StatuS Co Magazine voor co-assistenten
pagina 1 Jaargang 28 - nummer 1 - MAART- 2010
FINANCIELE ONDERSTEUNING VANAF JE CO-SCHAPPEN AF TE SLUITEN VANAF HET 3e STUDIEJAAR Vanaf het moment dat je co-schappen gaat lopen, krijg je te maken met uitgaven die moeilijk van je studiefinanciering te betalen zijn. Een stage in het buitenland bijvoorbeeld. Dan is financiële ondersteuning wel zo prettig. Het Medisch Anticipatie Krediet van ABN AMRO kan je daarbij helpen. Het is speciaal bedoeld voor studenten geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde en farmacie. Het Medisch Anticipatie Krediet is af te sluiten tegen gunstige voorwaarden
én het kan met je meegroeien tijdens je medische carrière. Loop daarom vandaag nog binnen bij een ABN AMRO vestiging in de buurt. Je moet kunnen aantonen dat je 3e jaars medisch student bent en je moet een geldig legitimatiebewijs meenemen. Meer informatie over het Medisch Anticipatie Krediet inclusief de kredietprospectus en de speciale dienstverlening van ABN AMRO aan medici vind je op onze site www.abnamro.nl/mak
KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.ABNAMRO.NL/MAK
- pagina 2 -
STATUS CO
Inhoud
Periodiek voor co-assistenten Jaargang 28, nummer 1 Maart 2010 Redactieadres Universitair Medisch Centrum St Radboud Geert Grooteplein-Noord 15, kamer 3.06 6525 EZ Nijmegen tel: 024-3616901 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur Sarah Sloot Lay-out en eindredactie Sandra van Aarle, Elke van Herpen en Sarah Sloot Redactie Sandra van Aarle, Saskia van Berkel, Corry van den Heuvel, Elke van Herpen, Elke Nuijen, Nina van de Steeg, Sarah Sloot Penningmeester Nina van de Steeg De redactie bedankt iedereen die heeft meegewerkt aan deze Status Co!
Redactioneel Wist je dat... de suïcide-editie Let me tell you about the birds and the bees Q-koorts: de nieuwe lenteziekte Column Sprong over de Waal Groeten uit Shang-Hai Interview met internist-allergoloog Ad Jansen Casus: vragen ANIOS Gynaecologie Ko-raad pagina Fotopagina Liefde is een vreemde ziekte Abstract De geheimen van Pasen De jongste promovendus van Nijmegen Zomertijd Beroemdheden in het rooster van de medisch student Party-time Casus: antwoorden Boekrecensie Happen voor tijdens de coschappen Wist je dat... Hoe vers is je ei? Het perfecte ei Co van de maand Geslaagden
Drukwerk Jonge Helden BV, Giesbeek. Oplage: 1100 De volgende Status Co verschijnt in juni, de deadline voor het aanleveren van kopij is 20 mei 2010
4 4 5 6 7 8 9 10 11 12 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 24 25 25 25 26 28
Status Co is een periodiek voor alle coassistenten van de RU Nijmegen en ver schijnt 4 keer per jaar. Status Co wordt verzonden naar alle co-assistenten en geaffilieerde ziekenhuizen waar Nijmeegse co-assistenten stage lopen. Plaatsing van artikelen, mededelingen of brieven houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de redactie de boodschap, doelstel lingen of meningen van de instelling of persoon in kwestie onderschrijft. De re dactie houdt zich het recht voor artike len, brieven of mededelingen te wijzigen, in te korten of niet te plaatsen. ©2010 Stichting Status Co
- pagina 3 -
Kriebels De winter van 2010 was de koudste in 14 jaar, met een gemiddelde temperatuur van 1,1 graad – boven nul, dat dan weer wel. Het zal niemand verbazen dat er ook een stuk meer sneeuwdagen waren dan gemiddeld. Met 41 dagen vol sneeuwwolken waren dat er bijna drie keer zoveel als normaal. Geen wonder dus dat het eerste thema dat bij ons op kwam voor deze Status Co in maart ‘Lentekriebels’ was. Inmiddels is alle sneeuw weer weggesmol ten en hangt de lente in de lucht en dus zijn we in een paar typische lentethema’s gedoken. Zo kun je in deze Status Co lezen over de fysiologie van verliefdheid, de geschiedenis van Pasen en Q-koorts. Ook weet je na deze editie hoe je het perfecte paasei moet koken voor je hele familie en ken je de tekst van het Vierdaagselied, zodat je dat luidkeels mee kunt zingen, hoewel we daarmee alweer richting zomer gaan. We hebben zelfs wat actualiteit toegevoegd deze keer; het kan niemand ontgaan zijn dat in februari de jongste doctor ooit is gepromo veerd in het UMC St. Radboud. In een interview vertelt ze meer over haar promotie-onder zoek. Het goede nieuws? Door de opwarming van de aarde komt een winter als die we net achter de rug hebben nog maar eens in de vijftien jaar voor. Veel leesplezier! Sarah Sloot Voorzitter Status Co
Wist je dat...de su cide-editie Jaarlijks plegen wereldwijd één miljoen mensen zelfmoord. Niet zoals je zou verwachten misschien, maar de meeste mensen be sluiten dat doen in het voorjaar en in de zomer. In maart worden de meeste zelfmoorden gepleegd, in december de minste. Zo is er nog meer te vertellen over suïcide... Door: Elke Nuijen - Tussen de 10 en 25 jaar overlijden de meesten door een verkeersongeval; zelfmoord komt op de tweede plaats. Bij late twintigers en dertigers is het doodsoorzaak nummer één. - Mannen plegen tweemaal zo vaak suïcide als vrouwen en zijn gevoeliger voor het seizoen - Dertig procent van de zelfmoorden vindt plaats in China. Griekenland, Mexico, Brazilië, Iran en Egypte kennen de minste zelfmoorden. - Het risico op suïcide is hoger onder rokers, werklozen en mensen die familieleden hebben verloren door zelfmoord - In Noord-Europa ligt het percentage suïcides hoger dan in het zuiden - Een hoger zelfmoordpercentage in het voorjaar is mogelijk doordat de donkere winter zorgt voor een andere hormoonhuishouding en de lentevrolijkheid bij anderen de druppel kan zijn bij depressieve mensen - De kans op zelfmoord vermindert bij oorlogen, omdat de sociale samenhang binnen een samenleving daardoor toeneemt. De dood van een beroemdheid of een natuurramp verhoogt de kans. - De dag van de week waarop de meeste suïcides plaatsvinden is - natuurlijk - de maandag - Het meest risicovolle moment voor suïcide is wanneer het weer beter wordt. De toegenomen hoeveelheid zonlicht zou potentiele zelf moordenaars meer energie geven: nog niet genoeg om hen zich beter te laten voelen, maar wel genoeg om de daad werkelijk uit te voeren. - De beste manier om erachter te komen of iemand suïcideplannen heeft is om dat direct te vragen. Veel mensen zijn bang dat de persoon boos wordt, maar dat is nergens voor nodig: “He’ll get over being mad, he won’t get over being dead", aldus een Engelse psychologe.
- pagina 4 -
Let me tell you about the birds and the bees De lente geeft nieuw leven: er komen blaadjes aan de bomen, vogeltjes bouwen hun nestje, er dartelen lammetjes in de wei. En op middelbare scholen vindt mas saal seksuele voorlichting plaats. Tijd om eens over voortplanting te praten. Door: Corry van den Heuvel Lentekolder Begrepen deed ik het niet echt, toen ik als klein kind Bambi keek. Bloempje, Stampertje en Bambi, ze raakten een voor een in de ban van de vrouw. De lentekolder. De meeste dieren paren in de lente, wanneer ze uit hun schuilplaats tevoorschijn komen en zich be ginnen te nestelen. Voor mensen geldt eigen lijk ook zoiets. Als de zon weer gaat schijnen, wordt de hoeveelheid serotonine en dopami ne in ons brein hoger. Of het verlangen naar een partner of seks ook groter wordt is niet bewezen. Dat is mogelijk alleen te danken aan minder verhullende kleding. En inderdaad, wij hebben geen paartijd. Op enig punt in de geschiedenis is er besloten dat wij het hele jaar door zin hebben om ons voort te planten. De meeste dieren kregen dat geluk niet. Jammer voor ze, want mensen hebben zo – volgens Darwin - een streepje voor.
De Red Queen-hypothese Seks heeft voor de mens meer functies dan voortplanting alleen. Het vervult ook een so ciale rol. Voor dieren is dat niet weggelegd, dolfijnen en bonobo’s daargelaten. Dieren planten zich eigenlijk alleen maar voort om hun genen door te geven aan een volgende generatie. Bovendien zorgt seksuele voort planting voor variatie in de kinderen. In nieu
we omstandigheden kan alleen degene met het best aangepast genenpakket overleven. Neem nou de ijsbeer. Eigenlijk een foutje van de natuur, een mutatie in een bruine beer. Maar omdat de albino zich beter in de sneeuw kon verschuilen, lopen ze nog steeds rond op de noordpool. Nu dat ijs in rap tempo weer aan het smelten is, is het te hopen dat ze zich in omgekeerde richting net zo goed aan kunnen passen.
In de biologie wordt een hoofdstuk van Alice in Wonderland gebruikt als metafoor om aan te geven dat diersoorten permanent bezig moeten zijn zich te veranderen - door middel van geslachtelijke voortplanting - om te voorkomen dat ze uitsterven: Alice wordt meegenomen door de ‘red queen’, de zwarte koningin van het schaak spel. Ze gaan met grote snelheid door een landschap heen. Toch blijft het landschap op dezelfde plek. Alice kijkt vol verbazing om zich heen: hoe kan het dat het landschap niet verandert? Als ze vermoeid gaan zitten zegt Alice: “Ik zie dat we nog steeds onder dezelfde boom zitten, alles is nog net als hiervoor”. “Natuurlijk is dat zo”, zei de Koningin. “Hoe wou je het anders hebben?”. “Nou ja, in ons land” zei Alice, nog steeds een beetje hijgend, “kom je over het algemeen er gens anders, als je maar genoeg rent voor een bepaalde periode zoals wij hebben gedaan”. “Wat een langzaam soort land!” zei de Koningin, “weet je, hier moet je net zo hard rennen als je kunt, om op dezelfde plek te blijven. En als je ergens anders wilt komen, dan moet je tenmin ste twee keer zo hard rennen.” Denk daar maar eens overna.
Homunculus Er bestaat ook nog zoiets als ongeslachtelijke voortplanting. Daar bestaan verschillende vormen van: naast de celdeling van primitie ve organismen (denk aan pantoffeldiertjes) en vegetatieve vermeerdering (klonen, stek ken, enten), is er de parthenogenese. Een sjiek woord voor maagdelijke voortplanting. De wandelende tak is daar een goed voorbeeld van. Bijna alle wandelende takken zijn vrou welijk. Ze leggen eitjes, en daar komen dan weer vrouwen uit. Dat gaat ‘m bij de mens niet worden. Er zal bij ons altijd een zaadcel aan te pas moeten komen. In de 19e eeuw bestond er wel een theorie waarbij de erfelijke invloed van de vrouw beperkt werd. Sommige geleer den dachten dat het zaad van de man een volledig afgewerkt ‘minimensje’ bevatte, een homunculus. Dat plantte hij dan in de vrouw, die daarvoor een soort akkertje had in haar baarmoeder. Als het mensje rijp was, werd het geboren. The survival of the best adapted Zoals gezegd zat het de mens niet tegen. Wij kunnen ons niet alleen het hele jaar door voortplanten, maar hebben blijkbaar ook het goede genenpakket ontwikkeld om te over leven. Ondertussen zijn we al met een gezellig aantal van zo’n 6,7 miljard mensen op aard. Elke dag komen er ongeveer 200.000 mensen bij. Er worden nu mensen geboren die vroe ger niet aan de survival of the fittest ontsnapt zouden zijn. Zo zijn we de natuurlijke selectie snel aan het beïnvloeden. Het recht van de sterkste geldt eigenlijk steeds minder. Toch blijft de Red Queen rennen, want wie zal zich het beste aanpassen aan deze nieuwe om standigheden? De ijsbeer? Literatuur: 1. De Bovenkamer 2. www.wikipedia.org 3. Alice in Wonderland 4. www.Cijfers.net 5. www.info.nu.nl
- pagina 5 -
Q-koorts: de hedendaagse lenteziekte Sinds enkele jaren is de lente, naast het seizoen waarop we weer lekker de terras jes op gaan voor een biertje, ook het sei zoen waarin Q-koorts voorkomt. De kran ten staan er vol van en de politiek neemt rigoreuze maatregelen om het probleem te beteugelen. Q-koorts is echter geen nieuw fenomeen. Meer hierover in onder staand artikel. Door: Sandra van Aarle Wat is Q-koorts Q-koorts is een zoönose die veroorzaakt wordt door de bacterie Coxiella burnetti. De naam Q-koorts is voor het eerst ontstaan in 1935 toen in de stad Queensland in Australië een koortsende ziekte uitbrak in de omgeving van een slachterij. De Q staat in deze voor het Engelse woord ‘query’ ofwel vraagteken, ge zien de verwekker van Q-koorts onbekend
was tot 1937. Deze naam is nu nog steeds actueel gezien er nog veel vragen bestaan over deze bacterie en de ziekte die erdoor veroorzaakt wordt. Het grote vermogen van de Coxiella burnetti om zich te verspreiden en daarbij velen te infecteren maakt deze bacte rie zelfs tot een potentieel biowapen. Besmetting De belangrijkste bronnen van besmetting voor de mens zijn koeien, schapen en geiten. Echter ook honden, katten, konijnen, duiven en andere vogels kunnen de bacterie met zich mee dragen en voor besmetting zorgen. Dieren die geïnfecteerd zijn met C. burnetii hebben in het algemeen geen symptomen, met uitzondering van abortus. Tijdens een abortus of geboorte contamineren de geïn fecteerde placenta en het vruchtwater de omgeving. Ook kan besmetting van de om geving plaatsvinden doordat geïnfecteerde dieren de bacterie uitscheiden in urine en feces. De mens wordt vervolgens geïnfec teerd door inhalatie van gecontamineerde fijne stofpartikels of door consumptie van besmette rauwe melk(producten). Het micro-organisme vermenigvuldigt zich in de longen en verspreidt zich via het bloed door het lichaam. Dit resulteert in systemi sche symptomen en in een spectrum van klinische manifestaties, afhankelijk van de geïnhaleerde dosis en waarschijnlijk ook van de karakteristieken van de infecterende stam. Besmetting en verspreiding van Q-koorts vindt met name plaats tijdens het lammeren
- pagina 6 -
van pasgeboren dieren in maart tot en met juli. Symptomen Symptomen van Q-koorts zijn vaak mild of afwezig; ongeveer de helft van de mensen met Q-koorts heeft geen klachten. De diagno se wordt gesteld middels serologie, welke positief is vanaf zeven tot vijftien dagen na het ontstaan van symptomen. Uit een onder zoek gedaan onder ruim duizend patiënten met positieve serologie voor Q-koorts blijkt dat symptomen ontstaan bij 91% van de mannen, 75% van de vrouwen, 33% van de kinderen en 9% van de zwangere vrouwen. Factoren die bepalen of er wel of geen symp tomen ontstaan zijn onbekend. Symptomatische Q-koorts wordt opgedeeld in een acute en chronische vorm, waarbij vanaf een infectieduur van zes maanden sprake is van de chronische vorm. Acute infectie De incubatieperiode voor een acute infectie is ongeveer twintig dagen met een spreiding van twee tot zes weken. Ondanks de vage presentatie zijn er drie typische klinische presentaties van Q-koorts: - Een self-limiting koortsende ziekte. Dit is de meest voorkomende uiting van Q-koorts. Deze koorts tot ongeveer 40 graden begint vrij acuut met daarbij flinke hoofdpijn, myal gie en moeheid. Misselijkheid, braken en diarree komen hierbij ook relatief veel voor. - Pneumonie is de uitingsvorm die, ondanks dat de bovengenoemde koorts het meest voorkomt, het meest herkend wordt als zijnde een uiting van Q-koorts. De meeste gevallen zijn mild met een niet-productieve hoest, koorts en minimale afwijkingen bij ausculta tie. Enkele patiënten presenteren zich met acute respiratoire insufficiëntie. Röntgenfo to’s zijn niet specifiek. Symptomen zijn aan wezig gedurende tien tot negentig dagen met een mortaliteit van 0,5 tot 1,5 procent. - Hepatitis welke meestal subklinisch ver loopt.
De klinische presentatie van een acute infec tie lijkt te variëren met de geografische oor sprong van de ziekte; in Canada ontstaat ten gevolge van Q-koorts vaker een pneumonie dan hepatitis, terwijl dat in Spanje precies andersom is. Chronische infectie Zoals gezegd is sprake van de chronische vorm wanneer de infectie langer dan zes maanden duurt. Dit gebeurt in 1-5% van de mensen die geïnfecteerd zijn geraakt met Coxiella burnetti en heeft niets te maken met het wel of niet symptomatisch zijn van de ziekte. Symptomen van de chronische vorm kunnen maanden tot jaren na de acute infec tie ontstaan en treden name op bij patiënten met onderliggende ziekten zoals klepaan doeningen en afweerstoornissen. De meest voorkomende presentatie van een chroni sche infectie is endocarditis. Andere presen taties zijn aneurysmata en infecties van pro theses in het vaatstelsel of hart. Daarnaast is er bij een chronische infectie vaak sprake van een verminderde fysieke belastbaarheid en chronische vermoeidheid. Endocarditis is de meest ernstige en letale presentatie van chronische Q-koorts met een mortatiteit van ongeveer 20%.
Infectie bij zwangere vrouwen Q-koorts bij zwangere vrouwen is significant minder symptomatisch dan in andere patiën tengroepen. Infectie tijdens de zwanger schap gaat vaker over in een chronische in fectie en kan resulteren in obstetrische com plicaties zoals spontane abortus, intra-uterie ne groeiretardatie, intra-uterien overlijden van de foetus en premature partus. Hoewel intra-uteriene transmissie van de ziekte gedo cumenteerd is, zijn de consequenties van congenitale Q-koorts nog niet duidelijk. Behandeling van Q-koorts Acute infectie Acute Q-koorts verloopt doorgaans niet ern stig met een spontaan herstel na één tot twee weken. Therapie kan de ziekteduur bekorten en de kans op complicaties verminderen. Het antibioticum van eerste keus bij acute Q- koorts is doxycycline (1 dd 200 mg) geduren de 15 tot 21 dagen. Tweede keus is moxifloxacine (1x 400 mg / dag per os) gedurende twee weken. Als mogelijke alternatieven vallen eventueel te overwegen: - ciprofloxacine 2x 750 mg/dag per os ge
durende twee weken - levofloxacine 1x 750 mg/dag per os gedu rende twee weken - claritromycine 2x 500 mg/dag per os ge durende twee weken Gezien het ontbreken van studies die duide lijke superioriteit van andere middelen ten opzichte van doxycycline aantonen, blijft dit middel eerste keuze. Chronische infectie Een algemene mening over de behandeling van patiënten met chronische Q-koorts is er niet. Over het algemeen wordt een combina tie van twee middelen aanbevolen, waaron der tenminste doxycycline. De geadviseerde minimumduur van de behandeling varieert van achttien maanden tot vier jaar. Chirurgie om de beschadigde hartkleppen te vervangen kan soms noodzakelijk zijn. Immuniteit na een infectie is meestal levens lang, zelden treeft herinfectie op in aanwezig heid van antistoffen. Q-koorts in Nederland Q-koorts komt wereldwijd voor, Nieuw-Zee land is het enige land waar het nog niet is gesignaleerd. De incidentie van Q-koorts va rieert van regio tot regio. In de laatste decen nia zijn er in Nederland gemiddeld twintig gevallen per jaar gemeld. Dit is waarschijnlijk een onderreportage omdat serologisch on derzoek heeft uitgewezen dat besmettingen veel frequenter voorkomen. Uit analyse van surveillancedata van de periode april 2003 tot en met maart 2005 blijkt dat er destijds geen sprake was van een seizoenseffect van Q-
koorts in Nederland: verspreid over het jaar deed zich af en toe een geval voor. Vanaf 2007 echter ontstond er in Nederland een toename van het aantal ziektegevallen waarbij ook een duidelijk seizoenseffect zichtbaar werd en de meeste besmettingen plaatsvonden rond boerenbedrijven in de regio Noord- en Oost Brabant. Naar aanleiding van deze Q-koorts
epidemie in 2007 en het veronderstelde ver band tussen de ziekte bij geiten en mensen heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in 2008 een aantal maatregelen genomen om de overdracht van
dier naar mens te beperken. De oorspronke lijke maatregelen, een meldingsplicht voor Q-koorts bij melkgeiten, een uitrijverbod voor mest en vrijwillige vaccinatie van de geiten, werden in het voorjaar van 2009 aange scherpt. Vaccinatie werd verplicht gesteld op melkgeiten- en melkschapenbedrijven in het risicogebied, in combinatie met extra hygië nemaatregelen. Ook werd vaccinatie buiten het risicogebied bij besmette bedrijven ver plicht. Ondanks dit uitgebreide pakket aan maatregelen was er in 2009 opnieuw een forse stijging van het aantal besmettingen bij mensen, met nieuwe haarden van Q-koorts in de regio’s buiten het oorspronkelijke risicoge bied. Inmiddels is begonnen met het ruimen van dieren op besmette bedrijven, een con troversieel punt waarover in de politiek mo menteel veel te doen is. Hoe deze continue stijging in het aantal Q- koorts gevallen te verklaren is, en of de ver plichte vaccinatie in 2010 tot een afname van de besmettingen bij de mens zal leiden, zijn maar twee van de vragen waar een grote groep onderzoekers in Nederland op korte termijn antwoorden op hoopt te vinden. Al met al is Q-koorts een interessante ziekte waarover de laatste woorden nog niet ge sproken zijn, de ‘Q’ doet zijn naam eer aan. Literatuur: 1. www.rivm.nl 2. www.uptodate.com 3. www.wikipedia.nl
Co-lumn: het probleem van de kip en het ei Vroeger, op de middelbare school, noemde het klierbroertje van mijn vriendin mij altijd een kip. Inmiddels weet ik dat ik niet de enige vrouw ben, maar ik zat geregeld met kippenvel als diehard koukleum. Daarnaast ben ik een langzame eter, iets wat hij echt iets voor kippen vond. ’s Morgens als ik mijn vriendin voor school ophaalde zag hij mij altijd aan komen sjezen, hoorde mij non-stop tetteren over al de aanko mende ellende van de dag. Hij gaf mij toen mijn tweede titel; ‘stresskip’. Waar kwam ‘ik, stresskip’ eigenlijk vandaan? Was ik er eerst of het stressei waar ik uit geboren ben? In het geval van menselijke voortplanting zou ik aannemen dat het gestresste eitje van mijn moeder mij als stresskip heeft voortgebracht. Maar dieren, want daar gaat het eigenlijke kip-eiprobleem over, zijn geen mensen. Ik ging dus op zoek naar een antwoord op de vraag: Wat was er eerder, de kip of het ei…? Teleac legt het duidelijk uit: baby's komen uit baarmoeders en kuikens uit eieren. Er zijn dus verschillende manieren bedacht in de natuur om je voort te planten. Aan het begin van de evolutie zijn dieren ontstaan uit ééncelligen, ergens verderop in die evolutielijn was er een ei waar een dier uit kwam. Dit is later geëvolueerd naar een ingewikkelder beest, de kip. Er was dus eerst een ei. In Engeland werd het probleem, laten we zeggen, wat pragmatischer aangepakt. Bij een experiment werden een kip en een ei per post teruggestuurd naar de onderzoeker. De kip kwam om 10.31 uur aan, het ei dezelfde dag om 21.37 uur, elf uur na de kip. Dus empirisch gezien was de kip er eerder. Ergens anders in Engeland werd een andere conclusie getrokken tijdens een discussie tussen een geneticus, een filosoof en een kippenboer over het kip-eiprobleem: omdat genetisch materiaal niet verandert tijdens een dierenleven moet de eerste kip als een embryo in een ei geleefd hebben. Het eerste levende wezen was dus een ei. Ik heb wel eens gezien bij ‘Praatjesmakers’ dat kinderen heel slim kunnen zijn. Dat dacht de vader van dit zesjarig jongetje vast ook toen hij hem het kip-ei probleem voorlegde: " Maar papa dat is toch simpel, het ei natuurlijk. Jij hebt ons verteld dat de dinosaurus er veel eerder was dan de kip en die legden toch ook eieren." Eens even terugblikken op mijn bevindingen... het is 3-1 voor het ei. Gezien de overeenkomst met de menselijke voortplanting, en ik als stresskip uit een gestresst eitje, wil ik bij deze zeggen dat ik zojuist ontdekt heb dat het ei er eerder was dan de kip. Elke
- pagina 7 -
Sprong over de Waal Het uitzicht vanaf de waalkade op een dijk, het kale roestige stationnetje dat je pas seert met de trein, de SSHN in het asielzoe kerscomplex… dat is wat veel studenten van Lent kennen. Maar wist je dat het al lang niet meer een stil dorpje is, maar groeit, verandert en steeds meer bruist? Status Co zocht uit wat een Nijmeegse co eens gehoord moet hebben over Lent. Door: Elke Nuijen Historie Inmiddels is vastgesteld dat er lang geleden al bewoning was in Lent, in de bronstijd en de ijzertijd zelfs. Door de eeuwen heen was Lent met de aanlegplaats van de pont de verbin dingsplaats tussen het Betuwse achterland en de stad Nijmegen. Pas in 1936 kwam er een brug tussen beide oevers; de Waalbrug. Op dat moment was deze brug met een lengte van 244 meter de grootste vrije overspanning van Europa. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Lent de plek waar Duitsers achter de dijk verborgen lagen en de geallieerden, die de Waal oversta ken in kleine bootjes als onderdeel van ope ratie ‘Market Garden’, onder vuur namen. Ondanks de grote verliezen wisten ze met deze operatie de spoor- en verkeersbrug over de Waal te veroveren van de Duitsers. Deze ‘Waaloversteek’ wordt door het Amerikaanse leger als een van hun meest heroïsche daden beschouwd. 'De Waaloversteek’ werd in 1977 verfilmd met o.a. Sean Connery, Anthony Hopkins en Gene Hackman. Enkele scenes van deze film, ‘A bridge too far’ getiteld, werden opgenomen in ons eigen Lent. Station Nijmegen Lent In juni 2002 dacht idereen dat er een nieuw station bijgekomen was… maar dit bleek al veel eerder te hebben bestaan. In 1882 werd station Lent geopend en in 1934 weer geslo ten. Tijdens WO II is het station eveneens weer in bedrijf geweest, al was dat maar tijdelijk. Lent was destijds een eindperron, dus de Tweede Wereldoorlog kan wel gezien wor den als de glorietijd van het station; heel iets anders dan de laatste stop voor Nijmegen Centraal! Reizigers moesten noodgedwon gen in Lent uitstappen omdat de spoorbrug opgeblazen was. In 1960 zijn de perrons defi nitief verdwenen.
Afbeelding 1: Foto van de Halte Lent genomen in 1940-42, toen de halte als kopstation fungeerde
- pagina 8 -
Nadat de Waalsprong voltooid is moet er een definitief station Nijmegen Lent komen dat het huidige ‘noodstation’ moet vervangen. Het zal dan wat noordelijker komen te liggen. Warmoezerij In de jaren dertig waren er in Lent volop ge mengde tuinbouwbedrijven te vinden. Deze manier van tuinbouw was bedoeld om zoveel mogelijk gespreid door het jaar heen produc ten te telen, die dan aan huis verkocht werden of op de markt in Nijmegen en Arnhem. Er werd geteeld met speciale bakken die tegen regen en kou konden worden afgedekt met zogenaamde ‘Lentse ramen’. De naam voor zo’n gemengd tuinbouwbedrijf is een war moezeniersbedrijf of warmoezerij. Museum Historische Tuin Lent heeft de geschiedenis van de Lentse tuinderij bewaard. Afbeelding 2: Bakkenplek waarin rijen bloemen of groenten stonden, omheind door een om bouw van beton. Bij regen of kou kunnen deze worden afgedekt met de 'Lentse ramen'. De Lentse tuinbouw heeft door de eeuwen heen dijkdoorbraken, evacuaties, de depres sie van de jaren '30 en de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog doorstaan. Met de komst van de Nijmeegse ‘Waalsprong’ moe ten de tuinders inleveren en plaats maken voor huizen. Beroemde dokter uit Lent Professor doctor Frans Huygen (1917-1998) was niet zomaar een huisarts; in 1956 was hij een van de oprichters van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het NHG moest bijdragen aan het verhogen van het weten schappelijke peil van het werk van de gemid delde huisarts, dat wetenschappelijk gezien volgens Huygen een eigen terrein binnen de geneeskunde had. Ook was hij een dorpsvader voor Lent. Hij had een diepgewortelde band met het dorp, zoals te lezen is in de biografie van Huygen in het Biografisch woordenboek Gelderland: “ Toen de Duitsers begin december 1944 de Rijndijk bij Elden opbliezen liep de Betuwe onder water, op slechts een gebied rondom Lent na. Huygen was de enige arts op dit ‘ Manneneiland’, dat omzoomd door Waal, Rijn en verdronken land verder werd bevolkt door enkele duizenden geallieerde soldaten, die om de paar weken werden afgelost om niet te demoraliseren.” Op het gebied van geneeskunde werd hij vooral bekend door zijn ‘contextgeneeskun de’. Hij bestudeerde de relatie tussen gezin nen en ziekten en verwierf bekendheid met
zijn uitgave ‘Family Medicine’ waarvan hij zelf de illustraties verzorgde. Stadseiland Enkele jaren geleden zag Nijmegen zijn kans schoon voor een stadseiland en begon met het project de ‘Waalsprong’ in Lent. Voorlopig wordt dit nog voortgezet, in ieder geval met de ‘Citadel’ ten Noordwesten van Nijmegen. Deze wijk zal gebouwd worden rondom het fort ‘Hof van Holland’ als een ‘moderne versie van de historisch gegroeide binnenstad’. Daarnaast staan de aankomende jaren in het teken van ‘Ruimte voor de Waal’. Om over stromingen te voorkomen wordt de dijk bij Lent teruggelegd en komt er een nevengeul.
Afbeelding 3: Impressie van het toekomstige gebied na dijkteruglegging en aanleggen van de nevengeul (Gemeente Nijmegen) Waalstrandje Het zonovergoten waalstrandje aan de Lent se kant van de Waal komt niet in gevaar. “De bekende waalstrandjes blijven sowieso be staan en mensen kunnen daar net als nu ge bruik van blijven maken. Misschien komen er nog meer strandjes bij, maar dat is allemaal nog niet zeker. Rijkswaterstaat is bezig met kribverlaging en dat kan gevolgen hebben voor de grootte van de eventuele strandjes” licht Marieke Verhoeve van Gemeente Nijme gen toe. Verder komen er nieuwe uitdagingen voor de joggers onder ons. Op het eiland zal namelijk ruimte komen om te joggen, naast wandelen en fietsen. De nevengeul zal gelegenheid bieden voor watersporters. Studentenroei vereniging Phocas is ook betrokken bij de voorbereiding van de plannen. De waalkade van Nijmegen zal er daarmee een geduchte concurrent bij krijgen. Waar de Nijmeegse kade ’s middags in de schaduw wordt gehuld, zal er in Lent een kade met horecagelegenheden in de zon komen recht tegenover de waalkade. Bijzondere feitjes op een rij - In 1963 was er een wandelpad over de Waal toen deze dichtgevroren was tijdens de strenge winter - Voor die tijd gebeurde het regelmatig dat de Waal dichtvroor omdat er toen nog geen kribben waren en het water dus ondieper
was. Met de komst van de bekribbing werd de rivier beperkt waardoor de bodem vanzelf uitschuurde tot een diepere geul. - Het wijnfort aan de Bemmelsedijk dateert uit 1832 en werd gebouwd om de vijand verder van de stadsmuren te houden nadat deze verwoest waren tijdens de Franse over heersing tot 1814. Nu kun je er lekker eten en zijn er allerlei proeverijen. - Café 'Lent' is gevestigd in Groningen. ‘Lent’ is in deze een samenvoeging van de twee voornamen van de eigenaars. “Wij vonden het wel hip en strak klinken” vertelt hij. “Café Lent is opgericht in 2006, maar pas later, op de terugweg van Nijmegen naar Groningen, kwamen we langs de plaats Lent.” - Sinds 2008 is er een Brasserie in Lent geves tigd met de naam ‘Lente’ - Historische Tuin Lent is sinds 2008 een er kend museum. Vanaf pasen tot 31 oktober is het geopend en kan voor €3 bezocht worden.
Afbeelding 4: Op de Oosterhoutsedijk in Lent is een gedenksteen geplaatst ter nagedachtenis van de 47 gesneuvelde Amerikaanse militairen tijdens de ‘Waaloversteek’. Literatuur: 1. Gemeente Nijmegen 2. Biografisch woordenboek Gelderland. I.D. Jacobs ea. 2009
3. Sta eens even stil ter nagedachtenis en ter bezinning, Oorlogs- en Bevrijdingsmonu menten in de Over-Betuwe, dr. Jan Brouwer. (Bemmel enz., 1990). 5. www.fruitlent.nl/historie_toekomst.html 6. http://medischcontact.artsennet.nl/blad/ Tijdschriftartikel/Het-NHG-is-meer-dan-zijn-stan daarden.htm 7. www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/ zoeken/monument-detail/_rp_main_elemen tId/1_11046 8. www.noviomagus.nl/Lent/022.htm 9. www.stationsweb.nl/station.asp?station= lent 10. www.historischetuinlent.nl/index.php?op tion=com_content&view=article&id=7&Itemid=4 11. www.plaatsengids.nl/lent 12. www.wikipedia.nl 13. www.wijnfort.nl
_________________________________________________________________________________________
Groeten uit... Shanghai Onderzoeksstage op de afdeling neonato logie van het Children’s Hospital van Fudan University, Shanghai China. Door: Mariska van Dongen Afgelopen november vertrok ik naar China om te beginnen aan de laatste etappe van mijn studie, namelijk onderzoek doen op de afdeling neonatologie van een kinderzieken huis in Shanghai. Het Erasmus MC heeft een promotietraject opgezet in Shanghai om onderzoek te doen naar de aminozuur behoefte bij neonaten. De keuze voor een samenwerking met Shanghai is gemaakt omdat er hier honderd tot hon derdvijftig kinderen op de afdeling neonato logie liggen. Inclusie van kinderen gaat dan ook meestal van een leien dakje.
Het ziekenhuis overtrof mijn verwachtingen. Op de NICU is zeer uitgebreide apparatuur aanwezig en er wordt ook erg gestructureerd en gedisciplineerd gewerkt. Het enige nadeel is dat de Chinezen minder internationaal zijn ingesteld waardoor er bijna niemand Engels praat. De enige Engelsspreken de artsen zijn de neonatologen, maar die zijn natuurlijk ook het minst aanwezig op de afdeling. Dat maakt onderzoek doen er niet makkelijker op, maar gelukkig spreekt één van de Nederlandse
promovendi uitstekend Chinees. Hoe goed mijn handen- en voetenwerk ook is, de Chi nezen snappen me niet heel erg vaak! De verschillen met Nederland worden al snel duidelijk als blijkt dat er geen ouders op de afdeling aanwezig zijn. De bezoektijden zijn hier beperkt tot ongeveer vijf minuten per week. Iedere dinsdagmiddag wemelt het van de ouders die even snel een kijkje willen nemen in de wieg van hun kind. Buiten deze tijden mogen ze drie keer per week bellen om te vragen hoe het met hun kindje gaat.
De éénkindpolitiek van China is te merken aan de weeskinderen op de afdeling. Als een kind iets ernstigs mankeert en ouders er geen geld voor hebben of bang zijn dat het kind in de toekomst hulpbehoevend blijft komt het re gelmatig voor dat ouders het kind niet meer komen op halen in het ziekenhuis. Aangezien er weinig weeshuizen aanwezig zijn waar zieke kinderen terechtkunnen komt het voor dat een baby na een jaar nog steeds op de neonatologieafdeling ligt omdat hij nergens anders terecht kan. Het onderzoek dat we doen bepaalt via een oxidatie methode in uitademingslucht de aminozuurbehoefte van een neonaat. Hier voor maken we zelf voeding, en doen metin gen bij de kinderen via neussondes. Ik werk
samen met twee promovendi van het Eras mus MC waardoor we meerdere onderzoeken tegelijkertijd hebben lopen zodat we preterm en term kinderen kunnen meten en we geen enkele dag stil hoeven zitten. Erg druk en vroeg opstaan iedere dag, maar daar staat wel tegenover dat er een super goed onderzoek loopt. Als opmerkelijkste op de afdeling heb ik een prematuur van 410 gram gezien. In Neder land wordt daar geen actief behandelbeleid bij gevolgd, maar hier wordt op wens van de ouders toch alles uit de kast getrokken. Als er in de couveuse ernaast dan ook nog een sia mese tweeling ligt realiseer je je weer op wat voor een bijzondere plek je bent beland. Dat besef ik me natuurlijk ook heel goed als ik hier door de stad loop! Wat een stad! Het ene gebouw overtreft het andere qua archi tectuur en mooie verlichting ’s avonds. De tempels en Chinese tuinen. Het vuurwerk met het Chinese Nieuwjaar! De Chinezen die overal lopen te rochelen en spugen. Maar waar Shanghai toch wel om bekend is, is ‘shop till you drop’ en de vele clubs, bars, restau rants waar je je geen enkele avond hoeft te vervelen. Iedereen moet zich na lange dagen onderzoek toch lekker kunnen ontspannen!
- pagina 9 -
‘Door intradisciplinaire samenwerking kwaliteit van zorg verbeteren’ Interview met Ad Jansen, internist-allergoloog Niet iedereen is blij als de eerste krokusjes hun kopjes boven aarde steken en boom toppen weer groen beginnen te kleuren. Voor een groot deel van de bevolking is het seizoen van rode ogen, niezen en snotter neuzen aangebroken. De incidentie van verscheidene allergieën is de afgelopen decennia flink toegenomen. Toch is het formele vakgebied dat zich hiermee bezig houdt, de allergologie, relatief klein. Ne derland telt dertig praktiserend internistallergologen en vijf specialisten in oplei ding. Internist-allergoloog Ad Jansen ver telt over de dagelijkse praktijk. Door: Elke van Herpen “De allergologie bestaat al zestig jaar in Ne derland. Het is lange tijd een monospecialis me geweest maar sinds 1997 ondergebracht als aandachtsgebied binnen de interne ge neeskunde. Het vak heeft de laatste jaren een behoorlijke opmars gemaakt. Hiervoor zijn meerdere redenen aan te geven. Ten eerste is het aantal patiënten met typisch allergische aandoeningen van vooral type I reacties enorm toegenomen. Daar liggen waarschijn lijk meerdere oorzaken aan ten grondslag, maar toch is nog niet precies bekend waarom dit aantal zo is gestegen. Feit is dat ongeveer de helft van de bevolking meetbaar specifie ke IgE sensibilisering heeft en daarmee posi tieve testen voor een type I allergie. Van deze gesensibiliseerde mensen heeft de helft ook daadwerkelijk klachten. Dit zijn veel patiën ten en daar gaan dan ook veel kosten mee gepaard. Een dergelijke aandoening trekt de aandacht van zorgverzekeraars en de politiek, maar zeker ook van aangedane bevolking, want zij hebben daar veel hinder van.” Ten tweede is het onderzoek naar allergieën de afgelopen jaren enorm verbeterd. “Er zijn nieuwe onderzoekstechnieken en de kennis van diverse pathofysiologische mechanis men en ontstekingsmechanismen is enorm uitgebreid. Er is meer kennis over allergische aandoeningen en daarmee ook nieuwe en verbeterde behandelmogelijkheden. Hier door is de allergologie medisch gezien een stuk interessanter geworden. Helaas blijft de realiteit achter en is het aantal artsen dat zich hiermee bezighoudt nog heel gering.” Macadamianoot Ad Jansen roemt de deskundigheid van huisartsen bij de zorg voor de overgevoelige patiënt. “In Nederland hebben we goede eerstelijnszorg. Huisartsen kunnen de groot ste groep allergische patiënten uitstekend diagnosticeren en behandelen in hun eigen praktijk. De complexiteit van allergische aan doeningen is de laatste tijd wel dusdanig toegenomen dat een groot deel van de pa tiëntengroep de tweede lijn inschuift.
- pagina 10 -
Dit zijn allergieën in diverse orgaangebieden waarbij dermatologen, longartsen en KNOartsen geconsulteerd worden, maar toch komt ook deze specialist er soms niet uit. Dan komt de patiënt bij ons allergologen terecht in de derde lijn.” Binnen het vak van de allergologie is er een aanzienlijke diversiteit aan aandoeningen waardoor de allergoloog veel verschillende soorten patiënten ziet. “Mensen kunnen werkelijk voor alles en nog wat een allergie ontwikkelen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan exotische voedselallergieën. Zo’n patiënt hoeft maar te likken aan een macada mianoot en er kunnen hele heftige reacties optreden.” De allergoloog kent ook bijzon derde allergieën, zoals een allergie voor spermaplasma. “Dat klinkt grappig, maar is voor de patiënt natuurlijk wel heel verve lend.” Zelfs een klein vakgebied als de allergologie heeft zo’n groot wetenschapsdomein dat ie dere allergoloog toch wel een “hobby” heeft waarin hij zich verder heeft verdiept. Voor Ad Jansen zijn dat de anafylactische reacties. “ Dat klinkt spectaculair, maar toch word ik niet vaak geconfronteerd met een acute allergie. Meestal is de patiënt eerst gezien door ambu lancepersoneel en op de spoedeisende hulp. Als ik een patiënt zie, is deze vaak gelukkig alweer klachtenvrij. In het kielzog daarvan moet de allergie uitgezocht worden en dan kan ik iets betekenen voor de patiënt.” Deze allergoloog beschouwt zijn vak dus als zijn hobby en draagt dit dan ook graag over op studenten. Hij is nauw betrokken bij het onderwijs in de bachelorfase van de blokken ‘Immunologische processen’ en ‘Zintuigen en huid’. “Ik besef dat de allergologie voor veel studen ten ingewikkelde lesstof is. In mijn colleges probeer ik onderwerpen als kruisallergenici teit wel te behandelen, maar vaak blijf je toch een beetje hangen in het grotere geheel van de immunologie. Ik probeer er vooral voor te zorgen dat studenten in de bachelorfase de plaats zien van de allergologie. Pas tijdens de coschappen proberen we de details en prak tische zaken te behandelen. Dit is belangrijk want elke arts krijgt in zijn loopbaan te maken met allergieën.” Teamplayer Deze bevlogen arts is een druk baasje. Hij werkt op meerdere locaties en is daarnaast ook secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie. “Na mijn opleiding in Rot terdam ben ik gestart als allergoloog in een buitenkliniek in Arnhem. Deze praktijk werkt nauw samen met Rijnstate, waar ik ook bui tengewoon staflid ben. Er lopen veel onder zoekprojecten in dit ziekenhuis. Ook werken we veel samen met de afdeling
Immunologie aan de Wageningen universi teit. Er is zo een regionaal kennisnetwerk opgebouwd waarbij intradisciplinair naar het hele allergie gebied gekeken wordt.” Twee dagen per week is hij actief in het UMC St Radboud. “Hier in het Radboud hebben we een hele goede samenwerking met de afde lingen dermatologie en klinische fysiologie en ook met kindergeneeskunde. Zo is een aantal jaren geleden het samenwerkingsver band RAAcK (Regionaal Astma en Allergie Centrum voor Kinderen) opgericht samen met het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis en de afdeling kinderlongziekten in Dekkerswald. Moeilijke allergiecasuïstiek bespreken we samen en zo wordt een gezamenlijk beleid uitgestippeld. Dit is fijn voor de patiënt, maar ook leerzaam voor de arts, omdat hij zo over de eigen grenzen van het eigen vakgebied kan kijken en kan groeien in het vak.” Naast de multidisciplinaire samenwerking kan Ad Jansen nog veel meer zaken opnoe men die hem zo aanspreken in de allergolo gie. “De aard van de aandoeningen vind ik nog steeds zeer interessant, maar ook het speurwerk naar de juiste allergie vind ik uit dagend. Bovendien is het een echt klinisch specialisme met veel patiëntencontact. Die veelzijdigheid vind ik mooi.” Toekomstperspectief Het blijkt dat er veel vraag is naar deze tak van de geneeskunde. Je zou dus verwachten dat er in de toekomst veel ruimte is voor jonge artsen die zich willen specialiseren in de aller gologie. Toch is de vrolijke allergoloog daar wat minder stellig over. “Ik maak me ernstig
zorgen over het kleine aantal opleidings plaatsen binnen de allergologie. Er komen maar niet meer plaatsen bij, dit is vooral een kwestie van geld en politiek. Na de overstap van mono-specialisme naar aandachtsge bied van de Interne geneeskunde, is het vak gebied van de internist-allergoloog wat inge perkt qua leeftijdscategorie van patiënten. In samenwerking met de Kindergeneeskunde is er nu ook een opleiding tot kinderarts-aller goloog opgezet. Beide typen allergologen werken in de praktijk nauw samen en het doel is om te komen tot regionale allergologiecen tra waar internisten en kinderartsen de aller gologische zorg in volle breedte aanbieden. Toch zie ik het specialistentekort niet zomaar opgelost worden. Specialisten zijn nu nodig, maar ze zijn er niet. Ik ben bang dat er in de toekomst minder ruimte is binnen de orgaan specialismen om zich bezig te houden met de allergologie. De orgaanspecialisten hebben al hun handen vol aan de meest voorkomen de ziektebeelden binnen hun eigen vakge bied en ik verwacht dat er daarom helaas minder specialisten zich kunnen gaan verdie pen in de allergologie. Jammer, want dat
De opleiding tot internist-allergoloog Om de titel allergoloog te kunnen ontvangen wordt er eerst gestart met vier jaar algemene interne geneeskunde. Dit is mogelijk in alle opleidingsziekenhuizen. Vervolgens kan er in twee ziekenhuizen een specialisatie tot allergoloog gevolgd worden: het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Mogelijk komt er binnen afzienbare tijd nog een derde opleidingscentrum bij. In het eerste jaar van de oplei ding in dit aandachtsgebied wordt een gezamenlijk traject gevolgd met de klinische immu nologie. Het laatste jaar van de opleiding in het aandachtsgebied wordt gekozen voor de uitstroomrichting allergologie of klinische immunologie. De allergologie is specifiek gericht op allergieën en samenwerking met orgaanspecialisten en kinderartsen, de klinische immu nologie is meer gericht op zeldzame immuunstoornissen en het bijbehorende labonderzoek. Tijdens de opleiding in de allergologie zijn er verplichte stages op de afdelingen kno, der matologie en immunologie. zal de zorg voor veel allergische patiënten Nederlandse Vereniging voor Allergologie niet ten goede komen.” (www.nvva-allergologie.nl) zijn voor alle art Ondanks deze weinig opbeurende visie op sen toegankelijk en ook voor coassistenten.” het aantal opleidingsplaatsen heeft Jansen Er blijken ook veel mogelijkheden te zijn voor nog wel enkele tips voor de coassistent die onderzoeksstages. “Het vakgebied is dusda geïnteresseerd is in de allergologie. “Laat je nig in beweging dat we wekelijks noviteiten gezicht bijtijds eens zien bij de opleiders dan tegenkomen. Er zijn altijd projecten beschik wel in de opleidingscentra in Rotterdam en baar voor coassistenten, het liefst resulterend Groningen. De Verenigingsdagen van de in publicatie.”
Casus: vragen Een 8-jarige jongen komt samen met zijn moeder op je spreekuur met klachten van verkoudheid, frequent hoesten en lusteloosheid. De verkoudheid bestaat al een week, de andere klachten zijn sinds gisteren ontstaan. Zijn bezorgde moeder vertelt dat ze vanochtend zijn temperatuur heeft opgemeten en dat die toen 39,5 graden was. Sinds gisteren heeft hij weinig zin in eten. Zijn voorgeschiedenis is blanco. 1. Aan welke aandoeningen denk je nu? Bij het lichamelijk onderzoek zie je een ziek, hangerig kind. Hij maakt wel goed contact. Zijn gewicht is 26 kg bij een lengte van 1.30 m. Het valt je op dat het kind oppervlakkig en snel ademhaalt. Hij heeft lichte intrekkingen. Wanneer je de ademfrequentie telt, kom je op 30/min. Bij auscultatie hoor je links basaal rhonchi. Verder zijn er geen bijzonderheden. 2. Wat voor ademfrequentie zou je verwachten als dit kind niet ziek zou zijn? 3. Welke aandoening staat bovenaan in je differentiaal diagnose? 4. Welk symptoom is daar pathognomisch voor? 5. Wat zijn de meest voorkomende verwekkers van dit ziektebeeld? 6. Welke behandeling stel je in? 7. Zou de behandeling anders zijn als deze jongen al twee weken in het ziekenhuis lag toen de klachten begonnen? Antwoorden zijn te vinden op pagina.
- pagina 11 -
ANIOS: Wordt vervolgd... Deze keer in de Status-Co een nieuwe ru briek; ANIOS. Deze rubriek zal geschreven worden door recent afgestudeerde artsen die vers aan het artsenvak zijn begonnen. Zij zullen schrijven over hun beweegrede nen en ervaringen, de ups en de downs, de leuke maar ook de minder leuke dingen. De eerste arts die deze rubriek invult is drs. Martje Martens, afgestudeerd in novem ber 2009 met interesse in het vakgebied Gynaecologie. Door: Martje Martens Na 7 jaar studie (inclusief een jaartje biologie) sta je daar dan eindelijk: de eerste werkdag. Nu begint het echt, aangenaam: dokter Mar tens! Op 4 januari 2010 begin ik aan mijn eerste baan als ANIOS gynaecologie in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Ik heb dus gekozen voor de gynaecologie. Eigenlijk wist ik allang dat het dat ging wor den, al vanaf het kernblok Voortplanting. Soms hoopte ik dat ik van gedachte zou ver anderen, maar eigenlijk heb ik dat nooit echt verwacht. Heel open en geïnteresseerd heb ik de rest van mijn studie en co-schappen doorlopen, om toch tot dezelfde conclusie te komen: dit is wat me interesseert, dit is wat ik wil leren, dit is wat ik wil kunnen, dit is het werk dat ik wil gaan doen, kortom: dit is wat ik wil. Maar hoe kom je daar terecht? Gynaecologie is zacht gezegd niet een vakgebied waar je makkelijk in rolt. Ik moest dus iets gaan doen waardoor ik op zou vallen, waardoor ze mij aan zouden nemen en niet die ander. En niet alleen nu maar ook straks bij de sollicitatie voor AIOS. Tijd om een CV op te bouwen dus! Mijn ingrediënten voor een CV geschikt voor gynaecologie: een wetenschappelijke stage in de oncologie-gynaecologie, in Australië. Erg leerzaam, maar vooral ontzettend leuk natuurlijk en een publicatie is dan mooi meegenomen. Een zeer geslaagd co-schap op een plek zonder arts-assistenten, zodat ik veel kon zien en ook doen. Vanuit daar een eigen onderzoek, weekenden lang statussen doorploeteren, literatuur lezen, databases opzetten, ruziën met SPSS en schrijven,
- pagina 12 -
schrijven en schrijven, maar dat had ik er graag voor over. Om het af te sluiten een zelf
geregeld senior co-schap in Den Bosch. Dit co-schap was voor mij de bevestiging van mijn keuze voor de gynaecologie. Ik heb er geleerd om te functioneren als zaalarts, het aanspreekpunt voor de verpleging en de verantwoordelijke op de afdeling te zijn. Daarnaast heb ik wat extra ervaring op kun nen doen in de verloskamers en op de poli. Maar dan… dan ga je echt beginnen. Dan ben jij de verantwoordelijke (maar nu écht), nu moet je het weten en nu moet je het kunnen. Natuurlijk is dat niet meteen het geval, maar zo voelt het zeker. Zes weken lang ben ik in gewerkt door verloskundigen. Van voor af aan moest ik alles leren. Ik dacht dat ik al wat ervaring had door mijn co-schappen, maar dat viel tegen. Het is veel en nieuw, en elke dag komt er meer. Maar ik ben vol goede moed begonnen. Hard werken, veel vragen en ’s avonds studeren. Toucheren is moeilijk en erg frustrerend maar als je ineens het licht ziet voelt dat geweldig! Je eerste recept con troleer je tien keer. Vaginale echo’s maken is ook lastig en kost veel, heel veel oefening. De eerste keer dat je alleen op een VK staat bij een deceleratief CTG voel je lichte paniek opkomen. Gelukkig is hulp altijd dichtbij. Na zes weken inwerken begint mijn eerste dienstblok. Ik start met twee weken dagdienst op de VK. Om het wat moeilijker te maken is er geen afdelingsassistent wegens perso neelstekort. De ochtend begint met visite op de afdeling, soms met en soms zonder gynae coloog. Tussen de bedrijven door probeer ik op een rij te krijgen welke patiënten er op de verloskamers liggen en wat daar gebeurt. Voor een extra dosis adrenaline heb je ook nog een sein bij je. Huisartsen met vragen waar je geen antwoord op weet (“Mag ik uw nummer, dan zoek ik het op en bel u terug”), poli-assistentes met patiënten onder de knop met bloedverlies in de zwangerschap of pijn na hun OK, eerstelijns verloskundigen die advies willen of iemand in willen sturen. Ge lukkig zitten er ook makkelijke vragen bij, en ja, hoe meer vragen je krijgt, hoe meer je op moet zoeken en dus hoe meer je leert. En dan is er ook nog de administratie: de overdracht
up-to-date houden en niet vergeten te DBCen. Het is vast geen werkwoord volgens de Dikke van Dale, maar kost desalniettemin een hoop tijd. Maar wat deed ik ook alweer van daag, oh ja, ik sta op de VK en begeleid dus bevallingen, je zou het bijna vergeten… Ja het is veel en stressvol maar met een beetje routine wordt het vast stukken beter. Elke avond bedenk ik me wat voor leuke en nieu we dingen ik weer heb gedaan. Maar dan komt mijn keerpunt. Sommige avonden kan ik niet meer ontspannen, vol stress zit ik op de bank. Een lange zaterdag dienst van 9 tot half 12 weet ik ternauwer nood te overleven. Iets is er geknapt. Wat nu als ik door de drukte, door die spanning, doordat mijn hoofd de hele dag zo vol zit, fouten ga maken? Fouten met gevolgen voor patiënten. Dit houdt me bezig en maakt me onzeker. Kan ik dit wel? Wil ik dit wel? Een gesprek met de opleider levert me weinig op; als ik denk dat ik het niet kan zou ik moeten stoppen. Andere gynaecologen en collegaassistenten zien het gelukkig wel in me. Dit gevoel is normaal, dit gevoel heeft iedereen. Zij zien toekomst in mij, als ik het wil kan ik het leren.
Op dit moment is mijn toekomst onzeker. Ik weet niet of ik op deze plek blijf. Wel weet ik dat gynaecologie is wat ik altijd gewild heb. Wel weet ik, dat ik als ik nu opgeef, ik daar zeker spijt van ga krijgen. Wel weet ik dat ik geen idee heb wat ik anders zou willen. Ik ga door, maar waar en hoe weet ik nog niet. Op dit moment zie ik het meest in een frisse start, maar wie weet hoe ik erover denk als het al lemaal even heeft kunnen rusten. Op dit moment moet ik concluderen dat dit niet de start is waar ik op gehoopt had, maar ik zie gynaecologie nog steeds als mijn toekomst en die laat ik door één tegenslag niet varen. Voor dit moment rest me niet anders dan te zeggen: wordt vervolgd…
Vacatures • • • • • • • • •
V oorbereiding op (huisartsen)opleiding? Tijdelijke functie binnen verpleeghuis of psychiatrie! Veel mogelijkheden voor basis-artsen in Duitsland en actueel de vacatures op de vakgebieden Anesthesiologie en Chirurgie in Duitsland ANIOS verstandelijk gehandicaptenzorg ANIOS ouderengeneeskunde Basisarts in het verpleeghuis ANIOS ouderenpsychiatrie Oost-Brabant ANIOS kinder-en jeugdpsychiatrie in Gelderland Arts assistent Cardiologie in Limburg Basisarts intensive care in Noord-Limburg
Onze website www.werkvoorartsen.nl kan een belangrijke bijdrage leveren aan de volgende stap in jouw carrière. Hier vind je alle (tijdelijke) vacatures voor basisartsen, medisch specialisten en managers in de zorg in Nederland en in het buitenland.
Heb jij al een opleidingsplaats? Kom naar de Open Dag in Duitsland! Ben je benieuwd hoe een ziekenhuis in Duitsland reilt en zeilt en wil je wel eens een aantal vragen stellen aan een medisch specialist over het vak, de opleiding, de werkdruk en de bedrijfscultuur in een Duitse kliniek, meld je dan aan via
[email protected] voor de BKV Open Dag in Duitsland die op vrijdag 21 mei 2010 door BKV wordt georganiseerd. We vertrekken ’s ochtends per bus vanuit Nijmegen naar een tweetal klinieken net over de grens in Duitsland. Gedurende de dag krijg je een rondleiding, maak je kennis met Duitse medisch specialisten en krijg je een presentatie.
Loopbaanwijzer
Job Alert Wanneer je gebruik wenst te maken van de Job Alert, word je per mail op de hoogte gehouden van de laatste vacatures. Je kunt zelf de regie in hand houden door te bepalen voor welk vakgebied en/of welke regio je deze vacatures wilt ontvangen. Bezoek onze website en geef je op voor de Job Alert op:
www.werkvoorartsen.nl
Welke artsenfunctie past het beste bij jou? Om hierop antwoord te kunnen geven, dien je allerlei functieaspecten te overwegen. Gemakkelijker is het om de loopbaanwijzer in te vullen. De loopbaanwijzer is een professionele test die in samenwerking met verschillende (medisch) specialisten en artsen is samengesteld. In tien minuten weet je in hoeverre de verschillende functies aansluiten bij jouw kwaliteiten en voorkeuren. De loopbaanwijzer houdt rekening met uiteenlopende doelgroepen en activiteiten, maar ook met de mate waarin een bepaalde werkomgeving bij je past. BKV heeft voor zowel klinische als niet klinische functies een loopbaanwijzer ontwikkeld. Heb je even? Vul dan de loopbaanwijzer in op www.loopbaanwijzer.tv en ontvang binnen tien minuten per e-mail de uitslag.
Neem voor nadere informatie contact op met BKV op 0888 - 22 55 88 of bezoek onze website
Daarom BKV BKV is als intermediair marktleider in tijdelijke en vaste banen, waarnemingen en interim-opdrachten voor AIOS, ANIOS, basisartsen, medisch specialisten en managers in de zorg. Dankzij het consequent toepassen van effectieve, bewezen methodes staat BKV erom bekend steevast een succesvolle match tussen kandidaten en opdrachtgevers tot stand te brengen. Als voorloper in de markt is BKV breed geïnformeerd over alles rond werving & selectie, (interim-)management en outplacement. De consultants volgen de ontwikkelingen op de voet, kennen het brede aanbod en kunnen putten uit een waardevol en uitgebreid netwerk. Kortom: met BKV verhoog je de kans op de juiste baan of werknemer.
www.werkvoorartsen.nl Ook kun je een e-mail sturen naar
[email protected]
BKV • Oranjesingel 2 • Postbus 2178 • 4800 CD Breda T 0888 - 22 55 88 • F 0888 - 22 55 99 • KVK 20104894 • E
[email protected]
- pagina 13 -
Beste co-assistent, De diepe donkere dagen van deze strenge winter trekken langzaam maar zeker aan ons voorbij. De kortste dagen hebben we natuurkundig gelukkig achter de rug, maar de tempe raturen laten ons daarbij nog wat in de steek. Toch zal ook deze lente snel voor éénieder aanbreken en menig co-assistent verblijden. Niets is erger dan des ochtends in alle vroegte en kou in het donker te moeten vertrekken en na een dag lang ziekenhuis Tl-licht in je ogen aan het einde van de dag weer in het donker op weg te gaan naar huis. Een beetje zonlicht maakt je drukke co-schapdagen toch een stuk dragelijker; althans in mijn opinie. Sinds de laatste Status-Co heeft de Ko-raad samen met jullie een aantal leuke activiteiten mogen meemaken. Zo was er een fantastische bowlingactiviteit georganiseerd die erg druk is bezocht en hadden we, weliswaar wat later in januari, een succesvolle nieuwjaarsborrel met elkaar. Verder was er in februari nog het Megala in Rotterdam. Een briljant landelijk gala voor alle medische studenten. De mensen die het dit jaar hebben moeten missen om wat voor reden dan ook, kan ik ten zeerste aanraden er volgend jaar bij te zijn. Daar ik nog niet de kans heb gehad het nieuwe jaar resumerend toe te mogen lichten wil ik die middels dit voorzittersstukje graag benutten. Het jaar 2010 zal voor de (toekomstig) medische student een jaar zijn met veel turbulentie, veranderingen en onzekerheden. De numerus fixus zit op de schopstoel en als we de “Raad voor Volksgezondheid en Zorg” mogen geloven zullen we in de nabije toekomst naar een volledig decentraal beleid gaan voor alle medische faculteiten. Een beslissing met een hoop haken en ogen, maar tegelijkertijd biedt een dusdanige regeling kans om de meest gemo tiveerde studenten aan te trekken. Verder is er veel discussie gaande omtrent het BSA (Bindend Studie Advies; voor mij tot voorkort ook een volledig onbekende afkorting, maar toegevoegd aan mijn vocabulaire door veelvuldig gebruik door de Raad van Bestuur en de Rector Magnificus). Een ambitieus plan om de student die in zijn eerste jaar met iets teveel overmoed de Nijmeegse horeca-econo mie overeind probeert te houden, aan het einde van het collegejaar, bij minder dan 40 ECTS, een bindend negatief studieadvies op te kunnen leggen Iets dichter bij huis is er ook discussie over een dekkende reiskostenvergoeding voor de coassistenten. Een regeling die op wonderlijke wijze nog altijd niet is gerealiseerd in Nijmegen, in tegenstelling tot andere faculteiten in Nederland. Na eerdere toezeggingen van onze eigen decaan in het landelijk decanenoverleg komt hij daar nu op terug te komen door onvoorzie ne gaten in de begroting van 2010. Meer vertrouwd en positief nieuws is dat de Ko-raad voor 2010 weer volop nieuwe activitei ten op het programma heeft staan. Het Costa-ciefeest zal op korte termijn weer plaatsvinden en ondanks dat het in de maanden december en januari rustig was wat betreft cursussen, staan er dit jaar weer meer dan genoeg gepland. Met uiteenlopende thema’s zoals radiologie, solliciteren, antibioticabeleid, etc. etc. Ook staat ons de Co-schap-van-het-jaar-verkiezing nog te wachten in april. Kortom weer een heleboel leuke activiteiten waarvoor jullie allemaal van harte welkom zijn. Rest mij niets anders jullie allen een aangename en leerzame tijd toe te wensen en ik hoop velen van jullie te mogen begroeten op de activiteiten van 2010. Succes met je co-schappen! Tom Arends Voorzitter Ko-Raad
Check onze website
www.ko-raad.nl
Agenda Maart 01-03-2010: ALV Ko-Raad 09-03-2010: Cursus Radiologie 1: Wervelkolom 26-03-2010: XXIIe gala der MFVN 28-03-2010: Ingang Zomertijd 29-03-2010: ALV Ko-Raad April 08-04-2010: Cursus Radiologie 2: Abdomen 09-04-2010: Co-groepvertegenwoordigersuitje 16-04-2010: Co-Schap van het Jaar Verkiezing 24/25-04-2010: Batavierenrace 26-04-2010 t/m 02-05-2010: Breekweek Mei 03-05-2010: ALV Ko-Raad 19-05-2010: Voortgangstoets 31-05-2010: ALV Ko-Raad Juni 28-06-2010: ALV Ko-Raad
Ko-Raad bestuur 09/10: vlnr Eef Hendriks, Emmi Broenen, Saskia van Berkel, Tom Arends, Myrte Hulleman
Heb je nog vragen, tips, opof aanmerkingen?
22 januari '10: CoStaCie Nieuwjaarsborrel in Café de Aesculaaf
- pagina 14 -
Je kunt ons mailen via
[email protected] Voor meer informatie, het laatste nieuws, geplande activiteiten en nog veel meer kijk je op www.ko-raad.nl
CoStaCie "P-Feest" 26-02-2010
- pagina 15 -
Liefde is een vreemde ziekte Als je een beperkte weerspiegeling van de werkelijkheid wil geven, zou verliefdheid niet veel meer zijn dan een chemische aangelegenheid. Ons lichaam maakt con tinu hormonen aan die allemaal op elkaar reageren. Het is dan ook niet zo eenvoudig uit te maken welk hormoon op welk mo ment waarvoor verantwoordelijk is. De realiteit is dan ook dat we nog helemaal niet zoveel weten over de fysiologie van de liefde. We gaan toch een poging wagen. Door: Corry van den Heuvel De som der liefde Kort door de bocht is liefde de som van voortplantingsdrang, verliefdheid en paar vorming. Voortplantingsdrang wordt ge stuurd door testosteron. Mannen én vrouwen zijn daaraan onderhevig. Algemeen bekend is dat testosteron en trouw niet hand in hand gaan. Het hormoon leidt tot actie: testosteron eist zo vaak mogelijk seks, met zoveel moge lijk partners. Deze drift staat in dienst van de overleving, kinderen komen nu eenmaal niet van de ooievaar. Maar het is wel van belang dat die kinderen sterk en gezond zijn. Daar zijn de volgende mechanismen voor bedacht: verliefdheid, paarvorming en hun bijbeho rende hormonen. Uiterlijk en geur spelen daar een belangrijke rol bij.
The look of love Op knappe mensen word je nu eenmaal eer der verliefd. Dat speelt in op ons rechtvaar digheidsgevoel en daarom hebben we het spreekwoord bedacht: “ware schoonheid zit van binnen’. Jammer genoeg zit het toch van buiten. Een knap persoon is bovenal symme trisch en heeft een mooie huid. Verder ver schillen de voorkeuren van beide seksen. Vrouwen houden van een man met een krachtige uitstraling. Idealiter is hij lang en atletisch. Kleine mannen doen het minder goed op de liefdesmarkt. Ze zijn vaker vrijge zel en verwekken minder kinderen. Vrouwen worden vooral beoordeeld op hun geschikt heid als moeder: in grotere borsten past meer melk en ronde heupen verraden een goed baringskanaal. Aantrekkelijke mensen zor gen ervoor dat onze arousal omhoog gaat. De aanblik, geur of waardering voor die mooie ander doet je hart sneller kloppen, de adem haling versnellen, de pupillen verwijden, de lippen blozen, en de spierspanning wordt opgevoerd. De valkuil is dat lichamelijke in
- pagina 16 -
spanning, maar ook drugs, alcohol en prikke lende films eveneens een dergelijke arousal toename geven. Sportschool, discotheek en parenclub lijken dan ook bij uitstek plekken waar verliefdheden gemakkelijk ontstaan.
Liefde stinkt niet Verliefdheid gaat ook op geleide van geur. Dat speelt met name bij vrouwen een rol. Zij zijn - vooral tijdens de ovulatie - enorm goed in het ruiken van feromonen. Deze worden afgescheiden in de apocriene zweetklieren in de oksels en bij de geslachtsorganen. Ze zijn geurloos, en worden door het vomeronasaal orgaan in de neus opgevangen. Feromonen zijn een soort seksueel lokmiddel en het op vangen daarvan kan voortplantingsgedrag activeren. Feromonen bevatten bovendien cruciale informatie over het Major Histocom patibility Complex van de man. Met hun neus zoeken vrouwen zo een immunologische te genpool. Dat geeft de grootste kans op kin deren met een goede weerstand. Als je dus veel feromonen waarneemt ben je eerder geneigd iemand te versieren. Erg romantisch klinkt het niet, maar effectief is het wel. Zo is er een experiment waarbij 38 mannen gedu rende 8 weken nauwkeurig moesten bijhou den hoe vaak ze knuffelden en seks hadden. De ene helft van deze mannen kreeg een gewone aftershave, bij de andere helft zaten er feromonen in de aftershave. Wat bleek? De mannen die aftershave mét feromonen ge bruikten waren seksueel veel actiever dan de mannen zonder de speciale aftershave. Voor de wanhopige co’s verraad ik het geheim: in sommige cosmetica worden dierlijke feromo nen verwerkt om de aantrekkingskracht van de gebruiker te vergroten. Het bekendste voorbeeld daarvan is musk in parfums. Oor spronkelijk werd het verkegen uit muskusrat ten, -herten, -ossen, -aligators, -eenden, en zelfs muskuskevers. Maar omdat door de parfumindustrie veel van die dieren nu met uitsterven bedreigd worden, wordt muskus
nu synthetisch gemaakt. Er zijn ook weten schappers die sceptischer zijn over dit ‘zesde zintuig’. Ze eisen anatomische bewijzen. En die zijn onvolledig. Waarom heeft niemand de zenuwen gevonden die dat buisje in onze neus met de hersenen verbinden? Geduren de de evolutie, denken die wetenschappers, zijn we de feromoon verwerkende machine rie grotendeels verloren, zo rond de tijd dat we leerden om goed te zien. Dat halfbakken buisje in onze neus is niet meer dan een oud restant, een soort blindedarm van de chemi sche communicatie. Het liefdeshormoon Als je een symmetrisch iemand bent tegen gekomen waarvan de feromonen en HLA in goede aarde vallen, wordt in de hersenen een chemisch proces in gang gezet. Hiervoor is het limbisch systeem in de hersenen verant woordelijk. Het limbisch systeem is betrokken bij emotie, motivatie, genot en het emotio neel geheugen. Ook seksuele opwinding en voortplantingsgedrag worden voor een deel vanuit dit systeem aangestuurd. Als je iemand aantrekkelijk en leuk vindt, stuurt het limbisch systeem de aanmaak van het stofje fenyl ethylamine (PEA) aan. Dit stofje is familie van de amfetamines, die je ook als werkzame stof in speed aantreft. Je voelt je dus niet alleen in de zevende hemel, je bent ook daadwerkelijk ‘high’. Fenylethylamine veroorzaakt het wel dadig geënergetiseerde gevoel van heerlijk welbevinden dat de periode van verliefdheid kenmerkt. Het stofje vergroot de werking van neurotransmitters die het brein oppeppen. Verliefden werken dus op een bijzondere manier op elkaars zenuwen; het heeft wel iets weg van een psychische stoornis. Verliefd heid gaat samen met totaal gefascineerd zijn door die ander en het welhaast dwangmatige contact zoeken. Je bent in een soort eufori sche staat waardoor depressie, angst en somberheid worden gedeactiveerd. Je ziet ook niet de negatieve kanten van je partner. Liefde maakt echt blind. Door de ontdekking van kleine hoeveelheden PEA in cacao valt er veel te lezen over het ‘feit’ dat PEA verklaart
waarom men zich na een teleurstelling in de liefde overgeven aan chocolade. Het is inmid dels duidelijk dat PEA in de darmen wordt afgebroken en dus - helaas - niet tot de her senen door kan dringen. Vlinders in de buik Ons limbisch systeem zou niet zo veel voor stellen zonder de neurotransmitter van de genotswaarwording, dopamine. Een shotje PEA in de hersenen zou het startsein zijn voor de aanmaak van dopamine. Het maakt ons euforisch en intens gelukkig. Ook de vlinders in je buik komen van de dopamine: deze stof is namelijk ook betrokken bij het hongerge voel en de ‘drive’ om op zoek te gaan naar eten. Domperidon is niet voor niets een dop amine-antagonist. Dat dopamine invloed kan hebben op seksueel gedrag blijkt bijvoor beeld wanneer een tekort bij patiënten met de ziekte van Parkinson met extra dopamine van buiten wordt aangevuld: het verlangen naar seks kan dan sterk toenemen. Het mid delpunt van de oppeppende werking van verliefdheid zou echter worden gevormd door het hormoon adrenaline. Zoals gezegd gaat bij verliefdheid de arousel omhoog: je sympaticus viert een feestje. Door adrenaline krijg je knikkende knieën, zwetende handjes, en ga je stotteren als je probeert te praten met
de persoon op wie je een oogje (of neusje) hebt. Gelukkig wordt er wel extra cortisol aangemaakt om ons door de bedreigende
situatie heen te loodsen. De verliefdheidsjunk Het derde onderdeel van de “som der liefde” is paarvorming. Kinderen kun je niet aan hun lot overlaten. Als een vrouw borstvoeding geeft, komt het knuffelhormoon oxytocine vrij. Dat zorgt voor de hechting tussen moe der en kind. Maar oxytocine, net als vasopres sine, speelt ook een rol in de hechting tussen man en vrouw. Deze stoffen komen vrij tij dens het vrijen en vergroten het gevoel van vertrouwen in de ander. Verliefdheid duurt 8 tot maximaal 38 maanden, dan zijn de fenyl
ethylaminespiegels weer terug naar normaal. Oxytocine en vasopressine bestendigen de relatie na die tijd. In de romantische literatuur heet dat “ware liefde”. Er zijn sterke aanwijzin gen dat oxytocine zou kunnen bijdragen aan de behandeling van autisme door de sociale vaardigheden te verbeteren. Toch zijn over spelige mannen nog steeds niet te ‘genezen’ met een spuitje oxy/vaso. Bij sommige man nen werken die hormonen sowieso niet. Hun hersenen zijn er ongevoelig voor. Ze zijn bijna voorbestemd om vreemd te gaan, als je het zou willen geloven. Zo ook sommige vrou wen. Zij zullen de relatie sowieso verbreken en op zoek gaan naar een nieuwe 'fenyl ethylamine-rush'. Hun gedrag vertoont ken merken van verslaving, inclusief het opvoe ren van dosis en frequentie om hetzelfde ef fect te bereiken. De 'verliefdheidsjunk' zal steeds snellere, spannender en risicovollere verliefdheden nastreven. Literatuur: 1. www.intermediair.nl 2. Wikipedia 3. Farmacotherapeutisch Kompas 4. Fysiologie van verliefdheid, J.H. Ravesloot. 5. Het Parool 6. Noorderlicht.vpro.nl
Abstract Purpose: To validate two established questionnaires [Morisky and Medication Adherence Report Scale (MARS-5)] for the measurement of medical adherence of patients treated with antihypertensive drugs in primary care in Germany. Setting: General practitioners (GPs) and their patients in North Rhine-Westphalia, Germany. Methods: GPs were asked to recruit 12 consecutive patients using blood-pressure-lowering medication for at least 12 months. Patients were asked to fill out both the Morisky and MARS-5 questionnaires. The medication possession ratio (MPR) was calculated as reference standard for patients' medication adherence by using GPs' electronic patient records. The results of the questionnaires were then compared with the reference standard. Results: A total of 14 GPs recruited 163 patients of which 128 were included in the analysis. Of the 128 patients, 52% were females; the age ranged from 44 to 96 years (mean 71). The overall adherence rate measured by the MPR was 62.1%. Compared to the reference standard, the Morisky Scale had a sensitivity of 31.9%, a specificity of 72.8% and a positive likelihood ratio (+LR) of 1.18. The MARS-5 had a sensitivity of 8.5%, a specificity of 97.4% and a +LR of 3.28. Conclusion: The Morisky Scale and the MARS-5 cannot be recommended for measuring the adherence to antihy pertensive drugs in a general practice setting in Germany at this point. These results emphasize the necessity to validate questionnaires in a specific setting before using them as instruments within a trial different from the original setting(s) of validation. Nina van de Steeg, Martin Sielk, Michael Pentzek, Carel Bakx, Attila Altiner. Drug-adherence question naires not valid for patients taking blood-pressure-lowering drugs in a primary health care setting. Journal of Evaluation in Clinical Practice (2009); Volume: 15, Issue: 3, Pages: 468-472.
- pagina 17 -
De Paashaas en zijn ei Bij Pasen denk ik aan ’s morgens veel te vroeg met je neus tegen het raam geplakt zitten op zoek naar eieren in de achtertuin, die daar natuurlijk achtergelaten zijn door de paashaas. Helaas heb ik geen achter tuin meer en op een Frans balkon ben je ook zo snel uitgezocht. Tegenwoordig houd ik het meestal op een extra dagje weekend, lekkere ontbijtjes en veel choco lade, ook geen verkeerde combinatie. Voor veel mensen betekent Pasen ook een van de belangrijkste christelijke feesten van het jaar. De achtergrond van Pasen, meer dan alleen een dagje vrij… Door: Sandra van Aarle Pasen vindt plaats op de zondag na de eerste volle maan in de lente, op zijn vroegst op 22 maart. Dit jaar valt Pasen op 4 en 5 april. Ter wijl ik op zoek ga naar de oorsprong van Pasen word ik overspoeld met meer theorieën dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Je zou denken dat het met hazen en eieren niets te maken heeft, maar ook dat blijkt niet waar te zijn. Ik zal enkele theorieën kort uit de doeken doen zodat ook wij coassistenten voortaan weer helemaal up-to-date zijn wat Pasen be treft. Het Pasen van Babylon Volgens deze theorie stamt Pasen uit de oudheid, niet lang na de wereldwijde zond vloed die in Genesis 6-9 van de Bijbel is vast gelegd. Nimrod, een kleinzoon van Noach, had zich afgekeerd van de God van zijn grootvader en was een tiranniek heerser ge worden. Nimrod stichtte onder andere de heidense stad Babylon, bekend om een le vensstijl die kwaad en perversie aanmoedig
de. Nimrods echtgenote Semiramis, beviel na zijn dood van een onwettige zoon genaamd Tammuz. Semiramis overtuigde het volk ervan dat haar zoon Tammuz feitelijk de herboren Nimrod was. Omdat de mensen al sinds het begin der tijden op hun beloofde verlosser zaten te wachten, raakten zij ervan overtuigd dat Tammuz die verlosser was, en zelfs dat hij op bovennatuurlijke wijze was verwekt. Het duurde niet lang voordat de mensen niet alleen Tammuz (ofwel de herbo ren Nimrod) aanbaden, maar ook Semiramis zelf als zijnde de godin van de vruchtbaar heid. In andere culturen werd zij ook wel
- pagina 18 -
Ishtar, Ashtur en jawel, Easter genoemd. He laas werd de jonge Tammuz gedood door een wild zwijn. De legende zegt dat Tammuz door de tranen van zijn moeder uit de dood op stond in de vorm van een vegetatie die op aarde verscheen. In de loop der tijd wordt Semiramis ofwel Ishtar herinnerd en gevierd als de godin van de sensuele liefde en vruchtbaarheid. Met grote orgieën werd gevierd dat de zon terug kwam en de natuur ontwaakte uit de winter se dood. Vanwege hun reproductieve aard werden konijnen al lang geassocieerd met vruchtbaarheid en haar godin Ishtar. Daar naast geloofden de oude Babyloniërs in een fabel over een ei dat uit de hemel in de rivier de Eufraat viel en waar Ishtar of Semiramis uitgebroed is. En zo komen we dus bij de haas en het ei. Het Pasen van de Joden Na dit fabelachtige verhaal over Babylon een theorie die door meerderen herkend zal worden. Volgens deze theorie heeft het ont staan van Pasen te maken met de oude Egyp tenaren, of liever gezegd met een joodse baby die wordt gevonden en opgevoed door de dochter van een Egyptische farao. Mozes groeit op bij de koninklijke familie maar moet vluchten wanneer hij bij het verdedigen van een Joodse slaaf een Egyptenaar doodt. Tij dens een tocht in de woestijn ontvangt Mozes van God de opdracht om zijn volk, de Joden, te bevrijden van de eeuwenlange onderdruk king door de Egyptenaren. Mozes ging terug naar Egypte en bepleitte de vrijlating van zijn volk bij de farao. Deze weigerde en verzwaar de de slavenarbeid. Hierop stuurde God de tien plagen op Egypte af en pas na de laatste, de dood van alle eerstgeborenen in Egypte inclusief de kroonprins, zwichtte de farao. Het Joodse volk was vrij en Mozes leidde hen naar het Beloofde Land, waartoe Israël en delen van Jordanië en Syrië behoren. Het Joodse volk viert deze bevrijding uit de slavernij nog elk jaar met het vieren van hun paasfeest genaamd Pesach. Hierbij worden lammetjes geslacht en speciaal paasbrood gegeten. Het Pasen van de christenen De Joodse geschiedenis blijft zijn stempel op Pasen drukken. Enkele eeuwen na de bevrij ding van de Joden, in dezelfde tijd van het jaar, wordt Jezus Christus gearresteerd. Judas, één van zijn leerlingen, wijst hem aan als de koning van de Joden. Pasen, een christelijke afgeleide van het oorspronkelijke feest Pe sach, bestaat uit Witte donderdag, Goede vrijdag, paaszaterdag en paaszondag. De donderdag voor Pasen is de dag van het Laatste Avondmaal, Witte donderdag. Tij dens het avondmaal voorspelt Jezus zijn twaalf discipelen het verraad van Judas en de verloochening door Petrus. De paus spreekt op deze dag zijn ‘urbi et orbi’ uit, boetelingen
worden weer tot de kerk toegelaten en ge vangen krijgen kwijtschelding van hun straf. Vanaf dat moment tot aan paaszondag zwij gen de kerkklokken. In de rooms-katholieke kerk wordt het kruis met een wit doek afge dekt. Op de vrijdag voor het paasfeest wordt Jezus voorgeleid voor de hogepriesters. Zij veroor delen hem tot de dood middels kruisiging. Deze vrijdag is bekend als Goede Vrijdag en staat ondanks de misleidende naam in het teken van droefheid. Het lijden van Jezus en zijn opoffering voor de mensheid worden herdacht. Op paaszaterdag wordt de wederopstanding van Jezus Christus herdacht. Op die dag tref fen de volgelingen van Christus, die zijn li chaam willen balsemen, het graf leeg aan. Sindsdien wordt op zaterdagochtend het nieuwe licht en het nieuwe water gewijd. Achterin de kerk kon iedereen vers gewijd water halen om mee naar huis te nemen. In andere kerken werd het wijwater rondge bracht, zoals de melkboer de melk rond brengt. Het wijwater werd gebruikt om het huis te zegenen. Meestal was het wijwater
gratis, maar soms gaf men in ruil hiervoor gekookte eieren die aan de armen konden worden uitgedeeld. Tegenwoordig worden de liturgische plechtigheden van de dag voor Pasen op de avond van paaszaterdag gevierd, gevolgd door de eucharistieviering van Pasen zelf. Tijdens deze paaswake wordt de Paas kaars aangestoken ten teken van de verrijze nis van Jezus. Paaszondag is een feestdag die bij veel men sen begint met het verstoppen en zoeken van paaseieren gevolgd door een uitgebreid paasontbijt. Het moge duidelijk zijn dat er vele verhalen te vertellen zijn over de oorsprong van Pasen. Ik zou zeker nog een pagina kunnen vullen met de meer heidense of vagere theorieën die ik voorbij heb zien flitsen maar dat zou de leesbaarheid van dit artikel zeker niet vergro ten. Voor mij blijft het toch dat extra dagje vrij met dat overheerlijke ontbijt… Literatuur: 1. www.pasen.plein.nl 2. www.allaboutjesuschrist.org 3. www.heiligen-3s.nl
Loes van Keimpema jongste promovendus Op 19 februari promoveerde Loes van Keimpema op onderzoek naar de polycys teuze lever. Als 24-jarige is ze de jongste promovendus aller tijden binnen het UMC St Radboud. Ze draagt sinds kort dus de doctorstitel, maar op de artsentitel moet ze nog even wachten. Door: Elke van Herpen Gedurende de doctoraalfase van de studie geneeskunde deed Loes haar wetenschappe lijke stage bij de afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten. Ze kende deze afdeling al door haar werkzaamheden als student-assistent. Haar promotor Prof. dr. Joost Drenth vertelt over de eerste kennismaking met Loes. “Loes deed mee aan de masterclass interne genees kunde. Door haar kritische vragen viel ze meteen op. Ik dacht ‘die moet ik hebben’.” Al snel kreeg Loes de kans om te promoveren op haar eigen onderzoeksvoorstel. Zelf had ze nooit verwacht dat onderzoek doen haar zou interesseren. “ Ik had vooraf niet gedacht dat onderzoek doen zo leuk is. Als je me aan het begin van mijn studie had verteld dat ik zou gaan promoveren, had ik je hard uitgela chen.” Dat Loes startte met promotieonderzoek betekende wel dat ze haar studie ruim twee jaar moest stilzetten. “In oktober ben ik be gonnen met het traject van de coschappen. Mijn vriendinnen zijn inmiddels allemaal bijna afgestudeerd.” Polycysteuze levers De titel van het proefschrift is ‘Analysis of multiple invasive and non-invasive therapeu tic options for polycystic livers, Call for a yiel ding single treatment strategy’. Hierin be schrijft Loes een ziektebeeld dat wordt ge kenmerkt door de aanwezigheid van talrijke cysten verspreid over het hele leverparen chym. Er zijn twee erfelijke aandoeningen die hiermee geassocieerd worden: autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD), waarbij er vooral cysten in de nieren en daar naast ook in de lever aanwezig zijn, en de geïsoleerde vorm die autosomaal dominante polycysteuze leverziekte (PCLD) wordt ge noemd. “In dit proefschrift wilde ik voorname lijk de beschikbare therapeutische opties voor polycysteuze levers beoordelen in ter men van effectiviteit en tot een behandelstra tegie komen. Daarnaast onderzocht ik een nieuwe behandelmethode, waarbij de pa tiënten worden behandeld met somatostati ne-analogen.” Deze nieuwe behandelmetho de werd getest in de LOCKCYST studie, die
grotendeels door Loes is opgezet. Het ging om een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie naar het ef fect van het somatostatine-analoog lanreoti de. Patiënten kregen zes maanden lang eens per maand een injectie van dit geneesmiddel. Deze behandeling resulteerde uiteindelijk in een vermindering van het levervolume van 2.9% en het niervolume van 1.5%. Dit lijkt een kleine afname, maar tijdens de verdediging van het proefschrift stipte de jonge promo vendus toch de relevantie van deze bevindin gen aan. “Tijdens het natuurlijk beloop in de placebogroep werd een toename van het le vervolume gezien van 1.6% en toename van het niervolume van 3.6%. Lanreotide zorgt ervoor dat de lever niet verder gaat groeien. Bovendien beoordeelde de behandelde pa tiëntengroep hun gezondheid beter dan de patiënten die een placebo kregen.” Toekomst Ondanks dat Loes haar periode van onder zoek voorlopig heeft afgesloten, is er in de toekomst nog veel meer te onderzoeken aan polycysteuze levers. “Het gaat om een relatief korte periode waarin we de behandeling met lanreotide hebben geobserveerd. In de toe komst zou er gekeken kunnen worden naar het juiste schema van toediening, en of het middel preventief, levenslang of juist inter mitterend gegeven zou moeten worden.
Bovendien zou lanreotide wellicht een aan vulling kunnen zijn op de invasievere behan delopties, zoals bijvoorbeeld chirurgie.” In aanloop naar haar promotie sprak Loes op congressen in binnen- en buitenland, zoals in Veldhoven, Boston en Åre in Zweden. Ook publiceerde zij acht artikelen in diverse gere nommeerde tijdschriften en won ze op een congres van de Nederlandse Vereniging voor Gastero-enterologie de prijs voor beste ab stract. De promotiecommissie was duidelijk onder de indruk van het enthousiasme en de ijver van Loes, die dit alles in relatief korte tijd voor elkaar kreeg. In de VOX van een aantal weken terug werd het gemak van het doen van promotieonderzoek, onder andere aan de medische faculteit, aan de kaak gesteld. Promotieonderzoeken die in korte tijd zijn vervaardigd, zouden wellicht achterblijven in kwaliteit. Het onderzoek van Loes wordt hier echter het schoolvoorbeeld van een efficiën te promotie genoemd. “Ik zeg altijd ‘Wat goed is, komt snel’”, aldus haar promotor. Het promotieonderzoek brengt wel verwach tingen voor de toekomst met zich mee. Loes is zich hiervan bewust, maar is daar op het moment niet zo mee bezig. “Ik wil me eerst richten op de afronding van mijn studie. Wat ik in de toekomst wil gaan doen is nu niet mijn eerste prioriteit.”
- pagina 19 -
Zomertijd Aan het begin van de lente, dit jaar op 28 maart, is het weer zover: de klok gaat weer een uurtje vooruit, of was het nou terug? En is het echt zo dat je bioritme verstoord wordt door slechts één zo’n uurtje ver schil? Alles wat je altijd al wilde weten over de zomertijd hebben we voor je op een rijtje gezet! Door: Anne de Grauw Het begin van de tijd Tot het begin van de 20ste eeuw had iedere plaats in Nederland zijn eigen tijd. Voor het bepalen van die tijd werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon, de zonnetijd. Omdat de zon in het oosten van ons land opkomt en in het westen weer ondergaat, werd de hoogste stand in Oost Nederland een kwartier eerder bereikt dan in het westen. De komst van de spoorwegen maakte het echter noodzakelijk dat er één tijd ging gelden in Nederland. Daarom werd in 1909 de Amster damse Tijd in gevoerd. Onder bevel van de Duitsers werd in 1940 de Amsterdamse Tijd vervangen door Midden Europese Tijd, die nu
in Nederland nog steeds gehandhaafd wordt. De zomertijd werd in Nederland voor het eerst ingevoerd tussen 1916 en 1945. Dit nadat de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog allerlei energiebesparende maatregelen had den genomen. De gedachte was dat er min der stroom nodig zou zijn doordat het ’s avonds het langer licht was. Internationaal wordt de zomertijd dan ook wel Daylight Sa ving Time (DST) genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog besloot de Nederlandse rege ring dat niet meer aan de Duitse ‘uitvinding’ hoefde te worden meegewerkt. Ten tijde van de oliecrisis in 1977 werd de zomertijd in Nederland echter geherintroduceerd in de hoop dat op deze manier energiebesparend kon worden gewerkt. Sinds 1981 gelden in Nederland de regels voor de zomertijd zoals die zijn opgesteld door de Europese Unie: de zomertijd begint op de laatste zondag van maart, als de klok om 01.00 UTC (Nederlandse tijd: 02.00 uur) een uur vooruit wordt gezet, en eindigt op de laatste zondag van oktober, als de klok om 01.00 UTC (Nederland: 03.00 uur zomertijd) een uur terug wordt gezet naar de ‘normale’ tijd (de wintertijd). Doordat het tijdstip van overgang gekoppeld is aan 01.00 UTC wordt in alle Europese tijdzones (west,
- pagina 20 -
midden en oost) de klok op hetzelfde mo ment verzet. De vroegste begindatum is vol gens deze regel 25 maart (zoals in 2007), de vroegste einddatum 25 oktober (zoals in 2009). De Europese Commissie zal in de nabije toekomst beslissen of deze regeling zo blijft bestaan. Het energiebesparend effect van de zomertijd is tegenwoordig namelijk sterk omstreden. Er gaan dan ook stemmen op om de zomertijd af te schaffen. Het heeft immers nogal wat om handen. Twee keer per jaar moeten allerlei apparaten en instellingen veranderd worden. Zo moet bijvoorbeeld in de tuinbouw de regelapparatuur voor de besproeiing van planten in de zomer worden bijgesteld om de klimaatstrategie voor de plant niet te veranderen. Daarnaast wordt o. a. door zakenreizigers geklaagd over de grote tijdsverschillen die wereldwijd ontstaan. Ge durende de zomertijd loopt de Europese klok namelijk twee uur voor op de zonneklok en ontstaan dus wereldwijd nog grotere ver schillen tussen de verschillende tijdzones. Hiermee gepaard gaat vaak het argument van het verstoorde bioritme. Door het verzetten van de klok zou het biologische slaap-waakritme van vele mensen van slag zijn bij de invoering van de zomertijd. Mensen zouden vermoeider en minder alert zijn en met name kinderen zouden sterke gevolgen ondervin den. Wat is nu waar van deze gedachte? De biologische tijd De chronobiologie houdt zich bezig met het onderzoek van de biologische ritmen. Men onderscheidt drie typen ritmen. De ultradia ne ritmen duren korter dan een dag. Hiertoe worden onder meer de impulsen van zenuw cellen en de hartslag gerekend. Circadiane ritmen duren circa dies, dus ongeveer een dag. O.a. slaap/waak en de lichaamstempera tuur behoren hiertoe. Tot slot de infradiane ritmen, die langer dan een dag duren. Het bekendst is de menstruatiecyclus, maar ook de winterslaap van dieren wordt hiertoe ge rekend. De dagen van alle organismen worden ge structureerd door een samenspel van solaire en biologische cycli. De introductie van tech nische klokken heeft nog een derde dimensie aan de cycli toegevoegd: de zogenoemde sociale tijd. Solaire cycli komen tot stand door het draaien van de aarde. Dagelijkse biologi sche cycli zijn het product van een endogene circadiane klok. De verandering tussen licht en donker produceert een hele hoop signalen (licht, temperatuur etc.) die kunnen optreden als opdrachtgevers (zeitgebers) van het en dogene tijdsysteem. In zoogdieren bevindt zich een soort pacemaker boven het chiasma opticsus. Hier wordt een bij benadering 24 uurs circadiaan ritme gereguleerd. Het licht wordt opgevangen door staafjes, keg eltjes en het recent ontdekte melanopsine in de retina. Van hieruit wordt het via collatera len van de nervus opticus naar de SCN (supra
chiasmatische nucleus) gestuurd. De SCN zorgt voor een ritmische output waarbij een bij benadering 24-uurs cyclus ontstaat. Deze cyclus wordt in stand gehouden door input van buitenaf, de zeitgebers. De belangrijkste zeitgeber voor mensen is licht, maar ook andere zaken zoals een regel matige etenstijd kunnen als zeitgeber optre den. Als het schema immers al te strak zou zijn zou er geen mogelijkheid zijn om ’s nachts op te blijven of overdag te slapen. Zoals met alle menselijke eigenschappen verschilt het bio logische circadiane ritme onderling op basis van verschillende genotypes. Mensen wor den op basis hiervan ingedeeld als hebbende verschillende chronotypes. Onderzoekers van verschillende Europese onderzoekscen tra stelden het zogenaamde Munich Chrono Type questionnaire (MCTQ) op om mensen in te kunnen delen in de verschillende chrono
types en zo gestandadiseerd onderzoek te kunnen doen. Uit hun onderzoek blijkt dat onder andere de duur van de slaap afhankelijk is van het type chronotype waartoe men be hoort. Daarnaast bleken ook leeftijd en ge slacht een rol te spelen. Tijd van slag Maar is het nu zo dat de biologische klok ook daadwerkelijk van slag raakt door het verzet ten van de klok naar de zomertijd? Tegenstan ders claimen immers dat het verzetten van de klok naast een hoop verslapingen en vergis singen leidt tot minder alertheid in het ver keer en meer ongelukken op de maandag ochtend. Onderzoekster Marianne Gordijn uit Groningen denkt dat mensen zich in principe redelijk goed aan de ‘nieuwe tijd’ kunnen aanpassen. Het circadiane wordt binnen en kele dagen weer gelijk gezet met de veran derde licht/donker cyclus. Wel zijn er bepaal de ‘risicogroepen’ die meer last hebben van het verzetten van de klok. Dit zijn vooral ou deren en kleine kinderen. Deze groep mensen leeft immers minder volgens de tijd die de technische klok aangeeft, maar veel meer aan de hand van wat hun innerlijke circadiane ritme aangeeft. Gordijn ziet echter wel moge lijkheden om de hinder die het verzetten van de klok oplevert voor individuen te beperken. Nu is het zo dat de zomertijd op zaterdag nacht ingaat. Dit is waarschijnlijk praktisch voor het bedrijfsleven, maar op zaterdag avond gaan de meeste mensen niet eerder naar bed omdat ze de volgende ochtend toch uit kunnen slapen. Hierdoor breekt het slaap
tekort pas op maandag op en zijn mensen dus bijvoorbeeld minder alert tijdens het autorij den. Voor een goede evaluatie van kennis is echter meer informatie nodig. De RUG is daarom een samenwerkingsverband aange gaan met 34 andere chronolaboratoria uit 11 verschillende Europese landen. Met de ont wikkeling van het EUCLOCK informatie sys teem (EUCLIS) in 2007 hopen ze de komende 5 jaar voldoende kennis te vergaren om een uitspraak te kunnen doen over de effecten van o.a. de zomertijd op de biologische klok. Wordt vervolgd dus! Wist je dat? In het Engels bestaat er een handig gezegde om te onthouden of de klok nu voor of ach teruit moet worden gezet. Onthoud vanaf nu ‘Spring forward, fall back’, en je bent voor
eeuwig verlost van die eindeloze discussies op verjaardagen!
Literatuur: 1. Batista RT, Ramirez DB (2007) EUCLIS—an information system for circadian systems bi ology; IET Syst Biol; 1(5): 266-73 2. Roenneberg T, Kuehnle T et al. (2007) Epi demiology of the human circadian clock; Sleep medicine Reviews; 11: 429-438 3. Beersma DGM, Gordijn M (2007) Circadian Control of the sleep-wake cycle; Physiology & Behavior; 90: 190-195 4. www.knmi.nl 5. www.lifescienceproducties.nl/artikelen/ debiologischeklok.pdf www.kennislink.nl/ publicaties/biologische-klok-van-slag-doorzomertijd
Beroemdheden in het rooster van de medisch student In navolging van Charcot ook deze editie een Franse arts wiens naam te vinden is in ons rooster. Een naam die, in tegenstelling tot Charcot, wel bij velen van jullie bekend zal zijn. Deze keer belichten we de naam Raynaud. Door: Sandra van Aarle Maurice Raynaud werd geboren in 1834 in Frank rijk als de zoon van een hoogleraar. Hij studeerde aan de universiteit van Parijs. In 1862 behaalde Maurice Raynaud, met de hulp van zijn oom die een bekend arts was in Parijs, zijn medische graad. In datzelfde jaar ontdek te hij de ziekte van Raynaud, de ziekte waar mee zijn naam vereeuwigd zou worden in de medische geschiedenis. De ziekte van Raynaud is een vasospastische aandoening in reactie op koude of emotione le stress. Meer specifiek is het een hyperacti vatie van het sympathisch zenuwstelsel, re
sulterend in extreme vasoconstrictie van de perifere bloedvaten. Bij primaire Raynaud is geen sprake van een onderliggende ziekte, secundaire Raynaud kan ontstaan bij onder andere sclerodermie of systemische lupus erythematosus (SLE). Er wordt verondersteld dat erfelijke factoren een rol spelen bij het ontstaan van deze aandoening. Klinisch is de ziekte van Raynaud herkenbaar aan scherp begrensde kleurveranderingen van de huid aan de vingers en soms de tenen. Minder bekend is dat het ook kan optreden aan neus, oren, knieën en tepels. Deze kleur veranderingen treden plots op en beginnen meestal in één vinger om zich vervolgens te verspreiden naar de andere vingers en hand. Gewoonlijk duurt een aanval zo’n 20 minuten mits de handen meteen verwarmd worden. Naast kleurverandering ontstaan er sympto men die wijzen op een verminderde door bloeding of ischemie van de weefsel. Hieron der vallen tintelingen, gevoelloosheid en pijn in de vingers. Bij een ongecompliceerde aanval zijn deze symptomen volledig reversi bel. Bij chronische en vaak recidiverende aanvallen worden de nagels platter met lon gitudinale groeven en kan atrofie van de huid,
bindweefsels en spieren ontstaan. In extreme gevallen, bij secundaire Raynaud, kan necro se van de vingertoppen ontstaan. Maurice Raynaud was een goede onderzoe ker en leraar maar zou nooit zijn verlangen vervullen om een medische positie te bekle den in een van de ziekenhuizen in Parijs. Hij bekleedde diverse andere functies in zieken huizen en aan de universiteit van Parijs waar hij doceerde en een gerespecteerd man was. Daarnaast schreef hij verschillende weten schappelijke boeken over zijn onderzoek. Een daarvan, 'Sur la salive d’un efant mort de la rage', was het resultaat van een onderzoek uitgevoerd samen met de eveneens beroem de Louis Pasteur. Maurice Raynaud leed aan hartfalen en over leed in 1881. Literatuur: 1. www.uptodate.com 2. www.wikipedia.nl 3. www.whonamedit.com
- pagina 21 -
Festivalagenda 2010 April Paaspop Schijndel: 3-4 april Motel Mozaique: 8-11 april Roadburn: 15-18 april Groezrock: 23-24 april Haagse Koninginnenach: 29 april Mei Bevrijdingsfestivals: 5 mei Moulin Blues: 7-8 mei Dauwpop: 13 mei Festival aan de Werf: 20-29 mei Urban Explorers: 21-22 mei Music Meeting: 22-24 mei Ribs & Blues: 23-24 mei Pinkpop: 28-30 mei Dunya: 30 mei Juni Holland Festival: 1-27 juni Rock Am Ring: 4-6 juni Oerol: 11-20 juni Indian Summer: 19 juni Mundial: 19-20 juni Graspop: 25-27 juni Parkpop: 27 juni Awakenings festival: 26 juni Juli Roskilde: 1-4 juli Rock Werchter: 1-4 juli North Sea Jazz: 9-11 juli Exit: 9-12 juli Dijkpop: 9-10 juli Cactus Festival: 9-12 juli Bospop: 10 juli Dour: 15-18 juli Zwarte Cross: 16-18 juli Extrema Outdoor: 17 juli Lokerse Feesten: 30 juli - 8 augustus Augustus Wacken: 5-7 augustus Dranouter: 6-8 augustus Sziget: 9-16 augustus Huntenpop: 13-14 augustus Pinkpop Classic: 14 augustus Summer Darkness: 14-15 augustus Pukkelpop: 19-21 augustus Lowlands: 20-22 augustus Mystery Land: 28 augustus DeBeschaving: 28 augustus September Appelpop: 10-11 september Incubate: 12-19 september Amsterdam Roots: 16-20 september
- pagina 22 -
Party time! Het is weer bijna Pasen, wanneer traditio neel het festivalseizoen geopend wordt met het pittoreske Schijndelse Paaspop. Inmiddels omvat het festivalseizoen tien tallen festivals, van klein, tot groter, tot grootst. Door: Sarah Sloot Nu de sneeuw eindelijk weg lijkt te zijn, de dagen weer toenemen en de lente voor de deur staat, is het niet moeilijk meer om je voor te stellen hoe je midden in de zomer op het grasveld voor je tentje zit of meedeint met de duizenden andere bezoekers van je festival. Het festivalseizoen vindt ieder jaar plaats tussen april en september, hoewel de voor pret natuurlijk veel vroeger in het jaar begint. Het grootste openlucht muziekfestival ter wereld, Glastonbury in Engeland, met meer dan 700 meter aan urinalen, was zelfs in okto ber 2009 al uitverkocht. Een stuk dichter bij huis zijn de eerste namen voor zowel Low lands als Pinkpop alweer lang en breed be kend. Een paar wetenswaardigheden over drie grote festivals in Nederland: Pinkpop, Lowlands en onze eigen Vierdaagse.
Pinkpop by numbers Pinkpop is het langstlopende, ononderbro ken jaarlijkse popfestival in Europa. Het ver diende daarvoor zelfs een vermelding in het Guiness Book of Records. De echte Pinkpop fan herken je te allen tijde aan zijn frivole roze hoedje. Tijdens de festivaldagen gaan de hoedjes als zoete broodjes over de toonbank. Pinkpop bestaat sinds 1970 onder die naam, maar een jaartje eerder werd op dezelfde lo katie al een festival gehouden onder de naam Pinknick; een samentrekking van Pinksteren en picknick. Toen namen de bezoekers nog hun eigen eten mee. Door de jaren heen heeft Pinkpop flinke up dates ondergaan. Het aantal bezoekers, dat begon met een bescheiden 10.000 mensen, is verzesvoudigd. Om dat te kunnen bewerk stelligen, moest het festival een paar keer verhuizen, tot het zich in 1988 in Landgraaf vestigde. Daar wordt Pinkpop nu nog steeds gehouden. Het festival breidde zich geleide lijk uit van een enkele dag, op de Pinkster maandag, naar drie dagen. Inmiddels is Pinkpop zo bekend dat het festi val niet meer altijd vasthoudt aan de Pinkster dagen waaraan het zijn naam ontleent; in
2008 werd het festival voor het eerst verscho ven omdat Pinksteren te vroeg in het jaar viel. In het jubileumjaar 2009, toen Pinkpop 40 jaar bestond, keerde het festival voor even terug naar het weekend van Pinksteren, maar ook dit jaar vindt de exodus naar Landgraaf pas na de feestdagen plaats. De Pinkpop-huisband (Faithless, met vijf op tredens tot nog toe) komt dit jaar niet langs, maar met onder andere Rammstein, Kasabian en John Mayer in de line-up wordt Pinkpop 2010 ongetwijfeld weer een feestje.
Lowlands Lowlands is in de zeventien jaar dat het be staat uitgegroeid tot een van de populairste festivals van Nederland, met jaarlijks 55.000 bezoekers. Voluit heet het A Campingflight to Lowlands Paradise, een knipoog naar de naam van haar voorloper. A Flight to Low lands Paradise was een klein muziekfestival dat al in 1967 gehouden werd. Bezoekers mochten destijds naar binnen voor het lutte le bedrag van tien gulden. Doordat de beloof de subsidie in 1967 uitbleef en de organisatie van de tweede editie een jaar later zwaar te wensen over liet, was het festival geen lang leven beschoren. Toen Lowlands meer dan twintig jaar later nieuw leven ingeblazen werd, was het vooral bedoeld als tegenhanger van Pinkpop, met een alternatiever aanbod. Het onderscheidt zich nu van de meeste muziekfestivals door het brede aanbod, met onder andere litera tuur, theater, film en cabaret. De Nijmeegse Wandelvierdaagse Voor onze eigen barre wandeltocht hoef je een stuk minder ver te reizen. Bovendien bestaat de Vierdaagse al langer dan Lowlands en Pinkpop bij elkaar; het wandelgedeelte, althans. Pas in 1969 kwam iemand op het lu mineuze idee om Vierdaagsefeesten te gaan houden voor alle toeschouwers. Inmiddels zijn de Vierdaagsefeesten onlosmakelijk ver bonden met het wandelevenement zelf. Nijmegen stroomt dit jaar voor de 94e keer vol met fanatieke wandelaars, allen met de hoop om na vier dagen over de Via Gladiola naar eeuwige roem te wandelen. De Via Gla diola dankt haar naam natuurlijk aan de gla diool (Lat. gladius, zwaard), die door haar zwaardvormig uiterlijk symbool staat voor roem en overwinning. De weg naar de Via Gladiola is echter lang en slingert zich via de dag van Elst, de dag van Wijchen en de dag
van Groesbeek naar de dag van Cuijk. Een extra uitdaging biedt de start. De eerste wandelaars beginnen dagelijks om vier uur ’s ochtends fluitend aan de route. De Vierdaagse mag dan vorig jaar verkozen zijn tot het grootste publieksevenement in Nederland, de populariteit viel in het begin flink tegen. Aan de eerste Vierdaagse deden iets meer dan driehonderd wandelaars mee. Tien daarvan waren dappere burgers, de rest van de deelnemers bestond uit militairen. Inmiddels zijn er per jaar 40.000 startplaatsen en 45.000 inschrijvingen beschikbaar; de or ganisatie houdt er dus al rekening mee dat een deel van de helden in spé niet aan de start verschijnt. Als er teveel inschrijvingen zijn, wordt er geloot om deelname. Het felbegeerde Vierdaagsekruisje is een offi ciële Koninklijke onderscheiding. Militairen mogen het kruisje op hun uniform dragen. Ook na eenmalig de Vierdaagse te hebben gelopen blijft er nog voldoende uitdaging over; het Vierdaagsekruisje is er in brons, zil ver en goud, al dan niet voorzien van cijfers en lauwerkransen, om aan te geven hoe vaak de wandelmars al is volbracht. Het zal nog wel even duren voor je het record aantal deelna mes hebt geëvenaard; Annie Berkhout, hui dig recordhoudster, deed 66 keer mee. De Vierdaagse biedt overigens voor iedereen wat wils; probeer daarom in plaats van de Vierdaagsefeesten ook eens de Vierdaag semis, de zondag voor de wandeling, of overweeg een bezoekje te brengen aan de roze woensdag. Meewandelen kan ook nog:
de inschrijvingen zijn alweer een tijdje open. Al met al is er aan ontspanning dus geen ge brek in de lente en zomer. Vergeet niet om tussen de bedrijven door zo nu en dan het ziekenhuis aan te doen.
Literatuur 1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Pinkpop 2. www.festivalinfo.nl 3. www.pinkpop.nl 4. http://nl.wikipedia.org/wiki/Lowlands 5. http://www.4daagse.nl/ 6. http://nl.wikipedia.org/wiki/Nijmeegse _Vierdaagse 7. http://www.glastonburyfestivals.co.uk/ information/
Het Vierdaagselied Grote kans dat het volledig langs je heen is gegaan, maar Nijmegen heeft een offici eel Vierdaagselied. Leer dus onderstaande tekst uit je hoofd en zing uit volle borst mee langs de Via Gladiola! Natuur gaf ons een motor mee van ’t allerbeste merk. Gaf ons een hart en longenpaar gezond, gaaf, goed en sterk. En een paar flinke benen een groot geluk op aard’. Wie die niet leert gebruiken is niet zo’n motor waard. Wij lopen de Vierdaagse mee vol levenslust en moed. Als goede lopers blijven wij altijd op goede voet. Want wij zijn één voor allen en allen zijn wij éen. Zo willen wij door Neêrland en door het leven heen. Zo willen wij door Neêrland en door het leven heen.
Casus: antwoorden Casus staat op pagina 11. 1. Met name aan een infectie met het RS-virus. De piekincidentie van RS ligt tussen november en maart. Naast andere virale verwekkers behoort een bacteriele luchtweginfectie eveneens tot de mogelijkheden. 2. Tussen de 5-12 jaar ligt de ademfrequentie normaal gesproken tussen 20-25/min. Een snel trucje om de normale ademfrequentie van kinderen te schatten is de leeftijd af te halen van 30. 3. Een pneumonie is het meest waarschijnlijk. 4. Er is geen enkel symptoom pathognomisch voor pneumonie; alle verschijnselen zijn aspecifiek. 5. De meest voorkomende verwekkers zijn H. Influenzae, S. Pneumoniae en M. Pneumoniae. 6. Oraal amoxicilline is de therapie van eerste keuze bij minder ernstige infecties, 30 mg/kg in drie doses gedurende zeven dagen. 7. Ja, wanneer iemand opgenomen is op een gewone afdeling moet je rekening houden met andere verwekkers, zoals Enterobacteriaceae en Staphylococcus aureus, en daar je behandeling op afstemmen. Literatuur 1. UpToDate, "Clinical features and diagnosis of community-acquired pneumonia in children" 2. www.fk.cvz.nl 3. NHG-Standaard "Acuut hoesten" 4. www.nvalt.nl
- pagina 23 -
Recensie: Gabriel Weston - 'Chirurg in opleiding' De immense populariteit van Anne Her mans' 'De co-assistent' uit 2007 laat wel zien dat de aantrekkingskracht van de me dische wereld niet ophoudt bij ziekenhuis series als ‘ER’ en ‘Grey’s Anatomy’. 'Chirurg in opleiding' haakt daar handig op in. Door: Sarah Sloot In het boek vertelt Gabriel Weston over - hoe kan het ook anders - haar opleiding tot chi rurg. Ze doet dat in korte thematische hoofd stukken, waarin ze vertelt hoe ze in haar op leiding is omgegaan met bloed en dood. Door het hele boek vertelt ze over de moeilijkhe den die ze tegenkomt als vrouw in een man nenwereld. Daarbij schuwt ze niet de hand in eigen boezem te steken en toe te geven dat ze casussen soms anders heeft aangepakt dan ze nu zou doen. Gabriel Weston legt de chirurgenwereld waarin ze werkt met vlotte pennenstreken bloot. Ze stoot de chirurg van zijn voetstuk, en laat zien wat alle co-assistenten al lang
weten: dat artsen ook maar mensen zijn, met hun eigen angsten en ego’s. De schrijfster van het boek, Gabriel Weston, is inmiddels 39 jaar oud en heeft twee kinderen. Ze koos voor een opleiding chirurgie vanwe ge het drama, het machismo, en de angst die het opereren met zich meebrengt. ‘Ik denk dat chirurgie zelf selecteert’, zegt ze daarover. ‘Sommige mensen haten het. Ik hou ervan.’ Bij de geboorte van haar tweede kind in 2007 kiest ze ervoor part-time te gaan werken als KNO-chirurg, omdat haar gezinsleven toch te lastig te combineren blijkt met een fulltime aanstelling als algemeen chirurg. Een stap terug. 'Chirurg in opleiding' bevat zo voor iedereen wat wils, maar verhaaltechnisch laat het boek nogal te wensen over. Er zit geen verhaal of rode lijn in het boek, het is een bij elkaar ge raapt zootje anekdotes. Daarbij is het boek voor een co-assistent niet zo vernieuwend om te lezen als voor een leek; voor leken is het boeiend een kijkje te krijgen in de keuken van het ziekenhuis, co-assistenten maken dat zelf al dagelijks mee. Misschien dus aardig om
eens door te lezen, ‘Chirurg in opleiding’, maar daar blijft het bij.
Happen voor tijdens de co-schappen Door: Sarah Sloot Peters prima pastasalade Je organiseert een feestje, krijgt het menu voor de volgende vergadering toebedeeld of je wilt gewoon eens lekker koken voor vrienden. Je vraagt of er misschien nog wensen zijn ten aanzien van het eten en de ellende begint. Geen vis. Vegetarisch, maar nog wel vis. Geen paprika. Geen ui. Geen zout. Geen zuivel. Je overweegt om gewoon friet te halen, maar besluit om toch iets simpels in elkaar te knutselen. Gefeliciteerd, je zorgen zijn voorbij! Deze pastasalade is gemakkelijk aan te passen en nog snel ook. Ideaal voor feestjes! Ingrediënten Stevige pasta, zoals penne, 75-100 g pp Pijnboompitten Rode paprika Tomaat Champignons Magere spekreepjes Gerookte kip Tonijn uit blik Mozzarella Rucola Pesto Olijfolie Zout Peper Recept 1. Kook de pasta al dente. 2. Bak ondertussen in twee verschillende pannetjes de magere spekreepjes en de in stukjes gesneden champignons. 3. Snijd de tomaat, paprika, gerookte kip en mozzarella in kleine blokjes. 4. Doe alle ingrediënten in kleine bakjes. 5. Giet de pasta af. Roer er een scheut olijfolie, pesto, peper en zout doorheen. 6. Geef iedereen een bord en laat ze zelf opscheppen.
- pagina 24 -
Wist je dat... • Het hele proces om één ei te produceren 24 tot 26 uren duurt? Een kip legt niet elke dag een ei, ze heeft soms ook een legpauze. Het maken van de kalkschaal kost verreweg de meeste tijd • De eieren van een uil rond zijn? • Kuikens een speciale tand hebben om van binnenuit de eierschaal stuk te maken? De eitand valt kort na het uitkomen af. • De schaal van een ei uitzonderlijk stevig is? Een gewoon kippenei kan een gewicht tot 4 kg verdragen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het een kuiken dagen of zelfs weken kost om ze te breken. De ei schaal van een struisvogel is bijna 2 mm dik en kan makkelijk het gewicht van een volwassen persoon dragen. • De kiwi van alle vo gels naar verhouding het grootste ei legt? Het wijfje weegt amper 1,7 kg maar legt wel een ei van 450 g. • Het allerkleinste ei van de kolibrie komt? Het weegt een halve gram. • Een eierdooier geler zal worden als je de kip ook geel voedsel geeft zoals maïs of wortelen? • Windeieren echt bestaan? Windeieren zijn eieren zonder schaal; jonge hennen leggen ze wel eens. Wanneer je een ei twee dagen in een kop azijn legt, bereik je het zelfde effect. • Het zwaarste Paasei in 1992 werd ge maakt? De buitenkant was van chocolade. Het ei was maar liefst 7 meter hoog en woog 4760 kilo. Bron: www.grasspriet.be
Hoe vers is je ei?
Het perfecte ei
Er gaan met Pasen natuurlijk weer heel wat eieren doorheen. Maar hoe weet je nu of je familie echt het beste met je voorheeft en je lekker verse eieren voorschotelt, of je opzadelt met afdan kertjes van een paar weken oud? Als je je ei breekt in de pan... - heeft een vers ei een stevige, bolle dooier waaromheen stevig eiwit zit. - heeft een ei van 1 à 2 weken oud een iets vlakkere dooier en het eiwit begint aan de randen dunner te worden en uit te vloeien. - hoe ouder het ei wordt, hoe platter de dooier en hoe wateriger het eiwit. Als je je rauwe ei zachtjes heen en weer schudt naast je oor... - hoor je bij een vers ei helemaal niks. - hoor je de inhoud bewegen bij een oud ei. Als je je ei in een liter water met veertig gram keukenzout doet... - zakt een ei van 1 à 2 dagen languit naar de bodem. - gaat een ei van drie weken oud op de punt staan. - gaat een ei van ongeveer 6 weken oud “hangen”. - kun je het ei maar beter niet meer eten als het blijft drijven.
Misschien ga je helemaal geen eieren eten bij je familie, maar komt je familie eieren eten bij jou. Hoe zat het dan ook alweer met de kooktijd van het ei? En wat moet je nog meer doen voor het perfecte ei? -
En als je wilt testen of je niet stiekem een rauw ei voorgezet krijgt... - Laat je het ei rondtollen. Een gekookt ei tolt netjes om zijn as, een rauw ei wiebelt.
Een zacht ei moet 3 tot 4 minuten koken, een hard ei 8 tot 10. - Op grote hoogte, zoals in je luxe va kantiehuisje op de top van een berg, is dat een paar minuten langer. - Prik de dikke kant van het ei in voor het koken, dan is de kans kleiner dat de schaal barst. - Laat eieren na het koken ‘schrikken’ met koud water. Het kookproces wordt zo gestopt en de eieren zijn een stuk gemak kelijker te pellen. - Als de buitenkant van de dooier groen uitgeslagen is, heeft je ei te lang gekookt. Weet je dat weer voor de volgen de keer. - Je kunt je eitje niet alleen koken, maar ook bakken of pocheren. Bovendien kun je er een roerei of omelet mee maken. - Probeer niet slim te zijn door je ei in de magnetron klaar te maken. De stoom in het ei bouwt zich dan zo snel op dat het explodeert. - Verse eieren zijn lastig te pellen; met eieren van een week oud gaat dat al een stuk gemakkelijker.
- pagina 25 -
Co van de Maand: Femke Brants Jaarlijks vindt in de lente de Batavierenra ce plaats. Bij ieder waarschijnlijk wel be kend: een studenten-estafetteloop van Nijmegen naar Enschede. Met als afsluiter een groot feest op de campus in Enschede. Femke Brants heeft vóór haar coschappen twee jaar in dit bestuur gezeten. Door: Nina van de Steeg Hoe ben je in de organisatie van de Bata vierenrace gekomen? Ik heb zelf een jaar meegelopen. Toen ik moest bedenken wat ik in de wachttijd tussen mijn blokken en mijn coschappen ging doen, leek het mij leuk om dan een bestuur te doen. Ik ben navraag gaan doen over de Batavieren race bij mijn voormalig mentorpapa, die op dat moment in het bestuur van de Batavieren race zat. Voor en tijdens de race heb ik toen veel meegeholpen. Dit was leuk en daarna heb ik besloten om te gaan solliciteren voor de functie Wedstrijd, Route & Veiligheid. Wat was je functie binnen het bestuur? We zitten met zijn tienen in het bestuur: vijf in Enschede en vijf in Nijmegen. In iedere stad zijn er twee fulltime functies (die worden gevuld door een voormalig parttimer) en drie parttime functies. Ik ben één jaar parttimer en één jaar fulltimer Wedstrijd, Route en Veilig heid geweest. Ik ben dus vooral met de in houd van de race bezig geweest. Daarnaast was ik in mijn fulltime jaar secretaris van de Batavierenrace. Het is lastig om voor te stellen dat je een jaar bezig kan zijn met een evenement van drie dagen. Wat moet je allemaal regelen? In mijn eerste jaar ben ik vooral bezig geweest om kennis te maken met alle commissies van de Batavierenrace als wedstrijdleiding, wed strijdsecretariaat, radioverbindingsdienst, etc. Met deze tachtig mensen heb je door het jaar heen heel veel contact. Daarnaast heb ik toen het wagenpark geregeld, dit zijn dertig auto’s en busjes voor alle medewerkersgroepen. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor de Universiteitscompetitie. Hiervoor heb ik con tact gehad met alle universitaire sportraden die een eigen team regelen uit hun stad. In het tweede jaar had ik ook het contact met alle ploegleiders, om hen te informeren over wat er anders was dan normaal en te zorgen dat nieuwe ploegleiders ook van alles op de hoogte waren. En voordat zo’n ploeg zich kan inschrijven moet er ook een inschrijfregle ment en een wedstrijdreglement worden aangepast. Daarnaast ben je samen met de rest van het bestuur druk bezig om zeshon derd vrijwilligers te vinden. Zo zijn er elk jaar enkele artsen, startsprekers, en motorrijders nodig. Zij moeten op die dag weten wat ze moeten doen, dus moeten er draaiboeken worden geschreven en instructies worden gegeven. Veel voorbereiding voor één
- pagina 26 -
weekend, maar het is zeker de moeite waard. Hoe heb je het gecombineerd met je studie? Ik ben in mijn vierde studiejaar begonnen met de Batavierenrace. Toen moest ik nog drie blokken volgens het normale curriculum volgen, een blok inhalen en nog een keuzevak doen. Ondertussen ben ik al parttime bezig geweest met de Batavierenrace. Naast mijn studie moest ik doordeweeks nog redelijk wat uren maken op het Bata-kantoor en ik moest mijn laatste vakken ook halen. In januari was ik klaar met mijn vakken, dus toen kon ik mij fulltime op de Batavierenrace gaan richten. Vanaf dat moment ben ik dan ook anderhalf jaar fulltime met de Batavierenrace bezig geweest en heb ik alleen nog wat voortgangs toetsen tussendoor proberen te halen, met weinig resultaat, aangezien ik totaal niet meer met medische zaken bezig was. Wat heb je geleerd van twee jaren Batabestuur? Heel veel, zoals samenwerken met veel ver schillende mensen, delegeren van werk, plannen en notuleren. Ik heb mijn zwakke en mijn sterke punten leren kennen, waar ik nu mijn voordeel uit kan halen. Wat was het moeilijkste wat je als be stuurslid hebt moeten doen? Het moeilijkste vond ik om vanuit het bestuur bij de commissies aan te geven hoe wij het wilden. De meeste commissieleden zijn oud- bestuursleden van de Batavierenrace en sommige lopen al tien jaar bij de Batavieren race rond. En dan moest ik, als de nieuwste van de groep, gaan vertellen hoe wij het alle maal wilden zien. Je laat je dan makkelijk af schrikken door al die ervaren mensen waar mee je om de tafel zit. Maar als je eenmaal doorhebt dat je het als bestuur toch echt voor het zeggen hebt en dat ook duidelijk aan geeft, dan hebben zij toch ook respect voor dat je telkens weer met nieuwe ideeën komt. Hebben jullie als bestuur nieuwe zaken in de Batavierenrace ingevoerd? Jazeker, voornamelijk veel dingen waar je als loper misschien weinig van merkt. We heb ben afgelopen jaar veel etappes aangepast, zodat de race weer voor een deel kon worden ingekort, aangezien deze stiekem elk jaar langer werd. Daarnaast moeten ook regelma tig etappes worden verlegd, omdat er weg werkzaamheden zijn of af en toe omdat een gemeente dan geen vergunning meer daar voor wil geven, in verband met rotzooi die de jaren ervoor is veroorzaakt of door geluids overlast. Heb je zelf ooit een keer meegelopen? In mijn tweede jaar van mijn studie ben ik een week voor de Batavierenrace benaderd door een vriendin met de vraag of ik nog mee wilde lopen, want een Enschedees team zocht nog
vrouwen. De sfeer rondom die hele race vond ik echt geweldig. Na afloop was natuurlijk ook het feest wat een grote indruk op mij heeft achtergelaten. Is de Batavierenrace altijd in de lente gelopen? Ja, dat is altijd het laatste weekend van april geweest, tenzij het dan Koninginnedag was. De Batavierenrace is in 1973 voor het eerst gelopen, toen liep de route nog van Nijmegen naar Rotterdam. De Batavieren hadden deze route namelijk ook in 50 voor Christus afge legd. Door de infrastructuur van tegenwoor dig was dit toch niet de handigste weg om met honderden studenten te lopen, dus is besloten om de race het jaar erop van Nijme gen door de Achterhoek naar Enschede te laten lopen. De route is bijna hetzelfde geble ven sinds 1974. Wat vind je het mooiste van de afgelopen twee jaar? Het is leuk om samen te werken met verschil lende studenten uit twee steden. Je doet ook leuke dingen met je bestuur, zoals een be leidsweekend, een weekend in Londen, met een estafetteloop meelopen en helpen bij andere hardloopevenementen. De race zelf meemaken is natuurlijk het mooiste. Als je in de nacht al die lopers ziet met die lichtgeven de hesjes, of als je ziet dat alle medewerkers doen wat je voor hen hebt uitgedacht en dat alles dan ook soepel verloopt. Op de vrijdag van de race hoef je niet meer veel te doen, want alle medewerkers nemen alles van je over. Het is wel vreemd om dan alles los te laten. En het mooiste van alles is als je op za terdagmiddag met het hele bestuur samen komt in het midden van de sintelbaan en er is dan zo’n mooie, spannende finish als afge lopen jaar. Toen liepen drie mannen bijna de hele etappe samen op kop en kwamen zij samen de sintelbaan kwamen oprennen, waarna er eentje tussenuit glipte en net voor de andere twee de finish passeerde.
Nu en straks.
Met VvAA haal je meer uit je studie, je werk en de rest van je leven: nu en straks. VvAA is namelijk dé dienstverlener voor de (para)medisch student. Bij VvAA kun je als student niet alleen terecht voor bijvoorbeeld een aantrekkelijke handenverzekering. We helpen je ook bij je verdere ontwikkeling met verschillende workshops en lezingen. Tenminste, als je lid bent van VvAA. En laat dat voor studenten - tot je dertigste - nu eens gratis zijn. Kijk op vvaa.nl/studeren.
Met VvAA haal je meer uit je studentenleven.
490-01-035 Adv_Bier-Infuus_210x297.indd 1
03-08-2009 17:27:18
- pagina 27 -
De volgende coassistenten hebben hun artsenbul ontvangen:
Indien onbestelbaar retour: Stichting Status Co, Geert Grooteplein-Noord 15, Kamer 3.06, 6525 EZ Nijmegen
Geslaagden december 2009
Geslaagden januari 2010
Geslaagden februari 2010
Mw. M. Auzin Mw. S.H. Brouwers Mw. C.J.R. de Bruin Dhr. A.G. Buenen Mw. T.J.M. van de Burgt Mw. M.J.M. van Deelen Mw. J.M. Elferink Dhr. W.M.H. Geurts van Kessel Mw. G.M. Haliullina Mw. D. van Harlingen Mw. C.A.M. van Herpen Dhr. D.R.M. Jansen Mw. M.E. Kool Mw. A.C. Mol Mw. S. Mostafa Mw. E. Poelen Mw. R.S. van der Post Dhr. K. Qaderdan Mw. M. Roelofs Dhr. W.J.M. Schellekens Mw. M.M.W.P Schrauwen Mw. A.M.J. Schults Mw. C.I. Schut Mw. C.A. Timmer Mw. J.P.M van der Valk Mw. E.J.J. Verver Mw. S.I.T. Wagemakers Mw. M.A. Weber
Mw. L.A.M. Aarts Mw. P.F.E. van Benthum Mw. L.M.A. van den Berg Mw. D.E. Besselink Dhr. P. Bisseling Mw. M. Bod Mw. J.L. Bonnes Mw. Y.C.A Bosch Mw. L.M. van den Broek Mw. I.H.G. Bronkhorst Mw. E.F. Bulte Dhr. C. van Dijken Dhr. B.W. Driesen Mw. S. Duhne Dhr. D.F. Eijkenboom Dhr. P.H.C. van Erp Mw. W.L.J. Gerrits Mw. M. Gieben Mw. N.A.H. de Gier Dhr. A. Heijne Mw. N. van Herwaarden Mw. J.M. Hillen Mw. R. d’Hont Dhr. B. Kerssemeijer Mw. M.C.J. Knippels Mw. S. Lassche Mw. J.C. Nuiten Mw. T. Pepping Mw. S.J. van Rijswijck Mw. P.J.A. Roeloffzen Mw. L.M.A.C. Saris Mw. M.G. Schouwink Mw. E.O.E. Schulte Mw. M. van den Sigtenhorst Dhr. M. Simons Mw. D. Stam Mw. V. van Steen Dhr. S.H.C. van Stiphout Mw. C.M.F.H. Theunissen Dhr. D.J.P. van Uden Dhr. K.W. Verbeten Mw. J.G.N.A. Verstraten Mw. E.M. van der Zee Mw. L.M. van Zitteren
Mw. S.P.J. Awater Mw. A.M. Baarsen Dhr. G.J.H. Bastiaens Mw. M. te Booij Dhr. F. Braat Dhr. B.F. Bulten Mw. K.L.W. Bunthof Dhr. G. Duijker Mw. M.M. Hengeveld Mw. P. Heutink Mw. F. Hinten Mw. S.N. Huttjes Mw. L. Jansen Mw. N. van de Kamp Mw. L.B.E. Kienhorst Mw. R.I. Klaasen Mw. I. Kleine Schaars Mw. E.A. Koers Mw. L. Maas Dhr. L.J. Neeskens Mw. M.E.L. Nienhuijs Mw. E.A.M. Nuijen Mw. M. Reijnen Dhr. E. Schaftenaar Mw. C.R. Schipper Mw. H.W. Schouten Mw. I.W.M. van Uden Mw. J.G.N.A. Verstraten
- pagina 28 -