De Botanische Tuin Kerkrade
EEN TUIN MET TOEKOMST ?!
7 juni 2012 ontwerp-rapport
1
Voorwoord Reeds vele jaren is er binnen de gemeente Kerkrade een botanische tuin. De tuin is eigenlijk een prachtig park dat door vele bezoekers hoog wordt gewaardeerd. Het beheer en de exploitatie van deze botanische tuin vormen echter geen gemakkelijke opgave. In 2011 zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de verantwoordelijkheden met betrekking tot deze tuin. De tuin wordt geëxploiteerd door een stichting. Deze is verantwoordelijk voor de botanische en museale status, de organisatie van evenementen en de verhuur en exploitatie van de accommodatie. Ook draagt de stichting de verantwoordelijkheid voor het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie, dat gevestigd is in het gebouw van de Botanische Tuin. De gemeente Kerkrade is verantwoordelijk voor het tuinonderhoud en de gebouwen. In januari 2012 ben ik gestart als directeur van de botanische tuin met onder andere als opdracht een onderzoek te doen naar de tuin. Het rapport dat thans voor u ligt is de weergave van dit onderzoek. In het kader van dit onderzoek heb ik verschillende rapporten gelezen over botanische tuinen, websites geraadpleegd en gesprekken gevoerd met diverse personen. In het bijzonder noem ik hier ir. L.E. Groen, die aan de Botanische Tuin is verbonden als collectiebeheerder en de heer drs. R. Huppertz, directeur van Gaia Zoo. Ik dank hun voor de geleverde bijdrage. Die dank geldt ook de diverse personeelsleden van de Botanische Tuin die bereid waren mee te denken en soms waardevolle suggesties aandroegen. Het rapport “Een tuin met toekomst?!” heeft de status van een ontwerp-rapport. Dit ontwerp zou normaliter door het stichtingsbestuur moeten worden vastgesteld. Het stichtingsbestuur is echter onlangs afgetreden. Persoonlijk hoop ik, dat het rapport aan de verwachtingen beantwoordt. Suggesties en reacties zijn van harte welkom.
mr. drs. H.J.G. van Beers.
2
INHOUDSOPGAVE Inleiding
4
1. Botanische Tuinen Algemeen 1.1 kenmerken van de botanische tuinen 1.2 sterke en zwakke punten 1.3 kansen en bedreigingen 1.4 plaats, prijs, personeel, product en profiel bezoeker 1.5 ontwikkelingen en toekomst
5 6 7 8 9 9
2. De Botanische Tuin Kerkrade 2.1 financiën 2.2 sterkte en zwakte analyse 2.3 taakverdeling gemeente en stichting
11 13 13 15
3. Analyse en Toekomst
16
4. Verhoging Eigen Inkomsten
21
5. Conclusies en Aanbevelingen
32
6. Slot
36
7. Bronnen
37
Kerkrade, 7 juni 2012. ontwerp
3
Inleiding De Botanische Tuin in Kerkrade heeft inmiddels de eerbiedwaardige leeftijd van 73 jaren bereikt. In die tijd is veel gebeurd. In de beginjaren van de Tuin was er een florerende mijnindustrie. De Botanische Tuin droeg bij aan het prettige leefklimaat dat voor vele delen van de Mijnstreek zo kenmerkend was. In de jaren zestig van de vorige eeuw sloten successievelijk de steenkolenmijnen en daarmee brak voor de Botanische Tuin ook een nieuwe toekomst aan. De gemeente Kerkrade werd verantwoordelijk voor de Tuin. Later werden het beheer en de exploitatie bij een afzonderlijke stichting neergelegd. De gemeente Kerkrade blijft evenwel van belang voor het voortbestaan van de Botanische Tuin. Zij is de voornaamste subsidieverstrekker. Europa maakt thans een moeilijke periode door. Er is sprake van recessie, de overheidsfinanciën moeten in orde worden gebracht, er wordt bezuinigd op de uitgaven. Deze ontwikkelingen gaan aan de Botanische Tuin niet voorbij. De financiële situatie is toch al niet florissant en in de huidige situatie is dan ook sprake van slecht weer. Reden genoeg om aandacht te besteden aan de toekomst van de tuin. Hoe kan de financiële positie worden verbeterd? Hoe kan de tuin aantrekkelijker worden gemaakt? Welke investeringen zijn nodig? Deze vragen vormen de leidraad voor dit rapport. Eerst wordt gekeken naar de situatie bij de botanische tuinen in zijn algemeenheid. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de Botanische Tuin Kerkrade. Van hieruit wordt een analyse gemaakt en bezien welke toekomstige mogelijkheden er zijn. Kunnen de inkomsten van de Botanische Tuin worden verhoogd en zo ja, hoe? Er worden aanbevelingen gedaan die wellicht nader uitgewerkt dienen te worden afhankelijk van de keuzes die uiteindelijk worden gemaakt. De bedoeling van dit rapport is om een bijdrage te leveren aan het toekomstbestendig maken van de Botanische Tuin. Dit verklaart dan tevens de titel “Een tuin met toekomst ?!”. Uiteindelijk zal het van degenen die beslissingsverantwoordelijk zijn afhangen welke toekomst de Botanische Tuin Kerkrade heeft.
4
1. Botanische Tuinen Algemeen Nederland telt vele parken en publieke tuinen. Een twintigtal van deze tuinen heeft de status van botanische tuin. Een botanische tuin is een plantentuin met een wetenschappelijk karakter. De officiële definitie luidt aldus: “Een volgens een bepaalde opzet aangelegde en ingerichte tuin, waarin zich ten behoeve van onderwijs, onderzoek, educatie, informatie en/of recreatie een bijeengebrachte representatieve verzameling planten bevindt, die toegankelijk is voor het publiek, en die onder deskundige leiding staat”. De botanische tuinen en botanische verzamelingen zijn onderverdeeld in zeven categorieën 1. Universitaire tuinen 2. Niet-universitaire botanische tuinen 3. Arboreta en pineta 4. Wetenschappelijke specifieke verzamelingen 5. Niet-wetenschappelijke specifieke verzamelingen 6. Heemparken en heemtuinen 7. Kruidentuinen. Een belangrijke taak voor de botanische tuinen is het bewaken en bevorderen van de biodiversiteit. Dit heeft te maken met het gegeven dat er steeds meer plantensoorten met uitsterven worden bedreigd. De botanische tuinen vervullen een belangrijke museale functie. Ze voldoen volledig aan de omschrijving van een museum, zoals deze is gegeven door het “International Council of Musea”. Volgens deze omschrijving is een museum een permanente instelling, in dienst van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van educatie en genoegen. Om in aanmerking te komen voor het predicaat Geregistreerd Museum is lid van de NVBT (Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen) of de SNP (Stichting Nationale Plantencollectie) een vereiste. De NVBT is vooral voor de publieksgerichte en educatieve activiteiten, de SNP is gericht op behoud van wetenschappelijke kwaliteit van de collecties. Beide organisaties kennen een ballotage, er moet aan een eisenpakket zijn voldaan om lid te kunnen worden. Ook kennen de SNP en de NVBT visitatiecommissies, die regelmatig de aangesloten tuinen bezoeken en nagaan of men nog voldoet aan de criteria die de botanische kwaliteit en het publieke karakter garanderen. Er zijn 21 tuinen lid van de NVBT. Ofschoon het telkens gaat om botanische tuinen, is er toch sprake van een grote diversiteit. Zo is er een aantal universiteitstuinen aangesloten, maar ook kloostertuinen, kruidentuinen en tuinen die onderdeel waren van een landgoed of kasteel. Er zijn ook botanische tuinen die deel uitmaken van een dierentuin. Voor alle tuinen geldt dat zij een bijzondere geschiedenis hebben en een zekere historische waarde. Ook de collecties zijn van grote waarde. De NVBT kent de volgende doelstellingen • Belangenbehartiging en promotie van gezamenlijke tuinen • Het bevorderen van het uitwisselen van deskundigheid • Het bevorderen van contacten tussen leden
5
• • • • •
Het verbreden van het maatschappelijk draagvlak van de leden door het organiseren en/of stimuleren van activiteiten gericht op een breed publiek Het versterken van de museale functie van de leden waar gewenst Het bijdragen aan natuurbescherming door soortbescherming, onderzoek en educatie (biodiversiteit) Het versterken van de functie natuur- en milieueducatie Samenwerking met de SNP (stichting Nederlandse Plantencollectie) om de kwaliteit van de plantencollecties te waarborgen en de wetenschappelijke documentatie actueel te houden
1.1 Kenmerken van de botanische tuinen In 2009 is er onderzoek gedaan naar botanische tuinen. Om een goede analyse mogelijk te maken is toen gebruik gemaakt van het zogenaamde 7S-model van McKinsey, daarbij is het 7S-model zelfs iets uitgebreid (strategy, structure, systems, staff, style, shared values, skills, synergy). Van deze studie wordt hier gebruik gemaakt door middel van relevante termen om de tuinen als organisaties te duiden. Daarbij worden Nederlandse termen gehanteerd. Missie en visie De meeste tuinen hebben een missie. Genoemd worden Beheren en uitbreiden van de plantencollectie Het vergroten van kennis over planten Verspreiden van kennis over de verscheidenheid en kwetsbaarheid van de plantenwereld bij een breed publiek Mensen laten genieten van de natuur Enkele tuinen hebben een maatschappelijke functie gericht op re-integratie van mensen in de arbeidsmarkt De meeste tuinen hebben geen expliciete visie geformuleerd. Wat de doelstellingen betreft kan worden opgemerkt, dat deze doorgaans niet helder zijn geformuleerd. Vaak sluit men aan op enkele doelstellingen van de NVBT. Organisatie De botanische tuinen zijn allen een rechtspersoon. De meest voorkomende figuur daarbij is de stichting. De praktijk wijst uit dat de stichtingsbesturen op afstand staan, waarbij de dagelijkse leiding in handen van één directeur ligt. Er is een scheiding tussen kantoor- en tuinpersoneel. Werkwijze Ofschoon veel tuinen een beleidsplan kennen is eigenlijk geen sprake van formeel vastgestelde werkwijzen. Uitzonderingen daarop vormen tuinen die onderdeel zijn van een universiteit of van en overheidsinstantie. Beleid inzake promotie ontbreekt veelal. Dit wil niet zeggen dat er niets gebeurt op dit vlak. Men maakt reclame en verzorgt op enigerlei wijze de public relations. De bedragen die hieraan worden besteed zijn per tuin heel verschillend en variëren van ca. € 1000,- tot € 56.000,- per jaar.
6
Personeel Kenmerkend voor de tuinen is dat zij een relatief klein team van vaste personeelsleden hebben en daarnaast gebruikmaken van de inzet van een groot aantal vrijwilligers . In het gevoerde personeelsbeleid wordt aandacht geschonken aan training en opleiding. Leiding De stijl van leidinggeven door de directeuren kan over het algemeen omschreven worden als open en meer mensgericht dan taakgericht. Er is veel ruimte voor overleg. Er is sprake van interactie tussen de benodigde specialistische medewerkers en de directeur. Gedeelde waarden Belangrijke waarden zijn de klantgerichtheid, de relatie tussen de medewerkers onderling en duurzaamheid en educatie. De bezoeker staat voorop en de tuinen proberen het hun naar de zin te maken. Onderling is er een goede communicatie en grote mate van betrokkenheid. Dit houdt ook verband met het grote aantal vrijwilligers. Uit het karakter van de tuinen vloeit het educatieve aspect voort. Vaardigheden Botanische tuinen zijn vooral bekwaam in het verzamelen, documenteren, kweken en presenteren van een grote verscheidenheid aan planten. Vaak is sprake van een specialisatie. Enkele tuinen slagen er goed in evenementen te organiseren, deze sluiten overwegend aan op de natuuraspecten van de tuinen. Enkele tuinen uitgezonderd ontbreekt een doordacht marketingbeleid. Samenwerking SNP Botanische tuinen met een museumregistratie zijn aangesloten bij de NVBT en/of de SNP. Veel tuinen wisselen via dit verband kennis met elkaar uit. Toch valt veel meer te halen uit de samenwerking. Zo wordt slechts beperkt gebruik gemaakt van de uitwisselbaarheid van tentoonstellingen of het gezamenlijk opzetten van thema’s 1.2 Sterke en zwakke punten In zijn algemeenheid geldt voor de botanische tuinen een aantal overeenkomstige sterktes en zwaktes. Opgemerkt moet wel worden dat deze positieve en negatieve factoren per tuin wel eens verschillend kunnen liggen. Beschouw de onderstaande punten daarom als doorsnee. De overeenkomsten zijn in ieder geval bovengemiddeld. Sterktes 1. Omvangrijke collectie. Vele soorten bomen en kruidachtige planten afkomstig uit de hele wereld. Zij onderscheiden zich van tuincentra e.d. door hun rijkdom aan bijzondere planten zonder commerciële waarde 2. Locatie. De tuinen bevinden zich grotendeels in de open lucht en zijn daardoor levendig, zien er geen moment hetzelfde uit. De seizoenen zijn merkbaar. Meestal is het een oord van rust. Vaak zijn er kascollecties die bezoekers bij slecht weer en het winterseizoen kunnen opvangen. 3. Historische roots Vrijwel alle tuinen hebben een bijzonder verleden en herbergen oude en zeldzame collecties. Sommige exemplaren zijn honderden jaren oud. 7
4. Medewerkers met passie. Het zijn mensen met een passie voor tuinen Dat geldt zowel voor de professionele krachten als voor de vrijwilligers. 5. Lid van een beroepsorganisatie met controlerende functie. Dit biedt waarborgen voor de kwaliteit en is een forum voor kennisuitwisseling 6. Combinatie van educatie en recreatie Hierdoor is men in staat om diverse doelgroepen iets aan te bieden. Zwaktes 1. Beperkte financiële middelen. De tuinen beschikken over weinig financiële middelen. Hierdoor is men beperkt in het aannemen en vasthouden van personeel en het doen van investeringen. Veelal is men afhankelijk van bronnen die gevoelig zijn voor bezuinigingsmaatregelen zoals overheidssubsidies. 2. Beperkte slagvaardigheid marketing. De tuinen proberen een balans te vinden tussen hun wetenschappelijke activiteiten en publieksfunctie. De beschikbare budgetten voor marketing en promotie zijn te laag. Marketingplannen ontbreken meestal evenals professioneel personeel op dit vlak. 3. Weersafhankelijkheid. Het aantal bezoekers hangt sterk af van de weersomstandigheden. Dit geldt iets minder voor tuinen met een groot kassencomplex zoals de hortus Amsterdam, Burgers Zoo en Blijdorp. 4. Seizoensafhankelijkheid. De bloeiperiodes van veel planten en bomen is relatief kort. Dit heeft tot gevolg, dat de tuinen er niet altijd even fraai uitzien. Vooral in de winter zijn de tuinen kaal en trekken dan ook veel minder bezoekers. 5. De organisatie is niet altijd even professioneel. In organisatorische zin zijn verbeterslagen te maken. Van belang is om het eindresultaat niet uit het oog te verliezen. 1.3 Kansen en bedreigingen Kansen 1. Regionalisering. Er is sprake van en toename in interesse in nationale en regionale geschiedenis en cultuur. De tuinen kunnen vanwege hun historisch verleden goed op deze trend aansluiten. 2. Herwaardering natuur. In het drukke dagelijks leven zijn groene en stille plekken een kostbaar bezit. In een steeds voller Nederland neemt de behoefte aan natuur toe. 3. Toename aantal ouderen. Het aantal vitale ouderen stijgt. Dit zet zich de komende jaren nog verder door. Ouderen vormen de belangrijkste afnemersgroep voor de tuinen. 4. Duurzaamheid. Aandacht voor natuur en milieu is volop aanwezig en wordt voor de toekomst van groot belang geacht. De tuinen kunnen hier goed op inspelen. 5. Meer dagjesmensen. Vanwege de economische recessie neemt het aantal vakanties dichtbij huis toe. Ook is er een tendens naar meer korte vakanties. Dit kan leiden tot toename van het aantal dagtrips. De tuinen kunnen hier baat bij hebben. 6. Wereldwijde klimaatverandering en zorgwekkende afname biodiversiteit. Door deze veranderingen wordt de educatieve taak van de botanische tuinen belangrijker voor bewustwording.
8
7. De digitalisering van de maatschappij is vooral bij jongeren populair. Het is evenwel noodzaak om alternatieven aan te bieden voor een geestelijk en lichamelijk welbevinden. Bedreigingen 1. Druk op financiële bijdragen derden. Overheid en fondsen stellen steeds minder geld beschikbaar voor subsidies en donaties. De tuinen zijn hier sterk afhankelijk van. 2. Concurrentie om tijd. Mensen hebben een drukker bestaan en er zijn vele mogelijkheden. 3. Veel generieke concurrenten. Er zijn veel aanbieders van daguitstapjes in de markt. Veel van deze aanbieders hebben meer mogelijkheden dan de tuinen (voor elk wat wils) en beschikken over grotere budgetten voor de promotie van hun activiteiten. 4. Toename gebruik internet. Via internet is veel informatie te verkrijgen over natuur, biodiversiteit, bomen en planten. Een bezoek aan de tuin wordt hiermee voor sommige doelgroepen overbodig. 5. Concurrenten op productniveau. Nationale Parken, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Stichting Landschappen zijn belangrijke concurrenten. Voor mensen die de natuur in willen hebben zij veel te bieden. Bovendien doen ook zij een beroep op subsidiegelden. 6. De slag om de doelgroepen. De tuinen worden vooral gewaardeerd en bezocht door ouderen. De toename van het aantal ouderen is als een pluspunt genoemd. Hierin schuilt echter ook de kwetsbaarheid. Hoewel ouderen een behoorlijk procentueel aandeel in de bevolking hebben, is het zaak nieuwe doelgroepen te bereiken. 1.4 Plaats, prijs, personeel, product en profiel bezoeker. De plaats van de tuin is heel belangrijk, vaak is deze verweven met de omgeving en verbonden met de historie. Een tuin in een grote stad heeft een groot voordeel. De tuinen hebben geen winstoogmerk. Een gedegen prijsbeleid is echter van groot belang. De prijzen worden door veel tuinen bewust laag gehouden om zo de laagdrempeligheid te vergroten. Tuinen die veel te bieden hebben vragen hogere prijzen. Ook wordt er aan prijsdiscriminatie gedaan, waardoor velen gratis toegang krijgen. Dat is niet altijd even handig. Bepaalde doelgroepen zijn kapitaalkrachtig genoeg om een hogere entreeprijs te betalen. Mensen die niet geïnteresseerd zijn, komen ook niet bij een lagere entreeprijs. De prijzen zijn moeilijk met elkaar te vergelijken. Er zijn locaties die gratis toegankelijk zijn, maar voor bijvoorbeeld de Hortus in Amsterdam dient men een entreeprijs van € 7,- te betalen. Het Loo vraagt een entreeprijs van € 12,50 maar dit is inclusief toegang tot het paleis. Bij Burgers Zoo is de tuin een integraal onderdeel van de dierentuin, toegang € 19,-. De vrijwilligers en het personeel zijn essentieel voor de tuin. Klantvriendelijkheid staat bij de meesten voorop. Dit is bevorderlijk voor het bedrijfsimago Wat het product betreft is het wijs om in te spelen op de reeds genoemde trends. Denk hierbij aan benadrukken historische roots en regionalisering. 1.5 Ontwikkelingen en toekomst Naar de toekomst toe is een aantal zaken van groot belang. Hieronder zullen deze worden genoemd en toegelicht. De financiële basis van vele tuinen is zwak. Willen de tuinen ook toekomstig voldoende bestaansrecht hebben is het nodig dat deze basis wordt verstevigd. Hier ligt een collectieve 9
opdracht voor de NVBT en de SNP maar ook voor de individuele tuinen. De NVBT kan zich met name op nationale fondsenwerving zoals de Postcodeloterij richten terwijl de individuele tuinen zich concentreren op regionale fondsen en lokale en provinciale overheden, plaatselijke sponsoren en dergelijke. Hier ligt een moeilijke maar ook noodzakelijke opdracht voor de botanische tuinen. Zonder een solide financieel beleid staat de toekomst onder druk. De complicerende factor hierbij is dat de tuinen afhankelijk zijn van anderen en dat vanwege de economische recessie sprake is van bezuinigingen. Meer dan voorheen is aan de orde, dat men inkomsten ziet te verwerven uit andere activiteiten. Een botanische tuin sec is niet rendabel te maken. Met het wetenschappelijke werk en het behoud van de botanische status zijn kosten gemoeid. Deze kunnen niet gedekt worden uit de entreegelden. Helaas geldt voor sommige botanische tuinen, dat het verwerven van neveninkomsten lastig is. Andere tuinen verkeren in de gunstige omstandigheid dat ze onderdeel zijn van een groter complex (bijvoorbeeld dierentuin of paleis) of over goede horecafaciliteiten beschikken. De inzet van vrijwilligers blijft voor de meeste tuinen onmisbaar. Het wegvallen van vrijwilligers kan tot gevolg hebben, dat tuinen in de huidige vorm en met de momentele status verdwijnen. Dit heeft alles met het kostenaspect te maken. Vanwege besparingen heeft bijvoorbeeld Universiteit Wageningen de botanische tuin afgestoten. Deze botanische tuin had een zodanig maatschappelijk belang dat meer dan 50 hoogleraren tegen de sluiting protesteerden. De noodzaak om meer inkomsten te verwerven uit andere bronnen maakt dat de aandacht voor marketing en promotie een grotere prioriteit dient te krijgen. Hiervoor zullen budgetten moeten worden vrijgemaakt. Hier geldt, dat de kosten voor de baten uitgaan.
Samenwerking wordt van toenemend belang. Samenwerking levert synergievoordelen op. Door samen op te trekken met andere botanische tuinen kunnen gezamenlijk projecten worden ontwikkeld. Een voorbeeld is het ontwikkelen van een digitaal informatiesysteem, waardoor de aanwezige kennis voor het grote publiek kan worden ontsloten. De NVBT kan hierin een voorname rol vervullen. Verder is de verwachting, dat de samenwerking met organisaties van natuurbescherming en natuureducatie zal worden geïntensiveerd. De gezamenlijk na te streven belangen en voorlichting vormen een belangrijke drijfveer. Een andere toekomstontwikkeling zal liggen op het digitale gebied. De Botanische Tuinen zijn uitgedaagd om meer eigentijdse media in te zetten om zo ook kennis te ontsluiten voor het grote publiek. De tuinen zullen meer aandacht moeten schenken aan een gerichte doelgroepenbenadering. Het gemiddelde bezoekersprofiel geeft daartoe aanleiding. De leeftijdscategorie 60+ is nu sterk vertegenwoordigd. De uitdaging is om van een bezoek aan de botanische Tuin een leuke dagtrip te maken voor alle bevolkingslagen door promotie via ANWB en/of NS dagtrips.
10
2. De Botanische Tuin Kerkrade In 1939 is de Botanische Tuin Kerkrade in opdracht van de toenmalige Staatsmijnen aangelegd door de bekende tuin- en landschapsarchitect John Bergmans uit Oisterwijk. Deze ging uit van het principe dat het botanische en esthetische aspect van de tuin elkaar moeten aanvullen. Het grondbeginsel van een “Engelse tuin” houdt in, dat alles moet getuigen van schoonheid, waarbij het kunstmatige achterwege of verborgen dient te blijven. Een grote verscheidenheid aan bomen, heesters en planten uit de gematigde zones van heel de wereld, tezamen met planten uit de inheemse en Limburgse flora zijn hier samengebracht rondom de gazons, paden en vijver. De tuin is ca. 1,5 ha groot maar lijkt door de vele doorkijkjes veel groter. De tuin heeft een kas, waar een collectie Madagaskar-planten is ondergebracht. Deze collectie vormt een onderdeel van de Nationale Plantencollectie, die onder de verantwoordelijkheid valt van de SNP . De tuin bezit een representatieve collectie van ca. 250 soorten en cultivars coniferen. Ook is er een vijver met aangrenzend een gevarieerd plantenassortiment. De tuin is een geregistreerd museum en heeft de status van Rijksmonument. Vanuit de tuin wordt zorg gedragen voor de voorlichting en de presentatie van de aanwezige botanische hoogtepunten. Bedreigde Limburgse flora maakt onderdeel uit van de plantencollectie. Er wordt informatie gegeven over biodiversiteit en ecologie. Bij de tuin hoort tevens een bezoekerscentrum. Dit centrum beschikt over een theehuisje, wintertuin, een leslokaal en kantoorruimte. In dit bezoekerscentrum bevinden zich de kantoren van het Centrum Natuur- en Milieueducatie Parkstad.
Organisatorisch kan het volgende over de tuin worden opgemerkt. In 2011 zijn afspraken gemaakt over de organisatorische verantwoordelijkheden aangaande de Botanische Tuin. Dit komt aan de orde bij paragraaf 2.2. Hier wordt opgemerkt, dat de Stichting in de voor de onder haar verantwoordelijkheid vallende werkzaamheden hoofdzakelijk afhankelijk is van subsidie van de gemeente Kerkrade. Naast de gemeentelijke subsidie zal de stichting zelf inkomstenbronnen moeten zien te vinden. Hier zal nog nader aandacht aan woorden besteed. De entreeprijs voor volwassenen bedraagt € 3,50, kinderen tot 13 jaar hebben gratis toegang. 11
De tuin is 12 maanden per jaar open op werkdagen. In de zomermaanden (1/4 t/m 30/9) is de tuin ook op zondagen geopend. Voor € 15,- ontvangt men een vriendenpas. Deze geeft een kalenderjaar gratis toegang tot de Botanische Tuin en de evenementen die daar plaatsvinden. In vergelijking met andere botanische tuinen is de personele bezetting aan de magere kant. Er is een part-time directeur (0,4 fte), een part-time collectiebeheerder (0,2 fte), een meewerkend voorman(1,0 fte) en 5 tuinmedewerkers (3,5 fte). De meewerkend voorman en het grootste deel van de tuinmedewerkers is via een WSW-verband werkzaam bij de tuin. 2 personen verrichten algemene ondersteunende werkzaamheden voor de tuin. Gewezen kan worden op hulp bij evenementen, administratieve werkzaamheden e.d. Van groot belang is de inzet van vrijwilligers . Er zijn ongeveer 15 vrijwilligers werkzaam in de tuin. Dit aantal varieert. Veel van deze vrijwilligers doen dit werk uit liefhebberij. Er zijn echter ook vrijwilligers die door bemiddeling vanuit het UWV hier werkzaam zijn om zo te reintegreren in het reguliere arbeidsproces. Enkele vrijwilligers werken hier vanuit een begeleide woonvorm of als een tussenstap vanuit een kliniek voor psychische ziekten en verslavingszorg. Verder moet hier de groep vrijwilligers worden genoemd die vooral in het zomerseizoen het theehuis bemensen als gastvrouw of op zondagen de functie van toezichthouder verrichten. Het organogram van de Botanische Tuin in Kerkrade ziet er als volgt uit.
organogram directeur
Collectiebeheerder
voorman
Kasmedewerker
tuinmedewerkers
Het aantal bezoekers vertoont een licht dalende trend. Als alles bij elkaar wordt opgeteld, naast bezoek tuin ook bezoek evenementen, deelnemers workshop in theehuis, rondleidingen, terrasbezoek e.d. dan is het aantal bezoekers gedaald van ruim 27.000 in 2008 naar 20.000 in 2011. Het laatstgenoemde jaar, 2011 was ronduit een slecht jaar voor de tuin. Het aantal abonnementhouders nam af maar ook het aantal betalende bezoekers. In dat jaar waren er ook minder evenementen in de tuin.
12
2.1 Financiën De financiële situatie in de Botanische Tuin Kerkrade komt overeen met andere tuinen. Ook hier is men hoofdzakelijk afhankelijk van subsidies. Andere inkomsten ontvangt men uit entreegelden, omzet theehuis en evenementen. In het verleden werden ook inkomsten door sponsoren verworven. Mede vanwege de economische crisis zijn de sponsorbijdragen helemaal teruggelopen. De meeste kosten worden gemaakt voor het personeel. De begroting voor 2012 ziet er in het kort als volgt uit: Lasten Personele lasten Bijkomende pers.lasten Promotie Horecakosten Algemene kosten Kantoorkosten Totaal
€ 160.000,€ 5.000,€ 11.000,€ 5.000,€ 8.000,€ 7.000,€196.000,-
Baten Subsidie gemeente Subsidie derden Entreegelden Donateurs Verhuur Horeca Winkel Evenementen Totaal
€ 80.000,€ 40.000,€ 3.000,€ 9.000,€ 1.500,€ 3.000,€ 500,€ 8.000,€ 145.000,-
Geconcludeerd kan worden dat de Botanische Tuin met verlies draait. Dit ondanks de inzet van vele vrijwilligers. In het verleden heeft men regelmatig gebruik gemaakt van Europese subsidies waardoor financieel een voordeliger plaatje ontstond. Momenteel is dat niet aan de orde. Bezien zal moeten worden hoe de kosten kunnen worden gereduceerd en de inkomsten kunnen worden verhoogd. De subsidie van derden bestaat uit een bedrag aan loonkostensubsidie voor de zogenoemde ID-banen of Melkertbanen. 2.2 Sterkte Zwakte analyse De opsomming van de sterke en zwakke punten van de Botanische Tuin leidt tot het onderstaande overzicht. Sterke punten Groot draagvlak in de omgeving Historisch erfgoed Rijksmonument Erkend als museum 13
Groot aantal vrijwilligers Grote betrokkenheid personeel Sociaal werkgeverschap Deel van collectie van wetenschappelijke waarde (Madagaskarcollectie) Centrum van biodiversiteit (kalkgrasland, Madagaskarcollectie) Hoog onderhoudsniveau Goede relatie met Centrum voor Natuur- en Milieueducatie Gebruik van de tuin voor educatieve doeleinden
Zwakke punten Zwakke financiële positie Financieel sterk afhankelijk van de gemeente Kerkrade Beperkte mogelijkheid om eigen inkomsten te verwerven Geografische ligging Bewegwijzering naar de tuin Administratieve organisatie (processen niet vastgelegd) Personele kwetsbaarheid Sterke vergrijzing bezoekersbestand Aantrekkelijkheid voor jonge gezinnen en kinderen Statische karakter Geen of weinig aandacht voor promotie en marketing Collectief wijkt het patroon van sterke en zwakke punten niet veel af van het landelijke beeld van botanische tuinen. Toch zijn er in de individuele vergelijking ook behoorlijke verschillen, maar die houden met name verband met de geografische ligging en de aanwezige voorzieningen. Zo zijn er tuinen die in een toeristische plaats zijn gesitueerd of direct nabij het centrum van een stad en daardoor een grote toeloop kennen. Als dit dan ook nog gepaard gaat met restauratieve voorzieningen waardoor mensen hier al gauw komen 14
lunchen ontstaat een gunstige situatie. Dergelijke factoren leiden doorgaans tot een financieel gezondere positie dan waar de Botanische Tuin Kerkrade in verkeert. 2.3 Taakverdeling gemeente en stichting Nog enkele aanvullende woorden over de relatie tussen de gemeente en de stichting Botanische Tuin Kerkrade. In 2011 is de relatie tussen de gemeente en de Stichting opnieuw bezien. Dit heeft geleid tot een zekere taakverdeling tussen beide. De gemeente is thans verantwoordelijk voor het tuinonderhoud (snoeien, maaien, planten, aanleg paden e.d.) en voor de gebouwen (onderhoud, gas, water, licht). De stichting is verantwoordelijk voor de botanische kwaliteit, de museale en monumentale status en de exploitatie van de botanische tuin. De stichting is voorts verantwoordelijk voor het centrum voor natuur- en milieueducatie Parkstad Limburg, dat in het gebouw van de Botanische Tuin is gehuisvest. Ondanks deze taakverdeling zijn er grijze gebieden waar de verantwoordelijkheden niet helemaal duidelijk zijn. De door de stichting ervaren onduidelijkheid over de financiële relatie tussen de gemeente en de stichting heeft in maart 2012 geleid tot het opstappen van het stichtingsbestuur. In het kader van de afspraken over de taakverdeling ligt de opdracht besloten om de mogelijkheden voor de toekomst te bezien en daarbij de samenwerking met Gaia Zoo in het bijzonder na te gaan.
15
3. Analyse en Toekomst Onderstaand wordt op een aantal aspecten ingegaan in relatie tot de toekomstige ontwikkelingen. Tevens worden hierbij aanbevelingen gedaan. Deze zijn zoveel mogelijk onderstreept. De tuin heeft een groot draagvlak in de omgeving. In de omliggende straten van de tuin wonen veel mensen die vriendenpassen hebben. Zij bezoeken regelmatig de tuin, waarderen de natuur, de plantenvariatie en de rust. Zij vinden dat de aanwezigheid van de tuin bijdraagt tot de opwaardering van de buurt. Toen enkele jaren geleden er sprake van was dat de tuin zou verdwijnen en hier bouwplaatsen zouden komen, kwam de buurt in opstand. Een kleine rondvraag en ervaringen uit het verleden tonen aan, dat de buurt geen problemen heeft met evenementen in de tuin zolang de parkeerdruk maar niet te groot wordt en het aantal evenementen niet de pan uitrijst. Het is van belang de relatie met de omwonenden van de tuin goed te houden. Het is een belangrijke klantengroep. Met eventuele toekomstige wijzigingen in het beheer of de exploitatie van de tuin dient hiermee rekening te worden gehouden. Via free publicity door bijvoorbeeld een artikeltje in Westernieuws kan de buurt geïnformeerd worden over activiteiten in de tuin. Uit de omschrijving van de tuin blijkt het gegeven dat we hier te maken hebben met een historisch erfgoed. Het ontstaan van de Botanische Tuin heeft alles te maken met de aanwezigheid van de staatsmijnen in dit gebied en dan in het bijzonder met de Staatsmijn Wilhelmina, die nauw verbonden was met het dorp Terwinselen. Gezien deze geschiedkundige achtergrond is er veel te zeggen deze bijzondere historische erfenis ook naar de toekomst toe te koesteren. Mede vanwege het historisch erfgoed maar ook op grond van het feit, dat de Botanische Tuin de vrucht is van een bijzondere tuin- en landschapsarchitect, John Bergmans, is dit object aangemerkt als rijksmonument. Deze erkenning brengt uiteraard ook verplichtingen met zich. Zo dient de tuin naar de toekomst goed te worden onderhouden en zal ook het botanische karakter gewaarborgd moeten blijven. De lidmaatschappen van de NVBT en de SNP zijn hiervoor essentieel evenals de inzet van een wetenschappelijke collectiebeheerder. De grote historische waarde van de tuin is aantoonbaar door de onderzoeksactiviteiten van de tuin door de studiegroep John Bergmans, die gezeteld is in de Speciale Collecties van de hoofdbibliotheek van de Universiteit Wageningen. Naast het gegeven, dat de tuin een rijksmonument is, is dit ook een erkend museum. Er zijn meer botanische tuinen die deze erkenning hebben. In Kerkrade is de enige Limburgse botanische tuin die deze status heeft. Dit maakt de tuin redelijk uniek. Vanuit dit perspectief draagt de tuin ook bij aan de toeristische kwaliteiten van de stad Kerkrade. Ook hier geldt, dat het lidmaatschap van de NVBT en de SNP belangrijk is en de inzet van een hortulanus/collectiebeheerder een vereiste is voor het behoud van de museumstatus. Evenals dat voor andere tuinen geldt, zijn voor de Botanische Tuin Kerkrade de vrijwilligers onmisbaar. Vrijwilligers zijn hier actief als gastvrouw in het theehuisje. Daarnaast zijn er vrijwilligers die in het gebouw schoonmaakwerkzaamheden of andere hand- en 16
spandiensten verrichten. Uiteraard mag ook de tuin zelf zich verheugen over een groot aantal vrijwilligers die zich hebben bekwaamd in plant- en snoeiwerkzaamheden, schoffelen en noem maar op. De werving en binding van vrijwilligers blijven voorname aandachtspunten. Zeker nu de vrijwilligers van groot belang zijn voor de tuin. Het verdient derhalve aanbeveling jaarlijks een budget vrij te maken voor binding en werving van vrijwilligers. Dit budget kan ingezet worden voor een jaarlijks uitstapje en een attentie bij Kerstmis. De praktijk toont aan dat deze blijken van waardering erg op prijs worden gesteld door de vrijwilligers. Een budget van ca. € 3.000,- lijkt passend. In vergelijking met andere botanische tuinen is de personele bezetting aan de geringe kant. De meeste personeelsleden zijn zeer betrokken bij het wel en wee van de tuin. Dit moet ook gezegd worden van de vrijwilligers. Die grote betrokkenheid is onverminderd eveneens van toepassing op het ingehuurde personeel. Gedoeld wordt op de Licom-werknemers die hier werkzaam zijn. Het ontbreekt thans aan een flankerend personeelsbeleid. Zo is er wel een personeelsvereniging maar vanwege het beperkt aantal leden en het gebrek aan middelen zijn er nauwelijks bindingsactiviteiten. Het is raadzaam hier toch aandacht aan te besteden en een klein budget hiervoor vrij te maken. Nu draait men alleen op de bijdragen van enkele personeelsleden. De Botanische Tuin heeft in de loop der jaren een reputatie opgebouwd als sociaal werkgever. Het aantal vaste krachten in dienst bij de Stichting Botanische Tuin is uiterst mager. Het gaat dan om de directeur (0,4 fte) en om 1 fte voor ondersteunende, uitvoerende en administratieve taken via de constructie van een ID-baan. Deze laatste baan wordt door twee personen ingevuld. Beide zijn via dezelfde constructie ook werkzaam voor het CNME. Bij de Tuin werken diverse mensen die via het werkvoorzieningschap Licom zijn ingehuurd. Daarnaast zijn er vrijwilligers die via het UWV met de Botanische Tuin in contact zijn gekomen. De door hen verrichte werkzaamheden kunnen behulpzaam zijn voor het vinden van een nieuwe job. Voorts werken er mensen met een beperking die vanuit Radar begeleid worden. Tevens wordt gebruik gemaakt van de diensten van RIMO, dat mensen met een verslavingsprobleem of een tijdelijke psychische beperking begeleidt. De functie die de Botanische Tuin als sociaal werkgever vervult past in het streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het ligt voor de hand dit naar de toekomst te continueren. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt, dat elke mens telt. Hoewel aan dit sociaal werkgeverschap een kostenplaatje hangt zou het jammer zijn als dit om economische redenen zou verdwijnen. Met name vanwege de Madagaskarcollectie is de tuin een biodiversiteitswaarde en een hoge wetenschappelijke waarde. Deze collectie bevindt zich in de kas. Deze waardevolle collectie is landelijk geregistreerd en trekt een bepaalde groep bezoekers. Van zeldzame bedreigde plantensoorten wordt zo mogelijk zaad gewonnen om uit te geven aan andere wetenschappelijke collecties. Hierdoor wordt hun kans op voortbestaan vergroot. De instandhouding van deze collectie is relatief duur. Het kost extra menskracht. Bovendien brengt de kas extra kosten met zich mee. Zo moet het glaswerk soms vernieuwd worden en zijn er aparte stookkosten. Als men zich alleen laat leiden door de kosten, dient de kas te vervallen en de Madagaskarcollectie te worden geschrapt. Daarmee wordt dan wel het Botanische karakter van de tuin aangetast en misschien wel zelfs te niet gedaan. Dat is niet de keuze die de gemeente of het stichtingsbestuur wil maken. De huidige collectie is van 17
grote kwaliteit en wordt door de kenners naar waarde geschat. Doordat de tuin ondertekenaar is van het IPEN protocol bestaan er internationale verplichtingen ten aanzien van de Madagaskarcollectie (IPEN=International Plant Exchange Network). Een deel van de kascollecties valt onder de zwaar beschermde plantensoorten (CITES 1 lijst) die alleen met vergunning gehouden mogen worden. Onreglementaire verwijdering uit de collectie geldt als zware overtreding waar ernstige sancties op staan. De Botanische Tuin is deelnemer aan het internationale uitwisselingsprogramma van botanische tuinen. De Tuin verzndt elk jaar een zaadlijst met een aanbieding van ca. 150 verschillende soorten aan meer dan 300 tuinen die op hun beurt hun zaadlijsten naar de Kerkraadse tuin zenden. OP deze wijze werkt de tuin mee aan het behoud van biodiversiteit en kan de tuin gratis uit duizenden soorten kiezen die niet in de handel verkrijgbaar zijn. Met meer dan 300 tuinen worden jaarlijks zaadlijsten uitgewisseld en hiervan bestelde zaden verzonden. Op deze wijze werkt de tuin mee aan het behoud van biodiversiteit. Momenteel wordt er aan gewerkt deze collectie toegankelijker te maken voor leken. Dit geschiedt door informatiebladen, waar in begrijpelijke taal tekst en uitleg wordt gegeven. Het is sowieso van belang meer informatie op een toegankelijke manier aan de bezoekers te verstrekken. Dit brengt de tuin meer tot leven bij de gasten. Het is evident, dat de tuin qua onderhoud op een kwalitatief goed niveau moet zitten. Het is immers niet zomaar een park. Men dient entree te betalen en het predicaat Botanische Tuin schept verplichtingen. Vanuit deze optiek dient de tuin er ongeacht het jaargetijde uit te zien als een natuurlijk plaatje. Mede gezien de bijzondere planten en vegetatie vraagt dit onderhoud in vergelijking met openbare plantsoenen een extra investering. Dit kan van jaar tot jaar variëren. In de kantoren van de Botanische Tuin is ook het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie gehuisvest. Dit levert enkele wederzijdse voordelen op. Zo is er sprake van een efficiënter gebruik van de ruimte en van kantoormiddelen. De tuin wordt verder gebruikt door het CNME voor enkele programmaonderdelen. Met name voor activiteiten gericht op de groepen 1,2 en 3 van het basisonderwijs biedt de tuin mogelijkheden. Het leslokaal wordt ook gebruikt voor activiteiten die niet direct met het CNME hebben te maken. Gewezen kan worden op de functies expositieruimte en vergaderlokaal. Het past in het beleid zoals de NVBT dat voorstaat om de functie van de botanische tuinen met betrekking tot natuur- en milieueducatie te versterken. Mede vanuit deze optiek dient de relatie tussen Tuin en CNME te worden verstevigd. Het CNME is tevens van nut voor de educatieve doeleinden van de tuin. Men heeft directe toegang tot de in de tuin aanwezige planten. Deelnemers aan de CNME-activiteiten kunnen zo de rijkdom van de natuur ervaren. Deze educatieve functie van de Tuin dient wel verder te worden uitgebouwd, naar de individuele bezoekers. Hierdoor gaat, zoals reeds aangegeven, de tuin meer leven voor de bezoekers. Dit effect kan men bereiken door een looproute uit te zetten voor de mensen met een informatieve folder. De bezoeker kan bijvoorbeeld extra geprikkeld worden door een vragenformulier. Voor kinderen is een speurtocht met vragen extra leuk. Dat maakt voor hen een bezoek aan de tuin interessant. Het verdient aanbeveling hier aandacht aan te schenken. In dit verband moet ook eens worden nagegaan welke mogelijkheden de digitalisering biedt.
18
De Tuin draait met verlies. De inkomsten kunnen de uitgaven niet dekken. Dit maakt dat de tuin nauwelijks grote investeringen kan doen en in een situatie zit waarbij risico’s worden gemeden. De financiële positie is zwak en het is niet eenvoudig hierin verbetering te brengen. De stichting is sterk afhankelijk van subsidies. In deze tijd van bezuinigingen is dat evenwel een lastig gegeven. Verder in deze notitie zal worden ingegaan op de toekomst van de Tuin en welke mogelijkheden er eventueel zijn om tot een solidere positie te komen. De Botanische Tuin is sterk afhankelijk van de gemeente Kerkrade. Vreemd is dat niet. Reeds bij de start van de tuin in 1939 wist men dat hier kosten mee waren gemoeid. De Staatsmijnen die deze tuin liet realiseren vond het een verantwoorde investering. De tuin was niet alleen een verfraaiing van de omgeving maar kon ook bijdragen aan de levenskwaliteit van de mensen in Terwinselen, waar de Staatsmijn Wilhelmina destijds de belangrijkste werkgever was. Zo vervulde de tuin een recreatieve functie. Na de teloorgang van de Staatsmijnen is de tuin overgedragen aan de gemeente Kerkrade, die daarmee de rechtsopvolger is van de Staatsmijnen. Vanaf die tijd drukt de tuin op de begroting van de gemeente Kerkrade. Bij bestendiging van de huidige verhoudingen zal dat in de toekomst niet wijzigen. De Tuin heeft slechts beperkte mogelijkheden om inkomsten te verwerven. De eigen inkomsten bestaan uit entreegelden, verkoop vriendenpassen, de opbrengst van tuinevenementen. Verder worden inkomsten gegenereerd uit de gedeeltelijke of gehele verhuur van het gebouw en de beperkte horeca-activiteiten. Horeca en aanverwante activiteiten zijn echter op basis van het bestemmingsplan niet toegestaan. Voorts heeft men ook nog te maken met het Bureau Eerlijke Mededinging. De Stichting ontvangt immers subsidie. Er is derhalve sprake van een paracommerciële instelling. De reguliere horeca ontvangt geen gemeentelijke bijdragen. In de vigerende regelgeving betekent dit, los van het bestemmingsplan,dat geen feesten of partijen van persoonlijke aard zijn toegestaan. Op de mogelijkheden om inkomsten te verwerven en op de horeca-activiteiten wordt verderop terug gekomen. In het verleden werden nog inkomsten verworven via sponsoring. Op dit moment biedt dit geen mogelijkheden. Mogelijk dat wel nog voor een afzonderlijk project een bijdrage kan worden verkregen via bijvoorbeeld de Postcodeloterij. Hier zijn evenwel vele concurrenten en de beoordelingscriteria zijn streng. Op lokaal niveau kan de Botanische Tuin indien men voldoet aan bepaalde condities in aanmerking komen voor een bijdrage van Rabobank Parkstad. De mogelijkheden hiervoor zijn evenwel beperkt. De Botanische Tuin ligt in de Kerkraadse wijk Terwinselen. Dit is geografisch gezien geen gunstige ligging. In Terwinselen liggen verder geen toeristisch bezienswaardige objecten. Het ligt midden in een wijk en daarmee niet in de loop, die een bezoek vereenvoudigt. Er zijn geen winkels of een winkelcentrum in de directe nabijheid. Publiek aantrekkende voorzieningen waarmee de Tuin kan meeliften ontbreken. De geografische ligging is daarmee een handicap om de bezoekersaantallen te verhogen. De bezoekersaantallen worden nog eens extra beperkt door de slechte bewegwijzering naar de Botanische Tuin. De bewegwijzering vindt plaats door middel van de bekende bruine borden met witte letters, die veelvuldig worden gehanteerd ten behoeve van toeristische objecten. Op cruciale punten, zoals splitsing van wegen of kruisingen ontbreken evenwel verwijzingsborden naar de Botanische Tuin. Aanbevolen wordt de route langs te gaan, de 19
tekortkomingen in de bewegwijzering te noteren en vervolgens deze door een goede plaatsing van verwijzingsborden op te heffen. Binnen de Botanische Tuin is de administratieve organisatie niet op orde. Niet helder is hoe de processen verlopen. Bevoegdheden zijn niet altijd duidelijk vastgelegd. Een goed en professioneel archief ontbreekt. Er zijn geen draaiboeken voor evenementen en activiteiten. Een planning van werkzaamheden is niet aanwezig. Het beleid en de handelwijzen zijn niet altijd even eenduidig. Op dit gebied is nog een wereld te winnen. Het verdient aanbeveling hier aandacht aan te besteden. Een goede administratieve organisatie maakt de Botanische Tuin in zijn organisatie minder kwetsbaar. Reeds eerder is opgemerkt, dat de personele bezetting mager is. Dit geldt overigens zowel voor de Botanische Tuin als voor het CNME. Hierdoor is sprake van een kwetsbare situatie. Het wegvallen van een medewerker is direct voelbaar. In de tuinwerkzaamheden (onderhoud, planten e.d.) valt het probleem nog wel mee. Bij de kantoorfuncties ligt dat anders. Als hier iemand wegvalt is er direct een probleem. Gezien de activiteiten in het theehuis dient er overdag steeds iemand aanwezig te zijn. Dat geldt ook voor de avonduren als er gebruik wordt gemaakt van de ruimten. Dit probleem speelt ook bij de organisatie van evenementen. Er is sprake van een sterke vergrijzing van het bezoekersbestand. De houders van vriendenpassen zijn voor het grootste deel ouder dan 60 jaar. De individuele bezoekers zijn bijna allemaal de 50 gepasseerd. Nu is dat geen ramp, er komen steeds nieuwe ouderen. De bezoekers van de tuin waarderen de plantenpracht en de rust. Toch zou het prettig zijn als de bezoekersgroep breder is samengesteld. Dat kan door de tuin aantrekkelijker te maken voor jonge gezinnen. Dit raakt het vraagstuk hoe de bezoekersaantallen verhoogd kunnen worden. In het navolgende hoofdstuk wordt hier op ingegaan. In combinatie hiermee moet worden gewezen op het statische karakter van het aanbod. De tuin is natuurlijk een levendig iets. Elk jaargetijde ziet de tuin er weer anders uit. Zo bezien is zeker geen sprake van een statisch karakter. Interessant is echter de vraag of het aanbod van wat te bezoeken is niet vergroot dient te worden. Kan er nog meer geboden worden en het bezoek daarmee interessanter worden. Ook dit aspect komt in het vervolg aan de orde. Het is droef gesteld met het promotiebeleid en PR-materiaal voor de Botanische Tuin. Het budget hiervoor is ontoereikend. Als er speciale activiteiten in de tuin plaatsvinden is het zaak hiervoor reclame te maken. Daartoe ontbreken voor een groot deel de middelen. Een aansprekende brochure over de Tuin ontbreekt. De bezoekers krijgen een wel heel eenvoudig foldertje mee als zij de Tuin in wandelen. Dit mag wel meer cachet hebben. Bij hotels, campings, VVV-kantoren zijn geen folders over de Botanische Tuin te vinden. Een marketingbeleid ontbreekt en hiervoor is geen budget beschikbaar. Het is nodig dat er promotiebeleid wordt ontwikkeld en dat voor PR-activiteiten ook een budget wordt beschikbaar gesteld.
20
4. Verhoging eigen inkomsten De moeilijke financiële positie en de ontwikkeling in de bezoekersaantallen nodigen uit tot bezinning. Wat valt hier aan te doen? Bij de analyse in het vorige hoofdstuk werden hier reeds enkele opmerkingen over gemaakt. Onderstaand wordt hier verder aandacht aan besteed. Jonge gezinnen De tuin heeft veel te bieden ook voor de jonge bezoekers. De pracht van de tuin is er eigenlijk voor alle leeftijdsgroepen. Toch is een bezoek voor jonge gezinnen met kinderen niet direct aantrekkelijk. Om hier verandering in te brengen worden de volgende aanbevelingen gedaan. Plaats enkele speeltoestellen nabij het terras Kinderen willen hun energie kwijt. Een rondje lopen door de tuin valt prima te doen, maar kinderen houden wel wat meer van actie. De kunst is nu om bezoekers vast te houden. Het zou aardig zijn als de mensen na het bezoek van de tuin op het terras neerstrijken en daar nog iets besteden. Veel bezoekers doen dat al, maar voor ouders met kinderen is dat lastig. Dit probleem kan worden verholpen door enkele speeltoestellen nabij het terras te plaatsen. Te denken valt daarbij aan speeltoestellen van hout die goed passen bij het natuurlijke karakter van de tuin. Door deze te plaatsen nabij het terras kunnen de ouders een oogje in het zeil houden. Ontwerp een natuurleerpad In Duitsland kent men al langer het bestaan van zogenaamde natuurleerpaden (Naturlehrpfad).In Nederland zijn deze eveneens op verschillende plaatsen gerealiseerd. Men loopt dan een route, eventueel aan de hand van een lijst of digitale informatiebron, waar men diverse interessante objecten tegenkomt, waarover vragen worden gesteld die beantwoord kunnen worden. Hierdoor wordt het bezoek aan de tuin voor jeugdigen interessanter en tevens een stuk leerzamer. Men dient daarvoor planten te bekijken om zo verschillen te ontdekken, tevens leert men dan iets over de eigenschappen en het nut van deze flora. Men kan aan zaken voelen en ruiken. Dit hoeft overigens niet alleen om planten te gaan maar ook om andere dingen. Denk daarbij aan eieren van verschillende vogels, het verschil tussen wespen en bijen. Er zijn nog wel meer voorbeelden te noemen, die passend geacht kunnen worden bij de Botanische Tuin. Een aandachtspunt daarbij is wel dat het botanische karakter onverminderd overeind blijft staan. Een optie is om ook gebruik te maken van een deel van de ruimte in het theehuis door ook daar aandacht te besteden aan bepaalde thema’s. Gewezen kan worden op het leslokaal, dat in de vakantieperiodes amper wordt gebruikt. Zo’n natuurleerpad is overigens eveneens zeer interessant voor het CNME. Hier kan een mooie combinatie worden gerealiseerd. Aantrekkelijker maken van de tuin Een natuurleerpad is niet alleen interessant voor jeugdigen maar eveneens voor volwassenen. Dit geldt voor meer zaken die hieronder de revue passeren. Nogmaals wordt opgemerkt, dat het botanische karakter van de tuin steeds overeind dient te blijven.
21
Insecten De plantenwereld is onmiskenbaar verbonden met insecten. Planten zijn een belangrijke voedselbron voor insecten en op hun beurt zijn insecten van groot belang voor de bevruchting van vele planten. Vanuit deze optiek is het wenselijk om binnen bepaalde grenzen (dus niet overheersend) die insectenwereld wat inzichtelijker te maken. De volgende mogelijkheden dienen zich aan. In de tuin zijn bijenkasten geplaatst alsmede een bijenhotel. Deze worden thans niet gebruikt. Er is geen bijenvolk in de kasten. Zorg dat dit verandert. Tevens kan aan de achterzijde of zijkant van de kasten een deurtje worden geplaatst. Als men dit opent heeft men door een plaat van plexiglas een inkijk in het leven in de kast. Dit kan gecombineerd worden met een digitale fotopresentatie van de relatie bestuiver bloem waarbij bijen, vlinders en andere bestuivers in de eigen tuin via een Flickr account van de tuin worden gedeeld. Een dergelijke constructie zou ook kunnen worden gemaakt voor mieren. Interessant zijn bijvoorbeeld de bladsnijdermieren die in het echt in Amerika voorkomen. Zij snijden bladeren af en dragen deze verder naar het nest waar de koningin is. Een filmpje op youtube hierover is instructief. Via plexiglazen buizen kan men de activiteiten van deze mieren volgen. Er is niet nader onderzocht of deze mieren hier kunnen leven. Als dat wel kan, kan een interessante aanvulling in de tuin worden gerealiseerd. Vlinders zijn evenzeer een mooie en aansprekende aanvulling van de tuin. Dit kan door een deel van de tuin als vlindertuin in te richten. Wellicht moet hiervoor een aparte kas worden gebouwd. Naar de hiermee gemoeide investeringen is geen onderzoek gedaan. Toch is dit een waardevolle optie om het bezoek interessanter en tevens educatiever te maken. Het in dit onderdeel geopperde idee is natuurlijk ook toepasbaar op andere niet nader genoemde insecten. Andere dieren Er kan natuurlijk ook aandacht worden geschonken aan andere dieren, die min of meer een natuurlijke relatie hebben met de tuin. De tuin heeft een Madagaskarcollectie van wetenschappelijke en biodiversiteitswaarde. Madagaskar is een biodiversiteitsschatkamer, waar nog lang niet alles van bekend is. Tussen 1999 en 2010 zijn op dit eiland 615 nieuwe plant- en diersoorten ontdekt. De Botanische Tuin toont planten als Euphorbia, komkommerachtigen, Pachypodium en dergelijke, die uitsluitend op dit eiland voorkomen. Van reptielen als kameleons komen op Madagaskar ongeveer de helft van de circa 180 soorten voor. Door realisering van een klein terrarium met reptielen, kan aansluiting worden gezocht bij het thema Madagaskar. Op die manier voeg je een extra dimensie toe aan de thans aanwezige plantenkas, waardoor het bezoek aantrekkelijker kan worden. Verzorging en voorlichting kan plaatsvinden door de beheerder van de plantenkas. Een geheel andere mogelijkheid is de plaatsing van een volière met vogels afkomstig uit zuidelijk Afrika, Madagaskar of andere streken. Voorwaarde is wel dat men in het Nederlandse klimaat gedijt. Vogels zijn altijd interessant om te bekijken. Dit trekt zeker publiek aan. In de tuin leven knaagdieren zoals veldmuizen en eekhoorns, maar ook egels. Op enigerlei wijze kan aan dit thema aandacht worden geschonken. Men kan dit bijvoorbeeld inbouwen in het eerder genoemde natuurleerpad.
22
Vijver In de huidige situatie maakt de vijver een stille doodse indruk. Deze dient aantrekkelijker te worden gemaakt. Het is wenselijk hier meer waterplanten te laten groeien. Waterlelies bijvoorbeeld verschaffen de vijver een heel andere aanblik. In het verleden is dat ook zo geweest. Het verdient aanbeveling dat dit beeld van vroeger weer terugkeert. Vissen en waterplanten is een moeizame verhouding. Veel vissen eten van de planten en woelen in de ondergrond waardoor al gauw het water vertroebelt en waterplanten niet tot bloei kunnen komen. Anderzijds verlevendigen vissen het beeld van de vijver. Het is daarom zaak vissen in de vijver uit te zetten die goed harmoniëren met de aanwezige flora. Interessant in dit opzicht zijn de goudwindes en zilverwindes. Zij leven in scholen vlak onder het wateroppervlak en zijn daardoor doorgaans goed zichtbaar voor de toeschouwer. Zij eten niet of nauwelijks van de planten en springen soms uit het water om naar insecten te happen. Al met al verdient het aanbeveling om de vijver door middel van waterplanten en het uitzetten van een bepaalde vissoort aantrekkelijker te maken. Gedacht kan worden aan planten die ook voor het CNME aantrekkelijk zijn zoals het vleesetende blaasjeskruid en de halfdrijvende krabbescheer. Het blijft natuurlijk wel oppassen voor vijanden van de vissen, die moeilijk te weren zijn zoals reigers. Door het aanbrengen van lage oeverbeplanting kan de strakke vijverrand worden verzacht. Egelskop en kleine lisdodde zijn hiervoor geschikt. Thema Om extra bezoek te trekken is een thema een mogelijkheid. Bijvoorbeeld door aan te kondigen dat in een bepaald jaar extra aandacht wordt besteed aan sneeuwklokjes, anjers, viooltjes, windes of een andere plantengroep. Ook kunnen er extra activiteiten worden ontplooid rondom een plant die relatief veel in de tuin aanwezig is zoals rododendron. Er kan een rododendronweekeinde worden georganiseerd, eventueel met verkoop van deze planten. Tuinen elders hebbe hier goede ervaringen mee (bijv. sneeuwklokjesfestival, toverhazelaardagen). Er kan ook aangehaakt worden aan landelijke activiteiten, zoals het jaar van de buitenplaatsen. Spiritualiteit Prinses Irene van Lippe-Biesterveld verwoordt het zo: “Er is een te scherpe scheiding tussen de mensen en de overige natuur. Het wordt daardoor tijd voor een visie op duurzaamheid, een dialoog met de natuur die bijdraagt aan het welzijn van alle leven op aarde en een visie die niet alleen de mens centraal stelt.” De Tuin kan docenten uitnodigen om cursussen te organiseren die dit thema in de tuin uitwerken. Service De Tuin heeft kennis van planten. Het verdient aanbeveling om een telefonisch spreekuur in te stellen waarbij iedereen vragen kan stellen over planten. Ook kan een maandelijks inloopspreekuur ingesteld worden waarbij het publiek kan vragen wat voor plant ze hebben of welke ziekte ze hebben. Eventueel uit te breiden met een emailservice, waarbij een foto wordt opgestuurd. Maandelijkse rondleiding Na betaling van de normale toegangsprijs wordt eenmaal per maand een gratis rondleiding door de Tuin georganiseerd van één uur. 23
Kunst en cultuur De Botanische Tuin leent zich er uitstekend voor om tevens ingericht te worden als beeldentuin. Nu reeds staan er enkele beelden in de tuin. Veel bezoekers hebben hier belangstelling voor. Een deel van de tuin is overigens ingericht door Fons Stadhouders, een beeldend kunstenaar. Dit deel heeft diverse kunstzinnige accenten. Door het plaatsen van meer beelden en daarbij tevens invulling te geven aan wisselende exposities wordt de tuin ook aantrekkelijk voor kunstliefhebbers. Botanische Tuin en Beeldentuin is een mooie combinatie die vaker voorkomt. De beelden hoeven niet door de tuin te worden aangeschaft. Men kan een podium bieden voor beeldend kunstenaars die hier willen exposeren. Niet uitgesloten is dat hier een uitwisseling met andere botanische tuinen kan plaatsvinden. Op deze wijze kunnen de kosten worden beperkt. Het is wel raadzaam hier op een actieve wijze invulling aan te geven. Daarmee wordt bedoeld dat er verstandig aan wordt gedaan een kunstcommissie te formeren bestaande uit mensen die de wereld van de beeldende kunst goed kennen, kunstenaars weten te benaderen en invulling kunnen geven aan wisselende exposities. Voor deze activiteiten, verzekeringen, beveiligingen e.d. zal wel een budget moeten worden vrijgemaakt. Opgemerkt zij, dat de infrastructuur voor de inrichting van een beeldentuin grotendeels aanwezig is. De tuin is omheind en biedt daardoor reeds een bepaalde veiligheid. Er zijn enkele aanvullende maatregelen nodig op het gebied van beveiliging en inrichting van de tuin. Dit dient nader onderzocht te worden. De verwachting is dat daarmee een relatief bescheiden bedrag gemoeid zal zijn. Naast beelden kan ook gedacht worden aan een literaire tuin. Zo kan een literaire wandeling worden uitgezet, waarbij op diverse plekken proza of poëzie kan worden gelezen (bijvoorbeeld door geplastificeerde teksten op bomen) over een bepaald thema of van een bepaalde auteur. Er zijn mooie aanknopingspunten te vinden. Denk maar eens aan “Erik en het klein insectenboek” van Godfried Bomans of aan boeken van Midas Dekkers. De tuin kan zo een mooie inspiratiebron worden die regelmatig een nieuw thema onder de loep neemt. In de sfeer van kunst en cultuur ligt ook de suggestie om concerten te houden in de zomermaanden. Dit kan op een zondag of op een doordeweekse avond. Op vergelijkbare locaties elders is deze formule succesvol gebleken. Tot slot kan hier worden gewezen op exposities in de zomermaanden. In die periode is het leslokaal niet in gebruik, waardoor meer ruimte ontstaat. Een permanente presentatie van John Bergmans, de tuinarchitect die destijds de Botanische Tuin heeft ontworpen kan interessant zijn, maar ook tekeningen en schilderijen van een schildersclub. Aanhaken bij ANWB-route Op dit moment is er een ANWB wandelroute Mix van natuur en oude mijnen met de volgende beschrijving: “Kerkrade is een voormalig mijndorp in het centrum van de oostelijke mijnstreek. Al wandelend passeert u in de binnenstad de Mijnwerker, Duivenmelker, Schutterskoning en de Zittende Muzikant. Beelden die stuk voor stuk belangrijke historische feiten vertegenwoordigen. U start en eindigt bij Continium Discovery Center, onderdeel van het “klavertje 4” , de vier toeristische trekpleisters van Kerkrade. De andere drie zijn de voormalige abdij Rolduc, Landgoed Park Gravenrode met Gaia Zoo en het Parkstad Limburg Stadion. Tijdens deze wandeling ziet u Kerkrade in een bloeiende mix van beken, vijvers en een stuwmeer; juweeltjes van de natuur die ingeklemd liggen tussen spoorlijnen en oude mijnen.” De Botanische Tuin kan heel goed in dit rijtje worden ingepast.
24
Tuinevenementen Jaarlijks vinden enkele evenementen in de tuin plaats. Deze worden georganiseerd door de Botanische tuin zelf of door derden. Onderstaand een overzicht van activiteiten die met enige regelmaat in de tuin hebben plaatsgevonden c.q. plaatsvinden. • De Lentefair, georganiseerd door de Tuin zelf. Het betreft een markt waar planten, tuinaccessoires, keramische producten, streekproducten, jams, bessendranken e.d. te koop worden aangeboden. Er dient entree te worden betaald. Naast de markt kan men tevens de Botanische Tuin bezoeken. De opbrengst aan entreegelden is voor de Botanische Tuin. • Terwinseler Straatmarkt. De organisatie is in handen van een speciale commissie. Er is dan een braderie in de straten van Terwinselen. De opbrengst gaat grotendeels naar voetbalvereniging RKTSV. De tuin is die dag gratis toegankelijk. In de tuin kunnen enkele marktkraampjes worden opgesteld en er vinden diverse activiteiten plaats zoals optredens van een koor, een dansgroep of dergelijke . • Kunst in de tuin. De organisatie is in handen van harmonie Callistus. Er dient entree te worden betaald. Via marktkramen worden allerlei soorten kunstproducten aangeboden (keramiek, beelden, schilderijen, metalen kunstobjecten etc.). De opbrengst gaat naar harmonie Callistus. • De kwekerijdag. De organisatie is in handen van de vereniging Groei en Bloei. Er worden met name allerlei planten en bloemen te koop aangeboden. De opbrengst gaat naar de organiserende vereniging. • De Engelse fair. Aangezien de Botanische Tuin een Engelse landschapstuin is, komt dit thema hier goed tot zijn recht. Naast typische tuinproducten (bloemen, planten e.d.) worden producten te koop aangeboden die kenmerkend zijn voor de Britse sfeer, zoals shawls, petten, plaids, Schotse dranken, Engelse jams etc. De opbrengst gaat naar de Tuin. Er dient entree te worden betaald dat tevens recht geeft op een bezoek aan de Tuin. • Proef de Mediterranee. Het centrale thema is hier de smaak van producten afkomstig uit het Middellandse zeegebied. Er worden echter ook niet eetbare natuurproducten aangeboden zoals lavendelolie, zeepjes e.d. De opbrengst gaat naar de Tuin. Er dient entree te worden betaald dat tevens recht geeft op een bezoek aan de Tuin. • De Herfstfair. Tal van herfstplanten en –producten worden aangeboden. Hortensia’s, dahlia’s maar ook pompoenen, chutneys, mosterd, tuinaccessoires en meer van dergelijke artikelen. De opbrengst gaat naar de Botanische Tuin. Er wordt entree gevraagd dat geeft ook toegang tot een bezoek aan de tuin. Naast deze vaker voorkomende evenementen zijn er ook incidentele shows en evenementen. Gewezen kan worden op de Fuchsiashow georganiseerd door de Fuchsiavereniging.
Organisatie evenementen 25
Als de organisatie geheel in handen ligt van de Botanische Tuin, betekent dit dat de Tuin bedrijven aanschrijft met het verzoek om deel te nemen aan een evenement. Geïnteresseerde bedrijven kunnen dan een standplaats huren met al dan niet één of twee kramen. De Tuin regelt de plaatsing van de kramen en verdeelt de standplaatsen onder de deelnemers. Voorts worden de facturen verzonden. De Tuin betrekt de kramen van een leverancier. De Tuin regelt zelf de catering voor die dag. Hier dienen zich twee mogelijkheden aan de catering wordt uitbesteed aan een cateringbedrijf of de Tuin houdt dit in eigen hand. De vraag rijst of de bovengeschetste handelwijze naar de toekomst gehandhaafd dient te blijven. In de regel is het zo dat bij de inschakeling van tussenpersonen of extra leveranciers steeds geld gemoeid is. Dit gaat dus ten laste van de opbrengst die men (de Tuin) normaliter zou ontvangen. Als het even mogelijk is verdient het derhalve aanbeveling de activiteiten zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Gezien de faciliteiten die de Tuin heeft ligt het voor de hand, dat marktkramen worden gehuurd bij een kraamverhuurbedrijf. Deelnemers betalen aan de Tuin een huurbedrag van € 35,- excl. 6% BTW per kraam. Indien men stroom nodig heeft wordt dit apart in rekening gebracht. (€ 10,- excl. 19% BTW). De kraamhuurbedragen kunnen gerust worden verhoogd. Tarieven van € 50,- of meer zijn thans gangbaar. Onlangs is de keuken in het theehuis van de Botanische Tuin geheel verbouwd. Mede gelet hierop verdient het aanbeveling de catering zoveel mogelijk zelf te verzorgen . Dit zal afhankelijk zijn van de vraag of men het organisatorisch allemaal rond krijgt. De Tuin is hier immers afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. De catering bij evenementen kan beperkt blijven tot het volgende: koffie, thee, frisdrank, bier, wijn, gebak (vlaai) en eventueel broodjes. Gebak en broodjes kunnen elders worden besteld. Broodjes zouden ook zelf kunnen worden gesmeerd en belegd. Door de catering zoveel mogelijk zelf te verzorgen kunnen de verdiensten worden geoptimaliseerd. Aan blokkades voor wat betreft de horecafunctie wordt verderop ingegaan. Een draaiboek voor de organisatie van evenementen ontbreekt. Het is van belang hier in te voorzien. Dit maakt de organisatie minder kwetsbaar. Indien de organisatie in handen ligt van derden zijn de afspraken niet altijd even helder. Bij de Terwinseler Straatmarkt vindt de verhuur van standplaatsen en kramen plaats via de organiserende commissie. De opbrengst hiervan is ook bestemd voor deze commissie c.q. de voetbalvereniging RKTSV. De Tuin is dan open voor het publiek. De inkomsten voor de Tuin bestaan dan uit de omzet van het theehuisje. Het betreft de verkoop van dranken en stukken vlaai. Bij mooi weer en een gezellige drukte kan dat een aardig bedrag opleveren. Bij “Kunst in de Tuin” wordt het beheer en de zeggenschap over de Tuin geheel uit handen gegeven. Het organiserend comité van harmonie Callistus regelt de verhuur van de standplaatsen en kramen, de toegang ( kassa) en neemt de hele horecafunctie over. Men maakt gebruik van kopieerapparatuur en neemt de kantoorruimte in gebruik. De inkomsten voor de Tuin bestaan uit een percentage van de opbrengst. Aangezien er geen zicht is op de opbrengst is het bedrag dat de Tuin overhoudt onduidelijk. Dit varieert van ca. € 900,- tot ca. € 2.000,- Het is wellicht beter in de toekomst een andere handelwijze te volgen, die meer duidelijkheid geeft. Zo kan het beleid gevolgd worden dat eigenaren van (evenementen)hallen hanteren. Men verhuurt de expositieruimte en houdt de catering en horecavoorziening in eigen hand. Daaraan wordt de voorwaarde gekoppeld dat er vanuit de stands geen concurrentie plaatsvindt van de catering/horeca. Gebruik van elektriciteit is 26
geregeld in het contract. De toiletten horen tot de verantwoordelijkheid van de verhuurder (Tuin). Bij evenementen, wanneer de toiletten frequenter gepoetst dienen te worden is het legitiem voor het gebruik een bedrag te vragen. Gebruik van kopieerapparatuur en kantoorruimte dient niet meer plaats te vinden. Een alternatief is om hiervoor een afzonderlijk bedrag in rekening te brengen of per kopie te laten betalen zoals gebruikelijk is als men elders stukken laat kopiëren. Bij andere evenementen die niet door de Tuin zelf worden georganiseerd kan eveneens de hierboven geschetste handelwijze worden gehanteerd. Enkele afsluitende opmerkingen over evenementen mogen niet ontbreken. In de eerste plaats betreft dat de opbrengsten. Deze variëren sterk. Het kan gaan om een bedrag van ca. € 3.500,- na aftrek van alle kosten. Het is echter ook voorgekomen, dat de netto-opbrengst slechts € 200,- bedroeg. Aangezien het telkens gaat om openluchtactiviteiten is het weer van groot belang. Bij slecht weer zijn er slechts weinig bezoekers en de opbrengst is dan navenant. Een tweede punt om rekening mee te houden is de concurrentie. Het soort fairs dat in de Botanische Tuin plaatsvindt wordt ook elders gehouden. Het aantal braderieën is in de zomer enorm. Er is op dit gebied elk weekend wel wat te doen in Zuid-Limburg. In Brunssum is zelfs een hal ingericht waar elk weekend een markt plaatsvindt. Daarnaast zijn er de laatste jaren echte tuinwarenhuizen gekomen waar men werkelijk alles voor de tuin, het gazon, de serre en het balkon kan kopen. Toch ligt het voor de hand met de organisatie van evenementen door te gaan. Wel is het wenselijk na te denken over nieuwe en andere evenementen. De Tuin biedt daartoe best mogelijkheden. Suggesties zijn gedaan als koffieconcerten, kooroptredens, proeverijen door restaurants uit de omgeving etc. Horeca, evenementen, bestemmingsplan en feestjes. In het vorenstaande werd reeds gewag gemaakt van de horecamogelijkheden die er zijn bij de Botanische Tuin. Deze horecafunctie kan een behoorlijke inkomstenbron vormen. Eigenlijk is het logisch dat er bij een Botanische Tuin, tevens museum een horecafunctie is. Toch zijn er enkele juridische beletselen die in het kader van deze nota om aandacht vragen. In de eerste plaats dient de Stichting Botanische Tuin over de benodigde vergunningen te beschikken op grond van de Drank- en Horecawet en de APV (hoofdstuk 2). Dat is thans niet het geval. De APV-vergunning is nodig voor de zogenaamde droge horeca zodat er koffie, thee en frisdrank geschonken kan worden. Voor het schenken van wijn en bier is tevens een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank en Horecawet nodig. De kans is groot, dat deze vergunning niet wordt verleend dan wel onder beperkende voorwaarden. De mogelijkheid bestaat overigens om op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet een tijdelijke ontheffing te krijgen voor een beperkt aantal dagen. Indien men geen horecavergunning heeft is het dan toch mogelijk om bij bepaalde evenementen wijn en bier te schenken. Denk daarbij aan plantenmarkten en andere evenementen in de Tuin.. Voor een dergelijke markt dient men op grond van de APV over een daartoe strekkende vergunning te beschikken. Die vergunning wordt alleen verleend als het om een activiteit c.q. evenement die gerelateerd is aan de Tuin. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een plantenmarkt. Een kunstmarkt daarentegen valt niet hieronder. Het verdient aanbeveling de beletselen die thans aanwezig zijn voor een Drank- en Horecawetvergunning en APV-vergunning weg te nemen, zodat op rechtmatige wijze koffie, thee, frisdrank, wijn en bier kunnen worden geschonken gedurende de openstelling van de Tuin. 27
Er is echter nog een belangrijk beletsel van geheel andere aard. De horecafunctie is op grond van het vigerende bestemmingsplan niet toegestaan. In het geldende bestemmingsplan heeft het hele gebied van de Tuin de bestemming Groen. Het bebouwde oppervlak is thans groter dan het bestemmingsplan toestaat. Hiervoor is wel een ontheffing verleend. Het verdient aanbeveling het bestemmingsplan aan te passen, waardoor de huidige situatie wordt gelegaliseerd. Gelet op de huidige wet Ruimtelijke Ordening dient sowieso een actualisering van het bestemmingsplan plaats te vinden. Het is wenselijk om bij die wijziging van het bestemmingsplan tevens toe te staan dat er een verruiming van de horecagelegenheid is. Dat is beslist nodig. Vanwege vermindering van de subsidies is de Tuin steeds meer aangewezen op andere inkomstenbronnen. De horeca is daarbij een belangrijke factor. De accommodatie van de Botanische Tuin, met name het theehuis, de wintertuin en het terras worden verschillende malen per jaar verhuurd voor feestjes en partijen. Dit kan voor groepen tot ca. 40 personen. Bij de feestjes en partijen kan men denken aan verjaardagspartijen, communiefeestjes, borrels ter gelegenheid van een 50-jarig huwelijk e.d. Ofschoon dit voor de Tuin een interessante inkomstenbron vormt is dit op basis van de regelgeving niet toegestaan. Het gaat hier om zogenaamde feesten van persoonlijke aard. Evenals dat geldt voor verenigingsgebouwen en gemeenschapshuizen is dat in de Tuin niet toegestaan. De Tuin ontvangt namelijk gemeentelijke subsidie. Volgens de Horecabond is dan sprake van oneerlijke concurrentie. Het Bureau Eerlijke Mededinging ziet hierop toe. Alleen als de Tuin geen gemeentelijke subsidie meer ontvangt en aan alle voorwaarden zoals aangegeven in de Drank- en Horecawet, APV en Bestemmingsplan wordt voldaan mogen dergelijke feesten bij de Tuin plaatsvinden. Mogelijk kan een andere constructie dan de huidige (gesubsidieerde stichting) hier uitkomst bieden. Dit zal moeten worden onderzocht. In het onderstaande wordt hier nog op teruggekomen.
Accommodatie Het theehuis en de wintertuin zijn de laatste jaren grondig verbouwd. Er is een nieuwe keuken gerealiseerd, die van moderne apparatuur is voorzien. Toch dient nog een aantal investeringen plaats te vinden. Het dak van het theehuisje verkeert in slechte staat en moet opnieuw bedekt worden. Ook de goten moeten worden gerenoveerd. Er is sprake van achterstallig onderhoud in het schilderwerk. Bovendien dient de kleurstelling te worden aangepast. Er is voor de bezoekers slechts één damestoilet, tevens invalidentoilet. Dit is gewoon te weinig. Het toiletgedeelte dient dan ook te worden gerenoveerd. Het meubilair dient te worden vervangen. Dit mist de uitstraling, die bij de Tuin hoort. Ook het kantoormeubilair is over de hele linie aan vervanging toe. Er wordt gewerkt met computerapparatuur die voor het grootste gedeelte reeds is afgeschreven, waardoor storingen aan de orde van de dag zijn.
28
De wintertuin bestaat grotendeels uit glas. Het nadeel hiervan is, dat het in de zomer bij mooi weer al snel te warm wordt. Het aanbrengen van enige zonwering is hier geen overbodige luxe. Dit komt de gebruiks- en verhuurmogelijkheden van de wintertuin ten goede. Ook zal de aanwezige open haard nagekeken moeten worden. Deze levert thans problemen op waardoor de wintertuin niet gebruikt kan worden op koude dagen. Al met al is een kwaliteitsinjectie dringend geboden. Hier is een behoorlijk bedrag mee gemoeid. Bij benadering zijn hiermee de volgende bedragen gemoeid: Dakrenovatie: € 25.000,Schilderwerk buiten: € 10.000,Verbouwing toiletgedeelte: € 15.000,Zonwering Wintertuin: € 5.000,Vervanging meubilair theehuis, wintertuin, terras: € 5.000,Vervanging kantoormeubilair: € 3.500,Vervanging computers: € 3.000,Trouwlocatie De Botanische Tuin is aangewezen als trouwlocatie. Tot heden is hier nog geen huwelijk gesloten. Toch liggen hier mogelijkheden. Het is plezierig dat de Botanische Tuin tot trouwlocatie is aangewezen, maar dat schept ook verplichtingen. Nog steeds geldt voor velen, dat de huwelijksdag de dag van hun leven is. Het is derhalve zaak dat de Tuin een bijdrage levert aan een onvergetelijke dag in de meest positieve zin. Het is schitterend om in de Tuin te trouwen. Helaas kan over het weer op die dag vooraf geen zekerheid worden gegeven. Het is dus raadzaam dat er direct een alternatief voorhanden is indien de weersomstandigheden op die dag het onmogelijk maken om in de Tuin te trouwen. Dit legt dan tevens een beperking op. Er kunnen dan eigenlijk hooguit 40 personen aanwezig zijn bij de huwelijksplechtigheid. Bovendien zal de locatie daar goed voor moeten worden ingericht. Dit pleit in ieder geval voor de kwaliteitsinjectie waarin het vorige onderdeel sprake van was. Daarnaast zal er een goede en flexibele geluidsinstallatie moeten komen die ook in de openlucht bruikbaar is. Zonder installatie gaat zeker in de openlucht het geluid verloren. Een geluidsinstallatie ontbreekt thans volledig. Hiervoor kan een bedrag van ca. € 1.200,- worden aangehouden. Er zullen representatieve stoelen moeten komen, die zowel in de Tuin als in het theehuis kunnen worden gebruikt. Deze zijn er nu niet. Komen huwelijkssluitingen in de Tuin slechts sporadisch voor, zouden deze eventueel gehuurd kunnen worden. Bij huur mag men denken aan een tarief van ca. € 3,- per stoel. Aangezien er ter vervanging van het inmiddels afgeschreven meubilair toch een investering dient plaats te vinden is er veel voor te zeggen om zelf voor aanschaf zorg te dragen. Een geschikte stoel zal ongeveer € 35,- kosten. Voorts zal een tarief moeten worden bepaald. In de nabije omgeving van de Botanische Tuin worden de volgende tarieven gerekend. Kasteel Erenstein vraagt voor een huwelijk € 125,-. Hiervoor wordt de zaal aangekleed en ingericht. Gaia Zoo rekent € 400,-. In dit bedrag zijn wel 25 entreekaarten voor de dierentuin begrepen. Rolduc vroeg toen het nog mogelijk was aldaar huwelijken te sluiten een bedrag van € 250,-. Naast de locatie werd nog iets extra’s geboden. Wat de Botanische Tuin betreft lijkt voorshands een bedrag van € 150,- passend. Hiervoor wordt de locatie aangekleed en ingericht. Verder mag men de Botanische Tuin bezoeken. Het gezelschap kan maximaal uit 40 personen bestaan. Nu zal niet iedereen de Botanische Tuin bezoeken, maar als men
29
nagaat dat een entreekaart bij een groep vanaf 10 personen € 3,- bedraagt, dan is een tarief van € 150,- alleszins redelijk. Voor eventuele drankjes en hapjes moet men extra betalen. Continium en Gaia Zoo Continium en Gaia Zoo zijn de belangrijkste toeristische producten van Kerkrade. Dat neemt niet weg, dat ook de Botanische Tuin, de enige erkende botanische tuin in Limburg, ook een bepaalde toeristische aantrekkingskracht heeft. In dit onderdeel wordt ingegaan op de samenwerkingsmogelijkheden die er zijn met Continium en Gaia Zoo. Ten eerste kan gedacht worden aan de introductie van een combinatiekaart, die toegang geeft tot alle drie bezienswaardigheden. Mogelijk kan zoiets zelfs uitgebreid worden tot een toeristische Parkstadkaart. Daarbij kunnen dan bijvoorbeeld het Thermenmuseum, het Mijnmuseum en Mondo Verde worden betrokken. Met Continium deelt de Tuin in zekere zin het mijnverleden. In het Continium is aandacht voor de mijnindustrie die decennialang kenmerkend is geweest voor Zuid-Limburg. Zowel Continium als de Botanische Tuin hebben de status van museum. Wellicht is het mogelijk om samen met Continium enkele projecten te organiseren. Continium is een museum met veel doe-activiteiten. Het is interessant om het bezoek aan de Tuin interessanter te maken voor met name kinderen. Zo is het aardig om kinderen een onderzoekje te laten doen naar het DNA van planten. Hier kan de samenwerking van de Tuin met het CNME van pas komen. Met het werken met kinderen is men vertrouwd. Een project op dit gebeid met Continium biedt misschien wellicht extra mogelijkheden. Maar ook bepaalde buitenprojecten kunnen aan de orde zijn. Denk aan de werking van een zonnewijzer, de uitleg van een thermometer, barometer, hygrometer e.d. Overwogen zou kunnen worden een klein weerstation in de Tuin te plaatsen. Met Gaia Zoo zijn meer samenwerkingsconstructies mogelijk. Naar de inhoud is er reeds op gewezen om de Tuin wat levendiger te maken door iets op een passende wijze met dieren te doen. Flora en Fauna kunnen niet los van elkaar worden gezien. Gaia Zoo kan hier een belangrijke adviseur zijn voor de Tuin en bij het opzetten van een aantal zaken een importante rol spelen. In dit verband is het van belang om op te merken dat Gaia Zoo een afdeling “Limburg” kent met dieren die in Limburg voorkomen zoals het Mergelland schaap, Limburgs Varken, dwergezel, bepaalde konijnen enz. De Tuin kent ook een apart deel dat is gewijd aan typische Limburgse flora zoals kalkgrasland, Limburgse orchideeën e.d. Niet onvermeld mag blijven dat een sterke relatie tussen dierentuin en botanische tuin niet ongebruikelijk is. Zo zijn Burgers Zoo in Arnhem en diergaarde Blijdorp te Rotterdam erkende botanische tuinen die volledig zijn geïntegreerd in de dierentuin. In de Tuin kunnen in samenwerking met Gaia Zoo activiteiten worden opgezet. Zo is het de moeite waard om enkele zondagen per jaar demonstraties te houden met een valkenier. Gaia Zoo heeft hier ruime ervaring mee. Andere mogelijkheden zijn zeker niet uitgesloten. Aangezien de Tuin en het leslokaal intensief bezocht worden door leerlingen van de basisscholen in het kader van de activiteiten van het CNME, biedt een samenwerking met Gaia Zoo extra mogelijkheden. Nu reeds zijn er activiteiten die als doublure kunnen worden aangemerkt. Zo worden door het CNME lessen verzorgd in het uitpluizen van braakballen van uilen. Dezelfde activiteit vindt plaats bij Gaia Zoo. Als het CNME gebruik kan maken van de mogelijkheden die Gaia Zoo biedt kan dit een extra dimensie hieraan toevoegen. Hier kan een interessante coalitie ontstaan die van betekenis is voor heel Parkstad. Men kan aan alle scholen in Parkstad een leerzaam pakket bieden waarin zowel flora, fauna, natuur en milieu een centrale plek innemen. Dit verdient een nadere uitwerking. 30
Vermeldenswaard is dat er een behoorlijke groep vrijwilligers is die zowel werkzaamheden verricht voor Gaia Zoo als voor de Botanische Tuin/CNME. Een combinatie die heel vruchtbaar kan zijn. De mogelijkheden van intensieve samenwerking en de beperkingen die de Tuin thans kent bij de horecafunctie rechtvaardigen de vraag of het niet een interessante optie is dat de Botanische Tuin organisatorisch deel gaat uitmaken van Gaia Zoo. De stichting Botanische Tuin wordt in dat geval opgeheven. Binnen Gaia Zoo kan een aparte afdeling komen voor de Botanische Tuin en een afzonderlijke commissie die verantwoordelijk is voor het CNME. De relatie met de Gemeente Kerkrade verandert dan. De Gemeente wordt dan niet meer subsidieverstrekker maar is aandeelhouder. Het thans aanwezige probleem dat er geen feesten van persoonlijke aard kunnen plaatsvinden, zoals hiervoor geschetst kan daarmee tevens worden opgelost. Dit betekent tevens dat de stichting Botanische Tuin kan worden opgeheven. Dit kan de bestuurlijke continuïteit ten goede komen. Momenteel( juni 2012) is er geen opererend stichtingsbestuur. Een afsluitende opmerking over samenwerking in de huidige constellatie. Reeds nu zou bijvoorbeeld een combinatieabonnement kunnen worden geïntroduceerd. Een jaarabonnement op Gaia Zoo kost € 49,50. Voor een combinatieabonnement kan bijvoorbeeld € 53,- worden gevraagd. € 3,50 vloeit dan naar de Tuin. De houder van een dergelijk abonnement heeft voorts gratis toegang tot zowel Gaia Zoo als tot de Botanische Tuin uitgezonderd evenementen. Dit laatste is dan in tegenstelling tot de houders van ene vriendenpas (€ 15,- per jaar). Een eerste reactie van Gaia Zoo op een mogelijke samenwerking is positief. Daarbij is onder andere gewezen op het verbindende ZuidLimburgse element. Gaia Zoo speelt een cruciale rol in het fokprogramma en de herintroductie van korenwolven. Dit is een zeer charismatische soort waar educatief helle veel me te doen en te vertellen is. Het hele fokproces met tekst en uitleg over de dieren zou geschikt kunnen zijn voor de Botanische Tuin. Ook vanuit het buitenland is voor dit fokprogramma belangstelling. Als zodanig zou dit mooi passen in euregionale ontwikkelingen. Gaia Zoo heeft weinig ervaring met insecten en reptielen. Hier zou een doorverwijzing naar de Botanische Tuin aan de orde kunnen zijn. Gaia Zoo geeft aan dat insecten en reptielen relatief weinig verzorging en plaats nodig hebben. Verdere gesprekken tussen Gaia Zoo en Botanische Tuin lijken geboden. Er zijn zeker interessante aanknopingspunten en mogelijkheden. Ook zijn er aandachtspunten zoals de parkeervoorziening. In ieder geval zijn de voorwaarden voor een vruchtbaar gesprek aanwezig.
31
5. Conclusies en aanbevelingen Hier aan het eind zetten we de conclusies en aanbevelingen nog eens rustig op een rijtje. Na eerst aandacht te hebben geschonken aan de situatie bij de Nederlandse botanische tuinen, hebben we kunnen concluderen, dat De Botanische Tuin Kerkrade qua profiel, gang van zaken en financiële problematiek niet veel afwijkt van het landelijke beeld dat er is van botanische tuinen. De Botanische Tuin Kerkrade is in 1939 aangelegd. Het is een historisch erfgoed vanuit het mijnverleden. De tuinarchitect van toen heeft de botanische tuin ontworpen vanuit het idee van een Engelse landschapstuin. Dit karakter is steeds behouden gebleven. Bekend is de zogenaamde Madagaskar plantencollectie, welke van wetenschappelijke en biodiversiteitswaarde is. De Botanische Tuin heeft de museumstatus en is een rijksmonument. Het is wenselijk dat deze kenmerken gehandhaafd blijven. De personele bezetting van de Tuin in Kerkrade is aan de magere kant. Dit maakt de Tuin kwetsbaar. De financiële situatie is zorgelijk. Het is noodzaak de inkomsten te verhogen. Een verdere vermindering van het aantal personeelsleden ligt niet in de rede. Hiermee zou de kwaliteit van de Tuin te zeer worden aangetast. Naast enkele sterke punten heeft de tuin ook te kampen met zwakke punten c.q. nadelen. De Botanische Tuin heeft een groot draagvlak in de directe omgeving. Om dit te behouden dient aandacht te worden besteed aan een goede informatievoorziening naar de buurt. Het karakter van historisch erfgoed dient gekoesterd te worden. Het Staatsmijnverleden geeft de Tuin een unieke dimensie. Wil de Tuin ook naar de toekomst toe de botanische status handhaven is het lidmaatschap van de NVBT wezenlijk. Ook zal uit dien hoofde jaarlijks geïnvesteerd moeten worden in de Tuin, opdat sprake blijft van een aansprekende plantencollectie. In een adem hiermee moet de museale status worden genoemd en de permanente inzet van een hortulanus/collectiebeheerder. Ook deze zijn voor de toekomst van de Tuin van belang. Voor een verantwoord beheer en gezonde exploitatie van de Tuin is de inzet van vrijwilligers onontbeerlijk. Hier kan echter niet alleen sprake zijn van eenrichtingverkeer. Er zal derhalve ook aandacht besteed moeten worden aan de vrijwilligers. Het is raadzaam budget te reserveren voor bindings- en wervingsactiviteiten. Om de onderlinge saamhorigheid te versterken van alle werknemers die bij de Tuin actief zijn, misstaat een actieve personeelsvereniging niet. De contacten tussen het kantoorpersoneel, de tuinmedewerkers, CNME-medewerkers en vrijwilligers kunnen op deze manier een positieve impuls krijgen. Hiervoor dient dan wel een budget te worden vrijgemaakt. Voor een bredere doelgroep (tuinmedewerkers, CNME, vrijwilligers en Vrienden van de Botanische Tuin) wordt een kwartaalblad uitgegeven (De Ratelaar) , dat enigszins een bindingselement vormt. De Botanische Tuin heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staan. Het is van belang dit naar de toekomst te continueren. Door het mogelijk te maken dat hier werklozen aan de slag kunnen, mensen met een psychisch verleden en mensen met 32
een beperking van welke aard dan ook, draagt de tuin bij aan re-integratie en een zinvolle tijdsbesteding van mensen. De Tuin bevat veel waardevolle planten. Het is wenselijk dit voor een groot publiek te ontsluiten. Dit kan door op een toegankelijke en informatieve manier zorg te dragen voor een toelichting op de plantencollectie. Dit verhoogt de aantrekkelijkheid van een bezoek aan de Botanische Tuin. Men dient zich er bewust van te zijn, dat een botanische tuin ten opzichte van openbaar groen om extra onderhoud en aandacht vraagt. De aanwezige plantencollectie heeft extra zorg nodig. Ook het gegeven dat er entree wordt geheven verplicht tot een optimale staat van onderhoud. De NVBT bepleit de voorlichtende en educatieve functie van de Botanische Tuinen. In dit verband is samenwerking met het CNME van groot belang. De Tuin bevindt zich in de gezegende situatie dat het CNME Parkstad Limburg in de gebouwen van de Botanische Tuin is gehuisvest. De uitdaging is nu deze samenwerkingsrelatie nader gestalte te geven. In de Botanische Tuin dient bij voorkeur een looproute te worden uigezet. Via een folder kan verder informatie worden verstrekt over de looproute en de aanwezige beplanting. Hierdoor wordt een bezoek aan de tuin interessanter. De Tuin heeft te maken met beperkende condities voor de uitoefening van een horecafunctie. Feesten van persoonlijke aard kunnen hier niet plaatsvinden. Bezien zal moeten worden wat hieraan te doen is opdat er wat ruimere mogelijkheden voor de horeca komen. De geografische ligging is uit een oogpunt van exploitatie ongunstig. De Tuin ligt niet langs een doorgaande looproute (of verkeers- of toeristische route) of in de nabijheid van een druk winkelplein of bezienswaardige objecten. Dit beperkt uiteraard de mogelijkheden om tot een rendabele exploitatie te komen. De bewegwijzering via de toeristische bebording vertoont gebreken. Deze is onvolledig en dient waar nodig verbeterd te worden. De administratieve organisatie van de Tuin is over de hele linie voor verbetering vatbaar. Draaiboeken ontbreken. Er is geen doordachte planning. Een controlcyclus ontbreekt. Werkprocessen zijn niet beschreven. De organisatie is voornamelijk informeel geregeld. Door de grote mate van betrokkenheid van het personeel vinden toch de nodige activiteiten plaats en gaat veel goed. Van een echte professionele organisatie is evenwel geen sprake. Hier dient duidelijk een slag te worden gemaakt. De Tuin dient een helder doelgroepenbeleid te ontwikkelen. Het bezoekersbestand is sterk 60+. Natuurlijk dient deze doelgroep behouden te blijven, maar het verdient aanbeveling er zorg voor te dragen dat een bezoek aan de Tuin aantrekkelijk wordt voor jonge gezinnen met kinderen. De Tuin zal daarom meer te bieden moeten hebben dan enkel planten. Het overwegend statische karakter zal doorbroken moeten worden.
33
Draag zorg voor een voldoende promotiebudget. Bij alle activiteiten die in Zuid-Limburg plaatsvinden dreigt de tuin bij de organisatie van evenementen het onderspit te delven als er niet voldoende reclame voor wordt gemaakt. Het voorlichtingsmateriaal dient verbeterd te worden. Nu heeft het geen uitstraling. Een mooie kleurenbrochure van deze kleurrijke tuin zou zeker niet misstaan. Voor het promotie- en marketingbeleid zal een budget gereserveerd moeten worden. De Botanische Tuin dient aantrekkelijk te worden gemaakt voor jonge gezinnen. Investeringen die gemoeid zijn met het aantrekkelijker maken van de Tuin hoeven trouwens niet alleen jonge gezinnen ten goede te komen. Dit is van belang voor meer doelgroepen. In het rapport worden enkele concrete suggesties gedaan. Genoemd zijn : • Het plaatsen van enkele speeltoestellen • Het ontwerpen van een natuurleerpad • Het plaatsen van educatieve bijenkasten • Het realiseren van constructies die de insectenwereld inzichtelijk maken • Een vlindertuin c.q. –kas • Het plaatsen van een terrarium • Het plaatsen van een volière • Aandacht voor het thema knaagdieren • De attractiewaarde van de vijver verhogen door het aanbrengen van waterplanten en het uitzetten van bepaalde vissen die goed harmoniëren met de waterflora • De Botanische Tuin tevens inrichten als beeldentuin Om het aandeel eigen inkomsten te vergroten dient het organiseren van evenementen te worden gecontinueerd. Gezien het grote aanbod aan evenementen in de regio moet men van de opbrengsten geen overspannen verwachtingen hebben. Als de Tuin beschikbaar wordt gesteld voor evenementen georganiseerd door derden dienen hiervoor heldere beleidslijnen te worden geformuleerd en gehanteerd voor de verhuur van de gehele accommodatie (tuin en gebouw). Geen willekeur en duidelijke tarieven die vooraf zijn bepaald. Men doet er verstandig aan om de catering zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Eventuele extra diensten dienen te worden doorberekend. Het bestemmingsplan voor het gebied van de Botanische Tuin dient te worden aangepast en wel in die zin dat alle gebouwen die hier thans staan gelegaliseerd worden, voor zover dat nog niet is gebeurd. Tevens dient het bestemmingsplan een horecafunctie mogelijk te maken. Bezien dient te worden welke mogelijkheden er zijn om de bestaande blokkades voor de uitoefening van een beperkte horecafunctie op te heffen. Regelgeving die hierbij van belang is, zijn de Drank- en Horecawet en de APV. De accommodatie dient te worden verbeterd. Hiervoor zijn vervangingsinvesteringen nodig maar ook enkele bouwkundige aanpassingen. Verder is er behoefte aan nieuw kantoormeubilair, een nieuwe aankleding van de ruimte in het theehuis, computerapparatuur e.d.
34
De Botanische Tuin is aangewezen als een van de mogelijke trouwlocaties in Kerkrade. Wil men hier ook daadwerkelijk kunnen trouwen zullen toch enkele aanpassingen moeten plaatsvinden waardoor een representatieve ruimte ontstaat. De mogelijkheid is dan aanwezig om zowel in de tuin zelf als in het theehuis te trouwen. Voor deze investeringen zal een bedrag gereserveerd moeten worden. De Botanische Tuin dient de samenwerking met Continium en Gaia Zoo te versterken. Hiertoe zijn in de notitie enkele voorstellen aangereikt. Wat Gaia Zoo betreft is zelfs opgemerkt, dat het aanbeveling verdient om een overname door Gaia Zoo te onderzoeken. Dit kan enkele voordelen hebben. In de notitie is in beperkte mate ingegaan op budgettaire consequenties.
35
Slot De Botanische Tuin bevindt zich op een kruispunt. Er zullen beslissingen moeten worden genomen die van belang zijn voor de toekomst. Nu het stichtingsbestuur is afgetreden is het wellicht een goed moment om na te denken over de toekomstige bestuursconstructie. Er valt in dit verband veel voor te zeggen om de relatie met Gaia Zoo nader te onderzoeken. Nadrukkelijk dient daarbij gekeken te worden naar een samengaan met of zo men wil een overname door Gaia Zoo. Kanttekening daarbij is dat de Botanische Tuin te allen tijde zijn botanische en museale status behoudt. De mogelijkheden daartoe zijn zeker aanwezig. Een alternatief is een vergaande vorm van samenwerking. Bij een eventueel samengaan of een overname vervult ook de gemeente een rol. De gemeente is immers nu de belangrijkste subsidieverstrekker voor de Botanische Tuin maar tevens ook aandeelhouder van Gaia Zoo. Qua tijdpad dient het bedoelde onderzoek inclusief de daaruit voortvloeiende beslissingen in het najaar van 2012 te worden afgerond. Het Rapport “Een tuin met toekomst?!” toont aan dat er in de Botanische Tuin geïnvesteerd moet worden. Hiervoor zullen middelen moeten worden vrijgemaakt. Hiervoor is de gemeente de eerst aangewezene. Het is echter raadzaam eerst het onderzoek naar de relatie Gaia Zoo en Botanische Tuin af te ronden. In het kader van te maken afspraken kunnen eventuele investeringen hierbij worden betrokken. Los van de investeringen zijn er wijzigingen waar de komende tijd al een begin mee kan worden gemaakt. Denk hierbij aan een meer professionele bedrijfsvoering, het schrijven van draaiboeken, een ander beleid met betrekking tot verhuur van de accommodatie, het ontwerpen van een natuurleerpad, het plaatsen van bijenkasten, het uitzetten van vissen e.d. Is er ook een andere weg en mogelijkheid? Ja die is er. Zo zou men uit een oogpunt van kostenbesparing er voor kunnen kiezen het botanische karakter en de museale status op te geven en van de Botanische Tuin een openbaar park te maken. Dat kan, maar men gooit dan 73 jaar geschiedenis weg en veel van wat in die tijd is opgebouwd. De vraag is of men dat ook wil. In Kerkrade maar ook in andere Parkstadgemeenten is en wordt veel geïnvesteerd in groen in verband met de herstructurering van wijken. Nog meer groen? Wie zit daar op te wachten? Er is wellicht wel behoefte aan groen met een toegevoegde waarde. De gemeente heeft tot nu toe steeds aangegeven de Botanische Tuin te willen behouden. Deze beslissing heeft wel consequenties en daaraan is in dit rapport aandacht geschonken. Overigens hoeven niet alle aanbevelingen in dit rapport te worden overgenomen en moeten deze ook in de tijd worden geplaatst. Wat nu gevraagd wordt is wijsheid en daadkracht. Daarmee kan dit rapport worden afgerond.
36
Geraadpleegde bronnen. • • • • • • • • • •
Strategisch Marketingplan voor de Tuinen van de NVBT, Marlous Kanters 2009 Beleidsplan NVBT 2011-2015 Informatie van diverse websites over en van Botanische Tuinen Gesprekken en informatie van Ben Groen, collectiebeheerder Botanische Tuin Kerkrade Gesprek en informatie van Rob Huppertz, directeur Gaia Zoo Informatie van ambtenaren gemeente Kerkrade Informatie van Gabrielle Gellings, directeur bibliotheek Kerkrade Suggesties van werknemers bij de Botanische Tuin en het CNME Parkstad Limburg Opmerkingen van bezoekers en gebruikers van (de accommodatie van) de Botanische Tuin Financiële jaarverslagen Botanische Tuin Kerkrade
37