TU Delft
Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin
Papyrus
2015, 3 herfst
Kampioenen Biologie en muziek Botanische tuin Málaga Botanie en de missie in China
Papyrus Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin TUDelft
2015, 3 herfst
2
Colofon
Inhoud Redactioneel
3
Tuinnieuws
4
Tuinprogramma
4
Bonenkruid in de keuken
5
Kampioenen, de oudste boom
6
Kleine expositie aquarellen Hans Hoogenhout
9
Biologie en muziek, 3. Introductie tot de klassieke muziek en een lied met een biologisch tintje 10 Verenigingsnieuws
13
In memoriam Carel Oberman
15
De Van Itersonlezing, herinnering
15
‘La Concepción’, botanische tuin Málaga
16
Botanie en de missie in China
18
MuseumShop
22
Bij de voorplaat Kweepeer, Cydonia oblonga (de huidige officiële naam). Structuur, bloem en vrucht. Deze wandplaat is nummer 38 in de Dodel-Port Atlas, die tussen 1878 en 1883 is vervaardigd door Arnold en Carolina Dodel-Port. Deze serie gedrukte wandplaten is een van de oudste in de collectie van de TU Delft. Lesley Robertson
Bij de achterplaat Groene vleesvlieg op de bloemetjes van een artisjok. D.P.H.
Papyrus is een uitgave van de Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin en de Botanische Tuin van de TU Delft. Papyrus verschijnt vier maal per jaar. De vereniging is opgericht 22 oktober 1997. De botanische tuin werd in 1917 in bedrijf gesteld als ‘Cultuurtuin voor Technische Gewassen’. Redactie: D.P. Hallewas (hoofdredacteur), H.G.J. Hirs, L.M. Stalenhoef en G.H. van der Veen, email redactie:
[email protected]. Redactieadres: Hofeiland 23, 2614 TA Delft. Vormgeving en productie: Luuk Stalenhoef. Foto’s zonder bronvermelding zijn gemaakt door de hoofdredacteur. Artikelen zijn geschreven op persoonlijke titel. Druk: Druk. Tan Heck Delft. Vereniging van Vrienden: H.G.J. Hirs, secretaris, Obrechtrode 26, 2717 DD Zoetermeer, tel.: 079 3518542, email:
[email protected]. Contributie: minimaal € 10 per jaar, over te maken op rekening NL21 INGB 0008 4561 99 t.n.v. Vrienden van de Delftse Botanische Tuin te Delft. Opzegging: schriftelijk of per email bij de secretaris. Botanische Tuin TU Delft: G.H. van der Veen, Julianalaan 67, 2628 BC Delft, tel.: 015 2782356, email:
[email protected], website: www.botanischetuin.tudelft.nl De tuin is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur, op zaterdag van 10.00 - 17.00 uur en van mei tot en met september ook op zondag van 12.00 - 17.00 uur. De ingang is aan Poortlandplein 6 (schuin tegenover de kerk). De entree bedraagt € 4 voor volwassenen, € 2 voor kinderen van 5 tot en met 14 jaar en voor 65-plussers. Gratis toegang hebben kinderen tot 5 jaar, houders van de Museumkaart, de Rotterdam- of de Delftpas en Vrienden van de Delftse Botanische Tuin. Honden mogen er niet in. De MuseumShop is geopend maandag van 12.00 - 16.30 uur, dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 16.30 uur. Van mei tot en met september ook op zondag van 12.00 - 16.30 uur. Poortlandplein 6, 2628 BM Delft, tel.: 015 2785696. Papyrus wordt gedrukt op FSC-papier. ISSN 1875-8282
Redactioneel Een prachtfoto van bloeiende gaspeldoorn op de steile hellingen van een diep ingesneden rivierdal, met op de bodem een stroompje, verscheen in augustus in de NRC. Dit dal ligt helaas in Nieuw Zeeland, waar de gaspeldoorn van nature niet voorkomt. De plant is daar een exotische soort afkomstig uit Europa. De foto was een illustratie bij een bericht over een groot wereldwijd onderzoek naar vreemde soorten. Daarbij is naar voren gekomen dat bijna 4% van alle soorten een indringer is. Verder bleek dat die soorten vooral uit Europa en midden Azië afkomstig zijn. Het aantal exotische planten afkomstig uit andere werelddelen dat in Europa goed aanslaat blijkt veel kleiner te zijn dan de soorten die Europa exporteert. Nieuws was de afgelopen tijd ook de ontdekking van een nieuwe soort reuze zonnedauw, die Drosera magnifica gedoopt is. Bijzonder is dat dit de eerste nieuwe plantensoort is die via een foto op facebook is ontdekt. De foto was voor biologen aanleiding om een onderzoek in te stellen. De plant wordt wel 1,5 m hoog. Het is een van de drie grootste drosera soorten. Dat zo’n plant zo lang onontdekt is gebleven hangt zeker samen met zijn geïsoleerde vindplaats op één enkele berg, op circa 1500 m hoogte, in het oosten van Minas Gerais in Brazilië. De grote zeldzaamheid van de plant was aanleiding om die meteen op de Rode Lijst van beschermde
planten op te nemen. Nu maar hopen dat de plant bestand is tegen de vele selfiefotografen die te verwachten zijn. In dit nummer staan we stil bij het overlijden van Carel Oberman die meer dan dertig jaar aan de tuin verbonden was. Bert van den Wollenberg brengt weer een vervolg in de reeks kampioenen onder de planten. Dit keer gaat het over de oudste levende bomen. Het oudst bekende exemplaar is een Pinus longaeva, (letterlijk: oude den, Bristlecone Pine) van 5066 jaar. Adriaan Fuchs vervolgt zijn muzikale parcours met onder andere een door Goethe geschreven en door Mozart getoonzet lied over de lotgevallen van een viooltje. Fred Struik bericht over de bijdrage die missionarissen leverden aan de ontwikkeling van de biologische kennis. La Conceptión, de schitterende botanische tuin van Málaga, is het onderwerp van Hans Hirs. In verenigingsnieuws vindt u een oproep voor nieuwe bestuursleden. Verder is er natuurlijk tuinnieuws, een herinnering aan De twaalfde Van Itersonlezing over de plantenwereld van Suriname en een aankondiging van een kleine verkooptentoonstelling van werk van Hans Hoogenhout. Tenslotte ontbreekt In de keuken niet. Daarin een eenvoudig recept met bonenkruid. Daan Hallewas 3
Tuinnieuws
In de keuken staan letters en cijfers die de kinderen moeten combineren, waarna als oplossing een naam van een plant verschijnt. De speurtocht is door de gehele tuin en in de kas uitgezet, zodat de kinderen op een leuke manier de tuin leren kennen.
We kijken terug op een mooie zomer met een hoop warme dagen en geslaagde activiteiten, zoals onder andere de Hortusdag, het bonsaiweekend en het Festival Piccolo. We hebben vele bezoekers mogen verwelkomen en men heeft weer kunnen genieten in de mooie tuin. Eind juli kregen we een zware zomerstorm voor de kiezen, maar gelukkig hebben we weinig schade opgelopen. Het einde van het groeiseizoen nadert bijna, dus komt u gerust nog even genieten van en in de mooie tuin of van een van de activiteiten die nog op het programma staan.
Vrijwilligers Nu het zomerseizoen bijna voorbij is en de kapucijners zijn geoogst, is het tijd voor de herfst. Dan is de tijd aangebroken om de afgestorven plantdelen te verwijderen en het blad te ruimen. Vervolgens zullen ook de voorbereidingen voor het winterseizoen aanbreken en zullen de planten moeten worden ingepakt of afgedekt, de kolen worden geoogst, de planten worden gesnoeid en de afgestorven plantdelen worden verwijderd. In de afgelopen weken zijn er twee nieuwe vrijwilligers voor het vrijwilligersproject door ons aangenomen, waarmee ons vrijwilligersteam nu in totaal uit tien mensen bestaat. De limiet is voor dit moment bereikt, zodat de persoonlijke aandacht en het overzicht gewaarborgd kunnen blijven. Daniel van de Merwe
Tentoonstellingen Momenteel hebben wij twee tentoonstellingen in de tuin, waarvoor we een hoop complimenten in ontvangst mogen nemen. De tentoonstellingen duren nog tot 25 oktober. De tentoonstelling gericht op ‘Beschermde planten’ is opgebouwd in de Oranjerie, alwaar posters met tekst en uitleg over de planten zijn opgehangen. De fysieke planten staan in speciaal gemaakte plantenbakken in het ‘Rode lijstproject’ in de tuin. De tweede tentoonstelling is de keramiektentoonstelling met als thema dit jaar ‘De Flower Powertijd’. De beelden staan tentoongesteld door de hele tuin, zodat de bezoekers ze kunnen bewonderen tijdens een wandeling door de tuin.
Plantendokter Elke laatste vrijdag van de maand (behalve in december) is er van 14.00 tot 15.00 uur spreekuur, naast de MuseumShop. Met uw planten met beestjes of planten die er niet normaal uitzien kunt u daar terecht. Ook met een foto van de zieke plant bent u welkom. Onze gediplomeerde hoveniers geven advies hoe de beestjes of de ziekten het beste biologisch bestreden kunnen worden. Het consult is gratis.
Educatie Dit jaar hebben wij op het educatieve vlak iets nieuws bedacht voor kinderen in de leeftijd van 4 tot circa 12 jaar. Per seizoen zijn er speurtochten uitgewerkt, met seizoensgebonden afbeeldingen die de kinderen moeten opsporen. Op de afbeeldingen
Tentoonstellingen 22 mei - 25 oktober 21 juni - 25 oktober
Beschermde planten Flower Power Keramiek, VAK Delft
Activiteiten 20 september, 10 oktober, 10.00 25 oktober, 10.00 12 december, 10.00 13 december, 12.00 4
14.00 11.30 17.00 19.00 17.00
uur uur uur uur uur
De twaalfde Van Itersonlezing Plantenruilbeurs Wetenschapsdag Kerstmarkt Kerstevent voor kinderen
bonenkruid
Zowel de eenjarige soort Satureja hortensis als de meerjarige Satureja montana worden in de keuken gebruikt. Bonenkruid was in de oudheid een veel gebruikte plant. Om welke van beide soorten het gaat is uit oudere teksten niet op te maken. De naam houdt mogelijk verband met het Latijnse woord satur, verzadigd. Anderen hebben een meer kleurrijke, maar wat minder waarschijnlijke invalshoek, ze brengen de naam in verband met satyr. Afbeeldingen van saters tonen half menselijke wezens met een staart, ezelsoren, horens, bokkenpoten en vaak een flinke erectie. Ze dansen, drinken, spelen fluit en tamboerijn en vrijen met nimfen. Het ligt dan ook voor de hand dat deze associatie het toekennen van een lustopwekkende en potentieverhogende werking aan bonenkruid met zich mee brengt. Dat heeft er weer toe geleid dat sommige sites op het net de saters met een krans van bonenkruid op het hoofd laten dansen. Zoals zoveel mediterrane kruiden is ook deze plant in de Romeinse tijd in het hele rijk verspreid geraakt. In onze huidige keuken is het kruid sterk ondergewaardeerd. Het meest bekend is nog de combinatie met tuinbonen. Sommigen laten het meekoken, anderen strooien fijngehakt, vers bonenkruid over de bonen. Met tijm, oregano, rozemarijn en salie is bonenkruid een
vast bestanddeel van herbes de provençe. Dat geeft duidelijk aan dat we bonenkruid met zijn geheel eigen smaak in veel gerechten kunnen gebruiken. Omelet met tuinbonen en bonenkruid Inspiratie voor dit recept vormt een fragment uit het 15e eeuwse Een tafelspeelken van twee personagien, eenen man ende een wijf, ghecleet up zij boerssche (Een toneelstukje gespeeld door een man en een vrouw, boers gekleed). Man: “De eyers dienen bijcans tot alle spijze, En men cocse menichsins, sout an den trein gaen.” Wijf: “Men cocse met booccruit.” (Man: “Eieren kunnen welhaast bij alle spijzen worden gebruikt, Men bereidt ze vaak als men vrolijk wil wezen.” Vrouw: “Je bereidt ze met bonenkruid.”) Neem een groot ei en een klein handje dubbel gedopte tuinbonen per persoon, doe daar wat fijngehakte jonge takjes bonenkruid bij. Roer de ingrediënten wat door elkaar en giet het mengsel in een beboterde koekenpan. Dek af met een deksel en laat het op zeer laag vuur stollen tot de bovenkant nog net niet helemaal gestold is. De oplettende lezer zal peper en zout missen, welnu die zijn inderdaad niet nodig. Daan Hallewas 5
kampioenen Als we in de plantenwereld kijken naar welke plant het oudst wordt, is het voor de hand liggend om te kijken naar bomen. Bomen kunnen ware monumenten zijn. Het is volstrekt duidelijk dat sommige bomen heel oud zijn. Bij vaste planten of struiken komen we geen exemplaren tegen die honderden zo niet duizenden jaren oud zijn. Hoe het met schimmels zit weten we niet. De wetenschappelijke kennis met betrekking tot schimmels is nog zeer beperkt. Maar gelukkig worden schimmels niet meer tot de planten gerekend, dus die kunnen we hier negeren.
Paranoot (Bertholletia excelsea) behoort. Nog ouder was de Senator Tree in Florida. Beschreven als Taxodium ascendens, wordt deze soort nu gezien als een variëteit van Taxodium distichum, de Moerascypres. Deze boom werd op circa 3500 jaar geschat, maar deze kandidaat is afgevallen, omdat de boom in 2012 in vlammen is opgegaan. Bizar genoeg werd het vuur veroorzaakt door twee personen die er drugs gerookt hadden en zelfs nadat er vuur was ontstaan niet op het idee kwamen om de parkbeheerders te waarschuwen, maar daarentegen met hun
smartphone foto’s en een filmpje maakten van de brandende boom. Eén van de twee werd opgepakt en later bestraft met een taakstraf van 250 uur en een boete van $ 12.000. In Wales staat een heel oude Taxus op een klein kerkhof in Llangernyw. De boom is daar 4000 jaar geleden geplant en groeit nog steeds. Lange tijd was de winnaar nog een andere conifeer, namelijk een exemplaar van Pinus longaeva, ofwel Great Basin Bristlecone Pine, genaamd Methusalem. De boom groeit in de White Mountain in Inyo County. Met een leeftijd van inmiddels 4846 jaar droeg deze boom lange tijd de gouden medaille. In 2013 is hij van zijn troon gestoten door een nog ouder exemplaar, waarvan het zaadje in 3051 voor het jaar nul gekiemd is en nu dus 5066 jaren oud is! De exacte leeftijdsbepalingen zijn gedaan aan de hand van kernhoutboringen, waardoor de jaarringen
Van het gegeven dat bomen oud kunnen worden profiteert de mens al duizenden jaren, in de vorm van het hout dat gebruikt wordt voor allerlei duurzame en minder duurzame doeleinden. Denk aan meubilair aan de ene kant, en brandhout aan de andere. Het is bekend dat eik en beuk duurzamer hout leveren dan den en wilg. Vurenhout, afkomstig van de den, is weinig duurzaam en wordt wel waaibomenhout genoemd. Er lijkt een verband te bestaan tussen groeisnelheid en duurzaamheid, waarbij langzaam groeiende soorten duurzamer hout produceren dan snelgroeiende. Of dit voor alle boomsoorten opgaat is mij niet bekend. De winnaar in de categorie Grootste Boom in het vorige artikel, de General Sherman, is circa 2000 jaar oud, dus uit het begin van onze jaartelling. De boom heeft twee millennia lang allerlei bedreigingen doorstaan zoals zware stormen, bosbranden, enzovoorts. Toch valt deze boom ruimschoots buiten de medailles. Waar de meeste kanshebbers tot de coniferen behoren, staat in Brazilië een boom van de soort Cariniana legalis, genaamd Patriarca da Floresta, die naar schatting circa 3000 jaar oud is. Cariniana legalis behoort tot de loofbomen en wel van de Lecythidaceae-familie, waartoe ook de
6
de oudste boom
7
geteld konden worden. De boringen worden gelegd naast die van andere exemplaren, waardoor de foutmarge sterk verkleind kan worden. De plaats van het exemplaar, dat geen naam gekregen heeft, wordt geheim gehouden om te voorkomen dat souvenirjagers de boom beschadigen. Eigenlijk is dit onze nieuwe winnaar van de gouden medaille en wel met terugwerkende kracht sinds eind 1950, toen Edmund Schulman de boring verrichte. Maar de meet is onverbiddelijk en wie niet meedoet kan ook niet winnen: Schulman stierf voordat hij tijd had gevonden de leeftijdsbepaling te verrichten. Tom Harlan vond de boorkern niet al te lang geleden en verrichtte alsnog de leeftijdsbepaling. Dus de medaille is sinds 2013 in handen van de nieuwe winnnaar, met 5066 jaren oud! Dan nog één saillant detail. In 1964 kreeg een onderzoeker toestemming om een Pinus longaeva met de naam Prometheus om te zagen voor
nader onderzoek. Prometheus was minder dik dan Methusalem. Tot zijn grote schrik bleek echter na onderzoek dat deze boom ouder was dan Methusalem, 4844 jaren, en dat in 1964! Deze boom was zoals gezegd minder dik, waarschijnlijk omdat de groeiomstandigheden op die specifieke plek ongunstiger waren dan die van Methusalem. Langzamer groei lijkt gunstig te zijn voor een hogere ouderdom, ook binnen één en dezelfde soort. Het lijkt er op dat minder gunstige groeiomstandigheden en daardoor tragere groei, een hogere leeftijd mogelijk maken. Op www.rmtrr.org/oldlist.htm is meer informatie te vinden over betrouwbare leeftijdbepalingen. Bert van den Wollenberg Bij de foto’s 1. The Senator in 2011, Big Tree Park, Longwood, Florida. Foto: Anthony Scotti, Wikipedia. 2. The Senator in brand, januari 2012. Foto: smashinghub.com 3. Llangernyw Yew Tree in Llangernyw Village, Conwy, Wales. Foto: Emgaol, Wikimedia Commons. 4. Great Basin Bristlecone Pine, Methusalem. Foto: Rick Goldwaser, wandrlymagazine.com
Kleine expositie
Hans Hoogenhout Aquarellen
Hans Hoogenhout (1932-2006), bioloog, de eerste secretaris van de vriendenvereniging, was ook een getalenteerd tekenaar. Zijn voorkeur ging uit om in de natuur zijn schetsen op te zetten. Niet alleen van parken, tuinen en waterpartijen, maar ook dieren kregen de aandacht op zijn prachtige, Italiaanse kwaliteit aquarelpapier. Getalenteerd en opgewekt ging hij door het leven. Altijd zijn tekenbenodigdheden in zijn rugzak. Je kon Hans ook vinden in Diergaarde Blijdorp, in de Botanische Tuin, in de Japanse Tuin en ook richting kust was hij blijmoedig met zijn passie bezig. Vanaf 2000 werd de voorzijde van het tijdschrift Papyrus, uitgave van de Botanische Tuin, gesierd met een vaak seizoengebonden aquarel. De huidige minitentoonstelling in de MuseumShop van de Hortus geeft zijn talent weer. Sommige aquarellen zijn van een houten lijst voorzien. Trots te melden, dat dit hout afkomstig is van een boom uit de Botanische Tuin. Vanaf € 100 kan men een exclusief kunstwerk aanschaffen, met lijst vanaf € 150. Yoka Boshoff 8
De MuseumShop is geopend: maandag van 11.30-16.30 uur, dinsdag - zaterdag van 10.00-16.30 uur, tot 1 oktober zondag van 10.00-16.30 uur. MuseumShop Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6. Info 015 278 56 96.
9
Biologie en muziek 3. Introductie tot de klassieke muziek en een lied met een biologisch tintje In mijn eerste bijdrage over Biologie en muziek gaf ik al aan vooral in klassieke muziek geïnteresseerd te zijn. Dat impliceert overigens niet, dat er ook in de populaire muziek niet tal van liedjes en liederen zijn, waarin naar planten en/of dieren wordt verwezen. Maar de klassieke muziekliteratuur alleen al bevat zo’n overweldigend aantal verwijzingen naar planten en dieren (naar de roos alleen al zijn er in The LiederNet Archive meer dan 12.500!), dat beperking nodig is. Dat houdt in, dat zelfs ten aanzien van de klassieke muziek een behandeling van het thema Biologie en muziek relatief summier zal moeten zijn. Vele lezers zullen dan ook veel van hun favoriete muziek node missen. Ook is het niet mogelijk – en dat is eigenlijk nog meer te betreuren – de besproken muziek bij de tekst te doen horen. Door verwijzingen naar You Tube zal de lezer, die over de passende apparatuur daarvoor beschikt, die muziek echter wel kunnen beluisteren. Klassieke muziek is volgens musicologen “de geschoolde muziek die voortgebracht is door, of geworteld in, de westerse kerkelijke en wereldlijke muziektradities”. De geschiedenis ervan kan men aflezen in de Tabel. Tabel. Geschiedenis van de klassieke muziek Oudheid tot 476 Middeleeuwen 476 – 1400 Renaissance 1400 – 1600 Barok* 1600 – 1750/1760 Classicisme 1730/1750 – 1820 Romantiek 1815 – 1910 20e eeuw 1900 – 2000 Eigentijdse klassieke muziek 1975 – heden N.B. De ‘begin- en eindtijden’ van de verschillende perioden vanaf de Barok zijn nogal arbitrair, en worden door verschillende auteurs anders en ook als elkaar overlappend aangegeven. * De term Barok dateert eigenlijk van veel later; hij werd voor het eerst door een zekere Jacob Burckhardt in 1855 gebruikt om de betreffende stijlperiode aan te duiden.
10
De term ‘klassieke muziek’ wordt door beroepsmusicologen veelal in engere zin gebruikt voor de muziek, die karakteristiek is voor het Classicisme (vandaar ook de naam!); volgens de Dikke Van Dale is klassieke muziek “die van Europese componisten uit de periode 1600-1920”; ‘leken’ geven de term meestal ook een veel ruimere betekenis en duiden er de ‘meer ernstige, niet-pop(ulaire)’ muziek mee aan, zoals ten gehore gebracht in concerten, kamermuziek, liedrecitals en dergelijke. Voor ons verhaal is de periode tot 1750 minder belangrijk. Weliswaar wordt er ook in die lange periode van planten en dieren in de muziek gewag gemaakt, bijvoorbeeld zelfs al in de Psalmen, waarin onder andere duif, hert, leeuw, paard en schaap met name worden vermeld (het schaap vaak als metafoor voor de mens). Maar in algemene zin kan men stellen, dat er toen ‘in niet-biologische kringen’ waarschijnlijk maar weinig echte belangstelling voor biologie en daarmee ook floristische en faunistische kennis zal hebben bestaan, ook onder de relatief weinigen, dat wil zeggen de ‘happy few’ binnen bourgoisie en adel, die klassieke muziek – altijd ‘live’ – konden beluisteren. Maar dat kón eigenlijk ook niet: de eerste versie van de Systema Naturae van Linnaeus, die alle dieren en planten hun naam geeft, is in 1735 verschenen, en de 10e meer volledige editie pas in 1758 (zie de afbeelding hierboven)!
Klassieke muziek, vooral in de vorm van liederen, die plant en/of dier als direct en specifiek onderwerp hebben of waarin plant en/ of dier toch minstens een essentiële rol vervullen, verschijnt dan ook vooral pas in de tweede helft van de 18e eeuw. In die tijd van de Verlichting maakten de natuurwetenschappen, waaronder de biologie (al bestond die term nog niet!), een stormachtige ontwikkeling door, met als gevolg, dat nu ook de minder bevoorrechten zich voor de natuur gingen interesseren. Expliciete belangstelling voor de natuur was eigenlijk al eerder begonnen met componisten uit de Barokperiode, zoals Vivaldi (1678-1741), Telemann (1681-1767) en Rameau (1683-1764), die vogel- en andere natuurgeluiden in hun muziek nabootsten. En dat ging verder tijdens het Classicisme, waarvan Haydn (1732-1809) en Mozart (1756-1791) de bekendste vertegenwoordigers zijn. Gaandeweg groeide echter ook de belangstelling voor vogels en andere dieren én planten als ‘object’ in algemene zin, bijv. bij dichters: ook die kozen vaak de natuur als object, en de gedichten die zij maakten werden weer een inspiratiebron voor componisten. De bekendste onder hen is wel de bioloog, dichter en staatsman Johann Wolfgang von Goethe (17491832). Zijn gedichten hebben een grote invloed gehad, die tot heden voortduurt. Goethe heeft daardoor een wel zeer duidelijk stempel gedrukt op de klassieke muziek, met name op de vocale muziek, dus de liedkunst en liederenmuziekcultuur, waarvan Schubert (1797-1828) de grondlegger kan worden genoemd. Die liedkunst groeide vooral in de op het Classicisme volgende periode, de Romantiek. In die tijd ook maakten de salons de musique geleidelijk plaats voor de concertzalen, die vele bezoekers trokken. De Romantiek is een kunststroming uit de 19e eeuw. In die periode van de klassieke muziek maakten componisten steeds grotere en complexere composities. In de muziek is dan veel drama en emotie te horen. Alles draait om gevoelens, fantasie en natuur, waarbij verheerlijking van de
liefde, nostalgische hang naar het verleden en een hernieuwde belangstelling voor de natuur tot de gebruikelijke thema’s behoren. Wat de muziekinstrumenten betreft waren er in deze periode ook belangrijke ontwikkelingen: de concertzalen vereisten luidere muziek en onder andere dit leidde tot verbeteringen en aanpassingen, vooral van blaasinstrumenten. De dwarsfluit zoals we die nu kennen, bijvoorbeeld, is begin 19e eeuw ontwikkeld door Theobald Böhm. Hij ontwierp een kleppensysteem waardoor het mogelijk is om met tien vingers volledig chromatisch te kunnen spelen. Het Böhm-systeem maakte het ook mogelijk om de toongaten veel groter te maken, waardoor de klank verbeterde. Later is het ook toegepast in andere blaasinstrumenten zoals de hobo en de klarinet. Na Beethoven (1770-1827), de muziekrevolutionair en wegbereider van de muzikale Romantiek, ontstonden diverse stromingen in Duitsland/Oostenrijk en Frankrijk. Via Schubert, Bruckner (1824-1896) en Mahler (1860-1911) krijgt de symfonie zijn grootste complexiteit en schoonheid. Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847), Schumann (1810-1856) en Brahms (1833-1897) brachten de typische romantische liederen- en kamermuziekcultuur tot grote hoogte. En natuurlijk waren er de grote operacomponisten, zoals Wagner (1813-1883) en, in Italië, Rossini (1792-1868), Verdi (1813-1901) en Puccini (18581924). In Frankrijk is Hector Berlioz (1803-1869) zonder twijfel de belangrijkste vertegenwoordiger van de Romantiek. 11
Kader 1 Das Veilchen (Goethe); de laatste twee regels zijn door Mozart toegevoegd! Ein Veilchen auf der Wiese stand Gebückt in sich und unbekannt; Es war ein herzig’s Veilchen. Da kam eine junge Schäferin, Mit leichtem Schritt und munterm Sinn, Daher, daher, Die Wiese her, und sang. “Ach!” denkt das Veilchen, “wär’ ich nur Die schönste Blume der Natur, Ach, nur ein kleines Weilchen, Bis mich das Liebchen abgepflückt Und an dem Busen matt gedrückt! Ach nur, ach nur Ein Viertelstündchen lang!” Ach! aber ach! das Mädchen kam Und nicht in acht das Veilchen nahm, Ertrat das arme Veilchen. Es sank und starb und freut’ sich noch: “Und sterb’ ich denn, so sterb’ ich doch Durch sie, durch sie, Zu ihren Füßen doch.” Das arme Veilchen! Es war ein herzig’s Veilchen.
In het vervolg van dit verhaal zal de aandacht bijna uitsluitend op vocale muziek gericht zijn, aangezien daarin de relatie ‘biologie en muziek’ het sterkst en ook het meest expliciet tot uiting komt. Omdat in de vocale muziek de tekstschrijver/dichter een zeer cruciale rol speelt, ligt het voor de hand in eerste instantie vooral te denken aan dichters, die ook als bioloog bekendheid genieten. En dan wordt Goethe al gauw de ‘eerste keus’! Wat Goethe betreft vindt men gemakkelijk ingang tot zijn dichtwerk in Die Deutsche Gedichtebibliothek en ook op de website ‘balladen.de’ onder Balladen und Gedichte, maar toch vooral in The LiederNet Archive, te vinden onder die naam, maar ook onder ‘recmusic.org/Lieder’, die naast de gedichten ook alle componisten vermeldt, die de gedichten, niet alleen van Goethe maar ook van vele andere dichters getoonzet hebben. Das Veilchen (zie Kader 1), zoals op 8 juni 1785 in Wenen getoonzet door Mozart, en volgens kenners hét vocale meesterwerk onder de 34 liederen van hem, kan als uitstekende inleiding tot het thema Biologie en Muziek dienen. Het werd rond de 12
jaarwisseling 1773-1774 door Goethe geschreven en in 1775 in ‘Iris. Des zweyten Bandes drittes Stück’ gepubliceerd. Het is nu bekend onder nummer KV 476 van de zogenaamde Köchel’s Verzeichnis (Köchel was een botanicus met muzikale belangstelling!). Het verhaalt over een viooltje in een weide, waar een jong herderinnetje klaarblijkelijk vrolijk en opgewekt haar schapen hoedde. ‘Was ik maar het mooiste bloempje van de natuur en plukte ze me, en drukte ze me maar aan haar boezem, al was ‘t maar voor een kwartiertje’ verzuchtte het viooltje. Maar ach, het meisje zag het viooltje niet, en stapte er op. Het ging dood, maar verheugde zich toch nog: ‘Als ik dan sterf, dan is het toch door U, door Uw voeten’! Het zal duidelijk zijn, dat het hierbij om een metafoor (beeldspraak) gaat, waarbij het viooltje een jongeling voorstelt, wiens dromen niet worden vervuld. Als bioloog zou je dan natuurlijk willen weten, welk viooltje de (óók) bioloog Goethe voor ogen had. Zeker de gekweekte reuzenviolen niet, die tegenwoordig in veel tuinen bloeien, maar die je zeker niet in weilanden zal vinden; waarschijnlijk gaat het om het zeer algemeen voorkomende driekleurig viooltje, Viola tricolor, hieronder afgebeeld. In de volgende aflevering zal op het verschijnsel van de veelvuldigheid van toonzetting van gedichten worden ingegaan. A. Fuchs
Bij de afbeeldingen 1. Titelpagina van de 10e editie (1758-59) van Linnaeus’ Systema Naturae. 2. Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), postuum portret uit 1819 van Barbara Krafft (1764-1825). 3. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832), portret uit 1828 van Joseph Karl Stieler (1781-1858). 4. Driekleurig viooltje (Viola tricolor). Foto: Jörg Hempel, Wikimedia Commons.
18e Algemene ledenvergadering op 6 juni 2015 Wegens afwezigheid van voorzitter Paula Delhez verwelkomde vice-voorzitter Rob van der Lans de aanwezigen en opende de vergadering om 14.10 uur. Aanwezig waren 7 leden en 6 bestuursleden, alsmede de wetenschappelijk directeur. Terugblik van het bestuur Rob van der Lans keek op ludieke en instructieve wijze terug op de belangrijkste wapenfeiten van het afgelopen jaar 2014. De door hem gebruikte quizvorm met bloemrijke dia’s werd door de aanwezigen erg gewaardeerd. Ondanks de regen bezochten 14 leden tijdens onze Voorjaarsexcursie op 10 mei de Amsterdamse Hortus. Zij kregen een interessante en geanimeerde rondleiding in deze bijzondere botanische tuin. De verwelkoming door de voorzitter van de Amsterdamse vriendenvereniging gaf ons de gelegenheid met een vergelijkbare club van gedachten te wisselen. De Delftse Hortusdag op 25 mei trok liefst 850 bezoekers. Directeur Bob Ursem gaf er een boeiende lezing over Plaagplanten, terwijl in de Oranjerie een expositie met
Verenigingsnieuws bijzonderheden over dezelfde lastige planten was te zien. Voor de jonge kinderen was er een bijzondere attractie: rondrijden op ezeltjes. De commissie waarin de Botanische Tuin TU Delft, Groei&Bloei en onze vereniging vertegenwoordigd zijn kon tevreden terugzien op een geslaagd festijn. Bij de 11e van Itersonlezing op 5 oktober hield professor Erik Smets, directeur van Naturalis, een interessante inleiding over de indeling en evolutie van bloemplanten, vroeger en nu. Ook in de plantensystematiek heeft DNA allang een doorslaggevende rol. Het is echter een lastige materie waarbij problemen met de oude benaming en indeling zorgen voor flinke controversen binnen de botanische wereld. Professor Smets gaat die echter niet uit de weg. De rotstuin, waarvoor een actie op touw werd gezet, komt door de giften van de leden naderbij. Er wordt hieronder bij het Nieuws over de Botanische Tuin meer over verteld. We zijn ons aan het voorbereiden op het 100-jarig bestaan van de Tuin én het 20-jarige bestaan van onze vereniging in 2017. Ons prachtige lijfblad Papyrus dat door de vereniging samen met de Botanische tuin TU Delft wordt samengesteld en uitgegeven heeft weer gezorgd voor zeer lezenswaardige afleveringen. Dank dus aan redactie, auteurs én aan de verzendploeg. Die laatste moet iedere 3 maanden toch weer zo’n 1200 enveloppen vullen en bestickeren. Het ledental is met 1150 zeer stabiel gebleven: 30 leden eraf, maar weer 30 leden erbij. Verwacht wordt dat het 2000-ste lid sinds de oprichting in 1997 zich binnenkort zal melden. De acties met betrekking tot betaalachterstand bij een aantal leden hebben succes, maar blijven nodig. Het opzetten van een e-mail-ledenbestand is geen succes. Slechts weinigen reageerden op onze oproep. Onze eigen pagina op de website van de Botanische Tuin TU Delft, vinden we nog steeds een beetje saai. Wél zijn er alle Papyrussen integraal te vinden en een groot overzicht van de indeling van het plantenrijk. Overigens is de Botanische Tuin TU Delft ook op Facebook te vinden met interessant nieuws over de Tuin. 13
Financiële zaken De kascontrolecommissie heeft in haar verslag gemeld dat zij de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 en de toelichting akkoord hebben bevonden. Na een oproep door de vice-voorzitter verklaarde mevrouw C.M. de Senerpont Domis-Thomasse zich bereid toe te treden tot de commissie. De aanwezige leden bevestigden de benoeming met applaus. Penningmeester Luuk van Langen liet aan de hand van enige dia’s met duidelijke statistieken zien hoe de begroting 2015 er uit ziet en hoe de vereniging er financieel voor staat. Voor de rotstuin is € 4000 bestemd en er is totaal € 8000 gereserveerd als cadeau voor de Tuin bij het 100-jarig bestaan in 2017. Op de vraag van Rob van de Lans hoeveel de contributie eigenlijk bedraagt, antwoordde de penningmeester dat die minimaal € 10 per jaar is, maar dat veel leden meer geld doneren. Van de heer en mevrouw Kieboom (leden van het eerste uur) werd € 1300,- ontvangen. Het is een donatie die door de gasten bijeengebracht werd tijdens hun verjaardagsfeest in de Botanische tuin. Het bestuur beraadt zich in overleg met de schenkers op een zinvolle besteding ervan.
Nieuwe bestuursleden gevraagd In het bestuur van onze vereniging is plaats voor enige enthousiaste nieuwe bestuursleden. Kennis van de botanie of bestuurlijke ervaring zijn welkom, maar niet noodzakelijk. Voor inlichtingen kunt u zich wenden tot: de voorzitter, mevrouw Paula Delhez, tel. 015-2144461, e-mail
[email protected] of de secretaris, de heer Hans Hirs, tel. 079-3518542, e-mail
[email protected]
Het bestuur Volgens het rooster treden penningmeester Luuk van Langen en bestuurslid Leo Vijverberg af. Beiden geven te kennen herkiesbaar te zijn. De vergadering stemt in met de herbenoeming met een applaus. Vice-voorzitter Rob van der Lans doet een dringende oproep aan de leden ons bestuur te komen versterken. 14
Nieuws over de Botanische Tuin Directeur Bob Ursem gaf een overzicht van de stand van zaken en de plannen van de Tuin. Wij hoeven ons geen zorgen te maken over het voortbestaan van de tuin, aldus Bob, wel zijn er ingrijpende veranderingen in zicht. Het naastgelegen Kluyverlaboratorium komt namelijk in 2016 leeg. De afdeling TNW waaronder de Botanische Tuin ressorteert gaat naar een nieuw gebouw aan de Kluyverweg. Er zijn echter nog geen omlijnde plannen voor hergebruik van het oude gebouw. Bob Ursem werkt momenteel aan een toekomstvisie voor de Tuin. Er zal onder andere een nauwere samenwerking met het Science Center komen. Dat betekent een vergroting van het terrein en een gezamenlijke horecavoorziening. In de nieuwe opzet zal er misschien minder mogelijkheid voor wetenschappelijk onderzoek zijn en de bemensing wordt meer publieksgericht. In het afgelopen jaar werd het gebruik van de Tuin door andere TU-faculteiten gestimuleerd. Zo werd er op 16 juni jongstleden bodemonderzoek in de Tuin gedaan door 120 studenten van Geoscience. Zij onderzochten de historie van de bodem door boringen te verrichten tot op de zandlaag onder de Tuin. Dit jaar werd begonnen met de ‘Plantendokter’. Een maandelijkse publieksservice door onder anderen hovenierster Sabine Wagner. Voorts zijn de voorbereidingen voor de rotstuin in volle gang. Een probleem is echter dat de ondergrond van het beschikbare terrein door een veenplaat nogal instabiel blijkt. De boel moet eerst afgegraven worden en gefundeerd met een systeem van tempexplaten en met grind gevulde rioolbuizen; daarbij wordt dan meteen het drainageprobleem opgelost. Al met al zal het nog even duren voor we op het hoogste punt van de rotstuin vanuit het geplande prieel uitzicht hebben over de Tuin. De plannen om de oudere jeugd (8-12 jaar) te betrekken bij plantenonderzoek in de Botanische Tuin TU Delft, via de zogenoemde cross-media, worden binnenkort naar buiten gebracht. Een gezamenlijke tentoonstelling bij het 425-jarig bestaan van de Leidse Hortus in 24 botanische tuinen in Nederland wordt ondersteund door de Nationale Postcodeloterij. Rondvraag Mevrouw Senerpont Domis vraagt of de contributie en schenkingen aftrekbaar zijn voor de belastingen. Antwoord: “Ja”, want de vereniging is een zogenoemde ANBI (algemeen nut beogende instelling).
Er was een vraag over hoe het staat met de vijverplannen van de Botanische Tuin in de Kanaalhof. Antwoord: Deze gingen niet door omdat DUWO (eigenaar van de grond) niet akkoord ging. DUWO laat wel zelf een vijver aanleggen als onderdeel van de bouwplannen en een noodzakelijke waterberging. Mevrouw Esther de Vries had een vraag over de mogelijkheid om als vrijwilliger in de tuin te werken. Antwoord: Er zijn momenteel 3 groepen vrijwilligers actief, namelijk: 36 vrijwilligers van de MuseumShop, een kleine groep van maximaal 10 vrijwilligers die helpt bij diverse projecten en tuinonderhoud, daarnaast is er nog een aantal rondleiders. Tot slot werd een oproep aan de leden gedaan ideeën te opperen voor de presentatie van de vereniging naar buiten. Vice-voorzitter Rob van der Lans sluit de vergadering. Na afloop ging men naar de plaats waar de rotstuin is gepland. Daar werd door Bob Ursem nog een en ander toegelicht. Vervolgens was er gelegenheid om wat te drinken en kon men een mooie Adianthus (Venusvaren) in ontvangst nemen. Hans Hirs
In memoriam Carel Oberman Op 11 juli is onverwacht de oud medewerker van de Botanische Tuin TU Delft Carel Oberman overleden. Carel was na een dienstverband van ruim dertig jaar met pensioen gegaan. In de tijd dat hij bij ons werkte was hij altijd zeer betrokken bij het reilen en zeilen van de tuin. Hij heeft zowel met de tropische planten in de kassen als in de buitentuin gewerkt.
Surinaamse kers
Herinnering
De twaalfde Van Itersonlezing wordt gegeven op zondag 20 september, 14.00 uur, in Collegezaal A van het Kluyverlaboratorium, Julianalaan 67, 2628 BC Delft. De zaal is open vanaf 13.00 uur. ‘Bioprospectie in Suriname in de 17e eeuw’, door prof. dr. Tinde van Andel. Zie Papyrus - 2015, 2 zomer voor meer informatie.
Vooral zijn grote toewijding, minutieuze arbeid en geduld in het opkweken van zaden en het verspenen van jonge planten blijft ons altijd bij. Zijn liefde voor planten was groot. De Nederlandse orchideeën in de collectie van Rode Lijst-planten genoten zijn bijzondere voorliefde. Zijn wekelijkse bezoeken na zijn pensionering en zijn inzet als ambassadeur in de promotie van de tuin zullen wij nu missen. Namens alle medewerkers en vrijwilligers, Bob Ursem, Wetenschappelijk directeur
15
La Concepción
de botanische tuin van
Málaga
De geschiedenissen van botanische tuinen vertonen een grote variatie, maar je kunt ze grofweg verdelen in drie vormen. Vaak begint zo’n geschiedenis bij een universiteit waar in de hortus botanicus door de botanische, medische of farmaceutische faculteiten planten, struiken en bomen worden gekweekt om ze te bestuderen. Ook had men plantaardige materialen nodig voor de colleges en voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld om medicijnen te bereiden, de structuur van vezels te bekijken of de voortplanting te onderzoeken. Bovendien kregen de botanische tuinen soms een rol als natuurmuseum. Er zijn ook tuinen die zich specialiseren in onderzoek naar de technische mogelijkheden die de natuur biedt, zoals in de Delftse botanische tuin traditie is. Maar er zijn ook botanische tuinen die door steden zijn aangelegd als park voor de burgers en dan speciaal voor de educatie van de schooljeugd. Ook zijn er veel koningen, edellieden en rijke ondernemers geweest die zo’n interessante tuin wilden hebben als hobby en als leuk park om te wandelen, maar ook om hun betrokkenheid met de wetenschappelijke wereld te laten zien. Het begin van de botanische tuin van het Zuid-Spaanse Málaga was bijzonder. Het echtpaar dat de tuin heeft gesticht was wel afkomstig uit de vermogende adel, maar het idee van een botanische tuin kwam op tijdens hun huwelijksreis door Europa. Deze Don Jorge Loring Oyarzábal y Doña Amalia Heredia Livermore hadden goede contacten met belangrijke Europese tuinen die het mogelijk maakten exotische planten uit allerlei werelddelen te verkrijgen. Op hun klassieke 16
landgoed ten noorden van de stad lieten zij in 1855 tegen een zuidelijke berghelling een botanische tuin aanleggen, met vlakbij de rivier Limonero. Ze konden rekenen op de hulp van de indertijd bekende Franse tuinarchitect Jacint Chamousset die een bijna tropische tuin aanlegde. Hij selecteerde de planten en realiseerde de aanplantingen. De tuin was toen al gauw bekend, aanvankelijk niet als bijzondere tuin, maar vanwege de prachtige collectie aan archeologische vondsten uit de Romeinse tijd die daar in het museum Loringiano was verzameld. Zo was daar een mozaïek te zien dat de heldendaden van Hercules uitbeeldt. Na hun dood werd de tuin in 1911 door het Baskisch echtpaar Echevarría-Echevarrieta overgenomen; dat zorgde voor een verdere uitbreiding tot een gebied van 49 ha. Het landgoed, verder bestaande uit bossen en landbouwgebieden werd in 1943 La Concepción, een historisch-kunstzinnige tuin, gedoopt. Er zijn meer dan 2000 soorten te vinden, waaronder vijgenbomen, araucaria’s, casuarina’s, magnolia’s, pijnbomen, cipressen en ceders, zoals uiteraard een bijzonder arboretum past. De subtropische planten, bomen en struiken overheersen echter, zoals de interessante collectie van meer dan 100 palmensoorten die wordt beschouwd als de beste van Europa. Je kunt er een dadelpalm met 7 zijtakken zien en een Chileense palm die tot de grootste van Spanje behoort. Bovendien kun je er allerlei waterplanten (lotussen) vinden, bamboebossen,
cactussen, orchideeën, succulenten, cycassen, zamia’s, encephalartos (Oostkaapse broodboom) en bromelia’s. Veel aandacht is er voor insectenetende planten, endemische en bedreigde planten, maar ook voor de flora die gewoon in de mediterrane bossen te vinden is. In 1990 werd La Concepción door de gemeente Málaga verworven en daarna door een aparte stichting beheerd. De 49 ha werd in tweeën gedeeld door een weg die nodig was voor het aanleggen van een groot stuwmeer in de Limonera. De ene helft voor een stadspark, de andere helft (23 ha) voor de botanische tuin. In 1994 werd de tuin opnieuw geopend, met twee hoofddoelstellingen: het behoud en verbeteren van de historische tuin en daarnaast de botanische tuin als cultureel, didactisch en wetenschappelijk centrum te handhaven en uit te bouwen. Mooi! Hoewel, intussen was de landelijke stilte verdwenen door de aanleg vlakbij van de rumoerige autosnelweg A-45 naar Granada. Je kunt de situatie: stuwmeer+dam, botanische tuin en snelwegen allemaal goed met Google Earth bekijken. Goed. Het was een zaterdagmiddag in oktober 2014 en prachtig weer toen ik in Málaga op het speciale busje naar La Concepción wachtte. Volgens de mevrouw van de VVV zou er twee maal per dag een bus rijden. Na een half uur overtijd begon ik me toch zorgen te maken of plaats en tijd klopten. De andere klant, een Duitse toeriste, had dezelfde twijfel. Zij wilde net naar haar hotel teruggaan toen 40 minuten te laat het busje eindelijk kwam aanzetten. De chauffeur reageerde zo van: wat zeur je nou, ik ben er nu toch. Spaanse tijden! We waren de enige passagiers voor de rit van circa 7 kilometer die voornamelijk langs de droge bedding van de Limonero voerde.
De ingang van La Concepción met links een fraaie vijver was eenvoudig, met een winkeltje en een snackbar, allebei klein, maar heel vriendelijk en bedaard. Het heuvelachtig terrein van 23 ha met veel bomen biedt natuurlijk veel rust en ruimte, ondanks die duidelijk hoorbare snelweg. In de loofbossen, doorspekt met palmen, waren het kleine historisch museum en het monumentale landhuis te vinden terwijl langs een beek enorme bosschages van gatenplanten (Monstera deliciosa) groeiden én bloeiden. Verderop was een heuvel met een fraai uitzichtpunt, dat versierd met een koepel een mooie blik gaf op stad en zee. Het tropisch regenwoud was vertegenwoordigd in enige beschaduwde kassen, maar aardiger was het om de route van ‘de wereld in 80 bomen’ te volgen. Ik ontdekte daarbij zowaar een gebouwtje met op een tegeltableau de aanduiding ‘Asociación de Amigos La Concepción’, ook vrienden dus! De soms steil oplopende paden zijn niet voor iedereen geschikt, zeker niet in die hitte. Toch bereikte ik het pad bovenlangs waar deze botanische tuin een meer landelijk karakter heeft en waar je je kunt verbazen over de grote opuntias, helemaal wit door de wolluis. Tijd om weer af te dalen naar de fraaie lanen met allerlei soorten palmen, waar de cipressen zich spiegelden in de vijvers met lotussen en de hibiscussen streden om wie de grootste bloemen had. Kortom, afgezien van dat busje, is deze botanische tuin een uitstekend doel als je toch aan de Costa del Sol bent. Je kunt er trouwens ook prima met de auto komen. Hans Hirs, tekst en foto’s boven foto links: openbare bron 17
Botanie en de missie in China Missionarissen droegen in belangrijke mate bij aan het vergroten van de kennis der natuur en van de tuinarchitectuur. Dat illustreren wij aan de hand van het werk van missiepriesters van de Orde der Jezuïeten. We nemen u mee naar China.
Vanuit zijn missiepost in Hainan bestudeerde de jezuïet Michał Boym de flora van China. Daarvan deed hij in zijn Flora Sinensis verslag (1656). Dat was de allereerste systematische en geïllustreerde collectie van planten uit China die ooit in Europa verscheen. Hij beschreef ze op de rechterbladzijden, steeds met opgave van diverse namen, hun geografische verspreiding, fysieke kenmerken, bloeiseizoen, vrucht en van hun medicinale kwaliteiten. Franse jezuïeten bouwden op zijn natuuronderzoek voort. In de periode 1860-1900 verzamelden zij in China duizenden planten. Die stuurden zij op naar de Jardin du Roi, de Tuin des Konings, in Parijs en naar 18
Kew Gardens bij Londen. Van daaruit kwamen ze in Franse en Engelse tuinen en in privé-woningen terecht. Daartussen zaten magnolia’s, rododendrons, pioenen, lelies, azalia’s, asters, dwergboompjes, blauwe regens, chrysanthen, hibiscussen, aspidistra’s en lotusplanten. Deze bloemen, en vele andere, werden vooral geteeld en verhandeld in de buurt van Canton. Daar lagen, langs de Parelrivier, de Fa Tee-kwekerijen. Ook jasmijn stond daar te koop. Met de gedroogde bloemen ervan gaven de Chinezen de bladeren van groene thee een delicaat floraal aroma. De keizer deed zich maar al te graag tegoed aan zijn geliefde, ook nu nog exclusieve, Biluochun groene thee. Van een van die kwekerijen was Aching de eigenaar. Hij leverde vooral aan de Europese markt. Vooral rozen, maar daar was ook veel vraag naar de camellia (japonica). Linnaeus vernoemde dit geslacht naar de jezuïet, missionaris en 1 botanicus Georg Joseph Kamel. Vier seizoenen Chinese bloemen trof je niet alleen in kwekerijen aan, ook op porselein. Het hiernaast afgebeelde ‘Vier Seizoenen Keramiek’ is daar een voorbeeld van. Op deze vaas ziet u in het midden een pioen. Die wijst op de lente. Dat seizoen wordt vaak ook geassocieerd met de orchidee. De pioen wordt geflankeerd door twee lotusbloemen en een chrysant, respectievelijk de zomer en de herfst. De bloeiende, uitbottende tak van de pruimenbloesem – vaak ook de bamboe - staat voor de winter. De weelderige pioenroos symboliseert voornaamheid, de orchidee adeldom, de lotus zuiverheid, de chrysanth vriendschap en de pruimenbloesem
volharding want die bloeit op met sneeuw bedekte takken. En de bamboe zegt vooral trouw te blijven aan je principes. Op deze, en andere, basiswaarden omtrent ‘hoe te leven’ legde het confucianisme de nadruk. Want ze bewerken welvoeglijkheid en harmonie tussen mensen. Dus wees deze Vier Seizoenenvaas de mens zowel op het ontluiken van de vier jaargetijden als op het feit dat hij zijn sociale relaties goed moet onderhouden. De vaas refereerde ook aan de tuin. Want daar onderging je het verstrijken der seizoenen. Dat ervoer Jean-Denis Attiret, jezuïet uit Frankrijk, aan den lijve. Oost en West Elke keer als hij de keizerlijke tuinen van het Oude Zomerpaleis bij Beijing betrad - zo rond 1740 was Attiret daar helemaal ondersteboven van. Vooral omdat die tuinen vanuit een heel ander concept aangelegd waren dan de koninklijke en aristocratische tuinen thuis in Frankrijk. De schilder Ji Cheng had dat concept in de Yuan Ye beschreven (1631), de oudst bewaard gebleven handleiding voor de landschapstuin in de traditionele Chinese Han-cultuur. Ideaal bezien beschouwde men in de oude, hoog ontwikkelde Chinese beschaving de natuur als bron van levenskracht en als leermeester. Want de natuur leert de mens sensitief te worden 2
3
voor de eenheid tussen haar en de mens. Vanwege die eenheid dient de mens in harmonie met haar te leven. Hoe anders dan in het Europa van Attiret! Daar ging men uit van het bestaan van een tweedeling tussen mens en natuur. Men stelde zich eerder tegenover de natuur op dan dat men zich naar haar voegde. Een tuin stak dan ook scherp af tegen de hem omringende natuur. Men wilde haar vooral overwinnen, beheersen, de maat nemen. De formele, Franse klassieke tuin laat dat duidelijk zien. Bij de aanleg ervan nam de mens de natuur de maat door haar te onderwerpen aan wiskundige principes. Symmetrie en consequente lijnvoering bijvoorbeeld. Buxus, taxus of haagbeuk snoeide hij in allerlei geometrische vormen – bol, kubus, kolom, piramide. Je had er een passer en liniaal bij nodig. Zie de hierboven afgebeelde grote tuin van Herrenhäuser Gärten bij Hannover. Tuinarchitectuur In het oude China beschouwde men de natuur als doordrongen van een continue levensenergie (Qi). Die maakt dat de natuur een vervlochten geheel is waarin alles met alles samenhangt en waarin alles van elkaar afhankelijk is. Deze energie openbaart zich in het yin en het yang, twee van elkaar afhankelijke polen: het ene kan niet bestaan zonder zijn tegendeel. Op allerlei manieren in de Chinese tuinarchitectuur vindt het yang een contrast in yinelementen. Harde stenen zijn er bedekt met zacht mos, of omringd door in de wind wiegende bamboe. Zonlicht dat via het water op de rotsachtige oevers weerkaatst, doet de harde structuur zachter lijken. 19
Ook het contrast van de onverzettelijke stenen en hun schommelende, onaanraakbare spiegelbeeld op het vijveroppervlak, is een bewust toegepast effect. Zo bracht de tuin een harmonie van contrasten te voorschijn. Overdekte loopgangen die paviljoens en poorten met elkaar verbinden, kronkelende paden en bruggen stelden de bezoeker in staat om de natuur van dichtbij en van veraf te aanschouwen. Half-open latwerk in muren prikkelde niet alleen zijn nieuwsgierigheid, maar wekte vooral zijn verbeelding ‘wat zou ik daar achter te zien krijgen’. Ook zag hij bomen met grote uitwassen op de stam. Het komt de mens immers niet toe, om die te snoeien, om zo de natuur de maat te nemen. Grasperken ontbraken dus ook.
keizer die zag, was hij wederom stomverbaasd. Niet alleen vanwege de geometrische aanleg van de tuinen die er op te zien waren, maar vooral om het doelbewust gebruik dat de schilder daarop had gemaakt van lijnen. Die gaven de keizer de illusie van ruimte, verte, diepte, afstand (zie de Herrenhäuser Gärten op de vorige bladzijde). Hij kon zó die tuinen in kijken. Alsof ze echt waren. Zo’n poging tot imitatie vond hij weliswaar knap, maar wel erg vreemd. Want in zijn cultuur ging het schilders niet om het fysieke, niet om het zo natuurgetrouw mogelijk afbeelden van de natuur – het zien - maar om wat zij dachten dat haar essentie is – dus om het denken. De hiernaast afgebeelde prent van Hsu brengt die essentie in beeld.
Blik-opener Attiret was met stomheid geslagen. Op zijn beurt deed hij keizer Qianlong perplex staan. Dat was een zeer machtig man met grote belangstelling voor botanie en tuinarchitectuur. Maar al te graag bekeek hij prenten van de spectaculaire waterwerken in de tuinen van het kasteel van Versailles. Dus gaf hij de jezuïet Michel Benoit opdracht om fonteinen in de Xiyanglou-tuin van het Oude Zomerpaleis aan te leggen (1747-1783). Die zagen eruit, alsof ze zó uit de tuinen van Versailles waren geplukt! In de Xiyanglou-tuin bevond zich ook de Xianfa Hua-hal. Daarin hingen prenten van Europese tuinen. Toen de
Het wezen der natuur Om het wezenlijke van de natuur te voorschijn te brengen, kozen de traditionele schilders in het oude China vaak voor verschuivende gezichtspunten. Zoals een vogel de natuur ziet, zwevend, glijdend, zwenkend, golvend en met een breed blikveld voor ogen. Daarvan is de in traditionele stijl uitgevoerde prent van Hsu een voorbeeld. Daarop ziet u – vanuit de hoogte - hoe de natuur zich ontvouwt en hoe de architectuur in de verte net zo weinig tastbaar is als de nevelige lucht. De vage contouren ervan lijken zich uit de natuur los te maken. Mogelijk maken nog andere dingen hun opwachting. Er zijn al elementen die op de voorgrond
zijn getreden. Het lijkt wel of er hier sprake is van een geboorte. Daarmee wijst Hsu op Tao. Dat is de schoot van alle leven waarin alles weer terugkeert.
5
De meeste vormen op deze prent zijn vloeiend, nauwelijks omlijnd, niets is van elkaar gescheiden. Natuur en architectuur vormen daardoor een weefsel waarin het ene versmelt in het andere. Daarmee brengt de schilder Qi te voorschijn, dat is de continue levensenergie in de natuur die maakt dat daarin alles vloeiend in elkaar overgaat. Zoals de zachte overgangen tussen de seizoenen, hoog en laag, water en land, zout en zoet. Yin en Yang. Op deze prent zijn het ter wereld komen, de harmonie, eenheid, beweging en de energie beeld geworden. In de ogen van de bewonderaar van de natuur bepaalden deze elementen haar wezen. Zij waren bepalend voor hetgeen men in het oude China als het wezenlijke van de natuur zag.
Invloed Attiret raakte door deze natuurbeschouwing en door deze tuinarchitectuur totaal van zijn stuk. In een brief die hij in 1749 naar een goede kennis in Parijs stuurde, bracht hij zijn verbazing over deze kijk op de natuur en over de Chinese tuinarchitectuur onder woorden. Die werd vele malen gedrukt en vertaald. Ook in het Engels. Het stimuleerde tot het gebruik van Chinese ornamenten en architectuurelementen in Engelse (landschaps)tuinen. Zoals in Kew Gardens – zie de Pagode aldaar - Woburn Gardens en Wroxton Garden (Anglo-chinois tuinstijl). Rond 1770 verwerkte men in de Europese kunst bloemmotieven die men aan de Chinese kunst ontleende (chinoiserie). Delfts aardewerk is daarvan een voorbeeld. Maar veel eerder hadden ideeën over Chinese tuinarchitectuur Japan bereikt. Als u nu een professioneel aangelegde Chinese tuin wilt zien, bezoek dan de Hortus in Haren, de Chinesischen Garten in Berlijn of de Botanischer Garten in Bochum, Duitsland. Fred Struik Bij de afbeeldingen 1. Mango in de Flora Sinensis van Michał Piotr Boym (1612-1659), Wenen, 1656. Afb.: Universiteit van Namen. 2. Maanfles, porselein, Qianlong-periode, ca. 1760, Doucai-stijl. Foto: Sotheby's. 3. Herrenhäuser Gärten, ingekleurde kopergravure, Nathaniel Parr, ca. 1745. Afb.: Wikipedia. 4. Oostelijke tuin, Wen Zheng Ming (1470-1559), Palace Museum Beijing. Afb.: Wikimedia Commons. 5. Traditionele Chinese tuin, door Hsu Dan, 2007.
4
20
21
Wijnhandel-Slijterij André Klerks
Technische Boekhandel Waltman Binnenwatersloot 33 2611 BJ Delft
Géén winkel met een franchiseformule bedacht door de formulemanager maar een winkel die draait op vakkennis, goed advies, kwaliteit en persoonlijke service.
015-2123775
[email protected]
Wijnhandel-Slijterij André Klerks ~ Julianalaan 98 2628 BK Delft ~ telefoon: 015-2124263 Wilt u meer weten over wijn? Kijk dan eens op het net bij www.klerkswijnen.nl
TECHNISCHE BOEKHANDEL
altman B.V.
m u e s Mu p o h S
ZOMERTJE?
Laat de tuin maar aan ons over!
maandag: 12.00 - 16.30 dinsdag - zaterdag: 10.00 - 16.30 tot oktober, zondag: 12.00 - 16.30
De nieuwe najaarscollectie is in de shop smaakvol geëtaleerd. Waardevol ook is een exclusieve minitentoonstelling met de beeldschone aquarellen van bioloog Hans Hoogenhout (1932-2006). Zijn kunstwerk wordt op dit moment getoond in de MuseumShop. Prachtige aquarellen met tuinen, parken, bloemen en ook dieren, waren zijn passie om in waterverf uit te voeren. Een getalenteerd man, die opgewekt door het leven ging en natuurlijk altijd in zijn rugzak zijn schetsboek, 2 hb potlood en een kleine aquarelset meedroeg. Ik nodig iedereen uit om te komen genieten van zijn uitgebreide oeuvre. De aquarellen zijn nu te koop. Ook is een aantal ervan ingelijst met hout van een boom uit de Hortus. Hoe exclusief kan het zijn! 22
Smaakvolle en leuke cadeaus voor kinderen, studenten, promovendi en voor alle lezers van Papyrus en Vrienden van de Botanische Tuin, hebben wij met zorg en gevarieerd ingekocht. De nazomer in de Botanische Tuin is een bezoek waard, heerlijke wandeling, betekent een middag uit, voor de kinderen puzzeltochten en paden die op blote voeten mogen worden betreden. De vogels in alle kleuren zingen hun lied. En bij de hoveniers kunt u onze bloemenhoning aanschaffen. Kopje thee of koffie? Onze partners maken het altijd iedereen naar de zin, kom gerust een kijkje nemen. Wij hebben nog tijd voor een gesprek en ons team is ook een “pro” in cadeautjes inpakken. Een speciaal geschenk? Laat uw wens weten, wij kopen voor u in. Tot ziens in de leukste shop van Delft! Yoka Boshoff
Den Hoorn 070-3966690 www.hoveniervanderheijden.nl