TU Delft
Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin
Papyrus
2016, 1 voorjaar
Kleur in de natuur Biologie en muziek Botanie en lichaamsverzorging De botanische tuin van Bremen
Papyrus Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin TUDelft
2016, 1 voorjaar
2
Colofon
Inhoud Redactioneel
3
Botanie en lichaamsverzorging
4
Tuinnieuws
8
Tuinprogramma
9
Verenigingsnieuws
10
Beeldententoonstelling ‘Balancing on Borders’
11
Biologie en muziek, 5. Een analyse van het voorkomen van planten- en dierennamen in de muziek en opnieuw nog meer over Goethe 12 Tentoonstelling ‘Groene weelde uit Japan’ 15 Kleur in de natuur, hoe wij kleur ervaren met al onze Zintuigen
16
Rode biet in de keuken
19
De botanische tuin van Bremen
20
MuseumShop
22
Bij de voorplaat Dit jaar prijken op de voorpagina afbeeldingen uit de serie Botanische Wandtafeln van L. Kny uit 1874 – 1911. Het Beijerinckmuseum beschikt over een zeldzame complete serie daarvan. Dit is een 1850 maal vergrote lengtedoorsnede door een korstmosachtige schimmel (Cora pavonia). Tussen de los gevlochten draden van de schimmel zitten ‘nesten’ van een blauwwier (Chroococcus), die chlorofyl bevatten. Hans Hirs en Lesley Robertson Bij de achterplaat Hamamelis japonica var. flavopurpurascens, Japanse toverhazelaar. D.P.H.
Papyrus is een uitgave van de Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin en de Botanische Tuin van de TU Delft. Papyrus verschijnt vier maal per jaar. De vereniging is opgericht 22 oktober 1997. De botanische tuin werd in 1917 in bedrijf gesteld als ‘Cultuurtuin voor Technische Gewassen’. Redactie: D.P. Hallewas (hoofdredacteur), H.G.J. Hirs, L.M. Stalenhoef en G.H. van der Veen, e-mail redactie:
[email protected]. Redactieadres: Hofeiland 23, 2614 TA Delft. Vormgeving en productie: Luuk Stalenhoef. Foto’s zonder bronvermelding zijn gemaakt door de hoofdredacteur. Artikelen zijn geschreven op persoonlijke titel. Druk: Druk. Tan Heck Delft. Vereniging van Vrienden: H.G.J. Hirs, secretaris, Obrechtrode 26, 2717 DD Zoetermeer, tel.: 079 3518542, e-mail:
[email protected]. Contributie: minimaal € 10 per jaar, over te maken op rekening NL21 INGB 0008 4561 99 t.n.v. Vrienden van de Delftse Botanische Tuin te Delft. Opzegging: schriftelijk of per e-mail bij de secretaris. Botanische Tuin TU Delft: G.H. van der Veen, Julianalaan 67, 2628 BC Delft, tel.: 015 2782356, e-mail:
[email protected], website: www.botanischetuin.tudelft.nl De tuin is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur, op zaterdag van 10.00 - 17.00 uur en van mei tot en met september ook op zondag van 12.00 - 17.00 uur. De ingang is aan Poortlandplein 6 (schuin tegenover de kerk). De entree bedraagt € 4 voor volwassenen, € 2 voor kinderen van 5 tot en met 14 jaar en voor 65-plussers. Gratis toegang hebben kinderen tot 5 jaar, houders van de Museumkaart, de Rotterdam- of de Delftpas en Vrienden van de Delftse Botanische Tuin. Honden mogen er niet in. De MuseumShop is geopend maandag van 12.00 - 16.30 uur, dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 16.30 uur. Van mei tot en met september ook op zondag van 12.00 - 16.30 uur. Poortlandplein 6, 2628 BM Delft, tel.: 015 2785696. Papyrus wordt gedrukt op FSC-papier. ISSN 1875-8282
Redactioneel Opgesloten in barnsteen vinden we vaak prachtig bewaarde fossielen. In een mijn in de Dominicaanse Republiek, die al veel fossielen van planten opleverde, is nu een compleet bloemetje gevonden. Dat is zo goed geconserveerd dat vastgesteld kon worden dat het tot het geslacht Strychnos behoort. Omdat dat geslacht overal in de wereld in tropische bossen voorkomt, kan worden geconcludeerd dat dat geslacht tot de oudste geslachten van bloemplanten behoort. Die ontstonden in de geologische periode van het Krijt, de tijd van de dino´s. Het exemplaar, dat nu is gevonden, is iets jonger, uit de tijd tussen 45 tot 15 miljoen jaar geleden. Een ander opvallend bericht ging over biodiversiteit. Algemeen wordt aangenomen dat een grote biodiversiteit, het bij elkaar voorkomen van veel soorten, op een stabiel en duurzaam ecosysteem duidt. Bij het bestuderen van koralen is gebleken dat die redenering niet altijd opgaat. Nauw verwante koralen spelen vaak dezelfde rollen in het ecosysteem. Er zijn dan wel veel soorten, maar doordat hun leefwijze zo op elkaar lijkt dragen ze veel minder bij aan de stabiliteit dan soorten die meer van elkaar verschillen en ook evolutionair verder van elkaar afstaan. Het is een inzicht dat aangeeft dat de relatie van biodiversiteit en ecosysteem mogelijk minder rechtlijnig is dan vaak wordt aangenomen.
Fred Struik vertelt over de relatie van botanie met lichaamsverzorging in de middeleeuwse islamitische wereld, van Spanje tot Bagdad. Adriaan Fuchs zet zijn miniserie over biologie en muziek voort met een aflevering waarin het voorkomen van planten- en dierennamen in de muziek wordt geanalyseerd. Iris Bakker geeft een nieuwe kijk op onze zintuigen en hoe wij daarmee de natuur om ons heen waarnemen. Hans Hirs bezocht de botanische tuin van Bremen en doet daarvan verslag. Het komende jaar zijn er weer veel activiteiten. In deze aflevering vindt u de aankondiging voor de tentoonstelling ‘Groene weelde uit Japan’, ter gelegenheid van de 150e sterfjaar van Von Siebold, die aan het begin stond van de ontdekking van de Japanse flora. Bij de tentoonstelling ‘Balancing on Borders’ is voor het eerst sinds 2008 weer een aantal grote moderne beelden in de tuin te zien. Het is een prelude op het 100-jarige bestaan van de tuin in 2017. Ook dit jaar is er weer de traditionele keramiektentoonstelling Kerade. In Verenigingsnieuws wordt u uitgenodigd om deel te nemen aan een excursie naar de tuinen van Trompenburg in Rotterdam. Tuinnieuws bericht over de verheugende nieuwe bezetting van de staf van de tuin en In de keuken brengt u naar een rode bietrecept uit Litouwen. Daan Hallewas 3
In de ‘Islamitische Gouden Eeuw’ (762 tot 1258) waren Bagdad en Córdoba in de Arabische wereld topcentra op het gebied van economie, kunst en wetenschap. In Córdoba, een stad die in Al-Andalus lag – het door de Arabieren beheerste deel van Spanje – bevonden zich universiteiten, medische opleidingen en moskeeën. Geleerden die daar ook op het gebied van de botanie werkzaam waren, onderhielden nauwe contacten met het Huis der Wijsheid in Bagdad. Dit instituut zette een vertaalbeweging in gang waarbij vertalingen werden gemaakt van teksten uit de Griekse Oudheid. Eveneens over botanie. Een van de eerste manuscripten die men daar vanuit het Grieks in het Arabisch vertaalde, was het geschrift ‘De Materia Medica’ van de botanicus Dioscorides. Het eerste deel daarvan is geheel
gewijd aan aromatische oliën en verfstoffen. En aan de planten waaruit die bereid werden. De hier opgenomen afbeelding uit een editie van het jaar 1083 toont u de hennastruik. Van de bloemen maakte men parfum en van de groene herfstbladeren een rode kleurstof. Bagdad aan de Tigris, lag aan de zijderoute, de wierookroute én aan de mirreroute. Eeuwenlang vormden deze handelswegen een gigantisch netwerk, kriskras van het zuiden van Arabië, NoordAfrika tot het Verre Oosten aan toe. Jasmijnolie arriveerde er uit Zuid-Oost Azië, aloë uit India, nardusolie uit Nepal en citrusvruchten uit OostAzië. Daarvan maakte men producten die bedoeld waren voor wat nu geurbeleving, aromatherapie, persoonlijke lichaamsverzorging en hygiëne heet. Onder andere parfums. Op de Suq al-‘Attariyin, de parfumeriemarkt van Bagdad, hing de geur van kalmoes, rozen, jasmijn, aloë, mirre, olibanum, specerijen en sandelhoutolie, van muskus en civet. Je rook er ook de warme, zoete, kruidige muskusachtige geur van labdanum, een hars die men vooral in parfums verwerkte. Je kon er ook flesjes parfum kopen. Niet van die hele dure die u hier afgebeeld ziet. Want dat flesje was voor een hoge functionaris bestemd. De inscriptie noemt zijn naam: ‘Alle eer komt deze heer en meester toe, de sultan en regeerder al-Ashraf’. Op de schouders van deze fles en onder de inscriptie staan gestileerde bloemmotieven. Die verwijzen naar de inhoud. Al spoedig kwamen er apotheken waar je aromatische oliën en cosmeticaproducten kon kopen. En rond het jaar 840 opende Ziryâb, die ook botanicus was, vlakbij het Alcázar van Córdoba de eerste schoonheidssalon en cosmetische opleiding. Hij ontwikkelde er tandpasta en deodorant. Niet alleen op de parfumeriemarkt, ook in de hamam - het openbare badhuis – rook je de heerlijkste geuren. Hamams waren er genoeg, want onder moslims is het immers gewoonte, om vóór het bidden wassingen uit te voeren. De stoom in de hete ruimtes van de hamam was verzadigd van de geur van lavendelolie. Vooral rozenwater was er gewild. Op het hier afgebeelde schilderij van Rudolf Ernst
ziet u een vrouw met een mand vol Damascus-rozen. Haar collega’s plukken de blaadjes en doen ze in een pot. In de haard daarboven staat een koperen destilleerketel. Daarmee destilleerden zij etherische rozenolie. Rozenwater is daarvan het destillaat. De badmeester die in de hamam voor je zorgde, deed dat met de beste zeep die er was. Een bijzonder soort zeep, want zij was niet, zoals gewoonlijk, vloeibaar maar hard. Zij werd gemaakt in Aleppo. De zoutzieders daar mengden olijfolie met in water opgelost natriumcarbonaat. Dat wonnen zij uit de as van de Salsola kali (stekend loogkruid), een woestijnplant. En zij voegden er laurierolie aan toe. Die gaf de zeep niet alleen geur maar ook een antiseptische werking. Deze Aleppo-zeep is de voorloper van de harde stukken zeep van nu en kun je nog steeds kopen. Voor de massage gebruikte de badmeester (geparfumeerde) olijfolie of vochtinbrengende hete arganolie, een plantaardige olie die wordt gewonnen uit pitten van vruchten die aan de arganboom groeien. Vrouwen lieten er hun haar en handpalmen met henna verven. De henna verkreeg men van de hennastruik. De kleurstof die men uit de groene herfstbladeren won, werd vermalen en vermengd met citroensap. Daardoor kleurde blond haar rood, bruin haar kastanjebruin en grijs haar oranje.
Doorbraken Het waren niet alleen de handelscontacten en de aanvoer van exotische, aromatische stoffen die maakten dat in de middeleeuwse islamitische cultuur parfumerie en cosmetica excelleerden. Doorslaggevend daarvoor was het hoge peil waarop in die tijd aan botanie en scheikunde werd gedaan. Daarvan volgen nu enkele impressies. Abu Musa Jābir ibn Hayyān (721-815) wordt beschouwd als de vader van de scheikunde. Zo ontwikkelde hij chemische technieken zoals destilleren, condenseren, kristalliseren, verdampen en filtreren. Hij voerde tientallen experimenten uit en kwam met nieuwe uitvindingen, want hij probeerde zijn ontdekkingen om te zetten tot praktisch nut (voor de parfumerie). Yakub al-Kindi (803-870) was auteur van het ‘Boek over de chemie van het parfum en over het destilleren’. Hij perfectioneerde het proces van destillatie. Daarbij gebruikte hij de al-ambiq, een destilleerkolf. Daarmee won hij vluchtige oliën uit bloemen. Menige apotheker schafte zo’n type destilleertoestel aan. Al-Kindi destilleerde ook al-kuhul.
5
Ibn Sina (Avicenna, 980-1037) droeg bij tot de ontwikkeling van chemische technieken die toegepast worden bij het destilleren van aromatische oliën. Zoals het filtreren, sublimeren en calcineren. Hij was een der eersten die rozenwater extraheerde en benadrukte het heilzaam effect ervan op lichaam en geest. Voor botanici was de Koran bij hun onderzoek van planten en bloemen een bron van inspiratie. Want dat waren tekenen van de macht en majesteit van Allah. Geïnspireerd door hun geloof onderzochten zij de eigenschappen van planten, hun ziekten, entmethodes en groeicycli. Onder hen was Ibn al-Baytar de beroemdste (1197–1248). Zijn studie volgde hij in Sevilla. Baytar stelde een
handboek samen met daarin, in alfabetische volgorde, drieduizend gewassen, elk met hun specifiek gebruik. Ook om parfums te maken. Later vertaalde men zijn encyclopedie in het Duits, Spaans, Latijn en Frans (1842). Daardoor werd zijn kennis verspreid. Verspreiding Hoe kwamen parfumerie en cosmetica uit de middeleeuwse islamitische wereld – de bakermat daarvan – in het christelijke West-Europa terecht? Drie factoren gaven daarbij de doorslag. Ten eerste: als gevolg van de verovering door de christenen van praktisch heel Al-Andalus (1280) leerde de westerse wereld daar de hoogontwikkelde, islamitische beschaving kennen. In steden als Toledo, Córdoba en Sevilla, maakte Europa kennis 6
met de Arabische cultuur en met een andere opvatting van wetenschap. In West-Europa gingen de meeste universiteitsgeleerden ervan uit dat échte wetenschap niets met de praktijk, met werktuiglijke handelingen, niets met het handwerk dus ook niets met het experiment te maken had. Maar onder indruk van het succes van de Arabische wetenschap (der chemie) eigenden westerse geleerden de Arabische (experimentele) kijk op wetenschap zich toe en brachten die in praktijk, ook op het gebied van parfumerie, aromatherapie en cosmetica. Ten tweede: parfumerie en cosmetica uit de middeleeuwse islamitische wereld bereikten West-Europa ook door de vele handelscontacten die steden als Genua en Venetië onderhielden. Die reikten van Constantinopel, Antiochië, Alexandrië tot Brugge aan toe. Van de verre contacten die Venetië onderhield, gaven ook al die geurbranders uit Syrië blijk die er in de opslagplaatsen aan het Canal Grande te zien waren. De apotheker vulde de segmenten met uitgelezen kruiden en specerijen, maar ook met dierlijke grondstoffen zoals civet en muskus. Anders dan de geurbol die je aan het lichaam droeg, de pomander, gebruikte je deze geurbrander thuis. In het midden daarvan stopte je gloeiende houtskool. Vervolgens hing je hem op. Zoiets deed je niet alleen vanwege de lekkere geur die door de perforaties heen kwam, maar ook om de lucht die je omringde zuiver en schoon te maken. Want de overheersende gedachte was, dat vuile lucht oorzaak was van ziekten als de pest. Zo’n luchtverfrisser was dus goed voor de hygiëne. Op het schilderij (1532) van Holbein de Jongere, rechts van het gezicht van Georg Gisze, ziet u er een.
Ten derde: ook de talrijke vertalingen die van Arabische teksten over alchemie het licht zagen en de uitvinding van de boekdrukkunst droegen er toe bij, dat parfumerie, cosmetica uit de middeleeuwse islamitische wereld en de Arabische kijk op wetenschap West-Europa bereikten. Zo verscheen er in 1178 een Latijnse vertaling van het geschrift Kitab al-Asrar (Boek der Geheimen) van al-Razi (865-925), hoofd van het ziekenhuis van Bagdad. Zijn boek werd in Europa de belangrijkste bron van informatie over scheikundige experimenten, chemische technieken en de daarbij behorende laboratoriumapparatuur als het destilleertoestel, het retort en de oven. Zaken die ook voor het bereiden van parfums onontbeerlijk zijn. En er verschenen talloze boekdrukkerijen. In Venetië bijvoorbeeld. Verschillende uitgeverijen daar publiceerden vanaf de jaren 1555 de best-seller, ‘De’ Secreti’ (de Geheimen). Auteur ervan was Alessio Piemontese. In dat boek besteedde hij ruime aandacht aan het experiment en aan de Arabische kunst van het destilleren. Ook aan het bereiden van welriekende zeep, cosmetische producten, parfums, aromatische oliën en van inhoudsstoffen voor pomanders en andere geurbollen. Dit zogeheten secreetboek werd een bestseller en kreeg vele vertalingen. Ook in het Nederlands (1557).
In het vierde hoofdstuk staat een middel beschreven waarmee je ‘het aensicht soo schoon kan maecken, als oft maer vijfthien iaren oudt en ware’. Een antiverouderingsproduct dus. Het recept daarvan is: ‘Neempt levenden solpher een once, vanden besten Witten wieroock twee oncen, myrrhe twee oncen, fijnen grauwen ammer (= ambergrijs) zes dragmen (= 23 gram), pulveriseert elcke substantie wel besundert, daer na menget wel al te samen met een pont roosewaters, daer na latet distilleren, ende bewaerter het water af in een phiole (= peervormig glas) wel dicht toeghestopt. Ende als ghy slapen gaet, waschter het aensicht mede, ende latet also staen: des morghens sult ghy u met lauwen water wasschen, ende aldus zal uw aensicht seer schoon sijn.’ Fred Struik Bij de afbeeldingen 1. Hennastruik uit ‘De Materia Medica’ van Dioscorides, editie uit het jaar 1083, Universiteitsbibliotheek Leiden. 2. Parfumflesje, MiddenOosten, 1295, Victoria and Albert Museum. 3. ‘De Parfummakers’ van Rudolf Ernst. 4. Beschrijving van destillatie met behulp van de al-ambiq, de alambiek door Abu Musa Jābir ibn Hayyān, 8ste eeuw. 5. Geurbrander, ca. 1475, Venetië. 6. ‘De Koopman Georg Gisze’, Hans Holbein de Jongere, 1532, Gemälde Galerie, Berlin.
7
Tuinnieuws In december konden we in de tuin een bijzondere kerstsfeer scheppen met veel opgetuigde sparren, die de geschiedenis van de kerstboom door de eeuwen heen in beeld brachten. Een publiekstrekker die ook dit jaar in uitgebreidere vorm zal terugkomen. Dit jaar was het winterweer zeer mild, waardoor ook veel planten, soms meer dan een maand eerder in bloei kwamen. Al eind november en begin december konden diverse sneeuwklokjes, toverhazelaars, winterakonieten en tal van andere bol- en knolgewassen volop in bloei bewonderd worden. Dat is in de geschiedenis van de tuin nog nooit zo vroeg te zien geweest.
Sabine Wagner
In december is de overkapping op het terras drastisch gewijzigd. De tent die de barvoorziening overkluisde was nodig aan vervanging toe. Het doek was oud en vertoonde verschillende scheuren en lekkages. De nieuwe overkapping sluit goed aan op het bestaande kasdak en is voorzien van warmtestralers. Daarnaast wordt de geluidsinstallatie verbeterd en is er een reeks extra ventilatoren aangebracht om de warmte naar beneden te drukken, waardoor we besparen op de energiekosten. Ook de bar zelf en de overige voorzieningen zullen worden opgeknapt, zodat u als bezoeker straks veel aangenamer op het vergrote overdekte terras kunt verblijven. Verder is de opslagruimte fors opgeknapt. De aan- en afvoer van materialen loopt niet meer door de tuin, want de opslagplaats is gerealiseerd op een gemakkelijk bereikbare plek, die keurig is afgeschermd van de publiekstuin. 8
Naast het wel en wee in de tuin, willen we ook melding maken van nieuwe versterking in personele bezetting. Voor de zomer was er een vacature ontstaan door het vertrek van managementassistent Sandra Wolff naar de Faculteit EWI (TU Delft). Gelukkig konden we in Lenny Hoek per 3 november 2015 een fantastische nieuwe kracht verwelkomen. Lenny heeft niet alleen de taak van managementassistent op zich genomen, maar ook, vanwege haar professionele achtergrond, de PR en Marketing van de tuin. U kan Lenny aantreffen op dinsdag, donderdag en vrijdag. Naast Lenny is per 15 februari 2016 drs. Kim van der Leest gestart in de functie projectmanager educatie voor één dag per week. U kan haar op maandag aantreffen. Kim zal zich richten op de educatieve aspecten van de tuin en de sterke punten verder tot ontwikkeling brengen. Ze zal de verrassende mogelijkheden voor het technologisch gebruik van planten en het onderwerp water in zijn vele facetten voor u ontsluiten en tonen in aansprekende presentaties. In haar lange carrière heeft zij veel grote projecten, in het bijzonder rond natuur en planten, succesvol opgezet en uitgevoerd. Bij het verschijnen van deze Papyrus zal de tuin meer in bloei staan dan u ooit eerder heeft kunnen zien in het vroege voorjaar. Komt u kijken om het voorjaar een maand eerder te beleven! In mei zijn er twee bijzondere momenten in de tuin, namelijk op 11 mei het 10-jarig bestaan van onze
prachtige en succesvolle MuseumShop en op 29 mei de start van de tentoonstelling ‘Groene weelde uit Japan’. Daarin worden de Japanse collecties in de tuin in beeld gebracht. Delft bezit tal van nuttige planten uit Japan, denk maar aan kamfer. U heeft de tuin waarschijnlijk nog nooit met een Japanse insteek bezocht. Komende zomer is uw kans. Tot slot zal in juni de buitentuin, in het arboretumgedeelte en de formele Middentuin, worden verrijkt met professionele beelden. In het gebied van de ingang tot het kassencomplex worden vijf grote kunstwerken opgebouwd. Dat vormt meteen een prelude voor het 100-jarige jubileum van de tuin in 2017. De expositie draagt de titel ‘Balancing on Borders’, beelden op de drempel naar een nieuw centennium. Bob Ursem
Plantendokter Elke laatste vrijdag van de maand is er spreekuur, naast de MuseumShop, van 14.00 tot 15.00 uur (behalve in december). Met uw planten met beestjes of planten die er niet normaal uitzien kunt u daar terecht. Ook met een foto van de zieke plant bent u welkom. Onze gediplomeerde hoveniers geven advies hoe de beestjes of de ziekten het beste biologisch bestreden kunnen worden. Het consult is gratis.
Gerard van der Veen
Tentoonstellingen 29 mei - 23 oktober ‘Groene weelde uit Japan’ 4 juni - 23 oktober Beeldententoonstelling ‘Balancing on borders’ 19 juni - 23 oktober Keramiektentoonstelling ‘Kerade in de Mix’ Activiteiten 16 april, 10.00 - 12.30 uur Plantenruilbeurs 16 en 18 tot en met 23 april Museumweek 23 april, 10.30 - 12.30 uur Voorjaarsexcursie Trompenburg Tuinen & Arboretum, Rotterdam 29 mei, 10.00 - 17.00 uur Delftse Hortusdag 4 juni, 14.00 uur Ledenvergadering ‘Vrienden van de Delftse Botanische Tuin’ 4 juni, 16.00 uur Opening beeldententoonstelling ‘Balancing on borders’ 4 en 5 juni, 10.00 - 17.00 uur Bonsaiweekend 19 juni, 12.00 uur Opening keramiektentoonstelling ‘Kerade in de Mix’ 24 juni, 12.00 - 13.00 uur Lunchconcert 10 en 11 september Monumentenweekend 15 oktober, 10.00 - 12.30 uur Plantenruilbeurs 23 oktober, 10.00 - 17.00 uur Wetenschapsdag 29 oktober, 17.00 - 21.00 uur Halloween 13 november, 14.00 - 16.00 uur Lezing Bob Ursem: ‘Extremer klimaat en plantenreacties’ 17 en 18 december, 10.00 - 18.00 uur Kerstevent
9
Verenigingsnieuws Algemene ledenvergadering Zaterdag 4 juni 2016, 14.00 uur. Het bestuur nodigt u uit voor de 19e algemene ledenvergadering, in collegezaal A van het Kluyver-laboratorium, ingang Julianalaan 67, 2628 BC Delft. De zaal is open vanaf 13.30 uur. De vergadering zal circa 1 uur duren. Daarbij zal de wetenschappelijk directeur van de Botanische Tuin TU Delft Bob Ursem een overzicht geven van het reilen en zeilen van de tuin en zijn toekomstplannen. Voor de agenda die u hieronder aantreft, kunt u zelf ook punten indienen. Wilt u met het bestuur en de medeleden over iets spreken dat u niet in de agenda ziet staan, laat dat één week voor de vergaderdatum schriftelijk aan de secretaris weten. Nieuwe kandidaten voor het verenigingsbestuur zijn welkom. Zij kunnen zich aanmelden bij de secretaris de heer H.G.J. Hirs, Obrechtrode 26, 2717 DD Zoetermeer, of per e-mail:
[email protected].
Voorjaarsexcursie, Trompenburg Tuinen & Arboretum, Rotterdam Tijd: zaterdag 23 april 2016, 10.30 - circa 12.30 uur. Plaats: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam. Bereikbaarheid: tram 21 richting De Esch, halte Woudestein. Ontvangst: 10.30 - 11.00 uur, met thee/koffie door de vereniging aangeboden. Rondleiding: 11.00 - 12.30 uur. Deelname: aanmelden vóór 17 april, uiterlijk, bij de secretaris Hans Hirs, e-mail:
[email protected], tel. 079 3518542. Na afloop is er mogelijkheid voor een kleine lunch op het terras of bij het entreegebouw. Op www.trompenburg.nl kunt u alvast wat over de historie en de collectie te weten komen. Ook de bereikbaarheid staat er vermeld.
Agenda 1. Opening door de voorzitter, 14.00 uur. 2. Mededelingen. 3. Verslag van de 18e algemene ledenvergadering op 6 juni 2015. Zie Papyrus - 2015, 3 herfst, p.13. U kunt het ook aanvragen bij de secretaris. Ter vergadering zijn kopieën beschikbaar. 4. Jaarverslag 2015 van het Bestuur. 5. Verslag van de Kascontrolecommissie. 6. Financieel verslag van de penningmeester, de Begroting 2016 en een overzicht waaraan uw bijdragen worden besteed. 7. Verkiezing bestuursleden. Nieuw te benoemen als bestuurslid: Hans Lindeman. Aftredend en herkiesbaar: voorzitter Paula Delhez en bestuurslid Wil Aalbers. 8. Nieuws over de Tuin door Bob Ursem, zie hierboven. 9. Wat er verder ter tafel komt. 10. Rondvraag. 11. Sluiting, circa 15.00 uur. Voor en na de vergadering kunt u in de tuin genieten van de Bonsaitentoonstelling. Om 16.00 uur bent u welkom in de tuin bij de opening van de beeldententoonstelling ‘Balancing on Borders’. Tot besluit: de Botanische Tuin biedt de leden die aan deze Algemene ledenvergadering deelnemen een mooie plant aan. Hans Hirs
De Delftse Hortusdag 2016 Op zondag 29 mei 2015 wordt van 10.00 tot 17.00 uur de Delftse Hortusdag in de Botanische Tuin TU Delft georganiseerd. U bent van harte welkom! Het thema is dit jaar: ‘De Botanische Tuin op weg naar 100 jaar’. De lezing door mevrouw Carla Teune gaat over Von Siebold, de Duitse arts en botanicus die veel over de Japanse flora en fauna heeft geschreven. Daarnaast wordt in de Oranjerie een Japanse tuin ingericht. Kinderen zijn welkom bij de ‘Kleine Hoveniers’. Andere activiteiten voor hen zijn: een speurtocht, een springkussen, schminken en clowns. Er is een roofvogeldemonstratie en er zijn rondleidingen. Wederom zijn er kramen waar bedrijven en natuurorganisaties het kweken en tuinieren zullen presenteren, maar waar ook planten, zaden en tuinmaterialen te koop worden aangeboden. Er is een workshop ‘Vlechten van wilgentenen’. Diverse natuurorganisaties, zoals Natuurmonumenten, presenteren hun doelstellingen. Onder de overkapping is een terras met een bar voor drank, snacks en versnaperingen, een prettige plek om uit te rusten en elkaar te ontmoeten. De organisatie is een samenwerking van de Delftse Botanische Tuin TU Delft, de ‘Vrienden van de Delftse Botanische Tuin’ en Groei&Bloei / KMTP afdeling Delft. Zie het colofon op pagina 2 voor de toegangsprijzen.
10
Sinds 8 jaar is er weer een tentoonstelling te zien van hedendaagse beeldhouwers in de Botanische Tuin van de TU Delft. De tentoonstelling met de titel
Balancing on Borders
bevat een aantal sculpturen die verrassend zijn in hun diversiteit qua materiaal- en kleurgebruik. Grenzen zijn er om doorbroken te worden, en deze tentoonstelling is daar een voorbeeld van. De beeldhouwers Wim Bakker, Ike van Cleeff, Karin Dekker, Willem Harbers en Ellen Klijzing nodigen u uit om deze grenzen te verkennen. De tentoonstelling is te zien:
4 juni tot 23 oktober Botanische Tuin TU Delft Poortlandplein 6
De opening is op 4 juni om 16.00 uur. Verdere info: www.botanischetuin.tudelft.nl
11
Biologie en muziek 5. Een analyse van het voorkomen van planten- en dierennamen in de muziek en opnieuw nog meer over Goethe In de voorgaande bijdrage is gebleken, dat er van de gedichten van Goethe waarin expliciet naar planten en/of dieren wordt verwezen nogal wat getoonzet zijn, en een tiental daarvan zelfs meer dan 10 maal. Men kan zich daarbij afvragen of deze ‘natuurgedichten’ nu vaker, even vaak of minder vaak getoonzet zijn dan ‘gewone’ gedichten. Anders gezegd: zijn Goethe’s planten- en dierengedichten ‘populair’ bij componisten? Dat heb ik nagegaan voor 474 gedichten van Goethe; het resultaat is weergegeven in Tabel 1. Tabel 1. ‘gewone’ gedichten getoonzet totaal 337
niet 102
planten- en dierengedichten getoonzet
wel 235
totaal 137
niet 76
wel 61
Hieruit kan men het volgende concluderen: a. er zijn veel meer ‘gewone’ gedichten dan planten- en dierengedichten; b. van de ‘gewone’ gedichten zijn er ruim twee keer zoveel getoonzet als niet-getoonzet; c. van de plantenen dierengedichten zijn er iets meer niet-getoonzet dan getoonzet. Algemene conclusie: Goethe’s planten- en dierengedichten zijn bij componisten niet ‘populair’! Niet alleen dát er planten en/of dieren in de 137 ‘natuurgedichten’ vermeld zijn, maar ook wélke en hoe vaak was de volgende vraag. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 2 (per categorie zijn alleen de hoogstscorende zes en totalen weergegeven; dat de totalen der plant- en diervermeldingen – nagenoeg aan elkaar gelijk en samen 269 – aanzienlijk hoger zijn dan het totaal (137) der ‘natuurgedichten’ is een gevolg van het feit, dat vele gedichten naar meer dan 1 plant/dier verwijzen). Tabel 2.
roos appel ‘gras’ eik mirte viool cypres lelie druif totaal
12
plant
getoonzet niet wel 12 14 8 5 4 4 2 4 3 6 4 2 88
dier paard duif, tortelduif kikker schaap nachtegaal rund dolfijn vlo
46 totaal
getoonzet niet wel 9 2 5 5 5 5 2 4 9 4 2 2 88
47
Kader 1. Elemente (Goethe) Aus wie vielen Elementen Soll ein echtes Lied sich nähren, Daß es Laien gern empfinden, Meister es mit Freuden hören?
Hieruit blijkt bij de planten de roos in beide categorieën (niet en wel getoonzet) de ‘winnaar’ te zijn; bij de dieren is dat, wat betreft de niet getoonzette gedichten, het paard, maar bij de getoonzette de nachtegaal. En toen kwam de vondst van het één maal getoonzette gedicht Elemente, van Goethe! Hierin geeft Goethe aan, welke vier ‘onderwerpen’ een gedicht tot een goed gedicht maken, waarbij hij de liefde vooropstelt (zie kader 1). Daarmee kan ik het persoonlijk geheel eens zijn. Maar wat daarna volgt spreekt mij minder aan. Het tweede item betreft drank en feesten (voor velen wellicht toch ook een goed thema!). Daarna volgt wapengekletter en heldendom; dat begint al wat Pruisisch te klinken, en tenslotte is er een wat vage ‘voorwaarde’: de dichter moet afwijzen wat ‘unleidlich und häßlich’ (onuitstaanbaar en lelijk) is. Maar – o, grote verrassing, teleurstelling zelfs – geen woord over natuur! En dat voor iemand, die ook een reputatie had als bioloog! Tot slot van deze bijdrage nog een aantal gedichten van deze grote Duitse dichter. 1. Landschaft (niet getoonzet, voorzover mij bekend; het gedicht is Nederlanders op het lijf geschreven) (het gedicht vertelt hoe zich in een schoon en mooi landschap een Nederlander thuis voelt en dat dan graag schildert).
Das alles sieht so lustig aus, So wohl gewaschen das Bauernhaus, So morgentaulich Gras und Baum, So herrlich blau der Berge Saum! Seht nur das Wölkchen, wie es spielt Und sich im reinen Äther kühlt! Fände sich ein Niederländer hier, Er nähme wahrlich gleich Quartier, Und was er sieht und was er malt, Wird hundert Jahre nachgezahlt.
Liebe sei vor allen Dingen Unser Thema, wenn wir singen; Kann sie gar das Lied durchdringen, Wird's um desto besser klingen.
Uit hoeveel elementen moet een echt lied bestaan, zo dat leken het graag ondergaan, en deskundigen het met vreugde horen? Liefde zij voor alles ons thema, als we zingen; als die het lied geheel doordringt, zal ‘t des te beter klinken.
2. Ginkgo biloba (gedicht in 1815; evenmin getoonzet) (het gedicht is gewijd aan de uit Azië afkomstige boom met het gespleten blad; G. filosofeert hoe een mens ‘uit één stuk’ toch ook gespleten – ‘dubbel’ – kan zijn; zie ook foto’s).
Dieses Baumes Blatt, der von Osten Meinem Garten anvertraut, Gibt geheimen Sinn zu kosten, Wie's den Wissenden erbaut.
Ist es ein lebendig Wesen, Das sich in sich selbst getrennt? Sind es zwei, die sich erlesen, Dass man sie als eines kennt?
Solche Fragen zu erwidern Fand ich wohl den rechten Sinn. Fühlst du nicht an meinen Liedern, Dass ich eins und doppelt bin ?
Deze boomsoort is botanisch zeer belangwekkend. De boom komt endemisch voor in China en is van daar uit naar Korea en Japan verspreid; in de 18e eeuw werden zaden ervan door de Duitse arts Kämpfer naar Europa ‘gesmokkeld’. Het oudste exemplaar van deze soort in Europa, in 1750 geplant, staat in Utrecht. 13
3. Heidenröslein, door Schubert getoonzet, en alom bekend. En net als Das Veilchen, waarmee ik begon, ‘puur natuur’!
Sah ein Knab’ein Röslein stehn, Röslein auf der Heiden, War so jung und morgenschön, Lief er schnell es nah zu sehn, Sah’s mit vielen Freuden, Röslein, Röslein, Röslein rot, Röslein auf der Heiden.
Knabe sprach: ich breche dich, Röslein auf der Heiden! Röslein sprach: ich steche dich, Daß du ewig denkst an mich, Und ich will’s nicht leiden. Röslein, Röslein, Röslein rot, Röslein auf der Heiden.
Und der wilde Knabe brach 's Röslein auf der Heiden; Röslein wehrte sich und stach, Half ihm doch kein Weh und Ach, Mußt es eben leiden. Röslein, Röslein, Röslein rot, Röslein auf der Heiden.
凎䝔ᗸ䝰ٶ Japanse planten in onze tuinen
4. Über allen Gipfeln Über allen Gipfeln ist Ruh, in allen Wipfeln spürest du kaum einen Hauch; die Vögelein schweigen im Walde, warte nur, balde ruhest du auch!
Boven alle (berg)toppen is rust, in alle boomkruinen bespeur je nauwelijks een zuchtje; de vogeltjes zwijgen in het bos, wacht maar, spoedig rust jij ook!
Dit gedichtje is door Goethe op 6 september 1783 met potlood geschreven op de houten wand van het zogenaamde Goethehuisje, dat door Hertog Carl August von Sachsen-Weimar in de zomer van dat jaar als jachthuisje op de berg Kickelhahn gebouwd werd (zie de afbeeldingen). Hiermee nemen we afscheid van Goethe. In de volgende aflevering maken we kennis met de gedichtenschat van Heinrich Heine. A. Fuchs Bij de afbeeldingen 1. Boekenlegger met Ginkgomotief. 2. Brief met Ginkgobladeren. Goethe Museum, Düsseldorf. 3. Het Goethehuisje op de Kickelhahn. Foto: Stadtverwaltung Ilmenau. 4. Goethe’s handschrift in het huisje. Afb.: August Linde (1869) in ‘Die Gartenlaube’, 1872.
14
In de 19e eeuw maakte Europa kennis met allerlei onbekende planten die hier uit alle windstreken naartoe gebracht werden. Vele daarvan waren afkomstig uit China en Japan. Tegenwoordig kun je ze overal in onze tuinen en parken vinden. De persoon die een vooraanstaande rol speelde bij de introductie in Nederland van planten vanuit Japan was de Duitse arts in Nederlandse dienst Philipp Franz Balthasar von Siebold (1796–1866).
7HQWRRQVWHOOLQJ
*URHQHZHHOGH XLW-DSDQ PHL²RNWREHU %RWDQLVFKH7XLQ78'HOIW 3RRUWODQGSOHLQ ERWDQLVFKHWXLQWXGHOIWQO
Ter gelegenheid van het 150e sterfjaar van Von Siebold wordt aan hem, zijn werk en de planten die hij meebracht op een aantal locaties in binnen- en buitenland extra aandacht besteed in de vorm van tentoonstellingen, lezingen en workshops. Voor een overzicht van de locaties en activiteiten zie: botanischetuin.tudelft.nl/ bezoekers/agenda Ook in de Botanische Tuin TU Delft vind je een grote collectie planten afkomstig uit Japan en andere Aziatische landen. Vele daarvan hebben een nuttige toepassing. Ze worden ‘technische planten’ genoemd. Denk daarbij aan hout, vezels, voedsel, medicijnen,
78 'HOIW
%RWDQLVFKH7XLQ
kleurstoffen, smaakstoffen, genotsmiddelen. Ingebed in verhalen en met als titel ‘Groene weelde uit Japan’ wordt een aantal van deze planten in Japanse sfeer gepresenteerd. Bert van der Meijden 15
Kleur in de natuur
hoe wij kleur ervaren met al onze Zintuigen Op 20 november jongstleden werd in de Botanische Tuin een symposium gehouden over de helende effecten en leereffecten van de natuur. Het boek ‘De helende Natuur, met Kleur als onze Gids’ van de auteurs Jan de Boon en Iris Bakker werd hier gepresenteerd. Het promotieonderzoek van Iris Bakker aan de TU Delft is de aanleiding geweest tot het verschijnen van het boek. In haar onderzoek zocht Bakker naar een methode om na te gaan
16
hoe mensen de omgeving in hun totaliteit ervaren en hoe die totaliteit effect heeft op de mens. De focus lag tijdens het onderzoek op kleur, juist omdat kleur een beïnvloedingsfactor is die niet van zijn omgeving is te isoleren. Zo oogt de kleur rood in een kledingwinkel in de stad, geheel anders dan exact diezelfde kleur rood in een hutje op de hei omgeven door de natuur. Kleur laat zich niet benaderen vanuit puur de ratio, maar kleur vraagt tegelijkertijd een benadering vanuit het affect. Om deze reden is Bakker nauw samen gaan werken met de kleurschilder Jan de Boon om iets van het geheim van kleur te leren begrijpen. In de wetenschappelijke wereld bestaan diverse methoden om de totaliteit van de omgeving te benaderen. Deze methoden echter laten in onvoldoende mate een zuiver onderscheid zien tussen de waarnemer en de omgeving en tonen daarnaast zwakke punten met betrekking tot het gebruik van taal. Het is vaak onduidelijk wat exact met wat wordt bedoeld. Om deze reden hebben de auteurs zich eerst toegelegd op het organisme waarmee mensen hun omgeving ervaren. Dit organisme bestaat uit de zintuigen. Deze zintuigen bieden permanent sensorische informatie aan over de omgeving waarop de mens vervolgens reageert. In de volksmond wordt veelal gesproken over de vijf zintuigen zoals Aristoteles deze heeft benoemd, maar in deze tijd kunnen we stellen dat de mens twaalf zintuigen heeft die in 1909 door Rudolf Steiner zijn onderscheiden. Het interessante van de inzichten van Steiner is dat hij drie groepen van vier zintuigen benoemt, waarbij hij onderscheid maakt in zintuigen die het lichamelijke, het psychische en het geestelijke gebied aanspreken. Twaalf zintuigen lijken overigens relatief veel, maar negen van die twaalf zintuigen zijn binnen de reguliere medische wereld geheel geaccepteerd en gedefinieerd. Goethe heeft een verdiepende uitspraak gedaan in relatie tot de zintuigen. Hij schreef: “Das Gefühl der Wasserwaage und des Perpendikels ist die Gründlage unseres Menschseins”, “Het
wezen van de mens vindt zijn grondslag in de waterpas en de pendels”. Daarmee bedoelt hij dat we allen in ons leven proberen onze rug recht te houden (we spreken zelfs over de ruggengraat van de maatschappij), ondanks het feit dat we van alles meemaken, mooie dingen, maar ook tegenslag en verdriet. Onze zintuigen helpen ons daarbij. Om deze reden heten zintuigen ‘zin’ tuigen: het zijn instrumenten om ons te helpen de Zin in ons leven te vinden. Die zintuigen zijn op te vatten als pendels: bij een gebeurtenis (bijvoorbeeld als we wat horen of ruiken) slaat een pendel uit. In ons leven zoeken we een balans, we zoeken harmonie. Als de pendels teveel uitslaan ervaren we dat als onplezierig, maar als de pendels te weinig uitslaan, ervaren we dat ook als onprettig. Situaties waarbij mensen geen enkele sensorische informatie krijgen (dit noemen we sensorische deprivatie) ervaren mensen psychisch als uiterst negatief. Dergelijke situaties kunnen we niet aan. We constateren dat mensen het als harmonisch ervaren als de pendels wel uitslaan, maar niet teveel en niet te weinig. Het is juist de natuur die de mens permanent voorbeelden laat zien van harmonie. De natuur laat altijd twee wezenskenmerken zien: in de natuur zien we orde en variatie. Dankzij de orde herkennen we levende wezens in de natuur als een kastanje, een hyacint of een zebra. Elke soort in de natuur heeft specifieke karakteristieken waaraan we die ene specifieke soort herkennen. Toch is elke verschijningsvorm of elk exemplaar verschillend. Zo herkennen we de markante structuren van het opgevouwen blad en de nerven als we een rode kool doorsnijden, maar elke doorsnede die we maken van een rode kool, is verschillend. De kastanjeboom die op de markt staat, verschilt van de kastanjeboom die bij de school staat. De orde en de variatie zorgen er samen voor dat de natuur harmonisch overkomt: we zien nooit teveel orde, wat rigide over zou komen, of te weinig orde, waardoor we iets niet zouden kunnen herkennen. We zien ook nooit
te veel variatie wat chaotisch zou overkomen, of juist te weinig variatie wat monotoon zou ogen. Om deze reden werkt de natuur helend: de natuur is het toonbeeld van harmonie. Onze zintuigen, die dus op te vatten zijn als pendels, slingeren als pendel in een bepaald ervaringsgebied tussen de uitersten. De warmtezin vertelt over het temperatuurgebied tussen de uitersten warm en koud. De tastzin geeft informatie over de uitersten hard en zacht. Deze uitersten zijn op te vatten als contrasten. Ook kleur in de natuur laat zich ervaren met onze zintuigen aan de hand van deze contrasten. Op het eerste gezicht zouden we zeggen dat mensen kleur ervaren alleen via de informatie die we via het oog ontvangen. Het feit dat we praten over harde kleuren, zoete kleuren, koele kleuren of sprekende en zelfs schreeuwende kleuren, duidt erop dat ook andere zintuigen bij de totale kleurervaring een rol spelen. Zintuigen zijn geen losse op zich zelf staande informatiebronnen, maar vormen een zeer ingewikkeld organisme waarbij de verschillende zintuigen nauw met elkaar samenwerken. Alle zintuigen dragen dus bij aan de totaalervaring van kleur. Er wordt veel over kleur geschreven en misschien nog wel meer over kleur gesproken. Zo noemen we rood een actieve kleur en geel een vrolijke kleur. 17
In elke cultuur hebben kleuren specifieke betekenissen. Het is echter de vraag wat kleur exact met de mens doet. Is het waar dat we van rood actief worden en is het waar dat we van geel vrolijk worden? Om uit te vinden wat kleur exact met mensen doet, is het zinvol na te gaan wat kleur evolutionair voor mensen heeft betekend. Gedurende de gehele evolutie heeft kleur mensen tijdens hun ontwikkeling beïnvloed, waarbij de mens op te vatten is als een levend wezen dat deel vormt van de natuur. Om deze reden is het dus zinvol om te kijken hoe kleur in de natuur voorkomt en hoe mensen kleur zintuiglijk, dus via alle contrasten waar de zintuigen gevoelig voor zijn, ervaren. In de reguliere kleurwereld en de huidige verfindustrie, wordt kleur gedefinieerd aan de hand van drie contrasten: de kleur zelf, de mate van verzadiging en de lichtheid of helderheid. Dit aantal van drie contrasten is te beperkt, omdat we namelijk twaalf contrasten met onze twaalf zintuigen ervaren. Als een moeder aan haar blinde kind wil uitleggen hoe
een kleur eruit ziet, zal ze altijd gebruik maken van twee kleurcontrasten: ze zal altijd spreken over het licht-duisternis contrast (dat in de reguliere wereld ook wordt gehanteerd), en daarnaast zal ze altijd vertellen of een kleur warm overkomt of juist koud. Het is op zich vreemd dat het warmkoud contrast dat een bepalende rol speelt binnen de kleurervaring, geen enkele rol speelt in de huidige kleurdefiniëring. Om kleurervaring in zijn totaliteit te beschrijven, moeten we te rade gaan bij al onze twaalf zintuigen, omdat al die zintuigen gezamenlijk een bijdrage leveren. Als we bij de zintuigen stil staan en goed naar de manier kijken waarop kleur zich in de natuur manifesteert, zien we dat elke bloem, plant, struik of boom verschillende contrasten kiest en deze contrasten in meer of mindere mate benut, om zich daarmee in de natuur te vertonen. Zo past het complementair contrast bij de evenwichtszin: een bloem laat tegelijk twee kleuren zien die in de kleurencirkel van Goethe tegenover elkaar staan gepositioneerd. De complementaire kleuren houden elkaar als het ware in balans. We kunnen bij de blauwe distel zien dat deze bloem geen gebruik maakt van het complementair contrast: we zien alleen de kleur blauw/paars. De jacobsladder daarentegen laat naast de kleur blauw/paars ook de kleur geel zien en maakt dus wel gebruik van het complementair contrast. De cosmea manifesteert zich aan de hand van het licht-duisternis contrast met zijn gele hartje in de donker magenta gekleurde kroonbladeren. De klaproos toont naast het warmtecontrast (omdat rood warm overkomt) tegelijkertijd een naderende werking: rood geeft het gevoel dat de kleur op je af komt en blauw heeft een wijkend effect. Dit laatste effect, naderen versus wijken, past bij het bewegingscontrast, een contrast waarvoor de bewegingszin (ofwel de spierzin) gevoelig is. In het boek ‘De Helende Natuur met Kleur als onze Gids’ beschrijven de auteurs de twaalf kleurcontrasten waarmee we kleuren in hun totaliteit waarnemen. Het boek is te verkrijgen in de MuseumShop van de Botanische Tuin of te bestellen via mailadres
[email protected] Iris Bakker Bij de foto’s 1. De jacobsladder toont het complementair contrast waarvoor de evenwichtszin gevoelig is. 2. Deze klaproos toont zowel het lichtduisternis contrast (de kleuren rood en wit tonen dit contrast), het warmtecontrast (de kleur rood wordt als warm ervaren) als een bewegingscontrast (de kleur rood heeft een naderend effect). 3. De cosmea toont het licht-duisternis contrast (een geel hartje binnen de donkere magenta kroonbladeren).
18
In de keuken
rode biet De gecultiveerde rode biet is een afstammeling van de wilde strandbiet. Volgens de plantenlijst van Kew is de benaming Beta maritima goedgekeurd. Heukels, 23e druk, spreekt nog van Beta vulgaris subsp. maritima. Het is een plant met een wijde verspreiding langs de kusten van Noord-Afrika en Europa. Meer specifiek, volgens Heukels, aan de voet van duintjes en zeedijken en op vloedmerken. De plant heeft niet de karakteristieke knol van de rode biet. Romeinse schrijvers uit de eerste eeuw na Chr. spreken al over knollen van de rode (niger) en witte (candida) biet. In Nederland zijn bij opgravingen zaden van biet uit de Romeinse tijd gevonden, maar het is onzeker of het daarbij om de strandbiet gaat of om de gecultiveerde rode biet, dat kan je aan de zaden niet zien. Borscht Een zoektocht naar hét originele recept voor borscht is tot mislukken gedoemd. Borscht is een in heel Oost-Europa populair gerecht, meestal in de vorm van een soort maaltijdsoep. Het gerecht wordt warm,
soms gekoeld gegeten. Recepten gaan van heel eenvoudig tot heel gecompliceerd met veel keuzemogelijkheden, vooral uit groenten zoals ui, knoflook, selderie, wortel, prei, kool of aardappel. Er wordt een zurige smaak aan gegeven door zure room, azijn of citroen. Zelfs gefermenteerd bietenkookvocht heeft soms die rol. Welhaast het enige ingrediënt dat al die recepten gemeen hebben is de biet. In ‘De joodse keuken’ van Claudia Roden vond ik het meest eenvoudige recept voor een koude soep afkomstig uit Litouwen. Enigszins samengevat luidt het als volgt. Schil de bietjes en snij ze in dobbelsteentjes. Kook ze in water tot ze gaar zijn. Laat alles daarna afkoelen in de ijskast. Voeg suiker en citroen toe naar smaak en doe er sour cream bij. Zelf varieerde ik daar wat op, door de bietdobbelsteentjes in wildfond (ik had nog een pot) en evenveel water te koken. Nog lauw, met wat klodders crème fraiche en bestrooid met dille, was dit, zelfs zonder citroen en suiker, heerlijk. Daan Hallewas 19
verzameling is zijn volledigheid en zijn in 75 jaar bereikte omvang. Hier worden niet alleen de vorstbestendige, maar ook de in de tropen en subtropen voorkomende rododendrons getoond. Van de 1000 bekende soorten groeien er 550-600 in Bremen. De niet-vorstbestendige soorten moesten uiteraard in plantenkassen gekweekt worden. Daarbij komen nog de circa 3300 afzonderlijke rododendronsoorten die door de mens gecultiveerd zijn, zo’n 10% van de bekende kweekproducten. Nadat de oorspronkelijke kassen uit 1980 te klein en ouderwets bleken, besloot de Stad Bremen een nieuw en veel groter kassencomplex te laten bouwen, dat volgens de nieuwste inzichten zou worden ingericht. Uiteindelijk werd in 2003 ‘botanika’ geopend, het Grüne Science Center.
De botanische tuin van
Bremen
Er zijn meer dan 90 botanische tuinen over Duitsland verspreid. Genoeg keus dus. Voor mij was de keus niet zo moeilijk, want ik was door vrienden in Bremen uitgenodigd om hun Botanische Tuin te komen bekijken. Vanaf het station gaat er een tram, maar ook met de fiets is het eenvoudig, want Bremen is een stad waar de fiets populair is. Hoewel, de fietspaden zijn er soms erg smal. Vanuit het centrum is de Schwachhauser Heerstraße een voor de hand liggende route, richting het noordoosten naar Horn, een bosrijke Wassenaarachtige villawijk. De eerste keer was het een kort bezoek, maar het jaar daarna heb ik daar nog eens een halve dag rondgedwaald. Als je in Bremen praat over de botanische tuin begint men al gauw over het Rhododendron-Park, want de tuin ligt daar middenin. Ze zijn erg trots op het park. Het logo van Bremen stelt de bekende Bremer stadmuzikanten voor: een haan, een kat, een hond en een ezel uit het sprookje van Grimm, maar ik denk dat men er de rododendron aan kan toevoegen. De geschiedenis van de Botanische Tuin De meeste botanische tuinen en hortussen zijn door universiteiten of hogescholen gesticht, maar in Bremen was de koopman Franz Ernst Schütte in 1905 de initiator die een botanische tuin van ongeveer 3 hectaren aan de Osterdeich liet aanleggen. De tuin moest vooral een plek zijn voor aanschouwelijk onderwijs aan kinderen en jongeren, maar ook een recreatieoord voor volwassenen. 20
De Botanische tuin werd ingericht volgens plantengeografische richtlijnen met vegetaties uit de Oriënt, Mexico en de Kaukasus. Daarnaast waren er gedeelten met belangrijke gebruiks-, medicinale en inheemse planten, maar ook giftige planten en parasieten werden niet vergeten. Met de inflatie in Duitsland in 1918 begonnen ernstige financiële problemen voor de botanische tuin en in 1923 dreigde zelfs een sluiting. Ten slotte werd ze door de Stad Bremen overgenomen en werd een manier gevonden om dit waardevolle cultuurgoed te behouden. Deze overname leidde snel tot het inzicht de botanische tuin naar een geschiktere plaats te verhuizen, waar ook meer uitbreidingsmogelijkheden waren. Midden jaren ‘30 kreeg de tuin in de wijk Horn een plek naast het geplande RhodendronPark aangeboden en kon daarmee tegelijk een organisatorisch eenheid worden. Na de oorlog, in de jaren 1949 tot 1951, werd de huidige Botanische Tuin (3,2 ha) voltooid. Naast de geografische indeling werd er voor het eerst in een Duitse botanische tuin een gebied met de inheemse flora naar plantenfysiologische inzichten aangelegd. Het eerder genoemde Rhododendron-Park (46 ha) werd in 1937 ingewijd en heeft na enige uitbreidingen nu de op een na grootste rododendronverzameling ter wereld. Het bijzondere van deze
Wandeling door de tuin en park Door de combinatie van een grote kas, een interactieve tentoonstelling, interessante vitrines en de ‘Grüner Schule’ heeft men daar een fraaie botanische omgeving, waar boeiende informatie over de biologische verscheidenheid wordt gegeven. Die ‘Grüner’-school is speciaal opgezet om goed aan te sluiten op de biologielessen van de scholen in Bremen. Er is zelfs een interactief ontdekkerscentrum. Persoonlijk heb ik weinig geduld voor al die educatieve, voor de jeugd waarschijnlijk spannende interactieve tentoonstellingen met al die schermpjes, puzzeltochten en toetsen. Geef mij maar wat plantenboeken en de rest vind ik wel buiten, in de natuur! Maar vooruit, we zijn er toch, dus... In de ‘botanika’ zijn ook de tropische en subtropische rododendronsoorten te zien. In de zo natuurlijk mogelijk vormgegeven kassen ‘Himalaya’ en ‘Borneo’ vindt men in grote verscheidenheid vooral de Vireya-rododendron die afkomstig is van Zuidoost-Aziatische eilanden. Vroeger was deze soort niet in Duitsland te zien. Een kleine greep uit het boeket aan andere bezienswaardigheden. Veel rododendrons en azalea’s*) dus, maar in het uitgestrekte park is nog veel meer te zien. Wat denkt u van de fraaie rozentuin en de thematuinen. Nieuw is het Yaku-Tal, waar in een fraai dal de Japanse Yakushimanumrododendronsoorten staan te pronken. Ook de Soortentuin is apart. Daar werd door tuinarchitect Charly Schreckenberg voor een klassieke, strenge indeling gekozen. De planten staan in grote vierkante vakken met een boom middenin voor de schaduw. Gelukkig maakt het slingerende pad er
door heen het geheel wat minder streng. De eigenlijke botanische tuin heeft al meer dan 100 jaar een grote collectie van medicinale en gebruiksplanten, nu een van de grootste van Duitsland. Tijdens mijn bezoek was een aantal vrijwilligers er ijverig aan het wieden. Ik raakte met een aantal van hen in gesprek. De Latijnse plantennamen zorgden wonder boven wonder voor een redelijk vlotte conversatie. De Geografische afdeling biedt een verzameling van planten uit vooral Amerika, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland. Het overwinteren geschiedt in aparte kassen. Het gedeelte met de inheemse flora, dat tussen 1949 en 1950 door de plantensocioloog Reinhold Tüxen werd ontworpen, geeft op een betrekkelijk klein gebied toch een interessante doorsnede van de flora van Noordwest-Duitsland. Zo is er ook een apart schaduwrijk gedeelte voor de bosplanten. Overigens zorgt de Rode lijst van bedreigde planten ook hier steeds meer voor beperkingen. Binnen de afspraken worden evenwel toch zaden met andere botanische tuinen uitgewisseld. Met de plannen voor een Delftse rotstuin in gedachten was een bezoek aan de RhododendronSteingarten natuurlijk verplichte kost. Je vindt er soorten die hoog in de Alpen, in de Himalaya en de Japanse bergen nog kunnen gedijen. Ze zorgen daar, compleet met kloof en beekje, voor een romantische sfeer. Natuurlijker vond ik het terrasvormige Alpinum dat met grote rotsblokken en stenige paden een echt berglandschap benadert. Samen met de interessante en gevarieerde bergflora van grassen, steenbreken, muurpepers, anjertjes, campanula’s, phloxen, alliums, thijm, alysums enzovoort zorgde het voor een aangename wandeling. Hans Hirs *) Azalea’s zijn, kort door de bocht, rododendrons die ’s winters hun blad verliezen.
Bij de foto’s Rhododendron-Park en ‘botanika’. Afdeling ‘Presse und Öffentlichkeit’, botanika GmbH, Bremen
21
Wijnhandel-Slijterij André Klerks
Technische Boekhandel Waltman Binnenwatersloot 33 2611 BJ Delft
Géén winkel met een franchiseformule bedacht door de formulemanager maar een winkel die draait op vakkennis, goed advies, kwaliteit en persoonlijke service.
015-2123775
[email protected]
Wijnhandel-Slijterij André Klerks ~ Julianalaan 98 2628 BK Delft ~ telefoon: 015-2124263 Wilt u meer weten over wijn? Kijk dan eens op het net bij www.klerkswijnen.nl
TECHNISCHE BOEKHANDEL
altman B.V.
m u e s Mu p o Sh
ZOMERTJE?
Laat de tuin maar aan ons over!
maandag: 12.00 - 16.30 dinsdag - zaterdag: 10.00 - 16.30 mei tot oktober, zondag: 12.00 - 16.30
Lieve lezers, 2016 is voor de MuseumShop en voor onze 32 vrijwilligers een feestelijk jaar. In de mooie maand mei bestaat de leukste shop van Delft 10 jaar. Een lustrum en een mijlpaal! Want in de wereld om ons heen worden winkels geopend… en winkels gesloten. Ja, wij zijn er en blijven! Door de trouwe klantenkring, die wij hebben opgebouwd en ook door de vele internationale bezoekers, toeristen en de Vrienden van de Botanische Tuin, die zeker onze ambassadeurs mogen worden genoemd, is ons team dagelijks enthousiast en opbouwend bezig om de MuseumShop, ook via de media, in het licht te plaatsen. Nieuw zijn de uitgebreide educatieve speurtochten voor schoolkinderen in de Botanische Tuin. De vele activiteiten, van muziek tot excursies, 22
natuurwandelingen en een bezoek aan onze gevarieerde cadeaushop maken de Botanische Tuin tot een unieke plek om vrije tijd door te brengen. De voorjaarscollectie is weer in onze kleurrijke shop aantrekkelijk en smaakvol geëtaleerd door ons eigen getalenteerde team. Ik nodig u, uw vrienden, uw familie, uw kinderen en kleinkinderen uit om de komende maanden te genieten van de Hortus. Waai eens binnen in de cadeauwinkel om de fraaie collectie voor tuin, balkon en woonomgeving te bekijken. Of om zo maar een gepast cadeautje uit te zoeken voor een ieder die u lief is! Heeft u speciale wensen, ons sympathieke team partners staat u te woord en ga er maar vanuit dat wij uw vraag positief kunnen beantwoorden. Mag ik op een bezoekje van u rekenen? Opgewekte groet en tot ziens! Yoka Boshoff
Den Hoorn 070-3966690 www.hoveniervanderheijden.nl