A tweede concert A-serie 52e seizoen • 3 november 2012, 14.15-16.20 uur
Radio Kamer Filharmonie Michael Schønwandt dirigent Martin Fröst klarinet Christian FrederikEmil Horneman 1840-1906
Suite uit Gurre 1901 toneelmuziek voor orkest naar het gelijknamige drama van Holger Drachmann Ouvertüre Volmer en Tove (voorspel tot het tweede bedrijf) In het woud bij Gurre (voorspel tot het vijfde bedrijf) De uitvaart van Tove (voorspel tot het vierde bedrijf)
Bent Sørensen Serenidad 2011-2012 1958 klarinetconcert opdrachtwerk Filharmonisch Orkest van Tampere, KölnMusik en NTR ZaterdagMatinee - wereldpremière I · II · III
pauze Niels Wilhelm Efterklang af Ossian op. 1 1840 Gade Ouverture voor orkest 1817-1890 Jean Sibelius Derde symfonie in C opus 52 1904-1907 1865-1957 Allegro moderato Andantino con moto, quasi Allegretto Moderato – Allegro ma non tanto
Hans Werner Henze 1926-2012 De esthetiek van Schönberg, We bern en de naoorlogse serialisten stond hem na. Maar Hans Werner Henze wilde met zijn muziek ook dicht bij de mensen blijven: weg van dogma’s en elitaire, diepzinnige clubjes. Uit een onstuitbare ‘Bedürfnis an Kommuni kation’ zocht hij naar middelen om het publiek weer bij de nieuwe muziek te betrekken, en meende “dat je aan muziek, als zij eenmaal is voltooid, niet mag merken hoe moeilijk het schrijven zelf geweest is”. In zijn symfonieën, kamermuziek en opera’s ver mijdt Henze ieder conformisme. Verschillende stijlen en compositiemiddelen kunnen er probleemloos naast elkaar bestaan. En hij slaagt in zijn opzet: met opera’s als Elegy for Young Lovers en The Bassarids in de jaren ’60, en met zijn sprookjesachtige L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe (2003) bereikt hij een publiek dat zich niet uitsluitend op eigentijdse muziek toelegt – L’Upupa werd eerder dit jaar ook door het Matineepubliek enthousiast ontvangen. Sinds 1962 klonken in de Matinee onder meer zijn Requiem, de ‘allegoria per musica’ Heliogabalus Imperator en zijn Achtste en Negende symfonie. In seizoen 2001-2002 was er een groot retrospectief met, naast veel kamer muziek, Ariosi, The Bassarids en Venus and Adonis. Nieuwe orkestwerken, en nog twee opera’s zagende laatste jaren het licht. Zijn gezondheid liet hem soms in de steek, doch nuchter stelde Henze, dat hij niet wist wat hij anders moest doen dan compo neren: “Lezen, brieven schrijven of wandelen?” Maar op 27 oktober overleed een van de grootste Duitse componisten van afgelopen eeuw, een orkestwerk Isoldes Tod onvoltooid achterlatend. Kees Vlaardingerbroek en het team van de NTR ZaterdagMatinee
2
Uitzending Radio 4 en terug luisteren via internet Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de opname terugluisteren. zaterdagmatinee.nl
Hans Werner Henze & Deense muziek in radio 4 concerthuis Vanaf deze week meer concerten met over wegend Deense muziek. Bovendien: Hans Werner Henze, met onder meer L’Upupa. radio4.nl/concerthuis
NTR Podium: Polyphony documentaires & con certen op nederland 2 zondag 4 nov. 13.00 uur maandag 5 nov. 0.00 uur documentaire over het Britse koor Polyphonyen dirigent Stephen Layton (volgende week in de Matinee!). ntr.nl/ntrpodium
A tweede concert A-serie 52e seizoen • 3 november 2012
Sibelius en de Denen
Ook Denemarken kende een Gouden Eeuw waarin de kunsten floreerden als nooit tevoren. Of eigenlijk was het een halve eeuw, van circa 1800 tot 1850, zodat de Engelse benaming ‘Golden Age’ meer van toepassing is. Meer dan de muziek was het de schilderkunst die, net als in de Nederlanden twee eeuwen eerder, een hoge vlucht nam en die het beeld van die periode in hoge mate bepaalde. Schilders als Christen Købke en Wilhelm Marstrand penseelden zorgvuldig vriendelijke landschappen en tedere dorpstaferelen. De lelijkheid werd zorgvuldig buitengesloten. Het is overwegend een vredige, harmonieuze wereld die ons op deze schilderijen toelacht, geruststellender dan de meeste uitingen van de Duitse romantiek, met haar onbereikbare geluk en haar duistere krachten. Ook in de Deense muziek van die tijd domineren kwaliteiten als goede smaak, evenwicht en distantie. Al was er toentertijd in dat land sprake van een groeiend nationaal, cultureel zelfbewustzijn, componisten zochten hun voorbeelden bij voorkeur in het buitenland. Wie in het muziekleven serieus wilde worden genomen ging studeren in Duitsland, en meer speciaal
Leipzig, het conservatorium van Europa. Dus ook Niels Gade (1817-1890) trok naar deze stad, waar hij in nauw contact stond met Mendelssohn en na diens dood in 1847 dirigent werd van het Gewandhausorchester. Was de Duits-Deense oorlog niet uitgebroken, dan was hij waarschijnlijk nog lang in dit Mekka van de muziek gebleven. Maar hij voelde zich gedwongen terug te keren naar Kopenhagen, waar hij als dirigent en organist al snel belangrijke posities bekleedde. Hij toonde ook bedrevenheid als organisator en gaf leiding aan Musikforeningen, de Kopenhaagse Muzieksociëteit. In 1866 behoorde Gade tot de initiatiefnemers van een conservatorium in de Deense hoofdstad en werd hij benoemd tot directeur van dit instituut. Zijn greep op het muziekleven in zijn land werd zo sterk, dat negatieve reacties daarop niet uitbleven. Als componist legde hij de basis van de romantische symfonische traditie in Noord-Europa. Het publiek genoot van zijn door Mendelssohn en Schumann beïnvloede muziek. Maar onder professionele musici in Denemarken groeide de weerstand tegen zijn conservatieve smaak.
3
Horneman: Gurre-suite
muziekschool op. Bovendien zag hij het als zijn taak de muziekwinkel van zijn Tot de jonge Deense componisten die vader, die hem zijn eerste lessen had zich rond 1860 afzetten tegen Niels gegeven, voort te zetten. Veel tijd om te Gade behoorde Christian Horneman (1840-1906). Samen met enkele geestver- componeren was er niet. Zijn oeuvre is wanten initieerde hij de stichting Euter- dan ook niet omvangrijk. Niels Gade was niet overtuigd van pe, een organisatie die als rivaal voor Gade’s Musikforeningen werd beschouwd Hornemans talent, totdat hij in 1867 en ook als zodanig bedoeld was. Horne- diens ouverture Aladdin hoorde. Dat werk staat in Denemarken nog steeds man en zijn medestanders wilden via geregeld op de concertprogramma’s. deze stichting de dominantie van de Het publiek destijds kende hem voornatraditionele romantiek doorbreken melijk van zijn muziek bij enkele door werken van jongere componisten toneelproducties, waaronder Gurre te laten horen. Ook hij was na enkele studiejaren in Leipzig, waar hij les had (1899) van de Deense schrijver Holger gehad van Ignaz Moscheles en bevriend Drachmann (1846-1909). Het verhaal, was geraakt met Grieg, naar Kopenhagen teruggekeerd. Daar richtte hij niet Christen Købke: Ochtend in de herfst bij het meer Sortedam (1838) alleen een stichting, maar ook een
4
waarvan de historische authenticiteit betwist wordt, speelt zich af in de late middeleeuwen in en rond het kasteel van die naam ten noorden van Kopenhagen. Daar wordt koning Volmer verliefd op de bevallige dienares Tove. De koningin neemt wraak door Tove op te sluiten in een sauna en daarna het vuur zo hoog op te stoken dat haar rivale om het leven komt. Ook de koningin heeft een minnaar, die vervolgens door de koning wordt vermoord. Jaren later is Volmer op jacht en rust hij uit op de plaats waar hij Tove placht te ontmoeten. Hij hoort haar stem uit het nabije meer opstijgen en sterft in de gelukkige overtuiging spoedig weer met haar te worden verenigd. Horneman voegde de belangrijkste delen van zijn toneelmuziek samen tot een compacte orkestsuite. De ouverture schildert een jachttafereel en beeldt tegelijk de gepassioneerde gevoelens van de koning uit. Het voorspel tot de tweede acte geeft zowel een nachtelijke ontmoeting van Volmer en Tove op de oever van het meer weer als de dood van laatstgenoemde. De daarmee contrasterende vrij luchtige inleiding tot de vijfde acte schildert het dagelijks leven in en om Gurre. Daarop volgt aan het begin van de vierde acte de treurmuziek bij de uitvaart van Tove. De geschiedenis van Volmer en Tove was in de negentiende eeuw populair onder Deense componisten en dichters. Ook Johan Halvorsen en Gustav Helsted schreven toneelmuziek met hetzelfde onderwerp. En de dichter Jens Peter Jacobsen wijdde er talrijke gloedvolle
Horneman en Grieg
regels aan, die Arnold Schönberg er toe brachten gelijktijdig met Horneman een partituur vol extatische klanken te componeren.
Sørensen: Serenidad “Deze muziek herinnert me aan iets wat ik nooit gehoord heb”, schreef de Noorse componist Arne Nordheim over zijn Deense collega Bent Sørensen. Deze paradox duidt op het overwegend onbestemde, mysterieuze karakter van een oeuvre waarin schimmen uit het verleden geregeld opduiken zonder hun identiteit prijs te geven. Net als bij een andere prominente Deense componist, Hans Abrahamsen, lijkt de muziek stijlen uit het verleden aan te raken zonder zich daarmee te vermengen. De volksmuziek die in zijn vroege stukken doorklinkt – hij speelde zelf als klarinettist in folkloristische ensembles – verdween al snel op de achtergrond. Daarvoor was geen plaats binnen de gedegen opleiding die hij van Per
5
Bent Sørensen
Nørgard en Ib Nørholm kreeg. Hij zou zich ontwikkelen tot een liberale modernist, thuis in de seriële wereld van Darmstadt, maar tegelijk vrij in zijn keuzes, zoals zoveel componisten uit Noord-Europa. Hoewel zijn muziek onmogelijk zwaarmoedig valt te noemen – daarvoor klinkt ze te grillig en transparant – toont Sørensen een duidelijke voorkeur voor de donkere kant van het leven en de natuur. Herhaaldelijk heeft hij gesproken over wat we de schoonheid van het verval kunnen noemen. De titels van veel van zijn composities, waaronder talrijke kamermuziekwerken, geven iets daarvan weer: Shadowland, The Deserted Church yards, Clairobscur, Sterbende Garten, om er een paar te noemen. “Gewoonlijk heb ik de titel al in mijn hoofd voordat ik aan een werk begin”, zegt hij. “Zo niet, dan kost het me moeite de eerste noten op papier te zetten”. Dat laatste was het geval toen hij aan het nieuwe stuk voor de klarinettist Martin Fröst werkte. Dat
6
was al in een vergevorderd stadium toen hij door Venetië, zijn lievelingsstad (over de schoonheid van het verval gesproken), wandelde. In een boekwinkeltje zag hij een poëziebundel van een hem onbekende Spaanse dichter liggen, getiteld Serenidad. Toen flitste door hem heen: dit is de titel. Tevreden liep hij terug naar zijn hotel. Serenidad is een partituur voor klarinet en kamerorkest, met een bescheiden aandeel van blazers, geworden. Het werk bestaat uit drie delen, die hecht met elkaar verbonden zijn. Sørensen: “Tijdens het componeren stelde ik me voortdurend de klarinet voor als een vogel of een pop, die probeert te ontsnappen aan een orkest, een kamer, een nest. Het begin van het eerste deel is als een vogel op een balkon, afwisselend wegvliegend en uitrustend. In het tweede deel stel ik me een pop voor, die ’s ochtends door Venetië stapt. Het laatste deel is als een wals, misschien zelfs een bruiloftswals”.
Gade: Efterklange af Ossian De loopbaan van Niels Gade laat zien hoe een componist dankzij één werk, zijn opus 1 nota bene, iemand van betekenis kan worden, gerespecteerd door vakgenoten en bejubeld door een groot publiek. Gade was even in de twintig toen hij een orkestwerk, de concertouverture Efterklange af Ossian (Echo’s van Ossian), instuurde voor een compositieconcours in zijn geboortestad Kopenhagen. De eerste prijs ging met vlag en wimpel naar Niels Gade. Het werk werd een jaar later, in 1840, in
Duitsland door Breitkopf und Härtel gepubliceerd als opus 1. Blijkbaar vond de jonge componist alles wat hij eerder had geschreven niet meer de moeite waard. Vakgenoten die hem altijd hadden genegeerd keken plotseling naar hem op. Dat respect nam nog toe nadat Gade zijn Eerste symfonie naar Mendelssohn in Leipzig had gestuurd, met als resultaat in 1843 een uitvoering van dat werk door het Gewandhausorchester onder leiding van Mendelssohn zelf. Ook Schumann oordeelde heel gunstig over zijn inmiddels in Leipzig studerende jonge collega uit Denemarken. Maar Schumann en Mendelssohn wezen Niels Gade op één gevaar: hij zou er goed aan doen zich niet vast te leggen op wat zij noemden zijn ‘Nordische’ manier van componeren. Elementen van de volksmuziek binnen de grote vormen van de klassieke muziek juichten zij niet toe. Maar dat was juist wat men in Denemarken zo waardeerde in Gade’s muziek. En wat ook bij het publiek in Duitsland aansloeg. Toch wijst alles er op dat deze kritische opmerking Gade niet onverschillig liet. De zeven symfonieën die zouden volgen – de ruggengraat van zijn oeuvre – vertonen een toenemend gebruik van
conventionele stijlmiddelen, waardoor hij niet geheel ten onrechte algemeen is afgeschilderd als een Mendelssohnepigoon. Dankzij het eigen karakter en de frisheid van de thema’s is Gade’s opus 1, Echo’s van Ossian, verreweg zijn bekendste werk gebleven. De titel is ontleend aan een held uit Keltische sagen, die onoverwinnelijk was in de strijd en onovertrefbaar in de jacht. Talloze balladen zijn aan hem gewijd. Niels Gade leerde hem kennen via de poëzie van de in de romantiek zeer populaire en invloedrijke Schotse auteur James MacPherson. De driedelige ouverture wordt beheerst door een aan het begin aarzelend (strijkers), later vastberaden (koper) klinkend thema. Het bezit een noordelijk karakter, gebaseerd als het is op een laat-middeleeuwse Deense volksmelodie. Na een ontwikkelingsepisode keert het thema in zijn geheel terug in de epiloog.
Sibelius: Derde symfonie In 1907, kort nadat Sibelius zijn Derde symfonie had voltooid, ontmoette hij in Helsinki Gustav Mahler. Met hem sprak de Finse componist over de waarde en de mogelijkheden van de symfonische vorm in het algemeen. Sibelius zei, dat
7
8
tweede concert A-serie 52e seizoen • 3 november 2012
Uitvoerenden Michael Schønwandt
Symfonieorkest (1987-2000) en deFilharmonie. Momenteel is hij eerste gastdiriMichael Schønwandt is in september gent bij het Staatstheater Stuttgart. 2010 aangetreden als chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. Hij volgde Met de Koninklijke Opera van Kopenhain die functie Jaap van Zweden op. Voor- gen voerde Michael Schønwandt een dien was hij artistiek leider van het breed repertoire uit, uiteenlopend van Koninklijk Orkest en de Koninklijke Mozart tot Ligeti. In 2006 dirigeerde hij Opera in zijn geboortestad Kopenhagen er Wagners Ring in het nieuwe operage(2000-2011), chef-dirigent van het bouw. Daarnaast maakte hij zijn opBerliner Sinfonieorchester (1992-1998), wachting in diverse grote operahuizen, en eerste gastdirigent van de Koninkwaaronder het Royal Opera House lijke Muntschouwburg in Brussel Covent Garden, de Koninklijke Munt in (1984-87), het Deens Nationaal Radio Brussel, de Wiener Staatsoper en de
Michael Schønwandt
Hans van der Woerd
fase in het leven van de componist waarin deze partituur ontstond, namelijk tussen 1904 en 1907. Dat was de periode volgend op Sibelius’ beslissing het drukke Helsinki te ontvluchten en zich terug te trekken in Järvenpää, temidden van de bossen. Er volgden jaren van koortsachtige productiviteit. Naast de Derde symfonie ontstonden kort na elkaar onder meer symfonische gedichten (Pohjola’s dochter, Nachtelijke rit en zonsopgang), toneelmuziek (Kuomela, Pelleas en Melisande), zijn strijkkwartet Voces intimae en een aantal liederen. De Derde symfonie bestaat uit drie delen, met als bijzondere aspecten de afwezigheid van een werkelijk langzaam deel – wat het Andantino er niet van weerhoudt melancholisch te zijn – en de Jean Sibelius combinatie van de karakteristieke hij strengheid in de structuur nastreef- eigenschappen van een scherzo en een de, een ‘diepe logica’ en een ‘innerlijke finale in het laatste deel. Het werk zou verbinding’ tussen alle motieven. in maart 1907 in première gaan in “Nee”, antwoordde Mahler, “de symfoLonden, onder leiding van de componie moet zijn zoals de wereld. Ze moet nist. Maar de partituur was niet op tijd alles omvatten”. klaar. In september van hetzelfde jaar Geen beter voorbeeld van Sibelius’ dirigeerde Sibelius in Helsinki de eerste standpunt dan juist de Derde symfonie. uitvoering. Al snel volgden andere Het werk betekent een keerpunt in zijn steden. De toen al internationaal – oeuvre. Verdwenen is het pathos van maar vooral in Engeland en Amerika zijn Tweede symfonie, met haar opeensta- – populaire Finse componist had een peling van climaxen. Niet alleen de groot risico genomen door de pathetinoten zijn soberder geworden, dat geldt sche romantiek van zijn vroegere ook de voor orkestklank, met een orkestwerken terug te dringen. Maar nadruk op de strijkers. De Derde wordt die ommezwaai heeft zijn reputatie wel ‘neo-klassiek’ genoemd. Terwijl dat niet geschaad. De artistieke winst zou toch een term is die wat de muziek zich in de jaren daarna volledig openbetreft pas ingang vond tussen de twee baren. wereldoorlogen. Het karakter van deze symfonie is moeilijk los te zien van de Aad van der Ven
A
9
10
Martin Fröst Behalve het klarinetconcert van Bent Sørensen vandaag speelde de Zweed Martin Fröst de afgelopen jaren ook de premières van Peacock Tales van Anders Hillborg, het Concerto van Kalevi Aho en het Concerto fantastique van Rolf Martinsson. In het voorbije seizoen speelde Fröst bij de Wiener Symphoniker, het Los Angeles Philharmonic en het Minnesota Orchestra (alle onder leiding van Osmo Vänskä), het Symfonieorkest van Gothenburg (Gustavo Dudamel), het City of Birmingham Symphony Orchestra (Edward Gardner), de Deutsche Kammerphiharmonie Bremen en de orkesten van Oslo en Stockholm. Voor mei 2013 staat een tournee met Amsterdam Sinfonietta in de agenda, met werk van Weber en Copland. In augustus 2012 maakte de klarinettist zijn debuut bij het Mostly Mozart Festival in New York met Mozarts Klarinetconcert, gedirigeerd door Louis Langrée. Fröst speelt dikwijls kamermuziek met musici als Leif Ove Andsnes, Janine Jansen, Julian Rachlin, Thorleif Thedéen, Roland Pöntinen en het Belcea Quartet. Als dirigent stond hij afgelopen seizoen een aantal malen voor het Filharmonisch Orkest van Oslo, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Stockholm en het Symfonieorkest van Norrköpping. Daarnaast is Martin Fröst artistiek leider van het Vinterfest in Mora, en van het Internationaal Kamermuziekfestival in Stavanger. Eerder in de Matinee: Nielsen Klarinet concert (2011)
Martin Fröst
Nikolaj Lund
operahuizen van Parijs, Nice, Stuttgart, Berlijn (Deutsche Oper), Keulen en Bayreuth (Die Meistersinger). Recent stonden Lulu (Opéra National de Paris), Die Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en Wozzeck (Stuttgart) op het programma. Schønwandt dirigeerde onder andere de Berliner en Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Symphoniker, het Philharmonia Orchestra, het London Philharmonic en London Symphony Orchestra (Beethovens pianoconcerten met Alfred Brendel), het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Hallé Orchestra, het Budapest Festival Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, deFilharmonie, en de radio-orkesten van Wenen, de BBC en de Bayerische Rundfunk. De muziek van Denemarken geniet Schønwandts bijzondere interesse. Hij wordt algemeen beschouwd als grote kenner van de muziek van Carl Nielsen, van wie hij alle symfonieën en concerten opnam. Tevens legde hij alle symfonieën van Niels Gade en Christoph Weyse op cd vast. Zijn belangstelling voor hedendaagse muziek resulteerde in talrijke eerste uitvoeringen van werken van Deense componisten als Poul Ruders, alsook composities van onder anderen Henze en Kurtág. Voor het label Chandos maakte Schønwandt opnamen met het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest; de registratie van Strauss’ Salome werd door het tijdschrift Gramophone geprezen als de beste opname van dit werk ooit. Ook de recente dvd van de Ring uit Kopenhagen heeft veel prijzen gekregen.
11
Radio Kamer Filharmonie
De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is night door de RKF in de NTR Zaterdageen veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt Matinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. in verschillende bezettingen op, van Anderzijds geniet de RKF een bijzonbarokformatie tot ensemble voor dere reputatie in de uitvoering van hedendaagse muziek. Michael Schønbekend en onbekend repertoire van wandt is chef-dirigent en artistiek oude meesters onder leiding van leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De eredirigenten zijn Frans Brüggen en afgelopen seizoenen werkte de RKF voormalig chef-dirigent Jaap van hierin samen met onder anderen Harry Zweden. Als gevolg van de drastische Christophers, Andrew Manze, Masaaki bezuinigingen die het demissionaire Suzuki, Kenneth Montgomery en John kabinet-Rutte het Muziekcentrum van Nelson, en uiteraard met de vaste de Omroep heeft opgelegd wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe. 2013 opgeheven. De veelzijdigheid van de Radio Kamer De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat Zondagochtend Concert en de Robeco opnamen uiteenlopend van Beethoven, Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vreden- Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard burg in Utrecht en de serie NTR maakt Rijnvos en James MacMillan. hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t www.radiokamerfilharmonie.nl IJ. Al deze concerten worden uitgezon volg de radio kamer filharmonie den via Radio 4. Veel van deze concerop twitter (@radiokamerfilh) en ten worden ook geregistreerd voor live facebook internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières.
12
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
eerste viool
fluit
Michael Schønwandt
Elisabeth Perry Dimiter Tchernookov Julija Hartig Heather Kurzbauer Pedja Milosavljevic Joan Mooney Gerrie Rodenhuis Sergiy Starzhynskiy Pieter Vel Myrthe Helder Peter Thoma Annerien Stukker
Jeannette Landré Ellen Alberts Ilonka Kolthof
ere-dirigenten
Jaap van Zweden Frans Brüggen vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan assistentdirigent
Wouter Padberg
hobo
Jeroen Soors Marjolein Koning klarinet
Esther Misbeek Diede Brantjes fagot
tweede viool
Mintje van Lier Ian van den Berk Wouter Groesz Astrid Abas Zofia Balcar Michiel Eekhof Marjolijn Oonk Nina de Waal Frits Wagenvoorde Lev Friedman altviool
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Ben Joles Lotte de Vries Marije Helder Annette Bergman
Dennis Notten Annet Karsten Freek Sluijs hoorn
Rebecca Grannetia Sergei Dovgaliouk Eric Aikema Pierre Buizer trompet
Cyrille van Poucke Raymond Rook trombone
Victor Belmonte Albert Nico Schippers Cyril Scheepmaker tuba
Daniel Sanchez Marcos cello
Michael Müller Naftali Gurevich Winnyfred Beldman Gé Bartman Sebastiaan van Eck Esther Torrenga
pauken
contrabas
harp
György Schweigert Norma Brooks Jim Schultz Maaike Wierda
Veronique Serpenti
Maarten Smit slagwerk
Vincent Cox Mark Haelderman
13
de de volgen n e concert zaterdag 10 november, 14.15-ca.15.50 uur koorwerk van onder anderen Benjamin Britten. Het onderscheidt zich de Concertgebouw Amsterdam laatste jaren ook door een sterke band serie E met hedendaagse componisten. Vooral de contacten met Oost-Europeanen als Nieuwe devotie de Est Arvo Pärt en de Let E¯riks Ešenvalds hebben geleid tot diverse Polyphony nieuwe en spraakmakende partituren. Stephen Layton dirigent Ešenvalds manifesteert zich daarbij als de belangrijkste stem van de jongste Pärt Bogoroditse Djevo generatie uit de Baltische staten. Hij Britten Ad maiorem Dei gloriam studeerde, naast compositie, ook Ešenvalds Psalm 67 (wereldpremière) theologie. De diepgewortelde traditie Pärt Magnificat Lukaszewski Psalm 67 (wereldpremière) van folklore en religie combineert hij met westerse invloeden. Dat is ook de Britten Hymn to St Cecilia weg van zijn iets oudere Poolse generatiegenoot Pawel Łukaszewski die zich, Polyphony, het Engelse koor dat in 1986 onder invloed van Henryk Górecki en door Stephen Layton werd opgericht, is Pärt, vooral op religieus koorwerk concentreert. Beide componisten “een van de beste kamerkoren ter schreven een nieuwe Psalm voor Poly wereld”, aldus de Daily Telegraph. Het ensemble blinkt uit in het traditionele phony. Twee premières dus, tijdens dit concert. (pj) koorrepertoire en het rijke Engelse
14
Mozarts Verlichtingsidealen Akademie für Alte Musik RIAS Kammerchor René Jacobs dirigent Miah Persson sopraan • Topi Lehtipuu tenor • Marcos Fink bas • Burçu Uyar sopraan • Daniel Schmutzhard bariton • Sunhae Im sopraan • Inga Kalna sopraan • Anna Grevelius mezzosopraan • Isabelle Druet mezzosopraan • Kurt Azesberger tenor • Thomas E. Bauer bariton • Joachim Buhrmann tenor Mozart Die Zauberflöte
René Jacobs
Het geromantiseerde beeld dat Mozart aan het eind van zijn leven straatarm was en in 1791 in een armengraf terechtkwam, is inmiddels achterhaald. In dat laatste jaar had hij zelfs nog twee grote opdrachten: een officiële opera voor Praag, La clemenza di Tito, en een opera voor een theater in een voorstad van Wenen, Die Zauberflöte. Omdat de Tover fluit geen hofopera was, schreef Mozart dit werk, samen met de theaterdirecteur Schikaneder, duidelijk voor een breder publiek. De muziek, én het sprookjesachtige verhaal met prinsen, prinsessen en toverinstrumenten spraken meteen tot de verbeelding. Maar achter de eenvoud van de vertelling en de aansprekende melodieën gaat een diepere wereld vol humanisme en verlichtingsidealen schuil. René Jacobs zal over dit meesterwerk zijn eigen licht laten schijnen en de Koningin van de Nacht tot kolkende vocale woede aanzetten. (wb)
Marco Borggreve
Arvo Pärt
zaterdag 17 november, 13.00 uur ! Concertgebouw Amsterdam serie MusA
15
de de volgen n e concert
Ronald Brautigam
Marco Borggreve
Marco Borggreve
Erik Bosgraaf
Radovan Vlatkovic´
Jupiter en nachtegaal
Hoornfenomeen Vlatkovic´
vrijdag 9 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 23 november 2012, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Kamer Filharmonie Andreas Delfs dirigent Erik Bosgraaf blokfluit Hol Eerste symfonie · Bach Concerto in D BWV 1053 · Van Eyck Comagain; Het Engelse Nachtegaeltje uit ‘Der Fluyten Lust-Hof’ · Mozart Symfonie nr. 41 ‘Jupiter’
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepvrouwenkoor Andrés Orozco-Estrada dirigent Radovan Vlatkovic´ hoorn Chabrier À la musique Pijper Deux ballades de Paul Fort Strauss Tweede hoornconcert Dvorˇák Zevende symfonie
Schumann & Brahms
Brahms’ dramatische Eerste
vrijdag 16 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 30 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn
Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Ronald Brautigam piano H. Andriessen Ricercare Schumann Vierde symfonie Brahms Eerste pianoconcert
Radio Filharmonisch Orkest Jérémie Rhorer dirigent Joris van Rijn viool Keuris Arcade Stravinsky Vioolconcert Brahms Eerste symfonie
16