december 2001 30e jaargang Uitgave van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers. Verschijnt 7x per jaar. ISSN 1384-9492
177
NEDERLANDSE VERENIGING VAN TOERZEILERS SECRETARIS: A. F. Marks,
PENNINGMEESTER: B. van Roosmalen, postgiro 2803380 t.n.v. contributie: EUR 27,- p.j. LEDENADMINISTRATIE: K.G. Dik, Nederlandse Vereniging van Toerzeilers, Postbus 50223, 1305 AE Almere, e-mail
[email protected]. Aanmelden of afmelden lidmaatschap bij de Ledenadministratie. REGIO/COMMISSIE VOORZITTERS Noord: I.F. Witteveen, Zuid : H. Korver,
UIT DE STUURKUIP
2
VAN DE KAMPANJE
3
VERENIGINGSNIEUWS
7
* Toerzeiltochten Uiterton * Attachment vakanties
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE 12 * Mededelingen Commissie Z&N * Recensies nautische publicaties
TECHNIEK AAN BOORD
17
* Verontreinigde dieselbrandstof * Meer laadcapaciteit uit de generator
West: J.J. Scholte,
PLANOLOGIE Oost: J. van der Scheer,
* Kort Planologisch Nieuws
Randstad: G. van Voorbergen,
LEDENADMINISTRATIE
Centrum: Mevr. K. van Roosmalen-Bakker, Uiterton: A.F.M. Verbraak Technische Commissie: H. Rooze Commissie Zeemanschap & Navigatie: J. Molenaar Planologische Commissie: W.P. van Erven Dorens WEBSITE NVvT: http://www.toerzeilers.nl VERENIGINGSARTIKELEN Mevr. K. van Roosmalen – Bakker, Girorek. 280 3380. HOOFDREDACTIE Peter H. Paternotte, e-mail
[email protected] REDACTIESECRETARIAAT Fokko van Steenwijk
19
21
* Nieuwe leden
VERENIGINGSEVENEMENTEN
23
* Zeemancipatie Rondje Nrd.-Holland * Verslag 18-Uurstocht 2001 * Zomer familietocht IJsselmeer
REISVERSLAGEN
26
* Bericht van de Onderneming (7) *In 2001 met de Pavane naar Riga
VARIA
36
* Het Taling Genootschap * ICCY 2002 * Wie helpt ons verder? * Nautisch gedicht van onbekende * auteur * Primus Inter Pares Project
e-mail
[email protected]
EVENEMENTENBULLETIN
39
REDACTIECOMMISSIE Marjolein Brandt, Beatrice van der Bijl, Peter Paternotte, Fokko van Steenwijk.
ADVERTENTIES
50
ATTENTIE
50
INFORMATIE VOOR AUTEURS
51
Namen en adressen van de bestuursleden, gegevens over regio- en kenniscommissies, de ledenservice, bemanningsbank en verenigings artikelen vindt u in de Leden- en Schepenlijst. Druk: Anraad, Nieuwegein.
1
UIT DE STUURKUIP Peter Paternotte Bestuur Bij de laatste ALV te de Meern op 17 november j.l vond een fors aantal zetelwisselingen plaats, onze voorzitter gaat er in zijn jaarrede (rubriek VAN DE KAMPANJE) uitgebreid op in. Bijgaande foto’s geven en impressie van het uitwuiven van de secretaris Albert de Ruyter van Steveninck en het bestuurslid Marjolein Brandt. Albert verdwijnt gelukkig niet helemaal uit beeld, hij blijft in elk geval betrokken bij het Planologie gebeuren en niet alleen door het continueren van zijn lidmaatschap van de Planocommissie en het schrijven/compileren van het Kort Planologisch Nieuws. De vertegenwoordiging van de NVvT in het Breed Overleg Waterrecreatie blijft in zijn bekwame handen. Marjolein gaat de redactie van ZEILEN versterken, maar blijft ook betrokken bij de redactie van TOERZEILEN.
Stillere schepen Dat is de naam van een project van de HISWA vereniging, een adviesburo en de Metaalunie branchevereniging en enkele bedrijven en een brancheorganisatie. In het kader daarvan zijn een drietal voorbeeldschepen gebouwd (een Hutting zeiljacht, een Grouwster vlet en een kotter). Allerlei verbeteringen zijn doorgevoerd en de nodige ervaringen opgedaan. Een belangrijke conclusie was dat de schroef meestal wordt onderschat als geluids- en trillingsbron. Daarnaast is foutief gebruik van isolatiemateriaal reden voor onnodige geluidsoverlast. Inmiddels is naar aanleiding van het project een handboek verschenen dat ingaat op de vele aspecten van geluid en trillingen aan boord van plezierjachten. Het is voor een bescheiden prijs te krijgen bij de betrokken branches.
2
Het is primair bedoeld als gereedschap voor de jachtbouw zelf. Onduidelijk is of het handboek ook voor particulieren te krijgen is. Nader informatie is te krijgen bij het betrokken adviesburo, Syntens, tel. 06-22 97 71 46 email
[email protected].
Dag boot Het is bijna zover; we hebben besloten onze trouwe boot, waarmee we bijna tien jaar onze eigen binnen- en kustwateren en de omringende landen hebben bezocht, te verkopen en op zoek te gaan naar ‘de laatste boot’, waarmee hopelijk over enige jaren grotere tochten ondernomen kunnen worden. Het gekke is dat zo’n beslissing – die je tenslotte zelf neemt – je toch overvalt. Het is een soort stroomversnelling waarin je terecht komt. Je bent helemaal niet voorbereid op de gevolgen van zo’n beslissing en moet je totaal anders instellen op je relatie met het schip. In de eerste plaats, onder druk van de aanstaande kijklust, moet je beslissen wat je mee naar huis neemt en wat er op de boot blijft. Niets is meer vanzelfsprekend, je dient je te verplaatsen in de eventuele wensen en behoeften van een nieuwe eigenaar. Wat moet je eigenlijk met al die NVvT plaatjes van Noordzee oversteken, de NVvK plaatjes van de 24uurs en de mooie ronde schildjes van de Schuttevaerrace? Laten zitten? Ondenkbaar, maar gelijk een wat lichtere plek op het kajuitschot met wat schroefgaatjes. Nemen we de olielamp die we ooit van de buren kregen bij onze laatste verhuizing? En wat te denken van al die over een reeks van jaren opgespaarde reserve-onderdelen, schroefjes, harpjes, splitpennen en borgringen etc etc. Gereedschap, ook zo iets. Sommige dingen zijn specifiek voor de boot, zoals de poelietrekker voor de schroef, dus die kan niet mee, maar wat te denken van een mooie klemtang voor het oliefilter van de motor? En last but not least, al die mooie pannen en voorraadbussen? Kortom een reeks van beslissingen die je maar eens in de tien jaar hoeft te nemen en dan wel over een steeds groter aantal zaken. De enige geruststelling is dat dit de laatste keer is…………
Winter Dat is het langzamerhand en dus is het zeilersbestaan tot stilstand gekomen. Als je op een jachtwerf rondlopend goed luistert tussen de dicht bij elkaar geparkeerde jachten, hoor je af en toe gerammel van gereedschap en het zoemen van boormachines of andere klusgeluiden. De echte diehards gebruiken de stille tijd om elk weekend te klussen, het botenleven gaat gewoon door. Feit is dat er altijd wel iets aan een boot te doen is, ik spreek uit ervaring. Terwijl ik dit schrijf bedenk ik zo drie klusjes die me een weekend zoet kunnen houden en zelfs nog los staan van de verkoopplannen. Als ik dat winterse geklus zie en/of hoor moet ik altijd aan de beroemde kerstcartoon van Mike Peyton denken die de familie op kerstavond naar de werf voert om Pa te zoeken die in feestkledij in de kuip zit onder het besneeuwde dekzeil en de familie, die pissig naar de boot loopt, toeroept dat hij vergeten was de ijskast te ontdooien of iets dergelijks.
Een variant daarop is de familie die voor het kerstdiner aan boord van het naast het woonhuis op een grote trailer staande jacht moet en een glunderende schipper die zijn nautische kookkunst op het droge vertoond voor zijn klappertandend gezin. Ik neem toch aan dat dergelijke schippers (en wellicht schippersen) bij de NVvT met een kaarsje te zoeken zijn. De redactie vanTZ wenst u plezierige feestdagen en een voorspoedig 2002!
VAN DE KAMPANJE Hans Andriessen, voorzitter JAARREDE, UITGESPROKEN OP DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN 17 NOVEMBER 2001 Dames en Heren, geachte leden van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers hier in vergadering bijeen. Allereerst natuurlijk, mede namens het gehele bestuur, van harte welkom. Fijn dat u in zo grote getale hier vanavond aanwezig hebt willen zijn. Het jaar 2001 is een jaar dat wij met gemengde gevoelens gaan afsluiten. Enerzijds als een jaar waarin onze vereniging wederom verder is gegroeid en waarop wij als een actief en in vele opzichten ook goed verenigingsjaar kunnen terug zien, anderzijds ook als een jaar waarin de wereld werd geschokt door ernstige gebeurtenissen waarbij duizenden onschuldige mensen het leven verloren als gevolg van terroristische activiteiten en een daarop volgende oorlog waarvan het eind nog niet is te overzien. Het is hier vanavond niet de plaats en de tijd om daarop verder langdurig in te gaan
maar ik dacht wel dat het goed was om niet zomaar aan voornoemde gebeurtenissen voorbij te gaan. Daarvoor raken ze ons allen te diep en is de wereldsituatie m.i. te ernstig. Het is mijn taak, dames en heren, u vanavond bij te praten over het wel en wee van onze vereniging. Helaas zijn ons het afgelopen jaar een aantal leden ontvallen. Wij ontvingen bericht van overlijden van de heren: Daman Willems, Ellerbroek, Nijk, Vermue, Scharreberg en Rossum. Ik verzoek u allen even te gaan staan om hen enkele momenten te gedenken. Ook zijn enkele leden getroffen door ziekte en vanaf deze plaats wil ik die graag van harte - en zo spoedig mogelijk - een volledig herstel toewensen.
3
Doelstellingen: Zoals u weet hebben wij bij het begin van mijn aantreden als voorzitter als één van de doelstellingen de groei van de Vereniging voor ogen gehad. Wij hebben toen ook de commissie “Public Relations” geïnstalleerd. De meer dan forse toename van ons ledental toont aan dat die commissie haar bestaansrecht inmiddels bewezen heeft. Wij achtten groei toen noodzakelijk om verschillende redenen. Eén van die redenenen was, en is nog steeds, dat bij een toenemende overheidsbemoeienis met de watersport en alles wat daar mee te maken heeft, het behartigen van de belangen van onze leden een steeds belangrijker plaats gaat innemen. Helaas is het nu eenmaal zo dat, wil men die belangen goed kunnen verdedigen, daarvoor een zekere kracht nodig is. Een grote belangrijke vereniging met veel leden kan met meer kracht spreken dan een kleine onbelangrijke. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Wel, in die doelstelling zijn wij ook dit jaar weer uitstekend geslaagd. In het afgelopen verenigingsjaar hebben wij de mijlpaal van 3000 gezinslidmaatschappen behaald, dat betekent dat zo`n 8000 a 9000 Nederlandse watersporters binnen onze vereniging hun thuis vinden, een groei van ongeveer 35%, t.o.v 3 jaar geleden. Onze vloot telt nu ongeveer 3000 toerzeiljachten. Steeds meer watersporters melden zich bij onze NVvT aan om gebruik te kunnen maken van onze faciliteiten, activiteiten, evenementen en niet in de laatste plaats, van ons uitstekende verenigingsorgaan Toerzeilen en onze eigen website op internet. Eén van onze doelstellingen, groei, is dus zeker succesvol maar tegelijkertijd moet worden voorkomen dat die groei te snel gaat. We zullen er voor moeten zorgen dat wij die groei organisatorisch goed kunnen blijven begeleiden en wij zullen er als bestuur zorg voor moeten dragen dat de belangen van onze bestaande leden daarbij niet in het gedrang komen. Het komende verenigingsjaar zullen wij dan ook alle aandacht richten op juist dit aspect, het er voor zorg dragen dat het ledental en onze capaciteit om die adequaat te bedienen, in balans blijft. Ik kom daar zo dadelijk nog op terug.
Enquête: Om steeds goed op de hoogte te blijven van wat er binnen de vereniging en bij
4
onze leden leeft, hebben wij besloten een enquête te organiseren en ik prijs mij bijzonder gelukkig dat daar op overweldigende wijze op is gereageerd. Meer dan 35% van onze leden hebben het enquêteformulier teruggezonden en dat is, zo verzekeren de experts ons, een bijzonder hoog resultaat en een bewijs dat het wel en wee van onze vereniging u allen zeer ter harte gaat. Met de resultaten van deze enquête gaan wij het komende verenigingsjaar aan de slag. Wij zien in deze enquête uw wil, de wensen van onze leden, tot uitdrukking gebracht en wij zullen die wensen zeer ter harte nemen. Jelly Marcussen zal u zodadelijk wat meer over deze enquête vertellen, maar ik mag u vast verklappen dat ruim 77% van onze leden lid is geworden van de NVvT omdat ze menen daar kennis op te doen en maar liefst 90% van onze leden zegt tevreden over de NVvT te zijn, een wel bijzonder goede score gelukkig. Nog een opvallend cijfer, slechts 3,4% van onze leden zou meer inspraak willen hebben. Ik wil hier graag José Kuijsters, Jelly Marcussen, Arnaud Marks, Roosje Hofman en Harry Verdijk en verder alle leden van het bestuur van harte danken voor hun inspanningen en vele werk om deze enquête tot een succes te maken. Een ander zeer verheugend feit dat niet onvermeld mag blijven is dat op onze oproep om u beschikbaar te stellen om ons op verschillende gebieden te komen helpen, maar liefst 190 NVvT leden positief hebben gereageerd. Het geeft ons een bijzonder goed gevoel dat ons verzoek op zo genereuze wijze is beantwoord. Het is voor ons, als bestuur, een teken dat wij niet alleen staan en in alle opzichten op uw steun kunnen rekenen als dat nodig zou zijn.
Organisatie verandering: Geen ledenstop: Teneinde onze onstuimige groei goed te kunnen blijven begeleiden en de behartiging van uw belangen optimaal te kunnen uitvoeren zullen er op termijn een aantal aanpassingen in onze organisatie moeten plaatsvinden. Wij moeten met name voorkomen dat te vaak aan te veel leden ”Nee” moet worden verkocht als zij aan één of ander evenement willen deelnemen. Een gemakkelijk alternatief is natuurlijk om een ledenstop in te voeren. Een ledenstop is echter een gevaarlijk middel dat ook nog eens tegen onze statutaire doelstellingen
ingaat en wij zijn dan ook van mening dat we eerst moeten proberen de uitdaging aan te gaan. Het toenemende aantal leden dwingt ons het onderste uit de kan te halen en ik ben er van overtuigd dat wij in staat zullen zijn onze organisatie te stroomlijnen, de efficiency te verbeteren en door regionale samenwerking en uitbreiding van onze bestuurskracht aan de uitdaging tegemoet te kunnen komen. Derhalve zijn wij voornemens om de structuur van onze regio’s zodanig aan te passen dat die elkaar meer gaan ondersteunen en meer landelijk dan uitsluitend regionaal gaan opereren zodat verschillende evenementen mogelijk in verschillende regio’s herhaald kunnen worden of dubbel kunnen worden uitgevoerd. Het komend jaar zal dit wellicht reeds enig effect kunnen sorteren, maar wij hopen dat het daaropvolgend seizoen de knelpunten zullen zijn opgelost. Het bestuur realiseert zich dat de forse groei van ons ledental de uiterste zorg en begeleiding behoeft. Nogmaals, mocht die groei tot echte problemen gaan leiden dan zullen wij mogelijk noodgedwongen pas op de plaats moeten maken, wij willen natuurlijk niet groeien omwille van de groei. De belofte die wij nieuwe leden doen als vereniging, moeten wij natuurlijk ten alle tijden wel waar kunnen maken alhoewel er altijd wel enige spanning zal blijven bestaan tussen die twee doelstellingen. U kunt er echter van verzekerd zijn dat wij, bestuur en regiobesturen, het afgelopen jaar zeer intensief zijn bezig geweest met de toekomst van onze vereniging en met de begeleiding daarvan en wij doen dat overigens met zeer veel plezier.
Belangen behartiging: Sprekende over belangenbehartiging. Ik stelde reeds dat het aantal leden van een vereniging mede bepalend is voor de invloed die men als vereniging binnen het geheel van de watersport kan uitoefenen. Al zijn wij echter nog zo groot, alleen zouden wij toch vrij machteloos zijn in het krachtenspel tussen regerings, provinciale en zelfs gemeentelijke politieke instanties enerzijds en de watersport anderzijds. Samenwerking met andere organisaties is derhalve van eminent belang. Zij die denken dat wij het zonder samenwerking ook wel kunnen redden, maken een grote fout. Overigens, uit de enquête blijkt dat ruim 64% van onze leden lid werd omdat ze het
behartigen van hun belangen als toerzeiler door de NVvT uitermate belangrijk vinden. De NVvT heeft die belangenbehartiging door samenwerking duidelijk in haar beleid verankerd. Zo nemen wij deel aan een groot aantal overlegstructuren en wij zullen dat ook blijven doen. Middels onze commissie Planologie volgen wij nauwlettend de landelijke planologische ontwikkelingen en houden we ons vooral ook bezig met de regionale planologie. Daartoe is de commissie actief in de regio’s Waddenzee, IJsselmeer, Noordzee, Deltawateren en Friesland. De NVvT is daar een bekende verschijning en oriënteert zich verder ook door persberichten, verslagen van inspraakgroepen, officiële nota’s, visies, rapporten en studies betrekking hebbende op de diverse vaargebieden en in een aantal gevallen zijn, naar aanleiding daarvan, door de NVvT bezwaarschriften of verzoeken ingediend. Samenwerking, ik zei het reeds, is essentieel om iets te kunnen bereiken. Om die reden is de NVvT dan ook lid geworden van een aantal belangenorganisaties. Ik noem daarbij Het Watersport Beraad (WSB) voor landelijke zaken (de voorzitter van het WSB, de heer Lagerweij is hier vanavond onze gast) en voorts: – Het Breed Overleg Deltawerken (BOD) voor het Deltagebied. – De KNWV werkgroep Zuidelijke Randmeren en de – KNWV werkgroep IJsselmonding Ook is de NVvT vertegenwoordigd in een door het Watersport Beraad geformeerd platform als gesprekspartner voor Rijkswaterstaat en nemen wij deel aan zg “Klankbordbijeenkomsten”, georganiseerd door beherende instanties zoals RWS, STUM, CCW, Stuurgroep Waddenprovincies, Stuurgroep Deltawateren, of voor specifieke projecten (IIVR, WIN, IVIJ, Delta in zicht etc) waarvoor wij worden uitgenodigd en zo nodig onze stem laten horen. Het is helaas te verwachten dat in een vol land als Nederland, de mogelijkheden voor een onbelemmerde toervaart eerder zullen af- dan toenemen. Derhalve is het uiterst belangrijk een vinger in de pap te kunnen houden. Dat kan alleen vanuit een positie van kracht en dan nog alleen door samenwerking. Het bestuur van de NVvT zal derhalve alles in het werk blijven stellen om als organisatie aan die ontwikkelingen mede richting te geven, en dat alles in het kader
5
van het behartigen van de belangen van onze leden.
Contributie: De NVvT is een zuinige “Low Budget” organisatie en de contributie kon steeds, door de grote inzet van veel vrijwilligers, bescheiden blijven. Wij hebben de contributie voor het nieuwe jaar ook ditmaal niet willen verhogen. Voor zo weinig mogelijk geld zo veel mogelijk bieden is en blijft het motto. Bij de omrekening van gulden naar Euro hebben wij daarom niet naar boven afgerond maar naar beneden. Toch kunnen wij u niet beloven dat ook het hierna volgende seizoen de contributie gelijk zal blijven. Meer activiteiten kosten meer geld, de wensen van onze leden nemen uiteraard ook steeds toe, het aantal evenementen zal wederom toenemen en de stijgende kosten in Nederland dragen er natuurlijk ook aan bij dat wij mogelijk gedwongen zullen worden gelijke tred te houden met de kostenontwikkelingen. Voor het komende jaar echter is het onze onvolprezen penningmeester echter wederom gelukt om de hoogte van de contributie te handhaven.
Public Relations: Graag wil ik nog even een mogelijk misverstand uit de weg ruimen. Public relations is niet alleen een instrument om het aantal leden te vergroten. Public relations is veel meer, het is de olie die onze organisatie moet smeren, het verzorgt de interne verhoudingen, het stimuleert en bewaakt de aandacht voor onze leden en met name de menselijke aspecten daarbij. Het geeft onze vereniging “een gezicht en zet haar voor de buitenwereld neer. Tot die buitenwereld behoren derhalve ook die instanties waarmede wij, op regerings, provinciaal of gemeentelijk niveau te maken krijgen. Derhalve is public relations een absolute must en wij prijzen ons dan ook gelukkig over iemand te kunnen beschikken die dat ”in haar vingers” heeft. Zij is bereid gevonden in het bestuur van de vereniging zitting te nemen en een voorstel terzake haar als zodanig te benoemen, ligt vandaag voor u gereed.
Bestuurswisseling: Twee bestuursleden treden vandaag reglementair af en hebben zich niet herkiesbaar gesteld. Zoals u in de notulen heeft gelezen heeft
6
onze onvolprezen secretaris, Albert de Ruyter van Steveninck, reeds vorig jaar aangekondigd zich als zodanig niet meer herkiesbaar te stellen. Het bestuur heeft voor deze beslissing alle respect. Albert heeft acht jaar lang op meer dan uitstekende wijze gefunctioneerd als bestuurder en als bestuurder van formaat, mag ik wel zeggen. Een “secretaris-generaal” van de oude stempel, zeer actief, uitermate betrouwbaar en degelijk, veel initiatief en een uitermate grote inzet. En daarbij altijd behulpzaam, vriendelijk en met een opgewekt karakter. Albert huldigt het standpunt “vrijwillig is niet vrijblijvend” en hij raakte wel eens geïrriteerd als anderen niet de zelfde insteek hebben. Hij blonk ook uit in het vergaderen. Agenda’s van 16-18 punten waren geen uitzondering en ten slotte is hij de man die belangenbehartiging zeer nadrukkelijk aan de orde heeft gesteld en de NVvT in de diverse landelijke organisaties op de kaart heeft gezet. Een bestuurder van allure en formaat die wij node zullen missen. Gelukkig verlaat hij ons niet helemaal. Hij heeft toegezegd onze contacten met het WSB en andere instanties te zullen blijven behartigen en ook blijft hij actief binnen de planologische commissie. Hij heeft tenslotte toegestemd toe te treden tot onze Raad van Advies zodat zijn kennis, ervaring en niet in de laatste plaats, zijn aimabele aanwezigheid vooralsnog voor onze vereniging behouden zullen blijven. Ik zou Albert en zijn partner Nel nu even willen vragen naar voren te komen om onze dankbaarheid voor zijn – maar natuurlijk ook haar – bijdrage aan onze vereniging, ook materieel tot uitdrukking te laten komen. Ook ons bestuurslid Marjolein Brandt gaat ons bestuur verlaten. Zij heeft zich jarenlang ingezet voor onze vereniging, binnen en buiten het bestuur en was o.a. betrokken bij de commissie Zeemancipatie. Ook het jeugdzeilen lag haar nauw aan het hart en je kon haar uit bed bellen om een boot naar Frankrijk of Engeland te zeilen. Na haar vrouwzeil-periode trad ze toe tot het regio Centrumbestuur en tot de redactie van “Toerzeilen” waar ze gelukkig nog steeds actief is. Marjolein heeft zojuist een nieuwe functie aanvaard in de redactie bij het befaamde blad “Zeilen” en als zodanig zullen wij ook hier gelukkig nog met haar in contact blijven. Ook Marjolein wil ik graag vragen even
naar voren te komen om een blijk van dank in ontvangst te komen nemen. Voor beide aftredende bestuursleden vraag ik uw hartelijke applaus. Gelukkig zijn wij om u te kunnen melden dat voor beide aftredende bestuursleden wij twee nieuwe leden bereid hebben gevonden hun plaatsen in te nemen. De eerste is Albert’s opvolger, Arnaud Marks, die vorig jaar reeds in het bestuur werd opgenomen en zich een jaar lang onder de voortreffelijke coaching van Albert op zijn nieuwe taak als secretaris van onze vereniging heeft kunnen voorbereiden. Vandaag neemt hij derhalve Albert’s taak officieel over. Arnaud, nogmaals, van harte welkom in je nieuwe functie en wij zijn er van overtuigd, nee, wij weten het reeds zeker, je bent een waardige opvolger van Albert die nu dus met een gerust hart zijn functie kan overdragen. Ook voor Marjolein Brandt hebben wij een opvolger kunnen vinden. Gelukkig toch weer een vrouw in ons bestuur en wat voor een. Ik stel u graag voor aan José Kuijsters die wij als nieuw bestuurslid bij u hebben voorgedragen. Er zijn geen tegenkandidaten aangemeld en derhalve treedt zij met ingang van vandaag tot het bestuur van de vereniging toe. Zij zal de PR functie binnen onze vereniging gaan uitoefenen en heeft reeds bewezen daar alle kwaliteiten voor te bezitten.
In een vereniging als de onze gebeurt er heel veel en altijd op vrijwillige basis. Een woord van dank aan al die vrijwilligers is dan ook op zijn plaats. Graag wil ik er, zonder anderen te kort te willen doen, er enkele apart noemen nl: Harry Verdijk en Roosje Hofman en natuurlijk ons eigen team, voor het opzetten en maken van de enquête waarin ze erg veel tijd hebben geïnvesteerd. Ook voor hen is een klein materieel blijk van dank hier zeker wel op z’n plaats! Dames en heren, geachte leden van de NVvT. Ik heb al weer veel te lang gesproken en nog lang niet alles gezegd. Wellicht kunnen we in de pauze nog even bijpraten. Ik heb echter geprobeerd de belangrijkste zaken die binnen onze vereniging spelen, naar voren te brengen. Er gaat zeer veel om en er wordt veel gevergd van uw bestuur, mijn geachte collegae, de regiobesturen de commissieleden en de andere functionarissen binnen de vereniging. Tot hen wil ik graag als laatste het woord richten. De groei en bloei van onze vereniging is geheel aan u te danken. De wijze waarop u allen zich, geheel vrijwillig en belangeloos, inzet en steeds maar weer inzet, is boven elke lof verheven. Het is daarom een grote eer hier vandaag als uw voorzitter het woord te mogen voeren. Ik dank u mede namens al onze leden, voor uw voortdurende inzet, uw grote zorg en medewerking in het belang van onze Nederlandse Vereniging van Toerzeilers. Ik dank u voor uw aandacht.
VERENIGINGSNIEUWS Ton Verbaak, regio Uiterton Toerzeiltochten Uiterton Ook dit jaar staan er weer overtochten naar Engeland gepland. De tochten zijn hemelsbreed minimaal 100 zeemijl (Lowestoft, River Orwell) en maximaal 200 zeemijl (Whitby). Een tocht van ongeveer 100 mijl, bedoeld voor zeilers die hun horizon willen verbreden en voor het eerst een langere tocht op zee willen maken. Maar natuurlijk ook voor hen die dit al vaker hebben gedaan maar van de gezelligheid van de tocht in verenigingsverband willen genieten. De tocht naar Whitby is bedoeld voor de zeilers die ervaring hebben met de kortere nachttochten en nu een langere oversteek willen maken.
Dat de tochten in een behoefte voorzien moge wel duidelijk zijn uit het feit dat de rally naar Lowestoft dit jaar voor de 24ste keer plaatsvindt. Vorig jaar namen hier maar liefst 46 schepen van 28 t/m 48 voet aan deel. Slechts 1 schip is uiteindelijk omgekeerd. Veel schippers namen voor het eerst deel aan deze tocht op eigen kiel, of als opstapper bij een medelid. De tochten duren meestal minimaal 20 uur (Lowestoft River Orwell) tot 50 uur (Whitby). Hierbij heeft men gedurende lange tijd geen zicht op de kust. Door de afstand worden meer eisen gesteld aan het schip en aan conditie en kennis van schipper en bemanning.
7
Wanneer men halverwege is kan men niet bij opkomend slecht weer snel een vluchthaven opzoeken. Door ook gedurende de nacht door te varen maakt men het bereik van de zeiltochten veel groter. Zou men bijvoorbeeld via dagtochten naar Lowestoft willen varen, dan neemt dit afhankelijk van de vertrekhaven zeker 3 tot 6 dagen in beslag. Bij een rechtstreekse overtocht voorkomt men steeds het in en uitvaren van weer een volgende zeehaven, een grotere omweg via België en steeds moet opnieuw worden besloten, afhankelijk van het weer, uit te varen waardoor de kans groter wordt dat men verwaaid ligt. Een voordeel is tevens dat men niet voordurend bij ondieptes zeilt. Bij problemen is er veelal een langere periode beschikbaar om deze in alle rust op te lossen. Tijdens het oefenen in het wachtlopen kan men genieten van de oplichtende zee en bij een heldere hemel van de overdaad aan sterren die door de afwezigheid van achtergrond licht zichtbaar zijn. Deelname in groepsverband geeft de mogelijkheid van een gezamenlijke voorbereiding tijdens de verschillende voorbereidingsbijeenkomsten, het contact in de vertrekhaven en zo mogelijk contact onderling tijdens de overtocht. Men gaat op eigen verantwoording mee. Iedere schipper beslist individueel of hij uitvaart of niet. Op zaterdag 16 maart is er een informatiemiddag om een indruk van de tochten te krijgen. Deze middag staat open voor ieder NVvT lid. Aan de orde komen zaken die met name betrekking hebben op de voorbereiding van schip en bemanning voor een (langere) tocht op zee. Ingegaan wordt op speciale navigatie aspecten zoals het oversteken van een verkeersscheidingsstelsel, het wachtlopen en nachtzeilen. Aan de hand van dia’s, video, kaarten kunt u zich een beeld vormen van deze oversteken. Gedurende de middag zal dhr. Koomen, registerloods, veel nuttige informatie verstrekken over de interactie tussen grote en kleine schepen en de problemen die daarbij kunnen ontstaan en uiteraard hoe deze zoveel mogelijk te voorkomen. Indien u besluit dat u voldoende bent toegerust om een of meerdere oversteken mee te maken dan kunt U een inschrijfformulier meenemen. Bij inschrijving kunt u een voorkeurhaven van vertrek opgeven. In het algemeen vertrekken groepen (Lowestoft en River Orwell) in de ochtend
8
8
vanuit de havens Den Helder, IJmuiden, Stellendam en de Roompot. Voor de deelnemers aan de tocht is voor iedere tocht een vertrekkersavond. Op deze avonden wordt er van uitgegaan dat het schip en de bemanning voldoende zijn toegerust voor de oversteek. Waarschijnlijk hieraan voorafgaand hebben de schippers en opstappers al onderling kennis gemaakt. Aan de hand van elektronische zeekaarten zal uitgebreid worden ingegaan op de verschillende nautische aspecten van de overtocht. U hoort dan de laatste bekende wijzigingen en in welke groep u bent ingedeeld. Indeling vindt per haven plaats op lengte van schip en tijdstip van vertrek. Een groep bestaat meestal uit een stuk of vijf schepen met een groepsleider, een ervaren schipper met tocht ervaring. Uitgebreid kan hier worden stilgestaan bij vragen van deelnemers en kan men putten uit ervaring van diegene die de oversteek al vaker hebben gemaakt. Onderlinge kennismaking maakt een belangrijk deel van de avond uit. Uw aanwezigheid wordt hierbij dan ook, bijzondere omstandigheden daargelaten, verwacht. Benadrukt wordt het belang van inslingeren voordat de tocht aanvangt. Hiervoor kan men onder andere het “Rondje NoordHolland“ (regio centrum) en de “Voorjaarstocht op zee” (regio zuid) gebruiken. Dit is ook een perfecte gelegenheid om samen met de opstappers eens te varen. De avond voorafgaande aan de tocht verzamelen de schepen zich in de vertrekhavens. Het is dan een goed moment om weer contact te leggen met de overige leden uit uw groep en de groepsleider. Eventuele informatie die op het laatste moment nog van de Nederlandse en Engelse kustwacht is verkregen, kan dan worden doorgegeven. Op de ochtend van vertrek vindt er een korte palaver van de groepsleiders en schippers plaats, dit onder meer om de laatste tocht- en weersinformatie te bespreken. Ook hoort u de tijden voor het onderlinge marifooncontact. Tijdens de tocht wordt er zolang dat mogelijk is, eenmaal per één of twee uur contact via de marifoon onderhouden. U kunt dan bijvoorbeeld positie informatie uitwisselen en hoe alles bij u en de anderen aan boord is. Mocht er extra informatie, bijv. weersontwikkelingen, beschikbaar komen dan
kan dit ook worden doorgegeven. Het onderlinge contact is vaak net dat steuntje in de rug en niet te vergeten, die extra gezelligheid. Afhankelijk van het vermogen van uw marifoon zal na enige tijd contact met andere groepsleden niet meer mogelijk zijn omdat de groep buiten het bereik van de elkaars marifoon komt. Uiteraard bent u als schipper tijdens de tocht op uw eigen schip en bemanning aangewezen, de mogelijkheden om echt te helpen bij problemen op volle zee zijn beperkt. Maar u zal niet de eerste schipper zijn die een sleepje krijgt bij windstilte en een tros in de schroef, of zelfs een duiker in de vorm van een helpend NVvT lid! Bij aankomst is er meestal voldoende tijd om even lekker bij te komen en de Engelse bodem te betreden. In Lowestoft is er ‘s avonds het beroemde rallydiner in de Royal Norfolk en Suffolk Yacht Club. Een leuke ervaring om mee te maken. In de River Orwell is er een diner in een authentiek lichtschip terwijl u in Whitby te gast bent bij de plaatselijke Yacht Club. In Whitby is er een dagtocht in de omgeving
met als afsluiting een gezamenlijk diner. De volgende dag vangt voor de meeste de reis terug naar Nederland weer aan. Uiteraard kunt u daar, indien gewenst, ook nog langer blijven. De terugreis kan naar keuze individueel of weer als groep plaats vinden. Na een tocht die meestal korter lijkt / is dan de heenreis kunt u terugblikken op een leuke ervaring en een nieuwe verovering en zeilgebied! Voor meer informatie verwijs ik u graag naar het evenementen bulletin en de komende voorlichtingsmiddag op zaterdag 24 maart. Tot in Engeland! In het najaar is er al naar gelang de behoefte een bijeenkomst waarin door deelnemers de tochten worden nabesproken. In deze bijeenkomst kunnen ervaringen worden uitgewisseld en worden besproken wat er mee en wat er is tegengevallen. Ook is dit de gelegenheid om zo mogelijk de voorbereiding voor de tochten van het volgende jaar te verbeteren.
Frits Birkhoff, regiocoördinator ATTACHMENT VAKANTIES Aanleiding Tijdens de pauzes van informatiebijeenkomsten over vakantiebestemmingen en in de wandelgangen van de Woudschoten weekends blijkt telkens weer dat menigeen de aanloop naar “vreemde kusten” als een hoge drempel ervaart, zeker als er in de vakantie met een gezinsbemanning wordt gezeild. Voorjaar 2000 is bij een informatiebijeenkomst over varen in Denemarken door de regiocoördinator het idee geopperd om met meerdere gelijkgestemde schippers en bemanningen gezamenlijk - maar geheel op eigen kiel - de heen en/of terugreis naar het Noord - Oostzee Kanaal met elkaar op te varen. De reacties op dit voorstel waren aanzienlijk en buitengewoon positief, maar het moment om dit idee handen en voeten te geven lag te dicht tegen het seizoen aan om het nog tijdig te kunnen worden gepubliceerd en/of de vakantie/vertrekdata in de agenda’s te kunnen aanpassen.
Ook bij menig evenement in het “droge” seizoen 2000 / 2001 werd in de gesprekken bij de koffie de wens om ook eens ”naar onbekende verten” te varen regelmatig gehoord. Het idee van de – om in e-mail taal te spreken – ”attachment vakantie” is in 2001 weer opgepakt en verder uitgewerkt. Voorjaar 2001 werd aan ca. 60 bezoekers van de informatiebijeenkomsten over Denemarken (in 2000 en 2001) door de regiocoördinator het voorstel voor een attachment rally toegezonden. Het aantal positieve reacties was buitengewoon verrassend. Ongeveer 30 bemanningen meldden zich aan voor dit pilotproject en nagenoeg allen gaven de voorkeur aan de route buitenom. Daardoor zijn de routes over het wad (of met gestreken mast binnendoor) voor het pilotproject 2001 buiten beschouwing gelaten. In een eerste palaver op 19 april in Huizen werd het voorstel verder toegelicht/besproken en aansluitend aan dit eerste palaver berichtten 20 Toerzeil bemanningen deel te willen nemen aan dit project. In de uitnodiging voor de rally waren 4 startdata genoemd, 15 juni, 1 juli, 15 juli en 29 juli.
9
Per saldo meldden zich 10 deelnemers aan voor vertrek op 15 juni, 4 voor vertrek tussen 26 juni - 1 juli en 4 voor vertrek tussen 1 - 15 juli. Onze vakantiebestemming voor 2001 was, evenals in 2000, Denemarken en midden juni te vertrekken. Gelet op de tijdstippen van “stroom mee” werd 16 juni als vertrekdatum uit Lauwersoog vastgesteld.
De eerste start Vrijdagavond 15 juni verzamelden 10 toerzeilschepen in Lauwersoog . Er is een afmelding i.v.m. ziekte en een deelnemer die aanvankelijk later wilde vertrekken, haakt hier aan. Een toerzeil lid dat in de jachthaven ligt met als vakantiebestemming de Oostzee kust, signaleert 11 toerzeil wimpels en besluit bij verdere navraag aan te sluiten. Het attachment effect is hierdoor direct merkbaar. In de verenigingsaccommodatie van Lauwersoog wordt bijgepraat. De weersverwachting is zodanig dat gekozen wordt voor Norderney als eerste trajectdoel. Vertrek 16 juni 08.30 h voor de sluis. Er wordt tot de verkenningston Wierumer Gronden (WG) boven Schiermonnikoog gezeild maar door het wegvallen van de NW wind moet daarna de motor bij. Het toerzeil flottielje krijgt het laatste uur de eerste regen en wind van een opkomende storing te verwerken. Het verwaaid liggen op Norderney door een, gelukkig, snel passerende storing kost twee verwaaidagen. De afspraak niet varen in of bij een slecht weersverwachting geeft een aangename rust aan boord van de deelnemende jachten. Ook het uitwisselen van informatie over het eiland, goede eetgelegenheden en andere huishoudelijke zaken is zeker ook een toegevoegde waarde aan deze wijze van op stap gaan.
10
11 toerzeil wimpeltjes zijn voor 2 andere verwaaid liggende toerzeil schippers aanleiding om, na een praatje op de steiger, aan te haken. Attachment in zijn pure vorm! In het palaver op maandagavond 18 juni wordt de weersverwachting en het vervolg traject doorgesproken. Nadrukkelijk wordt vertelt dat het eerste uur na vertrek wind en water “heftig” zal zijn, maar van korte duur en daarna acceptabel. Kort voor vertrek, dinsdagmorgen 08.30 h, wordt besloten of uitvaren verantwoord is, of dat een extra verwaaidag wordt genomen. Dinsdagmorgen 19 juni maken 13 toerzeiljachten om 09.30 h los in de jachthaven en ook varen 2 andere zeiljachten in de slipstroom van de NVvT mee op. De weersverwachting is aanvankelijk NW 5/6 Bf, afnemend NW 3/4 Bf. Onder vlak gereefd grootzeil en motor voluit wordt vissermannend en stampend het Dove Tief uitgevaren. Ter hoogte van D1 worden voorzichtig de voorzeilen uitgerold. Het zeilt voortreffelijk en de foto’s worden spectaculair. Ter hoogte van de Weser zwakt de wind aanzienlijk af en dank zij het meelopend tij en liters dieselolie arriveert het flottielje rond 21.00 h bij de Segler Vereinigung Cuxhaven. Bij aankomst in Cuxhaven geven veel bemanningen ruiterlijk toe dat men bij vertrek en het eerste uur in het Dove Tief met droge mond en vlinders in de buik heeft gestuurd. Dank zij de voorbereiding tijdens het palaver, waarbij nadrukkelijk is gemeld dat het eerste uur behoorlijk heftig zal worden, werd dit uur wel als spannend ervaren. Maar zeker door de “lotgenoten” in de buurt niet ervaren als “te heftig”. Menig schipper vertelt bij het napraten op de steiger dat hij als alleen varende schipper/bemanning niet uit Norderney zou zijn vertrokken. Maar nog belangrijker is dat hij veel meer vertrouwen heeft gekregen in de zee’vaardig’ heid van bemanning en schip. Tijdens de trajecten Cuxhaven – Brünsbuttel – NOK - Kieler Bucht blijkt dat het samen opvaren een vertrouwd gevoel geeft en de sociale contacten binnen de NVvT verstevigt. Voorts blijkt dat door de onderlinge contacten m.b.v. de gsm ook een aantal schippers weer gezamenlijk de terugvaart hebben gemaakt. De deelnemers aan dit pilotproject 2001waren allen bekend met het varen van langere kustzeil trajecten en de schepen waren daarvoor uitgerust.
Het voorstel voor Attachments rally’s zomer 2002 De informatiebijeenkomsten over zeilen naar wat minder eenvoudig bereikbare gebieden trekken al jarenlang volle zalen, de keuze voor de Attachmentrally’s 2002 is daarom: – Het Deense Oostzeegebied, beperkt tot de aanloop van het NOK: direct over open zee. – Het Deense Oostzeegebied beperkt tot de aanloop van het NOK: via de Noord Duitse Kanalen – De aanloop naar Zeeuwse Delta en Belgische kust: buitenom. Het voorstel betreft alleen de heenreis, omdat het moment van de terugreis doorgaans zeer uiteenlopend is. Daarbij komt, dat het vaargebied met de heenreis al enigszins is verkend. Voor de Oostzee bestemming is een vakantieperiode van tenminste vier weken noodzakelijk.
Overzee: De diepgang van de schepen is 1,50 m of meer en/of de mast platleggen is geen optie. Het vertrek is vanaf Lauwersoog en de bestemming Cuxhaven aan de Elbemonding, 14 mijl ten noorden van Brunsbüttel, het sluizencomplex van het NOK.
Door de Duitse kanalen: de mast kan m.b.v. een mastenkraan of eigen strijkwant worden platgelegd in Friesland en de diepgang is maximaal 1.45 m. De motor is in optimale conditie en er is
voldoende dieselolie voor 5 motordagen aan boord. De bestemming is Brunsbüttel, het sluizencomplex van het NOK.
De aanloop naar Zeeuwse Delta en Belgische kust: buitenom. De bemanning heeft weinig kustzeilervaring. Het schip is uitgerust voor kustzeiltrajecten en de schipper en co-schipper hebben kennis van de kustnavigatie. Het vertrek is vanaf IJmuiden en bij een langere slechtweer periode is schipper en bemanning voorbereid op de staande mastroute binnendoor. De bestemming is Stellendam of Roompot. Voor allen geldt een vakantieperiode die ligt tussen medio juni en medio augustus. Bent u geïnteresseerd in dit attachment idee dan kunt u zich d.m.v. een e-mail bericht of het bekende postkaartje, bij voorkeur zo spoedig mogelijk, aanmelden bij de regiocoördinator. Bij voldoende belangstelling worden één of enkele informatiebijeenkomsten gearrangeerd. Tijdens deze informatiebijeenkomsten, bij voorkeur aan het eind van het winterseizoen 2002 zodat vakantiedata nog kunnen worden aangepast, worden vier data als verzamel /vertrektijdstip vastgesteld (bijv. midden juni, begin juli, midden juli en eind juli). Vanzelfsprekend moet bij het vaststellen van data rekening worden gehouden met de tijdstippen van eb en vloed, daar in principe in dagtrajecten wordt gezeild. In de bijeenkomsten worden voorts de criteria besproken waarbij er NIET buitengaats wordt gevaren (bijv. wind vanaf 5 Bf. uit ongunstige richting mist, e.d.). Deze criteria kunnen, zonodig in een daaraan volgende bijeenkomst, verder worden gedetailleerd. Nodig is een schipper of een bemanningslid die enig secretarieel werk wil doen i.v.m. het vastleggen van afspraken (ad interim coördinator). Dit vastleggen is zeker nodig, daar er altijd drammerige schippers zijn die gedurende de tocht de rek in de afspraken zullen uitproberen. Verwijzen naar duidelijke afspraken houdt de rust in het flottielje, u vaart voor u plezier! Vóór het vertrek uit de thuishaven ontvangen de attachment schippers en bemanningen een lijst van de schepen die op één van de startdata in de vertrekhaven liggen of aankomen met daarbij zomogelijk mobiele telefoonnummers (gsm) van de schippers. Doordat men elkaar al eens heeft ontmoet en kennis heeft gemaakt op de informatiebijeenkomsten; in de vertrek-
11
haven de kleurige NVvT wimpels zeer herkenbaar zijn; de scheepsnamenlijst en natuurlijk de mobiele telefoon, kan het met elkaar contact zoeken en een afspraak maken voor een palaver geen drempel meer zijn. Een ad interim coördinator kan hierin evenwel een goed intermediair zijn. Zijn de condities zodanig dat er gevaren kan worden, dan wordt in het palaver afgesproken welk traject wordt gevaren, overlegd over het tijdstip van vertrek en wordt vastgesteld op welk(e) tijdstip(pen) en op welk VHF kanaal men standby is en blijft. Het moge duidelijk zijn dat dit slechts enkele zaken zijn waarover duidelijke afspraken kunnen/moeten worden gemaakt en in de voorbesprekingbijeenkomst(en) zullen er ongetwijfeld veel meer punten zijn waarover duidelijkheid moet komen.
Eenzaam maar niet alleen Het gevoel van “iemand in de buurt” is natuurlijk een schijnveiligheid, maar de mogelijkheid om af en toe contact te hebben met “lotgenoten op weg” via gsm of marifoon heeft, naar de ervaring leert, zeker een moreelverhogende en drempelverlagende uitwerking op de veelal gezinsbemanningen. Maar, laten we eerlijk zijn, het is toch ook aardig om na een dag varen in een vreemde haven aangekomen, met een clubgenoot op de rand van de kuip en een goed glas binnen handbereik na te praten of een route door te nemen voor een volgend traject. Let wel, het is geen van het begin tot het einde georganiseerde vakantietocht, dus met andere woorden: geen tocht met het samen uit samen thuis principe.
Dat weerhoudt natuurlijk geen enkele schipper om ook in de vakantie blijvend met één of enkele toerzeilers mee op te koersen. Integendeel zelfs, maar denk dan wel aan het motto: Vrijheid – Blijheid. Bij een, te verwachten langere, periode van slecht weer is het voor de noordgaande schippers mogelijk om binnendoor te koersen. Vanuit Lauwersoog via Groningen/Delfzijl, naar bijvoorbeeld Borkum. In dat geval is het eerste traject dan afgelegd en de eerste – dikwijls belangrijkste – stap gezet in de richting van de vakantiebestemming. Voor de schippers van de zuidgaande Attachment rally is de staande mastroute een alternatief en vanuit de Zeeuwse Delta ligt de zuidelijke Noordzee weer open.
Tenslotte maar niet in het minst: Vrijheid – Blijheid Staat deze manier van varen na één traject al tegen, ga dan gewoon op eigen kiel door of blijft nog een dagje liggen. Zie het als een opstapje om eens wat verder te kunnen komen en … het zijn allemaal Hollanders met een eigen mening, stronteigenwijze beterweters en wars van adviezen. Accepteer dus de eigenaardigheden van enkele meeliggers als deze wijze van ”onder zeil” gaan u aanspreekt. Op deze wijze op vakantie gaan opent nieuwe vaargebieden en geeft veel leuke contacten met gelijkgestemde schippers en bemanningen. Uw reactie zie ik met spanning tegemoet. Frits Birkhoff, Kielzog 9, 1276 GW HUIZEN E-mail:
[email protected]
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE Jaap Molenaar MEDEDELINGEN COMMISSIE Z&N Bijeenkomst(en) Digitale kaarten op laptopcomputer en ervaringsuitwisseling Naar aanleiding van de artikelen van Freek Speckmann en Rainier de Groot in TZ 176 (pag. 6 t/m 11) worden in de regio’s West en Noord bijeenkomsten gehouden over het gebruik van digitale kaarten aan boord van jachten; na een algemene inleiding over digitale kaarten volgt een uitwisseling over ervaringen, speciaal op de laptop en het
12
downloaden van kaarten. Zie voor de data en locaties het Evenementenbulletin 2002. De Hydrografische Kaarten - editie 2002 zullen weer losbladig uitgegeven worden, allen in WGS 84. Er zijn nieuwe dieptebeelden, met de essentie op de geulen, voor de Wadden en Schelde kaarten; in de editie 2002 nog ten opzichte van LLWS, in 2003 wordt dat LAT (Lowest Astronomical Tide). De prijs van de kaarten wordt € 22,50 per set.
Op de Nederlandse Zeekaarten is de aanloop naar de havens efficiënter uitgevoerd. De prijs is € 24,75 per kaart. Van het omzetten van ED 50 in WGS 84 is één derde deel gereed. De kaarten 1340 en 1440 (Franse kust) zijn vervallen; in de toekomst vervallen 1348 (Nauw van Calais en monding van de Thames) en 1034 (Het Kanaal-Oostelijk gedeelte). Voor deze gebieden de BA- of Franse kaarten gebruiken. De Stroomatlas HP 16 (Benedenrivieren, Aanlopen Hoek van Holland, Scheveningen, IJmuiden en Texel/Den Helder) is opgenomen in de zojuist verschenen HP 33, Waterstanden en Stromen 2002. (kostprijs € 17,-). Nu alle stroomatlassen zijn opgenomen in de HP33 vervallen de losse uitgaven stroomatlassen (HP15, t/m HP19). BAZ 1 verschijnt voortaan in het Engels.
uitgegeven over veiligheidsaspecten. Dit Handboek Veiligheid geeft richtlijnen hoe schepen het veiligst kunnen worden afgemeerd (overvolle jachthavens met teveel schepen opeen gepakt); milieu-incidenten als brandstoflekkage; open vuur en het omgaan met gasinstallaties aan boord; legionella bestrijding in doucheruimten en brandbestrijdingsplannen voor jachten en chartervaart. Kortom een handleiding voor de havenbeheerders om de havens veiliger te maken en ongevallen aan boord en op de steigers te voorkomen. Veel havens van Zeeland tot de Waddeneilanden hebben belangstelling getoond en hopen daarmee een handvat gevonden te hebben om ook die havens veiliger te maken. In september 2002 zullen in het Krabbersgat in Enkhuizen in een grootscheepse
De 6 Stormwaarschuwinggebieden voor de Nederlandse Kust worden opgedeeld in 10 gebieden t.w.: Vlissingen Zierikzee (Zeeuwse wateren enHollands Diep) Hoek van Holland IJmuiden Texel Harlingen (Westelijke Waddenzee) Rottum Delfzijl (Oostelijke Waddenzee en Eemsmonding) IJsselmeer Marken (Markermeer) De Raad voor de Transportveiligheid heeft een onderzoek gedaan naar de ernstige problemen, o.a. zinken, die tien vrachtschepen ondervonden op het IJsselmeer, o.a. bij de Rotterdamse Hoek, in de periode nov. 1999 tot mei 2000. In alle gevallen ging het om schepen die in moeilijkheden kwamen door een combinatie van hoge golven, zware regen, windkracht 5 of meer en onvoldoende waterdichte afsluiting. De Raad beveelt aan de zonering van het IJsselmeer nader te onderzoeken (het IJsselmeer en Markermeer worden al twee gebieden) en in de weerberichten de te verwachten golfhoogtes te vermelden (het KNMI heeft dit reeds toegezegd). Tijdens de stormen zijn golfhoogtes gemeten van meer dan 2,5 meter, hoger dan op het IJsselmeer verwacht mocht worden. Volgens de woordvoerder van de Raad, A.Sanders, is een verbeterd weerbericht met golfhoogteverwachting ook van belang voor de pleziervaart.
Veiligheid Jachthavens Westfriesland Het platvorm overleg havens in Enkhuizen heeft in samenwerking met de overige Westfriese (jacht)havens een handleiding
rampenoefening met alle mogelijke hulpverleningsinstanties de richtlijnen van de Werkgroep Veiligheid Havens getest worden. Het Kustwachtcentrum is verhuisd van IJmuiden naar den Helder, waarbij de roepnaam voor SAR operaties gewijzigd is in “DEN HELDER RESCUE”; voor overige zaken Nederlandse Kustwacht. Er verschijnen geen Nieuwsbrieven meer; berichten en telefoonnummers kunt u vinden op de website www.kustwacht.nl. (BAZ 643 weekno.47) De VS waarschuwt voor GPS-Uitval. Het wereldwijde navigatiesysteem is gevoelig voor natuurlijke en opzettelijke verstoringen van de door de satellieten uitgezonden radiosignalen. Directe aanvallen op de satellieten kunnen het systeem ernstig beschadigen en onbetrouwbaar of onbruikbaar maken. Bovendien kan het Amerikaanse Ministerie van Defensie besluiten het systeem om strategische redenen onnauwkeurig of zelfs onbruikbaar te maken.
13
Marifoon Basiscertificaat en MarcomB door zelfstudie Het is goed mogelijk door zelfstudie in het bezit te komen van het Marcom-B certificaat door het cursusboek “MARIFONIE, Basiscertificaat en GMDSS module-B” 10e druk. (ANWB uitgave, ISBN 9018008524, prijs € 12,68) te bestuderen. Daarnaast en als aanvulling op het cursusboek kan door de Commissie Zeemanschap en Navigatie een studiepakket worden toegezonden, bestaande uit een syllabus, een uittreksel van de Standard Marine Vocabulary, een bundel oefenexamenvragen, examenmogelijkheden en -aanmeldingsformulieren en studieaanwijzingen. Als u in het bezit bent van het Basiscertificaat kunt u volstaan met het ModuleB examen. Via de zeevaartscholen is het mogelijk Marcom-B in één examen te doen. Mondelinge ondersteuning en examenoefening is mogelijk op de in het Evenementenbulletin vermelde “Ondersteuningsavonden Basiscertificaat en Marcom-B door zelfstudie” in de regio. Toezending van het studiepakket vindt plaats na overmaking van € 12,50 op PB rekening 1377025 t.n.v. J.Molenaar te Hoorn onder vermelding van lidmaatschapsnummer, “Marcom-B” en volledig adres.
Het VOC jaar 2002 Op 20 maart 1602 werd door een besluit van de Staten-Generaal “De Generale Vereenichde Geoctroyeerde Oostindische Compagnie” (VOC) opgericht en de handelsstrijd aan te gaan met vooral de Portugezen; er kwamen zes Kamers, te weten Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Delfshaven, Hoorn en Enkhuizen. De VOC werd de grootste handelsmaatschappij ter wereld met tientallen handelsposten in de Oost en meer dan 20.000 werknemers in dienst. Verplichte routes, met gebruikmaking van de heersende windrichtingen en stromen, op door eigen kaartenmakers met de hand getekende “paskaarten”, maakten de VOC, die zich tot 1799 wist te handhaven, tot een succes. Vierhonderd jaar na de oprichting is 2002 uitgeroepen tot VOC jaar. In en rond de zes “kamersteden” worden vele evenementen georganiseerd, zoals historische erfgoedroutes, VOC tentoonstellingen, havenfeesten en voorstellingen. De VVV’s NoordHollands Schiereiland en de gemeenten Hoorn, Enkhuizen en Texel komen, met medewerking van de Ned. Ver. van Toer-
14
zeilers, met de maritieme erfgoedroute, een zeemansgidsje met een cultuurhistorische vaartocht langs de Westfriese kust naar Hoorn, Enkhuizen en de Reede van Texel. Bladerend in oude zeemansgidsen en de zeilaanwijzingen vergelijkend met de paskaarten blijkt dat we nog steeds van die routes gebruik kunnen maken, met dien verstande dat de zwarte houten boltonnen vervangen zijn door de genummerde IALA(Waddenzee) en SIGNI- (IJsselmeer) betonning en de sluizen in de Afsluitdijk en de Houtribdijk nagenoeg op de plaats van die geulen gebouwd zijn, resp. Wieringer Vlaak/Wierbalg, Vaarwater langs het Kornwerderzand, Houtrib en Krabbersgat; ook het in aanbouw zijnde naviduct bij Enkhuizen ligt in zo’n geul (Oude Hoornsche Gat). Het gidsje bevat nog steeds bruikbare oude silhouetten en beschrijvingen en een (verkleinde) paskaart anno 1583, met verwijzing naar de Hydrografische kaarten. Het gidsje wordt gratis verstrekt aan deelnemers van de NVvT VOC (vakantie)tochten (zie hiervoor het evenementenbulletin). Het is individueel en te gebruiken, evenals de maritieme fiets- en wandelroutes en de VOC stadswandelingen, en is verkrijgbaar bij de VVV’s á € 2,– .
Enkele VOC exposities en evenementen in Noord-Holland: – VOC exposities en wisselende tentoonstellingen in het Westfries Museum in Hoorn. – Expositie oude navigatie-instrumenten Stichting Nederlandse Kaap Hoornvaarders, thema hoe vonden zij de weg. – Tentoonstelling VOC prenten en de Texelse erfenis van de VOC in het Juttersmuseum te Oude Schild. – VOC stadswandelingen, fiets- en wandeltochten. – 6 en 7 april: Nautisch VOC weekend in Enkhuizen met de wederom in dienststelling van “Kaatje”, het oude oefenmodel van de Kweekschool voor de Zeevaart. – mei t/m juli: de Duyfken te bezichtigen in Hoorn, Enkhuizen of op de Rede van Texel. De Duyfken is een in Australië gebouwde replica van een “jacht” dat op 2 april 1595 van de Rede van Texel vertrok en in 1597 behouden, met specerijen geladen, terugkeerde en mede aanleiding was tot oprichting van de VOC. In 1606 ontdekte de Duyfken Australië bij een verkenningstocht vanaf Banda en raakte tijdens een zeeslag met de Spanjaarden bij Ternate in 1608 onherstelbaar beschadigd. – 24 t/m 26 mei Hoorn: demonstraties nautische activiteiten uit de VOC-tijd, o.a. de Duyfken. – 31 mei-1 juni: 18-uurstocht met VOC rakken.
– 1 en 2 juni Enkhuizen: Waterkampioenfestival en de Duyfken aanwezig. – 6 -16 juni: VOC tiendaagse; spektakel met de Duyfken en andere historische zeilschepen in en bij Hoorn. – 15 - 22 juni: VOC vakantietocht. – 15 juni: shantykoren festival in Hoorn en Enkhuizen. – 16 juni Enkhuizen: sail-out met de Duyfken en grote vloot naar de Rede van Texel. – 17 en 18 juni: de Duyfken met vele Tallships en Bruine vloot op de Rede van Texel. – 16 t/m 22 juli: havenfeest Oude Schild met de Duyfken. – 23 t/m 29 juli Hoorn: de Duyfken met voorstellingen voor kinderen en volwassenen. – 30 juli- 5 aug: De Duyfken in Enkhuizen. – 7 sept: Bontekoetocht met VOC rakken. – 26 en 27 oktober Enkhuizen: VOC Bolkoppen- en klipperrace. – 26 en 27 oktober Hoorn: slotweekend VOC-jaar; Bontekoerace platbodems. – Wijzigingen voorbehouden. – Het volledige programma is te vinden op de website www.noord-holland.com/voc. – Het ROUTESCHEMA van de Duyfken van Texel (aankomst 28 april) met verdere bezoeken aan o.a. Amsterdam, Rotterdam, Zaansche Schans, Den Helder, IJmuiden, Scheveningen, Delfshaven en Vlissingen eindigend in Rotterdam op 9 sept. is te vinden op www.voc2002.nl.
Nora Schram, commissie Z&N
RECENSIES VAN NAUTISCHE PUBLICATIES Het ligt in de bedoeling van de Commissie Zeemanschap en Navigatie om van tijd tot tijd nautische publicaties te kopen, die in de praktijk te testen en daar recensies van te publiceren. Hieronder vindt u de eerste resultaten van dit project.
PBO Small Craft Almanac 2001 Uitgave: Nautical Data Ltd, prijs ENP 12,95, ISBN 0-333-90461-3 In Practical Boat Owner wordt regelmatig geadverteerd met deze compacte almanak. In Nederland is het boek niet te koop, daarom hebben wij het via de website www.ybw.com besteld. Inclusief portokosten betaalden wij ENP 15,62 (ƒ 54,92).
Vergeleken met de lijvige MacMillan’s is dit een zeer handzame almanak, in het formaat van een fors pocketboek. Het boek telt ruim 400 pagina’s. Er zijn gegevens aanwezig van het gehele Verenigd Koninkrijk, plus de Westkust van Denemarken tot en met Gibraltar. Verreweg het grootste gedeelte daarvan wordt ingenomen door de getijdegegevens (sectie Tides). Dit gedeelte is vergelijkbaar met de MacMillan’s, ook de getijdekrommen en stroomatlaspagina’s zijn aanwezig. Het tweede gedeelte (Navigation) bestaat voornamelijk uit de zogenaamde Area Planners. Een Area Planner voor een bepaald gebied bestaat uit een kaartje plus een lijst van waypoints. Deze waypoints zijn meestal geen lichten o.i.d, maar punten langs de kust.
15
Een groot voordeel hiervan is dat ze in principe onbeperkt “houdbaar” zijn. Bij sommige waypoints staan afstanden naar waypoints op andere kaartjes vermeld, erg handig voor een snelle schatting van de lengte van een tocht. Verder staat op elk kaartje de shipping lanes aangegeven en een lijst van de belangrijkste lichten. Iets dergelijks ben ik nog nergens anders tegengekomen. Sectie 3 (Weather) geeft in compacte vorm alle benodigde informatie over uitzendtijden en -frequenties van weerberichten, plus een lijst van weertermen in vijf talen. Sectie 4 (Communications) geeft telefoonnummers en marifoonkanalen voor havens, marina’s en zelf sluizen en bruggen op de binnenwateren. Naast de gegevens in tekstvorm staan in deze sectie praktische kaartjes met voor elke haven bovenstaande nummers en de tijden rond hoogwater dat deze haven bereikbaar is. Alles wat je snel nodig hebt dus bij de hand! Sectie 5 (Safety) geeft beknopte gegevens over het inroepen van hulp plus een EHBO gedeelte. Compacte maar relevante informatie over diverse onderwerpen staat ook in de andere secties, zij het niet altijd op de plaats waar je het zou verwachten. De voor- en achterpagina’s zijn uitklapbaar en geven gekleurde, geplastificeerde overzichten van vlaggen, betonning, verlichting e.d. Correcties op deze almanak worden maandelijks gepubliceerd in Practical Boat Owner en op de webpagina www.ybw.com/auto/pbo/correct/. Helaas worden de updates op de webpagina niet eerder gepubliceerd dan in het tijdschrift. Is deze almanak nu een alternatief voor de MacMillan’s? Voor Engelse zeilers zeker. De prijs is ongeveer 60% lager en de almanak neemt een stuk minder plaats in. Wat geheel ontbreekt zijn de kaartjes van en informatie over diverse jachthavens. Dat is niet zo erg als je altijd in een bepaald gebied vaart, maar voor een buitenlander die Engelse havens wil aandoen is het een gemis. Bovendien is het prijsverschil in Nederland, zeker rond de HISWA, minder dan ƒ 20,–. Het grootste bezwaar van de PBO Small Craft Almanac is het feit dat het boek is ingebonden op een dusdanige manier dat het absoluut niet open wil blijven liggen. Je
16
hebt daarom altijd twee handen nodig om er in te kunnen kijken en dat is op een slingerend schip buitengewoon vervelend. Dus volgend jaar neem ik weer gewoon de MacMillan’s. Maar de Area Planners in de editie 2001 zal ik nog veel gebruiken!
Admiralty Maritime Communications, United Kingdom and the Mediterranean (NP 289, Second Edition 2001) Uitgave: United Kingdom Hydrographic Office, prijs ƒ 67,58. ISDN 0-707-71280-7, verkrijgbaar bij o.a. Datema Amsterdam en Delfzijl. Wie volledig op de hoogte wil zijn van de mogelijkheden voor communicatie op zee was tot voor kort aangewezen op de vele lijvige delen van de Admiralty List of Radio Signals. In 2000 heeft Hydrographic Office voor het eerste de NP 289, een Small Craft editie voor Engeland, Frankrijk, de Middellandse Zee en de Canarische eilanden uitgegeven. Van dit boekwerk is nu de tweede druk beschikbaar, onder de hierboven genoemde naam. Intussen is ook NP 290 (Caribbean) verschenen en in 2002 komt NP 291 beschikbaar: voor het gebied Nederland, België, Duitsland en Scandinavië. Ik heb dit boek nog niet zo lang in huis, dus daarom kan ik alleen een eerste indruk geven: het is een prachtig, in vele kleuren uitgevoerd boekwerk geworden dat een ongelofelijke hoeveelheid informatie bevat. Een korte samenvatting van de inhoud: een woordenlijst en hoofdstukken met onderwerpen als GMDSS, DSC, navtex, weerkaarten, satelliet-communicatie, veiligheidsberichten en noodverkeer. Al deze onderwerpen zijn duidelijk en met veel illustraties behandeld. Daarna komt een gedeelte met kuststations voor weer- en veiligheidsinformatie. In de index wordt vreemd genoeg Engeland niet vermeld, maar dat is een foutje, alle informatie staat er wel degelijk in. Het leeuwendeel van het boek wordt ingenomen door het hoofdstuk “Marina’s, Ports and Vessel Traffic Services”. Voor elke haven staan marifoonkanalen, telefoon- en faxnummers, e-mail en website adressen, en verder allerlei relevante informatie over aanloop-procedures e.d. vermeld. Het geheel is geïllustreerd met prachtige
(lucht)-foto’s van diverse havens.Zijn er dan helemaal geen bezwaren tegen deze uitgave? O jawel, de rangschikking van de informatie is niet altijd even logisch (Engeland krijgt een andere behandeling dan het buitenland), de inhoudsopgave vertoont hiaten en een index op de theoretische hoofdstukken ontbreekt. In de Notices to Mariners (sectie VI) worden eens per maand de correcties gepubliceerd. Volgens de tekst is het de bedoeling dat de correcties in het
boek worden geplakt, maar dat is lang niet altijd mogelijk omdat het aantal pagina’s is uitgebreid. Ik houd ze daarom maar in een apart mapje en teken in het boek aan dat er wat is veranderd. Er is in ieder geval voldoende reden om uit te kijken naar het volgende deel. Gezien de redelijke prijs en het beschikbaar zijn van maandelijkse updates is het aanschaffen van deze boeken voor iedere serieuze zeezeiler zeker te overwegen.
TECHNIEK AAN BOORD Hans Rooze, Technische Commissie VERONTREINIGDE DIESELBRANDSTOF Afgelopen seizoen werd naar de TC verschillende malen gebeld met vragen over verontreinigde dieselbrandstof. Alle keren betrof het gevallen van “pech onderweg”. Het advies dat in deze gevallen gegeven moet worden, is nooit echt leuk want de enige oplossing is een grondig schoonmaakoperatie. Een vieze en als je het laat doen, dure klus waar niemand in zijn vakantie op zit te wachten. Voorkomen is ook in dit geval beter dan genezen. Dat laatste, voorkomen dat het brandstofsysteem verontreinigd raakt, is veel minder werk en veel makkelijker dan schoonmaken als het te laat is. Daarom – en ondanks recente publicaties over het onderwerp, onder andere in “Zeilen” – de feiten over biologische verontreiniging van dieselbrandstof op een rij. De problemen worden veroorzaakt door verschillende organismen, meestal schimmels of bacteriën die leven op de scheiding van water en dieselbrandstof. Of, nauwkeuriger, ze leven in water en ”eten” bestanddelen van de diesel, voornamelijk zwavel. Zoals alle levende organismen die ”eten”, scheiden ook deze organismen afvalproducten af. Het is deze afscheiding die in ons brandstofsysteem de problemen veroorzaakt. De verontreiniging, meestal een soort slijmerige slierten, verstoppen het brandstoffilter. Bovendien kunnen de zuren die er in zitten onderdelen van het hogedruk systeem aantasten.
De beste preventieve maatregel is zorgen dat er geen water in de brandstof tank kan komen. – Tank schone diesel bij een betrouwbaar tankstation. – Zorg voor een waterabsorberend filter op de tankbeluchting. De tankbeluchting is een opening waar water doorheen kan. – Laat de tank niet lange tijd leeg of grotendeels leeg staan. Lucht bevat waterdamp die bij lage temperatuur condenseert op de tankwand. – Zorg voor een aftapkraan op het laagste punt van uw brandstoftank. Water dat ondanks uw voorzorgen in de tank is gekomen, zit altijd op het laagste punt en kan dan afgetapt worden. Behalve de hiervoor genoemde maatregelen kan er preventief een Bactericide aan de dieselbrandstof worden toegevoegd. Hierover later meer. Zoals u ziet kosten de hiervoor geschetste maatregelen nauwelijks moeite en met uitzondering van een bactericide helemaal geen geld. Anders wordt het als we de gevreesde verontreiniging al in onze tank hebben. Gaat het om een lichte verontreiniging dan kunnen we nog met de al eerder genoemde bactericide het probleem oplossen. Het middel zal de micro-organismen doden en ons brandstoffilter zeeft de – dan nog geringe hoeveelheid – schadelijke producten uit het brandstofsysteem voor de zaak verstopt of anderszins schade kan veroorzaken. Meestal zullen we niet zo gelukkig zijn en merken we pas dat de brandstof verontreinigd is als de motor langzamer gaat lopen
17
of zelfs helemaal afslaat. De motor krijgt dan geen brandstof meer omdat het filter verstopt is door de verontreiniging. Een nieuw filter kan als het om een korte periode gaat – een haven invaren bijvoorbeeld – een oplossing bieden maar ook het nieuwe filter zal snel verstopt zitten met smurrie. Als het eenmaal zover is moeten tank en leidingen grondig gereinigd worden. – De tank moet geleegd en zo goed mogelijk worden schoongemaakt. Als uw tank geen inspectiedeksel heeft kan dat een zeer lastige zaak zijn. Spoelen met schone olie is dan de enige oplossing en u kunt er niet zeker van zijn dat u alle water en andere verontreinigingen kwijt bent. – De leidingen naar het filter leegmaken en het filterhuis schoonmaken voor u een nieuw filter monteert. Na deze ”grote schoonmaak” kan de tank gevuld worden met schone dieselbrandstof waar we een bactericide aan toevoegen om de resten verontreiniging, waar we niet bij konden, te doden. Het is verstandig de behandeling met bactericide af en toe te herhalen.
Tenslotte nog twee opmerkingen. Voor dit artikel vroeg en kreeg ik advies van het Technisch Informatiecentrum van Shell. De woordvoerder van Shell gaf aan dat er in ons land maar één bactericide verkrijgbaar is die geschikt is voor de hiervoor omschreven doelen. Dit product is genaamd “GrotaMar 71”en wordt geïmporteerd door Schulke en Mayr Benelux BV in Haarlem. Technische informatie en een lijst van leveranciers zijn verkrijgbaar bij de TC. In de watersporthandel is een doorstroomapparaat verkrijgbaar waarin de brandstof door of langs permanente magneten wordt gevoerd. De leverancier hiervan claimt dat door de werking van dit apparaat de micro-organismen die de brandstof verontreinigen onvruchtbaar worden. Ze zouden dan, zonder verder problemen te veroorzaken, uit het systeem worden gefilterd. Bovendien zou door dit apparaat de vloeistofspanning van de brandstof dalen met als gevolg een iets lager brandstofverbruik. Nadere informatie heb ik van de leverancier niet ontvangen. De woordvoerder van Shell kende het apparaat niet en zei niet te geloven in de werking ervan.
Jan Alkema MEER LAADCAPACITEIT UIT DE GENERATOR De elektrische installatie aan boord bestaat uit een generator of dynamo, één of meer accu’s en de energieverbruikers, zoals lampen, pompjes, een koelkastje etc. Tijdens zeilen en liggend aan de wal (zonder walstroom) of op een ankerplaats wordt de energie aan de accu onttrokken. De accu is slechts een buffer. De elektrische energie die wordt verbruikt moet worden bijgeladen. Tijdens het motorgebruik wordt de accu dan ook weer bijgeladen. De in dit artikel genoemde accu’s zijn de gebruikelijke loodaccu’s. Gelaccu’s blijven hier buiten beschouwing. Een voor de hand liggende gedachte is om bij weinig motoruren te zorgen voor meer laadcapaciteit. Bij de auto hoeft dat niet, want als de automotor is gestopt dan wordt er meestal weinig of geen energie gebruikt. Tijdens het rijden wordt steeds bijgeladen. Voor zeilboten ligt dat anders. Problemen kunnen ontstaan als er lange perioden van energieverbruik zijn en maar
18
korte perioden van bijladen tijdens motoren. Alternatieve mogelijkheden zijn windmolens en zonnepanelen etc, maar deze blijven in dit artikel buiten beschouwing. Je zou kunnen overwegen om een generator te nemen met een grotere laadcapaciteit. Toch zal dit in veel gevallen weinig of niets uitmaken. Wanneer je de laadstroom zou meten, dan zou blijken dat met een vrij lege accu er wel hoge laadstromen aanwezig zijn. Dit duurt maar korte tijd. Naarmate de accu voller wordt, wordt de accu(bron)spanning hoger. Het spanningsverschil tussen de laadspanning en de accu bronspanning neemt af en daarbij ook de laadstroom. Wanneer de laadstroom bijv. 10 Ampère (A) is, dan maakt het niet uit of de generator een max. capaciteit heeft van 30A, 50A of 100A. Niet de laadcapaciteit is in dat geval bepalend, maar alleen het spanningsverschil en de inwendige weerstand van de accu. Belangrijk is de laadspanning. Bij veel generatoren is de spanningsregelaar afgesteld op 14 Volt (V) of 14,2 V. Dit is een
soort compromis tussen het laden met 14,4 V bij half lege accu en 13,8 V bij een volle accu. Deze constante en iets te lage spanning is dus niet optimaal voor zeilboten met relatief korte oplaadperioden. Het gevolg is, dat de accu nooit helemaal vol wordt, zonder alternatieve stroomvoorzieningen. Daarmee is dus minder accucapaciteit beschikbaar en zal de nooit geheel volle accu minder lang mee gaan. Op zich zelf niet dramatisch, maar toch ook niet optimaal. Er zijn ook regelaars te koop, die voor een hogere spanning zorgen, zoals 14,6 of 14,8 V en die op de bestaande generator kunnen worden gemonteerd. Met zo’n regelaar levert de generator een veel hogere laadstroom door het hogere spanningsverschil met de accu. Hierbij komt een ander probleem om de hoek. De hogere spanning is gevaarlijk voor een bijna volle accu. Bijna volle accu’s gaan bij spanningen hoger dan 14,5 Volt “gassen”. Het water uit de accu gaat ontleden in waterstof en zuurstof en dit kan het gevaarlijke “knalgas” geven. Voor dit spanningsprobleem zijn echter oplossingen. Tegenwoordig zijn er intelligente regelaars. Zo’n regelaar zorgt bij een half lege accu voor een hogere laadspanning en pas bij volle accu’s wordt de laadspanning verlaagd. De laadstroom is dus altijd zo hoog mogelijk, terwijl een volle accu niet wordt “overladen”. In de Waterkampioen nr. 22 van 1998 wordt een test beschreven. In sommige gevallen moet de regelaar worden vervangen (Mastervolt of Hella) of wordt een intelligente regelaar parallel met de bestaande regelaar gemonteerd (Sterling). Met geen van beide systemen heb ik zelf ervaring, maar ik heb er vertrouwen in dat het werkt. De kosten van zo’n regelaar zijn zo’n ƒ 500,– tot ƒ 600,–.
Velen zullen er tegen opzien om te gaan sleutelen aan de elektrische installatie. Er is nog een andere simpele en minder kostbare oplossing om een beter gebruik te maken van de bestaande laadcapaciteit van de generator en tegelijkertijd een langere levensduur van de accu’s te bereiken. Stel de licht accu is 100 Ah. Stel dat het verbruik aan boord 50 Ah is, voordat de accu weer wordt opgeladen. De accu wordt dus nooit verder ontladen dan 50%. Op deze wijze kan de accu ca. 250 malen worden ontladen en geladen, dus 250 laad/ontlaad cycli van 50%. Het idee is nu om de accu capaciteit , bij gelijk verbruik, te verdubbelen. Een tweede accu van 100 Ah. wordt parallel aan de eerste geschakeld waardoor de capaciteit toeneemt tot 200 Ah. Bij het verbruik van 50 Ah. worden beide accu slechts ontladen tot 25%. Dit kunnen beide accu’s veel langer volhouden, namelijk ca. 1000 cycli. De levensduur van de beide accu’s is dus aanzienlijk verlengd. Hiermee wordt de investering al ruim terug verdiend. Tijdens het laden is de inwendige weerstand van 2 parallelle accu’s de helft van 1 accu en dus zal bij gelijk spanningsverschil een dubbele laadstroom ontstaan. De generator levert dus 2x zoveel stroom in dat geval en dus zal het laden van de verbruikte 50 Ah ook sneller gaan. Dit betekent dus minder gedwongen motoruren of gemiddeld een hogere lading in de accu’s. Bovenstaand verhaal gaat natuurlijk niet op als bij het aan boord komen van de extra accu ook het verbruik met een factor 2 omhoog gaat. In dat geval moet toch weer meer gemotord worden, of zijn toch alternatieve stroomvoorzieningen nodig zoals windmolens of zonnepanelen of stilliggend, de walstroom.
PLANOLOGIE A.W. de Ruyter van Steveninck KORT PLANOLOGISCH NIEUWS Het kabinet heeft op 19 oktober de derde Nota Waddenzee (PKB deel 3, zie Toerzeilen no. 173: Planologische Kernbeslissing Waddenzee) vastgesteld. Hierin wordt gesteld dat het Interprovinciaal Windpark Afsluitdijk (IPWA, TZ 176) van Noord-Holland en Friesland in principe
acceptabel is maar getoetst moet worden aan Vogel- en Habitatrichtlijn. De Waddenvereniging, die fel tegen het park is, wil het desnoods tot aan het Europese Hof in Luxemburg aanvechten. De woordvoerder van het IPWA team maakt zich daarover absoluut geen zorgen. (Staatscourant, 22 oktober 2001).
19
Een kleine meerderheid in de Tweede Kamer lijkt voorstander te zijn van het windpark langs de Afsluitdijk. (Leeuwarder Courant, 1 november 2001). Een door de provincies Noord-Holland en Friesland opgestelde Milieu Effect Rapportage schat dat de nadelen van het Windpark gering zijn; van slechts drie beschermde eendensoorten zullen enkele honderden tot duizenden het leven laten. Met inbegrip van de niet beschermde soorten zullen er 14000 jaarlijkse slachtoffers vallen. De plannen zijn getoetst aan de Europese regelgeving. Volgens projectleider Jan Wittink blijken ze nauwelijks te botsen met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. (Leeuwarder Courant, 8 november 2001). Recent onderzoek heeft uitgewezen dat op de bodem van de Friese wateren zo’n 65 miljoen m3 bagger ligt waardoor de minder wordende diepte een toenemend probleem wordt voor de recreatievaart. Alleen al het opruimen van de honderd ergste knelpunten kost ƒ 220 miljoen. Het kabinet heeft voor heel Nederland ƒ 485 miljoen gereserveerd. Friese gemeenten moeten nu in samenwerking met de waterschappen snel baggerplannen opstellen. (Waterkampioen/Uitkijk, 31 augustus 2001). Steeds meer gemeenten in Friesland willen af van het heffen van bruggeld. Het betreft de gemeenten Wymbritseradeel, Boarnsterhim en Tytjerksteradeel. (Waterkampioen/Uitkijk, 12 oktober 2001). Rijkswaterstaat wil in 2003 of 2004 beginnen met de bouw van extra spuisluizen bij Kornwerderzand. Het stijgen van het zeewaterpeil (met 10 cm in de afgelopen 50 jaar en met een geschatte 25 cm in de komende 50 jaar) maakt een groter spuicapaciteit noodzakelijk. Het project moet klaar zijn in 2005. De kosten worden geschat op ƒ 500 miljoen. Een gemaal ziet men niet zitten wegens de enorme hoeveelheden af te voeren IJsselmeerwater. Op termijn ontkomt men niet aan een hoger peil in het IJsselmeer. Zie ook Toerzeilen 164: “De toekomst van het IJsselmeer” en Toerzeilen 169: “Waterhuishouding in Het Natte Hart”. (Schuttevaer, 11 augustus 2001). Begin 2002 wordt begonnen met de aanleg van het randmeer voor het eiland
20
Wieringen. Zie ook TZ 173 en 176. Niet alleen heeft het toeristische waarde voor de waterrecreatie, het kan ook een bijdrage leveren aan de waterberging (zie TZ 164: De toekomst van het IJsselmeer), terwijl ook ca. 15% van de in de Ecologische Hoofdstructuur vastgelegde verbindingsroutes voor planten en dieren wordt gerealiseerd. In tegenstelling tot sommige berichten wordt het meer zoet, niet zout. (Verenigde Noordhollandse Dagbladen, 2 oktober, 13 november 2001). Het Plassenschap Loosdrecht verleent sinds 1 januari van dit jaar voorrang aan partyschepen en de overige beroepsvaart bij de Mijndense sluis. Het KNWV stelt dat dit in strijd is met het BPR en heeft een beroepsprocedure aangespannen bij de Bezwarencommissie van het Plassenschap. Deze heeft evenwel de eis op formele gronden afgewezen. Het KNWV stapt nu naar de rechter. (Schuttevaer, 8 september 2001). Marina jachtwerf Numansdorp is vernieuwd en uitgebreid. Komend voorjaar zullen er 190 ligplaatsen beschikbaar zijn. Er is ook een nabijgelegen golfbaan. (Waterkampioen/Uitkijk, 12 oktober 2001). Na het baggeren van de buitengeul van de haven van Oude Tonge in 1998 wordt nu de binnengeul van 1,70 m naar 2,10 m gebracht. Er komen ook nieuwe sanitaire voorzieningen en een nieuw havenkantoor. (Schuttevaer, 11 augustus 2001). Van de stadshaven van Goes worden de kademuren gerestaureerd. Het werk wordt in twee fasen uitgevoerd. De eerste duurt tot en met april 2002, de tweede van oktober 2002 tot en met april 2003. De haven is dan gesloten. Jachthaven De Werf blijft gewoon open. (Waterkampioen/Uitkijk, 31 augustus 2001). De provincie Zeeland en vier kustgemeenten hebben bezwaar aangetekend tegen het plan van de Belgische energiemaatschappij Electrabel om een windmolenpark te bouwen voor de Belgische kust, ca. 15 km van Westkapelle. Dit project bestaat uit vier fasen van elk 100 MW (50 turbines). Om de visuele impact van de 110 m hoge molens te verminderen worden zij grijsblauw geschilderd. Er bestaat vooralsnog onvoldoende duidelijkheid over de gevolgen
voor de vogeltrek, de visserij en de radarketen voor de scheepvaart. (Provinciale Zeeuwse Courant, 29 september, 17 oktober 2001). Staatssecretaris Bos van Financiën heeft bevestigd dat de vaarbelasting (TZ 176) van de baan is, wegens juridische en financiëeltechnische problemen. Wel wil hij in 2002, na de verkiezingen, een nieuw plan indienen voor een algemene heffing voor de watersport, waarvan de opbrengst van ƒ 40 miljoen i.p.v. de ƒ 80 miljoen van het oude plan, ten goede zou moeten komen aan de
sector, bijv. voor de verbetering van vaarwegen. Het ministerie van VROM is daarbij betrokken omdat men de rechtvaardiging ervan wil ontlenen aan de door de watersport veroorzaakte milieuschade. (Schuttevaer, 22 september, Motorboot november 2001). GroenLinks heeft in het ontwerp verkiezingsprogramma een vaarbelasting voor recreatievaartuigen opgenomen. De belasting varieert naar grootte en motorvermogen van het vaartuig. (Schuttevaer, 3 november 2001).
LEDENADMINISTRATIE Kees Dik Nieuwe leden van 30-09-2001 tm 21-11-2001
21
In het belang van de privacy van onze leden is deze pagina blanco gemaakt.
VERENIGINGSEVENEMENTEN Lèneke Dieperink ZEEMANCIPATIE RONDJE NOORDHOLLAND Net thuis na drie maanden rondgezeild te hebben, de Wadden, Duitse wadden en Denemarken was het zeemancipatie weekend waar ik nu voor had opgegeven. Waar ben ik eigenlijk aan begonnen, dacht ik bij mezelf. Wat is je motivatie werd me gevraagd. Kijk, je zeilt altijd samen met je man. Gaat er iets fout, dan grijpt hij meteen in dus krijg je zelden de kans om te bewijzen dat je het zelf ook wel had kunnen oplossen. Daardoor ontbreekt het aan voldoende zelfvertrouwen en dat wil ik gewoon graag aankweken. Mocht er iets met de schipper gebeuren dan moet ik zelf kunnen ingrijpen, navigeren, etc. Hier lag dus mijn kans. Vanwege bet slechte weer werd door de tochtleiding besloten het zeezeilgedeelte af te gelasten en alleen op het IJsselmeer te varen. Dat leverde een pluim op van de Kustwacht. Ik word door mijn man vrijdag met ons eigen schip gedropt in Monnickendam, thuishaven van de ‘Welmoed’ van Hannie Vlaskamp. We hadden afgesproken dat hij met onze ‘Relief’ ergens anders zou gaan liggen. Ik was nu immers opstapper bij Hannie. De beide andere opstappers kwamen wat later en na de eerste kennismaking vlotte het gesprek in een heel gezellige sfeer. Na toch lekker te hebben geslapen op een vreemd schip (de geluiden op je eigen boot zijn zo vertrouwd) en ontbeten vertrokken wij, na eerst de voor ons nog vreemde zeilen te hebben aangeslagen. De opstappers moesten direct zelf de box uitvaren. Westenwind kracht 4, zou naar 5-6 gaan, dat was dus zeer gunstig
richting Enkhuizen. We moesten al spoedig een rif zetten, wat later gevolgd door een tweede. Het schip zou anders misschien uit zijn roer kunnen lopen en bovendien was het een goede oefening voor de opstappers. Wij probeerden op kanaal 77 andere schepen op te roepen: ”hier de Welmoed voor de Double Dutch”. Een mannenstem maande ons van bet kanaal af te gaan. “Ik zou niet weten waarom, ik heb ook recht op dit kanaal” zei onze schipper. Doodse stilte, de mannenstem was en bleef weg! Hannie liet haar opstappers zelf aanmeren aan de wachtsteiger voor de sluis en daarna dito in de sluis. Ik probeerde een landvast om de bolder te werpen, wat de eerste keer mislukte. Een zeer vriendelijke, behulpzame man bood aan mij te helpen. Hannie: ”wij zijn een vrouwenschip en willen het zelf doen!” Hij moest lachen en zei: ”o sorry hoor”. Toen naar de Buyshaven, daar lagen al een aantal ”vrouwenschepen” afgemeerd. Doordat de zon inmiddels lekker was gaan schijnen kon de geplande meeting op de kade worden gehouden. Iedere bemanning liep te sjouwen met tassen met drank, zoutjes, kaasjes, toast etc. Wat was het leuk om andere zeilvrouwen te ontmoeten en onze bevindingen uit te wisselen. Net zoals Anneke aanhaalde in haar speech, hoe is het mogelijk dat je je meteen vertrouwd voelt met volkomen vreemde vrouwen. Zeilen is blijkbaar het wachtwoord. Ik heb respect voor vrouwen die met een eigen schip varen, maar uiteraard ook voor mannen die hun vrouw met ”vreemde” opstappers laten varen. Het schip van Ingrid had dezelfde GPS als wij. Zij heeft mij punt voor punt de bediening uitgelegd, waypoints in de kaart laten
23
opzoeken en tot slot te berekenen door Hannie en Gerda. Ik ben hen eeuwig dankbaar. Met z’n allen gegeten in de ”Mastenbar”. Weer tussen onbekenden gezeten maar dat duurde niet lang. De gesprekken waren zeer geanimeerd. We schijnen wel vaak dezelfde soort mannen te hebben: doe wat je gezegd wordt, punt uit. De volgende morgen om 9 uur palaver. Er was nog een jarige in ons midden dus die moest eerst worden toegezongen. Toen ging elk schip weer naar zijn eigen thuishaven. Regen en af en toe heel krachtige wind. Begonnen met twee reven maar na een tijdje dachten we: nu is het wat minder, dan er maar eentje uit. Het was goed om je heen kijken geblazen, de ene regenbui na de andere zag je in de verte al weer aankomen. Prachtige luchten maar ook met een flinke dot wind. Wij wilden ook
nog gaan bijliggen, de wind viel echter opeens weg. Dat was de bekende stilte voor de storm. We vlogen door de Gouwzee verder op Monnickendam af. Met heel veel dank aan mijn schipper en de tochtleiding heb ik een heel apart zeilweekend meegemaakt en ik wil volgend jaar zeker weer mee! (Kan ik mij nu alvast opgeven?). Toen ik op mijn eigen schip aanmonsterde probeerde ik meteen mijn vergaarde kennis uit. Zocht boeien op, berekende ze en toetste ze in de GPS, alles ging prima maar toen ik het resultaat op het scherm voor mijn neus zag bleek het volgende waypoint in Engeland te liggen in plaats van onze thuishaven. Ik had bij het wijzigen van een oud waypoint vergeten de W in een E te veranderen. Je bent nooit te oud om te leren, ik word volgend jaar 70.
J. Scholte VERSLAG 18-UURSTOCHT 2001 De 18 uurs-tocht van de NVvT wordt ieder jaar georganiseerd door regio West. Dit jaar op 8 en 9 juni. De datum wordt mede gekozen in een avond dat we zoveel mogelijk plezier hebben van een maantje. Dat geeft vooral bij een heldere hemel een fraai gezicht voor de bemanning. De start is uit vele havens op het Noordelijk- en Zuidelijk IJsselmeer om 22.00 uur. Een 18 uur later, om 16.00 uur, is de finish die elk jaar wisselt in een andere haven. Dit jaar is Workum de eindhaven. Aldaar kan men aan de mede tochtgenoten de verhalen kwijt. Aan de tocht is door 24 deelnemers ingeschreven. Gestart zijn 18 deelnemers. Door 16 schippers is een logblad ingeleverd waaruit de volgende conclusie getrokken kan worden. Het begin van de avond is over het algemeen rustig begonnen. Met later op de avond een wat aantrekkend
windje tot 4 Beaufort. Echter rond het middag uur van de zaterdag was het uit met het zeilen. De wind liet zich niet meer zien. Door alle indieners van het logblad is de tocht voor kortere of langere tijd geëindigd met het oliezeil. Wat uiteraard niet de bedoeling is van een zeiltocht. Het laatste rak hoort eigenlijk onder zeil gedaan te worden. De logbladen zijn over het algemeen redelijk tot goed ingevuld. Al zijn er toch elk jaar ook een aantal die op de plaats voor de positie, in plaats van de naam van het baken, een positie in breedte en lengte graden invult. Ook de barometer neemt soms een bescheiden plaats in. De tocht heeft tot doel om de deelnemers op dit gebied wat meer discipline te geven en te oefenen in het nachtzeilen en wachtlopen. We hopen dat dit voor alle deelnemers steeds een goede leerschool is. Waarbij uiteraard de gezelligheid na afloop van de tocht ook een zeer belangrijke schakel is.
Jacqueline Nieuwenhuizen ZOMER FAMILIETOCHT IJSSELMEER – 22 t/m 28 juli 2001 De aanlooproute – of is het beter om van een aanvliegroute te spreken – van de
24
Familietocht op het Noordelijk IJsselmeer was veelbelovend. Een sleepje van de reddingsbrigade na een motorstoring door ronddrijvende Belgische vlag die in onze schroef belandde, een bijna-botsing tussen
onze masttop en de Hollandse brug en een uitgestorven IJsselmeer vanwege de stormachtige zuidwesten wind en donkere wolken. Na drie stormachtige dagen liepen we met windje 2 en een stralende zon de Marina van Stavoren binnen. Aan de gereserveerde steiger druppelden de boten, allemaal met één of meer kinderen aan boord, binnen. Aan het eind van de dag lag daar een complete schoolklas klaar voor vertrek. Op de skippers meeting in het Paviljoen, stelde Rob Beute die de tochtleiding had, de deelnemers maar meteen voor het tijdstip van het palaver een uur te verlaten tot 10 uur. Het was tenslotte vakantie… De kinderen deelden ondertussen de bijbootjes, vishengels, barbiepoppen, schepjes en emmers, kleurpotloden en chips en tot ‘s avonds (veel te) laat was het spelen en pret maken. De vakantie was begonnen! De eerste dag ging de tocht naar Makkum. Een vriendelijk windje blies ons daarheen en bij binnenkomst in de overvolle Marina, waren opnieuw tien boxen voor ons gereserveerd waardoor de vloot binnen redelijke afstand bij elkaar lag. Voor de kinderen was er genoeg te doen, een speelactiviteit bij de naastgelegen camping en een blauw zwembad op de Marina. Vaste prik: om 9 uur was het bedtijd voor allen onder de 15 jaar. De volgende dag was er voor het vertrek naar Medemblik een alarmerend ruikende gasfles, maar dat werd snel verholpen. Hoe warmer de zon scheen, hoe minder de wind waaide. Het KNMI sprak inmiddels van een hittegolf. Het zeil maakte plaats voor de motor en de muggen streken enthousiast neer op de boten en hun bemanning. In de kajuit werd onderwijl druk gespeeld. Bruin gevlekt van de muggen kwamen we aan in Medemblik waar we ons eigenaar van een 45-voeter konden wanen. We lagen eerste rang, in een box van 25 meter. Met vijf Toerzeilers in één box wel te verstaan. Terwijl een aantal schippers geïrriteerd de boot schoon probeerde te spuiten na de muggenplaag, werd de andere helft van de bemanning, na een rondleiding en proeverij in het banketbakkersmuseum, hopeloos verliefd op de truffels van deze bakker. De warme maaltijd, braaf gekookt in de warme kombuis, moest het afleggen tegen een patatje met frikandel op een terras naast de kermis. De kinderen schoten weer van de waterglijbaan af in het gemeentelijke zwembad dat op loopafstand van het
Regatta Centrum ligt. De volgende bestemming was Enkhuizen met het beproefde recept voor de tocht: motoren, muggen verjagen en na aankomst de boot afspoelen. Maar we hadden een superplek! Wederom alle boten naast elkaar, pal naast de kinderspeeltuin en met beschaduwde bankjes voor een drankje na een dag varen.
Altijd een vriendje in de buurt. Donderdag was de “welverdiende” rustdag gepland. Met de kleinsten werd het Sprookjeswonderland bezocht en met de boven-bouwers, het Zuiderzeemuseum. En na een happy-hour op ‘de bankjes’ was het grote luieren nu echt aangebroken. Zelfs een portie ‘fish and chips’ afhalen zat er niet meer in. Uiteindelijk werd daarom aangeschoven in de Mastenbar, het restaurant ín de haven, slechts 10 meter lopen van de boot. Vrijdag 10 uur palaver voor de terugtocht. In eerste instantie stond Hindeloopen gepland. Dat zou betekenen dat we de laatste dagtocht tegelijk met de gehele skûtsjesvloot door de Johan Frisosluis zouden moeten. Dat zou lang kunnen gaan duren. Besloten werd om eerst te schutten en te overnachten bij de Galamadammen. U raadt het al: motor uit, zwembad of speeltuin opzoeken en vakantievieren. Op de laatste dag hebben veel Toerzeilers een uitstapje naar de Friese Fluessen gemaakt. Een van de Toerzeilers heeft de hele (verjaar)dag een bezopen Abraham in zijn bijbootje meegetrokken. En op zo’n zomerse topdag ben je daar echt niet alleen… In een tropische sfeer, werd de tocht afgesloten met een barbecue in jachthaven de Vrijheid in Warns. Na de prijsuitreiking van de kleurwedstrijd, volgde het loflied voor de tochtleiding.
25
Happy Hour op de bankjes.
Het gevoel dat we in niet-alleen zijn, hadden we na het afscheid op zaterdagochtend niet meer. Vooral voor de kinderen was het wennen zonder je vriendjes en vriendinnetjes in de buurt. Het was een tocht zonder technische problemen of ongelukken. De vakantieganger in ons heeft een grandioze week beleefd. De kinderen willen volgend jaar wéér zo’n tocht. En de echte zeilfanaten? Ach, die konden tijdens de eerstvolgende dagen hun hart weer ophalen. Waarschuwing voor de scheepvaart: IJsselmeer zuidwest kracht 7.
REISVERSLAGEN Jan Willem de Koning en Annet de Haan BERICHT VAN DE ONDERNEMING (7) Lieve mensen, we verlaten Europa! Over een paar dagen is het zo ver, 850 zeemijl te gaan naar Dakar. Als de passaat goed meewerkt, zijn we er in een dag of zeven, acht. In Arrecife liggen we weer aan één van de gratis moorings, die overigens niet altijd zo betrouwbaar blijken te zijn. Bij een harde zuidenwind gaan verschillende schepen aan de haal door breuk in de lijn of het losraken van een sluiting waar mee de lijn met ketting aan het grote beton blok op de bodem vastzit. Wij liggen eerst aan een mooring waarvan we het blok zo uit de grond kunnen trekken, dat is dus eigenlijk een voor een klein visbootje. Gelukkig ontdekken we het op tijd, het water is ook zo helder, dat je de bodem goed kunt zien, zelfs zonder snorkel. We hebben contact met een FransAustralisch stel dat ook naar Senegal / De Gambia en daarna Brazilië gaat. We kopiëren weer heel wat kaarten; daar doen ze hier niet moeilijk over. Zelfs hele pilots (zeereisgids) worden gekopieerd, zonodig met kleurenpagina’s. Die boeken zijn verschrikkelijk duur en we hebben er veel van nodig dus op deze wijze komt splinter door de winter. Met een vrij krachtige wind zeilen we van Lanzarote langs de kust naar Fuerteventura, onderweg zelfs een bui regen! We halen af en toe de acht knopen! We zoeken ons op Fuerteventura weer rot naar de kraagtrap, maar nada de nada. We huren een auto om het eiland te verkennen
26
en vragen naar de gebieden waar deze vogels voorkomen. In echte halfwoestijnen komen ze nog voor. Uren lopen en dwalen we in de verlatenheid, maar helaas geen kraagtrappen! Wèl veel geitenkudden. We zien wel een stuk of zeven aasgieren. Wat zijn die volwassen beesten mooi om te zien, wit met zwarte vleugel randen. We hebben ze wel eens in een dierentuin gezien maar daar zijn het gewoon zielige grauwe vogels. De gieren leven voornamelijk van de sterfgevallen onder de geiten. We vinden regelmatig kale karkassen. Het valt ons op Fuerteventura niet mee om een ligplaats aan een steiger te vinden. Omdat we een auto huren liggen we het liefst even in een marina. We zijn b.v. weggestuurd in Castillo omdat de vrije box toegezegd was aan iemand die gereserveerd heeft. Volgens ons een smoes van de havenmeester omdat we er zomaar waren gaan liggen en dat zinde hem kennelijk niet. Maar hij is ook nergens te vinden als we aanleggen. In Morro Jable helemaal in het zuiden vinden we wel een stekkie en we vertellen de havenmeester dat we voor een medische behandeling voor een dag of drie een plaatsje zoeken. Veel gezucht, maar goed het moet dan maar. We huren daar een auto, gaan een paar verhuurbedrijven langs en dingen af, scheelt ons een stuk! Morro Jable is een oud vissersplaatsje, maar als het ware overwoekerd door grote hotels en appartementen- complexen, er zijn heel veel toeristen en bijbehorende eettentjes, souvenir winkels enz. Fuerteventura heeft veel gele stranden en hoge zandduinen, overgewaaid uit de
Sahara. Alleen in het centrale deel tegen de wat hogere noordelijke hellingen vindt je begroeiing en wat land- en tuinbouw. In deze tijd is het behoorlijk druk met jachten op de Canarische Eilanden, november en december zijn de maanden om naar de Carieb over te steken. Ook de ARC (rally voor jachten van Las Palmas naar St. Lucia) start wordt in deze tijd gehouden. Overal hoor je dan dat er geen plaats meer is in de havens, omdat de ca 250 jachten die aan de ARC mee doen voorrang hebben. Wij proberen toch maar een plaatsje in Las Palmas in de jachthaven te vinden. Wat blijkt? Omdat iedereen denkt dat het er vol, is zijn er nog voldoende plaatsen. We liggen zelfs eerste klas met uitzicht over de baai en de drukte in de handelshaven. De havenmeester zegt dat hij ons weg zal sturen als de deelnemers van de ARC binnenkomen, maar we liggen nu al drie weken en de haven is nog steeds niet vol. We hebben het idee dat de ARC dit keer niet zoveel deelnemers heeft als andere jaren. Er “mogen” er plm. 250 aan deelnemen tegen betaling van 1000 tot 2000 gulden, we zien er nu nog maar een stuk of vijftig liggen. We zullen de start op 25 november niet meemaken. Het valt ons op dat de jachten die meedoen steeds groter en luxer worden. Er ligt hier zelfs een jacht met een jetski (!) achter op dek dat meedoet. Het wordt een rijkelui’s tochtje. We liggen hier nu tussen deelnemende jachten van 1,5 tot 2 miljoen gulden. Goed, er doen ook nog “modale” jachten van 3 à 4 ton mee. We zijn de laatste weken weer druk bezig met de reisvoorbereiding; dit is geen vakantie hoor! Alles duurt even lang om aan boord te krijgen. Hoewel, met boodschappen valt het reuze mee als je weet waar je moet zijn. De grote supermarkten brengen alle bestellingen boven 75 gulden gratis aan boord. We zijn wel drie uur aan het winkelen en laden drie grote karren vol. De laatste dag doen we het verse spul en wat aanvullingen en dan zijn we er. We doen voor een maand of drie vier inkopen omdat we in West Afrika niet veel kunnen kopen. Bovendien moeten we ook de voorraad voor de oversteek naar Brazilië al aan boord hebben. We hebben Franse franc’s, dollars en travellercheques nodig en zijn bijna een dag bezig om het voor elkaar te krijgen; we worden van het kastje naar de muur gestuurd voor we de juiste bank vinden.
En dan het wachten op bestellingen. Nederland doet niet onder voor Spanje in slordigheid. Lodestar rubberboten in Amsterdam laat het behoorlijk afweten met verzenden van een nieuwe losse bodem voor ons bijbootje en we hopen maar dat die nog op tijd komt. In onze GPS (positiebepaler) moet een nieuwe interne batterij gesoldeerd worden en dat kan hier bij een nautisch bedrijf, maar als we het apparaat terug krijgen is hij niet meer aan de praat te krijgen, dus terug brengen en wachten. Zouden ze hem verkeerd behandeld hebben? We wachten al een week en elke dag is het mañana. We vertrouwen het niet en bedenken van alles om weer een goede GPS te krijgen, zoals net zo lang in de winkel blijven tot hij klaar is of dat we een nieuwe krijgen. Zeggen dat we slechte praatjes op de haven gaan vertellen enz. Maar eindelijk brengt hij hem toch aan boord en alles doet het weer. Wat een geruststelling. We bestellen een stormfok bij de zeilmaker op de haven, die komt na regelmatig aandringen de boel even opmeten. ”Don’t worry, I fix it in one or two days”, maar het is nog steeds niet klaar. We hebben nog niets betaald dus vertrekken desnoods zonder. De naaimachine blijkt toch door het waterballet van het voorjaar vastgelopen te zijn. Maar er is hier een goede naaimachine reparateur, die hem gelukkig weer aan de praat krijgt. Ondanks alle kleine troubles zeggen we toch steeds weer “wat hebben een mooi leventje aan boord”. We kijken de motor weer eens helemaal na, voor zover we daar verstand van hebben, verversen olie, vervangen filters, poetsen en verven; we zijn er twee dagen mee bezig want we kunnen er slecht bij, er moet heel wat overhoop gehaald worden. Heerlijk klusje bij een temperatuur van 29 graden; “Mucho calor” . We zijn altijd maar bezig met het maken van zonnetentjes en we denken het nu gevonden te hebben, Annet is nu druk aan het passen, meten en naaien. We hopen nu a.s. woensdag te kunnen vertrekken, het is dan volle maan dus een kleine week ’s nachts ook nog wat licht op de oceaan. Je moet ook overal aan denken! De laatste injecties tegen tropische ziekten gehaald en gestart met het wekelijks slikken van een malariapil.
27
Lieve mensen toch weer een heel verhaal, allemaal de hartelijke groeten, benieuwd hoe het in Senegal gaat met e-mail berichten. Waarschijnlijk moeten we ons vanwege de kosten (ƒ 5,– per minuut) tot een keer per week mailen beheersen.
Annet en Jan Willem, a/b Onderneming, Las Palmas, Gran Canaria, 28 oktober 2001. e-mail:
[email protected] Brief adres; Roel en Diny de Haan, Zwenkgras 7, 8935 HA Leeuwarden. Tel.: 058-288 07 84.
Groeten en zoenen,
Dirk en Martha Delsman, zeiljacht Pavane IN 2001 MET DE PAVANE NAAR RIGA, SWINOUJSCIE EN ….APPINGEDAM Westers laagje Wat een verschil met Zweden zeg. Kan ook niet anders natuurlijk. In de Sovjet tijd (1945 tot 1991) werd er uit geldgebrek niets onderhouden en dat is zo één twee drie niet in te halen. De bevolking probeert zoveel mogelijk ‘westers’ te doen waar het kleding, haarkleur en muziek betreft. Soms ziet het er erg westers uit, maar grote delen van de plaatsjes en steden lijken toch armoedig, met hier en daar een teken in de vorm van een mooi park of een renovatie, dat men er de schouders onder zet om aansluiting te vinden met de westerse wereld. We hebben de indruk dat men mikt op toeristen, terecht natuurlijk, want die brengen geld in het laatje. Je kunt dat concluderen uit de mooie parken met veel ‘kinderbindertjes’ zoals speeltoestellen, ed. Ook de haventjes en havens worden aantrekkelijker gemaakt voor de passanten. Hier in Ventspils bijvoorbeeld, een mooie steiger met water en elektriciteit, prima douches. Ziet er keurig uit, zeep in de bakjes, papier, prima in orde. Zoals het er hier uitziet, daar kunnen meerdere havens in ons landje een voorbeeld aan nemen. Ik schrijf landje omdat Letland ongeveer 2x zo groot is als Nederland. Er wonen zo’n 2,5 miljoen mensen, waarvan een derde van Russische komaf is. Ook woont een derde van de bevolking in de hoofdstad Riga. Dat het nu, na ongeveer 10 jaar onafhankelijkheid, nog geen vrijheid blijheid is merk je aan de mensen. Als je ze tegenkomt groeten ze je niet, uitzonderingen daargelaten. Als ze merken dat je ze aankijkt kijken ze gauw een andere kant op, een beetje schuw lijkt wel. Zo lijkt het althans in de plaatsjes waar we tot nu toe geweest zijn, in Riga zal het er wel wat vrijer toegaan, dat is uiteindelijk een stad zo groot als Amsterdam. Ik herinner me een stukje over Letland gelezen te hebben in de Volkskrant
28
van begin april en een van de koppen was: ‘wie goed kijkt ziet hoe dun het westers laagje is’. Dat klopt wel, anderzijds merken we dat er goed en hard gewerkt wordt om die laag dikker te maken. Maar dat er nog veel te leren valt bleek tijdens een dineetje waarop onze vriendin van de ‘Griet’ ons vanwege haar verjaardag trakteerde. Na het diner konden we geen dessert meer bestellen want ‘de kok was al naar huis’. Het was ongeveer 9 uur ’s avonds …
Let it be De volgende mogelijk aan te lopen haven richting Riga is Roja. Als je aan Riga denkt dan ben je geneigd Roja op z’n Spaans als Roga uit te spreken. Niet juist, het is zoals het er staat: Roja. Wel is het ver weg, zo’n 65 mijl. Geen of nauwelijks wind, de motor is niet uit geweest. Bij aankomst in Roja dachten we ‘dit is het’. De monding van een klein riviertje, veel groen rondom, seringen, een keurig haventje met toiletgebouwtje en mooie betonnen paadjes die daarheen leiden. En daarbij was het ook nog prachtig weer. De fietsen mochten weer naar buiten, maar behalve de noodzakelijke lichaamsbeweging boden die weinig voordeel, er was niet veel te zien. Voor het plaatselijke visserijmuseumpje waren we alweer te vroeg in het seizoen, het was gesloten. Verder het inmiddels vertrouwde beeld: huizen in min of meer vervallen toestand, soms een begin van herstel. Wegen met enorme plassen, het regende af en toe, en wat winkeltjes. Leuk om te zien was dat in de winkeltjes in plaats van een kassa een telraam op de toonbank stond voor het maken van berekeningen. We kochten een brood. De ‘Griet’ kwam een dag later aan, terwijl het derde jacht in het haventje een Duits jacht was met aan boord een schipper die we een paar jaar geleden ook in Savonlinna troffen. Jürgen, zo heet de schipper, gaat ook dit jaar, net als de Griet en wij, naar de ICCY-meeting, deze keer in Swinoujscie.
Berekeningen met het telraam. In de buurt was een hotel en een soort disco. Last hadden we er niet van. Wel van de min of meer bezopen opgeschoten jongelui die in de nacht van zondag op maandag de steiger opkwamen, op de boten klopten en al lallend om drank en/of sigaretten bedelden. Van 3 tot 4 uur hielden ze ons zo uit de slaap. Toen een van die dronkelappen daarna baldadig werd en onze lifesling begon uit te rollen werd ik kwaad, rukte de luikjes eruit en tja, ik denk dat ik ze te lijf was gegaan als ze waren blijven staan. Maar ze gingen er vandoor. Op de brug stonden er nog een stuk of wat te schreeuwen. In feite is er natuurlijk niets nieuws onder de zon, in onze westerse havens komen dergelijke dingen ook dikwijls voor. Maar hier in Letland, waar je de mensen niet verstaat, waarvan je de cultuur niet kent, waar de mensen misschien wel een ingebouwde wrok koesteren tegen de westerse kapitalisten, ik durf het best wel te bekennen, ik kneep hem als een dief. Op marifoonoproepen werd overdag niet eens gereageerd, laat staan ’s nachts. Mobieltje dan? Maar wie moet je bellen voor hulp? Eén-één-twee bleek een internationaal alarmnummer te zijn. Brand? nee. Medische hulp? nee. Politie? ja. De juffrouw aan de telefoon zou direct de politie waarschuwen. Wij hebben ze niet gezien, het Letlandse gespuis mogelijk wèl want een kwartiertje later waren ze verdwenen. Het incident gaf een domper op ons verder prettige verblijf in het leuke en verzorgde haventje van Roja. Het volgende haventje lag ongeveer 20 mijl verder richting Riga. Lekker gezeild, af en toe in een flinke regenbui. De Noordcardinale ton voor kaap Mersrags was verdwenen, we konden hem niet vinden, ook niet op de radar. Gelukkig lag de aanloopton er wel en meerden we even later af in Mersrags, met een streepje op de e. Hier moeten de rallydeelnemers verzamelen, ruim 30 schepen.
Dat zal best nog wel een probleem worden want veel aanlegmogelijkheden zijn er niet, tenminste, nog niet. De pontons waaraan wij afgemeerd lagen waren kennelijk kort geleden geplaatst. De menie was nog nat, hetgeen onze stootwillen een ander aanzien gaf. Ook kwamen in de vroege ochtend een paar werkmensen restanten sisaltouw spannen tussen scepters op de pontons. Het is er triest en troosteloos. Oud, smerig en vervallen. In het door ‘Latvijas Juras administracija’ (1999) uitgegeven, keurig verzorgde boekje met Letlandse havens staat onder meer over dit haventje: ‘Supplies en Servecis: fresh water, fuel (gasoline, diesel oil), electricity, minor repair services, telephone, medical aid, postal services, shopping facilities. Bus traffic to Riga, Talsi and other places.’ Als je dat zo leest en je ziet op de tekening de omcirkelde zeilbootjes, het teken voor een jachthaven, dan verwacht je er veel van. Maar echt, het is er triest, vervallen en troosteloos. Het wordt eigenlijk tijd dat we naar Riga gaan, hier op het platteland lopen we het gevaar depressief te worden. Wat een enorme taak ligt hier nog voor de Letlandse overheden. Visnetten Vlak voor Engure. Van een mijl uit de kust tot bijna op het strand. We moesten een paar slagen maken om bij Engure te komen. Een mijl of 11 lekker rustig aan de wind, net niet bezeild. Voor Engure ligt geen aanloopton. Diegenen die wij spraken en die er geweest waren vertelden dat Engure eigenlijk niets voorstelde. Anderhalf huisje. We stelden ons er dus niet veel van voor. Omdat er geen ondieptes voor de haven waren zetten wij een koers uit tot dicht bij de haven. We zagen visbolletjes en snoeren van visballetjes, maar omdat we van afstand een jacht de haven uit zagen varen en onze richting uitzeilen, meenden wij dat die tussen de netten door gevaren was. En dat moesten wij dus ook kunnen. Maar nee, stop, Martha zag opeens zwarte balletjes, op onderlinge afstand van een meter of 5, kennelijk met elkaar verbonden door een touw. Zwarte balletjes op donker water, tussen golfjes die net zo groot waren als de balletjes…., nauwelijks waarneembaar. Stop, achteruit!!!, klonk het en we misten ze op een haar na. Mijltje omvaren, d.w.z. weer de zee in en om de toestanden heen varen. Toen naar binnen en daar troffen we een alleraardigste haven aan. Afmeren aan een betonnen drijvende bak
29
met daarop een schitterend houten gebouw, met balustrade en houten, bewerkte palen. Werkelijk een schitterend gebouw. Alleen in vervallen staat dan, de verf bladderde eraf. Een ponton met kleine bootjes, lasers en optimisten gaf aan dat er in Engure zeilonderricht aan de jeugd gegeven wordt. Dat anderhalve huis viel ook wel mee, het was natuurlijk bij wijze van spreken. Wat winkels, dat verbaast ons eigenlijk, bij ons verdwijnen de winkels uit de kleine gemeenschappen en hier vind je wel 3 tot 4 winkels op een relatief klein aantal huizen. En allemaal verkopen ze de eerste levensbehoeften zoals brood, ed. Het ziet er veel verzorgder uit dan in de vorige haventjes, het zal wel komen omdat we steeds dichter bij Riga komen. Voor Riga is nog een haventje, aan de rivier Leilupe: Jurmala. Een detailkaart van het gebied hadden we niet, we avonturierden het gewoon, uiteindelijk zaten we nog steeds ruim in onze tijd. We hadden wel een aanloopkoers en de opmerking in een of ander boekje dat je het midden van de rivier moet houden. Nou, we vonden zelfs een aanloopton en de koers klopte prima. Tussen de zandbanken door kwamen we op de rivier Lielupe, omgeven door bossen. We voeren, uiteraard in het midden, zo’n mijl of 2 door een prachtig rivierlandschap en vonden vlak voor een spoorbrug aan stuurboord de jachthaven Jurmala. Na de troosteloze aanblik van de vorige haventjes was dit een openbaring.
net als in Engure kwam er alleen koud water uit de douchekoppen. Totdat Robert de stekker van de boiler in het stopcontact deed, kennelijk waren wij de eerste douchers dit seizoen. De omgeving nodigt uit tot fietsen en wandelen, gaan we morgen doen.
Upper ten Ik schreef al dat het er steeds beter uit ging zien hoe dichter we bij Riga kwamen, Nou, het schiereiland van een paar kilometer breed dat gevormd is door de zee aan de noordkant en de rivier Leilupe aan de zuidkant is de goudkust van Riga en misschien wel van heel Letland. Altijd geweest trouwens, duidelijk te zien aan de vervallen ‘oude glorie’. Je ziet er schitterende huizen, meestal van hout, prachtig bewerkte pilaren, bogen, glas-in-lood ramen, torentjes…., van de prijsklasse een paar miljoen in het Gooi.
Oude glorie in ere hersteld.
Haventje van Jurmala aan de Leilupe. Veel motorjachten van het type Bayliner. Ook wat zeiljachten, maar de strijkijzertjes overheersten. Kennelijk een haven waar de rijkere Letten hun jacht hebben liggen. Per nacht 6 Lat, zijnde ongeveer 6 x ƒ 3,80, zeg ƒ 23,00. Inclusief douche, water en elektriciteit. Maar die Letten zijn harde mensen,
30
Alleen door gebrek aan onderhoud erg en soms totaal verwaarloosd. Hier en daar wordt er gerestaureerd, maar dat de nieuwe ‘rijke klasse’ geld heeft blijkt uit de nieuwbouw. Landhuizen, kastelen. We wilden een restauratie van een in onze ogen kerk met toren bekijken, we zagen dat bouwwerk bij het opvaren van de rivier, maar het bleek een nieuwbouw landhuis te zijn. En zo wisselden de vervallen vergane glorie en de nieuwbouw, maar gelukkig ook de schitterend gerestaureerde houten Jugendstil panden zich af op die bosrijke strook tussen de zee en de rivier. We troffen mooi weer en fietsten een dagje door deze omgeving. Met de vouwfietsen in de trein gingen we vandaag, 22 juni, naar Riga. Kosten: 0,42 Lat per persoon, incl. fiets, enkele reis. Een Lat is ongeveer ƒ 3,80, dus bepaald duur is het niet. De trein is niet te vergelijken met de onze, maar het is ook niet eerlijk die vergelijking te maken.
Toen wij ruim 50 jaar geleden bevrijd werden zag het er ook heel anders uit dan nu. En de Letten hebben het Russische juk pas in 1992 afgegooid. En die Russen hebben het vroegere rijke Letland van 1945 tot 1992 als het ware leeggezogen ten behoeve van hun wapenindustrie en prestige objecten als de ruimtevaart. Voor onderhoud van wegen, riolering en de prachtige panden in Riga bleef weinig of niets over. Om dat in te halen is naast veel geld ook veel tijd nodig en natuurlijk vakmanschap en energie. Maar dat laatste hebben de Letten denk ik wel, overal zie je restauratie activiteiten. En de trein waarin wij zaten zag er ook prima uit. Ja, houten banken, een moeilijke hoge instap, en de trein waar we voor de terugtocht instapten moesten we na 5 minuten stilstaan weer verlaten omdat hij stuk was. Maar geen stukgesneden banken of bekladde ramen. Na een half uurtje kwam er een andere trein en die bracht ons terug naar de Pavane in Leilupe. De wegen en rioleringen blijven tot nu toe wat achter. Dat bleek toen het goot van de regen. Dan zie je de gaten in de wegen zich vullen met water, regenpijpen lozen op de trottoirs, soms loop je als het ware door een snelstromende beek. Na regen komt zonneschijn, ook hier en we hopen dat dat nog dit weekend gebeurt. Het is wel heel sneu om de kinderen en ouderen in klederdracht, mooi opgemaakt, in de regen te zien dansen.
Zang en dans in de regen. Kennelijk wordt er een soort midzomerfeest gevierd. De windwaarschuwingen komen weer binnen. Ook de weerkaarten geven een verslechterend weerbeeld te zien. Een laag nestelt zich in Letland en zal de komende dagen veel wind veroorzaken in de Golf van Riga. Wij hebben de tijd en blijven nog een paar dagen in Leilupe. Riga bezoeken we voorlopig wel per trein en fiets.
Foreigners Vandaag met Robert en Maria van ’De Griet’ per trein, zonder fiets, naar Riga geweest. De drukte van gisteren was er vandaag niet. Wel zag je hier en daar mensen, vooral kinderen, met een bloemenkrans op hun hoofd. Soms mannen met een enorme tulband van eikenbladeren. Die eikenbladeren werden ook als versiering gebruikt voor auto’s, terwijl ook de trein achterop met eikentakken versierd was. Maar geen drukte op straat. We wandelden langs prachtige oude panden, Jugendstil, Art Nouveau, Art Deco of meestal een mengelmoesje van meerdere stijlen. Maar kenners zoals Maria en Robert likten voortdurend hun vingers af bij het zien van zoveel schoons. Toen ik al fotograferend en wandelend me het woord beautiful liet ontvallen reageerde een mevrouw die ongeveer met ons opliep met de vraag wat er zo beautiful was. Nou, die grote panden natuurlijk, die verschillende stijlen. ‘Ja, maar de meesten zijn totaal verwaarloosd en helemaal niet mooi’, was haar reactie. Het zal tijd en vooral veel geld kosten om alles weer in goede staat te brengen. Toen ik opmerkte dat er toch wel geld zit in Letland, gezien de nieuwe ‘optrekjes’ in Jurmala vertelde ze dat de panden en de grond daar veelal gekocht worden door ‘foreigners’, vermogende Duitsers en Zweden en Russen. Terug naar af eigenlijk, voor 1920 bezaten vooral Duitse grootgrondbezitters grote delen van het land. Maar er is nu toch wel een geest van zelfstandigheid in de bevolking gevaren, ik denk dat die Letten er wel komen als ik zo om me heen kijk. We bekeken de stad vanuit de toren met lift van de St. Peter’s Church. 72 meter hoog. Jammergenoeg was het zicht slecht, regen en laaghangende bewolking. In 1942 zaten de Duitsers aan de westkant van de rivier en het rode leger aan de oostkant. De Duitsers hebben toen onder meer de toren waar wij op stonden en die toen van hout was, in brand geschoten. Riga is nu al een prachtige stad, maar wat zal het mooi zijn als alles gerestaureerd is.
Luid en niet duidelijk Letland zou eigenlijk Wetland moeten heten. Zo lang we hier zijn regent het vaker dan dat het droog is. En niet zo’n beetje ook, fikse buien. Heel af en toe breekt er een zonnetje door, maar trek je regenkleding niet uit, ze hebben het meteen in de gaten en storten de volgende bak over je uit. Vandaag kwamen we dan echt aan in
31
waar we toen lagen, in Leilupe, bleek daar een feestje aan de gang te zijn. Het was de naamdag van een van de leden en dat wordt elk jaar gevierd op omstreeks de langste dag. Uiteraard vroegen we of het een besloten feestje was, maar nee, kom er bij! Zeer gastvrij werden we onthaald op de lekkernijen van de barbecue, we kregen een glas zelfgestookte likeur met 60% alcohol en er werd bier aangedragen. We wilden iets terugdoen en ik haalde mijn trekzak uit de boot met wat geprinte teksten in het Engels en Nederlands. De voertaal was Russisch, het waren Letten van Russische komaf. Maar de refreinen werden luid en niet duidelijk meegezongen in het Nederlands: ‘over de zoute zee’, ik hoor het ze nog brullen. Het was een gezellige avond die we niet gauw zullen vergeten. Vandaag, maandag 25 juni, is het wasdag. Eerst de halve stad afgefietst om een wasserette te zoeken en die ook wel te vinden aan het andere eind van de stad. Maar dat was meer een stomerij, zelf wassen was niet mogelijk, alles afgeven en de volgende dag weer ophalen. Dat was niet de bedoeling van de schipperse en we vroegen de havenmeester of er dichterbij ook een wasmachine was. Die was er, vlakbij nog wel. Op de haven was een wasmachine aanwezig van het merk Zanker, waar zelfs de gebruiksaanwijzing in het Nederlands opgedrukt stond. Voor 1 Lat per was kon die gebruikt worden. Voor niks gefietst, nou ja, ochtendgymnastiek zullen we maar denken. Er is al veel gerenoveerd en ’nieuw naar oud’ gebouwd. Riga. Met de Pavane dan en niet met de trein vanuit Leilupe. Zondag 24 juni voeren we het kleine stukje, zo’n 3,5 mijl over zee, 2 mijl over de Leilupe en 7 mijl over de rivier Daugava. Tot in de haven Andrejosta, vlak bij het oude centrum van Riga. Prima haven, zelfs met zwembad(je) en sauna. Maar wel oud hoor, die haven in Leilupe had veel moderner sanitair, maar zoals gezegd, dat was aan de ‘Goudkust’. Toen we afmeerden in de haven Andrejosta ging zowaar de zon even schijnen en genoten we in de kuip van een fles Letlandse champagne. Smaakte voortreffelijk. Fles leeg…. regen. Maar laten we niet klagen, ondanks de regen hebben we het enorm naar onze zin hier. Gisteravond bijvoorbeeld, toen we een borreltje gingen drinken met Maria en Robert in het clubhuisje van de vereniging
32
Het was vandaag een mooie zonnige dag, de ouderwetse waswringer monteerden we weer eens aan de achterpreekstoel om het meeste vocht uit de was te persen, verder een prima weertje om de was te drogen aan de vele meters waslijn rond de boot. Overigens wel een grappig gezicht zo’n waswringer naast een elektronische windvaan te zien. Inmiddels is het 29 juni, 5 nachten liggen we al in Riga. Lang voor ons doen, maar er is in Riga zo veel te zien en te beleven, we zijn blij dat we een week eerder hier aangekomen zijn dan de geplande ‘feestweek’ van de Riga-rally. Met Robert en Maria bekeken we de vele mooie al dan niet gerestaureerde Jugend- en andere stilpanden, bezochten we musea en aten en dronken we in diverse restaurants. Ook bewonderden we de oude Dom van Riga, vroeger Rooms-katholiek, nu de zetel van de Evangelisch Lutherse Bisschop van Riga. Met Martha bezocht ik een concert in de
Dom, een nieuw gecomponeerd werk van Romualda Jermaka, voor orgel, sopraan, viool en koor. Erg mooi. Het orgel imponeerde ons, een Walcker orgel uit 1884, 6718 pijpen en 124 registers. De laatste restauratie vond plaats van 1981 tot 1984 ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van het prachtige instrument. De restauratie werd gedaan door …… de Nederlandse orgelbouwer Flentrop Zaandam. Toch wel iets om trots op te zijn.
Regatta en orgeltrapper Volgens het programma zou op 1 juli een zeilwedstrijd gehouden worden. Het was de laatste dag van de Letlandse ‘Triangle Cup Race’, waaraan de Nederlandse jachten zouden deelnemen. Start in Engure en finish in Riga. Op 30 juni gingen wij met Robert en Maria van ‘De Griet’ als opstappers op de Pavane naar Engure. Zonder wind. We hadden iets gehoord over een bierfeest dat op de avond voor de wedstrijd gegeven zou worden door de Letlandse zeilers, waarbij de Nederlandse Riga-gangers uitgenodigd waren. We ontmoetten de opvarenden van 6 andere Nederlandse jachten, de overige boten lagen in Mersrags omdat Engure al vol lag met de Letse boten. ’s Avonds was in de open lucht een geluidsinstallatie opgesteld waar een enorme herrie uitkwam, tot 4 uur ’s nachts. Verder 2 kraampjes met wat vis, drank en andere versnaperingen. Zelf kopen. De Letten hebben we niet gezien, alleen de man die in Lielupe zijn naamdag vierde en waarmee we een gezellige avond doorbrachten kwam even bij de grote groep Nederlanders voorbij. Grote groep, inderdaad, want de mensen in Mersrags hadden een bus gehuurd en waren naar Engure gekomen. Zo leerden we de overige deelnemers aan de rally een beetje kennen. Trekzak erbij en zingen maar. Onderweg had ik het bekende shantie-lied ‘Rio Grande’ wat gemodificeerd, Rio Grande werd Riga Town. ‘Oh say were you ever in Riga Town, Oh You Riga!’, enz. Robert verzocht de Letlandse geluidsman de knop van de geluidsmachine om te draaien en de hele groep zong uit volle borst de Riga Town Song en andere liedjes. Het was leuk om die Letlandse man met zijn vriendin de Nederlandse tekst mee te horen zingen. De volgende dag, de dag van de wedstrijd dus, was het mooi weer. Veel zon, maar weinig wind. De voorspelling was West 2 tot 4 Bf, achterlijk dus, waarmee ik blij zou
zijn, dan is de Pavane op haar best. Maar het viel anders uit, de wind was zwak uit het oosten en we moesten er dus tegenin. De start was om 12 uur, gevaren werd door 4 groepen in diverse lengtes. Het was heerlijk zeilen, licht windje, veel zon en goed zicht. We deden over het traject van 25,7 zeemijl ruim 9 uur. Toen we voor Riga lagen, we hadden juist de laatste groene ton verplicht aan stuurboord gehouden, brak er een verschrikkelijk onweer uit. De zwarte lucht hadden we wel in de verte gezien, maar het leek er lange tijd op dat het gedonder aan ons voorbij zou trekken. Dat laatste stukje was het windje achterlijk, maar binnen een paar seconden brak ‘de hel los’. De wind draaide 180 graden en nam toe van bijna niets tot zeker 8 à 9 Bf, achteraf bleek de barometer plotseling 4 Hpa omhoog geschoten te zijn. Bovendien werd het aardedonker. We zeilden net op de groene finishton af, binnen de pieren, grootzeil en genua, gelukkig niet uitgeboomd. Op dat moment kwam er ook nog een groot schip naar buiten waarvoor we moesten oppassen. Onder normale omstandigheden hadden we allang de zeilen weggenomen, maar ja, de finish was binnen handbereik. In die enorme bui, waarin bovendien het zicht tot vrijwel nul gereduceerd was, gebeurde van alles. Motor aan, Martha aan het roer, ik genua strijken, grootzeil wegnemen, met Robert de genua opnieuw strijken omdat hij uit zichzelf weer naar boven ging. Maria in het doghouse in de zenuwen, Robert was niet meer te zien, hij lag op het voordek onder de genua, pogend het doek te temmen. En ondertussen verlijeren in de richting van het uitvarende zeeschip. Alles tegelijk. Ergens waar we het finish-schip verwachtten werd een vuurpijl afgeschoten, net als bij de start, het finishschip was echter niet te zien. Het Nederlandse jacht ‘In de weer’ zat ook in die bui, we zagen zijn rolgenua in stukken scheuren. Even later hoorden Martha en Maria, zij zaten binnen, over de marifoon de Port Control oproepen door de ‘In de weer’: er zat een jacht op de stenen binnen de havenhoofden. Met Robert was ik aan dek om ons eigen schip in veiligheid te brengen. Maria zag het grote schip stilliggen, kennelijk lij biedend aan het gestrande jacht. Even later stoof er een boot van de havendienst voorbij. Het was een gekkenhuis. Die vuurpijl was natuurlijk van dat gestrande jacht en niet van het finish-schip. Achteraf stom natuurlijk, een finish-schip schiet geen rode
33
vuurpijl af. De afloop van dit drama weet ik op het moment van schrijven nog niet. Niet lang daarna was het ergste voorbij en konden we in de stromende regen weer onze oude plek in de haven Andrejosta innemen. Om bij te komen namen we niet alleen onze oude plek in, maar ook een glaasje oude whisky. De volgende dag was ’s avonds de prijsuitreiking, na een dagje rondleiding in de stad en een bezoek aan de Nederlandse ambassade. De ambassadeur, dhr. Nicolaas Beets, had de hele groep officieel uitgenodigd voor een lunch in zijn buitenverblijf, tevens woning. Het mooie huis staat aan de rand van een meer in een schitterend gebied. Na de nodige drankjes was de tafel met lekkernijen snel ‘afgeruimd’. Maar er was voldoende, de ambassadeur had de eetlust van de Nederlandse zeilers goed ingeschat. De prijsuitreiking ging gepaard met de nodige toespraken, in het Letlands of in het Engels. Een vertaalster herhaalde het gesprokene in de andere taal. De prijzen zelf, voorzover ik het kon volgen bestonden deze uit flessen geestrijk vocht, werden uitgereikt. Zelfs zeilers die een verplicht te ronden groene boei niet hadden gerond, en dat ook hadden gemeld, vielen toch in de prijzen. En wij maar etteren om die boei te ronden en daardoor in het slechte weer verzeild raken. Iedere schipper kreeg een herinneringsplaatje aan de Rally naar Riga 2001. Compleet met bootsnaam, keurig verzorgd. De schipper van de ’In de weer’ werd terecht geprezen voor de verleende hulp aan het gestrande Letlandse jacht. Na afloop was het zingen geblazen. Enkele deelnemers vormden een orkestje, accordeon, viool, mandoline, tamboerijn, het bleek dat de zanglust van zeilers zeker zo groot is als de eetlust. Het orkestje werd afgewisseld met mijn trekzakmuziek en een paar liedjes die ik op papier had gezet. Vooral de Riga Town Song, het lichtelijk aangepaste Rio Grande, ‘Oh say were you ever in Riga Town ‘, werd een groot succes. De volgende dag zouden we per bus een tocht maken door Letland, een park met kunstwerken bezoeken en op een slot dineren. Toen we in de bus zaten en deze wilde vertrekken…, moesten we weer uitstappen. Bus stuk. Hier bleek dus weer eens dat het westerse schilletje erg dun is, zoals ik al eerder schreef. Na 2 uur wachten konden we eindelijk vertrekken met een andere bus. Het weer is uitstekend, zon, weinig wind, en de
34
diverse kunstwerken in het grote park kwamen erg fotogeniek uit tegen een mooie blauwe lucht met witte wolken. Ik hoop dat het op de dia’s goed uitkomt. Koffie, lunch, alles prima verzorgd. Op het slot kregen we na de rondleiding een diner aangeboden, dat we overigens wel zelf betaald hadden. Voor de hele dag, bus, gidsen, lunch, diner betaalden we 17 Lat per persoon. Met de restauratie van het slot was een begin gemaakt, eerst de goten en regenafvoeren, die zagen er prima uit. Maar er moet nog een geweldige hoeveelheid werk verzet worden. Geld is broodnodig, de staat heeft niet veel. De leerkrachten bijvoorbeeld zijn in dienst van de staat en verdienen, of eigenlijk krijgen, niet meer dan 50 Lat per maand, pakweg 200 gulden. Verpleegsters zijn er na een recentelijke staking 10 Lat op vooruitgegaan, 60 Lat per maand. Meer is er gewoon niet in kas! Het pensioentje voor de ouderen zou je, als het niet zo triest was, een lachertje kunnen noemen. Vandaar dat er relatief gezien veel mensen hun hand ophouden op straat, bloemen proberen te verkopen en met groenten en fruit uit eigen kweek op straat zitten. Hoe ze het presteren om ermee rond te komen is mij een raadsel. In een of ander stadje bezochten we ook een kerkje, waar ik even het orgel mocht bespelen. De elektrische aandrijving van de luchtvoorziening was defect, maar gelukkig was kortgeleden de mechanische luchtpomp gerestaureerd. De koster moest daarom ‘op de pedalen’. Vroeger had je dat bij alle orgels, een trapinstallatie. Ik geloof dat het ook een beroep was: orgeltrapper. Maar ik had niet in de gaten dat de man zo stond te trappen, het was vanachter de speeltafel niet te zien. Ik trok steeds meer registers open, wat steeds meer lucht vraagt en waardoor de arme man steeds harder moest trappen. Hijgend kwam hij tenslotte naar voren, blij dat ik ermee stopte. Godsdienst is ‘in’, in Letland, net als in de andere voormalige Oostbloklanden. Tijdens de Russische overheersing werden kerken als magazijn of paardenstal gebruikt, maar na het uitroepen van de onafhankelijkheid bleek er toch een grote behoefte aan een geestelijk leven en werden alom de kerken weer in de oorspronkelijke staat teruggebracht.
Pretpark Woensdag 4 juli was een vrije dag. Dat wil zeggen, voor de meesten. De organisatoren hadden een afspraak met de burge-
Gepavoiseerd in de haven van Riga. meester van Riga. Rond de tafel werd er ge’bla-bla-blaat’ en er werden geschenken uitgewisseld. De burgemeester beloofde de ‘Parade of sails’, die de volgende dag gehouden zou worden, af te nemen. Maar eerst nog de avond. We zijn uitgenodigd door de Letlandse zeilers om samen met hen de avond door te brengen. Als locatie is gekozen voor ‘De Molen’, even buiten de stad. Groot was de verrassing toen we terechtkwamen in een compleet pretpark, een soort Efteling. Een paradijs voor de kindertjes. Alles spiksplinter nieuw. In een groot gebouw was een enorm restaurant met zelfbediening. Prima verzorgde tafels met salades, vis, vlees, fruit en allerhande andere lekkernijen. Bij de kassa wordt het bord(je) met de salade gewogen, de overige etenswaren zijn apart geprijsd. Het bier stond op tafel in grote flessen te wachten om onze dorstige kelen te laven. Er was welgeteld één Let met echtgenote aanwezig. Begrijpelijk eigenlijk, als je voor een ‘avondje uit’ pakweg 25 Lat uitgeeft is dat voor ons niets bijzonders, maar hier is het vaak een half maandsalaris. De uitnodiging hield dan ook niet in dat we getrakteerd werden, gewoon ‘kosten man’. Op onze vrije middag hebben we in de grote supermarkt in het centrum inkopen gedaan. Alles was hier goed verkrijgbaar en we laadden het wagentje helemaal vol. Pas toen viel het me op dat we vrijwel de enigen waren die een winkelwagentje voortduwden.
De meesten droegen een klein mandje met enkele boodschappen. Er werden links en rechts steelse blikken geworpen op onze kar des overvloeds. Gek eigenlijk dat je je dan een beetje schaamt. Ik wel tenminste. Ik zou in die winkel het gevoel gehad moeten hebben een miljonair te zijn, maar ik had me af en toe wel willen verbergen. Maar goed, ook voor de Letten komen er betere tijden. Op donderdag vond de parade of sails plaats. Alle schepen in een rij, op de motor, grootzeil bij. Sommigen vonden de vlaggetjes op hun schip zo mooi dat ze ook maar gepavoiseerd gingen varen. De burgemeester stond op de oever te zwaaien, elke keer als er een jacht voorbij voer en een groet bracht door de vlag even te laten ‘dippen’. Daarna was de rally ook officieel geëindigd en kon ieder zijns of haars weegs gaan. De meesten bleven nog een nachtje, sommigen gingen daarna naar het noorden, Estland, Talin, St.Petersburg werden genoemd. Acht jachten, waaronder de Pavane, troffen elkaar in Roja, op weg naar het zuiden. Bij Ventspils, waarheen we op het moment van schrijven naar onderweg zijn, zal weer een splitsing plaats vinden. Een groep steekt over naar Gotland, de Pavane en De Griet zakken verder af langs de Letlandse en Litouwse kust om over ca. 2 weken het evenement van de ICCY in Swinoujscie mee te maken. (wordt vervolgd)
35
VARIA Nora Schram HET TALING GENOOTSCHAP De Zomertaling (Anas querquedula, Engels: Garganey, Frans: Sarcelle d’été, Duits: Knäkente) is een klein en niet erg opvallend eendje, en zoals de naam al aangeeft, een zomergast in Nederland. Het scheepstype Taling daarentegen is een zeilboot die wel opvalt. Ontwerper C. Taal tekende in de jaren zeventig het eerste model (de Taling 30/32) als een klassieke polyester S-spant met mooie lijnen en uitstekende zeileigenschappen. Het enige verschil tussen de Taling 30 en 32 is de boegspriet, de romp is hetzelfde. Er bestaan versies met een normale kajuit en een stuurhuis, en verschillende tuigages zoals een sloeptuig en een tweemaster met kottergetuigde grote mast. Omdat de Taling vrijwel altijd als casco werd verkocht bestaan er grote verschillen in afwerking. Wij hebben zelfs een uitvoering als motorboot gezien, zonder kiel!
Als u een Taling bezit, van welk model of type ook, dan bent u welkom om u aan te sluiten. Alleen uw naam en (e-mail) adres is al voldoende, maar ook foto’s van u en uw boot zijn welkom. De namen en adressen worden niet op de webpagina gepubliceerd, de foto’s wèl. Kosten zijn er voorlopig niet aan verbonden, misschien zullen we later een kleine bijdrage vragen voor administratieve kosten. Doel van dit alles is het bevorderen van het onderling contact tussen Taling-bezitters. Bij voldoende belangstelling kunnen we ergens in het volgende zeilseizoen een reünie organiseren. Vragen en technische tips zullen we op de webpagina publiceren. Interesse? neem contact op met Fred en Nora Schram, de trotse eigenaars van de Buizerd, een Taling 32ST, en de initiatiefnemers van het Taling Genootschap. Telefoon: 035-6933389, e-mail:
[email protected].
Later werd een grote type gebouwd, de Taling 33. Hier slaat het typenummer wel degelijk op de lengte van de romp: 10 meter. De boegspriet ontbreekt hier ook niet en daarmee komt de totale lengte op bijna 11 meter. De 30/32 en 33 worden niet meer gebouwd, maar recent is er een nieuw model gelanceerd: de Taling 42. En het Taling Genootschap? Dat bestaat nog helemaal niet! Als eerste aanzet is een webpagina geopend: home.planet.nl/~mschram/taling.htm. Hierop vindt u de originele folder van de Taling 30/32 uit plm. 1978 en foto’s van de Buizerd. De domeinnaam taling.nl is al geregistreerd en zal t.z.t. aan deze webpagina worden gekoppeld.
Robert Moss ICCY 2002 Van de heer Michel Neuwels, commodore van de BRUXELLES ROYAL YACHT CLUB, ontving ik het programma voor de 21e Meeting of Cruising Yachts, die zal plaatsvinden in Brussel.
36
De B.R.Y.C. zou de deelnemers graag welkom willen heten in Breskens op maandag 22 juli 2002 met een diner ter plaatse, om de volgende dag met de hele vloot van Breskens naar Wintham te varen, waar in de Oude Sluis zal worden overnacht. Woensdag, 24 juli varen we dan gezamen-
lijk van Wintham door het kanaal naar Brussel, waar ’s-middags registratie plaatsvindt en verdere informatie zal worden verstrekt, waarna om 19.00 u de Meeting officieel wordt geopend op de Marina en vervolgens een “Belgian cold buffet specialities” in het clubhuis zal worden genoten. Donderdag, 25 juli: Ontbijt in het Clubhuis en om 10.00 u vertrek met de bus naar Oostende, met een bezoek aan “Mercator” en een boottrip naar Brugge, waar de avond vrij doorgebracht kan worden en om 22.00 u de bus terug vertrekt naar Brussel. Vrijdag, 26 juli: Ontbijt in het Clubhuis en naar keuze bezoek en golf in Waterloo, Bezoek van Antwerpen of winkelen in Brussel. Zaterdag, 27 juli: Ontbijt in het Clubhuis met vervolgens een stadtour door Brussel, met bezoek aan de Grand-Place, de gift van een nieuwe Bryc-blazer aan Manneken-Pis en bezoek aan het Stadhuis met ontvangst door de Burgemeester. Om 13.00 u dan een typisch Brussels diner op de Grand-Place en met de bus terug naar de Marina, waar ’s avonds het galadiner zal plaatsvinden.
Tenslotte dan zondag 28 juli, met wederom het ontbijt in het Clubhuis, de sluitings-vlag-ceremonie en de terugtocht van alle deelnemers naar de Oude Sluis in Wintham, waarna ieder zijns weegs zal gaan. U ziet, een programma met voor ieder wat wils en ik kan u uit ervaring verzekeren dat de Belgen uitstekende gastheren zijn en over een buitengewoon mooi Clubhuis beschikken met een bijzondere keuken. Het belooft dus echt een feest te worden, ook culinair. U zou de data alvast kunnen reserveren. En, naar ik hoop, zal er ook van de zijde van Toerzeilers op flinke deelname kunnen worden gerekend. Mogelijk zelfs zal het hele Shantykoor van de Blocq van Kuffeler present zijn. Zodra de officiële uitnodigingen en inschrijfformulieren gereed zijn, zal ik het u via Toerzeilen laten weten.
J. van Donselaar en Th. Jansen WIE HELPT ONS VERDER? Maart 2000 stap ik zenuwachtig uit het vliegtuig. Na een half jaar zie ik eindelijk mijn Hans, “mijn prins op het witte paard”, weer terug. Kort voor mijn vertrek naar Zuid-Amerika had ik hem leren kennen. Samen met een vriendin had ik voor een half jaar onbetaald verlof gekregen en hebben we, gewapend met slechts een rugzak, door verschillende landen in Midden en Zuid-Amerika getrokken. Het was een prachtreis over land met als hoogtepunt een bezoek aan de Galapagoseilanden. We gingen van eiland naar eiland met een gehandicapte zeilboot (zonder zeilen). En dat terwijl ik vanaf mijn 10de jaar al droom van een grote zeilreis. Een zeilboot staat dan ook al die tijd al als nummer één op mijn verlanglijstje. Ik was teleurgesteld om weer naar huis te moeten want het reizen beviel me enorm goed. Iedere keer een nieuwe plek ontdekken, nieuwe mensen ontmoeten, nieuwe ervaringen opdoen, het kon mij niet lang genoeg duren. Heimwee heb ik niet gehad maar wel “Hanswee”. Dolblij was ik dan ook om weer in zijn armen te liggen. Vrij kort na mijn thuiskomst hebben we besloten dat ons leven niet
alleen uit werken moet bestaan. Gelukkig kon Hans mijn verslaving om te reizen delen. In mei 2000 namen we het besluit om op 1 mei 2005 met een zeilboot de oceanen te trotseren. Vooral het genieten van de reis is belangrijk voor ons. Zullen we ooit helemaal de wereld rond komen? Vanaf dat moment staat alles in het teken van de grote reis. Om te beginnen plannen maken om samen in één huis te gaan wonen en heel veel te sparen. Ook volgde er meteen in juni een zeilcursus op het Haringvliet. Daar bleek gelukkig dat Hans een natuurtalent was en dat we samen met mijn zeilervaring al snel zelfstandig konden zeilen. Triomfantelijk sloten we de cursus af met twee diploma’s, te weten CWO I en CWO II. In september 2000 volgde er een flottielje tocht op de Ionische zee. Hans ging het zeilen steeds leuker vinden en werd er steeds fanatieker in. In de zomer van 2001 hebben we de ervaring uitgebreid met een zeilzwerftocht in een polyester valkje door Friesland. Iedere avond luchtbedje oppompen en genieten van het uitzicht van onder het dektentje. Dat was voor ons een goedkope manier om steeds handiger te worden met de zeilen. Ook de Loosdrechtse- en de Vinkeveense plassen hebben ondertussen geen geheimen meer voor ons.
Meer kennis hebben we vergaard door het bezoeken van de HISWA’s en het praten met mensen die meer ervaring hebben. Verder hebben we als opstappers op verschillende boten meegezeild op het IJsselmeer. In augustus 2001 hebben we de Turkse kust onveilig gemaakt met een Catalina 28. We hebben genoten van de dagen met een rustige wind. Maar vooral de dagen dat het wat spannender werd en dat uiteindelijk het zeil naar beneden moest vanwege de harde wind, waren hoogtepunten. Een ander hoogtepunt was de ontmoeting met een Amerikaans stel dat vanuit Florida via Australië net op de Middellandse zee was aangekomen. Zij hebben ons een heleboel verteld over hoe het is om onderweg te zijn. We kwijlden bij de verhalen.
We zijn er nu dus kompleet aan en weten heel zeker dat we mei 2005 gaan vertrekken. Maar de grote vraag is nog waarmee??? Ongeveer een jaar voor vertrek willen we haar kopen. Waar moet ze mee worden uitgerust??? Watermaker, laptop, windvaan, zonnecellen, windmolen, sleepgenerator, radar en GPS. Het houdt niet op. Paniek? Nee geen paniek maar we zijn er wel heel druk mee. We weten dat we nog heel veel zullen moeten leren en zijn natuurlijk bereid om naar alle goede raad te luisteren. Onze grootste wens voor nu is om de komende zomer als opstapper nog meer ervaringen op te doen en mensen binnen onze vereniging te leren kennen die grote tochten hebben gemaakt. Wie helpt ons verder?
Nora Schram NAUTISCH GEDICHT VAN ONBEKENDE AUTEUR Op de goede dag hebben wij ons ingescheept mijn grootvader en ik de plunjezak als een worst op onze ruggen wij hingen over de reling en spuwden kringetjes in het water waar een kwal op z’n zij viel en verder door het water woof. Op de goede dag hebben wij touwen gesplitst mijn grootvader en ik de kat met negen staarten op onze ruggen wij verfden de gespannen romp van ons schip we hebben alles schoon en mooi gemaakt tot de zon op z’n zij viel en de nacht verder dreef. Na de goede dag hebben we de glazen geheven mijn grootvader en ik de nacht met orion en zuiderkruis op onze ruggen wij waren dronken in de kapiteinshut zingend en vechtend en moordend totdat de nacht op z’n zij viel en zinkend op de dag vastliep.
Peter Paternotte PRIMUS INTER PARES PROJECT Het Primus Inter Pares Project door Kasper van Zuilekom. ISDN90 6013 2009. Uitgeverij De Alk & Heijnen Watersport. ƒ 34,95. Om met de auteur te beginnen, onlangs overleed deze watersport ”autoriteit” op 77-jarige leeftijd. Generaties watersporters hebben geprofiteerd van zijn technische kennis, verworven door een leven van zelfstudie en ervaring. Minder bekend is het feit dat hij ook andere boeken schreef. Zijn laatste boek is een watersport thriller met
38
– natuurlijk – een ietwat technische inslag. Het is een onderhoudend verhaal met nautische en romantische trekken dat zich afspeelt in het Waddengebied en de Oostzee, van Limfjord tot Kielerkanaal. Vermoedelijk is het boek pas echt leuk voor zeilers die het gebied een beetje kennen en begrijpen wat de hoofdrolspelers al varende meemaken. Zoals de uitgeverij op de achterflap zette: “lekker spannende kajuitlectuur voor iedereen die van varen houdt”.
INFORMATIE VOOR AUTEURS *Kopij Leden van de NVvT worden van harte uitgenodigd hun ervaringen en bevindingen alsmede deskundige bijdragen op nautisch/technisch gebied op schrift te stellen en naar de redactie van TZ te sturen. Gaarne inzenden naar het redactiesecretariaat, bij voorkeur op diskette (Word of WP) en met (veiligheidshalve) een hardcopy bijgevoegd. Zorg bij een artikel van enige omvang voor een duidelijke indeling in hoofdstukken met korte subtitels. E-mail aanlevering desgewenst via
[email protected]. Mocht aanlevering via Word/WP/E-mail op bezwaren stuiten dan getypt insturen met goed contrast en zonder lijnen op het papier (ten beoeve van scan). Handgeschreven teksten kunnen alleen worden verwerkt als ze ruim voor de sluitingsdatum (zie hierna) worden ingeleverd en de leesbaarheid geen problemen oplevert. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en zo nodig grammatica/spelling te corrigeren.
*Illustraties Lever illustraties (grafieken, tabellen, tekeningen) aan op aparte bladen (geen kopieën) en vermeld op de achterzijde de plaatsing in de tekst met een letter of cijfer. Vermeld dit in de marge van de tekst op de juiste plaats. Lever foto’s afgedrukt op glanzend papier, met goed contrast en eveneens gemerkt aan de achterzijde etcetera. Zet de onder-/bijschriften op een apart vel. N.B. Ingezonden materiaal wordt met alle zorg omringd, maar geen verantwoordelijkheid wordt geaccepteerd voor beschadiging of vermissing.
*Eenheden Gebruik indien van toepassing genormaliseerde grootheden, eenheden (SI) en symbolen.
*Vermeld op alle kopij (eerste of laatste pagina) Altijd volledige naam, adres, woonplaats, postcode en telefoonnummer van de auteur.
*Advertenties Voor leden van de vereniging worden advertenties kosteloos geplaatst, mits zij geen commercieel karakter hebben en er ruimte voor beschikbaar is. Inzenden naar redactiesecretariaat.
*Contacten met redactie De redactie wordt gevormd door leden van de vereniging. Zij verrichten hun redactionele activiteiten onbezoldigd, belangeloos en in hun vrije tijd. Als u telefonisch contact zoekt met redactieleden wordt u vriendelijk doch dringend verzocht dit in de vroege avonduren te doen en alleen over zaken die niet via de normale weg schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
*Copyright Overname van publikaties uit Toerzeilen is alleen mogelijk met voorafgaande toestemming van de redactie. Auteurs die ingezonden kopij ook in andere publicaties willen plaatsen, dienen dit vooraf aan de redactie kenbaar te maken. Auteurs die bezwaar hebben tegen opname van hun artikel op de Toerzeilen-Internetsite van de NVvT dienen dit vooraf kenbaar te maken.
*Publicatiedata/productieplanning Toerzeilen verschijnt in de laatste week van de even maanden. Kopij voor het februarinummer 2002 (TZ178) dient uiterlijk woensdag 23 janurai 2002 bij het redactiesecretariaat te zijn. Alleen zeer urgente kopij van beperkte omvang kan nog tot twee weken voor de verschijningsdatum worden opgenomen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de hoofdredacteur (email:
[email protected]).
52