot de eerste dag waarop recht bestaat op een WWuitkering. Omvang en betaling van de uitkering Verzekerd is een periodieke uitkering ter hoogte van het verzekerde maandbedrag bij volledige werkloosheid. Einde van de uitkering De maximale uitkeringsduur is bij onafgebroken en voortdurende werkloosheid uit een- en dezelfde werkloosheidsoorzaak 24 maanden. De uitkering eindigt tevens per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin verzekerde is overleden.
III. Premieverrekening Vaststelling van de premieverdeling Van de periodieke premie is 85% bestemd voor de arbeidsongeschiktheidsdekking en 15% voor het werkloosheidsrisico.
Pagina 9 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP
Bijlage 3 Beleggingsportefeuille Cliëntnaam: H. VAN PUTTEN Depotnummer: 987653 Datum: 1-12-2009
Aandelen GAMMA HLD 5% PREF WD
Valuta EUR
Waarde 10.000
Subtotaal aandelen Obligaties 6,875% AIR FRANCE KLM 2009-16 ING GRP PERP SEC III 2004 FRN SNS 2009-12 1,9% GROEN OBLIGATIE 2006-11
10.000 Valuta EUR EUR EUR EUR
Waarde 50.000 45.000 20.000 10.000
Subtotaal obligaties Overige* VASTGOED ABC III CV (besloten) MS MULTISHIP 2 CV (besloten)
125.000 Valuta EUR EUR
Waarde 15.000 50.000
Subtotaal overige
65.000
Totaal effecten
200.000
*) waardering op aanschafwaarde (geen actuele koers bekend)
- EINDE -
Pagina 10 van 10 ©2009, Stichting Certificering FFP