juni 2002 31e jaargang Uitgave van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers. Verschijnt 7x per jaar. ISSN 1384-9492
180
NEDERLANDSE VERENIGING VAN TOERZEILERS SECRETARIS: A. F. Marks,
PENNINGMEESTER: B. van Roosmalen, contributie: € 27,- p.j. LEDENADMINISTRATIE: K.G. Dik, Nederlandse Vereniging van Toerzeilers, Postbus 50223, 1305 AE Almere, Aanmelden of afmelden lidmaatschap bij de Ledenadministratie. BEMANNINGSBANK: R.M. Lichtveld, REGIO/COMMISSIE VOORZITTERS Noord: I.F. Witteveen, Zuid: H. Korver, West: J.J. Scholte,
UIT DE STUURKUIP
2
VAN DE KAMPANJE
4
VERENIGINGSNIEUWS
5
* Lustrum
VERENIGINGSEVENEMENTEN *24e Rally Lowestoft *Double Dutch naar Lowestoft
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE 10 *Mededelingen Z&N *Symposium NAV recreatievaart
TECHNIEK AAN BOORD
11
*oproep ankerlicht
LEDENADMINISTRATIE
Oost: R. Beute,
*Nieuwe Leden
Randstad: G. van Voorbergen,
ERVARINGEN
Centrum: Mevr. K. van Roosmalen-Bakker,
6
11 13
*Je boot verkocht en dan…. *Zoals het water thuis bruist..
Uiterton: A.F.M. Verbraak,
REISVERSLAGEN Technische Commissie: H. Rooze, Commissie Zeemanschap & Navigatie: J. Kos,
18
*Larvik (1) *Antarctica
Planologische Commissie: W.P. van Erven Dorens,
CORRESPONDENTIE
WEBSITE NVvT: http://www.toerzeilers.nl
*Antwoord op open brief uit TZ179 *Statische stabiliteit
VERENIGINGSARTIKELEN Mevr. K. van Roosmalen – Bakker,
BOEKEN
26
28
*Waypoints Noordzee HOOFDREDACTIE Peter H. Paternotte, e-mail
[email protected] REDACTIESECRETARIAAT Fokko van Steenwijk
VARIA
29
*De zeiltocht *ICCY 2003 *Supergoedkoop bellen
e-mail
[email protected]
EVENEMENTENBULLETIN
30
REDACTIECOMMISSIE Marjolein Brandt, Beatrice van der Bijl, Peter Paternotte, Fokko van Steenwijk.
ADVERTENTIES
36
ATTENTIE
36
INFORMATIE VOOR AUTEURS
37
Namen en adressen van de bestuursleden, gegevens over regio- en kenniscommissies, de ledenservice, bemanningsbank en verenigingsartikelen vindt u in de Leden- en Schepenlijst. Druk: Anraad, Nieuwegein.
1
UIT DE STUURKUIP Peter Paternotte Van oude boot naar nieuwe boot De overdracht van ons vorige schip verliep geheel volgens plan met een soepele overtocht van Enkhuizen naar Stavoren in schitterend weer met een oostenwind 5/6, condities waaronder een zware Westerly prima loopt. De sluis ging open toen we er aan kwamen en we werden direct als enige naar binnen geschut. Bij de makelaar in de Binnenmarina bleven we nog even napraten, maar precies op tijd werd ik afgeleverd bij de veersteiger om met de Bep Glasius naar Enkhuizen terug te kunnen varen. Ik was vermoedelijk de enige passagier aan boord met een merendeels vrouwelijke bemanning, waaronder ook de kapitein. Deze laatste - een forse maar goed uitziende dame in kapiteinspak en met een neuspiercing – daalde af naar de voorkajuit met bar waar ik vertoefde en merkte tegen mij op dat ik het zeker wel wat erg vond schommelen. De wind was inmiddels afgenomen tot naar schatting windkracht 4 en wat gekrompen, waarop ik opmerkte dat dat wel meeviel en dat het eerder op de dag met wat meer wind juist lekker zeilen was in tegenovergestelde richting. Ik steeg onmiddellijk merkbaar in haar achting en als ik niet al een biertje in mijn handen had gehad was ik naar mijn stellige overtuiging daarop getrakteerd door de gezagvoerster…….. Toch al weer twee maanden later hebben we ons nieuwe schip - een zes jaar oude, degelijk gebouwde en voortreffelijk onderhouden torenkotter - in bezit genomen. Deze laatste uitdrukking geeft goed weer hoe het ging, want toen we volgens afspraak aankwamen bij de boot werden we aan boord uitgenodigd door de (vanwege de inmiddels geëffectueerde financiële aderlating al ex zijnde) eigenaars, die nog heel even het ‘welkom bij ons aan boord’ gedrag vertoonden. Binnen een uur waren de rollen omgedraaid en vertrok het echtpaar dat een welhaast 50-jarige zeilcarrière afsloot met vochtige ogen. De schipper kwam nog twee keer terug om iets uit leggen waarvan hij dacht dat ik het dringend moest weten. De weken ervoor, waarbij de afronding van de onderhandelingen over de verkoopprijs en de keuring centraal stonden hadden al
2
een beeld gegeven van de band met schip en water van de vorige eigenaren en daarmee ook van de toestand van het schip. We hadden een weekend nodig om onszelf een beetje vertrouwd te maken met de boot en alles te doorzoeken, een soort ‘nestgedrag’ eigenlijk. De vorige keer hadden we ons schip nieuw gekocht en dat werkte toch anders. Los van het feit dat toen de sterke polyesterstank kenmerkend was voor ons eerste zeilseizoen bestond de gewenningskuur uit het stap voor stap ‘individualiseren’ van een neutrale situatie. Nu moesten we weer wennen aan het kiezen tussen behoud van duidelijk persoonlijke kenmerken van de vorige eigenaars en onze eigen ideeën. Iets heel simpels was de ankeruitrusting. Een 35-ponds CQR-anker zat in de boegroller en met een grote harpsluiting aan de ankerketting. Het iets kleinere Bruce-anker, wat schitterend in het stevenbeslag paste en niet zo ver uitstak, zat bij de losse uitrusting in de bakskist. Na enige aarzeling werd de zaak omgedraaid en de Bruce voorop gezet met een echt koppelstuk tussen anker en ketting. In het interieur begon ik uitrusting te verplaatsen naar plekken waar ik vertrouwd mee was, sorteerde de documentatie van schip en uitrusting in andere volgorde, verwijderde overtollige of achterhaalde documenten, verzamelde alles wat we niet wilden behouden (waaronder reserveonderdelen van voorgaande schepen van de oude eigenaars!) en richtten we de kombuis in. De eerste avond werd besteed aan koken, lezen, prutsen en het uitproberen van de klassieke Taylorkachel die ons deed terugdenken aan de tijd dat we nog kampeerden en kookten op een echte primus. Het abominabele weer klaarde de volgende ochtend iets op en liet toe vanuit de bijboot de nieuwe scheepsnaam aan te brengen, het derde schip met dezelfde naam nu. Enige aarzeling was daaraan wel vooraf gegaan. De vorige eigenaar, die het schip naar zijn moeder had genoemd, wilde uitdrukkelijk weten wat de nieuwe naam zou worden en wat daar de achtergrond van was. De uitleg was kennelijk bevredigend want hij toonde zich begripvol en gaf het zijn zegen. Het blijft natuurlijk een ‘tricky’ zaak, gevoelsmatig. In alle
gesprekken tijdens de aankoop en in alle documenten staat de oude naam. Het vereist een bewuste inspanning om de draai te maken. Zelfs het verwijderen van de oude naamletters op de spiegel gaf mij een licht schuldig gevoel en ik was blij dat er dank zij het slechte weer weinig mensen in de haven aan boord van hun schepen waren die mij daarmee bezig zagen. Volgende week zeilen we de boot over van Zeeland naar onze vaste stek in de Buyshaven te Enkhuizen. Als ze daar ligt hebben we pas echt het gevoel dat er een tijdperk is afgesloten en we beginnen aan een nieuw hoofdstuk in onze zeilcarrière.
er natuurlijk toch waren sportief incasseerden. De proefvaart was een prima gelegenheid om weer wat op te steken en het gedrag van het schip alvast wat beter te begrijpen. De overstap van een kimkieler naar een semi S-spant langkieler is wat dat betreft een forse. Het varen vorig jaar met de Marieholm 33 (zie test in TZ 175) had mij al wat inzicht verschaft in wat ons te wachten stond. We worden nu niet meer weggeblazen bij lage snelheden en kunnen de boot bijna stilliggend ‘parkeren’. Daartegenover is het met roer en schroef flitsend snel draaien van de boot iets uit het verleden. We zullen zien………..
Keuringen
Vreemdelingenwet
In het kader van het voorgaande onderwerp was dit een aparte belevenis. Twee schepen terug hadden we dit meegemaakt, maar de herinnering was ver weggeëbd. De ervaring bij de verkoop, een mengsel van humor en deskundigheid, deed mij besluiten dezelfde expert te vragen voor de aankoopkeuring. Het aardige daarvan is natuurlijk ook dat de expert inmiddels een beetje inzicht heeft in de opvattingen en ervaring van zijn opdrachtgever en deze laatste kan meemaken wat het is om aan de andere kant van ‘dezelfde’ tafel te zitten. De expert was duidelijk enthousiast over het schip, maar bleef koel zijn programma (het sinds 1 januari 2002 ingevoerde HISWA-protocol) afwerken. Ik had dat document al van de eerdere keuring en had ook geprobeerd mijn eigen checks te maken volgens dit model. Veel zaken had ik gespot maar niet alles; twee reparaties van de puttingdoorvoeren had ik b.v. niet opgemerkt en natuurlijk was de inspectie van het onderwaterschip alleen mogelijk met de juiste apparatuur. Leuk was dat de bijzondere stijl van optreden van de expert ook positief werkte op de oude eigenaren die de kritiekpunten die
Verwarring is troef over dit onderwerp voor wat betreft de verplichtingen van de pleziervaart. Verschillende vertegenwoordigers van de uitvoeringsorganisatie, de Marechaussee, vertellen niet hetzelfde verhaal, waarbij het wel of niet melden van aankomst en vertrek en het al dan niet moeten inleveren van bemanningslijsten centraal staan. De commissie Z&N kreeg b.v. andere informatie dan eerder in het blad ZEILEN was gepubliceerd, n.l. dat er wel degelijk altijd bemanningslijsten moeten worden ingeleverd en meldingen van aankomst en vertrek moeten worden gedaan terwijl de informatie die ZEILEN verkreeg was dat dit niet van toepassing was voor Benelux ingezetenen. Het zou aardig zijn als de overheid een officieel en eenduidig geluid liet horen, bij voorkeur op schrift. Nu lijkt het er op dat een ogenschijnlijk duidelijke wetstekst vrijelijk en inconsistent geïnterpreteerd kan worden door de uitvoeringsorganisatie. Het resultaat is waarschijnlijk het onnodig lastigvallen en op kosten jagen van kust- en zeezeilende watersporters. Gepoogd zal worden een echt antwoord te krijgen, helaas – aangenomen dat dat spoedig komt - kunnen we dat pas na de vakantieperiode publiceren. Uw bemanningslijsten toch maar achter de hand houden…..
Zeilen in Limburg Bij de redactiepost troffen we een schrijven aan met bijlagen over een nieuw initiatief voor de watersport in het Limburgse plassengebied. Vier jachthavens, Maastricht, Stevensweert, Wessem en Roermond zijn een actie gestart om de watersport in Limburg deze zomer extra te stimuleren.
3
Het gaat om de jachthavens van Nautisch Centrum Pietersplas in Maastricht, Jachthaven Stevensweert in Stevensweert, de jachthaven van watersportcentrum Koeweide in Wessem en jachthaven de Rosslag in Roermond. Bij een verblijf van twee of meer nachten is de eerste overnachting gratis. Er is een speciale website geopend met informatie over varen in Limburg, over de jachthavens die aan de actie meedoen en over het recreëren in de buurt daarvan: www.vareninlimburg.nl Tel. 0475-561221.
Ten slotte Is de zomer al lang en breed begonnen en bent u waarschijnlijk al bezig met de laatste voorbereidingen voor de vakantie. Door twee keuringen meer dan normaal bewust gemaakt t.a.v. veiligheidsrisico’s, lijkt me het geen slecht idee voor aanvang
van de zeilvakantie een checklijstje op dit gebied na te lopen. Zijn de gasslangen van recente datum? Idem dito de aanschaf- of keuringsdatum van minimaal twee goede brandblussers. Doen de opblaasautomaten van de zwemvesten het wel en zijn de zwem/reddingvesten zelf in goede conditie (heeft u ze wel eens via het mondstuk opgeblazen en een nachtje onder druk laten staan?). Weet u nog wat te doen bij man-over-boord en zijn de spullen daarvoor nog in orde? Zitten alle splitpennen e.d. in de verstaging? Zitten er houten noodpluggen bij alle afsluiters? Enzovoorts enzovoorts. Kortom, een lang lijstje dat u ergens wel hebt, maar dat niet altijd ‘top of mind’ is. De redactie van TOERZEILEN wenst u een veilige en plezierige zeilvakantie toe.
VAN DE KAMPANJE Hans Andriessen, voorzitter VERANDERINGEN We leven in een tijd van enorme veranderingen. In ons land maken we dat op het ogenblik letterlijk mee door de politieke aardverschuiving die menigeen als een grote verrassing heeft ervaren. Al jaren lopende procedures blijken ineens niet meer te voldoen, heel Nederland lijkt plotseling tot het besef te zijn gekomen dat alles toch minder goed was dan altijd werd gedacht en langlopende ongemakken blijken ineens niet meer te tolereren. Voor sommigen staat de wereld op z’n kop, de “goede oude tijd”, de gezapige rust, de tevredenheid, lijkt verdwenen en een onduidelijke toekomst daagt aan de horizon. Verandering schrikt vaak af, het geeft onzekerheid en daardoor angst, angst voor het nieuwe, het onbekende. Ik ga hier in dit stukje natuurlijk niet in op de politieke situatie in ons land - dit is niet de juiste plaats en ik ben daar ook niet de juiste persoon voor. Maar toch is de angst voor verandering, voor het onzekere voor mij wel een duidelijk herkenbaar fenomeen. Gedurende mijn jarenlange werkzaamheden in het bedrijfsleven heb ik heel vaak met veranderingen te maken gehad. Veranderings-management kwam en komt
4
veelvuldig voor en altijd levert het problemen op. Toch is “verandering” een volstrekt natuurlijk proces. Alles verandert in deze wereld, gewoonten, gebruiken, levenswijzen, culturen, ja wijzelf veranderen aan de lopende band en de manier waarop wij vandaag tegen dingen aankijken is beslist anders dan toen wij onze eerste stappen in het volle leven zetten. Ik durf hier te stellen dat “verandering” een noodzakelijk onderdeel van het leven is en dat zonder veranderingen de wereld niet kan bestaan. Veranderingen in het groot, maar ook in het klein. Ook in onze eigen goede trouwe NVvT zijn en waren veranderingen noodzakelijk. De vereniging groeit en dus is het noodzakelijk te zorgen dat we die groei bijhouden, dat we onze leden datgene blijven bieden waarvoor ze lid zijn geworden. Daarvoor zijn continue aanpassingen - kleine en grote - een noodzaak. De kleine veranderingen leveren meestal geen problemen op maar met grotere gaat het vaak anders. Die laatsten kunnen weerstanden opleveren of ongemak veroorzaken. Maar alles bij het oude laten zou de vereniging op den duur geen goed doen. De toeloop van leden stoppen is het paard achter de
wagen spannen, geen groei betekent een zekere achteruitgang en achteruitgang haalt het leven er uit. Het is de taak van een bestuur om dat groeiproces te begeleiden, het in goede banen te leiden en er voor te zorgen dat zo’n proces zo geleidelijk mogelijk verloopt. Ons NVvT bestuur is momenteel druk doende met plannen om de organisatie zo aan te passen dat ze gereed zal zijn om ook in de toekomst de belangen van al onze leden zo optimaal mogelijk te blijven verzekeren.
Wij zien het als onze taak om daarbij zo voorzichtig mogelijk te werk te gaan en in volledige samenwerking met het kader vormen te vinden die dit noodzakelijke veranderingsproces in werking kunnen stellen waardoor wij, evenals dat tot op heden het geval is, ook in de toekomst een aantrekkelijke en vooruitstrevende vereniging zullen zijn waarbij het goed toeven is. Wij houden u op de hoogte. Ik wens u allen een prettig vaarseizoen onder onze mooie NVvT wimpel toe.
VERENIGINGSNIEUWS LUSTRUM 2002
Opgave en kosten
Van de lustrumcommissie: all hands on deck.
De kosten voor deze “cruise” bedragen slechts € 40 p.p., inclusief de buffetten en alle drankjes.
Na een lange tijd van voorbereiding is het bijna zo ver dat met deze kreet alle deelnemers aan het lustrumfeest ”aan boord” van de MS Treslong worden geroepen. Honderden clubleden zullen die namiddag de loopplank betreden voor een gezellige avond van zeilers onder elkaar. Onze vereniging zal haar dertig jarig bestaan vieren in een sfeer die voor iedereen iets te bieden heeft. Rustige hoekjes waarin oude vriendschapsbanden aangehaald kunnen worden, woelige dansvloeren waar op muziek van de band ”Unicorn” de benen los kunnen komen van de vloer. U kunt het hoogste lied zingen in samenwerking met het Shantykoor ”Dwars getuigd” of u een mening vormen over de kunstzinnige prestaties van medeleden die een foto hebben ingezonden en uw stem uitbrengen voor de publieksprijs. Dit alles onder het genot van een hapje en drankje in een steeds wisselend decor. Veel leden hebben zich inmiddels aangemeld maar het is ons nooit genoeg. Wij zouden u zo graag eens allemaal willen zien. Geeft u zich daarom vandaag nog op.
Datum en tijd lustrumfeest. Wij verwachten u in Treslong te Hillegom op zaterdag 19 oktober 2002 om 17.00 uur. Het programma duurt tot circa 21.30 uur. U kunt dus desgewenst met het openbaar vervoer reizen.
Is het u ook opgevallen? Veel toerzeilschepen zijn dit jaar uitgerust met een fotocamera. Onderweg naar Whitby, tijdens de voorjaarstocht op zee of bij de pinksterwaddentocht zijn er veel zeilers gesignaleerd die uitgebreid de tijd namen om dé foto te maken. Op de steigers worden de woorden ”harmonie” en ”compositie” steeds vaker genoemd, naast GPS en LOA. In Lowestoft bleef Ton Verbraak zelfs de hele nacht op om een winnende foto te kunnen maken van de aankomst van de enig deelnemende damesboot. Gelukkig heeft u nog even de tijd om uw eigen compositie te maken of net dat hilarische moment af te wachten dat u moet leiden naar de titel ”winnaar van de publieksprijs”. Wat u daarvoor moet doen? Stuur een mooie of leuke kleuren- of zwart/wit foto in die iets te maken heeft met zeilen. De sluitingsdatum is 1 september a.s. Een speciaal ingestelde fotowedstrijdcommissie beoordeelt alle inzendingen en maakt daaruit een selectie die op het lustrumfeest tentoongesteld zal worden.
5
Onder deze tentoongestelde foto’s zullen niet alleen de winnende foto’s van de vakjury hangen, maar hierbij hangt ook de foto die door de deelnemers van het lustrum met de publieksprijs zal worden bekroond.
Zie voor het wedstrijdreglement de Bijzeil van TZ 179. Stuur uw inzending aan: NVvT, ter attentie van de fotowedstrijdcommissie. Josephine Bakerstraat 13, 1311 GB Almere.
VERENIGINGSEVENEMENTEN Peter en Miranda van den Neste 24e RALLY NAAR LOWESTOFT 17 – 20 MEI 2002 Na maanden van voorbereiding is het dan zover: de 24e rally naar Lowestoft van de NVvT is begonnen! In de loop van donderdag 16 mei verzamelt de ‘vloot’ zich in de Roompot Marina. De ‘vloot’ zijn de schepen van “groep Roompot” bestaande uit: Kajsa, Milja, The Wizzard en Etoile de Mer. Samen met 43 andere schepen die uit Stellendam, IJmuiden en Den Helder zullen vertrekken gaan we naar Lowestoft. In de voorgaande maanden zijn voorbereidingen getroffen. Tijdens beide bijeenkomsten van de vereniging is gesproken over voeding, navigatie, de aanloop van Lowestoft, het weer, veiligheidsmiddelen, nachtzeilen, stormtaktieken enz. enz. De schepen zijn geprepareerd, de bemanning is voorbereid, de schippers hebben de juiste kaarten klaargelegd, de marifoons zijn getest; we kunnen!
Heen De weersvoorspelling op donderdag geeft voor de komende dagen het volgende weer te zien: vrijdag/zaterdag NO 4 –5 Bft, ‘mooi weer’. Voor zondag/maandag ZW 45, kans op regen. Dat ziet er dus perfect uit, in de woorden van Rainier de Groot: zonnebrand inpakken en spi uitpakken! Donderdagavond wordt in de Roompot een plan getrokken: we vertrekken om 8 uur op vrijdag en de verwachting is dat we dan op z’n vroegst om 04.00u aan de overkant zijn. Als we te vlug zijn nemen we vooraf wat snelheid terug zodat we bij daglicht de haven aanlopen. Ook wordt besloten door het Westgat te varen (ongeveer pal West), dan naar de NHR-S en NHRSE zodat we het ‘kruispunt’ op de Noordzee vermijden, waar de grote jongens naar de Eurogeul draaien en kris kras door elkaar varen. Het levert een iets langere weg op maar zal wel veiliger zijn.
6
Na een goede nachtrust worden op vrijdagochtend de allerlaatste voorbereidingen getroffen. Ook wordt de havenmeester betaald (envelop in de bus). Om 08.30u vertrekken we uit de marina. Om 9 uur zijn we door de sluis. Next stop Lowestoft. De wind in de Roompot is minder dan voorspeld, 2 a 3 Bft. Op Kajsa en Wizzard worden de halfwinders uitgepakt. Op Etoile de Mer wordt een 2e voorzeil gehesen (vliegend) en uitgeboomd. Al papillionend gaat het op een sukkeldrafje westwaarts. Het eerste marifoonrondje om 10.15 u laat direct al een uit elkaar geslagen veld van scheepjes zien. Tevens blijkt dat het goede marifoonkanaal hier verschillend is: 16 of 64. Het laatste kanaal is het ‘blokkanaal’ van Traffic Centre Steenbank waar we dus ook een paar uur in varen, de één dus eerder dan de ander. Om een uur of 12 is het 2e voorzeil gestreken, de wind is toegenomen. Het marifoonrondje laat zien dat we allemaal 7 of meer knopen over de grond lopen (stroom nog mee). Kajsa vaart nog met halfwinder en ligt duidelijk aan kop in het veld (overigens, het is geen race!). Omdat we nog ongeveer west varen merken we nauwelijks iets van de Zuid gaande stroom. Langzamerhand neemt de wind toe. Bij het volgende rondje (14.15u) is ze ongeveer 5 Bft. Op Etoile de Mer wordt het grootzeil weggereefd (2e rif), ze ligt nu beter op het roer. Op de andere schepen wordt ook gereefd. De zeegang loopt op. Via de marifoon wordt een waarschuwing voor NO windkracht 6 ontvangen, dat is uit de goede hoek. Ondertussen hebben we geen marifooncontact meer via kanaal 77 met de Milja, wellicht zijn ze buiten bereik. Met de Kajsa die het verst is heb ik echter wel contact. Tijdens de marifoonrondjes blijkt dat de eerste zeezieken zich laten gelden, er wordt regelmatig “wat aan de visjes gevoerd”. Op Etoile de Mer is daarvan niets te bespeuren (we zijn dan ook al vanaf 8 uur aan “de pil”, de Belgische reiscapsule). Bij het marifoonrondje van 16.15u
is de wind nog iets toegenomen (dikke 5) en in het logboek noteer ik: “levendige tocht”. Gelukkig moeten we niet tegen wind en golven in, - we liggen zowat dwars op de golven - maar ‘glijden’ daar dan overheen. Om een uur of 6 ’s avonds zijn we allemaal zowat voorbij de traffic lanes, de koers wordt een beetje naar het noorden bijgesteld tot zo’n 320°. De wind is ondertussen aangetrokken: er waait nu een serieuze 6 Bft uit het Noordoosten. Met een 2 x gereefd grootzeil en 60% weggedraaide genua halen we makkelijk 6 knopen door het water; de snelheid over de grond is dik 6,5 knoop, soms meer dan 7 knoop. Op Kajsa, Wizzard en Milja is het al niet anders. Het is nu ook duidelijk dat we véél eerder dan gepland bij Lowestoft zullen zijn: ETA Newcome Sand 24.00u. Dat wordt kiezen: of 6 uur voor de haven blijven kruisen, met deze wind, tot het licht wordt (en opletten voor ander jachten) of het risico nemen en naar binnen gaan waarbij het enige echte gevaarlijke moment het passeren van de havenhoofden is. We besluiten de haven aan te lopen. Bij het Marifoonrondje van 22.15 uur blijkt dat men op de Kajsa de boeien bij Lowestoft al aan het zoeken is (over een uur zijn ze dus binnen) en houden het dus kort. Uit de positie van Wizzard en Milja blijkt dat ze vlak bij ons zijn (dát zijn dus die jachtjes voor ons langs gingen en nu weer met ons meeliggen).
Lowestoft De voorspelling klopt en om 24.00u zijn we op een mijl van de Newcome Sand boei. Het laatste stuk moeten we tussen de banken door. Dat is best lastig. De verlichtte tonnen zijn tegen de lichten van Lowestoft als achtergrond niet makkelijk te zien. Gelukkig bestaat er GPS en vinden we het ‘kanaal’ goed. Het stroomt hier wel behoorlijk tegen (1 á 2 knopen). Gezien de wind en de onbekendheid met de haven worden de zeilen buitengaats weggenomen. We roepen Port Control op 14 en krijgen toestemming om binnen te lopen. Het is trouwens wel een heel leuk gezicht om al die toplichtjes vanaf een donkere zee te zien convergeren naar de Newcome Sand boei. Zoals verwacht is het passeren van de havenhoofden het meest lastig; een zaak van het roer goed vasthouden. De rust die over Etoile de Mer komt als we ‘binnen’ zijn is een verademing. Het aanleggen in de marina is nog geen sinecure: het is er smal
en de wind staat in de lengterichting van de steiger (wel weer lekker als je ligt maar om te draaien niet zo handig). Met behulp van de bemanning van de Kajsa (die er al 2 uur zijn) liggen we om 13.30 vast en kunnen voet op Engelse bodem zetten. Als we de volgende ochtend wakker worden blijkt dat we nog lang de laatste niet waren. Wij liggen 2e tegen de steiger en er zijn nog 4 schepen tegen ons komen liggen en zo over de volle lengte van de steiger het is dus echt vol. De Engelsen naast ons willen eigenlijk vandaag weg maar blijven nog maar een dag. Ze hebben geen zin in dat gewurm om uit de haven te komen. We mogen ze wel dankbaar zijn! Zoveel geduld en dan nog zo’n horde Hollanders over je dek; Hulde! Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Zaterdag is een dag van bijkomen. Lowestoft wordt bekeken en kaartjes (als bewijs van aankomst) naar familie in Nederland verstuurd. ’s middags is de uitreiking van het certificaat en gedenkplaatje (onze eerste). Er bestaat verwarring over tijden: iedereen heeft z’n horloge op Nederlandse tijd staan, de organisatie rekent in BST (een uur eerder). We gaan op ontdekkingsreis door het clubgebouw van de RNSYC en ontdekken waar ‘the Gods’ slapen. Ook de kamer van het clubbestuur ontsnapt niet aan een bezoek. Met de verkiezingen in Nederland net achter de rug wordt onze aandacht getrokken door de stemboxen in de bestuurskamer, heel bijzonder. Ga een volgende keer zelf maar kijken! ’s Avonds is er het diner. Daar hebben we niet voor ingeschreven, we koken ons eigen potje. Na afloop van het diner spreken we met de schippers van Milja en Kajsa af morgen om 12 uur weg te gaan. We zijn dan rond 6 uur maandagochtend bij de Roompot, op tijd om de stroom weer mee naar binnen te hebben.
En weer Zondag staan we op het gemakje op en bereiden ons voor. De wind is ZZW 4 – 5 Bft, da’s mooi: de Roompot is bezeild. Met de andere schepen uit onze groep maken we de plannen. We gaan nu op een rechtstreekse koers naar de Roompot (wij nemen de koers naar de Rabsbank boei, ongeveer 130°). Dit betekent wel dat we dwars over het drukke kruispunt bij de Eurogeul gaan maar gezien het zicht (meer dan 10 km) en het feit dat we daar bij daglicht passeren, vinden we het risico aanvaardbaar. The Wizzard gaat al om 10.00u op weg naar
7
Stellendam, de rest naar de Roompot. Na verkregen toestemming van Port Control vertrekken we; terug naar Nederland. Direct buiten de haven snijden we een stukje af. Eenmaal voorbij de South Holm boei wordt koers gezet naar de Rabsbankboei. De komende 12 uur staat het kompas op 130°. De wind is ongeveer ZZW 5 Bft. Omdat hij nu schijnbaar voorlijk inkomt is de zee wat ‘knobbeliger’ en maakt het enkele uren buitengaats, uit de lij van Engeland, wat onprettiger. Zoals op de heenreis loopt de Kajsa uit op Milja en ons. Ze blijven wel binnen marifoonbereik (ook op 77). Via de marifoon horen we regelmatig oproepen van andere groepen of individuele jachten; soms lijkt het wel een kippenhok. Van the Wizzard horen we tijdens deze terugtocht slechts éénmaal via kanaal 77; omdat ze 2 uur eerder vertrokken zijn, zijn ze waarschijnlijk buiten bereik. Zonder problemen passeren we het kruispunt van de traffic lanes voordat het donker wordt. Langzaam neemt de wind af. Rond middernacht is ze nog 2/3 Bft. Het grootzeil dat we voor de nacht al gereefd hadden, wordt weer ontreefd. Als we erover denken om de motor te starten, begint het weer iets meer te waaien. Vanaf een uur of half 2 waait het weer 3 à 4 Bft. De zee is bijna vlak en we stuiven met dik 6 knopen door het water op de Roompot af. Aan bakboordzijde zien we een trein van lichtjes van Oost naar West en andersom gaan: allemaal schepen die naar Rotterdam gaan of er vandaan komen. Het is eigenlijk een prachtige nacht: het zicht is nagenoeg onbeperkt. Er zijn massa’s sterren te zien, het zog van Etoile licht op en er zijn ‘groene lichtjes’ te zien in onze boeggolf. Het laatste stuk is oppassen: De Roompot heeft geen verlichtte tonnen, De Oude Roompot wèl. We kiezen voor de zuidelijke Roompot
geul; we komen er bij het aanbreken van de dag en als we de koers op de GPS goed in de gaten houden moet het lukken. Zo gezegd zo gedaan. Vanaf 5 uur begint het te schemeren en kunnen we de vage vormen van tonnen alweer zien. Als we bij de R10 zijn (vlakbij de Oosterscheldekering) zien we in de Oude Roompot een jacht. Zo vroeg al vanuit de sluis naar het Westen? We krijgen via de marifoon een oproep van de Milja. Ze vragen of wij dat zijn daar in de vaargeul. Het blijkt dat ze de nautische kaarten op juistheid aan het controleren zijn, ze kloppen: De Hompels liggen er nog steeds. Aan boord van de Milja dacht men dat een rood en groen verlichte ton van de Oude Roompotgeul in de Roompotgeul lagen en is vervolgens aan de grond gelopen. Gelukkig zachtjes en er is geen schade of gewonden. Om 6 uur roept Kasja ons op, in de nacht hadden we geen marifoonrondjes, ze liggen voor de sluis die pas om 6 uur weer draait. Omdat we vlakbij zijn, wachten ze op ons zodat we samen weer door de sluis de Oosterschelde opgaan. Het ligt aan beide zijden van de sluis op de wachtplaatsen trouwens vol met jachtjes (in diepe rust). Aan de Oosterscheldezijde nemen we afscheid: Milja gaat naar de marina, Kajsa en Etoile de Mer gaan op de thuishaven aan. We kunnen de Zeelandbrug pas om 09.00u passeren dus moeten we daar nog even wachten. Na de ruimte van de Noordzee lijken de Oosterschelde, de Keeten het Zijpe en het Volkerak (te) kleine watertjes. Als je urenlang alleen jezelf en de zee hebt gezien is dat gewriemel van al die jachtjes om zenuwachtig van te worden. Om 14.00 meren we weer af in onze box. Een mooie ervaring rijker.
Germa Dukel TOCHT LOWESTOFT : IT’S HARD STOPPING A POWERFUL IDEA Na enkele jaren ”zeemancipatie” IJsselmeer, Zeeland en een enkel rondje Noord-Holland ben je weer toe aan een volgende uitdaging. Toen Ingrid Blokzijl mij een maand of wat
8
geleden belde met de vraag ga je mee met de Lowestoft tocht, hoefde ik niet lang na te denken. Dit was immers de volgende stap in ”zeemanciperen”. De drie andere opstappers waren: Karin Zwankhuizen, Babette de Bock en Ellen Sijpesteyn. Van de 46 te starten jachten bleken wij het
enige vrouwenschip te zijn en groepsleider van één van de 3 groepen die vanuit IJmuiden zouden vertrekken. Op donderdag avond verzamelden wij ons op de Double Dutch, na het avond eten ging Bram ”de schipper” met tegenzin van boord en gingen wij voor de laatste informatie naar het clubhuis. De voorspellingen voor de komende dagen waren zeer gunstig. Vrijdag-zaterdag: zonnig, wind NO 4-5, soms 6. Zondag-maandag: zon, wind ZW 5, later 3-4. Na kennismaking met de andere deelnemers in onze groep was het vroeg naar bed. Vrijdag morgen 8.30 utc vertrokken wij als laatste van de groep en hadden wij de bijnaam ”het kippenhok” al te pakken, hoe zouden ze daar toch opgekomen zijn? Tijdens onze marifoon rondjes bleek al snel dat iedereen met een formidabele snelheid richting Engeland koerste en dat er op menig schip wel één of meerdere personen wat katterig waren, er stond dan ook een lekker zeetje. Het grootste deel van de tocht voeren wij met 1, later 2 reven en de genua ? ingerold, lekker die snelheid maar minder leuk was dat we daardoor midden in de nacht aan zouden komen. Zonder probleem vonden wij de aanloopboei ”East Barnard”, de boeienlijn volgend liepen wij om 2.30 utc Lowestoft binnen waar een groot deel van de schepen al gearriveerd was en Ton Verbraak ons op dit late uur nog stond optewachten. Een welverdiend glaasje en heerlijk slapen, na vier uurtjes was iedereen weer uitgerust en toe aan een “warme” douche. Op uitnodiging van de Commodore beklommen wij de trappen van de jachtclub naar de ”top of the roof”. Op het dak bevond zich een kleine kamer met één bed en één stoel, the God’s genaamd, wie daar woont? Het uitzicht over de haven, de grote aantallen toerzeilvlaggetjes, de duidelijke aanlooproute vanuit zee, geweldig! Even de stad in voor de broodnodige lichaamsbeweging, waarna er her en der nog een uiltje werd geknapt alvorens een ieder zich in pak of avondjurk naar het diner spoedde. De meesten zochten voor middernacht hun kooi weer op om de volgende dag uitgerust weer te starten. De weervoorspellingen waren uitgekomen, wind ZW 4, soms 5, later 3-4 en zon. We hadden afgesproken weer marifooncontact te houden met de groep, alleen de
Gemini wiens grootzeil tijdens de heenreis gescheurd was (konden niet reven omdat de grootzeilval naast het blok was gelopen) bleef in Engeland achter. Geluk bij een ongeluk, zij hadden 2 weken vakantie gepland waardoor zij nu rustig naar Harwich konden varen, naar de dichtstbijzijnde zeilmaker. De terugreis: voltuig, kalme zee, weinig scheepvaart, veel zonnebrandolie en op weg naar een bekende haven. Ook deze overtocht gaat erg snel en we varen om 2.20 utc. de pieren van IJmuiden binnen en nodigen onze groep uit voor een oorlam aan boord van de Double Dutch achter de sluis. De Elger en Peter Hajo komen even langs alvorens door te varen naar hun thuishaven Kampen en Hoorn. Na een paar uurtjes rust is het inpakken en afscheid nemen van elkaar, we zijn moe, maar reuze trots dat alles, mede door het gunstige weer,z o goed is verlopen. De belofte aan de Commodore het volgend jaar, de 25ste Lowestoft rally, met tenminste 1, misschien meerdere vrouwen boten te starten wil ik nakomen, moet dit alleen mijn man nog vertellen.
9
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE Hans van Laar MEDEDELINGEN Ontvangstgebied Uitzendingen Verkeerscentrale Brandaris verkleind. De uitzendingen van weer- en scheepvaartberichten, op marifoonkanaal 2 waren tot voor kort ver buiten het gebied van de “Vessel Traffic Services (VTS) Terschelling” te ontvangen. Sinds de vervanging van de antennes, medio april 2002, is de ontvangst van de uitzendingen op VHF2 beperkt tot het op de kaart aangegeven VTS-gebied. In de aangrenzende gebieden, zoals de Noordzee, de Zuidelijke Waddenzee en het IJsselmeer zijn de uitzendingen nog slecht, of geheel niet meer te ontvangen. Het voornemen bestaat in de loop van 2002 de uitzending van weer- en scheepvaart-berichten op VHF2 gelijktijdig op VHF5 uit te zenden. Deze uitzendingen zijn dus wel buiten het VTS-gebied van Verkeerscentrale Brandaris te ontvangen.
Nieuws van de UK Hydrographic Office. De UKHO meldt de uitgave van de NP291,
Admiralty Maritime Communications, voor Engeland en Scandinavië. Mogelijk volgt een recensie in een volgend nummer van TZ. De zuster–editie NP289, Engeland, Frankrijk en Middellandse zee, is al in TZ 177 besproken. Sinds kort zijn de Notices to Mariners (Berichten aan Zeevarenden) te vinden op Internet www.nmwebsearch.com Op basis van deze gegevens kunt u wijzigingen aanbrengen op uw Admiralty Charts. Via www.imray.com kunt u uw Imray-kaarten bijwerken.
Wijziging Boordboek. De samenstelling van de Commissie Zeemanschap en Navigatie is gewijzigd. Voorzitter Jaap Molenaar en secretaris Maarten Arends hebben, na een groot aantal actieve jaren, afscheid van de commissie genomen. De nieuwe voorzitter is Jaap Kos, Edelhertweg 23 Almere, tel. (036) 5370710. Leden zijn Nora Schram, Frans Bertens en Hans van Laar (secr.).
Frans Bertens AANKONDIGING SYMPOSIUM NAV-RECREATIEVAART 2002 Op 6 september zal tijdens de HISWA te water in IJmuiden het zevende tweejaarlijkse symposium voor de recreatievaart worden gehouden. Dit symposium wordt door het Nederlands Instituut voor Navigatie in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers, het KNWV en de ANWB georganiseerd. Het thema is Veiligheid en verantwoordelijkheden bij zeilevenementen op groot water. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen: – Veiligheidsprotocollen bij de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers – Ervaringen vanuit de kuip
10
– De uitvoering van de Vreemdelingenwet – Taken van het Kustwacht Centrum – Actie “Zeevast” van de KNRM Een forum dat graag bestookt wil worden met moeilijke vragen, besluit het symposium. Na afloop is er de gebruikelijke borrel en napraten. In de eerste lezing doet ondergetekende verslag van de werkzaamheden van de protocolcommissie, die het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Kustzeilers heeft ingesteld om te komen tot standaardisering van de veiligheidsmaatregelen bij de zeilevenementen die de NVvK (mede-) organiseert. In dit verband zijn ook ervaringen uit de kuip interessant om te horen hoe een willekeurige zeezeiler omgaat met veiligheid op zee.
Hoewel de Vreemdelingenwet niet direct met veiligheid te maken heeft is het dit jaar wel een punt van aandacht. Martin Loos, voorzitter van de Colin Archer Memorial Race, en Lt-kolonel Oussoren van de Koninklijke Marechaussee zullen hun licht laten schijnen over de praktische toepassing van de wet. Peter Verburg van het Kustwacht Centrum te den Helder zal een overzicht geven van de taken van de Kustwacht. Tenslotte zal mevrouw Michelle Blaauw, geestelijke moeder van de actie “Zeevast”
van de KNRM, alles vertellen over dit initiatief ter bevordering van de veiligheid op zee. Nadere informatie is verkrijgbaar bij: Secretariaat Nederlands Instituut voor Navigatie Rikki van Rhee Seattleweg 7 NL-3195 ND Pernis-Rt Tel: +31 10 4987518 Fax: +31 10 4987530
[email protected]
TECHNIEK AAN BOORD Technische Commissie OPROEP Wie heeft ervaring met een ankerlicht die gebruik maakt van “LED’s? (Led’s zijn elektronische lampjes). Wat we graag willen weten is: 1. Geven ze voldoende licht in de praktijk? 2. Hoeveel is het verbruik?
3. Is de kleur acceptabel? 4. Hoeveel keer en hoelang je ze al gebruikt? 5. Als je een LED-ankerlicht gekocht hebt, de prijs en het merk. 6. Als je deze zelf gemaakt hebt, wat en hoe je het gedaan hebt. Graag inzenden naar de TC: Hans Rooze, Galjoen 19-15, 8243 LX Lelystad
LEDENADMINISTRATIE Kees Dik Nieuwe leden van 02-03-2002 tm 21-05-2002
11
In het belang van de privacy van onze leden is deze pagina blanco gemaakt.
ERVARINGEN Jack de Vos en Anja Bakker JE BOOT VERKOCHT EN DAN…..! Het is eind maart en we zijn er beiden behoorlijk doorheen. Onze boot hebben we vorig jaar, na 5 jaar eigendom en zeilervaring, verkocht en de kriebels om nu te gaan zeilen zijn behoorlijk aanwezig. Een telefoontje aan een oud dorpsgenoot Erik, die werkt bij reisorganisatie Amorgos zeilvakanties, levert een trip op naar de Saronische zee in Griekenland. We huren daar voor een week meivakantie een Gib’Sea 334, een schip waar je goed met 6 man mee op pad kunt. Helemaal onervaren zijn we niet in de Griekse wateren. Vorig jaar hebben we al wat ervaring opgedaan in de Ionische zee met onze zeilmaatjes. Met dit zeilverslag willen we u als lezer informeren over zeilen in dit geweldige zeilvakantie land! We komen aan in Kalamaki, de vertrekhaven voor onze vakantie. Na een intensieve check-in, waarbij je als je de gelegenheid krijgt zelfs het onderwaterschip moet controleren op lekkage van kiel en schade aan roer, tekenen we voor akkoord. Als je het niet vertrouwd dan kan je zelfs om een duikrapport vragen. Het lijkt echter allemaal goed en als je dat idee hebt dat het slecht is, óf niet in orde, dan kun je de Grieken dat beter niet laten merken. Leuk is dat, zult u denken! Wat de omgang met de mensen in deze cultuur bevorderd is grappen maken, ouwe hoeren en alleen als er echt sprake is van onveilig of ondeugdelijk materieel, oplossingen zoeken. Probeer in dat soort omstandigheden zoveel mogelijk met eigen initiatief, in samenwerking met de eigenaar of verhuurder van het schip, de problemen goed op te lossen. U zult er wel bij varen. De eerste dag varen we uit richting Nissos(eiland) Aigina. Anja is bij ons altijd de schipper en ik zelf doe meestal de dekdiensten als matroos. Vanaf het begin van onze zeilcarrière op jachten hebben wij ons deze rollen toebedeeld en zijn daarmee een goed team geworden. Voor een zeilvakantie als deze, waarbij je op geheel andere wijze moet meren en ontmeren, zijn een paar extra handen overigens niet verkeerd. Belangrijk zijn een goed werkende anker lier en motor.
Onderweg treffen we een zeilwedstrijd, we blijven ze voor waardoor we later in ieder geval nog een knap plekje treffen om te ankeren in de Marina van Aigina stad. We liggen aan een steiger waaraan, hoe kan het ook anders, een stel gepensioneerde Nederlanders liggen. Heerlijk is om hun verhalen te horen. Ze varen hier al 7 jaar rond. Af en toe terug naar Nederland en laten het schip er overwinteren om het volgende seizoen nieuwe tochten te maken. De volgende dag besluiten we naar Poros te gaan, een afstand van slechts een mijltje of 20. De wind valt helaas al vroeg in de middag weg dus het laatste stuk gaan we per motor. De oude pilot geeft 2 afmeer plaatsen. Omdat we maar met z’n tweeën zijn pakken we de makkelijkste, afmeren langszij. Helaas de kade is vol. Dus terug naar de anker plaats. De eerste keer mislukt, het anker houdt niet en geschrokken door het geschreeuw van een Griek besluiten we langszij een andere huur boot te gaan liggen. De lokale veerboten maken het er hier echter niet beter op, we stuiteren bijna een halve meter op en neer! We balen van onze plek. Ik help een Nederlandse schipper met opvarenden bij het afmeren, kennelijk is de grond hier niet best want ook hij moet een keer extra steken. Ontevreden over onze ligplaats vraag ik de schipper ons te helpen bij het ankeren. Wederom mislukt het ankeren. Een tweede keer, met veel..... heel veel anker lijn, pakt het anker eindelijk. We liggen nu ondanks de deining goed. In de lokale watersport shop alias supermarkt kopen we een zak ijs voor de koelbox. De methode om je koelwaren een beetje op temperatuur te houden, want alleen met draaiende motor lukt dat echt niet. Dag 3 varen we naar Hydra. Tegen- en weinig wind, maar het nog steeds verschrikkelijk mooie weer stemt onze gemoederen. We zijn vroeg en besluiten in een baaitje vlak voor Hydra op het eiland Hydra te gaan snorkelen. Dit is een heerlijke aangelegenheid. De wereld onder water is hier echt mooi en je moet oppassen, vooral in het hoog seizoen, dat je rug niet verbrand. Ondertussen bestudeer ik de Greek Water Pilot over Hydra. Een drukte van jewelste
13
en een drama voor het ankeren, vooral tijdens het hoog seizoen is het in de haven, omdat hij zo vreselijk klein is. Ankers liggen in grote getale over- en door elkaar, zo wordt er geschreven. Leuk om te lezen denk ik, maar we besluiten gewoon te gaan én één ding hebben we voor: we zijn vroeg. De kade ligt vol, de Noordelijke wand ook al. Geleerd hebbend dat we aangewezen zijn op het geven van veel ankerlijn, laat ik het anker vroeg zakken. Een anker heeft tijd nodig om te zakken en dat is iets wat je meestal niet direct in de gaten hebt. We komen ergens midscheeps van een zeiljacht (Nederlanders) en een motorjacht uit Londen met bedienend personeel uit. We liggen goed. Gebruikelijk is het om in plaatsen waar een Port Police aanwezig is, je te melden. Dat kost geld, héél veel geld: €1,50! Dit gebeurd echter minder vaak vandaag de dag, u begrijpt nu waarom! Toch wordt er nog wel eens een rondje gelopen door de Port Police. Word je daarbij geselecteerd voor visitatie, ga dan ook! We genieten van het uitzicht en de ankersessies in de haven. Het is alsof je in een amfitheater ligt, vreselijk mooi. Een idyllisch plaatsje. Onze ANWB reiswijzer geeft overigens aan dat hier een theater moet liggen. We kunnen het echter niet vinden en het begint al donker te worden als we besluiten terug te gaan. Aangekomen bij het schip gaan we met de buren van “Berend botje”uit eten. Het is een aanrader om met een grotere groep mensen te gaan eten. Je hebt dan de gelegenheid om goedkoop zeer uitgebreid de diverse Griekse liflafjes te proberen. De volgende dag wil onze buurman, die uiteraard als eerste aan de kade ligt, vroeg weg. Twee rijen ervoor moeten daarvoor de weg ruimen. Hoe dit gaat! Een lokal, die hier normaal rondvaart om de ankers uit elkaar te halen, wordt ingehuurd (waarschijnlijk voor veel geld) door de welgestelde buurman. Er wordt even een gaatje gemaakt! We willen zelf ook graag weg. Tot onze verbazing zien we vervolgens de lokal in z’n bootje óns anker boven water halen! Het lag over de buurman! We varen uit, grijnzen naar elkaar en groeten onze buren. Op naar Perdika op het eiland Aigina. We treffen een lekker windje NE 4 en halen op een gegeven moment op het log zelfs 7 knoop. Na 14:00 uur zakt de wind uit.
14
We moeten nog een mijl of 6 voordat we in Perdika zijn. Dolfijnen in zicht! Het is de hoop ze hier te zien in de Griekse wateren en vlug pak ik de camera, ......geweldig! Dolfijnen zijn erg nieuwsgierig. Een flottielje leider heeft ons verteld dat je ze kunt lokken door op het water te slaan én door met bijvoorbeeld gele voorwerpen achter het schip aan te laten drijven. Voor ons zijn ze echter net iets te ver weg voor dit probeersel. We beginnen ervaring te krijgen in het ankeren aan de kant. Vlekkeloos verloopt het, we liggen alleen met het roer te dicht bij een grote steen vlak voor de kade. Na het passeren van een veerboot en een boodschap van de buurman dat het verderop aan de steiger beter ligt, besluiten we het anker weer te lichten en aan een steiger te gaan liggen. Het is ook hier idyllisch. De Gib’Sea 44 van Berend botje is ons voor. We meren af aan hen en ’s avonds genieten we weer met een hele club van een geweldige Griekse maaltijd. Dag 5 vertrekken we vroeg naar Glifadha aan het vaste land. We moeten een stuk traffic zone oversteken. Die grote jongens gaan echt hard. Na afmeren in Glifadha en na ons te hebben gemeld bij de Port Office blijkt dat we in een privé haven liggen. Alle 4 Marina’s hier zijn privé havens. We mogen blijven liggen maar we worden echter nog eens gewaarschuwd door de locale havenmeester dat het niet gebruikelijk is dat er in de haven geankerd wordt en dat we morgenochtend mogelijk niet zo leuk gaan vertrekken. Begin je eindelijk de smaak te pakken te krijgen met dat ankeren, moet Jan Kaas afmeren aan moorings! De omgeving is niet fraai hier. Het is niet aan te bevelen deze plaats te bezoeken. Alles is hier duur en nogal toeristisch, alleen niet voor de watersport liefhebber. De volgende - en laatste - dag word je geacht rond 18:00 uur in de haven van Kalamaki terug te zijn. We liggen echter vlak onder deze plaats en besluiten daarom nog een leuk ankerbaaitje op te zoeken. We varen naar het 9 mijl verderop gelegen Varis. Hier aangekomen waait het echter hard. De wind in Griekenland hangt vooral af van de omgeving in combinatie met de windrichting. Varis zit net in een trechter waarlangs de NE-wind op dit moment loopt. We gaan dan maar verder. De wind valt een mijl of 2 verder bijna geheel weg. We besluiten de motor aan te doen, start
niet! Ik besluit eens een blik te werpen naar de vreselijk over gedoseerde 40 pk Yanmar motor. De startmotor staat kennelijk in de verkeerde positie. De riem een stukje verzet en hij slaat wel aan. Weer onder de kust achter de bergen waait weer een lekkere windkracht 3-4. Zeilen op en gáán, waarna we om 15:00 uur aankomen in de haven van Kalamaki. Schadeloos sluiten we onze vakantie nog eens af met een etentje bij de Taverne aan de haven. De dag is aangebroken om uit te checken. Ga je reclameren over zaken, - dat geldt vooral voor de check-in, - dan kun je wachten, een dag verliezen of nog erger. Vergeet niet dat “they do what they like to do”!
We laten de eigenaar z’n gang gaan en luisteren zeer geïnteresseerd naar z’n verkooppraatje. Het is goedkoper om direct een jacht te boeken bij de verhuurders zelf. Bij onze boeking zitten er 2 agenten tussen die je al gauw € 300 opleveren. Onderweg werden we ook al geattendeerd op goedkopere mogelijkheden voor dit soort trips. In Noorwegen hadden ze nog geen vakantie, door hier vanuit Nederland te boeken kun je ook veel geld verdienen. Na nog even vreselijk gepocht te hebben over het schip tekent de verhuurder en halen we onze borg bij de agent terug. We besluiten vandaag Athene nog even te bezoeken en nemen vervolgens afscheid van die geweldige vakantie, dit heerlijke weertje en om niet te vergeten, deze cultuur.
Fred Geurts ZOALS HET WATER THUIS BRUIST, BRUIST HET NERGENS Ons thuiswater is Het Grevelingen. Oorspronkelijk een zeearm die in open verbinding met de Noordzee stond. Maar dat was van voor de Delta werken. Het zeewater spoelde vrijwel ongehinderd tussen de eilanden van Goeree en Flakkee en aan de andere kant Schouwen en Duiveland. Het perpetuum mobile van eb en vloed schuurde op sommige plaatsen diepe geulen en hield op andere plaatsen eilanden in stand waarop in de loop der tijden een unieke flora en fauna is ontstaan. De voor ons zo bekende en nu relatief rustige vissersplaatsjes moeten eens bol hebben gestaan van de bedrijvigheid rondom de uitvarende en terugkerende vissersvloot. In Bruinisse, Bru voor de ingewijden, is daar af en toe nog wat van te merken als de kotters op vrijdagmiddag binnenlopen. Nu, na voltooiing van de Deltawerken, is het Grevelingen een afgesloten zoutwatermeer. De verbinding met de Noordzee bestaat uit een doorlaatopening in de Brouwersdam en via de Grevelingensluis kun je schutten naar de uitlopers van de Oosterschelde
Herkingen. Al enige jaren hebben wij een ligplaats bij de Watersportvereniging Herkingen. Ooit gestart op initiatief van een aantal inwoners die het jammer vonden dat Herkingen dreigde weg te kwijnen na het sluiten van de Brouwersdam. En dus werd de oude los-
wal omgetoverd tot centrum van de lokale watersport. Nu, meer dan 25 jaar later, biedt de jachthaven van WSV Herkingen plaats aan zo’n 240 watersporters, niet alleen uit de directe omgeving, maar leden komen zelfs uit Duitland om te genieten van hetgeen de Grevelingen te bieden heeft. Dat de betrekkelijke rust van Herkingen populair is, wordt onderstreept door de inmiddels volledig gevulde Marina Herkingen met zo’n 400 ligplaatsen. Het dorp is voorzien van een op zaterdag druk bezochte supermarkt en van enige Zeeuwse stugheid is bij de plaatselijke bakker van de Ham niets te merken. De Herkingse middenstand heeft inmiddels een goed ontwikkelde talenknobbel waarbij probleemloos wordt overgeschakeld van het onverstaanbare Herkings, via ABN naar Duits. Buiten het vaarseizoen is er van enige filevorming in Herkingen geen spraken meer, hooguit een verdwaalde watersporter die zijn boot komt inspecteren na een zware zuidwester.
Het Grevelingen. Onze eerste ervaringen op het Grevelingen dateren van zo’n 15 jaar geleden. Het water, hoewel zout, was helder en niet meer onderhevig aan getij en vertoonde, zelfs bij harde wind, nauwelijks golfslag. De vele eilandjes met beschutte aanlegplaatsen vormden een ideale omgeving voor vakantie met de kinderen. Zwemmen, snorkelen, op krabbetjes vissen, tent of hut bouwen, het kon allemaal. En op de minder mooie dagen keken we rond in de dor-
15
pen en plaatsen of huurden we fietsen voor een tocht over het mooie Goeree. In de loop der jaren hebben we het drukker zien worden, werden de boten groter en witter en werd het water minder helder. Inmiddels zijn er jachthavens bijgekomen en bestaan er plannen voor een forse uitbreiding van het aantal ligplaatsen. Daarnaast wordt er gesproken van een vaarverbinding tussen het Haringvliet en het Grevelingen en over een mogelijk herstel van een geringe getijbeweging. Nu ja, we zien wel. Vanuit onze ligplaats vormt een 1500 meter lange doorvaart de toegang tot De Geul van Herkingen. De doorvaart moet op diepte worden gehouden want in het gebied rondom staat slechts zo’n halve tot een hele meter water. Bij het uitvaren worden we dan ook meestal begeleid door een veelheid van Optimisten en Splashes waarin de jeugd kennismaakt met het wedstrijdzeilen en leert omgaan met het op de motor varend verkeer in de doorvaart. Aan de westzijde ligt een dam van steenstort die de geul tegen verzanding bij westenwind moet beschermen. Het einde van de doorvaart wordt gemarkeerd door een tweetal onverlichte bakens met vlak daarbij de gerafelde vlaggen van de WSV en de Marina.
Het water op. Eenmaal losgelaten op het water van de Geul van Herkingen kunnen de zeilen worden gezet en de motor gestopt. De overgang geeft meteen een weldadige rust als ons schip met lichte helling naar het WZW wordt gestuurd. Dit gedeelte van het Grevelingenmeer is met zo’n 3 meter niet echt diep en de snelheid komt hier dan ook nauwelijks boven de 6 knopen, hoe hard het ook waait. Hier kun je nauwelijks buiten de betonning varen en buiten de paaltjes van 1,50 meter diepte wordt je ogenblikkelijk gestraft met een streling door het Zeeuwse zand. Er staat een harde zuidenwind en hoog aan de wind varend steken we een rif. Als beloning krijgen een prettiger sturend schip. We moeten hoog aanhouden om niet op de Plaat van Herkingen verzeild te raken, maar dat is geen kunst voor een Victoire 933 met diepe kiel. Als snel komt de betonning van de afslag naar de Hals inzicht, waarna we wat ruimer
16
kunnen varen. De snelheid loopt op, geholpen door de toegenomen diepte en we spuiten letterlijk door het water. De wijzer van het log beweegt zenuwachtig tussen de 7 en 8 knopen en het zog gorgelt achter het schip. Aan lij bruist het water langs het berghout, diep in de midscheeps, weer aansluitend bij het achterschip. Ondanks de harde wind en de afwezigheid van een buiskap komt er geen water over dek. En da’s nou typisch Het Grevelingen, veel wind, maar geen golven. Nu de wind nog weinig hindernissen ontmoet en er van echte vlagen nog geen sprake is, ligt de boot als een huis in het water. Een scheef huis wel te verstaan want met zo’n dikke 6 gaat de helling af en toe naar de 25 graden. Een sporadische zonnestraal doet het schuim zo nu en dan extra wit oplichten en geeft het water een diepe, bijna zwarte kleur. Een verdwaalde spetter helpt me herinneren aan het zoute milieu waarin we varen.
Windmolens. We zetten koers naar de G17, een groene, waar het vaarwater afbuigt naar het noordwesten. Voordat we er zijn wordt de bakboordoever gevormd door de aangelegde dijk van Schouwen Duiveland. Minuscule zwarte puntjes in het water aan de voet van de dijk worden gevormd door vrijetijdsduikers die gebruik maken van het op deze plek glasheldere water, de grote diepte en de prachtige onderwater vegetatie (heb ik mij laten vertellen). Bovenop de dijk zijn een viertal kolossale windmolens druk doende met het stroom leveren aan het Zeeuwse elektriciteitsnet. Ze vormen voor de minder bekend zijnde watersporter een prachtig baken, maar eigenlijk ontsieren ze het landschap behoorlijk met hun silhouet en herrie. We varen inmiddels halve wind en hebben er flink de gang in, met de overloop maximaal aan lij, neerhouder doorgezet en het blok op de genuarail wat naar voren gezet om bovenin uitwaaien van het achterlijk tegen te gaan. Sommige schippers, kennelijk ervan uitgaande dat je op binnenwater niet zo gauw hoeft te reven, varen nog met vol tuig. Met dit weer zijn ze over-tuigd en we kijken met enig leedvermaak toe hoe er een aantal uit het roer loopt. Met ons vlak getrimde en gereefde grootzeil hebben we geen enkel probleem en we stuiven ze voorbij.
Genieten. Inmiddels is aan stuurboord De Veermansplaat verschenen. Een lang gerekt eiland met een diep groene vegetatie waarmee een groepje uitgezet vee zich in leven moet zien te houden. De Veermansplaat werd in vroeger tijden gebruikt als rustplaats voor de veerlieden die reizigers over Het Grevelingen voeren wanneer slecht weer het overzetten bemoeilijkte. Aan bakboord kijken we de haven van Bommenede in, een voormalige werkhaven van Rijkswaterstaat en nu in gebruik als vluchthaven voor vermoeide watersporters. Maar veel voorzieningen zijn er niet. Hoewel we nu de keus hebben tussen bakboord uit, richting Brouwershaven, gaan we rechtuit en sturen aan op de uiterste punt van De Hompelvoet. Het eiland dank zijn naam aan z’n merkwaardige vorm en is begroeid met zowel gras en mos als planten en bomen. We vallen nog wat af en trimmen de zeilen op de ruimere koers. Het is niet zo geweldig ver meer op deze koers en dus laten we de spi maar in de zak en accepteren we het af en toe flapperen van de genua. Dit is een mooi stuk van Het Grevelingen. Het vaarwater is breed en je hebt een wijds gezicht op de Platen van Flakkee aan stuurboord, en een doorkijk over een klein en laag eilandje naar Brouwershaven, Den Osse en Scharendijke. Rechtvooruit zijn de duinen van Goeree te zien. Het water is hier helder en met de doorkomende zon en de straffe wind is het volop genieten. Ouddorp. We varen om de ZO punt van de Hompelvoet maar houden enige afstand vanwege de diepte en varen naar het NO richting Ouddorp. Je kunt nu goed merken dat we dichter bij zee zijn gekomen want de wind draait hier enigszins en neemt wat toe. Op een wat scherpere koers neemt de snelheid ook weer wat toe zodat we letterlijk door het water spuiten. De golf naast het gangboord aan stuurboord sist en bruist terwijl het zog achter de boot gorgelt van plezier. Je voelt de kracht van de wind in de zeilen als een vlaag de boot doet versnellen en het wijzertje van de trimmeter bijna krom tegen z’n stop wordt geduwd. Tegen de achtergrond van de duinen van Goeree komt Ouddorp in zicht. Natuurlijk bij de Zeelandliggers bekend van de Kustwachtpost die met weerbericht, stormwaarschuwingen en uitkijk waakt over het wel en wee van de Zeeuwse watersporter. Met
harde wind kunnen we de communicatie volgen tussen de kustwachtpost en de bemanning van de KNRM boten die moeten uitrukken ter assistentie van in moeilijkheden geraakte watersporters. En iedere keer valt op dat de communicatie zo rustig, professioneel en vertrouwenwekkend verloopt, een heel verschil met boodschappen die sommige schippers over de Marifoon menen te moeten verspreiden. De communicatie met vissers die Stellendam verlaten via het Slijkgat verloopt vaak in het dialect van Goeree wat je doet beseffen dat je hier als gast bivakkeert, er is weinig van te verstaan. Maar dat op zich verleent weer een stukje charme aan het varen in deze omgeving. Na zonsondergang strooit de vuurtoren van de post Ouddorp z’n regelmatige en vertrouwde bundels uit over het water van de Zeeuwse Stromen en de Noordzee. Ouddorp heeft nog niet lang geleden een flink aantal extra ligplaatsen in de jachthaven gecreëerd en lijkt daarmee de weg naar een grotere bekendheid en meer drukte te zijn ingeslagen. Markant blijft de fel geel geschilderde kraan bij de haven ingang die al menig in paniek verkerende schipper moet hebben geholpen. Bij Ouddorp maakt het vaarwater een knik en wordt het weer scherper aan de wind. We hebben een prachtig rak voor de boeg en terwijl de wind aan het afnemen is besluiten we de nacht achter anker door te brengen in een van de havens aan de voet van de Brouwersdam. Natuurlijk kunnen we kiezen voor het mondaine Port Zeelande met alle comfort van een hete douche, kabel-tv op de steiger en eventueel een aan boord gebracht ontbijt met zacht gekookt eitje. De watersport hier heeft haar eigen dimensies; met grote blinkend witte motorjachten afgewisseld met snerpende jetski’s, felgekleurde surfers en snelogende waterski-ers. Aan de wal het vertier van disco en sterren restaurant. Maar wij liggen liever in de rust en stilte van de Kabbelaarsbank, een oude werkhaven van Rijkswaterstaat. Maar eerst nog even genieten van het aan de windse rak, een lekker gangetje, niet al te veel helling en een wegtrekkende bewolking welke plaats maakt voor een stralende na-middag zon. Het Grevelingen is hier wijds en we genieten van de ruimte die het vaarwater ons hier biedt. Ondanks alle belemmeringen van vaargeul, betonning en kruisende vaart kun je je hier nog
17
vrij voelen een alternatief voor de vaart op open zee.
Als een huis. De haven van Kabbelaarsbank komt in zicht, we tuigen af en laten de CQR in het zware zand zakken. We steken wat ketting en slaan achteruit om de ploegschaar vast te trekken. Een lichte schok is het signaal dat we morgen moeite zullen hebben met anker op gaan, we liggen als een huis.
Hier, aan de uiterste westkant van het Grevelingen, is de lucht nog wat zilter en helderder en aan de andere kant van de Brouwersdam ruist de Noordzee. We zitten in de kuip en genieten van het kleurenpalet dat de dalende zon aan de hemel schildert. We zien de laatste schepen van het water vertrekken en dan, als de rust is weergekeerd en de wind niet meer dan fluistert in de verstaging beseffen we eens te meer dat dit gebied ons thuis is waar het water bruist als nergens anders.
REISVERSLAGEN Jos Wildeman-Berghuis MET DE LARVIK NAAR LANDEN ROND DE MIDDELLANDSE ZEE (DEEL 1)
Het is een fantastische reis geworden met onze Larvik, een stalen tweemast motorsailer type Vikingbank van 10.30/11.50 x 3.35 x 1.35 m. We zijn op maandag 4 juni 2001, samen met Thea en Hans Eggink met hun Conquest, een Contest 32cs, uit de WVA-haven in Alphen aan den Rijn vertrokken en via de Gouwe, de Hollandse IJssel, de Merwede, de Maas, het Canal de l’Est Sud-branche, de Saône en de Rhône naar Port St. Louis aan de Middellandse Zeekust gevaren. Een prachtige tocht door allerlei zeer gevarieerde landschappen en valleien, door tunnels en over aquaducten, door kleine middeleeuwse dorpjes en door grote steden: Lyon met z’n muurschilderingen, z’n Romeinse amfitheaters en kathedraal hoog boven de stad, Avignon met het
18
indrukwekkende pauselijk paleis, het jaarlijkse kunst- en cabaretfestival en de markt met kraampjes en tenten met producten en verkopers uit heel de wereld.
De Larvik
Sluizen Een tocht omhoog via sluizen en barrages door verlaten natuurgebieden waar we ons alleen op de wereld wanen, alleen met de dieren en de vogels om ons heen, door smalle vaarwatertjes waar de bomen zich boven de boot sluiten en dan, na het hoogste punt in Epinal de tocht naar beneden. Door steeds breder wordende rivieren en de daarbij behorende grotere sluizen met steeds meer verval. In de sluis bij Bollène gaan we zo’n 24 meter naar beneden. We eindigen op 17 juli bij Port St. Louis. Daar gaan we door de laatste van de 233
Calvi met z
Haven van Nice
Suis bij Bollène sluizen die we onderweg gehad hebben. In de haven van Port St. Louis rusten we een dag op onze lauweren, gaan de volgende dag naar zee en varen vervolgens na een mijl of 5 de boeienroute naar Port Napoleon in. Daar zijn we een paar dagen bezig om de beide masten omhoog te hijsen, de verstaging te bevestigen en het schip zeeklaar te maken. Na nog een technische onderhoudsdag van de motor e.d. vertrekken we naar zee, in de richting van de eilandengroep Iles du Frioul voor de kust bij Marseille. We lopen Marseille bin-
nen vanwege de zeer dichte mist die ons plotseling overvalt. En na een dag in Marseille zeilen we verder langs de Franse Côte d’Azur, met overnachtingen voor anker bij eilandengroepen voor de kust en in de calangues (diep ingesneden kloven met kristalhelder turkoois tot zeegroen water waar je het anker op 19 meter diepte nog kan zien liggen en met groepen pijnbomen hoog op de witte krijtrotsen). We zeilen onderweg beroemde havens zoals Cannes, St. Tropez, Antibes en Monaco binnen, kijken in de haven rond en zeilen er met dezelfde vaart weer uit vanwege de hoge liggelden. In Nice laten we ons oude 2 pk Yamaha-motortje voor de rubberboot repareren. Vanuit de haven van Monaco maken we de oversteek naar Corsica. Op zulke lange oversteken die we niet in een dagtocht kunnen maken, lopen Ton en ik onze wachtjes, 4 uur op en 4 uur af. Je ziet elkaar dan niet zoveel. Als de één wacht loopt, navigeert en de lopende zaken doet, slaapt de ander. Op deze manier kunnen we het zeilen samen heel lang volhouden zonder oververmoeid te raken.
Sprookje
Calvi met zijn eeuwenoude citadel
Corsica is een prachtige verrassing! We hebben er van onze kinderen al veel van gehoord, en dat is niet overdreven. Op 2 augustus loop ik om 6.00 ‘s morgens op mijn wacht de kust bij Calvi aan en in de opkomende zon is Calvi met zijn eeuwenoude citadel op de berg een sprookje.
19
Na een paar dagen rust en rondkijken in de omgeving van Calvi zeilen we langs de westkust van Corsica zuidwaarts langs prachtige ruige kapen en baaien, hoge gebergten en het natuurgebied Scandola richting hoofdstad Ajaccio. Onderweg hebben we steeds het geluk om een baai te vinden waar we kunnen ankeren, zwemmen en snorkelen. Ton en ik zwemmen dit jaar veel. Ik merk dat zwemmen een prima manier is om af te koelen. De temperatuur loopt geregeld op tot zo’n 35 à 40° C. Na het zwemmen sproeien we het zout van ons af met een hogedrukplantenspuit: kost per douche slechts 1 liter zoet water. Ook ons zonnetentje, gemaakt van een oud wit laken, doet wonderen in de hete zon. Verder kunnen we met allerlei tips en trucs de warmte aardig hanteren, ook als we de wal opgaan en dan in de hitte lopen. Mijn onafscheidelijke fles water en mijn kleine plantenspuit heb ik altijd bij me. Deze geven een goede koeling en zorgen ervoor dat we het langer kunnen volhouden. En natuurlijk is het slimmer om niet op het heetst van de dag de omgeving te bekijken of boodschappen te doen.
Menhirs In Ajaccio verkennen we per streekbus en smalspoortrein de ruige binnenlanden van Corsica in woeste ritten over bergen en rakelings langs ravijnen. Een belevenis! We gaan naar Corte waar een oud klooster boven op het puntje van een berg geplakt lijkt te zijn. Verder naar het zuiden gaan we bij Tizanno op zoek naar 256 menhirs, bezoeken we ondermeer het oude stadje Bonifatio, beroemd om zijn over de uitgesleten kalkrotsen hangende oude citadel. We doorkruisen de Straat van Bonifatio in stormachtige omstandigheden (8 Beaufort) op zoek naar een ankerplaats of baai die ons kan beschermen tegen de striemende wind uit de verkeerde richting. Eindelijk, aan de oostkust van Corsica nota bene!, vinden we als het al bijna donker is een beschutte baai (Golfe de Santa Amanza), maar ook hier houdt ons anker niet zodat we dreigen op de rotsen te verdagen. Na herhaalde nieuwe ankerpogingen – we moeten steeds 40 meter ketting en een zwaar anker van 17 kg met een extra ankergewicht van 10 kg lood in die omstandigheden weer ophalen – houdt het anker. De wind draait de volgende dag en er volgt een nieuwe depressie. We liggen nu aan lager wal. De golven lopen recht de baai in en slaan met donderend geraas achter de
20
Larvik op de rotsen kapot. Als het na een paar dagen wat rustiger is geworden en we het anker weer willen ophalen blijkt dat deze in een spleet tussen 2 rotsen onder water is blijven steken! Ons rotsvaste vertrouwen in ons anker is dan wel verdwenen, we besluiten ter plekke naar een ander betrouwbaar, dus nog zwaarder, anker uit te gaan kijken.
Kapitaal Na de oversteek naar Sardinië zeilen we langs de oostkust via de eilandengroep La Maddalena’s. We vinden dankzij een gedetailleerde kaart van dit gebied een verlaten Zuidzeeachtige ondiepe lagune, Cala Stagnali, van het eiland Caprera. We gaan met onze rubberboot naar de wal en bezoeken ‘s morgens in alle vroegte het huis en de graftombe van Garibaldi. Via de Costa Smeralda waar de rijken der aarde tegenwoordig hun domicilie hebben, zeilen we naar het zuiden. Een heel ander eiland dan Corsica, qua natuur, sfeer en bevolking. En de Sardijnen zijn net als de Corsicanen terecht heel trots op hun prachtige eiland. Het is zoals Gianni-Paolo, een gids uit Dorgali met wie we in een landrover een survivaltocht hoog in de bergen naar een geitenherdershut naar Nuraghe-nederzettingen en diepe grotten en bronnen van Sardinië maken, zegt: “Geld hebben we als Sardijnen niet, dit prachtige eiland met z’n limestone mountains, kristalheldere zeewater en de vele cala’s en grotten langs de kusten is ons kapitaal.”
Een geitenherdershut
En daar moeten we heel zuinig op zijn, vooral als de grote projectontwikkelaars ons eiland ontdekken. We moeten voorkomen dat hier gebeurt wat de Spaanse costa’s is overkomen.’ En zo zeilen we langs honderden meters hoge en loodrecht in zee aflopende rotsen en alleen vanaf de zee bereikbare strandjes met daarachter diepe grotten met grote zalen met stalagmieten en ondergrondse rivieren naar het zuiden. Vanuit Arbatax maken we de oversteek naar Sicilië (2 dagen en 2 nachten). Weer met ons beproefde wachtensysteem. En weer lopen we bij zonsopgang op 25 augustus San Vito la Capo op Sicilië aan. We laten het anker vallen in een doodstil en verlaten baaitje bij het haventje en gaan een paar uur slapen. Tegen elven worden we wakker van het gekwetter om ons heen. Als we heel voorzichtig ons hoofd naar buiten steken zijn we stomverbaasd: we zijn omringd door waterfietsen in alle soorten en maten, sommige zelfs met glijbaan en hele Siciliaanse families er op, rubberbootjes en zwemmers en snorkelaars. En al die mensen om ons heen leveren luidkeels commentaar op ons in deze contreien nogal afwijkend schip. We zien dat we inmiddels omringd zijn door allerlei motorbootjes en -boten die ook hun anker hebben uitgeworpen.
Het is weekend, prachtig heet zomers weer en een ideale stranddag voor de Sicilianen!
Klooster Sicilië is ook een prachtig eiland, weer heel anders dan de vorige eilanden waar we gepionierd hebben. We zeilen langs de noordkust, bezoekenen de miljoenenstad Palermo met zijn vele bezienswaardigheden en oude monumenten. Veel wordt daar op dit moment gerestaureerd. Ik ga op stap in de oude wijken en kom terecht in de wijken waar veel allochtonen uit Noord-Afrika en Turkije wonen en waan me in de smalle straatjes met de uitgestalde tapijten en andere handelswaar weer even in Marokko. We bezoeken onder meer na een lange zoektocht in de middaghitte een Cappucijner klooster waar duizenden mummies in de keldergewelven liggen of staan. Vaak nog helemaal intact met kleding, haar, handen, schoeisel en al. Door het klimaat in deze gewelven worden lichamen hier na een behandeling gemummificeerd. Het was in de 18e eeuw en daarna onder de hoge geestelijken, notabelen en rijken mode om zich hier na hun dood te laten opbaren. Bij de ingang van de gewelven houden 3 stokoude Cappucijner monniken de wacht. Wanneer zullen zij hun collega’s gezelschap gaan houden? (wordt vervolgd)
Wita en Wim Kroonsburg ANTARCTICA Een reis door een wereld van ijs met duizend meter hoog oprijzende rotsen gekuifd met eeuwige sneeuwmutsen (19 februari 2001 tot 12 maart 2001).
”In Search of adventures”
Mijn vrouw en ik liepen op de vakantiebeurs in januari 2001. We hadden belangstelling voor een bijzondere reis. Gezien ons watersport en zeevaart (H.A.L. 1954 – 1966) verleden was het niet zo verwonderlijk dat we in de nautische hoek terechtkwamen. Hier zagen we aanvankelijk een mooie reis naar de Kaap Verdische eilanden. Nadat we hiervoor geboekt hadden viel ons oog op de laatste reis van de Amsterdamse dwarsgetuigde driemastbark “Europa” naar Antarctica. We maakten de eerdere boeking ongedaan en boekten voor dit laatste schip. Het schip zou op 19 februari 2001 uit de Argentijnse haven Ushuaia, op Vuurland gelegen aan het Beagle Channel, vertrekken Er moest van uit Amsterdam via Madrid en Buenos Aires gevlogen worden, een vliegreis van 24 uur. In Buenos Aires maakten we kennis met de ander opvarende passagiers.
21
Het waren er 23. Het schip had voor een meerdaagse reis een accommodatie voor 35 tot 72 passagiers. We kregen dan ook met ons tweeën een vierpersoons hut met langsscheepse kooien. Ondanks de vierpersoons hut was de ruimte voor twee personen aan de krappe kant. Wel vier kooien, maar kleine kasten. In de overgebleven kooien konden we onze “pooluitrusting” kwijt en we konden de matrassen van deze kooien gebruiken om ons “schoor” te leggen in onze kooi als het schip zwaar slingerde. We lagen dus beklemd tussen de matrassen en konden niet uit onze kooi rollen. Het geheel werd gecomplementeerd door een kleine badcel/w.c. zonder handgreep met een gladde tegelvloer, een aan bakboord gelegen doucheputje en een extreem hete douche, waar men uitsluitend onder paste als men niet lang was. In de koude wateren was er maar een beperkte watervoorraad. Door de lage zeewater temperatuur was capaciteit van de watermaker te gering. Maar tijdens het slingeren van het schip was het zeer moeilijk om het water op de juiste plaats te krijgen en te blijven staan. We kwamen 19 februari aan boord van de “Europa”. Voor ons schip lag het ms.
“Rijndam” van de H.A.L. Bij het horen van deze naam ging mijn hart open maar bij het zien van het schip werd deze opening beslist kleiner. Het was een varend flatgebouw. Vertrokken op 20 februari en voeren letterlijk en figuurlijk voor het lapje het Beagle Channel uit. In het Beagle Channel werden de veiligheids rollen gehouden, schip verlaten, brandrol en algemeen alarm. Het schip was uitgerust met uitsluitend reddingsvlotten. In het Beagle Channel stond windkracht 6 – 7. Het schip liep 9 knopen. Op 21 februari ging het harder waaien. We voeren de grote zee op, de beruchte Drakepassage bij kaap Hoorn. Het was een zeildag. Wat men ook aan zeil weghaalde het schip bleef 9 knopen lopen terwijl de wind opliep tot 10. Aan de voormast de twee marszeilen en de fok, aan de grote mast alleen de ondermarszeilen en daar tussen in nog wat kleine stagzeiltjes tegen het slingeren. Alle waterdichte deuren werden gesloten, de kleppen gingen voor de ramen van het dekhuis, de ventilatie kokers werden afgesloten en voorzien van zeildoekse kappen om het indringen van water te voorkomen. De stormnetten en stormlijnen werden uitgezet om het dek
Voor de liefhebber de gegevens van de bark ”Europa”: Bouwjaar Restauratie/ombouw Thuishaven Lengte over alles Breedte Diepgang Hoogte Zeiloppervlak Voortstuwing Snelheid in rustig water Bemanning: Kapitein Stuurman Machinist Excursieleidster Scheepsarts Natuuronderzoeker Algemene dienst Kok Koksmaat Dekhands
22
1911 te Hamburg, bestemd en gebezigd als vuurschip “Elbe III” 1988 – 1994 te Amsterdam Amsterdam 55,60 meter 7,6 meter 3,80 meter 33 meter 1250 m2 2 x 420 pk, beide schroeven rechtsom draaiend. 6 knopen 1, opleiding Kleine Handelsvaart, diploma Grote Zeilvaart; 1, stuurvouw, opleiding zeevaartschool Enkhuizen, diploma Grote Zeilvaart; 1, kleine handelsvaart; 1, opleiding zeevaartschool Enkhuizen, diploma Grote Zeilvaart, lerares zeevaartkunde; 1 man, specialist in Havenziekenhuis Rotterdam; 1 zoöloog, V.U.; 1 vrouw, opleiding stuurman zeevaartschool Enkhuizen, diploma Grote Zeilvaart; 1 vrouw; 1 vrouw; 5, Nederlandse, Canadese en Franse nationaliteit.
22
veilig te belopen. Men mocht uitsluitend aan dek mits men aangelijnd was d.m.v. het bekende zeilharnas. Kortom: het schip en opvarenden waren storm klaar, als het ware een onderzeeër. Het schip slingerde zwaar. In de nacht van 21 en 22 februari liep de wind op naar 10 met uitschieters naar 11 en op de hondenwacht tegen drie uur brak met luide knal de bakboords voor ondermars kettingschoot en het ondermarszeil scheurde van boven naar beneden. Niet meer in bedwang gehouden door zijn teugel sloeg het zeil op hol en de bemanning had de grootste moeite om de geien en gordingen aan te slaan om de zeilen tegen de ra’s te sjorren. De bovenmars werd naar beneden gehaald. De voltallige nautische bemanning, dekhands, stuurlieden inclusief de bar-
“Aan dek gereed voor een dinghy tocht met een wetlanding” keeper en zijn hulp gingen de ra’s op om de nog steeds slaande zeilen met seizingen vast te zetten zodat de wind er geen vat meer op kon krijgen. Dat alles met een gangetje van 9 knopen, deining van tenminste10 meter en zwaar slingerend schip! Bij daglicht werd het zeil afgeslagen en naar dek afgevierd. Een klusje van niets op een zonnige dag in Amsterdam, iets meer werk op een slingerend en overhalend schip bij windkracht 9 in de screaming fifty’s. Daarna werd het als slang vermomde zeil naar de Bibliotheek gedragen voor inspectie en reparatie. Het aan het zeil zittende restant van de kettingschoot had zijn moordend werk in luttele minuten goed gedaan, als zweep had de schoothoek het zeil aan flarden geslagen. Het zeil werd in van arbeidsvitaminen voorziene en verwarmde bibliotheek door de bemanning in ongeveer 30 uur gerepareerd. De reparatie moest zorgvuldig en grondig gebeuren,
want dit is het stormzeil bij uitstek en moet tegen een stootje kunnen. De volgende ochtend waren we in het centrum van de depressie met weinig wind en hoge verwarde deining van alle kanten. Aldus het email rapport van de kapitein Klaas. Een man op slippers, lange baard en niet roker. Tijdens de storm waren maar negen man van de passagiers en bemanning niet zeeziek. Ik was een van die gelukkigen. Men kon uitsluitend in de kooien liggen als men zich met het extra matras, tegen de scheepswand en zwemvesten aan de andere kant zich vast leggen in het overgebleven .”gootje”. Men had het idee, dat men niet sliep maar de klok wees aan, dat men geslapen had. De passagiers waren in de wachten ingedeeld om hand- en spandiensten te verrichten en het schip te sturen met het grote stuurwiel op de “broodwagen”. Dit is de teakhouten omkasting van het wormwielstelsel, het stuurgerei, voor het bewegen van het roer. Deze kast heeft veel overeenkomst met een ouderwetse bakkerskar. Mijn vrouw en ik hadden ons opgegeven voor de eerste- en de voormiddagwacht (0800-1200;20.00-24.00). Tijdens de overtocht naar het vaste land van Antarctica genoten we van veel vogels en zeezoogdieren. We hadden een zoöloog aan boord, een uitstekende vogel- en zeezoogdierenkenner, die ons op de bijzonderheden attendeerde. We hebben 38 verschillende soorten vogels, 16 soorten zeezoogdieren, van zeerobben, diverse soorten pinguïns en walvissen tot orka’s, 16 soorten planten, diverse korstmossen en een paar soorten alg gezien.
Zeehonden, Weddle, rusten op ijsschots, dinghy op achtegrond Op 24 februari voeren we tussen de vaste wal en de South Sheltands eilanden van het Antarctische Peninsula. De zee was rustig en kalm zodat er gemoterd werd. Hier gin-
23
gen we met de zodiaks de wal op. Niemand ging in de bijboot zonder controle op het zwemvest en het noteren op de presentielijst, uiteraard ook zo bij terugkomst. Er werd een pinguïn kolonie bezocht. Deze kolonie werd belaagd door zeeluipaarden. Een van die zeeluipaarden had net een pinguïn gevangen en was bezig deze steeds de lucht in te gooien om hem eet gereed te maken. De dokter verklaarde dat door het door elkaar rammelen van het slachtoffer de inhoud,zoals mild, longen, lever enz. los kwam en makkelijk te eten waren. Er dreven diverse lege pinguïns in het water. Deze actie van het roofdier was voor ons zeer interessant en zijn met de zodiak dichterbij gekomen. Dit viel bij de zeeluipaard niet in de smaak en opende de aanval op onze zodiak. We hoorden zijn tanden over de bodem schuren en in de rubberen drijvers happen. Gelukkig kunnen rubberboten nog veilig drijven als er een compartiment leeg is, maar deze veiligheidsvoorziening hadden we niet nodig. Aan de wal waren natuurlijk pinguïns, zuidpooljagers, zeerobben en zeeluipaarden. Deze dieren leefden in ogenschijnlijke pais en vree naast elkaar, maar de zieke en zwakke beesten werden opgegeten. Er werden dan ook veel dia’s en video’s verschoten. Vervolgens voeren we Bransfield Strait binnen en bezochten Deception Island. Dit is een uitgewerkte vulkaankrater, zo groot als de Westeinder plassen waar een verlaten en vervallen walvisstation ligt met traanfabrieken, huizen, een ontmanteld vliegtuig, graven, walvisbeenderen en inwonende zeerobben, die het land heroverd hadden. De randen waren bedekt met sneeuw en ijs, maar door de aardwarmte liep het gesmolten water door de gruislaag naar het strand af. Het strand had op een diepte van ongeveer 5 cm een temperatuur van 85 graden C. De temperatuur vlak onder de vloedlijn van dit gruisstrand was ongeveer 35 graden C. Heerlijke zwemtemperatuur. Maar op 3 meter uit de lijn was het water stervenskoud, kramp ! Het eerste aanblik in de Lemaire Channel van Mount Scott in het licht van de zon was adembenemend. Alle zeestraten waren zo. Veel afkalvend ijs, het was daar laat in de zomer periode. In de Peltier Channel lagen veel kleine ijsbergen en schotsen. Het smeltende ijs twinkelde als het ijs in een whisky glas. Het was ook een uitstekende zuivere ijsvoorziening voor de whisky. In deze zeestraten kwamen we bultrugggen en blauwe vinvissen tegen. Door het duidelijk
24
hoorbare snuiven en het zichtbare spuiten van deze vissen werd af en toe vergeten te fotograferen. Het was een leterlijk en figuurlijk een adembenemend gezicht. De stank van de adem leek wel op rottend vis. Verder bezochten we diverse pinguïnkolonies, walstations en ijsvlakten, die vroeger, in de Engelse tijd, gebruikt werden als start- en landingsbanen voor vliegtuigen voor het station Faraday. Waarschijnlijk een aardmagnetisch onderzoeksstation. De landingsbanen waren op meer dan honderd meter hoge ijsvlakte gelegen. Thans was het station overgenomen door Oekraïne. Het station had een andere naam gekregen: “Vernadski”. Er werd de ozonlaag en de Heavy side laag waarnemingen gedaan. Volgens de waarnemers waren de meetresultaten niet verontrustend. Het walstation Vernadski, van de was bemand met ongeveer 10 man en een dokter. Het was een oud Engels station, Faraday. De mensen waren zeer gastvrij en speelde oude Oekraïnsche liederen. En dronken een goed glas wodka. De peperwodka was mij in beide opzichten te sterk. In de late uurtjes gingen we weer aanboord. De ijsbergwallen, het einde van de gletsjers waren gemiddeld 130 meter hoog. De ronddrijvende ijsbergen 30 meter hoog en honderden meters lang. In de kleine baaien waren de ijsbergjes kleiner. Mooie objecten om met de zodiaks, oude mariniers boten, omheen te varen. Ze waren bezet door pelsrobben, zeehonden, zeeolifanten en pinguïns. Een bepaald soort worden krabbeters genoemd. Er zijn volgens onze bioloog meer dan 15 miljoen rond de zuidpool. Zo te zien lagen ze op ijsschotsen te zonnen in al hun kleurschakeringen van diepe bruinzwarte tinten naar zilverwit en liggen als sardientjes naast elkaar, als het
Greenwich Island met eerste pinguïn kolonie
ware als Duitsers in Zandvoort. Kortom alles wat kruipt en zwemt in Antarctica lag op ijsschotsen. De meeste zeezoogdieren leven van krill, dat er na het uitmoorden van de walvis in overvloed is. De uitwerpselen vooral van de pinguïns zijn rood van kleur. In de kolonies snaterden, ruzieden, poepen, piesten en stonken de pinguïns je tegemoet. Op de wal was het glibberig van de uitwerpselen. Men kon rustig in een kolonie lopen als men maar de armen stijf langs het lichaam hield of rustig ging zitten. Ze zagen de mens dan als grote pinguïn. De beesten waren zeer nieuwsgierig en knabbelde aan je rugzak, handschoenen en fototoestel. Ze speelden, ruziende en voedden de kleinen. Ze gingen rustig door of stonden dromerig in de wind te ruien. De overvloed van het voedsel zal niet lang duren want het wordt weggevist voor “krabstickjes”. Hier toont de mens weer, als hoogst intelligent wezen op aarde en verantwoordelijk voor alles wat leeft en bloeit op deze aardkloot, te weten hoe hij de natuur moet verknallen, eerst de walvissen en nu het voedsel voor de rest, zoals op de overige zeeën met de vis ook gebeurt. De lucht was gevarieerd gekleurd van donker en zwart naar een heldere wintersport hemel. Dit gaf een afwisselende en sprankelende lichtinval op de ijsbergen en kleine schotjes. Het was een ijzingwekkend avontuur.
Uitkijken naar walvissen, bezaanzeil en stuurwiel Het eten aan boord was bijzonder goed en gevarieerd. We kregen in drie weken nooit iets twee keer opgediend. Hoe het schip ook slingerde en stampte. Een keurig driegangen menu met elke dag vers fruit. Het bord horizontaal houden was een zwaar karwei, evenals s’morgens je thee bij het ontbijt in het kopje houden. Het vergde de
nodige gymnastische toeren. Als er een jarige was werd het ‘s morgens met slingers, vlaggen en taart bij de koffie gevierd. Bij stormweer verzeilde wel eens de taart op de grond, maar men kon van de grond eten. Brood werd elke nacht vers gebakken, evenals koekjes bij de koffie en snacks bij de borrel. Alleen de drankvoorraad was bijna op aan het einde van de reis. Er restte slechts Berenburg en Argentijns bier. De zorg van de bemanning werd als een warm bad ervaren. Het was van hun als het ware een toegift op het toch al zware werk dat ze verzetten en de ontberingen die ze vooral bij de stormen leden. De een was goed in een troostend woord voor de zeezieken, - de dokter was ook zeeziek, - de ander begeleidde ons in het want van het schip en de volgende schipperde op de zodiaks. Zorg daar draaide het om. En Klaas Gaastra, de kapitein, met baard managede dit alles letterlijk op zijn sloffen, met een vanzelfsprekendheid die wel veel respect afdwingt. Er werd op ons gelet en dat gaf velen een goed en veilig gevoel. Op de terugweg over de Drake Passage passeerden we op 9 maart kaap Hoorn. Voor ons allen een bijzondere ervaring. De storm en wind waren weer present en ‘s avonds hadden weer 9+ op de windmeter. We ankerden in het Beagle Channel bij de Estancia Harberton, een in 1850 door de Engelsen opgerichte missie post. De mensen, half Engels – half Vuurlands, leefden van visvangst en schapenteelt. De oorspronkelijke bewoners van Vuurland/Patagonië, leefden in 1850 nog in het stenentijdperk. De blanken kregen 1 pond premie als ze een linker oor van de oorspronkelijke inwoners inleverden! De laatste is een jaar geleden overleden. De bewoners waren een mix van Ieren, Engelsen en autochtonen. Rood, blond en zwart haar. We arriveerden op 11 maart in de avond in Ushuaia. De volgende dag werd besteed met wandelen in het Ushuaia of Nationale Park. Het was een park met specifieke planten en moscultuur in een dunne aardlaag op de rotsbodem. Op 13 maart vlogen we huiswaarts, alwaar we op 14 maart laat in de middag op Schiphol landden.
25
CORRESPONDENTIE Wim Piet van Erven Dorens ANTWOORD OP DE OPEN BRIEF VAN NORA SCHRAM IN TZ 179 Beste Nora, Allereerst mijn compliment voor de heldere en zeer correcte wijze waarop je tegen de term ”natuurradicalen” bezwaar maakt. Zo horen wij de discussie in onze vereniging te voeren om te trachten tot een eensluidend en genuanceerd standpunt te komen. Na lezing van je betoog, meen ik dat onze standpunten niet eens zo ver uiteen liggen. Nederland is een klein land met veel mensen. Velen zeggen: ”Nederland is vol”. Dat hoorde ik 60 jaar geleden al, toen we nog maar 8 miljoen inwoners hadden en 100.000 auto’s. Maar wat zijn de feiten? 80% Van ons land heeft een agrarische of een natuurbestemming. 20% wordt gebruikt voor wonen, bedrijven en infrastructuur. Maar door de toenemende bevolking en de toenemende welvaart groeit die 20% wel. Ook versnippert de infrastructuur die 80% agrarische en natuurgebieden. Daarom is een goed gebruik van de ruimte geboden. Voor het eerst pleit de 5e Nota Ruimtelijke Ordening voor multi-functioneel gebruik. Men denkt dan aan ondergrondse wegen, winkels en parkeergarages. Maar onze woongebieden kennen allang ”natuur” als tweede functie door parken, lanen en tuinen. Op het water zijn nog veel meer functies in hetzelfde gebied mogelijk: Vissen, vogels en andere dieren leven in, op of boven het water; hengelaars, wadlopers, watersporters, beroepsvaart en visserij; delfstofwinning; zoetwatervoorraad en waterhuishouding; alles maakt van dezelfde ruimte gebruik. Natuurlijk zijn er tal van knelpunten, maar daarvoor zijn regels en afspraken tussen de functies. Recreatief medegebruik van natuurgebieden moet gezien de 5e Nota RO echter de norm blijven. Toervaarders genieten per definitie van landschap en natuur. Het maakt zelfs een onmisbaar deel van hun genoegen uit. De meesten zullen lid zijn van een of meer van de bestaande natuurorganisaties, die tegenwoordig wel degelijk rekening hou-
26
den met recreanten en ze zoveel mogelijk toegang geven tot door hen beheerde gebieden. Anders zou bijvoorbeeld Natuurmonumenten nooit zijn 1 miljoen leden bereiken! Sommige (kleinere) natuurgroepen zijn het daar niet mee eens en zij huldigen veel radicalere standpunten (sommigen willen zelfs de wolf en de lynx terug op de Veluwe) en zien de mens als de belangrijkste vijand van de natuur. Aanhangers van deze groeperingen treft men in overheidsorganisaties en lobbygroepen aan, waar zij wijzend op het ”voorzorgprincipe” elke discussie afkappen. Een ongenuanceerd standpunt verdient een ongenuanceerde naam: vandaar ”natuurradicalen”. Dat slaat dus duidelijk niet op de millioenen natuurliefhebbers ! De natuur is inderdaad, zoals je stelt, een groot evenwicht, dat voortdurend verschuift, vaak door menselijk ingrijpen. Soms is dat gunstig voor de variëteit, denk maar aan het zoetwatergebied IJsselmeer en aan het natuurreservaat Oostvaardersplassen. Soms bedreigt dit soorten. We moeten dus goed luisteren naar echte deskundigen met goede argumenten en passende maatregelen treffen, niet kritiekloos maar in overleg met belanghebbenden. Zo stemde de waterrecratie in met het afsluiten van rustgebieden, toen de zeehond dreigde uit te sterven door overigens nog steeds onzekere oorzaken. Wanneer dat geholpen lijkt te hebben en er weer zoveel zeehonden zijn op de Wadden, dat ze naar andere platen (en andere gebieden zoals Zeeland, The Wash, en de Thamesmonding) uitwijken, is dat toch geen reden om die platen dan ook tot verboden gebied te verklaren? De zeehonden kwamen er ondanks schietoefeningen en passerende wadvaarders. Het zou zelfs logischer zijn de bestaande verboden, die ongeveer 10% van het Waddengebied betreffen, op te heffen of tenminste te verminderen. Daar ging het om bij de discussie over de aan te wijzen Art 17 gebieden door de beheerder SBB (Staatsbosbeheer). Als het nodig is, zijn waterrecreanten en andere belanghebbenden best bereid beperkende maatregelen te accepteren, maar wel door overtuigende argumenten
in een eerlijke en open discussie en niet omdat Europese Richtlijnen ons er toe dwingen. Want die richtlijnen waren vooral het werk van Nederlandse ”natuurradicalen”, die dit er in ”Brussel” doorgedrukt hebben. Bovendien stond het elk land vrij zijn eigen criteria voor aanwijzing van ”Speciale Beschermingszones” op te stellen. In Nederland gebeurde dat per Algemene Maatregel van Bestuur zonder inspraak en zonder parlementaire behandeling. Nee de schuld kan niet op de EU worden afgeschoven, Nederland is er zelf debet aan! Dan zien we dat in dit land de grote monden en de schreeuwers veel voor elkaar krijgen. Helemaal als ze sterke lobbies hebben in ”Den Haag” en in ”Brussel”, en als ze snel klaarstaan met claims of onwettige acties als blokkades niet schuwen. Daarom is de visstand nu door overbevis-
sing ver beneden peil en richten de kokkelvissers nog steeds enorme schade aan, zelfs in natuurgebieden ( Zie NRC 27 april 2002 Th. Piersma). Ook sterft het van de ontheffingen van verboden voor overheidsdiensten en sommige economische belangen. Dat schept ongelijkheid en roept weerstanden op tegen deze verboden. De watersport zal blijvend een krachtige stem moeten laten horen, wil ze niet verdrongen worden. Daar wil de Planocommissie aan bijdragen. P.S. Na het schrijven van dit artikel hebben de begrippen ”radicalen” en ”activisten” door de moord op Pim Fortuyn sterk aan scherpte gewonnen. Te scherp voor de meerderheid van de bedoelde groep. Ik sta dus open voor een mildere benaming, mits het afwijzen van discussie er maar duidelijk uit blijkt.
Fred Udo IS STATISCHE STABILITEIT ECHT ZO BELANGRIJK? In nummer 179 van Toerzeilen staat een artikel van Sven Korver met als titel: Stabiliteit, standvastigheid, vastheid, duurzaamheid. Het artikel bevat een beschrijving van de berekening van de statische stabiliteitskromme voor jachten gevolgd door nogal vage conclusies. De enige echte conclusie van het verhaal is: veel stabiliteit bij kleine hellingshoeken geeft de mogelijkheid snel hoog aan de wind te zeilen. So far so good. Het artikel bevat echter ook een feitelijke onjuistheid, namelijk, dat de lage snelheid van een zeiljacht maakt dat de invloed van de snelheid van een zeiljacht op de stabiliteit verwaarloosbaar is. Iedereen die weleens een half of geheel mislukte overstagmanoeuvre bij windkracht zes of hoger heeft meegemaakt kan deze opmerking tegenspreken, want op het moment van volvallen met stilliggend schip krijgen we een extreme helling te verduren. Een berekening van het Reynoldsgetal van de stroming rond de kiel leert, dat de bootsnelheid wel degelijk een belangrijke factor is voor de stabiliteit. Het artikel gaat voorbij aan anderhalve eeuw practisch en theoretisch werk aan het gedrag van een schip in zeegang. Het boek van C. Marchaj: “Seaworthiness, the for-
gotten factor” geefi er in 370 bladzijden een overzicht van. Ter illustratie: maar twaalf bladzijden daarvan gaan over de statische stabiliteitskromme. Erger nog: in de vijf hoofdstukken over dynamische stabiliteit die erop volgen is onder andere te lezen. dat het ellendige rollen in zeegang evenredig is met de aanvangsstabiliteit, dus dezelfde factor die maakt dat we voor borreltijd in de haven kuhnen zijn maakt ons het leven zuur bij ruime wind in golven. In dit licht is de conclusie van Korver: “Een zeer stabiel schip is dus veilig..” te simpel en lijkt ingegeven door onbekendheid met deze materie. In onze vereniging is vaak en lang gediscussieerd over het ideale toerjacht en de conclusie was telkens dat het ideale toerjacht voor iedereen (gelukkig) niet bestaat, omdat er zoveel manieren zijn om toerzeilen te beoefenen en er dus evenzovele types toerjachten moeten bestaan. Een voorbeeld van zo’n dilemma is: welke slingertijd moet een toerschip hebben. De slingertijd van een schip is eenvoudig te bepalen door het in omstandigheden zonder wind of golven een helling te geven en te meten hoelang het van het ene naar het andere boord slingert en terug. Een schip met een grote slingertijd (meer dan vijf seconden) is vriendelijk voor zijn bemanning en zal een gevoel van geborgenheid
27
geven dat vooral ‘s nachts op zee essentieel is voor ons welbevinden. Helaas, grote slingertijden zijn te vinden bij zware langzame schepen die niet zo goed aan de wind zeilen.
Op andere koersen zijn zij een genot om in te varen. Er is een grote categorie zeilers die deze keuze bewust gemaakt hebben: de ronde en platbodemzeilers.
BOEKEN Sidney Geneste WAYPOINT GIDS NOORDZEE DOOR PETER CUMBERLIDGE. Uitgeverij Hollandia. Prijs: € 34,50. ISBN 90-6410-324-0. In het Verenigd Koninkrijk heeft Peter Cumberlidge reeds in 1998 en 2000 bekendheid verworven met publicaties over ‘The North Sea Waypoints Directory’ uitgegeven door Adlard Coles Nautical. Bij de uitgifte van de eerste Nederlandse bijgewerkte versie door Hollandia kan dus ook gesproken worden over een editie gebaseerd op ervaring. De publicatie opent na de inhoudsopgave, direct met overzichtskaarten die de aanlopen beschrijven welke behandeld worden; het betreft de oostkust van Engeland (Humber t/m Dover), Belgische en Nederlandse kust (Nieuwpoort t/m Terschelling, inclusief de aanlopen van Den Helder, Den Oever en Harlingen) en aansluitend de Duitse bocht en Denemarken (t/m Esbjerg). Voorafgaand aan de aanlopen, wordt op een informatieve wijze praktische informatie verstrekt over elektronische navigatie. Deze introductie kan tevens gezien worden als een toelichting en belangrijke handleiding voor de feitelijke ‘Vaaraanwijzingen en kaarten’. Als referentie zijn de kaarten van de Britse Admiraliteit gebruikt en wordt om verwarring te voorkomen, in de tekst dezelfde benaming aangehouden. In 194 pagina’s worden 97 aanlopen beschreven, die allen
28
openen met een overzicht van de waypoints (ware peiling) gevolgd door bijzonder nuttige informatie over de obstakels langs het betreffende kustgebied. Alle GPS posities zijn gebaseerd op WGS84, terwijl de meeste Britse Admiraliteitskaarten OSGB36 zijn. De Franse, Nederlandse en Duitse kaarten zijn aan het migreren van ED50 naar WGS84. De Admiraliteit vermeldt altijd de datum waarop de kaart is gebaseerd en het is gebruikelijk dat ook is opgenomen in welke richting en afstand de data moeten worden geconverteerd (Satellite-Derived Positions). Het verschil zal in de praktijk niet groter zijn 150 meter, wat bij helder zicht geen probleem is, maar bij nauw vaarwater en een gevaarlijke aanloop toch even extra aandacht vraagt. Terecht maakt de schrijver ons erop attent dat het van belang is de ‘Berichten aan zeevarenden’ (BAZ) en ‘Notice to Mariners’ te raadplegen, omdat wijzigingen als gevolg van veranderende omstandigheden op locatie, voortdurend kunnen plaatsvinden. Jammer dat niet aangegeven is tot welke datum deze gegevens wel in deze publicatie verwerkt zijn. Daarom moet u deze waardevolle praktische informatie ook zien als een zeemansgids of pilot boek. Een bijgewerkte kaart en recente almanak verstrekken u de absolute informatie, die u altijd nodig blijft hebben bij het veilig aanlopen.
VARIA Frits Brattinga DE ZEILTOCHT, NAUTISCH GEDICHT VAN ONBEKENDE AUTEUR Met de wind hoog in de zeilen glijd ik over het krinkelende water, weg - voor even - van het jachtige bestaan. Mijn hoofd is leeg, ik laat me gaan tot waar de boot mij brengt. Nog wil ik niet afmeren. Of de boot naar de haven keren. Voor altijd varen in dit wijds verband, het roer losjes in mijn hand. Dit is genieten, dit is leven. Dit genoegen wil ik aan al mijn vrienden geven.
Robert Mos
ICCY PROGRAMMA 2003 RUSLAND Het programma voor de 22e bijeenkomst van de International Council of Cruising Yachts is inmiddels bekend. De meeting zal plaatsvinden van 23 tot 28 juli 2003 en de organiserende Authority is de Russian Naval Federation. 23 juli 2003: aankomst in Kronstadt waar de formele afhandeling voor het binnenkomen van het land zal plaatsvinden. Verder staat er een excursie in Kronstadt en een ontmoeting met de naval sailors op het programma. 24 juli 2003: aankomst op de plaats van de grote happening: De Onthulling, de officiële opening van de 22ste Meeting of ICCY met een algemene excursie in de stad met diner en een showprogramma. 25 juli 2003: excursie in Petrodvorets ofwel de Petershof. Excursie naar de Hermitage met diner en vervolgens een excursie naar het Naval Museum of Russian Federation, kunstcamera en daarna met een passagiersboot een tocht naar het eiland Valaam. 26 juli 2003: excursie op het eiland Valaam en terugkeer naar St. Petersburg. 27 juli 2003: deelname aan de Celebration of the Russian Navy Day met een sluitingsdiner voor de deelnemers.
28 juli 2003: officiële sluitingsceremonie van deze 22ste ICCY-Meeting en vervolgens de formaliteiten om het land weer te verlaten. Voor ons is dit programma zeker een reden om nu al te zorgen dat het schip in prima conditie zal zijn, want deze tocht willen wij niet missen. Als u er ook zo over mocht denken dan verneem ik dat gaarne met alle voorbehoud uiteraard, i.v.m. de verdere voorbereidingen. U kunt er in principe van uit gaan dat u op eigen gelegenheid naar Kronstadt vaart om u daar aan te sluiten bij de andere deelnemers. Maar, niets belet u om de heen en/of de terugtocht samen te plannen met andere deelnemers. Daar bent u geheel vrij in. En tenslotte is het in dit stadium nog lang niet bekend welke kosten er aan deelname verbonden zijn. De details zullen nog allemaal verder moeten worden uitgewerkt. Maar toch is het goed zo’n tocht nu al in u op te nemen, zodat u straks niet in tijdnood komt. Dat is de strekking van het nu reeds publiceren van de nog verder uit te werken plannen. En u weet: bij de Russen zijn data heel belangrijk!! Die data zijn dus nu reeds vastgelegd. Of we tegen die tijd nog een visum nodig hebben? Ik denk van wel. Voor verdere informatie: Robert Mos, Van Houtenweg 6, 2241 LR Wassenaar. Tel/fax: 070-5 11 00 89 of robert.mos@12move.
29
Eddy Wierstra SUPER GOEDKOOP BELLEN VANUIT DENEMARKEN Voor het super goedkoop bellen vanuit Denemarken maken wij al een aantal jaren gebruik van een GROBAL ONE kaart. Deze kaart koop je bij het postkantoor waar ook een folder over het gebruik van deze kaart te krijgen is. Kosten van de kaart zijn 100 deense kronen. De kaart is 1 jaar geldig. Bij bellen vanuit particulier adres draai je nr 1022. Bij bellen van uit een telefooncel draai je 80-40-49-22. Bij bellen vanaf mobiele telefoon draai je 82-33-28-22. Via computerstem vragen ze de 10 cijferige code op de global one kaart in te toetsen. Computerstem geeft dan kaartsaldo door en vraagt om het te bellen nummer in te voeren, en draait dan dat nummer. Het is ongelofelijk hoeveel je voor die 100 kronen kunt bellen. Computer stem is in het Engels.
EVENEMENTENBULLETIN 2002 In het evenementenbulletin treft u regelmatig de vraag aan, u aan te melden voor – met name – instructieavonden. De reden daarvoor is dat een klassengrootte van 25 à 30 deelnemers, voor wat betreft nieuwe/lastige onderwerpen, doorgaans het maximaal aantal deelnemers betekent. Voorts kan dan ook bij een aanzienlijke over-intekening, een reservelijst worden samengesteld om zomogelijk een tweede bijeenkomst te arrangeren.
EEN DRINGEND VERZOEK! Bent u geplaatst voor het evenement, maar toch verhinderd de bijeenkomst bij te wonen, meldt u zich dan ook af! In dat geval kan een toerzeillid op de reservelijst alsnog worden uitgenodigd voor de bijeenkomst (daarbij is het ook vriendelijk naar het organisatieteam toe, dat met veel inzet onze activiteiten ontwikkelt en uitvoert.)
De evenementen vindt u altijd in de laaste Toerzeilen!
30
INFORMATIE VOOR AUTEURS *Kopij Leden van de NVvT worden van harte uitgenodigd hun ervaringen en bevindingen alsmede deskundige bijdragen op nautisch/technisch gebied op schrift te stellen en naar de redactie van TZ te sturen. Gaarne inzenden naar het redactiesecretariaat, bij voorkeur op diskette (Word of WP) en met (veiligheidshalve) een hardcopy bijgevoegd. Zorg bij een artikel van enige omvang voor een duidelijke indeling in hoofdstukken met korte subtitels. E-mail aanlevering desgewenst via
[email protected] Mocht aanlevering via Word/WP/E-mail op bezwaren stuiten dan getypt insturen met goed contrast en zonder lijnen op het papier (ten beoeve van scan). Handgeschreven teksten kunnen alleen worden verwerkt als ze ruim voor de sluitingsdatum (zie hierna) worden ingeleverd en de leesbaarheid geen problemen oplevert. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en zo nodig grammatica/spelling te corrigeren. Vermeld op alle kopij (eerste of laatste pagina) Altijd volledige naam, adres, woonplaats, postcode en telefoonnummer van de auteur.
*Illustraties Lever illustraties (grafieken, tabellen, tekeningen) aan op aparte bladen (geen kopieën) en vermeld op de achterzijde de plaatsing in de tekst met een letter of cijfer. Vermeld dit in de marge van de tekst op de juiste plaats. Lever foto’s afgedrukt op glanzend papier, met goed contrast en eveneens gemerkt aan de achterzijde etcetera. Zet de onder-/bijschriften op een apart vel. N.B. Ingezonden materiaal wordt met alle zorg omringd, maar geen verantwoordelijkheid wordt geaccepteerd voor beschadiging of vermissing.
*Eenheden Gebruik indien van toepassing genormaliseerde grootheden, eenheden (SI) en symbolen.
*Advertenties Voor leden van de vereniging worden advertenties kosteloos geplaatst, mits zij geen commercieel karakter hebben en er ruimte voor beschikbaar is. Inzenden naar redactiesecretariaat.
*Contacten met redactie De redactie wordt gevormd door leden van de vereniging. Zij verrichten hun redactionele activiteiten onbezoldigd, belangeloos en in hun vrije tijd. Als u telefonisch contact zoekt met redactieleden wordt u vriendelijk doch dringend verzocht dit in de vroege avonduren te doen en alleen over zaken die niet via de normale weg schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
*Copyright Overname van publikaties uit Toerzeilen is alleen mogelijk met voorafgaande toestemming van de redactie. Auteurs die ingezonden kopij ook in andere publicaties willen plaatsen, dienen dit vooraf aan de redactie kenbaar te maken. Auteurs die bezwaar hebben tegen opname van hun artikel op de Toerzeilen-Internetsite van de NVvT dienen dit vooraf kenbaar te maken.
*Publicatiedata/productieplanning Toerzeilen verschijnt in de laatste week van de even maanden. Kopij voor het augustusnummer 2002 (TZ 181) dient uiterlijk woensdag 24 juli 2002 bij het redactiesecretariaat te zijn. Alleen zeer urgente kopij van beperkte omvang kan nog tot twee weken voor de verschijningsdatum worden opgenomen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de hoofdredacteur (email:
[email protected]).
37