TU Delft
Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin
Papyrus
4 - december 2008
Interview Jan Eekhout Vogels in de botanische tuin Onder de microscoop Kasverlichting
Papyrus Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin & Botanische Tuin TUDelft
4 - december 2008
2
Inhoud
Colofon
Redactioneel
3
Jan Eekhout: “Ik maak de 50 wel vol”
4
Verenigingsnieuws
6
Tuinnieuws
7
Tuinprogramma
8
Plaquette Van Iterson
9
Vogels in de botanische tuin
10
Onder de microscoop
12
MuseumShop
14
Prijsvraag
14
Nootmuskaat in de keuken
15
Oh denneboom
16
Een revolutie in kasverlichting
18
De vijfde Van Itersonlezing
20
Bij de voorplaat De cyclus van seizoenen die we met de prachtige aquarellen van Henriëtte Beijerinck volgden, vindt een sluitstuk in de kerstroos, de Helleborus. (Het jaar waarin ze de prent maakte is onbekend.) D.P.H.
Papyrus is een uitgave van de Vereniging van Vrienden van de Delftse Botanische Tuin en de Botanische Tuin van de TU Delft. Papyrus verschijnt vier maal per jaar. De vereniging is opgericht 22 oktober 1997. De botanische tuin werd in 1917 in bedrijf gesteld als ‘Cultuurtuin voor Technische Gewassen’. Redactie: J.L.M. van Beveren, D.P. Hallewas (hoofdredacteur), H.G.J. Hirs, L.M. Stalenhoef en G.H. van der Veen, e-mail redactie:
[email protected]. Redactieadres: Hofeiland 23, 2614 TA Delft. Vormgeving en productie: Luuk Stalenhoef. Foto’s zonder bronvermelding zijn gemaakt door de hoofdredacteur. Druk: Druk. Tan Heck Delft. Vereniging van Vrienden: H.G.J. Hirs, secretaris, Obrechtrode 26, 2717 DD Zoetermeer, tel.: 079-3518542, e-mail:
[email protected]. Contributie: minimaal € 10 per jaar, over te maken op postgirorekening 8456199 t.n.v. Vrienden van de Delftse Botanische Tuin te Delft. Botanische Tuin TU Delft: G.H. van der Veen, Julianalaan 67, 2628 BC Delft, tel.: 015-2782356, e-mail:
[email protected]. De tuin is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur, op zaterdag van 10.00 - 16.00 uur en van mei tot en met september op zondag van 12.00 - 16.00 uur. De ingang is aan Poortlandplein 6 (schuin tegenover de kerk). De entree bedraagt € 2 voor volwassenen, € 1 voor kinderen van 5 tot en met 14 jaar en voor houders van de Delftpas. Gratis toegang hebben kinderen tot 5 jaar, houders van de Museumjaarkaart en Vrienden van de Delftse Botanische Tuin. Honden mogen er uiteraard niet in. De MuseumShop is geopend van maandag tot en met vrijdag van 10.00 - 16.30 uur, op zaterdag van 10.00 - 15.30 uur en van mei tot en met september op zondag van 12.00 - 16.00 uur. Poortlandplein 6, 2628 BM Delft, tel.: 015-2785696. ISSN 1875-8282
De winter staat weer voor de deur, de eerste sneeuw is al gevallen en de planten buiten hebben de knop alweer op de winterstand gezet. In de tuin zijn de niet winterharde planten naar binnen gebracht. Heel veel afgevallen blad is naar de composthoop gebracht. De beelden die de tuin deze zomer sierden zijn weer weggehaald. Vereniging en tuin verkeren gelukkig in blakende gezondheid. Het ledental van de vereniging vertoont nog steeds een behoorlijke stijging en de tuin heeft dit jaar een ware gedaantewisseling ondergaan. We zijn ook heel blij dat de directeur van de tuin Bob Ursem na een periode van ziekte weer zijn inspirerende leiding aan de tuin kan geven. Een onzekerheid die nog steeds bestaat is de toekomst van het gebouw Julianalaan 67. Op het bezwaarschrift van de vereniging bij de Raad van State is nog geen antwoord, maar we blijven vol goede moed. Wat meer hierover vind u in het verenigingsnieuws.
Redactioneel Papyrus kan gezien de ontvangen reacties terugzien op een geslaagd jaar. De vier nummers die we uitbrachten zijn gevarieerd van inhoud en rijk aan afbeeldingen. Met de vormgeving is veel ervaring opgedaan, de productie verloopt daardoor steeds soepeler. Een probleem waar veel bladen mee kampen, een tekort aan goede kopij, kennen we gelukkig niet. Wanneer u echter een idee voor een stuk hebt of zelf een stuk kan bijdragen is dat zeer welkom. De kwaliteit van het blad is immers sterk afhankelijk van een brede basis van auteurs die artikelen bijdragen. Neemt u in dat geval even contact op met de redactie. Ook wanneer u opmerkingen of kritiek hebt stellen we het zeer op prijs als u die aan de redactie laat horen. Enige tijd geleden werd opgemerkt dat Papyrus in de nieuwe vorm minder persoonlijk geworden is. Bij de nieuwe opzet kunnen natuurlijk dingen zijn gemist.
Daarom treft u in dit nummer een verslag aan van een interview met de medewerker die het langst bij de tuin werkzaam is en vindt u in het verenigingsnieuws weer eens een ‘Van de voorzitter’. Ook de verdere inhoud van het nummer is gevarieerd. De wintertijd kan wel wat licht gebruiken, led-verlichting in kassen is dan ook een mooi onderwerp. Een artikel over kerstbomen probeert bij te dragen aan de kerstsfeer en de prachtig microscoopfoto’s van Hans Loncke kunnen bijna als kerstversiering worden gebruikt. Vogels in de tuin preludeert als het ware op het nog verre voorjaar. De actualiteit is aan de orde in het verhaal over de plaquette van Van Iterson en in het verslag van de vijfde Van Itersonlezing. De winnende foto van de prijsvraag, gemaakt door mevrouw B. Stijnman vind u ook in dit nummer en er is weer een nieuwe prijsvraag! Daan Hallewas 3
Foto: Jacintha van Beveren
“Ik maak de 50 wel vol”
symposium, waar Gerard en ik samen een groot bloemstuk voor maakten. We waren er een paar dagen aan bezig geweest. Het bloemstuk werd ook in die schuur bewaard. En je begrijpt het al, de geit brak juist van vrijdag op zaterdagnacht los en vrat het hele bloemstuk op.” Daarmee was natuurlijk een aantal dagen werk teniet gedaan, maar het leverde wel een aardige anekdote op tijdens het congres.
Even door de museumshop en daar zat ik ineens tegenover degene die het langst bij de botanische tuin werkt, Jan Eekhout. Hij trad in dienst van de tuin in 1967: “Ik had de lagere tuinbouwschool gedaan en ik had niet zo’n zin om bij een productiebedrijf te gaan werken in de tuinbouw of zo. Ik had bij Shell gesolliciteerd en werd daar afgewezen. Toen heb ik gewoon zelf bij de botanische tuin gesolliciteerd en daar kon ik meteen aan de slag.” Jan begon als manusje van alles bij de toenmalige tuinchef Piet de Vries. Hij deed, als 16-jarige, van alles onder begeleiding van ouderen in de tuin. Later volgde hij allerlei cursussen, zoals het hoveniersbedrijf, de bloemisterij, het openbaar groen en (eigenlijk meer als hobby) de imkerij. Later natuurlijk ook allerlei computercursussen en technische cursussen voor de tuin. Daartoe bood de TU ook alle mogelijkheden. De laatste paar jaar legt Jan zich toe op fotografie. Hij is het gehele plantenbestand aan het fotograferen voor een database, die straks voor iedereen toegankelijk moet zijn: “Ja en als je dan net met vakantie bent als een plant in bloei staat, moet je weer een jaartje wachten voor je een foto kunt maken, want ik wil wel in de database foto’s hebben die hier in de tuin gemaakt zijn.” Ik vraag hem naar een anekdote en die komt er heel snel uit. Een ding is Jan zijn hele leven bijgebleven en dat is zijn geit, die in een nacht een bloemstuk opvrat: “In de ’70-er en ’80-er jaren maakten Gerard van der Veen en ik heel vaak bloemstukken voor symposia en congressen van de TU. Die stonden dan in de hal en op het podium. Zo haalden we ook nog wat geld binnen voor de botanische tuin. Ik was in die tijd ook heel gek van geiten en ik had er ook een. Geiten zijn leuk, interessant en dom. Hij zat overdag hier in het gras en ’s avonds in de schuur. Op een zaterdag was er een
Jan vertelt me dat er tegenwoordig veel minder bloemstukken worden besteld. Het is nu nog maar zo’n 10% van wat het in de jaren ’70 en ’80 was. Een ding is niet veranderd en dat is de tijdelijkheid van de botanische tuin: “Toen ik in 1967 in dienst kwam bij de tuin, wist men niet voor hoe lang dat zou zijn. De tuin werd steeds weer bedreigd met opdoeken. Maar ik vermoed dat ik de 50 jaar wel ga halen hier, of mijn gezondheid moet het niet toelaten.”
was, maar niet zo slim. Op dat moment stond de cacaoplant in bloei en de stagiaire van toen wilde graag weten hoe die bestuiving nou ging. Wij maakten hem wijs dat dat met hele kleine vliegjes gebeurde, zogenaamde ziemenietjes. We stelden hem voor dat hij ze voor ons ging vangen in de grote kas en dat we het hem dan zouden laten zien. De arme jongen is een hele ochtend bezig geweest en waarschijnlijk weet hij tot op de dag van vandaag niet, waarom hem dat niet gelukt is. Wij hebben in ieder geval afscheid van hem genomen, omdat hij toch niet geschikt leek voor het werk.” Na het gesprek lopen we nog even door de tuin. Ik vraag hem of ik een foto van hem mag maken op een plek waar hij het meest aan gehecht is, maar die plek blijkt niet te bestaan: “Ik vind alle plekken in de tuin even mooi, dus kies jij maar.” Ik koos voor een beuk in herfstkleuren op de achtergrond.
Jacintha van Beveren in gesprek met Jan vindt het werk in de tuin erg leuk, vooral ook door de afwisseling. Hij heeft ook heel veel stadia meegemaakt natuurlijk in de afgelopen 40 jaar. In het begin was er alleen een kolenkachel voor de kasverwarming, die werd ’s avonds vol cokes gegooid in de hoop dat hij tot de ochtend zou blijven branden. Nu is er een computergestuurde gasinstallatie. Daar tussendoor was er ook nog een olietijdperk. Hij kijkt met genoegen terug op alle contacten met collega’s: “Toen ik begon kende ik iedereen. We hadden 70 medewerkers. Nu is dat vervijfvoudigd en ik ken echt niet iedereen meer. Soms kom je iemand tegen die hier al 10 jaar blijkt te werken, maar die ik niet kende.” Jan heeft het altijd naar zijn zin gehad, ook door de afwisseling in het werk. Recentelijk is hij begonnen met het plaatsen van de blauwe bordjes in de tuin met de plantennaam en de oorsprong van de plant. Die bordjes graveert hij zelf. Ook dat gaat trouwens met de computer. Jan constateert dat er altijd wel iets te doen is, wat hij ook aan wil pakken. Hij heeft de kasoverkapping van de cactussen gebouwd en de plek van de rode lijst ingericht, het werk is uiteenlopend van tuinzaken tot technisch, van computer tot het schoonmaken van de vijver en dat vindt hij juist zo aantrekkelijk. Hij heeft nog een anekdote: “Wij werken altijd met praktikanten, leerlingen en stagiaires. Een keer hadden we er een die wel erg geïnteresseerd
Jan Eekhout
Die ochtend had ik een gesprek met een interessante, innemende en vriendelijke man, die met liefde over zijn werk spreekt. Waar vindt je nog iemand die er al veertig jaar zit en nog gewoon zijn laarzen aantrekt en de vijver schoon gaat maken? Nog altijd met dezelfde zin als veertig jaar eerder. Hij houdt duidelijk van zijn werk en ik vermoed dat hij die 50 inderdaad wel vol gaat maken. Wij kunnen daar alleen maar blij mee zijn. Dank je wel Jan, dat je een tipje van de sluier Jan Eekhout wilde oplichten.
5
Verenigingsnieuws Van de voorzitter Beste vrienden en vriendinnen van de Tuin Voor de vierde keer ligt de Papyrus-nieuwe-stijl voor u. Het is dus nu niet alleen het nieuwsbericht van onze vereniging, maar ook van de Botanische Tuin van de TU Delft. Onze hoofdredacteur Daan Hallewas heeft er samen met graficus Luuk Stalenhoef, iets schitterends van gemaakt. Van vele kanten hebben we niets dan lof gehoord. Het is ook weer eens tijd dat ik de nieuwe vrienden en vriendinnen verwelkom. Dankzij de activiteiten aan het verenigingskraampje en in de MuseumShop, maar natuurlijk ook dankzij onze prachtige tuin hebben zich tot nu toe dit jaar 124 nieuwe leden aangemeld. Een fantastisch resultaat. We hebben hierbij lid nummer 1500 ingeschreven die uiteraard een presentje zal ontvangen. Helaas hebben we ook afscheid moeten nemen van enkele tientallen leden. Enkele trouwe vrienden zijn overleden, een aantal is naar verre oorden verhuisd, maar ook zijn er vrienden verdwenen van wie we sinds 2007 niets meer hebben vernomen. Dit laatste is jammer want een kort berichtje zou ons extra werk hebben bespaard. De activiteiten van de vereniging dit jaar waren weer geslaagd. De voorjaarsexcursie naar de Wageningse Julianalaan 67
6
Botanische Tuin Belmonte viel bij de deelnemers zeer in de smaak en de vijfde Van Itersonlezing van de heer Jan Marijnissen was zeer boeiend en instructief. Een extra ledenvergadering aan het begin van het jaar en de jaarvergadering op 24 mei jl. waren onze officiële activiteiten. Een bijdrage van de Vereniging aan de Tuin was dit jaar het overkappende gaas waarmee de planten van de rode lijst tegen vogels worden beschermd. U leest daarover in de betreffende Papyrussen. Ook in deze december-Papyrus vindt u de rekening voor volgend jaar 2009, nog steeds is de contributie slechts € 10,- (maar meer mag!). Evenzo sturen we u hierbij de nieuwe lidmaatschapskaart, erop rekenend dat u ook voor het nieuwe jaar lid blijft. Wilt u echter het lidmaatschap beëindigen dan is een kort berichtje welkom, u hoeft ons heus geen reden te melden. Een belangrijke post in het bestuur is in andere handen gekomen. Na bijna 10 jaar heeft mevrouw Anneke van Wijngaarden-Hessels de penningen overgedragen aan de heer Luuk van Langen. Mw. Van Wijngaarden heeft in haar periode de financiën op meer dan voortreffelijke wijze beheerd, wat ieder jaar weer lovende woorden ontlokte aan de kascontrolecommissie. Anneke héél veel dank! Vermeldenswaard is dat één van de eerste sponsors van de vereniging, hovenier Klaas van Elsäcker uit Vlaardingen, de tweede prijs heeft gewonnen in de landelijke hovenierscompetitie ‘De Tuin van het jaar’. Het is een tuin geworden met een mediterraan karakter. Er is een verhoogde vijver, er zijn ‘zuidelijke’ bomen zoals een vijg en olijfbomen en verschillende terrassen, bovendien is de tuin onderhoudsvrij. De opdrachtgeefster is dan ook laaiend enthousiast, lezen we in het verslag in de krant (Groot Vlaardingen van 22 oktober jl.). Voor het geweldig geslaagde congres deze zomer – waarvoor we onze wetenschappelijke directeur Bob Ursem zeker kunnen feliciteren – heeft de Tuin nog een extra opknapbeurt ondergaan bijvoorbeeld met paden die nu voor iedereen makkelijk toegankelijk zijn en een fantastische beeldententoonstelling. Kom en geniet in onze Tuin want ook in de winter
is hij een bezoek waard en wordt het te koud of te nat dan kunt u bijkomen in de prachtig vernieuwde kassen. Met het decembernummer naderen we al weer Kerstmis en oud-en-nieuw. Vanaf deze plaats wil ik iedereen nogmaals bedanken voor alle activiteiten, in het bestuur, aan het kraampje, in de redactie en uiteraard alle tuinmedewerkers. Ik besluit met u en de uwen het allerbeste te wensen voor goede feestdagen en een gelukkig en voorspoedig 2009. Leendert Maat Julianaan 67 Reeds eerder berichtte Papyrus over de stand van zaken met betrekking tot het bestemmingsplan TUNoord/Wippolder. In februari jl. heeft het bestuur
van de Vrienden een bezwaarschrift ingediend bij de Raad van State. Het bestuur maakte met name bezwaar tegen de onbewezen noodzaak van sloop van het Kluyverlaboratorium en de aanbouw van een vleugel met parkeerkelder in de Botanische Tuin, en ook tegen de onvoldoende bescherming van unieke bomen door bouwactiviteiten in de tuin. In augustus bezocht een adviseur van de Raad van State de tuin. Een delegatie van het bestuur heeft hem rondgeleid en zo goed mogelijk nader geïnformeerd. Het advies is inmiddels verschenen. We zijn nu in afwachting van een oproep voor een hoorzitting eind dit jaar, waarna begin volgend jaar de uitspraak van de Raad van State mag worden verwacht.
Tuinnieuws Het evenementenseizoen zit er op en het winterklaar maken van de tuin is in volle gang. Verwijderen van het gevallen blad, laatste ongewenste kruiden bestrijden en het prepareren van de kuipplanten voor hun winterstalling zijn bijna dagelijkse bezigheden. De feesttent en bar zijn afgebroken, de beelden hebben de tuin verlaten en de succesvolle tentoonstelling ‘Vroeger en nu’ is opgeruimd. Activiteiten Terugkijkend durf ik wel te zeggen dat we een roerig, maar succesvol jaar achter de rug hebben op de tuin. Door de enorme inspanningen die alle tuinmedewerkers gedaan hebben om naast de reguliere werkzaamheden ook het wereldcongres in juni tot een succes te maken, kijk ik erg tevreden terug op mijn eerste seizoen bij de tuin. Daarnaast is het ook nog eens gelukt om alle jaarlijkse evenementen succesvol door te laten gaan.
Communicatie en educatie Het is ondoenlijk om alles wat er afgelopen jaar op communicatief en educatief gebied is gerealiseerd te benoemen, maar er is altijd een aantal hoogtepunten dat we zeker niet mogen vergeten. Een erg leuke radio-uitzending over de tuin is uitgezonden door TV West, waarbij onderwerpen als fijnstofonderzoek, het kookboek over eetbare bloemen en natuurlijk de tuin zelf aan bod zijn gekomen. Verder is het erg leuk om te melden dat Gerard van der Veen dit jaar voor het 25-ste jaar diverse basisschoolleerlingen van groep 8 heeft lesgegeven in de wondere wereld van planten.
Plaquette van Van Iterson Op 3 september is in de hal bij microbiologie de plaquette van de heer Van Iterson jr. onthuld. Opvolgend aan deze onthulling is het boek ‘Van plant tot Techniek’, geschreven door Gerard van der Veen en Pieter van Mourik, met foto’s van Jan Eekhout, officieel overhandigd aan de dochter van professor Van Iterson jr. Een Engelse versie van dit boek is overigens ook als relatiegeschenk aangeboden aan alle deelnemers van het wereldcongres. 7
toekomstige terras. Ook de volière met tropische vogels zal naar deze nieuwe locatie verhuizen. De kooi is geschonken door de Vriendenvereniging. We zullen de vereniging een schenking vragen, waarmee de parkietenkooi herbouwd kan worden.
Komende werkzaamheden Maar veel tijd om van dit succes te genieten is er niet, want de winterwerkzaamheden vragen al weer onze aandacht. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een vernieuwde buitenkwekerij en is de nieuwe succulentenkas nagenoeg afgerond. Nu de bladeren van de bomen zijn gevallen, kunnen de snoeiwerkzaamheden beginnen. Het uitdiepen van de sloten en het verwijderen van riet staan hoog op de prioriteitenlijst. Kortom nog volop werk te doen. Volières Tot slot wil ik nog informeren over het verhuizen van onze gevederde vrienden. De parkietenkooi valt bijna uit elkaar van ellende en is hoognodig aan vervanging toe. De wens voor een nieuwe kantine inclusief terras in ons achterhoofd houdende, is besloten om de nieuwe volière op een andere plek in de tuin neer te zetten, in de buurt van het
Middentuin Elk jaar wordt de Middentuin van de Botanische Tuin thematisch ingericht. In 2007 was het thema ‘Linnaeus’, in 2008 ‘Biobrandstof’. In 2009 zal het thema ‘Darwin’ zijn. Dit naar aanleiding van de tweehonderdjarige herdenking van zijn geboorte en het verschijnen van zijn baanbrekende werk ’On the origin of species’, honderdvijftig jaar geleden. De looptijd van het project is van maart - oktober 2009. Wij zoeken geïnteresseerden die onder deskundige leiding het project onderhouden. Hebt u kennis van tuinieren? Voelt u zich aangesproken? Zo ja, neemt u dan contact op met de tuinchef Erwin Kluver, 015 – 789977. Rest mij nog u uit te nodigen om de tuin ook in de herfst en winter te bezoeken, want ook deze jaargetijden blijft de tuin een mooie plek. En bent u op zoek naar een leuk kerstcadeau, bezoek dan eens de MuseumShop. Daar is ook het boek ‘Van Plant tot Techniek’ verkrijgbaar. Alvast fijne feestdagen en tot in 2009. Erwin Kluver
Tuinprogramma 2009
Tentoonstellingen 26 mei tot 26 oktober Darwin’s Quest 20 juni tot 29 augustus Vleermuizen i.s.m. de KNNV
18 april, 18 april, 6 en 7 juni, 12 en 13 september, 13 september,
10.00 10.00 10.00 10.00 11.00
Activiteiten 4 en 5 april Museumweekend – 12.30 uur Plantenruilbeurs i.s.m. Groei & Bloei, KMTP afd. Delft – 14.00 uur Mini plantenmarkt – 17.00 uur Bonsai Tentoonstelling – 17.00 uur Monumenten Weekend – 17.00 uur Hortusdag 10 oktober Plantenruilbeurs i.s.m. Groei & Bloei, KMTP afd. Delft Tevens Fuchsia’s snoeien 25 oktober Wetenschapsdag
Concerten 14, 21 en 28 juni, 5 en 12 juli, 14.00 – 16.00 uur 8
Een bronzen plaquette met de beeltenis van Gerrit van Iterson, hem aangeboden door het personeel van de Rubber-Stichting in 1940, is na jarenlange omzwervingen terug in Delft.
De plaquette teruggevonden Dit jaar, tijdens de opzet van de tentoonstelling ‘Vroeger en Nu’ in de Botanische Tuin, waarbij ook natuurrubber een thema vormde, kwam ir. Bert van
Professor Van Iterson (1878 - 1972) Lange tijd, van 1907 tot 1948, was professor Van Iterson hoogleraar in de microscopische anatomie. Hij was ook de regisseur bij de totstandkoming, in 1917, van het huidige gebouw voor Biotechnologie ook wel Kluyverlaboratorium genoemd èn de Botanische Tuin van de TU Delft. Hij initieerde de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek van natuurrubber en andere tropische producten uit Nederlands-Indië en de toepassing van wiskunde in de biologie. Ook heeft hij een belangrijke bijdrage gegeven aan de oprichting van de RubberStichting in Delft. Eerst in het Kluyverlaboratorium en na 1952 in een speciaal gebouwd en ingericht laboratoriumgebouw, werd wetenschappelijk en toegepast onderzoek aan rubber gedaan. Ook informatie over het gebruik van rubber was een belangrijk doel. Daar aan de Oostsingel 178 (bij de huidige fietsbrug) werd jarenlang gewerkt onder het toeziend oog van Van Iterson.
der Meijden in contact met de Rubber-Stichting en de TU Twente. Hij hoorde dat men daar de plaquette van prof. Van Iterson had en ook die met een andere bekende Delftse hoogleraar, namelijk prof. Van Rossum. Door inspanningen van met name mevrouw dr. Lesley Robertson, curator van het Beijerinck Museum van de TU Delft, werd de ‘thuiskomst’ van beide professoren bespoedigd. Aan de speurtocht kwam geen Sherlock Holmes te pas, maar aardig is wel dat 3 september jl. de plaquette door zijn dochter, mevrouw mr. Dorothea van Iterson, kon worden onthuld. Gerrit van Iterson heeft een plaats gekregen bij de ingang van het Kluyverlaboratorium en is nu in gezelschap van zijn leermeester Beijerinck. Hans Hirs
De zwerftocht van de plaquette Nadat de banden van Nederland met Indonesië goeddeels waren verbroken, brak voor de Rubber-Stichting een onzekere tijd aan. Het onderzoek verplaatste zich naar o.a. het Rubberinstituut van TNO, de inboedel en het archief inclusief plaquette verhuisden en kwamen daarna via Eindhoven bij de TU Twente terecht. Ondertussen kreeg het gebouw andere bestemmingen en werd tenslotte afgebroken. Daarvoor in de plaats kwamen woningen, het lot van meer wetenschappelijke gebouwen in Delft. In Twente wordt de rubbertechnologie door prof. dr. ir. J.W.M. Noordermeer voortgezet, terwijl de Rubber-Stichting met o.a. vicevoorzitter ing. W.J. Aben nog altijd functioneert als plek van waaruit publicaties worden verzorgd en onderzoek wordt gefinancierd. De Delftse inboedel en het archief waren in Twente ondertussen aardig geslonken.
Dit verslag kwam tot stand in samenwerking met Bert van der Meijden van de TU Delft en de heer W.J. Aben van de Rubber-Stichting.
Kleurige en kleurrijke vogels op het toneel van de
botanische tuin
Ellen Sandberg Zoals sommigen van u misschien wel weten, woon ik al jaren aan de rand van de Botanische Tuin. Vanuit mijn woonkamer op de eerste etage heb ik een geweldig uitzicht op de tuin. Laten we zeggen ‘loge’! Foto-expedities in de tuin Maar ik kom ook graag in de tuin zelf. Daar en in de vrije natuur loop ik gewapend rond met twee fototoestellen, een verrekijker, een rugzak én - zoals het een dame betaamt - met handtas. Ziet u het voor zich? De draagriemen van al die attributen raken steevast met elkaar in de clinch. Zeker als ik er ook nog eens een regenjas met capuchon bij aan heb. Dan sta ik mezelf in de meest vreemde houdingen weer uit de knoop te halen. Iemand vroeg me laatst zelfs: “Heeft er al eens iemand een foto van uzelf gemaakt zoals u er nu bijloopt?” Goed, genoeg daarover dus, het is uiteindelijk het resultaat dat telt! En dat zijn al die mooie waarnemingen die zowel in mijn hoofd als met een beetje geluk ook op mijn fototoestel werden vastgelegd. Hier voor u drie belevenissen uit de tuin.... De koelbloedige IJsvogel Kent u het smalle brugje met de hoge leuningen? Voordat de sloten een aantal jaar geleden van bagger werden ontdaan, keek ik hier regelmatig in 10
het zwarte water. Ik dacht dan steevast: “Ach, ach, hier zal zelfs geen stekelbaarsje meer in kunnen zwemmen”. Doch op een mooie zondagmiddag zat ik op mijn balkon - loge dus - en hoorde de hoge fluittoontjes van een IJsvogel voorbij suizen. Zo gaat dat altijd met IJsvogels, eerst horen dan pas zien. De vogel landde in al zijn pracht op de brugleuning. Binnen vijf minuten werden mijn eerdere veronderstellingen volledig onderuitgehaald. Er werden drie stekelbaarsjes gevangen. Wát een scherpe oogjes en hándig zo’n brugleuning! De visjes werden er koelbloedig en deskundig tegenaan geslingerd om de stekels ervan stuk te slaan en daarna snel en hongerig naar binnen geschrokt. Een show om nooit te vergeten!
De sociale Staartmees Elk jaar lukt het ze weer om - met één of twee paar stiekem te broeden in de tuin. Bescheidenheid siert de mens, maar ook deze vogeltjes. De zang van de Staartmees hoor je zelden. In mijn iets meer dan 30-jarige vogelkijkcarrière heb ik die maar drie keer waargenomen. De roep laten ze wel veelvuldig horen. Allemaal zachte, lieve prutteltoontjes met als doel het onderlinge sociale contact onderhouden. Dat werkt goed, hele slierten staartmeesjes trekken regelmatig - al pruttelend - voorbij. Je kunt jezelf dan inbeelden dat ze roepen: “Ga je gezellig mee?” En het lijkt in de winter zelfs zijn uitwerking op andere vogelsoorten te hebben: Pimpelmezen, Koolmezen, Boomkruipers..., join the Botanical Garden Bird Club!
Wilt u meer van mijn natuurfoto’s zien kijk dan op www.sandhillcrane.nl, of heeft u mogelijk interesse in mijn lepelvrienden: www.werkgroeplepelaar.nl.
De rondborstige Roodborst Ze zijn er het hele jaar rond en dat laten ze horen ook! Als één van de weinige soorten hebben ze een winterterritorium dat zowel door het mannetje als het vrouwtje door middel van zang wordt verdedigd. En dat maakt de Roodborst speciaal! In de winter krijgen we er hier nog wat extra Roodborsten uit noordelijke - koudere - landen bij. Nóg een reden om je eigen plek goed kenbaar te maken. Het zijn trotse vogels zo met die oranje borst vooruit. Wie heeft hem ooit rood genoemd? 11
Coupes van de maretak Het verslag over een excursie naar de botanische tuin in Wageningen meldde de vondst van de maretak, zie foto 3. Vanwege familierelatie kom ik regelmatig in Wageningen en in die Botanische Tuin ben ik inmiddels een beetje ‘thuis’. Vorig jaar nam ik wat op de grond gevallen stukjes van die maretak mee naar huis om er een paar dwarscoupes (dunne plakjes) van te snijden en die onder de microscoop te bekijken, zie foto 1. Ik ben niet echt goed in die snijtechniek, maar deze keer werd het resultaat beter dan ik gewend ben. Zulke coupes zijn meestal contrastarm en om ze beter te kunnen bekijken en beoordelen worden ze met chemische middelen gekleurd. Die kleurmiddelen (daar zijn er honderden van) verbinden zich selectief met de verschillende stoffen in de plantencoupe en leveren op die wijze een patroon in kleuren waaraan de botanicus kan 12
1
2
Onder de microscoop 3
4 Foto: Hans Loncke
Microscopie Op m’n werk in de fabriek had ik geleerd met meetmicroscopen om te gaan en ik had daar, behalve de te controleren onderdelen, ook wel eens iets anders mee bekeken. Langzaam maar zeker werd het kijken door de microscoop een hobby en die liefhebberij beoefen ik nog steeds. En nu mis ik wel eens een verhaal over de bouw van planten, hoe zit een plant in elkaar, waartoe dienen al die cellen en waarom verschilt de ene plant zoveel van de andere? Onder een ledenaantal van over de 1000 tuinliefhebbers moeten toch een paar mensen zijn die over die onderwerpen een bondig en verstandig artikel kunnen schrijven.
zien welke functie de verschillende weefsels hebben. Als kleurmiddel gebruik ik Etzold, het is maar één vloeistofje en dat lukt me nog wel. Etzold produceert in botanische preparaten de volgende kleuren: cellulose wordt helder blauw, verhoute delen kleuren van geel tot rood, naarmate de verhouting toeneemt. Na het kleuren wordt de coupe via een aantal tussenstappen, met een druppel hars tussen twee glasplaatjes ingesloten. Een etiket met gegevens er op en dan is het preparaat gereed. Dat is heel snel opgeschreven, maar je hebt er wel uren werk aan. Voor mij zijn zulke preparaten prachtige plaatjes, soms kan ik er zelf ook wel iets aan herkennen. Meestal monteer ik een aantal coupes van verschillende planten tegelijkertijd. Als ze dezelfde bewerking ondergaan, werkt het iets efficiënter dan elk apart. Het is dan wel zaak, de verschillende soorten niet te verwisselen.
Foto: Hans Loncke
Mijn ontdekking van de botanische tuin Mijn eerste wandeling naar de Delftse botanische tuin was in begin jaren ’60 van de vorige eeuw. De Delftsche Courant had gemeld dat ‘de bananenboom’ vol vruchten hing. Dat had ik sinds m’n kleuterjaren op Noord-Sumatra niet meer gezien, dus haastte ik mij in mijn halfuur fabriekslunchpauze naar de Tuin om te kijken en de herinnering op te frissen. Je moest toen netjes toegang vragen, ik mocht naar binnen, en het was nog gratis ook! Voor deze simpele, niet deskundige bananenliefhebber bleken er in tuin en kassen naast de bananenboom nog veel meer interessante zaken te zien, te vragen en te ontdekken, en sindsdien leidden mijn pauzewandelingen met regelmaat naar de Botanische Tuin. Als tuinvriend krijg ik tegenwoordig de mooie Papyrus in de brievenbus, met berichtgeving over het wel en wee van de Delftse tuin en soms met jaloersmakende reisverslagen naar verre tuinen.
De Ginkgo biloba Na de maretak had ik dicht bij huis een takje van de Ginkgo biloba veroverd, net als de maretak een wat minder algemene plant. De Ginkgo is een boom, die blaadjes produceert (foto 2), maar desondanks bij de naaldbomen wordt ingedeeld. De reden daarvoor is aan een dwarscoupe te zien, want bij de Ginkgo ontbreken de vaatbundels, die bij loofhout altijd aanwezig zijn, maar bij naaldhout niet voorkomen. Dát wilde ik dan wel eens zien. Dus werden ook van dit takje wat plakjes gesneden. Maar dit is hout, dus veel harder dan de maretakstengel; met een mesje zou het snijden vast niet lukken. Deze coupes worden met een vlijmscherpe beiteltje op een stevige snijmachine gemaakt en uiteindelijk lukt het me om ook dáárvan een aanvaardbaar preparaat te maken. Op foto 4 is van buiten naar binnen het volgende te zien: bruin de schors (de afgestorven verkurkte bast); blauw de bast (een weefsellaag, die de voedingsstoffen vanuit het blad naar de wortels transporteert); dan volgt het spinthout (het levende deel van een boom, dat het water van de wortels naar de kruin transporteert) en radiale blauwe lijnen, dat zijn de mergstralen. Tussen de cellen van het spinthout zijn geen vaatbundels aanwezig, dus wordt de Ginkgo terecht bij de naaldbomen geplaatst. Hans Loncke Bij de foto’s: 1. Maretak, stengel dwarsdoorsnede, diameter 2 mm; 2. Ginkgo biloba, bladeren kleuren goudgeel in de herfst; 3. Maretak op fruitboom; 4. Ginkgo biloba, takje, dwarsdoorsnede, diameter van het verlichte veld 1,8 mm.
13
De feestdagen zijn weer in het zicht. De cadeaucollectie is uitgebreid en er is voor elk wat wils natuurlijk. Speciaal voor onze vrienden van de botanische tuin bestaat de mogelijkheid om op een nader te bepalen avond in november of december met vrienden en vriendinnen te komen ‘shoppen’ in de leukste winkel van Delft. Laat even weten of u belangstelling heeft voor een exclusief avondje winkelen.
MuseumShop
Geslaagd ‘shoppen’ op een winteravond in de MuseumShop? In de gezellige tuinwinkel is een aantrekkelijke sinterklaas- en kerstcollectie uit Zweden en Italië geëtaleerd. Geïllustreerde voorleesboeken en leerzame prentenboeken voor de kinderen door bekende Nederlandse schrijvers. Nieuw zijn de nappaleren tulptassen in zwart, camel, bordeaux en paars, van Lin-design. Exclusief voor onze vaste bezoeker is er een keuze uit 135 cadeautjes.
Nootmuskaat in de keuken
Onze enthousiaste en sympathieke partners pakken uw aanschaffen mooi in en natuurlijk krijgt u een lekker drankje aangeboden om de feestvreugde te verhogen. En… vergeet niet… de vrienden van de tuin ontvangen 10% korting! info:
[email protected]
Prijsvraag
De prijsvraag van het vorige nummer heeft drie inzendingen opgeleverd. De jury heeft de foto van mevr. B. Stijnman (hiernaast) als beste beoordeeld. De andere inzendingen waren van mevr. L. de Vreede en mevr. L. van Mourik-van Amerongen. Onder de kerstboom heeft u natuurlijk alle tijd om Papyrus te lezen, reden voor een inhoudelijke prijsvraag. U zult alle artikelen even moeten doornemen om de antwoorden te kunnen vinden. Degene die alle antwoorden goed heeft, krijgt een cadeaubon van de MuseumShop, waar u erg leuke dingen kunt uitzoeken. Ga er dus maar eens voor zitten. Bij meer goede inzendingen gaan we loten. Stuur uw antwoorden vóór februari naar de redactie - zie colofon. 1. Kunt u een van de eerste sponsors van de Vereniging van Vrienden van de Tuin noemen? 2. Welke kleuren produceert de vloeistof Etzold in botanische preparaten in cellulose en verhoute delen? 3. Wat is bijzonder aan de boom Ginkgo biloba? 4. Welke vogeltjes in de botanische tuin hebben een winterterritorium dat zowel door het mannetje als het vrouwtje door middel van zang wordt verdedigd? 5. Wie was de eerste die elektrosproeien of elektrosprayen ontdekte en hoe deed hij dat? 6. Wanneer kwam de plaquette van prof. Gerrit van Iterson jr. officieel weer thuis? 7. Welke boom wordt in Nederland het meest gebruikt als kerstboom, geef de Nederlandse en de Latijnse naam? 8. Hoe lang werkt Jan Eekhout al bij de botanische tuin?
14
Een belangrijk deel van de winsten van onze VOC was afkomstig van de teelt van specerijen, o.a. nootmuskaat. De strijd die gevoerd is om de nootmuskaatproductie geheel in handen te krijgen, was niet lang maar wel zeer bloedig. De Molukken waren aan het begin van de 17e eeuw al bekend als gebied waar veel specerijen groeiden. Het was dan ook onvermijdelijk dat ze de begerige ogen van de VOC trokken. De Banda-eilanden, waar de nootmuskaat groeide, kregen dus ongenood bezoek. Bij een eerste treffen wisten de Bandanezen de Hollanders te verdrijven. Een expeditie onder Jan Pieterszoon Coen in 1621 was succesrijker. Daarbij zijn vrijwel alle Bandanezen omgebracht. De dorpshoofden werden onthoofd. Met de bevolking van andere eilanden is daarna een plantagesysteem opgezet, waarmee de productie werd zekergesteld. Nootmuskaat (Myristica fragrans) is een altijd groen blijvende boom. Pas wanneer de vrouwelijke bomen acht jaar oud zijn beginnen ze vruchten te dragen. De pit van de vrucht is de muskaatnoot, die door een zaadrok, de foelie, wordt omgeven. Het geslacht Myristica omvat naast Myristica fragrans zo’n 120 soorten. In de kassen van onze tuin wordt een omvangrijk kweekprogramma van deze soorten uitgevoerd.
Schorseneren met kaassaus en nootmuskaat Het schillen van schorseneren is door het witte sap dat ze daarbij afscheiden een nogal viezig, kleverig werkje. Dat kan echter voorkomen worden door de schorseneren onder water te schillen met een dunschillertje. Leg de geschilde stukken in koud water met wat citroensap, anders verkleuren ze. Snij ze na het schillen in stukken en kook ze in water, waaraan een kippenbouillonblokje is toegevoegd, of in kippenbouillon met wat zout. De schorseneren moeten net onder staan. Kook ze tot ze beetgaar zijn. Haal ze dan uit het kookvocht en houdt ze warm, bijvoorbeeld in de oven. Laat zoveel van het kookvocht indampen als u voor de saus nodig denkt te hebben, tot ongeveer één derde. Bind dan het vocht met maïzena of meel en voeg tenslotte de kaas toe. Maaslander of Emmenthal is zeer geschikt. Roer regelmatig tot de kaas is opgelost. Breng de saus verder op smaak met versgeraspte nootmuskaat en wat versgemalen zwarte peper. Daan Hallewas 15
De nordmannspar (Abies nordmanniana) De nordmannspar vinden we steeds vaker in Nederland. Hij is afkomstig uit het gebergte van noordelijk Klein-Azië en uit de valleien van het Kaukasusgebergte (Georgië). Het is een spar met glanzende, donkergroene naalden met een respectabele lengte (20 tot 30 mm lang en 2 tot 3 mm breed). Hij is vooral interessant omdat zijn naalden lang aan de boom blijven. Het is een zeer mooie en dichte kerstboom met een regelmatig vorm, die vooral gewaardeerd wordt in de Germaanse landen. De nordmannspar wordt uitsluitend zonder kluit verkocht, omdat zijn recht 16
De edelspar (Abies procera) Deze spar komt vooral voor aan de westkust van de Verenigde Staten, op een hoogte van 800 tot 1.600 m. Hij dankt zijn naam aan zijn prachtig blauwgroene kleed, zijn majestueuze groei, zijn roodachtig hout, zijn heerlijk parfum, zijn prachtige sparappels, die tot 25 cm lang en tot 10 cm dik kunnen worden, en het feit dat hij 60 m hoog kan worden. De lange naalden (tot 35 mm lang bij de jonge exemplaren) plakken aan hun voet tegen de tak en richten zich vervolgens op als de haren van een tandenborstel. Hij valt op door zijn dicht opeen staande naalden waarover een blauwe schijn ligt en verspreidt een aangename balsemgeur die bijdraagt tot de kerstsfeer. Net als de nordmannspar verliest hij zijn naalden niet. Zijn wortels groeien ook recht naar beneden en lenen zich niet goed tot de productie van kersbomen met kluit. De takken van de edelspar worden vaak gebruikt voor het vervaardigen van kerstversieringen. De Servische spar (Picea omorika) Deze soort is afkomstig uit het zuidwesten van het vroegere Servië en het westen van Bulgarije en groeit op een hoogte
In Nederland zien we van oudsher vooral de fijnspar (Picea abies), de zilverspar (Abies alba), spar, den en pseudotsuga, maar de nordmannspar en de blauwsparren winnen steeds meer terrein. Al deze bomen zijn in de botanische tuin te vinden. De kerstboom in de traditie Het gebruik van de kerstboom loopt zeer uiteen. Men vermoedt wel dat het een Oudgermaanse oorsprong heeft, zeer heidens overigens. Wat natuurlijk wel weer aardig is in relatie tot de christelijke traditie van kerst. De eikenboom stond centraal bij de mid-winter-viering (de korte nacht, later de kerstnacht). Verder werden boven de deuropeningen takken gehangen om zo ronddwalende geesten van de winter uit te nodigen en gespaard te blijven van onheil. De vraag rijst dan waarom men is overgestapt op dennenbomen. Waarschijnlijk kwam dat omdat ze groen bleven en niet stierven. Daarmee vormden ze een symbool van eeuwigdurend leven, dat ook terug te vinden is in de kransen die aan de deur worden gehangen, als teken om binnen te komen en te delen in de vreugde. De Romeinen en Keltische druïden gebruikten deze symbolen ook al. Bij de Saturnalia speelden groene
takken een rol en bij het nieuwjaarsfeest groene twijgen, die gedeeld werden met vrienden, als teken van voorspoed en geluk. Het symbool voor het leven vinden we ook in de Yggdrassil, ofwel de levensboom. De Duitse Hélène de Mecklenbourg, echtgenote van de Duc d’Orleans versierde in 1837 in de Tuilerieën voor het eerst een kerstboom, zo kwam de boom (sapin de Noël) ook naar Frankrijk en daarna naar Italië en Spanje, waar de boom geboorteboom wordt genoemd (Alberi di Natale respectievelijk Arbol de Navidad). De missionarissen en de Franse kolonisten hebben waarschijnlijk de kerstboom op de Amerikaanse continenten gebracht. In India wordt de bananenboom versierd en in plaats van hulst worden mangobladeren gebruikt. In plaats van kaarsjes of elektrische lichtjes worden olielampjes aangestoken. Kerst is ook bij hun traditie. Wist u dat aan de bomen, die gebruikt worden voor kerst, ook wel symbolische betekenissen worden gegeven? De den bijvoorbeeld staat voor mededogen, de spar voor kalmte, de zilverspar voor hoop in tegenspoed en de pijnappel symboliseert de terugkeer van de plantengroei en van het leven in het algemeen. Als u nog een boom moet kopen, kunt u misschien even stilstaan bij de betekenis ervan. Wij wensen u een goed kerstfeest met een prachtige boom. Gerard van der Veen, Jacintha van Beveren.
Abies nordmanniana Foto: Gerard van der Veen
De fijnspar (Picea abies) De bekendste kerstboom is de gewone spar, of fijnspar, de klassieke kerstboom, sinds mensenheugenis voor Kerstmis gebruikt. Hoewel deze boom in België en Nederland nog steeds in groten getale aangeboden wordt, is hij in andere landen reeds voor een deel verdrongen door “edeler” soorten. Dit is vooral het geval in Engeland en Denemarken, waar zeer veel belang wordt gehecht aan kerstdecoratie. De gewone spar heeft een piramidale groei, zijn naalden zijn heldergroen en groeien op roodbruine takken dicht bijeen. Ze zijn 15 tot 25 mm lang en naar voren gericht.
van 600 tot 1.400 m. Typisch aan de Servische spar is zijn zilverachtige kleur. Deze wordt gevormd door de witte onderkant van de naalden. Zijn groei is slanker dan die van de gewone spar. De van nature zilveren kleur van de Servische spar, die meer in ‘t algemeen omorika genoemd wordt, maakt van deze boom een zeer gedistingeerde en originele kerstboom. Hij wordt bijna altijd met kluit verkocht (deze soort leent zich het best tot het vormen van een kluit in de boomkwekerij) en slaat zeer gemakkelijk aan in de tuin. Bovendien is hij niet veel duurder dan de gewone spar met kluit.
naar beneden groeiend wortelsysteem niet geschikt is voor kluitvorming. De nordmannspar groeit veel trager dan de gewone spar. Hij vormt per jaar één scheut, terwijl de gewone spar er ieder jaar twee krijgt. Daarom is hij minstens tien tot vijftien jaar oud voordat we hem kunnen versieren.
Abies nordmanniana
Abies nordmanniana
Oh denneboom
Abies alba
Bij kerst hoort een boom. Dat weet iedereen. Of uh, iedereen in Nederland tenminste. Maar ook in andere landen staat in de huiskamer of de hal een boom, of worden bomen buiten versierd. Niet zomaar bomen, nee kerstbomen. Maar wat zijn dat eigenlijk voor bomen?
17
Een revolutie in
De oogstopbrengst In 2007 zijn op grotere schaal proeven gestart met led-installaties. Met de resultaten daarvan kunnen we voor het eerst een goede schatting maken van de hoeveelheid led-licht die nodig is om het zelfde resultaat voor groei, bloei en oogst te bereiken als met een bepaalde hoeveelheid conventioneel licht. In de proef gebruikten we leds met laag lichtniveau. De oogst vergeleken we met de oogst uit een kas zonder belichting en een kas met conventionele belichting, waarvan het lichtniveau 5 keer zo hoog lag. De oogst uit de kas met led-verlichting was veel lager, maar met dat lichtniveau kon al meer dan 50% van de oogst in de met conventioneel licht belichte kas worden bereikt.
Energiegebruik in kassen Belichting wordt in de Nederlandse kassen gebruikt om ook gedurende de donkere maanden aan de vraag naar tuinbouwproducten te voldoen. Het energieverbruik voor het verlichten van 1 hectare kas is ruim 1 miljoen kWh per jaar. Verder is er een duidelijke trend dat zowel de hoeveelheid kassen waarin de planten belicht worden, als ook de intensiteit van de belichting toeneemt. Het energieverbruik in kassen is nu 2 miljard kWh per jaar. Dat is 1,7 procent van het totale energieverbruik van Nederland. Wanneer de groei zich voortzet zal dat in 2010 al 3 miljard kWh per jaar worden. Dat is het elektriciteitsverbruik van bijna 900.000 huishoudens. Het energieprobleem Ook de lichtindustrie zoekt naar antwoorden op maatschappelijke problemen, zoals lichthinder, het toenemende energieverbruik en de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot. Planten hebben voor hun groei en ontwikkeling licht nodig voor het bekende proces van fotosynthese. De snelheid van de fotosynthese, en dus de groei van de plant, hangt samen met de kleur van het licht. Opvallend is dat deze snelheid laag is bij lichtkleuren van blauw / groen tot geel / oranje en het hoogst bij diep blauwe kleuren en diep rood. Om het aangeboden licht maximaal te benutten voor fotosynthese, kunnen we dus de planten het beste belichten met deze diep rode en blauwe kleuren. Efficiënter licht Het licht van de lampen (hoge druk natrium-lampen) die nu algemeen in kassen worden gebruikt is samengesteld uit vele kleuren. Leds (light emitting diodes) maken het mogelijk om alleen de kleuren 18
100
80
Energiewinst en toekomstige ontwikkeling Uit de proef kunnen we berekenen dat de hoeveelheid licht die nodig is voor hetzelfde resultaat bij de leds 2,5 keer minder was als bij de conventionele lichtbron. Dit betekent dat we met leds een enorme energiewinst kunnen behalen! Bij een verder verbeterde led-lamp bij verkennende proeven in de Botanische Tuin van de TU Delft was de opbrengst al 5 maal zo groot als met conventioneel licht. Het totale vermogen van conventionele lampen in de Nederlandse glastuinbouw bedraagt ongeveer 600 MW. Zouden we al die lampen vervangen door geavanceerde led-lampen, dan kan de tuinbouwsector volgens een lage schatting zo’n 430 MW aan vermogen uitsparen. Dat is bijna evenveel als de capaciteit van de kerncentrale van Borssele, waarmee 480 MW vermogen wordt opgewekt.
60
40
20
0 400
500
600
700 golflengte (nm)
waar het om gaat aan te bieden. Gebruik van leds geeft dus een grotere efficiëntie van de fotosynthese. Bovendien hebben leds de eigenschap om elektrische energie efficiënt om te zetten in licht. Efficiënte leds Behalve de kleur van de straling bepaalt de hoeveelheid licht de snelheid van de fotosynthese. Tot dusver hadden leds voor dezelfde hoeveelheid licht als een conventionele lamp ongeveer twee keer zo veel energie nodig. De nieuwe generatie leds ontwikkeld door Lemnis Lighting is wat energieverbruik betreft vergelijkbaar met de gebruikelijke lampen. Leds hebben echter het grote voordeel dat het uitgestraalde lichtspectrum alleen bestaat uit de lichtkleuren waarbij de snelheid van de fotosynthese optimaal is. In combinatie met daglicht stimuleert het led-spectrum de groei zodanig, dat de conventionele lampen niet meer nodig zijn. Ook gedurende donkere maanden is het aanwezige daglicht voldoende voor andere processen in planten, bijvoorbeeld de hormonale processen. Bovendien wordt het licht van leds vrijwel geheel geabsorbeerd door het gewas, waardoor de lichtuitstoot van een kas die met leds wordt belicht minimaal is.
Afbeeldingen: Lemnis Lighting
In 2005 was meer dan 20 procent van het totale oppervlak (circa 10.000 hectare) aan kassen in de Nederlandse glastuinbouw verlicht. De verwachting is dat dit percentage zal stijgen tot 40 procent in 2010. Het energieverbruik zal daardoor dus verdubbelen.
verhouding fotosynthese (%)
kasverlichting
Conclusie Door toepassing van specifieke kleuren licht ontstaat een effectievere belichting waardoor in de glastuinbouw een verlaging van het elektriciteitsgebruik kan worden bereikt. Omdat het licht van leds vrijwel geheel door de planten wordt geabsorbeerd is de lichtuitstoot naar de omgeving beperkt. Bovendien zijn leds duurzamer dan conventionele lampen. Door hun veel lagere energiegebruik leveren ze een belangrijke bijdrage aan de reductie van CO2-uitstoot. Leds leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke discussie over energiegebruik. Ir. J. van Velzen, Lemnis Lighting Bij de foto’s, van boven naar beneden: * Lichtverontreiniging van led-verlichting is minimaal. * Leds moeten gekoeld worden. De warmte wordt afgevoerd en in de kas hergebruikt. * Opstelling van led-verlichting in de kas.
19
Prof. dr. ir.
Jan Marijnissen universitair hoofddocent verbonden aan het Laboratorium voor materialen met nanostructuren van de TU Delft en de Botanische Tuin Op 28 september presenteerde Jan Marijnissen op een zeer heldere en onderhoudende manier zijn verhaal met de titel ‘Fijnstof en andere zwevende deeltjes in de Delftse botanische tuin’. Elektrosprayen We hebben allemaal wel eens gezien hoe zich een waterdruppel vormt. De nog hangende druppel wordt steeds groter, tot de druppel zich losmaakt en valt. Op een bepaald moment bedachten we dat we de druppel misschien eerder konden laten vallen door een potentiaalverschil te creëren tussen de zich vormende druppel en het vlak waar hij op terecht zou komen. En inderdaad naarmate we de spanning opvoerden maakten de druppels zich eerder los en werden ze steeds kleiner. Bij nog verder opvoeren van de spanning, nam de zich vormende druppel een kegelvorm aan en werden de druppels zo klein dat ze er als een nevelstraal uitzien. Wat er in feite gebeurde is dat er een dun waterstraaltje ontstond 20
Vernevelen bij astma Een eerste kandidaat vormde de spray die astmapatiënten gebruiken. De fijne druppels daarin verschillen enorm van grootte. De grootste druppel is wel 100 x zo groot als de kleinste. Dat heeft tot gevolg dat de grotere druppels in mond en keel blijven steken en de heel fijne tot diep in de longen door kunnen dringen. Slechts een gering percentage heeft de juiste afmeting om effectief te zijn. De overige geven wel bijwerkingen. We konden in het ziekenhuis druppeltjes met de gewenste afmeting
van ongeveer 3 micron produceren, zodat alle werkzame stoffen op de plek terecht komen die de bedoeling is. Het bleek inderdaad te werken. Er wordt nu geprobeerd om een vernevelaar op zakformaat te maken. Ongedierteverdelgers effectiever Een vergelijkbaar probleem doet zich voor bij het spuiten van pesticiden in onze kassen met bijvoorbeeld paprika’s. Veel van die nevel komt in de lucht en in de grond terecht. Maar een gering percentage komt op de juiste plaats, óp de planten, terecht. Wanneer we echter onze neveldeeltjes een positieve lading geven en de nevel op de planten richten zullen vrijwel alle deeltjes op de door het contact met de aarde ‘geaarde’ planten terecht komen, zowel op als onder het blad! Dat levert een enorme besparing aan pesticiden op en de vervuiling wordt maximaal tegengegaan. Elektrosprayen in de natuur - taxol In het elektrische veld om de aarde treden enorme spanningsverschillen op. Wanneer de spanning erg hoog oploopt, bijvoorbeeld bij naderend onweer of ìn onweer, kan aan de top van bijvoorbeeld masten een lichtverschijnsel ontstaan: het sint-elmsvuur. Over één meter hoogte kan een potentiaalverschil optreden van 10.000 Volt. Ook bomen kunnen dan gaan sproeien.
Taxol melken
op de punt van de kegel, dat, zoals alle stralen van een vloeistof, in fijne druppeltjes uiteenspat. Dat zie je ook gebeuren bij de straal uit de tuinslang. Dit verschijnsel noemden we elektrosproeien of elektrosprayen en we dachten dat we een belangrijk nieuw fenomeen hadden gevonden. Tot er iemand langskwam die riep: “O, dat is al heel oud”. Naar de bibliotheek dus. Daar bleek dat William Gilbert, de huisarts van koningin Elizabeth, eerder was en al rond 1600 een experiment uitvoerde waarbij dit fenomeen optrad. Daarbij maakte hij gebruik van statische elektriciteit door een stuk barnsteen op te wrijven. In het midden van de 18e eeuw is er zelfs een experiment beschreven, waarbij met behulp van een geladen glazen bol een bloeddruppel werd verneveld. Nieuw was de vinding dus niet, wel in het vergeetboek geraakt. We zagen dat we allemaal even grote druppeltjes maakten en ook de maat van de druppels konden variëren door het debiet te veranderen. Zo ontstonden druppels van enkele nanometers tot micrometers groot. Dus gingen we op zoek naar William Gilbert toepassingsmogelijkheden.
Foto: Bert van der Meijden
De vijfde Van Itersonlezing
Die kennis bracht ons bij een oplossing voor het isolatieprobleem bij de bereiding van taxol, een belangrijk middel tegen o.a. borstkanker. Het probleem was dat taxol werd bereid uit de bast van de Taxus brevifolia, maar voor de behandeling van één patiënt zijn 6 taxusbomen van minimaal 70 jaar oud nodig! De grondstof voor taxol vinden we echter ook in de naalden van de Taxus baccata. Wanneer we nu door het effect van elektrosprayen de grondstof van taxol aan het levende blad zouden kunnen onttrekken, is het rooien van bomen niet meer nodig. En inderdaad het werkt! We noemen deze techniek heel toepasselijk “melken”. Fijnstof Een groot probleem van deze tijd is het fijnstof in de lucht. Fijnstof bestaat zoals de naam zegt uit heel kleine deeltjes. Het is verantwoordelijk voor diverse longkwalen. Een belangrijke bron is o.a. het autoverkeer: roet in uitlaatgassen en slijpsel van banden en remmen. We vroegen ons dan ook af of we het gedrag van deze deeltjes in een elektrostatisch veld zouden kunnen manipuleren door ze een elektrische lading te geven. Daarvoor bouwden we eerst een opstelling waarin de fijne waterdruppeltjes van stoom als deeltjes dienden. Aan de ene kant zetten we een stuk kippengaas dat met de aarde verbonden was, aan de andere kant leidden we stroom door een draad. Vervolgens keken we wat er gebeurde als we de spanning opvoerden. Eerst steeg de stoom gewoon recht omhoog, maar bij een bepaalde spanning boog de stoomwolk abrupt om naar het kippengaas, waarop de dampdruppels neersloegen. Een soortgelijk effect zou volgens ons met fijnstof van het verkeer ook moeten werken. Bij proeven bleek dat ook het geval te zijn. De installatie is buitengewoon eenvoudig: plaats langs de weg een scherm van gaas en aan de tegenoverliggende kant een stroomdraad, bijvoorbeeld tussen de lantaarnpalen. Binnenkort komt de eerste opstelling in Amstelveen. Opnieuw een bijdrage aan de oplossing van een groot maatschappelijk probleem! Daan Hallewas, Hans Hirs en Lidwine van Elteren
21
Technische Boekhandel Waltman Binnenwatersloot 33 2611 BJ Delft TECHN I SCHE BOEK HANDEL
altman B.V.
015-2123775
[email protected]
Van
Elsäcker
Tuinontwerp & aanleg
www.bloembinders.nl
VOOR ALTIJD IETS BIJZONDERS Pauline Bloembinders, tel. 015-2123689; fax 015-2131327 Achterom 87, 2611 PM Delft -
[email protected] Uw tuinspecialist voor: Ontwerp en aanleg van tuinen Tuinonderhoudsplan naar uw wens & behoefte Snoeiwerkzaamheden, rooien van bomen Drainage Onkruidbestrijding Beplantingsplannen (Sier)bestratingen Aanleg van vijvers, schuttingen e.d. Lotsweg 6, 2635 NB Den Hoorn Tel (070) 396 6690 Fax (070) 396 3669 www.hoveniervanderheijden.nl
22
r e i n e ov
Originele ontwerpen Sfeervolle tuinideeën Deskundig tuinadvies Vakkundige aanleg Planmatig onderhoud
Tel. op werkdagen: 010 - 4753364 Vrijdags en zaterdags van 10.00 - 17.00 uur: Westhavenplaats 3 3131 BT Vlaardingen
Wijnhandel-Slijterij André Klerks Géén winkel met een franchiseformule bedacht door de formulemanager maar een winkel die draait op vakkennis, goed advies, kwaliteit en persoonlijke service. Wijnhandel-Slijterij André Klerks ~ Julianalaan 98 2628 BK Delft ~ telefoon: 015-2124263 Wilt u meer weten over wijn? Kijk dan eens op het net bij www.klerkswijnen.nl 23