Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Aan de leden van de gemeenteraad van Haaksbergen, In deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016, die we presenteren als één document, geven wij op hoofdlijnen inzicht in beleidsontwikkelingen en de bijgestelde meerjarenraming voor de jaren 2015 tot en met 2019. We maken hierin zichtbaar waar we op sturen. De eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 als aanvulling op de begroting 2015 is het afgesproken toetsingsdocument voor de provincie voor het al dan niet opheffen van het preventief toezicht. Bij ons aantreden werden we geconfronteerd met een slechte financiële situatie. In de begroting 2015 is een omvangrijk pakket aan maatregelen opgenomen. Voor € 2,8 mln. gaat het daarbij om bezuinigingen op subsidies, personeels- en organisatiekosten. Het ontbreken van een onderbouwing voor deze bezuinigingen was een belangrijk punt vanuit de provincie. Op basis van de behandeling van de bezuinigingsvoorstellen voor personeel en subsidies in de vergadering van de gecombineerde commissies op 21 april 2015 bieden wij u nu de definitieve bezuinigingsvoorstellen aan, waarmee de bezuinigingstaakstelling in 2018 volledig gerealiseerd kan worden. De herverdeling van het gemeentefonds levert ons voordeel op, evenals hogere verkopen van openbaar groen en lagere rente- en afschrijvingskosten. We houden rekening met doorlopende kosten in het kader van het nafasetraject van het Monstertruck-drama en een hogere bijdrage aan de Veiligheidsregio Twente. Ook hebben wij de kosten voor de afbouw van uren voor de grondexploitaties meegenomen. Vanaf 2017 is er ruimte voor nieuw beleid opgenomen. De ontwikkeling van onze reservepositie en weerstandsvermogen blijft aandachtspunt. Door enkele positieve ontwikkelingen is in 2018 onze algemene reserve weer positief. Vanaf 2017 zien we bovendien ruimte voor het vrijmaken van structureel geld voor nieuw beleid. Ook de belastingdruk heeft onze aandacht. Door de maatregelen uit het financieel herstelplan is onze belastingdruk inmiddels gestegen tot meer dan 10% van het landelijk gemiddelde. In het Financieel herstelplan is 10% boven het landelijk gemiddelde als norm aangegeven. Aanvullende maatregelen zijn noodzakelijk. In deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 presenteren we een aantal maatregelen om de belastingdruk te beperken. Daarmee bereiken we dat de belastingdruk niet omhoog gaat, en vanaf 2017 zelfs daalt. Dit maakt onze financiële huishouding gezonder. In 2015 krijgt de verhuizing van de Noaberpoort gestalte. De geïntegreerde aanpak van de decentralisaties, de visie op bestuur en organisatie, het vergroten van de uitstroom van het aantal uitkeringsgerechtigden zijn de komende jaren voor Haaksbergen belangrijke aandachtspunten. Het college van burgemeester en wethouders
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
2
INHOUDSOPGAVE 1 2 3
Aanbieding en perspectief .............................................................................................. 4 Financieel perspectief 2015-2019 ................................................................................... 8 Programma’s .............................................................................................................. 13 3.1 Bereikbaarheid en openbare ruimte......................................................................... 13 3.2 Bestuur en dienstverlening..................................................................................... 17 3.3 Cultuur en ontspanning ......................................................................................... 19 3.4 Economische ontwikkeling ..................................................................................... 22 3.5 Integrale veiligheid ............................................................................................... 24 3.6 Sociaal domein ..................................................................................................... 26 3.7 Onderwijs ............................................................................................................ 34 3.8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen ......................................................................... 36 Algemene dekkingsmiddelen .................................................................................. 40 3.9 4 Paragrafen .................................................................................................................. 45 4.1 Lokale heffingen ................................................................................................... 45 4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ................................................................ 46 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen.................................................................................. 48 4.4 Financiering ......................................................................................................... 50 4.5 Bezuinigingen....................................................................................................... 52 5 Bijlagen ...................................................................................................................... 65 5.1 Begrotingswijzigingen 2015 ................................................................................... 65 5.2 Overzicht incidentele baten en lasten ...................................................................... 66
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
3
1
Aanbieding en perspectief Verder op weg naar duurzaam herstel
Datum: 12 mei 2015 Algemene inleiding “Op weg naar duurzaam herstel” is de titel van de begroting 2015. We zijn er nog niet, maar we zijn wel goed op weg. Ook in 2016 gaan we flinke stappen zetten om ons einddoel, een financieel gezonde, zelfstandige en vitale gemeente te zijn, te bereiken. We doen dit vanuit het motto van ons coalitieprogramma: krachtig, energiek en verbindend. We gaan in op het financiële beeld, het provinciaal toezicht en de overige beleidsontwikkelingen. Eerste Bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 in één document De eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016 zijn een aanvulling op de begroting 2015 en de meerjarenraming. Op basis hiervan heroverweegt de provincie het preventief toezicht. Ook bereiken wij met één document efficiency in de opstelling en behandeling. Alle bijstellingen in 2015 met de doorwerkende effecten voor de jaren daarna betreffen wijzigingen voor de eerste bestuursrapportage 2015. De strategische keuzes vanaf 2016 en de jaren erna zijn opgenomen onder wijzigingen Kadernota 2016. In uw besluitvorming zijn deze gescheiden. De wijzigingen van de eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016 zijn per programma opgenomen en toegelicht. Ook eventuele wijzigingen of aanvulling op de paragrafen zijn opgenomen. Financieel beeld Ontwikkeling begrotingssaldo, meerjarenraming, en reservepositie/ weerstandsvermogen We hebben voor de eerste bestuursrapportage 2015 de ontwikkelingen in beeld gebracht en financieel vertaald. Na de verwerking van alle mutaties komen wij uit op een verwacht negatief resultaat € 1,5 mln. Dat is ongeveer € 0,1 mln. beter dan waar we in de begroting 2015 van uit gingen. Voor de Kadernota 2016 zijn de strategische ontwikkelingen in beeld gebracht en financieel vertaald. De nadruk ligt hierbij op de verdere uitwerking en onderbouwing van de bezuinigingen op het gebied van personeel en subsidies. Maar ook andere ontwikkelingen zijn in beeld gebracht en financieel vertaald in de meerjarenraming. Financieel herstelplan Om weer financieel gezond te worden is voor de periode 2015-2018 een structurele bezuiniging van € 4,7 mln. nodig. De realisatiedatum is ultimo 2018. De bezuiniging is als volgt opgebouwd: Beperking uitgaven € 1,9 mln. Bezuiniging personeels- en organisatiekosten € 2,2 mln. Bezuiniging subsidies € 0,7 mln. De beperking van de uitgaven met € 1,9 mln. is vastgelegd in de begroting 2015. Deze beperking is structureel en geldt ook voor de meerjarenraming. Als onderdeel van de visie op bestuur en organisatie is de bezuiniging op personeelskosten van € 2,1 mln. per 31 december 2018 aan vervallen werkzaamheden ingevuld. Door natuurlijk verloop en aanvullende mobiliteitsafspraken kunnen de gevolgen voor het personeel worden ingevuld. De bezuiniging op subsidies van € 0,7 mln. per 2018 wordt gerealiseerd door met name de budgetsubsidies te verlagen. Er wordt een nieuwe nota subsidiebeleid opgesteld waarin deze korting beleidsmatig is vertaald.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
4
Visie op bestuur en organisatie In december 2014 besprak het college met uw raadscommissie Middelen en bestuur de discussienotitie “Samen werken aan een vitaal Haaksbergen”. In die notitie presenteerden wij onze visie op bestuur en organisatie. Onze ambitie is een zelfstandige gemeente te blijven en toe te groeien naar een gemeente die bestuurt, regie voert, stimuleert, ondersteunt, minder zelf uitvoert en financieel gezond is. De omvang en kosten van de ambtelijke organisatie willen we omlaag brengen, waarbij het financieel herstelplan en begroting leidend zijn. We richten ons er op dat we eind 2018 het volgende bereikt hebben: Ongeveer 25% van de werkzaamheden is vervallen De kosten voor huisvesting en ICT zijn gelijk aan of lager dan die van vergelijkbare gemeenten De totale overhead is gelijk aan of lager dan die van vergelijkbare gemeenten De personeels- en organisatiekosten zijn met ongeveer € 2,1 miljoen teruggebracht. Parallel hieraan willen we de organisatie ontwikkelen tot regievoerende organisatie en de productiviteit, dienstverlening, kwaliteit en professionaliteit versterken. Die opgave zal (ook) de nodige inspanningen en investeringen vragen. Om deze en andere opgaven uit de visie en het financieel herstelplan in samenhang met elkaar te besturen en managen, maken we één plan van aanpak voor de uitvoering. Dit plan van aanpak is in de maak. In juni/juli 2015 houden we nogmaals een discussieronde over de visie op bestuur en organisatie en ook over de aanpak van de uitvoering. De uitvoering van visie en financieel herstelplan delen we op in “trajecten”. Bijvoorbeeld “Anders besturen”, “Kleinere organisatie en minder organisatiekosten”, “Subsidiebeleid”, “Bestuursmonitor”, “Risicobeleid en weerstandsvermogen”. Inmiddels staan er 14 trajecten op de uitvoeringsagenda. Voor elk traject stellen we een opdracht vast, waarmee de 14 opdrachten samen het uitvoeringsplan vormen. Vóór de definitieve vaststelling van de visie op bestuur en organisatie zullen we uw raad in de gelegenheid stellen zijn zienswijze te geven over deze aanpak. Over de voortgang van de uitvoering van visie en financieel herstelplan zullen we uw raad regelmatig informeren, minimaal in de reguliere planning en controlcyclus. Als trajecten inhoudelijk om raadsbesluiten vragen, leggen wij voorstellen aan uw raad voor volgens de cyclus beeldvormen/informeren, opiniëren/discussiëren, beslissen. Algemene uitkering De algemene uitkering laat een positieve ontwikkeling zien. De uitkomsten van de tweede fase van het groot onderhoud aan het gemeentefonds betekent voor Haaksbergen een substantieel hogere algemene uitkering. Versterking weerstandsvermogen De voordelige begrotingssaldi vanaf 2017 worden toegevoegd aan de algemene reserve, waardoor deze vanaf 2018 weer positief is. Duurzaam financieel herstel krijgt verder vorm door vanaf 2017 ieder jaar € 150.000 structureel ruimte voor nieuw beleid op te nemen. Hierdoor is er ruimte voor nieuw beleid of beleidsintensiveringen. Ook is dit een buffer om mogelijke tegenvallers op te vangen. Op basis van landelijke kengetallen scoren we slecht op het onderdeel financiering: we hebben per inwoner een relatief hoge schuld. We hebben in 2010 al aangegeven dat het ons beleid is om minder te lenen. Deze trend zetten wij voort. Samen met de zeer lage rente levert dat ons ook in deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 financiële voordelen op. Ook de afschrijvingen laten een voordeel zien, enerzijds incidenteel door uitgestelde investeringen maar ook structureel doordat bijvoorbeeld minder geïnvesteerd wordt in de Noaberpoort en als gevolg van de afwaardering van de investeringen in zwembad de Wilder.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
5
In hoofdstuk 2 lichten we het resultaat en de mutaties voor zowel eerste bestuursrapportage 2015 als Kadernota 2016 verder toe. Provinciaal toezicht De behandeling van de eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 is het eerste toetsingsmoment voor de provincie om het preventief toezicht te heroverwegen. Wij geven in deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 invulling aan de bezuinigingen op personeel en subsidies. Daarnaast is ook de ontwikkeling van onze reservepositie en weerstandsvermogen belangrijk, zoals ook in de begrotingsbrief 2016 van de provincie aan alle gemeenten in Overijssel is benadrukt. Hieraan is door uw raad in de brief van 10 maart 2015 aan Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel concreet richting gegeven. Dit is uitgewerkt in deze Kadernota 2016. Begrotingsscan Het ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Overijssel hebben een begrotingsscan uitgevoerd. De conclusies en aanbevelingen bieden ons meer inzicht in de achtergronden van onze financiële problematiek. De door ons voorgenomen opvolging van de aanbevelingen, zoals we die hebben aangegeven in de brief van 29 april 2015 aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie, zijn in deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 volledig ingevuld. Aparte paragraaf Bezuinigingen Zowel in de begrotingsscan als in de begrotingsbrief 2016 van de provincie is het advies gegeven een aparte paragraaf Bezuinigingen op te nemen. De paragraaf Bezuinigingen is in de eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 opgenomen. Meerjarige visie op vervangingsinvesteringen Op basis van de meerjarige beleidsplannen is de beschikbare ruimte voor vervangingsinvesteringen uitgewerkt. De jaarlijkse ruimte van € 75.000 blijkt niet voldoende. De ruimte wordt structureel vanaf 2017 jaarlijks met € 40.000 verhoogd. In de in 2015 geplande actualisatie van de Financiële verordening werken wij de meerjarige visie op de vervangingsinvesteringen verder uit. IBT-Toezicht op WABO Wij hebben van de provincie voor de handhaving van onze WABO taken de code rood gekregen. In december 2014 is het handhavingsuitvoeringsprogramma 2015 opgesteld. Op 24 maart 2015 is het handhavingsjaarverslag 2014 door het college vastgesteld en aan uw raad en provincie aangeboden. Er wordt gewerkt aan opstellen van het afgesproken VTH-beleidsplan. Dit plan wordt naar verwachting in juli afgerond. Het VTH-beleidsplan vormt de basis voor het op te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma 2016. Hiermee geven wij invulling aan de gemaakte afspraken met de provincie. Overige beleidsontwikkelingen Monstertruck-drama In 2014 heeft de afwikkeling van het Monstertruck-drama € 167.000 aan kosten met zich meegebracht. Voor 2015 is € 216.000 aan kosten geraamd. Naar verwachting wordt de nasleep van het Monstertruck-drama in 2015 nog niet afgerond. We ramen daarom voor 2016 nog € 75.000. Verkoop groen In de begroting 2015 hebben we voor de jaren 2015 en 2016 al rekening gehouden met de opbrengsten van verkoop van openbaar groen. Er blijkt veel vraag te zijn naar openbaar groen en door de werkzaamheden op dit gebied te intensiveren, verwachten wij in 2015 en in 2016 € 150.000 aan opbrengsten in plaats van de voor die jaren geraamde € 50.000. Om dit te realiseren maken we wel extra kosten: € 25.000 in 2015 en € 15.000 in 2016.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
6
Verhuizing Noaberpoort Er is besloten de Noaberpoort onder te brengen in het gemeentehuis. We zien veel voordelen; er is daadwerkelijk sprake van één toegang waar onze inwoners terecht kunnen. Maar ook behalen we besparingen op de uitgaven en vullen we deels het probleem van een overcapaciteit aan huisvesting in. Dit verlaagt de kosten van overhead: dit voordeel wordt ten gunste van de taakstellende bezuiniging op personeel (en organisatie) gebracht. Overdracht zwembad de Wilder Eind april heeft uw raad ingestemd met de overdracht van zwembad de Wilder aan Optisport. We zijn nu bezig met de laatste afrondende werkzaamheden. Minder uren toerekenen aan grondexploitaties In de begrotingsscan zijn vraagtekens geplaatst bij de houdbaarheid van het toerekenen van interne ambtelijke uren en daarmee kosten aan de grondexploitaties. Nu veel van onze grondexploitaties zich in het eindstadium bevinden en er nauwelijks nieuwe ontwikkelingen zijn moet de toerekening van deze uren en daarmee de kosten de komende jaren afgebouwd worden. Dit kost ons op termijn € 200.000 per jaar. Financieringssystematiek Veiligheidsregio Twente (VRT) Voor de bepaling van de bijdrage aan de VRT is door het algemeen bestuur een nieuwe systematiek afgesproken. Hoewel wij tegen deze in onze ogen niet redelijke systematiek hebben gestemd is in meerderheid besloten deze wel in te voeren. Voor ons betekent dit een nadeel dat oploopt tot € 88.000 structureel. Ruimte voor nieuw beleid De positieve ontwikkeling van het begrotingsresultaat, mede door het realiseren van de taakstellingen uit het financieel herstelplan, biedt ons de mogelijkheid vanaf 2017 weer structurele ruimte voor nieuw beleid op te nemen. Niet alleen biedt dit in financiële zin nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden, ook beschikken we daarmee als onderdeel van het weerstandsvermogen tot het moment dat het beleid is ingevuld over een structurele buffer om tegenslagen op te kunnen vangen. Belastingdruk Onze belastingdruk is in 2015 gestegen boven de norm die we in het financieel herstelplan en de begroting 2015 hebben vastgelegd: maximaal 10% boven het landelijk gemiddelde. De begrotingsscan bevestigt dit beeld en laat ook zien dat dit vooral veroorzaakt wordt door het hoge rioolrecht. Aanvullende maatregelen zijn nodig en daarom stellen we voor vanaf 2017 de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht ten laste te brengen van het minimabeleid. Om deze extra kosten voor de algemene dienst te kunnen dekken stellen we voor de OZB te verhogen. Dit is mogelijk omdat tegelijkertijd de heffingssystematiek voor de rioolheffing met ingang van 1 januari 2016 wordt gewijzigd en we niet alleen de gebruikers maar ook de eigenaren belasten. Ook wordt een verlaging van de kosten van afval voorzien. Wij willen ook in 2017 de belastingdruk in eerste instantie met 1 procentpunt tot 14% boven het landelijk gemiddelde terugbrengen. Op basis van de huidige situatie zijn op de langere termijn meer maatregelen nodig om aan de norm van maximaal 10% boven het landelijk gemiddelde te kunnen voldoen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
7
2
Financieel perspectief 2015-2019
Resultaat De onderstaande tabel met het verloop van het begrotingssaldo begint met het saldo van de begroting 2015 en het meerjarenperspectief 2016-2018. Na de autonome effecten voor de jaarschijf 2019 brengen we vervolgens de effecten op het resultaat in beeld van de begrotingswijzigingen, die na de vaststelling van de begroting 2015 door uw raad zijn vastgesteld. Daarna volgen in de eerste tabel de resultaten van respectievelijk eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016. Vervolgens schetsen we u in dit hoofdstuk in één tabel de belangrijkste ontwikkelingen uit de eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016, die uiteindelijk een effect op de begroting 2015 en het meerjarenperspectief 2016-2019 hebben. De effecten voor de Kadernota 2016 worden hierin apart aangegeven. Daarna volgen in twee aparte tabellen de specificaties van de resultaten van eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016, uitgesplitst naar baten en lasten en naar programma. De totalen van deze tabellen sluiten weer aan bij de saldi die in onderstaande tabel onder “totaal effect eerste bestuursrapportage 2015” en “totaal effect Kadernota 2016” worden vermeld. We lichten deze mutaties, wederom uitgesplitst naar eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016, verder toe in de betreffende programma’s. Tabel: ontwikkeling begrotingssaldo 2015-2019
Bedragen x € 1.000
De jaarschijf 2019 is in deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 nieuw opgenomen. Het begrotingssaldo voor de jaarschijf 2019 is gelijk aan dat van 2018. In een eerste correctie zijn de volgende effecten in de jaarschijf 2019 gewijzigd: de loonontwikkeling (nadeel €100.000 op basis van de verwachte 1% loonsverhoging); de inflatiecorrectie (nadeel € 75.000 op basis van de verwachte inflatiestijging van 1,5%, verminderd met het verwachte jaarlijkse inverdieneffect van € 75.000); autonome ontwikkelingen lokale heffingen (voordeel € 75.000 op basis van 1,5% inflatiecorrectie voor de OZB en leges). Het totaal effect van € 100.000 nadelig in 2019 is verwerkt op de regel “effect loonontwikkeling en inflatie 2019”. De tot nu toe door uw raad vastgestelde begrotingswijzigingen zijn toegelicht in bijlage 5.1. In onderstaande tabel hebben we de effecten per programma voor de eerste bestuursrapportage 2015 en de Kadernota 2016 aangegeven ( + = positief effect op begrotingssaldo, - = negatief effect op begrotingssaldo). We beperken ons in onderstaande toelichting op die posten die van invloed zijn op het begrotingsresultaat. Verschuivingen tussen programma’s worden hier niet toegelicht. Verder zijn in deze tabel apart de effecten aangegeven voor de Kadernota 2016 door
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
8
een (K) in de regel op te nemen. De effecten worden inhoudelijk bij het betreffende programma toegelicht. Tabel: toelichting resultaat eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Bedragen x € 1.000
9
Allereerst schetsen we hierna de effecten van de eerste bestuursrapportage 2015 voor het jaar 2015 en de eventuele doorwerkende effecten voor de meerjarenraming 2016-2019. In de tweede tabel schetsen we de financiële effecten van de strategische keuzes voor de Kadernota 2016. In de programma’s in Hoofdstuk 3 vindt u vervolgens de uitwerking op deelprogramma niveau. Daar geven we ook de inhoudelijke toelichting op de financiële effecten. Effecten eerste bestuursrapportage 2015 per programma
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Bedragen x € 1.000
10
Effecten uit de Kadernota 2016
Bedragen x € 1.000
Verloop algemene reserve In aanvulling op de meerjarenraming geven we ook meerjarig inzicht in het verloop van onze algemene reserve (zie onderstaande tabel). De gevolgen van de bestemming van het rekeningresultaat 2014 zijn hierin verwerkt. Tabel: verloop algemene reserve
Bedragen x € 1.000
In dit meerjarig verloop van de algemene reserve is in een aparte kolom ook het verloop van de algemene reserve geschetst als we rekening gehouden met de gevolgen van de vorming van een voorziening voor de ontmanteling van de Gemeenschappelijke Regeling Hameland. U krijgt hiervoor een separaat raadsvoostel. Verder worden alle negatieve en positieve begrotingssaldi tot en met 2019 ten laste of ten gunste gebracht van de algemene reserve. Dit resulteert er uiteindelijk in dat we conform het in de begroting 2015 geschetste scenario in 2018 weer over een positieve algemene reserve beschikken. Om ons weerstandsvermogen en onze financiële positie verder duurzaam te versterken, voegen wij vanaf 2019 jaarlijks structureel € 500.000 toe aan de algemene reserve tot deze een omvang van minimaal € 3 mln. heeft bereikt. Naast realisatie van voldoende weerstandsvermogen geven we hiermee ook invulling aan de lijn in de toekomst meer te financieren met eigen vermogen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
11
Toelichting uitgangspunten Looncompensatie We houden voor de jaren 2015-2019 rekening met een stijging van de Cao-lonen met jaarlijks 1%. Prijscompensatie In het perspectief is een jaarlijkse structurele stelpost opgenomen van € 150.000 voor prijsinflatie, afgeleid van een inflatiepercentage van 1,5% en € 10 mln. aan inflatie onderhevige begrotingsposten. Het inflatiepercentage is gebaseerd op de ontwikkeling van de index van de gezinsconsumptie, zoals die jaarlijks door het CBS wordt gepubliceerd. Op basis van de informatie in de meicirculaire 2015 actualiseren wij dit percentage in de begroting 2016. Van deze inflatiecorrectie ramen wij 50%. Door nog efficiënter te werken en in te kopen verwachten we de gevolgen van de prijsontwikkelingen voor onze budgetten op te kunnen vangen. Omslagpercentage Wij hanteren hetzelfde renteomslagpercentage als in de begroting 2015: 3,07%. We actualiseren dit percentage in de begroting 2016. Belastingen en heffingen Voor de verhoging van de belastingen en heffingen wordt uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,5%, dat we ook voor onze uitgaven hanteren. Ontwikkeling belastingdruk De OZB, afvalstoffenheffing en rioolbelasting stijgen jaarlijks met het inflatie percentage. In het kader van de rioolbelasting zijn diverse maatregelen genomen waardoor de eerder in het raadsbesluit van 18 december 2013 voor 2016 voorziene verhoging met 9,3% niet nodig is. Vanaf 2017 is er een nieuw GRP van toepassing, waarin de nieuwe tarieven worden bepaald. De ontwikkeling van de belastingdruk is uitgewerkt in de paragraaf lokale heffingen. Gemeentefondsuitkering De gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2014. De in de begroting 2016 opgenomen gemeentefondsuitkering wordt gebaseerd op de meicirculaire 2015. Onvoorzien Er is jaarlijks € 40.000 opgenomen voor de kosten van onvoorziene ontwikkelingen. Uw raad besluit over de aanwending van deze post. Afschrijvingen en rentetoerekening Op investeringen is de in december 2012 vastgestelde Financiële Verordening van toepassing. De afschrijving en rentetoerekening starten op 1 januari van het jaar ná afronding en/of ingebruikname van een actief. De rente berekenen we over de boekwaarde per 1 januari.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
12
3
Programma’s
3.1 Bereikbaarheid en openbare ruimte VISIE Een optimale bereikbaarheid is van groot belang voor bedrijven en burgers. De wijze waarop wegen worden ingericht en beheerd, draagt in grote mate bij aan de bruikbaarheid, (sociale) veiligheid en aantrekkelijkheid. Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt. Onze middelen zetten we in toenemende mate in op plaatsen waar gebruik, kwaliteit en veiligheid van belang zijn en we doen een stapje terug waar die minder van belang zijn. De openbare ruimte bestaat voor een groot deel uit elementen die door de gemeente worden ingericht en beheerd. Goed beheer bepaalt in grote mate de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente. Schoon, heel en veilig is hierbij ons uitgangspunt. Goed beheer heeft een positieve uitwerking op het onderhoud door burgers op haar eigen terrein en de leefbaarheid in haar omgeving. Wij streven naar het hanteren van verschillende onderhoudsniveaus, waarbij bij de meer representatieve openbare ruimten (centrum) wordt uitgegaan van een hoger en andere delen van een lager onderhoudsniveau. Hierbij is het van belang dat niet slechts vanuit de eigen, technische, filosofie naar de openbare ruimte wordt gekeken maar ook wat de mening van de inwoners hierover is. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen Eerste bestuursrapportage 2015 Bereikbaarheid Verlagen inkomsten en effecten afschaffen betaald parkeren (2015: baten N € 30.000, 2015: lasten N € 25.000, 2015; saldo N € 55.000; 2016: baten N € 20.200; 2017: baten N € 22.100; 2018 en verder: baten N € 24.000) Rond de jaarwisseling zijn de automaten ter beveiliging tegen vuurwerk afgesloten. De automaten zijn eind 2014 extra beveiligd tegen diefstal van parkeergeld zoals dat toen heeft plaatsvonden. Hierdoor stonden de eerste week van 2015 de parkeerautomaten op de gemeentewerf en niet op straat. Daardoor is een weekinkomst vervallen. De gemeente is coulanter gaan handhaven en bezoekers rekenen er op niet bekeurd te worden. Mede hierdoor zijn de werkelijke opbrengsten lager dan begroot: een nadeel van € 30.000.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
13
Het betaald parkeren vervalt vanaf 1 januari 2016. De parkeerinkomsten en de structurele kosten voor het beheer en onderhoud van het betaald parkeren vervallen en zijn al verwerkt in de begroting 2015 vanaf 2016. Wel is nog geen rekening gehouden met kosten die verband houden met het opheffen van betaald parkeren en het opnieuw reguleren van de parkeerdruk in het centrum. Daarbij wordt rekening gehouden met de kosten voor invoering van een parkeerschijfzone, zoals het plaatsen van bebording en het aanbrengen van blauwe belijning. De eenmalige kosten voor 2015 zijn naar verwachting € 25.000. Hiertegenover staat dat nog enkele kleine begrotingsposten in relatie tot betaald parkeren vervallen. Met het afschaffen van het betaald parkeren vervallen vanaf 2016 ook de inkomsten van de verhuur parkeerplaatsen aan de Jumbo. Ook de ABN Amro huurt geen parkeerplaatsen meer, en ontvangen we geen geld meer voor procesverbalen. Per saldo vervalt daardoor € 20.000 oplopend aan inkomsten. Hogere kosten wegen, bruggen en straatmeubilair (2015 en verder: lasten N € 5.700; 2016 en 2017: lasten N € 10.000; 2018 en verder: lasten N € 14.000). Kosten onderhoud van overweginstallaties zijn vanaf 2015 structureel opgenomen (€ 5.700). Op basis van de recente inspectie is in de Meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) voor bruggen en viaducten gemiddeld € 9.000 per jaar meer opgenomen (2016 en 2017 € 4.000 en vanaf 2018 € 14.000). Om te kunnen voldoen aan de minimale wettelijke uitgangspunten (veilig) is voor onderhoud straatmeubilair vanaf 2016 € 6.000 opgenomen. Wegen (2015: baten V € 195.700, 2015: lasten N € 285.700, saldo N € 90.000; 2016 en verder: baten V € 30.000, 2016 en verder: lasten N € 120.000, saldo N € 90.000) Verwerken stelpost Optimalisatieplan Beheer Openbare Ruimte (zie deelprogramma Openbare ruimte) 2015 en verder lasten nadeel € 120.000. Verhuur veegwagen aan Hof van Twente: invulling stelpost 2015 en verder baten voordeel € 30.000. Afwikkelingsbudgetten voor de inrichting Greune, Stepelo en Hoeve van € 149.400 en Hassinkbrink wonen en voormalig kinderdagverblijf van € 16.300 uit 2014 worden zowel aan de baten- als de lastenkant toegevoegd (per saldo € 0). Openbare ruimte Optimalisatieplan BOR (2015 en verder: baten V € 10.000, 2015 en verder: lasten V € 50.000, 2015 en verder: saldo V € 60.000) Op basis van het Optimalisatieplan Beheer Openbare Ruimte (BOR) wordt in 2015 door een efficiëntere bedrijfsvoering een structurele bezuiniging van € 120.000 doorgevoerd op de afdeling BOR. Deze bezuiniging is als stelpost onder het deelprogramma Bereikbaarheid opgenomen en wordt als volgt ingevuld: • Afschaffen ondersteuning paasvuur € 5.000 • Verhuur veegwagen aan Hof van Twente € 30.000 (zie deelprogramma Bereikbaarheid) • Minder onderhoud groen uitbesteden € 15.000 • Onderhoud begraafplaats door eigen dienst € 30.000 • Invoering systeem MOOR € 40.000 (€ 10.000 meer baten dan gedacht) In de begroting 2015 was al voor € 30.000 aan opbrengsten invoering systeem MOOR ingeboekt en abusievelijk niet op de stelpost afgeboekt. Een nadeel van € 30.000 Afval (2015: baten V € 50.000, lasten: N € 50.000; 2016 en verder: baten V € 50.000, lasten N € 50.000; 2016 en verder: per saldo € 0) Er meer containers in gebruik dan bij de raming was aangenomen. Een structureel voordeel op de baten van € 50.000 en een structureel nadeel op de lasten van € 50.000.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
14
Niet realiseren inzet WWB-ers voor groen (2015 en verder: lasten N € 50.000) Bij groenonderhoud was rekening gehouden met lagere kosten door WWB-ers het onderhoud te laten uitvoeren. Dat is niet gelukt, omdat er onvoldoende instroom van WWB-ers bij het groenonderhoud is. Een structureel nadeel van € 50.000. Extra opbrengsten groenverkoop (2015: baten V € 100.000, 2015: lasten N € 25.000, 2015: saldo V € 75.000; 2016: baten V € 100.000, 2016: lasten N € 15.000, 2016: saldo V € 85.000) In 2015 is gestart met de verkoop van openbaar groen. Op dit moment lopen de verkopen goed. Daarom kan de voor 2015 verwachte opbrengst worden bijgesteld van € 50.000 naar € 150.000. In de begroting 2015 is geen rekening gehouden met de kosten, zoals aanpassing bestemmingsplan, notariskosten e.d. Hiervoor is naar verwachting € 25.000 nodig. Per saldo voor 2015 een voordeel van € 75.000. Voor 2016 houden wij rekening met € 150.000 (i.p.v. € 50.000) aan opbrengsten verkopen openbaar groen en aan kosten € 15.000. Per saldo voor 2016 een voordeel van € 85.000. Ontwikkelingen Kadernota 2016 Bereikbaarheid In 2014 en 2015 is vanwege de financiële situatie veel budget ingeleverd. Met de huidige financiële middelen wordt de bereikbaarheid in stand gehouden. Areaaluitbreiding, onkruidbestrijding en reconstructies (2016 – 2019: lasten N € 53.000) Diverse areaaluitbreidingen (€ 17.000) en onkruidbestrijding (€ 36.000) hebben een structureel nadelig effect.
Reconstructies wegen opnemen in exploitatie (2019: lasten N € 40.000) In deze Kadernota 2016 wordt vanaf 2019 ook voor de reconstructie van wegen structureel budget in de begroting opgenomen. We handelen daarmee in de geest van het huidige Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), dat uitgaat van het ineens ten laste brengen van investeringen met een maatschappelijk nut ten laste van het resultaat. Voor de reconstructies hebben we jaarlijks € 240.000 nodig. Voor € 200.000 dekken we dit door de vrijvallende dotatie aan de voorziening voor de onderhoudspiek. Deze is al structureel in onze meerjarenraming opgenomen, maar komt vanaf 2019 te vervallen omdat we dan vanaf 2014 vijf keer € 200.000 voor de verwachte onderhoudspiek aan de voorziening hebben toegevoegd. Om tot een structureel budget van € 240.000 te komen is dan nog € 40.000 nodig. Handhaven controles verlichting (2016 en verder: lasten N € 15.000) Het uitvoeren van 3 in plaats van 1 vervangingsronde openbare verlichting vanaf 2016 kost structureel € 15.000. Het nog maar één keer per jaar uitvoeren van een onderhoudsronde openbare verlichting leidde tot een ongewenste verhoging van het aantal klachten en vergroot de gevoelens van onveiligheid. Openbare ruimte Wij vinden ‘groen en duurzaam’ van groot belang voor Haaksbergen. Er liggen kansen om Haaksbergen met dit thema economisch te versterken. Wij willen dat Haaksbergen zich ontwikkelt tot een groene kwaliteitsgemeente, waarin alle inzet voor ons dorp, de kerkdorpen, natuur, cultuur, historie, wijken en landschapsbeheer samenkomt. In dat perspectief willen wij het recreatiebeleid in Haaksbergen en haar kerkdorpen verder ontwikkelen. Wij omarmen de Structuurvisie 2030 van Haaksbergen. Daarin spreekt Haaksbergen de ambitie uit om in 2030 de groenste gemeente van Twente te zijn. Wij willen deze ambitie nader vormgeven onder de noemer van het project Groene Kwaliteitsgemeente. Goed voorbeeld doet goed volgen Wij willen dat de gemeente zelf het voorbeeld gaat geven door CO2-uitstoot bewust te beperken, uit te spreken een schaliegasvrije gemeente te zijn, onze openbare verlichting energiezuiniger te
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
15
maken en waar mogelijk gebruik te maken van zonnepanelen op gemeentegebouwen en/of van aardwarmte. De raad heeft onlangs het standpunt ingenomen een schaliegasvrije gemeente te willen zijn. Wij zijn zuinig op ons groen, het niveau van de beeldkwaliteit wordt heroverwogen en waar mogelijk groen toegevoegd. Wij willen inwoners en bedrijven meer betrekken bij duurzaam en groen en geven hen hierin graag een eigen verantwoordelijkheid. Afvalketen slimmer en efficiënter (2016: baten N € 150.000, lasten V € 150.000, per saldo € 0; 2017 en verder: baten N € 260.000, lasten V € 260.000; 2016 – 2019: per saldo € 0) De aanstaande vernieuwing van onze afvalinzameling- en afvalverwerkingscontracten geeft kansen om de afvalketen slimmer en efficiënter te organiseren. Met de regionale partners is Afvalloos Twente opgesteld. Met dit als inspiratiebron, gaan wij onze contracten vernieuwen om afvalstromen beter te combineren, schaalvoordelen te halen uit samenwerking, de meerwaarde van afval beter te benutten en ook een tariefvoordeel voor onze burgers proberen te realiseren. In 2015 treffen wij daarvoor de voorbereidingen zodat in 2016 de eerste resultaten daarvan concreet zijn. Zie hiervoor ook de paragraaf lokale heffingen onderdeel belastingdruk. Riolering (2016: baten N € 320.000, lasten V € 320.000, 2017: baten N € 266.100, lasten V € 266.100, 2018: baten N € 211.700, lasten V € 211.700; 2019: baten N € 156.400, lasten V € 156.400; 2016 – 2019: per saldo € 0. Bij de invoering van het Btw-compensatiefonds werden vanwege het ontstane btw-voordeel de kosten voor riool lager waardoor van een lagere heffing van de burger sprake zou kunnen zijn. De algemene uitkering voor de gemeente werd voor de invoering van het Btw-compensatiefonds echter gekort. Om dit nadeel voor de gemeente te compenseren mogen gemeenten een deel van de rioolheffing ten gunste van de algemene middelen laten komen. De berekening hiervan is ingewikkeld, tijdrovend en verstoort een stabiel begrotingsbeeld. Voorgesteld wordt dit deel meerjarig te fixeren op het berekende bedrag voor 2015. Bij het opstellen van de begroting 2016 wordt berekend of dit bedrag meerjarig gezien ook redelijk is. We hebben ingezet op een beleid om de kosten voor het rioolbeheer op de lange termijn te verlagen. Dit doen we door gerichte kostenbesparende investeringen in riool in 2015. We werken aan een geactualiseerd Rioleringsplan voor 2015. Op basis van de huidige stand van zaken verwachten we geen toename van de kosten. Hierdoor kan de geplande verhoging van het rioolrecht voor komend jaar achterwege blijven. Zie hiervoor tevens de paragraaf lokale heffingen, onderdeel belastingdruk. Gebied De Pas/De Els Samen met de omliggende wijkraden, bewoners en de jeugdraad gaan we bekijken hoe het groengebied bij sporthal de Els kan worden heringericht. Wij denken hierbij aan een losloopgebied voor honden en aanpassing van speelaangelegenheden voor m.n. oudere jeugd. Beleidsnota’s Het beleidsplan Wegbeheer 2006 wordt in 2015 geactualiseerd. Dit hangt direct samen met de afspraken die met de provincie zijn gemaakt in het kader van het preventief toezicht.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
16
3.2 Bestuur en dienstverlening VISIE Wij willen bewerkstellingen dat Haaksbergen in de toekomst een zelfstandige gemeente blijft. Daarvoor is flexibiliteit, vindingrijkheid en samenwerking nodig. De gemeente “voert regie, stimuleert, ondersteunt en voert minder zelf uit”. De betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen is van groot belang en wordt waar mogelijk ten volle benut. Samenwerkingsvormen zijn nodig voor de juiste kwaliteit van dienstverlening, kostenbesparing, het op niveau houden van de voorzieningen en beperken van de kwetsbaarheid. Regionale samenwerking in Twente is van groot belang, waarbij wij een actieve rol willen spelen binnen diverse samenwerkingsvormen. Wij willen onze dienstverlening klantgericht en efficiënt vormgeven. Wij streven ernaar onze dienstverlening zoveel mogelijk onder te brengen in een nog te ontwikkelen Klant Contact Center (KCC). In dit KCC zijn de beschikbare communicatiekanalen (telefoon, internet, balie en post) gebundeld. Vragen worden eenduidig beantwoord, ongeacht het kanaal dat de burger kiest om de vraag te stellen. Daar waar mogelijk benutten we kansen om samen te werken met andere gemeenten. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Op 4 maart 2015 heeft uw raad ingestemd met de integratie van de Noaberpoort in het gemeentehuis en hiertoe een krediet beschikbaar gesteld. De realisatie is voorzien in 2015. We passen ook de dienstverlening aan. Bestuur Communicatie (2015 lasten N € 12.000) Voor communicatie was een structurele besparing in de begroting 2015 opgenomen van € 12.000 voor het niet meer uitbrengen van Haaksbergen Magazine. Het lukt niet deze maatregel in 2015 te realiseren in verband met lopende contracten, een incidenteel nadeel van € 12.000. Controlekosten accountant en fiscale advisering (2015 en verder lasten N € 15.000) De controlekosten van de accountant en de fiscale advisering op het gebied van BTW en de nieuwe vennootschapsbelasting (Vpb) per 1/1/2016 leiden tot een structureel nadeel van € 15.000. Wachtgeld wethouder (2015 lasten V € 34.000, 2016 lasten V € 33.000) Het wachtgeld van een voormalig wethouder vervalt. In 2015 leidt dit tot een voordeel van € 34.000 en in 2016 € 33.000.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
17
Ontwikkelingen Kadernota 2016 In onze visie staat dat wij ons focussen op samenwerking in regionaal verband. Binnen de Regio Twente is in de loop van 2014 werk gemaakt van de heroriëntatie op de regionale samenwerking. Een heroriëntatie die de afgelopen 1,5 jaar heeft opgeleverd dat de invloed van de gemeenteraden op hoofdonderwerpen wordt vergroot en de portefeuillehouders een meer leidende positie krijgen. Wij blijven ons actief opstellen in deze discussie en de uitwerking ervan. In verband met de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen is de ingangsdatum voor de aanpassingen van de gemeenschappelijke regeling Regio Twente 1 januari 2016. Intergemeentelijke samenwerking (2016 en verder lasten N € 10.000) In verband met de noodzaak tot bezuinigen heeft binnen de Regio Twente met de deelnemende gemeenten een heroriëntatie op samenwerking plaats gehad. De door de regio ingestelde visitatiecommissies geopperde voorstellen zijn betrokken bij bezuinigingsvoorstellen, die in 2014 verder zijn uitgewerkt. De voorstellen hebben veelal betrekking op vermindering van overheadkosten. Deze bezuinigingen hebben een looptijd tot en met 2017. De afschaffing van de Wgr+ per 1 januari 2015 is een feit. De eerste 5 jaren heeft dit nog geen gevolgen voor de BDU voor Verkeer en Vervoer. De Regio Twente blijft zich inzetten voor het behoud van de BDU-middelen voor de Twentse gemeenten. In de Regio Twente ligt de nadruk op economie, infrastructuur, internationale samenwerking, zorg en jeugd. De bijdrage voor de internationale lobby, de lobby in Brussel komt in 2015 binnen de Regio Twente aan de orde. De huidige voorstellen zijn gericht op voortzetting van de lobby, maar dan meer voor het totale gebied Oost-Nederland. We zijn voorstander van voortzetting, omdat de lobby van groot belang voor de economie van Twente en Oost-Nederland is, evenals voor de werkgelegenheid en innovatieve ontwikkelingen in onze regio. In het kader van verdere regionale samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering in het Shared Service Netwerk Twente is voortzetting van de uitvoeringsagenda van belang. Wij blijven koersen op een netwerkorganisatie; inzet richt zich vooralsnog op pragmatische samenwerking BGT (Basiskaart Grootschalige Topografie) en de interne arbeidsmarkt. Ook bij de projecten juridische zaken, communicatie en inkoop zitten we aan tafel. Deze samenwerking vergt ook voor 2016 en de komende jaren een bijdrage. In de bedrijfsvoering levert samenwerking nadrukkelijk voordelen op. De totale bijdrage voor de intergemeentelijke samenwerking zal in 2016 iets toenemen. Bestuurskosten In de meerjarenraming is rekening gehouden met middelen voor vier voltijdswethouders. Deze middelen kunnen ingezet worden voor voortzetting hiervan en/of eventuele in de toekomst ontstane wachtgeldverplichtingen. Samenwerking ICT In de gemeentelijke applicatie-infrastructuur dienen zich in de loop van 2016 naar verwachting ICT-vraagstukken aan, die een strategisch karakter hebben. We zullen daartoe rond de zomer van 2015, na het moment van besluitvorming over de aard en omvang van ICT-samenwerking, een onderzoek- en adviestraject starten. Verkiezingen (2018 lasten N € 34.000, 2019 lasten N € 64.000) In 2018 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. In 2019 vinden de verkiezingen voor Provinciale Staten gecombineerd met Waterschap, en verkiezingen voor het Europees Parlement plaats.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
18
3.3 Cultuur en ontspanning VISIE Cultuur is een zeer divers en breed beleidsterrein: cultuureducatie, cultuurparticipatie, cultureel erfgoed, monumenten, kunstwerken, amateurkunst, muziekonderwijs en het Kulturhus zijn belangrijke onderwerpen die aan bod komen binnen ons gemeentelijk cultuurbeleid. Cultuur draagt bij aan de ontwikkeling, de economie en de kwaliteit van de gemeente. Cultuur vergroot de aantrekkelijkheid van onze gemeente omdat het bijdraagt aan vermaak, ontspanning en persoonlijke groei voor en van onze inwoners. Wij willen actief en passief deelnemen aan kunst en cultuur stimuleren. Dat is goed voor de ontwikkeling van talent, zelfvertrouwen, reflectie en kritisch vermogen van onze inwoners. Wij willen daarin een verbindende, stimulerende en faciliterende rol spelen om zo de deelname aan kunst en cultuur, gericht op doelgroepen te bevorderen. Op het gebied van sport en ontspanning zijn vele voorzieningen voor onze inwoners aanwezig. Door het sportiever inrichten van de openbare ruimte met speelvoorzieningen en speelaanleidingen in de wijken, de aanleg van “ommetjes”, het realiseren van een netwerk van aaneengesloten wandel, fiets en ruiterpaden worden de mogelijkheden hiertoe vergroot. Daarnaast kent Haaksbergen een groot gevarieerd aanbod van sportvoorzieningen in de kerkdorpen en Haaksbergen zelf. Deze voorzieningen bieden vele mogelijkheden voor ontspanning voor onze inwoners. Sport en bewegen is belangrijk voor onze inwoners. Wij richten ons primair op het stimuleren van de breedtesport, waarbij meedoen en de mogelijkheid tot bewegen voor iedereen centraal staat. De bijdrage van sport aan de samenleving en de rol van de sportvereniging verandert, waarbij de maatschappelijke rol van de sportvereniging steeds belangrijker wordt. Het sportbeleid draagt in steeds belangrijkere mate bij aan het realiseren van maatschappelijke doelen op andere beleidsterreinen. Daarvoor is nauwe samenwerking met andere sectoren op het gebied van jeugdbeleid, volksgezondheidsbeleid, de WMO en het participatiebeleid nodig. Wij vervullen hierin een bindende, faciliterende en stimulerende rol. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Bedragen x € 1.000
19
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Cultuur Jeugdcultuurfonds Wij nemen deel aan het jeugdcultuurfonds Overijssel. Voor de ontwikkeling van kinderen is het van groot belang dat zij in een vroeg stadium kennis kunnen maken met allerlei facetten van cultuur. Als dit door financiële omstandigheden niet mogelijk is biedt het jeugdcultuurfonds hiervoor een alternatief. Cultuurmakelaarsregeling provincie Overijssel (2015: baten V € 5.000, 2015 lasten N € 5.000) In 2015 en 2016 maken wij gebruik van een provinciale subsidieregeling cultuurmakelaar in samenwerking met de gemeente Hof van Twente. Dit ter ondersteuning van de regeling cultuurarrangement. In 2015 nemen wij voor het eerst deel aan de Week van de Amateurkunst. Deze wordt gehouden van 30 mei tot en met 7 juni. De provincie heeft ons hiervoor een extra incidentele subsidie toegekend van € 5.000. Normsubsidies (2015: lasten V € 15.000) De kortingen op normsubsidies zijn nu in de programma’s opgenomen (begroting: één post bij algemene dekkingsmiddelen). Dit leidt voor cultuur tot een korting op verstrekte subsidies van € 15.000. De besparing bij algemene dekkingsmiddelen vervalt. Bezwaar Kulturhus budgetsubsidie 2015 Het Kulturhus heeft bezwaar aangetekend tegen de verlening van budgetsubsidie over 2015. Bij de tweede bestuursrapportage vindt zo nodig een aanpassing plaats, mogelijk nadeel € 28.000. Muziekonderwijs (2015 en verder: baten N € 55.700, lasten V € 55.700) Zowel de kosten als de bijdrage voor de muziekdocenten is ondergebracht bij de afdelingen in algemene dekkingsmiddelen. Centralisatie vastgoed (2015 en verder: lasten V € 9.200) Het onderbrengen van gebouw-gerelateerde lasten van monumenten bij het product vastgoed in het programma ruimtelijke ontwikkeling en wonen verlaagt de lasten met € 9.200. Ontspanning Zwembad de Wilder (2015: lasten N € 25.000) In de vergadering van 23 april 2015 heeft uw raad ingestemd met ons voorstel zwembad de Wilder over te dragen aan Optisport. De effecten hiervan hebben we in beeld, maar eerst moet de stichting geliquideerd worden. Daarom nemen we de financiële afwikkeling verder op in de tweede bestuursrapportage 2015. Uw raad heeft op 17 december 2014 besloten om € 25.000 te onttrekken aan de bestemmingsreserve Onderhoud gemeentelijke panden ten behoeve van het bekostigen van voorbereidingskosten om tot een overeenkomst met Optisport te komen. Deze lastenverhoging is doorgevoerd. Gemeentebreed is deze aanpassing resultaatneutraal. De onttrekking uit de reserve compenseert het nadelig effect in dit programma (zie reserves). Sport De beweegimpuls voor kwetsbare senioren (2015 en 2016: baten V € 10.850, lasten N € 10.850) Het in 2015 gestarte project “beweegimpuls voor kwetsbare senioren” loopt door tot en met 2016. Dit project is gericht op het bevorderen van een gezonde (dus ook actieve) leefstijl van kwetsbare senioren, zodat ze langer kunnen (blijven) participeren in de samenleving. Wij zetten dit project op in Sint Isidorushoeve en Buurse. We ontvangen hiervoor een subsidiebijdrage van € 21.700, die in 2015 en in 2016 ingezet gaat worden en in beide jaren zowel bij baten als lasten € 10.850 verhoging oplevert.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
20
Vervallen BTW-voordeel sportaccommodaties (2015 en verder: lasten N € 25.000) Europese fiscale regelgeving staat geen BTW-toepassing meer toe bij het ter beschikking stellen van sportaccommodaties door gemeenten. De Nederlandse wetgeving is hier nog niet op aangepast. De verwachting is dat dit binnenkort gaat gebeuren. Er mag dan geen BTW meer in rekening gebracht worden, maar ook geen BTW meer in vooraftrek worden gebracht. Dit betekent een structureel nadeel van € 25.000. Extra inkomsten huur en meer kosten sportaccommodaties (2015 en verder: baten V € 11.000, lasten N € 8.000; 2015: lasten V € 3.000) Aan de batenzijde verhogen we de verhuur van sportaccommodaties met € 11.000. Het energieverbruik van de sporthallen moet structureel met € 15.000 en de OZB met € 4.000 worden verhoogd. We verlagen de lasten met € 11.000, omdat de gebouwgebonden kosten van de sportaccommodaties naar vastgoed gaan (neutraal gemeentebreed). Ontwikkelingen Kadernota 2016 Het subsidiebeleid en de bezuinigingen op subsidies worden in de paragraaf bezuinigingen (4.5) toegelicht. De gemeente draagt het onderhoud en beheer van de binnensportaccommodaties over aan verenigingen en/of maatschappelijke partners.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
21
3.4 Economische ontwikkeling VISIE Wij zorgen voor afstemming tussen ondernemers, overheid, onderwijs en zorg. De samenhang tussen participatie enerzijds en het organiseren van ondersteuning voor werkzoekenden anderzijds wordt bevorderd, bijvoorbeeld door passende inzet in de zorg en andere maatschappelijke organisaties. Verdringing van reguliere arbeid wordt daarbij voorkomen. Onze relaties met bedrijfsleven, onderwijs en zorg intensiveren wij en waar mogelijk werken wij mee aan vernieuwende initiatieven die leiden tot toename van het aantal banen, ook in samenhang met re-integratie en participatie. Essentieel hierbij is dat wij proactief en ondernemersgericht zijn en zo min mogelijk belemmerende regels hanteren. Wij zorgen ervoor dat ondernemers weten bij wie zij terecht kunnen, bestuurlijk en ambtelijk. Economie en arbeidsmarkt houden niet op bij de gemeentegrens. Twente is onze entiteit en wij investeren in de Twentse samenwerking. Bedrijven horen zich thuis te voelen in onze gemeente. Werk en economie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met ondernemers willen wij bespreken hoe we economisch beleid en arbeidsmarktbeleid vernieuwend en in samenhang kunnen aanpakken. Vanuit de economische beleidsnota en het actieprogramma is de promotie van Haaksbergen op het gebied van wonen, werken, bedrijfsvestiging, recreatie en toerisme als speerpunt benoemd. Samen met het georganiseerde bedrijfsleven is in 2014 een promotieplan opgesteld dat we in 2015 verder uitvoeren. Voor Haaksbergen zijn recreatie en toerisme van groot economisch belang. De sector levert een essentiële bijdrage aan de naamsbekendheid en de aantrekkelijkheid op het gebied van wonen, werken en recreëren. Wij willen nieuwe vormen van toerisme en kwalitatieve impulsen stimuleren. In de kerkdorpen en het buitengebied willen we mogelijkheden bieden voor ondersteunende horeca. De bijzondere aantrekkingskracht van de MBS en de gebiedsontwikkeling rondom bieden volop kansen. Ook het organiseren van een grote verscheidenheid aan evenementen speelt hierin een belangrijke rol. De fraaie natuurgebieden en het gevarieerde buitengebied van Haaksbergen zien wij als een belangrijk kapitaal van onze gemeente dat volop kansen biedt het recreatief-toeristisch product te versterken. Het in stand houden van de bestaande natuurgebieden en het versterken van de samenhang tussen deze gebieden vinden wij wenselijk. Daarnaast willen we met de Euregio, Ahaus en andere grensgemeenten verdere impulsen geven aan bestaande producten zoals de ruiter- en menroutes-, de flamingoroute en het grensoverschrijdende knooppuntensysteem, en nieuwe initiatieven ontwikkelen om de grens als toeristisch product meer op de kaart te zetten en wederzijdse promotie te versterken. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
Bedragen x € 1.000
22
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Economische ontwikkeling Promotie Haaksbergen (2015 lasten N € 33.500) In 2014 zijn we gestart met het project om Haaksbergen beter te promoten. Hiervoor was in 2014 een budget beschikbaar van € 40.000. In 2014 is € 6.500 uitgegeven en zijn voor het resterende budget verplichtingen aangegaan. Mede door fasering in verband met het Monstertruck-drama heeft de uitvoering niet in 2014 maar in 2015 plaats. Hierdoor komen de kosten ten laste van 2015 in plaats van 2014. Waar dit in de jaarstukken 2014 een voordeel betekende is dit voor 2015 een nadeel. Toerisme en recreatie Organisatie Koningsdag (2015 lasten N € 5.000, 2015 baten V € 5.000) In 2015 is eenmalig de organisatie van Koningsdag door ons opgepakt. De kosten ad € 5.000 worden gedekt uit de opbrengsten van de kermissen (budgettair neutraal). MBS (2015 lasten N € 89.000, 2015 baten V € 89.000) Voor de versterking van de MBS hebben we een subsidie ontvangen van de Regio Twente van € 89.000 (budgettair neutraal) en zetten we in 2015 sterk in op versterking van de beleving bij MBS. Kwaliteitsimpuls routestructuren De Regio Twente heeft provinciale subsidie ontvangen voor de kwaliteitsimpuls routestructuren, hier haken we vanuit Haaksbergen zo goed mogelijk op aan. Eenmalige bijdrage regio Twente voor onderhoud recreatieve fietspaden (2015 baten V € 16.000) De provincie is gestopt met het structureel subsidiëren van het onderhoud van recreatieve fietspaden. De Regio heeft hiervoor eenmalig een bedrag van de provincie als afbetaling ontvangen. De verwachting was dat Haaksbergen in 2015 geen bijdrage van de Regio meer zou ontvangen, daarom een incidenteel voordeel 2015 van € 16.000. Ontwikkelingen Kadernota 2016 Geen
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
23
3.5 Integrale veiligheid VISIE Veiligheid Samen met inwoners en bedrijven zorgen wij voor een veilige gemeente, op het gebied van wonen, werken en recreëren. We willen dat inwoners zich over vier jaar nog net zo veilig voelen in Haaksbergen als in 2012 het geval was. Handhaving De gemeente Haaksbergen wil zijn burgers en ondernemers een veilige omgeving bieden door haar handhavingstaken op een structurele en integrale manier uit te voeren. Door daarbij handhaving transparant en eenduidig te maken, worden de verschillende doelgroepen van de handhaving gestimuleerd en geadviseerd de regels na te leven. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Monstertruck-drama (2015 lasten N € 216.000, 2016 lasten N € 75.000) Om helder te krijgen hoe dit drama heeft kunnen gebeuren, zijn onderzoeken ingesteld door de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Openbaar Ministerie. In de loop van 2015 verwachten we hiervan de resultaten. Daarnaast loopt de nazorg van getroffenen nog door en verwachten wij ook in 2016 nog inzet in verband met dit drama. De hiermee gepaard gaan de kosten ramen wij voor 2015 op € 216.000 en voor 2016 op € 75.000. Op dit moment is nog niet duidelijk welke bijdrage wij van de provincie tegemoet kunnen zien. De provincie heeft gezegd dat zij in principe bereid is 50% van de gemaakte communicatiekosten te vergoeden. Gedeputeerde Staten bereiden een voorstel voor dat aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. De provincie heeft hiervoor namelijk geen budget. Nationale politie Veranderingen binnen de organisatie van de politie zullen in 2015 merkbaar zijn. Er speelt een landelijke discussie ten aanzien van de huisvesting. Wij hebben een voorstel neergelegd voor een politieservicepunt in het gemeentehuis. Veiligheidshuis Twente In 2015 is de blik gericht op het verbeteren van de werkwijzen, zoals die van de TOP-X aanpak, Code Rood/huiselijk geweld en het Justitieel Overleg Risicojeugd Twente. Daarnaast is vanuit het sociaal domein de implementatie van onder andere de jeugdzorg en de zorg voor kwetsbare inwoners in volle gang. Dit heeft zeker zijn invloed op onze werkwijze en werkomvang. Wij doen mee met een pilot toezicht psychisch kwetsbare personen. De ketenunit zorg en veiligheid maakt deel uit van de integrale werkwijze van de Noaberpoort. Veiligheidsmonitor In 2015 is het bevolkingsonderzoek, de Veiligheidsmonitor in Haaksbergen, gestart. De resultaten hiervan vormen input voor het meerjarig veiligheidsprogramma, dat in 2016 opgesteld wordt voor de periode 2017-2020.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
24
Ontwikkelingen Kadernota 2016 Financieringssystematiek Veiligheidsregio Twente (VRT) (2016 lasten N € 29.000, 2017 lasten N € 59.000, 2018 en verder lasten N € 88.000) Voor de bepaling van de bijdrage aan de VRT is door het algemeen bestuur op 30 maart 2015 een nieuwe systematiek afgesproken. Hoewel wij tegen deze in onze ogen niet redelijke systematiek hebben gestemd, is in meerderheid besloten de nieuwe systematiek in te voeren. Voor ons betekent deze systematiek, die aansluit bij de CEBEON-methode, een nadeel dat oploopt tot € 88.000 structureel. De CEBEON-methode sluit aan bij de ontvangsten die wij voor de brandweer in de algemene uitkering krijgen en is dus niet gerelateerd aan dat wat wij als Haaksbergen aan brandweerzorg krijgen. De verhoging bedraagt € 88.000 per jaar, waarbij voor 2016 de verhoging op 33% en voor 2017 op 66% hiervan wordt gesteld (overgangsregeling). Basisteam Driehoek midden Met de komst van de nieuwe politiewet heeft de driehoek een formelere status gekregen. De burgemeesters van Hengelo, Haaksbergen, Borne en Hof van Twente, Politie en Openbaar Ministerie vormen samen de basisteamdriehoek midden. Zij maken samen afspraken over de inzet van politiecapaciteit op veiligheidsspeerpunten.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
25
3.6 Sociaal domein VISIE Het sociale domein is in Nederland volop in beweging. Met ingang van 1 januari 2015 zijn wij verantwoordelijk voor extra taken op het terrein van werk, zorg en jeugd. De komst van deze nieuwe taken gaat gepaard met minder budget, waardoor kostenbesparende maatregelen noodzakelijk zijn. Besparingsmogelijkheden liggen met name in een geïntegreerde aanpak, innovatie en efficiencyverbetering. De Noaberpoort is de centrale toegang voor onze inwoners. Met onze geïntegreerde aanpak in de Noaberpoort, waar we samenwerken met onze partners, vrijwilligers en klanten, hebben we een duurzame structuur neergezet voor de uitvoering van taken op het gebied van zorg, welzijn, jeugd en werk. De visie op ons sociaal domein is: Onze inwoners staan centraal. Zij worden aangesproken op hun talenten, mogelijkheden en hun vermogen zelf hun leven in te richten. Daarnaast is in het bijzonder aandacht voor onze inwoners in een kwetsbare positie; zij moeten ook (naar vermogen) kunnen participeren. De inhoudelijke uitgangspunten voor het sociaal domein voor de komende vier jaar zijn: de inwoner staat centraal deelnemen naar vermogen eigen kracht en verantwoordelijkheid voorkomen is beter dan genezen Het programma is opgebouwd uit de deelprogramma’s Participatie, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Jeugd. In de deelprogramma’s wordt aangegeven hoe deze centrale uitgangspunten in 2016 vorm krijgen. Jeugd De Haaksbergse jongeren moeten zich optimaal kunnen ontplooien en in staat zijn actief deel te nemen aan de maatschappij. Met de meeste kinderen in Haaksbergen gaat het goed. Zij groeien op in een veilige omgeving. Er zijn echter kinderen die extra hulp of zorg nodig hebben, wat per 1 januari onder onze verantwoordelijkheid valt. Wij gaan de jeugdzorg anders organiseren (transformatie van de jeugdzorg), omdat in het huidige stelsel een te groot beroep op zwaardere en duurdere vormen van zorg wordt gedaan. Wij zetten hierbij in op preventie (door middel van het geven van opvoed- en opgroeiondersteuning) en op vroegsignalering. Daarbij schakelen wij zoveel als mogelijk het eigen sociale netwerk van mensen in. De professionele (gesubsidieerde) partners springen bij waar de expertise in het eigen netwerk ontbreekt, of bij het oplossen van zware problematiek. Inwoners hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het oplossen van overlast in de openbare ruimte. Het jongerenwerk, de politie en/of de toezichthouders komen pas in tweede instantie in beeld. De doelstellingen voor ons jeugdbeleid voor de komende vier jaar zijn in lijn met de speerpunten van het wmo beleid, mede om de samenhang tussen de beleidsterreinen weer te geven: onze inwoners (inclusief kinderen en ouders/verzorgers) zijn zelfredzaam, betrokken, nemen actief deel aan de samenleving, hebben de mogelijkheid zich te ontwikkelen en nemen verantwoordelijkheid voor hun omgeving onze kinderen (en hun gezinnen) in een kwetsbare positie krijgen de kans mee te doen, richting te geven aan hun toekomst en zich te ontwikkelen. Wmo Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 zorgen we via de Noaberpoort dat de toegang tot deze voorzieningen goed geregeld is. De nieuwe taken leiden ertoe dat de verhouding tussen onze verantwoordelijkheid en die van burgers en maatschappelijk middenveld
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
26
gaat veranderen. Onze rol is deze veranderende rol te ondersteunen en faciliteren, waardoor de gewenste maatschappelijke effecten optreden en gelijktijdig sprake is van kostenbesparing. De dienstverlening aan onze burgers blijft hoog in het vaandel staan. Ook als er minder geld te besteden is, dragen wij er zorg voor dat belangrijke sociale en maatschappelijke voorzieningen overeind blijven. Waar mogelijk bieden we collectieve voorzieningen aan onze inwoners, waarbij we vooral inzetten op vroegsignalering en preventie om zwaardere vormen van ondersteuning en zorg te voorkomen. Waar nodig worden individuele voorzieningen ingezet. De doelstellingen voor ons wmo beleid voor de komende vier jaar zijn: onze inwoners zijn zelfredzaam, betrokken, nemen (actief) deel aan de samenleving, hebben de mogelijkheid zich te ontwikkelen en nemen verantwoordelijkheid voor hun omgeving. Ook onze kwetsbare inwoners (jong en oud) krijgen de kans mee te doen, richting te geven aan hun toekomst en zich (naar vermogen) te ontwikkelen. Participatie Wij zijn per 1 januari verantwoordelijk voor alle inwoners met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Dit is een uitbreiding van de doelgroep van de huidige Wet Werk en Bijstand. In Haaksbergen doet iedereen ertoe en wij willen dat iedereen meedoet en zijn steentje bijdraagt. Dat verwachten wij ook van uitkeringsgerechtigden, óók als zij zorg nodig hebben. Wij ondersteunen bij de stappen die genomen kunnen worden om mee te doen. Dan kan zijn in begeleiding naar werk, inkomensondersteuning of aanpak van schuldenproblematiek. Wij stimuleren dat mensen zonder werk weer aan de slag gaan, want werk geeft perspectief en voorkomt dat mensen een beroep doen op bijstand en andere voorzieningen. Wij zorgen voor de afstemming tussen ondernemers, overheid, onderwijs en zorg. De integrale aanpak in de Noaberpoort stimuleert de samenhang tussen participatie en ondersteuning. We investeren in reintegratie van onze doelgroep. De doelstellingen voor ons participatiebeleid voor de komende vier jaar zijn: inwoners benutten zoveel mogelijk hun maximale verdiencapaciteit in een reguliere baan; uitkeringsgerechtigden worden zoveel mogelijk geplaatst op de reguliere arbeidsmarkt, eventueel met loonkostensubsidie; inwoners met een arbeidshandicap, die voorheen onder de Wsw of Wajong vielen, gebruiken ook hun verdiencapaciteit. Het aantal mensen met een uitkering neemt de komende periode toe door de instroom van nieuwe groepen. Door de inwerkingtreding van de Participatiewet is er geen instroom meer in de sociale werkvoorziening. In plaats daarvan vallen deze mensen onder de Participatiewet. Ook de toelatingseisen voor de Wajong zijn strenger, waardoor er meer jongeren met een arbeidsbeperking instromen in de Participatiewet. De beleidsuitgangspunten voor de uitvoering van de Participatiewet zijn al eerder door uw raad vastgesteld.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
27
Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Algemeen Decentralisaties We hebben de administratie volledig ingericht voor de nieuwe taken in het kader van de 3D-JeugdParticipatie-Wmo, en de ramingen deels geactualiseerd. In de komende maanden komt meer duidelijkheid over de daadwerkelijke bestedingen in deze decentralisaties. Nieuwe activiteiten in het kader van decentralisaties worden uitgevoerd conform het Uitvoeringsplan Decentralisaties. De inrichting van de begroting sociaal domein heeft geleid tot grote verschuivingen tussen met name de deelprogramma’s Jeugd en WMO omdat de begroting 2015 administratief gezien nog was ingericht op de deelprogramma’s volgens de begroting 2014. Deze verschuivingen (totaal ruim € 5 miljoen) worden in onderstaande toelichting achterwege gelaten. Toegelicht worden de resultaatbepalende mutaties groter dan of gelijk aan € 5.000. Eerst de mutaties die leiden tot resultaten die niet in andere programma’s worden gecompenseerd, daarna mutaties die wel een programmaresultaat veroorzaken, maar gemeentebreed budgettair neutraal zijn. De volgende posten worden in de deelprogramma’s niet verder toegelicht, bepalen niet het resultaat op programmaniveau, maar wel op deelprogrammaniveau: Omschrijving
Jeugd
Participatie
WMO
Opmerking
Cliëntondersteuning zelfstandigen
€
-35.000
€
35.000
2015
Collectieve zorgverzekering Menzis
€
-137.400
€
137.400
2015-2019
Huisverboden
€
10.000
€
-10.000
2015-2019
Schoolmaatschappelijk werk
€
-48.600
€
48.600
2015-2019
Totalen
€
-38.600
€ -172.400
€ 211.000
Samenwerking sociaal domein Op het gebied van Werk en Inkomen hebben we de intentie om per 1 januari 2016 samen te gaan werken met de gemeente Hengelo. Dit wordt verder uitgewerkt in een Business Case. Jeugd Eigen bijdragen (2015 en verder: baten V € 5.000) Nog niet geraamde ouderbijdragen voor individuele voorzieningen leiden tot een structureel voordeel van € 5.000.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
28
Bijdrage OZJT (2015 en verder: lasten N € 8.000) De bijdrage aan de Organisatie Zorg en Jeugd Twente (regionale samenwerking 14 Twentse gemeenten voor onder meer inkoop zorg WMO en Jeugd) valt € 8.000 hoger uit dan geraamd. Vrijval na herschikking (2015 en verder: lasten V € 18.500) Na herschikking blijkt een bedrag van € 18.500 niet onderbouwd met concrete activiteiten. Dit bedrag valt daarom vrij. De volgende wijzigingen beïnvloeden het programmaresultaat, maar zijn organisatiebreed neutraal. Korting integratie uitkering sociaal domein WLZ (2015 en verder: lasten V € 105.000) De korting op de lasten binnen het deelprogramma Jeugd zijn een direct gevolg van de lagere algemene uitkering binnen het programma algemene dekkingsmiddelen. De algemene uitkering is verlaagd, omdat meer Wlz-indiceerbaren van het overgangsrecht gebruik hebben gemaakt en daarmee niet bij de gemeenten terecht komen. Opleidings- en automatiseringskosten centraliseren (2015 en verder: lasten V € 65.000) De opleidingskosten (€ 15.000) en automatiseringskosten (€ 50.000) in de decentralisatiebegroting zijn centraal bij de kostenplaatsen onder algemene dekkingsmiddelen gerangschikt. Participatie Participatiewet en uitstroom In de begroting 2015 is uitgegaan van een gemiddeld aantal WWB-ers van 320 over het gehele jaar (begroot is 320 x € 14.000 = € 4.480.000). Op 1 januari 2015 bedroeg het aantal WWB-ers al 334. Er lopen diverse acties om meer uitstroom te genereren. Van november 2014 tot en met april hebben we een bestandsanalyse uitgevoerd. Op basis van de nu voorliggende resultaten is onze verwachting dat wij met goede begeleiding en matching meer uitstroom kunnen realiseren. Er is met 350 klanten gesproken. Van 246 klanten is de diagnose afgerond. Uit de diagnose blijkt, dat 74 cliënten in principe direct aan de slag kunnen en zelfstandig in staat zijn om voldoende inkomen te verdienen. Daarnaast hebben 69 cliënten tijdelijk ondersteuning nodig om uiteindelijk zelfstandig aan de slag te kunnen. Deze gegevens zijn van maart 2015. Daarnaast werken we sinds 1 januari 2015 samen met het Werkplein Twente, locatie de Gieterij in Hengelo voor de werkgeversbenadering en matching. De doelgroep die instroomt, is breder geworden vanwege de nieuwe instroom van mensen die voorheen een beroep konden doen op de Wajong en de Wsw. In het Beleidsplan Participatiewet is rekening gehouden met een extra instroom van 20 personen in 2015. Het actuele aantal WWB-ers (eind maart 2015) bedraagt 329 (lichte daling t.o.v. 1-1-2015). Het is te vroeg om al conclusies te trekken voor het gemiddeld aantal WWB-ers over het hele jaar 2015. In de tweede bestuursrapportage 2015 kunnen we meer informatie geven met een prognose voor heel 2015. Wij hebben op de bijstand een structureel tekort van € 900.000. Hiervan komt € 350.000, 10% van de rijksbijdrage, voor rekening van de gemeente. Voor het verschil van € 550.000 wordt er van uitgegaan, dat we recht hebben op een extra bijdrage van het rijk in de vorm van Incidentele aanvullende uitkering (IAU) of vangnetregeling. Participatiebudget Het Participatiebudget (voormalig Werkdeel) komt in 2015 onder druk te staan door de extra reintegratieactiviteiten. Op de financiële effecten komen we in de tweede bestuursrapportage 2015 terug. Er is vanaf januari 2015 extra personele capaciteit vrijgemaakt voor de werkgelegenheidsaanpak. Deze extra inzet wordt niet uit het werk-deel betaald. Dit is deels gedaan door een herschikking van taken. Eén van deze medewerkers werkt ook vanuit het Werkplein, locatie de Gieterij in
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
29
Hengelo om de matching van Haaksbergse WWB-ers te bevorderen én voor de werkgeversbenadering. Vanwege de invoering van de Participatiewet is per 1 januari 2015 een Werkbedrijf Twente opgericht. Hierin wordt samengewerkt met de 14 Twentse gemeenten, het Uwv, werkgeversorganisaties en de vakbonden. Daarnaast is in regionaal verband het actieplan Twente Werkt opgesteld. In dit verband worden ook ESF-projecten opgepakt. Rechtmatigheid WWB (2015: lasten N € 250.000; 2015: baten V € 250.000) We hebben een extern bureau ingeschakeld voor dossieronderzoek in het kader van de rechtmatigheid van onze WWB-uitkeringen. Alle dossiers zijn inmiddels beoordeeld. Gebleken is dat er bij een substantieel aantal uitkeringen een sterk vermoeden of al zekerheid is dat uitkeringen ten onrechte zijn verstrekt en/of dat er onvoldoende rekening gehouden is met inkomsten en vermogen waardoor uitkeringen te hoog zijn vastgesteld. Deze dossiers moeten nader worden onderzocht. Waar mogelijk wordt direct actie ondernomen. De voorlopig ingeschatte extra kosten voor gekwalificeerde externe hulp zijn € 250.000 waaronder € 75.000 voor het al uitgevoerde onderzoek. Vanwege deze extra werkzaamheden moeten incidentele kosten worden gemaakt voor werkplekondersteuning (tokens) van € 15.000. Voor het debiteurenbeheer hebben we ook tijdelijk extra capaciteit ingehuurd om de invordering een extra impuls te geven. Hiertegenover verwachten wij een zeker zo hoge opbrengst aan terugvordering van gekorte uitkeringen. De structurele invloed op het aantal WWB-uitkeringen dat hierdoor kan worden beëindigd of beperkt kan nog niet worden aangegeven. Afronding is in 2015 voorzien, mede vanwege de voorgenomen samenwerking met de gemeente Hengelo per 1 januari 2016. Alle dossiers moeten daarbij “schoon door de poort” aan Hengelo worden overgedragen. Op 23 juni zal in de commissie Samenleving een presentatie worden gegeven over samenwerking. 8 juli komt dit voorstel in de raad. Daarbij wordt een richtinggevende uitspraak gevraagd over de vormgeving van de samenwerking. Schuldhulpverlening stadsbank (2015 en verder: lasten V € 15.000, baten N € 15.000) Sinds mei 2015 wordt schuldhulpverlening volledig ingekocht bij de stadsbank. Algemene kosten (2015: lasten N € 15.000) Vanwege extra werkzaamheden op de afdeling Sociale Zaken moeten incidentele kosten worden gemaakt voor werkplekondersteuning (tokens) van € 15.000. Bijdrage WSW (2015: lasten V € 10.500) De in de rekening 2014 opgenomen verplichting voor afrekening taakstelling ministerie 2011 kan vrijvallen omdat Hameland heeft aangegeven hiervoor een voorziening te hebben gevormd. Bbz-dossiers (2015: lasten N € 18.000) Vanwege de overgang van de uitvoering van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) naar de Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) zijn er in het eerste kwartaal extra werkzaamheden uitgevoerd. Dit werk was nodig om achterstand in het onderhoud van Bbz-dossiers weg te werken. Een deel van deze kosten is declarabel bij het rijk. Het gemeentelijke aandeel in de kosten bedraagt € 18.000. WMO Prijsindex rijksbijdrage (2015 en verder: baten N € 68.000) In de begroting was ten onrechte rekening gehouden met een indexatie van de rijksbijdrage. De rijksbijdrage in de vorm van een integratie uitkering sociaal domein wordt begroot binnen het programma algemene dekkingsmiddelen en kent geen indexatie.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
30
WMO-Vervoer (2015 en verder: lasten V € 35.000, baten N € 17.500) We hebben het vervoer (collectief en overige vervoersvoorzieningen) op basis van de jaarstukken 2014 met € 17.500 naar beneden bijgesteld. We verwachten dat de uitgaven € 35.000 lager uitvallen, maar dat ook de inkomsten (eigen bijdrage) met € 17.500 afnemen. Woningaanpassingen (2015 en verder: lasten V € 50.000) We verlagen het bedrag voor woningaanpassingen van € 190.000 naar € 140.000. De afgelopen jaren is gebleken dat we tussen de € 80.000 en € 140.000 uit hebben gegeven aan woningaanpassingen. Het is dus reëel om dit bedrag met € 50.000 te verlagen. Mocht blijken dat er bij deze open einderegeling toch meerdere grote woningaanpassingen noodzakelijk zijn en een tekort ontstaat, dan melden we dit in de tweede bestuursrapportage. Leefbaarheid en sociale samenhang (2015 en verder: lasten V € 10.000) De kosten voor leefbaarheid en sociale samenhang/woonservicediensten vallen € 10.000 lager uit, omdat deze kosten vanaf 2015 verantwoord kunnen worden op een tevens beschikbare begrotingspost individuele voorzieningen/Noaberpoort. Een structureel voordeel van € 10.000. Wijkraden Wijkraden worden gesubsidieerd om te kunnen functioneren en kunnen projectsubsidie aanvragen voor activiteiten en/of projecten die de leefbaarheid in een wijk vergroten. Extramuralisering (2015: lasten V € 56.200) De verwachting is dat het budget van € 281.000 vanaf 2016 volledig nodig is omdat de categorie die dan geen beroep meer kan doen op de Wet Langdurige Zorg (Wlz) een zware categorie is in tegenstelling tot de categorie die vanaf 2015 geen beroep meer kan doen op de Wlz. Daarom kan in 2015 incidenteel € 56.000 vrijvallen. Vrijval budgetten (2015 en verder: lasten V € 28.900) Nu de decentralisaties langzamerhand duidelijker worden kunnen we de budgetten herijken. Een aantal aanvankelijk geraamde budgetten kan bij nader inzien vrij vallen. Het gaat om een deel van de budgetten sociale wijkteams (€ 12.700), budget bureau jeugdzorg personen 18-23 jaar (€ 10.800) en het budget ERAI (experiment regelarme instellingen, € 5.400). De volgende wijzigingen beïnvloeden het programmaresultaat, maar zijn organisatiebreed neutraal. Huishoudelijke Hulp toelage (2015 en 2016: lasten N € 270.500) We gaan het door staatssecretaris van Rijn vastgestelde bedrag van € 270.500 jaarlijks voor 2015 en 2016 beschikbaar stellen voor de uitvoering van de Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT). Met dit systeem wil het Rijk bereiken dat mensen redelijk laagdrempelig zelf ondersteuning in het huishouden kunnen regelen, of een aanvulling kunnen krijgen op de ondersteuning die ze ontvangen vanuit de Wmo 2015. Inzet van de HHT-middelen is ook bedoeld om de afbouw van de werkgelegenheid in de branche huishoudelijke ondersteuning te verzachten en meer geleidelijk te laten plaatsvinden. Sinds januari 2015 wordt de HHT ingezet. In september 2015 beoordelen we op grond van het gebruik hoe de nog niet ingezette middelen zo goed mogelijk ingezet kunnen worden voor ondersteuning van de doelgroep Huishoudelijke Ondersteuning (HO). De bijbehorende hogere algemene uitkering is onder algemene dekkingsmiddelen verantwoord. Vooralsnog worden deze middelen volledig gereserveerd. Opleidings- en automatiseringskosten centraliseren (2015 en verder: lasten V € 60.000) De opleidingskosten (€ 20.000) en automatiseringskosten (€ 40.000) in de decentralisatiebegroting zijn centraal bij de kostenplaatsen onder algemene dekkingsmiddelen geplaatst.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
31
Korting integratie uitkering sociaal domein WLZ (2015 en verder: baten V € 11.000) Het voordeel binnen het deelprogramma WMO wordt gecompenseerd door een nadeel binnen het programma algemene dekkingsmiddelen. Ontwikkelingen Kadernota 2016 Participatie Minimabeleid (2017 en verder: lasten N € 132.000) De kosten van kwijtschelding komen vanaf 2017 ten laste van het product minimabeleid en zijn dan niet meer als kosten opgenomen in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Bij het minimabeleid kan dan een integrale afweging gemaakt worden welke kosten voor welke doelgroepen kwijtgescholden worden. Wij voeren voor de rioolheffing een eigenaarsheffing en een gebruikersheffing in. Alleen de gebruikersheffing komt in aanmerking voor kwijtschelding: naar verwachting € 72.000 (2/3 deel kwijt te schelden gebruikersheffing van de huidige begrote kosten kwijtschelding riool van € 108.000). Voor afval is aan kwijtschelding begroot € 60.000. Dit betekent lagere kosten voor riool en afval, en dus lagere (kostendekkende) tarieven. Maar wel hogere kosten voor minima. Zie ook de paragraaf lokale heffingen, onderdeel belastingdruk. Bijstand (Participatiewet) Instroom: Vanwege de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 houden we rekening met een instroom van “nieuwe groepen” (voormalige Wsw-ers en Wajongers). In het Beleidsplan Participatiewet 2015-2018 is uitgegaan van een toename van in totaal 125 mensen tot en met 2018. Uitstroom: Tegenover de nieuwe instroom staat dat wij extra investeren in uitstroom. We gaan met name inzetten op de re-integratie van groepen met arbeidspotentieel. De mensen met arbeidspotentieel hebben we inmiddels in kaart gebracht met behulp van het systeem Competensys. In 2015 willen we 29 mensen laten uitromen, oplopend naar 60 in 2018. In onderstaande tabel laten we de geprognotiseerde bestandsontwikkeling zien.
Aantallen in de bijstand
2015
2016
2017
329
320
305
Mutatie instroom
20
25
30
Mutatie uitstroom
-29
-40
-40
Stand eind jaar
320
305
295
Stand 1-4-2015
2018 Totalen 295 329 50 125 -60 -169 285 285
Vanwege de invoering van de Participatiewet houden we rekening met de instroom van meer uitkeringsgerechtigden (o.a. nieuwe groepen). In bovenstaande tabel maken we zichtbaar, dat tegenover deze instroom extra uitstroom wordt gegenereerd. In 2018 willen we op maximaal 285 uitkeringsgerechtigden uitkomen. Om dat doel te behalen moeten we tegenover de nieuwe instroom, de komende jaren 169 mensen laten uitstromen naar de arbeidsmarkt. We gaan ervan uit dat het bestand zich vanaf 2018 stabiliseert. De komende jaren gaan we verdere uitstroom bereiken door extra inzet op de bemiddeling naar werk. Voor de begeleiding van deze mensen zetten we extra ambtelijke capaciteit in en werken we samen met het werkplein in Hengelo. Ook de mensen die verder van de arbeidsmarkt af staan gaan we intensiever begeleiden. Door deze aanpak willen wij realiseren dat de omvang van het aantal uitkeringsgerechtigden de komende periode afneemt.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
32
Hameland Op 1 mei 2015 hebben wij uw raad schriftelijk geïnformeerd over het besluit van het algemeen bestuur van Hameland om het Transitieplan Hameland vast te stellen. In een separaat raadsvoorstel vragen we uw raad in te stemmen met de ontmanteling van Hameland en een budget beschikbaar te stellen voor de ontmantelingskosten. De lokale werkgeversbenadering verder ontwikkelen en intensiveren Wij gaan investeren in het ontwikkelen van een lokaal netwerk van werkgevers, dat medeverantwoordelijkheid wil nemen voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Binnen de gemeente wordt een extra impuls gegeven aan de werkgeversbenadering door extra personele capaciteit in te zetten en de samenwerking tussen de accountmanager en de bedrijfscontactfunctionaris te versterken. Bedrijfsbezoeken worden bijvoorbeeld waar mogelijk gezamenlijk afgelegd waardoor daadwerkelijk de mogelijkheid ontstaat om werkplekken in de nabijheid van burgers te organiseren. De accountmanager benadert op proactieve wijze bedrijven en acquireert passende en geschikte functies (vacatures, stageplaatsen en werk/leer plekken) voor uitkeringsgerechtigden met als (eind) doel uitstroom richting arbeidsmarkt. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van de klanten. Naast deze lokale versterking blijven we samenwerken met het Werkplein Twente. We sluiten daar waar dit kansen biedt en/of wenselijk is aan bij regionale initiatieven. Zo hebben we samen met de Hof van Twente, Hengelo en Borne samenwerkingsafspraken gemaakt. We werken ook nadrukkelijk samen met onze SW-organisatie Hameland. Door zowel aandacht te besteden aan de lokale- als de regionale werkgeversbenadering ontstaat een optimale mix van beschikbare werkplekken. Minimabeleid Het minimabeleid (inclusief bijzondere bijstand) wordt de komende periode herijkt. Hierbij zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de bekendheid van de regelingen. We gaan in een minimabeleidsplan vastleggen hoe we willen zorgen, dat het minimabeleid bij kan dragen tot het vergroten van de participatie. Wij willen sociale uitsluiting en beperking van de participatie voorkomen. De insteek van het minimabeleid is dat het ondersteunend is. De hoogste vorm van participatie is immers werk. In het najaar van 2015 komt er een raadsvoorstel waarin we ook de financiële gevolgen zichtbaar maken. Beleidsnota’s Beleidsregels en nadere regels Wmo en Uitvoeringsplan decentralisaties worden in 2015 geactualiseerd. Verordening loonkostensubsidie/loonwaarde wordt per 1 juli 2015 vastgesteld. Beleidsregels bijzondere bijstand worden in 2015 opnieuw vastgesteld. Re-integratieverordening wordt per 1 juli 2015 vastgesteld. Verordening studietoeslag wordt per 1 juli 2015 vastgesteld. Minimabeleid (inclusief bijzondere bijstand) wordt in 2015 herijkt.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
33
3.7 Onderwijs VISIE Wij dragen samen met de schoolbesturen zorg voor kwalitatief goed onderwijs dat aansluit op de talenten van het kind en waarbij het kind zo nodig extra ondersteuning ontvangt. Wij streven naar het in stand houden van voldoende scholen (zorgplicht). Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke verplichtingen en eisen waar het gaat om uitbreiding en eventuele nieuwbouw, waarbij duurzaamheid hoge prioriteit vraagt. In nauwe samenwerking met Keende wordt gewerkt aan de samenvoeging van de scholen Troubadour, de Weert en Theo Scholte. Naar aanleiding van een programma van eisen voor deze school wordt er een ontwerp opgesteld binnen het financieel kader uit de begroting 2015 en wordt de locatie gekozen. In het verlengde daarvan wordt er voor de locaties Holte buizen/de Wereld en dr. Ariens een start gemaakt met de voorbereidingen van samenvoeging. Vanaf 1 januari 2015 is het schoolbestuur verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen. Zij krijgen hiervoor de bijbehorende geldstroom. Wij willen binnen het Passend Onderwijs de integrale aanpak realiseren tussen de voorschoolse instellingen en het primair onderwijs, de zogeheten doorgaande lijn, de verbinding van voorschoolse voorzieningen met de jeugdzorg intensiveren en faciliteren en de deelname van kinderen aan voorschoolse voorzieningen stimuleren. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Leerlingenvervoer De komende maanden wordt er uitvoering gegeven aan de in april 2015 vastgestelde nieuwe Verordening leerlingenvervoer. Het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de ouders is een speerpunt. Daarbij worden tevens de mogelijkheden onderzocht gebruik te maken van een speciaal daartoe ontwikkelde app voor de leerlingen. Kosten interne verrekening huur sportaccommodaties (2015 en verder: lasten N € 40.000) De grootste post in het nadeel lasten is de structurele verhoging van de kosten van het bewegingsonderwijs basisscholen. De kosten hiervoor bedragen € 40.000 en waren abusievelijk niet in de begroting 2015 opgenomen. Schoolzwemmen (2015: baten V € 10.400 en lasten N € 16.200; 2016: baten V € 12.500 en lasten N € 15.700) Na verwerking van het amendement bij de begroting 2015 blijken zowel baten als lasten nog niet op het peil om schoolzwemmen tot het einde van het schooljaar 2015-2016 te kunnen bekostigen. Materiële instandhouding (2015 en verder: lasten N € 2.000) We leveren € 2.000 per jaar in op materiële instandhouding van het schoolgebouw Holthuizerstraat 12-14 als gevolg van dalende leerlingaantallen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
34
Centralisatie vastgoed (2015 en verder: lasten V € 30.400) Er heeft een structurele overbrenging plaatsgevonden van € 30.400 lasten naar vastgoed, programma ruimtelijke ontwikkeling en wonen, in verband met de centralisatie van vastgoed. Het gaat om het gebruikersdeel van basisschool de Holthuizen. Ontwikkelingen Kadernota 2016 De doorontwikkeling van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) heeft hoge prioriteit. Daartoe is in 2015 het overleg met de schoolbesturen nieuw leven ingeblazen. De hoofdthema’s voor de LEA zijn: • Zorg voor leerlingen; • Aansluiting voorschoolse instellingen en basisonderwijs en basisonderwijs-voortgezet onderwijs, waarbij het voor- en vroegschoolse educatiebeleid (VVE) een belangrijk onderdeel uitmaakt; • Afstemmen jeugdzorg en onderwijszorg met het beleidsplan Jeugd en de ondersteuningsplannen Passend onderwijs als instrumenten; • Zorgen voor een optimale onderwijs- en zorginfrastructuur; • Sluitende aanpak voorkomen schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Met het basisonderwijs zijn wij in gesprek om te onderzoeken op welke wijze het schoolzwemmen ook na het schooljaar 2015-2016 permanent onderdeel kan blijven van het aangeboden bewegingsonderwijs in Haaksbergen. Scholen en schoolbesturen geven aan dat het grote beslag op onderwijstijd een nadelig effect is. In het overleg met de scholen is aan de orde de facilitering van het schoolzwemmen te stoppen en te bezien op welke wijze een vangnet gevormd kan worden zodat kinderen bij het verlaten van de basisschool een zwemdiploma hebben. In nauwe samenwerking met de Stichting Keender wordt gewerkt aan de samenvoeging van de scholen Troubadour, de Weert en Theo Scholte. Naar aanleiding van een programma van eisen voor deze school zal er een ontwerp worden opgesteld binnen het financieel kader uit de begroting 2015 en wordt de locatie gekozen. In het verlengde daarvan wordt er voor de locaties Holthuizen/de Wereld en dr. Ariens een start gemaakt met de voorbereidingen van samenvoeging. In de ontwikkeling van een nieuw te bouwen school zullen ook de IKC-gedachte en duurzaamheid nadrukkelijk worden meegenomen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
35
3.8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen VISIE Groene Kwaliteitsgemeente Wij omarmen de Structuurvisie 2030 van Haaksbergen. Daarin spreekt Haaksbergen de ambitie uit in 2030 de groenste gemeente van Twente te zijn. Wij willen deze ambitie nader vormgeven onder de noemer van het project Groene Kwaliteitsgemeente. Wij onderzoeken voor de verschillende deelgebieden wat de mogelijkheden hiervoor zijn. Belangrijk hierbij is de realisering van de nieuwe N18. Door de realisering van de N18 wijzigt de ruimtelijke structuur van Haaksbergen en ontstaan er kansen voor het versterken van de groenstructuren in de deelgebieden. Het centrum van Haaksbergen willen wij op korte termijn een groene kwaliteitsimpuls geven door het ‘aan te kleden’ met meer bomen, bloeiende planten en duurzaam straatmeubilair. Keurmerk Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Wij willen onderzoeken of Haaksbergen zich kan aansluiten bij dit kwaliteitskeurmerk en de mogelijkheden daarvan kan benutten. Centrum Het centrum aantrekkelijk en levendig maken is een grote opgave. Wij vinden het belangrijk deze opgave in goede samenwerking met de centrumondernemers op te pakken. Samenwerken aan het centrum biedt voor ondernemers, inwoners én ons de grootste kans op succes. Uitgangspunt daarbij is dat betrokken partijen invloed krijgen op de invulling van het gebied. Wij richten ons op de openbare ruimte en de ondernemers kunnen rekenen op een positieve en actieve houding van ons bij initiatieven die door hen ontwikkeld worden. Zo kunnen wij samen de centrumfunctie versterken. Het invullen van onbebouwde plekken krijgt hoge prioriteit. Wij zien het centrum van Haaksbergen als kerngebied voor detailhandel en horeca. Detailhandel en horeca zien we dan ook graag zoveel mogelijk in het centrum geconcentreerd. We onderzoeken of een gevelfonds een stimulerende aanvulling kan zijn om moderne winkels achter karakteristieke gevels te realiseren. Ook vinden wij het belangrijk het centrum aantrekkelijker te maken door het ‘aan te kleden’ met meer bomen, bloeiende planten en duurzaam straatmeubilair. De inspanningen stemmen wij af op onze financiële mogelijkheden en bijdragen van o.a. de ondernemers. Een autoluw centrum heeft onze voorkeur: geen betaald parkeren, waar nodig blauwe zones en verder vrij parkeren. Dat kan volgens ons bezoekers stimuleren naar ons centrum te komen. Voor fietsers willen wij voldoende stallingsfaciliteiten beschikbaar hebben. Een verplaatsing van de bibliotheek naar het centrum van Haaksbergen blijft op onze wensenlijst. De financiële mogelijkheden beperken onze mogelijkheden op korte termijn. In onze aanpak van de centrumontwikkeling grijpen wij nieuwe kansen aan als deze zich voordoen de komende jaren. Vastgoed Het gemeentelijke vastgoed ondergaat de komende jaren flinke veranderingen. We beperken ons vastgoed tot dat bezit, dat echt nodig is voor ons sociaal en maatschappelijk beleid, danwel de eigen bedrijfsvoering. Voor de vrijkomende locaties werken wij herontwikkelingsplannen uit. Ons eigen bezit, waaronder het gemeentehuis, willen wij intensiever benutten en wij zoeken naar logische partners en instellingen die daarin een plek kunnen krijgen. Wonen Wij willen de relatie met woningcorporatie Domijn versterken. Onze inzet is om bij de toewijzing
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
36
van huurwoningen meer rekening te houden met de belangen van onze burgers. De prestatieafspraken met Domijn concretiseren wij, omdat wij vinden dat in de komende periode werk gemaakt moet worden van het realiseren van woningen voor jongeren en starters op de woningmarkt. De Kop van de Parallelweg vinden wij één van de geschikte locaties daarvoor. Als andere partijen op deze of andere locaties daarvoor interesse tonen, zullen wij hen stimuleren en faciliteren. Wij willen energiebesparende maatregelen en de toepassing van nieuwe technieken in de totale woningvoorraad en in projecten verder stimuleren. Dat kan bijvoorbeeld door te onderzoeken of extra investeringen voor duurzaamheid verrekend kunnen worden in bouwleges. Met woningcorporatie Domijn willen wij aan de slag voor verdere verduurzaming van de woningvoorraad. Wij willen het gebruik van zonnepanelen in Haaksbergen stimuleren. Wij gaan de zonnekaart verder ontwikkelen. Ook voorlichting en educatie zijn belangrijk voor ons. Vergunningen Vanuit de rol als regisseur blijven wij het vergunningenproces faciliteren, ook met de komende wijzigingen in regelgeving. Het verkrijgen van een vergunning moet voor bouwers, zeker gezien de economische crisis, geen belemmering zijn. Door de wijziging van regelgeving wijzigt ook de vraag naar diensten. We blijven de komende jaren werken aan een verbetering van de dienstverlening, welke aansluit bij de behoefte van onze klanten en financiële mogelijkheden. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 N18 Buiten de maatregelen die al door Rijkswaterstaat worden uitgevoerd binnen het Tracébesluit N18 willen we de nieuwe N18 nog beter inpassen in het naastgelegen gebied. Voor deze landschappelijke inpassing N18 laten wij een aanvullende deeluitwerking van het Structuurplan 2030 opstellen. RUD Twente Staatssecretaris Mansveld heeft gereageerd op de vragen die in de Kamer zijn gesteld over de wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving). De belangrijkste onderwerpen in deze wijziging zijn de vorming en verankering van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) en de kwaliteitscriteria die worden opgesteld voor het uitvoeren van de werkzaamheden, die vallen onder het zogenaamde basistakenpakket (grotendeels milieu). Op dit moment wordt in Overijssel en Noord Limburg nog gewerkt met een zogenaamde netwerk RUD en geen fysieke RUD. Inmiddels is duidelijk geworden dat alle uitvoeringsdiensten met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (verwachting 1-1-2018) de vorm van een openbaar lichaam moet hebben. Of de netwerk RUD (zo ook die van ons) tot die tijd mag blijven
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
37
functioneren, heeft tot nu toe afgehangen van de evaluatie van deze werkwijze die vóór de zomer 2015 afgerond moet zijn. Gezien de ervaringen tot nu toe wordt binnen de RUD nog steeds uitgegaan van een positief resultaat. Het lijkt er nu op dat ongeacht de uitkomst van de evaluatie de kans groot is dat eerder wordt aangestuurd op een openbaar lichaam. Voor wat betreft de kwaliteitscriteria die gelden voor degenen die een rol spelen in de uitvoering van de taken is inmiddels afgezien van het landelijk vaststellen ervan in wetgeving. Het is de bedoeling dat de kwaliteitscriteria per RUD in een verordening worden vastgesteld die daarop dan één op één door de deelnemende gemeenten moet worden overgenomen. Uitgangspunt blijft dat dit geen consequenties mag hebben voor de kwaliteit. Volgens de huidige planning komen de VNG en IPO uiterlijk 1 juli 2015 met een voorstel voor een modelverordening. Met de vorming van de RUD’s als openbaar lichaam zijn de deelnemende gemeenten (zo ook in Overijssel) op een groot deel van de milieutaken niet langer het bevoegd gezag. Naast het verliezen van bevoegdheden zal dit ook personele en financiële consequenties hebben. Gezien de reactie van de staatssecretaris is de kans groot dat dit eerder gaat plaatsvinden dan in 2018. Plattelandsontwikkeling Verkenning Buurserzand en Haaksbergerveen (lasten N € 26.000, baten V € 33.000, saldo € 7.000) Voor het plan van aanpak Buurserzand en Haaksbergerveen is een subsidie van € 33.000 ontvangen, de lasten worden verhoogd met € 26.000. Breedband (2015 lasten N € 9.000, baten V € 9.000, saldo € 0) De subsidie voor het project procesondersteuning breedband valt hoger uit dan waar rekening mee gehouden was. Ruimtelijke ontwikkeling Centrumontwikkeling (2015 lasten N € 10.000) In 2014 was een totaal budget van € 50.000 begroot voor het opknappen van het centrum. Het project is door het Monstertruck-drama echter niet helemaal in 2014 afgerond en loopt nog deels in 2015 door. In 2014 hebben we al € 40.000 van het beschikbare budget uitgegeven, maar het budget is niet volledig besteed. Het voordeel van € 10.000 is meegenomen in het rekeningresultaat 2014, maar met de kosten voor 2015 is in de begroting van 2015 geen rekening gehouden. Deze kosten van € 10.000 nemen we nu alsnog als last in de begroting 2015 op. Bouwgrondexploitatie (2015 lasten N € 4.914.000, 2015 baten V € 4.914.000) De actualisatie van de grondexploitatie, jaarschijf 2015, wordt nu verwerkt in de begroting. Dit leidt tot een budgettair neutrale verhoging van de baten en lasten van bijna € 5 mln. Vastgoedexploitatie (2015 lasten N € 272.000, 2016 en verder lasten N € 240.000) De reeds gemaakte kosten op het krediet voormalig obs Ons dorp ad € 32.500 worden afgeboekt. Dit leidt tot een incidenteel nadeel voor 2015. Daarnaast zijn met de centralisatie van het gemeentelijk vastgoed, ook de budgetten voor het eigenaarsaandeel ondergebracht onder vastgoedexploitatie. Dit leidt hier tot een structureel nadeel van € 240.000 en elders in de begroting tot een structureel voordeel € 210.000. Per saldo een structureel nadeel van € 30.000 vanwege budgetten die onvoldoende geraamd waren. Exploitatiebijdragen Ruimtelijke ontwikkeling (2015 lasten N € 25.500 en baten V €25.500) Via de transitoria is een bedrag van € 25.500 voor vooruit ontvangen exploitatiebijdragen overgeheveld naar 2015. Zowel de inkomsten als de uitgaven worden verhoogd met een bedrag van € 25.500.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
38
Wonen Energieloket 2.0 (2015 lasten N € 32.000, 2015 baten V € 32.000, saldo 0) Betreft aanwending van in 2014 vooruitontvangen provinciale subsidie in het kader van het energieloket 2.0. Ontwikkelingen Kadernota 2016 Wissinkbrink Nu er een uitspraak ligt in de zaak Rotij kunnen we starten met het ontwikkelen van een visie op de ontwikkeling van de gronden in de Wissinkbrink. In de periode 2016-2018 verwachten we een deel van de gronden en opstallen, die nu nog in ons bezit zijn, te kunnen verkopen. De huidige boekwaarde van de gronden en opstallen is ongeveer € 4,4 mln. Met de verkoop van gronden in de Wissinkbrink verwachten we tot en met 2018 in totaal ongeveer € 3,8 mln. aan opbrengsten te realiseren. Het daarmee behaalde rentevoordeel is verwerkt en toegelicht in het programma Algemene Dekking.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
39
3.9 Algemene dekkingsmiddelen VISIE We streven naar een sluitende begroting en meerjarenperspectief. Hierbij richten we ons op versterking van onze reservepositie en streven we naar beperking van de belastingdruk. Wij zijn financieel gezond wanneer wij een begroting en meerjarenperspectief hebben waar de jaarlijks terugkerende uitgaven volledig worden gedekt door jaarlijks terugkerende inkomsten (dit noemen we dan een structureel positief begrotingssaldo). De algemene reserve moet voldoende zijn volgens normen die door uw raad zijn vastgesteld. Het weerstandsvermogen en de weerstandsratio geven aan in hoeverre we (financieel) in staat zijn toekomstige risico’s op te kunnen vangen. Mutaties uit eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 voor dit programma
Bedragen x € 1.000
Ontwikkelingen eerste bestuursrapportage 2015 Algemene dekking Financieel herstelplan In 2015 hebben wij de uitvoeringsagenda’s voor het financieel herstelplan en de visie op bestuur en organisatie verder opgepakt en uitgewerkt. Hiermee is invulling gegeven aan de stelposten die in het perspectief zijn opgenomen. De invulling en onderbouwing van deze bezuinigingen is een belangrijke voorwaarde van de provincie in het kader van het preventief toezicht. De financiële gevolgen zijn uitgewerkt en geconcretiseerd in de bijgestelde meerjarenraming 2016-2019. Belastingen/rechten In het Financieel herstelplan van september 2014 en de Begroting 2015 hebben wij de norm gesteld dat de woonlasten maximaal 10% boven het landelijk gemiddelde mogen uitkomen. In 2015 zijn de tarieven voor de OZB, hondenbelasting en toeristenbelasting met het oog op het sluitend maken van de begroting verhoogd met 10%. Met deze verhoging komen de woonlasten over 2015 uit op 15,2% boven het landelijk gemiddelde. In de paragraaf lokale heffingen is de voorziene belastingdruk opgenomen. Leningen, beleggingen Wij hebben een hoge leningenportefeuille met bijbehorende rentelasten. Dit komt omdat we veel activa moeten financieren. Wij willen aflossen op onze leningenportefeuille. Hiervoor investeren wij nu minder dan in de afgelopen jaren. Voor 2016 wordt begroot dat we per saldo € 5 mln. aflossen op onze langlopende leningen. We verwachten ook na 2016 jaarlijks ongeveer dit bedrag af te kunnen lossen op onze leningenportefeuille. Hierdoor dalen ook de rentelasten. Begrotingsscan In december 2014 hebben we de provincie gevraagd een begrotingsscan uit te voeren. De resultaten gebruiken wij bij het financieel gezond maken van Haaksbergen. De scan is door de
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
40
provincie en het ministerie van BZK in februari en maart uitgevoerd. De resultaten zijn in april beschikbaar gekomen. Vervallen invoeringskosten Precariobelasting (2015: lasten V 20.000) Het college stelt voor af te zien van de invoering van reclame- en precariobelasting. Dit levert voor 2015 een besparing op van de begrote invoerkosten van € 20.000. Algemene uitkering (2015: baten V € 455.000; 2016: baten V € 520.000; 2017 en verder: baten V € 384.000) Het positieve effect wordt veroorzaakt door extra toekenning van Huishoudelijke hulp toelage (HHT) in 2015 en 2016 (€ 270.500 per jaar) en door een hoger aantal bijstandsontvangers per 31 december 2014 (€ 187.000), aanpassingen in de maatstaven huishoudens (€ 56.000), bedrijfsvestigingen (€ 49.000) en kernen (€ 33.000), omgevingsadressendichtheid (€ 58.000) en een suppletie herverdeling groot onderhoud (€ 17.000). We verwachten als gevolg van deze toename een correctie op de uitkeringsfactor in de meicirculaire 2015 (-/- € 100.000). De integratie-uitkering sociaal domein is structureel verlaagd voor de korting op de Wmo 2015 (€ 11.000) en de Jeugdwet (€ 105.000). Tegen deze korting is door de VNG geprotesteerd, omdat dit tegen de gemaakte afspraken is. Het positieve effect van de tweede fase groot onderhoud bedraagt voor Haaksbergen € 500.000 structureel. We verwachten door een ingroeipad voor 2016 een effect van € 365.000 (€ 15 per inwoner) en voor 2017 en verder € 500.000. Vervallen stelpost inflatie 2015 (2015 en verder: lasten V € 75.000) De stelpost inflatiecorrectie 2015 blijkt niet noodzakelijk te zijn en valt vrij en heeft een structureel voordelig effect. Voordelig effect afschrijvingen (2015: lasten V € 139.00; 2016 en verder: lasten V € 62.000) In 2014 zijn een aantal geplande investeringen teruggedraaid of voor lagere bedragen gerealiseerd dan was begroot. Ook worden een aantal investeringen later uitgevoerd dan is gepland. Dit levert voordelen op in de afschrijvingskosten. In 2015 is het voordeel € 139.000, de jaren erna vallen de afschrijvingen structureel € 62.000 voordeliger uit. Voordelig effect rente (2015: baten N € 126.000; 2016: baten N € 142.000; 2017 baten N € 142.000; 2018: baten N € 202.000; 2019: baten N € 262.00; 2015: lasten V € 166.500; 2016: lasten V € 183.000; 2017 lasten V € 262.300; 2018: lasten V 270.000; 2019: lasten V € 491.600) De dalende rente en de aflossingen op langlopende leningen zorgen voor lagere rentelasten. Tegenwoordig kunnen langlopende leningen voor minder dan 1% worden afgesloten. In het meerjarenperspectief houden we rekening met een stijging van de rente voor langlopende leningen met 0,5% per jaar voor leningen die we de komende jaren dienen af te sluiten. We rekenen dus met een rentepercentage van 1,5% in 2016, 2% in 2017 etc. Het rentevoordeel loopt op van € 40.000 in 2015 tot € 230.000 in 2019. Lager uurtarief GRP (2015 en verder: baten N € 92.400) We hanteren in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) een marktconform tarief. In de begroting is het interne tarief verwerkt. Deze aanpassing heeft een negatief effect op de algemene dienst. Opleidings- en automatiseringskosten sociaal domein centraliseren (2015 en verder: lasten N € 125.000) De opleidingskosten (€ 35.000) en automatiseringskosten (€ 90.000) waren opgenomen in de decentralisatiebegroting sociaal domein en zijn nu gecentraliseerd. Het effect is budgettair neutraal. Kosten cyclomedia (2015 en verder: lasten N € 25.000) Bij het opschonen van de investeringen van automatisering zijn de structurele onderhoudskosten van cyclomedia abusievelijk niet opgenomen in de exploitatiebudgetten. Een nadeel van € 25.000.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
41
Algemene baten en lasten (2015: lasten V € 30.000) De taakstellende bezuinigingen op norm- en waarderingssubsidies van in totaal € 30.000 worden in de betreffende deelprogramma’s en producten opgenomen en vallen dus niet onder de algemene dekkingsmiddelen. Het effect is budgettair neutraal. Algemene uitgaven belastingen (2015: baten V € 16.511) Het GBT heeft over 2014 een positief resultaat behaald. Het positieve resultaat komt ten gunste van de deelnemende gemeenten en wordt verdeeld naar verhouding van de gemeentelijke bijdrage. Voor Haaksbergen komt dit neer op een voordeel van € 16.511. Baten hondenbelasting (2015 en verder: baten V € 6.000) We ontvangen in 2015 € 6.000 meer aan hondenbelasting dan is begroot. Woonforensenbelasting en toeristenbelasting (2015 en verder: baten N € 6.000) Bepaalde uitgebouwde stacaravans vallen niet meer onder de toeristenbelasting maar onder de forensenbelasting. Hierdoor wordt de opbrengst forensenbelasting verhoogd en de opbrengst toeristenbelasting verlaagd. Wijziging op personeelskosten (2015 en verder: baten V € 187.300, lasten N € 201.500; per saldo N € 14.200) We hebben alle ramingen voor de personeelskosten geactualisiseerd. Naast hogere personeelskosten hebben we ook meer inkomsten uit detachering. Een deel van de stijging van de lasten wordt ook veroorzaakt doordat de budgetten uit andere programma’s zijn overgeveld. Op het programma algemene dekking resteert per saldo een nadeel van € 14.200, voor de totale begroting is het effect van de wijziging van de personeelskosten budgetneutraal. Wijzigingen/Actualisatie Grexen (2015: baten V € 228.600, lasten N € 228.600) Met de actualisatie van de grondexploitatie zijn ook de aan de grondexploitaties toe te rekenen uren geactualiseerd. De actualisatie van de ramingen verloopt budgettair neutraal, maar leidt voor dit programma wel tot een stijging van baten en lasten van € 228.600. Centralisatie vastgoed (2015 en verder: lasten V € 158.800) De taken en ook de daarmee samenhangende budgetten met betrekking tot vastgoed zijn gecentraliseerd. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de huisvesting van het gemeentehuis en de werf. Door overheveling van de taken en budgetten voor gemeentewerf en gemeentehuis nemen de lasten voor de algemene dekkign af. De lasten op het programma Ruimtelijke ontwikkeling nemen een zelfde bedrag toe. Het effect is budgettair neutraal. Overige ontwikkelingen (2015 N € 2.100, 2016 N € 6.300, 2017 N 4.600, 2018 N € 6,5 en 2019 € 46,5) De overige ontwikkelingen hebben een gering nadelig effect en worden daarom niet nader toegelicht. Reserves Zwembad de Wilder (2015: baten V € 25.000) Uw raad heeft op 17 december 2014 besloten om € 25.000 te onttrekken aan de bestemmingsreserve Onderhoud gemeentelijke panden ten behoeve van het bekostigen van voorbereidingskosten om tot een overeenkomst met Optisport te komen. Gemeentebreed is deze aanpassing resultaatneutraal. De onttrekking uit de reserve compenseert het nadelig effect in het deelprogramma Ontspanning.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
42
Ontwikkelingen Kadernota 2016 Algemeen We geven verder uitvoering aan het verbeteren van de informatiewaarde van de documenten in de planning- en controlcyclus. Ook pakken wij de aandachtspunten van de Provincie uit de begrotingsbrief 2016 op. Hier vragen zij aandacht voor het toegenomen belang van gemeenschappelijke regelingen, de onzekerheden binnen het sociaal domein en de toenemende druk op het onderhoud van kapitaalgoederen. Daarnaast vragen zij specifieke aandacht voor de kengetallen uit het rapport van de commissie Depla. Vennootschapsbelasting (Vpb) Per 1 juni 2016 wordt de Vpb ingevoerd. Wij verwachten feitelijk geen belaste activiteiten en nemen hiervoor geen af te dragen Vpb en daarmee extra kosten op. Algemene uitkering gemeentefonds Voor 2016 worden de middelen die we voor de decentralisaties zorg, jeugd en werk ontvangen verdeeld via objectieve verdeelmodellen. In 2015 is dit nog op basis van historische kosten. In de meicirculaire 2015 worden de effecten duidelijk. De 2e fase groot onderhoud gemeentefonds zorgt ervoor dat de verdeling van het gemeentefonds meer aansluit bij de werkelijke benodigde uitgaven. Voor de gemeente Haaksbergen heeft deze 2e fase door de herverdeeleffecten een positief effect. In de meicirculaire 2015 worden de effecten definitief. Extra ruimte kapitaallasten investeringen (2017 lasten N € 40.000, 2018 lasten N € 80.000 en 2019 lasten N € 120.000) De extra ruimte is nodig om de noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen uitvoeren. Niet invoeren Precariobelasting (2016 en verder baten N € 75.000) Het college stelt voor af te zien van de invoering van reclame- en precariobelasting. Dit levert vanaf 2016 een structureel nadeel op van € 75.000. Maatregelen belastingdruk (2016 baten V € 206.800, 2017 en verder baten V € 322.700) In 2015 zijn de tarieven voor de OZB, hondenbelasting en toeristenbelasting verhoogd met 10%. De tarieven van rioolheffing worden (naast een inflatiecorrectie) niet verhoogd en de afvalstoffenheffing wordt zelfs verlaagd. We brengen de kwijtscheldingen die verband houden met deze heffingen (structureel € 132.00) ten laste van het minimabeleid (deelprogramma Participatie). Door kwijtschelding op te nemen als een voorziening binnen het minimabeleid is het verwachte kwijtscheldingsbedrag een extra last in de algemene dienst. Hiervoor hebben we het benodigde budget vrijgemaakt. Ruimte voor intensivering bestaand en nieuw beleid (2017 lasten N € 150.000, 2018 lasten N € 300.000 en 2019 lasten N € 450.000) Duurzaam financieel herstel krijgt verder vorm door vanaf 2017 ieder jaar € 150.000 structureel ruimte voor nieuw beleid op te nemen. Hierdoor is er ruimte voor nieuw beleid of beleidsintensiveringen. Ook is dit een buffer om mogelijke tegenvallers op te vangen. Niet volledig invullen taakstelling subsidies (2016 lasten N € 51.000 en 2017 lasten N € 33.000) De verwachting is dat de taakstelling vanaf 2018 volledig is gerealiseerd. In 2016 en 2017 is dat niet het geval. Verkoop Wissinkbrink (2017 lasten V € 20.000, 2018 lasten V € 30.000, 2019 lasten V € 80.000) Nu er een uitspraak ligt in de zaak Rotij kunnen we starten met het ontwikkelen van een visie op de ontwikkeling van de gronden in de Wissinkbrink. In de periode 2016-2018 verwachten we een deel van de gronden en opstallen, die nu nog in ons bezit zijn, te kunnen verkopen. De huidige boekwaarde van de gronden en opstallen is ongeveer € 4,4 mln. Met de verkoop van gronden in de
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
43
Wissinkbrink verwachten we tot en met 2018 in totaal ongeveer € 3,8 mln. aan opbrengsten te realiseren. Hiermee wordt een rentevoordeel behaald van € 20.000 in 2017 tot uiteindelijk € 80.000 in 2019. Uren grondexploitaties (2016 lasten N € 48.000, 2017 lasten N € 108.000, 2018 lasten N € 168.000 en 2019 lasten N € 228.000). We ontlasten nog steeds de exploitatie door het toerekenen van uren aan de grondexploitatie. Nu is dat nog reëel maar door het afronden van oude exploitaties en het niet of beperkt opstarten van nieuwe moeten we de urentoerekening in de meerjarenraming afbouwen. Het nadeel loopt op van € 48.000 in 2016 tot € 228.000 in 2019. Reserves Versterking weerstandsvermogen De voordelige begrotingssaldi vanaf 2017 worden toegevoegd aan de algemene reserve, waardoor deze vanaf 2018 weer positief is. Beleidsnota’s Financiële verordening (2012, actualisatie in 2015) Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2012) Treasurystatuut (actualisatie in 2015)
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
44
4
Paragrafen
4.1 Lokale heffingen Belastingdruk De werkelijke belastingdruk is in 2015 ruim 15% hoger dan het landelijk gemiddelde. Ons doel is dit niet meer dan 10% te laten zijn. Op basis van het vGRP zouden de tarieven voor riool nog verder stijgen en daarmee de belastingdruk. Wij nemen de volgende maatregelen om dit te voorkomen. Wij gaan hierbij uit van een landelijke stijging van de woonlasten met 1,5%. • Wij voeren voor de rioolheffing met ingang van 1 januari 2016 een eigenaarsheffing en een gebruikersheffing in. Alleen de gebruikersheffing komt in aanmerking voor kwijtschelding. Ook kan bij leegstand toch (eigenaars)rioolheffing geheven worden. Per saldo scheelt dit naar verwachting € 0,1 mln. • De kosten van kwijtscheldingen brengen wij per 1 januari 2017 niet meer ten laste van riool (begroot 2015: € 108.000, naar verwachting gebruikersdeel 2/3 hiervan € 72.000) en de afvalstoffenheffing (begroot 2015: € 60.000) maar ten laste van het minimabeleid. Bij het minimabeleid kan dan een integrale afweging gemaakt worden welke kosten voor welke doelgroepen kwijtgescholden worden. Dit betekent lagere kosten voor riool en afval, en dus lagere (kostendekkende) tarieven. Maar wel hogere kosten voor minima, naar verwachting € 132.000. Hiervoor hebben we in de begroting het benodigde budget vrijgemaakt. • Door deze maatregelen verwachten wij dat de voorziene stijging van het rioolrecht voor 2016 en verder achterwege kan blijven. Het in 2016 bij te stellen vGRP geeft duidelijkheid over welke keuzes er zijn en welke riooltarieven vanaf 2017 gelden. • Bij de afvalstoffenheffing gaan wij er vanuit dat, indien uw raad uiteindelijk kiest voor aanpassing van de te behalen doelstellingen, de huidige afvalkosten in 2016 geleidelijk kunnen dalen van € 2,0 naar € 1,8 mln. in 2017. • De daling van de belastingdruk bij afval gebruiken wij voor een daling van de belastingdruk én voor een structurele verhoging van de onroerende zaakbelasting oplopend tot € 0,2 mln. in 2017 om hiermee mede de hogere kosten voor kwijtschelding minima te dekken. Hierdoor ontstaat de volgende verwachte ontwikkeling van de belastingdruk:
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
45
4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Verloop reserves In aanvulling op het meerjarenperspectief geven we ook nog een meerjarig inzicht in het verloop van onze reserves. Meerjarenoverzicht reserves
Bedragen x € 1.000
De reserves vormen het belangrijkste onderdeel van ons weerstandsvermogen: het vermogen om risico’s te kunnen opvangen. In de jaarrekening 2014 zijn alle risico’s geactualiseerd. Deze risico’s, die worden genoemd op pagina 88 t/m 90 van de jaarrekening 2014, zijn nog steeds actueel. Om de genoemde risico’s op te kunnen vangen is een weerstandscapaciteit nodig van € 1.673.000. Vanaf 2017 is er een jaarlijks budget van € 150.000 beschikbaar voor nieuw beleid. Tot dat dit budget is ingezet voor beleid is dit vrij te besteden budget ook onderdeel van het weerstandsvermogen. Dat betekent dat dit budget als dekking kan worden ingezet in het geval dat een risico met structurele financiële gevolgen zich daadwerkelijk voordoet. De verwachte ontwikkeling weerstandsratio 2015 tot en met 2019
Bedragen x € 1.000
De algemene reserve is door de negatieve begrotingssaldi in 2015 en 2016 negatief. Wel zien we een lichte verbetering ten opzichte van het perspectief in de begroting 2015. Vanaf 2017 treedt herstel op. In de door uw raad vastgestelde Nota weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat wanneer de weerstandsratio onder de 1 uitkomt, zoals nu het geval is, alle meevallers respectievelijk het rekeningresultaat prioritair bestemd wordt om het weerstandsvermogen weer op een financieel verantwoord niveau te brengen. Indien de positieve begrotingsresultaten voor de jaren 2017, 2018 en 2019 naar de algemene reserve vloeien, staat de ratio in 2018 weer op het minimale niveau van 1. Wel merken we hierbij op dat in deze berekening nog geen rekening is gehouden met de financiële gevolgen van de ontmanteling van de gemeenschappelijke regeling Hameland.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
46
Algemene reserve In de nota reserves en voorzieningen is aangegeven dat de algemene reserve minimaal 5% van de algemene uitkering moet zijn. Voor 2015 wordt de minimale algemene reserve berekend op 5% van € 30 mln. Dit komt neer op € 1,5 mln. aan algemene reserve. De algemene reserve is in 2015 t/m 2017 negatief. Er is een financieel herstelplan opgesteld waarin wordt aangegeven hoe we de algemene reserve weer op het vereiste niveau krijgen. Zolang de algemene reserve lager is dan € 1,5 mln., zullen alle financiële meevallers en het jaarlijkse rekening resultaat naar de algemene reserve vloeien. Verder stellen we alle niet direct noodzakelijke investeringen uit totdat de algemene reserve (en de weerstandsratio) weer op niveau is. In 2018 is de algemene reserve weer positief. In 2019 is deze weer op het minimale niveau van 1,5 mln. Om ons weerstandsvermogen en onze financiële positie verder duurzaam te versterken willen we vanaf 2019 jaarlijks structureel € 500.000 toevoegen aan de algemene reserve totdat deze een omvang van minimaal € 3 mln. heeft bereikt. Naast een voldoende weerstandsvermogen geven we hiermee ook concreet invulling aan de wens om meer dan in het verleden investeringen te kunnen financieren met eigen vermogen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
47
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Een van de maatregelen die we in het kader van het financieel herstelplan hebben genomen om weer financieel gezond te worden, is het korten van de budgetten voor het onderhoud van de openbare ruimte. Dit gaat gepaard met het verlagen van het gewenste kwaliteitsniveau. In het kader van het toezicht heeft de provincie op een aantal momenten kanttekeningen geplaatst bij de houdbaarheid van de beleidskaders en de hoogte van de budgetten. Ook in de toelichting op de brief waarin Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel ons geïnformeerd heeft over het onder preventief toezicht plaatsen van de begroting 2015 is hier iets over gezegd. In reactie op deze brief heeft uw raad als volgt gereageerd: “Het wegenonderhoud en alle maatregelen die daaromtrent in de begroting 2015 zijn opgenomen hebben we uitgewerkt en financieel onderbouwd in een aangepast wegenonderhoudsplan. De financiële uitwerking van dit aangepaste wegenonderhoudsplan is al wel financieel, maar nog niet inhoudelijk toegevoegd aan de begroting. Dit krijgt alsnog zijn beslag in Kadernota 2016 en begroting 2016.” Hierna werken we de kritische vraagpunten voor het onderdeel wegen verder uit. Het gaat daarbij om de actualiteit van het beleidsplan, het mogelijke achterstallig onderhoud in relatie tot de komende onderhoudspiek, de beschikbare budgetten, de gevolgen van het niet corrigeren van budgetten voor inflatie en het activeren van investeringen in de reconstructie van wegen. Actualiteit beleidskader wegen Het bestaande beleidskader Wegen stamt uit 2006, maar dat gegeven wil niet zeggen dat de beleidskaders niet meer actueel zijn. Jaarlijks vindt, onder meer op basis van een visuele inspectie, actualisatie van het uitvoerings- en beleidskader plaats. Het beleidskader zoals we dat hebben toegelicht in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in de begroting 2015 is actueel en doet recht aan de maatregelen die we hebben getroffen in het kader van het financieel herstelplan. Dat laat onverlet dat alle ontwikkelingen van de laatste jaren aanleiding geven tot actualisatie van het bestaande wegenbeleidskader. In het najaar wordt dit aangepaste beleidskader aan uw raad ter vaststelling voorgelegd. Verwachte onderhoudspiek en achterstallig onderhoud Tot en met 2018 doteren we jaarlijks € 200.000 extra aan de voorziening. In 2019 en 2020 doet zich een onderhoudspiek voor. De kosten bedragen € 1 mln. en in het verleden hebben we daarvoor te weinig voorzieningen gevormd. Door nu vijf jaar lang € 200.000 extra te doteren aan het egalisatiefonds lossen we dit dekkingsprobleem op. De onderhoudspiek is verwacht en wordt niet ingegeven door het wegwerken van achterstanden. Beschikbaar budget toereikend Aan de hand van het beleidskader hebben we eind 2014 een uitvoeringsprogramma Wegen voor de jaren 2015-2018 vastgesteld. Dit uitgewerkte uitvoeringsprogramma laat zien dat de in de Programmabegroting 2015 en meerjarenperspectief 2016-2018 opgenomen bedragen toereikend zijn voor uitvoering van dit uitvoeringsplan. Ook meerjarig zijn, op basis van de laatste stand van zaken en scenario’s, de budgetten toereikend voor het onderhoud van wegen. We voldoen aan de kwaliteitseisen die in het beleidskader wegen en de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen zijn geschetst. In de actualisatie van het beleidskader wegen wordt dit verder uitgewerkt en toegelicht. Vertaling hiervan vindt vervolgens weer plaats in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen in de begroting 2016.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
48
Inflatiecorrectie en areaaluitbreiding De laatste jaren zijn budgetten niet jaarlijks aangepast aan de inflatie. In het eind 2014 vastgestelde uitvoeringsprogramma zijn de noodzakelijke budgetten wel berekend op basis van de meest recente stand van zaken. Daardoor hoeven we de komende jaren geen rekening te houden met nadelig doorwerkende effecten als gevolg van het achterblijven van de inflatie. Voor de komende jaren is in de begroting al rekening gehouden met extra ruimte voor inflatie. Verder houden we jaarlijks rekening met areaaluitbreiding. In de voorstellen in deze Kadernota 2016 wordt hiervoor extra structurele ruimte voor gereserveerd. Activeren kosten van reconstructies Bij de actualisatie van de Financiële verordening zijn de afschrijvingstermijnen aangepast. Voor met name investeringen met een maatschappelijk nut, waaronder de reconstructies van wegen, zijn de afschrijvingstermijnen verlengd. Daarmee is weliswaar een financieel voordeel behaald, maar dat was niet het doel van de actualisatie. Bij de actualisatie zijn de afschrijvingstermijnen slechts aangepast aan de verwachte economische levensduur. Voor de reconstructie van wegen is de afschrijvingstermijn van 10 naar 25 jaar gegaan. We lopen hier op dit moment geen (financiële) risico’s. Wel doen we in deze Kadernota 2016 voorstellen om vanaf 2019 ook voor de reconstructie van wegen structureel budget in de begroting op te nemen. We handelen daarmee in de geest van het huidige Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), dat uitgaat van het ineens ten laste brengen van investeringen met een maatschappelijk nut ten laste van het resultaat. Dit voorstel past ook in onze visie op het financieel beleid, waarbij we zoveel mogelijk investeringen financieren met eigen geld. Overigens voorzien huidige voorstellen wel in een aanpassing van het BBV op dit punt. Daarbij dienen ook investeringen met een maatschappelijk nut te worden geactiveerd. Wel kunnen de kosten vervolgens worden gedekt uit het egalisatiefonds. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
49
4.4 Financiering Financieringen In 2016 lossen we ongeveer € 11,5 mln. af op langlopende leningen. We moeten een nieuwe lening aantrekken van € 7 mln. Per saldo neemt het totaal aan langlopende leningen dus af met € 4,5 mln. We gaan ervan uit dat we de nieuw af te sluiten lening tegen een rentepercentage van 1,0% kunnen afsluiten. De kortlopende pieken in de financieringsbehoefte worden zoveel mogelijk opgevangen met kasgeldleningen. De rentekosten voor kasgeldleningen zijn begroot op gemiddeld 0,1%. Rentevisie De lange rente blijft onder druk staan. De markt geeft hiermee aan dat ze niet geloven dat de iets betere stemming ook door zet. De potentiële Grexit blijft voorlopig als het spreekwoordelijke zwaard van Damocles, boven de markten hangen. De rentevisie is dat de zeer lage renteniveaus voorlopig nog wel even aanhouden. Kengetallen In de begroting 2016 dienen vijf nieuwe kengetallen te worden opgenomen. In deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 worden alvast twee kengetallen weergegeven. Netto schuldquote Inkomsten bepalen hoeveel schuld een gemeente kan dragen. Het is goed te vergelijken met het afsluiten van een hypotheek. Hoeveel geld u kunt lenen, is afhankelijk van uw loon. Dat principe geldt ook voor gemeenten. De hoogte van de schuld die een gemeente kan dragen, hangt af van de hoogte van de inkomsten. Om een grove indicatie te krijgen van de hoogte van de schuld, wordt de netto schuldquote berekend. Normaal ligt de netto schuldquote van een gemeente tussen 0% en 90%. Als de netto schuldquote tussen 100% en 130% ligt, is de gemeenteschuld hoog (oranje). Hij moet niet verder stijgen. Als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, bevindt de gemeente zich in de gevarenzone (rood). In onderstaande grafiek wordt onze netto schuldquote weergegeven. Wij hebben een netto schuldquote die boven de 130% ligt. We zitten dus in de gevarenzone. Wel vertoont de quote een dalende trend. De oorzaak is dat het vreemde vermogen afneemt doordat er minder wordt geïnvesteerd, er fors wordt bezuinigd en er minder gronden worden aangekocht in relatie tot de te verkopen gronden. In 2019 verwachten we onder de norm van 130% uit te komen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
50
Solvabiliteit Dit is het eigen vermogen als aandeel in het balanstotaal. Het geeft aan in welke mate de gemeente aan haar totale verplichtingen kan voldoen. Wij hebben weinig reserves en veel schulden en daarom een lage solvabiliteit. De VNG adviseert een solvabiliteit van minimaal 20%. Wij hebben een solvabiliteit van ongeveer 4%. Aankoop aandelen Twente Milieu In het kader van de “Afvalketen slimmer en efficiënter” is het mogelijk dat we aandeelhouder van Twente Milieu worden. Een eventuele toetreding als aandeelhouder brengt een geringe investering in de aanschaf van aandelen met zich mee. Kapitaallasten In de begroting 2015 hadden wij oorspronkelijk rekening gehouden met jaarlijkse afschrijvingslasten van € 75.000 voor de jaarlijks terugkerende vervangingen. Deze post werd tot nu jaarlijks beoordeeld en concreet ingevuld. In het kader van het toezicht zijn hierover door de provincie al opmerkingen gemaakt. We hebben inmiddels de jaarlijks terugkerende vervangingen in beeld gebracht en doorgerekend. In ieder geval komen jaarlijks op basis van de huidige onderhouds- en beheerplannen de vervangingen en investeringen voor I&A, de reconstructies van wegen, de vervangingen in het kader van het materieelplan BOR en de vervanging van scootmobielen en rolstoelen terug. In onderstaande tabel hebben we dit meerjarig in beeld gebracht.
Op basis van bovenstaande doorrekening blijkt de ruimte van € 75.000 niet toereikend. In deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 is daar nu wel rekening mee gehouden. Bovendien is geen rekening gehouden met incidentele vervangingen, zoals bijvoorbeeld de inventaris van sporthallen. Ook daarvoor is nu een jaarlijkse post van € 26.200 opgenomen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
51
4.5 Bezuinigingen In deze paragraaf informeren wij u over de stand van zaken omtrent het vorig jaar bij de begroting 2015 vastgestelde pakket maatregelen uit het financieel herstelplan. Bij de verdere uitwerking van deze paragraaf in de Programmabegroting 2016 is de uitwerking van de gevolgen van de bezuinigingen van de verbonden partijen een specifiek aandachtspunt. Voor de actuele stand van zaken gaan we uit van het overzicht van bezuinigingsmaatregelen zoals we dat hebben opgenomen in de begroting 2015. Allereerst gaan we in op de invulling van de maatregelen uit het financieel herstelplan. Naast de bezuinigingen in het herstelplan zijn in de begroting 2015 maatregelen opgenomen die eerder waren voorgesteld in de Kadernota 2015. Deze zijn opgenomen in bijlage 4 bij de begroting 2015. Voor het onderdeel ambtelijk apparaat is deze voor de duidelijkheid hieronder opgenomen. Overzicht maatregelen financieel herstelplan
Bedragen x € 1.000
In de vergadering van de gecombineerde commissie op 21 april 2015 hebben wij met u van gedachten gewisseld over de bezuinigingsrichtingen voor subsidies. Wij hebben uw opmerkingen meegenomen in onderstaande voorstellen. Met deze voorstellen vullen wij de bezuiniging volledig in. De technische vertaling van de invulling van de taakstellende bezuinigingen op bestuur en organisatie en subsidies naar de programma’s vindt plaats in de begroting 2016. Ad 1: Korting ambtelijk apparaat/uitwerking visie op Bestuur en organisatie Perspectief en uitgangspunten Visie op bestuur en organisatie Als onderdeel van het financieel herstelplan is het reduceren van de kosten van onze organisatie een doel op zich, maar met de visie op bestuur en organisatie wordt duidelijk dat wij als gemeentelijke organisatie in een alomvattend veranderproces zitten. In het kader staan de ambities van de visie op bestuur en organisatie weergegeven. Bewerkstelligen dat Haaksbergen in de toekomst als zelfstandige gemeente kan blijven bestaan en dat: Haaksbergen zelf het strategisch beleid blijft bepalen Haaksbergen een gemeente is waar inwoners, organisaties, bedrijven en gemeente dicht bij elkaar staan en samen datgene tot stand brengen waar in Haaksbergen behoefte aan is Haaksbergen een gemeente is die bestuurt, regie voert, stimuleert, ondersteunt en minder zelf uitvoert Haaksbergen een financieel gezonde gemeente is. Bron: Visie op bestuur en organisatie, december 2014
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
52
Het doel van dit veranderproces is te komen tot een geoliede en slanke organisatie die financieel gezond is. De nu voorliggende uitwerking van het laten vervallen van werkzaamheden en invulling bezuiniging is een belangrijke eerste stap. Daarnaast is ook productiviteit, klantgerichtheid, kwaliteit w.o. taakvolwassenheid en mate van regievoering belangrijk. Met name investeren in kwaliteit is een belangrijke randvoorwaarde. De komende tijd ligt de nadruk op het laten vervallen van werkzaamheden. Parallel wordt gewerkt aan de professionalisering van de organisatie. Uitgangspunten Bij het opstellen van de voorstellen zijn met name de volgende uitgangspunten van het coalitieprogramma, het financieel herstelplan en de Visie op organisatie gehanteerd: De gemeente regisseert en faciliteert. De uitvoering ligt daar waar deze bedrijfsmatig en financieel het beste uitgevoerd kan worden. De risico’s worden niet (alleen) bij de gemeente Haaksbergen neergelegd. Wij krijgen vanwege onze beperktere financiële middelen een ambtelijk apparaat dat kleiner is dan vergelijkbare gemeenten. Om die reductie te bereiken worden werkzaamheden geschrapt en indien mogelijk efficiënter en/of effectiever georganiseerd. De betrokkenheid van onze inwoners, bedrijven en instellingen is van groot belang en wordt ten volle benut. Besparingen primair in het fysieke domein en bedrijfsvoering en niet primair in het sociale domein. Middelen worden ingezet voor activiteiten. De lasten worden gedeeld: het ambtelijk apparaat, de burgers, instellingen en verenigingen moeten allemaal hun bijdragen leveren. De uitvoering van niet wettelijke taken vervalt waar dat verantwoord is. Indien deze taken maatschappelijk relevant zijn, worden deze door inwoners, bedrijven en instellingen opgepakt. Het niveau van de niet wettelijke taken wordt aangepast aan de financiële mogelijkheden. De kosten op het gebied van huisvesting, ICT en overhead zijn gelijk of lager dan van vergelijkbare gemeenten.
Financiële opgave In het financieel herstelplan is onder meer de volgende opgave t.a.v. het personeel opgenomen. Totaal 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Fte (per 1/1) 165 167 158 149 140 131 Fte bezuiniging (in loop van het jaar) -4 -9 -9 -9 -9 -40 € mln. (oplopend) 0,00 0,20 0,80 1,35 1,95 2,10 In de begroting 2015 is 4,4 fte aan formatie geschrapt met bijbehorende personele lasten van € 0,2 mln. Hiermee is de voor 2015 begrote besparing gerealiseerd. Door de decentralisaties zijn er taken bijgekomen en is er vanaf 1 januari 2015 6 fte aan formatie toegevoegd. De totale besparing op personeel is € 2,1 mln. Hierbij is uitgegaan van € 50.000 aan gemiddelde personeelslasten per fte en 40 fte aan vervallen werkzaamheden. Daarnaast is € 0,1 miljoen aan overige te besparen overheadkosten (informatisering, huisvesting, drukwerk etc.) begroot. Leidend is het totaal te besparen bedrag: € 2,1 miljoen. Met de nu voorliggende voorstellen wordt deze bezuiniging als geheel ingevuld. Aan een aantal van deze voorstellen is in de afgelopen periode geheel of gedeeltelijk invulling gegeven. Alleen voorstellen waarvan de werkzaamheden vervallen In deze notitie zijn alleen voorstellen opgenomen voor werkzaamheden die voor de gemeente vervallen en werkzaamheden waar wij efficiencyvoordelen verwachten te behalen. Lopende en toekomstige onderzoeken naar samenwerking of uitbesteding (o.a. ICT, sociale zaken) kunnen tot voordelen leiden v.w.b. continuïteit, kwaliteit en mogelijk ook financieel. Op de
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
53
mogelijke uitkomsten van deze onderzoeken is niet vooruitgelopen. Er zijn dus geen voorstellen met financiële voordelen van eventuele samenwerking of uitbesteding opgenomen. Moment van bezuinigen Bijgaande voorstellen geven zicht op bezuinigingen op werkzaamheden die uiterlijk in 2018 zijn gerealiseerd. Het moment van het daadwerkelijk doorvoeren van de bezuiniging is (nu) nog niet aangegeven. Bij de bepaling wanneer de werkzaamheden daadwerkelijk worden gestopt is belangrijk of vervallen werkzaamheden worden overgenomen door inwoners, instellingen of in ieder geval worden gestopt. Ook is belangrijk of door het stoppen met de werkzaamheden (direct) kosten worden voorkomen. Tenslotte wordt zoveel mogelijk bij (toch al) lopende ontwikkelingen aangesloten. Dit alles om zo de gevolgen voor de medewerkers, de organisatie als geheel en de dienstverlening naar inwoners, instellingen en bedrijven zo beperkt mogelijk te laten zijn. Overhead In onze visie staat dat we de omvang en kosten van de organisatie omlaag willen brengen. Daarbij vinden we het belangrijk dat middelen zo weinig mogelijk aan huisvesting en overhead besteed worden. Wij gebruiken de definitie van overhead van Berenschot1. De werkzaamheden die bij de overhead vervallen zijn bij elkaar gebracht en daar toegelicht (zie punt 18). Naast de fte’s voor overhead is er ook sprake van invloed op de overige kosten van overhead. Bijvoorbeeld huisvestinglasten en automatiseringskosten worden in principe lager bij minder fte’s. Invulling per heden De bezuiniging op personeelskosten staat inmiddels in de steigers. Door pensionering en vertrek van medewerkers alsmede het niet opvullen van vacatures zijn er in 2016 € 1,1 mln. lagere loonkosten dan voor 2015 staat begroot. Het volledige bedrag kan nog niet worden ingeboekt, omdat we ook een aantal investeringen zullen moeten doen. We willen toe naar een regiegemeente, dat vraagt een nadere bepaling van de competenties en kwaliteiten van medewerkers en investeringen in opleidingen van medewerkers, digitalisering van werkprocessen en mobiliteit. Hiertoe kan incidentele inhuur nodig zijn om per ultimo 2018 klaar te zijn om anders te gaan werken. Periodiek wordt beoordeeld of de gemeentelijke organisatie en het takenpakket op elkaar is afgestemd. In een volgende stap wordt beoordeeld welke taken wellicht beter uitbesteed kunnen worden. Ook komt de gemeentelijke overhead en bedrijfsvoering nader beoordeeld. Werkzaamheden: vervallen/ efficiency Onderstaande werkzaamheden kunnen vervallen omdat wij deze als gemeente niet meer betalen en/of dat deze werkzaamheden efficiënter uitgevoerd kunnen worden. De besparing is gerekend vanaf de formatie per 1 januari 2014 en is uiterlijk 31 december 2018 gerealiseerd. Onderdelen hiervan zijn al gerealiseerd.
1
Overhead is het geheel van functies gericht op sturing en ondersteuning van het primaire proces. De overheadfuncties staan niet rechtstreeks ten dienste van de klant. Ze leveren een indirecte bijdrage aan het doel van de organisatie.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
54
Nr.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Programma/ Onderwerp
Bereikbaarheid en openbare ruimte Inrichten en onderhouden van plantsoenen Verkeersveiligheid Beheer openbare ruimte Bestuur en dienstverlening Vervallen formatie frontoffice Cultuur en ontspanning Sportaccommodaties Ambtelijke ondersteuning projecten, stichtingen en commissies Economische ontwikkeling Vastgoedexploitatie en bouwgrondexploitatie RO-processen en grondexploitatie Integrale Veiligheid Preventieadvies inbraken, toezicht woningen inbraakgevoelige situaties, verkeer i.v.m. evenementen regelen, prioriteren toezicht Lagere handhavingsfrequentie Sociaal Domein Afbouw subsidies en efficiëntere en effectievere beleidsvorming rondom welzijn Schuldhulpverlening Onderwijs Logopedie Muzieklessen Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Plattelandsontwikkeling Vereenvoudigen proces vergunningverlening Administratieve ondersteuning RO en wonen Totaal programma’s Overhead Totaal programma’s + overhead
Bespa- Vervallen/ ring Efficiency fte 0,2 0,1 6,5
Vervallen Vervallen Vervallen / Efficiency
0,9
Over
0,9 0,4
Vervallen Vervallen
0,8 2,2
Vervallen Vervallen / Efficiency
1,5
Vervallen
1,0
Vervallen / Efficiency
1,0
Efficiency
0,7
Vervallen
1,2 0,0
Vervallen Vervallen
1,0 2,4 0,5 21,3 12,0 33,3
Vervallen Vervallen / Efficiency Vervallen Vervallen/ Efficiency
Toelichting 1. Inrichten en onderhouden van plantsoenen Het groenbeleid is uitgewerkt in de groenvisie en wordt concreet vertaald in een beeldbestek. Het is een speerpunt van beleid. Besparing is mogelijk door de visie en beleid voor langere tijd gelijk te houden. Het gaat hier om het beleidsproces en betreft geen wijzigingen in de uitvoering. Aandachtspunten: Actualisatie doen we slechts als veranderde inzichten of nieuwe wetgeving daarom vragen. Dat vraagt in die gevallen wel om incidenteel budget. Gevolgen voor inwoners: Visie en beleid voor langere tijd gelijk houden kan betekenen dat gewenste wijziging van beleid later wordt doorgevoerd. 2. Verkeersveiligheid De organisatie en begeleiding van lessen en projecten over verkeersveiligheid zijn geen primaire taak van de gemeente, maar ligt bij de scholen en ouders.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
55
Aandachtspunten: Risico dat er niet voldoende middelen en/of menskracht beschikbaar is waardoor de lessen en projecten geen doorgang vinden. Gevolgen voor inwoners: Mogelijk geen verkeerslessen waardoor dit een taak alleen voor de ouders wordt. 3. Beheer openbare ruimte Door met name efficiency maatregelen in de organisatie van beheer en onderhoud buitenruimte zijn gefaseerd besparingen mogelijk. Dit wordt mede mogelijk gemaakt omdat vele kleine (oneigenlijke) werkzaamheden niet meer worden uitgevoerd. De werkzaamheden zijn per einde 2018 met totaal 6,5 fte afgenomen. Aandachtspunten: Deze besparing is gebaseerd op het huidige vastgestelde kwaliteitsniveau van de buitenruimte. Wijziging hiervan heeft in principe gevolgen voor de bij BOR benodigde formatie. Gevolgen voor inwoners: Adoptie / zelfonderhoud van groenstroken door inwoners. 4. Vervallen formatie frontoffice De formatie van 0,9 fte frontoffice Publiekszaken was niet meer nodig in te vullen. Deze is in de Begroting 2015 al geschrapt. Deze teruggang in fte’s is onderdeel van de bezuiniging op personeel. 5. Sportaccommodaties In lijn met de afspraken over het beheer en onderhoud van de Bouwmeester dragen we ook het beheer en onderhoud van andere sportterreinen en accommodaties over. Mogelijkheden: 1. overdragen aan verenigingen/inschakelen voor beheer; 2. overdragen aan commerciële partij. Aandachtspunten: in goede staat overdragen, afspraken over maatschappelijke functie en hoogte tarieven, juridische aandachtspunten inkoop- en aanbestedingsregels. Gevolgen voor inwoners: Via betrokken verenigingen wordt meer beroep op vrijwilligers en betrokkenheid van inwoners gedaan. Mogelijk consequenties voor beschikbaarheid en staat van onderhoud als verenigingen deze taak niet voldoende aan kunnen. 6. Ambtelijke ondersteuning projecten, stichtingen en commissies We beperken de interne inzet van personeel voor verschillende projecten op gebied van kunst en cultuur. De gevolgen voor projectsubsidies worden betrokken bij de uitvoeringsagenda Financieel Herstelplan, onderdeel subsidies. Ten aanzien van kunst en cultuur beperken wij onze rol tot het beleidsmatige deel. De uitvoering laten we aan het maatschappelijk veld. Van hen wordt ook een actieve rol verwacht in het zoeken naar partners voor onderhoud en aankopen. Specifiek voor monumentenzorg geldt dat wij stoppen met ambtelijke ondersteuning op dit terrein. Partners adopteren monumenten. Versterken relatie tussen Cultuur en Kulturhus. Hierdoor meer samenhang in de culturele activiteiten. Organisatie door maatschappelijke initiatieven. Aandachtspunten: staat van onderhoud, overdragen van kunstwerken bij adoptie, afspraken over behoud van kunstwerken. Gevolgen voor inwoners: Niet oppakken van culturele activiteiten door maatschappelijke initiatieven kan tot verschraling van cultureel aanbod leiden.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
56
7. Vastgoedexploitatie en bouwgrondexploitatie We bouwen onze vastgoedportefeuille af. Daar waar dat wenselijk of noodzakelijk is gaan we over tot verkoop van gemeentelijk vastgoed. We kijken daarbij kritisch naar het maatschappelijk belang van de panden. De afbouw van de portefeuille leidt op termijn tot minder werkzaamheden op het gebied van in stand houden, onderhoud etc. Door de crisis op de woningmarkt is het aantal bouwgrondexploitaties al verminderd en/of zijn de ontwikkelingen vertraagd. Daarbij laten we de komende jaren nieuwe exploitatiegebieden meer over aan de markt, wij beperken ons tot het stellen van kaders en voeren bij de ontwikkelingen de regie. Aandachtspunten: Afspraken met externe partijen over het uit te voeren onderhoud op ons vastgoed. Gevolgen voor inwoners: Geen. 8. RO-processen en grondexploitatie De kosten voor het wijzigen van een vastgesteld bestemmingsplan worden door de aanvrager betaald. De mogelijkheid hiervoor ligt zowel binnen het bestaande instrumentarium (nadere eisen, afwijkings– en wijzigingsregels) als in het formuleren van begripsbepalingen, de bestemmingsomschrijving en in de bouw – en gebruiksregels. Daarnaast worden er op basis van de huidige Structuurvisie minder uitbreidingslocaties ontwikkeld. Aandachtspunten: Deze keuze vereist een heldere en eenduidige communicatie. Gevolgen voor inwoners: Inwoners worden door deze nieuwe lijn beperkt in initiatieven en ontwikkelingen, maar ook de gemeente kan zelf worden beperkt in uitvoering van gewenste ontwikkelingen. 9.
Preventieadvies inbraken, toezicht woningen inbraakgevoelige situaties, verkeer i.v.m. evenementen regelen, prioriteren toezicht We zien inbraakpreventie primair als de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners. Hierdoor vervalt het geven van adviezen hierover. Ook het toezicht houden op inbraakgevoelige situaties (bij bijvoorbeeld zomerhuisjes) vervalt: dat is aan bewoners zelf te regelen. Het verkeer regelen bij evenementen laten wij over aan de (vrijwilligers)organisatie. Wij richten ons bij het toezicht houden op de openbare ruimte primair op de veiligheid en overlast. Aandachtspunten: De beleidsdoelstellingen uit het Integraal Veiligheidsprogramma w.o. terugdringen inbraakpreventie en woonoverlast worden mogelijk niet gehaald. Gevolgen voor inwoners: Inwoners meer initiatief nemen. Mogelijk dat de dalende lijn van minder inbraken niet doorzet. Bij het regelen van verkeer bij evenementen ligt meer bij (vrijwilliger)organisaties. 10. Lagere handhavingsfrequentie Binnen het huidige handhavingsuitvoeringsprogramma kunnen een aantal taken op lagere frequentie worden uitgevoerd. Momenteel worden hiervoor integrale voorstellen uitgewerkt. Brede verbetering van processen. Inzetten op taakgericht werken, gebruik makend van mogelijkheden digitalisering en werkprocessen. Meer inzetten op uitvoering door (goedkopere) ondersteuning. Verwachte afronding langslepende en complexe dossiers. Door nieuw beleid helder te formuleren in de toekomst geen/beperkt nieuwe dossiers. Het zorgen voor veiligheid en voorkomen van overlast heeft hierbij eerste prioriteit. Aandachtspunten: Huidige situatie nog geen transparante, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening, in de samenwerking binnen de RUD Twente worden prioriteiten deels regionaal
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
57
vastgesteld, in kader van kleuring rood binnen Inter Bestuurlijk Toezicht (IBT) eerst verbeteringen doorvoeren voordat taken- en formatiereductie kan worden gerealiseerd, beeld van taken en benodigde formatie moet bevestigd worden door momenteel lopende uitwerking van het beleid op Vergunningen, toezicht en handhaving. Gevolgen voor inwoners: Het intern slimmer werken heeft geen gevolgen voor inwoners. Verlaging van de handhavingsfrequentie vraagt van inwoners en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid voor het naleven van wet- en regelgeving. Wij moeten met elkaar accepteren dat niet op elk verzoek tot handhaving in gegaan kan worden. 11. Afbouw subsidies en efficiëntere en effectievere beleidsvorming rondom welzijn We werken lopende, veelal met provinciale subsidies betaalde, projecten die niet bijdragen aan innovatie in het sociale domein af. We constateren dat naast provinciale subsidie er vaak ook nog eigen cofinanciering en ook ambtelijke inzet van personeel nodig is. In de toekomst kijken we bij het starten van dergelijke projecten meer naar de bijdrage die projecten kunnen leveren aan de doelstellingen van ons beleid. Daarbij zien we het wel als een randvoorwaarde dat inwoners zelf een actieve rol in de uitvoering van het beleid binnen het sociale domein (in brede zin) gaan spelen. Aandachtspunten: Effectievere en efficiëntere beleidsvorming mag niet ten koste gaan van innovatie en kennisdeling. Inbreng van inwoners vraagt om een andere werkwijze, zowel voor gemeente als voor inwoners. Gevolgen voor inwoners: Meer verantwoordelijkheid bij onze inwoners, maar ook een actievere rol bij beleidsvorming en innovatie. Zowel een kans als een aandachtspunt. 12. Schuldhulpverlening We stoppen met eigen werkzaamheden voor de schuldhulpverlening en laten deze volledig uitvoeren door Stadsbank Oost Nederland. Daar zijn we al bij aangesloten en werken we mee samen. Daarmee maken we optimaal gebruik van de beschikbare expertise én voorkomen we dat taken dubbel worden uitgevoerd, zoals nu het geval is. Ook zien we in Haaksbergen dat er gevallen in de relatief zware categorie hulpverlening zijn ingedeeld. In lijn met ons algehele beleid leggen we de verantwoordelijkheid voor de eigen financiën en het oplossen van schulden ook meer bij inwoners en brengen deze indeling in de zwaardere categorie terug. Aandachtspunten: Deze werkwijze sluit aan bij de gemeenten Hengelo, Hof van Twente en Borne, waarmee we samenwerken binnen werkplein de Gieterij. Gevolgen voor inwoners: Inwoners worden eerst aangesproken op eigen verantwoordelijkheid en kunnen dus niet direct beroep doen op ondersteuning. 13. Logopedie Bij de behandeling van de Begroting 2015 is besloten dat de uitvoering van logopedie geen verantwoordelijkheid meer van de gemeente is. De teruggang in aantal fte’s is onderdeel van de reductie op personeel. Aandachtspunten: Logopedie in het kader van preventie opnemen in jeugdbeleid en VVE, afstemming met scholen en de GGD. Logopedie is onderdeel van de ziektekostenverzekering. Gevolgen voor inwoners: Scholen, ziektekostenverzekeraars, huisartsen en de ouders zelf zullen alert moeten zijn op mogelijke problemen in de spraakontwikkeling. 14. Uitvoering muzieklessen Muzieklessen geven is geen gemeentelijke taak en is vervallen. Hierover zijn afspraken gemaakt met de betrokkenen en de Stichting Muziekonderwijs Haaksbergen (SMH) zodat het aanbod van
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
58
lessen en de kosten daarvan voor ouders niet in het geding komen. Muziekonderwijs is ondergebracht in een subsidierelatie met SMH. In dat kader zijn de 2,0 fte aan muziekdocenten niet meer opgenomen vanaf 1/1/2014 in de formatie van de gemeentelijke organisatie. Daarom is bij besparing 0 fte opgenomen. Op de subsidie aan SMH is in de Begroting 2015 een besparing opgenomen in 2016 van € 15.000 oplopend naar € 55.000 in 2018. De kosten van het muziekonderwijs zijn € 90.000. Het resterende te besparen bedrag ad € 35.000 wordt ondergebracht onder de besparing personeel en telt dus mee als invulling op de bezuiniging op personeel van € 2,1 mln. 15. Plattelandsontwikkeling Wij werken intensief samen met andere (Twentse) gemeenten en nemen een actieve rol in het bestuur Zuid Twente in Leader. We richten ons ambtelijk niet langer op het verder stimuleren van de verandering op sociaal en economisch gebied. We accepteren daarbij dat we minder invloed hebben op de ontwikkelingen. Aandachtspunten: Rol van voortrekker plattelandsontwikkeling verandert naar volger en van ambtelijk naar bestuurlijk. Gevolgen voor inwoners: Initiatieven op het gebied van plattelandsontwikkelingen worden niet meer door ons gestimuleerd en aangejaagd, inwoners moeten hierin dus meer zelf het initiatief nemen en mogelijkheden verkennen. 16. Vereenvoudigen proces vergunningverlening De afhandeling van vergunningen kan binnen de wettelijke regels eenvoudiger. Aanvragen voor vergunningen van een gecertificeerd architect worden bijvoorbeeld op een aantal onderdelen niet meer getoetst. Inwoners worden voor algemene informatie eerst verwezen naar internet. Open vragen of vragen van meer algemene aard worden in principe niet inhoudelijk beantwoord. Kijken naar het verder beperken van regels, zodat meer zaken met een melding kunnen worden afgedaan of zelfs vergunningvrij worden. Verder stellen we beperkt beleid op, en zoeken het meer in praktische uitvoeringsregels. Kapstok en tevens voorwaarde is hierbij het VTH-beleid wat momenteel uitgewerkt wordt. Brede verbetering van processen. Inzetten op taakgericht werken, gebruik makend van mogelijkheden digitalisering en inrichting werkprocessen. Meer inzetten op uitvoering door (goedkopere) ondersteuning. Verwachte afronding langslepende en complexe dossiers. Door nieuw beleid helder te formuleren in de toekomst geen/beperkt nieuwe dossiers. Aandachtspunten: Huidige situatie is nog geen transparante, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening, in de samenwerking binnen de RUD Twente worden prioriteiten deels regionaal vastgesteld, in kader van kleuring rood binnen Inter Bestuurlijk Toezicht (IBT) eerst verbeteringen doorvoeren voordat taken- en formatiereductie kan worden gerealiseerd, beeld van taken en benodigde formatie moet bevestigd worden door momenteel lopende onderzoek beleid Vergunningen, toezicht en handhaving. Gevolgen voor inwoners: Het intern slimmer werken leidt voor inwoners tot een verbetering van de dienstverlening. Ook de mondige en veeleisende inwoners moeten accepteren dat zij verwezen worden of dat wij niet op hun verzoek ingaan. 17. Administratieve ondersteuning RO en wonen Teruggang in aantal werkzaamheden bij ruimtelijke ontwikkeling en wonen vraagt om minder administratieve ondersteuning op de afdeling. Aandachtspunten: Realisatie is mede afhankelijk van realisatie van de besparing in het aantal fte’s in het primaire proces van RO.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
59
Gevolgen voor inwoners: Geen. 18. Overhead Minder werkzaamheden in het primaire proces leiden tot minder werkzaamheden voor de overhead. Dit vooral nu er veel uitvoerende werkzaamheden in het primaire proces vervallen. Daarnaast streven wij in de Visie op bestuur en organisatie naar meer taakvolwassen medewerkers. Ook is er sprake van dat de ‘klassieke’ overhead verdwijnt: overheadprocessen verlopen door automatisering meer in het primaire proces. Tenslotte zijn medewerkers steeds meer selfsupporting waardoor de dienstverlening vanuit de overhead verminderd kan worden. Aandachtspunten: Realisatie is mede afhankelijk van realisatie van de besparing in het aantal fte’s in het primaire proces en de toename van de taakvolwassenheid van de medewerkers, waardoor slimmer wordt gewerkt en financiële, communicatieve en juridische kennis meer aanwezig is. Gevolgen voor inwoners: Geen. Overhead
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Directie, lijnmanagement Personeel en organisatie / OR-secretariaat Informatisering en Automatisering Financiën en Control Juridische Zaken Bestuurszaken / bestuursondersteuning Communicatie / webcoördinator Facilitaire Zaken Secretariaten in het primaire proces Totaal
1/1/ 2014 7,0 6,4 6,0 12,7 2,8 4,0 3,1 12,1 0,5 54,6
Besparing 2,0 2,9 0,0 1,6 0,8 1,6 0,0 3,1 0,0 12,0
31/12/2 018 5,0 3,5 6,0 11,1 2,0 2,4 3,1 9,0 0,5 42,6
Toelichting 1. Een kleinere organisatie heeft minder afdelingshoofden nodig. Verdere invoering van de Visie op bestuur en organisatie en bijvoorbeeld uitbestedingen kan nadrukkelijk nog leiden tot een aangepaste wijze van aansturing en benodigd aantal fte’s voor lijnmanagement. 2. Er is minder behoefte aan formatie voor (arbo)beleid, het aantal adviseurs kan terug vanwege een lager aantal fte’s in de organisatie en van de medewerkers wordt meer zelfredzaamheid verwacht. 3. Bij Informatisering en Automatisering wordt per saldo geen teruggang van werkzaamheden verwacht. 4. Centrale en decentrale ondersteuning kan minder door minder facturen, toename taakvolwassenheid en efficiency door digitale crediteurfactuurstromen. 5. Op termijn verwachte terugloop van juridische geschillen en toename taakvolwassenheid medewerkers moet leiden tot beperking van de formatie. 6. Verwachte teruggang in algemeen organisatorische zaken. 7. Bij communicatie/we coördinator wordt niet ingezet op teruggang van de werkzaamheden. 8. Bij facilitaire zaken wordt door teruglopende werkzaamheden een teruggang bij het callcenter en bodes voorzien. 9. Decentrale ondersteuning blijft gewenst: geen besparing.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
60
Ad 2: Korting subsidiebeleid De forse bezuiniging op budgetsubsidies levert het grootste deel van de bezuiniging op. In deze Kadernota 2016 werken we de keuzes daarvoor uit en geven een onderbouwing van de ingevulde taakstelling van € 0,7 mln. Daarnaast wordt de korting op het subsidiebeleid deels gerealiseerd door een nieuwe nota subsidiebeleid. Deze nota wordt voor 1 augustus 2015 aan uw raad aangeboden en treedt per 1 januari 2016 in werking. Mogelijke bezuinigingen op subsidies Hieronder treft u een tabel aan met de totalen en een korte toelichting op alle bezuinigingsvoorstellen. Tabel: bezuinigingsvoorstellen subsidies
Bedragen x € 1
1) Lokale omroep Mede gebaseerd op uitlatingen van uw raad tijdens de gecombineerde commissievergadering van 21 april 2015 staat het verlengen van de aanwijzing van RTV Sternet als lokale omroep niet vast. Het Commissariaat voor de Media heeft de door RTV Sternet ingediende aanvraag naar de gemeenteraad gezonden. Het raadsvoorstel is in voorbereiding. Op grond van de Mediawet heeft de gemeente alleen een zorgplicht voor de omroep als die als lokale omroep is aangewezen. 2) Muziekonderwijs Met de Stichting Muziekonderwijs Haaksbergen (SMOH) is een 5 jarig convenant afgesloten dat juli 2017 afloopt. Het beëindigen van de dienstverbanden van de muziekdocenten in gemeentelijke dienst met ingang van 2016 vormt onderdeel van het plan om te bezuinigen op de ambtelijke organisatie. De inzet van deze docenten vormt een zeer belangrijk onderdeel van het convenant. Bij het vervallen van deze inzet dient het convenant zo spoedig mogelijk te worden aangepast. 3) Stichting Kulturhus Haaksbergen Het Kulturhus voert voornamelijk niet-wettelijke taken uit en heeft een theaterfunctie en een bibliotheekfunctie.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
61
Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe bibliotheekwet van kracht. De lokale bibliotheek blijft een verantwoordelijkheid van de gemeente, maar daarbij hoeft niet in organisaties en gebouwen te worden gedacht, maar in maatschappelijke functies: kennis en informatie, educatie en ontwikkeling, lezen en literatuur, ontmoeting en debatten en kunst en cultuur. Dit betekent dat wij de maatschappelijke functies van het Kulturhus opnieuw willen organiseren met bestaande en nieuwe partijen. Hierdoor kunnen wij beter aansluiten op de lokale behoeften, prioriteiten en mogelijkheden. Wij zoeken hierbij ook aansluiting bij het uitvoeringsplan decentralisaties. De focus verschuift naar de doelgroep jeugd en volwassenen in een kwetsbare positie (laaggeletterden en ondersteuningsbehoevende ouderen). Wij verwachten het maatschappelijke rendement op de bibliotheekfuncties te vergroten en rekenen op steun van de inwoners en maatschappelijke organisaties waardoor wij tegelijkertijd de subsidie fors beperken. Wij bouwen de huidige traditionele bibliotheekfunctie af. Wij gaan met het Kulturhus in gesprek over een rendementsimpuls van het theatergebouw inclusief bibliotheekgedeelte. Er zijn meerdere opties mogelijk zoals een overdracht naar een commerciële partij, een self supporting theater met een minimale instandhoudingssubsidie. Afbouw van de huidige traditionele bibliotheekfuncties en een self supporting theater impliceert een forse vermindering van de subsidie. 4) Stichting Groot Scholtenhagen De stichting is op verschillende manieren nauw met ons verbonden en qua uitstraling een toeristische trekpleister en visitekaartje voor Haaksbergen. Verlagen van de subsidie mag niet ten koste gaan van het onderhoud van de terreinen. Grote investeringen en kosten van groot onderhoud dienen jaarlijks in de subsidieaanvraag verwerkt te worden, waarbij wel naar de meest efficiënte oplossingen moet worden gekeken. Daarnaast moet worden gekeken welke taken en activiteiten van de stichting voor subsidie in aanmerking komen. Onderzocht wordt of de exploitatie van de kinderboerderij door een derde partij, zoals kinderopvang of dagbesteding, kan worden uitgevoerd. Dit kan tot een besparing van € 70.000 leiden per 2018. 5) VVV Er wordt momenteel onderzocht of samenvoeging van partijen, die zich bezighouden met de promotie van Haaksbergen mogelijk is. We gaan uit van een financieel voordeel door samenwerking en het delen van huisvestingskosten. 6) MBS De MBS ontvangt sinds 2014 subsidie van ons om te werken aan een betere promotie en marketing. In 2015 en 2016 wordt de subsidie ingezet voor een betere beleving bij de MBS. Na 2016 kan bekeken worden of en in welke vorm de subsidie gehandhaafd moet blijven. 7) Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede-Haaksbergen De SMD voert algemeen maatschappelijk werk en schoolgericht maatschappelijk werk uit en geeft samen met de GGD inhoud aan de Loesfunctie (opvoedingsondersteuning). Maatschappelijk werk is een laagdrempelige voorziening, waar men zonder verwijzing gebruik van kan maken. De activiteiten van de SMD (vroegsignalering, informatie en advies, begeleiding, lichte hulpverlening en behandeling) zijn voorliggend op de maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en de individuele jeugdzorgvoorzieningen in het kader van de Jeugdwet. De inzet van SMD is er met andere woorden op gericht dat er minder beroep op de, vaak duurdere, maatwerk- en individuele voorzieningen wordt gedaan. In de eind 2014 vastgestelde beleidsplannen Wmo en Jeugd is dit ook als subdoelstelling geformuleerd: een verschuiving van individuele vormen van zorg naar algemene vormen van zorg en preventie. De ontwikkeling van de kosten van de diverse maatwerkvoorzieningen wordt nauwlettend gemonitord, maar momenteel kan nog geen reële inschatting worden gemaakt of de inzet van SMD inderdaad leidt tot minder instroom in de duurdere zorg.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
62
We stellen voor om de subsidie voor de SMD te verlagen in verband met lagere huisvestingskosten vanaf 2016. De SMD betaalt nu nog ruim € 38.000 huur voor ruimte in het Wiedenbroek. De SMD gaat naar de Noaberpoort (het gemeentehuis) verhuizen, waardoor de huisvestingslasten lager gaan uitvallen. De SMD wenst 4 werkplekken in het gemeentehuis te huren. Deze 4 werkplekken kosten in totaal circa € 12.000. De verhuizing van de SMD naar het gemeentehuis betekent voor de gemeente huurinkomsten. 8) Mediant Er kan bespaard worden door het product “collectieve preventie voor volwassenen” niet meer af te nemen. Het leidt tot regionaal georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten, waarvan het effect nauwelijks merkbaar is. 9) GGD Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Het basispakket van de JGZ is een wettelijke taak. Bezuinigen is niet reëel, omdat de uitvoering al op het minimale niveau geschiedt. GGD voert in opdracht van de Twentse gemeenten al bezuinigingen door. 10) Scala Scala Welzijn voert activiteiten op het gebied van jongerenwerk, vrijwilligerswerk, ouderenwerk en maatschappelijke stages voor de gemeente uit. De activiteiten van Scala zijn voorliggend op de maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en de individuele jeugdzorgvoorzieningen in het kader van de Jeugdwet. De activiteiten van Scala hebben door middel van vroegsignalering en kortdurende lichte hulpverlening een preventieve werking. De inzet van Scala is er met andere woorden op gericht dat er minder beroep op de maatwerk- en individuele voorzieningen wordt gedaan. Per 2016 is een bezuiniging van € 65.000 op de activiteiten van Scala opgenomen, oplopend tot € 90.000 in 2018 en volgende jaren. In de jaren 2016 en 2017 wordt door het jongerenwerk de samenwerking met de Regionale Meld en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) aangegaan. De RMC is van toepassing op alle jongeren tot de leeftijd van 23 jaar die van school gaan zonder startkwalificatie. Op basis van deze samenwerking krijgt het jongerenwerk de opdracht werkzaamheden voor het RMC te verrichten die bijdragen aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Deze werkzaamheden sluiten nauw aan bij de huidige werkzaamheden van het jongerenwerk. Ter bekostiging van de inzet van het jongerenwerk wordt zowel in 2016 als 2017 een bedrag van € 35.000 uit RMC aan de subsidie Scala toegevoegd. Wij hebben er voor gekozen om de uitvoeringsuren zoveel mogelijk te ontzien en vooral te bezuinigen op de huisvestings-, de activiteiten- en de projectkosten. Wij verwachten dat de huidige uitvoering daardoor, weliswaar in soberder vorm, voor de jaren 2016 en 2017 grotendeels in stand kan blijven. Een aandachtspunt hierbij is de huisvesting van de activiteiten van Scala; als op termijn andere huisvesting noodzakelijk is zijn er mogelijk te weinig middelen binnen de begroting van Scala beschikbaar om deze te realiseren. Tegelijkertijd blijven wij inzetten op het terugdringen van dubbelingen in de werkzaamheden van maatschappelijke partijen. Het gaat hierbij concreet om werkzaamheden van Scala en SIZ op het gebied van ouderen- en vrijwilligerswerk en ook om de seniorenvoorlichting waar de ouderenbonden en Scala beide mee bezig zijn. 11) HALT De activiteiten van HALT zijn preventieve activiteiten. Voorgesteld wordt daar niet op te bezuinigen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
63
12) Steunpunt Informele Zorg Het SIZ levert 0,5 fte mantelzorgondersteuning. Deze voorziening zien wij als een preventieve algemene voorziening. Door de intensieve samenwerking met medewerkers van Scala welzijn kan de consulent mantelzorg zich, in de vorm van cliëntondersteuning, richten op zwaarbelaste mantelzorgers en de jonge mantelzorger. Hierdoor ontstaat een effectievere ureninzet op mantelzorg, maar ook op vrijwilligerswerk. Verder kan er op overhead worden bezuinigd. Deze factoren leiden tot een bezuiniging van € 10.000 die oploopt naar € 17.000 in 2018 en verder. 13) Peuterspeelzaalwerk De subsidie peuterspeelzaalwerk is in 2012 teruggebracht van € 120.000 naar € 20.000. De belangrijkste reden voor deze bezuinigingsmaatregel was de transitie van peuterspeelzaalwerk naar peuterwerk. Voor de doelgroep alleenverdienende en alleenstaande ouders die gebruik maken van peuterwerk, is er een gemeentelijke subjectgerichte subsidie beschikbaar ter hoogte van € 20.000. Verdere bezuiniging is niet reëel aangezien tot dusverre peuterwerk als een kerntaak van de gemeente is beschouwd. Wel wordt gekeken welke rol peuterspeelzaalwerk in een integraal kindcentrum kan krijgen. 14) Compensatie OZB vrijwilligersverenigingen De compensatie onroerend zaak belasting is teruggebracht tot € 15.000. De compensatie kan volledig komen te vervallen. Het is een indirecte vorm van subsidiëren, die niet tot enige activiteit leidt, terwijl subsidies juist gericht zijn op activiteiten. 15) Bezuinigen op normsubsidies Het nieuwe subsidiebeleid leidt tot effectiever subsidiëren. De beschikbare budgetten kunnen daardoor gereduceerd worden. Deze bezuiniging wordt ook gerealiseerd doordat enkele instellingen niet meer gesubsidieerd worden. Verder kunnen dubbelingen in subsidie worden beëindigd en ook subsidie voor jeugdleden kan komen te vervallen. Al met al wordt een besparing van € 30.000 voorgesteld, oplopend tot € 41.000. Ad 3 t/m 6 Overige maatregelen financieel herstelplan De onder de punten 3 tot en met 5 genoemde maatregelen uit het financieel herstelplan zijn in de begroting verwerkt en ingevuld. De onder punt 6 opgenomen algemene taakstelling moeten we in de begroting 2016 nog nader invullen.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
64
5
Bijlagen
5.1 Begrotingswijzigingen 2015 In deze bijlage geven wij een overzicht van de effecten van de tot nu toe door uw raad vastgestelde begrotingswijzigingen. Het gaat om de volgende wijzigingen:
De begrotingswijzigingen liggen ter goedkeuring voor aan de provincie. Met uitzondering van de eerste begrotingswijziging hebben alle begrotingswijzigingen die tot nu toe door uw raad zijn vastgesteld betrekking op de jaarschijf 2015. Bij de eerste wijziging (handhaven schoolzwemmen) en derde wijziging (bijdrage Kulturhus) is er sprake van een effect op het begrotingsresultaat. Tabel: effecten vastgestelde begrotingswijzigingen
Bedragen x €1.000
Het handhaven van het schoolzwemmen (eerste wijziging) leidt nog tot een incidentele bijstelling van de ramingen in 2016. Verder heeft geen van de tot nu vastgestelde wijzigingen een structureel doorwerkend financieel effect.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
65
5.2 Overzicht incidentele baten en lasten Het structurele saldo van begroting en meerjarenperspectief is een belangrijk criterium bij het beoordelen van de begrotingspositie. Een goed inzicht in het meerjarig verloop van de incidentele baten en lasten is daarvoor onmisbaar. We hebben in de begroting 2015 al een verbeteringsslag gemaakt. De in de begroting 2015 opgenomen tabel van incidentele baten en lasten hebben we voor deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016 geactualiseerd. In onderstaande tabel treft u het actuele overzicht. Tabel: overzicht incidentele baten en lasten per programma
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
bedragen x € 1.000
66
Nu we het saldo van de incidentele baten en lasten weten kunnen we aan de hand van het totale begrotingsresultaat, zoals we dat aan het begin van hoofdstuk 2 hebben gepresenteerd, ook het structurele en incidentele resultaat voor begroting 2015 en meerjarenperspectief bepalen. De provincie heeft in het kader van het toezicht al geconstateerd dat de presentatie van het structurele saldo in de begroting ontbrak. Dit doen we in deze eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016, als wijziging op de begroting 2015, alsnog. Tabel: verloop incidenteel en structureel saldo Bedragen x € 1.000
Het totale saldo wordt in 2015 en 2016 positief beïnvloedt door een aantal incidentele inkomsten en incidentele uitgaven. Het gaat voor 2015 bijvoorbeeld om een incidentele besparing op wegenonderhoud van € 200.000 en extra inkomsten uit verkoop materieel, panden en snippergroen. De incidentele voordelen zijn nadelig voor het structurele saldo. Of anders gezegd: we dekken structurele kosten uiteindelijk met incidentele baten en dat is niet wenselijk. Dit beeld veranderd overigens vanaf 2017. Er is dan geen sprake meer van incidentele inkomsten maar alleen nog van (steeds verder aflopende) incidentele lasten.
Eerste bestuursrapportage 2015 en Kadernota 2016
67