Kort verslag van de openbare vergadering van de raad op 27 september 2010 in het gemeentehuis te Zuid-Scharwoude, aanvang 20.00 uur Voorzitter:
de heer J.F.N. Cornelisse
Wethouders:
de dames E.M. Overzier en H.J.M. Schrijver en de heren P.J. Beers en R. van Schoorl
Griffier:
de heer J. van den Bogaerde
Aanwezig:
de dames E.M. van As (ChristenUnie), A.E. Kloosterboer (Kleurrijk Langedijk), W. Koning-Hoeve (CDA), M.C.E. Kuil (VVD), E.A. de Rijcke-Houkes (GroenLinks), J.D. Visser (Dorpsbelang Langedijk) en T. Wiersma (PvdA) alsmede de heren J.T. Bakkum (Kleurrijk Langedijk), W. van Beek (VVD), D. Boonstra (HvL/D66), A.J.L. Buis (Kleurrijk Langedijk), A.W. Duijs (Dorpsbelang Langedijk), B.J.N. Fintelman (CDA), H. de Graaf (VVD), A.T. Groen (CDA), P.C. Kuilman (VVD), G.P. Langedijk (HvL/D66), G.J.E. Nijman (Dorpsbelang Langedijk), N.J. van der W el (Kleurrijk Langedijk), F. W esterkamp (PvdA) en N. Zwart (GroenLinks)
Notulist:
de heer J.B. Kammeraad
-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Het college heeft gevraagd aan het presidium om een verklaring te kunnen afleggen. Daarna zal verder worden gegaan volgens de agenda. De heer Beers wenst mede naar aanleiding van berichtgeving in de regionale pers over de voortgang W esterdel nader in te gaan op het standpunt van het college inzake de nieuwbouwwijk. Naar aanleiding van gestelde vragen door coalitieraadsleden aan het ambtelijk apparaat, is het standpunt van de coalitie t.a.v. Westerdel gewijzigd ten opzichte van het raadsbesluit van 17 november 2009. Er is vervolgens in het collegeprogramma een scheiding gemaakt tussen het gedeelte betaalbare woningen dat op korte termijn kan worden gerealiseerd (de ooststrook) en het gebied dat pas na de huidige coalitietermijn gerealiseerd zal worden (de weststrook). Daartoe is een zinsnede opgenomen dat er te zijner tijd een heroverweging mogelijk moet zijn óf het westelijke gedeelte noodzakelijk is, of dat is voorzien in de lokale woningbehoefte wanneer enkel het oostelijke gedeelte gereed is. Daarom is het beter om te wachten met verdere grondaankopen totdat de tijd daar is om die heroverweging te maken. Het college ziet zich echter geconfronteerd met een rijdende trein die niet is te stoppen. Daarbij dient te worden gedacht aan de consequenties die zijn verbonden aan de reeds afgesproken bouwclaimovereenkomsten. Hierdoor is het op dit moment niet mogelijk (zowel ruimtelijk als financieel) om verdere wijzigingen in de plannen rondom Westerdel aan te brengen. Gelet op de gesloten contracten en de nog niet ondertekende overeenkomsten, ziet het college zich genoodzaakt om het plan Westerdel ongewijzigd, conform het raadsbesluit van 17 november jl., uit te voeren. De voorgenomen knip in het plan zou de gemeente voor onaanvaardbare financiële risico’s plaatsen. Waar verbeteringen in het plan mogelijk zijn, mede gelet op thema’s als duurzaamheid, zullen die aan de raad worden voorgelegd. De heer De Graaf verzoekt om een schorsing. De voorzitter schorst de vergadering.
1
De voorzitter heropent de vergadering. De heer De Graaf meldt dat de oppositiepartijen tot de conclusie zijn gekomen dat het vaststellen van de agenda en het bespreken van het coalitieprogramma op dit moment nog niet aan de orde zijn. Zij hebben eerst de nodige vragen t.a.v. de gedane mededeling. De heer Zwart vraagt t.a.v. het ordevoorstel of het gaat om verhelderende vragen. De heer De Graaf zegt dat het om vragen gaat over Westerdel en de mededeling van de wethouder. Mevrouw Van As stelt dat de afgelopen weken voldoende is gepasseerd omtrent Westerdel en dat dit voldoende stof tot vragen heeft gegeven, zeker na deze mededeling. De heer Zwart merkt op dat de heer De Graaf heeft gezegd dat de behandeling van het collegeprogramma nu niet aan de orde is. Zijn fractie heeft ook vragen over Westerdel maar het collegedocument moet vanavond worden besproken. De heer De Graaf verduidelijkt dat de oppositiepartijen behoefte hebben aan het stellen van de vragen voorafgaande aan de behandeling van het collegeprogramma. Mevrouw Van As merkt op dat in het document dat de raadsleden vorige week woensdag kregen staat dat de wethouder opdracht heeft gegeven om voor de coalitie een document op te stellen t.a.v. Westerdel. Heeft de wethouder dit inderdaad gevraagd? De heer Beers meldt dat hij aan het ambtelijk apparaat heeft gevraagd om de vragen die bij de coalitie aan de orde waren te beantwoorden. Mevrouw Van As vraagt wat hiervoor de motivatie is geweest. De heer Beers wijst erop dat in het coalitiedocument staat dat W esterdel bij voorkeur niet wordt ontwikkeld. Naar aanleiding hiervan waren er veel vragen bij coalitieraadsleden en die vragen zijn beantwoord. Mevrouw Van As vraagt of het college overleg heeft gehad over het opstellen van het document. De heer Beers zegt dat het college hier niet bij is betrokken geweest. De heer Westerkamp vraagt waarom niet met de andere collegeleden is gesproken over het feit dat zo’n document zou worden opgesteld. De heer Beers stelt dat dit geen collegeaangelegenheid was. De raadsleden van de coalitie vonden dat ze een informatieachterstand hadden. Voorts is het nogal wat om een project dat zo ver in ontwikkeling is te cancelen. Daarom is de tijd genomen om een weloverwogen antwoord te formuleren op de vragen die er leefden De heer W esterkamp begrijpt dat de collegepartijen opdracht hebben gegeven aan de heer Beers om die notitie op te stellen. De heer Beers legt uit dat er geen sprake is van een opdracht. Omdat er veel vragen leefden, zijn die onduidelijkheden weggenomen. De heer Westerkamp vraagt wat de motivatie is geweest van Kleurrijk Langedijk, al vier jaar in de raad, om deze opdracht te geven. De heer Bakkum memoreert dat de heer Beers al heeft gezegd dat er geen opdracht toe is gegeven. Voordat een beslissing wordt genomen om een plan niet of gedeeltelijk uit te voeren, dienen de coalitiepartijen te weten hoe de vork in de steel zit. Door de memo is veel meer informatie gekomen dan de coalitiepartijen wisten. De heer Nijman zegt dat het voor zijn fractie nog veel moeilijker was om de goede informatie uit de stukken te krijgen. De heer Boonstra sluit zich aan bij de vorige sprekers. De heer W esterkamp wijst erop dat HvL/D66 al vooraf heeft gesteld in haar verkiezingsprogramma dat er niet gebouwd moest worden. Die informatie had die partij blijkbaar al. De heer Boonstra zegt dat in het verkiezingsprogramma duidelijk is gemaakt dat het niet de voorkeur had om het op die plek en op die manier uit te leggen. Om in de toekomst zo’n keuze verantwoord te maken, is wat informatie nodig. De heer W esterkamp vraagt of de heer Boonstra vooraf informatie heeft gevraagd voordat dit in het verkiezingsprogramma werd opgenomen. De heer Boonstra antwoordt bevestigend.
2
De heer Zwart zegt dat zijn fractie aanvullende informatie nodig had. Nu blijkt dat De Pijler sterke troeven had om het vorige college en het huidige college te dwingen om de westkant in ontwikkeling te nemen. De fractie wilde afwegen of de gemeente hier aan vastzat of dat een ongewenste ontwikkeling in overleg kon worden gestopt. Er is een behoorlijke vraaguitval naar duurdere woningen die aan de meest westelijke rand zijn geprojecteerd. Nu blijkt dat de gemeente hieraan vastzit, maar de plichten van de projectontwikkelaar zijn maar matig ontwikkeld. Daarom wilde de fractie dit project met de juiste informatie voorbereiden. Die informatie is in het verleden niet altijd gekregen. De gemeente kan niet anders dan wat de projectontwikkelaars gedacht hebben en dat is geen gezonde zaak. De voorzitter stelt voor om een inhoudelijk debat te voeren bij de betreffende passages over W esterdel in het collegeprogramma. Mevrouw Van As stelt dat het gehele document niets heeft te maken met een informatieachterstand. Het is sec gericht op een heroverweging. Kennelijk is er overleg geweest over het collegeprogramma sec tussen coalitiepartijen en collegeleden. De heer W esterkamp vindt het meer een adviesstuk dan een informatiestuk, want het geeft aan wat bepaalde handelingen voor consequenties hebben. Is het document besproken in een collegevergadering? Mevrouw Overzier meldt dat het document niet is behandeld in een collegevergadering. De heer W esterkamp vraagt waarom deze zeer belangrijke informatieverstrekking niet is behandeld door het college, terwijl er een collegeprogramma werd opgesteld. De heer Beers zegt dat hij die vraag niet kan beantwoorden. De heer Zwart memoreert dat in de vorige raadsperiode werd aangeraden om meer ambtelijk advies te vragen. Dan ging hij ervan uit dat dit een advies aan hem was en niet aan anderen. De heer Westerkamp suggereerde dat die informatie onmiddellijk wordt gedeeld. De heer Westerkamp wijst erop dat er staat: “Interne memo aan coalitieraadsleden en wethouders”. De collegeleden zijn dus op 23 juli jl. en later op 18 augustus jl. (de aangepaste versie) op de hoogte geweest. W at vond wethouder Schrijver van deze informatieverstrekking t.a.v. W esterdel? De heer Boonstra wenst de gelegenheid te hebben om andere raadsleden vragen te stellen. De voorzitter zegt dat hij eerst de oppositiepartijen gelegenheid wil geven om vragen te stellen. Daarna krijgt de heer Boonstra het woord. Mevrouw Schrijver meldt dat zij kennis heeft genomen van de memo. Het was goede informatie voor de mensen die een achterstand in informatie hebben op dit onderwerp en het was voor haar ook informatief. De heer Van Schoorl vond het ook een informatieve memo. Mevrouw Overzier zegt dat het voor haar ook een zeer informatieve memo was. Mevrouw Van As merkt op dat deze memo geen informatieachterstand opheft. Het is namelijk nieuwe informatie die niemand had. De heer Beers zegt dat hij zich heeft versproken als hij de memo een advies noemde. Mevrouw Koning wijst erop dat in hoofdstuk 6 staat: conclusies en aanbevelingen. De heer Westerkamp vraagt wat de heer Beers van deze informatie vond. De heer Beers vond het van wezenlijk belang om kennis te nemen van de feiten die in het stuk werden genoemd. Als verantwoordelijk wethouder was hij zeer benieuwd naar de mogelijkheden en onmogelijkheden om Westerdel te ontwikkelen. De heer W esterkamp leest in de memo dat door externen mede advies is verleend. Wie heeft besloten om hiervoor externen in te roepen? De heer Bakkum wijst erop dat er ‘vertrouwelijk’ boven de memo staat. De heer W esterkamp stelt dat ‘vertrouwelijk’ gaat over economische belangen van de gemeente en daarover citeert hij niets. Overigens is bekend dat externen aan Westerdel werken. Is dit document verder besproken door het college? De heer Beers zegt dat de collegeleden het over de memo hebben gehad.
3
De heer Westerkamp vraagt of hierover is gesproken in een collegevergadering of dat er over is gesproken in de wandelgangen. De heer Beers meldt dat het geen onderdeel op de agenda van collegevergaderingen is geweest. De heer Westerkamp verzoekt om een schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer W esterkamp is verheugd dat wethouder Beers de informatie in de memo op zijn waarde heeft geschat. De andere wethouders zagen de memo alleen als informatief. In de collegevergadering van 7 september jl. is een besluit genomen t.a.v. W esterdel. Daar is dus deze informatie niet meegenomen en dat is opmerkelijk. Mevrouw Overzier meldt dat het college zich op alle onderdelen van het collegeprogramma heeft laten informeren door ambtenaren. Dat geldt ook voor Westerdel. De heer W esterkamp gaat ervan uit dat dit dan de informatie uit onderhavig document is. Is deze informatie niet meegenomen in de besluitvorming over wat er in het collegeprogramma over W esterdel zou staan? Waarom heeft de wethouder er niet aan gedacht om de vitale informatie in deze memo aan alle leden van de raad te sturen? De heer Zwart herhaalt dat ambtelijke informatie die wordt gevraagd niet wordt gedeeld tenzij daarom wordt gevraagd. De heer W esterkamp wijst erop dat de wethouder heeft gezegd dat dit vitale informatie is. Kan de wethouder uitleggen waarom hij het niet belangrijk heeft gevonden dat de gehele raad deze informatie over W esterdel heeft. De heer Beers legt uit dat de huidige coalitie Westerdel na het genomen raadsbesluit hierover bespreekbaar wilde maken. De heer W esterkamp stelt dat de gemeente het risico loopt om voor miljoenen het schip in te gaan. Dat is wel degelijk wezenlijke informatie. W ethouder Beers zit hier als een door de gehele raad benoemde wethouder die in de raad verantwoording over het bestuur moet afleggen. De heer Boonstra vraagt hoe de fracties in het verleden besluiten over Westerdel hebben kunnen nemen als zij niet over deze informatie konden beschikken. De heer Westerkamp zegt dat de raad indertijd die besluiten kon nemen, omdat niet de intentie bestond om het project gefaseerd of voor een deel uit te voeren. De heer Boonstra vraagt welke informatie nieuw is voor de heer W esterkamp. De heer Westerkamp stelt dat het vorige college zijn best heeft gedaan om tot goede onderhandelingen te komen waardoor een gunstige bouwclaimconstructie is gecreëerd. In 2019 zou dat een positieve grondexploitatie van twee miljoen opleveren. Als het wordt uitgevoerd zoals de huidige coalitiepartners het zouden willen, gaat dit de gemeente zeer grote bedragen kosten. Spreker was graag vooraf geïnformeerd over deze materie voordat over het collegeprogramma kon worden gesproken. De informatie die nieuw is, is de informatie wat het betekent dat W esterdel wordt uitgevoerd zoals staat in het collegeprogramma. Mevrouw Koning stelt dat er sprake is van nieuwe informatie, want het gaat over de gevolgen van het besluit van de gemeente om de gebiedsontwikkeling van W esterdel geheel te staken. De heer Bakkum legt uit dat de coalitiepartijen de vraag hebben gesteld of het plan kleiner kon worden. Daar is een stuk over geschreven wat de gevolgen zijn. Dat kan niet worden vergeleken met honderd procent bouwen. De informatie is voor alle raadsleden nieuw. Mevrouw Koning vraagt waarom de wethouder vanuit zijn actieve informatieplicht er niet aan heeft gedacht om de gehele raad van deze nieuwe informatie te voorzien. De heer Beers is ervan uitgegaan dat de informatie die naar boven kwam bij de raadsleden aanwezig was.
4
Mevrouw Koning stelt dat als gevraagd wordt in dit document naar de gevolgen van het besluit van het nieuwe college die informatie nooit bekend kan zijn bij de oppositiepartijen. De heer Langedijk zegt dat er vragen zijn gesteld om het beleid te kunnen formuleren. De heer Beers meldt dat de informatie bedoeld is geweest om raadsleden te informeren. Het college heeft kennisgenomen van die informatie. Mevrouw Koning vraagt waarom de wethouder er niet aan heeft gedacht om die informatie met alle raadsleden te delen. De heer Beers stelt dat de informatie vanavond met alle raadsleden wordt gedeeld. De heer Westerkamp concludeert dat er vanavond zou worden gesproken over het collegeprogramma, dat collegeleden behalve de voorzitter kennis hebben genomen van het document en dat in het vooruitzicht dat alleen de coalitiepartijen deze informatie kennen. Als de wethouder aan het begin van de vergadering de tekst niet had herroepen, wisten alleen de coalitiepartijen dat dit geld zou gaan kosten. De heer Boonstra stelt dat het een denkfout is bij de oppositie dat er een gewijzigd plan is. In het collegeprogramma wordt in feite het huidige beleid (gefaseerd) doorgevoerd. Er is een motie geweest van de VVD om gefaseerd te bouwen en die is gehonoreerd. Op termijn zal worden bekeken hoe de vraag zich ontwikkelt en hoe zal worden omgegaan met het laatste deel. Mevrouw Van As zegt, dat de feitelijke aanleiding is om dit te bespreken als oppositiepartijen dat spreker met de voorzitter van gedachten heeft gewisseld over het plan Westerdel en dat de voorzitter haar toen kenbaar maakte dat de coalitiepartijen verschillende keren bij elkaar zijn geweest om te praten over hoe moet worden omgegaan met Westerdel en dat daarbij informatieverstrekking heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat er een voorkeurspositie is van de coalitiepartijen. Vervolgens heeft de ChristenUnie alles op alles moeten zetten om die informatie boven tafel te krijgen. De oppositie heeft er recht op om te vragen waarom er een dergelijke informatieachterstand is ontstaan. Waarom heeft dit kunnen gebeuren? De heer Zwart zegt dat hij in de vorige bestuursperiode meerdere keren heeft moeten ervaren dat als er vragen gesteld werden altijd de laatste dag van de termijn na de raadsvergadering de vragen werden beantwoord. De vragen van mevrouw Van As zijn terecht onmiddellijk beantwoord. In de vorige coalitie werden ambtelijke vragen zeker niet gedeeld. Mevrouw Koning vraagt waarop de heer Zwart dit baseert. De heer Zwart herhaalt dat als zijn fractie vragen stelde op grond van artikel 40 van het Reglement van orde nooit of zelden voor de dertigste dag antwoord werd ontvangen. Mevrouw Koning heeft nu de informatie en die hoort in de raadsvergadering een rol te spelen. De heer Boonstra vraagt aan de voorzitter of in de afgelopen vier jaar vaker vragen zijn gesteld waarop de antwoorden niet zijn gedeeld met andere raadsleden. De voorzitter zegt dat de situatie die mevrouw Van As beschrijft zich in de afgelopen vier jaar niet heeft voorgedaan. Vervolgens is er bekendheid over de informatie die er is en kan de raad om informatie vragen. Mevrouw Van As wijst erop dat er een actieve informatieplicht is. De heer Nijman is van mening dat er geen actieve informatieplicht nodig is voor de vragen van de raadsleden die in dit stuk zijn terechtgekomen. Artikel 33 van de Gemeentewet is daar duidelijk over. Bij situaties als omschreven in de artikelen 169 en 180 van de Gemeentewet heeft het college de informatieplicht. Mevrouw Van As wijst op artikel 169, lid 2, van de Gemeentewet. Het college dient de raad alle informatie te geven die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Dan gaat het zeker om politiek gevoelige informatie volgens de uitleg bij dit artikel. Voorts bestaat er ook nog de passieve informatieplicht. Als het college weet heeft van informatieverstrekking op verzoek van raadsleden, zal het college dat met de raad moeten delen. Beide artikelen zijn hier aan de kant geschoven. De heer Nijman vindt dat als raadsleden informatie willen hebben van het ambtelijk apparaat die informatie voor het betreffende raadslid moet blijven.
5
Mevrouw Koning stelt dat dit niet de uitleg is die moet worden gegeven aan de wetsregels. Het gaat hier om wezenlijke informatie omdat het om zeer grote bedragen gaat dat de gehele raad moeten weten. De heer Westerkamp wijst erop dat als de conclusies en aanbevelingen in de memo worden gelezen dit geen antwoord is op vragen maar een stelling wat er gebeurt als. De interne informatieverstrekking slaat bovendien volledig op de passage over Westerdel in het collegeprogramma dat vanavond besproken gaat worden. Mevrouw Koning verzoekt om schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Mevrouw Koning concludeert dat genoemde informatie valt onder artikel 41 van het Reglement van orde. Als het gaat om wezenlijke informatie die van belang is, is het college verplicht om dat met de gehele raad te delen. Ziet de wethouder dit ook zo? De heer Beers kan zich daar niet in vinden, want er is geen informatie achtergehouden. Tijdens processen om tot besluitvorming te komen, komt veel informatie tot je. Daar zit essentiële informatie tussen, maar die wordt op dat moment niet met de raad gedeeld. Het was de bedoeling om vanavond met de raad te spreken over het collegeprogramma en dat had ook gekund zonder deze informatie. De raad wist hoe de zaken er per januari jl. voor stonden en hoe de coalitie erover denkt. Het college heeft de boodschap nu gebracht in plaats van te wachten tot 19 oktober a.s. Mevrouw Van As vraagt waarom de wethouders het normaal vinden dat een deel van de raad de essentiële informatie niet heeft. Dat is strijdig met de actieve informatieplicht. De heer Bakkum heeft het idee dat het wel vaker voorkomt dat er informatie is die niet bekend wordt als raadsleden daar niet om vragen. De voorzitter zegt dat er altijd informatie is op allerlei momenten. Hoofdpunt is dat als de raad spreekt over zaken die op de agenda staan men volledig is geïnformeerd. Het collegeprogramma wordt voorbereid middels het lezen van stukken en het ontvangen van adviezen enz. De raad had vanavond de vraag kunnen stellen hoe het college tot dit beleidsvoornemen komt en dan had daar informatie over moeten worden gegeven. W esterdel wordt uitgevoerd op de wijze in de oude bestuursperiode totdat het college met een nieuw voorstel komt. Dan dient de raad alle informatie te hebben. Mevrouw Van As memoreert dat aan het begin van de avond aan wethouder Beers de vraag is gesteld waarom dit document tot stand is gekomen. Op grond van artikel 41 van het Reglement van orde is dit een verzoek om inlichtingen. Dat wordt gedaan via de griffier en de griffier dient een dergelijk verzoek te delen met de gehele raad. Het antwoord wordt vervolgens mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of de daaropvolgende vergadering gegeven. Zo had het verzoek behandeld moeten worden maar dat is niet gebeurd. De heer Zwart stelt dat in de vorige bestuursperiode er steeds op is aangedrongen dat de raad ambtelijk wordt geïnformeerd en in het presidium zijn er afspraken gemaakt dat er namen bij gezet zouden worden. De heer Beers zegt dat het niet de bedoeling is dat de oppositiepartijen niet of te laat worden geïnformeerd. Er zijn processen en aan het eind daarvan komt er een notitie die voorziet in alles dat moet worden gedeeld met de raad. In wezen zou die notitie op 19 oktober a.s. zijn verschenen. De heer Westerkamp vraagt hoe de raad dan vanavond kan praten over een passage in het collegeprogramma over een heroverweging t.a.v. W esterdel. De oppositiepartijen willen vanavond meegeven hoe zij oordelen over het collegeprogramma. De coalitie wist dat deze fasering geld zou kosten en de oppositie had die informatie niet gehad. De heer Boonstra stelt dat er niets anders staat dan dat het beleid wordt voortgezet. Mevrouw Koning wijst erop dat de wethouder vanavond een mededeling heeft gedaan waardoor de passage volledig is veranderd.
6
De heer Boonstra zegt dat een integrale uitvoering niet mogelijk is, want er is een motie ingediend waarin staat dat het gefaseerd wordt gedaan. Het college heeft overwogen om gronden later aan te kopen, maar heeft terecht geconcludeerd dat dit niet gedaan zal worden gelet op zaken die vanavond zijn gepasseerd. Er is niets nieuws op dit moment. De heer Westerkamp blijft van menig dat de coalitiepartijen een voorsprong in informatie hebben over de gevolgen van het gefaseerd invoeren. De projectontwikkelaars hebben via hun advocaat een aangetekende brief naar de gemeente gestuurd dat wanneer de gemeente het niet doet zoals is afgesproken zij een schadevergoeding van de gemeente zullen eisen. Als mevrouw Van As geen vragen had gesteld, hadden de oppositiepartijen in informatie op achterstand gestaan. De voorzitter verzoekt de raadsleden om de balans op te maken hoe lang zij willen doorgaan met dit onderwerp en waar dit in uitmondt. De heer De Graaf vraagt waarom de informatie met het ene deel van de raad wél wordt gedeeld en met het andere deel niet. Er zit twee maanden tussen de verstrekking van de informatie aan de coalitieraadsleden en aan de raadsleden van de oppositie. Heeft de wethouder aan zijn informatieplicht voldaan? De heer Boonstra wijst erop dat er sprake is van ongewijzigd beleid. De heer De Graaf gaat het om het proces. De heer Beers herhaalt dat het voornemen was om de raad te informeren met een notitie. Het verschil van mening gaat over het moment waarop. Spreker was niet van plan om de oppositiepartijen van informatie te onthouden. Mevrouw Kloosterboer memoreert dat de heer De Graaf zich twee jaar geleden enorm druk heeft gemaakt over het feit dat hij op een publieksavond moest horen dat het een groot Westerdel werd. Waarom heeft de heer De Graaf toen voor zoete koek aangenomen dat het publiek het eerder hoorde? De heer De Graaf zegt dat het toen ging om informatie die niet bij één fractie bekend was. Mevrouw Kloosterboer stelt dat toen drie fracties en de gehele oppositie niet van hun stoel vielen van verbazing. Daarna heeft de heer De Graaf er geen punt van gemaakt. De voorzitter vraagt tot welke conclusie de raad wil komen na dit debat. Mevrouw Van As heeft naar aanleiding van het genoemde gesprek dat zij heeft gehad met de voorzitter een aantal vragen over de rol van de voorzitter in het gehele proces. W anneer wist hij dat er slechts informatie was gedeeld met de coalitiepartijen? De voorzitter geeft de hamer over aan de heer Westerkamp. De heer Boonstra constateert dat er vanavond zou worden besproken over het collegeprogramma maar in het onderwerp dat nu aan de orde is, komen er steeds weer nieuwe stappen. Wat wordt gedaan met de mensen op de publieke tribune, want die komen voor het collegeprogramma? Mevrouw Van As stelt dat dit het gevolg is van het besloten beraadslagen van coalitiepartijen. Als dit transparant was geweest, was dit niet gebeurd. De heer Boonstra vraagt of mevrouw Van As kan verklaren dat er in de vorige bestuursperiode geen coalitieoverleg is geweest. Vindt er op dit moment geen oppositieoverleg plaats? Mevrouw Van As constateert dat de heer Boonstra de aandacht wil afleiden van het onderwerp dat vanavond op de agenda staat. Het is nu niet relevant om antwoord te geven op deze vragen. De voorzitter geeft de hamer weer over aan de heer Cornelisse. De heer Boonstra zegt dat gesuggereerd wordt dat het vreemd is dat coalitiepartijen met elkaar overleggen. Mevrouw Van As stelt dat dit niet het geval is. De heer W esterkamp wijst erop dat hij in de afgelopen vier jaar als fractievoorzitter van de PvdA regelmatig kond heeft gedaan van het feit dat de coalitiepartijen eens in de acht weken met hun wethouders wel eens bij elkaar kwamen om elkaar te informeren. Daar werd niet geheimzinnig over gedaan.
7
Eens per jaar kwamen de fracties inclusief de burgerraadsleden onder leiding van mevrouw Van Kampen, oud-burgemeester, bij elkaar. Daar is ook nooit een geheim van gemaakt. Het is nooit gebeurd dat als belangrijke informatie werd verkregen in deze bijeenkomsten dit niet werd gedeeld met de andere leden van de raad. Hetzelfde geldt voor de bijeenkomsten waar ambtenaren bij aanwezig waren. Mevrouw Koning sluit zich hierbij aan. In het document dat vanavond wordt besproken staat dat het nieuwe informatie is die gedeeld is met de coalitiepartijen en waarvan de oppositie niets weet. Dat is in de vorige vier jaar niet voorgekomen. Mevrouw Kloosterboer wijst erop dat de oppositie niet is geïnformeerd over het feit dat een ontwikkelaar zich had teruggetrokken bij het project WC Broekerveiling en dat hiervoor een andere in de plaats was gekomen. Dat vond in maart jl. plaats. Mevrouw Van As zegt dat dit gold voor de gehele raad. Mevrouw Kloosterboer merkt op dat de heer W esterkamp in de raad zei een week na het aantreden van het nieuwe college dat hij die informatie had. De voorzitter memoreert dat mevrouw Van As hem heeft gevraagd om een aantal vragen te beantwoorden. Vervolgens geeft hij de hamer over aan de heer Westerkamp. De heer Cornelisse wist ervan dat de leden van de coalitiepartijen gevraagd hadden om informatie, omdat hij dat had gehoord van de gemeentesecretaris. Hij was op de hoogte van dat proces gedurende de zomer 2010. Mevrouw Van As vraagt hoe de heer Cornelisse als onafhankelijk voorzitter van de raad rechtvaardigt dat het coalitiedeel van de gemeenteraad wél die informatie had en het oppositiedeel niet. De heer Cornelisse geeft aan dat de coalitiepartijen bezig waren met een denkproces over Westerdel en dat was niet afgerond. Dit leidde tot een standpunt in het collegeprogramma. Het college baseert zich daarbij ook op allerlei politieke informatie. Als in het raadsproces wordt gediscussieerd over Westerdel, is het belangrijk dat de raad over gelijke informatie beschikt. Mevrouw Van As vraagt wanneer de heer Cornelisse op de hoogte was van de inhoud van de notitie. De heer Cornelisse zegt dat hij vorige week op de hoogte was. Vorige week donderdag is een besluit genomen en toen is de informatie gewisseld. Mevrouw Van As constateert dat de heer Cornelisse zegt dat het collegeprogramma niet van de raad is en ook niet van de coalitie. De onafhankelijk voorzitter van de raad heeft niet geconcludeerd dat de oppositie deze informatie ook moet weten. Hoe kan hij goedvinden dat de oppositie op dat moment een voorkeurspositie krijgt? De heer Cornelisse merkt op dat de leden van de raad een beroep kunnen doen op de organisatie en de gemeentesecretaris wijst daartoe een bevoegd ambtenaar aan, in dezen de heer Beumer. Die informatie is bij de coalitiepartijen terechtgekomen. Mevrouw Van As is van mening dat de voorzitter moet waken voor een gelijke informatie aan coalitie en oppositie en dat hij had moeten ingrijpen. De heer Cornelisse stelt dat er bij de samenstelling van het collegeprogramma afstemming is met verkiezingsprogramma’s en het coalitiedocument en daarnaast zijn er contacten tussen de wethouders en hun fracties. Mevrouw Van As wijst erop dat de vorige keer het collegeprogramma tot stand is gekomen zonder overleg met de coalitiefracties. De heer Cornelisse heeft een actieve en passieve informatieplicht als voorzitter van de raad op grond van artikel 180 van de Gemeentewet. Vindt de heer Cornelisse dat hij aan die wetgeving heeft voldaan door niet in te grijpen en erop te wijzen dat de oppositie ook recht heeft op deze informatie? De heer Cornelisse vond dat in dat proces niet aan de orde. Toen het standpunt over Westerdel in het collegeprogramma werd opgenomen, heeft spreker gezegd dat er een uitvoeringsnotitie moet komen met de informatie die er is om tot een gemeentelijk standpunt te komen over W esterdel. Mevrouw Van As verzoekt om schorsing. De voorzitter draagt de hamer weer over aan de heer Cornelisse en die schorst vervolgens de vergadering. Vanaf dit moment is er geen geluidsopname.
8
De voorzitter heropent de vergadering. Mevrouw Van As dient namens de fracties van ChristenUnie, CDA, VVD en PvdA een motie in waarin aan de raad wordt verzocht om het vertrouwen in de wethouders op te zeggen en om de wethouders op te dragen om hun portefeuilles ter beschikking te stellen. Zie bijlage. Tijdens het betoog van mevrouw Kloosterboer gaat de recorder weer aan. Mevrouw Kloosterboer zegt dat haar fractie niet voor de motie zal stemmen. De heer De Graaf is van mening dat er voldoende grond is om deze motie te steunen. Mevrouw Koning stelt dat de informatie onder dwang aan de oppositie is gegeven maar er was geen sprake van een actieve informatieplicht van het college. De motie wordt gesteund. De heer Nijman vindt dat niet is gebleken dat er sprake is van het bewust achterhouden van informatie. De artikelen 169 en 180 van de Gemeentewet zijn in dit verband niet aan de orde. In artikel 33 van de Gemeentewet staat dat het college geen actieve informatieplicht heeft. De motie wordt verworpen. De heer Boonstra is ook van mening dat er niet verzaakt is in de actieve informatieplicht. Er is geen sprake van nieuw beleid. De motie zal niet worden gesteund. De heer Westerkamp steunt de motie. De heer Zwart wijst erop dat de oppositiepartijen de informatie ruim voor deze vergadering hebben gekregen. Dan is het jammer dat de oppositie een motie van wantrouwen indient. De motie zal niet worden gesteund. Mevrouw Van As begrijpt dat het pluche voldoende is om van principes af te zien. De motie wordt van harte gesteund. De heer Beers zegt dat de wethouders zich niet kunnen vinden in de constatering en de overwegingen in de motie en dat zij geen enkele aanleiding zien om hun portefeuilles ter beschikking te stellen. De voorzitter brengt de motie in stemming. Na stemming blijkt dat de motie is verworpen met 10 stemmen voor en 11 stemmen tegen. Voor de motie stemmen de leden Van As, Koning, Kuil, Wiersma, Van Beek, Fintelman, De Graaf, Groen, Kuilman en Westerkamp. De heer Westerkamp zegt dat zijn fractie de vergadering zal verlaten, omdat zij geen behoefte meer heeft om over het collegeprogramma te spreken. Uit de interne memo blijkt dat de gemeente wel degelijk een enorm risico loopt, terwijl de heer Boonstra zegt dat er geen nieuwe informatie is. Er staat in dat er een fasering gaat plaatsvinden die grote consequenties heeft voor deze gemeente. De PvdA heeft in het verleden haar vertrouwen in deze wethouders uitgesproken. De heer Zwart is van mening dat de heer Westerkamp een betoog houdt waarin hij zich onttrekt aan democratische besluitvorming over het coalitiedocument en dat siert hem niet. De heer Westerkamp constateert dat het college al direct in het collegeprogramma de tekst over W esterdel wijzigt. Niet bekend is of er meer informatie is t.a.v. onderwerpen in het collegeprogramma die niet gedeeld is met de oppositiepartijen. De collegepartijen hebben invloed gehad op dit collegeprogramma en dat is voor zijn fractie reden om over dit programma niet meer te hoeven spreken met elkaar. De heer De Graaf blijft het met de coalitie oneens over de tijdige informatie van de oppositiepartijen. Bovendien wordt de tekst van het collegeprogramma staande de vergadering op een zeer belangrijk onderdeel ingrijpend gewijzigd. Het is voor de fractie niet helder hoe dat besluit tot stand is gekomen. De fractie heeft een en ander opgeteld geen behoefte meer om over het collegeprogramma te spreken en derhalve zal de vergadering worden verlaten. Mevrouw Koning is van mening dat het collegeprogramma een grote luchtballon is die al gedeeltelijk is doorgeprikt door de mededeling van wethouder Beers. Dit college heeft de actieve informatieplicht verzaakt. W elke informatie is nog meer gedeeld maar verborgen gehouden voor de oppositiepartijen? De fractie heeft moeite met de geloofwaardigheid van dit college. Het college heeft zijn politieke integriteit zo zwaar beschadigd dat de fractie haar niet meer kan vertrouwen. De heer Zwart zegt dat dit geen meerderheidsstandpunt van de raad is.
9
Mevrouw Koning vindt, dat dit college de raad niet serieus neemt en daarom kan niet van de raad worden verwacht, dat in discussie wordt gegaan over een document, dat de fractie nu ook niet meer serieus neemt. Informatie wordt achtergehouden en beleidswijzigingen worden voorgesteld die onverantwoord grote financiële gevolgen hebben. De fractie wil niet over het collegeprogramma discussiëren en verlaat daarom de vergadering. Mevrouw Van As stelt dat er een deuk zit in het vertrouwen en daarom kan de fractie niet meepraten over het collegeprogramma. De heer Zwart betreurt het dat de oppositie niet deel wil nemen aan de beraadslagingen over een document voor de komende vier jaar. Er zitten geen essentiële en onoverkomelijke beleidswijzigingen in. De heer Boonstra betreurt het eveneens. In het collegeprogramma ziet spreker geen beleidswijziging t.a.v. Westerdel. De provincie heeft in haar verordening op de structuurvisie aangegeven, dat W esterdel buiten de verstedelijking ligt. De gemeente moet ontheffing vragen voor dit bestemmingsplan en daarom ligt er een bestuurlijke bom onder Westerdel. Voorts hebben de contracten die er onder liggen geen ontbindende voorwaarden. De oppositiepartijen onttrekken zich aan hun verantwoordelijkheid door nu weg te gaan. De heer Nijman vindt dit een grote minachting ten opzichte van het collegeprogramma. Er is geen wijziging in de planning van W esterdel en er is geen informatieachterstand. Er is ook geen verkeerde informatie gegeven en niet wordt begrepen waarom de oppositie de vergadering wil verlaten. Mevrouw Kloosterboer sluit zich hierbij aan. Veertig procent van de bevolking wordt vertegenwoordigd door de oppositiepartijen. Zij hadden vanavond de coalitie kunnen overtuigen van dingen die anders moeten. De heer Westerkamp zegt dat het collegeprogramma niet van de raad maar van het college is. Kennelijk is er informatie geweest voor het collegeprogramma dat niet is gedeeld door de coalitiepartijen. Mevrouw Kloosterboer is het daar niet mee eens. De raad is het kaderstellende orgaan en de oppositie had daar haar bijdrage aan kunnen leveren. De voorzitter schorst de vergadering. (Vervolgens verlaten de leden Van As, Koning, Kuil, W iersma, Van Beek, Fintelman, De Graaf, Groen, Kuilman en W esterkamp de vergadering). 2.
Vaststelling agenda De voorzitter heropent de vergadering. Het is aan de raad om te bepalen of men door wil vergaderen. De heer Zwart zou graag verder willen gaan met de beraadslagingen. De voorzitter is van mening dat het standpunt van de raad over het collegeprogramma een andere waarde heeft in deze samenstelling dan met de oppositie daarbij. Daarom adviseert hij om in het presidium in contact te treden met de oppositie en om hen te verzoeken een keer over het collegeprogramma te praten. De heer Zwart wijst erop dat het collegeprogramma op verzoek van de oppositie in een meer uitgebreide setting is aangeboden. Zijn fractie wil haar bevindingen geven over het collegeprogramma. De heer Boonstra is van mening dat het onderdeel Westerdel vanavond moet worden afgerond en dat op een andere avond over het collegeprogramma moet worden gesproken gezien het tijdstip van de vergadering. De heer Nijman zegt dat zijn fractie vanavond in een verkorte versie wil voorlezen waaraan zij zich kan conformeren en welke aanbevelingen kunnen worden gedaan. De heer Bakkum wenst eveneens vanavond de bespreking over het collegeprogramma af te ronden. Wellicht is het een idee om de oppositie te vragen om eventuele opmerkingen schriftelijk in te dienen.
10
3.
Bespreking collegeprogramma 2010-2014: “Schakelen en verbinden” Mevrouw Kloosterboer vraagt m.b.t. het programma Veiligheid wanneer het horecabeleid komt. De publieksavonden zijn ruim anderhalf jaar geleden geweest en men wacht er nu op. Wat betreft de fysieke veiligheid: een duurzaam veilige inrichting leidt soms tot meer ongevallen. Daarom wordt verzocht om zeer nauwkeurig te kijken naar de maatwerkweg Voorburggracht/Twuyverweg/Bovenweg. In de matrix wordt een tijdsplanning gemist t.a.v. het fietspad langs de Twuyverweg. In het programma Werkgelegenheid staat twee maal de paragraaf recreatie/toerisme. Graag met spoed de nota Kamperen bij de boer vanwege de werkgelegenheid en het stimuleren van het toerisme. In dit programma wordt de stimulering van agrarische bedrijven gemist. In de matrix wordt de planning gemist t.a.v. de realisering van het werkgelegenheidsplan. De fractie staat achter het streven om wegen te gaan zoeken om een volledig aanbod aan onderwijs in Langedijk te realiseren. In de afgelopen jaren bleek een sterke belangstelling van ouders en kinderen in Langedijk om de eerste drie jaar havo/vwo in de gemeente te kunnen doen. Bij een gemeente van deze omvang hoort het dat die leerjaren ook hier kunnen worden afgemaakt. Mogelijk zouden ook andere wegen t.a.v. bijvoorbeeld vmbo hier gerealiseerd kunnen worden. In het programma Cultuur worden de subsidies gemist die de gemeente kan ontvangen vanuit rijk en provincie. Daarom is het een goede zaak als de cultuurnota gerealiseerd gaat worden. Bij de Kerklaan is het een goede stap van het college om de locatie van de Overbrugging te overwegen om het wijksteunpunt Noord-Scharwoude te realiseren. Deze locatie is beter bereikbaar voor de inwoners en de instellingen en verenigingen en er zijn betere parkeermogelijkheden. Goed is dat snel na het uitkomen van het collegeprogramma de betrokkenen zijn geïnformeerd. De realisering van het wijksteunpunt op die plek moet snel worden opgepakt. Bij het programma Milieu en volksgezondheid wordt gemist het faciliteren van de eerstelijns zorg in de diverse kernen. Op de bestuurlijke avond is gevraagd hoe het zit met de GOED in Sint Pancras. Daar moet snel antwoord op komen. De GOED in Sint Pancras en de GOED in de toekomst achter de gevel van Verburg zullen niet voldoende zijn om de eerstelijns gezondheidszorg te faciliteren. Bij het programma Wijken wordt gewacht op efficiënte dorpsplatforms. Wat betreft het programma Maatschappelijke ondersteuning: de prestatieafspraken inzake het jongerenbeleid zullen gezien de steeds aanwezige overlast zwaarder en verder moeten reiken dan in dit programma beschreven. Het betreft ook eventueel de aanpak van ouders en verzorgers. Die moeten handvatten krijgen om samen met de gemeente en de jongeren tot minder overlast te komen. Krijgt het Behouden Huis een woonfunctie of wordt het gebouw behouden in zijn uiterlijk? In het programma Sociale voorzieningen wordt de formulierenbrigade gemist. De heer Nijman stemt in met het initiatief van interactieve beleidsvorming in het programma Besturen en burgers. Het bedoelde met dialoog moet voorzichtig aan de burgers kenbaar worden gemaakt, want anders zou het kunnen leiden tot een behoorlijke cultuurschok. Wat betreft het programma Veiligheid is zijn fractie voorstander van een BOA-beleid dat bijdraagt aan alle thema’s van dit programma. Het moet onderdeel van een sociaal cohesiebeleid worden. Bibob-beleid is een aardig speeltje, maar maakt in de praktijk niet waar waar het voor zou moeten staan. Steek tijd en energie in BOAbeleid. In het programma Fysieke veiligheid zou als speerpunt moeten worden toegevoegd een veilig voetpad op de Lepelaar. Dat mag zelfs een schelpenpad zijn om mee te beginnen. Voetgangers en auto’s maken immers gebruik van dezelfde weg en dat is een levensgevaarlijke situatie. Wat betreft het programma Onderwijs hoeft van de fractie voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs in de Scholengemeenschap Jan Arentsz dit niet dezelfde onderwijsaanbieder te zijn.
11
Een nieuwe structuurvisie is geen overbodige luxe. Westerdel: bij de provincie is nu de gedachte om zoveel mogelijk binnenstedelijk te realiseren. Op de valreep voor de verkiezingen zijn nog contracten getekend voor Westerdel. W as er geen kennis dat de provincie een andere koers zou gaan varen? Hoe kunnen contracten zonder ontbindende voorwaarden worden aangegaan als bij de provincie een ontheffing moet worden aangevraagd voor een gebied dat in de structuurvisie niet als bouwlocatie is aangemerkt? Op 26 februari 2008 werd de raad erop gewezen dat door een ontwikkelaar ontbindende voorwaarden waren opgenomen voor het geval dat het benodigde krediet voor de aankoop van gronden niet in februari 2008 zou worden verstrekt. Bij het aangaan van de contracten zijn de ontbindende voorwaarden gevlogen. Er is zelfs geen terugnameverplichting opgenomen, ondanks dat er een ontheffing moet worden aangevraagd. Wat voor risico loopt de gemeente? Is dit nog behoorlijk besturen? De Klachtencommissie constateerde terecht dat variant 3 van de speelweide alleen bij de raadsleden bekend was en dat op het beleidsvoornemen geen inspraak was toegepast. De klacht was gegrond maar het college bleef bij zijn motivatie. Bezwaarmakers hadden het gelijk aan hun kant. Bij sloop moeten bouwvolumes gelijk blijven. Leefbaarheid van wijken wordt hiermee gegarandeerd. Bepalend voor de opoffering van een groot gedeelte van de speelweide was het generen van meeropbrengst. De raad heeft zich niet druk gemaakt over een forse overschrijding van het beschikbaar gestelde krediet met 120 procent. De locatie De Overbrugging ligt centraal in Noord- en Zuid-Scharwoude. Het wordt soberder maar in deze tijd kan meer gebouwd worden voor minder geld. In het programma Maatschappelijke ondersteuning kan jeugdbelang wat steviger. Belangrijk voor jongeren is de aanwezigheid van jeugdruimtes in hun wijk. Vooralsnog is in het nieuwe wijkgebouw in Noord- en Zuid-Scharwoude geen rekening gehouden met jeugdruimtes maar de fractie ziet dat graag ingevuld. Het Behouden Huis moet behouden blijven voor maatschappelijke activiteiten. De heer Boonstra zegt dat er een kans is om een drieslag te maken: het collegeprogramma, bezuinigingen en de begroting. De oppositie wil algemene beschouwingen houden bij de begroting, maar als dat leidt tot een avond als deze, zal spreker dit zeker nog een keer ter discussie stellen. Bij de drieslag komt de raad volledig aan zijn recht om kaderstellend te zijn, zijn budgetrecht te hanteren en om keuzes te maken. Hierbij spelen coalitie en oppositie een ondergeschikte rol wat betreft zijn fractie, want het gaat om de inhoud. Wordt DGS door het college gezien als onderdeel van interactieve beleidsvorming? Ziet het college “W aar staat je gemeente” als instrument om door de raad vast te stellen ambities m.b.t. de burgerrollen te koppelen aan de programma’s? Van tevoren een ambitie stellen en inzetten op het halen van hogere cijfers. Wat betreft veiligheid: ziet het college de sociale cohesie in het dorp of in de wijk als een aandachtspunt van DGS? Kan iets gezegd worden over de wenselijkheid en de noodzaak van BOA’s, los van de kosten? Wat betreft Fysieke infrastructuur gaat de fractie ervan uit dat het VVL in een interactieve beleidsvorm wordt uitgerold. De opdrachtverstrekking vanuit de raad moet helder zijn qua kaders, zodat daar geen discussie over kan ontstaan. Werkgelegenheid: blij met de aandacht voor het Havenplein in Broek op Langedijk maar zet het college concrete stappen in de komende periode? Breekland evalueren is een goede zaak, met name op het punt wat het de Langedijkers heeft gebracht wat betreft werkgelegenheid. Gemist wordt een paragraaf over klein ondernemerschap. In hoeverre kan worden gestimuleerd om wonen en werken dichter bij elkaar te brengen? Op hbo-niveau zie je dat er steeds meer netwerkorganisaties ontstaan en veel minder dienstverbanden. Deelt het college de visie dat ondernemerschap juist in zijn kleinschaligheid gestimuleerd moet worden? Kent de gemeente een vangnet voor zelfstandigen in het kader van de Bbz? Zo nee, is het college bereid om hier beleid op te ontwikkelen? Ziet het college kansen om juist nu te investeren ten gunste van de stimulering van de Langedijker economie en werkgelegenheid?
12
Hopelijk kan een kaderstellende cultuurnota nu boven de markt worden gehouden. Er komen steeds meer signalen dat door het verhogen van de tarieven van de muziekschool er afhakers zijn. Daarnaast voelen de muziekscholen zich tekortgedaan door de waarderingssubsidie. Is dit bekend en wordt er met partijen in gesprek gegaan? Wat betreft ruimtelijke ordening. W as het bekend bij het oude college dat er een verstedelijkingsverbod zou komen van de provincie? De gemeente dient voor Westerdel een ontheffing te vragen van het verstedelijkingsverbod. Op welk moment is dit duidelijk geworden en is er een herbezinningsmoment geweest? De raad is hier nooit over geïnformeerd. Het is een gigantische bom onder de ontwikkeling van Westerdel. Bovendien is er geen ontbindende voorwaarde opgenomen in de contracten t.a.v. de ontwikkeling van het publiekrechtelijke deel. Onderzocht zou moeten worden hoe dat proces is gelopen. Toen het bouwclaimmodel is gekozen, zat Nederland al in een financiële crisis. Er kwam een enorme vraaguitval op met name de duurdere woningen. Deze vragen had de fractie graag willen stellen aan de andere partijen maar wellicht moet er een weg worden gevonden om dat op een andere manier te doen. Herkent het college deze problematiek en onderschrijft het de risico’s die hiermee gepaard gaan? Wat betreft de Kerklaan: als de Klachtencommissie de klacht gegrond vindt, moet er andere informatie zijn om die klacht als niet gegrond te beschouwen. De situatie met De Horizon is een voorbeeld geweest van hoe het niet moet als het gaat om de Langedijker karakteristiek. In de afgelopen jaren zijn er veel situaties geweest waar de Langedijker karakteristiek geweld is aangedaan. Er is demografisch nogal wat aan de hand waardoor het de vraag is of de woonvisie actueel is. Bij het Veilingterrein moet er aan vast worden gehouden om duidelijke kaders te stellen maar voortaan dient bij voorinschrijving onderzoek te worden gedaan naar de specifieke behoefte aan soort woningen. Het is een goede keuze om Millenniumgemeente te worden. Bij de bezuinigingen zal zijn fractie eraan vasthouden dat Langedijk een sociaal gezicht moet hebben. Het Behouden Huis moet worden behouden. Er dient in Oudkarspel met veel draagvlak een situatie gecreëerd te worden die voldoet aan datgene dat we daar willen. Spreker had een motie willen indienen om de Langedijker Pas eruit te halen om de heer Westerkamp de kans te bieden om die er weer in te brengen. Mevrouw De Rijcke meldt dat de Langedijker Pas ook in het verkiezingsprogramma van GroenLinks stond. De heer Zwart constateert dat dit college uitstraalt dat het zin heeft in de toekomst. Bij twee onderwerpen vermengt het college de doelstellingen en de uitvoering ervan. Namelijk bij de beleidsdoelstelling om duidelijke en uitvoerbare prestatieafspraken te maken m.b.t. het jeugd- en jongerenwerk en de beleidsdoelstelling om een bovenbouw voor het voortgezet onderwijs in Langedijk te willen realiseren. Niet onderschreven wordt de keuze voor een bevoorrechte partner om die beleidsdoelstellingen te realiseren. Dat sluit andere wellicht even kundige partners uit. Waarom zou een uitgekozen partner zich extra inspannen om de beleidsdoelstelling te realiseren? Het noemen van Kern8 en scholengemeenschap Jan Arentsz in het beleidsdocument heeft geen toegevoegde waarde. Kan de evaluatie van het welstandstoezicht en het welstandsbeleid naar voren worden gehaald? De VVD heeft hier al in het voorjaar 2010 een initiatief over aangekondigd. De gemeente zit mede gezien de dreigbrieven van de projectontwikkelaar in een dwangpositie m.b.t. W esterdel. Het is onbestaanbaar dat projectontwikkelaars de gemeente de les kunnen voorschrijven. Mede namens HvL/D66, Dorpsbelang Langedijk en Kleurrijk Langedijk dient spreker een motie in waarin wordt verzocht aan de Rekenkamer Castricum/Langedijk om een diepgaand onderzoek naar het gehele traject (dus plan, contract en besluitvorming) zowel ambtelijk, college als raad, van het woningbouwproject Mayersloot West c.q. W esterdel in te stellen. Het eventuele benodigde budget komt ten laste van het budget grondexploitaties. Zie bijlage.
13
GroenLinks adviseert het college dringend om de voortgang van processen te bewaken en producten tijdig aan de gemeenteraad voor te leggen. Complete en ter zake doende informatie aan de gemeenteraad helpt daarbij. De raad kan zich dan tot hoofdlijnen beperken en tijdig tot besluitvorming overgaan. De heer Bakkum verzoekt om schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Nijman meldt dat hij nog een aanvulling op zijn eerdere betoog wil geven. Het college wil binnen de detailhandelstructuurvisie zien wat de mogelijkheden zijn voor versterking van het winkelaanbod in Noord- en Zuid-Scharwoude en Sint Pancras. Wat zijn fractie betreft gaat dit snel gebeuren. Vier jaar lang is de locatie van de voormalige bibliotheeklocatie in Zuid-Scharwoude on hold gezet. Wat zijn de (rente)kosten voor het lange wachten? De heer Zwart trekt de motie in en zal deze morgenavond indienen. Daarbij gaat hij ervan uit dat dan ook de oppositiepartijen aanwezig zijn. De voorzitter meldt dat hij zijn reactie op punten zijn portefeuille betreffende schriftelijk zal geven omdat er geen plaatsvervangend voorzitter aanwezig is. Wethouder Van Schoorl zegt dat de Scholengemeenschap Jan Arentsz is genoemd, omdat dit een historisch feit is. Verder staat het college open voor andere aanbieders van onderwijs in Langedijk. Dat mag ook voor het vmbo zijn. Het belang van de speelweide is onvoldoende gewogen, zowel wat betreft de maatschappelijke functie als de groene longfunctie. Dit laatste mede gezien de ontwikkeling van het Veilingterrein. Daar zullen in de toekomst immers woningen komen met weinig ruimte voor groen. Daarnaast zal de ontwikkeling van de speelweide meer verkeersstromen met zich brengen. De situering van meer parkeerplaatsen in deze wijk is ongewenst. Voorts is voorbijgegaan aan de parkeerproblematiek die ontstaan is voor de leden van Krachtsportvereniging Spartacus. De aanpassing van de woningbouw kan door de verplaatsing van het wijkgebouw gerealiseerd worden met een kleine ruimtelijke aanpassing. Dan wordt gedoeld op het parkgebouw. Met de aanpassing van de nieuw ingetekende parkeerplaatsen werd bovendien een streep gezet door het Meidoornplein. Versobering van het wijkcentrum is nodig. De financiële consequenties komen ter sprake in een uitvoeringsnotitie. Er is nu sprake van een vertraging maar met een wijkcentrum aan de Dr. Wilminkstraat zou wellicht het bouwwerk op de laatste locatie sneller zijn opgericht. Voor duidelijke huisvesting voor de gebruikers van de Dr. Wilminkstraat tijdens de bouwperiode zal het college zich in overleg met hen sterk maken. Het eerste voorstel komt waarschijnlijk op 30 november a.s. Wat betreft het Behouden Huis: de zinsnede over het postkantoor slaat op het gebouw, de karakteristieke uitstraling. Een functiewijziging van het Behouden Huis behoort tot de mogelijkheden. De W erkgroep Hart voor Oudkarspel heeft aangegeven, dat zij waar noodzakelijk de gemeente zal verzoeken om het gebouw te mogen aankopen. Het behoud van het pand is belangrijk. Daarom wordt voorgesteld om een haalbaarheidsonderzoek te doen van twee activiteiten: 1. een brede school met peuterspeelzaal en kinderopvang en 2. Het Behouden Huis als een mogelijke maatschappelijke functie te behouden. De tweede optie zou nader onderzocht moeten worden. Voor de optie brede school c.s. is een draagvlakonderzoek en een eerste financiële verkenning afgerond. De uitwerking van het VVL zal interactief gebeuren. De normen en kaders dienen door de raad te worden aangegeven. Het college staat voor interactief beleid, participatie en DGS. De onderzoeken zijn in volle gang en aan het eind van dit jaar wordt de rapportage aan de raad aangeboden. “W aar staat je gemeente” is een instrument waarmee achteraf kan worden gestuurd. Nog maar kort geleden is in Langedijk informeert het een en ander vermeld waar het college met de organisatie naartoe wil: klantcontactcentrum en verruiming van de openstelling van het gemeentehuis en de gemeentewerf.
14
Mevrouw Schrijver onderschrijft het belang van de eerstelijns zorg in de kernen. De gemeente heeft daarin vooral een faciliterende rol. Er moet dan wel een vraag komen van bijvoorbeeld huisartsen of andere hulpverleners dat zij behoefte hebben aan vestiging in een GOED of een andere vorm van samenwerking. Mevrouw Kloosterboer denkt dan ook aan tandartsen en verloskundigen enz. Een zorg is dat huisartsen die stoppen in de praktijk blijven zitten en hun onroerend goed niet kunnen verkopen aan hun opvolger. Mevrouw Schrijver meldt dat het college ook denkt aan een brede GOED. Op dit moment wordt gewerkt met Kern8. Binnenkort wordt dat geëvalueerd en aan de hand daarvan zullen eventueel nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt. Als Kern8 daaraan kan voldoen, zal een contract met die instelling worden gesloten maar als dit door een andere organisatie beter kan gebeuren, zal een overeenkomst met die organisatie worden aangegaan. Uitgangspunt is wat de gemeente voor de jongeren wil realiseren. Een onderdeel van die prestatieafspraken is samenwerking. De gemeente zit hiervoor in een verband met Kern8, de leerplichtambtenaar en andere actoren op het gebied van het jeugd- en jongerenwerk. Formulieren moeten eigenlijk voor iedereen makkelijk te zijn in te vullen maar helaas kan dat niet altijd. Daarom is eerder aangegeven dat er een formulierenbrigade moet komen. Er zijn al trainingen bedacht voor de mensen die hieraan deel gaan nemen maar het probleem is het vinden van voldoende mensen hiervoor. Daar wordt hard aan getrokken. Het gaat erom dat de mensen bereikt worden die recht hebben op voorzieningen. Inmiddels is een snelbalie opgestart waar mensen samen met een medewerker een formulier kunnen invullen. Dan horen zij direct of ze in aanmerking komen voor een voorziening. Jeugdbelang staat hoog in het vaandel bij het college. Elk dorp zal een voorziening moeten hebben voor jongeren. Samen met jongeren zal in elk dorp zo’n voorziening worden getroffen. Bekeken wordt wat een goede voorziening is in Noord- en ZuidScharwoude en daar komen voorstellen over. Als zelfstandigen tijdelijk in problemen zijn, wordt een plan gemaakt en op basis daarvan wordt al dan niet een lening verstrekt. Ook startende ondernemers kunnen een beroep doen op de Bbz. Er is ook een regeling voor de oudere zelfstandigen boven de 55 jaar die willen stoppen met hun bedrijf: de Ioaz. Het college gaat aan de slag met de Langedijker Pas. Mevrouw Overzier meldt dat het BOA-beleid geformuleerd gaat worden. Daar wordt het financiële en het formatieve aspect in meegenomen. Het fietspad Twuyverweg en het voetpad Lepelaar maken onderdeel uit van het nieuwe beleid 2011-2014 dat nog in de raad besproken gaat worden. Onderzocht wordt welke subsidies voor cultuur voor de gemeente beschikbaar zijn. Ook wordt onderzocht of de evaluatie van het welstandstoezicht en het welstandsbeleid van 2012 naar 2011 kan worden getrokken. De GOED maakt onderdeel uit van het Vroonermeer-Noordproject. Er wordt naar gestreefd om het bestemmingsplan en de realisatieovereenkomst voor behandeling aan te bieden in de raad van november a.s. De heer Beers zegt dat met voorrang een verzoek om kamperen bij de boer zal worden behandeld. De heer Bakkum licht toe dat met stimulering van agrarische bedrijvigheid wordt bedoeld de stimulering van alternatieven voor de agrarische sector. De heer Beers is van mening dat er veel mogelijkheden zijn om daar samen naar te kijken. Er zal met een notitie worden gekomen om daar invulling aan te geven. De discussie over werken en wonen combineren kan samen worden gedaan met de discussie over de detailhandelvisie die wordt opgesteld. In de combinatie van wonen en werken kan spreker zich overigens vinden. Er is kennisgenomen van de problemen bij de muziekverenigingen en het heeft aandacht. In het kader van de bezuinigingen zal daar nog nader op worden ingegaan. Wat betreft Westerdel zijn er ontbindende voorwaarden, maar die komen pas aan het eind van het traject aan de orde. De voorzitter vult aan dat er nog nadere informatie komt over W esterdel. De heer Zwart wenst het college succes bij de uitvoering van het ambitieuze en duurzame programma.
15
Mevrouw Kloosterboer sluit zich daar van harte bij aan. De heer Boonstra wenst het college eveneens succes. De heer Nijman sluit zich hierbij aan. 4.
Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 00.00 uur. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Langedijk in zijn openbare vergadering van 18 januari 2011. De voorzitter,
drs. J.F.N. Cornelisse De griffier,
J. van den Bogaerde
16