188 UIT DE STUURKUIP
2
VAN DE KAMPANJE
3
VERENIGINGSEVENEMENTEN
3
* * * * * * * *
Eerste zeiltocht Take5 18-uurstocht APJ naar Orwell Opstappers op de Gateway naar Orwell Over 4 schepen en 18 vrouwen Makkum-Makkum Bontekoetocht 2003 Verslag MTC-training
PLANOLOGIE
19
* Veiligheid in de watersport * Kort Planologisch Nieuws
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE
21
* Over de GPS-enquête * Navigatiecursussen
LEDENADMINISTRATIE
23
* Nieuwe leden
ERVARINGEN
25
* Wim Gerardts over stoppen met zeilen * Alternatieve driehoek Noordzee
INGEZONDEN BRIEVEN
29
* A. van Kempen * E. Wierstra
VARIA
31
* Melkfett als antifouling * Steekvlam aan boord * CE-markering
EVENEMENTENBULLETIN
34
ADVERTENTIES
38
ATTENTIE
38
INFORMATIE VOOR AUTEURS
39
1
UIT DE STUURKUIP Marc Couwenbergh De golf was hoog genoeg om bij de rand te kunnen, maar om mezelf vervolgens op te trekken en mijn benen er overheen te zwaaien, lukte niet meer. Vermoeidheid eiste zijn tol. De golf spoelde weg en mijn hele gewicht hing aan mijn armen, mijn vingers slipten en ik viel terug het water in. De volgende golf liftte me weer omhoog. Opnieuw greep ik naar de rand. Nu voelde ik twee handen die me vastgrepen, en nog twee, die me omhoog trokken het water uit. In het donker en zonder bril op kon ik niet zien wie me hielpen, maar ik wist dat het mijn Toerzeilteamleden waren. Die ochtend hadden we elkaar voor het eerst een hand gegeven, maar tegen het eind van een dag overlevingstraining op het Maritiem Training Centrum op de Maasvlakte was les één die we die dag leerden, gewoon praktijk geworden: samenwerken, al was het maar omdat je met elkaar meer overlevingskans hebt dan alleen. Over deze MTC-training, onderdeel van de activiteiten die de commissie Uiterton aanbiedt, leest u verderop meer in een verslag van Nicole van de Wall. Ook zij heeft het over de ervaring dat relatief onbekenden binnen een dag een team kunnen vormen. Ik mocht die ervaring ook smaken tijdens mijn eerste oversteek van IJmuiden naar Orwell en terug, die ik als opstapper maakte aan boord van de ‘APJ’ van schipper Henk Kayser en samen met collega-opstapper Chris Koopmans. Natuurlijk vergt zeezeilen kennis en ervaring van zeilen en zee, maar evengoed is teamwork en organisatievermogen bepalend of en hoe je de overkant haalt. In de vroege ochtenduren als iedereen zich het meest moe voelt en het evenwel nog twee uur duurt voor de zon opkomt, liggen kleine irritaties op de loer, een stem klinkt net wat scherper, maar ook niet meer dan dat. De biscuits gaan weer rond, plus de zeeziektepillen en een slok water. Alle drie aangelijnd in de kuip, bij toerbeurt aan de helmstok, is er een relaxed gevoel en het besef dat dit het is waarom de zee trekt. Deze editie van Toerzeilen staat bijna letterlijk bol van de verslagen over verenigingsactiviteiten. Allemaal indicaties dat onze vereniging bloeit. De verhalen en de
2
Samenwerken foto’s tonen ook het plezier en de gezelligheid die Toerzeilers met elkaar beleven. Des te jammerder is het dat de redactie ook brieven binnenkrijgt met klachten van Toerzeilers over mede-Toerzeilers, waarbij er dan meestal sluizen, bruggen of naviducten op de achtergrond zijn. De redactie voelt er weinig voor om over individuele cases te gaan oordelen, laat staan dat we Toerzeilen gaan laten fungeren als schandpaal. Evenmin willen we suggereren dat Toerzeilers altijd en alleen maar samenwerken. De klachten en ruzies bij sluizen zijn deel van de realiteit van het varen in Nederland. Ik wens u veel relaxed zeilplezier toe in de komende, wellicht stormachtige maanden.
Voor het eerst het zeegat uit!
VAN DE KAMPANJE Marten Boorsma, waarnemend voorzitter Op het moment dat ik dit artikeltje schrijf, is de zomer nog volop bezig ons te overstralen met heel veel zonlicht, gepaard gaande met hoge temperaturen. Zelfs op het water was het af en toe niet uit te houden, maar gelukkig kunnen we ons dan wel regelmatig opfrissen door maar weer een duik te nemen. Behalve het zwemmen is er dan ook de gelegenheid om de romp van ons schip schoon te houden. Men zegt dan wel ‘een boot, je werkt je dood’, maar als je zo het nuttige met het aangename combineert, dan valt dat allemaal wel mee. Voor mij mag de volgende zomer weer net zo mooi en warm zijn als de zomer van dit jaar. Evenals in voorgaande teksten onder de rubriek ‘Van de Kampanje’ wil ik u op de hoogte houden over zaken waaraan het bestuur en de kaderleden in commissies en projectgroepen aandacht besteden. Dit kan natuurlijk niet uitputtend worden weergegeven, maar geeft toch een globaal beeld. Natuurlijk is er continue aandacht voor de voornaamste doelstelling van onze vereniging, te weten: het behartigen van alle belangen van de toerzeilers in de ruimste zin van het woord.
Doelstellingen In het beleidsplan dat het bestuur en het kader als basis voor hun activiteiten hanteren, laat deze doelstelling zich als volgt vertalen in:
- Het bieden van mogelijkheden aan de leden om zich te bekwamen in: zeemanschap en navigatie; kennis van specifieke vaargebieden; technische kennis voor onder meer het kunnen verrichten van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden. - Het leggen van sportieve en sociale contacten tussen leden onderling. - Het streven naar handhaving cq. uitbreiding van de mogelijkheden om op de Nederlandse wateren te varen en ligplaats te kunnen kiezen. - Overdracht van kennis en ervaring van leden aan leden. Het spreekt vanzelf dat een groot aantal actiepunten voortvloeien uit deze vertaling van onze doelstelling. Ik hecht er waarde aan om alle ruim 80 kaderleden te bedanken voor hun grote inzet hiervoor. Tevens doe ik een beroep op leden van onze vereniging om zich aan te melden bij het bestuur indien men op basis van eigen expertise meent ook een bijdrage te kunnen leveren als lid van één van de commissies of projectgroepen zoals vermeld voorin in ons Boordboek. Ten slotte: ik hoop dat ik u regelmatig zal ontmoeten tijdens de vele ‘droge’ evenementen die de regiocommissies u in de wintermaanden te bieden hebben en die duidelijk zijn aangegeven en omschreven in de evenementenbulletins zoals gepubliceerd in elke uitgave van ons blad ‘Toerzeilen’.
VERENIGINGSEVENEMENTEN Caroline en Madek Mikolajczyk DE EERSTE GROTE ZEEZEILTOCHT VAN DE TAKE 5 De tocht naar Lowestoft was de eerste grote zeiltocht van de Take 5. Ik wil de reis graag vergelijken met een zwangerschap en de daarop volgende bevalling. Allereerst de vreugde van het horen dat je zwanger bent. Feest, leuke reacties van mensen en een blij gevoel. Zo ook de start van de rally. Het goede gevoel om met een aantal leuke mensen aan de onderneming
te beginnen en nog wel met prachtig weer. Alles goed voorbereid, en denken klaar te zijn voor wat komen gaat. Een prachtige heenreis met wat ups en downs (mist, geen wind), vermoeidheid na de lange dag varen. Maar dat heb je er allemaal graag voor over. Dan de leuke aankomst in Lowestoft, het prachtige weer, de gezellige mensen, de fantastische excursies en de gezellige avonden vol sterke verhalen. Dan nadert het einde van de zwangerschap en de bevalling komt in zicht. Nog niet wetend wat ons te wachten staat.
3
We beginnen vol goede moed en hebben er zin in. Maciek z’n paravaan wordt net buiten de haven te watergelaten en de koekenpan voor de te vangen makreel staat al klaar. Helaas al na een dikke seconde breekt de lijn en zijn we genoodzaakt tweemaal een plank-overboord -manoeuvre te maken om ons plankje weer aan boord te krijgen. Nieuwe gaatjes worden geboord voor een nog beter resultaat en opnieuw gaat het plankje te water. Maar helaas is het plankje nu een propeller geworden en houdt door het gedraai de makreel op afstand. Geen makreel dus! Een paar uur lekker gevaren en ik kan nog even een dutje doen. De wind begint nu wat aan te trekken en de weeën worden wat heviger. Belgische reistabletten worden genuttigd voor het geval dat. Ik probeer de navigatie nog beneden te doen, maar dat wordt me al snel te veel. Zo ook het marifoon gebeuren. Het eerste en daarna het tweede rif gaan erin en ook wordt de genua verkleind. Als de nacht valt, dump ik mijn maaginhoud in zee en Maciek neemt alle taken over. Als ook hij na een handeling benedendeks groen begint te worden en ook hij aan de lage kant overboord hangt, neem ik het roer over. We leven de komende uren op water en een sultana en doen er ongeveer een half uur over om die te nuttigen. Na enige tijd neemt Maciek het roer weer over, de weeën zijn dan op het toppunt en ik lig zuchtend aan de lage kant te suffen. We hebben de Freedom nog steeds in zicht. Plotseling voel ik een harde klap en wordt wakker op de kuipvloer. Maciek staat over me heen gebogen en vraagt of ik a.u.b.
antwoord wil geven. Ik realiseer me dat ik een stukje tijd kwijt ben en dat we een klapgijp hebben gehad, op dat moment komt de giek weer over en krijgt Maciek ervan langs. We grijpen zittend op de kuipvloer de grootschoot, die blijkt uitgelopen te zijn. Na even op adem gekomen te zijn, starten we de motor en laten het grootzeil zakken een verkleinen de genua naar een stormzeiltje. We berichten de Freedom dat we niet meer in staat zijn te navigeren (en alleen SG op GPS hebben) en de marifoon te bedienen vanwege zeeziekte (ondanks regelmatig pillen eten) en vragen hen onze gids te zijn richting kust. We zien hun toplicht van rechts naar links zwaaien (ook zij hebben het blijkbaar moeilijk), maar het is ons engeltje in een donkere, stormachtige nacht. De bevalling blijft nu niet lang meer uit en wij denken: dit nooit meer! We mogen in ons handjes knijpen als we zonder problemen Stellendam bereiken. En iets mooiers kan er bijna niet zijn als de SGboei in het zicht komt en de wind zover is gaan liggen dat we hier met gemak in kunnen varen. De kruin van het koppetje is te zien. Nog even door het ‘geboorte kanaal’ en we zijn er. En ja hoor daar is de sluis. We worden warm ontvangen door John en bemanning van de Freedom en we zijn hen heel dankbaar voor hun steun in deze nacht. We genieten samen van een borrel en een overheerlijk kopje thee. Tijdens de bevalling dachten we: dit nooit meer, de Grevelingen is groot genoeg. De dag erna: we gaan alleen nog maar kustzeilen. Nu, na ruim een week, denken we aan een volgende kindje, alleen nu nog even niet.
Klaas de Maijer VERSLAG 18 UURS-TOCHT REGIO WEST 2003 Op vrijdag 13 en zaterdag 14 juni 2003 is de 18 uurs-tocht gevaren. Dit is een van de oudere evenementen van onze club. Deze tocht start op de vrijdagavond om 22.00 uur en - zoals de naam reeds doet vermoeden - eindigt na 18 uur in een tevoren vastgestelde haven. De tocht is bedoeld als oefening voor langere tochten. Het wachtlopen, het varen bij nacht en het goed bijhouden van het bestek en logblad zijn hierbij zaken die alle aandacht hebben. Dit is mogelijk door de deelnemers zelf met de
4
uitgezette rakken de tocht te laten samenstellen in afstemming op de windrichting, het aantal kruisrakken moet uiteraard zo klein mogelijk blijven. Er zijn een groot aantal rakken vastgesteld op het Markermeer, IJsselmeer en westelijke Waddenzee. De deelnemers kunnen starten in een aantal havens. Er wordt daar een startformulier en en routeformulier verstrekt.
Met certificaat De finish was dit keer in het gezellige kommetje bij de Houtribhaven in Lelystad. Door zestien schepen was er ingeschreven voor de tocht en de bemanning van één schip
arriveerde vanwege materiaalpech per auto bij het diner. Door twaalf schippers van de vijftien gearriveerde schepen werd een ingevuld logblad ingeleverd. Dit werd door mij beoordeeld en waar nodig voorzien van aantekeningen. De logbladen, over het algemeen redelijk tot uitstekend ingevuld, zijn inmiddels, voorzien van een certificaat, weer geretourneerd aan de deelnemers. Voor mij is het gebruikelijk dat ik met de ‘Suada’ de 18-uurs meezeil en dienst doe, samen met Wiegert, als uitluisterschip. De ‘Suada’ had ik echter de week tevoren naar Nykobing/Mors gebracht om samen met mijn vrouw o.a. in de Lymfjord de vakantie door te brengen. Vandaar dat ik dit keer te gast was op de ‘Freewick’ om samen met haar schipper uit te luisteren tijdens de tocht. Wiegert was ook verhinderd, de gezinsleden hadden hem verzocht acte de présence te geven op een kampeerweekend met de kinderen. De schipperse van de ‘Carezza’ was verder bereid gevonden om ook een luisterend oor bij de marifoon te houden, maar door het fraaie weer was dit vrijwel niet nodig. Het diner, tegen zessen in het restaurant op de jachthaven, werd door 51 opvarenden bijgewoond en men kon tijdens een goed samengesteld buffet naar hartelust ervaringen van de
Triest einde van het vaarseizoen voor de APJ tocht uitwisselen. Vanwege het fraaie weer overdag en de daarop volgende mooie nacht, met over het algemeen een oostelijke wind, kracht 3 à 4, wekt het goede resultaat geen verbazing. Onder deze omstandigheden is door de ‘Sterre’ de afstand 90,4 zeemijl gevaren in de opgegeven rakken. Aan de deelnemers is als aandenken een toerzeilersglas uitgereikt. Na het diner is men over het algemeen vroeg tussen de lakens gekropen om de gemiste slaap weer even in te halen. Op de zondag stond er een lekker windje om daarmee, een mooi weekeinde afsluitend, op huis aan te gaan.
Henk Käyser, schipper APJ MET DE ‘APJ’ NAAR RIVER ORWELL 2003 Het is begin september en Marc Couwenbergh – onze hoofdredacteur – heeft mij gevraagd om mijn ervaringen van de afgelopen tocht op papier te zetten. De helft van het logboek ligt nog aan boord van mijn Seamaster 925 ‘APJ’. Even halen is geen optie, hoewel de thuishaven slechts een half uurtje van huis is. Maar, zij is niet thuis, ze ligt met twee grote gaten in haar bakboordzijde in Lelystad. Het trieste einde van een geslaagde tocht en een afgebroken vakantie. Ik zal dus op mijn geheugen af moeten gaan.
Wat er aan vooraf ging Het is de week voor de vertrekkersavond als de telefoon gaat. “Met Marc Couwenbergh. Ik ben door Joost bij je ingedeeld als opstapper.” Een geanimeerd gesprek volgt en we besluiten om zaterdag 23 augustus aan boord met elkaar af te spreken om het
schip te leren kennen. Hij komt echter ook naar de vertrekkersavond, dus daar zullen we wel nader kennis maken. Het is voor Marc de eerste keer op zee. Later die week word ik door Chris Koopmans gebeld. Hij is ook bij mij ingedeeld en zal ook op de 23ste aanwezig zijn. Hij heeft meer ervaring op zee dan de schipper, dat geeft een gerust gevoel. Op de 20ste augustus om 19.30 uur precies opent Reinier de avond. Minutieus wordt samen met Joost ingegaan op alle aspecten van het zeilen op zee. Hoewel het niet de eerste keer is dat ik op zee vaar, zijn er toch een aantal zaken bij waar ik niet eerder aan gedacht had. Toch wel nuttig zo’n avond. Uitgebreid wordt stilgestaan bij de tochttelefoon; het centrale telefoonnummer, waar zowel het thuisfront als de deelnemers contact met de tochtorganisatie kunnen krijgen. Ook wordt de rol van de Kustwacht toegelicht. Al met al laat de organisatie niets aan het toeval over. Toch een rustgevend gevoel, alhoewel op zee kunnen ze weinig voor je
5
doen en ben je op jezelf aangewezen, maar toch …..
De aanloop Het is dinsdag 26 augustus als ik de ‘APJ’ ’s middags om 15.00 uur uit haar box in Oude-Wetering vaar. Het eerste deel kan beginnen. Vannacht de ‘staandemastroute’ door Amsterdam. Om 16.30 uur liggen we voor de brug in Aalsmeer. Dat wordt tot 18.00 uur wachten. Aanlegsteigers zijn er niet, maar gelukkig ligt er een motorjachtje waar ik langszij kan. Mooi tijd voor een praatje en een kop koffie. Daardoor mis ik wel de opening van 18.00 uur, maar dat geeft niet. De Schipholbruggen draaien toch niet voor 20.00 uur en het is nog maar drie kwartier varen. De volgende opening is om half zeven. Even voor alle zekerheid over de marifoon aan de brugwachter vragen. Klopt! Om 17.45 uur toch maar losgegooid en voor de brug gaan liggen. Prompt krijg ik rood-groen en binnen vijf minuten ben ik er door. Mooie service. Om 19.00 uur draait de Bosrandbrug. Er liggen de nodige jachten voor de Schipholbruggen te wachten. Het steigertje aan bakboord, net na de Bosrandbrug is nog vrij, dus daar maar even aanleggen. Hoef je tenminste bij niemand langszij. Het geeft vaak problemen met andere schippers, hoewel het BPR daar duidelijk over is. Je moet altijd gelegenheid geven tot langszij aanmeren. Langszij … daar zullen we later nog wel plezier van hebben, zoals de lezer zal merken. Exact op tijd draaien de Schipholbruggen. Even later liggen we met z’n zessen voor de Nieuwe Meersluis. Doorvaargeld betalen en eten maken vult de rest van de tijd. Even voor middernacht draait de spoorbrug en direct daarna de verkeersbruggen en prompt om middernacht varen we de Nieuwe Meersluis in. De tocht door Amsterdam is, zoals altijd, gezellig. Iedereen sluit keurig aan en de twee brugwachters loodsen ons snel door nachtelijk Amsterdam. We moeten wel drie kwartier wachten voor de tweede spoorbrug. Maar als die ook genomen is, meer ik langs de wal als enige langs stuurboordzijde af. De rest gaat door naar de Sixhaven, maar die is altijd overvol en om dan ’s nachts een plekje te zoeken, trekt me niet. Woensdag 11.00 uur. Ik lig voor de laatste brug in Amsterdam en krijg keurig roodgroen. Als de brug open is en ik zo’n twee scheepslengten voor de brug lig en opstoom, gaat het licht plotseling van rood-groen op rood. Volgas achteruit. De
6
brugwachter kijkt uit z’n raam wat dat jachtje aan het doen is en bemerkt dan dat het licht op rood staat. Vlug groen gegeven. Foutje – bedankt! Op de middag komt Marc in de Sixhaven aan boord en vertrekken we naar IJmuiden. Als we voor de sluizen liggen, gaat de telefoon. Het is Chris. Hij zit in de file en zal zeker nog een uurtje nodig hebben. Nou dat komt goed uit, want voor wij in de marina zijn, zijn we ook wel een uurtje verder. En ja hoor, als we een uur later de marina in varen, belt Chris weer op om te zeggen dat hij net het parkeerterrein oprijdt. Wat een planning. We kunnen bij Peter Paternotte langszij zijn Vancouver 34 liggen en dan blijkt dat we samen in een box liggen. Oh, wat zijn die boxen toch groot !
De tocht Woensdagavond is er palaver. Hoe het weer wordt, is een beetje onduidelijk. Er is een depressie ten noorden van ons en eentje ten zuiden van ons en het is nog niet duidelijk welke van de twee invloed op het weer op onze route zal hebben. Enfin, morgenochtend zullen we meer weten. Palaver om negen uur, bij het kanon. Donderdagochtend 28 augustus krijgen we tijdens het palaver te horen dat de wind N tot NO zal zijn, Bft. 2-3 toenemend tot Bft. 4. Dat betekent dus: het eerste deel moteren. Een uur later uur vertrekken de negen tot tien meter-jachten. We zijn in drie groepen ingedeeld. Onze groepsleider is Peter Paternotte en om kwart over elk even uur, zal voor ons het marifoonrondje zijn. De tocht begint al goed. Als we aansluiten achter een jachtje, dat kennelijk ook de haven uit vaart, steekt deze plotseling vlak voor onze boeg over. Vol achteruit en enige paniek op het andere schip. Vrijwel de hele bemanning rent naar bakboort om af te houden, maar de driebladschroef doet zijn werk en we liggen op tijd stil. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ik m’n klapschroef nog had gehad. Een Seamaster remt namelijk op een klapschroef. Een voorteken?
Water in de tank Nog voordat we de havenhoofden uit zijn, is er enige paniek achter ons. De motor van een van de deelnemers is uitgevallen en wil niet meer starten. Peter draait resoluut om en sleept de pechvogel terug naar de marina. Pas in Engeland zullen we horen dat de
brandstoffilters vervuild waren en dat er water in de tank zat. Hoe triest, heb je je op deze tocht verheugd en gebeurt er zoiets. Buiten de pieren hijsen we de zeilen, maar na een kwartiertje is de wind op. Dan maar weer de motor aan en motorzeilen. De zeilen klapperen wel vreselijk, toch maar weghalen. Ik voel me een beetje katterig. Duidelijk nog niet ingeslingerd. Chris geeft me een pil van de Apotheek Zierikzee en een half uurtje later voel ik me een stuk beter. Een paar uur later menen we een zuchtje wind te voelen. Gauw de zeilen omhoog. Maar nee hoor, zodra alles staat, is het weer weg. Gelukkig komt de wind wel opzetten en rond een uur of vier hebben we een windje vier. De motor kan uit, wat een rust. Het marifoonrondje geeft ons regelmatig de posities van de anderen door. Verder geen bijzonderheden, behalve dan de door Chris mee genomen overheerlijke pizza’s, die we in het oventje opwarmen. We laten ze goed smaken terwijl anderen leven op droge kaakjes. Ja last van zeeziekte, dat hebben we niet, alleen als je te lang achter de kaartentafel zit, wordt je wel wat katterig. In de avond hebben we contact met de controlekamer van het Rijn-Charlie platform en krijgen de laatste weerberichten door. Een paar uur voor de nacht gaat het wachtsysteem in. Ik ben de eerste die van wacht afkomt, daarna zal Chris aan de beurt zijn. We gaan vrijwel voor de wind, niet echt fijn, want een klapgijp is op zee zo gemaakt. Chris besluit de bulletalie te zetten en iets hoger te gaan varen. Dan komen we wel noordelijker van de North Shipwash boei uit, maar het is wel veiliger voor schip en bemanning. Later horen we via de marifoon dat de schipper van een van de andere schepen door een klapgijp de giek tegen zijn hoofd heeft gekregen. Men is bang voor een hersenschudding. Toch geen gek besluit van Chris. Na middernacht word ik gewekt, het is Marc zijn beurt om te kooi te gaan. Rond half drie is het alle hens aan dek. De wind is aangewakkerd en er moet een rif gestoken worden. Marc en Chris gaan aangelijnd naar voren om het karweitje te klaren. Marc heeft geen zin meer om te kooi te gaan en laat Chris van wacht komen.
Stormrondje Door onze wat noordelijker koers en de stroming, zijn we wat naar het noorden weggezet. Om 05.30 uur zijn we zo’n 12 mijl NO van de North Shipwash en zo’n 8 mijl van de kust. Ik vraag Marc de lengte-
River Orwell bij Felixstowe graad te bepalen waar we absoluut niet voorbij mogen. Je zit je te dicht op de kust. Een halfuur later vind ik het niet meer verantwoord om nog verder te varen. We maken een stormrondje en varen naar het zuid-oosten. Tjonge wat gaat dat langzaam! We hebben het laatste restje stroom tegen. Ruim drie en een half uur doen we erover om bij de North Shipwash te komen. Daarna gaat alles van een leien dakje en aan het eind van de ochtend meren we af in de Suffolk Yachting Marina. ’s Avonds is er een uitstekend diner. We zijn met de bemanningen van 28 schepen. Er is slechts een uitvaller. Eer we te kooi gaan is er weer een dag voorbij. Zaterdagochtend is het om 09.00 uur palaver bij het lichtschip. Reinier neemt de weerberichten door en geeft nog een aantal vaaraanwijzingen. De stroom in de Shipwash staat tegen en hij is net bezeild. Windje 4. Marc is op de terugtocht de navigator en overlegt met Chris. Hij besluit om over de Cork Sand te varen naar de South Shipwash. Daar het vaarwater over te steken en dan noordwaarts te gaan. Wel een omweg, maar veel comfortabeler. De tijd hebben we aan onszelf, dus die extra mijlen maken ook niet veel uit. Als we vertrekken is het inderdaad prachtig zeilweer. De aanbevolen jachtroute is uitstekend bezeild. Dit is puur genieten. Het is opkomend water, boven de Corck Sands staat ruim zeven meter water, dus wij kunnen er gemakkelijk overheen. Een coastertje trouwens ook. Een gek gezicht om een vrachtschip zo buiten het vaarwater te zien. Als we de South Shipwash ronden, wordt er koers naar het noorden gezet. Het is de bedoeling om noord van de Noord Hinder
7
uit te komen, dan hebben we geen last van de shipping lanes. We willen boven de vork waar de diepwater route naar Hoek van Holland begint onze oude route oppikken en zo naar IJmuiden. Na een uurtje hoor ik Marc en Chris in debat over een tanker die alsmaar op ons af vaart, wat voor koers we ook voorleggen. Ik word erbij geroepen. Inderdaad de tanker blijft op ramkoers, wat we ook doen. Uitwijken heeft geen zin. Hij, maar ook wij kunnen niet naar het westen, want daar ligt de Shipwash. Dan maar via de marifoon oproepen op kanaal 16. Zowaar, we krijgen antwoord en gaan over naar kanaal 77. Ik vraag de stuurman wat hij van plan is. “We are steering South East and than East, but don’t worry if we get too close to you we will go behind you. Just keep your course – Over”, klinkt het over de marifoon. Ik geef onze koers en positie door en bedank de stuurman voor zijn attentheid. We zijn weer gerustgesteld.
Handdoek in mijn kraag Als we onze tocht vervolgen, zien we aan de horizon een aantal buien voorbij drijven. We zien zelfs onweer. De wind wakkert aan en we besluiten het eerste rif te steken. Chris stuurt en ik ga naar voren om de klus te klaren. Als ik net weer in de kuip ben, kan ik weer naar voren. Het waait nu zeker een dikke 6 met uitschieters naar 7. Het is nu een hand voor jezelf en een voor het schip. Goed dat ik aangelijnd ben. Een grote golf komt over en ik krijg een flinke plas water in m’n nek. Nu ben ik ook drijfnat onder m’n zeilkleding. Vergeten een handdoek in m’n kraag te stoppen. De wind blijft flink toenemen en als ik klaar ben met het tweede rif, moet Marc me komen helpen om een derde rif te steken. Onder drie maal gereefd grootzeil en een puntje fok stuiven we over het water. Het schiet wel op zo. Het schip gaat aardig te keer, maar houdt zich uitstekend. We voelen ons geen moment onveilig. Van slapen zal weinig komen vannacht. Evenmin van warm eten trouwens. Goed dat we vanmiddag de resterende pizza’s soldaat gemaakt hebben. Navigatie wordt moeilijk zoniet onmogelijk. Van elk uur de positie in kaart brengen, komt niet veel terecht. Gelukkig kunnen we het wel noteren. Zondag-
8
ochtend gaat de storm liggen en kan het derde rif er uit. Voor alle zekerheid laten we het tweede rif zitten. Rond het middaguur komt IJmuiden in zicht en voor de wind spoelen we naar de havenhoofden. De bulletalie er maar weer op. We willen zo in het zicht van de haven geen schade varen. Het is wel lastig sturen met die brekende golven achterop. We moeten echt wel oppassen geen golf in de kuip te krijgen. Toch maar een wasbordje in de kajuitingang gezet. Rond 03.00 uur varen we de havenhoofden binnen en kunnen de zeilen naar beneden. Even later meren we in de marina af. Het is er druk. We liggen drie dik gestapeld, mede vanwege de ‘HISWA te water’, die de komende dinsdag haar poorten zal openen. Na het schoonschip maken, gaat Chris naar huis. Marc en ik zullen door onze ega’s opgehaald worden. Mijn vakantie is nog wel niet over, maar er moeten hoognodig een paar zaken thuis geregeld worden. Woensdag of donderdag zal ik verder naar Den Helder varen. We hebben een prima tocht gehad, uitstekend vermaakt. De tochtorganisatie was uitstekend. Het schip heeft zich prima gehouden. Volgend jaar gaan we zeker weer mee.
Een tocht met een staartje Het is donderdag 4 september rond twee uur. Ik ben weer aan boord en zit in de kajuit een broodje en een kop soep te eten. Vaag hoor ik wat stemmen buiten. “Hij staat toch wel in z’n vrij?’ Dan “Hij reageert niet! Afhouden!!” Een enorme klap volgt. Soep en brood vliegen op de grond. Ik word behoorlijk door elkaar geschud. “Wat gebeurt er? Zinken we?”, schiet het door m’n hoofd. Nog nooit ben ik zo snel aan dek geweest. Nee, we zinken niet, maar de Hallberg Rassy 352 ‘Watermaat’ is wel achteruitvarend ter hoogte van de kaartentafel naar binnen gevaren. Twee grote gaten in de romp ! Gelukkig geen persoonlijke schade, maar wel een enorme schrik. En helaas… het einde van mijn zeilvakantie en voor mij, tevens van het watersportseizoen 2003. En zo is mijn schip nu – onvrijwillig beland in Lelystad. Echter in afwachting van reparatie en van betere tijden in een nieuw vaarseizoen.
Jan van der Flier OPSTAPPERS OP DE GATEWAY IN ORWELL RALLY 2003 (1) Seaport Marina IJmuiden is op woensdagmiddag 27 augustus een kale boel. Er wordt gebouwd aan de natte Hiswa maar er zijn nog bijna geen jachten te zien. Passanten worden op een kluitje gedrukt aan de H-steiger maar waar zijn onze tochtgenoten? Met een beetje vragen blijkt er hier en daar eentje te liggen maar de meesten zijn nog niet gearriveerd. Pas op het palaver van 21.00 uur blijken er meer deelnemers aan de Orwell-rally te zijn en hebben enkelen gemeld nog onderweg te zijn na snelle reparaties in Amsterdam. De Oggi komt pas ’s nachts in IJmuiden aan en kan vrijwel gelijk door naar Engeland. De start op donderdagmorgen, om 10.00 uur, is bij windstilte en dus op de motor. Nog binnen de pieren valt bij de Best Buddies de motor uit. We slepen ze terug naar de haven.
De oversteek begint helemaal alleen buiten marifoonbereik met de groep is ook niks. Ook als er rond 16.00 uur genoeg wind komt om de zeilen te hijsen en de motor uit te doen komt er weinig verschil in de onderlinge posities. Intussen passeren we talloze schepen, vissersschepen en productieplatforms. De maaltijden worden in onze groep op eigen wijze bereid en genuttigd. Op de Aphrodite eten ze kaakjes en drinken ze water. Op de APJ bakken ze vette pizza’s in de oven. Wij eten goulash van Struijk. De Oggi is op dat moment even buiten marifoonbereik. Sommige mensen zonderen zich af voor het nuttigen van een maaltijd.
‘s Nachts
Teruggesleept naar marina IJmuiden Reparatie van de verstopte filters kan wel een paar uur gaan duren, als het al gaat lukken, dus we gaan toch maar zonder de Best Buddies. Tenslotte is onze zwager Peter Paternotte groepsleider en we varen mee op zijn schip, een Vancouver 34 met de naam ‘Gateway’.
De oversteek Voor mij en mijn broer Kees is het de eerste oversteek en voor ons wordt het ook de eerste nacht op zee. Bij de marifoonrondjes op de even uren blijkt onze groep redelijk bij elkaar in de buurt te blijven. De Aphrodite ligt in ons zicht, de Oggi soms ook en de APJ ligt een paar mijl vooruit en lijkt uit te lopen. De Best Buddies is uiteindelijk wel gestart maar later weer terug gevaren naar IJmuiden, het werd te laat en
Dan wordt het avond en gaan we de nacht in. De wind lijkt wat toe te nemen en de snelheid neemt ook toe tot zo’n 6,5 knoop. De nacht is helder. Schepen zie je van ver aankomen, de wind is regelmatig en zeegang zeker niet buitensporig (zegt Peter) en toch is het knap lastig om snelheid en afstand van het scheepvaartverkeer in te schatten. In de diepwater route is dat nog het minst moeilijk, ze gaan daar alleen maar van links naar rechts en omgekeerd. Na de diepwater route, die we precies op de splitsing kruisen, wordt het een stuk rustiger met het verkeer. De wind neemt in de loop van de nacht toe tot circa 25 knopen en onder dubbel gereefd grootzeil en deels ingedraaide yankee bij staande stagfok varen we zo’n 6-7 knopen door het water bij halve wind. Best wel pittig weer, zeiden Kees en ik tegen elkaar. We hoefden niet veel te doen. Sturen deed de windvaan, elk uur een positie op de kaart intekenen deed Peter meestal en na het marifoonrondje werden de posities van de anderen geplot. Bleef af en toe het trimmen van de zeilen en koerscontrole. Gelukkig bleef er veel
9
tijd over om te kijken, te kletsen en te snoepen. Vooral English winegums bleken aantrekkelijk. Van slapen kwam niet veel. Peter zat met twee onervaren bemanningsleden en ik was veel te onrustig om zomaar naar de slaap te vertrekken. Hooguit kon ik even blijven liggen in de zeekooi aan bakboord. Kees was verstandiger en sliep zowaar echt! Toch vond de ochtend bij het licht worden een redelijk fitte bemanning. Het werd spannend, zagen we de North-shipwashboei al? De anderen zaten er al vlakbij, vertelden ze. Alle schepen hadden een goede nacht gehad alleen op de Oggi had de schipper de giek tegen zijn hoofd gekregen en had mogelijk een hersenschudding. Het derde bemanningslid was zeeziek en de andere opstapper had zijn handen vol met het schip en de navigatie.
bij ons vrijwel verdwenen zijn. Alles zeer kleinschalig, uitgebreid antwoord op alle vragen, vaak alle artikelen ongesorteerd op de plank. Het verschil met de Seaport IJmuiden kan niet groter zijn. Ook de borrel boven in het lichtschip, met veel en hard praten en bier drinken en het buffet onderin het lichtschip, met veel en lekker eten en wijn drinken paste precies bij de sfeer en de gemoedelijkheid van zowel de Toerzeilers als de Suffolk Yacht Harbour Marina. En wat slaap je lekker en diep na zo’n overtocht en zo’n avond.
De terugtocht Hoewel het ieder vrij stond om de terugtocht geheel in eigen beheer te doen, vormde zich uit de groep IJmuiden-twee toch weer een klein flottielje met Aphrodite, Oggi en Gateway. Het twee-
Engeland De Engelse kust doemde op uit de schemering. Orfordness werd herkend. We bleken precies op het moment van kentering van het getij bij de Shipwashbank te zijn, beter kon het eigenlijk niet. Wel moesten we nu vrijwel plat voor de wind gaan varen maar door het meekrijgen van de stroom liep de snelheid op tot 7,5 à 8 knopen over de grond. Moesten we gijpen, een stormrondje misschien? Het viel mee. Na een paar uur tonnenzeilen, met een iets ruimende wind, terwijl we de kranen van Felixstowe al tijden in zicht hadden, konden we de aanloopgeul oversteken en de haven invaren bij Languard Point. Daarna zeilen strijken en naar de marina opstomen langs de schitterende oevers van de river Orwell. Suffolk Yacht Harbour is een belevenis op zich. Een box kregen we snel toegewezen. Kennelijk hadden ze op het havenkantoor een deelnemerslijst met de afmetingen van de schepen want ze vroegen niets en alles klopte. Op de wal een aantal winkeltjes en bedrijfjes op het gebied van watersport die
Suffolk Yacht Harbour aan de Orwell
10
“…met veel en lekker eten en wijn…” uurs marifooncontact werd ook weer onderhouden, het werd bijna routine. Wat op zaterdagmorgen om half acht BST begon als een gentleman’s ride, veranderde na enkele uren door het toenemen van wind en zeegang in een tamelijk wilde rit. Opnieuw reven en opnieuw aangelijnd, zelfs in de kuip. De wind werd buiig. Soms viel de wind weg en regende het een tijdje, soms trok de wind fors aan tot 26-28 knopen. Door de stroom zaten we toch al een stuk noordelijker dan de rechte koers naar IJmuiden en af en toe leek de wind ook nog iets te krimpen. Peter stelde daarom voor om naar Den Helder koers te zetten, ook omdat alle drie de jachten hun thuishaven op het noordelijk deel van het IJsselmeer hadden. Na wat heen en weer gemarifoneer werd besloten om toch maar naar IJmuiden te varen en het eventueel nog in
donker aanlopen maar voor lief te nemen. Met name de Oggi had haast wegens een sterfgeval in de familie van een der opvarenden en wilde op zeker spelen. Weer gingen we de nacht in. Maar nu waren we al over de diepwater route en leek het resterende stuk een kwestie van gewoon doorvaren. Dat was het ook wel, maar het kostte de nodige energie. Opnieuw was er veel scheepvaartverkeer buiten de doorgaande routes. Ook nogal wat moeilijk te identificeren knipperlichten, stilliggende bootjes, en snelle bootjes rond een fel verlicht drijvend platform. Daarnaast begon het slaapgebrek zijn tol te eisen. Even niet opgelet en daar vloog de gietijzeren braadpan met een restje lasagne vanaf het fornuis dwars door de boot tot onder de kaartentafel. Als je dan alles aan het wegvegen bent met een rol closetpapier in de hand geeft dat een extra dimensie aan het zeilen. Kees en ik hadden die nacht nogal eens de ervaring van Peter nodig om alle lichtjes naar hun bedreiging in te schatten. Als je moe wordt ben je ook onzekerder.
Voltooid De apotheose naderde met het licht worden. Door de zuidgaande stroom waren we niet zo opgeschoten als we ’s avonds hadden berekend. We hoefden dus niet in donker IJmuiden binnen te varen, al zagen we het al uren liggen voor de zon opkwam. Bij de nadering van de kust nam overigens de wind af tot ongeveer achttien knopen maar de golven werden korter en onregelmatiger. Met de schotjes in de kajuitopening, alle drie aangelijnd in de kuip en precies in de lichtenlijn werden we om 08.30 uur door de golven tussen de pieren van IJmuiden naar binnen gezet en daarmee was de Orwell-rally voor ons voltooid, maar niet voordat we hoorden dat alle leden van onze groep ook binnen waren. Ik zou nog een paar bladzijden met ‘lessons learned’ kunnen toevoegen, maar dat is meer voor eigen gebruik. Wel mag ik constateren dat voor mij deze tocht helemaal heeft voldaan aan de doelstelling van de Toerzeilers: Het samen met anderen ervaring opdoen met (zee)zeilen, van elkaar leren en het verleggen van eigen grenzen. Met oprechte dank aan Uiterton, het smaakt naar meer!
Kees van der Flier ORWELLRALLY 2003 (2) The Glorious Mud Als niet-zeiler met fanatieke zeilers in de familie kom je nog eens ergens: het begint met een tochtje op de Friese meren en via het IJsselmeer kom je terecht op de Waddenzee. Het is allemaal rustgevend en aangenaam en je zegt daarom ook niet direct neen als er voorgesteld wordt om aan de Orwell-rally mee te doen; weet jij veel. Dan komt het bericht dat er ingeschreven is en ga je eens informeren waarvoor je ingeschreven bent: er komt een enthousiast verhaal over een korte zeilrally naar Engeland (niks mis mee toch?) met een groep andere toerzeilers waarmee na aankomst ’s avonds in de UK smakelijk gegeten zal worden (kan dat?) aan boord van een voormalig lichtschip. Klinkt goed, dus je voelt nog steeds geen nattigheid. Op woensdagavond in de IJmuidense marina is het eerste palaver: je waant je in een andere wereld, één van stromingen, winden, koersen, marifonen en stuurautomaten; daar had ik allemaal nog nooit van gehoord op het Snekermeer; waar gaat dit
allemaal over? Je blijkt aan boord te zitten bij een groepsleider; wat betekent dat nu weer? Donderdagochtend weer palaver bij het kanon; geen nieuws, we vertrekken om 09.30 uur.
Met je zwager kom je nog een ergens
Schaapjes En zo geschiedde; vanaf 09.00 uur vertrekken de diverse schepen naar het westen, ook wij. Als snel kom ik er achter wat het betekent om groepsleider te zijn: één van onze schaapjes krijgt na een half uur
11
motorpech en wij slepen ze naar de jachthaven terug, verlenen wat motorische eerste hulp en laten ze vervolgens over aan een echte monteur. Wij varen om 11.15 uur nogmaals het zeegat uit. Hoezo flottielje? Er is geen schip meer in zicht. Geen schip, maar ook geen wind; met een pruttelende motor hobbelen we over de golven. Zittend in de zon dein ik lekker mee met de golven; het leven is zo slecht nog niet. Na verloop van enkele uren begint het wat saai te worden, maar daar heeft men gelukkig iets op gevonden: er steekt wind op. In een mum van tijd staan er 25 knopen op de windmeter, de golven worden veel hoger, de boot ligt scheef en ook de andere eigenschappen van een Noordzee-oversteek komen langzaam naar voren: naar het toilet gaan is een onderneming op zich, eten koken is lastig, af en toe valt er een bui en het geconcentreerd rondkijken blijkt vermoeiend; slapen is iets waar je alleen maar aan denkt; even dat zeilpak uit is al een genoegen. Het wordt kouder, donker en eenzamer. In de Deep Water Route wordt het heel apart: wat eerst een flinke zeilboot leek, blijkt nu een notendop, die van verschillende kanten benaderd wordt door schepen die veel groter, zwaarder en sneller zijn. En dan moet jij nog uitwijken ook! Gelukkig heeft het ook voordelen om groepsleider te zijn: je mag over de marifoon met anderen praten. Je hoort verhalen over zeeziekte, hersenschudding, kapotte zeilen en onmin aan boord. Snel tel je dan jouw eigen zegeningen en dan valt het allemaal wel mee.
mag en de mensen van de winkel en het kantoor doen hun best om het je naar de zin te maken. Ook de omgeving van de Orwell ziet er schitterend uit: glooiende heuvels, zeilboten aan moorings en heel veel vogels. ’s Avonds borrel en diner in het lichtschip en ja hoor, de verhalen komen los over de tocht. Tip voor nieuwelingen: leer wat jargon. Steeds moeten vragen “wat bedoel je?”, wordt ook vervelend. Het diner blijkt een uitstekend buffet te zijn en met behulp van wat wijn komen de tongen nog verder los. Dan blijkt ook al snel dat de je nog niet helemaal uitgeslapen bent: als er afgesproken wordt dat er de volgende ochtend vroeg gestart wordt, heb je plotseling veel haast om te kooi te komen. Het vertrek is inderdaad erg vroeg en als we de haven uitkomen zien we de Orwell in een andere pracht: laag water. Grote vlaktes “Glorious Mud” waar al die vogels op zoek zijn naar voedsel. Schitterend! U gelooft vast wel dat de terugreis veel leek op de heenreis. U gelooft vast ook wel dat ik blij was toen we weer in de sluis bij IJmuiden lagen. Het was soms afzien, het was soms saai, het was soms spannend, het was soms gezellig; het was in ieder geval een ervaring om nooit te vergeten.
Lichtstrepen Naarmate het later wordt, ga je meer achterom kijken: wordt het al wat lichter aan de horizon achter je? Langzaam komen de eerste lichtstrepen aan de hemel en zie je op een gegeven moment de containerkranen van Felixstowe voor je. Gelukkig, we zijn er bijna. Nou ja, bijna, nog even een uurtje naar de North-Shipwash, nog even een uurtje langs de Shipwashbank varen, nog even wachten tot de Stena Discovery voorbij is (die vaart helemaal niet zo snel als je er op wacht) en dan nog een uurtje de rivier op. Na een bijna doorwaakte nacht zie je niet veel van de omgeving en ben je blij dat je de Suffolk Yacht Harbour (SYH) binnen gaat. Biertje drinken, broodje eten en slapen! Verkwikt door de slaap ga je ’s middags eens rondkijken: een jachthaven zoals ze in Nederland waarschijnlijk niet meer zijn: rommelig, het lijkt alsof alles
12
Haven van Suffolk uit bij laagwater
Valentine Wikaart OVER VIER SCHEPEN BEMAND DOOR ACHTTIEN VROUWEN Onze buurman keek over de reling van zijn motorboot geamuseerd toe hoe ik bezig was om mijn zeilgarderobe, aangevuld met veiligheidsvoorzieningen, uit ons zeiljacht te halen. Een paar laarzen, een muts, een sjaal, een slaapzak, kaarten en naslagwerken maakten de puinhoop in de kuip compleet. “Zeg buurvrouw je gaat toch zeker niet weer met die ehh... vrouwenclub weg?” Nog voor dat hij het zich goed en wel realiseerde, was hij in een pittige discussie verzeild geraakt. Het dorp Werkendam, waarin wij beide wonen, staat bekend om zijn grote binnenvaartvloot. Veel echtparen zitten samen op een schip en hebben dan ook allebei hun papieren. “Wij mannen uit dit dorp zijn er aan gewend dat vrouwen schepen met een laadvermogen van 1.800 ton en 85 meter lengte net zo makkelijk afmeren als dat ze de was in de wasmachine doen.Wij doen dus ook niet mee met rare praat over enkel vrouwen aan boord van een jachie. Ik moet nog zien hoeveel mannen, zelfs uit dit dorp, het gewoon zouden vinden als er een binnenvaartschip voorbij kwam met een uitsluitend vrouwelijke bemanning”, was het verweer waarmee ik voorlopig de woordenstrijd in mijn voordeel besliste. Met een scheve glimlach moest mijn buur-
man toegeven dat dàt wel heel ongewoon zou zijn. De tweede man die dezelfde avond kritische geluiden liet horen, was mijn eigen man. We hadden opdracht gekregen allemaal uit te rekenen hoe laat we uit de diverse havens moesten vertrekken om op de meeste gunstige manier weer aan te komen. Met alle rekenarij van de afgelopen vakantie nog in het hoofd was dat een fluitje van een cent. Het feit dat er geen papiertje met aantekeningen voor nodig was, was aanleiding voor mijn man om me te vertellen dat ik deze opdracht niet serieus genoeg nam. Poeslief bood ik hem een papier en pen aan met alle tabellen, boeken en kaarten. Van mij mocht hij het controleren. Met een opmerking in de trant van “wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten”, schoof hij alles terzijde. Het werd tijd dat ik kon gaan zeilen…..
Argwaan Woensdagavond 3 september werden Boudina Kooi, Margo van Lent en ondergetekende verwacht aan boord van de Marjos II van José van Klaveren. Met de nodige argwaan bekeek de schipperse hoeveel tassen er aan boord gesleept werden en opluchting overheerst als toch alles een plekje heeft gevonden. Hebben we nu helemaal geen koekjes? Wie zou er zorgen voor eieren met spek? Zijn dat niet erg veel flessen wijn voor die paar dagen? Over één ding zijn we het eens: het boodschappenbeleid was niet helemaal wat je mag verwachten van vier vrouwen. De volgende dag werd door de vier deelnemende schepen gebruikt om van de respectievelijke thuishavens naar IJmuiden te varen. Veel motoren, enorme schepen op ons af zien komen (of was het toch een flat aan de waterkant) en allemaal tegelijkertijd in de zeesluis geschut worden. De haven van IJmuiden lag bomvol vanwege de Hiswa. Een bezoekje daaraan compenseerde in ieder geval het hoge liggeld, de enorme klauterpartij over al die schepen en de grote afstand naar de sanitaire voorzieningen. Het was op de meeste schepen al vroeg donker want morgen gaat al heel vroeg weer de wekker.
Verschillende weerberichten Achttien ‘gezeemancipeerde’ vrouwen
Ik ben geen ochtendmens en je vraagt je dan ook af waar je in hemelsnaam aan
13
begonnen bent als om 5.30 uur de wekker afloopt. Het is nog donker, koud en vochtig. Iedereen is opmerkelijk rustig. De ene omdat zij niet tegen dit vroege tijdstip kan en de andere omdat er toch wat kriebels omhoog klauteren. De tijden dat er bij mij sprake was van allebei liggen gelukkig achter mij. Ach arm degene die daar nu mee zit. Geen grapjes over de eieren met spek die we nog steeds niet hebben omdat gistermiddag de supermarkt gesloten was. Zwijgend luisteren we naar de diverse weerberichten. Ze zijn nog al verschillend. De kustwacht houdt het op variabel 2 tot 3 en mooi zonnig weer. De Engelsen zijn het eens over het weertype maar zij voorspellen windkracht 5 uit NW. Als ik zeker had geweten dat de Engelsen gelijk kregen, zou ik voorgesteld hebben om nog maar een uurtje terug te gaan naar bed. Maar wat is zeker weten als je aan het zeilen bent? Meteen na het palaver om 7.00 uur lieten we de haven achter ons. Ondertussen wisten we al zeker dat het met onze berekeningen wel goed zat want er volgde ons een hele armada van schepen. Buiten de pieren kregen we al meteen een lekkere wind. Uit het NNO weliswaar dus we zouden heel hoog aan de wind moeten varen. Margo had daar zo haar eigen oplossingen voor waar het gaat om de plaats van de grootschoot. Boudina, al helemaal gewend aan het sturen met een helmstok in plaats van haar stuurwiel, hield het roer stevig in handen en zo kon het gebeuren dat wij op het kleinste schip een ruime voorsprong opbouwden ten opzichte van de drie andere deelnemende schepen. Zo vlak langs de kust zeilen heeft toch wel wat. Bovendien bleef Margo de door haar zo geliefde kerktorens zien, plassenzeilster als zij is. We hadden het allemaal erg naar onze zin en dat veranderde niet toen na een flink aantal mijlen de andere schepen langzaam maar zeker begonnen in te lopen. Ik maakte mijn belofte rond lunchtijd waar door ondanks de helling van een procent of 30 toch naar binnen te gaan om voor iedereen een lunch op afroep te maken. De aantrekkende wind, ergens tussen de 4 en 5, zorgde ervoor dat we al op de kentering van het tij het Marsdiep in stoven. Wind en stroming veranderden het water in een borrelende soepketel. Met een meer dan tevreden gevoel liepen we al om 14.00 uur de haven van Oudeschild binnen. Dit hadden we toch maar geflikt. De moeilijkste opdracht voor die dag bleek nog te moeten komen.
14
Bemanning van de ‘Happy Days’ met de rap ‘Bruisende Betty’
Hilariteit Betty Hartog, al jaren gewaardeerd voor haar inzet onder andere voor de zeemancipatie, gaat de club tijdelijk verlaten voor het maken van een lange zeereis. Reden genoeg, zo dachten de overige commissieleden, om haar eens in het zonnetje te zetten tijdens de gezamenlijke avondmaaltijd. Terwijl Betty beziggehouden werd met een hele lange wandeling werd op alle schepen druk geploeterd op het maken van een liedje of een rap. De hilariteit vooraf was zeker net zo groot als de pret ’s Avonds bij het uitvoeren van deze vier juweeltjes voor de lichte Nederlandse muziek. De volgende dag stond de tocht Oudeschild-Enkhuizen op het programma. Rond 10.00 uur verlieten we de haven. Het weer was minder dan gisteren maar nog steeds niet slecht. De wind stond al met al voor de tocht naar Den Oever minder gunstig. Weer lagen we allemaal tegelijk bij de sluis. Wij kwamen als laatste aan en konden vrijwel meteen de sluis in, maar niet voordat er geconstateerd was dat op de andere schepen eieren met spek gegeten werd. Wij hadden ze nog steeds niet gekocht omdat er op de andere schepen zoveel eieren zouden zijn dat we daar wel wat van konden krijgen. Mooi niet meer dus….
Eieren met spek Omdat wij nog moesten lunchen nadat de sluis genomen was en de wind ondertussen gedraaid was, waren wij de bofkonten die vrijwel rechtstreeks koers kon zetten naar Enkhuizen terwijl de rest een grote slag had moeten maken. Niet alleen ruim voor
de anderen maar ook ruim voor de enorme regenbui waren wij dan ook binnen. Ook nu hadden we gekozen voor de optie gezamenlijk eten. De drukte in Enkhuizen was zo enorm dat er heel wat vrouwelijke charmes aan te pas moesten komen voordat we alle achttien een stoel hadden in hetzelfde restaurant. Zondagmorgen begon weer met het traditionele palaver voor de hele bemanning. Anneke Verbraak sprak ons nog even toe voordat ieder schip zijns weegs ging. Via het nieuwe naviduct kwamen we op het Markermeer in de mist terecht. Door de geringe wind werd de terugtocht deels op zeil, deels op motor afgelegd. Onderweg kwamen we een
andere vrouwelijke kapitein tegen op een Lemmeraak, ‘de Groene Draak’ genaamd. Haar dekpersoneel bestond overwegend uit mannen. Misschien moeten we haar eens op de hoogte brengen van de mogelijkheid tot zeemanciperen. Het schip van José werd door haar bemanning nog eens goed schoongemaakt voordat we de haven weer binnen liepen. Voor het laatste gezamenlijke drankje werd de wijnvoorraad van de schipperse aangesproken. We waren tevreden over onszelf en gaan allemaal door voor het T-shirt dat we kunnen verdienen als je voor het tiende jaar meedoet.
Jan van Ree MAKKUM-MAKKUMTOCHT De echte Makkum-Makkum-tocht zat er voor ons helaas niet in. Vanwege onze werkzaamheden op de vrijdag. Toch deden wij dit jaar mee om nog te profiteren van een tochtje over zee. Meestal komt het hierna er niet meer van. Zoals ook nu duiken we daarna vaak meteen weer de herfstperiode in. Het weekend van de Makkum-Makkumtocht was wat betreft het zonnige weer en de temperatuur ideaal te noemen. Wat betreft de sterkte van de wind kwam het neer op licht weer zeilen. Een spinaker zou geen overbodige luxe zijn geweest. Op vrijdagmiddag koersten wij vanuit Andijk richting Den Oever. Om vandaar nog met het allerlaatste stukje stroom mee naar Den Helder te zeilen. Omdat de wind zwak was moest de motor op bepaalde momenten worden bijgezet om op tijd aan te komen in Den Helder. Wij arriveerden daar om ongeveer 21.30 uur. Het palaver was al geweest en de stroom begon al aardig naar binnen te lopen. In het restaurant van de jachthaven maakten wij kennis met de andere toerzeilers. De volgende dag zaterdag was het palaver al heel vroeg. Er was weinig wind. De voorspelling was wat toenemende wind uit zuidwestelijke richting. En de stroom was ons gunstig gezind. We hadden de stroom mee op de Noordzee en we hadden tot 16.00 uur de tijd, dan zou de stroom pas weer gaan tegen lopen in het Stortemelk. Met wat heiig weer vertrokken wij vanuit Den Helder. Alle toerzeilers gingen ons voorbij. Dit kwam omdat wij de motor niet
zo hard hadden staan. We wilden zeilen, maar waar was de wind. Bij de aanloop van het Molengat ging bij ons de zeilen omhoog. De motor ging uit en met een slakkengangetje spoelden wij het Molengat in.
We verloren de overige toerzeilers uit het oog. We werden zelfs nog opgeroepen per marifoon of wij wel doorgingen. Klein foutje van ons. We hadden geen marifoon aan staan. Dus dit hoorden wij pas achteraf. De wind begon inmiddels wat toe te nemen en kwam er van achteren in. Uitgeboomd als het melkmeisje kwamen wij redelijk op snelheid. Gemiddeld zo’n 3,5 knoop. Je zit dan een beetje in twijfel. Wat doet de wind wordt het meer of nog min-
15
der. Moet de motor erbij of niet. We besloten het maar over te laten aan de natuur en bleven gewoon zeilen. Het ergste wat ons kon overkomen was dat we de stroom tegen zouden hebben als we te laat zouden aankomen bij de aanloop van het Stortemelk. Tot de EG-kardinaal was het in ieder geval mogelijk om te blijven zeilen. Daar aangekomen begonnen we te rekenen. We kwamen tot de conclusie dat we het niet zouden halen onder deze omstandigheden. We maakten een scherpe koers vanuit de EG richting de S-melk, een ton niet zo ver van de kust vandaan. Zodat wij niet een al te grote hoek hoefden te maken met de aanloop van het Stortemelk. En toen een wonder boven wonder begon de wind aan te trekken en op een gegeven moment liepen wij zelfs vijf knopen. Alles liep verder naar wens en rond 16.00 uur liepen wij de havenhoofden aan van Vlieland. Net toen het tij dood was. Men had ons niet meer verwacht! Dit vanwege het niet gelukte marifooncontact, nogmaals een beetje slordig van ons. Na een wandeling over het eiland te hebben gemaakt, wat gedronken te hebben en een spelletje schaak in de buitenlucht te hebben gespeeld, gingen wij ‘s avond gezamenlijk
uit eten met de toerzeilers. Leuk was ook dat ik een opstapper aan boord had, die nog nooit op de eilanden was geweest. Een motorrijder die zei, ik heb daar niets te zoeken. Een beetje gas en je zit zo aan de ander kant van het eiland. Hij vond het echter zo leuk dat hij besloot nog een keer terug te komen.
Geluk De volgende dag, zondag , mochten wij van de Toerzeilleiding Gijs uitslapen. Het palaver zou pas om 11.00 uur zijn. Dit van-
16
wege de stroom. Er was geen haast want het Schuitenzand waar wij over heen zouden gaan was voor de meeste schepen pas een haalbare kaart rond 14.30 uur. Er zou daar dan zo’n 170 cm water staan. Na het palaver vertrokken wij , er stond volgens de Brandaris ter plekke een stevig NNW windje 5. Later op de dag zou deze krimpen naar ZW en toe nemen tot 5 á 6. Geen leuke gedachte als je dan vanuit Kornwerderzand naar Andijk moet. Enfin we dachten zo van nu hebben we de wind lekker mee. En daarna zien we wel verder. Toen we buiten waren, was er helaas geen windkracht 5. Het was windkracht 0. Wel golven, dus de zeilen moesten weer naar beneden, want alles stond maar te klapperen. We hebben de motor aangezet tot de Vliestroom. Daar aangekomen was het water rustiger en werden de zeilen weer gehesen. Nu hoog aan de wind en kruisend op het Inschot zeilden wij richting Schuitenzand. We hadden alle tijd want het zou pas om 17.30 uur HW Harlingen zijn. Dit tochtje duurde vrij lang want rond 19.00 uur gingen wij pas door de sluis van Kornwerderzand met nog enkele andere toerzeilers. Om 19.30 uur verlieten wij de sluis en wij hadden geluk. De wind was OZO rond kracht 3 a 4. En met 4,8 knopen koersten wij regelrecht aan op de KR 9, die wij rond 22.30 uur passeerden. Fantastisch zo’n avondtochtje. Helemaal alleen op het IJsselmeer en dan die sterrenhemel. En de discussie kwam op gang over de sterren van de Grote Beer op 80 lichtjaren afstand. En wij uitrekenen met de rekenmachine hoe lang een verkeersvliegtuig daar over zou doen met een snelheid van 900 km/h. Zo van 300000x3600x24x365x80 km/900 is zoveel uren is zoveel dagen is zoveel jaar. En dan moet je ook nog terug. Rond middernacht kwamen wij in Andijk aan. De tocht was perfect verlopen. Wat weinig wind. Maar achteraf viel het toch wel mee. Vanuit Kornwerderzand naar Andijk hadden wij weer helemaal kunnen zeilen. Het aantal motoruren bleef beperkt. Het was wel laat geworden. Ik was s’nachts om 01.30 uur thuis. En de volgende dag moest ik er weer uit om 6.30 uur. Dus een korte nacht. Graag een verzoek aan de leiding voor de volgende keer: alstublieft een keuze van LW wat eerder op de ochtend.
Klaas de Maijer BONTEKOETOCHT 2003 Zaterdag 6 september rond de klok van acht uur. Het is redelijk weer, windverwachting zuidelijk 4, mogelijk 5 Beaufort. Misschien een bui. Bij enkele startplaatsen ligt een tiental zeiljachten ongeduldig te wachten tot het kloksignaal 8 slagen geeft. Er kan dan weer gestart worden voor de jaarlijkse Bontekoe tocht. Elk jaar staat begin september deze klassieker op de agenda. Na inschrijving ontvangt men de routekaart, een logblad en een deelnemerslijst. Er zijn 5 routes met hun bijbehorende startplaatsen, de routes zijn allen op het Markermeer, het zuidelijk IJsselmeer. De eindbestemming is, zo als het hoort bij de Bontekoetocht, het beeld van de jongens van “De Bontekoe”. Dit beeld is inmiddels reeds door vele toerzeilers bewonderd tijdens een wandeling langs de haven. Men dient de uitgestippelde route te volgen en het bijgevoegde logblad zo zorvuldig mogelijk in te vullen. Hierdoor kan met zich oefenen in het bijhouden van het logblad en het plannen van een tocht met verschillende rakken. Het logblad kan men desgewenst na afloop ter controle afgeven bij de tochtcommissie. Indien de wind en de omstandigheden zodanig zijn dat de ongeveer 40 zeemijl per uitgezette route niet uitgevaren kunnen worden, dan dient men de tocht zo in te korten dat toch rond 16.00 uur de H2 bij Hoorn aangelopen kan worden. Iets ten zuiden van de H2 lag de ‘Liberty’ voor anker, met aan boord Wiegert Tierie. Hij stond, net als vorig jaar, weer met de
fotocamera in aanslag om in de nabijheid van de haven van de deelnemers een serie foto’s te nemen. De foto’s worden binnenkort zowel in print als digitaal ter beschikking gesteld. Het biedt een aardig aandenken aan de tocht. Na het afmeren is van alle schepen de verstaging gecontroleerd. Het blijkt dat op de meeste schepen het staand wand wel iets strakker kan. Vaak staat er ook niet voldoende druk op het achterstag. De tocht werd afgesloten in de haven van de WSV Hoorn. Hier kon men desgewenst deelnemen aan het gezamenlijke diner en ook dit jaar heeft de kok een uitstekend buffet verzorgd. Gedurende het prima verzorgde diner is er altijd voldoende gesprekstof. Zo’n enerverende dag en de zomervakantie nog vers in het geheugen bieden voldoende basis voor inspirerende verhalen. Tijdens het diner, dat gezamenlijk met de deelnemers van de open Nederlandse X99 kampioenschappen werd genuttigd, was er nog een moment van gepaste stilte voor een overleden bemanningslid. Tijdens de wedstrijd is daar iemand aan een hartinfarct overleden. We wensen de familie veel sterkte. Er is een viertal logbladen ingeleverd ter controle. Deze zijn over het algemeen redelijk tot uitstekend ingevuld. De logbladen worden later voorzien van een zeilen certificaat weer retour gezonden aan de deelnemers. Na een welverdiende nachtrust kon de zondag weer gebruikt worden voor de terugreis. Deze dag begon met een aarzelend windje, die later nog toenam zodat er ook op de terugreis nog redelijk gezeild kon worden. Een perfect weekend!
Nicole van de Wall Verslag MTC trainingsdag 2003
Bibbers
Zondag 28 september 2003, de dag waarop een behoorlijke ploeg toerzeilers, zich aangemeld had voor een maritieme training op de Maasvlakte. Dit was aangeslingerd door de Uitertonners, waarvan Marco de gehele dag aanwezig was en een enorme geestelijke steun betekende (vooral als je een net in moest klimmen en ondertussen van hem moest lachen voor de camera…). In totaal werden die bewuste zondag ca. 70 mensen uit allerlei hoeken van het land afkomstig, zinvol beziggehouden.
Zondagochtend werden wij ontvangen in een restaurant, een koffietafel met broodjes stond voor ons gereed, dit zou de laatste maaltijd worden tot na de evaluatie om 18.00 uur. Na het uitreiken van duikpakken en schoentjes gedurende het koffiedrinken, werd daarna kort verteld wat er gedaan zou worden die dag, vervolgens een video vertoond en praktische info gegeven. De toerzeilers werden in twee groepen opgedeeld; de ene groep ging eerst een vrije val maken met een ontsnappingsboot voor een boorplatform, de
17
anderen begonnen gelijk in het zwembad. Koelbloedig had ik mij bij de inschrijving opgegeven voor de vrije val, want, werd mij door zeebonken ingefluisterd, dit is het leukste om te doen. Ja leuk, totdat je echt naar boven in die toren moet klimmen en in het bootje moet kruipen, dan komen de bibbers toch opzetten. Eenmaal helemaal vastgezet binnen, hou je de moed erin, uiteindelijk doe je dit voor je lol, toch?! In alle eerlijkheid; achteraf zag ik er meer de “fun” van in dan vooraf, wij kwamen gelukkig allemaal met een brede lach eruit. Volgende keer hoger?!
MTC-zwembad met zeven oefeningen De trainingsdag was dus goed begonnen. In totaal was er in het zwembad een parcours uitgezet van zeven verschillende oefeningen die je eerst ging oefenen onder rustige omstandigheden. Na de middagpauze zou het adrenalinepeil opgevoerd worden en zou er een storm gesimuleerd worden. Gehesen in dikke duikpakken, begon onze groep met een frisse duik in het buitenwater. Op een veerboot is het altijd lachen als je die knaloranje reddingsvesten ziet, ze zien er een beetje belachelijk uit, maar in geval van nood betekent het overleven of niet. Allemaal waren wij met het vest toch wat onhandig, in het water werd je letterlijk omhoog gestuwd en bij het klimmen in een net en later een trap, beperkte het je bewegingsvrijheid. Wel van geleerd, zoals eigenlijk de hele dag het geval was.
van een rubberboot, een helicopter/autocrash (je ging echt op de kop in het water), een reddingsvlot in klimmen, wat helemaal niet meevalt, plus het keren ervan, opgetakeld worden uit het water met een zog. “helicopter-sling” en natuurlijk in het water springen van grote hoogte. Wat opviel is dat je in het begin onwennig tegenover elkaar bent, maar naarmate de dag vordert, begin je als een team te functioneren en ook op elkaar te rekenen. Na een veel te korte pauze, werden de lichten uitgedaan en werd het spannend gemaakt doordat de windgeneratoren aangezet werden en er een gigantische golfslag kwam. Dit was een punt waarop een aantal mensen afhaakte, de hele dag vergde toch al veel van je conditie en spieren. Het hele parcours werd nu nogmaals doorlopen met iets aangepaste oefeningen. Ging het zwemmen in het begin met reddingsvest onhandig, nu werd het nog moeilijker. Zelf dacht ik op een gegeven moment dat ik verdronk, dus tip voor de volgende keer: doe dit niet als je verkouden bent. Ook een vlot of een net inklimmen ging niet echt meer van harte… Met de hele groep toerzeilers hebben wij met de instructeur na afloop geëvalueerd. Iedereen had een vermoeiende, maar te gekke, enge, leuke, spannende dag gehad. De enige opmerking is dat de meeste mensen geen 25-persoons reddingsvlot aan boord zullen hebben, terwijl dat het vlot was waar mee geoefend werd. Er bestaat ook een dag met overleven op zee wat georganiseerd wordt door dezelfde duikschool; gelet op de reacties zou dit een optie kunnen zijn voor volgend jaar?
Helicopter-sling Verder in het zwembad werden er verschillende oefeningen gedaan; dit waren onder andere een drenkeling binnenboord halen
18
Riemen vast voor helicoptercrash
PLANOLOGIE W.P. van Erven Dorens VEILIGHEIDSBELEVING De werkgroep Veiligheid van het Watersportberaad concludeerde onlangs dat het merendeel van de ernstige ongevallen die jaarlijks gebeuren, het gevolg zijn van onoplettendheid en onachtzaamheid. De werkgroep kwam met enkele aanbevelingen als het instellen van een marifoonplicht op een aantal drukke wateren en het starten van een voorlichtingscampagne. Vooralsnog wordt het niet opportuun geacht om een vaarbewijsplicht in te voeren.
Subjectief Ook andere instanties besteden aandacht aan de veiligheid op het water. Zo verscheen er in juni 2003 een Samenvatting Veiligheidsbeleving Randmeren, samengesteld door drie medewerkers van de Bouwdienst van Rijkswaterstaat. In 23 interviews met vaargeulgebruikers (waaronder negen toervaarders) werden de veiligheidsbeleving en gewenste maatregelen voor vermeende knelpunten geïnventariseerd. Maar ik denk dat dit niet de juiste weg is om tot werkelijke verbetering van de veiligheid te komen. Veiligheidsbeleving is wat verkeersdeelnemers denken dat veilig is en dat hoeft niet noodzakelijkerwijs te sporen met de werkelijkheid. Jongens van zeventien jaar die met opgevoerde brommers - zonder helm - door het verkeer crossen, beleven dit ook als veilig en zij menen dat hun niets zal overkomen. Dat is hun (subjectieve) veiligheidsbeleving. Toch is er elke week wel een ernstig ongeval met blijvend letsel of dodelijke afloop. Willen we werkelijk de veiligheid verbeteren, dan is een systematische en rationele benadering van het probleem nodig.
gen, waar het overigens nu nog verkeert. En veiligheid is niet anders dan een kwaliteitsprobleem. Zijn aanpak in zes stappen is in het kort als volgt: Stap 1 In brede kring (in ons geval in de watersportwereld) de overtuiging vestigen dat verbetering (van de veiligheid) wenselijk en ook mogelijk is. Stap 2 Een Pareto-analyse uitvoeren om vast te stellen welke de belangrijkste oorzaken van ernstige ongevallen zijn. Hij noemt dat de scheiding van de vital few uit de trivial many. De volgende stappen beperken zich dan tot de vital few voor maximaal resultaat. Stap 3 Mobiliseren voor een doorbraak in kennis. Hij maakt onderscheid tussen een stuurgroep die richting geeft aan het onderzoek en die uiteindelijk de conclusies trekt en de actie initieert, en een diagnose (werk)groep die feiten verzamelt en onderzoek en experimenten uitvoert. De uitkomst is een aantal acties of gedragsregels om de veiligheid belangrijk te verbeteren. Stap 4 Doorbreken van het bestaande cultuurpatroon om de geesten rijp te maken voor effectieve acties en een ander gedrag. Dit is vaak de moeilijkste stap want mensen zijn eigenwijs, behoudend en gemakzuchtig. Stap 5 Doorvoeren van effectieve acties en doorbraak in het prestatieniveau. (in ons geval: een duidelijke vermindering van het aantal ongevallen).
Zes stappen
Stap 6 Handhaven van het bereikte veiligheidsniveau.
Kwaliteitsgoeroe J.M. Juran bepleit in zijn boek Managerial Breakthrough een aanpak voor het oplossen van kwaliteitsproblemen, gebaseerd op langjarige ervaring. Juran was namelijk lid van het team van Deming, dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog het kwaliteitsniveau van de Japanse industrie aan de top wist te bren-
Indien het ons werkelijk menens is met het oplossen van veiligheidsproblemen op het water, dan zullen we een dergelijke effectieve aanpak moeten hanteren. Zo niet, dan blijft er een oeverloze discussie over willekeurig gekozen al of niet effectieve acties.
19
A.W. de Ruyter van Steveninck KORT PLANOLOGISCH NIEUWS Rijkswaterstaat gaat onderzoeken of de drie nog in bedrijf zijnde bemande vuurtorens op de Waddeneilanden (op Schiermonnikoog, Ameland en Terschelling) kunnen worden afgestoten en een centrale post op de wal het werk kan overnemen. De Raad voor de Wadden is het daarmee volstrekt niet eens en wil uit overwegingen van veiligheid het aantal bemande vuurtorens juist uitbreiden. (Schuttevaer, 2 augustus, Leeuwarder Courant, 7 augustus 2003). De coördinator van Staatsbosbeheer op Terschelling meent dat sommige van de zeilers van boten die droogvallen op het Wad (voor een proefperiode van 4 jaar toegestaan, zie TZ 185, 186, 187) een plaag zijn voor de vogels. Ze vieren luidruchtig feest, laten honden los en banjeren door de broedplaatsen. Men probeert ze te bekeuren maar de boten zijn vaak moeilijk bereikbaar. (Leeuwarder Courant, 31 juli 2003). De aanleg van een nieuwe jachthaven in het Reitdiep bij de stad Groningen (zie TZ 181 en 187, MUP-BRTN) loopt gevaar te worden afgeblazen wegens een conflict tussen de gemeente en de projectontwikkelaar over de betaling van het jaarlijkse exploitatietekort dat geschat wordt op € 2 miljoen. (Schuttevaer, 2 augustus 2003). Uit eerste gesprekken met betrokken instanties concludeert de gemeente Smallingerland dat het idee om een meer bij Oudega aan te leggen (TZ 186) goed is ontvangen. Voor onderzoek naar mogelijkheden en effecten van dit plan trekt de gemeente nu € 125000 uit. (Leeuwarder Courant, 10 juni 2003). De haven van Oude Zeug zal binnenkort worden uitgebaggerd, zo heeft de gemeente Wieringen bekend gemaakt. (Schuttevaer, 21 juni 2003). Het eerder aangekondigde plan voor een nieuwe jachthaven in Hoorn (TZ 179) bij de Schelphoek blijkt haalbaar, na een onderzoek in opdracht van de gemeente, door de Grontmij. De haven zal 500 ligplaatsen
20
omvatten, met uitbreidingsmogelijkheden tot 800. In oktober krijgt de gemeenteraad het voorstel € 1 miljoen als voorbereidingskrediet ter beschikking te stellen. De totale investering wordt geschat op € 21 miljoen. (Dagblad voor West-Friesland, 13 septembert 2003). De gemeenten Almere en Amsterdam, de ANWB, Natuurmonumenten en wellicht Rijkswaterstaat gaan onderzoek doen naar de toekomst van het IJmeer. Almere heeft plannen om buitendijks te gaan bouwen en wil ook een spoorverbinding over het IJmeer. (Schuttevaer, 14 juni 2003). Na diverse positieve en negatieve berichten over het op een kier open zetten van de Haringvlietsluizen (TZ 183, 185, 187) komt nu het bericht dat staatssecretaris Schultz van Haegen nauwelijks aan het project lijkt te hechten. Zij wil ervoor maximaal € 35 miljoen ter beschikking stellen; de rest moet maar van de provincie Zuid-Holland en het waterschap Goeree-Overflakkee komen. De dijkgraaf daarvan heeft overigens al laten weten dat de grote droogte van deze zomer noopt tot voorzichtigheid. Het Haringvliet is het grootste zoetwaterreservoir van zuidwest Nederland waaruit vele instanties en zelfs het Westland zoetwater halen. Slechts minister Veerman van LNV steunt nog het project. (Provinciale Zeeuwse Courant, 22 augustus, 10 september, 19 september, 2003). De directeur van Marina Port Zélande is van mening dat de aanleg van een tweede brug over de Grevelingensluis bij Bruinisse (zie TZ 187, MUP-BRTN) een lapmiddel is voor het tegengaan van verkeersopstoppingen, zowel op de weg als op het water, en zoekt de oplossing in een aquaduct onder het sluiscomplex. Verder pleit hij voor een sluis in de Brouwersdam, ter ontlasting van de Grevelingensluis. (Provinciale Zeeuwse Courant, 11 juli, 2003). Minister Peijs van V & W heeft bij de presentatie van haar eerste begroting de weg N57, met een aquaduct onder het kanaal in Middelburg, gehandhaafd. De aanleg is voorzien in de periode 2006-2010. (Provinciale Zeeuwse Courant, 22 september, 2003).
Staatssecretaris Van Geel van VROM meent dat dertien procent van de vervuiling van het oppervlaktewater afkomstig is van de pleziervaart. (Gelderlander, 19 juni 2003). Beleidsmedewerker Integraal Waterbeheer van de provincie Zuid-Holland Oome pleit voor de snelle invoering van een lozingsverbod van vuil water door de pleziervaart nu er inmiddels 250 inzamelstations voor vuilwater zijn gerealiseerd. (De Water, augustus 2003). In opdracht van de provincie NoordHolland gaat Waterrecreatie Advies uit Lelystad via een enquête het vaargedrag en de motieven van watersporters langs de Noordzeekust onderzoeken, inclusief de relatie met IJsselmeer, Waddenzee en Delta. Eén van de vragen zal betrekking hebben op de mogelijke behoefte aan extra jachthavens langs de kust. (Noordhollands Dagblad, 15 juli 2003).
Na het afwijzen van een windmolenproject in de Belgische territoriale zee, Fina Eolia, ten N. van de vlakte van de Raan (TZ 187), is nu een concessie verleend voor de bouw van een windmolenpark op de Thorntonbank, 37 kilometer de Belgische kust. Het zal bestaan uit 60 turbines. (Schuttevaer, 19 juli 2003). Staatssecretaris Van Geel van VROM heeft van de Europese Commissie toestemming gekregen het commerciële windmolenpark E-Connection fiscaal te ondersteunen. Dit park is gepland op 24 kilometer van de Noordzeekust ter hoogte van IJmuiden en zal 60 windturbines omvatten. Dit park dat € 275 miljoen zal kosten kan pas renderen als de investeerder ten volle kan profiteren van de fiscale voordeelregeling van het ministerie. Het kan eind 2004 klaar zijn. (Schuttevaer, 3 september 2003).
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE Jaap Kos NOGMAALS GPS-ENQUETE Tijdens navigatiecursussen en andere NVvT bijeenkomsten is ons gebleken dat het gebruik van de GPS aan boord voor vele leden toch nog wel wat geheimen kent. Omdat wij niet precies wisten waar de moeilijkheden voor iedereen liggen, hebben wij in Toerzeilen 186 een GPS-enquête gepubliceerd. Deze was ook te vinden op de website www.toerzeilers.nl. Dat laatste bleek een groot succes, want wij hebben vrijwel alle enquêtes via internet ontvangen. Wij willen dan ook vanaf deze plaats iedereen bedanken die hieraan heeft meegewerkt. Het heeft ons voldoende inzicht gegeven waar de problemen voor de meeste mensen liggen. Daarom hebben besloten deze winter op twee plaatsen, te weten in het midden en noorden van het land, bijeenkomsten te houden waar de - in de enquête genoemde – GPS-begrippen worden besproken en tevens wordt ingegaan op het praktisch gebruik van de GPS. U leest hierover meer in het Evenementenbulletin in Toerzeilen.
Anoniem Een aantal mensen heeft bij het veld ‘opmerkingen’ in de enquête een vraag gesteld of een opmerking geplaatst waarop men kennelijk antwoord verwacht. Helaas is dat voor ons niet mogelijk. De enquêtes zijn anoniem om uw privacy te beschermen. Weliswaar heeft u uw lidmaatschapnummer en postcode vermeld, maar wij kunnen aan de hand daarvan alleen controleren of u werkelijk NVvT lid bent. Heeft u een vraag over de in de enquête genoemde begrippen of gebruik van de GPS dan nodig ik u uit om u in te schrijven op één van de twee genoemde bijeenkomsten. U krijgt daar uitgebreide uitleg over alle begrippen en u kunt ook vragen stellen. Heeft u een andere vraag dan kunt u deze telefonisch of per email stellen aan de commissie Z&N. E-mail heeft de voorkeur, het emailadres is:
[email protected].
Koppeling GPS aan… Veel vragen in de enquêteformulieren gingen over koppeling van GPS aan andere
21
apparatuur zoals stuurautomaat, laptop, kaartplotter en marifoon. Wij willen nadrukkelijk stellen dat het onderwerp ‘koppeling van GPS aan andere apparatuur’ op de genoemde bijeenkomsten NIET aan de orde komt. De reden daarvan is dat de vragen vaak zeer specifiek zijn. Veelal in de trant van: ‘Hoe koppel ik GPS merk A aan stuurautomaat merk B?’. Dat is voor mensen die niet precies hetzelfde probleem hebben niet interessant. Bovendien wordt het verhaal voor de overgrote meerderheid al snel te technisch. U kunt dit
soort vragen echter altijd per e-mail stellen. Bedenk echter wel dat voor het koppelen van apparatuur wel enig (elektro-)technisch inzicht noodzakelijk is. Als u zich verre houdt van aanpassingen aan de elektrische installatie aan boord en uw activiteiten beperkt blijven tot het verwisselen van een navigatielampje, houdt u dan ook verre van het koppelen van apparatuur en schakel een gespecialiseerd bedrijf in. In het Evenementenbulletin in Toerzeilen kunt u dus meer lezen over de GPS-avonden.
Jaap Molenaar bezoeken.(zie het Evenementenbulletin).
NAVIGATIECURSUSSEN – WINTER 2003-2004 Steeds meer landen eisen voor het varen in hun wateren een ICC (International Certificate of Competency), zie TZ 185. Voor het afgeven door de ANWB voor het varen in de Coastal Waters (kustwateren) moet een afschrift van het diploma TKN (Theoretische Kust Navigatie) overgelegd worden. Toerzeilers kunnen door zelfstudie in het bezit komen van het TKN-diploma door onderstaande richtlijnen te volgen: - Schaf het cursusboek Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk, 7e druk aan. (Toni Rietveld, Adelbert v. Groeningen, Uitg.Hollandia, ISBN 90 6410 344 5, prijs € 29,50) - Bestel het begeleidende cursuspakket door overmaken van € 10,- op rekening 9600498 t.n.v. J. .Molenaar, Hoorn met vermelding van lidmaatschapsnummer en volledig adres. U krijgt dan een examen inschrijvingsformulier en een syllabus met examenstof, examenaanwijzingen en aanvullingen toegezonden en hoe u de benodigde 3 oefen(les)kaarten en oefenbundel examenvragen kunt bestellen. - Het verdient aanbeveling een NVvT Basis Navigatiecursus (zie de aankondigingen in het Evenementenbulletin), Klein Vaarbewijs 2 of overeenkomstige kennis als ondergrond te hebben; u bent dan bekend met de basis begrippen en het praktisch gebruik van passer, kompas en parallellineaal of plotter. Bezoek eventueel een Meteo avond. - Examentraining is mogelijk door een examen oefen(zater)dag of -avonden te
22
Het is eveneens goed mogelijk door zelfstudie in het bezit te komen van het GMDSS MARCOM-B certificaat door onderstaande richtlijnen te volgen: - Schaf het cursusboek Marifonie Basiscertificaat en GMDSS module B, 11e druk aan. (ANWB uitgave, ISBN 90-18-0172-64, prijs € 16,95) - Bestel het begeleidende cursuspakket door overmaken van € 15,- (als u in het bezit bent van het Basiscertificaat € 12,50) op PB rekening 9600498 t.n.v. J. Molenaar, Hoorn met vermelding van: volledig pakket of module B, lidmaatschapsnummer en volledig adres. U krijgt dan een pakket toegezonden, inhoudende een uitgebreide syllabus met examenlesstof, examenaanwijzingen en aanvullingen; een bundel met oefenexamenvragen Basis Certificaat en/of GMDSS-B; de benodigde examen aanmeldingsformulieren. (Als u opgeeft van de 10e of oudere druk van het cursusboek gebruik te maken ontvangt u enige wijzigingen en aanvullingen op de 10e druk en fotokopieën van het hoofdstuk Nautisch Engels, dat in de 11e druk opgenomen is.) - Voor nadere uitleg en examenoefening kunt u een ondersteunings- en examentrainingsavond of zaterdag bezoeken. (Zie de aankondigingen in het Evenementenbulletin) Het is noodzakelijk dat u het cursusboek bestudeerd heeft. De syllabus en examenbundels zijn ook op die dag of avond verkrijgbaar.
KANAAL 16 ALS OPROEP- EN UITLUISTERKANAAL Er gaan geruchten dat het wereldwijd gebruik van kanaal 16 als oproep- en uit-
luisterkanaal van 1 februari 2005 verlengd wordt tot 1 februari 2008. Hier is officieel (bij Kustwacht en IMO) nog niets van bekend, maar de tendens naar verschuiving van deze datum is er wel. De datum 1 februari 2005 blijft dus (voorlopig) voor de zeegaande pleziervaart de datum voor omschakeling op DSC. (Bron: de Ned. Kustwacht). Veel Toerzeilers kunnen dus nog even wachten met de aanschaf van DSC apparatuur. Kanaal 16 is het kanaal voor afhandeling van alle nood-, spoed-, en veiligheidsverkeer, tevens blijft kanaal16 het oproepkanaal voor schepen die niet onder het GMDSS vallen, dus pleziervaart en wordt door de kustwacht en de scheepvaart verplicht uitgeluisterd op kanaal 16, onafhankelijk van het feit of schepen al of niet onder het GMDSS vallen.
DATA NAUTISCHE EXAMENS WINTER 2003-2004 (SLUITINGSDATUM INSCHRIJVING) Klein Vaarbewijs 1 en 2 en Basiscertificaat Marifonie (tarief € 68,- incl BTW) - 15 november 2003 (17 oktober 2003) - 7 februari 2003 ( 9 januari 2004) - 17 april 2003 (19 maart 2004) - 19 juni 2003 ( 22 mei 2004)
Examenplaatsen: bij voldoende deelname in: Alkmaar, Amsterdam, Dordrecht, Eindhoven, Groningen, Heerenveen, Nieuwegein, Nijmegen, Roermond, Roosendaal, Rotterdam, Rijswijk (ZH), Tilburg, Vlissingen, Zutphen en Zwolle. GMDSS – Module B (Marcom-B) (in bezit van het Basis Certificaat) tarief € 68,- 13 december 2003 te Zeist (29 november 2003) - 20 maart 2004 te Amsterdam ( 6 maart 2004) - 15 mei 2004 te Amsterdam ( 2 mei 2004) Combi-examen Marcom B (Basis Certificaat + Module B) uitsluitend via de zeevaartscholen. TKN (volledig of verkort) Tarief volledig € 80,- ; verkort € 72,- ; Herexamen € 70,-; (KNWV-leden korting). Bezitters Klein Vaarbewijs 2 en Groot Vaarbewijs 2 kunnen een aanvullend, verkort examen afleggen. - 13 december 2003 (29 november 2004) te Zeist - 3 april 2004 (20 maart 2004) te Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen en Drachten (of Heerenveen)
LEDENADMINISTRATIE Hans Groenestein
23
24
ERVARINGEN Marc Couwenbergh “WAT DOE IK HIER?”... interview met Wim Geradts Zeiler Wim Geradts (68) zeilt niet meer. Twee jaar terug brak hij een zorgvuldig voorbereide solozeiltocht af die hem naar de Shetlands had moeten brengen. Midden op de kille Noordzee nabij het Rijnveld met weinig wind en omringd door nevels, vroeg hij zich ineens af: “Wat doe ik hier eigenlijk?”. De gedachte dat er zo nog acht weken voor hem lagen, kon hij niet aan. Hij startte de motor, voer naar Lowestoft en vervolgens naar huis. Later maakte hij nog wel eens een kort tochtjes. Ook bereidde hij in het winterseizoen zijn schip, een Sturgeon 22, voor op een nieuw seizoen. Er kwam nog een toch naar Engeland, hij zeilde nog over de Westerschelde waar hij nooit eerder was geweest en ook de Wadden werden weer aangedaan, maar het oude plezier in het zeilen was en bleef weg. Terug van de Wadden zette hij zijn schip te koop en drie dagen later was het verkocht. “Ik was klaar met zeilen”, aldus Wim Geradts. In de daarop volgende maanden bleek dat dit laatste toch niet helemaal het geval was. Hij verlangde terug naar ‘de dagenlange glorieuze zeetochten van weleer en de gelukzaligheid als de wind in de zeilen valt en de boot opgewekt vaart maakt’. “Ik kauwde en kauwde op een gat.” Geradts die van professie journalist en voorlichter is, ging interviews maken met gedreven zeilers die ook gestopt waren om uit te vinden hoe die daartoe gekomen waren en hun ervaringen te vergelijken met zijn eigen gevoel de ontberingen niet meer te kunnen doorstaan die nu eenmaal verbonden zijn aan het zeilen. De gesprekken leerden hem dat gezondheid veelal niet de belangrijkste reden was om te stoppen. Geradts concludeerde dat mannen rond hun zestigste jaar gewoon niet meer de energie kunnen opbrengen om de ontberingen die het zeilen per definitie inhoudt, aan te kunnen.
Competitiegericht “In alles worden ze wat minder gedreven en minder competitiegericht en raken juist
meer gesteld op gemak. Zo verliezen ze ook de lust tot zeilen, bij uitstek immers een bezigheid die voortdurende inspanning en veel afzien vraagt, hoezeer ze die inspanning jarenlang met plezier opbrachten. Ook de last van het onderhoud is een reden om te stoppen.” Volgens Geradts zijn er twee winnaars bij het stoppen met zeilen: “Ten eerste de vrouwen die altijd al minder op hadden met al dat schuin gaan, al dat stoere vechten met elementen, die krappe kombuisjes en het beroerde weer. Zij hoeven nu niet meer mee. Tweede winnaar is de motorboot waarvan sommige oud-zeilers en hun vrouwen ineens de lof niet genoeg kunnen zingen. De motorboot bevrijdt van al dat moeizame zeilgedoe en eindelijk kan alles aan boord gewoon los blijven staan. Zo raakt de eeuwige afstand tussen zeilers en motorbootvaarders en die tussen mannen en vrouwen te water, ten leste overbrugd.”
BM-er Wim Geradts was zeventien jaar toen hij door een oom werd uitgenodigd mee te gaan zeilen. “Ik snapte er niet veel van maar ik besefte dat ik in een wonderlijke wereld terecht was gekomen. Ik kocht het boekje ‘Zeilen voor beginners’ en in 1956 huurde ik mijn eerste BM-er.” Jarenlang bleef hij boten huren en doorkruiste Friesland en het IJsselmeer. In 1990 kocht hij zijn eerste eigen schip. “Toen is het snel gegaan. Na zeilen over de rivieren, volgden de Zeeuwse stromen, de Wadden, de zeegaten en de zee. Ik had niet zoveel meer te doen en zat ieder jaar zo’n twee tot drie maanden op het water.” Geradts ontwikkelde zich tot solozeiler. Hij maakte met zijn 6,5 meter lange scheepje tochten naar naar Helgoland en Halligen, vier oversteken naar Engeland en een tocht naar Noorwegen en Denemarken, en schreef zijn ervaringen op in onder andere de Waterkampioen. Maar na tien jaar zeilen op de traditionele manier was het op. De interviews hielpen Geradts het afscheid van het zeilen te verwerken, maar definitief was dat nog niet. Na een jaar niet gezeild te hebben, huurde hij de afgelopen Pasen in Giethoorn een zeilpunter als een ‘sentimental journey’, maar het genoegen was niet onverdeeld. “Destijds hebben mijn
25
vrouw en ik elk in een punter gezeild. Dat was geweldig. Ook nu vond ik het weer fijn om te voelen hoe zo’n scheepje gaat lopen, maar het was zo ontzettend druk op het water. Allemaal fluisterbootjes met mensen die denken dat een punter een rem heeft en vlak voor je gaan varen.”
Jaagpad Omdat de wind was gedraaid, was de terugweg niet bezeild en moest Geradts jagen. “Het was weer zover. Daar liep ik weer over een jaagpad de punter te slepen. Dit is een slecht land voor zeilers.” Een motor is voor Geradts geen optie. “Dat is geen zeilen. Ik heb de pest aan motoren. Wat zit je dan jezelf te vervelen.” Ook overstappen op een schip dat meer comfort biedt dan de Sturgeon 22 is voor Geradts geen alternatief. “Stahoogte vind ik niet belangrijk. Als het meer dan windkracht 7 gaat waaien, of juist als er geen wind is, maar mist, maakt het helemaal niet uit wat voor schip je hebt. Het is altijd afzien. Ik ben een toerzeiler in de oude zin van het woord die lange tochten maakt. Ik wil geen stap terugdoen en korte dagtochtjes maken en alleen uitvaren als het weer goed is. Daar vind ik niets aan.” Ook pogingen om met opstappers te zeilen zodat hij er niet meer alleen voor stond, waren geen succes. “Goede ervaren opstappers zijn niet te vinden. Ik ben een keer met iemand uitgevaren, maar bij windkracht 6 was hij meer lijk dan levend en kom ik hem weer terugbrengen.” Angst bij het zeilen heeft
Geradts nooit gekend. “Ik ben wel bang geweest, maar ik had een ijzersterk vertrouwen in mijn scheepje en in mezelf. Ik heb bij alle tegenslagen altijd op tijd een oplossing weten te bedenken.”
Verwaaid Gedurende zijn laatste zeiltochten heeft Geradts de praktijk van het zeilen met een kritische blik bekeken. “Zeilen is meer ellende dan vreugde. Er is altijd te harde wind, of juist te weinig wind, of de stroom is tegen. Van een tocht van twee weken naar Denemarken heb ik uiteindelijk maar vijfenhalve etmaal gezeild. De rest lag ik verwaaid. Van mijn tocht van Gorinchem naar Stellendam, buitenom naar Breskens en daar de Westerschelde op en via het Kanaal van Zuid-Beveland en het Volkerak weer terug heb ik uitgerekend dat ik van de hele tocht maar 26% lekker heb gezeild. De rest was motoren en gepriegel in de binnenwateren. En dat is geen uitzondering, maar enthousiaste zeilers willen dat niet weten.” Het pijnlijke proces van het stoppen met zeilen is voor Geradts nog niet ten einde. Deze zomer heeft hij geboekt als opstapper op een charter met een Oceanis naar de Kanaaleilanden. “Een troostprijs”, noemt hij het. Tegenover het voordeel dat hij niet meer zelf de verantwoording draagt, staan ook nadelen. “Leuk zal anders zijn. Je moet maar afwachten bij wie je terechtkomt, maar ik wil graag nog een keer de zee op.”
Wim Schagen - s.y. Passant EEN ALTERNATIEVE DRIEHOEK NOORDZEE Het is prachtig zonnig weer als we in Monnickendam de landvasten losmaken op weg naar Den Helder. Vrijdag 20 juni starten we daar in de Driehoek Noordzee, een zeiltocht van Den Helder via Lerwick/ Shetland naar Farsund/Noorwegen en weer terug naar Ned. Bovendien is het mijn verjaardag dus alles bij elkaar een memorabel moment. Drie keer eerder deed ik mee met de Driehoek, de laatste maal bijna 20 jaar geleden en er bleek veel veranderd in de organisatie. Oorspronkelijk was het Reid’s tochtje op de ‘Friesche Zee’ en slechts kompas, log en sextant waren toegestaan om een gegist bestek bij te houden. De schip-
26
per bleef verantwoordlijk voor de boot. Dat laatste is gebleven, edoch de lijst van vereiste uitrusting past nu niet meer op één A4-tje en een reserve GPS is ook nooit weg. De organisatie is nu in handen van de Ned. Ver.van Kustzeilers. Wat ook veranderde is het formaat van de schepen. Van de 42 deelnemers is het merendeel groter dan elf meter; de kleinste is een Waarscheepje van 6,60 meter, de grootste meet maar liefst 16,3 meter! Al snel na aankomst in Den Helder wordt de boot gekeurd door iemand van de organisatie en gelukkig is alles in orde. Ook onze derde man komt ’s avonds aan boord en wat ons betreft kan het feest beginnen.
Kuilen water Op de geplande startdatum waait het helaas hard uit NW. Al bij het palaver worden we geïnformeerd dat het er voor de volgende dag beter uitziet en de meesten blijven dus maar liggen, tenslotte smaakt de nasi bij de marine nog steeds opperbest en het Molengat is bij deze wind erger dan een rollercoaster. Een aantal grote schepen vertrekt wel en we zien ze motorend het Marsdiep uitgaan. Een Jeanneau 37 probeert het ook maar is al weer vlot terug: in het Marsdiep al een gebroken mast, einde avontuur. De volgende morgen blijven toch nog vijf schepen liggen, zij besloten niet te starten en hebben zich teruggetrokken. De rest is vroeg weg, met het tij mee naar buiten. De wind is iets gekrompen en afgenomen tot ca. 5 Bft, prima dus. Ook de zon doet uitbundig mee. We kruisen het Marsdiep uit en in het Molengat is één slag voldoende om er door te komen. De grote kuilen water die er dan nog staan bevestigen ons, dat we gisteren een juiste beslissing namen. Lerwick, 480 nm, op 330 graden is net niet bezeild. Maar we zeilen prachtig hoog aan de wind en de zee bruist lekker onder ons door. Geregeld steekt de boot z’n neus in de golven en dan tovert de zon miniatuur regenboogjes in het buiswater. We genieten, doch helaas niet allemaal: er wordt vlijtig aan Neptunus geofferd. Ook wij hebben een zeezieke maat en hij is nog wel onze kok! Maar goed dat we voldoende kant en klaar maaltijden hebben meegenomen. Net als we ’s avonds alle shipping lanes gehad hebben komt er een vijfdaags weerbericht dat verdulleme weinig goeds voorspelt. De wind zal afnemen, dan naar 5-6 Bft ZO krimpen, zover dus prima. Maar vanaf dinsdag wordt een tot 8 Bft. toenemende wind uit N-NW verwacht. En dat is echt balen! Er resten ons nog ca. 400 nm dus kunnen we nooit op tijd in Lerwick zijn, nog afgezien van alle ongemak bij het kruisen tegen zo’n stormachtige wind. Er is druk radio overleg tussen de deelnemers. Er wordt uitgeweken onder andere naar Hull en Aberdeen en zes schepen gaan terug. Wij besluiten naar Thyboron te gaan aan de ingang van de Limfjord in de kop van Jutland en hopen daar aan te komen voordat de stormachtige NW wind opsteekt. De aanloop van deze haven wordt namelijk sterk ontraden bij harde westelijke wind vanwege de vele brekers in de ingang. Het is nu zaterdagavond en
vanaf onze positie, ca. 54 N-4 E, nog een dikke 200 mijl op 40graden, de nieuwe rechtwijzende koers. Na een paar uur flauwt de wind af en moet de motor erbij. We motorzeilen door de nog hoge swell. In de nacht nemen we de genua weg, er is nauwelijks nog wind. Maar rond het middaguur begint Aeolus weer wat mee te doen en een paar uur later zeilen we met een mooie matige ZO bries en een knik in de schoot.
Regen, regen, regen Tot dusver verloopt het weerpatroon zoals voorspeld. Tot halverwege de nacht zeilen we met een fijne 4 Bft. maar dan krijgen we fikse regenbuien en schiet de windmeter door naar 25 knopen. Ook de barometer is flink gedaald. We zijn zo’n 20 mijl uit de kust en de zee bouwt toch nog snel op. We stuiven door het water en klokken geregeld 7?-8 knopen. Toch maar een tweede rif gezet dan heeft de windvaan het wat makkelijker en giert de boot minder. Zoals meestal maakt het in snelheid niet veel uit, de boot loopt nog steeds ruim 7 knopen. Jaren geleden was ik al eens in Thyboron en wist dus dat de ingang lastig te vinden is. Het strand is beschermd door talrijke basalten golfbrekers en die van het havenhoofd is een fractie hoger. De regen maakt het zicht er niet beter op en we zijn blij als we de uiterton verkennen. Op 90 graden moet de ingang liggen doch die is geenszins duidelijk en voor ons gevoel varen we zo het strand op. Dichterbij zien we een ton waaruit blijkt dat we toch wel goed zitten. Even later stomen we tegen een forse ebstroom de fjord in naar de haven. Na een paar uur meert de ‘Aranka’ af, ook een uitgeweken deelnemer. Het is maandagmorgen. Regen, regen, regen. In de avond zet de aangekondigde NW door en die zal ons de volgende dagen binnen houden. We zien de talloze brekende zeeën in de ingang en zijn blij, dat we op tijd konden binnenlopen.
Kabeljauw Donderdag, het is prachtig weer en dat blijft zo voor het komende weekeinde. Het is fijn weer onder zeil te kunnen gaan, de boot is volgewaaid met zand en we hebben het kleine dorpje inmiddels wel gezien. Veel wind is er niet voor de 100 mijl naar Farsund in Noorwegen, NNO ongeveer vijf knopen. We zeilen, dobberen meer, en stellen vast dat het tij uit het Skagerrak, om de NW-hoek van Jutland, ons behoorlijk weg-
27
zet. Uiteindelijk ruimt de wind iets en neemt toe tot ongeveer tien knopen. Mooi op koers zo. Eén van de opstappers is een verwoed visser en de hekstoel ziet er dan ook indrukwekkend uit met meerdere hengels als grote antennes omhoog priemend. Dit is het weertje om een visje te verschalken, meent hij. Na veelvuldig inwerpen en weer ophalen is er beet. Wordt dit onze avondmaaltijd? We zullen nooit zeker weten welke vissoort aan de haak hing want het slimme beest ontsnapt met haak en al. Gedoemd het loodje te leggen uiteraard want met een haak in je bek is het moeilijk eten, nietwaar. In de late avond moet toch weer de motor erbij en zo komen we vroeg in de morgen in de Farsundfjord. Daar drijven we een uurtje rond in 50 meter diep water want hier zou volgens de kenner wel kabeljauw zitten. Helaas, ze blijken nog geen trek te hebben en we zoeken maar een mooi plekje om tot de volgende dag te blijven liggen. We vinden een steiger in een smal vaarwater tussen twee eilandjes. Idyllisch! Het stille water in de baai weerspiegelt rotsen, bomen en de wolkenlucht. De zon doet flink z’n best en we lunchen met een blikje vis, bij gebrek aan verse dus, en een fles mooie Chablis. Verkennen het eilandje en zien vanaf de top Farsund liggen op steenworp afstand. In ieder geval is de tweede driehoekbestemming bereikt. Het wordt een heerlijke dag en we ontmoeten diverse Noren, die daar overnachten want het weekeinde staat voor de deur. Na gebakken eieren met spek en koffie komen we de volgende morgen in Farsund. En dan komen de verhalen. Het blijkt, dat veel boten Lerwick maar hebben overgeslagen.
De vloot afgemeerd in Farsund Een aantal, naar Engeland uitgeweken, boten is toch wel weer op weg gegaan
28
maar zij komen uiteraard overal te laat voor de geplande happenings.
Veertig knopen wind De zondag wordt besteedt aan een bus- en boottocht door de omgeving met teveel informatie om het allemaal te onthouden, maar gezellig was het wel. In gezelschap
Vuurtoren van Lista van de burgemeester met echtgenote wordt het formele verblijf afgesloten met een maaltijd van vissoep en lapskous. Dit laatste is een enigszins onduidelijk Noors éénpansgerecht waarvan we dachten, dat het een andere soep was. Toen dan ook de obers, voor ons onverwacht, kwamen afrekenen ontstond enig gemurmureer onder het zeilersvolkje. We leefden in de veronderstelling, dat we slechts een voorgerecht hadden genoten en dat er nog wel een lekkere moot vis zou worden geserveerd. Op één bordje soep kan men niet leven en dus ontstond er een run op de rest, die gelukkig nog eens werd aangevuld, zodat we alsnog met redelijk gevulde magen bootwaarts gingen. Daar werd deze wonderlijke maaltijd maar overgoten met alcoholische versnaperingen. En zo ging iedereen toch nog tevreden naar z’n kooi. Ondertussen is het weer verslechterd en wordt er afgewacht voordat men teruggaat of in de omgeving verder vaart om vakantie te vieren. Dinsdag rond de middag zijn we weer op zee en beginnen aan
de 350 mijl terug naar huis. Het weerkaartje van de DWD ziet er goed uit: NO 15-20 knopen, een prachtige lopende wind. Wel is het wat miezerig maar daar hebben we zeilkleding voor. Als we goed en wel een paar uur onderweg zijn komt er via de Navtex een waarschuwing voor NO 8. En inderdaad het duurt niet lang dan begint de barometer aan zijn daling en de windmeter aan zijn stijging. De richting is gelukkig nog steeds goed maar rond de 40 knopen wind over dek is iets meer dan we eigenlijk nodig hebben voor een vlotte thuisreis. In Farsund hadden we de genua 3 in het rolprofiel gezet en dat bleek nu een goeie greep. Het grootzeil gestreken en de genua half weggerold bleek voor boot en windvaan een prima zeilvoering. De ene na de andere ‘berg’ rolt onder ons door en slechts éénmaal treft een breker ons, vult de kuip en spoelt dek en opbouw schoon. Toiletbezoek wordt een energie verslindende bezigheid en na enige tijd staat de bril zo ongeveer dwars op de pot. Inmiddels staat de barometer op 998 hPa en blijft dalen, zou tot 994 doorgaan. Plotseling klinkt er ‘Mayday mayday mayday’ uit de marifoon. Het is een andere Driehoekdeelnemer, een Breehorn 44. Het schip maakt water als gevolg van een losgeraakt balansroer. Hun positie blijkt ongeveer acht mijl ZZW van ons te zijn en ongeveer op onze koerslijn. Het is werkelijk een opsteker te merken, dat we niet alleen zijn op die grote zee. Niet alleen het kuststation, Farsund Radio, reageert maar ook een grote supplier en een Deense viskotter.
Gezien de ietwat moeilijke verbinding ‘relay’-en we de berichten en kunnen via de deelnemerslijst Farsund radio de nodige informatie geven. Hoewel de visserman en de supplier verder weg zijn dan wij liggen ze eerder bij het ontredderde jacht. Door een helikopter wordt een pomp gebracht, die de boot drijvend moet houden totdat de reddingsboot uit Egersund er is. Als wij er komen is de toestand stabiel, de heli verdwijnt en alleen de visser krijgt opdracht van Farsund Radio te blijven wachten totdat de reddingboot er is en het jacht op sleeptouw neemt. Wij zwaaien, praten nog wat over de marifoon en zeilen dan verder. Sterkte, hoor! Het was een hele ervaring betrokken te zijn bij een dergelijke situatie en met deze uiterst professionele mensen samen te werken en te communiceren.
Weer thuis In de loop van de volgende dag neemt de wind geleidelijk af, de zee wordt kalmer en bij de passage van de depressie moet zelfs de motor een paar uur helpen, maar al gauw zorgt een matige noordelijke wind, later naar NW 5 krimpend, voor een mooie zeilbries. Donderdag om 22.00 uur lopen we Vlieland aan en een uurtje later liggen we vast in een nog rustige haven. We drinken een lekker glas wijn en vinden zelf, dat we dat eigenlijk wel verdienen. De volgende avond eten we voortreffelijk vis in Enkhuizen en zaterdagmiddag zijn we weer thuis. Vreemd en weer even wennen, na alles wat we meemaakten tijdens onze eigen alternatieve driehoek.
INGEZONDEN BRIEVEN Hans Groenestein Geachte redactie Na gesprekken met enkele leden heb ik besloten om dit verhaal wereldkundig te maken. In de hoop dat er binnen de vereniging een discussie over komt. Terugvarend vanuit het IJsselmeer naar het Markermeer na een uitstekende 24-uurs moesten we het nieuwe speeltje van Rijkswaterstaat in Enkhuizen passeren. Het was er een drukte van belang om een plaatsje te veroveren. Vermoeidheid en onervarenheid van de bemanningen zorgde voor hachelijke situaties. Het lukte het ons om als vierde schip in een rij aan te leggen. Naast ons lukte het
na veel moeite ook een ander schip om vast te leggen. Gevijven dreven wij langzamerhand naar de sluis toe. Helaas constateerde mijn buurman dat wij gevijven te breed waren voor de toegangs“lane” naar de sluis. Losgooien was gezien de hectiek van de vele schepen geen optie. Reden waarom met de buurschepen contact werd opgenomen om even te wachten met naar voren te schuiven om ons zo de ruimte te geven er voor langs te “glippen”. Terwijl wij langzaam via onze directe buren naar voren voeren, gaf het schip dat aan de kant lag ineens gas. Hierdoor werden wij bijna tussen de opkomende schepen vermorzeld.
29
Extra gas geven kon dat nog net voorkomen maar daardoor moest er wel worden afgehouden en zat er prompt een voet beklemd. Achteraf bleek dat het schip die het dichtsbij de wal lag – n.b. een collegatoerzeiler zelfstandig had besloten hieraan geen medewerking te verlenen omdat hij vond dat wij maar moesten losgooien en (opzettelijk?) verzuimde dit aan ons te melden. Toen hetzelfde lid vervolgens achter ons in de sluis aanlegde en probeerde om vol gas voor ons de sluis uit te komen sprak ik hem aan op zijn on-toerzeilers gedrag. Hoongelach was slechts zijn reactie. Met vriendelijke groet, Anton M. van Kempen
Zeiljacht Sagitta
Lijdzaam doch vreedzaam wachten
30
Geachte Redactie, Ik kan er best inkomen dat je niet met een bus vol toerzeilbestuursleden en leden naar het Flensburgfjord gaat om een schip te testen, doch ik ben het wel met Doddy van Leeuwen eens dat er vaak wat denigrerend over ons oudere zeilers gesproken en gedacht wordt. Bij ons ook geen breiende schippersvrouw en vis vangen we al jaren in de diepvries van de supermarkt, altijd beet. Wij varen ons schip, bouwjaar 1966, type Cormoran (9.40 x 2.85 x l.50 m) ontwerp D.Koopmans nog altijd met veel plezier samen, grotendeels in Scandinavië waar we al meer dan 30 jaar komen. We leven circa een half jaar aan boord en ook in de wintertijd varen we regelmatig als ‘motorboot, dus zonder mast in ons mooie Friese land .’Helaas konden we vorig jaar niet naar Scandinavië omdat ik in april een zeer zware hartoperatie moest ondergaan. Maar vier weken na de operatie voeren we weer, zonder mast als motorboot en daarvan hebben we onder de omstandigheden toch erg van genoten. Maar wat waren we blij dat dit jaar de mast weer op het schip kon en we weer in ons geliefde Scandinavië konden zeilen. Natuurlijk heeft ons schip niet de accommodatie van de huidige schepen, die ook wel eens varende caravans genoemd worden. We zijn nu 70 en 72 jaar maar we hopen dat we nog een flink tijdje kunnen zeilen. Alhoewel we op aanraden van de cardioloog nu meer mooi weer zeilers geworden zijn, nu mag dat ook? Eddy Wierstra, Sneek.
VARIA Eddy Wierstra MELKFETT In TZ l84 (pagina 24) schrijft J.R.Borchers over Melkfett als antifouling, Als proef hebben wij op een deel van het onderwaterschip van onze Cormoran Melkfett gedaan. Het resultaat is verbluffend. Tot 50 centimeter onder de waterlijn staat ons schip in de Chloor Rubber 2000 antifouling van Sikkens. Een antifouling die het slecht doet als je lang op zout water vaart. Deze 50 centimeter hebben we in het Melkfett gezet. Resultaat: geen zeepokken, geen aangroei ondanks ruim vier maanden Oostzee varen. Het schip blijft mooi schoon en hoefde niet regelmatig rond de waterlijn schoon gemaakt te worden. Nu, na circa zes weken op zoet water, komt er een wat groene slijmaanslag op het onderwaterschip die zich met één haal van de bezem laat verwijderen. Melkfett is geen uierzalf zoals we die hier kennen, maar in Duitsland gebruikt men het wel als uierzalf maar de samenstelling lijkt mij anders. We kochten dit Melkfett in een soort Welkoopwinkel in Duitsland voor € 6.30 per kilo. Je hebt erg weinig nodig van dit vet om je schip er in te zetten. Wij gebruiken het ook als huidcrè-
me en op onze leren bootschoenen. Nadeel van Melkfett is dat het erg glad is en dus moeten de hijsbanden gekoppeld worden dit om wegglijden van de banden te voorkomen. En verder weet ik niet hoe te werken als er weer nieuwe antifouling aangebracht moet worden, vermoedelijk afnemen met thinner.
GOEDKOOP TELEFONEREN In TZ 186 schrijft de heer Speckmann over goedkoop telefoneren met een Global One kaart in Denemarken. Nu, dat sprookje is per 10-6-2003 komen te vervallen. Kon je voorheen op een Globel One kaart van 100 Dkr (ca € 30.—) twee uur en 41 minuten telefoneren, nu is dat slechts 38 minuten. De reden hiervan is dat de Deense PTT voor het gebruik van het netwerk twee Deense kronen per minuut in rekening brengt. Global One telefoonkaart is nog wel iets goedkoper dan via een munttelefoon bellen en natuurlijk veel goedkoper dan mobiel bellen, maar de room is er goed vanaf.
Frits van den Bos STEEKVLAM AAN BOORD Tijdens onze reis deze zomer in de Adriatische Zee werden we geconfronteerd met een onaangename verrassing. Een van onze gasflessen hadden we laten vullen in Kroatië, want gasflessen omruilen is daar niet mogelijk. Op het moment dat we deze gasfles wilde aansluiten, kregen we geen gas toevoer naar ons kooktoestel. Wij dachten eerst dat de druk niet goed was. Omdat we een elektrische gasafsluiter in het systeem hebben, dachten we dat die weigerde open te gaan. De gasafsluiter ertussenuit gehaald en de gasdrukregelaar direct verbonden met de slang die naar het kooktoestel gaat. Het gas aangestoken met als gevolg een enorme steekvlam.
Geschrokken laat je alles los, maar gelukkig doofde het vuur gelijk daar ik de kraan los liet. Na bekomen te zijn van de schrik, merkte ik dat ik een brandwond aan mijn been had en een deel van mijn haren op mijn hoofd was verdwenen. Na rustig nagedacht te hebben, kwam ik tot de conclusie dat niet de elektrische gasafsluiter stuk was, maar de gasdrukregelaar. Een nieuwe drukregelaar gemonteerd en alles functioneerde weer. Hieruit blijkt dat de elektrische afsluiter als een beveiliging werkte die, als de druk te hoog is, niet open gaat. Het probleem had dus niets te maken met het vullen van de gastank in Kroatië. Misschien is dit een advies aan onze medezeilers om ook een elektrische afsluiter tussen het systeem te plaatsen.
31
Peter Jacops CE MARKERING BIJ SCHEPEN GEBOUWD NA 16 JUNI 1998 De Richtlijn Pleziervaartuigen is inmiddels in Nederland al weer 5 jaar van kracht. Als U een vaartuig aanschaft dat na 16 juni 1998 op de markt is gebracht, gaat u ervan uit dat het correct CE gemarkeerd is en dat de producent aan al zijn verplichtingen heeft voldaan. U zou er wel eens totaal naast kunnen zitten. Uiteraard zal het grootste deel van de producenten zich aan de regels hebben gehouden. Zij hebben de correcte procedure gevolgd om terecht de CE markering te mogen aanbrengen in de vorm van een bouwersplaatje. De werkelijkheid is echter wel eens anders en malafide of slordige producenten zijn wel eens geneigd om onterecht een CE markering aan te brengen. Is het u bijvoorbeeld bekend dat een aangewezen instantie (Notified Body) het volledige vaartuig alleen keurt als het langer is dan 12 meter? Onder de 12 meter dient de producent zelf zijn keuring uit te voeren. Sommige producenten verkiezen om ook onder de 12 meter een aangewezen instantie te betrekken, bijvoorbeeld vanwege de productaansprakelijkheid. Daarom kunt u altijd vragen of er een certificaat aanwezig is of u kunt een blik werpen op de website kijken van de betrokken keuringsinstantie. Stel dat er geen certificaat voorhanden is, hoe weet u
en brandstof), • ontwerpcategorie, • CE symbool met in sommige gevallen een 4 cijferig nummer van de betrokken keuringsinstantie. Voor ECB is dat 0614 Er is een correcte HIN (Hull Identification Number) code aangebracht: De HIN code
Peter Jacobs stuurt een Najad
dan of de juiste procedure is gevolgd? Volledige zekerheid is moeilijk te verkrijgen, maar er zijn een paar punten, die het vermoeden kunnen bevestigen dat er door de producent correct is gehandeld.
bestaat uit een combinatie van 13 letters en cijfers. Hieruit kunt u lezen waar het schip is gebouwd. Bijvoorbeeld NL gevolgd door een streepje en de code van degene die het schip heeft gebouwd. De producent krijgt namelijk een drielettercode bijv ABC en vervolgens geeft de producent een serie nummer, bestaande uit 5 letters en/of cijfers. Bijvoorbeeld SK512 gevolgd door een letter die de maand van productie aangeeft. D is bijvoorbeeld April (4de letter in het alfabet). De laatste drie cijfers bestaan uit het jaar van productie (2001) en het jaar waarin het vaartuig bedoeld wordt om op de markt gebracht te worden (2002). In ons voorbeeld krijgen we dus - NL-ABCSK512D102 . Deze HIN code wordt op de spiegel aan stuurboord aangebracht en ook nog op een verborgen plaats ergens in het schip.
Het bouwersplaatje is een plaatje met volgende opschriften: • naam van de werf, • maximum aantal personen, • maximale belading (dit is exclusief water
- Het vaartuig is voorzien van een eigenaarhandleiding, uiteraard in de taal van het land waar het vaartuig op de markt is gebracht. - In de eigenaarhandleiding zit een verkla-
32
ring van overeenstemming. Hierin verklaart de werf dat het product voldoet aan de eisen uit de richtlijn. Daar hoort een lijst met ISO normen waaraan het vaartuig geacht wordt te voldoen bijgevoegd te worden. Ook is er, wanneer van toepassing, een verwijzing naar het certificaat dat is uitgegeven door de aangewezen keuringsinstantie (notified body, bv. ECB Nederland).
Indien elementen zoals: • zwemtrap vanuit het water te bedienen, • mogelijkheid om de motorkamer te blussen zonder deze te moeten openen, • waarschuwingsstickers, • op afstand bedienbare afsluiters voor de brandstof, of één van de in het artikel vermelde stukken ontbreken, dan kunt u er vanuit gaan dat de juiste procedure niet is gevolgd. Vraag daarom altijd naar de CE-documenten.
Haven weer in zicht.
33
ATTENTIE - Contributies dienen te zijn voldaan vóór 15 februari van het verenigingsjaar (Huishoudelijk Reglement Art. 10). - Nieuwe leden worden geacht de contributie door middel van de acceptgirokaart binnen 30 dagen na de factuurdatum te voldoen. - Statutair loopt het verenigingsjaar van 1 januari tot en met 31 december (art. 8.1.). - Opzegging van het lidmaatschap van de vereniging kan volgens de statuten (art 6.1b) slechts door schriftelijke opzegging vóór 1 december van het lopende verenigingsjaar. - Reguliere opzegging bij de Ledenadministratie wordt schriftelijk bevestigd.
34
INFORMATIE VOOR AUTEURS *Kopij Leden van de NVvT worden van harte uitgenodigd hun ervaringen en bevindingen alsmede deskundige bijdragen op nautisch/technisch gebied op schrift te stellen en naar de redactie van TZ te sturen. Gaarne inzenden naar het redactiesecretariaat, bij voorkeur op diskette (Word of WP) en met (veiligheidshalve) een hardcopy bijgevoegd. Zorg bij een artikel van enige omvang voor een duidelijke indeling in hoofdstukken met korte subtitels. E-mail aanlevering desgewenst via
[email protected]. Mocht aanlevering via Word/WP/E-mail op bezwaren stuiten dan getypt insturen met goed contrast en zonder lijnen op het papier (t.b.v. scan). Handgeschreven teksten kunnen alleen worden verwerkt als ze ruim voor de sluitingsdatum (zie hierna) worden ingeleverd en de leesbaarheid geen problemen oplevert. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en zo nodig grammatica/spelling te corrigeren.
*Illustraties Lever illustraties (grafieken, tabellen, tekeningen) aan op aparte bladen (geen kopieën) en vermeld op de achterzijde de plaatsing in de tekst met een letter of cijfer. Vermeld dit in de marge van de tekst op de juiste plaats. Lever foto's afgedrukt op glanzend papier, met goed contrast en eveneens gemerkt aan de achterzijde etc. Digitale foto’s/illustraties op aparte diskette/cd-rom met bescheiden omvang per foto/illustratie (30-50 kb). Bij voorkeur JPEG format. Zet de onder-/bijschriften op een apart vel/document. N.B. Ingezonden materiaal wordt met alle zorg omringd, maar geen verantwoordelijkheid wordt geaccepteerd voor beschadiging of vermissing.
*Eenheden Gebruik indien van toepassing genormaliseerde grootheden, eenheden (SI) en symbolen. *Vermeld op alle kopij (1e of laatste pagina) Altijd volledige naam, adres, woonplaats, postcode en telefoonnummer van de auteur.
*Advertenties Voor leden van de vereniging worden advertenties kosteloos geplaatst, mits zij geen commercieel karakter hebben en er ruimte voor beschikbaar is. Inzenden naar redactiesecretariaat.
*Contacten met redactie De redactie wordt gevormd door leden van de vereniging. Zij verrichten hun redactionele activiteiten onbezoldigd, belangeloos en in hun vrije tijd. Als u telefonisch contact zoekt met redactieleden wordt u vriendelijk doch dringend verzocht dit in de vroege avonduren te doen en alleen over zaken die niet via de normale weg schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
*Copyright Overname van publicaties uit Toerzeilen is alleen mogelijk met voorafgaande toestemming van de redactie. Auteurs die ingezonden kopij ook in andere publicaties willen plaatsen dienen dit vooraf aan de redactie kenbaar te maken. Auteurs die bezwaar hebben tegen opname van hun artikel op de TZ-website van de NVvT dienen dit vooraf kenbaar te maken.
*Publicatiedata/productieplanning TZ verschijnt in de laatste week van de even maanden. Kopij voor het decembernummer 2003 (TZ189) dient uiterlijk woensdag 19 november 2003 bij het redactiesecretariaat te zijn. Alleen zeer urgente kopij van beperkte omvang kan nog tot twee weken voor de verschijningsdatum worden opgenomen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de hoofdredacteur (e-mail:
[email protected]).
35
Voormalig lichtschip nu de bar van Suffolk harbour aan de Orwell
Wim Gerardts UW EIGEN TONNEN MET DE GPS Misschien is het voor sommigen geen nieuws meer, maar zelf was ik verrast door een nieuwe dimensie aan het GPS-gebruik die ik leerde van wadvaarder Sieb Kemme. Sieb zet zijn platbodem droog op een onbetond stuk wad, neemt zijn GPS ter hand en kuiert naar de onbetonde uitloop van een priel die hij in de verte waarneemt. Langs de laagwaterlijn drukt hij een paar keer op het knopje ‘mark’ van zijn GPS en geeft zijn aldus uitgelegde virtuele tonnen nog een passende naam en nummer. Als hij weer vaart, vindt hij de priel feilloos dankzij zijn privé-betonning. De priel moet zich natuurlijk niet verplaatsen.
Janke Westra
36