189 UIT DE STUURKUIP
2
VAN DE KAMPANJE
3
VERENIGINGSEVENEMENTEN * Eenzaam maar niet alleen * Uitertontochten
5
ERVARINGEN 8 * Verslag ICCY-meeting in St. Petersburg * Een boot om oud op te worden * 200 Mijl solo met de Rocinant REISVERSLAGEN * Bericht van de onderneming * Reisverslag Frits van den Bos op website * Drie maanden op de Baltics
18
PLANOLOGIE * De Delta in zicht * Kort Planologisch Nieuws
24
ZEEMANSCHAP & NAVIGATIE * Rectificatie * Verslag vergadering docenten
27
LEDENADMINISTRATIE * Nieuwe leden
29
BOEKEN * De wereld rond
30
VARIA 31 * Ronding Kaap Hoorn door de ‘Europa’ * ‘Goedkoop bellen’ * Drinkwaterperikelen EVENEMENTENBULLETIN
34
ATTENTIE
49
ADVERTENTIES
50
INFORMATIE VOOR AUTEURS
51
1
UIT DE STUURKUIP Marc Couwenbergh
Het laatste nieuws Het voorrecht van een hoofdredacteur is om nog vlak voor het ter perse gaan, het laatste nieuws toe te voegen. En dat is er. Zowel van ‘buiten’ als van ‘binnenuit’. Volgend vaarseizoen krijgen we allemaal te maken met een vernieuwd Binnenvaart Politie Reglement (BPR). De commissie Zeemanschap en Navigatie is bezig uit te zoeken wat er precies verandert. In de volgende editie van Toerzeilen zetten ze de wijzigingen op een rij. En dan is er ook nog het onzalige voornemen van Rijkswaterstaat om de betonning uit een flink aantal geulen van de Waddenzee weg te halen.
we winter – een nieuw geluid’. In de druk bezochte Algemene Ledenvergadering in november namen een flink aantal bestuurs- en kaderleden afscheid en traden nieuwe mensen aan. Waarnemend voorzitter Marten Boorsma overhandigde de voorzittershamer aan de nieuwe voorzitter Peter Paternotte, voormalig hoofdredacteur van Toerzeilen.
U leest er meer over in Kort Planologisch Nieuws. Hier kan ik melden dat onze vereniging inmiddels samen met andere organisaties een protestbrief heeft gestuurd. De commissie Planologie houdt ons op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
Weer meer evenementen Het laatste nieuws uit de vereniging zelf is heel wat vrolijker. Op de valreep is het complete nieuwe programma met ‘droge’ en ‘natte’ evenementen binnengekomen. Omvangrijker dan ooit en met geheel nieuwe activiteiten ‘door leden voor leden’. Ik noem er een paar: de instructies GPSgebruik, ontwikkeld door Zeemanschap en Navigatie aan de hand van uw reacties op de GPS-enquête. Ook nieuw in het programma zijn de Motorpraktijkdagen: onder deskundige leiding sleutelen aan uw eigen motor. Zeemancipatie komt met het ééndaagse evenement ‘Vrouwen Open Boten’ op de Kaag. Uiterton heeft de suggesties van deelnemers aan de MTCIndoortraining opgevolgd en er staat nu een MTC-trainingsdag op zee op het programma. Als u zelf op tijd begint de benodigde opbouw van uw conditie, zal dit zeker een even spectaculaire als zinnige training worden. Enfin, het is letterlijk te veel om op te noemen. De complete lijst vindt u verderop.
Nieuwe voorzitter De winter is de tijd van het grote onderhoud. Dat geldt voor het schip en ook voor onze vereniging, want hier geldt ‘een nieu-
2
Marten Boorsma (rechts) overhandigt de voorzittershamer aan Peter Paternotte.
Afscheid Ook ledenadministrateur Kees Dik nam afscheid van bestuur en vereniging. Zijn laatste bijdrage was het presenteren van een kaart met de geografische spreiding van de leden. Daaruit bleek dat de grootste concentratie van leden in het centrum van het land is. Interessante informatie voor de regio’s en anderen die activiteiten organiseren. Hoe omvangrijk de taak van Kees Dik was, blijkt wel uit het feit dat er maar liefst drie opvolgers zijn. Hoe zij het werk onderling verdelen, daarover informeert het bestuur u een volgende keer. Nieuw gekozen in het bestuur is Ton Verbraak, de voorzitter van Uiterton.
Er werd ook afscheid genomen van regiovoorzitter Noord, Ids Witteveen. Jan Kikkert volgt hem op. Ids Witteveen blijft wel lid. In dit nummer vindt u zijn verslag van de ‘200 mijls’ die hij besloot voortijdig af te breken. Een verhaal dat boeit en je eraan herinnert wat wijsheid is. Ik wens u veel plezier toe met deze Toerzeilen 189, kerststollen, oliebollen en schuurpapier!
Peter Paternotte aan de slag als de nieuwe voorzitter.
VAN DE KAMPANJE Marten Boorsma, waarnemend voorzitter De kopij van deze rubriek moet logischerwijs altijd zeer bijtijds worden toegezonden aan de redactie van Toerzeilen. Dat is geen probleem voor mij, maar betekent wel dat je je in de tijd moet verplaatsen naar de tijd van het verschijnen van de eerstvolgende editie van Toerzeilen. En dan moet je tekst nog wel actueel zijn. Het bestuur van de vereniging en de kaderleden zijn, op het moment dat ik deze rubriek schrijf, hard bezig met het aanbod van evenementen in het jaar 2004. De coördinatie daarvan vindt plaats in overlegvergaderingen waarin de voorzitters en leden van commissies samen met het bestuur letten op zaken zoals een optimaal mogelijke spreiding van de locaties waar evenementen worden gehouden, een verdeling tussen evenementen op het gebied van technische/nautische/informatieve onderwerpen etcetera. Volgend jaar willen we ook meer aandacht geven aan de tariefstelling van deelname aan evenementen; worden de kosten van de evenementen betaald uit de contributies en/of worden de kosten hoofdelijk omgeslagen onder de deelnemers? Het is logisch dat daarvoor een uniform beleid wordt gehanteerd in de diverse regio's. Onze penningmeester formeerde met een aantal regiobestuurders een werkgroepje dat goed hanteerbare spelregels hiervoor heeft opgesteld.
Dringend behoefte Wat me altijd treft en streelt zijn opmerkingen van buitenstaanders over het enorme aantal gevarieerde evenementen dat jaarlijks door onze vereniging wordt georganiseerd. Er is geen watersportvereniging die daar ook maar aan kan tippen. Iets waar we met elkaar best trots op mogen zijn. Om die situatie te kunnen continueren is het nodig om meer aanbod van de leden te krijgen die zich willen inzetten voor het ondersteunen van de organisatie van evenementen en het overdragen van relevante kennis van leden aan leden. Dringend behoefte aan versterking bestaat er vooral bij de Commissie Zeemanschap en Navigatie, de regiocommissies Noord en Oost. Ik doe nogmaals een beroep op u: indien u ons een handreiking wilt en kunt verlenen, laat u dit dan s.v.p. weten aan één van de bestuursleden (zie voor namen en telefoonnummers de namenlijst voorin het Boordboek.)
Samenwerkingsverbanden Ogenschijnlijk is de commissie planologie wat op de achtergrond actief, maar niets is minder waar. Vooral in de sfeer van de belangenbehartiging zijn de commissieleden actief in het volgen van landelijke of plaatselijke overheidsmaatregelen en laten tijdig de mening en belangen van toer-
3
zeilers horen in de desbetreffende overlegkaders. Het bestuur is met onze belangenbehartigers steeds op zoek naar samenwerkingsverbanden als het gaat om de belangen van onze leden. Het dichtdraaien van subsidiekranen door de overheid in de richting van sportbonden en sportorganisaties lijkt op dit moment vertragingen op te leveren in de onderhandelingen met partijen die voor hun functioneren min of meer afhankelijk zijn van subsidiegelden. Gelukkig speelt dit laatste geen rol bij onze vereniging, maar het betekent wel dat bepaalde gesprekspartners op dit moment andere prioriteiten hebben dat het zoeken naar en vinden van samenwerkingsverbanden met andere partijen, waaronder de NVvT. Desalniettemin blijven we alert op alle belangrijke maatregelen die te maken hebben met zaken zoals de bevordering van de veiligheid op het water en het bevaarbaar houden van de Nederlandse wateren.
Op 29 november a.s. vindt de 65e Algemene Vergadering van onze vereniging plaats (de uitnodiging hiervoor ontving u reeds). Belangrijk is het om op die vergadering de begroting te kunnen vaststellen voor het jaar 2004. Voorts zal de vereniging een nieuwe voorzitter kiezen en dat betekent dat mijn waarnemersschap ten einde raakt. Dus kunt u in de toekomst een tekst in deze rubriek ‘Van de Kampanje’ aantreffen van de hand van mijn opvolger. Ik wens u daarmee veel leesgenot toe en tenslotte zal het bestuur het op prijs stellen indien de leden in groten getale op de Algemene Ledenvergadering in De Meern aanwezig zullen zijn. Ik wens u een voorspoedig jaar 2004 toe met veel toerzeilgenot bij mooi weer!!
Waarnemend voorzitter Marten Boorsma in zijn laatste vergadering met het kader.
4
VERENIGINGSEVENEMENTEN Frits Birkhoff, regiocoördinator EENZAAM MAAR NIET ALLEEN; ALLES OVER ‘ATTACHMENTVAKANTIES’ De laatste jaren is het aantal jachten binnen de NVvT zowel in aantal als in lengte aanzienlijk toegenomen en parallel daaraan veelal ook het aantal vakantieweken van de bemanningen. Het vaargebied blijft voor veel (gezins-)bemanningen ook in de vakanties dikwijls beperkt tot de Waddenzee, IJsselmeer of het Deltagebied. Prachtig (en voor ons onmisbaar) vaargebied, maar het water achter de kim, zoals de Belgische en Franse kust, de Oostzee, de Engelse Zuidkust of verder komt elk jaar scherper in beeld, maar blijft voor menigeen toch nog een droombeeld. Mogelijk is ‘attachmentvakanties’ een idee dat hierin wat verandering kan brengen. Tijdens vele natte evenementen blijkt dat menigeen de aanloop naar ‘vreemde kusten’ (nog) als een te hoge drempel ervaart, zeker als er met een gezinsbemanning wordt gezeild. Voorjaar 2000 is bij een informatiebijeenkomst over varen in Denemarken het idee geopperd om, met meerdere gelijkgestemde schippers en bemanningen, gezamenlijk, maar geheel op eigen kiel en koers, de heen- en terugreis naar de Deense Archipel met elkaar op te varen. De reacties op dit voorstel waren aanzienlijk, maar het tijdstip van publicatie lag evenwel te dicht aan het seizoen om de vakantie/vertrekdata in de agendadictatuur nog te kunnen veranderen. Daar bij menig droog en nat evenement het ‘naar onbekende verten’ varen regelmatig wordt gehoord, wil ik graag – om in het e-mail dialect te spreken – het idee van de ‘attachmentrally’ weer eens naar voren te brengen.
met een gezinsbemanning voor veel gezinnen niet altijd een activiteit is die - behalve door de schipper - met laaiend enthousiasme wordt omarmd. Wees eerlijk, het is toch ook voor de schipper aardig en ontspannend om, na een wat langer zeilrak in een vreemde haven aangekomen, met een clubgenoot op de rand van de kuip en een goed glas binnen handbereik na te praten of een route door te nemen voor een volgend traject, terwijl uw opgroeiende kinderen met nieuwe ‘maatjes / lotgenootjes’ nieuwe havens verkennen. Deze manier van varen tijdens vakantie betekent voor veel Toerzeilers een meerwaarde aan de zeilvakantie. Sinds 2001 zijn als proefproject enkele tientallen varende gezinnen met veel enthousiasme op deze manier op stap gegaan. Spreekt dit idee u ook aan dan wordt, bij voldoende belangstelling, begin februari een bijeenkomst gearrangeerd om daar verder over door te praten en van de oud deelnemers te vernemen hoe dat is te regelen. Vooralsnog beperken we de vaargebieden tot bijv. de aanloop naar de Oostzee en Belgische kust met een eventuele oversteek naar Dover/Ramsgate. Wilt u in goed gezelschap verder doorgaan, dan is dat onderling zeer goed af te spreken. Op 8 februari a.s. is een bijeenkomst (zie het Evenementen bulletin) gepland, waar u verder over vaargebieden en het varen in een los flottielje verband wordt geïnformeerd en vragen kan stellen over deze manier van onder zeil gaan. Meer info? Dat kan via het postadres: Kielzog 9, 1276 GW Huizen; dan wel telefoon: 035 - 525 63 30; maar ook e-mailen mag:
[email protected]
Lotgenootjes Het idee van ‘opvaren met iemand in de buurt’ is natuurlijk een schijnveiligheid, maar de mogelijkheid om af en toe contact te hebben met ‘lotgenoten op weg’ via GSM of marifoon heeft, naar de ervaring leert, zeker een moreel verhogende en drempelverlagende uitwerking op de bemanningen. Daarbij komt, vooral in de vakantietijd, dat het dagdelenlang varen
5
Regio Uiterton Zeezeiltochten van de Regio Uiterton Ook dit jaar staan er weer de traditionele overtochten, (Whitby, Lowestoft en River Orwell) naar Engeland gepland. De aanbrengtocht aan het begin van de vakantie wordt dit jaar geprolongeerd. Vanuit twee vertrekhavens in Nederland wordt er aan het begin van de vakantie, naar een verder gelegen bestemming gevaren. Daar kan, indien gewenst, van bemanning worden gewisseld en individueel of in ‘spontane groepjes’ verder van de vakantie worden genoten. Dit jaar zal deze een noordelijke haven als bestemming hebben, Cuxhaven, aan de voet van Denemarken. In vervolg op de in- en outdoortraining bij het MTC, zal er in het najaar van 2004 een overlevingsdag op zee georganiseerd worden. Traditioneel wordt het seizoen afgesloten met een nabesprekingsavond.
Onderschat zeezeilen niet Omdat de Uiterton van mening is dat het zeezeilen niet mag worden onderschat, worden de tochten voorafgegaan door bijeenkomsten waarop de lange- en korte termijn voorbereiding wordt besproken en afgesloten met een nabespreking. In dit kader verwijzen wij u naar de verschillende mogelijkheden die er binnen de vereniging zijn om uw kennis en vaardigheden te vergroten. Pik uit het evenementenbulletin die evenementen waarmee u uw kennis en vaardigheden kunt vergroten. In Toerzeilen nr. 188, bladzijde 22 en 23, kunt u een overzicht vinden van de verschillende examendata onder meer het Vaarbewijs, Basiscertificaat Marifonie, de GMDSS-module en het examen Theoretische Kust Navigatie. Bedenk dat de Noordzee gerekend wordt tot een van de moeilijkste zeeën. Een goede voorbereiding is dus een vereiste.
lers die ervaring hebben met de kortere nachttochten en nu een langere meerdaagse oversteek willen maken. Dat de tochten in een behoefte voorzien moge wel duidelijk zijn uit het feit dat de rally naar Lowestoft al haar 25-ste jubileum heeft mogen vieren. In navolging van dit jubileum zal de tocht dit jaar op veler verzoek met één dag worden verlengd. Aan dit evenement nemen jaarlijks gemiddeld 50 schepen van 28 tot en met 48 voet deel. Voor veel toerzeilers is dit de eerste overtocht op eigen kiel, of als opstapper bij een medelid.
Karakter van de tochten De tochten duren meestal minimaal twintig uur (Lowestoft en River Orwell) of 50 uur (Whitby en de aanbrengtocht). Hierbij heeft men gedurende lange tijd geen zicht op de kust. Door de afstand worden meer eisen gesteld aan het schip en aan conditie en kennis van schipper en bemanning. Wanneer men halverwege is kan men bij opkomend slecht weer niet snel een vluchthaven opzoeken. Door gedurende de nacht door te varen maakt men het bereik van de zeiltochten veel groter. Zou men bijvoorbeeld via dagtochten naar Lowestoft willen varen dan neemt dit afhankelijk van de vertrekhaven zeker drie tot zes dagen in beslag. Tijdens het nachtelijk wachtlopen kan men vaak genieten van de oplichtende zee en bij een heldere hemel van de overdaad aan sterren die door de afwezigheid van achtergrondlicht zichtbaar zijn. Deelname in groepsverband geeft de mogelijkheid van een gezamenlijke voorbereiding tijdens de verschillende voorbereidingsbijeenkomsten, het contact in de vertrekhaven en indien mogelijk onderling contact tijdens de overtocht. Men gaat op eigen verantwoordelijkheid mee. Iedere schipper beslist individueel of hij uitvaart of niet.
Verleg de horizon De tochten naar Lowestoft en River Orwell zijn hemelsbreed ongeveer 100 zeemijl. Deze zijn bedoeld voor zeilers die hun horizon willen verbreden en voor het eerst een langere tocht op zee willen maken. Maar natuurlijk ook voor hen die dit al vaker hebben gedaan en van een gezellige overtocht in verenigingsverband willen genieten. De tochten naar Whitby en de ‘Aanbrengtocht’ zijn ongeveer 200 zeemijl. Beide tochten zijn bedoeld voor de zeezei-
6
Goede voorbereiding Op zaterdag 20 maart is er een informatiemiddag om een indruk van de tochten te krijgen. Deze middag staat open voor ieder NVvT lid. Aan de orde komen zaken die met name betrekking hebben op de lange termijn voorbereiding van schip en bemanning voor een overtocht op zee. Ingegaan wordt op speciale navigatie aspecten zoals het oversteken van een verkeersscheidingsstelsel, het wachtlopen en nachtzeilen. Aan
de hand van dia’s, video en kaarten kunt u zich een beeld vormen van deze oversteken. Tijdens de middag zal door een gastspreker een passend onderwerp worden uitgediept. Indien u besluit dat u voldoende bent toegerust om een of meerdere oversteken mee te maken, dan kunt u zich vanaf deze datum inschrijven via de website van toerzeilers (www.toerzeilers.nl). Bij inschrijving kunt u een voorkeurhaven van vertrek opgeven. In het algemeen vertrekken de groepen in de ochtend vanuit de havens Den Helder, IJmuiden, Stellendam en de Roompot. Voor de deelnemers aan de tocht is voor iedere tocht een vertrekkersavond. Op deze avonden wordt er van uitgegaan dat het schip en de bemanning voldoende zijn toegerust voor de oversteek. Aan de hand van elektronische zeekaarten zal uitgebreid worden ingegaan op specifieke nautische aspecten van de overtocht per vertrekhaven en de haven van bestemming. Hier zullen ook de laatste wijzigingen bekend worden gemaakt en de groepsindelingen worden toegelicht. Een groep bestaat meestal uit een stuk of vijf schepen met een groepsleider, een ervaren schipper met tocht ervaring. Tijdens de vertrekkersavond wordt tijd gereserveerd om vragen te stellen en ervaringen uit te wisselen. Onderlinge kennismaking met de overige deelnemers en de groepsleiders maakt een belangrijk deel van de avond uit. De aanwezigheid van de deelnemers wordt hierbij dan ook verwacht. Benadrukt wordt het belang van inslingeren voordat de tocht aanvangt. Hiervoor kan men onder andere het ‘Rondje NoordHolland’ (regio centrum) gebruiken. Dit is ook een perfecte gelegenheid om samen met de bemanning eens te varen. De avond voorafgaande aan de tocht verzamelen de schepen zich in de vertrekhavens. Het is dan een goed moment om weer contact te leggen met de overige leden uit uw groep en de groepsleider. Eventuele informatie die op het laatste moment nog van de Nederlandse en Engelse kustwacht is verkregen, kan dan worden doorgegeven. Op de ochtend van vertrek vindt er een kort palaver plaats, om de laatste tocht- en weersinformatie te bespreken. Tijdens de tocht wordt er, zo lang dat mogelijk is, regelmatig marifoon contact onderhouden als steuntje in de rug. Er kan dan informatie worden uitgewisseld om-
trent posities, weersontwikkeling en de situatie aan boord. Afhankelijk van het vermogen van uw marifoon zal na enige tijd contact met andere leden uit uw groep niet meer mogelijk zijn omdat u buiten het bereik van de elkaars marifoon komt. Maar misschien kunt u zich dan bij een andere groep aansluiten. Uiteraard bent u als schipper tijdens de tocht op uw eigen schip en bemanning aangewezen, de mogelijkheden om echt te helpen bij problemen op volle zee zijn beperkt. Maar u zal niet de eerste schipper zijn die een sleepje krijgt bij windstilte en een tros in de schroef, of zelfs een duiker in de vorm van een helpend NVvT-lid! Bij aankomst is er meestal voldoende tijd om even lekker bij te komen en de Engelse bodem te betreden. Tijdens de rally naar Whitby is er ruimschoots de gelegenheid te genieten van de prachtige omgeving en zijn we te gast bij de plaatselijke Yacht Club. De tocht naar Lowestoft is dit jaar op veler verzoek met één dag verlengd voor bezoek aan de omgeving. Tijdens de River Orwell is er een diner in een authentiek lichtschip. Voor de meeste deelnemers vangt de volgende dag de reis terug naar Nederland weer aan. Uiteraard kunt u, indien gewenst, ook nog langer blijven. De terugreis kan naar keuze individueel of weer in groepsverband plaats vinden. Na een tocht die meestal korter lijkt dan de heenreis (en meestal ook is) kunt u terugblikken op een leuke ervaring en een uitbreiding van uw zeilgebied!
En verder Om u voor te bereiden op toekomstige zeetochten wordt er in het najaar, in samenwerking met het MTC, een intensieve training op zee bij Scheveningen georganiseerd. Tijdens deze dag wordt er geoefend hoe het beste met verschillende calamiteiten om gegaan moet worden. In het najaar is er een evaluatieavond voor de deelnemers van de tochten, waarbij ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Tijdens deze ‘reünie’ kunt u ook u wensen en ongenoegen kenbaar maken om de voorbereiding voor de tochten van het volgende jaar te verbeteren. Dit alles onder het motto: ‘Voor leden, door leden’. Voor meer informatie verwijs ik u graag naar het evenementenbulletin! Regio Uiterton. (
[email protected] / 078 - 617 86 76).
7
ERVARINGEN Robert Mos, International Council of Cruising Yachts VERSLAG ICCY-MEETING 2003 ST. PETERSBURG De belangstelling van Nederlandse zijde voor deelname aan de ICCY Meeting naar aanleiding van het 300 jarig jubileum van St. Petersburg was ongekend groot. Liefst 39 schepen toonden hun interesse maar uiteindelijk bleven daarvan vijftien echte deelnemers over, waarvan er vijf lid van onze vereniging waren en zeven lid van de NVvK. Eén deelnemer kon onderweg niet verder vanwege motorproblemen, hij vervolgde de reis daarna aan boord van de uiterst bereidwillige ‘Brak’ die de pechvogel al dagen vergezelde. Een andere deelnemer – single-handed – hield het in Mariehamn voor gezien en de ‘Wicht’ had gehoopt in Helsinki zijn visa te verkrijgen wat werkelijk onmogelijk bleek te zijn. De resterende twaalf schepen van de Nederlandse vloot bereikten via een ankerstop in Primorsk en scheepsinklaring in Kronstadt, de passengerterminal waar de persoonsinklaring moest plaatsvinden. Daarop werden we begeleid naar de
Ontvangst in St. Petersburg.
8
St. Petersburg Sea Yacht Club aan de Srednyaya Nevka, één van de vele zijarmen in de Nevadelta.
Internationaal gezelschap Naast onze vloot waren een grote delegatie uit Duitsland en Finland, alsmede deelnemers uit Zweden, Denemarken en Engeland. Bovendien waren er nog vertegenwoordigers aanwezig uit Noorwegen, België en Frankrijk. Ik heb geen juiste opgave gekregen, maar ik schat de vloot in totaal op 50 zeil- en motorschepen, met een bemanning van 200 – 250 personen. En natuurlijk waren de Russen zelf ook aanwezig en dat was maar goed ook want op wat haperingen na van officiële zijde (en dan bedoel ik de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor visa en inklaring), liep alles op rolletjes en hebben de deelnemers genoten van een onvergetelijke reis waarbij wij veel hebben gezien van wat St. Petersburg heeft te bieden. Dat was, na de haast traumatische ervaringen op het Russische Consulaat in Den Haag, een hele verademing.
Douches? Natuurlijk waren er ook zaken die kritiek verdienden. Zo hadden we een prachtige haven aan de Neva-rivierdelta, alles goed verzorgd met stroom en water op de steigers maar waar waren de douches? We hebben ze uiteindelijk gevonden: een sauna met een separaat toilet en maar liefst twee douches, één met een plastic gordijntje en één zonder. En dan 150 mensen van beiderlei kunne die stonden te dringen om zich te verfrissen. Ook dat probleempje werd ludiek opgelost: twee mensen konden douchen en onderwijl konden de volgende liefhebbers zich uitkleden. Als de eersten zich afdroogden konden de daarop volgende twee zich al ontkleden opdat er geen tijd verloren zou gaan. Het was nog erg gezellig ook en in ieder geval ongedwongen, ‘nood breekt preutsheid’ zou je kunnen zeggen. Tja, de boiler was natuurlijk wel vlug leeg en dus hadden de meesten water dat kouder was dan op de steigers, waar de meer ongeduldigen onder ons zich opknapten.
Klapstuk Het programma dat de Russen ons boden, vergoedde alles. Met (wat oudere) autobussen van Nederlandse herkomst (gezien de tekstbordjes als ‘vluchtluik’ en ‘nooduitgang’) werden we gebracht naar de St. Nicolas kathedraal (waar elke schipper een ikoon in ontvangst mocht nemen nadat de ingewikkelde orthodoxe kruisbeweging ermee werd gemaakt en het onvermijdelijke kussen ervan). Wij voelen ons nu beveiligd door deze Beschermheer voor de terugreis. Maar aan teruggaan denken wij nog niet. Wij zien eerst de in Oudrussische stijl uitgevoerde Opstandingskerk, de onvergetelijke Isaäks kathedraal met een adembenemend uitzicht vanaf het met vele treden te beklimmen koepeldak, maar bovenal het Winterpaleis met de Hermitage en het indrukwekkende Paleisplein. De Bronzen Ruiter (het steigerende paard van Peter de Grote). En wat dacht u van de op 30 kilometer afstand van St. Petersburg gelegen Peterhof (het Russische Versailles) met een slotpark met maar liefst 140 fonteinen en waterspuwers. En dan met de draagvleugelboot weer terug naar de stad. Maar het ‘klapstuk’ was natuurlijk het bezoek aan het grote Catharina-Paleis met De Barnstenen Kamer! Ongelofelijk, wat een schoonheid en dan te weten dat er voor een bezoek een wachtlijst bestaat van maar liefst twee jaar.
Glimmend St. Petersburg. En wij mochten het zomaar bezoeken, zo kort na de officiële opening voor de grote regeringsleiders van de westerse wereld. Ook het bezoek aan het theater met zang en dans werd door velen als een hoogtepunt beschouwd en natuurlijk niet te vergeten het galadiner, omlijst door prachtig gezang en met toespraken en overhandiging van wederzijdse geschenken en de Clubvlaggen van Kustzeilers en Toerzeilers. Terugreis Een groot deel van de Nederlandse delegatie besloot niet op de sluitingsdag te vertrekken, maar een dag later. Uitklaring bij de Passagiersterminal, ons per marifoon afmeldend bij de grenscontrole in Kronstadt en dan ieder zijns weegs naar Finland of Estland. Voor velen zou het nog een lange terugreis worden, maar ieder was voldaan en had genoten van dit onvergetelijke bezoek aan St. Petersburg.
9
Doddy en Bram van Leeuwen EEN BOOT OM OUD OP TE WORDEN Doddy en Bram van Leeuwen zeilen een catamaran, een Catana. Hier hun verhaal over een zoektocht naar ‘een boot om oud op te worden.’
Catamarans op de achtergrond Zo’n 25 jaar geleden kreeg ik het advies om een cat te gaan varen omdat ik zo bang was om schuin te gaan. Daarom bezochten we op iedere Hiswa wel een Catamaran (als die er tenminste waren), maar echt serieus waren die bezoeken niet. Maar we bleven zo een beetje op de hoogte en die raad bleef toch in ons achterhoofd spelen. We zeilden verder met onze Soekka, een Compromis 850. Uiteindelijk wilden we toch wat anders. Iets met minder diepgang waarmee je ook op het wad kon varen zonder problemen, zoals bij afgaand water net een prik missen en vastlopen zodat je met 45° schuin je lunch en avondeten moet gebruiken.
Soekka 7.
Gemini als eerste keus Op de Hiswa te Water in 1998 bezochten we de nieuwste Dragonfly en klaagden dat er zo weinig multihulls op de Hiswa waren. ‘Ergens daar achteraan vlak bij de rondvaart boot ligt er nog een, een Gemini’, wezen de Dragonfly-exposanten. En wij op zoek en ik was meteen verkocht. Dat was nog eens een catamaran. Niet te groot en… wat een bed.
10
Je zou er mee naar de Middellandse Zee kunnen varen door de kanalen. In november van dat jaar togen we naar Engeland; windkracht 5 en dan varen. Het beviel, geen wiebelende en bonkende kajuit, goed manoeuvreerbaar. Zeilde lekker, ging ook goed door de wind en uitermate comfortabel met zo’n overdekte kuip. We hoefden, hoewel het snijdend koud was, niets van onze dikke winterpakken aan. De boot was wel wat magertjes aan inrichting, maar: het eigenaarsbed was en bleef prachtig. Thuis gekomen gingen we aan het rekenen; de dollar stond wel erg hoog en was het dat waard voor zo’n boot?
Maldive in beeld In een weekendtochtje voorafgaand aan onze vakantie in juni 2000 legden we aan in Stavoren en zagen een Maldive. De eigenaars Geert en Ine Beernink waren lid en zelfs vice voorzitter van de Catamaran en Trimaran Club (CTC). Ine liet ons enthousiast het schip zien en vooral het gemak van een keuken in de kajuit. Maar die zomer voeren we nog gezellig met onze Soekka naar de Halligen. Geert weet nog dat wij zeiden een boot te zoeken waar we oud op konden worden. Dus maakten we tijdens die tocht veranderingen op het schets ontwerp van Peter Bosgraaf zodat de keuken boven zou zijn. Eén van de eerste duidelijke wensen. Een boot om oud op te kunnen worden met een keuken in de kajuit. We speelden ook nog steeds met het idee dat de boot niet te breed moest zijn. Door de kanalen naar Frankrijk leek nog steeds een goede optie voor mensen van onze leeftijd die straks door het komend pensioen een zee van tijd zouden hebben. Terug aan de wal werd het laten bouwen toch wat op de lange baan gezet. Het zou duur worden, tenzij we er zelf veel aan zouden doen. Het was maar de vraag of er plaats was op de werf om het snel te bouwen en je weet dan nog niet hoe zo’n schip zeilt. Was dat niet een groot risico?
Een Antigua gekocht? Om eens te zien hoeveel catamarans er waren bezochten we in de herfst van 2000 de Grand Pavois in La Rochelle; ik kan dat iedereen die zoekt aanraden. ‘Kijk daar ligt een Catana’, wees mijn man Bram met bewondering in zijn stem. ‘Dat is je van hèt onder de catamarans, maar niet te betalen’.
We gingen naar huis met het idee: het moet maar een Maldive worden. Want acht ton voor een Catana hadden we niet en bovendien duurde het bijna twee jaar voor zo’n zeekasteel klaar zou zijn. In het kille voorjaar van 2001 vertrokken we naar Fécamp om een Privilège 41 te zien en een Maldive in St. Malo. De Privilège leek heel wat maar had spiegels in plaats van ramen in de kajuit. Dat was een echte afknapper. De Maldive bleek al verkocht te zijn, maar nu we er toch waren, konden we wel wat andere boten zien. Er was ook een Catana voor een betaalbare prijs (wel wat boven onze begroting maar het was een Catana) maar die eigenaar was niet thuis. Terwijl we weg reden van de parkeerplaats zagen we een Maldive te koop, ‘Nee het is geen Maldive maar hij lijkt er wel op’, zei Bram. We belden met het mobiele telefoontje de eigenaar die op het bordje stond, die bleek om de hoek te wonen en kwam de boot een Antigua van Fountaine-Pajot - laten zien. Geweldig! Onze koude tocht naar Frankrijk was niet voor niets geweest, bedachten we toen we in de sneeuw terug reden naar Nederland. Thuis gekomen belden we de eigenaar en spraken af dat we de boot kochten, tenzij er bij de proefvaart gekke dingen tevoorschijn zouden komen. Met de volgende pasen bleek de boot tijdens de vakantie van de eigenaar via zijn makelaar (die niet de onze was) verkocht te zijn. Wat waren wij teleurgesteld en kwaad.
Verder zoeken Dan maar weer achter de computer. Ik heb er wat uren achter zitten zoeken! Maar het werd voor ons nu wel duidelijk wat we wilden. Een comfortabele boot om lange tochten op te maken, vooral geschikt voor de wadden. Met ophaalbare zwaarden en als het kan de keuken in de kajuit. Door allerlei verkenningen en verhalen van deskundigen waren we niet meer zo voor een boot die smal moest zijn, dat komt de veiligheid en de zeil eigenschapen van een cat niet ten goede en we wisten niet of we wel naar de Middellandse Zee wilden en konden. De wadden was toch ons ideale vaargebied. En na al het rekenen wisten we dat we niet meer konden besteden dan vier ton in guldens. Het was belangrijk dat het brugdek niet te hoog zou zijn maar ook niet zo laag dat je niet meer vooruit komt. Multisailing kwam met een aanbod van een nieuwe Athena die door een chartermaatschappij was besteld en toen afbe-
steld; we zouden korting kunnen krijgen. Maar eindelijk kregen ze ook contact met de eigenaar van de Catana. Die was zo betaalbaar omdat er mee gecharterd was en omdat het nog een oud model was uit 1991.
De Catana Met de trein naar Frankrijk en ditmaal naar La Trinité waar de catamaran lag met een heel stel andere grote schepen zoals grote modellen van Fountaine-Pajot en Privilège in een chartervloot. De buitenkant viel een beetje tegen. Duidelijk een gebruikt schip. Maar toen we de volgende morgen met de eigenaar de binnenkant bekeken viel op hoe degelijk deze Catana was gebouwd. Veel hout – ook op de vloer – en mooie afwerkingen. Twee royale badkamers met warm water. Vier tweepersoonsbedden waarvan er helaas niet één zo breed was als die van de Gemini.
Maar wel nieuwe zeilen en goed onderhoud van alles wat je kon zien. De eigenaar vertelde enthousiast over de geschiedenis van de boot – die hij door afnemende gezondheid niet meer kon varen. Door de huurders was er soms wat ruig in gewoond en er waren wat oppervlakkige beschadigingen. Maar het geheel ademde dezelfde degelijke constructie als we in de folders hadden gezien. Ook het een beetje wijdbeens staan van de rompen, dat volgens de werf de veiligheid van het schip verhoogde. We bespraken wanneer we zouden kunnen proefvaren en besluiten de boot te kopen. De oude eigenaar wilde niet van afdingen weten en wij besloten dat we snel van ons zouden laten horen. Jean Marc (de makelaar) bracht ons naar de trein. Wat moesten we doen; de Athena of deze? ‘Welke boot is over tien jaar het meeste waard?’, vroeg Bram. Jean Marc was met ons van mening dat het toch de Catana zou zijn. Met die wetenschap begon onze terugreis. In de trein naar Amsterdam heb-
11
ben we heel wat zitten dubben. Met hoofdpijn van de spanning stapten we in Amsterdam uit de trein en hadden toen eigenlijk al besloten dat het de Catana zou moeten worden. Via de telefoon lieten we de makelaar toch wat van de prijs af halen. We zetten onze Soekka te koop op het internet. Gebrekenlijst We konden geen ANWB-keuring krijgen, maar wel een goede vriend die voor zijn werk schepen aflevert (baggerschepen wel te verstaan) die in die week proefvaren mee kon gaan. Zondagavond 17 juni zouden we aan boord gaan en dan maandagmorgen proefvaren, maandagmiddag de koopakte tekenen en dan nog een tochtje met de eigenaar maken waarbij hij ons alles zou uitleggen. Het was gek om aan boord te gaan met al je hebben en houden en nog niet de eigenaar te zijn. Gelukkig was er, omdat het een charterboot was, een hele inventaris aan boord. Jan Alkema, onze vriend en deskundige, ontdekte de volgende morgen al gauw dat de motoren niet al te best waren. De vorige eigenaar had alles wat voor het oog zichtbaar was, altijd laten vervangen en de rest overgelaten aan het verhuurbedrijf dat er zich duidelijk met de Franse slag aan gehouden had. We maakten een lijst met gebreken en toen bleek hoe goed het was een makelaar te hebben want hij beloofde er persoonlijk voor in te staan dat de klussen geklaard zouden worden in de week dat wij terug waren naar Nederland.
De boot zou ook nog op de kant komen te staan om alles nog eens na te kijken. Zo gingen wij terug naar Nederland als trotse eigenaars van een Catana, waar we over tien dagen onze vakantie naar Nederland op zouden beginnen.
Ids Witteveen 200 MIJL SOLO MET DE ROCINANT Bij het surfen over het net kwam ik toevallig bij de 200myls site terecht (www.200myls.nl). Een stevige solotocht (wedstrijd!) vanuit Muiden, begin oktober. Start woensdag ochtend. Er zijn vier routes van totaal 200 zeemijl, twee blijven op het IJsselmeer, één pakt ook een paar Waddeneilanden buitenom en één gaat over de Noordzee vanuit IJmuiden via het Wad terug naar het IJsselmeer. Je kunt kiezen. Minimale rust van drie keer zes uur waarvan één periode voor anker is verplicht. Het varen door sluizen en naar de havens telt als rusttijd en dan mag je de motor gebruiken. Alle te ronden tonnen moeten met een wegwerpcamera worden gefotografeerd.
12
Er wordt op handicap gevaren. Finishen voor zondag 12.00 uur in Muiden.
Maximum Dat leek mij wel een aardige uitdaging. Meer als tocht dan als wedstrijd. Ik heb helaas geen spinaker (heeft iemand nog een oude van ± 55 á 60 m2?). Mijn schip is een Granada 27 met SW handicap 108. Na toestemming van het thuisfront wilde ik mij opgeven. Nog net las ik ergens dat het maximum aantal schepen van 70 al lang was bereikt. Toch maar contact met organisator Jan Luyendijk gezocht. Wat heen en weer gemaild en gehoopt op uitvallers, waarbij het geluk mij goed was gezind. Ik kon meedoen. Ik had mij direct al voorgenomen om op het IJsselmeer te blijven.
beide die nacht nodig te hebben. Een kapotte rits werd nog even met naald en draad vastgezet. Ik zou niet weten wat niet gereed was voor de tocht.
Vers brood De volgende dag even de Blocq van Kuffeler ingevaren, je moet tenslotte een beetje weten hoe een potentiële rusthaven er van binnen uitziet. Dan op naar Muiden. Op aanraden van Frits Brattinga de exacte positie van de M1 even in de GPS gecheckt. Als ik al bij donker hier langs kom hoef ik tenminste niet zo lang te zoeken. In Muiden was het nog betrekkelijk rustig. Ik had al meer drukte verwacht. De routiniers komen natuurlijk vijf minuten voordat ze bij Ome Ko moeten zijn. Eerst maar vers brood gehaald voor de komende dagen. Gezellig met Jaap Broers bij Frits Brattinga in de kuip zitten kletsen. Voorlopig voor het laatst onder de douche. Na bij Ome Ko de cap, het logboek en de camera ontvangen te hebben, snel te kooi. Best spannend!
Opkomende zon
4 keer 200 mijl. In een spreadsheet wat gerekend met de routes 3 en 4, windrichtingen en kruiskoersen. Theoretisch natuurlijk, maar wel een stukje voorpret! Twee van de deelnemers waren bekenden; Frits Brattinga en Arie Nauta, beiden ook toerzeilers.
Twee slaapzakken Maandagochtend 29 september bracht mijn vrouw mij naar de boot in Makkum. Rocinant was al bevoorraad. Daar er geen wind was kon ik direct op de motor weg en werd ik nog uitgezwaaid. Mooi weer, maar waar blijft de wind? Zoals aanbevolen alle klokken op GPS tijd gezet. In de middag in Edam beland. Daar was ik nog niet eerder geweest. De schroefjes in de scharnieren van mijn ankerbakdeksel vertrouwde ik niet meer. Ik had daarvoor boutjes meegenomen. Helaas, te lang. Met een ijzerzaagje en een combinatietang als bankschroef werden de M5 boutjes op maat gemaakt. Wat sikaflex er tussen, morgen de laatste slag doorzetten en dat zit ook weer vertrouwd. De twee oude slaapzakken (ik zal wel niet fris blijven deze week) bleek ik
Als achtste buitenste schip in een rij dreef ik met mijn buurman om 7.00 uur los in de haven. Wat een haast. Hoewel in de haven nauwelijks waarneembaar, stond er een lekker briesje. Ik ben zo ver. Na twee extra rondjes bij de M1 (dat fototoestel moet je handmatig eerst doordraaien) om 7.19 uur op weg. Even opletten bij de geul. Achteromkijkend zie ik de opkomende zon met al die scheepjes in de ochtendnevel. Het is een prachtig gezicht. Ik geniet nu al. Bij ‘het Paard’ kom ik er achter dat ik mijn log niet op nul heb gezet. Dat doen we dan maar bij de GZ2, daar die precies op tien zeemijlen van de M1 ligt. Daar ik verwacht had naar Lelystad op te moeten kruisen en de koers naar Volendam wat rustiger is dan naar de Nek, besluit ik om voor de zekerheid de standaard fok vast maar aan te slaan. Op weg naar de Nek steek ik een rifje. Koers Lelystad is voor mij goed te bezeilen. Bij de overstag gaat mijn klemmetje van de overloop stuk. Ik kan de overloop niet meer aan loef vast zeten. Met een extra lijntje met een paalsteek om het grootschootblok lier ik met de fokkeschootlier de schoot naar loef. Met de genua en een eerste rifje in het grootzeil gaat het prima bij dit windje 4 à 5. Vlak voor de OVD3 in de geul tussen twee elkaar tegemoetvarende vrachtschepen door. Dan kan de motor bij. Hier moet beslist worden welke route je verder gaat varen.
13
Voor mij is dat route 3 die duidelijk minder kruisrakken heeft met deze wind.
Blinde tonnen Er zitten wel lange rakken bij die weer problemen kunnen geven bij de verwachte windstiltes voor morgen. Voor mij kan de dag zo niet lang genoeg duren. Bij de sluis even wachten. De vloot dikt in. Gezellig zo met zijn allen in de sluis. Nog even stroom draaien tot de EZ 21 waar de wedstrijd weer verder gaat op weg naar Den Oever. Ik moet er maar aan wennen dat je zonder lichtweer voorzeil regelmatig ingehaald wordt. Terug van Den Oever naar Enkhuizen is het al donker. Ik ga ook nu ruim oostelijk langs het visserij gebied om geen blinde tonnen op mijn route tegen te komen. Onbegrijpelijk dat met dit lekkere zeilweer zoveel schepen er bij de KG2 al mee ophouden voor vandaag, zeker gezien de windverwachting voor morgen! Ik ga door naar Breezanddijk. Daar er hier nauwelijk scheepvaart is, laat ik mij lekker wegzakken. De keukenwekker roept mij om het kwartier weer tot de orde, maar niet voor lang. Zo kachel ik de laatste mijltjes verder. De wind wordt duidelijk ook moe. De Sport B, welke ik om 2.29 uur op de gevoelige plaat vast leg, heeft één flits in vijf seconden. Dat betekent dat je in die vier donkere seconden goed moet oppassen niet tegen de ton op te varen, wil je binnen de flitsafstand van drie meter blijven. In Breezanddijk ligt de Tumlare al voor anker. Mijn kleine danfordje zal mij hier ook wel op mijn plaats houden. Lekker pitten.
Een popnagel was afgebroken. Alles was aan boord voor reparatie. Accu-boormachine, de juiste boor, popnageltang en de juiste maat popnagel. Zo, dat zit ook weer. In een wedstrijd lekker voor anker blijven liggen kost mij moeite. Ik ben wat nerveus. Hoezo tactiek, ik wil gewoon voor zondag 12.00 uur in Muiden zijn! De Tricheur komt ’s morgens ook binnen. Heeft de hele nacht doorgezeild. Ben ik toch blij dat de wind niet eerder uitgeput raakte. ’s Middags houd ik het niet meer. Ga anker op om even een uurtje stroom te draaien. De Tumlare komt ook naar buiten en gooit daar zijn anker uit. Ik kom nog een uurtje langszij. Gezellig gekletst met een hapje en een drankje. Zodra er om 16.00 uur wat wind komt ga ik weg. De Tricheur is dan ook al weer in de race. Met de standaard fok uitgeboomd aan loef, genua en grootzeil loopt het relatief best wel, drie knoop op een gladde zee. De Tumlare komt een half uurtje later ook achter ons aan. De Tricheur heb ik dan al weer ingehaald. Ik vaar weer te netjes. Ik ga westelijk van de VZ3 langs, hetgeen voor de wedstrijd niet nodig is. De Tumlare, met ophaalbare kiel, zit zeer dicht onder de kust. Richting Urk wordt het druk. Beroepsvaart tussen Lelystad, Kampen en Lemmer gaat de hele nacht door. Met wat windschiftingen is het moeilijk je goed te oriënteren. Krijg zowaar nog te maken met een tegenligger onder spinaker. Dacht eerst voor hem langs te kunnen, maar ging toch maar achterlangs. Vond hij niet leuk aan zijn geschreeuw te horen. Middels het met een zaklamp beschijnen van de eigen zeilen hadden we elkaar al laten weten dat we elkaar in de gaten hadden. Ik maakte bij het passeren een opmerking over nachtblindheid omdat ze me recht in het gezicht schenen. Gezien het meervoud ga ik er inderdaad van uit dat het niet een van ons was (ik kon die koers en het tijdstip niet met één van de vier routes in verband brengen). Ook nu deed de keukenwekker weer dienst. Hoewel het moeite kostte, wilde ik hier niet in slaap sukkelen. Als dat toch zou gebeuren zou ik snel weer gewekt worden (wekker op acht minuten).
Het Vormt Nerveus De volgende morgen al weer vroeg actief. ‘Te’ denk ik achteraf! Bij deze race moet je rust nemen als je niet zeilt. Je weet maar nooit hoe lang je ’s avonds weer door moet. Onder de kuipvloer vind ik al de onderdeeltjes van mijn overloopklemmetje.
14
Er moest nog even gekruist worden. Vlak voor de UK16 liep ik de Tumlare weer op die mij in het donker dus voorbij gelopen was (had ik de VZ3 ook maar niet moeten ronden!). Regelmatig werden we door de schijnwerpers van vrachtschepen in het zonnetje gezet, ook al lagen wij helemaal
niet op hun koers! Wat mij verbaasde was dat de vrachtschepen gewoon binnen de betonning van ‘het Vormt’ varen. Omdat ik ook hier niet zo bekend ben volg ik de onverlichte betonning naar de haven. Vastmaken voor de Little One en dan snel horizontaal. Nee, geef mij dan het zeilen van gisteren maar. Nog niet wetende wat mij morgen te wachten staat. Ik heb toch echt de vlaggen zien wapperen vanmorgen. Ik ging dus weer op pad. Fout, fout, fout. Dat had ik al snel in de gaten. De enige winst die ik behaalde met het voor 9.00 uur losgooien was dat de havenmeester naast mij kwam staan toen het schip al los was van de kade. ‘Laat maar’ zei hij lachend en ging zijn geld bij de Tumlare halen. Het zicht was niet veel meer dan anderhalve zeemijl. De windsnelheid was ook zo iets in meters per seconde. Die dag bijna een boek uitgelezen. Bij de KG2 kreeg ik de Lady-A van Frits Brattinga in het vizier. Noch op VHF, noch op GSM enige respons. Dan maar met oerklanken. Water draagt immers ver! Even later roept Frits mij op via de marifoon. Zijn spinaker vult zich niet genoeg om zijn elastiekjes te laten knappen. Als er dan eindelijk een beetje wind komt, is de V15 niet bezeild. Het kost toch meer energie dan ik had gedacht om de boot met zo weinig wind een beetje de goede richting op te laten varen. Besluit om door te gaan als ik de V15 ruim voor donker kan ronden. Helaas, de schijnwerper moet er aan te pas komen om hem te vinden. Om 19.47 uur is ook hij vereeuwigd. In Medemblik afgemeerd voor het havenkantoor langszij een Duitse Bavaria. Even gratis douchen, schoon schip maken en ook dan slaap ik als een roos.
heftige bui verzeild. Gelukkig zeil ik er even later ook weer uit. Ging behoorlijk tekeer. De golven bouwden zich ook zeer snel op. Aan de wind in die golven bij sterk afnemende wind moet je toch weer wat zeildruk maken om een beetje snelheid te houden. Dat gaat zo een tijdje door. Rifje er bij, rifje er uit, kleine fok op, standaard fok op. Vermoeiend! De buien geven niet meer zoveel wind als die eerste. De speling in mijn roerlager verontrust mij een beetje. Bij het lichte weer van de afgelopen dagen was het nauwelijks merkbaar. Nu klapt het roer bij elke golf in zijn lager. Hoe lang gaat zoiets goed? Het stond als winterklus gepland. Haal ik dat? Het begint in mijn hoofd te malen. Als ik zo door ga (Makkum is niet bezeild) zal ik tegen donker in Lelystad aankomen. Om zondag voor 12.00 uur te kunnen finishen moet ik dan minimaal in het donker naar de NEK (kruisen?). In het donker zie je de buien echter niet aankomen. Het weer zal zo mogelijk nog iets slechter worden. Vermoeidheid begint ook mee te spelen en het roerlager tikt mij te veel. Met de slechter wordende weersverwachting moet ik maandag weer in Makkum zijn. Mijmer, mijmer, mijmer! Bij Makkum weet ik het zeker. Daar stop ik niet, dat is te gemakkelijk. Varende naar Hindeloopen neem ik mijn beslissing. Tot nu toe volop van de race genoten. Lekker grensverleggend bezig geweest. Ik denk dat ik een dag rust ook wel kan gebruiken voordat ik weer aan het werk moet (daar had ik geen rekening mee gehouden, verkeerd ingeschat). Moet ik nu het risico aangaan om nog in de ellende verzeild te raken?
Rifje er bij, rifje er uit De wekker doet zijn wekwerk prima. Meer wind vanmorgen. Ik zet daarom, voorzichtig als ik ben (wedstrijdzeiler?) de kleine fok en een rifje. Nog voordat de motor uit gaat is die kleine fok al weer vastgebonden aan de zeerailing en ligt de standaard fok klaar om gehesen te worden. Vlak voor mij zet de True Blue de V15 op de foto. Die ton weet ook niet wat hem overkomt. Een heel jaar heeft niemand belangstelling voor hem en dan opeens wordt hij zo vaak gekiekt als ware het een beroemdheid. Buiig weer met prachtige luchten. Hoewel je de buien wel kunt zien aankomen, kun je niet zien hoeveel wind er uit komt. Even na de VZ1 gerond te hebben raak ik in een
15
Ik weet het, anderen gaan er voor. Alles is nu nog heel en dat wil ik zo houden. Deze race was voor mij vooral een race tegen mijzelf. Heb ik die dan nu verloren? Ik vind van niet. 81 zeemijl gezeild de eerste dag voelt erg goed. Lekker in het donker gevaren. Hele dagen dobberen. Alles meegemaakt. Ik weet nu wat deze race betekent.
Volgend jaar is het weer weer totaal anders. De hele race is dan weer anders. Met de ervaring van dit jaar moet het dan lukken. Het logboek en de camera stuur ik deze keer wel op. Volgend jaar wil ik ze beide zondag voor 12.00 uur persoonlijk in Muiden afgeven.
Overzicht van mijn tocht plaats
ton
tijd
zeilmijlen
Wo. 1/10
Muiden Volendam Hoorn Lelystad Lelystad Den Oever Enkhuizen
M1 GZ 2 NEK OVD 3 EZ 21 WV 14 KG 2
07:19 09:07 10:20 12:24 14:57 19:47 22:21
0 10 17 28 28 50 64
Do. 2/10
Breezanddijk Breezanddijk
SPORT B SPORT B
02:29 16:04
81 81
Vr. 3/10
Urk Urk Medemblik
UK 16 UK 16 V 15
00:43 09:20 19:47
106 106 124
Za. 4/10
Medemblik Stavoren Makkum Hindeloopen
V 15 VZ 1 VF 4 H2
07:20 08:51 12:34 14:03
124 130 144 150 opgegeven
Om de 200 mijl vol te maken had ik nog moeten varen: Lelystad, Hoorn, Volendam en dan naar Muiden.
16
17
REISVERSLAGEN Jan Willem de Koning / Annet de Haan BERICHT VAN DE ONDERNEMING NR 13 Trinidad-St.Maarten-PuertoricoCuraçao Het is meer dan een jaar geleden dat we ons laatste reisverslag gestuurd hebben. We hadden niet veel inspiratie; we zaten nog zo vol indrukken van onze reizen in Afrika en Brazilie; bovendien ging de laptop stuk.
Trinidad 20 november 2002 komen we terug uit Nederland op Trinidad; de Onderneming staat er prima bij, de afdekzeiltjes zijn nog intakt. Het onderwaterschip moet weer in de antifouling, er zitten allemaal bobbeltjes/kuiltjes op de huid; dat ziet er niet goed uit! Door electrolyse is er putcorrosie ontstaan. We krijgen allemaal verschillende adviezen over wat het is en wat te doen. Op aanraden van een paatselijke verfleverancier, krabben en schuren we de aangetaste plekken heel goed en brengen daarna 2x speciale twee-componenten aluminium verf aan, dan 2x primer en 2x antifouling. De temperatuur is zo’n 30 graden en de vochtigheidsgraad 80%; we beginnen ’s morgens om 6 uur aan de ene schaduwkant en ’s middags na vieren aan de andere kant. We hebben nog een Nederlands werkritme, naast ons ligt een klein scheepje waarvan alles maar twee keer in de tjet gezet is in de zelfde tijd dat wij onze klus klaren. Ondertussen vragen we in Port of Spain een visum voor Amerika aan, vinden een goed internetcafé, brengen zinkanodes aan, laten genua, radar en aggregaat repareren, eten heerlijke roti’s, maken dagelijks 3 slagen heen en 3 slagen terug in het piepkleine zwembadje van de marina waar we op de kant staan, verhogen de waterlijn, verven de bies weer rood, wurmen nieuw vetkoord in schroefaskoker en plaatsen 2 nieuwe service-accu’s. Om de boot zien we de batfalcon (vleermuisvalk), de knalgele oriolus (wielewaal) en de crested oropendola (een eksterachtige, zwart bruin met knal gele onderstaart) die een imponerend baltsgedrag vertoont: hij gaat op de kop hangen, laat een luide aflopende piep horen, zet z’n staart recht omhoog en kleppert met z’n vleugels, doe hem dat maar eens na!
18
We gaan 3 dagen op vakantie met 8 amerikaans/engelse zeilers naar een natuurgebied in het regenwoud; vogels zijn er moeilijk te zien, maar op Asa Wright Nature Centre and Lodge, een voormalige plantage, worden de vogels gevoerd en kunnen we ze vanaf de veranda goed bekijken; kolibries binnen handbereik! We maken nog een excursie naar Caroni Swamp, een moeras gebied waar honderden rode ibissen over ons heen vliegen en in de groene bomen landen, alsof er honderden rode bloemen bloeien. Al die bloemen gaan opeens de lucht in als er een snailkite (slakkenwouw) overvliegt. Voor we de Carieb ingaan, ankeren we in de Scotlandbay, nog even lezen, luieren en zwemmen. We slapen met alle luiken open en als we ’s nachts in de kuip komen vliegen er vleermuizen om ons heen. Ik vind ze wel een beetje brutaal, zelfs onder de buiskap komen ze. De volgende morgen is de kajuittafel besmeurd met vreemde zwarte smurrie. Boven de tafel hangt een net met fruit; 7 bananen zijn helemaal leeg gegeten! Later hoorden we dat hier fruit etende vleermuizen voorkomen.
Ruwe kerstnacht Op 23 december gaan we ‘s avonds om 5 uur op weg naar Grenada; de zee is ruw, wordt in de loop van de nacht iets rustiger. We liggen eerst nog goed op koers, maar kunnen steeds moeilijker hoogte houden door de sterke weststroom. Op 20 mijl voor Grenada, 06.00 uur, realiseren we ons dat als we zo doorvaren, we Grenada voorbij zeilen; water tot aan het Panama-kanaal of Venezuela, en daar willen we zeker niet naar toe door de stakingen en onrust in dat land. We zetten de motor bij en proberen recht op ons doel af te varen, maar we lopen soms minder dan 1 knoop, krijgen veel water over, veel gehots, geklots en gekots, de genua schoot breekt en een bus thinner drupt langzaam leeg; zo komen we nergens; we keren om! Vrij hoog aan de wind gaan we motorzeilend terug op weg naar Trinidad; om 02.00 uur Kerstnacht ankeren we met zoete bloemen geuren om ons heen weer in de Scotlandbay; na 33 uur en 135 mijl zijn we terug bij af. Als we op 27 december laat in de middag weer op weg gaan, ruik ik opeens een
vreemde lucht binnen en hoor zacht suizen; de gasslang is los! Gauw de kraan dicht en ook die op de fles, alles open en even geen gas gebruiken. Deze keer zeilen we lekker, zetten het laatste stuk voor de zekerheid de motor bij en laten, na 18 uur, voldaan ons anker vallen in Prickly Bay op Grenada, het specerijen eiland, overal geuren van nootmuskaat en foelie. St. George, de kleurrijke hoofdstad aan een natuurlijke baai heeft een grote mercado (markt) waar we inkopen doen en waar we in een internetcafe een positieve uitslag over Diny’s ziekte krijgen, een hele opluchting. Hier varen we, zigzaggend, voor het eerst tussen de koraalriffen door, naar Hog island, hartstikke spannend, we vertrouwen nog niet op onze “eyeball navigation” en zijn blij dat er nog een schip naar binnen vaart. Het is een mooi plekje maar erg vol.
Gebroken stag Op 8 januari hijsen we de zeilen en gaan dubbelgereefd, hoog aan de wind op weg naar Cariacou, een klein authentiek eilandje, dikke 30 mijl verderop. Na 2 uur varen valt opeens de rolgenua inclusief het stagprofiel naast de boot in het water, we pakken het snel op en binden alles goed vast langs de railing, hijsen de kotterfok, zeilen verder en ankeren in de Tyrell Bay. De dag erna leggen we de genua op dek uit en schuiven het zeil uit de rail en bergen het zeil op; het is gelukkig niet beschadigd. De stag waar het profiel omheen zit is gebroken.
...rolfok langs de railing gebonden...
Het profiel van 14 meter lengte moet van stuurboord naar bakboord van het schip anders kan het pendulum van de windvaan niet uit het water gehaald worden. We leggen het bijbootje langszij en leggen daar het profiel op, laten dat naar achteren drijven en trekken het profiel aan de bakboordskant weer in het gangboord en sjorren het goed vast; voor en achter steekt er een eind uit; het voorste eind is verbogen, de schade valt mee, hopen we. (we laten de rolgenua in maart op St. Maarten maken voor maar liefst 847 dollar!). Jan Willem overwint zijn hoogtevrees en gaat de mast in om een nieuwe stag te bevestigen waaraan we een oude fok met leuvers kunnen hijsen En zeilen dat de Onderneming doet onder dit tuig, fantastisch!! Grootzeil en 2 fokken die we goed vlak kunnen trimmen; het zeilt geweldig in de ruige golven. Cariacou is een klein eilandje, nog niet verpest, vriendelijke mensen, kleurrijke houten huizen met veranda’s, schitterende uitzichten, snelle hulp als de regulateur van de zonnepanelen stuk is.
Even naar Fryslân Onze buitenboordmoter bergen we altijd binnen op als we varen; we hebben er brede banden omheen gemaakt om hem makkelijk te kunnen pakken en in de bijboot te laten zakken. Jan Willem staat in’t bootje klaar, Annet tilt de motor hoog over de railing, opeens ploft ie tegen de houten stootlijst van de Onderneming en stuitert IN de dinghy, (band gebroken) JW kijkt verbouwereerd naar het motortje dat opeens, te snel in zijn handen beland, wat een mazzel dat die niet in het water is gedonderd! We krijgen een mail dat het met Jaap, Annet’s oudste broer erg slecht gaat; wat moeten we doen? We besluiten om morgen naar Martinique te zeilen (230 mijl te gaan), van daar kunnen we snel naar Nederland en de boot goed achterlaten. Jammer om een groep mooie eilanden over te slaan. Het wordt een rottocht, hoog aan de wind, veel water over; als de wind wegvalt doet de stuurautomaat het niet door de rommelige golven die ons steeds stil leggen. “Kom gauw”, roept JW opeens, “ een potvis”!!! Op 20 meter naast de boot, indrukwekkend! We kunnen rustig kijken en hebben er een beetje aangebrande hutspot wel voor over. ‘s Nachts motorzeilen we langs St. Vincent en St. Lucia en bij licht kunnen we weer zeilen in iets kalmer water.
19
We ankeren in de overvolle baai van le Marin op Martinique. We bellen mobiel in de kuip naar Roel. Alles wordt snel geregeld en we gaan 2 weken naar Fryslân om afscheid van Jaap te nemen.
Langs de eilanden Martinique heeft mooie natuur en is een beetje Europees, strepen op de weg, richtingsborden, asfalt; ook minder armoe omdat de inwoners dezelfde sociale voorzieningen hebben als in Frankrijk (Departement Outre Mer). We zeilen naar Saint Pierre, de vroegere hoofdstad van Martinique. In 1902 is deze bedolven onder een uitbarsting van de vulkaan Mont Pelee, 30.000 mensen stierven. Eén man - een gevangene in een cel - overleefde de ramp. De ravage is nog goed te zien, ruines, beschadigde huizen. In het museum maken de door de hitte verwrongen kerkklok, verfrommelde glazen, in elkaar gedraaide muziekinstrumenten, samengesmolten pakken spijkers of rijst heel veel indruk. De Mont Pele krijgen we niet één keer te zien, die zit steeds in de wolken. Maandag 10 februari vertrekken we naar Dominica; het waait windkracht 6, 7. Tussen de eilanden staan hoge golven, een reuze breker komt dwars in de kuip, maar we lopen lekker snel. Als we een geschikt ankerplekje zoeken komt een “boatboy” naar ons toe, dáár moet het anker en hij legt een lijn om een boei voor 10 dollar; dat vinden we wat veel en we krijgen heel wat vloeken over ons heen. Dus we vertrekken en ankeren verder op; daar ook wel opdringerige jongens, maar we kunnen onderhandelen. We kunnen er de bijboot goed kwijt, er gaat geregeld een bus, we gaan naar Roseau, de hoofdstad, een gezellige stad met schilderachtige houten huizen en een prima internetcafé. Iedereen probeert ons een excursie aan te smeren, maar we gaan gewoon met de bus ergens naar toe en lopen dan, wel zo leuk! Het regent vaak op Dominica, de natuur is weelderig groen, prachtige watervallen, bubbelende zwavelbronnen, vissers met gekleurde bootjes aan werk op het strand, we genieten! Iets noordelijker is de Prince Rupert Bay, daar maken we een roeiboottrip op de Indian River, in het regenwoud, weinig vogels, veel herrie van andere excursie boten, wel een schitterende regenboog.
20
Bijzonder kerkhof Op weg naar Guadeloupe, dubbelgereefd grootzeil en werkfok, ’t gaat lekker, we zetten ook de kluiver en dan lopen we 1 tot 2 knoop harder, weer een breker in de kuip, gelukkig zit de klep naar de kajuit dicht en blijft het binnen droog. We varen de eilandengroep Les Saints voorbij en laten het anker vallen bij Pointe a Pitre de hoofdstad, waar verschillende kennissen liggen. Met een auto verkennen we het eiland, al weer mooie natuur, watervallen die Columbus al vanaf zee zag, kronkelweggetjes met prachtige uitzichten, kleurige bloemen, vriendelijke vissersdorpjes en mondaine toeristencomplexen met dure kopjes koffie. Waterscooters te huur, kan je met veel herrie over de koraalriffen sjezen. Heel apart is de begraafplaats in Morne à L’eau.
....begraafplaats Morne à L’eau.... Naschrift redactie: de wederwaardigheden van Annet en Jan Willem moeten we hier afbreken, maar wilt u in gedachten langer met hen in de aangename warmte meevaren: u vindt de reisbrief compleet op onze website www.toerzeilers.nl Zij doen verslag van het deel West Afrika - Brazilië van hun tocht in een presentatie/lezing op 16 januari a.s. in Donkerbroek, aanbevolen! Zie het Evenementenbulletin.
Redactie Reisverslag Frits van den Bos op de website De redactie maakt haar lezers er graag op attent dat er op de NVvT-website een reisverslag van Frits van den Bos te vinden is. Frits maakte in 2003 met zijn schip Laetitia,
een Najad 93, een reis langs de kusten en eilanden van Slovenië, Kroatië, Italië en Griekenland. Voor velen een droom en we prijzen ons gelukkig dat Frits ons laat delen in zijn werkelijkheid.
Huub en Jos van der Linden DRIE MAANDEN OP DE BALTICS EN HET GÖTAKANAAL Wat een luxe! In juni wordt de schipperse 65 en mag van een ‘welverdiende rust’ gaan genieten. Als de sprekers van deze woorden bij haar afscheid enig idee hadden gehad wat een zeilreis naar de Oostzee werkelijk betekent, dan hadden ze beslist een andere wens uitgesproken. Maar goed, de schipper geniet al enige tijd van vervroegde uittreding en stond te trappelen van ongeduld om de touwen wat vroeger dan gewoonlijk los te gooien en af te varen met de ‘Pandion’, een klassieke 32-voeter uit 1962. Dit gebeurde eind mei en via de IJsselmeren en de noordelijke Nederlandse binnenwateren, kozen we het zeegat van Lauwersoog om zo snel mogelijk op de Oostzee te komen. Het onstabiele weer was de reden dat we besloten de voorspelde onweersbuien op Norderney mee te maken. In een snelle overtocht van veertien uur naar Brunsbüttel, de volgende dag het N.O.K. en als je dan bij Holtenau de sluizen uitvaart gaat er een heel andere wereld voor je open. Heerlijk, drie maanden geen getijdentabellen, maanstanden en wel uitvaren wanneer je wilt, goede ankerplekken, voor ons een heerlijk zeilgebied. Wij nemen een maand de tijd om naar Mem te komen, ongeveer 100 km onder Stockholm, via bekende en nog onbekende haventjes aan de zuid- en oostkust.
In de pruttelende prut Voor ons onbekend was Smygehuk en ondanks de reputatie van dit haventje wilden we toch zelf beoordelen hoe het daar was. Weinig manoeuvreer ruimte om in een box te komen, als er al een vrij is. Bij het afmeren stapt de schipperse rustig van de voorpunt af, maar … heel zachtjes glijdt haar voet van de steiger en zakt ze in slow
motion tot haar middel in de pruttelende prut. Ze hangt nog aan de steiger en snel trekken vier sterke armen haar op de kant. Terwijl dit alles zich in enkele minuten voltrok was de schipper nog met de achterlijnen bezig en onkundig van het gebeuren. Na veertig zeiljaren de eerste keer te water en het enige wat mijn schipper kon uitbrengen was: “Vrouw, je riekt onaangenaam!” Hij bracht me snel schoon goed en na een warme douche was de schrik met het vuil verdwenen en deden we ons tegoed aan gerookte vis uit de winkel op de haven. Via Utklippan, de vogelrots in zee en dit jaar tevens voorzien van een havenmeester, want bootjes brengen toch centjes mee, varen we langs diverse kleine havens op Öland. Waar mogelijk blijven we een of meerdere dagen en dan gaan de fietsen uit de tassen. Zo ook op Öland waarop de zuidpunt een schitterend natuurgebied ligt, de Stora Alvaret.
Weerberichten We luisteren uit naar de weerberichten op 177 – Radio Bremen om 11.05 uur zomertijd. Goede ontvangst voor dit gebied en middels de VHF Radio Stockholm om 09.33 uur en 21.30 uur zomertijd. De Zweden geven prachtige gedetailleerde boekwerken cadeau, de Denen ook trouwens, waarin alle havens, hun coördinaten en voorzieningen, meestal met luchtfoto staan vermeld. Ook de Kustwacht heeft een boekwerk samengesteld – Kustregistrettet – waarin zoveel wetenswaardigheden staan, dat het een aanrader is om deze in handen te krijgen, meestal bij de havenmeester. Hierin vindt men ook gegevens over de diverse VHF kanalen, afhankelijk van waar je bent. Verder hadden wij een goede ontvangst op de middengolf 972 of 702 kHz, die respectivelijk om 08.30 uur en 10.05 uur een uitgebreide weersvoorspelling ver-
21
zorgden. Altijd kanaal 16 open laten staan, want via dat kanaal doet men ook kond van plotselinge weersverandering. We hebben zeker een aantal malen verwaaid gelegen, maar zelfs stormen gaan voorbij en zo kwamen wij eind juni aan in Mem. Daar is de toegang tot het Götakanaal.
De maand juli voor het Götakanaal Over dit kanaal is al vaker geschreven in ons Toerzeilen bulletin. Wij vonden het zeker de moeite waard, het is soms hard werken (hoezo rust?), maar zeilen en genieten van zoveel schoonheid op de Zweedse meren is ongekend. Via 58 sluizen op het Vänermeer te kunnen komen is echt bijzonder. Je bent dan 92,8 meter boven de zeespiegel gestegen. Een schitterend meer, waar het echter ook spoken kan. Wij troffen het bijzonder deze zomer. Sjötorp is de laatste havenplaats van het Götakanaal en ligt aan het Vänermeer. Leuke steden en ankerbaaien en in elke haven of stad veel informatie over de omgeving en de diverse activiteiten. Wil je de tocht voortzetten na enige bezoeken her en der, dan vaar je naar Värensborg. Prima haven met alle voorzieningen, mooie stad met prachtige parken. Van daar fietsten wij naar een natuurgebied waar elanden zouden zijn. Niet gezien, maar wel genoten van een drie uur durende wandeling rondom een binnenmeer. De eerste twee sluizen zorgen dat je in sneltempo een twintig meter zakt en dat gaat rustiger dan omhoog.
Domme Pech De laatste sluis is bij het stadje Lilla Edet. Wij wilden daar overnachten en zowaar, vlak voor de sluis was een kleine haven met een aantal zogenaamde vingersteigers en achterboeitjes. Een tweetal Duitse schepen waren ons op de stromende Göta Alv al snel voorbijgevaren en achteraf hadden deze schepen voorkennis. Lilla Edet heeft een lange steiger waar een viertal boten langszij kunnen afmeren en deze plaatsen waren dus al bezet. Manoeuvreren met onze langkieler is lastig in dit kleine haventje met stroming. De schipperse miste de boei, we moesten achteruit slaan en op dat moment stroomt ons boeientouw onder het schip en knal ... motor slaat uit, touw in de schroef. Ons eigen touw nota bene, dom dom. Anker uitgegooid en geprobeerd op de stroom in een box te komen met hand en span diensten van ‘de beste stuurlui staan aan wal’. Tja, en dan is er veel goede raad om ons heen en proberen we door de
22
schroef van de schroefas af te koppelen de boel terug te draaien, maar het touw zit muurvast. Een zeer behulpzame Deen maakt ons attent op de sluizen, waar beslist iemand aanwezig zal zijn die hulp kan bieden en zeker een adres weet van een duiker. Het is intussen 22.00 uur en wij zijn het zat en gaan er een nachtje over slapen. Dat lukt gedeeltelijk en als de schipperse om 04.00 uur wakker wordt, pakt ze het handige boek met de havens en ziet dat er bij Lilla Edet ook ergens een kraan moet zijn.
Sleeplijn De schipper had al te kennen gegeven er geen duiker op af te sturen, maar de boot liever zou laten lichten. Je moet maar vertrouwen dat al het touw eruit is gehaald door de duiker en dat er verder geen schade aan de schroefas is ontstaan. Voor de goede orde: medicijngebruik maakt het helaas voor ons onmogelijk zo´n duik zelf te doen. Naar een kraan hadden wij rondom de haven zelf al uitgekeken, maar na enig speurwerk met de kijker langs de oever van de Göta Alv deed ons een vreugde sprong maken – daar stond een klein kraantje bij een botenclub. Wij er op af en gelukkig waren er een aantal booteigenaren aan het werk. Er werd snel en zó hulpvaardig gehandeld, nadat wij ons probleem hadden voorgelegd, niets was hen teveel en zij regelden, dat er iemand kwam die de kraan bediende en een motorboot om ons te slepen. Dat slepen werd nog een heel spannende tocht die de schipperse bijna op de stenenoever deed belanden met schip en al, maar deskundig handelen van haar schipper, die de sleeplijn in de 90° bocht kort kon intrekken, liep alles goed af. Hij riep alsmaar ‘Grote bocht, grote bocht’. Maar het roer stond al helemaal dwars. De verstagingen namen en passant nog enige takken mee uit de bomen. Binnen een half uur was ons touw uit de schroef, die verder geen schade had geleden en konden we de boel gaan klaren. We bleven nog een nachtje aan het steigertje van de club liggen om de spanningen wat weg te eten en te drinken tijdens een barbecue for two. Onze vraag aan de kraanman en de andere clubleden om de rekening op te maken werd als volgt beantwoord: ‘Heeft de club een prijslijst?’. Natuurlijk hebben we vrijwillig in de de clubkas gedoneerd, maar alle lof voor deze mannen en hun adequate hulp, wij waren er dolgelukkig mee en uit de nood.
De maand augustus voor de terugreis Bij dit ene, vervelende avontuur is het gelukkig gebleven en konden we aan onze laatste maand vakantie beginnen. De laatste sluizen plonsde ons telkens twintig meter omlaag maar dat ging rustig en snel en via jachthaven Lilla Bommen en een paar dagen Göteborg, voeren we door de scheren die opvallend kaal waren in vergelijking met de oostkant maar zeker een mooi vaargebied. Het was niet zo gunstig om een grote slag naar Læsö of Anholt te maken met de zuidwestelijke wind en dus rosten we met 5,5 knopen langs de Zweedse westkust onder andere naar Torekov. Dit aardige haventje ligt aan de westpunt van het schiereiland Bjäre. Hiervandaan vaart met grote regelmaat een ferry naar het eiland Hallands Väderö. Omdat er zo frequent wordt gevaren en de ferry's steeds tjokvol zijn, wekte het onze nieuwsgierigheid en gaan wij ook de volgende dag. Onbeschrijflijk mooi gebied met veel wandelpaden, woeste rotsen, bossen, weide en heerlijke geuren van bloemen en kruiden. Bij de moerassen soorten orchideeën en … een vogel paradijs. Wij hebben geen spijt van ons bezoek en nemen ten afscheid een duik in zee voordat we met de ferry teruggaan. Een dag om met een gouden pen te schrijven in het belevenissenboek. Via de noordkant van Sjaeland en de doorgang Sjaelands Rev varen we de Samsöbocht in en vinden in Ballen op Samsö voor enige dagen een havenplaats. Samsö met schilderachtige dorpjes en het Stavnsfjord blijft ons zeer bij. We kiezen voor de doorgang naar het zuiden voor de Kleine Belt. Dat is afhankelijk van wind en stroom en wij hebben bekeken dat dit gezien de huidige weersomstandigheden, een goede keus is. Bogense, Fredericia en Ærosund en diverse ankerplekken, waar we ´s avonds genieten van de zonsondergang en de fascinerende hemel met veel vallende sterren. Het geeft ons een gelukzalig gevoel dit allemaal te mogen meemaken.
De havengelden Elke morgen worden we gewekt door de zon en een wolkeloze blauwe lucht. Al zeven weken vol op zomer, aangenaam zwemwater en nog veel kunnen zeilen ook. Maar nu wordt het volgens de voorspellers iets minder en komt er zwaarder weer achteraan. Wij spoeden ons naar de Schlei en liggen in Maasholm enige dagen verwaaid. Als de wind een adempauze
neemt koersen we in de luwte van het land naar Holtenau; kunnen nog geschut worden en zijn voor het donker in een klein jachthaventje aan BB van de Borgstedtersee. Daar is werkelijk niets te beleven en geen enkele voorziening, behalve een havengeldrekening prijspeil eerste klas. Wij hebben de havengelden dit jaar eens op een rijtje gezet en het is ons opgevallen dat er behoorlijk wat havens prijzen durven te vragen, die buiten alle proporties liggen met betrekking tot het gebodene en de staat van onderhoud. Niet alleen in Duitsland, Denemarken en Zweden maar ook in Nederland. We vragen ons af waar deze op zijn gebaseerd? Zijn er adviesprijzentabellen, kwaliteitsnormen, is er controle hierop van bijvoorbeeld bonden of overheid? Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat zeilers steeds vroeger een haven opzoeken om nog waar voor het liggeld te hebben. ´t Is toch van de gekke als je na een lange dag zeilen, laat, maar gelukkig behouden aankomt, ´s morgens vroeg weer moet vertrekken, om dan voor twee eigen touwtjes aan een steiger, een exorbitant bedrag moet betalen. Maar dit is een ander verhaal.
De thuiskomst Ons verhaal eindigt in Haarlem, waar we zeer voorspoedig via Norderney, over het wad naar Borkum en binnendoor Groningen en Friesland afmeren in ons eigen Spaarne op 28 augustus. De enige dissonant in Nederland was het hartelijke welkom van medezeilers bij de nieuwe sluizen van Enkhuizen. Het was er een drukte van belang en wij waren erg nieuwsgierig hoe een en ander nu te werk ging, want zoveel drukte leek ons geen verbetering te zijn geworden. Dus manoeuvreerden we voorzichtig langs al die drijvende schepen naar voren om de situatie te bekijken. Dat werd ons niet in dank afgenomen en er volgden genante scheldkanonnades, ingezet en aangevoerd door een ‘dame’. Zij schold ons wel wakker, want daar lagen al de vermoeide bemanningen die de 24-uurs hadden gezeild. Wij hebben deze wedstrijd zelf ook jaren gezeild als bemanning op de ‘WEGWEZE’ en we kregen werkelijk de slappe lach van ons argeloze gedrag. Wegweze dus! We keerden snel om en zeilden via Lelystad naar huis, die paar mijlen konden er best nog bij en hierbij onze excuses voor het ongewild verstoren van de overwinnaarroes of het verliezerchagerijn.
23
Het was een fantastische reis en we genoten van natuur, cultuur, rust en schoonheid van de noordelijke landen, van hun gastvrijheid maar vooral ook van de lange dagen daar.
Voor de statistieken We zeilden 1.658 mijlen, stookten 370 liter diesel op met 255 motoruren op de meter – debet aan de diverse kanalen – ankerden twaalf nachten en lagen elf dagen echt verwaaid.
PLANOLOGIE A.W. de Ruyter van Steveninck DE DELTA IN ZICHT In februari 2003 is door de Provinciale Staten van Zeeland, Zuid-Holland en NoordBrabant na uitgebreide discussies in 2002 een integrale visie op de Deltawateren voor de komende 30 jaar gepubliceerd, ‘De Delta in Zicht’. (Zie ook Kort Planologisch Nieuws in TZ 184). Belangrijkste aanleiding hiertoe zijn de gevolgen van de deze eeuw te verwachten klimaatverandering en bodemdaling. Deze zullen leiden tot een verhoging van de waterstanden en daarmee een bedreiging kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Een ander belangrijk punt is de achteruitgang van het natuurlijke milieu, die het gevolg is van het Deltaplan, met zijn verschillende compartimenteringen. Dat heeft geresulteerd onder andere in vervuilde waterbodems in Haringvliet en Hollands Diep (door het bezinken van in het rivierwater opgeloste verontreinigingen), in blauwalgplagen in Krammer, Volkerak en Zoommeer, in zuurstofloosheid en een overmatige groei van zeesla in het Veerse Meer (als gevolg van de uitspoeling van een overmaat aan nutriënten afkomstig van de landbouw) en in het (geleidelijk) verdwijnen van schorren en slikken (als gevolg van de vermindering van de getijdenbeweging door de stormvloedkering in de Oosterschelde, met negatieve gevolgen voor de planten- en dierenwereld).
Deltaplan Ten slotte spelen ook ontwikkelingen op Europese schaal een rol. Het Deltagebied ligt als een open ruimte in een geweldig verstedelijkt gebied met twintig miljoen inwoners. Deze uitdijende metropool dreigt de ruimtelijke kwaliteit van het gebied aan te tasten. Het Deltaplan werd gerealiseerd na de grote overstromingsramp van 1953. Tot nu toe heeft het voldoende bescherming geboden tegen hoge waterstanden. Maar zoals gezegd zal dat
24
naar alle waarschijnlijkheid veranderen. Volgens de Commissie Waterbeheer 21e eeuw zal volgens de gemiddelde verwachting de zeespiegel met 60 centimeter stijgen, de golfhoogte met 30%, en de neerslag in de winter met 10% toenemen. Bovendien zal in deze eeuw de bodem in Zeeland met vijf tot twintig centimeter dalen. Dit maakt een versterking van de kustverdediging noodzakelijk, door dijkverhoging maar ook door andere methoden, zoals hierna beschreven. In deze integrale visie ‘De Delta in Zicht’ wordt, enigszins speculatief, en bij wijze van eerste aanzet, uitgegaan van de filosofie dat veel van de problemen kunnen worden opgelost door de Delta weer om te zetten in een echte delta, dat wil zeggen een estuarium, een overgangsgebied tussen de rivieren Rijn, Maas, Schelde en de Noordzee. Zo’n estuarium bestaat uit een zoetwatergetijdengebied, een middengebied waar zoet rivierwater en zout zeewater zich mengen, en een kustzone. Een en ander betekent niet dat de Deltawerken nu zouden moeten worden afgebroken, maar wel dat ze moeten worden aangepast, onder andere door de aanleg van doorlaatmiddelen in de bestaande dammen. In dit beeld blijft het Hollands Diep zoet; het water ervan stroomt door naar het Haringvliet en blijft zoet tot aan het Spui. In het geval van lage rivierafvoeren, in droge zomers, zou hier wellicht een rol zijn weggelegd als reservoir voor zoet rivierwater. Ook stroomt zoet water uit het Hollands Diep naar Volkerak, Krammer en Zoommeer. Doorlaatmiddelen in Philipsdam en Oesterdam zorgen ervoor dat dit water naar de Oosterschelde kan stromen, en terug. Er is een geleidelijke overgang van zoet naar zout. De Grevelingen (waar ook regelmatig zuurstofloosheid optreedt) wordt eveneens een overgangsgebied tussen rivier en zee, via doorlaatmiddelen in Grevelingendam en Brouwersdam.
Behalve het doorlaatmiddel in de Zandkreekdam (momenteel in aanleg, zie TZ 176) wordt ook een verbinding overwogen tussen het westelijk deel van het Veerse Meer en de Oosterschelde, de Zoute Kreek of Jacobakanaal (zie TZ 174). De stormvloedkering in de Oosterschelde krijgt een grotere doorstroomcapaciteit. Bij hoge rivierafvoeren en gelijktijdige sluiting van de verschillende stormvloedkeringen wordt Rijn- en Maaswater geborgen in de Deltawateren, zodat Rotterdam en Dordrecht geen wateroverlast hebben.
zout scheidingssystemen (zoals bij de Krammersluizen) zullen de schuttijden sterk worden verkort. Er zijn ook negatieve aspecten. Bij de berging van rivierwater in de Deltawateren dient in de gedachten te worden gehouden dat nu al regelmatig de afwatering in West-Brabant moeizaam verloopt. Verder moet het probleem worden genoemd van de zoetwatervoorziening in droge zomers voor de landbouw. Deze gebeurt momenteel voor Goeree en Overflakkee met water uit Haringvliet en Volkerak; dat laatste zal niet meer mogelijk zijn omdat het brak wordt. Nog moeilijker is de voorziening voor Sint Philipsland, Tholen, de Hals van Zuid-Beveland en de randen van West-Brabant die hun water thans betrekken uit de Eendracht (die eveneens brak zou worden). Mogelijk kunnen zoetwater pijpleidingen een oplossing bieden.
Financiering
Nieuwe vaarroutes
Het grootste probleem is zonder twijfel de financiering. Met een volledige uitvoering van de plannen zijn enorme investeringen gemoeid, variërend van tientallen miljoenen euro’s voor doorlaatmiddelen tot honderden miljoenen voor een Overschelde of de aanpassing van de Stormvloedkering. Tegen de achtergrond van een tegenstribbelende rijksoverheid (Zie Kort Planologisch Nieuws in TZ 183, 185, 187, 188) krijgt men niet de indruk dat de noodzakelijke gelden gemakkelijk ter beschikking zullen komen. Een complicerende factor is verder de positie van de landbouw. Deze vraagt zoet water in de zomer en heeft bezwaar tegen een zout- brakwater milieu. In de winter wil men juist water kwijt. Ondergetekende constateert in het rapport een sterke nadruk op ecologische aspecten. Maar de vraag rijst welke kosten de daarvoor gewenste ingrepen met zich meebrengen en of de benodigde financiën daarvoor beschikbaar komen. Vooralsnog lijkt het waarschijnlijker dat het risico van overstroming de belangrijkste rol zal spelen bij de verdere ontwikkeling van de plannen. Wellicht kunnen landbouw, milieu en recreatie daarbij dan op sommige punten aanhaken.
Voor de waterrecreatie wordt de mogelijkheid geopend van nieuwe vaarroutes, althans wanneer de te realiseren verbindingen tussen de Deltawateren bevaarbaar kunnen worden gemaakt. Er kan ook met meer plezier worden gezwommen en gedoken. Door het wegvallen van de zoet-
In een volgend nummer van Toerzeilen hopen wij een beschouwing te wijden aan de ‘Integrale Recreatievisie Deltawateren’, een studie opgesteld door Waterrecreatie Advies in opdracht van het Breed Overleg Deltawateren.
Verbinding Verder is het idee ontwikkeld om een verbinding te maken tussen Wester- en Oosterschelde, de zogenaamde Overschelde, om ten tijde van extreem hoogwater op de Westerschelde de Oosterschelde als berging te gebruiken, hetgeen de veiligheid van de polders in het oosten langs de Westerschelde en van Antwerpen ten goede komt. Onder normale omstandigheden is de stroom hierin in omgekeerde richting, waardoor de laagwaters in de Westerschelde verhoogd worden. Het herstel van de estuariumomstandigheden zal ongetwijfeld veel van de ecologische problemen verminderen zo niet doen verdwijnen. Afgesloten bekkens met stilstaand water, afkalvende oevers, verdwijnende banken, blauwalgenbloei, rottende zeesla en zuurstofloosheid zullen plaatsmaken voor schorren met getijdenkreken, zandplaten en slikken, met bijbehorende organismen. Dat zal zeker gunstig zijn voor de visserij, en zal ook de natuurwaarde en belevingswaarde verhogen.
25
A.W. de Ruyter van Steveninck KORT PLANOLOGISCH NIEUWS Rijkswaterstaat wil in het kader van de bezuinigingen 40% van de vaarwegen op de Waddenzee opheffen. Er blijft slechts één oost-west verbinding over. De rest van de geulen zal vanaf volgend jaar niet meer met boeien worden gemarkeerd. Honderden kilometers vaarwater worden dan onbruikbaar. Al eerder had Rijkswaterstaat aangekondigd de drie nog in bedrijf zijnde bemande vuurtorens op de Waddeneilanden (op Schiermonnikoog, Ameland en Terschelling) af te willen stoten (zie TZ188). (Leeuwarder Courant, 3 november 2003, Dagblad voor West-Friesland, 11 november 2003). De Hollandse bruine vloot gaat keiharde acties voeren als Rijkswaterstaat massaal vaarwegen sluit op de Waddenzee en in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. Men zal mogelijk havens en sluizen blokkeren door schepen er pal voor te leggen. De schippers vrezen een enorm economisch verlies. De vloot bestaat uit 520 schepen, goed voor 1.230 mensjaren werk. Verleden jaar heeft men ruim anderhalf miljoen overnachtende passagiers aan boord gehad. (De Telegraaf, 8 november 2003). De Waddenvereniging ziet zich genoodzaakt € 700.000 te bezuinigen, onder andere als gevolg van lagere subsidies en een teruglopend ledental. Dit houdt in dat er winkels worden gesloten en het aantal mensen in loondienst wordt teruggebracht, van 33 formatieplaatsen naar achttien. (Leeuwarder Courant, 12 november 2003). Onderzoekers van kennisinstituut Alterra menen dat zonder nieuwe catastrofes de zeehondenpopulatie in de Waddenzee in vier tot vijf jaar weer terug zal zijn op het oude niveau, tussen de 6.000 en 7.000 dieren. Dat aantal bedraagt momenteel 11.000 in de gehele internationale Waddenzee. (NRC-Handelsblad, 4 november 2003). Onlangs is het Lauwersmeer geopend als zestiende Nationaal Park. Maar binnen het Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer (27 organisaties) woedt nog een ver-
26
hitte discussie over het toekomstig waterbeheer en de gewenste natuurwaarden. Sommigen willen een – gedempt – eb en vloed uit de Waddenzee terug, via een doorlaat, met een variatie in het waterpeil van 50 centimeter. Hierdoor wordt het open karakter versterkt van het gebied, dat anders dreigt dicht te groeien met riet en wilgenbos. De boeren willen dat niet wegens mogelijke schade aan hun gewassen als gevolg van verzilting van het water. Waterschappen zijn ook tegen verhoging van het peil, omdat dan een deel van de waterbergingscapaciteit niet meer kan worden gebruikt. Minister Veerman heeft beklemtoond dat het rijk heeft gekozen voor de hoofdfunctie natuur. (NRC-Handelsblad, 13 november 2003). De Raad van State heeft onlangs de bezwaren afgewezen van woonarkbewoners in de Wargaster vaart, tegen het plan dat voorziet in de realisering van het traject Leeuwarden-Grouw in de staande mast route. Men was bang dat veiligheid en privacy zouden worden aangetast. Maar nadat provincie en gemeente hadden toegezegd de vaart te willen verbreden en golfbrekers te plaatsen, is de Raad van mening dat de omstandigheden voor de woonbootgebruikers nu niet zodanig slecht zullen zijn dat daardoor de aanleg van de staande mast route onmogelijk wordt gemaakt. (Leeuwarder Courant, 5 november 2003). Nadat de bestuursrechter in Leeuwarden een slaapverbod had uitgevaardigd voor eigenaren van boten in twee nieuwe jachthavens in Langweer, wegens de te verwachten overlast, heeft de Raad van State dit besluit voorlopig geschorst. Het betreft de havens De Twirre Watersport en Noël Jachtverhuur. (Schuttevaer, 18 oktober 2003). De kans is groot dat het overgrote deel van de waternamen in Friesland voortaan wordt aangeduid met de Friese naam (Snitsermar in plaats van Snekermeer, Tsjûkemar in plaats van Tjeukemeer). Dat hangt overigens af van de gemeente. (Leeuwarder Courant, 30 september 2003). Ondanks eerder uitgebrachte bezwaren van onder andere de Vereniging tot
Behoud van het IJsselmeer heeft de Raad van State zich akkoord verklaard met de aanleg van een grootschalige jachthaven plus de buitendijkse bouw van recreatiewoningen op het Slobbeland bij Volendam. (IJsselmeerberichten, oktober 2003). De hevel in de Grevelingendam – ook wel de Flakkeese spuisluis genaamd – kan in de toekomst mogelijk dienen om de waterkwaliteit van Grevelingen of Krammer/Volkerak te verbeteren. Oorspronkelijk aangelegd om overtollig water vanuit de Grevelingen naar de Krammer te hevelen, heeft dit spuisluisje zijn functie verloren na de aansluiting van de Philipsdam op de Grevelingendam. Omdat nu alleen water de Grevelingen wordt ingelaten vanaf de Noordzee, staat het water in de diepere delen ervan stil en wordt dan zuurstofloos. Doorstroming via de hevel kan dat verminderen. (Provinciale Zeeuwse Courant, 15 oktober, 2003). De hoeveelheid blauwalg in het VolkerakZoommeer die in 2002 een ernstige plaag veroorzaakte was in de zomer van 2003 nog niet de helft van die van vorig jaar. Vooralsnog wordt dat toegeschreven aan een verminderde toevoer van meststoffen uit de West-Brabantse rivieren als gevolg van
de weersomstandigheden. Ingrijpende maatregelen kunnen niet achterwege blijven. (Provinciale Zeeuwse Courant, 25 september, 2003). Staatssecretaris Schultz van Haegen onderkent dat er problemen zijn in het Deltagebied met de natuur maar heeft zeker tot 2010 geen geld voor verbetering. Zij heeft financieel de handen meer dan vol aan verhoging van de veiligheid langs de grote rivieren. Het eerste grote natuurherstelproject in de Delta, het gedeeltelijk openstellen van de Haringvlietsluizen, ligt politiek ook al stevig onder vuur, zie TZ 188. (Provinciale Zeeuwse Courant, 10 november, 2003). Onderzoekers van het Rijksinstituut voor Kust en Zee en Rijkswaterstaat hebben vastgesteld dat jaarlijks 50 ha zandplaten, schorren en slikken uit de Oosterschelde verdwijnen doordat het zand ervan in de geulen verdwijnt. Dit is het gevolg van de vermindering van de getijdenwerking door de pijlerdam. Verbetering is mogelijk door stroomlijning van de pijlers, door het vergroten van de doorlaatopeningen of door water in te laten op andere plaatsen, bijv. door Neeltje Jans. Zie ook ‘De Delta in Zicht’ in dit nummer van Toerzeilen. (NRC-Handelsblad, 11 november 2003).
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE Jaap Molenaar RECTIFICATIE PRIJZEN MARIFOONCURSUSSEN Het volledig pakket marifoon basis en module B kost € 17,50 en het module B pakket € 13,50. In het Evenementenbulletin zijn de prijzen juist vermeld.
Frans Bertens, commissie Z & N VERSLAG VERGADERING DOCENTEN THEORETISCHE KUSTNAVIGATIE, WATERSPORTVERBOND EN DIENST HYDROGRAFIE OP 8 OKTOBER 2003 Op 8 oktober jl. vond de jaarlijkse vergadering van bij het Watersport Verbond aangesloten opleiders voor Theoretische Kust Navigatie en de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine plaats. Tijdens deze vergaderingen worden de resultaten van de gehouden examens besproken.
Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de navigatie en commentaren van opleiders worden verwerkt en, indien van toepassing, in nieuwe exameneisen verwerkt. Het diploma TKN geeft sinds kort automatisch toegang tot het verkrijgen van het internationale certificaat van competentie (ICC), dat door vele landen in West Europa zal worden gevraagd als bewijs van ‘vaarvaardigheid’. Per 1 januari 2004 zal Nederland, naar verwachting de betreffende resolutie ondertekenen.
27
Op deze vergaderingen presenteert de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine de laatste ontwikkelingen op het gebied van kaarten en nautische publicaties. Deze keer hield de Chef der Hydrografie, Kapitein ter Zee R. van Rooijen, een inleiding over de Dienst, waarin hij de vervanging van de opnemingsvaartuigen Hr. Ms. Buyskens door Hr. Ms. Snellius en Hr. Ms. Tydeman door Hr. Ms. Luymes aankondigde. De nieuwe opnemingsvaartuigen zullen met aanzienlijk minder bemanning en beter uitgerust, hun hydrografische taken aankunnen. Wegens het internationaal belang van een goede informatievoorziening van de handelsvloten en de militaire ondersteuning die Nederland in de wereld geeft, is de Dienst gespaard gebleven voor grote bezuinigingen.
–
–
– Paul Huybens, verantwoordelijk voor de inwinning van nautische informatie en de publicatie van de Berichten aan Zeevarenden, ging nader op details in. – De nieuwe zeekaart 116, aanloop Vlissingen, geeft een beter overzicht. Ik heb daar inderdaad met plezier mee gewerkt. Helder en duidelijk, zeker in verhouding tot de ‘hydrografische’ kaarten, waarover hieronder meer. – In de pijplijn zitten nieuwe kaarten voor de aanloop van IJmuiden (125 ter vervanging van 1450) en Den Helder (126 als aanvulling op 1546). – De bekende hydrografische kaarten zullen in de toekomst volwaardige zeekaarten voor de kustwateren en binnenwateren worden. Hierdoor voldoen zij tevens aan de eisen van het S(afety) (O)f (L)ives (A)t (S)ea verdrag. Dat betekent dat de naam ‘hydrografisch’ zal verdwijnen en dat deze kaarten als kaarten van de 1800 serie zullen worden gepresenteerd. De consequentie is dan wel dat deze kaarten moeten worden bijgehouden op dezelfde wijze als ‘gewone’ zeekaarten. Dit laatste uiteraard totdat er een nieuwe editie uitkomt. – In het verleden werden de kaarten van de 1800 serie tijdens de HISWA in februari/maart gepubliceerd. Het is gebleken dat dat voor alle kaarten niet altijd haalbaar is. Daarom zullen volgend jaar alle kaarten van de 1800 serie vanaf 15 maart in de winkel liggen. – Het grootste deel van het vaarwegmarkeringsplan voor de Wadden is afgerond. De concrete resultaten zullen ter zijner tijd in de kaart zichtbaar zijn. Reden te
28
–
–
–
–
meer om altijd bijgewerkte kaarten te gebruiken. In het voorjaar zijn ingrijpende veranderingen in twee verkeersscheidingsstelsels uitgevoerd. Benoorden de eilanden en bij Vlissingen. Zie ook TZ 185. Ook het VSS bij Vlissingen is herbetond. De actuele situatie is natuurlijk te vinden op de bijgewerkte kaart. In de Waddenzee is een gebied aangewezen als ‘Particular Sensitive Sea Area’. Dit is een internationale (IMO) erkenning van de goede regelgeving in dit kwetsbare gebied dat zich uitstrekt tot drie mijl in zee en ook de Duitse en Deense wadden omvat. Het houdt in dat daar uiterst voorzichtig moet worden omgesprongen met het milieu. Echter in wezen is daar, praktisch gesproken, niet veel veranderd. Ons nieuwste officiële waddeneiland is de Noorderhaaks. Dit is een natuurgebied. Volgend jaar wordt dat in de kaart aangegeven. Het Wierumer Wad (Ameland – Schiermonnikoog) zal op de steile oever groen (samengebonden steekbakens) worden gemarkeerd.. Er ontspon zich een discussie over dieptecijfers op het Wad. Afgezien van de problematiek of de diepte wordt opgegeven ten opzichte van. NAP of LLWS, blijkt dat onder watersporters de mening leeft dat de diepte tot in centimeters nauwkeurig bekend moet zijn. Volgens Hydrografie én de aanwezige opleiders is dat een fictie. Wind(richting en sterkte), luchtdruk, zeegang een en ander beïnvloeden de in de praktijk toe te passen dieptecijfers. Vanuit de vergadering werd dan ook aanbevolen een waarschuwing aan watersporters te geven om niet in centimeters te rekenen, maar inzicht in de genoemde factoren aan te leren en dienovereenkomstig te handelen. De uitwerking van het voornemen om de dieptecijfers in de Nederlandse kaarten niet meer te relateren aan het L(aagste) L(aag) W(ater) S(pring) maar aan het L(owest) A(stronomical) T(ide) zoals de Engelsen dat doen, is vertraagd en uitgesteld. Zo erg is dat voor ons watersporters nu ook weer niet. Zie de aanbeveling hierboven. Er komt een nieuw software product op het gebied van de getijtafels. Naar het voorbeeld van de Admiralty Tide Tables (ATT). In deze laatste zijn de getijgegevens van alle havens ter wereld opgenomen. De nieuwe software, NLTIDES gehe-
ten, berekent de getijdegegevens van Nieuwpoort in België tot List in Duitsland. Waar de ATT 128 getijconstanten gebruikt om de waterstanden te berekenen gebruikt NLTIDES ‘slechts’ 94 getijconstanten. Maar in het licht van bovenstaande aanbevelingen hoeft dat ons watersporters geen zorgen te baren. Hydrografie streeft ernaar om een vergelijkbare prijs met die van de NP33 te presenteren. Zie de aankondiging op www.hydro.nl van de Hydrografische Dienst. Er komt een trial version voor 2004 die gratis is. Deze is via de website te downloaden. In 2005 wordt die uitgebreid met gegevens van de Wadden en het Schelde estuarium. Maar dan gaat het geld kosten. – Naar aanleiding van een vraag van der opleiders kwam aan de orde hoe de richting en sterkte van de stroom zoals die in de stroomruitjes op de kaart staan aangegeven, moeten worden geïnterpreteerd. Zijn dat nu gemiddelden van het voorgaande halfuur en het volgende half uur of waarden van dat moment? In voorgaande jaren werd aangenomen dat de eerstgenoemde versie de ware is. – Echter de deskundige van Hydrografie gaf aan dat de waarden van stroomrichting en stroomsnelheid zoals die in de ruitjes staan vermeld, de exacte waarden zijn die op die momenten zijn gemeten. Dat betekent dus dat interpolatie en/of middeling van de cijfers geen zin heeft. Zeker niet wanneer het gaat om (lineaire) middeling van richtingen.
Het is maar een weet. De examencommissie zal daar dus in het vervolg rekening mee moeten houden. – Het volgende TKN examen wordt in december gehouden. Na de pauze hield de heer J.P. Schuiten van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Scheepvaart, een lezing over de wijzigingen in hoofdstuk V van het SOLAS verdrag voor zover dat op de zeegaande pleziervaart van toepassing is. Volgens deze wijzigingen is het aan de nationale overheden om invulling te geven aan de voorgestelde maatregelen. De Nederlandse overheid is hierin zeer terughoudend. In concreto: er komen geen wettelijke verplichtingen uit de wijzigingen van hoofdstuk V voor de Nederlandse zeegaande pleziervaart uit voort. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Engeland, waar uitgebreid is ingegaan op de nieuwe voorschriften. Op de vraag wat de Engelse overheid doet als een Nederlands jacht in de Engelse wateren niet voldoet aan de door hen gestelde eisen moest de heer Schuiten het antwoord – begrijpelijk - schuldig blijven. De Inspectie is uiteraard wel bezig om de wijzigingen in de Schepenwet en het bijbehorende Schepenbesluit te implementeren. De zeegaande pleziervaart valt echter niet onder de Schepenwet. De genoemde wijzigingen bevatten echter wel belangrijke adviezen voor de watersport.
LEDENADMINISTRATIE Hans Groenestein
29
BOEKEN Jaap Molenaar DE WERELD ROND. DE LOTGEVALLEN VAN EEN OUD-ZEEMAN DOOR HEM ZELVEN VERTELD. Stichting Nederlandse Kaap Hoornvaarders, 52 pagina’s. De jaarpublicatie van de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders omvat dit jaar de memoires van een 19e eeuwse Helderse zeeman. De schrijver ‘hem zelven’ vertelt dat hij in 1851 voor het eerst naar zee ging met het barkschip Cornelis Smit, waarop zijn vader kapitein was. Daar van elk zeeschip en jaar de gezagvoerder bekend is, kon achterhaald worden dat het om kapitein D.O. van der Wal ging en een genealoog wist te achterhalen dat de auteur
30
zoon Obe moest zijn. Het verhaal eindigt met de mededeling dat hij licht gestraft wordt met 24 uur in de boeien aan boord van Zr. Ms. Admiraal van Kinsbergen. Daar dit een oorlogsschip is kon in het Marinearchief zijn verdere marineloopbaan nagetrokken worden.
Juffrouw Driestreng De schrijver is een zwerver, die deserteert als een schip hem niet bevalt en men vraagt zich af wat hem en zoveel andere schepelingen in die tijd, heeft bezield om te drossen. Het drossen is een verschijnsel waar weinig zeelui over getuigen, daarom deze uitgave. Als hij als dertienjarige aan boord zich vergiste en ‘vader’ zei in plaats van
‘kapitein’, dan kreeg hij een ‘klap met juffrouw driestreng’. Na een reis van 120 dagen had hij geen zin meer om met zijn vader te varen en monsterde aan op de bark Kinderdijk, waarmee hij Kaap Hoorn passeerde. Op zijn volgende reis op de Maria Magdalena deserteerde hij (derde stuurman, negentien jaar oud) in Cardiff na een stranding, en monsterde aan op de Nederlandse bark Prinses Sophia, een drijvende doodkist want de hele reis hebben ze moeten pompen. Met een neef drosten ze in Hong Kong en nadat ze zich vijf dagen, hongerig en dorstig, in een hoge boom op het kerkhof verstopt hadden voor de kapitein, traden ze in dienst bij de
politie. Dit werk vonden ze echter te gevaarlijk en monsterden na drie maanden aan op een Engelse bark. Hiermee keerde hij huiswaarts en thuis vond hij een dienstbrief waarin stond dat hij zijn dienstplicht moest vervullen. Ingedeeld bij de infanterie wist hij met veel moeite overplaatsing te krijgen naar de Marine en vertrok met een oorlogsschip naar de Oost. Daar maakte hij de Atjeh-oorlog mee. Het boek is te bestellen door overmaken van € 12,50 (incl. verzendkosten) op PB rekening 1377025 t.n.v. J. Molenaar te Hoorn en onder mededelingen: titel en volledig adres.
VARIA Jaap Molenaar DE RONDING VAN KAAP HOORN DOOR DE BARK EUROPA (NOVEMBER 2002) Op 19 oktober jl. werd door de burgemeester van Hoorn op de jaarlijkse bijeenkomst van de ‘Kaap Hoornvaarders’ in de Parkschouwburg, de Award - beschikbaar gesteld door de gemeente Hoorn voor het op de traditionele manier ronden van Kaap Hoorn - uitgereikt aan Klaas Gaastra, schipper van de Nederlandse driemastbark Europa. De voorzitter van de Stichting reikte vervolgens aan dertien bemanningsleden en trainees, waaronder twee Amerikanen en twee Engelsen, de zo begeerde legpenning met oorkonde uit. Namens de NVvT zit ik in de commissie die de ronding aan de hand van het journaal moest beoordelen: De Europa heeft aan de eisen, gesteld in de ‘Erkenningsregels’, volledig voldaan.
maken van de motor, afgelegd onder zeer wisselende weersomstandigheden zoals storm in de roaring forties, daarna een lopende wind in de screaming fifties met regen-, sneeuw- en hagelbuien. Vanwege de ongunstige windrichting werd koers richting Antarctica gezet tot de 57e breedtegraad, waar de koers in het oog van een lage drukgebied naar NO verlegd werd om via de Diego Ramirez eilanden met een oplopende harde westenwind en hoge deining, bijna volgetuigd, Kaap Hoorn op 3,34 mijl afstand voorbij te zeilen naar Straat Lemaire.
Op de reis van San Diego (Californië) naar de Falklandeilanden ging het schip op 28 oktober 2002 zeilend anker op van Paaseiland, passeerde op 10 november de 50e breedtegraad, rondde op 19 november om 22.57 uur Kaap Hoorn (55° 59 Zd), zeilde vervolgens naar de 50e breedte-graad in de Atlantische Oceaan (22 november), wendde de steven en startte op op 23 november om 18.13 uur de hoofdmotoren om daarna onder barre weersomstandigheden Port William (Falkland Eilanden) binnen te lopen voor een bemanningswissel. De reis – totaal 4.250 zm vanaf Paaseiland – werd volledig onder zeil, zonder gebruik te
31
De Stichting Nederlandse Kaap Hoornvaarders Deze stichting is een voortzetting van de Vereniging van Nederlandse kapiteins, die Kaap Hoorn op de grote zeilschepen gerond hebben. Later werden ook Kaap Hoornronders in ander rangen opgenomen. Hiervan is er nog slechts één, die als stuurmansleerling op de Pamir de Kaap gerond heeft, in leven. Half mei vond in St. Malo de laatste bijeenkomst plaats van de ‘Amicale Internationale des Capitaines au Long Cours Cap Hornier’ (A.I.C.H.). De echte Cap Horniers sterven uit en voor de leden op hoge leeftijd wordt het steeds moeilijker de congressen te bezoeken. Sommige secties houden op te bestaan, maar ‘Hoorn’ gaat door (de Kaap is door de ontdekkers Schouten en Lemaire in 1616 naar de stad, vanwaar zij uitzeilden, vernoemd), onder andere met de Chileense sectie om de contacten te handhaven en kennis uit te blijven wisselen. De Nederlandse stichting stelt zich ten doel het in brede kring levend houden van de herinnering aan de Grote Zeilvaart, in het bijzonder die rond Kaap Hoorn. Dit doet zij door het in stand houden van twee oudheidkamers in het St Jozefhuis aan het Achterom in Hoorn, met scheeps-modellen van de
vorige Europa, de Pamir en de Nederland, oude instrumenten en gereedschappen uit de zeiltijd en een bibliotheek met 600 banden. Hedendaagse schippers van Nederlandse schepen, ook jachtzeilers, die de Kaap traditioneel gerond hebben – dus niet hoppend en zonder gebruik van de motor te maken – ontvangen van de Burgemeester van Hoorn een Award. Bemanningsleden en opvarenden die essentiële werkzaamheden voor de voortgang hebben verricht, komen in aanmerking voor een oorkonde met legpenning. Jaarlijks wordt een publicatie over de oude zeilvaart uitgegeven. Dit jaar is dat: De Wereld Rond, de lotgevallen van een Oud-Zeeman door hem zelven verteld. (zie de boekbespreking). De Kaap-Hoornvaarderskamer is van april tot en met september iedere woensdag voor het publiek geopend van 11.00 uur tot 16.00 uur en in de maanden juli en augustus iedere zondag van 13.00 uur tot 16.00 uur. Website: www.kaaphoornvaarders.nl. Komt u, bijvoorbeeld zeilend langs de Franse kust in St Malo, bezoek dan het museum ‘Le Tour Solidor’. Dit scheepvaartmuseum schenkt ook ruime aandacht aan de reis van Schouten en Lemaire en aan de stad Hoorn.
Redactie GOEDKOOP BELLEN Naar aanleiding van de oproep in TZ186 van de heer Speckmann over goedkoop bellen kwam er opnieuw een reactie, ditmaal van Sylvia Steinert. Hiermee wil de redactie het onderwerp graag afsluiten. “Ik maak gebruik van een service van Primus Nederland B.V. om met mijn mobiele telefoon uit het buitenland naar Nederland te bellen. De service heet "Global Access Call Back". Je belt met je mobiele telefoon naar een telefoonnummer in Amerika
(gratis); een kleine minuut later wordt je teruggebeld uit Amerika en ontvang je een buitenlijn, dan vervolgens bel je het nummer in Nederland dat je wilt spreken. De kosten van dit telefoon gesprek zijn minder omdat je belt via een Amerikaanse telefoonlijn. Een voorbeeld, een telefoongesprek van ruim vijf minuten van Griekenland naar Nederland kost ongeveer € 1,50. Je kunt je kosteloos op deze service abonneren. Voor meer informatie: Primus Klantenservice: Tel 0800 456 1633, Fax: 036 548 3801, E-mail:
[email protected].”
J. Boersma DRINKWATERPERIKELEN Graag zou ik een probleem onder de aandacht van de Toerzeilers brengen. Wij bezitten een aluminium zeiljacht type Koopmans van elf meter en hebben daarmee naar volle tevredenheid diverse tochten
32
ondernomen zowel op zoet als op zout water. De boot is als casco geleverd en door mij zelf afgetimmerd en in eigen beheer verder afgemaakt. Met de bouwer heb ik nog steeds goed contact. Zoals bekend is aluminium een materiaal waarbij men voorzorgen moet nemen om diverse
vormen van corrosie te voorkomen. Dit vereist enig inzicht in de toepassing van verschillende metalen en de aanleg van de elektrische installatie. Wat ons echter volledig op het verkeerde been zette was het idee dat je de drinkwatertanks (en overige tanks) die deel uitmaken van de rompconstructie van binnen niet zou behoeven te behandelen. Ontwerper noch bouwer hebben mij vooraf gewaarschuwd voor eventuele gevolgen en in het boekje ‘Corrosie van metaal op schepen’ van Nigel Warren staat dat tanks zonder bezwaar in de rompconstructie kunnen worden opgenomen en niet behoeven te worden geschilderd. Het zal duidelijk zijn dat ik inmiddels wel anders heb ondervonden en langs deze weg Toerzeilers wil waarschuwen. Een bloemlezing van goedbedoelde adviezen en tips die mij werden verstrekt zal ik achterwege laten, dat wil je gewoon niet weten. Eén advies, van Jimmy Lengkeek, ervaren wereldomzeiler en nu redacteur bij ‘Zeilen’, springt eruit en dat geef ik hierbij.
Muf Bij de aanvang van het vijfde vaarseizoen smaakt het drinkwater vies en muf, ook na het vervangen van de drinkwaterslangen. Bij inspectie van het inwendige van de tank blijken er zeer veel geleiachtige bultjes (als zeepokken) aan de romp te kleven, enigs-
zins transparant en verkleurend van wit tot bruinachtig. Bij het verwijderen van zo’n bultje komt een soort ketelsteen tevoorschijn en er zit op die plaats een putje in het aluminium.
Advies Hier is geen sprake van galvanische corrosie (wat ik veronderstelde, JB), maar van een bepaalde vorm van biologisch leven. Waarschijnlijk scheiden de algjes, die uit de geleiachtige massa bestaan, kalk af en een andere agressieve stof die het aluminium aantast. Toepassen van ontsmettingsmiddelen is niet verstandig omdat deze vaak stoffen bevatten die ook het aluminium aantasten. Beter is het om eens per jaar de tanks inwendig grondig te reinigen. Ruime inspectiedeksel op elk compartiment zijn dan wel een vereiste. De tanks moeten inwendig worden gecoat met een goede epoxy en/of polyurethaan coating. Als je dus slecht drinkwater hebt, ga dan niet aan de slag met allerlei middeltjes, maar kijk vooral even wat er aan de hand is. Want heb je te maken met deze vorm van corrosie, dan moet er hard worden ingegrepen. Ik was er gelukkig op tijd bij, maar ik kan me heel andere afloop voorstellen.
33
34
ATTENTIE Contributies dienen te zijn voldaan vóór 15 februari van het verenigingsjaar (Huishoudelijk Reglement Art. 10). Nieuwe leden worden geacht de contributie door middel van de acceptgirokaart binnen 30 dagen na de factuurdatum te voldoen. Statutair loopt het verenigingsjaar van 1 januari tot en met 31 december (art. 8.1.). Opzegging van het lidmaatschap van de vereniging kan volgens de statuten (art 6.1b) slechts door schriftelijke opzegging vóór 1 december van het lopende verenigingsjaar. Reguliere opzegging bij de Ledenadministratie wordt schriftelijk bevestigd.
35
ADVERTENTIES AANGEBODEN
GEVRAAGD
Klassiek stalen S-spant Kroes Kampen. Afm: 9.65 x 2.95 x 1.60m (loa incl. boegspriet en Aries windvaan 11.10 m). Bouwjr 1967. Nwe motor 1995 Volvo 43 pk, incl nwe schroef en rvs schroefas. Nwe 2-speed selftailing winches. 2x marifoon, 2 x GPS. Sestrel Moore kompas, veel rvs. Prijs ivm achterstallig onderhoud € 30.000,–. R.M.P. Baggerman, 06-13 93 52 98 of
[email protected]
Rubberboot Bombard AX3 260 cm. Watermaker PUR survivor 06. Kaarten en pilots voor rondje Atlantic + pilotcharts Atlantic. Reddingvlot 4 pers./offshore. Joon, brandstoftanks, mobiele marifoon + epirb. B. Geurts, 0516-51 60 72 of
[email protected]
Genua I (Elvstrom). Afm: VL 9.20m, AL 9.0m, OL 5.0m. Conditie redelijk / goed, uitvoering met leuvers. Prijs € 125,– F. Birkhoff, 035-525 63 30. Wibo 930. Bj. 1976. Afm: 9.30 x 2.95 x 1.50m. Goed uitgerust, goed onderhouden, zeewaardig. Naam schip: Elckenbries. ’s Zomers in box, ’s winters op de wal bij WSV Herkingen. Vraagprijs: € 24.500,–. M.W. de Zoete, 070-367 40 19. Autohelm 5000 voor hydraulische stuurinr. I.g.s. € 400,–. Neco roerstandaanwijzer. I.g.s. € 200,–. Philips MK8 GPS met antenne en kabels. I.g.s. €150,–. Volvo waterpomp voor intern circuit MD21A € 300,–. Alles in één koop € 850,–. H. van den Berg, 0229 - 26 99 73 of 06 - 25 03 83 94. Hallberg Rassy 38. Zeer compleet, goed onderhouden zeil (familie)schip dat in de wintermaanden op de wal staat. Bwjr 1979. Ligplaats Zeeland. Afm: 11,57 x 3,48 x 1,75 m. Inventarislijst aanwezig. Vraagprijs €114.000,–. J. Janssen 0475-53 19 25 of 06-53 30 42 59 of
[email protected] Kaarten: Engelse Oostkust (aanschaf 2003): Kent Coast-Imray 2100, Suffolk Essex CoastImray 2000 en Harwich to Well-Imray C28. Gidsen: ’East Coast Rivers’ by Harper en ’Overtocht naar Engeland’ door Hoekendijk. Voor 50% van de nieuwwaarde (excl. verzendkosten). B. Polen, 0181-48 20 63 of
[email protected]
36
Schootblok van tufnol, merk HyE, 3-schijfs met hondsvot. Diam. schoot 12-14 mm. F.D. Kaal, 06-51 88 97 09 Recente kaarten Duitse Bocht en gidsen: BSH 3010, 3011, 3013, 3014 en 3015; alsmede Nordseekuste -Werner nrs. 1 en 2. B.Polen, 0181-48 20 63 of
[email protected] Motorsteun van AvonRedcrest (rubberboot) R. Cuperus, 0515-41 16 57 Informatie over tocht naar Griekenland. Wij willen komend voorjaar naar Griekenland. We overwegen binnendoor of buitenom. We willen graag alle mogelijke informatie over beide vaarroutes. Met name over de kosten van havengelden en zeekaarten indien buitenom. Onze kiel steekt 1.60m. We hebben ongeveer zes maanden. Han Booden en Stella Thijssen, 030280 03 56 of
[email protected]
RUILEN Als gevolg van de verkoop, afgelopen september, van mijn 32 voet Beneteau en de keus van mijn gezin om komend seizoen eens een verre reis te maken in plaats van te zeilen, zie ik met angst en vrezen het komende (niet)zeilseizoen tegemoet. Ik heb een creatief idee ontwikkeld, nl. wie wil in ruil voor een prachtige royale vrijstaande woning in zeer bosrijke omgeving op de Veluwe zijn zeilboot voor een periode van twee weken aan ons lenen? Ons huis kan/mag langer (in overleg) bewoond worden dan de twee weken waarin wij graag de boot zouden willen gebruiken. Ziet u wat in dit idee en/of wilt u eerst meer informatie mail dan naar
[email protected]
INFORMATIE VOOR AUTEURS *Kopij Leden van de NVvT worden van harte uitgenodigd hun ervaringen en bevindingen alsmede deskundige bijdragen op nautisch/technisch gebied op schrift te stellen en naar de redactie van TZ te sturen. Gaarne inzenden naar het redactiesecretariaat, bij voorkeur op diskette (Word of WP) en met (veiligheidshalve) een hardcopy bijgevoegd. Zorg bij een artikel van enige omvang voor een duidelijke indeling in hoofdstukken met korte subtitels. E-mail aanlevering desgewenst via
[email protected]. Mocht aanlevering via Word/WP/E-mail op bezwaren stuiten dan getypt insturen met goed contrast en zonder lijnen op het papier (t.b.v. scan). Handgeschreven teksten kunnen alleen worden verwerkt als ze ruim voor de sluitingsdatum (zie hierna) worden ingeleverd en de leesbaarheid geen problemen oplevert. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en zo nodig grammatica/spelling te corrigeren.
*Illustraties Lever illustraties (grafieken, tabellen, tekeningen) aan op aparte bladen (geen kopieën) en vermeld op de achterzijde de plaatsing in de tekst met een letter of cijfer. Vermeld dit in de marge van de tekst op de juiste plaats. Lever foto’s afgedrukt op glanzend papier, met goed contrast en eveneens gemerkt aan de achterzijde etc. Digitale foto’s/illustraties op aparte diskette/cd-rom met bescheiden omvang per foto/illustratie (30-50 kb). Bij voorkeur JPEG format. Zet de onder-/bijschriften op een apart vel/document. N.B. Ingezonden materiaal wordt met alle zorg omringd, maar geen verantwoordelijkheid wordt geaccepteerd voor beschadiging of vermissing.
*Eenheden Gebruik indien van toepassing genormaliseerde grootheden, eenheden (SI) en symbolen. *Vermeld op alle kopij (eerste of laatste pagina) Altijd volledige naam, adres, woonplaats, postcode en telefoonnummer van de auteur.
*Advertenties Voor leden van de vereniging worden advertenties kosteloos geplaatst, mits zij geen commercieel karakter hebben en er ruimte voor beschikbaar is. Inzenden naar redactiesecretariaat.
*Contacten met redactie De redactie wordt gevormd door leden van de vereniging. Zij verrichten hun redactionele activiteiten onbezoldigd, belangeloos en in hun vrije tijd. Als u telefonisch contact zoekt met redactieleden wordt u vriendelijk doch dringend verzocht dit in de vroege avonduren te doen en alleen over zaken die niet via de normale weg schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
*Copyright Overname van publicaties uit Toerzeilen is alleen mogelijk met voorafgaande toestemming van de redactie. Auteurs die ingezonden kopij ook in andere publicaties willen plaatsen dienen dit vooraf aan de redactie kenbaar te maken. Auteurs die bezwaar hebben tegen opname van hun artikel op de TZ-website van de NVvT dienen dit vooraf kenbaar te maken.
*Publicatiedata/productieplanning TZ verschijnt in de laatste week van de even maanden. Kopij voor het februarinummer 2004 (TZ190) dient uiterlijk woensdag 21 januari 2004 bij het redactiesecretariaat te zijn. Alleen zeer urgente kopij van beperkte omvang kan nog tot twee weken voor de verschijningsdatum worden opgenomen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de hoofdredacteur (e-mail:
[email protected]).
37
Bronzen draagbare zonnewijzer. Archeologisch Museum te Kavala (Griekenland). Midden 4e eeuw na Chr. Gevonden in Philippi (Macedonië). Bestaat uit drie concentrische ringen, waarvan de middelste weer in twee halve ringen is verdeeld. Op de zijkant van de halve ringen staan in paren de namen van 4 steden. Op de smalle kant de 12 maanden. Dit instrument kan de tijd aangeven in één van de vier steden (of op van plaatsen op gelijke breedte). Ook breedtegraadbepaling of zons(sterren)hoogtevaststelling. Waarschijnlijk door zeevarenden gebruikt, uit Alexandrië afkomstig waar de astronomie in de Hellenistische tijd al ontwikkeld was.
38