Examen Federatie Financieel Planner
Vrijdag 16 december 2011
DEEL I 10.00 - 12.00 uur - Meerkeuzevragen Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 13 pagina's.
Norm is 10 fouten.
N.B.: Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. Vul uw antwoorden in met potlood. U dient te blijven zitten tot 12.00 uur en totdat uw enveloppe is opgehaald door een surveillant.
© 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 1 De heer Willem Jansen en zijn vriendin Tatjana Pieters zijn voornemens een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) op te richten. Zij vragen zich af welke van de onderstaande rechtsvormen mogelijk zijn voor de VBI? A. B. C. D.
Zowel een B.V. als een coöperatie. Zowel een stichting als een vereniging. Zowel een N.V. als een B.V. Zowel een N.V. als een fonds voor gemene rekening.
Vraag 2 Stel dat het volgende geldt: - Hans is alleenstaand en heeft in box 1 en box 2 geen inkomen; - Hij heeft een spaarrekening in box 3 van € 100.000; - De rente over 2011 op jaarbasis op de spaarrekening is 2,0%; - De totale inflatie over 2011 op jaarbasis is 2,2%. Houd geen rekening met het heffingvrij vermogen in box 3. Wat is de reële rente op deze spaarrekening over 2011? A. B. C. D.
-/- 1,4%. -/- 0,2%. 0,8%. 2,0%.
Vraag 3 Jaap Kooistra is 40 jaar en alleenstaand. Hij verkrijgt per 1 januari 2011 voor het eerst in zijn leven een eigen woning met een koopprijs en WOZ-waarde van € 1.000.000. De WOZ-waarde geldt voor zowel 2010 als 2011. Hij financiert de aankoop van de woning uit eigen middelen uit box 3 en door middel van een lening van zijn vader. Van zijn vader leent Jaap door middel van een onderhandse schuldbekentenis € 200.000 renteloos. Er wordt overeengekomen dat de lening direct opeisbaar is. Jaap is in staat om uit zijn overig vermogen op elk moment de lening van zijn vader af te lossen. Wat is het effect op het inkomen van Jaap in box 1 van de verkrijging en de financiering van de eigen woning tezamen in 2011? En moet Jaap wel of geen schenkbelasting over 2011 betalen? A. B. C. D.
Het inkomen in box 1 blijft gelijk en er is geen schenkbelasting verschuldigd. Het inkomen in box 1 daalt en er is geen schenkbelasting verschuldigd. Het inkomen in box 1 blijft gelijk en er is wel schenkbelasting verschuldigd. Het inkomen in box 1 daalt en er is wel schenkbelasting verschuldigd. Page 1 of 13
© 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 4 Tinus Citroen wordt op 20 december 2011 61 jaar. Hij heeft een lijfrentekapitaal opgebouwd bij een verzekeringsmaatschappij door het storten van een koopsom in 2002. De koopsom van € 20.000 is volledig als uitgave voor inkomensvoorziening in mindering gebracht op zijn belastbare inkomen in de zin van de Wet IB 2001. Het lijfrentekapitaal bedroeg op 31 december 2005 € 30.000. Op 20 december 2011 expireert de verzekering. Het kapitaal bedraagt op dat moment door rendement € 32.000. Tinus gaat op 61e jarige leeftijd met pensioen. Hij wil het kapitaal tussen zijn 61e en 65e in vaste en gelijke perdiodieke termijnen uitbetaald krijgen. Welk van onderstaande opties betekent voor Tinus GEEN negatieve uitgave voor inkomensvoorzieningen en/of revisierente in de zin van de Wet IB 2001, indien hij de gewenste periodieke uitkeringen wil realiseren? A.
B. C. D.
Tinus kan of bij een bancaire instelling of bij een verzekeringsmaatschappij het bedrag van € 30.000 aanwenden en het resterende bedrag van € 2.000 kan zonder boete worden afgekocht. Tinus kan alleen bij een bancaire instelling het volledige lijfrentekapitaal van € 32.000 aanwenden. Tinus kan alleen bij een verzekeringsmaatschappij het volledige lijfrentekapitaal van € 32.000 aanwenden. Tinus kan of bij een bancaire instelling of bij een verzekeringsmaatschappij het volledige lijfrentekapitaal van € 32.000 aanwenden.
Vraag 5 Han de Groen is 30 jaar en alleenstaand. Hij heeft al jaren een erg goede baan en heeft een vast salaris van bruto € 250.000 per jaar. Han overweegt een eigen woning met een marktwaarde en aankoopsom van € 1.000.000 te kopen. Dit bedrag is exclusief overdrachtsbelasting. De WOZ-waarde voor zowel 2010 als 2011 bedraagt € 1.000.000. Han is bij de aankoop 2% overdrachtsbelasting verschuldigd. Han gaat de woning niet verbouwen. Hoeveel kan Han maximaal lenen bij een bank op basis van het onderpand uitgaande van de huidige Gedragscode Hypothecaire Financieringen? A. B. C. D.
€ 1.000.000. € 1.040.000. € 1.060.000. € 1.125.000.
Page 2 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 6 Evert Veenhuizen is op 1 februari 2011 overleden. Zijn nalatenschap bestaat uit een woonhuis met een vrije verkoopwaarde van € 200.000. Evert heeft twee erfgenamen. Dit zijn Ada en Chris. Zij erven ieder 50%. Bij de verdeling van de nalatenschap wordt overeengekomen dat Ada het woonhuis geheel krijgt toebedeeld. Aangezien Chris onderbedeeld wordt, verkrijgt hij een vordering op Ada van € 100.000. Wie is er in het kader van de verdeling van de nalatenschap van Evert overdrachtsbelasting verschuldigd? A. B. C. D.
Ada wel, Chris niet. Ada wel, Chris wel. Ada niet, Chris niet. Ada niet, Chris wel.
Vraag 7 Thirza de Kroon is 26 jaar. Zij heeft 3 jaar geleden haar studie met succes afgerond. Tijdens haar studie heeft zij nooit gewerkt. Thirza werkt sinds de afronding van haar studie fulltime bij een advocatenkantoor. Sinds haar indiensttreding is haar maandinkomen bruto € 2.000 inclusief vakantiegeld en haar jaarinkomen inclusief vakantiegeld is aldus bruto € 24.000. Als gevolg van een reorganisatie wordt Thirza nu ontslagen. Waar heeft Thirza na ontslag recht op volgens de Werkloosheidswet? A. B. C. D.
2 maanden 75% van het maximale dagloon, daarna 4 maanden 70% van het maximale dagloon. 2 maanden 75% van het maximale dagloon, daarna 1 maand 70% van het maximale dagloon. 2 maanden 75% van € 2.000, daarna 1 maand 70% van € 2.000. 6 maanden 70% van € 2.000.
Vraag 8 Willem Overveen overweegt aandelen van A N.V. op de effectenbeurs te kopen. In een analistenrapport over A N.V. staat dat de free float van de aandelen A N.V. 8% is. Wat betekent free float in het bovenvermelde analistenrapport? A. B. C. D.
Het aantal aandelen van A N.V. dat vrij verhandelbaar is op de beurs. Het jaarlijks maximaal vrij uit te keren dividend ten opzichte van de nominale waarde van de aandelen A N.V. Het jaarlijks nominaal vrij uit te keren dividend ten opzichte van de beurswaarde van de aandelen A N.V. Het deel van het cash dividend dat vrij kan worden omgezet in stockdividend ten laste van de agioreserve van A N.V. Page 3 of 13
© 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 9 Willem Poelstra overlijdt zonder testament. Hij laat als zijn erfgenamen achter zijn vader Kees, zijn halfbroers Arend, Bert, Chris, Derk, Erik en Floris en zijn broer Freek. De nalatenschap van Willem bedraagt € 320.000. Wat verkrijgt elke erfgenaam uit de nalatenschap van Willem zonder rekening te houden met erfbelasting? A. B. C. D.
Vader Kees € 80.000, de halfbroers elk € 30.000 en broer Freek € 60.000. Vader Kees € 64.000, de halfbroers elk € 32.000 en broer Freek € 64.000. Vader Kees € 80.000, de halfbroers elk afgerond € 29.333 en broer Freek € 64.000. Vader Kees € 64.000, de halfbroers en broer Freek elk afgerond € 36.571.
Vraag 10 Joachim Kuenen heeft van de bank onderstaande offerte gekregen voor het aangaan van een lening voor de aankoop van een eigen woning. De lening heeft een looptijd van 20 jaar en de hoofdsom bedraagt € 200.000. De offerte: - Het betreft een annuïteiten-lening; - De nominale rente staat 20 jaar vast op 5% per jaar; - De nominale rente is maandelijks achteraf verschuldigd; - De annuïteiten moeten ultimo van iedere maand worden betaald. Wat is de restant-hoofdsom van de lening nadat 12 maanden lang annuïteiten zijn betaald? A. B. C. D.
€ 194.025. € 190.136. € 190.000. € 184.161.
Vraag 11 Harold Roodhart leest de laatste tijd regelmatig in de krant over het afstempelen van pensioenen. In dit kader vraagt Harold zich af welke van onderstaande beweringen juist is? A. B. C. D.
Het afstempelen kan alleen bij een pensioenverzekeraar en niet bij een pensioenfonds. Voor het afstempelen is geen toestemming nodig van alle deelnemers. Het afstempelen kan tot maximaal 30% van de pensioenrechten. Het afstempelen kan niet op het nabestaandenpensioen zonder toestemming van de nabestaande(n).
Page 4 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 12 Joep Joosten is enig aandeelhouder en enig bestuurder van JeJe B.V. Zijn verkrijgingsprijs voor de aandelen bedraagt € 100.000. JeJe B.V. heeft volgens de jaarrekening een winstreserve van € 3.000.000. JeJe B.V. is eigenaar van een onroerende zaak met een waarde in het economisch verkeer in 2011 van € 1.000.000. Dit is ook de WOZ-waarde voor zowel 2010 als 2011. Er rust geen hypotheek op de onroerende zaak. De onroerende zaak wordt door JeJe B.V. in 2011 verkocht en overgedragen aan Joep voor € 400.000 kosten koper. De boekwaarde van de onroerende zaak op het overdrachtsmoment is € 200.000. Er zijn geen schulden in de B.V. JeJe B.V. maakt geen gebruik van de herinvesteringsreserve en gaat de opbrengst ook niet herinvesteren. Zonder deze onzakelijke transactie zou de belastbare winst van JeJe B.V. voor de vennootschapsbelasting in 2011 € 100.000 bedragen. Houd geen rekening met mogelijke gevolgen voor de dividendbelasting. Wat is het gevolg van deze onzakelijke transactie op de belastbare winst van JeJe B.V. voor de vennootschapsbelasting in 2011 respectievelijk op het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van Joep in 2011? A. B. C. D.
De belastbare winst van JeJe B.V. neemt toe met € 200.000. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van Joep neemt toe met € 1.000.000. De belastbare winst van JeJe B.V. neemt toe met € 600.000. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van Joep neemt toe met € 800.000. De belastbare winst van JeJe B.V. neemt toe met € 800.000. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van Joep neemt toe met € 600.000. De belastbare winst van JeJe B.V. neemt toe met € 1.000.000. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van Joep neemt toe met € 200.000.
Vraag 13 De heer Teunissen heeft vanaf zijn geboorte tot zijn 18e verjaardag met zijn ouders in Cambodja gewoond; aldus 18 volledige jaren. Zijn vader en moeder werkten in Cambodja voor een particulier bedrijf. Daarna heeft hij tot zijn 30e verjaardag in Nederland gewoond. Vanaf zijn 30e verjaardag heeft hij gedurende een periode van tien volledige jaren in Maleisië gewoond en aldaar voor een Maleisisch particulier bedrijf gewerkt. Daarna is hij teruggekomen naar Nederland. De heer Teunissen en zijn ouders hebben geen vrijwillige AOW-verzekering gesloten. Bij het bereiken van de 65e jarige leeftijd zal hij een korting krijgen op zijn AOWuitkering. Hoe hoog is deze korting in procenten? A. B. C. D.
12%. 13%. 24%. 26%. Page 5 of 13
© 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 14 Jacco Bakkers is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met Gerdien Veen. Jacco wil een kantoorpand kopen als belegging. Hiertoe wil hij een koopovereenkomst aangaan. Voor de financiering van de aankoop wil Jacco een hypothecaire financiering afsluiten bij een bank, waarbij de bank hypotheek krijgt op het kantoorpand. De aankoopprijs van het kantoorpand bedraagt € 500.000. Jacco heeft na het inbrengen van eigen middelen een financiering van de bank van € 100.000 nodig. Is volgens het burgerlijk recht de toestemming van Gerdien vereist voor het aangaan van de koopovereenkomst en/of voor de hypotheekvestiging? A. B. C. D.
Voor de koopovereenkomst wel, voor de hypotheekvestiging niet. Voor de koopovereenkomst wel, voor de hypotheekvestiging wel. Voor de koopovereenkomst niet, voor de hypotheekvestiging niet. Voor de koopovereenkomst niet, maar voor de hypotheekvestiging wel.
Vraag 15 Stel dat het volgende geldt: - Pieter, alleenstaand, is op 10 januari 2011 overleden; - Pieter heeft in zijn testament van 29 november 2010 zijn twintig neven en nichten tot erfgenamen benoemd; - Hij heeft in dit testament zijn neef Bas tot executeur benoemd; - In zijn testament is Pieter niet afgeweken van de wettelijke bepalingen die gaan over de taken en bevoegdheden van een executeur. Wat is juist over de bevoegdheid van Bas als executeur op grond van het wettelijk erfrecht? A. B. C. D.
Bas heeft de bevoegdheid om de nalatenschap van Pieter te verdelen. Alle erfgenamen moeten een volmacht afgeven aan Bas als executeur, voordat Bas kan starten met het beheer van de nalatenschap van Pieter. Bas heeft altijd toestemming nodig van alle erfgenamen om goederen te verkopen uit de nalatenschap. Bas heeft de bevoegdheid om, voor zover nodig voor het betalen van de schulden van de nalatenschap, zonder toestemming van de erfgenamen, goederen uit de nalatenschap te verkopen.
Page 6 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 16 Harry Konijn verstrekt de volgende informatie aan u: - Hij is alleenstaand en 40 jaar; - In 2006 heeft hij voor € 400.000 aan beleggingen in Nederland aangekocht; - Hij heeft een lening voor de aankoop van deze beleggingen afgesloten van € 400.000 in Zwitserse Franken bij een wisselkoers van 1,6 Zwitserse Frank voor 1 Euro; - Op 1 december 2011 verkoopt hij de beleggingen voor € 350.000; - Met de verkoopopbrengst lost hij zo veel mogelijk van de lening af; - Op het moment van de verkoop van de beleggingen en aflossing op de lening is de wisselkoers 1,2 Zwitserse Frank voor 1 Euro; - Harry heeft bij aankoop van de beleggingen een valuta-swap afgesloten tot en met 1 december 2011. De valuta-swap krijgt waarde indien de Euro ten opzichte van de Zwitserse Frank sterker wordt dan de wisselkoers van 1,6 Zwitserse Frank voor 1 Euro; - Bij verkoop van de beleggingen is de positie in de swap beëindigd. Houd geen rekening met rente, belastingen, swappremies en kosten. Wat is afgerond het resultaat op 1 december 2011 in € voor Harry van deze transacties? A. B. C. D.
-/- € 220.000. -/- € 183.333. -/- € 50.000. € 0.
Vraag 17 Arend Kuiper en Sonja Bartels wonen samen. Zij hebben ieder privé bezittingen, maar ze hebben als gezamenlijke bezitting elk voor de onverdeelde helft de eigen woning. Inzake de eigen woning willen ze een verblijvingsbeding overeenkomen, zodat bij een overlijden van de één, de helft van de eigen woning wordt toegedeeld aan de ander. In welke van onderstaande documenten wordt een dergelijk verblijvingsbeding opgenomen om één en ander te bewerkstelligen? A. B. C. D.
Samenlevingsovereenkomst. Testament. Hypotheekakte. Akte van de burgerlijke stand.
Page 7 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 18 Joost Kruimel heeft ultimo 2009 een onroerende zaak gekocht en verkregen, welke hij sinds verkrijging voor 70% zelf is gaan bewonen en voor 30% is gaan verhuren als kantoor aan de gemeente. De verhuur kwalificeert in fiscale zin als normaal vermogensbeheer. De totale waarde van de onroerende zaak is bij aanschaf € 250.000. Dit bedrag is onder te verdelen in € 175.000 voor het gedeelte van de eigen woning en € 75.000 voor het verhuurde gedeelte. Joost heeft de aanschaf van de gehele onroerende zaak gefinancierd met een lening van € 200.000. Het restant van het aankoopbedrag heeft hij betaald uit eigen middelen uit box 3. Joost leeft van de huuropbrengsten en van de opbrengsten uit zijn effectenportefeuille van € 1.000.000. Hij ontvangt geen salaris of ander in box 1 belast inkomen. Welke van de volgende toerekeningen van de lening van in totaal € 200.000 over box 1 en box 3 is in de zin van de Wet IB 2001 in 2011 NIET toegestaan? A. B. C. D.
€ € € €
100.000 in box 1 en € 100.000 in box 3. 125.000 in box 1 en € 75.000 in box 3. 140.000 in box 1 en € 60.000 in box 3. 175.000 in box 1 en € 25.000 in box 3.
Vraag 19 Frans Kooij en Alie Strating zijn in 2002 getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. Hun huwelijk is op 1 november 2011 ontbonden. In het echtscheidingsconvenant is onder meer het volgende opgenomen: - De woning met een waarde van € 200.000, de eigenwoningschuld van € 200.000 en de spaarrekening eigen woning (SEW) met een waarde van € 20.000 worden in eigendom geheel toebedeeld aan Frans; - De lijfrentepolis met een lijfrentekapitaal van € 20.000 waarvoor de premies volledig door Alie zijn afgetrokken van het belastbare inkomen in de zin van de Wet IB 2001, wordt geheel toebedeeld aan Alie. Na toebedeling van de overige vermogensbestanddelen is geen van de partijen overof onderbedeeld. Stel dat beide partijen hieraan meewerken. Kan de bovenstaande toebedeling van de SEW en/of de toebedeling van de lijfrentepolis fiscaal geruisloos voor de Wet IB 2001 geschieden in 2011? A. B. C. D.
De toebedeling van de SEW De toebedeling van de SEW De toebedeling van de SEW De toebedeling van de SEW
wel, die van de lijfrentepolis niet. wel, die van de lijfrentepolis wel. niet, die van de lijfrentepolis niet. niet, die van de lijfrentepolis wel.
Page 8 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 20 Voor Arjan Peters geldt het volgende: - Hij is alleenstaand; - Hij heeft een eigen woning; - Hij heeft een eigenwoningschuld per 1 januari 2011 van € 250.000 met een nominale rente van 3% op jaarbasis; - Zijn spaarrekening eigen woning (SEW) kapitaal bedraagt per 1 januari 2011 tot ultimo 2011 € 50.000; - Ultimo 2011 wordt de jaarrente bijgeschreven op het SEW-kapitaal en betaald op de eigenwoningschuld; - De SEW blijft binnen de fiscale bandbreedte; - De WOZ-waarde van zijn woning is € 200.000; - Zijn box 1 inkomen bedraagt bruto € 100.000. Stel dat het nominale rentepercentage op de eigenwoningschuld en op het SEWkapitaal exact hetzelfde is. Wat is over het jaar 2011 voor Arjan afgerond het netto verschil na belastingen indien het rentepercentage niet 3% maar 5% was? Houd hierbij geen rekening met eventuele andere rente-effecten over 2011. A. B. C. D.
€ 0. -/- € 1.400. -/- € 1.600. -/- € 2.400.
Vraag 21 Anke Pastoor is nog nooit als werknemer werkzaam geweest. Anke werkt sinds een half jaar voor een periode van twee jaar gedurende drie dagen per week als freelancer bij Tennisearth B.V. Anke is aldus geen werknemer bij Tennisearth B.V. De overige dagen werkt zij voor andere wisselende opdrachtgevers. Tennisearth B.V. wil Anke graag een pensioen toezeggen. Ze wordt aangemeld bij de pensioenuitvoerder van Tennisearth B.V. Er is geen sprake van een verplichte beroepspensioenregeling. Welke bewering over Ankes deelname aan de pensioenregeling van Tennisearth B.V. is juist? A.
B.
C. D.
Anke kan deelnemen, ze krijgt een recht op een pensioenaanspraak in de zin van de Pensioenwet en er gelden geen afwijkende regels ten opzichte van de overige deelnemers. Anke kan deelnemen, ze krijgt een recht op een pensioenaanspraak in de zin van de Pensioenwet, maar ze is een eigen bijdrage verschuldigd omdat ze freelancer is. Anke kan nog niet deelnemen, omdat er voor haar een wachttijd van een jaar geldt in de Pensioenwet. Anke kan niet deelnemen, omdat ze freelancer is. Page 9 of 13
© 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 22 Arie Schoorl heeft op 1 januari 2012 een nominaal ouderdomspensioen van bruto € 40.000 op jaarbasis dat geldt voor geheel 2012. Stel dat het nu 1 januari 2012 is en dat de statistische levensverwachting van Arie nog precies 14 volledige jaren is tot ultimo 2025. Stel verder dat Aries ouderdomspensioen op jaarbasis per 1 januari met 2% geïndexeerd wordt, startend op 1 januari 2013. In totaal bij 14 volledige levensjaren tot ultimo 2025 zou er nog sprake zijn van 13 maal een indexatie. Een indexatie gaat over de hoogte van het ouderdomspensioen van het jaar ervoor. Houd geen rekening met belastingen, premies of kosten. Ga ervan uit dat ultimo van een jaar alle pensioentermijnen van een betreffend jaar door Arie zijn ontvangen. Wat is afgerond het verschil over 14 volledige jaren in nominaal bruto ouderdomspensioen tussen het bedrag dat ontstaat met toepassing van indexatie en het bedrag dat ontstaat zonder indexatie? A. B. C. D.
€ 78.958. € 80.958. € 82.958. € 84.958.
Vraag 23 Jerry van Dam is 25 jaar en woont bij zijn vader Ben. Jerry heeft 1% van de aandelen in JB B.V. Zijn vader Ben bezit de overige 99% aandelen in JB B.V. Jerry is enig kind. De ouders van Jerry waren onder huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting getrouwd en zij zijn in 2009 gescheiden. De echtscheiding is formeel afgewikkeld. Jerry leent op 1 januari 2011 een bedrag van € 100.000 aan JB B.V. De lening wordt fiscaal als zakelijk gekwalificeerd. In welke box van de Wet IB 2001 valt in 2011 het 1% aandelenbelang van Jerry in JB B.V. en de vordering van Jerry op JB B.V.? A. B. C. D.
Het aandelenbelang in box 2 en de vordering in box 1. Het aandelenbelang in box 2 en de vordering in box 3. Het aandelenbelang in box 3 en de vordering in box 1. Het aandelenbelang in box 3 en de vordering in box 3.
Page 10 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 24 Jan Koenen leest in de krant negatieve berichten over het schuldenniveau van overheden, met name de verhouding tussen de totale overheidsschulden ten opzichte van het bruto binnenlands product van een bepaald land. Jan vraagt zich af hoe deze verhouding in Nederland is op basis van de Miljoenennota 2012 zonder rekening te houden met overheidsgaranties. Binnen welke range bevindt bovenstaande verhouding zich in Nederland op basis van de Miljoenennota 2012? A. B. C. D.
30% 50% 80% 100%
- 50%. - 80%. - 100%. - 130%.
Vraag 25 Anne Lassing is geboren op 30 december 1949 en verkrijgt van haar ex-man Alfred Brand een alimentatie-uitkering van bruto € 750 per maand. De echtscheiding was in 2009 en de alimentatie-uitkeringen lopen tot 2021. Anne en Alfred waren onder huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting gehuwd. De alimentatie-uitkering is door de rechter vastgesteld. Anne heeft via een erfenis in 2010 een aanzienlijk liquide vermogen in box 3 verkregen waarvan zij kan leven. Zij woont in een huurwoning. Zowel Anne als Alfred hebben geen andere partner gehad na hun echtscheiding. Alfred overlijdt plotseling op 1 februari 2011 waardoor de alimentatie-uitkering aan Anne komt te vervallen. Heeft Anne door het overlijden van Alfred recht op een ANW-nabestaandenuitkering en zo ja, hoeveel? A. B. C. D.
Nee. Ja, een volledige ANW-nabestaandenuitkering zonder korting en zonder rekening te houden met de genoten bruto alimentatie-uitkering. Ja, een ANW-nabestaandenuitkering met een korting voor het belastbare inkomen in box 3. Ja, een ANW-nabestaandenuitkering van maximaal bruto € 750 per maand.
Page 11 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 26 Gerrit en Hanneke Zijlstra hebben een zoon Jos van 3 jaar. Gerrit is ook voogd over zijn neef Willem. Willem is 16 jaar. De oma van Jos en Willem is voornemens aan Jos en Willem elk afzonderlijk een schenking van € 50.000 te doen. Aan beide schenkingen zijn lasten en voorwaarden verbonden. Gerrit en Hanneke willen een en ander regelen volgens de regels van het burgerlijk recht. Is er voor het aannemen van de schenking aan Jos respectievelijk aan Willem, een machtiging van de kantonrechter nodig? A. B. C. D.
Voor de schenking aan Jos wel, voor de schenking aan Willem niet. Voor de schenking aan Jos wel, voor de schenking aan Willem wel. Voor de schenking aan Jos niet, voor de schenking aan Willem niet. Voor de schenking aan Jos niet, voor de schenking aan Willem wel.
Vraag 27 Henk is in loondienst. Hij werkt sinds 2003 jaarlijks 1.500 uur voor zijn werkgever. Sinds 2003 is Henk ook IB-ondernemer. Hij heeft sinds 2003 jaarlijks 1.250 uur aan zijn onderneming besteed. De jaarwinst in 2011 van de onderneming van Henk bedraagt € 50.000. Heeft Henk in 2011 recht op de MKB-winstvrijstelling en/of de zelfstandigenaftrek in de zin van de Wet IB 2001? A. B. C. D.
Wel op de MKB-winstvrijstelling, niet op de zelfstandigenaftrek. Wel op de MKB-winstvrijstelling, wel op de zelfstandigenaftrek. Niet op de MKB-winstvrijstelling, niet op de zelfstandigenaftrek. Niet op de MKB-winstvrijstelling, wel op de zelfstandigenaftrek.
Vraag 28 Goswin van Amstel heeft de volgende optieposities: - 20 geschreven puts AKZO 40 à € 2 optiepremie. - 20 gekochte calls AKZO 40 à € 2 optiepremie. Houd geen rekening met belastingen, kosten en rentes. Wat is het maximale mogelijke verlies op deze optieposities tezamen voor Goswin? A. B. C. D.
€ 0. € 40.000. € 80.000. € 160.000.
Page 12 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP
Onderstaande vragen beantwoorden op basis van de gegevens in de desbetreffende vraag.
Vraag 29 De heer De Boer heeft de volgende beleggingspanden in privé eigendom:
Beleggingspand A Beleggingspand B Beleggingspand C
Beleggingswaarde € 1.000.000 € 400.000 € 600.000
Lening X-bank € 300.000 € 200.000 € 100.000
Huuropbrengst per jaar € 80.000 € 60.000 € 0
De omvang van de totale financiering bij X-bank op de beleggingspanden A, B en C wordt bepaald door de laagste van de twee volgende waarden: - 1. 70% van de beleggingswaarden; - 2. De verhouding van de jaarlijkse rente en aflossingen ten opzichte van de totale huuropbrengsten op jaarbasis mag bij de verstrekking van de totale financiering maximaal 1 zijn. Hierbij wordt uitgegaan van een nominale rente van 5% per jaar en het lineair geheel aflossen van de leningen in 20 jaar. Wat kan de heer De Boer op basis van de bovenstaande gegevens maximaal extra financieren? A. B. C. D.
€ 480.000. € 800.000. € 980.000. € 1.400.000.
Vraag 30 Jaap van Bekkem is op 1 september 2011 overleden zonder testament. Jaap liet twee kinderen na: Simon en Janneke. De nalatenschap van Jaap bestond uitsluitend uit een betaalrekening van € 100.000 zonder rentevergoeding. Verder had Jaap geen bezittingen en schulden. Er was een volledig dekkende verzekering in natura voor de uitvaartkosten. Simon heeft in 2003 een schenking van Jaap ontvangen van € 100.000. Daarbij zijn geen voorwaarden overeengekomen behoudens een uitsluitingsclausule. Jaap heeft aan Janneke nooit enig vermogen geschonken. Ga ervan uit dat Simon en Janneke alle juridische middelen inzetten om hun eigen verkrijging te maximaliseren. Stel dat Janneke een beroep doet op haar legitieme portie en daarbij inbreng vordert van de gedane schenking. Wat ontvangt Simon respectievelijk Janneke uit de nalatenschap uitgaande van het wettelijke erfrecht zonder rekening te houden met belastingen? A. B. C. D.
Simon € 0, Janneke € 100.000. Simon € 25.000, Janneke € 75.000. Simon € 50.000, Janneke € 50.000. Simon € 100.000, Janneke € 100.000.
- EINDE Page 13 of 13 © 2011, Stichting Certificering FFP