Hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI
23 juli 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
5 5 6
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
7 7 7 7
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet van personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Condities van continuïteit
9 9 12 19 21 24 26
5
Overzicht advies
29
Bijlage 1: Samenstelling panel
30
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
33
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
34
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
35
P a g i n a |2
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
1 Samenvattend advies Deze aanvraag heeft betrekking op een bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica. Aanvrager is de Opleidingsgroep NCOI, Hogeschool NCOI. De Hogeschool NCOI hanteert voor deze opleiding een aantal specifieke uitgangspunten die doorwerken in het onderwijsprogramma. Deze uitgangspunten zijn: • de student is werkzaam in een voor de opleiding relevante werkomgeving in een functie die van voldoende niveau is; • de student heeft minimaal twee jaar ervaring in de bovenstaande functie; • een belangrijk deel van de opdrachten wordt in de eigen bedrijfsomgeving en vaak onder controle van de eigen werkgever uitgevoerd. Om de studie in samenwerking met een volledige baan studeerbaar te maken zijn zoveel mogelijk hinderpalen t.a.v. de hulpmiddelen en tijdsbesteding weggenomen. De instelling heeft een informatiedossier aangeleverd dat voldoet aan de eisen van het NVAO-toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs. Het dossier, vermeerderd met de aanvullende informatie en de mondeling gegeven nadere toelichting, hebben het panel in staat gesteld om tot een positief advies te komen. De informatie die betrekking heeft op de doelstellingen en op de inhoud en opzet van het programma is helder en volledig, evenals de informatie met betrekking tot de docenten en organisatorische en beleidsmatige gegevens die betrekking hebben op de opleiding. Het panel heeft een voldoende beeld gekregen van de beoogde competenties en de opleidingsonderdelen (modules). In het eerste jaar doorlopen cursisten een modulair programma waarin kernthema’s van Informatiekunde aan bod komen. Tijdens het tweede jaar volgen de cursisten het modulaire programma met verbredende vakken. In het derde en vierde jaar (tevens afstudeerjaar) wordt ingegaan op persoonlijke managementvaardigheden door middel van vier inhoudelijke modules en komen keuzevakken aan bod. Het laatste jaar van de opleiding biedt de mogelijkheid om zich op één van de keuzemodules nader te oriënteren en wordt er een eindscriptie geschreven. Gedurende het gehele programma vindt een verplichte stage plaats op de eigen werkplek, een werkomgeving op hbo-niveau, die aansluit op het brede werkterrein van de informaticus. De opleiding sluit aan bij de eisen van het werkveld en is tot stand gekomen in samenspraak met vertegenwoordigers van het werkveld en beroepsverenigingen. De competenties sluiten aan bij de vijf Dublin descriptoren. Het panel meent dat de beoogde eindkwalificaties voldoende aansluiten bij de beroepspraktijk, doch merkt op dat geen toetsing aan internationale curricula heeft plaatsgevonden. De specifieke uitgangspunten van de opleiding komen o.a. tot uiting in het trekken van een zware wissel op het leren in de eigen werkomgeving. Het panel stelt vast dat de tijdsbesteding in de eigen werkomgeving niet geverifieerd kan worden. De opleiding heeft toegezegd dit jaar daartoe een registratiesysteem op te zetten. Daarnaast bestaat er bij het panel enige aarzeling bij de toekenning van 120 ECTS aan stage en scriptie in eigen werkomgeving. Het panel heeft de indruk dat de studielast hierdoor vrij laag is. Deze is subjectief en vanzelfsprekend afhankelijk van de werkende cursist zelf. Hierbij speelt dan wederom het probleem van de ontbrekende urenregistratie.
P a g i n a |3
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
De gehanteerde vakliteratuur is volgens het panel van voldoende niveau. Er wordt evenwel vastgesteld dat de literatuur uitsluitend Nederlandstalig is. Hiervoor is volgens de opleiding gekozen omdat de studenten anders naast hun werk mogelijkerwijs teveel belast worden. Door de opleiding is wel opgemerkt dat vrijwel alle relevante technische literatuur in de werkomgeving en op het Internet in het Engels is. Het programma voldoet inhoudelijk en didactisch aan alle faceteisen die het NVAOtoetsingskader terzake stelt en is goed studeerbaar. De Actief Leer Principe-methode, door de instelling ontwikkeld voor werkenden geeft het panel de indruk voordelen te bieden met betrekking tot het leren in relatie tot de werkplek en de omgeving van de eigen organisatie. Tegelijk kan dit tot een verenging van het blikveld, verderop in dit rapport ook wel aangeduid als ‘tunnelvisie’, van de student leiden. Daarom acht het panel afwisseling van werkplekken tijdens de studie van belang. De inhoudelijke samenhang van de opleiding, ook wel aangeduid als de rode draad wordt niet expliciet gegeven in het informatiedossier. Tijdens de ‘site visit’ is gesteld dat de samenhang in de werkomgeving van de student duidelijk wordt. Deze premisse resulteert in een punt van zorg betreffende de samenhang van het programma. NCOI past integrale kwaliteitszorg toe door, in de vorm van een gestructureerde verbetercyclus, alle relevante elementen uit de curriculumdefinitie en -uitvoer systematisch te beoordelen en indien nodig te verbeteren. Het gekozen systeem voor kwaliteitszorg waarborgt dat zowel docenten als studenten en vertegenwoordigers van het werkveld hierbij betrokken worden. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding beschikt over voldoende personeelscapaciteit van bewezen niveau om de breed opgezette hbo-bacheloropleiding te kunnen aanbieden. Ook lijken er voldoende financiële garanties voor de continuïteit van deze opleiding. Alles overziend is het panel van mening dat de door Hogeschool NCOI voorgedragen hboBachelor Bedrijfskundige Informatica voldoet aan de beoordelingscriteria van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs om positief te worden beoordeeld. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool NCOI.
Den Haag, 23 juli 2008 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding voor de opleiding hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool NCOI,
Prof.dr.S.K.T. Boersma (voorzitter)
P a g i n a |4
Mevr.L. Verschraegen (secretaris)
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
2 Inleiding en verantwoording 2.1
Werkwijze panel De criteria uit het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de NVAO d.d. 14 februari 2003 liggen ten grondslag aan dit paneladvies. Dit advies is de uitkomst van de beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van Hogeschool NCOI voor de opleiding hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica (#2240) Op 12 juni 2007 heeft de NVAO het verzoek (aanvraag # 2240) om toetsing van de nieuwe opleiding ontvangen. Op 28 februari 2008 heeft het panel een bezoek gebracht aan de hboBacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica te Utrecht. De bevindingen en overwegingen van het panel zijn neergelegd in het paneladvies van 23 juli 2008. Het panel heeft na bestudering van het door Hogeschool NCOI samengestelde informatiedossier en de daarbij behorende bijlagen een voorbespreking gehouden, ter voorbereiding op een bij de aanvragende instelling af te leggen ‘site visit’. Op dit vooroverleg, dat op 11 januari 2008 te Den Haag plaats vond, is een aantal vragen om bijkomende informatie en verduidelijking van bepaalde bijlagen geformuleerd met de bedoeling om tijdens het locatiebezoek de facetten van het toetsingskader te kunnen beoordelen. Het panel ontving nog voor het locatiebezoek de gevraagde informatie. Na bestudering van deze informatie ging op 27 februari 2008 te Utrecht een tweede voorvergadering door waarbij de vraagpunten voor het locatiebezoek nader werden besproken. Tijdens het locatiebezoek is gesproken met het instellings- en het opleidingsmanagement, de docenten, het werkveld en de studenten. Tijdens het locatiebezoek werden aan de panelleden verschillende demo’s getoond. Zie voor meer informatie bijlage 2, Programma locatiebezoek. Het panel heeft tijdens het locatiebezoek aanvullende schriftelijke informatie kunnen bekijken. Een overzicht van relevante documenten is opgenomen als bijlage 3, Overzicht van bestudeerde documenten. Het panel spreekt zijn waardering uit over de goed voorbereide en hartelijke ontvangst en de constructieve gedachtewisselingen van alle betrokkenen tijdens het locatiebezoek. Het informatiedossier werd verzorgd samengesteld. Op 7 juli 2008 ging een afsluitende panelvergadering door te Amersfoort. Dit rapport is gebaseerd op het informatiedossier van de opleiding en op de gegevens die tijdens het locatiebezoek werden verstrekt. In het advies zijn aan de hand van de uitkomsten per facet beargumenteerde oordelen per onderwerp gegeven. Het concept is voorgelegd aan de panelleden en hun commentaar is in de definitieve versie verwerkt. De definitieve tekst is vastgesteld op 23 juli 2008.
P a g i n a |5
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
2.2
Opbouw paneladvies Kern van het voorliggende advies is hoofdstuk 4, waarin de neerslag van de feitelijke toetsing is vastgelegd. Het panel heeft de opleiding getoetst aan de hand van de zes onderwerpen en de negentien facetten uit het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen. Per facet geeft het panel een korte samenvatting van de informatie die door de opleiding is aangeleverd ('Bevindingen'), gevolgd door de visie van de panelleden op dit facet ('Overwegingen'). De overwegingen monden uit in een conclusie, waarin het panel aangeeft of het facet in kwestie voldoende of onvoldoende is vormgegeven door de opleiding. Daarnaast geeft het panel een samenvattend oordeel per onderwerp. In hoofdstuk 5 is bovendien een schematische weergave van de beoordeling opgenomen. Hoofdstuk 4 wordt voorafgegaan door een algemene beschrijving van de opleiding en de instelling in hoofdstuk 3. Tot slot is aan het advies een aantal bijlagen toegevoegd met onder meer informatie over de samenstelling van het panel, het programma van het locatiebezoek en een overzicht van de geraadpleegde stukken.
P a g i n a |6
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Locatie(s)
Variant Sector
3.2
Nederland Hogeschool NCOI Bedrijfskundige Informatica Bachelor hbo de opleiding wordt in principe, dit is afhankelijk van het aantal studenten en hun voorkeur, aangeboden in Utrecht, Breda, Eindhoven, Rotterdam, Amsterdam en Zwolle deeltijd, duaal Economie
Profiel instelling Met ruim 450 verschillende opleidingen en trainingen biedt NCOI Opleidingsgroep (kortweg NCOI) een compleet programma voor werkenden in Nederland. NCOI heeft ruim 850 actieve trainers en docenten, die werkzaam zijn op 26 locaties in heel Nederland. Het hoofdkantoor is gevestigd in Hilversum. Daar werken ongeveer 170 medewerkers aan de planning, ontwikkeling en organisatie van het gehele programma. Ook worden vanuit Hilversum alle maatwerkvraagstukken op professionele wijze ingevuld door een team van consultants en onderwijskundigen. Hogeschool NCOI is een van de bedrijfsonderdelen van NCOI Opleidingsgroep en richt zich met hbo-bacheloropleidingen op werkenden. Op dit moment worden verschillende geaccrediteerde bachelorvarianten aangeboden op de gebieden van bedrijfskunde, personeelsmanagement, financieel economisch management en commerciële economie. Deze opleidingen zijn specifiek ontwikkeld voor werkenden. Dit vraagt een andere benadering en organisatie dan een instituut met primair voltijd activiteiten. Dit komt naar voren enerzijds in de onderwijskundige benadering, anderzijds in de inrichting van de interne organisatie.
3.3
Profiel opleiding De opleiding Bedrijfskundige Informatica leidt op tot het HBO-bachelorniveau en geeft toegang tot een functie in het ICT-werkveld, nl. Bedrijfskundig Informaticus (kortweg BI’er) De BI’er is de overkoepelende benaming van een brede groep met functiebenamingen. Een deel van de beroepsactiviteiten speelt zich af op de grensvlakken van informatie en organisatie in relatie tot haar omgeving. Er is in de opleiding sprake van een combinatie van werken en leren in die zin dat het hier gaat om cursisten met werkervaring. Door de directe combinatie van leren en werken is de opleiding in oriëntatie anders dan in het voltijds onderwijs. Door de werkomgeving is er een referentiekader aanwezig dat het mogelijk maakt om een goede oriëntatie op het beroepenveld te krijgen. De kwalificaties zijn zodanig geschreven dat ze invulling geven aan de ontwikkeling van de werkende in de rol van informaticus. De opleiding stelt dat een afgestudeerde in staat zal zijn om een organisatie en haar bedrijfsvoering en informatievoorziening verantwoord te diagnosticeren, knelpunten te
P a g i n a |7
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
signaleren en op te lossen. Er zijn vele functies voor deze afgestudeerden mogelijk: adviseur organisatie en informatie, ICT- of business consultant, informatieanalist of informatiearchitect, informatiemanager, manager informatisering en automatisering, hoofd I(C)T, coördinator informatievoorziening, servicemanager, hoofd beheer en exploitatie of als projectmanager of -leider. Ook functies als bedrijfsanalist, organisatieadviseur, hoofd bedrijfsvoering, kwaliteitsmanager, verandermanager of procesinnovator behoren tot de mogelijkheden. Rekening houdend met bedrijfsprocessen in een organisatie is een afgestudeerde hbo-er Bedrijfskundige Informatica competent voor de volgende kerntaken, nl. analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren. Nieuwe opleiding voor Nederland De opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica is geen nieuwe landelijke opleiding. Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica is een nieuwe opleiding voor de instelling. Studieomvang De totale studielast bedraagt in totaal uit 240 ECTS. De opleiding wordt in duale vorm aangeboden.
P a g i n a |8
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1
Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de doelstellingen wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk 3.3
4.1.1
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De HBO Bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica is gepositioneerd op het snijvlak van Bedrijfskunde en ICT. De insteek is het ondersteunen en waar mogelijk verbeteren van bedrijfsprocessen van een organisatie door middel van adequaat ICT gebruik. Concretisering hiervan in de opleiding heeft plaatsgevonden door achtereenvolgens: • de generieke beroepsprofielen zoals deze door het HBO-I platform onder de noemer ‘bedrijfskundig informaticus’ zijn opgesteld als uitgangspunt te gebruiken; • de beroepsprofielen verder uit te werken door ze te koppelen aan de ontwikkelingen in het werkveld en op grond hiervan achtereenvolgens een ‘opleidingseigen’ competentieprofiel en opleidingskwalificaties op te stellen; • het zo opgestelde competentieprofiel en de opleidingskwalificaties ter beoordeling voor te leggen aan een denktank, die werd gevormd door vertegenwoordigers uit het beroepenveld; • het eindresultaat voor te leggen aan een vijftiental organisaties in het werkveld. Nadat de ontwikkeling van het beroepsprofiel en het curriculum waren afgerond, werd de denktank omgevormd tot adviesraad met dezelfde leden als van de denktank. Het resultaat van de bovenstaande activiteiten is een brede opleiding die in lijn ligt met zowel het in het beroepenveld verwachte bachelorniveau als het generieke uitgangsprofiel van het HBO-I platform. Misschien mede hierdoor ontbreekt een eigen NCOI visie op de opleiding. Opleidingsspecifieke accentverschillen zijn: Een sterke nadruk op: • bedrijfsprocessen en -systemen en minder op ICT-technische aangelegenheden; • de Nederlandse situatie; • de bedrijfsomgeving van de cursist.
P a g i n a |9
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Uit het gesprek met de adviesraad blijkt dat deze laatste een warm voorstander is van de gekozen accenten in casu de nadruk op bedrijfsprocessen en systemen en de hiermee gepaard gaande breedte van de opleiding. Overwegingen De uitwerking van de opleidingsspecificaties is in overeenstemming met het niveau en de verwachtingen in de beroepspraktijk ten aanzien van een HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica. De gekozen accenten en de nadruk op breedte in plaats van diepte van de opleiding zijn in overeenstemming met de wensen van de denktank die bij NCOI het beroepenveld representeert. Hierbij plaatst het panel de kantekening dat in de denktank/adviesraad geen internationaal georiënteerde bedrijven en bedrijven waarvoor het ICT-gebruik alleen een ondersteunende rol vervult, zijn vertegenwoordigd. Anderzijds zullen er door de gekozen werk- en financieringsvorm van de opleiding wel cursisten uit de niet door de adviesraad vertegenwoordigde categorie bedrijven afkomstig zijn. De mogelijke accentverschillen tussen opleiding en de bedrijfsomgeving van de cursist moeten worden opgevangen door een adequate begeleiding/overleg.. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende
4.1.2
Bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen Op basis van de afstemming met landelijke kwalificaties en vergelijkingen met de standaarden zoals de Dublin descriptoren, stelt de instelling dat de kwalificaties van Hogeschool NCOI goed aansluiten bij nationale en internationale normen. De aspecten rondom het behalen van het gewenste opleidingsniveau zijn in kaart gebracht. Ten aanzien van instroomeisen, docentenkwaliteit, programmaonderwerpen met literatuur en toetsvormen meent de instelling dat voldoende randvoorwaarden aanwezig zijn om gewenste kwaliteit realiseren. De eindkwalificaties worden actueel gehouden door middel van overleg met de adviesraad, via evaluaties en enquêtes onder werkgevers. Tevens wordt voorzien in een gestructureerde evaluatie van het beroepsprofiel en eindkwalificaties. Een gestructureerd kwaliteitszorgsysteem en de adviesraad bewaken het instroomniveau, het niveau van docenten en de literatuur. Door middel van de eindopdrachten en examens per module wordt het eindniveau van de modules getoetst. In de beoordelingscriteria van de exameneisen zijn de Dublin descriptoren expliciet betrokken. Daarmee wil men ook op microniveau iedere keer de link leggen met het gewenste bachelorniveau. Overwegingen Het panel is van oordeel op de aansluiting met de Dublin descriptoren breed werd ingegaan. Daardoor is het soms lastig de specifieke informatie terug te vinden. Na de ‘site visit’ is het panel van mening dat de opleiding er voldoende in geslaagd is te onderbouwen dat de door
P a g i n a | 10
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
haar geformuleerde opleidingskwalificaties aansluiten bij de algemeen geaccepteerde kwalificaties van een HBO-Bachelor. Er is vastgesteld dat het programma borg staat voor het verwerven van kennis en inzicht op bachelorniveau. Doordat de studenten breed opgeleid worden, zijn er bij het panel wel enige aarzelingen over het kennisniveau van de zogenaamde ‘harde informatica’, zeker bij studenten die geen ICT-achtergrond hebben. Eventuele tekortkomingen kunnen evenwel in een toelatingsprogramma worden weggewerkt. Het panel is van oordeel dat het opdrachtgestuurde karakter van het programma bijdraagt tot het toepassen van kennis en inzicht bij de tezelfdertijd werkende en studerende student. De opleiding toont aan dat het programma garant staat voor competenties op bachelorniveau inzake oordeelsvorming en communicatie. De gebruikte literatuur is eerder ‘standaardliteratuur‘ en bovendien bijna uitsluitend Nederlandstalig. Als aanvulling hierop verwijst de opleiding naar websites met Engelstalige literatuur die ook in de opleiding aan bod komt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 ‘Bachelor’ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in hbo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. – Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen, waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen NCOI benadert de opleiding HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica als een brede informaticaopleiding. Eindkwalificaties De eindkwalificaties van de opleiding HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica van Hogeschool NCOI werden ontleend aan relevante beroepsprofielen en beroepscompetenties en door middel van overleg met de denktank en het beroepenveld. Ze sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen ervan alsook bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden. Kwalificaties beroep De opleiding HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica leidt op voor een afgebakend spectrum van beroepen. Er is in de opleiding sprake van een combinatie van werken en leren in die zin dat het bij Hogeschool NCOI gaat om cursisten met werkervaring. Door de directe combinatie van leren en werken, is er een referentiekader aanwezig dat het mogelijk maakt de lesstof te kunnen toepassen. Ook is er een goede oriëntatie op het beroepenveld. De kwalificaties zijn zodanig geschreven dat er invulling gegeven wordt aan de ontwikkeling van de werkende in de rol van informaticus.
P a g i n a | 11
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Overwegingen Voor het bepalen van de beoogde eindkwalificaties merkt het panel op dat hieraan een eigen invulling werd gegeven, waarbij een deelverzameling van kwalificaties bepaald door het HBO-I platform werd genomen. Dit heeft echter niet geleid tot een vernieuwende doch eerder van een standaardoriëntatie BI met de nadruk op de praktijk. Het valt tijdens het locatiebezoek op dat het beroepenveld zich zeer betrokken voelt bij de opleiding. De instelling houdt door haar adviesraad/denktank contacten met de onderwijsen bedrijfssector. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 ‘Oriëntatie hbo’ als voldoende. 4.1.4
4.2
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding De facetten ‘domeinspecifieke eisen’, ‘bachelor’ en ‘oriëntatie hbo’ heeft het panel als voldoende beoordeeld. Daarmee krijgt het onderwerp ‘Doelstellingen’ als geheel een positieve beoordeling. Programma Het programma van de HBO-Bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica is in hoofdlijnen als volgt : • In het eerste jaar doorlopen cursisten een modulair programma waarin de kernthema’s van Informatiekunde aan bod komen. Deze kernthema’s zijn vervat in 6 verplichte hoofdmodules. Iedere module wordt afgesloten met een schriftelijk examen en met een praktijkopdracht waarin de verschillende onderdelen uit deze eerste jaar terugkomen; • Tijdens het tweede jaar volgen de cursisten het modulaire programma met verbredende vakken. De cursisten doorlopen 4 inhoudelijke modules; • Tijdens het derde en vierde jaar wordt ingegaan op persoonlijke managementvaardigheden via vier inhoudelijke modules en tevens komen keuzevakken aan bod; • Het vierde jaar is tevens afstudeerjaar en vormt het integrale sluitstuk van de opleiding. Het laatste jaar van de opleiding biedt cursisten de mogelijkheid om zich op één van de keuzemodules nader te oriënteren. Verder wordt in dit jaar de eindscriptie geschreven. De samenhang tussen de drie jaren moet geborgd worden door de afstudeeropdracht in het vierde jaar. Gedurende het gehele programma vindt een verplichte stage in de eigen werkomgeving. Met een werkomgeving op HBO-niveau, die aansluit op het brede werkterrein van de informaticus, kan aan de stageverplichting worden voldaan.
4.2.1
Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding.
P a g i n a | 12
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
– Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. – Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. – Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Daar Hogeschool NCOI zich specifiek op werkenden richt, hebben de onderwijsprogramma’s een aantal specifieke kenmerken, waarbij het leren in de eigen werkomgeving een belangrijke rol speelt. De kern van hun Actief Leer Principe-model is de integratie van de leerstof en de toepassing in de praktijk. Hierdoor is de zogenaamde buitenschoolse component (stage en praktijk) ruim ingevuld en verdeeld over het gehele curriculum. De opleiding kent een vast kernprogramma met mogelijkheden om in de vorm van een specialisatie zelf accenten aan te brengen in de opleiding. Het programma is volledig modulair opgebouwd. De flexibele opbouw in modules maakt het mogelijk om stapsgewijs het gehele programma te doorlopen. Kennisontwikkeling door literatuur Er werd in samenspraak met deskundigen en op basis van een vergelijking met andere opleiders op het desbetreffende gebied op elke deeldiscipline literatuur geselecteerd die actueel en relevant is. De auteurs zijn veelal gezichtsbepalende (internationale) deskundigen voor de desbetreffende discipline. De voorgeschreven literatuur staat veelal bekend als standaardliteratuur op HBO niveau in het betreffende vakgebied. De cursisten kunnen zelf relevante publicaties opzoeken om die in het leertraject en daarmee als referentie in de werkstukken op te nemen. NCOI kiest ervoor om waar mogelijk met Nederlandse of in het Nederlands vertaalde literatuur te werken. Er wordt bijvoorbeeld via websites aansluiting gezocht bij Engelstalige literatuur. Aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen Het programma en de actuele literatuur worden kritisch geëvalueerd. Minimaal eens per jaar wordt het studiemateriaal geactualiseerd. Hierbij bewaken de programmamanager en de “core faculty “ de consistentie en zorgen ervoor dat ontwikkelaars de literatuur goed op elkaar afstemmen. Beroepsvaardigheden Ontwikkeling van beroepsvaardigheden wordt gerealiseerd door middel van gevarieerde werkvormen binnen de opleiding zelf, waarin behalve kenniselementen ook voortdurend de link wordt gelegd naar relevante vaardigheden. Iedere cursist heeft een directe relatie met het eigen werk, die van grote betekenis is om de kennis toe te passen en te reflecteren op het eigen leervermogen. Doordat alle cursisten op de arbeidsmarkt actief zijn, is er een referentiekader van actuele problematiek binnen de beroepspraktijk zodat de opleiding kan worden ingepast. Overwegingen De vakliteratuur acht het panel van voldoende niveau. Er wordt evenwel vastgesteld dat internationale literatuur slechts beperkt aanwezig is. Uit het gesprek met de opleiding blijkt
P a g i n a | 13
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
dat er enige aarzeling lijkt te bestaan ten aanzien van Engelstalige publicaties. Wel wordt er door docenten verwezen naar deze literatuur en naar websites. Er wordt ook nagegaan of de cursist deze daadwerkelijk raadpleegt en of de informatie wordt verwerkt in de werkstukken. Het argument voor het terugkeren van dezelfde handboeken in verschillende modules is dat de inhoud van de boeken in een verschillende context wordt toegepast. De kans op overlappingen wordt daardoor door het panel groter geacht. Het programmamanagement hecht echter veel belang aan het vermijden van overlappingen. Daartoe worden meerdere controles verricht, waarbij de kerndocenten betrokken worden. De student wordt gestimuleerd om extra informatiebronnen te raadplegen o.a. via universiteitsbibliotheken, het eigen bedrijf c.q. de bedrijfstak. In het curriculum wordt maximaal gebruik gemaakt van de eigen werkomgeving van de cursisten, wat vragen oproept over de controleerbaarheid van de eigen inbreng binnen deze omgeving en de mogelijkheden voor het volgen van de studie voor iemand die een werkomgeving heeft met weinig ICT in het werkpakket. De 6 keuzeprogramma’s geven meer de indruk de werkervaring van de student optimaal te kunnen benutten dan van een eigen visie van de opleiding over het nut hiervan in dit onderwijsprogramma. Uit het gesprek met de stagebegeleider blijkt dat voor de stage, die over 3 studiefasen of studiejaren verdeeld 90 ECTS toebedeeld wordt, twee stageverslagen per fase gemaakt moeten worden. Het raakvlak tussen theorie en praktijk is hierbij aan de orde. Tevens wordt belang gehecht aan het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. Er is een intens contact tussen enerzijds de student en de bedrijfsmentor en anderzijds de stagebegeleider. De inhoud van de modules moeten terugkomen in de stageverslagen, die ook kunnen worden afgekeurd. Het eerste stageverslag in iedere fase legt de nadruk op de praktijkvoorbeelden, het tweede op de onderzoekscomponent : peiling naar het consequent toepassen van de verworven theorie. De afstudeeropdracht of eindscriptie is een opdracht van 30 ECTS. De beoordeling van de opdrachten kan de cursist vinden via E-connect of via e-mailcontact met de docent. Bij de beoordeling wordt getoetst naar de mate van ‘overwinnen’ van de moeilijkheidgraad van de opdracht. De moeilijkheidsgraad wordt met zorg gekozen. De behoefte aan het tentamineren van kennis wordt hierdoor van minder belang geacht. De instelling heeft kunnen aantonen dat de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden aantoonbare verbanden heeft met de actuele beroepspraktijk. Ook uit de inbreng van de vertegenwoordigers van het werkveld heeft het panel dit kunnen afleiden. Conclusie Het panel heeft enige twijfel over de aansluiting op de actuele ICT ontwikkelingen, maar heeft er vertrouwen in dat dit in de toekomst al veranderen. Het panel beoordeelt het facet 2.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende. 4.2.2
Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma.
P a g i n a | 14
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bevindingen Het beroepsprofiel is uitgewerkt in opleidingskwalificaties, die op hun beurt per module zijn uitgewerkt in leerdoelen en bijbehorende werkvormen en toetsvormen, waardoor men een duidelijke relatie tussen leerdoelen en opleidingskwalificaties wil bewijzen. Per module zijn de doelstellingen geformuleerd. De samenhang tussen de drie eerste jaren moet geborgd worden door de afstudeeropdracht in het vierde jaar. Het didactisch concept mbt de opleiding sluit aan bij de onderwijsvisie van NCOI. Er wordt gebruik gemaakt van de ALP-methode (Actief Leer Principe) als centrale leermethodiek. • De deelnemers werken actief vanuit hun eigen werkomgeving als referentie. • Er wordt integraal gewerkt aan kennis, inzicht en toepassing. • Tijdens de bijeenkomsten is veel aandacht voor discussie en actieve werkvormen, waarmee de aanwezige kennis en ervaring binnen de groep optimaal wordt benut. Buiten de bijeenkomsten wordt deze werkvorm ondersteund door E-connect (elektronisch leerplatform) als belangrijke schakel in het totale leerproces tussen cursist en docent en tussen cursisten onderling. • De deelnemers werken aan het uitvoeren van actuele organisatiespecifieke opdrachten en cases. De ALP-methode is toegespitst op werkenden: het aanwezige referentiekader (de werkomgeving) wordt actief wordt betrokken binnen de opleiding. In het model wordt onderscheid aangebracht tussen leerfuncties, leervormen, leerprocessen en leerresultaten. Deze didactische methode, gekoppeld aan de werkomgeving, maakt het mogelijk om vanuit het kader van het beroepsprofiel aan eindkwalificaties te werken. Om de verbanden zichtbaar te maken, is bij iedere module opgenomen aan welke eindkwalificaties de module bijdraagt. Overwegingen Het programma dekt naar het oordeel van het panel de te bereiken eindkwalificaties voldoende af. Het panel beraadde zich over de voor- en nadelen van het didactisch concept, nl. het gebruik van de Actief Leer Principe-methode, die de basis vormt van het uit te voeren programma. Deze methode combineert de verschillende leervormen nl. leren door ervaring, leren door sociale interactie, leren door theorie en leren door reflectie. Enerzijds koppelt ze de theorievorming aan directe ervaring onder de vorm van praktijkopdrachten, anderzijds wordt gezorgd voor sociale interactie in de vorm van groepsdiscussie tussen bijeenkomsten en via het elektronisch leerplatform E-connect. Reflectie gebeurt door het koppelen van de ontwikkelingspunten binnen de werksituatie aan de opleiding onder de vorm van besprekingen en verslagen. Hierdoor worden hoge eisen gesteld aan de werkomgeving en de student en wordt de actieve bereidheid van een interne bedrijfsmentor om in het leerproces te participeren als zeer belangrijk ervaren. Het panel constateert voordelen van deze methode doch merkt op dat een belangrijk nadeel is, dat het niet eenvoudig is opdrachten te creëren waarin (gezien de werkplek) fouten mogen gemaakt worden. Ook moet de opdracht tot een resultaat leiden dat nuttig is voor de werkgever. Het panel vreest dat het blikveld van studenten onvoldoende verruimd wordt en dat door steeds in hetzelfde bedrijf te werken een tunnelvisie kan ontstaan. De opleiding
P a g i n a | 15
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
onderkent dit probleem en tracht daaraan tegemoet te komen door discussiefora via internet op te zetten en groepswerk te stimuleren. Het panel suggereert om b.v. twee cursisten aan één case te laten werken om zo een verruiming het blikveld te verkrijgen. Conclusie Het panel stelt de voordelen van het gebruik van de ALP-methode vast, doch wijst op het gevaar van het ontstaan van een ‘tunnelvisie’. Het beoordeelt het facet 2.2 ‘Relatie tussen doelstelling en programma’ als voldoende. 4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen De opbouw en structuur van het programma is verdeeld in vier jaren. Elk jaar vertegenwoordigt een specifieke oriëntatie. Binnen ieder jaar wordt gestreefd naar een inhoudelijke samenhang. De jaren werken vanuit een algemene functiegerichte basis via verdieping naar een beroepsoriëntatie en vervolgens naar het afstuderen. Het programma hangt samen met het beroepsprofiel en de eindkwalificaties. De opleiding is verdeeld in vier jaren, die elk ook een inhoudelijk samenhangend geheel moeten vormen. Op de inhoudelijke samenhang van de opleiding te versterken, is een integrerende opdracht opgenomen bij ieder jaar van de opleiding. De opleiding dient verplicht te worden doorlopen in een vaste volgorde van jaar 1 naar jaar 4. Overwegingen Het panel stelt vast dat door de brede invulling van het programma in combinatie met de nadruk op de eigen werkomgeving de moeilijkheid ontstaat om een ‘rode draad’ in te bouwen die zorgt dat studenten inzicht krijgen in de samenhang. Door een ‘rode draad’ kan namelijk inzicht in de inhoudelijke samenhang van een curriculum worden verkregen. Volgens de opleiding beogen de praktijkopdrachten aan het einde van het 1e en 2e studiejaar en de afstudeeropdracht integratie van de modules die in dat jaar respectievelijk de opleiding zijn doorlopen. Deze middelen zorgen volgens het panel hooguit voor inzicht in de samenhang van het programma achteraf. Inzage van praktijkopdrachten en studiewijzers bij de modules waren verhelderend voor het panel alsook de toelichting op de stage. Uit de gesprekken bleek ook dat voor de opleiding de rode draad de band tussen enerzijds het ICT luik en anderzijds het bedrijfskundige luik van de opleiding is. Andere overwegingen die werden genoemd zoals ‘de ‘rode draad in het programma is gefocust op wat er leeft in het bedrijfsleven en actuele items uit het bedrijfsleven worden in het programma ingebouwd’, acht het panel op zich van belang voor bevordering van de samenhang tussen theorie en praktijk, maar voor de inhoudelijke samenhang van het programma acht het panel ze minder relevant. Om al deze redenen acht het panel een expliciete uitwerking van de ‘rode draad’ door de ‘core faculty’ in overleg met de docenten wenselijk. Voor studenten is daardoor van tevoren duidelijk in welke samenhang zij de modules, de praktijkopdrachten en de afstudeeropdracht moeten zien. Conclusie
P a g i n a | 16
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Het panel beoordeelt het facet 2.3 ‘Samenhang programma’ als voldoende 4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De totale studielast bedraagt 240 ECTS. Hogeschool NCOI hecht veel belang aan het aspect studielast en werkt op verschillende manieren aan studeerbaarheid. Aspecten hiervan zijn niveauoriëntatie, planning & organisatie, tijdsbesteding & studieactiviteiten per week, doorlooptijd, studiebegeleiding, reflectie. De zwaarte van het programma is voor het NCOI in overeenstemming met de kaders (240 ECTS). Het digitale platform E-connect vervult een nuttige aanvulling op het beperkte aantal contacturen. De studeerbaarheid van het programma blijkt, mede op basis van de door de instelling opgedane ervaring vanuit de andere hbo-bacheloropleidingen, goed. Er is geen grote mate van uitval (minder dan 20%) en vertraging. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met motivatie en studiecontracten die gesloten zijn met de werkgever. Er wordt slechts beperkt beroep gedaan op de aanvullende studiebegeleiding. Overwegingen Het panel heeft de indruk dat de studielast niet te hoog is. Vanzelfsprekend verschilt ze per student. Het is moeilijk om de tijdsbesteding te verifiëren bij de werkende student. Gezien de betrokkenheid van werkgevers bij de opleiding zal er bereidheid zijn studenten in tijd te ondersteunen. Het panel heeft met twee (2) studenten gesproken die in september 2007 met de opleiding zijn gestart. Zij gaven aan dat de opleiding (in ieder geval tot dat moment) studeerbaar was. Omdat de door de opleiding geschatte gemiddelde studiebelasting voor een deel berust op tijdsbesteding tijdens de werkzaamheden van de student is de werkelijke studielast moeilijk objectief vast te stellen. Het panel heeft daarover zijn zorg uitgesproken. De reactie van de opleiding was dat zij van plan is een registratiesysteem in de vorm van tijdschrijven op te zetten. Op het huidig ogenblik worden rekenregels (door NCOI bepaald) gehanteerd om de studielast vast te leggen. De opleiding benadrukt dat er rekening moet mee gehouden worden dat het rendement van onderwijs aan volwassenen vaak hoger ligt is dan bij jonge reguliere hbo-studenten. De elektronische contacten tussen docent en cursist zijn veelvuldig. Een belangrijk hulpmiddel is naast het elektronisch leerplatform E-connect , de gidsfunctie van de studiewijzers en de coaching & begeleiding door deskundig personeel. Het ontbreken van formele tentamens voor verschillende modules wordt opgevangen door begeleiding van de praktijkopdrachten door docent en bedrijfsmentor op de eigen werkplek, waarbij verwacht wordt dat de theoretische kennis van de module wordt toegepast. In de opdracht zelf werd reeds verbreding en verdieping van de theorie verwerkt. Bij beoordeling ervan worden criteria gehanteerd die goed kunnen bepalen in hoeverre de theorie kon toegepast worden. Een punt van zorg van het panel is mede gezien het ontbreken van een tijdschrijfsysteem de controle op de 120 ECTS die aan stage en eindscriptie in eigen werkomgeving moeten worden besteed.
P a g i n a | 17
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 ‘Studielast’ als voldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen Voor toelating tot het opleidingsprogramma is volgens de Onderwijs en Examenregeling een diploma HAVO, VWO, MBO middenkader of specialistenopleiding (niveau 4) vereist. Tevens moet men beschikken over een relevante werkomgeving binnen de ICT van tenminste 20 uur. Enige jaren werkervaring garanderen de planning van de opleiding in 3,5 jaar. Een cursist vanuit een andere achtergrond wordt onderworpen aan een toelatingsonderzoek waaruit moet blijken dat hij/zij voldoende achtergrond heeft om het bachelorprogramma succesvol te doorlopen. Dit geldt alleen voor kandidaten van 21 jaar en ouder. Hierbij wordt aandacht besteed aan de gevolgde opleidingen en cursussen, de werkervaring en huidige werkomgeving conform het beroepsprofiel. In een persoonlijk gesprek wordt getoetst of de kandidaat in werk- en denkniveau functioneert op het eindniveau van de voorbereidende basisopleiding. De motivatie en het persoonlijke profiel van de kandidaat komen eveneens aan bod. Iedere kandidaat dient voor de beoordeling van toelating een portfolio te overleggen. Eveneens vindt een intakeprocedure plaats voor iedere kandidaat. Er wordt rekening gehouden met elders verworven competenties (Erkenning Verworven competenties : EVC procedure) bij het aanvragen van vrijstellingen. Overwegingen Uit de gesprekken blijkt dat NCOI streng toekijkt op de instroom. Er zijn momenteel 72 studenten ingeschreven. Vier studenten doorlopen nog de toelatingsprocedure. Een definiëring van relevante werkomgeving en enige jaren werkervaring ontbreekt, maar is wel cruciaal gezien de op de werkomgeving getrokken wissel. Uit het gesprek met de studenten en docenten blijkt dat voldoende jaren werkervaring geëist worden. Voor het toekennen van EVC’s wordt het NCOI- EVC tool gebruikt. Deze tool is eind vorig jaar door Hobeon beoordeeld en geaccrediteerd. Tijdens de site visit werd een verhelderende demonstratie gegeven van deze digitale omgeving. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 ‘Instroom’ als voldoende.
4.2.6
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-Bachelor met 240 studiepunten.
P a g i n a | 18
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bevindingen De totale studielast van het gehele bachelorprogramma bedraagt 240 ECTS en sluit aan bij de wettelijke basis. Er wordt getracht de opleiding zodanig in te richten dat de studielast redelijk evenwichtig is verdeeld over de verschillende jaren van de opleiding. Jaar 1 : 75 ECTS Jaar 2 : 67 ECTS Jaar 3: 68 ECTS Jaar 4 : 30 ECTS In de jaren 1-3 wordt voor de stage 30 ECTS als studiebelasting gerekend. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum hbo-bachelor van 240 studiepunten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 ‘Duur’ als voldoende. 4.2.7
4.3 4.3.1
Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma De facetten ‘eisen hbo’, ‘relatie tussen doelstellingen en programma’, samenhang programma, ‘instroom’ en ‘duur’ beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee krijgt het onderwerp 2 ‘Programma’ als geheel een positieve beoordeling.
Inzet van personeel Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen NCOI geeft aan zich te richten op het inzetten van docenten die nauw aansluiten op de beroepspraktijk. Op basis van eigen evaluaties en CEDEO- onderzoek (2006) blijkt dat NCOI hoog scoort op de kwaliteit van docenten en specifiek op de praktijkgerichtheid. Dit laatste blijkt ook uit interne evaluaties. Deze evaluaties worden uitgevoerd via internet. Hieruit blijkt dat de docenten goed in staat zijn om de relatie tussen theorie en beroepspraktijk te leggen. De gemiddelde score van docenten over 2006 ligt op 8,3. Vanuit het docentenkorps is per bachelorlijn een core faculty samengesteld die inhoudelijk expert is op de desbetreffende vakgebieden. Deze core faculty bewaakt samen met de programmamanager de inhoudelijke samenhang van het programma. Via het forum op Econnect informeren NCOI en de core-facultydocenten ook moduleoverstijgend. Overwegingen Uit de CV's blijkt dat de docenten voldoen aan de eisen hbo. Bovendien blijkt dat de docenten ervaring hebben met verschillende typen organisaties en met de integratie van
P a g i n a | 19
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
ICT in bedrijfsprocessen. Uit de gesprekken met de docenten en de studenten blijkt eveneens dat de docenten goed in staat zijn de theorie te vertalen naar praktijktoepassingen. Via het P(ersoonlijk) O(ntwikkelings) P(lan) kan de school oordelen over het up to date blijven van de vaardigheden. De docenten blijken ook in staat dit aan te tonen in de POPgesprekken, wat in het snel evoluerende ICT-domein als belangrijk wordt gezien. Het panel is van mening dat de docenten in staat moeten worden geacht zowel in lerend opzicht als in samenspraak met de studenten een brug te leggen tussen opleiding en praktijksituaties. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 ‘Eisen hbo’ voor de inzet van personeel als voldoende.
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren Bevindingen De sterke groei van de instroom binnen Hogeschool NCOI is tijdig gecombineerd met het aantrekken van extra docenten. Het docentenkorps is voldoende groot en goed gekwalificeerd. Er wordt met kleine groepen gewerkt, wat betekent dat bij 12 cursisten een nieuwe groep wordt gestart. De docent/student-ratio voor Hogeschool NCOI was in januari 2007 1:14,5. Deze geeft het beeld dat er voldoende capaciteit beschikbaar is in vergelijking met het aantal cursisten. Van de in totaal 850 docenten en trainers binnen NCOI zijn er ongeveer 65 docenten die in aanmerking komen om onderdelen te verzorgen binnen de opleiding HBO Bachelor Bedrijfskundige Informatica. Het werken met freelancers biedt de organisatie de flexibiliteit om ook regelmatig nieuwe docenten aan te trekken. Daarmee wordt een pool goed onderhouden met docenten met expertise op alle benodigde gebieden. Overwegingen Het panel stelt vast dat in personele zin voldoende voorzien werd om de opleiding te kunnen starten en ook te continueren. Door de opsplitsing in kleine groepen wordt een gunstige docent/student-ratio bereikt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma Bevindingen Inhoud
P a g i n a | 20
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Hogeschool NCOI werkt voor een belangrijk deel met docenten die enerzijds een academische achtergrond hebben en anderzijds actief zijn in het bedrijfsleven of binnen de publieke sector. Zij zijn voor het overgrote deel werkzaam binnen het profiel waartoe de opleiding opleidt. Derhalve is er een belangrijke bron om expertise in de praktijk op peil te houden of zelfs te vergroten. Didactiek Een belangrijk aspect binnen NCOI is de specifieke onderwijskundige benadering. Alle docenten hebben ervaring met de Actief Leer Principe-methode® als onderwijsmethodiek. Organisatie Docenten worden door middel van workshops en intervisiebijeenkomsten ondersteund om hun expertise op inhoudelijk en onderwijskundig gebied op peil te houden. Er vindt eens per jaar vanuit de afdeling Docentenmanagement een bespreking plaats met de docent voor een Persoonlijk Evaluatie Gesprek. Vanuit het docentenkorps is per bachelorlijn een core faculty samengesteld die inhoudelijk expert is op het desbetreffende vakgebied. Om in aanmerking te komen voor de rol van core faculty dient een docent gepromoveerd te zijn en/of ruime praktijkervaring te hebben in het verzorgen van het programma. De core faculty is actief bij de uitvoering van de opleiding betrokken (als denktanklid, adviesraadlid, docent, ontwikkelaar, scriptiebegeleider). Overwegingen Op grond van de CV’s en de gevoerde gesprekken is het panel van oordeel dat docenten van voldoende niveau worden aangetrokken. Zij zijn zowel inhoudelijk, didactisch als organisatorisch berekend voor de hun in het programma toebedachte taken. Het panel kreeg inzage van de beoordelingsformulieren van docenten door studenten en van de notulen van het docentenoverleg. De selectie van de docenten is streng, zowel op basis van CV’s als andere documenten en van gesprekken. Er worden door de opleiding voldoende inspanningen geleverd om goede docenten aan zich te binden. Het panel vraagt zich af of de didactische kwaliteiten van een docent prevaleren boven zijn/haar band met het bedrijfsleven. Dit wordt ingegeven door de bekommernis dat het aspect werkervaring (ook voor studenten) een zware wissel trekt op deze opleiding. Uit de gesprekken blijkt echter dat de vereiste kwaliteiten van docenten evenwichtig worden beoordeeld. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 ‘Kwaliteit personeel’ als voldoende. 4.3.4
4.4
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet van personeel De facetten ‘eisen hbo’, kwantiteit personeel’ en ‘kwaliteit personeel’ beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee krijgt het onderwerp 3 ‘inzet personeel’ een positieve beoordeling. Voorzieningen
P a g i n a | 21
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
4.4.1
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen De bijeenkomsten van de opleiding worden op diverse plaatsen in het land georganiseerd. Naast het pand in Utrecht dat per september 2007 in gebruik werd genomen, worden ten behoeve van colleges ook op andere plaatsen ruimtes gehuurd. De locaties worden continu geëvalueerd onder cursisten en docenten. Criteria daarin zijn: • bereikbaarheid • parkeervoorzieningen • catering • verzorging De digitale leeromgeving E-connect, op maat ontwikkeld door de OVB-groep te Aardenburg, ondersteunt de cursist tijdens de opleiding. De deelnemers kunnen de lessen raadplegen, bestuderen, zelfevaluatie toetsen maken, synchrone en a-synchrone discussie voeren met medecursisten, vragen stellen aan de docent, vakliteratuur en aanvullend lesmateriaal raadplegen en gebruiken. Het systeem legt ook een actieve koppeling tussen het interne informatiesysteem van NCOI en Internet. Overwegingen Uit de gesprekken blijkt dat de locaties die voor onderwijs gebruikt worden van voldoende niveau zijn. Tijdens de ‘site visit’ werd een demonstratie gegeven van E-connect. Na vragen blijkt dat het huidige E-connect systeem onvoldoende is. Het is bijvoorbeeld (technisch) niet mogelijk te ‘zware’ documenten zoals aanvullende artikelen naar de cursisten te sturen of ter beschikking te stellen. Er wordt nu een nieuwe versie van E-connect gebouwd dat aan de tekortkomingen moet oplossen. Uit de gesprekken met de studenten bleek overigens dat zij E-connect nog onvoldoende gebruiken. Daarvoor zijn geen duidelijke redenen genoemd. Het management Verwacht dat de nieuwe versie zal bijdragen aan intenser gebruik. Cursisten kunnen op kosten van NCOI een universiteitspas aanvragen zodat toegang tot een universiteitsbibliotheek (UB) kan worden verkregen. De cursisten wonen door heel Nederland en kunnen zo toegang krijgen tot een UB in de buurt van de woonplaats. Het gebruik van de pas zal met name van belang blijken bij het maken van de afstudeerscriptie. Uit gesprekken met de studenten blijkt dat de docenten nadruk leggen op het belang van andere literatuur dan de verplichte vakliteratuur. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende.
P a g i n a | 22
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
4.4.2
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen De studiebegeleiding en informatievoorziening verlopen via het studiecentrum, Olympus en E-connect. Er wordt extra geïnvesteerd in informatievoorziening met een callsysteem en een mailsysteem dat het mailverkeer automatisch stuurt. – Studiebegeleiding Sinds 1 januari 2006 is het Studiecentrum operationeel. Dit studiesteunpunt biedt de mogelijkheid om studievoortganggesprekken aan te vragen en studiekeuzes te bespreken. Daarnaast begeleidt het Studiecentrum cursisten die tijdens hun studie vertraging hebben opgelopen. De studievoortgangregistratie van cursisten ligt vast in het informatiesysteem Olympus. De studiebegeleiding wordt op verschillende en op elkaar aanvullende wijzen georganiseerd, nl. via de docent, het examenbureau, de afdeling advies en voorlichting, studieworkshops en persoonlijke coaching. – Informatievoorzieningen Via het elektronisch platform E-connect kunnen de cursisten hun studievoortgang raadplegen. De volgende informatie kan eveneens geraadpleegd worden : algemene informatie met betrekking tot de organisatie, informatie met betrekking tot de opleiding, advies en begeleiding. Overwegingen Voor de studiebegeleiding is naast het begeleiden met technische middelen (Olympus) ook beroep mogelijk op de studieadviseur. Hierbij valt op dat deze begeleiding volledig afhankelijk wordt gesteld van de cursist. Gezien evenwel het belang van de stage en het aantal studiepunten dat aan de stage wordt toegekend, is een intensieve begeleiding vanuit de opleiding wenselijk. Dit kan om verschillende redenen niet enkel door een bedrijfsmentor op de eigen werkplek. Een van de redenen is dat bij begeleiding van alleen een bedrijfsmentor de objectiviteit uit het oog kan worden verloren. Daarom pleit het panel voor meer begeleiding vanuit de opleiding. Uit het gesprek blijkt dat de studieadviseur wordt bijgestaan door een team en instaat voor individuele begeleiding van studenten die hierom vragen, waarbij grote zorg gaat naar oplossingen om de opleiding te kunnen voortzetten. Meestal verloopt dit contact telefonisch of via het informatiesysteem Olympus. Er komen weinig conflicten voor tussen de studieadviseur en de docenten. Indien dit het geval is, wordt er bemiddelend opgetreden door de kwaliteitscoördinator. Bij conflicten met een groep, bijvoorbeeld rond examenresultaten, wordt een extra bijeenkomst georganiseerd of wordt examentraining aangeboden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 ‘Studiebegeleiding’ als voldoende.
P a g i n a | 23
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
4.4.3
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen De facetten ‘materiële voorzieningen’ en ‘studiebegeleiding’ beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee krijgt onderwerp 4 ‘voorzieningen’ als geheel een positieve beoordeling.
4.5 4.5.1
Interne kwaliteitszorg Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen NCOI heeft voor haar processen een kwaliteitszorgsysteem ingericht dat is gecertificeerd volgens ISO 9001. Daarin is een gestructureerde procedure opgenomen voor kwaliteitsbepaling en -bewaking en verbetertrajecten. NCOI werkt in de vorm van een structurele verbetercyclus. In deze verbetercyclus worden naast concrete verbeterpunten ook te realiseren doelstellingen en kritische performance indicatoren opgenomen. Er vindt tweemaal per jaar vanuit iedere afdeling een managementrapportage plaats aan het managementteam waarin verband wordt gelegd met de doelstellingen en Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). De KPI’s hebben betrekking op: • tevredenheid • processen • rendement . Er vinden gestructureerde evaluaties plaats ten aanzien van tevredenheid van cursisten, docenten en opdrachtgevers. Cursisten kunnen hun tevredenheid over docenten, programma,studiemateriaal, informatievoorziening en kwaliteit van de leslocaties via deze evaluaties weergeven. Docenten geven primair verbeterpunten aan ten aanzien van locaties en materiaal, de opdrachtgever spreekt zich uit over de docenten en het NCOI. De effectmeting ten aanzien van tevredenheid wordt binnen het management en met docenten individueel besproken. De samenvatting van de resultaten wordt besproken in het docentenoverleg, met een vertegenwoordiging van de cursisten en met de adviesraad. De beheersing van bedrijfsprocessen vindt plaats aan de hand van het maatwerk- en planningsysteem van NCOI, Olympus. Dit systeem is ontwikkeld om de logistiek en de organisatie van opleidingstrajecten te automatiseren. Systematische aanpak betekent voor het kwaliteitssysteem van NCOI ook dat er gekozen is voor externe correctoren. Doceren en toetsen gebeuren niet door dezelfde personen. Toetsen worden opgesteld en nagekeken door externe correctoren. Overwegingen Het Management Review, een afdelingsplan en een managementrapportage gaven het panel inzicht in de verbetercylus van NCOI. Er werd ook duidelijkheid verschaft omtrent de diverse functies zoals stagementor, bedrijfsmentor, bedrijfsbegeleider, NCOI-begeleider en stagecoördinator. Verder werd inzicht gegeven in de wijze van toetsen. Hoewel het panel enige twijfel had over de toegepaste aanpak is deze tijdens de ‘site visit’ weggenomen. Er worden
P a g i n a | 24
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
vergaderingen met de externe correctoren belegd, waarbij aandacht uitgaat naar uniforme beoordelingscriteria. Voor scripties wordt een eenduidige goed beschreven meetlat gebruikt. De verantwoordelijkheid voor het toetsen is bij het NCOI goed geregeld met de examencommissie als eindverantwoordelijke. In verband met meting van de studielast wordt in september 2008 een registratiesysteem van het aantal uren dat een cursist aan een module besteed ingevoerd. Het gebruik van de KPI’s acht het panel positief. Hierdoor kunnen gericht acties worden ondernomen in het geval zich afwijkingen van de normen voordoen. Oorzaken kunnen worden opgespoord en in kaart gebracht zodat adequaat naar een oplossing kan worden gezocht. Het panel heeft een bedenking bij de ‘cum laude’ regeling. Deze regeling klopt weliswaar rekenkundig maar verwijst naar een te laag ambitieniveau. NCOI hecht belang aan deze opmerking en zal dit na intern overleg aanpassen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 ‘Systematische aanpak’ als voldoende. 4.5.2
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen De cursist wordt na afloop van een module uitgenodigd aan te geven in hoeverre bepaalde onderwerpen onderbelicht zijn. Ook wordt gevraagd suggesties voor verbetering kenbaar te maken. De evaluaties worden samengevat en teruggekoppeld naar docenten en cursisten. Aan het eind van het traject worden de modules afzonderlijk en in onderlinge samenhang besproken met (kern)docenten. Na drie bijeenkomsten en na afloop van iedere module wordt geëvalueerd. De resultaten worden teruggekoppeld naar docenten én cursisten en plenair besproken. Twee keer per jaar vindt zgn. groepsvertegenwoordigers-overleg plaats tussen een aantal cursisten en de studieadviseur. Centraal in dit overleg staan de evaluaties van de afgelopen periode, de ontwikkelingen binnen de Hogeschool en verbeterpunten ten aanzien van het programma, de informatievoorziening en het studiemateriaal. Evaluatie-uitkomsten worden eventueel direct omgezet in verbeterpunten. Het kan daarbij gaan om curriculumdefinitie, planning en/of de curriculumuitvoer. De opleiding heeft zogenaamde houdbaarheidsdata opgesteld voor modulen. De gehele opleiding dient door een student uit kwaliteits- en actualiteitsoverwegingen van de opleiding binnen 6 jaar te worden afgerond. – Medewerkers Zowel tussentijds als aan het einde van elke module worden de docenten geëvalueerd door de cursisten met behulp van standaard evaluatieformulieren. – Studenten en alumni Hetzelfde gebeurt door de cursisten voor de • werkvormen (individueel/groepswerk, oefeningen, discussie) • materiaal (bruikbaarheid, leesbaarheid, actualiteit, verzorging) • locatie (beschikbaarheid, toegankelijkheid) • serviceverlening door NCOI (informatievoorziening, bereikbaarheid) – Afnemend beroepenveld
P a g i n a | 25
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Het werkveld is vertegenwoordigd in de vorm van een denktank en/of adviesraad. Dit orgaan adviseert de opleiding over het beroepsprofiel en de inrichting van het curriculum. De raad adviseert minimaal eens per jaar aan het opleidingsmanagement. Tevens wordt de bedrijfsmentor van de cursist betrokken in de kwaliteitscyclus. De bedrijfsmentor wordt gevraagd een oordeel uit te spreken over de praktische relevantie van de verschillende onderdelen in de opleiding voor de eigen werksituatie van de cursist tijdens de opleiding en na afloop. Daarnaast worden de bedrijfsmentoren uitgenodigd bij de afstudeersessies, wat een terugkoppelingsmoment naar de opleiding geeft. Overwegingen De evaluatieformulieren over docenten, werkvormen, materiaal, locaties, serviceverlening werden door het panel bestudeerd, alsook de notulen van vergaderingen van denktank/adviesraad. Ook het (voorgenomen) alumnibeleid is aan de orde geweest. Met de studieadviseur werd een gesprek gevoerd. De studieadviseur wordt bijgestaan door een team en staat in voor individuele begeleiding van studenten die hierom vragen, waarbij grote zorg gaat naar oplossingen om de opleiding verder te kunnen zetten. Meestal verloopt dit contact telefonisch of via het informatiesysteem Olympus. Op verzoek van de student kan een persoonlijk contact plaats vinden. Het panel heeft er alle vertrouwen in dat de instelling erin slaagt docenten, studenten en vertegenwoordigers van het werkveld te betrekken bij de interne kwaliteitszorg. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 ‘Betrokkenheid’ als voldoende.
4.5.3
4.6 4.6.1
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg De ‘systematische aanpak’ en de ‘betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld’ bij de interne kwaliteitszorg wordt als voldoende beoordeeld door het panel. Daarmee krijgt onderwerp 5 ‘Interne kwaliteitszorg’ als geheel een positieve beoordeling. Condities van continuïteit Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen NCOI biedt een afstudeergarantie aan alle cursisten voor de looptijd van 6 jaar. Hiertoe werkt NCOI met normen voor onderwijsrendement. De gedachte is dat iedereen die aan de opleiding begint, deze ook moet kunnen afronden. Uit de studievoortgangsrapportage die het studiecentrum uitvoert op basis van het informatiesysteem Olympus, blijkt dat minder dan 10% de opleiding niet afmaakt. De slagingsnorm is vastgesteld op 70%. Indien deze norm niet wordt gehaald, wordt in het kader van het kwaliteitssysteem een onderzoek ingesteld. De betaling van het collegegeld kan gespreid worden, zodat een eventuele financiële barrière weggenomen wordt.
P a g i n a | 26
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Overwegingen Gezien de ambities die de opleiding nastreeft, wordt de norm van 70% door het panel als laag ervaren. Het panel geeft de opleiding in overweging naar boven aan te passen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 ‘Afstudeergarantie’ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen De investeringen om deze opleiding te ontwikkelen en op de markt te zetten hebben betrekking op programmaontwikkeling, accreditatie en marketingcommunicatie. Omdat de bacheloropleidingen, in diverse varianten, één van de activiteiten binnen het brede programma van NCOI Opleidingsgroep vormen en de planning en organisatie van de opleiding wordt verzorgd vanuit het hoofdkantoor, waren voor deze opleiding geen aanvullende investeringen nodig. Er is in het investeringsbeleid vanuit gegaan dat de opleiding in het eerste jaar verliesgevend is. NCOI stelt dat zij een succesvolle en financieel gezonde organisatie is en dat er een gezonde financiële basis is om de investeringen te kunnen doen. Overwegingen Hoewel het panel een begroting mist, wijzen de gesprekken uit dat voor “break even” 12 à 15 cursisten ingeschreven moeten zijn, hetgeen voor deze opleiding het geval is. Er zijn namelijk 72 studenten ingeschreven. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 ‘Investeringen’ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen NCOI noemt zich een florerende organisatie, die ook in deze tijd nog sterk groeit. NCOI geeft aan te beschikken over ruime financiële voorzieningen om tegenvallende bedrijfsresultaten in de toekomst voldoende te kunnen opvangen Overwegingen Het panel meent dat er door de instelling voldoende garanties gegeven worden om te kunnen aannemen dat eventuele aanloopverliezen gedekt worden. Financiële informatie is in een aparte, niet openbare bijlage, opgenomen. Conclusie
P a g i n a | 27
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Het panel beoordeelt het facet 6.3 ‘Financiële voorzieningen’ als voldoende.
4.6.4
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Condities van continuïteit De facetten ‘afstudeergarantie’, ‘investeringen’ en ‘financiële voorzieningen’ beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee krijgt het onderwerp 6 ‘Continuïteit’ als geheel een positieve beoordeling.
P a g i n a | 28
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
5 Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding
2 Programma
3 Inzet van personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Condities van continuïteit
Oordeel V
V
V
V
V
V
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Bachelor
V
1.3 Oriëntatie hbo
V
2.1 Eisen hbo
V
2.2 Relatie doelstellingen - programma
V
2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen hbo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
V
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
P a g i n a | 29
Oordeel
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bijlage 1: Samenstelling panel
Voorzitter Professor dr. Jacques (S.K.Th.) Boersma. Professor dr. Jacques Boersma studeerde kwantitatieve Bedrijfseconomie aan de RuG en Bestuurlijke Informatiekunde aan verschillende universiteiten in Nederland. Boersma was in 1971 medeoprichter van de Bedrijfskundige Informatica in Den Haag en later in 1977 van de faculteit Bedrijfskunde in Groningen. In Groningen was hij aanvankelijk universitair hoofddocent Informatiestrategie en vanaf 1995 bijzonder hoogleraar Kennismanagement. Behalve voor de universiteit was Boersma werkzaam voor verschillende adviesbureaus zoals Moret Ernst & Young en BDO CampsObers. Door zijn werk als universitair onderzoeker en ook organisatieadviseur heeft hij ruime ervaring met vernieuwing van organisaties door het toepassen van ICT. Vanaf 1998 maakt Boersma deel uit van diverse visitatiecommissies zowel op het terrein van informatica als van Bedrijfskunde. Boersma publiceerde 5 boeken en diverse wetenschappelijke en vakgerichte artikelen. Momenteel is hij actief als free-lance organisatieadviseur. Panellid Dhr. Guus Vreven. Dhr. Guus Vreven is na de HTS (scheeps)werktuigbouwkunde en werkzaam te zijn geweest als beroepsofficier bij de Koninklijke Marine, 30 jaar werkzaam geweest in de ICT als projectleider Politie-informatiesystemen RCC Apeldoorn, hoofd systeemontwikkeling van het landbouw Administratie en Rekencentrum (LARC) te Deventer, Burroughs computers te Detroit(USA) als projectleider voor de Nederlandse versie van een financieel/administratief pakket voor het MKB. Voor Rabobank Nederland is hij werkzaam geweest als projectmanager, Senior consultant software engineering en directeur ICT-strategie. Zijn theoretische achtergrond wordt gevormd door o.a. de AMBI opleiding, een Master of Computer Science (University of Michigan, 1987) en een MBA. Zijn vakpublicaties omvatten een tiental ICT-boeken en meer dan 40 artikelen. Momenteel is hij werkzaam als free-lance consultant.
Panellid Professor dr. Ferdi Put. Professor dr. Ferdi Put studeerde Business Administration aan de Cornell University (1981) en promoveerde in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de K.U. Leuven (1988). Hij is als hoofddocent verbonden aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U. Leuven en hij is werkzaam in de onderzoekseenheid Kwantitatieve Beleidsmethoden en Beleidsinformatica (KBI). Naast zijn onderwijsopdracht is hij coördinator van de internationale uitwisselingsprogramma’s. Als lid en later secretaris van de permanente onderwijscommissie was hij nauw betrokken bij de reorganisatie van het
P a g i n a | 30
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
onderwijs in het kader van de Bologna hervorming. Hij maakt deel uit van verschillende universitaire bestuursorganen, van wetenschappelijke verenigingen en instellingen en publiceert in diverse internationale tijdschriften.
Alle panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend. Secretaris Lieve Verschraegen, ambtenaar Hogeschool Gent Procescoördinator Hans Baeyens, beleidsmedewerker NVAO
P a g i n a | 31
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bijlage 2: Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie op 28 februari 2008 voor de toetsing van de nieuwe opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool NCOI Programma locatiebezoek Locatie : NCOI Opleidingscentrum, Daltonlaan 100, Utrecht
08.30u – 9.30u
Ontvangst, bestuderen aanvullende informatie door het panel
9.30u - 10.00u
Sessie 1 – gesprek faculteitsbestuur en onderwijsinstituut: drs. M. van den Broek (programmadirecteur), drs. E. Verduyn (MT lid verantwoordelijk voor didactiek en onderwijsvernieuwing)
10.00 – 10.30u
Sessie 2 – gesprek opleidingsmanagement BI: Ir. H.Vink (kerndocent bachelor, core faculty), drs. J.M. de Heus (Manager Service Centre Accreditatie), drs. E. Verduyn (MT lid verantwoordelijk voor didactiek en onderwijsvernieuwing)
. 10.30u - 11.00u
Sessie 3 – gesprek docententeam hbo-bachelor BI Dhr. W. Muller, Drs. R. Jonker, Ing. L. Chapelier, Drs. Ing.J. Eskens, dhr. J. van Kooten
11.00u - 11u30
Sessie 4 – gesprek met studenten hbo-bachelor BI Dhr. Ronny Polman, Dhr. Eric Lots
11.30u - 12.15u
Sessie 5 – gesprek met vertegenwoordigers werkveld hbo-bachelor BI en hbo-Master MMI Dr. A. van Venrooy, consultant Partner en consultant, Verdonk Klooster & Associates BV(werkveld en onderwijs) Ir. H. Nieuwenhuis MBA Director G.O. Getronics Pinkroccade, lid ICTOffice (werkveld) Dhr. A. Droog, Algemeen directeur, ITSMF(werkveld) Mw. Drs. R. Voorburg, Account manager, Exin (werkveld en onderwijs) Drs. W. Egberink Principal consultant en cluster leader Onderwijs,CapGemini (werkveld)
12.15u – 12.45u
Sessie 6 – gesprek vertegenwoordigers kwaliteitszorg: Drs.J.M. de Heus, Mevr. E. ten Elshof (studieadviseurs) Drs. W.Egberink (extern examinator)
12.45u - 13.15u
Lunch (besloten)
13.15u - 14.00u
demo e-connect en EVC, mevr. E. ten Elshof
P a g i n a | 32
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Hierna werden gesprekken gevoerd met opleidingsmanagement, docententeam en studenten van de opleiding Master Management van ICT en Innovatie, waarvoor het locatiebezoek op dezelfde dag doorging.
17.30u - 18.30u
P a g i n a | 33
Paneloverleg (besloten): definitieve oordeelsvorming per facet en per onderwerp en input.
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling • Aanvraag hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica • Bijlagen bij aanvraag hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Aanvraag en bijlagen vormen samen het ‘informatiedossier’
Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek
• • • • • • • • • • • • • • •
P a g i n a | 34
cv’s docenten, denktank en raad van adviesleden actueel ISO-handboek docentenhandboek handboek Ontwikkelaar recente evaluaties van zowel docenten als deelnemers notulen vakoverleggen notulen raad-van-adviesvergaderingen notulen MT-overleg verslag externe examinator praktijk/eindopdrachten inclusief beoordelingsformulieren studiemateriaal en literatuur van modules voorbeelden van praktijkopdrachten eind jaar 1 en 2 studiewijzers notulen docentenoverleg management Review, afdelingsplan en managementrapportage
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
ALP BI CROHO ECTS EVC HAVO HBO ICT ISO ITSMF KPI MBO NCOI NGO NVAO OCW OER OLG PAEPON SBU SP VETRON VRI WHW
P a g i n a | 35
Actief Leer Principe ® Bedrijfskundige Informatica Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs European Credit Transfer System Erkenning van Verworven Competenties Hoger Algemeen Voorbereidend Onderwijs Hoger Beroepsonderwijs Informatie- en Communicatietechnologie International Standardisation Organization IT Service Management Foundation Kritische Prestatie Indicator Middelbaar Beroepsonderwijs Nederlands Commercieel Opleidingsinstituut Nederlands Genootschap voor Informatica Nederlands-Vlaams Accreditatie Organisatie Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Onderwijs- en Examenregeling Onderwijsleergesprek Platform Aangewezen/Erkende Particuliere Opleidingsinstellingen in Nederland Studiebelastingsuren Studiepunt Vereniging van Trainings- en Opleidingsinstituten in Nederland Vereniging van Registerinformatici Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderwijs
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding hbo-Bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Hogeschool NCOI
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
P a g i n a | 36
#2240
NVAO / paneladvies HBO-Bachelor Bedrijfskundige Informatica Hogeschool NCOI / 23 juli 2008