StatuS Co Magazine voor co-assistenten
- pagina 1 Jaargang 27 - nummer 2 - JUNI 2009
- pagina 2 -
STATUS CO
Inhoud
Periodiek voor co-assistenten Jaargang 27, nummer 2 Juni 2009 Redactieadres Universitair Medisch Centrum St Radboud Geert Grooteplein-Noord 15, kamer 3.06 6525 EZ Nijmegen tel: 024-3616901 e-mail:
[email protected] Lay-out en eindredactie Elke Nuijen, Nina van de Steeg, Christine Timmer Redactie Heleen Oudenhoven, Tanja Dekkers, Ward Goossens, Marieke Kool, Elke Nuijen, Chris tine Timmer, Nina van de Steeg, Sarah Sloot, Sandra van Aarle, Saskia van Berkel Penningmeester Nina van de Steeg De redactie bedankt iedereen die heeft mee gewerkt aan deze Status Co!
Redactioneel Grappige uitspraken De wondere onderwater wereld In m'n element Anekdotes geriatrie Aardstralen en geopathie Tot grote hoogten stijgen De plaag die waterpokken heet De patient heeft nog een kans: dat ben jij! Leestip Ko-Raad pagina Fotopagina Beroemdheden in het rooster van de medische student Reistip Welk element hoort bij jou? Brandwonden Een dag als nooit tevoren Abstract Movir&co congres Co-lumn Happen voor tijdens de ... co-schappen Groeten uit... Co van de maand Geslaagden
4 4 5 7 7 8 10 11 12 13 14 15 17 17 18 19 21 21 21 23 23 24 26 28
Drukwerk Jonge Helden BV, Giesbeek. Oplage: 1100 De volgende Status Co verschijnt in septem ber, de deadline voor het aanleveren van kopij is 20 augustus 2009 Status Co is een periodiek voor alle coassistenten van de RU Nijmegen en ver schijnt 4 keer per jaar. Status Co wordt verzonden naar alle co-assistenten en geaffilieerde ziekenhuizen waar Nijmeegse co-assistenten stage lopen. Plaatsing van artikelen, mededelingen of brieven houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de redactie de boodschap, doelstel lingen of meningen van de instelling of persoon in kwestie onderschrijft. De re dactie houdt zich het recht voor artike len, brieven of mededelingen te wijzigen, in te korten of niet te plaatsen. ©2009 Stichting Status Co
- pagina 3 -
Redactioneel
Grappige uitspraken
Stilte voor de storm
Patient bij de huisarts. HA:'Vertel, waarom bent u gekomen?'. 'Ik heb zo'n last tussen mijn schouderbladeren'
Op het moment dat deze Status Co uitkomt, en jij dit redactioneel begint te lezen, ben ik intussen meer dan 12.000 km ver weg. Als het goed is ben ik nu eindelijk begonnen aan mijn co-schap OWL in Indonesië. Het is een raar idee, dat ik nog niet helemaal kan bevatten. Waarschijnlijk dringt het pas echt door wanneer ik in Jakarta uit het vliegtuig stap, wanneer ik in Semarang mijn eerste patiënt begroet in het Bahasa Indonesia, of misschien zelfs pas wanneer ik me eind september, terug in Nederland, realiseer dat de tijd is omgevlogen! Wie weet! Intussen ben ik klaar met alle ´normale´ Nederlandse co-schappen, zijn alle CKO´s afgerond, en is er eindelijk even helemaal niets. Terwijl de rest van mijn co-groep begonnen is aan een senior- of afsluitend co-schap en zich druk maakt over artsexamens en sollicitaties, slaap ik elke dag uit, ruim mijn kamer op en ga naar de stad om genoeg zonnebrandcrème en DEET in te slaan. Ik heb het gevoel dat ik stilsta terwijl iedereen om me heen aan zijn eindsprint begonnen is. Een beetje beangstigend. Maar aan de andere kant ook wel fijn om de tijd te hebben om eens rustig na te denken en orde op zaken te stellen. Want straks begint het ook voor mij: mijn reis, afstuderen, solliciteren, werken, de rest van mijn leven... Dit is pas de stilte voor de storm. Maar ik ben er klaar voor! Normaal gesproken schrijf ik mijn redactioneel nadat ik alle stukken van A tot Z heb doorge lezen, de spelling gecontroleerd heb, de layout af is, en de foto´s geplaatst. Deze keer niet. Sterker nog, de stukken zijn nog niet eens allemaal geschreven! Dus ben ik net zo benieuwd als jij naar wat onze drie nieuwe redactieleden hebben geschreven rondom het thema ´In je element´. En of het gelukt is om alle interviews op tijd af te krijgen. Of we nog grappige blunders hebben binnengekregen. Hoe de afbeelding op de kaft eruit ziet. Of er nog beken den staan in de lijst met geslaagden. En wat er verder terecht is gekomen van de ideeën die in onze vergaderingen besproken zijn. Alle elementen komen in ieder geval aan bod, zoveel is zeker. Voor de rest zou ik maar gewoon verder lezen! Heleen
De redactie van de Status Co: Boven v.l.n.r. Elke Nuijen, Saskia van Berkel, Heleen Oudenhoven, Tanja Dekkers, Ward Goossens. Onder v.l.n.r. Sandra van Aarle, Christine Timmer, Nina van de Steeg, Marieke Kool
- pagina 4 -
Patient bij de huisarts2: Een patient heeft zijn klacht gepresenteerd. Ik vraag wat hij er zelf al aan gedaan heeft: 'ja, ik heb zo'n homopatisch middeltje gebruikt.' Een co-assistent luistert bij een patiënt met de stethoscoop naar het hart. Omdat de co goed probeert te luisteren en de stethoscoop enige tijd op de borst van de patiënt heeft liggen, vraagt de patiënt: "dokter, u luistert zo lang, staat m'n hart soms stil?" Schoolarts bij het preventief geneeskun dig onderzoek van groep 2: ''Weet jij waar je hart zit?'' Jongetje: ''Ja, hier'' en wijst midden op het sternum. De arts zegt: ''Nee, daarnaast'' en wijst links op de thorax. ''Nu ga ik even luisteren'' De arts gaat zorgvul dig alle punten na met auscultatie. Het jongetje kijkt bedachtzaam: ''Kan je hem niet vinden?'' Tijdens zijn co-schap chirurgie stond een co-assistent op de OK te wachten op de volgende operatie. De patiënt was inge leid, de operatie kon dus beginnen. De chirurgen zaten echter nog in de koffieka mer. De co-assistent werd gevraag om "de mannen" even te gaan halen. Dus de co liep naar de volle koffiekamer en vroeg of "dokter de Mannen" naar de OK zou willen komen om te starten met de operatie. Vietnamese vader en dochter komen bij de oogarts voor controle van de oogdruk. De arts druppelt anesteticum in het oog om het te verdoven voor de glaucoommeting. Dat prikt nogal. Zegt de dochter lachend: Hihi pap, net sambal in je oog!!
De wondere onderwater wereld Wie wel eens heeft gedoken weet dat er onder water een compleet andere wereld is. Vol fleurige tropische vissen, koraal en schildpadden. Er heerst rust. Geen druk verkeer, gehaaste mensen of beoordelin gen die weer eens nergens op slaan. Dui ken is dan ook de perfecte (afgezien van het prijskaartje) hobby om even te ont spannen. Het natuurlijke evenwicht is be toverend, maar ook zeer belangrijk voor een veilige duik. Jaarlijks worden er meer dan duizend duikgerelateerde ongeluk ken gerapporteerd, waarvan zo’n 10 pro cent fataal is. Zo komt naast hypothermie en trauma, ook verdrinking en barotrau ma als decompression sickness en stikstof narcose voor. Door: Christine Timmer
Pathofysiologie Barotrauma is het meest voorkomende duik gerelateerde ongeluk en ontstaat wanneer een met lucht gevulde lichaamsruimte een andere druk heeft als de omgeving doordat klaren niet goed mogelijk is. Dit kan zijn bij onderdruk (bij afdalen) of bij overdruk (opstij gen). Er zijn 3 belangrijke vormen van barotrauma: sinus/oor barotrauma (reverse squeeze), dcompression sickness (Caisson disease) en arteriële gasembolie. Daarnaast kan er bij voorbeeld ook een pneumothorax ontstaan of pulmonaal barotrauma door de adem in te houden bij afdalen en bij astma/COPD. Baro trauma wordt veroorzaakt door drukverande ringen en hangt samen met twee belangrijke wetten: Boyle’s wet: voor elk gas bij een constante temperatuur, varieert het volume van het gas omgekeerd evenredig met de druk (P1xV2= P2xV2). Bij elke 10 meter, stijgt de druk met 1 atmosfeer. Dit houdt in dat iemand op 10
meter diepte de helft aan volume van gas in zijn longen heeft als aan de oppervlakte. Tij dens een snelle opstijging kan er hierdoor een pneumothorax ontstaan of middenoorver wondingen. Henry’s wet: de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof is direct evenredig met de druk die uitgeoefend wordt op het gas en de vloeistof. Als stikstof in de tank van een duiker oplost in het vetweefstel en synoviale vloei stoffen van de duiker op een bepaalde diepte, dan zal dit bij opstijging vrijkomen doordat de druk daalt. Dit gaat langzaam en geleidelijk als de duiker ook langzaam en geleidelijk opstijgt. Echter, gaat de duiker te snel om hoog, dan komt het stikstof snel vrij uit weef sel en vormt gasbellen. Oor barotrauma Oorpijn is de meest voorkomende complica tie bij duikers. De hogere druk in het midden oor ten opzichte van de omgeving tijdens afdaling zorgt voor pijn. Klaren voorkomt het probleem, maar is soms niet goed mogelijk door oedeem bij een bovenste luchtwegin fectie, anatomische variatie of zwangerschap. De negatieve druk in het middenoor (reverse block) leidt ertoe dat het gevuld wordt met vloeistof of bloed en kan leiden tot een trom melvliesruptuur. Symptomen variëren van een druksensatie tot gehoorsverlies en pijn. Als het trommelvlies scheurt, ontstaat er vertigo, misselijkheid en desoriëntatie. Behandeling is met name symptomatisch met decongestiva, analgetica en antihistami nica. Sinus barotrauma Dit komt na oor barotrauma het meest voor. Tijdens de afdaling neemt de druk van de omgeving toe wat kan leiden tot mucosa oedeem dat de sinus ostia blokkeert. De sinus frontalis is vaakst aangedaan door de lange en kronkelige ductus. Symptomen zijn hoofd pijn, epistaxis, sinuspijn. Behandeling bestaat uit decongestiva en eventueel antibiotica.
Decompression sickness Decompression sickness werd in 1843 voor het eerst beschreven als Caisson disease bij tunnelwerkers die in de caisson werkten waar een hogere druk heerste. Zij hadden onder andere last van pijn in hun rug en liepen daardoor voorovergebogen. In de volks mond heette de ziekte dan ook ‘the bends’.
Wanneer een duiker afdaalt en lucht inademt onder toegenomen druk, neemt weefsel meer hoeveelheden van de stikstof en zuur stof op volgens Henry’s wet. Wanneer de duiker weer opstijgt, kan de druk van het gas in weefsel hoger zijn dan de omgevingsdruk, wat leidt tot vrijkomen van de gassen uit het weefsel in de vorm van belletjes. Deze kunnen organen blokkeren, weefsel beschadigen en ontstekingsprocessen op gang brengen.
Er zijn twee belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van decompression sickness: rechts-links shunt (risico lucht embolie, con tra-indicatie voor duiken) en vliegen (<12 uur na 1 duik per dag, <48 uur na meerdere dui ken ivm aanwezigheid subklinische gasbel len ). De symptomen ontstaan bij 75% van de patiënten binnen 1 uur en bij 90% binnen 12 uur na de duik. Slechts een klein deel krijgt na meer dan 24 uur klachten. Prodromale symp tomen zijn malaise, moeheid en een onvoor spellend gevoel. Verder treedt vaak vermin derde eetlust en hoofdpijn op. Gebaseerd op de klinische symptomen zijn er twee type decompression sickness.
Type 1 Decompression sickness: hierbij is spra ke van milde insulten en betrokkenheid van de volgende organen waar gasbelletjes in vast zitten: • Spierskelet stelsel: gelokaliseerde gewrichts pijn, met name elleboog en schouder. Bewe gen geeft niet meer pijn en bij inspectie valt
- pagina 5 -
niets bijzonders op. • Huid: erytheem, pruritus, voornamelijk van de torso, jeuk verdwijnt vaak spontaan na 30 minuten. • Lymfe: obstructie van lymfe is zeldzaam, geeft pijn, lympadenopathie en lokaal oe deem.
Type 2 Decompression sickness: deze vorm is ernstiger en kan leiden tot permanente scha de en de dood. Systemen die betrokken zijn: • Zenuwstelsel: ongeveer 60% van de duikers met decompression sickness hebben neuro logische symptomen (‘the staggers’). De meesten komen voort uit beschadiging van het ruggenmerg, laag thoracaal of hoog lumbaal. Het begint met paresthesiën en spierzwakte en verergert tot paraplegia en verlies van sfincter controle (m.n. blaas). Ce rebrale manifestaties zijn geheugenverlies, ataxie, gestoorde visus, afasie en verandering van persoonlijkheid en affect. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door gasbelletjes in veneuze plexus, waardoor veneuze obstruc tie ontstaat. Daarnaast zijn er klachten aanwe zig van het labyrinth: misselijkheid, overge ven, vertigo, nystagmus. • Pulmonaal: in ongeveer 5% van de gevallen van decompression sickness kunnen de ve neuze gasbelletjes leiden tot symptomatisch veneus gas embolisme. De gasbelletjes occlu deren delen van de pulmonale circulatie en veroorzaken pijn op de borst, piepende ademhaling, dyspnoe en een niet productie ve hoest (‘the chokes’). De rechter ventriculai re outflow wordt belemmerd en leidt tot acuut hartfalen rechts, collaps en de dood. • Circulatoir: hypovolemische shock. Behandeling van decompression sickness omvat hydratie, zuurstof toediening, patiënt positioneren volgens Durants manoeuvre (linkerzij met hoofd naar beneden) en in lichte Trendelenburg om zo te proberen weer forward flow te krijgen. Daarnaast is hyperba rische zuurstoftherapie in een decompressie
- pagina 6 -
tank noodzakelijk (min. 4 uur). Dit moet zo snel mogelijk gebeuren, aangezien dit de belangrijkste factor voor herstel is. Volgens Boyle’s wet wordt hierbij het volume van de belletjes verminderd en zorgt voor oxygena tie van hypoxisch weefsel doordat zuurstof sneller oplost in arterieel bloed. Uiteindelijk herstelt 75% van de patiënten volledig bij behandeling binnen 12 uur (vs 50% bij delay) en heeft zo’n 15% na 3 maanden nog restver schijnselen.
Arteriële gasembolie Dit kan op de volgende drie manieren ont staan: • Gasbellen komen in de pulmonale vaten en vanuit hier in de systemische circulatie. • Ontwikkeling van een veneus gasembolie (door barotrauma) die door het filteringsys teem van de pulmonale capillairen komt en in de systemische circulatie • Ontwikkeling van een veneus gasembolie die in de systemische circulatie komt door b. v. een patent foramen ovale. Nadat het gasembolie de arteriële circulatie heeft bereikt, breekt het op in kleinere belle tjes die vast komen te zitten in de kleinere vaten. Hier ontstaat lokale ischemie en activa tie van het ontstekingscellen. De symptomen hangen dan ook af van waar de belletjes vast komen te zitten, met de ernstigste gevolgen als dit cerebrale of coronaire arteriën betreft. Zo kan 0,5 ml lucht in de coronaire circulatie al leiden tot ritmestoornissen, myocard
infarct en cardiac arrest. Een cerebraal embo lie veroorzaakt naast motorische en sensori sche uitval ook insulten, bewustzijnsverlies, apneus en de dood. De huid kan een cyano tisch marmerpatroon vertonen en de tong bleekheid. Een embolie in de nier leidt tot hematurie, proteïnurie en nierfalen. Behandeling bestaat uit toedienen van zuur stof en een decompressietank. Stikstof narcose Stikstof narcose wordt veroorzaakt door toe genomen druk van stikstof in het centraal zenuwstelsel en komt met name voor op dieptes van meer dan 30 meter. Het geeft symptomen gelijk aan alcohol of benzodiaze pine intoxicatie, als verminderd oordelings vermogen, ataxie en veranderingen in ge drag en persoonlijkheid. Hallucinaties en verlies van bewustzijn treden pas op bij een diepte van meer dan 90 meter.
Voor wie nu nog durft te duiken, neem goede voorzorgsmaatregelen, duik veilig en geniet er vooral van! Ik ben in ieder geval blij dat ik dit jaar al op vakantie ben geweest. Mooie duiken gemaakt in Dahab – Egypte. Al heb ik de Blue Hole maar vermeden, aangezien die duiksite bekend staat om de vele doden die er vallen. Zou het dan toch waar zijn wat ze zeggen: duiken is voor vissen en vliegen voor vogels?? Literatuur: 1. UptoDate 2. eMedicine
In m’n element Na 1,5 jaar co-schap heeft iedereen ge noeg anekdotes te vertellen. Die van mij variëren van snuivende paarden, tot prik accident en een aparte sputumpot. Door: Nina van de Steeg Aarde - (P)aarde(n) Tijdens mijn co-schap gynaecologie in Roer mond sliepen we in het co-huis in Lerop. Dat lijkt op een vakantiehuisje (was vroeger het kippenhok) en staat tussen het huis van de eigenaar en de paardenstallen in. ‘s Avonds gingen we iedere dag met het busje van de trombosedienst huiswaarts. Om daar te komen moesten we eerst over een authentie ke boerenweg -hobbelig en modderig- en het busje achter de paardenstallen parkeren. Dat was of in de sneeuw of in de modder. Om dan naar de voordeur van het co-huis te gaan moest je door de modder, via twee poortjes langs de paardenstallen lopen. De paarden koppen staken uit de hokken en volgden je. Ik herinner me Tahnee; van de eigenaar van de plaatselijke supermarkt, Thor; die stond aan het begin en Willem; dat was echt de al lergrootste. Een winterse januari-ochtend (het was bij ons toen -19 graden) waren de paarden uit hun hokken losgebroken. Ze stonden daar in het pikdonker, wolkjes uit hun neusgaten snuivend, voor het poortje op ons te wachten. Eigenlijk durfde ik er niet langs. In hokken zijn paarden best leuk, maar nu was die Willem toch wel heel erg groot, zo in het donker voor me... Met het hart bonkend in mijn keel (de andere co’s waren allang koelbloedig langs de paarden gelopen) sloop ik ze voorbij. Snel het busje in en op weg naar ons co-schap. Ik voelde me met mijn adrena line-rush heel stoer en laf tegelijk. Water - Infuus-frustaties Water stroomt door… infusen. Mijn eerste infuus prikte ik tijdens mijn verpleegstage op de dagpoli interne geneeskunde. Veel te verplegen was er niet, mensen kwamen meestal voor een chemokuur en gingen na een paar uur weer weg. Wel werden er aan de lopende band infusen hiervoor geprikt. Na vier weken meekijken kon ik het wel dromen. Ik mocht in de laatste week een infuus prikken op mijn begeleider. En het lukte in één keer! Ik trots. Het treurige is dat daarna het eigenlijk bergafwaarts ging. Bij interne mocht ik het een aantal keer proberen, ik denk dat ik een slagingspercentage van krap 30% had. Na interne was er eigenlijk bijna geen gelegen heid meer om infusen te prikken. Tijdens chirurgie heb ik het nog een paar keer gepro beerd, weer niet echt succesvol. Tijdens gy naecologie raapte ik mijn moed maar weer bij elkaar. Nog maar eens proberen het onder de knie te krijgen. De eerste twee mislukten na twee keer proberen. De zuster kreeg ze geluk kig er direct in. De derde lukte wel! Samen met
Anekdotes Geriatrie de zuster naar het infuus gekeken en het liep goed door. Na 10 minuten belde de vrouw op met enorme pijn aan haar arm. Het vocht was in het subcutane weefsel gelopen en er zat een enorme bult op haar onderarm. Na het afkoppelen van het infuus zakte het weer. De (hoogzwangere) vrouw heeft er nog een paar weken last van gehad. Sindsdien heb ik geen infuus meer geprikt. Zucht… de eerstvolgen de keer ga ik er maar weer voor. Lucht - Boerenlandvla-emmer Ik liep mijn eerste twee weken interne ge neeskunde bij longziekten. Dat was leuk, bij het lichamelijk onderzoek hoorde je eindelijk de echte longgeluiden die je altijd op CD had geoefend. Als ik aan de stage terugdenk, denk ik aan de hoestende en benauwde patiënt (waardoor je je zelf bijna benauwd gaat voe len), maar vooral aan de sputumpotjes. Iedere patiënt had er een, een wit plastic potje, met dekseltje gelukkig. Bij iedere visite liet de patiënt nog maar een keer het sputum zien wat deze had verzameld afgelopen dag/ nacht. Soms ging het mee voor onderzoek. Mijn eerste patiënt die ik op zou nemen had zijn eigen sputumpot. Een hele grote… zo’n boerenvla-bak, met deksel en hengsel. En net toen ik wat op mijn anamnese formulier schreef duwde hij de pot onder mijn neus en deed het deksel open. “Kijk dokter, dit heb ik allemaal afgelopen dagen uitgehoest…!”. Naast de variatie van kleuren van donkerrood tot felgroen, kwam er zo’n verschrikkelijke weeïge geur uit de pot, dat ik die lucht nooit meer van mijn leven vergeet. Sommigen hebben dat bij melena, ik bij de sputumpot van mijn eerste patiënt…. Vuur - Lullig ongelukje Vuurrood, de kleur van bloed. Bloed genoeg tijdens de co-schappen. Tijdens mijn co- schap urologie mocht ik assisteren bij een reeks circumcisies. De mannen waren (begrij pelijk) erg zenuwachtig en het zetten van een penisblok lijkt me geen pretje. Met hun hoofd achter een gordijntje praatte de assistente wat met ze om ze maar van de operatie af te leiden. Ik assisteerde en presenteerde het mannelijk lid zo dat de uroloog er handig bij kon. Bij de derde circumcisie lette de uroloog even niet op en prikte met de scalpel door mijn handschoen. Prikaccident… Ik legde het zaakje neer en liep rustig naar de wasruimte. Ik besefte me maar al te goed als ik nu panie kerig deed, de patiënt (onder alleen lokale verdoving) het wel erg benauwd zou krijgen alleen al om het idee dat er iets misging met de operatie. Daarna volgens protocol ont smet, de microbioloog gebeld en uiteindelijk werd het ingeschaald als laag-risico-prikacci dent. Er hoefde geen actie ondernomen te worden. Wel een beetje een lullige operatie om je eerste prikaccident te krijgen...
Patiënte vertelde dat ze thuis altijd goed sliep, maar het erg vervelend vond dat ze nu telkens van alles wat er op zaal gebeur de wakker werd. Ter bevordering van de conversatie vroeg ik waar je haar wel 's nachts voor wakker mag maken. Dat was duidelijk: voor chocolade. Enthousiast riep haar buurvrouw: "mij voor een tompoes". Ook de overbuurvrouw wilde graag haar zegje doen: "nou, mij mag je wel wakker maken voor die knappe man hier naast me!" Bij de heteroanamnese wilde we graag weten of er sprake kon zijn obstipatie. Helaas wist de dochter niets van het ont lastingspatroon van haar moeder. Maar, ze zou er eens goed op gaan letten! Gelijk de volgende morgen belde ze enthousiast op: "gister was het net een wc-rol, en van daag, vandaag lijkt het sprekend op een saucijzenbroodje van de AH". Zo had ik ook een patiënt die bij testen van het geheugen wist te vertellen dat hij over een paar dagen een spacemaker zou krij gen... Op weg naar röntgen begon ons vrolijke demente vrouwtje te zingen: "We zijn er bijna, we zijn er bijna". Waarop de geriater besloot maar gezellig mee te doen: "En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet, en we gaan nog niet naar huis..." Dat het eten in het ziekenhuis vies is, weet iedereen. Echter antwoordde mijn patiën te op de vraag of het eten nog goed smaakte dat specifiek de suiker niet lekker was. Ik vond het maar apart en noteerde het in de status. Na het consult deed ik de gordijntjes weer open. Op het tafeltje stond het desbetreffende kopje thee met de rare suiker. En er naast lag een open zakje Crysal. Gelijk maar gechecked of het niet gevaarlijk was. Gelukkig stond erop: Groei en bloei!
- pagina 7 -
Aardstralen en Geopathie Onze verre voorvaderen waren zich er al van bewust dat van bepaalde locaties een positieve kracht uit ging die goed was voor je gezondheid en vitaliteit. Deze plaatsen werden gekozen als heilige plaatsen of offerplaatsen. Hedendaags wordt deze kracht geassocieerd met positieve aard stralen. Veel van ’s werelds belangrijkste, oude monumenten zou gebouwd zijn op plaatsen waar gunstige aardstralen bijeen komen. Maar hoe zit dat nu precies met die aardstralen? En hebben ze werkelijk een effect op onze gezondheid? Door: Tanja Dekkers Aardstralen Aardstralen zijn een hypothetisch geofysisch fenomeen. Hierbij gaat het om een bepaalde, ongedefinieerde vorm van straling die door de aarde wordt afgegeven en zo invloed heeft op de levende wezens op het aardoppervlak. Als personen zich bevinden op een plek waar bepaalde aardstralen samenkomen dan zou dit een gunstig of juist schadelijk effect heb ben. Dit schadelijke effect wordt ook wel ge opathie genoemd. Het bestaan van aardstra len of geopathie is binnen de moderne we tenschap echter nooit aangetoond. Wel komt een dergelijk fenomeen in zeer veel culturen in verschillende vormen en benamingen naar voren. Historie De term “aardstralen” wordt voor het eerst beschreven in de 20e eeuw door de Duitse auteurs Manfred Curry en Ernst Hartmann. Zij beschrijven een mystiek krachtsveld dat de gehele aarde bedekt en dat gedetecteerd kan worden met gebruik van een wichelroede. Het geloof in het verschijnsel van aardstralen en het gebruik van wichelroedes bestaan echter al veel langer. Waarschijnlijk was het gebruik van een wichelroede in eerste instan tie gericht op het voorspellen van de toe komst en het achterhalen van de wil van de goden. Het wichelroede lopen zoals het ook tegenwoordig nog wordt uitgevoerd, heeft zijn wortels in het Duitsland van de 15e eeuw, toen het gebruikt werd om metalen in de bodem te vinden. De techniek verspreidde zich naar Engeland met de Duitse mijnwer kers die hier in de mijnen gingen werken. Later tijdens de Vietnam oorlog werden wi chelroedes door het Amerikaanse leger ge bruikt voor het opsporen van wapens en tunnels. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw kwam ook Nederland in de ban van de aardstralen en werden ingeschakeld bij de bouw van huizen om de positie van aardstralen te bepa len. Het plaatsen van 'ontstoorders' voor deze aardstralen was in die tijd ook erg populair.
- pagina 8 -
Achterliggende theorieën De meeste theorieën verwijzen naar aardstra len als zwakke magnetische velden. Er zijn verschillende theorieën die de lokalisatie van de straling proberen te verklaren. Eén theorie zegt dat er stralen diep vanuit de aarde komen en door ondergrondse water- of gas stromen, die als een soort lens zouden wer ken, scherp gebundeld worden. Hierdoor zouden ze op specifieke locaties extra veel kracht hebben. Ook verschuivingen in de aardlagen zou de lokalisatie van aardstralen bepalen. Een ander idee is dat van de Hartmann- en Currynetten. Het Hartmann-net bestaat uit onzichtbare, magnetisch geladen lijnen die van oost naar west en van noord naar zuid lopen en zo een ruitjespatroon over de aarde vormen. Deze lijnen lopen ongeveer 2 meter uit elkaar in de noord-zuid richting en 2,5 in de oost-west richting. De lijnen zijn om en om positief en negatief geladen, waardoor er op verschillende plaatsen kruisingen ontstaan met een dubbele positieve of dubbele nega tieve lading. Het Currynet bestaat uit lijnen die van Noord-Oost naar Zuid-west lopen en omgekeerd en ongeveer 4 meter uit elkaar liggen. Effecten op de gezondheid Op plaatsen waar negatieve lijnen samenko men zou dit leiden tot schadelijke gezond heidseffecten. De meest belangrijke vorm van schadelijke aardstralen zou de verticale straling boven de ondergrondse waterstro men, de zogenaamde wateraders, zijn. Lang durige blootstelling aan deze straling zou in verband staan met de ontwikkeling van kan ker, ziekten van het spijsverteringskanaal en zenuwstelsel en auto-immuunziekten. Vooral als het bed van een patiënt boven deze stra len staat is het risico groot. Één van de moderne onderliggende theo rieën voor dit fenomeen gaat uit van een in terferentie van onze elektrische hersengol ven door de zwakke magnetische velden van aardstralen. Hierdoor wordt de normale her senfunctie geremd en is er een verminderde afgifte van melatonine en andere endocriene stoffen, waardoor er stoornissen ontstaan in het slaap-waakritme en in het afweersysteem.
Of aardstralen nu daadwerkelijk van invloed zijn op de gezondheid of niet, in sommige landen hebben ze al wel invloed op de ge zondheidszorg. Vooral in Duitsland wint het concept geopathie aan terrein binnen de medische en economische sector. Geopatho gene zones worden hier betrokken bij de planning van de bouw van nieuwe ziekenhui zen en er wordt geld uitgetrokken voor be schermende maatregelen. Sommige privékli nieken maken zelfs al reclame met het feit dat de patiënten hier behandeld worden in een niet-geopathogene omgeving. En zelfs alge mene ziekenhuizen, zoals die in Salzburg, zijn voorzien van mechanismen om te bescher men tegen geopathogene effecten. Wetenschappelijk bewijs Wetenschappelijke literatuur over dit onder werp is zeer beperkt. Behalve voor radioactie ve straling zijn wetenschappelijke pogingen tot het aantonen van geopathologische stra ling tot nu toe mislukt. Dit is vooral te wijten aan het feit dat er geen objectieve meetme thoden bestaan voor het aantonen van mo gelijke aardstralen. Dergelijk onderzoek blijft daarom afhankelijk van wichelroedelopers en pendelaars voor het detecteren van suspecte geopathologische gebieden. Gecontroleer de experimenten met wichelroedelopers hebben echter nooit een statistisch signifi cant resultaat aangetoond voor het detecte ren van wateraders en aardstralen. Ook bewijs voor mogelijke invloed van aard stralen op ziekte of biologische parameters is schaars en loopt in resultaten sterk uiteen. Uit Noors onderzoek blijkt dat kinderen die sla pen op plaatsen met aardstralen niet vaker ziek zijn dan andere kinderen. Ook het ge bruik van beschermende maatregelen tegen aardstralen blijkt uit een randomized control led trial bij patiënten met onverklaarde spier klachten niet te helpen. In dit onderzoek werden zogenaamde TX-discs, die zouden beschermen tegen aardstralen vergeleken met placebo. Zowel in de placebo- als in de TX-disc-groep werd een significante afname van de klachten gezien. Er was echter geen significant verschil tussen de beide groepen.
Hoe zit het dan wel? De grote vraag blijft natuurlijk: “hoe zit het dan wel?”. Waarom geloven mensen al dui zenden jaren in het bestaan van een dergelij ke straling? Hoe werkt wichelroede lopen? En hoe zit het met de geografische locatie van al die tempels uit de oudheid? Op deze vragen in momenteel nog geen bevredigend ant woord mogelijk. In ieder geval niet wanneer je je hierbij wil baseren op wetenschappelijk onderzoek. Wel over de werking van wichelroedes is er een bepaalde hypothese, deze gaat uit van het zogenaamde Carpenter-effect. Bij wichel roede lopen gaat het volgens deze hypothese om een ideomotorische beweging die ver oorzaakt wordt door het verwachtingspa troon van de bediener. Door de voorstelling of de waarneming van bewegingen worden in de spieren tonusveranderingen veroor zaakt die onwillekeurig leiden tot voltooiing van de beweging. Als een wichelroedeloper een uitslag verwacht dan slaat de roede ook uit en ze zal steeds op dezelfde plaats uitslaan, net daar waar hij of zij een waterader of aard stralen verwacht. Het Carpenter-effect is ook verantwoordelijk voor gelijkaardige bewe gingen zoals bij pendelen, glaasje draaien of het ouijabord.
Conclusie Aardstralen zijn een hypothetisch fenomeen, waarvoor momenteel geen wetenschappe lijk bewijs bestaat. Ook voor de invloed van mogelijke aardstralen op de gezondheid is geen enkel wetenschappelijk bewijs. Toch wordt het fenomeen al duizenden jaren lang binnen verschillende culturen en in verschil lende vormen beschreven. Dus wie weet, vroeger geloofde men ook niet dat de aarde rond was… Literatuur: 1. Wikipedia: aardstralen; earth radiation; downing 2. N. Leitgeb, R.Lukas. Should hospitals pro tect from geopathogenic zones? Wien Med Wochenschr (2008) 158/1–2: 42–48 DOI 10.1007/s10354-007-0450-6 . 3. Children exposed to "earth rays" are not more frequently ill than other children. Tids skr Nor Laegeforen. 1999 Oct 30;119 (26):3896-8. 4. Earth rays--a concept with no scientific basis. Tidsskr Nor Laegeforen. 2006 Dec 14;126(24):3264-6. 5. A. Baerheim, J.N. Øren, B. Bjorvatn, S. Huns kaar. Tx-discs - no effect against subjective health complaints. A randomised controlled study. Complementary Therapies in Medicine (2005) 13, 239—243
_________________________________________________________________________________________
- pagina 9 -
Tot grote hoogten stijgen Sommige mensen durven het aan, de Mount Everest beklimmen. Het is lood zwaar en per jaar sterven er meerdere mensen die dit proberen. Of je op grote hoogte kan overleven hangt voor een groot deel af van de capaciteiten van je eigen lichaam. Want wat gebeurt er eigen lijk precies in je lichaam onder deze extre me omstandigheden? Door: Nina van de Steeg Extreme hoogte Een mens kan leven in een ideale samenstel ling van de elementen. De juiste temperatuur, de juiste druk, genoeg licht, water en zuurstof. Soms is er nog leven mogelijk onder extreme omstandigheden. Bergbeklimmers zoeken deze extremen op. Tot 110 kilometer hoogte is het percentage zuurstof in de lucht 21%. Doordat bij grotere hoogte de luchtdruk afneemt, zijn er daar door in hetzelfde volume lucht minder zuur stofmoleculen aanwezig. De lucht wordt dus steeds ijler. Extra factoren als verminderde luchtvochtigheid, toenemende kou (per 150 meter hoger 1⁰C temperatuurverschil) en toenemende UV-belasting door reflectie van de sneeuw en minder filtering in de lucht maken het overleven alleen maar lastiger.
Acclimatisatie Een mens kan zich op verschillende punten aanpassen aan de extreme omstandigheden. 1. Hyperventilatie. Dit wordt geïnitieerd door de stimulatie van het glomus caroticum in respons op hypoxemie. Dit is de eerste en belangrijkste respons. Hierdoor vindt verho ging van de alveolaire PO2 plaats, waardoor er een respiratoire alkalose ontstaat. Na dagen tot weken vindt daling van de pH plaats door verhoogde bicarbonaatexcretie. De hyperventilatie blijft aanwezig. Boven de 3000 meter vermindert dit het verschil tussen de ingeademde en alveolaire O2-concentra tie. Waarschijnlijk is deze laatste respons niet perse noodzakelijk. Er zijn mensen die zonder extra zuurstof op de Mount Everest komen en volkeren die hoog in de bergen kunnen leven. 2. Pulmonaire hypertensie. Dit vindt plaats doordat de hyperventilatie zorgt voor een groter longoppervlak. Er is minder dode ruimte, waardoor er een verhoogde gasdiffu sie naar het bloed is. 3. Verhoogde erythropoïese. Primair vindt
dehydratie plaats door verminderde waterin take en verhoogde ventilatie. Dit zorgt voor een verminderd plasmavolume en een (rela tief) hogere hemoglobineconcentratie. Hy poxemie stimuleert de aanmaak van erythro poïetine, waarna snel aanmaak van nieuwe rode bloedcellen plaatsvindt. 4. Verhoogde weefseldoorbloeding, met name cerebraal. Zuurstof kan beter in de weefsels komen en er ontstaat een kleine daling van de systolische bloeddruk (10 mmHg). Dit mechanisme is versterkt aanwe zig in bergvolkeren. 5. Verhoogde zuurstofextractie en -gebruik in weefsels. Hoogteziekte Er kunnen verschillende stoornissen optre den als het lichaam zich niet meer goed kan aanpassen aan de extreme hoogte. Vooral de mentale problemen dragen voor een groot deel bij aan de mortaliteit bij bergbeklimmin gen. Deze stoornissen zijn maar langzaam omkeerbaar. Een jaar na een Everest-beklim ming hebben de klimmers nog steeds aan toonbare cognitieve afwijkingen. De stoornissen kunnen variëren van acute hoogteziekte tot ernstigere beelden als pul monair en cerebraal oedeem. Een overzicht van deze beelden staat hier uiteengezet. "Acute mountain sickness” (AMS) Voorkomen: Als de acclimatisatie langzamer is dan de hoogtestijging. Frequent, met name bij te snelle beklimmingen. Ook wel hoogte ziekte genoemd. Incidentie: 15-25% op 2000-3000 meter, 67% op 4300 meter. Oorzaak: onduidelijk, waarschijnlijk door mild oedeem in de hersenen (en ledematen), ex cessieve hypoxische vasodilatatie en oligurie (natrium- en waterretentie). Symptomen: Start binnen 6 uur (tot 12-24 uur), vaak op dag 2-3. Minimaal 3 van de symptomen: hoofdpijn(>70% boven 2500 meter), insomnia (30%), extreme moeheid (<30%), duizeligheid (20%), dyspnoe (bij in spanning, SaO2 meestal normaal) (20%), anorexie (<5%), misselijkheid en braken (<5%). Verder: desoriëntatie, concentratie verlies, oligurie, hoesten, pijn thorax, tachy cardie, palpitaties, gezwollen ledematen. Differentiaal diagnose: Uitputting, dehydra tie, hypothermie, migraine, kater. Behandeling: Rusten en klim staken tot symp tomen verdwenen zijn . Spontane regressie vindt na 4 dagen plaats, extra zuurstof helpt
- pagina 10 -
niet, geef eventueel diuretica. Als het niet verbetert, berg afdalen. Preventie: Langzaam stijgen, voldoende drinken, geen alcohol, eventueel nemen van carboanhydrase remmer (acetazolamide 250 mg 2dd) wat zorgt voor verhoogde bicarbo naat excretie en een verlaagde pH (metabole acidose) met verhoogde ademfrequentie.
“High altitude pulmonary edema” (HAPE) Voorkomen: Eerste 2-4 dagen bij een klim boven 2500 meter. Incidentie: < 15%. Meest frequente oorzaak van dood op grote hoogte. Het longoedeem is non-cardiogeen. Oorzaak: Ongelijke hypoxische pulmonaire vasocontrictie zorgt voor gelokaliseerde hy perperfusie en dus verhoogde druk. Hypoxie verhoogt de permeabiliteit van longcapillai ren. Symptomen: Extreme moeheid, zwakte, hoesten, dyspnoe in rust, intrekkingen tho rax, hard ademhalen, centrale cyanose (blau we lippen en nagels), arteriële desaturatie, tachycardie, tachypnoe, koorts, roze sputum. Differentiaal diagnose: Myocardinfarct, pneu monie, embolie (door dehydratie + polycy themie) Behandeling: Directe afdaling, zuurstof geven, evtentueel nifidepine (remt hypoxi sche pulmonaire vasocontrictie en geeft sys temische hypotensie). Preventie: Langzaam stijgen, > 2 nachten op 2500-3000 meter blijven, boven 3000 meter nooit verder dan 300-400 meter stijgen per dag. Prognose: Zonder behandeling dodelijk in uren. Met therapie meestal genezing zonder restverschijnselen. “High altitude cerebral edema” (HACE) Voorkomen: Zeldzaam, soms samen met “high altitude pulmonary edema”. Oorzaak: Ontstaat na doorgaan met stijgen na “acute mountain sickness”. Symptomen: Gelijk als bij hypothermie: ster ke hoofdpijn, irritatie, verwarring, lethargie, hallucinaties, cerebellaire ataxie, retinale bloedingen. Behandeling: Directe afdaling, zuurstof en dexamethason. Prognose: Zonder behandeling slecht (fataal in uren). Met therapie meestal genezing zonder restverschijnselen.
“Chronic mountain sickness” (CMS) Voorkomen: Bij langer verblijf op grote hoog ten. Incidentie: 5-18 % boven 3200 meter Oorzaak: Onbekend. Wellicht een excessieve vorm van adaptatie. Symptomen: Polycythemie, pulmonaire hy pertensie, rechter ventrikel hypertrofie, con gestief rechter ventrikel falen. Survival of the fittest Er zijn volkeren die op grote hoogte kunnen leven. De hoogst levende populaties leven in Tibet op 4570 meter, in de Andes op 5330 meter en werken daar zelfs op 5790 meter hoogte. Additionele effecten van hypoxie die bij bergvolkeren gezien worden zijn gewichts verlies (door anorexie en dehydratie), vermin derde fertiliteit, menstruatiestoornissen en lager geboortegewicht. Vaak hebben ze een open ductus arteriosus (die sluit pas bij nor moxie), pulmonaire hypertensie en rechter
ventrikel hypertrofie. Ze hebben in verhou ding een grote thorax met een klein lichaam. Adaptatie vanaf de geboorte is gunstiger dan op latere leeftijd. Voor de toekomstige bergbeklimmer De mens kan op grote hoogte overleven, mits deze zeer goed voorbereid is of geadapteerd is aan de omstandigheden. Bij symptomen van “acute mountain sickness” word aange raden direct te stoppen met klimmen en bij verergering van de symptomen af te dalen. Dit om de ernstige vormen met long- en ce rebraal oedeem te voorkomen. Literatuur: 1. The travel & tropical medicine manual. Jong McMullen. 2e druk. H9: altitude illness. Blz. 117-130. 2. http://hoogtefysiologie.nl/home/images/ WHFN/nkbvpresentatie.pdf
_________________________________________________________________________________________
De plaag die waterpokken heet Waterpokken; nu een onschuldige kinder aandoening, in de Middeleeuwen zagen de mensen het als een plaag die door zwarte magie op vervloekte kinderen los gelaten werd. Door: Sandra van Aarle Geschiedenis Waterpokken, in het Engels ‘chicken pox’ genoemd, zijn het eerst beschreven in de 16e eeuw door Giovanni Filippo Ingrassi uit Paler mo, Italie. Hij studeerde aan de Universiteit van Padua en kreeg daar onder andere les van zijn grote voorbeeld Andreas Vesalius. Gio vanni Filippo Ingrassi is met name bekend om zijn anatomische beschrijvingen van de menselijke schedel en de gehoorsbeentjes. In de 17e eeuw gaf een Engelse arts genaamd Richard Morton de naam ‘chicken pox’ aan deze ziekte. Er zijn meerdere theorieën over de achtergrond van deze naam. Een ervan
was dat ‘chicken pox’ in vergelijking met ‘s mall pox’ geen ernstige ziekte was en daarom de chicken-versie van small pox genoemd werd. In 1767 was de Engelse arts William Heberden de eerste die aantoonde dat ‘chic ken pox’ echt anders was als ‘small pox’. Inleiding Waterpokken worden veroorzaakt voor het varicella zoster virus, dat tot de familie van herpesvirussen behoort en ook gordelroos (herpes zoster) kan veroorzaken. De primaire infectie veroorzaakt waterpokken. Dit ge beurt met name in de kindertijd waarbij het virus binnenkomt via de mucosa van de bo venste luchtwegen. Heel zelden krijgt iemand tweemaal in zijn leven de waterpokken. Het virus wordt verspreid via de ontstane huidlae sies door direct contact of via transmissie door de lucht bij hoesten en niezen. Het is besmettelijk van 2 dagen voordat de uitslag ontstaat totdat alle huidlaesies allen bedekt zijn met een korst. Na het herstel van de wa terpokken blijft het varicella zoster virus la tent aanwezig in het zenuwstelsel vanuit waar het kan reactiveren met gordelroos als gevolg. Kliniek De eerste verschijnselen van waterpokken doen zich 14 tot 21 dagen na de besmetting voor en bestaan uit een korte prodromale fase met koorts, hoofdpijn en malaise. Bij jonge kinderen zijn deze symptomen vaak licht of helemaal niet aanwezig. Na deze prodromale fase ontstaat huiduitslag op de romp die zich vervolgens verspreid naar het gezicht en de hoofdhuid en in mindere mate naar de extre miteiten. Deze uitslag bestaat uit maculae die zich in enkele uren verder ontwikkelen naar papels, vesiculae en pustels. Kenmerkend
voor de ziekte is dat alle ontwikkelingsstadia van de huidlaesies zichtbaar zijn op de huid van de patiënt. De ontstane blaasjes kunnen erg jeuken maar als ze niet opengekrabt worden verdwijnen ze zonder littekens achter te laten. De huiduitslag kan varieren van een enkel plekje hier en daar tot helemaal onder zitten. Bij oudere kinderen en volwassenen verloopt de ziekte vaak ernstiger. Complicaties Er ontstaan zelden complicaties bij de water pokken. De belangrijkste complicaties be staan uit een pneumonie, die dan meestal 1 tot 6 dagen na het ontstaan van de uitslag ontstaat, en een bacteriële superinfectie van de huidlaesies. Bij 1 op de 1000 gevallen doet het centrale zenuwstelsel mee met acute ce rebellaire ataxie als belangrijkste symptoom. Complicaties komen vaker voor bij volwasse nen dan bij kinderen. Behandeling Bij gezonde kinderen hoeven waterpokken over het algemeen niet behandeld te worden en een infectie resulteert in levenslange im muniteit. Risicogroepen zijn zwangere vrou wen en patiënten die behandeld worden met chemotherapie of immuunsuppressiva of een vergevorderde HIV infectie hebben. Deze groepen kunnen beschermd worden door na blootstelling aan het virus immuunglobuli nen toe te dienen en, als er dan nog water pokken ontstaan, behandeling met aciclovir te starten. Literatuur: 1. Kumar & Clark Clinical Medicine 5th edition 2. chickenpox.emedtv.com/chickenpox/his tory-of-chickenpox.html
- pagina 11 -
DE PATIENT HEEFT NOG EEN KANS: DAT BEN JIJ! VITALE FUNCTIES BEDREIGD Jeanet de Vries is een vrouw met een jong gezin, die na enkele dagen koorts en algehele malaise, in shock en amper ademend op de Spoedeisende Hulp komt, en naar de IC moet. Jij gaat haar opvangen. Menig arts, ook één met wat ervaring, schrikt hiervoor terug. Lang niet iedereen is geschikt om de vitale functies te lijf te gaan. Het UMC St Radboud biedt een uitstekende manier om jonge artsen te laten ‘proeven’ van het vak: stel je eigen baan samen om - parttime of fulltime - te bepalen of je hart hebt voor de vitale functies. Jeroen Verwiel is internist- intensivist, ‘het leukste vak van de wereld’. Hij werkt als stafarts in het Radboud en merkt dat jonge artsen soms bang zijn voor de acute geneeskunde. ‘De confrontatie met een patiënt met (acuut) bedreigde vitale functies is niet niks. Waar de ene professional deze bedreiging als een uitdaging ziet, heeft een ander er meer problemen mee. Toch geldt voor ons vak hetzelfde als voor andere beroepen: oefening baart kunst. Hoe kun je beter ontdekken of het vak bij je past dan door het uit te oefenen? Gaandeweg blijk je een Fingerspitzengefühl te ontwikkelen en verlies je je eventuele angst.’ Weten wat je wil ‘Daarbij komt’, zo vult bedrijfsleider Anne-Miek Broods aan, ‘dat net afgestudeerde artsen vaak nog niet precies weten in welk specialisme ze verder willen gaan. De co-schappen die ze liepen, geven geen volledig beeld van wat er te koop is. Daarom hebben de afdelingen die zich met de vitale functies bezighouden een gezamenlijk traject opgezet. Dit geeft jonge artsen ener zijds de mogelijkheid om te kijken of zij voldoende affiniteit hebben met de vitale functies in het algemeen en anderzijds een bredere blik op de verschillende specialismen die zich hiermee bezighouden. Bovendien is het traject interessant voor artsen die nog geen opleidingsplek hebben bemachtigd; zij kunnen zich bij ons profileren.’ Ligt je hart bij de vitale organen? Tijdens het traject kunnen afgestudeerde artsen ervaring opdoen op verschillende afdelingen die intensief samenwerken: Anesthesiologie, Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Intensive Care, Longziekten en Neurochirurgie. De precieze invulling bepaalt de kandidaat samen met de afdelingen en biedt de kans om je een totaalbeeld te vormen van de mogelijkheden binnen de geneeskunde van de vitale functies. Bij gebleken geschiktheid levert het UMC St Radboud na afloop van het traject een uiterste inspanning om een opleidingsplaats te bieden op de gewenste afdeling. De functie: Ondersteuning van de medische patiëntenzorg op diverse afdelingen op het brede terrein van de vitale functies, verrichten van klinische taken in de patiëntenzorg, participeren in wetenschappelijk onderzoek, onderwijs geven aan studenten van het UMC St Radboud en het volgen van cursussen en het bezoeken van congressen. De mogelijkheid bestaat tot een parttime dienstverband van minimaal vier dagen per week. Beroepsgroep : (Academisch) Medisch Specialisten en Artsen Omvang : Minimaal 4 dagen Contractduur : Bepaalde tijd, 1 tot 3 jaar Salarisschaal : 11A Ingangsdatum : in overleg Wil jij het in vier dagen doen? Verwiel: ‘Het idee dat artsen full time of meer moeten werken is niet meer van deze tijd. Ze bestaan nog wel, de echte workaholics, maar het Radboud is ervan overtuigd dat de gemiddelde medewerker beter presteert als de balans tussen privé en werk in orde is. Zonder te willen generaliseren: wie een normaler leven leidt, is ook een ‘normaler’ mens. En dus een arts met meer inlevingsvermogen die dichter bij de patiënt en zijn collega’s staat. Daarom bieden we het traject ook in een part time-aanstelling van minimaal vier dagen per week aan.’ Samen naar de toekomst Broods haakt aan op de “voorbije tijden”: ‘Ooit, gelukkig al lang geleden, was niet alleen de afstand tussen de specialist en zijn patiënt enorm, maar ook de afstand tussen de beginnend arts en zijn opleider. Om de driepoot van de academie – patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek - steeds verder uit te bouwen, is de medische stand gebaat bij een goede samenwerking tussen jong en oud, onervaren en er varen. Artsen in opleiding krijgen daarom topklinische zorg voorgeschoteld in een zeer open onderwijsklimaat. Via bedsite teaching en cursorisch onderwijs leiden ervaren specialisten hun opvolgers naar de toekomst.’ Leren is doen Verwiel: ‘Ook om vier uur ’s nachts. Merk je wat op aan een patiënt? Altijd is er een opleider in de buurt om samen met jou te bekijken wat er loos is. Die begeleiding is intensief en interactief. Je opleider laat je met de stethoscoop luisteren. Hoor je niets? Dan wijst hij je in een ontspannen sfeer waar je wél moet luisteren en laat je beschrijven wat je hoort en wat dat volgens jou kan betekenen. Kennis haal je ten slotte maar voor een deel uit boeken, juist het “doen” maakt je wegwijs in het vak.’
- pagina 12 -
ABCD op maat Airway, Breathing, Circulation en Disability: daar draait het om bij bedreiging van de vitale functies. De kandidaat stelt in principe zelf zijn programma samen. Meedraaien op Anesthesiologie, Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Intensive Care én Neurochirurgie? Dat kan. Of liever focussen op één afdeling? Kan ook. Feitelijk stel je je eigen baan samen. En als instromen in het specialisme van je keuze niet per direct kan, dan vult de kandidaat de ‘wachttijd’ tijdelijk in binnen een gelieerd specialisme. Verwiel: ‘Op die manier ben je verzekerd van nuttige ervaring die je ook van pas komt zodra je binnen je eerst keuze aan de slag gaat. Dankzij dit traject hoeft niemand ongewenste bijbaantjes te hebben in afwachting van het vak waar wel je hart ligt. Wil je meer weten? Neem dan contact op met Agnes Bolderman, bedrijfsleider Cardio-thoracale Chirurgie, (024) 3614744,
[email protected] of met Anne-Miek Broods, bedrijfsleider Intensive Care, (024) 3614170,
[email protected]. Drs. Selina van der Wal is anesthesioloog in opleiding. Nog niet zo lang geleden deed ze als net afgestudeerd arts ervaring op op de IC. ‘Degene die werkt binnen een van de specialismen die dit traject rondom de vitale organen aanbieden, doet brede, diepgaande ervaring op. Voor welke van de afdelingen je ook gaat: je komt meer tegen dan wondhechting en een fractuurtje hier en daar. Al je fysiologische kennis moet uit de kast om de ziektebeelden te doorgronden en op te lossen.Toch is het geen kwestie van ''zwemmen of verzuipen”. De begeleiding is geweldig. Ik heb op de IC leren focussen op de patiënt. Los van de monitoren gewoon kijken naar wat je ziet: is de patiënt goed doorbloed, is hij koud, hoe is zijn ademhaling, wat vertelt de stethoscoop over zijn hart en longen? Je wordt daar aan bed en tijdens het cursorisch onderwijs uitstekend in begeleid en wordt er niet op afgerekend als je iets niet weet. Kortom: dit traject is een kans bij uitstek om je nader te oriënteren op je toekomst en eventueel een opleidingsplaats te bemachtigen!
_________________________________________________________________________________________ Leestip: "De Stoel van God" - Paul Brand Door: Saskia van Berkel Paul Brand studeerde Geneeskunde in Gro ningen en hij specialiseerde zich na zijn oplei ding tot kinderarts als kinderarts-pulmono loog. Sinds 1997 werkt hij als kinderarts in de Isala klinieken in Zwolle. Hij publiceerde vele artikelen in Nederlandse en internationale medisch wetenschappelijke tijdschriften en werd dit jaar voor het derde achtereenvol gende jaar door zijn collega’s gekozen als beste kinderarts van het land. In 2006 kwam “De stoel van God” uit, een roman over een zeer controversieel en veel vuldig besproken onderwerp, namelijk actie ve levensbeëindiging bij kinderen. De Nederlandse situatie met betrekking tot actief levensbeëindigend handelen heeft in het verleden en heden regelmatig geleidt tot
internationale kritiek. Zelfs door collega kin derartsen uit de rest van de wereld wordt de Nederlandse praktijk ernstig bekritiseert. In de 15e editie van ‘Nelson Textbook of Pedia trics” wordt gesproken over een “slippery slope effect” en wordt de Nederlandse manier van handelen vergeleken met de pratijken in nazi-Duitsland. De Nederlandse euthanasie wetgeving die op 12 april 2001 in werking trad, geldt niet voor kinderen, gezien zij wils onbekwaam zijn.
Klaas geeft duidelijk aan niet in aanmerking te willen komen voor een longtransplantatie. Een besluit met grote gevolgen, voor Klaas, zijn ouders, maar ook voor kinderarts Theo. Hij moet een beslissing nemen over de actie ve levensbeëindiging van een doodziek jon getje van elf. Hij staat voor het dillema: door gaan met behandelen en niet voldoen aan de wens van Klaas, of Klaas’ wens accepteren en de behandeling staken, waarmee hij risico loopt op vervolging.
Op het Movir en Co congres afgelopen mei in Noordwijkerhout sprak Brand over zijn boek en de dillema’s waarvoor kinderartsen komen te staan. “36% van alle sterfgevallen bij kinde ren worden vooraf gegaan door een end of life decision”. De vraag die vervolgens gesteld moet worden is: ga je door met behandelen, waardoor je niet voldoet aan de wens van patiënt, of handel je actief levensbeeïndi gend waardoor je risico loopt op vervolging? Een lastig vraagstuk dat Brand prikkelde tot het schrijven van zijn roman. Hiermee ging ook een jeugddroom van hem in vervulling. In “De stoel van God” volgen we kinderarts Theo van Diepen. We leren hem kennen als co-assistent kindergeneeskunde, en volgen hem in het boek in zijn carrière tot kinderlong arts. Het verhaal beschrijft emotioneel heftige momenten die hij meemaakt met patiënten in zijn opleiding tot en werk als arts. Een van die patiënten is Klaas. Klaas lijdt aan cystische fibrose (taaislijmziekte) en ligt van jongs af aan veel in het ziekenhuis. Theo ziet hem op jonge leeftijd als co-assistent op de kinderaf deling. Als Klaas elf jaar oud is komt zijn ziek te in een terminale fase. Theo is inmiddels kinderlongarts en zijn behandelend arts . Hij praat veel met Klaas over hoe nu verder, en
Kiezen tussen wat wettelijk mag en wat vanuit goed dokterschap moet. Elke kinderarts krijgt te maken met dergelijke dilemma’s rondom actieve levensbeëndiging bij kinderen en wordt daarmee onbewust “op de stoel van god” geplaatst. Als je eenmaal aan het boek bent begonnen, kun je niets anders doen dan het uitlezen. Het verhaal is zo aangrijpend dat het jullie alle maal zal intrigeren. Misschien is het voor en kelen van jullie herkenbaar, omdat je tijdens de co-schappen al met een dergelijke situatie te maken hebt gehad. Wat het extra interes sant maakt voor de co-assistent is dat het een onderwerp bespreekt waar wij allemaal een keer mee te maken zullen krijgen in onze carrière. Het boek geeft ons de kans om op vereenvoudigde wijze kennis te maken met de persoonlijke afwegingen en dilemma’s van een arts bij de behandeling van een ern stig zieke patiënt. Ik kan dan ook niets anders dan jullie allemaal aan te raden “De stoel van God” te lezen. Literatuur: 1. Volkskrant di 3 februari 2009 pag 2: 'Hij is gewoon aardig en verstaat zijn vak' 2. www.destoelvangod.nl
- pagina 13 -
Check de vernieuwde website
www.ko-raad.nl
'Co-schap in den vreemde'
Agenda
Beste co-schappers,
Juni 04-06-09: Eindfeest Pimp L’Paars 08-06-09: ALV Ko-Raad (let op 1 wk later!) 20-06-09: CoStaCie Wijnproefcursus 29-09-09: ALV Ko-Raad Juli 10-07-09: CoStaCie borrel 21-07-09: Vierdaagse Nijmegen 27-07-09: Breekweek Zomer Augustus 03-08-09: ALV Ko-Raad 31-08-09: ALV Ko-Raad September 28-09-09: ALV Ko-Raad 30-09-09: Voortgangstoets
‘I brau a Pulverl’ en ‘des dauert eh ned lang’ Niet zelden voorkomende mededelingen van de patiënt aan de arts in Niederosterreich, de grootste provincie van Oostenrijk. Het duurt een aantal dagen voor dit dialect ontcijferd is, en je als student zelfstandig aan de slag kunt in de Oostenrijkse huisarts-praktijk. Deze maal dus een bericht van de ko-raad uit Oostenrijk, ondergetekende volgt namelijk de NPHC-stage in Oostenrijk. De NPHC biedt een buitenland stage als alternatief voor het ‘Soci ale’-co-schap in periode 7. Het omvat het gedeelte huisartsgeneeskunde en het gedeelte geriatrie. De medische faculteit stimuleert een stage in het buitenland gedurende de co-schappen, en het aanbod is dan ook ruim, m.n. in het vrije keuze coschap gedeelte. Als alternatief voor de reguliere co-schappen is er op dit moment de NPHC-stage, dit zal in het nieuwe curriculum een keuze-coschap resp. senior coschap worden. Voor het keuze/senior-coschap deel is er het ontwikkelingscoschap in diverse landen en het senior-coschap op Aruba. Daarnaast is de onderzoeksstage vrij voor eigen invulling, vanuit de diverse specialismen zijn er tal van buitenlandse adressen voor een stage. Er bestaat ook de mogelijkheid zelf buitenlandse contacten aan te schrijven. Via de universiteit en na enig zoekwerk op het internet zijn er diverse beurzen beschikbaar. Na bijna drie maanden Oostenrijk kan ik zeggen dat een buitenlandse stage een unieke mogelijkheid is om inzicht te krijgen in de geneeskunde zoals die over de grenzen bedreven wordt. Grijp dus je kans tijdens je studietijd, eenmaal een baan zijn er veel minder mogelijk heden, In het artikel verderop een inzicht hoe twee weken bij een Oostenrijkse landarts verlopen. Over de huisartspraktijk, het privé-leven, huisbezoeken en een helicopter reddingsactie op de Donau. Het is een stuk in het Duits, ik laat het onvertaald, vanwege onderstaand citaat: ‘Duitsland en Oostenrijk zijn totaal gelijk, alleen de taal scheidt hen’ Succes met jullie co-schappen!
Ko-Raad bestuur: vlnr: Caroline Kruijdenberg, Denise Doomernik, Saskia van Berkel, Floor de Bont, (Dirk Ottink afwezig)
Dirk Ottink Voorzitter Ko-raad
9&10 mei Movir & Co Congres: Acute Geneeskunde
Heb je nog vragen, tips, opof aanmerkingen?
Co-schap van het jaar Verkiezing: winnaar CKO3v
- pagina 14 -
Antibiotica cursus
Je kunt ons mailen op
[email protected]. Voor meer info, het laatste nieuws, geplande activiteiten en nog veel meer kijk je op: www.ko-raad.nl
CoStaCie-feest Costa Blanca-The White Edition 29 mei 2009
- pagina 15 -
- pagina 16 -
Beroemdheden in het rooster van de medisch student Een reeks zoektochten naar de mensen achter deze begrippen. Deze Status Co: Vesalius. In de krochten van de prekliniek vindt men ze: de lokalen Vesalius A&B. Het mysteri euze, naar formaline riekende territorium van de anatomen van het UMC St. Rad boud, waar het onderwijs in de anatomie van het menselijk lichaam gestalte krijgt; onder medisch studenten ook wel bekend als “De Snijzaal”. Maar wie is de man naar wie deze lokalen zijn vernoemd? Door: Ward Goossens Andreas Vesalius (gelatiniseerde naam van Andries van Wesel) werd in het jaar 1514 ge boren in Brussel. Zijn vader was apotheker in dienst van onder andere Keizer Karel V, in Nijmegen vooral bekend door zijn verbon denheid met het beroemde verkeersplein in het centrum. Net als zijn vader en grootvader voor hem, besloot hij in 1532 geneeskunde te gaan studeren. Hij bezocht achtereenvolgens de Universiteiten van Leuven, Parijs en Padua (Italië). In die tijd hechtte de medische wetenschap veel waarde aan het werk van de Griekse Claudius Galenus en zijn visie op de anatomie van het menselijk lichaam. Tijdens zijn studie
bekwaamde Vesalius zich dan ook in de leer van deze arts uit de oudheid. Vesalius’ inte resse voor de anatomie groeide en op den duur ging hij ook zelf sectie verrichten op overledenen, voornamelijk ter dood veroor deelden. Hierdoor komt hij erachter dat Gale nus’ visie op de anatomie van het menselijk lichaam veel tegenstrijdigheden vertoont en op sommige gebieden zelfs onjuist is.
In 1543 maakte Vesalius zijn ontdekkingen wereldkundig in het werk ‘Humani Corporis Fabrica’, waarin zijn visie op de humane ana tomie uiteen werd gezet. Hij beschreef zelfs tweehonderdtal fouten van Galenus, en toonde aan dat deze zich had gebaseerd op sectie op dieren. Hiermee ontketende hij een revolutie in de medische wetenschap en werd een van de grondleggers van de huidige visie op de anatomie. Uiteraard kreeg Vesalius veel kritiek uit de hoek van aanhangers van Galenus nadat zijn boek voltooid was. Mede daardoor moet hij zijn academische carrière beëindigen en werd hij aangesteld als lijfarts van dezelfde Keizer Karel V, aan wie hij zijn boek had opge dragen. Tijdens zijn werk als praktiserend arts kreeg hij toestemming om sectie te verrich ten op een overleden Spaanse edelman. Bij opening van het lichaam kwam hij echter tot de conclusie dat het hart nog klopte. De fami lie van de edelman klaagde Vesalius aan voor moord, maar hij werd door de Keizer vrij ge sproken. Het verhaal gaat dat hij voor straf toch op pelgrimstocht naar Jeruzalem moest. Tijdens zijn reis leed hij schipbreuk nabij het Griekse eiland Zakynthos, waar hij in 1564 overleed. Zijn graf werd echter nooit gevon den.
_________________________________________________________________________________________
Reistip Terschelling De meeuw laat zich uitgebreid fotografe ren door stil te hangen tegen de wind. Re genwolken kleuren de laatste zonnestra len van de dag paars-rood, als vuur. Een boei in het water. Het blijft boeien, die boei in de Waddenzee. De lammetjes voelen zich thuis in het hoge gras op de Terschel lingse grond. Ze zijn helaas niet zo gechar meerd van de fotografe en die andere nieuwsgierige. Door: Marieke Kool
Terschelling, misschien wel beter bekend van de tweede ‘T’ van het ezelsbruggetje TV-TAS.
Het is de moeite waard het eiland beter de leren kennen. Eigenlijk is Terschelling stukje geschiedenis. Er wordt aangenomen dat de Waddeneilan den hun ontstaan hebben gevonden in het zogenaamde oud-Holoceen, een tijdperk tussen 20.000 en 5.000 jaar voor Christus. Rond 800 jaar na Christus, vormden zich de eerste menselijke nederzettingen. Je komt er vanaf Harlingen met de boot. Met de sneldienst ben je er in drie kwartier, de veerboot doet er twee uur over. Terschelling telt bijna 5000 inwoners ver deeld over 12 dorpjes, de oppervlakte van de gemeente bedraagt totaal 67.400 ha (8.935 ha land en binnenwater en 58.465 ha (Wad den-)zee). Het eiland is ca. 30 km lang, terwijl de breedte varieert van 2 - 5 km. Gemiddeld schijnt de zon er tweemaal zo vaak als in de rest van Nederland. Er is meer wind: de wol ken worden weggeblazen en het geeft een schone lucht. Wil je er later gaan werken, moet je je best doen om ertussen te komen; het aantal werk zame artsen is er natuurlijk niet groot. Op het
eiland werken 4 huisartsen, 2 tandartsen en 1 maatschappelijk werker. Daarnaast is er een fysiotherapiepraktijk en een zorgcentrum/ verpleegtehuis inclusief negen psychogeria trische bedden.
De vlag van Terschelling bestaat uit 5 kleuren die in balken onder elkaar staan; "Reade wol ken; blaue lucht; gele helmen; griën ges; wyt sân; dat is ’t wapen fan Schylgeralân." Op www.terschelling.nl en www.vvvterschel ling.nl, vind je alles over de dingen die je kunt zien en doen op het eiland. Terschelling, zeker een aanrader, maar vooral als het lekker weer is!
- pagina 17 -
Welk element hoort bij jou? Waai jij met alle winden mee, wordt van jou gezegd dat je een heethoofd bent of valt dit allemaal wel mee? Ontdek welk element overheerst in jouw persoonlijk heid: doe de test! Door: Elke Nuijen
1. Het lekkere voorjaarszonnetje schijnt. Het is lunchpauze. Ga jij naar buiten? a) Nee, pff veel te heet. b) Nee, pff daar ga je zo van zweten en wordt je dorstig van. c) Ja, als de rest van de groep ook gaat. d) Ja, het liefst ga ik in het gras op de grond liggen. 2. Welke kleur draag jij graag? a) Rood b) Bruin c) Blauw d) Ik kan niet kiezen 3. Wat is je lievelingsfilm? a) Titanic b) Twister c) Earth d) Reign of fire 4. Welk specialisme binnen de geneeskunde ambieer je? a) Gynaecologie b) Chirurgie c) Alternatieve geneeskunde d) Weet ik nog niet 5. Je loopt het co-schap kindergeneeskunde en er wordt weer een presentatie verwacht. Welk onderwerp kies je? a) Brandwonden b) Hydrocephalus c) IBS en flatulentie d) Tremoren 6. Het is weer raak bij de NS. In de vroege ochtendstond galmt een bericht door het station: ‘Dames en heren, de trein naar xxx heeft een vertraging van meer dan 30 minu ten en zal niet rijden vandaag.’ Wat doe je? a) Je dreigt te gaan koken van woede maar in plaats daarvan haal je een bak koffie en slurpt het rustig weg wachtend op de eerstvolgen de trein.
- pagina 18 -
b) Je ontploft! Een beetje vertraging heb je gewoonlijk geen moeite mee maar nu barst je uit! Oh, wat baal je. c) Je gaat de anderen achterna en gaat mee in het afgesloten hokje uit de wind zitten. d) Je gaat verhaal halen bij het NS-personeel. Wat kan de reden zijn van zo’n enorme ver traging? Zo gauw je het weet bel je de een na de ander op, omdat je A je woede kwijt moet en B je altijd al het nieuws direct verspreid. 7. Je bent op een doordeweekse namiddag te vinden in de Aesculaaf. Plots komt er een prachtfiguur langs lopen, echt helemaal jouw type en je valt als een blok voor hem/haar. Wat voor een type is het? a) Fris, krachtig, stilletjes, kan soms wat kil zijn. Wetlook. b) Pittig, roddelt veel, warm karakter. Rood haar. c) Zeeuws, soms ongedurig, kan moeilijk kiezen. Golvend haar. d) Rustig maar soms nerveus, iedereen kan goed opschieten met hem/haar. Bruin haar. 8. Daar zit je dan alleen met je opleider tijdens je beoordelingsgesprek. Je opleider maakt avances. Wat doe je? a) Je bespringt hem/ haar vurig. b) Je hoekt hem/ haar tegen de grond. c) Je spuugt hem/ haar in het gezicht. d) Je maakt dat je weg komt. Check hier je score, en tel welk cijfer het meest voorkomt in de uitslag. 1. a=2, b=3, c=1, d=4 2. a=2, b=4, c=3, d=1 3. a=3. b=1, c=4, d=2 4. a=3, b=2, c=4, d=1 5. a=2, b=3, c=1, d=4 6. a=3, b=4, c=1, d=2 7. a=3, b=2, c=1, d=4 8. a=2, b=4, c=3, d=1
3. Water Jij bent erg krachtig en lenig. Je bent onmis baar voor de mens, iedereen is afhankelijk van jou. Soms kun je heel tegenstrijdig zijn: op het ene moment smelt je voor iemand of iets, het andere moment kan je koken van woede. Soms kun je water naar zee dragen. Je kan ook water bij de wijn doen. Daarnaast ben je best een stil type die zich niet snel uitlaat over zijn/ haar diepe gedachten.
Het cijfer dat domineert in jouw uitslag, geeft aan welk element bij jouw persoonlijkheid past. 1. Lucht Jij bent iemand die ongedurig is en vaak niet kan beslissen. Je waait met alle winden mee. Toch gaat het je over het algemeen voor die wind en heb je de wind in de zeilen. Maar soms kun je ook wel een blaaskaak zijn. Verder ben je een huismus, en geldt voor jou: oost west thuis best. Meestal kom je uit het zuid westen. Je voelt je thuis in een vliegtuig. 2. Vuur Nieuws verspreidt zich bij jou als een lopend vuurtje. Daarnaast ben je een zeker type: zo zeker dat je je hand ervoor in het vuur durft te steken.Toch ben je vaak wel riskant bezig: je gooit olie op het vuur en speelt met vuur en als heethoofd denk je niet altijd goed na voordat je iets doet. Toen je je geliefde ontmoette stond je in vuur en vlam.
4. Aarde Over het algemeen ben je een erg stabiel persoon. Het kan voorkomen dat wanneer je boos bent je uitbarst in woede. Maar soms ben je angstig, dan beef je. Meestal val je in goede aarde bij anderen. Verder ben je zoals je bent. En als je je doel tracht te bereiken moeten soms hemel en aarde bewogen wor den.
Niet alleen op basis van persoonlijkheid of karakter pas je bij een bepaald element. Wist je dat de astrologie je ook verbindt aan een element?
20 december). VUUR Jij bent: warmbloedig, vol met levensvreugde en zelfvertrouwen, een overdrijver, vrijgevig naar jezelf en anderen, duidelijk in wat je wil.
Waterman (20 januari - 18 februari), Tweelin gen (21 mei - 21 juni) en Weegschaal (23 september - 22 oktober): LUCHT. Jij bent: licht en wendbaar, beweeglijk, snel, nieuwsgierig, gezellig, graag met mensen om je heen, graag vrij en onafhankelijk, ontwij kend bij problemen.
Vissen (19 februari - 20 maart), Kreeft (22 juni - 22 juli) en Schorpioen (23 oktober - 21 no vember). WATER. Jij bent: gevoelig en emotioneel, meelevend, wisselend in stemming, makkelijk te kwetsen omdat je veel in je opneemt, ingetogen, ver stijfd bij angst. Sterrenbeelden: Stier (21 april - 20 mei), Maagd (23 augustus - 22 september) en
Ram (21 maart - 20 april), Leeuw (23 juli - 22 augustus) en Boogschutter (22 november -
Steenbok (21 december - 19 januari). AARDE Jij bent: met beide benen stevig op de grond, bokkig als het niet gaat zoals je wil, soms koppig, een doorzetter, heel nauwkeurig, betrouwbaar en geduldig, erg gesteld op eigen gewoontes, allergisch voor veranderin gen. Literatuur 1. Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. door K. ter Laan 2. Plaatje water: www.company4you.nl/.../ C4U-water-ionisatie.jpg 3. http://mediatheek.thinkquest.nl/%7Ekle0001/? contentid=52
_________________________________________________________________________________________
Brandwonden Vuur mag met recht het meest vernietigen de element heten. Per jaar melden zich zo’n 9600 mensen bij de Spoedeisende Hulp met brandwonden die zijn opgelo pen bij een prive-ongeval. Daar komen nog zo’n 2400 mensen bij die gewond zijn geraakt bij een arbeidsongeval. Kinderen tussen de 0 en 4 jaar lopen relatief vaak brandwonden op. Behandeling van brand wonden kan erg gecompliceerd zijn. Door: Sarah Sloot De huid Even een snelle recapitulatie; hoe zit de huid ook alweer in elkaar? De huid bestaat uit drie lagen, elk met zijn eigen specifieke functies, namelijk de epidermis (opperhuid), de dermis (cutis, lederhuid) en de subcutis, die bestaat uit onderhuids bind- en vetweefsel. De huid beschermt tegen invloeden van buitenaf, zoals het binnendringen van schadelijke stoffen, en handhaaft een goede verdeling van lichaamsvocht en –temperatuur. Kinde ren en ouderen hebben een dunnere huid dan volwassenen, waardoor brandwonden veel sneller voor problemen zorgen.
Indeling brandwonden Brandwonden worden ingedeeld op basis van twee kenmerken: diepte en formaat. Be handeling en prognose zijn voor een belang rijk deel afhankelijk van deze kenmerken. Bij het beoordelen van de diepte van een brand wond wordt er gesproken van eerste-, twee de- en derdegraads brandwonden. Eerstegraads brandwonden gaan niet ge paard met verlies van de huid. Ze zijn rood van kleur, droog en ze doen pijn. De capillaire refill is intact. Afbeelding 1: eerstegraads verbranding Eerstegraads brandwonden kennen we alle maal; zonverbranding is een typische eerste graads brandwond. Na een paar dagen ge neest de verbranding restloos.
Een tweedegraads brandwond destrueert de epidermis en (een deel van) de dermis. De kleur varieert van rood bij oppervlakkige tweedegraads brandwonden tot beige bij diepe tweedegraads brandwonden. Er treedt blaarvorming op, een vochtophoping tussen opperhuid en lederhuid, en de wond is nat tend. Tweedegraads brandwonden zijn pijn lijk en hebben meestal een goede capillaire refill. Genezing duurt een aantal weken. Om dat er nog delen van de huid intact zijn geble ven treedt meestal geen littekenvorming op, afhankelijk van de diepte van de wond. Afbeelding 2: oppervlakkige tweedegraads verbranding Derdegraads brandwonden zijn een heel ander verhaal: de gehele huid, van epidermis tot subcutis, is kapot. De wond kan rood zijn,
- pagina 19 -
maar ook geelwit of zwartgeblakerd. Er is geen pijn, omdat bij een diepe brandwond de zenuwen in de huid beschadigd zijn, en de capillaire refill is afwezig. Een derdegraads brandwond geneest niet vanzelf en laat ern stige littekens en, in een deel van de patien ten, contracturen achter. Het risico op con tracturen is vooral groot als de huid boven een gewricht verbrandt is en nog groter wanneer de handen verbrand zijn. Afbeelding 3: derdegraads verbranding
Soms wordt daarnaast nog de vierdegraads brandwond onderscheiden, ook wel ‘verko ling’, waarbij niet alleen huid, maar ook spier weefsel en bot vernietigd zijn. Vaak is een amputatie nodig. Het formaat van een brandwond wordt uitge drukt als een percentage van het totale li chaamsoppervlak. Bij volwassenen kan men bij het snel schatten van het aangedane op pervlak en de kans op shock de ‘regel van negen’ aanhouden, waarbij het lichaam ver deeld wordt in stukken van negen procent (afb. 4) Bij kinderen liggen die verhoudingen anders, omdat hun hoofd relatief groter is. De meeste ongevallen vinden plaats door contact met een hete vloeistof of damp, zoals kokend water of hete thee. Daarna volgt contact met een heet voorwerp, vuur, explo sie en chemische inwerking. De ernstigste brandwonden worden echter veroorzaakt door open vuur. Afbeelding 4: Vietnamese vrouw die als kind ver brandde toen het huis in brand stond. Zij hield vrese lijke littekens en contracturen hier aan over.
- pagina 20 -
Afbeelding 4: inschatting grootte brandwond als percentage van het totale lichaamsoppervlak Toelichting afbeelding 4: Elke hele arm 9% Voorzijde elk heel been 9% Achterzijde elk heel been 9% Voorzijde bovenste deel van de romp 9% Achterzijde bovenste deel van de romp 9% Voorzijde onderste deel van de romp 9% Achterzijde onderste deel van de romp 9% Geslachtsorganen 1% Behandeling ‘Stop-lig-rol’ en ‘Eerst water, de rest komt la ter!’ zijn twee gevleugelde uitspraken uit de EHBO. De behandeling van een brandwond hangt natuurlijk af van de classificatie, maar wanneer iemand in brand staat, moet het vuur allereerst zo snel mogelijk worden ge doofd met grote hoeveelheden water of door de persoon over de grond te laten rollen, al dan niet in een deken gewikkeld. Bij brand wonden in het gezicht moet worden gecon troleerd of de ademweg vrij is. Trek nooit kleren los, waardoor de brandwonden kun nen openscheuren; knip ze in plaats daarvan weg. Sieraden en gebitsprothesen kunnen het beste verwijderd worden, omdat oe deemvorming kan optreden. Daarna moet de brandwond gespoeld wor den met lauwwarm water, om het slachtoffer niet te onderkoelen. Necrotische huid en ka potte blaren moeten worden verwijderd. De wond moet goed worden schoongemaakt en steriel worden verbonden. Bij oppervlakkige brandwonden volstaat milde zeep en kraan water. Smeer verbrandingen niet in met vet tige cremes. Brandwonden zijn uitermate pijnlijk, dus een goede pijnstilling is belang rijk. Oppervlakkige verbrandingen moeten behandeld worden met lokale antibiotica. Bovendien moet er altijd aan tetanusprofy laxe worden gedacht. Voor derdegraads brandwonden is een huidtransplantatie
nodig, bij voorkeur met een autotransplan taat. Voor eerstegraads brandwonden en tweedeen derdegraads wonden die kleiner zijn dan een centimeter is niet altijd specialistische hulp vereist. Meer dan de helft van de slacht offers die binnenkomen op de Spoedeisende Hulp wordt behandeld aan een tweede graads brandwond; derdegraads brandwon den komen bij minder dan een op de twintig mensen voor. Bij inhalatietraumata en elektri sche verbrandingen is wel een specialist nodig. Bij elektrische verbrandingen bestaat er een kans op necrose van de spieren. Ernsti ge brandwonden worden behandeld in ge specialiseerde brandwondencentra, waarvan Nederland er drie telt: een in Beverwijk, een in Groningen en een in Rotterdam. Complicaties De behandeling van brandwonden is gericht op het sluiten van de wond, het behoud van functie en het voorkomen van infecties. Het is lastig om een infectie vast te stellen bij een brandwond, omdat de verbranding zelf ook tot een ontsteking leidt. Bij koorts, malaise, anorexia, gezwollen lymfeklieren of vererge ring van de ontstekingsverschijnselen moet altijd gedacht worden aan een infectie. Een infectie kan een brandwond dieper maken. Andere complicaties zijn shock, shocknieren, bloedingen in het maag-darmkanaal en be schadiging van de ademhalingsorganen. Conclusie Per jaar komen in Nederland meer dan 10.000 mensen op de Spoedeisende hulp terecht met verbrandingen. Brandwonden kunnen ernstige gevolgen hebben, zowel cosmetisch als functioneel. Het is belangrijk om zo snel mogelijk in te schatten hoe groot en diep de wond is, om met de behandeling te kunnen beginnen! Literatuur: 1. www.uptodate.nl 2. www.brandwonden.nl 3. www.huidweb.nl 4. www.e-gezondheid.be 5. J.H. Sillevis Smitt; J.J.E. van Everdingen; Th.M. Starink; M. De Haan - Dermatovenereo logie voor de eerste lijn
Een dag als nooit tevoren... In deze nieuwe rubriek over beginnende artsen lees je deze editie het verhaal van kersverse ANIOS kindergeneeskunde Marlijn Hesselink. Zij vertelt over haar eerste werkdag als arts. Die dag gaat de wekker al vroeg, zodat ik genoeg tijd heb om me te douchen en aan te kleden. Ik heb vannacht liggen dromen en een zeer onrustige nacht gehad, zoals alle andere nachten voordat ik aan iets nieuws begin. Om 8.00 uur stap ik op de fiets naar het ziekenhuis. Te laat komen op de eerste dag kan absoluut niet. Eenmaal binnen onderga ik het welbekende kennismakingsrondje. Arts-assistenten, specialisten, secretaresses en verpleegkundigen. Door iedereen wordt ik van harte welkom geheten en ze wensen me allemaal veel succes. Daarna is het tijd voor een rondje door het ziekenhuis. Ik moet een jas halen en een badge aanvragen. Iedereen is behulpzaam en ik mag alle soorten jassen kiezen. Kort of lang, met één of met twee rijen knopen, met of zonder borstzakken. Maar het wordt gewoon een jas als alle andere. Eentje zonder model, met twee zakken onderaan voor de welbekende boekjes die iedereen met zich meedraagt en twee borstzakjes. Ik krijg er, zoals alle voorgaande keren, een pennenzakje bij om de jas te beschermen tegen inkt. Kortom: een witte jas zoals altijd. Maar vandaag voel ik mij anders dan alle andere dagen. Vandaag trek ik mijn jas aan en daarmee heb ik het gevoel dat ik opeens een soort mantel der verantwoordelijkheid op mijn schouders krijg geworpen. Nadat ook de badge is geregeld, snel ik mij naar de afdeling om nog iets van de visite mee te krijgen. Het gebruikelijke riedeltje volgt. Ik mag eigen patiënten gaan zien en krijg uitleg over het reilen en zeilen op de afdeling. Ik draai de hele dag mee en heb bijna geen tijd om tussendoor iets te drinken. Vandaag leek te beginnen als een dag als alle anderen. Een witte jas zoals altijd. Een co-assistent zoals altijd. Maar als ik aan het einde van de dag het ziekenhuis uitloop, heb ik, in tegenstelling tot alle andere dagen, eindelijk eens het gevoel dat ik een dag niet voor niets hebt gewerkt. Ik kreeg vragen van de verpleging, heb enkele recepten getekend en met ouders gesproken. Ik heb twee kinderen geboren zien worden, ik mocht kinderen zelf ontslaan en onder de brief komt vanaf nu mijn handtekening. Want vandaag was een dag als nooit tevoren. Een gevoel als nooit tevoren. Op mijn badge staat nu opeens geen nummer en geen ‘co-assistent’ meer. Op mijn badge staat mijn naam en daaronder mijn titel… Vandaag was mijn eerste dag als arts! MarlijnHesselink ANIOS Kindergeneeskunde
Abstract Directional effects of biofeedback on trunk sway during gait tasks in healthy young subjects Lindy J.F. Janssen, Lonneke L. Verhoeff, Corinne G.C. Horlings, John H.J. Allum Division of Audiology and Neurootology, Department of ORL, University Hospital, Basel, Switzerland Gait Posture. 2009 Jun;29(4):575-81 ABSTRACT Biofeedback of trunk sway is a possible remedy for patients with balance disorders. Becau se these patients have a tendency to fall more in one direction, we investigated whether biofeedback has a directional effect on trunk sway during gait. Forty healthy young participants (mean age 23.1 years) performed 10 gait tasks with and without biofeedback. Combined vibrotactile, auditory and visual feedback on trunk sway in either the lateral or anterior–posterior (AP) direction was provided by a head-mounted actuator system. Trunk roll and pitch angles, calculated fromtrunk angular velocitiesmea suredwithgyroscopes,were used to drive the feedback. A reduction in sway velocities occurred across all tasks regardless of feedback direction. Reductions in sway angles depended on the task. Generally, reductions were greater in pitch. For walking up and down stairs, or over barriers, pitch angle reductions were greater with AP than lateral feedback. For tandem and normal walking, reductions were similar in pitch and roll angles for both feedback directions. For walking while rotating or pitching the head or with eyes closed, only pitch angle was reduced for both feedback directions. These results indicate that the central nervous system is able to incorporate biofeedback of trunk sway from either the AP or lateral direction to achieve a reduction in both pitch and roll sway. Greater reductions in pitch suggest a greater ability to use this direction of trunk sway biofeedback during gait.
Movir&CO congres Op 9 en 10 mei 2009 heeft de tweede editie van het Movir & CO congres plaatsgevonden in congrescentrum “De Leeuwenhorst” te Noordwijkerhout. Meer dan 800 coassisten ten hebben twee dagen genoten van een brede selectie onderwerpen die in het regu liere onderwijs onderbelicht worden. Denk hierbij aan onderwerpen als “wat te doen bij kindermishandeling”, “acute hulpverlening op straat en in het ziekenhuis”, “infuusbeleid”, “recepten schrijven” en “filosofie voor begin ners”. Kinderarts prof. dr. Paul Brand (auteur van het boek ‘De stoel van God’) is één van de vele bekende sprekers geweest. Op zondag is het programma afgesloten door de medische cabaretgroep “The Amateur Transplants” uit Londen. Het congres is geheel georganiseerd door coassistenten en mede mogelijk ge maakt door hoofdsponsor Movir en partner ABN Amro. Wil jij dit congres in 2011 mede organiseren? Geef jij je dan nu op! Voor meer informatie zie: www.movirenco.nl
- pagina 21 -
Vind als arts een baan via BKV en bezoek een wereldstad*! Jouw talent in the spotlights! Bij BKV zorgen we ervoor dat jouw talent gezien wordt. BKV is als intermediair al meer dan 10 jaar marktleider in tijdelijke en vaste banen voor basisartsen en medisch specialisten. Meld je aan en wij gaan samen op zoek naar jouw wereldbaan. Heb je via BKV jouw spot gevonden, dan maak je bovendien kans op een trip naar een wereldstad!
Vacatures
Daarom BKV BKV is als intermediair marktleider in tijdelijke en vaste banen, waarnemingen en interim-opdrachten voor basisartsen, medisch specialisten en managers in de zorg. Dankzij het consequent toepassen van effectieve, bewezen methodes staat BKV erom bekend steevast een succesvolle match tussen kandidaten en opdrachtgevers tot stand te brengen. Als voorloper in de markt is BKV breed geïnformeerd over alles rond werving & selectie, (interim-)management en outplacement. De consultants volgen de ontwikkelingen op de voet, kennen het brede aanbod en kunnen putten uit een waardevol en uitgebreid netwerk. Kortom: met BKV verhoogt u de kans op de juiste baan of werknemer.
• Basisarts voor tijdelijke werkzaamheden • JGZ-arts 4-19 jarigen • Basisarts in het verpleeghuis • ANIOS acute dienst en kinderen & jongeren • ANIOS psychiatrie volwassenen • AIOS gynaecologie en verloskunde in Duitsland • AIOS chirurgie in Duitsland • Arts assistent SEH Onze website www.werkvoorartsen.nl kan een belangrijke bijdrage leveren aan de volgende stap in jouw carrière. Hier vind je alle (tijdelijke) vacatures voor basisartsen, medisch specialisten en managers in de zorg in Nederland en in het buitenland.
Opleidingsplaatsen Het wordt steeds moeilijker een opleidingsplaats te bemachtigen. Ben jij (bijna) basisarts en heb je belangstelling voor een opleidingsplaats? Dan heeft BKV bij diverse klinieken in Nederland en net over de grens in Duitsland een opleidingsplaats voor jou. Wij zijn op zoek naar jonge en gemotiveerde artsen voor opleidingsplaatsen binnen de Interne Geneeskunde, Algemene Chirurgie, Geriatrie en Gynaecologie. Wij bieden je een volledige en binnen Europa erkende opleiding tot specialist in een dynamische en professionele werkomgeving waar veel aandacht wordt besteed aan persoonlijke begeleiding gericht op jouw specifieke carrièreperspectief.
Jij bent goud waard! Bij BKV zijn we goudeerlijk als we zeggen dat jij goud waard bent. Met ‘jij’ bedoelen we: jouw CV, jouw kennis, jouw ervaring maar ook jouw professionele netwerk. Maak kennis met de formule van BKV: JIJ + BKV = goud. Interesse of meer informatie over wat het jou in goud geld kan opleveren?
YouTube Via de site kun je ook de laatste video films bekijken waarin specialisten uit de zorg informatie verstrekken over hun vakgebied ondersteund door “live” omgevingsfactoren. Hierin wordt toelichting gegeven over opleidingsmogelijkheden, werkervaring, functie en toekomstperspectief. In aansluiting op deze video films kun je de loopbaanwijzer invullen waardoor je inzicht krijgt in welk vakgebied dan wel welke functie jij het beste tot je recht komt door de ogen van de specialist.
* de algemene voorwaarden zijn op te vragen bij BKV
Neem voor nadere informatie contact op met BKV op 0888 - 22 55 88 of bezoek onze website
www.werkvoorartsen.nl Ook kun je een e-mail sturen naar
[email protected]
bkv artsen intermediair bv
- pagina 22 -
Oranjesingel 2 Postbus 2178 4800 CD Breda T 0888 - 22 55 88 F 0888 - 22 55 99 KVK 20104894 E
[email protected] I www.werkvoorartsen.nl
Co-lumn: Waterlijk Van een afstandje zie ik ze al, een tiental mensen en twee witte boten. Bij voorbaat al een beetje misselijk loop ik op ze af en zie ik datgene waarvoor we vandaag gekomen zijn. In het prikkeldraad van een weiland, dat tot in het water loopt, hangt iets dat nog het meest lijkt op een hoop kleren met aan de zijkant een soort witte vlek, een plastic tas? Maar ik weet al dat het geen plastic tas is en naarmate ik dichterbij kom tekenen de gelaatstrekken zich langzaam af. Nou ja, gelaatstrekken zijn het nog maar nauwelijks te noemen. En terwijl ik naar het opgeblazen, witte gezicht kijk met dikke oogleden en een wat vreemd aandoende afgeschaafde neus en onderkaak, verbaas ik me dat ik nog steeds rechtop op mijn beide benen sta. Misschien is dit beeld te onwerkelijk om te beseffen wat ik werkelijk zie. Want wat ik werkelijk zie is het stoffelijk overschot van een jonge vrouw, onherkenbaar gemaakt door de dagenlange inwerking van het rivierwater… Vandaag loop ik mee met de forensisch geneeskundige voor mijn co-schap sociale geneeskunde. Een co-schap waar ik niet direct de hoogste verwachtingen van had, maar wat me na drie dagen al bij een van de meest indrukwekkende momenten van mijn co-schappen heeft gebracht. Dit moment hier aan de rivier. Van een afstandje kijk ik samen met mijn co-genootje toe hoe het lichaam uit het water wordt gehaald. Ook zij lijkt bijna opgelucht als we onze ogen van dit tafereel af kunnen wenden, omdat een politieagent ons aanspreekt: “Is dit jullie eerste waterlijk?”. Beiden beamen we dit met een zenuwachtig knikje en hij lacht een keer. Alsof hij dat nog niet in de gaten had! Later op het politiebureau, waar de echte lijkschouw plaats zal vinden, zie ik van verschillende kanten dezelfde meelevende, maar zeker ook vermakelijke lachjes van ervaren agenten als reac tie op onze blikken van ongeloof en walging. Want een prettig gezicht is het niet, om nog maar niet over de geur te spreken. De sfeer is, gezien de omstandigheden, echter vrij relaxed en af en toe wordt de spanning doorbroken met een crue, maar toch wel rake grap. En terwijl de forensisch arts en een agent het lichaam geheel nakijken, speelt er zich in hetzelfde vertrek een gehele aflevering van Baantjer af. In mijn hoofd komt langzaam het Baantjer- melodietje boven drijven. Alle spullen worden gefotografeerd, er wordt naar aanwijzingen van de identiteit van het meisje gezocht en er wordt druk getelefoneerd om te informeren wie er vermist zijn. Stukje bij beetje lijken alle aanwijzingen in de richting van een vermist meisje te wijzen en even voel ik een angst als dit meisje straks echt een gezicht gaat krijgen. Nu is het geen stoffelijk overschot meer, maar een overleden meisje. Een meisje met ouders die al weken in spanning zitten om hun vermiste dochter. Maar dan wordt het lichaam vanaf de tafel in een soort van kist gekiept en is het beeld van het meisje spontaan verdwenen en is het weer gewoon het opgeblazen lichaam dat op mijn netvlies staat gebrand. De kist wordt in de vriezer geschoven en met een enigszins dubbel gevoel van adrenalinerush en misselijkheid loop ik de frisse buitenlucht weer in. Het is stralend weer en de lucht is blauw. Terug in de trein bedenk ik of ik op internet wil gaan kijken of ik haar foto kan vinden bij vermiste personen. Maar al snel verwerp ik deze gedachte. Ik denk dat het beter is om deze beelden in mijn gedachten niet op te slaan onder het kopje “meisje”, maar onder het kopje “waterlijk”. Tanja
Happen voor tijdens de ... co-schappen Eindelijk, de tijd van ’s avonds buiten eten is aangebroken. Na thuiskomst wil je zoveel mogelijk van de laatste zonnestralen op pikken, voordat die zon weer achter de huizen verdwijnt. Daarom een pasta met saus die snel klaar is, en zeer zomers! Door: Anne de Waal Linguine met tomaten-garnalen saus Voor 2 personen 125 gram roze garnalen 125 ml slagroom 1 blik tomatenblokjes 1 citroen, geraspt 1 teentje knoflook, geperst scheutje cognac/wodka/witte wijn verse peterselie, een handje 200-400 gram linguine of andere pasta Zet het water voor de pasta op. Verhit intussen een scheutje olie in een hapjespan en fruit hierin de knoflook zacht, niet te bruin laten worden. Doe de tomaten erbij, laat even sudderen. Giet het scheutje cognac/wodka/witte wijn erbij en laat de alcohol verdampen. Roer de slagroom erdoor en rasp de citroen boven de pan. Roer de garnalen en de helft van de gehakte peterselie erdoor, laat nog een paar minu ten zachtjes pruttelen (niet te lang, dan worden de garnalen taai). Proef en voeg zout en peper toe. Kook de pasta beetgaar. Dien de pasta met de saus op en bestrooi met nog wat peterselie. Drink er frisse witte wijn of rosé bij... Enjoy!
- pagina 23 -
Groeten uit... Wenen Door: Dirk Ottink Gebrauchsanleitung: kursiv gesetztes bitte nicht an betreffende personen mit bierernst weiterleiten! S. g. Herr Minzfabener Mercedes Fahrer und Randstein Vandale! (coordinator van de NPHC in Wenen, die voor onze ogen de bumper van zijn mercedes op de stoep parkeerde) Was hast Du uns da angetan mit der frank und freien Überlassung dieses Schülers von unser aller Wonca World Präsident Prof. Dr. van Weel? Anstelle von medizinischer Lektüre brachte er am 03.05.2009 um 21:00 am Bahnhof von Krems ein Klapprad aus Holland mit! Seine Kleidung (ohne Käselaib aus Edam, Gouda etc.) musste nach 3 ! Wochen Poysdorf und 1.5 Wochen in der Nähe des TÜPL Allent steigs sofort chemisch gereinigt werden. Abge magert und dehydriert nach 3 Wochen I.P.s Verköstigung immer im Verein mit Poysdorfer „Wein“ musste auch eine intercurrente Gastritis und Stuhlunregelmäßigkeit sofort therapiert werden. Nachdem Dr. D.O. drei Tage lang durchgesch lafen hatte und im Fieber oft von :“ her mit de puiva“ in noch nie so gehörtem windigsteige risch laut aufgeschrien hat, gelang es uns sein Bewußtsein, welches sicher schon auf dem Weg nach Hause war wieder zu beleben. Siehe es ward ein Medizinstudent nach einem Vollbad und einer Rasur und einem Ritteressen in Len genfeld aus Nijmegen eingetroffen. Spass bei Seite, Kollege Dirk Ottink ist uns ein herzlich will kommener Studiengast gewesen. Im folgen den werden wir gemeinsam seine Famulatur Erlebnisse bei uns und in der Praxis zu skizzie ren suchen. Bdr.: Was hast du in Lengenfeld gelernt? DAO: Die Allgemeinmedizin / Landarztmedi zin in allen Facetten, natürlich täglich in der Ordination, aber zum Beispiel auch eine Fußsohlen Begutachtung des Herrn Bürger meister Am Strassen Rand, als er uns bei einer Visite überfallen hat, mit „des dauert eh ned lang“. Es ist die erste Praxis in Ö wo ich selber Patien ten von A-Z untersuchen konnte und diese dann supervidiert meinem Lehrpraxisleiter vorstellen konnte. Nachdem Dr. Busch sich von meinen Fertigkeiten überzeugt hat, und einige Tage mit mir seine Patienten und seine Praxisführung erläutert hatte. Hilfreich und hart zugleich war das stets von Ihm eingehol te Urteil der dabei anwesenden Patienten, ob ich auch alles richtig erfasst und vollständig untersucht habe und ihren Besuchsgrund im wesentlichen wiedergegeben habe. Das kenne ich aus Holland nicht. Das ist bei super
- pagina 24 -
vidierten Famulaturen bei uns nicht üblich, finde ich aber super. In Holland ist das Privatleben der ausbilden den Ärzte für uns völlig unbekannt, hier lebe ich auch privat das Ärzteleben mit, und teile den Alltag meiner Ärzte vom Frühstück bis zum Kongressbesuch ja bis zum Nachtnotfal leinsatz. Hier bekomme ich eine echte Vorstellung, was das Landarztleben in der Einzelpraxis wirklich bedeutet, neben all der Bürokratie die zu Hause auch erledigt werden muss, wenn auch mit VPN Tunnel in die Praxis. So erlebe ich die Nähe der Patienten im Dorf als zwar positiv aber für mich vielleicht zu nahe. Das Trennen vom Privatleben des Arztes und die Abgrenzung zur Rolle als Hausarzt (3 Wochen Poysdorf!) empfinde ich momentan selbst als problematisch, wenn ich an meine eigene Zukunft und mein Bedürfnis nach Privatsphäre denke. Bdr.: Dein Österreichisch ist besser als mein Niederländisch, wie war es um die Verständi gung beim Dialekt meiner Patienten um dich bestellt? DAO: Da die Patienten von den Mitarbeiterin nen informiert wurden das ich ein „Kaaskopf “ bin und ob sie lieber mit dem Buschdoktor allein sein wollen, hatte ich eigentlich keine Verständnisprobleme. Vielleicht haben Sie besonders versucht hochdeutsch mit mir zu sprechen. Sie waren geduldig und sehr hil freich wenn mir ein Wort gerade nicht einfiel. Im Waldviertel konnte ich daher keine Anam nese selbst erheben. Ich war vielleicht auch mehr auf die korrekte Sprache im Patientengespräch konzentriert, als auf das Totalbild des Menschen der vor mir saß. Heute am vorletzten Tag habe ich allerdings während eines Anamnesegesprächs zum er sten Mal einen Patient gemustert und fast eine Minute lang auch nichts gesagt und ihn aufmerksam betrachtet, und habe dabei be obachtet wie mein Empfinden ,so wie eine innere Alarmglocke', getriggert wurde.
Bdr: Was ist dir im Vergleich zu Holland in meinem Praxisalltag aufgefallen? DAO:Patienten kommen und wollen halt gern ein „Puiverl“ oder eine Spritze (besonders äl tere Patienten) – in Poysdorf forderten sie sogar eine Spritze statt einem Gespräch mit dr. ***! Leute in der Multikulti Holland Praxis - aus dem europäisch, arabischen Süden - in Nijmegen wollen auch eine Spritze. Holländer wollen am liebsten nichts, vor allem aber die Bestätigung das sie nicht krank sind. Der Leidensweg und die Erlösung durch ein Medikament aus der Hand des Arztes steht vielleicht in einer mir unbekannten ka tholischen Tradition. Bestimmt haben wir psychosomatisches auch in der Ausbildung gehört, neu für mich war wie ich an kleinen Beispielen (Mutter Kind Verhältnis und Schmerzen paraumbilikal) er kennen konnte wie spannend die Psyche in den Praxisalltag durchkommt. Auch wie viel Zeit man in einen Patienten investieren muss, der körperlich eigentlich nichts hat. Eine Einzelpraxis muss auch als eigener Be trieb aufgebaut und geführt werden, was spannend ist im Vergleich zu den Gruppen praxen „dahoam“. Was ich vermisse ist das ich nicht mit Kollegen Doktoren reflektieren kann über cases, über den Betrieb und das es hier nur ein hübsches Mädchen zu geben scheint. Eine Einzelpraxis verlangt auch viel kämpfe risches vom Hausarzt ab und ist eine tägliche Herausforderung. Hier wird auch sorgfältig und vorsichtig mit Antibiotika verfahren, ganz wie bei uns. Hausapotheken kannte ich bisher nicht, finde ich aber superpraktisch für die Patienten, spannend auch für die Therapietreue und das Controlling der Einnahme durch den Arzt. In Holland verschreiben wir Blutdruckme dikamente zum Beispiel für einen Zeitraum von 6 Monaten. Ich habe die Diskussion um die Krank meldung in Österreich via e-card fassungslos mitverfolgt, soviel unnütze Bürokratie ken nen wir in Holland nicht, auch nicht das tägli che „e- card stecken“. Der durchaus humorvolle Umgang und die ständige individuelle Motivation der Kranken sind mir besonders in Lengenfeld aufgefallen, so würde ich das auch haben wollen. In den 2 Wochen ist es nicht zu Missverständnissen oder Fehlinterpretationen gekommen, weil der Buschdoctor seine Schäfchen eben gut kennt. Bdr.: Was wirst Du aus Lengenfeld nach Hause mitnehmen, außer einem neuen Radhelm den unser Hund Nogger zerlegt hat? DAO: Die Idee des Turnus in Ö , das du auf einer Station die Routinen und die Erfahrun gen für das Fachgebiet intensiv erlernen kannst, werde ich in der Vorbereitung auf
meine Fachausbildung in der zu erwartenden Wartezeit einbauen. Ich konnte an einer Fahrzeugbergung durch die Freiwillige Feuerwehr Lengenfeld mit Personen Rettung und Reanimation aktiv mitwirken, und habe begriffen, das hier vom Hausarzt gerade die Feuerwehr trainiert wer den muss, zuhause werde ich meine Fußbal lvereinskollegen darauf ansprechen sie zu trainieren. Ich habe live erlebt das man hier als Hausarzt Notfälle incl. Equipment beherrschen muss, bis der Notarztwagen eintrifft. Wir sind viel auf Hausbesuchen gewesen, das kenne ich aus Holland so intensiv nicht. Die karge Freizeit will klug genutzt werden als Hausarzt zum Beispiel mit einer Faltboottour auf der Donau von Spitz nach Dürnstein. Dabei wurden wir vom Wasser aus Zeuge einer Taubergung eines Kletteres durch den Notarzthubschrauber Christophorus 2 – Cool! Aufgefallen ist mir das der Buschdoctor für seine Patienten fast 24 h telefonisch erreich bar ist, während ich eines samstags eine hundert Kilometer Radtour durch die herrli che Wachau ohne Handy gefahren bin. Viel leicht täte das Abschalten ihm gut, noch dazu wo es kein Diensttelefon ist. Nett finde ich, dass so viele Patienten kleine Dinge mitbringen, Gugelhupf, Torten, Wein, Rauchspeck, Kartoffeln, -wem gehört eigent
lich der 6er Karton Klosterhofwein, den wir heute abends vor der Haustür aufgefunden haben? Was ich richtig lustig finde an der Allgemein medizin, ist das breite Interessensfeld eines Hausarztes, das dieser neben seinem medizi nischen Wissen braucht, um sich in seine Pa tienten und deren Umfeld einfühlen zu kön nen, zum Beispiel das Wissen um Gartenpflan zen und Landwirtschaft, Tierarztwissen, Post, Zeitung, Wetter, Todesfälle, Geburten, Strei tigkeiten in der Nachbarschaft. Das ist viel leicht von Vorteil für männliche Ärzte. Ich war auch mit dabei als wir im Bezirkskran kenhaus Krems stationär aufgenommene Patienten besucht haben und mit den Kolle gen im KH uns ausgetauscht haben. Ein besonders gutes Gefühl hatte ich heute, als sich ein Patient ganz persönlich für meine Diagnose und Therapieempfehlung bedankt hat, auch wenn er noch nie im Leben eine Syphilis hatte, wie er aus dem Beipackzettel des von mir verordneten Antibiotikums erfahren konnte.
Mitnehmen werde ich das bildliche Beispiele für die Patienten sehr eindrucksvoll sein können (Bsp.: Salami statt Blut in den Adern, Menschen keinen Kamelbuckel haben um Wasser zu speichern, das es in Lengenfeld unterirdisch toxische Lagerstätten von Leber gift gibt etc. etc.). Außerdem war ich beeind ruckt von einem künstlichen Skelett im War tezimmer dekoriert mit Brille, Hut , und Din gen die Patienten im Wartezimmer halt so vergessen haben wie der Buschdoctor lächelnd erklärt. Vom ersten Moment an wurde ich locker ins Ordinationsteam integriert, vielleicht auch weil diese Praxis gute Erfahrungen mit Stu denten hat. Eigentlich wollte ich nach den bisherigen Erfahrungen, endlich selbst etwas machen dürfen, war vielleicht die ersten Tage zu ab wartend, ob dies auch gewünscht wird. Vielleicht ist aber gerade das ein wichtiger Charakterzug für einen künftigen Haus- und Familienmediziner, antwortete da der Bus chdoctor. Niedergelegt zu Lengenfeld in den Iden des Mai 2009 23:38 / 10sec. Von Dirk ARNOLD Ottink und Dr Ulrich Busch.
- pagina 25 -
Co van de maand: in the air Iedereen heeft wel een bezigheid of hobby waarbij hij zich echt in zijn element voelt. De één gaat zwemmen, de ander speelt computerspelletjes of heeft een bijbaantje waarin hij zich kan uitleven. Dennis Roe lofs uit co-groep 107 besteedt zijn tijd wel op een heel bijzondere wijze. Als je goed oplet en af en toe eens naar boven kijkt zie je hem misschien wel eens voorbij komen. Zijn grote passie is namelijk vliegen. Er was een tijd dat hij elk weekend op het vlieg veld te vinden was en zo´n 100 vluchten per jaar maakte. Nu hij co-schappen loopt is die frequentie wel wat afgenomen. Maar stoppen met zijn passie is hij zeker niet van plan!
instructeurs je les. Je begint als DBO’er (Dub bel Bestuurs Opleiding, alhoewel dat geloof ik al niet meer de nieuwste term is) waarbij je samen met de instructeur in een tweezitter gaat vliegen. Je begint met rechtuit vliegen (wat al echt niet makkelijk is) en gaat steeds meer zelf doen. Op den duur, meestal na 60-90 starts, mag je voor het eerst alleen vliegen. Dan ga je in een eenzittertje je “solo vlucht” maken. Dit is bij uitstek het mooiste moment uit je vliegopleiding! In de jaren erna ga je steeds meer oefeningen doen en erva ring op doen. En dan, uiteindelijk, kun je je zweefvliegexamen aanvragen. Als je je offi ciële brevet hebt, mag je snellere en moeilij kere kisten vliegen. Maar ook dingen als pas sagiersvliegen en kunstvliegen.
Door: Heleen Oudenhoven Vertel, hoe is het allemaal begonnen? Dat gaat heel ver terug. Mijn vader vloog al jaren toen ik geboren werd. Ik was ook maar een paar dagen oud toen ik voor het eerst op het zweefvliegveld was. Dat zie je erg vaak binnen het zweefvliegen, dat het van ouder op kind gaat. Met de paplepel ingeslagen dus. Ik ben zelf begonnen met vliegen toen ik 15 was.
Waarom wilde je je vliegbrevet halen? Omdat zweefvliegen de ultieme vorm van vrijheid is. Je kunt gaan en staan waar je wilt en bent niet gebonden aan wegen of paden. Het gevoel dat je krijgt als je met 250 km/h door de lucht kruist is gewoon heel mooi. Misschien zelfs onbeschrijflijk totdat je het zelf gedaan hebt. Dus kom allen langs! Wat moet je allemaal doen om te mogen vliegen? Je wordt eerst lid van een zweefvliegclub, in mijn geval de Nijmeegse Aeroclub (NijAC). Je betaalt daar contributie en een paar euro per start. Het hele systeem van de NijAC is ge bouwd op vrijwilligheid. Er zijn dus mensen binnen de NijAC die de cursus tot instructeur hebben gevolgd, en mensen kunnen leren vliegen. Als je lid bent van de club kun je de kisten van de club gebruiken en geven de
- pagina 26 -
Ik hoorde dat je voor de luchtmacht naar het buitenland bent geweest, kun je daar wat meer over vertellen? Ik ben twee jaar geleden begonnen met de selectie tot gevechtsvlieger. Eigenlijk begon ik voor spek en bonen aan de selectie. Omdat ik een scoliose heb verwachtte ik vierkant uitgelachen te worden bij de medische keu ring. Mijn doel was, vreemd genoeg, ook ei genlijk afgekeurd te worden zodat ik later nooit hoefde te denken van “had ik maar”. Maar vreemd genoeg kwam ik er door! Na eindeloze testen kwam ik op den duur bij de laatste selectie: de PVS (praktische vlieger selectie). Hierbij moet je 6 vluchten maken in een Slingsby Firefly. En omdat het in Neder land altijd slecht weer is doen ze dat in Evora, Portugal. Maar ik had pech en het was zelfs in Evora slecht vliegweer. Dus ik moest een half jaar later nog een keer terugkomen in Evora om mijn laatste drie vluchten te doen. Je bent daar dan een week. En geloof me, er is weinig leuks aan. De combinatie van stierlijke verve ling omdat je een hele dag op een stoel zit te wachten of en tot je mag vliegen, met de enorme stress dat áls je gaat vliegen ieder foutje in effect de rest van je leven bepaalt, is slopend. Je ligt iedere dag om 19.00 in bed! Maar in alle eerlijkheid is het achteraf wel leuk om gedaan te hebben. Is vliegen je enige avontuurlijke hobby, of heb je er nog meer? Duiken vind ik erg leuk, maar dat heb ik alweer een aantal jaar niet gedaan. Voor de rest voornamelijk “avontuurlijke” reizen, ik ben niet zo’n strandhanger. Is het vliegen goed te combineren met coschappen? Op zich wel. Het is meer een kwestie van pri oriteiten. Voor mijn coschappen ging ik doordeweeks feesten en in het weekend vliegen. Nu kan het feesten doordeweeks niet
meer, dus moet ik in het weekend kiezen tussen of feesten of vliegen. En hoe stom het ook klinkt, na 9 jaar vliegen word je wel een beetje kieskeurig wat dingen als weer betreft. Dus als de weersvoorspellingen slecht of matig zijn, dan ga ik lekker de kroeg in! Hoe zie je op dit moment je toekomst? Eerst mijn studie geneeskunde afmaken, dat is zeker. De gehele vliegerselectie heb ik in middels gehaald en ik mag in opleiding. Dus, als alles loopt zoals ik wil, ga ik na mijn arts enexamen beginnen aan de vliegopleiding. En dan hoop ik later één of twee dagen per week iets geneeskundigs te kunnen doen en de andere dagen te vliegen. Maar ik geloof het pas allemaal als ik in een vliegtuig zit. Er kan nog zoveel gebeuren… Is er nog iets dat je wil vertellen? Twee dingen eigenlijk. Ten eerste wil ik echt iedereen uitnodigen te komen kijken bij het zweefvliegen. Er is een Studenten Zweef vliegvereniging (www.nsastabilo.nl) waar door het voor iedereen toegankelijk is. Je kunt het zelf dus ook gaan doen! Ten tweede iets over de luchtmacht. Er heerst een heel ver keerd beeld van de luchtmacht. Een deel hiervan komt door de luchtmacht zelf. Ik erger me nogal aan hun reclames, “ruil je OV in voor een F-16!”. Ten eerste suggereert dit dat je het “even doet”. Dat is dus echt niet zo, het duurt maanden en maanden. Maar erger nog vind ik het feit dat je alleen maar over F-16’s hoort en misschien heel af en toe een Apache heli kopter. Maar als je je opleiding haalt, heb je net zoveel kans om op een transport heli te komen. En dat zeggen ze er voor het gemak er maar even niet bij... Heb je nog tips voor andere coassistenten? Haha, ik ben niet bepaald een levensgoeroe of zo. Maar als ik iets geleerd heb van dit hele vlieggebeuren, is het dat niets onmogelijk is. Dus of je nou wilt vliegen of die felbegeerde opleidingsplaats bij kindergeneeskunde of zoiets, ga er voor!
- pagina 27 -
Indien onbestelbaar retour: Stichting Status Co, Geert Grooteplein-Noord 15, Kamer 3.06, 6525 EZ Nijmegen
De volgende co-assistenten hebben hun artsenbul ontvangen:
Geslaagden maart '09
Geslaagden april '09
Geslaagden mei '09
mw. A. Haasnoot mw. M.A. Hesselink mw. M.A.J. Katzenbauer mw. S.W. Ten Kortenaar mw. M. Lammers mw. M. Lenderink mw. M.M. Maltha mw. L. Rietveld mw. S.E. Rongen mw. K.P.W. Schoenmakers mw. A.M.C. Verhulst mw. E.M.W. Spee dhr. E.C. Smits
dhr. F.P. van den Berg mw. I.J.A. de Bruin dhr. D. van de Burgt mw. L. van Groenendael mw. S.M. Heusinkveld mw. A.M. de Jong mw. R.J. Koers dhr. I.P.A. Kroes mw. M.J.W. Loeffen mw. C. Lybøl mw. A.A.T. Meijer dhr. K. Mizbah mw. A.G.H. Niezink dhr. E.E.N. Njagi mw. A.J. van Osch mw. E.J.M. Peters mw. E. Rengers dhr. J.E. van Son mw. M.J.B. Spanjer mw. C.T. Waagmeester dhr. D.J. Westerlaken mw. E.A.W. Wolberink
mw. E. Adriaansen mw. L.R.C. van den Berg dhr. B.A.A. Bus mw. D.S. Everaerd dhr. R. Hermsen mw. K.B. klein Breteler dhr. T.S.E. Nonner mw. A. Planting mw. M.L.C. Sival mw. H.C. Spooren mw. M.M. Tielemans
Wij wensen jullie heel veel succes met jullie verdere carrière Van harte gefeliciteerd! De redactie van Status Co
- pagina 28 -