Examen Federatie Financieel Planner 10 december 2010
DEEL I 10.00 - 12.00 uur - Meerkeuzevragen Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 14 pagina's, controleer dit s.v.p. goed
Norm is 10 fouten. N.B.: Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. Vul uw antwoorden in met potlood. Voortijdig vertrek niet toegestaan. U dient te blijven zitten tot het eindsignaal.
© 2010, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 1 Egbert van der Wal heeft een eigen woning met een WOZ waarde per 1 januari 2009 van € 2.010.000. Egbert is 100% eigenaar van de aandelen Egbert B.V. Egbert is bij Egbert B.V. in 2008 een eigenwoningschuld aangegaan van € 100.000 tegen een jaarrente van 6% welke hij jaarlijks betaalt. Wat is de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld in 2010 bij Egbert? A. B. C. D.
€ 5.555. € 7.555. € 11.555. € 13.555.
Vraag 2 Stel dat een financiële instelling een obligatielening uitgeeft zonder aflossingsplicht en een rentecoupon die gekoppeld is aan de 10-jaarsrente op staatsleningen. Welke van de onderstaande aanduidingen wordt op de obligatiemarkt gebruikt voor bovenstaande obligatielening? A. B. C. D.
Perpetuele obligatie. Asset backed obligatie. Reverse convertible obligate. Convertible obligatie.
Vraag 3 Gerrit van de Berg is 100% aandeelhouder van Berg Beheer B.V. Berg Beheer B.V. is 100% aandeelhouder van Dal B.V. Het eigen vermogen van Dal B.V. bedraagt € 500.000. Dal B.V. heeft een schuld aan Berg Beheer B.V. van € 100.000. Gerrit heeft een schuld aan Berg Beheer B.V. van € 150.000. Berg Beheer B.V. en Dal B.V. hebben geen andere bezittingen en schulden. Hoeveel bedraagt het geconsolideerde eigen vermogen van Berg Beheer B.V.? A. B. C. D.
€ 600.000. € 650.000. € 750.000. € 1.250.000.
Pagina 1 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 4 Kees de Vos is geboren op 1 januari 1944. Hij is voor 40 uur per week in loondienst bij een bloembollenbedrijf. Hij werkt sinds 1 juni 2009 voor dit bedrijf. Door de slechte economische toestand is Kees op 1 juni 2010 voor 20 uur ontslagen, zodat hij nog maar 4 uur per dag werkt. Kan Kees met succes aanspraak maken op een WW-uitkering? Waarom wel/niet? A. B. C. D.
Nee, omdat Kees al 66 jaar is. Ja, omdat Kees niet voor meer dan 5 uur per dag wordt ontslagen. Nee, omdat Kees pas 1 jaar voor het bloembollenbedrijf werkzaam is. Ja, omdat Kees voor minimaal 50% wordt ontslagen.
Vraag 5 Stel dat het 1 januari 2011 is en dat Jannes dan start met een jaarlijkse dotatie waardoor hij over 30 jaar een lening kan aflossen. Stel dat bovendien het volgende geldt: -
Jannes stort 30 maal € 2.000 per jaar per 1 januari van het jaar; Jannes krijgt een rente vergoed van 2,5%; Over 30 jaar wordt het opgebouwde bedrag inclusief rente in een keer aan Jannes uitgekeerd; De belasting over de rente is 52% en is door Jannes verschuldigd op het moment dat hij het opgebouwde bedrag ontvangt; Er zijn geen kosten of overige belastingen.
Wat is bij een disconteringsvoet van 2,5% op jaarbasis de huidige (afgeronde) contante waarde van de netto-uitkering over 30 jaar? A. B. C. D.
€ 30.967. € 34.967. € 38.967. € 42.967.
Pagina 2 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 6 Een Closed End Onroerend Goed Fonds wordt op 1 oktober 2010 op de beurs verhandeld op een koers van 48,00. Wat is de intrinsieke waarde van het fonds als op 1 oktober 2010 er sprake is van een disagio van 2,00 en wat is de intrinsieke waarde als er sprake is van een agio van 2,00? A. B. C. D.
48 en 48. 46 en 50. 50 en 46. 50 en 50.
Vraag 7 Henk Herfst leent tegen een jaarrente van 2% gedurende het gehele kalenderjaar 2010 een bedrag van € 100.000 aan Hans. Hans is geen familie. Hans betaalt de rente van € 2.000 op 31 december 2010. De lening en de verschuldigde rente zijn direct opeisbaar, zowel rechtens als feitelijk. Hoeveel schenkbelasting is Hans verschuldigd over het belastingjaar 2010? A. B. C. D.
€ € € €
0. 600. 1.200. 4.000.
Pagina 3 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 8 Patrick Handsma (39) treedt op 1 december 2010 bij zijn werkgever, Alfa B.V., uit dienst. Dat is binnen één jaar nadat hij is toegetreden tot de collectieve pensioenregeling van Alfa B.V. Welke van de onderstaande stellingen is juist op grond van de Pensioenwet? A. Patrick kan alleen zijn pensioenverzekering afkopen bij dienstverlating als hij tevens gaat emigreren. B. Slechts de pensioenuitvoerder kan besluiten de pensioenverzekering af te kopen ten gunste van de werkgever. De werkgever moet de eventuele eigen bijdragen aan de werknemer restitueren. C. Afkoop van de pensioenverzekering binnen één jaar na de dienstverlating is niet toegestaan. D. Slechts de werknemer kan de verzekeraar verzoeken om de pensioenverzekering af te kopen, mits de werkgever daarmee instemt.
Vraag 9 Karin Koenders (34) is gehuwd met Berend Blaauw (36). Berend heeft in 2007 een oudedagslijfrenteverzekering en een nabestaandenlijfrenteverzekering afgesloten waarvoor de premieaftrek fiscaal is gefacilieerd. De premie is en kon volledig in mindering worden gebracht op zijn belastbare inkomen. Er komt een lijfrente tot uitkering als Berend 65 jaar is of indien hij voortijdig komt te overlijden. Karin en Berend hebben geen kinderen. Berend komt tijdens een ongeval in 2010 om het leven. Het kapitaal bedraagt op het moment van overlijden € 6.000 en de kerngezonde Karin is begunstigde op de lijfrenteverzekering. Welke van de onderstaande mogelijkheden leidt NIET tot negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en revisierente? A. Karin kan het kapitaal in een keer tot uitkering laten komen, omdat ze gebruik kan maken van de mogelijkheid van afkoop kleine lijfrenteverzekeringen. B. Karin kan de uitkeringen uitstellen totdat zij 65 jaar is geworden. C. Karin moet de uitkeringen direct laten ingaan en het kapitaal afhankelijk van de sterftekans verspreid over een aantal vaste en gelijkmatige termijnen genieten. D. Karin moet de uitkeringen direct laten ingaan en kan kiezen voor een looptijd van 2 jaar.
Pagina 4 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 10 Patricia Storm overlijdt in 2010, dat is 10 jaar na haar echtgenoot Henk. Henk had een ouderlijke boedelverdelingstestament. Er zijn twee kinderen. Patricia had op de dag van haar overlijden aan de kinderen een overbedelingsschuld, waarover sinds het overlijden van Henk rente is bijgeschreven. De waarde van de totale bezittingen van Patricia bij haar overlijden is € 100.000 en de hoogte van de overbedelingsschuld aan de kinderen is € 150.000. In dit bedrag is rekening gehouden met € 65.000 aan bijgeschreven rente op basis van het testament van Henk. Patricia heeft in haar testament een legaat gemaakt aan de stichting Alzheimer Nederland van € 10.000. De erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Kan de stichting Alzheimer Nederland met succes het legaat opeisen? En zo ja, hoeveel? A. B. C. D.
Nee. Ja, € 3.125. Ja, € 6.250. Ja, € 10.000.
Vraag 11 Mark Schutte heeft 5 puts FGH augustus met uitoefenprijs 25 gekocht voor een premie van 1,25 per optiecontract. Hij heeft geen aandelen FGH in zijn bezit. Op de optie-expiratie koopt hij de benodigde aandelen FGH op de beurs en oefent hij zijn put-optie uit. Er is geen sprake van transactiekosten, renteverlies, belastingen en dividend. Op welke koers van het aandeel FGH heeft Mark Schutte GEEN winst en GEEN verlies bij deze transacties? A. B. C. D.
18,75. 23,75. 25,00. 26,25.
Pagina 5 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 12 Pieter Hijnze heeft op 6 januari 2010 een eigen woning van 5 jaar oud in eigendom verkregen voor een koopprijs van € 150.000. De woning bevalt Pieter niet, daarom draagt Pieter op 6 augustus 2010 de woning om niet over aan zijn ouders. De waarde van de woning is op dat moment € 175.000. De verschuldigde overdrachtsbelasting wordt door de verkrijgers gedragen. Hoeveel overdrachtsbelasting is in 2010 in totaliteit verschuldigd door de overdrachten op 6 januari en op 6 augustus? A. B. C. D.
€ 9.000. € 9.750. € 10.500. € 19.500.
Vraag 13 Johan Reders heeft een kapitaalverzekering afgesloten in 1995. Op 1 maart 2001 besluit hij deze verzekering in box 1 te laten plaatsen. De KEW-clausule wordt op de polis gezet en de verzekering voldoet verder vanaf 1 maart 2001 aan alle voorwaarden. In 2010 komt de verzekering tot uitkering ter grootte van € 38.000. Het opgebouwde rentebestanddeel bedraagt € 5.000. Johan besluit met het vrijgekomen kapitaal zijn studieschuld eindelijk eens af te lossen. Welk deel van de verzekeringsuitkering valt onder het belastbaar inkomen in 2010 van Johan voor de heffing van inkomstenbelasting? A. B. C. D.
€ 0. € 513. € 3.900. € 5.000.
Pagina 6 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 14 Tinus de Rooi heeft zijn huis in 1980 in blote eigendom overgedragen aan zijn vriendin en buurvrouw Beatrijs Cornelissen onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik ten behoeve van hemzelf. De koopsom van het bloot eigendom bedroeg destijds 50.000 gulden. Inmiddels is het pand in volle eigendom € 500.000 waard. Beatrijs is geen familie van Tinus en zij voeren geen gemeenschappelijke huishouding. Tinus heeft het Nederlandse Rode Kruis als enig erfgenaam benoemd. De nalatenschap van Tinus bedraagt € 100.000. Moeten Beatrijs en/of het Nederlandse Rode Kruis erfbelasting betalen bij overlijden van Tinus? A. B. C. D.
Het Nederlandse Rode Kruis niet en Beatrijs wel. Het Nederlandse Rode Kruis niet en Beatrijs niet. Het Nederlandse Rode Kruis wel en Beatrijs wel. Het Nederlandse Rode Kruis wel en Beatrijs niet.
Vraag 15 Stel dat Niels Appels uit een belegging de volgende uitbetalingen verkrijgt per 1 januari van een betreffend jaar:
Uitbetaling
2010 50.000
2011 0
2012 75.000
2013 0
2014 125.000
Stel dat het nu 1 januari 2010 is en dat de disconteringsvoet 3,75% op jaarbasis is. Wat is de afgeronde toekomstige waarde van deze uitbetalingen per 1 januari 2014? A. B. C. D.
€ 227.460. € 227.560. € 263.663. € 263.763.
Pagina 7 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 16 Stel dat een huwelijk gesloten is in 2010 waarbij er geen rechtskeuze is gemaakt. In welke van de onderstaande situaties geldt het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op grond van het Nederlandse internationale privaatrecht voor dit huwelijk? A. Als de echtelieden hun eerste gewone woonplaats na de huwelijksvoltrekking in Nederland hebben, ongeacht hun nationaliteit. B. Als de huwelijksvoltrekking in Nederland plaatsvindt, ongeacht het land waar de echtelieden hun eerste gewone woonplaats hebben. C. Als de echtelieden de Nederlandse nationaliteit hebben en zij al langer dan 5 jaar wonen in een domicilieland voorafgaande aan de huwelijksvoltrekking. D. Als één van de echtelieden de Nederlandse nationaliteit heeft, ongeacht het land waar de echtelieden hun eerste gewone woonplaats hebben.
Vraag 17 Norbert Niessing verkrijgt een eigen woning in Groningen met een financiering voor 50% in Turkse Dinars en voor 50% in Zwitserse Franken. Gezien de hoge inflatie is de van toepassing zijnde rente op een lening in Turkse Dinars beduidend hoger dan een vergelijkbare lening in Euro’s. Voor de rente op een lening in Zwitserse Franken geldt het omgekeerde. Stel dat de rente op een lening in Turkse Dinars 16% is, op een lening in Zwitserse Franken 1% en dat een vergelijkbare rente op een lening in Euro’s 4% is. Met valutaverschillen en eigenwoningforfait dient geen rekening te worden gehouden. Voor welke eigenwoningschuld geldt een aftrekcorrectie voor de renteaftrek in box 1 voor Norbert? A. B. C. D.
Alleen bij de lening in Turkse Dinars. Alleen bij de lening in Zwitserse Franken. Zowel bij de lening in Turkse Dinars als bij de lening in Zwitserse Franken. Niet bij de lening in Turkse Dinars en ook niet bij de lening in Zwitserse Franken.
Pagina 8 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 18 Welke van de onderstaande personen die jonger is dan 65 jaar, kan deelnemen aan de vrijwillige AOW-verzekering? A. B. C. D.
Iemand van 15 jaar of ouder, die verplicht verzekerd is voor de AOW. Iemand wiens partner verplicht verzekerd is geweest voor de AOW. Iemand die niet eerder verplicht verzekerd is geweest voor de AOW. Iemand van 15 jaar of ouder, die tenminste één jaar verplicht verzekerd is geweest voor de AOW.
Vraag 19 Arjan Kamphuis heeft 100% van de gewone aandelen in Corda B.V. Tevens zijn er preferente aandelen Corda B.V. uitgegeven welke recht geven op 7% preferent dividend. Arjan heeft 92% van deze preferente aandelen in handen. Van de preferente aandelen Corda B.V. heeft Jacobus, de zoon van Arjan Kamphuis, 4%. De vriendin van Jacobus, Anita de Kok, heeft ook 4% van de preferente aandelen Corda B.V. Anita is geen familie van Jacobus en/of Arjan en is al 10 jaren samenwonend op hetzelfde adres met Jacobus. Anita en Jacobus opteren in 2010 voor het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting. Het aandelenbelang is door uitgifte bij oprichting tot stand gekomen en daarna niet gewijzigd. Hebben Jacobus en/of Anita in 2010 een aanmerkelijk belang in Corda B.V. ? A. B. C. D.
Jacobus wel, Anita niet. Jacobus wel, Anita wel. Jacobus niet, Anita niet. Jacobus niet, Anita wel.
Pagina 9 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 20 Jaap Jobsis heeft sinds de oprichting van Astrix B.V. in 1990 een 10% aandelenbelang in Astrix B.V. De overige aandelen in Astrix B.V. zijn in handen van 30 verschillende particulieren die geen familie van elkaar zijn en elk een gelijk aandelenbezit in Astrix B.V. hebben. Astrix B.V. houdt zich bezig met de verhuur van eigen onroerende zaken in het kader van beleggen. Astrix B.V. wil de status van fiscale beleggingsinstelling verkrijgen in de zin van de Wet Vpb 1969. Welke van de onderstaande situaties belemmert het verkrijgen van de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van de Wet Vpb 1969 voor Astrix B.V.? A. B. C. D.
De rechtsvorm van de B.V. Het direct verhuren van de eigen onroerende zaken. Het 10%-belang van Jaap in Astrix B.V. Het niet beursgenoteerd zijn van Astrix B.V.
Vraag 21 Hans de Leeuw heeft na bestudering van een aantal artikelen en na gesprekken met financieel deskundigen de verwachting dat de AEX-index in oktober 10% lager zal staan dan nu. Ga uit van de volgende feiten: De AEX index staat nu op 360; Voor de opties “oktober” op de AEX geldt dat de put AEX 360 € 30 kost, de put AEX 345 € 25 en de put AEX 315 € 19; Het schrijven van deze opties levert overeenkomstige premies op. Houd geen rekening met kosten en eventuele margin-verplichtingen. Ga er verder vanuit dat de opties worden uitgeoefend. Welke van de onderstaande strategieën levert procentueel het hoogste rendement op ten opzichte van de investering als de visie van Hans uitkomt? A. B. C. D.
Het kopen van de put AEX 360 en het schrijven van de put AEX 345. Alleen het kopen van de put AEX 360. Alleen het kopen van de put AEX 345. Het kopen van de put AEX 345 en het schrijven van de put AEX 315.
Pagina 10 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 22 Jos van Keulen is 49 jaar en alleenstaand. Hij heeft ter verwerving van een aanmerkelijk belang aandelenpakket een lening van € 500.000 tegen een jaarrente van 4% afgesloten bij bank X. De jaarrente dient op 31 december van elk jaar ineens betaald te worden. In box 3 heeft hij een liquide vermogen van € 900.000. Jos ontvangt elk jaar bruto € 20.000 dividend uit zijn aanmerkelijk belang pakket. Met het eenmalige effect van de wijzigingsdatum van de peildatum voor box 3 per 1 januari 2011 dient u geen rekening te houden. Bij welk bruto rendement per jaar op zijn liquide vermogen in box 3 is het voor Jos financieel neutraal om de box 2-schuld af te lossen? A. B. C. D.
3,0 %. 3,5 %. 4,2 %. 5,2 %.
Vraag 23 Andries Bakkers woont samen met Heleen. Zij zijn elk voor de helft eigenaar van de woning. Er zijn geen schulden. Andries heeft een zoon van 32 jaar, genaamd Hans. In een door Andries en Heleen gesloten notarieel verleden samenlevingsovereenkomst is een verblijvingsbeding opgenomen dat bij overlijden van Andries of Heleen de gezamenlijke goederen om niet verblijven aan de langstlevende partner. Andries overlijdt op 1 juni 2010 zonder testament. Conform het verblijvingsbeding wordt de onverdeelde helft van de woning toegedeeld aan Heleen. De onverdeelde helft van de woning heeft een waarde op overlijdensdatum van € 100.000. Verder blijkt Andries geen andere vermogensbestanddelen te hebben. Hans vraagt zich af op welk bedrag hij aanspraak kan maken met een beroep op zijn legitieme portie? A. B. C. D.
€ 0. € 25.000. € 50.000. € 100.000.
Pagina 11 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 24 Klaas Klaassen is 45 jaar en alleenstaand. Klaas is 100% aandeelhouder van Supermarkt B.V. Klaas heeft Supermarkt B.V. in 1980 van zijn vader overgenomen. De verkrijgingsprijs van de aandelen Supermarkt B.V. voor Klaas was € 88.000. Klaas draagt alle aandelen Supermarkt B.V. om niet over aan zijn zoon Piet Klaassen van 23 jaar. Eventueel verschuldigde schenkbelasting komt voor rekening van Piet. Piet werkt al sinds zijn 19de bij Supermarkt B.V. Balans Supermarkt B.V. Activa Pand in eigen gebruik, inventaris en voorraden Totaal
Passiva € 518.000 Eigen vermogen € 318.000 xxxxxxxx Schuld € 518.000 Totaal
€ 200.000 € 518.000
Er is geen sprake van goodwill en/of andere stille reserves. Is Piet schenkbelasting en Klaas inkomstenbelasting verschuldigd indien zij maximaal gebruikmaken van de fiscale faciliteiten? A. B. C. D.
Piet wel, Klaas wel. Piet wel, Klaas niet. Piet niet, Klaas wel. Piet niet, Klaas niet.
Vraag 25 Jean Pierre van Koestal heeft een offerte gekregen van de bank voor het aangaan van een lening voor de aankoop van een eigen woning met een looptijd van 20 jaar en een hoofdsom van € 200.000. Offerte: - Annuïtaire dalende lening; - Rente 5% op jaarbasis voor 20 jaar; - Annuïteiten per eind van iedere maand verschuldigd. Hoeveel bedraagt, afgerond, de verschuldigde rente voor de annuïtaire lening voor het eerste leningsjaar? A. B. C. D.
€ 9.764. € 9.864. € 9.964. € 10.064.
Pagina 12 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 26 Gert Bevers (25) staat wegens een geestelijke stoornis onder curatele. Hij wil een testament maken. Van wie heeft Gert toestemming nodig voor het rechtsgeldig maken van een testament? A. B. C. D.
Van de curator. Van de kantonrechter. Van de bewindvoerder. Van de ouders van Gert.
Vraag 27 Paulus Hendrix is 59 jaar. Hij heeft in 1990 een Gouden-Handdruk-stamrecht afgesloten bij een verzekeraar gebruik makend van de stamrechtvrijstelling. De stamrechtverzekering is nooit gewijzigd. Op welke leeftijd van Paulus moet deze stamrechtuitkering volgens de Wet LB 1964 uiterlijk ingaan? A. B. C. D.
Geen uiterste ingangsleeftijd. 65. 67. 70.
Vraag 28 Als gevolg van de scheiding van Alex Koedam en Carla de Zeeuw is in 2004 het ouderdomspensioen van Alex verevend. Ook heeft Carla het bijzonder partnerpensioen gekregen. Jaren later gaat Alex, nog steeds vrijgezel, met pensioen. Hij wil het na de echtscheiding opgebouwde partnerpensioen uitruilen in ouderdomspensioen. Wat zijn de gevolgen van de uitruil door Alex? A. Het ouderdomspensioen van Alex neemt toe, het bijzonder partnerpensioen van Carla blijft gelijk. B. Het ouderdomspensioen van Alex neemt toe, het bijzonder partnerpensioen van Carla neemt af. C. Het ouderdomspensioen van Alex blijft gelijk, het bijzonder partnerpensioen van Carla blijft gelijk. D. Het ouderdomspensioen van Alex blijft gelijk, het bijzonder partnerpensioen van Carla neemt af.
Pagina 13 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 29 Truus Joosten (64) en Bert Brandt (66) hebben ieder een eigen B.V. en beiden hebben een jaarsalaris van € 100.000. Zij staan ieder als enige werknemer op de loonlijst van hun eigen B.V. Beiden besluiten dat zij willen gaan deelnemen aan de levensloopregeling. Wie van hen beiden kan aan een fiscaal gefacilieerde levensloopregeling deelnemen? A. B. C. D.
Truus wel, Bert wel. Truus wel, Bert niet. Truus niet, Bert wel. Truus niet, Bert niet.
Vraag 30 Tea Helpman is 64 jaar en ontvangt na het overlijden van haar man een nabestaandenuitkering op basis van de ANW. Zij woont in een huurwoning en heeft verder geen vermogen en/of inkomsten. Bij welke onderstaande situatie verliest Tea het recht op een deel van haar ANWuitkering? A. B. C. D.
Haar gezonde broer van 70 jaar met alleen een AOW komt bij haar inwonen. Een levenslange lijfrente-uitkering gaat voor Tea in. Tea verkrijgt een baantje voor 70% van het minimumloon. Tea wordt 65 jaar.
- EINDE -
Pagina 14 van 14 Stichting Certificering FFP © 2010