Poort School voor Havo en Mavo
Planners Periode 1
Week 35-45
Leerjaar 4 Mavo
Schooljaar 2014-15
1
English Cer 1 What’s new? Chapter 2 Whodunnit? Leerdoelen JE KENT/WEET:
X
1. Je kent woorden die met trends en modeverschijnselen te maken hebben 2. Je kent woorden die je kunt gebruiken om over gevoelens te praten 3. Je kent woorden die je kunt gebruiken om dingen met elkaar te vergelijken 4. Je weet wat meer over Ellis Island 5. Je weet hoe en wanneer je de present simple en present continuous gebruikt 6. Je weet hoe en wanneer je de present simple, present continuous, will en to be going to gebruikt om over de toekomst te praten 7. Je weet hoe je de vergrotende en de overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden gebruikt 8. Je kent woorden die met misdaad(onderzoek) te maken hebben 9. Je kent woorden waarmee je beschrijft wat er gebeurd is en hoe iets is gekomen 10. Je kent woorden waarmee je anderen beschrijft 11. Je kent uitdrukkingen waarmee je aangeeft dat je met iemand meevoelt 12. Je kent uitdrukkingen waarmee je iemand geruststelt en advies geeft 13. Je weet wat meer over de Tower van London 14. Je weet hoe en wanneer je de past simple moet gebruiken 15. Je weet hoe en wanneer je de present perfect moet gebruiken 16. Je weet wat het verschil is tussen de past simple en de present perfect 17. Je weet wat bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken
JE KUNT: 18. Je kunt om verduidelijking vragen en daarop reageren 19. Je kunt vertellen wat er gaat gebeuren 20. Je kunt vragen hoe iemand zich voelt of voelde en daarop reageren. 2
X
21. Je kunt dingen van vroeger en nu vergelijken. 22. Je kunt vertellen wat er gebeurd is en hoe iets is gekomen 23. Je kunt anderen beschrijven 24. Je kunt aangeven dat je met iemand meevoelt en iemand geruststellen 25. Je kunt advies geven
LES
(34)
VAKINHOUD
DATUM
IN DE LES
Introduction
1 (35) 1
Start Chapter 1 Vocabulary A Opdracht B Reading
2
Opdracht C: Speaking
Stone 1
Reading
Exercise 7, 8, 9, 10, 11 Exercise 13, 14, 15, 16, 17, stone 2 Vocabulary A + B leren
3
(36) 1 2
Countries & Culture
Exercise 18, 19
Grammar
Ex. 1 t/m 4 Voca A, B & C leren + stones 1+2
Opdracht D: Reading, Speaking and Writing
Ex. 20, 21, 22
Watching E:
Ex. 23
Opdracht F: Reading
Ex. 24, 25
Leren Voca C&C + D
Leren Voca F & G 3 (37)
3
Opdracht G: Reading Writing G
Ex 26, 27, 28, 29, 30 stone 3
1
Finish chapter 1
Ex. 31, 32, 33, 34 stone 4
2
SO Ch.1 woorden A t/m G
Nakijken hoofdstuk 1
9/9
+ stones 1 t/m 4 Oefenen Schoolwise I-clips
3
(38) 15/9
Start Chapter 2
Exercise 1, 2, 3, 4
Opdracht A: Listening
Exercise 5 en 6
Opdracht B: Reading
Leren voca A + B
Boektoets
1 2
Opdracht C: Speaking
Ex. 8, 9, 10,11 12A Stone 5 en 6, Leren: Stone 5 en 6
3
Grammar Past simple/Present Perfect
Ex. 1 + 2
Speaking Wanted
Ex. 13, 14, 15 + Stone 7
1
Countries en Culture
Ex. 18 + 19
2
Opdracht D: Listening
Ex. 20, 21, 22
Opdracht E: Watching
Ex. 23 Leren Voca F & G
Opdracht F: Reading Jury Duty
Exercise 24, 25, 26 A
Grammar
Exercise 3 en 4
(40)
Opdracht G: Writing
Exercise 27, 28, 29, 30 stone 8
1
“My bike was stolen”
Leren stone 8
2
Opdracht G: Writing Problem page
Ex. 32, 33, 34 stone 9
(39)
3
Voca C t/m D leren
Leren Stone 7
Leren Stone 9
Finish chapter 2 3 (41) 6/10
4
Oefenen Schoolwise Studiedag
Oefenen schoolwise
1 2
SO Ch.2 woorden A t/m G
Oefenen schoolwise
+ Stones 5 t/m 9 Test Yourself chapter 1 / 2 3
Oefenen schoolwise
42
Herfstvakantie Week 42
43 (44)
Oefenen schoolwise
Toetsweek/SE-week woensdag 22/10 t/m 28/10 Finish chapter 2
Oefenen lezen
Leesopdracht Einde Periode 1 TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGING MCIJFER
SO woorden, Zinnen en Stones Chapter 1
Wk 37
1
Boektoets
Wk 38
2
SO woorden, Zinnen en Stones Chapter 2
Wk 41
1
Wk 43/44
4
Toets Stepping Stones Chapter 1 + 2
5
Economie Stof: Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld? Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? Altijd nodig: Pincode Tekstboek, schrift en rekenmachine Leerdoelen – Hoofdstuk1 JE KENT/WEET: 1. Je weet wat schaarste is. 2. Je weet wat primaire en secundaire behoeften zijn. 3. Je weet wat marketing(mix) en reclame is. 4. Je weet waar een consumentenorganisatie voor staat en je kunt er een aantal benoemen/beschrijven. 5. Je weet wat inflatie is. 6. Je weet wat koopkracht is en wat koopkracht kan beïnvloeden. 7. Je weet wat een indexcijfer is. 8. Je weet wat het consumentenprijsindexcijfer weergeeft. 9. Je kent het verschil tussen nominaal inkomen en reëel inkomen. 10. Je kunt een verband leggen tussen milieubewust gedrag, milieuorganisaties en milieukeurmerk. 11. Je hebt inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kunt dit inzicht toepassen in een gegeven casus. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt procentuele groei of daling berekenen. Je kunt een tabel en een grafiek interpreteren. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg Leerdoelen - Hoofdstuk 2 JE KENT/WEET: 1 Je kent de geldsoorten. 2 Je kent de functies van geld. 3 Je kunt het verband beschrijven tussen vreemd geld en wisselkoersen. 4 Je weet welke inkomensvormen er bestaan en wat ze inhouden. 5 Je kent het verschil tussen begroting en budget. 5 Je weet welke soorten uitgaven er zijn en wat ze inhouden. 6 Je weet wat de spaar- en leenmotieven zijn. 7 Je weet hoe je jou geld kan investeren met als doel winst. 8 Je weet welke leningen er zijn en waar ze voor dienen. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt vreemd geld omrekenen naar euro’s en andersom. 6
X
X
X
X
Je kunt een begroting opstellen. Je kunt berekenen hoeveel geld jij moet reserveren voor het kopen van iets. Je kunt de rente percentages uitrekenen Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg
Weekplannen WEEK VAKINHOUD IN DE LES 34 2 Introductieles (werkwijze, regels, verloop) 35 1 Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk Aantekeningen maken 1 Waar blijft je geld? Vragen maken Inleiding blz 6-9 tekstboek, vraag 115 2 Par 1.1 blz 10-13 tekstboek, vraag 1Aantekeningen maken 14. Vragen maken 36
37
38
1
Par 1.2 blz 14-17, vraag 15-27.
2
Par 1.3 blz. 18-21, vraag 28-39.
1
Par 1.4 blz 22-25,vraag 40-48.
2
Toets voorbereiden Test, herhalingsopgaven, examenopgaven Toets H1 (16-09-2014) Inleveren schrift H1 Toets bespreken
1 2
39
1
41
7
Rekenmachine mee! Boek en schrift mee!
Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? Inleiding blz 36-39 tekstboek, vraag 1-15 Par 2.1 blz 40-43 tekstboek, vraag 115
Aantekeningen maken Vragen maken
1
Par 2.2 blz 44-47 tekstboek, vraag 1623
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Par 2.3 blz 48-51 tekstboek, vraag 2433
Aantekeningen maken Vragen maken
1
Par 2.4 blz 52-55 tekstboek, vraag 3445
Aantekeningen maken Vragen maken
2
Inleveren schrift H2 Toets voorbereiden H1+H2 Test, herhalingsopgaven,
Aantekeningen maken Vragen maken
2
40
Aantekeningen maken Vragen maken Aantekeningen maken Vragen maken Aantekeningen maken Vragen maken Aantekeningen maken Vragen maken
Aantekeningen maken Vragen maken
42
examenopgaven Herfstvakantie
43
1
Toetsweek
TOETS OF OPDRACHT Toets H1 Inleveren schrift H1 Inleveren schrift H2 Eindtoets Pincode hoofdstuk 1 en 2
8
Eindtoets Pincode hoofdstuk 1 en 2 Rekenmachine mee! DATUM Week 38 Week 38 Week 41 Week 43
WEGING 2 0,5 0,5 4
Frans Chapitre 7: Vive les vacances ! Chapitre 8: Paris, ville vivante Leerdoelen (chapitre 7 et 8) JE KENT/WEET: 1 De présent van regelmatige werkwoorden op –er, -ir en -re 2 De vervoeging van het onregelmatige werkwoord prendre (nemen) 3 De vormen van de impératif (gebiedende wijs) 4 Woorden waarmee je de weg kunt wijzen 5 Namen van gebouwen 6 De vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord 7 De vervoeging van het werkwoord mettre (zetten, leggen) 8 De vergelijkingen en de overtreffende trap 9 Namen van kledingstukken/ kleuren 10 Woorden waarmee je voorwerpen kunt om schrijven 11 Woorden waarmee je iemands uiterlijk kunt beschrijven JE KUNT: 12 Je kunt naar telefoongesprek luisteren 13 Je kunt een voicemailbericht begrijpen 14 Je kunt een folder / waarschuwingsborden / internetsite lezen 15 Je kunt om informatie vragen 16 Je kunt vragen om meer uitleg als je iets niet begrijpt 17 Je kunt de weg vragen en wijzen 18 Een korte memo schrijven 19 Een e-mail schrijven waarin je informatie vraagt en een hotelkamer reserveert 20 Informatie vragen in een winkel 21Vertellen over kledingstijl 22 Een persoon beschrijven 23 Een voorwerp omschrijven LES
1
VOOR DE LES
DATUM
wk35
Introductie Starten hoofdstuk 1: Vive les vacances ! Leren voca 7.1
2 3
Combiklas W 36 Leren Grammaire D Herhalen vervoeging pouvoir en vouloir en de woordvolgorde.
4 9
IN DE LES Inleiding: 1, 2 bron A: 3 (), 4 (),bron B: 5, 6 (),7(),bron C: 8, 9, 10 Nakijken 1 t/m 10 Leesteksten zelfstandig lezen en opdrachten maken bron D: 11, 12, 13, 14 bron E: 15, 16, 17 bron F: qui suis-je? 17, 18 Nakijken 10 t/m 18 Leesteksten zelfstandig lezen en
X
X
Combiklas
opdrachten maken Nakijken
5
W 37
Leren voca 7.2 Herhalen voca 7.1
bron G: 19 connaître bron H: 20, 21, bron J: 23, 24, 25, 26
Leren vervoeging prendre La chanson: 30, 31 6
7
8 9
Combiklas
Leesteksten zelfstandig lezen en opdrachten maken
W 39
Leren voca 7.3
Nakijken bron K: 27, 28, 29
Herhalen voca 7.1 en 7.2
Nakijken 18 t/m 28
Tâche: stap 1 t/m 4 (inleveren in de map)
D-toets maken
Combiklas W 40 Leren voc 7.4
Leestoets x2 Luistertoets x2
Herhalen voca 7.1, 7.2 en 7.3 Hw. Froncofolies 32, 33, Lecture 34 10 Combiklas 11
W41
12
17 18
10
44
Werkwoorden vervoegen (stencil)
Activiteit
(kijk-luisteren)
Alles herhalen
Oefentoetsen maken Herfstvakantie Week 42 Toetsweek/SE-week Week 43/44 Bespreken SE
TOETS OF OPDRACHT leesvaardigheid
DATUM Week 39
WEGIN
M-
H-
G
CIJFER
CIJFER
2 o v g o v g
Luistertoets SE Chapitre 7
11
Week 40
2
Week 43/44
3
Geschiedenis Geschiedenis Werkplaats (deel 4 vmbo tl) Deel 1 Staatsinrichting van Nederland 1 Het Koninkrijk der Nederlanden en Hoofdstuk 2 Politieke stromingen Altijd nodig: Geschiedenis Werkplaats Tekstboek, werkboek, schrift Leerdoelen (hoofdstuk1) JE KENT/WEET: Het Koninkrijk der Nederlanden 12. Je weet hoe Nederland ontstond en een koninkrijk werd. 13. Je kent de belangrijkste begrippen die bij dit tijdvak horen 14. Je weet de begrippen/vaardigheden continuïteit en verandering te hanteren en toe te passen 15. Je kunt vragen over bronnen beantwoorden 16. Je kent het verschil tussen primaire en secundaire bronnen 17. Je weet hoe de grondwet van 1848 veranderd werd en waarom dat gebeurde. 18. Je kent de gevolgen van deze verandering in de grondwet. 19. Je weet wat een rechtstaat is en waarom Nederland een rechtstaat was. Politieke stromingen 20. Je kent de Liberalen en confessionelen als politieke stroming 21. Je weet waarom deze stromingen ontstonden 22. Je kent de socialisten en feministen als politieke stroming. 23. Je weet waarom deze stromingen ontstonden 24. Je kent het verband tussen pacificatie en verzuiling JE KUNT: De moderne opvatting van tijd onderscheiden Het verschil zien tussen oorzaken, aanleiding en gevolgen Je kunt verbanden aangeven in de tijd Zelfstandig en in groepen werken De representativiteit van bronnen bepalen Ideologieën vergelijken Je kent het verschil tussen bedoelde en onbedoelde gevolgen. Je kunt tekst en beeld interpreteren.
Weekplannen WEEK VAKINHOUD 34 1 Introductieles 2 Beeld: ‘GWP Het koninkrijk der Nederlanden’. 3 Inleiding H1 tekstboek, vraag 1-3 werkboek 12
IN DE LES
Vragen maken
X
X
35
36
37
38
39
40
41
1 Par 1.1 tekstboek, vragen werkboek 2 Par 1.2 tekstboek, vragen werkboek 1 Par 1.3 tekstboek, vragen werkboek Herhalen/aantekeningen paragraaf 1,2 en 3 Toets H1 1 Introductie hoofdstuk 2 ‘Politieke stromingen’. 2 Beeld: ‘‘Politieke stromingen.’ 1 Par 2.1 tekstboek, vragen werkboek 2 Par 2.2 tekstboek, vragen werkboek 1 Par 2.3 tekstboek, vragen werkboek
42
Herhalen/aantekeningen paragraaf 1,2 en 3 Toets H2 herfstvakantie
43
Toets bespreken/oefenen
43/44
toetsweek
TOETS OF OPDRACHT
Vragen maken
Vragen maken Maken verwerkingsopdrachten/toepassen Vragen maken Leren Vragen maken
Vragen maken Vragen maken Vragen maken Maken verwerkingsopdrachten/toepassen Aantekeningen maken Leren
Eindtoets / SE-1 GWP hoofdstuk 1 Paragraaf 1,2,3,4,5 DATUM
Toets GWP hoofdstuk 1 Paragraaf 1,2,3 Toets GWP hoofdstuk 2 Paragraaf 1,2,3
Week 37
Eindtoets SE GWP hoofdstuk 1 en 2
Week 43/44
13
WEGIN
M-
H-
G
CIJFER
CIJFER
Week 41
3
NEDERLANDS Hfst. 1: ‘Samen leven’ & Hfst. 4 ‘Relaties’
Week
Les Activiteiten
34
1
Hfst.1 Lezen “Doel en inhoud”: opdr.1, 2, 3, 5*
2
Hfst.1 Taak Lezen: ‘De andere kant van de krant.’
3
Hfst.4 Lezen “Functie van een tekstdeel”: opdr. 1, 2, 3, 5*
4
Hfst.1 Examen doen “Vragen over teksten” opdr. 1 t/m 4
5
Hfst.1 Spreken/ Kijken/ Luisteren “Luisteren en kijken”:
35
36
Afronding
Taalportfolio
Taalportfolio
opdr. 2 + kijkfragment 6
Hfst.1 Schrijven “Persoonlijk of zakelijk schrijven & Controleren”: opdr.1 t/m 5 Let op: opdr. 2 en 3 moet je inleveren!
37
8
Toets Lezen H1 en H4
9
Hfst.4 Schrijven “Sollicitatiebrief” & “Envelop”: Afronden opdr. 1 t/m 4 (opdr. 2 en 3 inleveren!)
38
11
Taalportfolio TOETS
Taalportfolio
Hfst.1 Taal en woordenschat “Het woordenboek gebruiken”: opdr. 1 t/m 6
39
12
Hfst. 4 Taal en woordenschat: “Pleonasme en tautologie”: opdr.: 1 t/m 6
13
Toets Schrijven H1/H4 Hfst.1 Spelling en grammatica: “Spellen volgens de regels”: opdr.1 t/m 9
40 14
14
Hfst.1 Spelling en grammatica: vervolg opdr. maken
15
Hfst. 4 Spelling en grammatica: “Spelfouten verbeteren”:
TOETS
41
16
opdr. 1 t/m 9 Hfst.4 Spelling en grammatica: vervolg opdr. maken
17
Hfst.1&4 Test hfst.1: 1 t/m 11; hfst.4: 1 t/m 13
18
Hfst.4 Examen doen: “Een tekst schrijven” opdr. 2, 3
42 43/44
herfstvakantie 19
Extra oefening: bestudeer alle genoemde woorden/begrippen (blz. 216 t/m 223) SE-week (zie PTA) Hfst.1 Fictie: “Onderwerp en thema” Opdr. 1 t/m 5
SE
Let op: opdr. 5 is een keuzeopdracht
Taalportfolio 20
Uiterlijke inleverdatum fictiedossier!!!!
FICTIE
Examen 2007 maken (blz. 202 t/m 215)
Let op: Landelijke examens van eerdere jaren zullen ook regelmatig worden geoefend!
Heb je tijd over, dan ga je verder met de huiswerkopdrachten, je portfolio, je boekverslag en/of het ICT-materiaal!!!
15
Leerdoelen (hfst. 1 “Samen leven” en hfst. 4 “Relaties”)
1. Elke tekstsoort heeft zijn eigen tekstdoel.
1
2. De hoofdgedachte van een tekst kun je in één zin opschrijven.
1
3. Veel teksten bestaan uit een inleiding, kern en slot.
4
4. Een inleiding kan de aandacht trekken, het onderwerp of een samenvatting geven.
4
5. De kern van een tekst kan onder meer bestaan uit voorbeelden, oplossingen, voor- en nadelen , oorzaken en gevolgen.
4
6. In het slot kan een conclusie, samenvatting, toekomstverwachting of advies staan.
4
7. Bedenk goed wat het doel is van een spreker of programma.
1
8. Kijk én luister goed naar de spreker(s) en de beelden.
1
9. Tijdens een discussie luister je goed en reageert op elkaar.
4
10. Tijdens een discussie sta je open voor argumenten en meningen van alle discussiedeelnemers.
4 4
11. Je houdt je aan de aanwijzingen van de discussieleider. 12. In een zakelijke tekst gaat het vooral om feiten.
1
13. Zakelijke teksten hebben een vaste indeling, formeel taalgebruik, moeten foutloos geschreven zijn en er correct uitzien. Bijvoorbeeld een sollicitatiebrief.
1
14. Een cv = curriculum vitae : een aparte lijst met persoonlijke gegevens. 15. Een persoonlijke tekst schrijf je aan iemand die je goed kent.
4 4 1
16. In een persoonlijke tekst leg je uit wat je van de feiten vindt en geef je daarbij voorbeelden bij wat je denkt of voelt.
1
17. De adressering van je envelop is verzorgd en correct.
4
18. Lees elke examenvraag eerst zorgvuldig en bepaal wat je precies moet doen.
1
19. Lees daarna nauwkeurig het tekstgedeelte waarover de vraag gaat.
1
20. Schrijf dan pas het antwoord op en controleer of het bij de vraag past.
1
21. Lees goed wat er in de opdracht staat: eerst de beschrijving, dan de opdracht zelf.
4
22. Streep alle informatie alle informatie aan die je straks in je tekst moet verwerken. 16
4
23. Bedenk een goede volgorde. Schrijf de tekst daarna in één keer uit.
4
24. Controleer of alle informatie erin staat. Verbeter taal- en spelfouten.
4
25. M.b.v. trefwoorden vind je in het woordenboek informatie over: betekenis, schrijfwijze, uitspraak, meervoud, geslacht, betekenis van uitdrukkingen waarin dit woord voorkomt.
1
26. Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren waarmee je woorden kunt versterken.
4
27. Let op de spelling van werkwoorden, woorden die aan elkaar moeten, hoofdletters, spelfouten en interpunctie.
4
28. Het onderwerp geeft in één woord aan waar de tekst over gaat.
1
29. Het thema is een korte zin die aangeeft op welke manier het boek tegen het onderwerp aankijkt.
1
30. De volgorde van de gebeurtenissen in een boek is vaak chronologisch. 31. Soms lees je in flashbacks wat er eerder gebeurd is.
17
4 4
Nask 1 Hoofdstuk 7 Elektriciteit 2 Hoofdstuk 9 Straling Leerdoelen Hoofdstuk 7 Elektriciteit 2 KENNISDOELEN 1. Ik kan in serie- en parallelschakelingen een relatie leggen tussen spanning en stroomsterkte en hiermee berekeningen uitvoeren.
X
2. Ik kan de vervangingsweerstand berekenen in serie-en parallelschakelingen. 3. Ik kan in elektrische schakelingen de verschillende componenten herkennen, de functie benoemen. 4. Ik kan schema’s van schakelingen gebruiken, interpreteren en aanpassen, en de werking van de componenten verklaren van tenminste: - Inbrekersalarm; - Automatische deurbediening; - Elektronische temperatuursensor; - Schemerschakeling; - Dimmer; - Discolichten. 5. Ik kan de onderdelen van een transformator benoemen, hiermee de werking van de transformator uitleggen en toepassingen geven: - Primaire en secundaire kring; - Transformatie van spanning; - Overdracht van vermogen; - Toepassingen ten minste: adapter, halogeenverlichting; elektriciteitstransport. 6. Ik kan basisbegrippen van magnetisme benoemen en toepassen bij de dynamo, transformator, luidspreker, relais en reedcontact: - permanente magneet - noord en zuidpool - aantrekking en afstoting tussen polen - veldlijnen - spoel - weekijzeren kern - elektromagneet 7. Ik kan de onderdelen van een dynamo benoemen en beschrijven hoe hiermee elektrische energie kan worden opgewekt BINAS A. Ik kan de formules van elektriciteit gebruiken en weet wanneer ik welke formule nodig heb
X
ALGEMENE VAARDIGHEDEN B. Ik kan formules omwerken
X
18
Leerdoelen Hoofdstuk 9 Straling KENNISDOELEN 1. Ik kan uitleggen wat elektromagnetische straling is en de soorten benoemen
X
2. Ik kan uitleggen welke elektromagnetische straling gevaarlijk is en weet waarom dit is. 3. Ik kan uitleggen welke toepassing straling heeft in tracers, röntgenfotografie, bestraling, materiaalcontrole en kernenergie. 4. Ik kan beschrijven hoe een stof is opgebouwd uit atomen en moleculen 5. Ik kan beschrijven hoe een atoom is opgebouwd uit protonen, elektronen en neutronen 6. Ik kan een schets maken van een atoom als ik de atoommassa weet 7. Ik kan het begrip isotopen uitleggen 8. Ik kan de drie soorten kernstraling en hun eigenschappen noemen 9. Ik kan het verschil tussen stabiele en instabiele kernen uitleggen 10. Ik kan rekenen met de halveringstijd 11. Ik kan de begrippen activiteit, dracht, halveringsdikte en doordringend vermogen uitleggen 12. Ik kan een aantal veiligheidsmaatregelen bedenken bij het werken met straling 13. Ik kan uitleggen hoe het absorberen van straling zorgt voor veiligheid 14. Ik kan bedenken dat straling gevolgen heeft voor de mens en milieu en hoe je die gevolgen kunt verkleinen BINAS A. Ik kan in Binas informatie opzoeken over de naam van atomen, atoomnummer en doordringend vermogen ALGEMENE VAARDIGHEDEN B. Ik kan zo’n grafiek maken van een radioactieve stof als ik de halveringstijd weet C. Ik kan uit zo’n grafiek de halveringstijd bepalen D. Ik kan uit zo’n grafiek de activiteit in ee bepaald tijdsinterval bepalen TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGIN
CIJFER
G
Opdrachten H7 werkboek af en
*
nagekeken Extra oefenmateriaal en aantekeningen
*
H7 en 9
V
NV
V
NV
Uitwerking van de leerdoelen P1
*
V
NV
Handelingsdeel 1*
0
V
NV
SE1 Hoofdstuk 7 en 9
2
19
X
X
* Handelingsdeel Nask 1 Op uiterlijke aftekendatum voor SE de opdrachten voldoende afgesloten en afgetekend bij docent! Elke week zijn 3 lessen: 1 les (ma) Examentraining, herhaling leerjaar 3 en havostof aansluiting leerjaar 4 2 lessen nieuwe stof Planning van ‘nieuwe’ stof LE S
DATUM
VAKNHOUD
IN DE LES
1
Introductie leerjaar 4
Examenvoorbereiding A
2
Herhaling Elektriciteit
Opdrachten werkblad
3
7.1 Schakelingen
Opdrachten *LD: 1 WB parallelschakelingen
4
7.1 Schakelingen 7.2 Elektrische componenten
PR. 7.1 Opdracht 1 en 2 Vervangingsweerstand serie- en parallelschakelingen Samenvatting LDR, NTC, diode en LED
5
7.2 Elektrische componenten 7.3 Elektrisch schakelen
Opdrachten *LD: 2, 3 PR. 7.2 Opdracht 1, 2 en 3
6
7.3 Elektrisch schakelen
Opdrachten *LD: 4 PR. 7.3 Opdracht 1 Vochtigheidsmeter Opdracht 2 Knipperlicht
7
7.4 De transformator
8
2.5 Magneten
Opdrachten *LD: 5 PR. 7.4 Opdracht 1 Een transformator met verwisselbare spoelen Opdrachten *LD: 6
9
Examentraining H2 en 7 9.1 Elektromagnetische straling
20
Examentraining H2 en 7 Opdrachten: *LD:
10
9.2 Nuttig gebruik van straling 9.3 Atomen: bron van radioactiviteit 9.4 Eigenschappen van ioniserende straling 9.5 Stralingsbescherming
Opdrachten: *LD:
12
Examentraining
Examentraining
13
Uitloop SE1 H7 Elektriciteit en H9 Straling
Toets bespreken
11
21
Opdrachten: *LD:
Nask 2 Hoofdstuk 9 Reactiesnelheid Hoofdstuk 10 zouten II Leerdoelen Hoofdstuk 7 KENNISDOELEN H7 1.
Ik kan aangeven welke soorten oplossingen stroom geleiden en waardoor dat kan.
2.
Ik kan aangeven hoe zouten zijn opgebouwd en welke algemene eigenschappen ze hebben
3.
Ik kan de formule van een zout opstellen en noteren in een reactievergelijking wat er gebeurt als deze oplost of weer vast wordt
4.
Ik kan de naam (triviaal en rationeel) opstellen en analyseren van zouten
5.
Ik weet de lading van de meest voorkomende ionen en kan deze opzoeken in BINAS
6.
Ik weet welke kleuren oplossingen met koper-, ijzer(II)- en ijzer(III)ionen hebben
7.
Ik kan aan de naam en de formule herkennen of het gaat om een zout of een moleculaire stof
X
8. BINAS
X
1.
Ik kan in BINAS de eigenschappen van een stof opzoeken
2.
Ik kan in Binas de veel gebruikte gevarensymbolen opzoeken
ALGEMENE VAARDIGHEDEN 3. 4.
22
Ik ben in staat om een verslag te maken van experimenten. Ik kan samen met willekeurige mensen aan het werk zowel theoretisch als ook praktisch bij scheikunde. Ik doe mijn best om met verschillende mensen te kunnen samenwerken.
5.
In mijn manier van werken heb ik oog voor veiligheid.
6.
IK KAN OP EEN VEILIGE MANIER SAMEN MET ANDERE KLEINE EXPERIMENTEN
X
UITVOEREN. DIT GEBEURT IN EEN REDELIJK TEMPO.
Leerdoelen Hoofdstuk 8 KENNISDOELEN
X
KOMT BINNENKORT
BINAS
X
ALGEMENE VAARDIGHEDEN
X
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGING CIJFER
Opdrachten H7/8 af en nagekeken inclusief Test Jezelf
*
V
NV
Aantekeningen en verslagen
*
V
NV
*
V
NV
Uitwerking van de leerdoelen
*
V
NV
Periodemap
0
V
NV
Toets Hoofdstuk 7-8
5
Overhoring Ionen
4/9/2014
* Periodemap NASK2 af MAVO 4 Op uiterlijke aftekendatum voor de toets de opdrachten voldoende afgesloten en afgetekend bij docent. Week les
23
VAKNHOUD
IN DE LES
36
1
H8.2 zure en basische oplossingen
HD SO Ionen HD practicum blz. 104 maken 8.2 1-13
37
1
H8.3 zuren en basen: wat is een zuur?
maken opgaven 8.3
2
H8.3
practicum Verdunnen+ verslag in 2tallen HD
3
H8.4 Ontzuren
maken opgaven 8.4
1
H8.4 Huiswerkcontrole
practicum 1 en 3
2
H8.5 Titreren Theorie
3
H8.5
practicum titratie citroensap
1
H8.5
practicum titratie tafelazijn
2
H8
Leerdoelen H8 uitwerken
3
H8
Test Jezelf H8 af+ aftekenen
1
H7
Leerdoelen H7 uitwerken
2
H7
Test Jezelf H7 af + aftekenen
3
IJKMOMENT
Alles af en nagekeken
1
studiedag
2
Oefenen voor SE
3
Oefenen voor SE
38
39
40
41
42 43
HERFSTVAKANTIE 1
Vragenuur / oefenen voor SE Toetsweek SE H 7-8
2 3
24
Wiskunde Moderne Wiskunde: 4 vmbo - gt 9e editie deel 4A en 4B Rekenen en opstroom-module Aandachtspunten: 1. Het werk van de vorige les hoort aan het begin van de les af te zijn. 2. Gebruik de samenvatting en ‘test jezelf’ om je voor te bereiden op de toetsen en SE’s. 3. Hou de planning van rekenen ook in de gaten. 4. Lever je oefenopdrachten in om nagekeken te worden of kijk het zelf even na. LES
VAKINHOUD
DATUM
1
Wiskunde: hoe doen we dat?
2
Week 34 H1 t/m opdracht 14 afmaken
3
H1 opdracht 15 tm 19
4
H1 opdracht 20 tm 25
5
H1 Extra opdrachten blz 28,29
6 7
H1 Verwerken en toepassen blz 30,31 H2 Opstap en §2-1
8
§2-2
9
§2-3
10
§2-4
11
§2-5
12 13
H2 Extra opdrachten blz 52,53 H2 Verwerken en toepassen blz 54,55 H3 Opstap en §3-1 §3-2 – beginnen aan handelingsopdracht H1 & samenvatting klas3
14 15
16
25
§3-3
BIJ DEZE OPDRACHTEN HEB IK EXTRA UITLEG NODIG:
17
§3-4
18
H3 Extra opdrachten blz 74, 75
19
H3 Verwerken en toepassen blz 76, 77
20
Handelingsopdracht afronden en inleveren
TOETS OF OPDRACHT
DATUM
WEGIN G
handelingsopdracht H1 & samenvatting klas3 SE1 - H1 en H2
26
0
3
CIJFER