Voorjaarsnota 2015
Eerste bestuursrapportage
2015-0036.1
2015 41OQ96_GEU_om_Voorj_nota.indd 1
12-05-15 09:21
Voorjaarsnota 2015 Eerste Bestuursrapportage 2015
1
Colofon
Voorjaarsnota 2015 en Eerste Bestuursrapportage 2015 Uitgave Gemeente Utrecht Drukwerk RICOH NEDERLAND Fotografie Ramon Mosterd John Ploeg John Gundlach Informatie Gemeente Utrecht Bestuurs- en concernstaf Financiën en Control Postbus 16200 3500 CE Utrecht www.utrecht.nl/voorjaarsnota
[email protected]
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Voorjaarsnota
7
1 Samenvatting
9
2 Bouwen aan een financieel gezonde toekomst 2.1 Financiële ontwikkelingen programma Algemene middelen 2.1.1 Te bestemmen resultaat 2014
12 12 12
2.1.2 Autonome ontwikkelingen
12
2.1.4 Weerstandsvermogen: actualisatie en verbetering betrouwbaarheid raming
16
2.1.3 Taakstellingen stelpost: innovatie en overhead
15
2.1.5 Overige ontwikkelingen
16
2.2.1 Financiële ontwikkelingen algemeen bestuurlijk domein
17
2.2 Financiële ontwikkelingen in de programma’s 2.2.2 Financiële ontwikkelingen fysieke domein 2.2.3 Financiële ontwikkelingen sociaal domein
3 Investeren in inwoners en kansen voor de stad
17 20 22
25
3.1 Utrecht maken we samen
25
3.3 Werken aan werk
28
3.2 Bouwen aan een gezonde toekomst
4 Bijlagen Voorjaarsnota 2015 Bijlage 4.1 Innovatietaakstelling
Bijlage 4.2 Overheveling taken naar gemeenten Bijlage 4.3 Tekort op bijstand
26
31 33 35 36
Eerste Bestuursrapportage 2015
39
5 Uitvoering 2015
41
5.1 Uitvoering programma’s
41
5.3 Uitvoering investeringen in 2015
48
5.2 Grote investeringsprojecten 2015 5.4 Bijsturingsvoorstellen
6 Bijlagen Eerste Bestuursrapportage 2015 Bijlage 6.1 ‘Was wordt’ tabel effect- en prestatieindicatoren
Bijlage 6.2 Stand van zaken knelpunten/afwijkingen uitvoering van de Wijkambities 2014-2018
42 54
59 61 67
3
Voorwoord Utrecht, 13 mei 2015 Raadsvoorstel nummer 80 Voor u ligt de Voorjaarsnota 2015 van de gemeente Utrecht. De Voorjaarsnota maken we jaarlijks als voorbereiding op de Programmabegroting. We actualiseren het financiële beeld dat de basis is voor onze uitgangspunten en keuzes voor de Programmabegroting 2016. Een financieel gezonde stad, daar staat Utrecht voor. Daarom voeren we een solide en robuust begrotingsbeleid waarbij reëel en behoedzaam ramen belangrijke uitgangspunten zijn. Met deze Voorjaarsnota 2015 bouwen we aan een financieel gezonde toekomst en blijven we investeren in inwoners en kansen voor de stad. De secretaris, drs. M.R. Schurink
De burgemeester, mr. J.H.C van Zanen
5
Voorjaarsnota
7
1 Samenvatting Utrecht: de snelst groeiende stad van Nederland met ongekende mogelijkheden… Utrecht is de snelst groeiende regio van Nederland. In enkele decennia groeit de stad van 300.000 naar 400.000 inwoners en de regio naar één miljoen inwoners. Die groei brengt kansen en opgaven met zich mee. De interactie tussen mensen in steden brengt economische en maatschappelijke waarde in de stad en de regio eromheen. Tegelijkertijd mag de groeiende stedelijke infrastructuur niet ten koste gaan van de leefbaarheid. Op nationaal en Europees niveau krijgen de veranderende positie van de stad en de stedelijke regio steeds meer aandacht. Europa stelt momenteel een Urban Agenda op, het Rijk zogeheten City Deals. De steden hebben hierin een belangrijke rol. Groeiende steden zoeken daarbij naar een optimale balans tussen concurrentiekracht en leefbaarheid. Utrecht heeft een goede uitgangspositie. Utrecht ligt in de meest competitieve regio van Europa, is een aantrekkelijke woonstad, is centraal gelegen en heeft een jonge en goed opgeleide bevolking. De Utrecht Monitor 2015 bevestigt dit opnieuw. Van alle grote Nederlandse steden heeft Utrecht de hoogst opgeleide inwoners. Ook is Utrecht één van de gezondste grote steden van Nederland. Op sociaal gebied hebben Utrechters relatief weinig last van bijvoorbeeld eenzaamheid. Echter, dat is niet vanzelfsprekend en geldt niet voor iedereen. Zeker niet nu er steeds meer een beroep wordt gedaan op de netwerken en eigen kracht van mensen. De stad heeft een sterk maatschappelijk weefsel. Er zijn relatief veel vrijwilligers en veel bedrijven die maatschappelijk willen ondernemen en bijdragen. De Grand Départ die 4 juli van start gaat in Utrecht en de ondertekening op 21 april van de ‘social impact bond’ tussen onder andere de gemeente en Colour Kitchen zijn hiervan mooie voorbeelden. Deze kracht willen wij benutten voor de gezondheid van inwoners, het vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners met en zonder beperking en het streven naar economische en maatschappelijke waarde voor de stad en stedelijke regio. De verandering van Utrecht voltrekt zich tegen de achtergrond van een voorzichtig aantrekkende economie. In 2014 was er voor het eerst in drie jaar weer sprake van economische groei in Nederland al was die nog beperkt tot 0,8%. Voor 2015 en 2016 verwacht het Centraal Plan Bureau een groei van respectievelijk 1,7% en 1,8%. Ook in Utrecht is voorzichtig de weg naar economisch herstel ingezet. Belangrijke indicatoren daarvoor zijn het aantrekken van de woningmarkt, afbuigende groei van het aantal werkloosheidsuitkeringen en het groeiende ondernemersvertrouwen. Tegen deze achtergrond presenteren wij een Voorjaarsnota die verder bouwt aan een financieel gezonde toekomst voor Utrecht en blijft investeren in inwoners en kansen voor de stad. In de tabel hieronder geven wij de financiële samenvatting van de Voorjaarsnota 2015. Voorjaarnota 2015 Financieel beeld programma Algemene middelen Ontwikkelingen op de beleidsprogramma's Investeren in inwoners en kansen voor de stad Totaal financieel beeld Vereveningen via de algemene dekkingsreserve Saldo
2015
2016
2017
2018
23.591
13.715
10.887
10.049
9.082
-19.994
-14.018
-8.432
-6.578
-5.578
-2.448
-2.863
-2.583
-1.460
-730
2019
2.867
-2.751
-408
888
2.045
-2.867
2.751
408
-292
0
0
0
0
596
2.045
Bedragen zijn in duizenden euro's. …bouwt verder aan een financieel gezond toekomst… We staan voor een financieel gezonde stad. Daarom presenteren we een Voorjaarsnota met een solide en robuust begrotingsbeleid waarbij reëel en behoedzaam ramen belangrijke uitgangspunten zijn. Wij schuiven knelpunten die niet of moeilijk beïnvloedbaar of oplosbaar zijn door aanpassing van beleid niet weg maar zoeken daar passende oplossingen voor. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de knelpunten per domein.
9
Financieel beeld domeinen
2015
2016
2017
2018
2019
Algemeen bestuurlijk domein
-1.254
-1.296
-2.295
-1.441
-1.441
Fysiek domein
-1.870
-287
-287
-287
-287
Sociaal domein
-16.870
-12.435
-5.850
-4.850
-3.850
Aanpassing verdeelmodel Wet Werk Bijstand
-9.700
-10.000
-5.000
-4.000
-3.000
Overige ontwikkelingen
-7.170
-2.065
-850
-850
-850
-19.994
-14.018
-8.432
-6.578
-5.578
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
De financiële problematiek in het algemeen bestuurlijke domein heeft verschillende oorzaken. Het is een combinatie van moeilijk beïnvloedbare knelpunten zoals de fasering van de bezuiniging op de Veiligheidsregio Utrecht en de gevolgen van het schrappen van de rijksvergoeding voor procesverbalen, aanpassingen en/of technische correcties op eerdere besluitvorming zoals het borgen van de kaderstellende fiscale functie én uitvoering van moties (motie over de omvang van het uitzendwerk bij het Klantcontactcentrum) en externe adviezen (advies commissie Jansen over de asbest/communicatiecrisis Kanaleneiland). De financiële problematiek in het fysieke domein is voor een belangrijk deel incidenteel van karakter. Het is een combinatie van niet beïnvloedbare knelpunten zoals het oplossen van de geluidsoverdracht Tivoli en de asbestsanering Vechtdijk, voorzetting van eerder aangenomen moties (motie ‘Schoon in de binnenstad’) en inzet om vastgesteld beleid te kunnen blijven uitvoeren. Dankzij de aantrekkende economie en woningmarkt nemen de risico’s in de grondexploitaties af. Het positieve resultaat van de grondexploitatie Leidsche Rijn over 2014 is voor 2,0 miljoen euro ingezet voor de Programmabegroting 2015. De resterende 1,5 miljoen euro is toegevoegd aan het gemeentebrede resultaat over 2014. Hoewel de economie zich weer voorzichtig lijkt te herstellen is de vastgoedmarkt nog niet terug op het niveau van voor de crisis. Bij de grondprijsbepaling hebben we gekeken naar de economische ontwikkelingen, naar de landelijke vastgoedmarkt en naar de lokale vastgoedmarkt in het bijzonder. Dat leidt ertoe dat we de grondprijzen handhaven op het niveau van 2014. Dat past bij een solide en robuust begrotingsbeleid. De financiële problematiek in het sociale domein wordt voor een belangrijk deel bepaald door knelpunten die op korte termijn moeilijk oplosbaar zijn door aanpassing van beleid. De aanpassing van het verdeelmodel van de bijstandsuitkeringen is het duidelijkste voorbeeld. In 2015 is een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor de verdeling van de rijksmiddelen voor bijstandsuitkeringen met een ongunstige uitkomst voor de gemeente Utrecht. Het verwachte tekort over 2015 is fors en het is onzeker in hoeverre de door het Rijk ingezette doorontwikkeling van het verdeelmodel leidt tot een gunstiger uitkomst voor Utrecht. Uit behoedzaamheid ramen we dan ook in de jaren 2016 tot en met 2019 een bedrag om nadelen op het verdeelmodel op te kunnen vangen. We verwachten dat de aanpassing van het model meerdere jaren in beslag neemt en dat het verminderen van het aantal uitkeringen tijd vraagt. Daarom houden wij rekening met een aflopend bedrag. Wij stellen voor een behoedzaamheidsreserve te vormen in het programma Algemene middelen. Afhankelijk van de daadwerkelijke ontwikkeling van de bijstandsuitgaven en de rijksbijdragen zetten wij deze reserve in. Daarnaast hebben we bij deze Voorjaarsnota het risicobeeld van de decentralisaties Jeugd en Wmo geactualiseerd, zoals afgesproken met uw gemeenteraad. De uitkomst van de actualisatie is dat het totale risicoprofiel niet is gewijzigd en dat we daarom de hoogte van het fonds decentralisaties handhaven op 20 miljoen euro. Wel hebben we middelen uit het fonds ingezet voor de dekking van invoeringskosten van de Participatiewet, voor het inrichten van een team van huishoudcoaches en voor de verruiming van de capaciteit van de buurtteams Jeugd en Gezin. Voor de knelpunten hebben we naar een passende oplossing gezocht binnen de financiële ruimte van het Programma algemene middelen. Met name de groei van de stad zorgt voor een substantiële groei van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Ook de ontwikkeling van het zogeheten accres in het Gemeentefonds zorgt voor een positieve bijstelling van het financiële beeld. Daarnaast kiezen we vanuit solide begroten om in het financiële beeld rekening te houden met de invoering van de vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen. Ook wordt het weerstandsvermogen op één gebracht passende bij de financiële spelregels, de actualisatie van het risicomodel en de nieuwe nota ‘Risicomanagement 2015-2018’.
10
…en blijft investeren in inwoners en kansen voor de stad. We willen een toekomstbestendige begroting waarin ook ruimte is om te blijven investeren in inwoners en kansen. In het Coalitieakkoord zijn binnen het financieel kader intensiveringen opgenomen passende bij de ambities uit dit akkoord. In deze Voorjaarsnota hebben we meerjarig (2015-2019) ruim 10 miljoen euro aanvullende ruimte gecreëerd in lijn met de coalitieambities samen met de stad, werken we aan werk en bouwen we aan een gezonde toekomst. Een samenvatting van deze investeringen staat in onderstaande tabel. Verder voeren we in de tweede helft van 2015 een verkenning uit waarin de actualisatie van de ruimtelijke strategie verbonden wordt met een financiële strategie. Bij de Voorjaarsnota 2016 komen we met een voorstel. Investeren in inwoners en kansen voor de stad
2015
2016
2017
2018
2019
Utrecht maken we samen
-630
-908
-1.323
-1.603
-780
Bouwen aan een gezonde toekomst
-100
-400
-400
-400
-100
0
-1.140
-1.140
-580
-580
-730
-2.448
-2.863
-2.583
-1.460
Werken aan werk Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Ten slotte We gebruiken de algemene dekkingsreserve conform de gebruikelijke systematiek om het resultaat iedere jaarschijf minimaal sluitend te laten zijn. Per saldo resteert een voordeel van 2,6 miljoen euro in de meerjarenraming: 0,6 miljoen euro in 2018 en 2,0 miljoen euro in 2019, zoals ook te zien is in de eerste tabel van de samenvatting op pagina 9. Vanuit oogpunt van behoedzaamheid wordt deze ruimte nu niet ingezet. Ook omdat de meicirculaire van het Gemeentefonds 2015 pas verschijnt als de Voorjaarsnota 2015 is gepubliceerd. Deze circulaire kan het financieel beeld positief of negatief beïnvloeden. Daarnaast is het economische herstel nog pril.
11
2 Bouwen aan een financieel gezonde toekomst Voor gemeenten vormen de financiën de komende jaren een grote uitdaging. De decentralisaties van Rijkstaken in het sociaal domein betekenen dat er meer met minder moet. In het fysieke domein lopen de Rijksmiddelen voor stedelijke vernieuwing terug, onder andere door de beëindiging van de rijksbijdrage Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. De invoering van de vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen heeft een negatieve invloed op het financiële beeld. Daarnaast blijft de stad groeien en dat levert opgaven op voor verschillende terreinen. We pakken deze uitdaging op door het leveren van maatwerk en andere samenwerkingsvormen met aandacht voor doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid en uitvoering. Ook zijn we koersvast als het gaat om het verder vergroten van onze financiële wendbaarheid en weerbaarheid. We bouwen kortom aan een financieel gezonde toekomst voor de gemeente Utrecht waarbij reëel en behoedzaam ramen belangrijke uitgangspunten zijn. In paragraaf 2.1 geven we de financiële ontwikkelingen weer in het programma Algemene middelen. In paragraaf 2.2 herijken we het financieel beeld van (eerder) vastgesteld beleid.
2.1 Financiële ontwikkelingen programma Algemene middelen De financiële ontwikkelingen van het programma Algemene middelen schetsen wij aan de hand van het gemeentebreed te bestemmen resultaat over 2014, de autonome ontwikkelingen, taakstellingen op de stelpost algemene middelen, het weerstandsvermogen en overige ontwikkelingen. Financieel beeld programma Algemene middelen
2015
2016
2017
2018
2019
Te bestemmen resultaat
11.330
0
0
0
0
Autonome ontwikkelingen
14.361
16.441
15.162
14.324
14.279
0
-1.626
-3.175
-3.175
-3.175
Taakstellingen stelpost Weerstandsvermogen
-800
Overige ontwikkelingen
-1.300
-1.100
-1.100
-1.100
-2.022
Totaal
23.591
13.715
10.887
10.049
9.082
Bedragen zijn in duizenden euro's.
2.1.1 Te bestemmen resultaat 2014 Het te bestemmen resultaat van de gemeente over 2014 is 11,3 miljoen euro na de bestedings- en dekkingsvoorstellen. De onderbouwing van de voorstellen 2014 staat in het raadsvoorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2014.
2.1.2 Autonome ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen bestaan uit externe, niet beïnvloedbare nominale (loon en prijs) en reële (volume) ontwikkelingen in 2015 en 2016 gebaseerd op vastgesteld (Rijks)beleid. De meerjarenraming voor 2017 tot en met 2019 is gelijk aan de prijs- en volumeontwikkelingen 2016. Ieder jaar wordt in de nieuwe begroting de meerjarenbegroting voor deze ontwikkelingen bijgesteld.
12
Autonome ontwikkelingen
2015
2016
2017
2018
2019
Gemeentefonds
6.110
16.246
16.467
16.129
17.084
Accres (‘trap op trap af’)
3.110
5.661
5.611
5.488
6.783
Groei van de stad/volumeontwikkelingen
3.000
10.585
10.856
10.641
10.301
Loon- en prijscompensatie programma’s
1.500
-3.900
-3.900
-3.900
-3.900
Belasting en heffingen
2.751
4.295
4.295
4.295
4.295
Onroerendezaakbelasting (OZB)
2.827
3.544
3.544
3.544
3.544
0
827
827
827
827
-76
-76
-76
-76
-76
Inflatiecorrectie belastingen en heffingen Correctie toeristenbelasting Ontwikkelingen treasury
4.000
3.000
1.500
1.000
0
Referentiekader Leidsche Rijn
0
-2.000
-2.000
-2.000
-2.000
Doorwerking volume bijstand op formatie W&I
0
-450
-450
-450
-450
Invoering vennootschapsbelastingplicht
0
-750
-750
-750
-750
14.361
16.441
15.162
14.324
14.279
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Gemeentefonds De raming van het Gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire Gemeentefonds 2014 van het Rijk. Ook is er rekening gehouden met het effect van het groot onderhoud 2e fase, zoals deze in maart 2015 door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gepubliceerd. De meicirculaire Gemeentefonds 2015 verschijnt als de Voorjaarsnota 2015 is gepubliceerd en kan daarom niet als basis dienen voor de raming. Accres (‘trap op trap af’) De ontwikkeling van de gemeente uitgaven is gekoppeld aan de ontwikkeling van de nominale en reële uitgaven van de ministeries. Deze zogeheten trap op trap af systematiek (accres) heeft een positief effect op de gemeentebegroting. In de structurele situatie in 2019 is het effect 6,8 miljoen euro. De meicirculaire kan de bijstelling van het accres positief of negatief beïnvloeden. Groei van de stad (volumeontwikkelingen) De stad groeit waardoor de algemene uitkering substantieel toeneemt. Deze groei is zichtbaar in de stijging van het aantal inwoners en woningen. We actualiseren de aantallen voor het lopende jaar 2015 en ramen ze voor 2016. Vanaf 2016 stijgt de algemene uitkering met circa 10,6 miljoen euro. Loon- en prijscompensatie programma’s Een deel van het accres gebruiken we voor loon- en prijscompensatie. In 2015 zijn de werkgeverspremies lager dan waar we rekening mee hebben gehouden. Dat betekent een incidentele vrijval op de stelpost looncompensatie van 1,5 miljoen euro. In de begroting 2016 wordt de loon- en prijscompensatie verwerkt in de beleidsprogramma’s waarbij we ons baseren op basis van cijfers van het Centraal Planbureau over loon- en prijsontwikkelingen (1%). Belastingen en heffingen Onroerendezaakbelasting (OZB) De positieve bijstelling van de onroerendezaakbelasting heeft verschillende oorzaken. Uit analyse van de Jaarstukken 2014 blijkt dat door een groter volume aan onroerende zaken dan begroot de onroerendezaakbelasting 1,468 miljoen euro meer heeft opgebracht. Dit werkt structureel door in 2015 en verder. In de tweede plaats wordt vanaf 1 januari 2015 rekening gehouden met een volumeontwikkeling van 1,5% per jaar. Deze volumeontwikkeling is hoger dan geraamd in de Programmabegroting 2015 en leidt tot een aanvullende meeropbrengst van 0,835 miljoen euro in 2015 en verder. De geraamde volumeontwikkeling in 2016 leidt tot een positieve bijstelling van 1,241 miljoen euro vanaf 2016. Ten slotte zorgt de actuele waardeontwikkeling in 2015 tot een incidentele meeropbrengst van 0,524 miljoen euro. Dit is een incidenteel voordeel omdat het verschil in waardeontwikkeling in het tarief 2016 wordt gecorrigeerd. Bij de berekening van de tarieven voor de onroerendezaakbelastingen is rekening gehouden met een percentage voor woningen van -4,1% en voor nietwoningen van -5,4%. Naar aanleiding van de aanslagen die zijn opgelegd in februari 2015 is door de
13
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht een minder hoge waardedaling van de woningen gehanteerd van –3,87% en voor niet-woningen van -4,48%. Daarbij moet worden opgemerkt dat in februari weliswaar het grootste deel van de aanslagen is opgelegd, maar dat er in 2015 nog een aantal momenten zal volgen waarop aanslagen worden opgelegd. Dat geldt met name voor de niet-woningen. De daadwerkelijke dalingspercentages kunnen dus nog veranderen. Uiteraard houden we daar rekening mee bij het voorstel voor de nieuwe tarieven 2016. Onroerendezaakbelasting (OZB)
2015
2016
2017
2018
2019
Structurele doorwerking Jaarrekening 2014
1.468
1.468
1.468
1.468
1.468
835
835
835
835
835
1.241
1.241
1.241
1.241
524
0
0
0
0
2.827
3.544
3.544
3.544
3.544
Areaaltoename 2015 Areaaltoename 2016 Effect actuele waardeontwikkeling Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Inflatiecorrectie belastingen en heffingen De verwachte loon- en prijsbijstellingen worden deels gedekt door het indexeren van de gemeentelijke belastingen en heffingen. De indexatie is gelijk aan de loon- en prijscompensatie. Correctie toeristenbelasting In Utrecht wordt de toeristenbelasting geheven naar een vast percentage van de overnachtingprijs (5%). De helft van deze inkomsten wordt in overleg met de hoteliers ingezet voor bijdragen en subsidies voor toerisme, waarmee de geïnde belasting direct weer ten goede komt aan de sector. Per abuis zijn de uitgaven aan toeristische stadspromotie niet aangepast aan de actuele begrote toeristenbelasting maar gefixeerd op het bedrag 2013. Ontwikkelingen treasury De aankoop van het stadskantoor heeft in 2015 nog een voordelig effect op het resultaat van de treasury van 4,0 miljoen euro. Daardoor neemt het in 2014 al geraamde voordelige resultaat verder toe. Na 2015 neemt het voordeel af omdat de winstgevende belegging van 50 miljoen euro in 2016 afloopt en omdat vanuit behoedzaamheid is verondersteld dat vanaf 2017 de rentepercentages voor herfinanciering waarschijnlijk hoger zijn dan de huidige contractrentes. Referentiekader Leidsche Rijn Met het referentiekader Leidsche Rijn houden we rekening met de groei in Leidsche Rijn vanwege het uitzonderlijke karakter van deze uitbreiding. De inhoudelijke programma’s worden gecorrigeerd voor meeruitgaven voor bijvoorbeeld voorzieningen. De meeruitgaven door de groei van Leidsche Rijn ramen we op 2,0 miljoen euro vanaf 2016. Doorwerking bijstand formatie Werk en Inkomen De benodigde formatie bij Werk en Inkomen is deels afhankelijk van het aantal bijstandsontvangers. Bij de Voorjaarsnota 2014 is afgesproken dat de formatie meebeweegt met de mutatie in de bijstand. Dit draagt bij aan de wendbaarheid van de begroting van Werk en Inkomen. Als het aantal klanten afneemt, daalt het budget en omgekeerd. We gaan uit van een toename van 600 klanten en dat kost 0,45 miljoen euro voor personeel vanaf 2016. Dit vertaalt zich naar zes extra formatieplaatsen. Invoering vennootschapsbelastingplicht Hoewel de Eerste Kamer nog een besluit over het wetsvoorstel moet nemen, is de verwachting dat vanaf 1 januari 2016 ook overheidsondernemingen vennootschapsbelasting moeten afdragen. Het precieze financiële effect voor de gemeente Utrecht is nog lastig vast te stellen. Zo is de precieze reikwijdte nog onduidelijk. De VNG, IPO en UvW overleggen hier nog over met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën. Niettemin is het vanuit solide begroten verstandig om in het financieel beeld rekening te houden met de invoering. De Provincie vraagt dit ook in het financieel toezichtskader. Met de kennis van nu vinden wij het verstandig om vanaf 2016 hiervoor een bedrag van 0,750 miljoen euro te begroten.
14
2.1.3 Taakstellingen stelpost: innovatie en overhead In de programmabegroting 2015 hebben wij de taakstellingen voor innovatie en overhead verwerkt. Hieronder geven wij de actuele stand van zaken voor deze taakstellingen. Innovatietaakstelling Wij vinden het belangrijk dat er geïnnoveerd wordt. De organisatie ziet daar ook vele kansen toe. Dat blijkt uit de voorstellen die wij eerder aan uw raad hebben gestuurd. Inmiddels zien we op allerlei plekken in de organisatie nog andere ideeën en voorstellen naar boven komen. In bijlage 4.1 staat per onderdeel welke innovatie-initiatieven er worden genomen. Bijeenkomsten in het kader van Lean, datagedreven sturing, organisatievernieuwing en pleinen leveren die ideeën op. In de praktijk blijkt dat het precies uitwerken in businesscases van dit soort ideeën soms wel en soms geen ondersteuning is om tot resultaat te komen. Innovatie is niet iets dat overal op dezelfde manier plaatsvindt. Hiervoor is ruimte nodig. Wij kiezen ervoor die ruimte te geven en stellen daarmee de organisatieonderdelen en vooral de daarin werkzame mensen in staat om te innoveren. Zij weten het beste hoe ze dat voor elkaar kunnen krijgen. Overigens leveren niet al deze voorstellen direct geld op voor de algemene middelen maar soms leiden ze tot grotere effectiviteit of tot besparingen op tarieven. Vernieuwing staat dus centraal. In de Programmabegroting 2015 hebben wij aangegeven terug te komen op de intensivering en herijking van het instrument zero based begroten. Tegelijkertijd met de Voorjaarsnota 2015 bieden we uw raad de rapportages over zero based begroten van de programma’s Algemene Ondersteuning, Bewoners en Bestuur en Werk en Inkomen aan. In de begeleidende raadsbrief geven we aan dat uit de analyse van de rapportages blijkt dat zonder het loslaten van het bestaand beleid, het herijken van doelstellingen, beperkte winst te realiseren is. De reden daarvoor is dat de afgelopen jaren de begroting al flink is aangepakt waardoor reeds gefocust is op noodzakelijke werkzaamheden. Een logisch moment om een begroting van nul af aan op te bouwen is het moment waarop ook de beleidsdoelstellingen worden herijkt of geactualiseerd. Daarom komen wij bij de Programmabegroting 2016 met een planning die aansluit bij herijking of actualisatie van beleid. Op die momenten zullen we dan ook zero base naar de middelen kijken. Overheadtaakstelling De afgelopen jaren is een bedrag van 12,9 miljoen euro op overhead bespaard. Wij zien dit terug in het overheadpercentage, dat is gedaald van 32% naar 29%. Daarmee heeft Utrecht het laagste percentage van de 100.000+ gemeenten. Bij de Voorjaarsnota 2012 en 2013 is besloten tot een aanvullende besparing op de overhead van 1,7 miljoen euro in 2016 en 3,3 miljoen euro structureel vanaf 2017. Zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2014 hebben wij onderzocht wat de mogelijkheden zijn om verder te besparen op de overhead, onder andere op de materiële budgetten. Bij de uitwerking van de verschillende zoekrichtingen constateren wij dat een deel van de overheadtaakstelling kan worden ingevuld. Dit deel wordt gerealiseerd, doordat de ondersteuning van de interne bedrijven mee krimpt met de rest van de organisatie. Voor het overige deel zorgen de gerealiseerde besparing van bijna 13 miljoen euro en de samenloop met de taakstellingen op beleid, inkoop en e-diensten (2,1 miljoen euro van deze taakstellingen gezamenlijk komt voor rekening van de ondersteunde afdelingen) ervoor dat er geen mogelijkheid is om verder te bezuinigen. Wij stellen daarom voor om het resterende deel van de overheadtaakstelling af te ramen. Niet inboekbare taakstelling
2015
2016
2017
2018
2019
Overheadtaakstelling
0
-1.626
-3.175
-3.175
-3.175
Totaal
0
-1.626
-3.175
-3.175
-3.175
Bedragen zijn in duizenden euro's.
15
2.1.4 Weerstandsvermogen: actualisatie en verbetering betrouwbaarheid raming
Voor een financieel gezonde toekomst is hoogwaardig risicomanagement een eerste vereiste. In de geactualiseerde nota ‘Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2015-2018’ die wij met de Voorjaarsnota 2015 aanbieden aan uw raad, doen wij hiervoor verschillende voorstellen. Daarnaast hebben wij in samenspraak met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement de betrouwbaarheid van de berekening van het weerstandsvermogen vergroot. In de nota ‘Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2015-2018’ geven wij de onderbouwing van deze aanpassingen. Bij de Jaarstukken 2014 zijn de risico’s geactualiseerd. Op basis van de oude nota Weerstandsvermogen kwam het weerstandsvermogen op 1. Het nieuwe, robuustere model leidt tot een weerstandsvermogen van 0,99. We voegen daarom 0,8 miljoen euro toe aan de algemene reserve. Na deze storting is het weerstandsvermogen gelijk aan één. Dat is in overeenstemming met de financiële spelregels uit het Coalitieakkoord. Weerstandsvermogen
2015
Toevoeging algemene reserve
-800
Totaal
-800
Bedragen zijn in duizenden euro's.
2.1.5 Overige ontwikkelingen Naast de bovenstaande ontwikkelingen zijn er nog andere ontwikkelingen die invloed hebben op het financiële beeld. Ten slotte gaan we in deze paragraaf in op schuldpositie en -ontwikkeling. Overige ontwikkelingen
2015
2016
2017
2018
2019
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
-200
0
0
0
0
Overheveling taken naar gemeenten
0
0
0
0
0
Toevoegjaar 2019 meerjarenraming
0
0
0
0
-922
-1.300
-1.100
-1.100
-1.100
-2.022
Wegvallen concessie Vitens Voorziening wachtgeld ex-bestuurders
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Wegvallen concessies Vitens De rechtbank Utrecht heeft beslist dat Vitens de concessievergoedingsovereenkomst uit 1969 kan opzeggen. Alleen over 2011 hoeft Vitens een vergoeding te betalen. Hoewel het hoger beroep nog loopt, houden we rekening met een structureel verlies van 1,1 miljoen euro vanaf 2015. Uit behoedzaamheid is ook het nadeel van de geraamde concessieopbrengst 2012 t/m 2014 verwerkt in de Jaarstukken 2014. Voorziening wachtgeld ex-bestuurders Uit de berekening blijkt dat er een tekort is van 0,2 miljoen euro dat moet worden aangevuld voor de voorziening wachtgeld ex-bestuurders. Overheveling taken naar gemeenten Het Rijk voegt bedragen toe aan het gemeentefonds omdat gemeentelijke taken veranderen. In de financiële spelregels van het Coalitieakkoord staat dat extra middelen uit het Gemeentefonds voor een bepaald doel (corresponderende posten) niet één op één worden door vertaald naar de programma’s. Bij elke post kijken we in hoeverre we met ons beleid al het doel bereiken. Negatieve corresponderende posten worden wel door vertaald behalve als dat op grond van vastgesteld beleid niet redelijk is. Op basis van deze analyse staan in bijlage 4.2 de posten die we verrekenen met de programma’s.
16
Toevoegjaar 2019 meerjarenraming In 2019 vervallen sommige taakstellingen en intensiveringen. Samen met andere wijzigingen in 2018 en 2019 geeft dit een nadeel van 0,9 miljoen euro vanaf 2019. Schuldpositie en -ontwikkeling Begin 2014 hebben wij een aantal kengetallen vastgesteld die in onderlinge samenhang gebruikt worden voor het beoordelen van de schuldpositie en –ontwikkeling. Dit betreft: Netto schuldquote (eigen norm: maximaal 100%) Interne renterisiconorm (eigen norm: maximaal 10% van de leningenportefeuille) Netto rentelasten in % van de exploitatie (eigen norm: maximaal 4%) EMU-referentiewaarde (eigen norm: het gemeentelijke EMU-saldo blijft binnen de door het Rijk bepaalde referentiewaarde).
• • • •
Over 2014 bleef de gemeente op al deze kengetallen binnen de normen. Van deze kengetallen geeft de netto schuldquote, zijnde de netto schuld gedeeld door de exploitatiebaten, het meeste inzicht in de feitelijke schuld. Per eind 2014 bedroeg deze 64%. Naar verwachting loopt dit de komende jaren, vooral als gevolg van investeringsuitgaven, op naar een niveau van circa 77% per eind 2016. Op dit moment wordt gewerkt aan actualisatie van de gemeentelijke liquiditeitenplanning, waarbij wordt geprobeerd de planningshorizon naar 2019 uit te breiden. Vanuit een totaaloverzicht van alle relevante kasstromen (exploitatie-, financiële- en investeringskasstromen inclusief grondexploitaties) geeft een dergelijke planning inzicht in de financieringsbehoefte en dus ook van de schuldontwikkeling. De inspanningen zijn er op gericht om dit inzicht de komende begroting beschikbaar te hebben. Vooralsnog verwachten wij binnen de gestelde normen te blijven. Om die reden is het niet noodzakelijk om maatregelen te treffen.
2.2 Financiële ontwikkelingen in de programma’s We staan voor een financieel gezonde stad. Daarom presenteren we een Voorjaarsnota 2015 met een solide en robuust begrotingsbeleid waarbij reëel en behoedzaam ramen belangrijke uitgangspunten zijn. Wij schuiven knelpunten die niet of moeilijk beïnvloedbaar of oplosbaar zijn door aanpassing van beleid niet weg maar zoeken daar passende oplossingen voor. Wij willen een toekomstbestendige begroting waar ruimte is voor investeren in inwoners en kansen voor stad. In hoofdstuk 3 komen we met voorstellen voor het versterken van de accenten van het Coalitieakkoord. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de knelpunten per domein. Financieel beeld domeinen Algemeen bestuurlijk domein
2015
2016
2017
2018
2019
-1.254
-1.296
-2.295
-1.441
-1.441
Fysiek domein
-1.870
-287
-287
-287
-287
Sociaal domein
-16.870
-12.435
-5.850
-4.850
-3.850
Aanpassing verdeelmodel Wet Werk Bijstand
-9.700
-10.000
-5.000
-4.000
-3.000
Overige ontwikkelingen
-7.170
-2.065
-850
-850
-850
-19.994
-14.018
-8.432
-6.578
-5.578
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
2.2.1 Financiële ontwikkelingen algemeen bestuurlijk domein De problematiek in het algemeen bestuurlijke domein heeft verschillende oorzaken. Het is een combinatie van moeilijk beïnvloedbare knelpunten zoals de fasering van de bezuiniging op de Veiligheidsregio Utrecht en de gevolgen van het schrappen van de rijksvergoeding voor procesverbalen, aanpassingen op en/of technische correcties op eerdere besluitvorming zoals het borgen van de kaderstellende fiscale functie én uitvoering van moties en externe adviezen.
17
Programma’s
2015
2016
2017
2018
2019
Bewoners en bestuur Formatie Klantcontactcentrum 55% vast/45% flex Formatie hoofd Wijken Bijdrage regionale samenwerking/EBU
-163
-163
-163
-163
129
145
0
0
-163 0
0
-165
-165
-165
-165
-300
-300
-300
-300
-300 0
Veiligheid Kwaliteitsborging crisiscommunicatie Fasering bezuiniging Veiligheidsregio Utrecht Transparante en schone raamprostitutie Utrecht Schrappen rijksvergoeding procesverbalen
0
0
-854
0
-527
0
0
0
0
0
-300
-300
-300
-300
Algemene ondersteuning Borgen kaderstellende fiscale functie
0
-120
-120
-120
-120
Bestuursassistenten
-150
-150
-150
-150
-150
Ontmanteling ICT locatie Catharijnesingel
-243
-243
-243
-243
-243
-1.254
-1.296
-2.295
-1.441
-1.441
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Programma Bewoners en Bestuur Formatie Klantcontactcentrum 55% vast/45% flex In juni 2013 is de motie ‘Maximaal 30% uitzendwerk bij het Klantcontactcentrum’ aangenomen. Doel was de verhouding vast en flexibel personeel bij het Klantcontactcentrum te veranderen van 40% vast en 60% flex in 70% vast en 30% flex. In 2014 is maximaal ingezet om boventallig personeel in te zetten bij het Klantcontactcentrum. Daardoor bestaat de formatie van het Klantcontactcentrum nu uit 55% vaste formatie en 45% uitzendkrachten. We stellen voor om de huidige situatie te continueren, omdat recht is gedaan aan de achterliggende intentie van de motie om maximaal overplaatsbaren in te zetten. De extra kosten van het vasthouden aan deze verhouding bedragen 0,16 miljoen euro structureel, doordat personele kosten voor vaste formatie hoger zijn dan de inhuur van uitzendkrachten. Formatie hoofd Wijken In het bedrijfsplan Wijken is de functie van hoofd Wijken in 2013 en 2014 incidenteel opgenomen. In de Voorjaarsnota 2014 is deze functie voor de jaren 2015 en 2016 abusievelijk opnieuw incidenteel geraamd. Na vaststelling van de Voorjaarsnota 2014 bleek dat de kosten voor deze functie al structureel financieel zijn verwerkt. De incidentele raming uit de Voorjaarsnota 2014 kan daardoor vervallen, wat leidt tot een meevaller in 2015 en 2016. Bijdrage regionale samenwerking/Economic Board Utrecht (EBU) Op dit moment staat in de begroting voor regionale samenwerking structureel 0,760 miljoen euro (de voormalige bijdrage voor Bestuur Regio Utrecht). De regiogemeenten zijn in overleg om de regionale samenwerking blijvend vorm te geven waarbij wordt uitgegaan van de volgende gemeentelijke bijdragen: 1,50 euro per inwoner voor de U10 [1], 0,30 euro per inwoner voor de samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer en 1 euro per inwoner voor de Economic Board Utrecht. Voor Utrecht betekent dit een bijdrage van 0,924 miljoen euro. Dat is 0,16 miljoen euro meer ten opzichte van de huidige begroting vanaf 2016, maar minder dan de regiobijdrage in eerdere jaren. Met het verwerken van dit bedrag is de bijdrage aan de EBU geborgd en houden we vast aan onze inzet om actief met onder meer onze buurgemeenten samen te werken. Samenwerking kan ook leiden tot synergie- en efficiencyvoordelen. Door de invoering van de wet Afschaffing Plusregio's zijn de verkeer- en vervoertaken van Bestuur Regio Utrecht per 1 januari 2015 naar de provincie Utrecht gegaan. Bestuur Regio Utrecht blijft als gemeenschappelijke regeling in 2015 bestaan, maar zonder de plus voor verkeer- en vervoertaken. Het dagelijks en algemeen bestuur blijven in
[1]
U10 gemeenten: Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen, Zeist, Woerden.
18
2015 aan om het jaar 2014 af te sluiten. Wij hebben de gemeenteraad voorgesteld om het voornemen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht kenbaar te maken aan het dagelijks bestuur. Ook andere gemeenten hebben dat voornemen. De inventarisatie van alle voorgenomen besluiten van de Bestuur Regio Utrecht gemeenten worden in het algemeen bestuur voor de zomer besproken. De definitieve besluiten komen eind 2015. Als Bestuur Regio Utrecht geliquideerd is, vloeien alle financiële middelen die nog in kas zijn, terug naar de deelnemende gemeenten. Programma Veiligheid Kwaliteitsborging crisiscommunicatie Op basis van het advies van de commissie Jansen die de asbest/communicatiecrisis Kanaleneiland hebben onderzocht, hebben we besloten alle kernfuncties in de crisisorganisatie met eigen Utrechtse mensen in te vullen en geen gebruik te maken van het regionaal crisiscommunicatieteam. In de kosten voor inzet van uren voor opleiding, oefening en piketten was echter niet voorzien. Voor deze functies richt het Communicatiebureau nu harde piketten in volgens regionale en landelijke ontwikkelingen. In totaal nemen 29 communicatiemedewerkers deel aan dit piket. Deze Utrechtse medewerkers draaien ook mee in de piketten van de Veiligheidsregio Utrecht en worden ingezet bij crises in de regio Utrecht. Ze volgen de opleidingen van de Veiligheidsregio Utrecht en doen mee aan regionale oefeningen. De totale jaarlijkse kosten zijn 0,300 miljoen euro vanaf 2016. Fasering bezuiniging Veiligheidsregio Utrecht In de Voorjaarsnota 2013 is vanaf 2017 een bezuiniging ingeboekt op de bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht. In 2014 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht een besluit genomen over een nieuwe financieringssystematiek, waarin de bezuinigingen zijn meegenomen. De Veiligheidsregio Utrecht voert de bezuinigingen gefaseerd door. Daardoor is in 2017 de bezuiniging op de bijdrage aan Veiligheidsregio Utrecht nog niet volledig gerealiseerd. Op basis van wat we nu weten, houden we rekening met een incidenteel tekort van 0,854 miljoen euro. Dit bedrag kan nog veranderen na herijking van het gemeentefonds in 2016. In 2014 was er een incidentele meevaller van 0,506 miljoen euro op de bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht. Zoals afgesproken in onze financiële spelregels is deze meevaller onderdeel van het financiële resultaat 2014. Transparante en schone raamprostitutie in Utrecht Na het intrekken van de laatste exploitatievergunning voor raamprostitutie in juli 2013 is onderzocht of de raamprostitutie op een andere locatie kan worden ontwikkeld. Dit heeft geleid tot uw raadsbesluit van 10 april 2014 dat de kaders beschrijft voor de ontwikkeling van transparante en schone raamprostitutie aan het nieuwe Zandpad. Medio mei 2015 start een tender procedure voor de verhuur van de grond en het realiseren van de werkruimten. Definitieve gunning verwachten we in februari 2016. Als de gunning slaagt worden de kosten voor 2016 en later goedgemaakt uit de huuropbrengst die de gemeente ontvangt voor de bouwrijpe grond in de komende 15 jaar. Voor de uitvoering in 2015 is 0,527 miljoen euro nodig voor kosten die samenhangen met veiligheid en vergunning, toezicht en handhaving die conform de financiële wet- en regelgeving niet in de grondexploitatie mogen worden opgenomen. Deze kosten betreffen de tijdelijke inzet van extra capaciteit voor onderzoeks-, advies- en ontwikkelwerkzaamheden die tot doel hebben er voor te zorgen dat op en rondom het nieuwe Zandpad dusdanige condities ontstaan dat de positie van de prostituees adequaat is, mensenhandel wordt uitgesloten en overlast voor omwonenden tot een minimum wordt beperkt. Dat betekent op dit moment extra kosten omdat tot 2016 onzeker is of er huuropbrengsten zullen zijn. Dat betekent ook dat in het voorjaar 2016 duidelijk is of deze gemaakte kosten kunnen worden terugverdiend via de huuropbrengst. In de Voorjaarsnota 2016 kan dit dan als voordeel worden opgenomen. Schrappen rijksvergoeding procesverbalen De vergoeding van het ministerie van Veiligheid en Justitie aan gemeenten voor procesverbalen, Mulderbonnen en strafbeschikkingen is op 1 januari 2015 gestopt en dat heeft een structureel negatief effect van 0,300 miljoen euro. Buitengewoon opsporingsambtenaren schrijven jaarlijks gemiddeld 10.000 boetes uit voor onder andere foutparkeren, hondenoverlast, openbaar alcoholbezit, verstoring van de openbare orde, wildplassen en afvaldumping. De opbrengst van deze bekeuringen gaat naar het Rijk en de gemeente krijgt een vergoeding voor de personele inzet. Het stoppen van de rijksvergoeding heeft een budgettair effect vanaf 2016 omdat we in 2015 nog de vergoeding over 2014 ontvangen. Een alternatieve mogelijkheid om opbrengsten te krijgen via de bestuurlijke boete levert voor de gemeente geen financieel voordeel op. Deze methode is slechts voor 6% van de proces-verbalen te gebruiken en de baten wegen niet op tegen de uitvoeringskosten.
19
Programma Algemene Ondersteuning Borgen kaderstellende fiscale functie In het bedrijfsplan Financiën en Control 2013 is per ongeluk de functie van concernfiscalist vanaf 2016 geschrapt. Om meerdere redenen willen we deze formatieplaats herstellen. Allereerst om het belang van het horizontaal toezicht dat de gemeente Utrecht heeft met de Belastingdienst. Met een concernfiscalist voorkomen we meer controles en boekenonderzoeken van de Belastingdienst. Daarnaast zijn de adviezen van een concernfiscalist belangrijk voor de goede werking van onder andere het BTW compensatiefonds, de loonbelasting en de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen. Doorgaan met deze functie is op basis van een benchmark met andere gemeenten ook gerechtvaardigd. Alle grotere gemeenten hebben minimaal één fiscalist op concernniveau. Bestuursassistenten Bij de besluitvorming over de taakstelling bij de Bestuur- en Concernstaf (BCS) in 2011 is besloten de ondersteuning van het college van B en W te verminderen. In de praktijk blijkt er onvoldoende capaciteit om het college van B en W goed te ondersteunen. Er is weinig ruimte om drukte, ziekte en verlof op te vangen waardoor de collegeleden belemmerd worden in hun werk. Daarom stellen we voor een deel van deze taakstelling terug te draaien. Hiermee blijven ca. 2,5 formatieplaatsen behouden. Ontmanteling ICT locatie Catharijnesingel Voor de ontmanteling van de ICT locatie Catharijnesingel was een incidenteel budget gereserveerd van 0,243 miljoen euro. Dit incidentele budget bleek niet nodig te zijn. Per ongeluk is bij de Voorjaarsnota 2013 deze aanpassing structureel verwerkt in plaats van incidenteel. Dit leidt tot een nadeel van 0,243 miljoen euro vanaf 2015.
2.2.2 Financiële ontwikkelingen fysieke domein De financiële problematiek in het fysieke domein is voor een belangrijk deel incidenteel van karakter. Het is een combinatie van moeilijk beïnvloedbare knelpunten zoals het oplossen van de geluidsoverdracht Tivoli en de asbestsanering Vechtdijk, voorzetting van eerder aangenomen moties en inzet om (eerder) vastgesteld beleid te kunnen blijven uitvoeren. Programma’s
2015
2016
2017
2018
2019
Transitie/strategische producten ruimtelijke keten
-400
-200
-200
-200
-200
Oplossen geluidsoverdracht Tivoli (Ronda Hertz)
-500
0
0
0
0
-250
0
0
0
0
-800
0
0
0
0
0
-167
-167
-167
-167
80
80
80
80
80
-1.870
-287
-287
-287
-287
Stedelijke ontwikkeling
Programma Bereikbaarheid Kwaliteitsimpuls fietsparkeren stalling stadhuis Openbare ruimte en Groen Asbestsanering Vechtdijk Voortzetting motie “schoon in de binnenstad” Vastgoed Voordeel kapitaallasten vastgoed Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's. Programma Stedelijke ontwikkeling Transitie en strategische producten ruimtelijke keten Het ruimtelijk domein is volop in beweging. Dit geldt zowel op landelijk niveau (denk aan ontwikkelingen als Beter Bestemmen of de nieuwe Omgevingswet), op regionaal niveau (denk aan de ontwikkelingen aan de Oostzijde van de Stad (Alliantietafel ruimtelijke ontwikkeling, coördinatie ontwikkelingen Oostzijde) en de regionale OV MIRT verkenning) als op gemeentelijk niveau (denk aan de verschuiving van activerend grondbeleid naar het faciliteren van particuliere initiatieven). Om adequaat te kunnen inspelen op al deze ontwikkelingen vindt op dit moment een
20
transitie plaats van de organisatie in de ruimtelijke keten binnen de gemeente Utrecht. De huidige budgetten zijn op dit moment ontoereikend om adequaat op deze transformatie van het ruimtelijk domein te kunnen inspelen. Hierbij wringt ook dat – in tegenstelling tot het sociale domein waar de transitie gepaard gaat met een bijdrage van het Rijk aan de in- en uitvoeringskosten – geen additionele Rijksmiddelen beschikbaar zijn voor deze transformatie. Daarom stellen wij voor hiertoe in 2015 0,400 miljoen euro en vanaf 2016 0,200 miljoen euro ruimte vrij te maken binnen het financiële beeld. In de tweede helft van 2015 willen deze middelen ook benutten om een verkenning uit te voeren waarin we de actualisatie van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie willen verbinden aan een financiële strategie; een koppeling van inhoud aan financiële mogelijkheden. Bij de Voorjaarsnota 2016 rapporten we over de uitkomsten van deze verkenning. In hoofdstuk 3 gaan we hier nader op in. Oplossen geluidsoverdracht TivoliVredenburg Binnen het bouwkrediet zijn de meerkosten voor het oplossen van de geluidsproblematiek fase 1 in de zalen Ronda en Hertz niet meer op te vangen. In paragraaf 5.2 in de Eerste Bestuursrapportage 2015 staat een specificatie van de meerkosten. Programma Bereikbaarheid Kwaliteitsimpuls fietsparkeren stalling Stadhuis In lijn met de nota ‘Stallen en parkeren’ stellen we voor de verouderde fietsenstalling onder het stadhuis te renoveren tot een full-service stalling. De stalling heeft een lage bezettingsgraad ondanks dat die in de binnenstad zit, zeer ruime openingstijden heeft en mensen hun fiets er gratis kunnen stallen. Om de stalling meer aantrekkelijk te maken voor het stallen van de fiets stellen we voor 0,250 miljoen euro te besteden aan de renovatie fietsenstalling Stadhuis. Meerjarenprogramma Bereikbaarheid 2014 Bij deze Voorjaarsnota is de (jaarlijkse) actualisatie van het MeerjarenProgramma Bereikbaarheid gevoegd. In het MPB 2015 zijn ambities van het college van B en W vertaald. Tevens is daarbij de (optimale) inzet van externe subsidies bezien leidend tot een aantal herprogrammeringen. We voorzien voor de komende jaren een stevig uitvoeringsprogramma waarbij aandacht nodig is voor de ontwikkeling van de reserve Bereikbaarheid om uitputting te voorkomen. Programma Openbare Ruimte en Groen Asbestsanering Vechtdijk Bij projectwerkzaamheden aan de Vechtdijk is bodemverontreiniging (asbest) gevonden. Deze bodemverontreiniging is gemeld en op advies van onder meer Volksgezondheid moet de bodem gesaneerd worden terwijl er geen budget beschikbaar is. In totaal gaat het om 3,4 miljoen euro waarvan 2,6 miljoen euro in het Jaarrekeningresultaat van 2014 valt. In 2015 is nog 0,300 miljoen euro nodig voor de ene oever en 0,500 miljoen euro voor de andere oever. Dit geeft een incidenteel nadeel van 0,800 miljoen euro in 2015. Voortzetting motie ‘Schoon in de binnenstad’ Bij de Programmabegroting 2011 is besloten om jaarlijks 0,500 miljoen euro beschikbaar te stellen in 2011-2015 om de binnenstad en de winkelcentra schoon te houden op niveau 7. We stellen voor om door te gaan met het uitvoeren van deze motie, hierbij ondersteund door de Utrecht Monitor 2015 waaruit blijkt dat bewoners hechten aan de netheid van de straat. In 2016 betalen we 0,300 miljoen euro uit de riool- en afvalstoffenheffing. Voor de resterende 0,167 miljoen euro is geen dekking wat leidt tot een financieel knelpunt. Beheerkosten lift Forum In de raad van 29 januari 2015 is de motie (M1, 2015) Toegankelijkheid forum voor iedereen aangenomen. U heeft het college opgedragen een lift aan te leggen en het onderhoud daarvan op te nemen binnen de ter zake doende budgetten. De kosten voor het onderhoud zijn zoals bekend niet te dekken binnen het beheerkader openbaar gebied stationsgebied in het programma Beheer openbare ruimte. Wij hebben een alternatieve dekking gevonden in de stelpost areaalmutaties. Deze post is bedoeld om nieuwe openbare ruimte te onderhouden. Het gaat meestal om gebied dat na ontwikkeling door een derde partij als openbare ruimte wordt overgedragen aan de gemeente. De lift past in de definitie. Uit de stelpost komt jaarlijks een structureel bedrag beschikbaar. Het budget is tot en met 2016 volledig belegd. In 2018, het jaar waarin de lift in beheer zal komen, is er nog ruimte. Dit betekent wel dat er na inpassing van het beheer van de lift naar het Forum minder budget resteert voor nieuw areaal elders in de stad.
21
Programma Vastgoed Voordeel kapitaallasten investeringen De werkelijke kapitaallasten van afgesloten investeringen in het programma Vastgoed zijn lager dan het daarvoor toegekende budget. Vanaf 2015 is sprake van een structureel voordeel van 0,080 miljoen euro.
2.2.3 Financiële ontwikkelingen sociaal domein De financiële problematiek in het sociale domein wordt voor een belangrijk deel bepaald door knelpunten die (op korte termijn) moeilijk oplosbaar zijn door aanpassing van beleid. De gevolgen voor Utrecht van de aanpassing van het verdeelmodel van de bijstandsuitkeringen is hiervan het meest pregnante voorbeeld. Ook de exploitatietekorten van TivoliVredenburg in 2015 en 2016 vallen hieronder. Andere knelpunten treden op om (eerder) vastgesteld beleid te kunnen uitvoeren, zoals de huisvesting en begeleiding van statushouders en de storting en inzet van het fonds decentralisaties. Programma’s
2015
2016
2017
2018
2019
-9.700
-10.000
-5.000
-4.000
-3.000
-850
-850
-850
-850
-850
-1.000
0
0
0
0
Storting en inzet fonds decentralisaties
-2.700
0
0
0
0
Huisvesting/begeleiding statushouders
-120
-370
0
0
0
-2.500
-1.100
0
0
0
Culturele voorzieningen Leidsche Rijn
0
0
4.215
4.340
4.340
Cultuurconvenant 2017-2020
0
0
-4.100
-4.100
-4.100
Solide exploitatie Castellum Hoge Woerd
0
-115
-115
-240
-240
-16.870
-12.435
-5.850
-4.850
-3.850
Werk en Inkomen Aanpassing verdeelmodel bijstandsuitkeringen Uitvoering armoedebeleid Verbetering dienstverlening werk en inkomen Maatschappelijke ondersteuning en Jeugd
Cultuur TivoliVredenburg exploitatie Cultuur en Stedelijke ontwikkeling
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Programma Werk en Inkomen Aanpassing verdeelmodel bijstandsuitkeringen In 2015 is een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor de verdeling van de rijksmiddelen voor bijstandsuitkeringen. De uitkomst van dit nieuwe verdeelmodel is voor de gemeente Utrecht zeer ongunstig en leidt in 2015 naar verwachting tot een tekort van ongeveer 17 miljoen euro, uitgaand van de prognose van 9.900 uitkeringen eind 2015. Door toepassing van een vangnetregeling die door het Rijk is ingesteld kan dit tekort worden beperkt tot 12 miljoen euro. Een voorwaarde voor het vangnet is een analyse van het tekort en een overzicht van maatregelen die het beroep op bijstand verminderen. Deze analyse is bijgevoegd als bijlage 4.3. In deze bijlage vindt u ook een beleidsinhoudelijke toelichting. Op deze plaats gaan wij met name in op de financiële consequenties. Het verwachte tekort over 2015 is fors en het is onzeker in hoeverre de door het Rijk ingezette doorontwikkeling van het verdeelmodel tot een gunstiger uitkomst voor Utrecht leidt. Uit behoedzaamheid ramen we dan ook in de jaren 2016 tot en met 2019 een bedrag om nadelen op het verdeelmodel op te kunnen vangen. Door aanpassingen van het model en de resultaten van onze inspanningen om de bijstandsafhankelijkheid te verminderen moeten uitgaven en inkomsten uiteindelijk weer in evenwicht komen. Naar verwachting zal de aanpassing van het model meerdere jaren in beslag nemen. Ook het verminderen van het aantal uitkeringen zal tijd vragen. Daarom houden wij rekening met een aflopend bedrag. Het bedrag in 2016 is het hoogst, 10 miljoen euro. In 2017 ramen wij 5 miljoen euro en de jaren daarna 4 miljoen euro respectievelijk 3 miljoen euro. Wij stellen voor met deze bedragen een behoedzaamheidsreserve te vormen in het programma
22
Algemene middelen. Afhankelijk van de daadwerkelijke ontwikkeling van de bijstandsuitgaven en de rijksbijdragen zetten wij deze reserve in. Het verwachte tekort over 2015 na toepassing van de vangnetregeling bedraagt 12 miljoen euro. De afgelopen jaren is een reserve gevormd uit de overschotten die zijn gerealiseerd op het I-deel. Deze reserve is deels bestemd voor de kosten van de overplaatsbaren in verband met de uitvoering van het Masterplan Sociale Zaken. Na aftrek van deze kosten resteert in de reserve I-deel 2,3 miljoen euro. Wij stellen voor dit bedrag in te zetten ter gedeeltelijke dekking van het tekort 2015, zodat per saldo 9,7 miljoen euro ten laste van het financiële beeld komt. Uitvoering armoedebeleid In het Coalitieakkoord staat dat we het armoedebeleid op niveau willen houden en daarnaast dat we 1 miljoen euro besparen op de uitvoeringskosten en overhead door het beleid te vereenvoudigen en het aantal regelingen terug te brengen. We zijn met partijen in de stad volop bezig met het proces om het armoedebeleid te vernieuwing. Daarbij bekijken we de begroting met een zero based benadering. Wij stellen voor de besparing op de uitvoeringskosten en overhead te verlagen met 0,850 miljoen euro. Na onderzoek van verschillende scenario’s blijkt deze besparing niet haalbaar, zonder dat er minder geld naar de burger gaat. Er resteert een taakstelling van 0,150 miljoen euro op de uitvoeringskosten en overhead. Verbetering dienstverlening Werk en Inkomen In G4 verband bereiden de organisaties Werk en Inkomen met WiGo4It zich voor op een nieuwe noodzakelijke applicatie om de dienstverlening aan inwoners te verbeteren. Door de ICT-vernieuwing zijn er mogelijkheden voor selfservice voor burgers, ontbureaucratisering door geautomatiseerde gegevensuitwisseling in de keten en voor snellere en betere dienstverlening door het standaardiseren en automatiseren van processen. Het extra bedrag dat nodig is voor de ICT-vernieuwing en dat niet te vinden is binnen het eigen programma is 1 miljoen euro. De investering leidt tot op termijn tot een verlaging van de formatie waarmee Werk en Inkomen ook een deel van de innovatietaakstelling realiseert. Programma’s Maatschappelijke ondersteuning en Jeugd Storting en inzet fonds decentralisaties Zoals afgesproken met uw raad actualiseren wij bij de Voorjaarsnota 2015 het risicobeeld van de decentralisaties Jeugd en Wmo en passen de hoogte van het fonds decentralisaties daarop aan. Ten aanzien van de risico inventarisatie bij de uitvoeringsnota’s 2e fase zien wij de volgende ontwikkelingen in de aanloop naar 2016: Een toename van de onzekerheid rond de rijksmiddelen, zowel rond de hoogte van het macrobudget als de gevolgen van de invoering van objectieve verdeelmodellen. Het risico rond de rijksmiddelen neemt daarmee toe. Een toename van de sturings- en beheersingsmogelijkheden. De verplichting tot het leveren van zorg continuïteit onder de Regionale Transitiearrangementen (RTA’s) vervalt, het overgangsrecht van veel voorzieningen vervalt, onzekerheden rond de implementatie worden kleiner, aanbieders worden actief voorbereid op de kortingen die naar verwachting in 2016 op ons af komen. De beheersing van de risico’s neemt daarmee toe.
• •
In totaal verwachten wij dat deze ontwikkelingen elkaar qua impact ongeveer opheffen, waardoor het totale risicoprofiel niet wijzigt. Wij handhaven daarom de hoogte van het fonds decentralisaties op 20 miljoen euro. We hebben voor een totaalbedrag van 2,7 miljoen euro uit het fonds ingezet voor de volgende onderwerpen: 0,5 miljoen euro incidenteel voor de uitvoering van amendement 41, d.d. 2 oktober 2014 waarin uw raad besluit dit bedrag uit het fonds te onttrekken voor de dekking van de invoeringskosten van de Participatiewet 0,5 miljoen euro incidenteel voor het inrichten van een team van huishoudcoaches die onze inwoners waar nodig begeleiden bij de regievoering op hun huishouden nadat zij zijn geïndiceerd voor een collectieve voorziening. Deze kosten zijn niet voorzien in de reguliere begroting, komen direct ten goede aan de inwoners en dragen bij aan een zachte landing. 1,7 miljoen euro incidenteel voor de verruiming van de capaciteit van de buurtteams Jeugd en Gezin. We zien in de eerste maanden een afname van verwijzingen naar de aanvullende zorg en een grotere vraag naar GGZ expertise in het buurtteam waardoor de druk op de buurtteams te hoog wordt. We willen niet nu meer verwijzen naar de aanvullende zorg met het risico dat we deze cliënten in 2016 weer terug moeten halen naar de buurtteams. Daarom brengen we versneld de buurtteams Jeugd en Gezin op de benodigde capaciteit. Deze kosten zijn niet voorzien in de reguliere begroting en dragen bij aan een beheerste transitie.
• • •
Wij stellen voor om het fonds weer aan te vullen met een bedrag van 2,7 miljoen euro om deze weer op het gewenste niveau te brengen. 23
Huisvesting en begeleiding statushouders Op basis van de Huisvestingswet hebben wij de plicht om statushouders te huisvesten en ze in het eerste jaar maatschappelijke begeleiding te bieden. Het aantal te huisvesten statushouders groeit. In 2013 waren het 200, in 2015 550 en de verwachting voor 2016 is 700. Voor de begeleiding van statushouders ontvangt Vluchtelingenwerk een gemeentelijke subsidie van 1.000 euro per statushouder. Dat is lager dan het gemiddelde van 1.300 euro, zoals blijkt uit een benchmark van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar de kosten van maatschappelijke begeleiding van statushouders. In 2016 hebben we, mede gegeven deze ontwikkelingen, extra middelen voor begeleiding nodig. De begeleiding van statushouders tussen 16 en 65 jaar met een asielvergunning wordt gedekt door een Rijksbijdrage. De andere statushouders hebben een andere vergunning voor verblijf of vallen buiten deze leeftijdscategorieën. Deze begeleidingskosten krijgt de gemeente niet vergoed. In aanvulling hierop is de beperkte beschikbaarheid van woningen een knelpunt bij het huisvesten van statushouders en andere mensen die uit maatschappelijke voorzieningen kunnen uitstromen naar een zelfstandige woonsituatie. Om de taakstellingen voor het huisvesten van statushouders te realiseren en de uitstroom uit maatschappelijke voorzieningen te bevorderen is het belangrijk dat meer woningen beschikbaar komen. Programma Cultuur TivoliVredenburg exploitatie In de tussenrapportage in oktober 2014 geeft TivoliVredenburg aan voor 2015 een tekort van 2,5 miljoen euro en voor 2016 een tekort van 1,1 miljoen euro te verwachten. Op basis daarvan hebben wij in de commissiebrief TivoliVredenburg aangegeven deze tekorten te willen oplossen in de Voorjaarsnota 2015. Wij stellen voor een bestemmingsreserve TivoliVredenburg te maken met 2,5 miljoen euro voor het tekort in 2015 en 1,1 miljoen euro voor het tekort in 2016. De reserve wordt aangesproken voor de tekorten die zich daadwerkelijk voordoen, waarbij onze inzet is het tekort zoveel mogelijk te beperken. Zoals eerder aangegeven houden wij na twee volledige seizoenen een evaluatie in 2016. Programma’s Cultuur en Stedelijke Ontwikkeling Culturele voorzieningen Leidsche Rijn/Castellum Hoge Woerd/Cultuur Convenant 2017-2020 In vervolg op een stadsgesprek in het najaar van 2014 verkennen wij de wijze waarop door het realiseren van een of meer culturele voorzieningen bijgedragen kan worden aan een levendig, bruisend centrum van Leidsche Rijn. Een aantal initiatiefnemers werkt de ideeën hiervoor nu uit waarbij onze inzet is dat vroeg in het najaar bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt. Dan is ook inzichtelijk hoe de exploitatie van de te realiseren voorziening(en) eruit ziet en wat het gemeentelijk aandeel daarin is. Op grond van de huidige inzichten is te voorzien dat een lagere gemeentelijke bijdrage benodigd zal zijn dan in de meerjarenbegroting gereserveerd is (8 miljoen euro vanaf 2017). Dat biedt ruimte voor andere bestuurlijke bestemmingen in het programma Cultuur en cultureel erfgoed. In de vorige Voorjaarnota hebben wij voor een tijdelijke periode middelen gereserveerd voor de exploitatie van Castellum Hoge Woerd, een hoogwaardige nieuwe voorziening in de culturele infrastructuur van Leidsche Rijn. Wij stellen voor een bedrag van 0,24 miljoen euro structureel in de begroting op te nemen om een solide exploitatie van het Castellum mogelijk te maken. Daarnaast stellen wij voor een bedrag van 4,1 miljoen euro in te zetten ten behoeve van het Cultuur Convenant 2017-2020. Daarmee geven wij inhoud aan de ambitie die in het coalitieakkoord op dit vlak is geformuleerd. De betekenis van cultuur en de culturele instellingen in onze stad wordt hiermee zichtbaar. Met deze voorstellen is een bedrag van 3,65 miljoen euro beschikbaar voor een nieuwe culturele voorziening in Leidsche Rijn centrum. Het levendige, bruisende centrum dat wij mede met deze inzet willen realiseren is primair bedoeld voor de inwoners van Leidsche Rijn maar zal ook aantrekkingskracht hebben op de rest van onze stad en de regio.
24
3 Investeren in inwoners en kansen voor de stad In het Coalitieakkoord dat we op 25 april 2014 hebben gepresenteerd zijn binnen het financiële kader intensiveringen opgenomen passende bij de ambities uit dit akkoord. In deze Voorjaarsnota hebben we ruimte gecreëerd voor extra investeringen in inwoners en kansen voor de stad in lijn met de coalitieambities, samen met de stad, werken aan werk en bouwen aan een gezonde toekomst. Een toekomst die ook financieel gezond is omdat we alleen investeren met geld dat we hebben. De toelichting is op hoofdlijnen. In de Programmabegroting 2016 presenteren wij het volledige financiële beeld, inclusief alle aanpassingen binnen de programma’s. Investeren in inwoners en kansen voor de stad
2015
2016
2017
2018
2019
Utrecht maken we samen
-630
-908
-1.323
-1.603
-780
Bouwen aan een gezonde toekomst
-100
-400
-400
-400
-100
0
-1.140
-1.140
-580
-580
-730
-2.448
-2.863
-2.583
-1.460
Werken aan werk Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
3.1 Utrecht maken we samen Utrecht maken we niet alleen, we hebben inwoners, bedrijven, organisaties en netwerken nodig om van Utrecht een sociale, leefbare en veilige stad te maken. De stadsgesprekken leveren ons inspiratie en focus en blijven we dan ook organiseren. We kijken hoe we initiatieven in de stad verder kunnen brengen, sleutelen aan nieuwe vormen van samenwerking en werken toe naar cultuur- en gedragsverandering. Een stadscultuur die ook oog heeft voor de kwetsbare inwoners. Binnenkort informeren wij u over hoe wij verder willen gaan met de uitwerking van Buurtbudgetten. 2015 2016 2017 2018 2019 Utrecht maken we samen Utrecht maken we samen: ruimte voor initiatief
-85
-85
-110
0
0
Intensivering lokale aanpak radicalisering
-161
-323
-323
-323
0
Voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten
-384
-500
-500
-500
0
0
0
-390
-780
-780
-630
-908
-1.323
-1.603
-780
Jongerenwerk Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
‘Utrecht maken we samen: ruimte voor initiatief’ Het Festival Ruimte voor initiatief is in 2014 gefinancierd uit incidenteel budget. Voor verbreden van kennis en ervaring en verdere ontwikkeling in de opmaat naar het volgende festival in 2017 zijn aanvullende middelen nodig. Middelen die besteed worden aan het ontwikkelen van de leerlijn ‘Samen werken aan de stad’, het doen van onderzoek, delen van informatie, de uitreiking van de ‘Wij maken Utrecht’ trofee in 2015 en 2016 en werkbudget voor het verder brengen van de Agenda voor initiatief gemeentebreed. Intensivering aanpak radicalisering Door wereldwijde ontwikkelingen en gebeurtenissen van gewelddadige radicalisering en polarisatie, hanteert het Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid sinds 2013 het dreigingsniveau ‘substantieel’. Een dreigingsniveau dat een langdurig karakter heeft volgens premier Rutte in een brief van 27 februari 2015 aan de Tweede Kamer. Daarom stelt het kabinet 128,5 miljoen structureel beschikbaar tot 2020 om de veiligheidsketen te versterken. Ook voor Utrecht geldt dat een structurele intensieve aanpak noodzakelijk is. Om een afgewogen pakket aan maatregelen in te kunnen zetten om ons te verweren tegen mogelijke aanslagen is voldoende capaciteit nodig. Daarnaast is de verwachting dat komende jaren het thema polarisatie en radicalisering als gevolg van gewelddadig radicalisering actueel blijft. Vanaf augustus 2014 wordt het landelijk actieprogramma ‘Integrale Aanpak Jihadisme’ uitgevoerd. Daarin spelen gemeenten een belangrijke rol in het signaleren en nemen van preventieve maatregelen. In Utrecht is de lokale aanpak geïntensiveerd en versterkt. Om voor de lange termijn de stedelijke regie op de aanpak te versterken en in wijken in te zetten op het onderhouden van de relevante lokale
25
netwerken, signalering, kennisuitwisseling, kennisontwikkeling en het uitvoeren van preventieve maatregelen is uitbreiding van formatie nodig van circa 3 formatieplaatsen. Voorkomen en bestrijden criminele activiteiten Georganiseerde ondermijnende criminaliteit is criminaliteit die de samenleving ontwricht door het misbruiken en verzwakken van de (rechts)structuren en door de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Georganiseerde criminaliteit is vaak onzichtbaar en kan zich lokaal manifesteren door intimidatie, geweld, machtsposities en onaantastbaarheid van criminelen. Dit beïnvloedt zowel de feitelijke veiligheid als de veiligheidsbeleving in wijken en buurten. In vrijwel alle wijken zijn gebiedsgerichte of thematische aanpakken, zoals de gebiedsaanpak Amsterdamsestraatweg. Door de ervaring met de integrale gebiedsaanpak Amsterdamsestraatweg en het delen van informatie met onze samenwerkingspartners krijgen we steeds meer inzicht in de criminele en ondermijnende activiteiten en structuren in onze stad en wordt de noodzaak zichtbaar om fraude van en misbruik met vastgoed te bestrijden. Achter vastgoedcriminaliteit gaan vaak ook andere vormen van criminaliteit schuil, zoals illegale prostitutie, illegaal gokken en illegale hennepteelt. De Wet Bibob is een belangrijk instrument in het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten en in het voorkomen dat we als gemeente criminaliteit faciliteren door het verlenen van vergunningen of gunnen van opdrachten en/of aanbestedingen. In 2013 is de wet met verschillende vakgebieden uitgebreid, waaronder vastgoed. Deze uitbreiding kunnen we door beperkte capaciteit nog onvoldoende benutten. Om vastgoedcriminaliteit aan te pakken, meer Bibob onderzoeken uit te voeren, huisjesmelkers aan te pakken en meer gebiedsgerichte aanpakken uit te voeren is meer capaciteit nodig (circa vijf formatieplaatsen) in verschillende functies. We stellen voor het extra budget in te zetten voor een periode van drie tot vijf jaar om de gebiedsgerichte aanpak verder vorm te geven. Na deze periode evalueren we de aanpak en afhankelijk van de resultaten kijken we of de inzet structureel moet worden ingebed. Jongerenwerk Het jongerenwerk bereikt kwetsbare jongeren. Het jongerenwerk draagt bij aan het voorkomen van veiligheidsproblemen en aan het verbinden van verschillende groepen in de stad. Door hun inzet wordt daarnaast voorkomen dat een beroep op zwaardere vormen van zorg wordt gedaan. In 2014 heeft een visitatie van het jongerenwerk plaats gevonden en de bevindingen zijn positief: het jongerenwerk heeft in Utrecht een stevige ontwikkeling doorgemaakt, in lijn met de door ons beoogde doelstellingen. Binnen de Wijkactieplannen was een budget beschikbaar van 0,780 miljoen euro voor jongerenwerk. Met de afbouw en beëindiging van de wijkactieplannen loopt ook dit budget af. Binnen de bestaande begroting zijn geen middelen om dit jongerenwerk te financieren en dat is een knelpunt. Voor 2017 kunnen de aflopende budgetten voor de helft worden opgevangen door beschikbare middelen van de wijkactieplannen te herprioriteren. Vanaf 2018 dient een structurele oplossing gevonden te worden.
3.2 Bouwen aan een gezonde toekomst Utrecht is een gezonde stad waar we met gezond verstand functies combineren en bouwen aan een gezonde groene toekomst voor inwoners, ondernemers en bezoekers. De verkenning naar een financiële strategie voor ruimtelijke ambities past hierin, evenals een impuls voor een duurzame en gezonde leefomgeving en het verstevigen van ambities op het terrein van duurzaam inkopen. 2015
2016
2017
2018
2019
0
-300
-300
-300
0
Duurzaam inkopen
-100
-100
-100
-100
-100
Totaal
-100
-400
-400
-400
-100
Bouwen aan een gezonde toekomst Verkenning financiële strategie ruimtelijke ambities Tijdelijke impuls duurzame en gezonde leefomgeving
Voorjaarsnota 2016
Bedragen zijn in duizenden euro's. Verkenning financiële strategie ruimtelijke ambities in opmaat naar Voorjaarsnota 2016 Uit diverse onderzoeken blijkt Utrecht het snelst groeiend hart van het metropolitaan systeem Nederland te zijn. Deze groei van de huidige 330.000 inwoners naar op termijn 400.000 inwoners vindt plaats tegen het perspectief van twee dominante lijnen: Een veranderende rol tussen overheden en tussen markt en overheid. Het ruimtelijk domein is volop in beweging. Ontwikkelingen als Beter Bestemmen, de nieuwe Omgevingswet, de nog te sluiten City Deals tussen
• 26
•
Rijk en gemeenten, de ontwikkelingen aan de Oostzijde van de Stad, de regionale OV MIRT verkenning en de verschuiving van activerend grondbeleid naar het faciliteren van particuliere initiatieven vragen om een andere rol en houding van gemeenten ten opzichte van andere overheden en marktpartijen. Daarbij zijn we van mening dat een faciliterende gemeente geen passieve, afwachtende gemeente is. We sluiten aan bij maatschappelijk gewenste initiatieven uit de samenleving en stellen ons daarbij actief op. Waar nodig nemen we zelf initiatief als maatschappelijk gewenste ontwikkelingen de slagkracht van particulieren te boven gaan. Daarbij is het ook van belang de vele partijen die in Utrecht willen investeren (denk aan ontwikkelaars, private partijen, banken, winkelketens, corporaties, schoolbesturen, Prorail, Universiteit en Hogescholen) aan tafel te houden. Private investeringen kunnen daarbij ook belangrijke (inverdien)effecten hebben op aspecten als OZB inkomsten en het Gemeentefonds (via de groei van het aantal inwoners of woningen). Een veranderend financieel perspectief. Tegelijkertijd constateren we dat gemeentelijke ambities soms groter kunnen zijn dan vanuit de markt wordt opgepakt of gedragen kan worden. Zo willen we bijvoorbeeld het aanbod van beleggershuurwoningen vergroten, terwijl de markt met de aantrekkende economie weer eerder zal kiezen voor koopwoningen. Naast specifieke ambities, zijn er ook specifieke locaties in de stad die gezien de ruimtelijke kwaliteit vragen om stedelijke herontwikkeling, maar die niet door de markt worden opgepakt. Denk hier bijvoorbeeld aan de verbetering van de openbare ruimte in wijken als Kanaleneiland, Overvecht en Zuilen. In de afgelopen jaren werden veel van dergelijke initiatieven gefinancierd uit middelen van Rijk (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing, ISV), Provincie (Fonds Stedelijk Bouwen en Wonen) of BRU (Besluit Locatiegebonden Subsidies). Van 2000 tot en met 2014 ontving de gemeente Utrecht ISV middelen vanuit het Rijk van in totaal 145 miljoen euro. Per 1 januari 2015 komen vanuit deze bronnen echter geen nieuwe middelen meer beschikbaar. Dat is ook één van de aanleidingen geweest om de Reserve Stedelijke Herontwikkeling te vormen. De totale omvang van deze reserve bedraagt per 1 januari 2015 na verwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen circa 21,6 miljoen euro. Voor het grootste gedeelte is deze reserve al met concrete projecten geprogrammeerd. Daardoor kan de komende jaren nauwelijks nog worden aangesloten bij nieuwe initiatieven of ontwikkelingen. Het afgelopen jaar is er circa 15 miljoen euro geïnvesteerd vanuit de Reserve Stedelijke Herontwikkeling. Met het huidige tempo van investeren is deze reserve eind 2017 (nagenoeg) leeg. De ‘smeerolie’ voor stedelijke herontwikkeling is dan op. Daarbij is ook relevant te constateren dat de gemeente in het verleden een actief grondbeleid voerde om bouwontwikkelingen te stimuleren door het uitgeven van bouwrijpe grond. Om deze risico’s op deze grondexploitaties te dekken is een reserve grondexploitatie gevormd. De voeding van deze reserve wordt gevormd door het doteren van positieve resultaten op gereed gekomen projecten. Op dit moment vindt er een jaarlijkse afdracht van circa 2,1 miljoen euro plaats vanuit deze reserve aan de algemene middelen. Doordat het aantal grondexploitaties afneemt, mede als gevolg van een koerswijziging van actief grondbeleid naar een faciliterend beleid, neemt het aantal gereedgekomen projecten in de toekomst, en daarmee een eventuele vulling van de reserve ook af. Dit zorgt ervoor dat op langere termijn (na 2020) ook de afdracht vanuit deze reserve naar de algemene middelen onder druk staat.
Mede in het licht van de hierboven geschetste ontwikkelingen in het ruimtelijk domein hebben wij de Ruimtelijke Strategie vernieuwd en gericht op de veranderende marktomstandigheden, het Coalitieakkoord en een meer facilitair gerichte overheid. Dit heeft geresulteerd in de NRSU (Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht). In 2015 zullen we de NRSU verder door vertalen in onze ruimtelijke programma’s. Tegen deze achtergrond willen we in de tweede helft van 2015 een verkenning uitvoeren waarin we de actualisatie van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie willen verbinden aan een financiële strategie; een koppeling van inhoud aan financiële mogelijkheden. Bij deze verkenning vormen naast de NRSU de financiële spelregels uit het Coalitieakkoord een belangrijke richtsnoer. Bij deze verkenning willen we een aantal aangrijpingspunten analyseren waaronder: De autonome financiële ontwikkelingen als gevolg van de groei van de stad en de impact hierop op de ontwikkeling van onder andere het Gemeentefonds en de onroerendezaakbelasting. De ontwikkeling van de reserve Stedelijke Herontwikkeling. De ontwikkelingen in conversies, bestemmingswijzigingen en erfpacht. De ontwikkelingen in de grondexploitaties, waaronder het verwachte effect van de aantrekkende economie en woningmarkt. Het verhalen van plankosten en investeringen in de openbare ruimte via anterieure overeenkomsten bij projecten van particuliere initiatiefnemers. De omvang en allocatie van het meerjarenprogramma Bereikbaarheid.
• • • • • •
Bij de Voorjaarsnota 2016 rapporteren we over de uitkomsten van deze verkenning en komen we met een concreet voorstel hoe de ruimtelijke ambities kunnen worden ingepast in het structurele financiële beeld.
27
Tijdelijke impuls duurzame en gezonde leefomgeving We versterken de inzet voor een duurzame en gezonde leefomgeving door extra capaciteitsinzet van drie formatieplaatsen op duurzaamheidsadvisering voor de periode 2016- 2018. Voor de uitvoering van het Coalitieakkoord is concrete inzet nodig op gezondheid en duurzaamheid in de stedelijke ruimtelijke ordening. Het gaat om gezonde verstedelijking en duurzaam beheer strategische voorraden (materialen, water), versterken circulaire economie (ondermeer via afval is grondstof), versterking van groen ondernemerschap (in samenwerking met de Economic Board Utrecht). Bij de uitvoering wordt nauw samengewerkt met kennisinstellingen zoals Kenniscentrum Healthy Urban Living en Utrecht Sustainability Institute. De stad groeit en zal blijven groeien. Utrecht wil een flinke bijdrage leveren aan de oplossing van de klimaatproblematiek en duurzaamheid als state-ofthe-art in te zetten bij de ontwikkelopgave van de stad, vooral omdat deze binnenstedelijk zal zijn door de toenemende druk op de leefomgeving en hiermee de stad voor de toekomst wordt vormgegeven en gebouwd. Duurzaam inkopen Om onze ambities ten aanzien van duurzaam inkopen een verdere impuls te geven en de afspraken over circulair inkopen met ondermeer de Economic Board Utrecht te bestendigen is uitbreiding met 1 formatieplaats nodig van de duurzaamheidsadvisering. Met deze investering doen we tevens recht aan de motie ‘Maak werk van duurzaam inkopen’ uit november 2014.
3.3 Werken aan werk In samenwerking met ondernemers en andere organisaties en omliggende gemeenten werken we aan een beter economisch klimaat. Het ondernemersfonds levert een bijdrage aan de vestigingskwaliteit van Utrecht en het versterken van de economische structuur. Met een sterker internationaal profiel kan Utrecht haar economische positie nog meer versterken en daarmee werkgelegenheid vergroten. Dat helpt bij onze opdracht om meer banen mogelijk te maken op alle niveaus. 2015
2016
2017
2018
2019
Internationale profilering
0
-560
-560
0
0
Bijdrage gemeente Utrecht Ondernemingsfonds
0
-580
-580
-580
-580
Totaal
0
-1.140
-1.140
-580
-580
Werken aan werk
Bedragen zijn in duizenden euro's. Internationale profilering Met een gezamenlijk internationale actieagenda verbinden we de gemeentelijke inspanningen aan de Economic Board Utrecht en brengen we focus aan in de middelen die internationaal worden ingezet. We positioneren Utrecht actief, verbinden ons met de relevante netwerken en zijn gastvrij voor buitenlandse bedrijven, toeristen en studenten. Met versterking van het internationaal profiel kan Utrecht haar economische positie verder verstevigen en daarmee extra werkgelegenheid realiseren. We geven in 2016 en 2017 een extra impuls aan gezamenlijke activiteiten gericht op ons internationale profiel, waarbij de gemeentelijke bijdrage een multiplier effect heeft: Promotiemiddelen Utrecht Brand 0,150 miljoen euro. De gemeente heeft samen met de marketingpartners uit de stad en regio – het Utrecht Brand Netwerk - een Utrecht Verhaal opgesteld en merkwaarden bepaald. Het vraagt nu extra inzet vanuit de direct betrokken partners om dit breder in stad en regio te gaan delen en ver daarbuiten uit te gaan dragen. Daarbij is het de gezamenlijke ambitie van de partners om te komen tot uitwerking van het merk in een economische positionering voor stad en regio, die bijdraagt aan de ambitie dat de regio Utrecht de meest competitieve en leefbare economie van Europa is en blijft. Om dit te ondersteunen met promotiemiddelen zullen de partners de gemeente vragen om co-investeringen. Een gemeentelijke bijdrage heeft een belangrijk multiplier effect. Uitvoering marketing coalities 0,100 miljoen euro. Om de ambities van het Utrecht verhaal en de internationale branding te realiseren worden in samenwerking met de marketingpartners concrete activiteiten uitgewerkt in een haalbaar businessplan. Daarbij zetten we de komende tijd in op verschillende coalities met regiopartners op onder andere het internationaal economisch profiel, op gezamenlijke internationale persbewerking en op internationale evenementen, festivals en gastvrijheid. De uitvoering en financiering wordt door meerdere partners gedragen en vraagt ook een bijdrage van de gemeente.
•
•
28
• Meertalige informatievoorzieningen 0,080 miljoen euro. Utrecht heeft internationale bezoekers en inwoners die • • •
we beter kunnen bedienen met internationale informatievoorzieningen. We willen onze digitale en papieren informatie breder meertalig aanbieden en onze partners in de stad kunnen stimuleren dat ook te doen. Internationale evenementen 0,050 miljoen euro. In Utrecht vinden diverse evenementen en activiteiten plaats die internationale aantrekkingskracht hebben. We willen deze meerjarig promoten, ondernemers kunnen hierop inspelen met arrangementen. Door samen op te trekken, kunnen we bij het karakter van Utrecht passende evenementen laten plaatsvinden, logische verbindingen maken en zorgen voor de (inter)nationale promotie en positionering van de stad. Informatiebalie Hoog Catharijne 0,080 miljoen euro. We willen de pilot informatiebalie van Toerisme Utrecht voor toeristen in Hoog Catharijne die in samenwerking met Corio wordt uitgevoerd met twee jaar verlengen. Bijdrage regionale en landelijke toeristische promotiecampagnes 0,100 miljoen euro. Utrecht kan in samenwerking met landelijke en regionale partners deelnemen aan grootschalige internationale promotiecampagnes en informatievoorziening.
Bijdrage gemeente Utrecht aan Ondernemersfonds Utrecht We werken in samenspraak met ondernemers en andere organisaties aan economische vitaliteit en meer werkgelegenheid in de stad en de regio. Het Ondernemersfonds Utrecht is daarbij een belangrijke samenwerkingspartner met een fonds van 5,5 miljoen euro per jaar. Hiermee worden gezamenlijke activiteiten van eigenaren en gebruikers van vastgoed anders dan woningen gefinancierd. Het fonds krijgt een jaarlijkse subsidie van 11,1% van de opbrengsten onroerendezaakbelasting van niet woningen. De gemeente Utrecht stort als gebruiker en eigenaar van vastgoed 11,1% van de eigen onroerendezaakbelasting niet woningen in het fonds. Eind 2014 heeft de Utrechtse gemeenteraad ingestemd met continuering van Ondernemersfonds Utrecht tot en met 2019. Voor 2015 was dit bedrag incidenteel gedekt vanuit restmiddelen van het Fonds Stimulering Lokale Economie.
29
4 Bijlagen Voorjaarsnota 2015
31
Bijlage 4.1 Innovatietaakstelling Wij vinden het belangrijk dat er geïnnoveerd wordt. De organisatie ziet daar ook vele kansen toe. Dat blijkt uit de voorstellen die wij eerder aan uw raad hebben gestuurd. Inmiddels zien we op allerlei plekken in de organisatie nog andere ideeën en voorstellen naar boven komen. Bijeenkomsten in het kader van Lean, datagedreven sturing, organisatievernieuwing en pleinen leveren die ideeën op. In de praktijk blijkt dat het precies uitwerken in businesscases van dit soort ideeën soms wel en soms geen ondersteuning is om tot resultaat te komen. Innovatie is niet iets dat overal op dezelfde manier plaatsvindt. Hiervoor is ruimte nodig. Wij kiezen ervoor die ruimte te geven en stellen daarmee de organisatieonderdelen en vooral de daarin werkzame personen in staat om te innoveren. Zij weten het beste hoe ze dat voor elkaar kunnen krijgen. In het onderstaande overzicht staat per onderdeel welke innovatie-initiatieven er worden genomen. Overigens leveren niet al deze voorstellen direct geld op voor de algemene middelen maar soms leiden ze tot grotere effectiviteit of tot besparingen op tarieven. Vernieuwing staat dus centraal. Organisatieonderdeel
Voorbeeld Innovatie initiatieven
Werk en Inkomen
Werk en Inkomen dient de komende jaren de ICT ondersteuning te vernieuwen. De huidige basissystemen naderen het einde van de levensduur. Daarnaast bieden de huidige IT mogelijkheden de kans om de kwaliteit van de dienstverlening sterk te verbeteren en de efficiency te verhogen. Werk en Inkomen werkt hierin samen met de andere G4-gemeenten en Wigo4it, de gezamenlijke IT-organisatie van de G4 Werk en Inkomen. Het programma (werktitel Professional Portal) leidt tot een vernieuwing die verdere schaalvergroting mogelijk maakt. Een vernieuwing van het applicatielandschap draagt bij aan moderne digitale dienstverlening die verwacht wordt vanuit de samenleving, een goede gegevensuitwisseling en een efficiencyslag.
Bestuurs- en Concernstaf
Wij werken aan de toetreding van Utrecht in een samenwerkingsverband met Den Haag en Rotterdam. Dit samenwerkingsverband, in de vorm van een coöperatie, gaat In het kader van ‘Beter In Regie op Gemeentelijke IT’ (BIRGIT) zorgen voor het beheer, onderhoud en later mogelijk inkoop van software. Daarnaast worden ‘terug naar de bedoeling’ experimenten uitgevoerd. In deze experimenten kijken wij of wij de administratieve last kunnen terugdringen.
Maatschappelijke Ontwikkeling
Bij Maatschappelijke Ontwikkeling werken we samen met de Buurtteams aan de uitvoering van de decentralisaties wat in zich zelf een systeeminnovatie is. Dit dwingt om continu efficiencyslagen en kwaliteitsverbeteringen aan te brengen in processen en producten.
Vergunning Toezicht en Handhaving
Digitalisering parkeerbeleid. Met een 2e scan auto en een 100% digitale parkeerrechten vergemakkelijken we niet alleen het parkeren voor zakelijke en gehandicapte vergunninghouders maar besparingen we bovendien substantieel op de handhaving. Verder wordt gewerkt om gehandicapte parkeervergunningen via e-diensten te organiseren, het toepassen van big data voor onder andere woonfraude, het implementeren van de zakelijke parkeervergunningen, de aanvraag evenementenvergunningen verder digitaliseren, digitalisering aanvragen verkeersontheffingen, etcetera.
Utrechtse Vastgoed Organisatie
We werken aan de invoering van een nieuw ICT systeem, waardoor data beter beschikbaar en herbruikbaar wordt. Daarnaast worden de processen van het beheer en onderhoud van gebouwen gestroomlijnd. In het UIT-traject kijken we naar het optimaal benutten van gemeentelijke panden voor maatschappelijke vraag.
33
Organisatieonderdeel
Voorbeeld Innovatie initiatieven
Milieu en Mobiliteit
In het verlengde van flexibel bestemmen wordt het onderzoek op het gebied van flora en fauna, verkeer, geluid en lucht niet meer per plan uitgevoerd, maar op een hoger niveau van buurt of wijk, zodat de onderzoeksresultaten te gebruiken zijn voor meerdere plannen. Daarnaast bezien wij of tariefstelling een effectief instrument kan zijn in beïnvloeding van fietsers in gedrag met betrekking tot hinderlijk of gevaarlijk gestalde fietsen. Tenslotte onderzoeken wij of WOB verzoeken efficiënter afgehandeld kunnen worden, bijvoorbeeld door een selectie aan de poort of meer informatie op voorhand op internet zetten.
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling
In het ruimtelijke domein vinden er binnen de organisatie nog veel verrekeningen plaats. Er wordt gekeken om de systematiek van deze onderlinge verrekeningen te versimpelen. Voor het uitvoeren van projecten wordt meer gebruik gemaakt van interne medewerkers via het projectmanagementbureau waardoor projecten efficiënter kunnen worden georganiseerd. Daarnaast verkennen wij nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling.
Publiekszaken
Balie op afstand, via beeldcontact communiceren met de klant. Er wordt onderzocht of het mogelijk te maken is om via beeldcontact als burger met de gemeente te communiceren. Momenteel moeten te veel rekeningen worden afgeboekt wegens lastige invorderbaarheid, om dit te verminderen kijken we naar mogelijkheden om leges vooruit te laten betalen.
Project Organisatie Stationsgebied en Bureau NegenTien
Bundelen meerjarige programmering Stedelijke Ontwikkeling. Uniformering en bundeling van rapportages over projecten en initiatieven binnen het ruimtelijk domein. Uniformeren van de bij de verschillende grondexploitaties te hanteren systematiek.
Volksgezondheid
Bij volksgezondheid wordt met nieuwe samenwerkingsverbanden gewerkt aan preventieve gezondheidszorg. Door preventieve maatregelen te nemen kan doeltreffender gewerkt worden aan de gezonde stad. In de nieuwe nota volksgezondheid wordt dit nader uitgewerkt.
Wijken
Veel informatie over bestemmingsplannen en in het verleden afgegeven omgevingsvergunningen zijn alleen via de balie op te vragen. Gekeken wordt of dit digitaal aangeboden kan worden. Wij verkennen verder of bij ontwerpen voor de openbare ruimte gebruik te maken is van een (eigen of landelijke) marktplaats. De ontwerpen kunnen dan gebaseerd worden op beschikbare producten.
Veiligheid
Inzet van datagedreven sturing bij handhaving door op basis van data analyse betere interventies te plegen. Ontwikkelen van een digitaal opkoopregister ten behoeve van controles op de bestaande registerplicht voor inkopers van ongeregelde en gebruikte goederen.
Stadswerken
Bij Stadswerken vinden er bijvoorbeeld (verdere) verkenningen plaats naar het automatiseren van de uitgifte van afvalpassen, het bezien van de mogelijkheid van hergebruik bij afvalscheidingsstations en het gebruiken van nieuwe materialen voor rioolbuizen waarmee de duurzaamheid van rioolbuizen verlengd kan worden. Een ander treffend voorbeeld is een onderzoek dat samen met TNO loopt naar het opvriezen van verschillende typen fietsbruggen. Meer inzicht hierin kan helpen bij efficiënt strooibeleid.
Interne Bedrijven
Het verder versimpelen van administratieve procedures, bijvoorbeeld bij HRM. Het efficiënter laten werken in de ICT keten bij de uitvoering van projecten. 'Customer self service' bedrijfsvoering. Ver doorgevoerde 'customer self service' in de bedrijfsvoering bij Financiën, HRM, facilitair en ICT.
Naast de genoemde initiatieven bij de organisatieonderdelen kijken wij verder naar innovatieve (financiële) instrumenten, bijvoorbeeld social impact bonds, om de rolverandering van de gemeente verder te brengen. We starten met nieuwe Utrecht Innovatie Trajecten om producten op een andere manier te bekijken en daarmee te verbeteren. Ook met datagedreven sturing zetten we continu stappen, zoals de lancering van de open data portal, waardoor we sneller adequaat kunnen reageren op maatschappelijke vraagstukken. Het onlangs georganiseerde mini-symposium was de kick-off van een reeks bijeenkomsten in 2015 waarbij, samen met de stad, aandacht wordt gegenereerd voor datagedreven sturing en open data.
34
Bijlage 4.2 Overheveling taken naar gemeenten In de wet staat dat het Rijk de plicht heeft om bij overheveling van taken naar decentrale overheden, aan te geven hoe dit gedekt dient te worden. Dit is geen garantie voor (voldoende) budget. Het Rijk kan ook aangeven dat de extra taken binnen de gemeentelijke middelen moeten worden ingepast. Indien het Rijk budget overhevelt wordt aansluiting gezocht bij de verwachte kostenstructuur en passende maatstaven voor de verdeling. Onderstaande taakmutaties (corresponderen posten) komen uit de september- en decembercirculaire 2014. Verplicht
2015
2016
2017
2018
2019
Taakmutaties Gezond in de stad
Nee
97
97
97
0
0
Decentralisatie Participatiewet
Ja
32.761
32.761
32.761
32.761
32.761
Implementatie Participatiewet
Ja
500
500
0
0
0
Maatschappelijke opvang OGGz
Ja
-10
-10
-10
-10
-10
Vrouwenopvang
Nee
Wet Maatschappelijke ondersteuning
Ja
Totaal
-48
-15
-11
-16
-16
-161
0
0
0
0
33.139
33.333
32.837
32.735
32.735
Bedragen zijn in duizenden euro's (positieve bedragen worden toegevoegd aan de inhoudelijke programma’s en vice versa). Gezond in de stad Verkleinen van de gezondheidsverschillen in Utrecht is de opdracht voor Volksgezondheid in deze collegeperiode (Coalitieakkoord 2014-2018). De wethouder Volksgezondheid is lid van de begeleidingsgroep van wethouders die het Stimuleringsprogramma GIDS ‘draagt’. Utrecht vervult hierin - vanuit haar ervaringen in de Gezonde wijkaanpak- een koploperspositie. De gelden uit het GIDS-stimuleringsprogramma van het Rijk dragen bij aan continuering maar ook aan vernieuwing en versterking van de aanpak die nodig is om de gezondheidsachterstanden in Utrecht te verkleinen. De nieuwe nota Volksgezondheid (2015-2018) die in juni 2015 bestuurlijk wordt vastgesteld geeft hiervoor de bestuurlijke kaders en richting. Het Rijk vraagt van gemeenten om hun ervaringen te delen en informatie te verstrekken over de wijze van besteding van de toegekende middelen. Decentralisatie Participatiewet In 2014 is de nota Werken aan Werk vastgesteld. Hierin is opgenomen hoe wij het participatiebudget in 2015 gaan inzetten. Om uitvoering te kunnen geven aan de nota is het participatiebudget nodig. Implementatie Participatiewet Het inrichten van een regionaal werkbedrijf is een wettelijke verplichting. In een AMvB zijn regels gesteld over de samenwerking tussen gemeenten, UWV, regionale werkgevers, vakbonden en onderwijsinstellingen in de Werkbedrijven. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de te maken afspraken ligt bij de partijen in de regio. Gemeenten hebben hierbij de lead. Om aan de wettelijke verplichting te voldoen moeten kosten worden gemaakt. De 35 centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s krijgen hiervoor elk 1 miljoen euro. Maatschappelijke opvang Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en Vrouwenopvang Bijstelling is het gevolg van een aanpassing van de parameters in de onderliggende verdeling. Wet maatschappelijke ondersteuning Bijstelling vindt plaats doordat het CBS bij de berekening van de integratie-uitkering een verbeterde methode van vaststelling van het aantal personen in institutionele huishoudens hanteert.
35
Bijlage 4.3 Tekort op bijstand Inleiding In 2015 is een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor de verdeling onder gemeentes van rijksmiddelen voor bijstandsuitkeringen. De uitkomst van dit nieuwe verdeelmodel is voor de gemeente Utrecht zeer ongunstig en leidt in 2015 naar verwachting tot een tekort van ongeveer 17 miljoen euro (rekening houdend met de prognose van 9.900 uitkeringen eind 2015). Door toepassing van een vangnetregeling die door het Rijk is ingesteld kan dit tekort worden beperkt tot 12 miljoen euro. Een voorwaarde voor de vangnetregeling is een analyse van het tekort en een overzicht van maatregelen die het beroep op bijstand verminderen. Hieronder geven we de analyse en het overzicht weer. Context Uitkomst Utrecht Utrecht heeft jaren overschotten gerealiseerd op het I-deel. We hielden daarom wel rekening met een verlaging van het budget. Ook uit de globale doorkijk van het voorlopige model in juni 2014 concludeerden we dat we rekening moesten houden met een beperkt tekort. De grote omvang van de verlaging van het budget kwam echter als een grote verrassing. In onderstaande tabel is het verwachte resultaat voor Utrecht in beeld gebracht 2015 Verwachte uitgaven bijstand eind 2015 Kosten overige uitkeringen (IOAW/Z, Bbz)
131 mln 5 mln
Totaal verwachte uitgaven
136 mln
Voorlopig budget 2015
119 mln
Verwacht tekort
17 mln
Bij toepassing van de vangnetregeling bedraagt het tekort 12 miljoen euro. Analyse tekort: model is nog onvoldoende doorontwikkeld In 2015 is het budget voor de bijstandslasten voor het eerst verdeeld op basis van het nieuwe verdeelmodel van het SCP. Vrijwel direct na de bekendmaking van de budgetten aan gemeenten is duidelijk geworden dat het model niet goed werkt en daarmee niet leidt tot een objectieve verdeling van de middelen. Het tekort waarmee we dit jaar worden geconfronteerd schrijven we hier aan toe. Er ontbreken zaken waardoor er bijvoorbeeld geen rekening wordt gehouden met uitkeringen aan dak- en thuislozen en mensen die in een instelling wonen. Daarnaast is aangetoond dat er fouten optreden door de gebruikte data (het model maakt gebruik van informatie op basis van de enquêtesystematiek van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van het CBS. De informatie uit deze enquête is veel minder objectief dan de integrale data die beschikbaar zijn in het GBA en de polisadministratie van het UWV. Bezwaar en Lobby Tegen de uitkomsten van het model hebben we bestuursrechtelijk bezwaar gemaakt, waarbij we ons met name richten op het argument dat de verdeling van de middelen gebaseerd is op een ondeugdelijk model dat nog onvoldoende doorontwikkeld is voor een plausibele uitkomst. Daarnaast hebben we een actieve lobby gevoerd richting Tweede Kamer. Mede onder druk van een ingediende motie heeft het ministerie een verbetertraject op het model ingezet. De G4 neemt deel aan de begeleidingscommissie van het verbetertraject en heeft hiervoor een deskundige ingeschakeld. Het doorvoeren van de aanpassingen kost veel tijd en de wijzigingen kunnen wellicht niet allemaal al voor de verdeling van het budget 2016 worden gerealiseerd. Wat het effect is van de verbeteringen op de uitkomst voor Utrecht is op voorhand niet te voorspellen.
36
Maatregelen ter vermindering van het aantal bijstandsuitkeringen We staan voor de opgave een overzicht te geven van maatregelen waarmee we het beroep op bijstand verminderen. Los van het feit dat het onze core business is om de bijstandsafhankelijkheid zo laag mogelijk te houden, zijn er in het kader van nieuwe wet- en regelgeving dit jaar belangrijke ontwikkelingen ingezet. Met die ontwikkelingen beschikken we over een goed pakket maatregelen waarmee we kunnen werken aan vermindering van de bijstandsafhankelijkheid. De maatregelen die in 2015 zijn ingezet: Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 hebben we een groot aantal maatregelen – sommige in de vorm van pilots - ingezet om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Deze maatregelen staan in de uitvoeringsnota Werken aan Werk. Denk aan de inzet op dienstverlening voor sociaal ondernemers en werkgevers, de verbinding met het onderwijs, de samenwerking met marktpartijen zoals uitzendbureaus, de regiosamenwerking op het gebied van garantiebanen voor mensen met een beperking, de continue verbetering van de dienstverlening aan kansrijke bijstandsgerechtigden om hen snel weer aan werk te helpen. Daarnaast zetten we in op een flexibele bijstand waardoor de drempel om (deeltijd) te gaan werken, laag is. We voeren hier het gesprek over met het ministerie teneinde hiertoe meer ruimte in wet- en regelgeving te bewerkstelligen. Om de effecten van alle maatregelen goed in beeld te krijgen, bij te kunnen sturen waar dat nodig is, en de maatregelen succesvol te verankeren, werken we aan een vernieuwde en verbeterde effectiviteitsmeting. Niet alleen meten we de effecten op uitstroom en plaatsingen op werk, ook gaan we ervaringen van de bijstandsgerechtigde betrekken voor het leren over en verbeteren van onze werkwijze. Hiermee willen we de effectiviteit van onze aanpak vergroten. Dit geldt zowel voor onze eigen aanpak, als voor de resultaten van onze samenwerkingspartners. Een andere ontwikkeling die speelt is het feit dat het huidige wettelijk kader meer en meer de focus legt bij streng optreden (boetes en sancties) wanneer bijstandsgerechtigden onvoldoende hun mogelijkheden benutten of onrechtmatig met hun uitkering omgaan. Het wettelijk kader geeft weinig ruimte voor gemeentelijk beleid. Waar we binnen deze ontwikkeling al continue de verbetering in zoeken, is de focus op consequent handelen waar sprake is van onrechtmatigheid. Verder proberen we onrechtmatigheid te voorkomen door processen te optimaliseren en bijstandsgerechtigden vroegtijdig te informeren over regels. Dit vanuit het uitgangspunt Hoogwaardig handhaven. Vervolg: monitoring maatregelen en aanpassing verdeelmodel In januari 2016 wordt bekend of en hoe het verdeelmodel wordt aangepast. Wij zien dit met vertrouwen tegemoet, aangezien het verdeelmodel op fouten berust. Wij wachten daarom de uitkomst van het nieuwe verdeelmodel af. Dit geeft ons de gelegenheid een goed beeld te krijgen van de effecten van de maatregelen die we gedurende het jaar 2015 (al dan niet in pilot vorm) inzetten. Wanneer de uitkomst van het verdeelmodel bekend is en we de effecten van onze maatregelen in beeld hebben, weten we of in 2016 eventuele extra maatregelen noodzakelijk zijn. Wel moeten we ons realiseren dat de meeste positieve impulsen die we als gemeente kunnen geven aan het terugdringen van bijstandsafhankelijkheid, nu zijn ingezet in het kader van ‘Werken aan werk’. Als we aanvullend daarop maatregelen moeten inzetten die het aantal uitkeringen verder terugdringen, zullen we het moeten zoeken in versobering en in strengere regels. Te denken valt aan het minder/niet toepassen van maatwerk bij het opleggen van sancties, het verbreden van de zoektermijn met de (kwetsbare) groepen die we nu ontzien, het verlagen van bijstandsnormen waar dat wettelijk mogelijk is. Overigens zullen we in alle gevallen moeten onderzoeken of de (vaak personele) investering die dit soort maatregelen vragen, opweegt tegen de mogelijke opbrengst. Dit is iets wat we in 2015 al kunnen en zullen uitwerken, zodat we op alle scenario’s voorbereid zijn wanneer de uitkomst van het verdeelmodel en van onze maatregelen bekend is.
37
38
Eerste Bestuursrapportage 2015
39
5 Uitvoering 2015 In de Eerste Bestuursrapportage rapporteren we over de uitvoering van de programma’s (paragraaf 5.1), grote investeringsprojecten (paragraaf 5.2) en investeringen in 2015 (paragraaf 2.3). Bij de uitvoering van de programma’s wordt ingegaan op verwachte (financiële) afwijkingen ten opzichte van de Programmabegroting 2015. Als een programma niet is opgenomen, betekent dat dat daar op dit moment geen majeure afwijkingen zijn. De Bestuursrapportage gaat over de eerste drie maanden van het begrotingsjaar. Gepresenteerde financiële afwijkingen zijn daardoor nog met de nodige onzekerheden omgeven. In paragraaf 5.4 leggen wij bijsturingsvoorstellen aan de gemeenteraad. In de bijlagen staat een indicatorenoverzicht en een stand van zaken knelpunten/afwijkingen uitvoering van de Wijkambities 2014-2018. Dit is onderdeel van onze ambitie het wijkgericht werken te versterken.
5.1 Uitvoering programma’s Programma Duurzaamheid Wij prognosticeren op basis van de huidige inzichten eind 2015 een tekort van circa 1,02 miljoen euro op het bodemprogramma. Dat tekort wordt veroorzaakt door niet uit te stellen kosten voor de afwikkeling van Prozee (0,4 miljoen euro), incidentele kosten van onderzoek voor de sanering Nedereindseplas (0,35 miljoen euro) en de afwikkeling van het project energiebodem (0,27 miljoen euro). Het tekort kan opgevangen worden in het meerjarenprogramma bodem en zal binnen het programma worden verevend (in 2016 0,32 miljoen euro en in 2017 0,7 miljoen euro). Programma Werk en Inkomen De meest recente prognose van het Centraal Plan Bureau gaan voor eind 2015 uit van een hoger aantal huishoudens met bijstandsuitkering dan eerder gedacht. Op basis van een notitie van de afdeling Onderzoek waarin deze inzichten zijn verwerkt, stellen wij voor de prognose voor het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering bij te stellen van 9800 naar 9900. volwassenen (27-65) doelstelling 2015: 8800 (was 8275) jongeren (tot 27 jaar) doelstelling 2015: 1100 (was 1025)
• •
Programma Onderwijs Het Rijk heeft het aangegeven dat zij in 2015 het huidige budget voor Onderwijsachterstandenbeleid zal herijken. Uit dit budget wordt de wettelijke taak Voor- en Vroegschoolse Educatie/ Peuterspeelzaalwerk bekostigd en de doorgaande lijn op taal (taalschool nieuwkomers, Leertijduitbreiding, Brede School Academie en Schakelen). Tevens loopt eind 2015 het huidige bestuursakkoord af dat voorziet in een extra kwaliteitsimpuls voor Voor- en Vroegschoolse Educatie en Leertijduitbreiding, waar ook de Brede School Academies onder vallen. De verwachting is dat het budget voor Utrecht zal krimpen. Vanuit het ministerie is aangegeven dat dit bedrag 1 tot 1,5 miljoen euro per jaar zal zijn. De definitieve bevestiging van dit bedrag wordt in de loop van 2015 verwacht. We zullen in de komende periode samen met de partners (Spelenderwijs Utrecht, de schoolbesturen en aanpalende beleidsterreinen binnen Maatschappelijke Ontwikkeling) bekijken welke onderdelen van het onderwijsachterstandenbeleid prioriteit vragen. Gebaseerd op de inventarisatie zullen we de voortgang en continuïteit van deze onderdelen voor de uitvoering van de ambities in het programma Onderwijs in beeld brengen. Programma Volksgezondheid Op basis van de eerste drie maanden in 2015 verwachten we op het programma Volksgezondheid als gevolg van enkele incidentele meevallers een mogelijke onderbesteding van ongeveer 0,5 miljoen euro in 2015. Dit hangt samen met de zachte winter 2014/2015 waardoor er minder opvang van daklozen met de Koudweerregeling nodig was dan verwacht. Daarnaast is er sprake van meevallende kosten HAP (Huiskamer Aanloop Prostituees) doordat de openingstijden zijn teruggebracht van vier dagen naar één dag door de tijdelijke sluiting van de ramen aan het Zandpad. Programma Vastgoed Sport Op basis van de eerste drie maanden verwachten we in 2015 minder aan onderhoud van sportaccommodaties uit te geven dan begroot. Het aanbesteden van de raamcontracten onderhoud daken, gevels en bouwkundig heeft vertraging opgelopen. De verwachting is dat we in de loop van 2015 de raamcontracten afsluiten. We verwachten door de 41
vertraging 0,5 miljoen euro minder aan onderhoud uit te geven. Om het onderhoud van de sportaccommodaties op peil te houden gaan we ervan uit dat deze vertraging in latere jaren weer wordt ingelopen. Vastgoed Op basis van de eerste drie maanden verwachten we in 2015 minder aan onderhoud van accommodaties uit te geven dan begroot. Het aanbesteden van de raamcontracten onderhoud daken, gevels en bouwkundig heeft vertraging opgelopen. De verwachting is dat we in de loop van 2015 de raamcontracten afsluiten. We verwachten door de vertraging 0,9 miljoen euro minder aan onderhoud uit te geven. Om het onderhoud van de sportaccommodaties op peil te houden gaan we ervan uit dat deze vertraging in latere jaren weer wordt ingelopen. Aanpak Multifunctionele accommodaties We willen de kwaliteit, functionaliteit, bezetting en gebruikstevredenheid van de multifunctionele accommodaties verbeteren. Ook moet er zo effectief mogelijk gebruik worden gemaakt van de beschikbare middelen en ruimten en moet de voorziening zo efficiënt mogelijk beheerd worden. De ambitie is om, door gezamenlijk op te trekken met de gebruikers en hun netwerk, beter gebruik te maken van de beschikbare accommodaties. Om tot een daadkrachtige aanpak te komen, is het voorstel om vier multifunctionele accommodaties technisch en organisatorisch op korte termijn aan te pakken. Het gaat hierbij om Brede School ’t Zand, Brede School Waterwin, Weide Wereld en Kindercluster Voorn. Er is momenteel een quick scan gemaakt van hetgeen gedaan moet worden. Deze wordt uitgewerkt voor besluitvorming en in een separaat voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. Gebruikers van de multifunctionele accommodatie Nieuw Welgelegen, waaronder VMBO het Globe College, ondervinden knelpunten bij het gebruik van het pand. De knelpunten zijn de aanleiding om een onderzoek te doen naar het huidige gebruik om de inzet van het pand in de toekomst te optimaliseren. Wij zullen hiervoor een voorstel doen. Programma Algemene middelen In de Pensioenkamer is namens alle overheidssectoren een pensioenakkoord gesloten. In de Pensioenkamer zitten vertegenwoordigers van overheidswerkgevers en vakorganisaties. De VNG vertegenwoordigt de sector gemeenten. Het pensioenakkoord houdt in dat de vrijval van het werkgeversdeel van de pensioenpremie besteed wordt aan de caotafels. Op dit moment is er nog geen zicht op een akkoord over deze besteding. De verwachting is dat de structurele vrijval wordt betrokken bij het overleg over de cao 2016. Mocht in de loop van 2015 alsnog een akkoord worden gesloten over een eenmalige uitkering in 2015, dan komen deze incidentele kosten ten laste van de reguliere salarisbudgetten 2015.
5.2 Grote investeringsprojecten 2015 De ontwikkelingen bij grote investeringsprojecten zijn beschreven per programma. Als criterium geldt een door de gemeenteraad beschikbaar gesteld krediet van 10 miljoen euro of meer, een lange looptijd, de mate van complexiteit en het risicoprofiel. De te autoriseren wijzigingsvoorstellen staan in paragraaf 5.3. Programma Stedelijke ontwikkeling: Stationsgebied
Geautoriseerde uitgaven
Prognose uitgaven einde project
Project gereed in jaar…
Verwachte wijzigingen in geld of planning
Project
Startjaar
Middelenkrediet Stadskantoor
2006
126.600
124.500
2015
+ PM
Aankoop Stadskantoor
2012
213.700
213.700
2015
Neutraal
Restantkrediet bouw TivoliVredenburg
2009 800
1.300
2015
-500
Bedragen zijn in duizenden euro's
42
Stadskantoor: middelen en aankoop Drie jaar nadat de eerste paal is geslagen heeft NS Vastgoed op 30 mei 2014 het Stadskantoor opgeleverd aan de gemeente. Direct daarna is begonnen met alle activiteiten die nodig waren om op 7 oktober open te gaan voor de inwoners. De externe huurders verhuisden in het laatste kwartaal van 2014 naar het Stadskantoor. Ondanks de omvang en de complexiteit is alles goed verlopen. Samen met alle partners is het Stadskantoor op tijd, binnen budget en met alle (ICT) voorzieningen opgeleverd. Dat geldt ook voor de achtergelaten huurpanden. Met de verhuizing naar het Stadskantoor is een oude wens van centrale gemeentelijke huisvesting uitgekomen. De gemeenteraad heeft twee kredieten beschikbaar gesteld voor het Stadskantoor: Het krediet Stenen en middelen is 126,6 miljoen euro. Dit krediet is bestemd voor de ontwikkeling inbouwpakket, het zogenaamde ‘stenen kader’, de investeringen ICT en telefonie en investeringen in facilitaire voorzieningen en proces-en projectmanagementkosten. De prognose van de totale kosten van het project einde werk is 124,5 miljoen euro. Tot het project Stadskantoor is afgerond houden wij het verschil van 2,1 miljoen euro in 2015 beschikbaar voor het opvangen van risico’s. Wij verwachten het krediet bij de Verantwoording 2015 af te sluiten met een positief resultaat. Voor de Aankoop Stadskantoor is het krediet 213,7 miljoen euro. Dit krediet is bestemd voor de aankoop en bijbehorende kosten. De verwachte uitgaven zijn 213,7 miljoen euro. Bij de Verantwoording 2015 sluiten wij dit krediet af met een neutraal resultaat.
•
•
Restantkrediet bouw TivoliVredenburg: oplossen geluidsoverdracht TivoliVredenburg (Ronda-Hertz) Bij de verantwoording 2014 stellen wij voor het bouwkrediet Muziekpaleis – nu het gebouw in gebruik is genomen en de stichtingskosten zijn geactiveerd – af te sluiten. Op 31 december 2014 resteerde een krediet van 0,8 miljoen euro voor de nog te maken kosten voor afwikkeling van bouwkundige werkzaamheden, extern advies en de kosten voor de maatregelen oplossen geluidsoverdracht tussen de zalen Ronda en Hertz. Deze laatste kosten zijn voor het aanbrengen van veren in de vier kolommen tussen de zalen Ronda en Hertz en de daarmee samenhangende juridische en begeleidingskosten en voor de onderzoekskosten naar de maatregelen oplossen geluidsoverdracht tussen de zalen Cloud Nine en Hertz. In de raadsbrief van 28 oktober 2014, waarin wij de gemeenteraad informeerden over de diverse aspecten die spelen rond het opstarten van TivoliVredenburg, meldden wij deze kosten te hebben begroot op 0,3 miljoen euro en deze vooralsnog op te vangen in het bouwkrediet. In de commissie Stad en Ruimte van 5 februari 2015 is meegedeeld dat de kosten door extra zorgvuldigheid waarschijnlijk hoger zullen zijn. Inmiddels is duidelijk dat dit zo is. Het aanbrengen van de veren blijkt technisch een stuk ingewikkelder dan voorzien. Hierdoor is de uitvoering vertraagd en zijn zowel de kosten van het aanbrengen van de veren als de begeleidings-en advieskosten hoger. Daarnaast worden ook een tweetal aanvullende geluidreducerende maatregelen in het gebouw zelf getroffen: het aanbrengen van reflectie reducerende platen aan de balkonrand Ronda en dempen van geluid door gebruik van de goederenlift. Wij verwachten dat de totale kosten (prognose einde werk) het restantkrediet met 0,5 miljoen euro overschrijden en stellen voor het krediet met dit bedrag te verhogen. Na het aanbrengen van de veren zullen wij de geluidsmetingen tussen de zalen Ronda en Hertz herhalen. Naar verwachting vinden deze plaats in juli 2015. Zodra deze bekend zijn, informeren wij de gemeenteraad hierover. In de Tweede Bestuursrapportage 2015 rapporteren wij over de stand van het krediet en bij de Verantwoording 2015 sluiten wij het restantkrediet af. Programma Bereikbaarheid In het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015 rapporteren wij over het totaal beeld van de uitvoering van het programma Bereikbaarheid. Daarin staat de financiële stand van lasten en baten, de autorisaties van de gemeenteraad en een doorkijk van het totale programma. In onderstaande tabel staan de projecten waar wij op basis van de eerder genoemde criteria over rapporten in de Eerste Bestuursrapportage.
43
Project
Startjaar
Geautoriseerde uitgaven
Prognose uitgaven einde project
De Uithoflijn tram Onderbouw
2006
139.061
139.061
Project gereed in jaar…
Verwachte wijzigingen in geld of planning
2016
Zie toelichting
Dichtersbaan (busbaan Kruisvaart)
2013
18.000
17.133
2016
In de uitvoeringsovereenkomst met het BRU is een taakstellend bedrag voor de uitvoering van de busbaan opgenomen.
Westtangent incl. tangentlijn 10
2010
18.000
18.000
2015
Geen
Fietsbrug Oog in Al
2013
23.271
23.271
2016
Geen
24 oktoberplein
2004
30.190
29.181
2013
Project is gereed. Bij de verantwoording 2015 sluiten wij het project af
HOV Leidsche Rijn
2002
82.946
82.946
2014-18
Zie toelichting
HOV bestaande stad Dichterswijk Z90
2005
14.009
14.009
2014-18
Zie toelichting
Randstadspoor
2002
11.356
11.696
Zie toelichting, nog te autoriseren 0,34 miljoen euro In verband met de herprogrammering van VERDER is het budget verlaagd met 0,21 miljoen euro. 1,5 miljoen euro is verschoven naar de maatregel De Gebruiker Centraal en we krijgen 0,4 miljoen euro subsidie voor de van Meijsterlaan.
Uitvoering top 5 fietsroutes en Aanvullende hoofdfietsroutes
2010
25.759
24.446
Bereikbaarheid Stationsgebied
2006
20.020
20.020
Geen
Parkeergarage Vaartsche Rijn
2009
14.300
14.300
Geen
2015
Bedragen zijn in duizenden euro's. Uithoflijn Onderbouw De oplevering van de door Gemeente Utrecht aangelegde onderbouw van de deeltracés A en B is eind 2014 nagenoeg afgerond. Op 23 december 2014 ondertekende het Dagelijks Bestuur van Bestuur Regio Utrecht en de Koninklijke BAM Groep het contract voor de realisatie van de traminfrastructuur van de Uithoflijn. Het contract met het Spaanse CAF S.A. voor de levering van tramvoertuigen is op 30 januari 2015 getekend. Onder het viaduct van de Uithoflijn in de Pelikaanstraat komt ruimte voor bergingen, buurtstallingen en parkeerplaatsen in de parkeergarage Vaartsche Rijn. Bewoners van de Pelikaanstraat krijgen de kans om deze ruimte te huren. De spelregels voor de huur zijn aangepast zodat het gebruik van deze ruimte van toegevoegde waarde is en bewoners de ruimten ervaren als compensatie voor de komst van de trambaan. Met de bewoners van de Pelikaanstraat hebben wij de afspraak dat we de belangstelling voor het huren inventariseren voordat de bouw start zodat bij de start bekend is of er voldoende ruimtes zijn. De uitkomsten van de inventarisatie en de nadere invulling van de voorwaarden zijn eind april met de bewoners besproken. Half mei besluiten wij over de te bouwen ruimtes, daarna start de aanbestedingsprocedure voor de afbouw en kan tot uitgifte worden overgegaan. Nu de werkzaamheden van ProRail aan de onderbouw van de trambaan nagenoeg zijn afgerond kunnen de straten definitief worden heringericht. Het vastgestelde ontwerp voor de inrichting van de Pelikaanstraat is in overleg met de bewoners verder uitgewerkt. De planning is dat de werkzaamheden in de tweede helft van 2015 starten. Hetzelfde 44
geldt voor de Vaartsestraat, met uitzondering van het noordelijke deel, dat het laatste halfjaar van 2017 wordt aangepakt omdat eerst de bouw van de trambaan moet zijn afgerond. Tot december 2015 bereiden de aannemers vooral het werk en productie voor. De aanleg van de traminfrastructuur start naar verwachting eind 2015/begin 2016 en begin 2017 worden de eerste trams afgeleverd. Halverwege 2018 start de feitelijke exploitatie en kunnen reizigers gebruik maken van de Uithoflijn. Busbaan Dichtersbaan Het project busbaan Kruisvaart is randvoorwaardelijk voor De Uithoflijn. Deze busbaan vervangt vanaf 2016 de Adama van Scheltemabaan, die als trambaan onderdeel wordt van De Uithoflijn. Ook wordt er in 2015 verder gewerkt aan de realisatie van de Dichtersbaan. Dit is de busbaan tussen de Vondellaan en het busstation aan de Jaarbeurszijde van Utrecht CS, die (de aanleg van) een trambaan op de Adama van Scheltemabaan mogelijk maakt. De werkzaamheden zijn begin 2014 gestart. Eind 2015 is de busbaan klaar voor gebruik. De gemeenteraad heeft een budget van 18,0 miljoen euro beschikbaar gesteld. In de uitvoeringsovereenkomst is met de BRU een taakstellende subsidie afgesproken van 17,1 miljoen euro. Het project wordt binnen dat kader uitgevoerd. Westtangent, inclusief Tangentlijn 10 Van de Westtangent (busroute Nieuwegein – Papendorp - Leidsche Rijn –Maarssen) is de eerste fase (Nieuwegein – Papendorp) gereed. De tweede fase (Leidsche Rijn – Maarssen) is half 2015 klaar. Daarmee is de Westtangent afgerond. Voor Tangentlijn 10 (Kanaleneiland – Papendorp – Leidsche Rijn Centrum – Cartesiusweg) zijn korte termijn maatregelen gerealiseerd. De maatregelen voor de langere termijn worden in voorbereiding genomen. De gemeenteraad heeft 18,0 miljoen euro beschikbaar gesteld. De verwachting is dat de resterende werkzaamheden binnen het beschikbare kader kunnen worden uitgevoerd. Fietsbrug Oog in Al In december 2014 heeft de gemeenteraad een budget van 23,3 miljoen euro vrijgegeven. Eind maart 2015 vond de gunning plaats voor het bouwen van de brug/aanlanding en voor de bouw van de school en de inrichting van de openbare ruimte. Dit betekent dat voor de zomer 2015 de bouw van de brug/aanlanding en school start. De verwachting is dat in de tweede helft van 2016 de school en de brug worden opgeleverd. Waar de scholen stonden, worden woningen gebouwd. In de tweede helft van 2015 wordt de bouw van die woningen in de markt gezet. 24 oktoberplein In juni 2013 zijn de fly-over en het onderliggende plein in gebruik genomen. De werkzaamheden zijn afgerond. Er is sprake van een voordelig projectresultaat van afgerond 1,0 miljoen euro. In de verantwoording 2015 zal dit voordelige resultaat zichtbaar zijn. Hoogwaardig openbaar vervoer Leidsche Rijn inclusief hoogwaardig openbaar vervoer bestaande stad Z80 en Z90 We realiseren een vrije busbaan tussen Leidsche Rijn en Utrecht CS. De inpassing van de noordelijke hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) baan in Leidsche Rijn Centrum wordt integraal meegenomen in de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum. De tracédelen komen boven de in aanbouw zijnde parkeergarages te liggen. In de zomer 2014 is de busbaan Rijnvliet in gebruik genomen. Het gedeelte van de HOV-Zuidradiaal vanaf de prins Clausbrug naar de Croeselaan is nog in voorbereiding. De planvorming voor de HOV-baan over de Dr. M.A. Tellegenlaan en de Van Zijstweg (Z90) heeft zoals bekend vertraging opgelopen door de reconstructie van de auto infrastructuur op de Van Zijstweg. In januari 2015 is besloten om de HOV-baan Transwijk (Z80) met zo compact mogelijke tunnels onder het 5Meiplein en Anne Frankplein uit te voeren. De verwachting is dat busbaan Transwijk in 2019 wordt opgeleverd. De HOV-baan Dichterswijk (Z90) hangt nauw samen met de reconstructie van de auto infrastructuur op de Van Zijstweg. In 2015 actualiseren wij Nota van Uitgangspunten uit 2013 en wordt samen met de bewoners Dichterswijk de ontwerpopdracht verstrekt. De planning is dat de busbaan Dichterswijk in 2019 gebruikt kan worden. De gemeenteraad heeft binnen het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budget voor de realisatie van de HOV Leidsche Rijn een budget vrijgegeven van 96,955 miljoen euro. Een groot deel van deze middelen zijn via het Bestuur Regio Utrecht beschikbaar gesteld. Het opleveren van de HOV-banen Transwijk en Dichterswijk in het jaar 2019 is gekoppeld aan de voorwaarden die zijn gesteld aan de door Bestuur Regio Utrecht beschikbaar gestelde financiële middelen. Daarnaast is in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid 2014 een bedrag van 4 miljoen euro gereserveerd voor de isolatie van geluidsgevoelige bestemmingen langs het tracé HOV Transwijk. Wij verwachten het project HOV Leidsche Rijn binnen het beschikbare budget uit te kunnen voeren. 45
Randstadspoor In Utrecht lopen twee spoorverdubbelingtrajecten: Centraal station – gemeentegrens met Houten Centraal station – Leidsche Rijn Centrum
• •
De uitvoering spoorverdubbeling tussen het Centraal station en Houten is in de afrondende fase. Binnen dit project is ook het station Vaartsche Rijn gebouwd (opgeleverd eind 2014, opening eind 2016), is station Lunetten verbouwd (2013-2014) en is het stationsplein Lunetten vernieuwd (opgeleverd en geopend begin 2015). Voor de spoorverdubbeling van het tracé Centraal station – Leidsche Rijn Centrum is de procedure ontwerp-tracébesluit gestart. ProRail verwacht na de zomer 2015 het tracébesluit. De uitvoering van het spoorverdubbelingproject door ProRail staat gepland in 2017. De gemeente zorgt voor een zorgvuldige inpassing van de sporen in de (directe) omgeving. Daarvoor wordt een projectovereenkomst aangegaan, waarin de aspecten bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie een plaats moeten krijgen. De gemeenteraad heeft een budget van 11,3 miljoen euro beschikbaar gesteld, het restant van 0,4 miljoen euro is nog niet geautoriseerd. Wij verwachten het project binnen het bedrag van 11,7 miljoen euro uit te voeren. Uitvoering top 5 fietsroutes In het ‘Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2014’ is in het totaal 25,7 miljoen euro opgenomen voor de hoofdfietsroutes inclusief aanvullende routes. In het ‘Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015’ wordt het budget van 1,5 miljoen euro voor de Gedragscampagnes overgeheveld naar De Gebruiker Centraal. Daarnaast zijn er extra opbrengsten van 0,4 miljoen euro begroot vanuit Bestuur Regio Utrecht voor de van Meijsterlaan en is er een korting van 0,213 miljoen euro in het kader van ‘Herprogrammering Verder’. Na deze wijzigingen wordt het budget 24,4 miljoen euro. De realisatie van de top fietsroutes bestaat uit verschillende soorten maatregelen, variërend van een ingrijpende herprofilering van de weg tot kleinere projecten. In 2014 is de aanpak grotendeels afgerond. De blauwe route vanaf de Meern langs de Zandweg is geheel opgeleverd. Voor de Leidseweg is het definitief ontwerp vastgesteld en staat realisatie gepland voor het derde kwartaal 2015. Aan de zuidzijde van het Herculesplein is in 2010 het tweerichtings fietspad opengesteld. Op de oostelijke tak van de rode fietsroute Binnenstad – De Uithof zijn de Prins Hendriklaan, Sophocleslaan en Platolaan als fietsstraat ingericht. De rode route vanaf Vleuten naar de binnenstad is gerealiseerd met uitzondering van de definitieve fietsverbinding door Leidsche Rijn Centrum door de samenhang met de bouwactiviteiten van Leidsche Rijn Centrum. De Oranje route loopt vanaf Zuilen via het centrum naar Lunetten. Tussen Maarssen en het Juliana park zijn de fietspaden vernieuwd. De zuidelijke tak van de oranje fietsroute, die loopt vanaf de Bleekstraat parallel aan het spoor naar de gemeentegrens met Houten, is vrijwel geheel klaar. Ook de fietsroute Nieuwe Houtenseweg is gereed. Op de groene fietsroute die loopt tussen Overvecht en Kanaleneiland hebben we in 2013 de Merelstraat en de Troelstralaan ingericht als fietsstraat en is in 2014 de eerste fase door Overvecht opgeleverd. De uitvoering van de tweede fase is begin 2015 gestart. In het verleden heeft op deze route de Merelstraat reeds fietsstroken gekregen en is de Hopakker ingericht als fietsstraat. Op de gele fietsroute, die loopt over de verdeelring, is het deel 't Goyplein – Furkaplateau ingericht als fietsstraat. Het fietspad langs de Beneluxlaan en de Pijperlaan, tussen de Admiraal Helfrichlaan en de Leidseweg is aangepakt tegelijk met de reconstructie van het 24 Oktoberplein. De fietstunnel Tussen de Rails is door ProRail opgeleverd, deze tunnel zorgt voor een betere verbinding tussen Lunetten en Maarschalkerweerd. Op de paarse route is op de Kanaalweg tussen de Ravellaan en M.A. Tellegenlaan een vrij liggend breed rood geasfalteerd fietspad aangelegd. Ook de fietsroute langs de Keulsekade tussen Vleutensevaart en Groeneweg is afgerond evenals de fietstunnel onder de Spinozabrug.
• • • • • •
Eind 2015 is de aanpak van de top 5 fietsroutes gereed met uitzondering van die delen die door Leidsche Rijn Centrum en het Stationsgebied gaan. Door de bouwactiviteiten daar zijn die delen eind 2015 nog niet klaar. Voor de aanleg van de fietsbrug over het Amsterdam Rijnkanaal is het ontwerp vastgesteld en de uitvoering gestart. Op de vervolgroute is de E. Meijsterlaan als fietsstraat ingericht en opgeleverd. De eerste fase van de Herenroute (route Herenstraat, Hamburgerstraat, Haverstraat) is gereed. De tweede fase, inpassing van de fietsroute op het Malieblad en op de Mariaplaats, loopt parallel aan de herinrichting van deze locaties. De uitvoering van de herinrichting Mariaplaats is gestart en wordt afgerond voor de Tour de France. Voor het Malieblad wordt het Integraal Programma van Eisen voorbereid. Wij verwachten op het beschikbare budget geen overschrijding.
46
Bereikbaarheid Stationsgebied Het ‘Aanvullend programma Bereikbaarheid stationsgebied’ het tot doel de bereikbaarheid van het Stationsgebied vergroten door de route Europalaan, Overste den Oudenlaan, Van Zijstweg te verbeteren. Het project Verbetering doorstroming Overste den Oudenlaan is in 2013 versneld uitgevoerd. De aanpak van de Van Zijstweg wordt meegenomen met de planvorming en aanpak van de busbaan Dichterswijk. De nota van uitgangspunten voor de aanpak van de Van Zijstweg uit december 2013 actualiseren we halverwege 2015. Parkeergarage Vaartsche Rijn De parkeergarage wordt gerealiseerd door Pro-rail en is nog niet opgeleverd. De prognose is dat na oplevering de verdere inrichting binnen de financiële kaders van het project wordt uitgevoerd. Programma Openbare Ruimte en Groen
Project
Startjaar
Wal en Kluismuren (totaal)
2009
Geautoriseerde uitgaven
Prognose uitgaven einde project
Project gereed in jaar…
Verwachte wijzigingen in geld of planning
35.600
35.600
2018
Geen
Bedragen zijn in duizenden euro's. De stand van zaken leidt niet tot aanpassingen van werk of budget. Programma Onderwijs Geautoriseerde uitgaven
Prognose uitgaven einde project
Project gereed in jaar…
Verwachte wijzigingen in geld of planning
Project
Startjaar
Opvang groei VO leerlingen
2014
10.900
10.900
2019
Vooralsnog geen wijzigingen
Gerrit Rietveldcollege Verv. nieuwbouw
2011
18.357
18.357
2014
Geen wijzigingen
VMBO Vleuterweide
2012
15.290
15.290
2018
Geen wijzigingen
Bedragen zijn in duizenden euro's. Opvang groei leerlingen in Voortgezet Onderwijs. De groei van het aantal leerlingen kan opgevangen worden door uitbreiding bij verschillende scholen te realiseren of door het bouwen van één grote nieuwe school. Op dit moment zijn we in gesprek met de schoolbesturen hierover. We anticiperen op de ontwikkelingen door een kavel in Leidsche Rijn te reserveren voor een nieuwe school. Gerrit Rietveld College De oplevering van het gebouw liep vertraging op maar op 7 januari 2015 ging de school open. Er zijn nog een aantal punten die afgewikkeld worden met de aannemer. De verwachting is dat die zijn afgerond in de eerste helft van 2015. VMBO-school Vleuterweide De bouw van de VMBO school in Vleuterweide zit in de definitiefase waarin het programma van eisen wordt gemaakt. De bouw zal naar verwachting in 2018 zijn afgerond. Programma Vastgoed: Cultuur Geautoriseerde uitgaven
Prognose uitgaven einde project
Project gereed in jaar…
Verwachte wijzigingen in geld of planning
Project
Startjaar
Castellum Hoge Woerd
2013
15.863
15.863
2015
Geen
Stadsschouwburg Renovatie Blauwe zaal
2013
12.052
12.052
2015
Geen
Bedragen zijn in duizenden euro's. 47
Castellum Hoge Woerd Castellum Hoge Woerd wordt een multifunctionele accommodatie met functies op het gebied van Natuur en Milieu Communicatie, cultuur in de vorm van theater, archeologie en horeca. Een project waarvoor de gemeenteraad in februari 2013 een uitvoeringskrediet beschikbaar heeft gesteld. Na de bouwvoorbereiding en aanbestedingsprocedure is de aannemer begin 2014 gaan bouwen. De oplevering is gepland in het tweede kwartaal 2015. Het Romeinse schip dat in 1997 in Leidsche Rijn is gevonden wordt tentoongesteld in Castellum Hoge Woerd en is op 11 maart 2015 in het museum getakeld. Stadsschouwburg Renovatie Blauwe zaal De Blauwe Zaal, restaurant, entree en kantorengebied worden gerenoveerd. Bij de renovatie worden energiemaatregelen met een terugverdientijd van minder dan tien jaar gerealiseerd waardoor het gebouw van energielabel G naar A gaat. De bouw is in juni 2014 gestart. Het project wordt in fases opgeleverd zodat de Stadsschouwburg Utrecht voldoende tijd heeft om het gebouw gereed te maken voor de start van het nieuwe theaterseizoen in september 2015. De eerste oplevering vindt plaats eind juni. De laatste oplevering, de kelder onder de laad- en losruimte, is eind september. Voor de bescherming van het Zocherplantsoen is een plan opgesteld over bereikbaarheid, groenbescherming, veiligheid, leefbaarheid en communicatie dat door de aannemer goed wordt nageleefd. Omwonenden en belanghebbenden, verenigd in de klankbordgroep, zijn positief over de uitvoering.
5.3 Uitvoering investeringen in 2015 Wijzigingsvoorstellen bij de investeringsprojecten zijn zowel vervangings- als uitbreidingsinvesteringen, ongeacht de hoogte van het totale krediet. Met het vaststellen van deze Voorjaarsnota / Eerste Bestuursrapportage 2015 autoriseert de gemeenteraad de geactualiseerde investeringsbedragen zoals opgenomen in onderstaande tabellen. Vervangingsinvesteringen programma Onderwijs Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programmabegroting 2015
Voorgestelde wijziging
Actuele autorisatie uitgaven t/m 2015
X11
0
1.550
1.550
Totaal
0
1.550
1.550
Project
Bedragen zijn in duizenden euro's. XII School X11 aan de Vondellaan 178 maakt gebruik van het gebouw van het Grafisch Lyceum Utrecht aan de Vondellaan 178 en bezit ook een deel van het gebouw. Een overdracht in eigendom is gewenst om splitsing in gebruik en eigendom tussen X11 en het Grafische Lyceum Utrecht te realiseren en daarmee verbetering/uitbreiding/optimalisatie van het gebruik. Betrokken partijen hebben overeenstemming over de verkoop van het deel van X11 aan de koper, het Grafisch Lyceum Utrecht. Als vervanging en compensatie van het verkochte deel wordt het onderwijsdomein van X11 uitgebreid met een extra verdieping. De kosten van deze investering worden volledig gedekt uit de verkoopopbrengst.
48
Uitbreidingsinvesteringen Stedelijke ontwikkeling: Leidsche Rijn Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programma begroting 2015
Voorgestelde wijziging
Actuele autorisatie uitgaven t/m 2015
NME-tuinen
356
1
357
Jongerenvoorziening Terwijde
245
1
246
LRC - dienstenwinkel
234
1
235
LRC - activiteitencentrum
1.030
2
1.032
LRC – basisschool 13 lokalen
3.782
9
3.791
LRC - bibliotheek
7.066
17
7.083
LRC - wijkservicecentrum
4.410
11
4.421
LRC – dagactiviteitencentrum
1.418
4
1.422
LRC – gezondheidscentrum/ apotheek
5.425
12
5.437
Cluster Hogeweide
1.949
5
1.954
11.138
13
11.151
6.095
20
6.115
245
1
246
Basisschool Haarrijn
2.572
6
2.578
Basisschool Haarzicht
5.636
22
5.658
Leeuwestein Noord
5.850
19
5.869
57.451
144
57.595
Project
Sportcomplexen Strijkviertel Rijnvliet Jongerenvoorz. Veldhuizen
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Wij stellen voor om, net als in de voorgaande jaren, de geautoriseerde bedragen van de uitbreidingsinvesteringen volgens het referentiekader Leidsche Rijn te indexeren. Uitbreidingsinvesteringen Stedelijke ontwikkeling: Stationsgebied Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programmabegroting 2015
Voorgestelde wijziging
Actuele autorisatie uitgaven t/m 2015
Restantkrediet bouw TivoliVredenburg
800
500
1.300
Totaal
800
500
1.300
Project
Bedragen zijn in duizenden euro's. De voorgestelde wijziging is voor het oplossen van geluidsoverdracht van de zalen Ronda en Hertz in TivoliVredenburg zoals beschreven in paragraaf 5.2 bij restant krediet bouw Tivoli/Vredenburg. De financiële dekking is opgenomen in het financiële beeld van de Voorjaarsnota 2015.
49
Uitbreidingsinvesteringen programma Bereikbaarheid
Project
Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programmabegroting 2015
Autorisatie Actuele Raadsvoorautorisatie stel FES Voorgestelde uitgaven herpr. wijziging t/m 2015
Herprogrammering FES-gelden Fietspad langs het spoor Leidsche Rijn Centrum
1.000
650
Verbeteren as van Berlage fietspaden op Egmondkade en van Hoornekade
0
2.150
fietsroute Oosterspoorbaan
0
1.500
1.500
Doorfietsroute Vechtroute fase 1 en2
0
1.000
1.000
7.000
7.000
Projecten Stationsgebied en Leidsche Rijn Brommers naar de rijbaan
0
Tussen de rails
7.000
Schone bussen
0
Korte termijn maatregelen doorstroming (inclusief vervangende maatregel linksafverbod ML Kinglaan - Pijperlaan) Groene golfverdeelring (groene golf Kardinaal de Jongweg) Luchtmaatregelen NRU Groene buffer
1.700
Maatregelen Kapteynlaan Herinrichting t Goylaan
2.000
-699 -290 1.680
4.239
Milieuzones en subsidies Vervangen dieselaggregaten door aansluitpunten
5.000 2.000
61 80 7.480
-1.158
542
1.890
6.129
-5.000
-5.000
700 0
3.833
400 -2.000
370 5.800
1.683
400
760
Knijpmaatregelen Monicabrug
1.650
700
750
750
Gevoelige bestemmingen scholen
1.952
1.952
Historische kosten
2.236
2.236
Herprogrammering Verder Hoofdfietsroutes, incl. fiets file vrij en aanvullende hoofdfietsroutes
25.759
-1.313
24.446
Herenroute
2.170
-70
2.100
Fietstunnel Salvador Allendeplein
3.500
-3.500
0
Invoering leenfietsen
4.300
-189
4.112
Lucasbrug
5.000
-5.000
0
50
-50
0
Stadsdistributie Stop & Drop
0
663
663
Doorfietsroutes om de binnenstad noord en Overvecht USP (25%)
0
1.459
1.459
Verkennen en benutten OV alternatieven USP en UC (25%)
0
700
700
Slimme kruisingen (25%)
0
600
600
Laad- en losplaatsgebruik
0
68
68
Logistiek Ontkoppelpunt
0
620
620
Truckspotting
0
273
273
Fietsimpuls
0
262
262
E-bike (25%)
0
175
175
Publiekstrekkers en evenementen
0
150
150
Pak het moment
0
70
70
Ontwikkeling reisadvies
0
166
166
P&R Noord Oost Herprogrammering Beter Benutten vervolg
50
Project Verplichte bijdrage projectmanagement Beter Benutten Vervolg
Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programmabegroting 2015
Autorisatie Actuele Raadsvoorautorisatie stel FES Voorgestelde uitgaven herpr. wijziging t/m 2015
0
600
600
Bereikbaarheid station via Oosterkade en Westerkade (25%)
0
1.000
1.000
Directe fietsverbinding tussen Station Leidsche Rijn Centrum en Industrieterrein Lage Weide
0
350
350
Herprogrammering Randstadspoor
Toegang trap/lift station Leidsche Rijn vanuit het busstation
0
870
870
8.036
-610
7.426
Voorzieningen station Overvecht
0
830
830
Fietsparkeervoorzieningen station Overvecht aan de kant van Tuindorp
0
100
100
Fiets- (sternet) en voetgangersvoorzieningen en kiss and ride strook (OV knooppunt) station Zuilen
0
500
500
Fiets- (sternet) en voetgangersvoorzieningen (OV knooppunt) station Lunetten
0
500
500
Verbeteren fietsenstalling bij station Terwijde
0
100
100
Verbeteren bereikbaarheid fiets en voetgangers station Vleuten o.a. (fietspad Vleuterweide – station Vleuten)
0
800
800
Gronddepot NOUW 2
1.391
-600
791
Nadeelcompensatie AC restaurant
1.200
-500
700
0
85
85
525
-525
0
Inpassing NOUW Leidsche Rijn centrum
Herprogrammering GU-budget
Studiekosten OV MIRT Reservering fietsvoorzieningen Ovknooppunt Maatregelen alternatief knip Maarssenseweg (25%)
0
375
375
600
450
1.050
Planstudie ring Utrecht 2015 en 2016 (voorlopige raming)
0
678
678
Handhaving Taxikeurmerk (5 jaar)
0
250
250
Investeringen ten behoeve van taxistandplaatsen
0
100
100
Actieplan voetgangers
0
1.000
1.000
Maatregelen verkeersveiligheid busbaan Vleuterweide (aanvullend op het restant van het budget van de wijkverkeersplannen) (25%)
0
275
275
Actieplan Verkeersveiligheid (25%)
0
1.250
1.250
Aanpak VRI' inclusief kleine fysieke maatregelen
0
1.000
1.000
4.000
1.100
5.100
150
300
450
0
1.175
1.175
Meetnet Luchtkwaliteit
Autorisaties bestaande projecten Integrale aanpak NRU P&R Leidsche Rijn Centrum Verbreden de Meernbrug/ Meerndijk
51
Project
Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programmabegroting 2015
Autorisatie Actuele Raadsvoorautorisatie stel FES Voorgestelde uitgaven herpr. wijziging t/m 2015
Technische mutaties As van Berlage
1.283
-1.283
0
Actieplan goederenvervoer
5.040
-787
4.253
Actieplan De gebruiker centraal (van het Mobiliteitsmanagement, Communicatie en gedragscampagne)
5.051
1.069
6.120
545
-545
0
-583
110.905
Convenant U15/Rij2op5 Totaal
85.230
26.257
Bedragen zijn in duizenden euro’s. In het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid 2015 staan onze voorstellen voor nieuwe projecten, voor het schrappen van projecten en budgetverlagingen. Wij vragen nu autorisaties aan voor projecten die zijn gekoppeld aan de uitvoering van de subsidie programma’s Beter Benutten vervolg en Randstadspoor, de uitvoering van de actieplannen en reeds lopende projecten. Deze autorisaties passen op de stand van de reserve Bereikbaarheid. Wij lichten hier alleen per dekkingsbron de voorstellen toe om voor nieuwe projecten budgeten beschikbaar te stellen, de budgeten van vrijvallende projecten te de-autoriseren en te besluiten over diverse technische wijzigingen van budgetverschuivingen tussen projecten Herprogrammering gelden Fonds Economische Structuurversterking Bij het raadsbesluit van 30 april 2015 over de herprogrammering van de gelden Fonds Economische Structuurversterking (FES) is voor nieuwe projecten 26,3 miljoen euro geautoriseerd. Over de-autorisatie van vrijvallende projecten is nog geen besluit genomen. Daarom stellen we voor om de volgende projecten te deautoriseren: Tussen de Rails 2 miljoen euro Milieuzones en subsidies 5 miljoen euro Korte termijn maatregelen doorstroming 0,7 miljoen euro Groene golf verdeelring 0,29 miljoen euro Luchtmaatregelen NRU 1,15 miljoen euro.
• • • • •
Daarnaast stellen wij binnen de FES-projecten de volgende technische herprogrammeringen voor:
• Toevoegen van het budget van de As van Berlage van 1,28 miljoen euro aan het FES-project ‘Verbeteren as van Berlage fietspaden op Egmondkade en van Hoornekade’ • Beschikbaar stellen van de door de Provincie toegekende BDU-subsidie van 0,4 miljoen euro voor de stedelijke verdeelring • Uit het project De Gebruiker Centraal 1,25 miljoen euro over te hevelen aan het nieuwe FES-project Herinrichting ’t Goylaan voor de openbare ruimte en de bijdrage van stedelijk beheer van 0,64 miljoen euro aan dat project toe te voegen.
Tegelijkertijd stellen wij voor om de volgende budgetten van vervallen maatregelen naar beneden bij te stellen:
• Herenroute 0,07 miljoen euro negatief • Fietstunnel Salvador Allendeplein 3,5 miljoen euro negatief • Invoering leenfietsen 0,19 miljoen euro negatief • Lucasbrug 5,0 miljoen euro negatief • Voorbereidingskosten P&R Noordoost/ locatie Stadspoort A27 0,05 miljoen euro negatief.
Daarnaast stellen wij binnen het Verder- project Hoofdfietsroutes en fietsfilevrij een technische wijziging voor: De toegezegde BDU-subsidie voor de Van Meijsterlaan van 0,4 miljoen euro toe te voegen aan dit budget, het budget van gedragscampagne fiets van 1,5 miljoen euro over te hevelen naar het project De Gebruiker Centraal. En in verband met het vervallen maatregelen 0,21 miljoen euro negatief naar beneden bij te stellen.
• • • 52
Nieuwe subsidies Beter Benutten Vervolg en Randstadspoor Wij stellen voor om de budgetten voor de voorbereidingskosten van de nieuwe maatregelen voor ‘Beter Benutten vervolg’ en het restant Randstadspoorsubsidie beschikbaar te stellen voor hoogte van in de tabel opgenomen bedragen. Herprogrammering van projecten die uitsluitend met gemeentegeld worden gedekt De herprogrammering van gemeentelijke middelen in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid 2015 leidt tot aanpassingen van budgetten waarvoor we autorisatie respectievelijk de-autorisatie aanvragen voor de hoogte van in de tabel opgenomen bedragen. Autorisaties van doorlopende projecten Wij stellen voor om een aanvullend budget van 1,1 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de planontwikkeling integrale Aanpak Noordelijke Randweg Utrecht. Voor de studie naar een alternatief voor P+ R Leidsche Rijn Centrum vragen we 0,3 miljoen euro. In het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid is een bijdrage van 1,17 miljoen euro opgenomen voor de Meernbrug, waarbij autorisatie via de grondexploitatie Centrumplan De Meern geregeld was. De kosten van de Meernbrug vallen echter lager uit en de kosten van de Meerndijk zijn hoger. Wij stellen we voor om het totale gereserveerde bedrag voor de Meernbrug en de Meerndijk beschikbaar te stellen. Technische mutaties Als technische mutaties stellen we voor: Bij de herprogrammering van de gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) het budget van de As van Berlage toe te voegen aan het FES-project ‘Verbeteren as van Berlage fietspaden op Egmondkade en van Hoornekade’. De korting op het budget Actieplan Goederenvervoer door amendement 2014/ A23 (geen fietsgeld naar Autotekorten) van 1,52 miljoen euro was nog niet verwerkt. Per saldo leidt dit tot 0,787 miljoen lagere autorisatie.
• •
Actieplan de Gebruiker Centraal:
• Bij de technische herprogrammering van VERDER 1,5 miljoen euro van gedragscampagnes toe te voegen aan het budget van het Actieplan De Gebruiker Centraal. • Bij de herprogrammering van FES-gelden het bedrag van ’t Goylaan vanuit de Gebruiker Centraal van 1,25 miljoen over te hevelen naar het FES-Project Herinrichting ’t Goylaan. • Het budget van het Convenant U15/ Rij 2 op 5 van 0,545 miljoen euro toe te voegen aan het budget van Actieplan De Gebruiker Centraal. • De externe bijdrage van Ecomm wordt geraamd op 0,274 miljoen euro en toegevoegd aan het budget van Actieplan De Gebruiker Centraal. • Per saldo leidt dit tot een toevoeging van 1,069 miljoen euro. Uitbreidingsinvesteringen programma Vastgoed Geautoriseerde uitgaven t/m 2015 conform Programma begroting 2015
Voorgestelde wijziging
Actuele autorisatie uitgaven t/m 2015
Nazorgfase TivoliVredenburg
0
2.800
2.800
Totaal
0
2.800
2.800
Project
Bedragen zijn in duizenden euro's. Zoals gemeld in de raadsbrief van 28 oktober 2014 is voor 2,8 miljoen euro aan bouwkundige aanpassingen nodig op het gebied van klimaatinstallaties, duurzaamheid, toegankelijkheid en veiligheid. De investeringen hebben een gebouw gebonden karakter. Volgens de Kadernota Vastgoed worden deze investeringen doorberekend in de kostprijs dekkende huur. De jaarlijkse huurverhoging komt dan uit op een bedrag van 0,13 miljoen euro per jaar. Komende jaren en specifiek bij de evaluatie in 2016 zal blijken of en zo ja in hoeverre deze extra huur door TivoliVredenburg kan worden gecompenseerd door lagere exploitatielasten en/of hogere baten. De eerste twee jaar komen deze kosten ten laste van programma Vastgoed.
53
5.4 Bijsturingsvoorstellen In deze paragraaf leggen wij onze bijsturingsvoorstellen aan de gemeenteraad voor. Het kan hier gaan om financiële bijsturingsvoorstellen bij de programma’s en bijsturingsvoorstellen van de programmastructuur. Uitgangspunt van de financiële voorstellen is dat ze geen effect hebben op de financiële ruimte. Het kan bijvoorbeeld gaan om een mutatie in een reserve of om wijzigingen waarvoor wij binnen het betreffende programma een voorstel voor dekking of bestemming doen. Programma Bewoners en bestuur Aanpassen budget Krachtwijken Op 6 november 2014 zijn bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 de wijkactieprogramma’s 2015 vastgesteld. Hierin zijn projecten opgenomen voor een totaalbedrag van 5,31 miljoen euro. Dit is meer dan het bedrag dat in de vastgestelde programmabegroting 2015 is opgenomen. Daarom verhogen wij in 2015 de geraamde lasten voor het uitvoeren van de wijkactieprogramma’s met 1,53 miljoen euro en onttrekken wij 1,53 miljoen euro aan de reserve krachtwijken. Overhevelen van subdoelstelling toerisme en evenementen naar het nieuwe programma Economie Wij stellen voor om de subdoelstellingen voor toerisme ‘Utrecht is zichtbaar als aantrekkelijke stad om te wonen, te bezoeken en in te investeren’ en de subdoelstelling voor evenementen ‘Utrecht is een aantrekkelijke stad voor evenementen’ uit de programmabegroting 2015 te laten vervallen in het programma Bewoners en Bestuur en te integreren in het nieuwe programma Economie. Programma Stedelijke Ontwikkeling Reserve Archeologisch museum Wij stellen voor de storting in de reserve het Archeologisch museum Leidsche Rijn (Castellum Hoge Woerd) met 0,18 miljoen euro te beëindigen. De opening van het Castellum Hoge Woerd staat gepland in september 2015, waardoor geen jaarlijkse dotatie aan de reserve meer nodig is, maar juist een dekking van de exploitatielasten, zoals huur en facilitair. Het vrijkomende budget wordt hieraan besteed. Programma Duurzaamheid Uitvoeringsprogramma Utrechtse energie Om de lasten en baten voor de uitvoer van de werkzaamheden die voortvloeien uit de uitvoeringsprogramma’s Utrechtse Energie in lijn te brengen met de begroting stellen wij voor om de lasten incidenteel in 2015 te verhogen met 2,19 miljoen euro. Ter dekking hiervan wordt incidenteel In 2015 uit de reserve Utrechtse Energie een bedrag van 2,19 miljoen euro onttrokken. Energiefonds Utrecht Wij stellen voor het budget van de reserve leningen Utrechtse energie met 1,0 miljoen euro te verhogen en het budget van de reserve Utrechtse energie met hetzelfde bedrag te verlagen. De reserve leningen Utrechtse energie is gevormd ter dekking van het risico van het Energiefonds Utrecht. Dit fonds verstrekt leningen voor de duur van 15 jaar. Wanneer de leningen worden afgelost valt de risicodekking vrij. Het Energiefonds heeft de afgelopen jaren gefungeerd als partner van het programma Utrechtse Energie in de stad en heeft naast het verstrekken van leningen, verschillende projecten ten uitvoer gebracht. Zeven projecten zijn gerealiseerd tot eind 2014. Dit is ongeveer de helft ten behoeve van energiebesparing bij bedrijven, zoals detailhandel, horeca, maar ook de Stichting BOEI. Daarnaast heeft het Energiefonds projecten gerealiseerd voor ondernemers die zonne-energieprojecten aanbieden zoals Klimaatgarant, Big Solar, Rooftop energy en Lomboxnet. Door deze leningen hebben zij een belangrijke bijdrage gehad aan de collegedoelstellingen ‘werken aan werk’ en ‘bouwen aan een gezonde stad’. Het Energiefonds Utrecht heeft het beschikbare bedrag van 4,5 miljoen euro uitgeleend. Gelet op de effectiviteit is het niet wenselijk te stoppen met de leningen. De reserve Utrechtse Energie biedt ruimte om, net als voor de oorspronkelijke lening, het risico op de lening te kunnen afdekken.
54
Reserve stichting Heerlijk wonen Wij stellen voor om 0,08 miljoen euro uit de reserve Utrechtse energie over te hevelen naar een nieuw te vormen bestemmingsreserve voor het risico voor de lening van 0,08 miljoen euro aan de stichting Heerlijk Wonen. Budgetoverheveling van programma Bereikbaarheid naar Duurzaamheid Wij stellen voor de lasten in het programma Bereikbaarheid met 0,5 miljoen euro te verlagen en de lasten in het programma Duurzaamheid met hetzelfde bedrag te verhogen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten dat het budget voor de doelstelling ‘Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving’ voor 2015 t/m 2018 jaarlijks wordt aangevuld met 0,5 miljoen euro uit het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid omdat de subsidies uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wegvielen. In 2013 en 2014 is die aanvulling gedekt door een onttrekking uit de reserve Meerjarige Investeringen Bereikbaarheid. Om het aantal onttrekkingen uit reserves te verminderen en om het budget binnen het juiste programma te reserveren, willen we het budget overhevelen van het programma Bereikbaarheid naar het programma Duurzaamheid. Bodem Wij stellen voor de begroting in lijn brengen met het meerjarige rijksconvenant Bodem 2016-2020 In 2015 wordt het nieuwe Rijks bodemconvenant van kracht over de periode 2016 -2020. Het totaal over deze periode bedraagt 14,5 miljoen euro (afgerond 2,8 miljoen euro per jaar). Ten laste van dat bedrag moet de uitvoering van de wettelijke taken en het gebiedsplan, en het beheer van het Griftpark en de Nedereindseplas worden gedekt. Wij hebben in januari het gebiedsplan vrijgegeven voor inspraak. Met deze actualisatie wordt het kosten- en batenniveau voor de periode 2015-2020 op een reële hoogte gebracht, waarbij ook de nieuwe werkwijze die is vastgelegd in het gebiedsplan wordt meegenomen. Programma Bereikbaarheid Parkeerexploitatie Om de begroting van de parkeerexploitatie in lijn te brengen met de realisatie van de afgelopen jaren stellen wij voor de lasten in 2015 met 0,9 miljoen euro te verhogen en dit bedrag te onttrekken aan de programmareserve Bereikbaarheid, onderdeel parkeren. In deze bijstelling hebben wij rekening gehouden met de kosten voor parkeergarage Kruisstraat en P+R Westraven. Daarnaast volgt uit de actualisatie dat de lasten en baten stijgen met 0,02 miljoen euro. Subdoelstellingen programma In de Programmabegroting 2015 zijn vier subdoelstellingen opgenomen met daarbij behorende effect- en prestatiedoelstellingen. De prestatiedoelstellingen van de verschillende subdoelstellingen beïnvloeden elkaar en zijn daardoor niet helder te onderscheiden. Daarom stellen we voor drie nieuwe subdoelstellingen te formuleren voor het programma Bereikbaarheid. 1.1 Voor en/of samen met inwoners, ondernemers en bezoekers nemen we niet-fysieke maatregelen die bijdragen aan een duurzaam mobiliteitssysteem. 1.2 We bouwen met fysieke maatregelen aan een duurzame infrastructuur. 1.3 Auto- en fietsparkeervoorzieningen dragen bij aan een aantrekkelijke, leefbare en bereikbare stad.
• • •
Programma Werk en Inkomen Actualisatie begroting product Re-integratie Wij stellen voor de lasten en baten van de doelstelling re-integratie van het Programma Werk en inkomen vanaf 2015 structureel te verlagen met 12,8 miljoen euro. Hiermee wordt de begroting aangepast aan de nieuwe bekostigingssystematiek van het Participatiebudget. Tot en met 2014 werd het Participatiebudget via een specifieke uitkering beschikbaar gesteld. Dit werd in de begroting zichtbaar als een baat. Met ingang van de Participatiewet per 2015 wordt het Participatiebudget beschikbaar gesteld via het Gemeentefonds. Via de corresponderende posten is het budget toegevoegd aan de begroting van de doelstelling Re-integratie. Door de voorliggende wijziging wordt de oude bekostigingssystematiek uit de begroting gehaald.
55
Gewijzigde financiering Wet sociale werkvoorziening Wij stellen voor de lasten en baten van de doelstelling sociale werkvoorziening van het programma Werk en Inkomen vanaf 2015 structureel te verlagen met 19,8 miljoen euro. De financiering van de Wet sociale werkvoorziening is veranderd. Tot en met 2014 werd de rijksbijdrage voor de Wet sociale werkvoorziening via een specifieke uitkering toegekend aan gemeenten. Met ingang van 2015 komt de rijksbijdrage voor Wet sociale werkvoorziening via een integratie-uitkering in het gemeentefonds. De integratie-uitkering wordt via de corresponderende posten aan de begroting van de Wet sociale werkvoorziening toegevoegd. Aansluiten begroting met beschikking Europees Sociaal Fonds subsidie Wij stellen voor om de lasten en baten van de doelstelling re-integratie, Jeugdwerkloosheid van het programma Werk en inkomen voor 2015 en 2016 incidenteel te verhogen met 1,0 miljoen euro per jaar. Hiermee wordt de begroting aangepast aan de door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegekende Europees Sociaal Fonds subsidie voor de Regio Midden Utrecht. Werk en Inkomen heeft Europees Sociaal Fonds subsidie aangevraagd en toegekend gekregen uit het Europees Sociaal Fonds voor het project Regio Midden Utrecht 2015-2016. entrumgemeente Utrecht van de Arbeidsmarktregio Midden Nederland verwerkt de toegekende subsidie beschikking in de begroting. Vanwege de strenge toekenningseisen van het Europees Sociaal Fonds houden we er rekening mee dat 80% van de subsidie wordt uitgekeerd wat neerkomt op 1,0 miljoen euro per jaar. Aanpassen begroting Verstrekken bijstand Wij stellen voor de lasten en baten van de doelstelling ‘Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering’ vanaf 2015 structureel verlagen met 2,2 miljoen euro. Hiermee wordt de begroting financieel aangepast aan de doelstelling uit de programmabegroting 2015. Overhevelen budget van programma Werk en Inkomen naar programma Maatschappelijke Ondersteuning. Vanwege het overhevelen van taken van Werk en Inkomen naar de buurtteams stellen wij voor de begroting vanaf 2015 als volgt structureel aan te passen: de lasten op het programma Maatschappelijke ondersteuning structureel te verhogen met 1,0 miljoen euro, de lasten op het programma Algemene ondersteuning structureel te verlagen met 0,3 miljoen euro, en de lasten op doelstelling re-integratie en doelstelling armoede van het programma Werk en inkomen te verlagen met respectievelijk 0,6 miljoen euro en 0,1 miljoen euro. Overhevelen van een subdoelstelling naar het nieuwe programma Economie. Wij stellen voor om de subdoelstelling ‘Utrecht is een economisch vitale stad’ uit de programmabegroting 2015 te laten vervallen in het programma Werk en Inkomen en op te nemen in het nieuwe programma Economie. Programma Maatschappelijke Ondersteuning Bijdrage voor opstartkosten van woonvoorziening de Heem 2 Wij stellen voor om 0,085 miljoen euro te onttrekken aan de reserve Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang voor de opstartkosten van de Heem 2. De Heem 2 is een woonvoorziening voor mensen die die naast hun verstandelijke beperking ernstige psychiatrische en verslavingsproblemen hebben die door Stichting de Heem wordt geëxploiteerd. De structurele exploitatie is sluitend maar voor de eenmalige opstartkosten vraagt de stichting een gemeentelijke bijdrage van 0,085 miljoen euro. Voor de dekking van deze opstartkosten zijn de middelen beschikbaar in de reserve Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Dit doel past in de bestemming van deze reserve. Integratie uitkering Wet maatschappelijke opvang Voor de structurele verwerking van de loon- en prijscompensatie integratie uitkering Wet maatschappelijke opvang stellen wij voor de lasten met 0,3 miljoen euro te verhogen op het programma Algemene Ondersteuning en te verlagen op het programma Maatschappelijke Ondersteuning.
56
Programma Veiligheid Huisvesting Utrechtse Reddingsbrigade In motie 77 van 2013 heeft de gemeenteraad het college van B en W opgedragen met creatieve oplossingen te komen voor het huisvestingsprobleem van de Utrechtse Reddingsbrigade, de gemeenteraad te informeren over de eventuele extra kosten daarvan en met een voorstel te komen voor dekking van die kosten. De Utrechtse Vastgoedorganisatie (UVO) en de Utrechtse reddingsbrigade hebben intensief gezocht naar huisvestingsmogelijkheden in gemeentelijk of maatschappelijk vastgoed. Deze mogelijkheden zijn echter suboptimaal. In onderling overleg is daarom besloten dat de Utrechtse reddingsbrigade zich, met ondersteuning van de UVO, op de markt begeeft. Op basis van marktverkenningen heeft de Utrechtse reddingsbrigade een aangepast subsidieverzoek gedaan. De aangepaste subsidie betreft een maximale bijdrage in de jaarlijkse huur van 0,025 miljoen euro. Over 2015 zal deze subsidie alleen verstrekt worden over de maanden dat er daadwerkelijk sprake is van een huurcontract. Daarnaast wordt in 2015 een eenmalige subsidie verstrekt van maximaal 0,010 miljoen euro voor verbouwing en inrichting. Het extra subsidiebedrag wordt gedekt binnen de begroting van Veiligheid uit het budget voor crisisbeheersing. Programma Vastgoed Meerjarenexploitatie Vastgoed Wij stellen voor de meerjarenexploitatie Vastgoed 2015-2019 in de begroting te verwerken. Investeringen Wij stellen voor om de lasten in het programma Vastgoed structureel te verlagen met 0,625 miljoen euro en in het programma Cultuur met hetzelfde bedrag te verhogen. Hiermee brengen wij de investeringen van het programma cultuur onder in het subsidiebudget bij de subdoelstelling internationalisering. Hiermee valt het budget niet langer onder de paragraaf kapitaalgoederen en bijbehorende investeringsband. Op deze manier ontstaat er meer flexibiliteit om in te spelen op actuele initiatieven vanuit de stad en sluit de financieringsvorm beter aan bij de initiatieven (o.a. van de verzelfstandigde culturele instellingen). Programma Economie Subdoelstellingen We stellen voor om in de Programmabegroting 2016 het nieuwe programma Economie op te nemen. Het programma heeft drie subdoelstellingen. 1.1 Utrecht heeft een gezonde (fysieke) economische structuur. 1.2 Utrecht is een aantrekkelijke stad voor bezoekers 1.3 Er is voldoende werkgelegenheid in Utrecht
• • •
In bijlage 6.1 is de volledige uitwerking inclusief indicatoren opgenomen.
Subsidies In de Programmabegroting 2015 hebben wij aangegeven dat wij in de Voorjaarsnota 2015 voorstellen doen over de vertaling van de efficiencykorting van 2% op de instellingen met meer dan 0,500 miljoen euro subsidie. De korting van bijna 1,6 miljoen euro is in de meerjarenbegroting verwerkt. Wij stellen het voor de efficiencykorting te verdelen volgens onderstaande tabel.
57
Organisatie
Kortingsbedrag
Stichting De Utrechtse Spelen
10
Stichting Noodopvang Dakloze
12
RTV Utrecht
13
Stichting Vrijwilligerscentrale
13
Stichting Welzaam Vleuten - de Meern
13
Stichting Sport en samenleven
14
Museum Speelklok
14
Stichting Rasa
15
Stichting Theater Kikker
15
Stichting Vluchtelingenwerk
15
Stichting Harten voor Sport
17
Stichting De Wilg
17
Stichting Zimihc
18
Stichting Vooruit - Hart voor Zuid-oost
22
Stichting Cultuurpromotie Utrecht
26
Stichting Careyn
32
Stichting Me'kaar
40
Utrechts Centrum voor de Kunsten
42
Stichting U Centraal/JES030
46
Stichting Doenja Dienstverlening
48
Stichting Jongerenwerk Utrecht
85
Stichting Stadsschouwburg Utrecht
129
Stichting Centraal Museum
145
Stichting TivoliVredenburg
161
Stichting U Centraal
172
Stichting de Bibliotheek Utrecht
226
Stichting Spelenderwijs
226
Totaal
1.586
Bedragen zijn in duizenden euro's. Verbetering prestatie- en effectindicatoren Naar aanleiding van bestuurlijke toezeggingen over verschillende indicatoren, zijn alle indicatoren kritisch tegen het licht gehouden. Bij enkele programma’s leidde dit tot concrete voorstellen die in bijlage 6.1 staan. Het gaat om de programma’s Bewoners en Bestuur, Stedelijke Ontwikkeling, Openbare ruimte en Groen, Werk en Inkomen en Veiligheid. Wij hebben de indicatoren specifieker en meetbaarder (SMART) geformuleerd. Naast deze concrete verbetervoorstellen doen we voor de programma’s Cultuur, Volksgezondheid en Stedelijke Ontwikkeling procesvoorstellen. Deze procesvoorstellen leiden bij de programmabegroting 2016 tot concrete voorstellen. De verbetering van indicatoren is een voortdurend proces waarvoor we in deze Voorjaarsnota belangrijke stappen zetten.
58
6 Bijlagen Eerste Bestuursrapportage 2015
59
Bijlage 6.1 ‘Was wordt’ tabel effect- en prestatieindicatoren Naar aanleiding van verschillende bestuurlijke toezeggingen zijn de prestatie- en effectindicatoren kritisch tegen het licht gehouden. Bij een aantal indicatoren stellen we concrete verbeteringen voor. In onderstaande was-wordt lijst staan per programma de verbetervoorstellen voor de betreffende indicatoren. De letters E en P verwijzen respectievelijk naar effect- en prestatie-indicatoren. De bijbehorende doelstellingen staan in de afzonderlijke programma’s zoals die zijn opgenomen in de begroting en verantwoording. Deze voorstellen worden geëffectueerd vanaf de programmabegroting 2016. Concrete verbetervoorstellen voor programmabegroting 2016 Programma Bewoners en Bestuur Nr.
Doelstelling
Was
Wordt
1
E.1.2.2
Bezoekers ervaren Utrecht als gastvrije stad
(vervalt)
2
E.1.2.3
Aantal stakeholders binnen kennis en cultuur netwerk dat direct betrokken is bij Citymarketing
Aantal stakeholders actief betrokken bij netwerken en coalities Citymarketing
3
E.1.2.3
(betreft een nieuwe indicator)
Aantal downloads van de Utrecht Toolkit
4
E.2.1.1
(betreft een nieuwe indicator)
Percentage Utrechters dat voor studie of werk gebruik maakt van internationale contacten
5
E.3.1.1
Percentage inwoners dat het afgelopen jaar iets heeft gedaan om het beleid van de gemeente te beïnvloeden
Percentage inwoners dat het idee heeft dat de gemeente iets heeft gedaan met hun bijdrage om het beleid te beïnvloeden
6
E.3.1.2
Percentage inwoners dat bekend is met het leefbaarheidsbudget
Percentage inwoners dat bekend is met het initiatievenfonds
7
P.1.2.1
Aantal belangrijke stakeholders binnen kennis en cultuur netwerk dat Utrecht-logo gebruikt
Aantal gebruikers van het Utrecht logo en merk
(betreft een nieuwe indicator)
Bevorderen van marketing, promotie en profilering van Utrecht als gezonde, groene en slimme stad
P.2.1.2
(betreft een nieuwe indicator)
Aantal Utrechtse partnerorganisaties betrokken bij internationale projecten i.s.m. gemeente Utrecht
10
P.3.2.1
Het aandeel van alle gemeentelijke diensten dat aangesloten is op de Gemeentelijke Basis Administratie
(vervalt)
11
P.3.2.4
(betreft een nieuwe indicator)
Realisatie Webrichtlijnen
8
9
P.1.2.2
Aanvullende toelichting op voorstellen: Ad 1. Betreffend onderzoek wordt niet meer uitgevoerd sinds 2015. Ad 2. Hiermee doelen we met name op de actieve partners die het Utrecht verhaal ondersteunen en uitdragen. Inmiddels heeft Citymarketing diverse netwerken opgebouwd zoals het Kennisnetwerk, het Taskforce Marketing Netwerk en het Interne Marketing Netwerk. Ook breidt het aantal betrokken partners van het Utrecht verhaal uit en groeit het aantal leden van het Utrecht Brand Netwerk. Deze indicator wordt gemeten door het aantal actieve partners in de netwerken te tellen en de stijging zal in percentages gekwantificeerd worden. Ad 3. De Utrecht Toolkit is sinds januari 2015 een feit en wordt steeds meer gebruikt door partners in (en buiten) Utrecht. De tools die de kit biedt, dragen bij aan het bevorderen van marketing, de promotie en profilering van Utrecht. Daarom dient het aantal downloads als een van de meetinstrumenten voor de mate van Utrecht promotie door onze partners. Dit aantal kan gemeten worden met Google analytics, een digitale meetmethode die een beeld verschaft van het aantal bezoekers, downloads, gedownloade artikelen etc. Ook hier zal de stijging in percentages gekwantificeerd worden. Ad 6. Leefbaarheidsbudget is vervangen door initiatievenfonds.
61
Ad 7. De Brandportal fungeert als verstrekker van het Utrecht logo en de stadshuisstijl. Het aantal gebruikers van dit logo wordt door Citymarketing bijgehouden d.m.v. het verstrekken van inloggegevens. Partners hanteren dit logo voor diverse uitingen in zowel binnen- als buitenland. Wij streven naar een procentuele stijging van het aantal gebruikers van het logo. Het logo en het merk worden geladen door de tools die ingezet worden ter bevordering van de profilering van de stad. Daarnaast zal het Utrecht merk binnenkort geïntroduceerd worden. De meetmethode van dit element zal binnenkort bekend worden. Ad 8. De focus lag op de profilering van Utrecht als stad van kennis en cultuur. Vanwege de (internationale) economische agenda en het samenwerkingsverband binnen de EBU, is het voorstel de profilering aan te laten sluiten op de kernwaarden van de EBU. Hierdoor sluit de visie van citymarketing aan op die van de gehele regio en het Utrecht verhaal. Daarnaast zal het Utrecht merk binnenkort geïntroduceerd worden. De meetmethode van dit element zal binnenkort bekend worden. Ad 11. We werken dagelijks aan het ontwikkelen van een toegankelijke website welke aansluit bij de doelstellingen van Agenda 22. We werken dagelijks aan het ontwikkelen van een toegankelijke website welke aansluit bij de doelstellingen van Agenda 22. Daarbij werken we toe naar een website die voldoet aan de web richtlijnen. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op internationale standaarden voor kwaliteit en toegankelijkheid maar ook op in de praktijk beproefde oplossingen van professionals. Het schrijven op B1 niveau is een onderdeel van deze web richtlijnen en passen we in al onze nieuw te ontwikkelen websites toe. Met het doorvoeren van de web richtlijnen werken we aan het beter bruikbaar, beter uitwisselbaar, duurzamer en toegankelijker maken van onze website voor verschillende bezoekers, browsers, zoekmachines en apparaten. Onze website wordt getoetst op 51 criteria. Programma Stedelijke Ontwikkeling Nr.
Doelstelling
Was
Wordt
12
P.2.2.4
(betreft een nieuwe indicator)
aantal rollatorwoningen in sociale huur
13
P.2.2.4
(betreft een nieuwe indicator)
aantal nultredewoningen in sociale huur
P.5.1.1
Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen omgevingsvergunningen
Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen omgevingsvergunningen maximaal 1%
P.5.1.1
Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen handhavingsbesluiten
Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen handhavingsbesluiten maximaal 10%
14
15
Aanvullende toelichting op voorstellen: Ad 12 en 13. Toegevoegd n.a.v. amendement 58 ‘monitoring ouderenhuisvesting’. Ad 14 en 15. Indicator is meer SMART gemaakt. Programma Openbare Ruimte en Groen Nr.
16
Doelstelling
E.1.1.1
Was
Wordt
Aantal functie-beperkende maatregelen
Potentieel onveilige objecten in de openbare ruimte worden buiten werking gesteld, zodat iedereen zich veilig kan verplaatsen en verblijven
17
E.1.2.1
Aantal claims door niet functionerende riolering
Het aantal keer per jaar dat wateroverlast optreedt door het onvoldoende functioneren van het gemeentelijke hemelwater- en/of ontwateringssysteem
18
P.1.1.1
Energiebesparing met 12.000 nieuwe armaturen
(vervalt)
19
P.1.1.1
In 2015 aangelegd vier kilometer natuurvriendelijke oever
(vervalt)
20
P.1.1.1
(betreft een nieuwe indicator)
Omvang achterstallig onderhoud blijft stabiel
21
P.1.2.1
Aantal claims door niet functionerende riolering
(vervalt)
22
P.2.1.3
Gegronde bezwaren
Gegrond bezwaren maximaal 1%
62
Nr.
23
Doelstelling
P.2.2.2
Was
Wordt
Gemeenschappelijke regeling is uitgevoerd
In goede uitvoering van de gemeenschappelijke regelingen is het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden om de stad verzorgd
Aanvullende toelichting op voorstellen: Ad 16 en 17. Indicator is meer SMART gemaakt. Ad 18 t/m 20. Bij het wegwerken van achterstallig onderhoud hoort eigenlijk maar één indicator, namelijk de omvang van de achterstand. Daarom zijn de twee bestaande indicatoren vervallen en is daarvoor in de plaats één nieuwe indicator toegevoegd. Ad 21. Bij het functioneren van het rioolstelsel zijn er een aantal zaken die gemeten kunnen worden, maar uitgaande van de voorwaarde dat we als gemeente invloed uitoefenen op een prestatie-indicator, blijft alleen het vervangen/relinen van de riolering als indicator overeind. Omdat de gemeente geen invloed heeft op het aantal claims, vervalt deze indicator. Ad 22 en 23. Indicator is meer SMART gemaakt. Programma Werk en Inkomen Nr.
Doelstelling
Was
Wordt
24
P.2.1.2
Realisatie taakstelling Wsw-dienstbetrekking en begeleid werken (doelstelling 2015: 767)
Realisatie Wsw-dienstbetrekkingen en begeleid werken (doelstelling 2015: 750)
25
P.2.1.1
(betreft een nieuwe indicator)
Aantal plaatsingen op een banenafspraak met Loonwaardesubsidie
26
P.3.2.2
Aantal toekenningen langdurigheidstoeslag en reserveringstoeslag
Aantal toekenningen Individuele Inkomenstoeslag
Aanvullende toelichting op voorstellen: Ad 24. Op basis van het in 2014 gerealiseerde aantal Wsw-ers en de door het rijk voorspelde uitstroom, verwachten we dat in 2015 ongeveer 750 plekken worden bekostigd. Het voorstel is daarom de indicator aan te passen naar 750. Vanaf 2015 is er geen sprake meer van een taakstelling. We veranderen daarom ook de omschrijving van de indicator. Ad 25. De doelstelling die we voor 2016 op deze indicator willen halen zullen we bij de programmabegroting 2016 aanleveren. Ad 26. N.a.v. wetswijziging gewijzigde benamingen (Participatiewet). Programma Veiligheid Bij het programma Veiligheid is op basis van het IVP 2015 – 2018 de programma-indeling gewijzigd. Omdat daarmee ook de indeling van de indicatoren is gewijzigd, is het niet mogelijk om een overzichtelijke was-wordt lijst te presenteren. Daarom treft u hieronder de vernieuwde programma-indeling met bijbehorende effect- en prestatieindicatoren. Daar waar de indicatoren inhoudelijk zijn gewijzigd, betreffen het vooral wijzigingen in termen van SMART. De nadere onderbouwing van de indicatoren kunt u vinden in het IVP 2015 – 2018. Effectdoelstellingen programma Veiligheid Nummer
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
• Aantal woninginbraken • Aantal overvallen • Aantal straatroven • Aantal geweldsdelicten tegen personen E1.1.1
Afname van HIC delicten
•
(exclusief huiselijk geweld, zie daarvoor programma Maatschappelijke Ondersteuning) Aangiftebereidheid geweldsmisdrijven (0-meting in 2015, aantal aangiftes ten opzichte van aantal 63
Nummer
Effectdoelstelling
Effectindicatoren geweldsmisdrijven)
E1.2.1
Afname van jeugdoverlast
E1.2.2
Afname jeugdcriminaliteit
E1.3.1
Afname van autokraken, fietsendiefstallen, zakkenrollen en winkeldiefstal
• Ervaren jongerenoverlast (% vaak) • Aandeel (%) jeugdige verdachten van het totaal aantal jeugdigen • Afname autokraken • Afname fietsendiefstal • Afname zakkenrollen • Afname winkeldiefstal • Percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt in eigen buurt • Percentage tevreden over het functioneren van •
de gemeente in de aanpak van veiligheidsproblemen Aantal misdrijven met betrekking tot bedrijfsinbraken in 33 KVO gebieden
E1.3.2
Afname van onveiligheidsgevoel
E1.3.1
Voorkomen van het faciliteren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en van misbruik van gemeentelijke vergunningen, regelingen en subsidies
(geen bijbehorende effectindicatoren)
E3.1.1
Verstoringen van de openbare orde en maatschappelijke onrust zijn voorkomen en/of bestreden
(geen bijbehorende effectindicatoren)
E3.2.1
Incidenten en crises zijn voorkomen en/of bestreden
(geen bijbehorende effectindicatoren)
Prestatiedoelstellingen programma Veiligheid Nummer
Prestatiedoelstelling
Prestatie-indicatoren
P1.1.1
Regisseren en (doen) uitvoeren van de integrale aanpakken op woninginbraak en geweld op stedelijken wijkniveau
• Aantal hotspotbuurten met aanpak
P1.1.2
Regisseren en (doen) uitvoeren van de integrale persoonsgerichte aanpak van daders
P1.1.3
Uitvoeren diverse programma’s tegen geweld
P1.2.1
Uitvoeren van de aanpak jeugdgroepen
P1.2.2
Regisseren en (doen) uitvoeren van de integrale persoonsgerichte aanpak van jeugdige daders en hun (gezins)systeem
P 1.3.1
Uitvoeren van de wijkveiligheidsprogramma’s en stimuleren Keurmerk Veilig Ondernemen
P1.3.2
Uitvoeren van activiteiten en aanpakken gericht op verbinding, betrokkenheid en initiatieven in de wijken
P1.3.1
Regie voeren op de integrale aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit
P3.1.1
Uitvoeren van activiteiten en aanpakken gericht op het voorkomen en/of bestrijden van verstoringen van de openbare orde en maatschappelijke onrust
P3.2.1
Uitvoeren van activiteiten gericht op het voorkomen en/of bestrijden van calamiteiten, crises en rampen
64
woninginbraak
• % groepsgerichte plannen van aanpak t.o.v. van aantal groepen
• Aantal KVO gebieden • • Aantal wijken waar waaks structureel onderdeel uitmaakt van de veiligheidsaanpak • Aantal nieuwe initiatieven bewonersparticipatie veiligheid • Aantal BIBOB onderzoeken • Aantal gebiedsgerichte integrale aanpakken • Aantal vergunde evenementen getoetst op veiligheidsaspecten • Aantal crisisoefeningen voor bestuurders en medewerkers veiligheid
Programma Economie Het afzonderlijke programma Economie is nieuw. Hiervoor zijn enkele bestaande indicatoren uit de programma’s Bewoners en Bestuur en Werk en Inkomen verplaatst naar dit nieuwe programma. Onderstaande doelstellingen en indicatoren horen bij het nieuwe programma Economie. Effectdoelstellingen programma Economie Nummer
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
E1.1.1
Utrecht Heeft een goede (fysieke) economische structuur
E1.2.1
Utrecht is een aantrekkelijke stad voor (zakelijke) toeristen en voor evenementen
E1.3.1
Vergroten van de werkgelegenheid, versterking kenniseconomie en een goede dienstverlening aan ondernemers en ondernemingen.
• Percentage incourant aanbod bedrijfsruimte ten opzichte van totale aanbod • Beste G4 stad met betrekking tot vestigingsplaats voor bedrijven • Leegstand % kantoorruimte • Aantal ZZP’ers • Positie ranglijst toeristische bezoeken aan steden • Aantal congresdeelnemers • Aantal Utrechtse evenementen dat gehonoreerd wordt met een prijs • Positie op de ranglijst evenementen G50 • Aantal banen (in personen)
Prestatiedoelstellingen programma Economie Nummer
Prestatiedoelstelling
P1.1.1
Bevorderen van de fysieke economische structuur door: Revitaliseren van bedrijven- en kantoorterreinen; Bevorderen gezonde economische ontwikkeling in (woon)wijken; Versterken en geografische vergroting economische potentie binnenstad.
P1.2.1
• • • • Verhogen van de (zakelijk) toeristische bekendheid van de stad; • Verhogen van het aantal dag- en verblijfsbezoekers aan de stad; • Verhogen van de (zakelijk) toeristische bestedingen aan de stad; • Faciliteren van de verbinding, samenhang •
en kwaliteit van evenementen en festivals in Utrecht; Festivals en evenementen verbinden aan de profilering en promotie van Utrecht.
Prestatie-indicatoren
• Aantal m2 getransformeerd kantoren • Aantal Hectare herstructurering / gerevitaliseerde bedrijventerrein • KVO-certificeringen
• Aantal publicaties in buitenlandse bladen • Aantal nieuwe samenwerkingsprojecten/initiatieven met stakeholders uit de festival en evenementenwereld
65
Nummer
Prestatiedoelstelling
P1.3.1
Bevorderen van werkgelegenheid: Via het Lokaal Economisch Fonds nieuwe banen, stages en leerwerkplekken realiseren; Uitvoeren internationale agenda, waaronder acquisitie; Samen met partners zoals USP en EBU vergroten van het aantal banen in de kenniseconomie; Verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers via traject rode loper.
Prestatie-indicatoren
• • • •
• Aantal banen gecreëerd via LEF • Aantal banen via acquisitie • Bewijs van goede dienstverlening
Procesvoorstellen voor programmabegroting 2016 Naast bovenstaande concrete voorstellen zijn er ook een aantal procesvoorstellen die we willen doen ter verbetering van de indicatoren. Dat komt doordat sommige indicatoren onderdeel zijn van een samenhangend pakket waar ook externe partijen bij zijn betrokken, zoals gesubsidieerde instellingen. Hieronder treft u per programma de procesvoorstellen. Programma Cultuur Stichting Cultuurpromotie Utrecht (SCU) heeft aan het onderzoeksbedrijf Intomart GfK de opdracht gegeven onderzoek te doen naar klanttevredenheid van cultuur in Utrecht. SCU zal als partner fungeren in de ontwikkeling van nieuwe effectindicatoren. Hierbij wordt onderzocht hoe dit gemeten kan worden om het vervolgens na de zomer van 2015 voor te leggen aan de culturele instellingen in Utrecht. Hierbij zal aan de instellingen gevraagd worden in hoeverre het model werkbaar, haalbaar en functioneel is. Daarnaast wordt in samenwerking en overleg met de G9, het rijk en de provincie gekeken naar een gezamenlijke werkwijze voor het volgende cultuurconvenant (2017-2020). Programma Volksgezondheid In het nieuwe volksgezondheidsbeleid 2015 - 2018 zal de structuur voor de programmabegroting Volksgezondheid gelegd worden. Dit geldt ook voor de indicatoren. Deze nieuwe structuur zal gelden vanaf de programmabegroting 2016. Programma Stedelijke Ontwikkeling Het voorstel is om vanaf de programmabegroting 2016 een drietal indicatoren uit het programma Stedelijke Ontwikkeling te halen. Het gaat daarbij om de volgende prestatie-indicatoren: Uitvoeren bouwtoezicht conform protocol gebaseerd op het landelijk toezichtprotocol; Toezicht en handhaving bebouwde omgeving vindt plaats conform handhavingsstrategie; Handhavingsprogramma bebouwde omgeving realiseren, uitvoeren en evalueren.
• • •
In plaats van deze drie prestatie-indicatoren zullen er één of twee nieuwe indicatoren uit de bestaande handhavingsstrategieën voor in de plaats komen. In de aanloop naar de programmabegroting 2016 zal het college van B en W met een voorstel komen.
66
Noordoost
Wijk
Voorlopig wordt hier volstaan met dixies. De commissie Stad en Ruimte brengt op 24 maart 2015 een werkbezoek aan de Gaard. Vervolgens worden op 8 april 2015 tafelgesprekken gevoerd met bewoners en winkeliers. Aansluitend worden de oplossingsrichtingen verder uitgewerkt en meegenomen bij de volgende commissievergadering.
Een permanente toiletvoorziening bij de zwemplas Voorveldse Polder wordt vooralsnog niet gerealiseerd i.v.m. het ontbreken van financiële dekking. De gereserveerde middelen uit de rioolheffing blijken na juridisch onderzoek hier niet voor ingezet te mogen worden.
Tijdens de raadscommissie Stad en Ruimte van 10 maart 2015 zijn vragen gesteld over knelpunten bij de kwaliteitsverbetering van winkelcentrum de Gaard en omgeving. Nadere uitwerking hiervan neemt extra tijd in beslag. De planontwikkeling voor de ’Herontwikkeling Kop van Tuindorp-Oost’ (zorgcentrum Tuindorp-Oost + Groene Kop) door Careyn nam meer tijd in beslag dan gepland.
Openbare ruimte en groen
Stedelijke Ontwikkeling
Stedelijke Ontwikkeling en Openbare ruimte en Groen
3. Openbare ruimte en duurzaamheid
4. Complexe projecten
67
Herinrichting ‘Groene Kop’ wordt eind 2015/begin 2016 grotendeels uitgevoerd. Het gebied, grenzend aan Careyn, wordt op een later moment heringericht.
-
Geen knelpunten
Welzijn, jeugd en volksgezondheid
2. Wonen, welzijn en zorg
Cofinanciering zoeken bij Stadswerken, Wijken en andere afdelingen.
Voorgestelde oplossing voor knelpunten / afwijkingen
Bereikbaarheid
Knelpunten / afwijkingen / wijzigingen in planning
1. Verkeer en parkeren
Programmabegroting Vanuit het programma Bereikbaarheid en FES-gelden is 0,8 miljoen euro gereserveerd. De verwachting is dat dit onvoldoende is om ook de omgeving (stoepen + groen) mee te nemen in de plannen.
Wijkambities 2014-2018 (rapportage op drie prioritaire wijkambities )
In de programmabegroting 2015 zijn per programma een aantal van de wijkambities 2014-2018 opgenomen. In deze eerste tussenrapportage over de periode januari t/m maart 2015 presenteren we knelpunten in de uitvoering op de drie prioritaire wijkambities (speerpunten), tot het moment van schrijven van deze rapportage.
Bijlage 6.2 Stand van zaken knelpunten/afwijkingen uitvoering van de Wijkambities 2014-2018
68
VleutenDe Meern
West
Bereikbaarheid
Bereikbaarheid (programma Fiets)
1b. Bereikbaarheid en terugdringen verkeersoverlast
Openbare ruimte en groen en Veiligheid
1a. Bereikbaarheid en terugdringen verkeersoverlast
Stedelijke Ontwikkeling
3. Versterken Kanaalstraat en Damstraat (en omgeving)
Het geplande onderzoek naar de noodzaak van een vrij liggend fietspad aan de Ockhuizerweg is vertraagd.
De mogelijkheden van een groene golf op de rondweg Vleuten zijn verkend. Deze blijkt technisch niet mogelijk. De doorstroming op de kruising busbaan Sporesingel met de Stroomrugbaan - lift mee met het programma ’Utrecht werkt aan verkeersveiligheid’.
Geen knelpunten
Geen knelpunten
Geen knelpunten
3. Rivierenwijk Centraal, Dichterswijk Verdicht, Kanaleneiland Noord
2. Aansluiting met binnenstad en Westplein organisch ontwikkelen
Geen knelpunten
Bereikbaarheid en Welzijn, jeugd en volksgezondheid en Openbare Ruimte en Groen en Sport
2. Leren, werken en wijkeconomie
Welzijn, jeugd en volksgezondheid
Geen knelpunten
Stedelijke Ontwikkeling, Onderwijs, Werk en Inkomen
1. Versterken civil society en betrokken burgerschap
Geen knelpunten
Welzijn, jeugd en volksgezondheid
Geen knelpunten
3. Schone en groene wijk
1. Vreedzame Kinderzone Kanaleneiland
Geen knelpunten
2. Lunetten op de kaart
Zuidwest
Geen knelpunten
1. Hoograven (verder) in de lift
Zuid
Knelpunten / afwijkingen / wijzigingen in planning
Wijk
Programmabegroting
Wijkambities 2014-2018 (rapportage op drie prioritaire wijkambities )
Het onderzoek is inmiddels wel opgestart en wordt in het tweede kwartaal van 2015 opgeleverd en teruggekoppeld naar belanghebbenden.
Als het kruispunt wordt aangepast, wordt meteen bekeken hoe de doorstroming kan worden verbeterd. De planning is mede afhankelijk van een eventuele bestemmingsplanprocedure. Uitvoering op z’n vroegst in 2016.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorgestelde oplossing voor knelpunten / afwijkingen
VleutenDe Meern
Wijk
Welzijn, jeugd en volksgezondheid
Welzijn, jeugd en volksgezondheid en Vastgoed
Openbare ruimte en groen
Stedelijke Ontwikkeling
Stedelijke Ontwikkeling
2b. Voldoende voorzieningen voor alle bewonersgroepen: gezondheidscentrum
3. Onderlinge tolerantie bij meervoudig gebruik van de openbare ruimte
4a. Complexe projecten en gebiedsaanpakken: Alendorperweg Zuid
4b Complexe projecten en gebiedsaanpakken: Nieuwbouw tempel Hoge Woerd
Programmabegroting
2a. Voldoende voorzieningen voor alle bewonersgroepen: huiskamerproject
Wijkambities 2014-2018 (rapportage op drie prioritaire wijkambities )
Zoeken naar financieringsmogelijkheden voor de uitgewerkte alternatieven. Vervolgens overleg met bewoners. De gemeente heeft de stichting tot medio 2015 uitstel gegeven voor het aanvragen van de omgevingsvergunning en tot eind 2015 voor de afname van de kavel. Als deze planning niet wordt gehaald, dan wordt de overeenkomst ontbonden.
De hindoetempel is een initiatief van de stichting Shri Sanatan Dharm Trishul. De stichting en de gemeente hebben een overeenkomst over de uitgifte van een kavel in Hoge Woerd (Leidsche Rijn). De stichting heeft de overeengekomen planning echter niet gehaald. Het project heeft vertraging opgelopen vanwege omstandigheden van de initiatiefnemers.
69
-
In maart is een plan gepresenteerd aan bewoners. Hier was onvoldoende draagvlak voor. Alternatieven zijn door bewoners aangedragen maar brengen een heel ander kostenplaatje met zich mee. De alternatieven zijn uitgewerkt en voorzien van een globale kostenraming. Financiële dekking ontbreekt.
De zorgaanbieders willen zelf tot een ontwikkeling van een gezondheidscentrum komen. Onderzoeken of een deel van het gezondheidscentrum in het gebouw van het wijkservicecentrum gehuisvest kan worden. Het startdocument is vastgesteld in het college van B en W op 10 maart 2015.
De HKP wordt langer op de huidige locatie gedoogd. Azotod en JoU zijn in gesprek om te zien of de optie ‘HKP in Azotod’ ruimtelijk en financieel mogelijk is. Deze optie mag niet tot meerkosten leiden. Lukt deze optie niet, dan moet opnieuw naar alternatieven gezocht worden.
Voorgestelde oplossing voor knelpunten / afwijkingen
Geen knelpunten
Gemeente en ontwikkelaar en zorgaanbieders hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over ontwikkeling en realisatie van gezondheidscentrum Vleuten gecombineerd met woningen naast het wijkservicecentrum. Partijen beraden zich over de ontstane situatie.
Voor het Huis Kamer Project (HKP) De Meern is nog steeds geen alternatieve locatie gevonden. De planning voor een alternatieve locatie HKP De Meern is dus sterk vertraagd.
Knelpunten / afwijkingen / wijzigingen in planning
70
Noordwest
Overvecht
Leidsche Rijn
Wijk
Geen knelpunten
Bereikbaarheid en Stedelijke Ontwikkeling
2. Verbetering van sociale samenhang en leefbaarheid
3. Verbetering van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en parkeren
Stedelijke Ontwikkeling
Openbare Ruimte en Groen
2. Integrale aanpak van de Amsterdamsestraatweg
3. Verbetering van openbare ruimte, groen en verkeer
3. Verbeteren leefbaarheid en veiligheid
1. Jeugd en veiligheid
Veiligheid en Openbare ruimte en groen
2. Werk, gezondheid, activering en ontmoeting
Geen knelpunten
Geen knelpunten
Geen knelpunten
Geen knelpunten
Geen knelpunten
Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid en Werk en Inkomen
1. Vergroten kansen van jeugd, inclusief werk
Jeugd, welzijn en volksgezondheid en Veiligheid
Geen knelpunten
Jeugd, welzijn en volksgezondheid en Werk en Inkomen
Geen knelpunten
Het project van programma Utrechtse Energie is vertraagd.
Jeugd, welzijn en Volksgezondheid en Openbare ruimte en groen en Veiligheid en Duurzaamheid en Stedelijke Ontwikkeling
Knelpunten / afwijkingen / wijzigingen in planning
Duurzaamheid
Programmabegroting
1. Verbetering van voorzieningen en activiteiten in de wijk
Wijkambities 2014-2018 (rapportage op drie prioritaire wijkambities )
-
-
-
-
-
-
-
-
De start vindt plaats in de loop van 2015.
Voorgestelde oplossing voor knelpunten / afwijkingen
Binnenstad
Oost
Wijk
Veiligheid
Bereikbaarheid en Veiligheid
2. Aanpak veiligheid
3. Reguleren van verkeer en handhaven op overlast
Veiligheid
3. Huidig veiligheidsniveau behouden en verbeteren
Openbare ruimte en groen
Stedelijke Ontwikkeling
2. Versterken en behouden karaktertrekken van de wijk
1. Kwalitatief hoogwaardige en gastvrije openbare ruimte
Bereikbaarheid
Programmabegroting
1. Mobiliteit verbeteren en negatieve aspecten beheersen
Wijkambities 2014-2018 (rapportage op drie prioritaire wijkambities )
Verbeteren van de afsluiting van het winkelwandelgebied neemt meer tijd vanwege de afstemming over maatregelen
Zoekopdracht andere locatie Catharijnehuis loopt nog
Realiseren van een toiletvoorziening in Lepelenburg vertraagt
Geen knelpunten
Realiseren van een toiletvoorziening in Wilhelminapark is vertraagd.
Geen knelpunten
Knelpunten / afwijkingen / wijzigingen in planning
71
Gezocht wordt naar een akkoord over de maatrelen
Resultaat wordt dit voorjaar verwacht.
De toiletvoorziening in Lepelenburg wordt gecontinueerd met dixies i.v.m. flexibele inzet gedurende het jaar
-
De toiletvoorziening in Wilhelminapark wordt gecontinueerd met dixies i.v.m. de flexibele inzet gedurende het jaar.
-
Voorgestelde oplossing voor knelpunten / afwijkingen